Lees voor een veilig gebruik van de P-touch eerst de
meegeleverde installatiehandleiding.
Lees deze handleiding voordat u uw P-touch gaat gebruiken.
Bewaar deze handleiding op een toegankelijke plek, zodat u er
later dingen in kunt opzoeken.
Bezoek ons op de website http://solutions.brother.com/ waar u
productondersteuning en
antwoorden op vaak gestelde
vragen (FAQs) kunt vinden.
INLEIDING
EEN LABEL BEWERKEN
LABELS AFDRUKKEN
HET BESTANDSGEHEUGEN GEBRUIKEN
P-TOUCH-SOFTWARE GEBRUIKEN
TERUGSTELLEN & ONDERHOUDEN
PROBLEMEN OPLOSSEN
BIJLAGE
Versie 0
DUT
1
2
3
4
5
6
7
8
Inhoud
EEN LABEL BEWERKEN........................................................................ 3
Tekst invoeren en bewerken ......................................................................................... 3
Tekst invoeren met het toetsenbord ....................................................................... 3
Tekst herinnering gebruiken ................................................................................... 3
Geheugen voor tekst herinnering verwijderen ........................................................ 3
Een nieuwe regel toevoegen .................................................................................. 4
Een nieuw blok toevoegen...................................................................................... 4
De cursor verplaatsen............................................................................................. 4
Tekst invoeren ........................................................................................................ 4
Tekst verwijderen.................................................................................................... 4
Het toetsenbord van de P-touch wordt op dezelfde manier gebruikt als een standaard
toetsenbord van een computer.
Zie de "Installatiehandleiding" voor de naam en locatie van elke toets.
Tekst herinnering gebruiken
Als er een teken wordt ingevoerd, herinnert de P-touch zich tekenreeksen die met hetzelfde
teken begonnen uit de geschiedenis van alle tot nu toe afgedrukte tekenreeksen en geeft
een lijst met opties weer waaruit u kunt kiezen.
Voer "c" in.
De P-touch geeft het laatste woord weer dat is afgedrukt en
begon met de letter "c", bijvoorbeeld "computer".
Druk op OK om andere woordopties weer te geven die overeenkomen met het
ingevoerde teken. Druk op de toets of om het gewenste woord te selecteren.
Druk op de toets OK of
Het geselecteerde woord wordt op de tekstregel weergegeven.
De instellingen voor Tekst herinnering kunnen worden gewijzigd door op de toets
Menu te drukken.
Enter-toets
.
EEN LABEL BEWERKEN
Geheugen voor tekst herinnering verwijderen
Druk op de toets
Selecteer "Tekst herinnering" met de toets of en druk op de toets OK of
Enter-toets
Selecteer "Geheugen wissen" met de toets of en druk op de toets OK of
Enter-toets
"Alles wissen tekst herin. geheugen?" wordt weergegeven.
Druk op de toets OK of
verwijderd.
Menu
.
.
.
Enter-toets
. Alle tekstopties in het geheugen worden
Tekst invoeren en bewerken
3
EEN LABEL BEWERKEN
Een nieuwe regel toevoegen
• Als u de huidige regel tekst wilt beëindigen en op een nieuwe regel wilt verdergaan, druk
dan op de toets
en de cursor gaat naar het begin van een nieuwe regel.
• Er is per tapebreedte een maximaal aantal regels dat kan worden ingevoerd. Voor
tape van 24 mm is dit 7 regels, voor tape van 18 mm 5 regels, voor tape van 12 mm
3 regels, voor tape van 9 mm en 6 mm 2 regels en voor tape van 3,5 mm 1 regel.
• Als u op Enter-toets drukt als er al zeven regels zijn, wordt er een foutmelding
weergegeven.
• Zie "Lettertekenkenmerken instellen per regel" op pagina 10 om de tekenkenmerken
van elke regel te wijzigen.
Enter-toets
. Er verschijnt een return-teken aan het einde van de regel
Een nieuw blok toevoegen
• Als u een nieuw blok met tekst of regels wilt maken rechts van de huidige tekst, drukt u
Shift
en daarna op
op
nieuwe blok.
Er kunnen per label maximaal 5 blokken worden ingevoerd.
Enter-toets
. De cursor wordt verplaatst naar het begin van het
De cursor verplaatsen
• Druk op de toets , , of om de cursor één spatie of één regel te verplaatsen.
• Om de cursor te verplaatsen naar het begin of het einde van de huidige regel drukt u op
de toets
Shift
en daarna op de toets of .
• Om de cursor te verplaatsen naar het begin of het einde van de gehele tekst drukt u op
de toets
Shift
en daarna de toets of .
Tekst invoeren
• Om extra tekst in een bestaande tekstregel in te voegen, verplaatst u de cursor naar het
teken rechts van de positie waar u tekst wilt gaan invoegen en voegt u vervolgens de tekst
in. De nieuwe tekst wordt links van de cursor ingevoerd.
Tekst verwijderen
Eén teken per keer verwijderen
• Om een teken te verwijderen uit een tekstregel verplaatst u de cursor naar het teken
rechts van de tekst die u wilt verwijderen en drukt u op de toets
u op
Backspace
Als u Backspace ingedrukt houdt, worden de tekens links van de cursor doorlopend
verwijderd.
Tekst invo eren en bewerken
4
drukt, wordt het teken links van de cursor verwijderd.
Backspace
. Steeds als
1
2
3
4
5
6
7
8
1
2
3
1
2
3
Gehele tekst in één keer verwijderen
Gebruik de toets
Druk op de toets
De wisopties worden weergegeven.
Selecteer met de toets of "Alleen tekst" om alle tekst te verwijderen terwijl de
huidige opmaakinstellingen bewaard blijven of selecteer "Opgem. tekst" om alle teksten opmaakinstellingen te verwijderen.
Druk op de toets Esc om terug te keren naar het tekstinvoerscherm zonder de
tekst of opmaak wissen.
Wissen
om alle tekst in één keer te verwijderen.
Wissen
.
EEN LABEL BEWERKEN
Druk op de toets OK of
Alle tekst wordt verwijderd. Als u "Opgem. tekst" hebt
geselecteerd, worden ook alle opmaakinstellingen
verwijderd.
Enter-toets
.
Symbolen invoeren
Naast de symbolen die beschikbaar zijn op het toetsenbord, zijn er ook nog diverse symbolen
(inclusief internationale en uitgebreide ASCII-tekens) beschikbaar via de symboolfunctie.
Gebruik de symboolfunctie om een symbool in te voeren (zie hieronder).
U kunt ook de toets
drukken om het symbool in te voeren dat rechtsboven op de toets staat.
Symbolen invoeren met de symboolfunctie
Druk op de toets
Er wordt een lijst met symboolcategorieën en symbolen in die categorie weergegeven.
Het laatst ingevoerde symbool wordt geselecteerd in de weergegeven lijst.
Selecteer een symboolcategorie (Interpunctie, Wiskunde enzovoort) met de toets
of en druk vervolgens op de toets
Selecteer een symbool met de toets , , of en druk vervolgens op de toets
OK
of
Het geselecteerde symbool wordt ingevoegd in de tekstregel.
Bij het selecteren van een symbool:
• Druk op de toets Shift en Symbool om terug te keren naar de vorige pagina.
• Druk op de toets Symbool om naar de volgende pagina te gaan.
Shift
Enter-toets
ingedrukt houden en vervolgens op een toets op het toetsenbord
Symbool
.
OK
of
Enter-toets
.
.
Symbolen invoer en
5
EEN LABEL BEWERKEN
Druk op Esc om terug te keren naar de vorige stap.
Symbolenlijst
CategorieSymbolen
Interpunctie
Haakjes/pijltjes
Wiskunde
Valuta/
eenhedem
(Nummer)
[Nummer]
Symbolen invoer en
6
1
2
3
4
5
6
7
8
Pictogrammen invoeren
1
2
3
Gebruik de pictogramfunctie om een pictogram in te voeren (zie hieronder).
Pictogrammen invoeren met de pictogramfunctie
EEN LABEL BEWERKEN
Druk op de toets
Er wordt een lijst met pictogramcategorieën en pictogrammen in die categorie
weergegeven.
Het laatst ingevoerde pictogram wordt geselecteerd in de weergegeven lijst.
Selecteer een pictogramcategorie (Bord, Zakelijk enzovoort) met de toets of en
druk vervolgens op de toets
Selecteer een pictogram met de toets , , of en druk vervolgens op de toets
OK
of
Enter-toets
Het geselecteerde
Bij het selecteren van een pictogram:
• Druk op de toets Shift en Pictogram om terug te keren naar de vorige pagina.
• Druk op de toets Pictogram om naar de volgende pagina te gaan.
Druk op Esc om terug te keren naar de vorige stap.
Pictogram
.
pictogram
.
OK
of
Enter-toets
wordt ingevoegd in de tekstregel.
.
Pictogrammenlijst
CategoriePictogrammen
Bord
Elektrisch
Datacom/AV
Zakelijk
Professioneel
Gebeurtenis
Pictogrammen inv oeren
7
EEN LABEL BEWERKEN
1
2
3
4
CategoriePictogrammen
Voertuig
Persoonlijk
Natuur/aarde
Pictogram
De symbolen zoals deze in de tabel worden weergegeven kunnen er op het LCDscherm en afgedrukt iets anders uitzien.
Geaccentueerde lettertekens invoeren
De P-touch kan een set tekens met accenten weergeven en afdrukken, bijvoorbeeld
taalspecifieke tekens.
Voer het letterteken in dat u wilt veranderen in een letterteken met accent.
U kunt de hoofdlettermodus gebruiken in combinatie met de accentfunctie.
Druk op de toets
Het letterteken dat u hebt ingevoerd, verandert in een letterteken met accent.
Druk herhaaldelijk op de toets
accent is geselecteerd of selecteer het gewenste letterteken met behulp van de toets
of .
De volgorde waarin de geaccentueerde lettertekens worden weergegeven, is
afhankelijk van de geselecteerde taal voor het LCD-display.
Druk op de toets OK of
Het geselecteerde letterteken met accent wordt ingevoegd in de tekstregel.
• Druk op Esc om terug te keren naar de vorige stap.
• Zie de tabel met de tekens met accenten voor een volledige lijst met alle beschikbare
tekens met accenten.
Geaccentuee rde letter tekens invoeren
8
Accenttoets
Enter-toets
.
Accenttoets
.
totdat het gewenste letterteken met
1
2
3
4
5
6
7
8
Lijst lettertekens met accent
1
2
3
Letterteken
an
AN
co
CO
dr
DR
es
ES
gt
GT
iu
IU
ky
KY
lz
LZ
Geaccentueerde
lettertekens
Instellen van letterteken kenmerken
Lettertekenkenmerken instellen per label
Gebruik de toets
breedte, stijl, regel en uitlijning toe te passen.
Druk op de toets
De huidige instellingen worden weergegeven.
Selecteer een kenmerk met de toets of en stel vervolgens een waarde voor het
kenmerk in met toets of .
Druk op de toets OK of
Lettertype
Nieuwe instellingen worden NIET toegepast als u niet op de toets OK of
Enter-toets drukt.
om een lettertype te selecteren en kenmerken voor de grootte,
Lettertype
.
Enter-toets
Letterteken
om de instellingen toe te passen.
Geaccentueerde
lettertekens
EEN LABEL BEWERKEN
Instelle n van lett erteken kenmerken
9
EEN LABEL BEWERKEN
• Druk op Esc om terug te keren naar de vorige stap.
• Druk op de Spatietoets om het geselecteerde kenmerk in te stellen op de
standaardwaarde.
• Zie de tabel met instelopties voor een lijst met alle beschikbare instellingen.
• Kleine lettertekens kunnen moeilijk leesbaar zijn als er bepaalde stijlen worden
toegepast (bijv. Schaduw + Cursief).
Lettertekenkenmerken instellen per regel
Als een etiket uit twee of meer regels bestaat, kunt u per regel verschillende
tekenkenmerken instellen (lettertype, grootte, breedte, stijl, regel en uitlijning).
Verplaats de cursor met behulp van de toets , ,
of naar de regel waarvan u de
lettertekenkenmerken wilt wijzigen. Druk vervolgens op
de toets
kenmerken weer te geven. ( op het scherm geeft aan
dat u het kenmerk nu toepast op alleen die specifieke regel.)
Shift
en daarna op
Lettertype
om de
Als u verschillende kenmerken hebt ingesteld voor elke
regel, wordt de waarde weergegeven als ***** wanneer
u op de toets Lettertype drukt. Als u de instelling op dit
scherm verandert met behulp van de toets of , wordt
dezelfde wijziging toegepast op alle regels van het etiket.
Instell en van le tterteken kenmerken
10
1
2
3
4
5
6
7
8
Kenmerk
Ltrtyp
Instelopties
WaardeResultaatWaardeResultaat
HEL
(Helsinki)
BRU
(Brussels)
US
(US)
LA
(Los
Angeles)
SGO
(San
Diego)
FLO
(Florida)
CAL
(Calgary)
Auto
Als u Auto selecteert, wordt
de tekst automatisch
aangepast om zo groot
mogelijk afgedrukt te worden
voor elke tape-breedte.
BEL
(Belgium)
ATL
(Atlanta)
ADM
(Adams)
BRN
(Brunei)
SOF
(Sofia)
GER
(Germany)
LGO
(Letter
Gothic)
18pt
EEN LABEL BEWERKEN
48pt12pt
Grootte
42pt9pt
36pt6pt
24pt
Instelle n van lett erteken kenmerken
11
EEN LABEL BEWERKEN
Kenmerk
Breedte
Opmaak
Regel
WaardeResultaatWaardeResultaat
x 2x 2/3
x 3/2x 1/2
x 1
C+Vet
Norm.
(Cursief,
vet)
Vet
(Vet)
Cntour
(Contour)
Schdw
(Schaduw)
Effen
(Effen)
C+Cr
(Cursief,
countour)
C+Sdw
(Cursief,
schaduw)
C+Eff.
(Cursief,
effen)
Vert.
(Verticaal)
Cursf
(Cursief)
Odrst
Uit
(Onderstre-
pen)
Drhln
(Doorhalen)
Uitlijning
(Uitlijning)
•
De werkelijk afgedrukte lettertekengrootte is afhankelijk van de tape-breedte, het aantal
lettertekens, en het aantal invoerregels. Zodra de lettertekens een minimum grootte
bereiken zal het geselecteerde lettertype worden omgeschakeld naar een aangepast
lettertype dat is gebaseerd op de stijl Helsinki. Dit maakt het mogelijk om labels af te
drukken met gebruik van de kleinst mogelijke tekst op smalle of meerregelige labels
•
Tekst met een grootte van 6 pt is alleen beschikbaar als het lettertype Helsinki wordt gebruikt
• Standaardinstellingen zijn vetgedrukt aangegeven.
Instell en van le tterteken kenmerken
12
Links
Centr.
Rechts
Uitl.
(Uitvullen)
.
.
1
2
3
4
5
6
7
8
Instellen Opmaak automatisch aanpassen
1
2
3
1
2
Als "Grootte" van de toets
is ingesteld op een specifieke lengte, kunt u kiezen hoe u de tekstgrootte wilt aanpassen
aan de lengte van het etiket.
Druk op de toets
druk vervolgens op de toets
Selecteer de stijl met behulp van de toets of .
Als u "Tekstgrootte" selecteert, wordt de totale tekstgrootte aangepast zodat de
tekst op het etiket past.
Als u "Tekstbreedte" selecteert, wordt de breedte van de tekst aangepast naar de
helft van de instelling ("x 1/2"). (Als er verdere aanpassing nodig is om de tekst
op het etiket te laten passen, wordt de totale tekstgrootte aangepast nadat de
tekstbreedte naar de helft van de instelling is aangepast ("x 1/2").)
Lettertype
Menu
is ingesteld op "Auto" en "Lengte" van de toets
, selecteer "Opmk auto-aanpass." met de toets of en
OK
of
Enter-toets
.
Label
EEN LABEL BEWERKEN
Druk op de toets OK of
• Druk op Esc om terug te keren naar de vorige stap.
• Druk op de Spatietoets om de stijl in te stellen op de standaardinstelling
("Tekstgrootte").
Enter-toets
om de instelling toe te passen.
Kader instellen
Druk op de toets
weergegeven.
Selecteer het kader met de toets of .
U kunt het kader ook rechtstreeks selecteren door
het nummer van het kader in te voeren met de
cijfertoetsen.
Druk op de toets OK of
te passen.
Nieuwe instellingen worden NIET toegepast als u
niet op de toets OK of Enter-toets drukt.
• Druk op Esc om terug te keren naar de vorige stap.
• Druk op de Spatietoets om het geselecteerde kenmerk in te stellen op de
standaardwaarde.
• Zie de tabel met kaders voor een lijst met beschikbare kaders.
Kader
. De huidige instellingen worden
Enter-toets
om de instellingen toe
Kader instell en
13
EEN LABEL BEWERKEN
Kenmerk
Waarde
Resultaat
Kaders
Waarde
Resultaat
Kader
Uit
0117
0218
0319
0420
0521
0622
0723
0824
0925
1026
1127
1228
16
14
1329
1430
1531
Kader instellen
1
2
3
4
5
6
7
8
EEN LABEL BEWERKEN
Kenmerk
Kader
Waarde
3250
3351
3452
3553
3654
3755
3856
39
40
41
42
43
44
Resultaat
Waarde
57
58
59
60
61
62
Resultaat
45
46
47
63
64
65
48
49
66
67
Kader instell en
15
EEN LABEL BEWERKEN
Kenmerk
Kader
Waarde
Resultaat
68
6985
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
Waarde
84
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
Resultaat
16
Kader instellen
81
82
83
97
98
99
1
2
3
4
5
6
7
8
De labellengte instellen
1
2
3
De labellengte instellen
U kunt de lengte van het label instellen binnen het bereik 30 mm - 300 mm.
Druk op de toets
Selecteer "Lengte" met de toets of en stel vervolgens de waarde in met de toets
of .
Label
.
EEN LABEL BEWERKEN
Druk op de toets OK of
• Druk op Esc om terug te keren naar de vorige stap.
• Druk op de Spatietoets om de waarde in te stellen op de standaardinstelling.
•Als Auto is geselecteerd, wordt de lengte van het etiket automatisch aangepast
naar gelang de hoeveelheid tekst die is ingevoerd.
Enter-toets
.
De labellengte instellen
17
EEN LABEL BEWERKEN
1
2
3
4
5
6
7
Sjablonen gebruiken
U kunt snel en eenvoudig labels maken voor verschillende doeleinden, zoals tabbladen voor
dossiers, labels voor apparatuur en naamplaatjes. Selecteer een opmaak in de sjablonen,
voer de tekst in en wijzig de opmaak indien gewenst.
U kunt ook symbolen, pictogrammen en lettertekens met accenten gebruiken in
sjablonen.
Sjablonen gebruiken - voorbeeld van het maken van een id-plaatje
Druk op de toets
Het laatst gebruikte sjabloon wordt weergegeven.
Selecteer een sjabloon met de toets of .
Druk op de toets OK of
Selecteer een kenmerk met de toets of en stel
vervolgens een waarde voor het kenmerk in met de toets
of .
Druk op de toets OK of
Het scherm Inst. streepjescode wordt alleen
weergegeven als er een lay-out met een
streepjescode is geselecteerd.
Selecteer een kenmerk met de toets of en stel
vervolgens een waarde voor het kenmerk in met de toets
of .
Het kenmerk "C.cijfer" (controlecijfer) is alleen
beschikbaar voor de protocollen CODE39, I-2/5 en
CODABAR.
Druk op de toets OK of
Het tekstinvoerscherm voor sjablonen wordt
weergegeven.
U kunt de hoofdlettermodus gebruiken bij het
invoeren van tekst.
Sjablonen
Enter-toets
Enter-toets
Enter-toets
.
.
.
.
Sjablonen gebruiken
18
1
2
3
4
5
6
7
8
EEN LABEL BEWERKEN
8
9
10
Voer de tekst in en druk vervolgens op de toets OK of
toets
.
Herhaal dit voor elk tekstveld.
Nadat alle tekstvelden zijn ingevoerd, wordt het
afdrukmenu weergegeven als u op de toets
toets
drukt.
Selecteer "Afdrukken" met de toets of en druk vervolgens op de toets OK of
Enter-toets
Selecteer het aantal af te drukken exemplaren met de toets
of , of voer het aantal in met de cijfertoetsen.
Druk op de toets OK of
11
drukken.
"Bezig met afdrukken... Aantal" wordt weergegeven
terwijl de labels worden afgedrukt.
• Druk op Esc om terug te keren naar de vorige stap.
• In de schermen Opmaak en Inst. strpjescode drukt u op de Spatietoets om het
geselecteerde kenmerk in te stellen op de standaardwaarde.
• Zie de tabel met sjablonen voor een lijst met beschikbare sjablonen.
om het scherm Kopiëren weer te geven.
• Selecteer "Bewerken" om de tekstgegevens of stijlinstellingen te wijzigen.
• Selecteer "Opslaan" om het etiket op te slaan in het bestandsgeheugen.
Zie "HET BESTANDSGEHEUGEN GEBRUIKEN" op pagina 38 voor het
bestandsgeheugen.
• Selecteer "Annuleren" om de sjabloonfunctie af te sluiten.
• Selecteer "Afdrukopties" om de afdrukinstellingen in te stellen.
Enter-toets
om de labels af te
OK
of
Enter-
Enter-
• Als de breedte van de huidige tapecassette niet overeenkomt met de ingestelde
breedte voor de geselecteerde lay-out, wordt er een foutmelding weergegeven op het
moment dat u het label probeert af te drukken. Druk op de toets Esc of op een
willekeurige andere toets om de foutmelding te wissen en plaats een tapecassette met
de juiste breedte.
• Als het aantal ingevoerde tekens de limiet overschrijdt, wordt het bericht "Tekst te
lang!" weergegeven als u op de toets OK
of op een willekeurige andere toets om de foutmelding te wissen en kort de tekst in.
of Enter-toets drukt. Druk op de toets Esc
Sjablonen gebrui ken
19
EEN LABEL BEWERKEN
Sjablonen
KenmerkWaardeDetails
Vlag 1
Vlag 2
(12 mm x 90 mm)
(12 mm x 90 mm)
Naam sjabloon
Kabelterugloop 1
(Draai & herhaal)
Kabelterugloop 2
(Draai & herhaal)
Opspanplaat
(VRT)
Rug omslag 1
Rug omslag 2
Tabblad
bestandsmap
Verdeeltab
(Hangmap)
Actief identificatie
(24 mm x 39 mm)
(18 mm x 39 mm)
(12 mm x 70 mm)
(24 mm x 219 mm)
(18 mm x 219 mm)
(12 mm x 82 mm)
(12 mm x 42 mm)
(18 mm x 70 mm)
Sjablonen gebruiken
20
1
2
3
4
5
6
7
8
KenmerkWaardeDetails
Kader
opslaglocatie
(18 mm x 76 mm)
Etiket apparatuur
(18 mm x 58 mm)
Adreslabel 1
(24 mm x 70 mm)
EEN LABEL BEWERKEN
Naam sjabloon
Adreslabel 2
Naamplaat 1
Naamplaat 2
Rug CD-case 1
Rug CD-case 2
(18 mm x 70 mm)
(24 mm x 72 mm)
(18 mm x 72 mm)
(6 mm x 113 mm)
(3,5 mm x 113 mm)
Sjablonen gebrui ken
21
EEN LABEL BEWERKEN
1
2
3
4
5
6
7
8
Blokopmaken gebruiken
Met de voorgedefinieerde blokopmaken kunt u snel en eenvoudig labels maken. Selecteer
een opmaak in de blokopmaken, voer de tekst in en wijzig de opmaak indien gewenst.
Blokopmaken gebruiken
Druk op de toets
Selecteer een tapebreedte met de toets of .
Druk op de toets OK of
Als de tapebreedte niet is gewijzigd, wordt de laatst geselecteerde blokopmaak
weergegeven. Als de tapebreedte is gewijzigd, wordt de standaardopmaak voor de
nieuwe tapebreedte weergegeven.
Selecteer een blokopmaak met de toets of .
Druk op de toets OK of
Selecteer een kenmerk met de toets of en stel
vervolgens een waarde voor het kenmerk in met de toets
of .
Druk op de Spatietoets om het geselecteerde
kenmerk in te stellen op de standaardwaarde.
Druk op de toets OK of
Het tekstinvoerscherm voor blokopmaken wordt
weergegeven.
U kunt de hoofdlettermodus gebruiken bij het
invoeren van tekst.
Voer tekst in en druk vervolgens op de toets OK of
.
toets
Herhaal dit voor elk tekstveld.
Nadat alle tekstvelden zijn ingevoerd, drukt u op de toets
OK
of
Enter-toets
Blok lay-outs
om het afdrukmenu weer te geven.
.
Enter-toets
Enter-toets
Enter-toets
.
.
.
Enter-
Blokopmaken gebruiken
22
1
2
3
4
5
6
7
8
Selecteer "Afdrukken" met de toets of en druk vervolgens op de toets OK of
9
10
11
Enter-toets
Selecteer het aantal af te drukken exemplaren met de toets
of , of voer het aantal in met de cijfertoetsen.
om het scherm Kopiëren weer te geven.
• Selecteer "Bewerken" om de tekstgegevens of stijlinstellingen te wijzigen.
• Selecteer "Opslaan" om het etiket op te slaan in het bestandsgeheugen.
Zie "HET BESTANDSGEHEUGEN GEBRUIKEN" op pagina 38 voor het
bestandsgeheugen.
• Selecteer "Annuleren" om de blokopmaakfunctie af te sluiten.
• Selecteer "Lay-out wijzigen" om een andere lay-out te gebruiken.
• Selecteer "Afdrukopties" om de afdrukinstellingen in te stellen.
EEN LABEL BEWERKEN
Druk op de toets OK of
drukken.
"Bezig met afdrukken... Aantal" wordt weergegeven
terwijl de labels worden afgedrukt.
• Druk op Esc om terug te keren naar de vorige stap.
• Zie de tabel met blokopmaken voor een lijst met beschikbare blokopmaken.
• Als de breedte van de huidige tapecassette niet overeenkomt met de ingestelde
breedte voor de geselecteerde lay-out, wordt er een foutmelding weergegeven op het
moment dat u het label probeert af te drukken. Druk op de toets Esc of op een
willekeurige andere toets om de foutmelding te wissen en plaats een tapecassette met
de juiste breedte.
Enter-toets
om de labels af te
Blokopmaken
KenmerkWaardeDetails
2LineA
24mm
2LineB
3Line
Blokopmaken gebruiken
23
EEN LABEL BEWERKEN
KenmerkWaardeDetails
1+2LineA
1+2LineB
24mm
18mm
1+3Line
1+4Line
1+5Line
2LineA
2LineB
3Line
1+2LineA
1+2LineB
1+3Line
1+4Line
1+5Line
Blokopmaken gebruiken
24
1
2
3
4
5
6
7
8
KenmerkWaardeDetails
2LineA
2LineB
12mm
3Line
1+2Line
2LineA
EEN LABEL BEWERKEN
9mm
6mm
2LineB
1+2Line
1+2Line
Een label met barcode maken
Met de barcodefunctie kunt u labels maken met ééndimensionale barcodes voor gebruik bij
kassa’s, voorraadbeheersystemen of overige leessystemen voor barcodes of zelfs voor
identificatieplaatjes te gebruiken in asset management systemen.
• De P-touch is niet exclusief ontworpen voor het maken van etiketten met
streepjescodes. Controleer altijd of de labels met de barcodes kunnen worden
gelezen door de barcodelezer.
• Druk voor de beste resultaten labels met barcodes af met zwarte inkt op witte tape.
Sommige barcodelezers kunnen geen labels met barcodes lezen als deze met
gekleurde tape of inkt zijn gemaakt.
• Gebruik waar mogelijk de instelling "Groot" voor de "Breedte". Sommige
barcodelezers kunnen geen labels met barcodes lezen als deze met de instelling
"Klein" zijn afgedrukt.
• Tijdens continu afdrukken van grote aantallen labels met barcodes kan de printkop
oververhit raken, wat de afdrukkwaliteit kan beïnvloeden.
Een label met barcode maken
25
EEN LABEL BEWERKEN
1
2
3
4
5
6
7
Instellen van barcodeparameters en invoeren van barcodegegevens
Druk op de toets
U kunt maximaal vijf barcodes invoeren op een label.
Selecteer een kenmerk met de toets of en stel vervolgens een waarde voor het
kenmerk in met toets of .
Mogelijk verschijnen er geen tekens onder de streepjescode, zelfs als "Aan" is
geselecteerd bij "Onder#". Dit is afhankelijk van de breedte van de gebruikte
tape, het aantal ingevoerde regels of de huidige stijlinstellingen.
Druk op de toets OK of
Nieuwe instellingen worden NIET toegepast als u niet op de toets OK of Entertoets drukt.
Voer de barcodegegevens in.
U kunt speciale tekens invoeren in de barcode als u de
protocollen CODE39, CODE128, CODABAR of GS1-128
gebruikt. Ga naar stap 7 als u geen speciale tekens
gebruikt.
Druk op de toets
Er wordt een lijst met tekens weergegeven voor het huidige protocol.
Selecteer een teken met
vervolgens op
de barcodegegevens in te voegen.
Druk op de toets OK of
label in te voegen.
De barcode wordt weergegeven op het
tekstinvoerscherm.
Streepjescode
Enter-toets
Symbool
de toets OK of
.
de toets of
Enter-toets
.
om de instellingen toe te passen.
en druk
Enter-toets om het teken in
om de barcode in het
• Het kenmerk "C.cijfer" (controlecijfer) is alleen beschikbaar voor de protocollen
CODE39, I-2/5 en CODABAR.
• Druk op Esc om terug te keren naar de vorige stap.
• Druk op de Spatietoets om het geselecteerde kenmerk in te stellen op de
standaardwaarde.
• Zie de tabel Instellingen barcode voor een lijst met alle beschikbare instellingen.
• Om de gegevens en parameters van de barcode te bewerken, plaatst u de cursor onder
de barcodemarkering in het gegevensinvoerscherm en opent u vervolgens het scherm
Inst. strpjescode. Zie "Instellen van barcodeparameters en invoeren van
barcodegegevens" op pagina 26.
• Om een barcode uit een label te verwijderen, plaatst u de cursor rechts van de
barcodemarkering in het gegevensinvoerscherm en drukt u op de toets
Een label met barcode maken
28
Backspace
.
1
2
3
4
5
6
7
8
LABELS AFDRUKKEN
1
321
Labelvoorbeeld
Gebruik de functie Afdrukvoorbeeld om de lay-out van het label en het type tape dat is
geplaatst te controleren voordat u gaat afdrukken.
Druk op de toets
Er wordt een afbeelding van het label weergegeven op het scherm.
1. De balk geeft aan welk deel van het label nu
wordt weergegeven.
2. De tapebreedte van de geplaatste tapecassette
en de labellengte worden aangegeven als
volgt. Tapebreedte x labellengte
3. De gegevens van de geplaatste tapecassette
worden gedetecteerd en weergegeven. De
eerste regel geeft de kleur van de tekens aan
en de tweede regel geeft de kleur van de tape aan.
Druk op de toets of om het voorbeeld naar links of rechts te verschuiven.
Druk op de toets of om de vergroting van het voorbeeld te wijzigen.
•
Druk op de toets
• Om het voorbeeld helemaal naar links of rechts te verschuiven, houdt u de toets Shift
ingedrukt en drukt u vervolgens op de toets of .
• Om het label direct af te drukken vanuit het voorbeeldscherm drukt u op de toets
Afdrukken of opent u het scherm met afdrukopties en selecteert u een optie. Zie
"Een etiket afdrukken" hieronder voor meer informatie.
• Het afdrukvoorbeeld is een gegenereerde afbeelding van het label die kan verschillen
van het werkelijk afgedrukte label.
• Bij sommige tapecassettes is het niet mogelijk om de kleur van de tekens en de kleur
van de tape te bepalen.
Voorbeeld
Esc, OK
.
of
Enter-toets
om terug te keren naar het tekstinvoerscherm
LABELS AFDRUKKEN
.
Een label afdrukken
Labels kunnen worden afgedrukt zodra de tekstinvoer en de opmaak is voltooid. De afdrukopties
omvatten enkele en meerdere exemplaren, volgordenummering en gespiegeld afdrukken.
•
Trek niet aan het label dat uit de tape-uitgang komt. Als u dit wel doet, loopt het
inktlint met de tape mee naar buiten, waardoor de tape niet meer is te gebruiken
• Blokkeer de tape-uitgang niet tijdens het afdrukken of doorvoeren van tape. Als u dit
wel doet zal de tape vastlopen.
Controleer of er genoeg tape over is als u een aantal labels achter elkaar
•
gaat afdrukken. Als er weinig tape over is, stel dan wat minder
exemplaren in, druk de labels één voor één af of vervang de tapecassette
• Strepen op de tape geven het einde van de tapecassette aan. Als
er strepen verschijnen tijdens het afdrukken, drukt u op de Aan-/uittoets om de P-touch uit te schakelen. Als u probeert af te
drukken met een lege tapecassette, kan dit schade aan de P-touch veroorzaken.
.
Labelvoorbeel d
.
29
LABELS AFDRUKKEN
1
2
3
1
2
3
Meerdere exemplaren afdrukken
Met deze functie kunt u maximaal 99 exemplaren van hetzelfde etiket afdrukken.
Zorg ervoor dat de juiste tapecassette is geplaatst en gereed is voor afdrukken.
Druk op de toets
toets of , of voer het aantal in met de cijfertoetsen.
Houd de toets of ingedrukt om het aantal exemplaren snel te veranderen.
Druk op de toets OK of
Aantal" wordt weergegeven terwijl de labels worden
afgedrukt.
Als u een automatische snij-optie selecteert wanneer
u meer exemplaren van een label afdrukt, wordt u
gevraagd te bevestigen of de afzonderlijke labels na
het afdrukken moeten worden afgesneden.
Als u dit bericht niet wilt laten weergeven, druk dan
op de toets
of en druk vervolgens op de toets
Enter-toets
druk vervolgens op de toets
• Druk op Esc om terug te keren naar de vorige stap.
• De getallen die op het scherm worden weergegeven tijdens het afdrukken geven aan
hoeveel exemplaren zijn afgedrukt en het ingestelde aantal.
• Als u tijdens het instellen van het aantal exemplaren op de toets
het aantal exemplaren ingesteld op de standaardwaarde 01.
Verwijder de labels zodra ze zijn afgesneden, zodat ze niet in de tape-uitgang blijven zitten.
Afdrukken
Menu
. Selecteer "Uit" met de toets of en
en selecteer het aantal af te drukken exemplaren met de
Enter-toets
, selecteer "Knippauze" met de toets
. "Bezig met afdrukken...
OK
of
OK
of
Enter-toets
.
Spatietoets
drukt, wordt
Labels automatisch nummeren
Met de nummeringfunctie kunt u een set labels met opvolgende nummers maken van een
enkele labelopmaak. (Maximaal 99 labels kunnen worden genummerd.)
Zorg ervoor dat de juiste tapecassette is geplaatst en gereed is voor afdrukken.
Druk op de toets
Druk op de toets OK of
Om automatisch nummeren toe te passen op een
streepjescode, moet u hier de streepjescode selecteren.
Na het selecteren van de streepjescode wordt u gevraagd
het aantal af te drukken labels in te voeren (stap 6).
Een label afdrukken
30
Afdrukopties
Enter-toets
en selecteer "Nummering" met de toets of .
.
1
2
3
4
5
6
7
8
Verplaats de cursor naar het eerste teken dat in de
4
5
6
7
nummervolgorde moet worden verhoogd en druk op
Enter-toets
Verplaats de cursor naar het laatste teken dat in de
nummervolgorde moet worden verhoogd en druk op
Enter-toets
Het aantal af te drukken labels wordt weergegeven.
Selecteer het aantal labels dat moet worden afgedrukt met
de toets of , of voer het aantal in met de cijfertoetsen.
.
.
Houd de toets of ingedrukt om het aantal
exemplaren snel te veranderen.
OK
OK
of
of
LABELS AFDRUKKEN
Druk op de toets OK of
De labels worden afgedrukt.
Terwijl de labels worden afgedrukt, wordt het aantal afgedrukte exemplaren weergegeven.
• Druk op Esc om terug te keren naar de vorige stap.
• De getallen die op het scherm worden weergegeven tijdens het afdrukken geven aan
hoeveel exemplaren van het totale aantal zijn afgedrukt.
• Als u tijdens het selecteren van het aantal exemplaren op de Spatietoets drukt, wordt
het aantal exemplaren ingesteld op de standaardwaarde 01.
• Automatisch nummeren kan ook worden toegepast op streepjescodes. Als een
streepjescode automatische nummering bevat, kunnen de andere velden van het label
niet automatisch genummerd worden.
• Het gedeelte van het label met de automatische nummering wordt na elk afgedrukt
label verhoogd.
• U kunt slechts eenmaal de functie automatisch nummeren toepassen per label.
• Eventuele symbolen of overige niet-alfanumerieke tekens worden genegeerd tijdens
automatisch nummeren.
• Automatisch nummeren kan met een maximum van vijf tekens.
• De ophoogvolgorde van letters en cijfers is als volgt:
01...90...
B...ZA...
A
a
b...za...
A1...A9B0...
A0
U kunt spaties (weergegeven als liggende streepjes "_" in het onderstaande voorbeeld)
gebruiken om de ruimte tussen de tekens aan te passen of om het aantal afgedrukte cijfers te
controleren.
10...9900...
_9
_Z
AA...ZZAA...
2_0...9_90_0...
1_9
Enter-toets
.
Een label afdrukken
31
LABELS AFDRUKKEN
1
2
3
4
1
2
3
Gespiegeld afdrukken
Met de functie Gespiegeld afdrukken kunt u etiketten afdrukken met gespiegelde tekst zodat
deze vanaf de andere kant kan worden gelezen, bijvoorbeeld bij bevestiging op glas over
ander doorzichtig materiaal.
Zorg ervoor dat de juiste tapecassette is geplaatst en gereed is voor afdrukken.
Druk op de toets
Druk op de toets OK of
Het bericht "Afdruk OK?" verschijnt.
Druk op de toets OK of
Aantal" wordt weergegeven terwijl de labels worden
afgedrukt.
• Druk op Esc om terug te keren naar de vorige stap.
• Tekst moet op doorzichtige tape worden afgedrukt als u de gespiegelde afdrukfunctie
gebruikt.
• De functies Kopiëren en Automatisch nummeren kunnen niet worden gebruikt in
combinatie met de functie Gespiegeld afdrukken.
Afdrukopties
Enter-toets
Enter-toets
en selecteer "Spiegel" met de toets of .
.
. "Bezig met afdrukken...
Opties tape afsnijden
Met de opties voor het afsnijden van de tape kunt u opgeven hoe de tape moet worden
doorgevoerd en afgesneden tijdens het afdrukken van labels. Met name de optie " Kettng"
en "Geen snede" verminderen de hoeveelheid afval doordat er kleinere marges worden
gebruikt en er minder lege ruimte tussen de labels is.
Druk op de toets
Selecteer "Snij- optie" met de toets of en stel vervolgens de waarde in met de
toets of .
Druk op de toets OK of
Nieuwe instellingen worden NIET toegepast als u niet op de toets OK of
Enter-toets drukt.
Label
.
Enter-toets
om de instellingen toe te passen.
• Druk op Esc om terug te keren naar de vorige stap.
• Zie de tabel "Opties tape afsnijden" voor een lijst met alle beschikbare instellingen.
Opties tap e afsnijden
32
1
2
3
4
5
6
7
8
Opties tape afsnijden
ABCABC
24,5mm 24,5mm
InstellingBeschrijvingVoorbeeld
De tape wordt automatisch afgesneden na elk
Brede
marge
Smalle
marge
Kettng
Geen
snede
afgedrukt etiket, waardoor er aan beide zijden
een marge van 24,5 mm overblijft.
Er wordt automatisch een stuk lege tape
afgesneden voordat het eerste etiket wordt
afgedrukt en de tape wordt afgesneden na elk
etiket dat is afgedrukt, waardoor er aan beide
uiteinden van elk etiket een marge van 2 mm
overblijft.
• Er wordt automatisch een stuk lege tape
afgesneden voordat het eerste etiket wordt
afgedrukt en de tape wordt afgesneden na elk
etiket dat is afgedrukt, waardoor er aan
uiteinden
van elk etiket een marge van 2 mm
beide
overblijft.
• De tape wordt niet doorgevoerd en
afgesneden nadat het laatste etiket is
afgedrukt. Druk op de toets
Invoer&Snijden
om de tape door te voeren en af te snijden.
• Selecteer deze instelling als u meerdere
exemplaren van een label wilt afdrukken en
de afzonderlijke labels na het afdrukken niet
hoeven te worden afgesneden of als u
textieltape of andere speciale tape gebruikt
die niet met de tapesnijder van de P-touch
kan worden afgesneden.
• De tape wordt niet doorgevoerd en
afgesneden nadat het etiket is afgedrukt.
• Druk op de toets
Invoer&Snijden
om de
tape door te voeren en af te snijden.
• Wanneer u speciale tape gebruikt die niet
met de tapesnijder van de P-touch kan
worden afgesneden, moet u de
tapecassette uit de P-touch verwijderen en
de tape afknippen met een schaar.
ABCABC
2mm
24,5mm
ABC ABC
2mm
24,5mm
2mm
2mm
ABC AB
4mm
24,5mm
Opties t ape afsnijden
LABELS AFDRUKKEN
33
LABELS AFDRUKKEN
ABC
ABC ABC
24,5mm
4mm4mm
ABC ABC
24,5mm
26,5mm
12
1
2
3
InstellingBeschrijvingVoorbeeld
• Selecteer deze instelling als u speciale tape
gebruikt.
• Selecteer vóór het afdrukken bij de snij-opties
"Geen snede" als u textieltape gebruikt.
Verwijder na het afdrukken de tapecassette
uit de P-touch en gebruik een schaar om de
tape af te knippen.
• Wanneer meerdere
exemplaren tegelijk
worden afgedrukt:
Spec. tape
• Wanneer een label
tweemaal wordt
afgedrukt:
1. 1e afdruk
2. 2e afdruk
Aanpassen van de labellengte
U kunt de lengte van de afgedrukte labels instellen tussen -3 en +3.
Druk op de toets
Selecteer "Lengte label" met de toets of en stel de
waarde in met de toets of .
Druk op de toets OK of
• Druk op Esc om terug te keren naar de vorige stap.
• Druk op de Spatietoets om de waarde in te stellen op de standaardinstelling.
• Eén niveau is ongeveer gelijk aan 1% van de totale labellengte.
Aanpassing
Enter-toets
.
om de instelling toe te passen.
34
Aanpassen van de label lengte
1
2
3
4
5
6
7
8
Labels bevestigen
1
2
3
1
2
Knip indien nodig met een schaar het afgedrukte label tot de gewenste vorm en
lengte.
Trek het papier aan de achterzijde van het label.
Plaats het label en druk met uw vinger stevig van boven naar onder om het label te
bevestigen.
• De meeste TZe-tapes hebben een handige laag aan de achterzijde die u kunt breken
en lostrekken. Om het papier van de achterzijde te verwijderen, vouwt u het label in
de lengte met de tekst naar binnen gericht, om de randen van het papier zichtbaar te
maken. Trek vervolgens de papierdelen één voor één van de achterzijde.
• Labels kunnen soms moeilijk worden bevestigd op oppervlakken die vochtig, vuil of
onregelmatig zijn. De labels kunnen makkelijk loslaten van dergelijke oppervlakken.
• Lees de instructies bij textieltape of tape met een extra sterke plakstrook en neem alle
voorzorgsmaatregelen in acht die in de instructies staan.
• Wij raden u aan om krimpkous-tape af te knippen met een schaar.
Afdrukken vanuit de labelverzameling
Een label afdrukken vanuit de labelverzameling die in de P-touch is
opgeslagen
De lijst op de volgende pagina geeft de vele labels weer die opgeslagen zijn in uw
labelverzameling. U kunt tijd besparen door deze vooraf ontworpen labels af te drukken.
Ga naar de website van het Brother Solutions Center als u de meest recente labelontwerpen
wilt downloaden: http://solutions.brother.com
Zie "Een nieuwe labelverzamelingcategorie downloaden (alleen Windows®)" op
pagina 48 voor meer informatie.
Druk op de toets
Selecteer de taal voor het af te drukken label met de toets of en druk vervolgens
op de toets
De taal kan worden gekozen uit "Deens", "Duits", "Engels (V.K.)", "Engels (V.S.)",
"Fins", "Frans", "Frans (Canada)", "Hongaars", "Italiaans", "Kroatisch",
"Nederlands", "Noors", "Pools", "Portugees", "Portugees (Brazilië)", "Roemeens",
"Sloveens", "Slowaaks", "Spaans (Spanje)", "Spaans (V.S.)", "Tsjechisch",
"Turks", "Zweeds" en "Andere".
Als u een labelverzameling downloadt voor een taal die niet is
voorgeconfigureerd in de P-touch, wordt "Andere" weergegeven aan het eind
van de beschikbare talen. Selecteer "Andere" als u deze labels wilt gebruiken.
Labelverzameling
OK
of
Enter-toets
.
.
Labels beve stigen
LABELS AFDRUKKEN
35
LABELS AFDRUKKEN
3
4
5
6
7
Selecteer de categorie met de toets of en druk vervolgens op de toets OK of
Enter-toets
Het eerste label wordt weergegeven.
Selecteer een label met de toets of en druk vervolgens op de toets OK of
Enter-toets
.
Zie de lijst Labelverzameling om alle beschikbare labels te bekijken.
.
Om een label toe te voegen aan uw "Favorieten" selecteert u "Favoriet
toevoegen" met de toets of en drukt u vervolgens op de toets OK of Enter-toets om het geselecteerde label te registreren in de categorie Favorieten. Door
het registreren van de labels die u het vaakst gebruikt, kunt u deze snel en
eenvoudig weergeven als u ze weer nodig hebt.
Selecteer "Afdrukken" met de toets of en druk op de toets OK of
Voor de labelverzameling kan alleen tape van 12 mm, 18 mm of 24 mm worden
gebruikt.
Selecteer het aantal af te drukken exemplaren met de toets of , of voer het
aantal in met de cijfertoetsen.
Druk op de toets OK of
afdrukken... Aantal" wordt weergegeven terwijl de labels worden afgedrukt.
Enter-toets
om de labels af te drukken. "Bezig met
Lijst Labelverzameling
CategorieLabel
Bestanden
Kantoorwijzers
* De labels zij n slechts als voor beelden bedoeld.
Enter-toets
.
Afdrukken v anuit de labelverzameling
36
1
2
3
4
5
6
7
8
CategorieLabel
Communicatie
Attentie
Detailhandel
* De labels zijn slechts als voorbeelden bedoeld.
LABELS AFDRUKKEN
Afdrukken vanuit de labelverzamel ing
37
HET BESTANDSGEHEUGEN GEBRUIKEN
1
2
3
1
2
3
U kunt maximaal 50 van uw veelgebruikte etiketten opslaan in het bestandsgeheugen. Elk
label wordt opgeslagen als een bestand, waardoor u uw label snel op kunt halen als u het
weer nodig hebt.
Als u een bestand wilt opslaan terwijl het bestandsgeheugen vol is, moet u één van uw
opgeslagen bestanden overschrijven.
Een label opslaan in het geheugen
Nadat u de tekst en opmaak van het label hebt ingevoerd, drukt u op de toets
en selecteert u "Opslaan" met de toets of .
Druk op de toets OK of
Als er al een label is opgeslagen met dat bestandsnummer, wordt ook de
labeltekst weergegeven.
Selecteer een bestandsnummer met de toets of en druk vervolgens op de toets
OK
of
Enter-toets
Het bestand wordt opgeslagen en het scherm keert terug naar het
tekstinvoerscherm.
Als er al een bestand was opgeslagen met het geselecteerde bestandsnummer,
worden die gegevens overschreven door het bestand dat u nu opslaat.
• Druk op Esc om terug te keren naar de vorige stap.
• U kunt maximaal 280 tekens opslaan in één bestand. Het aantal tekens dat kan
worden opgeslagen, kan echter soms verschillen, bijvoorbeeld bij het invoeren van
symbolen.
• Zie "Sjablonen gebruiken" op pagina 18 of "Blokopmaken gebruiken" op pagina 22
om een label op te slaan dat gemaakt is met een sjabloon of blokopmaak.
Enter-toets
om het label op te slaan met het geselecteerde bestandsnummer.
. Er wordt een bestandsnummer weergegeven.
Bestand
Een opgeslagen labelbestand openen
Druk op de toets
Druk op de toets OK of
wordt weergegeven.
De labeltekst wordt ook weergegeven zodat u het label kunt herkennen.
Selecteer een bestandsnummer met de toets of en druk vervolgens op de toets
OK
of
Enter-toets
geopend en weergegeven in het tekstinvoerscherm.
Bestand
om het geselecteerde bestand te openen. Het bestand wordt
en selecteer "Openen
Enter-toets
. Het bestandsnummer van een opgeslagen label
" met de toets of
.
Druk op Esc om terug te keren naar de vorige stap.
Een label opsla an in het geheugen
38
1
2
3
4
5
6
7
8
Een opgeslagen labelbestand afdrukken
1
2
3
4
5
1
2
3
4
HET BESTANDSGEHEUGEN GEBRUIKEN
Druk op de toets
Druk op de toets OK of
Het bestandsnummer van het opgeslagen label wordt weergegeven.
De labeltekst wordt ook weergegeven zodat u het label kunt herkennen.
Selecteer een bestandsnummer met de toets of en druk vervolgens op de toets
Afdrukken, OK
Selecteer het aantal af te drukken exemplaren met de toets of , of voer het
aantal in met de cijfertoetsen.
Druk op de toets OK of
"Bezig met afdrukken... Aantal" wordt weergegeven terwijl de labels worden
afgedrukt.
• Druk op de toets Esc om terug te keren naar de vorige stap.
• Het bericht "Geen tekst!" wordt weergegeven als u een bestand zonder tekst probeert
af te drukken.
Bestand
of
Enter-toets
en selecteer "Afdrukken"
Enter-toets
Enter-toets
.
om het scherm Kopiëren weer te geven.
om de labels af te drukken.
met de toets of
.
Een opgeslagen labelbestand verwijderen
Druk op de toets
Druk op de toets OK of
Het bestandsnummer van het opgeslagen label wordt weergegeven.
De labeltekst wordt ook weergegeven zodat u het label kunt herkennen.
Selecteer een bestandsnummer met de toets of en druk vervolgens op de toets
OK
of
Enter-toets
Het bericht "Verwijderen?" verschijnt.
Druk op de toets OK of
Het bestand wordt verwijderd en het scherm keert terug naar het
tesktinvoerscherm.
Bestand
Enter-toets
.
Enter-toets
en selecteer "Verwijderen
.
om het bestand te verwijderen.
" met de toets of
.
Druk op de toets Esc om het verwijderen van het bestand te annuleren en terug te keren
naar het vorige scherm.
Een opgeslagen labe lbestand afdr ukken
39
P-TOUCH-SOFTWARE GEBRUIKEN
1
U moet P-touch Editor en het printerstuurprogramma installeren voordat u de P-touch kunt
gebruiken met uw computer. Zie de installatiehandleiding voor meer informatie over het
installeren van de P-touch-software.
P-touch Editor gebruiken
Zie de procedures hieronder voor het besturingssysteem van uw computer. In de
schermafbeeldingen wordt "XX-XXXX" gebruikt in plaats van het concrete P-touch-model.
Ga naar het Brother Solutions Center als u de meest recente stuurprogramma's en software
wilt downloaden: http://solutions.brother.com
P-touch Editor gebruiken (voor Windows®)
P-touch Editor starten
Voor Windows Vista®/Windows® 7
Klik op de knop Start gevolgd door [Alle programma’s] - [Brother P-touch] [P-touch Editor 5.1].
Wanneer P-touch Editor wordt gestart, geeft u aan of u een nieuwe lay-out wilt
beginnen of een bestaande lay-out wilt openen.
P-touch Edit or gebruiken
40
1
2
3
4
5
6
7
8
Voor Windows® 8
2
Klik op [P-touch Editor 5.1] in het scherm [Start]/[Apps] of dubbelklik op
[P-touch Editor 5.1] op het bureaublad.
Wanneer P-touch Editor wordt gestart, geeft u aan of u een nieuwe lay-out wilt
beginnen of een bestaande lay-out wilt openen.
• U kunt P-touch Editor ook starten met snelkoppelingen, mits u tijdens de
installatie hebt aangegeven dat die snelkoppelingen moesten worden gemaakt.
• Snelkoppelingspictogram op het bureaublad: dubbelklikken om P-touch
Editor te starten
• Snelkoppelingspictogram op de werkbalk Snel starten: dubbelklikken om
P-touch Editor te starten
• Als u wilt wijzigen wat P-touch Editor doet bij het starten, klik dan op [Extra]
- [Opties] in de menubalk van P-touch Editor om het dialoogvenster [Opties]
weer te geven. Selecteer [Algemeen] als de gewenste instelling in de keuzelijst
[Bewerkingen] onder [Opstartopties]. De standaardinstelling is [Nieuwe
weergave weergeven].
Selecteer een optie in het scherm.
P-TOUCH-SOFTWARE GEBRUIKEN
4
3
1
2
1. Als u een nieuwe lay-out wilt beginnen, klikt u op de knop [Nieuwe lay-out].
2. Als u een nieuwe lay-out wilt beginnen aan de hand van een
voorgeconfigureerde lay-out, selecteert u de knop voor de gewenste
categorie.
3. Als u een voorgeconfigureerde lay-out aan een database wilt koppelen,
schakelt u het selectievakje naast [Verbinden met database] in.
4. Als u een bestaande lay-out wilt openen, klikt u op [Openen].
P-touch Editor gebrui ken
41
P-TOUCH-SOFTWARE GEBRUIKEN
Gebruiksmodi
P-touch Editor kan in drie verschillende modi worden gebruikt: [Express], [Professional] en
[Snap]. Met de selectieknoppen kunt u gemakkelijk omschakelen.
[Express]
In deze modus kunt u snel en gemakkelijk lay-outs met tekst en afbeeldingen maken.
Het scherm van de modus [Express] wordt hierna besproken.
1
2
3
4
6
7
1. Menubalk
2. Opdrachtbalk
3. Werkbalk Tekenen/Bewerken
4. Werkbalk Eigenschappen
5. Lay-outvenster
6. Databasevenster
7. Modusselectieknoppen
5
P-touch Edit or gebruiken
42
1
2
3
4
5
6
7
8
[Professional]
In deze modus kunt u lay-outs maken met behulp van uiteenlopende functies en opties.
Het scherm van de modus [Professional] wordt hierna besproken.
1
2
3
4
P-TOUCH-SOFTWARE GEBRUIKEN
5
6
7
1. Menubalk
2. Standaardwerkbalk
3. Eigenschappenpallet
4. Werkbalk Tekenen/Bewerken
5. Lay-outvenster
6. Databasevenster
7. Modusselectieknoppen
8. Zijbalk
8
P-touch Editor gebrui ken
43
P-TOUCH-SOFTWARE GEBRUIKEN
1
2
1
[Snap]
In deze modus kunt u een schermopname maken van het volledige computerscherm
of een deel ervan. Vervolgens kunt u de schermopname als afbeelding afdrukken of
opslaan voor later gebruik.
Klik op de modusselectieknop [Snap].
Het dialoogvenster [Omschrijving van
Snap-modus] wordt weergegeven.
Klik op [OK ].
Het palet van de modus [Snap] wordt
weergegeven.
• Als u het selectievakje [Dit dialoogvenster niet meer weergeven] in het
dialoogvenster [Omschrijving van Snap-modus] inschakelt, gaat u de volgende keer
naar de modus [Snap] zonder dat het dialoogvenster wordt weergegeven.
• Voor Windows Vista
U kunt P-touch Editor ook starten in de modus [Snap] door te klikken op het menu
Start - [Alle programma’s] - [Brother P-touch] - [P-touch Editor 5.1 (Snap-modus)].
• Voor Windows
U kunt P-touch Editor ook starten in de modus [Snap] door te klikken op [P-touch
Editor 5.1 (Snap-modus)] in het scherm [Start]/[Apps].
®
8
®
/Windows® 7
P-touch Editor gebruiken (voor Macintosh)
P-touch Editor starten
Dubbelklik op het pictogram [P-touch Editor] op het bureaublad.
De onderstaande methode kan ook worden gebruikt om P-touch Editor te starten.
Dubbelklik op [Macintosh HD] - [Toepassingen] - [P-touch Editor] gevolgd
door het toepassingspictogram [P-touch Editor].
P-touch Editor wordt gestart.
Gebruiksmodi
Standaardmodus
Met behulp van deze modus kunnen op eenvoudige wijze labels met tekst en afbeeldingen
worden gemaakt.
Het lay-outvenster bestaat uit de volgende onderdelen:
P-touch Edit or gebruiken
44
1
2
3
4
5
6
7
8
1
1
2
2
4
3
5
1. Opdrachtbalk
2. Werkbalk Tekenen/Bewerken
3. Inspector
4. Lay-outvenster
5. Databasevenster
Snap-modus
In deze modus kunt u een schermopname maken, deze als afbeelding afdrukken en
opslaan voor later gebruik. Volg de onderstaande stappen om de Snap-modus te starten.
Wanneer u op [Snap Mode] klikt, wordt het
dialoogvenster [Omschrijving van Snapmodus] weergegeven. Klik op [OK].
Als u [Dit dialoogvenster niet meer
weergeven] selecteert, kunt u de
volgende keer rechtstreeks naar de
Snap-modus.
P-TOUCH-SOFTWARE GEBRUIKEN
De Snap-modus wordt geactiveerd.
P-touch Editor gebrui ken
45
P-TOUCH-SOFTWARE GEBRUIKEN
1
2
P-touch Editor bijwerken
De software kan met de P-touch Update Software worden bijgewerkt naar de laatste versie.
In de volgende stappen wordt de XX-XXXX gebruikt. Lees "XX-XXXX" als de naam van uw
P-touch.
• Om de P-touch Update Software te kunnen starten, moet u verbinding hebben met
internet.
• Het is mogelijk dat de software en de inhoud van deze handleiding verschillen.
• Na installatie van de P-touch Update Software wordt er een pictogram op uw
bureaublad geplaatst.
• Zet het apparaat niet uit tijdens het verzenden van gegevens of bijwerken van de
software.
P-touch Editor bijwerken (voor Windows®)
Om de P-touch Update Software te kunnen gebruiken, moet u deze eerst installeren
vanaf de meegeleverde cd-rom. U kunt de software ook downloaden uit het Brother
Solutions Center (http://solutions.brother.com
Voor Windows Vista®/Windows® 7
Dubbelklik op het pictogram [P-touch Update Software].
De onderstaande methode kan ook worden gebruikt om de
P-touch Update Software te starten.
Klik op de knop Start en selecteer [Alle programma’s] [Brother P-touch] - [P-touch Update Software].
Voor Windows® 8
Klik op [P-touch Update Software] in het scherm [Start]/[Apps] of dubbelklik op
[P-touch Update Software] op het bureaublad.
Klik op het pictogram [Update van
computersoftware].
).
P-touch Edit or gebruiken
46
1
2
3
4
5
6
7
8
Selecteer de [Printer] en [Taal], schakel het
3
1
2
selectievakje naast P-touch Editor in en klik op
[Installeren].
Er wordt een bericht weergegeven ten teken dat
de installatie is voltooid.
P-touch Editor bijwerken (voor Macintosh)
U kunt de P-touch Update Software downloaden via het Brother Solutions Center
(http://solutions.brother.com
Macintosh-gebruikers kunnen deze URL rechtstreeks openen door te klikken op het
pictogram dat te vinden is op de cd-rom.
Dubbelklik op het pictogram [P-touch Update Software].
De onderstaande methode kan ook worden gebruikt om de
P-touch Update Software te starten.
Dubbelklik op [Macintosh HD] - [Toepassingen] - [P-touch
Update Software] gevolgd door het toepassingspictogram
[P-touch Update Software].
).
P-TOUCH-SOFTWARE GEBRUIKEN
Klik op het pictogram [Update van
computersoftware].
P-touch Editor gebrui ken
47
P-TOUCH-SOFTWARE GEBRUIKEN
3
Selecteer de [Printer] en [Taal], schakel het
selectievakje naast P-touch Editor in en klik op
[Installeren].
Er wordt een bericht weergegeven ten teken dat
de installatie is voltooid.
Een nieuwe labelverzamelingcategorie downloaden
(alleen Windows®)
Met behulp van de P-touch Update Software kunt u aanvullende labelverzamelingen
downloaden voor de P-touch.
Bovendien kan de software met dit programma worden bijgewerkt naar de laatste
versie.
• Om de P-touch Update Software te kunnen gebruiken, moet u deze eerst installeren
vanaf de meegeleverde cd-rom.
• Zie de "Installatiehandleiding" voor meer informatie over het installeren van de
software.
• Om de P-touch Update Software te kunnen starten, moet u verbinding hebben met
internet.
• De ontwerpen in de labelverzamelingen kunnen niet worden bewerkt.
• Het is mogelijk dat de software en de inhoud van deze handleiding verschillen.
• Na installatie van de P-touch Update Software wordt er een pictogram op uw
bureaublad geplaatst. Om te controleren of er nieuwe labelverzamelingen zijn,
dubbelklikt u eenvoudig op het pictogram om de software te starten.
Een nieuwe label verzamelingc ategorie download en (alleen Window s®)
48
1
2
3
4
5
6
7
8
Een nieuwe labelverzamelingcategorie downloaden naar de P-touch
1
2
3
4
Het volgende voorbeeld is voor Windows®7.
In de volgende stappen wordt de XX-XXXX gebruikt. Lees "XX-XXXX" als de naam van
uw P-touch.
Schakel de P-touch in en sluit de USB-kabel aan.
Dubbelklik op het pictogram [P-touch Update Software].
De onderstaande methode kan ook worden gebruikt om de
P-touch Update Software te starten.
Klik op de knop Start en selecteer [Alle programma’s] [Brother P-touch] - [
Klik op het pictogram [Update voor het
apparaat].
Selecteer de [Printer], controleer of [Het
apparaat is goed aangesloten] wordt
weergegeven en klik vervolgens op [OK].
P-touch Update Software
].
P-TOUCH-SOFTWARE GEBRUIKEN
Een nieuwe label verzamelingca tegorie downloaden ( alleen Windows®)
49
P-TOUCH-SOFTWARE GEBRUIKEN
5
6
7
5
8
Selecteer de [Taal], schakel het
selectievakje in naast de labelverzameling
die u wilt downloaden en klik op
[Overdragen].
Schakel de P-touch niet uit en maak
de kabel niet los wanneer er
gegevens worden verzonden.
Controleer de inhoud die u gaat
bijwerken en klik vervolgens op [Start]
om met de update te beginnen.
Het scherm rechts wordt op uw computer
weergegeven terwijl de software wordt
bijgewerkt.
Het scherm rechts wordt weergegeven op
het LCD-display van de P-touch.
Schakel de P-touch niet uit tijdens
het updateproces.
Klik op [OK] om de update te voltooien.
Als de update is voltooid, keert het display
terug naar het invoerscherm.
Een nieuwe label verzamelingc ategorie download en (alleen Window s®)
50
P-TOUCH-SOFTWARE GEBRUIKEN
1
2
3
4
5
6
7
8
• De nieuw gedownloade labelverzamelingcategorieën
.
worden toegevoegd aan de betreffende "Categorie".
• Er wordt een sterretje "*" weergegeven achter elke nieuw
toegevoegde categorie.
• Gedownloade labelverzamelingen kunnen met behulp van
onderstaande procedure worden verwijderd
1. Druk op de toets
Labelverzameling
2. Selecteer de taal met de toets of en druk op de toets
3. Selecteer de categorie met de toets of en druk op de toets
Wis sen
4. Druk op de toets
.
.
.
OK
of
Enter-toets
OK
of
Enter-toets
.
.
• Als de gedownloade labelverzameling was geregistreerd in de "Favorieten", wordt deze ook
daar verwijderd.
• Het is niet mogelijk om individuele etiketten te verwijderen uit een "Categorie".
• Wanneer "Download nwe labels" is geselecteerd, wordt het bericht "PC aansluiten en starten
P-touch Update Software" weergegeven.
• Als u een labelverzameling downloadt voor een taal die niet is voorgeconfigureerd in de
P-touch, wordt de taal voor deze labels geregistreerd als "Andere".
Een nieuwe label verzamelingca tegorie downloaden ( alleen Windows®)
51
TERUGSTELLEN & ONDERHOUDEN
De P-touch instellen op de beginwaarden
U kunt het interne geheugen van de P-touch resetten als u alle opgeslagen etiketbestanden
wilt wissen of als de P-touch niet correct werkt.
De gegevens terugzetten naar de fabrieksinstellingen met het P-touchtoetsenbord
Alle tekst, opmaakinstellingen, optie-instellingen en opgeslagen labelbestanden
worden gewist bij het herinstellen van de P-touch. Tevens worden alle instellingen
voor taal en eenheid gewist.
Alle labels en aangepaste instellingen verwijderen
Schakel de P-touch uit. Houd de toets
de toets
vervolgens
De aangepaste instellingen verwijderen
(Labelverzamelingen die zijn opgeslagen in Favorieten worden niet gewist.)
Schakel de P-touch uit. Houd de toets
Shift
R
Shift
en
Backspace
Shift
en
Backspace
Laat de Aan-/uittoets los voordat u de andere toetsen loslaat.
en R ingedrukt houdt eenmaal op de
los.
Laat de Aan-/uittoets los voordat u de andere toetsen loslaat.
ingedrukt houdt eenmaal op de
De gegevens terugzetten naar de fabrieksinstellingen met de toets Menu
Druk op de toets
OK
de toets
op de toets
Alle instell. resetten
Alle inhoud wissen
Fabrieksinstellingen
Menu
of
OK
WaardeDetails
, selecteer "Resetten" met de toets of en druk vervolgens op
Enter-toets
of
. Selecteer de manier van resetten met de toets of en druk
Enter-toets
.
Gedownloade labels worden NIET gewist.
Andere gegevens worden gewist en alle instellingen
worden teruggezet op de fabrieksinstellingen.
Gedownloade labels worden gewist.
De inhoud van het bestandsgeheugen wordt ook gewist.
Andere gegevens worden NIET gewist en instellingen
worden NIET teruggezet.
Andere labels en aangepaste instellingen worden gewist
en teruggezet op de fabrieksinstellingen.
los.
Shift
en
Backspace
Shift
en R ingedrukt. Druk terwijl u de toets
Aan-/uittoets
ingedrukt. Druk terwijl u
Aan-/uittoets
en laat vervolgens
en laat
Shift
en
De P-touc h instell en op de be ginwaarden
52
1
2
3
4
5
6
7
8
Onderhoud
1
De P-touch moet regelmatig worden gereinigd voor de prestaties en de langste levensduur.
Verwijder altijd de batterijen en koppel de netspanningsadapter los voordat u de
P-touch gaat reinigen.
De eenheid reinigen
Veeg met een zachte, droge doek stof en vlekken van de printer.
Gebruik een licht bevochtigde doek voor moeilijk te verwijderen vlekken.
Gebruik geen verfverdunner, benzeen, alcohol of andere organische oplosmiddelen.
Deze kunnen de behuizing vervormen of het oppervlak van uw P-touch beschadigen.
De printkop reinigen
Als op de afgedrukte labels strepen of tekens van slechte
kwaliteit verschijnen, betekent dat gewoonlijk dat de printkop
vuil is. Reinig de printkop met een wattenstaafje of met de
optionele printkopreinigingscassette (TZe-CL4).
1. Printkop
• Raak de printkop niet met uw vingers aan.
• Raadpleeg de instructies bij de
printkopreinigingscassette voor aanwijzingen over het
gebruik van de cassette.
De tapesnijder reinigen
Bij veelvuldig gebruik kan zich tapelijm ophopen op het mes
(van de snijeenheid), waardoor het mes bot wordt en de tape
in de snijeenheid kan vastlopen.
• Veeg het mes (van de snijeenheid) ongeveer één keer
per jaar schoon met een wattenstaafje bevochtigd met
isopropylalcohol (ontsmettingsalcohol).
• Raak het mes (van de snijeenheid) niet met uw vingers
aan.
TERUGSTELLEN & ONDERHOUDEN
Onderhoud
53
PROBLEMEN OPLOSSEN
1
Problemen oplossen
ProbleemOplossing
Het scherm
"vergrendelt" of de
P-touch reageert
ongewoon.
Het display blijft leeg
na het inschakelen.
De berichten op het
LCD-display worden
in een vreemde taal
weergegeven.
Het label wordt niet
afgedrukt nadat er op
de toets Afdrukken is
gedrukt.
Het label wordt niet
goed afgedrukt.
Het inktlint is
losgekomen van de
inktrol.
De P-touch stopt
tijdens het afdrukken
van een etiket.
Problemen oplo ssen
54
• Zie "De P-touch instellen op de beginwaarden" op
pagina 52 en stel het interne geheugen terug naar de
begin-instellingen. Als het probleem niet is verholpen na
het terugstellen van de P-touch, koppel dan de
netspanningsadapter los en verwijder de batterijen langer
dan 10 minuten.
• Controleer of de batterijen op de juiste wijze zijn geplaatst
en of de meegeleverde speciaal voor de P-touch
ontworpen netspanningsadapter (meegeleverd) op de
juiste wijze is aangesloten.
• Controleer of de oplaadbare Li-ion accu geheel is
opgeladen.
• Zie de installatiehandleiding om de gewenste taal te
selecteren.
• Controleer of er tekst is ingevoerd, of de tapecassette op de
juiste wijze is geplaatst en of er voldoende tape over is.
• Als de tape is geknikt, snij dan het geknikte gedeelte af en
voer de tape door de tape-uitgang.
• Als de tape is vastgelopen, moet u de tapecassette
verwijderen, de vastgelopen tape eruit trekken en afsnijden.
Controleer of het uiteinde van de tape door de tapegeleider
loopt voordat u de tapecassette terugplaatst.
• Verwijder de tapecassette en plaats deze weer terug. Druk er
stevig op tot deze op zijn plaats klikt.
• Als de printkop vuil is, reinig deze dan met een wattenstaafje
of met de optionele printkopreinigingscassette (TZe-CL4).
• Als het inktlint is gebroken, moet u de
tapecassette vervangen. Zo niet,
hoeft u de tape niet af te snijden maar
verwijdert u de tapecassette en draait
u het losse inktlint weer op de spoel
zoals wordt getoond in de afbeelding.
1. Spoel
• Vervang de tapecassette als er gestreepte tape zichtbaar is,
omdat hiermee wordt aangegeven dat het einde van de tape
is bereikt.
• Vervang alle batterijen of sluit de netspanningsadapter direct
op de P-touch aan.
1
2
3
4
5
6
7
8
ProbleemOplossing
Het etiket wordt niet
automatisch
afgesneden.
Er is een storing door
vastgelopen tape die
niet kan worden
verholpen aan de
hand van de
probleemoplossing.
Wanneer u meer
exemplaren van een
label afdrukt, wordt u
gevraagd te
bevestigen of de
afzonderlijke labels
na het afdrukken
moeten worden
afgesneden.
• Controleer of de Snij-optie niet is ingesteld op "Kettng" of
"Geen snede", omdat de tape dan niet wordt doorgevoerd
nadat er een etiket is afgedrukt.
• U kunt ook op de toets
tape door te voeren en af te snijden.
• Neem contact op met onze klantenservice.
• Deze melding wordt weergegeven omdat de afgesneden
labels niet in de uitvoeropening mogen blijven zitten.
Als u dit bericht niet wilt laten weergeven, druk dan op de
toets
Menu
en druk vervolgens op de toets
, selecteer "Knippauze" met de toets of
Invoer&Snijden
OK
of
drukken om de
Enter-toets
.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Problemen oploss en
55
PROBLEMEN OPLOSSEN
Foutmeldingen
Als er een foutmelding verschijnt op het scherm, volgt u de onderstaande aanwijzingen.
MeldingOorzaak/oplossing
Verkeerd soort
adapter aangesloten!
Batterij bijna leeg!
Vervang batterij!
Li-ionbatterij opladen!
Li-ion werkt niet goed
vervang deze!
Afkoelen wacht XX
min met opstarten!
Fout met snijder!
Tapecassette
invoeren!
Tekst vol!
Geen tekst!
Beperk. regels! Max.
7 regels
Onjuiste waarde!
Tapecassette
verwisseld!
Max. breedte tape!
Max. 5 regels
Max. breedte tape!
Max. 3 regels
Er is een incompatibele netspanningsadapter aangesloten.
Gebruik een geschikte netspanningsadapter.
De geplaatste batterijen zijn bijna leeg.
De geplaatste batterijen zijn leeg.
De accu is bijna leeg. Laad de lithium-ion accu op.
De Li-ion accu is beschadigd. Gebruik een netspanningsadapter of
een andere batterij.
Hoge temperatuur storing.
De tapesnijder is gesloten terwijl u probeert af te drukken of tape
door te voeren. Schakel de P-touch uit en weer in voordat u
verdergaat. Als er tape is verdraaid in de snijder, verwijdert u de tape
voorzichtig.
Er is geen tapecassette geplaatst terwijl u probeert een label af te
drukken, een voorbeeld ervan te bekijken of tape door te voeren.
Plaats een tapecassette voordat u verdergaat.
Het maximale aantal tekens is al ingevoerd. Bewerk de tekst en
gebruik minder tekens.
Er zijn geen tekst-, symbool- of streepjescodegegevens ingevoerd
die kunnen worden afgedrukt of waarvan een voorbeeld kan worden
weergegeven. Voer gegevens in voordat u verdergaat.
Het maximale aantal regels is al ingevoerd. Beperk het aantal regels
tot zeven.
De ingevoerde waarde voor de instelling van de tapelengte,
meerdere exemplaren of de nummerfunctie is ongeldig. Voer een
geldige waarde in voor de instelling.
Er is voor het afdrukken een andere tapecassette geselecteerd dan
de tapecassette die in de P-touch is geïnstalleerd.
Er zijn meer dan vijf regels tekst op het moment dat u op de toets
Afdrukken
Beperk het aantal regels tot vijf of vervang de tapecassette door een
cassette met bredere tape.
Er zijn meer dan drie regels tekst op het moment dat u op de toets
Afdrukken
Beperk het aantal regels tot drie of vervang de tapecassette door een
cassette met bredere tape.
of
Voorbeeld
of
Voorbeeld
drukt terwijl u tape van 18 mm gebruikt.
drukt terwijl u tape van 12 mm gebruikt.
56
Foutmeldi ngen
1
2
3
4
5
6
7
8
MeldingOorzaak/oplossing
Max. breedte tape!
Max. 2 regels
Max. breedte tape!
Max. 1 regel
Max. aant. blokken!
Max. 5 blokken
Te lang!
24 mm tapecassette
invoeren!
18 mm tapecassette
invoeren!
12 mm tapecassette
invoeren!
9 mm tapecassette
invoeren!
6 mm tapecassette
invoeren!
3,5 mm tapecassette
invoeren!
Teveel tekst voor lyt!
Tekst te lang!
Geheugen vol!
Controleer #
ingevoerde cijfers!
Er zi jn meer dan twee regels tekst op het moment dat u op de toets
Afdrukken
gebruikt. Beperk het aantal regels tot twee of vervang de
tapecassette door een cassette met bredere tape.
Er is meer dan één regel tekst op het moment dat u op de toets
Afdrukken
Beperk het aantal regels tot één of vervang de tapecassette door een
cassette met bredere tape.
Er zijn al vijf blokken tekst. Beperk het aantal blokken tot vijf.
De lengte van het af te drukken label met de ingevoerde tekst is
langer dan 1 m. Pas de tekst aan zodat het label minder dan 1 m
lang wordt.
Er is geen tapecassette van 24 mm geplaatst terwijl er een sjabloon
of blokopmaak voor tape van 24 mm is geselecteerd. Plaats een
tapecassette van 24 mm.
Er is geen tapecassette van 18 mm geplaatst terwijl er een sjabloon
of blokopmaak voor tape van 18 mm is geselecteerd. Plaats een
tapecassette van 18 mm.
Er is geen tapecassette van 12 mm geplaatst terwijl er een sjabloon
of blokopmaak voor tape van 12 mm is geselecteerd. Plaats een
tapecassette van 12 mm.
Er is geen tapecassette van 9 mm geplaatst terwijl er een sjabloon
of blokopmaak voor tape van 9 mm is geselecteerd. Plaats een
tapecassette van 9 mm.
Er is geen tapecassette van 6 mm geplaatst terwijl er een sjabloon
of blokopmaak voor tape van 6 mm is geselecteerd. Plaats een
tapecassette van 6 mm.
Er is geen tapecassette van 3,5 mm geplaatst terwijl er een sjabloon
of blokopmaak voor tape van 3,5 mm is geselecteerd. Plaats een
tapecassette van 3,5 mm.
Het maximale aantal tekens voor de geselecteerde lay-out is al
ingevoerd. Bewerk de tekst en gebruik minder tekens of gebruik een
andere lay-out.
De lengte van het af te drukken label met de ingevoerde tekst is
langer dan de lengte-instelling. Bewerk de tekst zodat deze binnen
de ingestelde lengte past of wijzig de lengte-instelling.
Er is niet genoeg intern geheugen beschikbaar terwijl u probeert een
labelbestand op te slaan. Verwijder eventuele overbodige bestanden
om meer geheugen vrij te maken voor het nieuwe labelbestand.
Het aantal cijfers dat is ingevoerd in de streepjescodegegevens komt
niet overeen met het aantal cijfers dat is ingesteld in de parameters
voor streepjescodes. Voer het juiste aantal cijfers in.
of
Voorbeeld
of
Voorbeeld
drukt terwijl u tape van 9 mm of 6 mm
drukt terwijl u tape van 3,5 mm gebruikt.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Foutmelding en
57
PROBLEMEN OPLOSSEN
MeldingOorzaak/oplossing
Invoer A,B,C of D aan
begin/eind!
Maximaal 5
streepjescodes per
etiket!
Tekst te hoog!
Seleteer andere snij
optie!
Deksel sluiten!
Geplaatste tape niet
compatibel!
Categorie vol!
Bestaat al in
favorieten!
Map Favorieten leeg!
Plaats bijpassende
tape!
Systeemfout 01!
System Error 02!
De ingevoerde streepjescodegegevens hebben niet de vereiste
start-/stopcode (voor het CODABAR protocol is A, B, C of D vereist
aan het begin en einde van de barcodegegevens). Voer de
streepjescodegegevens op de juiste wijze in.
Er zijn al 5 streepjescodes ingevoerd in de tekstgegevens terwijl u
probeert een nieuwe streepjescode in te voeren. U kunt slechts
maximaal vijf streepjescodes gebruiken per label.
De tekstgrootte is te groot. Selecteer een andere grootte.
De ingestelde tapelengte is korter dan de ingestelde tapelengte
inclusief de linker- en rechtermarge die wordt toegepast bij de snijoptie "Brede marge". Selecteer een andere snij-optie.
De achterklep is open. Sluit de klep tijdens het afdrukken.
Er is tape geplaatst die niet compatibel is met de P-touch. Gebruik
compatibele tape.
Het beschikbare geheugen voor categorieën is vol. Om meer
geheugen beschikbaar te maken, verwijdert u onnodige
geregistreerde labelbestanden door deze te selecteren en op
drukken.
Het label dat al bestaat wordt toegevoegd aan de categorie
Favorieten van de l abelverzameling.
De map Favoriet en van de labelverzameling is leeg.
Er is geen tapecassette geplaatst of er is tape geplaatst met een
breedte van 9 mm of kleiner tijdens het afdrukken vanuit de
labelverzameling.
Er is een krimpkous-tape geplaatst en u probeert een label af te
drukken dat niet kan worden afgedrukt op dergelijke tape.
Plaats een geschikte tape.
Neem contact op met onze klantenservice.
Neem contact op met onze klantenservice.
OK
te
58
Foutmeldi ngen
1
2
3
4
5
6
7
8
BIJLAGE
Specificaties
Apparaat
ItemSpecificatie
Scherm
Tekenweergave16 tekens x 2 regels en informatie
Schermcontrast5 niveaus (+2, +1, 0, -1, -2)
Afdrukken
AfdrukmethodeThermische overdracht
Printkop128 punten/180 dpi
Afdrukhoogte18,0 mm max. (bij gebruik van tape van 24 mm)
AfdruksnelheidNetspanningsadapter: maximaal 30 mm/sec.
Tapecassette
Aantal regels
Snij-optiesBrede marge, Smalle marge, Kettingafdruk, Niet snijden,
Geheugen
Buffergrootte
geheugen
BestandsopslagMaximaal 50 bestanden
Overige kenmerken
SjablonenLabelverzameling, Sjabloon, Blokopmaak
*1 Werkelijke tekengrootte is mogelijk klei ner dan de maximale afdruk hoogte.
(128 x 64 punten)
Batterijen: maximaal 20 mm/sec.
Werkelijke afdruksnelheid varieert met de
omstandigheden.
Standaard-TZe-tapecassette (3,5 mm, 6 mm, 9 mm, 12 mm,
18 mm, 24 mm breed)