Het reproduceren, aanpassen of vertalen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming is verboden, behalve voorzover toegestaan door
de copyrightwetgeving.
De informatie in deze publicatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
De enige garantie voor producten en services van HP staat in de uitdrukkelijke garantieverklaringen die bij die producten en services worden
geleverd. Niets in deze publicatie mag worden beschouwd als aanvullende garantie. HP aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische fouten,
drukfouten of weglatingen in deze publicatie.
Handelsmerken
Microsoft
UNIX
Novell
Pentium
Adobe
®
, Windows®, Windows NT®, en MS-DOS® zijn in de V.S. gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Open Group.
®
en NetWare® zijn gedeponeerde handelsmerken van Novell Corporation.
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Intel Corporation.
®
en Acrobat® zijn gedeponeerde handelsmerken van Adobe Systems Incorporate.
Veiligheidsinformatie
Neem bij het gebruik van dit product altijd de elementaire voorzorgsmaatregelen in acht om de kans op letsel ten gevolge van brand of elektrische
schokken te beperken.
1. Zorg dat u alle instructies in de printerdocumentatie heeft gelezen en begrepen.
2. Sluit dit product uitsluitend aan op een geaard stopcontact. Als u niet zeker weet of een stopcontact geaard is, kunt u advies inwinnen bij een
erkende elektricien.
3. Neem alle op dit product vermelde waarschuwingen en instructies in acht.
4. Haal het netsnoer uit het stopcontact voordat u dit product reinigt.
5. Plaats of gebruik dit product niet in de buurt van water of wanneer u nat bent.
6. Zorg dat het product stevig op een stabiel oppervlak staat.
7.Zet het product op een veilige plaats waar niemand op het netsnoer kan trappen of erover kan struikelen en het netsnoer niet
wordt beschadigd.
8. Als het product niet naar behoren werkt, raadpleeg dan Onderhoud en probleemoplossing.
9.Dit product bevat geen onderdelen die door de gebruiker kunnen worden onderhouden. Laat onderhoudswerkzaamheden over aan
Hartelijk dank voor het aanschaffen van deze printer. In deze handleiding vindt u informatie over het
installeren van uw printer, het uitvoeren van eenvoudige printertaken en het oplossen van
printerproblemen.
Andere bronnen met productinformatie zoeken
In de volgende bronnen vindt u productinformatie die niet in deze handleiding is opgenomen:
• Installatieposter. Bevat geïllustreerde installatieaanwijzingen. Een gedrukte versie van dit document is
bij de printer meegeleverd. De elektronische versie van deze handleiding vindt u in Adobe
Portable Document Format (PDF)-indeling op de Starter-CD.
• Beknopte handleiding. Bevat informatie voor het installeren van de printer en de software. U hebt deze
handleiding waarschijnlijk tijdens de installatie van het product geraadpleegd.
• On-linehelp. Bevat overzichtsinformatie over de printersoftware en beschrijft de procedures die tijdens
het gebruik van deze software worden uitgevoerd.
• Starter-CD. Bevat het printerstuurprogramma, de Werkset, een hulpprogramma voor het aanpassen
van het installatieprogramma, de elektronische versies van deze gebruikershandleiding,
nuttige productinformatie en bestelinformatie.
• Werkset. Bevat gebruiksaanwijzingen, tips voor het oplossen van problemen en informatie over de
toestand van de printkoppen. Wanneer u de Werkset installeert, wordt een pictogram van de Werkset
weergegeven op de werkbalk als het programma geopend is. De Werkset kan alleen door gebruikers
van Microsoft
• HP Instant Support. Een hulpprogramma op internet dat productspecifieke services, tips voor
probleemoplossing en informatie over het inkt- en papierverbruik van de printer biedt. Deze e-service
is toegankelijk via de Werkset
Windows.
• HP Inkjet Utility. De HP Inkjet Werkset bevat hulpmiddelen voor het kalibreren van de printer,
het reinigen van de printkoppen, het afdrukken van een testpagina en het zoeken van ondersteunende
informatie op internet. De HP Inkjet Utility is alleen beschikbaar voor gebruikers van Mac OS.
®
Windows® worden gebruikt.
. HP Instant Support is alleen beschikbaar voor gebruikers van
®
Acrobat®
Aan de slag
• Internet. Op de volgende websites kunt u terecht voor printerinformatie:
http://www.hp.com/support/businessinkjet1000
http://www.hp.com
• Handleidingen voor het netwerkbesturingssysteem en het besturingssysteem. Deze handleidingen zijn
meegeleverd bij uw computer of bij uw netwerkbesturingssysteem. In deze handleidingen wordt
informatie gegeven over eenvoudige printertaken voor alle netwerkprinters.
Andere bronnen met productinformatie zoeken
3
Informatie over printerconfiguratie
Deze printer is een vierkleuren inkjetprinter met een afdruksnelheid van 23 pagina’s per minuut (ppm)
voor monochrome (zwart-wit) afdrukken en 18 ppm voor kleurenafdrukken in de modus Klad.
De printer is uitgerust met de volgende onderdelen.
• Papierverwerking. Dit model is uitgerust met een standaard invoerlade (Lade 1)
met een capaciteit van 150 vel.
• Aansluitmogelijkheden. Dit model beschikt over een USB-aansluiting.
Desgewenst kunt u dit model uitbreiden met een automatische duplex-eenheid voor
dubbelzijdig afdrukken die u geld en papier bespaart. Ook kunt u een optionele
printserver toevoegen, waarmee u de printer in een netwerk kunt delen.
Onderdelen en functies van de printer
Vooraanzicht
12453
7
6
1. Papiergeleiders.
2. Uitvoerbak.
3. Bedieningspaneel. Zie Onderdelen van het bedieningspaneel.
4. Bovenste klep.
5. Klep van afdrukbenodigdheden.Zie Gedeelte met afdrukbenodigdheden.
6. Lade 1. Deze lade heeft een capaciteit van 150 vel.
7. Grendel van het verlengstuk van de uitvoerbak. Hiermee kunt de lade verlengen zodat er
afdrukmateriaal van Legal-formaat in past.
Aan de slag4
Gedeelte met afdrukbenodigdheden
1. Printkopgrendel. Door de printkopgrendel te ontgrendelen hebt u toegang tot de sleuven van de
printkoppen met kleurcode.
2. Printkoppen. De printkoppen moeten in de sleuf met de bijbehorende kleurcode worden geplaatst.
1
2
3
Aan de slag
3. Inktpatronen. De inktpatronen moeten in de sleuf met de bijbehorende kleurcode worden geplaatst.
Onderdelen van het bedieningspaneel
1345
2
a
c
1. (Aan/Uit-knop).
2. Aan/Uit-lampje (groen).
3. Lampje van afdrukbenodigdheden. Geeft de toestand van de inktpatronen en de printkoppen weer:
a) Printkoplampje b) Inktpatroonlampje c) Kleurenlampjes. Zie Informatie over de printerlampjes.
4. (knop Annuleren). Hiermee kunt u de huidige afdruktaak annuleren.
5. (knop Doorgaan).
b
6
6. Lampje Doorgaan. Dit lampje knippert in de volgende gevallen:
• bij een papierstoring
• als het papier op is
• als een afgedrukte pagina wordt gedroogd
• als de printer een handmatige dubbelzijdige afdruktaak uitvoert en wacht op het omdraaien van
het papier
Onderdelen en functies van de printer
5
Wanneer een afgedrukte pagina wordt gedroogd, wacht dan totdat de printer klaar is met drogen en
het lampje dooft. In de andere gevallen dient u het probleem te verhelpen en op (knop Doorgaan)
te drukken als het lampje niet vanzelf dooft.
Achteraanzicht
4
1. USB-aansluiting.
2. Stroomaansluiting.
3. Automatische duplex-eenheid.
4. Toegangspaneel aan de achterkant.
2
1
3
Aan de slag6
De printer aansluiten
U kunt de printer gebruiken voor lokaal afdrukken met een USB-kabel. (USB-kabels worden afzonderlijk
verkocht. Om deze te bestellen raadpleegt u HP benodigdheden en accessoires.)
U kunt de printer op de volgende manieren delen:
• U kunt gebruikmaken van een lokaal gedeeld netwerk, dat is een eenvoudig netwerk, als u de printer
aansluit op een computer met het besturingssysteem Windows. Via deze methode kunt u de printer
met andere Windows-gebruikers delen. Zie Rechtstreeks aansluiten via een USB-kabel (Windows) en
De printer delen in een lokaal gedeeld netwerk (Windows).
• Als u de printer op een computer met een Mac-besturingssysteem hebt aangesloten, kunt u ook
gebruikmaken van een lokaal gedeeld netwerk. Via deze methode kunt u de printer met andere
Mac-gebruikers delen. Zie Rechtstreeks aansluiten via een USB-kabel (Mac OS).
Rechtstreeks aansluiten via een USB-kabel (Windows)
In een Windows-omgeving kunt u een rechtstreekse aansluiting maken met een USB-kabel.
OPMERKING:Voor het aansluiten van de printer op een computer met een Mac-besturingssysteem via
een USB-kabel, raadpleegt u Rechtstreeks aansluiten via een USB-kabel (Mac OS).
Aan de slag
Gebruik een USB-kabel om de printer aan te sluiten op een computer met een USB-poort waarop
Microsoft Windows 98, Me, 2000 of XP wordt uitgevoerd.
In de meeste gevallen kunt u nadat u de printersoftware hebt geïnstalleerd en de printer op de computer
hebt aangesloten, extra printers installeren via USB-kabels zonder dat u de printersoftware opnieuw hoeft
te installeren.
Aansluiting op de computer via een USB-poort
De printer aansluiten
7
Eerst de software installeren
Volg de aanwijzingen om de installatie te voltooien als u nog geen USB-kabel (niet meegeleverd)
hebt aangesloten.
Eerst de software installeren
1. Sluit alle toepassingen af die nog open zijn.
a. Druk gelijktijdig op CTRL+ALT+DELETE op het toetsenbord van uw computer en klik op Taakbeheer.
b. Sluit alle toepassingen af die nog open zijn. (Systray of Explorerniet afsluiten.)
c. Als u klaar bent, klikt u op de X rechts boven in Taakbeheer om het venster te sluiten.
2. Plaats de Starter-CD in het cd-romstation. Het cd-menu wordt nu automatisch geopend.
Wanneer het cd-menu niet automatisch wordt geopend, klikt u op Start, Uitvoeren en typt u in het
opdrachtenvenster de beginletter van het cd-romstation van uw computer gevolgd door :\AUTORUN
(bijvoorbeeld, typ D:\AUTORUN).
3. In het CD-menu klikt u op Printerstuurprogramma installeren.
4. Selecteer de gewenste taal en klik op OK.
5. Volg de aanwijzingen op het scherm.
6. Klik op Aangesloten op deze computer en vervolgens op Volgende wanneer het programma
u dit vraagt.
7. Voor een USB-aansluiting: klik op USB-kabel en vervolgens op Volgende.
8. Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
9. Wanneer het programma dit vraagt, sluit u de USB-kabel aan op de computer en de printer.
De wizard Nieuwe Hardware gevonden verschijnt op het beeldscherm van de computer en het
printerpictogram wordt in de map Printers gemaakt.
10.Voor het delen van de printer raadpleegt u De printer delen in een lokaal gedeeld
netwerk (Windows).
Eerst de hardware installeren
Volg de aanwijzingen om de installatie te voltooien als u al een USB-kabel (niet meegeleverd)
hebt aangesloten en vervolgens de software hebt gestart. De wizard Nieuwe hardware gevonden
wordt weergegeven.
Eerst de hardware installeren
OPMERKING:Voordat u de printersoftware op een computer met Windows XP 64-bits installeert,
moet u de printersoftware downloaden op http://www.hp.com/support/businessinkjet1000.
1. Klik op Volgende in de wizard Nieuwe Hardware gevonden.
2. Klik op Zoeken naar het beste printerstuurprogramma voor uw apparaat (aanbevolen) en klik
vervolgens op Volgende.
3. Plaats de Starter-CD in het cd-romstation.
4. Wanneer het cd-menu verschijnt, klikt u twee keer op Sluiten om het cd-menu te sluiten.
5. Selecteer Een locatie opgeven.
6. Klik op Bladeren om naar de hoofdmap van de Starter-CD te gaan en klik vervolgens op OK.
7. Klik op Volgende en volg de aanwijzingen op het scherm.
8. Klik op Volgende en vervolgens op Voltooien.
Aan de slag8
9. Voor het delen van de printer raadpleegt u De printer delen in een lokaal gedeeld
netwerk (Windows).
OPMERKING:Nadat u de hardware-installatie hebt voltooid, start de wizard Nieuwe Hardware
gevonden automatisch het installatieprogramma. U kunt nu onderdelen installeren die niet bij het
stuurprogramma horen zoals de Werkset.
De printer delen in een lokaal gedeeld
netwerk (Windows)
In een lokaal gedeeld netwerk is de printer rechtstreeks aangesloten op de USB-poort van een
geselecteerde computer (de server) en wordt de printer gedeeld door andere computers (clients).
Gebruik deze configuratie uitsluitend voor kleine groepen of bij een beperkt gebruik van de printer.
De snelheid van de computer die is aangesloten op de printer neemt af wanneer veel gebruikers
afdrukken naar de gedeelde printer.
U kunt de printer in een lokaal gedeeld netwerk delen wanneer:
• De computer die is aangesloten op de printer onder Windows draait.
• De printer wordt gedeeld met andere Windows-gebruikers. (De printer kan niet worden gedeeld
met Mac-gebruikers.)
Een printer delen die op uw computer (de server) is aangesloten
1. Ga vanuit het menu Start naar de map Printers. (Deze route verschilt per Windows-systeem. U kunt de
map selecteren via Instellingen, Configuratiescherm of rechtstreeks via Printers en faxen.)
2. In de map Printers klikt u met de rechtermuisknop op de printer en vervolgens op Eigenschappen.
3. In het tabblad Delen selecteert u de optie voor het delen van de printer en geeft u de printer een
sharenaam.
4. Optioneel. Als u de printer deelt met gebruikers van andere Windows-versies kunt u op Extra
stuurprogramma’s klikken om voor hen het stuurprogramma van hun Windows-versie te installeren.
Voor deze stap moet de Starter-CD in uw cd-romstation zijn geplaatst.
OPMERKING:Wanneer u een lokaal aangesloten printer deelt, gebruikt u het meest recente
besturingssysteem als de server. Een Windows 2000-client wordt niet door een Windows 98-server
herkend.
5. Klik op OK.
Aan de slag
De printer aansluiten
9
Een printer gebruiken die op een andere computer (client) is aangesloten
Clients kunnen op drie verschillende manieren op de printer worden aangesloten:
• Installeer de printersoftware vanaf de Starter-CD. Wanneer het programma dit vraagt,
selecteert u Aangesloten via netwerk en vervolgens Clientinstallatie voor client-server afdrukken.
• Blader naar de printer op het netwerk en sleep de printer naar de map Printers.
• Voeg de printer toe en installeer de software via het INF-bestand dat ergens op het netwerk is
opgeslagen. Vraag de netwerkbeheerder waar het INF-bestand is opgeslagen.
Op de Starter-CD zijn de INF-bestanden met de volgende extensie in mappen opgeslagen:
<CD>:\Setup\Drivers\PCL3\<besturingssysteem>\<taal>.
Als D: bijvoorbeeld de letter van uw CD-station is dan bevindt het Engelstalige Windows 2000 PCL 3
INF-bestand zich in D:\Setup\Drivers\PCL3\Win2k_XP\English.
Rechtstreeks aansluiten via een USB-kabel (Mac OS)
Installeer eerst de software en sluit de printer vervolgens aan op de computer. U kunt de printer eventueel
delen met andere Mac-gebruikers.
Aansluiting via een USB-kabel
1. Plaats de Starter-CD in het cd-romstation.
2. Dubbelklik eerst op het cd-pictogram op het bureaublad en vervolgens op het pictogram Configuratie.
-OfZoek het installatieprogramma in de map Installer op de Starter-CD.
3. Klik op Installeer besturingsbestand.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm.
5. Sluit de kabel aan op de computer en de printer.
6. Open Afdrukbeheer of het printerinstallatiehulpprogramma in de map
Programma’s\Hulpprogramma’s.
7. Klik op Voeg toe.
8. Selecteer USB in het menu.
9. Selecteer HP Business Inkjet 1000 in de lijst met printers en klik op Voeg toe. Er verschijnt een stip
naast de printernaam waarmee wordt aangegeven dat de printer nu de standaardprinter is.
10.Sluit Afdrukbeheer of het printerinstallatiehulpprogramma.
11.Voor het delen van de printer raadpleegt u Een USB-printer delen in een Ethernet-netwerk (Mac OS).
Aan de slag10
Een USB-printer delen in een Ethernet-netwerk (Mac OS)
Voor het delen van een printer in een Macintosh-omgeving is ten minste het volgende vereist:
• De Macintosh-computers moeten in het netwerk communiceren via TCP/IP en moeten een IP-adres
hebben. (AppleTalk wordt niet ondersteund.)
• De gedeelde printer moet zijn aangesloten op een ingebouwde USB-poort op de Macintosh-
hostcomputer.
• Op de hostcomputer en de clientcomputers die de gedeelde printer gebruiken, moet software voor het
delen van een printer en het printerstuurprogramma of PPD voor de geïnstalleerde printer geïnstalleerd
zijn. (U kunt de software voor het delen van de printer en de bijbehorende Help-bestanden installeren
via het installatieprogramma.)
• Op de clientcomputers moeten de juiste printerstuurprogramma’s van HP geïnstalleerd zijn.
• De clientcomputers moeten PowerMac-computers zijn.
• Om een gedeelde USB PostScript-printer te kunnen gebruiken, moeten de clientcomputers zijn uitgerust
met een USB-poort.
Raadpleeg voor meer informatie over het delen van een USB-printer de ondersteuningsinformatie op de
Apple-website (http://www.apple.com
Delen tussen Macintosh-computers
Schakel het delen van de printer in op de computer die is aangesloten op de printer (de host).
) of de Mac-Help op de computer.
Aan de slag
1. Open Systeemvoorkeuren, klik op Samengebruiken vervolgens op Services.
2. Schakel het selectievakje Printersamengebruik in.
Om af te drukken vanaf de andere Macintosh-computers (de clients) op het netwerk selecteert u eerst de
printer bij Samengebruik (Mac OS X). Vervolgens selecteert u de netwerkomgeving waarin de printer
wordt gedeeld en kiest u de printer.
De printer aansluiten
11
De software van het afdruksysteem verwijderen
Volg onderstaande stappen voor het verwijderen van de software van het afdruksysteem.
De software verwijderen onder Windows (alle versies)
1. Sluit alle toepassingen af die nog open zijn.
2. Ga vanuit het menu Start naar het Configuratiescherm.
3. Dubbelklik op Programma’s toevoegen/verwijderen.
4. Selecteer de printersoftware die u wilt verwijderen.
5. Klik op de knop voor het toevoegen of verwijderen van software.
6. Volg de aanwijzingen op het scherm om het verwijderen van de printersoftware te voltooien.
OPMERKING:U moet beheerdersbevoegdheden hebben voor het verwijderen van de printersoftware
onder Windows 2000 en Windows XP.
Als de software niet kan worden verwijderd of als het verwijderprogramma niet kan worden gevonden,
probeert u het hulpprogramma voor het verwijderen van software op de Starter-CD (“scrubber”).
Zie onderstaande stappen.
Het hulpprogramma voor het verwijderen van software (“scrubber” ) uitvoeren
1. Koppel de printer los van de computer.
2. Start Windows opnieuw op.
3. Plaats de Starter-CD in het cd-romstation.
4. Zoek de “scrubber” op de Starter-CD en voer het programma uit.
• Voor Windows 98 en Windows Me gebruikt u het bestand scrub9x.exe in de map
Utils\Scrubber\Win9x_Me.
• Voor Windows 2000 en Windows XP gebruikt u het bestand scrub2k.exe in de map
Utils\Scrubber\Win2k_XP.
Aan de slag12
De software verwijderen onder Mac OS
1. Start de computer opnieuw op.
OPMERKING:Wanneer u de computer niet opnieuw opstart vóór het verwijderen van de software
worden sommige bestanden mogelijk niet van de computer verwijderd wanneer u de functie
Verwijderen gebruikt.
2. Plaats de Starter-CD in het cd-romstation.
3. Dubbelklik op het pictogram van de CD op het bureaublad.
4. Dubbelklik op het pictogram van het installatieprogramma en volg de aanwijzingen op het scherm.
5. Wanneer het installatiedialoogvenster verschijnt, selecteert u Verwijder in de keuzelijst links boven in
het dialoogvenster.
6. Volg de aanwijzingen op het scherm om het verwijderen van de printersoftware te voltooien.
Aan de slag
De software van het afdruksysteem verwijderen
13
Kopieën van de software maken
De Starter-CD bevat een hulpprogramma waarmee u de printersoftware op een schijfje kunt kopiëren of
een aangepaste installatie kunt uitvoeren, een taak die normaalgesproken door systeembeheerders wordt
uitgevoerd. Als u het installatieprogramma uitvoert, selecteert u Customization Utility om naar een schijfje
te kopiëren.
U kunt dit hulpprogramma ook gebruiken om de printersoftware naar uw harde schijf of naar een
netwerkstation te kopiëren. Nadat u de bestanden naar een andere locatie hebt gekopieerd, kunt u de
printersoftware vanaf die locatie installeren.
Andere software installeren
De volgende stuurprogramma’s en optionele software kunnen ook op de printer worden geïnstalleerd.
• HP Web Jetadmin. Dit is een op een webbrowser gebaseerd hulpprogramma voor het beheer van
netwerkprinters. Op de Starter-CD vindt u een koppeling naar de HP Web Jetadmin-website.
Zie HP Web Jetadmin gebruiken voor meer informatie over het gebruik van dit hulpprogramma.
OPMERKING:HP Web Jetadmin is alleen beschikbaar als de printer met een optionele HP Jetdirect-
printserver op een netwerk is aangesloten. Zie voor bestelinformatie HP Jetdirect-printservers.
• Linux-stuurprogramma. Verkrijgbaar op http://www.hp.com/support/businessinkjet1000
informatie over het gebruik van Linux met HP-printers gaat u naar http://hp.sourceforge.net
• Printerinstallatiesoftware voor UNIX
downloaden op http://www.hp.com/support/net_printing
• Informatie over het gebruik van het IBM PostScript 3-emulatieprinterstuurprogramma voor IBM OS/2.
Ga naar http://www.hp.com/support/businessinkjet1000
Als u Windows 2000 of Windows XP gebruikt, hebt u beheerdersbevoegdheden nodig om een
printerstuurprogramma te installeren.
®
(HP-UX, Sun Solaris)-netwerken. U kunt deze software
.
.
. Voor meer
.
Aan de slag14
2De printer gebruiken
In dit hoofdstuk wordt u uitgelegd hoe u de printer kunt gebruiken, printerinstellingen kunt aanpassen en
eenvoudige printertaken kunt uitvoeren. Daarnaast wordt informatie gegeven over het afdrukken op
speciale papiersoorten die u in deze printer kunt gebruiken.
Papier selecteren
Lees eerst de informatie over de verschillende papiersoorten die u kunt gebruiken alvorens u begint
met afdrukken.
Deze printer kan afdrukken op de meeste soorten kantoorpapier. Wij raden u aan om eerst een aantal
soorten afdrukmateriaal uit te proberen voordat u grote hoeveelheden aanschaft. Gebruik een soort
afdrukmateriaal dat een goed afdrukresultaat levert en dat gemakkelijk kan worden aangeschaft.
OPMERKING:Gebruik HP papier voor het beste afdrukresultaat. Deze papiersoorten zijn speciaal
ontworpen voor gebruik met uw printer. Voor bestelinformatie en onderdeelnummers raadpleegt
u HP benodigdheden en accessoires.
Tips voor het selecteren van papier
Voor de beste resultaten moet u zich aan de volgende richtlijnen houden:
• Gebruik altijd papier dat voldoet aan de printerspecificaties. Voor een overzicht van ondersteund
papier raadpleegt u Informatie over ondersteunde formaten en Informatie over ondersteunde
papiersoorten en gewichten.
• Plaats slechts één papiersoort en gebruik één lade.
• In Lade 1 en Lade 2 plaatst u het papier met de afdrukzijde naar beneden en met de rechterkant
tegen de rechterkant van de lade en tegen de papiergeleider aan de voorkant van de lade.
Zie Papier plaatsen.
• Plaats niet meer dan 150 vel papier in Lade 1.
• Gebruik geen beschadigd, gekruld of gekreukeld papier. Gebruik geen papier met inkepingen en
perforaties of papier met veel textuur of reliëf. Dit papier kant vastlopen in de printer en andere
problemen veroorzaken.
• Gebruik geen te dun papier of papier dat gemakkelijk kan worden uitgerekt. Deze papiersoorten
kunnen invoerproblemen veroorzaken of vastlopen in de printer. Zie Informatie over de specificaties
van ondersteund papier.
• Gebruik geen formulieren die uit meerdere delen bestaan.
• Papier met een zware textuur of papier dat inkt niet goed absorbeert kan leiden tot slecht gevulde tekst
en afbeeldingen.
De printer gebruiken
Papier selecteren15
Informatie over de specificaties van ondersteund papier
In dit hoofdstuk wordt informatie gegeven over het formaat, de soort en het gewicht van het papier dat
door de printer wordt ondersteund.
Informatie over ondersteunde formaten
De volgende tabel geeft een gedetailleerd overzicht van de papierformaten en papiersoorten die u in
deze printer kunt gebruiken. Voor informatie over de papiersoorten die in de afzonderlijke papierbanen
kunnen worden geplaatst, raadpleegt u Papier plaatsen.
PapierformaatLade 1Automatische
duplex-eenheid
U.S. Letter (216 x 279 mm, 8,5 bij 11 inch)
U.S. Legal (216 x 356 mm, 8,5 bij 14 inch)
A4 (210 bij 297 mm; 8,3 bij 11,7 inch)
Executive (184 bij 267 mm, 7,3 bij 10,5 inch)
ISO B5 (176 x 250 mm, 6,9 bij 9,9 inch)
A5 (148 bij 210 mm; 5,8 bij 8,3 inch)
Envelope U.S. #10 (105 bij 241 mm, 4,12 bij 9,5 inch)
Envelope DL (200 bij 110 mm; 8,66 bij 4,33 inch)
Envelope C6 (114 bij 162 mm; 4,49 bij 6,38 inch)
A2 (111 bij 146 mm; 4,37 bij 5,75 inch)
Indexkaart (76,2 x 127 mm, 3 bij 5 inch)
Indexkaart (102 bij 152 mm, 4 bij 6 inch)
Indexkaart (127 x 203 mm, 3 bij 8 inch)
ISO A6 kaart (105 bij 149 mm; 4,13 bij 5,83 inch)
Bannerpapier (max. 216 mm breed en 594,4 cm lang, maximaal
8,5 inch breed en 234 inch lang)
Speciaal papierformaat van 76,2 tot 216 mm breed en van
127 tot 356 mm lang (3 tot 8,5 inch breed en 14 inch lang)
De printer gebruiken16
Informatie over ondersteunde papiersoorten en gewichten
Deze tabel geeft een overzicht van de papiersoorten en gewichten die in de afzonderlijke papierbanen
kunnen worden geplaatst en van de maximumcapaciteit van iedere lade.
LadeSoortGewichtCapaciteit
Lade 1Papier16 tot 24 lb
(60 tot 90 g/m
Transparanten of etikettenMaximaal 30 (of 8 mm gestapeld)
2
)
Maximaal 150 vel of
(15 mm) gestapeld
Enveloppen20 tot 24 lb
(75 tot 90 g/m2)
KaartenMaximaal 49,90 kg index
(200 g/m
Optionele
automatische
duplex-eenheid
Papier16 tot 24 lb
(60 tot 90 g/m
KaartenMaximaal 90 lb index
(160 g/m
De minimummarges instellen
De documentmarges moeten overeenkomen met (of groter zijn dan) deze ingestelde minimummarges in
de oriëntatie Staand. Onderstaande afbeelding laat zien welke zijde van het papier en de envelop
overeenkomen met de verschillende marges.
2
2
Boven
Maximaal 22
(of 15 mm gestapeld)
Maximaal 60
)
2
)
)
(of 15 mm gestapeld)
1 tegelijk
1 tegelijk
Boven
Links
Rechts
Onder
Links
De printer gebruiken
Onder
Rechts
Papier selecteren17
AfdrukmateriaalLinkermargeRechtermargeMarge bovenMarge onder
Letter, legal, executive,
banner (letter)
A4, A5, ISO B5, kaarten,
banner (A4)
6,4 mm
(0,25 inch)
3,4 mm
(0,13 inch)
6,4 mm
(0,25 inch)
3,4 mm
(0,13 inch)
3,0 mm
(0,12 inch)
3,0 mm
(0,12 inch)
12,7 mm
(0,50 inch)
12,7 mm
(0,50 inch)
HP wenskaartenveloppen3,0 mm
(0,12 inch)
Overige formaten
enveloppen
Speciaal papierformaat3,0 mm
Foto’s (101,6 bij 152,4
mm) met verwijderlipje
3,4 mm
(0,13 inch)
(0,12 inch)
3,4 mm
(0,13 inch)
3,4 mm
(0,13 inch)
3,4 mm
(0,13 inch)
3,0 mm
(0,12 inch)
3,4 mm
(0,13 inch)
12,7 mm
(0,50 inch)
12,7 mm
(0,50 inch)
3,0 mm
(0,12 inch)
3,0 mm
(0,12 inch)
12,7 mm
(0,50 inch)
12,7 mm
(0,50 inch)
12,7 mm
(0,50 inch)
3,0 mm
(0,12 inch)
OPMERKING:Als u de automatische duplex-eenheid gebruikt, moeten de minimummarges boven en
onder overeenkomen met of groter zijn dan 11,7 mm.
De printer gebruiken18
Papier plaatsen
In dit gedeelte vindt u instructies over hoe u afdrukmateriaal in Lade 1 plaatst.
Afdrukmateriaal in de lade plaatsen 1
1. Pak de lade onder aan de voorkant vast en trek de lade uit de printer.
2. Til de lade op.
3. Als het afdrukmateriaal te lang is, duwt u de grendel aan de voorzijde van de bak naar rechts en laat
u de voorzijde zakken.
Letter/A4
4. Druk de knop van de breedtegeleider in en schuif de geleider naar links. Druk de knop van de
lengtegeleider in en schuif de geleider naar u toe.
5. Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechterkant van de lade.
Controleer of de stapel goed tegen de rechter- en achterkant van de lade ligt en niet over de
rand hangt.
6. Druk de knoppen van de papiergeleiders in en schuif de geleiders langs de rand van het geladen
papier. Als u de lade had opgetild, plaatst u deze weer in de oorspronkelijke positie.
7. Plaats de lade voorzichtig terug in de printer.
LET OP: Als u papier van Legal-formaat of langer hebt geplaatst, houdt u de voorkant van de lade
naar beneden. Wanneer u de voorkant van de lade omhoog brengt terwijl langer papier is geplaatst,
kunnen het papier en de printer beschadigd raken.
8. Trek het verlengstuk van de uitvoerbak uit.
Legal
De printer gebruiken
Papier plaatsen19
Afdrukken via het PCL 3-printerstuurprogramma
In de meeste gevallen zult u afdrukken via het printerstuurprogramma. Hoewel de specifieke opties
afhankelijk zijn van de gebruikte applicatie is het printerstuurprogramma meestal toegankelijk via het
menu Bestand en de optie Afdrukken in de applicatie.
Voor meer informatie over de functies van het printerstuurprogramma kunt u de on-line-Help van het
printerstuurprogramma raadplegen. Voor meer informatie over het afdrukken vanuit een specifieke
applicatie kunt u de documentatie van de betreffende applicatie raadplegen. Voor informatie over het
afdrukken vanaf een Macintosh-computer raadpleegt u De instellingen aanpassen voor Mac-
besturingssystemen.
Afdrukken via het PCL 3-printerstuurprogramma
1. Klik in het menu Bestand op Afdrukken.
2. In het vervolgkeuzemenu Naam selecteert u het PCL 3-printerstuurprogramma en vervolgens klikt u op
Eigenschappen of Instellingen. (De menuopties kunnen per applicatie verschillen.)
3. In het vervolgkeuzemenu Bron is selecteert u de locatie van het papier waarop u wilt afdrukken.
OPMERKING:Om af te drukken op een envelop, kaart of andere speciale papiersoort via Lade 1,
selecteert u Handinvoer (Lade 1). Voor informatie over het plaatsen van papier in Lade 1 raadpleegt
u Papier plaatsen.
4. In het vervolgkeuzemenu Papiersoort selecteert u de papiersoort waarop u wilt afdrukken.
5. Klik op het tabblad Papier.
6. In het vervolgkeuzemenu Afdrukkwaliteit selecteert u de afdrukmodus.
7. Pas eventueel andere afdrukinstellingen aan en klik op OK.
8. Klik op Afdrukken.
De printer gebruiken20
De printerinstellingen wijzigen
In het printerstuurprogramma worden voor de meeste applicaties de standaard printerinstellingen
opgeslagen. Als u afdrukt op materiaal met andere afmetingen of van een ander soort, moet u deze
instellingen wijzigen.
U kunt de afdrukinstellingen voor één document aanpassen in de applicatie waarin u het document hebt
gemaakt. Om de standaard afdrukinstellingen voor alle documenten aan te passen, moet u het
printerstuurprogramma openen via het menu Start.
De instellingen aanpassen voor Windows
In het printerstuurprogramma worden voor de meeste applicaties de standaard printerinstellingen
opgeslagen. Als u afdrukt op materiaal met andere afmetingen of van een ander soort, moet u deze
instellingen wijzigen.
U kunt de printerinstellingen in een applicatie of in het printerstuurprogramma aanpassen. Probeer de
instellingen eerst vanuit de applicatie aan te passen. Instellingen die in een applicatie zijn aangepast,
hebben altijd voorrang boven instellingen die in het printerstuurprogramma zijn aangepast.
Als u de instellingen alleen wilt aanpassen voor de huidige taken die u wilt afdrukken vanuit een
applicatie die is geopend, moet u de instellingen aanpassen in de betreffende applicatie. Nadat u de
applicatie hebt afgesloten, worden de standaard printerinstellingen van het printerstuurprogramma
hersteld. Als u de afdrukinstellingen wilt aanpassen voor alle afdruktaken en voor alle applicaties moet
u de standaardinstellingen van het printerstuurprogramma aanpassen.
De instellingen aanpassen vanuit een applicatie (huidige afdruktaken)
1. Open het af te drukken document, selecteer het menu Bestand, klik op Afdrukken en vervolgens op
Instellingen of Eigenschappen.
2. Wijzig de instellingen en klik op OK, Afdrukken of een vergelijkbare optie.
De standaardinstellingen aanpassen (alle toekomstige taken)
1. Open het printerstuurprogramma op één van de volgende manieren.
• Voor Windows 98, Windows Me en Windows 2000: Klik in het bureaublad van Windows op
Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers.
• Voor Windows XP: Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers en faxen.
2. Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en selecteer één van de volgende opties.
• Voor Windows 98 en Windows Me: Klik op Eigenschappen.
• Voor Windows 2000 en Windows XP: Klik op Voorkeursinstellingen voor afdrukken of
op Eigenschappen.
3. Pas de instellingen aan en klik op OK. De instellingen die u opgeeft, worden toegepast op alle
documenten die vanuit de applicaties worden afgedrukt. Alleen voor de huidige afdruktaak kunt
u deze instellingen negeren in het printerstuurprogramma. Zie De instellingen aanpassen vanuit een
applicatie (huidige afdruktaken).
De printer gebruiken
OPMERKING:Ga voor meer informatie naar http://www.hp.com/support/businessinkjet1000.
De printerinstellingen wijzigen21
De standaard papiersoort instellen
OPMERKING:Volg onderstaande stappen om de standaard papiersoort in te stellen op Automatisch.
1. Ga naar de standaard printerinstellingen zoals hierboven beschreven.
2. In het tabblad Papier of Papier/Kwaliteit selecteert u Automatisch in het vak Papiersoort en klikt
uopOK.
Voor de beste afdrukresultaten selecteert u de gebruikte papiersoort iedere keer dat u een
document afdrukt.
De instellingen aanpassen voor Mac-besturingssystemen
U kunt de printerinstellingen aanpassen in het dialoogvenster Pagina-instelling of Print in de
Mac-besturingssystemen.
U kunt ook de standaardprinter selecteren. De standaardprinter is de printer die wordt gebruikt als u de
opdracht Druk af selecteert zonder dat u eerst de printer opgeeft die u in een applicatie wilt gebruiken.
De standaardprinter moet de printer zijn die u het meest gebruikt.
OPMERKING:Voor meer informatie over het aanpassen van de printerinstellingen in
Mac-besturingssystemen raadpleegt u de Mac Help op uw computer.
De pagina-instellingen aanpassen
1. Open het document dat u wilt afdrukken.
2. Klik op Pagina-instelling in het menu Archief.
3. In het vervolgkeuzemenu Stel in voor selecteert u de printer waarvoor u het document wilt opmaken en
vervolgens past u de instellingen aan (zoals het selecteren van de papiersoort en het instellen van
pagina’s met een aangepast formaat).
4. In het vervolgkeuzemenu Papierformaat selecteert u het papierformaat waarop u wilt afdrukken.
5. Klik op OK.
De afdrukinstellingen aanpassen
1. Open het document dat u wilt afdrukken.
2. Klik op Druk af in het menu Archief.
3. In het paneel Aantal en pagina’s klikt u op Alle.
4. In het paneel Papiersoort/Kwaliteit selecteert u de papierbron of de papiersoort waarop
u wilt afdrukken.
5. Pas eventueel andere instellingen aan zoals het selecteren van een afdrukmodus.
6. Klik op Druk af.
De printer gebruiken22
Afdruktaken uitvoeren
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u documenten kunt verzenden om af te drukken en hoe u kunt
afdrukken op speciaal papier en op papier met een door de gebruiker opgegeven formaat.
Een afdruktaak annuleren
U kunt een afdruktaak op de volgende manieren annuleren:
• Druk op (knop Annuleren) op de printer. [Wanneer u op (knop Annuleren) drukt, wordt de taak
die door de printer wordt verwerkt, gewist. Deze handeling is niet van invloed op de afdruktaken in
de wachtrij.]
• Voor Windows dubbelklikt u op het printerpictogram dat rechtsonder in het beeldscherm van uw
computer wordt weergegeven. Selecteer het document dat u wilt annuleren. Klik op Annuleren in het
menu Document.
• Selecteer voor het Mac-besturingssysteem het pictogram Afdrukbeheer of
Printerinstallatiehulpprogramma. In het dialoogvenster Printerlijst dubbelklikt u op het
printerpictogram. In het dialoogvenster HP Business Inkjet 1000 selecteert u de afdruktaak en klikt
uopVerwijder.
Dubbelzijdig afdrukken (duplexing)
Met de automatische duplex-eenheid kunt u automatisch dubbelzijdig afdrukken op vellen papier.
Dit wordt ook wel automatisch duplexen genoemd. Wanneer u aan beide zijden van een pagina wilt
afdrukken moet u de opties voor dubbelzijdig afdrukken selecteren in uw applicatie of in het
printerstuurprogramma.
Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken
Lees de volgende richtlijnen om dubbelzijdig af te drukken via de optionele automatische duplex-eenheid:
• De automatische duplex-eenheid ondersteunt de volgende papierformaten: letter, legal, executive,
A4 en ISO B5. De eenheid ondersteunt geen kleinere formaten of aangepaste formaten.
Minimumbreedte: 100 mm
Maximumbreedte: 216 mm
Minimumlengte: 148 mm
Maximumlengte: 292 mm
• Om dubbelzijdig af te drukken, selecteert u deze optie in uw applicatie of in het
• U kunt niet dubbelzijdig afdrukken op transparanten, bannerpapier, enveloppen, normaal premium
inkjetpapier, fotopapier, brochurepapier, glanzend papier of papier dat lichter is dan 60 g/m
zwaarder dan 90 g/m
2
. Deze papiersoorten kunnen vastlopen in de printer.
2
De printer gebruiken
of
• Voor sommige papiersoorten moet voor dubbelzijdig afdrukken een specifieke oriëntatie worden
opgegeven zoals papier met een briefhoofd, voorbedrukt papier en papier met een watermerk of
perforaties. De automatische duplex-eenheid drukt eerst af op de tweede zijde van het papier. In
Lade 1 plaatst u het papier met de voorkant naar beneden.
Afdruktaken uitvoeren23
Handmatig dubbelzijdig afdrukken
U kunt ook handmatig dubbelzijdig afdrukken. Als u een automatische duplex-eenheid hebt geïnstalleerd,
laat u deze op zijn plaats. U selecteert handmatig dubbelzijdig afdrukken in het printerstuurprogramma.
Handmatig dubbelzijdig afdrukken (Windows)
1. Plaats het juiste afdrukmateriaal in Lade 1.
2. Klik op Afdrukken en vervolgens op Eigenschappen in het menu Bestand. (De daadwerkelijke stappen
verschillen per applicatie; dit is de meest gebruikte methode.)
3. In het tabblad Basisinstellingen selecteert u Vooraan beginnen bij Paginavolgorde.
4. In het tabblad Afwerking schakelt u het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken in. Zorg dat het
selectievakje Automatisch is uitgeschakeld.
5. Voor dubbelzijdig afdrukken kan het nodig zijn om de marge boven iets te vergroten zodat de
pagina’s goed worden uitgelijnd. Schakel het selectievakje Lay-out handhaven in om de marges te
verkleinen zodat de pagina’s op één vel worden afgedrukt. Schakel dit selectievakje uit als u de
pagina op meer dan één vel wilt afdrukken met volledige marges.
6. Schakel het selectievakje Voorkant boven in of uit, afhankelijk van de bindrichting.
Zie de afbeeldingen in het printerstuurprogramma voor voorbeelden.
7. Klik op OK om het dialoogvenster te sluiten.
8. Klik op OK om af te drukken.
9. Volg één van onderstaande stappen, afhankelijk van uw printeraansluiting.
• Voor printers met een rechtstreekse aansluiting: Nadat de eerste zijde van het papier is afgedrukt,
wordt een dialoogvenster op het beeldscherm van uw computer weergegeven. Volg de
aanwijzingen op het scherm om het papier om te draaien en klik op Doorgaan.
• Voor printers die op een netwerk zijn aangesloten: Nadat de eerste zijde van het papier is
afgedrukt, begint het lampje Doorgaan te knipperen. Als de Werkset is geïnstalleerd, wordt in de
Werkset een dialoogvenster weergegeven met aanwijzingen voor het doorgaan met de taak.
10.Druk op (knop Doorgaan) op de printer.
Voor meer informatie over het instellen van afdrukopties raadpleegt u De printerinstellingen wijzigen.
Handmatig dubbelzijdig afdrukken (Mac OS)
1. Plaats het juiste afdrukmateriaal in Lade 1.
2. Klik op Druk af in het menu Archief.
3. In het paneel Dubbelzijdig afdrukken schakelt u het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken in en
selecteert u de gewenste bindrichting (selecteer het bijbehorende pictogram).
4. In het paneel Papiersoort/Kwaliteit selecteert u Handmatig in het vervolgkeuzemenu Bron.
5. Klik op Druk af om het document af te drukken.
6. Nadat de eerste zijde van het papier is afgedrukt, begint het lampje Doorgaan te knipperen.
Plaats het papier opnieuw in de lade. Controleer dat het papier met de afdrukzijde naar boven ligt.
7. Druk op (knop Doorgaan) op de printer.
De printer gebruiken24
Automatisch dubbelzijdig afdrukken
Wanneer één zijde van het papier is afgedrukt, houdt de printer het papier vast om de inkt te laten
drogen. Zodra de inkt droog is, wordt het papier opnieuw in de printer ingevoerd en wordt de tweede
zijde van het papier afgedrukt. Wanneer beide zijden van het papier zijn afgedrukt, wordt het papier
uitgevoerd in de uitvoerbak.
Voor meer informatie over het instellen van afdrukopties raadpleegt u De printerinstellingen wijzigen.
Automatisch dubbelzijdig afdrukken (Windows)
1. Plaats het juiste afdrukmateriaal in Lade 1.
2. Klik op Afdrukken en vervolgens op Eigenschappen in het menu Bestand. (De daadwerkelijke stappen
verschillen per applicatie; dit is de meest gebruikte methode.)
3. In het tabblad Afwerking schakelt u het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken in. Zorg dat het
selectievakje Automatisch is ingeschakeld.
4. Voor dubbelzijdig afdrukken kan het nodig zijn om de marge boven iets te vergroten zodat de
pagina’s goed worden uitgelijnd. Schakel het selectievakje Lay-out handhaven in om de marges te
verkleinen zodat de pagina’s op één vel worden afgedrukt. Schakel dit selectievakje uit als u de
pagina op meer dan één vel wilt afdrukken met volledige marges.
5. Schakel het selectievakje Voorkant boven in of uit, afhankelijk van de bindrichting.
Zie de afbeeldingen in het printerstuurprogramma voor voorbeelden.
6. Klik op OK om het dialoogvenster te sluiten.
7. Klik op OK om af te drukken.
Automatisch dubbelzijdig afdrukken (Mac OS)
1. Plaats het juiste afdrukmateriaal in Lade 1.
2. Klik op Druk af in het menu Archief.
3. In het paneel Dubbelzijdig afdrukken schakelt u het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken in en
selecteert u de gewenste bindrichting (selecteer het bijbehorende pictogram).
4. In het paneel Papier/Kwaliteit selecteert u Automatisch in het vervolgkeuzemenu Bron.
5. Klik op Afdrukken om het document af te drukken.
De printer gebruiken
Afdruktaken uitvoeren25
Foto’s afdrukken
Via applicaties als HP Photo Printing Software kunt u foto’s afdrukken vanaf uw digitale camera.
Gebruik de modus Beste voor het afdrukken van foto’s. In deze modus neemt het afdrukken meer tijd in
beslag omdat meer computergeheugen vereist is.
Verwijder afgedrukte foto’s uit de printer en leg ze weg om ze te laten drogen. Wanneer nat
afdrukmateriaal zich opstapelt kunnen vlekken ontstaan.
Digitale foto’s afdrukken (Windows)
1. Plaats het gewenste papier in Lade 1. Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden.
2. Klik op Afdrukken en vervolgens op Eigenschappen in het menu Bestand. (De daadwerkelijke stappen
verschillen per applicatie; dit is de meest gebruikte methode.)
3. In het tabblad Papier/Kwaliteit selecteert u de papiersoort die u gebruikt in het menu Papiersoort
(bijvoorbeeld HP Premium Plus fotopapier).
4. Bij Afdrukkwaliteit klikt u op Beste.
5. Selecteer het papierformaat in het menu Formaat is.
6. Pas eventueel andere afdrukinstellingen aan.
7. Klik op OK om het dialoogvenster te sluiten.
8. Klik op OK om af te drukken.
Digitale foto’s afdrukken (Mac OS)
1. Plaats het gewenste papier in Lade 1. Plaats het papier met de afdrukzijde naar boven.
2. Open het paneel Papiersoort/Kwaliteit.
3. Selecteer de papiersoort die u gebruikt (bijvoorbeeld HP Premium fotopapier).
4. In de keuzelijst Afdrukkwaliteit selecteert u Beste.
5. Pas eventueel andere afdrukinstellingen aan.
6. Klik op Afdrukken om het document af te drukken.
De printer gebruiken26
Afdrukken op speciaal papier
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u kunt afdrukken op onder meer enveloppen, ansichtkaarten en
transparanten.
Afdrukken op enveloppen en kaarten
U kunt enveloppen en kaarten afdrukken vanuit Lade 1. Kaarten moeten minimaal 76,2 bij 127 mm zijn
(3 bij 5 inch).
Tips voor het afdrukken op enveloppen
Houd u aan de volgende richtlijnen om papierstoringen en gekreukte of gescheurde afdrukken
te voorkomen:
• Gebruik geen enveloppen met een hele gladde afwerking, zelfklevende randen, sluitingen of vensters.
Gebruik ook geen enveloppen met dikke, onregelmatige of gekrulde randen of enveloppen die
gekreukt, gescheurd of anderszins beschadigd zijn.
• Gebruik stevige enveloppen van ongeveer 60 tot 101
enveloppen.
g/m
2
. Gebruik platte, strak gevouwen
Enveloppen of kaarten in Lade 1plaatsen
1. Til de uitvoerbak op en verwijder al het papier uit de lade. Plaats de stapel kaarten of enveloppen
tegen de rechterkant van de lade (enveloppen met de flappen naar boven).
2. Schuif de papierbreedte- en lengtegeleiders tegen de enveloppen of kaarten aan.
3. Laat de uitvoerbak zakken. Ga naar Enveloppen of kaarten afdrukken vanuit Lade 1 (Windows) of
Enveloppen of kaarten afdrukken vanuit Lade 1 (Mac OS).
Enveloppen of kaarten afdrukken vanuit Lade 1 (Windows)
1. Klik op Afdrukken en vervolgens op Eigenschappen in het menu Bestand. (De daadwerkelijke stappen
verschillen per applicatie; dit is de meest gebruikte methode.)
2. In het tabblad Papier/Kwaliteit selecteert u bij Papiersoort de papiersoort die u gebruikt (bijvoorbeeld
HP wenskaarten, glanzend).
3. Selecteer het formaat van de kaarten of enveloppen in het menu Formaat is.
4. Pas eventueel andere afdrukinstellingen aan en klik op OK.
5. Druk de taak af.
Enveloppen of kaarten afdrukken vanuit Lade 1 (Mac OS)
1. Klik op Pagina-instelling in het menu Archief.
De printer gebruiken
2. Selecteer het formaat in het vervolgkeuzemenu Papierformaat.
3. Pas eventueel andere instellingen aan en klik op OK.
4. Klik op Druk af in het menu Archief.
5. Selecteer in het paneel Papiersoort/Kwaliteit in het vervolgkeuzemenu Papiersoort de papiersoort die
u gebruikt (bijvoorbeeld Wenskaarten).
6. Wijzig eventueel andere instellingen en klik op OK.
Afdrukken op speciaal papier27
Loading...
+ 69 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.