Het bestandstype FlashPix is gedefinieerd in een specificatie en een testpakket die door
Kodak in samenwerking met Microsoft, Hewlett-Packard en Live Picture zijn ontwikkeld en
gepubliceerd. Alleen producten die voldoen aan de specificatie en worden goedgekeurd door
het testpakket mogen de naam FlashPix en het FlashPix-logo gebruiken.
Gefeliciteerd met uw aankoop van de nieuwe KODAK DC200 Plus Camera
(verder DC200 genoemd) of de KODAK DC210 Plus Zoom Camera (verder
DC210 genoemd). Met deze camera’s kunt u digitaal beelden vastleggen, wat
betekent dat u foto’s kunt nemen zonder dat er film aan te pas komt.
De DC200 heeft de volgende kenmerken:
✔ Ingebouwde flitser met rode-ogenreductie.
✔ Eenvoudige statusdisplay met camera-instellingen.
✔ Vervangbare geheugenkaart.
✔ Video-outmogelijkheid, waardoor u de camera kunt aansluiten op een tv
en daarop een diapresentatie kunt geven.
✔ Kleuren-LCD-scherm waarop u uw foto’s direct kunt bekijken.
✔ Programmatuu r voor het eenvoudig overbrengen van de foto’s van uw
camera naar de computer.
✔ Een keuzering waarmee u de vier verschillende functies van de camera
kunt activeren:
Capture
verwijderen, en de belichting aanpassen
Review
Preference
Connect
computer
(opname) — een foto nemen, vooraf bekijken of
(overzicht) — foto’s opnieuw bekijken of verwijderen
(voorkeuren)
(communicatie)
—
camera-instellingen aanpassen
—
communicatie tussen de camera en de
1
Aan de slag
De DC210 heeft naast alle kenmerken van de DC200 ook nog de volgende
functies:
✔ Infraroodverbinding op afstand met compatibele apparaten.
✔ 2X zoomlens (29 tot 58 mm), om in te zoomen op voorwerpen, en een
close-up-optie waarmee u de focus instelt op 20 cm.
De in deze handleiding opgenomen foto’s zijn allemaal genomen met een digitale
camera van K odak. Deze gebruikshan dleiding be vat instructies voor de camera’s
1-1
Page 7
DC200/DC210 en gedetailleerde informatie over de KODAKinstallatieprogrammatuur (hoofdstuk 5), de mounterprogrammatuur (hoofdstuk
7) en de TWAIN-programmatuur (hoofdstuk 8). Instructiehandleidingen voor de
extra programmapakketten die zich op de DC200/DC210-CD bevinden, vindt u
ook in de cameraverpakking.
Ca meraspecificaties
Pixelresolutie voor foto’s—
Hoog—
Standaard—
CCD-resolutie—
1160 x 872 = 1.011.520
Bereik flitser—
DC200—
DC210—
Groothoek—
Tele—
Kleur—
Opslag—
ATA-compatibel e Compact Flash-kaart
Voeding—
Sluitertijd—
Bestandsindeling—
Lens—
Gewicht—
DC200—
DC210—
Video-out—
Bedrijfstemperatuur
1152 x 864 = 995.328
640 x 480 = 307.200
0,7 tot 3,0 m
0,5 tot 3,0 m
1,0 tot 2,7 m
24-bits, miljoenen kleuren
alleen extern geheugen
4 AA-batterijen
1/2 tot 1/362 sec
FlashPix of JPG
glas van optische kwaliteit
zonder batterijen
330 g
320 g
NTSC of PAL
—4,4 tot 40° C
Focusafstand—
DC200—
Vast—
0,68 m tot oneindig
DC210—
Groothoek—
Tele—
Close-up—
Gevoeligheid—
overeen met 140
Schroefdraad extra lens—
37 mm—alleen DC200
Zoeker—
Statiefaansluitpunt—
Brandpuntafstand—
DC200—
6 mm effectief
DC210—
4,4 tot 8,8 mm
29 tot 58 mm effectief
Vergelijkbaar met 35 mm camera
Diafragma—
DC200—
DC210—
Breedhoek—
Tele—
Afmetingen—
0,5 m tot oneindig
1 m tot oneindig
20 cm
ASA/ISO-waarde komt
Doorzicht
0,635 cm
39 mm
2X zoomlens:
f/4 tot f/13,5
f/4 tot f/13,5
f/4,7 tot f/16
(131 X 48 X 82 mm)
1-2
Page 8
De DC200/DC210-camera
☞ De in deze handleiding afgebeelde illustraties zijn van de DC210, tenzij
anders wordt vermeld.
Vooraanzicht
Infraroodzendontvanger
(alleen DC210)
Bovenaanzicht
Statusdisplay
FLITSER
CLOSE-UP
(alleen DC210)
Lampje
zelfontspanner
Lens
ZoekerFlitser
1
Aan de slag
Flitssensor
Lichtsensor
SLUITER
AAN/UIT
ZELFONTSPANNER
1-3
Page 9
Achteraanzicht
a
LCD-scherm
Onderaanzicht
Batterijklepje
Zijaanzicht
ZoekerAan-lampje
/
DO-IT (actieknop)
/
Aansluitpunt statief
ZOOM
(alleen DC210
Keuzering
EJECT-knop
geheugenka
)
1-4
Klepje
kaartsleuf
Video-outaansluiting
Seriële aansluiting
Wisselstroomadapter
Page 10
Foto’s maken
2
Wanneer de keuzering is ingesteld op Capture (opname), kunt u de volgende
handelingen met de camera uitvoeren:
✔ Een foto nemen.
✔ De foto vooraf bekijken op het LCD-scherm.
✔ Een net genomen foto verwijderen.
✔ De belichting aanpassen.
✔ Bepaalde camera-instellingen wijzigen via de statusdisplay.
Stroomtoevoer
De camera aan-/uitzetten:
Druk op de aan/uit-knop.
Het groene Aa n-l ampje aan de achterzijde van
de camera en de statusdisplay gaan aan of uit.
☞ Als u de camera uitzet terwijl er een foto
wordt verwerkt, wordt die bewerking
eerst afgemaakt voordat de camera wordt
uitgeschakeld.
Als u geen wisselstroomadapter gebruikt en de camera ongeveer 5 minuten lang
niet gebruikt, wordt deze automatisch uitgeschakeld. U zet de camera weer aan
door op de aan/uit-knop te drukken.
2-1
2
Foto’s nemen
Page 11
Een foto nemen
Ga als volgt te werk om een foto te nemen:
1
Stel de keuzering in op Capture (opname).
2
Zet de camera aan.
3
Richt het midden van de zoeker op het te
fotograferen object.
4
Druk op de sluiterknop.
Het groene Aan-lampje, het geheugenkaartpictogram en het aantal
resterende foto’ s op de statusdisplay knipperen snel terwijl de camera de foto
verwerkt.
☞ U hoeft de camera niet stil te ho uden terwijl het groene Aan-lampje
knippert, maar u kunt pas een nieuwe foto nemen als het lampje niet meer
knippert.
Foto’s van tevoren bekijken (voor vertoning)
U kunt het LCD-scherm als zoeker gebruiken terwijl de camera in de stand
Capture (opname) staat. Hierdoor kunt u de foto bekijken voordat u deze neemt.
☞ De voorvertoningsfuncti e (P review) verkort de l evensduur van de batt eri je n
aanzienlijk.
Ga als volgt te werk om de voorvertoningsfunctie in te schakelen:
1
Stel de keuzering in op Capture (opname).
2
Zet de camera aan.
3
Druk op de actieknop.
Het LCD-scherm bevat de foto en de
pictogrammen van de ingeschakelde functies.
Sjabloonpictogram—
verschijnt als de
sjabloonoptie is
ingeschakeld.
Zie “Sjabloon”
op pagina 4-4.
2-2
Belichtingsvergrendeling—
verschijnt als de belichtingsvergrendelingsoptie actief is.
Zie “Belichtingsvergrendeling”
op pagina 2-6.
Belichtingscompensatie—
verschijnt als de belichtingswaarde if the exposure
wordt aangepast. Zie “Belichtings-
compensatie” op pagina 2-5.
Page 12
Zo schakelt u de voorvertoningsfunctie uit:
/
/
(actieknop) om de voorvertoningsfunctie uit te schakelen. De functie wordt ook
automatisch uitgeschakeld als u de camera uitzet.
druk nogmaals op de knop DO-IT
Eén foto verwijderen
U kunt een net genomen foto verwijderen zonder de stand Capture (opname) te
verlaten.
☞ Deze verwijderingsfunctie is alleen beschikbaar wanneer de foto op het
LCD-scherm wordt weergegeven en de optie Kort tonen (Quickview) is
ingeschakeld. Zie “Kort tonen” op pagina 4-7.
De laatst genomen foto in de stand Capture (opname) verwijderen:
1
Stel de keuzering in op Capture (opname).
2
Zet de camera aan.
3
Neem een foto.
De foto wordt op het LCD-scherm
weergegeven.
4
Druk op de knop .
Het scherm Delete Picture? (foto
verwijderen?) verschijnt op het LCD-scherm.
☞ Dit scherm kan alleen worden
weergegeven als er een foto op het
LCD-scherm staat.
5
Druk op om de gewenste optie te
selecteren.
6
Druk op de actieknop.
De foto wordt van de geheugenkaart
verwijderd.
Zo sluit u het verwijderingsscherm:
geselecteer d en druk vervolgens op de actieknop .
druk op tot NO (nee) is
2
Fot o’s n emen
2-3
Page 13
Belichtingscompensatie
De belichtingswaarde (exposure value - EV) kan met stappen van 0,5 EV in de
stand Capture (opname) worden aangepast van -2.0 tot +2.0 EV. Als u een
aanpassing van +1.0 EV doorvoert, wordt de hoeveelheid licht die de CCD
(charge coupled device - ladinggekoppelde component) in uw camera bereikt,
verdubbeld. Bij een aanpassing van -1.0 EV, wordt de hoeveelheid licht die de
CCD bereikt, gehalveerd. Hieronder ziet u welk effect een EV-wijziging heeft op
uw foto’s.
U hebt de volgende mogelijkheden:
foto’s zijn te donker—
✔
foto’s zijn te licht—
✔
Ga als volgt te werk om de belichtingscompenstatie te wijzigen:
Zo stelt u de belichtingscompensatie weer op nul in:
wordt de belichtingswaarde automatisch weer ingesteld op 0,0 EV.
verhoog de belichtingscompensa tie-instelling (+).
verlaag de belichtingscompensatie-instelling (-).
1
Stel de keuzering in op Capture (opname).
2
Zet de camera aan.
3
Druk op de knop .
Op het LCD-scherm wordt het scherm
Exposure Compensation
(belichtingscompensatie) weergegeven.
4
Gebruik om de belichting aan te
passen.
5
Druk op de actieknop om de gewenste
waarde te selecteren.
/
als u de camera uitzet,
2-4
Page 14
Belichtingsvergrendeling
/
Gebruik de belichtingsvergrendeling als u een reeks foto’s wilt nemen waarvoor
u dezelfde belichtingswaarde wilt gebruiken. Wanneer u deze functie activeert,
houdt de camera constant dezelfde belichtingswaarde.
Ga als volgt te werk om de belichtingsvergrendeling in t e s tel len:
1
Stel de keuzering in op Capture.
2
Zet de camera aan.
3
Druk tweemaal op de knop .
Het scherm Exposure Compensation
(belichtingscompensatie) verschijnt,
gevolgd door het scherm Exposure Lock
(belichtingsvergrendeling).
☞ Druk nogmaals op als u het
belichtingsmenu wilt verlaten.
4
Druk op tot ON (aan) is
geselecteerd.
5
Druk op de actieknop.
2
Fot o’s n emen
Het scherm Take a Picture (foto nemen)
verschijnt.
6
Zorg dat het gebied waarop u de
belichting wilt vergrendelen zich in het
midden van de zoeker bevindt.
7
Druk op de sluiterknop om de
belichtingsinst el li ng te v e rgrendelen.
Zo stelt u de standaardinstelling voor de belichtingsvergrendeling weer in:
de belichtingsvergrendeling wordt weer ingesteld op de standaardinstelling
wanneer u de camera uitzet.
2-5
Page 15
Statusdisplay
Via de statusdisplay, boven op de camera, kunt u een aantal camera-instellingen
bekijken en wijzigen. In de volgende gedeelten vindt u een gedetailleerde
beschrijving van de statusdisplayinstellingen.
☞ U moet de DC200/DC210 aanzetten om de statusdisplay te kunnen
bekijken.
Resolutie
Kwaliteit
Batterij-
status
Flitser
Close-up
(alleen DC210
ogenreductie
Resterende
foto’s
)
Status geheugenkaart (ingebra cht)Rode-
Zelfontspanner
Resterende foto’s
Het pictogram voor resterende foto’s wordt automatisch aangepast aan het
resterende aantal foto’s dat met de huidige kwaliteit en resolutie-instelling kan
worden opgeslagen. U kunt dit pictogram niet selecteren of wijzigen.
Wanneer het geheugen van de kaart vol is, wordt op de statusdisplay Full (vol)
weergegeven. U moet dan bestaande foto’s verwijderen of een nieuwe
geheugenkaart plaatsen om e xtra foto ’s te kunnen nemen. Als u foto’ s perm anent
wilt opslaan, brengt u deze over naar de computer voordat u ze van de
geheugenkaart verwijdert. Meer informatie over het verplaatsen en verwijderen
van foto’s vindt u bij “Eén foto ve rwijderen” op pagina 2-3, “Eé n of alle foto’s
verwijderen” op pagina 3-2 of in de hoofdstukken over programmatuur.
☞ Het aantal resterende foto’s wordt niet altijd één minder nadat een foto is
genomen waarvan de inhoud goed kan worden gecomprimeerd.
2-6
Page 16
Zelfontspanner
Als u de zelfontspanner inschakelt, is er een pauze van tien seconden tussen het
moment waarop u de sluiterknop indrukt en het moment waarop de foto wordt
genomen. Hierdoor kunt u zelf ook voor de camera plaatsnemen.
Ga als volgt te werk om de zelfontspanner in te schakelen:
1
Stel de keuzering in op
Capture (opname).
2
Zet de camera aan.
3
Druk op de
zelfontspannerknop.
Het zelfontspannerpictogram
verschijnt op de
statusdisplay.
4
Plaats de camera op een vlakke, stabiele ondergrond of een statief.
5
Druk op de sluiterknop.
Het rode lampje van de zelfontspanner voorop de camera gaat acht
seconden lang brand en. Het zel fon ts pa nn erl i c ht kni p per t de twee seco nden
voordat de foto wordt genomen. De zelfontspanner wordt automatisch
uitgeschakeld nadat de foto is geno men.
2
Fot o’s n emen
Zo zet u de zelfontspanner stop:
voordat de foto is genomen.
druk nogmaals op de zelfontspannerknop
Geheugenkaart
De DC200/DC210 is uitgerust met een KODAK Picture Card (geheugenkaart).
De herbruikbare geheugenkaart dient voor het opslaan van met de camera
gemaakte foto’s . De camera heeft zelf geen intern geheu gen en werkt niet zonder
geheugenkaart. Het kaartstatuspictogram verandert automatisch zodra een
geheugenkaart in de camera wordt geplaatst. U mag dit pictogram niet selecteren
of wijzigen.
Geen kaart geplaatst—
u kunt geen foto’s nemen.
2-7
Page 17
Kaart geplaatst—
Ga als volgt te werk om een geheugenkaart te plaatsen:
Ga als volgt te werk om een geheugenkaart te verwijderen:
WAARSCHUWING: Plaats of verwijder een kaart niet zolang het Aan-lampje
de foto’s worden in het kaartgeheugen opgeslagen.
1
Open het klepje van de kaartsleuf.
2
Houd de geheugenkaart met de
aansluitingszijde naar de camera gericht vast.
3
Druk de kaart helemaal in de kaartsleuf en sluit
het klepje.
1
Open het klepje van de kaartsleuf.
2
Druk op de EJECT-knop.
De kaart komt gedeeltelijk uit de sleuf.
3
Pak de kaart vast, trek deze voorzichtig
uit de sleuf en sluit het klepje.
van de camera knippert. Dit kan namelijk tot schade aan de
foto’s of de camera leiden.
Gebruik alleen goedgekeurde geheugenkaarten (hierop
staat het CompactFlash-logo).
Close-up —
Met de close-upfunctie van de DC210 kunt u de focusafstand van de camera
instellen op 20 cm.
De rode-ogenreductie voor de flitser is echter niet beschikbaar wanneer u de
close-upfunctie inschakelt.
2-8
alleen DC210
Page 18
☞ Om te zorgen dat u de foto in close-up correct neemt, wordt de
voorvertoningsoptie automatisch gestart wanneer u op de close-upknop
drukt. Zie “Foto’s van tevoren bekijken (voorvertoning)” op pagina 2-2
voor meer informatie. Als u de voorvertoningsfunctie wilt uitschakelen,
drukt u op de actieknop.
Ga als volgt te werk om de close-upfunctie in te schakelen:
1
Stel de keuzering in op
Capture (opname).
2
Zet de camera aan.
3
Druk op de close-upknop.
Het close-uppictogram
verschijnt op de
statusdisplay.
4
Bekijk het te fotograferen
voorwerp op het LCDscherm om de foto correct te
nemen.
2
Zo schakelt u de close-upfunctie uit:
close-uppictogram verdwijnt van de statusdisplay. De close-upfunctie wordt
automatisch uitgeschakeld wanneer u de camera uitzet.
druk nogmaals op de close-upknop; het
Flitser
De DC200/DC210 is voorzien van een ingebouwde flitser met optionele
inschakelbare rode-ogenreductie. De flitser heeft een effectief bereik van
ongeveer 0,7 tot 3 m voor de DC200 en van 0,5 tot 3 m voor de DC210. Er zijn
vijf verschillende flitserinstellingen:
Automatisch—
sluiterknop drukt en de camera vaststelt dat er onvoldoende licht is.
Dit is de standaardinstelling.
Automatische rode-ogenreductie—
Automatisch, behalve dat de flitser eenmaal flitst voordat de foto
wordt genomen om de kans op rode ogen te verkleinen. Wanneer de
foto wordt genomen, flitst de flitser nogmaals.
de flitser werkt automatisch wanneer u op de
werkt hetzelfde als
2-9
Fot o’s n emen
Page 19
Vullen—
Gebruik deze instelling wanneer er weinig licht is of wanneer het te
fotograferen object van achteren is verlicht.
iedere keer dat u op de sluiterknop drukt, gaat de flitser af.
V ullen, rode ogen—
eenmaal flitst voordat de foto wordt genomen om de kans op rode
ogen te verkleinen. Bij het nemen van de foto, flitst de flitser weer.
Uit—
de flitser staat uit en flitst niet.
Ga als volgt te werk om de flitserinstelling te wijzigen:
Zo annuleert u de flitserinstelling:
standaardinstelling wanneer u de camera uitzet.
werkt hetzelfde als Vullen, behalve dat de flitser
1
Stel de keuzering in op
Capture (opname).
2
Zet de camera aan.
3
Druk op de flitserknop om de
flitserinstellingen te
doorlopen en te selecteren.
de flitser wor dt automatisch ingesteld op de
Resolutie
De resolutie is de grootte van de foto in pixels. De camera kan foto’s met hoge
resolutie of met standaardresolutie nemen. De foto’s zijn gedetailleerder als u de
hoge resolutie instelt, maar er wordt meer kaartgeheugen voor g ebruikt dan bij de
standaardresolutie.
U kunt vrij tussen de twee instellingen heen en weer schakelen wanneer u foto’s
neemt. Het aantal resterend e foto ’s dat de DC200/DC210 nog kan opsl aan, w ord t
aangepast aan de gekozen resolutie.
De resolutie-instelling wordt op de statusdisplay weergegeven met behulp van de
volgende pictogrammen:
2-10
Page 20
Hoog—
Dit is de standaardinstelling. Gebruik deze instelling als u de foto’s wilt
laten afdrukken.
het fotoformaat is 1152 x 864 pixels.
Standaard—
instelling als u de foto’s per e-mail wilt verzenden of on line wilt
gebruiken.
U kunt de resolutie wijzigen in de stand Preferences (voorkeuren). Zie
“Resolutie” op pagina 4-3 voor meer informatie.
het fotoformaat is 640 x 480 pixels. Gebruik deze
Kwaliteit
U kunt met de camera foto’s nemen op drie kwaliteitsniveaus: Good (goed),
Better (beter) en Best (best). De kwaliteitsinstelling geeft aan hoeveel de foto
wordt gecomprimeerd. Door het comprimeren wordt ruimte bespaard op de
geheugenkaart. De foto’s zijn gedetailleerder bij de instelling Better of Best,
maar hierdoor wordt wel meer geheugen in beslag geno men dan bij Good.
U kunt vrij heen en weer schakelen tussen de drie instellingen wanneer u foto’s
neemt. Het aantal foto’s dat de DC200/DC210 kan opslaan, wordt aangepast aan
de gekozen instellingen.
De kwaliteitsinstelling wordt met behulp van de volgende pictogramme n op de
statusdisplay aangegeven:
Best (best)—
u ongeveer vier foto’s per MB geheugenruimte opslaan. Gebruik
deze instelling als de beeldkwaliteit erg belangrijk is (met name voor
grotere afdrukken of uitvergrote opnames).
met deze kwaliteitsinstelling en een hoge resolutie kunt
2
Fot o’s n emen
Better (beter)—
kunt u ongev eer zes foto’ s per MB geheugenr uimte opslaan. Gebr uik
Better als u goede foto’s wilt maar ook een groot aantal foto’s wilt
opslaan. Deze instelling is het best voor algemeen fotograferen.
Good (goed)—
kunt u ongeveer negen foto’s per MB geheugenruimte opslaan.
Gebruik Good als u zoveel mogelijk foto’s wilt kunnen opslaan.
De kwaliteitsinstelling wijzigt u in de stand Preferences (voorkeuren). Zie
“Kwaliteit” op pagina 4-2 voor meer informatie.
met deze kwaliteitsinstelling en een hoge resolutie
met deze kwaliteitsinstelling en een hoge resolutie
2-11
Page 21
Batterijen
De DC200/DC210 wordt gele v erd met vier AA-batterij en. U mag standa ard 1,5V
alkaline-, 1,5V lithium- of herlaadbare 1,2V Ni-Cd- of Ni-MH-batterijen
gebruiken.
Het batterijpictogram verandert automatisch. U kunt het niet selecteren of
wijzigen.
Vol—
de batterijen zijn vol.
Bijna leeg—
Knipperend pictogram—
De batterijen moeten worden vervangen.
de batterijen moeten worden vervangen.
de camera kan niet meer worden aangezet.
☞ De foto’s op de geheugenkaart g aan niet v erloren als de batterijen
leeg zijn.
Ga als volgt te werk om de batterijen te plaatsen:
1
Leg uw duim op het klepje van de
batterijruimte.
2
Schuif het klepje van de camera vandaan.
3
Plaats de batterijen zoals wordt aangegeven op
het klepje en sluit het klepje weer.
☞ Verwijder de batterijen als u de camera
langere tijd niet meer gaat gebruiken.
Hierdoor verlengt u de batterijduur en
voorkomt u dat de camera beschadigd raakt
door lekken van de batter ijen of corrosi e. Als
u de batterijen meer dan een paar minuten uit
de camera laat, worden de datum en de tijd
gewist en moet u deze opnieuw instellen.
2-12
Page 22
Richtlijnen voor het batterijgebruik
Volg de richtlijnen van de batterijproducent altijd nauwkeurig op. Probeer de
batterij niet uit elkaar te halen, opnieuw op te laden, kort te sluiten of bloot te
stellen aan hoge temperaturen of vuur. Wanneer u de batterijen verwijdert,
kunnen deze warm zijn. Laat ze dan ook afkoelen voordat u ze verwijdert.
Ontdoe u volgens de officiële voorschriften van de batterijen.
Als u de batterijen niet tijdig vervangt, kan het zijn dat de DC210 uit gaat terwijl
de telelens nog is uitgeschoven.
De camera is ontworpen voor correcte werking met een hele reeks momenteel
verkrijgbare AA-batterijen, te weten 1,5V alkaline-, 1,5V lithium- of 1,2V
nikkel-metaalhydride (Ni-MH)- en nikkel-cadmium(Ni-Cd)-batterijen .
NIET ALLE BATTERIJEN ZIJN HETZELFDE! De batterijduur hangt in grote
mate af van leeftijd, gebruiksomstandigheden, type en merk. Digitale camera’s
verbruiken veel batterijstroom. Niet alle batterijen presteren even goed onder
deze zware omstandigheden. In laboratoriumtests van Kodak kwamen
herlaadbare Ni-MH-batterijen on der allerl ei omstandigh eden als beste uit de b us.
Ni-MH-batterijen zijn ontworpen voor veeleisende apparaten zoals digitale
camera’s en hebben geen last van de “geheugen”-effecten waar andere
herlaadbare systemen wel last van hebben. Bij Kodak zijn herlaadbare Ni-MH batterijen (met lader) als accessoire verk rijgbaar. Zie catalogusnummer 152 7068
(VS en Canada), 852 2344 ( Euro pa), 867 9953 (GB), 870 8141 (Azië), 910 7632
(Japan).
2
Fot o’s n emen
Als u alkalinebatterijen in uw camera wilt gebruiken, bent u het beste af met
“photo-flash grade” alkalinebatterijen, zoals de KODAK PHOTOLIFEalkalinebatterijen. Deze typen batterijen gaan meer dan tweemaal zo lang mee in
digitale camera’s als gewone alkalinebatterijen.
Ni-Cd-batterijen werken goed in digitale camera’s, maar hebben doorgaans de
kortste “inschakelduur” (bruikbaar vermogen) tussen het opladen.
Lithiumbatterijen hebben doorgaans de langste batterijduur, maar hebben een
hogere prijs per foto dan andere niet-oplaadbare batterijtypen.
Wanneer u de camera gebruikt met batterijstroom, raden wij u aan het constante
gebruik van Preview (voorvertoning) of Review (overzicht) te beperken tot
minder dan 20 minuten pe r geb rui ks se ss ie. Als u d e nkt dat u de camera l anger in
die standen gaat gebruiken, is het raadzaam de wisselstroomadapter te g ebruiken.
2-13
Page 23
Zoomen
De DC210 is uitgerust met een 2X zoomlens waarmee u op het te fotograferen
object kunt zoomen van groothoek (29mm) tot tele (58mm).
Ga als volgt te werk om de zoomfunctie in te schakelen:
—
alleen DC210
GroothoekTele
1
Stel de keuzering in op Capture
(opname).
2
Zet de camera aan.
3
Druk op de zo omknop.
Het te fotograferen object lijkt dichterbij
of verderweg wanneer u door de zoeker
kijkt en op de zoomknop drukt.
De standaard lenspositie van de camera is groothoek. Alle andere lensposities
worden beschouwd als tele-instellingen.
2-14
Page 24
Algemeen onderhoud en veiligheid
✔ Stel de DC200/DC210 niet bloot aan vocht en extreme temperaturen, om
beschadiging te voorkomen.
✔ Reinig de buitenkant van de DC200/DC210 door deze met een schone,
droge doek af te vegen. Gebruik nooit harde of schurende
reinigingsmiddelen of organische oplosmiddelen op de camera of
onderdelen ervan.
✔ U mag de binnenkant van de DC200/DC210 nooit aanraken, laat staan
demonteren. Hierdoor kunt u een elektrische schok krijgen.
✔ Als u merkt dat er rook of een vreemde geur uit de DC200/DC210 komt,
moet u de camera direct uitzetten, de camera laten afk oelen en ver v olgens
de batterijen verwijderen.
✔ De lens en het LCD-scherm aan de achterzijde schoonmaken:
1
Blaas zachtjes op de lens of het LCD-scherm om stof en vuil te
verwijderen.
2
Maak de lens of het LCD-scherm vochtig door erop te ademen.
3
Veeg de lens of het LCD-scherm voorzichtig met een zachte,
pluisvrije do ek of een niet-geïmpregneerde lensreinigin gsdoek af.
2
Fot o’s n emen
☞Gebruik geen oplosmiddelen tenzij deze specifiek voor
cameralenzen zijn gemaakt. Veeg de cameralens of het LCDscherm niet met chemisch behandelde briltis sues schoon,
aangezien hierdoor krassen kunnen ontstaan.
✔ In sommige landen zijn er onderhoudscontracten beschikbaar. Neem voor
meer informatie contact op met uw Kodak-dealer.
2-15
Page 25
Overzicht
/
3
Wanneer de keuzering is ingesteld op Review (overzicht), kunt u het LCDscherm gebruiken om de op de KODAK Picture Card (geheugenkaart)
opgeslagen foto’s te bekijken. Met behulp van het infoba lkscherm kun t u de
volgende functies uitvoeren:
✔ De hoeveelheid nog vrij geheugen op de geheugenkaart bekijken.
✔ Miniatuurweergaven van de foto’s bekijken.
✔ Eén of alle foto’s van de geheugenkaart verwijderen.
✔ Foto’s bekijken en een diapresentatie vanaf de camera op de tv afspelen.
Foto’s bekijken
Ga als volgt te werk als u foto’s wilt bekijken:
1
Stel de keuzering in op Review (overzicht).
2
Zet de camera aan.
Het infobalkscherm verschijnt op het LCDscherm met daarin de laatst genomen foto.
Infobalk
Verwijderen
Uitvergroten
Filmstrook met op
geheugenkaart
opgeslagen foto’s
☞ Gebruik om door de foto’s te bladeren. Als u continu wilt
bladeren, houdt u ingedrukt.
Het infobalkscherm uitschakelen:
te selecteren. Druk op de actieknop om het infobalkscherm uit te schakelen. Het
hoofdoverzichtsscherm verschijnt weer.
/
/
druk op om het infobalkpictogram
Midden in filmstrook
geselecteerde foto
Geheugenbalk toont
vrije geheugenruimte op
de kaart en de huidige
positie.
3-1
3
Overzicht
Page 26
Eén of alle foto’s verwijderen
Wanneer de stand Review (overzicht) actief is, kunt u één of alle op de
geheugenkaart opgeslagen foto’s verwijderen.
Ga als volgt te werk om een foto in Review (overzicht) te verwijderen :
1
Stel de keuzering in op Review (overzicht).
2
Zet de camera aan.
De laatst genomen foto verschijnt op het
LCD-scherm. De infobalk wordt
ingeschakeld.
3
Druk op tot het
verwijderingspictogram is geselecteerd.
4
Druk op de actieknop.
Het scherm Delete (verwijderen) verschijnt
op het LCD-scherm.
5
Druk op tot de gewenste foto in de
filmstrook is geselecteerd.
/
/
☞ Als u alle foto’s van de geheugenkaart
wilt verwijderen, drukt u op
tot ALL PICTURES (alle foto’s) is
geselecteerd, waarna u op de actieknop
drukt.
/
6
Druk op de actieknop.
De geselecteerde foto wordt van de
geheugenkaart verwijderd.
Zo sluit u het verwijderingsscherm:
geselecteerd en druk vervolgens op de actieknop. Het hoofdoverzichtsscherm
verschijnt.
druk op
tot EXIT (sluiten) is
/
☞Geheugenkaarten met foto’s die zijn genomen met andere digit a le
camera’s hebben minder geheugenruimte beschikbaar wanneer ze in
de DC200/DC210 worden gebruikt. U kunt alleen ruimte op die
kaarten vrijmaken door de foto’ s te verwijderen met het cameramodel
waarmee de foto’s zijn genomen.
3-2
Page 27
Foto’s uitverg roten
/
/
Met de uitvergrotingsfunctie kunt u als de stand Review (overzicht) is
ingeschakeld de huidige foto tweemaal vergroot op het LCD-scherm weergeven.
Ga als volgt te werk om een foto in Review (overzicht) uit te vergroten:
1
Stel de keuzering in op Review (overzicht).
2
Zet de camera aan.
De laatst genomen foto verschijn t op het
LCD-scherm. De infobalk wordt
ingeschakeld.
3
Druk op
filmstrook wordt w eergegeven.
4
Druk op
uitvergrotingspictogram is geselecteerd.
5
Druk op de actieknop.
Op het LCD-scherm verschijnt een
uitvergrote weergave van de geselecteerde
foto.
tot de gewenste foto in de
/
tot het
☞ Gebruik
verschillende delen van de foto te gaan.
Zo sluit u de uitvergrotingsfunctie af:
uitvergro tin gs fun c tie te annu leren. De uitvergrot i ngsfunctie wordt uitgeschakeld
en het infobalkscherm verschijnt weer.
druk op de actieknop om de
en
/
om naar
Diapresentatie
De diapresentatiefunctie van de DC200/DC210 biedt u de mogelijkheid de
camera aan te sluiten op een tv en de foto’s direct vanaf de geheugenkaart op uw
tv te bekijken. Dit is met name handig als u foto’s aan familie of vrienden wilt
laten zien.
☞ Het LCD-scherm van de camera is uitgeschakeld zolang de camera is
aangesloten op de videokabel.
3-3
3
Overzicht
Page 28
Ga als volgt te werk om foto’s op een tv te bekijken:
1
Zet uw tv en de DC200/DC210 uit.
2
Sluit de video-outputkabel aan op de video-outaansluiting van de camera.
3
Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de
video-in-aansluiting van uw tv.
4
Zet de camera en de tv aan.
5
Stel de keuzering in op Review (overzicht).
6
Zet de tv op de correcte video-instelling.
De op de geheugenkaart opgeslagen foto’s
verschijnen op het scherm.
☞ Het is mogelijk dat u de video-out-
voorkeur van de camera moet aanpassen.
Zie “V id eo-ou t ” op p agi na 4-11 voor meer
informatie.
7
Druk op op de camera om op de tv d oor de
foto’ s te bladeren.
/
☞ Als u een automatische diapresentatie wilt
starten, drukt u op de actieknop. De
diapresentatie begint en vijf minuten lang
wordt om de vijf seconden een andere foto
weergegeven. Als u een
wisselstroomadapter gebruikt, wordt de
diapresentatie onbeperkt afgespeeld.
Zo stopt u de diapresentatie:
zetten. De diapresentatie stopt en het hoofdoverzichtsscherm verschijnt weer.
3-4
druk op de actieknop om de di apr esentatie stop te
Page 29
Voorkeuren
4
Als u de keuzering instelt op Preferences (voorkeuren), verschijnt het
hoofdscherm met voorkeuren op het LCD-scherm. Vanuit dit voorkeurenscherm
kunt u de volgende instellingen wijzigen of inschakelen:
✔ Kwaliteit✔ Bestandstype✔ Kaart formatteren
✔ Resolutie✔ Kort tonen✔ Video-out
✔ Sjabloon✔ Datum/tijd✔ Taal
✔ Datumlabel✔ Helderheid LCD✔ Camera-info
In de voorkeurenschermen (zie hieronder) vindt u de huidige instelling van de
verschillende opties.
Huidige instelling
Kwaliteit
(Quality)
Resolutie
(Resolution)
Sjabloon
(Template)
Datumlabel
(Date Stamp)
Bestandstype
(File Type)
Kort tonen
(Quickview)
Datum/tijd
(Date/time)
Helderheid LCD
Het scherm Quality gebruikt u om de fotokwaliteit in te s tellen op Best (best),
Better (beter) of Good (goed). Zie “Kwaliteit” op pagina 4-11 voor meer
informatie over de fotokwaliteit.
Ga als volgt te werk om de fotokwaliteit in te stellen:
1
Stel de keuzering in op Preferences
(voorkeuren).
2
Zet de camera aan.
In het LCD-scherm verschijnt het
voorkeurenscherm.
3
Druk op tot het kwaliteit s pict ogr am
is geselecteerd.
4
Druk op de actieknop.
In het LCD-scherm verschijnt het scherm
Quality (kwaliteit). Naast de geselecteerde
instelling staat een vinkje ().
5
Druk op tot de gewenste optie is
geselecteerd.
/
/
6
Druk op de actieknop.
Het hoofdvoorkeurenscherm verschijnt weer.
De standaard kwaliteitsinstelling terughalen:
kwaliteitsinstelling blijft behoud en totdat een andere instelling wordt
geselecteerd. De instelling
4-2
verandert niet
de laatst geselecteerde
wanneer u de camera uitzet.
Page 31
Re so lutie
/
/
4
In het scherm Resolution (resolutie) kunt u de beeldresolutie van foto’s instellen
op High (hoog - 1152x864) of Standard (standaard - 640x480). Zie “Resolutie”
op pagina 4-10 voor meer informatie over de beeldresolutie.
Ga als volgt te werk om de resolutie in te stellen:
1
Stel de keuzering in op Preferences
(voorkeuren).
2
Zet de camera aan.
In het LCD-scherm verschijnt het
voorkeurenscherm.
3
Druk op tot het resolutiepictogram
is geselecteerd.
4
Druk op de actieknop.
Het scherm Resolution (resolutie) wordt in
het LCD-scherm weergegeven. Naast de
geselecteerde instelling staat een vinkje ().
5
Druk op tot de gewenste optie is
geselecteerd.
6
Druk op de actieknop.
Het hoofdvoorkeurenscherm verschijnt weer.
Voorkeuren
De standaard resolutie-instelling terughalen:
instelling blijft behouden tot u een andere instelling selecteert. Deze instelling
verandert niet
wanneer u de camera uitzet.
de laatst geselecteerde resolutie-
4-3
Page 32
Sjablonen
In het scherm Templates (sjablonen) kunt u een creatieve rand en/of een logo
selecteren. Die rand of dat logo wordt aan de fo to toegevoegd wanneer u de foto
neemt. Als u een foto neemt terwijl de sjabloonfunctie actief is, kunt u de
sjabloon achteraf niet meer verwijderen. De geheugenkaart die bij uw camera
wordt geleverd, bevat reeds een aantal voorgeladen sjablonen.
☞ Meer informatie over het gebruik van sjablonen voor de DC200/DC210
vindt u in het bestand Readme op de DC200/DC21 0-pr ogrammatu ur -cd .
Ga als volgt te werk om een sjabloon te selecteren:
1
Stel de keuzering in op Preferences
(voorkeuren).
2
Zet de camera aan.
Het voorkeurenscherm verschijnt.
3
Druk op tot het sjabloonpictogram
is geselecteerd.
4
Druk op de actieknop.
In het LCD-scherm verschijnt het scherm
Templates (sjablonen). Naast de
geselecteerde instelling staat een vinkje ().
/
5
Druk op tot de gewenste optie is
geselecteerd.
6
Druk op de actieknop.
Het hoofdvoorkeurenscherm verschijnt weer.
/
☞ De sjabloon is pas zichtbaar nadat de foto is genomen en de camera in
de stand Review (overzicht) of Capture (opname) met de functie Kort
tonen geactiveerd staat. Zie “Kort tonen” op pagina 4-7 of pagina 3-1
van hoofdstuk 3, “O verzicht”, voor meer info rmatie.
Zo schakelt u een sjabl oon uit:
druk op de actieknop. De geselecteerde sjablooninstelling b lijft behouden tot u
een andere instelling selecteert. Deze instelling
camera uitzet.
4-4
druk op tot OFF (uit) is geselecteerd en
/
verandert niet
wanneer u de
Page 33
Da tumlabel
/
/
/
4
Het scherm Date Stamp (datumlabel) gebruikt u als u de datum op uw foto’s wilt
laten vastleggen.
Ga als volgt te werk om de datumlabel in te schakelen:
1
Stel de keuzering in op Preferences
(voorkeuren).
2
Zet de camera aan.
In het LCD-scherm verschijnt het
voorkeurenscherm.
3
Druk op tot het
datumlabelpictogram is geselecteerd.
4
Druk op de actieknop.
In het LCD-scherm verschijnt het scherm
Date Stamp (datumlabel). De huidige
instelling is geselecteerd ().
5
Druk optot de gewenste
datumvolgorde is geselecteerd.
6
Druk op de actieknop.
Het hoofdvoorkeurenscherm verschijnt weer.
Voorkeuren
De volgende keer dat u een foto neemt,
verschijnt de datumlabel in de rechterbenedenhoek van de foto op het LCD-scher m.
☞ De datumlabel is alleen zichtbaar nadat de foto is genomen en de
camera in de stand Review (overzicht) of in de stand Capture (opname)
met de functie Kort tonen actief staat. Zie “Kort tonen” op pagina 4-7
of pagina 3-1 van hoofdstuk 3, “Overzicht”, voor meer informatie.
Zo schakelt u de datumlabelfunctie uit:
geselecteerd en druk op de actieknop. De laatst geselecteerde datumlabelinstelling blijft behouden tot u een andere instelling selecteert. Deze instelling
verandert niet
wanneer u de camera uitzet.
druk op tot OFF (uit) is
4-5
Page 34
Bestandstype
In het scherm File Type (bestandstype) kunt u aangeven hoe u wilt dat het
fotobestand wordt opgeslagen: als FlashPix- of (standaardinstelling) als JPGbestand. Selecteer het bestandstype dat compatibel is met de software die u op
uw computer gebruikt.
Ga als volgt te werk om het bestandstype in te stellen:
1
Stel de keuzering in op Preferences
(voorkeuren).
2
Zet de camera aan.
In het LCD-scherm verschijnt het
voorkeurenscherm.
3
Druk op
bestandstypepictogram is geselecteerd in het
tweede scherm met voorkeuren.
4
Druk op de actieknop.
In het LCD-scherm verschijnt het scherm File
Type (bestandstype). Naast de geselecteerde
instelling staat een vinkje ().
5
Druk op tot de gewenste optie is
geselecteerd.
tot het
/
/
6
Druk op de actieknop.
Het hoofdvoorkeurenscherm verschijnt weer.
De standaard bestandstype-instelling terughalen:
bestandstype-instelling blijft behouden tot u een andere instelling selecteert.
Deze instelling
4-6
verandert niet
wanneer u de camera uitzet.
de laatst geselecteerde
Page 35
Kort tonen
/
/
/
In het scherm Qui ckvie w (k ort tonen) k unt u de f unctie K or t t onen van de camera
in- of uitschakelen. Wanneer u de foto neemt terwijl Kort tonen is ingeschakeld,
verschijnt de foto even nadat de foto is genomen kort op het LCD-scherm.
☞ U moet de functie Kort tonen inschakelen om de verwijderingsfunctie te
kunnen gebruiken die in d e stand Captur e (opname) be schikbaar is. Zie
“Eén foto verwijderen” op pagina 4-3 voor meer informatie.
Ga als volgt te werk om de functie Kort tonen in te schakelen:
1
Stel de keuzering in op Preferences
(voorkeuren).
2
Zet de camera aan.
In het LCD-scherm verschijnt het
voorkeurenscherm.
3
Druk op tot het pictogram Kort
tonen in het tweede scherm met voorkeuren
is geselecteerd.
4
Druk op de actieknop.
In het LCD-scherm verschijnt het scherm
Quickview (kort tonen). Naast de
geselecteerde instelling staat een vinkje ().
4
Voorkeuren
5
Druk op tot ON (aan) is
geselecteerd.
6
Druk op de actieknop.
Het hoofdvoorkeurenscherm verschijnt weer.
De volgende foto die u neemt, wordt even na
het nemen kort in het LCD-scherm getoond.
De functie Kort tonen uitschakelen:
geselecteerd en druk vervolgens op de actieknop. De laa t st gekozen instelling
voor Kort tonen blijft behouden tot u een andere instelling selecteert. Deze
instelling
verandert niet
wanneer u de camera uitzet.
druk op tot OFF (uit) is
4-7
Page 36
Datum en tijd
In het scherm Date and Time (datum en tijd) kunt u de datum en tijd voor de
camera instellen.
Ga als volgt te werk om de datum en tijd in te stellen:
1
Stel de keuzering in op Preferences
(voorkeuren).
2
Zet de camera aan.
Het voorkeurenscherm verschijnt.
3
Druk op tot het datum/tijdpictogram is geselecteerd in het tweede
scherm met voorkeuren.
4
Druk op de actieknop.
In het LCD-scherm verschijnt het scherm
Date & Time (datum en tijd) met de op dat
moment ingestelde datum en tijd.
5
Druk op om de dag, de maand, het
jaar, de uren of de minuten te selecteren.
6
Druk op om de instelling te
wijzigen.
/
/
/
7
Herhaal stap 5 en 6 tot alle informatie correct
is ingesteld.
8
Druk op de actieknop.
Het hoofdvoorkeurenscherm verschijnt weer.
De datum en tijd op nul zetten:
blijft behouden tot u een andere instelling selecteert. Deze instelling
niet
wanneer u de camera uitzet.
de laatst geselecteerde datum/tijd-instelling
verandert
☞ Als u batterijen meer dan een paar minuten uit de camera laat, worden de
datum en tijd op nul gezet en moet u ze opnieuw instellen.
☞ Als u batterijen uit de camera haalt terwijl deze aan staat, worden de datum
en de tijd mogelijk gewist, waarna u ze opnieuw moet instellen.
4-8
Page 37
He lderheid LCD
/
/
Het scherm LCD Brightness (helderheid LCD) gebruikt u om de helderheid van
het LCD-scherm aan te passen.
Ga als volgt te werk om de helderheid van het LCD-scherm te wijzigen:
1
Stel de keuzering in op Preferences
(voorkeuren).
2
Zet de camera aan.
In het LCD-scherm verschijnt het
voorkeurenscherm.
3
Druk op tot het LCDhelderheidspictogram is geselecteerd in het
tweede scherm met voorkeuren.
4
Druk op de actieknop.
In het LCD-scherm verschijnt het scherm
LCD Brightness (helderheid LCD).
5
Druk op om de helderheid van het
LCD-scherm op een juist niveau in te stellen.
De helderheid van het LCD-scherm
verandert terwijl u de instelling aan past.
4
Voorkeuren
6
Druk op de actieknop.
Het hoofdvoorkeurenscherm verschijnt weer.
De standaardinstelling voor de LCD-helderheid terughalen:
geselecteerde instelling voor de helderheid van het LCD-scherm blijft behouden
tot u een andere instelling selecteert. Deze instelling
de camera uitzet.
verandert niet
de laatst
wanneer u
4-9
Page 38
Geheugenkaart for m atteren
Via het scherm Format Memory Card (geheugenkaart formatteren) kunt u de
geheugenkaart formatteren terwijl deze zich in de camera bevindt. Wanneer u een
geheugenkaart formatteert, wordt alles gewist, ook de eventueel aanwezige
sjablonen, en worden nieuwe directory’s en verwijzingen op de geheugenkaart
aangemaakt.
Ga als volgt te werk om een geheugenkaart te fo rmatteren:
1
Stel de keuzering in op Preferences
(voorkeuren).
2
Zet de camera aan.
In het LCD-scherm verschijnt het
voorkeurenscherm.
3
Druk op tot het pictogram
Geheugenkaart formatteren is geselecteerd in
het derde scherm met voorkeuren.
4
Druk op de actieknop.
In het LCD-scherm verschijnt het scherm
Format Memory Card (geheugenkaart
formatteren).
/
5
Druk op tot CONTINUE FORMAT
(doorgaan met formatteren) is geselecteerd.
6
Druk op de actieknop.
De kaart wordt geformatteerd en het
hoofdvoorkeurenscherm verschijnt weer.
Zo annuleert u het formatteren:
(formatteren annuleren) is geselecteerd en druk vervolgens op de actieknop. De
kaart wordt nu niet geformatteerd en het hoofdvoorkeurenscherm verschijnt
weer.
4-10
druk op tot CANCEL FORMAT
/
/
Page 39
Vi deo -out
/
/
4
In het scherm Video Out (video-out) kunt u het vi deo-ui tv oerf ormaat inst ellen o p
NTSC of PAL. Welk formaat u moet selecteren, hangt af van uw tv of
videomonitor. In de meeste Europese landen wordt PAL gebruikt, in andere
landen NTSC.
Ga als volgt te werk om het video-outformaat in te stellen:
1
Stel de keuzering in op Preferences
(voorkeuren).
2
Zet de camera aan.
In het LCD-scherm verschijnt het
voorkeurenscherm.
3
Druk op tot het video-outpictogram
is geselecteerd in het derde scherm met
voorkeuren.
4
Druk op de actieknop.
In het LCD-scherm verschijnt het scherm
Video Out (video-out). Naast de
geselecteerde instelling staat een vinkje ().
5
Druk op tot de gewenste optie is
geselecteerd.
Voorkeuren
6
Druk op de actieknop.
Het hoofdvoorkeurenscherm verschijnt weer.
De standaard video-outinstelling terughalen :
outinstelling blijft behouden tot u een andere instelling selecteert. Deze instelling
verandert niet
wanneer u de camera uitzet.
de laatst geselecteerde video-
4-11
Page 40
Taal
In het scherm Language (taal) kunt u een taal voor de camera selecteren. Als u
een bepaalde taal selecteert, wordt in de LCD-schermen aan de achterzijde v an de
camera de geselecteerde taal gebruikt.
Ga als volgt te werk om een taal te selecteren
1
Stel de keuzering in op Preferences
(voorkeuren).
2
Zet de camera aan.
In het LCD-scherm verschijnt het
voorkeurenscherm.
3
Druk op tot het taalpictogram is
geselecteerd in het derde scherm met
voorkeuren.
4
Druk op de actieknop.
In het LCD-scherm verschijnt het scherm
Language (taal). Naast de geselecteerde taal
staat een vinkje ().
5
Druk op tot de gewenste taal is
geselecteerd.
6
Druk op de actieknop.
Het hoofdvoorkeurenscherm verschijnt weer.
:
/
/
Zo verandert u van taal:
druk vervolgens op de actieknop. De laatst geselecteerde taalinstelling blijft
behouden tot u een andere taal selecteert. Deze instelling
wanneer u de camera uitzet.
4-12
druk op tot een andere taal is geselecteerd en
/
verandert niet
Page 41
Ca mera-informatie
/
4
Het scherm About (camera-informatie) is een scherm dat u alleen maar kunt
bekijken en waarin informatie over het gebruik van de camera wordt
weergegeven. In het scherm About (camera-informatie) vindt u de volgende
gegevens:
✔ Firmwareversie.
✔ Totaal aantal tijdens de levensduur van de camera genomen foto’s.
✔ Totaal aantal keren dat de flitser tijdens de levensduur van de camera is
gebruikt.
Ga als volgt te werk om het scherm About (camera-informatie) weer te
geven
:
1
Stel de keuzering in op Preferences
(voorkeuren).
2
Zet de camera aan.
In het LCD-scherm verschijnt het
voorkeurenscherm.
3
Druk op
pictogram is geselecteerd i n het derde scher m
met voorkeuren.
4
Druk op de actieknop.
tot het camera-informatie
Voorkeuren
In het LCD-scherm verschijnt het scherm
About (camera-informatie).
5
Druk op de actieknop om terug te gaan naar
het hoofdvoorkeurenscherm.
4-13
Page 42
Installatie-
5
programmatuur
Met de KODAK Installation Software (installatieprogrammatuur) kunt u snel en
eenvoudig de bij de DC200/DC210 CD geleverde programmatuur op uw
computer installeren.
WINDOWS-systeemvereisten
✔ Besturingsssysteem WINDOWS 95, WINDOWS 98 of WINDOWS NT.
✔ PC met minimaal een 486/66MHz-microprocessor , maar bij voork e ur een
PENTIUM-processor.
✔ Minimaal 8 MB RAM beschikbaar, bij voorkeur 16 MB.
✔ Vrije seriële poort en een CD-ROM-station.
De progr ammatuur installeren
Terwijl de installatieprogrammatuur bezig is met het automatisch installeren van
uw programmatuur, kunt u even de tijd nemen om de DC200/DC210productregistratiekaart in te vullen en op te sturen. Hierdoor krijgt u informatie
over nieuwe versies van de programmatuur en wordt een aantal van de bij de
camera geleverde producten geregistreerd.
Sluit alle toepassingen af voordat u de installatieprogrammatuur s tart.
1
Plaats de DC200/DC210-CD in uw CD-ROM-station.
☞ Als in WINDOWS 95, WINDOWS 98 of WINDOWS NT de functie
Automatisch starten is ingeschakeld, verschijnt het eerste venster van
de installatieprocedure automatisch. Ga verder naar stap 4 hieronder.
Als het eerste installatievenster niet automatisch verschijnt, gaat u
verder naar stap 2.
5
Installatie
2
Kies Uitvoeren in het menu Start.
3
Typ het pad naar het CD-ROM-station en typ \setup.exe
Voorbeeld: d:\setup.exe
5-1
Page 43
Het installatievenster
verschijnt.
4
Selecteer de taal die u wilt
installeren.
Het verwelkomingsvenster
verschijnt.
5
Klik op de knop Next
(Volgende).
6
Lees de overeenkomst door
en klik op Yes (Ja) als u de
gebruiksovereenkomst
accepteert.
☞ Als u de overeenkomst
niet accepteert, kunt u
de programmatuur niet
installeren.
7
Selecteer de programmatuuronderdelen die u wilt
installeren en klik op de knop
Next (Volgende).
5-2
Page 44
8
Selecteer de naam van de
gewenste programmamap en
klik op Next (Volgende).
☞ Typ indien nodig een
nieuwe mapnaam of
selecteer deze in de lijst
met bestaande mappen.
9
Controleer de instellingen en
klik op Next (volgende).
Terwijl de programmatuur
wordt geïnstalleerd, wordt
een voortgangsscherm
weergegeven.
10
Selecteer de gewenste
herstartoptie en klik op de
knop Finish (Voltooien).
5
Installatie
☞ Als u de KODAK
DC200/DC210mounterprogrammatuur
hebt geïnstalleerd, moet
u de computer opnieuw
opstarten.
U kunt nu de net geïnstalleerde programmatuur gebruiken. Meer informatie over
de KODAK DC200/DC210-mounterprogrammatuur (hoofdstuk 7) en de
TWAIN-programmatuur (hoofdstuk 8) vindt u verderop in deze handleiding. In
de verpakking van de camera vindt u handleidingen voor de overige
geïnstalleerde programmatuurpakketten.
5-3
Page 45
Wanneer u de DC200/DC210-programmatuur gebruikt en uw computer niet
herkent dat de camera aan staat en is aangesloten, kan het zijn dat u de seriële
poort en de poortsnelheid moet wijzigen. Gebruik het venster met voorkeuren
(Preferences) of eigenschappen (Properties) van de programmatuur om de
communicatie-instellingen van de camera aan te passen.
5-4
Page 46
Communicatie
6
Als de keuzering is ingesteld op Connect (commu nicatie), k an de camera via een
seriële kabel of een infraroodzendontvanger (alleen DC210) met uw computer
communiceren.
De camera detecteert automatisch of deze via een seriële kabel of een
infraroodzendontv anger met de computer is verb onden. Terwijl de stand Connect
(communicatie) actief is, wordt de camera door de computer bestuurd. Behalve
de keuzering en de aan/uit-knop werkt geen enkele knop van de camera. Het
Aan-lampje brandt als de camera aan staat.
Wanneer de camera is aangesloten op een computer en de DC200/DC210programmatuur is geïnstalleerd, kunt u nu de foto’s van de camera naar de
computer zenden. In de hoofdstukken van deze handleiding die daarop
betrekking hebben of in de naslaghandleidingen van de programmatuur vindt u
meer informatie over de programmatuur.
6
De beschikbaarheid van de ser iële poort
controleren
Als de communicatie tussen de computer en de DC200/DC210 niet tot stand kan
worden gebracht, is het mogelijk dat u een andere seriële poort moet kiezen en de
poortsnelheid moet aanpassen. Dit kunt u het best doen met behulp van de
KODAK-mounterprogrammatuur (zie hoofdstuk 7) of de KODAK TWAINprogrammatuur (zie hoofdstuk 8). U kunt ook de ins tructies opv olgen die wor den
gegeven op de weblocatie van Kodak: http://www.kodak.com.
Infraroodverbinding —
U kunt de camera via een infraroodzendontvanger laten communiceren met een
computer . De computer moet hiervoor wel zijn uitgerust met een infraroodpoort,
anders kan de infraroodzendontvanger van de camera niet worden gebruikt.
Raadpleeg de instructies die zijn geleverd bij de infraroodcommunicatieprogrammatuur van uw computer voor meer informatie over het instellen van
communicatie via de infraroodzendontvanger. Bijkomende informatie vindt u in
het bestand Readme op de DC200/DC210-programmatuur-CD.
alleen DC210
6-1
Communicatie
Page 47
☞ Als u de infraroodzendontvanger van de camera gebruikt om verbinding te
maken met de computer en de camera schakelt zichzelf uit door gebrek aan
activiteit, moet u de aan/uit-knop van de camera indrukken om de camera
weer aan te zetten.
Verbinding via de seriële kabel
De camera kan op een computer worden aangesloten via de seriële kabel die u
ook in de cameraverpakking vindt. Om de DC200/DC210 te kunnen aansluiten,
hebt u een seriële poort (COM-poort) op de PC nodig. De meeste PC’s zijn
uitgerust met twee seriële communicatiepoorten, die COM1 en COM2, of A en B
worden genoemd. De naam van deze COM-poorten staat meestal op de
achterzijde van de PC. Als deze namen niet op de PC vermeld staan, zoekt u in de
handleiding van de computer naar een diagram waarop alle externe poorten van
uw PC in beeld worden gebracht.
☞ Meer informatie over verbindingen via de seriële kabel, vindt u onder
“Resolving COM Port Connectivity problems for IBM-Type PCs, with
KODAK Digital Cameras” in het bestand Readme op de DC200/
DC210-programmatuur-CD. U kunt ook op “Service and Support”
klikken op de weblocatie van Kodak: http://www.kodak.com.
Ga als volgt te werk om via een seriële kabel verbinding te maken met de
PC:
1
Stel de keuzering in op Connect (communicatie).
6-2
2
Sluit het ene uiteinde van de seriële kabel aan op
een COM-poort aan de achterzijde van uw PC.
☞ Als de computer een 25-pins poort heeft,
moet u mogelijk een optionele 9-pins
adapter (verkrijgbaar bij de
computerwinkel) op de poort plaatsen
voordat u de seriële kabel op de computer
aansluit.
Page 48
3
Open het klepje van de seriële poort aan de
zijkant van de camera.
4
Sluit het nog niet aangesloten uiteinde van de
seriële kabel aan op de seriële poort van de
camera.
5
Zet de camera aan.
De verbinding verbreken:
camera uit.
stel de keuzering in op een andere stand of zet de
6
Communicatie
6-3
Page 49
Mounter-
7
KODAK DC200/DC210 Mounter Software (moun terprogrammatuur) is een
eenvoudig hulpmiddel om op de geheugenkaart opgeslagen foto’s te bekijken,
over te brengen of te verwijderen. U hebt hiervoor een PC met WINDOWS 95,
WINDOWS 98 of WINDOWS NT nodig.
Als u mounterprogrammatuur gebruikt, verschijnt een pictogram van de DC200/
DC210-camera in het venster My Computer (Deze computer) en in
bestandszoekvensters die in de meeste programma’s worden gebruikt.
De mounterprogrammatuur zorgt dat in WINDOWS 95 , WINDOWS 98 of
WINDOWS NT de inhoud v an de camera kan wor den weer geg e ven alsof het een
uitbreiding is van uw harde schijf. Meer informatie over het gebruik van
WINDOWS 95, WINDOWS 98 of WINDOWS NT vindt u in de bijbehorende
handleidingen.
Installatie
Als u de standaard installatie-instellingen hebt geaccepteerd bij de installatie van
de programmatuur vanaf de DC200/DC210-CD (zie hoofdstuk 5 -
Installatieprogrammatuur
niet is geïnstalleerd, volgt u de instructies van hoofdstuk 5 en selecteert u de optie
Mounter Software.
Communicatie-instellingen van de camer a
programmatuur
) is de programmatuur al geïnstalleerd. Als deze nog
7
Mounter
Als de computer niet herkent dat er een camera op is aangesloten die aan staat,
kan het zijn dat u de instellingen voor de seriële poort en de poortsnelheid moet
aanpassen. Zie “Communication Settings (communicatie-in stellingen)” op
pagina 7-8 voor meer informatie of volg de instructies di e worden gegeven op de
weblocatie van K o dak: htt p://www.kodak.com.
7-1
Page 50
Overzicht
In de mounterprogrammatuur worden de volgende pictogrammen gebruikt:
Camerapictogram—
weer.
Geheugenkaartpictogram—
weer die op de geheugenkaart zijn opgeslagen.
Fotobestandspictogram—
de extensie FlashPix (FPX) of JPEG (JPG) weer als de juiste
weergaveoptie is geselecteerd. Als het fotobestand is geregistreerd
bij een andere toepassing, wordt mogelijk een ander pictogram
gebruikt.
hiermee geeft u de DC200/DC210-camera
hiermee geeft u de fotobestanden
hiermee geeft u de fotobestanden met
De mounterprogr ammatuur gebruiken
Met de mounterprogrammatuur kunt u fotobestanden openen in een programma,
fotobestanden overbrenge n of v erwijder en, en de camer a-instellinge n aan passen.
U kan de fotobestanden niet met de mounterprogrammatuur naar de
geheugenkaart toe kopiëren. De camera moet met de co mputer v erbo nden zijn en
aan staan, anders kunt u geen toegang krijgen tot de fotobestanden.
Wanneer de camera correct is
aangesloten op de computer, wordt de
inhoud van de statusdisplay van de
camera vervangen door dit scherm:
Fotobestanden openen
Met mounterprogrammatuur kunt u fotobestanden openen in een hiervoor
bestemd geregistreerd programma. Dubbelklik op het camerapictogram en
vervolgens op het geheugenkaartpictogram om de fotobestanden weer te geven.
Dubbelklik op een fotobestand om het te openen in een geregistreerd programma.
7-2
Page 51
Foto’s overbrengen naar de computer
Met de mounterprogrammatuur kunt u fotobestanden vanaf de geheugenkaart
naar een nieuwe locatie op de computer verplaatsen (met de sleepmethode).
Ga als volgt te werk om bestanden te verplaatsen:
1
Dubbelklik op het pictogram My Computer (Deze computer).
Het venster My Computer (Deze computer) verschijnt.
2
Dubbelklik op het camerapictogram.
Het geheugenkaartpictogram
verschijnt.
3
Dubbelklik op het
geheugenkaartpictogram.
Het geheugenkaartvenster verschijnt
met daarin de afzonder lijke
fotobestanden.
4
Open de map waarheen u de
fotobestanden wilt slepen.
5
Klik op het gewenste fotobestand om
het te selecteren en sleep het naar de
nieuwe locatie terwijl u de muisknop
ingedrukt houdt.
Het bestand staat nu in de nieuwe map.
☞ Als u meerdere bestanden wilt
selecteren, houdt u de Ctrl-toets
op het toetsenbord ingedrukt
terwijl u op de gewenste
bestanden klikt, waarna u ze naar
de nieuwe locatie sleept.
Zo sluit u de mounterprogrammatuur af:
(bestand). Het camerapictogram blijft in het venster My Computer (Deze
computer) staan, ondanks dat u geen toegang meer heeft tot de camera.
kies Close (sluiten) in het menu File
7
Mounter
7-3
Page 52
Eigenschappen instellen en bekijken
In de eigenschappenvensters van de mounterprogrammatuur wordt informatie
over de geheugenkaart, fotobestanden en de camera weergegeven.
Geheugenkaarteigenschappen
Op het tabblad General Info (algemene informatie) van het venster Memory Card
Properties (geheugenkaarteigenschappen) worden de huidige instellingen van de
geheugenkaart weergegeven. U kunt de instellingen niet in dit venster wijzigen.
☞ U kunt het eigenschappenvenster alleen weergeven als de geheugenkaart in
de camera zit.
Ga als volgt te werk om het venster Memory Card Properties weer te geven:
1
Dubbelklik op het camerapictogram in het venster My Computer (Deze
computer).
2
Klik met de rechtermuisknop op het geheugenkaartpictogram.
3
Selecteer Properties (eigenschappen) in het snelmenu.
Het venster Memory Card Properties verschijnt met de volgende inhoud:
Zo sluit u het venster:
7-4
✔ Picture Resolution
(beeldresolutie): Hi gh (ho og) of
Standard (standaard).
✔ Picture Quality (beeldkwaliteit):
Good (goed), Better (beter) of
Best (best).
✔ Pictures Remaining: resterend
aantal foto’s dat met de huidige
instellingen op de
geheugenkaart kan worden
opgeslagen.
✔ T otal Pictures in Memory: aantal
foto’s dat op dit moment op de
geheugenkaart is opgeslagen.
klik op OK of Cancel (Annuleren).
Page 53
Fotobestandseigenschappen
Het tabblad General Info (algemene informatie) van het venster Picture File
Properties (fotobestandseigenschappen) bevat informatie over het huidige
fotobestand. U kunt geen instellingen in dit venster wijzigen.
Ga als volgt te werk om het venster Picture File Properties weer te geven:
1
Dubbelklik op het camerapictogram in het venster My Computer (Deze
computer).
2
Dubbelklik op het geheugenkaartpictogram.
3
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van een fotobestand.
4
Kies Properties (eigenschappen) in het snelmenu.
Het venster Picture File Properties verschijnt m e t de volgende instellingen:
✔ Picture Resolution
(beeldresolutie): High (hoo g) of
Standard (standaard).
✔ Picture Quality (beeldkwaliteit):
Good (goed), Better (beter) of
Best (best).
Zo sluit u het venster:
✔ Picture Size (fotogrootte) in bytes.
✔ Picture Taken On (datum en tijd
van het nemen van de foto).
✔ Picture File Name (naam van het
fotobestand).
klik op OK of Cancel (Annuleren).
7
Mounter
7-5
Page 54
Camera-eigenschappen
Het venster Camera Properties (camera-eigenschappen) bevat de tabbladen
Camera Settings (camera-instellingen) en Capture (opname).
Tabblad Camera Settings (camera-instellingen)
Op het tabblad Camera Settings in het venster Camera Properties kunt u de
huidige instellingen van de camera bek ijken en wijzigen. U kunt hierv andaan ook
het venster Communication Settings (communicatie-instellingen) weergeven.
Ga als volgt te werk om de camera-instellingen aan te passen:
1
Klik met de rechtermuisknop op het camerapictogram.
2
Kies Camera Properties in het snelmenu.
Het venster Camera Properties verschijnt met het tabblad Camera Settings.
3
Klik bij de optie die u wilt wijzigen
op de gewenste instelling:
✔ Quality (kwaliteit)
✔ Flash (flitser)
✔ Self-Timer (zelfontspanner)
✔ Close Up (alleen DC210)
✔
Red-eye Re duction (rodeogenreduct ie)
✔ Resolution (resolutie)
☞ De waarden voor Battery Level
(batterijniveau) en Memory
Card (geheugenkaart) kunnen
niet worden gewijzigd.
☞ Kies Co mmunication Settings (communicatie-in stellingen) als u de seriële
poort en de poortsnelheid wilt wijzigen. Zie “Communication Settings
(communicatie-instellin gen)” op pagina 7-8 voor meer info rmatie.
Zo sluit u het venster:
venster te sluiten. Als u het venster wilt sluiten zonder de wijzigingen door te
voeren, klikt u op Cancel (Annuleren).
7-6
klik op OK om de wijzigingen toe te passen en het
Page 55
Tabblad Capture (opname)
Via het tabblad Capture (opname) in het venster Camera Properties (cameraeigenschappen) kunt u een foto neme n, de belichtings- en zoominstellingen
aanpassen en het bestandstype wijzigen terwijl de camera met de computer
verbonden is.
Ga als volgt te werk om het tabblad Capture te openen:
1
Klik met de rechtermuisknop op het camerapictogram.
2
Kies Camera Properties (camera-eigenschappen) in het snelmenu.
Het venster Camera Properties verschijnt.
3
Klik op de tab Capture.
Het tabblad Capture verschijnt.
4
Klik indien nodig op de gewenste
instellingen van de volgende
opties:
✔ Exposure Compensation
(belichtingscompensatie)
✔ Zoom (alleen DC210)
✔ File Format (bestandstype)
5
Klik op de knop TAKE A
PICTURE (foto nemen) terwijl
de camera is verbonden met de
computer.
De foto verschijnt in het gebied
Picture View (fotoweergave).
☞ Kies de knop DELETE SELECTED PICTURES (geselecteerde foto’s
verwijderen) of de knop DELETE ALL PICTURES (alle foto’s
verwijderen) om fotobestanden te verwijderen . Zie “Foto’s verwijderen” op
pagina 7-9 voor meer informatie.
Zo sluit u het venster:
venster te sluiten. Als u het venster wilt sluiten zonder de wijzigingen door te
voeren, klikt u op CANCEL (Annuleren).
klik op OK om de wijzigingen toe te passen en het
7
Mounter
7-7
Page 56
Communication Settings (communicatie-instellingen)
In Communications Settings (communicatie-in stellingen) kunt u de seriële poort
en de poortsnelheid bekijken en wijzigen terwijl de camera is aangesloten op de
computer. Zie “Communicatie-instellingen van de camera” op pagina 7-1 voor
meer informatie.
Ga als volgt te werk om Communication Settings weer te geven:
1
Klik met de rechtermuisknop op het camerapictogram.
2
Kies Camera Properties (camera-eigenschappen) in het snelmenu.
3
Klik op de knop COMMUNICA TION
SETTINGS (communicatieinstellingen).
4
Klik indien nodig op de pijlen om de
volgende instellingen te wijzigen:
✔ Port (poort), als de computer de
camera niet herkent.
✔ Speed (snelheid) om de
overdrachtsnelheid te vergroten.
☞ Als uw computer een snellere
processor heeft dan 166 MHz,
kunt u op de knop ADVANCED
(geavanceerd) klikken en de
seriële snelheid aanpassen.
☞ Als de programma tuur de camera niet herkent, blijft u de snelheid van
COM1 en de andere COM-poorten aanpassen tot de camera wordt herkend .
Als de computer eenmaal met de camera kan communiceren, verhoogt u
geleidelijk de snelheid om de overdrachttijd van foto’s te verkleinen.
Zo sluit u het venster:
venster te sluiten. Als u het venster wilt sluiten zonder de wijzigingen door te
voeren, klikt u op CANCEL (Annuleren).
7-8
klik op OK om de wijzigingen toe te passen en het
Page 57
Foto’s verwijderen
Vanuit het verwijderingsvenster kunt u foto’s van de geheugenkaart verwijderen.
Ga als volgt te werk om een foto te verwijderen:
1
Klik met de rechtermuisknop op het camerapictogram.
2
Kies Camera Properties (camera-eigenschappen) in het snelmenu.
3
Klik op de tab Capture (opname).
4
Klik op de knop DELETE ALL
PICTURES (alle foto’s verwijderen)
om alle foto’s van de geheugenkaart te
verwijderen.
☞ U kunt ook afzonderlijke fotobestanden verwijderen als u op het
camerapictogram dubbelklikt en vervolgens op het
geheugenkaartpictogram. In het venster dat verschijnt, klikt u eenmaal op
het fotobestand dat u wilt verwijdere n. Ten slotte kiest u Delete
(verwijderen) in het menu File (bestand).
Zo sluit u het venster:
venster te sluiten. Als u het venster wilt sluiten zonder de wijzigingen door te
voeren, klikt u op CANCEL (Annuleren).
klik op OK om de wijzigingen toe te passen en het
7
Mounter
7-9
Page 58
TWAIN-
8
programmatuur
KODAK DC200/DC210 Digital Access TWAIN Acquire Software (TWAIN)
voor WINDO WS 95, WINDOWS 98 of WINDOWS NT is een specia le indust rystandard interface die de DC200/DC210-camera in staat stelt foto’s over te
brengen naar uw favoriete TWAIN-compatibele programmatuur, bijvoorbeeld
ADOBE PHOTODELUXE.
Installatie
Als u de standaard installatie-instellingen hebt geaccepteerd bij de installatie van
de software vanaf de DC200/DC210-cd (zie hoofdstuk 5,
programmatuur)
niet is geïnstalleerd, volgt u de instructies van hoofdstuk 5 en selecteert u de optie
TWAIN Software.
Communicatie-instellingen van de camera
, is de TWAIN-programmatuur al geïnstalleerd. Als deze nog
Installatie-
8
TWAIN
Als uw computer niet herkent dat de camera is aangesloten en aan staat, kan het
zijn dat u de seriële poort en de poortsnelheid moet wijzigen. Zie
“Voorkeurinstellingen” op pagina 8-6 voor meer informatie of volg de instructies
op de weblocatie van Kodak: http://www.kodak.com.
8-1
Page 59
De TWAIN-programmat uur starten
1
Sluit de DC200/DC210-camera aan op uw computer.
Zie “Communi catie” op pagina 8-1.
2
Open een TWAIN-compatibel programma (bijvoorbeeld ADOBE
PHOTODELUXE).
3
Open het menu File (Bestand) en kies TWAIN Source (TWAIN-bron).
4
Selecteer KODAK DC200/DC210 Zoom Acquire TWAIN.
5
Open het menu File (Bestand) en kies TWAIN Acquire (TWAIN verwerven).
Het hoofdvenster van de TWAIN-programmatuur verschijnt.
Overzi ch t
Hieronder ziet u het hoofdvenster van de TWAIN-programmatuur. Meer
gedetailleerde informatie vindt u in de volgende gedeelten.
Selecteer de gewenste knop om
foto’s van uw camera of
computer op te halen
Kies Transfer
(overbrengen) om
foto’s over te brenge n
naar het programma
Kies Preferences (voorkeuren)
als u de seriële poort of
de poortsnelheid wil wijzigen
Fotoweergavegebied
Foto’s overb rengen vanaf de DC200/DC210
De DC200/DC210 moet aan staan en verbon den zijn met de compu ter als u foto’s
vanaf de camera wilt overbrengen.
8-2
Page 60
1
Klik op GET PICTURES FROM
CAMERA (foto’s ophalen van
camera).
Het venster Get Camera Pictures
(camerafoto’s ophalen) verschijnt.
☞ Kies Get Pictures from
Computer (foto’ s ophalen v an
computer) als u foto’s wilt
ophalen van de computer.
2
Selecteer het fotobestand in het
gebied File Selection
(bestandsselectie).
Het fotobestand w or dt gemark eer d.
Als u meerdere bestanden tegelijk
wilt selecteren, houdt u de Ctrl- of
Shift-toets ingedrukt en klikt u op
de gewenste bestanden.
☞ Selecteer Show Thumbnail
(miniaturen ton en) als u de
inhoud van het bestand in het
venster wilt weergeven.
3
Klik op de knop ADD TO LIST
(toevoegen aan lijst).
Het fotobestand wordt opgenomen
in het overdrachtvenster.
8
TWAIN
☞ U kunt ook de volgende
knoppen kiezen:
✔ Remove from List
(fotobestand uit de overdrachtlijst verwijderen).
✔ Remove All from List
(alle fotobestanden uit de
overdrachtlijst
verwijderen).
4
Klik op de knop OK.
8-3
Page 61
Het hoofdvenster van de TW AINprogrammatuur verschijnt weer
met daarin een miniatuurweer g ave
van de foto.
5
Klik op een foto om deze te
selecteren.
☞ Als u meerdere be standen
tegelijk wilt selecteren, houdt
u de Ctrl- of Shift-toets
ingedrukt en klikt u een voor
een op de gewenste
bestanden.
6
Klik op de knop TRANSFER
(overbrengen).
De foto wordt weergegeven in het
venster van het reeds geopende
TWAIN-compatibele programma.
Zo sluit u de TWAIN-p rogrammat uur:
8-4
klik op de knop Close (sluiten).
Page 62
Foto-informatie
In het venster Picture Information (foto-informatie) wordt informatie
weergegeven over de foto- en camera-instellingen op het moment dat de foto
werd genomen. U kunt in dit venster geen instellingen selecteren of wijzigen.
Ga als volgt te werk om fo to-informatie weer te geven
Klik op linksboven in de foto om het venster Picture Information (fotoinformatie) weer te geven.
Het venster Picture Information verschijnt met de volgende inhoud:
:
✔ Name, de naam van het
fotobestand
✔ Quality, de fotokwaliteit
✔ Resolution, de beeldresolutie
✔ Size, de bestandsgrootte (in bytes)
✔ File Format, het bestandstype
✔ Flash Used?, flitser al dan niet
gebruikt
✔ Date/Time Taken, datum en
tijdstip waarop de foto is genomen
✔ Aperture (f-stop), diafragma-
instelling
✔ Exposure Time (sec),
belichtingstijd in seconde n
✔ Focus Length (mm), focusafstand
8
TWAIN
Zo sluit u het venster:
klik op de knop Close (Sluiten).
8-5
Page 63
Voorkeur instellingen
In het venster Preferences (voorkeuren) kunt u de seriële poort en de
poortsnelheid wijzigen.
Als de computer niet herkent dat de camera is aangesloten en aan staat, kan het
zijn dat u de seriële poort en de poortsnelheid moet wijzigen.
Ga als volgt te werk om de seriële poort en de poortsnelheid te wijzigen:
1
Klik op de knop PREFERENCES (voorkeuren).
Het venster Preferences verschijnt.
2
Klik indien nodig op de pijlen om de
volgende opties aan te passen:
✔ Serial Port (seriële poort), als de
computer de camera niet herkent.
✔ Port Speed (poortsnelheid) om de
overdrachttijd te verkorten.
3
Klik op de knop OK.
☞ Als u weer de standaardwaarden
wilt instellen, klikt u op de knop
RESET (standaardwaarden).
☞ Als de programm atuur de camera niet herkent, blijft u de snelheid van
COM1 en de andere COM-poorten aanpassen tot de camera wordt herkend .
Als de computer eenmaal met de camera kan communiceren, verhoogt u
geleidelijk de snelheid om de overdrachttijd van foto’s te verkleinen.
Zo sluit u het venster:
wijzigingen door te voeren, klikt u op CANCEL (Annuleren).
8-6
klik op OK. Als u het venster wilt sluiten zonder de
Page 64
Tips en
9
probleemoplosssing
Communicatie met de computer
Als er geen communicatie is tussen de computer en de camera, kan het zijn dat u
de seriële poort en de poortsnelheid moet wijzigen. U kunt deze instellingen
aanpassen via de mounterprogrammatuur (zie hoofdstuk 7) of de TWAINprogrammatuur (zie hoofds tuk 8) v an K od ak. U kunt ook de i nstructi es opv ol gen
die u vindt op de weblocatie van Kodak: http://www.kodak.com.
De beeldscher minstellingen aanpassen
Het is mogelijk dat u de weergave-instellingen van uw beeldscherm moet
aanpassen om foto’s vanaf de camera te bekijken.
1
Dubbelklik op het pictogram My Computer (Deze computer).
2
Dubbelklik op het pictogram Control Panel (Configuratiescherm).
9
Probleemoplossing
3
Dubbelklik op het pictogram Display (Beeldscherm) en klik op de tab
Settings (Instellingen).
4
Selecteer de hoogst beschikbare instelling in het veld Color Palette (Kleuren):
256, High (Hoge kleuren) (16-bits) of True (Ware kleuren) (32-bits) en klik
op OK.
9-1
Page 65
Afdrukken
Het is u misschien opgevallen dat de kleuren op het beeldscherm van de
computer er niet altijd hetzelfde uitzien als die in uw documenten of afdrukken.
De reden hiervoor is dat beeldschermen en printers andere kleurensystemen
gebruiken.
U kunt de volgende maatregelen nemen om meer voorspelbare resultaten op uw
afdrukken te krijgen:
✔ Gebruik een betere papierkwaliteit. Kopieerapparaatpapier levert niet
altijd dezelfde resultaten op als coated papier of papier dat speciaal voor
inkjetprinters is gemaakt.
✔ Pas de programmatuurinstellinge n van uw printer aan.
✔ Gebruik nieuwe inktpatronen. Gebruik inktpatronen niet langer dan de
aangegeven levensduur.
Houd ook rekening met de volgende tips wanneer u een document gaat
afdrukken:
✔ Afdrukken in kleur neemt meer tijd in beslag dan zwart-wit. Hoe
complexer het do cument is, hoe langer het afdr ukken en het drogen v an de
inkt duren.
✔ Voor het afdrukken in kleur wordt meer geheugen gebruikt dan voor het
afdrukken in zwart-wit. Als de computer aangeeft dat er onvoldoende
geheugen beschikbaar is, moet u mogelijk een aantal toepassingen sluiten,
bepaalde instellingen wijzigen of meer geheugen installeren.
✔ Fotokopieën van kleurenafdrukken zijn mogelijk minder duidelijk dan
van zwart-witafdrukken. Als u documenten wilt gaan fotokopiëren, is het
raadzaam het document met grijswaarden af te drukken. Deze instelling
kunt u meestal opgeven in het afdrukmenu van het programma.
✔ Door de afbeelding kleiner af te drukken of op glanzend papier, kan de
kwaliteit van de afdruk verbeteren.
U kunt de kwaliteit van uw afdrukken mogelijk verbeteren door af te drukken op
KODAK Inkjet Snapshot Paper (snapshotpapier). Snapshotpapier is bedoeld voor
afdrukken op de meeste inkjetprinters. Het zorgt voor duidelijkere, scherpere en
gedetailleerdere afbeeldingen op uw afdrukken.
9-2
Page 66
Probleemoplossing
Als u problemen ondervindt met uw camera, kunt u in de volgende tabel de
mogelijke oplossing vinden. Als de problemen zich blijven voordoen, gaat u naar
hoofdstuk 11 -
Waar krijgt u hulp?
.
☞ Aanvullende technische informatie vindt u in het bestand Readme in de
map KODAK DC200/DC210.
Beeldscherm van de computer
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Het beeld op uw beeldscherm
is hoekig of onjuist gekleurd.
Geheugenkaart
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
De DC200/DC210 herkent de
geheugenkaart niet.
Het beeldscherm is
onjuist ingesteld.
De geheugenkaart is
mogelijk niet ATAcompatibel.
De geheugenkaart
bevat mogelijk
compressie- of
stackerprogrammatuur.
Pas de weergaveinstellingen van het
beeldscherm aan. Zie
“De beeldscherminstellingen aanpassen” op pagina 9-1.
Geheugenkaarten
werken alleen als ze
ATA-compatibel zijn.
Herformatteer
geheugenkaarten die
compressie- of
stackerprogrammatuur
bevatten. Raadpleeg
de handleiding van de
geheugenkaart of zie
“Geheugenkaart
formatteren” op
pagina 4-10 voor
instructies over het
herformatteren van de
kaart.
9
Probleemoplossing
9-3
Page 67
Communicatie tussen Windows en de DC200/DC210-camera
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
De computer kan niet
communiceren met de camera.
Sommige
hulpprogramma’ s voor
energiebeheer op
laptops schakelen
poorten uit om energ ie
te besparen.
Er is een conflict met
een ander serieel
apparaat, bijvoorbeeld
een modem.
Lees het gedeelte over
energiebeheer in de
handleiding van uw
laptop voor instructies
over het uitschakelen
van deze functie.
Lees het gedeelte over
seriële communicatie
in de handleiding van
uw modem of uw
besturingssysteem.
De camera staat uit.Zet de camera aan.
De seriële kabel is niet
aangesloten op de
camera en/of de
COM-poort van de
computer.
Sluit de seriële kabel
aan op de camera en
de COM-poort. Zie
“Verbinding via de
seriële kabel” op
pagina 6-2.
De infraroodpoort
reageert niet.
Controleer de infra-
roodverbinding van d e
computer. Ga na of de
camera aan staat.
Mogelijk is de
verkeerde COM-poort
geactiveerd in de
voorkeuren van de
programmatuur.
De keuzering is niet
ingesteld op Connect
(communicatie).
De foto is niet duidelijk.De lens is vuil.Maak de lens schoon.
LCD-berichten
BerichtMogelijke oorzaakOplossing
Memory Card is Full
(geheugenkaart is vol)
De beeldresolutie
neemt niet zoveel
ruimte in beslag dat
het aantal resterende
foto’ s afneemt.
Het object was te
dichtbij op het
moment dat de foto
werd genom en.
Het object of de
camera bewoog op het
moment dat de foto
werd genomen.
Het object bevindt
zich te ver weg voor
de flitser.
De geheugenkaart is
vol. Er is geen ruimte
meer voor nieuwe
foto’s.
De camera werkt
normaal. Ga gewoon
verder met het nemen
van foto’s.
Zie “Algemeen
onderhoud en
veiligheid” op pagina
2-15.
Zorg bij de DC200
voor een afstand van
minstens 0,68 m. Bij
de DC210 is dit 20 cm
in close-up, 1 m in
telestand en anders
0,5 m.
Houd de camera stil
tot de foto is genomen.
Zorg dat het object
zich maximaal 3 m
van de camera
bevindt.
Breng de foto ’s over
naar een computer of
plaats een
geheugenkaart die wel
geheugen vrij heeft.
9
Probleemoplossing
9-7
Page 71
LCD-berichten
BerichtMogelijke oorzaakOplossing
No Memory Card
(geen geheugenkaart)
Cannot Read Memory Card
(kan geheugenkaart niet lezen)
Er bevindt zich geen
geheugenkaart in de
camera.
De geheugenkaart is
beschadigd.
Plaats een
geheugenkaart in de
camera.
Plaats een nieuwe
geheugenkaart of
formatteer de
bestaande.
Cannot Establish Connection
(kan geen verbinding tot s tan d
brengen)
De camera kan niet
met de computer
communiceren.
Verander de COM-
poortinstelling in
‘Automatisch zoeken’
of geef een specifieke
COM-poort op. Zie
“Verbinding via de
seriële kabel” op
pagina 6-2.
Camera needs service
(camera is toe aan onderhoud)
De camera werkt niet
naar behoren.
Breng de camera weg
voor onderhoud.
9-8
Page 72
Waar krijgt
0
1
U kunt op de volgende plaatsen en manieren hu lp krijgen bij problemen met de
DC200/DC210.
u hulp?
✔ in hoofdstuk 9,
probleemoplossing
✔ bij de producent van de
programmatuur die problemen
oplevert
✔ door productinformatie via de
fax
Hu l p bij so ftwareproblemen
Hulp voor
vinden in de documentatie van het programma, de Help-schermen van het
programma of door contact op te nemen met de producent van de
programmatuur.
On line services
U kunt Kodak op het Internet bereiken en wel op de volgende locaties:
World Wide Web—
America Online—
CompuServe—
Kodak Internet listserver—
programmatuur
GO KODAK
Tips en
die bij de DC200/DC210 wordt geleverd, kunt u
http://www.kodak.com
(keyword) KODAK
photo-cd@info.kodak.com of ftp.kodak.com
✔ op de plaats van aankoop
✔ op het World Wide Web
✔ bij de dienst Technische
ondersteuning
10
Hulp krijgen
10-1
Page 73
Faxinformatie
Kodak biedt geautomatiseerde ondersteuning voor digital imaging-producten en
services. Als u naar een van de volgende nummers belt, kunt u via de fax
informatie ontvangen:
V.S.—
1-800-295-5531
Canada—
Europa—
G.-B.—
1-800-295-5531
44-131-458-6962
44-0-131-458-6962
Kl antondersteuning
Als u vragen hebt over de werking van de Kodak-programmatuur of over de
DC200/DC210 zelf, kunt u direct contact opnemen met een medewerker van
onze dienst Klantondersteuning. Sluit de camera aan op uw computer, zorg dat u
het serienummer van de camera bij de hand hebt en neem plaats achter de
computer wanneer u belt.
V.S. en Canada—
en 8 uur ‘s avonds (Eastern Standard Time), van maandag tot en met
vrijdag.
Europa—
Support Centre dat is toegewezen aan uw regio. U kunt ook bellen naar het
volgende niet-gratis nummer in Groot-Brittannië: 44-131-458-67 14, tussen
9 uur ‘s ochtends en 5 uur ‘s m iddags (GMT/C ET), v an maan dag tot en met
vrijdag.
Buiten de V.S., Canada en Europa—
zich bevindt.
bel naar het gratis nummer van het Kodak Digital Imaging
Kodak warrants the K ODAK DC200 plus Camera and
KODAK DC210 Plus Zoom camera (excluding the batteries) to be free from
malfunctions and defects in both materials and workmanship for one year from
the date of purchase.
Warr ant y Repair Co verage
This warranty will be honored within the geographical location that the product
was purchased.
If the equipment does not function properly during the warranty period due to
defects in either materials or workmanship, Kodak will, at its option, either repair
or replace the equipment without charge, subject to the conditions and limitations
stated herein. Such repair service will include all labor as well as any necessary
adjustments and/or replacement parts.
Warranty
If replacement parts are used in making repairs, these parts may be
remanufactured, or may contain remanufactured materials. If it is necessary to
replace the entire system, it may be replaced with a remanufactured system.
Kodak will also provide telephone assistance during the warranty period.
Warranty-1
Page 77
Limitations
WARRANTY SERVICE WILL NOT BE PROVIDED WITHOUT DATED
PROOF OF PURCHASE. PLEASE RETURN THE WARRANTY
REGISTRATION CARD WITHIN 30 DAYS OF PURCHASE.
THIS WARRANTY BECOMES NULL AND VOID IF YOU FAIL TO PACK
YOUR DC200/DC210 CAMERA IN A MANNER CONSISTENT WITH THE
ORIGINAL PRODUCT PACKAGING AND DAMAGE OCCURS DURING
PRODUCT SHIPMENT.
THIS WARRANTY DOES NOT COVER: CIRCUMSTANCES BEYOND
KODAK'S CONTROL; SERVICE OR PARTS TO C OR RECT PROBLEMS
RESULTING FROM THE USE OF ATTACHMENTS, ACCESSORIES OR
ALTERATIONS NOT MARKETED BY KODAK; SERVICE REQUIRED AS
THE RESULT OF UNAUTHORIZED MODIFICATIONS OR SERVICE;
MISUSE, ABUSE; FAILURE TO FOLLOW KODAK'S OPERATING,
MAINTENANCE OR REPACKAGING INSTRUCTIONS; OR FAILURE TO
USE ITEMS SUPPLIED BY KODAK (SUCH AS ADAPTERS AND
CABLES).
KODAK MAKES NO OTHER WARRANTIES, EXPRESS, IMPLIED, OR OF
MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE FOR
THIS EQUIPMENT OR SOFTWARE.
REPAIR OR REPLACEMENT WITHOUT CHARGE ARE KODAK'S ONLY
OBLIGATION UNDER THIS WARRANTY. KODAK WILL NOT BE
RESPONSIBLE FOR ANY SPECIAL, CONSEQUENTIAL OR INCIDENTAL
DAMAGES RESULTING FROM THE PURCHASE, USE, OR IMPROPER
FUNCTIONING OF THIS EQUIPMENT REGARDLESS OF THE CAUSE.
SUCH DAMAGES FOR WHICH KODAK WILL NOT BE RESPONSIBLE
INCLUDE, BUT ARE NOT LIMITED TO, LOSS OF REVENUE OR PROFIT,
DOWNTIME COSTS, LOSS OF USE OF THE EQUIPMENT, COST OF ANY
SUBSTITUTE EQUIPMENT, FACILITIES OR SERVICES, OR CLAIMS OF
YOUR CUSTOMERS FOR SUCH DAMAGES.
Depending on your geographical location, some limitations and exclusions ma y
not apply.
Warranty-2
Page 78
Application Support
For application specific support, contact your reseller, systems integrator,
software manufacturer, or dealer.
How to Obtain Service
Visit us on the Internet at http://www.kodak.com
Please refer to the Service and Support section of your user’s guide for the
support hotline designated to your location.
When returning a DC200/DC210 camera for repair, the unit shall be packed in its
original packing materials. A problem report should also be enclosed with the
equipment. If the original packaging has been discarded or is not available,
packing will be at the owner's expense.
Unless a specific Ko dak w arranty is com municated to the p urchaser in writing b y
a Kodak company, no other warranty or liability exists beyond the information
contained above, even though defect, damage or loss may be caused by
negligence or other act.
To obtain warranty repair service contact your local Kodak representative. For
assistance, refer to the Service and Support information in the KODAK DC200/
DC210 Camera User’s Guide.
Warranty
Warranty-3
Page 79
Regulatory Information
FCC Compliance and Advisory
This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the
following two conditions:1) this device may not cause harmful interference, and
2) this device must accept any interference received, including interference that
may cause undesired operation.
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B
digital device, pu rsuant to Part 15 of the FCC Ru les. Thes e limits are desi gned to
provide reasonable protection against harmful interference in a residential
installation.
This equipment generates, uses, and can radiate radio fr equency energy and, if
not installed or used in accordance with the instructions, may cause harmful
interference to radio communications. However, there is no guarantee that
interference will not occur in a particular installation.
If this equipment does cause harmful interference to radio or tele vision reception,
which can be determined by turning the equipment off and on, the user is
encouraged to try to correct the interference by one or more of the following
measures: 1) reorient or relocate the receiving anten na; 2) increase the separation
between the equipment and the recei v er; 3) connect the equ ipment to an outlet on
a circuit different from that to which the receiver is connected; 4) consult the
dealer or an experienced radio/TV technician for additional suggestion s.
Any changes or modifications not expressly approved by the pa rty responsibl e
for compliance could void the user’s authority to operate the equipment. Where
shielded interface cables have been provided with the product or specified
additional components or accessories elsewhere defined to be used with the
installation of the product, they must be used in order to ensure compliance with
FCC regulation.
Canadian DOC Statement
DOC Class B Compliance—
limits for radio noise emissions fro m digital apparatus set out in the radio
interference regulations of the Canadian Department of Communications.
Obervation des normes-Class B—
bruits radioélectriques dépassant les l imites applicables aux appareils n umériques
de la Classe B prescrites dans les règlements sur le brouillage redioélectrique
édictés par le Ministère des Communications du Canada.
Warranty-4
This digital apparatus does not exceed the Class B
Le présent appareil numérique n’émet pas de
Page 80
Index
A
aan- en uitzetten
camera
aanpassen
camera-instellingen via
mounterprogrammatuur 7-6
aansluiten
camera op tv
About (scherm)
automatisch flitsen
automatisch flitsen met
geheugenkaart
verwijderingspictogram
Video Out (scherm)
video-out
video-uitvoerformaat
volle geheugenkaart
vooraf bekijken van beeld
voorkeuren (stand Preferences)
voorvertoningsdisplay
4-11
belichtingscompensatie-
belichtingsvergrendelings-
sjabloonpictogram
1-2
2-8
4-11
pictogram
pictogram
W
Warranty
Limitations
Obtaining Repair Service
Repair Coverage
Time Period
wat vindt u in de doos?
weergeven
camera-informatie
scherm About (camera-
wijzigen
poort en poortsnelheid
wijzigen van poort en poortsnelheid