Deze gebruikershandleiding is van toepassing op model DCP-J140W.
Definities van opmerkingen
In deze handleiding gebruiken we de volgende aanduidingen:
VOORZICHTIG
Belangrijk
Opmerking
VOORZICHTIG geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, indien
genegeerd, lichte verwondingen tot gevolg kan hebben.
Belangrijk geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, indien
genegeerd, schade aan eigendommen of verminderde functionaliteit van
het product tot gevolg kan hebben.
Opmerkingen vertellen u hoe u op een bepaalde situatie moet reageren of
geven tips over het effect van een handeling in combinatie met andere
functies.
Samenstelling en publicatie
Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder toezicht van Brother Industries, Ltd. De nieuwste
productgegevens en specificaties zijn in deze handleiding verwerkt.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van het product kunnen zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud van deze handleiding zonder
voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Brother is niet verantwoordelijk voor enige schade, met inbegrip van
gevolgschade, voortvloeiend uit het gebruik van deze handleiding of de daarin beschreven producten,
inclusief maar niet beperkt tot zetfouten en andere fouten in deze publicatie.
Het juiste type papier kiezen .................................................................................................................... 3
Gelijktijdig afdrukken en scannen ............................................................................................................ 3
Gegevens uit het geheugen wissen ......................................................................................................... 3
Status Monitor .......................................................................................................................................... 3
De status van de machine controleren .............................................................................................. 4
De Status Monitor uitschakelen ......................................................................................................... 4
Instellingen van de printerdriver ............................................................................................................... 5
De instellingen van de printerdriver weergeven ....................................................................................... 6
Het tabblad Normaal ................................................................................................................................ 6
Aantal ................................................................................................................................................ 9
ControlCenter4 in de Startmodus gebruiken ......................................................................................... 51
Functies van ControlCenter4 voor gebruikers van de Startmodus .................................................. 52
Het tabblad Foto .................................................................................................................................... 53
De mapstructuur van ControlCenter4 openen ................................................................................. 53
De mapstructuur openen ................................................................................................................. 53
De gescande afbeelding in een toepassing openen ........................................................................ 67
Gescande data toevoegen aan e-mail ............................................................................................. 68
De gescande afbeelding opslaan .................................................................................................... 68
De standaardinstellingen van de afzonderlijke toetsen wijzigen ..................................................... 68
iii
Het tabblad PC-kopie ............................................................................................................................. 70
De gescande afbeelding afdrukken ................................................................................................. 70
Het tabblad Foto .................................................................................................................................... 70
• De schermen in dit gedeelte zijn afkomstig van Windows
hiervan afwijken, afhankelijk van uw besturingssysteem.
• Als uw computer wordt beschermd door een firewall en u niet via het netwerk kunt afdrukken of scannen,
moet u mogelijk de instellingen van de firewall aanpassen. Als u de Windows
Pro Suite vanaf de cd-rom hebt geïnstalleerd, zijn de benodigde firewall-instellingen al ingevoerd. Als u
MFL-Pro Suite niet vanaf de cd-rom hebt geïnstalleerd, raadpleegt u Firewall-instellingen
(voor netwerkgebruikers) uu pagina 78 om de Windows
gebruikershandleiding van uw persoonlijke firewallsoftware of neem contact op met de softwarefabrikant
indien u een andere firewall gebruikt.
Afdrukken
®
XP. De schermen op uw computer kunnen
®
-firewall gebruikt en MFL-
®
-firewall te configureren. Raadpleeg de
De Brother-printerdriver gebruiken
Een printerdriver ‘vertaalt’ de gegevens van uw toepassing en converteert deze met behulp van een
paginabeschrijvingstaal naar een indeling die kan worden gebruikt door de printer of het multifunctionele
apparaat.
1
U vindt de drivers die u nodig hebt op de cd-rom die bij het apparaat is geleverd. Installeer deze drivers door
de stappen in de Installatiehandleiding te volgen. U kunt ook de meest recente drivers downloaden van het
Brother Solutions Center op:
http://solutions.brother.com/
Functies
Dit apparaat beschikt over een groot aantal functies passend bij een inkjetprinter van hoge kwaliteit.
Schitterende uitvoer van hoge kwaliteit
Afdrukken tot 1.200 × 6.000 dpi op glanzend papier voor de best mogelijke afdrukkwaliteit. De printerdriver
ondersteunt N-op-1, afdrukken van watermerken, technologie voor kleurverbetering en nog veel meer
functies.
Lage kosten
Als een bepaalde inktkleur moet worden vervangen, hoeft u alleen de betreffende cartridge te vervangen.
USB
De USB-interface (Universal Serial Bus) maakt snelle communicatie met uw computer mogelijk.
Draadloos LAN (IEEE802.11b/g/n)
De draadloze LAN-functionaliteit zorgt ervoor dat uw apparaat met andere draadloze apparaten kan
communiceren met de standaard IEEE802.11b/g/n. uuNetwerkhandleiding
2
Afdrukken
Het juiste type papier kiezen
Voor afdrukken van een hoge kwaliteit is het belangrijk dat u het juiste type papier kiest. Lees Papier laden
en Documenten laden in de Beknopte gebruikershandleiding voordat u papier koopt en om het afdrukgebied
voor de instellingen van de printerdriver te bepalen.
Gelijktijdig afdrukken en scannen
De machine kan tijdens het afdrukken tegelijkertijd een document in de computer scannen.
Wanneer de machine echter bezig is met kopiëren, wordt het afdrukken afgebroken en weer voortgezet nadat
het kopiëren is voltooid.
Gegevens uit het geheugen wissen
Als Meer gegevens wordt weergegeven op het LCD-scherm, kunt u de gegevens uit het geheugen wissen
door op de toets Stop/Eindigen op het bedieningspaneel te drukken.
Status Monitor
Het hulpprogramma Status Monitor is een softwaretool die u zelf kunt configureren en waarmee u de status
van een of meer apparaten kunt controleren. U kunt hiermee onmiddellijk op de hoogte worden gesteld van
foutmeldingen, bijvoorbeeld wanneer het papier op is, het papier is vastgelopen of de inkt moet worden
vervangen.
1
U kunt de status van het apparaat op elk moment controleren door op het pictogram op de taakbalk te
dubbelklikken of door Status Monitor te kiezen via start/Alle programma’s/Brother/DCP-XXXX op uw
computer.
Er is ook een koppeling naar de website Originele Verbruiksartikelen van Brother. Klik op
Bezoek de website Originele Verbruiksartikelen voor meer informatie over originele verbruiksartikelen van
Brother.
Klik op de knop Problemen oplossen om naar de website voor het oplossen van problemen te gaan.
3
Afdrukken
Opmerking
Voor meer informatie over het gebruik van de Status Monitor-software klikt u met de rechtermuisknop op
het pictogram Brother Status Monitor en kiest u Help.
De status van de machine controleren
Het pictogram Brother Status Monitor wordt automatisch op de taakbalk weergegeven zodra de computer
wordt gestart.
1
Een groen pictogram geeft aan dat het apparaat stand-by staat.
Een geel pictogram duidt op een waarschuwing.
Een rood pictogram geeft aan dat er een fout is opgetreden.
De Status Monitor kan worden weergegeven in de taakbalk of op het bureaublad van uw computer.
De Status Monitor uitschakelen
Als u de Status Monitor wilt uitschakelen, voert u de volgende stappen uit:
a Klik met de rechtermuisknop op het pictogram of op het venster Brother Status Monitor en klik
vervolgens op Status Monitor laden bij opstarten om het vinkje te verwijderen.
b Klik nogmaals met de rechtermuisknop op het pictogram Brother Status Monitor en klik vervolgens op
Exit.
Opmerking
Ook als de Status Monitor is uitgeschakeld, kunt u de status van het apparaat op elk gewenst moment
controleren door via het menu start op uw computer op Status Monitor te klikken.
4
Afdrukken
Instellingen van de printerdriver
Als u via uw computer afdrukt, kunt u de printerinstellingen wijzigen:
Veelgebruikte instellingen zijn:
Mediatype
Afdrukkwaliteit
Papierformaat
Afdrukstand
Kleur / Grijstinten
Scaling
1
5
Afdrukken
De instellingen van de printerdriver weergeven
a Via een toepassing, bijvoorbeeld Microsoft
®
Notepad, klikt u op Bestand en dan op Afdrukken in uw
toepassing.
b Kies Brother DCP-XXXX Printer (waarbij XXXX de naam is van uw model printer) en klik op
Voorkeursinstellingen.
Het venster van de printerdriver wordt weergegeven.
Het tabblad Normaal
1
1
2
2
3
3
4
4
5
5
6
6
16
7
7
8
8
9
9
10
10
11
11
12
12
13
13
1
1 Mediatype-keuzelijst
2 Langzaam drogend papier-selectievakje
3 Afdrukkwaliteit-keuzelijst
4 Papierformaat-keuzelijst
5 Zonder marges-selectievakje
6 Kleurmodus-optie
7 Afdrukstand-optie
8 Aantal-optie
9 Sorteren-selectievakje
10 Omgekeerde volgorde-selectievakje
11 Meerdere pag. afdrukken-keuzelijst
12 Paginavolgorde-keuzelijst
14
15
6
Afdrukken
13 Rand-keuzelijst
14 Standaard-toets
15 OK-toets
16 Huidige instellingenoverzicht
a Kies uw instellingen voor Mediatype, Langzaam drogend papier en Afdrukkwaliteit.
Opmerking
Schakel Langzaam drogend papier in wanneer u afdrukt op normaal papier waarop de inkt langzaam
droogt. Tekst kan enigszins vervagen met deze instelling.
b Kies Papierformaat, Zonder marges, Kleurmodus, Afdrukstand, Aantal en de paginavolgorde,
Sorteren, Omgekeerde volgorde, Meerdere pag. afdrukken, Paginavolgorde en Rand (indien
vereist).
c Klik op OK om de door u geselecteerde instellingen toe te passen.
Om terug te gaan naar de standaardinstellingen, klikt u op Standaard en vervolgens op OK.
Mediatype
Voor de beste afdrukresultaten dient u het soort papier waarop wordt afgedrukt in de driver te selecteren. De
manier van afdrukken wordt door het apparaat aangepast op basis van het geselecteerde soort papier.
Normaal papier
1
Inkjetpapier
Brother BP71-fotopapier
Brother BP61-fotopapier
Brother BP60 mat papier
Ander fotopapier
Transparanten
Afdrukkwaliteit
Via de selectie Afdrukkwaliteit kunt u de afdrukresolutie kiezen. De afdrukkwaliteit is van invloed op de
afdruksnelheid. Hoe hoger de kwaliteit, hoe langer het duurt om het document af te drukken. Welke
kwaliteitsopties beschikbaar zijn, hangt af van het soort papier dat u hebt gekozen.
Hoogst
Gebruik deze modus voor het afdrukken van gedetailleerde afbeeldingen zoals foto's. Dit is de hoogste
resolutie en de laagste snelheid.
Foto
Gebruik deze modus voor het afdrukken van foto's. Omdat er meer afdrukgegevens zijn dan bij een
normaal document, zijn de verwerkingstijd, de gegevensoverdrachttijd en de afdruktijd langer.
7
Afdrukken
Hoog
Betere afdrukkwaliteit dan met de modus Normaal en een hogere afdruksnelheid dan met Foto.
Normaal
Goede afdrukkwaliteit met een normale afdruksnelheid.
Snel
De snelste afdrukmodus en het laagste inktgebruik. Gebruik deze modus voor het afdrukken van grote
documenten of voor proefversies van documenten.
MediatypeKleur/GrijstintenInstelling van afdrukkwaliteit
Kleur / GrijstintenSnel, Foto, Hoogst
Brother BP61-fotopapier of
Ander fotopapier
TransparantenKleur / GrijstintenNormaal
Opmerking
De standaardinstellingen worden vetgedrukt weergegeven.
Papierformaat
1
De keuzelijst Papierformaat bevat een groot aantal standaardpapierformaten. Indien nodig kunt u een
aangepast papierformaat opgeven, variërend van 88,9 × 127,0 mm tot 215,9 × 355,6 mm. Selecteer in de
keuzelijst het Papierformaat dat u gebruikt.
Als u een aangepast formaat wilt maken, kiest u Door gebruiker gedefinieerd. Geef de gewenste waarden
op voor Breedte en Hoogte en voer de naam in die u wilt gebruiken voor dit formaat. Kies de juiste papierdikte
om de kwaliteit van de uitvoer te verbeteren.
8
Afdrukken
Afdrukken zonder marges
Schakel het selectievakje Zonder marges in.
Opmerking
De optie Zonder marges is in de volgende gevallen niet beschikbaar:
• Wanneer Mediatype is ingesteld op Normaal papier en Afdrukkwaliteit is ingesteld op Normaal of
Snel.
• Wanneer Mediatype is ingesteld op Fotopapier en Afdrukkwaliteit is ingesteld op Hoogst.
Kleurmodus
De kleur wordt aangepast om zo goed mogelijk overeen te komen met de kleur op het scherm van uw
computer.
Natuurlijk: Gebruik deze optie voor foto's. De kleur wordt aangepast om meer natuurlijke kleuren af te
drukken.
Levendig: Gebruik deze optie voor zakelijke afbeeldingen, zoals diagrammen, grafische afbeeldingen en
tekst. De kleur wordt aangepast om levendigere kleuren af te drukken.
Afdrukstand
Bij Afdrukstand geeft u de positie op waarin het document moet worden afgedrukt (Staand of Liggend).
1
Staand (verticaal)Liggend (horizontaal)
Opmerking
Als uw toepassing een vergelijkbare functie bevat, raden we u aan de functie in de toepassing te gebruiken.
Aantal
Met Aantal stelt u het aantal exemplaren in dat moet worden afgedrukt (1 tot en met 999).
9
Afdrukken
Sorteren
Als het selectievakje Sorteren is geselecteerd, wordt eerst een volledig exemplaar van het document
afgedrukt en dit wordt vervolgens herhaald voor het gekozen aantal exemplaren. Als Sorteren niet is
aangevinkt, wordt telkens het gekozen aantal exemplaren van dezelfde pagina afgedrukt voordat de volgende
pagina van het document wordt afgedrukt.
Omgekeerde volgorde
Met Omgekeerde volgorde worden de pagina's van het document in omgekeerde volgorde afgedrukt. De
laatste pagina van het document wordt als eerste afgedrukt.
1
Meerdere pag. afdrukken
Met de optie Meerdere pag. afdrukken kunt u de opties N op 1 of 1 op N kiezen. Met de optie N op 1 worden
2, 4, 9 of 16 pagina's van een document afgedrukt op 1 vel papier. Met de optie 1 op N wordt het afdrukformaat
vergroot en wordt het document afgedrukt in de afdrukmodus voor posters.
Paginavolgorde
Als u N op 1 selecteert, kunt u in de keuzelijst Paginavolgorde de gewenste paginavolgorde selecteren.
Randen
Als u N-op-1 selecteert, kunt u kiezen of u een rand, een stippellijn of geen rand op elke pagina van het vel
wilt afdrukken.
10
Afdrukken
Het tabblad Geavanceerd
1
2
3
4
5
6
7
8
9
1
10
1 Kleur / Grijstinten-optie
2 Kleurinstellingen-toets
3 Scaling-optie
4 In spiegelbeeld afdrukken-selectievakje
5 Ondersteboven afdrukken-selectievakje
6 Watermerk gebruiken-selectievakje
7 Kop/Voetregel printen-selectievakje
8 Andere afdrukopties-toets
9 Standaard-toets
10 OK-toets
a Kies de gewenste instelling voor Kleur / Grijstinten.
b Kies de gewenste instelling voor Scaling.
Kies Uit om het document af te drukken zoals het op uw scherm wordt weergegeven.
Kies Aanpassen aan papierformaat om het document te vergroten of te verkleinen zodat het op het
papier past.
Kies Vrij om het formaat te wijzigen.
c U kunt de omkeeropties voor afdrukken kiezen.
Selecteer In spiegelbeeld afdrukken om de data van links naar rechts te verplaatsen.
11
Afdrukken
Selecteer Ondersteboven afdrukken om de data van boven naar beneden te verplaatsen.
Opmerking
In spiegelbeeld afdrukken is niet beschikbaar als u Transparanten als Mediatype kiest.
d U kunt een logo of tekst als een watermerk afdrukken op uw document. U kunt één van de
voorgeprogrammeerde watermerken selecteren of een zelfgemaakt bitmapbestand of tekstbestand
gebruiken.
e U kunt met Kop/Voetregel printen de datum en tijd van de systeemklok van uw computer, de
gebruikersnaam voor het aanmelden op uw computer of de door u ingevoerde tekst in uw document
afdrukken.
Opmerking
Kop/Voetregel printen is niet beschikbaar als u de afdrukoptie Zonder marges selecteert.
f Klik op Andere afdrukopties om meer functies van de printer in te stellen.
g Klik op OK om de door u geselecteerde instellingen toe te passen.
Om terug te gaan naar de standaardinstellingen, klikt u op Standaard en vervolgens op OK.
Kleur/Grijstinten
Deze functie kunt u gebruiken om documenten in kleur of in zwart-wit af te drukken met grijstinten.
1
Kleurinstellingen
Klik op Kleurinstellingen op het tabblad Geavanceerd om de opties voor de geavanceerde
afdrukinstellingen te bekijken.
12
Afdrukken
Kleurverbetering
Met deze functie wordt de afbeelding geanalyseerd om de scherpte, de witbalans en de kleurinstelling te
verbeteren. Dit proces kan enkele minuten duren, afhankelijk van de grootte van de afbeelding en de
specificaties van uw computer.
Kleurinstelling
Hiermee kunt u de totale hoeveelheid kleur in de afbeelding aanpassen. U kunt de hoeveelheid kleur in
een afbeelding verhogen of verlagen om een vage of zwakke afbeelding te verbeteren.
Witbalans
Hiermee kunt u de tint van de witte gebieden van een afbeelding aanpassen. De belichting, camerainstellingen en andere factoren zijn van invloed op de weergave van wit. De witte gebieden van een foto
kunnen enigszins roze of gelig zijn, of een andere kleur hebben. U kunt deze witte gebieden aanpassen
door de witbalans aan te passen.
Helderheid
Hiermee kunt u de helderheid van de hele afbeelding aanpassen. Sleep de schuifbalk naar rechts of links
om het beeld lichter of donkerder te maken.
Contrast
Hiermee kunt u het contrast van een afbeelding aanpassen. Donkere gedeelten worden dan donkerder
en lichtere gedeelten worden lichter. Verhoog het contrast wanneer u een afbeelding helderder wilt maken.
Verlaag het contrast wanneer u een afbeelding wilt verzachten.
Rood
1
Hiermee verhoogt u de intensiteit van Rood in de afbeelding om de afbeelding roder te maken.
Groen
Hiermee verhoogt u de intensiteit van Groen in de afbeelding om de afbeelding groener te maken.
Blauw
Hiermee verhoogt u de intensiteit van Blauw in de afbeelding om de afbeelding blauwer te maken.
Bi-directioneel afdrukken
Wanneer Bi-directioneel afdrukken is ingeschakeld, drukt de printkop in twee richtingen af, waardoor de
afdruksnelheid wordt verhoogd. Als deze optie niet is aangevinkt, drukt de printkop slechts in één richting af,
waardoor de afdrukkwaliteit wordt verhoogd, maar de snelheid wordt verlaagd.
Patronen verbeteren
Selecteer de optie Patronen verbeteren als de afgedrukte opvullingen en patronen afwijken van hetgeen u
op het scherm van uw computer ziet.
Watermerk gebruiken
U kunt een logo of tekst als een watermerk afdrukken op uw document. U kunt één van de
voorgeprogrammeerde watermerken selecteren of een zelfgemaakt bitmapbestand of tekstbestand
gebruiken.
Selecteer Watermerk gebruiken en klik dan op Instellingen op het tabblad Geavanceerd.
13
Afdrukken
Watermerkinstellingen
Kies bij Watermerk selecteren een watermerk dat u wilt gebruiken of bewerken.
Transparant
Selecteer Transparant als u de watermerkafbeelding op de achtergrond van het document wilt afdrukken.
Als deze functie niet is geselecteerd, wordt het watermerk op de voorzijde van uw document afgedrukt.
1
In contourtekst
Selecteer In contourtekst als u alleen een contour van het watermerk wilt afdrukken. Deze functie is
beschikbaar als u een tekstwatermerk kiest.
Aangepaste instellingen
U kunt kiezen of het watermerk op de eerste pagina of op de andere pagina's wordt afgedrukt.
14
Afdrukken
U kunt de watermerkinstellingen wijzigen en een nieuw watermerk toevoegen. Klik op Instellingen om de
instellingen te wijzigen of op Toevoegen om een nieuw watermerk toe te voegen.
1
Met deze functie kunt u de watermerkinstellingen wijzigen. Als u een nieuw watermerk wilt toevoegen, voert
u de Titel in en kiest u Tekst gebruiken of Bitmapbestand gebruiken bij Stijl van watermerk.
Titel
Voeg een geschikte titel in het veld in wanneer u een nieuw watermerk wilt toevoegen. Deze titel overschrijft
het door u gekozen watermerk.
Tekst
Voer uw watermerktekst in bij Tekst en kies dan Lettertype, Stijl, Grootte en Kleur kiezen.
Bitmap
Voer een bestandsnaam en de locatie van uw bitmapafbeelding in bij Bestand of klik op Bladeren om het
bestand op te zoeken. U kunt ook het formaat en de transparantie van de afbeelding configureren.
Positie
Gebruik deze instelling als u de positie van het watermerk op de pagina wilt aanpassen.
15
Afdrukken
Kop- en voetregels afdrukken
U kunt de datum en tijd van de systeemklok van uw computer, de gebruikersnaam om aan te melden op uw
computer of uw ingevoerde tekst in uw document afdrukken. Klik op Instellingen op het tabblad
Geavanceerd om de instellingen aan te passen.
ID printen
U kunt uw inlognaam of uw ingevoerde tekst als kop- of voetregel laten afdrukken:
Kies Login Gebruikers Naam om uw loginnaam af te drukken.
1
Kies Aangepast om de door u ingevoerde tekst in het tekstvenster Aangepast af te drukken.
16
Afdrukken
Andere afdrukopties
Klik op Andere afdrukopties op het tabblad Geavanceerd om meer printerfuncties in te stellen.
Overdrachtsmodus wijzigen
Bij Overdrachtsmodus wijzigen kunt u opgeven op welke wijze afdrukgegevens naar de printer worden
overgedragen om de afdrukkwaliteit of afdruksnelheid te verbeteren.
Aanbevolen instelling
Kies Aanbevolen instelling voor algemeen gebruik.
Betere afdrukkwaliteit
Kies Betere afdrukkwaliteit voor een betere afdrukkwaliteit. De afdruksnelheid kan hierdoor enigszins
afnemen, afhankelijk van de afdrukgegevens.
Betere afdruksnelheid
Kies Betere afdruksnelheid voor een hogere afdruksnelheid. De afdrukkwaliteit kan hierdoor enigszins
afnemen, afhankelijk van de afdrukgegevens.
1
17
Afdrukken
Geavanceerde kleurinstellingen
U kunt Halftoon patroon en Pas op monitor aan selecteren voor extra aanpassing van de kleur.
Halftoon patroon
Het apparaat kan twee methoden (Diffusie of Dither) gebruiken om stippen te rangschikken voor de
weergave van halftonen. Er zijn verschillende vooraf gedefinieerde patronen en u kunt kiezen welk patroon
u wilt gebruiken voor uw document.
• Diffusie
Punten worden willekeurig geplaatst om de halftonen te maken. Gebruik deze optie voor het afdrukken
van foto's met subtiele tinten en grafische afbeeldingen.
•Dither
Punten worden in een vooraf gedefinieerd patroon gerangschikt om halftonen te maken. Gebruik deze
optie voor het afdrukken van grafische afbeeldingen met duidelijke kleurgrenzen of voor het afdrukken
van (zakelijke) diagrammen.
Pas op monitor aan
De kleur wordt aangepast om zo goed mogelijk overeen te komen met de kleur op het scherm van uw
computer.
1
18
Afdrukken
Afdrukvolgorde
U kunt Alle pagina’s afdrukken, Oneven pagina’s afdrukken of Even pagina’s afdrukken kiezen.
Oneven pagina’s afdrukken en Even pagina’s afdrukken zijn alleen actief wanneer Afdrukkwaliteit isingesteld op Hoog.
1
Alle pagina’s afdrukken
Hiermee drukt u alle pagina's af.
Oneven pagina’s afdrukken
Hiermee drukt u alleen de oneven pagina's af.
Even pagina’s afdrukken
Hiermee drukt u alleen de even pagina's af.
Opmerking
• Als u Oneven pagina’s afdrukken of Even pagina’s afdrukken opgeeft, is de afdruksnelheid langzamer
dan bij de andere printerinstellingen.
• Wanneer u Oneven pagina’s afdrukken of Even pagina’s afdrukken selecteert, ziet u mogelijk een
foutmelding op uw computer en wordt het afdrukproces onderbroken. De foutmelding verdwijnt zodra de
machine het afdrukken hervat.
Als u Oneven pagina’s afdrukken of Even pagina’s afdrukken opgeeft, kunt u alleen A4 opgeven bij
Papierformaat en Normaal papier bij Mediatype.
U kunt meerdere exemplaren van een document gesorteerd afdrukken. Selecteer het gewenste aantal
exemplaren en schakel het selectievakje Sorteren op het tabblad Normaal in.
19
Afdrukken
Handmatig dubbelzijdig afdrukken
Op beide zijden van het papier afdrukken
Ga als volgt te werk om op beide zijden van het papier af te drukken met de instellingen Oneven pagina’s
afdrukken en Even pagina’s afdrukken.
Als u een document van 10 pagina's wilt afdrukken op 5 vellen papier, moet u in de printerdriver instellen dat
eerst de oneven pagina's in omgekeerde volgorde (pagina 9, 7, 5, 3, 1) worden afgedrukt en vervolgens de
even pagina's in normale volgorde (pagina 2, 4, 6, 8, 10).
a Open in de printerdriver het tabblad Normaal en schakel het selectievakje Omgekeerde volgorde in.
b Kies Hoog bij Afdrukkwaliteit.
c Open het tabblad Geavanceerd en klik op Andere afdrukopties.
d Kies Afdrukvolgorde en schakel het selectievakje Oneven pagina’s afdrukken in.
Klik op OK.
e Verwijder na het afdrukken van de oneven pagina's de afdrukken uit de uitvoerlade.
Zorg dat de afdrukken droog zijn voordat u naar de volgende stap gaat.
f Maak de papierlade leeg. Plaats geen afgedrukte pagina's op een stapel onbedrukt papier.
g Zorg ervoor dat de pagina's volledig plat zijn voordat u ze weer terug in de lade plaatst, met de te
bedrukken zijde (de lege zijde) naar beneden en de bovenste pagina eerst.
Papierrichting
Voor staandVoor liggend
1
h Open het tabblad Normaal in de printerdriver en schakel het selectievakje Omgekeerde volgorde uit.
i Open het tabblad Geavanceerd en klik op Andere afdrukopties.
j Kies Afdrukvolgorde en schakel het selectievakje Even pagina’s afdrukken in.
Klik op OK.
k De even pagina's worden aan de andere zijde van het papier afgedrukt.
20
Afdrukken
Richtlijnen voor afdrukken op beide zijden van het papier
Dun papier kan gaan kreukelen.
Als het papier omkrult, strijk het dan glad en plaats het terug in de papierlade.
Als het papier niet juist wordt ingevoerd, is het mogelijk gekruld. Verwijder het papier en strijk het glad.
1
21
Afdrukken
Het tabblad Afdrukprofielen
Afdrukprofielen zijn bewerkbare, vooraf ingestelde profielen waarmee u snel toegang hebt tot regelmatig
gebruikte afdrukconfiguraties.
6
5
1
2
3
1
4
1 Lijst met afdrukprofielen
2 Profiel verwijderen-toets
3 Tabblad Afdrukprofielen altijd eerst tonen-selectievakje
4 OK-toets
5 Profiel toevoegen-toets
6 Overzicht van het huidige afdrukprofiel
a Kies in de lijst met afdrukprofielen het gewenste profiel.
b Als u het tabblad Afdrukprofielen voortaan eerst in het venster wilt laten weergeven als u wilt afdrukken,
selecteert u Tabblad Afdrukprofielen altijd eerst tonen.
c Klik op OK om het door u gekozen profiel toe te passen.
22
Afdrukken
Profiel toevoegen
Het dialoogvenster Profiel toevoegen wordt weergegeven als u op Profiel toevoegen klikt. U kunt 20 nieuwe
profielen toevoegen met uw voorkeursinstellingen.
a Typ de gewenste titel in het veld Naam.
b Kies het gewenste pictogram uit de Pictogram en klik vervolgens op OK.
c De huidige instellingen links van het venster van de printerdriver worden opgeslagen.
Profiel verwijderen
Het dialoogvenster Profiel verwijderen wordt weergegeven als u op Profiel verwijderen klikt. U kunt een
profiel dat u hebt toegevoegd ook weer verwijderen.
a Kies het profiel dat u wilt verwijderen uit de lijst met afdrukprofielen.
b Klik op Verwijderen.
c Klik op Ja.
d Het geselecteerde profiel wordt verwijderd.
1
23
Afdrukken
Ondersteuning
In het venster Ondersteuning wordt informatie weergegeven over de versie en de instellingen van de driver.
Hier vindt u ook koppelingen naar de website Brother Solutions Center en de Website OrigineleVerbruiksartikelen.
Klik op Ondersteuning in het venster van de printerdriver om het venster Ondersteuning weer te geven:
Brother Solutions Center
Het Brother Solutions Center is een website waar u informatie vindt over uw Brother-product, zoals FAQ's
(veelgestelde vragen), gebruikershandleidingen, driverupdates en tips voor het gebruik van uw apparaat.
1
Website Originele Verbruiksartikelen
De Website Originele Verbruiksartikelen biedt informatie over originele verbruiksartikelen van Brother.
Brother CreativeCenter
Het Brother CreativeCenter is een gratis website waar u veel ideeën en hulpbronnen voor persoonlijk en
professioneel gebruik kunt vinden.
Instelling controleren
Deze functie biedt informatie over de huidige instellingen van de printerdriver.
Info
Deze functie biedt informatie over de printerdriver die is geïnstalleerd op uw Brother-machine.
24
Afdrukken
Proeffoto afdrukken
Als u MFL-Pro Suite vanaf de cd-rom installeert, wordt het venster Brother Proeffoto afdrukken automatisch
geopend. Met deze functie kunt u de kwaliteit van uw fotoafdrukken met uw Brother-machine en originele
verbruiksartikelen van Brother bekijken.
Het venster Brother Proeffoto afdrukken wordt eenmalig weergegeven nadat u de computer opnieuw hebt
opgestart. Zie Afbeeldingen afdrukken uu pagina 53 of Afbeeldingen afdrukken/bewerkenuu pagina 70 om een foto af te drukken.
1
25
Afdrukken
Foto's afdrukken met FaceFilter Studio van REALLUSION
FaceFilter Studio is een gebruiksvriendelijke toepassing voor het afdrukken van foto's zonder rand. U kunt
met FaceFilter Studio ook uw fotodata bewerken. U kunt foto-effecten toevoegen, zoals reductie van rode
ogen of verbetering van huidtint.
1
Als u FaceFilter Studio wilt gebruiken, moet u de toepassing FaceFilter Studio installeren vanaf de cd-rom
die bij uw apparaat is geleverd. Volg de instructies in de Installatiehandleiding om FaceFilter Studio te
installeren en de FaceFilter Studio Help te downloaden.
U kunt FaceFilter Studio starten door op start/Alle programma’s/Reallusion/FaceFilter Studio/FaceFilter Studio te klikken.
Voordat u FaceFilter Studio voor de eerste keer start, moet u ervoor zorgen dat uw Brother-machine is
ingeschakeld en aangesloten op uw computer. Dit geeft u toegang tot alle functies van FaceFilter Studio.
Opmerking
Als uw Brother-apparaat niet is ingeschakeld of niet is aangesloten op de computer, wordt FaceFilter Studio
met beperkte functionaliteit gestart. U kunt de functie Afdrukken dan niet gebruiken.
Dit hoofdstuk geeft slechts een introductie van de basisfuncties van de software. Zie de FaceFilter Studio
Help voor meer details.
Als u de volledige FaceFilter Studio Help wilt weergeven, klikt u op start/Alle programma’s/Reallusion/
FaceFilter Studio/FaceFilter Studio Help.
26
Afdrukken
FaceFilter Studio starten terwijl uw Brother-apparaat is ingeschakeld
a Wanneer u FaceFilter Studio de eerste keer start en het Brother-apparaat is ingeschakeld en is
aangesloten op uw computer, wordt het Brother-apparaat automatisch gedetecteerd door
FaceFilter Studio.
b Nadat u op Doorgaan hebt geklikt in stap a, wordt het volgende scherm weergegeven. FaceFilter Studio
is nu klaar voor gebruik met volledige functionaliteit.
1
27
Afdrukken
FaceFilter Studio starten wanneer uw Brother-apparaat is uitgeschakeld
a Wanneer u FaceFilter Studio de eerste keer start, wordt het volgende scherm weergegeven als uw
Brother-apparaat is uitgeschakeld of niet is aangesloten op de computer.
b Klik op Detecteren in stap a en het volgende scherm wordt weergegeven.
Schakel het Brother-apparaat in, controleer of het is aangesloten op uw computer en klik vervolgens op
Ja.
1
c Als het Brother-apparaat niet wordt gedetecteerd door FaceFilter Studio, verschijnt het volgende scherm.
Controleer of het Brother-apparaat is ingeschakeld en klik op Opnieuw.
Als het Brother-apparaat ook na stap c niet wordt gedetecteerd door FaceFilter Studio, klikt u op
Annuleren.
d Als u op Annuleren hebt geklikt in stap c, verschijnt het volgende venster.
28
Afdrukken
e Nadat u in stap d op het vinkje hebt geklikt, wordt FaceFilter Studio met beperkte functionaliteit gestart.
Het pictogram Afdrukken bovenaan wordt dan grijs weergegeven en u kunt de functie Afdrukken niet
gebruiken.
1
Opmerking
• Wanneer FaceFilter Studio met beperkte functionaliteit wordt gestart, wordt het afbeeldingsbestand met
een watermerk opgeslagen.
• Zie FaceFilter Studio starten terwijl uw Brother-apparaat is ingeschakeld uu pagina 27 als u FaceFilter
Studio met volledige functionaliteit wilt starten.
Een afbeelding afdrukken
a Klik op het pictogram Openen om het afbeeldingsbestand te kiezen.
29
Afdrukken
b Klik op het pictogram Afdrukken in de bovenste menubalk om naar het afdrukscherm te gaan.
c Klik op het pictogram Afdrukken aan de linkerkant om het dialoogvenster met afdrukinstellingen te
openen.
1
d Kies Papierformaat, Papierbron, Afdrukstand, Aantal, Schaal en Afdrukgebied.
Opmerking
Als u een foto zonder rand wilt afdrukken, kiest u Paginavullende foto bij Schaal.
30
Afdrukken
e Klik op Afdrukinstellingen en kies uw Brother-apparaat. Klik op OK.
Opmerking
Als u fotopapier wilt gebruiken, klikt u op Eigenschappen en geeft u in het dialoogvenster van de
printerdriver de gewenste waarden op bij Mediatype en Afdrukkwaliteit.
f Klik in het dialoogvenster met afdrukinstellingen op Afdrukken om de foto af te drukken.
Automatisch portret
Met de functie Automatisch portret worden gezichten in de foto gedetecteerd en wordt de helderheid van
de huidtint automatisch aangepast.
a Open het afbeeldingsbestand.
1
b Klik op het pictogram Automatisch portret om automatisch gezichten te detecteren.
c U kunt de Helderheidsinstelling aanpassen met de schuifknop.
d Klik op OK.
Rode-ogencorrectie
Met de functie Rode-ogencorrectie kunt u rode ogen in uw foto afzwakken.
a Open het afbeeldingsbestand.
b Klik op het pictogram Rode-ogencorrectie om rode ogen automatisch af te zwakken.
c Met Autom. rode ogen detecteren worden alle rode ogen in de foto opgespoord en gemarkeerd met
een stippellijn. Met de schuifregelaar Rode-ogendrempel kunt u de kleur van de gemarkeerde gebieden
aanpassen.
d Klik op OK.
31
Afdrukken
Lijst met uitdrukkingen afdrukken
U kunt in FaceFilter Studio een gezichtsuitdrukking aanpassen door er een sjabloon op toe te passen of door
de uitdrukking handmatig aan te passen. In de stap Uitdrukking selecteren kunt u de gewenste uitdrukking
bekijken of afdrukken.
1
De installatie van FaceFilter Studio ongedaan maken
Als u de installatie van FaceFilter Studio ongedaan wilt maken, kiest u start/Alle programma’s/Reallusion/
FaceFilter Studio/FaceFilter Studio verwijderen.
32
Afdrukken
Homepage Print 2 van Corpus gebruiken
Met Homepage Print 2 kunt u eenvoudig websites vastleggen en afdrukken zoals deze in uw browser worden
weergegeven. Bovendien kunt u de inhoud van websites bewerken door beelden bij te snijden, de lay-out te
wijzigen en opmerkingen toe te voegen.
Homepage Print 2 installeren
a Plaats de meegeleverde cd-rom in het cd-romstation.
b Het hoofdmenu van de cd-rom wordt geopend. Kies de gewenste taal en klik op Extra toepassingen.
c Klik op Homepage Print 2.
Volg de instructies op uw computerscherm.
Om Homepage Print 2 te starten, kiest u Homepage Print 2 via start/Alle programma’s/Homepage Print
2.
Opmerking
• De machine moet ingeschakeld en op de computer aangesloten zijn.
• De computer moet verbonden zijn met het internet.
• Zorg ervoor dat u als beheerder bent aangemeld.
®
• Deze toepassing is alleen beschikbaar voor Microsoft
• Deze toepassing is niet beschikbaar voor de Windows Server
Internet Explorer® 7.0/8.0 en Firefox® 3.6.
®
2003/2008-serie.
1
• Als het Brother-scherm niet automatisch wordt weegegeven, gaat u naar Deze computer (Computer),
dubbelklikt u op het pictogram van de cd-rom en dubbelklikt u vervolgens op start.exe.
33
2
De scanfuncties en de drivers die worden gebruikt verschillen, afhankelijk van het besturingssysteem of de
scantoepassing die u gebruikt.
Er zijn twee scannerdrivers geïnstalleerd. Een TWAIN-compatibele scannerdriver (zie Een document
scannen met de TWAIN-driver uu pagina 34) en een Windows
document scannen met de WIA-driver uu pagina 41).
Gebruikers van Windows
het scannen van documenten.
Opmerking
Als uw computer door een firewall beschermd wordt en netwerkscannen onmogelijk is, moet u misschien
de instellingen van de firewall configureren om communicatie via poortnummer 54925 en 137 mogelijk te
maken. Als u Windows
benodigde firewall-instellingen al ingevoerd. Zie Firewall-instellingen (voor netwerkgebruikers)uu pagina 78 voor meer informatie.
Scannen
®
XP/Windows Vista®/Windows® 7 kunnen een van beide drivers selecteren voor
®
Firewall gebruikt en MFL-Pro Suite vanaf de cd-rom hebt geïnstalleerd, zijn de
®
Image Acquisition (WIA)-driver (zie Een
Een document scannen met de TWAIN-driver
2
De software Brother MFL-Pro Suite wordt geleverd met een TWAIN-compatibele scannerdriver. TWAINdrivers voldoen aan het algemene universele protocol voor communicatie tussen scanners en applicaties.
Dit betekent dat u beelden rechtstreeks naar honderden door TWAIN ondersteunde softwaretoepassingen
kunt scannen. Dit zijn bijvoorbeeld de populaire softwareprogramma's zoals Adobe
®
CorelDRAW
en vele andere programma's.
®
Photoshop®,
Een document naar de computer scannen
a Plaats uw document.
b Start de Nuance™ PaperPort™12SE-software om een document te scannen.
Opmerking
• Afhankelijk van uw model is Nuance™ PaperPort™12SE mogelijk niet beschikbaar. Gebruik in dit geval
een andere softwaretoepassing om te scannen.
• De scaninstructies in deze handleiding zijn bedoeld voor gebruikers van Nuance™ PaperPort™12SE. De
stappen voor het scannen kunnen afwijken bij het gebruik van andere softwaretoepassingen.
c Klik op Scaninstellingen op het tabblad Bureaublad.
Het deelvenster Scannen of foto ophalen wordt aan de linkerkant van het scherm weergegeven.
d Klik op Selecteren.
e Kies TWAIN: TW-Brother DCP-XXXX of TWAIN: TW-Brother DCP-XXXX LAN uit de lijst Beschikbare
scanners. Klik op OK.
(XXXX staat voor de naam van uw model.)
34
Scannen
f Schakel in het deelvenster Scannerdialoogvenster weergeven het selectievakje Scannen of foto
ophalen in.
g Klik op Scannen.
Het dialoogvenster kleur instellen verschijnt.
h Kies, indien nodig, de volgende instellingen in het dialoogvenster voor het instellen van de scanner:
1
2
3
4
5
6
2
7
1 Scan (beeldtype)
2 Resolutie
3 Type scan
4 Ruis verminderen
5 Helderheid
6 Contrast
7 Documentgrootte
i Klik op Starten.
Nadat het scannen is voltooid, klikt u op Annuleren om terug te keren naar het venster
PaperPort™12SE.
Opmerking
Als u een documentgrootte hebt gekozen, kunt u het te scannen gedeelte bijsnijden door er met de
linkermuisknop op te klikken en het te verslepen. Dit is vereist wanneer u een afbeelding bijsnijdt om te
worden gescand.
35
Scannen
Vooraf scannen om een gedeelte bij te snijden
Als u op de knop Vooraf scannen drukt, kunt u voordat u daadwerkelijk tot het scannen overgaat een
voorbeeld weergeven van de afbeelding en ongewenste delen bijsnijden. Wanneer u tevreden bent met het
getoonde voorbeeld, klikt u op de knop Starten in het scandialoogvenster om het beeld te scannen.
a Volg de stappen a tot en met g in het gedeelte Een document naar de computer scannen
uu pagina 34.
b Selecteer de gewenste instellingen voor Scan (beeldtype), Resolutie, Type scan, Helderheid,
Contrast en Documentgrootte.
c Klik op Vooraf scannen.
Het volledige beeld wordt in de computer gescand en wordt weergegeven in het scangebied van het
dialoogvenster met scaninstellingen.
2
d Sleep de muis met de linkermuisknop ingedrukt over het gedeelte dat u wilt scannen.
1 Te scannen gedeelte
Opmerking
U kunt het beeld vergroten door middel van het pictogram
oorspronkelijke grootte van de afbeelding weer herstellen.
1
en met het pictogram de
e Klik op Starten.
Nu wordt alleen het geselecteerde gedeelte van het document in het venster van PaperPort™12SE
(of het venster van uw toepassing) weergegeven.
f Gebruik in het venster van PaperPort™12SE de beschikbare opties om het beeld te verfijnen.
36
Scannen
Instellingen in het dialoogvenster voor het instellen van de scanner
Scan (beeldtype)
Selecteer het type uitvoerbeeld in Foto, Web of Tekst. Resolutie en Type scan worden automatisch
aangepast voor elke standaardinstelling.
De standaardinstellingen zijn in de onderstaande tabel weergegeven:
Scan (beeldtype)ResolutieType scan
FotoGebruiken voor het scannen van foto’s300 x 300 dpi24bit kleur
WebGebruiken voor het toevoegen van het gescande
beeld aan webpagina’s
TekstGebruiken voor het scannen van tekstdocumenten 200 x 200 dpiZwart-wit
100 x 100 dpi24bit kleur
Resolutie
U kunt een scanresolutie selecteren in de keuzelijst Resolutie. Hogere resoluties nemen meer geheugen in
beslag en vergen meer overdrachtstijd, maar leveren een preciezer gescand beeld. In onderstaande tabel
wordt aangegeven welke resoluties u kunt selecteren en welke kleuren beschikbaar zijn.
ResolutieZwart-wit/
Grijs (Foutdiffusie)
100 x 100 dpiJaJaJa
150 x 150 dpiJaJaJa
200 x 200 dpiJaJaJa
300 x 300 dpiJaJaJa
400 x 400 dpiJaJaJa
600 x 600 dpiJaJaJa
1200 x 1200 dpiJaNeeJa
2400 x 2400 dpiJaNeeJa
4800 x 4800 dpiJaNeeJa
9600 x 9600 dpiJaNeeJa
19200 x 19200 dpiJaNeeJa
256 kleurenWare grijstinten/24bits
kleur
2
Type scan
Zwart-wit
Gebruiken voor tekst of lijntekeningen.
Grijs (Foutdiffusie)
Gebruiken voor fotografische beelden of grafische afbeeldingen. (Foutdiffusie is een methode waarbij
beelden met gesimuleerde grijstinten worden gemaakt, zonder grijze stippen te gebruiken. Zwarte stippen
worden in een specifiek patroon geplaatst zodat het beeld grijs lijkt.)
37
Scannen
Ware grijstinten
Gebruiken voor fotografische beelden of grafische afbeeldingen. Deze modus is nauwkeuriger omdat er
maximaal 256 tinten grijs worden gebruikt.
256 kleuren
Gebruikt tot 256 kleuren om het beeld te scannen.
24bit kleur
Gebruikt tot 16,8 miljoen kleuren om het beeld te scannen.
Hoewel het gebruik van 24bit kleur een beeld met de meest nauwkeurige kleurreproductie oplevert, is het
afbeeldingsbestand ongeveer drie keer zo groot als een bestand dat met de optie 256 kleuren wordt
gecreëerd. Deze modus vergt het meeste geheugen en de langste overdrachtstijd.
Ruis verminderen
Met deze instelling kunt u de kwaliteit van gescande beelden verbeteren. De instelling Ruis verminderen is
beschikbaar bij gebruik van 24bit kleur en een scanresolutie van 300 x 300 dpi, 400 x 400 dpi of 600 x 600 dpi.
Helderheid
2
Stel de instelling voor helderheid bij (-50 tot 50) tot u het beste resultaat krijgt. De standaard ingestelde waarde
is 0, wat als een gemiddelde wordt beschouwd en over het algemeen geschikt is voor de meeste afbeeldingen.
U kunt de Helderheid instellen door de schuifbalk naar rechts of naar links te slepen om het beeld lichter of
donkerder te maken. U kunt ook een waarde in het vakje invoeren om het niveau in te stellen.
Als het gescande beeld te licht is, moet u voor de Helderheid een lagere waarde opgeven en het document
nogmaals scannen. Als het gescande beeld te donker is, moet u voor de Helderheid een hogere waarde
opgeven en het beeld nogmaals scannen.
Opmerking
De instelling Helderheid is alleen beschikbaar als de instelling Type scan is ingesteld op Zwart-wit,
Grijs (Foutdiffusie), Ware grijstinten of 24bit kleur.
Contrast
U kunt het contrast verhogen of verlagen door de schuifbalk naar rechts of links te slepen. Het verhogen van
het contrast benadrukt de donkere en lichte gedeelten van het beeld, terwijl het verlagen ervan meer details
weergeeft in de grijze zones. U kunt ook een waarde in het vakje invoeren om het Contrast in te stellen.
Opmerking
De instelling Contrast is alleen beschikbaar als Type scan is ingesteld op Grijs (Foutdiffusie),
Ware grijstinten of 24bit kleur.
Als u foto’s of andere beelden scant die u in een tekstverwerker of een andere grafische toepassing wilt
gebruiken, probeer dan verschillende instellingen uit voor Resolutie, Type scan, Helderheid en Contrast
om te zien welke instelling het best voldoet.
38
Scannen
Documentgrootte
Kies één van de volgende formaten:
Automatisch
U kunt een document van standaardformaat scannen zonder Documentgrootte verder aan te passen.
A4 210 x 297 mm (8.3 x 11.7 in)
JIS B5 182 x 257 mm (7.2 x 10.1 in)
Letter 215.9 x 279.4 mm (8 1/2 x 11 in)
A5 148 x 210 mm (5.8 x 8.3 in)
JIS B6 128 x 182 mm (5 x 7,2 in)
A6 105 x 148 mm (4,1 x 5,8 in)
Executive 184.1 x 266.7 mm (7 1/4 x 10 1/2 in)
Business Card 90 x 60 mm (3.5 x 2.4 in)
Als u visitekaartjes wilt scannen, selecteert u de grootte voor Business Card en legt u het visitekaartje
linksboven op de glasplaat, met de bedrukte zijde naar beneden.
10 x 15 cm (4 x 6 in)
13 x 20 cm (5 x 8 in)
9 x 13 cm (3.5 x 5 in)
13 x 18 cm (5 x 7 in)
Briefkaart 100 x 148 mm (3.9 x 5.8 in)
Briefkaart 2 (dubbel) 148 x 200 mm (5.8 x 7.9 in)
2
Afwijkende
Als u als formaat Afwijkende selecteert, verschijnt het dialoogvenster Afwijkend documentgrootte.
U kunt “mm” of “inch” kiezen als eenheid voor Breedte en Hoogte.
39
Scannen
Opmerking
Het door u gespecificeerde papierformaat wordt op het scherm weergegeven.
• Breedte: toont de breedte van het te scannen gedeelte.
• Hoogte: toont de hoogte van het te scannen gedeelte.
• Data grootte: geeft bij benadering aan hoe groot de gegevens in Bitmap-formaat zijn. De werkelijke
grootte is afhankelijk van het type bestand, de resolutie en het aantal gebruikte kleuren.
2
40
Scannen
Een document scannen met de WIA-driver
WIA-compatibel
Bij gebruik van Windows® XP/Windows Vista®/Windows® 7 kunt u Windows® Image Acquisition (WIA)
gebruiken om afbeeldingen te scannen. U kunt beelden rechtstreeks scannen naar toepassingen die scannen
met WIA of TWAIN ondersteunen.
Een document naar de computer scannen
a Plaats uw document.
b Start de Nuance™ PaperPort™12SE-software om een document te scannen.
Opmerking
• Afhankelijk van uw model is Nuance™ PaperPort™12SE mogelijk niet beschikbaar. Gebruik in dit geval
een andere softwaretoepassing om te scannen.
• De scaninstructies in deze handleiding zijn gebaseerd op Nunace™ PaperPort™12SE. Het proces
verschilt wanneer u vanuit een andere toepassing scant.
c Klik op Scaninstellingen op het tabblad Bureaublad.
Het deelvenster Scannen of foto ophalen wordt aan de linkerkant van het scherm weergegeven.
d Klik op Selecteren.
e Kies WIA: Brother DCP-XXXX of WIA: Brother DCP-XXXX LAN uit de lijst Beschikbare scanners.
(XXXX staat voor de naam van uw model.) Klik op OK.
2
Opmerking
Als u TWAIN: TW-Brother DCP-XXXX kiest, wordt de TWAIN-driver gestart.
f Schakel in het deelvenster Scannerdialoogvenster weergeven het selectievakje Scannen of foto
ophalen in.
g Klik op Scannen.
Het scandialoogvenster verschijnt.
41
Scannen
h Kies, indien nodig, de volgende instellingen in het dialoogvenster voor het instellen van de scanner:
1
2
34
1 Type foto
2 De kwaliteit van de gescande foto aanpassen
3 Voorbeeld
4 Scannen
2
i Kies het type afbeelding.
j Als u geavanceerde instellingen wilt wijzigen, klikt u op De kwaliteit van de gescande
foto aanpassen. U kunt Helderheid, Contrast, Resolutie en Type afbeelding kiezen uit het menu
Geavanceerde eigenschappen. Klik op OK nadat u de instellingen hebt gekozen.
Opmerking
De scanresolutie kan standaard op maximaal 1.200 dpi worden ingesteld. Gebruik de
Scannertoepassing als u met een hogere resolutie wilt scannen. (Zie Scannertoepassinguu pagina 44.)
42
Scannen
k Klik op Scannen in het scandialoogvenster.
De machine begint het document te scannen.
Vooraf scannen en een gedeelte bijsnijden via de glasplaat
De toets Voorbeeld wordt gebruikt om een voorbeeld van een afbeelding te bekijken, zodat u alle ongewenste
delen kunt bijsnijden. Wanneer u tevreden bent met het getoonde voorbeeld, klikt u op de knop Scannen in
het scandialoogvenster om het beeld te scannen.
a Volg de stappen a tot en met g in het gedeelte Een document naar de computer scannen
uu pagina 41.
b Kies het type afbeelding.
c Klik op Voorbeeld.
Het hele beeld wordt naar uw computer gescand en verschijnt in het te scannen gedeelte.
2
d Sleep de muis met de linkermuisknop ingedrukt over het gedeelte dat u wilt scannen.
e Als u geavanceerde instellingen wilt maken, klikt u op De kwaliteit van de gescande foto aanpassen.
U kunt Helderheid, Contrast, Resolutie en Type afbeelding kiezen uit het menu Geavanceerde
eigenschappen. Klik op OK nadat u de instellingen hebt gekozen.
43
Scannen
f Klik op Scannen in het scandialoogvenster.
De machine begint het document te scannen.
Nu wordt alleen het geselecteerde gedeelte van het document in het venster van PaperPort™12SE
(of het venster van uw toepassing) weergegeven.
Scannertoepassing
De Scannertoepassing wordt gebruikt om de WIA-scannerdriver te configureren voor resoluties hoger dan
1.200 dpi.
Opmerking
Als u het document scant met een resolutie die hoger is dan 1.200 dpi kan het bestand erg groot worden.
Controleer of er voldoende geheugen en ruimte op de harde schijf is voor het bestand dat u gaat scannen.
Als u niet voldoende geheugen of vrije ruimte op de harde schijf hebt, kan uw computer vastlopen en gaat
uw bestand mogelijk verloren.
Het hulpprogramma uitvoeren
Als u het hulpprogramma wilt gebruiken, klikt u op Scanner Toepassing in start/Alle programma’s/
Brother/DCP-XXXX/Instellingen Scanner (waarbij XXXX de naam van uw model is).
De schermen op uw computer kunnen hiervan afwijken, afhankelijk van uw besturingssysteem.
2
44
Scannen
Opmerking
(Windows Vista
®
en Windows® 7)
Als het venster Gebruikersaccountbeheer verschijnt, voert u een van de volgende handelingen uit:
• Gebruikers met beheerdersrechten klikken op Toestaan of Ja.
• Gebruikers zonder beheerdersrechten voeren het beheerderswachtwoord in en klikken op OK of Ja.
2
45
Scannen
Een document scannen met de WIA-driver
®
(Windows
Photo Gallery en Windows® Fax & Scan)
Een document naar de computer scannen
a Plaats uw document.
b Open uw softwaretoepassing voor het scannen van het document.
c Ga op een van de volgende manieren te werk:
Windows
Klik op Bestand en vervolgens op Van camera of scanner importeren.
Windows
Klik op Bestand, Nieuw en vervolgens op Scan.
®
Photo Gallery
®
Fax & Scan
d Kies de scanner die u wilt gebruiken.
e Klik op Importeren of OK.
Het scandialoogvenster verschijnt.
f Kies, indien nodig, de volgende instellingen in het dialoogvenster voor het instellen van de scanner:
1
2
3
4
2
5
6
7
8
9
1 Scanner
2 Profiel
3 Bron
4 Papierformaat
5 Kleurenindeling
10
1112
46
Scannen
6 Bestandstype
7 Resolutie
8 Helderheid
9 Contrast
10 Te scannen gedeelte
11 Voorbeeld
12 Zoeken
Opmerking
• De scanresolutie kan standaard op maximaal 1.200 dpi worden ingesteld. Gebruik de
Scannertoepassing als u met een hogere resolutie wilt scannen. (Zie Scannertoepassing
uu pagina 44.)
• Als u Web Services wilt gebruiken om te scannen, kiest u een scanner die Web Services ondersteunt.
g Klik op Zoeken in het scandialoogvenster.
De machine begint het document te scannen.
2
47
Scannen
Vooraf scannen en een gedeelte bijsnijden via de glasplaat
De toets Voorbeeld wordt gebruikt om een voorbeeld van een afbeelding te bekijken, zodat u alle ongewenste
delen kunt bijsnijden. Wanneer u tevreden bent met het getoonde voorbeeld, klikt u op de knop Zoeken in
het scandialoogvenster om het beeld te scannen.
a Volg de stappen a tot en met e in het gedeelte Een document naar de computer scannen
uu pagina 46.
b Leg het document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
c Kies, indien nodig, de volgende instellingen in het dialoogvenster voor het instellen van de scanner.
d Klik op Voorbeeld.
Het hele beeld wordt naar uw computer gescand en verschijnt in het te scannen gedeelte.
2
e Sleep de muis met de linkermuisknop ingedrukt over het gedeelte dat u wilt scannen.
f Klik op Zoeken in het scandialoogvenster.
De machine begint het document te scannen.
Nu wordt alleen het geselecteerde gedeelte van het document weergegeven in het venster van uw
toepassing.
BookScan Enhancer en Whiteboard Enhancer van
REALLUSION gebruiken
BookScan Enhancer en Whiteboard Enhancer zijn beeldbewerkingsprogramma's. Met het programma
BookScan Enhancer kunt u afbeelding uit gescande boeken automatisch corrigeren. Met het programma
Whiteboard Enhancer verbetert u tekst en afbeeldingen van foto's die u van een whiteboard hebt gemaakt.
BookScan Enhancer en Whiteboard Enhancer installeren
a Plaats de meegeleverde cd-rom in het cd-romstation.
b Het hoofdmenu van de cd-rom wordt automatisch geopend. Kies de gewenste taal en klik op Extra
toepassingen.
48
Scannen
c Klik op BookScan&Whiteboard Suite.
Volg de instructies op uw computerscherm.
Zie de BookScan&Whiteboard Suite Help in start/Alle programma’s/Reallusion/
BookScan&Whiteboard Suite op uw computer voor meer informatie.
Opmerking
• De machine moet ingeschakeld en op de computer aangesloten zijn.
• De computer moet verbonden zijn met het internet.
• Zorg ervoor dat u als beheerder bent aangemeld.
®
• Deze toepassingen zijn niet beschikbaar voor de Windows Server
• Als het Brother-scherm niet automatisch wordt weegegeven, gaat u naar Deze computer (Computer),
dubbelklikt u op het pictogram van de cd-rom en dubbelklikt u vervolgens op start.exe.
2003/2008-serie.
2
49
3
ControlCenter4
Overzicht
ControlCenter4 is een softwareprogramma waarmee u snel en eenvoudig toegang hebt tot uw meest
gebruikte programma’s. Met ControlCenter4 worden specifieke toepassingen automatisch geladen.
Daarnaast kunt u met ControlCenter4 de instellingen voor de SCAN-toets op uw Brother-machine
configureren. Raadpleeg voor meer informatie over het configureren van de instellingen voor de SCAN-toets
op de machine De instellingen van de scantoets configureren uu pagina 60 voor de Startmodus ofInstellingen scantoets configureren uu pagina 72 voor de Geavanceerde modus.
ControlCenter4 heeft twee gebruikersinterfaces: de Startmodus en de Geavanceerde modus.
Startmodus
Met de Startmodus heeft u eenvoudig toegang tot de hoofdfuncties van uw machine. Zie ControlCenter4
in de Startmodus gebruiken uu pagina 51.
Geavanceerde modus
Met de Geavanceerde modus heeft u meer controle over de details van de functies van uw machine. U
kunt maximaal drie aangepaste tabbladen aan uw aangepaste instellingen toevoegen. Zie ControlCenter4in de Geavanceerde modus gebruiken uu pagina 64.
Gebruikersinterface wijzigen
a Klik op Configuratie en kies dan Modus selecteren.
b Selecteer Startmodus of Geavanceerde modus in het dialoogvenster van de modus.
3
50
ControlCenter4
ControlCenter4 in de Startmodus gebruiken
Dit gedeelte geeft een korte introductie van ControlCenter4 in de Startmodus. Klik op (Help) voor meer
informatie over elke functie.
1234 567
3
8
1 Afbeeldingen afdrukken of bewerken, afbeeldingen toevoegen aan lege e-mails, en afbeeldingen openen
met een toepassing.
2 Rechtstreeks scannen naar een bestand, e-mail of grafische toepassing van uw keuze.
3 Beschikbare instellingen openen om uw apparaat te configureren.
4 Koppeling naar het Brother Solutions Center, Brother CreativeCenter of het bestand Help.
5 U kunt selecteren welke machine verbinding maakt met ControlCenter4 in de keuzelijst Model.
6 U kunt de gebruikersinterface en de voorkeursinstellingen van ControlCenter4 wijzigen.
7 Toegang tot het Help-bestand.
8 Open de Status Monitor door op de knop voor de apparaatstatus te klikken.
51
ControlCenter4
Functies van ControlCenter4 voor gebruikers van de Startmodus
Foto (Zie Het tabblad Foto uu pagina 53.)
Zie De mapstructuur van ControlCenter4 openen uu pagina 53.
Zie De mapstructuur openen uu pagina 53.
Zie Afbeeldingen afdrukken uu pagina 53.
Zie Afbeeldingen bewerken uu pagina 54.
Zie Afbeeldingen toevoegen aan e-mail uu pagina 54.
Zie Afbeeldingen met een toepassing openen uu pagina 55.
Scannen (Zie Het tabblad Scannen uu pagina 56.)
Zie Bestandstypen uu pagina 57.
Zie Documentgrootte uu pagina 57.
Zie De gescande afbeelding opslaan uu pagina 57.
Zie De gescande afbeelding afdrukken uu pagina 58.
Zie De gescande afbeelding in een toepassing openen uu pagina 58.
3
Zie Gescande data toevoegen aan e-mail uu pagina 58.
Apparaatinstellingen (Zie Het tabblad Apparaatinstellingen uu pagina 60.)
Zie De instellingen van de scantoets configureren uu pagina 60.
Zie Het hulpprogramma BRAdmin openen uu pagina 61.
Ondersteuning (Zie Het tabblad Ondersteuning uu pagina 63.)
Zie ControlCenter Help openen uu pagina 63.
Zie Het Brother Solutions Center gebruiken uu pagina 63.
Zie Het Brother CreativeCenter openen uu pagina 63.
52
ControlCenter4
Het tabblad Foto
Er zijn vier functies: Afdrukken, Bewerken, Openen met toepassing en E-mail verzenden. Dit gedeelte
geeft een korte introductie van deze functies. Klik op
(Help) voor meer informatie over elke functie.
1
2
1 Mijn CC4-map-toets
2 Bureaublad-toets
3 Afdrukken-toets
4 Bewerken-toets
5 E-mail verzenden-toets
6 Openen met toepassing-toets
3
3
4
5
6
De mapstructuur van ControlCenter4 openen
Met de toets Mijn CC4-map kunt u de map ControlCenter4 in de map Mijn afbeeldingen op uw computer
openen. U kunt kiezen welke afbeeldingen u wilt afdrukken, bewerken, als bestand aan een e-mail wilt
toevoegen of direct wilt openen met een specifieke toepassing in de map ControlCenter4.
De mapstructuur openen
Met de toets Bureaublad kunt u de mapstructuur vanuit het bureaublad openen zodat u de afbeeldingen kunt
kiezen die u wilt afdrukken, bewerken, als bestand aan een e-mail wilt toevoegen of direct wilt openen met
een specifieke toepassing.
Afbeeldingen afdrukken
Met de toets (Afdrukken) kunt u afbeeldingen afdrukken.
53
ControlCenter4
a Kies de afbeeldingen die u wilt afdrukken door op de afbeelding in de image viewer te klikken, klik op
het selectievakje onder de afbeelding en voer vervolgens het aantal kopieën in dat u wilt afdrukken (1 t/
m 99).
b Klik op (Afdrukken). De afdrukinstellingen worden weergegeven.
c Configureer de instellingen voor Papierformaat, Mediatype en Lay-out.
d Klik op Eigenschappen om Afdrukkwaliteit, Kleur / Grijstinten en Kleurmodus te configureren, indien
gewenst. Klik op OK.
Opmerking
Configureer de instellingen als volgt om uw afbeeldingen met dezelfde kwaliteit af te drukken als met
Proeffoto afdrukken (uuInstallatiehandleiding):
Papierformaat: 10 x 15 cm
Mediatype: Brother BP71 fotopapier
Lay-out: 1 op 1 Zonder rand
e Klik op (Afdrukken starten).
Afbeeldingen bewerken
Met de toets (Bewerken) kunt u met verschillende functies afbeeldingen bewerken.
a Kies de afbeeldingen die u wilt bewerken door op de afbeelding in de image viewer te klikken.
3
b Klik op (Bewerken). Het bewerkingsvenster wordt weergegeven.
c Bewerk de afbeeldingen met de functies Bijsnijden, Afbeelding corrigeren en Afbeelding
verbeteren.
d Klik op (Opslaan).
Afbeeldingen toevoegen aan e-mail
Met de toets (E-mail verzenden) kunt u afbeeldingen als bestand toevoegen aan uw standaard e-
mailtoepassing.
a Kies in de image viewer de afbeeldingen die u wilt toevoegen aan e-mail.
b Klik op (E-mail verzenden). Uw standaard e-mailtoepassing wordt geopend en de afbeelding
wordt als bijlage toegevoegd aan een nieuwe, lege e-mail.
54
ControlCenter4
Afbeeldingen met een toepassing openen
Met de toets (Openen met toepassing) kunt u afbeeldingen direct met een specifieke toepassing
openen.
a Kies de afbeeldingen die u wilt openen door op de afbeelding in de image viewer te klikken.
b Klik op (Openen met toepassing).
c Selecteer de toepassing in de keuzelijst en klik op OK.
d De afbeelding wordt weergegeven in de door u gekozen toepassing.
3
55
ControlCenter4
Het tabblad Scannen
Er zijn vier scanopties: Opslaan, Afdrukken, Openen met toepassing en E-mail verzenden.
Dit gedeelte geeft een korte introductie van het tabblad Scan. Klik op
elke functie.
1
2
1 Instelgedeelte pc-scannen
2 Image viewer
(Help) voor meer informatie over
3
3
4
5
6
3 Opslaan-toets
4 Afdrukken-toets
5 Openen met toepassing-toets
6 E-mail verzenden-toets
56
ControlCenter4
Bestandstypen
U kunt de bestandstypen volgens de volgende lijst kiezen voor het opslaan van gescande afbeeldingen:
Voor Opslaan en E-mail verzenden
®
Windows
Bitmap (*.bmp)
JPEG (*.jpg)
TIFF (*.tif)
TIFF Multi-page (*.tif)
Portable Network Graphics (*.png)
PDF (*.pdf)
Beveiligde PDF (*.pdf)
XML Paper Specification (*.xps)
Opmerking
• XML Paper Specification is beschikbaar voor Windows Vista
toepassingen die xps-bestanden ondersteunen.
• Als u het bestandstype instelt op TIFF of TIFF Multi-page, kunt u Niet gecomprimeerd of
Gecomprimeerd kiezen.
• Wanneer u een document van meerdere pagina's wilt scannen, selecteert u Continu scannen en volgt u
de instructies op het scherm.
®
en Windows® 7 of bij gebruik van
Documentgrootte
U kunt in de keuzelijst Scanformaat de documentgrootte kiezen. Als u een 1 naar 2 documentgrootte kiest,
zoals 1 - 2 (A4), wordt de gescande afbeelding verdeeld in twee documenten van A5-formaat.
3
Als u een 2 naar 1 documentgrootte kiest, zoals 2 in 1 (A4), worden de afbeeldingen gecombineerd tot één
document van A3-formaat.
De gescande afbeelding opslaan
Met de toets (Opslaan) kunt u een afbeelding naar een map op uw harde schijf scannen in een van de
bestandstypen uit de lijst met bestandstypen.
a Configureer de instellingen in het instelgedeelte pc-scannen.
b Klik op (Scan).
c Controleer en bewerk (indien nodig) de gescande afbeelding in de image viewer.
d Klik op (Opslaan).
57
ControlCenter4
e Het dialoogvenster Opslaan wordt weergegeven. Selecteer uw Doelmap en andere instellingen. Klik op
OK.
f De afbeelding wordt in de door u gekozen map opgeslagen.
De gescande afbeelding afdrukken
U kunt een pagina op de machine scannen en kopieën afdrukken met de functies van de printerdriver van de
Brother-machine die door ControlCenter4 worden ondersteund.
a Selecteer het tabblad Scan.
b Configureer de instellingen in het instelgedeelte pc-scannen.
c Klik op (Scan).
d Controleer en bewerk (indien nodig) de gescande afbeelding in de image viewer.
e Klik op (Afdrukken).
f Configureer de afdrukinstellingen en klik vervolgens op (Afdrukken starten).
De gescande afbeelding in een toepassing openen
Met de toets (Openen met toepassing) kunt u een afbeelding direct in uw grafische toepassing
scannen om deze te bewerken.
a Selecteer het tabblad Scan.
3
b Configureer de instellingen in het instelgedeelte pc-scannen.
c Klik op (Scan).
d Controleer en bewerk (indien nodig) de gescande afbeelding in de image viewer.
e Klik op (Openen met toepassing).
f Selecteer de toepassing in de keuzelijst en klik op OK.
g De afbeelding wordt weergegeven in de door u gekozen toepassing.
Gescande data toevoegen aan e-mail
Met de toets (E-mail verzenden) kunt u een document naar uw standaard e-mailprogramma scannen,
zodat u het gescande document als bijlage kunt versturen.
58
ControlCenter4
a Selecteer het tabblad Scan.
b Configureer de instellingen in het instelgedeelte pc-scannen.
c Klik op (Scan).
d Controleer en bewerk (indien nodig) de gescande afbeelding in de image viewer.
e Klik op (E-mail verzenden).
f Configureer de instellingen van het bijgevoegde bestand en klik op OK.
g Uw standaard e-mailtoepassing wordt geopend en de afbeelding wordt als bijlage toegevoegd aan een
nieuwe, lege e-mail.
3
59
ControlCenter4
Het tabblad Apparaatinstellingen
Dit gedeelte geeft een korte introductie van het tabblad Apparaatinstellingen. Klik op (Help) voor meer
informatie over elke functie.
1
2
1 Scaninstellingen apparaat-toets
2 BRAdmin-toets
3
De instellingen van de scantoets configureren
Met de toets Scaninstellingen apparaat kunt u de instellingen van de toets SCAN configureren.
DCP-model
60
ControlCenter4
Er zijn vier scanfuncties die u kunt configureren om aan uw scaneisen te voldoen.
Open het tabblad Apparaatinstellingen en klik op Scaninstellingen apparaat om de scanfuncties te
configureren. Het dialoogvenster Scaninstellingen apparaat wordt weergegeven.
Het tabblad Afbeelding
Hier kunt u instellingen voor Scannen naar afbeelding configureren als op de SCAN-toets op uw Brothermachine wordt gedrukt.
Kies de gewenste instellingen voor Type Bestand, Doelprogramma, Bestandsgrootte, Resolutie,
Type Scan, Documentgrootte, Helderheid en Contrast. Klik op OK.
3
Als u Beveiligde PDF kiest uit de keuzelijst Type Bestand, klikt u op de
-knop (PDF-wachtwoord
instellen). Het dialoogvenster PDF-wachtwoord instellen verschijnt. Voer uw wachtwoord in het vak
Wachtwoord en Wachtwoord opnieuw in en klik op OK.
Opmerking
• Beveiligde PDF is ook beschikbaar voor Scannen naar e-mail en Scannen naar bestand.
• Bij Bestandsgrootte kunt u de datacompressie van de gescande afbeelding wijzigen.
Het tabblad E-mail
Hier kunt u instellingen voor Scannen naar e-mail configureren als op de SCAN-toets op uw Brother-machine
wordt gedrukt.
Kies de gewenste instelling voor Type Bestand, Bestandsgrootte, Resolutie, Type Scan,
Documentgrootte, Helderheid en Contrast. Klik op OK.
Opmerking
Bij Bestandsgrootte kunt u de datacompressie van de gescande afbeelding wijzigen.
Het tabblad Bestand
Hier kunt u instellingen voor Scannen naar bestand configureren als op de SCAN-toets op uw Brothermachine wordt gedrukt.
Kies de gewenste instellingen voor Type Bestand, Bestandsnaam, Doelmap, Map weergeven,
Bestandsgrootte, Resolutie, Type Scan, Documentgrootte, Helderheid en Contrast. Klik op OK.
Opmerking
• Als u Map weergeven selecteert, wordt na het scannen de opslaglocatie van de gescande afbeelding
weergegeven.
• Bij Bestandsgrootte kunt u de datacompressie van de gescande afbeelding wijzigen.
Het hulpprogramma BRAdmin openen
Als u BRAdmin Light of BRAdmin Professional 3 hebt geïnstalleerd, kunt u met de toets BRAdmin het
hulpprogramma BRAdmin Light of BRAdmin Professional 3 openen.
61
ControlCenter4
BRAdmin Light is ontworpen voor de voorbereidende installatie van Brother-apparaten op een netwerk. Het
programma kan ook zoeken naar Brother-producten in een TCP-/IP-omgeving, de status daarvan bekijken
en standaard netwerkinstellingen, zoals het IP-adres, configureren. Raadpleeg onderstaande handleiding
voor informatie over het installeren van BRAdmin Light vanaf de meegeleverde cd-rom.
uuNetwerkhandleiding
Als u de machine op een meer geavanceerde wijze wilt beheren, kunt u de meest recente versie van het
hulpprogramma BRAdmin Professional 3 gebruiken die u kunt downloaden via http://solutions.brother.com/.
a Selecteer het tabblad Apparaatinstellingen.
b Klik op BRAdmin. Het dialoogvenster BRAdmin Light of BRAdmin Professional 3 wordt weergegeven.
Opmerking
Als u zowel BRAdmin Light als BRAdmin Professional hebt geïnstalleerd, opent ControlCenter4 het
programma BRAdmin Professional 3.
3
62
ControlCenter4
Het tabblad Ondersteuning
Dit gedeelte geeft een korte introductie van het tabblad Ondersteuning. Klik op (Help) voor meer
informatie over elke functie.
ControlCenter Help openen
Met Help ControlCenter kunt u het Help-bestand openen voor meer informatie over ControlCenter.
a Selecteer het tabblad Ondersteuning.
b Klik op Help ControlCenter.
c De hoofdpagina van Help ControlCenter wordt weergegeven.
Het Brother Solutions Center gebruiken
Met de toets Brother Solutions Center opent u de website van het Brother Solutions Center waar u informatie
vindt over uw Brother-product, FAQ's (veelgestelde vragen), gebruikershandleidingen, driver-updates en tips
voor het gebruik van uw apparaat.
a Selecteer het tabblad Ondersteuning.
b Klik op Brother Solutions Center.
c De website Brother Solutions Center wordt in uw webbrowser weergegeven.
Het Brother CreativeCenter openen
Met de toets Brother CreativeCenter kunt u onze website openen voor gratis en handige online-oplossingen
voor zakelijk en privégebruik.
3
a Selecteer het tabblad Ondersteuning.
b Klik op Brother CreativeCenter. ControlCenter4 opent uw webbrowser en opent vervolgens de
website Brother CreativeCenter.
63
ControlCenter4
ControlCenter4 in de Geavanceerde modus gebruiken
Dit gedeelte geeft een korte introductie van ControlCenter4 in de Geavanceerde modus. Klik op (Help)
voor meer informatie over elke functie.
123 45678 9
10
1 Rechtstreeks scannen naar een bestand, e-mail of grafische toepassing van uw keuze.
2 Toegang tot de functie PC-kopie via uw computer.
3 Afbeeldingen afdrukken of bewerken.
3
4 Beschikbare instellingen openen om uw apparaat te configureren.
5 Koppeling naar het Brother Solutions Center, Brother CreativeCenter of Help.
6 U kunt een aangepast tabblad configureren door met de rechtermuisknop in het tabgedeelte te klikken.
7 U kunt selecteren welke machine verbinding maakt met ControlCenter4 in de keuzelijst Model.
8 U kunt het configuratiescherm voor elke scanfunctie openen en de gebruikersinterface wijzigen.
9 Toegang tot het Help-bestand.
10 Open de Status Monitor door op de knop voor de apparaatstatus te klikken.
64
ControlCenter4
Functies van ControlCenter4 voor gebruikers van de Geavanceerde modus
Scannen (Zie Het tabblad Scannen uu pagina 66.)
Zie Bestandstypen uu pagina 67.
Zie Documentgrootte uu pagina 67.
Zie De gescande afbeelding in een toepassing openen uu pagina 67.
Zie Gescande data toevoegen aan e-mail uu pagina 68.
Zie De gescande afbeelding opslaan uu pagina 68.
Zie De standaardinstellingen van de afzonderlijke toetsen wijzigen uu pagina 68.
PC-kopie (Zie Het tabblad PC-kopie uu pagina 70.)
Zie De gescande afbeelding afdrukken uu pagina 70.
Foto (Zie Het tabblad Foto uu pagina 70.)
Zie Afbeeldingen afdrukken/bewerken uu pagina 70.
Apparaatinstellingen (Zie Het tabblad Apparaatinstellingen uu pagina 72.)
Zie Instellingen scantoets configureren uu pagina 72.
3
Zie Het hulpprogramma BRAdmin openen uu pagina 73.
Ondersteuning (Zie Het tabblad Ondersteuning uu pagina 75.)
Zie ControlCenter Help openen uu pagina 75.
Zie Het Brother Solutions Center gebruiken uu pagina 75.
Zie Het Brother CreativeCenter openen uu pagina 75.
Aangepast (Zie Aangepast tabblad uu pagina 76.)
Zie Aangepast tabblad maken uu pagina 76.
Zie Aangepaste knop maken uu pagina 76.
65
ControlCenter4
Het tabblad Scannen
Er zijn drie scanopties: Afbeelding, E-mail en Bestand.
Dit gedeelte geeft een korte introductie van het tabblad Scan. Klik op
elke functie.
1234
1 Instelgedeelte pc-scannen
2 Afbeelding-toets
3 E-mail-toets
4 Bestand-toets
(Help) voor meer informatie over
3
66
ControlCenter4
Bestandstypen
U de volgende bestandstypen kiezen voor het opslaan van gescande afbeeldingen:
Voor Afbeelding, E-mail en Bestand
®
Windows
Bitmap (*.bmp)
JPEG (*.jpg)
TIFF (*.tif)
TIFF Multi-page (*.tif)
Portable Network Graphics (*.png)
PDF (*.pdf)
Beveiligde PDF (*.pdf)
XML Paper Specification (*.xps)
Opmerking
• XML Paper Specification is beschikbaar voor Windows Vista
toepassingen die xps-bestanden ondersteunen.
• Als u het bestandstype instelt op TIFF of TIFF Multi-page, kunt u Niet gecomprimeerd of
Gecomprimeerd kiezen.
• Wanneer u een document van meerdere pagina's wilt scannen, selecteert u Continu scannen en volgt u
de instructies op het scherm.
®
en Windows® 7 of bij gebruik van
Documentgrootte
U kunt in de keuzelijst Documentgrootte de documentgrootte kiezen. Als u een 1 naar 2 documentgrootte
kiest, zoals 1 - 2 (A4), wordt de gescande afbeelding verdeeld in twee documenten van A5-formaat.
3
Als u een 2 naar 1 documentgrootte kiest, zoals 2 in 1 (A4), worden de afbeeldingen gecombineerd tot één
document van A3-formaat.
De gescande afbeelding in een toepassing openen
Met de toets (Afbeelding) kunt u een afbeelding direct in uw grafische toepassing scannen om deze te
bewerken.
a Selecteer het tabblad Scan.
b Als u de scaninstellingen wilt wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op (Afbeelding) en wijzigt u
de instellingen. Als u een gescande afbeelding wilt bekijken en configureren, selecteert u Vooraf
scannen. Klik op OK.
c Klik op (Afbeelding).
67
ControlCenter4
d De afbeelding wordt weergegeven in de door u gekozen toepassing.
Gescande data toevoegen aan e-mail
Met de toets (E-mail) kunt u een document naar uw standaard e-mailprogramma scannen, zodat u het
gescande document als bijlage kunt versturen.
a Selecteer het tabblad Scan.
b Als u de scaninstellingen wilt wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op (E-mail) en wijzigt u de
instellingen. Als u een gescande afbeelding wilt bekijken en configureren, selecteert u Vooraf
scannen. Klik op OK.
c Klik op (E-mail).
d Uw standaard e-mailtoepassing wordt geopend en de afbeelding wordt als bijlage toegevoegd aan een
nieuwe, lege e-mail.
De gescande afbeelding opslaan
Met de toets (Bestand) kunt u een afbeelding naar een map op uw harde schijf scannen in een van de
bestandstypen uit de lijst met bestandstypen.
a Selecteer het tabblad Scan.
b Als u de scaninstellingen wilt wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op (Bestand) en wijzigt u de
instellingen. Als u een gescande afbeelding wilt bekijken en configureren, selecteert u Vooraf
scannen. Klik op OK.
3
c Klik op (Bestand).
d De afbeelding wordt opgeslagen in de door u gekozen map.
De standaardinstellingen van de afzonderlijke toetsen wijzigen
U kunt de standaardinstellingen van de toets (Afbeelding), (E-mail) en (Bestand) wijzigen.
a Klik met de rechtermuisknop op de knop die u wilt configureren of klik op Knopinstellingen. Het
dialoogvenster met instellingen wordt weergegeven.
b Kies de gewenste instellingen voor Type Bestand, Vooraf scannen, Resolutie, Type Scan,
Documentgrootte, Helderheid, Contrast en Continu scannen.
c Klik op OK. De nieuwe instellingen worden gebruikt als de standaardinstellingen.
68
ControlCenter4
Opmerking
Om een voorbeeld van de gescande afbeelding te bekijken en te configureren, selecteert u Vooraf
scannen in het dialoogvenster met de instellingen.
3
69
ControlCenter4
Het tabblad PC-kopie
De gescande afbeelding afdrukken
U kunt een pagina op de machine scannen en kopieën afdrukken met de functies van de printerdriver van de
Brother-machine die door ControlCenter4 worden ondersteund.
a Selecteer het tabblad PC-kopie.
b Als u de scaninstellingen wilt wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op de toets die u wilt aanpassen
en wijzigt u de instellingen. Als u een gescande afbeelding wilt bekijken en configureren, selecteert u
Vooraf scannen. Klik op OK.
c Klik op Kopiëren in kleur, Kopiëren in zwart-wit, 2 op 1 kopiëren of 4 op 1 kopiëren.
d De gescande afbeelding wordt afgedrukt.
Het tabblad Foto
Dit gedeelte geeft een korte introductie van het tabblad Foto. Klik op (Help) voor meer informatie over
elke functie.
1
3
1 Foto’s afdrukken-toets
Afbeeldingen afdrukken/bewerken
Met de toets (Foto’s afdrukken) kunt u afbeeldingen afdrukken of bewerken.
Afbeeldingen afdrukken
a Klik op (Foto’s afdrukken). De image viewer wordt geopend.
b Kies de afbeeldingen die u wilt afdrukken door op de afbeelding in de image viewer te klikken, selecteer
het selectievakje onder de afbeelding en voer vervolgens het aantal kopieën in dat u wilt afdrukken (1 t/
m 99).
70
ControlCenter4
c Klik op (Afdrukken). Het venster Foto’s afdrukken wordt weergegeven.
d Configureer de instellingen voor Papierformaat, Mediatype en Lay-out.
e Klik op Eigenschappen om indien gewenst Afdrukkwaliteit, Kleur / Grijstinten en Kleurmodus te
configureren. Klik op OK.
Opmerking
Configureer de instellingen als volgt om uw afbeeldingen met dezelfde kwaliteit af te drukken als met
Proeffoto afdrukken (uuInstallatiehandleiding):
Papierformaat: 10 x 15 cm
Mediatype: Brother BP71 fotopapier
Lay-out: 1 op 1 Zonder rand
f Klik op (Afdrukken starten).
Afbeeldingen bewerken
a Klik op (Foto’s afdrukken). De image viewer wordt geopend.
b Kies de afbeeldingen die u wilt bewerken door op de afbeelding in de image viewer te klikken, selecteer
het selectievakje onder de afbeelding en voer vervolgens het aantal kopieën in dat u wilt afdrukken (1 t/
m 99).
c Klik op (Bewerken). Het venster Foto’s afdrukken wordt weergegeven.
3
d Bewerk de afbeeldingen met de functies Bijsnijden, Afbeelding corrigeren en Afbeelding
verbeteren.
e Klik op (Opslaan).
71
ControlCenter4
Het tabblad Apparaatinstellingen
Dit gedeelte geeft een korte introductie van het tabblad Apparaatinstellingen. Klik op (Help) voor meer
informatie over elke functie.
Instellingen scantoets configureren
Met de toets (Scaninstellingen apparaat) kunt u de instellingen van de toets SCAN configureren.
DCP-model
3
Er zijn drie scanfuncties die u kunt configureren om aan uw scaneisen te voldoen.
Open het tabblad Apparaatinstellingen en klik op Scaninstellingen apparaat om de scanfuncties te
configureren. Het dialoogvenster Scaninstellingen apparaat wordt weergegeven.
Het tabblad Afbeelding
Hier kunt u instellingen voor Scannen naar afbeelding configureren als op de SCAN-toets op uw Brothermachine wordt gedrukt.
Kies de gewenste instellingen voor Type Bestand, Doelprogramma, Bestandsgrootte, Resolutie,
Type Scan, Documentgrootte, Helderheid en Contrast. Klik op OK.
Als u Beveiligde PDF kiest uit de keuzelijst Type Bestand, klikt u op de
-knop (PDF-wachtwoord
instellen). Het dialoogvenster PDF-wachtwoord instellen verschijnt. Voer uw wachtwoord in het vak
Wachtwoord en Wachtwoord opnieuw in en klik op OK.
72
ControlCenter4
Opmerking
• Beveiligde PDF is ook beschikbaar voor Scannen naar e-mail en Scannen naar bestand.
• Bij Bestandsgrootte kunt u de datacompressie van de gescande afbeelding wijzigen.
Het tabblad E-mail
Hier kunt u instellingen voor Scannen naar e-mail configureren als op de SCAN-toets op uw Brother-machine
wordt gedrukt.
Kies de gewenste instelling voor Type Bestand, Bestandsgrootte, Resolutie, Type Scan,
Documentgrootte, Helderheid en Contrast. Klik op OK.
Opmerking
Bij Bestandsgrootte kunt u de datacompressie van de gescande afbeelding wijzigen.
Het tabblad Bestand
Hier kunt u instellingen voor Scannen naar bestand configureren als op de SCAN-toets op uw Brothermachine wordt gedrukt.
Kies de gewenste instellingen voor Type Bestand, Bestandsnaam, Doelmap, Map weergeven,
Bestandsgrootte, Resolutie, Type Scan, Documentgrootte, Helderheid en Contrast. Klik op OK.
Opmerking
• Als u Map weergeven selecteert, wordt na het scannen de opslaglocatie van de gescande afbeelding
weergegeven.
• Bij Bestandsgrootte kunt u de datacompressie van de gescande afbeelding wijzigen.
3
Het hulpprogramma BRAdmin openen
Als u BRAdmin Light of BRAdmin Professional 3 hebt geïnstalleerd, kunt u met de toets (BRAdmin) het
hulpprogramma BRAdmin Light of BRAdmin Professional 3 openen.
BRAdmin Light is ontworpen voor de voorbereidende installatie van Brother-apparaten op een netwerk. Het
programma kan ook zoeken naar Brother-producten in een TCP-/IP-omgeving, de status daarvan bekijken
en standaard netwerkinstellingen, zoals het IP-adres, configureren. Raadpleeg onderstaande handleiding
voor informatie over het installeren van BRAdmin Light vanaf de meegeleverde cd-rom.
uuNetwerkhandleiding
Als u de machine op een meer geavanceerde wijze wilt beheren, kunt u de meest recente versie van BRAdmin
Professional 3 gebruiken die u kunt downloaden via
http://solutions.brother.com/.
a Selecteer het tabblad Apparaatinstellingen.
b Klik op (BRAdmin). Het dialoogvenster BRAdmin Light of BRAdmin Professional 3 wordt
weergegeven.
73
ControlCenter4
Opmerking
Als u zowel BRAdmin Light als BRAdmin Professional hebt geïnstalleerd, opent ControlCenter4 het
programma BRAdmin Professional 3.
3
74
ControlCenter4
Het tabblad Ondersteuning
Dit gedeelte geeft een korte introductie van het tabblad Ondersteuning. Klik op (Help) voor meer
informatie over elke functie.
ControlCenter Help openen
Met de toets (Help ControlCenter) kunt u het Help-bestand openen voor meer informatie over
ControlCenter.
a Selecteer het tabblad Ondersteuning.
b Klik op (Help ControlCenter).
c De hoofdpagina van Help ControlCenter wordt weergegeven.
Het Brother Solutions Center gebruiken
3
Met de toets (Brother Solutions Center) opent u de website van het Brother Solutions Center waar u
informatie vindt over uw Brother-product, FAQ's (veelgestelde vragen), gebruikershandleidingen, driverupdates en tips voor het gebruik van uw apparaat.
a Selecteer het tabblad Ondersteuning.
b Klik op (Brother Solutions Center).
c De website Brother Solutions Center wordt in uw webbrowser weergegeven.
Het Brother CreativeCenter openen
Met de toets (Brother CreativeCenter) kunt u onze website openen voor gratis en handige online-
oplossingen voor zakelijk en privégebruik.
a Selecteer het tabblad Ondersteuning.
b Klik op (Brother CreativeCenter). ControlCenter4 opent uw webbrowser en opent vervolgens de
website Brother CreativeCenter.
75
ControlCenter4
Aangepast tabblad
Dit gedeelte geeft een korte introductie over het toevoegen van de tabbladen Aangepast. Klik op
(Help voor meer informatie).
Aangepast tabblad maken
U kunt maximaal drie aangepaste tabbladen maken, inclusief maximaal vijf aangepaste toetsen met uw
voorkeursinstellingen.
3
a Klik op Configuratie en selecteer vervolgens Aangepast tabblad maken.
Aangepaste knop maken
a Klik op Configuratie en selecteer vervolgens Aangepaste knop maken. Selecteer in het menu een
knop die u wilt maken. Het dialoogvenster met instellingen wordt weergegeven.
76
ControlCenter4
b Voer de naam van de knop in en wijzig indien nodig de instellingen. Klik op OK.
(De instelopties verschillen afhankelijk van de gemaakte knop.)
3
Opmerking
U kunt gemaakte tabbladen, knoppen of instellingen wijzigen of verwijderen. Klik op Configuratie en volg
het menu.
77
Firewall-instellingen
4
(voor netwerkgebruikers)
Voordat u de software van Brother gebruikt
Door de instellingen van de firewall op uw computer kan de benodigde netwerkaansluiting voor printen via
®
het netwerk en netwerkscannen mogelijk niet tot stand worden gebracht. Als u Windows
en MFL-Pro Suite vanaf de cd-rom hebt geïnstalleerd, zijn de benodigde firewall-instellingen al ingevoerd.
Als u het programma niet vanaf de cd-rom hebt geïnstalleerd, volgt u de onderstaande instructies om
®
Windows
op met de softwarefabrikant indien u een andere firewall gebruikt.
Informatie over het UDP-poortnummer voor het configureren van de firewall
1
Voeg poortnummer 137 toe als u nog steeds problemen hebt met de netwerkaansluiting nadat u poort 54925 hebt toegevoegd. Poortnummer 137
biedt ook ondersteuning voor afdrukken via het netwerk.
Firewall te configureren. Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw software of neem contact
UDP-poort
Extern poortnummer54925, 137
Intern poortnummer54925, 137
Netwerkscannen
1
Firewall gebruikt
4
Gebruikers van Windows® XP SP2 of recenter
a Klik op de knop start, Configuratiescherm, Netwerk- en Internet-verbindingen en vervolgens op
Windows Firewall.
Controleer of Windows Firewall op het tabblad Algemeen is Ingeschakeld.
b Open het tabblad Geavanceerd en klik op Instellingen.
c Klik op Toevoegen.
d Voeg poort 54925 voor netwerkscannen toe door de onderstaande informatie in te voeren:
1Bij Beschrijving van de service: Voer een willekeurige beschrijving in, bijvoorbeeld “Brother
Scanner”.
78
Firewall-instellingen (voor netwerkgebruikers)
2 Geef bij Naam of IP-adres (bijvoorbeeld 192.168.0.12) van de computer die als host voor
deze service optreedt: “Localhost” op.
3 Geef bij Nummer van de externe poort voor deze service: “54925” op.
4 Geef bij Nummer van de interne poort voor deze service: “54925” op.
5 Controleer of UDP is geselecteerd.
Klik vervolgens op OK.
1
2
5
3
4
e Indien de netwerkaansluiting nog steeds problemen geeft, klikt u op de knop Toevoegen.
f Voeg poort 137 voor netwerkscannen toe door de onderstaande informatie in te voeren:
1 Voer bij Beschrijving van de service: een willekeurige beschrijving in, bijvoorbeeld “Brother-
netwerkprinter”.
2 Geef bij Naam of IP-adres (bijvoorbeeld 192.168.0.12) van de computer die als host voor
deze service optreedt: “Localhost” op.
4
3 Geef bij Nummer van de externe poort voor deze service: “137” op.
4 Geef bij Nummer van de interne poort voor deze service: “137” op.
5 Controleer of UDP is geselecteerd.
Klik vervolgens op OK.
g Controleer of de nieuwe instelling is toegevoegd en geselecteerd, en klik vervolgens op OK.
Gebruikers van Windows Vista
®
a Klik op de knop , Configuratiescherm, Netwerk en internet, Windows Firewall en vervolgens op
Instellingen wijzigen.
b Als het venster Gebruikersaccountbeheer verschijnt, voert u een van de volgende handelingen uit:
79
Firewall-instellingen (voor netwerkgebruikers)
Als u beheerdersrechten hebt, klikt u op Doorgaan.
Gebruikers zonder beheerdersrechten voeren het beheerderswachtwoord in en klikken op OK.
4
c Controleer of Windows Firewall op het tabblad Algemeen is Ingeschakeld.
d Kies het tabblad Uitzonderingen.
e Klik op Poort toevoegen.
f Om poort 54925 voor netwerkscannen toe te voegen, voert u de onderstaande informatie in:
1 Voer bij Naam: een willekeurige beschrijving in, bijvoorbeeld “Brother Scanner”.
80
Firewall-instellingen (voor netwerkgebruikers)
2 Geef bij Poortnummer: “54925” op.
3 Controleer of UDP is geselecteerd.
Klik vervolgens op OK.
1
2
3
g Controleer of de nieuwe instelling is toegevoegd en geselecteerd, en klik vervolgens op OK.
h Als u daarna nog steeds problemen met uw netwerkverbinding hebt, bijvoorbeeld bij het scannen of
afdrukken via het netwerk, controleert u of het selectievakje Bestands- en printerdeling is ingeschakeld
op het tabblad Uitzonderingen en klikt u vervolgens op OK.
4
Gebruikers van Windows® 7
a Klik achtereenvolgens op de knop , Configuratiescherm, Systeem en beveiliging en
Windows Firewall.
Controleer of Status van Windows Firewall op Ingeschakeld staat.
b Klik op Geavanceerde instellingen. Het venster Windows Firewall met geavanceerde beveiliging
verschijnt.
81
Firewall-instellingen (voor netwerkgebruikers)
c Klik op Regels voor binnenkomende verbindingen.
d Klik op Nieuwe regel.
4
e Selecteer Poort en klik op Volgende.
f Voer de onderstaande informatie in om de poort toe te voegen:
Voor netwerkscannen
Selecteer UDP en voer “54925” in het veld Specifieke lokale in.
82
Firewall-instellingen (voor netwerkgebruikers)
Klik op Volgende.
g Selecteer De verbinding toestaan en klik op Volgende.
h Schakel de gewenste onderdelen in en klik op Volgende.
4
i Voer een beschrijving in bij Naam: (bijvoorbeeld “Brother-scanner”) en klik op Voltooien.
j Controleer of de nieuwe instelling is toegevoegd en ingeschakeld.
83
Firewall-instellingen (voor netwerkgebruikers)
k Klik op Regels voor uitgaande verbindingen.
l Klik op Nieuwe regel.
4
m Selecteer Poort en klik op Volgende.
n Voer de onderstaande informatie in om de poort toe te voegen:
Voor netwerkscannen
Selecteer UDP en voer “54925” in het veld Specifieke poorten in.
84
Firewall-instellingen (voor netwerkgebruikers)
Klik op Volgende.
o Selecteer De verbinding toestaan en klik op Volgende.
p Schakel de gewenste onderdelen in en klik op Volgende.
4
q Voer een beschrijving in bij Naam: (bijvoorbeeld “Brother-scanner”) en klik op Voltooien.
r Controleer of de nieuwe instelling is toegevoegd en ingeschakeld.
85
Paragraaf II
Apple Macintosh
Afdrukken87
Scannen101
ControlCenter2112
5
Afdrukken
Uw computer instellen
Opmerking
• Deze machine biedt ondersteuning aan Mac OS X 10.5.8, 10.6.x en 10.7.x.
• De vensters die in dit gedeelte worden weergegeven, zijn afkomstig van Mac OS X 10.5.x. De schermen
op uw computer kunnen hiervan afwijken, afhankelijk van uw besturingssysteem en toepassing.
• Voor aansluiting van het apparaat op uw computer dient u een USB-kabel aan te schaffen die niet langer
is dan 2 meter.
Belangrijk
Sluit de machine NIET aan op een USB-poort op een toetsenbord of een USB-hub.
Het juiste type papier kiezen
5
Voor afdrukken van een hoge kwaliteit is het belangrijk dat u het juiste type papier kiest. Lees Papier laden
en Documenten laden in de Beknopte gebruikershandleiding voordat u papier koopt en om het afdrukgebied
voor de instellingen van de printerdriver te bepalen.
Gelijktijdig afdrukken en scannen
De machine kan tijdens het afdrukken tegelijkertijd een document in de computer scannen.
Wanneer de machine echter bezig is met kopiëren, wordt het afdrukken afgebroken en weer voortgezet nadat
het kopiëren is voltooid.
Gegevens uit het geheugen wissen
Als Meer gegevens wordt weergegeven op het LCD-scherm, kunt u de gegevens uit het geheugen wissen
door op de toets Stop/Eindigen op het bedieningspaneel te drukken.
87
Afdrukken
Status Monitor
Het hulpprogramma Status Monitor is een softwareprogramma dat u zelf kunt configureren en waarmee u de
status van de machine kunt controleren. U kunt hiermee met vooraf ingestelde intervallen foutmeldingen
bekijken, bijvoorbeeld wanneer het papier op is, het papier is vastgelopen of de inkt moet worden vervangen.
Voordat u het hulpprogramma kunt gebruiken, selecteert u uw machine in de keuzelijst Model in
ControlCenter2.
Om de apparaatstatus te controleren en Brother Status Monitor te starten, doet u het volgende:
(Mac OS X 10.5.8)
a Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu, selecteer Afdrukken en faxen en kies vervolgens
de machine.
b Klik op Open afdrukwachtrij en vervolgens op Hulpprogramma. De Status Monitor wordt gestart.
(Mac OS X 10.6.x tot 10.7.x)
a Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu, selecteer Afdrukken en faxen of Afdrukken en
scannen en kies vervolgens de machine.
b Klik op Open afdrukwachtrij en vervolgens op Printerconfiguratie. Selecteer het tabblad
Onderhoud en klik vervolgens op Open Printerhulpprogramma. De Status Monitor wordt gestart.
5
U kunt de apparaatstatus ook controleren door op het pictogram Ink Level op het tabblad INSTELLINGEN
APPARAAT van ControlCenter2 te klikken.
De status van de machine updaten
Als u de meest recente status van de machine wilt bekijken terwijl het venster Status Monitor is geopend,
klikt u op de updateknop (1).
1
U kunt instellen met welke interval de software de statusinformatie van de machine bijwerkt. Selecteer
Brother Status Monitor in de menubalk en kies Voorkeuren.
88
Afdrukken
Het venster weergeven of verbergen
Na het opstarten van de Status Monitor kunt u het venster verbergen of weergeven. Als u het venster wilt
verbergen, selecteert u Brother Status Monitor in de menubalk en kiest u Verberg Status Monitor. Om
het venster weer te geven, klikt u op het pictogram Brother Status Monitor in het hulpvenster of klikt u
op Ink Level op het tabblad INSTELLINGEN APPARAAT van ControlCenter2.
Het venster sluiten
Klik in de menubalk op Brother Status Monitor en kies vervolgens Stop Status Monitor in de keuzelijst.
5
89
Afdrukken
De Brother-printerdriver gebruiken
Opties kiezen voor de pagina-instelling
a Klik in een toepassing als Apple TextEdit op Archief en vervolgens op Pagina-instelling. Zorg ervoor
dat Brother DCP-XXXX (waarbij XXXX de naam is van uw model) is geselecteerd in de keuzelijst
Stel in voor. Wijzig desgewenst de instellingen bij Papierformaat, Richting en Vergroot/verklein. Klik
vervolgens op OK.
5
Opmerking
De printerdriver ondersteunt niet het afdrukken van watermerken.
b Klik in een toepassing zoals Apple TextEdit op Archief en vervolgens op Druk af om te beginnen met
afdrukken. U kunt een set vooraf geprogrammeerde afdrukinstellingen selecteren in de keuzelijst
Instellingen.
90
Afdrukken
(Mac OS X 10.5.8 tot 10.6.x)
Klik op het driehoekje naast de keuzelijst Printer voor meer opties voor de pagina-instelling.
5
91
Afdrukken
(Mac OS X 10.7.x)
Klik voor meer opties voor de pagina-instelling op Toon details.
5
Opmerking
U kunt de huidige instellingen als voorinstelling opslaan door Bewaar als te kiezen uit de keuzelijst
Instellingen.
Afdrukken zonder marges
Kies uit de keuzelijst Formaat het papierformaat waarop u wilt afdrukken, zoals A4 (Zonder marges).
92
Afdrukken
Handmatig dubbelzijdig afdrukken
a Selecteer Papierafhandeling.
b Kies Alleen even uit de keuzelijst Af te drukken pagina’s en controleer of Automatisch is geselecteerd
bij Paginavolgorde. Druk vervolgens af.
5
c Plaats het papier in de papierlade met de te bedrukken zijde (de lege zijde) naar beneden en de bovenste
pagina eerst.
Papierrichting
Voor staandVoor liggend
Opmerking
Strijk het papier goed glad voordat het u het terugplaatst, anders kan het vastlopen.
d Kies Alleen oneven uit de keuzelijst Af te drukken pagina’s en selecteer Normaal bij
Paginavolgorde. Druk vervolgens af.
93
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.