CANON S90 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding
Lees voordat u de camera gebruikt eerst deze handleiding door.
Bewaar de handleiding, zodat u deze later nog kunt raadplegen.
NEDERLANDS

De inhoud van de verpakking controleren

Controleer of de verpakking waarin de camera is verzonden, de volgende onderdelen bevat. Indien u merkt dat er iets ontbreekt, neem dan contact op met de leverancier van het product.
Camera Batterij NB-6L
Interfacekabel
IFC-400PCU
Introductiehandleiding Canon-
(met kapje)
AV-kabel
AVC-DC400
Cd DIGITAL CAMERA
Solution Disk
Batterijlader
CB-2LY/CB-2LYE
Polsriem
WS-DC9
garantiesysteemboekje
De handleidingen gebruiken
Raadpleeg ook de handleidingen op de CD DIGITAL CAMERA Manuals Disk.
Gebruikershandleiding (deze handleiding)
Als u eenmaal de basistechnieken beheerst, kunt u de vele camerafuncties gebruiken om allerlei speciale foto’s te maken.
Handleiding voor persoonlijk afdrukken
Lees deze handleiding wanneer u de camera wilt aansluiten op een (apart verkrijgbare) printer om foto's af te drukken.
Softwarehandleiding
Lees deze wanneer u de meegeleverde software wilt gebruiken.
Een geheugenkaart is niet bijgesloten.
U hebt Adobe Reader nodig om de PDF handleidingen te openen. U kunt de Word-handleidingen raadplegen met Microsoft Word/Word Viewer (alleen noodzakelijk voor handleidingen voor het Midden-Oosten).
2

Lees dit eerst

Proefopnamen
Maak enkele proefopnamen en speel deze af om te controleren of de beelden goed zijn opgenomen. Canon Inc., dochterondernemingen van Canon en andere aangesloten bedrijven en distributeurs zijn niet aansprakelijk voor welke gevolgschade dan ook die voortvloeit uit enige fout in de werking van een camera of accessoire, inclusief kaarten, die ertoe leidt dat een opname niet kan worden gemaakt of niet kan worden gelezen door apparaten.
Schending van het auteursrecht
De beelden die met deze camera worden opgenomen, zijn bedoeld voor persoonlijk gebruik. Neem geen beelden op die inbreuk doen op het auteursrecht zonder voorafgaande toestemming van de auteursrechthouder. In sommige gevallen kan het kopiëren van beelden van voorstellingen, tentoonstellingen of commerciële eigendommen met behulp van een camera of ander apparaat in strijd zijn met het auteursrecht of andere wettelijke bepalingen, ook al is de opname gemaakt voor persoonlijk gebruik.
Garantiebeperkingen
Voor garantie-informatie over uw camera raadpleegt u het Canon­garantiesysteemboekje dat bij de camera wordt geleverd. In het garantiesysteemboekje vindt u ook contactinformatie van Canon Klantenservice.
LCD-scherm
Voor het vervaardigen van het LCD-scherm zijn speciale hoge­precisietechnieken gebruikt. Meer dan 99,99% van de pixels werkt naar behoren, maar soms verschijnen er niet-werkende pixels in de vorm van heldere of donkere stippen. Dit duidt niet op een defect en heeft geen invloed op het beeld dat wordt vastgelegd.
Er zit mogelijk een dunne plastic laag over het LCD-scherm om dit te beschermen tegen krassen tijdens het vervoer. Verwijder deze laag voordat u de camera gaat gebruiken.
Temperatuur van de camerabehuizing
Wees voorzichtig als u de camera lange tijd continu gebruikt. De camerabehuizing kan dan warm worden. Dit is niet het gevolg van een storing.
Geheugenkaarten
De diverse soorten geheugenkaarten die in deze camera kunnen worden gebruikt, worden in deze handleiding aangeduid met de overkoepelende term geheugenkaarten.
3

Wat wilt u doen?

Opnamen maken
Opnamen maken en de instellingen aan de camera overlaten . . . . . . . . . 26
Opnamen maken die zijn aangepast aan speciale
omstandigheden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5860
Mooie opnamen maken van mensen
4
IF wP
Portretten
(p. 58)
Landschapsopnamen maken
J
Landschap
Diverse andere opnamen maken
Scherpstellen op gezichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26, 69, 86, 90
Opnamen maken op plaatsen waar niet geflitst kan worden
(flitser uitschakelen) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .63
Foto's maken met de zelfontspanner . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68, 69
De datum en tijd aan de opnamen toevoegen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
Close-ups maken van onderwerpen (macro-opnamen) . . . . . . . . . . . . . . . 77
Foto's maken met verbleekte kleuren (Nostalgisch) . . . . . . . . . . . . . . . . .61
Sepiakleurige of zwart-witfoto's maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82
De grootte wijzigen van de opname (resolutie) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
Continu foto's maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .81
Opnamen maken zonder dat de camera beweegt (beeldstabilisatie) . . . 155
Opnamen maken zonder dat de camera beweegt, ook bij zwak licht
(Weinig omgevingslicht). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
De ISO-waarde wijzigen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .78
Scherpstellen op bewegende onderwerpen (Servo AF) . . . . . . . . . . . . . . 89
Donkere onderwerpen lichter weergeven (i-Contrast) . . . . . . . . . . . . . . . 102
4
(p. 58)
Binnen
(p. 59)
Bij nacht
(p. 58)
Zonsondergangen
t
Vuurwerk
(p. 59)
V
Kinderen en
dieren (p. 59)
(p. 59)
Op het strand
,
Nacht Scene
(p. 59)
S
Onderwater
(p. 60)
(p. 60)
In de sneeuw
OU
y
Aquarium
Flora
(p. 60)
(p. 60)
(p. 60)
Wat wilt u doen?
E
Weergeven
De foto's bekijken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Foto's automatisch afspelen (diashow) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 125
Foto's bekijken op een tv . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 127
Snel foto's zoeken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 120, 121
Foto's wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30, 132
Foto's beschermen tegen onbedoeld wissen . . . . . . . . . . . . . . 129
Films maken en bekijken
Films maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Films bekijken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Print
Snel en gemakkelijk foto's afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Opslaan
Foto's opslaan op een computer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Overige
Geluid uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
De camera gebruiken in het buitenland . . . . . . . . . . . . . . 150, 162
1
2
3
5

Inhoudsopgave

De hoofdstukken 1 t/m 3 beschrijven het basisgebruik en de veelgebruikte functies van deze camera. De hoofdstukken 4 en volgende beschrijven de geavanceerde functies, waarbij u in elk volgend hoofdstuk meer leert.
De inhoud van de verpakking
controleren .......................................... 2
Lees dit eerst ........................................... 3
Wat wilt u doen? ...................................... 4
Conventies die in deze handleiding
worden gebruikt .................................. 9
Veiligheidsvoorschriften ......................... 10
1 Aan de slag ..........................13
De batterij opladen................................. 14
De interne oplaadbare lithiumbatterij
recyclen............................................. 16
De batterij en geheugenkaart plaatsen .. 18
De datum en tijd instellen ...................... 21
De taal van het scherm instellen............ 23
Geheugenkaarten formatteren............... 24
De sluiterknop indrukken ....................... 25
Foto's maken ......................................... 26
Beelden bekijken ................................... 29
Beelden wissen...................................... 30
Beelden afdrukken................................. 31
Films opnemen ...................................... 33
Films bekijken ........................................ 35
Beelden downloaden naar een
computer ........................................... 36
Accessoires ........................................... 40
Afzonderlijk verkrijgbare accessoires .... 42
2 Meer informatie.................... 43
Overzicht van de onderdelen ................. 44
Informatieweergave op het scherm ....... 46
Lampje ................................................... 48
Menu FUNC. - Basishandelingen .......... 49
MENU - Basishandelingen..................... 50
De geluidsinstellingen wijzigen .............. 51
6
De helderheid van het scherm
wijzigen ..............................................52
De standaardinstellingen van de camera
herstellen ...........................................53
Low-level format geheugenkaart ............54
De functie Spaarstand
(Automatisch Uit) ...............................55
Klokfuncties ............................................56
3 Opnamen maken in
speciale omstandigheden en
veelgebruikte functies........ 57
Opnamen maken in diverse
omstandigheden ................................58
Opnamen maken met verbleekte kleuren
(Nostalgisch)......................................61
Opnamen maken in de modus
(Weinig omgevingslicht) ....................62
De flitser uitzetten...................................63
Nader inzoomen op het onderwerp
(digitale zoom) ...................................64
Opnamen maken met vooraf
ingestelde brandpuntsafstanden
(Trapsgew. zoom)..............................66
Datum en tijd aan de opname
toevoegen ..........................................67
De zelfontspanner gebruiken.................. 68
De gezicht-zelfontspanner gebruiken .....69
4 Zelf instellingen
selecteren............................ 71
Opnamen maken in Programma
automatische belichting .....................72
De helderheid aanpassen
(belichtingscompensatie) ................... 72
De flitser inschakelen .............................73
Inhoudsopgave
De resolutie wijzigen (beeldgrootte) .......74
De compressieverhouding
(beeldkwaliteit) wijzigen.....................74
RAW-opnamen maken ........................... 76
Close-ups maken (Macro) ...................... 77
De ISO-waarde wijzigen......................... 78
De witbalans aanpassen ........................79
Continu opnamen maken .......................81
De kleurtoon van een foto wijzigen
(My Colors)........................................ 82
Opnamen maken via een tv ...................83
De compositie van de opname wijzigen
met de focusvergrendeling ................84
5 Haal meer uit uw camera ... 85
De modus AF Frame wijzigen ................86
Het autofocuskader vergroten ................ 87
Opnamen maken met AF lock................ 88
Opnamen maken met Servo AF.............89
De persoon selecteren waarop u wilt
scherpstellen (Gezichts Selectie) ......90
Opnamen maken in de modus
Handmatig scherpstellen ................... 91
Focus Bracketing
(modus BKT-Focus) ..........................92
De meetmethode wijzigen ......................93
Opnamen maken met de
AE Lock .............................................94
Opnamen maken met de
FE-vergrendeling............................... 94
De modus AEB (Auto Exposure
Bracketing) ........................................95
Opnamen maken met Slow sync............ 96
De sluitertijd instellen ............................. 97
De diafragmawaarde instellen................ 98
De sluitertijd en diafragmawaarde
instellen .............................................99
Instellingen definiëren met behulp
van de instelring ..............................100
De helderheid en opnamen aanpassen
(i-Contrast) ...................................... 102
Rode-ogencorrectie ............................. 103
Flitsbelichtingscompensatie
aanpassen....................................... 104
Flitsuitvoer aanpassen ......................... 105
Controleren op gesloten ogen.............. 105
Opname-instellingen opslaan .............. 106
De kleur wijzigen en opnamen
maken ............................................. 107
Opnamen maken met Stitch Hulp ........ 110
6 Diverse functies voor het
opnemen van films ........... 111
De filmmodus wijzigen ......................... 112
De beeldkwaliteit wijzigen .................... 113
Het windfilter gebruiken ....................... 114
AE Lock/belichting ............................... 114
Overige opnamefuncties ...................... 115
Afspeelfuncties..................................... 116
Bewerken ............................................. 117
7 Afspeelfuncties en andere
functies gebruiken ............ 119
Snel naar beelden zoeken ................... 120
Beelden bekijken met de
filterweergave .................................. 121
De focus controleren ............................ 124
Diavoorstellingen bekijken ................... 125
Beelden vergroten................................ 126
Beeldovergangen wijzigen ................... 126
Beelden weergeven op een tv ............. 127
Beelden weergeven op een hdtv ......... 128
Opnamen beveiligen ............................ 129
Alle beelden wissen ............................. 132
Beelden indelen in categorieën
(My Category) ................................. 134
Beelden roteren ................................... 136
7
Inhoudsopgave
Het formaat van beelden veranderen .. 137
Trimmen.........................................138
Effecten toepassen met de functie
My Colors ..................................139
De helderheid aanpassen
(i-Contrast) ................................140
Het rode-ogeneffect corrigeren......141
Afdrukken via de afdruklijst
(DPOF) ......................................142
Beelden selecteren voor
afdrukken (DPOF) .....................143
8
De camera aanpassen
Functies aanpassen.......................148
Opnamefuncties aanpassen..........152
Veelgebruikte opnamemenu's
vastleggen .................................156
De afspeelfuncties aanpassen.......157
Het opstartbeeld of -geluid
wijzigen......................................158
.........147
9 Nuttige informatie............. 161
Aansluiten op het lichtnet.............. 162
Problemen oplossen ..................... 163
Lijst met berichten die op het
scherm verschijnen ................... 166
Beschikbare functies per
opnamemodus ..........................168
Menu's........................................... 170
Voorzorgsmaatregelen.................. 174
Specificaties .................................. 175
Index ............................................. 178
8

Conventies die in deze handleiding worden gebruikt

In de tekst worden pictogrammen gebruikt die de knoppen van de
camera voorstellen. Tekst op het scherm wordt weergegeven binnen vierkante haken [ ].
De knoppen die een richting aanduiden, de instelknop, de knop
FUNC./SET en de instelring worden aangeduid met de volgende pictogrammen.
(Knop Omhoog)
(Knop FUNC./SET)
(Knop Rechts)
(Knop Links)
(Knop Omlaag)
(Instelknop)
Ê
(Instelring)
Ï
: Tips voor het oplossen van problemen.
: Suggesties waarmee u meer uit uw camera kunt halen.
: Zaken waarmee u voorzichtig moet zijn.
: Aanvullende informatie.
(p. xx): Referentiepagina's. “xx” duidt het paginanummer aan.
In deze handleiding wordt ervan uitgegaan dat alle functies
de standaardinstellingen hebben.
9

Veiligheidsvoorschriften

Lees de volgende veiligheidsvoorschriften goed door voordat u de camera gebruikt. Bedien de camera altijd zoals wordt beschreven in de handleiding.
De veiligheidsvoorschriften op de volgende pagina's zijn bedoeld om letsel bij uzelf of bij andere personen, of schade aan de apparatuur te voorkomen.
Lees ook altijd de handleidingen van alle afzonderlijk aangekochte accessoires die u gebruikt.
Waarschuwing
Voorzichtig
Voorzichtig
Camera
Gebruik de flitser niet dicht bij de ogen van mensen.
Blootstelling aan het sterke licht van de flitser kan het gezichtsvermogen aantasten. Houd vooral bij kleine kinderen ten minste één meter afstand wanneer u de flitser gebruikt.
Berg de apparatuur op buiten het bereik van kinderen.
Riem: het plaatsen van de riem om de nek van een kind kan leiden tot verstikking. Geheugenkaart: gevaarlijk indien deze wordt ingeslikt. Neem in dat geval onmiddellijk contact op met uw huisarts.
Probeer geen delen van de apparatuur te openen of te wijzigen als hiervoor geen expliciete aanwijzingen zijn opgenomen in deze handleiding.
Raak om letsel te voorkomen de binnenkant van de camera niet aan als deze is gevallen of op een andere wijze is beschadigd.
Stop onmiddellijk met het gebruik van de camera als deze rook of een vreemde geur afgeeft of andere vreemde verschijnselen vertoont.
Gebruik geen organische oplosmiddelen zoals alcohol, benzine of verdunners om de apparatuur schoon te maken.
Voorkom dat vloeistoffen of vreemde objecten in de camera komen.
Dit kan leiden tot brand of een elektrische schok. Als er vloeistoffen of vreemde objecten in de camera komen, schakelt u de camera onmiddellijk uit en verwijdert u de batterij.
Gebruik alleen de aanbevolen energiebronnen voor stroomvoorziening.
Gebruik van andere voedingsbronnen kan brand of elektrische schokken veroorzaken.
Batterij, batterijlader
Gebruik alleen de aanbevolen batterijen.
Plaats de batterij niet in of in de buurt van open vuur.
Laat de batterij niet in contact komen met water (bijvoorbeeld zeewater) of andere vloeistoffen.
Probeer de batterij niet te demonteren, te wijzigen of op te warmen.
Hiermee wordt gewezen op het risico op ernstig letsel of levensgevaar.
Hiermee wordt gewezen op het risico op letsel.
Hiermee wordt gewezen op het risico op schade aan de apparatuur.
Waarschuwing
10
Veiligheidsvoorschriften
Laat de batterij niet vallen en voorkom harde schokken of stoten.
Dit kan leiden tot explosies of lekkages die brand, letsel en/of schade aan de omgeving kunnen veroorzaken. In het geval dat een batterij lekt en uw ogen, mond, huid of kleding met de batterijvloeistof in aanraking komen, moet u deze onmiddellijk afspoelen met water en medische hulp inschakelen. Als de batterijlader nat is geworden, haalt u het netsnoer uit het stopcontact en neemt u contact op met uw leverancier of de dichtstbijzijnde helpdesk van Canon Klantenservice.
Gebruik alleen de aanbevolen batterijlader om de batterij op te laden.
Zorg ervoor dat u het netsnoer niet doorsnijdt, beschadigt of wijzigt en plaats geen zware voorwerpen op het snoer.
Maak het netsnoer regelmatig los en veeg het stof en vuil weg dat zich heeft opgehoopt op de stekker, de buitenkant van het stopcontact en het gebied eromheen.
Raak het netsnoer niet aan met natte handen.
Dit kan leiden tot brand of een elektrische schok.
Andere waarschuwingen
Speel de meegeleverde cd-rom(s) met gegevens alleen af in een cd-speler die hiervoor geschikt is.
Als u de cd-rom(s) afspeelt in een gewone cd-speler voor muziek-cd's, kunt u de luidsprekers beschadigen. Ook kunt u uw gehoor beschadigen als u een koptelefoon draagt terwijl u de harde geluiden van een cd-rom via een muziekspeler afspeelt.
Voorzichtig
Zorg dat de camera niet tegen voorwerpen stoot of wordt blootgesteld aan schokken en stoten wanneer u deze aan de polsriem draagt.
Zorg dat u niet tegen de lens stoot of drukt.
Dit kan de camera beschadigen of verwondingen veroorzaken.
Gebruik de camera niet zodanig dat de nominale capaciteit van het stopcontact of de bedrading wordt overschreden. Als het netsnoer of de stekker beschadigd zijn of niet goed zijn aangesloten op het stopcontact, mag u de camera niet gebruiken.
Dit kan leiden tot een elektrische schok of brand.
Gebruik, plaats of bewaar de apparatuur niet op de volgende plaatsen:
- plaatsen die aan sterk zonlicht blootstaan
- plaatsen die blootstaan aan temperaturen boven 40 °C
- vochtige of stoffige plaatsen. Hierdoor kan lekkage of oververhitting ontstaan of de batterij kan ontploffen, wat kan leiden tot elektrische schok, brand, brandwonden of ander letsel. Hoge temperaturen kunnen ook de behuizing vervormen.
Zorg ervoor dat er geen stof of metalen objecten (zoals spelden of sleutels) in contact komen met de contactpunten of stekker van de oplader.
Dit kan brand, elektrische schokken of andere schade veroorzaken.
De overgangseffecten in de diavoorstellingen kunnen onprettig zijn wanneer iemand hier lang naar kijkt.
11
Veiligheidsvoorschriften
Als u de flitser gebruikt, moet u ervoor zorgen dat deze niet wordt bedekt door
uw vingers of kleding.
Dit kan leiden tot brand of schade aan de flitser.
Zorg dat uw vinger niet bekneld raakt als de flitser zakt.
Dit kan leiden tot letsel.
Voorzichtig
Richt de camera niet direct op een sterke lichtbron (zoals de zon).
Dit kan de beeldsensor beschadigen of de werking ervan negatief beïnvloeden.
Als u de camera gebruikt op een strand of op een winderige plek, moet u erop
letten dat er geen zand of stof in het apparaat terechtkomt.
Duw de flitser niet met geweld omhoog of omlaag.
Dit kan de werking van de camera negatief beïnvloeden.
Bij normaal gebruik kan er soms een beetje rook uit de flitser komen.
Dit komt door de hoge intensiteit van de flitser, waardoor er stofdeeltjes verbranden die vastzitten aan de voorkant van de eenheid. Gebruik een wattenstaafje om stof en vuil van de flitser te halen, om te voorkomen dat er te veel hitte ontstaat en de eenheid beschadigd raakt.
Als de batterij is opgeladen en als u de batterijlader niet gebruikt, haalt u deze
uit het stopcontact.
Dek de batterijlader tijdens het opladen van een batterij niet af met voorwerpen
zoals een stuk textiel.
Als u de eenheid gedurende een lange periode in het stopcontact laat, kan deze oververhit en beschadigd raken, waardoor brand kan ontstaan.
Verwijder de batterij en sla deze op wanneer u de camera niet gebruikt.
Als de batterij in de camera wordt gelaten, kan deze gaan lekken.
Breng tape of ander isolatiemateriaal aan over de polen van de batterij, voordat
u deze weggooit.
Contact met andere metalen in afvalcontainers kan leiden tot brand of een explosie.
Plaats de batterij niet in de buurt van huisdieren.
Als huisdieren op de batterij kauwen, kan dit leiden tot lekkage, oververhitting of een explosie, wat kan leiden tot brand of ander letsel.
Ga niet in een stoel zitten terwijl u de camera in uw zak hebt.
Dit kan het LCD-scherm beschadigen of de werking ervan negatief beïnvloeden.
Let erop dat er geen harde voorwerpen in contact komen met het LCD-scherm
als u de camera in uw tas stopt.
Bevestig geen accessoires aan de polsriem.
Dit kan het LCD-scherm beschadigen of de werking ervan negatief beïnvloeden.
12
1

Aan de slag

Dit hoofdstuk beschrijft het voorbereiden van de opnamen, het maken van opnamen in de modus A en het bekijken, wissen en afdrukken
van de gemaakte foto's. Het laatste deel van het hoofdstuk behandelt
het maken en bekijken van films en het downloaden van beelden naar
een computer.
De riem bevestigen/De camera vasthouden
Bevestig de meegeleverde riem en draag deze om uw pols om te
vermijden dat de camera valt tijdens het gebruik.
Houd uw armen stevig tegen uw lichaam en houd de camera stevig
aan weerszijden vast. Zorg dat uw vingers de flitser niet bedekken.
Riem
13

De batterij opladen

Gebruik de meegeleverde lader om de batterij op te laden. Bij aankoop is de batterij niet opgeladen. U moet deze dus eerst opladen.
Verwijder het klepje.
Plaats de batterij.
Zorg dat de markeringen S op de batterij
overeenkomen met de markeringen op de lader en plaats vervolgens de batterij door deze naar binnen en naar beneden te schuiven.
Laad de batterij op.
Voor CB-2LY: kantel de stekker
naar buiten en steek deze in een
CB-2LY
CB-2LYE
stopcontact .
Voor CB-2LYE: sluit het netsnoer aan
op de batterijlader en steek de andere stekker in een stopcontact.
X Het oplaadlampje gaat rood branden
en het opladen begint.
Als de batterij volledig is opgeladen, wordt
het oplaadlampje groen. Het opladen duurt ongeveer 1 uur en 55 minuten.
Verwijder de batterij.
Haal het netsnoer van de batterijlader
uit het stopcontact en verwijder de batterij door deze naar binnen en omhoog
te schuiven.
Laad de batterij niet langer dan 24 uur achtereen op, om de batterij te beschermen en de levensduur van de batterij te verlengen.
14
De batterij opladen
Aantal opnamen dat kan worden gemaakt (bij benadering)
Aantal opnamen
Afspeeltijd (uren)
* Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt, is gebaseerd op metingen volgens
de CIPA-norm (Camera & Imaging Products Association).
Onder bepaalde omstandigheden is het aantal opnamen dat gemaakt kan worden, kleiner dan hierboven is aangegeven.
220
5
Batterij-oplaadlampje
Op het scherm verschijnt een pictogram of een bericht om de resterende lading van de batterij aan te geven.
Weergave Betekenis
Goed.
Iets leger, maar nog voldoende opgeladen.
(knippert rood) Bijna leeg.
“Vervang \ Verwissel accu.” Leeg. Laad de batterij opnieuw op.
De batterij en de lader efficiënt gebruiken
Laad de batterij op de dag dat u deze wilt gebruiken op, of de dag daarvoor.
Opgeladen batterijen verliezen voortdurend wat van hun lading, ook als ze niet worden gebruikt.
Plaats het klepje zodanig op een geladen batterij dat de markering
De batterij een lange tijd bewaren.
Zorg dat de batterij volledig leeg is voordat u deze uit de camera haalt. Bevestig het klepje op de aansluitpunten en berg de batterij op. Wanneer u een batterij die niet volledig leeg is een lange tijd (ongeveer een jaar) niet gebruikt, kan dit de levensduur beperken of de prestaties doen afnemen.
U kunt de batterijlader ook in het buitenland gebruiken.
De lader kan worden gebruikt in gebieden met een wisselspanning van 100-240 V (50/60 Hz). Als de stekker niet in het stopcontact past, moet u een geschikte stekkeradapter gebruiken. Gebruik in het buitenland geen elektrische transformatoren, omdat dit kan leiden tot beschadigingen.
De batterij kan plaatselijk wat opzwellen.
Dit is een normaal kenmerk van de batterij en duidt niet op een probleem. Als de batterij echter zodanig opzwelt dat ze niet meer in de camera past, moet u contact opnemen met een helpdesk van Canon Klantenservice.
Als de batterij snel weer leeg is na het opladen, is de levensduur opgebruikt.
Koop dan een nieuwe batterij.
S
zichtbaar is.
15

De interne oplaadbare lithiumbatterij recyclen

Als u uw camera wilt afvoeren, moet u eerst de interne oplaadbare lithiumbatterij verwijderen zodat deze volgens de plaatselijke richtlijnen kan worden gerecycled.
Draai de schroeven van de behuizing los.
Draai de zes schroeven van de behuizing
los zoals afgebeeld.
Verwijder het plaatje.
Haal de lipjes aan het einde van het
plaatje omhoog, b.v. met een schroevendraaier.
Schuif het plaatje er van af.
Raak dit gebied nooit aan!
16
Verwijder het klepje aan de voorkant.
Open het klepje aan de voorkant zoals
afgebeeld.
Raak nooit de flitser aan. Raak nooit het in de afbeelding
gemarkeerde gebied aan. Dit kan een elektrische schok van een hoog voltage tot gevolg hebben.
De interne oplaadbare lithiumbatterij recyclen
Verwijder de batterij.
Trek het circuitbandje los met uw
vingernagel en verwijder de batterij zoals afgebeeld.
Raak dit gebied nooit aan!
Verwijder de camerabehuizing alleen als u de interne oplaadbare lithiumbatterij wilt verwijderen om deze te recyclen voordat u de camera afvoert.
17

De batterij en geheugenkaart plaatsen

Plaats de meegeleverde batterij en een geheugenkaart in de camera.
Controleer het schuifje voor schrijfbeveiliging van de kaart.
U kunt geen opnamen maken als de kaart
een schuifje voor schrijfbeveiliging bevat en dit schuifje dicht zit. Duw het schuifje omhoog totdat u een klik hoort.
Open het klepje.
Schuif het klepje naar buiten en
omhoog om het te openen.
Plaats de batterij.
Plaats de batterij op de afgebeelde wijze
totdat deze vastklikt.
Zorg dat u de batterij in de juiste richting
plaatst, anders klikt deze niet goed vast.
Aansluitpunten
Plaats de geheugenkaart.
Plaats de geheugenkaart op de
afgebeelde wijze totdat deze vastklikt.
Plaats de geheugenkaart in de juiste
richting. Als u de geheugenkaart in de verkeerde richting probeert te plaatsen, kunt u de camera beschadigen.
18
Label
Sluit het klepje.
Sluit het klepje en schuif het naar
binnen totdat het vastklikt.
De batterij en geheugenkaart plaatsen
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Verwijder de batterij.
Open het klepje en duw de
batterijvergrendeling in de richting vandepijl.
X De batterij wipt nu omhoog.
Verwijder de geheugenkaart.
Duw de geheugenkaart naar binnen
tot u een klik hoort en laat de kaart langzaam los.
X De geheugenkaart wipt nu omhoog.
Aantal opnamen per geheugenkaart (bij benadering)
Geheugenkaart
Aantal opnamen
Deze waarden zijn gebaseerd op de standaardinstellingen.
Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt, varieert al naar gelang de
camera-instellingen, het onderwerp en de geheugenkaart die u gebruikt.
2GB 8GB
749 2994
Wilt u kijken hoeveel opnamen u nog kunt maken?
U kunt zien hoeveel opnamen u nog kunt maken als de camera in de opnamemodus (p. 26) staat.
Aantal opnamen dat kan worden gemaakt
19
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Compatibele geheugenkaarten
SD-geheugenkaarten
SDHC-geheugenkaarten
MultiMediaCards
MMCplus-geheugenkaarten
HC MMCplus-geheugenkaarten
Wat is een 'schuifje voor schrijfbeveiliging'?
SD- en SDHC-geheugenkaarten hebben een 'schuifje voor schrijfbeveiliging'. Als dit schuifje is ingesteld op vergrendeld, verschijnt op het scherm [Kaart op slot!]. U kunt dan geen beelden opnemen of wissen.
20

De datum en tijd instellen

Het scherm voor Datum/Tijd-instellingen verschijnt wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld. Aangezien de datum en tijd die aan uw opnamen worden toegevoegd op deze instellingen worden gebaseerd, is het belangrijk dat u deze instelt.
Schakel de camera in.
Druk op de ON/OFF-knop.
X Het scherm Datum/Tijd verschijnt.
Stel de datum en tijd in.
Druk op de knoppen qr om een optie
te selecteren.
Gebruik de knoppen op of draai
de instelknop Ê om een waarde te selecteren.
Kies de instelling.
Druk op de knop m.
X Nadat u de datum en tijd hebt ingesteld,
wordt het scherm Datum/Tijd gesloten.
Druk op de ON/OFF-knop om de camera
uit te schakelen.
Het scherm Datum/Tijd komt steeds terug
Stel de juiste datum en tijd in. Als u de datum en tijd niet goed hebt ingesteld, verschijnt het scherm Datum/Tijd elke keer als u de camera inschakelt.
Zomertijd instellen
Als u bij stap 2 selecteert en met behulp van de knoppen op of de instelknop Ê de instelling kiest, wordt de zomertijd (normale tijd plus 1 uur) ingesteld.
21
De datum en tijd instellen
Datum en tijd wijzigen
U kunt de huidige instellingen voor de datum en tijd wijzigen.
Open het menu.
Druk op de knop n.
Selecteer [Datum/Tijd] op het tabblad 3.
Druk op de knoppen qr om het tabblad
3 te selecteren.
Druk op de knoppen op of draai
de instelknop Ê om [Datum/Tijd] te selecteren en druk vervolgens op m.
Wijzig de datum en/of de tijd.
Volg stap 2 en 3 op p. 21 om de instelling
te wijzigen.
Druk op de knop n om het menu
te sluiten.
Datum/tijd-batterij
De camera bevat een ingebouwde batterij voor datum/tijd-batterij dit is een
reservebatterij die de datum/tijd-instellingen ongeveer drie weken kan vasthouden nadat de batterij is verwijderd.
Als u een opgeladen batterij plaatst of een voedingsadapterset aansluit
(afzonderlijk verkrijgbaar, p. 42), kan de datum/tijd-batterij in ongeveer 4 uur worden opgeladen, zelfs als de camera niet is ingeschakeld.
Als de datum/tijd-batterij leeg is, verschijnt het menu Datum/Tijd als u de
camera inschakelt. Volg de stappen op p. 21 om de datum en de tijd in te stellen.
22

De taal van het scherm instellen

U kunt de taal wijzigen van de menu's en berichten die op het LCD-scherm worden weergegeven.
Selecteer de afspeelmodus.
Druk op de knop 1.
Open het instellingenscherm.
Houd de knop m ingedrukt terwijl u op de knop
Stel de taal van het LCD-scherm in.
Druk op de knoppen de instelknop Ê om een taal te selecteren en druk vervolgens op m.
X
Nadat u de taal van het LCD-scherm hebt ingesteld, wordt het instellingenscherm gesloten.
Wat als de klok verschijnt als ik op m druk?
De klok verschijnt als er te veel tijd zit tussen het indrukken van de knop m en de knop
n
klok te sluiten en herhaalt u stap 2.
in stap 2. Als de klok verschijnt, drukt u op de knop m om de
U kunt de taal van het LCD-scherm ook wijzigen door op n te drukken, het tabblad 3 te selecteren en vervolgens het menu-item [Taal] te selecteren.
n
drukt .
opqr
of draai
23

Geheugenkaarten formatteren

Voordat u een nieuwe geheugenkaart gaat gebruiken, of een geheugenkaart die al is gebruikt in een ander apparaat, moet u de kaart formatteren met deze camera. Door het formatteren (initialiseren) van een geheugenkaart worden alle gegevens op de kaart gewist. Aangezien u de gewiste gegevens niet kunt herstellen, moet u uiterst voorzichtig zijn als u een geheugenkaart gaat formatteren.
Open het menu.
Druk op de knop n.
Selecteer [Formateren].
Druk op de knoppen qr om het tabblad
3 te selecteren.
Druk op de knoppen op of draai
de instelknop Ê om [Formateren] te selecteren en druk vervolgens op m.
Formatteer de geheugenkaart.
Druk op de knoppen qr of draai de
instelknop Ê om [OK] te selecteren. Druk vervolgens op de knop m.
X De geheugenkaart wordt geformatteerd. X Als het formatteren is voltooid, verschijnt
het menuscherm weer.
Het formatteren van de geheugenkaart of het wissen van de gegevens op de geheugenkaart wijzigt enkel de bestandsbeheerinformatie op de kaart en garandeert niet dat de inhoud volledig wordt gewist. Wees voorzichtig bij het downloaden of weggooien van een geheugenkaart. Tref voorzorgsmaatregelen, zoals het fysiek vernietigen van de kaart, wanneer u een geheugenkaart weggooit, om te voorkomen dat persoonlijke informatie wordt verspreid.
De totale capaciteit van de geheugenkaart die bij het formatteren wordt weergegeven op het scherm, kan minder zijn dan wordt aangegeven op de geheugenkaart.
24

De sluiterknop indrukken

De sluiterknop heeft twee bedieningsfasen. Druk de sluiterknop altijd eerst half in om de focus in te stellen en maak daarna de foto.
Druk de sluiterknop half in (zachtjes drukken tot de eerste stop).
X De camera stelt automatisch de focus
in en selecteert de overige instellingen voor een opname, zoals de helderheid.
X Terwijl de camera wordt scherpgesteld,
hoort u tweemaal een piepgeluid en brandt het lampje groen.
Druk de sluiterknop helemaal in (tot de tweede stop).
X U hoort het geluid van de sluiter als de
opname wordt gemaakt.
Beweeg de camera niet terwijl u dit geluid
hoort, aangezien op dat moment de foto wordt gemaakt.
Kan het geluid van de sluiter langer duren?
Aangezien de opnameduur afhangt van de situatie, kan het geluid van de sluiter
korter of langer duren.
Als de camera of het onderwerp tijdens dit geluid beweegt, kan het opgenomen
beeld onscherp zijn.
Als u de sluiterknop meteen helemaal indrukt zonder halverwege te pauzeren, is het beeld wellicht onscherp.
25

Foto's maken

De camera kan de onderwerp- en opnameomstandigheden bepalen, zodat u de camera automatisch de beste instellingen voor de compositie kunt laten selecteren en u alleen nog maar de foto hoeft te maken. De camera kan ook gezichten detecteren en hierop automatisch scherpstellen, waarna de kleur en helderheid optimaal worden ingesteld.
Schakel de camera in.
Druk op de ON/OFF-knop.
X
Het opstartgeluid klinkt en het opstartscherm verschijnt.
26
Selecteer de modus
Stel het programmakeuzewiel in op A.
Als u de camera op het onderwerp richt, maakt de camera geluid omdat deze de compositie bepaalt.
X
De camera stelt scherp op het onderwerp dat als hoofdonderwerp wordt beschouwd en het pictogram voor de bepaalde compositie wordt weergegeven in de rechterbovenhoek van het scherm.
X
Als er gezichten worden herkend, verschijnt een wit kader rond het gezicht van het hoofdonderwerp. Rond de andere herkende gezichten verschijnt een grijs kader.
X
Een gedetecteerd gezicht dat beweegt, wordt gevolgd door een wit kader terwijl de grijze kaders verdwijnen.
A
.
Kies de compositie.
Als u de zoomknop naar i draait, zoomt u in op het onderwerp zodat dit groter lijkt. Als u de zoomknop naar j draait, zoomt u uit op het onderwerp zodat dit kleiner lijkt.
U kunt de ring Ï draaien om in te zoomen op uw onderwerp (Trapsgew. zoom, p. 66).
AF-kaders
Foto's maken
Stel scherp.
Druk de sluiterknop half in om scherp
te stellen. (Als er weinig licht is, wordt de flitser automatisch geactiveerd.)
X Terwijl de camera wordt scherpgesteld,
hoort u tweemaal een piepgeluid en brandt het lampje groen (oranje indien er wordt geflitst).
X Groene AF-kaders geven aan waarop
de camera is scherpgesteld.
X Als de camera op meerdere punten
scherpstelt, verschijnen er meerdere AF-kaders.
X Als er een bewegend gezicht wordt
gedetecteerd en u de sluiterknop half ingedrukt houdt, verschijnt een blauw AF-kader. De focus en de belichting worden dan continu bijgesteld (Servo AF).
Maak de opname.
Druk de sluiterknop helemaal in.
X Het sluitergeluid klinkt terwijl het beeld
wordt vastgelegd. (Als er weinig licht is, wordt de flitser automatisch geactiveerd.)
X Het lampje knippert groen terwijl het beeld
wordt opgeslagen op de geheugenkaart.
X De foto verschijnt gedurende enkele
seconden op het scherm.
Terwijl de foto nog op het scherm staat,
kunt u al op de sluiterknop drukken om een volgende foto te maken.
Wat als...
De flitser wordt automatisch in- en uitgeklapt.
De flitser wordt automatisch in- en uitgeklapt, afhankelijk van de opname en de camera-instellingen. Als u probeert om de flitser met uw vingers omlaag te duwen of als u de bewegende flitser aanraakt, verschijnt op het scherm de waarschuwing [Verkeerde flitspositie Herstart camera].
27
Foto's maken
knippert op het scherm.
Als de camera beweegt, kan het beeld onscherp worden. Bevestig de camera op een statief om dit te voorkomen.
De camera maakt geen enkel geluid.
Als u op de knop l drukt terwijl u de camera inschakelt, worden alle camerageluiden uitgeschakeld, behalve de waarschuwingsgeluiden. Om het geluid weer in te schakelen, drukt u op vervolgens de optie [mute]. Druk op de knoppen
Het beeld is donker terwijl toch de flitser is gebruikt bij de opname.
Het onderwerp valt buiten het bereik van de flitser. Maak de opname binnen de werkzame flitsafstand van ongeveer 50 cm - 6,5 m met een maximale
n
. Vervolgens selecteert u het tabblad 3 en
qr
om [Uit] te selecteren.
groothoekinstelling en ongeveer 50 cm - 2,5 m met een maximale telelens.
De camera piept één keer wanneer de sluiterknop half wordt ingedrukt.
Het onderwerp is te dichtbij. Als de camera op de maximale groothoek is ingesteld, zorgt u voor 5 cm of meer ruimte tussen het onderwerp en uw camera en maakt u de foto. Zorg voor 30 cm of meer ruimte wanneer de camera is ingesteld op maximale telelens.
Het lampje brandt wanneer de sluiterknop half wordt ingedrukt.
Om rode ogen te corrigeren en om het scherpstellen te vergemakkelijken, kan het lampje gaan branden bij opnamen in een donkere omgeving.
Het pictogram h knippert wanneer u een foto wilt maken.
De flitser is aan het opladen. U kunt een foto maken wanneer de flitser is opgeladen.
Compositiepictogrammen
De camera geeft automatisch een pictogram weer voor de bepaalde compositie en stelt vervolgens automatisch de focus in en selecteert de optimale instellingen voor de helderheid en kleur voor het onderwerp.
Achtergrond
Onderwerp
Mensen
Helder
Tegenlicht Tegenlicht
Inclusief blauwe
luchten
Zonsondergangen
Donker
Met een
statief
*
In beweging
Geen mensen/ Landschappen
Onderwerpen van dichtbij
Achtergrondkleur pictogram
* Wordt weergegeven wanneer de camera op een statief wordt geplaatst.
Grijs Lichtblauw Oranje Donkerblauw
––
––
28
*
Onder bepaalde omstandigheden past het weergegeven pictogram niet bij de werkelijke compositie. Dit geldt met name wanneer er een oranje of blauwe achtergrond is (bijvoorbeeld een muur), en wanneer pictogram voor “Blauwe luchten” wordt weergegeven, waardoor u geen foto's kunt maken met de juiste kleur. Als dit gebeurt, kunt u proberen opnamen te maken in de modus G (p. 72).

Beelden bekijken

U kunt uw opnamen op het scherm bekijken.
Selecteer de afspeelmodus.
Druk op de knop 1.
X De laatst gemaakte opname verschijnt.
Selecteer een beeld.
Als u op q drukt, doorloopt u de beelden
in de omgekeerde volgorde van opname.
Als u op r drukt, doorloopt u de beelden
in de volgorde van opname.
De beelden volgen elkaar sneller op
als u de knoppen qr ingedrukt houdt, maar ze worden grover weergegeven.
Als u de instelknop Ê naar links draait,
verschijnen de beelden in de omgekeerde volgorde van opname. Als u naar rechts draait, verschijnen ze in de volgorde van opname.
Als u de sluiterknop half indrukt in de
afspeelmodus, gaat de camera terug naar de opnamemodus.
X Na ongeveer 1 minuut wordt de lens weer
ingetrokken. (Als de flitser was uitgeklapt, wordt deze ingeklapt.)
Beelden bekijken
of het
29

Beelden wissen

U kunt de beelden één voor één selecteren en wissen. Gewiste beelden kunnen niet worden hersteld. Denk goed na voordat u beelden wist.
Selecteer de afspeelmodus.
Druk op de knop 1.
X De laatst gemaakte opname verschijnt.
Selecteer het beeld dat u wilt wissen.
Druk op de knoppen qr of draai de
instelknop Ê om het te wissen beeld weer te geven.
Wis het beeld.
Druk op de knop p.
X [Wissen?] wordt weergegeven.
Druk op de knoppen qr of draai de
instelknop Ê om [Wissen] te selecteren en druk vervolgens op m.
X Het getoonde beeld wordt gewist.
Als u het beeld niet wilt wissen, drukt
u op de knoppen qr of draait u de instelknop Ê om [Stop] te selecteren en drukt u vervolgens op m.
30
Loading...
+ 151 hidden pages