EPSON EH-TW7400 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding

Indeling van de handleiding en de gebruikte symbolen en tekens

De verschillende handleidingen gebruiken

Voor deze projector zijn er diverse handleidingen, die hierna worden beschreven.
Veiligheidsvoorschriften/Service- en ondersteuningsgids
Bevat informatie over het veilig gebruik van de projector, evenals informatie voor ondersteu­ning en service, checklists om problemen te verhelpen enzovoort. Lees deze handleiding voordat u de projector in gebruik neemt.
Gebruikershandleiding (deze handleiding)
Bevat informatie voor het installeren van de projector en enkele basishandelingen die u eerst moet uitvoeren in het Configuratiemenu. Ook vindt u hier informatie over eventuele proble­men en routine-onderhoud.
Introductiehandleiding
Bevat procedures voor het installeren van de projector. Lees deze handleiding eerst.
1
Indeling van de handleiding en de gebruikte symbolen en tekens

Gebruikte symbolen en tekens

Veiligheidssymbolen

De documentatie en de projector gebruiken grafische symbolen om te tonen hoe u de projector veilig kunt gebruiken. Hieronder worden de symbolen en de betekenis ervan uitgelegd. Leer en respecteer deze waarschuwingssymbolen om letsel aan personen en beschadiging van eigendom te voorkomen.
Waarschuwing
Dit symbool duidt informatie aan die, als ze genegeerd wordt, kan resulteren in persoonlijk letsel of zelfs de dood als gevolg van foutief handelen.
Let op
Dit symbool duidt informatie aan die, als ze genegeerd wordt, kan resulteren in persoonlijk letsel of fysieke schade als gevolg van foutief handelen.

Algemene informatiesymbolen

Let op
Dit geeft aan dat de beschreven handeling tot schade of een defect kan leiden.
Dit geeft aan dat er nuttige extra informatie volgt over een bepaald onderwerp.
c
s
Menunaam Dit verwijst naar de naam van een item in het configuratiemenu.
Knopnaam Dit verwijst naar de knoppen op de afstandsbediening of het bedieningspaneel.
Dit geeft aan op welke pagina meer informatie over een onderwerp kan worden gevonden.
Voorbeeld: Beeld - Kleurmodus
Bijvoorbeeld: de knop

Over het gebruik van "dit product" of "deze projector"

Niet alleen naar de eigenlijke projector maar ook naar de meegeleverde items of de mogelijke opties kan worden verwezen met de woorden "dit product" of "deze projector".
2

Inhoudsopgave

Indeling van de handleiding en de gebruikte symbolen en tekens
De verschillende handleidingen
gebruiken ............................ 1
Gebruikte symbolen en tekens ......... 2
Veiligheidssymbolen..................... 2
Algemene informatiesymbolen ..............2
Over het gebruik van "dit product" of "deze
projector" ............................. 2
Inleiding
Namen van onderdelen en functies
....................................... 6
Voorzijde/bovenzijde ..................... 6
Bedieningspaneel.......................7
Afstandsbediening ....................... 9
Achterkant ...........................12
Onderkant ............................ 13
De batterijen van de afstandsbediening
installeren ............................ 22
Bedieningsbereik van de afstandsbediening
....................................23
Bedieningsbereik (links/rechts)...........23
Bedieningsbereik (boven/onder) ..........23
Basishandelingen
Beeld projecteren .................... 24
De projector inschakelen .................24
Als het doelbeeld niet wordt geprojecteerd
.................................. 25
Het Startscherm gebruiken................ 25
Uitschakelen ..........................26
Het geprojecteerde beeld bijstellen
...................................... 27
Het testpatroon weergeven ...............27
Lensaanpassingsfunctie (scherpstelling, zoom,
lensverschuiving) ....................... 27
Scherpte bijstellen .................... 28
Voorbereiden
Installeren .......................... 14
Geprojecteerd beeld en positie van projector
.................................... 14
Parallel met het scherm installeren........14
De projector horizontaal installeren door de
hoogte van beide kanten af te stellen......14
Diverse manieren van instellen ............. 15
Projecteren vanaf een tafel .............. 15
Projecteren vanaf het plafond ............15
Maximumwaarden projectieafstand en
lensverschuiving....................... 16
Een apparaat aansluiten .............. 19
Verwijderen van het Terminalklep ...........19
Videoapparatuur aansluiten ............... 19
Een computer aansluiten .................19
Externe apparatuur aansluiten .............20
Aansluiten op de Trigger Out-poort ........20
Aansluiten op de LAN-poort............. 20
Bevestiging van de Draadloze LAN-eenheid .... 21
Het aansluiten van een HDMI-kabelklem . . . . . . 21
De afstandsbediening klaarmaken .... 22
De grootte van de projectie aanpassen
(Zoomaanpassing) .................... 28
Aanpassen van de positie van het geprojecteerde beeld (Aanpassing
lensverschuiving) ..................... 29
De kanteling van de projector bijstellen . . . . . . . 30
Keystone-vervorming (trapeziumvormige
vertekening) corrigeren .................. 30
Het beeld tijdelijk niet weergeven ........... 30
Het beeld bijstellen
Het beeld bijstellen .................. 32
De projectiekwaliteit selecteren (Kleurmodus)
....................................32
Beeld instellen op Volledig of Zoom (Hoogte-
breedte) ............................. 33
De Scherpte bijstellen ................... 34
De beeldresolutie bijstellen (Beeldverbetering)
....................................34
Instelling Autom. iris ....................36
Instelling Frame-interpolatie ............... 36
De kleur bijstellen ................... 38
De Kleurtemperatuur bijstellen .............38
3
Inhoudsopgave
RGB aanpassen (Verschuiving en versterking)
.................................... 38
De tint, verzadiging en helderheid aanpassen
.................................... 38
Het gamma bijstellen ....................40
Correctiewaarde selecteren en aanpassen
.................................. 40
Beeld aanpassen tijdens de weergave...... 40
Aanpassen aan de hand van de
gammagrafiek ....................... 41
Het beeld weergeven met de opgeslagen beeldkwaliteit (functie
Geheugen) .......................... 43
Opslaan in geheugen .................... 43
Het laden, verwijderen en hernoemen van een
geheugen ............................ 43
Nuttige functies
Genieten van 3D ..................... 45
Voorbereiden om beelden in 3D te bekijken
.................................... 45
De projector op een netwerk gebruiken
Projecteren met behulp van een vast
LAN-netwerk ........................ 53
Instellingen voor een vast netwerk selecteren
....................................53
Projecteren met draadloos LAN ....... 55
Draadloze netwerkinstellingen handmatig
selecteren ............................55
De draadloze LAN-instellingen van de
computer selecteren ....................57
Draadloze netwerkinstellingen selecteren in
Windows........................... 57
Draadloze netwerkinstellingen selecteren in
OS X .............................. 57
Draadloze netwerkbeveiliging instellen.......58
Projecteren in Epson iProjection (iOS/Android)
....................................58
Bedienen met een smartphone (functie
afstandsbediening) ................... 59
Als het 3D-beeld niet kan worden
weergegeven .......................45
3D-bril gebruiken ....................... 46
2D-beelden omzetten naar 3D ............. 46
Waarschuwingen bij het bekijken van beelden
in 3D ................................47
De functie HDMI-link gebruiken ....... 49
Functie HDMI-link ...................... 49
Instellingen voor HDMI-link...............49
Aansluiten ............................ 50
Projecteren van twee verschillende
beelden met Beeld in beeld ........... 51
Soorten schermen die tegelijk kunnen worden
weergegeven......................... 51
Projecteren met Beeld in beeld .............51
Beginnen met en eindigen van Beeld in
beeld ............................. 51
Wijzigen van de Beeld in beeld instellingen
.................................. 51
Configuratiemenu
Functies uit het configuratiemenu ..... 62
Bewerkingen in het configuratiemenu ........62
Tabel van het configuratiemenu ............ 63
Menu Beeld ......................... 63
Menu Signaal ........................65
Menu Instellingen .................... 67
Menu Uitgebreid .....................69
Menu Netwerk .......................72
Menu Informatie .....................76
Menu Resetten ......................77
Problemen oplossen
Problemen oplossen ................. 78
De indicatielampjes aflezen ...............78
Indicatielampje bij fouten/waarschuwingen
.................................. 78
Indicatielampjes bij normaal gebruik .......80
Als de indicatielampjes geen uitkomst bieden
....................................80
Probleem controleren.................80
4
Inhoudsopgave
Problemen met het beeld ............... 81
Problemen bij het starten van de projectie
.................................. 85
Problemen met de afstandsbediening . . . . . . 85
Problemen met het bedieningspaneel . . . . . . 86
Problemen met 3D .................... 86
Problemen met HDMI .................. 87
Netwerkproblemen ...................88
Over Event-ID .........................88
Onderhoud
Onderhoud .......................... 90
De onderdelen reinigen ..................90
De luchtfilter reinigen................. 90
De hoofdeenheid reinigen.............. 91
De lens reinigen ......................92
Lijst met veiligheidssymbolen ....... 107
Woordenlijst ....................... 110
Algemene opmerkingen ............ 112
Waarschuwingslabels ................... 113
Algemene opmerking ...................114
Vervangingsperiode voor verbruiksmaterialen
.................................... 92
Periode voor vervanging van de luchtfilter
.................................. 92
Periode voor vervanging van de lamp......92
Verbruiksmateriaal vervangen .............93
De luchtfilter vervangen ................93
De lamp vervangen ................... 94
Lampuren terugzetten................. 95
Paneeluitlijning ..................... 97
Kleurgelijkheid . . . . .................. 99
Over PJLink ........................ 101
Bijlage
Optionele accessoires en
verbruiksmateriaal ................. 102
Optionele items .......................102
Verbruiksmateriaal ..................... 102
Ondersteunde resoluties ............ 103
Computersignalen (RGB analoog) .......... 103
Ingangssignaal HDMI1/HDMI2 ............ 103
3D-ingangssignaal HDMI ................ 103
Specificaties ....................... 104
Afmetingen ........................ 106
5

Inleiding

Namen van onderdelen en functies

Voorzijde/bovenzijde

Naam Functie
Lampdeksel
a
Luchtafvoerventiel
b
Lensklepje
c
Lens
d
Luchttoevoerventi-
e
lator
Luchtfilterdeksel
Open deze deksel als u de projectorlamp wilt vervangen. s pag.94
Afvoerventilator voor lucht die is gebruikt voor het afkoelen van het binnenste van de projector.
Let op
Houd tijdens de projectie gezicht noch handen voor de luchtuitlaat; plaats evenmin voorwerpen die door de warmte kunnen vervormen of beschadigd raken in de buurt van de uitlaat. De warme lucht die uit de luchtuitlaat komt, kan brandwonden, vervorming van voorwerpen of ongelukken veroorza­ken.
Gekoppeld aan de functie voor het in- en uitschakelen van de projector. Het lens-
s
klepje wordt automatisch geopend en gesloten.
Hiermee wordt het beeld geprojecteerd.
Luchttoevoer voor lucht voor het afkoelen van het binnenste van de projector.
Open de kap en haal het filter eruit bij het vervangen van het luchtfilter.
s
pag.93
pag.24
Afstandsbedienings-
f
ontvanger
Bedieningspaneel
g
Hiermee worden signalen vanaf de afstandsbediening ontvangen. s pag.23
Hiermee bedient u de projector. s pag.7
6
Inleiding

Bedieningspaneel

Als de Verlichtings functie is ingesteld op Uit, zullen onder normale projectie-omstandigheden alle indicatielampjes uit zijn.
s
Uitgebreid - Bewerking - Verlichting pag.69
Knoppen/indicatielampjes Functie
a
b
c
d
e
Klepje van bedienings-
f
paneel
g
Knippert tijdens het opwarmen of afkoelen. De status van de projector wordt aangegeven door een combinatie van lampjes die branden of knipperen.
s
pag.78
Het oranje lampje knippert wanneer het tijd wordt om de lamp te vervangen. Foutmeldingen worden aangegeven door een combinatie van lampjes die branden of knipperen.
Het oranje lampje knippert als de binnentemperatuur te hoog is. Foutmeldin­gen worden aangegeven door een combinatie van lampjes die branden of knipperen.
Toont en sluit het Configuratiemenu. Op het Configuratiemenu, kunt u aanpassingen en afstellingen maken voor Signaal, Beeld, Ingangsignaal, enzovoorts.
Wanneer een menu wordt weergegeven, selecteert u hiermee functies en in­stellingen.
Klepje van bedieningspaneel. Schuif het klepje open aan het uitstekende deel wanneer u het bedieningspaneel wilt gebruiken.
Hiermee selecteert u de gewenste instelling voor de keystonecorrectie en me­nuopties.
s
s
s
pag.30
pag.78
pag.62
s
pag.78
s
pag.62
7
Inleiding
Knoppen/indicatielampjes Functie
h i
j
k
l
Hiermee selecteert u instellingen voor menuopties. s pag.62
Wanneer een menu wordt weergegeven, keert u hiermee terug naar het vorige
s
menuniveau.
Verandert de instellingsitems voor de gemotoriseerde lensfunctie.
De instellingsitems zijn als volgt:
Scherpstelling s pag.28
Zoom s pag.28
Lensverschuiving s pag.29
Wijzigingen aan het beeld vanaf elke ingangpoort. s pag.25
Hiermee schakelt u de projector in of uit. s pag.24 Brandt wanneer de projector aan is. Foutmeldingen worden aangegeven door een combinatie van lampjes die branden of knipperen.
pag.62
s
pag.78
8
Inleiding

Afstandsbediening

Knop Functie
a
b
c
d
Hiermee zet u de projector aan. s pag.24
Hiermee wordt het Startscherm weergege­ven en gesloten.
Wijzigingen aan het beeld vanaf elke ingang-
s
poort.
Voert handelingen uit zoals afspelen, stop­pen en het volume regelen voor de aange­sloten apparaten die voldoen aan de HDMI­CEC-normen.
pag.25
s
pag.49
s
pag.25
e
f
Wanneer HDMI-link Aan is
s Instellingen - HDMI-link - HDMI-
link pag.67
Toont de lijst met apparaatverbindingen.
Wanneer HDMI-link Uit is
s Instellingen - HDMI-link - HDMI-
link pag.67
Hiermee geeft u het menu met instellingen voor HDMI-link weer.
s pag.49
Verandert de instellingsitems voor de gemo­toriseerde lensfunctie.
De instellingsitems zijn als volgt:
Scherpstelling s pag.28
Zoom s pag.28
Lensverschuiving s pag.29
9
Inleiding
Knop Functie
g
h
i
j
k
l
Hiermee selecteert u menuopties en waar-
s
den.
Wanneer u op deze knop drukt wanneer het aanpassingsscherm van een menu wordt weergegeven, dan springt de instelling terug op de standaardwaarde.
Toont en sluit het Configuratiemenu. Op het configuratiemenu, kunt u aanpassin­gen en afstellingen maken voor Signaal, Beeld, enzovoorts.
Hiermee gebruikt u het geheugen (opslaan, laden of wissen).
Stelt de sterkte in voor Frame-interpolatie.
s
Hiermee wijzigt u de tint, verzadiging en hel­derheid per RGBCMY-kleur.
pag.62
pag.36
s
s
pag.43
s
pag.62
pag.62
s
pag.38
m
n
o
p
q r
s
Hiermee voert u de functie uit die aan de ge­bruikersknop is toegewezen.
Hiermee wijzigt u het type 3D.
Deze projector projecteert de volgende 3D­formaten.
Frame Packing
Naast elkaar
Boven en beneden
s pag.45
Hiermee selecteert u de hoogte-breedtever­houding volgens het ingangssignaal.
s
pag.33
Hiermee wordt het testpatroon weergege­ven en gesloten.
Laadt de lenspositie geregistreerd als Memo- ry1 of Memory2 in Lenspositie Opslaan.
s
pag.43
Wanneer een menu wordt weergegeven, keert u hiermee terug naar het vorige menu­niveau.
s
pag.62
s
pag.27
s
pag.67
t
A
10
Wanneer een menu wordt weergegeven, ac­cepteert u hiermee de huidige selectie en gaat u verder naar het volgende niveau.
s
pag.62
Toont het menu Beeldverbetering.
s
pag.34
Inleiding
Knop Functie
B
C
D
E
F
Hiermee wijzigt u de Kleurmodus.
s
pag.32
Stelt u in staat gelijktijdig twee signaalbron­nen te projecteren, één op het hoofdscherm en één op het subscherm. (Beeld in beeld)
s
pag.51
Houd de knop ingedrukt om heen en weer te schakelen tussen de signaalbronnen voor het hoofdscherm en het subscherm.
Stopt tijdelijk projectie. Om het beeld weer in te schakelen, drukt u nogmaals op deze knop.
s
pag.30
Het lampje van de afstandsbediening brandt ongeveer 10 seconden lang. Dit is handig bij gebruik van de afstandsbediening in het don­ker.
Hiermee zet u de projector uit. s pag.26
11
Inleiding

Achterkant

Naam Functie
beveiligingssleuf ( )
a
Voedingsingang
b
Afstandsbedieningsont-
c
vanger
Opt.HDMI poort
d
HDMI1-poort
e
HDMI2-poort
f
USB-poort
g
Service poort
h
LAN-poort
i
PC-poort
j
RS-232C-poort
k
De beveiligingssleuf compatibel met het MicroSaver beveiligingssysteem geproduceerd door Kensington. Voor meer informatie bezoekt u de home­page van Kensington op http://www.kensington.com/.
Sluit het stroomsnoer aan. s pag.24
Hiermee worden signalen vanaf de afstandsbediening ontvangen.
s
pag.23
Verbindt de voedingspoort voor de optische HDMI-kabel.
Voor het aansluiten van HDMI-compatibele videoapparatuur en compu-
s
ters.
De HDMI1 poort ondersteunt HDCP 2.2.
Verbindt de optionele Draadloze LAN-eenheid. Het wordt ook gebruikt bij het updaten van de firmware.
Servicepoort. Deze wordt normaal gesproken niet gebruikt.
Hier sluit u een netwerkkabel aan om de projector te verbinden met een netwerk.
Voor aansluiting op de RGB-uitgang op de computer. s pag.19
Voor de bediening van de projector kunt u de projector met een RS-232C­kabel aansluiten op een computer. Deze poort dient voor besturing en wordt normaliter niet gebruikt.
pag.19
s
pag.20
s
pag.21
Trigger Out poort
l
Voor aansluiting op externe apparatuur, zoals een gemotoriseerd scherm.
s
pag.20
12
Inleiding

Onderkant

LENS
Naam Functie
Bevestigingspunten
a
ophangbeugel
b c
Achterste voet
d
Bevestigingsschroef
e
van kabelklep
Instelbare voet aan
f
voorzijde
Bevestig de optionele plafondbeugel hier als u de projector aan het plafond
s
wilt ophangen.
Gebruik de vier bevestigingspunten voor plafondmontage voor hankelijk van de installatie-omgeving. Gebruik de het installeren naast een muur in een kleine kamer.
Verwijder dit bij gebruik van de bevestigingspunten voor plafondmontage.
Boor gaten voor het bevestigen van de kabelafdekking.
Wanneer u het toestel opstelt op een oppervlakte zoals een tafel, trekt u de voet uit voor het afstellen van de horizontale kanteling.
pag.102
of , af-
bevestigingspunten bij
s
pag.30
13

Voorbereiden

Installeren

Geprojecteerd beeld en positie van projector

Installeer de projector als volgt.
Parallel met het scherm installeren
Indien de projector onder een hoek ten opzichte van het scherm is geïnstalleerd, vindt keystonevervorming plaats in het geprojecteerde beeld.
Stel de positie van de projector zo af, dat deze parallel ten opzichte van het scherm is geïnstalleerd.
Als de projector niet helemaal recht voor het scherm kan worden geïnstalleerd, kunt u de
c
Indien de projector is gekanteld, is ook het geprojecteerde beeld gekanteld.
Installeer de projector horizontaal zodat beide kanten op dezelfde hoogte zijn.
Indien de projector niet horizontaal kan worden geprojecteerd, kunt u de kanteling van de projector afstellen met de voet aan de voorkant.
beeldpositie gemakkelijk afstellen door middel van lensverschuiving.
De projector horizontaal installeren door de hoogte van beide kanten af te stellen
s
pag.30
s
pag.29
14
Voorbereiden

Diverse manieren van instellen

Waarschuwing
Als u de projector aan het plafond wilt ophangen (met ophangbeugel), dan moet u de projector op een speciale manier monteren. Als u de projector niet goed monteert, kan hij naar beneden vallen en letsel veroorzaken.
Als u lijm, smeermiddelen of olie aanbrengt op de bevestigingspunten van de ophangbeugel om te voorkomen dat deze losraken, of als u bijvoorbeeld smeermiddel of olie op de projector aanbrengt, kan de behuizing van de projector breken waardoor deze uit de ophangbeugel kan vallen. Hierdoor kan iemand die zich onder de projector bevindt, ernstig gewond raken en kan de projector worden beschadigd.
Niet installeren op een instabiele plank of op een plek buiten het belastingsbereik. Anders kan het vallen of omvallen en daarmee een ongeval of letsel veroorzaken.
Wanneer u het installeert op een hoge plek zoals op een plank, dient u maatregelen te nemen tegen vallen door gebruik te maken van draden om de veiligheid in een noodsituatie te garanderen, zoals een aardbeving en daarmee ongevallen te voorkomen. Als u de projector niet goed monteert, kan hij naar beneden vallen en letsel veroorzaken.
Blokkeer de luchttoevoerventilator en het luchtafvoerventiel van de projector niet. Het blokkeren van de luchttoevoerventilator en het luchtafvoerventiel kunnen leiden tot warmteophoping in de projector wat kan leiden tot brand.
Let op
Plaats de projector niet op plaatsen met een hoge luchtvochtigheid en stof of op plaatsen met rook van brand of tabaksrook.
Gebruik de projector niet verticaal geïnstalleerd. Hierdoor kan een storing optreden.
Reinig de luchtfilter één keer per drie maanden. Reinig de filter vaker als er veel stof in de omgeving is.
s
pag.90
Projecteren vanaf een tafel
U kunt de projector op een tafel installeren in uw woonkamer of op een lage plank voor het projecteren van beelden.
Projecteren vanaf het plafond
U kun de projector aan het plafond ophangen met de optionele ophangbeugel voor het projecteren van beelden.
15
Voorbereiden
Wanneer er wordt geprojecteerd vanaf het plafond, moet Projectie worden ingesteld op Voor/
s
c
bovenkant of Achter/boven.
Uitgebreid - Projectie pag.69

Maximumwaarden projectieafstand en lensverschuiving

Het geprojecteerde beeld wordt groter naarmate de projector verder van het scherm staat.
Bepaal de optimale afstand tussen de projector en het scherm aan de hand van de onderstaande tabel. De waarden zijn slechts een indicatie.
De maximale waarden voor de lensverschuiving staan in de volgende tabel.
Bij het corrigeren van vervorming wordt het geprojecteerde beeld kleiner. Vergroot de
c
projectieafstand om het geprojecteerde beeld af te stemmen op de schermgrootte.
Verticale aanpassing van de projectiepositie met lensverschuiving
A : Afstand van het midden van de lens tot de onderrand van het geprojecteerde beeld (met lensverschuiving
op hoogste niveau)
B : Afstand van het midden van de lens tot de onderrand van het geprojecteerde beeld (met lensverschuiving
op laagste niveau)
E : Projectieafstand van de projector tot het scherm
F : Formaat van het geprojecteerde beeld
16
Voorbereiden
Horizontale aanpassing van de projectiepositie met lensverschuiving
C : Afstand verplaatsing lensmidden bij verplaatsing van projector (met lensverschuiving op maximum links)
D : Afstand verplaatsing lensmidden bij verplaatsing van projector (met lensverschuiving op maximum
rechts)
E : Projectieafstand van de projector tot het scherm
F : Formaat van het geprojecteerde beeld
Eenheid: cm
16:9 Schermgrootte Projectieafstand (E) Maximumwaarden lensverschuiving
F W x H Kortste
(Breed)
50" 111 x 62 148 313 29 91 52
60" 133 x 75 178 376 35 109 63
80" 177 x 100 239 503 46 146 83
100" 221 x 125 300 630 58 182 104
150" 332 x 187 452 947 86 273 156
200" 443 x 249 604 1264 115 364 209
250" 553 x 311 756 1582 144 455 261
300" 664 x 374 908 1899 173 547 313
*
De verticale en horizontale lensverschuiving kunnen niet allebei op hun maximum waarden worden ingesteld.
s
pag.29
Langste
(Kort-bij)
Afstand
(A)
Afstand
(B)
Afstand
*
(C, D)
Installatievoorbeeld (met 16:9 schermgrootte en 100")
Zijaanzicht
17
Voorbereiden
Bovenaanzicht
18
Voorbereiden

Een apparaat aansluiten

Let op
Maak de kabelaansluitingen voordat u het apparaat aansluit op een stopcontact.
Kijk goed naar de vorm van de connector die aan de kabel zit en naar de vorm van de poort en steek de kabel in de juiste poort. Als u de verkeerde connector in de poort steekt, kan dit schade of een storing veroorzaken.

Verwijderen van het Terminalklep

Afhankelijk van het model dat u gebruikt, kan de projector een terminalklep hebben voor de verbindingssectie aan de achterkant ter verbetering van het algehele uiterlijk van de projector. Verwijder het terminalklep voordat u kabels aansluit.
Er zijn openingen onderaan het terminalklep waarmee u het klepje naar voren kunt trekken en het bovenaan uit de groeven kunt trekken.
Wanneer u het klepje opnieuw wilt aanbrengen, steekt u eerst de uitstekende delen in de groeven bovenaan.

Videoapparatuur aansluiten

Om beelden van DVD/Blu-ray-spelers te projecteren, sluit u de projector aan via een van de volgende methoden.
Bij gebruik van een in de handel verkrijgbare HDMI-kabel
Bij het gebruik van de voedingspoort voor een optische HDMI-kabel, sluit u deze aan op de Opt.HDMI-
c
poort.
Als u beelden projecteert in HDCP 2.2, sluit u aan op de HDMI1 poort.
Deze projector heeft geen ingebouwde luidspreker. Sluit de projector aan op uw AV-installatie als u het geluid van de aangesloten apparatuur wilt horen.

Een computer aansluiten

Om beelden van een computer te projecteren, sluit u de computer op een van de volgende manieren aan:
19
Voorbereiden
Bij gebruik van een in de handel verkrijgbare computerkabel
Bij gebruik van een in de handel verkrijgbare HDMI-kabel

Externe apparatuur aansluiten

Aansluiten op de Trigger Out-poort
Als u een extern apparaat, zoals een gemotoriseerd scherm, wilt aansluiten, steek dan een stereokabel met een 3,5mm-ministekker in de Trigger Uit-poort. Bij de instelling op aan, wordt een signaal (12 V DC) uitgevoerd via deze poort om de status van de projector te communiceren (Aan of Uit) met aangesloten apparaten zoals elektrische schermen.
Om de Trigger Out-poort te gebruiken, stelt u Trigger Uit in op Aan. sUitgebreid - Bewerking
c
U kunt een netwerkrouter, een hub en dergelijk aansluiten met een 100BASE-TX- of 10BASE-T-netwerkkabel.
Via het netwerk kunt u vanaf een computer of 'smart' apparaat de projector bedienen of de status ervan controleren.
- Trigger Uit pag.69
Aansluiten op de LAN-poort
c
Gebruik een afgeschermde LAN-kabel van categorie 5 of hoger om storingen te voorkomen.
20
Voorbereiden

Bevestiging van de Draadloze LAN-eenheid

Om de draadloze LAN-functie te gebruiken, sluit u een optionele Draadloze LAN-eenheid (ELPAP10).
Verbind de Draadloze LAN-eenheid met de USB-poort.
U kunt een van de volgende methoden gebruiken om te projecteren via draadloos LAN. Zie de download­pagina voor meer informatie.
Vier schermen tegelijk projecteren
Bij gebruik van Epson iProjection (Windows/Mac), kunt u van maximaal 50 op het netwerk aangesloten computers maximaal vier afzonderlijke schermen van de projector weergeven. Download Epson iProjection van de volgende website.
http://www.epson.com
Beelden projecteren vanaf een mobiele aansluiting via een netwerk
Door het installeren van Epson iProjection (iOS/Android) op een smartphone of tablet, kunt u draadloos gegevens op uw apparaat projecteren.
Als u geen gebruik maakt van de draadloze LAN-functie met de Draadloze LAN-eenheid ingevoegd,
c
stelt u de Voeding draadl. LAN in op Uit. Dit kan onbevoegde toegang van buitenstaanders voorkomen.
Wanneer u Epson iProjection gebruikt in Snel-aansluitmodus raden we u aan beveiligingsinstellingen te configureren.
s
s pag.58
pag.72
s
pag.75

Het aansluiten van een HDMI-kabelklem

Als de HDMI-kabel erg zwaar is en naar beneden hangt, zet de kabel dan met een HDMI-klem vast aan de kabelhouder, zodat de kabel niet uit de poort schiet.
21
Voorbereiden

De afstandsbediening klaarmaken

De batterijen van de afstandsbediening installeren

Let op
Plaats de batterijen aan de hand van de plus- (+) en mintekens (-) in de batterijhouder.
Het is niet mogelijk om andere batterijen dan mangaan- of alkaline batterijen van AA-formaat te gebruiken.
a
b
Verwijder de batterijklep.
Houd het haakje van het batterijcompartiment ingedrukt en til de klep omhoog.
Vervang de oude batterijen door nieuwe.
Zorg ervoor dat de plus- en de minpool (+ ) en (-) van de batterijen op de juiste plaats komen.
c
c
Breng de batterijklep weer aan.
Druk de klep goed aan tot hij vastklikt.
Als de afstandsbediening niet meer snel of helemaal niet meer reageert, betekent dit waarschijnlijk dat de batterijen (bijna) leeg zijn. Vervang in dat geval de batterijen. Zorg dat u twee mangaan- of alkalinebatterijen van AA-formaat bij de hand hebt.
22
Voorbereiden

Bedieningsbereik van de afstandsbediening

Bedieningsbereik (links/rechts)
10m
30°
30°
30°
30°
10m
Bedieningsbereik (boven/onder)
60°
10m
10°
30°
30°
10m
23

Basishandelingen

Beeld projecteren

De projector inschakelen

a b
c
Sluit de apparatuur aan op de projector.
Sluit aan via het meegeleverde stroomsnoer.
Het voedingslampje van de projector licht blauw op. Dit geeft aan dat de projector stroom krijgt, maar nog niet is ingeschakeld (de projector staat in stand-bymodus).
Zet de aangesloten apparatuur aan.
d
Druk op de knop op de afstandsbediening of de het bedieningspaneel om de projector aan te zetten.
Afstandsbedie-
ning
Het lensklepje gaat open en het projecteren begint.
Het terwijl de projector opwarmt. Zodra de projector is opgewarmd, stopt het indicatielampje met knipperen en wordt het blauw.
(indicatielampje) knippert blauw
Bedieningspaneel
knop op
Wanneer Dir. Inschakelen op
c
Aan staat, kunt u meteen beginnen met projecteren, zonder dat u op een knop hoeft te drukken, door gewoon het stroomsnoer in de projector te steken.
Bewerking - Dir. Inschakelen pag.69
s
Uitgebreid -
Waarschuwing
Kijk niet in de lens tijdens het projecteren. Het krachtige licht van de projector kan letsel toebrengen aan het gezichtsvermogen. Let goed op het gedrag van uw kind.
Ga tijdens de projectie niet voor de lens staan. Kleding kan beschadigd raken vanwege de hoge temperatuur.
24
Basishandelingen
Met de functie Kinderslot van deze projector kunt u voorkomen dat kinderen het apparaat per ongeluk
c
aanzetten. Met de functie Toetsvergrendeling voorkomt u dat u per ongeluk iets doet op de projector.
s
Instellingen - Slotinstelling - Kinderslot/Toetsvergrendeling pag.67
Met de functie Autom. configuratie van de project worden automatisch optimale instellingen geselecteerd wanneer het ingangssignaal verandert van het beeld van de aangesloten computer.
s
Signaal - Autom. configuratie pag.65
Als u de projector op een hoogte van 1.500 m of hoger gebruikt, stel dan Hoogtemodus in op Aan.
s
Uitgebreid - Bewerking - Hoogtemodus pag.69
Als het doelbeeld niet wordt geprojecteerd
Als u wilt projecteren maar geen beeld krijgt, kunt u op een van de volgende manieren van bron veranderen.
Afstandsbediening Bedieningspaneel
Druk op de knop voor de gewenste poort.
Druk op de knop
en selecteer de gewenste poort.
Druk op de
knop om de selectie te bevestigen.

Het Startscherm gebruiken

Met de functie Startscherm kunt u gemakkelijk een beeldbron selecteren en nuttige functies openen.
Druk op de
Onder de volgende omstandigheden wordt het Startscherm automatisch weergegeven wanneer de projector wordt aangezet.
Startscherm auto weerg.Startscherm auto weerg is ingesteld op Aan. s Uitgebreid - Startscherm - Startscherm auto weerg pag.69
De bronnen zenden geen signalen uit.
knop op de afstandsbediening om het beginscherm weer te geven.
25
Basishandelingen
Selecteert de bron die u wilt projecteren.
a
Geeft de QR-code weer en verbindt draadloos met een smartphone of tablet. s pag.58
b
Toont het menu Configuratie van de projector. s pag.62
c
Voert de menuopties uit die zijn toegewezen aan de instelling Startscherm in het menu Uitgebreid.
d
s
Uitgebreid - Startscherm pag.69
Hiermee stelt u de 3D-functie in. s Video - 3D-instellingen pag.65
e
Selecteert de Kleurmodus. s pag.32
f
Het Startscherm verdwijnt na 10 minuten inactiviteit.
c

Uitschakelen

a b
Zet de aangesloten apparatuur uit.
Druk op de knop op de afstandsbediening of de het bedieningspaneel.
Afstandsbedie-
ning
Het projectoren stopt en het lensklepje gaat vanzelf dicht.
Het indicatielampje knippert en de projector begint met afkoelen.
Bedieningspaneel
knop op
c
d
Wacht tot de projector is afgekoeld.
Wanneer de projector is afgekoeld, stopt het indicatielampje met knipperen.
Het stroomsnoer loskoppelen.
26
Basishandelingen

Het geprojecteerde beeld bijstellen

Het testpatroon weergeven

Wanneer u net na het installeren van de projector de zoom of scherpstelling of de projectiepositie hebt aangepast, dan kunt u eerst een testpatroon weergeven in plaats van videoapparatuur aan te sluiten.
Druk op de horizontale lijnen boven en onder gebruikt 2,40: 1 CinemaScope.
Druk opnieuw op de knop om de weergave van het testpatroon te stoppen.
knop op de afstandsbediening om het testpatroon weer te geven. De standaard voor

Lensaanpassingsfunctie (scherpstelling, zoom, lensverschuiving)

Om de scherpstelling, zoom of lensverschuiving aan te passen, drukt u op de knop op de afstandsbediening of de aanpassen.
Afstandsbediening Bedieningspaneel
knop op het bedieningspaneel en selecteer vervolgens het item dat u wilt
De items die u aanpast veranderen zoals aangegeven in de tabellen hieronder.
1 Scherpte instellen
2Zoom instellen
3 Lensverschuiving instellen
Wanneer u klaar bent met bijregelen, drukt u tijdens het instellen van de lensverschuiving op de knop
.
U kunt de resultaten van de lensaanpassing opslaan in het geheugen (Lenspositie Opslaan). U kunt
c
de lenspositie laden die u heeft geregistreerd vanaf de afstandsbediening of het Configuratie-menu.
Scherpstelling aanp. wordt weergegeven op het scherm. Hiermee wijzigt u de scherpstelling van het geprojecteerde beeld.
s
pag.28
Zoom aanpassen wordt weergegeven op het scherm. Hiermee past u de grootte van het geprojecteerde beeld aan.
Lensversch. aanp. wordt weergegeven op het scherm. Hiermee wijzigt u de positie van het geprojecteerde beeld.
27
s
s
pag.29
pag.28
Basishandelingen
Scherpte bijstellen
Druk op de knop op de afstandsbediening.
a
Scherpstelling aanp. wordt weergegeven op het scherm.
Druk op de knoppen om de focus aan te passen.
b
Druk driemaal op de knop om de aanpassingen te voltooien.
c
De grootte van de projectie aanpassen (Zoomaanpassing)
Druk tweemaal op de knop op de afstandsbediening.
a
Zoom aanpassen wordt weergegeven op het scherm.
Druk op de knoppen om de grootte van het geprojecteerde scherm te wijzigen.
b
c
Druk tweemaal op de knop om de aanpassing te voltooien.
28
Basishandelingen
Aanpassen van de positie van het geprojecteerde beeld (Aanpassing lensverschuiving)
Als de projector niet direct recht voor het scherm kan worden geïnstalleerd, kunt u de beeldpositie gemakkelijk bijregelen door middel van lensverschuiving.
Druk driemaal op de knop op de afstandsbediening.
a
Lensversch. aanp. wordt weergegeven op het scherm.
Gebruik de knoppen om de positie van het beeld aan te passen.
b
U kunt de afbeelding verplaatsen binnen het aangegeven bereik, aangegeven door de stippellijn in het volgende figuur.
Houd de knoppen vast
c
om het beeld horizontaal en verticaal terug te plaatsen in de centrale positie. De positie waar het beeld stopt is het centrum.
Druk op de knop om de aanpassing te voltooien.
c
Als het volgende bericht wordt weergegeven als u verandert naar Lensversch. aanp., zal met
c
Let op
Bij verplaatsing van de projector zet u de lenspositie in het centrum. Als u de projector verplaatst wanneer de lens zich niet in de centrale positie bevindt, kan het lensverschuivingsmechanisme worden beschadigd.
Steek uw vinger niet in de bewegende delen van de projectorlens. Anders kunt u letsel oplopen.
de Wanneer Voor/bovenkant of Achter/boven ingesteld is voor Projectie, selecteert u
s
Omgekeerd.
Uitgebreid - Projectie pag.69
knoppen het beeld in tegengestelde richting bewegen.
29
Loading...
+ 88 hidden pages