Alle informatie in deze gebruikershandleiding is actueel ten tijde van de
publicatie. Hyundai behoudt zich echter het recht voor om te allen tijde aanpassingen door te voeren zodat het beleid van voortdurende productverbetering uitgevoerd kan worden.
Deze handleiding is van toepassing op alle modelvariaties en omvat
beschrijvingen en verklaringen betreffende zowel optionele als standaarduitrusting. Als resultaat hiervan kunt u informatie in deze handleiding vinden die niet van toepassing is op uw specifieke voertuig.
VOORZICHTIG: AANPASSINGEN AAN UW HYUNDAI
Uw Hyundai dient op geen enkele wijze te zijnof te worden aangepast. Zulke aanpassingen kunnen de
prestatie, veiligheid of duurzaamheid van uw Hyundai nadelig beïnvloeden en zouden bovendien de
voorwaarden van de beperkte garanties die het voertuig dekken kunnen overtreden. Bepaalde aanpassingen kunnen ook strijdig zijn met de wettelijke voorschriften zoals vastgesteld door het
Departement voor Transport en andere overheidsorganen in uw land.
TWEEZIJDIGE RADIOVERBINDING OF MOBIELE TELEFOON INSTALLATIE
Uw voertuig is uitgerust met elektronische brandstoftoevoer en andere elektronische componenten. Het
is mogelijk dat een oneigenlijk geïnstalleerde/aangepaste tweezijdige radioverbinding of mobiele telefoon uw elektronische systemen nadelig kan beïnvloeden. Om deze reden bevelen wij u aan om
zorgvuldig de instructies van de fabrikant op te volgen of uw Hyundai Reparateur te raadplegen betreffende voorzorgsmaatregelen of speciale instructies, indien u ervoor kiest om één van deze apparaten
te installeren.
F2
WAARSCHUWING INZAKE VEILIGHEID EN VOERTUIG SCHADE
Deze handleiding bevat informatie met titels als WAARSCHUWING, VOORZICHTIG en AANDACHT.
Deze titels geven het volgende aan:
WAARSCHUWING
Dit geeft aan dat een conditie kan resulteren in schade of (ernstig) letsel voor u of andere inzittenden, indien er geen aandacht wordt besteedt aan de waarschuwing. Volg het advies op dat wordt
gegeven bij de waarschuwing.
VOORZICHTIG
Dit geeft aan dat een conditie kan resulteren in schade voor uw voertuig of uitrusting, indien er geen
aandacht wordt besteedt aan de waarschuwing. Volg het advies op dat wordt geleverd bij de
waarschuwing.
]
AANDACHT
Dit geeft aan dat er extra informatie wordt verstrekt.
F3
VOORWOORD
Dank u voor het kiezen van Hyundai. Het is een genoegen u welkom te heten bij het groeiende aantal kritische mensen die
Hyundai”s aan schaffen. De geavanceerde toepassingen en hoogwaardige constructie van iedere Hyundai die wordt gebouwd is
iets waar HYUNDAI MOTOR•INDIA zeer trots op is.
De gebruikershandleiding zal u informeren over de kenmerken en werking van uw nieuwe Hyundai. Het wordt aanbevolen om deze
zorgvuldig door te lezen aangezien de informatie veel kan bijdragen aan het optmale gebruik van uw nieuwe voertuig.
De fabrikant beveelt ook aan dat alle onderhoudswerkzaamheden aan uw voertuig worden uitgevoerd door een Erkend HYUNDAI
Reparateur.
Hyundai Reparateurs zijn voorbereid op het leveren van hoogwaardige diensten, onderhoud en andere ondersteuning die noodzakelijk is.
HYUNDAI MOTOR INDIA
Opmerking : Omdat toekomstige eigenaren van dit voertuig ook de informatie in deze handleiding nodig zullen hebben, gelieve
de handleiding in het voertuig achter te laten als u deze Hyundai verkoopt.
VOORZICHTIG
Ernstige schade aan motor en aandrijving kan het resultaat zijn van het gebruik van brandstof en smeermiddelen van
slechte kwaliteit die niet voldoen aan de specificaties van Hyundai. U moet altijd hoogwaardige brandstof en smeermiddelen gebruiken die voldoen aan de specificaties vermeld op Pagina 8-4 in de sectie Voertuig Specificaties van de
gebruikershandleiding.
Auteursrecht 2010 Hyundai Motor India. Alle rechten voorbehouden. Geen onderdeel van deze publicatie mag worden
weergegeven, opgeslagen in om het even welk terugzoeksysteem of uitgezonden in om het even welk vorm of om het even welke
middelen zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Hyundai Motor India.
F4
Hyundai Orginele Onderdelen
1. Wat zijn Hyundai orginele onderdelen?
Hyundai orginelen onderdelen zijn
dezelfde onderdelen die gebruikt worden door Hyundai Motor Company om
voertuigen te fabriceren. Ze zijn ontworpen en beproefd voor de optimale
veiligheid, prestatie en betrouwbaarheid voor onze klanten.
2. Waarom zou u orginele onderdelen
gebruiken?
Hyundai orginele onderdelen zijn
ontwikkeld en gefabriceerd om te voldoen aan strenge fabriekseisen. Het
gebruik van alternatieve, namaak of
gebruikte onderdelen zijn mogelijk
niet gedekt onder de Hyundai Multi
point Garantie of enig andere Hyundai
garantie.
Bovendien is schade aan of falen van
Hyundai orginele onderdelen
veroorzaakt door de gebruik van een
alternatief, namaak of gebruikt
onderdeel niet gedekt door enige
Hyundai garantie.
3. Hoe kunt u vaststellen of u Hyundai
orginele onderdelen koopt?
Let altijd op het logo van de Hyundai
orginele onderdelen verpakking (zie
onderstaand).
Hyundai orginele onderdelen worden
geëxporteerd en zijn altijd verpakt
met etiketten die alleen in het Engels
zijn geschreven.
Hyundai orginele onderdelen worden
alleen verkocht door erkende Hyundai
Reparateurs.
A100A03L
A100A01L
A100A02LA100A04L
F5
Introductie
1
Inhoudsopgave
Uw voertuig in een oogopslag
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
Kenmerken van uw voertuig
Het besturen van uw voertuig
Wat te doen in noodgevallen
Onderhoud
Specificaties & Informatie voor de klant
Inhoudsregister
2
3
4
5
6
7
8
I
Introductie
1
Hoe deze handleiding te gebruiken / 1-2
Brandstofvereisten / 1-2
Proces van inrijden van het voertuig / 1-5
Symbolen op het instrumentencluster / 1-6
Introductie
HOE DEZE HANDLEIDING TE GEBRUIKEN
A010000AHM
We willen u helpen om het hoogst
mogelijke rijplezier te halen uit uw voertuig. In de gebruikershandleiding is heel
veel informatie te vinden over het gebruik
van de auto. U wordt aangeraden om de
volledige handleiding door te lezen. Om
de kans op schade en letsel te
voorkomen wordt aangeraden vooral de
secties WAARSCHUWING of
VOORZICHTIG ter harte te nemen.
Illustraties en afbeeldingen vullen de
tekst in deze handleiding aan om nog
beter uit te leggen hoe optimaal van dit
voertuig gebruik gemaakt kan worden.
Door de handleiding te lezen wordt u
geïnformeerd over de kenmerken, belangrijke veiligheidsinformatie en rijtips
onder diverse rij-omstandigheden.
De indeling van de handleiding wordt
gegeven in de inhoudsopgave. Gebruik
de index als u zoekt naar een speciaal
onderwerp; de index is een alfabetische
lijst van alle informatie in uw boekje.
De handleiding heeft 8 hoofdstukken en
een inhoudsopgave. Iedere sectie begint
met een korte inhoudsopgave zodat u in
een oogopslag kunt zien of die sectie de
informatie bevat die u wilt hebben.
U zult diverse WAARSCHUWINGen,
VOORZICHTIG en AANDACHT in deze
handleiding vinden. Deze blokken zijn
opgesteld om de persoonlijke veiligheid
te verbeteren. U wordt aangeraden deze
WAARSCHUWING, VOORZICHTIG en
AANDACHT procedures zorgvuldig te
lezen en te volgen.
WAARSCHUWING
Een WAARSCHUWING geeft een
situatie aan waaruit schade of
lichamelijk letsel kan ontstaan, indien de waarschuwing wordt
genegeerd.
VOORZICHTIG
Een VOORZICHTIG geeft een situatie aan waaruit schade aan uw
voertuig kan ontstaan, indien de
waarschuwing wordt genegeerd.
]
AANDACHT
Een AANDACHT geeft aan dat er
interessante of nuttige informatie wordt
verstrekt.
BRANDSTOFEISEN
Benzinemotor
A020101AFD
Loodvrij
Voor Europa
Voor de optimale prestatie van het voertuig, wordt het gebruik van loodvrije benzine met een RON octaangetal
(Research-Octaangetal) 95/AKI (Anti
Knock Index) 91 aanbevolen.
U kunt loodvrije benzine met een RON
octaangetal 91~94/AKI 87~90 gebruiken,
dit kan resulteren in een lichte prestatievermindering van het voertuig.
Uitgezonderd Europa
Uw nieuwe Hyundai voertuig is ontworpen om alleen loodvrije brandstof te
gebruiken met een RON Octaangetal
(Research-Octaangetal) 91 / AKI (AntiKnock Index) 87 of hoger.
Uw nieuwe voertuig is ontworpen om de
maximale prestatie te verkrijgen met
LOODVRIJE BRANDSTOF als ook om
vervuiling via het uitlaatgassen te
beperken.
21
Introductie
VOORZICHTIG
GEBRUIK NOOIT LOODHOUDENDE
BENZINE. Het gebruik van loodhoudende benzine is schadelijk
voor de katalysator, het zal de
zuurstofsensor van het motor regelsysteem beschadigen en het
emissiebeheer aantasten.
Voeg nooit reinigingsmiddelen toe
aan de brandstoftank, anders dan
is aangegeven. (Raadpleeg een
Erkend Hyundai Reparateur voor
details.)
WAARSCHUWING
• Nooit doorgaan met ‘afvullen’
nadat de benzinepomp automatisch is afgeslagen tijdens het bijtanken.
• Controleer altijd of de brandstofdop goed is vastgezet om brandstofverlies te voorkomen.
A020102APB
Loodhoudend (indien hiermee uitgerust)
Voor een aantal landen is het voertuig
ontworpen om loodhoudende benzine te
gebruiken. Wanneer u loodhoudende
benzine gaat gebruiken, vraag een
Erkende HYUNDAI Reparateur of uw
voertuig geschikt is voor loodhoudende
benzine.
Het octaangetal voor loodhoudende benzine is gelijk aan loodvrije benzine.
A020103APB
Benzine welke alcohol en methanol
bevat
Gasohol, een mengsel van benzine en
ethanol (ook bekend als graanalcohol),
en benzine of gasohol die methanol
bevat (ook bekend als houtgeest) wordt
soms verkocht samen met of in plaats
van loodhoudende of loodvrije benzine.
Gebruik geen gasohol die meer dan 10%
ethanol bevat en gebruik geen benzine of
gasohol die methanol bevat. Deze brandstoffen kunnen regelproblemen en /of
schade aan het brandstofsysteem
veroorzaken.
Stop het gebruik van gasohol van welk
soort dan ook, als zich problemen voordoen.Voertuigschade of regelpoblemen worden niet gedekt door de fabrieksgarantie als deze het resultaat zijn
van:
1. Gasohol die meer dan 10% ethanol
bevat.
2. Benzine of gasohol die methanol
bevat.
3. Loodhoudende benzine of loodhoudende gasohol. (met uitzondering van voertuigen die zijn ontworpen voor een aantal landen om loodhoudende benzine te gebruiken)
VOORZICHTIG
Gebruik nooit gasohol die methanol
bevat. Stop het gebruik van enig
gasohol product die de werking van
de motor schaadt.
13
Introductie
A020104AEN
Gebruik van MTBE
HYUNDAI beveelt aan om brandstoffen
in uw voertuig te vermijden die MTBE
(Methyl Tertiary Butyl Ether) bevatten
met meer dan 15% vol. (Oxygen Content
2.7% gewicht).
Brandstoffen die MTBE met meer dan
15% vol. (Oxygen Content 2.7% gewicht)
bevatten kunnen de prestatie van het
voertuig verminderen en moeilijk starten
veroorzaken.
VOORZICHTIG
De garantievoorwaarden kan
mogelijk de schade aan het brandstofsysteem of prestatieproblemen
dekken, die zijn veroorzaakt door
het gebruik van brandstoffen die
methanol bevatten of brandstoffen
die MTBE (Methyl Tertiary Butyl
Ether) bevatten met meer dan 15%
vol. (Oxygen Content 2.7%
gewicht).
A020105APA
Gebruik geen methanol
Brandstoffen die methanol bevatten,
mogen niet in het voertuig gebruikt worden. Dit soort brandstof kan de voertuigprestatie verminderen en componenten
van het brandstofsysteem beschadigen.
AO20106AEN
VOORZICHTIG
De garantievoorwaarden zal de
schade, die is veroorzaakt door het
gebruik van methanol of brandstoffen die methanol bevatten, aan het
brandstofsysteem of prestatieproblemen niet dekken.
A020106AEN
Emissie
Om bij te dragen aan minder luchtvervuiling beveelt HYUNDAI aan dat u brandstof gebruikt met toegevoegde reinigingsmiddelen, waardoor vorming van
verbrandingsresten in de motor wordt
voorkomen. Deze brandstoffen zullen de
motor helpen, schoner te draaien en de
prestaties verbeteren van het Emissie
Beheer Systeem.
A020107AUN
Werking in het buitenland
Indien u uw voertuig in een ander land
gaat rijden, wees er zeker van dat:
• Alle voorschriften geraadpleegd wor-
den betreffende registratie en verzekering.
• Vastgesteld wordt dat de juiste brand-
stoffen beschikbaar zijn.
Diesel Motor
AO20201AHM
Diesel brandstof
Voor de dieselmotor moet alleen diesel
brandstof gebruiken die voldoet aan EN
590 of vergelijkbare standaard. (EN staat
voor “Europese Norm”). Gebruik geen
marinedieselbrandstof, huisbrandolie, of
niet-goedgekeurde brandstofadditieven,
omdat deze de slijtage zal vergroten en
schade kan veroorzaken aan de motor
en het brandstofsysteem. Het gebruik
van niet-goedgekeurde brandstoffen
en/of brandstofadditieven zal resulteren
in een beperking van de garantierechten.
In uw voertuig wordt diesel brandstof van
52 tot 54 cetane gebruikt. Als er twee
soorten diesel brandstof beschikbaar
zijn, gebruik zomer of winterdiesel op de
juiste wijze conform de volgende temperatuur condities.
41
• Boven–5°C(23°F)…Zomer soort
diesel brandstof.
• Onder–5°C(23°F)…Winter soort
diesel brandstof.
Let op het brandstofniveau in de tank :
als de motor stopt omdat de tank leeg is,
moet het brandstofsysteem volledig
ontlucht worden om opnieuw te kunnen
starten.
VOORZICHTIG
• Voorkom dat er geen benzine of
water de tank binnen komt. Als
dat wel het geval is moet de tank
en de leidingen schoon gemaakt
en afgetapt worden. Zodoende
wordt schade aan het brandstofsysteem en de motor beperkt.
VOORZICHTIG -
OPMERKING - Diesel
• Het is raadzaam de aanbevolen
diesel voor dieselauto's uitgerust
met een DPF-systeem te
gebruiken.
• Het gebruik van diesel met een
hoog zwavelgehalte (meer dan 50
ppm zwavel) en nietgespecificeerde toevoegingen kan ertoe
leiden dat het DPF-systeem
beschadigd raakt en er witte rook
wordt uitgestoten.
A020202AUN
Biodiesel
Commercieel verstrekte dieselmengsels
met niet meer dan 7% biodiesel, bekend
onder de naam "B7 Diesel", kunnen in uw
auto worden gebruikt als de biodiesel voldoet aan de norm EN 14214 of gelijkwaardig. (EN betekent: "Europese Norm").
Het gebruik van biobrandstoffen met meer
dan 7% raapzaadmethylester (RME), vetzuurmethylester (FAME), methylester uit plantaardige olie (VME) enz. of een mengsel
van diesel met biodiesel zal leiden tot overmatige slijtage of beschadiging van de
motor en het brandstofsysteem. Het herstellen of vervangen van versleten of
beschadigde onderdelen wegens het
ebruik van ongeschikte brandstoffen wordt
niet gedekt uit hoofde van de fabrieksgarantie.
VOORZICHTIG
• Gebruik nooit brandstof (diesel,
B7 biodiesel of een andere brandstof) die niet aan de meest
actuele specificaties van de
petrochemische industrie voldoet.
• Gebruik nooit brandstoftoevoegingen en dergelijke die niet door
de fabrikant zijn aanbevolen of
goedgekeurd.
Introductie
INRIJDEN VAN HET VOERTUIG
A030000AUN
Voertuig of motorschade worden
mogelijk niet gedekt door de fabrieksgarantie als deze het resultaat zijn van:
1. Gasohol die meer dan 10% ethanol
bevat.
2. Benzine of gasohol die methanol
bevat.
3. Loodhoudende benzine of loodhoudende gasohol. (met uitzondering
van voertuigen die zijn ontworpen
voor een aantal landen om loodhoudende benzine te gebruiken)
15
Introductie
INDICATOR SYMBOLEN OP DE INSTRUMENTENKLUSTER
A050000APB
Deur open waarschuwingslamp
Controlelampje ESP OFF
Voorgloei indicator (alleen voor
Diesel)
Achterlaadbak open indicator
Geopend portier/achterklep
waarschuwingslamp*
Veiligheidsgordel
waarschuwingslamp
Groot licht indicator
Controlelamp dimlicht
Richtingaanwijzer indicator
Controlelamp mistlampen voor*
Controlelamp mistachterlicht*
Controlelampje ESP*
h Voor meer gedetailleerde verklaringen, raadpleeg “Instrumentenpaneel” in sectie 4.
* : indien hiermee uitgerust
ABS waarschuwingslamp*
Parkeerrem & remvloeistof
waarschuwingslamp
Oliedrukmeter
waarschuwingslamp
Dynamolaadstroom
waarschuwingslamp
Storing indicator*
Airbag waarschuwingslamp*
Immobiliser indicator*
Brandstofniveau
waarschuwingslamp
61
Brandstoffilter waarschuwingslamp
(alleen voor Diesel)
Losse voorwerpen op de vloer van
de bestuurder kunnen de bediening
van de pedalen hinderen, en
mogelijk een ongeluk veroorzaken.
Plaats niets los onder de voorzitplaatsen.
WAARSCHUWING –
Verticaal zetten van
de rugleuning
Wanneer u de rugleuning terugzet
in de verticale positie, houdt de
rugleuning vast en breng het
langzaam terug en let op dat er
niets of niemand bekneld raakt.
Controleer of de rugleuning goed
vergrendeld is.
WAARSCHUWING–
Verantwoordelijkheid bestu
urder voor passagiers
Het rijden in een voertuig met de
rugleuning horizontaal kan leiden
tot ernstig letsel. Als een rugleuning horizontaal is geplaatst, kan de
inzittende onder de veigheidsgordel uitglijden. Ernstig letsel zou
hierdoor kunnen ontstaan. De
bestuurder moet de passagier dringend verzoeken om de rugleuning
in een verticale positie te zetten tijdens het rijden.
WAARSCHUWING –
Zitplaats bestuurder
• Probeer nooit om de zitplaats af
te stellen terwijl het voertuig in
beweging is. Dit kan leiden tot
vermindering van de voertuigcontrole, wat resulteert in een
ongeval en of materiele schade.
• Let op dat er geen bagage tegen
de rugleuning wordt geplaatst.
De vergrendeling van de rugleuning kan eventueel overbelast worden of niet goed vergrendeld zijn,
dit kan leiden tot (ernstig) letsel
tijdens een plotselinge stop of
botsing.
• Rij altijd met de rugleuning in
verticale positie en gebruik de
veiligheidsgordel zoals het hoort
sluitend over de borst en laag
over de heupen. Dit is de beste
positie om u te beschermen in
geval van een ongeluk
• Zorg voor een goede zitpositie
om onnodige (ernstig) air-bag letsel te voorkomen om zo ver
mogelijk weg van het stuurwiel,
terwijl toch een goede controle
over het voertuig wordt
behouden. Het is aan te raden de
borstkas tenminste 250 mm van
het stuurwiel af te houden.
33
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
WAARSCHUWING –
Rugleuningen achterzitplaatsen
• De rugleuning van de achterzitplaaten moet veilig worden vastgezet. Als dat niet zo is kunnen
inzittende letsel oplopen. Dit kan
ook door losliggende voorwerpen.
• Bagage en andere belading moet
vlak neergelegd worden in de
bagageruimte. Indien de voorwerpen groot, zwaar of
opgestapeld worden, moeten
deze worden vastgezet. Onder
geen enkele omstandigheid moet
bagage hoger opgestapeld worden dan de rugleuning. Het niet
opvolgen van deze waarschuwingen kan resulteren in ernstig letsel in het geval van een plotselinge stop of aanrijding.
(Vervolgd)
(Vervolgd)
• Geen enkele passagier mag
meerijden in de bagageruimte of
op ingeklapte rugleuningen zitten
of liggen, terwijl het voertuig rijdt.
• Wanneer de rugleuning wordt
teruggezet in de verticale positie,
verzeker u ervan dat het goed is
vergrendeld. Controleer dit door
de rugleuning voor- en achterwaarts te duwen.
WAARSCHUWING
Na de rugleuning te hebben
afgesteld, controleer altijd dat het
goed is vergrendeld door te
proberen de rugleuning voorwaarts en achterwaarts te bewegen. Plotselinge of onverwachte
bewegingen van de rugleuning
van de bestuurder kan veroorzaken dat de controle over het voertuig wordt verloren met de kans
op een ongeluk.
OPB039002
Afstelling voorste zitplaats
C010101AHM
Voorwaarts en achterwaarts
Om de stoel voorwaarts en achterwaarts te
schuiven:
1. Trek de hendel voor de lengteverstelling
omhoog en houd de hendel omhoog.
2. Schuif de zitplaats naar de positie die u
wenst.
3. Laat de hefboom los en verzeker u
ervan dat de zitplaats op zijn plaats is
vergrendeld.
Stel de zitplaats af voordat u gaat rijden en
verzeker u ervan dat de zitplaats veilig is
vergrendeld door te proberen voorwaarts
en achterwaarts te bewegen zonder de hefboom te gebruiken. Indien de stoel
beweegt, is het niet correct vergrendeld.
43
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
OPB039003
C010102AHM
Rugleuninghoek
Om de rugleuning te verstellen:
1. Plaats uw gewicht iets naar voren en
trek de hendel voor de rugleuningverstelling omhoog.
2. Leun voorzichtig terug tegen de
rugleuning en stel de leuning af in de
positie die gewenst wordt.
3. Laat de hefboom los en controleer of
de leuning is vergrendeld. (De hefboom MOET terugkeren in zijn basis
positie zodat de rugleuning kan vergrendelen.)
Beweeg de hendel omhoog of omlaag
om de stoel in hoogte te verstellen.
• Druk de hendel enkele malen omlaag
om de stoel lager te zetten.
• Druk de hendel enkele malen omhoog
om de stoel hoger te zetten.
CO10104APB
Hoofdsteun
(indien hiermee uitgerust)
De bestuurdersstoel en passagiersstoel
voor zijn uigerust met een hoofdsteun
voor de veiligheid en het comfort van de
inzittenden.
De hoofdsteun voorziet niet alleen in
comfort voor de bestuurder en voor passagier, maar helpt ook om hoofd en nek
te beschermen in geval van een aanrijding.
35
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
WAARSCHUWING
• Voor een maximale effectiviteit
tijdens een ongeval, moet de
hoofdsteun zo worden ingesteld
dat het midden van de hoofdsteun zich ter hoogte van het
zwaartepunt van het hoofd bevindt. Gewoonlijk bevindt het
zwaartepunt van het hoofd zich
aan de bovenzijde van de ogen.
Stel de hoofdsteun zo dicht
mogelijk bij het hoofd af. Om
deze reden is het niet aan te
bevelen om een kussen te
gebruiken, waardoor het lichaam
verder van de rugleuning wordt
verwijderd.
• Rijdt niet met het voertuig indien
de hoofdsteunen zijn verwijderd,
aangezien (ernstig) letsel voor de
inzittenden kan betekenen in
geval van een aanrijding.
Hoofdsteunen bieden extra
bescherming tegen nekletsel
mits deze goed afgesteld zijn.
• Stel de hoogte van de hoofdsteun
niet af, terwijl het voertuig rijdt.
Het afstellen van de hoogte van de hoofdsteun
Om de hoofdsteun te verstellen, trek het
op naar de gewenste positie (1). Om de
hoofdsteun te verlagen, duw neer en
houdt de drukknop (2) op de hoofdsteundrager vast en verlaag de hoofdsteun
naar de gewenste positie (3).
OPB039005
OPB039008
Verwijdering
Om de hoofdsteun te verwijderen, trek
deze omhoog zoveel als het kan en druk
op de knop (1) tijdens het omhoog
trekken (2).
Plaats om de hoofdsteun te monteren de
stangen (3) in de opening. Houd daarbij
de ontgrendelknop (1) ingedrukt. Stel
vervolgens af op de gewenste hoogte.
WAARSCHUWING
Controleer of de hoofdsteun na het
afstellen goed is geblokkeerd,
zodat de inzittenden worden
beschermd.
63
HNF2041-1
Actieve hoofdsteun
(indien hiermee uitgerust)
De actieve hoofdsteun beweegt naar
voren en naar boven tijdens een botsing
van achteren. Dit helpt voorkomen dat
het hoofd van de bestuurder en de voorpassagier naar achteren beweegt; op
deze manier wordt mogelijk nekletsel
voorkomen.
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
OPB039050
C010306APB
Stoel met neerklapbare leuning
(alleen 3-deurs uitvoering)
Trek, om de tweede rij zitplaatsen te bereiken of
te verlaten, de hendel voor het neerklappen
van de rugleuning van de passagiersstoel voor
omhoog. De rugleuning van de passagiersstoel
klapt om en de stoel gaat naar voren. Plaats de
stoel zo ver mogelijk naar voren.
Duw, als is in- of uitgestapt, de passagiersstoel
naar achteren en trek de rugleuning naar
achteren, totdat de rugleuning vergrendelt.
Controleer of de stoel goed vastzit.
WAARSCHUWING
Probeer nooit bij een rijdende auto of
als er iemand op de passagiersstoel zit
de stoel te verstellen; de stoel kan plotseling gaan bewegen, waardoor de passagier op de stoel gewond kan raken.
OPB039007
C010107AUN
Stoelverwarming
(indien hiermee uitgerust)
De stoelverwarming is toegepast om de
voor zitplaatsen te verwarmen tijdens
koud weer. Met het contact minimaal in de
AAN positie, druk op de schakelaar om de
zitplaats van de bestuurder of de zitplaats
van de voor passagier te verwarmen.
Tijdens gematigd weer en onder condities
waarbij de werking van de stoelverwarmer
niet nodig is, is het niet nodig de verwarming te gebruiken.
✽
AANDACHT
Als de stoelverwarmingschakelaar in de
AAN positie staat, wordt het verwarmingssysteem niet automatisch uitgeschakeld.
37
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
VOORZICHTIG
Gebruik geen oplosmiddel tijdens
•
het schoonmaken van de stoelen,
zoals verdunner, benzeen, alcohol en benzine. Dit zou de oppervlakte van de stoelverwarming of
de bekleding kunnen beschadigen.
• Om oververhitting van de
stoelverwarming tegen te gaan,
plaats geen dekens, kussens of
bekledingshoezen op de zitplaatsen terwijl de stoelverwarming in
werking is.
• Plaats geen zware of scherpe
voorwerpen op zitplaatsen. Er kan
schade plaatsvinden aan de
stoelverwarming en / of de bekleding.
WAARSCHUWING –
Brandwonden door
stoelverwarming
Passagiers moeten voorzichtig zijn
tijdens het gebruik van stoelverwarming, gezien de kans op overmatige verwarming waardoor
brandblaren kunnen ontstaan. De
inzittenden moeten in staat zijn om
te voelen of de zitplaats te warm
wordt en de stoelverwarming uit
kunnen zetten. De bestuurder moet
voorzichtig zijn voor de volgende
passagiers:
1.Zuigelingen, kinderen, ouderen,
gehandicapte of poliklinische
patiënten
2.Personen met gevoelige huid of
inzittenden die snel verbranden
3.Vermoeide meerijders
4.Dronken meerijders
5.Meerijders die medicatie
gebruiken welke loomheid of
slaperigheid kunnen verwekken
(slaappillen, pillen tegen verkoudheid enz.)
Type A
OMG039017
Type B
OPB039012
C010108APB
Rugleuningzak
(indien hiermee uitgerust)
Het opbergvak op de rugleuning bevindt
zich op de passagiersstoel voor.
83
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
WAARSCHUWING –
Rugleuningzakken
Plaats geen zware of scherpe voorwerpen in de rugleuningtassen. Bij
een ongeval kunnen deze
loskomen en de inzittenden van het
voertuig verwonden.
OPA039053
Afstelling achterzitplaats
C010303APB
Hoofdsteun
(indien hiermee uitgerust)
De zitplaatsen achter zijn voorzien van
hoofdsteunen voor de buitenste zitplaatsen en de zitplaats in het midden voor de
veiligheid en het comfort van de inzittenden.
De hoofdsteun voorziet niet alleen in
comfort voor de bestuurder en voorinzittende, maar helpt ook om het hoofd en
nek te beschermen in geval van een aanrijding.
WAARSCHUWING
• Voor een maximale effectiviteit
tijdens een ongeval moet de
hoofdsteun zo worden ingesteld
dat het midden van de hoofdsteun zich ter hoogte van het
zwaartepunt van het hoofd bevindt. Gewoonlijk bevindt het
zwaartepunt van het hoofd zich
aan de bovenzijde van de ogen.
Stel de hoofdsteun ook zo af dat
de afstand tot het hoofd
ongeveer 10 cm is. Om deze
reden is het gebruik van een
kussen tegen de rugleuning niet
aan te raden.
• Rijdt niet met het voertuig als de
hoofdsteunen zijn verwijderd,
aangezien ernstig letsel bij de
inzittenden kan ontstaan in geval
van een ongeval. Hoofdsteunen
bieden bescherming tegen nekletsel mits goed afgesteld.
Hoofdsteunen bieden een goede
bescherming tegen nekletsel
mits goed afgesteld.
39
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
OPB039009
Het afstellen van de hoofdsteunen
omhoog / omlaag
Om de hoofdsteun hoger af te stellen,
trek het op naar de gewenste positie (1).
Om de hoofdsteun lager af te stellen,
duw naar beneden en houdt de drukknop
(2) op de ruglening ingedrukt en verlaag
de hoofdsteun naar de gewenste positie
(3).
Verwijdering
Om de hoofdsteun te verwijderen, trek
de hoofdsteun omhoog met de drukknop
(1) tijdens het omhoog trekken (2).
Plaats om de hoofdsteun te monteren,
de stangen (3) in de openingen. Houd
daarbij de ontgrendelknop (1) ingedrukt.
Stel vervolgens de hoofdsteun op de
juiste hoogte af.
OPB039011
WAARSCHUWING
Controleer of de hoofdsteun na het
afstellen goed is geblokkeerd,
zodat de inzittenden worden
beschermd.
C010307BPB
Inklappen van de achterzitplaats
De achterrugleuningen ( en zitkussens)
kunnen ingeklapt worden om de
bagageruimte te vergroten.
WAARSCHUWING
Het doel van de neerklapbare
achterrugleuningen (en zitkussens)
is om de bagageruimte te vergroten.
Laat passagiers nooit op de
neergeklapte rugleuning zitten, terwijl de auto in beweging is, dit is
geen juiste zitpositie. Bovendien
zijn er geen veiligheidsgordels
beschikbaar. Dit kan leiden tot ernstig letsel in het geval van een aanrijding of onverwachte stop.
Voorwerpen die vervoerd worden
op de neergeklapte rugleuningen
mogen niet hoger reiken dan de top
van de voorste rugleuningen. Dit in
verband met doorglijden tijdens
afremmen. Let op dat de voorwerpen zo goed als mogelijk is worden
vastgezet.
103
Loading...
+ 341 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.