DELONGHI DNS80 User Manual [nl]

Lees de apart verstrekte veiligheidsvoorschriften alvorens het
min. 50 cm
min. 20 cm
B4C7
C6 C4
apparaat te gebruiken
1. BESCHRIJVING
1.1 Beschrijving van het apparaat (A)
A1. Bedieningspaneel A2. Luchtstroomrichter A3. Handgreep voor optillen A4. Stolter of nano-zilverlter A5. Luchtinlaatrooster A6. Kijkvenster waterniveau A7. Opvangtank condens A8. Greep verwijdering tank A9. Luchtuitlaatrooster A10. Rubberen dop continue afvoer A11. Afvoerslang condens
1.2 Beschrijving van het bedieningspaneel (B)
B1. Toets ON/STAND-BY B2. Toets modus MODE B3. Toets dimming B4. Toets ionisator B5. Toets geprogrammeerde uitschakeling B6. Toets zwenkbeweging luchtstroomrichter
1.3 Display (C)
C1. Indicatoren bedrijfswijze C2. Controlelampje ontvochtiging C3. Geprogrammeerde uitschakeling (1~12 uur) + niveau
dimming C4. Controlelampje ionisator (ON) C5. Controlelampjes zwenkbeweging C6. Alarm (knippert in geval van storing) C7. Tank vol/afwezig (knippert in geval van volle/afwezige
tank) C8. Controlelampje timer (ON) C9. Controlelampje dimmer (ON) Let op: Controleer, voordat het apparaat op het elektriciteitsnet wordt aangesloten, of de dop op de achterkant van de watertank correct geplaatst is.
2. INSTALLATIE
min. 60 cm
min. 20 cm
Plaats het apparaat in de ruimte die ontvochtigd moet worden. Neem de op de afbeelding aangegeven minimale afstanden tussen het apparaat en meubilair of wanden in acht. Gebeurt dit niet, dan kan de ventilatie verstopt raken en de correcte werking van het apparaat worden aangetast. Tijdens de werking van het apparaat moeten deuren en ramen gesloten blijven. Wanneer deuren en ramen geopend worden, kan dit de temperatuur en de vochtigheid in de ruimte wijzigen en kan er dus meer tijd nodig zijn voor de ontvochtiging van de ruimte. Bij temperaturen lager dan 1°C of hoger dan 40°C wordt de ontvochtiging automatisch gedeactiveerd en schakelt het apparaat over naar alleen de ventilatiemodus. Wanneer de vochtigheid lager is dan 20%, wordt automatisch het veiligheidscircuit geactiveerd en wordt de ontvochtiger uitgeschakeld om beschadiging te voorkomen. Wanneer de vochtigheid in de ruimte daalt, neemt de ontvochtigingscapaciteit automatisch af. Laat het apparaat niet vallen en kantel het niet. Mocht het apparaat vallen, zet het dan onmiddellijk weer rechtop. Ook wanneer de ruimte ontvochtigd is, kan er condens of schimmel gevormd worden buiten de ruimte of op slecht geventileerd plaatsen, bijvoorbeeld achter meubilair.
min. 20 cm
3. HET CONDENSWATER AFVOEREN
De condens kan op 2 manieren worden afgevoerd:
3.1 Afvoer in de tank
De condens wordt rechtstreeks in de tank (A7) afgevoerd. Wanneer de tank vol is, stopt het apparaat en wordt op het
display (C) het alarm tank te werk:
1. Houd het apparaat stevig vast (afb. 1) en verwijder de tank voorzichtig met behulp van de daarvoor bestemde greep; ledig de tank in een wasbak of badkuip.
(C7) weergegeven. Ga als volgt
22
2. Plaats de hendel van de tank verticaal, zoals afgebeeld
B4C7
B5
B3
B2
B6
B1
B4C7
C6 C4
B4C7
B5
B3
C6 C4
B4C7
B5
B3
B2
C6 C4
B4C7
B5
B3
B2
C6 C4
(afb. 2), om hem naar de plaats van lediging te verplaatsen.
3. Ledig de tank via de opening (afb. 3). Het is normaal gesproken niet nodig om het deksel te verwijderen; dit gebeurt alleen wanneer de tank gewassen moet worden.
4. (Plaats het deksel terug en) verplaats de hendel omlaag.
5. Plaats de tank terug in het apparaat.
Wanneer de lege tank wordt teruggeplaatst, begint het apparaat te functioneren met de eerdere instellingen. Het pictogram volle tank gaat uit.
Let op:
• Verwijder niet de vlotter in de tank. De vlotter dient voor de detectie van de volle tank.
• Plaats het deksel correct terug alvorens de tank terug te plaatsen in het apparaat.
• B ij de verwijdering van de tank moet vermeden worden om de interne delen van de ontvochtiger aan te raken. Dit zou het apparaat kunnen beschadigen.
• Duw de tank voorzichtig op zijn plaats. Wanneer de tank tegen de wanden stoot of niet goed wordt geplaatst, zou het apparaat niet kunnen functioneren. (Het controlelampje tank vol zal knipperen.) Verwijder de tank en plaats hem voorzichtig terug.
3.2 Continue externe afvoer
Wanneer het apparaat bestemd is voor een langdurig gebruik en u bent niet in staat om de tank regelmatig te ledigen, wordt aangeraden gebruik te maken van de continue afvoer. Ga als volgt te werk:
1. Verwijder de rubberen dop vanaf het afvoerbuisje (afb. 4).
2. Bevestig de rubberen slang op het afvoerbuisje (afb. 5).
3. Zorg ervoor dat de slang niet hoger dan het afvoerbuisje wordt geplaatst (afb. 6), anders zal het water in de tank van het apparaat stromen. Zorg ervoor dat de slang niet geknikt wordt.
Let op:
• Bewaar de rubberen dop. Deze moet teruggeplaatst worden op de slang of het afvoerbuisje wanneer het condenswater weer in de tank moet worden afgevoerd.
4. DE BEDRIJFSMODUS SELECTEREN
1. Steek de stekker van het apparaat in een stopcontact:
2. Druk gedurende 2/3 seconden op de toets ON/STAND-BY
zal functioneren volgens de eerder ingestelde modus en de luchtstroomrichter (A2) opent naar een vooraf ingestelde stand.
Druk voor de uitschakeling van het apparaat nogmaals op de toets ON/STAND-BY.
(B1) om het apparaat in te schakelen: het apparaat
Let op:
Wanneer geledigd of correct geplaatst worden (zie paragraaf “3.1 Afvoer in de tank”).
• Plaats de ontvochtiger op ten minste 30 cm afstand van te
• Wacht tot de ventilator stopt alvorens het apparaat van
• Na de star t, of na het herstellen van de stroomvoorziening,
Belangrijk: Wacht tot de ventilator stopt alvorens het apparaat van de stroomvoorziening los te koppelen. De ventilator blijft ongeveer twee minuten na uitschakeling van het apparaat functioneren, om de koeling van het verwarmingselement toe te staan.
(C7) op het display verschijnt, moet de tank (A7)
drogen wasgoed. Plaats de ontvochtiger NOOIT onder het te drogen wasgoed.
de stroomvoorziening los te koppelen. De ventilator blijft ongeveer twee minuten na uitschakeling van het apparaat functioneren, om de koeling van het verwarmingselement toe te staan.
zal het apparaat functioneren met de bedrijfsmodus die geselecteerd was op het moment van de uitschakeling.
4.1 Modus ontvochtiging
Druk op de toets MODE (B2) voor de selectie van één van de volgende modi (afb. 7):
• AUTO: Voor het handhaven van een aangenaam vochtigheidsniveau. Het apparaat regelt het vochtigheidsniveau op 45~50% RH. De ventilatiesnelheid wordt automatisch geregeld (hoog of laag). (Bij eerste inbedrijfstelling wordt standaard Auto weergegeven).
DROOG
wasgoed. Gebruik dit programma voor het snel drogen van wasgoed of voor de winterperiode.
• MIN
ontvochtigt automatisch met een lage ventilatiesnelheid en een laag geluidsniveau.
• MAX
apparaat functioneert met hoge ventilatiesnelheid en regelt het vochtigheidsniveau op 35~40% RH.
• ECO: Eco modus voor het drogen van wasgoed (hoge ventilatiesnelheid, lage verwarming). Gebruik dit programma voor de zomerperiode. Het apparaat functioneert automatisch met een laag energieverbruik.
Let op:
• De weergave van het vochtigheidsniveau komt overeen met de relatieve vochtigheid van de lucht in de ruimte. Afhankelijk van de plaatsing van het apparaat, de luchtcirculatie en de nauwkeurigheid van de sensor, zijn de aangegeven waarden enkel ter referentie en vertonen ze een tolerantie van ongeveer ±10%RH.
23
: Ultra droge modus voor het drogen van
: voor een geluidsarme werking. Het apparaat
: voor een snelle ontvochtiging. Het
Loading...
+ 2 hidden pages