Brother MFC-J5910DW User Guide [nl]

UITGEBREIDE GEBRUIKERSHANDLEIDING
MFC-J5910DW
Versie 0
DUT/BEL-DUT

Gebruikershandleidingen en waar deze te vinden zijn

Welke handleiding? Wat staat erin? Waar is de
handleiding?
Handleiding product veiligheid
Installatiehandleiding Volg de instructies voor het instellen van uw
Beknopte gebruikershandleiding
Uitgebreide gebruikershandleiding
Softwarehandleiding Volg deze instructies voor afdrukken, scannen,
Verklarende woordenlijst Netwerk
Netwerkhandleiding Deze handleiding bevat nuttige informatie over
Handleiding mobiel printen/scannen
Lees deze handleiding eerst. Lees de Veiligheidsinstructies voordat u de machine instelt. Raadpleeg deze handleiding voor handelsmerken en wettelijke beperkingen.
machine en het installeren van de drivers en de software voor het besturingssysteem en het type verbinding dat u gebruikt.
Maak kennis met de standaardhandelingen voor faxen, kopiëren en scannen, leer omgaan met het PhotoCapture Center™ en leer verbruiksartikelen vervangen. Raadpleeg de tips voor het oplossen van problemen.
Maak kennis met geavanceerde handelingen: faxen, kopiëren, beveiliging, rapporten afdrukken en routineonderhoud uitvoeren.
netwerkscannen, PhotoCapture Center™, Remote Setup, PC-Fax, webservices (scannen) en om het Brother ControlCenter te gebruiken.
Deze handleiding bevat algemene informatie over geavanceerde netwerkfuncties van Brother-machines en uitleg over veelgebruikte netwerktermen.
instellingen voor bedrade en draadloze netwerken en beveiligingsinstellingen die u met de Brother-machine kunt configureren. Daarnaast bevat deze handleiding informatie over de protocollen die door uw machine worden ondersteund en gedetailleerde tips voor het oplossen van problemen.
Deze handleiding bevat nuttige informatie over het afdrukken van gegevens vanaf uw mobiele telefoon en het overbrengen van gescande gegevens van de Brother-machine naar uw mobiele telefoon.
Afgedrukt / In de verpakking
Afgedrukt / In de verpakking
Afgedrukt / In de verpakking
PDF-bestand / cd-rom
PDF-bestand / cd-rom
PDF-bestand / cd-rom
PDF-bestand / cd-rom
PDF-bestand / Brother Solutions
Center
2
1
1
Afhankelijk van uw land.
2
Ga naar http://solutions.brother.com/.
i

Inhoudsopgave

1 Algemene instellingen 1
Opslag in geheugen ............................................................................................. 1
Automatisch zomertijd instellen ........................................................................... 1
Slaapstand ........................................................................................................... 2
LCD-scherm ......................................................................................................... 2
Contrast van LCD-scherm ............................................................................. 2
De lichtdimtimer voor de achtergrondverlichting instellen .............................. 3
Tijdklokstand ........................................................................................................ 3
2 Beveiligingsfuncties 4
Beveiligd functieslot 2.0 ....................................................................................... 4
Voordat u Beveiligd functieslot 2.0 kunt gebruiken ........................................ 4
Het beheerderswachtwoord instellen en wijzigen .......................................... 5
Gebruikers met beperkte rechten instellen .................................................... 6
Beveiligd functieslot in-/uitschakelen ............................................................. 6
Omschakelen tussen gebruikers .................................................................... 7
Omschakelen naar openbare modus ............................................................. 7
3 Een fax verzenden 8
Extra opties bij het verzenden .............................................................................. 8
Faxen met meer instellingen verzenden ........................................................ 8
Faxen onderbreken ........................................................................................ 8
Contrast ......................................................................................................... 8
Faxresolutie wijzigen ...................................................................................... 9
Uw wijzigingen instellen als nieuwe standaardinstellingen .......................... 10
Faxinstellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen ............................. 10
Extra handelingen bij het verzenden .................................................................. 11
Een fax handmatig verzenden ..................................................................... 11
Een fax verzenden aan het einde van een gesprek ..................................... 11
Tweevoudige werking (alleen zwart-wit) ...................................................... 12
Groepsverzenden (alleen zwart-wit) ............................................................ 12
Direct verzenden .......................................................................................... 14
Internationale modus ................................................................................... 15
Uitgesteld verzenden (alleen zwart-wit) ....................................................... 15
Uitgestelde groepsverzending (alleen zwart-wit) ......................................... 16
Taken in wachtrij controleren en annuleren ................................................. 16
Pollen ................................................................................................................. 17
Verzend Pollen (alleen zwart-wit) ................................................................ 17
ii
4 Een fax ontvangen 19
Faxberichten in het geheugen ontvangen (alleen zwart-wit) ............................. 19
Fax doorzenden ........................................................................................... 19
Fax opslaan ................................................................................................. 20
Een fax uit het geheugen afdrukken ............................................................ 20
®
PC-Fax ontvangen (alleen Windows
Geheugenontvangst uitschakelen ................................................................ 22
Geheugenontvangst wijzigen ....................................................................... 22
Afstandsbediening ............................................................................................. 23
Een toegangscode voor afstandsbediening instellen ................................... 23
Uw toegangscode gebruiken ....................................................................... 24
Faxopdrachten voor afstandsbediening ....................................................... 25
Faxberichten opvragen ................................................................................ 26
Het nummer wijzigen waarnaar faxberichten worden doorgestuurd ............ 26
Extra handelingen bij het ontvangen .................................................................. 27
Ontvangst zonder papier .............................................................................. 27
Een verkleinde afdruk van een inkomende fax maken ................................ 27
Pollen ................................................................................................................. 28
Ontvang Pollen ............................................................................................ 28
) ........................................................ 21
5 Nummers kiezen en opslaan 31
Opties voor normale telefoongesprekken .......................................................... 31
Extra handelingen bij het kiezen ........................................................................ 31
Snelkiesnummers combineren ..................................................................... 31
Extra manieren om nummers op te slaan .......................................................... 32
Snelkiesnummers van uitgaande gesprekken opslaan ................................ 32
Snelkiesnummers uit nummerweergavegeheugen opslaan ........................ 33
Groepen instellen voor groepsverzenden .................................................... 34
6 Rapporten afdrukken 37
Faxrapporten ...................................................................................................... 37
Verzendcontrolerapport ............................................................................... 37
Faxjournaal (activiteitenrapport) .................................................................. 37
Rapporten .......................................................................................................... 38
Een rapport afdrukken ................................................................................. 38
iii
7 Kopiëren 39
Kopieerinstellingen ............................................................................................. 39
Kopiëren stoppen ......................................................................................... 39
Kopieersnelheid en -kwaliteit wijzigen ......................................................... 39
Gekopieerde afbeelding vergroten of verkleinen ......................................... 40
N op 1 kopieën of een poster maken (Paginalay-out) .................................. 41
2 op 1 (id) kopiëren ...................................................................................... 43
Kopieën sorteren met de ADF ..................................................................... 44
Dichtheid aanpassen ................................................................................... 44
Inktspaarmodus ........................................................................................... 45
Dun papier kopiëren ..................................................................................... 45
Boek kopie ................................................................................................... 46
Dubbelzijdig kopiëren ................................................................................... 46
Uw wijzigingen instellen als nieuwe standaardinstellingen .......................... 48
Alle instellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen ............................ 48
8 Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-
flashstation 49
PhotoCapture Center™-functies ........................................................................ 49
Geheugenkaarten, USB-flashstation en mapstructuren .............................. 49
Foto's afdrukken ................................................................................................. 50
Index afdrukken (miniaturen) ....................................................................... 50
Foto's afdrukken .......................................................................................... 51
Alle foto's afdrukken ..................................................................................... 51
Afdrukken in DPOF-formaat ......................................................................... 52
PhotoCapture Center™-afdrukinstellingen ........................................................ 52
Afdrukkwaliteit .............................................................................................. 52
Papieropties ................................................................................................. 53
Helderheid, contrast en kleur instellen ......................................................... 54
Bijsnijden (crop) ........................................................................................... 56
Afdrukken zonder rand ................................................................................. 57
Datum afdrukken .......................................................................................... 57
Uw wijzigingen instellen als nieuwe standaardinstellingen .......................... 58
Alle instellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen ............................ 58
Naar een geheugenkaart of een USB-flashstation scannen .............................. 59
Nieuwe standaardinstellingen opslaan ........................................................ 59
Fabrieksinstellingen herstellen ..................................................................... 59
9 Foto’s vanaf een camera afdrukken 60
Foto's direct afdrukken vanaf een PictBridge-camera ....................................... 60
Vereisten voor PictBridge ............................................................................ 60
Uw digitale camera instellen ........................................................................ 60
Foto's afdrukken .......................................................................................... 61
Afdrukken in DPOF-formaat ......................................................................... 61
Foto's direct afdrukken vanaf een digitale camera (zonder PictBridge) ............. 62
Foto's afdrukken .......................................................................................... 62
iv
A Routineonderhoud 63
De machine reinigen en controleren .................................................................. 63
De buitenkant van de machine schoonmaken ............................................. 63
De geleiderol van de machine reinigen ........................................................ 64
De papierinvoerrollen reinigen ..................................................................... 65
De doorvoerrollen voor papier reinigen ........................................................ 66
Het inktvolume controleren .......................................................................... 67
De machine inpakken en vervoeren .................................................................. 68
B Verklarende woordenlijst 70
C Index 75
v
1

Algemene instellingen

Opslag in geheugen

1
Automatisch zomertijd
Uw menu-instellingen worden permanent opgeslagen en blijven bij een eventuele stroomstoring behouden. Tijdelijk instellingen (zoals Internationaal) gaan verloren. Als u Nieuwe standaard hebt gekozen als voorkeursinstelling voor FAX, SCAN, KOPIE (COPY) en FOTO (PHOTO), gaan de instellingen niet verloren. Bovendien blijven tijdens een stroomstoring de datum en tijd en geprogrammeerde faxtaken (zoals Tijdklok) maximaal 24 uur behouden.
instellen
U kunt de machine zo instellen dat de zomertijd automatisch wordt ingeschakeld. De machine zal automatisch in de lente een uur naar voren worden gezet en een uur terug in de herfst. Zorg daarbij wel dat u de juiste datum en tijd instelt bij Datum&Tijd (Datum & tijd).
a
Druk op Menu.
b
Druk op s of t om Standaardinst. weer te geven.
c
Druk op Standaardinst.
d
Druk op s of t om Aut. zomertijd weer te geven.
e
Druk op Aut. zomertijd.
f
Druk op Uit (of Aan).
g
Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
1
Hoofdstuk 1

Slaapstand

U kunt opgeven na hoeveel tijd (maximaal 60 minuten) de machine in de slaapstand wordt gezet wanneer er geen gebruik van wordt gemaakt. Zodra een bewerking op de machine wordt uitgevoerd, wordt de timer opnieuw gestart.
a
Druk op Menu.
b
Druk op s of t om Standaardinst. weer te geven.
c
Druk op Standaardinst.
d
Druk op s of t om Slaapstand weer te geven.
e
Druk op Slaapstand.
f
Druk op s of t om 1Min, 2Min., 3Min., 5Min., 10Min., 30Min. of 60Min. weer te geven en op te geven
na hoeveel tijd de machine bij inactiviteit in de slaapstand moet worden gezet. Druk op de gewenste optie.
g
Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).

LCD-scherm

Contrast van LCD-scherm

U kunt het contrast van het LCD-scherm aanpassen. Als het LCD-scherm niet goed leesbaar is, kunt u de contrastinstelling wijzigen.
a
Druk op Menu.
b
Druk op s of t om Standaardinst. weer te geven.
c
Druk op Standaardinst.
d
Druk op s of t om LCD instell. (LCD-instell.) weer te geven.
e
Druk op LCD instell. (LCD-instell.).
f
Druk op s of t om LCD-Contrast weer te geven.
g
Druk op LCD-Contrast.
h
Druk op d om het contrast te vergroten en druk op c om het contrast te verkleinen. Druk op OK.
i
Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
2
Algemene instellingen

De lichtdimtimer voor de achtergrondverlichting instellen

U kunt instellen hoe lang de achtergrondverlichting van het LCD-scherm blijft branden nadat u voor het laatst op een toets hebt gedrukt.
a
Druk op Menu.
b
Druk op s of t om Standaardinst. weer te geven.
c
Druk op Standaardinst.
d
Druk op s of t om LCD instell. (LCD-instell.) weer te geven.
e
Druk op LCD instell. (LCD-instell.).

Tijdklokstand

Op het bedieningspaneel van de machine bevinden zich vier tijdelijke modustoetsen:
FAX, SCAN, KOPIE (COPY) en FOTO (PHOTO). U kunt instellen na hoeveel
tijd de machine na de laatste scan-, kopieer­of PhotoCapture-bewerking terugkeert naar de faxmodus. Wanneer u Uit selecteert, blijft de machine in de laatst gebruikte modus.
1
f
Druk op s of t om Lichtdim-timer weer te geven.
g
Druk op Lichtdim-timer.
h
Druk op s of t om 10Sec., 20Sec., 30Sec. of Uit weer te geven en druk
vervolgens op de gewenste optie.
i
Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
a
Druk op Menu.
b
Druk op s of t om Standaardinst. weer te geven.
c
Druk op Standaardinst.
d
Druk op s of t om Tijdklokstand weer te geven.
e
Druk op Tijdklokstand.
f
Druk op s of t om 0Sec., 30Sec., 1Min, 2Min., 5Min. of Uit weer te
geven en druk vervolgens op de gewenste optie.
g
Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
3
2

Beveiligingsfuncties

Beveiligd functieslot
2.0
Met Beveiligd functieslot kunt u openbare toegang tot bepaalde machinefuncties beperken:
Fax Tx (Faxen verzenden)
Fax Rx (Faxen ontvangen)
Kopiëren
Scannen
PCC
PC print
Afdrukken in kleur
Paginalimiet
Door de toegang tot de menu-instellingen te beperken, verhindert deze functie ook dat gebruikers de standaardinstellingen van de machine wijzigen.
Opmerking
Alleen beheerders kunnen beperkingen
instellen en wijzigingen aanbrengen voor elke gebruiker.
Als Fax Tx uitgeschakeld is, zijn de
functies van het menu Fax niet beschikbaar.
Verzend pollen en Ontvang Pollen zijn
alleen actief wanneer zowel Fax Tx als Fax Rx is ingeschakeld.

Voordat u Beveiligd functieslot 2.0 kunt gebruiken

U kunt de instellingen van Beveiligd functieslot 2.0 met behulp van een webbrowser configureren. Voordat u dit doet, moet u de volgende voorbereidingen treffen.
a
Start uw webbrowser.
Voordat u de beveiligingsfuncties gebruikt, moet u een beheerderswachtwoord invoeren.
De toegang tot niet-openbare bewerkingen kan worden geregeld door gebruikers met beperkte rechten in te stellen. Gebruikers met beperkte rechten moeten een wachtwoord invoeren om de machine te kunnen gebruiken.
Zorg ervoor dat u het wachtwoord noteert en op een veilige plek bewaart. Vraag de klantenservice van Brother om hulp als u het bent vergeten.
b
Typ “http://machine’s IP address/” in de adresbalk van uw browser in (waarbij “machine’s IP address” het IP-adres van de Brother-
machine is).
Bijvoorbeeld:
http://192.168.1.2/
Opmerking
U vindt het IP-adres van de machine in de netwerkconfiguratielijst. (uuNetwerkhandleiding: Het netwerkconfiguratierapport afdrukken)
4
Beveiligingsfuncties
c
Typ een wachtwoord in het vak Log in. (Dit is een wachtwoord om in in te loggen op de webpagina van de machine, niet het beheerderswachtwoord voor
Beveiligd functieslot.) Klik op
Opmerking
Geef een wachtwoord op als u de instellingen van de machine voor de eerste keer met een webbrowser configureert.
1
Klik op Configureer het wachtwoord.
Het beheerderswachtwoord instellen
Het wachtwoord dat u in deze stappen instelt, is voor de beheerder. Dit wachtwoord wordt gebruikt om gebruikers in te stellen en
.
Beveiligd functieslot in of uit te schakelen. (Gebruikers met beperkte rechten instellen
uu pagina 6 en Beveiligd functieslot in-/ uitschakelen uu pagina 6)
a
Klik op Beheerder.
b
Klik op Beveiligd functieslot.
c
Typ als wachtwoord een viercijferig nummer in het vak Nieuw wachtwoord.
2
2
Voer een wachtwoord in (maximaal 32 tekens).
3
Typ het wachtwoord opnieuw in het vak Bevestigen: nieuw
wachtwoord.
4
Klik op Indienen.

Het beheerderswachtwoord instellen en wijzigen

U kunt deze instellingen met behulp van een webbrowser configureren. Configureer de webpagina. (Voordat u Beveiligd functieslot
2.0 kunt gebruiken uu pagina 4) Ga vervolgens als volgt te werk.
d
Typ het wachtwoord opnieuw in het vak Wachtwoord opnieuw invoeren.
e
Klik op Indienen.
Het beheerderswachtwoord wijzigen
a
Klik op Beheerder.
b
Klik op Beveiligd functieslot.
c
Typ voor het nieuwe wachtwoord een viercijferig nummer in het vak Nieuw wachtwoord.
d
Typ het nieuwe wachtwoord nogmaals in het veld Wachtwoord opnieuw invoeren.
e
Klik op Indienen.
5
Hoofdstuk 2

Gebruikers met beperkte rechten instellen

U kunt gebruikers met beperkte rechten en een wachtwoord instellen. U kunt maximaal 10 gebruikers instellen.
U kunt deze instellingen met behulp van een webbrowser configureren. Configureer de webpagina. (Voordat u
Beveiligd functieslot 2.0 kunt gebruiken
uu pagina 4) Ga vervolgens als volgt te werk.
a
Klik op Beheerder.
b
Klik op Beveiligd functieslot.
c
Typ een groeps- of gebruikersnaam van maximaal 15 alfanumerieke tekens in het vak Id-nummer/naam. Typ vervolgens een viercijferig wachtwoord in het vak Pincode.

Beveiligd functieslot in-/ uitschakelen

Opmerking
Als u het verkeerde wachtwoord invoert, ziet u Fout wachtwoord op het LCD­scherm. Voer het juiste wachtwoord in. Vraag de klantenservice van Brother om hulp als u het bent vergeten.
Beveiligd functieslot inschakelen
a
Druk op Menu.
b
Druk op s of t om Standaardinst. weer te geven.
c
Druk op Standaardinst.
d
Druk op s of t om Functieslot weer te geven.
d
Schakel de functies die u wilt beperken uit in het vak Afdrukken of Ander. Als u de paginalimiet wilt configureren, selecteert u Aan bij Paginalimiet en typt u vervolgens het aantal in het vak Max. Klik vervolgens op Indienen.
Opmerking
U moet elke gebruiker een uniek
wachtwoord toewijzen.
U kunt één openbare gebruiker instellen.
Openbare gebruikers hoeven geen wachtwoord in te voeren. Voor meer informatie uuNetwerkhandleiding.
e
Druk op Functieslot.
f
Druk op Slot UitiAan.
g
Voer uw viercijferige beheerderswachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
Beveiligd functieslot uitschakelen
a
Druk op of .
b
Druk op Slot AaniUit.
c
Voer uw viercijferige beheerderswachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
6
Beveiligingsfuncties

Omschakelen tussen gebruikers

Met deze instelling kan een gebruiker met beperkte rechten inloggen op de machine wanneer Beveiligd functieslot ingeschakeld is.
a
Druk op het Touchscreen op
of (waarbij
xxxxx voor de gebruikersnaam staat) en druk op s of t om WijzigGebruiker (Gebruiker wijz.) weer te geven.
b
Druk op WijzigGebruiker (Gebruiker wijz.).
c
Druk op s of t om uw gebruikersnaam weer te geven.
d
Druk op uw gebruikersnaam.

Omschakelen naar openbare modus

a
Druk op (waarbij xxxxx de
gebruikersnaam is).
b
Druk op Ga naar Openb.
Opmerking
Nadat een gebruiker met beperkte rechten de machine heeft gebruikt, wordt de machine teruggezet in de openbare modus binnen de tijd die voor Tijdklokstand is ingesteld. (Tijdklokstand uu pagina 3)
2
e
Voer uw viercijferige gebruikerswachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
7
3

Een fax verzenden

Extra opties bij het verzenden

Faxen met meer instellingen verzenden

Als u een fax verzendt, kunt u een combinatie van instellingen kiezen, zoals
Faxresolutie, Contrast, Scanformaat glas en Direct Verzend (Direct verzend).
Daarnaast kunt u Geschiedenis, Snelkiezen, Rondsturen, Tijdklok, Verzamelen, Verzend Pollen, Ontvang Pollen, Internationaal, Nieuwe standaard en Fabrieksinstell. kiezen.
Sommige instellingen zijn alleen beschikbaar als u zwart-witfaxen verzendt.
a
Druk op (FAX).
Op het LCD-scherm wordt het volgende weergegeven:
Opmerking
De meeste instellingen zijn tijdelijke
instellingen. Zodra u de fax hebt verzonden, keert de machine terug naar de standaardinstellingen.
U kunt bepaalde instellingen die u vaak
gebruikt opslaan door deze als standaard te definiëren. Deze instellingen blijven van kracht totdat u ze weer wijzigt. (Uw
wijzigingen instellen als nieuwe standaardinstellingen uu pagina 10)

Faxen onderbreken

Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit) om het faxen te onderbreken.

Contrast

Als uw document erg licht of erg donker is, kunt u proberen het contrast aan te passen. Voor de meeste documenten kan de standaardinstelling Automatisch worden gebruikt. Hiermee wordt automatisch het juiste contrast voor uw document gekozen. Kies Licht voor het verzenden van een licht document. Kies Donker voor het verzenden van een donker document.
b
Druk op Opties.
c
Druk op s of t om de instelling weer te geven die u wilt wijzigen. Druk op de instelling zodra deze wordt weergegeven.
d
Druk op s of t om de beschikbare opties weer te geven en druk vervolgens op de gewenste optie.
e
Ga terug naar stap c om meer instellingen te wijzigen.
8
a
Druk op (FAX).
b
Druk op Opties.
c
Druk op s of t om Contrast weer te geven.
d
Druk op Contrast.
e
Druk op s of t om Automatisch, Licht of Donker weer te geven en druk
vervolgens op de gewenste optie.
Een fax verzenden
Opmerking
Zelfs als u Licht of Donker selecteert, verzendt de machine het faxbericht met de instelling Automatisch in een van de volgende omstandigheden:
Als u een kleurenfax verzendt.
Als u Foto selecteert als faxresolutie.

Faxresolutie wijzigen

U kunt de kwaliteit van een fax verbeteren door de faxresolutie te wijzigen.
a
Druk op (FAX).
b
Druk op Opties.
c
Druk op s of t om Faxresolutie weer te geven.
d
Druk op Faxresolutie.
e
Druk op s of t om de opties voor de resolutie weer te geven en druk vervolgens op de gewenste optie.
Opmerking
U kunt kiezen uit vier verschillende resoluties voor zwart-witfaxen en twee voor kleurfaxen.
Zwart-wit
Standaard
Fijn
Superfijn
Foto
Kleur
Standaard
Fijn
Geschikt voor de meeste getypte documenten.
Geschikt voor documenten met een klein lettertype. De transmissiesnelheid is iets lager dan bij de standaardresolutie.
Geschikt voor kleine lettertjes of artwork. De transmissiesnelheid is lager dan bij de fijne resolutie.
Gebruik deze instelling wanneer het document verschillende grijstinten heeft of een foto is. De instelling Foto heeft de laagste transmissiesnelheid.
Geschikt voor de meeste getypte documenten.
Gebruik deze instelling wanneer het document een foto is. De transmissiesnelheid is lager dan bij de standaardresolutie.
3
Als u Superfijn of Foto kiest en vervolgens de Kleur Start (Colour Start)­toets gebruikt om een fax te verzenden, dan wordt de fax met de instelling Fijn verzonden.
9
Hoofdstuk 3

Uw wijzigingen instellen als nieuwe standaardinstellingen

U kunt de instellingen voor de faxopties die u het meest gebruikt, zoals Faxresolutie,
Contrast, Direct Verzend (Direct verzend) en Scanformaat glas, opslaan door ze als standaard in te
stellen. Deze instellingen blijven van kracht totdat u ze weer wijzigt.
a
Druk op (FAX).
b
Druk op Opties.
c
Druk op s of t om de menuoptie die u wilt wijzigen te kiezen. Druk op uw nieuwe optie.
Herhaal deze stap voor elke instelling die u wilt wijzigen.

Faxinstellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen

U kunt alle faxinstellingen die u hebt gewijzigd, terugzetten naar de fabrieksinstellingen. Deze instellingen blijven van kracht totdat u ze weer wijzigt.
a
Druk op (FAX).
b
Druk op Opties.
c
Druk op s of t om Fabrieksinstell. weer te geven.
d
Druk op Fabrieksinstell.
e
Druk op Ja.
f
Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
d
Als u de laatste instelling hebt gewijzigd, drukt u op s of t om Nieuwe standaard weer te geven.
e
Druk op Nieuwe standaard.
f
Druk op OK.
g
Druk op Ja.
h
Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
10
Een fax verzenden

Extra handelingen bij het verzenden

Een fax handmatig verzenden

Als u documenten handmatig gaat verzenden, hoort u de kiestoon, beltonen en de faxontvangsttonen tijdens het faxen.
Opmerking
Gebruik de ADF om een fax met meerdere pagina's te verzenden.
a
Druk op (FAX).
b
Laad uw document.
c
Neem de hoorn van een extern toestel van de haak om een kiestoon te horen.
d
Kies het faxnummer met het externe toestel.

Een fax verzenden aan het einde van een gesprek

Aan het einde van een gesprek kunt u voordat u beiden ophangt een fax naar de andere partij verzenden.
a
Vraag de ontvanger om te wachten op de faxtonen (piepjes) en vervolgens op de start- of verzendtoets te drukken voordat deze ophangt.
b
Druk op (FAX).
c
Laad uw document.
d
Druk op Mono Start of Kleur Start (Colour Start).
Druk bij gebruik van de glasplaat op
Verzenden om de fax te verzenden.
e
Plaats de hoorn weer op de haak.
3
e
Als u de faxtonen hoort, drukt u op
Mono Start of Kleur Start (Colour Start).
Druk bij gebruik van de glasplaat op Verzenden op het Touchscreen om de fax te verzenden.
f
Plaats de hoorn weer op de haak.
11
Hoofdstuk 3

Tweevoudige werking (alleen zwart-wit)

U kunt een nummer kiezen en de fax in het geheugen scannen, zelfs wanneer de machine een fax uit het geheugen verstuurt, faxen ontvangt of pc-gegevens afdrukt. Het nieuwe taaknummer wordt op het LCD­scherm weergegeven.
Hoeveel pagina's u in het geheugen kunt inlezen, is afhankelijk van de gegevens die erop zijn afgedrukt.
Opmerking
Als het bericht Geheugen vol verschijnt, drukt u op Stop/Eindigen (Stop/Exit) om de taak te annuleren of op Mono Start om de tot dusver gescande pagina's te verzenden.

Groepsverzenden (alleen zwart-wit)

Met de functie Groepsverzenden kunt u één faxbericht automatisch naar verschillende faxnummers verzenden. U kunt groepen en snelkiesnummers in dezelfde groepsverzending opnemen.
Nadat de groepsverzending is voltooid, wordt er een rapport afgedrukt.
Voordat u een groepsverzending start
Ook snelkiesnummers moeten in het geheugen van de machine zijn opgeslagen voordat u ze in een groepsverzending kunt gebruiken. (uuBeknopte gebruikershandleiding: Snelkiesnummers opslaan)
Ook groepsnummers moeten in het geheugen van de machine zijn opgeslagen voordat u ze in een groepsverzending kunt gebruiken. Groepsnummers bevatten een groot aantal opgeslagen snelkiesnummers zodat u sneller kunt kiezen. (Groepen
instellen voor groepsverzenden
uu pagina 34)
Groepsverzenden van faxberichten
a
Druk op (FAX).
b
Laad uw document.
c
Druk op Opties.
d
Druk op s of t om Rondsturen weer te geven.
e
Druk op Rondsturen.
12
f
Druk op Snelkiesnummer toevoegen.
Druk op numerieke volgorde te zoeken. Druk op de selectievakjes van de nummers die u wilt toevoegen aan de groepsverzending. Nadat u de gewenste nummers hebt geselecteerd, drukt u op OK.
om op alfabetische of
Opmerking
Als u Internetfax hebt gedownload:
U kunt een groepsverzending via e-mail versturen als u het e-mailadres in kwestie als snelkiesnummer hebt opgeslagen. (uuBeknopte gebruikershandleiding: Snelkiesnummers opslaan)
g
Druk op OK.
Een fax verzenden
Opmerking
Als u geen locaties voor groepsnummers
gebruikt, kunt u naar maximaal 200 verschillende nummers “groepsverzenden”.
Hoeveel geheugen op de machine
beschikbaar is, hangt af van de opdrachten die in het geheugen zijn opgeslagen en van het aantal nummers waarnaar u de fax stuurt. Als u de fax naar het maximale aantal nummers probeert te sturen, kunt u de tweevoudige werking en uitgestelde fax niet gebruiken.
Als het bericht Geheugen vol verschijnt, drukt u op Stop/Eindigen (Stop/Exit) om de taak te annuleren of op Mono Start om de tot dusver gescande pagina's te verzenden.
3
h
Druk op Mono Start.
Faxen verzenden vanaf de ADF
De machine begint het document te
scannen.
Faxen verzenden via de glasplaat
Als Volgende Pagina? (Volgende pagina?) op het LCD-
scherm wordt weergegeven, voert u een van de volgende handelingen uit:
Om een enkele pagina te verzenden,
drukt u op Nee (Zenden) (of druk opnieuw op Mono Start).
De machine begint met het verzenden van het document.
Om meerdere pagina's te verzenden,
drukt u op Ja en plaatst u de volgende pagina op de glasplaat.
Druk op OK.
Een groepsverzending annuleren
a
Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
b
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Om de volledige verzending te
annuleren, drukt u op Volledige zending. Ga naar stap c.
Om de huidige taak te annuleren,
drukt u op de knop waarop het gekozen nummer wordt weergegeven. Ga naar stap d.
Om af te sluiten zonder te annuleren,
drukt u op Stop/Eindigen (Stop/ Exit).
De machine begint met het scannen van de pagina. (Herhaal deze stap voor elke volgende pagina.)
13
Hoofdstuk 3
c
Wanneer u wordt gevraagd of u de volledige groepsverzending wilt annuleren, voert u een van de volgende handelingen uit:
Druk op Ja om de instellingen te
bevestigen.
Om af te sluiten zonder te annuleren,
drukt u op Nee of Stop/Eindigen (Stop/Exit).
d
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Om de huidige taak te annuleren,
drukt u op Ja.
Om af te sluiten zonder te annuleren,
drukt u op Nee of Stop/Eindigen (Stop/Exit).

Direct verzenden

Als u een fax gaat verzenden, zal de machine de documenten eerst in het geheugen scannen alvorens te gaan verzenden. Zodra de telefoonlijn vrij is, kiest de machine het nummer en wordt de fax verzonden.
Soms wilt u een belangrijk document echter onmiddellijk verzenden, zonder te wachten totdat het vanuit het geheugen wordt verzonden. U kunt hiervoor
Direct Verzend (Direct verzend)
inschakelen.
a
Druk op (FAX).
b
Laad uw document.
c
Druk op Opties.
d
Druk op s of t om Direct Verzend (Direct verzend) weer te geven.
e
Druk op Direct Verzend (Direct verzend).
f
Druk op Aan.
g
Druk op om het verzenden van de
fax voort te zetten.
Opmerking
Als u een kleurenfax verzendt of als het
geheugen vol is en u een zwart-witfax vanuit de ADF verzendt, zal de machine het document direct verzenden (zelfs als
Direct Verzend (Direct verzend) is ingesteld op Uit).
Bij Direct verzenden met de glasplaat
werkt de functie voor automatisch opnieuw kiezen niet.
14
Een fax verzenden

Internationale modus

Als u problemen hebt met het internationaal verzenden, bijvoorbeeld vanwege ruis op de lijn, is het raadzaam om de internationale modus te activeren. Nadat u een fax in deze modus hebt verzonden, wordt deze functie automatisch weer uitgeschakeld.
a
Druk op (FAX).
b
Laad uw document.
c
Druk op Opties.
d
Druk op s of t om Internationaal weer te geven.
e
Druk op Internationaal.
f
Druk op Aan (of Uit).
g
Druk op om het verzenden van de
fax voort te zetten.

Uitgesteld verzenden (alleen zwart-wit)

U kunt maximaal 50 faxberichten in het geheugen opslaan om ze binnen 24 uur te verzenden. Deze faxen worden verzonden op het tijdstip dat u in stap g specificeert.
a
Druk op (FAX).
b
Laad uw document.
c
Druk op Opties.
d
Druk op s of t om Tijdklok weer te geven.
e
Druk op Tijdklok.
f
Druk op Aan.
g
Voer met de toetsen op het Touchscreen het tijdstip in waarop u de fax wilt laten verzenden (in 24-uursformaat). (Voor kwart voor acht 's avonds voert u bijvoorbeeld 19:45 in.) Druk op OK.
3
Opmerking
Hoeveel pagina's u in het geheugen kunt inlezen, is afhankelijk van de gegevens die op elke pagina zijn afgedrukt.
h
Druk op , voer vervolgens het faxnummer in en druk op Mono Start.
15
Hoofdstuk 3

Uitgestelde groepsverzending (alleen zwart-wit)

Alvorens uitgestelde faxen te verzenden, zal de machine alle faxen in het geheugen eerst sorteren op bestemming waarnaar en tijdstip waarop ze verzonden moeten worden. Alle uitgestelde faxen die op hetzelfde tijdstip naar dezelfde bestemming verzonden moeten worden, worden als een enkele transmissie verzonden.
a
Druk op (FAX).
b
Druk op Opties.
c
Druk op s of t om Verzamelen weer te geven.
d
Druk op Verzamelen.

Taken in wachtrij controleren en annuleren

U kunt controleren welke taken er nog in het geheugen op verzending wachten en een taak annuleren. (Als er geen taken op verzending wachten, wordt de melding Geen taken meer weergegeven.)
a
Druk op Menu.
b
Druk op s of t om Fax weer te geven.
c
Druk op Fax.
d
Druk op s of t om Rest. jobs weer te geven.
e
Druk op Rest. jobs. Op het LCD-scherm verschijnen alle taken die in de wachtrij staan.
e
Druk op Aan.
f
Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
f
Druk op s of t om door de taken te bladeren en druk op de taak die u wilt annuleren. Druk op OK.
g
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Druk op Ja om een taak te
annuleren.
Als u een andere taak wilt annuleren, gaat u naar stap f.
Om af te sluiten zonder te annuleren,
drukt u op Nee.
h
Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit) zodra u gereed bent.
16

Pollen

Met pollen kunt u de machine zo instellen dat andere personen faxen van u kunnen ontvangen, maar dat zij voor het telefoontje betalen. U kunt ook een faxmachine bellen om een document op te vragen, zodat u voor het telefoontje betaalt. De pollingfunctie werkt alleen als deze op beide machines is ingesteld. Niet alle faxmachines ondersteunen de pollingfunctie.
Verzend Pollen (alleen zwart­wit)
Met Verzend Pollen kunt u een document op uw faxmachine klaarzetten zodat andere faxmachines het apparaat kunnen bellen om het document op te vragen.
Een fax verzenden
i
Als u gebruikmaakt van de glasplaat, wordt u via een melding op het LCD­scherm gevraagd een van de volgende opties te kiezen:
Druk op Ja om de volgende pagina
te scannen. Ga naar stap j.
Druk op Nee (Zenden) of
Mono Start om het document in het geheugen op te slaan. Andere faxmachines kunnen uw machine nu bellen en het document opvragen.
j
Leg de volgende pagina op de glasplaat en druk op OK. Herhaal de stappen i en j voor iedere volgende pagina. Het document wordt in het geheugen opgeslagen en kan worden opgevraagd.
3
Het document wordt opgeslagen en kan door andere faxmachines worden opgevraagd totdat u het uit het geheugen verwijdert. (Taken in wachtrij controleren en annuleren uu pagina 16)
Verzend Pollen instellen
a
Druk op (FAX).
b
Laad uw document.
c
Druk op Opties.
d
Druk op s of t om Verzend Pollen weer te geven.
e
Druk op Verzend Pollen.
f
Druk op s of t om Stand. weer te geven.
g
Druk op Stand.
h
Druk op Mono Start.
17
Hoofdstuk 3
Verzend Pollen met een beveiligingscode instellen
Met Beveiligd pollen kunt u instellen wie de documenten kan opvragen die u hebt klaargezet om te pollen.
Beveiligd pollen werkt alleen met Brother­faxmachines. Als iemand een fax van uw faxmachine wil ophalen, moet hij of zij de beveiligingscode invoeren.
a
Druk op (FAX).
b
Laad uw document.
c
Druk op Opties.
d
Druk op s of t om Verzend Pollen weer te geven.
e
Druk op Verzend Pollen.
f
Druk op s of t om Beveilig weer te geven.
g
Druk op Beveilig.
h
Toets een viercijferig nummer in. Druk op OK.
i
Druk op Mono Start.
j
Als u gebruikmaakt van de glasplaat, wordt u via een melding op het LCD­scherm gevraagd een van de volgende opties te kiezen:
Druk op Ja om de volgende pagina
te scannen. Ga naar stap k.
Druk op Nee (Zenden) of
Mono Start om het document te verzenden.
k
Leg de volgende pagina op de glasplaat en druk op OK.
l
Herhaal de stappen j en k voor iedere volgende pagina. Het document wordt in het geheugen opgeslagen en kan worden opgevraagd.
18
4

Een fax ontvangen

Faxberichten in het geheugen ontvangen (alleen zwart-wit)

U kunt slechts één optie voor geheugenontvangst tegelijk gebruiken:
Fax doorzenden
Fax opslaan
PC-FAX ontvangen
Uit
i
Druk op Fax Doorzenden (Fax doorzenden).
j
Voer met behulp van de toetsen op het Touchscreen het faxnummer in waarnaar de faxen moeten worden doorgestuurd (maximaal 20 cijfers). Druk op OK.
k
Druk op Backup Print:Aan (Backup print:Aan) of Backup Print:Uit (Backup print:Uit).
4
U kunt uw selectie op elk gewenst moment wijzigen. Als er nog ontvangen faxberichten in het geheugen van de machine staan wanneer u de selectie wijzigt, verschijnt er een bericht op het scherm. (Geheugenontvangst wijzigen uu pagina 22)

Fax doorzenden

Met de functie Fax doorzenden kunt u ontvangen faxen opslaan in het geheugen van de machine. Vervolgens kiest de machine het faxnummer dat u hebt geprogrammeerd en wordt het faxbericht verzonden.
a
Druk op Menu.
b
Druk op s of t om Fax weer te geven.
c
Druk op Fax.
d
Druk op s of t om Ontvangstmenu weer te geven.
BELANGRIJK
Als u Backup Print:Aan
(Backup print:Aan) selecteert, drukt de machine de fax ook op uw machine af zodat u een kopie hebt. Dit is een veiligheidsmaatregel voor het geval dat de stroom uitvalt voordat de fax is doorgestuurd of er een probleem aan de kant van de ontvanger is.
Als u een kleurenfax ontvangt, wordt deze fax afgedrukt maar niet doorgestuurd naar het geprogrammeerde nummer voor doorzending.
l
Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
e
Druk op Ontvangstmenu.
f
Druk op s of t om Geheugenontv. weer te geven.
g
Druk op Geheugenontv.
h
Druk op s of t om Fax Doorzenden (Fax doorzenden) weer te geven.
19
Hoofdstuk 4

Fax opslaan

Met de functie Fax opslaan kunt u ontvangen faxen opslaan in het geheugen van de machine. U kunt opgeslagen faxberichten vanaf een andere locatie uit het geheugen ophalen met behulp van de afstandsbedieningsopties.
Als u Fax opslaan hebt ingeschakeld, wordt er automatisch een reservekopie afgedrukt.
a
Druk op Menu.
b
Druk op s of t om Fax weer te geven.
c
Druk op Fax.
d
Druk op s of t om Ontvangstmenu weer te geven.
e
Druk op Ontvangstmenu.

Een fax uit het geheugen afdrukken

Als u de functie Fax opslaan hebt ingeschakeld, kunt u nog altijd een fax uit het geheugen afdrukken als u zich bij uw machine bevindt.
a
Druk op Menu.
b
Druk op s of t om Fax weer te geven.
c
Druk op Fax.
d
Druk op s of t om Print document weer te geven.
e
Druk op Print document.
f
Druk op Start.
g
Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
f
Druk op s of t om Geheugenontv. weer te geven.
g
Druk op Geheugenontv.
h
Druk op s of t om Fax Opslaan (Fax opslaan) weer te geven.
i
Druk op Fax Opslaan (Fax opslaan).
j
Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
Opmerking
Kleurenfaxen kunnen niet in het geheugen worden opgeslagen. Als u een kleurenfax ontvangt, dan wordt de kleurenfax afgedrukt.
Opmerking
Als u een fax uit het geheugen afdrukt, worden de faxgegevens van uw machine gewist.
20
Loading...
+ 58 hidden pages