Brother MFC-J430W, MFC-J432W, MFC-J625DW, MFC-J825DW, MFC-J5910DW SOFTWARE USER GUIDE

...
SOFTWAREHANDLEIDING
Voor gebruikers van een DCP-model: deze documentatie is bedoeld voor zowel MFC- als DCP-modellen. Als in deze gebruikershandleiding wordt verwezen naar 'MFC', kunt u 'MFC' lezen als 'DCP'.
De namen van toetsen op het bedieningspaneel en berichten in het LCD-scherm voor België worden tussen haakjes weergegeven.
Niet alle modellen zijn in alle landen verkrijgbaar.
Versie A
DUT

Modellen

Deze gebruikershandleiding is van toepassing op de volgende modellen: MFC-J430W/J432W/J625DW/J825DW/J5910DW en DCP-J525W/J725DW/J925DW

Definities van opmerkingen

In deze handleiding gebruiken we de volgende aanduidingen:
VOORZICHTIG
BELANGRIJK
Opmerking
VOORZICHTIG geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, indien genegeerd, lichte verwondingen tot gevolg kan hebben.
BELANGRIJK geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, indien genegeerd, schade aan eigendommen of verminderde functionaliteit van het product tot gevolg kan hebben.
Opmerkingen vertellen u hoe u op een bepaalde situatie moet reageren of geven tips over het effect van een handeling in combinatie met andere functies.

Samenstelling en publicatie

Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder toezicht van Brother Industries, Ltd. De nieuwste productgegevens en specificaties zijn in deze handleiding verwerkt.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van het product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud van deze handleiding zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Brother is niet verantwoordelijk voor enige schade, met inbegrip van gevolgschade, voortvloeiend uit het gebruik van deze handleiding of de daarin beschreven producten, inclusief maar niet beperkt tot zetfouten en andere fouten in deze publicatie.
©2011 Brother Industries, Ltd.
i

BELANGRIJKE OPMERKING

Dit product is enkel goedgekeurd voor gebruik in het land van aankoop. Gebruik dit product alleen in het
land van aankoop; bij gebruik in een ander land kunnen de voorschriften voor draadloze telecommunicatie en elektrische voeding overtreden worden.
®
Windows
Edition en Windows
Windows Server
Edition, Windows Server
Windows ServerIn deze handleiding worden de meldingen op het LCD-scherm van de MFC-J825DW gebruikt, tenzij anders
aangegeven.
XP staat in dit document voor Windows® XP Professional, Windows® XP Professional x64
®
XP Home Edition.
®
2003 staat in dit document voor Windows Server® 2003, Windows Server® 2003 x64
®
2003 R2 en Windows Server® 2003 R2 x64 Edition.
®
2008 staat in dit document voor Windows Server® 2008 en Windows Server® 2008 R2.
ii

Inhoudsopgave

Paragraaf I
Windows
®
1 Afdrukken 2
De Brother-printerdriver gebruiken .......................................................................................................... 2
Functies ................................................................................................................................................... 2
Het juiste type papier kiezen ............................. ....................................................................................... 3
Gelijktijdig afdrukken, scannen en faxen ................................................................................................. 3
Gegevens uit het geheugen wissen ......................................................................................................... 3
Status Monitor ................................... .... ...... ...... ... ....... ..... ... ....... ..... ... ....... ..... ... ....... ..... ........................... 4
De status van de machine controleren .............................................................................................. 4
De Status Monitor uitschakelen ..................... .................................................................................... 5
Instellingen van de printerdriver ............................................................................................................... 6
De instellingen van de printerdriver weergeven .......................... .... ......................................................... 6
Het tabblad Normaal ........................... .. ................................................................................................... 7
Mediatype .......................................................................................................................................... 8
Afdrukkwaliteit ............................................................................................................................... .... 9
Papierformaat ........ ........................ ....................... ......................... ......................... ......................... 10
Kleurmodus ......................................... .................................. ................................. ........................ . 10
Afdrukstand ........................................................................... .................................. ........................ 11
Aantal .............................................................................................................................................. 11
Meerdere pag. afdrukken .......................................................................................................... ...... 12
Duplex / Folder ................................................................................................................... ............. 12
Het tabblad Geavanceerd .......................... ............................................................................................ 14
Kleur/Grijstinten ..... ........................ ......................... ........................ ......................... ........................ 15
Kleurinstellingen .............................................................................................................................. 16
Inktbespaarstand ............................................................................................................................. 17
Watermerk gebruiken ...................................................................................................................... 17
Watermerkinstellingen ..................................................................................................................... 18
Kopregel-Voetregel afdrukken ............................... ..... ...... ....... ..... ...... ...... ..... ....... ...... .... ....... .......... 20
Andere afdrukopties ........................................................................................................................ 21
Het tabblad Afdrukprofielen ................................................................................................................... 27
Profiel toevoegen ....................................... ....... ........ ......... ..... ........ ......... ..... ........ ......... .................. 28
Profiel verwijderen ........................................................................................................................... 28
Ondersteuning ............ .......................... ......................... .......................... .............................................. 29
Trial Photo Print (niet beschikbaar voo r MFC-J430W/J432W/J5910DW) ............................................. 30
Foto's afdrukken met FaceFilter Studio van REALLUSION .................................................................. 31
FaceFilter Studio starten terwijl uw Brother-apparaat is ingeschakeld ............................................ 32
FaceFilter Studio starten wanneer uw Brother-apparaat is uitgeschakeld ...................................... 33
Een afbeelding afdrukken ................................................................................................................ 34
Automatisch portret ......................................................................................................................... 3 6
Rode-ogencorrecti e . ......................... ........................ ......................... ......................... ..................... 36
Lijst met uitdrukkingen afdrukken .................................................................................................... 37
De installatie van FaceFilter Studio ongedaan maken .................................................................... 37
Homepage Print 2 van Corpus gebruiken (niet beschikbaar voor MFC-J5910DW) .............................. 38
Homepage Print 2 installeren .......................................................................................................... 38
iii
2 Scannen 39
Een document scannen met de TWAIN-driver ...................................................................................... 39
Een document naar de computer scannen ...................................................................................... 39
Vooraf scannen om een gedeelte bij te snijden ..................................... ... ....................................... 41
Automatisch bijsnijden ................................. .... ....... ...... ..... ....... ...... ..... ....... ....... .... ...... .................... 42
Instellingen in het dialoogvenster voor het instellen van de scanner .............................................. 44
Een document scannen met de WIA-driver ........................................................................................... 48
WIA-compatibel ............................................................................................................................... 48
Een document naar de computer scannen ...................................................................................... 48
Vooraf scannen en een gedeelte bijsnijden via de glasplaat ........................................................... 50
Een document scannen met de WIA-driver (Windows
Een document naar de computer scannen ...................................................................................... 53
Vooraf scannen en een gedeelte bijsnijden via de glasplaat ........................................................... 55
ScanSoft™ PaperPort™12SE met OCR van NUANCE™ gebruiken (niet beschikbaar voor
DCP-J525W) ....................................................................................................................................... 56
Items bekijken .................................. ... ..... ...... ... ..... ..... ... ...... ...... .. ...... ...... .. ...... ..... .... ....................... 56
Uw items in mappen rangschikken .................................................................................................. 57
Snelkoppelingen naar andere toepassingen ................................................................................... 58
Met ScanSoft™ PaperPort™12SE met OCR kunt u beeldtekst converteren naa r tekst die u kunt
bewerken ..................................................................................................................................... 58
Items uit andere toepassingen importeren ...................................................................................... 58
Items in andere formaten exporteren .............................................................................................. 59
ScanSoft™ PaperPort™12SE met OCR verwijderen ..................................................................... 59
BookScan Enhancer en Whiteboard Enhancer van REALLUSION gebruiken ...................................... 60
BookScan Enhancer en Whiteboard Enhanc er in sta l le ren .............................................................. 60
®
Photo Gallery en Windows® Fax & Scan) ...... 53
3 ControlCenter4 61
Overzicht ................................................................................................................................................ 61
Gebruikersinterface wijzigen ........................................................................................................... 61
ControlCenter4 in de Startmodus gebruiken ......................................................................................... 62
Functies van ControlCenter4 voor gebruikers van de Startmodus .................................................. 63
Het tabblad Foto ............................................................................................................................... ..... 64
Afbeeldingen van een geheugenkaart of USB-flashgeheugenstation kopiëren (voor
MFC-J625DW/J825DW/J5910DW/DCP-J725D/W/J925DW) ...................................................... 64
De mapstructuur van ControlCenter4 openen ................................................................................. 65
De mapstructuur openen ................................................................................................................. 65
Afbeeldingen afdrukken .............................. ... ... ..... .. ..... ..... .. .... ..... .. ..... .... ... .... .... .. ..... ..... .. ............... 65
Afbeeldingen bewerken ................................................................................................................... 66
Afbeeldingen toevoegen aan e-mail ................................................................................................ 66
Afbeeldingen met een toepassing openen ...................................................................................... 66
Het tabblad Scannen ............................................................................................................................. 6 7
Bestandstypen ................................................................................................................................. 68
Documentgrootte ............................................................................................................................. 68
De gescande afbeelding opslaan .................................................................................................... 68
De gescande afbeelding afdrukken ................................................................................................. 69
De gescande afbeelding in een toepassing openen ........................................................................ 69
Gescande data toevoegen aan e-mail ............................................................................................. 70
De OCR-functie gebruiken (niet beschikbaar voor DCP-J525W) .................................................... 70
iv
Het tabblad PC-FAX (voor MFC-modellen) ........................................................................................... 71
Een afbeeldingsbestand vanaf uw computer verzenden ................................................................. 72
Een gescande afbeelding verzenden .............................................................................................. 72
Ontvangen PC-FAX-gegevens weergeven en afdrukken (voor MFC-J625DW/J825DW/
J5910DW) .................................................................................................................................... 73
Het tabblad Apparaatinstellingen .................... .. ..................................................................................... 74
Remote Setup configureren (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW) ........................................... 74
Quick Dial openen (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW) ......................................................... 74
De instellingen van de scantoets configureren ................................................................................ 75
Het hulpprogramma BRAdmin openen ............................................................................................ 77
Het tabblad Ondersteuning ...................... .. ............................................................................................ 78
ControlCenter Help openen .............................. .... ... .... ..... .. ..... ... ... .... ..... .. ..... .... .. .... ..... .. .... ............. 78
Het Brother Solutions Center gebruiken ..................... .. ................................................................... 78
Het Brother CreativeCenter openen ................................................................................................ 78
ControlCenter4 in de Geavanceerde modus gebruiken ........................................................................ 79
Functies van ControlCenter4 voor gebruikers van de Geavanceerde modus ................................. 80
Het tabblad Scannen ............................................................................................................................. 8 1
Bestandstypen ................................................................................................................................. 82
Documentgrootte ............................................................................................................................. 82
De gescande afbeelding in een toepassing openen ........................................................................ 83
De OCR-functie gebruiken (niet beschikbaar voor DCP-J525W) .................................................... 83
Gescande data toevoegen aan e-mail ............................................................................................. 83
De gescande afbeelding opslaan .................................................................................................... 84
De standaardinstellingen van de afzonderlijke toetsen wijzigen .......................... . .......................... 84
Het tabblad PC-kopie ................................. ... ......................................................................................... 85
De gescande afbeelding afdrukken ................................................................................................. 85
Het tabblad Foto ............................................................................................................................... ..... 85
Afbeeldingen afdrukken/bewerken .................................................................................................. 86
PCC folder openen (PCC: PhotoCapture Center™) (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW/
DCP-J725DW/J925DW) ...................... ......................... ........................ ........................ ............... 87
Bestanden van PCC folder kopiëren (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW/DCP-J725DW/
J925DW) ...................................................................................................................................... 87
Bestanden naar een toepassing kopiëren (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW/
DCP-J725DW/J925DW) ...................... ......................... ........................ ........................ ............... 87
Het tabblad PC-FAX (voor MFC-modellen) ........................................................................................... 88
Een afbeeldingsbestand vanaf uw computer verzenden ................................................................. 88
Een gescande afbeelding verzenden .............................................................................................. 88
Ontvangen PC-FAX-gegevens weergeven en afdrukken (voor MFC-J625DW/J825DW/
J5910DW) .................................................................................................................................... 89
Het tabblad Apparaatinstellingen .................... .. ..................................................................................... 90
Remote Setup configureren (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW) ........................................... 90
Quick Dial openen (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW) ......................................................... 90
Instellingen scantoets configureren ................................................................................................. 91
Het hulpprogramma BRAdmin openen ............................................................................................ 93
Het tabblad Ondersteuning ...................... .. ............................................................................................ 94
ControlCenter Help openen .............................. .... ... .... ..... .. ..... ... ... .... ..... .. ..... .... .. .... ..... .. .... ............. 94
Het Brother Solutions Center gebruiken ..................... .. ................................................................... 94
Het Brother CreativeCenter openen ................................................................................................ 94
Aangepast tabblad .......................... .....................................................................................
...............
... 95
Aangepast tabblad maken ....................... ........................................................................................ 95
Aangepaste knop maken .......................... ... .................................................................................... 95
v
4 Remote Setup (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW) 97
Remote Setup ........................................................................................................................................ 97
5 Brother PC-FAX-software (alleen MFC-modellen) 99
Verzenden via PC-FAX .......................................................................................................................... 99
Gebruikersinformatie instellen ......................................................................................................... 99
Verzenden instellen ....................................................................................................................... 100
Voorblad instellen .......................................................................................................................... 101
Informatie voor het voorblad invoeren ........................................................................................... 101
Een bestand als een PC-FAX verzenden met de gebruikersinterface Faxstijl .............................. 102
Een bestand als PC-FAX verzenden met de gebruikersinterface E-mailstijl ................................. 103
Adresboek ........................ ................................................................................................................. ... 105
Het Brother-adresboek .................................................................................................................. 106
Iemand in het adresboek opnemen ............................................................................................... 106
Snelkiezen instellen ....................................................................................................................... 107
Een groep voor groepsverzenden instellen ................................................................................... 108
Gegevens van groepsleden bewerken .......................................................................................... 109
Een naam of een groep verwijderen .............................................................................................. 109
Het adresboek exporteren ............................................................................................................. 109
In het adresboek importeren .......................................................................................................... 110
PC-FAX Ontvangen (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW) ........................................................... 112
Het programma PC-FAX Ontvangen op het apparaat inschakelen ............................................... 113
Het programma PC-FAX Ontvangen op de computer starten ....................................................... 115
Uw computer instellen ................................................................................................................... 115
Instellingen voor PC-FAX Ontvangen configureren ....................................................................... 116
Nieuwe PC-FAX-berichten weergeven .......................................................................................... 117
6 PhotoCapture Center™ (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW/DCP-J725DW/
J925DW) 118
PhotoCapture Center™ gebruiken ...................................................................................................... 118
Voor netwerkgebruikers ....................................................................................................................... 119
7 Firewall-instellingen (voor netwerkgebruikers) 120
Voordat u de software van Brother gebruikt ........................................................................................ 120
Gebruikers van Windows Gebruikers van Windows Vista Gebruikers van Windows
®
XP SP2 of recenter .............................................. ............................... 120
®
.................................................................................................... 122
®
7 ......................................................................................................... 124
Paragraaf II Apple Macintosh
8 Afdrukken en faxen 130
Uw computer instellen ......................................................................................................................... 130
Het juiste type papier kiezen ................... ............................................................................................. 130
Gelijktijdig afdrukken, scannen en faxen ....................................................................................... 130
Gegevens uit het geheugen wissen .............................................................................................. 130
Status Monitor ............................................................................................................................... 131
vi
De Brother-printerdriver gebruiken ...................................................................................................... 133
Opties kiezen voor de pagina-instelling ......................................................................................... 133
Dubbelzijdig afdrukken .............................. .. ..... .... ... .... ..... . ..... .... ... .... ..... .. ..... ... ... .... ..... .. ............... 135
Afdrukopties kiezen .................................. ..... ....... ....... ... ....... ....... ..... ....... ....... ... ....... ....... ............. 137
Afdrukinstellingen ................................................................................................................................ 138
Mediatype ...................................................................................................................................... 138
Afdrukkwaliteit ............................................................................................................................... 139
Kleur/Grijstinten ............................................................................................................................. 139
Geavanceerde instellingen .................................... ...... ........ ........ ...... ........ ........ ...... ....... ............... 140
Kleurinstellingen .................................................................................................................................. 143
Geavanceerde kleurinstellingen .................................................................................................... 143
Een fax verzenden (alleen MFC-modellen) ......................................................................................... 145
Een vCard slepen vanuit de Mac OS X Adresboek-toepassing (bij gebruik van Mac OS X
10.4.11) ..................................................................................................................................... 148
Het paneel Adressen in Mac OS X 10.5.x tot 10.6.x gebruiken .................................................... 150
9 Scannen 152
Een document scannen met de TWAIN-driver .......................... .......................................................... 152
De TWAIN-driver openen .......................... .................................................................................... 152
Een afbeelding scannen naar uw computer ......................................... ......................................... 153
Een afbeelding vooraf scannen ..................................................................................................... 153
Instellingen in het scannervenster ....................... .......................................................................... 155
Documenten scannen met de ICA-driver (Mac OS X 10.6.x) ............... ... ............................................ 158
Image Capture gebruiken ................................. .. ........................................................................... 158
Rechtstreeks scannen vanuit het gedeelte Afdrukken en faxen ........................... ... ...................... 161
Presto! PageManager gebruiken (niet beschikbaar voor DCP-J525W) .............................................. 165
Functies ......................................................................................................................................... 165
Systeemvereisten voor Presto! PageManager ............................... ..... ..... .. ..... ..... ... ...... ..... . ...... .... 165
Technische ondersteuning ............................................................................................................ 166
10 ControlCenter2 168
ControlCenter2 gebruiken ............................... ....... ...... .. ....... ..... ... ....... ..... ... ....... ..... .... ...... ......... ... ...... 168
Automatisch laden uitschakelen .................................. .... ..... ..... ... ..... ..... .... ..... ..... ... ..... ..... .... ........ 169
SCANNEN ........................................................................................................................................... 170
Bestandstypen ............................................................................................................................... 171
Documentgrootte ........................................................................................................................... 171
Afbeelding (voorbeeld: Apple PreView) .................... ..................................................................... 172
OCR (tekstverwerkingsprogramma) (niet beschikbaar voor DCP-J525W) ................................... 174
E-mail ............................................................................................................................................ 175
Bestand ............................................................................................................................. .. .......... 176
CUSTOM SCAN .......................... ............................................................................................... ... ...... 177
Bestandstypen ............................................................................................................................... 178
Documentgrootte ........................................................................................................................... 178
Door de gebruiker programmeerbare knop ........................ ........................................................... 178
Scannen naar Afbeelding .............................................................................................................. 179
Scannen naar OCR (niet beschikbaar voor DCP-J525W) ............................................................. 180
Scannen naar E-mail ..................................................................................................................... 181
Scannen naar Bestand .................................................................................................................. 182
KOPIE / PC-FAX (PC-FAX is alleen beschikbaar voor MFC-modellen) .............................................. 183
vii
INSTELLINGEN APPARAAT ............................... ... ..... ....... ... ..... ....... .. ....... ..... ... ....... ..... ... ..... ............. 185
Remote Setup (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW) .............................................................. 186
Quick-Dial (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW) .................................................................... 187
Ink Level ........................................................................................................................................ 187
11 Remote Setup & PhotoCapture Center™ 189
Remote Setup (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW) .................................................................... 189
PhotoCapture Center™ (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW/DCP-J725DW/J925DW) ............... 191
Voor gebruikers van een USB-kabel ............................................................................................. 191
Voor netwerkgebruikers .................................... ............ .......... ........ ............ .......... ......... ................ 192
Paragraaf III De scantoets gebruiken
12 Scannen via de USB-kabel 194
De scantoets gebruiken via een USB-kabelverbinding ................ ........................................................ 194
Scannen naar E-mail ..................................................................................................................... 194
Scannen naar Afbeelding .............................................................................................................. 195
Scannen naar OCR (niet beschikbaar voor DCP-J525W) ............................................................. 197
Scannen naar Bestand .................................................................................................................. 198
Scannen naar media (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW/DCP-J725DW/J925DW) ............. 200
Nieuwe standaardwaarden instellen voor Scannen naar media ................................................... 204
13 Netwerkscannen 206
Voordat u netwerkscannen gebruikt .................................................................................................... 206
Netwerklicentie (Windows Netwerkscannen configureren voor Windows
Netwerkscannen configureren voor Macintosh ............................................................................. 209
De scantoets gebruiken in een netwerk ............................................................................................... 211
Scannen naar e-mail (PC) ............................................................................................................. 211
Scannen naar e-mail (e-mailserver) (voor MFC-J5910DW) .......................................................... 212
Scannen naar Afbeelding .............................................................................................................. 213
Scannen naar OCR (niet beschikbaar voor DCP-J525W) ............................................................. 214
Scannen naar Bestand .................................................................................................................. 216
Scannen naar FTP (voor MFC-J5910DW) .................................................................................... 218
Scannen naar FTP met FTP-serverprofielen (voor MFC-J5910DW) ............................................ 220
Scannen naar Netwerk (voor MFC-J5910DW) .............................................................................. 221
Scannen naar Netwerk met profielen voor Scannen naar Netwerk (voor MFC-J5910DW) .......... 224
Met Webservices scannen op uw netwerk (Windows Vista
Vanaf een computer met Webservices scannen op uw netwerk (Windows Vista
en Windows
®
7) ......................................................................................................................... 225
Vanaf de Brother-machine met Webservices scannen op uw netwerk (Windows Vista
recenter en Windows
®
) ..................................................... .............................. ....................... 206
®
............................................................................. 207
®
SP2 of recenter en Windows® 7) .......... 225
®
SP2 of recenter
®
SP2 of
®
7) .......................................................................................................... 227
viii
Paragraaf IV Afdrukken op een schijf
14 Afdrukken op een schijf (alleen voor MFC-J825DW/DCP-J925DW) 231
Een bedrukbare schijf plaatsen ........................................................................................................... 231
Afdrukken door kopiëren ....................... .. ............................................................................................. 234
Een schijflabel of documentafbeelding kopiëren ........................................................................... 234
De afdrukpositie wijzigen ............................................................................................................... 236
Afdrukken vanaf media ........................................................................................................................ 237
Afdrukken vanaf een computer (Windows
NewSoft CD Labeler installeren .................................................................................................... 240
Een schijflabel afdrukken vanaf een computer .............................................................................. 240
Afdrukken vanaf een computer (Macintosh) ........................................................................................ 242
NewSoft CD Labeler installeren .................................................................................................... 242
Een schijflabel afdrukken vanaf een computer .............................................................................. 242
A Index 244
®
) ........................................................ ............................. ... 240
ix
Paragraaf I
®
Windows
Afdrukken 2 Scannen 39 ControlCenter4 61 Remote Setup (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW) 97 Brother PC-FAX-software (alleen MFC-modellen) 99 PhotoCapture Center™ (voor MFC-J625DW/J825DW/
J5910DW/DCP-J725DW/J925DW) 118 Firewall-instellingen (voor netwerkgebruikers) 120
1
Opmerking
De schermen in dit gedeelte zijn afkomstig van Windows
hiervan afwijken, afhankelijk van uw besturingssysteem.
Als uw computer wordt beschermd door een firewall en u niet via het netwerk kunt afdrukken of scannen, of via de pc kunt faxen, moet u mogelijk de instellingen van de firewall aanpassen. Als u de Windows
firewall gebruikt en MFL-Pro Suite vanaf de cd-rom hebt geïnstalleerd, zijn de benodigde firewall­instellingen al ingevoerd. Als u MFL-Pro Suite niet vanaf de cd-rom hebt geïnstalleerd, raadpleegt u
Firewall-instellingen (voor netwerkgebruikers) uu pagina 120 om de Windows Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw persoonlijke firewallsoftware of neem contact op met de softwarefabrikant indien u een andere firewall gebruikt.

Afdrukken

®
XP. De schermen op uw computer kunnen
®
-firewall te configureren.

De Brother-printerdriver gebruiken

Een printerdriver ‘vertaalt’ de gegevens van uw toepassing en converteert deze met behulp van een paginabeschrijvingstaal naar een indeling die kan worden gebruikt door de printer of het multifunctionele apparaat.
1
®
-
U vindt de drivers die u nodig hebt op de cd-rom die bij het apparaat is geleverd. Installeer deze drivers door de stappen in de Installatiehandleiding te volgen. U kunt ook de meest recente drivers downloaden van het Brother Solutions Center op:
http://solutions.brother.com/

Functies

Dit apparaat beschikt over een groot aantal functies passend bij een inkjetprinter van hoge kwaliteit.
Schitterende uitvoer van hoge kwaliteit
Afdrukken tot 1.200 × 6.000 dpi op glanzend papier voor de best mogelijke resolutie. De printerdriver ondersteunt N-op-1, afdrukken van watermerken, technologie voor kleurverbetering en nog veel meer functies.
Lage kosten
Als een bepaalde inktkleur moet worden vervangen, hoeft u alleen de betreffende cartridge te vervangen.
USB
De USB-interface (Universal Serial Bus) maakt snelle communicatie met uw computer mogelijk.
Ethernet (voor bedrade netwerkmodellen)
Via de Ethernet-interface kan uw apparaat communiceren met meerdere computers die zijn aangesloten op een netwerk. Deze functie is alleen beschikbaar voor bedrade netwerkmodellen.
2
Afdrukken
Draadloos LAN (IEEE802.11b/g/n)
De draadloze LAN-functionaliteit zorgt ervoor dat uw apparaat met andere draadloze apparaten kan communiceren met de standaard IEEE802.11b/g/n in infrastructuur- en ad-hocmodus. uuNetwerkhandleiding

Het juiste type papier kiezen

Voor afdrukken van een hoge kwaliteit is het belangrijk dat u het juiste type papier kiest. Lees Papier laden en Documenten laden in de Beknopte gebruikershandleiding voordat u papier koopt en om het afdrukgebied voor de instellingen van de printerdriver te bepalen.

Gelijktijdig afdrukken, scannen en faxen

Uw machine kan gegevens van uw computer afdrukken terwijl een fax in het geheugen wordt verzonden of ontvangen, of terwijl er gegevens naar de computer worden gescand. Tijdens het afdrukken via de computer wordt het versturen van de fax niet onderbroken.
Als het apparaat echter kopieert of een fax op papier ontvangt, onderbreekt het apparaat het afdrukken via de computer en gaat daar pas weer mee verder nadat het kopiëren is voltooid of de hele fax is ontvangen.
Als Inkt bijna op op het LCD-scherm wordt weergegeven, zijn één of meer inktcartridges bijna leeg. Als de verzendende machine een kleurenfax wil verzenden, vraagt de machine tijdens het contact maken om de fax in zwart-wit te verzenden. Als de verzendende machine de fax kan omzetten, wordt de kleurenfax door uw machine afgedrukt als een zwart-wit fax. U kunt doorgaan met afdrukken totdat Kan niet afdr. wordt weergegeven op het LCD-scherm.
1

Gegevens uit het geheugen wissen

Als Meer gegevens wordt weergegeven op het LCD-scherm, kunt u de gegevens uit het geheugen wissen door op de toets Stop/Eindigen (Stop/Exit) op het bedieningspaneel te drukken.
3
Afdrukken

Status Monitor

Het hulpprogramma Status Monitor is een softwaretool die u zelf kunt configureren en waarmee u de status van een of meer apparaten kunt controleren. U kunt hiermee onmiddellijk op de hoogte worden gesteld van foutmeldingen, bijvoorbeeld wanneer het papier op is, het papier is vastgelopen of de inkt moet worden vervangen.
U kunt de status van het apparaat op elk moment controleren door op het pictogram op de taakbalk te dubbelklikken of door Status Monitor te kiezen via start/Alle programma’s/Brother/MFC-XXXX op uw computer.
Er is ook een koppeling naar de website Originele Verbruiksartikelen van Brother. Klik op Bezoek de website Originele Verbruiksartikelen voor meer informatie over originele verbruiksartikelen van Brother.
1
Klik op de knop Problemen oplossen om naar de website voor het oplossen van problemen te gaan.
Opmerking
Voor meer informatie over het gebruik van de Status Monitor-software klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram Brother Status Monitor en kiest u Help.
De status van de machine controleren
Het pictogram Brother Status Monitor wordt automatisch op de taakbalk weergegeven zodra de computer wordt gestart.
Een groen pictogram geeft aan dat het apparaat stand-by staat.
Een geel pictogram duidt op een waarschuwing.
Een rood pictogram geeft aan dat er een fout is opgetreden.
De Status Monitor kan worden weergegeven in de taakbalk of op het bureaublad van uw computer.
4
Afdrukken
De Status Monitor uitschakelen
Als u de Status Monitor wilt uitschakelen, voert u de volgende stappen uit:
a Klik met de rechtermuisknop op het pictogram of op het venster Brother Status Monitor en klik
vervolgens op Status Monitor laden bij opstarten om het vinkje te verwijderen.
b Klik opnieuw met de rechtermuisknop en klik vervolgens op Exit.
Opmerking
Ook als de Status Monitor is uitgeschakeld, kunt u de status van het apparaat op elk gewenst moment controleren door via het menu start op uw computer op Status Monitor te klikken.
1
5
Afdrukken

Instellingen van de printerdriver

Als u via uw computer afdrukt, kunt u de volgende printerinstellingen wijzigen:
MediatypeAfdrukkwaliteitPapierformaatAfdrukstandKleur / GrijstintenInktbespaarstandScaling

De instellingen van de printerdriver weergeven

a Via een toepassing, bijvoorbeeld Microsoft
toepassing.
b Kies Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX de naam is van uw model printer) en klik op
Voorkeursinstellingen.
Het venster van de printerdriver wordt weergegeven.
®
Notepad, klikt u op Bestand en dan op Afdrukken in uw
1
6
Afdrukken

Het tabblad Normaal

18
1
1 2
2 3
3 4
4 5
5 6
6 7
7 8
8 9
9 10
10 11
11 12
12 13
13 14
14 15
15
16
1
1 Mediatype-keuzelijst 2 Langzaam drogend papier-selectievakje 3 Afdrukkwaliteit-keuzelijst 4 Papierformaat-keuzelijst 5 Zonder marges-selectievakje 6 Kleurmodus-optie 7 Afdrukstand-optie 8 Aantal-optie 9 Sorteren-selectievakje 10Omgekeerde volgorde-selectievakje 11Meerdere pag. afdrukken-keuzelijst 12Paginavolgorde-keuzelijst 13Rand-keuzelijst 14Duplex / Folder-keuzelijst 15Duplexinstellingen-toets 16Standaard-toets
17
17OK-toets 18Huidige instellingenoverzicht
7
Afdrukken
a Kies uw instellingen voor Mediatype, Langzaam drogend papier en Afdrukkwaliteit.
Opmerking
Schakel Langzaam drogend papier in wanneer u afdrukt op normaal papier waarop de inkt langzaam droogt. Tekst kan enigszins vervagen met deze instelling.
b Kies Papierformaat, Zonder marges, Kleurmodus, Afdrukstand, Aantal en de paginavolgorde,
Sorteren, Omgekeerde volgorde, Meerdere pag. afdrukken, Paginavolgorde, Rand en Duplex / Folder (indien vereist).
c Klik op OK om de door u geselecteerde instellingen toe te passen.
Om terug te gaan naar de standaardinstellingen, klikt u op Standaard en vervolgens op OK.
Mediatype
Voor de beste afdrukresultaten dient u het soort papier waarop wordt afgedrukt in de driver te selecteren. De manier van afdrukken wordt door het apparaat aangepast op basis van het geselecteerde soort papier.
Normaal papierInkjetpapierBrother BP71-fotopapierBrother BP61-fotopapierBrother BP60 mat papier
1
Ander fotopapierBedrukbaar schijf (voor MFC-J825DW/DCP-J925DW)Glanzend bedrukbaar schijf (voor MFC-J825DW/DCP-J925DW)Transparanten
Opmerking
(Voor afdrukken op een schijf) Als de afdruk over de randen van de schijf loopt, moet u mogelijk de afdrukpositie aanpassen. (Zie De
afdrukpositie wijzigen uu pagina 236.)
8
Afdrukken
Afdrukkwaliteit
Via de selectie Afdrukkwaliteit kunt u de afdrukresolutie kiezen. De afdrukkwaliteit is van invloed op de afdruksnelheid. Hoe hoger de kwaliteit, hoe langer het duurt om het document af te drukken. Welke kwaliteitsopties beschikbaar zijn, hangt af van het soort papier dat u hebt gekozen.
Hoogst
Gebruik deze modus voor het afdrukken van gedetailleerde afbeeldingen zoals foto's. Dit is de hoogste resolutie en de laagste snelheid.
Foto
Gebruik deze modus voor het afdrukken van foto's. Omdat er meer afdrukgegevens zijn dan bij een normaal document, zijn de verwerkingstijd, de gegevensoverdrachttijd en de afdruktijd langer.
Hoog
Betere afdrukkwaliteit dan met de modus Normaal en een hogere afdruksnelheid dan met Foto.
Normaal
Goede afdrukkwaliteit met een normale afdruksnelheid.
Snel
De snelste afdrukmodus en het laagste inktgebruik. Gebruik deze modus voor het afdrukken van grote documenten of voor proefversies van documenten.
Mediatype Kleur/Grijstinten Instelling van afdrukkwaliteit
Normaal papier Kleur / Grijstinten Snel, Normaal, Hoog, Hoogst Inkjetpapier of Brother BP60 mat
papier Brother BP71-fotopapier,
Brother BP61-fotopapier of Ander fotopapier
Bedrukbaar schijf (voor MFC-J825DW/DCP-J925DW
Glanzend bedrukbaar schijf (voor MFC-J825DW/DCP-J925DW
Transparanten Kleur / Grijstinten Normaal
Kleur / Grijstinten Normaal, Foto
Kleur / Grijstinten Snel, Foto, Hoogst
Kleur / Grijstinten Normaal, Langzaam drogend
)
Kleur / Grijstinten Normaal
)
1
Opmerking
De standaardinstellingen worden vetgedrukt weergegeven.
9
Afdrukken
Papierformaat
De keuzelijst Papierformaat bevat een groot aantal standaardpapierformaten. U kunt desgewenst een aangepast papierformaat opgeven variërend van 88,9 × 127,0 mm tot 215,9 × 355,6 mm (voor MFC-J5910DW, 287 × 431,8 mm). Selecteer in de keuzelijst het Papierformaat dat u gebruikt.
Als u een aangepast formaat wilt maken, kiest u Door gebruiker gedefinieerd. Geef de gewenste waarden op voor Breedte en Hoogte en voer de naam in die u wilt gebruiken voor dit formaat. Kies de juiste papierdikte om de kwaliteit van de uitvoer te verbeteren.
1
Afdrukken zonder marges
Schakel het selectievakje Zonder marges in.
Opmerking
(Voor MFC-J5910DW) Als er bij gebruik van A3-papier witte horizontale strepen op uw afdrukken verschijnen, gebruikt u
waarschijnlijk langlopend papier (langvezelig). Kies A3 (Langvezelig) om horizontale strepen te voorkomen. Raadpleeg de verpakking of de fabrikant van het papier voor de papierspecificaties.
Kleurmodus
De kleur wordt aangepast om zo goed mogelijk overeen te komen met de kleur op het scherm van uw computer.
Natuurlijk: Gebruik deze optie voor foto's. De kleur wordt aangepast om meer natuurlijke kleuren af te
drukken.
Levendig: Gebruik deze optie voor zakelijke afbeeldingen, zoals diagrammen, grafische afbeeldingen en
tekst. De kleur wordt aangepast om levendigere kleuren af te drukken.
10
Afdrukken
Afdrukstand
Bij Afdrukstand geeft u de positie op waarin het document moet worden afgedrukt (Staand of Liggend).
Staand (verticaal) Liggend (horizontaal)
Opmerking
Als uw toepassing een vergelijkbare functie bevat, raden we u aan de functie in de toepassing te gebruiken.
Aantal
Met Aantal stelt u het aantal exemplaren in dat moet worden afgedrukt (1 tot en met 999).
Sorteren
Als het selectievakje Sorteren is geselecteerd, wordt eerst een volledig exemplaar van het document afgedrukt en dit wordt vervolgens herhaald voor het gekozen aantal exemplaren. Als Sorteren niet is aangevinkt, wordt telkens het gekozen aantal exemplaren van dezelfde pagina afgedrukt voordat de volgende pagina van het document wordt afgedrukt.
1
Omgekeerde volgorde
Met Omgekeerde volgorde worden de pagina's van het document in omgekeerde volgorde afgedrukt. De laatste pagina van het document wordt als eerste afgedrukt.
11
Afdrukken
Meerdere pag. afdrukken
Met de optie Meerdere pag. afdrukken kunt u de opties N op 1 of 1 op N kiezen. Met de optie N op 1 worden 2, 4, 9 of 16 pagina's van een document afgedrukt op 1 vel papier. Met de optie 1 op N wordt het afdrukformaat vergroot en wordt het document afgedrukt in de afdrukmodus voor posters.
Paginavolgorde
Als u N op 1 selecteert, kunt u in de keuzelijst Paginavolgorde de gewenste paginavolgorde selecteren.
Randen
Als u N-op-1 selecteert, kunt u kiezen of u een rand, een stippellijn of geen rand op elke pagina van het vel wilt afdrukken.
Duplex / Folder
Met deze functie kunt u een folder afdrukken of dubbelzijdig afdrukken.
Geen
Schakel dubbelzijdig afdrukken uit.
Duplex / Duplex (handmatig)
Gebruik de volgende opties als u dubbelzijdig wilt afdrukken:
• Duplex (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW/DCP-J725DW/J925DW)
1
Hiermee wordt automatisch op beide zijden van het papier afgedrukt.
• Duplex (handmatig) (voor MFC-J430W/J432W/DCP-J525W) Hiermee worden eerst alle pagina's met oneven nummers afgedrukt. Dan stopt de printerdriver en
worden er instructies weergegeven om het papier opnieuw te plaatsen. Zodra u op OK klikt, worden de pagina's met even nummers afgedrukt.
Als u Duplex of Duplex (handmatig) kiest, wordt de knop Duplexinstellingen beschikbaar om de instellingen op te geven. In het dialoogvenster Duplexinstellingen kunt u de volgende instellingen opgeven.
• Soort duplex
Voor elke richting zijn vier types duplexinbindrichtingen beschikbaar.
• Inbindmarge Als u Inbindmarge selecteert, kunt u ook de inbindwaarde in inches of millimeters opgeven.
12
Afdrukken
Folder / Folder (handmatig)
Gebruik deze optie om een document in een folderopmaak af te drukken met duplex printen. Het document wordt in de juiste paginanummering geordend en u kunt de afgedrukte pagina's in het midden vouwen zonder de volgorde van de paginanummering te wijzigen.
• Folder (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW/DCP-J725DW/J925DW) Hiermee wordt automatisch op beide zijden van het papier afgedrukt.
• Folder (handmatig) (voor MFC-J430W/J432W/DCP-J525W) Hiermee worden eerst alle pagina's met even nummers afgedrukt. Dan stopt de printerdriver en worden
er instructies weergegeven om het papier opnieuw te plaatsen. Zodra u op OK klikt, worden de pagina's met oneven nummers afgedrukt.
Als u Folder of Folder (handmatig) kiest, wordt de knop Duplexinstellingen beschikbaar om de instellingen op te geven. In het dialoogvenster Duplexinstellingen kunt u de volgende instellingen opgeven.
• Soort duplex
Voor elke richting zijn twee types duplexinbindrichtingen beschikbaar.
• Folder afdrukken
Wanneer u Onderverdelen in sets hebt geselecteerd: Met deze optie kunt u de hele folder in kleinere afzonderlijke folders afdrukken waarbij u nog steeds de
kleinere afzonderlijke folders in het midden kunt vouwen zonder de volgorde van de paginanummering te wijzigen. U kunt het aantal vellen papier in elk kleinere foldertje opgeven, van 1 t/m 15. Deze optie is handig wanneer een afgedrukte folder veel pagina's bevat en moet worden gevouwen.
1
• Inbindmarge Als u Inbindmarge selecteert, kunt u ook de inbindwaarde in inches of millimeters opgeven.
Opmerking
De functie Zonder marges is niet beschikbaar voor folders of dubbelzijdig afdrukken.
13
Afdrukken

Het tabblad Geavanceerd

1 2
3
4
5 6 7
8 9
10
1
11
1 Kleur / Grijstinten-optie 2 Kleurinstellingen-toets 3 Inktbespaarstand-selectievakje 4 Scaling-optie 5 In spiegelbeeld afdrukken-selectievakje 6 Ondersteboven afdrukken-selectievakje 7 Watermerk gebruiken-selectievakje 8 Kop/Voetregel printen-selectievakje 9 Andere afdrukopties-toets 10Standaard-toets 11OK-toets
a Kies de gewenste instelling voor Kleur / Grijstinten. b Kies Inktbespaarstand voor een zuiniger inktverbruik. c Kies de gewenste instelling voor Scaling.
Kies Uit om het document af te drukken zoals het op uw scherm wordt weergegeven.Kies Aanpassen aan papierformaat om het document te vergroten of te verkleinen zodat het op het
papier past.
Kies Vrij om het formaat te wijzigen.
14
Afdrukken
d U kunt de omkeeropties voor afdrukken kiezen.
Selecteer In spiegelbeeld afdrukken om de data van links naar rechts te verplaatsen.Selecteer Ondersteboven afdrukken om de data van boven naar beneden te verplaatsen.
Opmerking
In spiegelbeeld afdrukken is niet beschikbaar als u Transparanten als Mediatype kiest.
e U kunt een logo of tekst als een watermerk afdrukken op uw document. U kunt één van de
voorgeprogrammeerde watermerken selecteren of een zelfgemaakt bitmapbestand of tekstbestand gebruiken.
f U kunt met Kop/Voetregel printen de datum en tijd van de systeemklok van uw computer, de
gebruikersnaam voor het aanmelden op uw computer of de door u ingevoerde tekst in uw document afdrukken.
Opmerking
Kop/Voetregel printen is niet beschikbaar als u Zonder marges selecteert.
g Klik op Andere afdrukopties om meer functies van de printer in te stellen. h Klik op OK om de door u geselecteerde instellingen toe te passen.
Om terug te gaan naar de standaardinstellingen, klikt u op Standaard en vervolgens op OK.
1
Kleur/Grijstinten
Deze functie kunt u gebruiken om documenten in kleur of in zwart-wit af te drukken met grijstinten.
15
Afdrukken
Kleurinstellingen
Klik op Kleurinstellingen op het tabblad Geavanceerd om de opties voor de geavanceerde afdrukinstellingen te bekijken.
Kleurverbetering
1
Met deze functie wordt de afbeelding geanalyseerd om de scherpte, de witbalans en de kleurinstelling te verbeteren. Dit proces kan enkele minuten duren, afhankelijk van de grootte van de afbeelding en de specificaties van uw computer.
Kleurinstelling
Hiermee kunt u de totale hoeveelheid kleur in de afbeelding aanpassen. U kunt de hoeveelheid kleur in een afbeelding verhogen of verlagen om een vage of zwakke afbeelding te verbeteren.
Witbalans
Hiermee kunt u de tint van de witte gebieden van een afbeelding aanpassen. De belichting, camera­instellingen en andere factoren zijn van invloed op de weergave van wit. De witte gebieden van een foto kunnen enigszins roze of gelig zijn, of een andere kleur hebben. U kunt deze witte gebieden aanpassen door de witbalans aan te passen.
Helderheid
Hiermee kunt u de helderheid van de hele afbeelding aanpassen. Sleep de schuifbalk naar rechts of links om het beeld lichter of donkerder te maken.
Contrast
Hiermee kunt u het contrast van een afbeelding aanpassen. Donkere gedeelten worden dan donkerder en lichtere gedeelten worden lichter. Verhoog het contrast wanneer u een afbeelding helderder wilt maken. Verlaag het contrast wanneer u een afbeelding wilt verzachten.
Rood
Hiermee verhoogt u de intensiteit van Rood in de afbeelding om de afbeelding roder te maken.
16
Afdrukken
Groen
Hiermee verhoogt u de intensiteit van Groen in de afbeelding om de afbeelding groener te maken.
Blauw
Hiermee verhoogt u de intensiteit van Blauw in de afbeelding om de afbeelding blauwer te maken.
Bi-directioneel afdrukken
Wanneer Bi-directioneel afdrukken is ingeschakeld, drukt de printkop in twee richtingen af, waardoor de afdruksnelheid wordt verhoogd. Als deze optie niet is aangevinkt, drukt de printkop slechts in één richting af, waardoor de afdrukkwaliteit wordt verhoogd, maar de snelheid wordt verlaagd.
Patronen verbeteren
Selecteer de optie Patronen verbeteren als de afgedrukte opvullingen en patronen afwijken van hetgeen u op het scherm van uw computer ziet.
Inktbespaarstand
Als u Inktbespaarstand kiest, worden de randen van afbeeldingen geaccentueerd terwijl de kleuren lichter worden afgedrukt. De hoeveelheid inkt die wordt bespaard, is afhankelijk van het type document dat u afdrukt.
In de Inktbespaarstand kunnen uw afdrukken er anders uitzien dan op uw scherm.
1
Inktspaarmodus: Uit Inktspaarmodus: Aan
Watermerk gebruiken
U kunt een logo of tekst als een watermerk afdrukken op uw document. U kunt één van de voorgeprogrammeerde watermerken selecteren of een zelfgemaakt bitmapbestand of tekstbestand gebruiken.
Selecteer Watermerk gebruiken en klik dan op Instellingen op het tabblad Geavanceerd.
17
Afdrukken
Watermerkinstellingen
Kies bij Watermerk selecteren een watermerk dat u wilt gebruiken of bewerken.
Transparant
Selecteer Transparant als u de watermerkafbeelding op de achtergrond van het document wilt afdrukken. Als deze functie niet is geselecteerd, wordt het watermerk op de voorzijde van uw document afgedrukt.
1
In contourtekst
Selecteer In contourtekst als u alleen een contour van het watermerk wilt afdrukken. Deze functie is beschikbaar als u een tekstwatermerk kiest.
Aangepaste instellingen
U kunt kiezen of het watermerk op de eerste pagina of op de andere pagina's wordt afgedrukt. U kunt de watermerkinstellingen wijzigen en een nieuw watermerk toevoegen. Klik op Instellingen om de
instellingen te wijzigen of op Toevoegen om een nieuw watermerk toe te voegen.
18
Afdrukken
1
Met deze functie kunt u de watermerkinstellingen wijzigen. Als u een nieuw watermerk wilt toevoegen, voert u de Titel in en kiest u Tekst gebruiken of Bitmapbestand gebruiken bij Stijl van watermerk.
Titel
Voeg een geschikte titel in het veld in wanneer u een nieuw watermerk wilt toevoegen. Deze titel overschrijft het door u gekozen watermerk.
Tekst
Voer uw watermerktekst in bij Tekst en kies dan Lettertype, Stijl, Grootte en Kleur kiezen.
Bitmap
Voer een bestandsnaam en de locatie van uw bitmapafbeelding in bij Bestand of klik op Bladeren om het bestand op te zoeken. U kunt ook het formaat en de transparantie van de afbeelding configureren.
Positie
Gebruik deze instelling als u de positie van het watermerk op de pagina wilt aanpassen.
19
Afdrukken
Kopregel-Voetregel afdrukken
U kunt de datum en tijd van de systeemklok van uw computer, de gebruikersnaam om aan te melden op uw computer of uw ingevoerde tekst in uw document afdrukken. Klik op Instellingen op het tabblad
Geavanceerd om de instellingen aan te passen.
ID printen
U kunt op de volgende manieren uw gebruikersnaam om u aan te melden op de computer of uw ingevoerde tekst als kop- of voetregel laten afdrukken:
Kies Login Gebruikers Naam om uw gebruikersnaam om u aan te melden op de computer af te drukken.
1
Kies Aangepast om de door u ingevoerde tekst in het tekstvenster Aangepast af te drukken.
20
Afdrukken
Andere afdrukopties
Klik op Andere afdrukopties op het tabblad Geavanceerd om meer printerfuncties in te stellen.
Opmerking
De vensters die in dit gedeelte worden weergegeven, zijn afhankelijk van uw machine.
Help Fotopapierlade (voor MFC-J625DW/J825DW/DCP-J725DW/J925DW)
Stel Help Fotopapierlade in op Aan om de helpinformatie weer te geven over het gebruik van de fotopapierlade als u 10 x 15 cm, 9 x 13 cm of Briefkaart 1 hebt geselecteerd.
1
21
Afdrukken
Overdrachtsmodus wijzigen
Bij Overdrachtsmodus wijzigen kunt u opgeven op welke wijze afdrukgegevens naar de printer worden overgedragen om de afdrukkwaliteit of afdruksnelheid te verbeteren.
Aanbevolen instelling
Kies Aanbevolen instelling voor algemeen gebruik.
Betere afdrukkwaliteit
Kies Betere afdrukkwaliteit voor een betere afdrukkwaliteit. De afdruksnelheid kan hierdoor enigszins afnemen, afhankelijk van de afdrukgegevens.
Betere afdruksnelheid
Kies Betere afdruksnelheid voor een hogere afdruksnelheid. De afdrukkwaliteit kan hierdoor enigszins afnemen, afhankelijk van de afdrukgegevens.
1
22
Afdrukken
Geavanceerde kleurinstellingen U kunt Halftoon patroon en Pas op monitor aan selecteren voor extra aanpassing van de kleur.
Halftoon patroon
Het apparaat kan twee methoden (Diffusie of Dither) gebruiken om stippen te rangschikken voor de weergave van halftonen. Er zijn verschillende vooraf gedefinieerde patronen en u kunt kiezen welk patroon u wilt gebruiken voor uw document.
• Diffusie
Punten worden willekeurig geplaatst om de halftonen te maken. Gebruik deze optie voor het afdrukken van foto's met subtiele tinten en grafische afbeeldingen.
•Dither
Punten worden in een vooraf gedefinieerd patroon gerangschikt om halftonen te maken. Gebruik deze optie voor het afdrukken van grafische afbeeldingen met duidelijke kleurgrenzen of voor het afdrukken van (zakelijke) diagrammen.
Pas op monitor aan
De kleur wordt aangepast om zo goed mogelijk overeen te komen met de kleur op het scherm van uw computer.
1
23
Afdrukken
Geavanceerde duplexinstellingen
Sommige types afdrukmedia hebben een langere droogtijd nodig wanneer de duplexfunctie wordt gebruikt. Pas de Geavanceerde duplexinstellingen aan als duplex afdrukken vlekken bevatten of wanneer het papier vastloopt.
Normaal
Kies Normaal om af te drukken met een normale afdruksnelheid waarbij een normale hoeveelheid inkt wordt gebruikt.
Duplex 1 (langzamer afdrukken)
Kies Duplex 1 om langzamer af te drukken waarbij een normale hoeveelheid inkt wordt gebruikt.
Duplex 2 (langzamer afdrukken en minder inkt)
Kies Duplex 2 om af te drukken met dezelfde snelheid als wanneer Duplex 1 wordt gebruikt, maar met minder verbruik van inkt.
Opmerking
(Voor MFC-J5910DW)
Duplex 1 (langzamer afdrukken) is niet beschikbaar voor Ledger- of A3-papier.
1
24
Afdrukken
Kleurgegevens van printer opvragen
Met deze instelling kunt u de afdrukkwaliteit optimaliseren door kleurgegevens van uw apparaat op te vragen. Gebruik deze optie als u het apparaat hebt vervangen of een ander apparaat op het netwerk hebt aangesloten.
Kleurgegevens van printer gebruiken
1
Selecteer dit vakje als u de kleurgegevens van de printer wilt gebruiken. Verwijder het vinkje als u deze informatie niet wilt gebruiken.
Kleurgegevens van printer opvragen
Als u op deze knop klikt, begint de printerdriver met het ophalen van de kleurgegevens van uw apparaat. Dit kan enige tijd duren. Het kan zijn dat de printerdriver geen kleurgegevens van het apparaat kan verkrijgen, afhankelijk van de status van het apparaat.
25
Afdrukken
Opmerking
Open de printerdriver met een van onderstaande procedures en klik vervolgens op Andere afdrukopties op het tabblad Geavanceerd om deze functie weer te geven.
(Windows
®
XP)
Kies Brother MFC-XXXX (waarbij XXXX de naam van uw model is) via start/Printers en faxapparaten. Klik met de rechtermuisknop op de printernaam en kies vervolgens Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
®
(Windows Vista
)
1
Kies Brother MFC-XXXX (waarbij XXXX de naam van uw model is) via
/Configuratiescherm/
Hardware en geluiden/Printers. Klik met de rechtermuisknop op de printernaam en kies vervolgens Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
(Windows KiesBrother MFC-XXXX (waarbij XXXX de naam van uw model is) via
®
7) /Apparaten en printers. Klik
met de rechtermuisknop op de printer en kies vervolgens Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Als er een foutmelding wordt weergegeven, controleert u of uw computer en Brother-machine correct zijn aangesloten en probeert u het opnieuw.
Nadat de kleurgegevens van de printer zijn opgehaald, worden deze op de computer opgeslagen en bij het afdrukken toegepast.
Als uw Brother-machine op meerdere computers is aangesloten, voert u deze functie op iedere aangesloten computer uit.
U kunt de kleurgegevens van de printer alleen van de printerserver opvragen als de printer wordt gedeeld.
26
Afdrukken

Het tabblad Afdrukprofielen

Afdrukprofielen zijn bewerkbare, vooraf ingestelde profielen waarmee u snel toegang hebt tot regelmatig
gebruikte afdrukconfiguraties.
6
5
1
2 3
1
4
1 Lijst met afdrukprofielen 2 Profiel verwijderen-toets 3 Tabblad Afdrukprofielen altijd eerst tonen-selectievakje 4 OK-toets 5 Profiel toevoegen-toets 6 Overzicht van het huidige afdrukprofiel
a Kies in de lijst met afdrukprofielen het gewenste profiel. b Als u het tabblad Afdrukprofielen voortaan eerst in het venster wilt laten weergeven als u wilt afdrukken,
selecteert u Tabblad Afdrukprofielen altijd eerst tonen.
c Klik op OK om het door u gekozen profiel toe te passen.
27
Afdrukken
Profiel toevoegen
Het dialoogvenster Profiel toevoegen wordt weergegeven als u op Profiel toevoegen klikt. U kunt 20 nieuwe profielen toevoegen met uw voorkeursinstellingen.
a Typ de gewenste titel in het veld Naam. b Kies het gewenste pictogram uit de pictogrammenlijst en klik vervolgens op OK. c De huidige instellingen links van het venster van de printerdriver worden opgeslagen.
Profiel verwijderen
Het dialoogvenster Profiel verwijderen wordt weergegeven als u op Profiel verwijderen klikt. U kunt een profiel dat u hebt toegevoegd ook weer verwijderen.
a Kies het profiel dat u wilt verwijderen uit de lijst met afdrukprofielen. b Klik op Verwijderen. c Het geselecteerde profiel wordt verwijderd.
1
28
Afdrukken

Ondersteuning

In het venster Ondersteuning wordt informatie weergegeven over de versie en de instellingen van de driver. Hier vindt u ook koppelingen naar de website Brother Solutions Center en de Website Originele Verbruiksartikelen.
Klik op Ondersteuning in het venster van de printerdriver om het venster Ondersteuning weer te geven:
Brother Solutions Center
Het Brother Solutions Center is een website waar u informatie vindt over uw Brother-product, zoals FAQ's (veelgestelde vragen), gebruikershandleidingen, driverupdates en tips voor het gebruik van uw apparaat.
1
Website Originele Verbruiksartikelen
De Website Originele Verbruiksartikelen biedt informatie over originele verbruiksartikelen van Brother.
Brother CreativeCenter
Het Brother CreativeCenter is een GRATIS website waar u veel ideeën en hulpbronnen voor persoonlijk en professioneel gebruik kunt vinden.
Instelling controleren
Deze functie biedt informatie over de huidige instellingen van de printerdriver.
Info
Deze functie biedt informatie over de printerdriver die is geïnstalleerd op uw Brother-machine.
29
Afdrukken
Trial Photo Print (niet beschikbaar voor MFC-J430W/J432W/J5910DW)
Als u MFL-Pro Suite vanaf de cd-rom installeert, wordt het venster Brother Proeffoto afdrukken automatisch geopend. Met deze functie kunt u de kwaliteit van uw fotoafdrukken met uw Brother-machine en originele verbruiksartikelen van Brother bekijken.
Het venster Brother Proeffoto afdrukken wordt eenmalig weergegeven nadat u de computer opnieuw hebt opgestart. Zie Afbeeldingen afdrukken uu pagina 65 of Afbeeldingen afdrukken/bewerken uu pagina 86 om een foto af te drukken.
1
30
Afdrukken

Foto's afdrukken met FaceFilter Studio van REALLUSION

FaceFilter Studio is een gebruiksvriendelijke toepassing voor het afdrukken van foto's zonder rand. U kunt met FaceFilter Studio ook uw fotodata bewerken. U kunt foto-effecten toevoegen, zoals reductie van rode ogen of verbetering van huidtint.
1
Als u FaceFilter Studio wilt gebruiken, moet u de toepassing FaceFilter Studio installeren vanaf de cd-rom die bij uw apparaat is geleverd. Volg de instructies in de Installatiehandleiding om FaceFilter Studio te installeren en de FaceFilter Studio Help te downloaden.
U kunt FaceFilter Studio starten door op start/Alle programma’s/Reallusion/FaceFilter Studio/
FaceFilter Studio te klikken.
Opmerking
Als uw Brother-apparaat niet is ingeschakeld of niet is aangesloten op de computer, wordt FaceFilter Studio met beperkte functionaliteit gestart. U kunt de functie Afdrukken dan niet gebruiken.
Dit hoofdstuk geeft slechts een introductie van de basisfuncties van de software. Zie de FaceFilter Studio Help voor meer details.
Als u de volledige FaceFilter Studio Help wilt weergeven, klikt u op start/Alle programma’s/Reallusion/
FaceFilter Studio/FaceFilter Studio Help.
31
Afdrukken
FaceFilter Studio starten terwijl uw Brother-apparaat is ingeschakeld
a Wanneer u FaceFilter Studio de eerste keer start en het Brother-apparaat is ingeschakeld en is
aangesloten op uw computer, wordt het Brother-apparaat automatisch gedetecteerd door FaceFilter Studio.
b Nadat u op Doorgaan hebt geklikt in stap a, wordt het volgende scherm weergegeven. FaceFilter Studio
is nu klaar voor gebruik met volledige functionaliteit.
1
32
Afdrukken
FaceFilter Studio starten wanneer uw Brother-apparaat is uitgeschakeld
a Wanneer u FaceFilter Studio de eerste keer start, wordt het volgende scherm weergegeven als uw
Brother-apparaat is uitgeschakeld of niet is aangesloten op de computer.
b Klik op Detecteren in stap a en het volgende scherm wordt weergegeven.
Schakel het Brother-apparaat in, controleer of het is aangesloten op uw computer en klik vervolgens op
Ja.
1
c Als het Brother-apparaat niet wordt gedetecteerd door FaceFilter Studio, verschijnt het volgende scherm.
Controleer of het Brother-apparaat is ingeschakeld en klik op Opnieuw.
Als het Brother-apparaat ook na stap c niet wordt gedetecteerd door FaceFilter Studio, klikt u op Annuleren.
d Als u op Annuleren hebt geklikt in stap c, verschijnt het volgende venster.
33
Afdrukken
e Nadat u in stap d op het vinkje hebt geklikt, wordt FaceFilter Studio met beperkte functionaliteit gestart.
Het pictogram Afdrukken bovenaan wordt dan grijs weergegeven en u kunt de functie Afdrukken niet gebruiken.
1
Opmerking
Wanneer FaceFilter Studio met beperkte functionaliteit wordt gestart, wordt het afbeeldingsbestand met
een watermerk opgeslagen.
Zie FaceFilter Studio starten terwijl uw Brother-apparaat is ingeschakeld uu pagina 32 als u FaceFilter Studio met volledige functionaliteit wilt starten.
Een afbeelding afdrukken
a Klik op het pictogram Openen om het afbeeldingsbestand te kiezen.
34
Afdrukken
b Klik op het pictogram Afdrukken in de bovenste menubalk om naar het afdrukscherm te gaan.
c Klik op het pictogram Afdrukken aan de linkerkant om het dialoogvenster met afdrukinstellingen te
openen.
1
d Kies Papierformaat, Papierbron, Afdrukstand, Aantal, Schaal en Afdrukgebied.
Opmerking
Als u een foto zonder rand wilt afdrukken, kiest u Paginavullende foto bij Schaal.
35
Afdrukken
e Klik op Afdrukinstellingen en kies uw Brother-apparaat. Klik op OK.
Opmerking
Als u fotopapier wilt gebruiken, klikt u op Eigenschappen en geeft u in het dialoogvenster van de printerdriver de gewenste waarden op bij Mediatype en Afdrukkwaliteit.
f Klik in het dialoogvenster met afdrukinstellingen op Afdrukken om de foto af te drukken.
Automatisch portret
Met de functie Automatisch portret worden gezichten in de foto gedetecteerd en wordt de helderheid van de huidtint automatisch aangepast.
a Open het afbeeldingsbestand.
1
b Klik op het pictogram Automatisch portret om automatisch gezichten te detecteren.
c U kunt de Helderheidsinstelling aanpassen met de schuifknop. d Klik op OK.
Rode-ogencorrectie
Met de functie Rode-ogencorrectie kunt u rode ogen in uw foto afzwakken.
a Open het afbeeldingsbestand.
b Klik op het pictogram Rode-ogencorrectie om rode ogen automatisch af te zwakken.
c Met Autom. rode ogen detecteren worden alle rode ogen in de foto opgespoord en gemarkeerd met
een stippellijn. Met de schuifregelaar Rode-ogendrempel kunt u de kleur van de gemarkeerde gebieden aanpassen.
d Klik op OK.
36
Afdrukken
Lijst met uitdrukkingen afdrukken
U kunt in FaceFilter Studio een gezichtsuitdrukking aanpassen door er een sjabloon op toe te passen of door de uitdrukking handmatig aan te passen. In de stap Uitdrukking selecteren kunt u de gewenste lijst met uitdrukkingen bekijken of afdrukken.
1
De installatie van FaceFilter Studio ongedaan maken
Als u de installatie van FaceFilter Studio ongedaan wilt maken, kiest u start/Alle programma’s/Reallusion/ FaceFilter Studio/FaceFilter Studio verwijderen.
37
Afdrukken
Homepage Print 2 van Corpus gebruiken (niet beschikbaar voor MFC-J5910DW)
Met Homepage Print 2 kunt u eenvoudig websites vastleggen en afdrukken zoals deze in uw browser worden weergegeven. Bovendien kunt u de inhoud van websites bewerken door beelden bij te snijden, de lay-out te wijzigen en opmerkingen toe te voegen.
Homepage Print 2 installeren
a Plaats de meegeleverde cd-rom in het cd-romstation. b Het hoofdmenu van de cd-rom wordt geopend. Kies de gewenste taal en klik op Extra toepassingen. c Klik op Homepage Print 2.
Volg de instructies op uw computerscherm.
Om Homepage Print 2 te starten, kiest u Homepage Print 2 via start/Alle programma’s/
Homepage Print 2.
Opmerking
De machine moet ingeschakeld en op de computer aangesloten zijn.
De computer moet verbonden zijn met het internet.
Zorg ervoor dat u als beheerder bent aangemeld.
®
Deze toepassing is alleen beschikbaar voor Microsoft
Deze toepassing is niet beschikbaar voor de Windows Server
Internet Explorer® 7.0/8.0 en Firefox® 3.6.
®
2003/2008-serie.
1
• Als het Brother-scherm niet automatisch wordt weegegeven, gaat u naar Deze computer (Computer), dubbelklikt u op het pictogram van de cd-rom en dubbelklikt u vervolgens op start.exe.
38
2
De scanfuncties en de drivers die worden gebruikt verschillen, afhankelijk van het besturingssysteem of de scantoepassing die u gebruikt.
Er zijn twee scannerdrivers geïnstalleerd. Een TWAIN-compatibele scannerdriver (zie Een document
scannen met de TWAIN-driver uu pagina 39) en een Windows document scannen met de WIA-driver uu pagina 48).
Gebruikers van Windows het scannen van documenten.
Opmerking
Raadpleeg ScanSoft™ PaperPort™12SE met OCR van NUANCE™ gebruiken (niet beschikbaar voor
DCP-J525W) uu pagina 56 voor ScanSoft™ PaperPort™12SE.
Als uw computer door een firewall beschermd wordt en netwerkscannen onmogelijk is, moet u misschien de instellingen van de firewall configureren om communicatie via poortnummer 54925 en 137 mogelijk te
maken. Als u Windows benodigde firewall-instellingen al ingevoerd. Zie Firewall-instellingen (voor netwerkgebruikers) uu pagina 120 voor meer informatie.

Scannen

®
XP/Windows Vista®/Windows® 7 kunnen een van beide drivers selecteren voor
®
Firewall gebruikt en MFL-Pro Suite vanaf de cd-rom hebt geïnstalleerd, zijn de
®
Image Acquisition (WIA)-driver (zie Een
2

Een document scannen met de TWAIN-driver

De software Brother MFL-Pro Suite wordt geleverd met een TWAIN-compatibele scannerdriver. TWAIN­drivers voldoen aan het algemene universele protocol voor communicatie tussen scanners en applicaties. Dit betekent dat u niet alleen beelden rechtstreeks kunt scannen naar de PaperPort™12SE-viewer die door Brother bij de machine is geleverd, maar dat u ook beelden rechtstreeks naar honderden andere softwareapplicaties kunt scannen, als deze toepassingen scannen met TWAIN ondersteunen. Dit zijn
bijvoorbeeld de populaire softwareprogramma's zoals Adobe programma's.
Een document naar de computer scannen
U kunt op twee manieren een hele pagina scannen. U kunt de ADF (automatische documentinvoer) of de glasplaat gebruiken.
a Plaats uw document. b Start de ScanSoft™ PaperPort™12SE-software die is geïnstalleerd tijdens de installatie van MFL-Pro
Suite voor het scannen van een document.
Opmerking
Afhankelijk van uw model is ScanSoft™ PaperPort™12SE mogelijk niet beschikbaar. Gebruik in dat geval
een andere toepassing.
®
Photoshop®, CorelDRAW® en vele andere
De scaninstructies in deze handleiding zijn bedoeld voor gebruikers van ScanSoft™ PaperPort™12SE. De stappen voor het scannen kunnen afwijken bij het gebruik van andere softwaretoepassingen.
39
Scannen
c Klik op Scaninstellingen op het tabblad Bureaublad.
Het deelvenster Scannen of foto ophalen wordt aan de linkerkant van het scherm weergegeven.
d Klik op Selecteren. e Kies TWAIN: TW-Brother MFC-XXXX of TWAIN: TW-Brother MFC-XXXX LAN uit de lijst Beschikbare
scanners. (XXXX staat voor de naam van uw model.)
f Schakel in het deelvenster Scannerdialoogvenster weergeven het selectievakje Scannen of foto
ophalen in.
g Klik op Scannen.
Het dialoogvenster Kleur instellen verschijnt.
h Kies, indien nodig, de volgende instellingen in het dialoogvenster voor het instellen van de scanner:
1
2 3
4 5
6
2
7 8
1 Scan (beeldtype) 2 Resolutie 3 Type scan 4 Ruis verminderen 5 Helderheid 6 Contrast 7 Documentgrootte 8 Automatisch bijsnijden
i Klik op Starten.
Nadat het scannen is voltooid, klikt u op Annuleren om terug te keren naar het venster PaperPort™12SE.
40
Scannen
Opmerking
Als u een documentgrootte hebt gekozen, kunt u het te scannen gedeelte bijsnijden door er met de linkermuisknop op te klikken en het te verslepen. Dit is vereist wanneer u een afbeelding bijsnijdt om te worden gescand.
Vooraf scannen om een gedeelte bij te snijden
Als u op de knop Vooraf scannen drukt, kunt u voordat u daadwerkelijk tot het scannen overgaat een voorbeeld weergeven van de afbeelding en ongewenste delen bijsnijden. Wanneer u tevreden bent met het getoonde voorbeeld, klikt u op de knop Starten in het scandialoogvenster om het beeld te scannen.
a Volg de stappen a tot en met g in het gedeelte Een document naar de computer scannen
uu pagina 39.
b Selecteer de gewenste instellingen voor Scan (beeldtype), Resolutie, Type scan, Helderheid,
Contrast en Documentgrootte.
Opmerking
Vooraf scannen is niet beschikbaar als u Automatisch bijsnijden kiest.
2
c Klik op Vooraf scannen.
Het volledige beeld wordt in de computer gescand en wordt weergegeven in het scangebied van het dialoogvenster met scaninstellingen.
d Sleep de muis met de linkermuisknop ingedrukt over het gedeelte dat u wilt scannen.
1 Te scannen gedeelte
Opmerking
U kunt het beeld vergroten door middel van het pictogram
1
en met het pictogram de
oorspronkelijke grootte van de afbeelding weer herstellen.
41
Scannen
A4
e Laad het document opnieuw.
Opmerking
Sla deze stap over als u het document op de glasplaat hebt geplaatst in stap a.
f Klik op Starten.
Nu wordt alleen het geselecteerde gedeelte van het document in het venster van PaperPort™12SE (of het venster van uw toepassing) weergegeven.
g Gebruik in het venster van PaperPort™12SE de beschikbare opties om het beeld te verfijnen.
Automatisch bijsnijden
U kunt meerdere documenten op de glasplaat scannen door Automatisch bijsnijden in te schakelen. Als u Automatisch bijsnijden gebruikt, wordt van elk document een scan en een afzonderlijk bestand gemaakt.
Als u bijvoorbeeld drie documenten op de glasplaat plaatst, zal de machine de documenten scannen en drie afzonderlijke bestanden aanmaken. Als u een bestand van drie pagina's wilt maken, scant u de documenten als PDF.
2
1 10 mm of meer 2 20 mm of meer (onderzijde)
1
A4
1
3
4
2
21
1 24 3
42
Scannen
Richtlijnen voor automatisch bijsnijden
Deze instelling is alleen beschikbaar voor rechthoekige of vierkante documenten.Als uw document te lang of te breed is, werkt deze instelling niet goed.Als u deze instelling gebruikt, moet u de glasplaat gebruiken.Als u deze instelling gebruikt, moet u bij Documentgrootte iets anders dan Automatisch kiezen.Houd bij het plaatsen van documenten de randen van de glasplaat vrij, zoals in de illustratie getoond.Plaats de documenten met een tussenruimte van minimaal 10 mm naast elkaar op de glasplaat.Met Automatisch bijsnijden wordt de scheve hoek van het document op de glasplaat aangepast. Deze
instelling werkt echter niet als het document meer dan 10 graden scheef op de glasplaat ligt.
Automatisch bijsnijden is beschikbaar voor maximaal 16 documenten, afhankelijk van de grootte van
uw documenten.
Als u Automatisch bijsnijden selecteert, kunt u niet Vooraf scannen kiezen.
2
43
Scannen
Instellingen in het dialoogvenster voor het instellen van de scanner
Scan (beeldtype)
Selecteer het type uitvoerbeeld in Foto, Web of Tekst. Resolutie en Type scan worden automatisch aangepast voor elke standaardinstelling.
De standaardinstellingen zijn in de onderstaande tabel weergegeven:
Scan (beeldtype) Resolutie Type scan Foto Gebruiken voor het scannen van foto’s 300 x 300 dpi 24bit kleur Web Gebruiken voor het toevoegen van het gescande
beeld aan webpagina’s
Tekst Gebruiken voor het scannen van tekstdocumenten 200 x 200 dpi Zwart-wit
100 x 100 dpi 24bit kleur
Resolutie
U kunt een scanresolutie selecteren in de keuzelijst Resolutie. Hogere resoluties nemen meer geheugen in beslag en vergen meer overdrachtstijd, maar leveren een preciezer gescand beeld. In onderstaande tabel wordt aangegeven welke resoluties u kunt selecteren en welke kleuren beschikbaar zijn.
Resolutie Zwart-wit/
Grijs (Foutdiffusie)
100 x 100 dpi Ja Ja Ja 150 x 150 dpi Ja Ja Ja 200 x 200 dpi Ja Ja Ja 300 x 300 dpi Ja Ja Ja 400 x 400 dpi Ja Ja Ja 600 x 600 dpi Ja Ja Ja 1200 x 1200 dpi Ja Nee Ja 2400 x 2400 dpi Ja Nee Ja 4800 x 4800 dpi Ja Nee Ja 9600 x 9600 dpi Ja Nee Ja 19200 x 19200 dpi Ja Nee Ja
256 kleuren Ware grijstinten/24bits
kleur
2
Type scan
Zwart-wit
Gebruiken voor tekst of lijntekeningen.
Grijs (Foutdiffusie)
Gebruiken voor fotografische beelden of grafische afbeeldingen. (Foutdiffusie is een methode waarbij beelden met gesimuleerde grijstinten worden gemaakt, zonder grijze stippen te gebruiken. Zwarte stippen worden in een specifiek patroon geplaatst zodat het beeld grijs lijkt.)
44
Scannen
Ware grijstinten
Gebruiken voor fotografische beelden of grafische afbeeldingen. Deze modus is nauwkeuriger omdat er maximaal 256 tinten grijs worden gebruikt.
256 kleuren
Gebruikt tot 256 kleuren om het beeld te scannen.
24bit kleur
Gebruikt tot 16,8 miljoen kleuren om het beeld te scannen. Hoewel het gebruik van 24bit kleur een beeld met de meest nauwkeurige kleurreproductie oplevert, is het
afbeeldingsbestand ongeveer drie keer zo groot als een bestand dat met de optie 256 kleuren wordt gecreëerd. Deze modus vergt het meeste geheugen en de langste overdrachtstijd.
Ruis verminderen
Met deze instelling kunt u de kwaliteit van gescande beelden verbeteren. De instelling Ruis verminderen is beschikbaar bij gebruik van 24bit kleur en een scanresolutie van 300 x 300 dpi, 400 x 400 dpi of 600 x 600 dpi.
Automatisch bijsnijden
2
U kunt meerdere documenten tegelijk via de glasplaat scannen. Als u Automatisch bijsnijden wilt gebruiken, raadpleegt u Automatisch bijsnijden uu pagina 42.
Helderheid
Stel de instelling voor helderheid bij (-50 tot 50) tot u het beste resultaat krijgt. De standaard ingestelde waarde is 0, wat als een gemiddelde wordt beschouwd en over het algemeen geschikt is voor de meeste afbeeldingen.
U kunt de Helderheid instellen door de schuifbalk naar rechts of naar links te slepen om het beeld lichter of donkerder te maken. U kunt ook een waarde in het vakje invoeren om het niveau in te stellen.
Als het gescande beeld te licht is, moet u voor de Helderheid een lagere waarde opgeven en het document nogmaals scannen. Als het gescande beeld te donker is, moet u voor de Helderheid een hogere waarde opgeven en het beeld nogmaals scannen.
Opmerking
De instelling Helderheid is alleen beschikbaar als de instelling Type scan is ingesteld op Zwart-wit, Grijs (Foutdiffusie), Ware grijstinten of 24bit kleur.
Contrast
U kunt het contrast verhogen of verlagen door de schuifbalk naar rechts of links te slepen. Het verhogen van het contrast benadrukt de donkere en lichte gedeelten van het beeld, terwijl het verlagen ervan meer details weergeeft in de grijze zones. U kunt ook een waarde in het vakje invoeren om het Contrast in te stellen.
Opmerking
De instelling Contrast is alleen beschikbaar als Type scan is ingesteld op Grijs (Foutdiffusie), Ware grijstinten of 24bit kleur.
45
Scannen
Als u foto’s of andere beelden scant die u in een tekstverwerker of een andere grafische toepassing wilt gebruiken, probeer dan verschillende instellingen uit voor Resolutie, Type scan, Helderheid en Contrast om te zien welke instelling het best voldoet.
Documentgrootte
Kies één van de volgende formaten:
Automatisch
Auto wordt weergegeven als de standaardinstelling voor Documentgrootte (voor de ADF, alleen papier van het formaat A4). U kunt een document van standaardformaat scannen zonder Documentgrootte verder aan te passen. Als u Automatisch bijsnijden wilt gebruiken, kiest u bij Documentgrootte iets anders dan Automatisch.
A4 210 x 297 mm (8.3 x 11.7 in)JIS B5 182 x 257 mm (7.2 x 10.1 in)Letter 215.9 x 279.4 mm (8 1/2 x 11 in)Legal 215.9 x 355.6 mm (8 1/2 x 14 in)
(Beschikbaar op ADF-modellen)
A5 148 x 210 mm (5.8 x 8.3 in)Executive 184.1 x 266.7 mm (7 1/4 x 10 1/2 in)Business Card 90 x 60 mm (3.5 x 2.4 in)
Als u visitekaartjes wilt scannen, selecteert u de grootte voor Business Card en legt u het visitekaartje linksboven op de glasplaat, met de bedrukte zijde naar beneden.
10 x 15 cm (4 x 6 in)
2
13 x 20 cm (5 x 8 in)9 x 13 cm (3.5 x 5 in)13 x 18 cm (5 x 7 in)Briefkaart 100 x 148 mm (3.9 x 5.8 in)Briefkaart 2 (dubbel) 148 x 200 mm (5.8 x 7.9 in)
46
Scannen
Afwijkende
Als u als formaat Afwijkende selecteert, verschijnt het dialoogvenster Afwijkend documentgrootte.
U kunt “mm” of “inch” kiezen als eenheid voor Breedte en Hoogte.
Opmerking
Het door u gespecificeerde papierformaat wordt op het scherm weergegeven.
2
• Breedte: toont de breedte van het te scannen gedeelte.
• Hoogte: toont de hoogte van het te scannen gedeelte.
• Data grootte: geeft bij benadering aan hoe groot de gegevens in Bitmap-formaat zijn. De werkelijke
grootte is afhankelijk van het type bestand, de resolutie en het aantal gebruikte kleuren.
47
Scannen

Een document scannen met de WIA-driver

WIA-compatibel
Bij gebruik van Windows® XP/Windows Vista®/Windows® 7 kunt u Windows® Image Acquisition (WIA) gebruiken om afbeeldingen te scannen. U kunt afbeeldingen rechtstreeks naar de PaperPort™12SE-viewer scannen die door Brother bij uw machine is geleverd of u kunt afbeeldingen rechtstreeks naar een andere applicatie scannen die WIA of TWAIN ondersteunt.
Een document naar de computer scannen
U kunt op twee manieren een hele pagina scannen. U kunt de ADF (automatische documentinvoer) of de glasplaat gebruiken.
Wanneer u een deel van een pagina wilt scannen en vervolgens wilt bijsnijden nadat u het document snel vooraf hebt gescand, moet u de glasplaat gebruiken. (Zie Vooraf scannen en een gedeelte bijsnijden via de glasplaat uu pagina 50.)
a Plaats uw document. b Start de ScanSoft™ PaperPort™12SE-software die is geïnstalleerd tijdens de installatie van MFL-Pro
Suite voor het scannen van een document.
Opmerking
Afhankelijk van uw model is ScanSoft™ PaperPort™12SE mogelijk niet beschikbaar. Gebruik in dit geval
een andere softwaretoepassing om te scannen.
De scaninstructies in deze handleiding zijn gebaseerd op ScanSoft™ PaperPort™12SE. Het proces verschilt wanneer u vanuit een andere toepassing scant.
2
c Klik op Scaninstellingen op het tabblad Bureaublad.
Het deelvenster Scannen of foto ophalen wordt aan de linkerkant van het scherm weergegeven.
d Klik op Selecteren. e Kies WIA:Brother MFC-XXXX of WIA:Brother MFC-XXXX LAN uit de lijst Beschikbare scanners.
(XXXX staat voor de naam van uw model.)
Opmerking
Als u TW-Brother MFC-XXXX kiest, wordt de TWAIN-driver gestart.
f Schakel in het deelvenster Scannerdialoogvenster weergeven het selectievakje Scannen of foto
ophalen in.
g Klik op Scannen.
Het scandialoogvenster verschijnt.
48
Scannen
h Kies, indien nodig, de volgende instellingen in het dialoogvenster voor het instellen van de scanner:
1
2
3
4
56
1 Papierinvoer 2 Type foto 3 De kwaliteit van de gescande foto aanpassen 4 Paginaformaat
2
5 Voorbeeld 6 Scannen
i Selecteer Documentinvoer of Flatbed in de keuzelijst Papierinvoer.
Opmerking
Als uw apparaat niet over een ADF (automatische documentinvoer) beschikt, kunt u Documentinvoer niet kiezen.
j Kies het type afbeelding. k Kies het Paginaformaat in de keuzelijst.
49
Scannen
l Als u geavanceerde instellingen wilt wijzigen, klikt u op De kwaliteit van de gescande
foto aanpassen. U kunt Helderheid, Contrast, Resolutie en Type afbeelding kiezen uit het menu Geavanceerde eigenschappen. Klik op OK nadat u de instellingen hebt gekozen.
Opmerking
De scanresolutie kan standaard op maximaal 1.200 dpi worden ingesteld. Gebruik de Scannertoepassing als u met een hogere resolutie wilt scannen. (Zie Scannertoepassing uu pagina 51.)
2
m Klik op Scannen in het scandialoogvenster.
De machine begint het document te scannen.
Vooraf scannen en een gedeelte bijsnijden via de glasplaat
De toets Voorbeeld wordt gebruikt om een voorbeeld van een afbeelding te bekijken, zodat u alle ongewenste delen kunt bijsnijden. Wanneer u tevreden bent met het getoonde voorbeeld, klikt u op de knop Scannen in het scandialoogvenster om het beeld te scannen.
a Volg de stappen a tot en met g in het gedeelte Een document naar de computer scannen
uu pagina 48.
b Selecteer Flatbed in de keuzelijst Papierinvoer.
Opmerking
Als uw apparaat niet over een ADF (automatische documentinvoer) beschikt, hoeft u niets op te geven bij Papierinvoer.
c Kies het type afbeelding. d Klik op Voorbeeld.
Het hele beeld wordt naar uw computer gescand en verschijnt in het te scannen gedeelte.
50
Scannen
e Sleep de muis met de linkermuisknop ingedrukt over het gedeelte dat u wilt scannen.
f Als u geavanceerde instellingen wilt maken, klikt u op De kwaliteit van de gescande foto aanpassen.
U kunt Helderheid, Contrast, Resolutie en Type afbeelding kiezen uit het menu Geavanceerde eigenschappen. Klik op OK nadat u de instellingen hebt gekozen.
2
g Klik op Scannen in het scandialoogvenster.
De machine begint het document te scannen. Nu wordt alleen het geselecteerde gedeelte van het document in het venster van PaperPort™12SE (of het venster van uw toepassing) weergegeven.
Scannertoepassing
De Scannertoepassing wordt gebruikt om de WIA-scannerdriver te configureren voor resoluties hoger dan
1.200 dpi.
Opmerking
Als u het document scant met een resolutie die hoger is dan 1.200 dpi kan het bestand erg groot worden. Controleer of er voldoende geheugen en ruimte op de harde schijf is voor het bestand dat u gaat scannen. Als u niet voldoende geheugen of vrije ruimte op de harde schijf hebt, kan uw computer vastlopen en gaat uw bestand mogelijk verloren.
51
Scannen
Het hulpprogramma uitvoeren
Als u het hulpprogramma wilt gebruiken, klikt u op Scannertoepassing in start/Alle programma’s/ Brother/MFC-XXXX (waarbij XXXX de naam van uw model is)/Instellingen Scanner.
De schermen op uw computer kunnen hiervan afwijken, afhankelijk van uw besturingssysteem of het model van uw apparaat.
Opmerking
(Windows Vista
®
en Windows® 7)
Als het venster Gebruikersaccountbeheer verschijnt, voert u de volgende stappen uit.
2
Gebruikers met beheerdersrechten klikken op Toestaan of Ja.
Gebruikers zonder beheerdersrechten voeren het beheerderswachtwoord in en klikken op OK of Ja.
52
Scannen
Een document scannen met de WIA-driver
®
(Windows
Photo Gallery en Windows® Fax & Scan)
Een document naar de computer scannen
U kunt op twee manieren een hele pagina scannen. U kunt de ADF (automatische documentinvoer) of de glasplaat gebruiken.
Wanneer u een deel van een pagina wilt scannen en vervolgens wilt bijsnijden nadat u het document snel vooraf hebt gescand, moet u de glasplaat gebruiken. (Zie Vooraf scannen en een gedeelte bijsnijden via de glasplaat uu pagina 55.)
a Plaats uw document. b Open uw softwaretoepassing voor het scannen van het document. c Ga op een van de volgende manieren te werk:
®
Windows
Klik op Bestand en vervolgens op Van camera of scanner importeren.
Windows
Klik op Bestand, Nieuw en vervolgens op Scan.
Photo Gallery
®
Fax & Scan
d Kies de scanner die u wilt gebruiken. e Klik op Importeren.
Het scandialoogvenster verschijnt.
2
53
Scannen
f Kies, indien nodig, de volgende instellingen in het dialoogvenster voor het instellen van de scanner:
1 2
3
4
5 6 7
8 9
10
11 12
1 Scanner 2 Profiel 3 Bron
2
4 Papierformaat 5 Kleurenindeling 6 Bestandstype 7 Resolutie 8 Helderheid 9 Contrast 10Te scannen gedeelte 11Voorbeeld 12Zoeken
Opmerking
De scanresolutie kan standaard op maximaal 1.200 dpi worden ingesteld. Gebruik de Scannertoepassing als u met een hogere resolutie wilt scannen. (Zie Scannertoepassing
uu pagina 51.)
Als u Web Services wilt gebruiken om te scannen, kiest u een scanner die Web Services ondersteunt.
g Klik op Zoeken in het scandialoogvenster.
De machine begint het document te scannen.
54
Scannen
Vooraf scannen en een gedeelte bijsnijden via de glasplaat
De toets Voorbeeld wordt gebruikt om een voorbeeld van een afbeelding te bekijken, zodat u alle ongewenste delen kunt bijsnijden. Wanneer u tevreden bent met het getoonde voorbeeld, klikt u op de knop Zoeken in het scandialoogvenster om het beeld te scannen.
a Volg de stappen a tot en met e in het gedeelte Een document naar de computer scannen
uu pagina 53.
b Leg het document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. c Selecteer Flatbed in de keuzelijst Bron. Kies, indien nodig, de volgende instellingen in het dialoogvenster
voor het instellen van de scanner.
Opmerking
Als uw apparaat niet over een ADF (automatische documentinvoer) beschikt, hoeft u niets op te geven bij Bron.
d Klik op Voorbeeld.
Het hele beeld wordt naar uw computer gescand en verschijnt in het te scannen gedeelte.
2
e Sleep de muis met de linkermuisknop ingedrukt over het gedeelte dat u wilt scannen.
f Klik op Zoeken in het scandialoogvenster.
De machine begint het document te scannen. Nu wordt alleen het geselecteerde gedeelte van het document weergegeven in het venster van uw toepassing.
55
Scannen
ScanSoft™ PaperPort™12SE met OCR van NUANCE™ gebruiken (niet beschikbaar voor DCP-J525W)
Opmerking
®
ScanSoft™ PaperPort™12SE ondersteunt alleen Windows Edition (SP3 of recenter), Windows Vista
®
(SP2 of recenter) en Windows® 7.
XP (SP3 of recenter), XP Professional x64
ScanSoft™ PaperPort™12SE voor Brother is een toepassing voor het beheren van documenten. U kunt PaperPort™12SE gebruiken om gescande documenten te bekijken.
PaperPort™12SE bevat een geraffineerd maar gebruiksvriendelijk beheersysteem om u te helpen bij het archiveren van uw grafisch werk en tekstdocumenten. U kunt documenten met verschillende formaten combineren of ‘stapelen’, waarna u deze kunt afdrukken, faxen of archiveren.
Dit gedeelte geeft slechts een introductie van de basisfuncties van de software. Raadpleeg de ScanSoft™ Startgids voor meer informatie. Om de volledige Startgids van ScanSoft™ PaperPort™12SE te bekijken, kiest u het tabblad Help van het lint en klikt u op Startgids. Wanneer u MFL-Pro Suite installeert, wordt ScanSoft™ PaperPort™12SE voor Brother automatisch geïnstalleerd. U opent ScanSoft™ PaperPort™12SE via de programmagroep ScanSoft™ PaperPort™12SE, die toegankelijk is via start/
Alle programma’s/Nuance PaperPort 12 op uw computer.
Items bekijken
Met ScanSoft™ PaperPort™12SE kunnen items op diverse manieren bekeken worden: Het Bureaublad toont het item in de gekozen map met een miniatuurweergave (een kleine grafische
afbeelding die elk item in een bureaublad of map toont) of met een pictogram.
2
Er worden zowel PaperPort™12SE-items (MAX-bestanden) weergegeven alsook andere items die niet in PaperPort™12SE zijn gemaakt (bestanden die in andere toepassingen zijn gemaakt).
Alle grafische bestanden (PaperPort™12SE's *.max en andere bestanden) worden weergegeven met een pictogram van de toepassing waaraan het betreffende bestandstype is gekoppeld of waarmee het is gemaakt. Niet-grafische bestanden worden als kleine rechthoekige miniaturen en niet als daadwerkelijke afbeeldingen weergegeven.
56
Scannen
ImageView geeft een close-up van een enkele pagina weer. U kunt een item van PaperPort™12SE openen door op de toets Openen met Beeldweergave te klikken op tabblad Bureaublad op het lint.
Als u op uw computer beschikt over de juiste toepassing voor de weergave, kunt u een item dat niet in PaperPort™12SE is gemaakt openen door erop te dubbelklikken.
Uw items in mappen rangschikken
PaperPort™12SE bevat een gebruiksvriendelijk systeem voor het archiveren en ordenen van uw items. Het beheersysteem bestaat uit mappen en items die u kunt selecteren en in Bureaublad-weergave kunt bekijken. Een item kan al dan niet een PaperPort™12SE-item zijn:
2
Mappen worden in de mapweergave gerangschikt in een boomstructuur. U gebruikt dit venster om mappen
te selecteren en om items in Bureaublad-weergave te bekijken.
U sleept een item gewoon naar een map en zet het daar neer. Zodra de map is gemarkeerd, laat u de
muisknop los. Het item wordt dan in deze map opgeslagen.
Mappen kunnen worden ‘ingebed’ — met andere woorden, binnen mappen kunnen andere mappen
worden opgeslagen.
Als u dubbelklikt op een map, wordt de inhoud (PaperPort™12SE MAX-bestanden en niet-
PaperPort™12SE-bestanden) weergegeven in Bureaublad.
®
Voor het beheren van de mappen en items weergegeven in Bureaublad kunt u ook Windows
Verkenner
gebruiken.
57
Scannen
Snelkoppelingen naar andere toepassingen
ScanSoft™ PaperPort™12SE zal de meeste andere applicaties op uw computer automatisch herkennen en maakt een ‘werkkoppeling’ daarnaartoe.
Onder aan het bureaublad van PaperPort™12SE bevindt zich een balk waarin de programma's worden weergegeven die u met PaperPort™12SE kunt gebruiken.
Om een item van PaperPort™12SE naar een ander programma te verplaatsen, sleept u eenvoudigweg het item van het bureaublad PaperPort™12SE naar het pictogram op de programmabalk. PaperPort™12SE converteert het item automatisch naar de juiste opmaak.
Als PaperPort™12SE een toepassing op uw computer niet automatisch herkent, kunt u handmatig een koppeling maken met de toets Nieuwe koppeling op het lint Extra.
Met ScanSoft™ PaperPort™12SE met OCR kunt u beeldtekst converteren naar tekst die u kunt bewerken
ScanSoft™ PaperPort™12SE kan een afbeelding van een tekstdocument snel converteren naar een tekst die u kunt bewerken met een tekstverwerkingsprogramma.
PaperPort™12SE gebruikt hiervoor de software met optische tekenherkenning (OCR) die samen met PaperPort™12SE wordt geleverd. PaperPort™12SE kan desgewenst de reeds op uw computer geïnstalleerde OCR-toepassing gebruiken. U kunt het hele item converteren of u kunt een gedeelte van de tekst kiezen die geconverteerd moet worden met de toets Tekst kopiëren op het tabblad Item op het lint.
Door een item naar het pictogram van een tekstverwerkerkoppeling te slepen en het op dit pictogram neer te zetten, wordt de ingebouwde OCR-toepassing van PaperPort™12SE opgestart. U kunt desgewenst ook uw eigen OCR-toepassing gebruiken.
2
Items uit andere toepassingen importeren
U kunt items scannen, maar u kunt items ook op andere manieren naar PaperPort™12SE overbrengen en in PaperPort™12SE-bestanden (MAX-bestanden) omzetten:
Vanuit een andere toepassing, zoals MicrosoftImportbestanden die in andere bestandsformaten zijn opgeslagen, zoals Windows
Tagged Image File Format (TIFF).
®
Word, afdrukken naar het Bureaublad.
®
Bitmap (BMP) of
58
Scannen
Items in andere formaten exporteren
U kunt PaperPort™12SE-items exporteren of opslaan in diverse populaire bestandsformaten, zoals BMP, JPEG, TIFF of PDF.
Een afbeeldingsbestand exporteren
a Klik op Opslaan als op de toets PaperPort.
Het dialoogvenster Opslaan als ‘XXXXX’ wordt geopend.
b Selecteer het station en de map waar u het bestand wilt opslaan. c Geef een nieuwe bestandsnaam op en selecteer het bestandstype. d Klik op Opslaan om uw bestand op te slaan of op Annuleren om terug te keren naar PaperPort™12SE
zonder het bestand op te slaan.
ScanSoft™ PaperPort™12SE met OCR verwijderen
(Windows® XP)
a Klik op start, Configuratiescherm, Software en vervolgens op het pictogram Programma’s
wijzigen of verwijderen.
b Kies Nuance PaperPort 12 in de lijst en klik op Wijzigen of Verwijderen.
(Windows Vista® en Windows® 7)
2
a Klik op de knop , Configuratiescherm, Programma’s en Programma’s en onderdelen.
b Kies Nuance PaperPort 12 in de lijst en klik op Verwijderen.
59
Scannen

BookScan Enhancer en Whiteboard Enhancer van REALLUSION gebruiken

BookScan Enhancer en Whiteboard Enhancer zijn beeldbewerkingsprogramma's. Met het programma BookScan Enhancer kunt u afbeelding uit gescande boeken automatisch corrigeren. Met het programma Whiteboard Enhancer verbetert u tekst en afbeeldingen van foto's die u van een whiteboard hebt gemaakt.
BookScan Enhancer en Whiteboard Enhancer installeren
a Plaats de meegeleverde cd-rom in het cd-romstation. b Het hoofdmenu van de cd-rom wordt automatisch geopend. Kies de gewenste taal en klik op Extra
toepassingen.
c Klik op BookScan&Whiteboard Suite.
Volg de instructies op uw computerscherm.
Zie de BookScan&Whiteboard Suite Help in start/Alle programma’s/Reallusion/
BookScan&Whiteboard Suite op uw computer voor meer informatie.
2
Opmerking
De machine moet ingeschakeld en op de computer aangesloten zijn.
De computer moet verbonden zijn met het internet.
Zorg ervoor dat u als beheerder bent aangemeld.
®
Deze toepassingen zijn niet beschikbaar voor de Windows Server
Als het Brother-scherm niet automatisch wordt weegegeven, gaat u naar Deze computer (Computer),
dubbelklikt u op het pictogram van de cd-rom en dubbelklikt u vervolgens op start.exe.
2003/2008-serie.
60
3

ControlCenter4

Overzicht

ControlCenter4 is een softwareprogramma waarmee u snel en eenvoudig toegang hebt tot uw meest gebruikte programma’s. Met ControlCenter4 worden specifieke toepassingen automatisch geladen.
Daarnaast kunt u met ControlCenter4 de instellingen voor de SCAN-knop op uw Brother-machine configureren. Raadpleeg voor meer informatie over het configureren van de instellingen voor de SCAN-knop op de machine De instellingen van de scantoets configureren uu pagina 75 voor de Startmodus of Instellingen scantoets configureren uu pagina 91 voor de Geavanceerde modus.
ControlCenter4 heeft twee gebruikersinterfaces: de Startmodus en de Geavanceerde modus.
Startmodus
Met de Startmodus heeft u eenvoudig toegang tot de hoofdfuncties van uw machine. Zie ControlCenter4 in de Startmodus gebruiken uu pagina 62.
Geavanceerde modus
Met de Geavanceerde modus heeft u meer controle over de details van de functies van uw machine. U kunt maximaal drie aangepaste tabbladen aan uw oorspronkelijke instellingen toevoegen. Zie ControlCenter4 in de Geavanceerde modus gebruiken uu pagina 79.
Gebruikersinterface wijzigen
a Klik op Configuratie en kies dan Modus selecteren. b Selecteer Startmodus of Geavanceerde modus in het dialoogvenster van de modus.
3
61
ControlCenter4

ControlCenter4 in de Startmodus gebruiken

Dit gedeelte geeft een korte introductie van ControlCenter4 in de Startmodus. Klik op (Help) voor meer informatie over elke functie.
1234 67
85
3
9
1 Afbeeldingen afdrukken of bewerken, afbeeldingen als bestand toevoegen aan e-mail, afbeeldingen
openen met een toepassing en afbeeldingen van een geheugenkaart of USB-flashstation kopiëren.
2 Rechtstreeks scannen naar een bestand, e-mail, tekstverwerker of grafische toepassing van uw keuze. 3 Toegang tot de PC-Fax-toepassingen op uw apparaat. (Voor MFC-modellen) 4 Beschikbare instellingen openen om uw apparaat te configureren. 5 Koppeling naar het Brother Solutions Center, Brother CreativeCenter of het bestand Help. 6 U kunt selecteren welke machine verbinding maakt met ControlCenter4 in de keuzelijst Model. 7 U kunt de gebruikersinterface en de voorkeursinstellingen van ControlCenter4 wijzigen. 8 Toegang tot het Help-bestand. 9 Open Status Monitor door op de knop voor de apparaatstatus te klikken.
62
ControlCenter4
Functies van ControlCenter4 voor gebruikers van de Startmodus
Foto (Zie Het tabblad Foto uu pagina 64.)
Zie Afbeeldingen van een geheugenkaart of USB-flashgeheugenstation kopiëren (voor MFC-J625DW/
J825DW/J5910DW/DCP-J725D/W/J925DW) uu pagina 64.
Zie De mapstructuur van ControlCenter4 openen uu pagina 65.Zie De mapstructuur openen uu pagina 65.Zie Afbeeldingen afdrukken uu pagina 65.Zie Afbeeldingen bewerken uu pagina 66.Zie Afbeeldingen toevoegen aan e-mail uu pagina 66.Zie Afbeeldingen met een toepassing openen uu pagina 66.
Scannen (Zie Het tabblad Scannen uu pagina 67.)
Zie Bestandstypen uu pagina 68.Zie Documentgrootte uu pagina 68.Zie De gescande afbeelding opslaan uu pagina 68.Zie De gescande afbeelding afdrukken uu pagina 69.Zie De gescande afbeelding in een toepassing openen uu pagina 69.Zie Gescande data toevoegen aan e-mail uu pagina 70.Zie De OCR-functie gebruiken (niet beschikbaar voor DCP-J525W) uu pagina 70.
PC-FAX (Zie Het tabblad PC-FAX (voor MFC-modellen) uu pagina 71.)
Zie Een afbeeldingsbestand vanaf uw computer verzenden uu pagina 72.Zie Een gescande afbeelding verzenden uu pagina 72.
3
Zie Ontvangen PC-FAX-gegevens weergeven en afdrukken (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW)
uu pagina 73.
Apparaatinstellingen (Zie Het tabblad Apparaatinstellingen uu pagina 74.)
Zie Remote SetuZie Quick Dial openen (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW) uu pagina 74.Zie De instellingen van de scantoets configureren uu pagina 75.Zie Het hulpprogramma BRAdmin openen uu pagina 77.
Ondersteuning (Zie Het tabblad Ondersteuning uu pagina 78.)
Zie ControlCenter Help openen uu pagina 78.Zie Het Brother Solutions Center gebruiken uu pagina 78.Zie Het Brother CreativeCenter openen uu pagina 78.
p configureren (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW) uu pagina 74.
63
ControlCenter4

Het tabblad Foto

Er zijn vijf functies: Afdrukken, Bewerken, Openen met toepassing, E-mail verzenden en Photo Capture. Dit gedeelte geeft een korte introductie van deze functies. Klik op
informatie over elke functie.
1 2 3
(Help) voor meer
4 5 6 7
3
1 Photo Capture-toets (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW/DCP-J725DW/J925DW) 2 Mijn CC4-map-toets 3 Bureaublad-toets 4 Afdrukken-toets 5 Bewerken-toets 6 E-mail verzenden-toets 7 Openen met toepassing-toets
Afbeeldingen van een geheugenkaart of USB-
flashgeheugenstation
kopiëren
(voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW/DCP-J725D/W/J925DW)
Met de toets Photo Capture kunt u afbeeldingen op een geheugenkaart of een USB-flashstation naar een map op uw harde schijf kopiëren.
a Klik op Photo Capture en het dialoogvenster Photo Capture wordt weergegeven. b Configureer uw instellingen voor de Doelmap en klik dan op OK. c De afbeeldingen op een geheugenkaart of USB-flashstation worden gekopieerd naar een map op uw
harde schijf.
64
ControlCenter4
De mapstructuur van ControlCenter4 openen
Met de toets Mijn CC4-map kunt u de map ControlCenter4 in de map Mijn afbeeldingen op uw computer openen. U kunt kiezen welke afbeeldingen u wilt afdrukken, bewerken, als bestand aan een e-mail wilt toevoegen of direct wilt openen met een specifieke toepassing in de map ControlCenter4.
De mapstructuur openen
Met de toets Bureaublad kunt u de mapstructuur vanuit het bureaublad openen zodat u de afbeeldingen kunt kiezen die u wilt afdrukken, bewerken, als bestand aan een e-mail wilt toevoegen of direct wilt openen met een specifieke toepassing.
Afbeeldingen afdrukken
Met de toets (Afdrukken) kunt u afbeeldingen afdrukken.
a Kies de afbeeldingen die u wilt afdrukken door op de afbeelding in de image viewer te klikken, selecteer
het selectievakje onder de afbeelding en voer vervolgens het aantal kopieën in dat u wilt afdrukken (1 t/m 99).
3
b Klik op (Afdrukken). De afdrukinstellingen worden weergegeven.
c Configureer de instellingen voor Papierformaat, Mediatype en Lay-out. d Klik op Eigenschappen om Afdrukkwaliteit, Kleur / Grijstinten en Kleurmodus te configureren, indien
gewenst. Klik op OK.
Opmerking
(Niet beschikbaar voor MFC-J430W/J432W/J5910DW) Configureer de instellingen als volgt om uw afbeeldingen met dezelfde kwaliteit af te drukken als met Trial
Photo Print (uuInstallatiehandleiding):
Papierformaat: 10 x 15 cm Mediatype: Brother BP71 fotopapier Lay-out: 1 op 1 Zonder rand
e Klik op (Afdrukken starten).
65
ControlCenter4
Afbeeldingen bewerken
Met de toets (Bewerken) kunt u met verschillende functies afbeeldingen bewerken.
a Kies de afbeeldingen die u wilt bewerken door op de afbeelding in de image viewer te klikken.
b Klik op (Bewerken). Het bewerkingsvenster wordt weergegeven.
c Bewerk de afbeeldingen met de functies Bijsnijden, Afbeelding corrigeren en Afbeelding
verbeteren.
d Klik op (Opslaan).
Afbeeldingen toevoegen aan e-mail
Met de toets (E-mail verzenden) kunt u afbeeldingen als bestand toevoegen aan uw standaard e-mailtoepassing.
a Kies in de image viewer de afbeeldingen die u wilt toevoegen aan e-mail. b Klik op (E-mail verzenden) en uw standaard e-mailtoepassing start en geeft een nieuwe e-mail
met bijlagen weer.
Afbeeldingen met een toepassing openen
Met de toets (Openen met toepassing) kunt u afbeeldingen direct met een specifieke toepassing
3
openen.
a Kies de afbeeldingen die u wilt openen door op de afbeelding in de image viewer te klikken. b Klik op (Openen met toepassing).
c Selecteer de toepassing in de keuzelijst en klik op OK. d De afbeelding wordt weergegeven in de door u gekozen toepassing.
66
ControlCenter4

Het tabblad Scannen

Er zijn vijf scanopties: Opslaan, Afdrukken, Openen met toepassing, E-mail verzenden en OCR. Dit gedeelte geeft een korte introductie van het tabblad Scan. Klik op
elke functie.
1
2
1 Instelgedeelte pc-scannen 2 Image viewer
(Help) voor meer informatie over
3
3 4 5 6 7
3 Opslaan-toets 4 Afdrukken-toets 5 Openen met toepassing-toets 6 E-mail verzenden-toets 7 OCR-toets (niet beschikbaar voor DCP-J525W)
67
ControlCenter4
Bestandstypen
U de volgende bestandstypen kiezen voor het opslaan van gescande afbeeldingen:
Voor Opslaan en E-mail verzenden
Windows
®
Bitmap (*.bmp)
JPEG (*.jpg)TIFF (*.tif)TIFF Multi-page (*.tif)Portable Network Graphics (*.png)PDF (*.pdf)Beveiligde PDF (*.pdf)XML Paper Specification (*.xps)
Voor OCR
HTML (*.htm)Excel (*.xls)Rich Text Format (*.rtf)Word Perfect (*.wpd)Text (*.txt)
Opmerking
XML Paper Specification is beschikbaar voor Windows Vista
toepassingen die xps-bestanden ondersteunen.
®
en Windows® 7 of bij gebruik van
3
Als u het bestandstype instelt op TIFF of TIFF Multi-page, kunt u Niet gecomprimeerd of Gecomprimeerd kiezen.
Documentgrootte
U kunt in de keuzelijst Scanformaat de documentgrootte kiezen. Als u een 1 naar 2 documentgrootte kiest, zoals 1 - 2 (A4), wordt de gescande afbeelding verdeeld in twee documenten van A5-formaat.
De gescande afbeelding opslaan
Met de toets (Opslaan) kunt u een afbeelding naar een map op uw harde schijf scannen in een van de bestandstypen uit de lijst met bestandstypen.
a Configureer de instellingen in het instelgedeelte pc-scannen. b Klik op (Scan).
68
ControlCenter4
c Controleer en bewerk (indien nodig) de gescande afbeelding in de image viewer. d Klik op (Opslaan).
e Het dialoogvenster Opslaan wordt weergegeven. Selecteer uw Doelmap en andere instellingen. Klik op
OK.
f De afbeelding wordt in de door u gekozen map opgeslagen.
De gescande afbeelding afdrukken
U kunt een pagina op de machine scannen en kopieën afdrukken met de functies van de printerdriver van de Brother-machine ondersteund door ControlCenter4.
a Selecteer het tabblad Scan. b Configureer de instellingen in het instelgedeelte pc-scannen.
c Klik op (Scan). d Controleer en bewerk (indien nodig) de gescande afbeelding in de image viewer.
e Klik op (Afdrukken).
f Configureer de afdrukinstellingen en klik vervolgens op (Afdrukken starten).
De gescande afbeelding in een toepassing openen
3
Met de toets (Openen met toepassing) kunt u een afbeelding direct in uw grafische toepassing scannen om deze te bewerken.
a Selecteer het tabblad Scan. b Configureer de instellingen in het instelgedeelte pc-scannen.
c Klik op (Scan). d Controleer en bewerk (indien nodig) de gescande afbeelding in de image viewer. e Klik op (Openen met toepassing).
f Selecteer de toepassing in de keuzelijst en klik op OK. g De afbeelding wordt weergegeven in de door u gekozen toepassing.
69
ControlCenter4
Gescande data toevoegen aan e-mail
Met de toets (E-mail verzenden) kunt u een document naar uw standaard e-mailprogramma scannen, zodat u het gescande document als bijlage kunt versturen.
a Selecteer het tabblad Scan. b Configureer de instellingen in het instelgedeelte pc-scannen.
c Klik op (Scan). d Controleer en bewerk (indien nodig) de gescande afbeelding in de image viewer.
e Klik op (E-mail verzenden). f Configureer de instellingen van het bijgevoegde bestand en klik op OK.
g Uw standaard e-mailtoepassing wordt geopend en de afbeelding wordt als bijlage toegevoegd aan een
nieuwe, lege e-mail.
De OCR-functie gebruiken (niet beschikbaar voor DCP-J525W)
Met de toets (OCR) kunt u een document scannen en het omzetten in tekst. Deze tekst kan met een tekstverwerkingsprogramma naar keuze worden bewerkt.
a Selecteer het tabblad Scan. b Configureer de instellingen in het instelgedeelte pc-scannen.
3
c Klik op (Scan). d Controleer en bewerk (indien nodig) de gescande afbeelding in de image viewer.
e Klik op (OCR).
f Configureer de OCR-instellingen en klik op OK. g De gekozen toepassing wordt geopend met de omgezette tekstdata.
70
ControlCenter4
Het tabblad PC-FAX (voor MFC-modellen)
Dit gedeelte geeft een korte introductie van het tabblad PC-FAX. Klik op (Help) voor meer informatie over elke functie.
Opmerking
Met de PC-FAX-software kunnen alleen faxdocumenten in zwart-wit verzonden worden.
5
1 2 3
4
6
3
1 Afb.bestand verz-toets 2 Scan verzenden-toets 3 Ontvangen PC-FAX-toets (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW) 4 Instelgedeelte pc-scannen 5 Gedeelte Afbeelding scannen 6 Verzenden-toets
71
ControlCenter4
Een afbeeldingsbestand vanaf uw computer verzenden
Met de toets Afb.bestand verz kunt u een afbeeldingsbestand als fax via de computer verzenden met Brother PC-FAX-software.
a Selecteer het tabblad PC-FAX. b Klik op Afb.bestand verz. c Klik op de mapstructuur om de map op te zoeken waarin de afbeelding is opgeslagen die u wilt verzenden.
Selecteer vervolgens het bestand dat u wilt verzenden.
d Klik op (Verzenden).
e Het dialoogvenster PC-FAX verzenden wordt weergegeven. Voer een faxnummer in en klik op Start.
Een gescande afbeelding verzenden
Met de toets Scan verzenden kunt u een pagina of document scannen en de afbeelding automatisch vanaf de computer als fax verzenden met Brother PC-FAX-software.
a Selecteer het tabblad PC-FAX. b Klik op Scan verzenden. c Configureer de instellingen in het instelgedeelte pc-scannen.
d Klik op (Scan). e Controleer en bewerk (indien nodig) de gescande afbeelding in de image viewer.
3
f Klik op (Verzenden).
g Het dialoogvenster PC-FAX verzenden wordt weergegeven. Voer een faxnummer in en klik op Start.
72
ControlCenter4
Ontvangen PC-FAX-gegevens weergeven en afdrukken (voor MFC-J625DW/ J825DW/J5910DW)
Met de toets Ontvangen PC-FAX kunt u ontvangen faxdata bekijken en afdrukken met de Brother PC-FAX­software. Voordat u de functie PC-FAX ontvangen gebruikt, moet u de optie PC-FAX ontvangen
selecteren via het menu op het bedieningspaneel van het Brother-apparaat. (Zie Het programma PC-FAX Ontvangen op het apparaat inschakelen uu pagina 113.)
a Selecteer het tabblad PC-FAX. b Klik op Ontvangen PC-FAX. c De functie PC-FAX ontvangen is geactiveerd en begint met het ontvangen van faxdata van uw machine.
3
De ontvangen data worden weergegeven. Klik op
(Weergeven) om de data te bekijken.
d Als u de ontvangen data wilt afdrukken, selecteert u de data en klikt u op (Afdrukken).
e Configureer de afdrukinstellingen en klik vervolgens op (Afdrukken starten).
73
ControlCenter4

Het tabblad Apparaatinstellingen

Dit gedeelte geeft een korte introductie van het tabblad Apparaatinstellingen. Klik op (Help) voor meer informatie over elke functie.
1
2
3
4
1 Remote Setup-toets (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW) 2 Quick-Dial-toets (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW) 3 Scaninstellingen apparaat-toets
3
4 BRAdmin-toets
Remote Setup configureren (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW)
Met de toets Remote Setup opent u het venster Remote Setup waarin u de meeste instelmenu's van het apparaat en het netwerk kunt configureren.
a Selecteer het tabblad Apparaatinstellingen. b Klik op Remote Setup. c Het venster Remote Setup wordt weergegeven. Voor het configureren van Remote Setup raadpleegt u
Remote Setup (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW) uu pagina 97.
Quick Dial openen (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW)
Met de toets Quick-Dial kunt u het venster Kiesgeheugen in het programma Remote Setup openen. U kunt vervolgens eenvoudig via uw computer de snelkiesnummers op de machine wijzigen.
a Selecteer het tabblad Apparaatinstellingen. b Klik op Quick-Dial. c Het venster Kiesgeheugen wordt weergegeven. Voor het configureren van Remote Setup raadpleegt
u Remote Setup (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW) uu pagina 97.
74
ControlCenter4
De instellingen van de scantoets configureren
Met de toets Scaninstellingen apparaat kunt u de instellingen van de toets SCAN configureren.
MFC-modellen DCP-modellen
3
Er zijn vier scanfuncties die u kunt configureren om aan uw scaneisen te voldoen. Open het tabblad Apparaatinstellingen en klik op Scaninstellingen apparaat om de scanfuncties te
configureren. Het dialoogvenster Scaninstellingen apparaat wordt weergegeven.
Het tabblad Afbeelding
Hier kunt u instellingen voor Scannen naar afbeelding configureren als op de SCAN-toets op uw Brother­machine wordt gedrukt.
Kies de gewenste instellingen voor Type Bestand, Doelprogramma, Bestandsgrootte, Resolutie, Type Scan, Documentgrootte, Helderheid, Contrast en Automatisch bijsnijden. Klik op OK.
Als u Beveiligde PDF kiest uit de keuzelijst Type Bestand, klikt u op de
-toets (PDF-wachtwoord
instellen). Het dialoogvenster PDF-wachtwoord instellen verschijnt. Voer uw wachtwoord in het vak Wachtwoord en Wachtwoord opnieuw in en klik op OK.
Opmerking
Beveiligde PDF is ook beschikbaar voor Scannen naar e-mail en Scannen naar bestand.
Bij Bestandsgrootte kunt u de datacompressie van de gescande afbeelding wijzigen.
75
ControlCenter4
Het tabblad OCR (niet beschikbaar voor DCP-J525W)
Hier kunt u instellingen voor Scannen naar OCR configureren als op de SCAN-toets op uw Brother-machine wordt gedrukt.
Kies de gewenste instellingen voor Type Bestand, Doelprogramma, OCR-taal, Resolutie, Type Scan,
Documentgrootte, Helderheid en Contrast. Klik op OK.
Het tabblad E-mail
Hier kunt u instellingen voor Scannen naar e-mail configureren als op de SCAN-toets op uw Brother-machine wordt gedrukt.
Kies de gewenste instellingen voor Type Bestand, Bestandsgrootte, Resolutie, Type Scan,
Documentgrootte, Helderheid, Contrast en Automatisch bijsnijden. Klik op OK.
Opmerking
Bij Bestandsgrootte kunt u de datacompressie van de gescande afbeelding wijzigen.
Het tabblad Bestand
Hier kunt u instellingen voor Scannen naar bestand configureren als op de SCAN-toets op uw Brother­machine wordt gedrukt.
Kies de gewenste instellingen voor Type Bestand, Bestandsnaam, Doelmap, Map weergeven,
Bestandsgrootte, Resolutie, Type Scan, Documentgrootte, Helderheid, Contrast en Automatisch bijsnijden. Klik op OK.
Opmerking
Als u Map weergeven selecteert, wordt na het scannen de opslaglocatie van de gescande afbeelding
weergegeven.
Bij Bestandsgrootte kunt u de datacompressie van de gescande afbeelding wijzigen.
3
76
ControlCenter4
Het hulpprogramma BRAdmin openen
Als u BRAdmin Light of BRAdmin Professional 3 hebt geïnstalleerd, kunt u met de toets BRAdmin het hulpprogramma BRAdmin Light of BRAdmin Professional 3 openen.
BRAdmin Light is ontworpen voor de voorbereidende installatie van Brother-apparaten op het netwerk. Het programma kan ook zoeken naar Brother-producten in een TCP-/IP-omgeving, de status daarvan bekijken en standaard netwerkinstellingen, zoals het IP-adres, configureren. Raadpleeg onderstaande handleiding voor informatie over het installeren van BRAdmin Light vanaf de meegeleverde cd-rom. uuNetwerkhandleiding
Als u de machine op een meer geavanceerde wijze wilt beheren, kunt u de meest recente versie van BRAdmin Professional 3 gebruiken die u kunt downloaden via
http://solutions.brother.com/.
a Selecteer het tabblad Apparaatinstellingen. b Klik op BRAdmin. Het dialoogvenster BRAdmin Light of BRAdmin Professional 3 wordt weergegeven.
Opmerking
Als u zowel BRAdmin Light als BRAdmin Professional hebt geïnstalleerd, opent ControlCenter4 het programma BRAdmin Professional 3.
3
77
ControlCenter4

Het tabblad Ondersteuning

Dit gedeelte geeft een korte introductie van het tabblad Ondersteuning. Klik op (Help) voor meer informatie over elke functie.
ControlCenter Help openen
Met Help ControlCenter kunt u het Help-bestand openen voor meer informatie over ControlCenter.
a Selecteer het tabblad Ondersteuning. b Klik op Help ControlCenter. c De hoofdpagina van Help ControlCenter wordt weergegeven.
Het Brother Solutions Center gebruiken
Met de toets Brother Solutions Center opent u de website van het Brother Solutions Center waar u informatie vindt over uw Brother-product, FAQ's (veelgestelde vragen), gebruikershandleidingen, driver-updates en tips voor het gebruik van uw apparaat.
a Selecteer het tabblad Ondersteuning. b Klik op Brother Solutions Center. c De website Brother Solutions Center wordt in uw webbrowser weergegeven.
Het Brother CreativeCenter openen
Met de toets Brother CreativeCenter kunt u onze website openen voor gratis en handige online-oplossingen voor zakelijk en privégebruik.
3
a Selecteer het tabblad Ondersteuning. b Klik op Brother CreativeCenter. ControlCenter4 opent uw webbrowser en opent vervolgens de
website Brother CreativeCenter.
78
ControlCenter4

ControlCenter4 in de Geavanceerde modus gebruiken

Dit gedeelte geeft een korte introductie van ControlCenter4 in de Geavanceerde modus. Klik op (Help) voor meer informatie over elke functie.
12345678 910
11
1 Rechtstreeks scannen naar een bestand, e-mail, tekstverwerker of grafische toepassing van uw keuze. 2 Toegang tot de functie PC-kopie via uw computer. 3 Afbeeldingen afdrukken of bewerken, afbeeldingen op een geheugenkaart of USB-flashstation openen,
bestanden op een geheugenkaart of USB-flashstation kopiëren en bestanden op een geheugenkaart of USB-flashstation kopiëren en de bestanden met een specifieke toepassing weergeven.
3
4 Toegang tot de PC-FAX-toepassingen op uw apparaat. 5 Beschikbare instellingen openen om uw apparaat te configureren. 6 Koppeling naar het Brother Solutions Center, Brother CreativeCenter of Help. 7 U kunt uw tabblad met oorspronkelijke instellingen configureren door met de rechtermuisknop in het
tabbladgedeelte te klikken.
8 U kunt selecteren welke machine verbinding maakt met ControlCenter4 in de keuzelijst Model. 9 U kunt het configuratiescherm voor elke scanfunctie openen en de gebruikersinterface wijzigen. 10Toegang tot het Help-bestand. 11Open de Status Monitor door op de knop voor de apparaatstatus te klikken.
79
ControlCenter4
Functies van ControlCenter4 voor gebruikers van de Geavanceerde modus
Scannen (Zie Het tabblad Scannen uu pagina 81.)
Zie Bestandstypen uu pagina 82.Zie Documentgrootte uu pagina 82.Zie De gescande afbeelding in een toepassing openen uu pagina 83.Zie De OCR-functie gebruiken (niet beschikbaar voor DCP-J525W) uu pagina 83.Zie Gescande data toevoegen aan e-mail uu pagina 83.Zie De gescande afbeelding opslaan uu pagina 84.
PC-kopie (Zie Het tabblad PC-kopie uu pagina 85.)
Zie De gescande afbeelding afdrukken uu pagina 85.
Foto (Zie Het tabblad Foto uu pagina 85.)
Zie Afbeeldingen afdrukken/bewerken uu pagina 86.Zie PCC folder openen (PCC: PhotoCapture Center™) (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW/
DCP-J725DW/J925DW) uu pagina 87.
3
Zie Bestanden van PCC folder kopiëren (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW/DCP-J725DW/
J925DW) uu pagina 87.
Zie Bestanden naar een toepassing kopiëren (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW/DCP-J725DW/
J925DW) uu pagina 87.
PC-FAX (Zie Het tabblad PC-FAX (voor MFC-modellen) uu pagina 88.)
Zie Een afbeeldingsbestand vanaf uw computer verzenden uu pagina 88.Zie Een gescande afbeelding verzenden uu pagina 88.Zie Ontvangen PC-FAX-gegevens weergeven en afdrukken (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW)
uu pagina 89.
Apparaatinstellingen (Zie Het tabblad Apparaatinstellingen uu pagina 90.)
Zie Remote Setup configureren (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW) uu pagina 90.Zie Quick Dial openen (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW) uu pagina 9Zie Instellingen scantoets configureren uu pagina 91.Zie Het hulpprogramma BRAdmin openen uu pagina 93.
Ondersteuning (Zie Het tabblad Ondersteuning uu pagina 94.)
Zie ControlCenter Help openen uu pagina 94.Zie Het Brother Solutions Center gebruiken uu pagina 94.
0.
Zie Het Brother CreativeCenter openen uu pagina 94.
Aangepast (Zie Aangepast tabblad uu pagina 95.)
Zie Aangepast tabblad maken uu pagina 95.Zie Aangepaste knop maken uu pagina 95.
80
ControlCenter4

Het tabblad Scannen

Er zijn vier scanopties: Afbeelding, OCR, E-mail en Bestand. Dit gedeelte geeft een korte introductie van het tabblad Scan. Klik op
elke functie.
12345
1 Instelgedeelte pc-scannen 2 Afbeelding-toets 3 OCR-toets (niet beschikbaar voor DCP-J525W) 4 E-mail-toets 5 Bestand-toets
(Help) voor meer informatie over
3
81
ControlCenter4
Bestandstypen
U de volgende bestandstypen kiezen voor het opslaan van gescande afbeeldingen:
Voor Afbeelding, E-mail en Bestand
Windows
®
Bitmap (*.bmp)
JPEG (*.jpg)TIFF (*.tif)TIFF Multi-page (*.tif)Portable Network Graphics (*.png)PDF (*.pdf)Beveiligde PDF (*.pdf)XML Paper Specification (*.xps)
Voor OCR
HTML (*.htm)Excel (*.xls)Rich Text Format (*.rtf)Word Perfect (*.wpd)Text (*.txt)
Opmerking
XML Paper Specification is beschikbaar voor Windows Vista
toepassingen die xps-bestanden ondersteunen.
®
en Windows® 7 of bij gebruik van
3
Als u het bestandstype instelt op TIFF of TIFF Multi-page, kunt u Niet gecomprimeerd of Gecomprimeerd kiezen.
Documentgrootte
U kunt in de keuzelijst Documentgrootte de documentgrootte kiezen. Als u een 1 naar 2 documentgrootte kiest, zoals 1 - 2 (A4), wordt de gescande afbeelding verdeeld in twee documenten van A5-formaat.
82
ControlCenter4
De gescande afbeelding in een toepassing openen
Met de toets (Afbeelding) kunt u een afbeelding direct in uw grafische toepassing scannen om deze te bewerken.
a Selecteer het tabblad Scan. b Als u de scaninstellingen wilt wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op (Afbeelding) en wijzigt u
de instellingen. Als u een gescande afbeelding wilt bekijken en configureren, selecteert u Vooraf scannen. Klik op OK.
c Klik op (Afbeelding). d De afbeelding wordt weergegeven in de door u gekozen toepassing.
De OCR-functie gebruiken (niet beschikbaar voor DCP-J525W)
Met de toets (OCR) kunt u een document scannen en het omzetten in tekst. Deze tekst kan met een tekstverwerkingsprogramma naar keuze worden bewerkt.
a Selecteer het tabblad Scan. b Als u de scaninstellingen wilt wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op (OCR) en wijzigt u de
instellingen. Als u een gescande afbeelding wilt bekijken en configureren, selecteert u Vooraf scannen. Klik op OK.
c Klik op (OCR).
3
d Uw standaard tekstverwerkingsprogramma wordt geopend en de omgezette tekstdata worden
weergegeven.
Gescande data toevoegen aan e-mail
Met de toets (E-mail) kunt u een document naar uw standaard e-mailprogramma scannen, zodat u het gescande document als bijlage kunt versturen.
a Selecteer het tabblad Scan. b Als u de scaninstellingen wilt wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op (E-mail) en wijzigt u de
instellingen. Als u een gescande afbeelding wilt bekijken en configureren, selecteert u Vooraf scannen. Klik op OK.
c Klik op (E-mail). d Uw standaard e-mailtoepassing wordt geopend en de afbeelding wordt als bijlage toegevoegd aan een
nieuwe, lege e-mail.
83
ControlCenter4
De gescande afbeelding opslaan
Met de toets (Bestand) kunt u een afbeelding naar een map op uw harde schijf scannen in een van de bestandstypen uit de lijst met bestandstypen.
a Selecteer het tabblad Scan. b Als u de scaninstellingen wilt wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op (Bestand) en wijzigt u de
instellingen. Als u een gescande afbeelding wilt bekijken en configureren, selecteert u Vooraf scannen. Klik op OK.
c Klik op (Bestand). d De afbeelding wordt opgeslagen in de door u gekozen map.
De standaardinstellingen van de afzonderlijke toetsen wijzigen
U kunt de standaardinstellingen van de toets (Afbeelding), (OCR), (E-mail) en (Bestand) wijzigen.
a Klik met de rechtermuisknop op de knop die u wilt configureren of klik op Knopinstellingen. Het
dialoogvenster met instellingen wordt weergegeven.
b Kies de gewenste instellingen voor Type Bestand, Vooraf scannen, Resolutie, Type Scan,
Documentgrootte, Helderheid, Contrast, Handmatig meerdere pagina’s scannen en Automatisch bijsnijden.
c Klik op OK. De nieuwe instellingen worden gebruikt als de standaardinstellingen.
3
Opmerking
Om een voorbeeld van de gescande afbeelding te bekijken en te configureren, selecteert u Vooraf scannen in het dialoogvenster met de instellingen.
• Automatisch bijsnijden is beschikbaar voor Scannen naar OCR.
84
ControlCenter4
Het tabblad PC-kopie
De gescande afbeelding afdrukken
U kunt een pagina op de machine scannen en kopieën afdrukken met de functies van de printerdriver van de Brother-machine ondersteund door ControlCenter4.
a Selecteer het tabblad PC-kopie. b Als u de scaninstellingen wilt wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op de toets die u wilt aanpassen
en wijzigt u de instellingen. Als u een gescande afbeelding wilt bekijken en configureren, selecteert u Vooraf scannen. Klik op OK.
c Klik op Kopiëren in kleur, Kopiëren in zwart-wit, 2 op 1 kopiëren of 4 op 1 kopiëren. d De gescande afbeelding wordt afgedrukt.

Het tabblad Foto

Er zijn vier functies: Foto’s afdrukken, Open PCC folder, Kopiëren uit PCC en Kopiëren naar toepassing. In dit gedeelte worden de functies kort beschreven. Klik op
elke functie.
12 34
(Help) voor meer informatie over
3
1 Foto’s afdrukken-toets 2 Open PCC folder-toets (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW/DCP-J725DW/J925DW) 3 Kopiëren uit PCC-toets (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW/DCP-J725DW/J925DW) 4 Kopiëren naar toepassing-toets (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW/DCP-J725DW/J925DW)
85
ControlCenter4
Afbeeldingen afdrukken/bewerken
Met de toets (Foto’s afdrukken) kunt u afbeeldingen afdrukken of bewerken.
Afbeeldingen afdrukken
a Klik op (Foto’s afdrukken) en de image viewer wordt geopend. b Kies de afbeeldingen die u wilt afdrukken door op de afbeelding in de image viewer te klikken, selecteer
het selectievakje onder de afbeelding en voer vervolgens het aantal kopieën in dat u wilt afdrukken (1 t/m 99).
c Klik op (Afdrukken) om het venster Foto’s afdrukken weer te geven.
d Configureer de instellingen voor Papierformaat, Mediatype en Lay-out. e Klik op Eigenschappen om Afdrukkwaliteit, Kleur / Grijstinten en Kleurmodus te configureren, indien
gewenst. Klik op OK.
Opmerking
(Niet beschikbaar voor MFC-J430W/J432W/J5910DW) Configureer de instellingen als volgt om uw afbeeldingen met dezelfde kwaliteit af te drukken als met Trial
Photo Print (uuInstallatiehandleiding):
Papierformaat: 10 x 15 cm Mediatype: Brother BP71 fotopapier Lay-out: 1 op 1 Zonder rand
3
f Klik op (Afdrukken starten).
Afbeeldingen bewerken
a Klik op (Foto’s afdrukken). De image viewer wordt geopend. b Kies de afbeeldingen die u wilt bewerken door op de afbeelding in de image viewer te klikken, selecteer
het selectievakje onder de afbeelding en voer vervolgens het aantal kopieën in dat u wilt afdrukken (1 t/m 99).
c Klik op (Bewerken). Het venster Foto’s afdrukken wordt weergegeven.
d Bewerk de afbeeldingen met de functies Bijsnijden, Afbeelding corrigeren en Afbeelding
verbeteren.
e Klik op (Opslaan).
86
ControlCenter4
PCC folder openen (PCC: PhotoCapture Center™) (voor MFC-J625DW/ J825DW/J5910DW/DCP-J725DW/J925DW)
Met de toets (Open PCC folder) wordt Windows® Verkenner gestart en worden bestanden en mappen weergegeven van een geheugenkaart of USB-flashstation dat is aangesloten op uw Brother-apparaat.
Bestanden van PCC folder kopiëren (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW/ DCP-J725DW/J925DW)
Met de toets (Kopiëren uit PCC) kunt u bestanden van een geheugenkaart of USB-flashstation naar uw harde schijf kopiëren. U kunt de instellingen voor Doelmap, Kopieer fo ld er en Bestanden kopiëren uit het
menu configureren door op Configuratie te klikken.
Bestanden naar een toepassing kopiëren (voor MFC-J625DW/J825DW/ J5910DW/DCP-J725DW/J925DW)
Met de toets (Kopiëren naar toepassing) kunt u bestanden van een geheugenkaart of USB-flashstation naar uw harde schijf kopiëren en een specifieke toepassing laten opstarten om de bestemmingsmap met de
kopie weer te geven. U kunt de instellingen voor Kopieer folder en Bestanden kopiëren uit het menu configureren door op Configuratie te klikken.
3
87
ControlCenter4
Het tabblad PC-FAX (voor MFC-modellen)
Dit gedeelte geeft een korte introductie van het tabblad PC-FAX. Klik op (Help) voor meer informatie over elke functie.
Opmerking
Met de PC-FAX-software kunnen alleen faxdocumenten in zwart-wit verzonden worden.
Een afbeeldingsbestand vanaf uw computer verzenden
Met de -toets (Afb.bestand verz) kunt u een afbeeldingsbestand als fax via de pc verzenden met Brother PC-FAX-software.
a Selecteer het tabblad PC-FAX. b Klik op (Afb.bestand verz).
c Klik op de mapstructuur om de map op te zoeken waarin de afbeelding is opgeslagen die u wilt verzenden.
Selecteer vervolgens het bestand dat u wilt verzenden.
3
d Klik op (Verzenden).
e Het dialoogvenster PC-FAX verzenden wordt weergegeven. Voer een faxnummer in en klik op Start.
Een gescande afbeelding verzenden
Met de toets (Scan verzenden) kunt u een pagina of document scannen en de afbeelding automatisch vanaf de computer als fax verzenden met Brother PC-FAX-software.
a Selecteer het tabblad PC-FAX. b Als u de scaninstellingen wilt wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op (Scan verzenden) en
wijzigt u de instellingen. Als u een gescande afbeelding wilt bekijken en configureren, selecteert u Vooraf scannen. Klik op OK.
c Klik op (Scan verzenden). d Het dialoogvenster PC-FAX verzenden wordt weergegeven. Voer een faxnummer in en klik op Start.
88
ControlCenter4
Ontvangen PC-FAX-gegevens weergeven en afdrukken (voor MFC-J625DW/ J825DW/J5910DW)
Met de toets (Ontvangen PC-FAX) kunt u ontvangen faxdata bekijken en afdrukken met de Brother PC-FAX-software. Voordat u de functie PC-FAX ontvangen gebruikt, moet u de optie PC-FAX ontvangen
selecteren via het menu op het bedieningspaneel van uw Brother-apparaat. (Zie Het programma PC-FAX Ontvangen op het apparaat inschakelen uu pagina 113.)
a Selecteer het tabblad PC-FAX. b Klik op (Ontvangen PC-FAX).
c De functie PC-FAX ontvangen is geactiveerd en begint met het ontvangen van faxdata van uw machine.
3
De ontvangen data worden weergegeven. Klik op
(Weergeven) om de data te bekijken.
d Als u de ontvangen data wilt afdrukken, selecteert u de data en klikt u op (Afdrukken).
e Configureer de afdrukinstellingen en klik vervolgens op (Afdrukken starten).
89
ControlCenter4

Het tabblad Apparaatinstellingen

Dit gedeelte geeft een korte introductie van het tabblad Apparaatinstellingen. Klik op (Help) voor meer informatie over elke functie.
Remote Setup configureren (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW)
Met de toets (Remote Setup) opent u het venster Remote Setup waarin u de meeste instelmenu's van het apparaat en het netwerk kunt configureren.
a Selecteer het tabblad Apparaatinstellingen. b Klik op (Remote Setup).
c Het venster Remote Setup wordt weergegeven. Voor het configureren van Remote Setup raadpleegt u
Remote Setup (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW) uu pagina 97.
Quick Dial openen (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW)
3
Met de -toets (Quick-Dial) kunt u het venster Kiesgeheugen in het programma Remote Setup openen. U kunt vervolgens eenvoudig snelkiesnummers via uw computer registreren of wijzigen.
a Selecteer het tabblad Apparaatinstellingen. b Klik op (Quick-Dial).
c Het venster Kiesgeheugen wordt weergegeven. Voor het configureren van Remote Setup raadpleegt
u Remote Setup (voor MFC-J625DW/J825DW/J5910DW) uu pagina 97.
90
Loading...