EPSON ET-4700 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding
NPD6002-04 NL
Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave
Over deze handleiding
Introductie tot de handleidingen................7
Informatie zoeken in de handleiding.............7
Markeringen en symbolen....................9
Beschrijvingen gebruikt in deze handleiding.......9
Belangrijke instructies
Veiligheidsinstructies.......................11
Veiligheidsinstructies voor inkt..............12
Printeradviezen en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . 12
Adviezen en waarschuwingen voor het
instellen/gebruik van de printer............. 12
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van de printer.......................... 13
Adviezen en waarschuwingen voor het
vervoeren of opslaan van de printer.......... 13
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van de printer met een draadloze verbinding. . . . 13
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van het display..........................14
Uw persoonlijke gegevens beschermen..........14
Basisprincipes van printer
Namen en functies van onderdelen.............15
Bedieningspaneel..........................17
Uitleg bij het LCD-scherm...................18
Uitleg bij het startscherm..................18
Tekens invoeren.........................20
Netwerkinstellingen
Typen netwerkverbindingen..................21
Ethernet-verbinding......................21
Wi-Fi-verbinding........................21
Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig
toegangspunt)..........................22
Een computer verbinden.................... 22
Een smart device verbinden..................23
Een smart-apparaat verbinden via een
draadloze router.........................23
Verbinding maken met een iPhone, iPad of
iPod touch via Wi-Fi Direct................ 24
Verbinding maken met Android-apparaten
middels Wi-Fi Direct.....................27
Verbinding maken met niet-iOS- of Android-
apparaten via Wi-Fi Direct.................29
Wi-Fi-instellingen congureren op de printer. . . . . 33
Wi-instellingen congureren
en het wachtwoord in te voeren............. 33
Wi - F i - i n s t e l l i n g e n
drukknopinstelling.......................34
Wi-Fi-instellingen congureren via de
pincode-instelling (WPS)..................35
De status van de netwerkverbinding controleren. . . 36
Netwerkpictogram.......................36
Een netwerkverbindingsrapport afdrukken. . . . . 36
Een netwerkstatusvel afdrukken...............43
Draadloze routers vervangen of toevoegen. . . . . . . 43
De verbindingsmethode met een computer
De netwerkstatus wijzigen naar ethernet op het
bedieningspaneel..........................44
Energie-eciënt
De Wi-Fi Direct (eenvoudige AP) instellingen
Wi-Fi uitschakelen op het bedieningspaneel. . . . . . .46
Een Wi-Fi Direct-verbinding (Eenvoudig AP)
verbreken vanaf het bedieningspaneel...........46
De netwerkinstellingen herstellen op het
bedieningspaneel..........................47
congureren
Ethernet inschakelen...........44
door de SSID
via de
De printer voorbereiden
Papier laden..............................48
Beschikbaar papier en capaciteiten...........48
Papier in de Papiertoevoer achter laden........51
Enveloppen laden en voorzorgsmaatregelen. . . . 53
Lang papier laden....................... 53
Lijst met papiertypen.....................54
Beschikbare originelen voor de ADF..........54
Originelen op de ADF plaatsen..............55
Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen. . . . . 56
Contactpersonen beheren....................58
Contacten registreren of bewerken...........58
Contactgroepen registreren of bewerken.......59
Contacten registreren op een computer........59
Menuopties voor Instel......................60
Menuopties voor Onderhoud...............60
Menuopties voor Printerinstallatie........... 61
2
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Menuopties voor alle Wi-Fi/netwerk -
instellingen............................63
Menuopties voor Epson Connect- services. . . . . 64
Menuopties voor Google Cloud Print-services. . . 64
Menuopties voor Contacten-beheer.......... 65
Faxinstellingen..........................65
Menuopties voor Statusv.afdrukk.............65
Menuopties voor Afdrukteller...............66
Menuopties voor Standaardinst. herstellen. . . . . 66
Menuopties voor Firmware-update...........66
Stroom besparen..........................67
Energie besparen — Bedieningspaneel. . . . . . . . 67
Faxinstellingen
Voordat u faxfuncties gebruikt................68
Aansluiten op een telefoonlijn.................68
Compatibele telefoonlijnen.................68
De printer aansluiten op een telefoonlijn.......69
Uw telefoontoestel aansluiten op de printer. . . . . 70
De printer klaarmaken voor het verzenden en ontvangen van faxen (met gebruik van Wizard
faxinstelling).............................72
Individuele instellingen instellen voor de
faxfuncties van de printer....................74
De instelling Ontvangstmodus..............74
Instellingen voor een extern telefoontoestel
congureren...........................76
Instellingen congureren voor het blokkeren
van ongewenste faxen.....................77
Instellingen congureren voor het verzenden
en ontvangen van faxen op een computer. . . . . . 77
Menuopties voor Faxinstellingen...............78
Fax-aansl. controleren.................... 78
Wizard faxinstelling......................79
Menu Basisinstellingen....................79
Menu Ontvangstinst......................80
Menu Rapportinstellingen.................81
Menu Veiligheidsinstel.................... 82
Menuopties voor Standaardinst. gebr..........82
Afdrukken
Afdrukken vanuit het printerstuurprogramma
in Windows..............................84
Het printerstuurprogramma openen..........84
Basisprincipes voor afdrukken..............85
Dubbelzijdig afdrukken...................86
Meerdere pagina's op één vel afdrukken. . . . . . . 87
Afdrukken en op paginavolgorde stapelen
(Afdrukken in omgekeerde volgorde).........88
Een verkleind of vergroot document afdrukken. . 88 Een aeelding vergroot afdrukken op
meerdere vellen (een poster maken)..........89
Afdrukken met een kop- en voettekst.........95
Een watermerk afdrukken................. 96
Meerdere bestanden tegelijkertijd afdrukken. . . . 96
Afdrukken met de afdrukfunctie Universele
kleuren...............................97
De afdrukkleur aanpassen................. 98
Dunne lijnen benadrukken tijdens het
afdrukken.............................99
Duidelijke streepjescodes afdrukken. . . . . . . . . . 99
Afdrukken annuleren....................100
Menuopties voor het printerstuurprogramma. . 100
Afdrukken vanuit het printerstuurprogramma
in Mac OS..............................103
Basisprincipes voor afdrukken............. 103
Meerdere pagina's op één vel afdrukken. . . . . . .104
Afdrukken en op paginavolgorde stapelen
(Afdrukken in omgekeerde volgorde)........ 105
Een verkleind of vergroot document afdrukken 105
De afdrukkleur aanpassen.................106
Afdrukken annuleren....................106
Menuopties voor het printerstuurprogramma. . 107 Bedieningsinstellingen voor Mac OS-
printerdriver congureren................ 109
Afdrukken met Smart Devices............... 109
Epson iPrint gebruiken...................109
Epson Print Enabler gebruiken.............111
AirPrint gebruiken......................112
De actieve taak annuleren...................112
Kopiëren
Kopiëren...............................113
Meerdere originelen kopiëren naar één vel. . . . . . . 114
Menuopties voor kopiëren..................114
Scannen
Scannen via het bedieningspaneel.............117
Scannen naar een computer...............117
Scannen naar een computer (WSD)..........121
Scannen vanaf een computer.................123
Scannen met Epson Scan 2................123
Scannen met smart-apparaten................126
Epson iPrint installeren.................. 126
Scannen met Epson iPrint.................126
3
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Faxen
Voordat u faxfuncties gebruikt...............128
Faxen verzenden via de printer...............128
Faxen verzenden via het bedieningspaneel. . . . . 128
Verschillende manieren om faxberichten te
verzenden............................ 130
Inkomende faxen ontvangen...............133
Faxen ontvangen via een telefoonoproep. . . . . . 135
Menuopties voor faxen.....................136
Fax.................................136
Scaninstellingen........................136
Inst.faxverzending......................137
Meer................................137
Contacten-beheer.......................138
Een faxbericht verzenden via een computer. . . . . . 138
Documenten verzenden die zijn gemaakt met
een toepassing (Windows)................ 139
Documenten verzenden die zijn gemaakt met
een toepassing (Mac OS)................. 141
Faxen ontvangen op een computer............ 142
Inkomende faxen opslaan op een computer. . . . 143
De functie voor het opslaan van ontvangen
faxen op de computer uitschakelen..........143
Controleren op nieuwe faxen (Windows). . . . . . 144
Controleren op nieuwe faxen (Mac OS).......145
Een faxrapport handmatig afdrukken. . . . . . . . 146
Inkt bijvullen
Het inktpeil controleren....................147
Het inktpeil controleren - Windows..........147
Het inktniveau controleren — Mac OS....... 147
Voorzorgsmaatregelen voor inktessen.........149
De inkttanks bijvullen..................... 150
De printer onderhouden
De printkop controleren en reinigen...........154
De printkop controleren en schoonmaken —
Bedieningspaneel.......................154
De printkop controleren en schoonmaken -
Windows.............................155
De printkop controleren en reinigen — Mac OS 155
Krachtige reiniging uitvoeren................156
Krachtige reiniging uitvoeren —
Bedieningspaneel.......................156
Krachtige reiniging uitvoeren — Windows. . . . . 157
Krachtige reiniging starten — Mac OS........157
De printkop uitlijnen......................158
De printkop uitlijnen — Bedieningspaneel. . . . .158
Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken. . . . . 158
De automatische documentinvoer (ADF)
schoonmaken............................159
Controleren hoeveel pagina's in totaal door de
printer zijn gegaan........................161
Controleren hoeveel pagina's in totaal door
de printer zijn gegaan — bedieningspaneel. . . . 161
Controleren hoeveel pagina's in totaal door
de printer zijn gegaan - Windows........... 162
Controleren hoeveel pagina's in totaal door
de printer zijn gegaan — Mac OS........... 162
Netwerkservice en softwareinformatie
Toe pas sin g vo or h et
printerbewerkingen (Web Cong).............163
Web Cong uitvoeren op een browser........163
Web Cong uitvoeren op Windows..........164
Web Cong uitvoeren op Mac OS...........164
Toepassing voor het scannen van documenten
en aeeldingen (Epson Scan 2)...............164
De netwerkscanner toevoegen..............165
Toepassing voor het congureren van scanbewerkingen vanaf het bedieningspaneel
(Epson Event Manager).................... 165
Toepassing voor het congureren van faxbewerkingen en het verzenden van faxen
(FAX Utility)............................166
Toepassing voor het verzenden van faxen
(stuurprogramma PC-FAX).................167
Applicatie voor
Photo+)................................167
Toepassing voor het afdrukken van webpagina's
(E-Web Print)........................... 168
Toepassing voor het scannen en overdragen van
aeeldingen (Easy Photo Scan).............. 169
Hulpprogramma's voor soware-updates (EPSON
Toepassing voor het congureren van meerdere
apparaten (EpsonNet Cong)................170
De meest recente toepassingen installeren. . . . . . . 170
Soware
congureren
afdrukaeeldingen
Updater)................. 169
van
(Epson
4
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
De alarmberichten bijwerken via het
bedieningspaneel.........................172
Toepassingen verwijderen...................172
Toepassingen verwijderen — Windows.......172
Toepassingen verwijderen — Mac OS........173
Afdrukken via een netwerkservice.............174
Problemen oplossen
De printerstatus controleren.................175
Foutcodes op het display bekijken...........175
De printerstatus controleren - Windows.......176
De printerstatus controleren — Mac OS...... 177
De sowarestatus controleren................177
Vastgelopen papier verwijderen...............177
Vastgelopen papier verwijderen uit de
Papiertoevoer achter.....................178
Vastgelopen papier binnen in de printer
verwijderen...........................178
Vastgelopen papier verwijderen uit de ADF. . . . 180
Papier wordt niet goed ingevoerd.............181
Papier loopt vast........................182
Papier wordt schuin ingevoerd.............182
Er worden meerdere vellen papier tegelijk
uitgevoerd............................182
Foutmelding papier op verschijnt........... 182
Origineel wordt niet in ADF ingevoerd.......182
Problemen met stroomtoevoer en
bedieningspaneel.........................183
De stroom wordt niet ingeschakeld..........183
De stroom wordt niet uitgeschakeld......... 183
Stroom schakelt automatisch uit............183
Het display wordt donker.................183
Kan niet afdrukken vanaf een computer. . . . . . . . 184
De verbinding controleren (USB)...........184
De verbinding controleren (netwerk).........184
De soware en gegevens controleren.........185
De printerstatus controleren vanaf de
computer (Windows)....................187
De printerstatus controleren vanaf de
computer (Mac OS).....................188
Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt congureren
Kan geen verbinding maken vanaf apparaten
terwijl de netwerkinstellingen correct zijn. . . . . 188
De SSID controleren waarmee de printer is
verbonden............................190
De SSID voor de computer controleren.......190
Ethernet-verbinding wordt onstabiel.........191
Kan niet afdrukken vanaf een iPhone of iPad. . . . . 192
............................ 188
Afdrukproblemen........................ 192
De afdruk is gekrast of er ontbreken kleuren. . . 192 Er verschijnen strepen of onverwachte kleuren. .193 Gekleurde streepvorming zichtbaar met een
tussenafstand van ongeveer 2.5 cm..........193
Onscherpe afdrukken, verticale strepen of
verkeerde uitlijning..................... 194
Afdrukkwaliteit is slecht..................194
Papier vertoont vlekken of is bekrast.........195
Afgedrukte foto's zijn plakkerig.............196
Aeeldingen of foto's worden afgedrukt met
de verkeerde kleuren.................... 196
Kan niet afdrukken zonder marges..........196
Randen van de
randloos afdrukken..................... 196
Positie, formaat of marges van de afdruk zijn
niet juist............................. 197
Afgedrukte tekens zijn niet juist of onleesbaar. . 197
De afgedrukte aeelding is omgekeerd. . . . . . . 197
Mozaïekachtige patronen op de afdrukken. . . . .197
Op de gekopieerde afdruk verschijnen ongelijke kleuren, vegen, vlekken of rechte
lijnen................................198
Er verschijnt een webachtig patroon (ook wel "moiré" genoemd) op de gekopieerde
aeelding............................198
De achterkant van het origineel is te zien op
de gekopieerde aeelding.................198
U ziet strepen wanneer u kopieert vanuit de
ADF................................ 198
Het probleem kon niet worden opgelost.......198
Overige afdrukproblemen...................199
Afdrukken verloopt te traag...............199
De afdruk- of kopieersnelheid neemt sterk af
tijdens een continue bewerking.............199
Kan niet beginnen met scannen.............. 199
Kan scannen niet starten via bedieningspaneel. .200
Problemen met gescande aeeldingen......... 200
Ongelijke kleuren, vuil, vlekken, enzovoort worden weergegeven bij scannen vanaf de
glasplaat van de scanner..................200
Rechte lijnen verschijnen bij het scannen
vanaf ADF............................201
De aeeldingskwaliteit is ruw..............201
De
oset
aeeldingen.......................... 201
De tekst is onscherp.....................201
Moiré-patronen (webachtige schaduwen)
verschijnen........................... 202
Kan het juiste gebied niet scannen op de
glasplaat............................. 202
aeelding
schijnt door in de achtergrond van
vallen weg bij het
5
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Tekst wordt niet correct herkend wanneer ik
opsla als een Searchable PDF...............202
Problemen in gescande aeelding kunnen
niet worden opgelost.................... 203
Andere scanproblemen.....................204
Scannen verloopt te traag.................204
De scansnelheid neemt sterk af tijdens het
continu scannen........................204
Scannen stopt bij het scannen naar een PDF/
Multi-TIFF........................... 204
Problemen met verzenden en ontvangen van
Kan geen fax verzenden of ontvangen........205
Kan geen faxen versturen.................206
Kan geen faxen verzenden naar opgegeven
ontvanger............................ 206
Kan geen faxen verzenden op
Kan geen faxberichten ontvangen...........207
Verzonden fax is van slechte kwaliteit. . . . . . . . 207
Faxen worden op verkeerde grootte verzonden. .208
Ontvangen fax is van slechte kwaliteit. . . . . . . . 208
Ontvangen faxen worden niet afgedrukt. . . . . . 208
Pagina's zijn blanco of er wordt slechts een klein deel van de tekst afgedrukt op de
tweede pagina van ontvangen faxen. . . . . . . . . .208
Bellen niet mogelijk op verbonden telefoon. . . . 209
Antwoordapparaat kan geen gesprekken
aannemen............................209
Faxnummer van de zender wordt niet op ontvangen faxberichten weergegeven of het
nummer is fout........................ 209
Overige problemen........................209
Lichte elektrische schok wanneer u de printer
aanraakt............................. 209
Printer maakt veel lawaai tijdens werking. . . . . 209
Datum en tijd zijn verkeerd............... 210
Soware wordt geblokkeerd door een rewall
(alleen Windows).......................210
Een bericht over het resetten van het inktpeil
wordt weergegeven......................210
Gemorste inkt.........................210
speciek
tijdstip. .207
Wi-Fi-specicaties......................214
Ethernetspecicaties.....................214
Beveiligingsprotocol.....................215
Ondersteunde services van derden.......... 215
Dimensies............................215
Elektrische specicaties.................. 215
Omgevingsspecicaties...................216
Systeemvereisten....................... 216
Regelgevingsinformatie.................... 217
Normen en goedkeuringen................217
Beperkingen op het kopiëren.............. 218
De printer vervoeren en opslaan..............219
Copyright.............................. 222
Hulp vragen.............................223
Technische ondersteuning (website)......... 223
Contact opnemen met de klantenservice van
Epson...............................224
Bijlage
Technische specicaties.................... 211
Printer specicaties..................... 211
Scannerspecicaties.....................212
Interface-specicaties Faxspecicaties
Lijst met netwerkfuncties.................213
....................212
........................ 212
6
Gebruikershandleiding

Over deze handleiding

Over deze handleiding

Introductie tot de handleidingen

De volgende handleidingen worden meegeleverd met uw Epson-printer. Naast de handleidingen kunt u ook de verschillende hulpmogelijkheden op de printer zelf of in de toepassingen raadplegen.
Belangrijke veiligheidsvoorschrien (gedrukte handleiding)
Bevat instructies om deze printer veilig te gebruiken.
Hier beginnen (gedrukte handleiding)
Bevat informatie over het instellen van de printer, het installeren van de soware, het gebruik van de printer enzovoort.
Gebruikershandleiding (digitale handleiding)
Deze handleiding. Biedt algehele informatie en instructies voor het gebruik van de printer, voor netwerkinstellingen wanneer de printer in een netwerk wordt gebruikt en voor het oplossen van problemen.
U kunt de meest recente versie van de bovenstaande handleidingen in uw bezit krijgen op de volgende manieren.
Gedrukte handleiding
Ga naar de ondersteuningssite van Epson Europe (http://www.epson.eu/Support) of de wereldwijde ondersteuningssite van Epson (http://support.epson.net/).
Digitale handleiding
Start EPSON Soware Updater op uw computer. EPSON Soware Updater controleert of er updates beschikbaar zijn voor Epson-toepassingen of digitale handleidingen en laat u vervolgens de meest recente versie downloaden.
Gerelateerde informatie
& “Hulpprogramma's voor
soware-updates
(EPSON
Soware
Updater)” op pagina 169

Informatie zoeken in de handleiding

In de PDF-handleiding kunt u naar informatie zoeken via een zoekwoord, of direct naar een bepaald gedeelte gaan met behulp van de bladwijzers.U kunt ook alleen de pagina's afdrukken die u nodig hebt.Dit gedeelte bevat uitleg over het gebruik van een PDF-handleiding die in Adobe Reader X is geopend op de computer.
7
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding
Zoeken met een zoekwoord
Klik op Bewerken > Geavanceerd zoeken.Voer in het zoekvenster het zoekwoord (tekst) in voor de informatie die u zoekt en klik vervolgens op Zoeken.Zoekresultaten worden weergegeven in een lijst.Klik op een van de weergegeven zoekresultaten om naar de
Direct naar informatie gaan via bladwijzers
betreende
pagina te gaan.
Klik op een titel om naar de betreende pagina te gaan.Klik op + of > en bekijk de onderliggende titels in dat gedeelte.Voer de volgende bewerking uit op het toetsenbord als u wilt terugkeren naar de vorige pagina.
Wi nd ow s: hou d d e Alt-toets ingedrukt en druk op ←.
Mac OS: houd de command-toets ingedrukt en druk op ←.
Alleen pagina's afdrukken die u nodig hebt
U kunt alleen de pagina's die u nodig hebt extraheren en afdrukken.Klik op Afdrukken in het menu Bestand en geef in Pagina's bij Pagina's die moeten worden afgedrukt de pagina's op die u wilt afdrukken.
Als u een paginareeks wilt opgeven, voert u tussen de begin- eindpagina een areekstreepje in.
Voo r be eld : 2 0-2 5
Als u niet-opeenvolgende pagina's wilt opgeven, scheidt u de pagina's met komma's.
Voorbeeld: 5, 10, 15
8
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding

Markeringen en symbolen

Let op:
!
Instructies die nauwkeurig moeten worden gevolgd om lichamelijk letsel te voorkomen.
Belangrijk:
c
Instructies die moeten worden nageleefd om schade aan de apparatuur te voorkomen.
Opmerking:
Biedt aanvullende en referentie-informatie.
Gerelateerde informatie
& Koppelingen naar gerelateerde gedeelten.

Beschrijvingen gebruikt in deze handleiding

Screenshots van de schermen van de printerdriver en Epson Scan 2 (scannerdriver) zijn van Windows 10 of
macOS High Sierra. De inhoud die op de schermen wordt weergegeven, is situatie.
De
aeeldingen
model, maar de gebruiksmethode blij hetzelfde.
Sommige menu-items op het lcd-scherm variëren naargelang het model en de instellingen.
U kunt de QR-code scannen met de speciale app.
in deze handleiding dienen uitsluitend als voorbeeld. Er zijn kleine verschillen tussen elk
aankelijk
van het model en de

Referenties voor besturingssystemen

Windows
In deze handleiding verwijzen termen als "Windows 10", "Windows 8.1", "Windows 8", "Windows 7", "Windows Vista", "Windows XP", "Windows Server 2016", "Windows Server 2012 R2", "Windows Server 2012", "Windows Server 2008 R2", "Windows Server 2008", "Windows Server 2003 R2" en "Windows Server 2003" naar de volgende besturingssystemen. Bovendien wordt "Windows" gebruikt om alle versies ervan aan te duiden.
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Wi n do w s® 10 besturingssysteem
®
Wi n do w s® 8.1 besturingssysteem
®
Wi n do w s® 8 besturingssysteem
®
Wi n do w s® 7 besturingssysteem
®
Wi n do w s Vi st a® besturingssysteem
®
Wi n do w s® XP besturingssysteem
®
Wi n do w s® XP Professional x64 Edition besturingssysteem
®
Wi n do w s S e r ve r® 2016 besturingssysteem
®
9
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding
Microso® Wi n do w s S e r ve r® 2012 R2 besturingssysteem
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Mac OS
In deze handleiding wordt "Mac OS" gebruikt om te verwijzen naar macOS High Sierra, macOS Sierra, OS X El Capitan, OS X Yosemite, OS X Mavericks, OS X Mountain Lion, Mac OS X v10.7.x en Mac OS X v10.6.8.
Wi n do w s S e r ve r® 2012 besturingssysteem
®
Wi n do w s S e r ve r® 2008 R2 besturingssysteem
®
Wi n do w s S e r ve r® 2008 besturingssysteem
®
Wi n do w s S e r ve r® 2003 R2 besturingssysteem
®
Wi n do w s S e r ve r® 2003 besturingssysteem
®
10
Gebruikershandleiding

Belangrijke instructies

Belangrijke instructies

Veiligheidsinstructies

Lees en volg deze instructies om deze printer veilig te gebruiken. Bewaar deze handleiding voor latere raadplegingen. Let ook op alle waarschuwingen en instructies die op de printer staan.
Sommige van de symbolen die worden gebruikt op de printer zijn bedoeld om de veiligheid en het juiste
gebruik van de printer te garanderen. Ga naar de volgende website voor de betekenis van de symbolen.
http://support.epson.net/symbols
Gebruik alleen het netsnoer dat met de printer is meegeleverd en gebruik het snoer niet voor andere apparatuur.
Gebruik van andere snoeren met deze printer of gebruik van het meegeleverde netsnoer met andere apparatuur kan leiden tot brand of elektrische schokken.
Zorg ervoor dat het netsnoer voldoet aan de relevante plaatselijke veiligheidsnormen.
Haal het netsnoer, de stekker, de printer of de accessoires nooit uit elkaar en probeer deze onderdelen nooit zelf
te wijzigen of te repareren, tenzij zoals uitdrukkelijk staat beschreven in de handleiding van het apparaat.
Trek in de volgende gevallen de stekker uit het stopcontact en laat het onderhoud aan een onderhoudstechnicus
over:
Als het netsnoer of de stekker beschadigd is, als er vloeistof in de printer is gekomen, als de printer is gevallen of als de behuizing beschadigd is, als de printer niet normaal werkt of als er een duidelijke wijziging in de prestaties optreedt. Wijzig geen instellingen als hiervoor in de gebruiksaanwijzing geen instructies worden gegeven.
Zet het apparaat in de buurt van een stopcontact waar u de stekker gemakkelijk uit het stopcontact kunt halen.
Plaats of bewaar de printer niet buiten en zorg ervoor dat de printer niet wordt blootgesteld aan vuil, stof, water
of hittebronnen. Vermijd plaatsen die onderhevig zijn aan schokken, trillingen, hoge temperaturen of luchtvochtigheid.
Zorg ervoor dat u geen vloeistoen op de printer morst en pak de printer niet met natte handen vast.
Houd de printer ten minste 22 cm verwijderd van pacemakers. De radiogolven die door deze printer worden
uitgezonden, kunnen een negatieve invloed hebben op de werking van pacemakers.
Neem contact op met uw leverancier als het lcd-scherm beschadigd is. Als u vloeistof uit het scherm op uw
handen krijgt, was ze dan grondig met water en zeep. Als u vloeistof uit het scherm in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een arts als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
Vermijd het gebruik van de telefoon tijdens onweer. Er bestaat een minieme kans op elektrische schokken door
bliksem.
Gebruik voor het melden van een gaslek geen telefoon in de directe omgeving van het lek.
11
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies

Veiligheidsinstructies voor inkt

Zorg ervoor dat u de inkt niet aanraakt bij het omgaan met de inkttanks, de doppen van de inkttanks of
geopende inktessen of doppen.
Als u inkt op uw huid krijgt, wast u de plek grondig met water en zeep.
Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een
arts als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
Als er inkt in uw mond terechtkomt, raadpleegt u direct een arts.
Schud de es niet met overdreven kracht en stel de es niet bloot aan sterke schokken. Hierdoor kan inkt
lekken.
Houd inktessen en de inkttankeenheid buiten het bereik van kinderen.Laat kinderen niet uit de inktessen
drinken en laat ze niet spelen met de inktessen en de dop van de essen.

Printeradviezen en waarschuwingen

Lees en volg deze instructies om schade aan de printer of uw eigendommen te voorkomen. Bewaar deze handleiding voor toekomstig gebruik.

Adviezen en waarschuwingen voor het instellen/gebruik van de printer

Blokkeer de openingen in de behuizing van de printer niet en dek deze niet af.
Gebruik uitsluitend het type voedingsbron dat is vermeld op het etiket van de printer.
Gebruik geen stopcontacten in dezelfde groep als kopieerapparaten, airconditioners of andere apparaten die
regelmatig worden in- en uitgeschakeld.
Gebruik geen stopcontacten die met een wandschakelaar of een automatische timer kunnen worden in- en
uitgeschakeld.
Plaats het hele computersysteem uit de buurt van apparaten die elektromagnetische storing kunnen
veroorzaken, zoals luidsprekers of basisstations van draadloze telefoons.
Plaats het netsnoer zodanig dat geen slijtage, inkepingen, rafels, plooien en knikken kunnen optreden. Plaats
geen voorwerpen op het netsnoer en plaats het netsnoer zodanig dat niemand erop kan stappen. Let er vooral op dat snoeren mooi recht blijven aan de uiteinden en de punten waar deze de transformator in- en uitgaan.
Als u een verlengsnoer gebruikt voor de printer, mag de totale stroombelasting in ampère van alle aangesloten
apparaten niet hoger zijn dan de maximale belasting voor het verlengsnoer. Zorg er bovendien voor dat het totaal van de ampèrewaarden van alle apparaten die zijn aangesloten op het stopcontact, niet hoger is dan de maximumwaarde die is toegestaan voor het stopcontact.
Als u de printer in Duitsland gebruikt, moet u rekening houden met het volgende: de installatie van het gebouw
moet beschikken over een stroomonderbreker van 10 of 16 A om de printer te beschermen tegen kortsluiting en stroompieken.
Let bij het aansluiten van de printer op een computer of ander apparaat op de juiste richting van de stekkers van
de kabel. Elke stekker kan maar op een manier op het apparaat worden aangesloten. Wanneer u een stekker op een verkeerde manier in het apparaat steekt, kunnen beide apparaten die via de kabel met elkaar zijn verbonden beschadigd raken.
12
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
Plaats de printer op een vlakke, stabiele ondergrond die groter is dan de printer zelf. De printer werkt niet goed
als deze scheef staat.
Laat boven de printer voldoende ruimte vrij om het deksel volledig te kunnen openen.
Zorg ervoor dat aan de voorkant van de printer voldoende ruimte is voor het papier dat uit de printer komt.
Vermijd plaatsen met grote schommelingen in temperatuur en luchtvochtigheid. Houd de printer ook uit de
buurt van direct zonlicht, fel licht of warmtebronnen.

Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van de printer

Steek geen voorwerpen door de openingen in de printer.
Steek uw hand niet in de printer tijdens het afdrukken.
Raak de witte, platte kabel en inktbuisjes binnen in de printer niet aan.
Gebruik geen spuitbussen met ontvlambare stoen in of in de buurt van de printer. Dit kan brand veroorzaken.
Verplaats de printkop niet handmatig; anders kunt u de printer beschadigen.
Pas bij het sluiten van het deksel op dat uw vingers niet klem komen te zitten.
Let erop dat u nooit te hard op de scannerglasplaat drukt wanneer u er een origineel op legt.
Als een van de inkttanks niet is gevuld tot aan de onderste lijn, moet u binnenkort inkt bijvullen.Langdurig
gebruik van de printer wanneer de inkt lager staat dan de onderste lijn, kan de printer beschadigen.
Zet de printer altijd uit met de knop
stopcontact niet af zolang het lampje
Als u de printer gedurende langere tijd niet gebruikt, neem dan de stekker uit het stopcontact.
P
. Trek de stekker niet uit het stopcontact en sluit de stroom naar het
P
nog knippert.

Adviezen en waarschuwingen voor het vervoeren of opslaan van de printer

Zorg er bij opslag of transport van de printer voor dat deze niet gekanteld, verticaal of ondersteboven wordt
gehouden, anders kan er inkt lekken.
Controleer vóór het vervoeren van de printer of de printkop zich in de uitgangspositie (uiterst rechts) bevindt.

Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van de printer met een draadloze verbinding

Radiogolven van deze printer kunnen nadelige gevolgen hebben voor de werking van medische elektronische
apparatuur, waardoor deze apparatuur defect kan raken.Wanneer u deze printer gebruikt in een medische instelling of in de buurt van medische apparatuur, volg dan de aanwijzingen van het bevoegd personeel van de medische instelling en volg alle waarschuwingen en aanwijzingen die op de medische apparatuur zelf staan.
Radiogolven uit deze printer kunnen de werking van automatisch gestuurde apparaten, zoals automatische
deuren of een brandalarm, storen en kunnen tot ongevallen leiden als gevolg van storing.Volg alle waarschuwingen en aanwijzingen die op deze apparatuur zijn aangeduid wanneer u deze printer gebruikt in de buurt van automatisch aangestuurde apparaten.
13
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies

Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van het display

Het display kan een paar kleine heldere of donkere puntjes vertonen en is mogelijk niet overal even helder. Dit
is normaal en wil geenszins zeggen dat het display beschadigd is.
Maak het display alleen schoon met een droge, zachte doek. Gebruik geen vloeibare of chemische
reinigingsmiddelen.
De buitenkant van de display kan breken als deze een grote weerslag krijgt. Neem contact op met uw
wederverkoper als het oppervlak van het scherm barst of splintert. Raak de gebroken stukken nooit aan en verwijder ze niet.

Uw persoonlijke gegevens beschermen

Als u de printer aan iemand anders > Herstel standaard instellingen > Alle gegevens en instellingen wissen op het bedieningspaneel.
of wilt weggooien, kunt u het geheugen als volgt wissen: selecteer Instel.
gee
14
Gebruikershandleiding

Basisprincipes van printer

Basisprincipes van printer

Namen en functies van onderdelen

Deksel van ADF (Papierlade van
A
de automatische documentinvoer)
Invoerlade van de ADF Hiermee worden originelen automatisch ingevoerd.
B
Zijgeleider van de ADF Zorgt ervoor dat originelen recht in de printer worden ingevoerd. Schuif naar
C
Uitvoerlade van de ADF Bevat de originelen die uit de ADF komen.
D
Open dit om vastgelopen originelen te verwijderen uit de ADF.
de rand van de originelen.
Papierinvoer achterzijde Laadt papier.
A
Papiersteun Ondersteuning voor geladen papier.
B
Zijgeleiders Hiermee wordt het papier recht in de printer ingevoerd. Schuif deze naar de
C
randen van het papier.
Uitvoerlade Opvanglade voor het papier dat uit de printer komt.
D
15
Gebruikershandleiding
Documentdeksel Houdt extern licht tegen tijdens het scannen.
A
Basisprincipes van printer
Scanplaat Plaats de originelen.
B
Bedieningspaneel Geeft de status van de printer weer en maakt het mogelijk printerinstellingen
C
te congureren.
Binnendeksel Open dit om vastgelopen papier te verwijderen uit de printer.
A
Inkttankeenheid Bevat de inkttanks.
B
Inktreservoir (inkttank) Brengt inkt naar de printkop.
C
Inkttankafdekking Open om de inkttank bij te vullen.
D
Printkop Inkt komt uit de spuitkanaaltjes van de printkop.
E
16
Gebruikershandleiding
LAN-poort Voor aansluiting van een LAN-kabel.
A
USB-poort Voor aansluiting van een USB-kabel als verbinding met een computer.
B
Basisprincipes van printer
Netaansluiting Voor aansluiting van het netsnoer.
C
EXT.-poort Voor aansluiting van externe telefoontoestellen.
D
Lijnpoort Voor aansluiting van een telefoonlijn.
E
Gerelateerde informatie
&
“Bedieningspaneel” op pagina 17

Bedieningspaneel

A
B
Hiermee schakelt u de printer in of uit.
Haal het netsnoer uit het stopcontact nadat u hebt gecontroleerd of het aan/uit-lampje uit staat.
Hiermee geeft u menu's en berichten weer. Gebruik de knoppen op het bedieningspaneel om een menu te selecteren of instellingen te congureren.
17
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
Hiermee worden de oplossingen weergegeven wanneer u problemen ondervindt.
Gebruik de knoppen u d l r om een menu te selecteren en druk op de knop OK om naar het selecteerde menu te gaan.
Hiermee stopt u de actieve bewerking.
Hiermee kunt u cijfers, tekens en symbolen invoeren.
Hiermee wist u aantal instellingen, zoals het aantal exemplaren.
Hiermee start u een taak, zoals afdrukken of kopiëren.
Is van toepassing op verschillende functies, afhankelijk van de situatie.
Hiermee keert u terug naar het vorige scherm.
Gaat branden wanneer ontvangen documenten die nog niet afgedrukt of opgeslagen zijn, in het geheugen van de printer staan.
Hiermee opent u het startscherm.

Uitleg bij het LCD-scherm

Op het LCD-scherm worden menu's en berichten weergegeven. Selecteer een menu of instelling door te drukken
op de knoppen
u d l r
.

Uitleg bij het startscherm

De volgende pictogrammen en menu's worden weergegeven op het startscherm.
18
Gebruikershandleiding
Hier staan pictogrammen die de netwerkstatus aangeven.
A
Basisprincipes van printer
De printer is niet verbonden met een bekabeld (ethernet-)netwerk of de verbinding is verbroken.
De printer is verbonden met een bekabeld (ethernet-)netwerk.
Geeft aan dat een draadloos netwerk (Wi-Fi) is uitgeschakeld of dat de printer bezig is met het tot stand brengen van een draadloze netwerkverbinding.
Duidt op een probleem met de draadloze netwerkverbinding (Wi-Fi) van de printer of geeft aan dat de printer zoekt naar een draadloze netwerkverbinding (Wi-Fi).
Geeft aan dat de printer verbonden is met een draadloos netwerk (Wi-Fi).
Het aantal balkjes geeft de sterkte van de verbinding weer. Hoe meer balkjes, des te sterker de verbinding is.
Geeft aan dat Wi-Fi Direct (Simple AP) is ingeschakeld.
Geeft aan dat Wi-Fi Direct (Simple AP) is uitgeschakeld.
B
Wanneer l en r worden weergegeven, kunt u naar rechts of links bladeren door te drukken op de knop l of r.
Functiepictogrammen en namen worden weergegeven als menupictogrammen.
C
Kopiëren
Scannen
Fax
Stille modus
Instel.
Onderhoud Weergeeft de menu's die worden aanbevolen om de kwaliteit van uw afdrukken te verbeteren,
Hiermee activeert u het menu Kopiëren, waarmee u een document kunt kopiëren.
Hiermee activeert u het menu Scannen, waarmee u een document of foto kunt scannen.
Ga naar het menu Fa x, waarmee u een fax kunt verzenden.
Hiermee geeft u de instelling Stille modus weer, waarmee u ervoor zorgt dat de printer minder geluid maakt. Als u deze optie inschakelt, kan de afdruksnelheid minder zijn. Afhankelijk van de door u gekozen instellingen voor het papiertype en de afdrukkwaliteit, merkt u mogelijk niet veel verschil in het geluid dat de printer produceert.
Dit is een snelkoppeling naar het volgende menu.
Instel. > Printerinstallatie > Stille modus
Weergeeft het menu Instel., waarmee u onderhoud kunt uitvoeren die gerelateerd zijn aan printer- en netwerkinstellingen.
zoals het ontstoppen van de spuitmondjes door een controlepatroon van de spuitmondjes af te drukken en een kopreiniging uit te voeren en het verbeteren van vervaging of strepen op uw afdrukken door de printkop uit te lijnen. Dit is een snelkoppeling naar het volgende menu.
Instel. > Onderhoud
Wi-Fi instellen Hiermee geeft u menu's weer voor het instellen van de printer voor gebruik in een draadloos
netwerk. Dit is een snelkoppeling naar het volgende menu.
Instel. > alle Wi-Fi/netwerk -instellingen > Wi-Fi instellen
Hier staan de knoppen die u kunt gebruiken. In dit voorbeeld kunt u naar het geselecteerde menu gaan door op OK
D
te drukken.
19
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer

Tekens invoeren

Als u via het bedieningspaneel tekens en symbolen wilt invoeren voor de netwerkinstellingen en contacten wilt registreren, gebruikt u het 12-cijferige numerieke toetsenbord. Druk op de knop C om alle tekens te wissen.
Dit is het scherm voor het invoeren van het wachtwoord voor het Wi-Fi-netwerk. Hoe het weergegeven scherm eruitziet, hangt af van de gekozen instellingen.
Knoppen Beschrijving
Hiermee schakelt u tussen tekentypes.
ABC: hoofdletters
abc: kleine letters
123: cijfers en symbolen
Hiermee wist u het teken links van de cursor (Backspace).
OK Voer de geselecteerde tekens in.
Opmerking:
Druk op de knoppen
Druk op de knop
l r
om terug te keren naar het scherm.
om de cursor naar links of rechts te verplaatsen.
20
Gebruikershandleiding

Netwerkinstellingen

Netwerkinstellingen

Typen netwerkverbindingen

U kunt de volgende verbindingsmethoden gebruiken.

Ethernet-verbinding

Verbind de printer met een hub met behulp van een Ethernet-kabel.

Wi-Fi-verbinding

Sluit de printer en de computer of het smart device aan op de draadloze router. Dit is de meest gebruikelijke manier van verbinden voor netwerken thuis en op kantoor waar de Wi-Fi-verbindingen worden verzorgd door een draadloze router.
21
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Gerelateerde informatie
& “Een computer verbinden” op pagina 22 & “Een smart-apparaat verbinden via een draadloze router” op pagina 23 & “Wi-Fi-instellingen congureren op de printer” op pagina 33

Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt)

Gebruik deze verbindingsmethode wanneer u thuis of op kantoor geen Wi-Fi hebt of wanneer u de printer en het smart device rechtstreeks met elkaar wilt verbinden. In deze modus fungeert de printer als draadloze router en kunt u maximaal vier apparaten met de printer verbinden zonder dat u een gewone draadloze router nodig hebt. Smart devices die rechtstreeks met de printer zijn verbonden kunnen echter niet met elkaar communiceren via de printer.
De printer kan tegelijk verbinding hebben via Wi-Fi of Ethernet en Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt). Als u echter een netwerkverbinding start in Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) wanneer de printer verbinding hee via Wi-Fi, wordt de Wi-Fi-verbinding tijdelijk verbroken.
Gerelateerde informatie
& “Verbinding maken met een iPhone, iPad of iPod touch via Wi-Fi Direct” op pagina 24 & “Verbinding maken met Android-apparaten middels Wi-Fi Direct” op pagina 27 & “Verbinding maken met niet-iOS- of Android-apparaten via Wi-Fi Direct” op pagina 29

Een computer verbinden

Het wordt aanbevolen het installatieprogramma te gebruiken om de printer te verbinden met een computer. U kunt het installatieprogramma op een van de volgende manieren uitvoeren.
Instellen vanaf de website
Open de volgende website en voer de productnaam in. Ga naar Instellen en congureer de instellingen.
http://epson.sn
Instellen met de soware-cd (alleen voor modellen die worden geleverd met een soware-cd en gebruikers die
beschikken over een Windows-computer met een schijfstation).
Plaats de
soware-cd
in de computer en volg de instructies op het scherm.
22
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
De verbindingsmethoden selecteren
Volg de instructies op het scherm totdat het volgende scherm wordt weergegeven en selecteer vervolgens de gewenste methode om de printer met de computer te verbinden.
Selecteer het verbindingstype en klik vervolgens op Vo l ge n d e.
Volg de instructies op het scherm.

Een smart device verbinden

Een smart-apparaat verbinden via een draadloze router

U kunt de printer gebruiken vanaf een smart device wanneer u de printer verbindt met hetzelfde Wi-Fi-netwerk (SSID) als het smart device. Als u de printer wilt gebruiken vanaf een smart device, stelt u dit in vanaf de volgende website. Open de website vanaf een smart device waarmee u verbinding wilt maken met de printer.
http://epson.sn > Instellen
Opmerking:
Als u tegelijkertijd een computer en een smart-apparaat met de printer wilt verbinden, wordt aangeraden als eerste de computer in te stellen met het installatieprogramma.
Gerelateerde informatie
& “Afdrukken met Smart Devices” op pagina 109
23
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen

Verbinding maken met een iPhone, iPad of iPod touch via Wi-Fi Direct

Met deze methode kunt u de printer zonder een draadloze router rechtstreeks verbinden met een iPhone, iPad of iPod touch. De volgende omstandigheden zijn vereist om verbinding te maken via deze methode. Als uw omgeving niet aan deze voorwaarden voldoet, kunt u verbinding maken door Andere OS-apparaten te selecteren. Zie de gerelateerde informatie hieronder voor meer informatie over het verbinden.
iOS 11 of hoger
Gebruik de standaard cameratoepassing om de QR-code te scannen
Epson iPrint versie 7.0 of hoger
Epson iPrint wordt gebruikt om vanaf een smart device af te drukken. Installeer van tevoren Epson iPrint op het smart device.
Opmerking:
U hoe deze instellingen slechts een keer te congureren voor de printer die en het smart device dat u met elkaar wilt verbinden. U netwerkinstellingen herstelt.
deze instellingen niet opnieuw te
hoe
congureren,
tenzij u Wi-Fi Direct uitschakelt of de standaard
1. Selecteer Wi -F i i ns te l le n op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
2. Selecteer Wi -F i D ir e c t.
3. Controleer het bericht en druk op de knop OK om door te gaan.
4. Controleer het bericht en druk op de knop OK om door te gaan.
5. Selecteer iOS.
u d l r
en drukt u op de knop OK.
24
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
6. Controleer het bericht en druk op de knop OK om door te gaan.
De QR-code wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer.
7. Start op de iPhone, iPad of iPod touch de standaard Camera-app en scan de QR-code die in de modus FOTO op het bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven.
Gebruik de Camera-app voor iOS 11 of hoger. Met de Camera-app voor iOS 10 of lager kunt u geen verbinding maken met de printer. Ook kunt u geen app voor het scannen van QR-codes gebruiken. Als u geen
l
verbinding kunt maken, drukt u op de knop over het verbinden.
8. Tik op de melding die wordt weergegeven op het scherm van de iPhone, iPad of iPod touch.
. Zie de gerelateerde informatie hieronder voor meer informatie
25
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
9. Tik op Koppelen.
10. Druk op de knop OK op het bedieningspaneel van de printer.
11. Start de Epson-printapp op de iPhone, iPad of iPod touch.
Voorbeelden van Epson-printapps
12.
Tik op he t sc her m Ep son iPr int o p Printer niet geselecteerd.
13. Selecteer de printer waarmee u verbinding wilt maken.
26
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Bekijk de informatie die op het bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven om de printer te selecteren.
14. Druk op de knop OK op het bedieningspaneel van de printer.
Selecteer voor smart devices die eerder met de printer verbonden zijn geweest de netwerknaam (SSID) op het Wi­Fi-scherm van het smart device en maak opnieuw verbinding.
Gerelateerde informatie
& “Verbinding maken met niet-iOS- of Android-apparaten via Wi-Fi Direct” op pagina 29 & “Afdrukken met Smart Devices” op pagina 109

Verbinding maken met Android-apparaten middels Wi-Fi Direct

Met deze methode kunt u de printer zonder een draadloze router rechtstreeks verbinden met uw Android­apparaat. De volgende omstandigheden zijn vereist om deze functie te gebruiken.
Android 4.4 of later
Epson iPrint versie 7.0 of hoger
Epson iPrint wordt gebruikt om af te drukken vanaf een smart-apparaat. Installeer Epson iPrint van tevoren op het smart-apparaat.
Opmerking:
U hoe deze instellingen slechts eenmaal te congureren voor de printer en het smart-apparaat waar u verbinding mee wilt maken. Tenzij u Wi-Fi Direct inschakelt of de netwerkinstellingen herstelt naar de standaardwaarden, instellingen niet opnieuw te
1. Selecteer Wi -F i i ns te l le n op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
congureren.
u d l r
en drukt u op de knop OK.
hoe
u deze
27
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
2. Selecteer Wi -F i D ir e c t.
3. Controleer het bericht en druk op de knop OK om door te gaan.
4.
Controleer het bericht en druk op de knop OK om door te gaan.
5. Selecteer Android.
6. Start Epson iPrint op het smart-apparaat.
7. Tik op het scherm Epson iPrint op Printer niet geselecteerd.
8. Selecteer de printer waarmee u een verbinding wilt maken.
28
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Raadpleeg de informatie die wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer om de printer te selecteren.
Opmerking:
Printers worden mogelijk niet weergegeven, aankelijk van het Android-apparaat. Als printers niet worden weergegeven, maakt u verbinding door Andere OS-apparaten te selecteren. Zie de gerelateerde informatie hieronder voor meer informatie over het verbinden.
9. Wanneer het scherm met goedkeuring voor de apparaatverbinding wordt weergegeven, selecteert u Goedk..
10.
Druk op de knop OK op het bedieningspaneel van de printer.
Voor smart-apparaten die eerder met de printer zijn verbonden, selecteert u de netwerknaam (SSID) op het wi­scherm
Gerelateerde informatie
& “Verbinding maken met niet-iOS- of Android-apparaten via Wi-Fi Direct” op pagina 29 & “Afdrukken met Smart Devices” op pagina 109
van het smart-apparaat om deze opnieuw te verbinden.

Verbinding maken met niet-iOS- of Android-apparaten via Wi-Fi Direct

Met deze methode kunt u de printer zonder een draadloze router rechtstreeks verbinden met smart devices.
Opmerking:
U hoe deze instellingen slechts een keer te congureren voor de printer die en het smart device dat u met elkaar wilt verbinden. U netwerkinstellingen herstelt.
deze instellingen niet opnieuw te
hoe
congureren,
tenzij u Wi-Fi Direct uitschakelt of de standaard
29
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
1. Selecteer Wi -F i i ns te l le n op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
2. Selecteer Wi -F i D ir e c t.
3. Controleer het bericht en druk op de knop OK om door te gaan.
4. Controleer het bericht en druk op de knop OK om door te gaan.
5. Selecteer Andere OS-apparaten.
u d l r
en drukt u op de knop OK.
De Netwerknaam en het Wachtwoord voor Wi-Fi Direct voor de printer worden weergegeven.
30
Loading...
+ 200 hidden pages