De EOS 400D DIGITAL is een hoogwaardige digitale
spiegelreflexcamera met een 10.10-megapixel beeldsensor.
De camera is uitgerust met diverse functies, zoals
beeldstijlen voor uitgebreide fotografische expressie, snelle
automatische scherpstelling voor bewegende onderwerpen,
opnamemodi voor zowel beginners als geavanceerde gebruikers en
rechtstreeks afdrukken.
Bovendien verwijdert de zelfreinigende sensor stof die aan de
sensor kleeft.
Vertrouwd raken met uw camera terwijl u opnamen maakt
Deze handleiding beschrijft voor zowel beginners als geavanceerde
gebruikers hoe opnamen van diverse onderwerpen worden gemaakt.
Met een digitale camera kunt u de opname die u hebt gemaakt direct
bekijken. Maak tijdens het doorlezen van deze handleiding opnamen
overeenkomstig de instructies en controleer het resultaat. Zo leert u de
camera te gebruiken en optimaal te genieten van fotografie.
Lees de Veiligheidsmaatregelen (pag. 10 en 11) en Tips en
waarschuwingen voor het gebruik (pag. 12 en 13) om slechte foto's en
ongelukken te voorkomen.
De camera testen voor gebruik
Geef de opname nadat u deze hebt gemaakt weer en controleer of de opname
goed is opgeslagen.
Wanneer de camera of de geheugenkaart gebreken vertoont en de opnamen niet
op de kaart kunnen worden opgeslagen of niet kunnen worden gelezen door een
pc, aanvaardt Canon hiervoor geen aansprakelijkheid.
Copyright
Mogelijk verbiedt de wet op het auteursrecht in uw land het gebruik van opnamen
van mensen en bepaalde onderwerpen anders dan voor privé-gebruik. Het maken
van opnamen van bepaalde openbare optredens, exposities en dergelijke kan
zelfs voor privé-gebruik verboden zijn.
Website om te leren fotograferen en ervan te genieten
http://web.canon.jp/Imaging/enjoydslr/index.html
2
Controlelijst onderdelen
Controleer voordat u begint of alle onderstaande onderdelen van de
camera aanwezig zijn. Neem contact op met uw dealer als er iets
ontbreekt. U kunt de bijbehorende accessoires ook controleren aan de
hand van het systeemoverzicht (pag. 164).
Camera: EOS 400D DIGITAL
(inclusief oculairdop, cameradop en batterij voor de datum-/tijdklok)
Voedingskabel voor batterijoplader *Voor CB-2LTE.
2 kabels
Interfacekabel IFC-400PCU
Videokabel VC-100
Draagriem: EW-100DBII
2 cd-rom's
EOS DIGITAL Solution Disk
EOS DIGITAL Software Instruction Manuals Disk
Beknopte gebruikershandleiding
Beknopte gebruikershandleiding voor het maken van opnamen.
EOS 400D DIGITAL Instructiehandleiding
(het document dat u nu leest)
Softwarehandleiding
Geeft een overzicht van de meegeleverde software en uitleg over het
installeren hiervan.
Garantiekaart van camera
Garantiekaart van lens
* Bewaar bovengenoemde zaken zorgvuldig.
* De CF-kaart (voor het maken van opnamen) is niet meegeleverd. U moet
deze apart aanschaffen.
(met oculairdop)
(meegeleverde software)
*Alleen lensset.
3
Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt
Pictogrammen in deze handleiding
Het pictogram <6> staat voor het hoofdinstelwiel.De pictogrammen <V> en <U> geven de pijltjestoetsen aan.Het pictogram <0> staat voor de knop SET.0, 9 of 8 geeft aan dat de desbetreffende functie
respectievelijk 4 sec., 6 sec. of 16 sec. actief blijft nadat u de knop
loslaat.
De pictogrammen en markeringen in deze handleiding die verwijzen
naar knoppen, instelwielen en instellingen op de camera,
corresponderen met de pictogrammen en markeringen op de camera
en het LCD-scherm.
Het pictogram 3 wijst op een functie die kan worden gewijzigd
door op de knop <M> te drukken en de instelling te wijzigen.
Het pictogram M rechtsboven op de pagina geeft aan dat de functie
alleen beschikbaar is in Creatief gebruik-modi (pag. 20).
(pag.**)
Geeft het referentiepaginanummer weer.
De symbolen
: Tip of advies voor betere opnamen.
: Advies voor probleemoplossing.
: Waarschuwing om opnameproblemen te voorkomen.
: Aanvullende informatie.
Basisveronderstellingen
* Bij alle handelingen die in deze handleiding worden beschreven,
wordt ervan uitgegaan dat de aan-/uitschakelaar al is ingesteld op
<1>.
* Er wordt aangenomen dat alle menu-instellingen en persoonlijke
voorkeuren staan ingesteld op de standaardinstellingen.
* De instructies ter verduidelijking laten de camera zien met een EF-S
Voorkom letsel, dodelijke ongevallen of schade aan materiaal door deze
veiligheidsmaatregelen op te volgen en de apparatuur op de juiste manier te gebruiken.
Voorkomen van ernstig letsel en dodelijke ongevallen
• Voorkom brand, oververhitting, lekkage van chemische stoffen en explosies door
onderstaande veiligheidsmaatregelen op te volgen:
- Gebruik geen batterijen, voedingsbronnen of accessoires die niet in deze
handleiding worden genoemd. Gebruik geen zelfgemaakte of aangepaste batterijen.
- Sluit de batterij en de back-upbatterij niet kort en probeer ze niet te demonteren of
aan te passen. Verhit de batterij of de back-upbatterij niet en probeer deze niet te
solderen. Stel de batterij of de back-upbatterij niet bloot aan vuur of water. Stel de
batterij of de back-upbatterij ook niet bloot aan grote fysieke schokken.
- Installeer de batterij en de back-upbatterij op de juiste manier (+ –). Plaats nooit
oude en nieuwe of verschillende soorten batterijen bij elkaar.
- Laad de batterij niet op bij een temperatuur die buiten het toegestane bereik ligtvan
0 °C - 40 °C. Overschrijd de oplaadtijd niet.
- Steek geen vreemde metalen voorwerpen in de elektrische contactpunten van de
camera, de accessoires, de verbindingskabels en dergelijke.
• Houd de back-upbatterij buiten het bereik van kinderen. Waarschuw direct een arts als
een kind een batterij heeft doorgeslikt. (De chemicaliën in de batterij kunnen de maag
en de ingewanden beschadigen.)
• Dek de elektrische contactpunten van de batterij of de back-upbatterij af voordat u
deze wegdoet, om te voorkomen dat deze contact maken met andere metalen
voorwerpen of batterijen. Zo voorkomt u brand of explosies.
• Voorkom brand door de oplader direct uit de wandcontactdoos te halen en te stoppen met
opladen als er bij het opladen van de batterij grote hit te, rook of schadelijke damp vrijkomt.
• Verwijder d e batteri j of de back-upbatterij onmiddellijk als deze lekt, van kleur of van vorm verandert,
of als er rook of giftige damp vri jkomt. Pas op dat u hi erbij gee n brandwonden oploopt.
• Voorkom dat de inhoud van de batterij in aanraking komt met ogen, huid en kleding. Dit kan
blindheid en huidaandoeningen tot gevolg hebben. Als de inhoud van de batterij in contact
komt met uw ogen, huid of kleding, moeten deze direct met overvloedig water worden
afgespoeld zonder te wrijven. Ga daarna meteen naar een huisarts.
• Houd de apparatuur tijdens het opladen buiten bereik van kinderen. Kinderen kunnen
een elektrische schok krijgen of stikken als zij het snoer rond hun nek krijgen.
• Houd snoeren altijd uit de buurt van hittebronnen. Do or de hitte kan het snoer vervormen
en het isolatiemateriaal smelten, wat brand of elektrische schokken kan veroorzaken.
• Flits niet in het gezicht van automobilisten. Door de verblinding kunt u een ongeluk veroorzaken.
• Flits niet in de buurt van de ogen van een persoon. Het gezichtsvermogen kan
hierdoor beschadigd raken. Houd altijd minimaal 1 meter afstand als u met de flitser
een klein kind of een baby fotografeert.
• Verwijder de batterij en haal de stekker uit de wandcontactdoos als u de camera of een
accessoire langere tijd niet gebruikt. Zo voorkomt u elektrische schokken,
warmteontwikkeling en brand.
• Gebruik de apparatuur niet in de buurt van ontvlambaar gas. Zo voorkomt u een
explosie of brand.
10
• Als u de apparatuur laat vallen en de behuizing zodanig beschadigd raakt dat de
inwendige onderdelen bloot komen te liggen, raak deze dan niet aan. Deze
onderdelen staan mogelijk onder stroom.
• Demonteer of wijzig de apparatuur niet. Er staat een hoge spanning op de interne
onderdelen en deze kunnen een elektrische schok veroorzaken.
• Kijk niet door de camera of de lens naar de zon of een andere felle lichtbron.
Uw gezichtsvermogen kan hierdoor worden aangetast.
• Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen. De nekdraagriem kan bij
kinderen tot verstikking leiden.
• Berg de apparatuur niet op in een vochtige of stoffige ruimte. Hiermee voorkomt u
brand en elektrische schokken.
• Vraag toestemming voordat u de camera gebruikt in een vliegtuig of ziekenhuis.
De elektromagnetische golven die door de camera worden afgegeven, kunnen storingen
veroorzaken in de instrumenten van vliegtuigen of in de medische apparatuur in ziekenhuizen.
• Voorkom brand en elektrische schokken door onderstaande veiligheidsmaatregelen in
acht te nemen:
- Steek de stekker altijd helemaal in de wandcontactdoos.
- Pak het netsnoer nooit met natte handen vast.
- Trek altijd aan de stekker en niet aan het snoer als u de stekker uit de wandcontactdoos haalt.
- Voorkom beschadigingen aan het netsnoer door er niet in te krassen of te snijden, en het niet
te knikken of er een zwaar voorwerp op te plaatsen. Draai of knoop de netsnoeren niet.
- Sluit niet teveel stekkers aan op één contactpunt.
- Gebruik geen snoeren waarvan het isolatiemateriaal is beschadigd.
• Haal zo nu en dan de stekker uit de wandcontactdoos en haal met een droge doek het stof rond
de wandcontactdoos weg. In een stoffige, vochtige of vette omgeving kan het stof op de
wandcontactdoos vochtig worden en kortsluiting veroorzaken, wat weer kan leiden tot brand.
Letsel en schade aan apparatuur voorkomen
• Laat de apparatuur niet in een auto achter die in de zon staat of in de nabijheid van
een warmtebron. De apparatuur kan heet worden en brandwonden veroorzaken.
• Loop nie t met de camera als deze op een stati ef is bevestigd. Dit kan letsel veroorzaken.
Controleer of het statief stevig genoeg is om de camera en de lens te d ragen.
• Laat de lens of een camera met een lens niet zonder lensdop in de zon staan.
De zonnestralen kunnen door de lens worden gebundeld en brand veroorzaken.
• Bedek de batterijoplader niet en wikkel deze ook niet in een doek. Hierdoor kan de
warmte niet weg en kan de behuizing vervormen of in brand vliegen.
• Verwijder de batterij e n de back-upbatterij direct als u de camera in het water laat vallen of
als er water in de camera komt. Verwijder de batterijen ook a ls er metaaldeeltjes in de
camera komen. Hiermee voorkomt u brand en elektrische schokken.
• Gebruik en plaats de batterij en de back-upbatterij niet in een hete omgeving. Hierdoor
kan de batterij gaan lekken en kan de levensduur van de batterij afnemen. De batterij
of de back-upbatterij kan ook te heet worden en brandwonden veroorzaken.
• Gebruik geen verfverdunner, benzeen of andere organische oplosmiddelen om de
apparatuur schoon te maken. Deze stoffen kunnen brand veroorzaken en zijn
schadelijk voor de gezondheid.
Neem contact op met uw dealer of het dichtstbijzijnde Canon
Service Center als het product niet naar behoren functioneert of
moet worden gerepareerd.
11
Tips en waarschuwingen voor het gebruik
Omgaan met de camera
Deze camera is een precisie-instrument. Laat de camera niet vallen en stel
deze niet bloot aan fysieke schokken.
De camera is niet waterdicht en kan niet onder water worden gebruikt. Neem
direct contact op met het dichtstbijzijnde Canon Service Center als u de
camera per ongeluk in water laat vallen. Droog de camera af met een droge
doek als er waterspatten op de camera zijn gekomen. Wrijf de camera
grondig schoon met een licht vochtige doek als deze in aanraking is
gekomen met zoute lucht.
Houd de camera buiten het bereik van apparaten met sterke magnetische
velden zoals magneten of elektrische motoren. Houd de camera eveneens
uit de buurt van apparaten die sterke radiogolven uitzenden, zoals grote
antennes. Sterke magnetische velden kunnen storingen veroorzaken en
opnamegegevens beschadigen.
Laat de camera niet achter in een extreem warme omgeving, zoals in een
auto die in direct zonlicht staat. Door de hoge temperaturen kan de camera
defect raken.
De camera bevat elektronische precisieschakelingen. Probeer nooit de
camera te demonteren of zelf reparaties of onderhoud uit te voeren.
Gebruik een blaasbuisje om stof van de lens, zoeker, reflexspiegel of het
matglas te blazen. Gebruik geen reinigingsmiddelen die organische
oplosmiddelen bevatten om de camerabehuizing of lens schoon te vegen.
Neem voor het verwijderen van hardnekkig vuil contact op met het
dichtstbijzijnde Canon Service Center.
Raak de elektrische contactpunten van de camera nooit met uw vingers aan.
Als u dat wel doet, kunnen de contactpunten gaan roesten. Roest op de
contactpunten kan leiden tot een foutieve werking van de camera.
Als de camera plotseling van een koude in een warme omgeving
terechtkomt, kan zich condens vormen op de camera en op de inwendige
delen. Voorkom condensvorming door de camera eerst in een afgesloten
plastic tas te plaatsen. Laat de camera zich aanpassen aan de hogere
temperatuur voordat u deze uit deze tas haalt.
Gebruik de camera niet als zich hierop condens heeft gevormd. Zo voorkomt
u beschadiging van de camera. Als zich condens heeft gevormd, verwijdert
u de lens, de CF-kaart en de batterij uit de camera en wacht u tot de
condens is verdampt.
Verwijder de batterij en berg de camera op een koele, droge en goed
geventileerde plaats op als u deze gedurende langere tijd niet gaat gebruiken.
Ook als de camera is opgeborgen moet u de sluiter zo nu en dan enkele malen
bedienen om te controleren of de camera nog goed functioneert.
Vermijd opslag op plaatsen waar bijtende chemicaliën worden gebruikt,
zoals een donkere kamer of een laboratorium.
Test alle functies voordat u de camera weer gaat gebruiken nadat de camera
langere tijd niet is gebruikt. Als u de camera langere tijd niet hebt gebruikt of
als u opnamen wilt gaan maken van een belangrijke gebeurtenis, is het
raadzaam de camera te laten controleren door uw Canon-dealer of zelf te
controleren of de camera goed functioneert.
12
Tips en waarschuwingen voor het gebruik
LCD-scherm
Hoewel het LCD-scherm is gefabriceerd met hogeprecisietechnologie en
meer dan 99,99% effectieve pixels heeft, kunnen er onder de maximaal
0,01% resterende pixels enkele dode pixels voorkomen. Dode pixels hebben
altijd dezelfde kleur, bijvoorbeeld zwart of rood. Dit is geen defect. De dode
pixels zijn ook niet van invloed op de opgeslagen opnamen.
Als het LCD-scherm lange tijd aan blijft staan kan het gaan inbranden,
waarbij alleen overblijfselen van de eerdere weergave te zien zijn. Dit is
echter een tijdelijk effect dat verdwijnt als de camera enkele dagen niet
wordt gebruikt.
CF-kaart
De CF-kaart is een precisie-instrument. Laat de CF-kaart niet vallen en stel
deze niet bloot aan trillingen. De op de kaart opgeslagen opnamen kunnen
hierdoor namelijk worden beschadigd.
Gebruik of bewaar de CF-kaart niet in de buurt van objecten met sterke
magnetische velden zoals tv's, luidsprekers of magneten. Mijd ook plaatsen
met statische elektriciteit. Anders kunnen de opnamen op de CF-kaart
verloren gaan.
Plaats de CF-kaart niet in direct zonlicht of in de buurt van hittebronnen.
De kaarten kunnen hierdoor vervormen, waardoor ze onbruikbaar worden.
Mors geen vloeistoffen op de CF-kaart.Bewaar uw CF-kaarten altijd in een houder ter bescherming van de
opgeslagen gegevens.
Buig de kaart niet en stel deze niet bloot aan grote krachten of fysieke
schokken.
Bewaar de CF-kaart niet op hete, stoffige of vochtige plaatsen.
Elektrische contactpunten van de lens
Nadat u de lens hebt losgedraaid van de camera, bevestigt
u de lensdoppen of plaatst u de lens met de achterkant naar
boven om krassen op het lensoppervlak en de elektrische
contactpunten te voorkomen.
Contactpunten
13
Beknopte gebruikershandleiding
Voor EF-S-lens
Voor E F-l ens
Plaats de batterij. (pag. 26)
1
2
3
4
Ga voor meer informatie over het
opladen van batterijen naar pagina 24.
Plaats de lens. (pag. 30)
Als u een EF-S-lens gebruikt, plaatst u
deze zo dat de markering op de lens
op gelijke hoogte is met de witte
markering op de camera. Bij andere
lenzen dient de markering op gelijke
hoogte te zijn met de rode markering.
Stel de focusinstellingsknop op
de lens in op <AF>.
Open het deksel van de
CF-kaartsleuf en plaats de
CF-kaart. (pag. 28)
Houd de etiketzijde naar u toe
en schuif de kant met de kleine
openingen in de camera.
(pag. 30)
5
14
Zet de aan-/uitschakelaar op
(pag. 31)
<1>.
XDe huidige camera-instellingen
verschijnen op het LCD-scherm.
6
7
8
9
Beknopte gebruikershandleiding
Stel het programmakeuzewiel
in op <1> (volautomatisch).
(pag. 40)
Alle camera-instellingen worden
automatisch ingesteld.
Stel scherp op het onderwerp.
(pag. 33)
Kijk door de zoeker en richt het
midden van de zoeker op het
onderwerp. Druk de ontspanknop half
in en de camera stelt scherp op het
onderwerp.
Maak de opname. (pag. 33)
Druk de ontspanknop helemaal in om
een opname te maken.
Bekijk de foto op het LCDscherm.
De opname wordt ongeveer
2 seconden op het LCD-scherm
weergegeven.
(pag. 94)
De weergave van camera-instellingen op het LCD-scherm wordt
automatisch uitgeschakeld wanneer u uw oog bij de oculair plaatst.
Zie "Opnameweergave" (pag. 50) voor het bekijken van de
opnamen die u tot nu toe hebt gemaakt.
Ga voor meer informatie over het verwijderen van een opname
naar "Opnamen wissen" (pag. 123).
15
Namen van onderdelen
De dikgedrukte onderdelen worden gebruikt tot aan de sectie
"Eenvoudige opnamen maken en weergeven".
U hoeft alleen maar de ontspanknop in te
drukken. Volautomatisch opnamen maken van
specifieke soorten onderwerpen.
1: Volautomatisch (pag. 40)
20
Standaardgebruik
2 : Portret (pag. 43)
3: Landschap (pag. 44)
4 : Close-up (pag. 45)
5: Sport (pag. 46)
6 : Nachtopnamen (pag. 47)
7: Flitser uit (pag. 48)
Batterijoplader CB-2LW
Namen van onderdelen
Markering batterijcompartiment
Batterijoplader CB-2LWE
Batterijcompartiment
Oplaadlampje
Stekker
Oplaadlampje
Batterijcompartiment
Netsnoer
Netsnoeraansluiting
21
De riem bevestigen
Haal het einde van de riem van onderaf door
het oog van de draagriemhouder. Haal deze
daarna door de gesp van de riem zoals
afgebeeld in de illustratie. Trek de riem strak
en zorg ervoor dat hij goed vastzit in de
gesp.
De oculairdop is ook bevestigd aan de
riem. (pag. 153)
Oculairdop
Adobe is een handelsmerk van Adobe Systems Incorporated.CompactFlash is een handelsmerk van SanDisk Corporation.Windows is een gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van Microsoft
Corporation in de Verenigde Staten en overige landen.
Macintosh is een gedeponeerd handelsmerk van Apple Corporation in de
Verenigde Staten en overige landen.
Alle overige bedrijfs- en productnamen en handelsmerken die in deze
handleiding worden genoemd, zijn eigendom van de respectieve eigenaren.
* Deze digitale camera ondersteunt Design rule for Camera File System 2.0 en
Exif 2.21 (ook wel "Exif Print" genoemd). Exif Print is een standaard voor een
verbeterde compatibiliteit tussen digitale camera's en printers. Wanneer de
camera wordt aangesloten op een printer die voldoet aan Exif Print, wordt
informatie over de opnamen opgenomen om de afdrukkwaliteit te
optimaliseren.
22
1
Aan de slag
In dit hoofdstuk worden de voorafgaande stappen en de
basisbediening van de camera uitgelegd.
23
De batterij opladen
1
2
Markering
batterijcompartiment
CB-2LW
CB-2LWE
3
Verwijder het deksel.
Plaats de batterij.
Plaats de voorkant van de batterij
precies op de markeringslijn van de
oplader. Terwijl u de batterij naar
beneden duwt, schuift u deze in de
richting van de pijl.
Om de batterij te verwijderen,
herhaalt u de bovenstaande
procedure in omgekeerde volgorde.
Voor de CB-2LW
Klap de uitsteeksels naar buiten
en laad de batterij op.
Klap de uitsteeksels van de batterij
naar buiten, in de richting van de pijl.
Steek de uitsteeksels in de
wandcontactdoos.
Voor de CB-2LWE
Sluit het netsnoer aan en laad de
batterij op.
Sluit het netsnoer aan op de oplader en
steek de stekker in de wandcontactdoos.
X Het opladen begint automatisch en
het oplaadlampje licht oranje op.
X Als de batterij geheel is opgeladen,
wordt het oplaadlampje groen.
Het duurt ongeveer 90 minuten om
een lege batterij op te laden.
24
De batterij opladen
Tips voor gebruik van de batterij en batterijoplader.
Het verdient aanbeveling om de batterij op te laden op dezelfde dag of
een dag voordat u deze gaat gebruiken.
Een opgeladen batterij die niet wordt gebruikt raakt langzamerhand leeg. De oplaadtijd
van de batterij is afhankelijk van de omgevingstemperatuur en het batterijniveau.
De batterij mag niet langer dan 24 uur worden opgeladen (om te
voorkomen dat de kwaliteit van de batterij achteruitgaat).
Verwijder de batterij na het opladen en haal de batterijoplader
uit de wandcontactdoos.
U kunt het deksel in een andere richting
plaatsen om aan te geven of de batterij al
dan niet is opgeladen.
Als de batterij is opgeladen bevestigt u het deksel zodanig
dat de opening, die de vorm heeft van een batterij <>,
overeenkomt met het blauwe zegel op de batterij. Als de
batterij leeg is, plaatst u het deksel in de omgekeerde richting.
Gebruik de batterij bij een omgevingstemperatuur van 0 °C - 40 °C.
Voor een optimale prestatie van de batterij wordt een omgevingstemperatuur
van 10 °C - 30 °C aanbevolen. In een koude omgeving, bijvoorbeeld in de
sneeuw, kunnen de prestatie en werking van de batterij tijdelijk afnemen.
Verwijder de batterij wanneer u de camera niet gebruikt.
Als de batterij langere tijd in de camera blijft zitten, is er sprake van een kleine
lekstroom, waardoor de batterij verder wordt ontladen en minder lang meegaat.
Bewaar de batterij met het deksel aangebracht. Bewaren van de batterij nadat
deze geheel is opgeladen kan de prestatie van de batterij verminderen.
De batterijoplader kan ook worden gebruikt in het buitenland.
De batterijoplader is compatibel met een stroombron van 100 V AC t/m 240 V
AC 50/60 Hz. Als de vorm van de uitsteeksels afwijkt, dient u een adapter voor
het betreffende land aan te schaffen. Sluit geen transformator aan op de
batterijoplader. Dit kan de batterijoplader beschadigen.
Als de batterij snel leeg raakt, zelfs nadat hij geheel is
opgeladen, moet de batterij worden vervangen.
Vervang de batterij door een nieuwe.
Gebruik de oplader alleen voor het opladen van batterij NB-2LH.De batterij NB-2LH is uitsluitend geschikt voor producten van Canon.
Wanneer u deze oplaadt met een batterijlader of een ander product dat
niet van Canon is, kunnen zich defecten of ongelukken voordoen
waarvoor Canon geen aansprakelijkheid aanvaardt.
25
De batterij plaatsen en verwijderen
De batterij plaatsen
Open het deksel van het
1
batterijcompartiment.
Schuif de hendel in de richting van de
pijl en open het deksel.
Plaats de batterij.
2
Plaats de batterij met de
contactpunten in de richting van de
camera.
Schuif de batterij in de camera totdat
deze vastzit.
Sluit het deksel.
3
Druk op het deksel totdat dit dichtklikt.
Het batterijniveau controleren
Het batterijniveau wordt weergegeven wanneer de aan-/uitschakelaar
op <1> (pag. 31) wordt gezet:
z : Batterijniveau OK.
x : Batterijniveau is laag, maar de
batterij levert nog voldoende
stroom.
c : Batterij is bijna leeg.
n : Batterij moet worden
opgeladen.
26
De batterij plaatsen en verwijderen
Levensduur batterij[gemiddeld aantal opnamen]
Temperatuur
Bij 23 °C500360
Bij 0 °C370280
De bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op een volledig opgeladen NB-2LH en
de testcriteria van de CIPA (Camera & Imaging Products Association).
Het feitelijke aantal opnamen kan lager zijn dan hierboven is
aangegeven, afhankelijk van de opnameomstandigheden.
Als u de ontspanknop lang half ingedrukt houdt of als u alleen de
autofocus gebruikt, wordt het maximumaantal opnamen ook kleiner.
Lensbewerkingen kosten de batterij ook stroom. Bij bepaalde lenzen
wordt het maximumaantal opnamen dan ook kleiner.
Opnameomstandigheden
Geen flits50% flits
De batterij verwijderen
Open het deksel van het
1
batterijcompartiment.
Schuif de hendel in de richting van de
pijl en open het deksel.
Verwijder de batterij.
2
Schuif de batterijvergrendelknop in
de richting van de pijl en verwijder de
batterij.
Plaats het beschermdeksel op de
batterij om kortsluiting te voorkomen.
27
De CF-kaart installeren en verwijderen
De opname wordt opgeslagen op de CF-kaart (optioneel).
Hoewel de dikte verschillend is, kunt u zowel een CF-kaart van het type
I of II in de camera plaatsen. De camera is ook compatibel met
microdrive (van het type harde schijf) en CF-kaarten met een capaciteit
van 2 GB of hoger.
De kaart plaatsen
Open het deksel.
1
Schuif het deksel in de richting van de
pijl om het te openen.
Etiketzijde
CF-kaart
uitwerpknop
Resterende opnamen
Het aantal resterende opnamen is afhankelijk van de resterende capaciteit
van de CF-kaart, de instelling voor de opnamekwaliteit, de ISO-waarde, etc.
Plaats de CF-kaart.
2
Plaats de kant met de kleine
openingen in de camera met de
etiketzijde naar u toe, zoals
aangegeven in de illustratie.
Als de CF-kaart verkeerd wordt
geplaatst, kan de camera
beschadigd raken.
X De uitwerpknop van de CF-kaart
steekt omhoog.
Sluit het deksel.
3
Sluit het deksel en schuif het in de
richting van de pijl totdat het dicht
klikt.
Als u de aan-/uitschakelaar op <1>
zet, wordt het aantal resterende
opnamen weergegeven op het LCDscherm.
28
De CF-kaart installeren en verwijderen
De kaart verwijderen
Open het deksel.
1
Zet de aan-/uitschakelaar op <2>.Controleer of "Opslaan..." niet op het
LCD-scherm wordt weergegeven.
Zorg dat de lees-/schrijfindicator uit
Lees-/schrijfindicator
Als de lees-/schrijfindicator knippert, geeft dit aan dat gegevens op
de CF-kaart worden overgebracht, gelezen, geschreven of gewist.
Wanneer de lees-/schrijfindicator brandt of knippert, worden de
volgende handelingen afgeraden. Als u deze handelingen toch
uitvoert, kunnen de fotogegevens beschadigd raken. Ook kan de
CF-kaart of de camera beschadigd raken.
· Het deksel van de CF-kaartsleuf openen.
· De batterij verwijderen.
· De camera schudden of ergens tegenaan stoten.
Als op de CF-kaart al opnamen zijn opgeslagen, kan het zijn dat het
nummer van de opnameweergave niet begint bij 0001. (pag. 96)
Zie pagina 38 als een CF-kaartfout wordt weergegeven.
Geheugenkaarten van het type harde schijf zijn gevoeliger voor trillingen en
fysieke schokken dan CF-kaarten. Als u een dergelijke kaart gebruikt, dient
u er op te letten dat de camera niet wordt blootgesteld aan trillingen of
fysieke schokken, vooral tijdens het opslaan of weergeven van opnamen.
staat en open vervolgens het deksel.
Verwijder de CF-kaart.
2
Druk op de uitwerpknop van de
CF-kaart.
X De CF-kaart komt naar buiten.
Sluit het deksel.
Stel in het menu [z Foto zonder CF] in op [Uit] om te voorkomen dat u
opnamen maakt zonder CF-kaart. (pag. 94)
29
Een lens bevestigen en verwijderen
g
Een lens bevestigen
Verwijder de doppen.
1
Verwijder de achterste lensdop en de
cameradop door ze los te draaien in
de richting van de pijl.
EF-S-lensbevestigingsmarkerin
EF-lensbevestigi ngsmarker ing
De lens verwijderen
Wanneer u de lens plaatst of verwijdert, dient u ervoor te zorgen dat er geen
stof in de camera komt via de lensbevestiging.
30
Plaats de lens.
2
Plaats de EF-S-lens op de camera
precies boven de
lensbevestigingsmarkering en draai de
lens in de door de pijl aangegeven
richting totdat de lens op zijn plaats klikt.
Als u een andere lens plaatst dan de
EF-S-lens, zorg er dan voor dat de
markering op de lens overeenkomt
met de rode EFlensbevestigingsmarkering.
Op de lens stelt u de
3
focusinstellingsknop in op <AF>
(autofocus).
Als deze is ingesteld op <MF> (handmatige
focus) is autofocus niet mogelijk.
Verwijder de voorste lensdop.
4
Druk op de
lensontgrendelingsknop en draai
de lens in de richting van de pijl.
Draai de lens totdat deze niet meer
verder kan en koppel de lens los.
Loading...
+ 150 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.