VOORZICHTIG:
VOORKOM ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN STORENDE INTERFERENTIES. GEBRUIK
DAAROM ALLEEN DE AANBEVOLEN ACCESSOIRES.
VOORZICHTIG:
HAAL DE STEKKER VAN HET NETSNOER UIT HET STOPCONTACT ALS U HET APPARAAT NIET GEBRUIKT.
De stekker moet u gebruiken om het apparaat uit te schakelen. U moet de stekker direct kunnen bereiken als zich
een ongeval voordoet.
Als de compacte netadapter ingeschakeld is, mag u deze niet in een doek wikkelen of met een doek afdekken, of in
een besloten, te krappe ruimte leggen. Doet u dat wel, dan kan de compacte netadapter te heet worden of de
plastic behuizing vervormd raken, waardoor u mogelijk bloot komt te staan aan elektrische schokken of brand kan
optreden.
Het identificatieplaatje CA-570 bevindt zich aan de onderzijde.
Uitsluitend bestemd voor de Europese Unie (en EER).
in te leveren bij een hiertoe erkend verkooppunt bij aankoop van een gelijksoortig product, of bij een officiële
inzameldienst voor de recycling van elektrische en elektronische apparatuur (EEA) en batterijen en accu's. Door de
potentiële gevaarlijke stoffen die gewoonlijk gepaard gaan met EEA, kan onjuiste verwerking van dit type afval
mogelijk nadelige gevolgen hebben voor het milieu en de menselijke gezondheid.
Uw medewerking bij het op juiste wijze weggooien van dit product draagt bij tot effectief gebruik van natuurlijke
bronnen. Voor verdere informatie over recycling van dit product kunt u contact opnemen met uw plaatselijke
gemeente, afvaldienst, officiële dienst voor klein chemisch afval of afvalstortplaats, of kunt u terecht op
www.canon-europe.com/environment.
(EER: Noorwegen, IJsland en Liechtenstein)
VOORKOM ELEKTRISCHE SCHOKKEN. VERWIJDER DAAROM DE
AFDEKKING (OF ACHTERZIJDE) NIET. IN HET APPARAAT BEVINDEN ZICH
GEEN ONDERDELEN DIE DE GEBRUIKER ZELF MAG OF KAN REPAREREN.
LAAT DIT DOEN DOOR GEKWALIFICEERD ONDERHOUDSPERSONEEL.
VOORKOM BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN. STEL DIT PRODUCT
DAAROM NIET BLOOT AAN REGEN OF VOCHT.
De camcorder kan beschadigd raken als een ander apparaat dan de compacte netadapter CA-570
wordt gebruikt.
Met deze symbolen wordt aangegeven dat dit product in overeenstemming met de AEEArichtlijn (2002/96/EC), de richtlijn 2006/66/EC betreffende batterijen en accu's en/of de
plaatselijk geldende wetgeving waarin deze richtlijnen zijn geïmplementeerd, niet bij het
normale huisvuil mag worden weggegooid.
Dit product dient te worden ingeleverd bij een hiervoor aangewezen inzamelpunt, bijv. door dit
2
Page 3
Informatie over handelsmerken
• Het SD-logo is een handelsmerk. Het SDHC-logo is een handelsmerk.
• Microsoft, Windows en Windows Vista zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
• Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere landen.
• HDMI, het HDMI-logo en High-Definition Multimedia Interface zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
• “AVCHD” en het “AVCHD”-logo zijn handelsmerken van Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. en Sony
Corporation.
• Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories.
“Dolby” en het symbool met de dubbele D zijn handelsmerken van Dolby Lab oratories.
• Overige namen en producten die hierboven niet zijn vermeld, kunnen handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken zijn van de betreffende onderneming en.
• Dit produc t is in licentie ui tgegeven krachtens AT&T-paten ten voor de MPEG-4-s tandaard en mag w orden gebruikt voor h et coderen
van video die voldoet aan MPEG-4 en/of het decoderen van video die voldoet aan MPEG-4 die alleen was gecodeerd (1) voor
persoonlijke en niet-commerciële doeleinden of (2) door een leverancier van video die krachtens de AT&T-patenten in het bezit is van
een licentie om video te leveren die voldoet aan MPEG-4. Er wordt geen licentie verleend, noch wordt dit geïmpliceerd, voor enig
ander gebruik van de MPEG-4-standaar d.
NL
3
Page 4
Met uw camcorder genieten van HighDefinition Video
Leg met High-Definition-opnamen uw meest gekoesterde momenten vast, of het nu
om een onvergetelijk landschap gaat of om de plezierige momenten met uw familie
en vrienden. En dat met een kwaliteit die alleen onderdoet voor de werkelijkheid van
die momenten zelf.
Wat is High-Definition Video?
1.080
lijnen
Leg het fijnste detail vast,
zoals de beweging of glans
van één enkele haar
Uw camcorder is uitgerust met een Full High Definition beeldsensor (Full HD CMOS) die
video vastlegt met een resolutie van 1.920 x 1.080 pixels1. Hiermee kunt u video-opnamen
maken van ongeëvenaard hoge kwaliteit, fijn detail en levensechte, levendige kleuren.
Hoe laat Full High-Definition zich vergelijken met TV-uitzendingen in Standard-Definition?
Circa 5 keer het aantal pixels.
5
Bijna 90% meer scanlijnen.
1.9
“Full HD 1080” heeft betrekking op Canon-camcorders die compatibel zijn
met High-Definition Video die is samengesteld uit 1.080 verticale pixels
(scanlijnen).
Wat is Cinema Mode (cinemamodus)?
Geef aan uw opnamen een cinematografisch karakter door gebruik te maken van het
opnameprogramma [ Cine Mode/Cinemamodus] (45). Combineer dit programma
met de
25 fps progressieve beeldsnelheid [PF25] om de 25p cinemamodus te
verkrijgen, waardoor het cinematografische effect wordt versterkt.
1
Video wordt alleen met deze resolutie opgenomen als de opnamemodus op MXP of FXP staat.
Bij elke andere opnamemodus wordt de beeldgrootte ingesteld op 1.440 x 1.080 pixels voordat
de opname wordt gemaakt. Maar zelfs in dat geval is het vastgelegde beeld nog gedetailleerd
genoeg om rijk gedetailleerde opnamen te maken.
4
Page 5
Met uw camcorder genieten van High-Definition Video
Wat zijn de voordelen van een harde schijf?
Uw video-op namen en foto’s worden opgenomen op de int ern e ha rde s chijf of in de winkel
verkrijgbare SD/SDHC-geheugenkaarten2 die gebruik maken van AVCHD-specificaties3.
Dit Double Media-opnamesysteem biedt langere opnametijden voor meer High-Definition
video-opnamen en foto’s.
• U kunt circa 11 uur ( 120 GB HDD) of 5,5 uur ( 60 GB HDD) aan video
opnemen in de MXP-modus, die de hoogste videokwaliteit onder AVCHD-specificaties
biedt.
• De camcorder maakt video-opnamen en foto’s op de ongebruikte ruimte van het
opnamemedium. U hoeft zich dus geen zorgen te maken dat u per abuis opnamen
maakt over reeds gemaakte video-opnamen die voor u belangrijk zijn.
• U hebt in een indexmenu direct toegang tot de scènes die u wilt afspelen.
• U kunt heel gemakkelijk uw video- en fotoverzamelingen beheren met de bijgeleverde
bewerkingssoftware: ImageMixer 3 (films) en DIGITAL VIDEO Solution Disk (foto’s).
Kan ik mijn High-Definition-video afspelen op andere
apparaten?
U kunt uw camcorder natuurlijk aansluiten op een HDTV om met familie en vrienden te
genieten van uw opnamen (79). U kunt bovendien kiezen uit de volgende opties:
• U kunt uw video-opnamen op eenvoudige wijze afspelen vanaf de geheugenkaart
door de kaart rechtstreeks aan te sluiten op TV-toestellen die compatibel zijn met
AVCHD of op HDD- of DVD-recorders die uitgerust zijn met een SD/SDHCgeheugenkaartsleuf
uw TV of digitale videorecorder.
• U kunt uw opnamen afspelen vanaf AVCHD-schijven die u hebt gemaakt met de
optionele DVD-brander DW-100
op DVD-spelers die compatibel zijn met AVCHD of op Blu-ray-spelers5.
4
. Raadpleeg voor bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van
(80). Dit ku nt u doen op de DVD-bra nder zelf of
NL
2
Raadpleeg Gebruik van een geheugenkaart (29) voor meer bijzonderheden over
geheugenkaarten die u met deze camcorder kunt gebruiken.
3
AVCHD is de nieuwe standaard voor het opnemen van High-Definition video. Met de AVCHDspecificaties wordt het videosignaal opgenomen met gebruik van MPEG-4 AVC/H.264compressie en wordt het audiosignaal opgenomen in Dolby Digital.
4
Afhankelijk van het gebruikte apparaat kan het voorkomen dat opnamen niet correct worden
afgespeeld, zelfs als het apparaat compatibel is met AVCHD. Speel in dat geval de opnamen op
de geheugenkaart af met deze camcorder.
5
Met de optionele DVD-brander DW-100 kunt u geen AVCHD-schijven maken van opnamen die
zijn gemaakt in de MXP-modus. Gebruik de bijgeleverde software ImageMixer 3 om van
dergelijke opnamen een backup te maken.
5
Page 6
Belangrijke opmerkingen over de harde
schijf
Met uw camcorder met harde schijf kunt u vele uren video opnemen en opslaan. Er is
echter een verschil tussen het opnemen op een harde schijf en het opnemen op een
ander medium. Houd u bij gebruik van uw camcorder aan de richtlijnen hieronder.
Raadpleeg Hoe u de camcorder moet behandelen (113) voor meer
bijzonderheden.
Maak periodiek een backup van uw
opnamen.
Zorg ervoor dat u films en foto’s kopieert naar
een extern apparaat zoals een computer of
een digitale videorecorder (80) en maak
regelmatig backups, in het bijzonder na het
maken van belangrijke opnamen. Canon is
niet aansprakelijk voor gegevens die verloren
of beschadigd zijn geraakt.
Stel de camcorder niet bloot aan
trillingen of stoten.
De harde schijf is een apparaat met hoge
precisie. U kunt uw gegevens voorgoed
kwijtraken als de camcorder wordt
blootgesteld aan trillingen of hevige stoten, of
als u de camcorder laat vallen.
Houd, indien mogelijk, de valsensor
ingeschakeld.
Als de camcorder valt, wordt dit gedetecteerd
door de valsensor (96), waarna een
beveiligingsmechanisme wordt geactiveerd
om te voorkomen dat de harde schijf
beschadigd raakt. Indien u deze functie
uitschakelt, wordt dit mechanisme niet
geactiveerd. Maar zelfs wanneer deze functie
op [ On/Aan] is ingesteld, kan de harde
schijf beschadigd raken als u de camcorder
laat vallen.
Ontkoppel de stroombron niet terwijl de
camcorder ingeschakeld is.
Zet de camcorder altijd uit voordat u de accu
of compacte netadapter verwijdert.
6
Page 7
Belangrijke opmerkingen over de harde schijf
Zet de camcorder niet uit als de
ACCESS-indicator brandt of knippert.
Zet de camcorder ook niet uit als deze
in de standby-stand staat.
Als u dat wel doet, kan de harde schijf
beschadigd raken of kunt u uw gegevens
voorgoed kwijtraken.
Gebruik de camcorder alleen binnen het
temperatuurbereik waarbij de
camcorder mag worden gebruikt.
Indien de temperatuur van de camcorder te
heet of te koud wordt, kan het gebeuren dat
de camcorder stopt met opnemen of afspelen
om schade aan de harde schijf te voorkomen.
Gebruik de camcorder niet op grote
hoogte.
De harde schijf kan beschadigd raken als u de
camcorder inschakelt of gebruikt op plaatsen
met een lage atmosferische druk, zoals
hoogtes boven 3.000 meter.
Initialiseer de harde schijf als films niet
op de normale wijze kunnen worden
opgenomen of afgespeeld.
De harde schijf kan in de loop der tijd
gefragmenteerd raken door het herhaaldelijk
opnemen en verwijderen van films, waardoor
de prestatie kan verslechteren. In dat geval
moet u de harde schijf initialiseren.
Beveilig persoonlijke informatie op de
harde schijf.
Indien u de harde schijf initialiseert of
opnamen verwijdert, worden de opgeslagen
gegevens echter niet fysiek verwijderd. Houd
hier rekening mee als u de camcorder afdankt
of deze aan een andere persoon geeft.
NL
7
Page 8
Inhoudsopgave
Inleiding
4Met uw camcorder genieten van High-Definition Video
6Belangrijke opmerkingen over de harde schijf
12Wat u moet weten over deze handleiding
14Kennismaking met de camcorder
14Bijgeleverde accessoires
15Overzicht van bedieningselementen
18Schermgegevens
Voorbereidingen
21Beginnen
21De accu opladen
22De draadloze afstandsbediening en accessoires voorbereiden
24De stand en helderheid van het LCD-scherm instellen
25Basisbediening van de camcorder
25De -toets: de stand of flexibel opnemen
26Joystick en joystickaanduiding
26Gebruik van de menu’s
28Eerste instellingen
28De datum en tijd instellen
28De taal wijzigen
29De tijdzone wijzigen
29Gebruik van een geheugenkaart
29Geheugenkaarten die compatibel zijn voor gebruik met deze
30Een geheugenkaart plaatsen en verwijderen
31Het opnamemedium selecteren
31Initialiseren van de harde schijf of geheugenkaart
36De video afspelen
38De selectie in het indexscherm wijzigen
39Scènes selecteren op basis van opnamedatum
40In de tijdlijn van de film het punt selecteren waar met afspelen
moet worden begonnen
41Opnamen selecteren in het indexscherm
42Scènes verwijderen
43Geavanceerde functies
43Opnameprogramma voor Speciale Scènes
44De sluitertijd en het diafragma wijzigen
45Cinemamodus: Aan uw opnamen een cinematografisch karakter
geven
46Zelfontspanner
46Handmatige belichtingsinstelling en automatische
tegenlichtcorrectie
47Handmatige scherpstelling
48Witbalans
49Beeldeffecten
50Digitale effecten
51Schermgegevens en datacodering
51Audio-opnameniveau
52Gebruik van de hoofdtelefoon
53Gebruik van de geavanceerde minischoen
54Gebruik van een externe microfoon
55Gebruik van een videolamp
55Bewerkingen met betrekking tot de afspeellijst en scènes
55Scènes splitsen
56De afspeellijst bewerken: Toevoegen, verplaatsen en verwijderen
van scènes
58Scènes kopiëren
Inhoudsopgave
NL
9
Page 10
Foto’s
59Elementaire opnamefuncties
59Foto’s maken
60De grootte en kwaliteit van foto’s selecteren
61Een foto verwijderen direct nadat deze is gemaakt
61Elementaire weergavefuncties
61Foto’s bekijken
63Foto’s verwijderen
64Aanvullende informatie
64Foto’s tijdens weergave vergroten
64Flitser
65Histogramweergave
65Transportstand: Continu-opnamen en reeksopnamen (AEB)
66Foto’s maken tijdens het opnemen van een film (gelijktijdig
67Lichtmeetmethode
67Een foto maken van een afspeelbeeld
68Foto’s beveiligen
68Foto’s kopiëren
69Overige functies die u kunt gebruiken als u foto’s maakt
80Op uw computer een backup van uw opnamen maken
80Authoring van High-Definition (AVCHD)-schijven en foto-DVD’s
84Uw opnamen kopiëren naar een externe videorecorder
84Foto’s kopiëren naar uw computer (direct kopiëren)
87Kopieeropdrachten
Page 11
Aanvullende informatie
88Bijlage: Menu-opties - Overzicht
88Menu FUNC.
90Instellingsmenu’s
98Problemen?
98Problemen oplossen
104Overzicht van berichten (in alfabetische volgorde)
113 Wat u wel en niet moet doen
113Hoe u de camcorder moet behandelen
117De interne batterij verwijderen
118Voeding/overig
119Gebruik van de camcorder in het buitenland
Bedankt dat u hebt gekozen voor de Canon HG21/HG20. Neem deze handleiding
zorgvuldig door voordat u de camcorder in gebruik neemt en bewaar de handleiding
op een gemakkelijk bereikbare plaats, zodat u deze later altijd kunt raadplegen.
Mocht uw camcorder niet goed werken, raadpleeg dan de tabel Problemen oplossen
(98).
Conventies die in deze handleiding worden toegepast
•BELANGRIJK: Onder BELANGRIJK in deze handleiding wordt een beschrijving
gegeven van de voorzorgsmaatregelen die betrekking hebben op de bediening van
de camcorder.
•OPMERKINGEN: Onder OPMERKINGEN in deze handleiding wordt een
beschrijving gegeven van de overige functies die de basisbediening van de
camcorder complementeren.
•WAAR U OP MOET LETTEN: Beperkingen of eisen met betrekking tot de
beschreven functie.
•: Nummer van de pagina waar meer informatie wordt gegeven over het
betreffende onderwerp.
Voor sommige bedieningshandelingen moet u ook andere handleidingen
raadplegen. Dit wordt aangegeven met de volgende pictogrammen:
DW-100
Raadpleeg de handleiding
DVSD
bijgeleverde CD-ROM DIGITAL VIDEO Solution Disk vindt als PDF-
bestand.
Raadpleeg de handleiding van de optionele DVD-brander DW-100.
“Digital Video Software”, die u op de
• : Informatie die alleen van toepassing is op het model dat staat afgebeeld in
het pictogram.
• In deze handleiding worden de volgende termen gebruikt:
“Scherm” heeft betrekking op het LCD-scherm en het zoekerscherm (alleen
).
De termen “foto” en “stilbeeld” hebben dezelfde betekenis.
“Harde schijf” en “HDD” worden afwisselend gebruikt, maar hebben beide
betrekking op de interne harde schijf.
“Medium” kan de interne harde schijf of een externe geheugenkaart zijn.
• De foto’s in deze handleiding zijn gesimuleerde foto’s die zijn gemaakt met een
fotocamera. De afbeeldingen en menupictogrammen hebben betrekking op
, tenzij anders aangegeven.
12
Page 13
Namen van andere toetsen en
schakelaars dan die van de joystick
worden aangeduid binnen een
“toets”-kader.
Bijvoorbeeld .
Vierkante haakjes [ ] en hoofdletters
worden gebruikt om te verwijzen naar
menu-opties zoals die op het scherm
worden weergegeven. In de tabellen in
deze handleiding wordt in vette letters
de standaardwaarde weergegeven.
Bijvoorbeeld [On/Aan], [Off/Uit]
In deze handleiding wordt de pijl gebruikt om menuselecties in te
korten. Raadpleeg Gebruik van de menu’s (26) voor een
gedetailleerde beschrijving hiervan.
De bedieningsstand van de camcorder wordt bepaald door de stand
van het programmakeuzewiel. In deze handleiding betekent het
symbool dat een functie beschikbaar is en dat de functie
niet beschikbaar is. Als geen bedieningsstandsymbolen worden
getoond, dan is de functie in alle bedieningsstanden beschikbaar.
FUNC.
NL
13
Page 14
Inleiding
Kennismaking met de camcorder
Bijgeleverde accessoires
Compacte netadapter
CA-570 (incl. netsnoer)
Draadloze
afstandsbediening WL-D88
Componentkabel
CTC-100/S
Rode • Groene • Blauwe
stekkers
Stereovideokabel STV-250N
Gele • Rode • Witte
stekkers
USB-kabel IFC-400PCU
1
Software voor het opslaan, beheren, bewerken en afspelen van films op uw computer (80).
De CD-ROM omvat de handleiding van de software (elektronische versie als PDF-bestand).
2
Software voor het opslaan, beheren, retoucheren en afdrukken van foto’s (84). De CD-ROM
omvat de handleiding van de software (elektronische versie als PDF-bestand).
MF Handmatige scherpstelling (47)
Resterende accucapaciteit (20)
Aantal beschikbare foto’s
Op de harde schijf
Op de geheugenkaart
Beeldstabilisator (92)
Zelfontspanner (46)
AF-kader (automatische scherpstelling)
(92)
Camcordertrillingswaarschuwing (92)
Scherpstellings- en
belichtingsvergrendeling (59)
Flitser (64)
Histogram (65)
Huidige foto / totaal aantal foto’s
Fotonummer (96)
Symbool “foto beveiligd” (68)
Datum en tijd van opname
Handmatige scherpstelling (47)
Bestandsgrootte
Handmatige belichting (46)
Fotogrootte (60)
Diafragmawaarde (44)
Sluitertijd (44)
19
Page 20
Inleiding
Werking harde schijf/geheugenkaart
Opnemen, Opnamepauze,
Afspelen, Afspeelpauze,
Versneld vooruit afspelen,
Versneld achteruit afspelen,
In slow motion vooruit afspelen,
In slow motion achteruit afspelen,
Beeldje voor beeldje vooruit afspelen,
Beeldje voor beeldje achteruit afspelen
, Resterende accucapaciteit
100%75%50%25%0%
• Het pictogram toont als een percentage van
een volledig geladen accu bij benadering
hoeveel capaciteit nog resteert. De resterende
opname/afspeelduur van de accu wordt naast
het pictogram in minuten weergegeven.
• Vervang de accu door een volledig opgeladen
accu als “” in rood wordt weergegeven.
• Als u een lege accu aansluit, wordt de
camcorder mogelijk uitgeschakeld zonder dat
“” wordt weergegeven.
• Mogelijk wordt de resterende accucapaciteit
niet nauwkeurig aangegeven. Dit hangt af van
de omstandigheden waaronder de camcorder
en accu worden gebruikt.
• Als de camcorder uit staat, druk dan op
BATT.INFO
Het Intelligent System toont 5 seconden lang
de accucapaciteit (als een percentage) en de
resterende opnameduur in minuten. De
accucapaciteit wordt mogelijk niet
weergegeven als de accu leeg is.
als u de accucapaciteit wilt zien.
Resterende opnameduur
Als er op het opnamemedium geen vrije ruimte
meer is, wordt “ END/Einde” (interne harde
schijf) of “END/Einde” (geheugenkaart)
weergegeven en stopt de camcorder met
opnemen.
25F progressieve beeldsnelheid
Selecteer de 25F progressieve beeldsnelheid
(45) om aan uw opnamen een
cinematografisch karakter te geven. U kunt deze
beeldsnelheid combineren met het
opnameprogramma [Cine Mode/
Cinemamodus] om het effect te verbeteren.
Aantal beschikbare foto’s
in rood: Geen kaart aanwezig
in groen: 6 of meer foto’s
in geel: 1 t/m 5 foto’s
in rood: Er kunnen geen foto’s meer
worden gemaakt
• Tijdens het weergeven van foto’s is het display
altijd groen.
• Het kan voorkomen dat het getal dat aangeeft
hoeveel foto’s nog kunnen worden gemaakt,
niet afneemt nadat een foto is gemaakt. Ook
kan het voorkomen dat het aantal foto’s dat
nog kan worden gemaakt, op het display na
een opname ineens met 2 afneemt. Of een van
deze situaties zich voordoet, hangt af van de
opnameomstandigheden.
Fotonummer
Het fotonummer geeft de naam en locatie aan
van het bestand op de geheugenkaart. Voorbeeld:
de bestandsnaam van een foto met het nummer
101-0107 is “IMG_0107.JPG” en is opgeslagen
onder de map “DCIM\101CANON”.
20
Page 21
Voorbereidingen
In dit hoofdstuk volgt een beschrijving van de elementaire
bedieningshandelingen, zoals het navigeren door menu’s, en de
instellingen die u de eerste keer moet verrichten. Zo raakt u snel
vertrouwd met uw camcorder.
NL
Beginnen
De accu opladen
De camcorder kan van stroom worden
voorzien met een accu of rechtstreeks
met de compacte netadapter. Laad de
accu vóór gebruik op.
Raadpleeg de tabellen op pagina 121122 voor informatie over de geschatte
oplaad-, opname- en afspeelduur met
een volledig geladen accu.
Aansluitpunt DC-IN
1 Sluit het netsnoer aan op de
compacte netadapter.
2 Steek de stekker van het netsnoer
in een stopcontact.
3 Sluit de compacte netadapter aan
op het aansluitpunt DC-IN van de
camcorder.
CHG-indicator
(oplaadindicator)
4 Plaats de accu in de camcorder.
Druk de accu zachtjes in het
accucompartiment en schuif de accu
omhoog totdat deze vast klikt.
5 De accu wordt opgeladen als de
camcorder uitgeschakeld is
(-indicator is uit).
• De CHG-indicator begint te
knipperen. De indicator blijft
branden als de accu is opgeladen.
• Raadpleeg Problemen oplossen
(98) als de indicator snel
knippert.
21
Page 22
Voorbereidingen
DE ACCU VERWIJDEREN
Anders kan het apparaat uitvallen of te
heet worden.
OPMERKINGEN
• De accu wordt alleen opgeladen als de
camcorder uit staat.
• Als resterende accucapaciteit een
probleem vormt, kunt u de camcorder
van stroom voorzien met de compacte
netadapter, zodat de accustroom niet
wordt verbruikt.
BATTERY RELEASEschakelaar (ontgrendeling
accu)
1Schuif in de
BATTERY RELEASE
richting van de pijl en houd deze
schakelaar ingedrukt.
2 Schuif de accu omlaag en trek de
accu vervolgens naar buiten.
BELANGRIJK
• Zet de camcorder uit voordat u de
compacte netadapter aansluit of
verwijdert. Nadat u op hebt
gedrukt om de camcorder uit te zetten,
worden belangrijke gegevens bijgewerkt
op de harde schijf. Wacht totdat de
indicator indicator dooft.
• Het verdient aanbeveling de accu op te
laden bij temperaturen tussen 10 °C en
30 °C. Als de temperatuur lager is dan
0 °C of hoger is dan 40 °C, wordt de
accu niet opgeladen.
• Sluit op het aansluitpunt DC-IN van de
camcorder of op de compacte
netadapter geen elektrische apparatuur
aan die niet uitdrukkelijk is aanbevolen
voor gebruik met deze camcorder.
• Sluit de bijgeleverde compacte
netadapter niet aan op
spanningsomzetters bij reizen naar
andere continenten of op speciale
stroombronnen zoals die in vliegtuigen
en schepen, DC-AC-omzetters, etc.
ON/OFF
• Opgeladen accu’s ontladen zich op
natuurlijke wijze. Zorg er daarom voor
dat u de accu op de dag van gebruik, of
de dag ervoor, oplaadt. U bent dan
verzekerd van een volle accu.
• Wij raden u aan twee- tot driemaal
zoveel opgeladen accu’s bij de hand te
houden dan u nodig denkt te hebben.
De draadloze afstandsbediening en
accessoires voorbereiden
Plaats eerst de bijgeleverde
lithiumknoopbatterij CR2025 in de
draadloze afstandsbediening.
1 Druk het lipje in de richting van de
pijl en trek de batterijhouder naar
buiten.
2 Plaats de lithiumknoopbatterij
zodanig dat de pluszijde (+) naar
boven is gericht.
3 Plaats de batterijhouder terug.
22
Lipje
Page 23
GEBRUIK VAN DE DRAADLOZE
AFSTANDSBEDIENING
Richt de draadloze
afstandsbediening op de sensor van
de camcorder als u op de toetsen
van de afstandsbediening drukt.
U kunt het LCD-paneel 180 graden
draaien om de draadloze
afstandsbediening te gebruiken naar de
voorzijde van de camcorder.
OPMERKINGEN
• De draadloze afstandsbediening werkt
mogelijk niet goed als de sensor
blootstaat aan fel licht of direct zonlicht.
• Als de draadloze afstandsbediening niet
werkt, controleer dan of
[Wireless Remote Control/
Afstandsbediening] niet ingesteld is op
[ Off /Uit] (96). Vervang
anders de batterij.
Accessoires
Maak de handgreepriem vast.
Stel de handgreepriem zo af dat u met uw
wijsvinger de zoomregelaar en met uw
duim de -toets kunt bereiken.
Start/Stop
EEN SCHOUDERRIEM BEVESTIGEN
Voer de uiteinden van de
schouderriem door het
riembevestigingspunt op de
handgreepriem en stel de lengte van
de riem bij.
NL
23
Page 24
Voorbereidingen
De stand en helderheid van het LCDscherm instellen
Het LCD-paneel draaien
Open het LCD-paneel tot een hoek
van 90 graden.
• U kunt het paneel 90 graden naar
beneden draaien.
• U kunt het paneel 180 graden naar de
lens draaien. Het 180 graden draaien
van het LCD-paneel kan handig zijn in
de volgende gevallen:
- Als u het onderwerp het LCD-
scherm wilt laten bekijken terwijl u de
zoeker gebruikt.
- Als u uzelf in beeld wilt nemen
wanneer u een opname maakt met de
zelfontspanner.
- Als u de camcorder wilt bedienen met
de draadloze afstandsbediening naar
de voorzijde van de camcorder
gericht.
180°
90°
180°
Het onderwerp kan het LCD-scherm
bekijken terwijl u de zoeker gebruikt
OPMERKINGEN
Over het LCD- en zoekerscherm*: De
schermen zijn gefabriceerd met uiterst
verfijnde technieken. Meer dan 99,99 %
van de pixels functioneert correct. Minder
dan 0,01 % van de pixels kan af en toe
mislukken of wordt weergegeven als
zwarte, rode, blauwe of groene punten. Dit
heeft geen invloed op het opgenomen
beeld en betekent niet dat er problemen
zijn.
* Alleen .
LCD-achtergrondverlichting
U kunt de helderheid van het scherm
instellen op normaal of helder. Als u dat
doet, wordt de helderheid van zowel
het LCD-scherm als het scherm van de
zoeker* gewijzigd.
* Alleen .
DISP.
Houd langer dan 2 seconden
ingedrukt.
Doe dit nogmaals als u de andere
instelling (normaal of helder) wilt kiezen.
OPMERKINGEN
• Deze instelling heeft geen invloed op de
helderheid van uw opname.
• Gebruik van de heldere instelling bekort
de effectieve gebruiksduur van de accu.
24
Page 25
Basisbediening van de
camcorder
De -toets: de stand of
flexibel opnemen
De camcorder biedt twee standen voor
het opnemen van video of het maken
van foto’s: de stand voor
beginners of als u zich niet bezig wilt
houden met gedetailleerde
camcorderinstellingen, en de flexibele opnamestand waarmee u de
camcorderinstellingen aan uw wensen
kunt aanpassen.
EASY-STAND
Druk op de -toets om de stand
te gebruiken (het blauwe lampje
van de toets gaat branden). U hoeft zich
geen zorgen te maken over de
instellingen en kunt direct beginnen met
het opnemen van video door
eenvoudigweg de zoomregelaar (34)
Start/Stop
en (32) te gebruiken of
foto’s te maken door eenvoudigweg de
zoomregelaar en (59) te
gebruiken. De zoeker (alleen ) en
de snelstartfunctie (Quick Start) kunt u
in de stand ook gebruiken.
PHOTO
FLEXIBEL OPNEMEN
Druk nogmaals op de -toets als u
terug wilt keren naar de flexibele
opnamestand (het lampje van de toets
brandt dan niet). U kunt dan de menu’s
openen en de instellingen afstemmen
op uw voorkeur. Zelfs in de flexibele
opnamestand kan de camcorder u
helpen met de instellingen. U kunt
bijvoorbeeld het opnameprogramma
van de Speciale Scènes (
gebruiken waarmee voor speciale
opnameomstandigheden in één keer
alle optimale instellingen worden
gekozen.
OPMERKINGEN
In de stand hebt u geen toegang tot
de menu’s, maar u kunt wel de instellingen
hieronder vooraf wijzigen voordat u de
stand kiest.
- Opnamemodus van films
- Grootte/kwaliteit van foto’s
- Automatische lange sluitertijd
- Alle instellingen onder de tab ,
en van het instellingsmenu.
43)
NL
25
Page 26
Voorbereidingen
Joystick en joystickaanduiding
Gebruik de joystick om de menu‘s van
de camcorder te gebruiken.
Druk de joystick omhoog, omlaag, naar links
of rechts (, ) om een item te
selecteren of instellingen te wijzigen.
Druk op d e joystic k zelf () om de
instellingen op te slaan of een actie te
bevestigen. Op menuschermen wordt dit
aangegeven met het pictogram .
Druk op om de joystickaanduiding
op te roepen of te verbergen. Het hangt
van de bedieningsstand af welke
functies op de joystickaanduiding
worden weergegeven.
Gebruik van de menu’s
Veel camcorderfuncties kunnen worden
ingesteld met de menu’s die u kunt
openen door de toets FUNC. () in
te drukken. Stel de camcorder in op de
flexibele opnamestand als u de menu’s
wilt openen. In de stand keren de
meeste menu-instellingen, enkele
uitgezonderd, terug naar de
standaardwaarde (25).
Raadpleeg de bijlage Menu-opties - Overzicht (88) voor bijzonderheden
over de beschikbare menu-opties en
instellingen.
FUNC.
Een optie selecteren in het menu FUNC.
Hierna volgt een voorbeeld hoe u in een
opnamestand een optie in het FUNC.menu selecteert.
1 Druk op .
FUNC.
2 Selecteer in de linkerkolom met
() het pictogram van de functie
die u wilt wijzigen.
Niet-beschikbare menu-onderdelen
worden gedimd weergegeven.
3 Kies uit de beschikbare opties in
de balk aan de onderzijde met
de gewenste instelling.
• De geselecteerde optie wordt
geaccentueerd in oranje.
• Bij sommige instellingen moet u
verdere keuzes maken en/of op
drukken. Volg de extra
bedieningsaanduidingen die op
het scherm verschijnen (zoals het
pictogram , kleine pijlen,
etc.).
4 Druk op om de instellingen
op te slaan en het menu te sluiten.
U kunt op elk moment op
drukken om het menu te sluiten.
FUNC.
FUNC.
26
Page 27
Een optie selecteren in de
instellingsmenu’s
1 Druk op .
FUNC.
2 Selecteer met (, ) het
pictogram en druk op om
de instellingsmenu’s te openen.
U kunt ook langer dan 1
seconde ingedrukt houden of op de
draadloze afstandsbediening op
MENU
de instellingsmenu’s direct te
openen.
FUNC.
drukken om het scherm van
3 Selecteer met () de tab van het
gewenste menu.
De beschikbare instellingen
veranderen als u van tab naar tab
gaat.
4 Selecteer met () de optie die u
wilt wijzigen en druk op .
• De oranje keuzebalk geeft de
momenteel geselecteerde menuinstelling aan. Niet-beschikbare
menu-onderdelen worden gedimd
weergegeven.
• Verplaats met () de oranje
selectiebalk naar de tabs aan de
bovenzijde van het scherm om een
ander menu te selecteren (stap 3).
5 Selecteer met () de gewenste
instelling en druk op om de
instelling op te slaan.
6 Druk op .
U kunt op elk moment op
drukken om het menu te sluiten.
In menuschermen wordt een klein
lettertype gebruikt, zodat u alle opties en
huidige instellingen op één scherm kunt
zien. U kunt de grootte van het lettertype
wijzigen door [Font Size/Grootte
lettertype] op [Large/Groot] te zetten,
maar mogelijk moet u naar beneden
scrollen om sommige menu-opties te
zoeken, en alleen de pictogrammen van
de huidige instellingen worden
weergegeven.
FUNC.
FUNC.
OPMERKINGEN
NL
27
Page 28
Voorbereidingen
Eerste instellingen
De datum en tijd instellen
U moet de datum en tijd van de
camcorder instellen voordat u deze kunt
gebruiken. Het scherm [Date/TimeDatum/Tijd] (scherm voor instelling van
datum en tijd) verschijnt automatisch als
u de klok van de camcorder nog niet
hebt ingesteld.
Als het scherm [Date/Time-Datum/
Tijd]verschijnt, wordt het jaar
weergegeven in oranje en aangeduid
met omhoog/omlaag-pijlen.
1 Wijzig met () het jaar en ga met
( ) naar de maand.
2 Wijzig op dezelfde wijze de rest
van de velden (maand, dag, uur en
minuten).
3 Selecteer met ( ) de optie [OK] en
druk op om de klok te starten
en het instellingsscherm te sluiten.
BELANGRIJK
• Als u de camcorder langer dan circa 3
maanden niet gebruikt, kan de interne
oplaadbare lithiumbatterij geheel leeg
raken en verliest u mogelijk de datum/
tijdinstelling. Laad in een dergelijk geval
de interne lithiumbatterij (116)
opnieuw op en stel opnieuw de tijdzone,
datum en tijd in.
28
• De datum wordt alleen in het eerste
instellingsscherm weergegeven in de
notatie jaar-maand-dag. In de volgende
schermen worden de datum en tijd
weergegeven als dag-maand-jaar
(bijvoorbeeld, [1.Jan.2008 12:00 AM]). U
kunt de datumnotatie wijzigen (97).
• U kunt de datum en tijd ook op een later
tijdstip (dus op een ander moment dan
tijdens de eerste instellingen) wijzigen.
Open het scherm [Date/Time-Datum/Tijd]
vanuit de instellingsmenu’s:
instelt of nadat u deze hebt gereset, worden
alle schermgegevens weergegeven in de
Engelse taal (de standaardtaal). Selecteer
[Language/Taal] en selecteer
vervolgens uw taal.
OPMERKINGEN
De symbolen en die in
sommige menuschermen verschijnen,
hebben betrekking op de namen van
toetsen op de camcorder en veranderen
niet, ongeacht de taal die is geselecteerd.
Standaardwaarde
Page 29
De tijdzone wijzigen
Stem de tijdzone af op uw locatie. De
standaardinstelling is Paris (Parijs).
Gebruik van een
geheugenkaart
NL
DE EIGEN TIJDZONE INSTELLEN
FUNC.
[ Menu]
[Time Zone/DST-Tijdzone/Zomertijd]
Uw plaatselijke tijdzone*
FUNC.
ALS U OP REIS BENT
FUNC.
[ Menu]
[Time Zone/DST-Tijdzone/Zomertijd]
Plaatselijke tijd op uw bestemming*
FUNC.
* Selecteer de gebiedsnaam die is
gemarkeerd met een als u de instelling
wilt aanpassen aan zomertijd.
Geheugenkaarten die compatibel zijn
voor gebruik met deze camcorder
U kunt met deze camcorder gebruik
maken van in de winkel verkrijgbare
SDHC (SD High Capacity)geheugenkaarten en SDgeheugenkaarten. Het kan echter zijn
dat u, afhankelijk van de Speed Class,
op de geheugenkaart geen films kunt
opnemen. Raadpleeg de tabel op
pagina 30.
Vanaf juni 2008 is de filmopnamefunctie
getest met gebruik van SD/SDHCgeheugenkaarten van Panasonic,
Toshiba en SanDisk.
Het verdient aanbeveling gebruik te
maken van geheugenkaarten met een
Speed Class van 4 of hoger.
OPMERKINGEN
Over de SD Speed Class: De SD Speed Class
is een standaard die aangeeft wat de
gegarandeerde minimale snelheid van de
gegevensoverdracht is van SD/SDHCgeheugenkaarten. Als u een nieuwe
geheugenkaart koopt, bekijk dan het
Speed Class-logo op de verpakking.
29
Page 30
Voorbereidingen
GeheugenkaartCapaciteitSD Speed Class
64 MB of
SD-
geheugenkaarten
SDHC-
geheugenkaarten
1
Films kunt u niet opnemen als de opnamemodus op M XP (24 Mbps) of FXP (17 Mbps) staat.
2
Op sommige geheugenkaarten kunt u mogelijk helemaal geen films opnemen.
minder
128 MB of
meer
Meer dan 2 GB
Een geheugenkaart plaatsen en
verwijderen
Niet van toepassing–
Niet compatibel
of hoger
of hoger
2 Open de afdekking van de
geheugenkaartsleuf.
3 Steek de geheugenkaart in zijn
Films
opnemen
1,2
1
1
Foto’s maken
geheel, met het label omhoog
U moet een geheugenkaart altijd eerst
initialiseren voordat u deze met de
camcorder kunt gebruiken (31).
gericht, recht in de
geheugenkaartsleuf totdat de
kaart vast klikt.
4 Sluit de afdekking van de
geheugenkaartsleuf.
Forceer de afdekking niet om deze te
sluiten als u de geheugenkaart niet
op de juiste wijze hebt geplaatst.
BELANGRIJK
Geheugenkaarten hebben een voor- en
achterzijde die van elkaar verschillen. De
camcorder kan defect raken als u een
geheugenkaart verkeerd om in de
camcorder plaatst.
1 Zet de camcorder uit.
Controleer of de -indicator uit
staat.
30
OPMERKINGEN
De geheugenkaart verwijderen: Druk eenmaal
de geheugenkaart in om deze te
ontgrendelen. De geheugenkaart springt
vervolgens naar buiten. Trek de kaart
daarna in zijn geheel naar buiten.
Page 31
Het opnamemedium selecteren
U kunt uw films opnemen en foto’s
maken op de interne harde schijf of op
een geheugenkaart. De harde schijf is
het standaardmedium voor beide.
EEN ANDER MEDIUM KIEZEN VOOR UW
FILMOPNAMEN
FUNC.
[ Menu] of
[Rec Media for Movies/
Opnamemedium voor films] of
[Rec Media for Photos/
Opnamemedium voor foto’s]
Selecteer de harde schijf of
geheugenkaart*
FUNC.
* Voor elk medium kunt u de totale, gebruikte
en beschikbare ruimte controleren. De
beschikbare ruimte wordt geschat op basis
van de momenteel gebruikte opnamemodus
(films) of fotogrootte/kwaliteit (foto’s).
Initialiseren van de harde schijf of
geheugenkaart
Initialiseer een geheugenkaart voordat u
deze voor de eerste keer met deze
camcorder gebruikt. U kunt een
geheugenkaart of de harde schijf ook
initialiseren om permanent alle
opnamen te wissen. Door het
opnamemedium te initialiseren wordt
ook de fragmentatie geëlimineerd.
Fragmentatie wordt een groter
probleem wanneer opnamen
herhaaldelijk worden toegevoegd en
verwijderd en kan uiteindelijk tot gevolg
hebben dat de prestatie verslechtert.
Opties
[Quick Initialization/Snelle initialisatie]
Wist de bestandstoewijzingstabel, maar wist niet
fysiek de opgeslagen gegevens.
[Complete Initialization/Volledige initialisatie]
Wist alle gegevens volledig. De volledige
initialisatie van de harde schijf duurt langer
( circa 2 uur, circa 1 uur).
wilt annuleren terwijl deze bezig is. Alle
opnamen worden gewist en u kunt zonder
problemen het opnamemedium gebruiken.
BELANGRIJK
• Initialisatie van het opnamemedium
heeft tot gevolg dat alle opnamen voor
altijd worden verwijderd. Verloren
geraakte opnamen kunt u dan niet meer
terughalen. Zorg er daarom voor dat u
op een extern apparaat van belangrijke
opnamen eerst een backup maakt
(80).
• Voorzie de camcorder van stroom met
de compacte netadapter om de harde
schijf te initialiseren. Ontkoppel de
stroombron niet terwijl de initialisatie
wordt uitgevoerd.
NL
31
Page 32
Video
Dit hoofdstuk beschrijft functies die betrekking hebben op het
opnemen van films, waaronder opnemen, afspelen, menuopties en
bewerking van afspeellijsten en scènes.
Elementaire opnamefuncties
Video opnemen
1
Zet het programmakeuzewiel op .
2 Schakel de camcorder in.
Standaard worden films opgenomen
op de harde schijf. U kunt echter ook
de geheugenkaart selecteren als
opnamemedium voor films (31).
3 Druk op om met
opnemen te beginnen.
• De opname wordt gestart; druk
• U kunt ook op van de
32
Start/Stop
nogmaals op als u een
pauze wilt inlassen.
draadloze afstandsbediening
drukken.
Start/Stop
START/STOP
NADAT U KLAAR BENT MET OPNEMEN
1 Overtuig u ervan of de ACCESS-
indicator uit staat.
2 Zet de camcorder uit.
3 Sluit het LCD-paneel.
BELANGRIJK
• Houd u aan de voorschriften hieronder
als de ACCESS-indicator brandt of
knippert. Anders kunt u uw gegevens
voorgoed kwijtraken of kan de harde
schijf/geheugenkaart beschadigd raken.
- Stel de camcorder niet bloot aan
trillingen of stoten.
- Open de afdekking van de
geheugenkaartsleuf niet.
- Ontkoppel de stroombron niet en zet
de camcorder niet uit.
- Wijzig de stand van het
programmakeuzewiel niet.
• Zorg ervoor dat u regelmatig backups
van uw opnamen maakt (80), vooral
na het maken van belangrijke opnamen.
Canon is niet aansprakelijk voor
gegevensverlies of beschadigde
gegevens.
OPMERKINGEN
• Over de stroombesparingsstand: Bij gebruik
van de accu schakelt de camcorder
zichzelf automatisch uit als er vijf
minuten lang geen
bedieningshandelingen zijn verricht. Dit
wordt gedaan om stroom te besparen
(96). Druk op om de
camcorder aan te zetten.
ON/OFF
Page 33
• Als u opnamen maakt op plaatsen met
veel lawaai (zoals vuurwerkshows of
concerten), kan het geluid vervormd
raken of wordt het niet opgenomen op
het feitelijke niveau). Dit is normaal en
duidt niet op een storing.
Gebruik van de zoeker
Als u opnamen maakt op heldere
plaatsen, kan het moeilijk zijn gebruik te
maken van het LCD-scherm. Wijzig in
een dergelijk geval de helderheid van
het LCD-scherm* (24) of gebruik in
plaats hiervan de zoeker. Druk op
VIEWFINDER
paneel de zoeker te activeren. Sluit het
LCD-paneel om alleen de zoeker te
gebruiken.
• U kunt de zoeker naar buiten trekken
als dat comfortabeler is. Houd beide
zijden van de zoeker stevig vast en
trek deze naar buiten totdat de zoeker
vast klikt.
• Stel de zoeker, indien nodig, af met
de oogcorrectieregelaar.
* De helderheidsinstelling geldt zowel
voor het LCD-scherm als de zoeker.
om samen met het LCD-
De videokwaliteit selecteren
(opnamemodus)
De camcorder heeft 5 opnamemodi. Als
u de opnamemodus wijzigt, dan wordt
ook de opnameduur gewijzigd.
Selecteer de MXP- of FXP-modus voor
een betere filmkwaliteit; selecteer LP
voor een langere opnameduur. In de
tabel op pagina 34 wordt bij benadering
aangegeven hoe lang u kunt opnemen.
FUNC.
[ Standard Play 7 Mbps/
Standaard afspelen 7 Mbps]
Gewenste opnamemodus
FUNC.
OPMERKINGEN
• Met de optionele DVD-brander DW-100
kunt u geen AVCHD-schijven maken van
opnamen die zijn gemaakt in de MXPmodus. Gebruik de bijgeleverde
software ImageMixer 3 om van
dergelijke opnamen een backup te
maken.
• De camcorder maakt gebruik van een
variabele bit rate (VBR) om video te
coderen; de feitelijke opnameduur zal
daarom afhangen van de inhoud van de
scènes.
• De camcorder onthoudt de laatst
gebruikte instelling, zelfs wanneer u de
camcorder in de stand zet.
NL
33
Page 34
Video
Geschatte opnameduur
Opnamemodus→MXP*FXP*XP+SP
Opnamemedium↓
Harde schijf van
60 GB
Harde schijf van
120 GB
Geheugenkaart van 4 GB20 min.30 min.40 min.1 uur 10 min. 1 uur 30 min.
Geheugenkaart van 8 GB40 min.1 uur 1 uur 25 min. 2 uur 20 min.3 uur
Geheugenkaart van 16 GB1 uur 25 min.2 uur 5 min.2 uur 50 min. 4 uur 45 min.6 uur 5 min.
Geheugenkaart van 32 GB2 uur 55 min. 4 uur 10 min. 5 uur 45 min. 9 uur 35 min. 12 uur 15 min.
* Opgenomen met een resolutie van 1.920 x 1.080. Films die worden opgenomen met een
andere opnamemodus, worden opgenomen met een resolutie van 1.440 x 1.080.
Zoomen
5 uur 30 min. 7 uur 50 min. 10 uur 50 min.18 uur22 uur
11 uur 5 min. 15 uur 45 min. 21 uur 40 min.36 uur45 uur 55 min.
12x optische zoom
Verplaats de zoomregelaar naar W
Standaardwaarde
55 min.
om uit te zoomen (groothoek).
Verplaats de zoomregelaar naar T
Stand : Naast de optische zoom is
ook digitale zoom beschikbaar (91).
om in te zoomen (telefoto).
Druk zachtjes voor een langzame zoom;
druk harder voor een snellere zoom. U
kunt de optie / [Zoom Speed/
Zoomsnelheid] (91) ook instellen op
één van de drie constante snelheden (3
is de snelste, 1 is de langzaamste).
OPMERKINGEN
• Houd tot het onderwerp een afstand van
ten minste 1 meter aan. Bij volledige
groothoek kunt u tot op niet minder dan
1 cm op een onderwerp scherpstellen.
• Als [Zoom Speed/Zoomsnelheid] is
ingesteld op [Variable/Variabel]:
W
W
T
T
- Als u de toetsen T en W van de
draadloze afstandsbediening of het
LCD-paneel gebruikt, staat de
zoomsnelheid constant op
W UitzoomenT Inzoomen
[Speed 3/Snelheid 3].
- De zoomsnelheid is sneller in de
opnamepauzestand dan tijdens de
feitelijke opname.
LP
34
Page 35
Snelstartfunctie (Quick Start)
Als u het LCD-paneel sluit terwijl de
camcorder ingeschakeld is, komt de
camcorder in de standby-stand. In de
standby-stand verbruikt de camcorder
slechts de helft van de stroom die
wordt gebruikt voor het maken van
opnamen, waardoor u bij gebruik van
een accu bespaart op stroom. Als u het
LCD-paneel opent, is de camcorder
bovendien binnen circa 1 seconde*
gereed voor het maken van opnamen,
zodat u dus geen belangrijke
opnamemogelijkheden hoeft te missen.
* De werkelijke tijd hangt af van de
opnameomstandigheden.
1 Sluit het LCD-paneel terwijl de
camcorder ingeschakeld is en in
een opnamestand staat.
• Als u de zoeker gebruikt en
het LCD-paneel gesloten is, druk
VIEWFINDER
dan op om de
standby-stand te activeren.
• U hoort een pieptoon en de indicator verandert in oranje om
aan te geven dat de camcorder in
de standby-stand is gekomen.
2 Open het LCD-paneel als u het
opnemen wilt hervatten.
• De -indicator wordt weer
groen en de camcorder is gereed
om opnamen te maken.
• U kunt ook op
drukken om het opnemen te
hervatten met gebruik van de
zoeker terwijl het LCD-paneel
gesloten is.
VIEWFINDER
BELANGRIJK
Verwijder de stroombron niet tijdens de
standby-stand (terwijl de -indicator
oranje brandt).
OPMERKINGEN
• De camcorder is mogelijk niet in staat in
de standby-stand te komen als u onder
bepaalde omstandigheden het LCDpaneel sluit (bijvoorbeeld terwijl de
ACCESS-indicator knippert of een menu
wordt weergegeven). Controleer of de
-indicator in oranje verandert.
• De camcorder wordt uitgeschakeld als u
deze 10 minuten lang in de standbystand laat staan, ongeacht de instelling
van [Power Saving Mode/
Spaarstand] (96). Druk op
om de camcorder aan te zetten.
• U kunt selecteren hoe lang het moet
duren voordat de camcorder wordt
uitgeschakeld of u kunt de
snelstartfunctie geheel uitschakelen met
de optie [Quick Start/Snel
starten] (
• Als u de stand van het
programmakeuzewiel wijzigt terwijl de
camcorder in de standby-stand staat,
heeft dit tot gevolg dat de camcorder in
de geselecteerde bedieningsstand
wordt gereactiveerd.
96).
ON/OFF
De laatst opgenomen scène bekijken en
verwijderen
Zelfs in de stand kunt u de laatst
opgenomen scène afspelen om deze te
controleren. U kunt de scène ook
verwijderen terwijl u deze bekijkt.
NL
35
Page 36
Video
Elementaire afspeelfuncties
1 Druk op om de
joystickaanduiding op te roepen.
Indien niet op de
joystickaanduiding wordt
weergegeven, druk ( ) op de
joystick dan herhaaldelijk naar [Next/
Volgende] om dit symbool op te
roepen.
2 Druk ( ) op de joystick naar .
De camcorder speelt de laatste
scène af (maar zonder geluid) en
keert daarna terug naar de
opnamepauzestand.
Een scène verwijderen direct nadat u deze
hebt opgenomen
Na het opnemen van een scène:
1 Bekijk de scène zoals is
beschreven in het vorige
hoofdstuk.
2 Selecteer, terwijl u de scène
bekijkt, met ( ) het pictogram
en druk op .
3 Selecteer met ( ) de optie [Yes/
Ja] en druk op .
OPMERKINGEN
• Verricht geen andere
bedieningshandelingen op de
camcorder terwijl de scène wordt
verwijderd.
• U kunt op deze manier de laatste scène
niet verwijderen indien u na het
opnemen van de scène de
bedieningsstand hebt gewijzigd of de
camcorder hebt uitgezet.
36
De video afspelen
1
Zet het programmakeuzewiel op .
2 Schakel de camcorder in.
Na enkele seconden verschijnt het
indexscherm van de scènes.
3 Zet met (, ) het
selectiekader naar de scène die u
wilt afspelen.
Als u een groot aantal scènes hebt
opgenomen, druk dan herhaaldelijk
op of om door de pagina’s
van het indexscherm te bladeren.
4 Druk op of om met
afspelen te beginnen.
• De camcorder begint met afspelen
vanaf de geselecteerde scène tot
het eind van de laatst opgenomen
scène.
• Druk nogmaals op als u
tijdens het afspelen een pauze wilt
inlassen.
/
/
Page 37
• Druk op als u wilt stoppen
met afspelen en wilt terugkeren
naar het indexscherm voor films.
HET VOLUME WIJZIGEN
1 Druk tijdens het afspelen op
om de joystickaanduiding op te
roepen.
2 Stel met () het volume bij.
BELANGRIJK
• Houd u aan de voorschriften hieronder
terwijl de
knippert. U kunt uw gegevens anders
voorgoed kwijtraken.
- Stel de camcorder niet bloot aan
- Open de afdekking van de
- Ontkoppel de stroombron niet en zet
- Wijzig de stand van het
• Mogelijk kunt u op deze camcorder
geen films afspelen die op een
geheugenkaart zijn opgenomen met een
ander AVCHD-apparaat.
• Afhankelijk van de
opnameomstandigheden is tussen
scènes mogelijk een korte pauze in de
video- of geluidsweergave merkbaar.
• Geluid uit de luidspreker wordt
uitgeschakeld als u het LCD-paneel
sluit.
voor het afspelen van de opnamen de
zoeker wilt gebruiken.
ACCESS-indicator brandt of
trillingen of stoten.
geheugenkaartsleuf niet.
de camcorder niet uit.
programmakeuzewiel niet.
OPMERKINGEN
Gebruik een hoofdtelefoon als u
Speciale afspeelstanden
U kunt voor het gebruik van de speciale
afspeelstanden de toetsen gebruiken
op het LCD-paneel of de draadloze
afstandsbediening (17). Tijdens de
speciale afspeelstanden is er geen
geluid mogelijk.
Versneld vooruit afspelen
Druk tijdens normaal afspelen op
of . Druk nogmaals op deze toets
om de afspeelsnelheid te verhogen met
circa 5x
→
15x → 60x de normale
snelheid
In slow motion afspelen
Druk in de afspeelpauzestand op *
of . Druk nogmaals op deze toets
om de afspeelsnelheid te verhogen met
1/8
→
1/4 de normale snelheid.
* In slow motion achteruit afspelen ziet er
hetzelfde uit als continu beeldje voor
beeldje achteruit afspelen.
Beeldje voor beeldje vooruit/achteruit
afspelen
Druk in de afspeelpauzestand op
of van de draadloze
afstandsbediening om een aantal
beeldjes achteruit af te spelen (circa
0,5 seconde) of één beeldje vooruit af
te spelen. Houd de toets ingedrukt om
de beeldjes continu af te spelen.
Scènes overslaan
Druk tijdens normaal afspelen op ( )
van de joystick of van de draadloze
afstandsbediening om naar de
volgende scène te springen. Druk
éénmaal op ( ) van de joystick of
van de draadloze afstandsbediening
om terug te keren naar het begin van de
huidige scène of tweemaal om naar de
vorige scène te springen.
NL
37
Page 38
Video
Speciale afspeelstanden stopzetten
Druk tijdens een speciale afspeelstand
op van de camcorder of van
/
de draadloze afstandsbediening.
OPMERKINGEN
Tijdens sommige speciale afspeelstanden
ziet u in het afspeelbeeld mogelijk
videoproblemen (blokken, strepen, etc.).
De selectie in het indexscherm wijzigen
Gebruik de tabs aan de bovenzijde van
het indexscherm om te wisselen tussen
de afspeellocatie: scènes en foto’s die
zijn opgenomen op de harde schijf of
scènes en foto’s die zijn opgenomen op
de geheugenkaart. Nadat u een
afspeellijst hebt gemaakt (56) kunt u
naar keuze wisselen tussen de originele
films en de door u bewerkte afspeellijst.
Het afspeelmedium selecteren
1 Verplaats met () het oranje
selectiekader naar de tabs aan de
bovenzijde van het scherm.
2 Selecteer met () het medium of
de locatie vanwaar u de scènes
wilt afspelen of de foto’s wilt
weergeven.
3 Ga met () naar het indexscherm
om de scène of foto te selecteren.
Voorbeeld van wijziging va n het indexscherm
in de stand :
Originele films of foto’s op de harde
schijf
Originele films of foto’s op de
geheugenkaart
Afspeellijst op de harde schijf*
Afspeellijst op de geheugenkaart*
* Alleen in de stand .
OPMERKINGEN
In de stand kunt u op van
de draadloze afstandsbediening drukken
om op het betreffende medium te wisselen
tussen het indexscherm van de originele
films en dat van de afspeellijst.
PLAYLIST
Het aantal items in het indexscherm
wijzigen
Standaard toont het indexscherm
maximaal 6 items (scènes of foto’s).
Verplaats de zoomregelaar naar W om
per scherm 15 items weer te geven.
Verplaats de zoomregelaar naar T om
terug te keren naar het indexscherm in
de standaardweergave.
38
Page 39
W 6 scènes/foto’s
T 15 scènes/foto’s
Scènes selecteren op basis van
opnamedatum
In het indexscherm van de originele
films kunt u naar opnamen zoeken die u
op een bepaalde datum hebt gemaakt
(bijvoorbeeld om alle films te zoeken die
u tijdens een speciale gebeurtenis hebt
opgenomen).
Een selectie maken in de opnamenlijst
1 Selecteer het indexscherm van de
originele films.
Selecteer de tab (harde schijf) of
(geheugenkaart) (38).
2 Open de opnamenlijst.
FUNC.
[ Scene Search/Scènes
zoeken] [Date Selection/
Datumselectie]
• De opnamenlijst toont alle datums
waarop opnamen zijn gemaakt. Op
de dag wordt een oranje
selectiekader weergegeven.
• Het miniatuurbeeld is een foto van
de eerste scène die op die dag is
opgenomen. Onder de foto wordt
voor diezelfde dag het aantal
opgenomen scènes () en de
totale opnameduur weergegeven.
3 Selecteer met () de datum,
maand of het jaar en ga met ()
van opnamedatum naar
opnamedatum.
4 Druk op nadat u de gewenste
datum hebt geselecteerd.
Het indexscherm verschijnt, met het
selectiekader op de scène die op de
geselecteerde datum het eerst is
opgenomen.
OPMERKINGEN
U kunt op elk moment op drukken
om terug te keren naar het indexscherm.
FUNC.
Een selectie maken in het kalenderscherm
1 Selecteer het indexscherm van de
originele films.
Selecteer de tab (harde schijf) of
(geheugenkaart) (38).
2 Open het kalenderscherm.
FUNC.
[ Scene Search/Scènes
zoeken] [Calendar Screen/
Kalenderscherm]
• Het kalenderscherm verschijnt.
• Datums die scènes bevatten (dat
wil zeggen: films die op die datum
zijn opgenomen) worden
weergegeven in wit. Datums
zonder opnamen worden
weergegeven in zwart.
3 Verplaats met (, ) de cursor
naar de gewenste datum.
• Als u de cursor verplaatst naar een
datum die wordt weergegeven in
wit, wordt naast de kalender een
miniatuurbeeld weergegeven dat
een foto toont van de eerste scène
die op die datum is opgenomen.
Onder de foto wordt voor diezelfde
dag het aantal opgenomen scènes
() en de totale opnameduur
weergegeven.
NL
39
Page 40
Video
• U kunt met () het jaar- of
maandveld selecteren en met ()
het jaar of de maand wijzigen om
de kalendermaanden sneller te
doorlopen.
• U kunt op of drukken om
direct naar de vorige/volgende
datum te springen die scènes
bevat.
4 Druk op om terug te keren
naar het indexscherm.
Het oranje selectiekader wordt
weergegeven op de scène die op de
geselecteerde datum het eerst is
opgenomen.
OPMERKINGEN
• U kunt wijzigen op welke dag de week
voor de kalenderweergave moet starten
(97).
• U kunt op elk moment op
drukken om terug te keren naar het
indexscherm.
In de tijdlijn van de film het punt
selecteren waar met afspelen moet
worden begonnen
U kunt een tijdlijn van de scène
weergeven, en selecteren waar u met
afspelen wilt beginnen. Dit komt van
pas als u een lange scène wilt afspelen
vanaf een specifiek punt.
FUNC.
1
Selecteer met (, ) de scène
die u wilt bekijken en druk op .
DISP.
• Het tijdlijnscherm verschijnt. Het
grote miniatuurbeeld toont het
eerste beeldje van de scène. De
tijdlijnregel daaronder toont de
beeldjes die met een vast interval
uit de scène zijn gehaald.
• Druk nogmaals op als u wilt
DISP.
terugkeren naar het indexscherm.
Interval tussen beeldjes
Datum en tijd van opname
Huidige scène / totaal aantal scènes
Beeldje dat is geselecteerd voor het afspeelbegin
Schuifbalk pagina
Tijdlijnregel
Lengte scène
2 Selecteer op de tijdlijnregel met
() het punt waar u met
afspelen wilt beginnen.
3 Druk op om met afspelen te
beginnen.
EEN ANDERE SCÈNE SELECTEREN
Verplaats met () het oranje
selectiekader naar het grote
miniatuurbeeld en kies met () een
andere scène.
WISSELEN TUSSEN DE PAGINA’S VAN DE
TIJDLIJNREGEL
/
40
Verplaats met () het oranje
selectiekader naar de schuifbalk
onder de regel en roep met () de
vorige/volgende 5 beeldjes van de
scène op.
Page 41
HET INTERVAL TUSSEN BEELDJES WIJZIGEN
FUNC.FUNC.
Gewenst interval
Opnamen selecteren in het
indexscherm
U kunt vooraf in het indexscherm een
aantal originele films of foto’s
selecteren om hiervoor gezamenlijk in
één keer bepaalde bewerkingen uit te
voeren.
Stand : Geselecteerde scènes
verwijderen (42), kopiëren (58) of
toevoegen aan de afspeellijst (56).
Stand : Geselecteerde foto’s
verwijderen (63), kopiëren (69) of
beveiligen (68), of alle markeren met
een afdrukopdracht (74) of
kopieeropdracht (87).
1 Selecteer de originele films of het
indexscherm van de foto’s.
• Stand : Selecteer de tab
(harde schijf) of
(geheugenkaart) (38).
•Stand : Verplaats de
zoomregelaar naar W om het
indexscherm weer te geven.
2 Open het selectiescherm.
FUNC.
[ Select/Selecteren]
[Individual Scenes/Afzonderlijke
scènes] of [Individual Photos/
Afzonderlijke foto’s]
• Het selectiescherm verschijnt.
3 Ga in het indexscherm met (,
) van scène naar scène of foto
naar foto en druk op om een
afzonderlijke scène of foto te
selecteren.
• Op de geselecteerde scènes/foto’s
wordt een vinkje weergegeven.
• Herhaal deze stap om alle scènes/
foto’s te selecteren die u aan uw
selectie wilt toevoegen (maximaal
100).
Totale aantal geselecteerde scènes
4 Druk tweemaal op om het
menu te sluiten.
ALLE SELECTIES ANNULEREN
FUNC.
[ Select/Selecteren]
[Remove All Selections/Alle selecties
verwijderen] [Yes/Ja]
FUNC.
OPMERKINGEN
• De selectie van scènes/foto’s wordt
geannuleerd als u de camcorder uitzet
of de bedieningsstand wijzigt.
• Scènes in de afspeellijst kunt u niet aan
de selectie toevoegen.
Geselecteerde scènes
FUNC.
NL
41
Page 42
Video
Scènes verwijderen
zetten te rwijl dez e wordt uitg evoerd.
Sommige scènes zullen desondanks
worden verwijderd.
Scènes die u niet wilt behouden, kunt u
ve rwij de ren . Doo r s cèn es te v erwij dere n
creëert u ook ruimte op het
opnamemedium.
Opties
[All Scenes/Alle scènes]
Verwijdert alle scènes.
[All Scenes (this date)/Alle scènes (deze datum)]
Verwijdert alle scènes die zijn opgenomen op
dezelfde dag dat de geselecteerde scène werd
opgenomen.
[This Scene/Deze scène]
Verwijdert alleen de scène die is gemarkeerd met
het oranje selectiekader.
[Selected Scenes/Geselecteerde scènes]
Verwijdert alle scènes die eerder waren
geselecteerd (gemarkeerd met een vinkje ).
Raadpleeg
indexscherm
Opnamen selecteren in het
(41).
1 Selecteer met (, ) de scène
die u wilt verwijderen, of een
scène die is opgenomen op de
datum die u wilt verwijderen.
Deze stap is niet nodig om alle
scènes of eerder geselecteerde
scènes te verwijderen.
• Wees voorzichtig met het verwijderen
van originele opnamen. Als u een
originele scène verwijdert, bent u deze
voorgoed kwijt.
• Maak van belangrijke scènes een
backup voordat u deze verwijdert
(80).
• Houd u aan de voorschriften hieronder
terwijl de ACCESS-indicator brandt of
knippert (terwijl scènes worden
verwijderd).
- Stel de camcorder niet bloot aan
trillingen of stoten.
- Open de afdekking van de
geheugenkaartsleuf niet.
- Ontkoppel de stroombron niet en zet
de camcorder niet uit.
- Wijzig de stand van het
programmakeuzewiel niet.
OPMERKINGEN
• Als u een scène verwijdert uit het
indexscherm van de originele opnamen,
wordt die scène ook verwijderd uit de
afspeellijst.
• Als u alle films wilt verwijderen en alle
opnameruimte weer ter beschikking wilt
hebben, dan kunt u het opnamemedium
ook initialiseren (31).
• Het kan gebeuren dat u geen scènes
kunt verwijderen die zijn opgenomen of
bewerkt met een ander apparaat.
42
Page 43
Geavanceerde functies
Opnameprogramma voor Speciale
Scènes
Het is heel gemakkelijk opnamen te maken
in een zeer helder skioord of alle kleuren
van een zonsondergang of vuurwerk vast
te leggen. U hoeft alleen maar het
opnameprogramma van de Speciale
Scènes te selecteren. Raadpleeg het
overzicht hieronder voor bijzonderheden
over de beschikbare opties.
[Portrait/Portret]
De camcorder maakt
gebruik van een
groot diafragma.
Details die de
aandacht afleiden,
worden tijdens de scherpstelling van het
onderwerp waziger.
[Night/Nacht]
Gebruik deze stand
om opnamen te
maken op slecht
verlichte plaatsen.
FUNC.
[ Programmed AE/AE-programma]
[ Portrait/Portret]
Druk op voor weergave van de
opnameprogramma’s voor Speciale
Scènes (SCN) Gewenst
opnameprogramma
FUNC.
OPMERKINGEN
• [ Night/Nacht]
- Bewegende onderwerpen kunnen een
nabeeld met sporen achterlaten.
- De beeldkwaliteit is mogelijk niet zo
goed als bij de andere programma’s.
[Sports/Sport]
Gebruik deze stand
om sportscènes
zoals tennis of golf
op te nemen.
[Snow/Sneeuw]
Gebruik deze stand
om opnamen te
maken op heldere
skipistes. Hiermee
voorkomt u dat het
onderwerp onderbelicht wordt.
NL
[Beach/Strand]
Gebruik deze stand
om opnamen te
maken op een zonnig
strand. Hiermee
voorkomt u dat het
onderwerp onderbelicht wordt.
[Spotlight]
Gebruik deze stand
om opnamen te
maken van scènes
onder spotlights.
[Sunset/
Zonsondergang]
Gebruik deze stand
om in rijke kleuren
zonsondergangen op
te nemen.
[Fireworks/
Vuurwerk]
Gebruik deze stand
om vuurwerk op te
nemen.
43
Page 44
Video
- Op het scherm kunnen witte punten
verschijnen.
- Automatische scherpstelling werkt
mogelijk niet zo goed als bij andere
opnameprogramma’s. In dat geval
moet u handmatig scherp stellen.
• [ Fireworks/Vuurwerk]
- Wij raden u aan gebruik te maken van
een statief om camcordertrillingen te
voorkomen. Maak in ieder geval
gebruik van een statief in de stand
op bewolkte dagen of op
beschaduwde plaatsen. Controleer
het beeld op het scherm.
Opties
[ Programmed AE/AE-programma]
De camcorder stelt automatisch het diafragma
en de sluitertijd zo in dat voor het onderwerp een
optimale belichting wordt verkregen.
[ Shutter-Priority AE/Sluitertijdvoorkeuze AE]
Stel de sluitertijdwaarde in. De camcorder stelt
automatisch de juiste diafragmawaarde in.
[ Aperture-Priority AE/Diafragmavoorkeuze
AE]
Stel de diafragmawaarde in. De camcorder stelt
automatisch de juiste sluitertijd in.
FUNC.
Standaardwaarde
[ Programmed AE/AE-programma]
Gewenst opnameprogramma
FUNC.
DE SLUITERTIJD OF HET DIAFRAGMA
INSTELLEN
De sluitertijd en het diafragma wijzigen
Gebruik het programma met
automatische belichting (AE) om functies
zoals de witbalans of beeldeffecten te
gebruiken, of geef prioriteit aan de
belichtingswaarde of sluitertijd.
Gebruik snellere sluitertijden om snel
bewegende objecten op te nemen.
Gebruik langzamere sluitertijden om
bewegingen vager te maken, waardoor
het gevoel van beweging wordt versterkt.
Gebruik lage diafragmawaarden (grotere
lensopening) om de achtergrond in een
portret waziger te maken; Gebruik hogere
diafragmawaarden (kleinere lensopening)
om een bredere scherptediepte te krijgen,
zodat alles in een landschap scherp is.
44
Als u [Shutter-Priority AE/
Sluitertijdvoorkeuze AE] of
[Aperture-Priority AE/
Diafragmavoorkeuze AE] selecteert,
wordt naast het pictogram van het
opnameprogramma een numerieke
waarde weergegeven.
1 Als de joystickaanduiding op het
scherm wordt weergegeven, druk
dan op om deze te verbergen.
2 Stel met () de sluitertijd of het
diafragma in op de gewenste
waarde.
Richtlijnen voor sluitertijden
Merk op dat op het scherm alleen de
noemer wordt weergegeven – [250]
geeft een sluitertijd aan van 1/250
seconde, etc.
Page 45
1/2*, 1/3*, 1/6, 1/12, 1/25
Voor het maken van opnamen op slecht verlichte
plaatsen.
1/50
Voor normale omstandigheden.
1/120
Voor het opnemen van sportscènes in een zaal.
1/250, 1/500, 1/1000**
Voor het maken van opnamen vanuit een auto of
trein, of voor het opnemen van snel bewegende
objecten, zoals achtbanen.
1/2000**
Voor het maken van opnamen van sportscènes
- Als u op donkere plaatsen een lange
sluitertijd gebruikt, kunt u een
helderder beeld krijgen, maar kan de
beeldkwaliteit minder zijn, en werkt de
automatische scherpstelling mogelijk
niet goed.
- Het beeld kan flikkeren wanneer u
opneemt met hoge sluitertijden.
• [ Aperture-Priority AE/
Diafragmavoorkeuze AE]
De feitelijke reeks beschikbare waarden
waaruit een keuze mogelijk is, zal
afhangen van de aanvankelijke
zoomstand.
• Als u een numerieke waarde (diafragma
of sluitertijd) instelt, gaat het
weergegeven nummer knipperen indien
het diafragma of de sluitertijd voor de
opnameomstandigheden niet geschikt
is. Selecteer in dat geval een andere
waarde.
Cinemamodus: Aan uw opnamen een
cinematografisch karakter geven
Geef aan uw opnamen een
cinematografisch karakter door gebruik
te maken van het opnameprogramma
[ Cine Mode/Cinemamodus].
Combineer dit programma met de
25 fps progressieve beeldsnelheid
[PF25] om de 25p cinemamodus
te verkrijgen, waardoor het
cinematografische effect wordt
versterkt.
HET OPNAMEPROGRAMMA [ CINE MODE/
CINEMAMODUS] INSTELLEN
FUNC.
[ Programmed AE/AEprogramma]
[ Cine Mode/Cinemamodus]
FUNC.
DE BEELDSNELHEID WIJZIGEN
FUNC.
[ Menu]
[Frame Rate/Beeldsnelheid]
[ PF25]
NL
45
Page 46
Video
Zelfontspanner
FUNC.
[ Menu] of
[Self Timer/Zelfontspanner] [On
/Aan]
FUNC.
verschijnt.
Stand :
Druk in de opnamepauzestand op
Start/Stop
.
Nadat 10* seconden is afgeteld, begint
de camcorder met de opname. Op het
scherm ziet u dat wordt afgeteld.
Stand :
PHOTO
Druk eerst half in om de
automatische scherpstelling te
activeren en vervolgens volledig.
De camcorder maakt de foto nadat 10
seconden is afgeteld*. Op het scherm
ziet u dat wordt afgeteld.
* 2 seconden bij gebruik van de draadloze
afstandsbediening.
OPMERKINGEN
Zodra het aftellen is begonnen, kunt u de
zelfontspanner annuleren door (bij het
opnemen van films) in te
drukken of (bij het maken van foto’s)
volledig in te drukken, of door de
PHOTO
camcorder uit te zetten.
Start/Stop
46
Handmatige belichtingsinstelling en
automatische tegenlichtcorrectie
Soms kunnen onderwerpen met
achtergrondverlichting te donker
(onderbelicht) overkomen of kunnen
onderwerpen onder zeer sterke
lichtbronnen te helder of verblindend
(overbelicht) overkomen. Om dit te
corrigeren, kunt u de belichting
handmatig aanpassen of de
automatische tegenlichtcorrectie
gebruiken.
WAAR U OP MOET LETTEN
Selecteer een andere opnamestand
dan [ Fireworks/Vuurwerk].
Belichting handmatig instellen
1 Druk op om de
joystickaanduiding op te roepen.
Indien [Exposure/Belichting] niet
wordt weergegeven op de
joystickaanduiding, druk ( ) op de
joystick dan herhaaldelijk naar [Next/
Volgende] om deze optie op te
roepen.
2 Druk ( ) op de joystick naar
[Exposure/Belichting].
• Op het scherm verschijnen de
indicator voor instelling van
de belichting en de neutrale
waarde “±0”.
• Het instelbereik en de lengte van
de belichtingsinstellingsindicator
hangen af van de aanvankelijke
helderheid van het beeld.
Page 47
• De helderheid van het beeld kan
veranderen als u de zoom bedient.
3 Stel met () de helderheid van
het beeld naar wens bij en druk op
.
• De indicator van de
belichtingsinstelling verandert in
wit en de belichting wordt
vergrendeld.
•Druk tijdens
belichtingsvergrendeling op en
druk ( ) op de joystick nogmaals
naar [Exposure/Belichting] als u
wilt terugkeren naar automatische
belichting.
• Reflecterende oppervlakken
• Onderwerpen met weinig contrast of
zonder verticale lijnen
• Snel bewegende onderwerpen
• Opnamen via natte ramen
• Nachtscènes
WAAR U OP MOET LETTEN
Stel de zoom in voordat u de procedure
start.
NL
Automatische tegenlichtcorrectie
Als u opnamen maakt van onderwerpen
met een sterke lichtbron achter het
onderwerp, kunt u met één druk op de
toets de camcorder automatisch het
tegenlicht laten corrigeren.
Druk op .
• verschijnt.
• Druk nogmaals op om de
BLC
BLC
tegenlichtcorrectie uit te schakelen.
Handmatige scherpstelling
Automatische scherpstelling werkt
mogelijk niet goed bij de onderwerpen
hieronder. Stel in een dergelijk geval
handmatig scherp.
1 Druk op om de
joystickaanduiding op te roepen.
Indien [Focus/Scherpstelling] niet
wordt weergegeven op de
joystickaanduiding, druk ( ) op de
joystick dan herhaaldelijk naar [Next/
Volgende] om deze optie op te roepen.
2 Druk ( ) op de joystick naar
[Focus/Scherpstelling].
“MF” verschijnt.
3 Druk ( ) of ( ) op de joystick
eenmaal in om te controleren of
het beeld scherp is gesteld.
Het midden van het scherm wordt
vergroot en de contouren worden
benadrukt om gemakkelijker scherp
te kunnen stellen. U kunt de
scherpstellingshulpfunctie ook
uitschakelen (91).
4
Stel met () scherp en druk op .
• De scherpstelling wordt
vergrendeld.
• Als u tijdens
scherpstellingsvergrendeling wilt
terugkeren naar automatische
47
Page 48
Video
scherpstelling, druk dan op en
druk ( ) op de joystick opnieuw
naar [Focus/Scherpstelling].
Oneindige scherpstelling
Gebruik deze functie als u wilt
scherpstellen op verafgelegen
onderwerpen zoals bergen of vuurwerk.
In plaats van stap 2 in de vorige
procedure:
Houd ( ) op de joystick langer dan 2
seconden ingedrukt naar [Focus/
Scherpstelling].
• verschijnt.
• Door ( ) op de joystick nogmaals naar
[Focus/Scherpstelling] te drukken,
keert de camcorder terug naar
automatische scherpstelling.
• Als u de zoom of () op de joystick
gebruikt, dan verandert in “MF” en
keert de camcorder terug naar de
stand voor handmatige scherpstelling.
Witbalans
De witbalansfunctie helpt u bij het
nauwkeurig reproduceren van kleuren
onder verschillende lichtomstandigheden,
zodat witte objecten in uw opnamen altijd
echt wit overkomen.
WAAR U OP MOET LETTEN
Selecteer een andere opnamestand
dan de opnameprogramma’s voor de
Speciale Scènes.
Opties
[ Automatic/Automatisch]
Instellingen worden automatisch verricht door de
camcorder. Gebruik deze instelling voor scènes
buitenshuis.
Standaardwaarde
48
[Daylight/Daglicht]
Voor het maken van buitenshuisopnamen op een
heldere dag.
[Shade/Schaduw]
Voor het maken van opnamen op beschaduwde
plaatsen.
[Cloudy/Bewolkt]
Voor het maken van opnamen op een bewolkte dag.
[Tungsten/Gloeilamp]
Voor het maken van opnamen onder
wolfraamverlichting en TL-buizen van het
wolfraamtype (3 golflengten).
[Fluorescent/TL-licht]
Voor het maken van opnamen onder warmwitte of
koelwitte TL-verlichting, of TL-verlichting van het
warmwitte type (3 golflengten).
[Fluorescent H/TL-licht H]
Voor het maken van opnamen onder daglicht-TL of TL-
buizen van het daglichttype (3 golflengten).
[Custom WB/Aangepaste witbalans]
Gebruik deze handmati ge stand om witte onderwerpen
onder een gekleurde verlichting wit uit te laten komen.
FUNC.
[ Automatic/Automatisch]
Gewenste optie*
FUNC.
* Als u [Custom WB/Aangepaste
witbalans] selecteert, druk dan niet
in, maar ga in plaats hiervan verder met de
procedure hieronder.
FUNC.
DE WITBALANS HANDMATIG INSTELLEN
1 Richt de camcorder op een wit
object, zoom in totdat het object het
gehele scherm vult en druk op .
Als de instelling is voltooid, stopt
met knipperen en blijft dit symbool
branden. De camcorder onthoudt de
handmatig ingestelde witbalans ook
als u de camcorder uitzet.
Page 49
2 Druk op om de instelling op
FUNC.
te slaan en het menu te sluiten.
OPMERKINGEN
• Als u de witbalans handmatig instelt:
- Stel de witbalans op een voldoende
verlichte plaats handmatig in
- Zet de digitale zoom uit (
- Stel de witbalans opnieuw in als de
lichtomstandigheden veranderen.
- Afhankelijk van de lichtbron blijft
mogelijk knipperen. Het resultaat zal
nog steeds beter zijn dan met
[ Automatic/Automatisch].
• Een handmatig ingestelde witbalans
geeft mogelijk een beter resultaat onder
de volgende omstandigheden:
- Bij veranderende lichtomstandigheden
- Bij close-ups
- Bij onderwerpen met één kleur (lucht,
zee of bos)
- Onder kwiklampen en bepaalde typen
TL-verlichting
• Afhankelijk van het type TL-licht wordt
de optimale kleurbalans mogelijk niet
verkregen bij gebruik van de opties [
Fluorescent/TL-licht] of [ Fluorescent
H/TL-licht H]. Indien de kleur
onnatuurlijk lijkt, stel deze dan bij met
[ Automatic/Automatisch] of [
Custom WB/Aangepaste witbalans].
91).
Beeldeffecten
U kunt de beeldeffecten gebruiken om
de kleurverzadiging en het contrast te
wijzigen om films en foto’s met speciale
kleureffecten te maken.
WAAR U OP MOET LETTEN
Selecteer een andere opnamestand
dan de opnameprogramma’s voor de
Speciale Scènes.
Opties
[ Image Effect Off/Beeldeffect uit]
Hiermee maakt u opnamen zonder
beeldverbeterende effecten.
[ Vivid/Levendig]
Hiermee benadrukt u het contrast en de
kleurverzadiging.
[ Neutral/Neutraal]
Hiermee verzacht u het contrast en de
kleurverzadiging.
[ Low Sharpening/Zachte contouren]
Neemt onderwerpen op met verzachte contouren.
[ Soft Skin Detail/Zacht huiddetail]
Hiermee verzacht u de details van de huid om het
onderwerp een complimenteuzer uiterlijk te geven.
Het beste effect krijgt u door deze instelling te
gebruiken als u in close-up een persoon filmt. Houd
er rekening mee dat gebieden die vergelijkbaar zijn
met de huidkleur, enigszins minder gedetailleerd zijn.
[ Custom Effect/Aangepast effect]
Hiermee wijzigt u de kleurdiepte, de helderheid, het
contrast en de scherpte van het beeld.
[Color Depth/Kleurdiepte]: (–) Zwakkere kleuren,
[Brightness/Helderheid]: (–) Donkerder beeld,
[Contrast]: (–) Vlakker beeld,
[Sharpness/Scherpte]: (–) Vagere contouren,
FUNC.
Standaardwaarde
(+) Rijkere kleurtonen
(+) Helderder beeld
(+) Meer licht en
schaduw
(+) Scherpere
contouren
NL
[ Image Effect Off/Beeldeffect uit]
Gewenste optie*
FUNC.
* Als u [ Custom Effect/Aangepast effect]
selecteert, druk dan niet in, maar ga
in plaats hiervan verder met de procedure
hieronder.
FUNC.
49
Page 50
Video
HET BEELD AANPASSEN
1 Druk op en selecteer met ()
de opties voor aanpassing van het
beeld.
2 Stel met () elke instelling naar
wens in.
3 Als u alle instellingen hebt
verricht, druk dan op en
vervolgens op om de
FUNC.
instelling op te slaan en het menu
te sluiten.
Digitale effecten
Opties
[ Digital Effect Off/Digitaal effect uit]
Selecteer deze instelling als u geen gebruik wilt
maken van de digitale effecten.
[ Fade Trigger/Fade starten], [ Wipe/
Wegvegen]
Selecteer een van de faders om met een fade
vanaf of naar een zwart scherm een scène te
beginnen of te beëindigen.
[ B&W-Z/W]*
Maakt films en foto’s in zwart-wit.
[ Sepia]*
Maakt films en foto’s in sepiatonen om het beeld
er “oud” uit te laten zien.
[ Art/Artistiek]
Selecteer dit effect om aan uw opnamen iets
speels toe te voegen.
* Alleen deze digitale effecten zijn
beschikbaar in de stand .
Standaardwaarde
Instelling
FUNC.
[ Digital Effect Off/Digitaal effect
uit] Gewenst(e) fader/effect*
FUNC.
**
* U kunt het digitale effect op het scherm
vooraf bekijken.
** Het pictogram van het geselecteerde
digitale effect wordt weergegeven.
Faders en effecten toepassen
1 Druk op om de
joystickaanduiding op te roepen.
Indien niet op de
joystickaanduiding wordt
weergegeven, druk ( ) op de joystick
dan herhaaldelijk naar [Next/Volgende]
om dit symbool op te roepen.
2 Druk ( ) op de joystick naar .
• Het pictogram van het geselecteerde
effect wordt groen.
• Druk ( ) op de joystick nogmaals in
om het digitale effect uit te
schakelen (het pictogram hiervan
wordt weer wit).
INFADEN
Activeer de geselecteerde fader in de
opnamepauzestand (), en druk
vervolgens op om de opname
te beginnen met een fade in.
UITFADEN
Activeer de geselecteerde fader terwijl u
opneemt ( ), en druk vervolgens op
Start/Stop
te lassen.
Start/Stop
om uit te faden en een pauze in
50
Page 51
EEN EFFECT ACTIVEREN
Stand: Activeer het geselecteerde
effect terwijl u opneemt of tijdens de
opnamepauzestand.
Stand : Activeer het geselecteerde
effect en druk vervolgens op
PHOTO
om de foto te maken.
OPMERKINGEN
• Als u een fader gebruikt, wordt deze niet
alleen toegepast op het beeld maar ook
op het geluid. Als u een effect gebruikt,
wordt het geluid normaal opgenomen.
• De camcorder onthoudt de laatst
gebruikte instelling ook als u de digitale
effecten uitschakelt of het
opnameprogramma wijzigt.
Schermgegevens en datacodering
U kunt de meeste schermgegevens inof uitschakelen.
Stand :
• Alle gegevens ingeschakeld
• Alleen de datacodering
• Alle gegevens uitgeschakeld
Stand :
• Alle gegevens ingeschakeld
• Alleen reguliere gegevens (verwijdert
het histogram en
informatiepictogrammen)
• Alle gegevens uitgeschakeld
* De volgende pictogrammen verschijnen
zelfs als alle andere schermgegevens zijn
uitgeschakeld: De pictogrammen en
(in de stand ), het pictogram
en AF-kaders als de automatische
scherpstelling is vergrendeld (in de stand
), schermmarkeringen (beide
opnamestanden).
Over de datacodering
Met elke gemaakte scène of foto houdt
de camcorder een datacodering bij
(datum/tijd van opname, informatie
over de camera-instelling, etc.). In de
stand wordt deze informatie op
de balk aan de onderzijde en als
informatiepictogrammen weergeven; in
de stand kunt u met de optie
[Data Code/Datacodering] (93)
de weer te geven informatie selecteren.
NL
Door herhaaldelijk op te
DISP.
drukken, worden de gegevens als
volgt op het scherm weergegeven.
Stand , :
• Alle gegevens ingeschakeld
• De meeste gegevens zijn
uitgeschakeld*
Audio-opnameniveau
U kunt het audio-opnameniveau
instellen voor de interne of een externe
microfoon. U kunt de audioniveauindicator weergeven tijdens het
opnemen.
51
Page 52
Video
Audio-opnameniveau handmatig instellen
1 Druk op om de
joystickaanduiding op te roepen.
Indien [ MIC/Microfoon] niet op de
joystickaanduiding wordt
weergegeven, druk ( ) op de
joystick dan herhaaldelijk naar [Next/
Volgende] om dit op te roepen.
2 Druk ( ) op de joystick naar
[MIC/Microfoon].
Het pictogram van de handmatige
instelling wordt links van de
audioniveau-indicator weergegeven en
de (oranje) balk voor handmatige
instelling wordt daaronder
weergegeven.
Handmatige instelling audioniveau
Audioniveau-indicator
Balk voor instelling audioniveau
3 Stel met () het audioniveau in.
Als vuistregel geldt: stel het audioopnameniveau zo in dat de
audioniveaumeter alleen af en toe
rechts van de markering -12 dB komt.
4 Druk op om de instelling op te
slaan en de joystickaanduiding te
verbergen.
• Het geselecteerde audioniveau
wordt vergrendeld en de balk voor
instelling van het audioniveau
verdwijnt van de indicator.
•
Druk tijdens de handmatige instelling
op en druk ( ) op de joystick
naar [ MIC/Microfoon]
terugkeren naar de automatische
audio-instelling.
52
als u wilt
DE AUDIONIVEAUMETER WEERGEVEN
De audioniveau-indicator wordt
gewoonlijk alleen weergegeven nadat
de handmatige instelling van het audioopnameniveau is geactiveerd. U kunt
ervoor kiezen de indicator ook weer te
geven als het audio-opnameniveau
automatisch wordt ingesteld.
• Het geluid kan vervormd raken als de
markering 0 dB rood wordt.
• Als het audioniveau te hoog is en het
geluid vervormd raakt, activeer dan de
microfoondemper (93).
• Het verdient aanbeveling een
hoofdtelefoon te gebruiken (52) om
het geluidsniveau te controleren terwijl u
het audio-opnameniveau instelt of
wanneer de microfoondemper is
geactiveerd.
Gebruik van de hoofdtelefoon
Gebruik een hoofdtelefoon tijdens het
afspelen of om tijdens het opnemen het
audioniveau te controleren.
De hoofdtelefoon wordt aangesloten op
het aansluitpunt AV OUT/ , dat wordt
gebruikt voor zowel de hoofdtelefoon
als de audio/video-uitvoer (AV). Voer de
procedure hieronder uit om de functie
van het aansluitpunt te wijzigen van AVuitvoer in -uitvoer (hoofdtelefoon)
voordat u de hoofdtelefoon aansluit.
Page 53
FUNC.
[ Menu]
[AV/Headphones-AV/Hoofdtelefoon]
[Headphones/Hoofdtelefoon]
FUNC.
verschijnt.
HET VOLUME VAN DE HOOFDTELEFOON
WIJZIGEN
Stel in de stand met () het
volume van de hoofdtelefoon bij met de
optie [Headphone Volume/
Volume hoofdtelefoon] (94). Stel in
de stand het volume van de
hoofdtelefoon op dezelfde wijze af als
het luidsprekervolume (37).
BELANGRIJK
• Zorg er bij gebruik van een
hoofdtelefoon voor dat u het volume
verlaagt naar een geschikt niveau.
• Sluit op het aansluitpunt AV OUT/
geen hoofdtelefoon aan als het
pictogram niet op het scherm
wordt weergegeven. In een dergelijk
geval wordt alleen ruis geproduceerd.
OPMERKINGEN
• Gebruik een in de winkel verkrijgbare
hoofdtelefoon met een mini-jack van
∅ 3,5 mm en een kabel die niet langer is
dan 3 meter.
• Als u de bedieningsstand wijzigt, keert
de optie
Hoofdtelefoon] in de stand terug
naar [AV].
[AV/Headphones-AV/
Gebruik van de geavanceerde
minischoen
U kunt een optionele
richtingsmicrofoon DM-100 of een
optionele videolamp VL-5 aansluiten.
Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing
van elk accessoire voor meer
bijzonderheden over het aansluiten en
gebruiken van deze accessoires.
*
* In de stand kan alleen de optionele
videolamp VL-5 worden gebruikt.
1 Trek de zoeker naar buiten.
2 Trek de afdekking van de
geavanceerde minischoen
omhoog en verdraai de afdekking.
3 Sluit op de geavanceerde
minischoen het optionele
accessoire aan.
Op het scherm verschijnt als op
de geavanceerde minischoen een
compatibele accessoire is bevestigd.
NL
53
Page 54
Video
OPMERKINGEN
Accessoires die zijn
ontworpen voor de
geavanceerde
accessoireschoen
(Advanced Accessory
Shoe) kunt u met deze camcorder niet
gebruiken. Koop alleen videoaccessoires
met dit logo om verzekerd te zijn van
compatibiliteit met de geavanceerde
minischoen (mini Advanced Shoe).
Sluit de optionele
stereorichtingsmicrofoon DM-100
aan op de geavanceerde minischoen.
Raadpleeg Gebruik van de
geavanceerde minischoen (53).
verschijnt. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van de DM-100
voor bijzonderheden over het gebruik
van de microfoon.
Gebruik van andere microfoons
U kunt ook in de winkel verkrijgbare
microfoons gebruiken. Sluit de externe
microfoon aan op het aansluitpunt MIC.
Gebruik in de handel verkrijgbare
condensmicrofoons met hun eigen
voeding en een kabel die niet langer is
dan 3 meter. U kunt gebruik maken van
vrijwel elke stereomicrofoon met een
stekker van ∅ 3,5 mm, maar het audio-
opnameniveau kan onderling
verschillend zijn.
Gebruik van een externe microfoon
Als u opnamen maakt in een zeer stille
omgeving, wordt het interne
machinegeluid van de camcorder
mogelijk opgepikt door de ingebouwde
microfoon. Het verdient aanbeveling in
een dergelijk geval een externe
microfoon te gebruiken.
Gebruik van de stereorichtingsmicrofoon
DM-100
54
OPMERKINGEN
• De optie [Wind Screen/
Windscherm] wordt automatisch op
[ Off -Uit] gezet als op de
camcorder een externe microfoon
aangesloten is.
• Als het audioniveau te hoog is en het
geluid vervormd raakt, activeer dan de
microfoondemper (93) of stel
handmatig het audio-opnameniveau bij
(51).
Page 55
Gebruik van een videolamp
U kunt gebruik maken van de optionele
videolamp VL-5 om op donkere
plaatsen video-opnamen of foto’s te
maken.
Sluit op de geavanceerde
minischoen de optionele videolamp
VL-5 aan.
Raadpleeg Gebruik van de
geavanceerde minischoen (53).
verschijnt als u de videolamp
inschakelt. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van de VL-5 voor
bijzonderheden over het gebruik van de
videolamp.
Bewerkingen met betrekking
tot de afspeellijst en scènes
Scènes splitsen
U kunt scènes splitsen (alleen originele
scènes) om de beste delen te bewaren
en later de rest weg te snijden.
1 Selecteer het indexscherm van de
originele films.
Selecteer de tab (harde schijf) of
(geheugenkaart) (38).
2 Selecteer met (, ) de scène
die u wilt splitsen.
3 Open het splitsingsscherm.
FUNC.
[ Divide/Splitsen]
Er wordt gestart met het afspelen
van de geselecteerde scène.
4 Selecteer met () het pictogram
en druk op waar u de
scène wilt splitsen.
• U kunt de volgende pictogrammen
en de speciale afspeelstanden
(37) gebruiken om de scène
naar een precies punt te brengen.
/ : Naar het begin/eind van de
huidige scène springen.
/ : Beeldje voor beeldje
vooruit/achteruit.
• Druk op of om het
afspelen stop te zetten en het
splitsingsscherm te verlaten.
5 Selecteer met () de optie [Yes/
Ja] en druk op .
De video-opname vanaf het
splitsingspunt tot het eind van de
scène verschijnt als een nieuwe
scène in het indexscherm.
FUNC.
NL
55
Page 56
Video
OPMERKINGEN
• In deze stand wordt tijdens het afspelen
van de scènes alleen gepauzeerd op
punten waar de scène kan worden
gesplitst. Bij beeldje voor beeldje
vooruit/achteruit afspelen verspringen
deze ook alleen tussen dergelijke
punten, zodat het interval langer is dan
bij normaal beeldje voor beeldje vooruit/
achteruit afspelen.
• De volgende scènes kunt u niet splitsen:
- Scènes die zijn toegevoegd aan de
scèneselectie (gemarkeerd met een
vinkje ). Verwijder eerst de
selectiemarkering.
- Scènes die te kort zijn (3 seconden of
korter).
- Scènes die niet met deze camcorder
zijn opgenomen.
• Scènes kunt u niet splitsen binnen 0,5
seconde vanaf het begin of eind van de
scène.
• Tijdens het afspelen van een gesplitste
scène zijn mogelijk onregelmatigheden
in het beeld/geluid waarneembaar bij
het punt waar de scène was gesplitst.
Om dit te voorkomen, kunt u de
bijgeleverde software ImageMixer 3
gebruiken om scènes te splitsen en
bewerken.
De afspeellijst bewerken: Toevoegen,
verplaatsen en verwijderen van scènes
Maak een afspeellijst om alleen de door
u gewenste scènes af te spelen in de
door u gewenste volgorde. Verplaatsing
of verwijdering van scènes in de
afspeellijst heeft geen invloed op de
originele opnamen.
56
Scènes toevoegen aan de afspeellijst.
Opties
[All Scenes (this date)/Alle scènes (deze datum)]
Voegt aan de afspeellijst alle scènes toe die zijn
opgenomen op dezelfde dag dat de geselecteerde
scène werd opgenomen.
[This Scene/Deze scène]
Voegt aan de afspeellijst alleen de scène toe die is
gemarkeerd met het oranje selectiekader.
[Selected Scenes/Geselecteerde scènes]
Voegt aan de afspeellijst alle scènes toe die vooraf
zijn geselecteerd (gemarkeerd met een vinkje ).
Raadpleeg
Opnamen selecteren in het
indexscherm
(41).
1 Selecteer het indexscherm van de
originele films.
Selecteer de tab (harde schijf) of
(geheugenkaart) (38).
2 Selecteer met (, ) de scène
die u wilt toevoegen aan de
afspeellijst, of een scène die is
opgenomen op de datum die u aan
de afspeellijst wilt toevoegen.
3 Voeg de scène(s) toe aan de
afspeellijst.
FUNC.
[ Add to Playlist/Toevoegen aan
afspeellijst]
Gewenste optie [Yes/Ja]
• Als u klaar bent, wordt [Scene(s)
added to the playlist/Scène(s)
toegevoegd aan de afspeellijst]
weergegeven.
• Scènes worden aan de afspeellijst
toegevoegd op hetzelfde medium
waarop de scènes werden
opgenomen.
• Als u de afspeellijst wilt bekijken,
selecteer dan de tab (afspeellijst
harde schijf) of (afspeellijst
geheugenkaart) (38).
Page 57
OPMERKINGEN
• U kunt scènes kopiëren van de harde
schijf naar de geheugenkaart (58)
om in de afspeellijst van de
geheugenkaart ook scènes op te slaan
die oorspronkelijk werden opgenomen
op de harde schijf.
• Mogelijk kunt u aan de afspeellijst geen
scènes toevoegen als deze werden
opgenomen of bewerkt met een ander
apparaat of als er op de harde schijf of
geheugenkaart onvoldoende ruimte
beschikbaar is.
Scènes verwijderen uit de afspeellijst
Verwijdering van scènes uit de
afspeellijst heeft geen invloed op uw
originele opnamen.
Opties
[All Scenes/Alle scènes]
Verwijdert alle scènes uit de afspeellijst.
[This Scene/Deze scène]
Verwijdert uit de afspeellijst alleen de scène die
is gemarkeerd met het oranje selectiekader.
1 Selecteer het indexscherm van de
afspeellijst.
Selecteer de tab (afspeellijst
harde schijf) of (afspeellijst
geheugenkaart) (38).
2 Selecteer met (, ) de scène
die u wilt verwijderen.
Deze stap is niet nodig om alle
scènes te verwijderen.
3 Verwijder de scène.
FUNC.
[ Delete/Verwijderen]
Gewenste optie [Yes/Ja]* [OK]
FUNC.
* Als u [All Scenes/Alle scènes] hebt
geselecteerd, kunt u op drukken om de
bewerking te onderbreken terwijl deze
wordt uitgevoerd. Sommige scènes zullen
desondanks worden verwijderd.
Scènes verplaatsen in de afspeellijst
Verplaats de scènes in de afspeellijst
om deze af te spelen in de door u
gewenste volgorde.
1 Selecteer het indexscherm van de
afspeellijst.
Selecteer de tab (afspeellijst
harde schijf) of (afspeellijst
geheugenkaart) (38).
2 Selecteer met (, ) de scène
die u wilt verplaatsen.
3 Open het scherm voor
verplaatsing van scènes.
FUNC.
[ Move/Verplaatsen]
4 Verplaats met (, ) de oranje
markering naar de gewenste
positie van de scène en druk op
.
De originele positie van de scène en
de huidige positie van de markering
worden weergegeven aan de
onderzijde van het scherm.
5 Selecteer met ( ) de optie [Yes/
Ja] en druk op om de scène te
verplaatsen.
OPMERKINGEN
Mogelijk kunt u in de afspeellijst geen
scènes verplaatsen als er op de harde
schijf of geheugenkaart onvoldoende
ruimte beschikbaar is.
NL
57
Page 58
Video
Scènes kopiëren
U kunt originele films of de gehele
afspeellijst alleen kopiëren vanaf de harde
schijf naar de corresponderende locatie
op de geheugenkaart.
Originele films kopiëren
Opties
[All Scenes/Alle scènes]
Kopieert alle scènes naar de geheugenkaart.
[All Scenes (this date)/Alle scènes (deze datum)]
Kopieert naar de geheugenkaart alle scènes die
zijn opgenomen op dezelfde dag dat de
geselecteerde scène werd opgenomen.
[This Scene/Deze scène]
Kopieert naar de geheugenkaart alleen de scène
die is gemarkeerd met het oranje selectiekader.
[Selected Scenes/Geselecteerde scènes]
Kopieert naar de geheugenkaart alle scènes die
vooraf zijn geselecteerd (gemarkeerd met een
vinkje ). Raadpleeg
indexscherm
Opnamen selecteren in het
(41).
1 Selecteer het indexscherm van de
originele films die zijn opgenomen
op de harde schijf.
Selecteer de tab
(38).
2 Selecteer met (, ) de scène
die u wilt kopiëren naar de
geheugenkaart, of een scène die
is opgenomen op de datum die u
wilt kopiëren.
Deze stap is niet nodig om alle
scènes of eerder geselecteerde
scènes te kopiëren.
• Houd u aan de voorschriften hieronder
terwijl de
knippert. U kunt uw gegevens anders
voorgoed kwijtraken.
- Stel de camcorder niet bloot aan
- Open de afdekking van de
- Ontkoppel de stroombron niet en zet
- Wijzig de stand van het
• U kunt geen films naar de geheugenkaart
kopiëren als de afdekking van de
geheugenkaartsleuf geopend is, of
wanneer de LOCK-schakelaar op de
geheugenkaart zo ingesteld staat dat
beschrijven van de kaart niet mogelijk is.
• U kunt naar de geheugenkaart geen
scènes kopiëren die werden bewerkt
met de bijgeleverde software
ImageMixer 3 en daarna werden
teruggekopieerd naar de camcorder.
Mogelijk kunt u ook geen scènes
kopiëren die niet met deze camcorder
werden opgenomen.
ACCESS
-indicator brandt of
trillingen of stoten.
geheugenkaartsleuf niet.
de camcorder niet uit.
programmakeuzewiel niet.
OPMERKINGEN
Page 59
Foto’s
Raadpleeg dit hoofdstuk voor bijzonderheden over het maken van
foto’s – foto’s maken en weergeven, foto’s maken van video-opnamen
en foto’s afdrukken.
NL
Elementaire opnamefuncties
Foto’s maken
1 Zet het programmakeuzewiel op
.
2 Schakel de camcorder in.
Standaard worden foto’s gemaakt
op de harde schijf. U kunt echter ook
de geheugenkaart selecteren als
opnamemedium voor foto’s (31).
3 Druk half in.
PHOTO
• Zodra automatisch scherp is
gesteld, verandert in een
groene kleur en verschijnen er een
of meer AF-kaders.
• Als u op van de draadloze
afstandsbediening drukt, wordt de
foto gemaakt nadat de
automatische scherpstelling
geactiveerd en vergrendeld is.
4 Druk volledig in.
De ACCESS-indicator gaat
knipperen terwijl de foto wordt
gemaakt.
BELANGRIJK
Houd u aan de voorschriften hieronder
terwijl de
knippert. U kunt uw gegevens anders
voorgoed kwijtraken.
- Stel de camcorder niet bloot aan
trillingen of stoten.
- Open de afdekking van de
geheugenkaartsleuf niet.
- Ontkoppel de stroombron niet en zet de
camcorder niet uit.
- Wijzig de stand van het
programmakeuzewiel niet.
OPMERKINGEN
• Als het onderwerp niet geschikt is voor
automatische scherpstelling, verandert
in een gele kleur. Stel dan
handmatig scherp (47).
• Als het onderwerp te helder is, begint
[Overexp./Overbelicht] te knipperen.
Gebruik in dat geval het optionele
FS-H37U ND filter.
PHOTO
PHOTO
ACCESS-indicator brandt of
59
Page 60
Foto’s
De grootte en kwaliteit van foto’s
selecteren
FUNC.
[ 2048x1536]
Gewenste fotogrootte*
Foto’s worden opgeslagen als JPGbestanden. Als vuistregel geldt: selecteer
een grotere fotogrootte voor een hogere
kwaliteit. Selecteer de grootte [
1920x1080] voor foto’s met een hoogte/
breedteverhouding van 16:9.
Gewenste fotokwaliteit*
FUNC.
* Druk op om te wisselen tussen selectie
van grootte en kwaliteit. In de rechterhoek
wordt met een getal aangegeven hoeveel
foto’s u bij benadering kunt maken met de
huidige instelling van de kwaliteit/grootte.
OPMERKINGEN
Opties
In de tabel hieronder staan de opties
voor instelling van de fotogrootte en bij
benadering het aantal foto’s dat u kunt
maken op geheugenkaarten van
verschillende groottes.
Aantal foto’s dat bij benadering kan worden gemaakt op een geheugenkaart
• Het feitelijke aantal foto’s dat u kunt
maken, hangt af van het onderwerp en
de opnameomstandigheden.
• De camcorder onthoudt de laatst
gebruikte instelling, zelfs wanneer u de
camcorder in de stand zet.
Standaardwaarde
Geheugenkaart128 MB512 MB1 GB
Fotokwaliteit1 →
Fotogrootte↓
LW 1920x108050751503154709256701.0001.970
L 2048x1536
30501002053106254456601.325
M 1440x1080651002004206251.2258901.3252.595
SW 848x480
2
2603707401.585 2.245 4.495 3.360 4.7609.325
S 640x4803404908902.070 2.995 5.390 4.395 6.350 11.430
Deze grootte is alleen mogelijk bij opnamen in de stand (gelijktijdig een foto maken
tijdens het opnemen van een film) ( 66).
3
Bij benadering het aantal foto’s dat feitelijk op de geheugenkaart kan worden gemaakt.
(9999 is het maximale getal dat op het scherm kan worden weergegeven om het aantal
resterende foto’s aan te duiden.)
3
60
Page 61
• Gebruik bij het afdrukken van foto’s de
richtlijnen hieronder voor het bepalen
van de afdrukgrootte.
FotogrootteAanbevolen gebruik
L
2048x1536Voor het afdrukken van foto’s
M
1440x1080Voor het afdrukken van foto’s
S
640x480Voor het verzenden van foto’s
LW
1920x1080,
SW
848x480
tot A4-grootte.
tot L-grootte (9 x 13 cm) of
ansichtkaartgrootte
(10 x 14,8 cm).
als bijlagen bij e-mailberichten
of publicatie op het Web.
Voor het afdrukken van foto’s
met een hoogte/
breedteverhouding van 16:9.
Hiervoor is breed fotopapier
nodig.
Een foto verwijderen direct nadat deze
is gemaakt
U kunt de laatst gemaakte foto
verwijderen terwijl u deze bekijkt binnen
de tijdsduur die u hebt ingesteld bij de
optie [Photo Review Time/Weergaveduur
foto] of onmiddellijk nadat u de foto hebt
gemaakt als de optie [Photo Review Time/
Weergaveduur foto] op [Off/Uit]
ingesteld is.
Elementaire weergavefuncties
NL
Foto’s bekijken
1 Zet het programmakeuzewiel op
.
2 Schakel de camcorder in.
3 Druk () op de joystick in om van
de ene naar de andere foto te
gaan.
Houd () op de joystick ingedrukt
om de foto’s snel te doorlopen.
Terwijl u de foto bekijkt onmiddellijk
nadat u deze hebt gemaakt:
1 Druk ( ) op de joystick naar .
2 Selecteer met ( ) de optie [Yes/
Ja] en druk op .
Diashow
U kunt van alle foto’s een diashow
uitvoeren.
1 Selecteer met () de eerste foto
van de diashow.
2 Druk op om de foto’s na
elkaar weer te geven.
Druk op om de diashow te
stoppen.
/
61
Page 62
Foto’s
Indexscherm
1 Verplaats de zoomregelaar naar W.
• Het indexscherm van de foto’s
verschijnt.
• U kunt overgaan op weergave van
het indexscherm van de foto’s op
de geheugenkaart of wijzigen
hoeveel foto’s per pagina worden
weergegeven (38).
2 Selecteer met (,) een foto.
• Verplaats het oranje selectiekader
naar de foto die u wilt bekijken.
• Druk herhaaldelijk op of
om van de ene indexschermpagina
naar de andere te gaan.
3 Druk op .
Het indexscherm wordt gesloten en
de geselecteerde foto wordt
weergegeven.
Van de ene foto naar een andere foto
springen en hierbij andere foto’s
overslaan
Als u een groot aantal foto’s hebt
gemaakt, kunt u per keer van een
bepaalde foto naar een andere foto
springen en hierbij 10 of 100 foto’s
overslaan.
3 Selecteer met () [ Jump 10
photos/10 foto’s overslaan] of [
Jump 100 photos/100 foto’s
overslaan].
4 Sla met () het aantal foto’s over
en druk op .
Druk nogmaals op om de
joystickaanduiding te verbergen.
BELANGRIJK
• Houd u aan de voorschriften hieronder
terwijl de ACCESS-indicator brandt of
knippert. U kunt uw gegevens anders
voorgoed kwijtraken.
- Stel de camcorder niet bloot aan
trillingen of stoten.
- Open de afdekking van de
geheugenkaartsleuf niet.
- Ontkoppel de stroombron niet en zet
de camcorder niet uit.
- Wijzig de stand van het
programmakeuzewiel niet.
• De volgende foto’s worden mogelijk niet
goed weergegeven:
- Foto’s die niet met deze camcorder
zijn gemaakt.
- Foto’s die zijn bewerkt op een
computer of die zijn geupload vanaf
een computer.
- Foto’s waarvan de bestandsnamen
zijn gewijzigd.
1 Druk op om de
joystickaanduiding op te roepen.
2 Druk ( ) op de joystick naar .
62
Page 63
Foto’s verwijderen
Foto’s die u niet wilt behouden, kunt u
verwijderen.
Eén enkele foto verwijderen
1
Selecteer met () de foto die u wilt
verwijderen.
2 Druk op om de
joystickaanduiding op te roepen.
3 Druk ( ) op de joystick naar .
4 Selecteer met ( ) de optie [Yes/
Ja] en druk op .
Foto’s verwijderen vanuit het
indexscherm
Opties
[All Photos/Alle foto’s]
Verwijdert alle foto’s.
[This Photo/Deze foto]
Verwijdert alleen de foto die is gemarkeerd met
het oranje selectiekader.
[Selected Photos/Geselecteerde foto’s]
Verwijdert alle foto’s die eerder waren
geselecteerd (gemarkeerd met een vinkje ).
Raadpleeg
indexscherm
Opnamen selecteren in het
(41).
1 Selecteer het indexscherm van de
foto’s.
Verplaats de zoomregelaar naar W
en selecteer vervolgens de tab
(harde schijf) of (geheugenkaart)
(38).
2 Selecteer met (, de foto die
u wilt verwijderen.
Deze stap is niet nodig om alle foto’s
of eerder geselecteerde foto’s te
verwijderen.
3 Verwijder de foto(’s).
FUNC.
[ Delete/Verwijderen]
Gewenste optie [Yes/Ja]* [OK]
FUNC.
* Als u een andere optie dan [This Photo/
Deze foto] hebt geselecteerd, kunt u op
drukken om de bewerking stop te
zetten terwijl deze wordt uitgevoerd.
Sommige foto’s zullen desondanks worden
verwijderd.
BELANGRIJK
Wees voorzichtig als u foto’s verwijdert.
Verwijderde foto’s bent u voorgoed kwijt.
OPMERKINGEN
Beveiligde foto’s kunt u niet verwijderen.
NL
63
Page 64
Foto’s
Aanvullende informatie
Foto’s tijdens weergave vergroten
Foto’s kunt u tijdens weergave vijfmaal
zo groot maken. Het symbool wordt
weergegeven bij foto’s die u niet kunt
vergroten.
1 Verplaats de zoomregelaar naar T.
• De foto wordt tweemaal zo groot
weergegeven en er verschijnt een
kader dat de positie van het
vergrote gebied aand uidt.
• Verplaats de zoomregelaar naar T
als u de foto verder wilt vergroten.
Als u de vergroting wilt verkleinen
tot minder dan tweemaal,
verplaats de zoomregelaar dan
naar W.
2 Verplaats met (,) het kader
naar het deel van het beeld dat u
wilt vergroten.
Als u de vergroting wilt annuleren,
verplaats de zoomregelaar dan naar
W totdat het kader verdwijnt.
Flitser
U kunt de flitser gebruiken om op
donkere plaatsen foto’s te maken.
Opties
(automatisch)
De flitser gaat automatisch af al naargelang de
helderheid van het onderwerp.
(flitser ingeschakeld)
De flitser gaat altijd af.
(flitser uitgeschakeld)
De flitser gaat niet af.
Standaardwaarde
1 Druk op om de
joystickaanduiding op te roepen.
Indien niet op de
joystickaanduiding wordt
weergegeven, druk ( ) op de
joystick dan naar [Next/Volgende]
om dit symbool op te roepen.
2 Druk ( ) op de joystick naar .
• Druk ( ) op de joystick
herhaaldelijk in om te wisselen
tussen de flitserstanden.
• Het pictogram van de flitserstand
wordt weergegeven. verdwijnt
na 4 seconden.
3 Druk eerst half in om de
PHOTO
automatische scherpstelling te
activeren en vervolgens volledig
om de foto te maken.
64
Page 65
OPMERKINGEN
• De flitser gaat niet af onder de volgende
omstandigheden:
- Als u in de stand (automatisch)
handmatig de belichting instelt.
- Tijdens reeksopnamen.
- Bij gebruik van het opnameprogramma
[ Fireworks/Vuurwerk].
- Bij gebruik van de optionele videolamp
VL-5.
• Het praktische bereik van de flitser is circa
1 tot 2 meter. Het feitelijke bereik hangt af
van de opnameomstandigheden.
• Het bereik van de flitser neemt af bij
gebruik van de functie continu-opnamen.
• De flitserstand kan niet worden
geselecteerd als de belichting vergrendeld
is.
• Het verdient aanbeveling om geen gebruik
te maken van de flitser terwijl de optionele
groothoekconverter of teleconverter
aangesloten is; de schaduw hiervan kan
op het beeld verschijnen.
Histogramweergave
Tijdens het bekijken van foto’s kunt u
het histogram weergeven, evenals de
pictogrammen van alle functies die ten
tijde van de opname werden gebruikt.
Ook onmiddellijk na het maken van een
foto wordt het histogram weergegeven.
Gebruik het histogram als een
referentie om de juiste belichting van de
foto te controleren.
Het gebied aan de rechterzijde van het
histogram vertegenwoordigt de lichtste
gebieden en het gebied aan de
linkerzijde de schaduwen. Een foto
waarvan het histogram naar rechts
piekt, is relatief helder; terwijl een foto
waarvan het histogram naar links piekt,
relatief donker is.
Pixeltelling
Schaduwen
Lichte
gebieden
Transportstand: Continu-opnamen en
reeksopnamen
Maak een reeks foto’s van een
bewegend onderwerp of maak dezelfde
foto bij 3 verschillende
belichtingsniveaus om later de foto te
kiezen die u het beste bevalt.
WAAR U OP MOET LETTEN
Selecteer een andere opnamestand
dan [ Fireworks/Vuurwerk].
Opties
[Single/Enkel]
Maakt één enkele foto.
[ Continuous Shooting/Continu-opnamen],
[Hi-Speed Continuous Shooting/Continuopnamen met hoge snelheid]
Maakt een reeks van maximaal 60 foto’s zolang
u ingedrukt houdt. Er zijn twee
PHOTO
snelheidsinstellingen voor continu-opnamen:
normaal (circa 2,5 foto’s per seconde) en hoge
snelheid (circa 4,1 foto’s per seconde).
[ Auto Exposure Bracketing/Reeksopnamen]
De camcorder maakt 3 foto’s met 3 verschillende
belichtingen (donker, normaal, licht in stappen
van 1/2 EV), waarna u de foto kunt kiezen die u
het beste bevalt.
Standaardwaarde
NL
65
Page 66
Foto’s
FUNC.
[ Single/Enkel] Gewenste optie
FUNC.
CONTINU-OPNAMEN/
CONTINU-OPNAMEN MET HOGE SNELHEID
1 Druk half in om de
2 Druk volledig en houd
PHOTO
automatische scherpstelling te
activeren.
PHOTO
deze toets ingedrukt.
REEKSOPNAMEN
PHOTO
Druk eerst half in om de
automatische scherpstelling te
activeren en vervolgens volledig om
de foto’s te maken.
OPMERKINGEN
• De snelheden van continu-opnamen zijn
bij benadering gegeven en zijn
afhankelijk van de
opnameomstandigheden en
onderwerpen.
• Bij gebruik van de flitser zal de snelheid
van continu-opnamen afnemen tot circa
1,7 foto per seconde. De snelheid van
continu-opnamen zal ook afnemen bij
gebruik van lange sluitertijden (1/25 of
langer).
Foto’s maken tijdens het opnemen van
een film (gelijktijdig opnamen maken)
U kunt zelfs foto’s maken als de
camcorder in de stand staat.
Bovendien kunt u een foto maken
terwijl u een film opneemt.
Foto’s die zijn gemaakt tijdens het
gelijktijdig opnemen van een film,
hebben dezelfde hoogte/
breedteverhouding van films (16:9).
selectie van grootte en kwaliteit. In de
rechterho ek wordt me t een getal
aangegeven hoeveel foto’s u bij benadering
kunt maken met de huidige instelling van de
kwaliteit/grootte.
Druk tijdens het opnemen, of in de
opnamepauzestand, op om
de foto te maken.
OPMERKINGEN
• U kunt niet tegelijkertijd foto’s maken als
de digitale zoom of een digitaal effect is
geactiveerd.
• Voor het maken van foto’s verdient het
aanbeveling de stand te
gebruiken, die voor foto’s de beste
kwaliteit geeft.
• Foto’s worden opgeslagen op het
medium dat u hebt geselecteerd voor
het maken van foto’s (31).
PHOTO
66
Page 67
Lichtmeetmethode
Om de optimale belichtingsinstellingen
te berekenen, meet de camcorder het
licht dat wordt gereflecteerd vanaf het
onderwerp. Afhankelijk van het
onderwerp wilt u mogelijk de manier
veranderen waarop het licht wordt
gemeten en geëvalueerd.
Opties
[ Evaluative/Deelmeting]
Geschikt voor algemene
opnameomstandigheden, inclusief scènes met
achtergrondverlichting. De camcorder verdeelt
het beeld in meerdere gebieden en het licht
wordt in al deze gebieden gemeten om voor het
onderwerp een optimale belichting tot stand te
brengen.
Er wordt een gemiddelde genomen van het licht
dat in het gehele scherm wordt gemeten. Hierbij
wordt meer gewicht gegeven aan het onderwerp
in het midden.
[ Spot/Lokaal]
Hierbij wordt alleen het gebied binnen het Spot
AE Point kader gemeten. Gebruik deze instelling
om de belichting af te stemmen op het
onderwerp in het midden van het scherm.
FUNC.
[ Evaluative/Deelmeting]
Gewenste optie
FUNC.
Standaardwaarde
Een foto maken van een afspeelbeeld
U kunt van de beeldjes van een scène
foto’s maken. De grootte van de
gemaakte foto is [1920x1080] en
kan niet worden gewijzigd, maar u kunt
wel de fotokwaliteit selecteren.
WAAR U OP MOET LETTEN
Zet [TV Type/TV-type] in op
[ Wide TV/Breedbeeld-TV] voordat
u deze functie gebruikt (95).
FUNC.
[ Menu]
[Photo Capture Quality/Fotokwaliteit]
Gewenste fotokwaliteit*
FUNC.
* Het getal aan de onderzijde geeft bij
benadering aan hoeveel foto’s kunnen
worden gemaakt bij de huidige instelling
van de kwaliteit.
DE FOTO MAKEN
1 Speel de scène af die het beeld
bevat dat u wilt vastleggen.
2 Las tijdens het afspelen een pauze
in op het punt waar u de foto wilt
maken.
3 Druk volledig in.
• De datacodering van de foto
• Een foto die is gemaakt van een scène
PHOTO
OPMERKINGEN
weerspiegelt de datum en tijd waarop
de originele scène is opgenomen.
met veel snelle bewegingen, kan er
wazig uitzien.
NL
67
Page 68
Foto’s
• Foto’s worden opgeslagen op het
medium dat u hebt geselecteerd voor
het maken van foto’s (31).
Foto’s beveiligen
U kunt foto’s beveiligen tegen ongewild
wissen.
Eén enkele foto beveiligen
1 Open het fotoselectiescherm.
FUNC.
[ Protect/Beveiligen]
Op het scherm verschijnt [
Protect/Beveiligen].
2 Selecteer met () de foto die u
wilt beveiligen.
3 Druk op om de foto te
beveiligen.
Op de balk aan de onderzijde
verschijnt en de foto kan dan niet
meer worden verwijderd. Druk
nogmaals op als u de beveiliging
wilt verwijderen.
4 Herhaal stap 2 en 3 om nog meer
foto’s te beveiligen of druk
tweemaal op om het menu
te sluiten.
Foto’s beveiligen in het indexscherm
Opties
[Individual Photos/Afzonderlijke foto’s]
Opent hetzelfde scherm als beschreven onder
Eén enkele foto beveiligen
vanaf stap 3 van die procedure om de foto te
beveiligen.
FUNC.
(68). Ga verder
[Selected Photos/Geselecteerde foto’s]
Beveiligt alle foto’s die eerder waren
geselecteerd (gemarkeerd met een vinkje ).
Raadpleeg
indexscherm
[Remove All/Alles verwijderen]
Verwijdert de beveiliging van alle foto’s.
FUNC.
Opnamen selecteren in het
(41).
[ Protect/Beveiligen]
Gewenste optie [Yes/Ja] [OK]
FUNC.
BELANGRIJK
Als u het opnamemedium initialiseert
( 31), worden alle gemaakte foto’s
permanent gewist, ook de beveiligde foto’s.
Foto’s kopiëren
U kunt foto’s alleen kopiëren van de
harde schijf naar de geheugenkaart.
Eén enkele foto kopiëren
1 Selecteer de weergave van de
foto’s op de harde schijf.
Selecteer de tab (38) en
verplaats de zoomregelaar naar T
voor weergave van één enkele foto.
2 Selecteer met () de foto die u
wilt kopiëren.
3 Kopieer de foto naar de
geheugenkaart.
FUNC.
[ Copy ()/
Kopiëren] [Yes/Ja]
FUNC.
68
Page 69
Foto’s kopiëren vanuit het indexscherm
Opties
[All Photos/Alle foto’s]
Kopieert alle foto’s.
[This Photo/Deze foto]
Kopieert alleen de foto die is gemarkeerd met het
oranje selectiekader.
[Selected Photos/Geselecteerde foto’s]
Kopieert alle foto’s die eerder waren
geselecteerd (gemarkeerd met een vinkje ).
Raadpleeg
indexscherm
Opnamen selecteren in het
(41).
1 Selecteer het indexscherm van de
foto’s die zijn gemaakt op de
harde schijf.
Verplaats de zoomregelaar naar W
en selecteer vervolgens de tab
(harde schijf) (38).
2 Als u slechts één foto wilt
kopiëren, selecteer dan met (,
) de foto die u wilt kopiëren.
3 Kopieer de foto(’s).
FUNC.
[ Copy ( )/
Kopiëren]
Gewenste optie [Yes/Ja]* [OK]**
FUNC.
* Als u [Selected Photos/Geselecteerde
foto’s] of [All Photos/Alle foto’s] hebt
geselecteerd, kunt u op drukken om de
bewerking te onderbreken terwijl deze
wordt uitgevoerd.
** Deze stap is niet nodig als u één enkele foto
kopieert.
BELANGRIJK
Houd u aan de voorschriften hieronder
terwijl de
knippert. U kunt uw gegevens anders
voorgoed kwijtraken.
- Stel de camcorder niet bloot aan
ACCESS-indicator brandt of
trillingen of stoten.
- Open de afdekking van de
geheugenkaartsleuf niet.
- Ontkoppel de stroombron niet en zet de
camcorder niet uit.
- Wijzig de stand van het
programmakeuzewiel niet.
OPMERKINGEN
• Als er op de geheugenkaart te weinig
ruimte is, zal de camcorder zoveel
mogelijk foto’s kopiëren voordat de
procedure wordt stopgezet.
• U kunt geen foto’s naar de geheugenkaart
kopiëren als de afdekking van de
geheugenkaartsleuf geopend is, of
wanneer de LOCK-schakelaar op de
geheugenkaart zo ingesteld staat dat
beschrijven van de kaart niet mogelijk is.
• Mogelijk kunt u ook geen foto’s kopiëren
die niet met deze camcorder werden
gemaakt.
Overige functies die u kunt gebruiken als u foto’s maakt
U kunt ook de volgende functies
gebruiken...
De volgende functies en programma’s
van de camcorder kunt u gebruiken
voor het opnemen van video of voor
het maken van foto’s. De manier
waarop u deze functies moet instellen
en gebruiken, is al in detail besproken.
Daarom geven wij alleen een verwijzing
naar de relevante pagina in het
“Video”-hoofdstuk.
• Zoom (34)
• Snelstartfunctie (35)
• Opnameprogramma’s (43, 44)
• Zelfontspanner (46)
• Handmatige belichtingsinstelling en
automatische tegenlichtcorrectie (46)
• Handmatige scherpstelling (47)
• Witbalans (48)
• Beeldeffecten (49)
• Digitale effecten (50)
69
NL
Page 70
Foto’s
Foto’s afdrukken
Foto’s afdrukken (direct afdrukken)
De camcorder kan worden aangesloten
op elke printer die compatibel is met
PictBridge. U kunt als afdrukopdracht
vooraf de foto’s markeren die u wilt
afdrukken en het gewenste aantal
exemplaren instellen (74).
Canon-printers: SELPHY-printers uit de
serie CP, DS en ES en inkjet -printers
met het PictBridge-logo.
De camcorder aansluiten op de printer
1 Selecteer het medium dat de
foto’s bevat die u wilt afdrukken.
Selecteer de tab (harde schijf) of
(geheugenkaart) (38) en
verplaats de zoomregelaar naar T
voor weergave van één foto.
2 Schakel de printer in.
3 Sluit de camcorder op de printer
aan met de bijgeleverde USBkabel.
• Aansluiting . Raadpleeg
Aansluitschema’s (77).
• Als het scherm voor selectie van
het apparaattype verschijnt,
selecteer dan [Computer/Printer]
en druk op .
• verschijnt en verandert in .
• De afdruk/deeltoets gaat
branden en de huidige
afdrukinstellingen worden circa 6
seconden weergegeven.
BELANGRIJK
• Indien blijft knipperen (langer dan
1 minuut) of indien niet verschijnt,
dan is de camcorder niet op de juiste
wijze aangesloten op de printer. Haal in
dat geval de USB-kabel uit de
camcorder en zet de camcorder en
printer uit. Zet beide apparaten na korte
tijd weer aan, zet de camcorder in de
stand en herstel de verbinding.
• Zelfs als u een printer aansluit op de
camcorder, wordt de printer niet
herkend als u de volgende
bedieningshandelingen uitvoert:
- Verwijderen van alle foto’s
- Verwijderen van alle
kopieeropdrachten
- Verwijderen van alle afdrukopdrachten
OPMERKINGEN
• Het symbool wordt weergegeven bij
foto’s die u niet kunt afdrukken.
• Het verdient aanbeveling de camcorder
van stroom te voorzien via de compacte
netadapter.
• Raadpleeg ook de printerhandleiding.
• Als u niet van plan bent de optionele
DVD-brander DW-100 te gebruiken,
kunt u of [USB
Connection Type/USB-verbindingstype]
instellen op [Computer/Printer]
(96) zodat het scherm voor selectie
van het apparaattype niet telkens
verschijnt als u de camcorder op een
printer aansluit.
• De verbinding met een PictBridgecompatibele printer werkt niet als de
harde schijf of geheugenkaart 1.800
foto’s of meer bevat. Het beste is om
70
Page 71
het aantal foto’s onder de 100 te
houden.
Afdrukken met de afdruk/
deeltoets
U kunt, zonder de instellingen te
wijzigen, snel een foto afdrukken door
op te drukken.
1 Selecteer met () de foto die u
wilt afdrukken.
2 Druk op .
• Het afdrukken begint. De toets
knippert en blijft branden
nadat het afdrukken is voltooid.
• Selecteer met () een andere
foto als u nog meer foto’s wilt
afdrukken.
De afdrukinstellingen selecteren
U kunt voor een afdruk het aantal
exemplaren en andere instellingen
selecteren. Het hangt van uw
printermodel af welke instelopties
beschikbaar zijn.
Opties
[Paper Settings/Papierinstellingen]
[ Paper Size/Papierformaat]: Het hangt van het
printermodel af welke papierformaten beschikbaar
zijn.
[Paper Type/Papiertype]: Selecteer [Photo/
Foto], [Fast Photo/Foto snel], [Plain/Normaal] of
[Default/Standaard].
[ Page Layout/Pagina-indeling]: Selecteer
[Default/Standaard], [Bordered/Randen] of een van
de volgende pagina-indelingen.
[Borderless/Randloos]: De foto wordt vergroot en
wordt aan de randen mogelijk iets afgesneden om
op het papier te passen.
[x photos/sheet-aantal foto’s per vel]: Raadpleeg de
tabel op pagina 72.
[ ] (Datum afdrukken)
Selecteer [On/Aan], [Off/Uit] of [Default/Standaard].
[] (Afdrukeffect)
Alleen beschikbaar met printers die compatibel zijn
met de beeldoptimalisatiefunctie (Image Optimize).
Selecteer [On/Aan], [Off/Uit] of [Default/Standaard].
Canon inkjet/SELPHY DS-printers:
[Vivid/Levendig], [NR/Ruisreductie] of [Vivid+NR/
Levendig+Ruisreductie] selecteren.
Het hangt van het printermodel af wat de
instellingsopties zijn voor het afdrukken en
wat de [Default/Standaard]-instellingen
zijn. Raadpleeg voor bijzonderheden de
printerhandleiding.
Afdrukken nadat u de afdrukinstellingen
hebt gewijzigd
NL
1 Druk op om de
joystickaanduiding op te roepen.
71
Page 72
Foto’s
2 Druk ( ) op de joystick naar .
Het instelmenu verschijnt.
Snij-instellingen ( 73)
Papierinstellingen
Huidige papierinstellingen (papierformaat,
papiertype en pagina-indeling)
• Selecteer met () een andere
foto als u nog meer foto’s wilt
afdrukken.
HET AFDRUKKEN ANNULEREN
1 Druk tijdens het afdrukken op .
2 Selecteer met ( ) de optie [OK] en
druk op .
NADAT U KLAAR BENT MET AFDRUKKEN
Aantal exemplaren
Afdrukeffect
Datum afdrukken
3 Selecteer in het instelmenu met
(, ) de functie die u wilt
wijzigen en druk op .
4 Selecteer met () de gewenste
instellingsoptie en druk op .
5 Selecteer met (,) de optie
[Print/Afdrukken] en druk op .
• Het afdrukken begint. Het
instelmenu verdwijnt wanneer alle
foto’s zijn afgedrukt.
Haal de kabel uit de camcorder en printer
en schakel de camcorder uit.
AFDRUKFOUTEN
Als zich tijdens het afdrukken een fout
voordoet, verschijnt er een foutbericht
(bijvoorbeeld [No paper/Geen papier]) op
het scherm van de camcorder. Los het
probleem op door de foutberichtenlijst (
110) en de printerhandleiding te
raadplegen.
[x photos/sheet-aantal foto’s per vel]: Meerdere foto’s afdrukken op hetzelfde vel
Bij gebruik van Canon-printers kunt u dezelfde foto meerdere malen afdrukken op
hetzelfde vel papier. Gebruik de volgende tabel als richtlijn voor het aanbevolen aantal
exemplaren, afhankelijk van de [ Paper Size/Papierformaat]-instelling.
[ Paper Size/
Papierformaat]→
Canon-printer↓
Inkjetprinters SELPHY DS––2, 4, 9 of 16
SELPHY CP/ES2, 4 of 8
1
U kunt ook de speciale stickervellen gebruiken.
2
Met de instelling [8 photos/sheet-8 foto’s per vel] kunt u ook de speciale stickervellen
gebruiken.
SELPHY CP: Als u het brede fotopapier gebruikt met de [Default/Standaard]-instelling, kunt
u ook [2 photos/sheet-2 foto’s per vel] of [4 photos/sheet-4 foto’s per vel] gebruiken.
[Creditcard][9 x 13 cm][10 x 14,8 cm][A4]
1
2
2 of 42 of 4–
4
72
Page 73
•
Canon-printers die compatibel zijn met
PictBridge: Als het afdrukken niet
automatisch wordt hervat nadat u het
probleem hebt verholpen, selecteer dan
[Continue/Doorgaan] en druk op om
het afdrukken te hervatten. Als die optie
niet beschikbaar is, selecteer dan [Stop]
en druk op en begin opnieuw met
afdrukken vanaf het begin.
• Overige printers of wanneer de fout aanhoudt bij gebruik van een Canon-printer: Als het
afdrukken niet automatisch wordt
hervat, verwijder dan de USB-kabel en
zet de camcorder uit. Zet na korte tijd
de camcorder weer aan en herstel de
USB-verbinding.
BELANGRIJK
• U kunt op een PictBridge-compatibele
printer mogelijk geen foto’s afdrukken
waarvan de bestandsnaam is gewijzigd
of die zijn gemaakt, gecreëerd, bewerkt
of gewijzigd met een ander apparaat
dan deze camcorder.
• Als het bericht [Busy/Bezig] niet
verdwijnt, verwijder dan de USB-kabel
en herstel na korte tijd de verbinding.
Raadpleeg stap 1 en 2 in Afdrukken
nadat u de afdrukinstellingen hebt
gewijzigd (71).
2
Selecteer met (, ) de optie
[Trimming/Afsnijden] en druk op .
Het snijkader verschijnt.
3
Wijzig het formaat van het snijkader.
• Verplaats de zoomregelaar naar T
om het kader te verkleinen en
verplaats het naar W om het te
vergroten. Druk op om de
afdrukrichting (staand/liggend) van
het kader te wijzigen.
• De snij-instellingen annuleert u
door de zoomregelaar naar W te
verplaatsen totdat het snijkader
verdwijnt.
NL
Snij-instellingen
Stel het papierformaat en de paginaindeling in voordat u de snij-instellingen
wijzigt. De snij-instellingen zijn slechts
op één foto van toepassing.
1 Open het instelmenu.
4 Verplaats met (,) het
snijkader naar het gebied dat u
wilt afdrukken.
5 Druk op om terug te keren
naar het instelmenu.
• Het geselecteerde afdrukgebied
• Als u andere afdrukinstellingen wilt
FUNC.
wordt aangeduid met een groen
kader binnen het miniatuurbeeld.
wijzigen en het door u
geselecteerde gebied wilt
afdrukken, raadpleeg dan stap
3 t/m 5 in Afdrukken nadat u de afdrukinstellingen hebt gewijzigd
(71).
73
Page 74
Foto’s
OPMERKINGEN
• De snij-instellingen worden geannuleerd
in de volgende gevallen:
- Als u de camcorder uitschakelt.
- Als u de USB-kabel loskoppelt.
- Als u het snijkader verder vergroot dan
maximaal.
- Als u de optie [Paper Size/
Papierformaat] wijzigt.
• Het kan gebeuren dat u de snij-opties
niet kunt instellen voor een foto die niet
met deze camcorder is gemaakt.
Afdrukopdrachten
U kunt als afdrukopdracht vooraf de
foto’s markeren die u wilt afdrukken en
het gewenste aantal exemplaren
instellen. Later kunt u de
afdrukopdrachten eenvoudig afdrukken
door de camcorder aan te sluiten op
een PictBridge-compatibele printer
(70). U kunt afdrukopdrachten
instellen voor maximaal 998 foto’s.
Foto’s selecteren om af te drukken
(afdrukopdracht)
Stel de afdrukopdrachten in voordat u
de bijgeleverde USB-kabel aansluit op
de camcorder.
Eén enkele foto markeren met een
afdrukopdracht
1 Open het fotoselectiescherm.
FUNC.
[ Print Orders/
Afdrukopdrachten]
Op het scherm verschijnt .
2 Selecteer met () de foto die u
wilt markeren met een
afdrukopdracht.
74
3 Druk op om de
afdrukopdracht in te stellen.
Het aantal exemplaren wordt
weergegeven in oranje.
4 Stel met () het aantal gewenste
exemplaren in en druk op .
Stel het aantal exemplaren in op 0
als u de afdrukopdracht wilt
annuleren.
5 Herhaal stap 2 t/m 4 als u nog
meer foto’s wilt markeren met een
afdrukopdracht of druk tweemaal
FUNC.
op om het menu te sluiten.
Afdrukopdrachten instellen vanuit het
indexscherm
Opties
[Individual Photos/Afzonderlijke foto’s]
Opent hetzelfde scherm dat staat beschreven
onder
Eén enkele foto markeren met een
afdrukopdracht
van die procedure om de afdrukopdracht in te
stellen.
Foto’s afdrukken die zijn gemarkeerd met
een afdrukopdracht
1 Sluit de camcorder op de printer
aan met de bijgeleverde USBkabel.
Page 75
Aansluiting . Raadpleeg
Aansluitschema’s (77).
2 Open het afdrukmenu.
FUNC.
[ Menu]
[ Print/Afdrukken]
• Het afdrukmenu verschijnt.
• Als er geen foto’s zijn die zijn
gemarkeerd met een
afdrukopdracht, verschijnt [No
print orders have been set/Geen
afdrukopdrachten ingesteld].
• Afhankelijk van de aangesloten
printer kunt u mogelijk enkele
afdrukinstellingen wijzigen (71).
3 Selecteer met (,) de optie
[Print/Afdrukken] en druk op .
Het afdrukken begint. Het
afdrukmenu verdwijnt wanneer alle
foto’s zijn afgedrukt.
OPMERKINGEN
• Raadpleeg pagina 72 als u het
afdrukken wilt annuleren.
• Het afdrukken hervatten: Open het
afdrukmenu zoals beschreven in stap 2.
Selecteer in het menu van de
afdrukinstellingen de optie [Print/
Afdrukken]* of [Resume/Hervatten] en
druk op . De resterende foto’s
worden afgedrukt.
Het afdrukken kan niet worden hervat
als de afdrukopdrachtinstellingen zijn
gewijzigd of als u een foto met
afdrukopdrachtinstellingen hebt
verwijderd.
* Indien de afdrukopdracht na de eerste
foto werd o nderbroken.
NL
75
Page 76
Externe aansluitingen
Dit hoofdstuk beschrijft hoe u uw camcorder aansluit op een extern
apparaat zoals een TV, videorecorder of computer.
Aansluitpunten op de camcorder
Aansluitpunt HDMI OUT*
Toegang: Open aan de achterzijde de afdekking van het
aansluitpunt.
Het aansluitpunt HDMI OUT biedt een gemakkelijke
digitale verbinding van hoge kwaliteit waarbij audio en
video worden gecombineerd in één enkele kabel.
Aansluitpunt COMPONENT OUT*
Toegang: Open aan de voorzijde de afdekking van het
aansluitpunt.
Het aansluitpunt voor component video is alleen voor
video bestemd. Bij gebruik van aansluiting moet u
niet vergeten op het aansluitpunt AV OUT/ de
audioverbindingen tot stand te brengen.
Aansluitpunt AV OUT/
Toegang: Open aan de voorzijde de afdekking van het
aansluitpunt.
Geluid uit de ingebouwde luidspreker wordt onderdrukt
als de stereovideokabel STV-250N is aangesloten op de
camcorder.
Aansluitpunt USB
Toegang: Open het LCD-paneel.
* Als u een kabel aansluit op de camcorder, zorg er dan voor dat de driehoekmarkering op de
kabelconnector tegenover de driehoekmarkering van het aansluitpunt op de camcorder staat
().
76
Page 77
Aansluitschema’s
Met een beeldkwaliteit in aflopende volgorde ziet u hierna een overzicht van de
aansluitingen die kunnen worden gebruikt om de camcorder op een TV aan te
sluiten.
Aansluiting
(HDMI-mini-connector)
Type: Digitaal Kwaliteit: High-Definition Alleen uitvoer
Aansluiten op een High-Definition TV (HDTV) met een HDMI-ingang.
Kabel HTC-100 HDMI
(optioneel)
HDMI IN
(standaard-HDMI-
connector)
Type: Analoog Kwaliteit: Hangt af van de instellingen Alleen uitvoer
Aansluiten op een High-Definition TV (HDTV) of een standaard-TV met Component
Aansluiting
Video-ingangen.Wijzig de volgende instellingen op de camcorder:
- [Component Output/Componentuitvoer] op basis van het TV-toestel
(Standard of High-Definition) ( 94)
- [AV/Headphones-AV/Hoofdtelefoon] ingesteld op [ AV] ( 94)
Pr/Cr
Pb/Cb
Y
AUDIO
Component-kabel CTC-100/S
(bijgeleverd)
Stereovideokabel STV-250N
(bijgeleverd)
Rood
Blauw
Groen:
Wit
Rood
NL
L
R
77
Page 78
Externe aansluitingen
Type: Analoog Kwaliteit: Standard-Definition Alleen uitvoer
Aansluiten op een standaard-TV of een videorecorder met audio/video-ingangen. Wijzig
Aansluiting
Aansluiting
Aansluiting
de volgende instellingen op de camcorder:
- [AV/headphones-AV/Hoofdtelefoon] ingesteld op [ AV] ( 94).
- [TV Type/TV-type] op basis van het TV-toestel (breedbeeld of 4:3) indien de TV
niet automatisch de hoogte/breedteverhouding kan detecteren en wijzigen ( 95)
In alle opzichten precies dezelfde aansluiting als aansluiting hierboven.
Aansluiten op een standaard-TV- of videorecorder met SCART-ingang. Vereist een
SCART-adapter (in de winkel verkrijgbaar).
Type: Digitale gegevensverbinding
Aansluiten op een computer om een backup te maken van uw opnamen, of op de
optionele DVD-brander DW-100 om van uw opnamen DVD-schijven te maken, of op
een printer om foto’s af te drukken.
Stereovideokabel STV-250N
(bijgeleverd)
Stereovideokabel STV-250N
(bijgeleverd)
Geel
Wit
Rood
Rood
Wit
Geel
SCART-adapter
(in de winkel verkrijgbaar)
VIDEO
AUDIO
L
R
78
USB-kabel (bijgeleverd)
Page 79
Afspelen op een TV-scherm
Sluit de camcorder aan op een TV om
samen met familie en vrienden van uw
opnamen te genieten. De beste
afspeelkwaliteit krijgt u als u uw
opnamen afspeelt op een HDTV met
gebruik van een van de High-Definition
aansluitingen.
1 Zet de camcorder en TV uit.
2 Sluit de camcorder aan op de TV.
Raadpleeg Aansluitschema’s (77)
en selecteer voor uw TV de meest
geschikte aansluiting.
3 Zet de aangesloten TV aan.
Selecteer op de TV als video-ingang
hetzelfde aansluitpunt als het
aansluitpunt waarop u de camcorder
hebt aangesloten. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van de
aangesloten TV.
4 Zet de camcorder aan en
selecteer de stand (36) of
de stand (61).
Begin met het afspelen van films of
het weergeven van foto’s.
OPMERKINGEN
• Het verdient aanbeveling de camcorder
van stroom te voorzien via de compacte
netadapter.
• Aansluiting of : Als u uw 16:9films afspeelt op standaard-TV’s met
een hoogte/breedteverhouding van 4:3,
gaat het TV-toestel automatisch over op
de breedbeeldstand als de TV
compatibel is met het WSS-systeem. In
andere gevallen moet u de hoogte/
breedteverhouding van uw TV
handmatig wijzigen.
Over de HDMITM-verbinding
De HDMI-aansluiting () (High-Definition Multimedia Interface) is een gemakkelijke,
geheel digitale aansluiting waarbij voor zowel audio als video gebruik wordt gemaakt
van één enkele kabel. Als u de camcorder aansluit op een HDTV die uitgerust is met
een HDMI-aansluitpunt, kunt u profiteren van video- en audioweergave van de hoogste
kwaliteit.
- Het aansluitpunt HDMI OUT op de camcorder is alleen bestemd voor uitvoer. Sluit dit
niet aan op een HDMI-uitgang van een ander apparaat. De camcorder kan anders
beschadigd raken.
- Een juiste werking kan niet worden gegarandeerd als de camcorder wordt
aangesloten op DVI-monitoren.
- Afhankelijk van de HDTV wordt persoonlijke video-inhoud bij gebruik van aansluiting
wellicht niet correct afgespeeld. Probeer dan een van de andere verbindingen.
- Terwijl de camcorder aangesloten is op een HDTV via aansluiting is er geen videouitvoer vanuit de andere aansluitpunten.
NL
79
Page 80
Externe aansluitingen
Uw opnamen opslaan en een
backup van uw opnamen
Op uw computer een backup van uw
opnamen maken
Films die u met deze camcorder maakt,
worden opgeslagen op de harde schijf
of geheugenkaart. De ruimte is beperkt.
Zorg er daarom voor dat u op uw
computer regelmatig een backup van
uw opnamen maakt.
PIXELA ImageMixer 3 SE
Met de software die is bijgeleverd op de
CD-ROM PIXELA ImageMixer 3 SE
kunt u scènes selecteren en hiervan
een backup maken op de harde schijf
van uw computer. Als u van uw
opnamen backupbestanden op uw
computer hebt gemaakt, kunt u deze
later, indien nodig, weer terugzetten
naar de camcorder. ImageMixer 3 biedt
tevens een groot aantal opties voor het
ordenen van uw videobibliotheek, het
bewerken van video en nog meer.
Raadpleeg de PIXELA ImageMixer 3 SE Installatiehandleiding voor
bijzonderheden over het installeren van
de software.
Uw opnamen opslaan op een computer
De volgende opties zijn ook
beschikbaar:
• De optionele DVD-brander DW-100
gebruiken om van uw films HighDefinition (AVCHD)-schijven en van
uw foto’s foto-DVD’s te maken
(80).
• De camcorder aansluiten op een
extern opnameapparaat (DVD- of
HDD-recorder, videorecorder, etc.)
om van uw films Standard-Definition
kopieën op te slaan (84).
BELANGRIJK
Als de camcorder aangesloten is op een
computer: Open, wijzig of verwijder de
mappen of bestanden van uw camcorder
niet rechtstreeks vanaf uw computer,
omdat uw gegevens anders permanent
beschadigd kunnen raken. Gebruik alleen
de bijgeleverde software ImageMixer 3 om
van uw opnamen backups te maken en
backupbestanden terug te zetten naar de
camcorder.
Authoring van High-Definition (AVCHD)schijven en foto-DVD’s
U kunt de camcorder aansluiten op de
optionele DVD-brander DW-100 om
High-Definition DVD-schijven (AVCHDspecificaties) te maken. Op deze wijze
kunt u uw video-opnamen behouden in
de hoogst beschikbare videokwaliteit.
Ook kunt u van uw foto’s foto-DVD’s
maken die u kunt weergeven op de
meeste standaard-DVD-spelers.
Raadpleeg dit hoofdstuk samen met de
relevante hoofdstukken in de
handleiding van de DW-100.
80
Page 81
Opties voor het maken van AVCHD-schijven
(stand )
[All scenes/Alle scènes]
Voegt alle scènes toe aan de schijf of schijven.
[Remaining Scenes/Resterende scènes]
Voegt alleen de scènes toe die niet eerder aan
een schijf zijn toegevoegd.
[Playlist/Afspeellijst]
Voegt alleen de scènes toe uit de afspeellijst
(56).
Opties voor het maken van foto-DVD’s
(stand )
[All Photos/Alle foto’s]
Voegt alle foto’s toe aan de diashow op de schijf.
[Transfer orders/Kopieeropdrachten]
Voegt alleen de foto’s toe die zijn gemarkeerd
met een kopieeropdracht (87).
Voorbereidingen op de camcorder
1 Zet de camcorder aan en
selecteer de stand om van
uw films High-Definition-schijven
te maken of selecteer de stand
om van uw foto’s foto-DVD’s
te maken.
• Voorzie de camcorder van stroom
met de compacte netadapter.
• Selecteer vooraf het medium dat
de opnamen bevat die u wilt
toevoegen aan de schijf (38).
2 Selecteer de scènes of foto’s die u
wilt toevoegen aan de schijf.
FUNC.
[ Menu]
of
[Add Recordings to Disc/Opnamen
toevoegen aan schijf]
Gewenste optie
FUNC.
De camcorder aansluiten op de DVDbrander DW-100 en een schijf maken
1 Zet de DVD-brander aan.
Raadpleeg DVD’s maken.
DW-100
2 Sluit de camcorder aan op de
DVD-brander met de bijgeleverde
USB-kabel.
• Aansluiting . Raadpleeg
Aansluitschema’s
DW-100
• Als het scherm voor selectie van
het apparaattype verschijnt,
selecteer dan [DVD Burner/DVDbrander] en druk op .
• Na voltooiing van de aansluiting
wordt [No disc/Geen schijf]
weergegeven.
(77) en
Aansluitingen
.
3 Plaats een nog niet gebruikte
schijf in de DVD-brander.
• Gebruik de toets OPEN/CLOSE op
de DVD-brander om de schijflade te
openen en sluiten.
• Nadat de schijf is herkend, toont
een informatiescherm het DVD-type
dat u maakt en bij benadering de
tijd die nodig is en het aantal
schijven dat is vereist (gebaseerd
op het type schijf dat u gebruikt).
• Als u een DVD-RW-schijf hebt
geplaatst die al gegevens bevat,
wordt het bericht [The disc already
contains data./De schijf bevat al
gegevens.] weergegeven. Als u de
gegevens wilt overschrijven (zodat
de bestaande inhoud van de schijf
wordt gewist), druk dan op ,
selecteer [Yes/Ja] en druk
nogmaals op .
NL
81
Page 82
Externe aansluitingen
4 Druk op de startknop van de DVD-
brander.
• Op het scherm verschijnt een
voortgangsbalk.
• De procedure kan niet worden
geannuleerd nadat u op de
startknop hebt gedrukt (terwijl de
geplaatste schijf wordt
beschreven).
• Op het scherm verschijnt [Task
completed/Taak voltooid] nadat de
laatste schijf is gefinaliseerd.
Verwijder de schijf en sluit de
schijflade.
ALS VOOR DE GEGEVENS MEERDERE SCHIJVEN
ZIJN VEREIST
Nadat u een schijf hebt gefinaliseerd,
wordt deze automatisch uitgeworpen en
verschijnt er een bericht. Plaats de
volgende schijf en sluit de schijflade.
EEN EXTRA KOPIE VAN DEZELFDE SCHIJF
MAKEN
Plaats na voltooiing van de procedure
een nog niet gebruikte schijf, sluit de
schijflade en herhaal de procedure
BELANGRIJK
• Als u schijven wilt maken die u kunt
afspelen op AVCHD-compatibele
apparaten, voeg dan vooraf aan de
afspeellijst de scènes toe die u op de
schijf wilt hebben, en laat hierbij alle
scènes weg die zijn opgenomen in de
MXP-modus. Selecteer vervolgens de
optie [Playlist/Afspeellijst] om de schijf te
maken.
• Met de optionele DVD-brander DW-100
kunt u geen AVCHD-schijven maken van
opnamen die zijn gemaakt in de MXPmodus. Gebruik de bijgeleverde software
ImageMixer 3 om van dergelijke
opnamen een backup te maken.
• Open de afdekking van de
geheugenkaartsleuf niet en verwijder de
geheugenkaart niet terwijl de camcorder
is aangesloten op de DVD-brander.
• Houd u aan de voorschriften hieronder
terwijl de ACCESS-indicator op de
camcorder brandt of knippert. U kunt uw
gegevens anders voorgoed kwijtraken.
- Stel de camcorder niet bloot aan
trillingen of stoten.
- Open de afdekking van de
geheugenkaartsleuf niet.
- Koppel de USB-kabel niet los.
- Verwijder de stroombron niet en zet de
camcorder of DVD-brander niet uit.
- Wijzig de stand van het
programmakeuzewiel niet.
• Raadpleeg Waarschuwingen bij gebruik.
DW-100
High-Definition (AVCHD)-schijven afspelen die zijn gemaakt met de DVD-brander DW-100
Soort externe speler →
Schijfinhoud ↓
Schijven waarop scènes staan die
zijn opgenomen in de MXP-modus
(FXP/XP+/SP/LP)
* Plaats geen schijf in een niet-compatibel apparaat. Anders kunt u de schijf mogelijk niet
meer uitwerpen.
DVD-spelers of Blu-ray-spelers die
compatibel zijn met AVCHD
Kunnen worden afgespeeld
DVD-spelers die niet compatibel
zijn met AVCHD*
Kunnen niet worden afgespeeld
(vanaf juni 2008)*
82
Page 83
OPMERKINGEN
Als een scène niet volledig op één schijf
past, kunt u deze splitsen en doorgaan op
de volgende schijf.
AVCHD-schijven afspelen met gebruik van
de DVD-brander DW-100
U kunt de optionele DVD-brander DW-100
en de camcorder ook gebruiken om op
een TV High-Definition (AVCHD)-schijven
af te spelen. Dit is bijvoorbeeld erg handig
als u schijven wilt afspelen op een locatie
waar geen DVD-speler voorhanden is die
compatibel is met AVCHD.
1 Sluit de camcorder aan op de TV.
Raadpleeg Aansluitschema’s (
Selecteer aansluiting of om
te kunnen genieten van opnamen in
High-Definition.
77).
2 Zet de DVD-brander aan en
selecteer de schijfafspeelstand.
DW-100
Raadpleeg DVD’s
afspelen.
3 Sluit de camcorder aan op de
DVD-brander met de bijgeleverde
USB-kabel.
• Aansluiting . Raadpleeg
Aansluitschema’s (77) en
Aansluitingen.
DW-100
• Als het scherm voor selectie van
het apparaattype verschijnt,
selecteer dan [DVD Burner/DVDbrander] en druk op .
4 Plaats in de DVD-brander de schijf
die u wilt afspelen.
• Gebr uik d e t oets OP EN /C LO SE op
de DVD-brander om de schijflade
te openen en sluiten.
• De schijfinhoud wordt
weergegeven in een indexscherm
nadat de schijf is herkend.
5 Selecteer met (, ) de scène
die u wilt afspelen en druk op
om met afspelen te beginnen.
BELANGRIJK
Open de afdekking van de
geheugenkaartsleuf niet en verwijder de
geheugenkaart niet terwijl de camcorder is
aangesloten op de DVD-brander.
OPMERKINGEN
• Op de DVD-brander DW-100 kunt u
alleen AVCHD-schijven afspelen die met
deze brander zijn gemaakt.
• Het menu FUNC. en de
instellingsmenu’s kunt u niet openen
terwijl de camcorder aangesloten is op
de DVD-brander.
• Met uitzondering van versneld afspelen
op 60x de normale snelheid kunt u voor
het afspelen van schijven gebruik
maken van de speciale afspeelstanden
37).
(
FOTO-DVD’S WEERGEVEN
Foto-DVD’s worden gemaakt met gebruik
van DVD-Video-specificaties (Standard
Definition). Geef uw foto-DVD’s weer met
gebruik van standaard-DVD-spelers.
Als uw computer uitgerust is met een
DVD-station, kunt u de diashow
weergeven als een DVD en kunt u ook de
afzonderlijke foto’s benaderen als JPGbestanden.
OPMERKINGEN
Foto-DVD’s kunt u niet afspelen op de
DVD-brander DW-100.
NL
83
Page 84
Externe aansluitingen
Uw opnamen kopiëren naar een externe
videorecorder
U kunt uw opnamen kopiëren vanaf uw
camcorder naar een videorecorder of
een digitaal videoapparaat. De videouitvoer zal plaatsvinden in de Standard
Definition, hoewel de originele scènes
in High Definition zijn opgenomen.
Aansluiten
Sluit de camcorder aan op de
videorecorder met gebruik van
aansluiting of . Raadpleeg
Aansluitschema’s (77).
Opnemen
1 Extern apparaat: Plaats een lege
cassette of schijf en zet het
apparaat in de
opnamepauzestand.
2 Camcorder: Lokaliseer de scène
die u wilt kopiëren en las kort vóór
de scène een afspeelpauze in.
3 Camcorder: Hervat het afspelen.
4 Extern apparaat: Begin op te
nemen wanneer de scène
verschijnt die u wilt kopiëren. Stop
met opnemen wanneer het
kopiëren voltooid is.
5 Camcorder: Stop met afspelen.
OPMERKINGEN
• Het verdient aanbeveling de camcorder
van stroom te voorzien via de compacte
netadapter.
• Standaard worden de schermgegevens
ingebed in het video-uitvoersignaal. U
kunt de schermgegevens wijzigen door
herhaaldelijk op (51) te
drukken.
84
DISP.
Foto’s kopiëren naar uw computer
(direct kopiëren)
Met de bijgeleverde software op de CDROM DIGITAL VIDEO Solution Disk
kunt u heel eenvoudig naar een
computer foto’s kopiëren door op
te drukken.
Raadpleeg ook de relevante
hoofdstukken in de handleiding “Digital
Video Software” (PDF-bestand).
Voorbereidingen
Installeer de software voordat u de
camcorder voor de eerste keer op de
computer aansluit. (Alleen gebruikers
van Windows: u moet ook de instelling
van CameraWindow voor automatisch
activeren selecteren.) Hierna hoeft u de
camcorder alleen maar op de computer
aan te sluiten (stap 2 en 3) en kunt u
direct beginnen met het kopiëren van
foto’s (
86).
1 Installeer de bijgeleverde Digital
Video Software.
Raadpleeg De Digital Video
DVSD
Software installeren.
2 Zet de camcorder in de stand
.
3 Selecteer het medium dat de
foto’s bevat die u wilt kopiëren.
• Selecteer de tab (harde schijf)
of (geheugenkaart) (38) en
verplaats de zoomregelaar naar T
voor weergave van één foto.
4 Sluit de camcorder aan op de
computer met de bijgeleverde
USB-kabel.
• Aansluiting . Raadpleeg
Aansluitschema’s (77).
Page 85
• Als het scherm voor selectie van
het apparaattype verschijnt,
selecteer dan [Computer/Printer]
en druk op .
• Het menu voor direct kopiëren
verschijnt op het scherm van de
camcorder en de toets gaat
branden.
DE CAMCORDER VOOR DE EERSTE KEER
AANSLUITEN OP EEN COMPUTER ONDER
WINDOWS
Alleen gebruikers van Windows: De
eerste keer dat u de camcorder aansluit
op uw computer, moet u ook de
instelling van CameraWindow voor
automatisch activeren selecteren.
starten.
• Open de afdekking van de
• Houd u aan de voorschriften hieronder
• Al naargelang de software en de
• Indien u de beeldbestanden op uw
Raadpleeg CameraWindow
DVSD
BELANGRIJK
geheugenkaartsleuf niet en verwijder de
geheugenkaart niet terwijl de camcorder
is aangesloten op de computer.
als de ACCESS-indicator brandt of
knippert. U kunt uw gegevens anders
voorgoed kwijtraken.
- Stel de camcorder niet bloot aan
trillingen of stoten.
- Open de afdekking van de
geheugenkaartsleuf niet.
- Koppel de USB-kabel niet los.
- Zet de camcorder of computer niet uit.
- Wijzig de stand van het
programmakeuzewiel niet.
specificaties/instellingen van uw
computer wordt deze functie mogelijk
niet goed uitgevoerd.
computer wilt gebruiken, maak dan
eerst kopieën. Gebruik de gekopieerde
bestanden en behoud de originele
bestanden in ongeschonden staat.
• Tijdens de volgende
bedieningshandelingen wordt de
camcorder niet herkend, ook al is deze
aangesloten op de computer:
- Verwijderen van alle foto’s
- Verwijderen van alle
kopieeropdrachten
- Verwijderen van alle afdrukopdrachten
OPMERKINGEN
• Het verdient aanbeveling de camcorder
van stroom te voorzien via de compacte
netadapter.
• Raadpleeg ook de gebruikshandleiding
van de computer.
• Gebruikers van Windows Vista, Windows XP en Mac OS X: Uw camcorder is uitgerust
met het standaard Picture Transfer
Protocol (PTP) waarmee u heel
eenvoudig foto’s (alleen JPEG) kunt
kopiëren door de camcorder via de
bijgeleverde USB-kabel op een
computer aan te sluiten, zonder dat u de
bijgeleverde software hoeft te
installeren.
• Als u niet van plan bent de optionele
DVD-brander DW-100 te gebruiken,
kunt u of [USB
Connection Type/USB-verbindingstype]
instellen op [ Computer/Printer]
(93) zodat het scherm voor selectie
van het apparaattype niet telkens
verschijnt als u de camcorder op een
computer aansluit.
• Afhankelijk van het aantal foto’s op de
geheugenkaart (Windows: 1.800 foto’s
of meer; Macintosh: 1.000 foto’s of
meer), kan het gebeuren dat u naar de
computer geen foto’s kunt kopiëren.
Probeer in dat geval een kaartlezer te
gebruiken.
NL
85
Page 86
Externe aansluitingen
Foto’s kopiëren
Opties voor automatisch kopiëren
Alle relevante foto’s worden in één
groep gekopieerd naar de computer en
de miniatuurbeelden hiervan worden
weergegeven op de computer.
[ All Photos/Alle foto’s]
Kopieert alle foto’s.
[ New Photos/Nieuwe foto’s]
Kopieert alleen foto’s naar de computer die nog
niet naar de computer zijn gekopieerd.
[ Photos with Transfer Orders/Foto’s met
kopieeropdrachten]
Kopieert foto’s die zijn gemarkeerd met
kopieeropdrachten (87).
Opties voor handmatig kopiëren
U kunt de foto(’s) selecteren die u wilt
kopiëren.
[ Select and Transfer/Selecteren en kopiëren]
Selecteer de foto(’s) die u wilt kopiëren.
[ Set as Desktop Wallpaper/Gebruiken als
bureaubladachtergrond]
Selecteer een foto die u wilt kopiëren om deze
als achtergrond op het bureaublad van uw
computer te gebruiken.
OPTIES VOOR AUTOMATISCH KOPIËREN
Selecteer met () een kopieeroptie
en druk op .
• De camcorder keert terug naar het
kopieermenu zodra de foto’s zijn
gekopieerd.
• Als u het kopieerproces wilt
annuleren, selecteer dan met ()
de optie [Cancel/Annuleren] en druk
op , of druk op .
OPTIES VOOR HANDMATIG KOPIËREN
1 Selecteer met () een
kopieeroptie en druk op .
2 Selecteer met () de foto die u
wilt kopiëren en druk op .
• [ Select and Transfer/Selecteren
en kopiëren]: Herhaal deze stap
om andere foto’s te selecteren die
u wilt kopiëren.
• De toets knippert terwijl de
foto’s worden gekopieerd.
3 Druk op om terug te keren
FUNC.
naar het kopieermenu.
FUNC.
86
OPMERKINGEN
Als de camcorder op de computer
aangesloten is en het fotoselectiescherm
wordt weergegeven, en u wilt terugkeren
naar het kopieermenu, druk dan op
FUNC.
.
Page 87
Kopieeropdrachten
Kopieeropdrachten instellen vanuit het
indexscherm
U kunt vooraf markeren welke foto’s u
als kopieeropdrachten wilt kopiëren
naar de computer. U kunt
kopieeropdrachten instellen voor
maximaal 998 foto’s.
Foto’s selecteren om te kopiëren
(kopieeropdracht)
Stel de kopieeropdrachten in voordat u
de camcorder aansluit op de computer.
Eén enkele foto markeren met een
kopieeropdracht
1 Open het fotoselectiescherm.
FUNC.
[ Transfer Orders/
Kopieeropdrachten]
Op het scherm verschijnt .
2 Selecteer met () de foto die u
met een kopieeropdracht wilt
markeren.
3 Druk op om de
kopieeropdracht in te stellen.
Er verschijnt een vinkje in het vak
naast het pictogram van de
kopieeropdracht. Druk nogmaals op
als u de kopieeropdracht wilt
annuleren.
4 Herhaal stap 2 en 3 als u nog meer
foto’s wilt markeren met een
kopieeropdracht of druk tweemaal
FUNC.
op om het menu te sluiten.
Opties
[Individual Photos/Afzonderlijke foto’s]
Opent hetzelfde scherm dat staat beschreven
onder
Eén enkele foto markeren met een
kopieeropdracht
van die procedure om de kopieeropdracht in te
stellen.
[Selected Photos/Geselecteerde foto’s]
Markeert alle foto’s die vooraf zijn geselecteerd
(gemarkeerd met een vinkje ) met een
kopieeropdracht. Raadpleeg
in het indexscherm
[Remove All/Alles verwijderen]
Verwijdert alle kopieeropdrachten.
FUNC.
[ Transfer Orders/
Kopieeropdrachten]
Gewenste optie [Yes/Ja]
[OK]
FUNC.
(87). Ga verder vanaf stap 3
Opnamen selecteren
(41).
FOTO’S KOPIËREN DIE ZIJN GEMARKEERD MET
EEN KOPIEEROPDRACHT
Sluit de camcorder aan op de computer
en selecteer [ Photos with Transfer
Orders/Foto’s met kopieeropdrachten]
in het kopieermenu (86).
NL
87
Page 88
Aanvullende informatie
Dit hoofdstuk behandelt oplossingen voor problemen,
schermberichten, tips voor het behandelen en onderhouden van de
camcorder, en andere informatie.
Bijlage: Menu-opties - Overzicht
Niet-beschikbare menu-onderdelen worden gedimd weergegeven. Raadpleeg
Gebruik van de menu’s (26) voor bijzonderheden over de wijze waarop u een item
selecteert. Raadpleeg de pagina waarnaar wordt verwezen voor bijzonderheden over
elke functie. Menu-opties zonder een pagina waarnaar wordt verwezen, worden
hieronder in de tabellen nader verklaard.
In het indexsch erm: [Individual Photos/Afzo nderlijke foto’s], [Selected
Photos/Geselecteerde foto’s], [Remove All/Alles verwijderen]
[Print Orders/
Afdrukopdrachten]
Bij weergave van één foto: 0-99 exemplaren
In het indexscherm: [Individual Photos/Afzonderlijke foto’s],
[Selected Photos (1 copy each)/Geselecteerde foto’s
(1 exemplaar elk)], [Remove All/Alles verwijderen]
* Optie alleen beschikbaar als de transportstand op [ Single/Enkel] staat.
[Frame Rate/Beeldsnelheid]:
[ Off/Uit],
[2 sec]
, [4 sec],
–
[6sec], [8sec], [10sec]
Selecteert welke beeldsnelheid tijdens het opnemen moet
z
–
worden gebruikt.
[PF25]: 25 beeldjes per seconde, progressief. Met deze beeldsnelheid geeft u aan uw
opnamen een cinematografisch karakter. Gecombineerd met het opnameprogramma [Cine
Mode/Cinemamodus (45) wordt het cinematografische karakter verder versterkt.
scherpstelling zijn geactiveerd, wordt het beeld in het midden van het scherm vergroot en
worden de contouren benadrukt om u te helpen handmatig scherp te stellen (47).
• Gebruik van de hulpfuncties van de scherpstelling heeft geen invloed op de opnamen - de
hulpfuncties worden geannuleerd als u met opnemen begint.
[Onscreen Markers/Schermmarkeringen]:
een horizontale lijn weergeven. Gebruik de markeringen als referentie om ervoor te zorgen dat
uw onderwerp juist wordt ingekaderd (verticaal en/of horizontaal).
• Gebruik van de schermmarkeringen heeft geen invloed op de opnamen.
[Photo Review Time/Weergaveduur foto]:
deze is gemaakt op de harde schijf of geheugenkaart.
• Als u op drukt terwijl u een foto bekijkt, wordt deze voor onbepaalde tijd weergegeven.
DISP.
PHOTO
Druk half in om terug te keren naar het normale display.
U kunt in het midden van het scherm een raster of
Selecteert de weergaveduur van een foto nadat
Als de hulpfuncties van de
/ Camera Setup 2/Camera-instelling 2
Menu-onderdeelInstelopties
[Digital Zoom/Digitale
zoom]
[Zoom speed/
Zoomsnelheid]
[AF Mode/Automatische
scherpstelling]
[Focus Priority/
Scherpstellingsvoorkeuze]
[Image Stabilizer/
Beeldstabilisator]
[Auto Slow Shutter/
Automatische lange
sluitertijd]
[Wind screen/
Windscherm]
[Microphone Attenuator/
Microfoondemper]
[Digital Zoom/Digitale zoom]:
werking van de digitale zoom. De kleur van de
indicator geeft de zoom aan.
• Indien digitale zoom is geactiveerd, gaat de
camcorder automatisch over op digitale zoom
als u verder inzoomt dan het optische
zoombereik.
• Met de digitale zoom wordt het beeld digitaal
verwerkt. De beeldresolutie zal daarom
verslechteren naarmate u meer inzoomt.
• Met [ Instant AF] past de automatische scherpstelling zich snel aan een nieuw
onderwerp aan. Dit komt bijvoorbeeld van pas als u de scherpstelling op een nabijgelegen
onderwerp verandert in scherpstelling op een verafgelegen onderwerp op de achtergrond, of
wanneer u opnamen maakt van snel bewegende onderwerpen.
• Als de optionele groothoekconverter of teleconverter op de camcorder aangesloten is, kan
het gebeuren dat de sensor voor onmiddellijke automatische scherpstelling hierdoor
gedeeltelijk wordt afgeschermd. Stel de stand voor automatische scherpstelling dan in op
[ Normal AF/Normale automatische scherpstelling].
[Focus Priority/Scherpstellingsvoorkeuze]:
maakt de camcorder alleen een foto nadat automatisch scherp is gesteld. U kunt ook
selecteren welke AF-kaders moeten worden gebruikt.
[ AiAF Frames/Kaderselectie]: Er worden uit de negen beschikbare kaders automatisch
een of meer AF-kaders geselecteerd waarop de scherpstelling plaatsvindt.
[ Center Frame/Middenkader]: In deze stand verschijnt in het midden van het scherm één
enkel scherpstellingskader en het beeld wordt hierop automatisch scherp gesteld.
[ Off/Uit]: Er verschijnt geen AF-kader en de foto wordt gemaakt onmiddellijk nadat u op
PHOTO
drukt.
• Als de opnamestand is ingesteld op [ Fireworks/Vuurwerk], wordt de
scherpstellingsvoorkeuze automatisch ingesteld op [ Off/Uit].
[Image Stabilizer/Beeldstabilisator]: De beeldstabilisator biedt compensatie voor
camcordertrillingen, ook bij de maximale telepositie.
• De beeldstabilisator is ontworpen om compensatie te bieden voor normale
camcordertrillingen.
• Het verdient aanbeveling bij gebruik van een statief de beeldstabilisator op [Off/Uit] te
zetten.
[Auto Slow Shutter/Automatische
lange sluitertijd]: De camcorder gebruikt
op plaatsen met onvoldoende verlichting
automatisch lange sluitertijden om heldere
opnamen te maken.
• De instelling verandert zelfs niet als u
de camcorder in de stand zet.
• Zet in de stand de flitserstand op
(flitser uit).
• Zet de lange sluiter op [Off/Uit] als een nabeeld met sporen verschijnt.
• Als het symbool (camcordertrillingswaarschuwing) verschijnt, dan verdient het
aanbeveling de camcorder te stabiliseren, bijvoorbeeld door deze op een statief te plaatsen.
[Wind Screen/Windscherm]:
van de wind als u buiten opnamen maakt.
• Sommige geluiden met lage frequentie worden samen met het geluid van de wind
onderdrukt. Als u opnamen maakt in een omgeving die niet wordt beïnvloed door wind of als
u geluiden met lage frequenties wilt opnemen, dan verdient het aanbeveling het windscherm
op [ Off -Uit] te zetten.
De camcorder vermindert automatisch het achtergrondgeluid
Selecteer hoe snel de automatische
Als scherpstellingsvoorkeuze is geactiveerd,
BedieningsstandGebruikte sluitertijd
Stand Tot minimaal 1/25
Stand
met beeldsnelheid
[PF25]
Stand
Tot minimaal 1/12
92
Page 93
[Microphone Attenuator/Microfoondemper]:
audiovervormingen voordoen als gevolg van hoge audio-opnameniveaus.
• Stel de microfoondemper in op [ On/Aan] als het audio-opnameniveau (51 ) juist
ingesteld is maar de audio toch vervormd klinkt. Op het scherm wordt weergegeven als
de microfoondemper ingeschakeld is.
Helpt te voorkomen dat zich
/ Playback Setup/Afspeelinstelling
Menu-onderdeelInstelopties
[Rec Media for Photos/
Opnamemedium voor
foto’s]
[Photo Capture Quality/
Kwaliteit voor maken
van foto’s]
[Data Code/
Datacodering]
[USB Connection Type/
USB-verbindingstype]
[Add Recordings to Disc/
Opnamen toevoegen aan
schijf]
[ Print/Afdrukken] ––z74
[Photo Capture Quality/Kwaliteit voor maken van foto’s]: Selecteer de kwaliteit van een
foto die u maakt van een scène.
[Data Code/Datacodering]: Toont de datum en/of tijd waarop de scène werd
opgenomen.
[ Camera Data/Cameragegevens] Toont het diafragma (f-stop) en de sluitertijd die
tijdens de opname van de scène werden gebruikt.
[USB Connection Type/USB-verbindingstype]: Selecteer het verbindingsprotocol dat
moet worden gebruikt als u met de bijgeleverde USB-kabel de camcorder aansluit op een
extern apparaat.
DVD Burner/DVD-brander]: Als u uitsluitend de optionele DVD-brander DW-100 wilt
[
aansluiten.
Computer/Printer]: Als u een verbinding wilt maken met een computer, printer of
[
vergelijkbaar USB-randapparaat.
Connect and Set/Aansluiten en instellen]: Als u een selectie wilt maken in een scherm
[
dat verschijnt als u het externe apparaat aansluit.
[HDD/Harde schijf], [Mem. Card/Geheugenkaart]z–31
[ Super Fine/Superfijn], [ Fine/Fijn], [ Normal/
Normaal]
[Date/Datum], [ Time/Tijd], [ Date and Time/Datum en tijd], [Camera Data/Cameragegevens]
[ DVD Burner/DVD-brander], [ Computer/Printer],
[ Connect and Set/Aansluiten en instellen]
[All Scenes/Alle scènes], [Remaining Scenes/
* Optie niet beschikbaar als de camcorder via de HDMI-kabel is aangesloten op een HDTV.
[Font Size/Grootte lettertype]:
Wijzigt de grootte van het lettertype voor de menuschermen en
andere schermen.
• Als de grootte van het lettertype is ingesteld op [ Large/Groot], wordt sommige informatie
mogelijk weergegeven in verkorte vorm (alleen pictogrammen, etc.). Sommige schermen
kunnen niet worden weergegeven met het grote lettertype.
[Output Onscreen Displays/Uitvoer schermgegevens]
• Als deze optie op [ On/Aan] staat, worden de schermgegevens van de camcorder ook
weergegeven op het scherm van een TV of monitor die aangesloten is op de camcorder.
[LCD Brightness/LCD-helderheid]:
Bepaalt de helderheid van het LCD-scherm.
• Wijziging van de helderheid van het LCD-scherm heeft geen invloed op de helderheid van uw
opnamen, de helderheid van de zoeker (alleen ) of de helderheid van het afspeelbeeld
op een TV.
[Component Output/Componentuitvoer]:
U kunt de door u gewenste videospecificaties
selecteren als u de camcorder via de Component Video-verbinding aansluit op een HighDefinition TV.
[ 576i]: Voor gebruik van de specificatie 576i (Standard Definition).
94
Page 95
[ 1080i]: Voor gebruik van de volledige High-Definition-specificatie 1080i.
[TV Type/TV-type]:
weergeven, moet u de instelling selecteren op basis van het televisietype waarop u de
camcorder aansluit.
[Normal TV/Normale TV]: TV’s met een hoogte/breedteverhouding van 4:3.
[Wide TV/Breedbeeld-TV]: TV’s met een hoogte/breedteverhouding van 16:9.
• Het beeld wordt niet volledig op het scherm weergegeven als het TV-type ingesteld is op
[Normal TV/Normale TV] en video wordt afgespeeld die oorspronkelijk is opgenomen
met een hoogte/breedteverhouding van 16:9.
• Als het TV-type is ingesteld op [Normal TV/Normale TV], kunt u geen foto maken van de
scène die wordt afgespeeld (67). Stel deze optie in op [ Wide TV/Breedbeeld-TV]
voordat u in deze situatie een foto maakt.
[Speaker Volume/Luidsprekervolume]:
volume ook instellen met de joystickaanduiding (
[Demo Mode/Demonstratiemodus]:
functies van de camcorder bekijken. Deze functie wordt automatisch gestart als de camcorder
van stroom wordt voorzien met de compacte netadapter en u hierbij de camcorder langer dan
5 minuten ingeschakeld laat staan.
• Als u de demonstratie wilt stopzetten nadat deze is gestart, kunt u op elke willekeurige toets
drukken of de camcorder uitzetten.
Als u het beeld volledig en in de juiste hoogte/breedteverhouding wilt
Stel met () het afspeelvolume in. U kunt het
Met de demonstratiefunctie kunt u de belangrijkste
van de camcorder, het aftellen van de zelfontspanner, etc., gaan vergezeld van een pieptoon.
[Power Saving Mode/Spaarstand]:
automatisch uit als er vijf minuten lang geen bedieningshandelingen zijn verricht. Dit wordt gedaan
om stroom te besparen.
• Circa 30 seconden voordat de camcorder wordt uitgeschakeld, verschijnt het bericht [Auto power
off/Automatisch uit].
• In de standby-stand wordt de camcorder uitgeschakeld nadat de tijd is verstreken die is ingesteld
met de optie [Quick Start/Snel starten].
[Quick Start/Snel starten]:
opnamestand het LCD-paneel sluit (
standby-stand beëindigt en automatisch wordt uitgeschakeld.
[Control for HDMI/Regeling voor HDMI]:
Control). Als u de camcorder via een HDMI-kabel aansluit op een HDTV die compatibel is met HDMICEC, kunt u met de afstandsbediening van uw TV uw camcorderopnamen afspelen. Bij deze
aansluiting wordt bij het aanzetten van de camcorder ook automatisch de TV aangezet en de videoingang geselecteerd, en wordt bij uitschakeling van de TV automatisch de camcorder uitgezet.
• Gebruik de toetsen “omhoog/omlaag/naar links/naar rechts” en de OK- of SET-toets op de
afstandsbediening van uw TV om uw opnamen af te spelen.
• Afhankelijk van uw TV-toestel kan het noodzakelijk zijn om op de TV zelf extra instellingen te
verrichten om de HDMI-CEC-functie te activeren. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw TV.
• Een juiste werking van de HDMI-CEC-functie kan niet worden gegarandeerd, zelfs als u de
camcorder op een compatibel TV-toestel aansluit. Als u de afstandsbediening van uw TV niet kunt
gebruiken, gebruik dan de toetsen van de camcorder zelf of de afstandsbediening hiervan.
• De afstandsbediening van de TV kunt u alleen gebruiken om films af te spelen of foto’s weer te
geven (alleen stand of ). Als de camcorder op een TV aangesloten is terwijl de
camcorder in de stand staat en u de TV uitzet, dan wordt - afhankelijk van de gebruikte TV ook de camcorder automatisch uitgezet, zelfs als deze bezig is met opnemen.
[Photo Numbering/Fotonummering]:
op een nieuwe geheugenkaart. Aan foto’s worden automatisch opeenvolgende nummers
toegewezen van 0101 t/m 9900, en deze worden opgeslagen in mappen van maximaal 100 foto’s.
Mappen worden genummerd van 101 t/m 998.
[Reset]: Telkens wanneer u een nieuwe geheugenkaart plaatst, begint de fotonummering
opnieuw vanaf 101-0101.
[Continuous/Continu]: De fotonummering gaat verder bij het nummer dat volgt op het nummer
van de laatste foto die met de camcorder is gemaakt.
• Als de geplaatste geheugenkaart al een foto met een groter nummer bevat, wordt aan een nieuwe
foto een nummer toegewezen dat één hoger is dan dat van de laatste foto op de geheugenkaart.
• Het verdient aanbeveling de instelling [Continuous/Continu] te gebruiken.
[Drop Sensor/Valsensor]:
beveiligingsmechanisme geactiveerd om te voorkomen dat de harde schijf beschadigd raakt. Terwijl
het mechanisme actief is, wordt op het scherm weergegeven in rood en is het mogelijk dat de
camcorder stopt met afspelen of opnemen.
• Houd in de meeste situaties de valsensor ingesteld op [ On/Aan]. Als u deze functie
deactiveert, wordt het risico vergroot dat er schade optreedt indien u de camcorder laat vallen.
• Als de valsensor op [ On/Aan] ingesteld is, stopt de camcorder mogelijk met opnemen of
afspelen wanneer de camcorder een gewichtsloze toestand benadert die door de sensor wordt
“aangevoeld” als een val. Zet de valsensor op [Off /Uit] als u onder dergelijke
omstandigheden wilt opnemen.
Selecteer of u de functie Quick Start wilt activeren als u in een
Als de camcorder valt, wordt dit gedetecteerd en wordt een
Sommige bedieningshandelingen, zoals het aanzetten
Bij gebruik van de accu schakelt de camcorder zichzelf
35
) en hoe lang het moet duren voordat de camcorder de
Activeert de functie HDMI-CEC (Consumer Electronics
Selecteer de fotonummeringsmethode die u wilt gebruiken
Maakt het mogelijk de camcorder te
96
Page 97
[Firmware]:
is gewoonlijk niet beschikbaar.
U kunt controleren wat de huidige versie is van de camcorderfirmware. Deze menuoptie
Date/Time Setup-Datum/Tijd instellen
Menu-onderdeelInstelopties
[Time Zone/DST-Tijdzone/
Zomertijd]
[Date/Time-Datum/Tijd]–
[Date Format/
Datumnotatie]
[Calendar Start Day/
Startdag kalender]
[Date Format/Datumnotatie]:
schermgegevens, en (indien geselecteerd) voor de datum die wordt afgedrukt op foto’s.
[Calendar Start Day/Startdag kalender]:
kalenderweergave moet starten (39).
Overzicht van tijdzones van de wereld.
[Y.M.D (2008.1.1 AM 12:00)/
J.M.D (2008.1.1 AM 12:00)],
[M.D,Y (Jan. 1, 2008 12:00 AM)/
M.D.J (Jan. 1, 2008 12:00 AM)]
een scherm waarin u kunt controleren hoeveel ruimte van de harde schijf of geheugenkaart
momenteel in gebruik is ( totale opnameduur en totaal aantal foto’s) en hoeveel ruimte
nog resteert voor opnamen.
• De cijfers over de beschikbare opnameduur van films en het beschikbare aantal foto’s zijn bij
benadering gegeven en gebaseerd op de momenteel gebruikte opnamemodus en
instellingen van de fotokwaliteit/grootte.
• In het scherm [Memory Card Info/Informatie geheugenkaart] kunt u ook de Speed Class van
de geheugenkaart controleren.
[Battery Info/Informatie accu]:
percentage) en de resterende opnameduur (stand , ) of afspeel/weergaveduur (stand
, ) kunt controleren.
[HDMI Status/HDMI-status]:
van het videosignaal dat wordt uitgevoerd vanaf het aansluitpunt HDMI OUT.
–
–
–
–
Toont een scherm waarin u de accucapaciteit (als een
Toont een scherm waarin u kunt controleren wat de standaard is
zzzz
zzzz
zzzz
zzzz
–
–
–
–
Toont
97
NL
Page 98
Aanvullende informatie
Problemen?
Problemen oplossen
Loop eerst door de lijst hieronder wanneer u problemen ondervindt bij het gebruik
van uw camcorder. Soms bestaat er een simpele oplossing voor iets waarvan u
denkt dat het een camcorderstoring is - lees daarom eerst de tekst in het vak
“EERST CONTROLEREN” voordat u vervolgt met de meer gedetailleerde problemen
en oplossingen. Neem contact op met uw dealer of een Canon Service Center als het
probleem aanhoudt.
EERST CONTROLEREN
Voeding
Is de accu opgeladen? Is de compacte netadapter op de juiste wijze aangesloten op de
camcorder? (21)
Opnamen maken
Hebt u de camcorder aangezet en het programmakeuzewiel op of gezet? Als u
opnamen maakt op een geheugenkaart, is deze dan op de juiste wijze in de camcorder
geplaatst? (30)
Opnamen afspelen/weergeven
Hebt u de camcorder aangezet en het programmakeuzewiel op of gezet? Als u
opnamen afspeelt vanaf een geheugenkaart, is deze dan op de juiste wijze in de
camcorder geplaatst? (30) Bevat de geheugenkaart opnamen?
Stroombron
De camcorder gaat niet aan of schakelt zichzelf uit.
- De accu is leeg. Vervang de accu of laad deze op ( 21).
- Verwijder de accu en sluit deze opnieuw goed aan.
Ik kan de accu niet opladen.
- Controleer of de camcorder uit staat, zodat het opladen kan beginnen.
- De accu is te heet. Het opladen wordt gestart zodra de accutemperatuur lager is dan 40 °C.
- Laad de accu op bij temperaturen tussen 0 °C en 40 °C.
- De accu is beschadigd. Gebruik een andere accu.
De compacte netadapter maakt lawaai.
- U hoort een zwak geluid als de compacte netadapter aangesloten is op een stopcontact. Dit is normaal en
duidt niet op een storing.
Na lang gebruik van de camcorder wordt deze heet.
- Dit is normaal en duidt niet op een storing. Zet de camcorder uit en laat deze afkoelen voordat u het gebruik
hervat.
De accu raakt zelfs bij normale temperaturen zeer snel leeg.
- De accu heeft mogelijk het eind van zijn levensduur bereikt. Koop een nieuwe accu.
98
Page 99
Opnemen
De camcorder begint niet met opnemen als ik op druk.
- U kunt geen opnamen maken terwijl de camcorder bezig is een eerdere opname weg te schrijven op de harde
schijf of geheugenkaart (terwijl de ACCESS-indicator brandt of knippert).
- Het opnamemedium is vol of bevat reeds het maximale aantal scènes. Verwijder een aantal opnamen
(42, 63) of initialiseer het opnamemedium (31) om ruimte vrij te maken.
- De camcorder kan mogelijk geen opnamen maken als het valbeveiligingsmechanisme (96) actief is (het
symbool wordt dan weergegeven).
- De temperatuur van de camcorder is hoger geworden dan de temperatuur waarbij de camcorder kan worden
gebruikt ( wordt weergegeven). Zet de camcorder uit en laat deze afkoelen voordat u het gebruik hervat.
- De temperatuur van de camcorder is lager geworden dan de temperatuur waarbij de camcorder kan worden
gebruikt ( wordt weergegeven). Zet de camcorder uit en gebruik deze op een locatie die warmer is.
Voorkom plotselinge temperatuursverschillen.
Het punt waar werd ingedrukt, komt niet overeen met het begin/einde van de opname.
- Tussen het indrukken van en de feitelijke start van de opname doet zich een korte pauze voor. Dit
Kort nadat begonnen is met opnemen, wordt de opname plotseling stopgezet.
- Als u opnamen maakt in de buurt van lawaai of sterke trillingen, ga dan naar een andere locatie.
- De temperatuur van de camcorder is hoger geworden dan de temperatuur waarbij de camcorder kan worden
De camcorder stelt niet scherp.
- De automatische scherpstelling werkt niet op het onderwerp. Stel handmatig scherp ( 47).
- Stel de zoeker af met de oogcorrectieregelaar (33).
- De lens of Instant AF-sensor is vuil. Reinig de lens of sensor met een zacht lensreinigingsdoekje (118).
Als een onderwerp snel voorbij de lens flitst, wordt het beeld enigszins verbogen weergegeven.
- Dit is een verschijnsel dat zich typisch voordoet bij CMOS-beeldsensors. Als een onderwerp zeer snel de lens
Het duurt langer dan normaal om de opnamestand te wijzigen tussen opnemen ( )/opnamepauze ()/
afspelen ( ).
- Sommige functies kunnen langer duren dan gebruikelijk is als het medium een groot aantal scènes bevat.
Het bekijken van de laatst opgenomen scène duurt langer dan normaal.
- Sommige functies kunnen langer duren dan gebruikelijk is als het medium een groot aantal scènes bevat.
Ik kan geen foto’s maken.
- In de stand : U kunt in deze stand geen foto’s maken als de optie voor gelijktijdig opnemen in het menu
Start/Stop
Start/Stop
is normaal en duidt niet op een storing.
gebruikt ( wordt weergegeven). Zet de camcorder uit en laat deze afkoelen voordat u het gebruik hervat.
Gebruik nooit tissuepapier om de lens te reinigen.
passeert, ziet het beeld er enigszins gekromd uit. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
Maak een backup van uw opnamen (80) en initialiseer het opnamemedium (31).
Maak een backup van uw opnamen (80) en initialiseer het opnamemedium (31).
FUNC. op [Simultaneous Recording Off/Gelijktijdig opnemen uit] (66) staat, of wanneer de digitale zoom
(91) of een digitaal effect (50) geactiveerd is.
Start/Stop
NL
99
Page 100
Aanvullende informatie
Opnamen afspelen/weergeven
Het afspelen wordt niet gestart als ik op de afspeeltoets druk.
- De temperatuur van de camcorder is hoger geworden dan de temperatuur waarbij de camcorder kan worden
gebruikt ( wordt weergegeven). Zet de camcorder uit en laat deze afkoelen voordat u het gebruik hervat.
- De temperatuur van de camcorder is lager geworden dan de temperatuur waarbij de camcorder kan worden
gebruikt ( wordt weergegeven). Zet de camcorder uit en gebruik deze op een locatie die warmer is.
Voorkom plotselinge temperatuursverschillen.
Ik kan geen scènes toevoegen aan de afspeellijst.
- U kunt aan een afspeellijst niet meer dan 999 scènes toevoegen. Als de afspeellijst scènes bevat die zijn
opgenomen in de MXP- of FXP-modus, dan is het maximale aantal scènes in de afspeellijst mogelijk lager dan
999.
- Mogelijk kunt u geen scènes toevoegen aan de afspeellijst als deze met een ander apparaat zijn opgenomen
of bewerkt.
Ik kan scènes niet verwijderen.
- Het kan gebeuren dat u geen scènes kunt verwijderen die zijn opgenomen of bewerkt met een ander
apparaat.
Het duurt langer dan normaal om scènes te verwijderen.
- Sommige functies kunnen langer duren dan gebruikelijk is als het medium een groot aantal scènes bevat.
Maak een backup van uw opnamen (80) en initialiseer het opnamemedium (31).
Ik kan een foto niet verwijderen.
- De foto is beveiligd. Verwijder de beveiliging (68).
Indicators and schermgegevens
brandt in rood.
- De accu is vrijwel leeg. Vervang de accu of laad deze op ( 21).
verschijnt op het scherm.
- De camcorder kan niet communiceren met de aangesloten accu; de resterende accucapaciteit kan daarom
niet worden weergegeven.
brandt in rood.
- Er is een geheugenkaartfout opgetreden. Zet de camcorder uit. Verwijder de geheugenkaart en plaats deze
terug. Initialiseer de geheugenkaart (31) als het scherm niet terugkeert naar normale weergave.
- De geheugenkaart is vol. Vervang de geheugenkaart of verwijder opnamen van de geheugenkaart
(42, 63) om ruimte vrij te maken.
brandt in rood.
- De temperatuur van de camcorder is hoger geworden dan de temperatuur waarbij de camcorder kan worden
gebruikt. Dit is normaal en duidt niet op een storing. Zet de camcorder uit en laat deze afkoelen voordat u het
gebruik hervat.
Op het scherm knippert in rood.
- Er is een storing in de camcorder opgetreden. Neem contact op met een Canon Service Center.
Zelfs nadat ik ben gestopt met opnemen, gaat de ACCESS-indicator niet uit.
- De scène wordt nog opgenomen op de harde schijf of geheugenkaart. Dit is normaal en duidt niet op een
storing.
De camcorder is ingeschakeld en de ACCESS-indicator brandt of knippert langer dan normaal.
- Dit is normaal en duidt niet op een storing. De camcorder is mogelijk bezig met het herstellen van gegevens
op de harde schijf. Ontkoppel de stroombron niet en zet de camcorder niet uit.
100
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.