Voor klantenservice ........................................................................................................................121
iii
1
1
OPMERKING
Scansoftware1
Scansoftware kiezen
Selecteer nadat u de scanstuurprogramma’s van Brother hebt geïnstalleerd, een scantoepassing voor het
opslaan van gescande afbeeldingen op de computer. Brother biedt u een aantal opties aan op de
installatie-dvd van Brother; bepaal met behulp van deze tabel welke scantoepassing voor u geschikt is:
SoftwareBeschrijving
DS Capture
(Windows
Button
Manager V2
(Windows
OmniPage SE 18
(Windows
QuickScan Pro
(Windows
PageManager 9
(Mac)
1
Ga naar support.brother.com
®
/Mac)
®
)
®
)
®
)
De scantoepassing van Brother: u kunt ermee
scannen, gescande documenten opslaan en
bladeren in scanbestanden. DS Capture wordt
automatisch geïnstalleerd bij installatie van het
stuurprogramma.
Gebruik deze toepassing om de scanfunctionaliteit
van DS Capture uit te breiden en verschillende
scanknoppen te maken voor scannen met één
druk op de knop. Als u vanaf de computer scant,
klikt u op de knop waaraan met de toepassing de
vereiste scaninstellingen zijn toegewezen.
Als u met het apparaat scant, selecteert u op het
LCD-scherm het menu waaraan de vereiste
scaninstellingen zijn toegewezen en drukt u
vervolgens op de scanknop op het apparaat.
De volgende scanfuncties worden ondersteund:
Scan to File / Scan to File (OCR) / Scan to App /
E-mail / Printer / Shared Folder / FTP / SharePoint
(Scannen naar bestand/Scannen naar bestand
(OCR)/Scannen naar toepassing/E-mail/Printer/
Gedeelde map/FTP/Sharepoint)
Raadpleeg het helpmenu van Button Manager
voor meer informatie over het gebruik van Button
Manager V2.
OmniPage SE 18 is een scantoepassing van
Nuance met optische tekenherkenning
(Optical Character Recognition - OCR).
QuickScan Pro is een proefversie van een
toepassing voor het scannen van documenten
van EMC.
PageManager 9 is een scantoepassing van
NewSoft.
Waar is de
software?
Windows®:
Dvd / Brother
Solutions Center
Mac: Brother
Solutions Center
Dvd / Brother
Solutions Center
Dvd
Dvd
Dvd
Meer informatie
Windows®: zie Scannen met
de computer op pagina 22.
1
Macintosh: Zie Scannen met de computer op pagina 61.
1
Raadpleeg de
1
gebruikershandleiding van
Button Manager V2.
Pas eerst de scanknop op
het bedieningspaneel aan als
u met de scanknop van het
apparaat wilt scannen
(zie Scannen met het bedieningspaneel op
pagina 17).
Zie de gebruiksaanwijzingen
bij de software.
zie Scannen met behulp van het ISIS-stuurprogramma op
pagina 60.
Zie de gebruiksaanwijzingen
bij de software.
U kunt naast de bovenstaande software ook toepassingen gebruiken die voor scannen compatibel zijn met
TWAIN (Windows
®
/Mac), WIA (Windows®), ISIS (Windows®) en ICA (Mac).
1
2
2
1
2
4
3
6
7
8
10
9
12
13
11
5
Algemene informatie2
Scanneroverzicht
1 Bovenklep
2 Verlengstuk van de klep
3 Documentgeleiderstop
4 Documentgeleiders
5 Automatische documentinvoer (ADF)
6ADF-klep
7 Uitvoerlade
8 Documentstopper
9 Bedieningspaneel
10 Ontgrendelingshendel
11 Kensington-beveiligingssleuf
12 USB-connector
13 Netstroomconnector
2
Algemene informatie
2
Bedieningspaneel
Deze scanner heeft één LCD-scherm (Liquid Crystal Display), vijf knoppen en één LED (Light Emitting Diode)
op het bedieningspaneel. Het LCD-scherm is een display met 16 tekens op twee regels.
Overzicht bedieningspaneel
1
3
2
4
5
1 LCD (Liquid Crystal Display)
Op het LCD-scherm worden berichten weergegeven voor het instellen en gebruiken van de scanner.
2 Functiekeuzeknoppen (a of b)
Druk op de knoppen om langs de functienummers te bladeren.
Zie stap 4 en 5 van Scannen met het bedieningspaneel op pagina 17 voor meer informatie over de
functienummers.
3 Aanknop (LED)
• Druk op de knop om de scanner in te schakelen als die is uitgeschakeld of als de energiebesparende
modus actief is.
• Druk op de knop om de energiebesparende modus in te schakelen als de scanner is ingeschakeld.
• Houd de knop ingedrukt om de scanner uit te schakelen.
Zie Energiespaarstand op pagina 54 voor meer informatie over de energiebesparende modus.
4 Knop Annuleren
Druk op de knop om het scannen te annuleren.
5 Scanknop
Druk op de scanknop om het scannen te starten of een scantoepassing te starten.
3
Algemene informatie
2
OPMERKING
LCD
(Als Button Manager V2
is gestart)
Knoppenpaneel van
Button Manager V2
1.Scan to File
Pagina’s 0
LCD
(Als Button Manager V2
niet is gestart)
Function 1
Pagina’s 0
LED-indicaties
Met de LED wordt de status van de scanner weergegeven.
LED-indicatieBetekenis
Geen lichtDe scanner is uitgeschakeld.
GroenDe scanner is ingeschakeld.
Knipperend groenDe scanner wordt geïnitialiseerd of de energiebesparende modus is actief.
Knipperend roodEr is een probleem met de scanner.
Scannerstatusberichten
In de volgende tabel staat een toelichting op de statusberichten van de scanner bij normaal functioneren:
ScannerstatusberichtBetekenis
Function X (Functie X)Hier wordt het op dat moment geselecteerde functienummer
weergegeven.
Pagina’s XXXXXDe scanner is klaar om te scannen.
XXXXX is het aantal gescande documenten.
Scannen... XXXXXHet apparaat is bezig met scannen.
XXXXX is het huidige aantal gescande documenten.
Annuleren...De huidige scantaak wordt geannuleerd.
Als Button Manager van Brother op uw computer wordt uitgevoerd, wordt Function X (Functie X) op het
LCD-scherm van het apparaat vervangen door een functienummer en -naam van Button Manager. Zie de
Gebruikershandleiding Button Manager V2 voor meer informatie. Ga naar de pagina met handleidingen
van uw model op het Brother Solutions Center (support.brother.com
Manager V2 te downloaden.
) om de Gebruikershandleiding Button
4
3
´
3
Documentinformatie3
Geschikte documenten
StandaardpapierLengte54 tot 356 mm
Breedte51 tot 218 mm
Gewicht28 tot 400 g/m
Gebruik het hulpblad om dunnere documenten te scannen (zie
Documenten laden met behulp van het hulpblad op pagina 13).
Maximum aantal pagina’s100 vel (met papier van 28 tot 80 g/m
90 vel (met papier van 105 g/m
60 vel (met papier van 127 g/m
50 vel (met papier van 200 g/m
15 vel (met papier van 400 g/m
15 vel (visitekaartjes)
StandaardpapierformaatA4210 × 297 mm
A5148 × 210 mm
A6105 × 148 mm
A774 × 105 mm
2
2
)
2
)
2
)
2
)
2
)
B5182 × 257 mm
B6128 × 182 mm
B791 × 128 mm
Legal215,9 × 355,6 mm
Letter215,9 × 279,4 mm
Lang papierMax. lengte5 994 mm
Breedte51 tot 218 mm
Gewicht28 tot 400 g/m
Gebruik het hulpblad om dunnere documenten te scannen (zie
Documenten laden met behulp van het hulpblad op pagina 13).
Maximum aantal pagina’s1 pagina (1 vel)
1
Bij scannen met 200 dpi
1
2
5
Documentinformatie
3
Plastic kaartenLengte70 tot 95 mm
Breedte51 tot 55 mm
Standaardformaat (ISO)85,6 × 54,0 × 0,76 mm
MateriaalPlastic (PET)
TypePlastic kaarten zoals rijbewijzen en verzekeringspasjes
Dikte (ISO)Minder dan 0,76 mm
Max. 1,25 mm (met reliëf)
Maximum aantal pagina’s1 pagina (1 vel)
Niet acceptabele documenten
Documenten met paperclips of nietjes
Documenten waarvan de inkt nog nat is
Stoffen of metalen vellen, OHP-vellen
Glossy of reflecterende media
Documenten die dikker zijn dan aanbevolen
6
Documentinformatie
3
OPMERKING
VOORZICHTIG
Documenten waarvoor het gebruik van het hulpblad wordt
aanbevolen
Ga naar het Brother Solutions Center op support.brother.com, of neem contact op met een plaatselijke
Brother-vestiging via www.brother.com
Gebruik het optionele hulpblad als u het volgende scant:
Plastic kaarten
Documenten met een vel carbonpapier
Documenten die met potlood zijn geschreven
Documenten smaller dan 50 mm breed
Documenten korter dan 54 mm lang
Documenten die niet overal even dik zijn, zoals enveloppen
Documenten met grote kreukels of krullen
om een hulpblad te bestellen.
Verbogen of beschadigde documenten
Documenten die calqueerpapier gebruiken
Documenten die gecacheerd papier gebruiken
Foto’s (fotopapier)
Documenten die zijn afgedrukt op geperforeerd papier
Documenten die zijn afgedrukt op papier met een ongebruikelijke vorm (niet vierkant of rechthoekig)
Documenten waaraan foto’s, notities of stickers zijn gehecht
Documenten die carbonvrij papier gebruiken
Documenten die losse vellen papier gebruiken of papier met gaten erin
Fotografische negatieven
Bonnen
Zie Documenten laden met behulp van het hulpblad op pagina 13 voor meer informatie over het gebruik van
het hulpblad bij het scannen.
Raak de rand van het hulpblad niet met uw hand of vingers aan om snijwonden te voorkomen.
7
4
4
3
2
1
1
1
2
Scannen voorbereiden4
Uw scanner gereed maken
a Open de bovenklep (1), klap het verlengstuk van de klep (2) open en vouw de documentgeleiders (3) uit.
b Trek de uitvoerlade (1) uit het apparaat en klap de documentstop (2) omhoog.
8
Scannen voorbereiden
4
BELANGRIJK
OPMERKING
1
Documenten plaatsen
• De ADF (automatische documentinvoer) kan maximaal 100 pagina’s bevatten. Elk vel wordt afzonderlijk
ingevoerd. Gebruik papier met een gewicht van 80 g/m
in de ADF (automatische documentinvoer) plaatst.
• Trek NIET aan het document als het wordt ingevoerd.
• Gebruik GEEN papier dat is omgekruld, gekreukeld, gevouwen, gescheurd, geniet of dat is vastgemaakt
met paperclips, lijm of plakband.
• Probeer GEEN karton of stoffen te scannen.
• Zorg ervoor dat documenten met inkt of correctievloeistof volledig droog zijn.
• Tijdens het scannen kunnen bepaalde typen plastic kaarten krassen oplopen. We bevelen aan om het
hulpblad te gebruiken, om schade aan de kaart te voorkomen.
• Plaats minder documenten in de ADF (automatische documentinvoer) als er regelmatig fouten optreden
bij het invoeren van dunne vellen, en scan dan opnieuw.
2
en waaier de stapel altijd los voordat u het papier
Documenten plaatsen
a Waaier de pagina’s een aantal keren uit aan de lange en korte kant.
b Stel de documentgeleiders (1) in op de breedte van uw document.
9
Scannen voorbereiden
4
OPMERKING
1
2
Schuif de documentgeleiderstop (1) omhoog en verleng de documentgeleider (2) als u documenten
plaatst met ponsgaten, bijvoorbeeld kettingpapier.
c Plaats het document met de bedrukte zijde omlaag, de bovenrand eerst in de ADF (automatische
documentinvoer) tussen de geleiders tot u voelt dat het de binnenkant van het apparaat raakt.
Plastic kaarten: Plaats het document met de bedrukte zijde omlaag, de korte kant eerst in de ADF
(automatische documentinvoer) tussen de geleiders tot u voelt dat het de binnenkant van het apparaat
raakt. U mag maar één plastic kaart per keer laden.
Documenten groter dan Letter-/A4-formaat: Ondersteun het document met uw hand als het langer is dan
de bovenklep. U mag maar één document per keer laden.
10
Scannen voorbereiden
4
OPMERKING
1
Meerdere documenten met verschillende afmetingen laden
Ga als volgt te werk om meerdere pagina’s met verschillende afmetingen te scannen:
Controleer of het smalste document breed genoeg is voor de invoerrollen van de ADF (automatische
documentinvoer) om een papierstoring te voorkomen.
a Stapel de documenten zodanig dat de bovenrand en de linkerrand van alle documenten zijn uitgelijnd.
b Stel de documentgeleiders (1) in op de breedte van het grootste document.
c Plaats de documenten met de bedrukte zijde omlaag, de bovenrand eerst in de ADF (automatische
documentinvoer) tussen de geleiders tot u voelt dat ze de binnenkant van het apparaat raken.
11
Scannen voorbereiden
4
Combinaties van meerdere documenten met verschillende afmetingen
Maximale grootte
Breedte (mm) (*1)2162101821491291059174,364,352,5
LTR (S)
Hulpblad
A4 (S)
A5 (L)
B5 (S)
B6 (L)
A5 (S)
A6 (L)
B6 (S)
B7 (L)
A6 (S)
A7 (L)
B7 (S)
Minimale grootte
B8 (L)
A7 (S)
A8 (L)
B8 (S)64,3
A8 (S)52,5
74,3
LTR (S)
Hulpblad
216
210
182Beschikbaar bereik
149
129
105
91
A4 (S)
A5 (L)
B5 (S)
B6 (L)
A5 (S)
A6 (L)
B6 (S)
B7 (L)
A6 (S)
A7 (L)
B7 (S)
B8 (L)
A7 (S)
A8 (L)
B8 (S) A8 (S)
LTR: Letter-formaat
(S): Staand
(L): Liggend
12
Scannen voorbereiden
4
BELANGRIJK
OPMERKING
Documenten laden met behulp van het hulpblad
Ga naar het Brother Solutions Center op support.brother.com, of neem contact op met een plaatselijke Brothervestiging via www.brother.com
• Schrijf niet op het hulpblad. De geschreven tekst kan zichtbaar zijn in gescande documenten. Wrijf het
hulpblad met een droge doek schoon als het vuil is.
• Laat documenten niet gedurende langere tijd in het hulpblad zitten, omdat ze dan kunnen afgeven op het
hulpblad.
• Leg het hulpblad niet in direct zonlicht of op een plek waar het wordt blootgesteld aan hoge temperaturen
of een hoge vochtigheidsgraad. Het blad kan hierdoor kromtrekken.
• Leg geen zware of grote voorwerpen op het hulpblad als het plat ligt.
• Buig het hulpblad niet en trek er niet aan. Als het hulpblad beschadigd raakt, is het mogelijk niet langer
bruikbaar om te scannen, en dient u het niet meer te gebruiken.
• Scan niet achtereenvolgens meerdere hulpbladen.
om een hulpblad te bestellen.
a Plaats het document in het hulpblad.
• Plaats het document in het midden van het hulpblad en lijn de bovenzijde van het document uit met de
bovenzijde van het hulpblad.
• Plaats niet meerdere kleine documenten tegelijk in het hulpblad. Hierdoor kunnen documenten vastlopen.
Plaats altijd maar één document in het hulpblad.
13
Scannen voorbereiden
4
OPMERKING
1
b Stel de documentgeleiders (1) in op de breedte van het hulpblad.
c Plaats het hulpblad tussen de geleiders in de ADF (automatische documentinvoer) totdat u voelt dat het
de binnenkant van het apparaat raakt.
Plaats het hulpblad niet ondersteboven. Hierdoor kunnen documenten vastlopen.
14
Scannen voorbereiden
4
1
Documenten breder dan Letter-/A4-formaat laden
U kunt documenten scannen die breder zijn dan Letter-/A4-formaat met behulp van het hulpblad.
Zie Documenten laden met behulp van het hulpblad op pagina 13 voor basisinstructies en opmerkingen over
het hulpblad voordat u gaat scannen.
a U bereikt het beste resultaat als u het document met zorg dubbel vouwt en ervoor zorgt dat alle hoeken
glad zijn voordat u het document in het hulpblad plaatst.
b Stel de documentgeleiders (1) in op de breedte van het hulpblad.
15
Scannen voorbereiden
4
OPMERKING
c Plaats het hulpblad tussen de geleiders in de ADF (automatische documentinvoer) totdat u voelt dat het
de binnenkant van het apparaat raakt.
Om de witte ruimte in het midden van een gescande pagina te verkleinen, plaatst u de gevouwen rand van
het origineel dichter bij de rechterzijde van het hulpblad.
16
5
5
Scannen (Windows®)5
Scannen met het bedieningspaneel
U kunt de scanknop op het bedieningspaneel van uw Brother-apparaat aanpassen om te scannen met
uw favoriete scansoftware.
Een scantoepassing toewijzen aan de scanknop
a Controleer of het apparaat met uw computer is verbonden met een USB-kabel.
b Bedien het apparaat vanaf de computer op een van de volgende manieren:
®
(Windows
Klik op (Start) > Instellingen > Apparaten > Printers en scanners > Apparaten en printers.
(Windows
Beweeg de muisaanwijzer naar de rechterbenedenhoek van het bureaublad. Wanneer de menubalk
verschijnt, klik op > Configuratiescherm. Klik in de groep Hardware en geluiden op Apparaten en printers weergeven.
(Windows
Klik op de knop (Start) > Apparaten en printers.
(Windows Vista
Klik op de knop (Start)> Configuratiescherm > Scanners en camera’s > Printers.
(Windows
Klik op de knop (Start)> Configuratiescherm > Scanners en camera’s.
10)
®
8/8.1)
®
7)
®
XP)
®
)
c Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de scanner en selecteer Scaneigenschappen in het
menu.
Selecteer bij Windows Vista
®
het apparaat en klik op Eigenschappen.
17
Scannen (Windows®)
5
d Klik op de tab Gebeurtenissen en selecteer een gebeurtenisnummer in de vervolgkeuzelijst Selecteer
een gebeurtenis.
Het Button nr. dat u selecteert in deze lijst correspondeert direct met de functienummers (Function X
(Functie X)) die worden weergegeven op het LCD-scherm van het apparaat.
18
Scannen (Windows®)
5
e Selecteer Uitvoeren bij Bewerkingen en vervolgens de scantoepassing die u wilt starten als u op de
scanknop op het bedieningspaneel van het apparaat drukt.
f Klik op OK.
19
Scannen (Windows®)
5
OPMERKING
LCD
(Als Button Manager V2
is gestart)
Knoppenpaneel van
Button Manager V2
1.Scan to File
Pagina’s 0
LCD
(Als Button Manager V2
niet is gestart)
Function 1
Pagina’s 0
g Selecteer het functienummer dat u aan de scantoepassing hebt toegewezen op het LCD-scherm van
het apparaat en druk vervolgens op de scanknop op het apparaat. De toegewezen toepassing
wordt gestart.
Als u de toepassing Button Manager V2 gebruikt, kunt u de functienamen van het LCD-scherm van het
apparaat en de toepassing synchroniseren door Brother Button Manager toe te wijzen aan alle Button #
in de vervolgkeuzelijst Selecteer een gebeurtenis. Zie de Gebruikershandleiding Button Manager V2 voor
meer informatie.
20
Scannen (Windows®)
5
OPMERKING
LCD
(Als Button Manager V2
is gestart)
Knoppenpaneel van
Button Manager V2
1.Scan to File
Pagina’s 0
LCD
(Als Button Manager V2
niet is gestart)
Function 1
Pagina’s 0
Documenten scannen
a Controleer of het apparaat met uw computer is verbonden met een USB-kabel.
b Plaats uw document in de ADF (automatische documentinvoer).
c Druk op a of b om een Function (Functie) te selecteren.
Als Button Manager van Brother op uw computer wordt uitgevoerd, wordt op het LCD-scherm van het
apparaat een functienummer en -naam van Button Manager weergegeven. Zie de Gebruikershandleiding Button Manager V2 voor meer informatie.
d Druk op om de scantoepassing te starten.
e Druk nogmaals op om het scannen te starten.
21
Scannen (Windows®)
5
OPMERKING
Scannen met de computer
Start om met uw computer te scannen een TWAIN-compatibele toepassing op uw computer, bijvoorbeeld
DS Capture of Adobe
®
PhotoShop®. In deze handleiding wordt DS Capture gebruikt als voorbeeld.
Scannen met DS Capture
a Controleer of het apparaat met uw computer is verbonden met een USB-kabel.
b Dubbelklik op het pictogram DS Capture op het Bureaublad.
Als het pictogram DS Capture niet op uw Bureaublad wordt weergegeven, klikt u op Start >
Alle programma’s > Brother PDS-XXXX Scanner (waarbij XXXX de naam is van uw model) > DS Capture.
c Het dialoogvenster Scannermodel selecteren wordt weergegeven.
Selecteer bij Scannermodel, het model van uw PDS-scanner en klik op OK.
22
Scannen (Windows®)
5
d DS Capture wordt gestart.
e Klik zo nodig op Setup (instelling) om de scaninstellingen te wijzigen.
Zie Scaninstellingen wijzigen met het TWAIN-stuurprogramma op pagina 24 voor meer informatie over
het wijzigen van instellingen.
f Plaats uw document in de ADF (automatische documentinvoer).
g Klik op Scannen . De scanner begint te scannen.
Op het scherm van DS Capture wordt een miniatuur weergegeven van de gescande afbeelding; de
gescande afbeelding wordt opgeslagen in de map die u het veld Pad hebt opgegeven. Zie DS Capture startscherm op pagina 26 voor meer informatie.
Controleer aan de hand van het scanresultaat of alle instellingen juist zijn.
23
Scannen (Windows®)
5
Scaninstellingen wijzigen met het TWAIN-stuurprogramma
Het TWAIN-stuurprogramma biedt diverse instellingen en handige functies voor het scannen; ze staan in de
overzichtstabel hieronder.
In deze handleiding gebruiken we de toepassing DS Capture voor de voorbeelden. Instructies voor andere
scansoftware zijn vergelijkbaar.
Functieoverzicht
CategorieFunctieReferentie
BasisinstellingenHet afbeeldingstype opgeven (kleur) en scannenTabblad Beeld op pagina 29
Automatisch de kleur van het document herkennen
en scannen
De documentgrootte opgeven en scannenTabblad Papier op pagina 38
Automatisch de grootte van het document herkennen
en scannen
De resolutie opgeven en scannenTabblad Beeld op pagina 29
BeeldverwerkingDe opgegeven kleur verwijderen en scannenTabblad Kleurdrop-out op
Het document draaienTabblad Draaien op pagina 47
Een lege pagina detecteren en verwijderenTabblad Verbetering op
Ponsgaten verwijderen uit gescande documentenTabblad Verbetering op
Automatisch scheefstand van het document corrigerenTabblad Papier op pagina 38
De basiskleur van het document verwijderenTabblad Verbetering op
De marge van het papier opschonen met wit of zwart als
resultaat
Kleine oneffenheden veroorzaakt door stof en krassen
verwijderen van een gescande afbeelding
Efficiënt scannenVoorbeeld weergeven en scaninstellingen controlerenTabblad Voorbeeld op pagina 44
De scannereigenschappen opslaanTabblad Beeld op pagina 29
Scanresultaten met meerdere kleuren verkrijgen met één
enkele scan
Het voor scannen gebruikte computergeheugen opgeven Tabblad Meer instellingen op
Scannen van opeenvolgende documenten uitvoerenTabblad Papier op pagina 38
Tabblad Beeld op pagina 29
Tabblad Papier op pagina 38
pagina 36
pagina 49
pagina 49
pagina 49
Tabblad Verbetering op
pagina 49
Tabblad Verbetering op
pagina 49
Tabblad Beeld op pagina 29
pagina 53
24
Scannen (Windows®)
5
CategorieFunctieReferentie
Geavanceerde
functies
ApparaatinstellingenInstellingen opgeven voor multi-feed detectieTabblad Multi-Feed detectie op
SysteeminformatieSysteeminformatie van scanner en computer controleren Tabblad Informatie op pagina 59
Een barcode scannen om informatie te lezenTabblad Verbetering op
pagina 49
Een tekst toevoegen aan een scanresultaatTabblad Digitale imprinter op
pagina 55
Een document van 1 pagina verdelen over 2 pagina’sTabblad Draaien op pagina 47
Een document scannen dat groter is dan Letter-/
A4-formaat
De scanteller controleren en resettenTabblad Informatie op pagina 59
De instellingen voor de energiebesparende modus en
automatisch uitschakelen wijzigen
Tabblad Beeld op pagina 29
pagina 42
Tabblad Meer instellingen op
pagina 53
25
Scannen (Windows®)
5
OPMERKING
OPMERKING
(2)(1)(3)(4)(5)(6)(7)
DS Capture startscherm
Nr.NaamBeschrijvingStandaard
(1)Fast scan mode
(Modus snel scannen) /
Fast display mode
(Modus snel weergeven)
(selecteren in het menu