CANON HG20 User Manual [nl]

Page 1
HD Camcorder
Gebruiksaanwijzing
CEL-SJ5ZA280
Page 2

Inleiding

Belangrijke gebruiksinstructies
WAARSCHUWING!
WAARSCHUWING!
VOORZICHTIG: VOORKOM ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN STORENDE INTERFERENTIES. GEBRUIK DAAROM ALLEEN DE AANBEVOLEN ACCESSOIRES.
VOORZICHTIG:
HAAL DE STEKKER VAN HET NETSNOER UIT HET STOPCONTACT ALS U HET APPARAAT NIET GEBRUIKT.
De stekker moet u gebruiken om het apparaat uit te schakelen. U moet de stekker direct kunnen bereiken als zich een ongeval voordoet.
Als de compacte netadapter ingeschakeld is, mag u deze niet in een doek wikkelen of met een doek afdekken, of in een besloten, te krappe ruimte leggen. Doet u dat wel, dan kan de compacte netadapter te heet worden of de plastic behuizing vervormd raken, waardoor u mogelijk bloot komt te staan aan elektrische schokken of brand kan optreden.
Het identificatieplaatje CA-570 bevindt zich aan de onderzijde.
Uitsluitend bestemd voor de Europese Unie (en EER).
in te leveren bij een hiertoe erkend verkooppunt bij aankoop van een gelijksoortig product, of bij een officiële inzameldienst voor de recycling van elektrische en elektronische apparatuur (EEA) en batterijen en accu's. Door de potentiële gevaarlijke stoffen die gewoonlijk gepaard gaan met EEA, kan onjuiste verwerking van dit type afval mogelijk nadelige gevolgen hebben voor het milieu en de menselijke gezondheid. Uw medewerking bij het op juiste wijze weggooien van dit product draagt bij tot effectief gebruik van natuurlijke bronnen. Voor verdere informatie over recycling van dit product kunt u contact opnemen met uw plaatselijke gemeente, afvaldienst, officiële dienst voor klein chemisch afval of afvalstortplaats, of kunt u terecht op www.canon-europe.com/environment. (EER: Noorwegen, IJsland en Liechtenstein)
VOORKOM ELEKTRISCHE SCHOKKEN. VERWIJDER DAAROM DE AFDEKKING (OF ACHTERZIJDE) NIET. IN HET APPARAAT BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN DIE DE GEBRUIKER ZELF MAG OF KAN REPAREREN. LAAT DIT DOEN DOOR GEKWALIFICEERD ONDERHOUDSPERSONEEL.
VOORKOM BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN. STEL DIT PRODUCT DAAROM NIET BLOOT AAN REGEN OF VOCHT.
De camcorder kan beschadigd raken als een ander apparaat dan de compacte netadapter CA-570 wordt gebruikt.
Met deze symbolen wordt aangegeven dat dit product in overeenstemming met de AEEA­richtlijn (2002/96/EC), de richtlijn 2006/66/EC betreffende batterijen en accu's en/of de plaatselijk geldende wetgeving waarin deze richtlijnen zijn geïmplementeerd, niet bij het normale huisvuil mag worden weggegooid. Dit product dient te worden ingeleverd bij een hiervoor aangewezen inzamelpunt, bijv. door dit
2
Page 3
Informatie over handelsmerken
• Het SD-logo is een handelsmerk. Het SDHC-logo is een handelsmerk.
• Microsoft, Windows en Windows Vista zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
• Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere landen.
• HDMI, het HDMI-logo en High-Definition Multimedia Interface zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
• “AVCHD” en het “AVCHD”-logo zijn handelsmerken van Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. en Sony Corporation.
• Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories. “Dolby” en het symbool met de dubbele D zijn handelsmerken van Dolby Lab oratories.
• Overige namen en producten die hierboven niet zijn vermeld, kunnen handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken zijn van de betreffende onderneming en.
• Dit produc t is in licentie ui tgegeven krachtens AT&T-paten ten voor de MPEG-4-s tandaard en mag w orden gebruikt voor h et coderen van video die voldoet aan MPEG-4 en/of het decoderen van video die voldoet aan MPEG-4 die alleen was gecodeerd (1) voor persoonlijke en niet-commerciële doeleinden of (2) door een leverancier van video die krachtens de AT&T-patenten in het bezit is van een licentie om video te leveren die voldoet aan MPEG-4. Er wordt geen licentie verleend, noch wordt dit geïmpliceerd, voor enig ander gebruik van de MPEG-4-standaar d.
NL
3
Page 4
Met uw camcorder genieten van High­Definition Video
Leg met High-Definition-opnamen uw meest gekoesterde momenten vast, of het nu om een onvergetelijk landschap gaat of om de plezierige momenten met uw familie en vrienden. En dat met een kwaliteit die alleen onderdoet voor de werkelijkheid van die momenten zelf.
Wat is High-Definition Video?
1.080 lijnen
Leg het fijnste detail vast, zoals de beweging of glans van één enkele haar
Uw camcorder is uitgerust met een Full High Definition beeldsensor (Full HD CMOS) die video vastlegt met een resolutie van 1.920 x 1.080 pixels1. Hiermee kunt u video-opnamen maken van ongeëvenaard hoge kwaliteit, fijn detail en levensechte, levendige kleuren.
Hoe laat Full High-Definition zich vergelijken met TV-uitzendingen in Standard-Definition?
Circa 5 keer het aantal pixels.
5
Bijna 90% meer scanlijnen.
1.9
“Full HD 1080” heeft betrekking op Canon-camcorders die compatibel zijn met High-Definition Video die is samengesteld uit 1.080 verticale pixels (scanlijnen).
Wat is Cinema Mode (cinemamodus)?
Geef aan uw opnamen een cinematografisch karakter door gebruik te maken van het opnameprogramma [ Cine Mode/Cinemamodus] ( 45). Combineer dit programma met de
25 fps progressieve beeldsnelheid [ PF25] om de 25p cinemamodus te
verkrijgen, waardoor het cinematografische effect wordt versterkt.
1
Video wordt alleen met deze resolutie opgenomen als de opnamemodus op MXP of FXP staat. Bij elke andere opnamemodus wordt de beeldgrootte ingesteld op 1.440 x 1.080 pixels voordat de opname wordt gemaakt. Maar zelfs in dat geval is het vastgelegde beeld nog gedetailleerd genoeg om rijk gedetailleerde opnamen te maken.
4
Page 5
Met uw camcorder genieten van High-Definition Video
Wat zijn de voordelen van een harde schijf?
Uw video-op namen en foto’s worden opgenomen op de int ern e ha rde s chijf of in de winkel verkrijgbare SD/SDHC-geheugenkaarten2 die gebruik maken van AVCHD-specificaties3. Dit Double Media-opnamesysteem biedt langere opnametijden voor meer High-Definition video-opnamen en foto’s.
• U kunt circa 11 uur ( 120 GB HDD) of 5,5 uur ( 60 GB HDD) aan video opnemen in de MXP-modus, die de hoogste videokwaliteit onder AVCHD-specificaties biedt.
• De camcorder maakt video-opnamen en foto’s op de ongebruikte ruimte van het opnamemedium. U hoeft zich dus geen zorgen te maken dat u per abuis opnamen maakt over reeds gemaakte video-opnamen die voor u belangrijk zijn.
• U hebt in een indexmenu direct toegang tot de scènes die u wilt afspelen.
• U kunt heel gemakkelijk uw video- en fotoverzamelingen beheren met de bijgeleverde bewerkingssoftware: ImageMixer 3 (films) en DIGITAL VIDEO Solution Disk (foto’s).
Kan ik mijn High-Definition-video afspelen op andere apparaten?
U kunt uw camcorder natuurlijk aansluiten op een HDTV om met familie en vrienden te genieten van uw opnamen ( 79). U kunt bovendien kiezen uit de volgende opties:
• U kunt uw video-opnamen op eenvoudige wijze afspelen vanaf de geheugenkaart door de kaart rechtstreeks aan te sluiten op TV-toestellen die compatibel zijn met AVCHD of op HDD- of DVD-recorders die uitgerust zijn met een SD/SDHC­geheugenkaartsleuf uw TV of digitale videorecorder.
• U kunt uw opnamen afspelen vanaf AVCHD-schijven die u hebt gemaakt met de optionele DVD-brander DW-100 op DVD-spelers die compatibel zijn met AVCHD of op Blu-ray-spelers5.
4
. Raadpleeg voor bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van
(80). Dit ku nt u doen op de DVD-bra nder zelf of
NL
2
Raadpleeg Gebruik van een geheugenkaart ( 29) voor meer bijzonderheden over geheugenkaarten die u met deze camcorder kunt gebruiken.
3
AVCHD is de nieuwe standaard voor het opnemen van High-Definition video. Met de AVCHD­specificaties wordt het videosignaal opgenomen met gebruik van MPEG-4 AVC/H.264­compressie en wordt het audiosignaal opgenomen in Dolby Digital.
4
Afhankelijk van het gebruikte apparaat kan het voorkomen dat opnamen niet correct worden afgespeeld, zelfs als het apparaat compatibel is met AVCHD. Speel in dat geval de opnamen op de geheugenkaart af met deze camcorder.
5
Met de optionele DVD-brander DW-100 kunt u geen AVCHD-schijven maken van opnamen die zijn gemaakt in de MXP-modus. Gebruik de bijgeleverde software ImageMixer 3 om van dergelijke opnamen een backup te maken.
5
Page 6

Belangrijke opmerkingen over de harde schijf

Met uw camcorder met harde schijf kunt u vele uren video opnemen en opslaan. Er is echter een verschil tussen het opnemen op een harde schijf en het opnemen op een ander medium. Houd u bij gebruik van uw camcorder aan de richtlijnen hieronder. Raadpleeg Hoe u de camcorder moet behandelen ( 113) voor meer bijzonderheden.
Maak periodiek een backup van uw opnamen.
Zorg ervoor dat u films en foto’s kopieert naar een extern apparaat zoals een computer of een digitale videorecorder ( 80) en maak regelmatig backups, in het bijzonder na het maken van belangrijke opnamen. Canon is niet aansprakelijk voor gegevens die verloren of beschadigd zijn geraakt.
Stel de camcorder niet bloot aan trillingen of stoten.
De harde schijf is een apparaat met hoge precisie. U kunt uw gegevens voorgoed kwijtraken als de camcorder wordt blootgesteld aan trillingen of hevige stoten, of als u de camcorder laat vallen.
Houd, indien mogelijk, de valsensor ingeschakeld.
Als de camcorder valt, wordt dit gedetecteerd door de valsensor ( 96), waarna een beveiligingsmechanisme wordt geactiveerd om te voorkomen dat de harde schijf beschadigd raakt. Indien u deze functie uitschakelt, wordt dit mechanisme niet geactiveerd. Maar zelfs wanneer deze functie op [ On/Aan] is ingesteld, kan de harde schijf beschadigd raken als u de camcorder laat vallen.
Ontkoppel de stroombron niet terwijl de camcorder ingeschakeld is.
Zet de camcorder altijd uit voordat u de accu of compacte netadapter verwijdert.
6
Page 7
Belangrijke opmerkingen over de harde schijf
Zet de camcorder niet uit als de ACCESS-indicator brandt of knippert. Zet de camcorder ook niet uit als deze in de standby-stand staat.
Als u dat wel doet, kan de harde schijf beschadigd raken of kunt u uw gegevens voorgoed kwijtraken.
Gebruik de camcorder alleen binnen het temperatuurbereik waarbij de camcorder mag worden gebruikt.
Indien de temperatuur van de camcorder te heet of te koud wordt, kan het gebeuren dat de camcorder stopt met opnemen of afspelen om schade aan de harde schijf te voorkomen.
Gebruik de camcorder niet op grote hoogte.
De harde schijf kan beschadigd raken als u de camcorder inschakelt of gebruikt op plaatsen met een lage atmosferische druk, zoals hoogtes boven 3.000 meter.
Initialiseer de harde schijf als films niet op de normale wijze kunnen worden opgenomen of afgespeeld.
De harde schijf kan in de loop der tijd gefragmenteerd raken door het herhaaldelijk opnemen en verwijderen van films, waardoor de prestatie kan verslechteren. In dat geval moet u de harde schijf initialiseren.
Beveilig persoonlijke informatie op de harde schijf.
Indien u de harde schijf initialiseert of opnamen verwijdert, worden de opgeslagen gegevens echter niet fysiek verwijderd. Houd hier rekening mee als u de camcorder afdankt of deze aan een andere persoon geeft.
NL
7
Page 8

Inhoudsopgave

Inleiding
4 Met uw camcorder genieten van High-Definition Video 6 Belangrijke opmerkingen over de harde schijf 12 Wat u moet weten over deze handleiding
14 Kennismaking met de camcorder
14 Bijgeleverde accessoires 15 Overzicht van bedieningselementen 18 Schermgegevens
Voorbereidingen
21 Beginnen
21 De accu opladen 22 De draadloze afstandsbediening en accessoires voorbereiden 24 De stand en helderheid van het LCD-scherm instellen
25 Basisbediening van de camcorder
25 De -toets: de stand of flexibel opnemen 26 Joystick en joystickaanduiding 26 Gebruik van de menu’s
28 Eerste instellingen
28 De datum en tijd instellen 28 De taal wijzigen 29 De tijdzone wijzigen
29 Gebruik van een geheugenkaart
29 Geheugenkaarten die compatibel zijn voor gebruik met deze
30 Een geheugenkaart plaatsen en verwijderen 31 Het opnamemedium selecteren 31 Initialiseren van de harde schijf of geheugenkaart
camcorder
8
Page 9
Video
32 Elementaire opnamefuncties
32 Video opnemen 33 De videokwaliteit selecteren (opnamemodus) 34 Zoomen 35 Snelstartfunctie (Quick Start) 35 De laatst opgenomen scène bekijken en verwijderen
36 Elementaire afspeelfuncties
36 De video afspelen 38 De selectie in het indexscherm wijzigen 39 Scènes selecteren op basis van opnamedatum 40 In de tijdlijn van de film het punt selecteren waar met afspelen
moet worden begonnen 41 Opnamen selecteren in het indexscherm 42 Scènes verwijderen
43 Geavanceerde functies
43 Opnameprogramma voor Speciale Scènes 44 De sluitertijd en het diafragma wijzigen 45 Cinemamodus: Aan uw opnamen een cinematografisch karakter
geven 46 Zelfontspanner 46 Handmatige belichtingsinstelling en automatische
tegenlichtcorrectie 47 Handmatige scherpstelling 48 Witbalans 49 Beeldeffecten 50 Digitale effecten 51 Schermgegevens en datacodering 51 Audio-opnameniveau 52 Gebruik van de hoofdtelefoon 53 Gebruik van de geavanceerde minischoen 54 Gebruik van een externe microfoon 55 Gebruik van een videolamp
55 Bewerkingen met betrekking tot de afspeellijst en scènes
55 Scènes splitsen 56 De afspeellijst bewerken: Toevoegen, verplaatsen en verwijderen
van scènes 58 Scènes kopiëren
Inhoudsopgave
NL
9
Page 10
Foto’s
59 Elementaire opnamefuncties
59 Foto’s maken 60 De grootte en kwaliteit van foto’s selecteren 61 Een foto verwijderen direct nadat deze is gemaakt
61 Elementaire weergavefuncties
61 Foto’s bekijken 63 Foto’s verwijderen
64 Aanvullende informatie
64 Foto’s tijdens weergave vergroten 64 Flitser 65 Histogramweergave 65 Transportstand: Continu-opnamen en reeksopnamen (AEB) 66 Foto’s maken tijdens het opnemen van een film (gelijktijdig
67 Lichtmeetmethode 67 Een foto maken van een afspeelbeeld 68 Foto’s beveiligen 68 Foto’s kopiëren 69 Overige functies die u kunt gebruiken als u foto’s maakt
opnamen maken)
70 Foto’s afdrukken
70 Foto’s afdrukken (direct afdrukken) 71 De afdrukinstellingen selecteren 73 Snij-instellingen 74 Afdrukopdrachten
Externe aansluitingen
10
76 Aansluitpunten op de camcorder
77 Aansluitschema’s 79 Afspelen op een TV-scherm
80 Uw opnamen opslaan en een backup van uw opnamen
maken
80 Op uw computer een backup van uw opnamen maken 80 Authoring van High-Definition (AVCHD)-schijven en foto-DVD’s 84 Uw opnamen kopiëren naar een externe videorecorder 84 Foto’s kopiëren naar uw computer (direct kopiëren) 87 Kopieeropdrachten
Page 11
Aanvullende informatie
88 Bijlage: Menu-opties - Overzicht
88 Menu FUNC. 90 Instellingsmenu’s
98 Problemen?
98 Problemen oplossen 104 Overzicht van berichten (in alfabetische volgorde)
113 Wat u wel en niet moet doen
113 Hoe u de camcorder moet behandelen 117 De interne batterij verwijderen 118 Voeding/overig 119 Gebruik van de camcorder in het buitenland
120 Algemene informatie
120 Systeemschema 121 Optionele accessoires 125 Specificaties 127 Index
Inhoudsopgave
NL
11
Page 12
Inleiding

Wat u moet weten over deze handleiding

Bedankt dat u hebt gekozen voor de Canon HG21/HG20. Neem deze handleiding zorgvuldig door voordat u de camcorder in gebruik neemt en bewaar de handleiding op een gemakkelijk bereikbare plaats, zodat u deze later altijd kunt raadplegen. Mocht uw camcorder niet goed werken, raadpleeg dan de tabel Problemen oplossen ( 98).
Conventies die in deze handleiding worden toegepast
BELANGRIJK: Onder BELANGRIJK in deze handleiding wordt een beschrijving gegeven van de voorzorgsmaatregelen die betrekking hebben op de bediening van de camcorder.
OPMERKINGEN: Onder OPMERKINGEN in deze handleiding wordt een beschrijving gegeven van de overige functies die de basisbediening van de camcorder complementeren.
WAAR U OP MOET LETTEN: Beperkingen of eisen met betrekking tot de beschreven functie.
: Nummer van de pagina waar meer informatie wordt gegeven over het betreffende onderwerp.
Voor sommige bedieningshandelingen moet u ook andere handleidingen raadplegen. Dit wordt aangegeven met de volgende pictogrammen:
DW-100
Raadpleeg de handleiding
DVSD
bijgeleverde CD-ROM DIGITAL VIDEO Solution Disk vindt als PDF- bestand.
Raadpleeg de handleiding van de optionele DVD-brander DW-100.
Digital Video Software”, die u op de
: Informatie die alleen van toepassing is op het model dat staat afgebeeld in het pictogram.
• In deze handleiding worden de volgende termen gebruikt:
“Scherm” heeft betrekking op het LCD-scherm en het zoekerscherm (alleen
). De termen “foto” en “stilbeeld” hebben dezelfde betekenis. “Harde schijf” en “HDD” worden afwisselend gebruikt, maar hebben beide betrekking op de interne harde schijf. “Medium” kan de interne harde schijf of een externe geheugenkaart zijn.
• De foto’s in deze handleiding zijn gesimuleerde foto’s die zijn gemaakt met een fotocamera. De afbeeldingen en menupictogrammen hebben betrekking op
, tenzij anders aangegeven.
12
Page 13
Namen van andere toetsen en schakelaars dan die van de joystick worden aangeduid binnen een “toets”-kader. Bijvoorbeeld .
Vierkante haakjes [ ] en hoofdletters worden gebruikt om te verwijzen naar menu-opties zoals die op het scherm worden weergegeven. In de tabellen in deze handleiding wordt in vette letters de standaardwaarde weergegeven. Bijvoorbeeld [On/Aan], [Off/Uit]
In deze handleiding wordt de pijl gebruikt om menuselecties in te korten. Raadpleeg Gebruik van de menu’s ( 26) voor een gedetailleerde beschrijving hiervan.
De bedieningsstand van de camcorder wordt bepaald door de stand van het programmakeuzewiel. In deze handleiding betekent het symbool dat een functie beschikbaar is en dat de functie niet beschikbaar is. Als geen bedieningsstandsymbolen worden getoond, dan is de functie in alle bedieningsstanden beschikbaar.
FUNC.
NL
13
Page 14
Inleiding

Kennismaking met de camcorder

Bijgeleverde accessoires

Compacte netadapter
CA-570 (incl. netsnoer)
Draadloze
afstandsbediening WL-D88
Componentkabel
CTC-100/S
Rode • Groene • Blauwe
stekkers
Stereovideokabel STV-250N
Gele • Rode • Witte
stekkers
USB-kabel IFC-400PCU
1
Software voor het opslaan, beheren, bewerken en afspelen van films op uw computer ( 80). De CD-ROM omvat de handleiding van de software (elektronische versie als PDF-bestand).
2
Software voor het opslaan, beheren, retoucheren en afdrukken van foto’s ( 84). De CD-ROM omvat de handleiding van de software (elektronische versie als PDF-bestand).
Lithiumknoopbatterij
CR2025 voor draadloze
afstandsbediening
CD-ROM met de software
DIGITAL VIDEO
Solution Disk
Accu BP-807
CD-ROM met software1 en
installatiehandleiding
PIXELA ImageMixer 3 SE
2
14
Page 15

Overzicht van bedieningselementen

Aanzicht linkerzijde
Aanzicht rechterzijde
NL
-toets ( 25)/
-afdruk/deeltoets ( 71, 84)
DISP.-toets (schermgegevens) ( 40, 51)/ BATT. INFO-toets (accustatus) ( 20)
Luidspreker ( 37) Geheugenkaartsleuf ( 30) Aansluitpunt USB ( 78) Aansluitpunt HDMI OUT ( 77, 79) Aansluitpunt AV OUT/ ( 77) Aansluitpunt COMPONENT OUT ( 77) Aansluitpunt MIC ( 54) Bevestigingspunt riem ( 23) Handgreepriem Instant-AF-sensor ( 92) Flitser ( 64) Stereomicrofoon
Vooraanzicht
15
Page 16
Inleiding
Achteraanzicht
LCD-paneel
Bovenaanzicht
VIEWFINDER-toets (zoeker)* ( 33) Zoeker* ( 24, 33) Oogcorrectieregelaar ( 33) Accucompartiment ( 21) RESET-toets ( 101) ACCESS-indicator ( 32, 59)/
CHG-indicator (opladen) ( 21) Start/Stop-toets ( 32) Programmakeuzewiel
Films opnemen ( 32) Foto’s maken ( 59) Films afspelen ( 36)
Foto’s weergeven ( 61) Aansluitpunt DC IN ( 21) Sensor voor afstandsbediening ( 23) LCD-scherm ( 24) Joystick ( 26) FUNC.-toets ( 26, 88)
/ Afspeel/pauzetoets ( 36)/
START/STOP-toets ( 32)
Terugspoeltoets ( 36)/
Uitzoomtoets W (groothoek) ( 34)
Vooruitspoeltoets ( 36)/
Inzoomtoets T (telefoto) ( 34)
-stoptoets ( 36)/
BLC-toets (tegenlichtcorrectie) ( 46) Geavanceerde minischoen ( 53) Zoomregelaar ( 34) PHOTO-toets (foto maken) ( 59) ON/OFF-toets (aan/uit)
-indicator
* Alleen .
16
Page 17
O
nderaanzicht
Aansluitpunt statief ( 114) BATTERY RELEASE-schakelaar
(ontgrendeling accu) ( 22)
Serienummer
Het serienummerlabel bevindt zich op het bovenoppervlak van het accucompartiment. Verwijder de accu om het serienummer te kunnen lezen.
NL
Draadloze afstandsbediening WL-D88
START/STOP-toets ( 32) FUNC.-toets ( 26, 88) MENU-toets ( 27, 90) PLAYLIST-toets (afspeellijst) ( 56) Navigatietoetsen ( / / / )
-toets (beeldje voor beeldje achteruit
afspelen) ( 37)
-toets (versneld achteruit afspelen)
(37)
-toets (afspelen) ( 36)
-toets (pauzeren) ( 36)
-toets (stoppen) ( 36) PHOTO-toets (foto maken) ( 59) Zoomtoetsen ( 34) SET-toets
-toets (beeldje voor beeldje vooruit
afspelen) ( 37)
-toets (versneld vooruit afspelen)
(37) DISP.-toets (schermgegevens) ( 40, 51)
17
Page 18
Inleiding

Schermgegevens

Films opnemen
Films afspelen
(Tijdens afspelen)
Bedieningsstand Opnameprogramma ( 43, 44) Witbalans ( 48) Beeldeffect ( 49) Digitaal effect ( 50) Opnamemodus ( 33) Fotokwaliteit/grootte (gelijktijdig foto
maken tijdens het opnemen van video) ( 66)
Sensor voor afstandsbediening uitgeschakeld ( 96)
Werking harde schijf/geheugenkaart ( 20)
Instant AF ( 92),
MF Handmatige scherpstelling ( 47) Resterende accucapaciteit ( 20) Tijdens opnemen/tijdens afspelen:
Scèneteller (uren : minuten : seconden) Opnamepauzestand: Totaal aantal scènes
Resterende opnameduur
Op de harde schijf
Op de geheugenkaart Beeldstabilisator ( 92) 25F progressieve beeldsnelheid ( 20) Tegenlichtcorrectie ( 47) Valsensor uitgeschakeld ( 96) Audioniveau-indicator ( 51) Microfoondemper ( 93) Geavanceerde minischoen ( 53) Hoofdtelefoonuitgang ( 52) Windscherm uitgeschakeld ( 92) Horizontaalmarkering ( 91) Scènenummer Datacodering ( 51)
18
Page 19
Foto’s maken
Foto’s weergeven
NL
Zoom ( 34), Belichting (46)
Opnameprogramma ( 43, 44) Lichtmeetmethode ( 67) Witbalans ( 48) Beeldeffect ( 49) Digitaal effect ( 50) Transportstand ( 65) Fotokwaliteit/grootte ( 60)
Instant AF ( 92),
MF Handmatige scherpstelling ( 47) Resterende accucapaciteit ( 20) Aantal beschikbare foto’s
Op de harde schijf
Op de geheugenkaart Beeldstabilisator ( 92) Zelfontspanner ( 46) AF-kader (automatische scherpstelling)
(92) Camcordertrillingswaarschuwing ( 92) Scherpstellings- en
belichtingsvergrendeling ( 59) Flitser ( 64) Histogram ( 65) Huidige foto / totaal aantal foto’s Fotonummer ( 96) Symbool “foto beveiligd” ( 68) Datum en tijd van opname Handmatige scherpstelling ( 47) Bestandsgrootte Handmatige belichting ( 46) Fotogrootte ( 60) Diafragmawaarde ( 44) Sluitertijd ( 44)
19
Page 20
Inleiding
Werking harde schijf/geheugenkaart
Opnemen, Opnamepauze, Afspelen, Afspeelpauze,
Versneld vooruit afspelen,
Versneld achteruit afspelen, In slow motion vooruit afspelen, In slow motion achteruit afspelen, Beeldje voor beeldje vooruit afspelen, Beeldje voor beeldje achteruit afspelen
, Resterende accucapaciteit
100% 75% 50% 25% 0%
• Het pictogram toont als een percentage van een volledig geladen accu bij benadering hoeveel capaciteit nog resteert. De resterende opname/afspeelduur van de accu wordt naast het pictogram in minuten weergegeven.
• Vervang de accu door een volledig opgeladen accu als “ ” in rood wordt weergegeven.
• Als u een lege accu aansluit, wordt de camcorder mogelijk uitgeschakeld zonder dat “ ” wordt weergegeven.
• Mogelijk wordt de resterende accucapaciteit niet nauwkeurig aangegeven. Dit hangt af van de omstandigheden waaronder de camcorder en accu worden gebruikt.
• Als de camcorder uit staat, druk dan op
BATT.INFO
Het Intelligent System toont 5 seconden lang de accucapaciteit (als een percentage) en de resterende opnameduur in minuten. De accucapaciteit wordt mogelijk niet weergegeven als de accu leeg is.
als u de accucapaciteit wilt zien.
Resterende opnameduur
Als er op het opnamemedium geen vrije ruimte meer is, wordt “ END/Einde” (interne harde schijf) of “ END/Einde” (geheugenkaart) weergegeven en stopt de camcorder met opnemen.
25F progressieve beeldsnelheid
Selecteer de 25F progressieve beeldsnelheid ( 45) om aan uw opnamen een cinematografisch karakter te geven. U kunt deze beeldsnelheid combineren met het opnameprogramma [ Cine Mode/ Cinemamodus] om het effect te verbeteren.
Aantal beschikbare foto’s
in rood: Geen kaart aanwezig in groen: 6 of meer foto’s in geel: 1 t/m 5 foto’s in rood: Er kunnen geen foto’s meer
worden gemaakt
• Tijdens het weergeven van foto’s is het display altijd groen.
• Het kan voorkomen dat het getal dat aangeeft hoeveel foto’s nog kunnen worden gemaakt, niet afneemt nadat een foto is gemaakt. Ook kan het voorkomen dat het aantal foto’s dat nog kan worden gemaakt, op het display na een opname ineens met 2 afneemt. Of een van deze situaties zich voordoet, hangt af van de opnameomstandigheden.
Fotonummer
Het fotonummer geeft de naam en locatie aan van het bestand op de geheugenkaart. Voorbeeld: de bestandsnaam van een foto met het nummer 101-0107 is “IMG_0107.JPG” en is opgeslagen onder de map “DCIM\101CANON”.
20
Page 21

Voorbereidingen

In dit hoofdstuk volgt een beschrijving van de elementaire bedieningshandelingen, zoals het navigeren door menu’s, en de instellingen die u de eerste keer moet verrichten. Zo raakt u snel vertrouwd met uw camcorder.
NL

Beginnen

De accu opladen

De camcorder kan van stroom worden voorzien met een accu of rechtstreeks met de compacte netadapter. Laad de accu vóór gebruik op. Raadpleeg de tabellen op pagina 121­122 voor informatie over de geschatte oplaad-, opname- en afspeelduur met een volledig geladen accu.
Aansluitpunt DC-IN
1 Sluit het netsnoer aan op de
compacte netadapter.
2 Steek de stekker van het netsnoer
in een stopcontact.
3 Sluit de compacte netadapter aan
op het aansluitpunt DC-IN van de camcorder.
CHG-indicator (oplaadindicator)
4 Plaats de accu in de camcorder.
Druk de accu zachtjes in het accucompartiment en schuif de accu omhoog totdat deze vast klikt.
5 De accu wordt opgeladen als de
camcorder uitgeschakeld is ( -indicator is uit).
• De CHG-indicator begint te knipperen. De indicator blijft branden als de accu is opgeladen.
• Raadpleeg Problemen oplossen ( 98) als de indicator snel knippert.
21
Page 22
Voorbereidingen
DE ACCU VERWIJDEREN
Anders kan het apparaat uitvallen of te heet worden.
OPMERKINGEN
• De accu wordt alleen opgeladen als de camcorder uit staat.
• Als resterende accucapaciteit een probleem vormt, kunt u de camcorder van stroom voorzien met de compacte netadapter, zodat de accustroom niet wordt verbruikt.
BATTERY RELEASE­schakelaar (ontgrendeling accu)
1Schuif in de
BATTERY RELEASE
richting van de pijl en houd deze schakelaar ingedrukt.
2 Schuif de accu omlaag en trek de
accu vervolgens naar buiten.
BELANGRIJK
• Zet de camcorder uit voordat u de compacte netadapter aansluit of verwijdert. Nadat u op hebt gedrukt om de camcorder uit te zetten, worden belangrijke gegevens bijgewerkt op de harde schijf. Wacht totdat de indicator indicator dooft.
• Het verdient aanbeveling de accu op te laden bij temperaturen tussen 10 °C en 30 °C. Als de temperatuur lager is dan 0 °C of hoger is dan 40 °C, wordt de accu niet opgeladen.
• Sluit op het aansluitpunt DC-IN van de camcorder of op de compacte netadapter geen elektrische apparatuur aan die niet uitdrukkelijk is aanbevolen voor gebruik met deze camcorder.
• Sluit de bijgeleverde compacte netadapter niet aan op spanningsomzetters bij reizen naar andere continenten of op speciale stroombronnen zoals die in vliegtuigen en schepen, DC-AC-omzetters, etc.
ON/OFF
• Opgeladen accu’s ontladen zich op natuurlijke wijze. Zorg er daarom voor dat u de accu op de dag van gebruik, of de dag ervoor, oplaadt. U bent dan verzekerd van een volle accu.
• Wij raden u aan twee- tot driemaal zoveel opgeladen accu’s bij de hand te houden dan u nodig denkt te hebben.

De draadloze afstandsbediening en accessoires voorbereiden

Plaats eerst de bijgeleverde lithiumknoopbatterij CR2025 in de draadloze afstandsbediening.
1 Druk het lipje in de richting van de
pijl en trek de batterijhouder naar buiten.
2 Plaats de lithiumknoopbatterij
zodanig dat de pluszijde (+) naar boven is gericht.
3 Plaats de batterijhouder terug.
22
Lipje
Page 23
GEBRUIK VAN DE DRAADLOZE
AFSTANDSBEDIENING
Richt de draadloze afstandsbediening op de sensor van de camcorder als u op de toetsen van de afstandsbediening drukt.
U kunt het LCD-paneel 180 graden draaien om de draadloze afstandsbediening te gebruiken naar de voorzijde van de camcorder.
OPMERKINGEN
• De draadloze afstandsbediening werkt mogelijk niet goed als de sensor blootstaat aan fel licht of direct zonlicht.
• Als de draadloze afstandsbediening niet werkt, controleer dan of [Wireless Remote Control/ Afstandsbediening] niet ingesteld is op [ Off /Uit] (96). Vervang anders de batterij.
Accessoires
Maak de handgreepriem vast.
Stel de handgreepriem zo af dat u met uw wijsvinger de zoomregelaar en met uw duim de -toets kunt bereiken.
Start/Stop
EEN SCHOUDERRIEM BEVESTIGEN
Voer de uiteinden van de schouderriem door het riembevestigingspunt op de handgreepriem en stel de lengte van de riem bij.
NL
23
Page 24
Voorbereidingen
De stand en helderheid van het LCD­scherm instellen
Het LCD-paneel draaien
Open het LCD-paneel tot een hoek van 90 graden.
• U kunt het paneel 90 graden naar beneden draaien.
• U kunt het paneel 180 graden naar de lens draaien. Het 180 graden draaien van het LCD-paneel kan handig zijn in de volgende gevallen:
- Als u het onderwerp het LCD-
scherm wilt laten bekijken terwijl u de zoeker gebruikt.
- Als u uzelf in beeld wilt nemen
wanneer u een opname maakt met de zelfontspanner.
- Als u de camcorder wilt bedienen met
de draadloze afstandsbediening naar de voorzijde van de camcorder gericht.
180°
90°
180°
Het onderwerp kan het LCD-scherm
bekijken terwijl u de zoeker gebruikt
OPMERKINGEN
Over het LCD- en zoekerscherm*: De
schermen zijn gefabriceerd met uiterst verfijnde technieken. Meer dan 99,99 % van de pixels functioneert correct. Minder dan 0,01 % van de pixels kan af en toe mislukken of wordt weergegeven als zwarte, rode, blauwe of groene punten. Dit heeft geen invloed op het opgenomen beeld en betekent niet dat er problemen zijn.
* Alleen .
LCD-achtergrondverlichting
U kunt de helderheid van het scherm instellen op normaal of helder. Als u dat doet, wordt de helderheid van zowel het LCD-scherm als het scherm van de zoeker* gewijzigd.
* Alleen .
DISP.
Houd langer dan 2 seconden ingedrukt.
Doe dit nogmaals als u de andere instelling (normaal of helder) wilt kiezen.
OPMERKINGEN
• Deze instelling heeft geen invloed op de helderheid van uw opname.
• Gebruik van de heldere instelling bekort de effectieve gebruiksduur van de accu.
24
Page 25

Basisbediening van de camcorder

De -toets: de stand of flexibel opnemen
De camcorder biedt twee standen voor het opnemen van video of het maken van foto’s: de stand voor beginners of als u zich niet bezig wilt houden met gedetailleerde camcorderinstellingen, en de flexibele opnamestand waarmee u de camcorderinstellingen aan uw wensen kunt aanpassen.
EASY-STAND
Druk op de -toets om de stand
te gebruiken (het blauwe lampje van de toets gaat branden). U hoeft zich geen zorgen te maken over de instellingen en kunt direct beginnen met het opnemen van video door eenvoudigweg de zoomregelaar ( 34)
Start/Stop
en ( 32) te gebruiken of foto’s te maken door eenvoudigweg de zoomregelaar en ( 59) te gebruiken. De zoeker (alleen ) en de snelstartfunctie (Quick Start) kunt u in de stand ook gebruiken.
PHOTO
FLEXIBEL OPNEMEN
Druk nogmaals op de -toets als u terug wilt keren naar de flexibele opnamestand (het lampje van de toets brandt dan niet). U kunt dan de menu’s openen en de instellingen afstemmen op uw voorkeur. Zelfs in de flexibele opnamestand kan de camcorder u helpen met de instellingen. U kunt bijvoorbeeld het opnameprogramma van de Speciale Scènes ( gebruiken waarmee voor speciale opnameomstandigheden in één keer alle optimale instellingen worden gekozen.
OPMERKINGEN
In de stand hebt u geen toegang tot de menu’s, maar u kunt wel de instellingen hieronder vooraf wijzigen voordat u de stand kiest.
- Opnamemodus van films
- Grootte/kwaliteit van foto’s
- Automatische lange sluitertijd
- Alle instellingen onder de tab , en van het instellingsmenu.
43)
NL
25
Page 26
Voorbereidingen

Joystick en joystickaanduiding

Gebruik de joystick om de menu‘s van de camcorder te gebruiken.
Druk de joystick omhoog, omlaag, naar links of rechts ( , ) om een item te selecteren of instellingen te wijzigen.
Druk op d e joystic k zelf ( ) om de instellingen op te slaan of een actie te bevestigen. Op menuschermen wordt dit aangegeven met het pictogram .
Druk op om de joystickaanduiding op te roepen of te verbergen. Het hangt van de bedieningsstand af welke functies op de joystickaanduiding worden weergegeven.

Gebruik van de menu’s

Veel camcorderfuncties kunnen worden ingesteld met de menu’s die u kunt openen door de toets FUNC. ( ) in te drukken. Stel de camcorder in op de flexibele opnamestand als u de menu’s wilt openen. In de stand keren de meeste menu-instellingen, enkele uitgezonderd, terug naar de standaardwaarde ( 25).
Raadpleeg de bijlage Menu-opties - Overzicht ( 88) voor bijzonderheden over de beschikbare menu-opties en instellingen.
FUNC.
Een optie selecteren in het menu FUNC.
Hierna volgt een voorbeeld hoe u in een opnamestand een optie in het FUNC.­menu selecteert.
1 Druk op .
FUNC.
2 Selecteer in de linkerkolom met
( ) het pictogram van de functie die u wilt wijzigen.
Niet-beschikbare menu-onderdelen worden gedimd weergegeven.
3 Kies uit de beschikbare opties in
de balk aan de onderzijde met de gewenste instelling.
• De geselecteerde optie wordt geaccentueerd in oranje.
• Bij sommige instellingen moet u verdere keuzes maken en/of op
drukken. Volg de extra bedieningsaanduidingen die op het scherm verschijnen (zoals het pictogram , kleine pijlen, etc.).
4 Druk op om de instellingen
op te slaan en het menu te sluiten.
U kunt op elk moment op drukken om het menu te sluiten.
FUNC.
FUNC.
26
Page 27
Een optie selecteren in de instellingsmenu’s
1 Druk op .
FUNC.
2 Selecteer met ( , ) het
pictogram en druk op om de instellingsmenu’s te openen.
U kunt ook langer dan 1 seconde ingedrukt houden of op de draadloze afstandsbediening op
MENU
de instellingsmenu’s direct te openen.
FUNC.
drukken om het scherm van
3 Selecteer met ( ) de tab van het
gewenste menu.
De beschikbare instellingen veranderen als u van tab naar tab gaat.
4 Selecteer met ( ) de optie die u
wilt wijzigen en druk op .
• De oranje keuzebalk geeft de momenteel geselecteerde menu­instelling aan. Niet-beschikbare menu-onderdelen worden gedimd weergegeven.
• Verplaats met ( ) de oranje selectiebalk naar de tabs aan de bovenzijde van het scherm om een ander menu te selecteren (stap 3).
5 Selecteer met ( ) de gewenste
instelling en druk op om de instelling op te slaan.
6 Druk op .
U kunt op elk moment op drukken om het menu te sluiten.
In menuschermen wordt een klein lettertype gebruikt, zodat u alle opties en huidige instellingen op één scherm kunt zien. U kunt de grootte van het lettertype wijzigen door [Font Size/Grootte lettertype] op [ Large/Groot] te zetten, maar mogelijk moet u naar beneden scrollen om sommige menu-opties te zoeken, en alleen de pictogrammen van de huidige instellingen worden weergegeven.
FUNC.
FUNC.
OPMERKINGEN
NL
27
Page 28
Voorbereidingen

Eerste instellingen

De datum en tijd instellen

U moet de datum en tijd van de camcorder instellen voordat u deze kunt gebruiken. Het scherm [Date/Time­Datum/Tijd] (scherm voor instelling van datum en tijd) verschijnt automatisch als u de klok van de camcorder nog niet hebt ingesteld.
Als het scherm [Date/Time-Datum/ Tijd]verschijnt, wordt het jaar weergegeven in oranje en aangeduid met omhoog/omlaag-pijlen.
1 Wijzig met ( ) het jaar en ga met
( ) naar de maand.
2 Wijzig op dezelfde wijze de rest
van de velden (maand, dag, uur en minuten).
3 Selecteer met ( ) de optie [OK] en
druk op om de klok te starten en het instellingsscherm te sluiten.
BELANGRIJK
• Als u de camcorder langer dan circa 3 maanden niet gebruikt, kan de interne oplaadbare lithiumbatterij geheel leeg raken en verliest u mogelijk de datum/ tijdinstelling. Laad in een dergelijk geval de interne lithiumbatterij ( 116) opnieuw op en stel opnieuw de tijdzone, datum en tijd in.
28
• De datum wordt alleen in het eerste instellingsscherm weergegeven in de notatie jaar-maand-dag. In de volgende schermen worden de datum en tijd weergegeven als dag-maand-jaar (bijvoorbeeld, [1.Jan.2008 12:00 AM]). U kunt de datumnotatie wijzigen ( 97).
• U kunt de datum en tijd ook op een later tijdstip (dus op een ander moment dan tijdens de eerste instellingen) wijzigen. Open het scherm [Date/Time-Datum/Tijd] vanuit de instellingsmenu’s:
FUNC.
[ Menu]
[Date/Time-Datum/Tijd]

De taal wijzigen

Opties
[][MAGYAR][] [DEUTSCH][MELAYU][] [][POLSKI][]
[ENGLISH]
[ESPAÑOL][TÜRKÇE][] [FRANÇAIS][ ] [ ] [ITALIANO][ ] [ ]
FUNC.
[] [ ]
[ Menu] [Language /Taal]* Gewenste taal
FUNC.
* Als u de camcorder voor de eerste keer
instelt of nadat u deze hebt gereset, worden alle schermgegevens weergegeven in de Engelse taal (de standaardtaal). Selecteer
[Language /Taal] en selecteer
vervolgens uw taal.
OPMERKINGEN
De symbolen en die in sommige menuschermen verschijnen, hebben betrekking op de namen van toetsen op de camcorder en veranderen niet, ongeacht de taal die is geselecteerd.
Standaardwaarde
Page 29

De tijdzone wijzigen

Stem de tijdzone af op uw locatie. De standaardinstelling is Paris (Parijs).

Gebruik van een geheugenkaart

NL
DE EIGEN TIJDZONE INSTELLEN
FUNC.
[ Menu] [Time Zone/DST-Tijdzone/Zomertijd]
Uw plaatselijke tijdzone*
FUNC.
ALS U OP REIS BENT
FUNC.
[ Menu] [Time Zone/DST-Tijdzone/Zomertijd]
Plaatselijke tijd op uw bestemming*
FUNC.
* Selecteer de gebiedsnaam die is
gemarkeerd met een als u de instelling wilt aanpassen aan zomertijd.

Geheugenkaarten die compatibel zijn voor gebruik met deze camcorder

U kunt met deze camcorder gebruik maken van in de winkel verkrijgbare
SDHC (SD High Capacity)­geheugenkaarten en SD­geheugenkaarten. Het kan echter zijn dat u, afhankelijk van de Speed Class, op de geheugenkaart geen films kunt opnemen. Raadpleeg de tabel op pagina 30. Vanaf juni 2008 is de filmopnamefunctie getest met gebruik van SD/SDHC­geheugenkaarten van Panasonic, Toshiba en SanDisk. Het verdient aanbeveling gebruik te maken van geheugenkaarten met een Speed Class van 4 of hoger.
OPMERKINGEN
Over de SD Speed Class: De SD Speed Class
is een standaard die aangeeft wat de gegarandeerde minimale snelheid van de gegevensoverdracht is van SD/SDHC­geheugenkaarten. Als u een nieuwe geheugenkaart koopt, bekijk dan het Speed Class-logo op de verpakking.
29
Page 30
Voorbereidingen
Geheugenkaart Capaciteit SD Speed Class
64 MB of
SD-
geheugenkaarten
SDHC-
geheugenkaarten
1
Films kunt u niet opnemen als de opnamemodus op M XP (24 Mbps) of FXP (17 Mbps) staat.
2
Op sommige geheugenkaarten kunt u mogelijk helemaal geen films opnemen.
minder
128 MB of
meer
Meer dan 2 GB

Een geheugenkaart plaatsen en verwijderen

Niet van toepassing
Niet compatibel
of hoger
of hoger
2 Open de afdekking van de
geheugenkaartsleuf.
3 Steek de geheugenkaart in zijn
Films
opnemen
1,2
1
1
Foto’s maken
geheel, met het label omhoog
U moet een geheugenkaart altijd eerst initialiseren voordat u deze met de camcorder kunt gebruiken ( 31).
gericht, recht in de geheugenkaartsleuf totdat de kaart vast klikt.
4 Sluit de afdekking van de
geheugenkaartsleuf.
Forceer de afdekking niet om deze te sluiten als u de geheugenkaart niet op de juiste wijze hebt geplaatst.
BELANGRIJK
Geheugenkaarten hebben een voor- en achterzijde die van elkaar verschillen. De camcorder kan defect raken als u een geheugenkaart verkeerd om in de camcorder plaatst.
1 Zet de camcorder uit.
Controleer of de -indicator uit staat.
30
OPMERKINGEN
De geheugenkaart verwijderen: Druk eenmaal
de geheugenkaart in om deze te ontgrendelen. De geheugenkaart springt vervolgens naar buiten. Trek de kaart daarna in zijn geheel naar buiten.
Page 31

Het opnamemedium selecteren

U kunt uw films opnemen en foto’s maken op de interne harde schijf of op een geheugenkaart. De harde schijf is het standaardmedium voor beide.
EEN ANDER MEDIUM KIEZEN VOOR UW
FILMOPNAMEN
FUNC.
[ Menu] of [Rec Media for Movies/ Opnamemedium voor films] of [Rec Media for Photos/ Opnamemedium voor foto’s] Selecteer de harde schijf of geheugenkaart*
FUNC.
* Voor elk medium kunt u de totale, gebruikte
en beschikbare ruimte controleren. De beschikbare ruimte wordt geschat op basis van de momenteel gebruikte opnamemodus (films) of fotogrootte/kwaliteit (foto’s).

Initialiseren van de harde schijf of geheugenkaart

Initialiseer een geheugenkaart voordat u deze voor de eerste keer met deze camcorder gebruikt. U kunt een geheugenkaart of de harde schijf ook initialiseren om permanent alle opnamen te wissen. Door het opnamemedium te initialiseren wordt ook de fragmentatie geëlimineerd. Fragmentatie wordt een groter probleem wanneer opnamen herhaaldelijk worden toegevoegd en
verwijderd en kan uiteindelijk tot gevolg hebben dat de prestatie verslechtert.
Opties
[Quick Initialization/Snelle initialisatie] Wist de bestandstoewijzingstabel, maar wist niet
fysiek de opgeslagen gegevens. [Complete Initialization/Volledige initialisatie] Wist alle gegevens volledig. De volledige
initialisatie van de harde schijf duurt langer ( circa 2 uur, circa 1 uur).
FUNC.
[ Menu] [Initialize / -Initialiseren] [HDD/Harde schijf] of [Mem. Card/ Geheugenkaart] Initialisatiemethode [Yes/Ja]* [OK]
FUNC.
* Druk op als u de volledige initialisatie
wilt annuleren terwijl deze bezig is. Alle opnamen worden gewist en u kunt zonder problemen het opnamemedium gebruiken.
BELANGRIJK
• Initialisatie van het opnamemedium
heeft tot gevolg dat alle opnamen voor altijd worden verwijderd. Verloren geraakte opnamen kunt u dan niet meer terughalen. Zorg er daarom voor dat u op een extern apparaat van belangrijke opnamen eerst een backup maakt ( 80).
• Voorzie de camcorder van stroom met
de compacte netadapter om de harde schijf te initialiseren. Ontkoppel de stroombron niet terwijl de initialisatie wordt uitgevoerd.
NL
31
Page 32

Video

Dit hoofdstuk beschrijft functies die betrekking hebben op het opnemen van films, waaronder opnemen, afspelen, menuopties en bewerking van afspeellijsten en scènes.

Elementaire opnamefuncties

Video opnemen

1
Zet het programmakeuzewiel op .
2 Schakel de camcorder in.
Standaard worden films opgenomen op de harde schijf. U kunt echter ook de geheugenkaart selecteren als opnamemedium voor films ( 31).
3 Druk op om met
opnemen te beginnen.
• De opname wordt gestart; druk
• U kunt ook op van de
32
Start/Stop
nogmaals op als u een pauze wilt inlassen.
draadloze afstandsbediening drukken.
Start/Stop
START/STOP
NADAT U KLAAR BENT MET OPNEMEN
1 Overtuig u ervan of de ACCESS-
indicator uit staat. 2 Zet de camcorder uit. 3 Sluit het LCD-paneel.
BELANGRIJK
• Houd u aan de voorschriften hieronder
als de ACCESS-indicator brandt of knippert. Anders kunt u uw gegevens voorgoed kwijtraken of kan de harde schijf/geheugenkaart beschadigd raken.
- Stel de camcorder niet bloot aan trillingen of stoten.
- Open de afdekking van de geheugenkaartsleuf niet.
- Ontkoppel de stroombron niet en zet de camcorder niet uit.
- Wijzig de stand van het programmakeuzewiel niet.
• Zorg ervoor dat u regelmatig backups van uw opnamen maakt ( 80), vooral na het maken van belangrijke opnamen. Canon is niet aansprakelijk voor gegevensverlies of beschadigde gegevens.
OPMERKINGEN
Over de stroombesparingsstand: Bij gebruik van de accu schakelt de camcorder zichzelf automatisch uit als er vijf minuten lang geen bedieningshandelingen zijn verricht. Dit wordt gedaan om stroom te besparen ( 96). Druk op om de camcorder aan te zetten.
ON/OFF
Page 33
• Als u opnamen maakt op plaatsen met veel lawaai (zoals vuurwerkshows of concerten), kan het geluid vervormd raken of wordt het niet opgenomen op het feitelijke niveau). Dit is normaal en duidt niet op een storing.
Gebruik van de zoeker
Als u opnamen maakt op heldere plaatsen, kan het moeilijk zijn gebruik te maken van het LCD-scherm. Wijzig in een dergelijk geval de helderheid van het LCD-scherm* ( 24) of gebruik in plaats hiervan de zoeker. Druk op
VIEWFINDER
paneel de zoeker te activeren. Sluit het LCD-paneel om alleen de zoeker te gebruiken.
• U kunt de zoeker naar buiten trekken als dat comfortabeler is. Houd beide zijden van de zoeker stevig vast en trek deze naar buiten totdat de zoeker vast klikt.
• Stel de zoeker, indien nodig, af met de oogcorrectieregelaar.
* De helderheidsinstelling geldt zowel
voor het LCD-scherm als de zoeker.
om samen met het LCD-

De videokwaliteit selecteren (opnamemodus)

De camcorder heeft 5 opnamemodi. Als u de opnamemodus wijzigt, dan wordt ook de opnameduur gewijzigd. Selecteer de MXP- of FXP-modus voor een betere filmkwaliteit; selecteer LP voor een langere opnameduur. In de tabel op pagina 34 wordt bij benadering aangegeven hoe lang u kunt opnemen.
FUNC.
[ Standard Play 7 Mbps/ Standaard afspelen 7 Mbps] Gewenste opnamemodus
FUNC.
OPMERKINGEN
• Met de optionele DVD-brander DW-100 kunt u geen AVCHD-schijven maken van opnamen die zijn gemaakt in de MXP­modus. Gebruik de bijgeleverde software ImageMixer 3 om van dergelijke opnamen een backup te maken.
• De camcorder maakt gebruik van een variabele bit rate (VBR) om video te coderen; de feitelijke opnameduur zal daarom afhangen van de inhoud van de scènes.
• De camcorder onthoudt de laatst gebruikte instelling, zelfs wanneer u de camcorder in de stand zet.
NL
33
Page 34
Video
Geschatte opnameduur
Opnamemodus MXP* FXP* XP+ SP Opnamemedium
Harde schijf van
60 GB
Harde schijf van
120 GB Geheugenkaart van 4 GB 20 min. 30 min. 40 min. 1 uur 10 min. 1 uur 30 min. Geheugenkaart van 8 GB 40 min. 1 uur 1 uur 25 min. 2 uur 20 min. 3 uur Geheugenkaart van 16 GB 1 uur 25 min. 2 uur 5 min. 2 uur 50 min. 4 uur 45 min. 6 uur 5 min. Geheugenkaart van 32 GB 2 uur 55 min. 4 uur 10 min. 5 uur 45 min. 9 uur 35 min. 12 uur 15 min.
* Opgenomen met een resolutie van 1.920 x 1.080. Films die worden opgenomen met een
andere opnamemodus, worden opgenomen met een resolutie van 1.440 x 1.080.

Zoomen

5 uur 30 min. 7 uur 50 min. 10 uur 50 min. 18 uur 22 uur
11 uur 5 min. 15 uur 45 min. 21 uur 40 min. 36 uur 45 uur 55 min.
12x optische zoom
Verplaats de zoomregelaar naar W
Standaardwaarde
55 min.
om uit te zoomen (groothoek). Verplaats de zoomregelaar naar T
Stand : Naast de optische zoom is ook digitale zoom beschikbaar ( 91).
om in te zoomen (telefoto).
Druk zachtjes voor een langzame zoom; druk harder voor een snellere zoom. U kunt de optie / [Zoom Speed/ Zoomsnelheid] ( 91) ook instellen op één van de drie constante snelheden (3 is de snelste, 1 is de langzaamste).
OPMERKINGEN
• Houd tot het onderwerp een afstand van ten minste 1 meter aan. Bij volledige groothoek kunt u tot op niet minder dan 1 cm op een onderwerp scherpstellen.
• Als [Zoom Speed/Zoomsnelheid] is ingesteld op [ Variable/Variabel]:
W
W
T
T
- Als u de toetsen T en W van de
draadloze afstandsbediening of het LCD-paneel gebruikt, staat de zoomsnelheid constant op
W Uitzoomen T Inzoomen
[ Speed 3/Snelheid 3].
- De zoomsnelheid is sneller in de
opnamepauzestand dan tijdens de feitelijke opname.
LP
34
Page 35

Snelstartfunctie (Quick Start)

Als u het LCD-paneel sluit terwijl de camcorder ingeschakeld is, komt de camcorder in de standby-stand. In de standby-stand verbruikt de camcorder slechts de helft van de stroom die wordt gebruikt voor het maken van opnamen, waardoor u bij gebruik van een accu bespaart op stroom. Als u het LCD-paneel opent, is de camcorder bovendien binnen circa 1 seconde* gereed voor het maken van opnamen, zodat u dus geen belangrijke opnamemogelijkheden hoeft te missen.
* De werkelijke tijd hangt af van de
opnameomstandigheden.
1 Sluit het LCD-paneel terwijl de
camcorder ingeschakeld is en in een opnamestand staat.
Als u de zoeker gebruikt en het LCD-paneel gesloten is, druk
VIEWFINDER
dan op om de standby-stand te activeren.
• U hoort een pieptoon en de ­indicator verandert in oranje om aan te geven dat de camcorder in de standby-stand is gekomen.
2 Open het LCD-paneel als u het
opnemen wilt hervatten.
• De -indicator wordt weer groen en de camcorder is gereed om opnamen te maken.
U kunt ook op drukken om het opnemen te hervatten met gebruik van de zoeker terwijl het LCD-paneel gesloten is.
VIEWFINDER
BELANGRIJK
Verwijder de stroombron niet tijdens de standby-stand (terwijl de -indicator oranje brandt).
OPMERKINGEN
• De camcorder is mogelijk niet in staat in de standby-stand te komen als u onder bepaalde omstandigheden het LCD­paneel sluit (bijvoorbeeld terwijl de ACCESS-indicator knippert of een menu wordt weergegeven). Controleer of de
-indicator in oranje verandert.
• De camcorder wordt uitgeschakeld als u deze 10 minuten lang in de standby­stand laat staan, ongeacht de instelling van [Power Saving Mode/ Spaarstand] ( 96). Druk op om de camcorder aan te zetten.
• U kunt selecteren hoe lang het moet duren voordat de camcorder wordt uitgeschakeld of u kunt de snelstartfunctie geheel uitschakelen met de optie [Quick Start/Snel starten] (
• Als u de stand van het programmakeuzewiel wijzigt terwijl de camcorder in de standby-stand staat, heeft dit tot gevolg dat de camcorder in de geselecteerde bedieningsstand wordt gereactiveerd.
96).
ON/OFF

De laatst opgenomen scène bekijken en verwijderen

Zelfs in de stand kunt u de laatst opgenomen scène afspelen om deze te controleren. U kunt de scène ook verwijderen terwijl u deze bekijkt.
NL
35
Page 36
Video

Elementaire afspeelfuncties

1 Druk op om de
joystickaanduiding op te roepen.
Indien niet op de joystickaanduiding wordt weergegeven, druk ( ) op de joystick dan herhaaldelijk naar [Next/ Volgende] om dit symbool op te roepen.
2 Druk ( ) op de joystick naar .
De camcorder speelt de laatste scène af (maar zonder geluid) en keert daarna terug naar de opnamepauzestand.
Een scène verwijderen direct nadat u deze hebt opgenomen
Na het opnemen van een scène:
1 Bekijk de scène zoals is
beschreven in het vorige hoofdstuk.
2 Selecteer, terwijl u de scène
bekijkt, met ( ) het pictogram en druk op .
3 Selecteer met ( ) de optie [Yes/
Ja] en druk op .
OPMERKINGEN
• Verricht geen andere bedieningshandelingen op de camcorder terwijl de scène wordt verwijderd.
• U kunt op deze manier de laatste scène niet verwijderen indien u na het opnemen van de scène de bedieningsstand hebt gewijzigd of de camcorder hebt uitgezet.
36

De video afspelen

1
Zet het programmakeuzewiel op .
2 Schakel de camcorder in.
Na enkele seconden verschijnt het indexscherm van de scènes.
3 Zet met ( , ) het
selectiekader naar de scène die u wilt afspelen.
Als u een groot aantal scènes hebt opgenomen, druk dan herhaaldelijk op of om door de pagina’s van het indexscherm te bladeren.
4 Druk op of om met
afspelen te beginnen.
• De camcorder begint met afspelen vanaf de geselecteerde scène tot het eind van de laatst opgenomen scène.
• Druk nogmaals op als u tijdens het afspelen een pauze wilt inlassen.
/
/
Page 37
• Druk op als u wilt stoppen met afspelen en wilt terugkeren naar het indexscherm voor films.
HET VOLUME WIJZIGEN
1 Druk tijdens het afspelen op
om de joystickaanduiding op te roepen.
2 Stel met ( ) het volume bij.
BELANGRIJK
• Houd u aan de voorschriften hieronder terwijl de knippert. U kunt uw gegevens anders voorgoed kwijtraken.
- Stel de camcorder niet bloot aan
- Open de afdekking van de
- Ontkoppel de stroombron niet en zet
- Wijzig de stand van het
• Mogelijk kunt u op deze camcorder geen films afspelen die op een geheugenkaart zijn opgenomen met een ander AVCHD-apparaat.
• Afhankelijk van de opnameomstandigheden is tussen scènes mogelijk een korte pauze in de video- of geluidsweergave merkbaar.
• Geluid uit de luidspreker wordt uitgeschakeld als u het LCD-paneel sluit.
voor het afspelen van de opnamen de zoeker wilt gebruiken.
ACCESS-indicator brandt of
trillingen of stoten.
geheugenkaartsleuf niet.
de camcorder niet uit.
programmakeuzewiel niet.
OPMERKINGEN
Gebruik een hoofdtelefoon als u
Speciale afspeelstanden
U kunt voor het gebruik van de speciale afspeelstanden de toetsen gebruiken op het LCD-paneel of de draadloze afstandsbediening ( 17). Tijdens de speciale afspeelstanden is er geen geluid mogelijk.
Versneld vooruit afspelen
Druk tijdens normaal afspelen op of . Druk nogmaals op deze toets om de afspeelsnelheid te verhogen met circa 5x
15x → 60x de normale
snelheid
In slow motion afspelen
Druk in de afspeelpauzestand op * of . Druk nogmaals op deze toets om de afspeelsnelheid te verhogen met 1/8
1/4 de normale snelheid.
* In slow motion achteruit afspelen ziet er
hetzelfde uit als continu beeldje voor beeldje achteruit afspelen.
Beeldje voor beeldje vooruit/achteruit afspelen
Druk in de afspeelpauzestand op of van de draadloze afstandsbediening om een aantal beeldjes achteruit af te spelen (circa 0,5 seconde) of één beeldje vooruit af te spelen. Houd de toets ingedrukt om de beeldjes continu af te spelen.
Scènes overslaan
Druk tijdens normaal afspelen op ( ) van de joystick of van de draadloze afstandsbediening om naar de volgende scène te springen. Druk éénmaal op ( ) van de joystick of van de draadloze afstandsbediening om terug te keren naar het begin van de huidige scène of tweemaal om naar de vorige scène te springen.
NL
37
Page 38
Video
Speciale afspeelstanden stopzetten
Druk tijdens een speciale afspeelstand op van de camcorder of van
/
de draadloze afstandsbediening.
OPMERKINGEN
Tijdens sommige speciale afspeelstanden ziet u in het afspeelbeeld mogelijk videoproblemen (blokken, strepen, etc.).

De selectie in het indexscherm wijzigen

Gebruik de tabs aan de bovenzijde van het indexscherm om te wisselen tussen de afspeellocatie: scènes en foto’s die zijn opgenomen op de harde schijf of scènes en foto’s die zijn opgenomen op de geheugenkaart. Nadat u een afspeellijst hebt gemaakt ( 56) kunt u naar keuze wisselen tussen de originele films en de door u bewerkte afspeellijst.
Het afspeelmedium selecteren
1 Verplaats met ( ) het oranje
selectiekader naar de tabs aan de bovenzijde van het scherm.
2 Selecteer met ( ) het medium of
de locatie vanwaar u de scènes wilt afspelen of de foto’s wilt weergeven.
3 Ga met ( ) naar het indexscherm
om de scène of foto te selecteren.
Voorbeeld van wijziging va n het indexscherm in de stand :
Originele films of foto’s op de harde schijf Originele films of foto’s op de geheugenkaart
Afspeellijst op de harde schijf*
Afspeellijst op de geheugenkaart*
* Alleen in de stand .
OPMERKINGEN
In de stand kunt u op van de draadloze afstandsbediening drukken om op het betreffende medium te wisselen tussen het indexscherm van de originele films en dat van de afspeellijst.
PLAYLIST
Het aantal items in het indexscherm wijzigen
Standaard toont het indexscherm maximaal 6 items (scènes of foto’s). Verplaats de zoomregelaar naar W om per scherm 15 items weer te geven. Verplaats de zoomregelaar naar T om terug te keren naar het indexscherm in de standaardweergave.
38
Page 39
W 6 scènes/foto’s
T 15 scènes/foto’s

Scènes selecteren op basis van opnamedatum

In het indexscherm van de originele films kunt u naar opnamen zoeken die u op een bepaalde datum hebt gemaakt (bijvoorbeeld om alle films te zoeken die u tijdens een speciale gebeurtenis hebt opgenomen).
Een selectie maken in de opnamenlijst
1 Selecteer het indexscherm van de
originele films.
Selecteer de tab (harde schijf) of
(geheugenkaart) ( 38).
2 Open de opnamenlijst.
FUNC.
[ Scene Search/Scènes zoeken] [Date Selection/ Datumselectie]
• De opnamenlijst toont alle datums
waarop opnamen zijn gemaakt. Op de dag wordt een oranje selectiekader weergegeven.
• Het miniatuurbeeld is een foto van
de eerste scène die op die dag is opgenomen. Onder de foto wordt voor diezelfde dag het aantal opgenomen scènes ( ) en de totale opnameduur weergegeven.
3 Selecteer met ( ) de datum,
maand of het jaar en ga met ( ) van opnamedatum naar opnamedatum.
4 Druk op nadat u de gewenste
datum hebt geselecteerd.
Het indexscherm verschijnt, met het selectiekader op de scène die op de geselecteerde datum het eerst is opgenomen.
OPMERKINGEN
U kunt op elk moment op drukken om terug te keren naar het indexscherm.
FUNC.
Een selectie maken in het kalenderscherm
1 Selecteer het indexscherm van de
originele films.
Selecteer de tab (harde schijf) of
(geheugenkaart) ( 38).
2 Open het kalenderscherm.
FUNC.
[ Scene Search/Scènes zoeken] [Calendar Screen/ Kalenderscherm]
• Het kalenderscherm verschijnt.
• Datums die scènes bevatten (dat
wil zeggen: films die op die datum zijn opgenomen) worden weergegeven in wit. Datums zonder opnamen worden weergegeven in zwart.
3 Verplaats met ( , ) de cursor
naar de gewenste datum.
• Als u de cursor verplaatst naar een
datum die wordt weergegeven in wit, wordt naast de kalender een miniatuurbeeld weergegeven dat een foto toont van de eerste scène die op die datum is opgenomen. Onder de foto wordt voor diezelfde dag het aantal opgenomen scènes ( ) en de totale opnameduur weergegeven.
NL
39
Page 40
Video
• U kunt met ( ) het jaar- of maandveld selecteren en met ( ) het jaar of de maand wijzigen om de kalendermaanden sneller te doorlopen.
• U kunt op of drukken om direct naar de vorige/volgende datum te springen die scènes bevat.
4 Druk op om terug te keren
naar het indexscherm.
Het oranje selectiekader wordt weergegeven op de scène die op de geselecteerde datum het eerst is opgenomen.
OPMERKINGEN
• U kunt wijzigen op welke dag de week voor de kalenderweergave moet starten ( 97).
• U kunt op elk moment op drukken om terug te keren naar het indexscherm.

In de tijdlijn van de film het punt selecteren waar met afspelen moet worden begonnen

U kunt een tijdlijn van de scène weergeven, en selecteren waar u met afspelen wilt beginnen. Dit komt van pas als u een lange scène wilt afspelen vanaf een specifiek punt.
FUNC.
1
Selecteer met ( , ) de scène die u wilt bekijken en druk op .
DISP.
• Het tijdlijnscherm verschijnt. Het grote miniatuurbeeld toont het eerste beeldje van de scène. De tijdlijnregel daaronder toont de beeldjes die met een vast interval uit de scène zijn gehaald.
• Druk nogmaals op als u wilt
DISP.
terugkeren naar het indexscherm.
Interval tussen beeldjes
Datum en tijd van opname
Huidige scène / totaal aantal scènes
Beeldje dat is geselecteerd voor het afspeelbegin
Schuifbalk pagina Tijdlijnregel
Lengte scène
2 Selecteer op de tijdlijnregel met
( ) het punt waar u met afspelen wilt beginnen.
3 Druk op om met afspelen te
beginnen.
EEN ANDERE SCÈNE SELECTEREN
Verplaats met ( ) het oranje selectiekader naar het grote miniatuurbeeld en kies met ( ) een andere scène.
WISSELEN TUSSEN DE PAGINA’S VAN DE
TIJDLIJNREGEL
/
40
Verplaats met ( ) het oranje selectiekader naar de schuifbalk onder de regel en roep met ( ) de vorige/volgende 5 beeldjes van de scène op.
Page 41
HET INTERVAL TUSSEN BEELDJES WIJZIGEN
FUNC. FUNC.
Gewenst interval

Opnamen selecteren in het indexscherm

U kunt vooraf in het indexscherm een aantal originele films of foto’s selecteren om hiervoor gezamenlijk in één keer bepaalde bewerkingen uit te voeren. Stand : Geselecteerde scènes verwijderen ( 42), kopiëren ( 58) of toevoegen aan de afspeellijst ( 56). Stand : Geselecteerde foto’s verwijderen ( 63), kopiëren ( 69) of beveiligen ( 68), of alle markeren met een afdrukopdracht ( 74) of kopieeropdracht ( 87).
1 Selecteer de originele films of het
indexscherm van de foto’s.
• Stand : Selecteer de tab (harde schijf) of (geheugenkaart) ( 38).
•Stand : Verplaats de zoomregelaar naar W om het indexscherm weer te geven.
2 Open het selectiescherm.
FUNC.
[ Select/Selecteren] [Individual Scenes/Afzonderlijke scènes] of [Individual Photos/ Afzonderlijke foto’s]
• Het selectiescherm verschijnt.
3 Ga in het indexscherm met ( ,
) van scène naar scène of foto naar foto en druk op om een afzonderlijke scène of foto te selecteren.
• Op de geselecteerde scènes/foto’s
wordt een vinkje weergegeven.
• Herhaal deze stap om alle scènes/
foto’s te selecteren die u aan uw selectie wilt toevoegen (maximaal
100).
Totale aantal geselecteerde scènes
4 Druk tweemaal op om het
menu te sluiten.
ALLE SELECTIES ANNULEREN
FUNC.
[ Select/Selecteren] [Remove All Selections/Alle selecties verwijderen] [Yes/Ja]
FUNC.
OPMERKINGEN
• De selectie van scènes/foto’s wordt geannuleerd als u de camcorder uitzet of de bedieningsstand wijzigt.
• Scènes in de afspeellijst kunt u niet aan de selectie toevoegen.
Geselecteerde scènes
FUNC.
NL
41
Page 42
Video

Scènes verwijderen

zetten te rwijl dez e wordt uitg evoerd. Sommige scènes zullen desondanks worden verwijderd.
Scènes die u niet wilt behouden, kunt u ve rwij de ren . Doo r s cèn es te v erwij dere n creëert u ook ruimte op het opnamemedium.
Opties
[All Scenes/Alle scènes] Verwijdert alle scènes. [All Scenes (this date)/Alle scènes (deze datum)] Verwijdert alle scènes die zijn opgenomen op
dezelfde dag dat de geselecteerde scène werd opgenomen.
[This Scene/Deze scène] Verwijdert alleen de scène die is gemarkeerd met
het oranje selectiekader. [Selected Scenes/Geselecteerde scènes] Verwijdert alle scènes die eerder waren
geselecteerd (gemarkeerd met een vinkje ). Raadpleeg
indexscherm
Opnamen selecteren in het
(41).
1 Selecteer met ( , ) de scène
die u wilt verwijderen, of een scène die is opgenomen op de datum die u wilt verwijderen.
Deze stap is niet nodig om alle scènes of eerder geselecteerde scènes te verwijderen.
2 Verwijder de scène(s).
FUNC.
[ Delete/Verwijderen] Gewenste optie [Yes/Ja]* [OK]
* Als u een andere optie dan [This Scene/
Deze scène] hebt geselecteerd, kunt u op
FUNC.
drukken om de bewerking stop te
BELANGRIJK
• Wees voorzichtig met het verwijderen van originele opnamen. Als u een originele scène verwijdert, bent u deze voorgoed kwijt.
• Maak van belangrijke scènes een backup voordat u deze verwijdert (80).
• Houd u aan de voorschriften hieronder terwijl de ACCESS-indicator brandt of knippert (terwijl scènes worden verwijderd).
- Stel de camcorder niet bloot aan
trillingen of stoten.
- Open de afdekking van de
geheugenkaartsleuf niet.
- Ontkoppel de stroombron niet en zet
de camcorder niet uit.
- Wijzig de stand van het
programmakeuzewiel niet.
OPMERKINGEN
• Als u een scène verwijdert uit het indexscherm van de originele opnamen, wordt die scène ook verwijderd uit de afspeellijst.
• Als u alle films wilt verwijderen en alle opnameruimte weer ter beschikking wilt hebben, dan kunt u het opnamemedium ook initialiseren ( 31).
• Het kan gebeuren dat u geen scènes kunt verwijderen die zijn opgenomen of bewerkt met een ander apparaat.
42
Page 43

Geavanceerde functies

Opnameprogramma voor Speciale Scènes

Het is heel gemakkelijk opnamen te maken in een zeer helder skioord of alle kleuren van een zonsondergang of vuurwerk vast te leggen. U hoeft alleen maar het opnameprogramma van de Speciale Scènes te selecteren. Raadpleeg het overzicht hieronder voor bijzonderheden over de beschikbare opties.
[ Portrait/Portret]
De camcorder maakt gebruik van een groot diafragma. Details die de aandacht afleiden, worden tijdens de scherpstelling van het onderwerp waziger.
[ Night/Nacht]
Gebruik deze stand om opnamen te maken op slecht verlichte plaatsen.
FUNC.
[ Programmed AE/AE-programma] [ Portrait/Portret] Druk op voor weergave van de opnameprogramma’s voor Speciale Scènes (SCN) Gewenst opnameprogramma
FUNC.
OPMERKINGEN
• [ Night/Nacht]
- Bewegende onderwerpen kunnen een nabeeld met sporen achterlaten.
- De beeldkwaliteit is mogelijk niet zo goed als bij de andere programma’s.
[Sports/Sport]
Gebruik deze stand om sportscènes zoals tennis of golf op te nemen.
[ Snow/Sneeuw]
Gebruik deze stand om opnamen te maken op heldere skipistes. Hiermee voorkomt u dat het onderwerp onderbelicht wordt.
NL
[ Beach/Strand]
Gebruik deze stand om opnamen te maken op een zonnig strand. Hiermee voorkomt u dat het onderwerp onderbelicht wordt.
[ Spotlight]
Gebruik deze stand om opnamen te maken van scènes onder spotlights.
[Sunset/ Zonsondergang]
Gebruik deze stand om in rijke kleuren zonsondergangen op te nemen.
[ Fireworks/ Vuurwerk]
Gebruik deze stand om vuurwerk op te nemen.
43
Page 44
Video
- Op het scherm kunnen witte punten verschijnen.
- Automatische scherpstelling werkt mogelijk niet zo goed als bij andere opnameprogramma’s. In dat geval moet u handmatig scherp stellen.
• [ Fireworks/Vuurwerk]
- Wij raden u aan gebruik te maken van een statief om camcordertrillingen te voorkomen. Maak in ieder geval gebruik van een statief in de stand
, omdat de sluitertijd in die stand
langer wordt.
• [ Portrait/Portret]/[ Sports/Sport]/ [ Beach/Strand]/[ Snow/Sneeuw]
- Tijdens het afspelen wordt het beeld
mogelijk niet vloeiend weergegeven.
• [ Portrait/Portret]
- Het wazige effect van de achtergrond
neemt toe hoe meer u inzoomt (T).
• [ Snow/Sneeuw]/[ Beach/Strand]
- Het onderwerp kan overbelicht raken
op bewolkte dagen of op beschaduwde plaatsen. Controleer het beeld op het scherm.
Opties
[ Programmed AE/AE-programma]
De camcorder stelt automatisch het diafragma en de sluitertijd zo in dat voor het onderwerp een optimale belichting wordt verkregen.
[ Shutter-Priority AE/Sluitertijdvoorkeuze AE] Stel de sluitertijdwaarde in. De camcorder stelt
automatisch de juiste diafragmawaarde in. [ Aperture-Priority AE/Diafragmavoorkeuze
AE] Stel de diafragmawaarde in. De camcorder stelt
automatisch de juiste sluitertijd in.
FUNC.
Standaardwaarde
[ Programmed AE/AE-programma]
Gewenst opnameprogramma
FUNC.
DE SLUITERTIJD OF HET DIAFRAGMA
INSTELLEN

De sluitertijd en het diafragma wijzigen

Gebruik het programma met automatische belichting (AE) om functies zoals de witbalans of beeldeffecten te gebruiken, of geef prioriteit aan de belichtingswaarde of sluitertijd. Gebruik snellere sluitertijden om snel bewegende objecten op te nemen. Gebruik langzamere sluitertijden om bewegingen vager te maken, waardoor het gevoel van beweging wordt versterkt. Gebruik lage diafragmawaarden (grotere lensopening) om de achtergrond in een portret waziger te maken; Gebruik hogere diafragmawaarden (kleinere lensopening) om een bredere scherptediepte te krijgen, zodat alles in een landschap scherp is.
44
Als u [ Shutter-Priority AE/ Sluitertijdvoorkeuze AE] of [ Aperture-Priority AE/ Diafragmavoorkeuze AE] selecteert, wordt naast het pictogram van het opnameprogramma een numerieke waarde weergegeven.
1 Als de joystickaanduiding op het
scherm wordt weergegeven, druk dan op om deze te verbergen.
2 Stel met ( ) de sluitertijd of het
diafragma in op de gewenste waarde.
Richtlijnen voor sluitertijden
Merk op dat op het scherm alleen de noemer wordt weergegeven – [ 250] geeft een sluitertijd aan van 1/250 seconde, etc.
Page 45
1/2*, 1/3*, 1/6, 1/12, 1/25 Voor het maken van opnamen op slecht verlichte
plaatsen. 1/50 Voor normale omstandigheden. 1/120 Voor het opnemen van sportscènes in een zaal. 1/250, 1/500, 1/1000** Voor het maken van opnamen vanuit een auto of
trein, of voor het opnemen van snel bewegende objecten, zoals achtbanen.
1/2000** Voor het maken van opnamen van sportscènes
buiten op zonnige dagen.
* Alleen in de stand . ** Alleen in de
stand .
Beschikbare diafragmawaarden
[F1.8], [F2.0], [F2.4], [F2.8], [F3.4], [F4.0], [F4.8], [F5.6], [F6.7], [F8.0]
OPMERKINGEN
• [ Shutter-Priority AE/
Sluitertijdvoorkeuze AE]
- Als u op donkere plaatsen een lange sluitertijd gebruikt, kunt u een helderder beeld krijgen, maar kan de beeldkwaliteit minder zijn, en werkt de automatische scherpstelling mogelijk niet goed.
- Het beeld kan flikkeren wanneer u opneemt met hoge sluitertijden.
• [ Aperture-Priority AE/ Diafragmavoorkeuze AE] De feitelijke reeks beschikbare waarden waaruit een keuze mogelijk is, zal afhangen van de aanvankelijke zoomstand.
• Als u een numerieke waarde (diafragma of sluitertijd) instelt, gaat het weergegeven nummer knipperen indien
het diafragma of de sluitertijd voor de opnameomstandigheden niet geschikt is. Selecteer in dat geval een andere waarde.

Cinemamodus: Aan uw opnamen een cinematografisch karakter geven

Geef aan uw opnamen een cinematografisch karakter door gebruik te maken van het opnameprogramma [ Cine Mode/Cinemamodus]. Combineer dit programma met de 25 fps progressieve beeldsnelheid [ PF25] om de 25p cinemamodus te verkrijgen, waardoor het cinematografische effect wordt versterkt.
HET OPNAMEPROGRAMMA [ CINE MODE/ CINEMAMODUS] INSTELLEN
FUNC.
[ Programmed AE/AE­programma] [ Cine Mode/Cinemamodus]
FUNC.
DE BEELDSNELHEID WIJZIGEN
FUNC.
[ Menu] [Frame Rate/Beeldsnelheid] [ PF25]
NL
45
Page 46
Video

Zelfontspanner

FUNC.
[ Menu] of [Self Timer/Zelfontspanner] [On
/Aan]
FUNC.
verschijnt.
Stand : Druk in de opnamepauzestand op
Start/Stop
.
Nadat 10* seconden is afgeteld, begint de camcorder met de opname. Op het scherm ziet u dat wordt afgeteld.
Stand :
PHOTO
Druk eerst half in om de automatische scherpstelling te activeren en vervolgens volledig.
De camcorder maakt de foto nadat 10 seconden is afgeteld*. Op het scherm ziet u dat wordt afgeteld.
* 2 seconden bij gebruik van de draadloze
afstandsbediening.
OPMERKINGEN
Zodra het aftellen is begonnen, kunt u de zelfontspanner annuleren door (bij het opnemen van films) in te drukken of (bij het maken van foto’s)
volledig in te drukken, of door de
PHOTO
camcorder uit te zetten.
Start/Stop
46

Handmatige belichtingsinstelling en automatische tegenlichtcorrectie

Soms kunnen onderwerpen met achtergrondverlichting te donker (onderbelicht) overkomen of kunnen onderwerpen onder zeer sterke lichtbronnen te helder of verblindend (overbelicht) overkomen. Om dit te corrigeren, kunt u de belichting handmatig aanpassen of de automatische tegenlichtcorrectie gebruiken.
WAAR U OP MOET LETTEN
Selecteer een andere opnamestand dan [ Fireworks/Vuurwerk].
Belichting handmatig instellen
1 Druk op om de
joystickaanduiding op te roepen.
Indien [Exposure/Belichting] niet wordt weergegeven op de joystickaanduiding, druk ( ) op de joystick dan herhaaldelijk naar [Next/ Volgende] om deze optie op te roepen.
2 Druk ( ) op de joystick naar
[Exposure/Belichting].
• Op het scherm verschijnen de indicator voor instelling van de belichting en de neutrale waarde “±0”.
• Het instelbereik en de lengte van de belichtingsinstellingsindicator hangen af van de aanvankelijke helderheid van het beeld.
Page 47
• De helderheid van het beeld kan veranderen als u de zoom bedient.
3 Stel met ( ) de helderheid van
het beeld naar wens bij en druk op
.
• De indicator van de belichtingsinstelling verandert in wit en de belichting wordt vergrendeld.
•Druk tijdens belichtingsvergrendeling op en druk ( ) op de joystick nogmaals naar [Exposure/Belichting] als u wilt terugkeren naar automatische belichting.
• Reflecterende oppervlakken
• Onderwerpen met weinig contrast of zonder verticale lijnen
• Snel bewegende onderwerpen
• Opnamen via natte ramen
• Nachtscènes
WAAR U OP MOET LETTEN
Stel de zoom in voordat u de procedure start.
NL
Automatische tegenlichtcorrectie
Als u opnamen maakt van onderwerpen met een sterke lichtbron achter het onderwerp, kunt u met één druk op de toets de camcorder automatisch het tegenlicht laten corrigeren.
Druk op .
verschijnt.
• Druk nogmaals op om de
BLC
BLC
tegenlichtcorrectie uit te schakelen.

Handmatige scherpstelling

Automatische scherpstelling werkt mogelijk niet goed bij de onderwerpen hieronder. Stel in een dergelijk geval handmatig scherp.
1 Druk op om de
joystickaanduiding op te roepen.
Indien [Focus/Scherpstelling] niet wordt weergegeven op de joystickaanduiding, druk ( ) op de joystick dan herhaaldelijk naar [Next/ Volgende] om deze optie op te roepen.
2 Druk ( ) op de joystick naar
[Focus/Scherpstelling].
“MF” verschijnt.
3 Druk ( ) of ( ) op de joystick
eenmaal in om te controleren of het beeld scherp is gesteld.
Het midden van het scherm wordt vergroot en de contouren worden benadrukt om gemakkelijker scherp te kunnen stellen. U kunt de scherpstellingshulpfunctie ook uitschakelen ( 91).
4
Stel met ( ) scherp en druk op .
• De scherpstelling wordt vergrendeld.
• Als u tijdens scherpstellingsvergrendeling wilt terugkeren naar automatische
47
Page 48
Video
scherpstelling, druk dan op en druk ( ) op de joystick opnieuw naar [Focus/Scherpstelling].
Oneindige scherpstelling
Gebruik deze functie als u wilt scherpstellen op verafgelegen onderwerpen zoals bergen of vuurwerk.
In plaats van stap 2 in de vorige procedure:
Houd ( ) op de joystick langer dan 2 seconden ingedrukt naar [Focus/ Scherpstelling].
verschijnt.
• Door ( ) op de joystick nogmaals naar [Focus/Scherpstelling] te drukken, keert de camcorder terug naar automatische scherpstelling.
• Als u de zoom of ( ) op de joystick gebruikt, dan verandert in “MF” en keert de camcorder terug naar de stand voor handmatige scherpstelling.

Witbalans

De witbalansfunctie helpt u bij het nauwkeurig reproduceren van kleuren onder verschillende lichtomstandigheden, zodat witte objecten in uw opnamen altijd echt wit overkomen.
WAAR U OP MOET LETTEN
Selecteer een andere opnamestand dan de opnameprogramma’s voor de Speciale Scènes.
Opties
[ Automatic/Automatisch]
Instellingen worden automatisch verricht door de camcorder. Gebruik deze instelling voor scènes buitenshuis.
Standaardwaarde
48
[ Daylight/Daglicht] Voor het maken van buitenshuisopnamen op een
heldere dag. [ Shade/Schaduw] Voor het maken van opnamen op beschaduwde
plaatsen. [ Cloudy/Bewolkt] Voor het maken van opnamen op een bewolkte dag. [ Tungsten/Gloeilamp] Voor het maken van opnamen onder
wolfraamverlichting en TL-buizen van het wolfraamtype (3 golflengten).
[ Fluorescent/TL-licht] Voor het maken van opnamen onder warmwitte of
koelwitte TL-verlichting, of TL-verlichting van het warmwitte type (3 golflengten).
[ Fluorescent H/TL-licht H] Voor het maken van opnamen onder daglicht-TL of TL-
buizen van het daglichttype (3 golflengten). [ Custom WB/Aangepaste witbalans] Gebruik deze handmati ge stand om witte onderwerpen
onder een gekleurde verlichting wit uit te laten komen.
FUNC.
[ Automatic/Automatisch] Gewenste optie*
FUNC.
* Als u [ Custom WB/Aangepaste
witbalans] selecteert, druk dan niet in, maar ga in plaats hiervan verder met de procedure hieronder.
FUNC.
DE WITBALANS HANDMATIG INSTELLEN
1 Richt de camcorder op een wit
object, zoom in totdat het object het gehele scherm vult en druk op .
Als de instelling is voltooid, stopt met knipperen en blijft dit symbool branden. De camcorder onthoudt de handmatig ingestelde witbalans ook als u de camcorder uitzet.
Page 49
2 Druk op om de instelling op
FUNC.
te slaan en het menu te sluiten.
OPMERKINGEN
• Als u de witbalans handmatig instelt:
- Stel de witbalans op een voldoende verlichte plaats handmatig in
- Zet de digitale zoom uit (
- Stel de witbalans opnieuw in als de lichtomstandigheden veranderen.
- Afhankelijk van de lichtbron blijft mogelijk knipperen. Het resultaat zal nog steeds beter zijn dan met [ Automatic/Automatisch].
• Een handmatig ingestelde witbalans geeft mogelijk een beter resultaat onder de volgende omstandigheden:
- Bij veranderende lichtomstandigheden
- Bij close-ups
- Bij onderwerpen met één kleur (lucht,
zee of bos)
- Onder kwiklampen en bepaalde typen
TL-verlichting
• Afhankelijk van het type TL-licht wordt de optimale kleurbalans mogelijk niet verkregen bij gebruik van de opties [ Fluorescent/TL-licht] of [ Fluorescent H/TL-licht H]. Indien de kleur onnatuurlijk lijkt, stel deze dan bij met [ Automatic/Automatisch] of [ Custom WB/Aangepaste witbalans].
91).

Beeldeffecten

U kunt de beeldeffecten gebruiken om de kleurverzadiging en het contrast te wijzigen om films en foto’s met speciale kleureffecten te maken.
WAAR U OP MOET LETTEN
Selecteer een andere opnamestand dan de opnameprogramma’s voor de Speciale Scènes.
Opties
[ Image Effect Off/Beeldeffect uit]
Hiermee maakt u opnamen zonder beeldverbeterende effecten.
[ Vivid/Levendig] Hiermee benadrukt u het contrast en de
kleurverzadiging. [ Neutral/Neutraal] Hiermee verzacht u het contrast en de
kleurverzadiging.
[ Low Sharpening/Zachte contouren] Neemt onderwerpen op met verzachte contouren. [ Soft Skin Detail/Zacht huiddetail] Hiermee verzacht u de details van de huid om het
onderwerp een complimenteuzer uiterlijk te geven. Het beste effect krijgt u door deze instelling te gebruiken als u in close-up een persoon filmt. Houd er rekening mee dat gebieden die vergelijkbaar zijn met de huidkleur, enigszins minder gedetailleerd zijn.
[ Custom Effect/Aangepast effect] Hiermee wijzigt u de kleurdiepte, de helderheid, het
contrast en de scherpte van het beeld. [Color Depth/Kleurdiepte]: (–) Zwakkere kleuren,
[Brightness/Helderheid]: (–) Donkerder beeld,
[Contrast]: (–) Vlakker beeld,
[Sharpness/Scherpte]: (–) Vagere contouren,
FUNC.
Standaardwaarde
(+) Rijkere kleurtonen
(+) Helderder beeld
(+) Meer licht en
schaduw
(+) Scherpere
contouren
NL
[ Image Effect Off/Beeldeffect uit]
Gewenste optie*
FUNC.
* Als u [ Custom Effect/Aangepast effect]
selecteert, druk dan niet in, maar ga in plaats hiervan verder met de procedure hieronder.
FUNC.
49
Page 50
Video
HET BEELD AANPASSEN
1 Druk op en selecteer met ( )
de opties voor aanpassing van het beeld.
2 Stel met ( ) elke instelling naar
wens in.
3 Als u alle instellingen hebt
verricht, druk dan op en vervolgens op om de
FUNC.
instelling op te slaan en het menu te sluiten.

Digitale effecten

Opties
[ Digital Effect Off/Digitaal effect uit]
Selecteer deze instelling als u geen gebruik wilt maken van de digitale effecten.
[ Fade Trigger/Fade starten], [ Wipe/ Wegvegen]
Selecteer een van de faders om met een fade vanaf of naar een zwart scherm een scène te beginnen of te beëindigen.
[ B&W-Z/W]* Maakt films en foto’s in zwart-wit. [ Sepia]* Maakt films en foto’s in sepiatonen om het beeld
er “oud” uit te laten zien. [ Art/Artistiek] Selecteer dit effect om aan uw opnamen iets
speels toe te voegen.
* Alleen deze digitale effecten zijn
beschikbaar in de stand .
Standaardwaarde
Instelling
FUNC.
[ Digital Effect Off/Digitaal effect uit] Gewenst(e) fader/effect*
FUNC.
**
* U kunt het digitale effect op het scherm
vooraf bekijken.
** Het pictogram van het geselecteerde
digitale effect wordt weergegeven.
Faders en effecten toepassen
1 Druk op om de
joystickaanduiding op te roepen.
Indien niet op de joystickaanduiding wordt weergegeven, druk ( ) op de joystick dan herhaaldelijk naar [Next/Volgende] om dit symbool op te roepen.
2 Druk ( ) op de joystick naar .
• Het pictogram van het geselecteerde
effect wordt groen.
• Druk ( ) op de joystick nogmaals in
om het digitale effect uit te schakelen (het pictogram hiervan wordt weer wit).
INFADEN
Activeer de geselecteerde fader in de opnamepauzestand ( ), en druk vervolgens op om de opname te beginnen met een fade in.
UITFADEN
Activeer de geselecteerde fader terwijl u opneemt ( ), en druk vervolgens op
Start/Stop
te lassen.
Start/Stop
om uit te faden en een pauze in
50
Page 51
EEN EFFECT ACTIVEREN
Stand: Activeer het geselecteerde effect terwijl u opneemt of tijdens de opnamepauzestand. Stand : Activeer het geselecteerde effect en druk vervolgens op
PHOTO
om de foto te maken.
OPMERKINGEN
• Als u een fader gebruikt, wordt deze niet
alleen toegepast op het beeld maar ook op het geluid. Als u een effect gebruikt, wordt het geluid normaal opgenomen.
• De camcorder onthoudt de laatst
gebruikte instelling ook als u de digitale effecten uitschakelt of het opnameprogramma wijzigt.

Schermgegevens en datacodering

U kunt de meeste schermgegevens in­of uitschakelen.
Stand :
• Alle gegevens ingeschakeld
• Alleen de datacodering
• Alle gegevens uitgeschakeld
Stand :
• Alle gegevens ingeschakeld
• Alleen reguliere gegevens (verwijdert het histogram en informatiepictogrammen)
• Alle gegevens uitgeschakeld
* De volgende pictogrammen verschijnen
zelfs als alle andere schermgegevens zijn uitgeschakeld: De pictogrammen en
(in de stand ), het pictogram en AF-kaders als de automatische scherpstelling is vergrendeld (in de stand
), schermmarkeringen (beide opnamestanden).
Over de datacodering
Met elke gemaakte scène of foto houdt de camcorder een datacodering bij (datum/tijd van opname, informatie over de camera-instelling, etc.). In de stand wordt deze informatie op de balk aan de onderzijde en als informatiepictogrammen weergeven; in de stand kunt u met de optie
[Data Code/Datacodering] ( 93)
de weer te geven informatie selecteren.
NL
Door herhaaldelijk op te
DISP.
drukken, worden de gegevens als volgt op het scherm weergegeven.
Stand , :
• Alle gegevens ingeschakeld
• De meeste gegevens zijn uitgeschakeld*

Audio-opnameniveau

U kunt het audio-opnameniveau instellen voor de interne of een externe microfoon. U kunt de audioniveau­indicator weergeven tijdens het opnemen.
51
Page 52
Video
Audio-opnameniveau handmatig instellen
1 Druk op om de
joystickaanduiding op te roepen.
Indien [ MIC/Microfoon] niet op de joystickaanduiding wordt weergegeven, druk ( ) op de joystick dan herhaaldelijk naar [Next/ Volgende] om dit op te roepen.
2 Druk ( ) op de joystick naar
[MIC/Microfoon].
Het pictogram van de handmatige instelling wordt links van de audioniveau-indicator weergegeven en de (oranje) balk voor handmatige instelling wordt daaronder weergegeven.
Handmatige instelling audioniveau
Audioniveau-indicator
Balk voor instelling audioniveau
3 Stel met ( ) het audioniveau in.
Als vuistregel geldt: stel het audio­opnameniveau zo in dat de audioniveaumeter alleen af en toe rechts van de markering -12 dB komt.
4 Druk op om de instelling op te
slaan en de joystickaanduiding te verbergen.
• Het geselecteerde audioniveau wordt vergrendeld en de balk voor instelling van het audioniveau verdwijnt van de indicator.
Druk tijdens de handmatige instelling op en druk ( ) op de joystick naar [ MIC/Microfoon] terugkeren naar de automatische audio-instelling.
52
als u wilt
DE AUDIONIVEAUMETER WEERGEVEN
De audioniveau-indicator wordt gewoonlijk alleen weergegeven nadat de handmatige instelling van het audio­opnameniveau is geactiveerd. U kunt ervoor kiezen de indicator ook weer te geven als het audio-opnameniveau automatisch wordt ingesteld.
FUNC.
[ Menu] [Audio Level Indicator/Audioniveau­indicator] [On/Aan]
FUNC.
OPMERKINGEN
• Het geluid kan vervormd raken als de markering 0 dB rood wordt.
• Als het audioniveau te hoog is en het geluid vervormd raakt, activeer dan de microfoondemper ( 93).
• Het verdient aanbeveling een hoofdtelefoon te gebruiken ( 52) om het geluidsniveau te controleren terwijl u het audio-opnameniveau instelt of wanneer de microfoondemper is geactiveerd.

Gebruik van de hoofdtelefoon

Gebruik een hoofdtelefoon tijdens het afspelen of om tijdens het opnemen het audioniveau te controleren.
De hoofdtelefoon wordt aangesloten op het aansluitpunt AV OUT/ , dat wordt gebruikt voor zowel de hoofdtelefoon als de audio/video-uitvoer (AV). Voer de procedure hieronder uit om de functie van het aansluitpunt te wijzigen van AV­uitvoer in -uitvoer (hoofdtelefoon) voordat u de hoofdtelefoon aansluit.
Page 53
FUNC.
[ Menu] [AV/Headphones-AV/Hoofdtelefoon]
[Headphones/Hoofdtelefoon]
FUNC.
verschijnt.
HET VOLUME VAN DE HOOFDTELEFOON
WIJZIGEN
Stel in de stand met ( ) het volume van de hoofdtelefoon bij met de optie [Headphone Volume/ Volume hoofdtelefoon] ( 94). Stel in de stand het volume van de hoofdtelefoon op dezelfde wijze af als het luidsprekervolume ( 37).
BELANGRIJK
• Zorg er bij gebruik van een hoofdtelefoon voor dat u het volume verlaagt naar een geschikt niveau.
• Sluit op het aansluitpunt AV OUT/ geen hoofdtelefoon aan als het pictogram niet op het scherm wordt weergegeven. In een dergelijk geval wordt alleen ruis geproduceerd.
OPMERKINGEN
• Gebruik een in de winkel verkrijgbare hoofdtelefoon met een mini-jack van 3,5 mm en een kabel die niet langer is dan 3 meter.
• Als u de bedieningsstand wijzigt, keert de optie Hoofdtelefoon] in de stand terug naar [ AV].
[AV/Headphones-AV/

Gebruik van de geavanceerde minischoen

U kunt een optionele richtingsmicrofoon DM-100 of een optionele videolamp VL-5 aansluiten. Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van elk accessoire voor meer bijzonderheden over het aansluiten en gebruiken van deze accessoires.
*
* In de stand kan alleen de optionele
videolamp VL-5 worden gebruikt.
1 Trek de zoeker naar buiten. 2 Trek de afdekking van de
geavanceerde minischoen omhoog en verdraai de afdekking.
3 Sluit op de geavanceerde
minischoen het optionele accessoire aan.
Op het scherm verschijnt als op de geavanceerde minischoen een compatibele accessoire is bevestigd.
NL
53
Page 54
Video
OPMERKINGEN
Accessoires die zijn ontworpen voor de geavanceerde accessoireschoen (Advanced Accessory Shoe) kunt u met deze camcorder niet gebruiken. Koop alleen videoaccessoires met dit logo om verzekerd te zijn van compatibiliteit met de geavanceerde minischoen (mini Advanced Shoe).
Sluit de optionele stereorichtingsmicrofoon DM-100 aan op de geavanceerde minischoen.
Raadpleeg Gebruik van de geavanceerde minischoen (53).
verschijnt. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de DM-100 voor bijzonderheden over het gebruik van de microfoon.
Gebruik van andere microfoons
U kunt ook in de winkel verkrijgbare microfoons gebruiken. Sluit de externe microfoon aan op het aansluitpunt MIC. Gebruik in de handel verkrijgbare condensmicrofoons met hun eigen voeding en een kabel die niet langer is dan 3 meter. U kunt gebruik maken van vrijwel elke stereomicrofoon met een stekker van ∅ 3,5 mm, maar het audio- opnameniveau kan onderling verschillend zijn.

Gebruik van een externe microfoon

Als u opnamen maakt in een zeer stille omgeving, wordt het interne machinegeluid van de camcorder mogelijk opgepikt door de ingebouwde microfoon. Het verdient aanbeveling in een dergelijk geval een externe microfoon te gebruiken.
Gebruik van de stereorichtingsmicrofoon DM-100
54
OPMERKINGEN
• De optie [Wind Screen/
Windscherm] wordt automatisch op [ Off -Uit] gezet als op de camcorder een externe microfoon aangesloten is.
• Als het audioniveau te hoog is en het
geluid vervormd raakt, activeer dan de microfoondemper ( 93) of stel handmatig het audio-opnameniveau bij (51).
Page 55

Gebruik van een videolamp

U kunt gebruik maken van de optionele videolamp VL-5 om op donkere plaatsen video-opnamen of foto’s te maken.
Sluit op de geavanceerde minischoen de optionele videolamp VL-5 aan.
Raadpleeg Gebruik van de geavanceerde minischoen ( 53).
verschijnt als u de videolamp inschakelt. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de VL-5 voor bijzonderheden over het gebruik van de videolamp.

Bewerkingen met betrekking tot de afspeellijst en scènes

Scènes splitsen

U kunt scènes splitsen (alleen originele scènes) om de beste delen te bewaren en later de rest weg te snijden.
1 Selecteer het indexscherm van de
originele films.
Selecteer de tab (harde schijf) of
(geheugenkaart) ( 38).
2 Selecteer met ( , ) de scène
die u wilt splitsen.
3 Open het splitsingsscherm.
FUNC.
[ Divide/Splitsen] Er wordt gestart met het afspelen van de geselecteerde scène.
4 Selecteer met ( ) het pictogram
en druk op waar u de
scène wilt splitsen.
• U kunt de volgende pictogrammen
en de speciale afspeelstanden ( 37) gebruiken om de scène naar een precies punt te brengen.
/ : Naar het begin/eind van de
huidige scène springen.
/ : Beeldje voor beeldje
vooruit/achteruit.
• Druk op of om het
afspelen stop te zetten en het splitsingsscherm te verlaten.
5 Selecteer met ( ) de optie [Yes/
Ja] en druk op .
De video-opname vanaf het splitsingspunt tot het eind van de scène verschijnt als een nieuwe scène in het indexscherm.
FUNC.
NL
55
Page 56
Video
OPMERKINGEN
• In deze stand wordt tijdens het afspelen van de scènes alleen gepauzeerd op punten waar de scène kan worden gesplitst. Bij beeldje voor beeldje vooruit/achteruit afspelen verspringen deze ook alleen tussen dergelijke punten, zodat het interval langer is dan bij normaal beeldje voor beeldje vooruit/ achteruit afspelen.
• De volgende scènes kunt u niet splitsen:
- Scènes die zijn toegevoegd aan de
scèneselectie (gemarkeerd met een vinkje ). Verwijder eerst de selectiemarkering.
- Scènes die te kort zijn (3 seconden of
korter).
- Scènes die niet met deze camcorder
zijn opgenomen.
• Scènes kunt u niet splitsen binnen 0,5 seconde vanaf het begin of eind van de scène.
• Tijdens het afspelen van een gesplitste scène zijn mogelijk onregelmatigheden in het beeld/geluid waarneembaar bij het punt waar de scène was gesplitst. Om dit te voorkomen, kunt u de bijgeleverde software ImageMixer 3 gebruiken om scènes te splitsen en bewerken.

De afspeellijst bewerken: Toevoegen, verplaatsen en verwijderen van scènes

Maak een afspeellijst om alleen de door u gewenste scènes af te spelen in de door u gewenste volgorde. Verplaatsing of verwijdering van scènes in de afspeellijst heeft geen invloed op de originele opnamen.
56
Scènes toevoegen aan de afspeellijst.
Opties
[All Scenes (this date)/Alle scènes (deze datum)] Voegt aan de afspeellijst alle scènes toe die zijn
opgenomen op dezelfde dag dat de geselecteerde scène werd opgenomen.
[This Scene/Deze scène] Voegt aan de afspeellijst alleen de scène toe die is
gemarkeerd met het oranje selectiekader. [Selected Scenes/Geselecteerde scènes] Voegt aan de afspeellijst alle scènes toe die vooraf
zijn geselecteerd (gemarkeerd met een vinkje ). Raadpleeg
Opnamen selecteren in het
indexscherm
(41).
1 Selecteer het indexscherm van de
originele films.
Selecteer de tab (harde schijf) of
(geheugenkaart) ( 38).
2 Selecteer met ( , ) de scène
die u wilt toevoegen aan de afspeellijst, of een scène die is opgenomen op de datum die u aan de afspeellijst wilt toevoegen.
3 Voeg de scène(s) toe aan de
afspeellijst.
FUNC.
[ Add to Playlist/Toevoegen aan afspeellijst] Gewenste optie [Yes/Ja]
• Als u klaar bent, wordt [Scene(s) added to the playlist/Scène(s) toegevoegd aan de afspeellijst] weergegeven.
• Scènes worden aan de afspeellijst toegevoegd op hetzelfde medium waarop de scènes werden opgenomen.
• Als u de afspeellijst wilt bekijken, selecteer dan de tab (afspeellijst harde schijf) of (afspeellijst geheugenkaart) ( 38).
Page 57
OPMERKINGEN
• U kunt scènes kopiëren van de harde schijf naar de geheugenkaart ( 58) om in de afspeellijst van de geheugenkaart ook scènes op te slaan die oorspronkelijk werden opgenomen op de harde schijf.
• Mogelijk kunt u aan de afspeellijst geen scènes toevoegen als deze werden opgenomen of bewerkt met een ander apparaat of als er op de harde schijf of geheugenkaart onvoldoende ruimte beschikbaar is.
Scènes verwijderen uit de afspeellijst
Verwijdering van scènes uit de afspeellijst heeft geen invloed op uw originele opnamen.
Opties
[All Scenes/Alle scènes] Verwijdert alle scènes uit de afspeellijst. [This Scene/Deze scène] Verwijdert uit de afspeellijst alleen de scène die
is gemarkeerd met het oranje selectiekader.
1 Selecteer het indexscherm van de
afspeellijst.
Selecteer de tab (afspeellijst harde schijf) of (afspeellijst geheugenkaart) ( 38).
2 Selecteer met ( , ) de scène
die u wilt verwijderen.
Deze stap is niet nodig om alle scènes te verwijderen.
3 Verwijder de scène.
FUNC.
[ Delete/Verwijderen]
Gewenste optie [Yes/Ja]* [OK]
FUNC.
* Als u [All Scenes/Alle scènes] hebt
geselecteerd, kunt u op drukken om de bewerking te onderbreken terwijl deze
wordt uitgevoerd. Sommige scènes zullen desondanks worden verwijderd.
Scènes verplaatsen in de afspeellijst
Verplaats de scènes in de afspeellijst om deze af te spelen in de door u gewenste volgorde.
1 Selecteer het indexscherm van de
afspeellijst.
Selecteer de tab (afspeellijst harde schijf) of (afspeellijst geheugenkaart) ( 38).
2 Selecteer met ( , ) de scène
die u wilt verplaatsen.
3 Open het scherm voor
verplaatsing van scènes.
FUNC.
[ Move/Verplaatsen]
4 Verplaats met ( , ) de oranje
markering naar de gewenste positie van de scène en druk op
.
De originele positie van de scène en de huidige positie van de markering worden weergegeven aan de onderzijde van het scherm.
5 Selecteer met ( ) de optie [Yes/
Ja] en druk op om de scène te verplaatsen.
OPMERKINGEN
Mogelijk kunt u in de afspeellijst geen scènes verplaatsen als er op de harde schijf of geheugenkaart onvoldoende ruimte beschikbaar is.
NL
57
Page 58
Video

Scènes kopiëren

U kunt originele films of de gehele afspeellijst alleen kopiëren vanaf de harde schijf naar de corresponderende locatie op de geheugenkaart.
Originele films kopiëren
Opties
[All Scenes/Alle scènes] Kopieert alle scènes naar de geheugenkaart. [All Scenes (this date)/Alle scènes (deze datum)] Kopieert naar de geheugenkaart alle scènes die
zijn opgenomen op dezelfde dag dat de geselecteerde scène werd opgenomen.
[This Scene/Deze scène] Kopieert naar de geheugenkaart alleen de scène
die is gemarkeerd met het oranje selectiekader. [Selected Scenes/Geselecteerde scènes] Kopieert naar de geheugenkaart alle scènes die
vooraf zijn geselecteerd (gemarkeerd met een vinkje ). Raadpleeg
indexscherm
Opnamen selecteren in het
(41).
1 Selecteer het indexscherm van de
originele films die zijn opgenomen op de harde schijf.
Selecteer de tab
( 38).
2 Selecteer met ( , ) de scène
die u wilt kopiëren naar de geheugenkaart, of een scène die is opgenomen op de datum die u wilt kopiëren.
Deze stap is niet nodig om alle scènes of eerder geselecteerde scènes te kopiëren.
3 Kopieer de scène(s).
58
FUNC.
[ Copy ( )/ Kopiëren] Gewenste optie [Yes/Ja]* [OK]
* Druk op als u de bewerking wilt
onderbreken terwijl deze wordt uitgevoerd.
FUNC.
De gehele afspeellijst kopiëren
1 Selecteer het indexscherm van de
afspeellijst op de harde schijf.
Selecteer de tab ( 38).
2 Kopieer de afspeellijst.
FUNC.
[ Copy ( )/ Kopiëren] [Yes/Ja]* [OK]
FUNC.
* Druk op als u de bewerking wilt
onderbreken terwijl deze wordt uitgevoerd.
BELANGRIJK
• Houd u aan de voorschriften hieronder terwijl de knippert. U kunt uw gegevens anders voorgoed kwijtraken.
- Stel de camcorder niet bloot aan
- Open de afdekking van de
- Ontkoppel de stroombron niet en zet
- Wijzig de stand van het
• U kunt geen films naar de geheugenkaart kopiëren als de afdekking van de geheugenkaartsleuf geopend is, of wanneer de LOCK-schakelaar op de geheugenkaart zo ingesteld staat dat beschrijven van de kaart niet mogelijk is.
• U kunt naar de geheugenkaart geen scènes kopiëren die werden bewerkt met de bijgeleverde software ImageMixer 3 en daarna werden teruggekopieerd naar de camcorder. Mogelijk kunt u ook geen scènes kopiëren die niet met deze camcorder werden opgenomen.
ACCESS
-indicator brandt of
trillingen of stoten.
geheugenkaartsleuf niet.
de camcorder niet uit.
programmakeuzewiel niet.
OPMERKINGEN
Page 59

Foto’s

Raadpleeg dit hoofdstuk voor bijzonderheden over het maken van foto’s – foto’s maken en weergeven, foto’s maken van video-opnamen en foto’s afdrukken.
NL

Elementaire opnamefuncties

Foto’s maken

1 Zet het programmakeuzewiel op
.
2 Schakel de camcorder in.
Standaard worden foto’s gemaakt op de harde schijf. U kunt echter ook de geheugenkaart selecteren als opnamemedium voor foto’s ( 31).
3 Druk half in.
PHOTO
• Zodra automatisch scherp is gesteld, verandert in een groene kleur en verschijnen er een of meer AF-kaders.
• Als u op van de draadloze afstandsbediening drukt, wordt de foto gemaakt nadat de automatische scherpstelling geactiveerd en vergrendeld is.
4 Druk volledig in.
De ACCESS-indicator gaat knipperen terwijl de foto wordt gemaakt.
BELANGRIJK
Houd u aan de voorschriften hieronder terwijl de knippert. U kunt uw gegevens anders voorgoed kwijtraken.
- Stel de camcorder niet bloot aan trillingen of stoten.
- Open de afdekking van de geheugenkaartsleuf niet.
- Ontkoppel de stroombron niet en zet de camcorder niet uit.
- Wijzig de stand van het programmakeuzewiel niet.
OPMERKINGEN
• Als het onderwerp niet geschikt is voor
automatische scherpstelling, verandert
in een gele kleur. Stel dan
handmatig scherp ( 47).
• Als het onderwerp te helder is, begint
[Overexp./Overbelicht] te knipperen. Gebruik in dat geval het optionele FS-H37U ND filter.
PHOTO
PHOTO
ACCESS-indicator brandt of
59
Page 60
Foto’s

De grootte en kwaliteit van foto’s selecteren

FUNC.
[ 2048x1536]
Gewenste fotogrootte* Foto’s worden opgeslagen als JPG­bestanden. Als vuistregel geldt: selecteer een grotere fotogrootte voor een hogere kwaliteit. Selecteer de grootte [ 1920x1080] voor foto’s met een hoogte/ breedteverhouding van 16:9.
Gewenste fotokwaliteit*
FUNC.
* Druk op om te wisselen tussen selectie
van grootte en kwaliteit. In de rechterhoek wordt met een getal aangegeven hoeveel foto’s u bij benadering kunt maken met de huidige instelling van de kwaliteit/grootte.
OPMERKINGEN
Opties
In de tabel hieronder staan de opties voor instelling van de fotogrootte en bij benadering het aantal foto’s dat u kunt maken op geheugenkaarten van verschillende groottes.
Aantal foto’s dat bij benadering kan worden gemaakt op een geheugenkaart
• Het feitelijke aantal foto’s dat u kunt maken, hangt af van het onderwerp en de opnameomstandigheden.
• De camcorder onthoudt de laatst gebruikte instelling, zelfs wanneer u de camcorder in de stand zet.
Standaardwaarde
Geheugenkaart 128 MB 512 MB 1 GB Fotokwaliteit1
Fotogrootte
LW 1920x1080 50 75 150 315 470 925 670 1.000 1.970 L 2048x1536
30 50 100 205 310 625 445 660 1.325
M 1440x1080 65 100 200 420 625 1.225 890 1.325 2.595 SW 848x480
2
260 370 740 1.585 2.245 4.495 3.360 4.760 9.325
S 640x480 340 490 890 2.070 2.995 5.390 4.395 6.350 11.430
1
: [Super Fine/Superfijn], : [Fine/Fijn], : [Normal/Normaal].
2
Deze grootte is alleen mogelijk bij opnamen in de stand (gelijktijdig een foto maken tijdens het opnemen van een film) ( 66).
3
Bij benadering het aantal foto’s dat feitelijk op de geheugenkaart kan worden gemaakt. (9999 is het maximale getal dat op het scherm kan worden weergegeven om het aantal resterende foto’s aan te duiden.)
3
60
Page 61
• Gebruik bij het afdrukken van foto’s de richtlijnen hieronder voor het bepalen van de afdrukgrootte.
Fotogrootte Aanbevolen gebruik
L
2048x1536 Voor het afdrukken van foto’s
M
1440x1080 Voor het afdrukken van foto’s
S
640x480 Voor het verzenden van foto’s
LW
1920x1080,
SW
848x480
tot A4-grootte.
tot L-grootte (9 x 13 cm) of ansichtkaartgrootte (10 x 14,8 cm).
als bijlagen bij e-mailberichten of publicatie op het Web.
Voor het afdrukken van foto’s met een hoogte/ breedteverhouding van 16:9. Hiervoor is breed fotopapier nodig.

Een foto verwijderen direct nadat deze is gemaakt

U kunt de laatst gemaakte foto verwijderen terwijl u deze bekijkt binnen de tijdsduur die u hebt ingesteld bij de optie [Photo Review Time/Weergaveduur foto] of onmiddellijk nadat u de foto hebt gemaakt als de optie [Photo Review Time/ Weergaveduur foto] op [ Off/Uit] ingesteld is.

Elementaire weergavefuncties

NL

Foto’s bekijken

1 Zet het programmakeuzewiel op
.
2 Schakel de camcorder in. 3 Druk ( ) op de joystick in om van
de ene naar de andere foto te gaan.
Houd ( ) op de joystick ingedrukt om de foto’s snel te doorlopen.
Terwijl u de foto bekijkt onmiddellijk nadat u deze hebt gemaakt:
1 Druk ( ) op de joystick naar . 2 Selecteer met ( ) de optie [Yes/
Ja] en druk op .
Diashow
U kunt van alle foto’s een diashow uitvoeren.
1 Selecteer met ( ) de eerste foto
van de diashow.
2 Druk op om de foto’s na
elkaar weer te geven.
Druk op om de diashow te stoppen.
/
61
Page 62
Foto’s
Indexscherm
1 Verplaats de zoomregelaar naar W.
• Het indexscherm van de foto’s verschijnt.
• U kunt overgaan op weergave van het indexscherm van de foto’s op de geheugenkaart of wijzigen hoeveel foto’s per pagina worden weergegeven ( 38).
2 Selecteer met ( , ) een foto.
• Verplaats het oranje selectiekader naar de foto die u wilt bekijken.
• Druk herhaaldelijk op of om van de ene indexschermpagina naar de andere te gaan.
3 Druk op .
Het indexscherm wordt gesloten en de geselecteerde foto wordt weergegeven.
Van de ene foto naar een andere foto springen en hierbij andere foto’s overslaan
Als u een groot aantal foto’s hebt gemaakt, kunt u per keer van een bepaalde foto naar een andere foto springen en hierbij 10 of 100 foto’s overslaan.
3 Selecteer met ( ) [ Jump 10
photos/10 foto’s overslaan] of [ Jump 100 photos/100 foto’s overslaan].
4 Sla met ( ) het aantal foto’s over
en druk op .
Druk nogmaals op om de joystickaanduiding te verbergen.
BELANGRIJK
• Houd u aan de voorschriften hieronder terwijl de ACCESS-indicator brandt of knippert. U kunt uw gegevens anders voorgoed kwijtraken.
- Stel de camcorder niet bloot aan
trillingen of stoten.
- Open de afdekking van de
geheugenkaartsleuf niet.
- Ontkoppel de stroombron niet en zet
de camcorder niet uit.
- Wijzig de stand van het
programmakeuzewiel niet.
• De volgende foto’s worden mogelijk niet goed weergegeven:
- Foto’s die niet met deze camcorder
zijn gemaakt.
- Foto’s die zijn bewerkt op een
computer of die zijn geupload vanaf een computer.
- Foto’s waarvan de bestandsnamen
zijn gewijzigd.
1 Druk op om de
joystickaanduiding op te roepen.
2 Druk ( ) op de joystick naar .
62
Page 63

Foto’s verwijderen

Foto’s die u niet wilt behouden, kunt u verwijderen.
Eén enkele foto verwijderen
1
Selecteer met ( ) de foto die u wilt verwijderen.
2 Druk op om de
joystickaanduiding op te roepen.
3 Druk ( ) op de joystick naar . 4 Selecteer met ( ) de optie [Yes/
Ja] en druk op .
Foto’s verwijderen vanuit het indexscherm
Opties
[All Photos/Alle foto’s] Verwijdert alle foto’s. [This Photo/Deze foto] Verwijdert alleen de foto die is gemarkeerd met
het oranje selectiekader. [Selected Photos/Geselecteerde foto’s] Verwijdert alle foto’s die eerder waren
geselecteerd (gemarkeerd met een vinkje ). Raadpleeg
indexscherm
Opnamen selecteren in het
( 41).
1 Selecteer het indexscherm van de
foto’s.
Verplaats de zoomregelaar naar W en selecteer vervolgens de tab (harde schijf) of (geheugenkaart) ( 38).
2 Selecteer met ( , de foto die
u wilt verwijderen.
Deze stap is niet nodig om alle foto’s of eerder geselecteerde foto’s te verwijderen.
3 Verwijder de foto(’s).
FUNC.
[ Delete/Verwijderen]
Gewenste optie [Yes/Ja]* [OK]
FUNC.
* Als u een andere optie dan [This Photo/
Deze foto] hebt geselecteerd, kunt u op
drukken om de bewerking stop te zetten terwijl deze wordt uitgevoerd. Sommige foto’s zullen desondanks worden verwijderd.
BELANGRIJK
Wees voorzichtig als u foto’s verwijdert. Verwijderde foto’s bent u voorgoed kwijt.
OPMERKINGEN
Beveiligde foto’s kunt u niet verwijderen.
NL
63
Page 64
Foto’s

Aanvullende informatie

Foto’s tijdens weergave vergroten

Foto’s kunt u tijdens weergave vijfmaal zo groot maken. Het symbool wordt weergegeven bij foto’s die u niet kunt vergroten.
1 Verplaats de zoomregelaar naar T.
• De foto wordt tweemaal zo groot weergegeven en er verschijnt een kader dat de positie van het vergrote gebied aand uidt.
• Verplaats de zoomregelaar naar T als u de foto verder wilt vergroten. Als u de vergroting wilt verkleinen tot minder dan tweemaal, verplaats de zoomregelaar dan naar W.
2 Verplaats met ( , ) het kader
naar het deel van het beeld dat u wilt vergroten.
Als u de vergroting wilt annuleren, verplaats de zoomregelaar dan naar W totdat het kader verdwijnt.

Flitser

U kunt de flitser gebruiken om op donkere plaatsen foto’s te maken.
Opties
(automatisch)
De flitser gaat automatisch af al naargelang de helderheid van het onderwerp.
(flitser ingeschakeld)
De flitser gaat altijd af.
(flitser uitgeschakeld)
De flitser gaat niet af.
Standaardwaarde
1 Druk op om de
joystickaanduiding op te roepen.
Indien niet op de joystickaanduiding wordt weergegeven, druk ( ) op de joystick dan naar [Next/Volgende] om dit symbool op te roepen.
2 Druk ( ) op de joystick naar .
• Druk ( ) op de joystick herhaaldelijk in om te wisselen tussen de flitserstanden.
• Het pictogram van de flitserstand wordt weergegeven. verdwijnt na 4 seconden.
3 Druk eerst half in om de
PHOTO
automatische scherpstelling te activeren en vervolgens volledig om de foto te maken.
64
Page 65
OPMERKINGEN
• De flitser gaat niet af onder de volgende omstandigheden:
- Als u in de stand (automatisch)
handmatig de belichting instelt.
- Tijdens reeksopnamen.
- Bij gebruik van het opnameprogramma
[ Fireworks/Vuurwerk].
- Bij gebruik van de optionele videolamp
VL-5.
• Het praktische bereik van de flitser is circa 1 tot 2 meter. Het feitelijke bereik hangt af van de opnameomstandigheden.
• Het bereik van de flitser neemt af bij gebruik van de functie continu-opnamen.
• De flitserstand kan niet worden geselecteerd als de belichting vergrendeld is.
• Het verdient aanbeveling om geen gebruik te maken van de flitser terwijl de optionele groothoekconverter of teleconverter aangesloten is; de schaduw hiervan kan op het beeld verschijnen.

Histogramweergave

Tijdens het bekijken van foto’s kunt u het histogram weergeven, evenals de pictogrammen van alle functies die ten tijde van de opname werden gebruikt. Ook onmiddellijk na het maken van een foto wordt het histogram weergegeven. Gebruik het histogram als een referentie om de juiste belichting van de foto te controleren.
Het gebied aan de rechterzijde van het histogram vertegenwoordigt de lichtste gebieden en het gebied aan de linkerzijde de schaduwen. Een foto waarvan het histogram naar rechts piekt, is relatief helder; terwijl een foto
waarvan het histogram naar links piekt, relatief donker is.
Pixeltelling
Schaduwen
Lichte gebieden
Transportstand: Continu-opnamen en reeksopnamen
Maak een reeks foto’s van een bewegend onderwerp of maak dezelfde foto bij 3 verschillende belichtingsniveaus om later de foto te kiezen die u het beste bevalt.
WAAR U OP MOET LETTEN
Selecteer een andere opnamestand dan [ Fireworks/Vuurwerk].
Opties
[ Single/Enkel]
Maakt één enkele foto. [ Continuous Shooting/Continu-opnamen],
[ Hi-Speed Continuous Shooting/Continu­opnamen met hoge snelheid]
Maakt een reeks van maximaal 60 foto’s zolang u ingedrukt houdt. Er zijn twee
PHOTO
snelheidsinstellingen voor continu-opnamen: normaal (circa 2,5 foto’s per seconde) en hoge snelheid (circa 4,1 foto’s per seconde).
[ Auto Exposure Bracketing/Reeksopnamen] De camcorder maakt 3 foto’s met 3 verschillende
belichtingen (donker, normaal, licht in stappen van 1/2 EV), waarna u de foto kunt kiezen die u het beste bevalt.
Standaardwaarde
NL
65
Page 66
Foto’s
FUNC.
[ Single/Enkel] Gewenste optie
FUNC.
CONTINU-OPNAMEN/ CONTINU-OPNAMEN MET HOGE SNELHEID
1 Druk half in om de
2 Druk volledig en houd
PHOTO
automatische scherpstelling te activeren.
PHOTO
deze toets ingedrukt.
REEKSOPNAMEN
PHOTO
Druk eerst half in om de automatische scherpstelling te activeren en vervolgens volledig om de foto’s te maken.
OPMERKINGEN
• De snelheden van continu-opnamen zijn bij benadering gegeven en zijn afhankelijk van de opnameomstandigheden en onderwerpen.
• Bij gebruik van de flitser zal de snelheid van continu-opnamen afnemen tot circa 1,7 foto per seconde. De snelheid van continu-opnamen zal ook afnemen bij gebruik van lange sluitertijden (1/25 of langer).

Foto’s maken tijdens het opnemen van een film (gelijktijdig opnamen maken)

U kunt zelfs foto’s maken als de camcorder in de stand staat. Bovendien kunt u een foto maken terwijl u een film opneemt.
Foto’s die zijn gemaakt tijdens het gelijktijdig opnemen van een film, hebben dezelfde hoogte/ breedteverhouding van films (16:9).
FUNC.
[ Simultaneous Recording Off/ Gelijktijdig opnemen uit] Gewenste fotogrootte* Gewenste fotokwaliteit*
FUNC.
* Druk op om te wisselen tussen de
selectie van grootte en kwaliteit. In de rechterho ek wordt me t een getal aangegeven hoeveel foto’s u bij benadering kunt maken met de huidige instelling van de kwaliteit/grootte.
Druk tijdens het opnemen, of in de opnamepauzestand, op om de foto te maken.
OPMERKINGEN
• U kunt niet tegelijkertijd foto’s maken als de digitale zoom of een digitaal effect is geactiveerd.
• Voor het maken van foto’s verdient het aanbeveling de stand te gebruiken, die voor foto’s de beste kwaliteit geeft.
• Foto’s worden opgeslagen op het medium dat u hebt geselecteerd voor het maken van foto’s ( 31).
PHOTO
66
Page 67

Lichtmeetmethode

Om de optimale belichtingsinstellingen te berekenen, meet de camcorder het licht dat wordt gereflecteerd vanaf het onderwerp. Afhankelijk van het onderwerp wilt u mogelijk de manier veranderen waarop het licht wordt gemeten en geëvalueerd.
Opties
[ Evaluative/Deelmeting]
Geschikt voor algemene opnameomstandigheden, inclusief scènes met achtergrondverlichting. De camcorder verdeelt het beeld in meerdere gebieden en het licht wordt in al deze gebieden gemeten om voor het onderwerp een optimale belichting tot stand te brengen.
[ Center-Weighted Average/Centraal gewogen gemiddelde]
Er wordt een gemiddelde genomen van het licht dat in het gehele scherm wordt gemeten. Hierbij wordt meer gewicht gegeven aan het onderwerp in het midden.
[ Spot/Lokaal] Hierbij wordt alleen het gebied binnen het Spot
AE Point kader gemeten. Gebruik deze instelling om de belichting af te stemmen op het onderwerp in het midden van het scherm.
FUNC.
[ Evaluative/Deelmeting] Gewenste optie
FUNC.
Standaardwaarde

Een foto maken van een afspeelbeeld

U kunt van de beeldjes van een scène foto’s maken. De grootte van de gemaakte foto is [ 1920x1080] en kan niet worden gewijzigd, maar u kunt wel de fotokwaliteit selecteren.
WAAR U OP MOET LETTEN
Zet [TV Type/TV-type] in op [ Wide TV/Breedbeeld-TV] voordat u deze functie gebruikt ( 95).
FUNC.
[ Menu] [Photo Capture Quality/Fotokwaliteit]
Gewenste fotokwaliteit*
FUNC.
* Het getal aan de onderzijde geeft bij
benadering aan hoeveel foto’s kunnen worden gemaakt bij de huidige instelling van de kwaliteit.
DE FOTO MAKEN
1 Speel de scène af die het beeld
bevat dat u wilt vastleggen.
2 Las tijdens het afspelen een pauze
in op het punt waar u de foto wilt maken.
3 Druk volledig in.
• De datacodering van de foto
• Een foto die is gemaakt van een scène
PHOTO
OPMERKINGEN
weerspiegelt de datum en tijd waarop de originele scène is opgenomen.
met veel snelle bewegingen, kan er wazig uitzien.
NL
67
Page 68
Foto’s
• Foto’s worden opgeslagen op het medium dat u hebt geselecteerd voor het maken van foto’s ( 31).

Foto’s beveiligen

U kunt foto’s beveiligen tegen ongewild wissen.
Eén enkele foto beveiligen
1 Open het fotoselectiescherm.
FUNC.
[ Protect/Beveiligen] Op het scherm verschijnt [ Protect/Beveiligen].
2 Selecteer met ( ) de foto die u
wilt beveiligen.
3 Druk op om de foto te
beveiligen.
Op de balk aan de onderzijde verschijnt en de foto kan dan niet meer worden verwijderd. Druk nogmaals op als u de beveiliging wilt verwijderen.
4 Herhaal stap 2 en 3 om nog meer
foto’s te beveiligen of druk tweemaal op om het menu te sluiten.
Foto’s beveiligen in het indexscherm
Opties
[Individual Photos/Afzonderlijke foto’s] Opent hetzelfde scherm als beschreven onder
Eén enkele foto beveiligen
vanaf stap 3 van die procedure om de foto te beveiligen.
FUNC.
( 68). Ga verder
[Selected Photos/Geselecteerde foto’s] Beveiligt alle foto’s die eerder waren
geselecteerd (gemarkeerd met een vinkje ). Raadpleeg
indexscherm
[Remove All/Alles verwijderen] Verwijdert de beveiliging van alle foto’s.
FUNC.
Opnamen selecteren in het
( 41).
[ Protect/Beveiligen]
Gewenste optie [Yes/Ja] [OK]
FUNC.
BELANGRIJK
Als u het opnamemedium initialiseert ( 31), worden alle gemaakte foto’s permanent gewist, ook de beveiligde foto’s.

Foto’s kopiëren

U kunt foto’s alleen kopiëren van de harde schijf naar de geheugenkaart.
Eén enkele foto kopiëren
1 Selecteer de weergave van de
foto’s op de harde schijf.
Selecteer de tab ( 38) en verplaats de zoomregelaar naar T voor weergave van één enkele foto.
2 Selecteer met ( ) de foto die u
wilt kopiëren.
3 Kopieer de foto naar de
geheugenkaart.
FUNC.
[ Copy ( )/
Kopiëren] [Yes/Ja]
FUNC.
68
Page 69
Foto’s kopiëren vanuit het indexscherm
Opties
[All Photos/Alle foto’s] Kopieert alle foto’s. [This Photo/Deze foto] Kopieert alleen de foto die is gemarkeerd met het
oranje selectiekader. [Selected Photos/Geselecteerde foto’s] Kopieert alle foto’s die eerder waren
geselecteerd (gemarkeerd met een vinkje ). Raadpleeg
indexscherm
Opnamen selecteren in het
( 41).
1 Selecteer het indexscherm van de
foto’s die zijn gemaakt op de harde schijf.
Verplaats de zoomregelaar naar W en selecteer vervolgens de tab (harde schijf) ( 38).
2 Als u slechts één foto wilt
kopiëren, selecteer dan met ( ,
) de foto die u wilt kopiëren.
3 Kopieer de foto(’s).
FUNC.
[ Copy ( )/
Kopiëren]
Gewenste optie [Yes/Ja]* [OK]**
FUNC.
* Als u [Selected Photos/Geselecteerde
foto’s] of [All Photos/Alle foto’s] hebt geselecteerd, kunt u op drukken om de bewerking te onderbreken terwijl deze wordt uitgevoerd.
** Deze stap is niet nodig als u één enkele foto
kopieert.
BELANGRIJK
Houd u aan de voorschriften hieronder terwijl de knippert. U kunt uw gegevens anders voorgoed kwijtraken.
- Stel de camcorder niet bloot aan
ACCESS-indicator brandt of
trillingen of stoten.
- Open de afdekking van de geheugenkaartsleuf niet.
- Ontkoppel de stroombron niet en zet de camcorder niet uit.
- Wijzig de stand van het programmakeuzewiel niet.
OPMERKINGEN
• Als er op de geheugenkaart te weinig
ruimte is, zal de camcorder zoveel mogelijk foto’s kopiëren voordat de procedure wordt stopgezet.
• U kunt geen foto’s naar de geheugenkaart
kopiëren als de afdekking van de geheugenkaartsleuf geopend is, of wanneer de LOCK-schakelaar op de geheugenkaart zo ingesteld staat dat beschrijven van de kaart niet mogelijk is.
• Mogelijk kunt u ook geen foto’s kopiëren
die niet met deze camcorder werden gemaakt.

Overige functies die u kunt gebruiken als u foto’s maakt

U kunt ook de volgende functies gebruiken...
De volgende functies en programma’s van de camcorder kunt u gebruiken voor het opnemen van video of voor het maken van foto’s. De manier waarop u deze functies moet instellen en gebruiken, is al in detail besproken. Daarom geven wij alleen een verwijzing naar de relevante pagina in het “Video”-hoofdstuk.
Zoom ( 34)
Snelstartfunctie ( 35)
Opnameprogramma’s ( 43, 44)
Zelfontspanner ( 46)
Handmatige belichtingsinstelling en
automatische tegenlichtcorrectie ( 46)
Handmatige scherpstelling ( 47)
Witbalans ( 48)
Beeldeffecten ( 49)
Digitale effecten ( 50)
69
NL
Page 70
Foto’s

Foto’s afdrukken

Foto’s afdrukken (direct afdrukken)

De camcorder kan worden aangesloten op elke printer die compatibel is met PictBridge. U kunt als afdrukopdracht vooraf de foto’s markeren die u wilt afdrukken en het gewenste aantal exemplaren instellen ( 74).
Canon-printers: SELPHY-printers uit de serie CP, DS en ES en inkjet -printers met het PictBridge-logo.
De camcorder aansluiten op de printer
1 Selecteer het medium dat de
foto’s bevat die u wilt afdrukken.
Selecteer de tab (harde schijf) of
(geheugenkaart) ( 38) en verplaats de zoomregelaar naar T voor weergave van één foto.
2 Schakel de printer in. 3 Sluit de camcorder op de printer
aan met de bijgeleverde USB­kabel.
• Aansluiting . Raadpleeg
Aansluitschema’s ( 77).
• Als het scherm voor selectie van
het apparaattype verschijnt, selecteer dan [Computer/Printer] en druk op .
verschijnt en verandert in .
• De afdruk/deeltoets gaat branden en de huidige afdrukinstellingen worden circa 6 seconden weergegeven.
BELANGRIJK
• Indien blijft knipperen (langer dan 1 minuut) of indien niet verschijnt, dan is de camcorder niet op de juiste wijze aangesloten op de printer. Haal in dat geval de USB-kabel uit de camcorder en zet de camcorder en printer uit. Zet beide apparaten na korte tijd weer aan, zet de camcorder in de stand en herstel de verbinding.
• Zelfs als u een printer aansluit op de camcorder, wordt de printer niet herkend als u de volgende bedieningshandelingen uitvoert:
- Verwijderen van alle foto’s
- Verwijderen van alle
kopieeropdrachten
- Verwijderen van alle afdrukopdrachten
OPMERKINGEN
• Het symbool wordt weergegeven bij foto’s die u niet kunt afdrukken.
• Het verdient aanbeveling de camcorder van stroom te voorzien via de compacte netadapter.
• Raadpleeg ook de printerhandleiding.
• Als u niet van plan bent de optionele DVD-brander DW-100 te gebruiken, kunt u of [USB Connection Type/USB-verbindingstype] instellen op [ Computer/Printer]
( 96) zodat het scherm voor selectie
van het apparaattype niet telkens verschijnt als u de camcorder op een printer aansluit.
• De verbinding met een PictBridge­compatibele printer werkt niet als de harde schijf of geheugenkaart 1.800 foto’s of meer bevat. Het beste is om
70
Page 71
het aantal foto’s onder de 100 te houden.
Afdrukken met de afdruk/ deeltoets
U kunt, zonder de instellingen te wijzigen, snel een foto afdrukken door op te drukken.
1 Selecteer met ( ) de foto die u
wilt afdrukken.
2 Druk op .
• Het afdrukken begint. De toets knippert en blijft branden
nadat het afdrukken is voltooid.
• Selecteer met ( ) een andere
foto als u nog meer foto’s wilt afdrukken.

De afdrukinstellingen selecteren

U kunt voor een afdruk het aantal exemplaren en andere instellingen selecteren. Het hangt van uw printermodel af welke instelopties beschikbaar zijn.
Opties
[Paper Settings/Papierinstellingen] [ Paper Size/Papierformaat]: Het hangt van het
printermodel af welke papierformaten beschikbaar zijn. [ Paper Type/Papiertype]: Selecteer [Photo/ Foto], [Fast Photo/Foto snel], [Plain/Normaal] of [Default/Standaard]. [ Page Layout/Pagina-indeling]: Selecteer [Default/Standaard], [Bordered/Randen] of een van de volgende pagina-indelingen. [Borderless/Randloos]: De foto wordt vergroot en wordt aan de randen mogelijk iets afgesneden om op het papier te passen. [x photos/sheet-aantal foto’s per vel]: Raadpleeg de tabel op pagina 72.
[ ] (Datum afdrukken) Selecteer [On/Aan], [Off/Uit] of [Default/Standaard]. [ ] (Afdrukeffect) Alleen beschikbaar met printers die compatibel zijn
met de beeldoptimalisatiefunctie (Image Optimize). Selecteer [On/Aan], [Off/Uit] of [Default/Standaard].
Canon inkjet/SELPHY DS-printers:
[Vivid/Levendig], [NR/Ruisreductie] of [Vivid+NR/ Levendig+Ruisreductie] selecteren.
[ ] (Aantal exemplaren) Selecteer 1-99 exemplaren.
U kunt ook
OPMERKINGEN
Het hangt van het printermodel af wat de instellingsopties zijn voor het afdrukken en wat de [Default/Standaard]-instellingen zijn. Raadpleeg voor bijzonderheden de printerhandleiding.
Afdrukken nadat u de afdrukinstellingen hebt gewijzigd
NL
1 Druk op om de
joystickaanduiding op te roepen.
71
Page 72
Foto’s
2 Druk ( ) op de joystick naar .
Het instelmenu verschijnt.
Snij-instellingen ( 73)
Papierinstellingen
Huidige papierinstellingen (papierformaat,
papiertype en pagina-indeling)
• Selecteer met ( ) een andere foto als u nog meer foto’s wilt afdrukken.
HET AFDRUKKEN ANNULEREN
1 Druk tijdens het afdrukken op . 2 Selecteer met ( ) de optie [OK] en
druk op .
NADAT U KLAAR BENT MET AFDRUKKEN
Aantal exemplaren Afdrukeffect Datum afdrukken
3 Selecteer in het instelmenu met
( , ) de functie die u wilt wijzigen en druk op .
4 Selecteer met ( ) de gewenste
instellingsoptie en druk op .
5 Selecteer met ( , ) de optie
[Print/Afdrukken] en druk op .
• Het afdrukken begint. Het instelmenu verdwijnt wanneer alle foto’s zijn afgedrukt.
Haal de kabel uit de camcorder en printer en schakel de camcorder uit.
AFDRUKFOUTEN
Als zich tijdens het afdrukken een fout voordoet, verschijnt er een foutbericht (bijvoorbeeld [No paper/Geen papier]) op het scherm van de camcorder. Los het probleem op door de foutberichtenlijst (
110) en de printerhandleiding te raadplegen.
[x photos/sheet-aantal foto’s per vel]: Meerdere foto’s afdrukken op hetzelfde vel
Bij gebruik van Canon-printers kunt u dezelfde foto meerdere malen afdrukken op hetzelfde vel papier. Gebruik de volgende tabel als richtlijn voor het aanbevolen aantal exemplaren, afhankelijk van de [ Paper Size/Papierformaat]-instelling.
[ Paper Size/
Papierformaat]
Canon-printer
Inkjetprinters SELPHY DS 2, 4, 9 of 16 SELPHY CP/ES 2, 4 of 8
1
U kunt ook de speciale stickervellen gebruiken.
2
Met de instelling [8 photos/sheet-8 foto’s per vel] kunt u ook de speciale stickervellen gebruiken. SELPHY CP: Als u het brede fotopapier gebruikt met de [Default/Standaard]-instelling, kunt u ook [2 photos/sheet-2 foto’s per vel] of [4 photos/sheet-4 foto’s per vel] gebruiken.
[Creditcard] [9 x 13 cm] [10 x 14,8 cm] [A4]
1
2
2 of 4 2 of 4
4
72
Page 73
Canon-printers die compatibel zijn met PictBridge: Als het afdrukken niet
automatisch wordt hervat nadat u het probleem hebt verholpen, selecteer dan [Continue/Doorgaan] en druk op om het afdrukken te hervatten. Als die optie niet beschikbaar is, selecteer dan [Stop] en druk op en begin opnieuw met afdrukken vanaf het begin.
Overige printers of wanneer de fout aanhoudt bij gebruik van een Canon-printer: Als het afdrukken niet automatisch wordt hervat, verwijder dan de USB-kabel en zet de camcorder uit. Zet na korte tijd de camcorder weer aan en herstel de USB-verbinding.
BELANGRIJK
• U kunt op een PictBridge-compatibele printer mogelijk geen foto’s afdrukken waarvan de bestandsnaam is gewijzigd of die zijn gemaakt, gecreëerd, bewerkt of gewijzigd met een ander apparaat dan deze camcorder.
• Als het bericht [Busy/Bezig] niet verdwijnt, verwijder dan de USB-kabel en herstel na korte tijd de verbinding.
Raadpleeg stap 1 en 2 in Afdrukken
nadat u de afdrukinstellingen hebt gewijzigd ( 71).
2
Selecteer met ( , ) de optie [Trimming/Afsnijden] en druk op .
Het snijkader verschijnt.
3
Wijzig het formaat van het snijkader.
• Verplaats de zoomregelaar naar T om het kader te verkleinen en verplaats het naar W om het te vergroten. Druk op om de afdrukrichting (staand/liggend) van het kader te wijzigen.
• De snij-instellingen annuleert u door de zoomregelaar naar W te verplaatsen totdat het snijkader verdwijnt.
NL

Snij-instellingen

Stel het papierformaat en de pagina­indeling in voordat u de snij-instellingen wijzigt. De snij-instellingen zijn slechts op één foto van toepassing.
1 Open het instelmenu.
4 Verplaats met ( , ) het
snijkader naar het gebied dat u wilt afdrukken.
5 Druk op om terug te keren
naar het instelmenu.
• Het geselecteerde afdrukgebied
• Als u andere afdrukinstellingen wilt
FUNC.
wordt aangeduid met een groen kader binnen het miniatuurbeeld.
wijzigen en het door u geselecteerde gebied wilt afdrukken, raadpleeg dan stap 3 t/m 5 in Afdrukken nadat u de afdrukinstellingen hebt gewijzigd (71).
73
Page 74
Foto’s
OPMERKINGEN
• De snij-instellingen worden geannuleerd in de volgende gevallen:
- Als u de camcorder uitschakelt.
- Als u de USB-kabel loskoppelt.
- Als u het snijkader verder vergroot dan
maximaal.
- Als u de optie [Paper Size/
Papierformaat] wijzigt.
• Het kan gebeuren dat u de snij-opties niet kunt instellen voor een foto die niet met deze camcorder is gemaakt.

Afdrukopdrachten

U kunt als afdrukopdracht vooraf de foto’s markeren die u wilt afdrukken en het gewenste aantal exemplaren instellen. Later kunt u de afdrukopdrachten eenvoudig afdrukken door de camcorder aan te sluiten op een PictBridge-compatibele printer ( 70). U kunt afdrukopdrachten instellen voor maximaal 998 foto’s.
Foto’s selecteren om af te drukken (afdrukopdracht)
Stel de afdrukopdrachten in voordat u de bijgeleverde USB-kabel aansluit op de camcorder.
Eén enkele foto markeren met een afdrukopdracht
1 Open het fotoselectiescherm.
FUNC.
[ Print Orders/ Afdrukopdrachten] Op het scherm verschijnt .
2 Selecteer met ( ) de foto die u
wilt markeren met een afdrukopdracht.
74
3 Druk op om de
afdrukopdracht in te stellen.
Het aantal exemplaren wordt weergegeven in oranje.
4 Stel met ( ) het aantal gewenste
exemplaren in en druk op .
Stel het aantal exemplaren in op 0 als u de afdrukopdracht wilt annuleren.
5 Herhaal stap 2 t/m 4 als u nog
meer foto’s wilt markeren met een afdrukopdracht of druk tweemaal
FUNC.
op om het menu te sluiten.
Afdrukopdrachten instellen vanuit het indexscherm
Opties
[Individual Photos/Afzonderlijke foto’s] Opent hetzelfde scherm dat staat beschreven
onder
Eén enkele foto markeren met een
afdrukopdracht
van die procedure om de afdrukopdracht in te stellen.
[Selected Photos (1 copy each)/Geselecteerde foto’s (1 exemplaar elk)]
Stelt een afdrukopdracht in van 1 exemplaar van elke foto die vooraf is geselecteerd (gemarkeerd met een vinkje ). Raadpleeg
selecteren in het indexscherm
[Remove All/Alles verwijderen] Verwijdert alle afdrukopdrachten.
FUNC.
( 74). Ga verder vanaf stap 3
Opnamen
( 41).
[ Print Orders/Afdrukopdrachten] Gewenste optie [Yes/Ja] [OK]
FUNC.
Foto’s afdrukken die zijn gemarkeerd met een afdrukopdracht
1 Sluit de camcorder op de printer
aan met de bijgeleverde USB­kabel.
Page 75
Aansluiting . Raadpleeg Aansluitschema’s (77).
2 Open het afdrukmenu.
FUNC.
[ Menu]
[ Print/Afdrukken]
• Het afdrukmenu verschijnt.
• Als er geen foto’s zijn die zijn gemarkeerd met een afdrukopdracht, verschijnt [No print orders have been set/Geen afdrukopdrachten ingesteld].
• Afhankelijk van de aangesloten printer kunt u mogelijk enkele afdrukinstellingen wijzigen ( 71).
3 Selecteer met ( , ) de optie
[Print/Afdrukken] en druk op .
Het afdrukken begint. Het afdrukmenu verdwijnt wanneer alle foto’s zijn afgedrukt.
OPMERKINGEN
• Raadpleeg pagina 72 als u het afdrukken wilt annuleren.
Het afdrukken hervatten: Open het afdrukmenu zoals beschreven in stap 2. Selecteer in het menu van de afdrukinstellingen de optie [Print/ Afdrukken]* of [Resume/Hervatten] en druk op . De resterende foto’s worden afgedrukt. Het afdrukken kan niet worden hervat als de afdrukopdrachtinstellingen zijn gewijzigd of als u een foto met afdrukopdrachtinstellingen hebt verwijderd.
* Indien de afdrukopdracht na de eerste
foto werd o nderbroken.
NL
75
Page 76

Externe aansluitingen

Dit hoofdstuk beschrijft hoe u uw camcorder aansluit op een extern apparaat zoals een TV, videorecorder of computer.

Aansluitpunten op de camcorder

Aansluitpunt HDMI OUT*
Toegang: Open aan de achterzijde de afdekking van het aansluitpunt. Het aansluitpunt HDMI OUT biedt een gemakkelijke digitale verbinding van hoge kwaliteit waarbij audio en video worden gecombineerd in één enkele kabel.
Aansluitpunt COMPONENT OUT*
Toegang: Open aan de voorzijde de afdekking van het aansluitpunt. Het aansluitpunt voor component video is alleen voor video bestemd. Bij gebruik van aansluiting moet u niet vergeten op het aansluitpunt AV OUT/ de audioverbindingen tot stand te brengen.
Aansluitpunt AV OUT/
Toegang: Open aan de voorzijde de afdekking van het aansluitpunt. Geluid uit de ingebouwde luidspreker wordt onderdrukt als de stereovideokabel STV-250N is aangesloten op de camcorder.
Aansluitpunt USB
Toegang: Open het LCD-paneel.
* Als u een kabel aansluit op de camcorder, zorg er dan voor dat de driehoekmarkering op de
kabelconnector tegenover de driehoekmarkering van het aansluitpunt op de camcorder staat ().
76
Page 77

Aansluitschema’s

Met een beeldkwaliteit in aflopende volgorde ziet u hierna een overzicht van de aansluitingen die kunnen worden gebruikt om de camcorder op een TV aan te sluiten.
Aansluiting
(HDMI-mini-connector)
Type: Digitaal Kwaliteit: High-Definition Alleen uitvoer
Aansluiten op een High-Definition TV (HDTV) met een HDMI-ingang.
Kabel HTC-100 HDMI
(optioneel)
HDMI IN
(standaard-HDMI-
connector)
Type: Analoog Kwaliteit: Hangt af van de instellingen Alleen uitvoer Aansluiten op een High-Definition TV (HDTV) of een standaard-TV met Component
Aansluiting
Video-ingangen.Wijzig de volgende instellingen op de camcorder:
- [Component Output/Componentuitvoer] op basis van het TV-toestel (Standard of High-Definition) ( 94)
- [AV/Headphones-AV/Hoofdtelefoon] ingesteld op [ AV] ( 94)
Pr/Cr
Pb/Cb
Y
AUDIO
Component-kabel CTC-100/S
(bijgeleverd)
Stereovideokabel STV-250N
(bijgeleverd)
Rood
Blauw
Groen:
Wit
Rood
NL
L
R
77
Page 78
Externe aansluitingen
Type: Analoog Kwaliteit: Standard-Definition Alleen uitvoer
Aansluiten op een standaard-TV of een videorecorder met audio/video-ingangen. Wijzig
Aansluiting
Aansluiting
Aansluiting
de volgende instellingen op de camcorder:
- [AV/headphones-AV/Hoofdtelefoon] ingesteld op [ AV] ( 94).
- [TV Type/TV-type] op basis van het TV-toestel (breedbeeld of 4:3) indien de TV niet automatisch de hoogte/breedteverhouding kan detecteren en wijzigen ( 95)
In alle opzichten precies dezelfde aansluiting als aansluiting hierboven.
Aansluiten op een standaard-TV- of videorecorder met SCART-ingang. Vereist een SCART-adapter (in de winkel verkrijgbaar).
Type: Digitale gegevensverbinding
Aansluiten op een computer om een backup te maken van uw opnamen, of op de optionele DVD-brander DW-100 om van uw opnamen DVD-schijven te maken, of op een printer om foto’s af te drukken.
Stereovideokabel STV-250N
(bijgeleverd)
Stereovideokabel STV-250N
(bijgeleverd)
Geel Wit
Rood
Rood
Wit
Geel
SCART-adapter
(in de winkel verkrijgbaar)
VIDEO
AUDIO
L
R
78
USB-kabel (bijgeleverd)
Page 79

Afspelen op een TV-scherm

Sluit de camcorder aan op een TV om samen met familie en vrienden van uw opnamen te genieten. De beste afspeelkwaliteit krijgt u als u uw opnamen afspeelt op een HDTV met gebruik van een van de High-Definition aansluitingen.
1 Zet de camcorder en TV uit. 2 Sluit de camcorder aan op de TV.
Raadpleeg Aansluitschema’s (77) en selecteer voor uw TV de meest geschikte aansluiting.
3 Zet de aangesloten TV aan.
Selecteer op de TV als video-ingang hetzelfde aansluitpunt als het aansluitpunt waarop u de camcorder hebt aangesloten. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de aangesloten TV.
4 Zet de camcorder aan en
selecteer de stand ( 36) of de stand ( 61).
Begin met het afspelen van films of het weergeven van foto’s.
OPMERKINGEN
• Het verdient aanbeveling de camcorder van stroom te voorzien via de compacte netadapter.
• Aansluiting of : Als u uw 16:9­films afspeelt op standaard-TV’s met een hoogte/breedteverhouding van 4:3, gaat het TV-toestel automatisch over op de breedbeeldstand als de TV compatibel is met het WSS-systeem. In andere gevallen moet u de hoogte/ breedteverhouding van uw TV handmatig wijzigen.
Over de HDMITM-verbinding
De HDMI-aansluiting ( ) (High-Definition Multimedia Interface) is een gemakkelijke, geheel digitale aansluiting waarbij voor zowel audio als video gebruik wordt gemaakt van één enkele kabel. Als u de camcorder aansluit op een HDTV die uitgerust is met een HDMI-aansluitpunt, kunt u profiteren van video- en audioweergave van de hoogste kwaliteit.
- Het aansluitpunt HDMI OUT op de camcorder is alleen bestemd voor uitvoer. Sluit dit niet aan op een HDMI-uitgang van een ander apparaat. De camcorder kan anders beschadigd raken.
- Een juiste werking kan niet worden gegarandeerd als de camcorder wordt aangesloten op DVI-monitoren.
- Afhankelijk van de HDTV wordt persoonlijke video-inhoud bij gebruik van aansluiting wellicht niet correct afgespeeld. Probeer dan een van de andere verbindingen.
- Terwijl de camcorder aangesloten is op een HDTV via aansluiting is er geen video­uitvoer vanuit de andere aansluitpunten.
NL
79
Page 80
Externe aansluitingen
Uw opnamen opslaan en een backup van uw opnamen

Op uw computer een backup van uw opnamen maken

Films die u met deze camcorder maakt, worden opgeslagen op de harde schijf of geheugenkaart. De ruimte is beperkt. Zorg er daarom voor dat u op uw computer regelmatig een backup van uw opnamen maakt.
PIXELA ImageMixer 3 SE
Met de software die is bijgeleverd op de CD-ROM PIXELA ImageMixer 3 SE kunt u scènes selecteren en hiervan een backup maken op de harde schijf van uw computer. Als u van uw opnamen backupbestanden op uw computer hebt gemaakt, kunt u deze later, indien nodig, weer terugzetten naar de camcorder. ImageMixer 3 biedt tevens een groot aantal opties voor het ordenen van uw videobibliotheek, het bewerken van video en nog meer. Raadpleeg de PIXELA ImageMixer 3 SE Installatiehandleiding voor bijzonderheden over het installeren van de software.
Uw opnamen opslaan op een computer
De volgende opties zijn ook beschikbaar:
• De optionele DVD-brander DW-100 gebruiken om van uw films High­Definition (AVCHD)-schijven en van uw foto’s foto-DVD’s te maken ( 80).
• De camcorder aansluiten op een extern opnameapparaat (DVD- of HDD-recorder, videorecorder, etc.) om van uw films Standard-Definition kopieën op te slaan ( 84).
BELANGRIJK
Als de camcorder aangesloten is op een computer: Open, wijzig of verwijder de
mappen of bestanden van uw camcorder niet rechtstreeks vanaf uw computer, omdat uw gegevens anders permanent beschadigd kunnen raken. Gebruik alleen de bijgeleverde software ImageMixer 3 om van uw opnamen backups te maken en backupbestanden terug te zetten naar de camcorder.
Authoring van High-Definition (AVCHD)­schijven en foto-DVD’s
U kunt de camcorder aansluiten op de optionele DVD-brander DW-100 om High-Definition DVD-schijven (AVCHD­specificaties) te maken. Op deze wijze kunt u uw video-opnamen behouden in de hoogst beschikbare videokwaliteit. Ook kunt u van uw foto’s foto-DVD’s maken die u kunt weergeven op de meeste standaard-DVD-spelers. Raadpleeg dit hoofdstuk samen met de relevante hoofdstukken in de handleiding van de DW-100.
80
Page 81
Opties voor het maken van AVCHD-schijven (stand )
[All scenes/Alle scènes] Voegt alle scènes toe aan de schijf of schijven. [Remaining Scenes/Resterende scènes] Voegt alleen de scènes toe die niet eerder aan
een schijf zijn toegevoegd. [Playlist/Afspeellijst] Voegt alleen de scènes toe uit de afspeellijst
( 56).
Opties voor het maken van foto-DVD’s (stand )
[All Photos/Alle foto’s] Voegt alle foto’s toe aan de diashow op de schijf. [Transfer orders/Kopieeropdrachten] Voegt alleen de foto’s toe die zijn gemarkeerd
met een kopieeropdracht ( 87).
Voorbereidingen op de camcorder
1 Zet de camcorder aan en
selecteer de stand om van uw films High-Definition-schijven te maken of selecteer de stand
om van uw foto’s foto-DVD’s
te maken.
• Voorzie de camcorder van stroom met de compacte netadapter.
• Selecteer vooraf het medium dat de opnamen bevat die u wilt toevoegen aan de schijf ( 38).
2 Selecteer de scènes of foto’s die u
wilt toevoegen aan de schijf.
FUNC.
[ Menu]
of [Add Recordings to Disc/Opnamen toevoegen aan schijf] Gewenste optie
FUNC.
De camcorder aansluiten op de DVD­brander DW-100 en een schijf maken
1 Zet de DVD-brander aan.
Raadpleeg DVD’s maken.
DW-100
2 Sluit de camcorder aan op de
DVD-brander met de bijgeleverde USB-kabel.
• Aansluiting . Raadpleeg
Aansluitschema’s
DW-100
• Als het scherm voor selectie van het apparaattype verschijnt, selecteer dan [DVD Burner/DVD­brander] en druk op .
• Na voltooiing van de aansluiting wordt [No disc/Geen schijf] weergegeven.
( 77) en
Aansluitingen
.
3 Plaats een nog niet gebruikte
schijf in de DVD-brander.
• Gebruik de toets OPEN/CLOSE op de DVD-brander om de schijflade te openen en sluiten.
• Nadat de schijf is herkend, toont een informatiescherm het DVD-type dat u maakt en bij benadering de tijd die nodig is en het aantal schijven dat is vereist (gebaseerd op het type schijf dat u gebruikt).
• Als u een DVD-RW-schijf hebt geplaatst die al gegevens bevat, wordt het bericht [The disc already contains data./De schijf bevat al gegevens.] weergegeven. Als u de gegevens wilt overschrijven (zodat de bestaande inhoud van de schijf wordt gewist), druk dan op , selecteer [Yes/Ja] en druk nogmaals op .
NL
81
Page 82
Externe aansluitingen
4 Druk op de startknop van de DVD-
brander.
• Op het scherm verschijnt een voortgangsbalk.
• De procedure kan niet worden geannuleerd nadat u op de startknop hebt gedrukt (terwijl de geplaatste schijf wordt beschreven).
• Op het scherm verschijnt [Task completed/Taak voltooid] nadat de laatste schijf is gefinaliseerd. Verwijder de schijf en sluit de schijflade.
ALS VOOR DE GEGEVENS MEERDERE SCHIJVEN
ZIJN VEREIST
Nadat u een schijf hebt gefinaliseerd, wordt deze automatisch uitgeworpen en verschijnt er een bericht. Plaats de volgende schijf en sluit de schijflade.
EEN EXTRA KOPIE VAN DEZELFDE SCHIJF
MAKEN
Plaats na voltooiing van de procedure een nog niet gebruikte schijf, sluit de schijflade en herhaal de procedure
BELANGRIJK
• Als u schijven wilt maken die u kunt afspelen op AVCHD-compatibele apparaten, voeg dan vooraf aan de afspeellijst de scènes toe die u op de schijf wilt hebben, en laat hierbij alle scènes weg die zijn opgenomen in de MXP-modus. Selecteer vervolgens de optie [Playlist/Afspeellijst] om de schijf te maken.
• Met de optionele DVD-brander DW-100 kunt u geen AVCHD-schijven maken van opnamen die zijn gemaakt in de MXP­modus. Gebruik de bijgeleverde software ImageMixer 3 om van dergelijke opnamen een backup te maken.
• Open de afdekking van de geheugenkaartsleuf niet en verwijder de geheugenkaart niet terwijl de camcorder is aangesloten op de DVD-brander.
• Houd u aan de voorschriften hieronder terwijl de ACCESS-indicator op de camcorder brandt of knippert. U kunt uw gegevens anders voorgoed kwijtraken.
- Stel de camcorder niet bloot aan
trillingen of stoten.
- Open de afdekking van de
geheugenkaartsleuf niet.
- Koppel de USB-kabel niet los.
- Verwijder de stroombron niet en zet de
camcorder of DVD-brander niet uit.
- Wijzig de stand van het
programmakeuzewiel niet.
• Raadpleeg Waarschuwingen bij gebruik.
DW-100
High-Definition (AVCHD)-schijven afspelen die zijn gemaakt met de DVD-brander DW-100
Soort externe speler Schijfinhoud Schijven waarop scènes staan die
zijn opgenomen in de MXP-modus (FXP/XP+/SP/LP)
* Plaats geen schijf in een niet-compatibel apparaat. Anders kunt u de schijf mogelijk niet
meer uitwerpen.
DVD-spelers of Blu-ray-spelers die
compatibel zijn met AVCHD
Kunnen worden afgespeeld
DVD-spelers die niet compatibel
zijn met AVCHD*
Kunnen niet worden afgespeeld
(vanaf juni 2008)*
82
Page 83
OPMERKINGEN
Als een scène niet volledig op één schijf past, kunt u deze splitsen en doorgaan op de volgende schijf.
AVCHD-schijven afspelen met gebruik van de DVD-brander DW-100
U kunt de optionele DVD-brander DW-100 en de camcorder ook gebruiken om op een TV High-Definition (AVCHD)-schijven af te spelen. Dit is bijvoorbeeld erg handig als u schijven wilt afspelen op een locatie waar geen DVD-speler voorhanden is die compatibel is met AVCHD.
1 Sluit de camcorder aan op de TV.
Raadpleeg Aansluitschema’s ( Selecteer aansluiting of om te kunnen genieten van opnamen in High-Definition.
77).
2 Zet de DVD-brander aan en
selecteer de schijfafspeelstand.
DW-100
Raadpleeg DVD’s
afspelen.
3 Sluit de camcorder aan op de
DVD-brander met de bijgeleverde USB-kabel.
• Aansluiting . Raadpleeg Aansluitschema’s ( 77) en
Aansluitingen.
DW-100
• Als het scherm voor selectie van het apparaattype verschijnt, selecteer dan [DVD Burner/DVD­brander] en druk op .
4 Plaats in de DVD-brander de schijf
die u wilt afspelen.
• Gebr uik d e t oets OP EN /C LO SE op de DVD-brander om de schijflade te openen en sluiten.
• De schijfinhoud wordt weergegeven in een indexscherm nadat de schijf is herkend.
5 Selecteer met ( , ) de scène
die u wilt afspelen en druk op om met afspelen te beginnen.
BELANGRIJK
Open de afdekking van de geheugenkaartsleuf niet en verwijder de geheugenkaart niet terwijl de camcorder is aangesloten op de DVD-brander.
OPMERKINGEN
• Op de DVD-brander DW-100 kunt u alleen AVCHD-schijven afspelen die met deze brander zijn gemaakt.
• Het menu FUNC. en de instellingsmenu’s kunt u niet openen terwijl de camcorder aangesloten is op de DVD-brander.
• Met uitzondering van versneld afspelen op 60x de normale snelheid kunt u voor het afspelen van schijven gebruik maken van de speciale afspeelstanden
37).
(
FOTO-DVD’S WEERGEVEN
Foto-DVD’s worden gemaakt met gebruik van DVD-Video-specificaties (Standard Definition). Geef uw foto-DVD’s weer met gebruik van standaard-DVD-spelers. Als uw computer uitgerust is met een DVD-station, kunt u de diashow weergeven als een DVD en kunt u ook de afzonderlijke foto’s benaderen als JPG­bestanden.
OPMERKINGEN
Foto-DVD’s kunt u niet afspelen op de DVD-brander DW-100.
NL
83
Page 84
Externe aansluitingen

Uw opnamen kopiëren naar een externe videorecorder

U kunt uw opnamen kopiëren vanaf uw camcorder naar een videorecorder of een digitaal videoapparaat. De video­uitvoer zal plaatsvinden in de Standard Definition, hoewel de originele scènes in High Definition zijn opgenomen.
Aansluiten
Sluit de camcorder aan op de videorecorder met gebruik van aansluiting of . Raadpleeg Aansluitschema’s ( 77).
Opnemen
1 Extern apparaat: Plaats een lege
cassette of schijf en zet het apparaat in de opnamepauzestand.
2 Camcorder: Lokaliseer de scène
die u wilt kopiëren en las kort vóór de scène een afspeelpauze in.
3 Camcorder: Hervat het afspelen. 4 Extern apparaat: Begin op te
nemen wanneer de scène verschijnt die u wilt kopiëren. Stop met opnemen wanneer het kopiëren voltooid is.
5 Camcorder: Stop met afspelen.
OPMERKINGEN
• Het verdient aanbeveling de camcorder van stroom te voorzien via de compacte netadapter.
• Standaard worden de schermgegevens ingebed in het video-uitvoersignaal. U kunt de schermgegevens wijzigen door herhaaldelijk op ( 51) te drukken.
84
DISP.

Foto’s kopiëren naar uw computer (direct kopiëren)

Met de bijgeleverde software op de CD­ROM DIGITAL VIDEO Solution Disk kunt u heel eenvoudig naar een computer foto’s kopiëren door op
te drukken.
Raadpleeg ook de relevante hoofdstukken in de handleiding “Digital Video Software” (PDF-bestand).
Voorbereidingen
Installeer de software voordat u de camcorder voor de eerste keer op de computer aansluit. (Alleen gebruikers van Windows: u moet ook de instelling van CameraWindow voor automatisch activeren selecteren.) Hierna hoeft u de camcorder alleen maar op de computer aan te sluiten (stap 2 en 3) en kunt u direct beginnen met het kopiëren van foto’s (
86).
1 Installeer de bijgeleverde Digital
Video Software.
Raadpleeg De Digital Video
DVSD
Software installeren.
2 Zet de camcorder in de stand
.
3 Selecteer het medium dat de
foto’s bevat die u wilt kopiëren.
• Selecteer de tab (harde schijf) of (geheugenkaart) ( 38) en verplaats de zoomregelaar naar T voor weergave van één foto.
4 Sluit de camcorder aan op de
computer met de bijgeleverde USB-kabel.
• Aansluiting . Raadpleeg Aansluitschema’s ( 77).
Page 85
• Als het scherm voor selectie van het apparaattype verschijnt, selecteer dan [Computer/Printer] en druk op .
• Het menu voor direct kopiëren verschijnt op het scherm van de camcorder en de toets gaat branden.
DE CAMCORDER VOOR DE EERSTE KEER
AANSLUITEN OP EEN COMPUTER ONDER
WINDOWS
Alleen gebruikers van Windows: De eerste keer dat u de camcorder aansluit op uw computer, moet u ook de instelling van CameraWindow voor automatisch activeren selecteren.
starten.
• Open de afdekking van de
• Houd u aan de voorschriften hieronder
• Al naargelang de software en de
• Indien u de beeldbestanden op uw
Raadpleeg CameraWindow
DVSD
BELANGRIJK
geheugenkaartsleuf niet en verwijder de geheugenkaart niet terwijl de camcorder is aangesloten op de computer.
als de ACCESS-indicator brandt of knippert. U kunt uw gegevens anders voorgoed kwijtraken.
- Stel de camcorder niet bloot aan trillingen of stoten.
- Open de afdekking van de geheugenkaartsleuf niet.
- Koppel de USB-kabel niet los.
- Zet de camcorder of computer niet uit.
- Wijzig de stand van het programmakeuzewiel niet.
specificaties/instellingen van uw computer wordt deze functie mogelijk niet goed uitgevoerd.
computer wilt gebruiken, maak dan
eerst kopieën. Gebruik de gekopieerde bestanden en behoud de originele bestanden in ongeschonden staat.
• Tijdens de volgende bedieningshandelingen wordt de camcorder niet herkend, ook al is deze aangesloten op de computer:
- Verwijderen van alle foto’s
- Verwijderen van alle
kopieeropdrachten
- Verwijderen van alle afdrukopdrachten
OPMERKINGEN
• Het verdient aanbeveling de camcorder van stroom te voorzien via de compacte netadapter.
• Raadpleeg ook de gebruikshandleiding van de computer.
Gebruikers van Windows Vista, Windows XP en Mac OS X: Uw camcorder is uitgerust met het standaard Picture Transfer Protocol (PTP) waarmee u heel eenvoudig foto’s (alleen JPEG) kunt kopiëren door de camcorder via de bijgeleverde USB-kabel op een computer aan te sluiten, zonder dat u de bijgeleverde software hoeft te installeren.
• Als u niet van plan bent de optionele DVD-brander DW-100 te gebruiken, kunt u of [USB Connection Type/USB-verbindingstype] instellen op [ Computer/Printer] ( 93) zodat het scherm voor selectie van het apparaattype niet telkens verschijnt als u de camcorder op een computer aansluit.
• Afhankelijk van het aantal foto’s op de geheugenkaart (Windows: 1.800 foto’s of meer; Macintosh: 1.000 foto’s of meer), kan het gebeuren dat u naar de computer geen foto’s kunt kopiëren. Probeer in dat geval een kaartlezer te gebruiken.
NL
85
Page 86
Externe aansluitingen
Foto’s kopiëren
Opties voor automatisch kopiëren
Alle relevante foto’s worden in één groep gekopieerd naar de computer en de miniatuurbeelden hiervan worden weergegeven op de computer.
[ All Photos/Alle foto’s] Kopieert alle foto’s. [ New Photos/Nieuwe foto’s] Kopieert alleen foto’s naar de computer die nog
niet naar de computer zijn gekopieerd. [ Photos with Transfer Orders/Foto’s met
kopieeropdrachten] Kopieert foto’s die zijn gemarkeerd met
kopieeropdrachten ( 87).
Opties voor handmatig kopiëren
U kunt de foto(’s) selecteren die u wilt kopiëren.
[ Select and Transfer/Selecteren en kopiëren] Selecteer de foto(’s) die u wilt kopiëren. [ Set as Desktop Wallpaper/Gebruiken als
bureaubladachtergrond] Selecteer een foto die u wilt kopiëren om deze
als achtergrond op het bureaublad van uw computer te gebruiken.
OPTIES VOOR AUTOMATISCH KOPIËREN
Selecteer met ( ) een kopieeroptie en druk op .
• De camcorder keert terug naar het kopieermenu zodra de foto’s zijn gekopieerd.
• Als u het kopieerproces wilt annuleren, selecteer dan met ( ) de optie [Cancel/Annuleren] en druk op , of druk op .
OPTIES VOOR HANDMATIG KOPIËREN
1 Selecteer met ( ) een
kopieeroptie en druk op .
2 Selecteer met ( ) de foto die u
wilt kopiëren en druk op .
• [ Select and Transfer/Selecteren en kopiëren]: Herhaal deze stap om andere foto’s te selecteren die u wilt kopiëren.
• De toets knippert terwijl de foto’s worden gekopieerd.
3 Druk op om terug te keren
FUNC.
naar het kopieermenu.
FUNC.
86
OPMERKINGEN
Als de camcorder op de computer aangesloten is en het fotoselectiescherm wordt weergegeven, en u wilt terugkeren naar het kopieermenu, druk dan op
FUNC.
.
Page 87

Kopieeropdrachten

Kopieeropdrachten instellen vanuit het indexscherm
U kunt vooraf markeren welke foto’s u als kopieeropdrachten wilt kopiëren naar de computer. U kunt kopieeropdrachten instellen voor maximaal 998 foto’s.
Foto’s selecteren om te kopiëren (kopieeropdracht)
Stel de kopieeropdrachten in voordat u de camcorder aansluit op de computer.
Eén enkele foto markeren met een kopieeropdracht
1 Open het fotoselectiescherm.
FUNC.
[ Transfer Orders/ Kopieeropdrachten] Op het scherm verschijnt .
2 Selecteer met ( ) de foto die u
met een kopieeropdracht wilt markeren.
3 Druk op om de
kopieeropdracht in te stellen.
Er verschijnt een vinkje in het vak naast het pictogram van de kopieeropdracht. Druk nogmaals op
als u de kopieeropdracht wilt
annuleren.
4 Herhaal stap 2 en 3 als u nog meer
foto’s wilt markeren met een kopieeropdracht of druk tweemaal
FUNC.
op om het menu te sluiten.
Opties
[Individual Photos/Afzonderlijke foto’s] Opent hetzelfde scherm dat staat beschreven
onder
Eén enkele foto markeren met een
kopieeropdracht
van die procedure om de kopieeropdracht in te stellen.
[Selected Photos/Geselecteerde foto’s] Markeert alle foto’s die vooraf zijn geselecteerd
(gemarkeerd met een vinkje ) met een kopieeropdracht. Raadpleeg
in het indexscherm
[Remove All/Alles verwijderen] Verwijdert alle kopieeropdrachten.
FUNC.
[ Transfer Orders/ Kopieeropdrachten] Gewenste optie [Yes/Ja] [OK]
FUNC.
( 87). Ga verder vanaf stap 3
Opnamen selecteren
( 41).
FOTO’S KOPIËREN DIE ZIJN GEMARKEERD MET
EEN KOPIEEROPDRACHT
Sluit de camcorder aan op de computer en selecteer [ Photos with Transfer Orders/Foto’s met kopieeropdrachten] in het kopieermenu ( 86).
NL
87
Page 88

Aanvullende informatie

Dit hoofdstuk behandelt oplossingen voor problemen, schermberichten, tips voor het behandelen en onderhouden van de camcorder, en andere informatie.

Bijlage: Menu-opties - Overzicht

Niet-beschikbare menu-onderdelen worden gedimd weergegeven. Raadpleeg Gebruik van de menu’s ( 26) voor bijzonderheden over de wijze waarop u een item selecteert. Raadpleeg de pagina waarnaar wordt verwezen voor bijzonderheden over elke functie. Menu-opties zonder een pagina waarnaar wordt verwezen, worden hieronder in de tabellen nader verklaard.

Menu FUNC.

Menu FUNC.
Menu FUNC. - Recording Modes/Opnamestanden
Menu-onderdeel Instelopties
Opnameprogramma’s
Lichtmeetmethode
Witbalans
Beeldeffecten
Digitale effecten
Transportstand
88
[ Programmed AE/AE-programma],
[ Shutter-Priority AE/Sluitertijdvoorkeuze AE], [ Aperture-Priority AE/Diafragmavoorkeuze AE]
[ Cine Mode/Cinemamodus] [ Portrait/Portret], [ Sports/Sport], [ Night/Nacht],
[ Snow/Sneeuw], [ Beach/Strand], [ Sunset/ Zonsondergang], [ Spotlight], [ Fireworks/Vuurwerk]
[ Evaluative/Deelmeting]
[ Center-Weighted Average/Centraal gewogen gemiddelde], [ Spot/Lokaal]
[ Automatic/Automatisch]
[ Shade/Schaduw], [ Cloudy/Bewolkt], [ Tungsten/ Gloeilamp], [ Fluorescent/TL], [ Fluorescent H/TL H], [ Custom WB/Aangepaste witbalans]
[ Image Effect Off/Beeldeffect uit]
[ Neutral/Neutraal], [ Low Sharpening/Zachte contouren], [ Soft Skin Detail/Zacht huiddetail], [ Custom Effect/Aangepast effect]
[ Digital Effect Off/Digitaal effect uit]
Fade starten], [ Wipe/Wegvegen], [ B&W-Z/W], [ Sepia], [ Art/Artistiek]
[ Digital Effect Off/Digitaal effect uit]
[Sepia]
[ Single/Enkel]
[ Hi-Speed Continuous Shooting/Continu-opnamen met hoge snelheid], [ Auto Exposure Bracketing/Reeksopnamen]
,
, [ Daylight/Daglicht],
, [ Vivid/Levendig],
, [ Fade Trigger/
, [ B&W-Z/W],
, [ Continuous Shooti ng/Continu-opnamen],
zz
z
–45
zz
z
zz
zz
z
–50
z
z
44
43
67
48
49
65
Page 89
Menu-onderdeel Instelopties
Opnamemodus [ High Quality 24 Mbps/Hoge kwaliteit 24 Mbps],
[ High Quality 17 Mbps/Hoge kwaliteit 17 Mbps], [ High Quality 12 Mbps/Hoge kwaliteit 12 Mbps],
[ Standard Play 7 Mbps/Standaard afspelen 7 Mbps]
[ Long Play 5 Mbps/Lang afspelen 5 Mbps]
Gelijktijdig opnamen maken
Fotogrootte/kwaliteit [ 1920x1080],
[ Simultaneous Recording Off/Gelijktijdig opnemen uit]
[ 1920x1080], [ 848x480] [ Super Fine/Superfijn],
[ 2048x1536]
[ Fine/Fijn]
, [ Normal/Normaal]
, [ 1440x1080],
[ 640x480] [ Super Fine/Superfijn],
Instellingsmenu’s
Menu FUNC. - Playback Modes/Afspeelstanden
[ Fine/Fijn]
, [ Normal/Normaal]
Menu-onderdeel Instelopties
[Select/Selecteren] [Individual Scenes/Afzonderlijke scènes],
[Remove All Selections/Alle selecties verwijderen] In het indexscherm:
[Individual Photos/Afzonderlijke foto’s], [Remove All Selections/ Alle selecties verwijderen]
[Copy ( )/ Kopiëren]
Originele films: [All Scenes/Alle scènes], [All Scenes (this date)/Alle scènes (deze datum)], [This Scene/Deze scène], [Selected Scenes/ Geselecteerde scènes]
Afspeellijst: [No/Nee], [Yes/Ja] In het indexscherm:
[All Photos/Alle foto’s], [This Photo/Deze foto], [Selected Photos/ Geselecteerde foto’s]
Bij weergave van één foto: [No/Nee], [Yes/Ja]
[Add to Playlist/ Toevoegen aan
1
afspeellijst] [Divide/Splitsen] [Move/Verplaatsen]
[All Scenes (this date)/Alle scènes (deze datum)], [This Scene/ Deze scène], [Selected Scenes/Geselecteerde scènes]
1
2
[Protect/Beveiligen] Bij weergave van één foto: –
In het indexsch erm: [Individual Photos/Afzo nderlijke foto’s], [Selected Photos/Geselecteerde foto’s], [Remove All/Alles verwijderen]
[Print Orders/ Afdrukopdrachten]
Bij weergave van één foto: 0-99 exemplaren In het indexscherm: [Individual Photos/Afzonderlijke foto’s], [Selected Photos (1 copy each)/Geselecteerde foto’s (1 exemplaar elk)], [Remove All/Alles verwijderen]
z
–33
NL
,
,
z
–66
z
60
z
–41
z
z
–58
z
68
z
56
z
–55
z
–57
z
68
z
74
89
Page 90
Aanvullende informatie
Menu-onderdeel Instelopties
[Transfer orders/ Kopieeropdrachten]
Bij weergave van één foto: – In het indexscherm:
z
87
[Individual Photos/Afzonderlijke foto’s], [Selected Photos/ Geselecteerde foto’s], [Remove All/Alles verwijderen]
z
[Delete/Verwijderen] Originele films:
–42 [All Scenes/Alle scènes], [All Scenes (this date)/Alle scènes (deze datum)], [This Scene/Deze scène], [Selected Scenes/ Geselecteerde scènes]
z
Scènes in de afspeellijst:
–57 [All Scenes/Alle scènes], [This Scene/Deze scène]
In het indexscherm:
z
63 [All Photos/Alle foto’s], [This Photo/Deze foto], [Selected Photos/ Geselecteerde foto’s]
z
[Scene Search/Scènes zoeken]
1
Optie alleen beschikbaar in het indexscherm van de originele films.
2
Optie alleen beschikbaar in het indexscherm van de afspeellijst.

Instellingsmenu’s

[Calendar Screen/Kalenderscherm], [Date Selection/ Datumselectie]
39
/ Camera Setup 1/Camera-instelling 1
Menu-onderdeel Instelopties
[Rec Media for Movies/
[HDD/Harde schijf]
, [Mem. Card/Geheugenkaart]
zz
31
Opnamemedium voor films] [Rec Media for Photos/
[HDD/Harde schijf]
, [Mem. Card/Geheugenkaart]
zz
Opnamemedium voor foto’s] [Frame Rate/Beeldsnelheid] [Self Timer/Zelfontspanner] [Focus Assist Functions/
[ 50i (Standard)/50i (Standaard)] [On/Aan] [ On/Aan]
, [ Off/Uit]
, [ Off/Uit]
, [ PF25]
z
––
zz
zz
46
Hulpfuncties scherpstelling] [Onscreen Markers/
Schermmarkeringen]
[ Off/Uit]
, [ Level (White)/Niveau (Wit)], [
Level (Gray)/Niveau (Grijs)], [ Grid (White)/Raster
zz
(Wit)], [ Grid (Gray)/Raster (Grijs)]
[Audio Level Indicator/
[ On/Aan],
[ Off/Uit]
z
–52
Audioniveau-indicator] [Photo Review Time/
Weergaveduur foto]*
* Optie alleen beschikbaar als de transportstand op [ Single/Enkel] staat.
[Frame Rate/Beeldsnelheid]:
[ Off/Uit],
[ 2 sec]
, [ 4 sec],
[6sec], [8sec], [10sec]
Selecteert welke beeldsnelheid tijdens het opnemen moet
z
worden gebruikt. [ PF25]: 25 beeldjes per seconde, progressief. Met deze beeldsnelheid geeft u aan uw opnamen een cinematografisch karakter. Gecombineerd met het opnameprogramma [ Cine Mode/Cinemamodus ( 45) wordt het cinematografische karakter verder versterkt.
90
Page 91
[Focus Assist Functions/Hulpfuncties scherpstelling]:
scherpstelling zijn geactiveerd, wordt het beeld in het midden van het scherm vergroot en worden de contouren benadrukt om u te helpen handmatig scherp te stellen ( 47).
• Gebruik van de hulpfuncties van de scherpstelling heeft geen invloed op de opnamen - de hulpfuncties worden geannuleerd als u met opnemen begint.
[Onscreen Markers/Schermmarkeringen]:
een horizontale lijn weergeven. Gebruik de markeringen als referentie om ervoor te zorgen dat uw onderwerp juist wordt ingekaderd (verticaal en/of horizontaal).
• Gebruik van de schermmarkeringen heeft geen invloed op de opnamen.
[Photo Review Time/Weergaveduur foto]:
deze is gemaakt op de harde schijf of geheugenkaart.
• Als u op drukt terwijl u een foto bekijkt, wordt deze voor onbepaalde tijd weergegeven.
DISP.
PHOTO
Druk half in om terug te keren naar het normale display.
U kunt in het midden van het scherm een raster of
Selecteert de weergaveduur van een foto nadat
Als de hulpfuncties van de
/ Camera Setup 2/Camera-instelling 2
Menu-onderdeel Instelopties
[Digital Zoom/Digitale zoom]
[Zoom speed/ Zoomsnelheid]
[AF Mode/Automatische scherpstelling]
[Focus Priority/ Scherpstellingsvoorkeuze]
[Image Stabilizer/ Beeldstabilisator]
[Auto Slow Shutter/ Automatische lange sluitertijd]
[Wind screen/ Windscherm]
[Microphone Attenuator/ Microfoondemper]
[Digital Zoom/Digitale zoom]:
werking van de digitale zoom. De kleur van de indicator geeft de zoom aan.
• Indien digitale zoom is geactiveerd, gaat de camcorder automatisch over op digitale zoom als u verder inzoomt dan het optische zoombereik.
• Met de digitale zoom wordt het beeld digitaal verwerkt. De beeldresolutie zal daarom verslechteren naarmate u meer inzoomt.
[Off/Uit]
[ Variable/Variabel]
[ Speed 2/Snelheid 2], [ Speed 1/Snelheid 1]
[ Instant AF/Onmiddellijke automatische scherpstelling]
scherpstelling]
[ AiAF Frames/Kaderselectie]
Middenkader], [ Off/Uit]
[On /Aan]
[ On/Aan]
[ Automatic/Automatisch]
[On /Aan],
, [ 40x], [ 200x]
, [ Speed 3/Snelheid 3],
, [ Normal AF/Normale automatische
, [ Center Frame/
, [ Off/Uit]
, [ Off/Uit]
, [ Off /Uit]
[ Off/Uit]
Bepaalt de
Optische zoom Digitale zoom
Wit Licht-
Tot 12x 12x -
z
––
zz
zz
z
zz
zz
z
––
z
––
Donker-
blauw
blauw
40x -
40x
200x
34
91
NL
Page 92
Aanvullende informatie
[AF Mode/Automatische scherpstelling]: scherpstelling functioneert.
• Met [ Instant AF] past de automatische scherpstelling zich snel aan een nieuw onderwerp aan. Dit komt bijvoorbeeld van pas als u de scherpstelling op een nabijgelegen onderwerp verandert in scherpstelling op een verafgelegen onderwerp op de achtergrond, of wanneer u opnamen maakt van snel bewegende onderwerpen.
• Als de optionele groothoekconverter of teleconverter op de camcorder aangesloten is, kan het gebeuren dat de sensor voor onmiddellijke automatische scherpstelling hierdoor gedeeltelijk wordt afgeschermd. Stel de stand voor automatische scherpstelling dan in op [ Normal AF/Normale automatische scherpstelling].
[Focus Priority/Scherpstellingsvoorkeuze]:
maakt de camcorder alleen een foto nadat automatisch scherp is gesteld. U kunt ook selecteren welke AF-kaders moeten worden gebruikt. [ AiAF Frames/Kaderselectie]: Er worden uit de negen beschikbare kaders automatisch een of meer AF-kaders geselecteerd waarop de scherpstelling plaatsvindt. [ Center Frame/Middenkader]: In deze stand verschijnt in het midden van het scherm één enkel scherpstellingskader en het beeld wordt hierop automatisch scherp gesteld. [ Off/Uit]: Er verschijnt geen AF-kader en de foto wordt gemaakt onmiddellijk nadat u op
PHOTO
drukt.
• Als de opnamestand is ingesteld op [ Fireworks/Vuurwerk], wordt de scherpstellingsvoorkeuze automatisch ingesteld op [ Off/Uit].
[Image Stabilizer/Beeldstabilisator]: De beeldstabilisator biedt compensatie voor camcordertrillingen, ook bij de maximale telepositie.
• De beeldstabilisator is ontworpen om compensatie te bieden voor normale camcordertrillingen.
• Het verdient aanbeveling bij gebruik van een statief de beeldstabilisator op [ Off/Uit] te zetten.
[Auto Slow Shutter/Automatische lange sluitertijd]: De camcorder gebruikt
op plaatsen met onvoldoende verlichting automatisch lange sluitertijden om heldere opnamen te maken.
• De instelling verandert zelfs niet als u de camcorder in de stand zet.
• Zet in de stand de flitserstand op
(flitser uit).
• Zet de lange sluiter op [ Off/Uit] als een nabeeld met sporen verschijnt.
• Als het symbool (camcordertrillingswaarschuwing) verschijnt, dan verdient het aanbeveling de camcorder te stabiliseren, bijvoorbeeld door deze op een statief te plaatsen.
[Wind Screen/Windscherm]:
van de wind als u buiten opnamen maakt.
• Sommige geluiden met lage frequentie worden samen met het geluid van de wind onderdrukt. Als u opnamen maakt in een omgeving die niet wordt beïnvloed door wind of als u geluiden met lage frequenties wilt opnemen, dan verdient het aanbeveling het windscherm op [ Off -Uit] te zetten.
De camcorder vermindert automatisch het achtergrondgeluid
Selecteer hoe snel de automatische
Als scherpstellingsvoorkeuze is geactiveerd,
Bedieningsstand Gebruikte sluitertijd Stand Tot minimaal 1/25 Stand
met beeldsnelheid [ PF25]
Stand
Tot minimaal 1/12
92
Page 93
[Microphone Attenuator/Microfoondemper]:
audiovervormingen voordoen als gevolg van hoge audio-opnameniveaus.
• Stel de microfoondemper in op [ On/Aan] als het audio-opnameniveau ( 51 ) juist ingesteld is maar de audio toch vervormd klinkt. Op het scherm wordt weergegeven als de microfoondemper ingeschakeld is.
Helpt te voorkomen dat zich
/ Playback Setup/Afspeelinstelling
Menu-onderdeel Instelopties
[Rec Media for Photos/ Opnamemedium voor foto’s]
[Photo Capture Quality/ Kwaliteit voor maken van foto’s]
[Data Code/ Datacodering]
[USB Connection Type/ USB-verbindingstype]
[Add Recordings to Disc/ Opnamen toevoegen aan schijf]
[ Print/Afdrukken] – z 74
[Photo Capture Quality/Kwaliteit voor maken van foto’s]: Selecteer de kwaliteit van een foto die u maakt van een scène.
[Data Code/Datacodering]: Toont de datum en/of tijd waarop de scène werd opgenomen. [ Camera Data/Cameragegevens] Toont het diafragma (f-stop) en de sluitertijd die tijdens de opname van de scène werden gebruikt.
[USB Connection Type/USB-verbindingstype]: Selecteer het verbindingsprotocol dat moet worden gebruikt als u met de bijgeleverde USB-kabel de camcorder aansluit op een extern apparaat.
DVD Burner/DVD-brander]: Als u uitsluitend de optionele DVD-brander DW-100 wilt
[ aansluiten.
Computer/Printer]: Als u een verbinding wilt maken met een computer, printer of
[ vergelijkbaar USB-randapparaat.
Connect and Set/Aansluiten en instellen]: Als u een selectie wilt maken in een scherm
[ dat verschijnt als u het externe apparaat aansluit.
[HDD/Harde schijf], [Mem. Card/Geheugenkaart] z –31
[ Super Fine/Superfijn], [ Fine/Fijn], [ Normal/ Normaal]
[ Date/Datum], [ Time/Tijd], [ Date and Time/ Datum en tijd], [ Camera Data/Cameragegevens]
[ DVD Burner/DVD-brander], [ Computer/Printer],
[ Connect and Set/Aansluiten en instellen] [All Scenes/Alle scènes], [Remaining Scenes/
Resterende scènes], [Playlist/Afspeellijst] [All Photos/Alle foto’s], [Transfer Orders/
Kopieeropdrachten]
z ––
z ––
zz –
z –80
z
NL
93
Page 94
Aanvullende informatie
System Setup 1/Systeeminstelling 1
Menu-onderdeel Instelopties
[Font Size/Grootte
[ Large/Groot], [ Small/Klein] zzzz–
lettertype] [Output Onscreen
[ On/Aan], [ Off/Uit] zz –––
Displays/Uitvoer schermgegevens]
[LCD Brightness/LCD-
zzzz
helderheid] [Language /Taal] [ ],[DEUTSCH], [ ]
zzzz28
[ENGLISH], [ESPAÑOL], [FRANÇAIS], [ITALIANO], [MAGYAR], [MELAYU], [POLSKI], [ ], [TÜRKÇE], [ ], [ ], [ ], [ ], [ ], [ ], [ ], [], [ ]
[Component Output/ Componentuitvoer]
[TV Type/TV-type]
[ 576i], [ 1080i] zzzz –
*
*
[ Normal TV/Normale TV], [ Wide
––z ––
TV/Breedbeeld-TV]
[AV/Headphones-AV/
[ AV], [ Headphones/Hoofdtelefoon] z z –52
Hoofdtelefoon] [Headphone Volume/
z z –53
Volume hoofdtelefoon] [Speaker Volume/
––z ––
Luidsprekervolume] [Demo Mode/
[ On/Aan], [ Off/Uit] zz –––
Demonstratiemodus]
* Optie niet beschikbaar als de camcorder via de HDMI-kabel is aangesloten op een HDTV.
[Font Size/Grootte lettertype]:
Wijzigt de grootte van het lettertype voor de menuschermen en
andere schermen.
• Als de grootte van het lettertype is ingesteld op [ Large/Groot], wordt sommige informatie mogelijk weergegeven in verkorte vorm (alleen pictogrammen, etc.). Sommige schermen kunnen niet worden weergegeven met het grote lettertype.
[Output Onscreen Displays/Uitvoer schermgegevens]
• Als deze optie op [ On/Aan] staat, worden de schermgegevens van de camcorder ook weergegeven op het scherm van een TV of monitor die aangesloten is op de camcorder.
[LCD Brightness/LCD-helderheid]:
Bepaalt de helderheid van het LCD-scherm.
• Wijziging van de helderheid van het LCD-scherm heeft geen invloed op de helderheid van uw opnamen, de helderheid van de zoeker (alleen ) of de helderheid van het afspeelbeeld op een TV.
[Component Output/Componentuitvoer]:
U kunt de door u gewenste videospecificaties selecteren als u de camcorder via de Component Video-verbinding aansluit op een High­Definition TV. [ 576i]: Voor gebruik van de specificatie 576i (Standard Definition).
94
Page 95
[ 1080i]: Voor gebruik van de volledige High-Definition-specificatie 1080i.
[TV Type/TV-type]:
weergeven, moet u de instelling selecteren op basis van het televisietype waarop u de camcorder aansluit. [ Normal TV/Normale TV]: TV’s met een hoogte/breedteverhouding van 4:3. [ Wide TV/Breedbeeld-TV]: TV’s met een hoogte/breedteverhouding van 16:9.
• Het beeld wordt niet volledig op het scherm weergegeven als het TV-type ingesteld is op [ Normal TV/Normale TV] en video wordt afgespeeld die oorspronkelijk is opgenomen met een hoogte/breedteverhouding van 16:9.
• Als het TV-type is ingesteld op [ Normal TV/Normale TV], kunt u geen foto maken van de scène die wordt afgespeeld ( 67). Stel deze optie in op [ Wide TV/Breedbeeld-TV] voordat u in deze situatie een foto maakt.
[Speaker Volume/Luidsprekervolume]:
volume ook instellen met de joystickaanduiding (
[Demo Mode/Demonstratiemodus]:
functies van de camcorder bekijken. Deze functie wordt automatisch gestart als de camcorder van stroom wordt voorzien met de compacte netadapter en u hierbij de camcorder langer dan 5 minuten ingeschakeld laat staan.
• Als u de demonstratie wilt stopzetten nadat deze is gestart, kunt u op elke willekeurige toets drukken of de camcorder uitzetten.
Als u het beeld volledig en in de juiste hoogte/breedteverhouding wilt
Stel met ( ) het afspeelvolume in. U kunt het
Met de demonstratiefunctie kunt u de belangrijkste
37
).
System Setup 2/Systeeminstelling 2
Menu-onderdeel Instelopties
[Wireless Remote Control/ Draadloze afstandsbediening]
[Notification Sounds/ Bedieningsgeluiden]
[Power Saving Mode/ Spaarstand]
[Quick Start/Snel starten] [ Off/Uit],
[Control for HDMI/Regeling
1
voor HDMI] [Initialize
Initialiseren]
[Photo Numbering/ Fotonummering]
[Drop Sensor/Valsensor] [Firmware]
1
Optie niet beschikbaar als de camcorder via de HDMI-kabel is aangesloten op een HDTV.
2
Optie alleen beschikbaar in het indexscherm van de originele films.
/
[ On/Aan]
[ High Volume/Hoog volume]
[ Low Volume/Laag volume], [ Off/Uit]
[ On/Aan]
[ 20 min], [ 30 min] [ On/Aan],
-
[HDD/Harde schijf], [Mem. Card/ Geheugenkaart], [Cancel/Annuleren]
[Quick Initialization/Snelle initialisatie], [Complete Initialization/Volledige initialisatie], [Cancel/Annuleren]
[ Reset],
[ On/Aan]
, [ Off /Uit]
, [ Off/Uit]
[ 10 min]
[ Off/Uit]
[ Continuous/Continu]
, [ Off /Uit]
zzzz
,
zzzz
zzzz
,
zz
zzzz
zzz2z
zzzz
zzzz
–– –
31
6, 113
z
95
NL
Page 96
Aanvullende informatie
[Wireless Remote Control/Draadloze afstandsbediening]:
bedienen met de draadloze afstandsbediening.
[Notification Sounds/Bedieningsgeluiden]:
van de camcorder, het aftellen van de zelfontspanner, etc., gaan vergezeld van een pieptoon.
[Power Saving Mode/Spaarstand]:
automatisch uit als er vijf minuten lang geen bedieningshandelingen zijn verricht. Dit wordt gedaan om stroom te besparen.
• Circa 30 seconden voordat de camcorder wordt uitgeschakeld, verschijnt het bericht [Auto power off/Automatisch uit].
• In de standby-stand wordt de camcorder uitgeschakeld nadat de tijd is verstreken die is ingesteld met de optie [Quick Start/Snel starten].
[Quick Start/Snel starten]:
opnamestand het LCD-paneel sluit ( standby-stand beëindigt en automatisch wordt uitgeschakeld.
[Control for HDMI/Regeling voor HDMI]:
Control). Als u de camcorder via een HDMI-kabel aansluit op een HDTV die compatibel is met HDMI­CEC, kunt u met de afstandsbediening van uw TV uw camcorderopnamen afspelen. Bij deze aansluiting wordt bij het aanzetten van de camcorder ook automatisch de TV aangezet en de video­ingang geselecteerd, en wordt bij uitschakeling van de TV automatisch de camcorder uitgezet.
• Gebruik de toetsen “omhoog/omlaag/naar links/naar rechts” en de OK- of SET-toets op de afstandsbediening van uw TV om uw opnamen af te spelen.
• Afhankelijk van uw TV-toestel kan het noodzakelijk zijn om op de TV zelf extra instellingen te verrichten om de HDMI-CEC-functie te activeren. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw TV.
• Een juiste werking van de HDMI-CEC-functie kan niet worden gegarandeerd, zelfs als u de camcorder op een compatibel TV-toestel aansluit. Als u de afstandsbediening van uw TV niet kunt gebruiken, gebruik dan de toetsen van de camcorder zelf of de afstandsbediening hiervan.
• De afstandsbediening van de TV kunt u alleen gebruiken om films af te spelen of foto’s weer te geven (alleen stand of ). Als de camcorder op een TV aangesloten is terwijl de camcorder in de stand staat en u de TV uitzet, dan wordt - afhankelijk van de gebruikte TV ­ook de camcorder automatisch uitgezet, zelfs als deze bezig is met opnemen.
[Photo Numbering/Fotonummering]:
op een nieuwe geheugenkaart. Aan foto’s worden automatisch opeenvolgende nummers toegewezen van 0101 t/m 9900, en deze worden opgeslagen in mappen van maximaal 100 foto’s. Mappen worden genummerd van 101 t/m 998. [ Reset]: Telkens wanneer u een nieuwe geheugenkaart plaatst, begint de fotonummering opnieuw vanaf 101-0101. [ Continuous/Continu]: De fotonummering gaat verder bij het nummer dat volgt op het nummer van de laatste foto die met de camcorder is gemaakt.
• Als de geplaatste geheugenkaart al een foto met een groter nummer bevat, wordt aan een nieuwe foto een nummer toegewezen dat één hoger is dan dat van de laatste foto op de geheugenkaart.
• Het verdient aanbeveling de instelling [ Continuous/Continu] te gebruiken.
[Drop Sensor/Valsensor]:
beveiligingsmechanisme geactiveerd om te voorkomen dat de harde schijf beschadigd raakt. Terwijl het mechanisme actief is, wordt op het scherm weergegeven in rood en is het mogelijk dat de camcorder stopt met afspelen of opnemen.
• Houd in de meeste situaties de valsensor ingesteld op [ On/Aan]. Als u deze functie deactiveert, wordt het risico vergroot dat er schade optreedt indien u de camcorder laat vallen.
• Als de valsensor op [ On/Aan] ingesteld is, stopt de camcorder mogelijk met opnemen of afspelen wanneer de camcorder een gewichtsloze toestand benadert die door de sensor wordt “aangevoeld” als een val. Zet de valsensor op [ Off /Uit] als u onder dergelijke omstandigheden wilt opnemen.
Selecteer of u de functie Quick Start wilt activeren als u in een
Als de camcorder valt, wordt dit gedetecteerd en wordt een
Sommige bedieningshandelingen, zoals het aanzetten
Bij gebruik van de accu schakelt de camcorder zichzelf
35
) en hoe lang het moet duren voordat de camcorder de
Activeert de functie HDMI-CEC (Consumer Electronics
Selecteer de fotonummeringsmethode die u wilt gebruiken
Maakt het mogelijk de camcorder te
96
Page 97
[Firmware]:
is gewoonlijk niet beschikbaar.
U kunt controleren wat de huidige versie is van de camcorderfirmware. Deze menuoptie
Date/Time Setup-Datum/Tijd instellen
Menu-onderdeel Instelopties
[Time Zone/DST-Tijdzone/ Zomertijd]
[Date/Time-Datum/Tijd] – [Date Format/
Datumnotatie]
[Calendar Start Day/ Startdag kalender]
[Date Format/Datumnotatie]:
schermgegevens, en (indien geselecteerd) voor de datum die wordt afgedrukt op foto’s.
[Calendar Start Day/Startdag kalender]:
kalenderweergave moet starten ( 39).
Overzicht van tijdzones van de wereld.
[Y.M.D (2008.1.1 AM 12:00)/ J.M.D (2008.1.1 AM 12:00)], [M.D,Y (Jan. 1, 2008 12:00 AM)/ M.D.J (Jan. 1, 2008 12:00 AM)]
[D.M.Y (1.Jan.2008 12:00 AM)/ D.M.J (1.Jan.2008 12.00 AM)]
[Saturday/Zaterdag], [Sunday/Zondag],
[Monday/Maandag]
Selecteer de datumnotatie die u wilt gebruiken voor de meeste
Selecteer de dag waarop de week voor de
zzzz
zzzz
zzzz
––z––
29
28
Information Screens/Informatieschermen
Menu-onderdeel Instelopties
[HDD Info/Informatie harde schijf]
[Memory Card Info/ Informatie geheugenkaart]
[Battery Info/Informatie accu]
[HDMI Status/HDMI­status]
[HDD Info/Informatie harde schijf]/[Memory Card Info/Informatie geheugenkaart]:
een scherm waarin u kunt controleren hoeveel ruimte van de harde schijf of geheugenkaart momenteel in gebruik is ( totale opnameduur en totaal aantal foto’s) en hoeveel ruimte nog resteert voor opnamen.
• De cijfers over de beschikbare opnameduur van films en het beschikbare aantal foto’s zijn bij
benadering gegeven en gebaseerd op de momenteel gebruikte opnamemodus en instellingen van de fotokwaliteit/grootte.
• In het scherm [Memory Card Info/Informatie geheugenkaart] kunt u ook de Speed Class van
de geheugenkaart controleren.
[Battery Info/Informatie accu]:
percentage) en de resterende opnameduur (stand , ) of afspeel/weergaveduur (stand
, ) kunt controleren.
[HDMI Status/HDMI-status]:
van het videosignaal dat wordt uitgevoerd vanaf het aansluitpunt HDMI OUT.
Toont een scherm waarin u de accucapaciteit (als een
Toont een scherm waarin u kunt controleren wat de standaard is
zzzz
zzzz
zzzz
zzzz
Toont
97
NL
Page 98
Aanvullende informatie

Problemen?

Problemen oplossen

Loop eerst door de lijst hieronder wanneer u problemen ondervindt bij het gebruik van uw camcorder. Soms bestaat er een simpele oplossing voor iets waarvan u denkt dat het een camcorderstoring is - lees daarom eerst de tekst in het vak “EERST CONTROLEREN” voordat u vervolgt met de meer gedetailleerde problemen en oplossingen. Neem contact op met uw dealer of een Canon Service Center als het probleem aanhoudt.
EERST CONTROLEREN
Voeding
Is de accu opgeladen? Is de compacte netadapter op de juiste wijze aangesloten op de camcorder? ( 21)
Opnamen maken
Hebt u de camcorder aangezet en het programmakeuzewiel op of gezet? Als u opnamen maakt op een geheugenkaart, is deze dan op de juiste wijze in de camcorder geplaatst? ( 30)
Opnamen afspelen/weergeven
Hebt u de camcorder aangezet en het programmakeuzewiel op of gezet? Als u opnamen afspeelt vanaf een geheugenkaart, is deze dan op de juiste wijze in de camcorder geplaatst? ( 30) Bevat de geheugenkaart opnamen?
Stroombron
De camcorder gaat niet aan of schakelt zichzelf uit.
- De accu is leeg. Vervang de accu of laad deze op ( 21).
- Verwijder de accu en sluit deze opnieuw goed aan.
Ik kan de accu niet opladen.
- Controleer of de camcorder uit staat, zodat het opladen kan beginnen.
- De accu is te heet. Het opladen wordt gestart zodra de accutemperatuur lager is dan 40 °C.
- Laad de accu op bij temperaturen tussen 0 °C en 40 °C.
- De accu is beschadigd. Gebruik een andere accu.
De compacte netadapter maakt lawaai.
- U hoort een zwak geluid als de compacte netadapter aangesloten is op een stopcontact. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
Na lang gebruik van de camcorder wordt deze heet.
- Dit is normaal en duidt niet op een storing. Zet de camcorder uit en laat deze afkoelen voordat u het gebruik hervat.
De accu raakt zelfs bij normale temperaturen zeer snel leeg.
- De accu heeft mogelijk het eind van zijn levensduur bereikt. Koop een nieuwe accu.
98
Page 99
Opnemen
De camcorder begint niet met opnemen als ik op druk.
- U kunt geen opnamen maken terwijl de camcorder bezig is een eerdere opname weg te schrijven op de harde schijf of geheugenkaart (terwijl de ACCESS-indicator brandt of knippert).
- Het opnamemedium is vol of bevat reeds het maximale aantal scènes. Verwijder een aantal opnamen ( 42, 63) of initialiseer het opnamemedium ( 31) om ruimte vrij te maken.
- De camcorder kan mogelijk geen opnamen maken als het valbeveiligingsmechanisme ( 96) actief is (het symbool wordt dan weergegeven).
- De temperatuur van de camcorder is hoger geworden dan de temperatuur waarbij de camcorder kan worden gebruikt ( wordt weergegeven). Zet de camcorder uit en laat deze afkoelen voordat u het gebruik hervat.
- De temperatuur van de camcorder is lager geworden dan de temperatuur waarbij de camcorder kan worden gebruikt ( wordt weergegeven). Zet de camcorder uit en gebruik deze op een locatie die warmer is. Voorkom plotselinge temperatuursverschillen.
Het punt waar werd ingedrukt, komt niet overeen met het begin/einde van de opname.
- Tussen het indrukken van en de feitelijke start van de opname doet zich een korte pauze voor. Dit
Kort nadat begonnen is met opnemen, wordt de opname plotseling stopgezet.
- Als u opnamen maakt in de buurt van lawaai of sterke trillingen, ga dan naar een andere locatie.
- De temperatuur van de camcorder is hoger geworden dan de temperatuur waarbij de camcorder kan worden
De camcorder stelt niet scherp.
- De automatische scherpstelling werkt niet op het onderwerp. Stel handmatig scherp ( 47).
- Stel de zoeker af met de oogcorrectieregelaar ( 33).
- De lens of Instant AF-sensor is vuil. Reinig de lens of sensor met een zacht lensreinigingsdoekje ( 118).
Als een onderwerp snel voorbij de lens flitst, wordt het beeld enigszins verbogen weergegeven.
- Dit is een verschijnsel dat zich typisch voordoet bij CMOS-beeldsensors. Als een onderwerp zeer snel de lens
Het duurt langer dan normaal om de opnamestand te wijzigen tussen opnemen ( )/opnamepauze ( )/ afspelen ( ).
- Sommige functies kunnen langer duren dan gebruikelijk is als het medium een groot aantal scènes bevat.
Het bekijken van de laatst opgenomen scène duurt langer dan normaal.
- Sommige functies kunnen langer duren dan gebruikelijk is als het medium een groot aantal scènes bevat.
Ik kan geen foto’s maken.
- In de stand : U kunt in deze stand geen foto’s maken als de optie voor gelijktijdig opnemen in het menu
Start/Stop
Start/Stop
is normaal en duidt niet op een storing.
gebruikt ( wordt weergegeven). Zet de camcorder uit en laat deze afkoelen voordat u het gebruik hervat.
Gebruik nooit tissuepapier om de lens te reinigen.
passeert, ziet het beeld er enigszins gekromd uit. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
Maak een backup van uw opnamen ( 80) en initialiseer het opnamemedium ( 31).
Maak een backup van uw opnamen ( 80) en initialiseer het opnamemedium ( 31).
FUNC. op [Simultaneous Recording Off/Gelijktijdig opnemen uit] ( 66) staat, of wanneer de digitale zoom ( 91) of een digitaal effect ( 50) geactiveerd is.
Start/Stop
NL
99
Page 100
Aanvullende informatie
Opnamen afspelen/weergeven
Het afspelen wordt niet gestart als ik op de afspeeltoets druk.
- De temperatuur van de camcorder is hoger geworden dan de temperatuur waarbij de camcorder kan worden gebruikt ( wordt weergegeven). Zet de camcorder uit en laat deze afkoelen voordat u het gebruik hervat.
- De temperatuur van de camcorder is lager geworden dan de temperatuur waarbij de camcorder kan worden gebruikt ( wordt weergegeven). Zet de camcorder uit en gebruik deze op een locatie die warmer is. Voorkom plotselinge temperatuursverschillen.
Ik kan geen scènes toevoegen aan de afspeellijst.
- U kunt aan een afspeellijst niet meer dan 999 scènes toevoegen. Als de afspeellijst scènes bevat die zijn opgenomen in de MXP- of FXP-modus, dan is het maximale aantal scènes in de afspeellijst mogelijk lager dan
999.
- Mogelijk kunt u geen scènes toevoegen aan de afspeellijst als deze met een ander apparaat zijn opgenomen of bewerkt.
Ik kan scènes niet verwijderen.
- Het kan gebeuren dat u geen scènes kunt verwijderen die zijn opgenomen of bewerkt met een ander apparaat.
Het duurt langer dan normaal om scènes te verwijderen.
- Sommige functies kunnen langer duren dan gebruikelijk is als het medium een groot aantal scènes bevat. Maak een backup van uw opnamen ( 80) en initialiseer het opnamemedium ( 31).
Ik kan een foto niet verwijderen.
- De foto is beveiligd. Verwijder de beveiliging ( 68).
Indicators and schermgegevens
brandt in rood.
- De accu is vrijwel leeg. Vervang de accu of laad deze op ( 21).
verschijnt op het scherm.
- De camcorder kan niet communiceren met de aangesloten accu; de resterende accucapaciteit kan daarom niet worden weergegeven.
brandt in rood.
- Er is een geheugenkaartfout opgetreden. Zet de camcorder uit. Verwijder de geheugenkaart en plaats deze terug. Initialiseer de geheugenkaart ( 31) als het scherm niet terugkeert naar normale weergave.
- De geheugenkaart is vol. Vervang de geheugenkaart of verwijder opnamen van de geheugenkaart ( 42, 63) om ruimte vrij te maken.
brandt in rood.
- De temperatuur van de camcorder is hoger geworden dan de temperatuur waarbij de camcorder kan worden gebruikt. Dit is normaal en duidt niet op een storing. Zet de camcorder uit en laat deze afkoelen voordat u het gebruik hervat.
Op het scherm knippert in rood.
- Er is een storing in de camcorder opgetreden. Neem contact op met een Canon Service Center.
Zelfs nadat ik ben gestopt met opnemen, gaat de ACCESS-indicator niet uit.
- De scène wordt nog opgenomen op de harde schijf of geheugenkaart. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
De camcorder is ingeschakeld en de ACCESS-indicator brandt of knippert langer dan normaal.
- Dit is normaal en duidt niet op een storing. De camcorder is mogelijk bezig met het herstellen van gegevens op de harde schijf. Ontkoppel de stroombron niet en zet de camcorder niet uit.
100
Loading...