EPSON ET-2720 User Manual [nl]

Page 1
Gebruikershandleiding
NPD6062-00 NL
Page 2
Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave
Over deze handleiding
Introductie tot de handleidingen................6
Informatie zoeken in de handleiding.............6
Markeringen en symbolen....................8
Beschrijvingen gebruikt in deze handleiding.......8
Belangrijke instructies
Veiligheidsinstructies.......................10
Veiligheidsinstructies voor inkt..............10
Printeradviezen en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . 11
Adviezen en waarschuwingen voor het
instellen/gebruik van de printer............. 11
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van de printer.......................... 11
Adviezen en waarschuwingen voor het
vervoeren of opslaan van de printer.......... 12
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van de printer met een draadloze verbinding. . . . 12
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van het display..........................12
Uw persoonlijke gegevens beschermen..........13
Verbinding maken met niet-iOS- of Android-
apparaten via Wi-Fi Direct.................27
Wi-Fi-instellingen congureren op de printer. . . . . 30
Wi-instellingen congureren
en het wachtwoord in te voeren............. 30
Wi - F i - i n s t e l l i n g e n
drukknopinstelling.......................31
Wi-Fi-instellingen congureren via de
pincode-instelling (WPS)..................32
De status van de netwerkverbinding controleren. . . 33
Netwerkpictogram.......................33
Een netwerkverbindingsrapport afdrukken. . . . . 33
Een netwerkstatusvel afdrukken.............40
Draadloze routers vervangen of toevoegen. . . . . . . 40
De verbindingsmethode met een computer
De Wi-Fi Direct (eenvoudige AP) instellingen
Wi-Fi uitschakelen op het bedieningspaneel. . . . . . .42
Een Wi-Fi Direct-verbinding (Eenvoudig AP)
verbreken vanaf het bedieningspaneel...........42
De netwerkinstellingen herstellen op het
bedieningspaneel..........................43
congureren
door de SSID
via de
Basisprincipes van printer
Namen en functies van onderdelen.............14
Bedieningspaneel..........................16
Uitleg bij het LCD-scherm...................16
Uitleg bij het startscherm..................17
Tekens invoeren.........................18
Netwerkinstellingen
Typen netwerkverbindingen..................19
Wi-Fi-verbinding........................19
Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig
toegangspunt)..........................19
Een computer verbinden.................... 20
Een smart device verbinden..................21
Een smart-apparaat verbinden via een
draadloze router.........................21
Verbinding maken met een iPhone, iPad of
iPod touch via Wi-Fi Direct................ 22
Verbinding maken met Android-apparaten
middels Wi-Fi Direct.....................25
De printer voorbereiden
Papier laden..............................44
Beschikbaar papier en capaciteiten...........44
Papier in de Papiertoevoer achter laden........47
Enveloppen laden en voorzorgsmaatregelen. . . . 49
Lang papier laden....................... 50
Lijst met papiertypen.....................50
Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen. . . . . 50
Menuopties voor Instel......................52
Menuopties voor Onderhoud...............52
Menuopties voor Printerinstallatie........... 53
Menuopties voor alle Wi-Fi/netwerk -
instellingen............................54
Menuopties voor Epson Connect- services. . . . . 55
Menuopties voor Google Cloud Print-services. . . 55
Menuopties voor Statusv.afdrukk.............56
Menuopties voor Afdrukteller...............56
Menuopties voor Standaardinst. herstellen. . . . . 56
Menuopties voor Firmware-update...........57
Energie besparen — Bedieningspaneel. . . . . . . . 57
2
Page 3
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Afdrukken
Afdrukken vanuit het printerstuurprogramma
in Windows..............................58
Het printerstuurprogramma openen..........58
Basisprincipes voor afdrukken..............59
Dubbelzijdig afdrukken...................60
Meerdere pagina's op één vel afdrukken. . . . . . . 61
Afdrukken en op paginavolgorde stapelen
(Afdrukken in omgekeerde volgorde).........62
Een verkleind of vergroot document afdrukken. . 62 Een aeelding vergroot afdrukken op
meerdere vellen (een poster maken)..........63
Afdrukken met een kop- en voettekst.........69
Een watermerk afdrukken................. 70
Meerdere bestanden tegelijkertijd afdrukken. . . . 70
Afdrukken met de afdrukfunctie Universele
kleuren...............................71
De afdrukkleur aanpassen................. 72
Dunne lijnen benadrukken tijdens het
afdrukken.............................73
Duidelijke streepjescodes afdrukken. . . . . . . . . . 73
Afdrukken annuleren.....................74
Menuopties voor het printerstuurprogramma. . . 74
Afdrukken vanuit het printerstuurprogramma
Basisprincipes voor afdrukken..............77
Meerdere pagina's op één vel afdrukken. . . . . . . 78
Afdrukken en op paginavolgorde stapelen
(Afdrukken in omgekeerde volgorde).........79
Een verkleind of vergroot document afdrukken. . 79
De afdrukkleur aanpassen................. 80
Afdrukken annuleren.....................80
Menuopties voor het printerstuurprogramma. . . 81 Bedieningsinstellingen voor Mac OS-
printerdriver congureren.................83
Afdrukken met Smart Devices................83
Epson iPrint gebruiken....................83
Epson Print Enabler gebruiken..............85
AirPrint gebruiken.......................86
De actieve taak annuleren....................86
Kopiëren
Kopiëren................................87
Meerdere originelen kopiëren naar één vel. . . . . . . .88
Menuopties voor kopiëren...................88
Scannen
Scannen via het bedieningspaneel..............91
Scannen naar een computer................91
Scannen via WSD....................... 95
Scannen vanaf een computer................. 97
Scannen met Epson Scan 2.................97
Scannen met smart-apparaten................100
Epson iPrint installeren.................. 100
Scannen met Epson iPrint.................100
Inkt bijvullen
Het inktpeil controleren....................102
Het inktpeil controleren - Windows..........102
Het inktniveau controleren — Mac OS....... 102
Codes van de inktessen....................102
Voorzorgsmaatregelen voor inktessen.........103
De inkttanks bijvullen..................... 104
De printer onderhouden
Voorkomen dat de printkop uitdroogt........ 109
De printkop controleren en reinigen...........109
De printkop controleren en schoonmaken —
Bedieningspaneel.......................109
De printkop controleren en schoonmaken -
Windows.............................110
De printkop controleren en reinigen — Mac OS 110
Krachtige reiniging uitvoeren................111
Krachtige reiniging uitvoeren —
Bedieningspaneel.......................111
Krachtige reiniging uitvoeren — Windows. . . . . 112
Krachtige reiniging starten — Mac OS........112
De printkop uitlijnen......................113
De printkop uitlijnen — Bedieningspaneel. . . . .113
Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken. . . . . 113
Controleren hoeveel pagina's in totaal door de
printer zijn gegaan........................114
Controleren hoeveel pagina's in totaal door
de printer zijn gegaan — bedieningspaneel. . . . 114
Controleren hoeveel pagina's in totaal door
de printer zijn gegaan - Windows........... 115
Controleren hoeveel pagina's in totaal door
de printer zijn gegaan — Mac OS........... 115
Netwerkservice en softwareinformatie
Toepassing voor het congureren van
printerbewerkingen (Web Cong).............116
We b
Web Cong uitvoeren op Windows..........117
uitvoeren op een browser........116
Cong
3
Page 4
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Web Cong uitvoeren op Mac OS...........117
Toepassing voor het scannen van documenten
De netwerkscanner toevoegen..............118
Toepassing voor het congureren van scanbewerkingen vanaf het bedieningspaneel
(Epson Event Manager).................... 118
Applicatie voor afdrukaeeldingen (Epson
Photo+)................................119
Toepassing voor het afdrukken van webpagina's
(E-Web Print)........................... 120
Toepassing voor het scannen en overdragen van
aeeldingen (Easy Photo Scan).............. 120
Hulpprogramma's voor soware-updates
(EPSON Soware Updater). . . . . . . . . . . . . . . . . 121
Toepassing voor het congureren van meerdere
De meest recente toepassingen installeren. . . . . . . 122
De alarmberichten bijwerken via het
bedieningspaneel.........................123
Toepassingen verwijderen...................124
Toepassingen verwijderen — Windows.......124
Toepassingen verwijderen — Mac OS........125
Afdrukken via een netwerkservice.............125
Problemen oplossen
De printerstatus controleren.................127
Foutcodes op het display bekijken...........127
De printerstatus controleren - Windows.......128
De printerstatus controleren — Mac OS...... 129
De sowarestatus controleren................129
Vastgelopen papier verwijderen...............129
Vastgelopen papier verwijderen uit de
Papiertoevoer achter.....................129
Vastgelopen papier binnen in de printer
verwijderen...........................130
Papier wordt niet goed ingevoerd.............131
Papier loopt vast........................132
Papier wordt schuin ingevoerd.............132
Er worden meerdere vellen papier tegelijk
uitgevoerd............................132
Foutmelding papier op verschijnt........... 132
Problemen met stroomtoevoer en
bedieningspaneel.........................133
De stroom wordt niet ingeschakeld..........133
De stroom wordt niet uitgeschakeld......... 133
Stroom schakelt automatisch uit............133
Het display wordt donker.................133
Kan niet afdrukken vanaf een computer. . . . . . . . 133
De verbinding controleren (USB)...........133
De verbinding controleren (netwerk).........134
De soware en gegevens controleren.........135
De printerstatus controleren vanaf de
computer (Windows)....................137
De printerstatus controleren vanaf de
computer (Mac OS).....................138
Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt
congureren............................138
Kan geen verbinding maken vanaf apparaten
terwijl de netwerkinstellingen correct zijn. . . . . 138
De SSID controleren waarmee de printer is
verbonden............................140
De SSID voor de computer controleren.......140
Kan niet afdrukken vanaf een iPhone of iPad. . . . . 141
Afdrukproblemen........................ 141
De afdruk is gekrast of er ontbreken kleuren. . . 141 Er verschijnen strepen of onverwachte kleuren. .142 Gekleurde streepvorming zichtbaar met een
tussenafstand van ongeveer 2.5 cm..........142
Onscherpe afdrukken, verticale strepen of
verkeerde uitlijning..................... 143
Afdrukkwaliteit is slecht..................143
Papier vertoont vlekken of is bekrast.........144
Afgedrukte foto's zijn plakkerig.............145
Aeeldingen
de verkeerde kleuren.................... 145
Kan niet afdrukken zonder marges..........145
Randen van de aeelding vallen weg bij het
randloos afdrukken..................... 145
Positie, formaat of marges van de afdruk zijn
niet juist............................. 146
Afgedrukte tekens zijn niet juist of onleesbaar. . 146
De afgedrukte aeelding is omgekeerd. . . . . . . 146
Mozaïekachtige patronen op de afdrukken. . . . .146
Op de gekopieerde afdruk verschijnen ongelijke kleuren, vegen, vlekken of rechte
lijnen................................147
Er verschijnt een webachtig patroon (ook wel "moiré" genoemd) op de gekopieerde
aeelding............................147
De achterkant van het origineel is te zien op
de gekopieerde aeelding.................147
Het probleem kon niet worden opgelost.......147
Overige afdrukproblemen...................147
Afdrukken verloopt te traag...............147
De afdruk- of kopieersnelheid neemt sterk af
tijdens een continue bewerking.............148
Kan niet beginnen met scannen.............. 148
Kan scannen niet starten via bedieningspaneel. .149
of foto's worden afgedrukt met
4
Page 5
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Problemen met gescande aeeldingen......... 149
Ongelijke kleuren, vuil, vlekken, enzovoort worden weergegeven bij scannen vanaf de
glasplaat van de scanner..................149
De aeeldingskwaliteit is ruw..............150
De oset schijnt door in de achtergrond van
aeeldingen.......................... 150
De tekst is onscherp.....................150
Moiré-patronen (webachtige schaduwen)
verschijnen........................... 150
Kan het juiste gebied niet scannen op de
glasplaat............................. 151
Tekst wordt niet correct herkend wanneer ik
opsla als een Searchable PDF...............151
Problemen in gescande aeelding kunnen
niet worden opgelost.................... 152
Andere scanproblemen.....................152
Scannen verloopt te traag.................152
De scansnelheid neemt sterk af tijdens het
continu scannen........................153
Scannen stopt bij het scannen naar een PDF/
Multi-TIFF........................... 153
Overige problemen........................153
Lichte elektrische schok wanneer u de printer
aanraakt............................. 153
Printer maakt veel lawaai tijdens werking. . . . . 153
Soware wordt geblokkeerd door een rewall
(alleen Windows).......................154
Een bericht over het resetten van het inktpeil
wordt weergegeven......................154
Gemorste inkt.........................154
Hulp vragen.............................165
Technische ondersteuning (website)......... 165
Contact opnemen met de klantenservice van
Epson...............................166
Bijlage
Technische specicaties.................... 155
Printer specicaties..................... 155
Scannerspecicaties.....................156
Interface-specicaties....................156
Lijst met netwerkfuncties.................157
Wi-Fi-specicaties......................157
Beveiligingsprotocol.....................158
Ondersteunde services van derden.......... 158
Dimensies............................158
Elektrische specicaties.................. 158
Omgevingsspecicaties...................159
Systeemvereisten.......................160
Regelgevingsinformatie.................... 160
Normen en goedkeuringen................160
Beperkingen op het kopiëren.............. 161
De printer vervoeren en opslaan..............162
Copyright.............................. 164
5
Page 6
Gebruikershandleiding

Over deze handleiding

Over deze handleiding

Introductie tot de handleidingen

De volgende handleidingen worden meegeleverd met uw Epson-printer. Naast de handleidingen kunt u ook de verschillende hulpmogelijkheden op de printer zelf of in de toepassingen raadplegen.
Hier beginnen (gedrukte handleiding)
Bevat informatie over het instellen van de printer, het installeren van de soware, het gebruik van de printer, het oplossen van problemen enzovoort.
Gebruikershandleiding (digitale handleiding)
Deze handleiding. Biedt algehele informatie en instructies voor het gebruik van de printer, voor netwerkinstellingen wanneer de printer in een netwerk wordt gebruikt en voor het oplossen van problemen.
U kunt de meest recente versie van de bovenstaande handleidingen in uw bezit krijgen op de volgende manieren.
Gedrukte handleiding
Ga naar de ondersteuningssite van Epson Europe (http://www.epson.eu/Support) of de wereldwijde ondersteuningssite van Epson (http://support.epson.net/).
Digitale handleiding
Start EPSON Soware Updater op uw computer. EPSON Soware Updater controleert of er updates beschikbaar zijn voor Epson-toepassingen of digitale handleidingen en laat u vervolgens de meest recente versie downloaden.
Gerelateerde informatie
& “Hulpprogramma's voor soware-updates (EPSON Soware Updater)” op pagina 121

Informatie zoeken in de handleiding

In de PDF-handleiding kunt u naar informatie zoeken via een zoekwoord, of direct naar een bepaald gedeelte gaan met behulp van de bladwijzers.U kunt ook alleen de pagina's afdrukken die u nodig hebt.Dit gedeelte bevat uitleg over het gebruik van een PDF-handleiding die in Adobe Reader X is geopend op de computer.
6
Page 7
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding
Zoeken met een zoekwoord
Klik op Bewerken > Geavanceerd zoeken.Voer in het zoekvenster het zoekwoord (tekst) in voor de informatie die u zoekt en klik vervolgens op Zoeken.Zoekresultaten worden weergegeven in een lijst.Klik op een van de weergegeven zoekresultaten om naar de
Direct naar informatie gaan via bladwijzers
betreende
pagina te gaan.
Klik op een titel om naar de betreende pagina te gaan.Klik op + of > en bekijk de onderliggende titels in dat gedeelte.Voer de volgende bewerking uit op het toetsenbord als u wilt terugkeren naar de vorige pagina.
Wi nd ow s: hou d d e Alt-toets ingedrukt en druk op ←.
Mac OS: houd de command-toets ingedrukt en druk op ←.
Alleen pagina's afdrukken die u nodig hebt
U kunt alleen de pagina's die u nodig hebt extraheren en afdrukken.Klik op Afdrukken in het menu Bestand en geef in Pagina's bij Pagina's die moeten worden afgedrukt de pagina's op die u wilt afdrukken.
Als u een paginareeks wilt opgeven, voert u tussen de begin- eindpagina een areekstreepje in.
Voo r be eld : 2 0-2 5
Als u niet-opeenvolgende pagina's wilt opgeven, scheidt u de pagina's met komma's.
Voorbeeld: 5, 10, 15
7
Page 8
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding

Markeringen en symbolen

Let op:
!
Instructies die nauwkeurig moeten worden gevolgd om lichamelijk letsel te voorkomen.
Belangrijk:
c
Instructies die moeten worden nageleefd om schade aan de apparatuur te voorkomen.
Opmerking:
Biedt aanvullende en referentie-informatie.
Gerelateerde informatie
& Koppelingen naar gerelateerde gedeelten.

Beschrijvingen gebruikt in deze handleiding

Screenshots van de schermen van de printerdriver en Epson Scan 2 (scannerdriver) zijn van Windows 10 of
macOS High Sierra. De inhoud die op de schermen wordt weergegeven, is situatie.
De
aeeldingen
model, maar de gebruiksmethode blij hetzelfde.
Sommige menu-items op het lcd-scherm variëren naargelang het model en de instellingen.
U kunt de QR-code scannen met de speciale app.
in deze handleiding dienen uitsluitend als voorbeeld. Er zijn kleine verschillen tussen elk
aankelijk
van het model en de

Referenties voor besturingssystemen

Windows
In deze handleiding verwijzen termen als "Windows 10", "Windows 8.1", "Windows 8", "Windows 7", "Windows Vista", "Windows XP", "Windows Server 2016", "Windows Server 2012 R2", "Windows Server 2012", "Windows Server 2008 R2", "Windows Server 2008", "Windows Server 2003 R2" en "Windows Server 2003" naar de volgende besturingssystemen. Bovendien wordt "Windows" gebruikt om alle versies ervan aan te duiden.
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Wi n do w s® 10 besturingssysteem
®
Wi n do w s® 8.1 besturingssysteem
®
Wi n do w s® 8 besturingssysteem
®
Wi n do w s® 7 besturingssysteem
®
Wi n do w s Vi st a® besturingssysteem
®
Wi n do w s® XP besturingssysteem
®
Wi n do w s® XP Professional x64 Edition besturingssysteem
®
Wi n do w s S e r ve r® 2016 besturingssysteem
®
8
Page 9
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding
Microso® Wi n do w s S e r ve r® 2012 R2 besturingssysteem
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Mac OS
In deze handleiding wordt "Mac OS" gebruikt om te verwijzen naar macOS High Sierra, macOS Sierra, OS X El Capitan, OS X Yosemite, OS X Mavericks, OS X Mountain Lion, Mac OS X v10.7.x en Mac OS X v10.6.8.
Wi n do w s S e r ve r® 2012 besturingssysteem
®
Wi n do w s S e r ve r® 2008 R2 besturingssysteem
®
Wi n do w s S e r ve r® 2008 besturingssysteem
®
Wi n do w s S e r ve r® 2003 R2 besturingssysteem
®
Wi n do w s S e r ve r® 2003 besturingssysteem
®
9
Page 10
Gebruikershandleiding

Belangrijke instructies

Belangrijke instructies

Veiligheidsinstructies

Lees en volg deze instructies om deze printer veilig te gebruiken. Bewaar deze handleiding voor latere raadplegingen. Let ook op alle waarschuwingen en instructies die op de printer staan.
Sommige van de symbolen die worden gebruikt op de printer zijn bedoeld om de veiligheid en het juiste
gebruik van de printer te garanderen. Ga naar de volgende website voor de betekenis van de symbolen.
http://support.epson.net/symbols
Gebruik alleen het netsnoer dat met de printer is meegeleverd en gebruik het snoer niet voor andere apparatuur.
Gebruik van andere snoeren met deze printer of gebruik van het meegeleverde netsnoer met andere apparatuur kan leiden tot brand of elektrische schokken.
Zorg ervoor dat het netsnoer voldoet aan de relevante plaatselijke veiligheidsnormen.
Haal het netsnoer, de stekker, de printer of de accessoires nooit uit elkaar en probeer deze onderdelen nooit zelf
te wijzigen of te repareren, tenzij zoals uitdrukkelijk staat beschreven in de handleiding van het apparaat.
Trek in de volgende gevallen de stekker uit het stopcontact en laat het onderhoud aan een onderhoudstechnicus
over:
Als het netsnoer of de stekker beschadigd is, als er vloeistof in de printer is gekomen, als de printer is gevallen of als de behuizing beschadigd is, als de printer niet normaal werkt of als er een duidelijke wijziging in de prestaties optreedt. Wijzig geen instellingen als hiervoor in de gebruiksaanwijzing geen instructies worden gegeven.
Zet het apparaat in de buurt van een stopcontact waar u de stekker gemakkelijk uit het stopcontact kunt halen.
Plaats of bewaar de printer niet buiten en zorg ervoor dat de printer niet wordt blootgesteld aan vuil, stof, water
of hittebronnen. Vermijd plaatsen die onderhevig zijn aan schokken, trillingen, hoge temperaturen of luchtvochtigheid.
Zorg ervoor dat u geen vloeistoen op de printer morst en pak de printer niet met natte handen vast.
Houd de printer ten minste 22 cm verwijderd van pacemakers. De radiogolven die door deze printer worden
uitgezonden, kunnen een negatieve invloed hebben op de werking van pacemakers.
Neem contact op met uw leverancier als het lcd-scherm beschadigd is. Als u vloeistof uit het scherm op uw
handen krijgt, was ze dan grondig met water en zeep. Als u vloeistof uit het scherm in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een arts als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.

Veiligheidsinstructies voor inkt

Zorg ervoor dat u de inkt niet aanraakt bij het omgaan met de inkttanks, de doppen van de inkttanks of
geopende
Als u inkt op uw huid krijgt, wast u de plek grondig met water en zeep.
Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een
arts als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
Als er inkt in uw mond terechtkomt, raadpleegt u direct een arts.
Schud de es niet met overdreven kracht en stel de es niet bloot aan sterke schokken. Hierdoor kan inkt
lekken.
inktessen
of doppen.
10
Page 11
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
Houd inktessen en de inkttankeenheid buiten het bereik van kinderen.Laat kinderen niet uit de inktessen
drinken en laat ze niet spelen met de
inktessen
en de dop van de
essen.

Printeradviezen en waarschuwingen

Lees en volg deze instructies om schade aan de printer of uw eigendommen te voorkomen. Bewaar deze handleiding voor toekomstig gebruik.

Adviezen en waarschuwingen voor het instellen/gebruik van de printer

Blokkeer de openingen in de behuizing van de printer niet en dek deze niet af.
Gebruik uitsluitend het type voedingsbron dat is vermeld op het etiket van de printer.
Gebruik geen stopcontacten in dezelfde groep als kopieerapparaten, airconditioners of andere apparaten die
regelmatig worden in- en uitgeschakeld.
Gebruik geen stopcontacten die met een wandschakelaar of een automatische timer kunnen worden in- en
uitgeschakeld.
Plaats het hele computersysteem uit de buurt van apparaten die elektromagnetische storing kunnen
veroorzaken, zoals luidsprekers of basisstations van draadloze telefoons.
Plaats het netsnoer zodanig dat geen slijtage, inkepingen, rafels, plooien en knikken kunnen optreden. Plaats
geen voorwerpen op het netsnoer en plaats het netsnoer zodanig dat niemand erop kan stappen. Let er vooral op dat snoeren mooi recht blijven aan de uiteinden en de punten waar deze de transformator in- en uitgaan.
Als u een verlengsnoer gebruikt voor de printer, mag de totale stroombelasting in ampère van alle aangesloten
apparaten niet hoger zijn dan de maximale belasting voor het verlengsnoer. Zorg er bovendien voor dat het totaal van de ampèrewaarden van alle apparaten die zijn aangesloten op het stopcontact, niet hoger is dan de maximumwaarde die is toegestaan voor het stopcontact.
Als u de printer in Duitsland gebruikt, moet u rekening houden met het volgende: de installatie van het gebouw
moet beschikken over een stroomonderbreker van 10 of 16 A om de printer te beschermen tegen kortsluiting en stroompieken.
Let bij het aansluiten van de printer op een computer of ander apparaat op de juiste richting van de stekkers van
de kabel. Elke stekker kan maar op een manier op het apparaat worden aangesloten. Wanneer u een stekker op een verkeerde manier in het apparaat steekt, kunnen beide apparaten die via de kabel met elkaar zijn verbonden beschadigd raken.
Plaats de printer op een vlakke, stabiele ondergrond die groter is dan de printer zelf. De printer werkt niet goed
als deze scheef staat.
Laat boven de printer voldoende ruimte vrij om het deksel volledig te kunnen openen.
Zorg ervoor dat aan de voorkant van de printer voldoende ruimte is voor het papier dat uit de printer komt.
Vermijd plaatsen met grote schommelingen in temperatuur en luchtvochtigheid. Houd de printer ook uit de
buurt van direct zonlicht, fel licht of warmtebronnen.

Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van de printer

Steek geen voorwerpen door de openingen in de printer.
Steek uw hand niet in de printer tijdens het afdrukken.
11
Page 12
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
Raak de witte, platte kabel en inktbuisjes binnen in de printer niet aan.
Gebruik geen spuitbussen met ontvlambare
Verplaats de printkop niet handmatig; anders kunt u de printer beschadigen.
Pas bij het sluiten van het deksel op dat uw vingers niet klem komen te zitten.
Let erop dat u nooit te hard op de scannerglasplaat drukt wanneer u er een origineel op legt.
Als een van de inkttanks niet is gevuld tot aan de onderste lijn, moet u binnenkort inkt bijvullen.Langdurig
gebruik van de printer wanneer de inkt lager staat dan de onderste lijn, kan de printer beschadigen.
P
Zet de printer altijd uit met de knop
stopcontact niet af zolang het lampje
Als u de printer gedurende langere tijd niet gebruikt, neem dan de stekker uit het stopcontact.
. Trek de stekker niet uit het stopcontact en sluit de stroom naar het
P
nog knippert.
in of in de buurt van de printer. Dit kan brand veroorzaken.
stoen

Adviezen en waarschuwingen voor het vervoeren of opslaan van de printer

Zorg er bij opslag of transport van de printer voor dat deze niet gekanteld, verticaal of ondersteboven wordt
gehouden, anders kan er inkt lekken.
Controleer vóór het vervoeren van de printer of de printkop zich in de uitgangspositie (uiterst rechts) bevindt.

Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van de printer met een draadloze verbinding

Radiogolven van deze printer kunnen nadelige gevolgen hebben voor de werking van medische elektronische
apparatuur, waardoor deze apparatuur defect kan raken.Wanneer u deze printer gebruikt in een medische instelling of in de buurt van medische apparatuur, volg dan de aanwijzingen van het bevoegd personeel van de medische instelling en volg alle waarschuwingen en aanwijzingen die op de medische apparatuur zelf staan.
Radiogolven uit deze printer kunnen de werking van automatisch gestuurde apparaten, zoals automatische
deuren of een brandalarm, storen en kunnen tot ongevallen leiden als gevolg van storing.Volg alle waarschuwingen en aanwijzingen die op deze apparatuur zijn aangeduid wanneer u deze printer gebruikt in de buurt van automatisch aangestuurde apparaten.

Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van het display

Het display kan een paar kleine heldere of donkere puntjes vertonen en is mogelijk niet overal even helder. Dit
is normaal en wil geenszins zeggen dat het display beschadigd is.
Maak het display alleen schoon met een droge, zachte doek. Gebruik geen vloeibare of chemische
reinigingsmiddelen.
De buitenkant van de display kan breken als deze een grote weerslag krijgt. Neem contact op met uw
wederverkoper als het oppervlak van het scherm barst of splintert. Raak de gebroken stukken nooit aan en verwijder ze niet.
12
Page 13
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies

Uw persoonlijke gegevens beschermen

Als u de printer aan iemand anders gee of wilt weggooien, kunt u het geheugen als volgt wissen: selecteer Instel. > Herstel standaard instellingen > Alle gegevens en instellingen wissen op het bedieningspaneel.
13
Page 14
Gebruikershandleiding

Basisprincipes van printer

Basisprincipes van printer

Namen en functies van onderdelen

A
B
C
D
E
F
Papierinvoer achterzijde Laadt papier.
Papiersteun Ondersteuning voor geladen papier.
Zijgeleider Hiermee wordt het papier recht in de printer ingevoerd. Schuif deze naar de
randen van het papier.
Invoerbeveiliging Voorkomt dat ongewenste zaken in de printer terechtkomen.
Laat deze bescherming over het algemeen dicht.
Uitvoerlade Opvanglade voor het papier dat uit de printer komt.
Stopper Schuif de stopper uit om te voorkomen dat papier uit de uitvoerlade valt.
Documentkap Houdt extern licht tegen tijdens het scannen.
A
Scannerglasplaat Plaats de originelen.
B
14
Page 15
Gebruikershandleiding
Bedieningspaneel Geeft de status van de printer weer en maakt het mogelijk printerinstellingen
C
Basisprincipes van printer
te congureren.
Binnendeksel Open dit om vastgelopen papier te verwijderen uit de printer.
A
Inkttankeenheid Bevat de inkttanks.
B
Inktreservoir (inkttank) Brengt inkt naar de printkop.
C
Inkttankklep Open om de inkttank bij te vullen.
D
Printkop Inkt komt uit de spuitkanaaltjes van de printkop.
E
Netsnoeraansluiting Voor aansluiting van het netsnoer.
A
USB-poort Voor aansluiting van een USB-kabel als verbinding met een computer.
B
Gerelateerde informatie
& “Bedieningspaneel” op pagina 16
15
Page 16
Gebruikershandleiding

Bedieningspaneel

Basisprincipes van printer
A
B
C
D
E
F
G
H
I
Hiermee schakelt u de printer in of uit.
Haal het netsnoer uit het stopcontact nadat u hebt gecontroleerd of het aan/uit-lampje uit staat.
Hiermee opent u het startscherm.
Hiermee geeft u menu's en berichten weer. Gebruik de knoppen op het bedieningspaneel om een menu te selecteren of instellingen te
Hiermee worden de oplossingen weergegeven wanneer u problemen ondervindt.
Gebruik de knoppen u d l r om een menu te selecteren en druk op de knop OK om naar het selecteerde menu te gaan.
Hiermee stopt u de actieve bewerking.
Hiermee start u een taak, zoals afdrukken of kopiëren.
Is van toepassing op verschillende functies, afhankelijk van de situatie.
Hiermee keert u terug naar het vorige scherm.
congureren.

Uitleg bij het LCD-scherm

Op het LCD-scherm worden menu's en berichten weergegeven. Selecteer een menu of instelling door te drukken
op de knoppen
u d l r
.
16
Page 17
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer

Uitleg bij het startscherm

De volgende pictogrammen en menu's worden weergegeven op het startscherm.
Hier staan pictogrammen die de netwerkstatus aangeven.
A
Geeft aan dat een draadloos netwerk (Wi-Fi) is uitgeschakeld of dat de printer bezig is met het tot stand brengen van een draadloze netwerkverbinding.
Duidt op een probleem met de draadloze netwerkverbinding (Wi-Fi) van de printer of geeft aan dat de printer zoekt naar een draadloze netwerkverbinding (Wi-Fi).
Geeft aan dat de printer is verbonden met een draadloos netwerk (Wi-Fi).
Het aantal balkjes geeft de sterkte van de verbinding weer. Hoe meer balkjes, des te sterker de verbinding is.
Geeft aan dat Wi-Fi Direct (Simple AP) is ingeschakeld.
Geeft aan dat Wi-Fi Direct (Simple AP) is uitgeschakeld.
B
Wanneer l en r worden weergegeven, kunt u naar rechts of links bladeren door te drukken op de knop l of r.
Functiepictogrammen en namen worden weergegeven als menupictogrammen.
C
Kopiëren
Scannen
Stille modus
Hiermee activeert u het menu Kopiëren, waarmee u een document kunt kopiëren.
Hiermee activeert u het menu Scannen, waarmee u een document of foto kunt scannen.
Hiermee geeft u de instelling Stille modus weer, waarmee u ervoor zorgt dat de printer minder geluid maakt. Als u deze optie inschakelt, kan de afdruksnelheid minder zijn. Afhankelijk van de door u gekozen instellingen voor het papiertype en de afdrukkwaliteit, merkt u mogelijk niet veel verschil in het geluid dat de printer produceert.
Dit is een snelkoppeling naar het volgende menu.
Instel. > Printerinstallatie > Stille modus
Instel.
Onderhoud Toont de menu's die worden aanbevolen om de kwaliteit van uw afdrukken te verbeteren,
Instellingen Wi-FiHiermee geeft u menu's weer voor het instellen van de printer voor gebruik in een draadloos
Toont het menu Instel., waarmee u onderhoud kunt uitvoeren die gerelateerd zijn aan printer­en netwerkinstellingen.
zoals het ontstoppen van de spuitmondjes door een controlepatroon van de spuitmondjes af te drukken en een kopreiniging uit te voeren, en het verbeteren van vervaging of strepen op uw afdrukken door de printkop uit te lijnen. Dit is een snelkoppeling naar het volgende menu.
Instel. > Onderhoud
netwerk. Dit is een snelkoppeling naar het volgende menu.
Instel. > alle Wi-Fi/netwerk -instellingen > Instellingen Wi-Fi
17
Page 18
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
Hier staan de knoppen die u kunt gebruiken. In dit voorbeeld kunt u naar het geselecteerde menu gaan door op OK
D
te drukken.

Tekens invoeren

Als u via het bedieningspaneel tekens en symbolen wilt invoeren voor de netwerkinstellingen, gebruik dan de
knoppen
knop
u, d, l
r
om de cursor te verplaatsen naar de volgende invoerpositie.Druk na
knop OK.
Hoe het weergegeven scherm eruitziet, hangt af van de gekozen instellingen.Dit is het scherm voor het invoeren van het wachtwoord voor het Wi-Fi-netwerk.
en r.Druk op de knop u of d om het gewenste teken te selecteren en druk vervolgens op de
van het tekens invoeren op de
aoop
Pictogrammen Beschrijving
Hiermee schakelt u tussen tekentypes.
ABC: hoofdletters
abc: kleine letters
123: cijfers en symbolen
ud
r
l
OK Hiermee voert u de geselecteerde tekens in.
Hiermee selecteert u het teken dat u wilt invoeren.
Hiermee verplaatst u de cursor naar rechts.
Hiermee wist u het teken links van de cursor (Backspace).
Hiermee keert u terug naar het vorige scherm.
18
Page 19
Gebruikershandleiding

Netwerkinstellingen

Netwerkinstellingen

Typen netwerkverbindingen

U kunt de volgende verbindingsmethoden gebruiken.

Wi-Fi-verbinding

Sluit de printer en de computer of het smart device aan op de draadloze router. Dit is de meest gebruikelijke manier van verbinden voor netwerken thuis en op kantoor waar de Wi-Fi-verbindingen worden verzorgd door een draadloze router.
Gerelateerde informatie
& “Een computer verbinden” op pagina 20 & “Een smart-apparaat verbinden via een draadloze router” op pagina 21 & “Wi-Fi-instellingen congureren op de printer” op pagina 30

Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt)

Gebruik deze verbindingsmethode wanneer u thuis of op kantoor geen Wi-Fi hebt of wanneer u de printer en het smart device rechtstreeks met elkaar wilt verbinden. In deze modus fungeert de printer als draadloze router en kunt u maximaal vier apparaten met de printer verbinden zonder dat u een gewone draadloze router nodig hebt.
19
Page 20
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Smart devices die rechtstreeks met de printer zijn verbonden kunnen echter niet met elkaar communiceren via de printer.
De printer kan tegelijk verbinding hebben via Wi-Fi en Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt). Als u echter een netwerkverbinding start in Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) wanneer de printer verbinding hee via Wi-Fi, wordt de Wi-Fi-verbinding tijdelijk verbroken.
Gerelateerde informatie
& “Verbinding maken met een iPhone, iPad of iPod touch via Wi-Fi Direct” op pagina 22 & “Verbinding maken met Android-apparaten middels Wi-Fi Direct” op pagina 25 & “Verbinding maken met niet-iOS- of Android-apparaten via Wi-Fi Direct” op pagina 27

Een computer verbinden

Het wordt aanbevolen het installatieprogramma te gebruiken om de printer te verbinden met een computer. U kunt het installatieprogramma op een van de volgende manieren uitvoeren.
Instellen vanaf de website
Open de volgende website en voer de productnaam in. Ga naar Instellen en congureer de instellingen.
http://epson.sn
Instellen met de soware-cd (alleen voor modellen die worden geleverd met een soware-cd en gebruikers die
beschikken over een Windows-computer met een schijfstation).
Plaats de soware-cd in de computer en volg de instructies op het scherm.
De verbindingsmethoden selecteren
Volg de instructies op het scherm totdat het volgende scherm wordt weergegeven en selecteer vervolgens de gewenste methode om de printer met de computer te verbinden.
20
Page 21
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Selecteer het verbindingstype en klik vervolgens op Vo l ge n d e.
Volg de instructies op het scherm.

Een smart device verbinden

Een smart-apparaat verbinden via een draadloze router

U kunt de printer gebruiken vanaf een smart device wanneer u de printer verbindt met hetzelfde Wi-Fi-netwerk (SSID) als het smart device. Als u de printer wilt gebruiken vanaf een smart device, stelt u dit in vanaf de volgende website. Open de website vanaf een smart device waarmee u verbinding wilt maken met de printer.
http://epson.sn > Instellen
Opmerking:
Als u tegelijkertijd een computer en een smart-apparaat met de printer wilt verbinden, wordt aangeraden als eerste de computer in te stellen met het installatieprogramma.
Gerelateerde informatie
& “Afdrukken met Smart Devices” op pagina 83
21
Page 22
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen

Verbinding maken met een iPhone, iPad of iPod touch via Wi-Fi Direct

Met deze methode kunt u de printer zonder een draadloze router rechtstreeks verbinden met een iPhone, iPad of iPod touch. De volgende omstandigheden zijn vereist om verbinding te maken via deze methode. Als uw omgeving niet aan deze voorwaarden voldoet, kunt u verbinding maken door Andere OS-apparaten te selecteren. Zie de gerelateerde informatie hieronder voor meer informatie over het verbinden.
iOS 11 of hoger
Gebruik de standaard cameratoepassing om de QR-code te scannen
Epson iPrint versie 7.0 of hoger
Epson iPrint wordt gebruikt om vanaf een smart device af te drukken. Installeer van tevoren Epson iPrint op het smart device.
Opmerking:
U hoe deze instellingen slechts een keer te congureren voor de printer die en het smart device dat u met elkaar wilt verbinden. U netwerkinstellingen herstelt.
deze instellingen niet opnieuw te
hoe
congureren,
tenzij u Wi-Fi Direct uitschakelt of de standaard
1. Selecteer Instellingen Wi-Fi op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
2. Selecteer Wi -F i D ir e c t.
3. Controleer het bericht en druk op de knop OK om door te gaan.
4. Controleer het bericht en druk op de knop OK om door te gaan.
5. Selecteer iOS.
u d l r
en drukt u op de knop OK.
22
Page 23
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
6. Controleer het bericht en druk op de knop OK om door te gaan.
De QR-code wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer.
7. Start op de iPhone, iPad of iPod touch de standaard Camera-app en scan de QR-code die in de modus FOTO op het bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven.
Gebruik de Camera-app voor iOS 11 of hoger. Met de Camera-app voor iOS 10 of lager kunt u geen verbinding maken met de printer. Ook kunt u geen app voor het scannen van QR-codes gebruiken. Als u geen
l
verbinding kunt maken, drukt u op de knop over het verbinden.
8.
Tik op de melding die wordt weergegeven op het scherm van de iPhone, iPad of iPod touch.
9. Tik op Koppelen.
. Zie de gerelateerde informatie hieronder voor meer informatie
23
Page 24
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
10. Druk op de knop OK op het bedieningspaneel van de printer.
11. Start de Epson-printapp op de iPhone, iPad of iPod touch.
Voorbeelden van Epson-printapps
12. Tik op het scherm Epson iPrint op Printer niet geselecteerd.
13.
Selecteer de printer waarmee u verbinding wilt maken.
Bekijk de informatie die op het bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven om de printer te selecteren.
14. Druk op de knop OK op het bedieningspaneel van de printer.
Selecteer voor smart devices die eerder met de printer verbonden zijn geweest de netwerknaam (SSID) op het Wi­Fi-scherm van het smart device en maak opnieuw verbinding.
24
Page 25
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Gerelateerde informatie
& “Verbinding maken met niet-iOS- of Android-apparaten via Wi-Fi Direct” op pagina 27 & “Afdrukken met Smart Devices” op pagina 83

Verbinding maken met Android-apparaten middels Wi-Fi Direct

Met deze methode kunt u de printer zonder een draadloze router rechtstreeks verbinden met uw Android­apparaat. De volgende omstandigheden zijn vereist om deze functie te gebruiken.
Android 4.4 of later
Epson iPrint versie 7.0 of hoger
Epson iPrint wordt gebruikt om af te drukken vanaf een smart-apparaat. Installeer Epson iPrint van tevoren op het smart-apparaat.
Opmerking:
U hoe deze instellingen slechts eenmaal te congureren voor de printer en het smart-apparaat waar u verbinding mee wilt maken. Tenzij u Wi-Fi Direct inschakelt of de netwerkinstellingen herstelt naar de standaardwaarden, hoe u deze instellingen niet opnieuw te congureren.
1. Selecteer Instellingen Wi-Fi op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
2. Selecteer Wi -F i D ir e c t.
3. Controleer het bericht en druk op de knop OK om door te gaan.
4. Controleer het bericht en druk op de knop OK om door te gaan.
5. Selecteer Android.
u d l r
en drukt u op de knop OK.
25
Page 26
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
6. Start Epson iPrint op het smart-apparaat.
7. Tik op het scherm Epson iPrint op Printer niet geselecteerd.
8. Selecteer de printer waarmee u een verbinding wilt maken.
Raadpleeg de informatie die wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer om de printer te selecteren.
Opmerking:
Printers worden mogelijk niet weergegeven, aankelijk van het Android-apparaat. Als printers niet worden weergegeven, maakt u verbinding door Andere OS-apparaten te selecteren. Zie de gerelateerde informatie hieronder voor meer informatie over het verbinden.
9. Wanneer het scherm met goedkeuring voor de apparaatverbinding wordt weergegeven, selecteert u Goedk..
10. Druk op de knop OK op het bedieningspaneel van de printer.
Voor smart-apparaten die eerder met de printer zijn verbonden, selecteert u de netwerknaam (SSID) op het scherm van het smart-apparaat om deze opnieuw te verbinden.
26
wi-
Page 27
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Gerelateerde informatie
& “Verbinding maken met niet-iOS- of Android-apparaten via Wi-Fi Direct” op pagina 27 & “Afdrukken met Smart Devices” op pagina 83

Verbinding maken met niet-iOS- of Android-apparaten via Wi-Fi Direct

Met deze methode kunt u de printer zonder een draadloze router rechtstreeks verbinden met smart devices.
Opmerking:
U hoe deze instellingen slechts een keer te congureren voor de printer die en het smart device dat u met elkaar wilt verbinden. U netwerkinstellingen herstelt.
1. Selecteer Instellingen Wi-Fi op het startscherm.
deze instellingen niet opnieuw te
hoe
congureren,
tenzij u Wi-Fi Direct uitschakelt of de standaard
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
2. Selecteer Wi -F i D ir e c t.
3. Controleer het bericht en druk op de knop OK om door te gaan.
4. Controleer het bericht en druk op de knop OK om door te gaan.
5.
Selecteer Andere OS-apparaten.
u d l r
en drukt u op de knop OK.
De Netwerknaam en het Wachtwoord voor Wi-Fi Direct voor de printer worden weergegeven.
27
Page 28
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
6. Selecteer op het Wi-Fi-scherm van het smart device de SSID die op het bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven en voer vervolgens het wachtwoord in.
De schermafdruk is een voorbeeld op een iPhone.
7. Druk op de knop OK op het bedieningspaneel van de printer.
28
Page 29
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
8. Start de Epson-printapp op het smart device.
Voorbeelden van Epson-printapps
9. Tik op het scherm Epson iPrint op Printer niet geselecteerd.
10. Selecteer de printer waarmee u verbinding wilt maken.
Bekijk de informatie die op het bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven om de printer te selecteren.
11. Druk op de knop OK op het bedieningspaneel van de printer.
Selecteer voor smart devices die eerder met de printer verbonden zijn geweest de netwerknaam (SSID) op het Wi­Fi-scherm van het smart device en maak opnieuw verbinding.
Gerelateerde informatie
& “Afdrukken met Smart Devices” op pagina 83
29
Page 30
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Wi-Fi-instellingen congureren op de printer
Op het bedieningspaneel van de printer kunt u op verschillende manieren de netwerkinstellingen Kies de verbindingsmethode die overeenkomt met uw omgeving en de voorwaarden die u gebruikt.
Als u beschikt over de informatie voor de draadloze router, zoals de SSID en het wachtwoord, kunt u de instellingen handmatig congureren.
Als de draadloze router WPS ondersteunt, kunt u de instellingen congureren met drukknopinstellingen.
Nadat de printer verbinding hee gemaakt met het netwerk, maakt u verbinding tussen de printer en het apparaat dat u wilt gebruiken (computer, smart device, tablet, enz.).
Gerelateerde informatie
& “Wi-instellingen congureren door de SSID en het wachtwoord in te voeren” op pagina 30 & “Wi-Fi-instellingen congureren via de drukknopinstelling” op pagina 31 & “Wi-Fi-instellingen congureren via de pincode-instelling (WPS)” op pagina 32
Wi-instellingen congureren
door de SSID en het wachtwoord in
congureren.
te voeren
U kunt een wi-netwerk instellen door de nodige informatie in te voeren om een draadloze router aan te sluiten op het bedieningspaneel van de printer. Als u deze methode wilt gebruiken, hebt u de SSID en het wachtwoord nodig voor een draadloze router.
Opmerking:
Als u een draadloze router met de standaardinstellingen gebruikt, gebruikt u de SSID en het wachtwoord die op het label vermeld staan. Als u de SSID en het wachtwoord niet weet, neem dan contact op met de persoon die de de draadloze router hee ingesteld of raadpleeg de documentatie van het toegangspunt.
1. Selecteer Instellingen Wi-Fi op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
2.
Selecteer Wi- Fi (a an be vo l e n) .
3. Druk op de knop OK om door te gaan.
4. Selecteer Wizard Wi-Fi instellen.
u d l r
en drukt u op de knop OK.
30
Page 31
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
5. Selecteer de SSID voor de draadloze router op het bedieningspaneel van de printer en druk op de knop OK.
Opmerking:
Als de SSID waarmee u verbinding wilt maken, niet wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer,
drukt u op de knop om de lijst te vernieuwen. Als deze nog steeds niet wordt weergegeven, selecteert u Andere SSID's en voert u de SSID rechtstreeks in.
Als u de SSID niet kent, controleer dan of deze vermeld staat op het label van de draadloze router. Als u de
draadloze router gebruikt met zijn standaardinstellingen, gebruikt u de SSID die op het label staat.
6.
Voer het wachtwoord in.
Selecteer of u al dan niet een netwerkverbindingsrapport wilt afdrukken na het voltooien van de instellingen.
Opmerking:
Het wachtwoord is hoofdlettergevoelig.
Als u de netwerknaam (SSID) niet kent, controleer dan of deze vermeld staat op het label van de draadloze router.
Als u de draadloze router gebruikt met zijn standaardinstellingen, gebruikt u de SSID die op het label staat. Als u de informatie niet kunt vinden, raadpleegt u de documentatie die is meegeleverd met de draadloze router.
7. Als u klaar bent met het instellen, drukt u op de knop .
Opmerking:
Als u geen verbinding kunt maken, laadt u papier en drukt u vervolgens op de knop netwerkverbindingsrapport af te drukken.
Gerelateerde informatie
& “Tekens invoeren” op pagina 18 & “De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 33
“Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt
&
congureren
” op pagina 138
om een
Wi-Fi-instellingen congureren via de drukknopinstelling
U kunt automatisch een Wi-Fi-netwerk instellen door op een knop op de draadloze router te drukken. Als aan de volgende voorwaarden is voldaan, kunt u deze manier van instellen gebruiken.
De draadloze router is compatibel met WPS (Wi-Fi beschermde installatie).
De huidige Wi-Fi-verbinding is tot stand gebracht door op een knop op de draadloze router te drukken.
1. Selecteer Instellingen Wi-Fi op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
2. Selecteer Wi -F i ( aa nb ev ol en ).
3. Druk op de knop OK om door te gaan.
4. Selecteer Drukknopinstelling (WPS).
u d l r
31
en drukt u op de knop OK.
Page 32
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
5. Houd de [WPS]-knop ingedrukt op de draadloze router tot het beveiligingslampje knippert.
Als u niet weet waar de WPS-knop zit, of als de draadloze router geen knoppen documentatie van de draadloze router voor meer informatie.
6. Druk op de knop OK op het bedieningspaneel van de printer. Volg de instructies op het scherm die worden weergegeven.
Opmerking:
Als de verbinding mislukt, start dan de draadloze router opnieuw, zet hem dichter bij de printer en probeer het nog een keer. Als het nog steeds niet werkt, druk dan een netwerkverbindingsrapport af en controleer de oplossing.
Gerelateerde informatie
& “De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 33 & “Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt congureren” op pagina 138
Wi-Fi-instellingen
U kunt automatisch verbinding maken met een draadloze router door gebruik te maken van een pincode. U kunt deze methode gebruiken als uw draadloze router WPS (Wi-Fi beschermde installatie) ondersteunt. Gebruik een computer om een pincode in te voeren in de draadloze router.
1.
Selecteer Instellingen Wi-Fi op het startscherm.
congureren
via de pincode-instelling (WPS)
raadpleeg dan de
hee,
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
2. Selecteer Wi -F i ( aa nb ev ol en ).
3. Druk op de knop OK om door te gaan.
4. Selecteer Overige.
5. Selecteer PIN-code (WPS).
6.
Gebruik uw computer om de pincode (acht cijfers) die op het bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven in te voeren in de draadloze router. U hebt hier twee minuten de tijd voor.
Opmerking:
Raadpleeg de documentatie van de draadloze router voor meer informatie over het invoeren van een pincode.
u d l r
en drukt u op de knop OK.
32
Page 33
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
7. Druk op de printer op de knop OK.
Het instellen is voltooid wanneer dit wordt gemeld in een bericht.
Opmerking:
Als de verbinding mislukt, start dan de draadloze router opnieuw, zet hem dichter bij de printer en probeer het nog een keer. Als het nog steeds niet werkt, druk dan een verbindingsrapport af en controleer de oplossing.
Gerelateerde informatie
& “De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 33 & “Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt congureren” op pagina 138

De status van de netwerkverbinding controleren

U kunt de netwerkstatus als volgt controleren.

Netwerkpictogram

U kunt de status van de netwerkverbinding en kracht van het radiosignaal controleren aan de hand van het netwerkpictogram op het startscherm van de printer.
Gerelateerde informatie
& “Uitleg bij het LCD-scherm” op pagina 16

Een netwerkverbindingsrapport afdrukken

U kunt een netwerkverbindingsrapport afdrukken om de status tussen de printer en de draadloze router te controleren.
1. Papier laden.
2. Selecteer Instel. op het startscherm en druk vervolgens op de knop OK.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
3. Selecteer Netwerkinstellingen > Ve r bi n d in g s c on t ro l e .
De verbindingscontrole wordt gestart.
u d l r
33
en drukt u op de knop OK.
Page 34
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
4. Druk op de knop x om het netwerkverbindingsrapport af te drukken.
Als er een fout is opgetreden, controleer dan het netwerkverbindingsrapport en volg de afgedrukte oplossingen.
Gerelateerde informatie
& “Berichten en oplossingen op het netwerkverbindingsrapport” op pagina 34
Berichten en oplossingen op het netwerkverbindingsrapport
Controleer de berichten en foutcodes op het netwerkverbindingsrapport en volg dan de oplossingen.
a. Foutcode
b. Berichten over de netwerkomgeving
Gerelateerde informatie
& “E-1” op pagina 35 & “E-2, E-3, E-7” op pagina 35 & “E-5” op pagina 36 & “E-6” op pagina 36 & “E-8” op pagina 37
34
Page 35
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
& “E-9” op pagina 37 & “E-10” op pagina 37 & “E-11” op pagina 38 & “E-12” op pagina 38 & “E-13” op pagina 39 & “Bericht over de netwerkomgeving” op pagina 39
E-1
Oplossingen:
Controleer of de ethernetkabel goed is aangesloten op uw printer en op uw hub of een ander netwerkapparaat.
Controleer of uw hub of een ander netwerkapparaat is ingeschakeld.
Als u de printer wilt verbinden via
uitgeschakeld.
moet u de
wi,
wi-instellingen
opnieuw opgeven omdat dit is
E-2, E-3, E-7
Oplossingen:
Controleer of uw draadloze router is ingeschakeld.
Controleer of uw computer of apparaat correct is aangesloten op de draadloze router.
Schakel de draadloze router uit. Wacht ongeveer 10 seconden en schakel deze in.
Plaats de printer dichter bij uw draadloze router en verwijder alle eventuele obstakels ertussen.
Als u de SSID handmatig hebt ingevoerd, moet u controleren of deze correct is. Controleer de SSID op het
gedeelte Netwerkstatus op het netwerkverbindingsrapport.
Als een draadloze router meerdere SSID’s hee, selecteert u de SSID die wordt weergegeven. Wanneer de SSID
een niet-compatibele frequentie gebruikt, toont de printer deze niet.
Als u een drukknopinstelling gebruikt voor het tot stand brengen van een netwerkverbinding, moet u
controleren of uw draadloze router WPS ondersteunt. U kunt de drukknopinstelling niet gebruiken als uw draadloze router WPS niet ondersteunt.
Controleer of uw SSID alleen ASCII-tekens (alfanumerieke tekens en symbolen) gebruikt. De printer kan geen
SSID die niet-ASCII-tekens bevat, weergeven.
Zorg dat u uw SSID en wachtwoord kent voordat u verbinding maakt met de draadloze router. Als u een
draadloze router gebruikt met de standaardinstellingen, bevinden de SSID en het wachtwoord zich op het label op de draadloze router. Als u uw SSID en het wachtwoord niet kent, neemt u contact op met de persoon die de draadloze routers
Als u wilt verbinden met een SSID die is gegenereerd met behulp van de tethering-functie van een smart device,
controleert u de SSID en het wachtwoord in de documentatie die bij het smart device is geleverd.
ingesteld of raadpleegt u de documentatie die bij de draadloze router is geleverd.
hee
35
Page 36
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Als uw wi-verbinding plots wordt verbroken, controleert u de onderstaande voorwaarden. Als een of meer van
deze voorwaarden van toepassing zijn, stelt u uw netwerkinstellingen opnieuw in door de volgende website te downloaden en uit te voeren.
http://epson.sn > Instellen
Er is een ander smart device toegevoegd aan het netwerk met behulp van de drukknopinstelling.
Het wi-netwerk is ingesteld met een andere methode dan de drukknopinstelling.
Gerelateerde informatie
& “Een computer verbinden” op pagina 20 & “Wi-Fi-instellingen congureren op de printer” op pagina 30
soware
van de
E-5
Oplossingen:
Zorg dat het beveiligingstype van de draadloze router is ingesteld op een van het volgende. Als dat niet het geval is, wijzigt u het beveiligingstype op de draadloze router en stelt u de netwerkinstellingen van de printer opnieuw in.
WEP-64 bit (40-bits)
WEP-128 bit (104-bits)
WPA PSK (TKIP/AES)
WPA2 PSK (TKIP/AES)
WPA (TKIP/AES)
WPA2 (TKIP/AES)
* WPA PSK wordt ook wel WPA Personal genoemd. WPA2 PSK wordt ook wel WPA2 Personal genoemd.
*
*
E-6
Oplossingen:
Controleer of MAC-adreslter is uitgeschakeld. Als dit is ingeschakeld, registreert u het MAC-adres van de
printer zodat het niet wordt gelterd. Raadpleeg de documentatie die bij de draadloze router is geleverd voor details. U kunt het MAC-adres van de printer controleren onder het gedeelte Netwerkstatus in het netwerkverbindingsrapport.
Als uw draadloze router gebruik maakt van gedeelde vericatie met WEP-beveiliging, moet u controleren of de
vericatiecode en index correct zijn.
Als het aantal te verbinden apparaten op de draadloze router kleiner is dan het aantal netwerkapparaten dat u
wilt verbinden, vermeerderen. Raadpleeg de documentatie die bij de draadloze router is geleverd om instellingen op te geven.
Gerelateerde informatie
& “Een computer verbinden” op pagina 20
u de instellingen op de draadloze router op om het aantal te verbinden apparaten te
gee
36
Page 37
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
E-8
Oplossingen:
Schakel DHCP in op de draadloze router als de instelling IP-adres verkrijgen van de printer is ingesteld op
Automatisch.
Als IP-adres verkrijgen van de printer is ingesteld op Handmatig, is het IP-adres dat u handmatig hebt
ingesteld, ongeldig omdat het buiten bereik (bijvoorbeeld: 0.0.0.0) is. Stel een geldig IP-adres in vanaf het bedieningspaneel van de printer of met Web Cong.
Gerelateerde informatie
& “Een netwerkstatusvel afdrukken” op pagina 40
E-9
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Apparaten worden ingeschakeld.
U kunt toegang krijgen tot internet en andere computer of netwerkapparaten op hetzelfde netwerk van de
apparaten die u met de printer wilt verbinden.
Als uw printer en netwerkapparaten nog steeds niet worden verbonden nadat u het bovenstaande hebt gecontroleerd, schakelt u de draadloze router uit. Wacht ongeveer 10 seconden en schakel deze in. Stel dan uw netwerkinstellingen opnieuw in door het installatieprogramma van de volgende website te downloaden en uit te voeren.
http://epson.sn > Instellen
Gerelateerde informatie
& “Een computer verbinden” op pagina 20
E-10
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Andere apparaten op het netwerk worden ingeschakeld.
Netwerkadressen (IP-adres, subnetmasker en standaard gateway) zijn correct als u IP-adres verkrijgen van de
printer hebt ingesteld op Handmatig.
Stel het netwerkadres opnieuw in als het onjuist is. U kunt het IP-adres, het subnetmasker en de standaard gateway controleren onder Netwerkstatus in het netwerkverbindingsrapport.
Als DHCP is ingeschakeld, wijzigt u IP-adres verkrijgen van de printer naar Automatisch. Als u IP-adres handmatig wilt instellen, selecteert u het IP-adres van het gedeelte Netwerkstatus op het netwerkverbindingsrapport en selecteert u Handmatig op het scherm met de netwerkinstellingen. Stel het subnetmasker in op [255.255.255.0].
37
Page 38
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Als uw printer en netwerkapparaten nog steeds niet worden verbonden, schakelt u de draadloze router uit. Wacht ongeveer 10 seconden en schakel deze in.
Gerelateerde informatie
& “Een netwerkstatusvel afdrukken” op pagina 40
E-11
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Het standaard gateway-adres is correct als u de TCP/IP-instelling van de printer instelt op Handmatig.
Het apparaat dat is ingesteld als de standaard gateway, wordt ingeschakeld.
Stel het juiste standaard gateway-adres in. U kunt het standaard gateway-adres controleren onder het gedeelte Netwerkstatus in het netwerkverbindingsrapport.
Gerelateerde informatie
& “Een netwerkstatusvel afdrukken” op pagina 40
E-12
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Andere apparaten op het netwerk worden ingeschakeld.
De netwerkadressen (IP-adres, subnetmasker en standaard gateway) zijn correct als u ze handmatig invoert.
De netwerkadressen voor andere apparaten (subnetmasker en standaard gateway) zijn dezelfde.
Het IP-adres komt niet in conict met andere apparaten.
Als uw printer en netwerkapparaten nog steeds niet worden verbonden nadat u het bovenstaande hebt gecontroleerd, probeert u het volgende.
Schakel de draadloze router uit. Wacht ongeveer 10 seconden en schakel deze in.
Geef de netwerkinstellingen opnieuw op met het installatieprogramma. U kunt dit uitvoeren vanaf de volgende
website.
http://epson.sn > Instellen
U kunt meerdere wachtwoorden registreren op een draadloze router die het WEP-beveiligingstype gebruikt. Als
er meerdere wachtwoorden zijn geregistreerd, moet u controleren of het eerste geregistreerde wachtwoord op de printer is ingesteld.
Gerelateerde informatie
“Een netwerkstatusvel afdrukken” op pagina 40
&
“Een computer verbinden” op pagina 20
&
38
Page 39
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
E-13
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Netwerkapparaten zoals een draadloze router, hub en router, zijn ingeschakeld.
De TCP/IP-instelling voor netwerkapparaten is niet handmatig opgegeven. (Als de TCP/IP-instelling van de
printer automatisch is ingesteld terwijl de TCP/IP-instelling voor andere netwerkapparaten handmatig wordt uitgevoerd, kan het netwerk van de printer verschillen van het netwerk voor andere apparaten.)
Als dit nog steeds niet werkt nadat u het bovenstaande hebt gecontroleerd, probeert u het volgende.
Schakel de draadloze router uit. Wacht ongeveer 10 seconden en schakel deze in.
Denieer netwerkinstellingen op de computer die op hetzelfde netwerk als de printer zit met het
installatieprogramma. U kunt dit uitvoeren vanaf de volgende website.
http://epson.sn > Instellen
U kunt meerdere wachtwoorden registreren op een draadloze router die het WEP-beveiligingstype gebruikt. Als
er meerdere wachtwoorden zijn geregistreerd, moet u controleren of het eerste geregistreerde wachtwoord op de printer is ingesteld.
Gerelateerde informatie
& “Een netwerkstatusvel afdrukken” op pagina 40 & “Een computer verbinden” op pagina 20
Bericht over de netwerkomgeving
Bericht Oplossing
*Er zijn meerdere netwerknamen (SSID) gedetecteerd die overeenstemmen met de ingevoerde netwerknaam (SSID). Controleer de netwerknaam (SSID).
De Wi-Fi-omgeving moet worden verbeterd. Schakel de draadloze router uit en vervolgens weer in. Als de verbinding niet verbetert, raadpleegt u de documentatie voor de draadloze router.
Dezelfde SSID kan worden ingesteld op meerdere draadloze routers. Controleer de instellingen van de draadloze router en wijzig de SSID.
Nadat u de printer dichter bij de draadloze router hebt geplaatst en eventuele obstakels hebt verwijderd, schakelt u de draadloze router uit. Wacht circa 10 seconden en schakel het toegangspunt weer in. Als de printer nog steeds geen verbinding maakt, raadpleegt u de documentatie die bij de draadloze router is meegeleverd.
*Er kunnen niet meer apparaten aangesloten worden. Verwijder een van de apparaten als u een ander wilt toevoegen.
Dezelfde SSID als Wi-Fi Direct bestaat in de omgeving. Wijzig de Wi-Fi Direct SSID als u geen smartapparaat kunt verbinden met de printer.
De computer en de smart-apparaten die tegelijkertijd kunnen worden verbonden, worden volledig verbonden in de Wi-Fi Direct (eenvoudige AP) verbinding. Om nog een computer of een ander smart device toe te voegen, moet u eerst de verbinding van een van de verbonden apparaten verbreken of een van de verbonden apparaten eerst aansluiten op een ander netwerk.
U kunt het aantal draadloze apparaten die tegelijkertijd kunnen worden aangesloten en het aantal verbonden apparaten bevestigen door het netwerkstatusvel of het bedieningspaneel van de printer te controleren.
Ga op het bedieningspaneel van de printer naar het scherm Wi-Fi Direct en selecteer het menu om de instelling te wijzigen. U kunt de netwerknaam wijzigen die na DIRECT-XX- volgt. Voer tot 32 tekens in.
39
Page 40
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen

Een netwerkstatusvel afdrukken

U kunt de gedetailleerde netwerkinformatie afdrukken om deze te controleren.
1. Papier laden.
2. Selecteer Instel. op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
3. Selecteer Netwerkinstellingen > Statusblad afdrukken.
4. Druk op de knop
Het netwerkstatusvel wordt afgedrukt.
x
.
u d l r
en drukt u op de knop OK.

Draadloze routers vervangen of toevoegen

Als de SSID verandert doordat een draadloze router wordt vervangen, of als een draadloze router wordt toegevoegd en een nieuwe netwerkomgeving wordt ingesteld, congureert u de Wi-Fi-instellingen opnieuw.
Gerelateerde informatie
“De verbindingsmethode met een computer wijzigen” op pagina 40
&

De verbindingsmethode met een computer wijzigen

Gebruik het installatieprogramma en stel de installatie in met een andere verbindingsmethode.
Instellen vanaf de website
Open de volgende website en voer de productnaam in. Ga naar Instellen en congureer de instellingen.
http://epson.sn
Instellen met de
beschikken over een Windows-computer met een schijfstation).
Plaats de soware-cd in de computer en volg de instructies op het scherm.
De verbindingsmethode wijzigen selecteren
Volg de instructies op het scherm totdat het volgende scherm wordt weergegeven.
soware-cd
(alleen voor modellen die worden geleverd met een
soware-cd
en gebruikers die
40
Page 41
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Selecteer Breng de verbinding van Printer opnieuw tot stand (voor nieuwe netwerkrouter of om USB te wijzigen naar netwerk, enz.) in het scherm
Soware
installeren en klik vervolgens op Vo l ge n d e.

De Wi-Fi Direct (eenvoudige AP) instellingen wijzigen

Wanneer een Wi-Fi Direct (eenvoudige AP)-verbinding is ingeschakeld, kunt u de instellingen van Wi-Fi Direct, zoals de netwerknaam en het wachtwoord wijzigen.
1. Selecteer Instellingen Wi-Fi op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
2. Selecteer Wi -F i D ir e c t.
3. Druk op de knop OK om door te gaan.
4. Druk op de knop OK om door te gaan.
d
5. Druk op de knop
6. Selecteer het menu-item dat u wilt wijzigen.
U kunt de volgende menu-items selecteren.
om het scherm Instellingen weer te geven.
u d l r
en drukt u op de knop OK.
41
Page 42
Gebruikershandleiding
Netwerknaam wijzigen
Wijzig de netwerknaam (SSID) van Wi-Fi Direct (eenvoudige AP) die u hebt gebruikt om verbinding te maken met de printer naar een naam naar keuze. U kunt de netwerknaam (SSID) instellen in ASCII-tekens die worden weergegeven op het sowaretoetsenbord op het bedieningspaneel.
Wanneer u de netwerknaam (SSID) wijzigt, wordt de verbinding met alle verbonden apparaten verbroken. Gebruik de nieuwe netwerknaam (SSID) als u opnieuw verbinding wilt maken met het apparaat.
Wa cht wo ord wij zig en
Wijzig het wachtwoord van Wi-Fi Direct (eenvoudige AP) om verbinding te maken met uw printer naar een wachtwoord naar keuze. U kunt het wachtwoord instellen in ASCII-tekens die worden weergegeven op het sowaretoetsenbord op het bedieningspaneel.
Wanneer u het wachtwoord wijzigt, wordt de verbinding met alle verbonden apparaten verbroken. Gebruik het nieuwe wachtwoord als u opnieuw verbinding wilt maken met het apparaat.
Wi -F i Di re ct ui ts ch .
Schakel de instellingen van Wi-Fi Direct (eenvoudige AP) uit op de printer. Wanneer u deze uitschakelt, wordt de verbinding met alle apparaten die zijn verbonden met de printer in Wi-Fi Direct (eenvoudige AP) verbroken.
Netwerkinstellingen
Standaardinst. herstellen
Herstel alle instellingen van Wi-Fi Direct (eenvoudige AP) terug naar de standaardwaarden.
De Wi-Fi Direct (eenvoudige AP) verbindingsinformatie van het smart-apparaat die is opgeslagen op de printer, wordt verwijderd.
7. Volg de instructies op het scherm.

Wi-Fi uitschakelen op het bedieningspaneel

Wanneer u Wi-Fi uitschakelt, wordt de Wi-Fi-verbinding verbroken.
1. Selecteer Instellingen Wi-Fi op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
2. Selecteer Wi -F i ( aa nb ev ol en ).
3. Druk op de knop OK om door te gaan.
Selecteer Overige.
4.
u d l r
en drukt u op de knop OK.
5. Selecteer Wi-Fi uitschakelen.
6. Controleer het bericht en druk vervolgens op de knop OK.

Een Wi-Fi Direct-verbinding (Eenvoudig AP) verbreken vanaf het bedieningspaneel

Er zijn twee methodes beschikbaar om een Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudige AP) uit te schakelen, u kunt alle verbindingen uitschakelen via het bedieningspaneel van de printer te gebruiken, of schakel elke verbinding uit via de computer of het smart-apparaat. In deze sectie wordt uitgelegd hoe u alle verbindingen kunt uitschakelen.
42
Page 43
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Belangrijk:
c
Wanneer de Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) wordt uitgeschakeld, wordt de verbinding voor alle computers en smart-apparaten die met de printer zijn verbonden in Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) verbroken.
Opmerking:
Als u de verbinding met een speciek apparaat wilt verbreken, doe dit dan op het apparaat in kwestie en niet op de printer. Gebruik een van de volgende methodes om de Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudige AP) te verbreken met het apparaat.
Verbreek de Wi-verbinding met de netwerknaam van de printer (SSID).
Maak verbinding met een andere netwerknaam (SSID).
1. Selecteer Instellingen Wi-Fi op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
2. Selecteer Wi -F i D ir e c t.
3. Druk op de knop OK om door te gaan.
4.
Druk op de knop OK om door te gaan.
5. Druk op de knop
6. Selecteer Wi -F i D ir e c t u it sc h. .
7. Controleer het bericht en druk vervolgens op de knop OK.
d
om het scherm Instellingen weer te geven.
u d l r
en drukt u op de knop OK.

De netwerkinstellingen herstellen op het bedieningspaneel

U kunt alle netwerkinstellingen terugzetten op de standaardinstellingen.
1. Selecteer Instel. op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
2. Selecteer Herstel standaard instellingen > Netwerkinstellingen.
3. Controleer het bericht en druk vervolgens op de knop OK.
u d l r
43
en drukt u op de knop OK.
Page 44
Gebruikershandleiding

De printer voorbereiden

De printer voorbereiden

Papier laden

Beschikbaar papier en capaciteiten

Opmerking:
Het weergegeven papierformaat verschilt aankelijk van de het stuurprogramma.
Origineel Epson-papier
Epson raadt aan om origineel Epson-papier te gebruiken om afdrukken van hoge kwaliteit te krijgen.
Opmerking:
De beschikbaarheid van papier verschilt per locatie. Neem contact op met Epson Support voor de recentste informatie over beschikbaar papier in uw omgeving.
Papier dat geschikt is voor het afdrukken van documenten
Medianaam Grootte Laadcapaciteit (vellen) Handmatig
dubbelzijdig afdrukken
Epson Bright White Ink Jet Paper
*1 Voor handmatig dubbelzijdig afdrukken geldt dat u maximaal 30 pagina's kunt laden waarvan één zijde al is bedrukt.
A4 Tot aan de lijn met het
driehoekje op de zijgeleider.
*1
-
Randl oos afdruk ken
Papier voor het afdrukken van documenten en foto's
Medianaam Grootte Laadcapaciteit (vellen) Handmatig
dubbelzijdig afdrukken
Randl oos afdruk ken
Epson Matte Paper­Heavyweight
Epson Photo Quality Ink Jet Paper
Epson Double-Sided Matte Paper
A4 20 - -
A4 80 - -
A4 1 -
44
Page 45
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
Papier dat geschikt is voor het afdrukken van foto's
Medianaam Grootte Laadcapacite
it (vellen)
Epson Ultra Glossy Photo Paper
Epson Premium Glossy Photo Paper
Epson Premium Semigloss Photo Paper
Epson Photo Paper Glossy A4, 13×18 cm (5×7 inch)
*1 Laad een pagina per keer als het papier niet goed geladen wordt of als de afdruk oneven kleuren of vlekken vertoond.
A4, 13×18 cm (5×7 inch)
10×15 cm (4×6 inch)
A4, 13×18 cm (5×7 inch)
16:9 breed formaat (102×181 mm), 10×15 cm (4×6 inch)
A4
10×15 cm (4×6 inch)
10×15 cm (4×6 inch)
20
20
20
20
*1
*1
*1
*1
Handmatig dubbelzijdig afdrukken
--
--
--
--
Randlo os afdruk ken
Commercieel beschikbaar papier
Gewoon papier
Medianaam Grootte Laadcapaciteit (vellen) Handmatig
dubbelzijdig afdrukken
Gewoon papier
Kopieerpapier
*1 Laad een pagina per keer als het papier niet goed geladen wordt of als de afdruk oneven kleuren of vlekken vertoond.
*2 Voor handmatig dubbelzijdig afdrukken geldt dat u maximaal 30 pagina's kunt laden waarvan één zijde al is bedrukt.
*3 Alleen afdrukken vanaf een computer is beschikbaar.
Letter, A4, B5, 16K (195×270 mm), A5, A6, B6
Legal, 8,5×13 inch, Indian­Legal
Gebruikergedenieerd
*3
(mm)
54×86 tot 215,9×1200
Tot aan de lijn met het driehoekje op de zijgeleider.
*2
1 -
1 -
-
*1,
Randlo os afdrukk en
45
Page 46
Gebruikershandleiding
Enveloppen
De printer voorbereiden
Medianaam Grootte Laadcapaciteit
(enveloppen)
Enveloppe Enveloppe #10, Enveloppe DL,
Enveloppe C6
10 - -
Handmatig dubbelzijdig afdrukken
Randloos afdrukke n
Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking
Lees de instructiebladen die bij het papier worden geleverd.
Als u met origineel Epson-papier afdrukken van hoge kwaliteit wilt verkrijgen, gebruikt u het papier in de
omgeving die op de bij het papier geleverde instructiebladen wordt vermeld.
Waaier papier en leg de stapel recht voor het laden. Fotopapier niet waaieren of buigen. Dit kan de afdrukzijde
beschadigen.
Als het papier omgekruld is, maakt u het plat of buigt u het vóór het laden lichtjes de andere kant op. Afdrukken
op omgekruld papier kan papierstoringen of vlekken op de afdruk veroorzaken.
Gebruik geen papier dat golvend, gescheurd, gesneden, gevouwen, vochtig, te dik of te dun is of papier met
stickers op. Het gebruik van deze papiertypen kan papierstoringen of vlekken op de afdruk veroorzaken.
Zorg ervoor dat u papier met lange vezels gebruikt. Als u niet zeker bent welk papiertype u gebruikt, controleer
dan de verpakking van het papier of neem contact op met de fabrikant.
Gerelateerde informatie
& “Printer
specicaties
” op pagina 155
46
Page 47
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden

Papier in de Papiertoevoer achter laden

1. Open de invoerbeveiliging en trek de papiersteun naar buiten.
2. Verschuif de zijgeleiders.
3. Laad papier in het midden van de papiersteun met de afdrukzijde naar boven.
Belangrijk:
c
Laad niet meer dan het maximale aantal pagina's voor het specieke papiertype. Let er bij gewoon papier
op dat het niet boven de streep net onder het symbool
Laad het papier met de kortste zijde eerst. Als u de papiergrootte echter hebt ingesteld op de breedte van de
lange zijde, laad dan eerst de lange zijde van het papier.
d
an de binnenzijde van de zijgeleider komt.
47
Page 48
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
Voorgeperforeerd papier
Opmerking:
Laad een enkel vel van een opgegeven formaat normaal papier met perforatie aan de linker- of rechterzijde.
Pas de afdrukpositie van uw bestand aan zodat u niet over de perforatorgaten heen afdrukt.
4. Schuif de zijgeleiders naar de rand van het papier en sluit vervolgens de invoerbeveiliging.
Belangrijk:
c
Plaats geen voorwerpen op de invoerbeveiliging. Hierdoor wordt mogelijk verhinderd dat het papier wordt ingevoerd.
5. Stel op het bedieningspaneel het papierformaat en -type in voor het papier dat u in de papiertoevoer achter hebt geladen.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
Opmerking:
Selecteer Instel. > Printerinstallatie > Instellingen papierbron > Papierinstelling om het instellingenscherm met papierformaat en -type weer te geven.
6. Schuif de uitvoerlade uit.
u d l r
en drukt u op de knop OK.
48
Page 49
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
Opmerking:
Plaats het resterende papier terug in de verpakking. Als u het in de printer laat, kan het papier omkrullen of kan de afdrukkwaliteit achteruitgaan.
Gerelateerde informatie
& “Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking” op pagina 46 & “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 44 & “Enveloppen laden en voorzorgsmaatregelen” op pagina 49 & “Lang papier laden” op pagina 50

Enveloppen laden en voorzorgsmaatregelen

Laad enveloppen met de korte zijde eerst en de klep naar beneden, en schuif de zijgeleiders naar de randen van de enveloppen.
Waaier enveloppen en leg ze recht op elkaar voor het laden.Als de gestapelde enveloppen lucht bevatten, maakt
u ze plat om de lucht eruit te krijgen voordat ze worden geladen.
Gebruik geen omgekrulde of gevouwen enveloppen.Het gebruik van dergelijke enveloppen kan papierstoringen
of vlekken op de afdruk veroorzaken.
Gebruik geen enveloppen met
Vermijd het gebruik van enveloppen die te dun zijn aangezien die kunnen omkrullen tijdens het afdrukken.
Gerelateerde informatie
“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 44
& & “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 47
zellevende
oppervlakken of vensters.
49
Page 50
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden

Lang papier laden

Als u papier laadt dat langer is dan het formaat Legal, bergt u de papiersteun op en maakt u de voorrand van het papier vlak.
Gerelateerde informatie
& “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 44 & “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 47

Lijst met papiertypen

Selecteer het papiertype dat bij het papier past voor optimale afdrukresultaten.
Medianaam Afdrukmateriaal
Bedieningspaneel Printerstuurprogramma
Epson Bright White Ink Jet Paper Gewoon papier Gewoon papier
Epson Ultra Glossy Photo Paper Ultra Glossy Epson Ultra Glossy
Epson Premium Glossy Photo Paper Prem. Glossy Epson Premium Glossy
Epson Premium Semigloss Photo Paper Premium Semigloss Epson Premium Semigloss
Epson Photo Paper Glossy Glans Photo Paper Glossy
Epson Matte Paper-Heavyweight
Epson Double-Sided Matte Paper
Epson Photo Quality Ink Jet Paper Photo Quality Ink Jet Epson Photo Quality Ink Jet
Matte Epson Matte

Originelen plaatsen

Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen

Belangrijk:
c
Plaatst u omvangrijke originelen zoals boeken, zorg er dan voor dat er geen extern licht op de scannerglasplaat schijnt.
50
Page 51
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
1. Open de documentklep.
2. Gebruik een zachte, droge en schone doek om stof of vlekken van het oppervlak van de scannerglasplaat te verwijderen.
Opmerking:
Als er stof of vuil op de scannerglasplaat zit, kan het scanbereik worden vergroot om het mee te nemen, waardoor de aeelding
3. Plaats het origineel met de bedrukte zijde omlaag en duw het tegen de hoekmarkering.
Opmerking:
De eerste 1,5 mm vanaf de hoek van de scannerglasplaat wordt niet gescand.
van het origineel kan verschuiven of kleiner kan worden.
4. Sluit de klep voorzichtig.
Belangrijk:
c
Oefen niet te veel kracht uit op de scannerglasplaat of de documentkap. Deze kunnen anders beschadigd raken.
5. Verwijder de originelen na het scannen.
Opmerking:
Als u de originelen langdurig op de scannerglasplaat laat liggen, kunnen ze aan het oppervlak van het glas kleven.
51
Page 52
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
Een id-kaart plaatsen om te kopiëren
Plaats een id-kaart 5 mm van de hoekmarkering op de scannerglasplaat.

Menuopties voor Instel.

Selecteer in het startscherm van de printer Instel. om de verschillende instellingen te congureren.

Menuopties voor Onderhoud

Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Onderhoud
Spuitkan. contr.:
Selecteer deze functie om te controleren of de spuitkanaaltjes van de printkop verstopt zijn. De printer drukt een spuitkanaaltjespatroon af.
Printkop reinigen:
Selecteer deze functie om verstopte spuitkanaaltjes in de printkop te reinigen.
Krachtige reiniging:
Selecteer deze functie om alle inkt in de inktbuisjes te vervangen. Hierbij wordt meer inkt gebruikt dan bij normaal reinigen. Zie de “Gerelateerde informatie” hieronder voor meer informatie over deze functie.
Printkop uitlijnen:
Selecteer deze functie om de printkop bij te stellen om de afdrukkwaliteit te verbeteren.
Ve rt ica le uit lij n in g
Selecteer deze functie als uw afdrukken wazig zijn of als tekst en lijnen niet goed zijn uitgelijnd.
Horizontale uitlijning
Selecteer deze functie als zich op uw afdrukken op regelmatige afstand horizontale strepen bevinden.
Inktniveau opnieuw instellen:
Selecteer deze functie om de inktniveaus te herstellen naar 100% wanneer de inkttank wordt gevuld.
52
Page 53
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
Papiergeleider reinigen:
Selecteer deze functie als zich op de interne rollen inktvlekken bevinden. De printer voert papier in om de interne rollen te reinigen.
Gerelateerde informatie
& “De printkop controleren en reinigen” op pagina 109 & “Krachtige reiniging uitvoeren” op pagina 111 &
“De printkop uitlijnen” op pagina 113
& “De inkttanks bijvullen” op pagina 104 & “Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken” op pagina 113

Menuopties voor Printerinstallatie

Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Printerinstallatie
Instellingen papierbron:
Papierinstelling:
Selecteer het formaat en type papier dat u in de papierbron hebt geplaatst.
Autom.wissel A4/Letter:
Selecteer Aan om papier te laden van de papierbron, ingesteld als A4-formaat, wanneer er geen papierbron ingesteld is als Letter-formaat, of om papier te laden van de papierbron, ingesteld als Letter-formaat, wanneer er geen papierbron ingesteld is als A4-formaat.
Foutmelding:
Selecteer Aan om foutberichten weer te geven wanneer het geselecteerde papierformaat of ­type niet overeenkomt met het papier dat is geladen.
Autom. weerg. pap inst.:
Selecteer Aan om het scherm Papierinstelling weer te geven wanneer u papier in de papierbron laadt. Als u deze functie uitschakelt, kunt u niet afdrukken vanaf een iPhone of iPad met AirPrint.
Stille modus:
Uw product hee deze functie mogelijk niet aankelijk van de plaats van aankoop.
Selecteer Aan om het geluid tijdens het afdrukken te verminderen. De afdruksnelheid kan hierdoor worden verlaagd.Aankelijk van de door u gekozen instellingen voor het papiertype en de afdrukkwaliteit, merkt u mogelijk niet veel verschil in het geluid dat de printer produceert.
Uitschakelingstimer:
Uw product aankoop.
Selecteer deze instelling om de printer automatisch uit te schakelen als deze gedurende een vastgestelde periode niet wordt gebruikt. U kunt instellen hoelang het duurt voordat stroombeheer
mogelijk deze functie of de functie Uitschakelinst.,
hee
aankelijk
van de plaats van
53
Page 54
Gebruikershandleiding
wordt toegepast. Elke verhoging is van invloed op de energiezuinigheid van het product. Denk aan het milieu voordat u wijzigingen doorvoert.
Uitschakelinst.:
Uw product hee mogelijk deze functie of de functie Uitschakelingstimer, aankelijk van de plaats van aankoop.
Uitschakelen indien inactief
Selecteer deze instelling om de printer automatisch uit te schakelen als deze gedurende een vastgestelde periode niet wordt gebruikt. Elke verhoging is van invloed op de energiezuinigheid van het product. Denk aan het milieu voordat u wijzigingen doorvoert.
Uitschakelen indien losgekoppeld
Als u deze instelling selecteert, schakelt de printer na 30 minuten uit als alle poorten, inclusief de USB-poort, zijn losgekoppeld. Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, aankelijk van de regio.
Taal/Language:
De printer voorbereiden
Selecteer de taal van het lcd-scherm.
Slaaptimer:
Pas de tijdsduur aan voor het inschakelen van de slaapmodus (energiebesparingsmodus) wanneer de printer geen bewerkingen uitvoert. Het lcd-scherm gaat uit als de ingestelde tijd is verstreken.
PC-verbinding via USB:
Selecteer Insch. om de computer toegang te geven tot de printer wanneer deze via USB is verbonden. Wa nn ee r Uitschakelen wordt geselecteerd, worden afdruktaken en scantaken die niet via een netwerkverbinding gaan beperkt.
Gerelateerde informatie
& “Energie besparen — Bedieningspaneel” op pagina 57

Menuopties voor alle Wi-Fi/netwerk -instellingen

Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > alle Wi-Fi/netwerk -instellingen
Statusblad afdrukken
Drukt een netwerkstatusblad af.
Instellingen Wi-Fi:
Congureer de instellingen voor de draadloze netwerkverbinding of wijzig deze. Kies uit de volgende opties de gewenste verbindingsmethode en volg de instructies op het bedieningspaneel.
Wi-Fi (aanbevolen):
Wi -F i D ire ct
Verbindingscontrole
Controleert de status van de netwerkverbinding en drukt het rapport af. Als er problemen zijn met de verbinding, kunt u het rapport raadplegen om het probleem te verhelpen.
54
Page 55
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
Gerelateerde informatie
& “Wi-instellingen congureren door de SSID en het wachtwoord in te voeren” op pagina 30 & “Wi-Fi-instellingen congureren via de drukknopinstelling” op pagina 31 & “Wi-Fi-instellingen congureren via de pincode-instelling (WPS)” op pagina 32 & “Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt)” op pagina 19 & “Een netwerkstatusvel afdrukken” op pagina 40 & “De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 33

Menuopties voor Epson Connect- services

Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Epson Connect- services
Registr./verwijderen:
Registreer of verwijder de printer bij of uit Epson Connect.
Zie de volgende portalwebsite voor gebruikershandleidingen.
https://www.epsonconnect.com/
http://www.epsonconnect.eu (alleen Europa)
Onderbreken/ hervatten:
Selecteer of u Epson Connect wilt onderbreken of hervatten.
E-mailadres:
Controleer het e-mailadres van de printer dat geregistreerd staat bij Epson Connect.
Status:
Controleer of de printer al dan niet geregistreerd en verbonden is met Epson Connect.
Gerelateerde informatie
& “Afdrukken via een netwerkservice” op pagina 125

Menuopties voor Google Cloud Print-services

Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Google Cloud Print-services
Onderbreken/ hervatten:
Selecteer of u de Google Cloud Print-services wilt onderbreken of hervatten.
Registratie verw.:
Registratie van Google Cloud Print-services opheen.
55
Page 56
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
Status:
Controleer of de printer al dan niet geregistreerd en verbonden is met Google Cloud Print.
Zie de volgende portalwebsite voor registratie en gebruikershandleidingen.
https://www.epsonconnect.com/
http://www.epsonconnect.eu (alleen Europa)

Menuopties voor Statusv.afdrukk.

Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Statusv.afdrukk.
Statusblad
Statusblad voorraad:
Blad gebruiks geschiedenis:
conguratie
Hiermee drukt u informatiebladen af met de actuele status en instellingen van de printer.
Hiermee drukt u informatiebladen af met de status van de verbruiksaccessoires.
Hiermee drukt u informatiebladen af met de gebruiksgeschiedenis van de printer.
:

Menuopties voor Afdrukteller

Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Afdrukteller
Gee het totale aantal afdrukken, zwart-witafdrukken en kleurenafdrukken weer, inclusief items zoals het statusvel vanaf het moment waarop u de printer hebt
aangescha.

Menuopties voor Standaardinst. herstellen

Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Standaardinst. herstellen
Hiermee zet u de volgende menu's terug op de standaardwaarden.
Netwerkinstellingen
Kopieerinstellingen
Scaninstellingen
Alle gegevens en instellingen wissen
56
Page 57
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden

Menuopties voor Firmware-update

Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Firmware-update
Bijwerken:
Controleert of er een nieuwe versie van de rmware op de netwerkserver staat.Als er een update beschikbaar is, kunt u aangeven of de update mag worden uitgevoerd.
Huidige versie:
Gee de huidige rmwareversie van uw printer weer.
Melding:
Controleert regelmatig op rmware-updates en informeert u zodra er een update beschikbaar is.

Stroom besparen

De printer gaat in slaapstand of gaat automatisch uit als er een bepaalde tijd geen handelingen worden verricht. U kunt instellen hoelang het duurt voordat stroombeheer wordt toegepast. Elke verhoging is van invloed op de energiezuinigheid van het product. Denk aan het milieu voordat u wijzigingen doorvoert.
Aankelijk van de plaats van aankoop, kan de printer een functie hebben voor het automatisch uitschakelen als het apparaat gedurende 30 minuten niet is verbonden met het netwerk.

Energie besparen — Bedieningspaneel

1. Selecteer Instel. op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
2.
Selecteer Printerinstallatie.
3. Voer een van de volgende handelingen uit.
Opmerking:
Uw product
Selecteer Slaaptimer of Uitschakelinst. > Uitschakelen indien inactief of Uitschakelen indien
losgekoppeld en maak dan de instellingen.
mogelijk de functie Uitschakelinst. of Uitschakelingstimer,
hee
u d l r
en drukt u op de knop OK.
aankelijk
van de plaats van aankoop.
Selecteer Slaaptimer of Uitschakelingstimer en stel dan de instellingen in.
57
Page 58
Gebruikershandleiding

Afdrukken

Afdrukken

Afdrukken vanuit het printerstuurprogramma in Windows

Het printerstuurprogramma openen

Wanneer u het printerstuurprogramma opent vanuit het conguratiescherm van de computer, worden de instellingen toegepast op alle toepassingen.
De printerdriver openen via het bedieningspaneel
Windows 10/Windows Server 2016
Klik op de startknop en selecteer Systeem > Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in
Hardware en geluiden. Klik met de rechtermuisknop op uw printer, of houd de printer ingedrukt en selecteer Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Windows 8.1/Windows 8/Windows Server 2012 R2/Windows Server 2012
Selecteer Bureaublad > Instellingen >
en geluiden. Klik met de rechtermuisknop op uw printer, of houd de printer ingedrukt en selecteer Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Windows 7/Windows Server 2008 R2
Klik op de knop Start, selecteer geluiden. Klik met de rechtermuisknop op uw printer en selecteer Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Windows Vista/Windows Server 2008
Klik op de knop Start, selecteer Conguratiescherm > Printers in Hardware en geluiden. Klik met de rechtermuisknop op uw printer en selecteer Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Windows XP/Windows Server 2003 R2/Windows Server 2003
Klik op de knop Start, selecteer Conguratiescherm > Printers en andere hardware > Printers en faxapparaten. Klik met de rechtermuisknop op uw printer en selecteer Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Het printerstuurprogramma openen via het printerpictogram op de taakbalk
Conguratiescherm
Conguratiescherm
> Apparaten en printers weergeven in Hardware en
> Apparaten en printers weergeven in Hardware
Het printerpictogram op de taakbalk van het bureaublad is een snelkoppeling waarmee u snel de printerdriver kunt openen.
Als u op het printerpictogram klikt en Printerinstellingen selecteert, kunt u hetzelfde venster met printerinstellingen openen als het venster dat u opent via het bedieningspaneel. Als u op dit pictogram dubbelklikt, kunt u de status van de printer controleren.
Opmerking:
Als het printerpictogram niet op de taakbalk wordt weergegeven, open dan het venster van de printerdriver, klik op
Controlevoorkeursinstellingen op het tabblad Hulpprogramma's en selecteer vervolgens Snelkoppelingspictogram registreren op taakbalk.
58
Page 59
Gebruikershandleiding
Afdrukken

Basisprincipes voor afdrukken

Opmerking:
Bewerkingen kunnen aankelijk van de toepassing verschillen. Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
1. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
Laad papier in de printer, als er nog geen papier is geladen.
2. Selecteer Afdrukken of Pagina-instelling in het menu Bestand.
3. Selecteer uw printer.
4. Selecteer Vo o rk e u re n of Eigenschappen om het venster van het printerstuurprogramma te openen.
5.
Wijzig indien nodig de instellingen.
Zie de menuopties voor het printerstuurprogramma voor meer informatie.
Opmerking:
U kunt ook de online-Help raadplegen voor een uitleg van de instellingsitems. Als u met de rechtermuisknop op een
item klikt, wordt Help weergegeven.
Wanneer u Afdrukvoorbeeld selecteert, kunt u een voorbeeldweergave bekijken van het document voordat u dit
afdrukt.
6. Klik op OK om het venster van het printerstuurprogramma te sluiten.
7. Klik op Druk af.
Opmerking:
Wanneer u Afdrukvoorbeeld selecteert, wordt een voorbeeldvenster weergegeven. Als u de instellingen wilt wijzigen, klikt u op Annuleren en herhaalt u de procedure vanaf stap 2.
Gerelateerde informatie
& “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 44
59
Page 60
Gebruikershandleiding
Afdrukken
& “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 47 & “Het tabblad Hoofdgroep” op pagina 74

Dubbelzijdig afdrukken

U kunt dubbelzijdig afdrukken. Draai het papier om op de andere zijde af te drukken als de printer klaar is met afdrukken op de eerste zijde. U kunt ook een brochure afdrukken door de pagina's te herschikken en de afdruk te vouwen.
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
Als u geen papier gebruikt dat geschikt is voor dubbelzijdig afdrukken, kan de afdrukkwaliteit achteruitgaan en kan het
papier vastlopen.
Aankelijk van het papier en de gegevens, kan inkt doorlekken naar de andere zijde van het papier.
Gerelateerde informatie
& “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 44
Printerinstellingen
Dubbelzijdig afdrukken is beschikbaar wanneer EPSON Status Monitor 3 ingeschakeld is. De functie is echter mogelijk niet beschikbaar wanneer de printer wordt gebruikt via een netwerk of als een gedeelde printer.
Opmerking:
Als u EPSON Status Monitor 3 wilt inschakelen, klikt u op Extra instellingen op het tabblad Hulpprogramma's en selecteert u vervolgens EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
1. Selecteer op het tabblad Hoofdgroep in het printerstuurprogramma een optie bij Dubbelzijdig afdrukken.
2. Klik op Instellingen,
congureer
de instellingen en klik op OK.
Opmerking: Selecteer Boekje om een gevouwen boekje af te drukken.
60
Page 61
Gebruikershandleiding
Afdrukken
3. Klik op Druk af.
Wanneer de eerste zijde klaar is, verschijnt er een pop-upvenster op de computer. Volg de instructies op het scherm.
Gerelateerde informatie
& “Basisprincipes voor afdrukken” op pagina 59 & “Het tabblad Hoofdgroep” op pagina 74

Meerdere pagina's op één vel afdrukken

U kunt twee of vier pagina's met gegevens op één vel papier afdrukken.
Printerinstellingen
Selecteer op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma de optie 2 per vel of 4 per vel bij Meerdere pagina's.
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
Gerelateerde informatie
& “Basisprincipes voor afdrukken” op pagina 59 & “Het tabblad Hoofdgroep” op pagina 74
61
Page 62
Gebruikershandleiding
Afdrukken

Afdrukken en op paginavolgorde stapelen (Afdrukken in omgekeerde volgorde)

U kunt beginnen met het afdrukken van de laatste pagina zodat de documenten met de juiste paginavolgorde worden opgestapeld.
Printerinstellingen
Selecteer op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma de optie Omgekeerde volgorde.
Gerelateerde informatie
&
“Basisprincipes voor afdrukken” op pagina 59
&
“Het tabblad Hoofdgroep” op pagina 74

Een verkleind of vergroot document afdrukken

U kunt het formaat van een document met een bepaald percentage vergroten of verkleinen om het passend te maken voor het papier dat in de printer is geladen.
Printerinstellingen
Selecteer op het tabblad Meer opties in het printerstuurprogramma het documentformaat in de instelling documentformaat.Selecteer het papierformaat waarop u wilt afdrukken in de instelling Uitvoerpapier.Selecteer
62
Page 63
Gebruikershandleiding
Afdrukken
Verk le in/ ver g ro ot do cu m ent en kies dan Volledige pagina of Zoomen naar.Als u Zoomen naar selecteert, moet u een percentage invoeren.
Selecteer Centreren om aeeldingen in het midden van de pagina af te drukken.
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
Gerelateerde informatie
&
“Basisprincipes voor afdrukken” op pagina 59
&
“Het tabblad Meer opties” op pagina 75

Een afbeelding vergroot afdrukken op meerdere vellen (een poster maken)

Met deze functie kunt u één aeelding afdrukken op meerdere vellen papier. U kunt een grotere poster maken door ze samen te plakken.
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
Printerinstellingen
Selecteer op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma de optie 2x1 Poster, 2x2 Poster, 3x3 Poster of 4x4 Poster bij Meerdere pagina's. Als u op Instellingen klikt, kunt u de delen selecteren die u niet wilt afdrukken. U kunt ook de opties selecteren voor de snijlijnen.
Gerelateerde informatie
& “Basisprincipes voor afdrukken” op pagina 59 & “Het tabblad Hoofdgroep” op pagina 74
63
Page 64
Gebruikershandleiding
Afdrukken
Posters maken met behulp van Overlappende uitlijningstekens
In dit voorbeeld ziet u hoe u een poster maakt wanneer 2x2 Poster geselecteerd is en Overlappende uitlijningstekens geselecteerd is bij Snijlijnen afdrukken.
1. Prepareer Sheet 1 en Sheet 2. Knip de marges van Sheet 1 langs de verticale blauwe lijn door het midden van de kruisjes boven en onder.
64
Page 65
Gebruikershandleiding
Afdrukken
2. Plaats de rand van Sheet 1 op Sheet 2 en lijn de kruisjes uit. Plak de twee vellen aan de achterkant voorlopig aan elkaar vast.
3.
Knip de vastgeplakte vellen in twee langs de verticale rode lijn door de uitlijningstekens (ditmaal door de lijn links van de kruisjes).
65
Page 66
Gebruikershandleiding
Afdrukken
4. Plak de vellen aan de achterkant aan elkaar.
5. Herhaal stap 1 t/m 4 om Sheet 3 en Sheet 4 aan elkaar te plakken.
6. Knip de marges van Sheet 1 en Sheet 2 angs de horizontale blauwe lijn door het midden van de kruisjes aan de linker- en rechterkant.
66
Page 67
Gebruikershandleiding
Afdrukken
7. Plaats de rand van Sheet 1 en Sheet 2 op Sheet 3 en Sheet 4 en lijn de kruisjes uit. Plak de vellen dan voorlopig aan de achterkant aan elkaar.
67
Page 68
Gebruikershandleiding
Afdrukken
8. Knip de vastgeplakte vellen in twee langs de horizontale rode lijn door de uitlijningstekens (ditmaal door de lijn boven de kruisjes).
9. Plak de vellen aan de achterkant aan elkaar.
68
Page 69
Gebruikershandleiding
Afdrukken
10. Knip de resterende marges af langs de buitenste lijn.

Afdrukken met een kop- en voettekst

U kunt de gebruikersnaam en afdrukdatum afdrukken in een kop- of voettekst.
Printerinstellingen
Klik op het tabblad Meer opties in het printerstuurprogramma op Wa te r m er k f un c t ie s en selecteer vervolgens Koptekst/voettekst. Klik op Instellingen en selecteer vervolgens de items die u wilt afdrukken.
69
Page 70
Gebruikershandleiding
Afdrukken
Gerelateerde informatie
& “Basisprincipes voor afdrukken” op pagina 59 & “Het tabblad Meer opties” op pagina 75

Een watermerk afdrukken

U kunt een watermerk, zoals bijvoorbeeld “Vertrouwelijk”, op uw documenten afdrukken. U kunt ook uw eigen watermerk toevoegen.
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
Printerinstellingen
Klik op het tabblad Meer opties in het printerstuurprogramma op Wa te r m er k f un c t ie s en selecteer vervolgens Wat e rm erk .Kl ik o p Instellingen om details te wijzigen zoals het formaat, de dichtheid en de positie van het watermerk.
Gerelateerde informatie
& “Basisprincipes voor afdrukken” op pagina 59 & “Het tabblad Meer opties” op pagina 75

Meerdere bestanden tegelijkertijd afdrukken

Met Taken indelen Lite kunt u meerdere bestanden die door verschillende toepassingen zijn gemaakt combineren en als één afdruktaak afdrukken. U kunt de afdrukinstellingen, zoals de lay-out voor meerdere pagina's en dubbelzijdig afdrukken, voor gecombineerde bestanden congureren.
70
Page 71
Gebruikershandleiding
Afdrukken
Printerinstellingen
Selecteer op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma de optie Taken indelen Lite. Als u begint met afdrukken wordt het venster Taken indelen Lite weergegeven. Open het bestand dat u met het huidige bestand wilt combineren terwijl het venster Taken indelen Lite openstaat. Herhaal vervolgens de bovenstaande stappen.
Wanneer u een afdruktaak selecteert die is toegevoegd aan Afdrukproject in het venster Taken indelen Lite, kunt u de paginalay-out bewerken.
Klik op Afdrukken in het menu Bestand om het afdrukken te starten.
Opmerking:
Als u het venster Taken indelen Lite sluit voordat alle afdrukgegevens zijn toegevoegd aan het Afdrukproject, wordt de afdruktaak waaraan u werkt geannuleerd. Klik op Opslaan in het menu Bestand om de huidige taak op te slaan. De bestandsextensie van de opgeslagen bestanden is "ecl".
Als u een Afdrukproject wilt openen, klikt u op Tak en i nd el e n Li t e op het tabblad Hulpprogramma's van het printerstuurprogramma om het venster Taken indelen Lite te openen. Selecteer vervolgens Openen in het menu Bestand om het bestand te selecteren.
Gerelateerde informatie
& “Basisprincipes voor afdrukken” op pagina 59 & “Het tabblad Hoofdgroep” op pagina 74

Afdrukken met de afdrukfunctie Universele kleuren

U kunt de zichtbaarheid van tekst en aeeldingen op afdrukken verbeteren.
Color Universal afdrukken is alleen beschikbaar als de volgende instellingen zijn geselecteerd.
Papiertype: gewoon papier
Kwaliteit: Standaard of een hogere kwaliteit
Afdrukkleur: Kleur
Toepassingen:
Microso® Oce
2007 of nieuwer
Tekstgrootte: 96-punts of kleiner
Printerinstellingen
Klik op het tabblad Meer opties van het printerstuurprogramma op de optie Aeeldingsopties in de instelling voor Kleurcorrectie. Selecteer een optie in de instelling Color Universal afdrukken. Klik op Verbeteropties om verdere instellingen te congureren.
71
Page 72
Gebruikershandleiding
Afdrukken
Opmerking:
Sommige tekens worden mogelijk gewijzigd in patronen, zoals "+" dat wordt weergegeven als "±".
Met deze instellingen kunnen toepassingsspecieke patronen en onderstrepingen de afgedrukte inhoud wijzigen.
De afdrukkwaliteit kan afnemen voor foto's en andere aeeldingen wanneer u de Color Universal afdrukken-instellingen
gebruikt.
Als u Color Universal afdrukken-instellingen gebruikt, wordt het afdrukken vertraagd.
Gerelateerde informatie
& “Basisprincipes voor afdrukken” op pagina 59 & “Het tabblad Meer opties” op pagina 75

De afdrukkleur aanpassen

U kunt de kleuren aanpassen die voor een afdruktaak worden gebruikt. Deze aanpassingen worden niet doorgevoerd in de oorspronkelijke gegevens.
Printerinstellingen
Selecteer op het tabblad Meer opties van het printerstuurprogramma de optie Aangepast bij Kleurcorrectie. Klik op Geavanceerd om het scherm Kleurcorrectie te openen en selecteer de kleurcorrectiemethode.
Opmerking:
Automatisch wordt geselecteerd als standaard op het tabblad Meer opties. Met deze instelling worden de kleuren
automatisch aangepast aan de instellingen voor het papiertype en de afdrukkwaliteit.
PhotoEnhance in het scherm Kleurcorrectie past de kleur aan door de locatie van het onderwerp te analyseren. Als u de
locatie van het onderwerp hebt gewijzigd door verkleinen, vergroten, bijsnijden of roteren, kan de kleur onverwacht veranderen. Wanneer u de instelling voor randloos selecteert, wordt de locatie van het onderwerp ook gewijzigd, wat in kleurwijzigingen resulteert. Als de aeelding niet is scherpgesteld, is de kleurtoon mogelijk onnatuurlijk. Als de kleur is gewijzigd of onnatuurlijk is geworden, druk dan niet in PhotoEnhance maar in een andere modus af.
Gerelateerde informatie
& “Basisprincipes voor afdrukken” op pagina 59 & “Het tabblad Meer opties” op pagina 75
72
Page 73
Gebruikershandleiding
Afdrukken

Dunne lijnen benadrukken tijdens het afdrukken

Lijnen die te dun zijn om af te drukken, kunnen dikker worden gemaakt.
Printerinstellingen
Klik op het tabblad Meer opties van het printerstuurprogramma op de optie Aeeldingsopties in de instelling voor Kleurcorrectie. Selecteer Dunne lijnen benadrukken.
Gerelateerde informatie
& “Basisprincipes voor afdrukken” op pagina 59 & “Het tabblad Meer opties” op pagina 75

Duidelijke streepjescodes afdrukken

U kunt een streepjescode duidelijk afdrukken, zodat deze eenvoudig kan worden gescand. Schakel deze functie alleen in als de streepjescode die u hebt afgedrukt niet kan worden gescand.
Onder de volgende voorwaarden kunt u deze functie gebruiken.
Papier: gewoon papier, kopieerpapier of enveloppe
Kwaliteit: Standaard
De afdrukkwaliteit kan tijdens het afdrukken worden gewijzigd. De afdruksnelheid neemt mogelijk af en de afdrukdichtheid neemt mogelijk toe.
Opmerking:
Aankelijk van de omstandigheden is het opheen van wazigheid soms niet mogelijk.
Printerinstellingen
Klik op het tabblad Hulpprogramma's in het printerstuurprogramma op Extra instellingen en selecteer vervolgens Streepjescodemodus.
73
Page 74
Gebruikershandleiding
Afdrukken
Gerelateerde informatie
& “Basisprincipes voor afdrukken” op pagina 59 & “Het tabblad Hulpprogramma's” op pagina 76

Afdrukken annuleren

U moet de afdruktaak op de computer zelf annuleren. U kunt u een afdruktaak echter niet via de computer annuleren als de taak volledig naar de printer is verzonden. In dit geval moet u de afdruktaak via het bedieningspaneel op de printer zelf annuleren.
Annuleren
Klik op de computer met de rechtermuisknop op de printer in Apparaten en printers, Printer of in Printers en faxapparaten. Klik op Wat wordt er afgedrukt, klik met de rechtermuisknop op de taak die u wilt annuleren en selecteer vervolgens Annuleren.

Menuopties voor het printerstuurprogramma

Open het afdrukvenster in een toepassing en open het venster van het printerstuurprogramma.
Opmerking:
Menu's kunnen variëren aankelijk van de geselecteerde optie.
Het tabblad Hoofdgroep
VoorkeursinstellingenVoorinstellingen
toevoegen/ verwijderen
Instellingen weergeven
Reset standaard
Inktniveau Hiermee geeft u het geschatte inktniveau weer.
Papierbron
Hiermee wordt een lijst met items weergegeven die momenteel zijn ingesteld op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties.
Hiermee zet u alle instellingen terug naar de fabriekswaarden. De instellingen op het tabblad Meer opties worden tevens teruggezet naar de standaardwaarden.
Selecteer de papierbron waaruit het papier wordt ingevoerd. Selecteer Automatisch selecteren als u automatisch dezelfde papierbron wit selecteren die is geselecteerd in de afdrukinstellingen op het bedieningspaneel van de printer.
U kunt uw eigen voorinstellingen voor veelgebruikte afdrukinstellingen toevoegen of verwijderen. Selecteer de voorinstelling die u wilt gebruiken in de lijst.
Als de printer maar één papierbron heeft, wordt dit item niet weergegeven.
documentformaat
Randloos Hiermee vergroot u de afdrukgegevens enigszins ten opzichte van het papierformaat om ervoor te
Afdrukstand Selecteer de afdrukstand voor het afdrukken.
Papiertype Selecteer het type papier waarop u afdrukt.
Selecteer het papierformaat waarop u wilt afdrukken. Als u Gebruikergedenieerd selecteert, moet u de breedte en de hoogte van het papier invoeren.
zorgen dat u geen witruimte krijgt rondom. Klik op Instellingen om de mate van vergroting te selecteren.
74
Page 75
Gebruikershandleiding
Afdrukken
Kwaliteit Selecteer de gewenste afdrukkwaliteit. De beschikbare instellingen zijn afhankelijk van het
papiertype dat u selecteert. Klik op Meer instellingen om verdere instellingen te congureren.
Kleur Selecteer de kleur voor de afdruktaak.
Dubbelzijdig afdrukken
Meerdere pagina's
Exemplaren Stel het aantal exemplaren in dat u wilt afdrukken.
Stille modus Hiermee vermindert u het geluid dat de printer produceert. Als u deze optie inschakelt, kan de
Afdrukvoorbeeld Hiermee wordt een voorbeeldweergave van het document weergegeven voordat u het afdrukt.
Taken indelen Lite Selecteer om af te drukken met de functie Taken indelen Lite.
Hiermee kunt u dubbelzijdig afdrukken.
Instellingen U kunt de inbindrand en de inbindmarges opgeven.
Hiermee kunt u posters of meerdere pagina's op één vel afdrukken. Klik op Pag.volgorde om de volgorde op te geven waarin de pagina's worden afgedrukt.
Sorteren Hiermee drukt u meerdere pagina's af in volgorde en gesorteerd in
reeksen.
Omgekeerde volgorde
afdruksnelheid minder zijn.
Hiermee kunt u afdrukken vanaf de laatste pagina zodat de documenten na het afdrukken in de juiste volgorde worden opgestapeld.
Het tabblad Meer opties
Voorkeursinstellingen Voorinstellingen
toevoegen/ verwijderen
U kunt uw eigen voorinstellingen voor veelgebruikte afdrukinstellingen toevoegen of verwijderen.Selecteer de voorinstelling die u wilt gebruiken in de lijst.
Instellingen weergeven
Reset standaard Hiermee zet u alle instellingen terug naar de fabriekswaarden.De instellingen op het tabblad
documentformaat Selecteer het formaat van uw document.
Uitvoerpapier
Verklein/vergroot document
Hiermee wordt een lijst met items weergegeven die momenteel zijn ingesteld op de tabbladen
Hoofdgroep en Meer opties.
Hoofdgroep worden tevens teruggezet naar de standaardwaarden.
Selecteer het papierformaat waarop u wilt afdrukken.Als de instelling voor Uitvoerpapier afwijkt van de instelling voor documentformaat, wordt Verklein/vergroot document automatisch geselecteerd.U hoeft deze optie niet te selecteren wanneer u afdrukt zonder het document te vergroten of verkleinen.
Hiermee kunt u het formaat van een document vergroten en verkleinen.
Volledige pagina Verklein of vergroot het document automatisch om het aan te passen
aan het papierformaat dat is geselecteerd in Uitvoerpapier.
Zoomen naar Hiermee drukt u af met een vastgesteld percentage.
Centreren Hiermee drukt u op het midden van het papier af.
75
Page 76
Gebruikershandleiding
Afdrukken
Kleurcorrectie Automatisch Hiermee past u de kleuren van afbeeldingen automatisch aan.
Aangepast Hiermee kunt u handmatig kleurcorrectie uitvoeren.Klik op
Geavanceerd voor verdere instellingen.
Afbeeldingsopties Maakt opties voor afdrukkwaliteit mogelijk, zoals Color Universal
afdrukken of Rode ogen corrigeren.U kunt tevens lijnen dikker maken om ze zichtbaar te maken op afdrukken.
Watermerkfuncties Hiermee kunt u instellingen congureren voor antikopieerpatronen of watermerken.
Aanvullende instellingen
180° draaien Hiermee draait u de pagina's 180 graden voordat ze worden
afgedrukt.Deze functie is nuttig als u afdrukt op bijvoorbeeld enveloppen die op een bepaalde manier in de printer zijn geplaatst.
Hoge snelheid Hiermee drukt de printkop in beide richtingen af.Het afdrukken verloopt
sneller, maar de kwaliteit kan afnemen.
Spiegel afbeelding Hiermee drukt u een afbeelding af zoals deze eruit zou zien in een
spiegel.
Het tabblad Hulpprogramma's
Spuitkanaaltjes controleren
Printkop reinigen Hiermee reinigt u de verstopte spuitkanaaltjes van de printkop.Voor deze functie wordt wat inkt
Krachtige reiniging Hiermee vervangt u alle inkt in de inktbuisjes om de afdrukkwaliteit te verbeteren.
Taken indelen Lite Hiermee wordt het venster Taken indelen Lite geopend.Hier kunt u gegevens die u eerder hebt
EPSON Status Monitor 3
U kunt een spuitkanaaltjespatroon afdrukken om te controleren of de spuitkanaaltjes van de printkop verstopt zijn.
gebruikt. Reinig de printkop daarom alleen als de spuitkanaaltjes verstopt zijn.
opgeslagen, openen en bewerken.
Hiermee wordt het venster EPSON Status Monitor 3 geopend.Hier kunt u de status van de printer en de verbruiksartikelen controleren.
Controlevoorkeursins tellingen
Extra instellingen Hiermee kunt u verschillende instellingen congureren.Klik met de rechtermuisknop op elk item
Wachtrij Hiermee worden de taken in de wachtrij weergegeven.U kunt afdruktaken controleren, het
Printer- en optie­informatie
Taal Hiermee wijzigt u de taal in het venster van het printerstuurprogramma.Als u de instellingen wilt
Software-update Hiermee start u EPSON Software Updater om op internet te controleren of u over de meest recente
Technische ondersteuning
Hiermee kunt u instellingen congureren voor items in het venster EPSON Status Monitor 3.
om de Help weer te geven voor meer informatie.
afdrukken onderbreken of hervatten.
Hiermee wordt het aantal vellen papier weergegeven dat in de printer is ingevoerd.
toepassen, sluit u het printerstuurprogramma en opent u dit weer.
versies van toepassingen beschikt.
Hiermee opent u de website van de technische ondersteuning van Epson.
76
Page 77
Gebruikershandleiding
Afdrukken

Afdrukken vanuit het printerstuurprogramma in Mac OS

Basisprincipes voor afdrukken

Opmerking:
De werking varieert naargelang de toepassing. Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
1. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
Laad papier in de printer, als er nog geen papier is geladen.
2. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand of een andere opdracht om het afdrukdialoogvenster te openen.
d
Klik indien nodig op To on de ta il s of
om het afdrukvenster te vergroten.
3.
Selecteer uw printer.
4. Selecteer Printerinstellingen in het venstermenu.
77
Page 78
Gebruikershandleiding
Afdrukken
Opmerking:
Als in OS X Mountain Lion of later het menu Printerinstellingen niet wordt weergegeven, is het Epson­printerprogramma fout geïnstalleerd.
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu faxen), verwijder de printer en voeg de printer opnieuw toe. Zie het volgende om een printer toe te voegen.
http://epson.sn
5. Wijzig indien nodig de instellingen.
Zie de menuopties voor het printerstuurprogramma voor meer informatie.
6. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
& “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 44 & “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 47 & “Menuopties voor Printerinstellingen” op pagina 82
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en

Meerdere pagina's op één vel afdrukken

U kunt twee of vier pagina's met gegevens op één vel papier afdrukken.
Printerinstellingen
Selecteer Lay-out in het venstermenu. Stel het aantal pagina's in Pagina's per vel, de Richting van indeling (paginavolgorde) en Randen.
Gerelateerde informatie
& “Basisprincipes voor afdrukken” op pagina 77 & “Menuopties voor lay-out” op pagina 81
78
Page 79
Gebruikershandleiding
Afdrukken

Afdrukken en op paginavolgorde stapelen (Afdrukken in omgekeerde volgorde)

U kunt beginnen met het afdrukken van de laatste pagina zodat de documenten met de juiste paginavolgorde worden opgestapeld.
Printerinstellingen
Selecteer Papierverwerking in het venstermenu. Selecteer Omgekeerd bij Paginavolgorde.
Gerelateerde informatie
&
“Basisprincipes voor afdrukken” op pagina 77
&
“Menuopties voor papierverwerking” op pagina 81

Een verkleind of vergroot document afdrukken

U kunt het formaat van een document met een bepaald percentage vergroten of verkleinen om het passend te maken voor het papier dat in de printer is geladen.
Printerinstellingen
Wanneer u het document tijdens het afdrukken wilt aanpassen aan het papierformaat, selecteert u in het snelmenu de optie Papierverwerking en selecteert u Aanpassen aan papierformaat.Selecteer het papierformaat dat u in de
79
Page 80
Gebruikershandleiding
Afdrukken
printer hebt geplaatst bij Doelpapierformaat.Wanneer u het formaat van het document wilt verkleinen, selecteert u Alleen omlaag schalen.
Ga als volgt te werk wanneer u een speciek percentage wilt afdrukken.
Selecteer Afdrukken in het menu Bestand van de toepassing.Selecteer Printer, voer een percentage in bij
Schalen en klik vervolgens op Afdrukken.
Selecteer Pagina-instelling in het menu Bestand van de toepassing.Selecteer uw printer in Opmaak voor, voer
een percentage in bij Schalen en klik vervolgens op OK.
Opmerking: Selecteer het papierformaat dat u in de toepassing hebt ingesteld bij Doelpapierformaat.
Gerelateerde informatie
& “Basisprincipes voor afdrukken” op pagina 77 & “Menuopties voor papierverwerking” op pagina 81

De afdrukkleur aanpassen

U kunt de kleuren aanpassen die voor een afdruktaak worden gebruikt. Deze aanpassingen worden niet doorgevoerd in de oorspronkelijke gegevens.
Printerinstellingen
Selecteer Kleuren aanpassen in het snelmenu en selecteer vervolgens EPSON Kleurencontrole. Selecteer Kleurenopties in het snelmenu en selecteer dan één van de beschikbare opties. Klik op de pijl naast Extra instellingen en congureer vervolgens de geavanceerde instellingen.
Gerelateerde informatie
&
“Basisprincipes voor afdrukken” op pagina 77
& “Menuopties voor Kleuren aanpassen” op pagina 81 & “Menuopties voor Kleurenopties” op pagina 82

Afdrukken annuleren

U moet de afdruktaak op de computer zelf annuleren. U kunt u een afdruktaak echter niet via de computer annuleren als de taak volledig naar de printer is verzonden. In dit geval moet u de afdruktaak via het bedieningspaneel op de printer zelf annuleren.
80
Page 81
Gebruikershandleiding
Afdrukken
Annuleren
Klik op het printerpictogram in het Dokken. Selecteer de taak die u wilt annuleren en voer een van de volgende acties uit.
OS X Mountain Lion of hoger
Klik op
naast de voortgangsbalk.
Mac OS X v10.6.8 t/m v10.7.x
Klik op Ver w i j de r e n.

Menuopties voor het printerstuurprogramma

Open het afdrukvenster in een toepassing en open het venster van het printerstuurprogramma.
Opmerking:
Menu's kunnen variëren aankelijk van de geselecteerde optie.
Menuopties voor lay-out
Pagina's per vel Selecteer het aantal pagina's dat op één vel moet worden afgedrukt.
Lay-outrichting Geef de volgorde op waarin de pagina's moeten worden afgedrukt.
Rand Hiermee drukt u een rand af rond de pagina's.
Afdrukstand omdraaien
Hiermee draait u de pagina's 180 graden voordat ze worden afgedrukt.Selecteer dit item als u afdrukt op bijvoorbeeld enveloppen die op een bepaalde manier in de printer zijn geplaatst.
Horizontaal spiegelen
Hiermee drukt u een afbeelding af zoals deze eruit zou zien in een spiegel.
Menuopties voor Kleuren aanpassen
ColorSync Selecteer de methode voor kleuraanpassingen. Met deze opties worden kleuren aangepast tussen
de printer en het computerscherm om het kleurverschil te minimaliseren. EPSON Kleurencontrole
Menuopties voor papierverwerking
Pagina's sorteren Hiermee drukt u meerdere pagina's af in volgorde en gesorteerd in reeksen.
Pagina's die moeten worden afgedrukt
Paginavolgorde Selecteer deze optie om vanaf de laatste pagina af te drukken.
Selecteer deze optie om alleen even of oneven pagina's af te drukken.
81
Page 82
Gebruikershandleiding
Afdrukken
Aanpassen aan papierformaat
Hiermee past u de afdruk aan het papierformaat aan dat is geladen.
Doelpapierformaat Selecteer het papierformaat waarop u wilt afdrukken.
Alleen omlaag
schalen
Selecteer deze optie wanneer u formaat van uw document wilt verkleinen.
Menuopties voor voorblad
Voorblad afdrukken
Type voorblad Selecteer de inhoud van het voorblad.
Selecteer of u een voorblad wilt afdrukken. Als u een achterkant wilt toevoegen, selecteert u Na
document.
Menuopties voor Printerinstellingen
Papierbron Selecteer de papierbron waaruit het papier wordt ingevoerd.Als de printer maar één papierbron
heeft, wordt dit item niet weergegeven.Als u Automatisch selecteren selecteert, wordt
automatisch de papierbron geselecteerd die overeenkomt met de papierinstelling van de printer.
Afdrukmateriaal Selecteer het type papier waarop u afdrukt.
Afdrukkwaliteit Selecteer de gewenste afdrukkwaliteit.De opties variëren afhankelijk van het papiertype.
Randloos Dit selectievakje wordt ingeschakeld wanneer u een randloos papierformaat selecteert.
Uitbreiding Bij het randloos afdrukken worden de afdrukgegevens enigszins vergroot
ten opzichte van het papierformaat. Dit zorgt ervoor dat u geen witruimte krijgt rondom.Selecteer de mate van vergroting.
Grijswaarden Selecteer deze optie wanneer u wilt afdrukken in zwart-wit of grijswaarden.
Spiegel afbeelding Hiermee drukt u een afbeelding af zoals deze eruit zou zien in een spiegel.
Menuopties voor Kleurenopties
Handm. inst.
PhotoEnhance Geeft scherpere afdrukken en levendigere kleuren door automatische aanpassing van het contrast,
Uit (Geen kleuraanpassing)
Hiermee kunt u de kleur handmatig aanpassen. In Extra instellingen kunt u gedetailleerde
instellingen congureren.
de verzadiging en de helderheid van de oorspronkelijke afbeeldingsgegevens.
Afdrukken zonder de kleuren te verbeteren of aan te passen.
82
Page 83
Gebruikershandleiding
Afdrukken
Bedieningsinstellingen voor Mac OS-printerdriver congureren
Het venster Bedieningsinstellingen openen voor het Mac OS­printerstuurprogramma
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren > Opties (of Driver).
Bedieningsinstellingen voor het Mac OS-printerstuurprogramma
Lege pagina overslaan: Hiermee wordt voorkomen dat lege pagina's worden afgedrukt.
Stille modus: hiermee wordt stil afgedrukt.De afdruksnelheid kan echter afnemen.
Afdrukken met hoge snelheid: Hiermee wordt afgedrukt wanneer de printkop in beide richtingen beweegt.Het
afdrukken verloopt sneller, maar de kwaliteit kan afnemen.
Witte randen verwijderen: hiermee worden onnodige marges verwijderd tijdens randloos afdrukken.
Waarschuwingen: Wanneer deze optie is ingeschakeld, kan het printerstuurprogramma waarschuwingen
weergeven.
Bidirectionele communicatie gebruiken: Dit moet normaliter ingesteld zijn op Aan.Selecteer Uit wanneer het
openen van de printerinformatie niet mogelijk is omdat de printer wordt gedeeld met Windows-computers in een netwerk.

Afdrukken met Smart Devices

Epson iPrint gebruiken

Epson iPrint is een toepassing waarmee u foto's, documenten en webpagina's kunt afdrukken vanaf uw smart­apparaten, zoals smartphones of tablets. U kunt lokaal afdrukken (afdrukken vanaf een smart device dat verbinding hee met hetzelfde draadloze netwerk als uw printer) of afdrukken op afstand (via internet afdrukken vanaf een externe locatie). Registreer uw printer bij de service Epson Connect om op afstand af te drukken.
Als u Epson iPrint start wanneer de printer niet met het netwerk verbonden is, wordt een melding weergegeven waarin u wordt gevraagd verbinding met de printer te maken. Volg de instructies om de verbinding tot stand te brengen. Zie de onderstaande URL voor de gebruiksomstandigheden.
http://epson.sn
Gerelateerde informatie
& “Afdrukken via een netwerkservice” op pagina 125
83
Page 84
Gebruikershandleiding
Afdrukken
Epson iPrint installeren
U kunt Epson iPrint op uw smart-apparaat installeren door op de volgende link te klikken of de QR-code te scannen.
http://ipr.to/c
Afdrukken met Epson iPrint
Voer Epson iPrint uit vanaf uw smart-apparaat en selecteer op het startscherm het item dat u wilt gebruiken.
De volgende aeeldingen zijn aan veranderingen onderhevig zonder voorafgaande kennisgeving. De inhoud kan variëren aankelijk van het product.
A
B
C
D
E
F
Het startscherm wordt weergegeven wanneer de toepassing start.
Biedt informatie over het instellen van de printer en een lijst met veelgestelde vragen.
Geeft het scherm weer waar u de printer selecteert en de printerinstellingen congureert. Wanneer u de printer heeft geselecteerd, hoeft u deze de volgende keer niet meer opnieuw te selecteren.
Selecteer wat u wilt afdrukken zoals foto's en documenten.
Het Scherm Foto's afdrukken wordt weergegeven wanneer het fotomenu is geselecteerd.
Geeft het scherm weer om printerinstellingen te congureren zoals het papierformaat en -type.
84
Page 85
Gebruikershandleiding
Afdrukken
G
H
I
Opmerking:
Als u vanuit het documentmenu wilt afdrukken met iPhone, iPad, en iPod touch op iOS, start u Epson iPrint na het overbrengen van het document dat u wilt afdrukken wanneer u wilt afdrukken met de functie voor het delen van bestanden in iTunes.
Geeft het papierformaat weer. Wanneer dit wordt weergegeven als knop, kunt u daarop drukken om de huidige papierinstellingen op de printer weer te geven.
Geeft de geselecteerde foto's en documenten weer.
Start het afdrukken.

Epson Print Enabler gebruiken

U kunt draadloos documenten, e-mails, foto's en webpagina's afdrukken vanaf uw Android-telefoon of -tablet (Android v4.4 of hoger). Met enkele tikken laat u uw Android-apparaat een Epson-printer detecteren die met hetzelfde draadloze netwerk is verbonden.
Opmerking:
Bewerkingen kunnen aankelijk van het apparaat verschillen.
1. Laad papier in de printer.
2. Stel de printer in om draadloos afdrukken mogelijk te maken.
3. Installeer op het Android-apparaat de Epson Print Enabler-invoegtoepassing vanaf Google Play.
4.
Verbind het Android-toestel met hetzelfde draadloze netwerk dat de printer gebruikt.
5. Ga naar Instellingen op het Android-apparaat, selecteer Aangesloten apparaten > Afdrukken en schakel vervolgens Epson Print Enabler in.
6. Tik vanuit een Android--toepassing, zoals Chrome, op het menupictogram en druk af wat er op het scherm wordt weergegeven.
Opmerking: Als u de printer niet ziet, tikt u op Alle printers en selecteert u de printer.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 47 & “Een smart device verbinden” op pagina 21
85
Page 86
Gebruikershandleiding
Afdrukken

AirPrint gebruiken

AirPrint maakt het mogelijk om meteen draadloos af te drukken vanaf een iPhone, iPad of iPod touch met daarop de meest recente versie van iOS, of een Mac met daarop de meest recente versie van OS X of macOS.
Opmerking:
Als u de meldingen voor de papierconguratie op het bedieningspaneel van uw apparaat hebt uitgeschakeld, kunt u AirPrint niet gebruiken.Volg de onderstaande koppeling om de meldingen zo nodig in te schakelen.
1. Laad papier in uw apparaat.
2. Stel uw apparaat correct in om draadloos afdrukken mogelijk te maken.Raadpleeg de onderstaande koppeling.
http://epson.sn
3. Verbind uw Apple-toestel met hetzelfde draadloze netwerk dat uw apparaat gebruikt.
4. Druk vanaf uw toestel af op uw apparaat.
Opmerking:
Raadpleeg voor meer informatie de pagina over AirPrint op de Apple-website.

De actieve taak annuleren

Druk op het bedieningspaneel van de printer op de knop y om de afdruktaak die wordt uitgevoerd te annuleren.
86
Page 87
Gebruikershandleiding

Kopiëren

Kopiëren

1. Laad papier in de printer.
2. Plaats de originelen.
3. Selecteer Kopiëren op het startscherm.
Kopiëren
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
4. Stel het aantal kopieën in.
Selecteer of u wilt kopiëren in kleur of zwart-wit.
5.
6. Druk op de knop OK om de afdrukinstellingen weer te geven en te controleren. Als u de instellingen wilt
d
wijzigen, drukt u op de knop de knop OK.
, selecteert u de instellingsitems en wijzigt u de instellingen. Druk na
u d l r
en drukt u op de knop OK.
aoop
op
Opmerking:
Als u een document wilt kopiëren en dit tegelijkertijd met een bepaald percentage wilt vergroten of verkleinen, selecteert u een andere instelling dan Auto passend als instelling voor Vergroot/Verklein. Geef een percentage op in Aangep. Grootte.
7.
Druk op de knop
Gerelateerde informatie
& “Originelen plaatsen” op pagina 50 & “Menuopties voor kopiëren” op pagina 88
x
.
87
Page 88
Gebruikershandleiding
Kopiëren

Meerdere originelen kopiëren naar één vel

1.
Selecteer Kopiëren op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
2. Druk op de knop OK om de afdrukinstellingen weer te geven en druk vervolgens op de knop
3. Selecteer 2-omhoog als instelling voor Meerdere pagina's en druk vervolgens op de knop OK.
4. Selecteer de lay-outvolgorde voor de instelling Layout-volg. en druk op de knop OK.
5. Selecteer de afdrukstand van het origineel voor de instelling Richting origineel en druk op de knop OK.
6. Controleer de overige instellingsitems, wijzig ze indien nodig en druk op de knop OK.
7. Druk op de knop
x
.
u d l r
en drukt u op de knop OK.
d
.

Menuopties voor kopiëren

Opmerking:
Beschikbare menu's kunnen variëren naargelang de geselecteerde lay-out.
Het aantal kopieën:
Voer het aantal kopieën in.
Z/W:
Kopieert het origineel in zwart-wit.
Kleur:
Kopieert het origineel in kleur.
Dichtheid:
Verhoog de dichtheid wanneer het kopieerresultaat te zwak is. Verlaag de dichtheid wanneer de inkt vlekt.
Papierformaat:
Selecteer het papierformaat dat u hebt geladen.
Papiertype:
Selecteer het papiertype dat u hebt geladen.
Vergroot/Verklein:
Vergroot of verkleint de originelen.
Wa re gro ott e
Kopieert met een vergroting van 100%.
88
Page 89
Gebruikershandleiding
Auto passend
Detecteert het scangebied en maakt het origineel automatisch groter of kleiner zodat het past op het papierformaat dat u hebt geselecteerd. Wanneer het origineel een witte rand hee rondom, wordt die witruimte vanaf de hoekmarkering van de scannerglasplaat glasplaat gedetecteerd als scangebied en kan de witruimte aan de andere kant wegvallen.
Kopiëren
Aangepast
Selecteer deze optie om op te geven in welke mate het origineel moet worden vergroot of verkleind.
Aangep. Grootte:
Bepaalt de vergroting of verkleining die moet worden toegepast op het origineel. De waarde kan liggen tussen 25 en 400%.
Formaat van origineel:
Selecteer het formaat van uw origineel. Wanneer u originelen kopieert die geen standaardformaat hebben, selecteert u het formaat dat het meest overeenkomt met het formaat van de originelen.
Meerdere pagina's:
Enkele pagina
Hiermee kopieert u een enkelzijdige origineel op één vel.
2-omhoog
Hiermee kopieert u twee enkelzijdige originelen op één vel in de indeling 2-op-1. Selecteer de lay­outvolgorde en de afdrukstand van uw origineel.
Kwaliteit:
Selecteer de afdrukkwaliteit. Concept hiermee drukt u sneller af, maar het resultaat kan minder duidelijk zijn. Beste hiermee krijgt u afdrukken van betere kwaliteit, maar duurt het afdrukken mogelijk langer.
ID-kaart-kopie:
Scant beide zijden van een identiteitskaart en kopieert ze naar één zijde van een A4.
89
Page 90
Gebruikershandleiding
Randloze kopie:
Kopiëren
Kopieert zonder marge rond de randen. De randen van het papier te verwijderen. Selecteer hoeveel u de aeelding wilt vergroten in de instelling Uitbreiding.
aeelding
wordt een beetje vergroot om de marges rond de
90
Page 91
Gebruikershandleiding

Scannen

Scannen

Scannen via het bedieningspaneel

Vanaf het bedieningspaneel van de printer kunt u gescande aeeldingen naar de volgende bestemmingen verzenden.
Scannen naar computer (JPEG)/Scannen naar computer (PDF)/Scannen naar computer (E-mail)/ Scannen naar computer (aangepast)
U kunt de gescande aeelding opslaan op een computer die met de printer is verbonden. Installeer voordat u gaan scannen Epson Scan 2 en Epson Event Manager op de computer.
Naar WSD
U kunt de gescande aeelding met de WSD-functie opslaan op een computer die met de printer is verbonden. Als u Windows 7/Windows Vista gebruikt, moet u voordat u gaat scannen de WSD­instellingen congureren op uw computer.
Gerelateerde informatie
& “Scannen naar een computer” op pagina 91 & “Scannen via WSD” op pagina 95

Scannen naar een computer

Opmerking:
Installeer voordat u gaan scannen Epson Scan 2 en Epson Event Manager op de computer.
1. Plaats de originelen.
2. Selecteer Scannen op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u d l r
en drukt u op de knop OK.
91
Page 92
Gebruikershandleiding
Scannen
3. Selecteer hoe de gescande aeelding moet worden opgeslagen naar een computer vanaf de volgende menu's en druk vervolgens op de knop OK.
Scannen naar computer (JPEG): de gescande aeelding wordt in JPEG-indeling opgeslagen.
Scannen naar computer (PDF): de gescande aeelding wordt in PDF-indeling opgeslagen.
Scannen naar computer (E-mail): de e-mailclient op uw computer wordt gestart en het bestand wordt
automatisch aan een e-mailbericht toegevoegd.
Scannen naar computer (aangepast): hiermee slaat u de gescande aeelding op met de instellingen in de
Epson Event Manager. U kunt de scaninstellingen wijzigen, zoals het scanformaat, de map waarin de scan wordt opgeslagen of de opslagindeling.
4. Selecteer de computer waarop u de gescande aeeldingen wilt opslaan.
Opmerking:
Met Epson Event Manager kunt u scaninstellingen wijzigen zoals de scangrootte, de map waarin wordt opgeslagen of
de opslagindeling.
Wanneer de printer is verbonden met een netwerk, kunt u de computer selecteren waarop u de gescande
wilt opslaan. U kunt maximaal 20 computers weergeven op het bedieningspaneel van de printer. Als u Naam netwerkscan (alfanumeriek) instelt in Epson Event Manager, wordt deze naam weergegeven op het bedieningspaneel.
5. Druk op de knop x.
Gerelateerde informatie
& “Originelen plaatsen” op pagina 50
aeelding
Aangepaste instellingen congureren in Epson Event Manager
U kunt de scaninstellingen voor Scannen naar computer (aangepast) congureren in Epson Event Manager.
Zie de Help van Epson Event Manager voor meer informatie.
1. Start Epson Event Manager.
92
Page 93
Gebruikershandleiding
Scannen
2. Controleer of de scanner is geselecteerd als Scanner op het tabblad Knopinstellingen op het hoofdscherm.
3. Klik op Taakinstellingen opgeven.
93
Page 94
Gebruikershandleiding
Scannen
4. Congureer de scaninstellingen op het scherm Taakinstellingen.
Taakinstellingen bewerken: selecteer Aangepaste actie.
Instelling: scan met de beste instellingen voor het geselecteerde type origineel. Klik op Gedetailleerde
scaninstellingen om items als de resolutie of de kleur te congureren voor het opslaan van de gescande aeelding.
Doelmap: selecteer de map waarin de gescande aeelding moet worden opgeslagen.
Bestandsnaam (prex + startnummer): wijzig de instellingen voor de bestandsnaam die u wilt opslaan.
Bestandsindeling: selecteer de indeling voor opslaan.
Actie uitvoeren: selecteer de actie voor het scannen.
Instellingen testen: start een testscan met de huidige instellingen.
5. Klik op OK om terug te keren naar het hoofdscherm.
94
Page 95
Gebruikershandleiding
Scannen
6. Zorg ervoor dat de Aangepaste actie is geselecteerd in de lijst Aangepaste actie.
7. Klik op Sluiten om Epson Event Manager te sluiten.

Scannen via WSD

Opmerking:
Deze functie is uitsluitend beschikbaar voor computers met Windows 10/Windows 8.1/Windows 8/Windows 7/Windows
Vi s t a .
Als u Windows 7/Windows Vista gebruikt, moet u eerst uw computer instellen voordat u deze functie kunt gebruiken.
1. Plaats de originelen.
2. Selecteer Scannen op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u d l r
en drukt u op de knop OK.
95
Page 96
Gebruikershandleiding
Scannen
3. Selecteer Naar WSD.
4. Selecteer een computer.
x
5. Druk op de knop
.
Een WSD-poort instellen
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een WSD-poort instelt voor Windows 7/Windows Vista.
Opmerking:
Voor Windows 10/Windows 8.1/Windows 8 wordt de WSD-poort automatisch ingesteld.
Voor het instellen van een WSD-poort is het volgende nodig.
De printer en de computer moeten verbinding hebben met het netwerk.
De printerdriver moet op de computer zijn geïnstalleerd.
1. Zet de printer aan.
2.
Klik op Start en vervolgens op Netwerk op de computer.
3. Klik met de rechtermuisknop op de printer en klik vervolgens op Installeren.
Klik op Doorgaan wanneer het dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer wordt weergegeven.
Klik op Ver w i j d er e n en begin opnieuw als het scherm Ver w i j de r e n wordt weergegeven.
Opmerking:
De printernaam die u instelt in het netwerk en de modelnaam (EPSON XXXXXX (XX-XXXX)) worden weergegeven in het venster Netwerk. U kunt de printernaam die in het netwerk is ingesteld controleren vanaf het bedieningspaneel van de printer of door een netwerkstatusvel af te drukken.
96
Page 97
Gebruikershandleiding
4. Klik op Uw apparaat is gereed voor gebruik.
5. Controleer het bericht en klik op Sluiten.
Scannen
6. Open het venster Apparaten en printers.
Wi nd ow s 7
Klik op Start > Conguratiescherm > Hardware en geluiden (of Hardware) > Apparaten en printers.
Wi nd ow s Vis ta
Klik op Start > Conguratiescherm > Hardware en geluiden > Printers.
7. Controleer of een pictogram met de naam van de printer in het netwerk wordt weergegeven.
Selecteer de printernaam wanneer u WSD gebruikt.

Scannen vanaf een computer

Scannen met Epson Scan 2

U kunt scannen met het scannerstuurprogramma "Epson Scan 2". U kunt originelen scannen met gebruik van gedetailleerde instellingen die geschikt zijn voor tekstdocumenten.
Raadpleeg de help van Epson Scan 2 voor een uitleg van de items voor instellingen.
1. Plaats het origineel.
2. Start Epson Scan 2.
97
Page 98
Gebruikershandleiding
Scannen
3. Congureer de volgende instellingen op het tabblad Hoofdinstellingen.
Documentformaat: selecteer de grootte van het origineel dat u hebt geplaatst.
Knoppen
hebt geplaatst.
/ (Originele afdrukstand): selecteer de ingestelde afdrukstand van het origineel dat u
Aankelijk
van het formaat van het origineel kan dit item automatisch zijn ingesteld en kan
dit niet worden gewijzigd.
Beeldtype: selecteer de kleur voor de gescande aeelding.
Resolutie: selecteer de resolutie.
Opmerking: De instelling Documentbron is vast ingesteld op Scannerglasplaat. Deze instelling kunt u niet wijzigen.
4. Congureer indien nodig andere scaninstellingen.
U kunt een voorbeeldweergave van de gescande
aeelding
bekijken door op de knop Vo o rb e e l ds c a n te
klikken. Het voorbeeldvenster wordt geopend en een voorbeeld van de aeelding wordt weergegeven.
98
Page 99
Gebruikershandleiding
Scannen
Op het tabblad Geavanceerde instellingen kunt u gedetailleerde instellingen congureren voor het
aanpassen van gescande aeeldingen die geschikt zijn voor tekstdocumenten, zoals.
Achtergrond verwijderen: u kunt de achtergrond van de originelen verwijderen.
Tekst verbeteren: u kunt wazige letters in het origineel helder en scherp maken.
Gebieden autom. Scheiden: u kunt letters duidelijker en aeeldingen vloeiend maken wanneer u een
document dat aeeldingen bevat in zwart-wit scant.
Kleur verbeteren: u kunt de opgegeven kleur verbeteren voor de gescande aeelding en deze vervolgens
opslaan in grijstinten of in zwart-wit.
Drempelwaarde: u kunt de rand aanpassen voor monochroom binair (zwart-wit).
Verscherpen: u kunt de contouren van de aeelding verscherpen of versterken.
Ontrasteren: u kunt moiré (webachtige schaduwen) verwijderen dat verschijnt wanneer u gedrukt
papier, zoals een
tijdschri,
scant.
Rand bijkleuren: u kunt de schaduw verwijderen die rond de gescande aeelding is ontstaan.
Dual Image Output (alleen in Windows): u kunt een aeelding één keer scannen en vervolgens
tegelijkertijd opslaan naar twee aeeldingen met verschillende uitvoerinstellingen.
Opmerking:
De items zijn mogelijk niet beschikbaar, aankelijk van andere instellingen die u hebt gecongureerd.
5. Congureer de instellingen voor het opslaan van bestanden.
99
Page 100
Gebruikershandleiding
Scannen
Beeldformaat: selecteer de indeling waarin u wilt opslaan uit de lijst.
U kunt gedetailleerde instellingen congureren voor elke opslagindeling, behalve BITMAP en PNG. Selecteer Opties in de lijst nadat u de indeling voor opslaan hebt geselecteerd.
Bestandsnaam: bevestig de weergegeven naam waaronder het bestand wordt opgeslagen.
U kunt instellingen voor de bestandsnaam wijzigen door in de lijst Instellingen te selecteren.
Map: selecteer in de lijst de map waarin de gescande aeelding moet worden opgeslagen.
U kunt een andere map selecteren of een nieuwe map maken door in de lijst Selecteren te selecteren.
6. Klik op Scannen.
Gerelateerde informatie
“Originelen plaatsen” op pagina 50
&

Scannen met smart-apparaten

Epson iPrint is een toepassing waarmee u foto's en documenten kunt scannen vanaf een smart-apparaat, zoals een smartphone of tablet, dat verbonden is met hetzelfde draadloze netwerk als uw printer. U kunt gescande gegevens opslaan op een smart-apparaat of een Cloud-service, via e-mail versturen of afdrukken.
Als u Epson iPrint start wanneer de printer niet met het netwerk verbonden is, wordt een melding weergegeven waarin u wordt gevraagd verbinding met de printer te maken. Volg de instructies om de verbinding tot stand te brengen. Zie de onderstaande URL voor de gebruiksomstandigheden.
http://epson.sn

Epson iPrint installeren

U kunt Epson iPrint op uw smart-apparaat installeren door op de volgende link te klikken of de QR-code te scannen.
http://ipr.to/c

Scannen met Epson iPrint

Voer Epson iPrint uit vanaf uw smart-apparaat en selecteer op het startscherm het item dat u wilt gebruiken.
100
Loading...