Epson WF-3720DWF User manual

Gebruikershandleiding
NPD5601-00 NL
Gebruikershandleiding

Auteursrecht

Auteursrecht
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande betrekking tot het gebruik van de informatie in dit document wordt afgewezen. Evenmin wordt enige aansprakelijkheid aanvaard voor schade, voortvloeiende uit het gebruik van de informatie in dit document. De hierin beschreven informatie is alleen bedoeld voor gebruik bij dit Epson-product. Epson is niet verantwoordelijk voor het gebruik van deze informatie bij andere producten.
Seiko Epson Corporation noch zijn lialen kunnen verantwoordelijk worden gesteld door de koper van dit product of derden voor schade, verlies, kosten of uitgaven die de koper of derden oplopen ten gevolge van al dan niet foutief gebruik of misbruik van dit product of onbevoegde wijzigingen en herstellingen, of (met uitzondering van de VS) het zich niet strikt houden aan de gebruiks- en onderhoudsvoorschrien van Seiko Epson Corporation.
Seiko Epson Corporation noch zijn lialen kunnen verantwoordelijk worden gesteld voor schade of problemen voortvloeiend uit het gebruik van andere dan originele onderdelen of verbruiksgoederen kenbaar als Original Epson Products of Epson Approved Products by Seiko Epson Corporation.
schrielijke
toestemming van Seiko Epson Corporation. Alle patentaansprakelijkheid met
Seiko Epson Corporation kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade voortvloeiende uit elektromagnetische storingen die plaatsvinden door het gebruik van andere interfacekabels dan kenbaar als Epson Approved Products by Seiko Epson Corporation.
© 2016 Seiko Epson Corporation. All rights reserved.
De inhoud van deze handleiding en de worden gewijzigd.
specicaties
van dit product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving
2
Gebruikershandleiding

Handelsmerken

Handelsmerken
EPSON® is een gedeponeerd handelsmerk en EPSON EXCEED YOUR VISION of EXCEED YOUR VISION is
een handelsmerk van Seiko Epson Corporation.
Epson Scan 2
libti
Copyright © 1988-1997 Sam Leer
Copyright © 1991-1997 Silicon Graphics, Inc.
Permission to use, copy, modify, distribute, and sell this soware and its documentation for any purpose is hereby granted without fee, provided that (i) the above copyright notices and this permission notice appear in all copies of the soware and related documentation, and (ii) the names of Sam Leer and Silicon Graphics may not be used in any advertising or publicity relating to the soware without the specic, prior written permission of Sam Leer and Silicon Graphics.
THE SOFTWARE IS PROVIDED "AS-IS" AND WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND, EXPRESS, IMPLIED OR OTHERWISE, INCLUDING WITHOUT LIMITATION, ANY WARRANTY OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE.
IN NO EVENT SHALL SAM LEFFLER OR SILICON GRAPHICS BE LIABLE FOR ANY SPECIAL, INCIDENTAL, INDIRECT OR CONSEQUENTIAL DAMAGES OF ANY KIND, OR ANY DAMAGES WHATSOEVER RESULTING FROM LOSS OF USE, DATA OR PROFITS, WHETHER OR NOT ADVISED OF THE POSSIBILITY OF DAMAGE, AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, ARISING OUT OF OR IN CONNECTION WITH THE USE OR PERFORMANCE OF THIS SOFTWARE.
Microso
Apple, Macintosh, Mac OS, OS X, Bonjour, Safari, iPad, iPhone, iPod touch, and iTunes are trademarks of Apple
Inc., registered in the U.S. and other countries. AirPrint and the AirPrint logo are trademarks of Apple Inc.
soware
, Windows®, and Windows Vista® are registered trademarks of Microso Corporation.
®
is based in part on the work of the Independent JPEG Group.
Google Cloud Print™, Chrome™, Chrome OS™, and Android™ are trademarks of Google Inc.
Adobe and Adobe Reader are either registered trademarks or trademarks of Adobe Systems Incorporated in the
United States and/or other countries.
N-Mark is a trademark or registered trademark of NFC Forum, Inc. in the United States and in other
e countries.
Intel
Algemene opmerking: andere productnamen vermeld in deze uitgave, dienen uitsluitend als
is a registered trademark of Intel Corporation.
®
identicatie kunnen handelsmerken zijn van hun respectievelijke eigenaars. Epson maakt geen enkele aanspraak op enige rechten op deze handelsmerken.
en
3
Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave
Auteursrecht
Handelsmerken
Over deze handleiding
Introductie tot de handleidingen................9
Markeringen en symbolen....................9
Beschrijvingen gebruikt in deze handleiding. . . . . . 10
Referenties voor besturingssystemen............10
Belangrijke instructies
Veiligheidsinstructies.......................11
Printeradviezen en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . 12
Adviezen en waarschuwingen voor het
instellen/gebruik van de printer............. 12
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van de printer met een draadloze verbinding. . . . 13
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van het touchscreen......................13
Uw persoonlijke gegevens beschermen..........13
Basisprincipes van printer
Namen en functies van onderdelen.............14
Bedieningspaneel..........................16
Druktoetsen en lampjes...................16
Conguratie
Touchscreenbewerkingen..................18
Pictogrammen op het lcd-scherm............19
Tekens invoeren.........................20
Animaties bekijken...................... 21
Uw favoriete instellingen vastleggen als
voorinstelling.............................21
Menuopties voor Voorinstelling.............22
basisscherm..................18
Netwerkinstellingen
Typen netwerkverbindingen..................23
Ethernet-verbinding......................23
Wi-Fi-verbinding........................23
Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig
toegangspunt)..........................24
Een computer verbinden.................... 24
Een smart device verbinden..................26
Wi-Fi-instellingen congureren op de printer. . . . . 26
Handmatig Wi-Fi-instellingen congureren. . . . .27
Wi-Fi-instellingen congureren via de
drukknopinstelling (WPS).................28
Wi-Fi-instellingen congureren via de
pincode-instelling (WPS)..................29
Verbindingsinstellingen voor Wi-Fi Direct (Eenvoudig AP)
Geavanceerde netwerkinstellingen maken. . . . . . 31
De status van de netwerkverbinding controleren. . . 33
Netwerkpictogram.......................33
De gedetailleerde netwerkinformatie
controleren op het bedieningspaneel..........33
Een netwerkverbindingsrapport afdrukken. . . . . 34
Een netwerkstatusvel afdrukken.............38
Toegangspunten vervangen of toevoegen.........39
De verbindingsmethode met een computer
wijzigen.................................39
De netwerkstatus wijzigen naar ethernet op het
bedieningspaneel..........................41
Wi-Fi uitschakelen op het bedieningspaneel. . . . . . .41
Verbinding Wi-Fi Direct (Eenvoudig Toegangspunt) verbreken vanaf het
bedieningspaneel..........................41
De netwerkinstellingen herstellen op het
bedieningspaneel..........................42
congureren
...............30
Papier laden
Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking. . . . .43
Beschikbaar papier en capaciteiten.............44
Lijst met papiertypen.......................45
Papier in de Papiercassette laden...............46
Originelen plaatsen
Beschikbare originelen voor de ADF............50
Originelen op de ADF plaatsen................50
Originelen in de ADF plaatsen om ze 2-op-1
te kopiëren............................ 52
Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen. . . . . . . 52
Contactpersonen beheren
Contacten registreren of bewerken.............54
Contactgroepen registreren of bewerken.........54
Contacten registreren op een computer..........55
Items voor het instellen van de bestemming. . . . .56
Bestemmingen als groep registreren..........57
4
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Contacten importeren en exporteren via een
computer................................57
Contacten exporteren.....................57
Contacten importeren....................58
Afdrukken
Afdrukken via het bedieningspaneel............59
JPEG-bestanden afdrukken vanaf een
geheugenapparaat....................... 59
TIFF-bestanden afdrukken vanaf een
geheugenapparaat....................... 60
Menuopties voor Geheugenapp..............60
Afdrukken vanaf een computer................62
Basisprincipes — Windows.................62
Basisprincipes — Mac OS X................64
Dubbelzijdig afdrukken...................66
Meerdere pagina's op één vel afdrukken. . . . . . . 68
Afdruk aanpassen aan papierformaat. . . . . . . . . 69
Meerdere bestanden samen afdrukken (alleen
voor Windows)......................... 71
Eén
aeelding
om een poster te maken (alleen voor Windows). . 72 Geavanceerde functies gebruiken voor
afdrukken.............................78
Foto's afdrukken met Epson Easy Photo Print. . . 81
Afdrukken met Smart Devices................81
Epson iPrint gebruiken....................81
AirPrint gebruiken.......................84
Afdrukken annuleren.......................85
Afdrukken annuleren — Bedieningspaneel. . . . . 85
Afdrukken annuleren - Windows............ 85
Afdrukken annuleren - Mac OS X............85
afdrukken op meerdere vellen
Kopiëren
Normaal kopiëren.........................87
Basis menu-opties voor kopiëren............ 87
Geavanceerde menu-opties voor kopiëren. . . . . . 88
Scannen met smart-apparaten................108
Epson iPrint installeren.................. 108
Scannen met Epson iPrint.................108
Scannen door smart-apparaten voor de NFC-
labelte houden.........................109
Faxen
Een faxbericht instellen.................... 111
Aansluiten op een telefoonlijn..............111
Basisinstellingen voor faxberichten
congureren..........................114
Faxberichten verzenden....................118
Basishandelingen bij het verzenden van faxen. . 118 Verschillende manieren om faxberichten te
verzenden............................120
Faxberichten ontvangen....................123
De ontvangstmodus instellen.............. 123
Verschillende manieren om faxberichten te
ontvangen............................124
Ontvangen faxen opslaan.................126
Andere faxfuncties gebruiken................129
Een faxrapport en -lijst afdrukken...........129
Beveiligingsinstellingen voor faxberichten. . . . . 130
Menuopties voor de modus Fax...............130
Ontvanger............................130
Faxinstellingen.........................131
Meer................................132
Menuopties voor Faxinstellingen..............133
Fax-aansl. controleren................... 133
Wizard faxinstelling.....................133
Ontvangstinstellingen....................133
Rapportinstellingen.....................135
Basisinstellingen........................135
Veiligheidsinstel........................137
Menuopties voor Gebruikersinstellingen........137
Menuopties voor Postvak IN.................137
Scannen
Scannen via het bedieningspaneel..............90
Scannen naar een netwerkmap of FTP-server. . . 90
Scannen naar e-mailbericht................92
Scannen naar een computer (Event Manager). . . 95
Scannen naar een geheugenapparaat. . . . . . . . . . 99
Scannen naar de cloud...................101
Scannen naar een computer (WSD)..........103
Scannen vanaf een computer.................105
Scannen met Epson Scan 2................105
Inktpatronen vervangen
Het inktpeil controleren....................138
Het inktpeil controleren — Bedieningspaneel. . 138
Het inktpeil controleren - Windows..........138
Het inktpeil controleren - Mac OS X.........138
Codes van de cartridges....................138
Voorzorgsmaatregelen voor inktpatronen.......139
Cartridges vervangen......................142
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken............142
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken - Windows. 143
5
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken —
Mac OS X............................ 144
Zwarte inkt besparen als de zwarte inkt bijna op
is (uitsluitend voor Windows)................144
De printer onderhouden
De printkop controleren en reinigen...........146
De printkop controleren en schoonmaken —
Bedieningspaneel.......................146
De printkop controleren en reinigen —
Windows.............................147
De printkop controleren en schoonmaken —
Mac OS X............................ 147
De printkop uitlijnen......................148
De printkop uitlijnen — Bedieningspaneel. . . . .148
Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken. . . . . 149
De automatische documentinvoer (ADF)
schoonmaken............................150
De Scannerglasplaat reinigen................ 151
Stroom besparen.........................152
Energie besparen – Bedieningspaneel........ 152
Menuopties voor Instel.
Menuopties voor Algemene instellingen........ 154
Basisinstellingen........................154
Printerinstellingen......................155
Netwerkinstellingen.....................157
Webservice-instellingen..................158
Menuopties voor Voorraadstatus..............159
Menuopties voor Onderhoud................159
PrintkopControle spuitm.:................159
Printkop reinigen:......................159
Printkop uitlijnen:......................159
Vervangen patronen:....................160
Papiergeleider reinigen:.................. 160
Menuopties voor Statusv.afdrukk..............160
Statusblad conguratie:.................. 160
Statusblad voorraad:.....................160
Blad gebruiksgeschiedenis:................160
Menuopties voor Afdrukteller................160
Menuopties voor Gebruikersinstellingen. . . . . . . . 161
Menuopties voor Standaardinst. herstellen.......161
Menuopties voor Firmware-update............161
Bijwerken:............................161
Melding:.............................161
Netwerkservice en softwareinformatie
De service van Epson Connect............... 162
Web Cong.............................162
Webconguratie uitvoeren op een webbrowser. 163
Web Cong uitvoeren op Windows..........163
Web Cong uitvoeren op Mac OS X.........164
Windows-printerdriver.....................164
Instellingen voor de Windows-printerdriver
beperken.............................165
Bedieningsinstellingen voor Windows-
printerdriver congureren................ 166
Mac OS X-printerdriver....................166
Bedieningsinstellingen voor Mac OS X-
printerdriver congureren................ 166
Epson Scan 2 (scannerstuurprogramma)........167
Epson Event Manager......................168
PC-FAX-driver (faxdriver)..................168
FAX Utility............................. 169
Epson Easy Photo Print.................... 169
EPSON
EpsonNet Cong.........................170
Toepassingen verwijderen...................171
Toepassingen installeren....................172
Toepassingen en rmware bijwerken...........173
Soware
Toepassingen verwijderen — Windows. . . . . . . 171
Toepassingen verwijderen - Mac OS X. . . . . . . .172
De
printerrmware
bedieningspaneel.......................173
Updater...................170
bijwerken via het
Problemen oplossen
De printerstatus controleren.................175
Berichten op het display bekijken...........175
De printerstatus controleren – Windows. . . . . . 176
De printerstatus controleren — Mac OS X. . . . . 176
De
sowarestatus
Vastgelopen papier verwijderen...............177
Papier wordt niet goed ingevoerd.............178
Papier loopt vast........................178
Papier wordt schuin ingevoerd.............178
Er worden meerdere vellen papier tegelijk
uitgevoerd............................178
Origineel wordt niet in ADF ingevoerd. . . . . . . 178
Problemen met stroomtoevoer en
bedieningspaneel.........................179
De stroom wordt niet ingeschakeld..........179
De stroom wordt niet uitgeschakeld......... 179
controleren................177
6
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Stroom schakelt automatisch uit............180
Het display wordt donker.................180
Het touchscreen reageert niet..............180
Kan niet afdrukken vanaf een computer. . . . . . . . 180
Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt
congureren............................181
Kan geen verbinding maken vanaf apparaten
terwijl de netwerkinstellingen correct zijn. . . . . 181
De SSID controleren waarmee de printer is
verbonden............................183
De SSID voor de computer controleren.......184
De printer kan opeens niet afdrukken via een
netwerkverbinding........................185
De printer kan opeens niet afdrukken via een
USB-verbinding..........................186
Kan niet afdrukken vanaf een iPhone of iPad. . . . .186
Afdrukproblemen........................ 186
De afdruk is gekrast of er ontbreken kleuren. . . 186 Er verschijnen strepen of onverwachte kleuren. .187 Gekleurde streepvorming zichtbaar met een
tussenafstand van ongeveer 1.1 cm..........187
Onscherpe afdrukken, verticale strepen of
verkeerde uitlijning..................... 188
Afdrukkwaliteit is slecht..................188
Papier vertoont vlekken of is bekrast.........189
Vlekken op het papier bij automatisch
dubbelzijdig afdrukken...................190
Afgedrukte foto's zijn plakkerig.............190
Aeeldingen of foto's worden afgedrukt met
de verkeerde kleuren.................... 191
Kan niet afdrukken zonder marges..........191
Randen van de aeelding vallen weg bij het
randloos afdrukken.....................191
Positie, formaat of marges van de afdruk zijn
niet juist............................. 192
Afgedrukte tekens zijn niet juist of onleesbaar. . 192
De afgedrukte aeelding is omgekeerd. . . . . . . 192
Mozaïekachtige patronen op de afdrukken. . . . .193
Op de gekopieerde afdruk verschijnen ongelijke kleuren, vegen, vlekken of rechte
lijnen................................193
Er verschijnt een webachtig patroon (ook wel "moiré" genoemd) op de gekopieerde
aeelding............................193
De achterkant van het origineel is te zien op
de gekopieerde aeelding.................193
Het probleem kon niet worden opgelost. . . . . . .194
Overige afdrukproblemen...................194
Afdrukken verloopt te traag...............194
Afdrukken vertraagt aanzienlijk tijdens het
continu afdrukken......................194
Kan het afdrukken niet annuleren vanaf een
computer met Mac OS X 10.6.8.............195
Kan niet beginnen met scannen.............. 195
Problemen met gescande
Ongelijke kleuren, vuil, vlekken, enzovoort worden weergegeven bij scannen vanaf de
glasplaat van de scanner..................196
Rechte lijnen verschijnen bij het scannen
vanaf ADF............................196
De
aeeldingskwaliteit
De oset schijnt door in de achtergrond van
aeeldingen.......................... 196
De tekst is onscherp.....................197
Moiré-patronen (webachtige schaduwen)
verschijnen........................... 197
Kan het juiste gebied niet scannen op de
glasplaat............................. 197
Tekst wordt niet correct herkend wanneer ik
opsla als een Searchable PDF...............198
Problemen in gescande aeelding kunnen
niet worden opgelost.................... 198
Andere scanproblemen.....................199
Scansnelheid is laag.....................199
Kan de gescande aeelding niet via e-mail
verzenden............................199
Scannen stopt bij het scannen naar een PDF/
Multi-TIFF........................... 199
Problemen met verzenden en ontvangen van
faxen..................................200
Kan geen fax verzenden of ontvangen........200
Kan geen faxen versturen.................201
Kan geen faxen verzenden naar opgegeven
ontvanger............................ 202
Kan geen faxen verzenden op speciek tijdstip. .202
Kan geen faxberichten ontvangen...........202
Kan ontvangen faxen niet opslaan op een
geheugenapparaat...................... 203
Foutmelding geheugen vol................203
Verzonden fax is van slechte kwaliteit. . . . . . . . 204
Faxen worden op verkeerde grootte verzonden. .204
Ontvangen fax is van slechte kwaliteit. . . . . . . . 204
Ontvangen faxen worden niet afgedrukt. . . . . . 205
Pagina's zijn blanco of er wordt slechts een klein deel van de tekst afgedrukt op de
tweede pagina van ontvangen faxen..........205
Andere faxproblemen......................205
Bellen niet mogelijk op verbonden telefoon. . . . 205
Antwoordapparaat kan geen gesprekken
aannemen............................205
Faxnummer van de zender wordt niet op ontvangen faxberichten weergegeven of het
nummer is fout........................ 205
aeeldingen
is ruw..............196
......... 196
7
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Overige problemen........................206
Lichte elektrische schok wanneer u de printer
aanraakt............................. 206
Printer maakt veel lawaai tijdens werking. . . . . 206
Datum en tijd zijn verkeerd............... 206
Geheugenapparaat wordt niet herkend....... 206
Kan gegevens niet opslaan op een
geheugenapparaat...................... 207
Soware wordt geblokkeerd door een rewall
(alleen Windows).......................207
"!" wordt weergegeven in het fotoselectiescherm 207
Bijlage
Technische specicaties.................... 208
Printer Scannerspecicaties
Interfacespecicaties.................... 209
Faxspecicaties........................ 210
Lijst met netwerkfuncties.................210
Wi-Fi-specicaties
Ethernetspecicaties.....................212
Beveiligingsprotocol.....................213
Ondersteunde services van derden.......... 213
Specicaties
Ondersteunde gegevensspecicaties......... 213
Dimensies............................214
Elektrische Omgevingsspecicaties
Systeemvereisten.......................215
Regelgevingsinformatie.................... 216
Normen en goedkeuringen................216
De Duitse blauwe engel.................. 217
Beperkingen op het kopiëren.............. 217
De printer vervoeren...................... 218
Toegang tot een extern USB-apparaat verkrijgen
via een computer.........................219
Een e-mailserver gebruiken................. 220
E-mailserver congureren................ 220
Instelscherm e-mailserver.................221
Een verbinding met een e-mailserver
controleren...........................222
Hulp vragen.............................224
Technische ondersteuning (website)......... 224
Contact opnemen met de klantenservice van
Epson...............................224
specicaties
van extern USB-apparaat........213
specicaties
..................... 208
.....................209
......................212
.................. 214
...................215
8
Gebruikershandleiding

Over deze handleiding

Over deze handleiding

Introductie tot de handleidingen

De volgende handleidingen worden meegeleverd met uw Epson-printer. Naast de handleidingen kunt u ook de verschillende hulpmogelijkheden op de printer zelf of in de toepassingen raadplegen.
Belangrijke veiligheidsvoorschrien (gedrukte handleiding)
Bevat instructies om deze printer veilig te gebruiken.
Hier beginnen (gedrukte handleiding)
Bevat informatie over het instellen van de printer, het installeren van de soware, het gebruik van de printer enzovoort.
Gebruikershandleiding (digitale handleiding)
Deze handleiding. Biedt algehele informatie en instructies voor het gebruik van de printer, voor netwerkinstellingen wanneer de printer in een netwerk wordt gebruikt en voor het oplossen van problemen.
U kunt de meest recente versie van de bovenstaande handleidingen in uw bezit krijgen op de volgende manieren.
Gedrukte handleiding
Ga naar de ondersteuningssite van Epson Europe (http://www.epson.eu/Support) of de wereldwijde ondersteuningssite van Epson (http://support.epson.net/).
Digitale handleiding
Start EPSON Soware Updater op uw computer. EPSON Soware Updater controleert of er updates beschikbaar zijn voor Epson-toepassingen of digitale handleidingen en laat u vervolgens de meest recente versie downloaden.
Gerelateerde informatie
& “EPSON
Soware
Updater” op pagina 170

Markeringen en symbolen

Let op:
!
Instructies die zorgvuldig moeten worden gevolgd om lichamelijk letsel te voorkomen.
Belangrijk:
c
Instructies die moeten worden gevolgd om schade aan het apparaat te voorkomen.
Opmerking:
Biedt aanvullende informatie en referentiegegevens.
&
Gerelateerde informatie
Koppelingen naar de verwante paragrafen.
9
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding

Beschrijvingen gebruikt in deze handleiding

Screenshots van de schermen van de printerdriver en Epson Scan 2 (scannerdriver) zijn van Windows 10 of Mac
OS X v10.11.x. De inhoud die op de schermen wordt weergegeven, is aankelijk van het model en de situatie.
Aeeldingen van de printer gebruikt in deze handleiding dienen uitsluitend als voorbeeld. Er zijn kleine
verschillen tussen elk model, maar de gebruiksmethode blij hetzelfde.
Sommige menu-items op de display variëren naargelang het model en de instellingen.

Referenties voor besturingssystemen

Windows
In deze handleiding verwijzen termen zoals "Windows 10", "Windows 8.1", "Windows 8", "Windows 7", "Windows Vista", "Windows XP", "Windows Server 2012 R2", "Windows Server 2012", "Windows Server 2008 R2", "Windows Server 2008", "Windows Server 2003 R2", en "Windows Server 2003" naar de volgende besturingssystemen. Bovendien wordt "Windows" gebruikt om alle versies ervan aan te duiden.
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Mac OS X
In deze handleiding verwijst "Mac OS X v10.11.x" naar OS X El Capitan, "Mac OS X v10.10.x" naar OS X Yosemite, "Mac OS X v10.9.x" naar OS X Mavericks en "Mac OS X v10.8.x" verwijst naar OS X Mountain Lion. Bovendien wordt "Mac OS X" gebruikt om te verwijzen naar "Mac OS X v10.11.x", "Mac OS X v10.10.x", "Mac OS X v10.9.x", "Mac OS X v10.8.x", "Mac OS X v10.7.x" en "Mac OS X v10.6.8".
Wi n d ows® 10 besturingssysteem
®
Wi n d ows® 8.1 besturingssysteem
®
Wi n d ows® 8 besturingssysteem
®
Wi n d ows® 7 besturingssysteem
®
Wi n d ows Vi s ta® besturingssysteem
®
Wi n d ows® XP besturingssysteem
®
Wi n d ows® XP Professional x64 Edition besturingssysteem
®
Wi n d ows S er v e r® 2012 R2 besturingssysteem
®
Wi n d ows S er v e r® 2012 besturingssysteem
®
Wi n d ows S er v e r® 2008 R2 besturingssysteem
®
Wi n d ows S er v e r® 2008 besturingssysteem
®
Wi n d ows S er v e r® 2003 R2 besturingssysteem
®
Wi n d ows S er v e r® 2003 besturingssysteem
®
10
Gebruikershandleiding

Belangrijke instructies

Belangrijke instructies

Veiligheidsinstructies

Lees en volg deze instructies om deze printer veilig te gebruiken. Bewaar deze handleiding voor latere raadplegingen. Let ook op al de waarschuwingen en instructies die op de printer staan.
Sommige van de symbolen die gebruikt worden op uw printer zijn bedoeld om de veiligheid en het juiste
gebruik van de printer te garanderen. Bezoek de volgende website voor de betekenis van de symbolen.
http://support.epson.net/symbols
Gebruik alleen het netsnoer dat met de printer is meegeleverd en gebruik het snoer niet voor andere apparatuur.
Gebruik van andere snoeren met deze printer of gebruik van het meegeleverde netsnoer met andere apparatuur kan leiden tot brand of elektrische schokken.
Zorg ervoor dat het netsnoer voldoet aan de relevante plaatselijke veiligheidsnormen.
Haal het netsnoer, de stekker, de printer, de scanner of de accessoires nooit uit elkaar en probeer deze
onderdelen nooit zelf te wijzigen of te repareren, tenzij zoals uitdrukkelijk staat beschreven in de handleidingen van het apparaat.
Trek in de volgende gevallen de stekker uit het stopcontact en laat het onderhoud aan een onderhoudstechnicus
over:
Als het netsnoer of de stekker beschadigd is, als er vloeistof in de printer is gekomen, als de printer is gevallen of als de behuizing beschadigd is, als de printer niet normaal werkt of als er een duidelijke wijziging in de prestaties optreedt. Wijzig geen instellingen als hiervoor in de gebruiksaanwijzing geen instructies worden gegeven.
Zet het apparaat in de buurt van een wandstopcontact waar u de stekker gemakkelijk uit het stopcontact kunt
halen.
Plaats of bewaar de printer niet buiten en zorg ervoor dat de printer niet wordt blootgesteld aan vuil, stof, water
of hittebronnen. Vermijd plaatsen die onderhevig zijn aan schokken, trillingen, hoge temperaturen of luchtvochtigheid.
Zorg ervoor dat u geen vloeistoen op de printer morst en pak de printer niet met natte handen vast.
Houd de printer ten minste 22 cm verwijderd van pacemakers. De radiogolven die door deze printer worden
uitgezonden, kunnen een negatieve invloed hebben op de werking van pacemakers.
Neem contact op met uw leverancier als het display beschadigd is. Als u vloeistof uit het display op uw handen
krijgt, was ze dan grondig met water en zeep. Als u vloeistof uit het display in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een arts als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
Vermijd het gebruik van de telefoon tijdens onweer. Er bestaat een minieme kans op elektrische schokken door
bliksem.
Gebruik voor het melden van een gaslek geen telefoon in de directe omgeving van het lek.
Wees voorzichtig met gebruikte cartridges. Er kan inkt rond de inkttoevoer kleven.
Als u inkt op uw huid krijgt, wast u de plek grondig met water en zeep.
Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een
arts als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
Als er inkt in uw mond terechtkomt, raadpleegt u direct een arts.
Haal de cartridge niet uit elkaar, omdat u inkt in uw ogen of op uw huid kunt krijgen.
11
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
Schud de cartridges niet te hard en laat ze niet vallen. Wees ook voorzichtig dat u ze niet ineendrukt of hun
etiket scheurt. Omdat hierdoor inkt kan lekken.
Houd cartridges buiten het bereik van kinderen.

Printeradviezen en waarschuwingen

Lees en volg deze instructies om schade aan de printer of uw eigendommen te voorkomen. Bewaar deze handleiding voor toekomstig gebruik.

Adviezen en waarschuwingen voor het instellen/gebruik van de printer

De openingen in de behuizing van de printer niet blokkeren of afdekken.
Gebruik alleen het type stroombron dat staat vermeld op het etiket op de printer.
Gebruik geen stopcontacten in dezelfde groep als fotokopieerapparaten, airconditioners of andere apparaten die
regelmatig worden in- en uitgeschakeld.
Gebruik geen stopcontacten die met een wandschakelaar of een automatische timer kunnen worden in- en
uitgeschakeld.
Plaats het hele computersysteem uit de buurt van apparaten die elektromagnetische storing kunnen
veroorzaken, zoals luidsprekers of basisstations van draagbare telefoons.
Plaats het netsnoer zodanig dat geen slijtage, inkepingen, rafels, plooien en knikken kunnen optreden. Plaats
geen voorwerpen op het netsnoer en plaats het netsnoer zodanig dat niemand erop kan stappen. Let er vooral op dat snoeren mooi recht blijven aan de uiteinden en de punten waar deze de transformator in- en uitgaan.
Als u een verlengsnoer gebruikt voor de printer, mag de totale stroombelasting in ampère van alle aangesloten
apparaten niet hoger zijn dan de maximale belasting voor het verlengsnoer. Zorg er bovendien voor dat het totaal van de ampèrewaarden van alle apparaten die zijn aangesloten op het wandstopcontact, niet hoger is dan de maximumwaarde die is toegestaan voor het stopcontact.
Als u de printer in Duitsland gebruikt, moet u rekening houden met het volgende: de installatie van het gebouw
moet beschikken over een stroomonderbreker van 10 of 16 A om de printer te beschermen tegen kortsluiting en stroompieken.
Let bij het aansluiten van de printer op een computer of ander apparaat, op de juiste richting van de stekkers
van de kabel. Elke stekker kan maar op één manier in het apparaat worden gestoken. Wanneer u een stekker op een verkeerde manier in het apparaat steekt, kunnen beide apparaten die via de kabel met elkaar verbonden zijn, beschadigd raken.
Plaats de printer op een vlakke, stabiele ondergrond die groter is dan de printer zelf. De printer werkt niet goed
als deze scheef staat.
Zorg er bij opslag of transport van de printer voor dat deze niet gekanteld, verticaal of ondersteboven wordt
gehouden, anders kan er inkt lekken.
Laat boven de printer voldoende ruimte vrij om het deksel volledig te kunnen openen.
Zorg ervoor dat aan de voorkant van de printer voldoende ruimte is voor het papier dat uit de printer komt.
Vermijd plaatsen met grote schommelingen in temperatuur en luchtvochtigheid. Houd de printer ook uit de
buurt van direct zonlicht, fel licht of warmtebronnen.
Steek geen voorwerpen door de openingen in de printer.
Steek uw hand niet in de printer tijdens het afdrukken.
12
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
Raak de witte, platte kabel binnen in de printer niet aan.
Gebruik geen spuitbussen met ontvlambare
Verplaats de printkop niet handmatig; anders kunt u de printer beschadigen.
Pas bij het sluiten van de scannereenheid op dat uw vingers niet klem komen te zitten.
Let erop dat u nooit te hard op de scannerglasplaat drukt wanneer u er een origineel op legt.
P
Zet de printer altijd uit met de knop
stopcontact niet af zolang het lampje
Controleer voordat u de printer vervoert of de printkop zich in de uitgangspositie bevindt (uiterst rechts) en of
de cartridges aanwezig zijn.
Als u de printer gedurende langere tijd niet gebruikt, trek dan de stekker uit het stopcontact.
. Trek de stekker niet uit het stopcontact en sluit de stroom naar het
P
nog knippert.
in of in de buurt van de printer. Dit kan brand veroorzaken.
stoen

Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van de printer met een draadloze verbinding

Radiogolven van deze printer kunnen nadelige gevolgen hebben voor de werking van medische elektronische
apparatuur, waardoor deze apparatuur defect kan raken. Wanneer u deze printer gebruikt in een medische instelling of in de buurt van medische apparatuur, volg dan de aanwijzingen van het bevoegd personeel van de medische instelling en volg alle waarschuwingen en aanwijzingen die op de medische apparatuur zelf staan.
Radiogolven uit deze printer kunnen de werking van automatisch gestuurde apparaten, zoals automatische
deuren of een brandalarm, storen en kunnen tot ongevallen leiden als gevolg van storing. Volg alle waarschuwingen en aanwijzingen die op deze apparatuur zijn aangeduid wanneer u deze printer gebruikt in de buurt van automatisch aangestuurde apparaten.

Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van het touchscreen

Het lcd-scherm kan een paar kleine heldere of donkere puntjes vertonen en is mogelijk niet overal even helder.
Dit is normaal en wil geenszins zeggen dat het beschadigd is.
Maak het lcd-scherm alleen schoon met een droge, zachte doek. Gebruik geen vloeibare of chemische
reinigingsmiddelen.
De afdekplaat van het touchscreen kan breken bij zware schokken. Neem contact op met uw leverancier als het
display barst of breekt. Raak het gebroken glas niet aan en probeer dit niet te verwijderen.
Raak het touchscreen zachtjes met uw vinger aan. Druk niet te hard en gebruik niet uw nagels.
Gebruik geen scherpe voorwerpen zoals balpennen of scherpe potloden om handelingen uit te voeren.
De werking van het touchscreen kan verminderen als gevolg van condensatie in het touchscreen veroorzaakt
door plotselinge schommelingen in temperatuur of luchtvochtigheid.

Uw persoonlijke gegevens beschermen

Als u de printer aan iemand anders gee of wilt weggooien, kunt u het geheugen als volgt wissen: selecteer Instel. > Standaardinst. herstellen > Alle gegevens en instellingen wissen op het bedieningspaneel.
13
Gebruikershandleiding

Basisprincipes van printer

Basisprincipes van printer

Namen en functies van onderdelen

Deksel van ADF (Automatic Document Feeder —
A
Papierlade van de automatische documentinvoer)
Invoerlade van de ADF Hiermee worden originelen automatisch ingevoerd.
B
Zijgeleider van de ADF Zorgt ervoor dat originelen recht in de printer worden
C
ADF-documentsteun Ondersteunt originelen die groter zijn dan A4-formaat.
D
Uitvoerlade van de ADF Bevat de originelen die van de ADF worden uitgevoerd.
E
Papiercassette Laadt papier.
F
Open dit om vastgelopen originelen te verwijderen uit de ADF.
ingevoerd. Schuif naar de rand van de originelen.
Uitvoerlade Opvanglade voor het papier dat uit de printer komt.
A
14
Gebruikershandleiding
Zijgeleiders Hiermee wordt het papier recht in de printer ingevoerd.
B
Papiercassette Laadt papier.
C
Basisprincipes van printer
Schuif deze naar de randen van het papier.
Documentdeksel Houdt extern licht tegen tijdens het scannen.
A
Scannerglasplaat Plaats de originelen.
B
Bedieningspaneel Geeft de status van de printer weer en maakt het
C
mogelijk printerinstellingen te congureren.
Externe USB-poort Aansluiting van geheugenapparaten.
D
Scannereenheid Scant de geplaatste originelen. Open de eenheid om
A
inktpatronen te vervangen of papier dat in de printer is vastgelopen, te verwijderen.
15
Gebruikershandleiding
Cartridgehouder Installeer de inktpatronen. Inkt komt uit de
B
Basisprincipes van printer
spuitkanaaltjes van de printkop.
Achterpaneel Verwijderen bij het verwijderen van vastgelopen
A
LAN-poort Voor aansluiting van een LAN-kabel.
B
USB-poort Voor aansluiting van een USB-kabel.
C
Netaansluiting Voor aansluiting van het netsnoer.
D
Lijnpoort Voor aansluiting van een telefoonlijn.
E
EXT.-poort Voor aansluiting van externe telefoontoestellen.
F

Bedieningspaneel

Druktoetsen en lampjes

papier.
16
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
A
B
C
D
E
Hiermee schakelt u de printer in of uit.
Haal het netsnoer uit het stopcontact als het aan/uit-lampje uit staat.
Houd een smart device tegen deze markering aan om rechtstreeks af te drukken of te scannen.
Gaat branden wanneer ontvangen documenten die nog niet gelezen, afgedrukt of opgeslagen zijn, in het geheugen van de printer staan.
Hiermee wordt het scherm Voorraadstatus weergegeven.
U kunt het (geschatte) inktpeil controleren. U kunt ook de inktcartridges vervangen of het Statusblad voorraad afdrukken.
Hiermee wordt het scherm Netwerkverbindingsinstellingen weergegeven.
Tik op het pictogram om de instellingen te controleren en te wijzigen.
F
G
H
I
J
Hiermee wordt het scherm Geluidsinstellingen apparaat weergegeven. U kunt Dempen en Stille modus instellen. Vanaf dit scherm kunt u tevens het menu Geluid openen.
Hiermee wordt de lijst weergegeven van instellingen die zijn geregistreerd in de Voo rins tell ing.
U kunt ook nieuwe favoriete instellingen registreren.
Hiermee opent u het startscherm.
Hiermee geeft u menu's en berichten weer.
Hiermee worden de oplossingen weergegeven wanneer u problemen ondervindt.
Gerelateerde informatie
& “Geluid:” op pagina 154 & “Uw favoriete instellingen vastleggen als voorinstelling” op pagina 21
17
Gebruikershandleiding
Conguratie basisscherm
Hierop worden items aangegeven die voor de printer als pictogram zijn ingesteld. Tik om de huidige instellingen te
A
controleren of elk instellingenmenu te openen.
Basisprincipes van printer
Deze actiebalk wordt alleen op het startscherm weergegeven.
Hiermee wordt elke modus weergegeven.
B
Tussen tabbladen wisselen.
C
Geeft de instellingsitems aan. Tik op elk item om de instellingen te congureren of te wijzigen.
D
De items die grijs worden weergegeven, zijn niet beschikbaar. Tik op het item om te controleren waarom dit niet beschikbaar is.
Hiermee voert u de huidige instellingen uit. Beschikbare functies variëren afhankelijk van elke modus.
E
Deze actiebalk wordt alleen op het tabblad met basisinstellingen weergegeven.

Touchscreenbewerkingen

Het touchscreen is compatibel met de volgende bewerkingen.
Tik ke n Druk op de items of pictogrammen of selecteer deze.
Vegen
Veeg snel over het scherm.
18
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
Schuiven Houd de items vast en verplaats ze.

Pictogrammen op het lcd-scherm

De volgende pictogrammen worden op het display weergegeven naargelang de status van de printer.
Geeft de status van de verbruiksartikelen aan.
Tik op het pictogram om het geschatte inktpeil te controleren. U kunt ook de inktcartridges vervangen of het Statusblad voorraad afdrukken.
Geeft de status van de netwerkverbinding aan.
Tik op het pictogram om de instellingen te controleren en te wijzigen. Dit is de snelkoppeling naar het volgende menu.
Instel. > Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Wi-Fi instellen
De printer is niet verbonden met een bekabeld (ethernet-)netwerk of de verbinding is verbroken.
De printer is verbonden met een bekabeld (ethernet-)netwerk.
De printer is niet verbonden met een draadloos (wi-)netwerk.
De printer zoekt naar een SSID, het IP-adres is niet ingesteld of er is een probleem met het draadloze (wi-)netwerk.
De printer is verbonden met een draadloos (wi-)netwerk.
Het aantal balkjes geeft de sterkte van de verbinding weer. Hoe meer balkjes, des te sterker de verbinding is.
De printer is niet verbonden met een draadloos (wi-)netwerk in de modus Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt).
De printer is verbonden met een draadloos (wi-)netwerk in de modus Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt).
Hiermee wordt het scherm Geluidsinstellingen apparaat weergegeven. U kunt Dempen en Stille modus instellen.
Vanaf dit scherm kunt u tevens het menu Geluid openen. Dit is de snelkoppeling naar het volgende menu.
Instel. > Algemene instellingen > Basisinstellingen > Geluid
Hiermee wordt aangegeven of Stille modus is ingesteld voor de printer. Wanneer deze functie is ingeschakeld, wordt het geluid dat door de printer wordt gemaakt gedempt. De afdruksnelheid kan hierdoor verminderen. Het geluid wordt mogelijk niet gedempt, afhankelijk van het geselecteerde papiertype en de gekozen afdrukkwaliteit.
Hiermee wordt de lijst weergegeven van instellingen die zijn geregistreerd in de Voorinstelling.
U kunt ook nieuwe favoriete instellingen registreren.
19
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
Hiermee wordt het scherm Informatie faxgegevens weergegeven.
Geeft aan dat er aanvullende informatie is. Tik op het pictogram om het bericht weer te geven.
Geeft aan dat er een probleem is met de items. Tik op het pictogram om te zien hoe u het probleem kunt oplossen.
Geeft aan dat er gegevens zijn die nog niet zijn gelezen, afgedrukt of opgeslagen. Het weergegeven getal geeft het aantal gegevensitems weer.
Gerelateerde informatie
& “Geluid:” op pagina 154 & “Uw favoriete instellingen vastleggen als voorinstelling” op pagina 21

Tekens invoeren

Wanneer u contactpersonen registreert, netwerkinstellingen congureert, etc. kunt u tekens en symbolen invoeren via het sowaretoetsenbordscherm.
Opmerking:
Beschikbare pictogrammen variëren naargelang de instelling.
A
B
Geeft het aantal tekens weer.
Verplaatst de cursor naar de invoerpositie.
C
D
E
F
G
H
I
Hiermee schakelt u tussen hoofdletters en kleine letters, of cijfers en symbolen.
Hiermee schakelt u tussen tekentypes. U kunt alfanumerieke tekens, symbolen en speciale tekens, zoals umlauten en accenten gebruiken.
Hiermee wijzigt u de indeling van het toetsenbord.
Hiermee voert u veelgebruikte e-maildomeinadressen of URL's in door het item te selecteren.
Hiermee typt u een spatie.
Hiermee voert u een teken in.
Hiermee wist u het teken links van de cursor.
20
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer

Animaties bekijken

Op het lcd-scherm kunt u animaties bekijken van bedieningsinstructies, zoals het laden van papier of het verwijderen van vastgelopen papier.
Tik op
u wilt bekijken.
Tik op Hoe onder aan het bedieningsscherm. De contextgevoelige animatie wordt weergegeven.
A
B
rechts op het lcd-scherm. Het scherm Hulp wordt weergegeven. Tik op Hoe en selecteer de items die
Geeft het totale aantal stappen en het nummer van de huidige stap weer.
In het voorbeeld hierboven wordt stap 2 van 6 stappen weergegeven.
Hiermee keert u terug naar de vorige stap.
Geeft de voortgang in de huidige stap aan. De animatie wordt herhaald wanneer de voortgangsbalk het einde
C
bereikt.
Hiermee gaat u naar de volgende stap.
D

Uw favoriete instellingen vastleggen als voorinstelling

U kunt vaak gebruikte kopieer-, fax- en scaninstellingen opslaan als voorinstelling.
Als u een voorinstelling wilt opslaan, tikt u in het startscherm op vervolgens de functie waarvoor u een voorinstelling wilt opslaan. Congureer de benodigde instellingen, tik op
en voer vervolgens een naam in voor de voorinstelling.
Om een opgeslagen voorinstelling te laden, selecteer de voorinstelling in de lijst.
U kunt het huidige adres en de huidige instellingen ook vastleggen door op het bedieningspaneel van de printer
voor elke functie op het scherm op
Als u de vastgelegde instellingen wilt wijzigen, wijzigt u de instellingen op het scherm voor elke functie en tikt u op
op het bedieningspaneel van de printer. Tik op Huidige instellingen registreren > Registreren op
voorinstellingen en selecteer vervolgens het doel dat u wilt overschrijven.
te tikken.
, tikt u op Nieuwe toevoegen en selecteer u
21
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer

Menuopties voor Voorinstelling

Tik op op de vastgelegde voorinstelling om de details van de geregistreerde instellingen weer te geven. U kunt de geregistreerde naam wijzigen door op de naam te tikken in het detailscherm.
:
Wis de geregistreerde voorinstelling.
Gebruik deze instelling:
Laad de geregistreerde voorinstelling.
22
Gebruikershandleiding

Netwerkinstellingen

Netwerkinstellingen

Typen netwerkverbindingen

U kunt de volgende verbindingsmethoden gebruiken.

Ethernet-verbinding

Verbind de printer met een hub met behulp van een Ethernet-kabel.
Gerelateerde informatie
& “Geavanceerde netwerkinstellingen maken” op pagina 31

Wi-Fi-verbinding

Sluit de printer en de computer of het smart device aan op het toegangspunt. Dit is de meest gebruikelijke manier van verbinden voor netwerken thuis en op kantoor waar de Wi-Fi-verbindingen worden verzorgd door een toegangspunt.
23
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Gerelateerde informatie
& “Een computer verbinden” op pagina 24 & “Een smart device verbinden” op pagina 26 & “Wi-Fi-instellingen congureren op de printer” op pagina 26

Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt)

Gebruik deze verbindingsmethode wanneer u thuis of op kantoor geen Wi-Fi hebt of wanneer u de printer en het smart device rechtstreeks met elkaar wilt verbinden. In deze modus fungeert de printer als toegangspunt en kunt u maximaal vier apparaten met de printer verbinden zonder dat u een apart toegangspunt nodig hebt. Smart devices die rechtstreeks met de printer zijn verbonden kunnen echter niet met elkaar communiceren via de printer.
Opmerking:
Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) is een verbindingsmodus die is ontwikkeld als vervanging voor de ad­hocmodus.
De printer kan tegelijk verbinding hebben via Wi-Fi of Ethernet en Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt). Als u echter een netwerkverbinding start in Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) wanneer de printer verbinding hee via Wi-Fi, wordt de Wi-Fi-verbinding tijdelijk verbroken.
Gerelateerde informatie
& “Verbindingsinstellingen voor Wi-Fi Direct (Eenvoudig AP) congureren” op pagina 30

Een computer verbinden

Het wordt aanbevolen het installatieprogramma te gebruiken om de printer te verbinden met een computer. U kunt het installatieprogramma op een van de volgende manieren uitvoeren.
Instellen vanaf de website
Open de volgende website en voer de productnaam in. Ga naar Instellen en congureer de instellingen.
http://epson.sn
Instellen met de soware-cd (alleen voor modellen die worden geleverd met een soware-cd en gebruikers die
beschikken over een computer met een schijfstation.)
Plaats de soware-cd in de computer en volg de instructies op het scherm.
24
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
De verbindingsmethoden selecteren
Volg de instructies op het scherm totdat het volgende scherm wordt weergegeven en selecteer vervolgens de gewenste methode om de printer met de computer te verbinden.
Wi n d o w s
Selecteer het verbindingstype en klik vervolgens op Vo lg e n de .
25
Gebruikershandleiding
Mac OS X
Selecteer het verbindingstype.
Netwerkinstellingen
Volg de instructies op het scherm. De benodigde soware wordt geïnstalleerd.

Een smart device verbinden

U kunt de printer gebruiken vanaf een smart device wanneer u de printer verbindt met hetzelfde Wi-Fi-netwerk (SSID) als het smart device. Als u de printer wilt gebruiken vanaf een smart device, stelt u dit in vanaf de volgende website. Open de website vanaf een smart device waarmee u verbinding wilt maken met de printer.
http://epson.sn > Instellen
Opmerking:
Als u tegelijkertijd een computer en een smart device met de printer wilt verbinden, wordt aangeraden als eerste de computer te verbinden.
Wi-Fi-instellingen
Op het bedieningspaneel van de printer kunt u op verschillende manieren de netwerkinstellingen Kies de verbindingsmethode die overeenkomt met uw omgeving en de voorwaarden die u gebruikt. Als u beschikt over de informatie voor het toegangspunt, zoals de SSID en het wachtwoord, kunt u de instellingen handmatig congureren. drukknopinstellingen.
Als het toegangspunt WPS ondersteunt, kunt u de instellingen
congureren
op de printer
congureren
met
congureren.
Nadat de printer verbinding hee gemaakt met het netwerk, maakt u verbinding tussen de printer en het apparaat dat u wilt gebruiken (computer, smart device, tablet, enz.)
26
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Gerelateerde informatie
& “Handmatig Wi-Fi-instellingen congureren” op pagina 27 & “Wi-Fi-instellingen congureren via de drukknopinstelling (WPS)” op pagina 28 & “Wi-Fi-instellingen congureren via de pincode-instelling (WPS)” op pagina 29 & “Verbindingsinstellingen voor Wi-Fi Direct (Eenvoudig AP) congureren” op pagina 30
Handmatig Wi-Fi-instellingen congureren
U kunt de gegevens die voor de verbinding met een toegangspunt nodig zijn handmatig opgeven op het bedieningspaneel van de printer. Voor het handmatig instellen hebt u de SSID en het wachtwoord van het toegangspunt nodig.
Opmerking:
Als u een toegangspunt met de standaardinstellingen gebruikt, gebruikt u de SSID en het wachtwoord die op het label vermeld staan. Als u de SSID en het wachtwoord niet weet, neem dan contact op met de persoon die het toegangspunt ingesteld of raadpleeg de documentatie van het toegangspunt.
hee
1. Tik op het startscherm op .
2.
Tik op het pictogram Wi-Fi (aanbevolen) of het pictogram Router.
3.
Tik op Start de instelling.
Als de netwerkverbinding al is ingesteld, worden de verbindingsdetails weergegeven. Tik op Wi jz i g na ar Wi - Fi-verbinding. of Instellingen wijzigen om de instellingen te wijzigen.
4. Tik op Wi za r d Wi - Fi in s tel le n .
5.
Selecteer de SSID van het toegangspunt.
Opmerking:
Als de SSID waarmee u verbinding wilt maken, niet wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer, tikt
u op Opnieuw zoeken om de lijst te vernieuwen. Als deze nog steeds niet wordt weergegeven, tikt u op Handmatig invoeren en voert u de SSID vervolgens rechtstreeks in.
Als u de SSID niet kent, controleer dan of deze vermeld staat op het label van het toegangspunt. Als u het
toegangspunt gebruikt met zijn standaardinstellingen, gebruikt u de SSID die op het label staat.
27
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
6. Tik op het veld Vo e r w a c h t w o o r d i n en voer vervolgens het wachtwoord in.
Opmerking:
Het wachtwoord is hoofdlettergevoelig.
Als u het wachtwoord niet kent, controleer dan of het vermeld staat op het label van het toegangspunt. Als u het
toegangspunt gebruikt met zijn standaardinstellingen, gebruikt u het wachtwoord dat op het label staat. Het wachtwoord kan ook een sleutel of wachtwoordzin worden genoemd.
Als u het wachtwoord voor het toegangspunt niet kent, raadpleegt u de documentatie die bij het toegangspunt is
geleverd of neemt u contact op met de persoon die dit hee ingesteld.
7. Als u klaar bent, tikt u op Start installatie.
8.
Tik op OK om af te sluiten.
Opmerking:
Als u geen verbinding kunt maken, laadt u normaal papier op A4-formaat en tikt u op Controlerapport afdrukken om een netwerkverbindingsrapport af te drukken.
9. Tik op Sluiten op het instellingenscherm voor netwerkverbindingen.
Gerelateerde informatie
& “Tekens invoeren” op pagina 20 & “De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 33 & “Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt
congureren
” op pagina 181
Wi-Fi-instellingen congureren via de drukknopinstelling (WPS)
U kunt automatisch een Wi-Fi-netwerk instellen door op een knop op het toegangspunt te drukken. Als aan de volgende voorwaarden is voldaan, kunt u deze manier van instellen gebruiken.
Het toegangspunt is compatibel met WPS (Wi-Fi Protected Setup).
De huidige Wi-Fi-verbinding is tot stand gebracht door op een knop op het toegangspunt te drukken.
Opmerking:
Als u de knop niet kunt vinden of als u instelt met behulp van de soware, raadpleeg dan de documentatie van het toegangspunt.
1. Tik op het startscherm op .
2. Tik op het pictogram Wi-Fi (aanbevolen) of het pictogram Router.
3.
Tik op Start de instelling.
Als de netwerkverbinding al is ingesteld, worden de verbindingsdetails weergegeven. Tik op Wi jz i g na ar Wi - Fi-verbinding. of Instellingen wijzigen om de instellingen te wijzigen.
4. Tik op Instellen met drukknop (WPS).
28
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
5. Houd de [WPS]-knop ingedrukt op het toegangspunt tot het beveiligingslampje knippert.
Als u niet weet waar de [WPS]-knop zit, of als het toegangspunt geen knoppen documentatie van het toegangspunt voor meer informatie.
6. Tik op Start installatie.
7. Tik op Sluiten.
Het scherm sluit automatisch na een vastgestelde tijd als u niet op Sluiten tikt.
Opmerking:
Als de verbinding mislukt, start dan het toegangspunt opnieuw, zet het dichter bij de printer en probeer het nog een keer. Als het nog steeds niet werkt, druk dan een netwerkverbindingsrapport af en controleer de oplossing.
8. Tik op Sluiten op het instellingenscherm voor netwerkverbindingen.
Gerelateerde informatie
& “De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 33 & “Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt congureren” op pagina 181
raadpleeg dan de
hee,
Wi-Fi-instellingen congureren via de pincode-instelling (WPS)
U kunt automatisch verbinding maken met een toegangspunt door gebruik te maken van een pincode. U kunt deze methode gebruiken als uw toegangspunt WPS (Wi-Fi Protected Setup) ondersteunt. Gebruik een computer om een pincode in te voeren in het toegangspunt.
1. Tik op het startscherm op
2. Tik op het pictogram Wi-Fi (aanbevolen) of het pictogram Router.
3. Tik op Start de instelling.
Als de netwerkverbinding al is ingesteld, worden de verbindingsdetails weergegeven. Tik op Wi jz i g na ar Wi - Fi-verbinding. of Instellingen wijzigen om de instellingen te wijzigen.
4. Tik op Overige > Instellen met PIN (WPS)
.
29
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
5. Gebruik uw computer om de pincode (acht cijfers) die op het bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven in te voeren in het toegangspunt. U hebt hier twee minuten de tijd voor.
Opmerking:
Raadpleeg de documentatie van het toegangspunt voor meer informatie over het invoeren van een pincode.
6. Tik op Start installatie.
7. Tik op Sluiten.
Het scherm sluit automatisch na een vastgestelde tijd als u niet op Sluiten tikt.
Opmerking:
Als de verbinding mislukt, start dan het toegangspunt opnieuw, zet het dichter bij de printer en probeer het nog een keer. Als het nog steeds niet werkt, druk dan een verbindingsrapport af en controleer de oplossing.
8. Tik op Sluiten op het instellingenscherm voor netwerkverbindingen.
Gerelateerde informatie
“De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 33
&
“Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt
&
congureren
” op pagina 181
Verbindingsinstellingen voor Wi-Fi Direct (Eenvoudig AP) congureren
Deze methode maakt het mogelijk om de printer rechtstreeks, dus zonder toegangspunt, te verbinden met andere apparaten. De printer fungeert zelf als toegangspunt.
Belangrijk:
c
Wanneer u een computer of smart device verbindt met de printer met de Wi-Fi Direct-verbinding (Eenvoudig AP), is de printer verbonden met hetzelfde Wi-Fi-netwerk (SSID) als de computer of het smart device en vindt communicatie tussen de beide apparaten plaats. Omdat de computer of het smart device automatisch wordt verbonden met het andere verbindbare Wi-Fi-netwerk als de printer wordt uitgeschakeld, wordt niet opnieuw verbinding gemaakt met het vorige Wi-Fi-netwerk als de printer wordt ingeschakeld. Maak vanuit de computer of het smart device opnieuw verbinding met de SSID van de printer voor Wi-Fi Direct-verbinding (Eenvoudig AP). Als u niet steeds opnieuw verbinding wilt maken wanneer u de printer in- of uitschakelt, wordt aangeraden een Wi-Fi­netwerk te gebruiken door de printer te verbinden met een toegangspunt.
1. Tik op het startscherm op .
2. Tik op het pictogram Wi -Fi D ir e ct .
3.
Tik op Start de instelling.
Als u Wi-Fi-instellingen hebt gecongureerd, wordt gedetailleerde verbindingsinformatie weergegeven. Ga naar stap 5.
4. Tik op Start installatie.
30
Loading...
+ 201 hidden pages