Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
3
1 Algemene veiligheidsmaatregelen
GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN
Duidt op een situatie die brandwonden kan veroorzaken
als gevolg van extreem hoge of lage temperaturen.
GEVAAR: ONTPLOFFINGSGEVAAR
Duidt op een situatie die een ontploffing kan veroorzaken.
WAARSCHUWING
Duidt op een situatie die de dood of ernstige verwondingen
als gevolg zou kunnen hebben.
WAARSCHUWING: ONTVLAMBAAR MATERIAAL
VOORZICHTIG
Duidt op een situatie die kleine of matige verwondingen als
gevolg zou kunnen hebben.
OPMERKING
Duidt op een situatie die schade aan apparatuur of
eigendom zou kunnen berokkenen.
INFORMATIE
Duidt op nuttige tips of bijkomende informatie.
SymboolVerklaring
Lees de montagehandleiding, de
gebruiksaanwijzing en het instructievel voor de
bedrading alvorens te beginnen met de installatie.
Lees de servicehandleiding alvorens onderhoudsen servicewerkzaamheden uit te voeren.
Voor meer informatie, zie de uitgebreide
handleiding voor de installateur en de gebruiker.
▪ Het volgende symbool staat vermeld op de units:
Dit betekent dat u geen elektrische en elektronische producten
mag mengen met ongesorteerd huishoudelijk afval. Probeer het
systeem NIET zelf te ontmantelen: het ontmantelen van het
systeem en het behandelen van het koelmiddel, van olie en van
andere onderdelen moeten door een erkende installateur conform
met de geldende wetgeving uitgevoerd worden.
De units moeten voor hergebruik, recyclage en terugwinning bij
een gespecialiseerd behandelingsbedrijf worden behandeld. Door
ervoor te zorgen dat dit product op de juiste manier wordt
weggeworpen, draagt u bij tot het voorkomen van mogelijke
negatieve gevolgen voor milieu en menselijke gezondheid. Voor
meer informatie, contacteer uw installateur of de plaatselijke
overheid.
▪ Het volgende symbool staat vermeld op de batterijen:
Dit betekent dat de batterijen niet met ongesorteerd huishoudelijk
afval gemengd mag worden. Indien onder het symbool een
scheikundig symbool afgebeeld staat, betekent dit scheikundig
symbool dat de batterij een zwaar metaal bevat over een
bepaalde concentratie.
Mogelijke scheikundige symbolen: Pb: lood (>0,004%).
Wegwerpbatterijen moeten voor hergebruik door een
gespecialiseerde installatie behandeld worden. Door ervoor te
zorgen dat wegwerpbatterijen op de juiste manier worden
weggeworpen, draagt u bij tot het voorkomen van mogelijke
negatieve gevolgen voor milieu en menselijke gezondheid.
1.3Voor de installateur
1.2Voor de gebruiker
▪ Indien u twijfels heeft over de bediening van de unit, contacteer
uw installateur.
▪ Dit toestel mag worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en
personen met beperkte fysieke, zintuiglijke of mentale
mogelijkheden of met een gebrek aan ervaring en kennis indien
ze onder toezicht staan of onderricht zijn in het veilige gebruik van
het toestel en de mogelijke gevaren begrijpen. Kinderen mogen
niet met het toestel spelen. Reiniging en onderhoud door de
gebruiker mogen niet worden uitgevoerd door kinderen zonder
toezicht.
WAARSCHUWING
Om elektrische schokken of brand te vermijden:
▪ Spoel de unit NIET af.
▪ Bedien de unit NIET met natte handen.
▪ Plaats GEEN voorwerpen die water bevatten op de
unit.
OPMERKING
▪ Plaats GEEN voorwerpen, apparatuur of uitrustingen
bovenop de unit.
▪ Zit, klim of sta NIET op de unit.
1.3.1Algemeenheden
Indien u twijfels heeft over de installatie of de bediening van de unit,
contacteer uw dealer.
OPMERKING
Een foute installatie of bevestiging van apparatuur,
uitrustingen of accessoires kan elektrische schokken, een
kortsluiting, lekken, brand of schade aan de apparatuur of
uitrustingen als gevolg hebben. Gebruik enkel accessoires,
optionele apparatuur en uitrustingen en reserveonderdelen
die door Daikin gemaakt of goedgekeurd werden.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de materialen die voor de installatie en de
testen gebruikt worden, voldoen aan de geldende
wetgeving (bovenop de instructies beschreven in de
Daikin-documentatie).
VOORZICHTIG
Draag gepaste persoonlijke beschermingsuitrustingen
(beschermende handschoenen, veiligheidsbril, enz.)
wanneer u het systeem installeert of onderhoudt.
WAARSCHUWING
Scheur plastiekverpakkingen aan stukken en gooi deze
weg zodat niemand, kinderen in het bijzonder, ermee kan
spelen. Mogelijk risico: verstikking.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
4
VRV IV-S-systeem airconditioner
RXYSQ4~6T8V/YB
4P482277-1 – 2017.04
1 Algemene veiligheidsmaatregelen
GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN
▪ Raak tijdens of net na bedrijf GEEN
koelmiddelleidingen, waterleidingen of interne
onderdelen aan. Deze kunnen te warm of te koud zijn.
Geef ze de tijd om terug op een normale temperatuur
te komen. Indien u deze toch moet aanraken, draag
dan beschermende handschoenen.
▪ Raak per ongeluk lekkend koelmiddel NIET aan.
WAARSCHUWING
Neem gepaste maatregelen om te beletten dat de unit door
kleine dieren als schuilplaats gebruikt kan worden. Kleine
dieren die in contact komen met elektrische onderdelen
kunnen storingen, rook of brand veroorzaken.
VOORZICHTIG
Raak de luchtinlaat of de aluminiumlamellen van de unit
NIET aan.
OPMERKING
▪ Plaats GEEN voorwerpen, apparatuur of uitrustingen
bovenop de unit.
▪ Zit, klim of sta NIET op de unit.
OPMERKING
Werkzaamheden aan de buitenunit worden best gepland
bij droog weer om waterinsijpeling te voorkomen.
Conform de geldende wetgeving kan een logboek bij het product
vereist worden; in dit logboek dienen dan minstens de volgende
zaken bijgehouden: informatie over het onderhoud, de
reparatiewerkzaamheden, de resultaten van testen, de
stilstandperioden, enz.
Bovendien dienen minstens volgende informaties op een
toegankelijke plaats bij het product voorzien te worden:
▪ Instructies om het systeem uit te schakelen in gevallen van nood
▪ De naam en het adres van de brandweer, de politie en een
ziekenhuis
▪ De naam, het adres en de telefoonnummers overdag en 's nachts
om onderhoud te bekomen
In Europa bevat EN378 de nodige richtlijnen voor dit logboek.
1.3.2Plaats van installatie
▪ Voorzie voldoende ruimte rond de unit voor onderhoud en
luchtcirculatie.
▪ Controleer of de plaats waarop de unit moet komen, bestand is
tegen het gewicht en de trillingen van de unit.
▪ Zorg ervoor dat de zone goed geventileerd wordt. Blokkeer GEEN
ventilatieopeningen.
▪ Controleer of de unit horizontaal staat.
▪ In plaatsen waar corroderend gas (zoals zwaveligzuurgas)
geproduceerd wordt. Corrosie aan de koperleidingen of
gesoldeerde onderdelen kan de oorzaak zijn dat koelmiddel gaat
lekken.
1.3.3Koelmiddel
Indien van toepassing. Voor meer informatie, raadpleeg de
installatiehandleiding of de uitgebreide handleiding (voor de
installateur) van uw toepassing.
OPMERKING
Controleer of de installatie van de koelmiddelleidingen
voldoet aan de geldende wetgeving. In Europa geldt
EN378 als de van toepassing zijnde norm.
OPMERKING
Controleer of de lokale leidingen en aansluitingen niet aan
spanningen onderhevig (kunnen) zijn.
WAARSCHUWING
Zet, tijdens testen, het product NOOIT onder een druk
hoger dan de maximaal toegestane druk (vermeld op het
naamplaatje van de unit).
WAARSCHUWING
Neem voldoende maatregelen wanneer koelmiddel zou
lekken. Ventileer onmiddellijk de zone wanneer koelgas
lekt. Mogelijke risico's:
▪ Te hoge koelmiddelconcentraties in een gesloten
ruimte kunnen leiden tot een gebrek aan zuurstof.
▪ Als koelgas in contact komt met vuur, kan giftig gas
ontstaan.
GEVAAR: ONTPLOFFINGSGEVAAR
Afpompen – Koelmiddellekken. Als u het systeem wil
afpompen en er zit een lek in het koelmiddelcircuit:
▪ Gebruik NIET de automatische afpompfunctie van de
unit die al het koelmiddel uit het systeem naar de
buitenunit kan sturen. Possible consequence:
Zelfontbranding en explosie van de compressor door
lucht die in de draaiende compressor terechtkomt.
▪ Gebruik een afzonderlijk aftapsysteem zodat de
compressor van de unit NIET moet draaien.
WAARSCHUWING
Vang steeds het koelmiddel op. Laat ze NIET rechtstreeks
vrij in de omgeving. Gebruik een vacuümpomp om de
installatie leeg te pompen.
OPMERKING
Controleer of er geen gaslekken zijn als u alle leidingen
heeft aangesloten. Gebruik stikstof om een gaslektest uit
te voeren.
Installeer de unit NIET in een van de volgende plaatsen:
▪ In mogelijke explosieve omgevingen.
▪ In plaatsen met toestellen of machines die elektromagnetische
golven uitzenden. Elektromagnetische golven kunnen het
besturingssysteem storen, waardoor de apparatuur slecht kan
werken.
▪ In plaatsen met brandgevaar omwille van lekkende ontvlambare
gassen (zoals verdunners of benzine), koolstofvezels,
ontvlambaar stof.
▪ Om te voorkomen dat de compressor defect raakt, mag
u NIET meer bijvullen dan de gespecificeerde
hoeveelheid koelmiddel.
▪ Als het koelmiddelsysteem moet worden geopend, dan
dient het koelmiddel te worden behandeld volgens de
geldende wetgeving.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
5
1 Algemene veiligheidsmaatregelen
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat er geen zuurstof in het systeem zit.
Bovendien mag er pas koelmiddel worden bijgevuld nadat
er een lekkagetest en een vacuümdroogprocedure is
uitgevoerd.
▪ Zie het typeplaatje op de unit wanneer koelmiddel in het systeem
moet worden aangevuld. Daarop staan het type koelmiddel en de
vereiste hoeveelheid.
▪ De unit werd in de fabriek met koelmiddel gevuld en sommige
systemen moeten, afhankelijk van de maat en lengte van de
leidingen, bijkomend met koelmiddel worden gevuld.
▪ Gebruik uitsluitend gereedschap dat enkel en alleen voor het soort
koelmiddel bedoeld is om de vereiste drukweerstand te kunnen
garanderen en om te beletten dat vreemde stoffen in het systeem
terechtkomen.
▪ Vul als volgt met vloeibaar koelmiddel:
AlsDan
Er is een sifonbuis
(d.w.z. er zou iets zoals “Met
vloeistofvulsifon” op de fles
moeten staan)
Er is GEEN sifonbuisVul bij met de ondersteboven
▪ Open koelmiddelflessen steeds traag.
▪ Vul bij met koelmiddel in vloeibare vorm. Het koelmiddel in
gasvormige fase toevoegen kan de normale werking verstoren.
VOORZICHTIG
Wanneer het bijvullen van koelmiddel is voltooid of tijdens
een pauze, moet u de klep van de koelmiddeltank
onmiddellijk sluiten. Als de klep niet onmiddellijk gesloten
wordt, kan door de resterende druk extra koelmiddel
worden bijgevuld. Possible consequence: Onjuiste
hoeveelheid koelmiddel.
Vul bij met rechtopstaande fles.
staande fles.
WAARSCHUWING
Het gebruik en de installatie van de toepassing MOETEN
voldoen aan de veiligheids- en milieumaatregelen
gespecificeerd in de relevante reglementering.
1.3.5Water
Indien van toepassing. Voor meer informatie, raadpleeg de
installatiehandleiding of de uitgebreide handleiding (voor de
installateur) van uw toepassing.
OPMERKING
Controleer of de kwaliteit van het water voldoet aan de EUrichtlijn 98/83EC.
1.3.6Elektrisch
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
▪ Schakel alle elektrische voedingen UIT vooraleer u het
deksel van de schakelkast verwijdert, elektrische
bedrading aansluit of elektrische onderdelen aanraakt.
▪ Schakel de elektrische voeding langer dan 1minuut uit
en meet de spanning op de aansluitklemmen van de
condensatoren of elektrische onderdelen van de
hoofdkring vooraleer u een onderhoud uitvoert. De
spanning MOET onder de 50 V DC gevallen zijn
vooraleer u elektrische onderdelen mag aanraken.
Raadpleeg het bedradingsschema voor de plaats van
de aansluitklemmen.
▪ Raak elektrische onderdelen NIET aan met natte
handen.
▪ Laat de unit NIET onbewaakt achter wanneer het
servicedeksel verwijderd is.
WAARSCHUWING
In de vaste bedrading moet een hoofdschakelaar of een
ander middel om uit te schakelen worden voorzien als dit
nog NIET in de fabriek werd voorzien; deze schakelaar
MOET worden geïnstalleerd in de vaste bedrading en dient
het contact van alle polen volledig te verbreken en te
voldoen aan de vereisten van de overspanning-categorieIII-specificatie wanneer hij open staat.
1.3.4Pekel
Indien van toepassing. Voor meer informatie, raadpleeg de
installatiehandleiding of de uitgebreide handleiding (voor de
installateur) van uw toepassing.
WAARSCHUWING
De gekozen pekel MOET voldoen aan de geldende
wetgeving.
WAARSCHUWING
Neem voldoende maatregelen voor het geval pekel zou
lekken. Indien pekel lekt, ventileer onmiddellijk de zone en
neem contact op met uw plaatselijke verdeler.
WAARSCHUWING
De omgevingstemperatuur in de unit kan veel hoger
oplopen dan die van de kamer, bv. 70°C. In geval van een
pekellek kunnen hete onderdelen in de unit een gevaarlijke
situatie creëren.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
6
VRV IV-S-systeem airconditioner
RXYSQ4~6T8V/YB
4P482277-1 – 2017.04
2 Over de documentatie
WAARSCHUWING
▪ Gebruik ALLEEN koperdraden.
▪ Controleer of de lokale bedrading voldoet aan de
geldende wetgeving.
▪ Alle lokale bedradingen dienen conform het met het
product meegeleverd bedradingsschema uitgevoerd te
worden.
▪ Knijp NOOIT gebundelde kabels samen en controleer
of ze niet met leidingen of scherpe randen in contact
(kunnen) komen. Controleer of geen externe druk op
de klemaansluitingen wordt uitgeoefend.
▪ Vergeet niet aarddraden te leggen. Aard de unit NIET
via een nutsleiding, een piekspanningsbeveiliging of de
aarding van de telefoon. Een onvolledige aarding kan
elektrische schokken veroorzaken.
▪ Gebruik hiervoor een aparte voedingskring. Gebruik
NOOIT een elektrische voeding die met een ander
toestel gedeeld wordt.
▪ Installeer zeker de vereiste zekeringen of
stroomonderbrekers.
▪ Plaats zeker een aardlekschakelaar. Als u dit niet doet,
kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken.
▪ Wanneer u de aardlekbeveiliging plaatst, controleer of
deze met de inverter compatibel is (bestand tegen
hoogfrequente elektrische ruis), zodat de
aardlekbeveiliging zich niet onnodig opent.
OPMERKING
Voorzorgsmaatregelen bij het installeren van
voedingskabels:
▪ Sluit geen kabels met een verschillende dikte aan op
de voedingsklemmenstrook (loshangende
voedingskabels kunnen abnormaal warm worden).
▪ Ga bij het aansluiten van draden met eenzelfde dikte te
werk zoals hieronder afgebeeld.
▪ Gebruik voor de bedrading de aangegeven
stroomdraad en sluit hem stevig aan; maak dan vast
om druk van buitenuit op de klemmenstrook te
voorkomen.
▪ Draai de klemschroeven vast met een geschikte
schroevendraaier. Een schroevendraaier met een
kleine kop beschadigt de schroefkop en maakt degelijk
vastzetten onmogelijk.
▪ Als klemschroeven te vast worden aangespannen,
dreigen ze te breken.
Leg de stroomtoevoerkabels op minstens 1 meter afstand van
televisietoestellen en radio's om geen interferenties te hebben.
Afhankelijk van de radiogolven volstaat een afstand van 1 meter
soms niet.
WAARSCHUWING
▪ Controleer na het beëindigen van de elektriciteit of alle
elektrische onderdelen en aansluitklemmen in de
elektriciteitskast veilig zijn aangesloten.
▪ Controleer of alle deksels dicht zijn vooraleer de unit
aan te zetten.
OPMERKING
Alleen van toepassing als de elektrische voeding driefasig
is en de compressor een AAN/UIT-startmethode heeft.
Als een fase zich na een tijdelijke black-out kan omkeren
en de stroomtoevoer gaat aan en uit terwijl het systeem in
bedrijf is, installeer dan plaatselijk een beveiligingscircuit
tegen faseomkering. Door het systeem in omgekeerde
fase te laten draaien, kunnen de compressor en andere
onderdelen stuk gaan.
2Over de documentatie
2.1Over dit document
Bedoeld publiek
Erkende installateurs + eindgebruikers
INFORMATIE
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik door expert of
opgeleide gebruikers in winkels, lichte industrie en op
boerderijen, of voor commercieel gebruik door nietdeskundigen.
Documentatieset
Dit document is een onderdeel van een documentatieset. De
volledige set omvat:
▪ Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de
veiligheid:
▪ Veiligheidsinstructies te lezen vóór de installatie
▪ Formaat: Papier (in de doos van de buitenunit)
▪ Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing buitenunit:
▪ Instructies voor installatie en gebruik
▪ Formaat: Papier (in de doos van de buitenunit)
▪ Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker:
▪ De installatie voorbereiden, referentiegegevens,…
▪ Gedetailleerde stap per stap instructies en
achtergrondinformatie voor basis- en gevorderd gebruik
▪ Formaat: Digitale bestanden op http://www.daikineurope.com/
support-and-manuals/product-information/
Laatste herzieningen van de meegeleverde documentatie kunnen op
de regionale Daikin-website of via uw dealer beschikbaar zijn.
De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle
andere talen zijn vertalingen.
Technische gegevens
▪ Een deel van de recentste technische gegevens is beschikbaar
op de regionale Daikin-website (publiek toegankelijk).
▪ De volledige recentste technische gegevens zijn beschikbaar op
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
7
3 Over de doos
21
+
a
1×
b
1×
c
1×
d
1×
ef
1×1×
g
1×
Voor de installateur
3Over de doos
3.1Overzicht: Over de doos
In dit hoofdstuk worden de stappen beschreven die u moet uitvoeren
nadat de doos met de buitenunit ter plaatse is geleverd.
Het bevat informatie over:
▪ Uitpakken en omgaan met de units
▪ Accessoires van de units verwijderen
Denk aan de volgende punten:
▪ De unit moet bij de levering gecontroleerd worden op
beschadigingen. Elke vorm van beschadiging moet onmiddellijk
aan de schadeverantwoordelijke van de transporteur gemeld
worden.
▪ Breng de verpakte unit zo dicht mogelijk bij de uiteindelijke
installatieplaats om beschadiging tijdens het transport te
voorkomen.
▪ Neem de volgende punten in acht bij het omgaan met de unit:
Breekbaar, ga voorzichtig om met de unit.
Houd de unit recht om beschadiging van de compressor
te voorkomen.
▪ Kies van tevoren de weg waarlangs de unit naar binnen moet
worden getransporteerd.
3.2.2Omgaan met de buitenunit
Draag de unit langzaam zoals weergegeven:
VOORZICHTIG
Raak de luchtinlaat of de aluminium vinnen van de unit
NIET aan, dit om letsels te voorkomen.
Vorkheftruck. Een vorkheftruck mag alleen worden gebruikt
wanneer de unit op de pallet blijft.
3.2Buitenunit
3.2.1De buitenunit uitpakken
3.2.3Accessoires van de buitenunit
verwijderen
1 Verwijder het servicedeksel. Zie "6.2.2 De buitenunit
openen"op pagina17.
2 Verwijder de accessoires.
a Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de
veiligheid
b Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing buitenunit
c Label gefluoreerde broeikasgassen
d Meertalig label gefluoreerde broeikasgassen
e Gasleiding accessoire 1 + koperen pakking (alleen voor
RXYSQ6)
f Gasleiding accessoire 2 (alleen voor RXYSQ6)
g Gasleiding accessoire 3 (alleen voor RXYSQ6)
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
8
4Over de units en opties
4.1Overzicht: Over de units en opties
Dit hoofdstuk bevat informatie over:
VRV IV-S-systeem airconditioner
RXYSQ4~6T8V/YB
4P482277-1 – 2017.04
4 Over de units en opties
g
dd
cc
f
eb
a
g
f
e
▪ Identificatie van de buitenunit.
▪ De plaats van de buitenunit in de lay-out van het systeem.
▪ Met welke binnenunits en opties de buitenunits kunnen worden
gecombineerd.
4.2Identificatie
OPMERKING
Wanneer meerdere units gelijktijdig geïnstalleerd of
onderhouden worden, let op de servicepanelen NIET te
verwisselen tussen verschillende modellen.
4.2.1Identificatielabel: Buitenunit
Plaats
Modelidentificatie
Example: R X Y S Q 6 T8 Y B [*]
CodeVerklaring
RBuiten luchtgekoeld
XWarmtepomp (niet-continu verwarmen)
YEén module
ZS-reeks
QKoelmiddeltype R410A
4~6Capaciteitklasse
T8VRV IV-reeks
V
Y
BEuropese markt
[*]Aanduiding kleine modelwijziging
Elektrische voeding
4.3Over de buitenunit
Deze montagehandleiding betreft het VRV IV-S, volledig door
inverter aangedreven warmtepompsysteem.
Deze units zijn ontworpen voor installatie buitenshuis en zijn bedoeld
voor lucht-lucht-warmtepomptoepassingen.
SpecificatieRXYSQ4~6
CapaciteitVerwarmen14,2~18,0kW
Koelen12,1~15,5kW
Ontwerptemperatuur
(omgeving)
Verwarmen–20~15,5°Cnatte bol
Koelen–5~46°Cdroge bol
INFORMATIE
Niet elke combinatie van binnenunits is toegelaten. Zie
"4.5.2 Mogelijke combinaties van binnenunits" op
pagina9 voor meer informatie.
a VRV IV-S-warmtepomp buitenunit
b Koelmiddelleiding
c VRV directe-expansiebinnenunit (DX)
d Gebruikersinterface (specifiek afhankelijk van het type
binnenunit)
e BP-box (vereist voor aansluiting van Residential Air (RA) of
Sky Air (SA) directe-expansiebinnenunits (DX))
f Residential Air (RA) directe-expansiebinnenunits (DX)
g Gebruikersinterface (draadloos, specifiek afhankelijk van
het type binnenunit)
4.5Units en opties combineren
4.5.1Over combinaties van units en opties
OPMERKING
Raadpleeg de recentste technische data voor de VRV IVS-warmtepomp om zeker te zijn dat uw systeeminstallatie
(buitenunit+binnenunit(s)) zal werken.
Het VRV IV-S-warmtepompsysteem kan worden gecombineerd met
verschillende types binnenunit en is uitsluitend bedoeld voor gebruik
met R410A.
Een overzicht van de beschikbare units vindt u in de
productcatalogus voor VRV IV-S.
Hierna vindt u een overzicht van de toegelaten combinaties van
binnen- en buitenunits. Niet alle combinaties zijn toegelaten. De
combinaties zijn onderworpen aan regels (combinatie tussen buitenbinnen, combinaties tussen binnenunits, enz.) vermeld in de
technische data.
4.5.2Mogelijke combinaties van binnenunits
In het algemeen kunnen de volgende types binnenunit worden
aangesloten op een VRV IV-S-warmtepompsysteem. Deze lijst is
niet beperkend en hangt af van zowel de combinaties van de
buitenunitmodellen als de binnenunitmodellen.
▪ VRVDX-binnenunits mogen niet worden gecombineerd
met RADX-binnenunits.
▪ RA DX-binnenunits mogen niet worden gecombineerd
met AHU-binnenunits.
▪ RA DX-binnenunits mogen niet worden gecombineerd
met luchtgordijnbinnenunits.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
9
5 Voorbereiding
b
c
f
d
d
a
c
be
(mm)
≥1500
≥1000
≥1000
≥1000
≥1500
≥1500
≥1500
4.5.3Mogelijke opties voor de buitenunit
INFORMATIE
Zie de technische data voor de recentste optienamen.
Koelmiddelaftakkit
BeschrijvingModelnaam
Refnet-verdelerKHRQ22M29H
Refnet-verbindingKHRQ22M20T
Zie "5.3.4 Koelmiddelaftaksets selecteren" op pagina 14 voor de
selectie van de optimale aftakset.
Keuzeschakelaar koelen/verwarmen
Om de koel- of verwarmfunctie van op een centrale plaats te
regelen, kan de volgende optie worden aangesloten:
BeschrijvingRXYSQ4~6_VRXYSQ4~6_Y
Keuzeschakelaar
KRC19-26AKRC19-26A
koelen/verwarmen
Printkaart
EBRP2B—
keuzeschakelaar
koelen/verwarmen
Kabel
—EKCHSC
keuzeschakelaar
koelen/verwarmen
Met optionele
KJB111AKJB111A
montagekast voor de
schakelaar
Adapter voor externe besturing (DTA104A61/62)
Voor specifieke werking met een externe input van een centrale
besturing kan de externe besturingsadapter worden gebruikt.
Instructies (groep of individueel) kunnen worden gegeven voor
geluidsarme werking en werking met beperkt stroomverbruik.
De externe besturingsadapter moet in de binnenunit worden
geïnstalleerd.
Kabel PC-configurator (EKPCCAB)
Bij de inbedrijfstelling kunnen verschillende lokale instellingen
worden ingesteld met behulp van een pc-interface. Voor deze optie
is de EKPCCAB vereist; dit is een specifieke kabel voor
communicatie met de buitenunit. De software van de
gebruikersinterface is beschikbaar op http://www.daikineurope.com/
support-and-manuals/software-downloads/.
5Voorbereiding
5.1Overzicht: Voorbereiding
In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u moet doen en wat u moet
weten alvorens u ter plaatse gaat.
Het bevat informatie over:
▪ Installatieplaats voorbereiden
▪ Koelmiddelleiding voorbereiden
▪ Elektrische bedrading voorbereiden
5.2De installatieplaats voorbereiden
Installeer de unit NIET op een plaats die vaak als werkplaats wordt
gebruikt. Wanneer bouwwerken (bijv. slijpwerk) worden uitgevoerd
waarbij veel stof wordt geproduceerd, moet de unit worden afgedekt.
Kies een installatieplaats met voldoende ruimte om de unit in en uit
de site te kunnen dragen.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
10
5.2.1Vereisten inzake de plaats waar de
buitenunit geïnstalleerd wordt
INFORMATIE
Lees ook de volgende vereisten:
▪ Algemene vereisten voor de installatieplaats. Zie het
hoofdstuk "Algemene voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot de veiligheid".
▪ Vereisten voor de serviceruimte. Zie het hoofdstuk
Toestel niet toegankelijk voor iedereen; installeer het op
een beveiligde plaats die niet voor iedereen toegankelijk is.
Deze units, binnen- en buitenunit, zijn zowel geschikt voor
commerciële als kleinindustriële toepassingen.
OPMERKING
De in deze handleiding beschreven apparatuur kan
elektronische ruis veroorzaken afkomstig van
radiofrequentie-energie. De apparatuur voldoet aan
specificaties die een redelijke bescherming moeten bieden
tegen dergelijke interferentie. De garantie dat in een
specifieke installatie geen interferentie zal optreden, kan
echter niet worden gegeven.
Het is dan ook aan te raden de apparatuur en elektrische
draden op een gepaste afstand van stereotoestellen, pc's,
enz. te installeren.
a Pc of radio
b Zekering
c Aardlekbeveiliging
d Gebruikersinterface
e Binnenunit
f Buitenunit
In plaatsen met een slechte ontvangst, moet de afstand 3m of meer
bedragen om elektromagnetische storingen van andere apparatuur
te voorkomen en moeten de voedings- en transmissieleidingen in
kabelbuizen liggen.
▪ Kies een plaats waar de unit zoveel mogelijk uit de regen staat.
▪ Zorg ervoor dat ingeval van een waterlek, het water geen schade
kan veroorzaken aan de installatieruimte en de omgeving.
▪ Kies een plaats waar de warme/koude lucht uit de unit of het
lawaai ervan NIEMAND stoort.
▪ De lamellen van de warmtewisselaar zijn scherp en kunnen
iemand verwonden. Kies een installatieplaats waar er geen risico
is dat iemand zich kan verwonden (in het bijzonder in omgevingen
waar kinderen spelen).
Installeer de unit NIET in een van de volgende plaatsen:
▪ Geluidsgevoelige zones (zoals naast een slaapkamer), zodat het
geproduceerd geluid in bedrijf geen overlast veroorzaakt.
Opmerking: Als het geproduceerd geluid in reële omstandigheden
wordt gemeten, kan de gemeten waarde omwille van
omgevingsgeluiden en geluidsreflecties groter zijn dan het in de
specificaties onder Geluidspectrum vermeld geluidsdrukniveau.
RXYSQ4~6T8V/YB
VRV IV-S-systeem airconditioner
4P482277-1 – 2017.04
▪ Plaatsen met nevels van mineraalolie, oliespray of dampen in de
b
c
a
a
b
c
d
c
d
a
a
a
b
a
b
c
c
d
lucht. Plastic onderdelen kunnen worden aangetast en van het
toestel vallen of waterlekken veroorzaken.
Het is NIET aangewezen de unit op de volgende plaatsen te
installeren, omdat deze plaatsen de levensduur van de unit kunnen
verkorten:
▪ Waar de spanning veel schommelt
▪ In voertuigen of schepen
▪ In de aanwezigheid van zuur- of alkalinedampen
Installatie aan de kust. Zorg ervoor dat de buitenunit NIET
rechtstreeks aan zeewind wordt blootgesteld. Dit om corrosie door
het hoge zoutgehalte van de lucht te voorkomen (kan de levensduur
van de unit verkorten).
Installeer de buitenunit uit rechtstreekse zeewind.
Example: Achter het gebouw.
5 Voorbereiding
a Controleer of er voldoende installatieruimte is
Plaats de uitlaatzijde in een rechte hoek op de richting van de wind.
Installeer een afscherming tegen de wind als de buitenunit aan
rechtstreekse zeewind wordt blootgesteld.
▪ Hoogte van afscherming tegen wind≥1,5×hoogte van buitenunit
▪ Let bij de installatie van de afscherming tegen de wind op de
vereisten inzake de serviceruimte.
5.2.2Bijkomende vereisten inzake de
a Belangrijkste windrichting
b Luchtuitlaat
installatieplaats van de buitenunit in
koude klimaten
Bescherm de buitenunit tegen directe sneeuwval en zorg ervoor dat
de buitenunit NOOIT ingesneeuwd raakt.
a Zeewind
b Gebouw
c Buitenunit
d Afscherming tegen wind
Hevige wind (≥18km/u) die tegen de luchtuitlaat van de buitenunit
blaast, veroorzaakt kortsluiting (luchtaanzuiging of -uitblaas). Dit kan
de volgende gevolgen met zich meebrengen:
▪ een vermindering van de capaciteit in bedrijf;
▪ een snellere en meer regelmatige ijsvorming tijdens het
verwarmen;
▪ stilvallen door een te lage of een te hoge druk;
▪ een gebroken ventilator (als hevige wind constant tegen de
ventilator blaast, kan deze beginnen zeer snel te draaien en na
een tijdje breken).
Er wordt geadviseerd een stootplaat te monteren wanneer de
luchtuitlaat aan wind blootgesteld is.
Draai de luchtuitlaatkant in de richting van de muur van het gebouw,
hek of scherm.
a Afdakje tegen de sneeuw
b Voetstuk (minimale hoogte = 150mm)
c Belangrijkste windrichting
d Luchtuitlaat
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
11
5 Voorbereiding
T
AO
(°C WB)
ab
20
15.5
15
10
5
0
–5
–10
–15
–20
10152025
27
30
T
AI
(°C DB)
b
a
OPMERKING
Wanneer de unit wordt gebruikt om te verwarmen bij een
lage buitentemperatuur en een hoge vochtigheidsgraad,
neem dan voorzorgsmaatregelen om de afvoeropeningen
van de unit vrij te houden.
Verwarmen:
a Werkingsbereik verwarmen
b Werkingsbereik
TAI Binnentemperatuur
TAO Buitentemperatuur
Als de unit wordt geselecteerd om te werken bij een
omgevingstemperatuur van minder dan –5°C gedurende
minstens 5 dagen, met een relatieve vochtigheidsgraad
van meer dan 95%, dan bevelen wij aan om een Daikinreeks te gebruiken die specifiek is ontworpen voor
dergelijke toepassingen en/of om contact op te nemen met
uw dealer voor meer informatie.
5.2.3Voorzorgsmaatregelen voor
koelmiddellekken
Over voorzorgsmaatregelen voor
koelmiddellekken
De installateur en systeemdeskundige moeten de veiligheid
garanderen in geval van lekken in overeenstemming met de lokale
reglementeringen en normen. Bij gebrek aan lokale
reglementeringen, kunnen de volgende normen gelden.
Dit systeem werkt met R410A als koelmiddel. R410A is op zich een
volledig veilig, niet-toxisch en niet-brandbaar koelmiddel. Niettemin
moet de ruimte waarin het systeem wordt geïnstalleerd, groot
genoeg zijn. Dit verzekert dat het maximale concentratiepeil van
koelgas niet wordt overschreden, ingeval dat er een groot lek in het
systeem zou ontstaan, overeenkomstig de lokale reglementeringen
en normen ter zake.
Over het maximum concentratieniveau
De maximale hoeveelheid koelmiddel en de berekening van de
maximale koelmiddelconcentratie zijn rechtstreeks gerelateerd aan
de ruimte waarin personen verblijven en waarin het koelmiddel dus
zou kunnen lekken.
De meeteenheid van de concentratie is kg/m3 (het gewicht in kg van
het koelgas in een volume van 1m3 van de gebruikte ruimte).
De lokale reglementeringen en normen betreffende de maximaal
toelaatbare concentratie moeten worden nageleefd.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
12
Volgens de Europese Norm terzake is de maximaal toelaatbare
concentratie van koelmiddel in een ruimte met mensen voor R410A
beperkt tot 0,44kg/m3.
a Richting van de koelmiddelstroom
b Ruimte waarin zich een koelmiddellek heeft voorgedaan
(uitstromen van alle koelmiddel uit het systeem)
Let vooral op met plaatsen waar het koelgas kan blijven hangen,
zoals kelderverdiepingen enz., omdat koelgas zwaarder is dan lucht.
Controle van het maximum concentratieniveau
Controleer het maximale concentratiepeil zoals beschreven in de
onderstaande stappen 1 tot 4 en neem de nodige maatregelen om
eraan te voldoen.
1 Bereken de hoeveelheid koelmiddel (kg) in elk systeem
afzonderlijk.
FormuleA+B=C
AHoeveelheid koelmiddel in een systeem met
één unit (hoeveelheid koelmiddel waarmee
het systeem is gevuld voordat het de fabriek
verlaat)
BHoeveelheid extra koelmiddel (lokaal
bijgevulde hoeveelheid koelmiddel)
CTotale hoeveelheid koelmiddel (kg) in het
systeem
OPMERKING
Als één enkel koelmiddelsysteem in 2 volledig
onafhankelijke koelsystemen is opgedeeld, dient u de
hoeveelheid koelmiddel te gebruiken waarmee elk
afzonderlijk systeem is gevuld.
2 Bereken het volume van de ruimte (m3) waar de binnenunit is
geïnstalleerd. Bereken in de volgende gevallen het volume van
(D), (E) als één ruimte of als de kleinste ruimte.
DAls er geen kleinere opdelingen zijn van de ruimte:
RXYSQ4~6T8V/YB
VRV IV-S-systeem airconditioner
4P482277-1 – 2017.04
5 Voorbereiding
a
b
t
Ø
A
B-1B-2
C-1C-2C-3C-4EEEE
11
3-13-23-33-4
A
D
RA DXVRV DX
D
4
4
5555
22
22
EAls de ruimte opgedeeld is, maar een opening
aanwezig is tussen de ruimten die voldoende groot is
om een vrije luchtcirculatie toe te laten.
a Opening tussen ruimten
b Scheiding (Als er een opening is zonder deur of als
er boven of onder de deur openingen zijn die elk in
grootte equivalent zijn aan 0,15% of meer van het
vloeroppervlak.)
3 Bereken de koelmiddeldichtheid aan de hand van de resultaten
van de berekeningen in stap 1 en 2 hiervoor. Als het resultaat
van de voorgaande berekening groter is dan de maximaal
toelaatbare concentratie, moet een ventilatieopening naar de
ruimte ernaast worden voorzien.
FormuleF/G≤H
FTotaal volume koelmiddel in het
koelmiddelsysteem
GVolume (in m3) van de kleinste ruimte met
een binnenunit
HMaximale concentratie (kg/m3)
4 Bereken de koelmiddeldichtheid met het volume van de ruimte
waar de binnenunit is geïnstalleerd en de ruimte ernaast.
Voorzie ventilatieopeningen in de deur van de ruimtes ernaast
tot de koelmiddeldichtheid kleiner is dan de maximaal
toelaatbare concentratie.
5.3De koelmiddelleidingen
voorbereiden
5.3.2Materiaal koelmiddelleidingen
▪ Materiaal leidingen: Met fosforzuur gedeoxideerd naadloos
koper.
▪ Temperingsgraad en dikte van de leidingen:
Buitendiameter
(Ø)
6,4mm (1/4")
9,5mm (3/8")
12,7mm (1/2")
15,9mm (5/8")Gegloeid (O)≥0,99mm
19,1mm (3/4")Halfhard (1/2H)≥0,80mm
▪ Flareverbindingen: Gebruik alleen gegloeide leidingen.
HardingsgraadDikte (t)
Gegloeid (O)≥0,80mm
(a) In functie van de toepasselijke wetgeving en de maximale
werkdruk van de unit (zie “PS High” op het naamplaatje
van de unit) kunnen dikkere leidingen nodig zijn.
(a)
5.3.3Leidingmaat selecteren
Bepaal de geschikte maat aan de hand van de volgende tabellen en
de afbeelding (alleen als referentie).
INFORMATIE
▪ VRVDX-binnenunits mogen niet worden gecombineerd
met RADX-binnenunits.
▪ RA DX-binnenunits mogen niet worden gecombineerd
met AHU-binnenunits.
▪ RA DX-binnenunits mogen niet worden gecombineerd
met luchtgordijnbinnenunits.
INFORMATIE
Als RA DX-binnenunits worden geïnstalleerd, moet lokale
instelling [2‑38] (=type geïnstalleerde binnenunits) worden
geconfigureerd. Zie "7.2.8Stand 2: Lokale instellingen"op
pagina33.
5.3.1Vereisten voor de koelmiddelleidingen
INFORMATIE
Lees tevens de voorzorgsmaatregelen en vereisten in
hoofdstuk “Algemene veiligheidsmaatregelen”.
OPMERKING
Voor R410A-koelmiddel moeten strikte
voorzorgsmaatregelen worden genomen om het systeem
schoon, droog en afgedicht te houden.
▪ Schoon en droog: voorkom dat vreemd materiaal (zoals
minerale olie of vocht) in het systeem terechtkomt.
▪ Afgedicht: R410A bevat geen chloor en is niet
schadelijk voor de ozonlaag die de aarde tegen
schadelijke ultraviolette straling beschermt. Wanneer
R410A vrijkomt, kan dit wel in kleine mate bijdragen
aan het broeikaseffect. Om deze reden verdient de
afdichting van de installatie bijzondere aandacht.
OPMERKING
De leidingen en andere drukvoerende delen moeten
geschikt zijn voor koelmiddel. Gebruik met fosforzuur
gedeoxideerde, naadloze koperen leidingen voor
koelmiddel.
▪ Vreemde stoffen in de leidingen, waaronder oliën die tijdens de
fabricage worden gebruikt, mogen niet meer dan 30 mg/10 m
bedragen.
A Leiding tussen buitenunit en (eerste) koelmiddelaftakset
B-1 B-2 Leiding tussen koelmiddelaftaksets
C-1~C-4 Leidingen tussen koelmiddelaftakset en binnenunit
D Leiding tussen koelmiddelaftakset en BP-unit
E Leiding tussen BP-unit en RADX-binnenunit
Wanneer de vereiste leidingdiameters (inch-maten) niet verkrijgbaar
zijn, mag u ook andere diameters (mm-maten) gebruiken; houd
hierbij rekening met de volgende punten:
▪ Neem de leidingdiameter die het dichtst bij de gevraagde diameter
ligt.
▪ Gebruik de gepaste adapterstukken voor de overgang van
leidingen met inch-maten naar leidingen met mm-maten (lokaal te
voorzien).
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
13
5 Voorbereiding
a
e
bc
d
▪ Wijzig de berekening voor extra koelmiddel zoals beschreven in
"6.7.3 Bepalen hoeveel koelmiddel bijgevuld moet worden" op
pagina24.
A: Leiding tussen buitenunit en (eerste)
koelmiddelaftakset
Wanneer de equivalente leidinglengte tussen de buiten- en
binnenunits 90 m of meer bedraagt, moet u een dikkere
hoofdgasleiding gebruiken. Gebruik de oorspronkelijke
leidingdiameter wanneer de aanbevolen gasleidingmaat niet
beschikbaar is (dit kan evenwel een kleine capaciteitsafname tot
gevolg hebben).
a Buitenunit
b Hoofdgasleiding
c Vergroten
d Eerste koelmiddelaftakkit
e Binnenunit
Type capaciteit
buitenunit (HP)
4+515,919,19,5
619,122,2
Leidingmaat (buitendiameter) (mm)
GasleidingVloeistofleiding
StandaardVergroot
D: Leiding tussen koelmiddelaftakset en BP-unit
Totale
capaciteitsindex
van aangesloten
binnenunits
15~6212,76,4
63~14915,99,5
150~18219,1
Leidingmaat (buitendiameter) (mm)
GasleidingVloeistofleiding
E: Leiding tussen BP-unit en RA DX-binnenunit
Capaciteitsindex
binnenunit
15~429,56,4
5012,7
609,5
7115,9
Leidingmaat (buitendiameter) (mm)
GasleidingVloeistofleiding
5.3.4Koelmiddelaftaksets selecteren
Voor een voorbeeld met leidingen, zie "5.3.3 Leidingmaat
selecteren"op pagina13.
Refnet-verbinding aan de eerste aftakking (vanaf de buitenunit)
Wanneer als eerste aftakking vanaf de kant van de buitenunit een
refnet-verbinding wordt gebruikt, kunt u deze kiezen uit de volgende
tabel volgens de capaciteit van de buitenunit. Example: Refnetverbinding A→B‑1.
B: Leiding tussen koelmiddelaftaksets
Kies uit de volgende tabel volgens het type van de totale capaciteit
van de stroomafwaarts aangesloten binnenunits. De diameter van
de aansluitleiding mag niet groter zijn dan die van de
koelmiddelleiding die is bepaald door de algemene modelnaam van
het systeem.
Capaciteitsindex
binnenunit
<15015,99,5
150≤x≤18219,1
Example: Stroomafwaartse capaciteit voor B-1 = capaciteitsindex
van unit 3-1 + capaciteitsindex van unit 3-2
Leidingmaat (buitendiameter) (mm)
GasleidingVloeistofleiding
C: Leidingen tussen koelmiddelaftakset en
binnenunit
Gebruik dezelfde diameters als die van de aansluitingen (vloeistof,
gas) op de binnenunits. De diameters van binnenunits zijn als volgt:
Capaciteitsindex
binnenunit
15~5012,76,4
63~14015,99,5
Leidingmaat (buitendiameter) (mm)
GasleidingVloeistofleiding
5.3.5Lengte koelmiddelleiding en hoogteverschil
Type capaciteit buitenunit (HP)Koelmiddelaftakset
4~6KHRQ22M20T
Refnet-verbindingen bij andere aftakkingen
Kies voor andere refnet-verbindingen dan de eerste aftakking het
juiste model aftakset op basis van de totale capaciteitsindex van alle
binnenunits die na de koelmiddelaftakking zijn aangesloten.
Example: Refnet-verbinding B‑1→C‑1.
Capaciteitsindex binnenunitKoelmiddelaftakset
<182KHRQ22M20T
Refnet-verdelers
Kies uit de volgende tabel volgens de totale capaciteit van alle onder
de refnet-verdeler aangesloten binnenunits.
Capaciteitsindex binnenunitKoelmiddelaftakset
<182KHRQ22M29H
INFORMATIE
Op een verdeler kunnen maximum 8 aftakkingen worden
aangesloten.
De leidinglengten en hoogteverschillen moeten voldoen aan de volgende vereisten. Twee patronen komen aan bod:
• Buitenunit met 100% VRVDX-binnenunits
• Buitenunit met 100% RADX-binnenunits
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
5.4.1Over het voldoen aan de normen inzake
elektriciteit
Alleen voor RXYSQ4~6_V
De apparatuur voldoet een de norm EN/IEC61000-3-12 (Europese/
internationale technische norm die de grenzen vastlegt inzake
harmonische stromen geproduceerd door apparatuur aangesloten
op openbare laagspanningssystemen met een ingangsstroom >16A
en ≤75A per fase).
5.4.2Vereisten voor beveiligingen
De voeding moet worden beveiligd met behulp van de vereiste
beveiligingen, met name een hoofdschakelaar, een trage zekering
op elke fase en een aardlekbeveiliging volgens de geldende
wetgeving.
De keuze en maat van de bedrading moet gebeuren conform de
geldende wetgeving op basis van de informatie in de onderstaande
tabel.
ModelMinimum
RXYSQ4_V29,1A32A1~ 50Hz
RXYSQ5_V
RXYSQ6_V
RXYSQ4_Y14,1A16A3N~ 50Hz
RXYSQ5_Y
RXYSQ6_Y
Transmissiebedrading
TransmissiebedradingPlastic snoeren met mantel van
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
16
circuitampère
Maximale kabellengte
300m
(= afstand tussen buitenunit en
verste binnenunit)
Totale kabellengte
600m
(= afstand tussen buitenunit en
alle binnenunits)
Als de totale transmissiebedrading buiten deze waarden
valt, kan het een communicatiestoring veroorzaken.
6Installatie
6.1Overzicht: Installatie
In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u ter plaatse moet doen en
weten om het systeem te installeren.
Typische werkstroom
Een typische installatie bestaat uit de volgende stappen:
▪ De buitenunit monteren.
▪ De binnenunits monteren.
Aanbevolen
zekeringen
0,75 tot 1,25mm² of kabels (2-
aderige draden)
Voeding
220-240V
380-415V
▪ De koelmiddelleiding aansluiten.
▪ De koelmiddelleiding controleren.
▪ Koelmiddel bijvullen.
▪ De elektrische bedrading aansluiten.
▪ De installatie van de buitenunit voltooien.
▪ De installatie van de binnenunit voltooien.
INFORMATIE
Voor de installatie van de binnenunit (binnenunit monteren,
koelmiddelleiding aansluiten op de binnenunit, elektrische
bedrading aansluiten op de binnenunit …), zie de
montagehandleiding van de binnenunit.
RXYSQ4~6T8V/YB
VRV IV-S-systeem airconditioner
4P482277-1 – 2017.04
6 Installatie
3
45°~90°
(4)
2
1
1×
(mm)
>150
620
350
(345-355)
4× M12
a
20
a
4× M12
6.2De units openen
6.2.1Over het openen van de units
Soms moet u de unit openen. Example:
▪ Bij het aansluiten van de koelmiddelleidingen
▪ Wanneer u de elektrische bedrading moet aansluiten
▪ Wanneer u onderhoudswerkzaamheden op de unit moet uitvoeren
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
Laat de unit NIET onbewaakt achter wanneer het
servicedeksel verwijderd is.
6.2.2De buitenunit openen
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN
6.3.3De installatiestructuur voorzien
Controleer de stevigheid en het vlak zijn van de grond waarop de
unit geïnstalleerd zal worden, zodat deze niet gaat trillen of lawaai
maken wanneer ze in bedrijf is.
Maak de unit stevig vast met ankerbouten zoals aangegeven op het
schema van de fundering.
Leg 4 sets met ankerbouten, moeren en vulringen klaar (lokaal te
voorzien):
6.3De buitenunit monteren
6.3.1Over de montage van de buitenunit
Typische werkstroom
Een typische montage van de buitenunit bestaat uit de volgende
stappen:
1De installatiestructuur voorzien.
2De buitenunit installeren.
3Afvoer voorzien.
4Ervoor zorgen dat de unit niet kan omvallen.
5De unit beschermen tegen sneeuw en wind door een afdak
tegen de sneeuw en geleideplaten. Zie "De installatieplaats
voorbereiden" in "5Voorbereiding"op pagina10.
a Blokkeer de afvoeropeningen niet af.
INFORMATIE
De aanbevolen hoogte van het bovenste uitstekend deel
van de bouten bedraagt 20mm.
OPMERKING
Maak met moeren en harssluitringen (a) de buitenunit vast
op de ankerbouten. Indien de bekleding van de plaats
waarop de buitenunit wordt vastgemaakt, afschilfert of
loskomt, zullen de moeren gemakkelijk roesten.
6.3.4De buitenunit installeren
6.3.2Voorzorgsmaatregelen bij de montage
van de buitenunit
INFORMATIE
Lees ook de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de
volgende hoofdstukken:
▪ Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de
veiligheid
▪ Voorbereiding
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
17
6 Installatie
≥150 mm
117
102
70
45
376
191
aaa
6.3.5Afvoer voorzien
▪ Controleer of het condenswater goed kan worden afgevoerd.
▪ Plaats de unit op een sokkel om een goede afvoer te hebben,
zodat ijs zich niet kan ophopen.
▪ Voorzie een waterafvoerkanaal rond de fundering om het
overtollig water rond de unit af te voeren.
▪ Vermijd dat het afgevoerd water over het voetpad vloeit om ervoor
te zorgen dan het voetpad niet glad wordt bij vriestemperaturen.
▪ Indien u de unit op een frame installeert, plaats dan een
waterdichte plaat op maximum 150mm van de onderkant van de
unit om te verhinderen dat water in de unit kan binnendringen en
afgevoerd water zou druppelen (zie de volgende afbeelding).
OPMERKING
Als de afvoeropeningen van de buitenunit geblokkeerd
worden door een installatiebasis of het oppervlak van de
vloer, moet u de unit hoger plaatsen zodat er een vrije
ruimte van meer dan 150mm onder de buitenunit ontstaat.
Afvoeropeningen (afmetingen in mm)
6.4De koelmiddelleiding aansluiten
6.4.1Over het aansluiten van de
koelmiddelleidingen
Alvorens de koelmiddelleidingen aan te sluiten
Controleer of de buitenunit en binnenunits gemonteerd zijn.
Typische werkstroom
De koelmiddelleiding aansluiten betekent:
▪ De koelmiddelleiding op de buitenunit aansluiten
▪ Koelmiddelaftaksets aansluiten
▪ Koelmiddelleiding aansluiten op de binnenunits (zie de
montagehandleiding van de binnenunits)
▪ De koelmiddelleiding isoleren
▪ Houd rekening met de richtlijnen voor:
▪ Buigen van leidingen
▪ Leidinguiteinden optrompen
▪ Soldeersel
▪ Gebruik van de afsluiters
6.4.2Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten
van koelmiddelleidingen
a Afvoeropeningen
6.3.6Ervoor zorgen dat de buitenunit niet kan
omvallen
Wanneer de unit staat waar hevige windstoten de unit kunnen doen
overhellen, neem dan de volgende maatregelen:
1 Maak 2 kabels klaar zoals getoond op de volgende afbeelding
(ter plaatse te voorzien).
2 Leg de 2kabels over de buitenunit.
3 Stop een stuk rubber tussen de kabels en de buitenunit zodat
de kabels de verf niet kunnen beschadigen (ter plaatse te
voorzien).
4 Maak de uiteinden van de kabels vast. Span deze uiteinden
aan.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
18
INFORMATIE
Lees ook de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de
volgende hoofdstukken:
▪ Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de
veiligheid
▪ Voorbereiding
GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN
RXYSQ4~6T8V/YB
VRV IV-S-systeem airconditioner
4P482277-1 – 2017.04
Loading...
+ 42 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.