Hyundai I20 2012 Owner's Manual [nl]

GEBRUIKERSHANDLEI DING
BEDIENING ONDERHOUD SPECIFICATIES
Alle informatie in deze gebruikershandleiding is actueel ten tijde van de publicatie. Hyundai behoudt zich echter het recht voor om te allen tijde aan­passingen door te voeren zodat het beleid van voortdurende productverbe­tering uitgevoerd kan worden.
Deze handleiding is van toepassing op alle modelvariaties en omvat beschrijvingen en verklaringen betreffende zowel optionele als standaar­duitrusting. Als resultaat hiervan kunt u informatie in deze handleiding vin­den die niet van toepassing is op uw specifieke voertuig.
VOORZICHTIG: AANPASSINGEN AAN UW HYUNDAI
Uw Hyundai dient op geen enkele wijze te zijnof te worden aangepast. Zulke aanpassingen kunnen de prestatie, veiligheid of duurzaamheid van uw Hyundai nadelig beïnvloeden en zouden bovendien de voorwaarden van de beperkte garanties die het voertuig dekken kunnen overtreden. Bepaalde aan­passingen kunnen ook strijdig zijn met de wettelijke voorschriften zoals vastgesteld door het Departement voor Transport en andere overheidsorganen in uw land.
TWEEZIJDIGE RADIOVERBINDING OF MOBIELE TELEFOON INSTALLATIE
Uw voertuig is uitgerust met elektronische brandstoftoevoer en andere elektronische componenten. Het is mogelijk dat een oneigenlijk geïnstalleerde/aangepaste tweezijdige radioverbinding of mobiele tele­foon uw elektronische systemen nadelig kan beïnvloeden. Om deze reden bevelen wij u aan om zorgvuldig de instructies van de fabrikant op te volgen of uw Hyundai Reparateur te raadplegen betref­fende voorzorgsmaatregelen of speciale instructies, indien u ervoor kiest om één van deze apparaten te installeren.
F2
WAARSCHUWING INZAKE VEILIGHEID EN VOERTUIG SCHADE
Deze handleiding bevat informatie met titels als WAARSCHUWING, VOORZICHTIG en AANDACHT. Deze titels geven het volgende aan:
WAARSCHUWING
Dit geeft aan dat een conditie kan resulteren in schade of (ernstig) letsel voor u of andere inzitten­den, indien er geen aandacht wordt besteedt aan de waarschuwing. Volg het advies op dat wordt gegeven bij de waarschuwing.
VOORZICHTIG
Dit geeft aan dat een conditie kan resulteren in schade voor uw voertuig of uitrusting, indien er geen aandacht wordt besteedt aan de waarschuwing. Volg het advies op dat wordt geleverd bij de waarschuwing.
]
AANDACHT
Dit geeft aan dat er extra informatie wordt verstrekt.
F3
VOORWOORD
Dank u voor het kiezen van Hyundai. Het is een genoegen u welkom te heten bij het groeiende aantal kritische mensen die Hyundai”s aan schaffen. De geavanceerde toepassingen en hoogwaardige constructie van iedere Hyundai die wordt gebouwd is iets waar HYUNDAI MOTOR•INDIA zeer trots op is.
De gebruikershandleiding zal u informeren over de kenmerken en werking van uw nieuwe Hyundai. Het wordt aanbevolen om deze zorgvuldig door te lezen aangezien de informatie veel kan bijdragen aan het optmale gebruik van uw nieuwe voertuig.
De fabrikant beveelt ook aan dat alle onderhoudswerkzaamheden aan uw voertuig worden uitgevoerd door een Erkend HYUNDAI Reparateur. Hyundai Reparateurs zijn voorbereid op het leveren van hoogwaardige diensten, onderhoud en andere ondersteuning die noodza­kelijk is.
HYUNDAI MOTOR INDIA
Opmerking : Omdat toekomstige eigenaren van dit voertuig ook de informatie in deze handleiding nodig zullen hebben, gelieve
de handleiding in het voertuig achter te laten als u deze Hyundai verkoopt.
VOORZICHTIG
Ernstige schade aan motor en aandrijving kan het resultaat zijn van het gebruik van brandstof en smeermiddelen van slechte kwaliteit die niet voldoen aan de specificaties van Hyundai. U moet altijd hoogwaardige brandstof en smeer­middelen gebruiken die voldoen aan de specificaties vermeld op Pagina 8-4 in de sectie Voertuig Specificaties van de gebruikershandleiding.
Auteursrecht 2010 Hyundai Motor India. Alle rechten voorbehouden. Geen onderdeel van deze publicatie mag worden weergegeven, opgeslagen in om het even welk terugzoeksysteem of uitgezonden in om het even welk vorm of om het even welke middelen zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Hyundai Motor India.
F4
Hyundai Orginele Onderdelen
1. Wat zijn Hyundai orginele onderde­len?
Hyundai orginelen onderdelen zijn dezelfde onderdelen die gebruikt wor­den door Hyundai Motor Company om voertuigen te fabriceren. Ze zijn ont­worpen en beproefd voor de optimale veiligheid, prestatie en betrouw­baarheid voor onze klanten.
2. Waarom zou u orginele onderdelen gebruiken?
Hyundai orginele onderdelen zijn ontwikkeld en gefabriceerd om te vol­doen aan strenge fabriekseisen. Het gebruik van alternatieve, namaak of gebruikte onderdelen zijn mogelijk niet gedekt onder de Hyundai Multi point Garantie of enig andere Hyundai garantie.
Bovendien is schade aan of falen van Hyundai orginele onderdelen veroorzaakt door de gebruik van een alternatief, namaak of gebruikt onderdeel niet gedekt door enige Hyundai garantie.
3. Hoe kunt u vaststellen of u Hyundai orginele onderdelen koopt?
Let altijd op het logo van de Hyundai orginele onderdelen verpakking (zie onderstaand).
Hyundai orginele onderdelen worden geëxporteerd en zijn altijd verpakt met etiketten die alleen in het Engels zijn geschreven.
Hyundai orginele onderdelen worden alleen verkocht door erkende Hyundai Reparateurs.
A100A03L
A100A01L
A100A02L A100A04L
F5
Introductie
1
Inhoudsopgave
Uw voertuig in een oogopslag
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
Kenmerken van uw voertuig
Het besturen van uw voertuig
Wat te doen in noodgevallen
Onderhoud
Specificaties & Informatie voor de klant
Inhoudsregister
2
3
4
5
6
7
8
I
Introductie
1
Hoe deze handleiding te gebruiken / 1-2 Brandstofvereisten / 1-2 Proces van inrijden van het voertuig / 1-5 Symbolen op het instrumentencluster / 1-6
Introductie
HOE DEZE HANDLEIDING TE GEBRUIKEN
A010000AHM
We willen u helpen om het hoogst mogelijke rijplezier te halen uit uw voer­tuig. In de gebruikershandleiding is heel veel informatie te vinden over het gebruik van de auto. U wordt aangeraden om de volledige handleiding door te lezen. Om de kans op schade en letsel te voorkomen wordt aangeraden vooral de secties WAARSCHUWING of VOORZICHTIG ter harte te nemen.
Illustraties en afbeeldingen vullen de tekst in deze handleiding aan om nog beter uit te leggen hoe optimaal van dit voertuig gebruik gemaakt kan worden. Door de handleiding te lezen wordt u geïnformeerd over de kenmerken, belan­grijke veiligheidsinformatie en rijtips onder diverse rij-omstandigheden.
De indeling van de handleiding wordt gegeven in de inhoudsopgave. Gebruik de index als u zoekt naar een speciaal onderwerp; de index is een alfabetische lijst van alle informatie in uw boekje.
De handleiding heeft 8 hoofdstukken en een inhoudsopgave. Iedere sectie begint met een korte inhoudsopgave zodat u in een oogopslag kunt zien of die sectie de informatie bevat die u wilt hebben.
U zult diverse WAARSCHUWINGen, VOORZICHTIG en AANDACHT in deze handleiding vinden. Deze blokken zijn opgesteld om de persoonlijke veiligheid te verbeteren. U wordt aangeraden deze WAARSCHUWING, VOORZICHTIG en AANDACHT procedures zorgvuldig te lezen en te volgen.
WAARSCHUWING
Een WAARSCHUWING geeft een situatie aan waaruit schade of lichamelijk letsel kan ontstaan, in­dien de waarschuwing wordt genegeerd.
VOORZICHTIG
Een VOORZICHTIG geeft een situ­atie aan waaruit schade aan uw voertuig kan ontstaan, indien de waarschuwing wordt genegeerd.
]
AANDACHT
Een AANDACHT geeft aan dat er interessante of nuttige informatie wordt verstrekt.
BRANDSTOFEISEN
Benzinemotor
A020101AFD
Loodvrij Voor Europa
Voor de optimale prestatie van het voer­tuig, wordt het gebruik van loodvrije ben­zine met een RON octaangetal (Research-Octaangetal) 95/AKI (Anti Knock Index) 91 aanbevolen.
U kunt loodvrije benzine met een RON octaangetal 91~94/AKI 87~90 gebruiken, dit kan resulteren in een lichte prestatie­vermindering van het voertuig.
Uitgezonderd Europa
Uw nieuwe Hyundai voertuig is ontwor­pen om alleen loodvrije brandstof te gebruiken met een RON Octaangetal (Research-Octaangetal) 91 / AKI (Anti­Knock Index) 87 of hoger.
Uw nieuwe voertuig is ontworpen om de maximale prestatie te verkrijgen met LOODVRIJE BRANDSTOF als ook om vervuiling via het uitlaatgassen te beperken.
21
Introductie
VOORZICHTIG
GEBRUIK NOOIT LOODHOUDENDE BENZINE. Het gebruik van lood­houdende benzine is schadelijk voor de katalysator, het zal de zuurstofsensor van het motor regel­systeem beschadigen en het emissiebeheer aantasten. Voeg nooit reinigingsmiddelen toe aan de brandstoftank, anders dan is aangegeven. (Raadpleeg een Erkend Hyundai Reparateur voor details.)
WAARSCHUWING
• Nooit doorgaan met ‘afvullen’ nadat de benzinepomp automa­tisch is afgeslagen tijdens het bij­tanken.
• Controleer altijd of de brandstof­dop goed is vastgezet om brand­stofverlies te voorkomen.
A020102APB
Loodhoudend (indien hiermee uit­gerust)
Voor een aantal landen is het voertuig ontworpen om loodhoudende benzine te gebruiken. Wanneer u loodhoudende benzine gaat gebruiken, vraag een Erkende HYUNDAI Reparateur of uw voertuig geschikt is voor loodhoudende benzine. Het octaangetal voor loodhoudende ben­zine is gelijk aan loodvrije benzine.
A020103APB
Benzine welke alcohol en methanol bevat
Gasohol, een mengsel van benzine en ethanol (ook bekend als graanalcohol), en benzine of gasohol die methanol bevat (ook bekend als houtgeest) wordt soms verkocht samen met of in plaats van loodhoudende of loodvrije benzine. Gebruik geen gasohol die meer dan 10% ethanol bevat en gebruik geen benzine of gasohol die methanol bevat. Deze brand­stoffen kunnen regelproblemen en /of schade aan het brandstofsysteem veroorzaken.
Stop het gebruik van gasohol van welk soort dan ook, als zich problemen voor­doen. Voertuigschade of regelpoble­men worden niet gedekt door de fab­rieksgarantie als deze het resultaat zijn van:
1. Gasohol die meer dan 10% ethanol bevat.
2. Benzine of gasohol die methanol bevat.
3. Loodhoudende benzine of lood­houdende gasohol. (met uitzonder­ing van voertuigen die zijn ontwor­pen voor een aantal landen om lood­houdende benzine te gebruiken)
VOORZICHTIG
Gebruik nooit gasohol die methanol bevat. Stop het gebruik van enig gasohol product die de werking van de motor schaadt.
13
Introductie
A020104AEN
Gebruik van MTBE
HYUNDAI beveelt aan om brandstoffen in uw voertuig te vermijden die MTBE (Methyl Tertiary Butyl Ether) bevatten met meer dan 15% vol. (Oxygen Content
2.7% gewicht). Brandstoffen die MTBE met meer dan
15% vol. (Oxygen Content 2.7% gewicht) bevatten kunnen de prestatie van het voertuig verminderen en moeilijk starten veroorzaken.
VOORZICHTIG
De garantievoorwaarden kan mogelijk de schade aan het brand­stofsysteem of prestatieproblemen dekken, die zijn veroorzaakt door het gebruik van brandstoffen die methanol bevatten of brandstoffen die MTBE (Methyl Tertiary Butyl Ether) bevatten met meer dan 15% vol. (Oxygen Content 2.7% gewicht).
A020105APA
Gebruik geen methanol
Brandstoffen die methanol bevatten, mogen niet in het voertuig gebruikt wor­den. Dit soort brandstof kan de voertuig­prestatie verminderen en componenten van het brandstofsysteem beschadigen.
AO20106AEN
VOORZICHTIG
De garantievoorwaarden zal de schade, die is veroorzaakt door het gebruik van methanol of brandstof­fen die methanol bevatten, aan het brandstofsysteem of prestatieprob­lemen niet dekken.
A020106AEN
Emissie
Om bij te dragen aan minder luchtvervuil­ing beveelt HYUNDAI aan dat u brand­stof gebruikt met toegevoegde reinig­ingsmiddelen, waardoor vorming van verbrandingsresten in de motor wordt voorkomen. Deze brandstoffen zullen de motor helpen, schoner te draaien en de prestaties verbeteren van het Emissie Beheer Systeem.
A020107AUN
Werking in het buitenland
Indien u uw voertuig in een ander land gaat rijden, wees er zeker van dat:
• Alle voorschriften geraadpleegd wor-
den betreffende registratie en verzek­ering.
• Vastgesteld wordt dat de juiste brand-
stoffen beschikbaar zijn.
Diesel Motor
AO20201AHM
Diesel brandstof
Voor de dieselmotor moet alleen diesel brandstof gebruiken die voldoet aan EN 590 of vergelijkbare standaard. (EN staat voor “Europese Norm”). Gebruik geen marinedieselbrandstof, huisbrandolie, of niet-goedgekeurde brandstofadditieven, omdat deze de slijtage zal vergroten en schade kan veroorzaken aan de motor en het brandstofsysteem. Het gebruik van niet-goedgekeurde brandstoffen en/of brandstofadditieven zal resulteren in een beperking van de garantierechten.
In uw voertuig wordt diesel brandstof van 52 tot 54 cetane gebruikt. Als er twee soorten diesel brandstof beschikbaar zijn, gebruik zomer of winterdiesel op de juiste wijze conform de volgende temper­atuur condities.
41
• Boven–5°C(23°F)…Zomer soort diesel brandstof.
• Onder–5°C(23°F)…Winter soort diesel brandstof.
Let op het brandstofniveau in de tank : als de motor stopt omdat de tank leeg is, moet het brandstofsysteem volledig ontlucht worden om opnieuw te kunnen starten.
VOORZICHTIG
• Voorkom dat er geen benzine of water de tank binnen komt. Als dat wel het geval is moet de tank en de leidingen schoon gemaakt en afgetapt worden. Zodoende wordt schade aan het brandstof­systeem en de motor beperkt.
VOORZICHTIG -
OPMERKING - Diesel
• Het is raadzaam de aanbevolen diesel voor dieselauto's uitgerust met een DPF-systeem te gebruiken.
• Het gebruik van diesel met een hoog zwavelgehalte (meer dan 50 ppm zwavel) en nietgespeci­ficeerde toevoegingen kan ertoe leiden dat het DPF-systeem beschadigd raakt en er witte rook wordt uitgestoten.
A020202AUN
Biodiesel
Commercieel verstrekte dieselmengsels met niet meer dan 7% biodiesel, bekend onder de naam "B7 Diesel", kunnen in uw auto worden gebruikt als de biodiesel vol­doet aan de norm EN 14214 of gelijk­waardig. (EN betekent: "Europese Norm"). Het gebruik van biobrandstoffen met meer dan 7% raapzaadmethylester (RME), vetzu­urmethylester (FAME), methylester uit plan­taardige olie (VME) enz. of een mengsel van diesel met biodiesel zal leiden tot over­matige slijtage of beschadiging van de motor en het brandstofsysteem. Het her­stellen of vervangen van versleten of beschadigde onderdelen wegens het ebruik van ongeschikte brandstoffen wordt niet gedekt uit hoofde van de fabrieks­garantie.
VOORZICHTIG
• Gebruik nooit brandstof (diesel, B7 biodiesel of een andere brand­stof) die niet aan de meest actuele specificaties van de petrochemische industrie vol­doet.
• Gebruik nooit brandstoftoevoeg­ingen en dergelijke die niet door de fabrikant zijn aanbevolen of goedgekeurd.
Introductie
INRIJDEN VAN HET VOERTUIG
A030000AUN
Voertuig of motorschade worden mogelijk niet gedekt door de fabrieks­garantie als deze het resultaat zijn van:
1. Gasohol die meer dan 10% ethanol bevat.
2. Benzine of gasohol die methanol bevat.
3. Loodhoudende benzine of lood­houdende gasohol. (met uitzondering van voertuigen die zijn ontworpen voor een aantal landen om lood­houdende benzine te gebruiken)
15
Introductie
INDICATOR SYMBOLEN OP DE INSTRUMENTENKLUSTER
A050000APB
Deur open waarschuwingslamp
Controlelampje ESP OFF
Voorgloei indicator (alleen voor Diesel)
Achterlaadbak open indicator
Geopend portier/achterklep waarschuwingslamp*
Veiligheidsgordel waarschuwingslamp
Groot licht indicator
Controlelamp dimlicht
Richtingaanwijzer indicator
Controlelamp mistlampen voor*
Controlelamp mistachterlicht*
Controlelampje ESP*
h Voor meer gedetailleerde verklaringen, raadpleeg “Instrumentenpaneel” in sectie 4. * : indien hiermee uitgerust
ABS waarschuwingslamp*
Parkeerrem & remvloeistof waarschuwingslamp
Oliedrukmeter waarschuwingslamp
Dynamolaadstroom waarschuwingslamp
Storing indicator*
Airbag waarschuwingslamp*
Immobiliser indicator*
Brandstofniveau waarschuwingslamp
61
Brandstoffilter waarschuwingslamp (alleen voor Diesel)
EPS waarschuwingslamp*
TPMS-waarschuwingslamp (Bandenspanningcontrolesysteem)*
Lage bandenspanning
waarschuwingslamp *
Positie band met lage spanning waarschuwingslamp*
O/D
O/D UIT indicator*
OFF
Uw voertuig in een oogopslag
Overzicht van het interieur / 2-2 Overzicht van het instrumentenpaneel / 2-3 Motorruimte / 2-4
2
Uw voertuig in een oogopslag
OVERZICHT VAN HET INTERIEUR
1. Knop voor grendelen/ontgrendelen deur
................................................ 4-10
2. Knop voor inklappen
buitenspiegels* ..............................4-33
3. Buiten kijkspiegel schakelaar........ 4-32
4. Elektrische raamgrendel knop *..... 4-17
5. Elektrische raamschakelaars *.......4-14
6. Ventilatierooster..............................4-66
7. Koplamp afstelinrichting *...............4-55
8. ESP UIT knop *............................. 5-20
9. Verlichting instrumentenpaneel
bedieningsknop *........................... 4-36
10. Stuurwielverstelling*.......................4-28
11. Zekeringskast ................................7-54
12. Motorkapopener............... ..............4-19
13. Koppelingspedaal *..........................5-8
14. Rempedaal ................................... 5-15
15. Gaspedaal ..................................... 5-5
16. Brandstofvulklep opener ............. 4-21
*: indien hiermee uitgerust
B010000APB
22
OPB010001
OVERZICHT VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Uw voertuig in een oogopslag
1. Instrumentenkluster.......................... 4-34
2. Lichtschakelaar /
Richtingaanwijzerschakelaars.......... 4-52
3. Ruitenwisser / Ruitensproeier ......... 4-57
4. Audio-bedieningsorganen* .............. 4-89
5. Hoorn ...............................................4-29
6. Bestuurders air-bag*.........................3-39
7. Stuurwiel...........................................4-28
8. Contactslot......................................... 5-4
9. Multifunctioneel display*....................4-27
10. Waarschuwingslicht schakelaar ...... 4-47
11. Knop Tripcomputer*...........................4-51
12. Audio * .............................................4-48
13. Klimaatbeheersingsysteem* ........... 4-64
14. Multi Box*..........................................4-82
15. Aansteker..........................................4-84
16. Stoelverwarming* ...............................3-7
17. AUX, USB en iPod-poort*.................4-91
18. Versnellingspook ............................... 5-7
19. Parkeerremhendel ........................... 5-16
20. Passagiers air-bag* ......................... 3-39
21. Handschoenenkast ..........................4-81
*: indien hiermee uitgerust
B020000APB
OPB009002
23
Uw voertuig in een oogopslag
MOTORRUIMTE
Benzinemotor
De afbeelding kan verschillen met de werkelijkheid.
B030000APB
1. Expansiereservoir..............................7-26
2. Motoroliedop ....................................7-24
3. Rem-/koppelingsvloeistofreservoir....7-28
4. Luchtfilter ..........................................7-33
5. Zekeringenkast ................................7-56
6. Plusaansluiting accu ........................7-40
7. Minaansluiting accu ..........................7-40
8. Ruitensproeiervloeistofreservoir ......7-31
9. Radiateurdop ....................................7-27
10. Motoroliepeilstok ..............................7-24
11. Oliepeilstok automatische
versnellingsbak*................................7-29
*: indien hiermee uitgerust
OPB009003
42
Uw voertuig in een oogopslag
Dieselmotor
De afbeelding kan verschillen met de werkelijkheid.
1. Expansiereservoir ...........................7-26
2. Motoroliedop....................................7-24
3. Rem-/koppelingsvloeistofreservoir...7-28
4. Luchtfilter ....................................... 7-32
5. Zekeringenkast................................7-55
6. Plusaansluiting accu....................... 7-40
7. Minaansluiting accu ........................7-40
8. Ruitensproeiervloeistofreservoir ... 7-31
9. Radiateurdop...................................7-27
10. Motoroliepeilstok ........................... 7-24
11. Brandstoffilter ................................. 7-32
OPB079001
25
Zitplaatsen / 3-2 Veiligheidsgordels / 3-13 Veiligheidssysteem voor kinderen / 3-24 Airbag – aanvullend beveiligingssysteem / 3-33
Veiligheidskenmerken van het voertuig
3
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
ZITPLAATSEN
C010000APB
Voorzitplaats
(1) Voorwaarts en achterwaarts ver-
schuiven (2) Rugleuningverstelling (3) Stoelhoogte (bestuurdersstoel) * (4) Hoofdsteunen (5) Stoel met neerklapbare leuning
(alleen 3-deurs uitvoering)* (6) Armleuning (bestuurdersstoel)* (7) Zitplaats verwarming *
Achterzitplaats
(8) Hoofdsteunen
(buitenste en/of midden*) (9) Inklapbare zitplaats
*: indien hiermee uitgerust
OPB039001
23
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
WAARSCHUWING
Losse voorwerpen
Losse voorwerpen op de vloer van de bestuurder kunnen de bediening van de pedalen hinderen, en mogelijk een ongeluk veroorzaken. Plaats niets los onder de voorzit­plaatsen.
WAARSCHUWING
Verticaal zetten van
de rugleuning
Wanneer u de rugleuning terugzet in de verticale positie, houdt de rugleuning vast en breng het langzaam terug en let op dat er niets of niemand bekneld raakt. Controleer of de rugleuning goed vergrendeld is.
WAARSCHUWING–
Verantwoordelijkheid bestu urder voor passagiers
Het rijden in een voertuig met de rugleuning horizontaal kan leiden tot ernstig letsel. Als een rugleun­ing horizontaal is geplaatst, kan de inzittende onder de veigheids­gordel uitglijden. Ernstig letsel zou hierdoor kunnen ontstaan. De bestuurder moet de passagier drin­gend verzoeken om de rugleuning in een verticale positie te zetten tij­dens het rijden.
WAARSCHUWING –
Zitplaats bestuurder
• Probeer nooit om de zitplaats af te stellen terwijl het voertuig in beweging is. Dit kan leiden tot vermindering van de voertuig­controle, wat resulteert in een ongeval en of materiele schade.
• Let op dat er geen bagage tegen de rugleuning wordt geplaatst. De vergrendeling van de rugleun­ing kan eventueel overbelast wor­den of niet goed vergrendeld zijn, dit kan leiden tot (ernstig) letsel tijdens een plotselinge stop of botsing.
• Rij altijd met de rugleuning in verticale positie en gebruik de veiligheidsgordel zoals het hoort sluitend over de borst en laag over de heupen. Dit is de beste positie om u te beschermen in geval van een ongeluk
• Zorg voor een goede zitpositie om onnodige (ernstig) air-bag let­sel te voorkomen om zo ver mogelijk weg van het stuurwiel, terwijl toch een goede controle over het voertuig wordt behouden. Het is aan te raden de borstkas tenminste 250 mm van het stuurwiel af te houden.
33
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
WAARSCHUWING –
Rugleuningen achterzit­plaatsen
• De rugleuning van de achterzit­plaaten moet veilig worden vast­gezet. Als dat niet zo is kunnen inzittende letsel oplopen. Dit kan ook door losliggende voorwer­pen.
• Bagage en andere belading moet vlak neergelegd worden in de bagageruimte. Indien de voor­werpen groot, zwaar of opgestapeld worden, moeten deze worden vastgezet. Onder geen enkele omstandigheid moet bagage hoger opgestapeld wor­den dan de rugleuning. Het niet opvolgen van deze waarschuwin­gen kan resulteren in ernstig let­sel in het geval van een plot­selinge stop of aanrijding.
(Vervolgd)
(Vervolgd)
• Geen enkele passagier mag meerijden in de bagageruimte of op ingeklapte rugleuningen zitten of liggen, terwijl het voertuig rijdt.
• Wanneer de rugleuning wordt teruggezet in de verticale positie, verzeker u ervan dat het goed is vergrendeld. Controleer dit door de rugleuning voor- en achter­waarts te duwen.
WAARSCHUWING
Na de rugleuning te hebben afgesteld, controleer altijd dat het goed is vergrendeld door te proberen de rugleuning voor­waarts en achterwaarts te bewe­gen. Plotselinge of onverwachte bewegingen van de rugleuning van de bestuurder kan veroorzak­en dat de controle over het voer­tuig wordt verloren met de kans op een ongeluk.
OPB039002
Afstelling voorste zitplaats
C010101AHM
Voorwaarts en achterwaarts
Om de stoel voorwaarts en achterwaarts te schuiven:
1. Trek de hendel voor de lengteverstelling omhoog en houd de hendel omhoog.
2. Schuif de zitplaats naar de positie die u wenst.
3. Laat de hefboom los en verzeker u ervan dat de zitplaats op zijn plaats is vergrendeld.
Stel de zitplaats af voordat u gaat rijden en verzeker u ervan dat de zitplaats veilig is vergrendeld door te proberen voorwaarts en achterwaarts te bewegen zonder de hef­boom te gebruiken. Indien de stoel beweegt, is het niet correct vergrendeld.
43
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
OPB039003
C010102AHM
Rugleuninghoek
Om de rugleuning te verstellen:
1. Plaats uw gewicht iets naar voren en trek de hendel voor de rugleuningver­stelling omhoog.
2. Leun voorzichtig terug tegen de rugleuning en stel de leuning af in de positie die gewenst wordt.
3. Laat de hefboom los en controleer of de leuning is vergrendeld. (De hef­boom MOET terugkeren in zijn basis positie zodat de rugleuning kan ver­grendelen.)
OPB039004 OPA039052
CO10103APB
Hoogte zitkussen (voor zitplaats bestuurder) (indien hiermee uitgerust)
Beweeg de hendel omhoog of omlaag om de stoel in hoogte te verstellen.
• Druk de hendel enkele malen omlaag om de stoel lager te zetten.
• Druk de hendel enkele malen omhoog om de stoel hoger te zetten.
CO10104APB
Hoofdsteun (indien hiermee uitgerust)
De bestuurdersstoel en passagiersstoel voor zijn uigerust met een hoofdsteun voor de veiligheid en het comfort van de inzittenden.
De hoofdsteun voorziet niet alleen in comfort voor de bestuurder en voor pas­sagier, maar helpt ook om hoofd en nek te beschermen in geval van een aanrijd­ing.
35
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
WAARSCHUWING
• Voor een maximale effectiviteit tijdens een ongeval, moet de hoofdsteun zo worden ingesteld dat het midden van de hoofdste­un zich ter hoogte van het zwaartepunt van het hoofd bevin­dt. Gewoonlijk bevindt het zwaartepunt van het hoofd zich aan de bovenzijde van de ogen. Stel de hoofdsteun zo dicht mogelijk bij het hoofd af. Om deze reden is het niet aan te bevelen om een kussen te gebruiken, waardoor het lichaam verder van de rugleuning wordt verwijderd.
• Rijdt niet met het voertuig indien de hoofdsteunen zijn verwijderd, aangezien (ernstig) letsel voor de inzittenden kan betekenen in geval van een aanrijding. Hoofdsteunen bieden extra bescherming tegen nekletsel mits deze goed afgesteld zijn.
• Stel de hoogte van de hoofdsteun niet af, terwijl het voertuig rijdt.
Het afstellen van de hoogte van de hoofd­steun
Om de hoofdsteun te verstellen, trek het op naar de gewenste positie (1). Om de hoofdsteun te verlagen, duw neer en houdt de drukknop (2) op de hoofdsteun­drager vast en verlaag de hoofdsteun naar de gewenste positie (3).
OPB039005
OPB039008
Verwijdering
Om de hoofdsteun te verwijderen, trek deze omhoog zoveel als het kan en druk op de knop (1) tijdens het omhoog trekken (2).
Plaats om de hoofdsteun te monteren de stangen (3) in de opening. Houd daarbij de ontgrendelknop (1) ingedrukt. Stel vervolgens af op de gewenste hoogte.
WAARSCHUWING
Controleer of de hoofdsteun na het afstellen goed is geblokkeerd, zodat de inzittenden worden beschermd.
63
HNF2041-1
Actieve hoofdsteun (indien hiermee uitgerust)
De actieve hoofdsteun beweegt naar voren en naar boven tijdens een botsing van achteren. Dit helpt voorkomen dat het hoofd van de bestuurder en de voor­passagier naar achteren beweegt; op deze manier wordt mogelijk nekletsel voorkomen.
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
OPB039050
C010306APB
Stoel met neerklapbare leuning (alleen 3-deurs uitvoering)
Trek, om de tweede rij zitplaatsen te bereiken of te verlaten, de hendel voor het neerklappen van de rugleuning van de passagiersstoel voor omhoog. De rugleuning van de passagiersstoel klapt om en de stoel gaat naar voren. Plaats de stoel zo ver mogelijk naar voren.
Duw, als is in- of uitgestapt, de passagiersstoel naar achteren en trek de rugleuning naar achteren, totdat de rugleuning vergrendelt. Controleer of de stoel goed vastzit.
WAARSCHUWING
Probeer nooit bij een rijdende auto of als er iemand op de passagiersstoel zit de stoel te verstellen; de stoel kan plot­seling gaan bewegen, waardoor de pas­sagier op de stoel gewond kan raken.
OPB039007
C010107AUN
Stoelverwarming (indien hiermee uitgerust)
De stoelverwarming is toegepast om de voor zitplaatsen te verwarmen tijdens koud weer. Met het contact minimaal in de AAN positie, druk op de schakelaar om de zitplaats van de bestuurder of de zitplaats van de voor passagier te verwarmen.
Tijdens gematigd weer en onder condities waarbij de werking van de stoelverwarmer niet nodig is, is het niet nodig de ver­warming te gebruiken.
AANDACHT
Als de stoelverwarmingschakelaar in de AAN positie staat, wordt het verwarm­ingssysteem niet automatisch uit­geschakeld.
37
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
VOORZICHTIG
Gebruik geen oplosmiddel tijdens
het schoonmaken van de stoelen, zoals verdunner, benzeen, alco­hol en benzine. Dit zou de opper­vlakte van de stoelverwarming of de bekleding kunnen beschadi­gen.
• Om oververhitting van de
stoelverwarming tegen te gaan, plaats geen dekens, kussens of bekledingshoezen op de zitplaat­sen terwijl de stoelverwarming in werking is.
• Plaats geen zware of scherpe
voorwerpen op zitplaatsen. Er kan schade plaatsvinden aan de stoelverwarming en / of de be­kleding.
WAARSCHUWING –
Brandwonden door stoelverwarming
Passagiers moeten voorzichtig zijn tijdens het gebruik van stoelver­warming, gezien de kans op over­matige verwarming waardoor brandblaren kunnen ontstaan. De inzittenden moeten in staat zijn om te voelen of de zitplaats te warm wordt en de stoelverwarming uit kunnen zetten. De bestuurder moet voorzichtig zijn voor de volgende passagiers:
1.Zuigelingen, kinderen, ouderen, gehandicapte of poliklinische patiënten
2.Personen met gevoelige huid of inzittenden die snel verbranden
3.Vermoeide meerijders
4.Dronken meerijders
5.Meerijders die medicatie gebruiken welke loomheid of slaperigheid kunnen verwekken (slaappillen, pillen tegen verk­oudheid enz.)
Type A
OMG039017
Type B
OPB039012
C010108APB
Rugleuningzak (indien hiermee uitgerust)
Het opbergvak op de rugleuning bevindt zich op de passagiersstoel voor.
83
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
WAARSCHUWING –
Rugleuningzakken
Plaats geen zware of scherpe voor­werpen in de rugleuningtassen. Bij een ongeval kunnen deze loskomen en de inzittenden van het voertuig verwonden.
OPA039053
Afstelling achterzitplaats
C010303APB
Hoofdsteun (indien hiermee uitgerust)
De zitplaatsen achter zijn voorzien van hoofdsteunen voor de buitenste zitplaat­sen en de zitplaats in het midden voor de veiligheid en het comfort van de inzitten­den.
De hoofdsteun voorziet niet alleen in comfort voor de bestuurder en voorinzit­tende, maar helpt ook om het hoofd en nek te beschermen in geval van een aan­rijding.
WAARSCHUWING
• Voor een maximale effectiviteit tijdens een ongeval moet de hoofdsteun zo worden ingesteld dat het midden van de hoofdste­un zich ter hoogte van het zwaartepunt van het hoofd bevin­dt. Gewoonlijk bevindt het zwaartepunt van het hoofd zich aan de bovenzijde van de ogen. Stel de hoofdsteun ook zo af dat de afstand tot het hoofd ongeveer 10 cm is. Om deze reden is het gebruik van een kussen tegen de rugleuning niet aan te raden.
• Rijdt niet met het voertuig als de hoofdsteunen zijn verwijderd, aangezien ernstig letsel bij de inzittenden kan ontstaan in geval van een ongeval. Hoofdsteunen bieden bescherming tegen nek­letsel mits goed afgesteld. Hoofdsteunen bieden een goede bescherming tegen nekletsel mits goed afgesteld.
39
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
OPB039009
Het afstellen van de hoofdsteunen omhoog / omlaag
Om de hoofdsteun hoger af te stellen, trek het op naar de gewenste positie (1). Om de hoofdsteun lager af te stellen, duw naar beneden en houdt de drukknop (2) op de ruglening ingedrukt en verlaag de hoofdsteun naar de gewenste positie (3).
Verwijdering
Om de hoofdsteun te verwijderen, trek de hoofdsteun omhoog met de drukknop (1) tijdens het omhoog trekken (2).
Plaats om de hoofdsteun te monteren, de stangen (3) in de openingen. Houd daarbij de ontgrendelknop (1) ingedrukt. Stel vervolgens de hoofdsteun op de juiste hoogte af.
OPB039011
WAARSCHUWING
Controleer of de hoofdsteun na het afstellen goed is geblokkeerd, zodat de inzittenden worden beschermd.
C010307BPB
Inklappen van de achterzitplaats
De achterrugleuningen ( en zitkussens) kunnen ingeklapt worden om de bagageruimte te vergroten.
WAARSCHUWING
Het doel van de neerklapbare achterrugleuningen (en zitkussens) is om de bagageruimte te ver­groten.
Laat passagiers nooit op de neergeklapte rugleuning zitten, ter­wijl de auto in beweging is, dit is geen juiste zitpositie. Bovendien zijn er geen veiligheidsgordels beschikbaar. Dit kan leiden tot ern­stig letsel in het geval van een aan­rijding of onverwachte stop. Voorwerpen die vervoerd worden op de neergeklapte rugleuningen mogen niet hoger reiken dan de top van de voorste rugleuningen. Dit in verband met doorglijden tijdens afremmen. Let op dat de voorwer­pen zo goed als mogelijk is worden vastgezet.
103
Loading...
+ 341 hidden pages