De EOS 40D is een hoogwaardige, digitale spiegelreflexcamera met
een zeer gedetailleerde CMOS-sensor (10,10 effectieve megapixels),
DIGIC III, zeer nauwkeurige en supersnelle 9-punts AF
(alle kruismetingspunten) en de mogelijkheid voor continu-opnamen
maken met hoge snelheid (6,5 fps).
De camera reageert zeer snel bij alle opnamesituaties, bevat tal van
functies voor veeleisende opnamen, en biedt nog meer
opnamemogelijkheden wanneer u accessoires aansluit.
Bovendien is de camera uitgerust met een reinigingseenheid op
de sensor, het zogenoemde EOS Integrated Cleaning System,
om stofdeeltjes van de sensor te verwijderen.
Maak een aantal testopnamen om vertrouwd te raken met
de camera
Met een digitale camera kunt u de opname die u hebt gemaakt direct
bekijken. Maak een aantal testopnamen terwijl u deze handleiding
doorneemt en bekijk het resultaat. U zult de camera dan beter
begrijpen.
Lees de Veiligheidsmaatregelen (pag. 10 en 11) en Tips en
waarschuwingen voor het gebruik (pag. 12 en 13) om slechte foto's en
ongelukken te voorkomen.
De camera testen voor gebruik en aansprakelijkheid
Bekijk de opname nadat u deze hebt gemaakt en controleer of de opname goed is
opgeslagen.
Wanneer de camera of de CF-kaart gebreken vertoont en de beelden niet kunnen
worden opgenomen of gedownload naar een computer, is Canon niet
verantwoordelijk voor eventueel verlies of ongemak.
Copyright
Mogelijk verbiedt de wet op het auteursrecht in uw land het gebruik van opnamen
van mensen en bepaalde onderwerpen anders dan voor privégebruik. Ook kan
het maken van opnamen van bepaalde openbare optredens, exposities en
dergelijke zelfs voor privégebruik verboden zijn.
2
Controlelijst onderdelen
Controleer voordat u begint of alle onderstaande onderdelen van de
camera aanwezig zijn. Neem contact op met uw dealer als er iets
ontbreekt. U kunt de bijbehorende accessoires ook controleren aan de
hand van het systeemoverzicht (pag. 178).
Camera: EOS 40D
(inclusief oogschelp, cameradop en geïnstalleerde batterij voor de datum/tijd)
Lens: EF-S 18-55 mm f/3.5-5.6 IS of EF-S 17-85 mm f/4-5.6 IS USM
* Alleen kitlens.
* De kitlens kan afwijken van bovenstaande lens. De gebruiksaanwijzing van de
EOS DIGITAL Solution Disk (meegeleverde software)
EOS DIGITAL Software Instruction Manuals Disk
Beknopte gebruikershandleiding
Beknopte gebruikershandleiding voor het maken van opnamen.
EOS 40D Instructiehandleiding (het document dat u nu leest)
Cd-romgids
Handleiding bij de meegeleverde software en de Software-instructies (pdf).
Garantiekaart van de camera
Garantiekaart van de lens *Alleen lensset.
* Bewaar bovengenoemde zaken zorgvuldig.
* Geen CF-kaart (voor het maken van opnamen) meegeleverd. Deze dient u
apart aan te schaffen.
3
Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt
Pictogrammen in deze handleiding
<6> staat voor het hoofdinstelwiel.<5> staat voor het snelkeuzewiel.<9> staat voor de multifunctionele knop.<0> staat voor de SET-knop.
, 9 of 8 geeft aan dat de desbetreffende functie respectievelijk
0
4 sec., 6 sec. of 16 sec. actief blijft nadat u de knop loslaat.
De pictogrammen en markeringen in deze handleiding die verwijzen naar
knoppen, instelwielen en instellingen op de camera, corresponderen met
de pictogrammen en markeringen op de camera en het LCD-scherm.
Het pictogram <3> wijst op een functie die kan worden gewijzigd
door op de knop <M> te drukken en de instelling te wijzigen.
Het pictogram M rechtsboven op de pagina geeft aan dat de functie
alleen beschikbaar is in de Creatief gebruik-modi (pag. 20).
Voor meer informatie worden tussen haakjes
referentiepaginanummers gegeven (pag. **).
In deze handleiding wordt met "de camera is gereed om een opname te
maken" (opnamemodus) verwezen naar de situatie waarin de camera wordt
ingeschakeld en er geen menu of beeld wordt weergegeven op het LCDscherm. De camera kan dan direct worden gebruikt om een opname te maken.
De symbolen
: Tip of advies voor betere opnamen.
: Advies voor probleemoplossing.
: Waarschuwing om opnameproblemen te voorkomen.
: Aanvullende informatie.
Basisveronderstellingen
Bij alle handelingen die in deze handleiding worden beschreven, wordt ervan
uitgegaan dat de aan-uitschakelaar al is ingesteld op <
Bij alle handelingen met <5> die in deze handleiding worden beschreven,
wordt ervan uitgegaan dat de aan-uitschakelaar al is ingesteld op <
Er wordt aangenomen dat alle menu-instellingen en persoonlijke
voorkeuzen staan ingesteld op de standaardinstellingen.
Ter verduidelijking is er in de instructies een EF-S 17-85 mm
Index ..............................................................................................................190
Inhoud
1
133
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
7
Index bij functies
Voe ding
Batterij
• OpladenÎ
• BatterijcontroleÎ
StopcontactÎ
Automatisch uitschakelenÎ pag. 42
Menu's en basisinstellingen
Menu'sÎ
Camera-instellingen weergevenÎ pag. 168
De helderheid van het LCD-
scherm aanpassenÎ
TaalÎ
Datum/TijdÎ
PieptoonÎ
Foto zonder CFÎ
Opnamen opslaan
CF-kaart formatterenÎ
Bestandnr.Î
Beeldkwaliteit
OpnamekwaliteitÎ
ISO-waardeÎ
• ISO-waarde in stappen Î
Picture StyleÎ
KleurruimteÎ
Persoonlijke voorkeuzen voor
beeldkwaliteit
• Ruisreductie voor lange
belichtingstijdenÎ
• Ruisreductie voor hoge
ISO-waardenÎ
• LichtetonenprioriteitÎ
8
pag. 24
pag. 26
pag. 170
pag. 38
pag. 125
pag. 41
pag. 41
pag. 38
pag. 38
pag. 42
pag. 72
pag. 56
pag. 59
pag. 154
pag. 61
pag. 74
pag. 156
pag. 156
pag. 157
Witbalans
WitbalansselectieÎ
Handmatige witbalansÎ
KleurtemperatuurinstellingÎ pag. 69
WitbalanscorrectieÎ
Reeksopnamen op basis van witbalansÎ pag. 71
AF
AF-modusÎ
AF-puntselectieÎ
Handmatig scherpstellenÎ pag. 80
Lichtmeting
LichtmeetmodusÎ
Transport
TransportmodiÎ
Maximale opnamereeks
bij continu-opnamenÎ
Spiegel opklappenÎ
ZelfontspannerÎ
Opname
AE-programmaÎ
AE-sluiterprioriteitÎ
• VeiligheidsshiftÎ
AE-diafragmaprioriteitÎ
Handmatige belichting Î
BulbÎ
pag. 67
pag. 68
pag. 70
pag. 76
pag. 78
pag. 92
pag. 81
pag. 57
pag. 98
pag. 82
pag. 84
pag. 86
pag. 155
pag. 88
pag. 90
pag. 96
Index bij functies
Aanpassing van belichting
Belichtingscompensatie Î
AEBÎ
AE-vergrendelingÎ
Verhoging
belichtingsniveauÎ
Flitser
Ingebouwde flitserÎ
Externe flitserÎ
Bediening externe flitser
• FlitserinstellingenÎ
•
Flitservoorkeuze-instellingenÎ pag. 104
Live View-opnamen maken
Live View-opnamen makenÎ pag. 108
• RasterÎ
• Stille opnamen maken Î
• AFÎ
• BelichtingssimulatieÎ
Opnameweergave
KijktijdÎ
Weergave van één opnameÎ pag. 116
• Weergave met opname-
informatieÎ
•
OverbelichtingswaarschuwingÎ pag. 117
• AF-punt weergevenÎ
IndexweergaveÎ
Vergrote weergaveÎ
Door beelden navigeren
(opnamesprong)Î
Opname roterenÎ
pag. 93
pag. 94
pag. 95
pag. 154
pag. 99
pag. 105
pag. 103
pag. 112
pag. 113
pag. 114
pag. 163
pag. 125
pag. 117
pag. 117
pag. 119
pag. 120
pag. 119
pag. 120
Verticale opnamen
automatisch roterenÎ
Opname beveiligenÎ
Opname wissenÎ
Video OUTÎ
pag. 126
pag. 123
pag. 124
pag. 122
Rechtstreeks afdrukken vanaf de camera/DPOF
PictBridgeÎ
Digital Print Order Format (DPOF)Î pag. 143
OpnameoverdrachtÎ
• OverdrachtopdrachtÎ
pag. 133
pag. 148
pag. 150
Aanpassing
Persoonlijke functie (C.Fn)Î pag. 151
My MenuÎ
Gebruikersinstelling voor
de camera vastleggenÎ
pag. 164
pag. 165
Sensorreiniging/
stof verwijderen
Sensorreiniging
• Nu reinigenÎ
• Automatische reiniging
uitschakelenÎ
• Handmatige reinigingÎ
Stofwisdata toevoegen Î
pag. 128
pag. 128
pag. 131
pag. 129
Zoeker
Dioptrische aanpassing Î
Matglas Î
pag. 35
pag. 162
9
Veiligheidsmaatregelen
Voorkom letsel, dodelijke ongevallen of schade aan materiaal door deze
veiligheidsmaatregelen op te volgen en de apparatuur op de juiste manier te gebruiken.
Voorkomen van ernstig letsel en dodelijke ongevallen
• Voorkom brand, oververhitting, lekkage van chemische stoffen en explosies door de
onderstaande veiligheidsmaatregelen op te volgen:
- Gebruik geen batterijen, voedingsbronnen of accessoires die niet in deze
handleiding worden genoemd. Gebruik geen zelfgemaakte of aangepaste batterijen.
- Sluit de batterij en de back-upbatterij niet kort en probeer deze niet te demonteren of
aan te passen. Verhit de batterij en de back-upbatterij niet en probeer deze niet te
solderen. Stel de batterij en de back-upbatterij niet bloot aan vuur of water. Stel de
batterij en de back-upbatterij ook niet bloot aan grote fysieke schokken.
- Installeer de batterij en de back-upbatterij op de juiste manier (+ –). Plaats nooit
oude en nieuwe of verschillende soorten batterijen bij elkaar.
- Laad de batterij niet op bij een temperatuur die buiten het toegestane bereik ligt van
0 °C - 40 °C. Overschrijd de oplaadtijd niet.
- Steek geen vreemde metalen voorwerpen in de elektrische contactpunten van de
camera, de accessoires, de verbindingskabels en dergelijke.
• Houd de back-upbatterij buiten het bereik van kinderen. Waarschuw direct een arts als
een kind een batterij heeft doorgeslikt. (De chemicaliën in de batterij kunnen de maag
en ingewanden beschadigen.)
• Dek de elektrische contactpunten van de batterij en de back-upbatterij af voordat u
deze wegdoet, om te voorkomen dat deze contact maken met andere metalen
voorwerpen of batterijen. Zo voorkomt u brand en explosies.
• Voorkom brand door de oplader direct uit het stopcontact te halen en te stoppen met
opladen als er bij het opladen van de batterij grote hitte, rook of schadelijke damp vrijkomt.
• Verwijder de batterij of de back-upbatterij onmiddellijk als deze lekt, van kleur of vorm
verandert, of als er rook of giftige damp vrijkomt. Pas op dat u hierbij geen
brandwonden oploopt.
• Voorkom dat de inhoud van de batterij in aanraking komt met ogen, huid en kleding.
Dit kan blindheid en huidaandoeningen tot gevolg hebben. Als de inhoud van de batterij
in contact komt met uw ogen, huid of kleding, moeten deze direct met overvloedig water
worden afgespoeld zonder te wrijven. Ga daarna meteen naar een huisarts.
• Houd de apparatuur tijdens het opladen buiten bereik van kinderen. Kinderen kunnen
stikken als zij het snoer rond hun nek krijgen of een elektrische schok krijgen.
• Houd snoeren altijd uit de buurt van hittebronnen. Door de hitte kan het snoer vervormen
en het isolatiemateriaal smelten, wat brand of elektrische schokken kan veroorzaken.
• Flits niet in het gezicht van automobilisten. Door de verblinding kunt u een ongeluk veroorzaken.
• Flits niet vlakbij iemands ogen. Het gezichtsvermogen kan hierdoor beschadigd raken.
Houd altijd minimaal 1 meter afstand als u met de flitser een kind fotografeert.
• Verwijder de batterij en haal de stekker uit het stopcontact als u de camera of een
accessoire langere tijd niet gebruikt. Zo voorkomt u elektrische schokken,
warmteontwikkeling en brand.
• Gebruik de apparatuur niet in de buurt van ontvlambaar gas. Zo voorkomt u een
explosie of brand.
10
• Als u de apparatuur laat vallen en de behuizing zodanig beschadigd raakt dat de inwendige onderdelen
bloot komen te liggen, raak deze dan niet aan. Deze onderdelen staan mogelijk onder stroom.
• Demonteer de apparatuur niet en pas deze ook niet aan. Er staat een hoge spanning
op de interne onderdelen en deze kunnen een elektrische schok veroorzaken.
• Kijk niet door de camera of de lens naar de zon of een andere felle lichtbron.
Uw gezichtsvermogen kan hierdoor worden aangetast.
• Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen. De nekdraagriem kan bij
kinderen tot verstikking leiden.
• Berg de apparatuur niet op in een vochtige of stoffige ruimte. Hierdoor voorkomt u
brand en elektrische schokken.
• Vraag toestemming voordat u de camera in een vliegtuig of ziekenhuis gebruikt.
De elektromagnetische golven die door de camera worden afgegeven, kunnen storingen
veroorzaken in de instrumenten van vliegtuigen of de medische apparatuur in ziekenhuizen.
• Voorkom brand en elektrische schokken door onderstaande veiligheidsmaatregelen in acht te nemen:
- Steek de stekker altijd helemaal in het stopcontact.
- Pak het netsnoer nooit met natte handen vast.
- Trek altijd aan de stekker en niet aan het snoer als u de stekker uit het stopcontact haalt.
- Voorkom beschadigingen aan het netsnoer door er niet in te krassen of te snijden, en het
niet te knikken of er een zwaar voorwerp op te plaatsen. Draai of knoop de netsnoeren niet.
- Sluit niet te veel stekkers aan op één stopcontact.
- Gebruik geen snoeren waarvan het isolatiemateriaal is beschadigd.
• Haal zo nu en dan de stekker uit het stopcontact en haal met een droge doek het stof
rond het stopcontact weg. In een stoffige, vochtige of vette omgeving kan het stof op
het stopcontact vochtig worden en kortsluiting veroorzaken, wat kan leiden tot brand.
Letsel en schade aan apparatuur voorkomen
• Laat de apparatuur niet in een auto achter die in de zon staat of in de nabijheid van
een warmtebron. De apparatuur kan heet worden en brandwonden veroorzaken.
• Loop niet met de camera als deze op een statief is bevestigd. Dit kan letsel veroorzaken.
Controleer of het statief stevig genoeg is om de camera en de lens te dragen.
• Laat een lens of een camera met lens niet zonder lensdop in de zon staan.
De zonnestralen kunnen door de lens worden gebundeld en brand veroorzaken.
• Bedek de batterijoplader niet en wikkel deze ook niet in een doek. Hierdoor kan de
warmte niet weg en kan de behuizing vervormen of in brand vliegen.
• Verwijder de batterij en de back-upbatterij direct als u de camera in het water laat vallen
of als er water in de camera komt. Verwijder de batterijen ook als er metaaldeeltjes in
de camera komen. Hierdoor voorkomt u brand en elektrische schokken.
• Gebruik en plaats de batterij en de back-upbatterij niet in een hete omgeving. Hierdoor
kan de batterij gaan lekken en kan de levensduur van de batterij afnemen. Ook
kunnen de batterij en de back-upbatterij te heet worden en brandwonden veroorzaken.
• Gebruik geen verfverdunner, benzeen of andere organische oplosmiddelen om de
apparatuur schoon te maken. Deze stoffen kunnen brand veroorzaken en zijn
schadelijk voor de gezondheid.
Neem contact op met uw dealer of het dichtstbijzijnde Canon Service Center
als het product niet naar behoren functioneert of moet worden gerepareerd.
11
Tips en waarschuwingen voor het gebruik
Omgaan met de camera
Deze camera is een precisie-instrument. Laat de camera niet vallen en stel
deze niet bloot aan fysieke schokken.
De camera is niet waterdicht en kan niet onder water worden gebruikt. Neem
direct contact op met het dichtstbijzijnde Canon Service Center als u de camera
per ongeluk in water laat vallen. Droog de camera af met een droge doek als er
waterspatten op de camera zijn gekomen. Wrijf de camera grondig schoon met
een licht vochtige doek als deze in aanraking is gekomen met zoute lucht.
Houd de camera buiten het bereik van apparaten met sterke magnetische velden,
zoals magneten of elektrische motoren. Houd de camera eveneens uit de buurt van
apparaten die sterke radiogolven uitzenden, zoals grote antennes. Sterke magnetische
velden kunnen storingen veroorzaken en opnamegegevens beschadigen.
Laat de camera niet achter in een extreem warme omgeving, zoals in een auto die
in direct zonlicht staat. Door de hoge temperaturen kan de camera defect raken.
De camera bevat elektronische precisieschakelingen. Probeer nooit de
camera te demonteren of zelf reparaties of onderhoud uit te voeren.
Gebruik een blaaskwastje om stof van de lens, zoeker, reflexspiegel of het
matglas te blazen. Gebruik geen reinigingsmiddelen die organische
oplosmiddelen bevatten om de camerabehuizing of lens schoon te vegen.
Neem voor het verwijderen van hardnekkig vuil contact op met het
dichtstbijzijnde Canon Service Center.
Raak de elektrische contactpunten van de camera nooit met uw vingers aan.
Als u dat wel doet, kunnen deze gaan roesten. Roest op de contactpunten
kan ertoe leiden dat de camera niet goed meer functioneert.
Als de camera plotseling van een koude in een warme omgeving terechtkomt, kan zich
condens vormen op de camera en op de inwendige delen. Voorkom condensvorming
door de camera eerst in een afgesloten plastic tas te plaatsen. Laat de camera zich
aanpassen aan de hogere temperatuur voordat u hem uit deze tas haalt.
Gebruik de camera niet als zich hierop condens heeft gevormd. Zo voorkomt u
beschadiging van de camera. Als zich condens heeft gevormd, verwijdert u de lens,
de CF-kaart en de batterij uit de camera en wacht u tot de condens is verdampt.
Verwijder de batterij en berg de camera op een koele, droge en goed
geventileerde plaats op als u deze gedurende langere tijd niet gaat gebruiken.
Ook als de camera is opgeborgen moet u de sluiter zo nu en dan enkele
malen bedienen om te controleren of de camera nog goed functioneert.
Vermijd opslag op plaatsen waar bijtende chemicaliën worden gebruikt,
zoals een donkere kamer of een laboratorium.
Als de camera langere tijd niet is gebruikt, test u alle functies voordat u de
camera weer gaat gebruiken. Als u de camera langere tijd niet hebt gebruikt
en u opnamen wilt gaan maken van een belangrijke gebeurtenis, is het
raadzaam de camera te laten controleren door uw Canon-dealer of zelf te
controleren of de camera goed functioneert.
12
Tips en waarschuwingen voor het gebruik
LCD-paneel en LCD-scherm
Hoewel het LCD-scherm is gefabriceerd met hogeprecisietechnologie en
meer dan 99,99% effectieve pixels heeft, kunnen er onder de 0,01%
resterende pixels enkele dode pixels voorkomen. Dode pixels hebben altijd
dezelfde kleur, bijvoorbeeld zwart of rood. Dit is geen defect. De dode pixels
zijn ook niet van invloed op de opgeslagen opnamen.
Als het LCD-scherm lange tijd aan blijft staan kan het gaan inbranden,
waarbij overblijfselen van de eerdere weergave te zien zijn. Dit is echter een
tijdelijk effect dat verdwijnt als de camera enkele dagen niet wordt gebruikt.
CF-kaart
De CF-kaart is een precisie-instrument. Laat de CF-kaart niet vallen en stel
deze niet bloot aan trillingen. De op de kaart opgeslagen opnamen kunnen
hierdoor namelijk worden beschadigd.
Gebruik of bewaar de CF-kaart niet in de buurt van objecten met sterke
magnetische velden zoals tv's, luidsprekers of magneten. Mijd ook plaatsen
met statische elektriciteit. Anders kunnen de opnamen op de CF-kaart
verloren gaan.
Plaats de CF-kaart niet in direct zonlicht of in de buurt van hittebronnen.
De kaarten kunnen hierdoor vervormen, waardoor ze onbruikbaar worden.
Mors geen vloeistoffen op de CF-kaart.Bewaar uw CF-kaarten altijd in een houder ter bescherming van de
opgeslagen gegevens.
Buig de kaart niet en stel deze niet bloot aan grote krachten of fysieke
schokken.
Bewaar de CF-kaart niet op hete, stoffige of vochtige plaatsen.
Elektrische contactpunten van de lens
Nadat u de lens hebt losgedraaid van de camera,
bevestigt u de lensdoppen of plaatst u de lens met de
achterkant naar boven om krassen op het lensoppervlak
en de elektrische contactpunten te voorkomen.
Contactpunten
Waarschuwing bij langdurig gebruik
Wanneer u langdurig continu-opnamen of Live View-opnamen maakt, kan de
camera heet worden. Dit is geen defect. Het langdurig vasthouden van een hete
camera kan echter wel een lichte verbranding van de huid veroorzaken.
13
Verkorte handleiding
Bij EF-lenzen
'(5ࡦ࠭
Bij EF-S-lenzen
1
2
3
4
Plaats de batterij. (pag. 26)
Ga voor meer informatie over het
opladen van batterijen naar pagina 24.
Plaats de lens. (pag. 30)
Als u een EF-S-lens gebruikt, plaatst u deze zo
dat de markering op de lens op gelijke hoogte
is met de witte markering op de camera.
Bij andere lenzen dient de markering op gelijke
hoogte te zijn met de rode markering.
Stel op de lens de knop voor de
focusinstelling in op <AF>.
(pag. 30)
Open het deksel van de
CF-kaartsleuf en plaats de
CF-kaart. (pag. 28)
Houd de etiketzijde naar u toe
en schuif de kant met de kleine
openingen in de camera.
5
14
Zet de aan-uitschakelaar op
<1>.
(pag. 32)
6
7
8
9
Verkorte handleiding
Stel het programmakeuzewiel
in op <1> (volautomatisch).
(pag. 46)
Alle camera-instellingen worden
automatisch ingesteld.
Stel scherp op het onderwerp.
(pag. 32)
Kijk door de zoeker en richt het
midden van de zoeker op het
onderwerp. Druk de ontspanknop half
in; de camera stelt vervolgens scherp
op het onderwerp.
Maak de opname. (pag. 32)
Druk de ontspanknop helemaal in om
een foto te maken.
Bekijk de foto op het LCDscherm.
De opname wordt ongeveer
2 seconden lang op het LCD-scherm
weergegeven.
(pag. 125)
Zie "Opnameweergave" (pag. 116) voor het bekijken van de
opnamen die u tot nu toe hebt gemaakt.
Ga voor meer informatie over het verwijderen van een opname
naar "Opnamen wissen" (pag. 124).
15
Namen van onderdelen
)
r
Voor gedetailleerde informatie worden tussen haakjes
referentiepaginanummers gegeven (pag. **).
Waarschuwing CF-kaart vol (FuLL CF)
Waarschuwing CF-kaartfout (Err CF)
Waarschuwing geen CF-kaart (no CF)
Alleen instellingen die van toepassing zijn worden weergegeven.
AF-punten
(ingespiegeld display)
Maximale opnamereeks
Witbalanscorrectie WB-BKT
ISO-waarde
<0> Zwartwitopnamen
<g>
ISO-waarde
<o>
Focusbevestigingslampje
19
Namen van onderdelen
Programmakeuzewiel
Het programmakeuzewiel bevat de Basisgebruik-modi en Creatief
gebruik-modi.
Gebruikersinstellingen voor de camera
De meeste camera-instellingen
kunnen worden vastgelegd
onder
w, x
of y. (pag. 165)
Creatief gebruik
Deze modi geven u controle over
het resultaat.
d: AE-programma (pag. 84)
AE-sluiterprioriteit (pag. 86)
s :
f :
AE-diafragmaprioriteit (pag. 88)
a:
Handmatige belichting (pag. 90)
8 :
Automatische scherptediepte
AE (pag. 91)
Volautomatisch
Basisgebruik
U hoeft alleen maar de ontspanknop
in te drukken. Volautomatisch
opnamen maken van specifieke
soorten onderwerpen.
1: Volautomatisch (pag. 46)
Standaardgebruik
2 : Portret (pag. 49)
3: Landschap (pag. 50)
4 : Close-up (pag. 51)
5 : Sport (pag. 52)
6 : Nachtportret (pag. 53)
7: Flitser uit (pag. 54)
20
EF-S 18-55 mm f/3.5-5.6 IS-lens
Namen van onderdelen
Focusring (pag. 80, 110)
Bevestiging lenskap
EW-60B
(apart verkrijgbaar)
58-mm
filteraansluiting
(voorkant lens)
Schakelaar voor Image Stabilizer
(beeldstabilisatie) (pag. 31)
Lensbevestigingsmarkering (pag. 30)
EF-S 17-85 mm f/4-5.6 IS USM-lens
Focusinstellingsknop (pag. 30)
Bevestiging lenskap
EW-73B
(apart verkrijgbaar)
67mmfilteraansluiting
(voorkant lens)
Zoomring
Schakelaar voor Image Stabilizer
(beeldstabilisatie) (pag. 31)
Focusinstellingsknop (pag. 30)
Zoomring
Zoompositie-index
Contactpunten
(pag. 13)
Zoompositie-index
Focusring (pag. 80, 110)
Focusafstandsschaal
Contactpunten (pag. 13)
Lensbevestigingsmarkering (pag. 30)
21
Namen van onderdelen
Batterijoplader CG-580
Dit is een batterijoplader. (pag. 24)
Batterijcompartiment
Oplaadlampje
Stekker
Deze voedingseenheid is bedoeld voor een verticale bevestiging of
voor bevestiging op de vloer.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES - BEWAAR DEZE INSTRUCTIES.
GEVAAR - VOLG DEZE INSTRUCTIES OM HET RISICO OP BRAND EN
ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VOORKOMEN.
Buiten de Verenigde Staten: gebruik een plugadapter voor de juiste aansluiting
op het stopcontact.
Batterijoplader CB-5L
Dit is een batterijoplader. (pag. 24)
Batterijcompartiment
Netsnoer
Oplaadlampje
22
Netsnoeraansluiting
1
Aan de slag
In dit hoofdstuk worden de voorafgaande stappen en de
basisbediening van de camera uitgelegd.
De riem bevestigen
Haal het einde van de riem van
onderaf door het oog van de
draagriemhouder. Haal deze daarna
door de gesp van de riem zoals
afgebeeld in de illustratie. Trek de
riem strak en zorg ervoor dat hij
goed vastzit in de gesp.
De oculairdop is ook bevestigd
aan de riem. (pag. 97)
Oculairdop
23
De batterij opladen
1
2
Markering batterijcompartiment
CG-580
3
CB-5L
OplaadniveauOplaadlampje
0 - 50%
50 - 75%
75 - 90%
90% of hoger
24
Knippert eenmaal per seconde
Knippert tweemaal per seconde
Knippert driemaal
per seconde
Lamp brandt
Verwijder het deksel.
Plaats het deksel terug wanneer u de
batterij uit de camera verwijdert om
kortsluiting te voorkomen.
Plaats de batterij.
Plaats de voorkant van de batterij precies
op de markeringslijn van de oplader.
Terwijl u de batterij naar beneden duwt,
schuift u deze in de richting van de pijl.
Om de batterij te verwijderen,
herhaalt u de bovenstaande
procedure in omgekeerde volgorde.
Laad de batterij op.
Voor CG-580
Klap de uitsteeksels van de batterij
naar buiten, in de richting van de pijl
en doe ze in het stopcontact.
Voor CB-5L
Sluit het netsnoer aan op de oplader en
steek de stekker in de wandcontactdoos.
X Het opladen begint automatisch en
het oplaadlampje knippert rood.
X
De oplaadtijd voor een lege batterij is
als volgt:
BP-511A en BP-514: Circa 100 min.
BP-511 en BP-512: Circa 90 min.
De oplaadtijd van de batterij is afhankelijk
van de omgevingstemperatuur en het
energieniveau van de batterij.
De nummers en markeringen op de
batterijoplader komen overeen met de tabel links.
De batterij opladen
Tips voor het gebruik van de batterij en batterijoplader
Het verdient aanbeveling om de batterij op te laden op de dag dat u
deze gaat gebruiken, of een dag ervoor.
Een opgeladen batterij die niet wordt gebruikt raakt langzamerhand leeg.
Verwijder de batterij na het opladen en haal de batterijoplader
uit de wandcontactdoos.
U kunt het deksel in een andere richting
plaatsen om aan te geven of de batterij al
dan niet is opgeladen.
Als de batterij is opgeladen bevestigt u het deksel
zodanig dat de opening, die de vorm heeft van een
batterij <>, overeenkomt met het blauwe zegel op
de batterij. Als de batterij leeg is, plaatst u het deksel in de omgekeerde richting.
Gebruik de batterij bij een omgevingstemperatuur van 0 °C - 40 °C.
Voor een optimale prestatie van de batterij wordt een omgevingstemperatuur
van 10 °C - 30 °C aanbevolen. In een koude omgeving, bijvoorbeeld in de
sneeuw, kunnen de prestatie en werking van de batterij tijdelijk afnemen.
Verwijder de batterij wanneer u de camera niet gebruikt.
Als de batterij langere tijd in de camera blijft zitten, is er sprake van een kleine lekstroom,
waardoor de batterij verder wordt ontladen en minder lang meegaat. Haal de batterij uit de
camera en plaats het beschermdeksel terug voordat u de batterij opbergt. Bewaren van de
batterij nadat deze geheel is opgeladen kan de prestatie van de batterij verminderen.
De batterijoplader kan ook worden gebruikt in het buitenland.
De batterijoplader is compatibel met een stroombron van 100 V AC t/m 240 V AC 50/60 Hz.
Gebruik een in de handel verkrijgbare stekkeradapter voor dat land. Sluit geen draagbare
spanningsomvormer aan op de batterijoplader. Dit kan de batterijoplader beschadigen.
Als de batterij snel leeg raakt, zelfs nadat hij geheel is
opgeladen, moet de batterij worden vervangen.
Vervang de batterij door een nieuwe.
Laad uitsluitend batterijen op van het type BP-511A, BP-514, BP-511 of BP-512.
De batterijen BP-511A, BP-514, BP-511 en BP-512 zijn speciaal bedoeld
voor Canon-producten. Wanneer u deze oplaadt met een batterijoplader of
een ander product dat niet van Canon is, kunnen zich defecten of
ongelukken voordoen waarvoor Canon geen aansprakelijkheid aanvaardt.
25
De batterij plaatsen en verwijderen
De batterij plaatsen
Plaats een volledig opgeladen BP-511A-batterij in de camera.
Open het deksel van het
1
batterijcompartiment.
Schuif de hendel in de richting van de
pijl en open het deksel.
Plaats de batterij.
2
Zorg dat de contactpunten van de
batterij omlaag wijzen.
Schuif de batterij in de camera totdat
deze vastzit.
Sluit het deksel.
3
Druk op het deksel totdat dit dichtklikt.
Batterijen BP-514, BP-511 of BP-512 kunnen ook worden gebruikt.
Het batterijniveau controleren
Wanneer de aan-uitschakelaar op <1> of op <J> staat (pag. 32),
wordt een van vier batterijniveaus weergegeven.
z : Batterijniveau OK.
x : Batterijniveau is laag.
: Batterij is bijna leeg.
b
n: Batterij moet worden
opgeladen.
26
De batterij plaatsen en verwijderen
Levensduur batterij[aantal opnamen • ongeveer]
Temperatuur
Bij 23 °C1.100800
Bij 0 °C950700
De bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op een volledig opgeladen BP-511A-batterij, zonder
Live View-opnamen, en de testcriteria van de CIPA (Camera & Imaging Products Association).
Het werkelijke aantal opnamen kan lager zijn dan hierboven is
aangegeven, afhankelijk van de opnameomstandigheden.
Het aantal mogelijke opnamen neemt af naarmate het LCD-scherm
vaker wordt gebruikt.
Als u de ontspanknop lang half ingedrukt houdt of als u alleen de
autofocus gebruikt, wordt het maximumaantal opnamen ook kleiner.
Het maximumaantal opnamen met de BP-514 is gelijk aan het aantal dat
in de tabel wordt weergegeven.
Het aantal mogelijke opnamen met de BP-511 of BP-512 bedraagt
ongeveer 75% van de cijfers in de tabel voor 23 °C. Bij 0 °C komen de
cijfers ongeveer overeen met de cijfers in de tabel.
Lensbewerkingen kosten de batterij ook stroom. Bij bepaalde lenzen
wordt het maximumaantal opnamen dan ook kleiner.
Zie pagina 112 voor informatie over de gebruiksduur van de batterij
wanneer Live View-opnamen worden gemaakt.
Opnameomstandigheden
Geen flits50% flits
De batterij verwijderen
Open het deksel van het
1
batterijcompartiment.
Schuif de hendel in de richting van de
pijl en open het deksel.
Verwijder de batterij.
2
Druk de batterijvergrendelknop in de
richting van de pijl en verwijder de batterij.
Plaats het beschermdeksel op de
batterij om kortsluiting te voorkomen.
27
De CF-kaart installeren en verwijderen
De opname wordt opgeslagen op de CF-kaart (apart verkrijgbaar).
Hoewel de dikte verschillend is, kunt u zowel een CF-kaart van het type
I als II in de camera plaatsen. De camera is ook compatibel met
microdrive (van het type harde schijf) en CF-kaarten met een capaciteit
van 2 GB of hoger.
Een kaart plaatsen
Open het deksel.
1
Schuif het deksel in de richting van de
pijl om het te openen.
Etiketzijde
Uitwerpknop CF-kaart
Resterende opnamen
Het aantal resterende opnamen is afhankelijk van de resterende capaciteit
van de CF-kaart, de instelling voor de opnamekwaliteit, de ISO-waarde, etc.
Plaats de CF-kaart.
2
Plaats de kant met de kleine openingen
in de camera met de etiketzijde naar u
toe, zoals aangegeven in de illustratie.
Als de CF-kaart verkeerd wordt
geplaatst, kan de camera beschadigd
raken.
X De uitwerpknop van de CF-kaart
steekt naar buiten.
Sluit het deksel.
3
Sluit het deksel en schuif het in de
richting van de pijl totdat het dicht klikt.
X Als u de aan-uitschakelaar op <1>
of <J>zet, wordt het aantal
resterende opnamen weergegeven
op het LCD-scherm.
28
De CF-kaart installeren en verwijderen
De kaart verwijderen
Open het deksel.
1
Zet de aan-uitschakelaar op <2>.Zorg dat de lees-/schrijfindicator
uit staat en open vervolgens het
deksel.
Lees-/schrijfindicator
Verwijder de CF-kaart.
2
Druk op de uitwerpknop van de
CF-kaart.
X De CF-kaart komt naar buiten.
Sluit het deksel.
Wanneer de lees-/schrijfindicator brandt of knippert, betekent dit dat
de opnamen op de CF-kaart worden ingelezen, opgeslagen of gewist.
Wanneer de lees-/schrijfindicator brandt of knippert, worden de
volgende handelingen ten zeerste afgeraden. Als u deze handelingen
toch uitvoert, kunnen de fotogegevens beschadigd raken. Ook kan
de CF-kaart of de camera beschadigd raken.
•
De camera schudden of ergens tegenaan stoten.
•
Het deksel van de CF-kaartsleuf openen.
•
De batterij verwijderen.
Als op de CF-kaart al opnamen zijn opgeslagen, kan het zijn dat het
bestandsnummer niet begint bij 0001. (pag. 72)
Zie pagina 43 als “
Als u een kaart van het type harde schijf vasthoudt, dient u deze altijd bij de zijden vast te
pakken. U kunt de kaart namelijk beschadigen wanneer u de platte oppervlakken vastpakt.
CF-kaarten van het type harde schijf zijn gevoeliger voor trillingen en
fysieke schokken dan CF-kaarten. Als u een dergelijke kaart gebruikt, dient
u er op te letten dat de camera niet wordt blootgesteld aan trillingen of
fysieke schokken, vooral tijdens het opslaan of weergeven van opnamen.
Err CF
” (CF-fout) wordt weergegeven op het LCD-paneel.
Stel in het menu [1 Foto z. card] in op [Uit] om te voorkomen dat u
opnamen maakt zonder CF-kaart.
29
Een lens bevestigen en verwijderen
Een lens bevestigen
Verwijder de doppen.
1
Verwijder de achterste lensdop en de
cameradop door ze los te draaien in
de richting die door de pijl wordt
aangegeven.
EF-S-lensbevestigingsmarkering
EF-lensbevestigingsmarkering
De lens verwijderen
Bij het plaatsen en verwijderen van de lens dient u ervoor te zorgen dat er
via de lensbevestiging geen stof in de camera komt.
30
Plaats de lens.
2
Plaats de EF-S-lens op de camera
precies boven de
lensbevestigingsmarkering en draai de
lens in de door de pijl aangegeven
richting totdat de lens op zijn plaats klikt.
Als u een andere lens plaatst dan de
EF-S-lens, zorg er dan voor dat de
markering op de lens overeenkomt met
de rode EF-lensbevestigingsmarkering.
Op de lens stelt u de
3
focusinstellingsknop in op <AF>.
Als deze is ingesteld op <MF> is
autofocus niet mogelijk.
Verwijder de voorste lensdop.
4
Druk op de
lensontgrendelingsknop en draai
de lens in de richting van de pijl.
Draai de lens totdat deze niet meer
verder kan en koppel de lens los.
Loading...
+ 166 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.