Brother MFC-5440CN, MFC-5840CN User Manual [nl]

GEBRUIKERSHANDLEIDING
MFC-5440CN MFC-5840CN
Versie B
Als u de Klantenservice moet bellen
A.u.b. de volgende gegevens invullen voor toekomstige referentie:
Modelnummer: MFC-5440CN en MFC-5840CN (omcirkel uw modelnummer)
Aankoopdatum:
Aankoopplaats:
* Het serienummer staat op de achterkant van het toestel.
Bewaar deze Gebruikershandleiding samen met uw kassabon als bewijs van uw aankoop, in geval van diefstal, brand of service in geval van garantie.
Registreer uw product online op
http://www.brother.com/registration
Door uw product bij Brother te registreren, wordt u geregistreerd als de originele eigenaar van het product.
©1996-2005 Brother Industries, Ltd.
DEZE APPARATUUR IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN VAN DE PASSENDE CONNECTOR.

INFORMATIE OVER GOEDKEURING

Brother wijst erop dat dit product mogelijk niet goed functioneert in een ander land dan dat waarin het oorspronkelijk werd aangekocht, en biedt geen garantie indien dit product wordt gebruikt op openbare telecommunicatielijnen in een ander land.

Samenstelling en Publicatie

Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder supervisie van Brother Industries, Ltd. De nieuwste productgegevens en
-specificaties zijn in deze handleiding verwerkt. De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product
kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud
van deze handleiding zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Brother is niet verantwoordelijk voor enige schade (met inbegrip van gevolgschade) voortvloeiend uit het gebruik van deze handleiding of de daarin beschreven producten, inclusief maar niet beperkt tot zetfouten en andere fouten in deze publicatie.
I
II

EG Conformiteitsverklaring onder de Richtlijn R & TTE

Producent
Brother Industries, Ltd. 15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku, Nagoya 467-8561, Japan
Fabriek
Brother Industries (Shen Zhen) Ltd G02414-1, Bao Chang Li Bonded Transportation Industrial Park, Bao Long Industrial Estate, Longgang, Shenzhen, China
Verklaren hierbij dat:
Productomschrijving: : Faxapparaat
Type : Groep 3
Modelnaam : MFC-5440CN, MFC-5840CN
voldoet aan de voorschriften van de richtlijn R & TTE (1999/5/EG), en we verklaren dat het aan de volgende standaards voldoet.
Veiligheid : EN60950:2000
EMC : EN55022:1998 Klasse B
EN55024:1998 EN61000-3-2:2000 EN61000-3-3:1995
Jaar waarin EG-certificatie voor het Eerst werd toegekend: 2004
Uitgegeven door : Brother Industries, Ltd.
Datum : 25 februari 2004
Plaats : Nagoya, Japan
III

Veiligheidsmaatregelen

Veilig gebruik van de MFC

Bewaar deze voorschriften a.u.b., zodat u ze later kunt naslaan. Raadpleeg ze altijd voordat u probeert enig onderhoud te verrichten.
WAARSCHUWING
Binnen in de MFC bevinden zich elektroden waar hoge spanning op staat. Controleer voordat u de MFC reinigt of u de telefoonlijn eerst hebt ontkoppeld en daarna het voedingssnoer uit het stopcontact hebt verwijderd.
Om letsel te voorkomen, is het zaak dat u uw handen niet op de rand van de MFC onder het scannerdeksel plaatst.
Hanteer de stekker nooit met natte handen. U kunt dan namelijk een elektrische schok krijgen.
Raak het grijze gedeelte in de afbeelding niet aan, teneinde letsel te voorkomen.
Voor het verplaatsen van de MFC, houdt u de machine aan beide kanten vast aan de van sleuven voorziene panelen, zodat u de basis ondersteunt bij het optillen (zie de afbeelding rechts). Draag de MFC nooit door het scannerdeksel vast te houden.
In de meeste illustraties in deze Gebruikershandleiding wordt de MFC-5440CN weergegeven.
IV
WAARSCHUWING
Ga bij het installeren of wijzigen van telefoonlijnen voorzichtig te werk. Raak niet-geïsoleerde telefoondraden of aansluitingen nooit aan, tenzij de telefoonlijn bij het wandcontact is afgesloten. Installeer telefoonbedrading nooit tijdens onweer. Installeer een telefoonwandcontact nooit op een vochtige plaats.
Installeer dit product in de nabijheid van een goed bereikbaar stopcontact. In geval van nood moet u het netsnoer uit het stopcontact trekken om de stroom volledig uit te schakelen.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Volg bij het gebruiken van uw telefoonapparatuur
belangrijke veiligheidsvoorschriften (bijvoorbeeld de volgende) altijd op, teneinde het risico van brand, stroomstoot of lichamelijk letsel te verminderen:
1. Gebruik dit product niet in de buurt van water, bijvoorbeeld bij een badkuip, wasbak, aanrecht of wasmachine, in een natte kelder of in de buurt van een zwembad.
2. Gebruik dit product niet tijdens een elektrische storm. Bliksem kan mogelijk elektrische schokken veroorzaken.
3. Gebruik dit product niet in de buurt van een gaslek, wanneer u dit gaslek wilt melden.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN
V

Een geschikte plaats kiezen

Zet uw MFC op een vlakke, stabiele ondergrond die niet trilt en schokt, zoals een bureau. Plaats de MFC in de buurt van een telefoonaansluiting en een standaard geaard stopcontact. Kies een plaats waar de temperatuur tussen de 10°C en 35°C blijft. Om ervoor te zorgen dat de ADF de max. 35 pagina’s kan invoeren, dient u te zorgen voor een temperatuur tussen 20°C en 30°C.
Voorzichtig
Zet de MFC niet op een plaats waar veel mensen heen en weer lopen.
Plaats uw MFC niet op het tapijt.
Plaats het apparaat niet in de buurt van verwarmingstoestellen, airconditioners, water, chemicaliën of koelkasten.
Zorg dat de MFC niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht, overmatige warmte, vocht of stof.
Sluit de MFC niet aan op een stopcontact dat is voorzien van een wandschakelaar of een automatische tijdschakeling.
Bij een stroomonderbreking kunnen de gegevens in het geheugen van de MFC verloren gaan.
Sluit de MFC niet aan op een stopcontact dat op dezelfde stroomkring zit als grote apparaten of andere apparatuur die de stroomtoevoer kan verstoren.
Vermijd bronnen die storingen kunnen veroorzaken, zoals luidsprekers of de basisstations van draadloze telefoons.
VI

Beknopt Overzicht

Faxen verzenden

Automatisch Verzenden
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht, druk op
Fax
(
).
2
Uw document laden.
3
Toets het gewenste faxnummer in. U kunt hiervoor de Snelkiestoetsen gebruiken, u kunt het nummer Zoeken of gewoon de kiestoetsen gebruiken.
4
Druk op
Kleur Start

Nummers opslaan

Snelkiesnummers opslaan
1
Druk op
2
Voer met behulp van de kiestoetsen een tweecijferige locatie voor het Snelkiesnummer in, en druk vervolgens op
Menu/Set
3
Toets een nummer in (max. 20 cijfers) en druk vervolgens op
4
Toets een naam in van maximaal 15 tekens (of niet invullen) en druk vervolgens op
5
Druk op
Mono Start
.
Menu/Set, 2, 3, 1
.
Menu/Set
Menu/Set
.
Stop/Eindigen
of

Nummers kiezen

Snelkiezen
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht, druk op
2
Uw document laden.
3
Druk op
Zoeken/Snelkiezen
daarna op vervolgens het tweecijferige Snelkiesnummer in.
4
Druk op
Kleur Start
Zoeken gebruiken
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht, druk op
.
2
Uw document laden.
3
Druk op
Zoeken/Snelkiezen
toets de eerste letter in van de naam die u zoekt.
4
Druk op of om in het geheugen te zoeken.
5
Druk op
.
.
Kleur Start

Kopiëren

1
Druk op zodat deze toets groen oplicht.
2
Uw document laden.
3
Druk op
Kleur Start
Fax
(
).
#
en toets
Mono Start
.
Fax
(
).
Mono Start
.
(Copy
Mono Start
.
,
of
,
en
of
of
)
VII

Inhoudsopgave

1
Inleiding ................................................................................1-1
Gebruik van deze Handleiding ......................................... 1-1
Informatie opzoeken...................................................1-1
De symbolen die in deze Handleiding worden
gebruikt................................................................... 1-1
Overzicht bedieningspaneel ............................................. 1-2
De MFC in de Energiebesparende stand zetten ........ 1-5
Energiebesparende Stand.......................................... 1-6
Documenten laden ........................................................... 1-7
De automatische documentinvoer (ADF) gebruiken ...1-7
Aanbevolen omgeving............................................ 1-7
De glasplaat gebruiken...............................................1-9
Over papier..................................................................... 1-10
Aanbevolen Papiersoorten ....................................... 1-10
Omgaan met speciaal papier.................................... 1-11
Type en formaat papier voor elke functie ............. 1-12
Gewicht, dikte en capaciteit papier....................... 1-13
Papiercapaciteit in de uitvoerpapierlade ............. 1-13
Bedrukbaar gedeelte ............................................ 1-14
Papier, enveloppen en briefkaarten laden................ 1-15
Papier of ander materiaal plaatsen ...................... 1-15
Papier in de papierlade#2 plaatsen
(alleen MFC-5840CN) ...................................... 1-17
Enveloppen plaatsen............................................1-20
Briefkaarten laden ................................................1-21
Over faxmachines...........................................................1-22
Faxtonen en aansluitbevestiging.............................. 1-22
ECM (Modus Foutencorrectie) .................................1-23
2
Aan de slag ...........................................................................2-1
Eerste Instellingen ............................................................ 2-1
De Datum en Tijd instellen .........................................2-1
Kiesmodus Toon of Puls instellen .............................. 2-1
De Stations-ID instellen..............................................2-2
Het Type Telefoonlijn instellen ................................... 2-3
PABX en DOORVERBINDEN................................ 2-3
Standaardinstellingen ....................................................... 2-4
De Mode Timer instellen.............................................2-4
Het Type Papier instellen ...........................................2-4
Het Papierformaat instellen........................................2-5
Het Belvolume instellen..............................................2-6
VIII
Het Volume van de Waarschuwingstoon instellen......2-6
Het Volume van de Luidspreker instellen...................2-7
Automatisch Zomer-/Wintertijd inschakelen ...............2-7
Het Contrast van het LCD-scherm instellen ...............2-8
De Lade voor Kopieermodus instellen
(alleen MFC-5840CN) ............................................2-8
De Lade voor Faxmodus instellen
(alleen MFC-5840CN) ............................................2-9
3
Het Verzenden instellen ......................................................3-1
De Faxmodus instellen .....................................................3-1
Nummers kiezen...............................................................3-1
Handmatig verzenden................................................. 3-1
Snelkiezen..................................................................3-2
Zoeken........................................................................3-2
Faxnummer opnieuw kiezen....................................... 3-2
Faxen versturen (Zwart-Wit en Kleur)...............................3-3
Een fax in kleur verzenden .........................................3-3
Faxen verzenden vanaf de ADF.................................3-3
Faxen via de glasplaat................................................3-4
Automatisch verzenden ..............................................3-5
Handmatig verzenden................................................. 3-5
Basishandelingen bij het verzenden ................................. 3-6
Faxen met meer instellingen verzenden..................... 3-6
Contrast ......................................................................3-6
Faxresolutie................................................................3-7
Tweevoudige Werking
(niet beschikbaar voor kleurenfaxen) ..................... 3-8
Direct Verzenden........................................................3-9
De status van taken controleren...............................3-10
Een fax wanneer actief annuleren ............................ 3-10
Een taak in de wachtrij annuleren.............................3-10
Geavanceerde verzendopties.........................................3-11
Groepsverzenden
(niet beschikbaar voor kleurenfaxen) ...................3-11
Internationale Modus ................................................3-12
Uitgestelde Fax
(niet beschikbaar voor kleurenfaxen) ...................3-13
Vertraagde Groepsverzending
(niet beschikbaar voor kleurenfaxen) ...................3-14
Verzend Pollen instellen (Standaard)
(niet beschikbaar voor kleurenfaxen) ...................3-14
Verzend Pollen instellen met Beveiligingscode
(niet beschikbaar voor kleurenfaxen) ...................3-15
IX
Verzendslot...............................................................3-16
Het wachtwoord instellen .....................................3-17
Het wachtwoord voor het Verzendslot wijzigen.... 3-17
Verzendslot inschakelen ...................................... 3-17
Verzendslot uitschakelen ..................................... 3-18
Documenten in Letter-formaat verzenden via de
glasplaat............................................................... 3-18
4
5
De Ontvangstmodus instellen ............................................4-1
Basishandelingen bij het ontvangen.................................4-1
De Ontvangstmodus kiezen ....................................... 4-1
Uw Ontvangstmodus kiezen of wijzigen................. 4-2
De Belvertraging instellen...........................................4-2
De F/T-Beltijd instellen (alleen in Fax/Tel-modus)...... 4-3
Fax Waarnemen.........................................................4-4
Een verkleinde afdruk van een inkomend document
maken (Automatische Verkleining).........................4-5
Een fax uit het geheugen afdrukken........................... 4-5
Ontvangst in het geheugen (niet beschikbaar voor
het ontvangen van kleurenfaxen)...........................4-6
Pollen.......................................................................... 4-7
Beveiligd Pollen......................................................4-7
Ontvang Pollen instellen (Standaard)..................... 4-7
Ontvang Pollen met Beveiligingscode instellen...... 4-8
Uitgesteld Ontvangen Pollen instellen.................... 4-8
Opeenvolgend Pollen ............................................. 4-9
Snelkiesnummers en kiesopties ........................................5-1
Nummers opslaan om snel te kiezen ...............................5-1
Snelkiesnummers opslaan .........................................5-1
Snelkiesnummers wijzigen.........................................5-2
Nummergroepen voor het Groepsverzenden instellen
Kiesopties.........................................................................5-5
Toegangscodes en creditcard-nummers .................... 5-5
Pauze .........................................................................5-5
Toon of Puls ...............................................................5-6
... 5-3
6
Opties voor Afstandsbediening
(niet beschikbaar voor kleurenfaxen) ................................. 6-1
Fax Doorzenden instellen........................................... 6-1
Fax Opslaan instellen.................................................6-2
PC Fax Ontvangen instellen.......................................6-2
Opties voor Afstandsbediening uitschakelen..............6-3
De Toegangscode instellen ........................................6-4
X
Afstandsbediening............................................................6-5
Uw Toegangscode gebruiken.....................................6-5
Opdrachten op Afstand...............................................6-6
Faxberichten opvragen...............................................6-7
Het nummer wijzigen waarnaar faxberichten worden
doorgestuurd ..........................................................6-7
7
8
Rapporten afdrukken ........................................................... 7-1
Faxinstellingen en -activiteiten.......................................... 7-1
Het Verzendrapport aanpassen.................................. 7-1
De Journaalperiode instellen ...................................... 7-2
Rapporten afdrukken..................................................7-3
Een rapport afdrukken ............................................ 7-3
Kopiëren ...............................................................................8-1
De MFC als kopieerapparaat gebruiken...........................8-1
Kopieermodus instellen ..............................................8-1
Eén kopie maken........................................................8-2
Meerdere kopieën maken...........................................8-2
Kopiëren onderbreken ................................................ 8-2
Tijdelijke Kopieertoetsen gebruiken.................................. 8-3
Kopieersnelheid of -kwaliteit verhogen.......................8-4
De gekopieerde afbeelding vergroten of verkleinen ....8-5
De papiersoort instellen
(alleen MFC-5440CN) ............................................8-6
Toets voor Ladekeuze gebruiken
(alleen MFC-5840CN) ............................................8-7
Tijdelijke kopieerinstellingen veranderen....................8-8
De papiersoort instellen
(alleen MFC-5840CN) ........................................8-9
Papierformaat instellen...........................................8-9
Helderheid instellen..............................................8-10
Contrast instellen..................................................8-10
Kopieën sorteren bij gebruik van de ADF............. 8-11
N in 1-kopieën of poster maken
(Layout Pagina) ................................................8-11
De standaardinstellingen voor het kopiëren wijzigen......8-15
Kopieersnelheid of -kwaliteit verhogen .....................8-15
Helderheid instellen..................................................8-15
Contrast instellen......................................................8-15
Kleurverzadiging instellen.........................................8-16
Wettelijke beperkingen ...................................................8-17
XI
9
PhotoCapture Center™ (alleen MFC-5840CN) ................... 9-1
Inleiding ............................................................................9-1
Vereisten voor het PhotoCapture Center
Aan de slag.......................................................................9-3
De Index afdrukken (Miniaturen) ......................................9-5
Afbeeldingen afdrukken....................................................9-6
DPOF-afdrukken......................................................... 9-8
De standaardinstellingen wijzigen .............................. 9-9
Kopieersnelheid of –kwaliteit verhogen.................. 9-9
Papiertype & -formaat instellen..............................9-9
Helderheid instellen..............................................9-10
Contrast instellen..................................................9-10
Kleurverbetering...................................................9-10
Trimmen ...............................................................9-12
Zonder marges ..................................................... 9-12
Uitleg bij de Foutmeldingen ......................................9-13
PhotoCapture Center PhotoCapture Center
documenten.................................................................9-14
vanaf uw PC gebruiken ............. 9-14
gebruiken voor het scannen van
.............9-2
10
11
Belangrijke informatie .......................................................10-1
Voor uw veiligheid .................................................... 10-1
LAN-aansluiting ........................................................ 10-1
Naleving van de International
NERGY STAR
E
Belangrijke veiligheidsinstructies.............................. 10-2
Handelsmerken ........................................................ 10-4
Problemen oplossen en routineonderhoud .................... 11-1
Problemen oplossen.......................................................11-1
Foutmeldingen.......................................................... 11-1
Vastgelopen papier................................................... 11-5
Het document is bovenaan de ADF vastgelopen.
Het document is in de ADF vastgelopen. .............11-5
Papier vastgelopen in de machine ........................... 11-6
Papier is vastgelopen binnen de papierlade ........ 11-6
Papier is vastgelopen binnen in de MFC.............. 11-7
Als u problemen met uw MFC hebt .......................... 11-9
Compatibiliteit.........................................................11-14
De afdrukkwaliteit verbeteren.......................................11-15
De printkop reinigen ...............................................11-15
De afdrukkwaliteit controleren................................11-16
De uitlijning controleren..........................................11-18
®
normen...........................................10-1
... 11-5
XII
Het inktvolume controleren...........................................11-19
De MFC inpakken en vervoeren.............................11-20
Routineonderhoud ........................................................ 11-23
De scanner reinigen................................................11-23
De geleiderol van de MFC reinigen ........................11-24
De inktcartridges vervangen...................................11-25
A
B
Bijlage A ............................................................................... A-1
Geavanceerde ontvangsthandelingen ............................. A-1
Werken met een tweede toestel ................................ A-1
Fax/Tel-modus........................................................... A-1
Fax/Tel-modus in de energiebesparende stand ........ A-2
Een draadloze externe telefoon gebruiken ................ A-2
De codes voor afstandsbediening wijzigen................ A-2
Een extern apparaat aansluiten op uw MFC ................... A-3
Een extern toestel aansluiten .................................... A-3
Een extern antwoordapparaat (ANTW.APP.)
aansluiten .............................................................. A-4
Volgorde ................................................................ A-4
Aansluitingen ......................................................... A-6
Een uitgaand bericht op een extern ANTW.APP.
opnemen............................................................ A-6
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)........................ A-7
Als u de MFC installeert om met een PBX te laten
werken............................................................... A-7
Speciale functies op uw telefoonlijn........................... A-7
Bijlage B ............................................................................... B-1
Programmeren op het scherm......................................... B-1
Menutabel .................................................................. B-1
Opslag in geheugen .................................................. B-1
Navigatietoetsen.............................................................. B-2
Tekst invoeren ......................................................... B-12
Spaties invoeren.................................................. B-12
Corrigeren............................................................ B-12
Letters herhalen................................................... B-12
Speciale tekens en symbolen ............................. B-13
XIII
V
Verklarende woordenlijst ....................................................V-1
S
12 13 14
Specificaties .........................................................................S-1
Productomschrijving.........................................................S-1
Algemeen .........................................................................S-1
Afdrukmedia .....................................................................S-3
Kopiëren ...........................................................................S-4
PhotoCapture Center (alleen MFC-5840CN) ...................S-5
Fax....................................................................................S-6
Scanner ............................................................................S-7
Printer ...............................................................................S-8
Interfaces..........................................................................S-8
Vereisten voor de computer .............................................S-9
Verbruiksartikelen...........................................................S-10
Netwerk (LAN)................................................................S-11
Optionele Externe Draadloze Print-/Scanserver
(NC-2200w) .................................................................S-12
Index ......................................................................................I-1
Afstandsbediening - Overzicht ......................................... Af-1
XIV
1

Inleiding

Gebruik van deze Handleiding

Dank u voor de aanschaf van een Multifunctionele Centrale (MFC) van Brother. Uw MFC is eenvoudig te gebruiken, met een LCD-scherm waarop aanwijzingen verschijnen die u helpen bij het programmeren ervan. Neemt u echter een paar minuten de tijd om deze Handleiding te lezen, zodat u optimaal gebruik kunt maken van uw MFC.

Informatie opzoeken

De titels en subtitels van alle hoofdstukken staan in de Inhoudsopgave. U kunt informatie over specifieke functies of handelingen opzoeken in de Index achteraan in deze Handleiding.

De symbolen die in deze Handleiding worden gebruikt

In deze Handleiding worden speciale symbolen gebruikt die u attenderen op belangrijke waarschuwingen, informatie en handelingen. Om duidelijk te zijn en u te illustreren op welke toetsen u moet drukken, hebben wij speciale lettertypen gebruikt en bepaalde berichten afgebeeld die op het LCD-scherm verschijnen.
Vet Vetgedrukte tekst identificeert specifieke toetsen
op het bedieningspaneel van de MFC.
Cursief Cursief gedrukte tekst legt de nadruk op een
belangrijk punt of verwijst u naar een verwant onderwerp.
Courier New
Waarschuwingen vestigen uw aandacht op maatregelen die u moet treffen om te voorkomen dat u letsel oploopt.
Deze waarschuwingen wijzen u op procedures die u wel of niet moet volgen om te voorkomen dat de MFC wordt beschadigd.
Opmerkingen leggen uit hoe u op een bepaalde situatie moet reageren, of hoe de huidige bewerking met andere functies werkt.
Dit symbool waarschuwt u voor niet-compatibele apparaten of voor bewerkingen die niet met de MFC kunnen worden uitgevoerd.
Het lettertype Courier New identificeert de meldingen op het LCD-scherm van de MFC.
INLEIDING 1 - 1

Overzicht bedieningspaneel

MFC-5440CN MFC-5840CN
10 9 8
11 10 9 8
1 - 2 INLEIDING
3 4 5 6 71 2
1112
3 4 5 6 71 2
Fax- en Telefoontoetsen:
1
Telefoon/Intern
Deze toets wordt gebruikt voor een telefoongesprek nadat de externe handset met het dubbele belsignaal is opgepakt.
U kunt deze toets ook gebruiken om een telefoontje over te zetten naar een ander toestel dat ook op de PABX is aangesloten.
Herkies/Pauze
Met een druk op deze toets wordt het laatst gekozen nummer herhaald. Deze toets wordt tevens gebruikt voor het invoegen van een pauze in snelkiesnummers.
Fax Resolutie
Hiermee stelt u de faxresolutie in.
Kopieertoetsen
2
(tijdelijke instellingen):
Opties
U kunt snel en gemakkelijk tijdelijke instellingen selecteren voor het kopiëren.
Kwaliteit
Gebruik deze toets om de kwaliteit voor het kopiëren tijdelijk te wijzigen.
Vergroot/Verklein
Hiermee kunt u kopieën vergroten of verkleinen, afhankelijk van het door u geselecteerde percentage.
Papiersoort (alleen MFC-5440CN) Hiermee selecteert u welk type
papier u wilt gebruiken voor de volgende kopie.
Bak keuze (alleen MFC-5840CN) Hiermee selecteert u welke lade u
wilt gebruiken voor de volgende kopie.
Kiestoetsen
3
Met deze toetsen kunt u telefoon­en faxnummers kiezen. Ze kunnen ook als toetsenbord worden gebruikt om informatie in de MFC in te voeren.
Met de toets # kunt u tijdens een oproep de kiesmodus tijdelijk veranderen van Puls naar Toon.
Modus-toetsen:
4
Fax
Voor het Faxen van documenten.
Scan
Voor het Scannen van documenten.
Kopie
Voor het Kopiëren van documenten.
5
Stop/Eindigen
Met een druk op deze toets wordt een bewerking gestopt of de programmeermodus afgesloten.
6
Kleur Start
Met deze toets start u het faxen of maakt u kopieën in kleur.
Hiermee kunt u ook een scanbewerking uitvoeren (kleur of zwart, afhankelijk van de scaninstelling op uw PC).
7
Mono Start
Met deze toets start u het faxen of maakt u kopieën in zwart-wit.
Hiermee kunt u ook een scanbewerking uitvoeren (kleur of zwart, afhankelijk van de scaninstelling op uw PC).
INLEIDING 1 - 3
Spaarstand
8
U kunt de MFC in de energiebesparende stand zetten.
Navigatietoetsen:
9
Menu/Set
Dezelfde toets wordt voor het bedienen van het Menu en de Instellingen gebruikt.
Met deze toets krijgt u toegang tot de Menu's en de programmeermodus, en kunt u instellingen opslaan in de MFC.
Met deze toetsen kunt u het volume van de eenweg luidspreker of het belvolume in de faxmodus aanpassen.
Zoeken/Snelkiezen
Met deze toets kunt u nummers opzoeken die in het kiesgeheugen zijn opgeslagen. Hiermee kunt u tevens opgeslagen nummers kiezen door te drukken op # en vervolgens met de kiestoetsen een tweecijferig nummer in te voeren.
Druk op deze toets om achteruit door een menuselectie te bladeren.
of Druk op deze toets om door de menu's en opties te bladeren.
Liquid Crystal Display (LCD)
<
Op het LCD-scherm verschijnen boodschappen die u helpen bij het instellen en gebruiken van uw MFC.
Afdruktoetsen:
A
Opdracht annuleren (alleen MFC-5440CN)
Annuleert de huidige afdruktaak en verwijdert de gegevens uit het printergeheugen.
Rapport (alleen MFC-5440CN) Hiermee kunt u lijsten met
informatie over uw MFC afdrukken.
Inkt
Met deze toets kunt u de printkop reinigen, en de afdrukkwaliteit en de hoeveelheid toner controleren.
Fototoetsen:
B
(alleen MFC-5840CN)
PhotoCapture
Hiermee krijgt u toegang tot de stand PhotoCapture Center
Print Index
Hiermee kunt u snel en gemakkelijk de index met miniatuurbeelden vanaf uw mediakaart afdrukken.
.
1 - 4 INLEIDING

De MFC in de Energiebesparende stand zetten

Wanneer de MFC inactief is, kunt u hem in de Energiebesparende stand zetten door op de toets voor de Energiebesparende stand te drukken. In de Energiebesparende stand ontvangt de MFC gewoon telefoonoproepen. Voor verdere informatie over het ontvangen van faxen in de energiebesparende stand, raadpleegt u de tabel op pagina 1-6. De uitgestelde, geprogrammeerde faxberichten worden nu verzonden. Als u zich niet bij uw MFC bevindt, kunt u uw faxen ook met de Afstandsbediening opvragen. Voor andere bewerkingen moet de MFC weer worden geactiveerd.
De MFC in de Energiebesparende stand zetten
Houd de toets totdat op het LCD-scherm wordt weergegeven:
Het lampje van het LCD-scherm gaat uit.
De MFC uit de Energiebesparende stand halen
Houd de toets totdat op het LCD-scherm wordt weergegeven.
Op het LCD-scherm worden de datum en de tijd weergegeven (Faxmodus).
Spaarstand
Spaarstand
ingedrukt,
ingedrukt,
Afsluiten
Wachten a.u.b.
De machine zal de printkop, zelfs als u de MFC op Uit hebt gezet, toch regelmatig reinigen om de afdrukkwaliteit te handhaven.
Als u de stekker uit het stopcontact hebt gehaald, is de MFC volledig uitgeschakeld.
U kunt de MFC uitzetten door de toets passen, zoals u op de volgende pagina ziet. In deze UIT-stand, zijn geen bewerkingen met de MFC mogelijk (Raadpleeg
Energiebesparende Stand
De externe telefoon of ANTW.APP. is altijd beschikbaar.
op pagina 1-6).
Spaarstand
INLEIDING 1 - 5
aan te

Energiebesparende Stand

De standaardstand is
Faxontv:Aan
, zodat uw machine faxen of oproepen kan ontvangen, zelfs als de machine in de Energiebesparende stand staat. Wanneer u wilt dat uw machine geen faxberichten of oproepen ontvangt, moet u deze instelling op
Faxontv:Uit
zetten (Raadpleeg
Energiebesparende stand zetten
1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ om
Menu/Set, 1, 6
Faxontv:Uit
De MFC in de
op pagina 1-5).
.
(of
Faxontv:Aan
) te
selecteren.
3
Druk op
4
Druk op
On/Off-instellingen Ontvangstmodus
Faxontv:Aan
(standaard)
Menu/Set
.
Stop/Eindigen
Alleen Fax
Telefoon/Beantw.
.
Beschikbare Bewerkingen
Faxen Ontvangen, Faxen Waarnemen, Uitgestelde Fax, Optie Afstandbediening, Opvragen op Afstand:
U kunt geen fax ontvangen met Mono Start of Kleur Start.
De opties Uitgestelde fax en Afstandsbediening moeten zijn ingesteld, voordat u de MFC
uitzet.
Uitgestelde Fax, Faxen Waarnemen:
*
U kunt geen fax ontvangen met Mono Start of Kleur Start.
*U kunt niet automatisch een fax ontvangen, ook al heeft u de ontvangstmodus ingesteld op
Fax/Telefoon
Uitgestelde Fax moet zijn ingesteld voordat u de MFC uitzet.
de MFC.
.
Faxontv:Uit
Handmatig
Fax/Telefoon
Er zijn geen bewerkingen mogelijk met
1 - 6 INLEIDING

Documenten laden

U kunt een fax verzenden, kopiëren en scannen vanuit de ADF (automatische documentinvoer) of vanaf de glasplaat.

De automatische documentinvoer (ADF) gebruiken

De ADF heeft een capaciteit van maximaal 35 vellen en voert het papier vel voor vel in. Gebruik standaardpapier (80 g/m de stapel altijd door alvorens het papier in de ADF te plaatsen.
2
) en blader
Aanbevolen omgeving
Temperatuur: 20 °C – 30 °C Vochtigheid: 50 % - 70 % Papier: 80 g/m
GEBRUIK GEEN omgekruld, verkreukeld, gevouwen, gescheurd of geniet papier, en ook geen papier met paperclips, lijm of plakband.
Gebruik GEEN karton, krantenpapier of stof (raadpleeg De
glasplaat gebruiken
scannen van dergelijke documenten).
Zorg dat in inkt geschreven documenten helemaal droog zijn.
Documenten die u faxt, moeten tussen 14,8 en 21,6 cm breed en 14,8 tot 35,6 cm lang.
2
A4
op pagina 1-9 voor het faxen, kopiëren of
INLEIDING 1 - 7
1
Vouw de steun van de ADF uit.
2
Blader de pagina’s en schuif ze onderling in lengterichting verschoven in de lade. Leg uw documenten met de bedrukte kant naar boven en de bovenrand eerst in de ADF tot u voelt dat ze de invoerrol raken.
3
Stel de papiergeleiders in op de breedte van uw documenten.
4
Vouw de ADF steunklep uit.
ADF Documentsteunklep
Trek NIET aan het document wanneer het doorschuift.
Als u de ADF wilt gebruiken, moet de glasplaat leeg zijn.
1 - 8 INLEIDING

De glasplaat gebruiken

U kunt de glasplaat gebruiken om pagina’s van een boek te faxen, of om een document pagina voor pagina te faxen. Document max.
A4
-formaat (21,6 tot 29,7 cm) groot zijn.
Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de ADF leeg zijn.
1
Til het documentdeksel op.
Leg documenten met de
bedrukte zijde naar
beneden op de
glasplaat
2
Gebruik de documentgeleiders aan de linkerkant om het document in het midden van de glasplaat te leggen, met de bedrukte zijde naar beneden.
3
Sluit het documentdeksel.
en
mogen
Als u een boek of een lijvig document wilt scannen, laat het deksel dan niet dichtvallen en druk er niet op.
INLEIDING 1 - 9

Over papier

De afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed door het soort papier dat u in de MFC gebruikt.
Om de beste afdrukkwaliteit te krijgen voor de instellingen die u hebt gekozen, moet u de Papiersoort altijd instellen op het type papier dat u plaatst.
U kunt normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend papier, transparanten en enveloppen gebruiken.
Wij raden u aan om verschillende soorten papier te testen alvorens een grote hoeveelheid aan te schaffen.
Voor de beste resultaten dient u uitsluitend het aanbevolen papier te gebruiken.
Wanneer u print op inkjetpapier (gecoat papier), transparanten en glanzend papier, moet in het tabblad 'Normaal' van de printerdriver of in de instelling Papiersoort in het menu menu
Menu/Set, 1, 2
(
Wanneer u op glanzend Brother-papier afdrukt, plaats eerst het instructieblad dat met het glanzend papier wordt geleverd in de papierlade, en plaats dan het glanzend papier op het instructieblad.
Als u transparanten of glanzend papier gebruikt, dient u elk vel onmiddellijk te verwijderen; dit om te voorkomen dat de vellen aan elkaar plakken of verstopt raken.
Raak het afgedrukte oppervlak van het papier niet aan vlak na het afdrukken; de inkt kan nog nat zijn en op uw vingers vlekken.
) altijd de juiste media zijn geselecteerd.

Aanbevolen Papiersoorten

Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen raden wij u aan Brother-papier te gebruiken (zie onderstaande tabel).
Als er in uw land geen Brother-papier beschikbaar is, raden wij u aan verschillende soorten papier te testen voor u grote hoeveelheden papier koopt.
Wij adviseren “3M Transparency Film” te gebruiken wanneer u op transparanten afdrukt.
Brother-Papier
Papiersoort Item
A4 Normaal BP60PA A4 Glanzend BP60GLA A4 Inkjet (Mat) BP60MA
1 - 10 INLEIDING

Omgaan met speciaal papier

Bewaar papier in de originele verpakking en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar het papier plat en verwijderd van vocht, direct zonlicht en warmte.
De gecoate zijde van glanzend papier glimt. Zorg dat u de glimmende (gecoate) zijde niet aanraakt. Plaats glanzend papier met de glimmende zijde naar beneden toe.
Voorkom dat u de voor- of achterkant van transparanten aanraakt, daar deze gemakkelijk water en transpiratie absorberen, wat afbreuk doet aan de afdrukkwaliteit. Transparanten die voor laserprinters en -kopieerapparaten ontworpen zijn, kunnen het volgende document bevlekken. Gebruik alleen transparanten die worden aanbevolen voor inkjetprinters.
Het gebruik van het volgende papier dient te worden vermeden:
enveloppen en papier die beschadigd, gekruld of gekreukt zijn of een onregelmatige vorm hebben
2 mm of langer
2 mm of langer
hoogglanzende of uit een speciale structuur bestaande enveloppen en papier
reeds door een printer bedrukte enveloppen en papier
enveloppen en papier die niet netjes kunnen worden gestapeld
enveloppen en papier vervaardigd uit kortlopend papier
INLEIDING 1 - 11
Printer
(alleen MFC-5840CN)
Fax Kopiëren PhotoCapture
Type en formaat papier voor elke functie
Papiersoort Papierformaat Gebruik
Losse Vellen Letter 216 x 279 mm (8 1/2" x 11") Ja* Ja* Ja* Ja*
1 - 12 INLEIDING
A4 210 x 297 mm (8,3" x 11,7") Ja* Ja* Ja* Ja*
Legal 216 x 356 mm (8 1/2" x 14") Ja* Ja* - Ja*
Executive 184 x 267 mm (7 1/4" x 10 1/2") ---Ja*
JIS B5 182 x 257 mm (7,2" x 10,1") ---Ja*
A5 148 x 210 mm (5,8" x 8,3") - Ja - Ja
Foto L89 x 127 mm (3 1/2" x 5")---Ja
A6 105 x 148 mm (4,1" x 5,8") ---Ja
Kaarten Foto 102 x 152 mm (4" x 6") - Ja Ja Ja
Foto 2L 127 x 178 mm (5" x 7") - - Ja Ja
Indexkaart 127 x 203 mm (5" x 8") ---Ja
Briefkaart 1 100 x 148 mm (3,9" x 5,8") ---Ja
Briefkaart 2 (Dubbel) 148 x 200 mm (5,8" x 7,9") ---Ja
DL-Envelop 110 x 220 mm (4,3" x 8,7") ---Ja
COM-10 105 x 241 mm (4 1/8" x 9 1/2") ---Ja
Monarch98 x 191 mm (3 7/8" x 7 1/2")---Ja
JE4-Envelop 105 x 235 mm (4,1" x 9,3") ---Ja
Enveloppen C5-Envelop 162 x 229 mm (6,4" x 9") ---Ja
Transparanten Letter 216 x 279 mm (8 1/2" x 11") - Ja - Ja
A4 210 x 297 mm (8,3" x 11,7") - Ja - Ja
* Lade#2 is ook beschikbaar. (alleen MFC-5840CN)
Gewicht, dikte en capaciteit papier
Papiersoort Gewicht Dikte Aantal vellen
Losse Vellen Normaal
Kaarten Fotokaart max. 240 g/m
Enveloppen 75 tot 95 g/m
Transparanten - - 10
Papier
Inkjetpapier 64 tot 200 g/m
Glanzend Papier
Indexkaart max. 120 g/m
Briefkaart max. 200 g/m
64 tot 120 g/m (7,7 tot 14,5 kg)
(7,7 tot 24 kg)
max. 220 g/m (max. 26,3 kg)
(max. 29 kg)
(max. 14,5 kg)
(max. 24 kg)
(9 tot 11,3 kg)
2
0,08 tot 0,15 mm (0.003" tot 0,006")
2
0,08 tot 0,25 mm (0.003" tot 0,01")
2
2
2
2
2
max. 0,25 mm (max. 0,01")
max. 0,28 mm (max. 0,01")
max. 0,15 mm (max. 0,006")
max. 0,23 mm (max. 0,01")
max. 0,52 mm (max. 0,02")
1*2
100*
250*3 (Lade#2) (alleen MFC-5840CN)
20
20
20
30
30
10
*1 max. 50 vellen voor papier van formaat Legal (80 g/m2).
2
max. 100 vel van 80 g/m2.
*
3
max. 250 vel van 80 g/m2.
*
Papiercapaciteit in de uitvoerpapierlade
Uitvoerpapierlade max. 50 vel van 80 g/m2 (A4)
Om vlekken te voorkomen moeten transparanten of glanzend papier vel voor vel uit de uitvoerpapierlade worden genomen.
Legal-papier kan niet in de uitvoerpapierlade worden geplaatst.
INLEIDING 1 - 13
Bedrukbaar gedeelte
Hoe groot het bedrukbaar gedeelte is, is afhankelijk van de instellingen binnen de door u gebruikte toepassing. De onderstaande afbeeldingen tonen de niet-bedrukbare gedeelten op losse vellen papier en enveloppen.
EnveloppenLosse Vellen
34
1
2
niet-bedrukbaar gedeelte
1Bovenkant 2
Losse Vellen 3 mm
(0 mm)*
Enveloppen 12 mm 24 mm 3 mm 3 mm
1
Onderkant
3 mm (0 mm)*
1
34
1
3Links 4Rechts
3 mm (0 mm)*
1
2
3 mm (0 mm)*
*1 Wanneer u de optie Zonder Marges op Aan zet.
Het bedrukbare gedeelte is afhankelijk van de instellingen van de Printerdriver.
De hierboven genoemde cijfers zijn een benadering en het bedrukbare gedeelte kan variëren, afhankelijk van het soort losse vellen dat u gebruikt.
(alleen MFC-5840CN) U kunt de optie Zonder Marges alleen met Lade#1 gebruiken.
1
1 - 14 INLEIDING

Papier, enveloppen en briefkaarten laden

Voor Lade#2, raadpleeg Papier in de papierlade#2 plaatsen (alleen MFC-5840CN) op pagina 1-17.
(Alleen voor de MFC-5840CN) Bij gebruik van de papierlade eenmaal het deksel van de scanner en sluit u het weer, om de papierlade gebruiksklaar te zetten.
Papier of ander materiaal plaatsen
1
Trek de papierlade volledig uit de MFC en verwijder de uitvoerpapierlade.
2
Houd de papiergeleider ingedrukt en stel deze af op de breedte van het papier.
Auto Select
, opent u na het bijvullen van
Papiergeleider
3
Trek de papiersteun er uit en vouw de papiersteunklep uit.
Papiersteun
Papiersteunklep
Gebruik de papiersteunklep voor Letter, Legal en A4.
INLEIDING 1 - 15
4
Blader de stapel papier goed door om te voorkomen dat papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd.
5
Steek het papier voorzichtig in de papierlade met de afdrukzijde omlaag en de bovenste rand (bovenkant van het papier) eerst.
Controleer of het papier vlak in de lade ligt en of het papier niet boven het aangegeven maximum komt.
Maximum Papierhoogte
Zorg dat de papiergeleiders aan de zijkant de randen van het papier aanraken
Zorg ervoor dat u het papier niet te ver erin duwt; het kan aan de achterkant van de lade omhoog gaan staan en problemen veroorzaken bij de invoer.
6
Plaats de uitvoerpapierlade weer terug en schuif de papierlade stevig terug in de MFC.
1 - 16 INLEIDING
Papier in de papierlade#2 plaatsen (alleen MFC-5840CN)
U kunt alleen de papierformaten Letter, Legal, A4, Executive of B5 voor normaal papier in Lade#2 gebruiken.
1
Trek de papierlade helemaal uit de MFC.
2
Houd de papiergeleider ingedrukt en stel deze af op de breedte en lengte van het papier.
Papiergeleider
Papiergeleider Lengte
INLEIDING 1 - 17
Voor het formaat Legal drukt u op de universele ontgrendeling en trekt u aan de achterkant van de papierlade.
Universele Ontgrendeling
3
Blader de stapel papier goed door om te voorkomen dat papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd.
1 - 18 INLEIDING
4
Steek het papier voorzichtig in de papierlade met de afdrukzijde omlaag en de bovenste rand (bovenkant van het papier) eerst.
Controleer of het papier vlak in de lade ligt en of het papier niet boven het aangegeven maximum komt.
Maximum Papierhoogte
Zorg dat de papiergeleiders voor breedte en lengte de randen van het papier aanraken.
5
Plaats de papierlade stevig terug in de MFC.
INLEIDING 1 - 19
Enveloppen plaatsen
Gebruik enveloppen van 75-95 g/m2.
Voor sommige enveloppen is het nodig de marge in te stellen in de toepassing. Zorg ervoor dat u eerst een testafdruk maakt.
Om te voorkomen dat het invoermechanisme wordt beschadigd, dient het gebruik van onderstaande soorten enveloppen te worden vermeden.
HET GEBRUIK VAN DE VOLGENDE ENVELOPPEN DIENT TE WORDEN VERMEDEN:
zakachtige enveloppen
enveloppen met reliëf (met verhoogd opschrift)
enveloppen met sluithaken
enveloppen die geen scherpe vouw hebben
enveloppen die aan de binnenkant zijn voorbedrukt
Lijm
Omslag met ronde hoeken
Dubbele omslag
Driehoekige omslag
Enveloppen laden
1
Druk de hoeken en zijkanten van de enveloppen zo plat mogelijk alvorens deze te plaatsen.
Als er verscheidene enveloppen tegelijk naar binnen worden getrokken, plaats dan één envelop per keer in de papierlade.
1 - 20 INLEIDING
2
Leg de enveloppen in de papierlade met de adreszijde naar beneden en de invoerkant (bovenkant van de enveloppen) eerst. Verschuif de papiergeleider zodanig dat de envelopbreedte erin past.
Als u problemen hebt bij het afdrukken op enveloppen, volg dan de volgende suggesties op:
1
Open de omslag van de envelop.
2
Zorg ervoor dat de open omslag zich aan de zijkant of aan de achterkant van de envelop bevindt tijdens het afdrukken.
3
Stel de maat en marge bij in uw toepassing.
Briefkaarten laden
1
Til de papieraanslag op en plaats de briefkaarten in de papierlade. Verschuif de papiergeleider zodanig dat de briefkaartbreedte erin past.
INLEIDING 1 - 21

Over faxmachines

Faxtonen en aansluitbevestiging

Wanneer iemand u een fax stuurt, zendt de MFC faxtonen naar uw MFC (de zogenaamde CNG-tonen). Dit zijn zachte, onderbroken geluidssignalen met een tussenpauze van 4 seconden. U hoort deze tonen als u na het kiezen op houden tot ongeveer 60 seconden na het kiezen aan. Tijdens deze 60 seconden moet de verzendende machine de aansluitbevestiging of aansluiting met het ontvangende apparaat beginnen.
Telkens wanneer u automatisch een fax verzendt, worden er via de telefoonlijn faxtonen uitgezonden. U zult deze zachte geluidssignalen snel genoeg horen elke keer als u de telefoon op uw faxlijn beantwoordt, zodat u weet wanneer er een faxbericht binnenkomt.
De ontvangende faxmachine antwoordt met faxontvangsttonen: een luid tjirpend geluid. Een ontvangende faxmachine laat dit tjirpende geluid ongeveer 40 seconden lang horen, en op het LCD-scherm wordt de melding
Als de MFC in de stand Alleen Fax staat, wordt elk telefoontje automatisch met de faxontvangsttonen beantwoord. Zelfs als de andere partij ophangt, blijft uw MFC gedurende ongeveer 40 seconden faxontvangsttonen uitzenden en blijft de melding
Ontvangst
het ontvangen te onderbreken. De aansluitbevestiging vindt plaats op het moment dat de faxtonen
van de verzendmachine en de ontvangsttonen van de ontvangende machine elkaar overlappen. Dit moet ten minste 2 tot 4 seconden duren, zodat beide machines kunnen bepalen op welke wijze de fax wordt verzonden en ontvangen. De aansluitbevestiging kan pas beginnen wanneer de oproep is beantwoord. De faxtonen blijven slechts circa 60 seconden actief nadat het nummer is gekozen. Het is dus belangrijk dat de ontvangende machine deze oproep zo snel mogelijk beantwoordt.
Ontvangst
op het LCD-scherm staan. Druk op
Mono Start
weergegeven.
Kleur Start
of
Stop/Eindigen
drukt. Ze
om
Als er op uw faxlijn een extern Antwoordapparaat (ANTW.APP.) is aangesloten, bepaalt uw ANTW.APP. na hoeveel keer overgaan de oproep wordt beantwoord.
1 - 22 INLEIDING

ECM (Modus Foutencorrectie)

In deze modus controleert de MFC de faxtransmissie om te zien of deze zonder storingen verloopt. Wanneer de MFC tijdens de faxtransmissie fouten ontdekt, worden de pagina's die een fout hebben gegeven opnieuw verzonden. ECM-transmissies zijn uitsluitend mogelijk als beide faxmachines over deze functie beschikken. In dat geval worden faxberichten tijdens het verzenden en ontvangen continu gecontroleerd door de MFC.
Deze functie werkt alleen als uw MFC voldoende geheugen heeft.
INLEIDING 1 - 23
2

Aan de slag

Eerste Instellingen

De Datum en Tijd instellen

Als de MFC niet in gebruik is, wordt de datum en tijd weergegeven. Als u het Stations-ID instelt, wordt de datum en tijd die door uw MFC wordt weergegeven op elke verzonden fax afgedrukt. Als de stroom uitvalt, moet u de datum en tijd waarschijnlijk opnieuw instellen. Alle andere instellingen blijven bewaard.
1
Druk op
2
Toets de laatste twee cijfers van het jaartal in.
Druk op
3
Toets twee cijfers in voor de maand. Druk op (voer bijvoorbeeld 09 in voor september of 10 voor oktober)
4
Toets twee cijfers in voor de dag. Druk op
5
Toets de tijd in 24-Uursformaat in. Druk op
6
Druk op Op het LCD-scherm wordt de datum en de tijd weergegeven
wanneer de MFC in de Faxmodus staat.
Menu/Set, 0, 2
Menu/Set
Menu/Set
Menu/Set
Menu/Set Stop/Eindigen
.
.
. (voer bijvoorbeeld 06 in voor de 6e)
. (toets bijvoorbeeld 15:25 in voor 3:25 PM)
.
.
Stand.instel.
2.Datum/Tijd

Kiesmodus Toon of Puls instellen

1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ om Druk op
3
Druk op
Menu/Set, 0, 4
Puls
Menu/Set Stop/Eindigen
.
.
(of
.
Toon
) te selecteren.
2 - 1 AAN DE SLAG

De Stations-ID instellen

U zou uw naam of de naam van uw bedrijf en het faxnummer moeten opslaan, zodat deze worden afgedrukt op alle faxpagina's die u verzendt.
Het is belangrijk dat u het faxnummer in internationaal standaardformaat invoert, dus precies in de onderstaande volgorde:
Het “+” (plus) teken (druk op toets)
Uw Landnummer (b.v. “31” voor Nederland of “32” voor België)
Uw netnummer zonder de eerste “0” (“9” in Spanje).
Een spatie
Uw abonneenummer, eventueel met spaties voor de duidelijkheid.
Als uw faxmachine bijvoorbeeld in België is geïnstalleerd, en dezelfde lijn wordt gebruikt voor zowel faxen als telefoongesprekken en uw nationale telefoonnummer 02 444 555 is, dan moet de Stations-ID voor uw fax- en telefoonnummer als volgt instellen: +44 161 444 5555.
1
Druk op
2
Voer uw faxnummer in (max. 20 cijfers).
Druk op U kunt geen koppelteken in het faxnummer invoeren. Om een
spatie in te voegen, één keer drukken op tussen de nummers.
3
Toets met de kiestoetsen uw naam in (max. 20 tekens) (Raadpleeg
Druk op
4
Druk op Als de Stations-ID reeds geprogrammeerd is, wordt u gevraagd
om op af te sluiten zonder deze te wijzigen.
Menu/Set, 0, 3
Menu/Set
Tekst invoeren
Menu/Set Stop/Eindigen
1
te drukken om deze te wijzigen, of op 2 te drukken om
.
.
op pagina B-12).
.
.
Stand.instel.
3.Stations-ID
AAN DE SLAG 2 - 2

Het Type Telefoonlijn instellen

Als u de MFC aansluit op een lijn met PABX (PBX), ADSL of ISDN voor het versturen en ontvangen van faxen, moet u ook het Type Telefoonlijn wijzigen aan de hand van de volgende stappen.
1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ om Druk op
3
Druk op
Menu/Set, 0, 5
PBX, ADSL, ISDN
Menu/Set
.
Stop/Eindigen
.
Normaal
(of
.
) te selecteren.
PABX en DOORVERBINDEN
De MFC is in eerste instantie ingesteld om te worden aangesloten op een Openbaar Telefoonnetwerk (PSTN). De meeste kantoren gebruiken echter een centraal telefoonsysteem oftewel een Private Automatic Branch Exchange (PABX). Uw MFC kan op de meeste PABX-telefoonsystemen worden aangesloten. De oproepfunctie van de MFC ondersteunt alleen TBR (Timed Break Recall). TBR werkt met de meeste PABX-systemen, zodat u toegang krijgt tot een buitenlijn of gesprekken naar een andere lijn kunt doorverbinden. U activeert deze functie door te drukken op de toets
U kunt een druk op de toets als onderdeel van een nummer dat is opgeslagen als een Snelkiesnummer. Hiertoe drukt u tijdens het programmeren van het Snelkiesnummer (
Telefoon/Intern
toetst u het telefoonnummer in. Als u dit doet, hoeft u niet meer
Telefoon/Intern
op met een Snelkiesnummer (Raadpleeg
snel te kiezen
(op het scherm verschijnt "!"), vervolgens
te drukken voordat u een nummer kiest
op pagina 5-1).
Telegfoon/Intern
Menu/Set 2-3-1
Telefoon/Intern
programmeren
) eerst op
Nummers opslaan om
.
2 - 3 AAN DE SLAG

Standaardinstellingen

De Mode Timer instellen

De MFC heeft op het bedieningspaneel drie tijdelijke toetsen: Faxen, Scannen en Kopiëren. De toets PhotoCapture (alleen MFC-5840CN) is ook een tijdelijke toets. U kunt het aantal minuten of seconden wijzigen waarna de MFC na de laatste Scan-, Kopie- of PhotoCapture-bewerking terugkeert naar de Faxmodus. Wanneer u
Uit
selecteert, blijft de MFC in de laatst gebruikte modus.
(alleen MFC-5840CN)
1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ om
0 Sec., 30 Sec., 1 Min, 2 Min. 5 Min.
Druk op
3
Druk op
Menu/Set, 1, 1
Uit
of
te selecteren.
Menu/Set
.
Stop/Eindigen
.
,
.
Standaardinst.
1.Tijdklokstand

Het Type Papier instellen

Voor de beste afdrukkwaliteit moet u de MFC op de papiersoort die u gebruikt instellen.
1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ om
Inkjet, Glossy Transparanten
Druk op
3
Druk op
Menu/Set, 1, 2
Normaal
of
te selecteren.
Menu/Set
.
Stop/Eindigen
.
,
.
Standaardinst.
2.Papiersoort
AAN DE SLAG 2 - 4
Het papier wordt met de bedrukte zijde naar boven op de uitvoerlade aan de voorkant van de MFC uitgeworpen. Als u transparanten of glanzend papier gebruikt, dient u elk vel onmiddellijk te verwijderen; dit om te voorkomen dat de vellen aan elkaar plakken of verstopt raken.
(alleen MFC-5840CN) U kunt in Lade#2 alleen normaal papier gebruiken.

Het Papierformaat instellen

U kunt vijf papierformaten voor het printen van uw kopieën gebruiken: Letter, Legal, A4, A5 en 10 x 15 cm en drie formaten voor het printen van faxen: Letter, Legal en A4. Wanneer u het papierformaat verandert in de MFC, moet u ook de instelling voor het Papierformaat veranderen, zodat uw MFC machine een binnenkomende fax op het blad kan instellen.
1
Druk op
2
(alleen MFC-5840CN) Druk op
Onderlade
Druk op
3
Druk op ▲ of ▼ om selecteren.
Druk op
4
Druk op (alleen MFC-5840CN)
U kunt in Lade#2 alleen normaal papier van het formaat Letter, Legal of A4 gebruiken.
Menu/Set, 1, 3
of ▼ om
te selecteren.
Menu/Set
Menu/Set
Bovenlade
.
Letter, Legal, A4, A5
.
Stop/Eindigen
.
of
.
Standaardinst.
3.Papierformaat
10x15cm
of
te
2 - 5 AAN DE SLAG

Het Belvolume instellen

U kunt de beltoon machine overgaat.
1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ om
Hoog
of
Druk op
3
Druk op —OF— U kunt het belvolume afstellen wanneer de MFC inactief is (niet
wordt gebruikt). In de Faxmodus , drukt u op of om het volume aan te passen. Telkens wanneer u op deze toetsen drukt, gaat de MFC even over, zodat u hoort hoe luid het belvolume met de huidige instelling is. Op het LCD-scherm wordt de door u geselecteerde instelling getoond. Telkens wanneer u op één van deze toetsen drukt, wordt het volume gewijzigd. De nieuwe instelling blijft van kracht totdat u deze wijzigt.
Uit
zetten of selecteren hoe luid de bel van de
Menu/Set, 1, 4, 1
Laag, Half
Uit
te selecteren.
Menu/Set Stop/Eindigen
.
.
.
,
Volume
1.Belvolume

Het Volume van de Waarschuwingstoon instellen

U kunt het volume van de waarschuwingstoon wijzigen. De standaard (fabrieks)instelling is waarschuwingstoon aanstaat zal de MFC een geluidssignaal geven wanneer u een toets indrukt, een vergissing maakt of een fax hebt verzonden of ontvangen.
Laag
. Wanneer de
1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ om uw optie te
selecteren.
Laag, Half, Hoog
(
Druk op
3
Druk op
Menu/Set, 1, 4, 2
of
Menu/Set
.
Stop/Eindigen
Uit
.
)
.
Volume
2.Waarsch.toon
AAN DE SLAG 2 - 6

Het Volume van de Luidspreker instellen

U kunt het volume van de luidspreker aanpassen.
1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ om
Hoog
Druk op
3
Druk op
Menu/Set, 1, 4, 3
Laag, Half
Uit
of
te selecteren.
Menu/Set Stop/Eindigen
.
,
.
.
Volume
3.Luidspreker

Automatisch Zomer-/Wintertijd inschakelen

U kunt de MFC zo instellen dat de Zomertijd automatisch wordt ingeschakeld. De machine zal automatisch in de Lente een uur vooruit worden gezet en een uur terug in de Herfst. Wees er zeker van dat u de juiste datum en tijd hebt ingevoerd in de instelling
Datum/Tijd
1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ om Druk op
3
Druk op
.
Menu/Set, 1, 5
Aan
(of
Menu/Set
.
Stop/Eindigen
.
Uit
) te selecteren.
.
2 - 7 AAN DE SLAG

Het Contrast van het LCD-scherm instellen

U kunt het contrast van het LCD-scherm aanpassen, zodat de weergave duidelijker wordt. Als u het LCD-scherm niet goed kunt lezen vanuit uw positie, kunt u proberen de contrastinstelling te wijzigen voor een betere weergave.
1
Druk op
2
Druk op
te selecteren.
Druk op
3
Druk op
Menu/Set, 1, 7
▲ of ▼
Menu/Set
om
Licht
.
Stop/Eindigen
.
Donker
of
.
Standaardinst.
7.LCD Contrast

De Lade voor Kopieermodus instellen (alleen MFC-5840CN)

U kunt de standaardlade voor het kopiëren veranderen.
1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ om
Alleen lade 2
te selecteren.
Druk op
3
Druk op
Menu/Set, 1, 8
Alleen lade 1
, of
Menu/Set Stop/Eindigen
Als beide laden van uw MFCzijn ingesteld op hetzelfde formaat en dezelfde papiersoort, kunt u met eerst papier uit Lade#1 nemen en daarna uit Lade#2, als het papier in Lade#1 op is.
U kunt alleen de papierformaten Letter, Legal of A4 voor normaal papier in Lade#2 gebruiken.
.
Auto Select
.
.
Standaardinst.
8.Kopie:lade
,
Auto Select
AAN DE SLAG 2 - 8

De Lade voor Faxmodus instellen (alleen MFC-5840CN)

U kunt de standaardlade voor het afdrukken van ontvangen faxen veranderen.
1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ om
Alleen lade 2
te selecteren. Druk op
3
Druk op
Menu/Set, 1, 9
Menu/Set Stop/Eindigen
Met behulp van papier uit Lade#1 nemen, of uit Lade#2 als:
• Het papier in Lade#1 op is.
• Lade#2 is ingesteld op een ander papierformaat, dat meer geschikt is voor het ontvangen van faxen.
• Beide laden hetzelfde papierformaat gebruiken en Lade#1 niet is ingesteld op het gebruik van normaal papier.
U kunt alleen de papierformaten Letter, Legal of A4 voor normaal papier in Lade#2 gebruiken.
.
Alleen lade 1
Auto Select
, of
.
.
Auto Select
Standaardinst.
9.Fax:lade
,
op uw MFC kunt u eerst
2 - 9 AAN DE SLAG
3

Het Verzenden instellen

De Faxmodus instellen

Voordat u faxen gaat verzenden moet u nagaan of (
groen oplicht. Wanneer dit niet zo is, drukt u op ( Faxmodus in te stellen. De standaardinstelling is Fax.
Fax

Nummers kiezen

U kunt op alle volgende manieren nummers kiezen.

Handmatig verzenden

Toets alle nummers van het telefoon- of faxnummer in.
Fax
)
) om de
HET VERZENDEN INSTELLEN 3 - 1

Snelkiezen

Druk op Snelkiesnummer van twee cijfers in (Raadpleeg
opslaan
Zoeken/Snelkiezen, #
op pagina 5-1).
Wanneer het LCD-scherm wanneer u het Snelkiesnummer invoert, is er geen nummer opgeslagen onder dit nummer.
, en toets vervolgens het
Snelkiesnummers
tweecijferig nummer
Niet toegewezen
weergeeft

Zoeken

U kunt zoeken naar de namen die in het geheugen voor Snelkiesnummers zijn opgeslagen. Druk op en de navigatietoetsen om te zoeken (Raadpleeg opslaan op pagina 5-1).
Op nummer zoeken
Zoeken/Snelkiezen
Snelkiesnummers
of
Alfabetisch zoeken*
* Om alfabetisch te zoeken, kunt u het numerieke toetsenbord gebruiken om de eerste letter in te voeren van de naam die u zoekt.

Faxnummer opnieuw kiezen

Als u handmatig een fax verzendt en het nummer in gesprek is, kunt
Herkies/Pauze
u op
Kleur Start
gekozen nummer opnieuw wilt bellen, kunt u tijd besparen door op
om het nummer nogmaals te kiezen. Als u het laatst
Herkies/Pauze Herkies/Pauze
bedieningspaneel kiest.
Als u een fax automatisch
is, zal de MFC het nummer drie keer met intervallen van vijf minuten automatisch opnieuw proberen.
3 - 2 HET VERZENDEN INSTELLEN
drukken en vervolgens op
Mono Start
en werkt alleen wanneer u vanaf het
wilt verzenden en het nummer in gesprek
Kleur Start
of
Mono Start
te drukken.
of

Faxen versturen (Zwart-Wit en Kleur)

Een fax in kleur verzenden

Uw MFC kan een fax in kleur verzenden naar machines die deze functie ondersteunen.
Faxen in kleur kunnen echter niet in het geheugen worden opgeslagen. Als u een kleurenfax verzendt, verstuurt de MFC de fax direct (zelfs wanneer
De functies Uitgestelde fax en Verzend Pollen zijn niet beschikbaar in kleur.

Faxen verzenden vanaf de ADF

Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de ADF. Druk op
Stop/Eindigen
Direct Verzend
om te annuleren.
is ingesteld op
Uit
).
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht, druk op (
2
Uw document laden.
3
Kies het faxnummer. Druk op
pagina te scannen. Als het geheugen vol is en u slechts één pagina verzendt, wordt
deze direct verzonden.
Mono Start
Kleur Start
of
. De MFC begint de eerste
Fax
).
HET VERZENDEN INSTELLEN 3 - 3

Faxen via de glasplaat

U kunt de glasplaat gebruiken om pagina’s van een boek te faxen, of om een document pagina voor pagina te faxen. U kunt documenten van max. A4-formaat gebruiken. Druk op faxen te annuleren.
Stop/Eindigen
om het
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht, druk op (
2
Leg uw document op de glasplaat.
3
Kies het faxnummer. Druk op
4
Als u slechts één pagina wilt verzenden, drukt u op nogmaals op
De MFC begint het document te verzenden. —OF— Wanneer u meer dan één pagina wilt verzenden, druk dan op
en ga naar Stap 5.
5
Leg de volgende pagina op de glasplaat.
Druk op De MFC begint te scannen (herhaal Stappen 4 en 5 voor elke
extra pagina).
Mono Start
Als u drukt op pagina te scannen.
Als u drukt op verzenden.
Mono Start
Kleur Start
Mono Start
Menu/Set
Kleur Start
of
2
(of
.
.
, begint de machine de eerste
, begint de machine met
Volgende Pagina?
1.Ja 2.Nee(kies)
).
Set Volgende Pag Druk dan op Set
Fax
).
1
Als het geheugen vol is en u slechts één pagina verzendt, wordt deze direct verzonden.
Bij kleurenfaxen kunt u niet meer dan één pagina per keer verzenden.
3 - 4 HET VERZENDEN INSTELLEN

Automatisch verzenden

Dit is de eenvoudigste methode om een fax te verzenden.
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht, druk op (
2
Uw document laden.
3
Toets het gewenste faxnummer in. U kunt hiervoor de kiestoetsen of de Snelkiestoetsen gebruiken, of u kunt het nummer Zoeken (Raadpleeg
4
Druk op
Mono Start
of
Nummers kiezen
Kleur Start
op pagina 3-1).
.
Fax
).

Handmatig verzenden

Als u faxen handmatig verzendt, hoort u de kiestoon, de beltonen en de faxontvangsttonen.
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht, druk op (
2
Uw document laden.
3
Neem de hoorn van het externe toestel van de haak en wacht totdat u de kiestoon hoort.
4
Kies het faxnummer dat u wilt bereiken.
5
Druk op
6
Als u de hoorn van een extern toestel hebt opgenomen, moet u de hoorn weer op de haak leggen.
Mono Start
Kleur Start
of
, als u de faxtoon hoort.
Fax
).
HET VERZENDEN INSTELLEN 3 - 5

Basishandelingen bij het verzenden

Faxen met meer instellingen verzenden

Wanneer u een fax gaat verzenden, kunt u een combinatie van deze instellingen kiezen: contrast, resolutie, internationale modus, timer voor uitgestelde faxen, pollen of directe verzendingen.
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht, druk op ( Telkens nadat een instelling is geaccepteerd, wordt u gevraagd
of u nog meer instellingen wilt invoeren:
2
Druk op 1 om verdere instellingen te selecteren. Op het LCD-scherm wordt weer het weergegeven.
OF— Druk op
naar de volgende stap.
2
Verzendmenu
als u klaar bent met het kiezen van instellingen, en ga
Volgende
1.Ja 2.Nee
Fax
).

Contrast

Als uw document erg licht of erg donker is, wilt u het contrast wellicht wijzigen.
Gebruik Gebruik
1 2 3 4
Licht
Donker
Wanneer het lampje niet groen oplicht, druk op ( Uw document laden. Druk op Druk op ▲ of ▼ om
Donker
Druk op
voor het verzenden van een licht document.
voor het verzenden van een donker document.
Menu/Set, 2, 2, 1
Auto, Licht
te selecteren.
Menu/Set
.
.
of
Verzendmenu
1.Contrast
Fax
).
3 - 6 HET VERZENDEN INSTELLEN

Faxresolutie

U kunt de toets veranderen (uitsluitend voor deze fax). Druk in de Faxmodus ,
Fax Resolutie
op selecteren, en druk vervolgens op
OF— U kunt de standaardinstelling wijzigen:
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht, druk op (
2
Uw document laden.
3
Druk op
4
Druk op ▲ of ▼ om de door u gewenste resolutie te selecteren.
Druk op
Standaard
Fijn
Superfijn
Fax Resolutie
en ▲ of ▼ om de door u gewenste instelling te
Menu/Set, 2, 2, 2
Menu/Set
.
Geschikt voor de meeste getypte documenten.
Geschikt voor documenten met een klein lettertype. De transmissiesnelheid is iets lager dan bij de Standaardresolutie.
Geschikt voor kleine lettertjes of artwork. De transmissiesnelheid is lager dan bij de Fijne resolutie.
gebruiken om de instelling tijdelijk te
Menu/Set
.
.
Verzendmenu
2.Faxresolutie
Fax
).
Foto
Gebruiken wanneer het document verschillende grijstinten heeft of een foto is. Deze instelling heeft de laagste transmissiesnelheid.
HET VERZENDEN INSTELLEN 3 - 7

Tweevoudige Werking (niet beschikbaar voor kleurenfaxen)

U kunt een nummer kiezen en de fax in het geheugen scannen, zelfs wanneer de MFC een fax uit het geheugen verstuurt of faxen ontvangt. Het LCD-scherm toont het nieuwe taaknummer en het beschikbare geheugen.
Uw MFC maakt meestal gebruik van de Tweevoudige Werking. Als u echter een kleurenfax verzendt, zal de MFC het document direct verzenden (zelfs wanneer staat).
Hoeveel pagina’s u in het geheugen kunt inlezen, is afhankelijk van de gegevens die erop zijn afgedrukt.
Als u tijdens het scannen van de eerste pagina van een fax een melding drukken om de scan te annuleren. Als u tijdens het scannen van een volgende pagina een melding kunt u op gescande pagina’s te verzenden, of op drukken om de bewerking te annuleren.
Geheugen vol
Mono Start
drukken om de tot op dat moment
ontvangt, moet u op
Direct Verzend
Stop/Eindigen
Geheugen vol
Stop/Eindigen
Uit
op
ontvangt,
3 - 8 HET VERZENDEN INSTELLEN

Direct Verzenden

Als u een fax gaat verzenden, zal de MFC de documenten eerst in het geheugen scannen. Zodra de lijn vrij is, kiest de MFC het nummer en wordt de fax verzonden.
Als het geheugen vol is, zal de MFC het document direct verzenden (zelfs als
Soms wilt u een belangrijk document onmiddellijk verzenden, zonder te wachten totdat het vanuit het geheugen wordt verzonden. U kunt
Direct Verzend
voor de volgende fax. Wanneer u meerdere pagina’s vanaf de glasplaat wilt faxen, moet
Direct Verzenden zijn ingesteld op
Direct Verzend
Aan
op
zetten voor alle documenten of uitsluitend
is ingesteld op
Uit
.
Uit
).
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht, druk op (
2
Uw document laden.
3
Druk op
4
Om de standaardinstelling te wijzigen, drukt u op (of
Druk op —OF— Als de instelling alleen voor de eerstvolgende faxtransmissie
geldt, drukt u op Druk op
5
Als de instelling alleen voor de eerstvolgende fax geldt, drukt u op
Druk op Bij Direct Verzenden werkt de functie voor opnieuw kiezen niet.
Als u een kleurenfax verzendt, verstuurt de MFC deze direct (zelfs wanneer
Menu/Set, 2, 2, 5
Uit
) te selecteren.
Menu/Set
Menu/Set
of ▼ om
Aan
Menu/Set
.
of ▼ om
.
of ▼ om
en ga naar Stap 5.
Uit
(of
.
Direct Verzend
Aan
Alleen volg.fax
) te selecteren.
Verzendmenu
5.Direct Verzend
te selecteren.
is ingesteld op
Uit
).
Fax
).
HET VERZENDEN INSTELLEN 3 - 9

De status van taken controleren

U kunt controleren welke taken er nog in het geheugen op verzending wachten (als er geen taken zijn, wordt de melding
Geen opdrachten
op het LCD-scherm weergegeven).
1
Druk op
2
Als er meer dan één taak in de wachtrij staat, drukt u op door de lijst te bladeren.
3
Druk op
Menu/Set, 2, 6
Stop/Eindigen
.
of ▼ om
.
Fax
6.Rest. jobs

Een fax wanneer actief annuleren

Als u een fax wilt annuleren terwijl de MFC aan het scannen, kiezen of verzenden is, drukt u op
Stop/Eindigen
.

Een taak in de wachtrij annuleren

U kunt een faxtaak die in het geheugen is opgeslagen en op verzending wacht annuleren.
1
Druk op Op het LCD-scherm verschijnen alle
taken die in de wachtrij staan.
2
Als er meer dan één taak in de wachtrij staat, drukt u op ▲ of ▼ om de taak die u wilt annuleren te selecteren.
Druk op —OF— Als er slechts één taak in de wachtrij staat, gaat u door naar
Stap 3.
3
Druk op 1 om de taak te annuleren. Herhaal Stap 2 als u nog een taak wilt annuleren. —OF— Druk op
4
Druk op
Menu/Set, 2, 6
Menu/Set
2
om af te sluiten zonder te annuleren.
Stop/Eindigen
.
.
.
Fax
6.Rest. jobs
3 - 10 HET VERZENDEN INSTELLEN

Geavanceerde verzendopties

Groepsverzenden (niet beschikbaar voor kleurenfaxen)

Een groepsverzending is het automatisch verzenden van één faxbericht naar meerdere faxnummers. U kunt een fax naar Groepen, Snelkiesnummers en maximaal 50 met de hand gekozen nummers tegelijkertijd sturen
Druk tussen ieder nummer op
Zoeken/Snelkiezen
kiezen (om Groepsnummers in te stellen, raadpleeg
Nummergroepen voor het Groepsverzenden instellen
5-3). Als de groepsverzending is voltooid, wordt er automatisch een
Groepsverzendrapport geprint om u de resultaten te laten weten.
om de nummers gemakkelijk te kunnen
Menu/Set
. Gebruik
op pagina
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht, druk op (
2
Uw document laden.
3
Voer het gewenste nummer in. U kunt een Snelkiesnummer of een Groepsnummer gebruiken, of u kunt het nummer Zoeken of met de hand invoeren.
(voorbeeld: Groepsnummer)
4
Wanneer het LCD-scherm het faxnummer of de naam van de tegenpartij weergeeft, drukt u op
U wordt gevraagd het volgende nummer in te toetsen.
5
Toets het volgende nummer in. (voorbeeld: Snelkiesnummer)
6
Wanneer het LCD-scherm het faxnummer of de naam van de tegenpartij weergeeft, drukt u op
7
Nadat u alle faxnummers heeft ingevoerd, naar Stap 8 gaan om de groepsverzending te starten.
8
Druk op
Mono Start
.
Menu/Set
Menu/Set
.
.
Fax
).
HET VERZENDEN INSTELLEN 3 - 11
Als u geen locaties voor Groepsnummers, toegangscodes en creditcardnummers gebruikt, kunt u naar maximaal 90 (MFC-5440CN) of 150 (MFC-5840CN) verschillende nummers faxen.
Hoeveel geheugen er beschikbaar is, hangt af van het type taken die in het geheugen zijn opgeslagen en van het aantal nummers waarnaar u de fax verzendt. Als u de fax naar het maximale aantal nummers probeert te verzenden, kunt u de Tweevoudige Werking en Uitgesteld faxen niet gebruiken.
Voer de lange kiesnummers in op dezelfde manier als u dat normaal zou doen, maar denk eraan dat elke Snelkiestoets telt als één locatie. Het aantal locaties dat u kunt opslaan is dus beperkt.
Als het geheugen vol is, kunt u op om de taak af te breken of, als er meer dan één pagina gescand is, op dat reeds in het geheugen is gescand.
Mono Start
Stop/Eindigen
om het gedeelte te verzenden
drukken

Internationale Modus

Als u problemen hebt met het internationaal verzenden van een fax, bijvoorbeeld vanwege ruis op de lijn, raden wij u aan om de Internationale Modus te activeren. Nadat u een fax in deze modus hebt verzonden, wordt deze functie vanzelf weer uitgeschakeld.
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht, druk op (
2
Uw document laden.
3
Druk op
4
Druk op ▲ of ▼ om selecteren.
Druk op
3 - 12 HET VERZENDEN INSTELLEN
Menu/Set, 2, 2, 7
Aan
(of
Menu/Set
.
.
Uit
) te
Verzendmenu
7.Internationaal
Fax
).

Uitgestelde Fax (niet beschikbaar voor kleurenfaxen)

Tijdens de dag kunt u max. 50 faxen in het geheugen opslaan om ze binnen 24 uur te verzenden. Deze faxen zullen verzonden worden op het tijdstip van de dag dat u in Stap 4 invoert.
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht, druk op (
2
Uw document laden.
3
Druk op
4
Druk op weergegeven tijd te accepteren.
OF— Voer in om hoe laat de fax moet worden verzonden (in 24
uursformaat). Druk op (bijvoorbeeld, voer 19:45 in voor 7:45 PM)
Het aantal pagina’s dat u in het geheugen kunt inlezen, is afhankelijk van de gegevens die op elke pagina zijn afgedrukt.
Menu/Set, 2, 2, 3 Menu/Set
Menu/Set
om de
.
.
Verzendmenu
3.Tijdklok
Fax
).
HET VERZENDEN INSTELLEN 3 - 13

Vertraagde Groepsverzending (niet beschikbaar voor kleurenfaxen)

Alvorens uitgestelde faxen te verzenden, zal de MFC alle faxen in het geheugen eerst sorteren op bestemming waarnaar en tijdstip waarop ze verzonden moeten worden. Alle vertraagde faxen die geprogrammeerd zijn om op hetzelfde tijdstip naar hetzelfde faxnummer te worden verzonden, worden als één fax verzonden om transmissietijd te besparen.
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht, druk op (
2
Druk op
3
Druk op ▲ of ▼ om selecteren.
Druk op
4
Druk op
Menu/Set, 2, 2, 4
Aan
(of
Menu/Set Stop/Eindigen
.
.
.
Uit
) te
Verzendmenu
4.Verzamelen
Fax
).

Verzend Pollen instellen (Standaard) (niet beschikbaar voor kleurenfaxen)

Verzend Pollen betekent dat u de MFC met een document in de invoer wacht, totdat ze door een ander faxapparaat wordt gebeld om dit document op te vragen.
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht, druk op (
2
Uw document laden.
3
Druk op
4
Druk op ▲ of ▼ om Druk op
Menu/Set, 2, 2, 6
Stand.
Menu/Set
.
.
te selecteren.
Fax
).
3 - 14 HET VERZENDEN INSTELLEN

Verzend Pollen instellen met Beveiligingscode (niet beschikbaar voor kleurenfaxen)

Wanneer u de machine wenst te pollen, de beveiligingscode invoeren.
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht, druk op (
2
Uw document laden.
3
Druk op
4
Druk op ▲ of ▼ om Druk op
5
Toets een viercijferig nummer in. Druk op
Het document wordt opgeslagen en kan vanaf iedere andere faxmachine worden opgevraagd totdat u de fax in het geheugen wist met behulp van de menu-optie voor het Annuleren van een taak (Raadpleeg 3-10).
U kunt Beveiligd Pollen uitsluitend met een andere Brother-faxmachine gebruiken.
Verzend Pollen:Beveilig
Menu/Set, 2, 2, 6
Beveilig
Menu/Set
Menu/Set
.
.
Een taak in de wachtrij annuleren
.
te selecteren.
kiest, moet iedereen die
op pagina
Fax
).
HET VERZENDEN INSTELLEN 3 - 15

Verzendslot

Met Verzendslot voorkomt u dat onbevoegden toegang krijgen tot de MFC.
Wanneer Verzendslot
Faxen ontvangen
Fax Doorzenden (als Fax Doorzenden reeds stond op
Afstandsbediening (als Fax Opslaan reeds stond op
PC FAX Ontvangen
Wanneer Verzendslot beschikbaar:
Faxen verzenden
Kopiëren
Afdrukken vanaf de PC
Scannen met de PC
PhotoCapture (alleen MFC-5840CN)
U kunt geen Uitgestelde Faxen of Pollingtaken plannen. Voordien geplande Uitgestelde Faxen worden echter wel verzonden wanneer u Verzendslot gaan dus niet verloren.
Als u Fax Doorzenden of Fax Opslaan geselecteerd hebt
Menu/Set, 2, 5
( zullen Fax Doorzenden en Afstandsbediening blijven functioneren.
Aan
is, zijn de volgende opties beschikbaar.
Aan
is, zijn de volgende opties NIET
Aan
zet. De documenten
voordat
)
u Geheugenbeveiliging
Aan
Aan
Aan
zet, dan
)
)
Zet Verzendslot
3 - 16 HET VERZENDEN INSTELLEN
Uit
om faxen in het geheugen af te drukken.
Het wachtwoord instellen
Als u het wachtwoord bent vergeten waarmee u het verzenden hebt geblokkeerd, moet u contact opnemen met uw Brother-leverancier of met Brother.
1
Druk op
2
Toets een viercijferig nummer in voor het wachtwoord. Druk op
3
Als het LCD-scherm opnieuw in.
Druk op
4
Druk op
Het wachtwoord voor het Verzendslot wijzigen
1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ om Druk op
3
Toets een viercijferig nummer als wachtwoord in. Druk op
4
Voor een viercijferig nummer als nieuw wachtwoord in. Druk op
5
Als het LCD-scherm opnieuw in.
Druk op
6
Druk op
Menu/Set, 2, 0, 1
Menu/Set
Menu/Set Stop/Eindigen
Menu/Set, 2, 0, 1
Menu/Set
Menu/Set
Menu/Set
Menu/Set Stop/Eindigen
.
Nogmaals:
.
.
Wachtwoord
.
.
.
Nogmaals:
.
.
.
toont, voert u het wachtwoord
.
te selecteren.
toont, voert u het wachtwoord
Verzendslot inschakelen
1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ om Druk op
3
Voer het viercijferige wachtwoord in. Druk op De MFC gaat offline en op het LCD-scherm verschijnt
Verzendslot Mode
Menu/Set, 2, 0, 1
Verzendslot Aan
Menu/Set
Menu/Set
.
.
.
.
te selecteren.
HET VERZENDEN INSTELLEN 3 - 17
Verzendslot uitschakelen
1
Druk op
2
Voer het viercijferige wachtwoord in. Druk op Verzendslot wordt automatisch uitgeschakeld.
Als u een verkeerd Wachtwoord invoert, geeft het LCD-scherm
Fout wachtwoord
blijft in de stand Verzendslot tot het correcte wachtwoord is ingevoerd.
Menu/Set
Menu/Set
.
.
weer en blijft de machine offline. De MFC

Documenten in Letter-formaat verzenden via de glasplaat

Als u documenten van het formaat Letter gebruikt, moet u de Maat van de Glasplaat instellen op Letter. Als u dit niet doet, zullen de zijkanten van de faxen wegvallen.
1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ om Druk op
3
Druk op
Menu/Set, 2, 2, 0
Letter
Menu/Set Stop/Eindigen
.
.
.
(of A4) te selecteren.
3 - 18 HET VERZENDEN INSTELLEN
4
De Ontvangstmodus
instellen

Basishandelingen bij het ontvangen

De Ontvangstmodus kiezen

Er zijn vier verschillende Ontvangstmodi voor uw MFC. Kies de stand die het beste aan uw eisen voldoet.
LCD-scherm Hoe dit werkt Wanneer te gebruiken
Alleen Fa x
(automatisch ontvangen)
Fax/Tel efoon
(fax en telefoon)
(met een extern of tweede toestel)
Telefoo n/Beantw .
(met alleen een extern antwoordapparaat)
Handmat ig
(handmatig ontvangen) (met een extern of tweede toestel of met Aparte Beltoon)
De MFC be antwoordt elk telefoontje automatisch alsof het een faxbericht betreft.
De MFC beheert de lijn en beantwoordt automatisch elke oproep. Is de oproep een fax, dan wordt de fax ontvangen. Is de oproep geen fax, dan krijgt u het dubbele belsignaal om u te laten weten de oproep te beantwoorden.
Het externe antwoordapparaat (ANTW.APP.) beantwoordt alle telefoontjes automatis ch. Ingesproken berichten worden op het externe ANTW.APP. opgeslagen. Faxberichten worden afgedrukt.
U beheert de telefoonlijn en moet elk telefoontje zelf beantwoorden.
Voor aparte faxlijnen.
Gebruik deze stand, als u talrijke faxberichten verwacht en slechts weinig telefoontjes. U kunt geen antwoordapparaat op dezelfde lijn aansluiten, zelfs niet als dit op een ander wandcontact/telefo onstekker wordt aangesloten. In deze stand kunt u de Voicemail van uw telefoonbedrijf niet gebruiken.
Gebruik deze stand als u e en antwoordapparaat op uw MFC hebt aangesloten. De instelling Extern ANTW.APP. werkt alleen met een extern antwoordapparaat. Belvertraging werkt in deze instelling niet.
Gebruik deze stand als u niet veel faxberichten ontvangt, als u BT Call Sign gebruikt of als u een computer op dezelfde lijn gebruikt. Als u beantwoordt en faxtonen hoort, moet u wachten tot de MFC het telefoontje automatisch overneemt, en daarna ophangen (Raadpleeg Fax Waarnemen op pagina 4-4).

DE ONTVANGSTMODUS INSTELLEN 4 - 1

Uw Ontvangstmodus kiezen of wijzigen
1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ om
Telefoon/Beantw.
Druk op
3
Druk op
Menu/Set, 0, 1
Alleen Fax, Fax/Telefoon
of
Menu/Set
.
Stop/Eindigen
.
Handmatig
.
Huidige Ontvangstmodus
te selecteren.
Fax
: Alleen Fax
F/T
: Fax/Tel
Ant
: Extern ANTW.APP.
Hnd
: Handmatig
,

De Belvertraging instellen

De functie Belvertraging bepaalt hoe vaak de MFC overgaat voordat de oproep wordt beantwoord in de stand
Fax/Telefoon
op dezelfde lijn als de MFC of bent geabonneerd op de service Aparte Beltoon van het telefoonbedrijf, stelt u de Belvertraging in op 4
(Raadpleeg Waarnemen op pagina 4-4).
. Wanneer u een tweede toestel hebt aangesloten
Werken met een tweede toestel
Alleen Fax
op pagina A-1 en
of
Fax
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht, druk op (
2
Druk op
3
Druk op ▲ of ▼ om te selecteren hoe vaak de telefoon moet overgaan voordat de MFC opneemt (02-06).
Druk op
4
Druk op
4 - 2 DE ONTVANGSTMODUS INSTELLEN
Menu/Set, 2, 1, 1
Menu/Set Stop/Eindigen
.
.
.
Fax
).

De F/T-Beltijd instellen (alleen in Fax/Tel-modus)

Als u de ontvangststand instelt op Fax/Tel, moet u specificeren hoe lang de MFC met een dubbele bel moet overgaan om u te laten weten dat iemand u probeert te bellen (als het een inkomend faxbericht is, zal de MFC de fax afdrukken).
Dit dubbel belsignaal hoort u na het eerste signaal van het telefoonbedrijf. Alleen de MFC gaat over, de andere toestellen op deze lijn geven dit dubbele belsignaal niet. U kunt het gesprek echter aannemen op een toestel dat is aangesloten op dezelfde lijn als de MFC (Raadpleeg
Fax/Tel-modus
op pagina A-1).
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht, druk op (
2
Druk op
3
Druk op ▲ of ▼ om te selecteren hoe lang (20, 30, 40 of 70 seconden) de MFC moet overgaan om u op een normaal telefoongesprek te attenderen.
Druk op
4
Druk op Zelfs als de beller tijdens het dubbele belsignaal ophangt, zal dit
signaal het aantal seconden dat u hebt geselecteerd aanhouden.
Menu/Set, 2, 1, 2
Menu/Set Stop/Eindigen
.
.
.
Fax
).
DE ONTVANGSTMODUS INSTELLEN 4 - 3

Fax Waarnemen

Als u deze functie gebruikt, hoeft u niet op of op de Faxontvangstcode faxbericht ontvangt. Als u automatisch ontvangen, zelfs als u de hoorn van een tweede of extern toestel hebt opgenomen. Zodra u LCD-scherm ziet of als u scherpe piepjes door de hoorn van een tweede telefoontoestel dat op een ander contact is aangesloten hoort, kunt u de hoorn terugplaatsen en uw MFC doet de rest.
Als deze functie is ingesteld op faxoproep niet over als u de hoorn van een ander toestel opneemt, moet u de Faxontvangstcode
Als u faxen verzendt vanaf een computer die op dezelfde telefoonlijn is aangesloten en de MFC onderschept de faxen, dan moet u Fax Waarnemen op
Uit
Als u hoorn van een extern of tweede toestel op te nemen, en vervolgens te drukken op MFC. —OF— door te drukken op bent (Raadpleeg Werken met een tweede toestel op pagina A-1).
selecteert, moet u de MFC zelf activeren door de
51
te drukken, wanneer u een
Aan
selecteert, kan de MFC faxberichten
Mono Start
51
, als u niet in de buurt van uw MFC
Mono Start, Kleur Start
Ontvangst
Aan
, maar de MFC neemt de
of
op het
51
intoetsen.
Uit
instellen.
Kleur Start
op de
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht, druk op (
2
Druk op
3
Gebruik ▲ of ▼ om Druk op
4
Druk op
4 - 4 DE ONTVANGSTMODUS INSTELLEN
Menu/Set, 2, 1, 3
Aan
(of
Menu/Set Stop/Eindigen
.
.
.
Uit
) te selecteren.
Fax
).

Een verkleinde afdruk van een inkomend document maken (Automatische Verkleining)

Aan
Als u fax, zodat deze op een pagina van het formaat A4, letter of legal past. De MFC berekent het verkleiningspercentage aan de hand van het papierformaat van het document en uw Instelling voor Papierformaat (
kiest, verkleint de MFC automatisch een binnenkomende
Menu/Set, 1, 3
).
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht, druk op (
2
Druk op
3
Gebruik ▲ of ▼ om selecteren.
Druk op
4
Druk op
Menu/Set, 2, 1, 5
Aan
Menu/Set
.
Stop/Eindigen
Zet deze instelling aan, als u faxen ontvangt die over twee pagina’s zijn verdeeld. Als het document te lang is, kan het echter zijn dat de MFC het op twee pagina’s print.
Zet deze instelling aan wanneer de linker- en rechtermarges zijn afgesneden.
(of
.
.
Uit
) te
Ontvangstmenu
5.Auto reductie
Fax

Een fax uit het geheugen afdrukken

Als u Fax Doorzenden of Fax Opslaan hebt geselecteerd
Menu/Set, 2, 5, 1
( afdrukken als u zich bij uw MFC bevindt (Raadpleeg Fax Opslaan instellen op pagina 6-2).
1 2
Druk op Druk op
Menu/Set, 2, 5, 3 Mono Start
), kunt u nog altijd een fax uit het geheugen
.
.
).
DE ONTVANGSTMODUS INSTELLEN 4 - 5

Ontvangst in het geheugen (niet beschikbaar voor het ontvangen van kleurenfaxen)

Zodra de papierlade leeg is tijdens het ontvangen van een fax, verschijnt op het scherm papierlade (Raadpleeg pagina 1-15).
Als de
De machine gaat door met het ontvangen van de fax en de overige pagina(‘s) wordt/worden in het geheugen opgeslagen, als er genoeg geheugen beschikbaar is. Faxen die daarna worden ontvangen, worden ook in het geheugen opgeslagen totdat het geheugen vol is, waarna verdere inkomende faxoproepen niet automatisch worden beantwoord. Om alle gegevens af te drukken, doet u nieuw papier in de papierlade en drukt u op
Als de
De machine gaat door met het ontvangen van de fax en de overige pagina(‘s) wordt/worden in het geheugen opgeslagen, als er genoeg geheugen beschikbaar is. Verdere faxoproepen worden pas weer automatisch beantwoord nadat er nieuw papier in de papierlade is geplaatst. Om de laatst binnengekomen fax af te drukken, doet u papier in de papierlade en drukt u op
Geheugen ontv.
Geheugen ontv.
Papier nazien
Papier, enveloppen en briefkaarten laden
Aan
op
staat...
Mono Start
Uit
op
staat...
; plaats a.u.b. papier in de
Kleur Start
of
Mono Start
of
.
Kleur Start
op
.
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht, druk op (
2
Druk op
3
Gebruik ▲ of ▼ om Druk op
4
Druk op
4 - 6 DE ONTVANGSTMODUS INSTELLEN
Menu/Set, 2, 1, 6
Aan
(of
Menu/Set Stop/Eindigen
.
.
.
Uit
) te selecteren.
Fax
).

Pollen

Pollen is het opvragen van faxberichten van een andere faxmachine. U kunt uw MFC gebruiken om andere machines te pollen of u kunt de andere partij vragen uw MFC te pollen.
Alle partijen die bij het Pollen betrokken zijn dienen hun faxmachines zo in te stellen, dat er gepolld kan worden. De partij die uw MFC belt om documenten op te vragen, betaalt voor het telefoontje. Als u de faxmachine van derden belt om te pollen, betaalt u het telefoontje.
Sommige faxmachines reageren niet op de Pollingfunctie.
Beveiligd Pollen
Met Beveiligd Pollen kunt u voorkomen dat uw documenten in verkeerde handen terechtkomen wanneer de MFC in de polling-wachtstand staat. U kunt Beveiligd Pollen uitsluitend met een andere Brother-faxmachine gebruiken. Op de machine die uw documenten opvraagt, moet de beveiligingscode worden ingevoerd.
Ontvang Pollen instellen (Standaard)
Ontvang Pollen betekent dat u een andere faxmachine belt om daar een fax op te vragen.
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht, druk op (
2
Druk op
3
Druk op ▲ of ▼ om Druk op
4
Toets het te pollen faxnummer in. Druk op
Menu/Set, 2, 1, 7
Stand.
Menu/Set
Mono Start
.
Kleur Start
of
DE ONTVANGSTMODUS INSTELLEN 4 - 7
.
te selecteren.
.
Fax
).
Ontvang Pollen met Beveiligingscode instellen
Het is belangrijk dat u dezelfde beveiligingscode gebruikt als de andere partij.
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht, druk op (
2
Druk op
3
Druk op ▲ of ▼ om Druk op
4
Toets een viercijferige beveiligingscode in. Deze is dezelfde als de beveiligingscode van de faxmachine die
u gaat pollen. Druk op
5
Toets het te pollen faxnummer in.
6
Druk op
Uitgesteld Ontvangen Pollen instellen
U kunt de MFC zo instellen, dat zij op een later tijdstip gaat pollen.
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht, druk op (
2
Druk op
3
Druk op ▲ of ▼ om Druk op
4
Voer in om hoe laat u het pollen wilt starten (in 24-uursformaat). Bijvoorbeeld, voor 09:45 PM voert u 21:45 in. Druk op
5
Toets het te pollen faxnummer in. Druk op De MFC begint op het door u gespecificeerde tijdstip met het
pollen.
Menu/Set, 2, 1, 7
Beveilig
Menu/Set
Menu/Set
Mono Start
Menu/Set, 2, 1, 7
Menu/Set
Menu/Set
Mono Start
.
.
Kleur Start
of
Tijdklok
.
.
Kleur Start
of
.
te selecteren.
.
.
te selecteren.
.
Fax
Fax
).
).
U kunt slechts één Uitgestelde Pollingtaak instellen.
4 - 8 DE ONTVANGSTMODUS INSTELLEN
Opeenvolgend Pollen
De MFC kan in één bewerking documenten van diverse andere faxmachines opvragen. In Stap 5 kunt u meerdere bestemmingen invoeren. Daarna wordt er een Rapport Opeenvolgend Pollen afgedrukt.
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht, druk op (
2
Druk op
3
Druk op ▲ of ▼ om selecteren.
Druk op LCD-scherm wordt weergegeven.
4
Als u
5
Voer het faxapparaat waarnaar u een verzoek tot faxen wilt versturen met behulp van de Snelkiestoetsen, Zoeken, een Groep (raadpleeg Nummergroepen voor het Groepsverzenden
instellen
locatie op
6
Druk op Elk nummer of elk groepsnummer wordt op volgorde gekozen
en de documenten worden op de betreffende faxmachines opgevraagd.
Menu/Set, 2, 1, 7
Stand., Beveilig
Menu/Set
Stand.
Beveilig
Als u nummer in en drukt u op naar Stap 5.
Tijdklok
Als u pollen moet worden begonnen (in 24-uursformaat), waarna
Menu/Set
u op
op pagina 5-3) of de kiestoetsen. Druk tussen elke
Menu/Set
wanneer de gewenste instelling op het
hebt geselecteerd, gaat u naar Stap 5.
hebt geselecteerd, voert u een viercijferig
hebt geselecteerd, voert u in hoe laat met
drukt en doorgaat naar Stap 5.
.
Mono Start
.
Menu/Set
Kleur Start
of
Tijdklok
of
, waarna u doorgaat
.
te
Fax
).
Druk op de huidige pollingtaak te annuleren.
Om alle opeenvolgende taken voor Ontvang Pollen te annuleren, drukt u op
de wachtrij annuleren
Stop/Eindigen
Menu/Set, 2, 6
op pagina 3-10).
terwijl de MFC een nummer kiest om
(Raadpleeg
DE ONTVANGSTMODUS INSTELLEN 4 - 9
Een taak in
5
Snelkiesnummers en
kiesopties

Nummers opslaan om snel te kiezen

U kunt uw MFC op twee manieren laten snelkiezen: met Snelkiesnummers en met Groepsnummers voor het Groepsverzenden van faxberichten. Wanneer u op een snelkiestoets drukt, geeft het LCD-scherm de naam (indien u deze hebt opgeslagen) of het nummer weer.
De snelkiesnummers die in het geheugen zijn opgeslagen, gaan niet verloren als de stroom uitvalt.

Snelkiesnummers opslaan

U kunt Snelkiesnummers opslaan, die dan met een druk op slechts een paar toetsen kunnen worden gekozen (
#
, het tweecijferig nummer, en geheugen van de MFC-5440CN kunnen 40 Snelkiesnummers worden opgeslagen en in dat van de MFC-5840CN 100 nummers.
Mono Start
Zoeken/Snelkiezen
Kleur Start
of
). In het
,
1
Druk op
2
Voer met behulp van de kiestoetsen een Snelkieslocatie in (01-40 voor MFC-5440CN, 00-99 voor MFC-5840CN).
(druk bijvoorbeeld op Druk op
3
Toets het telefoon- of faxnummer in (max. 20 cijfers). Druk op

5 - 1 SNELKIESNUMMERS EN KIESOPTIES

Menu/Set, 2, 3, 1
05
).
Menu/Set
Menu/Set
.
.
.
Kiesgeheugen
1.Snelkies
4
Gebruik de kiestoetsen om de naam in te voeren (max. 15 tekens).
Druk op (gebruik het schema op pagina B-12 om de letters in te voeren) —OF— Druk op
slaan.
5
Ga naar Stap 2 om nog een Snelkiesnummer op te slaan. —OF— Druk op
Menu/Set
Menu/Set
.
om het nummer zonder een naam op te
Stop/Eindigen
.

Snelkiesnummers wijzigen

Als u probeert een Snelkiesnummer op te slaan op een locatie waar al een nummer is opgeslagen, verschijnt de naam (of het opgeslagen nummer) op het LCD-scherm en wordt u gevraagd één van de volgende opties te kiezen:
1
Druk op 1 om het opgeslagen nummer te wijzigen. —OF— Druk op
Opgeslagen nummer of naam wijzigen:
2
Toets een nieuw nummer in. Druk op
3
Volg de aanwijzingen bij Stap 4 in Snelkiesnummers opslaan (zie pagina 5-1).
2
om af te sluiten zonder wijzigingen.
Als u een teken wilt wijzigen, drukt u op of om de cursor onder het betreffende teken te plaatsen en typt u het nieuwe teken.
Als u het hele nummer of de hele naam wilt wissen, drukt u
Stop/Eindigen
op cijfer of de eerste letter staat. Alle tekens die boven en rechts van de cursor staan, worden nu verwijderd.
Menu/Set
wanneer de cursor onder het eerste
.
SNELKIESNUMMERS EN KIESOPTIES 5 - 2

Nummergroepen voor het Groepsverzenden instellen

Met groepen kunt u één en hetzelfde faxbericht naar meerdere faxnummers verzenden door op slechts een paar toetsen te drukken
Zoeken/Snelkiezen, #
( Eerst moet elk faxnummer als een Snelkiesnummer worden opgeslagen.
Daarna kunt u deze nummers in Groepen combineren. Elke Groep gebruikt een Snelkiesnummer. U kunt maximaal zes kleine Groepen hebben, of maximaal 39 nummers (MFC-5440CN) of 99 nummers (MFC-5840CN) toewijzen aan een grote Groep
(Raadpleeg Groepsverzenden (niet beschikbaar voor kleurenfaxen) op pagina 3-11).
Snelkiesnummers opslaan
, het tweecijferige nummer en
op pagina 5-1 en
Mono Start
).
1
Druk op
2
Gebruik de kiestoetsen om het tweecijferige Snelkiesnummer in te voeren waaronder u de Groep wilt opslaan.
Druk op (druk bijvoorbeeld op
3
Toets het Groepsnummer met de kiestoetsen (1 tot 6) in.
Druk op (druk bijvoorbeeld op
Kies een Groepsnummer tussen 1 en 6.
4
Als u Snelkiesnummers in de Groep wilt opnemen, gaat u als volgt te werk:
Druk bijvoorbeeld voor Snelkiesnummers 05 en 09 op
Menu/Set, 2, 3, 2
Menu/Set
Menu/Set
07
en
.
1
voor Groep 1)
.
Menu/Set
Kiesgeheugen
2.Groep instell.
Groep instell. Snelkiesnr? #
).
Groep instell. Groep instel:G01
Groep instell. G01:#05#09
Zoeken/Snelkiezen, 05, Zoeken/Snelkiezen, 09
LCD-scherm wordt het volgende weergegeven:
#05#09
. Op het
.
5 - 3 SNELKIESNUMMERS EN KIESOPTIES
5
Druk op te accepteren.
6
Gebruik de kiestoetsen en het schema op pagina B-12 om een naam voor de Groep in te voeren.
Druk op (typ bijvoorbeeld NIEUWE KLANTEN)
7
Druk op U kunt een lijst van alle Snelkiesnummers afdrukken.
Groepsnummers staan in de kolom “GROEP” (Raadpleeg Rapporten afdrukken op pagina 7-3).
Menu/Set
Menu/Set
om de Snelkiesnummers voor deze Groep
.
Stop/Eindigen
.
SNELKIESNUMMERS EN KIESOPTIES 5 - 4

Kiesopties

U kunt op drie manieren kiezen (Raadpleeg pagina 3-1).
Nummers kiezen
op

Toegangscodes en creditcard-nummers

Soms is het voordeliger om een keuze te maken uit verschillende serviceproviders voor uw interlokale gesprekken. Tarieven variëren, al naar gelang de tijd van de dag en de bestemming. Om de lagere tarieven te kunnen gebruiken, kunt u de toegangscodes of nummers van interlokale serviceproviders en creditcards opslaan als Snelkiesnummers. U kunt deze lange kiesreeksen opslaan door ze van elkaar te scheiden en ze als aparte Snelkiesnummers in iedere combinatie in te stellen. U kunt zelfs handmatig kiezen toepassen door de kiestoetsen te gebruiken (Raadpleeg Snelkiesnummers opslaan op pagina 5-1).
U kunt bijvoorbeeld ‘555’ op Snelkiestoets #03 en ‘7000’ op Snelkiestoets #02 invoeren. Als u op
Zoeken/Snelkiezen, #02
kiest u dus ‘555-7000’. Als u dit nummer tijdelijk wilt wijzigen, kunt u een deel van het nummer
vervangen door een met de hand ingevoerd nummer. Als u het nummer bijvoorbeeld wilt wijzigen in 555-7001, drukt u op
Zoeken/Snelkiezen, #03
kiestoetsen
7001
in.
en
en toetst u vervolgens met de
Zoeken/Snelkiezen, #03
Mono Start
Kleur Start
of
,
drukt,
Als u ergens in het nummer moet wachten op een andere toon of een ander signaal, slaat u op de betreffende plaats in het nummer een pauze op door op Telkens wanneer u op deze toets drukt, wordt er een pauze van 3,5 seconden ingelast.
Herkies/Pauze
te drukken.

Pauze

Druk op cijfers in te lassen. Als u internationaal belt, kunt u zo vaak als nodig op
5 - 5 SNELKIESNUMMERS EN KIESOPTIES
Herkies/Pauze
Herkies/Pauze
om een pauze van 3,5 seconden tussen de
drukken om de pauze langer te maken.

Toon of Puls

Wanneer u een Pulsservice hebt, maar Toonsignalen moet verzenden (bijvoorbeeld voor telefonisch bankieren), dient u onderstaande instructies te volgen. Wanneer u een Toetstoonservice hebt, hebt u deze functie niet nodig voor het verzenden van toonsignalen.
1
Neem de hoorn van het externe toestel van de haak.
2
Druk op # op het bedieningspaneel van de MFC. Alle cijfers die nu worden ingetoetst, zullen toonsignalen verzenden.
Wanneer u de hoorn op de haak legt, keert de MFC terug naar Pulskiezen.
SNELKIESNUMMERS EN KIESOPTIES 5 - 6
6
Opties voor
Afstandsbediening
(niet beschikbaar voor kleurenfaxen)
U kunt slechts één optie voor afstandsbediening tegelijkertijd gebruiken: Fax Doorzenden—OF—Fax Opslaan—OF—PC FAX Ontvangen —OF—Uit.
U kunt uw selectie op elk gewenst moment wijzigen
Menu/Set, 2, 5, 1
( (Raadpleeg Opties voor Afstandsbediening uitschakelen op pagina 6-3)

Fax Doorzenden instellen

Als u Fax Doorzenden selecteert, slaat uw MFC de ontvangen fax op in het geheugen. Vervolgens zal de MFC het faxnummer dat u geprogrammeerd hebt kiezen en het faxbericht verzenden.
).
1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ om Druk op U wordt gevraagd om het faxnummer in te voeren waarnaar de
faxen moeten worden doorgestuurd.
3
Toets het nummer in (max. 20 cijfers). Druk op
4
Druk op ▲ of ▼ om
Backup Print:Aan Backup Print:Uit
Druk op
5
Druk op
6 - 1 OPTIES VOOR AFSTANDSBEDIENING
Menu/Set, 2, 5, 1
Fax Doorzenden
Menu/Set
Menu/Set
Menu/Set
Backup Print:Aan
Als u ook op uw MFC af, zodat u een kopie hebt mocht de stroom bijvoorbeeld uitvallen voordat de fax is doorgestuurd.
Als Fax doorzenden is ingeschakeld, kan uw machine geen kleurenfax ontvangen, tenzij de verzendende machine de fax voor het zenden in een monochrome fax omzet.
Stop/Eindigen
.
.
.
.
of te selecteren.
selecteert, drukt de MFC de fax
.
te selecteren.
Fax Doorzenden Backup Print:Aan

Fax Opslaan instellen

Als u Fax Opslaan selecteert, slaat uw MFC de ontvangen fax op in het geheugen. U kunt faxberichten op een andere locatie ophalen met de functies voor Afstandsbediening.
1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ om Druk op
3
Druk op
Menu/Set, 2, 5, 1
Fax Opslaan
Menu/Set
.
Stop/Eindigen
Als u Fax Opslaan hebt ingeschakeld, wordt er automatisch een reservekopie op de MFC afgedrukt.
Als Fax Opslaan is ingeschakeld, kan uw machine geen kleurenfax ontvangen, tenzij de verzendende machine de fax voor het zenden in een monochrome fax omzet.
.
te selecteren.
.

PC Fax Ontvangen instellen

Als u PC Fax Ontvangen instelt, zal uw MFC het ontvangen faxbericht tijdelijk in het geheugen opslaan en de faxen daarna automatisch naar de PC sturen. U kunt vervolgens uw PC gebruiken voor het weergeven en het opslaan van deze faxen.
1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ om Druk op
3
Druk op ▲ of ▼ om
Backup Print:Aan Backup Print:Uit
Druk op
4
Druk op
Menu/Set, 2, 5, 1
Ontvang PC Fax
Menu/Set
Menu/Set Stop/Eindigen
.
of te selecteren.
.
.
.
te selecteren.
Ontvang PC Fax Backup Print:Aan
OPTIES VOOR AFSTANDSBEDIENING 6 - 2
Voordat u PC Fax Ontvangen kunt instellen, moet u de software MFL-Pro Suite op uw PC installeren. Controleer of uw PC aangesloten is en aanstaat (voor meer informatie, zie raadpleeg
Brother PC-FAX software gebruiken
op pagina
5-1 in de softwarehandleiding op de CD-ROM).
Backup Print:Aan
Als u
selecteert, drukt de MFC de fax ook op uw MFC af zodat u een kopie hebt mocht de stroom bijvoorbeeld uitvallen voordat de fax naar de PC is gestuurd.
Als u een foutmelding krijgt en de MFC de faxen niet in het geheugen kan opslaan, kunt u deze instelling gebruiken om de faxen naar uw PC over te brengen (voor meer informatie, zie raadpleeg Foutmeldingen op pagina 11-1).
Als PC Fax ontvangen is ingeschakeld, kan dit apparaat elke ontvangen kleurenfax alleen maar afdrukken. Het kan dan geen kleurenfax in het geheugen opslaan.

Opties voor Afstandsbediening uitschakelen

Als u de Opties voor Afstandsbediening op
Uit
instelt en er zijn faxen in het geheugen van uw MFC opgeslagen, dan geeft het LCD-scherm u twee opties.
Als u op 1 drukt, worden alle niet-afgedrukte faxen afgedrukt en gewist voordat de instelling wordt uitgeschakeld. Als er al een reservekopie is afgedrukt, wordt deze niet meer afgedrukt.
Als u op 2 drukt, wordt het geheugen niet gewist en blijft de instelling ongewijzigd
(Raadpleeg
Een fax uit het geheugen afdrukken
op pagina 4-5).
6 - 3 OPTIES VOOR AFSTANDSBEDIENING

De Toegangscode instellen

De toegangscode biedt u toegang tot de functies voor Afstandsbediening, wanneer u zich niet bij uw MFC bevindt. U moet eerst uw eigen code instellen, pas dan kunt u vanaf een ander toestel toegang tot de functies van uw eigen machine krijgen. De standaardcode is een inactieve code (--- ).
1
Druk op
2
Voer een code van drie cijfers in met 0-9 of . Druk op
gewijzigd). Gebruik niet dezelfde code als die ingesteld in uw
Faxontvangstcode ( Telefoon ( (Raadpleeg Werken met een tweede toestel op pagina A-1)
3
Druk op U kunt uw code op elk gewenst moment wijzigen door een
nieuwe in te voeren. Als u uw code wilt deactiveren, drukt u in Stap 2 op weer in te stellen.
Menu/Set, 2, 5, 2
Menu/Set
#51
Stop/Eindigen
(het vooraf ingestelde ‘ ’ kan niet worden
51
) of Code voor het aannemen van de
).
.
Stop/Eindigen
.
om de inactieve instelling (--- )
OPTIES VOOR AFSTANDSBEDIENING 6 - 4

Afstandsbediening

U kunt uw MFC van elk telefoontoestel of faxapparaat met aanraaktoetsen bellen en daarna uw Toegangscode invoeren en een aantal andere toetsen indrukken om uw faxen op te vragen.

Uw Toegangscode gebruiken

1
Kies op een toetstelefoon of op een andere faxmachine uw faxnummer.
2
Zodra u de toon van uw MFC hoort, toetst u uw Toegangscode in (3 cijfers gevolgd door ).
3
De MFC geeft aan of een faxbericht is ontvangen:
1 lange toon Geen toon
4
De MFC geeft twee korte geluidssignalen om aan te geven dat u een opdracht moet invoeren. Als u na 30 seconden nog geen opdracht invoert, wordt de verbinding verbroken. Als u een ongeldige opdracht invoert, hoort u drie piepjes.
5
Druk op 90 om de MFC weer te resetten als u klaar bent.
6
Hang op.
Faxberichten
Geen faxberichten
Als uw MFC op de stand functies voor afstandsbediening gebruiken, kunt u toegang tot de MFC krijgen door de machine ongeveer twee minuten te laten overgaan en daarna uw Toegangscode in te voeren.
6 - 5 OPTIES VOOR AFSTANDSBEDIENING
Handmatig
is ingesteld en u wilt de

Opdrachten op Afstand

U kunt uw MFC vanaf een ander toestel bedienen met behulp van de onderstaande opdrachten. Wanneer u de MFC opbelt en de Toegangscode (3 cijfers gevolgd door ) invoert, hoort u twee korte piepjes om aan te geven dat u een opdracht moet invoeren.
Opdrachten op Afstand Wat u moet doen
95 Wijzig de instellingen voor
Fax Doorzenden of Fax Opslaan
1 UIT U kunt
2 Fax Doorzenden Als u één lange toon hoort, is de wijziging 4 Nummer voor Fax
Doorzenden
6 Fax Opslaan
96 Een fax opvragen
2 Alle faxen opvragen Toets het nummer in van de faxmachine
3 Faxen in het geheugen
wissen
97 De ontvangststatus
controleren
1 Fax U kunt controleren of uw MFC faxberichten
98 De Ontvangstmodus
wijzigen
1 Extern ANTW.APP. Als u één lange toon hoort, is de wijziging 2 Fax/Tel 3 Uitsluitend Fax
90 Afsluiten Druk op 90 om de Afstandsbediening af te
Uit
hebt opgehaald of gewist.
geaccepteerd. Als u drie korte piepjes hoort, kunt u de instelling niet wijzigen omdat er niet aan één van de voorwaarden is voldaan (er is bijvoorbeeld geen nummer opgegeven waarnaar faxen moeten worden doorgestuurd. Druk op 4 om het nummer voor Fax Doorzenden te registreren (Raadpleeg
Het nummer wijzigen waarnaar faxberichten worden doorgestuurd op pagina 6-7). Nadat u
het nummer hebt geregistreerd, werkt de functie Fax Doorzenden.
waarop de opgeslagen faxbericht(en) moet(en) worden ontvangen (zie pagina 6-7).
Als u één lange toon hoort, zijn de faxberichten uit het geheugen gewist.
heeft ontvangen. Als dat het geval is, hoort u één lange toon. Als er geen berichten zijn ontvangen, hoort u drie korte piepjes.
geaccepteerd.
sluiten. Wacht op de lange toon en leg vervolgens de hoorn op de haak.
selecteren nadat u alle berichten
OPTIES VOOR AFSTANDSBEDIENING 6 - 6

Faxberichten opvragen

U kunt vanaf iedere toetstelefoon toegang krijgen tot uw MFC en uw faxberichten naar een andere faxmachine laten sturen.
1
Kies het nummer van uw faxmachine.
2
Zodra u de toon van uw MFC hoort, toetst u uw Toegangscode in (3 cijfers gevolgd door ). Als u één lange toon hoort, zijn er berichten voor u.
3
Zodra u twee korte piepjes hoort, toetst u met de kiestoetsen
962
in.
4
Wacht op de lange toon en toets vervolgens met de kiestoetsen het nummer in van de faxmachine waar de faxberichten naartoe moeten worden gestuurd, gevolgd door
U kunt en # niet als kiesnummers gebruiken. U kunt # echter wel gebruiken om een pauze in een nummer in te lassen.
5
Wacht totdat u het piepje van de MFC hoort en hang op. Uw MFC belt het andere apparaat en dit apparaat drukt uw faxberichten af.
##
(max. 20 cijfers).

Het nummer wijzigen waarnaar faxberichten worden doorgestuurd

U kunt vanaf een andere telefoon of faxmachine met toetsen de standaardinstellingen voor het nummer voor Fax Doorzenden wijzigen.
1
Kies het nummer van uw faxmachine.
2
Zodra u de toon van uw MFC hoort, toetst u uw Toegangscode in (3 cijfers gevolgd door ). Als u één lange toon hoort, zijn er berichten voor u.
3
Zodra u twee korte piepjes hoort, toetst u met de kiestoetsen
954
in.
4
Wacht op de lange toon en toets vervolgens met de kiestoetsen het nieuwe nummer in van de faxmachine waar de faxberichten naartoe moeten worden gestuurd, gevolgd door cijfers).
U kunt en # niet als kiesnummers gebruiken. U kunt # echter wel gebruiken om een pauze in een nummer in te lassen.
5
Wacht totdat u het piepje van de MFC hoort en hang op.
6 - 7 OPTIES VOOR AFSTANDSBEDIENING
##
(max. 20
7

Rapporten afdrukken

Faxinstellingen en -activiteiten

U dient het Verzendingsrapport en de Journaalperiode in te stellen via het menu.
Druk op —OF— Druk op

Het Verzendrapport aanpassen

U kunt het Verzendrapport gebruiken als bewijs dat u een fax hebt verzonden. In dit rapport staan de datum en de tijd waarop het bericht werd verzonden, en wordt tevens aangegeven of de transmissie geslaagd was (OK). Als u wordt dit rapport afgedrukt voor elke fax die u verzendt.
Als u veel faxen naar hetzelfde nummer stuurt, hebt u waarschijnlijk meer nodig dan alleen de taaknummers om te weten welke faxen u opnieuw moet verzenden. Als u selecteert, wordt in het rapport een deel van de eerste pagina van de fax afgedrukt om u te helpen herinneren wat er in de fax stond.
Menu/Set, 2, 4, 1
Menu/Set, 2, 4, 2
.
.
Aan+Beeld
Aan
Aan+Beeld
of
Uit+Beeld
of
selecteert,
Wanneer het Controlerapport op wordt het Rapport alleen afgedrukt als er een fout is opgetreden tijdens het verzenden en wordt in de RESULT-kolom NG gezet.
1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ om selecteren.
Druk op
3
Druk op
Menu/Set, 2, 4, 1
Uit+Beeld, Aan, Aan+Beeld
Menu/Set Stop/Eindigen
.
.
Uit
.
Uit+Beeld
of
RAPPORTEN AFDRUKKEN 7 - 1
staat,
of
Uit
te

De Journaalperiode instellen

U kunt de MFC zo instellen dat er op vaste tijden een journaal wordt afgedrukt (elke 50 faxen, elke 6, 12 of 24 uur, elke 2 of 7 dagen). Als u het interval op procedure op de volgende pagina.
De standaardinstelling is
Uit
zet, kunt u het rapport afdrukken via de
Na 50 faxen
.
1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ om een interval te kiezen.
Druk op (als u 7 dagen kiest, wordt u gevraagd aan te geven welke de
eerste dag van de 7-daagse periode moet zijn)
3
Voer in 24-uursformaat het tijdstip in waarop het journaal moet worden afgedrukt.
Druk op (bijvoorbeeld: voor 7:45 PM voert u 19:45 in)
4
Druk op Als u elke 6, 12, 24 uur of elke 2 of 7 dagen selecteert, zal de
MFC het rapport op het geselecteerde tijdstip afdrukken, waarna alle taken uit het geheugen worden gewist. Als het geheugen van de MFC vol is omdat er 200 taken in zitten en de geselecteerde tijd nog niet verstreken is , zal de MFC het journaal voortijdig afdrukken en alle taken uit het geheugen wissen. Als u een extra rapport wilt, voordat het tijd is om dit automatisch af te drukken, kunt u er één afdrukken zonder dat de taken uit het geheugen worden gewist.
Menu/Set, 2, 4, 2
Menu/Set
Menu/Set
Stop/Eindigen
.
.
.
.
Kies rapport
2.Journaal tijd
Na 50 faxen
Als u afdrukken als de MFC 50 taken heeft opgeslagen.
7 - 2 RAPPORTEN AFDRUKKEN
selecteert, zal de MFC het Journaal

Rapporten afdrukken

De volgende rapporten zijn beschikbaar:
1.Help
2.Snel Kiezen
3.Fax Journaal
4.Verzendrapport
5.Gebruikersinst
6.Netwerk Conf.
Drukt de Helplijst af, zodat u in een oogopslag kunt zien hoe u de MFC kunt programmeren.
Een lijst van namen en nummers die zijn opgeslagen in het geheugen voor Snelkiesnummers. De nummers staan in numerieke volgorde in de lijst.
In deze lijst staat informatie over de laatste ontvangen en verzonden faxen. (TX betekent Verzenden) (RX betekent Ontvangen)
Drukt een Verzendrapport af van uw laatste transmissie.
Drukt een lijst met uw instellingen af. Drukt een lijst met uw Netwerkinstellingen af.
Een rapport afdrukken
1
Op de MFC-5440CN drukt u op Voor de MFC-5840CN, drukt u op
2
Druk op ▲ of ▼ om het gewenste rapport te selecteren. Druk op
Menu/Set
. —OF— Toets het nummer in van het rapport dat u wilt afdrukken. Druk bijvoorbeeld op
3
Druk op
Mono Start
1
om de Helplijst af te drukken.
.
Rapport
.
Menu/Set, 6
.
RAPPORTEN AFDRUKKEN 7 - 3
8

Kopiëren

De MFC als kopieerapparaat gebruiken

U kunt de MFC ook als kopieerapparaat gebruiken en maximaal 99 kopieën per keer maken.

Kopieermodus instellen

Voordat u kopieën gaat maken, moet u controleren of (
is. Als dit niet het geval is, drukt u op ( stand Kopiëren te gaan. De standaardinstelling is Fax. U kunt het
aantal seconden of minuten dat de MFC in de Kopieermodus staat wijzigen (Raadpleeg De Mode Timer instellen op pagina 2-4).
Het LCD-scherm toont de standaardkopieerinstelling
Kopieerverhouding
Kwaliteit Aantal Kopieën
Kopie
Kopie
) om naar de
) groen
8 - 1 KOPIËREN

Eén kopie maken

1
Druk op (
2
Uw document laden (Raadpleeg
3
Druk op Druk op
Mono Start
Stop/Eindigen
Kopie
Documenten laden
) zodat deze toets groen oplicht.
Kleur Start
of
om het kopiëren te stoppen.
op pagina 1-7).
.

Meerdere kopieën maken

1
Druk op (
2
Uw document laden.
3
Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken (max. 99).
4
Druk op Om de kopieën te sorteren, drukt u op de toets
(Raadpleeg Tijdelijke Kopieertoetsen gebruiken op pagina 8-3).
Mono Start
Kopie
of
) zodat deze toets groen oplicht.
Kleur Start
.
Opties

Kopiëren onderbreken

Druk op
Stop/Eindigen
om het kopiëren te stoppen.
KOPIËREN 8 - 2

Tijdelijke Kopieertoetsen gebruiken

Gebruik de tijdelijke Kopieertoetsen als u snel de kopieerinstellingen tijdelijk voor de volgende kopie wilt wijzigen. U kunt verschillende combinaties gebruiken.
Tijdelijke Kopieertoetsen
(voor MFC-5440CN)
Tijdelijke Kopieertoetsen
(voor MFC-5840CN)
Dit zijn tijdelijke instellingen en de MFC schakelt 60 seconden na het kopiëren weer over naar de standaardinstellingen. Wanneer u echter Mode Timer heeft ingesteld op 0 of 30 seconden, keert de MFC weer terug naar de standaardinstellingen wanneer het aantal seconden voor de Mode Timer is afgelopen (Raadpleeg De Mode Timer instellen op pagina 2-4).
U kunt de kopieerinstellingen die u het vaakst gebruikt opslaan door ze als de standaard in te stellen. Raadpleeg standaardinstellingen voor het kopiëren wijzigen op pagina 8-15.
8 - 3 KOPIËREN
De

Kopieersnelheid of -kwaliteit verhogen

Hiermee stelt u de kopieerkwaliteit in. De standaardinstelling is
Normaal
.
Druk op
Normaal
Kwaliteit
Snel
en
of
Fijn
1
Druk op (
2
Uw document laden.
3
Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken (max. 99).
4
Druk op
5
Druk op ▲ of ▼ om de kopieerkwaliteit ( te selecteren.
Druk op
6
Druk op
Kwaliteit
Menu/Set Mono Start
Kopie
Aanbevolen stand voor normale afdrukken. Goede kopieerkwaliteit met adequate kopieersnelheid.
Hoge kopieersnelheid en laagste inktverbruik. Gebruik FAST om tijd te besparen (documenten die u wilt proeflezen, grote documenten of een groot aantal kopieën).
Gebruik deze stand voor het kopiëren van precieze beelden, zoals foto’s. BEST gebruikt de hoogste resolutie en de laagste snelheid.
) zodat deze toets groen oplicht.
.
Snel, Normaal
.
Kleur Start
of
.
of
Fijn
)
KOPIËREN 8 - 4

De gekopieerde afbeelding vergroten of verkleinen

U kunt de volgende vergrotings- of verkleiningspercentages selecteren.
Custom(25-400%)
Met 400% instellen.
kunt u een percentage tussen 25% en
Druk op Vergroot/Verklein
en
Vergr./Verklein
selecteren
1 2 3
of
Druk op ( Uw document laden. Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken
om
te
Custom(25-400%)
200%
198% 10x15cmA4
186%10x15cmLTR
142% A5A4
104% EXELTR
100%
97% LTRA4
93% A4→LTR
83% LGLA4
78%
69% A4→A5
50%
Kopie
) zodat deze toets groen oplicht.
(max. 99).
4
Druk op
5
Druk op ▲ of ▼ om de gewenste vergrotings- of
Vergroot/Verklein
.
verkleiningsverhouding te selecteren. Druk op
Menu/Set
. —OF— U kunt
Custom(25-400%)
selecteren en op
Menu/Set
drukken. Gebruik de kiestoetsen om een vergrotings- of
verkleiningspercentage in te toetsen tussen Druk op
Menu/Set
(druk bijvoorbeeld op
.
5 3
om
53%
in te voeren)
25%
en
400%
.
8 - 5 KOPIËREN
6
Druk op De speciale Kopieeropties 2 in 1 (P), 2 in 1 (L), 4 in 1 (P),
4 in 1 (L) of Poster zijn niet beschikbaar met Vergroten/Verkleinen.
Mono Start
Kleur Start
of
.

De papiersoort instellen (alleen MFC-5440CN)

Als u op speciaal papier kopieert, selecteer dan het type papier dat u gebruikt om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen.
1
Druk op (
2
Uw document laden.
3
Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken (max.
99).
4
Druk op
5
Druk op ▲ of ▼ om het type papier dat u gebruikt te selecteren
Normaal, Inkjet, Glossy
( Druk op
6
Druk op U kunt de standaardinstelling voor Papiertype op elk gewenst
moment wijzigen (Raadpleeg Het Type Papier instellen op pagina 2-4).
Papiersoort
Menu/Set Mono Start
Kopie
.
.
of
) zodat deze toets groen oplicht.
Transparanten
of
Kleur Start
.
).
KOPIËREN 8 - 6

Toets voor Ladekeuze gebruiken (alleen MFC-5840CN)

U kunt de lade ook alleen voor de volgende kopie veranderen.
1
Druk op (
2
Uw document laden.
3
Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken (max. 99).
4
Druk op
5
Druk op ▲ of ▼ om Druk op
6
Druk op
Bak keuze
Menu/Set Mono Start
Als beide laden van uw MFCzijn ingesteld op hetzelfde formaat en dezelfde papiersoort, kunt u met papier uit Lade#1 nemen en daarna uit Lade#2, als het papier in Lade#1 op is.
U kunt alleen de papierformaten Letter, Legal of A4 voor normaal papier in Lade#2 gebruiken.
Kopie
) zodat deze toets groen oplicht.
.
Auto, #1(xxx)
.
Kleur Start
of
#2(xxx)
of
.
te selecteren.
Auto
eerst
8 - 7 KOPIËREN

Tijdelijke kopieerinstellingen veranderen

Gebruik de
Opties
-toets als u snel de volgende instellingen tijdelijk
voor de volgende kopie wilt instellen.
Druk op Opties
Menuselecties Opties
selecteren selecteren
Papiersoort
(alleen MFC-5840CN)
Papierformaat Letter/Legal
Helderheid
Contrast
Stapel/Sorteer Stapelen/Sorteren Stapelen
Pagina layout Uit(1 Op 1)
Aant. kopieën Aant. kopieën:01
Normaal/Inkjet Glossy Transparanten
A4/A5 10(B) x 15(H)cm
- + - + 8-10
- + - + 8-10
2 op 1 P 2 op 1 L 4 op 1 P 4 op 1 L Poster(3 x 3)
(01-99)
Fabrieksinstelling
Normaal
/
/
/
/
/ / / / /
A4
Uit (1 Op 1)
01
Pagina
8-9
8-9
8-11 8-11
Als u de instellingen heeft geselecteerd door op drukken, verschijnt op het LCD-scherm
Druk op
Mono Start
Kleur Start
of
Tijdelijk instel
, als u verder geen instellingen
meer wilt selecteren. —OF— Druk op
of ▼ om meer instellingen te selecteren.
Menu/Set
KOPIËREN 8 - 8
te
.
De papiersoort instellen (alleen MFC-5840CN)
Selecteer, als u op ander papier dan normaal papier gaat kopiëren, voor een optimale afdrukkwaliteit, het type papier dat u gebruikt.
1
Druk op (
2
Uw document laden.
3
Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken (max. 99).
4
Druk op Druk op
5
Druk op ▲ of ▼ om het type papier dat u gebruikt te selecteren
Normaal, Inkjet, Glossy
( Druk op
U kunt in Lade#2 alleen normaal papier gebruiken.
6
Druk op U kunt de standaardinstelling voor Papiertype op elk gewenst
moment wijzigen (Raadpleeg pagina 2-4).
Opties Menu/Set
Menu/Set
Mono Start
Kopie
en ▲ of ▼ om
) zodat deze toets groen oplicht.
.
.
Kleur Start
of
Papiersoort
Transparanten
of
.
Het Type Papier instellen
te selecteren.
).
op
Papierformaat instellen
U moet de instelling voor het papierformaat wijzigen indien u op een ander formaat dan A4 kopieert.
U kunt uitsluitend kopiëren op de papierformaten Letter, Legal, A4, A5 of Photo Card (10 (B) x 15 (H) cm).
U kunt deze instelling alleen gebruiken voor Lade#1.
1
Druk op (
2
Uw document laden.
3
Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken (max. 99).
4
Druk op Druk op
8 - 9 KOPIËREN
Opties Menu/Set
Kopie
en ▲ of ▼ om
) zodat deze toets groen oplicht.
.
Papierformaat
te selecteren.
Loading...