CANON EOS 2000D User Manual [nl]

Instructiehandleiding
Instructiehandleidingen (PDF-bestanden) en de software kunt u downloaden vanaf de website van Canon (pag. 4, 315).
www.canon.com/icpd
NEDERLANDS

Inleiding

De EOS 2000D is een digitale spiegelreflexcamera met een uiterst nauwkeurige CMOS-sensor met circa 24,1 effectieve megapixels, DIGIC 4+, zeer accurate en snelle scherpstelling met 9 AF-punten, circa 3,0 opnamen/seconden bij continue opname, Live View-opnamen, Full High Definition (Full HD)-opnamekwaliteit voor films en Wi-Fi/NFC­functie (draadloze communicatiefunctie).
Lees voordat u begint met opnamen maken het volgende
Lees eerst de “Veiligheidsmaatregelen” (pag. 20-22) en “Tips en waarschuwingen voor het gebruik” (pag. 23-25) om slechte foto’s en ongelukken te voorkomen. Lees deze handleiding zorgvuldig door om ervoor te zorgen dat u de camera correct gebruikt.
Raadpleeg deze handleiding tijdens het gebruik om nog verder vertrouwd te raken met de camera
Maak een aantal testopnamen terwijl u deze handleiding doorneemt en bekijk het resultaat. U zult de camera dan beter begrijpen. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats zodat u deze later nog kunt raadplegen.
De camera testen voor gebruik en aansprakelijkheid
Bekijk de opnamen nadat u deze hebt gemaakt en controleer of ze goed zijn vastgelegd. Wanneer de camera of de geheugenkaart gebreken vertoont en de opnamen niet kunnen worden vastgelegd of naar een computer kunnen worden gedownload, is Canon niet verantwoordelijk voor eventueel verlies of ongemak.
Copyright
Mogelijk verbiedt de wet op het auteursrecht in uw land het gebruik van opnamen of auteursrechtelijk beschermde muziek en beelden op de geheugenkaart voor andere doeleinden dan privégebruik. Ook kan het maken van opnamen van bepaalde openbare optredens, exposities en dergelijke zelfs voor privégebruik verboden zijn.
2

Controlelijst onderdelen

Accu LP-E10
(met beschermdeksel)
Acculader LC-E10E*
Riem
Camera
(met oogschelp en cameradop)
Wanneer u Objectief instructiehandleidingen nodig hebt, downloadt u deze van de website van Canon (pag. 4). De Objectief instructiehandleidingen (PDF) zijn voor lenzen die apart worden verkocht. Indien u de lenzenset koopt, komen sommige accessoires die met de lens zijn meegeleverd mogelijk niet overeen met de accessoires die in de instructiehandleiding voor de lens zijn weergegeven.
U kunt software voor eigen gebruik downloaden van de Canon-website (pag. 315).
Controleer voordat u begint of alle onderstaande onderdelen van de camera aanwezig zijn. Neem contact op met uw dealer als er iets ontbreekt.
* Bij de acculader LC-E10E wordt een netsnoer geleverd.
Bij de camera is geen cd-rom met software, interfacekabel of HDMI-kabel
geleverd.
De meegeleverde instructiehandleidingen worden op de volgende pagina vermeld.
  Als u een lenzenset hebt gekocht, dient u te controleren of de lenzen zijn
meegeleverd.
Bewaar bovengenoemde zaken zorgvuldig.Raadpleeg het systeemschema voor items die afzonderlijk worden verkocht
(pag. 278).
3

Instructiehandleidingen

Verkorte handleiding
In dit boekje worden de basisbedieningen beschreven. U vindt meer gedetailleerde instructiehandleidingen (PDF-bestanden) op de website van Canon.
De instructiehandleidingen (PDF-bestanden) downloaden en bekijken
1 Download de instructiehandleidingen (PDF-bestanden).
Maak verbinding met internet en ga naar de volgende Canon-
website.
www.canon.com/icpd
Selecteer het land of de regio van uw verblijfplaats en download
de instructiehandleidingen.
Instructiehandleidingen die kunnen worden gedownload
• Camera-instructiehandleiding
• Instructiehandleiding voor de draadloze functie
• Verkorte handleiding
• Objectief instructiehandleidingen
• Software-instructiehandleidingen
2 Bekijk de instructiehandleidingen (PDF-bestanden).
Dubbelklik op een gedownloade instructiehandleiding
(PDF-bestand) om deze te openen.
Om de instructiehandleidingen (PDF-bestanden) te kunnen
weergeven, hebt u Adobe Acrobat Reader DC of een andere Adobe PDF-viewer (bij voorkeur de nieuwste versie) nodig.
Adobe Acrobat Reader DC kunt u gratis downloaden van internet.Raadpleeg het Help-gedeelte van de software voor meer
informatie over het gebruik van de PDF-weergavesoftware.
4

Compatibele geheugenkaarten

U kunt UHS-I-kaarten in de camera gebruiken, maar aangezien deze niet compatibel zijn met de UHS-I-standaard, zijn de schrijf-/leessnelheden gelijk aan maximaal SD Speed Class 10.
In deze handleiding verwijst “kaart” naar SD-geheugenkaarten, SDHC-geheugenkaarten en SDXC-geheugenkaarten. * Bij de camera is geen kaart voor het opslaan van foto’s of
movies geleverd. Deze dient u apart aan te schaffen.
De volgende geheugenkaarten, ongeacht de capaciteit, kunnen in de camera worden gebruikt: als de kaart nieuw is of eerder is
geformatteerd met een andere camera of computer, wordt het aanbevolen dat u de kaart met deze camera formatteert (pag. 52).
• SD-geheugenkaarten
• SDHC-geheugenkaarten
• SDXC-geheugenkaarten
Kaarten waarop movies kunnen worden opgeslagen
Voor movie-opnamen moet u een SD-geheugenkaart met een hoge capaciteit en SD Speed Class 6 “ ” of hoger gebruiken.
Als u voor het opnemen van films een kaart met een lage
schrijfsnelheid gebruikt, kan het zijn dat de movie niet goed wordt opgeslagen. En als u een movie afspeelt op een kaart met een lage leessnelheid, wordt de movie mogelijk niet goed weergegeven.
Ga naar de website van de fabrikant van de kaart als u de schrijf-/
leessnelheid van de kaart wilt weten.
5

Verkorte handleiding

Witte markering Rode markering
1
2
3
4
Plaats de accu (pag. 36).
Zie pagina 34 voor meer informatie over het opladen van de accu.
Plaats de kaart (pag. 36).
Plaats de kaart in de kaartsleuf met het etiket naar de achterzijde van de camera gericht.
Bevestig de lens (pag. 44).
Plaats de witte of rode bevestigingsmarkering op de lens op gelijke hoogte met de bevestigingsmarkering van dezelfde kleur op de camera om de lens te bevestigen.
Stel de scherpstelmodusknop op de lens in op <AF>
(pag. 44).
5
6
Zet de aan-uitschakelaar op
(pag. 39).
<1>
Zie pagina 41 wanneer het datum/ tijd/zone-instellingenscherm op het LCD-scherm wordt weergegeven.
Verkorte handleiding
Zet het programmakeuzewiel
6
7
8
9
Zie “Live View-opnamen” voor het maken van opnamen terwijl u op
het LCD-scherm kijkt (pag. 139).
Zie “Opnamen weergeven” voor het bekijken van de opnamen die
u tot nu toe hebt gemaakt (pag. 83).
Ga voor meer informatie over het verwijderen van een opname
naar “Opnamen wissen” (pag. 230).
op <A> (Scene Intelligent Auto) (pag. 58).
Alle noodzakelijke camera-
instellingen worden automatisch ingesteld.
Stel scherp op het onderwerp
(pag. 47).
Kijk door de zoeker en richt het
midden van de zoeker op het onderwerp. Druk de ontspanknop half in; de
camera stelt vervolgens scherp op het onderwerp.
Indien nodig komt de ingebouwde
flitser tevoorschijn.
Maak de opname (pag. 47).
Druk de ontspanknop helemaal in
om de opname te maken.
Bekijk de opname.
Het vastgelegde beeld wordt
ongeveer 2 seconden op het LCD­scherm weergegeven.
Druk op de knop <x> om de
opname nogmaals weer te geven (pag. 83).
7

Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt

Pictogrammen in deze handleiding
<6> : Het hoofdinstelwiel. <W><X><Y><Z> : De pijltjestoetsen <S> naar boven, beneden,
<0> : De instelknop. 0, 9, 7, 8 : Hiermee wordt aangeduid dat elke functie,
* In aanvulling op bovenstaande punten worden de pictogrammen en symbolen
die op de cameraknoppen worden gebruikt en op het LCD-scherm worden weergegeven, ook in deze handleiding gebruikt bij het bespreken van de relevante handelingen en functies.
3 : Hiermee wordt verwezen naar een functie die u kunt
instellen door op de knop <M> te drukken en de instellingen daarvan te wijzigen.
M : Dit pictogram rechts boven de paginatitel geeft aan dat
de functie alleen in de creatieve modi (pag. 30) beschikbaar is.
(pag. **) : Verwijzing naar pagina(’s) met meer informatie.
: Waarschuwing om opnameproblemen te voorkomen. : Aanvullende informatie. : Tips en advies voor betere opnamen. : Problemen oplossen.
Basis-uitgangspunten en voorbeeldfoto’s
Bij alle handelingen die in deze handleiding worden beschreven,
wordt ervan uitgegaan dat de aan-uitschakelaar is ingesteld op <1> (pag. 39).
Er wordt aangenomen dat alle menu-instellingen en aangepaste
functies op de standaardinstellingen zijn ingesteld.
Ter verduidelijking is er in de afbeeldingen van de instructies een
EF-S18-55mm f/3.5-5.6 IS II-objectief op de camera bevestigd.
De voorbeeldfoto’s die in deze handleiding worden gebruikt, zijn
slechts ter illustratie om de effecten duidelijker te laten zien.
links en rechts.
nadat u de knop hebt losgelaten, circa 4, 6, 10 of 16 seconden actief blijft.
8

Hoofdstukken

1
234
56789
101112
13
Inleiding
Aan de slag
Basisfuncties voor het maken en weergeven van opnamen
Creatieve opnamen
Opnamefuncties voor gevorderden
Opnamen maken met het LCD-scherm
(Live View-opnamen)
Movie-opnamen
Handige functies
Opnamen weergeven
Opnamen naverwerken
Beelden afdrukken
De camera aanpassen aan uw voorkeuren
Referentie
2
33
57
85
107
139
159
183
207
235
241
257
269
Verkorte softwarehandleiding/ Opnamen downloaden naar een computer
313
9

Inhoudsoverzicht

Opname
Automatisch opnamen maken
Continue opnamen maken
Een opname van uzelf maken in een groep
De actie bevriezen
De actie onscherp maken
De achtergrond onscherp maken
De achtergrond scherp houden
De helderheid van de opname aanpassen (belichting)
Opnamen maken bij weinig licht
Opnamen maken zonder flitser
Avonds vuurwerk fotograferen
Opnamen maken terwijl u op het LCD-scherm kijkt
Movies opnemen
Beeldkwaliteit
Opnamen maken met beeldeffecten  die bij het onderwerp passen
Een opname groot afdrukken
 pag. 57-82  pag. 102  pag. 103
 pag. 108
pag. 64
 pag. 110  pag. 116
(i Continue opname)
(j Zelfontspanner)
(s AE met sluitertijdvoorkeuze)
(C Creative Auto)
(f AE met diafragmavoorkeuze)
(Belichtingscorrectie)
 pag. 58, 104
pag. 92
(Instelling ISO-snelheid)
 pag. 63  pag. 75
 pag. 114  pag. 139
 pag. 159
 pag. 88
pag. 95
(7 Flitser uit) (b Flitser uit)
(Bulb-belichting)
(A Live View-opnamen)
(k Movie-opname)
(Beeldstijl)
(73, 83, 1)
(Basismodi)
(D Flitsfotografie)
10
Veel opnamen maken
Scherpstellen
Het scherpstelpunt wijzigen
Opnamen maken van een bewegend onderwerp
Weergave
De opnamen bekijken op de camera
Snel opnamen zoeken
Opnamen classificeren
Voorkomen dat belangrijke opnamen per ongeluk worden gewist
Overbodige opnamen verwijderen
Foto’s en movies automatisch weergeven
De foto’s of movies op een tv-toestel bekijken
De helderheid van het LCD-scherm instellen
Speciale effecten op beelden toepassen
Afdrukken
Eenvoudig opnamen afdrukken
 pag. 88
 pag. 99
(7a, 8a, b, c)
(S AF-puntselectie)
 pag. 70, 98
 pag. 83
 pag. 208
 pag. 212  pag. 228
 pag. 222
 pag. 226
 pag. 185
 pag. 236
 pag. 241
pag. 209
pag. 230
(x Weergave)
(AI Servo AF)
(H Indexweergave)
(I
Door opnamen navigeren)
(Classificaties)
(K Wisbeveiliging)
(L Verwijderen)
(Diavoorstelling)
(Tv-toestel)
(Helderheid van het LCD-scherm)
(Creatieve filters)
(Direct printen)
11

Functie-index

Voe ding
Accu
• Opladen pag. 3 4
• Plaatsen/verwijderen pag. 36
• Accuniveau pag. 4 0
Gewoon stopcontact pag. 270Automatisch
uitschakelen pag. 39
Kaarten
Plaatsen/verwijderen pag. 36Formatteren pag. 52Ontspan sluiter
zonder kaart pag. 184
Lens
Bevestigen/
verwijderen pag. 44
In- en uitzoomen pag. 45
Basisinstellingen
Dioptrische
aanpassing pag. 46
Taal pag. 43Datum/tijd/zone pag. 41Pieptoon pag. 184LCD uit/aanknop pag. 197LCD-helderheid
LCD-scherm aanpassen pag. 185
Opnamen opslaan
Een map maken
en selecteren pag. 186
Bestandsnummering pag. 188
Beeldkwaliteit
Opnamekwaliteit pag. 88Beeldstijl pag. 95Witbalans pag. 131Kleurruimte pag. 137Functies voor
kwaliteitsverbetering
• Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) pag. 123
• Correctie helderheid randen pag. 124
• Ruisreductie voor lange belichtingstijden pag. 262
• Ruisreductie voor hoge ISO-snelheden pa g. 263
• Lichte tonen prioriteit pag. 263
AF
AF-bediening pag. 97AF-puntselectie pag. 99Handmatige
scherpstelling pag. 101
Transport
Transportmodus pag. 28Continue opname pag. 102Zelfontspanner pag. 103Maximale
opnamereeks pag. 90
Opname
Opnamemodus pag. 30ISO-snelheid pag. 92Uitleg pag. 55Bulb pag. 114Meetmethode pa g. 115Quick Control pag. 48
12
Functie-index
Belichting
Belichtingscorrectie pag. 116AEB pag. 118AE-vergrendeling pag. 120
Flitser
Ingebouwde flitser pag. 104
• Flitsbelichtings-
correctie pag. 117
• FE-vergrendeling pag. 121
Externe flitser pag. 272Flitsbesturing pag. 198
Live View-opnamen
Live View-opnamen pag. 139Methoden voor
automatisch scherpstellen pag. 148
Aspect ratio pag. 146Raster pag. 145Quick Control pag. 144
Movie-opname
Movie-opname pag. 159Geluidsopname pag. 178Raster pag. 179Handmatige
belichting pag. 162
Quick Control pag. 167Video snapshot pag. 170
Weergave
Opnameweergavetijd pag. 184Weergave van
één opname pag. 83
Weergave met
opname-informatie pag. 232
Indexweergave pag. 208
Door opnamen navigeren
(Opnamesprong) pag. 209
Vergrote weergave pag. 210Beeld roteren pag. 211Classificatie pag. 212Movieweergave pag. 218Eerste/laatste beeld uit
movie verwijderen pag. 220
Diavoorstelling pag. 222Opnamen op een
tv-toestel bekijken pag. 226
Beveiligen pag. 228Wissen pag. 230Quick Control pa g. 214
Opnamen bewerken
Creatieve filters pag. 236Formaat wijzigen pag. 239
Afdrukken
PictBridge pag. 244Printopties (DPOF) pag. 25 1Fotoboek instellen pag. 255
Aanpassen
Aangepaste
functies (C.Fn) pa g. 258
My Menu pag. 26 7
Software
Verkorte
softwarehandleiding pag. 314
Software-instructie-
handleidingen pag. 316
Draadloze functies
Instructiehandleiding voor de
draadloze functie
13

Inhoudsopgave

Inleiding 2
Controlelijst onderdelen.................................................................... 3
Instructiehandleidingen .................................................................... 4
Compatibele geheugenkaarten ........................................................ 5
Verkorte handleiding......................................................................... 6
Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt ... 8
Hoofdstukken ................................................................................... 9
Inhoudsoverzicht ............................................................................ 10
Functie-index.................................................................................. 12
Veiligheidsmaatregelen .................................................................. 20
Tips en waarschuwingen voor het gebruik ..................................... 23
Nomenclatuur ................................................................................. 26
Aan de slag 33
1
De accu opladen ............................................................................ 34
De accu en kaart plaatsen en verwijderen ..................................... 36
De camera inschakelen.................................................................. 39
De datum, tijd en tijdzone instellen................................................. 41
De interfacetaal selecteren............................................................. 43
Een lens bevestigen en verwijderen............................................... 44
Basisbediening............................................................................... 46
Q Quick Control voor opnamefuncties.......................................... 48
3 Menubewerkingen................................................................ 50
De kaart formatteren ...................................................................... 52
Wisselen van scherm op het LCD-scherm..................................... 54
Uitleg .............................................................................................. 55
14
Basisfuncties voor het maken en weergeven
2
van opnamen 57
A Volautomatisch opnamen maken (Scene Intelligent Auto)....... 58
A Volautomatische technieken (Scene Intelligent Auto) .............. 61
7 De flitser uitschakelen...............................................................63
C Creative Auto-opnamen............................................................64
2 Portretfoto’s maken....................................................................67
3 Landschapsfoto’s maken ..........................................................68
4 Close-ups maken.......................................................................69
5 Opnamen maken van bewegende onderwerpen......................70
P Voedsel fotograferen ..................................................................71
6 Nachtportretten maken ..............................................................72
Q Quick Control.............................................................................74
Opname met sfeerselectie..............................................................76
Opname via licht of scènetype........................................................80
x Opnamen weergeven................................................................83
Creatieve opnamen 85
3
d: AE-programma..........................................................................86
De opnamekwaliteit instellen ..........................................................88
i: De ISO-snelheid aanpassen aan het lichtniveau....................92
A Optimale opnamekenmerken voor het onderwerp
selecteren (Beeldstijl) .............................................................95
f: De AF-bediening wijzigen (automatische scherpstelling).........97
S Het AF-punt selecteren.............................................................99
Onderwerpen waarop moeilijk kan worden scherpgesteld ...........101
MF: Handmatige focus ...............................................................101
i Continue opname....................................................................102
j De zelfontspanner gebruiken...................................................103
D De ingebouwde flitser gebruiken...............................................104
Inhoudsopgave
15
Inhoudsopgave
Opnamefuncties voor gevorderden 107
4
s: De beweging van het onderwerp vastleggen........................ 108
f: De scherptediepte wijzigen...................................................110
Scherptedieptecontrole...............................................................112
a: Handmatige belichting ............................................................113
q De meetmethode wijzigen.......................................................115
Belichtingscorrectie instellen.........................................................116
Bracketing met automatische belichting (AEB) .............................118
A De belichting vergrendelen ..................................................... 120
A De flitsbelichting vergrendelen ................................................ 121
Helderheid en contrast automatisch corrigeren
Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) .............. 123
De donkere hoeken van de opname corrigeren ........................... 124
A Opnamekenmerken aanpassen aan uw voorkeuren
(Beeldstijl) ............................................................................ 126
A Favoriete opnamekenmerken vastleggen (Beeldstijl) .......... 129
B: Aanpassen aan de lichtbron (Witbalans) ............................. 131
u De kleurtoon voor de lichtbron aanpassen.............................. 135
Het bereik van reproduceerbare kleuren instellen
(Kleurruimte)................................................................................. 137
Opnamen maken met het LCD-scherm
5
(Live View-opnamen) 139
A Opnamen maken met het LCD-scherm ................................. 140
Instellingen voor de opnamefunctie.............................................. 144
Menufunctie-instellingen............................................................... 145
Scherpstellen met AF (AF-methode) ............................................ 148
MF: Handmatige scherpstelling.................................................... 156
16
Movie-opnamen 159
6
k Movies opnemen ....................................................................160
Opnamen maken met automatische belichting .......................... 160
Opnamen maken met handmatige belichting.............................162
Instellingen voor de opnamefunctie ..............................................167
Het movie-opnameformaat instellen .............................................168
Videosnapshots maken.................................................................170
Menufunctie-instellingen ...............................................................176
Handige functies 183
7
Handige functies ...........................................................................184
De pieptoon uitzetten .................................................................184
Kaartwaarschuwing....................................................................184
De opnameweergavetijd instellen ..............................................184
De tijd voor automatische uitschakeltijd instellen....................... 185
De helderheid van het LCD-scherm aanpassen ........................185
Een map maken en selecteren ..................................................186
Methoden voor bestandsnummering..........................................188
Copyrightinformatie instellen......................................................190
Staande beelden automatisch roteren........................................192
Camera-instellingen controleren ................................................193
De standaardinstellingen van de camera herstellen .................. 194
Het LCD-scherm in-/uitschakelen...............................................197
De kleur van het scherm met opname-instellingen wijzigen ...... 197
De flitser instellen..........................................................................198
Stofwisdata toevoegen..................................................................202
Handmatige sensorreiniging .........................................................204
Inhoudsopgave
17
Inhoudsopgave
Opnamen weergeven 207
8
x Snel opnamen zoeken............................................................ 208
u/y Vergrote weergave ............................................................. 210
b De opname roteren ..................................................................211
Classificaties instellen .................................................................. 212
Q Snel instellen voor weergave.................................................. 214
k Genieten van movies ............................................................. 216
k Movies afspelen ..................................................................... 218
X De eerste en laatste beelden van een movie bewerken ......... 220
Diavoorstelling (automatische weergave) .................................... 222
Beelden op een tv-toestel bekijken .............................................. 226
K Beelden beveiligen ................................................................. 228
L Opnamen wissen..................................................................... 230
B Weergave met opname-informatie ...................................... 232
Opnamen naverwerken 235
9
U Creatieve filters toepassen ..................................................... 236
S Het formaat van JPEG-beelden wijzigen................................ 239
Beelden afdrukken 241
10
Het afdrukken voorbereiden......................................................... 242
w Afdrukken............................................................................... 244
De opname bijsnijden ................................................................ 249
W Digital Print Order Format (DPOF) ......................................... 251
W Voor DPOF geselecteerde opnamen direct printen................ 254
p Beelden selecteren voor een fotoboek .................................... 255
18
De camera aanpassen aan uw voorkeuren 257
11
Aangepaste functies instellen .......................................................258
Persoonlijke voorkeuze-instellingen..............................................260
C.Fn I: Belichting........................................................................260
C.Fn II: Beeld .............................................................................262
C.Fn III: Autofocus/transport ......................................................264
C.Fn IV: Bediening/overig ..........................................................265
My Menu vastleggen.....................................................................267
Referentie 269
12
Een gewoon stopcontact gebruiken..............................................270
F Een afstandsbediening gebruiken.............................................271
Externe Speedlites ........................................................................272
H Eye-Fi-kaarten gebruiken........................................................273
Tabel met beschikbare functies volgens opnamemodus ..............276
Systeemschema ...........................................................................278
Menu-instellingen..........................................................................280
Problemen oplossen .....................................................................286
Foutcodes .....................................................................................298
Specificaties..................................................................................299
Verkorte softwarehandleiding/
13
Opnamen downloaden naar een computer 313
Verkorte softwarehandleiding........................................................314
De software-instructiehandleidingen (PDF-bestanden)
downloaden en bekijken ...............................................................316
Opnamen downloaden naar een computer...................................317
Index .............................................................................................319
Inhoudsopgave
19

Veiligheidsmaatregelen

Zorg dat u deze veiligheidsmaatregelen leest om het product veilig te kunnen gebruiken. Houd u aan deze veiligheidsmaatregelen om te voorkomen dat de gebruiker van het product of anderen verwondingen of letsel oplopen.
WAARSCHUWING:
Houd het product buiten bereik van jonge kinderen. Een draagriem rond de nek van een persoon wikkelen kan leiden tot verwurging. Het inslikken van onderdelen of meegeleverde items van camera’s of accessoires is gevaarlijk. Roep onmiddellijk medische hulp in als deze wordt ingeslikt. Het is gevaarlijk om de batterij in te slikken. Roep onmiddellijk medische hulp in als deze wordt ingeslikt.
Gebruik alleen stroombronnen waarvan in deze gebruiksaanwijzing wordt aangegeven dat ze
bedoeld zijn voor gebruik met dit product.
Demonteer of wijzig het product niet.
Stel het product niet bloot aan harde schokken of trillingen.
Raak geen blootgelegde interne onderdelen aan.
Stop onmiddellijk met het gebruik van het product in geval van vreemde omstandigheden, zoals
de aanwezigheid van rook of een vreemde geur.
Gebruik geen organische oplosmiddelen zoals alcohol, wasbenzine of verfverdunner om het
product schoon te maken.
Maak het product niet nat. Stop geen vreemde voorwerpen of vloeistoffen in het product.
Stel het product niet bloot aan hoge waterdruk en laat het product niet nat worden door grote
hoeveelheden vloeistof. Stop geen vreemde voorwerpen of vloeistoffen in het product.
Stop geen vreemde voorwerpen of vloeistoffen in het product.
Gebruik het product niet waar mogelijk ontvlambare gassen aanwezig zijn. Dit kan een elektrische schok, explosie of brand veroorzaken.
Laat een lens of camera met bevestigde lens niet blootliggen zonder dat de lensdop is
bevestigd. De lens kan het licht bundelen en brand veroorzaken.
Kijk niet door de zoeker naar een sterke lichtbron, zoals de zon op een heldere dag of lasers en
andere sterke kunstmatige lichtbronnen. Dit kan uw gezichtsvermogen beschadigen.
Raak het product niet aan tijdens onweer als de stekker in het stopcontact zit. Dit kan een elektrische schok veroorzaken.
Neem de volgende veiligheidsmaatregelen in acht wanneer u in de winkel verkrijgbare batterijen
of bijgeleverde batterijen gebruikt.
• Gebruik batterijen alleen voor het product waarvoor ze bedoeld zijn.
• Verwarm batterijen niet en stel ze niet bloot aan vuur.
• Laad batterijen alleen op met goedgekeurde batterijladers.
• Stel de polen niet bloot aan vuil en zorg ervoor dat ze niet in contact komen met metalen pennen of andere metalen voorwerpen.
• Gebruik geen lekkende batterijen.
• Breng tape of ander isolatiemateriaal aan over de polen van de batterijen voordat u batterijen weggooit.
Dit kan een elektrische schok, explosie of brand veroorzaken. Indien een batterij lekt en het materiaal in contact komt met uw huid of kleding, dient u de blootgestelde huid of kleding grondig af te spoelen met stromend water. In geval van contact met de ogen dient u de ogen grondig te spoelen met ruime hoeveelheden stromend water en onmiddellijk medische hulp in te roepen.
20
Hiermee wordt gewezen op het risico van ernstig letsel of levensgevaar.
Veiligheidsmaatregelen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht wanneer u een batterijlader of voedingsadapter gebruikt.
• Verwijder regelmatig met een droge doek eventueel stof dat zich op de stekker en het stopcontact ophoopt.
• Steek de stekker van het product niet met natte handen in het stopcontact en haal de stekker niet met natte handen uit het stopcontact.
• Gebruik het product niet als de stekker niet volledig in het stopcontact is gestoken.
• Stel de stekker en de polen niet bloot aan vuil en zorg ervoor dat ze niet in contact komen met metalen pennen of andere metalen voorwerpen.
Raak tijdens onweer de batterijlader of de voedingsadapter niet aan als de stekker in het stopcontact zit.
Plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer. Beschadig, breek of wijzig het netsnoer niet.
Wikkel het product tijdens gebruik of kort na gebruik, wanneer het product nog steeds warm is, niet in doeken of andere materialen.
Haal de stekker van het product niet uit het stopcontact door aan het snoer te trekken.
Laat het product niet gedurende lange tijd aangesloten blijven op een stroombron.
Laad batterijen niet op bij temperaturen buiten het bereik van 6-40 °C.
Dit kan een elektrische schok, explosie of brand veroorzaken.
Zorg ervoor dat het product tijdens het gebruik niet langdurig in aanraking komt met hetzelfde
stukje huid. Dat kan resulteren in eerstegraads brandwonden, rode huid of blaren, zelfs als het product niet warm aanvoelt. Het gebruik van een statief of gelijksoortige apparatuur wordt aanbevolen wanneer de camera wordt gebruikt op warme plaatsen of voor mensen met bloedcirculatiestoornissen of een minder gevoelige huid.
Volg aanwijzingen op om het gebruik uit te schakelen op locaties waar het gebruik ervan
verboden is. Als u dit niet doet kunt u storingen in andere apparatuur veroorzaken als gevolg van elektromagnetische golven. Dit kan zelfs ongelukken veroorzaken.
Voorkom brand, oververhitting, lekkage van chemische stoffen, explosies en elektrische
schokken door de onderstaande veiligheidsmaatregelen op te volgen:
• Zorg ervoor dat u de plus- en minzijde van de accu in de juiste richting plaatst.
Houd snoeren altijd uit de buurt van hittebronnen. Door de hitte kan het snoer vervormen en het isolatiemateriaal smelten, wat brand of elektrische schokken kan veroorzaken.
Flits niet in het gezicht van bestuurders van een auto of een ander voertuig. Door de verblinding kunt u een ongeluk veroorzaken.
Gebruik de apparatuur niet in een vochtige of stoffige ruimte en berg deze hier ook niet op.
Houd de accu weg van metalen voorwerpen en berg deze op in de beschermende afdekking om
kortsluiting te voorkomen. Zo voorkomt u brand, oververhitting, elektrische schokken en brandwonden.
Voorkom brand en elektrische schokken door onderstaande veiligheidsmaatregelen in acht
te nemen:
• Sluit niet te veel stekkers aan op één stopcontact.
• Gebruik geen snoeren waarvan de draad kapot is of het isolatiemateriaal beschadigd is.
Sluit de accu niet rechtstreeks aan op een stopcontact of de sigarettenaansteker van een auto. De accu kan dan gaan lekken of exploderen of er kan oververhitting optreden, wat vervolgens kan leiden tot brand, brandwonden of letsel.
Wanneer het product door kinderen gebruikt gaat worden, moet een volwassene eerst goed
uitleggen hoe het product moet worden gebruikt. Houd toezicht op kinderen terwijl ze het
product gebruiken. Onjuist gebruik kan leiden tot een elektrische schok of letsel.
21
Veiligheidsmaatregelen
VOORZICHTIG:
Gebruik de flitser niet in de buurt van de ogen.
Dit kan pijn doen aan de ogen.
De draagriem is alleen bedoeld voor gebruik op het lichaam. Wanneer u de
draagriem met een bevestigd product aan een haak of ander voorwerp hangt, kan het product beschadigd raken. Schud daarnaast niet met het product en stel product niet bloot aan harde schokken.
Oefen geen sterke druk uit op de lens en voorkom dat voorwerpen de lens raken.
Dit kan letsel of schade aan het product veroorzaken.
De flitser geeft tijdens het flitsen bijzonder veel warmte af. Houd vingers, andere
delen van uw lichaam en voorwerpen uit de buurt van de flitser terwijl u foto’s maakt.
Dit kan brandwonden of een storing in de flitser tot gevolg hebben.
Laat het product niet achter op locaties die worden blootgesteld aan extreem hoge
of lage temperaturen. Het product kan extreem heet/koud worden en brandwonden of letsel veroorzaken wanneer het wordt aangeraakt.
Bevestig het product alleen op een statief dat stevig genoeg is.Draag het product niet wanneer het op een statief is bevestigd.
Dit kan letsel of een ongeluk veroorzaken.
Kijk niet langdurig naar het scherm of door de zoeker.
Dit kan symptomen veroorzaken die vergelijkbaar zijn met wagenziekte. Stop in dat geval onmiddellijk met het gebruik van het product en rust enige tijd voordat u het gebruik hervat.
Raak geen onderdelen aan de binnenkant van het product aan.
Dit kan letsel veroorzaken.
Hiermee wordt gewezen op het risico op letsel.
22

Tips en waarschuwingen voor het gebruik

Omgaan met de camera
Deze camera is een precisie-instrument. Laat de camera niet vallen en stel
deze niet bloot aan fysieke schokken.
De camera is niet waterdicht en kan niet onder water worden gebruikt. Neem
direct contact op met het dichtstbijzijnde Canon Service Center als u de camera per ongeluk in het water laat vallen. Droog de camera af met een schone, droge doek als er waterspatten op zijn gekomen. Wrijf de camera grondig schoon met een licht vochtige doek als deze in aanraking is gekomen met zoute lucht.
Houd de camera buiten het bereik van apparaten met sterke magnetische
velden, zoals magneten of elektrische motoren. Houd de camera eveneens uit de buurt van apparaten die sterke radiogolven uitzenden, zoals grote antennes. Sterke magnetische velden kunnen storingen veroorzaken en beeldgegevens beschadigen.
Laat de camera niet achter in een extreem warme omgeving, zoals in een
auto die in direct zonlicht staat.
De camera bevat elektronische precisieschakelingen. Probeer de camera
nooit zelf te demonteren.
Blokkeer de ingebouwde flitser of het spiegelmechanisme niet met uw vinger
of iets anders. Als u dit toch doet, kan er een storing worden veroorzaakt.
Gebruik alleen een in de handel verkrijgbaar blaasbuisje om stof van de
lens, zoeker, reflexspiegel, het matglas enzovoort te blazen. Gebruik geen reinigingsmiddelen die organische oplosmiddelen bevatten om de camerabehuizing of lens schoon te vegen. Neem voor het verwijderen van hardnekkig vuil contact op met het dichtstbijzijnde Canon Service Center.
Raak de elektrische contactpunten van de camera nooit met uw vingers aan.
Als u dat wel doet, kunnen de contactpunten gaan roesten. Roest op de contactpunten kan ertoe leiden dat de camera niet goed meer functioneert.
Als de camera plotseling van een koude in een warme omgeving
terechtkomt, kan zich condens vormen op de camera en op de inwendige delen. Voorkom condensvorming door de camera eerst in een afgesloten plastic tas te plaatsen. Zorg ervoor dat de camera is aangepast aan de hogere temperatuur voordat u de camera uit de tas haalt.
23
Tips en waarschuwingen voor het gebruik
Gebruik de camera niet als zich hierop condens heeft gevormd. Zo voorkomt
u beschadiging van de camera. Als zich condens heeft gevormd, verwijdert u de lens, de kaart en de accu uit de camera. Wacht tot de condens is verdampt voordat u de camera gebruikt.
Verwijder de accu en berg de camera op een koele, droge en goed
geventileerde plaats op als u de camera gedurende langere tijd niet gaat gebruiken. Ook als de camera is opgeborgen, moet u de ontspanknop zo nu en dan enkele malen bedienen om te controleren of de camera nog goed functioneert.
Vermijd opslag op plaatsen waar chemicaliën worden gebruikt die oxidatie
en corrosie veroorzaken, zoals in een laboratorium.
Als de camera langere tijd niet is gebruikt, test u alle functies voordat u de
camera weer gaat gebruiken. Als u de camera langere tijd niet hebt gebruikt en opnamen wilt gaan maken van een belangrijke gebeurtenis, bijvoorbeeld een reis naar het buitenland, is het raadzaam de camera te laten controleren bij het dichtstbijzijnde Canon Service Center of zelf te controleren of de camera goed functioneert.
Als u lange tijd achtereen continue opnamen, Live View-opnamen of movie-
opnamen maakt, kan de camera heet worden. Dit is geen defect.
Een felle lichtbron binnen of buiten het beeldgebied kan reflecties
veroorzaken.
LCD-scherm
Hoewel het LCD-scherm is gefabriceerd met hogeprecisietechnologie
en meer dan 99,99% effectieve pixels heeft, kunnen er onder de 0,01% resterende pixels enkele dode pixels voorkomen die in dezelfde kleur, bijvoorbeeld zwart of rood, worden weergegeven. Dode pixels zijn geen defect. De dode pixels zijn ook niet van invloed op de vastgelegde opnamen.
Als het LCD-scherm lange tijd aan blijft staan, kan het scherm inbranden en
zijn er restanten van de eerdere weergave te zien. Dit is echter een tijdelijk effect dat verdwijnt als de camera enkele dagen niet wordt gebruikt.
Bij lage temperaturen kan het LCD-scherm langzamer reageren en bij hoge
temperaturen kan het er zwart uitzien. Bij kamertemperatuur functioneert het scherm weer normaal.
24
Tips en waarschuwingen voor het gebruik
Contactpunten
Kaarten
Let op het volgende om de kaart en vastgelegde gegevens te beschermen:
Laat de kaart niet vallen of nat worden en buig de kaart niet. Oefen geen
druk op de kaart uit en stel deze niet bloot aan fysieke schokken en trillingen.
Raak de elektronische contactpunten van de kaart nooit met uw vingers of
een metalen voorwerp aan.
Plak geen stickers of iets anders op de kaart.Gebruik of bewaar de kaart niet in de buurt van voorwerpen met een sterk
magnetisch veld, zoals tv-toestellen, luidsprekers en magneten. Mijd ook plaatsen met statische elektriciteit.
Plaats de kaart niet in direct zonlicht of in de buurt van hittebronnen.Bewaar de kaart in een houder of dergelijke.Bewaar de kaart niet op hete, stoffige of vochtige plaatsen.
Lens
Nadat u de lens hebt losgedraaid van de camera, plaatst u de lens met de achterkant naar boven en bevestigt u de achterste lensdop om krassen op het lensoppervlak en de elektrische contactpunten te voorkomen.
Vuil aan de voorzijde van de sensor
Behalve dat er stof van buitenaf de camera kan binnendringen, kan er in zeldzame gevallen ook smeermiddel van de interne onderdelen van de camera op de sensor terechtkomen. Als vlekken op de opname zichtbaar zijn, raden wij u aan de sensor te laten reinigen door een Canon Service Center.
25

Nomenclatuur

Rode-ogen­reductie/ Zelfontspanner­lampje (pag. 106/103)
Programmakeuzewiel (pag. 30)
Aan/uit-schakelaar (pag. 39)
<D> Flitsknop (pag. 104)
<6>
Hoofdinstelwiel
Ontspanknop (pag. 47)
Greep
Spiegel (pag. 204)
Contactpunten (pag. 25)
Objectiefvatting
Objectiefvergrendelingsstift
Ingebouwde flitser/AF-hulplicht (pag. 104/100)
Markering EF-objectiefvatting (pag. 44)
Markering EF-S-objectiefvatting (pag. 44)
Flitsschoen
Microfoon (pag. 160, 178)
<V> Scherpstelvlak­markering (pag. 69)
Luidspreker (pag. 218)
Bevestigings­punt draagriem (pag. 33)
p
(N-markering)*
Aansluiting­enklepje
Objectiefontgrendelings­knop (pag. 45)
Aansluiting afstandsbediening (pag. 271)
Digital-aansluiting (pag. 242, 317)
HDMI mini OUT-aansluiting (pag. 226)
Cameradop (pag. 44)
* Gebruikt voor draadloze verbindingen via de NFC-functie.
26
Nomenclatuur
<A> Knop voor Live View-opnamen/ movie-opnamen (pag. 140/160)
Knop voor dioptrische aanpassing (pag. 46)
Oogschelp (pag. 271)
Zoekeroculair
LCD-scherm (pag. 50 en 185)
<O/L> Knop voor diafragma/belichtingscorrectie/ wissen (pag. 113/116/230)
<Q> Quick Control-knop (pag. 48)
Statiefbevestiging
<M> Menuknop (pag. 50)
<x> Weergaveknop (pag. 83)
<0> Instelknop (pag. 50)
<W> <X> <Y> <Z>: <S> Pijltjestoetsen (pag. 50) <Wi
> Knop voor ISO-snelheid (pag. 92)
<XB
> Knop voor witbalansselectie (pag. 131)
<Yi/j
> Knop voor selectie transport/zelfontspanner
(pag. 102-103)
<Zf
> Knop voor AF-bediening (pag. 97)
Accucompartiment (pag. 36)
<B> Display-knop (pag. 54, 83, 142, 164 en 193)
<A/Hy> Knop voor AE-vergrendeling/ FE-vergrendeling/index/ verkleinen (pag. 120/121/208/210 en 249)
<S/u> Knop voor AF-puntselectie/ Knop Vergroten (pag. 99/210 en 249)
DC­snoeruitsparing (pag. 270)
Kaartsleuf-/ accucompartimentklepje (pag. 36)
Ontgrendelknop kaartsleuf/ accucompartiment (pag. 36)
Kaartsleuf (pag. 36)
Lees-/schrijfindicator (pag. 38)
<k> Wi-Fi-lampje
Serienummer
27
Nomenclatuur
c Instelwielwijzer (pag. 107)
Opnamemodus
Indicator belichtingsniveau
Belichtingscorrectie­waarde (pag. 116) AEB-bereik (pag. 118)
Beeldstijl (pag. 95)
AF-bediening (pag. 97)
X
:
1-beeld AF
9
:
AI Focus AF
Z
:
AI Servo AF
MF
:
Handmatige scherpstelling
Quick Control-pictogram (pag. 48 en 74)
Accuniveau (pag. 40)
zxcn
Witbalans (pag. 131)
Q Auto: Sfeerprioriteit Qw Auto: Witprioriteit W Dagl icht E Scha duw R Bewolkt Y Kunstlicht U Wit TL licht I Flitser O Aangepast
Transport/zelfontspanner (pag. 102-103)
u Enkelbeeld i Continue opname j Zelfontspanner: 10 sec. l Zelfontspanner: 2 sec.
q Zelfontspanner: Continu
Sluitertijd
Diafragma
Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) (pag. 123)
ISO-snelheid (pag. 92)
Lichte tonen prioriteit (pag. 263)
y
Flitsbelichtingscorrectie
(pag. 117)
0
Flitsbelichtingscorrectie
externe flitser
Ingebouwde flitser omhoog (pag. 49)
Opnamekwaliteit (pag. 88)
73 Groot/Fijn 83 Groot/Normaal 74 Gemiddeld/Fijn 84 Gemiddeld/
Normaal
7a Klein 1/Fijn 8a Klein 1/Normaal
b Klein 2 (Fijn) c Klein 3 (Fijn)
1+73
RAW + Groot/Fijn
1 RAW
Maximum aantal opnamen
Maximum aantal opnamen tijdens witbalansbracketing
Timer zelfontspanner
u Witbalanscorrectie (pag. 135 ) B Witbalansbracketing (pag. 136)
Meetmethode (pag. 115)
q Meervlaksmeting w Deelmeting e Centrum gewicht gemiddeld
Indicator GPS-verbinding (pag. 282)
Eye-Fi-overdrachtstatus (pag. 273)
Instellingen voor de opnamefunctie (in creatieve modi, pag. 30)
Alleen de instellingen die momenteel zijn toegepast worden weergegeven.
28
Zoekerinformatie
Matglas
<A> AE-vergrendeling/
AEB actief
<D> Flitser gereed
FE-vergrendeling waarschuwing buiten bereik
<e>Snelle
synchronisatie (FP-flits)
<d> FE-vergrendeling/
FEB actief
<y> Flitsbelichtings-
correctie
Sluitertijd FE-vergrendeling (FEL) Bezig (buSY) Ingebouwde flitser laden (D buSY)
Waarschuwing volle kaart (FuLL) Waarschuwing kaartfout (Card) Waarschuwing geen kaart (Card)
Indicator voor AF-puntactivatie <•>
AF-punt
<i> ISO-snelheid
<u> Witbalans­correctie
<o> Scherpstelindicator
Maximale opnamereeks
<0> Monochroom­opnamen
ISO-snelheid
<A> Lichte tonen prioriteit
Indicator belichtingsniveau
Belichtingscorrectiewaarde AEB-bereik
Lampje voor rode-ogen-reductie AAN
Diafragma
Nomenclatuur
Alleen de instellingen die momenteel zijn toegepast worden weergegeven.
29
Nomenclatuur
Creatieve modi
Met deze modi is het eenvoudiger om verschillende onderwerpen naar wens vast te leggen.
d : AE-programma (pag. 86) s : AE met sluitervoorkeur
(pag. 108)
f : AE met diafragmavoorkeur
(pag. 110)
a : Handmatige belichting
(pag. 113)
Basismodi
U hoeft alleen maar de ontspanknop in te drukken. De camera stelt alles in en zorgt dat de instellingen zijn afgestemd op het onderwerp of de scène.
A : Scene Intelligent Auto (pag. 58) 7 : Flitser uit (pag. 63)
C : Creative Auto (pag. 64)
Standaardmodi
2 : Portret (pag. 67) 3 : Landschap (pag. 68) 4 : Close-up (pag. 69) 5 : Sport (pag. 70) P : Voedsel (pag. 71) 6 : Nachtportret (pag. 72)
k: Movie-opnamen
(pag. 159)
Programmakeuzewiel
Op het programmakeuzewiel vindt u de basismodi, de creatieve modi en de movie-opnamemodus.
30
Loading...
+ 296 hidden pages