Epson EMP-280 Owner's Manual [nl]

Gebruikershandleiding
1

Gebruikte symbolen en tekens

f Veiligheidssymbolen
Voor een veilig en correct gebruik van de projector zijn in deze documentatie en op de projector zelf symbolen aanwezig om u te wijzen op mogelijk letsel voor de gebruiker of anderen en op het risico van schade aan uw eigendommen. De gebruikte symbolen hebben de volgende betekenis. Wees u goed bewust van de betekenis, voordat u de handleiding leest.
2
Let op
Dit geeft aan dat het negeren van het symbool of het treffen van onvoldoende voorzorgsmaatregelen de dood of ernstig letsel tot gevolg kan hebben.
Dit geeft aan dat het negeren van het symbool of het treffen van onvoldoende voorzorgsmaatregelen letsel of schade aan eigendommen tot gevolg kan hebben.
f Algemene informatiesymbolen
Let op
Dit geeft aan dat de beschreven handeling tot schade of letsel kan leiden als er onvoldoende voorzichtigheid in acht wordt genomen.
Dit geeft aan dat er nuttige extra informatie volgt over een bepaald onderwerp.
q
s
g
Procedure
[ (Naam) ]
"(Menunaam)"
Dit geeft aan op welke pagina meer informatie over een onderwerp kan worden gevonden.
Dit geeft aan dat de onderstreepte term die gevolgd wordt door dit symbool in de woordenlijst te vinden is. Zie "Woordenlijst" onder "Appendices". s pag.65
Dit geeft aan dat er bedieningsinstructies volgen die in een bepaalde volgorde moeten worden uitgevoerd. De betreffende procedure moet in de aangegeven volgorde worden uitgevoerd.
Dit verwijst naar de naam van een knop op de afstandsbediening of het bedieningspaneel. Bijvoorbeeld: de knop [Esc]
Dit verwijst naar de naam van een item in het configuratiemenu. Bijvoorbeeld: "Beeld" - "Helderheid"
Geeft aan dat de uitleg op de volgende pagina wordt vervolgd. Door op het symbool te klikken wordt de volgende pagina weergegeven.
Geeft aan dat de uitleg van de vorige pagina wordt vervolgd. Door op het symbool te klikken wordt de vorige pagina weergegeven.

Inhoudsopgave

3
Projector - Kenmerken ...............................................................................4
Onderdelen en functies..............................................................................5
Voorzijde/Bovenzijde............................................................................................ 5
Achterkant ............................................................................................................ 6
Bedieningspaneel................................................................................................. 8
Afstandsbediening.............................................................................................. 10
Onderkant .......................................................................................................... 11
Nuttige functies
Het geprojecteerde beeld wijzigen (Bron zoeken).................................13
Functies voor het verbeteren van projecties .........................................14
De projectiekwaliteit selecteren (Kleurmodus selecteren) ................................. 14
Tijdelijk het beeld en geluid onderdrukken
(A/V Mute) .......................................................................................................... 15
Het beeld bevriezen (Bevriezen)........................................................................ 15
Hoogte-breedteverhouding wijzigen (Hoogte-breedteverh.) .............................. 16
Deel van het beeld vergroten (E-Zoom)............................................................. 17
Beveiligingsfuncties.................................................................................18
Gebruikers beheren (Wachtwoordbeveiliging) ................................................... 18
Bediening beperken (Bedieningsvergrendeling) ................................................20
Antidiefstalvergrendeling.................................................................................... 21
Configuratiemenu
Het configuratiemenu gebruiken ............................................................23
Lijst met functies ......................................................................................24
Beeld-menu........................................................................................................24
Signaal-menu (alleen EMP-280) ........................................................................ 25
Signaal-menu (alleen EMP-260) ........................................................................ 26
Instellingen-menu............................................................................................... 27
Uitgebreid-menu................................................................................................. 28
Informatie-menu ................................................................................................. 30
Resetten-menu................................................................................................... 31
Appendices
Installatiemethoden ................................................................................. 47
Reiniging...................................................................................................48
Het oppervlak van de projector reinigen ............................................................ 48
Glazen lensdeksel reinigen................................................................................ 48
Het luchtfilter en de luchttoevoerventilator reinigen ........................................... 48
Verbruiksmateriaal vervangen................................................................ 51
De batterijen van de afstandsbediening vervangen........................................... 51
De lamp vervangen............................................................................................ 52
Het luchtfilter vervangen .................................................................................... 56
Een gebruikerslogo opslaan ...................................................................58
Beeldschermgrootte en afstand ............................................................. 60
EMP-280............................................................................................................ 60
EMP-260............................................................................................................ 61
Op externe apparatuur aansluiten.......................................................... 62
Op een externe monitor aansluiten.................................................................... 62
USB-kabel aansluiten (alleen EMP-260)................................................. 63
Optionele accessoires en verbruiksmateriaal.......................................64
Woordenlijst ............................................................................................. 65
ESC/VP21-commando's........................................................................... 67
Lijst met commando's ........................................................................................ 67
Kabelindelingen ................................................................................................. 67
USB-aansluiting instellen ................................................................................... 68
PJLink (alleen EMP-280)..........................................................................69
Lijst met ondersteunde monitorbeeldschermen................................... 70
Technische gegevens..............................................................................71
Afmetingen ............................................................................................... 75
Index..........................................................................................................76
Problemen oplossen
De Help-knop gebruiken ..........................................................................33
Problemen oplossen ................................................................................34
De indicatielampjes aflezen ............................................................................... 34
Als de indicatielampjes geen uitkomst bieden ................................................... 39

Projector - Kenmerken

4
Hoge betrouwbaarheid
f Uitgerust met een luchtfilter met groot vermogen
Het luchtfilter beperkt de hoeveelheid stof die in de projector terechtkomt.
f Een melding en een indicatielampje geven u een seintje als het
filter moet worden vervangen
Op een vooraf ingesteld tijdstip wordt u er automatisch aan herinnert dat u het luchtfilter moet reinigen of vervangen.
Gebruiksgemak
f De projector is uitgerust met één voet om het uitlijnen te
vergemakkelijken
U kunt de hoogte van de projector eenvoudig met één hand instellen. s Introductiehandleiding
Verbeterde veiligheidsfuncties
f Wachtwoordbeveiliging om het aantal gebruikers te beperken en
te beheren
U kunt een wachtwoord instellen en zo bepalen wie de projector mag gebruiken. s pag.18
f Bedieningsvergrendeling beperkt de knopbediening op het
bedieningspaneel
Zo kunt u voorkomen dat de projectorinstellingen zonder toestemming worden gewijzigd bij gebruik tijdens evenementen, op scholen, enzovoort.
s pag.20
f Uitgerust met diverse antidiefstalvoorzieningen
De projector bevat de volgende antidiefstalvoorzieningen. s pag.21
• Beveiligingssleuf
• Installatiepunt beveiligingskabel
Gemakkelijk te hanteren
f Direct inschakelen aan/uit
Op plaatsen waar de stroom centraal wordt beheerd, zoals in vergaderzalen, kan de projector ingesteld worden op automatisch in- of uitschakelen als de stroombron waarop de projector is aangesloten wordt in- of uitgeschakeld.

Onderdelen en functies

5

Voorzijde/Bovenzijde

A
B
C
Naam Functie
Bedieningspaneel s pag.8
A
Lampdeksel Open deze deksel als u de projectorlamp wilt
B
vervangen. s pag.53
Luchtafvoerventi-
C
lator
Let op
Plaats geen voorwerpen die krom kunnen trekken of op een andere manier door warmte kunnen vervormen, in de buurt van de luchtafvoerventilator. Plaats uw gezicht of handen niet in de buurt van de luchtafvoerventilator terwijl de projector wordt gebruikt.
K
J I H
G F E D
Naam Functie
Instelbare voet
D
aan voorzijde
Hendel voor
E
instellen voet
Glazen
F
lensdeksel
Afstandsbedie-
G
ningsontvanger
Scherpstelring Stelt de beeldscherpte in. Tijdens het afstellen
H
Zoomstelring
I
(alleen EMP-280)
Deksel van
J
zoomstelring/ scherpstelring
Luchtfilter
K
(Luchttoevoer­ventilator)
Voor het instellen en vergroten van het geprojecteerde beeld nadat de projector op een oppervlak, bijvoorbeeld een bureau, is geplaatst. s Introductiehandleiding
Trek het hendeltje naar buiten om de voet aan de voorzijde uit te schuiven en in te trekken.
s Introdu ct ie ha ndleiding
Ontvangt signalen van de afstandsbediening.
s Introdu ct ie ha ndleiding
kan een ongebruikelijk geluid hoorbaar zijn. Dit is normaal. s Introductiehandleiding
Stelt de beeldgrootte in. Tijdens het afstellen kan een ongebruikelijk geluid hoorbaar zijn. Dit is normaal. s Introductiehandleiding
Schuif het deksel open met behulp van de knop om de scherpstelring of zoomstelring af te stellen.
Dit luchtfilter voorkomt dat stof en andere vreemde deeltjes in de projector terechtkomen tijdens de luchttoevoer. De projector toont een waarschuwingsbericht als het tijd is om het luchtfilter te reinigen of te vervangen.
s
pag.48, 56
Onderdelen en functies
6

Achterkant

f EMP-280
B
Naam Functie
Afstandsbedie-
A
ningsontvanger
A
D
F
E
I
GH
C
Ontvangt signalen van de afstandsbediening.
s Introductiehandleiding
Naam Functie
RS-232C-poort Als u de projector vanaf een computer bedient,
E
sluit de computer dan aan met een RS-232C­kabel. Deze poort is bestemd voor bedieningsdoeleinden en mag normaalgesproken niet worden gebruikt.
s pag.67
Computer1-
F
ingangspoort
Computer2­ingangspoort
Audio-L/R-
G
ingangspoort
Video-
H
ingangspoort
Ingang voor videosignalen van een computer en componentvideosignalen videobronnen.
Ingang voor videosignalen van een computer en componentvideosignalen videobronnen. s Introductiehandleiding
Sluit aan op de audio-uitgangspoort van apparatuur waarmee u wilt projecteren en zorgt voor de invoer van geluid.
s Introdu ct ie ha ndleiding
Ingang voor composietvideosignaleng van videobronnen. s Introductiehandleiding
g van andere
g van andere
Beveiligingssleuf
B
(j)
Monitor-
C
uitgangspoort
Voedingsingang Sluit aan op de voedingskabel.
D
De beveiligingssleuf is compatibel met het door Kensington geproduceerde Microsaver Security System. s pag.21
Zendt het beeldsignaal van de computer die is aangesloten op de Computer1-ingangspoort naar een externe monitor. Dit is niet
beschikbaar voor component video of andere signalen die binnenkomen op een andere poort dan de Computer1-ingangspoort.
s pag.62
s Introductiehandleiding
g-signalen
S-video-
I
ingangspoort
Ingang voor S-videosignaleng van videobronnen. s Introductiehandleiding
Onderdelen en functies
7
f EMP-260
I H G
A
EDF
CB
Naam Functie
Afstandsbedie-
A
ningsontvanger
Beveiligingssleuf
B
(j)
Voedingsingang Sluit aan op de voedingskabel.
C
Monitor-
D
uitgangspoort
Ontvangt signalen van de afstandsbediening.
s Introductiehandleiding
De beveiligingssleuf is compatibel met het door Kensington geproduceerde Microsaver Security System. s pag.21
s Introductiehandleiding
Zendt het beeldsignaal van de computer die is aangesloten op de Computeringangspoort naar een externe monitor. Dit is niet
beschikbaar voor component video of andere signalen die binnenkomen op een andere poort dan de Computeringangspoort.
s pag.62
g signalen
Naam Functie
Computeringangs
E
poort
Audio-L/R-
F
ingangspoort
Video-
G
ingangspoort
S-video-
H
ingangspoort
USB-poort (Type B)
I
* Beperkt tot computers met de volgende besturingssystemen.
Windows: 98/98SE/2000/Me/XP Home Edition/XP Professional
Vista Home Basic/Vista Home Premium/Vista Business/Vista Enterprise/Vista Ultimate
Macintosh: OS 8.6 tot 9.2/10.0 tot 10.5
Ingang voor videosignalen van een computer en componentvideosignalen videobronnen. s Introductiehandleiding
Sluit aan op de audio-uitgangspoort van apparatuur waarmee u wilt projecteren. Hiermee wordt het geluid doorgegeven.
s Introdu ct ie ha ndleiding
Ingang voor composietvideosignaleng van videobronnen. s Introductiehandleiding
Ingang voor S-videosignaleng van videobronnen. s Introductiehandleiding
Wanneer u een PowerPoint-diavoorstelling weergeeft, kunt u met de afstandsbediening van de projector naar de volgende of vorige dia gaan, als de projector met een USB-kabel op de computer is aangesloten. Ook geschikt voor gebruik als besturingspoort wanneer de projector met een computer wordt bediend. Ook als de projector via een USB-kabel op een computer is aangesloten, kan het beeld niet op de computer worden weergegeven. s pag.63
g van andere
*
Onderdelen en functies
8

Bedieningspaneel

f EMP-280
H
GI
B
A
CFED
f EMP-260
Knoppen zonder cijfers werken zoals in de bovenstaande figuur. Zie de getallen in de tabel voor de bovenstaande figuur.
J
Naam Functie
[Power]-knop Met deze knop schakelt de projector in en uit.
A
s Introdu ct ie ha ndleiding
Statusindicatie-
B
lampjes
[Source Search]-
C
knop
[Enter]-knop Als deze knop tijdens de projectie van
D
[v]- en [w]-
E
knoppen
De status van de projector kan worden afgelezen aan de kleur van de indicatielampjes en of deze knipperen of branden. s pag.34
Hiermee schakelt u naar het volgende invoerapparaat dat op de projector is aangesloten en een beeldsignaal doorgeeft. s pag.13
signaalbeelden van de computer wordt ingedrukt, stelt de projector automatisch tracking, synchronization, and position (frequentieafstemming, synchronisatie en positie) in voor een optimale beeldweergave. Als een configuratiemenu of een hulpscherm wordt weergegeven, accepteert de projector de huidige selectie en gaat verder naar het volgende niveau. s pag.23
Corrigeren de trapeziumvertekening. Als er een configuratiemenu of een hulpscherm wordt weergegeven, kunt u met deze knoppen menu-items en instellingswaarden selecteren.
s
Introductiehandleiding, pag.23
[Help]-knop Druk op deze knop om het hulpscherm weer te
F
geven en te sluiten. Het hulpscherm geeft aan hoe u problemen kunt oplossen. s pag.33
[Esc]-knop Druk op deze knop om de huidige functie te
G
stoppen. Als deze knop wordt ingedrukt terwijl het configuratiemenu wordt weergegeven, geeft de projector het vorige menu weer. s pag.23
Onderdelen en functies
Naam Functie
9
[a]- en [b]-knop
H
(alleen EMP-280)
[Menu]-knop Druk op deze knop om het configuratiemenu
I
[Wide]- en [Tele]-
J
knop (alleen EMP-260)
Druk hierop om het volume aan te passen. Als er een configuratiemenu of een hulpscherm wordt weergegeven, kunt u met deze knoppen menu-items en instellingswaarden selecteren. s pag.23
weer te geven en te sluiten. s pag.23
Stelt de beeldgrootte in. Als er een configuratiemenu of een hulpscherm wordt weergegeven, kunt u met deze knoppen menu-items en instellingswaarden selecteren. s Introductieh andleiding, pag.23
Onderdelen en functies
10

Afstandsbediening

A B C
D E
F
G
P
O N M
L K J
I H
Naam Functie
[Menu]-knop Druk op deze knop om het configuratiemenu
C
weer te geven en te sluiten. s pag.23
[Enter/Auto]-knop
D
[Color Mode]-
E
knop
[Page]-knop
F
(omlaag) (omhoog) (alleen EMP-260)
[E-Zoom]-knop
G
(+) (-)
Als deze knop tijdens de projectie van signaalbeelden van de computer wordt ingedrukt, stelt de projector automatisch tracking, synchronization, and position (frequentieafstemming, synchronisatie en positie) in voor een optimale beeldweergave. Als een configuratiemenu of een hulpscherm wordt weergegeven, accepteert de projector de huidige selectie en gaat verder naar het volgende niveau.
Bij iedere druk op deze knop verandert de kleurmodus. s pag.14
Wanneer u een PowerPoint-diavoorstelling weergeeft, kunt u met de afstandsbediening van de projector naar de volgende of vorige dia gaan, als de projector met een USB-kabel
op de computer is aangesloten.
(+) Vergroot het beeld zonder de projectiegrootte te wijzigen. (-) Verkleint delen van beelden die met de [+]-knop zijn vergroot. s pag.17
s
pag.23
s
pag.25
*
s pag.63
Dit is een afbeelding van de EMP-260.
Naam Functie
[Power]-knop Met deze knop schakelt de projector in en uit.
A
s Introductiehandleiding
[Source Search]-
B
knop
Hiermee schakelt u naar het volgende invoerapparaat dat op de projector is aangesloten en een beeldsignaal doorgeeft.
s
pag.13
[A/V Mute]-knop
H
[Freeze]-knop Druk op deze knop om het beeld te pauzeren
I
* Beperkt tot computers met de volgende besturingssystemen.
Windows: 98/98SE/2000/Me/XP Home Edition/XP Professional
Vista Home Basic/Vista Home Premium/Vista Business/Vista Enterprise/Vista Ultimate
Macintosh: OS 8.6 tot 9.2/10.0 tot 10.5
Hiermee schakelt u video en audio in en uit. spag.15
of te hervatten. s pag.15
Onderdelen en functies
11
Naam Functie
[Aspect]-knop Bij iedere druk op deze knop verandert de
J
hoogte-breedteverhouding
Numerieke
K
knoppen
[Volume -]-knop
L
[Volume +]-knop
[Esc]-knop Druk op deze knop om de huidige functie te
M
[Help]-knop Druk op deze knop om het hulpscherm weer te
N
[u]- en [d]-knop Als er een configuratiemenu of een
O
LED
P
afstandsbediening
Gebruik deze knoppen om een wachtwoord in te voeren. s pag.19
Druk op [Volume -] om het volume te verlagen en op [Volume +] om het volume te verhogen. Als er een configuratiemenu of een hulpscherm wordt weergegeven, kunt u met deze knoppen menu-items en instellingswaarden selecteren. s Introductieh andleiding, pag.23
stoppen. Als deze knop wordt ingedrukt terwijl het configuratiemenu wordt weergegeven, geeft de projector het vorige menu weer.
s pag.23
geven en te sluiten. Het hulpscherm geeft aan hoe u problemen kunt oplossen. s pag.33
hulpscherm wordt weergegeven, kunt u met deze knoppen menu-items en instellingswaarden selecteren. s pag.23
Zendt signalen van de afstandsbediening naar de projector. s Introductiehandleiding
g. s pag.16

Onderkant

A
B
A
B
Naam Functie
Bevestingspunten ophangbeugel (3 punten)
Achterste voet (2 punten)
Bevestig de optionele plafondbeugel hier als u de projector aan het plafond wilt ophangen.
s pag.47, 64
Draai de achterste voet naar beneden of naar boven om de horizontale helling in te stellen.
s Introductiehandleiding
C
B
Installatiepunt
C
beveiligingskabel
Haal hier een in de handel verkrijgbaar beveiligingskabel door als u uw projector wilt vastleggen aan een vast object. s pag.21

Nuttige functies

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op nuttige functies voor het geven van presentaties e.d. en op de beveiligingsfuncties.
Het geprojecteerde beeld wijzigen
(Bron zoeken)......................................................13
Functies voor het verbeteren van projecties ...14
• De projectiekwaliteit selecteren
(Kleurmodus selecteren)...................................................14
• Tijdelijk het beeld en geluid onderdrukken
(A/V Mute) .........................................................................15
• Het beeld bevriezen (Bevriezen) ......................................15
• Hoogte-breedteverhouding wijzigen
(Hoogte-breedteverh.).......................................................16
• Deel van het beeld vergroten (E-Zoom) ..........................17
Beveiligingsfuncties ...........................................18
• Gebruikers beheren (Wachtwoordbeveiliging) ............. 18
Manieren van wachtwoordbeveiliging........................................... 18
Wachtwoordbeveiliging instellen .................................................. 18
Wachtwoord invoeren.................................................................... 19
• Bediening beperken (Bedieningsvergrendeling) ............ 20
• Antidiefstalvergrendeling ................................................ 21
Kabelslot installeren....................................................................... 21

Het geprojecteerde beeld wijzigen (Bron zoeken)

De projector detecteert automatisch signalen die door een aangesloten apparaat worden doorgegeven, en projecteert het door dit apparaat doorgegeven beeld. Het gewenste beeld wordt sneller geprojecteerd, doordat ingangen waarop geen signaal binnenkomt, worden overgeslagen.
Computer1 Video
De ingangspoort die geen beeldsignaal doorgeeft wordt overgeslagen.
* Alleen EMP-280
*
S-videoComputer2
q
Onderstaand scherm toont de status van beeldsignalen en wordt weergegeven als alleen het momenteel weergegeven beeld beschikbaar is of als er geen beeldsignaal is gevonden. U kunt de ingangspoort van het apparaat dat u wilt gebruiken selecteren. Als u binnen 10 seconden niets selecteert, wordt het scherm gesloten.
13
Voor EMP-280
Procedure
Als uw videoapparatuur is aangesloten, start het afspelen dan voordat u het ingangssignaal wijzigt.
Op de afstandsbediening Op het bedieningspaneel
Als er twee of meer apparaten zijn aangesloten, druk dan op de [Source Search]-knop totdat het gewenste beeld wordt weergegeven.

Functies voor het verbeteren van projecties

14

De projectiekwaliteit selecteren (Kleurmodus selecteren)

Voor optimale beeldkwaliteit selecteert u de instelling die het beste past bij de omgeving waarin u projecteert. De helderheid van het beeld is afhankelijk van de geselecteerde modus.
Modus Toepassing
Spel Deze modus is ideaal voor goed verlichte kamers.
Dit is de helderste modus, die goed schaduwtinten weergeeft.
Presentatie Deze modus is ideaal voor het geven van
presentaties met kleurmateriaal in goed verlichte kamers.
Tekst Deze modus is ideaal voor het geven van
presentaties met zwart-witmateriaal in goed verlichte kamers.
Theater Ideaal voor het kijken naar films in een donkere
kamer. Deze modus geeft de beelden een natuurlijke toon.
Foto (Bij doorgave van computerbeelden)
Ideaal voor het projecteren van stilstaande beelden, zoals foto's, in een goed verlichte kamer. De beelden zijn goed belicht en hebben een goed contrast.
Sport (Bij doorgave van componentvideo-, S-video- of
composietvideobeelden) Ideaal voor het kijken naar tv-programma's in een goed verlichte kamer. De beelden zijn goed belicht en levensecht.
sRGBg Ideaal voor beelden die voldoen aan de sRGB-
kleurenstandaard.
Schoolbord Bij deze instelling krijgen beelden ook bij projectie
op een (groen) schoolbord een natuurlijke toon, net als op een scherm.
Procedure
Afstandsbediening
Bij iedere druk op deze knop wordt de naam van de kleurmodus weergegeven en wijzigt de kleurmodus.
Als u op de knop drukt terwijl de naam van de kleurmodus wordt weergegeven, wordt de volgende kleurmodus weergegeven.
U kunt de kleurmodus ook instellen met "Kleurmodus" in
q
het menu "Beeld" van het configuratiemenu.
s
pag.24
Functies voor het verbeteren van projecties
15

Tijdelijk het beeld en geluid onderdrukken (A/V Mute)

U kunt deze functie gebruiken als u de aandacht van het publiek wilt richten op wat u zegt, of als u bij presentaties vanaf een computer geen informatie wilt tonen terwijl u bestanden wisselt.
Procedure
Afstandsbediening

Het beeld bevriezen (Bevriezen)

Als het bewegende beeld in het scherm wordt bevroren, blijft de projectie doorlopen en kunt u een bewegend beeld frame voor frame, als foto projecteren. U kunt deze functie ook gebruiken om tussentijds handelingen uit te voeren, bijvoorbeeld als u tijdens presentaties vanaf een computer bestanden wilt wisselen zonder beeld te projecteren.
Procedure
Afstandsbediening
Elke keer als u op deze knop drukt, wordt de bevriesfunctie in- of uitgeschakeld.
Elke keer als u op deze knop drukt, wordt A/V dempen in- of uitgeschakeld.
• Als u deze functie gebruikt terwijl u bewegende beelden
q
projecteert, worden de beelden en het geluid niet stopgezet en kunt u niet terugkeren naar het punt waar A/V Mute werd ingeschakeld.
• U kunt zwart, blauw of het logo weergeven tijdens A/V dempen via de instelling "Uitgebreid" - "Weergeven" -
s
"A/V dempen" in het configuratiemenu.
pag.28
q
• Het afspelen van de audio stopt niet.
• Het apparaat dat de beelden afspeelt, stopt niet met het afspelen van de bewegende beelden als het scherm bevroren is. U kunt de projectie dus niet hervatten vanaf het punt waar het beeld is gestopt.
• Als u op de [Freeze]-knop drukt terwijl het configuratiemenu of een hulpscherm wordt afgebeeld, wordt het weergegeven configuratiemenu of hulpscherm afgesloten.
• De bevriesfunctie werkt als E-Zoom wordt gebruikt.
Functies voor het verbeteren van projecties
16
Hoogte-breedteverhouding wijzigen (Hoogte­breedteverh.)
Als videoapparatuur is aangesloten op de projector, kunt u beelden die zijn opgenomen op digitale video of DVD bekijken in 16:9­breedbeeldformaat. U kunt de hoogte-breedteverh.g van beelden als volgt
in de modus comprimereng wijzigen.
Procedure
4:3
Afstandsbediening
16:9
16:9 (Omhoog)
16:9 (Omlaag)
Als u op de knop drukt terwijl de naam van een hoogte-breedteverhouding wordt weergegeven, wordt de volgende hoogte-breedteverhouding weergegeven.
U kunt dit ook instellen met "Hoogte-breedte" in het menu
q
"Signaal" van het configuratiemenu.
s
pag.25
Bij iedere druk op de knop wordt de naam van de hoogte-breedteverhouding weergegeven en verandert de hoogte-breedteverhouding.
Functies voor het verbeteren van projecties
17

Deel van het beeld vergroten (E-Zoom)

Met deze functie kunt u het beeld vergroten om het in detail te kunnen bekijken. Dit kan vooral handig zijn bij grafieken en tabellen.
Procedure
A
E-zoom inschakelen.
Afstandsbediening
B
C
Verplaats het kruis naar het gebied van het beeld dat u wilt vergroten.
Afstandsbediening
Kruis
Ve rgroten.
Afstandsbediening
q
Iedere keer als u op deze knop drukt, wordt het gebied vergroot. U kunt versneld vergroten door de knop ingedrukt te houden. U kunt het vergrote beeld verkleinen door de [-]-knop in te drukken. Druk op de [Esc]-knop om te annuleren.
• De vergrotingsverhouding verschijnt in beeld. Het geselecteerde gebied kan in 25 stappen 1 tot 4 keer worden vergroot.
• U kunt door het beeld bewegen met [u], [d], [l] en [r].

Beveiligingsfuncties

18
De projector beschikt over de volgende geavanceerde beveiligingsfuncties.
• Wachtwoordbeveiliging U kunt het aantal gebruikers van de projector beperken.
• Toetsvergrendeling U kunt voorkomen dat personen zonder toestemming de instellingen op de projector wijzigen.
• Antidiefstalvergrendeling De projector is uitgerust met diverse antidiefstalbeveiligingen.

Gebruikers beheren (Wachtwoordbeveiliging)

Als Wachtwoordbeveiliging is ingeschakeld kunnen personen die het wachtwoord niet kennen de projector niet gebruiken voor het projecteren van beelden, zelfs niet als de projector is ingeschakeld. Bovendien kan het gebruikerslogo dat wordt weergegeven als u de projector inschakelt, niet worden gewijzigd. Dit heeft een antidiefstalfunctie omdat de projector ook na diefstal niet kan worden gebruikt. Als u de projector aanschaft, is Wachtwoordbeveiliging niet ingeschakeld.
f Manieren van wachtwoordbeveiliging
Er zijn drie manieren om wachtwoordbeveiliging in te stellen, afhankelijk van het gebruik van de projector.
1. "Inschakelbeveiliging"
Als "Inschakelbeveiliging" is ingeschakeld ("Aan") moet het wachtwoord telkens worden ingevoerd wanneer de voedingskabel van de projector sinds de laatste ingave van het wachtwoord uit het stopcontact is gehaald. Als het verkeerde wachtwoord wordt ingevoerd, zal de projectie niet starten.
2. "Gebr. logo beveil."
Als "Gebr. logo beveil." is ingeschakeld ("Aan"), is wijziging van de volgende instellingen niet toegestaan.
• Een gebruikerslogo opnemen
• Instellingen voor "Achtergrond weerg.", "Opstartscherm", en "A/V dempen" onder "Weergeven" in het configuratiemenu.
f Wachtwoordbeveiliging instellen
Gebruik de volgende procedure om de Wachtwoordbeveiliging in te stellen.
Procedure
A
q
Houd de [Freeze]-knop ongeveer vijf seconden ingedrukt.
Het instellingenmenu voor wachtwoordbeveiliging wordt weergegeven.
Afstandsbediening
• Als Wachtwoordbeveiliging al is ingeschakeld, moet u het wachtwoord invoeren. Als het ingevoerde wachtwoord juist is, wordt het instellingenmenu voor wachtwoordbeveiliging weergegeven.
s
"Wachtwoord invoeren" pag.19
• Als het wachtwoord is ingesteld, plak dan de beveiligd­met-wachtwoord-sticker als extra afschrikmiddel op een zichtbare plaats op de projector.
Beveiligingsfuncties
19
B
C
D
Schakel "Inschakelbeveiliging".
(1) Selecteer "Inschakelbeveiliging" en druk vervolgens op de
[Enter]-knop. (2) Selecteer "Aan" en druk vervolgens op de [Enter]-knop. (3) Druk op de [Esc]-knop.
Schakel "Netwerkbeveil.".
(1) Selecteer "Netwerkbeveil." en druk vervolgens op de
[Enter]-knop. (2) Selecteer "Aan" en druk vervolgens op de [Enter]-knop. (3) Druk op de [Esc]-knop.
Het wachtwoord instellen.
(1) Selecteer "Wachtwoord" en druk vervolgens op de [Enter]-knop. (2) Wanneer de melding "Wachtwoord wijzigen?" wordt
weergegeven, selecteert u "Ja" en drukt u op de [Enter]-knop.
De standaardinstelling voor het wachtwoord is "0000". Wijzig
dit in het door u gekozen wachtwoord. Als u "Nee" selecteert,
wordt het in stap 1 getoonde scherm opnieuw weergegeven. (3) Voer met de numerieke knoppen een viercijferig getal in. Het
ingevoerde nummer wordt weergegeven als "* * * *". Als u het
vierde cijfer invoert, wordt het bevestigingsscherm weergegeven.
Afstandsbediening
Numerieke knoppen
(4) Voer het wachtwoord opnieuw in.
De melding "Het nieuwe wachtwoord is opgeslagen." wordt
weergegeven.
Als u een onjuist wachtwoord invoert, verschijnt er een
melding dat u het wachtwoord opnieuw moet invoeren.
f Wachtwoord invoeren
Als het wachtwoordinvoerscherm wordt weergegeven, voer dan met de numerieke knoppen op de afstandsbediening het wachtwoord in.
Procedure
Voer met de numerieke knoppen het wachtwoord in.
Als u het juiste wachtwoord invoert, start de projectie.
Let op
• Als u drie keer achter elkaar een onjuist wachtwoord invoert, wordt de melding "De projector wordt vergrendeld." ongeveer vijf minuten lang weergegeven, waarna de projector in standby­modus gaat. Als dit gebeurt, haal dan de voedingskabel van de projector uit het stopcontact, steek de kabel er vervolgens weer in en schakel de projector weer in. De projector geeft het wachtwoordinvoerscherm opnieuw weer zodat u het juiste wachtwoord kunt invoeren.
• Als u het wachtwoord bent vergeten, schrijf dan het nummer op dat achter "Code opvragen: xxxxx" op het scherm verschijnt en neem contact op met het dichtstbijzijnde adres dat is opgenomen in de Adressenlijst Epson Projector.
Projector
• Als u bovenstaande handeling blijft herhalen en het onjuiste wachtwoord dertig keer achter elkaar invoert, dan wordt de volgende melding weergegeven en zal de projector geen wachtwoorden meer accepteren. "De bediening van de projector wordt geblokkeerd. Neem contact op met Epson zoals beschreven in uw documentatie."
s Adressenlijst Epson Projector
s Adressenlijst Epson
Beveiligingsfuncties

Bediening beperken (Bedieningsvergrendeling)

Ga als volgt te werk om de knoppen op het bedieningspaneel te blokkeren.
• Voll. vergrend. Alle knoppen op het bedieningspaneel zijn geblokkeerd. U kunt de projector via het bedieningspaneel niet meer bedienen, inclusief in- en uitschakelen.
• Toetsvergrendeling Alle knoppen op het bedieningspaneel, behalve de [Power]-knop, zijn geblokkeerd.
Dit is nuttig op evenementen of shows waar u alle knoppen wilt deactiveren en alleen wilt projecteren, of op scholen waar u de knopbediening wilt beperken. De projector kan nog steeds bediend worden met de afstandsbediening.
Procedure
B
20
In de infobalk onder het menu ziet u welke knoppen u kunt gebruiken en waar ze voor dienen.
Selecteer "Voll. vergrend." of "Toetsvergrend.".
A
Druk op de [Menu]-knop en selecteer "Instellingen" ­"Toetsvergrendeling" in het configuratiemenu. s "Het configuratiemenu gebruiken" pag.23
Op de afstandsbediening
Op het bedieningspaneel
C
q
Selecteer "Ja" als het bevestigingsbericht wordt weergegeven.
De knoppen op het bedieningspaneel worden geblokkeerd volgens de door u gekozen instellingen.
Er zijn twee manieren om de blokkering van het bedieningspaneel op te heffen.
• Selecteer met de afstandsbediening "Uit" onder "Instellingen" - "Toetsvergrendeling" in het configuratiemenu.
• Wanneer u de [Enter]-knop op het bedieningspaneel ongeveer zeven seconden ingedrukt houdt, verschijnt er een melding en wordt de blokkering opgeheven.
Beveiligingsfuncties
21

Antidiefstalvergrendeling

Aangezien projectors vaak worden geïnstalleerd met ophangbeugels en in ruimtes zonder toezicht worden achtergelaten, is het mogelijk dat iemand probeert de projector mee te nemen en daarom is de projector uitgerust met de volgende beveiligingsvoorzieningen.
• Beveiligingssleuf
De beveiligingssleuf is compatibel met het door Kensington geproduceerde Microsaver Security System. Meer informatie over het Microsaver Security System vindt u op de homepage van Kensington
http://www.kensington.com/.
• Installatiepunt beveiligingskabel
Een in de handel verkrijgbaar antidiefstal-kabelslot kan door het installatiepunt worden gehaald om de projector vast te leggen aan een tafel of zuil.
f Kabelslot installeren
Haal een antidiefstal-kabelslot door het installatiepunt. Zie de documentatie die met het kabelslot is meegeleverd voor instructies over het vergrendelen.

Configuratiemenu

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het gebruik van het configuratiemenu en de daarin opgenomen functies.
Het configuratiemenu gebruiken.......................23
Lijst met functies ................................................24
• Beeld-menu ........................................................................24
• Signaal-menu (alleen EMP-280) ......................................25
• Signaal-menu (alleen EMP-260) ......................................26
• Instellingen-menu..............................................................27
• Uitgebreid-menu................................................................28
• Informatie-menu ...............................................................30
• Resetten-menu ...................................................................31

Het configuratiemenu gebruiken

23
A
Uit hoofdmenu selecteren
Hoofdmenu
Infobalk
B
Uit submenu selecteren
Submenu (Settings) (Instellingen)
C
Voor EMP-280
Voor EMP-260
Het geselecteerde item wijzigen
D
Afsluiten
Gebruikte knoppen
Op het bedieningspaneel
Voor EMP-280 Voor EMP-260
Op de afstandsbediening
Selecteer de te wijzigen instellingen

Lijst met functies

Beeld-menu

Welke items kunnen worden ingesteld is afhankelijk van het beeldsignaal dat op dat moment wordt geprojecteerd (zie onderstaande schermafdrukken). De instellingsgegevens worden voor elk beeldsignaal opgeslagen.
24
Computerbeeld
Submenu Functie
Kleurmodus Stel hier de beeldkwaliteit in die bij uw omgeving past. s pag.14 Helderheid Stel hier de helderheid van het beeld in. Contrastg Stel hier het verschil in tussen licht en schaduw in het beeld. Kleurverzadiging Stel hier de kleurverzadiging voor het beeld in. Tint (Deze instelling is alleen beschikbaar als u composietvideosignaal/S-videosignaal gebruikt en NTSC-signalen worden doorgegeven.)
Stel hier de kleurschakering in.
Scherpte Stel hier de scherpte van het beeld in. Kleurtemperatuur U stelt hier de totale kleurschakering voor het beeld in. Als u "Hoog" selecteert krijgt het beeld een blauwe kleurschakering. Als u "Laag"
selecteert krijgt het beeld een rode kleurschakering. (Dit item kan niet worden geselecteerd als "sRGB
Kleuraanpassing Rood, Groen, Blauw: U kunt de verzadiging van elke kleur afzonderlijk instellen.
(Dit item kan niet worden geselecteerd als "sRGB
Resetten Hier kunt u alle functies die u in het "Beeld"-menu hebt ingesteld herstellen naar hun standaardwaarden. Zie s pag.31 als u de standaardwaarden
van alle menu-items wilt herstellen.
g" is geselecteerd als instelling onder "Kleurmodus" in het "Beeld"-menu.)
g" is geselecteerd als instelling onder "Kleurmodus" in het "Beeld"-menu.)
Componentvideog/Composietvideog/S-videog
Loading...
+ 54 hidden pages