Brother DCP-9020CDW User Guide [nl]

Basis gebruikershandleiding
DCP-9020CDW
Versie 0
DUT/BEL-DUT
Als u contact moet opnemen met de
klantenservice
Modelnummer:
Serienummer:
DCP-9020CDW
1
Aankoopdatum: Aankoopplaats:
1
Het serienummer staat op de achterkant van het toestel. Bewaar deze gebruikershandleiding samen met uw kassabon als bewijs van uw aankoop, in geval van diefstal, brand of service in geval van garantie.
Registreer uw product online op
http://www.brother.com/registration/
© 2012 Brother Industries, Ltd.Alle rechten voorbehouden.

Gebruikershandleidingen en waar kan ik ze vinden?

Welke handleiding? Inhoud? Waar?
Handleiding product veiligheid
Installatiehandleiding Volg de inst ructi es v oor het inst ellen van uw
Basis gebruikershandleiding
Geavanceerde gebruikershandleiding
Softwarehandleiding Volg deze instruc ti e s voor afdrukken,
Netwerkhandleiding Deze handleiding biedt u nuttige informatie
Lees deze handleidi ng eerst. Lees de veiligheidsinstructies vo or u de machine installeert. Raadpleeg deze gids voor handelsmerken en wettelijke beperkingen.
machine en instal leren van de drivers en software voor het bestur ingssys te em en het type verbinding dat u gebruikt.
Hier vindt u meer informatie over de basis kopieer- en scanfuncties en over het vervangen van de verbruiksartikelen. Zie tips voor het oplossen van problemen.
Hier vindt u meer informatie over geavanceerde functies: kopiëren, beveiliging, afdrukrapporten en het uitvoeren van routineonderhoud.
scannen, netwerks cannen, externe installatie en het gebruik van Brother ControlCenter.
over bedrade en draadl oze netwerkinstellingen en beveiligingsinstelling en bij het gebruik van de Brother-machine. U kunt er eveneens informatie vinden over ondersteunde protocollen voor uw machine en gedetailleerde tips voor het oplossen van problemen.
Gedrukt / in de verpakking
Gedrukt / in de verpakking
PDF-bestand / cd-rom / in de verpakking
PDF-bestand / cd-rom / in de verpakking
HTML-bestand / cd-rom / in de verpakking
PDF-bestand / cd-rom / in de verpakking
Wi-Fi Direct™ handleiding
Google cloud print handleiding
Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iPrint&Scan
Deze handleidi ng biedt u inf ormatie over het configureren van uw Brother-machine voor rechtstreek s draadloos afdrukken vanaf een mobiel apparaat dat de standaard Wi-Fi Direct™ ondersteunt.
Deze handleidi ng biedt u inf ormatie over het configureren van uw Brother-machine voor een Google-account en het gebruik van Google Cloud Print-services om af te drukken via het internet.
In deze handleiding vindt u nuttige informatie over het afdrukken vanaf een mobiel apparaat en sc annen vanaf uw Brother-machi ne naar een mobiel apparaat bij verbinding met een Wi-Fi-netwerk.
PDF-bestand / Brother Solutions Center
PDF-bestand / Brother Solutions Center
PDF-bestand / Brother Solutions Center
1
1
1
i
Welke handleiding? Inhoud? Waar?
Handleiding Web Connect
In deze handleid ing vindt u meer informatie over het configureren en gebruiken van uw Brother-machi ne voor het scannen, laden en bekijken van beel den en bestanden op bepaalde websit es die deze services aanbieden.
AirPrint handleiding Deze handleiding geeft inform atie over het
gebruik van AirPrint om af te drukken van OS X v10.7.x, 10.8.x en uw iPhone, iPod touch, iPad of ande r iOS- apparaat naar uw Brother-machi ne zonder een print erdriver te installeren.
1
Kijk op http://solutions.brother.com/.
PDF-bestand / Brother Solutions Center
1
PDF-bestand / Brother Solutions Center
1
ii

Inhoudsopgave

(Basis gebruikershandleiding)
1 Algemene informatie 1
Gebruik van de docu men ta tie................. ................. ......... ................. ................ ....1
Symbolen en conventies in de documenta ti e...... .......... ................ ................. .1
Hulpprogramma's voor Brother oproepen (Windows De geavanceerde gebruikershandleiding, de software-geb ruikershandleiding
en de netwerk-gebruikershandleiding openen....................................................3
Documentatie bekijken ....................................................................................3
Gebruikershandleidingen voor geavanc eerde functies openen.............................5
Ondersteuning voor Brother oproepen (Windows
Ondersteuning voor Brother oproepen (Macintosh) ..............................................7
Overzicht bedieningspaneel ..................................................................................8
LCD-aanraakscherm .....................................................................................10
Het scherm Gereed instellen.........................................................................13
Basishandelingen ..........................................................................................14
Instelli n gen vo or snelkoppelin gen.............. ................ ................. ......... ................15
Kopieersnelkoppelingen toevoegen ..............................................................15
Scan-snelko p pelingen toevoe gen................ .......... ................ ................. ......15
Snelkoppelingen voor Web Connect toevoegen ...........................................17
Snelkoppelingen wijzigen..............................................................................18
Namen van snelkoppelingen bewerken.........................................................19
Snelkoppelingen verwijderen......................................................................... 19
Snelkoppelingen opnieuw oproepen .............................................................19
Volume-instellingen .............................................................................................20
Volume van de waarschuwingstoon..............................................................20
®
8) ........ .......... ................ ....2
®
)..............................................6
2 Papie r plaatse n 21
Papier en afdrukmedia plaatsen........ .......... ................. ......... ................. .............21
Papier in de papierlade plaatsen................................................................... 21
Papier plaatsen in de sleuf voor handmatige invoer ......................................23
Onscanbare en onbedrukbare gedeeltes......................................................28
Papierinstellingen ................................................................................................29
Papierformaat................................................................................................ 29
Papiersoort....................................................................................................29
Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia.....................................................30
Aanbevolen papier en afdrukmedia...............................................................30
Soort en formaat van het papier....................................................................30
Speciaal papier hanteren en gebruiken.........................................................32
3 Documenten plaatsen 35
Hoe documenten pla at se n... ................. ................ .......... ................ .......... ...........35
De automatisch documentinvoer (ADF) gebruiken........................................ 35
De glasplaat gebruiken..................................................................................36
iii
4 Kopieën maken 38
Hoe kopiëren .......................................................................................................38
Kopiëren onderbreken...................................................................................38
Voorgeprogrammeerde kopieerinstellinge n...................................................38
Kopieeropties.................................................................................................39
5 Afdrukken vanaf een computer 40
Een document afdrukken.....................................................................................40
6 Hoe scannen naar een computer 41
Voor het scannen.................................................................................................41
Een document als PDF-bestand scannen me t ControlCenter4 (Windo ws
Een document als PDF-bestand scannen me t het aanraaks cherm ....................44
®
).......41
A Routinematig onderhoud 46
Verbruiksartikelen vervangen ..............................................................................46
De tonercartridges vervangen .......................................................................50
De drumeenheden vervangen . ......................................................................57
De riemeenheid vervangen ...........................................................................64
De tonerbak vervangen .................................................................................68
De machine reinigen en controle re n......... ................ .......... ........................ .........73
De buitenzijde van de machine reinigen........................................................74
De LED-koppen reinigen ............................................................................... 75
De glasplaat reinigen.....................................................................................76
De coronadraden reinigen.............................................................................77
De drumeenheid reinigen ..............................................................................80
De papierinvoerrollen reinigen .......................................................................86
Kalibratie........................................................................................................87
Automatische registratie................................................................................88
Frequent ie ( kleurcorrectie) .............. ................. .......... ................ .......... .........88
B Problemen oplossen 89
Uw probleem identificeren...................................................................................89
Fout- en onderhoudsberichten... ..........................................................................90
Vastgelopen documenten....................................................................................96
Document vastgelopen in de bovenzijde van de ADF (automatische
documentinvoer) ........................................................................................96
Document vastge l o pen onder het documentde kse l............................. .........96
Kleine documenten verwijderen die zijn vastgelopen in de ADF
(automatische documentin vo er) ............................. ......... ................. .........97
Document vastge l o pen in de uitvoerlade ......... .......... ................ ................. ..97
iv
Vastgelop en papier................... ................. ....................... .......... ................ .........98
Papier vastgelopen in de sleuf voor handmatige invoer................................98
Het papier is vastgelopen in de papierlade ...................................................98
Het papier is vastgelopen in de uitvoerlade...................................................99
Papier is vastgelopen aan de achterkant van de machine..........................100
Papier is vastgelopen in de machine. ..........................................................102
Het papier is vastgelopen onder de papierlade...........................................105
Als u problemen hebt met de machine..............................................................107
De afdrukkwaliteit verbeteren............................................................................114
Informatie over de machine...............................................................................124
Het serienummer controleren.......................................... ....... ....... ............ ..124
De firmwareversie controleren.....................................................................124
Resetfuncties ...............................................................................................125
De machine resetten ...................................................................................125
C Instellings- en functietabellen 126
De instellingstabellen gebruiken........................................................................126
Instellingstabellen..............................................................................................127
Functietabellen..................................................................................................143
Tekst invoeren...................................................................................................157
D Specificaties 158
Algemeen ..........................................................................................................158
Document grootte..............................................................................................160
Afdrukmedia.......................................................................................................161
Kopiëren............................................................................................................162
Scanner .............................................................................................................163
Printer................................................................................................................164
Interfaces...........................................................................................................165
Netwerk..............................................................................................................166
Computervereisten............................................................................................ 167
Verbruiksartikelen..............................................................................................168
E Index 169
v
Inhoudsopgave
(Geavanceerde gebruikershandleiding)
U kunt de Geavanceerde gebruikershandleiding raadplegen op de cd-rom. De Geavanceerde gebruikershandleid ing biedt u meer informatie over de volgende functies.
1 Algemene instelling
Opslag in het geheugen Automat is c h zo me r t ijd in s t e llen Ecologische functies Aanraakscherm
2 Beveiligingsfuncties
Secure Function Lock 2.0 Instelslot
3 Rapporten afdrukken
Rapporten
4Kopiëren
Kopieerinstellingen
A Routineonderhoud
De machine controleren Periodieke onderhoudsonderdelen
vervangen De machine inpakken en vervoeren
B Verklarende woordenlijst
CIndex
vi
1
1

Algemene informatie 1

Gebruik van de documentatie

Dank u voor de aanschaf van een Brother­machine! Het lezen van de documentatie helpt u bij het optimaal benutten van uw machine.

Symbole n en conventi es in de documentatie 1

De volgende symbolen en conventies worden in de documentatie gebruikt.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING geeft een mogelijk gevaa rlijk e s it ua ti e aa n d ie, al s dez e n iet wordt voorkomen, kan resulteren in ernstig of fataal letsel.
BELANGRIJK
BELANGRIJK geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die kan resulteren in schade aan eigendommen, storingen of een niet-werkend product.
OPMERKING
De aanduidingen Opmerkingen geven aan hoe u moet reageren in een bepaalde situatie of geven informatie over hoe de huidige functie werkt met andere functies.
De pictogrammen Elektrisch Gevaar
1
Volg alle waarschuwingen en instructies die op het product worden aangegeven.
waarschuwen u voor een mogelijke elektrische schok.
Pictogrammen voor brandgevaar wijzen u op een risico op brand.
De pictogrammen Heet oppervlak waarschuwen u voor hete delen van de machine.
Verbodspictogrammen wijzen op handelingen die niet mogen worden uitgevoerd.
Vet Vetgedrukte tekst geeft de
numerieke toetsen van het aanraakpaneel of op het computerscherm aan.
Cursief Cursief gedruk te tekst legt de
nadruk op een belangrijk punt of verwijst naar een verwant onderwerp.
Courier New
Het lettertype Courier New geeft de meldingen aan die worden weergegeven op het aanraakscherm van de machine.
1
Hoofdstuk 1

Hulpprogramma's voor Brother oproepen (Windows® 8) 1

Als u een computer en werkblad met Windows® 8 gebruikt, kunt u uw selecties maken door ofwel op het scherm te tikken of door met uw muis te klikken.
Zodra de printerdriver is geïnstalleerd, verschijnt op zowel het Startscherm als het bureaublad.
a Tik of klik op Brother Utilities op ofwel het Startscherm of het bureaublad.
b Selecteer uw machine in de keuzelijst.
c Kies de functie die u wenst te gebruiken.
2
Algemene informatie
1
OPMERKING
De geavanceerde gebruikershandleiding, de software­gebruikershandleiding en de netwerk­gebruikershandleiding openen
Deze Basis gebruikershandleiding bevat niet alle informatie over de machine zoals hoe u de geavanceerde functies van kopie, printer, scanner en netwerk gebruikt. Wanneer u klaar bent voor gedetaille erdere inf or matie over deze functies, kunt u de Geavanceerde
gebruikershandleiding, Softwarehandleiding in HTML-formaat en Netwerkhandleidin g die u terugvindt op de
cd-rom raadplegen.

Documentatie bekijken 1

Als u de software niet hebt geïnstalleerd, kunt u de documentatie op de cd-rom vinden door deze instructies op te volgen:
a Zet de computer aan. Plaats de cd-rom
in het cd-romstation.
Als het Brother-scherm niet verschijnt, ga dan naar Compu ter (Deze computer).
1
(Voor Windows (Verkenner) op de taakbalk en ga
vervolgens naar Co mputer.) Dubbelklik op het pictogram van de cd-rom en dubbelklik vervolgens op start.exe.
®
8: Klik op
b Als het scherm voor de taalkeuze wordt
weergegeven, klikt u op de gewenste taal. Het bovenste menu van de cd-rom wordt geopend.
Documentatie bekijken (Windows®) 1
(Windows® 7 / Windows Vista® /
®
Windows Windows Server Windows Server
Om de documentatie te bekijken, selecteert u in het (Starten)-menu Alle programma's
> Brother > DCP-XXXX (waarbij XXXX uw modelnaam is) in de program m alijst, en selecteert u vervolgens Gebruikershandleidingen.
(Windows Klik op (Brother Utilities) en klik
vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet geselecteerd). Klik op Ondersteuning in de linkernavigatiebalk en klik vervolgens op Gebruikershandleidingen.
XP / Windows Server ® 2008 R2 /
®
2008 /
®
2003)
®
8 / Windows Server® 2012)
c Klik op Gebrui kershandleidingen. d Klik op PDF/HTML-documenten. Als
het scherm voor de landenkeuze wordt weergegeven, selecteert u het gewenste land. Als de lijst van Gebruikershandleidingen wordt weergegeven, kiest u de gewenste handleiding.
3
Hoofdstuk 1
OPMERKING
Documentatie be ki j ken (Mac intosh) 1
a Zet uw Macintosh aan. Plaats de cd-rom
in het cd-romstation. Dubbelklik op het pictogram BROTHER. Het volgende venster verschijnt.
b Dubbelklik op het pictogram
Gebruikershandleidin gen.
c Selecteer uw taal. d Klik op Gebruikershandleidingen.
Gebruikershandleiding Presto! PageManager
(Macintosh-gebruikers)
Presto! PageManager moet gedownload en geïnstalleerd worden voor gebruik (zie
Ondersteuning voor Brother oproepen (Macintosh) uu pagina 7 voor meer
instructies).
U kunt de complete Presto! PageManager
Gebruikershandleiding bekijken via het Helpgedeelte in Presto! PageMa nager.
e Als de lijst van Gebruikershandleidingen
wordt weergegeven, selecteert u de gewenste handleiding.
Instructies vinden om te scannen 1
Er zijn verscheidene manieren waarop u documenten kunt scannen. U kunt de instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding
ScannenControlCenterNetwerkscannen
Nuance™ PaperPo rt™ 12S E procedurehandleidingen
(Windows
De complete Nuance™ PaperPort™
12SE procedurehandleidingen kunt u bekijken in het Helpgedeelte in de Nuance™ PaperPort™ 12S E-toepa ssing.
®
-gebruikers)
4
Algemene informatie
1
Instructies vinden voor het instellen van een netw e rk
U kunt uw machine aansluiten op een draadloos of een bedraad netwerk.
Standaardinstructies voor het instellen:
(uuInstallatiehandleiding.)
Verbinding met een draadloos
toegangspunt of een draadloze router Wi­Fi Protected Setup of AOSS™: (uuInstallatiehandleiding.)
Meer informatie over het instellen van een
netwerk: (uuNetwerkhandleiding.)

Gebruikershandleiding en voor geavanceerde functies openen

U kunt deze handleidingen bekijken en downloaden in het Brother Solutions Center op:
http://solutions.brother.com/ Klik op Handleidingen op de pagina van uw
model om de documentatie te downloaden.
Wi-Fi Direct™ handleiding 1
Deze handleiding biedt informatie over het configureren en gebruiken van uw Brother­machine voor rechtstreeks draadloos afdrukken vanaf een mobiel apparaat dat de standaard Wi-Fi Direct™ ondersteunt.
Google cloud print handleiding 1
Deze handleiding biedt informatie over het configureren van uw Brother-machine voor een Google-account en het gebruik van Google Cloud Print-services om af te drukken via het internet.
1
Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iPrint&Scan 1
In deze handleiding vindt u nuttige informatie over het afdrukken vanaf een mobiel apparaat en scannen vanaf uw Brother­machine naar een mobiel apparaat bij verbinding met een Wi-Fi-netwerk.
Handleiding Web Connect 1
In deze handleiding vindt u informatie over het configureren en gebruiken van uw Brother-machine voor het scannen, laden en bekijken van beelden en bestanden op bepaalde websites die deze services aanbieden.
5
Hoofdstuk 1
AirPrint handleiding 1
Deze handleiding geeft informatie over het gebruik van AirPrint om af te drukken van OS X v10.7.x, 10.8.x en uw iPhone, iPod touch, iPad of ander iOS-apparaat naar uw Brother-machine zonder een printerdriver te installeren.
Ondersteuning voor Brother oproepen
®
(Windows
U kunt alle benodigde contactgegevens vinden, zoals voor webondersteuning (Brother Solutions Center), op de cd-rom.
Klik op Brother-support op he t
Hoofdmenu. Het volgende venster
verschijnt:
Om onze website
(http://www.brother.com/ u op Brother-startpagina.
) 1
) te openen, klikt
Voor het laatste nieuws en
productondersteuningsinforma tie (http://solutions.brother.com/ Brother Solutions Center.
Wanneer u onze website wilt bezoeken
voor originele Brother-onderdelen (http://www.brother.com/original/ op Informatie over verbr ui ksartikelen.
Om naar Brother CreativeCenter
(http://www.brother.com/creativecenter/ te gaan voor GRATIS fotoprojecten en afdrukbare downloads, klikt u op Brother CreativeCenter.
Wanneer u wilt terugkeren naar het
Hoofdmenu, klikt u op Terug. Als u klaar bent, klikt u op Afsluiten.
6
), klikt u op
), klikt u
)
1
Ondersteuning voor Brother oproepen
Algemene informatie
(Macintosh)
U kunt alle benodigde contactgegevens vinden, zoals voor webondersteuning (Brother Solutions Center), op de cd-rom.
Dubbelklik op het pictogram
Brother-support. Kies eventueel uw model. Het volgende venster verschijnt:
Klik op Presto! PageManager om Presto!
PageManager te downloaden en te installeren.
1
Om de webpagina van de toepassing
Brother Web Connect te openen, klikt u op Brother Web Connect.
Om uw machine te registreren op de
registratiepagina voor Brother-producten (http://www.brother.com/registration/ klikt u op On line registratie.
Voor het laatste nieuws en
productondersteuningsinform atie (http://solutions.brother.com/ klikt u op BrotherSolutions Center.
Wanneer u onze website wilt bezoeken
voor originele Brother-onderdelen (http://www.brother.com/original/ klikt u op Informatie over verb ruiksartikelen.
),
),
),
7
Hoofdstuk 1
1
&7//;
䎥䏈䏙䏈䏌䏏䏌䏊䏇䎃
䎤䏉䏇䏕䏘䏎䏎䏈䏑
䎃 䎃䎃䎺䏈䏅
䎰䏈䏈䏕
䎮䏒䏓䏌䐭䏕䏈䏑
䎶䏆䏄䏑䏑䏈䏑

Overzicht bedieningspaneel 1

De DCP-9020CDW heeft een LCD-aanraakscherm van 3,7 in. (93,4 mm) en een
1
aanraakpaneel
1
Dit is een LCD-aanraakscherm met een elektrostatisch aanraakpaneel dat alleen de LED's aangeeft die kunnen worde n ge bru ikt.
.
1 3,7 in. (93,4 mm) LCD-aanraakscherm
(Liquid Crystal Display)
Dit is een LCD-aanraakscherm. U kunt de menu's en opties openen door erop te drukken wanneer ze op het scherm worden weergegeven.
8
1
4
3
2
Algemene informatie
2 Aanraakpaneel:
De LED's op het aanraakpaneel lichten alleen op wanneer ze beschikbaar zijn voor gebruik.
Terug
Druk op deze toets om terug te keren naar het vorige menuniveau.
Home
Druk op deze toets om terug te keren naar het Home-scherm. In de fabrieksinstellingen worden de datum en tijd getoond, maar u kunt de standaardinstelling van het Home­scherm wijzigen (zie Het scherm Gereed instellen uu pagina 13).
Annuleren
Druk op deze toets om een bewerking te annuleren wanneer de toets rood is verlicht.
Numerieke toetsen
Druk op de cijfers op het aanraakpaneel om het aantal kopieën in te voeren.
3 Aan/uit
Druk op om de machine in te schakelen.
Houd ingedrukt om de machine uit te schakelen. Het LCD-aanraakscherm geeft
Afsluiten weer en blijft enkele seconden aan voor het uitgaat.
4
Het Wi-Fi-lampje is aan wanneer de netwerkinterface WLAN is.
9
Hoofdstuk 1
21
56
3 4
䎥䏈䏙䏈䏌䏏䏌䏊䏇䎃
䎤䏉䏇䏕䏘䏎䏎䏈䏑䎃䎃䎃䎺䏈䏅
䎰䏈䏈䏕
䎮䏒䏓䏌䐭䏕䏈䏑
䎶䏆䏄䏑䏑䏈䏑
31
7
4
2
䎮䏒䏓䏌䐭䏕䏈䏑
䎶䏆䏄䏑䏑䏈䏑
䎧䏕䏘䏎䎃䏒䏓䎃䎾䎃䎎䎃䏀䎃䏒䏐䎃䏈䏈䏑䎃䏖䏑䏈䏏䏎䏒䏓䏓䏈䏏䏌䏑䏊䎃䏗䏈䎃
䏐䏄䏎䏈䏑䎑
䎶䏑䏈䏏䏎䏒䏓䏓䏈䏏䏌䏑䏊䏈䏑䎃䎔

LCD-aanraakscherm 1

U kunt drie soorten schermen selecteren voor het Home-scherm. Wanneer het Home-scherm wordt weergegeven, kunt u het weergegeven scherm wijzigen door naar links of naar rechts te vegen of door op d of c te drukken.
De volgende schermen geven de machinestatus weer wannee r de machine inactief is.
Meer-scherm
Het scherm Meer biedt toegang tot het scherm Kopiëren, Scannen, Wi-Fi-installatie, Tonerniveaus, Instelling, Afdruk beveiligen en Web-snelkoppeling.
Wanneer het sch erm Meer wor dt weergege ven, bevind t de machine zich in de stand Gereed. Als Secure
1
Func tion Lo ck
werd ingeschakel d, wordt een
pictogram weerg egeven.
1
uuGeavanceerde gebruikershandleiding, Secure Functio n Lock 2.0 .
Snelkoppelingsschermen
U kunt heel eenvoudi g een snelkoppeling maken voor vaak gebruikte functies, zoals verzenden van een fax, maken van een kopie, scannen en Web Connect (zie Instellingen voor snelkoppeli ngen uu pagina 15 voor meer informatie).
10
1
OPMERKING
Vegen is een handeling van de gebruiker
OPMERKING
OPMERKING
op het aanraakscherm, waarbij u uw vinger over het scherm wrijft om de volgende pagina of het volgende item weer te geven.
1 Modi:
Kopiëren
Hiermee opent u de kopieermodus.
Scannen
Hiermee opent u de scanmodus.
2 Draadloze status
Wanneer u gebruik maakt van een draadloze verbinding, wordt de sterkte van het draadloze signaal weergegeven via een aanduiding met vier niveaus op het scherm van de stand Gereed.
Algemene informatie
3 (Toner)
Bekijk de resterende levensduur van de toner.
Druk hierop om het menu Toner te openen.
De aanduiding van de resterende levensduur van de toner verschilt naargelang het soort documenten dat wordt afgedrukt en het gebruik van de klant.
4 (Instell.)
Druk hierop om de hoofdinstellingen te openen (zie Instellingenscherm uu pagina 12 voor meer informatie).
5 Beveiligd Afdrukken
Hiermee kunt u het menu voor beveiligd afdrukken openen.
6 Web
Druk hierop om de Brother-machine te verbinden met een internetservice (voor meer inf or matie, uuHandleiding Web Connect).
7 Snelkoppelingen
Druk hierop om snelkoppelingen in te stellen.
U kunt snel een kopiëren, scannen en verbinding maken met een webservice met behulp van de als snelkoppelingen ingestelde opties.
Als u bovenaan het scherm ziet, kunt u de draadloze instellingen eenvoudig
configureren door op deze knop te drukken (voor meer informatie, uuInstallatiehandleiding).
0Max
• Er zijn drie snelkoppelingsschermen. U kunt tot zes snelkoppelingen instellen in elk snelkoppelingsscherm. In totaal zijn er dus 18 snelkoppelingen beschikbaar.
• Veeg naar links of naar rechts, of druk op d of c, om de andere snelkoppelingsschermen te bekijken.
11
Hoofdstuk 1
OPMERKING
8
䎥䏈䏙䏈䏌䏏䏌䏊䏇䎃
䎤䏉䏇䏕䏘䏎䏎䏈䏑
䎃 䎃䎃䎺䏈䏅
䎮䏒䏓䏌䐭䏕䏈䏑
䎶䏆䏄䏑䏑䏈䏑
䎧䏈䏎䏖䏈䏏䎃䏌䏖䎃䏒䏓䏈䏑䎑
䎧䏈䏗䏄䏌䏏
1243
7 6
5
䎔䎕䎝䎓䎓䎃䎃䎃䎃䎓䎔䎑䎓䎔䎑䎕䎓䎔䎖䎃䎃䎃䎃
䎷䏒䏑䏈䏕 䎱䏈䏗䏚䏈䏕䏎 䎯䏄䏄䏊
䎺䏌䎐䎩䏌䎃䎧䏌䏕䏈䏆䏗 䎯䏄䏇䏈䎐䏌䏑䏖䏗䏈䏏䏏䏌䏑䏊
䎤䏏䏏䏈䎃䏌䏑䏖䏗䏈䏏䏏䎑
䎬䏑䏖䏗䏈䏏䏏䎑
8 Waarschuwingspictogram
Het waarschuwingspictogram verschijnt als er een fout- of
onderhoudsbericht is; druk op Detail om deze te bekijken en druk vervolgens op
om terug te keren naar het scherm
Gereed. Zie Fout- en onderhoudsberichten
uu pagina 90 voor meer informatie.
• Dit product maakt gebruik van het lettertype van ARPHIC TECHNOLOGY CO., LTD.
• MascotCapsule UI Framework en MascotCapsule Tangiblet ontwikkeld door HI CORPORATION worden gebruikt. MascotCapsule is een gedeponeerd handelsmerk van HI CORPORATION in Japan.
Instellingenscherm 1
Het aanraakscherm geeft de instellingen van de machine weer wanneer u op drukt.
U kunt alle instellingen van de machine controleren en openen in het volgende scherm.
1 Toner
Bekijk de resterende levensduur van de toner.
Druk hierop om het menu Toner te openen.
2 Netwerk
Druk hierop om een netwerkaansluiting tot stand te brengen.
Wanneer u gebruik maakt van een draadloze verbinding, wordt de sterkte van het draadloze signaal weergegeven via een aanduiding met vier niveaus op het scherm.
3 Datum en tijd
12
Bekijk de datum en tijd. Druk hierop om het menu
Datum en tijd te openen.
4 Volume
Zie het geselecteerde toonvolume. Druk hierop o m de ins t e lling van het toonvolume te openen.
Algemene informatie
1
5 Alle instell.
Druk hierop om het volledige menu met instellingen te openen.
6 Lade-instelling
Bekijk het geselecteerde papierformaat. Druk hierop om indien nodig de instellingen voor papierformaat en papiertype te wijzigen.
7 Wi-Fi Direct
Druk hierop om een Wi-Fi Direct™­netwerkaansluiting tot stand te brengen.

Het scherm Gereed instellen 1

Stel het scherm Gereed in op Meer, Snelkoppelingen 1, Snelkoppelingen 2 of Snelkoppelingen 3.
Wanneer de machine inactief is of u op drukt, keert het aanraakscherm terug naar het door u ingestelde scherm.
a Druk op .
b Druk op Alle instell.. c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Standaardinst. weer te geven.
d Druk op Standaardinst.. e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Knopinstellingen weer te geven.
f Druk op
Knopinstellingen beginscherm.
g Druk op Meer, Snelkoppelingen 1,
Snelkoppelingen 2 of Snelkoppelingen 3.
h Druk op .
De machine gaat naar het door u gekozen Home-scherm.
13
Hoofdstuk 1
BELANGRIJK
OPMERKING

Basishandelingen 1

Druk met uw vinger op het aanraakscherm om het te bedienen. Om alle schermmenu's of opties weer te geven en te openen, veegt u naar links, rechts, omhoog, omlaag, of drukt u op d c of a b om er doorheen te bladeren.
Druk NIET op het aanraakscherm met een scherp voorwerp, zoals een pen of stylus. De machine kan erdoor beschadigd worden.
Aan de hand van de volgende stappen kunt u zien hoe u een instelling van de machine wijzigt. In dit voorbeeld wordt de instelling voor de achtergrondverlichting van het aanraakscherm gewijzigd van Licht naar Half.
a Druk op .
b Druk op Alle instell.. c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Standaardinst. weer te geven.
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om LCD instell. weer te geven.
f Druk op LCD instell.. g Druk op Schermverlicht.
h Druk op Half.
d Druk op Standaardinst..
14
Druk op om terug te keren naar het vorige niveau.
i Druk op .
Algemene informatie
1

Instellingen voor snelkoppelingen 1

U kunt de instellingen voor kopiëren, scannen en Web Connect die u het vaakst gebruikt, toevoegen door ze als snelkoppelingen in te stellen. Later kunt u deze instellingen snel en eenvoudig opnieuw oproepen en toepassen. U kunt maximaal 18 snelkoppelingen toevoegen.

Kopieersnelkoppelingen toevoegen 1

De volgende instellin gen kunnen worden opgenomen in een kopieersnelkoppel ing:
KwaliteitVergroten/verkleinenDichtheidContrastStapel/SorteerPagina layout
f Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om de beschikbare instellingen weer te geven, en druk dan op de gewenst e in s te llin g.
g Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om de beschikbare opties voor de instelling weer te geven, en druk dan op de gewenste optie. Herhaal stappen f en g tot u alle instellingen voor deze snelkoppeling heeft geselecteerd.
h Wanneer u klaar bent met het wijzigen
van instellingen, drukt u op Opslaan als snelkoppeling.
i Lees en bevestig de weergegeven lijst
van door u geselecteerde instellingen, en druk op OK.
j Voer een naam voor de snelkoppeling in
met het toetsenbord op het aanraakscherm. (Raadpleeg Tekst invoeren uu p agina 157 voor hulp bij het invoeren van letters.) Druk op OK.
Kleur aanpassen2-zijdige kopieAchtergr.kleur verwijderen
a Als het weergegeven scherm het Meer-
scherm is, veegt u naar links of naar rechts, of drukt u op d of c, om een snelkoppelingsscherm weer te geven.
b Druk op op een plaats waar u nog
geen snelkoppeling heeft toegevoegd.
c Druk op Kopiëren. d Lees de informatie op het
aanraakscherm en bevestig deze door op OK te drukken.
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om de voorgeprogrammeerde kopieerinstellingen weer te geven, en druk dan op de gewenste voorinstelling.
k Druk op OK om uw snelkoppeling op te
slaan.

Scan-snelkoppelingen toevoegen 1

De volgende inste lling en ku nnen w orden opgenomen in een scan-snelkoppel ing:
naar OCR / naar bestand / naar afbeelding / naar e-mail
Profielnaam
naar FTP / naar netwerk
PC Select
15
Hoofdstuk 1
OPMERKING
a Als het weergegeven scherm het Meer-
scherm is, veegt u naar links of naar rechts, of drukt u op d of c, om een snelkoppelingsscherm weer te geven.
b Druk op op een plaats waar u nog
geen snelkoppeling heeft toegevoegd.
c Druk op Scannen. d Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om het gewenste scantype weer te geven, en druk er dan op.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u op naar OCR,
naar bestand, naar afbeelding of naar e-mail heeft gedrukt, leest u
de informatie op het aanraakscherm, waarna u op OK drukt om te bevestigen. Ga naar stap f.
Als u op naar FTP of
naar netwerk heeft gedrukt, leest
u de informatie op het aanraakscherm, waarna u op OK drukt om te bevestigen.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer de machine verbonden is
met een computer door middel van een USB-verbinding:
Druk op OK om te bevestigen dat USB is geselecteerd als de pc-naam. Ga naar stap g.
Wanneer de machine is aangesloten
op een netwerk: Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om de pc-naam weer te geven en druk er dan op. Druk op OK om de door u geselecteerde pc-naam te bevestigen. Ga naar stap g.
g Voer een naam voor de snelkoppeling in
met het toetsenbord op het aanraakscherm. (Raadpleeg Tekst invoeren uu pag ina 157 voor hulp bij het invoeren van letters.) Druk op OK.
h Lees de informatie op het
aanraakscherm en druk dan op OK om uw snelkoppeling op te slaan.
Om een snelkoppeling voor naar netwerk en naar FTP toe te voegen, dient u de profielnaam vooraf toe te voegen.
16
Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b, om de profielnaam weer te geven en druk er dan op.
Druk op OK om de profielnaam die u heeft geselecteerd, te bevestigen. Ga naar stap g.
Algemene informatie
1
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING

Snelkoppelingen voor Web Connect toevoegen 1

De instellingen voor de volgende services kunnen worden opgenomen in een Web Connect-snelkoppeling:
Picasa Web Albums™Google Drive™
FlickrFacebookEvernoteDropbox
• Webservices kunnen toegev oegd zijn
• Om een snelkoppeling voor Web Connect
®
en/of servicenamen kunnen gewijzigd zijn door de provider sinds het document werd gepubliceerd.
toe te voegen, dient u over een account bij de gewenste service te beschikken (voor meer informatie, uuHandleiding Web Connect).
a Als het weergegeven scherm het Meer-
scherm is, veegt u naar links of naar rechts, of drukt u op d of c, om een snelkoppelingsscherm weer te geven.
f Druk op uw account.
Als een PIN-code voor uw account vereist is, voert u de PIN-code voor de account in met het toetsenbord op het aanraakscherm. Druk op OK.
g Druk op de functie die u wenst.
De functies die kunnen worden ingesteld, zijn afhankelijk van de geselecteerde service.
h Lees en bevestig de weergegeven lijst
van door u geselecteerde functies, en druk dan op OK.
i Druk op OK om uw snelkoppeling op te
slaan.
De naam van de snelkoppeling wordt automatisch toegewezen. Als u de naam van de snelkoppeling wilt wijzigen, drukt u op Namen van snelkoppelingen bewerken uu pagina 19.
b Druk op op een plaats waar u nog
c Druk op Web. d Als informatie over de
e Veeg naar links of naar rechts, of druk
geen snelkoppeling heeft toegevoegd.
internetverbinding wordt weergegeven, leest u de informatie en bevestigt u deze door op OK te drukken.
op d of c, om de beschikbare services weer te geven, en druk dan op de gewenste service.
17
Hoofdstuk 1
OPMERKING

Snelkoppelingen wijzigen 1

U kunt de instellingen in een snelkoppeling wijzigen.
U kunt een Web Connect-snelkoppeling niet wijzigen. Als u de snelkoppeling wilt wijzigen, dient u deze te verwijderen en een nieuwe snelkoppeling toe te voegen.
(Zie Snelkoppelingen verwijderen
uu pagina 19 en Snelkoppelingen voor Web Connect toevoegen uu pagina 17
voor meer informatie.)
a Druk op de snelkoppeling die u wenst.
De instellingen voor de gekozen snelkoppeling worden weergegeven.
b Wijzig de instellingen voor de
snelkoppeling die u heeft gekozen in stap a (zie Instellingen voor snelkoppelingen uu pagina 15 voor meer informatie).
f Om een nieuwe snelkoppeling te
maken, houdt u ingedrukt om de huidige naam te verwijderen, waarna u een nieuwe naam invoert met het toetsenbord op het aanraakscherm. (Raadpleeg Teks t invoeren uu pagina 157 voor hulp bij het invoeren van letters.) Druk op OK.
g Druk op OK om te bevestigen.
c Wanneer u klaar bent met het wijzigen
van instellingen, drukt u op Opslaan als snelkoppeling.
d Druk op OK om te bevestigen. e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om de snelkoppeling te
overschrijven, drukt u op Ja. Ga naar stap g.
Als u de snelkoppeling niet wilt
overschrijven, drukt u op Nee om een nieuwe naam voor de snelkoppeling in te voeren. Ga naar stap f.
18
Algemene informatie
1
OPMERKING
OPMERKING

Namen van snelkoppelingen bewerken 1

U kunt de naam van een snelkoppeling bewerken.
a Houd de snelkoppeling ingedrukt tot het
dialoogvenster verschijnt.
U kunt ook op , Alle instell. en Instellingen snelkoppelingen
drukken.
b Druk op
Naam snelkoppeling bewerken.
c Om de naam te bewerken, houdt u
ingedrukt om de huidige naam te verwijderen, waarna u een nieuwe naam invoert met het toetsenbord op het aanraakscherm. (Raadpleeg Tekst invoeren uu pagina 157 voor hulp bij het invoeren van letters.) Druk op OK.

Snelkoppelingen verwijderen 1

U kunt een snelkoppeling verwijderen.
a Houd de snelkoppeling ingedrukt tot het
dialoogvenster verschijnt.
U kunt ook op , Alle instell. en Instellingen snelkoppelingen
drukken.
b Druk op Verwijder om de
snelkoppeling te verwijderen die u in stap a heeft gekozen.
c Druk op Ja om te bevestigen.

Snelkoppelingen opnieuw oproepen 1

De instellingen van de snelkoppeling worden weergegeven in het snelkoppelingssch erm. Om een snelkoppeling opnieuw op te roepen, drukt u gewoon op de naam van de snelkoppeling.
19
Hoofdstuk 1

Volume-instellingen 1

Volume van de waarschuwingstoon 1

Wanneer de waarschuwingstoon aanstaat, zal de machine een geluidssignaal geven, wanneer u een toets indrukt of een vergissing maakt. U kunt kiezen uit een aantal volumeniveaus.
a Druk op .
b Druk op Alle instell.. c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Standaardinst. weer te geven.
d Druk op Standaardinst.. e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Volume weer te geven.
f Druk op Volume. g Druk op Toon. h Druk op Uit, Laag, Half of Hoog.
i Druk op .
20
2
2
OPMERKING

Papier plaatsen 2

Papier en afdrukmedia plaatsen

De machine kan papier laden vanuit de papierlade of de sleuf voor handmatige invoer.
Als het afdrukmenu van uw toepassingssoftware een optie biedt voor het opgeven van het papierformaat, kunt u dit via de toepassingssoftware doen. Als deze optie niet door de toepassingssoftware geboden wordt, kunt u het papierformaat opgeven in de printerdriver of door op de knoppen op het aanraakscherm te drukken.

Papier in de papierlade plaatsen 2

U kunt tot 250 vellen in de papierlade plaatsen. Het papier kan tot aan de maximummarkering ( ) aan de rechterzijde van de papierlade worden geplaatst (voor aanbevolen papier, zie Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia uu pagina 30).
Afdrukken op normaal papier, dun papier of kringlooppapier vanuit de
2
papierlade 2
a Trek de papierlade volledig uit de
machine.
b Druk op de groene
ontgrendelingshendels van de papiergeleiders (1) en stel de papiergeleiders af op het papier dat u in de lade plaatst. Zorg dat de geleiders goed in de sleuven zitten.
21
Hoofdstuk 2
1
1
c Waaier de stapel papier goed door om
vastlopen van papier en storingen te voorkomen.
d Plaats papier in de lade en zorg ervoor
dat:
De stapel papier niet uitsteekt boven
de maximummarkering ( ) (1). Teveel papier in de lade kan het papier doen vastlopen.
De zijde waarop u wilt afdrukken,
naar beneden gericht is.
De papiergeleiders de zijkanten van
het papier raken zodat het correct ingevoerd wordt.
f Til de steunklep (1) op om te vermijden
dat het papier van de neerwaarts gerichte uitvoerlade glijdt, of verwijder iedere pagina zodra deze uit de machine komt.
e Plaats de papierlade stevig terug in de
machine. Zorg ervoor dat de lade geheel in de machine zit.
22
Papier plaatsen
2
OPMERKING
1

Papie r plaat se n i n de sleu f voor handmatige invoer 2

U kunt enveloppen en speciale afdrukmedia een voor een in deze sleuf plaatsen. Gebruik de sleuf voor handmatige invoer om te drukken of te kopiëren op etiketten, enveloppen, dik papier of glanzend papier (zie Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia uu p agina 30 voor het aanbevolen papier).
De machine schakelt de modus voor handmatige invoer in wanneer u papier in de sleuf voor handmatige invoer plaatst.
Afdrukken op normaal papier, dun papier, kringlooppapier en bankpostpapier vanuit de sleuf voor handmatige invoer
a Til de steunklep (1) op om te vermijden
dat het papier van de neerwaarts gerichte uitvoerlade glijdt, of verwijder iedere pagina zodra deze uit de machine komt.
b Open het deksel van de sleuf voor
handmatige invoer.
c Gebruik beide handen om de
papiergeleiders van de sleuf voor handmatige invoer in te stellen op de breedte van het papier dat u wilt gebruiken.
2
23
Hoofdstuk 2
OPMERKING
d Gebruik beide handen om één vel
papier stevig in de sleuf voor handmatige invoer te duwen tot de bovenrand van het papier tegen de papierinvoerrollen duwt. Blijf het papier ongeveer twee seconden tegen de rollen duwen of tot de machine het papier vastneemt en verder in de machine trekt.
• Als de foutmelding Handm. vastgel. op het aanraakscherm verschijnt, kan de machine het papier niet vastnemen en intrekken. Reset de machine door het papier te verwijderen en daarna op Start op het aanraakscherm te drukken. Plaats het papier opnieuw en duw het goed tegen de rollen.
• Om een kleine afdruk gemakkelijk uit de documentuitvoer te verwijderen, gebruikt u beide handen om het scannerdeksel op te tillen, zoals aangegeven in de afbeelding.
• U kunt de machine nog steeds gebruiken terwijl het scann erdek se l omh oog staat . Om het scannerdeksel te sluiten, duwt u het met beide handen omlaag.
• Plaats het papier in de sleuf voor handmatige invoer met de te bedrukken zijde naar boven gericht.
• Zorg ervoor dat het papier recht en in de correcte positie in de sleuf voor handmatige invoer is geplaatst. Als dit niet het geval is, kan het papier niet goed worden ingevoerd, wat leidt tot een slechte afdruk of vastgelopen papier.
• Plaats nooit meer dan één vel papier tegelijk in de sleuf voor handmatige invoer, want anders zou het papier vastlopen.
24
e Als het aanraakscherm Handinvoer
weergeeft, keert u terug naar stap d om het volgende vel papier te plaatsen. Herhaal dit voor elke pagina die u wilt afdrukken.
Papier plaatsen
2
Afdrukken op dik papier, etiketten, enveloppen en glanzend papie r vanuit de sleuf voor handmatige invoer 2
Wanneer het achterdeksel (documentuitvoer met bedrukte zijde omhoog) omlaag wordt getrokken, heeft de machine een recht papierpad vanaf de sleuf voor handmatige invoer tot aan de achterzijde van de machine. Gebruik deze methode voor papierinvoer en ­uitvoer om op dik papier, etiketten, enveloppen of glanzend papier te drukken.
a Maak het achterdeksel (opwaarts
gerichte uitvoerlade) open.
c Open het deksel van de sleuf voor
handmatige invoer.
d Gebruik beide handen om de
papiergeleiders van de sleuf voor handmatige invoer te verschuiven volgens de breedte van het papier dat u wilt gebruiken.
b (Alleen om op enveloppen te drukken)
Trek de twee grijze hendels, een aan de linkerzijde en een aan de rechterzijde, omlaag zoals aangegeven in de afbeelding.
25
Hoofdstuk 2
OPMERKING
OPMERKING
e Gebruik beide handen om één vel
papier of één enveloppe stevig in de sleuf voor handmatige invoer te duwen tot de bovenrand van het papier tegen de papierinvoerrollen duwt. Blijf het papier ongeveer twee seconden tegen de rollen duwen of tot de machine het papier vastneemt en verder in de machine trekt.
• Als de foutmelding Handm. vastgel. op het aanraakscherm verschijnt, kan de machine het papier of de enveloppe niet vastnemen en intrekken. Reset de machine door het papier te verwijderen en daarna op Start op het aanraakscherm te drukken. Voer het papier of de enveloppe opnieuw in en zorg ervoor dat deze stevig tegen de rollen duwt.
• Plaats het papier of de enveloppe in de sleuf voor handmatige invoer met de te bedrukken zijde naar boven gericht.
• Wanneer Label is ges electeerd in de printerdriver, haalt de machine het papier uit de sleuf voor handmatige invoer, zelf als Handmatig niet als papierbron is geselecteerd.
• Zorg ervoor dat het papier of de enveloppe recht en in de correcte positie in de sleuf voor handmatige invoer is geplaatst. Als dit niet het geval is, kan het papier of de enveloppe niet goed worden ingevoerd, wat leidt tot een slechte afdruk of vastgelopen papier.
26
• Trek het papier of de enveloppe volledig uit wanneer u het papier opnieuw in de sleuf voor handmatige invoer wilt plaatsen.
• Plaats nooit meer dan één vel papier of één enveloppe tegelijk in de sleuf voor handmatige invoer, want daardoor zou het papier of de enveloppe vastlopen.
f Stuur de afdrukgegevens naar de
machine.
Verwijder iedere afgedrukte pagina of enveloppe onmiddellijk, om vastgelopen papier te vermijden.
2
g Als het aanraakscherm Handinvoer
weergeeft, keert u terug naar stap e om het volgende vel papier te plaatsen. Herhaal dit voor elke pagina die u wilt afdrukken.
h (Om op enveloppen te drukken)
Wanneer u klaar bent met drukken, zet u de twee grijze hendels, die u in stap b omlaag heeft gezet, weer in hun originele positie.
i Sluit het achterdeksel (documentuitvoer
met bedrukte zijn naar boven) tot het deksel in de gesloten positie vergrendelt.
Papier plaatsen
27
Hoofdstuk 2
1
3
24

Onscan b ar e en on bedrukbare ge de eltes 2

De cijfers in de tabel geven de maximale onscanbare en onbedrukbare gedeeltes aan. Deze gedeeltes kunnen variëren afhankelijk van het papier formaat of de instellingen van het programma dat u gebruikt.
Gebruik Document
grootte
Kopiëren
*
één kopie of
*
Letter 4 mm 4 mm
A4 4 mm 3 mm
Bovenk a n t (1 ) Onderkant (3)
Link s ( 2 ) Rechts (4)
een 1 op 1­kopie
Legal 4 mm 4 mm
Scannen Letter 3 mm 3 mm
A4 3 mm 3 mm
Legal (ADF
3 mm 3 mm (automatische documentinvoer))
Afdrukken Letter 4,2 mm 4,2 mm
A4 4,2 mm 4,2 mm
28
Legal 4,2 mm 4,2 mm
Papier plaatsen
2

Papierinstellingen 2

Papierformaat 2

Als u een ander papierformaat in de lade plaatst, dient u ook de instelling van het papierformaat te wijzigen zodat de machine het document passend op de pagina kan plaatsen.
U kunt de volgende papierformaten gebruiken.
A4, Letter, Legal, Executive, A5, A5 L (lange zijde), A6 en Folio (215,9 mm × 330,2 mm)
a Druk op .
b Druk op Lade-instelling. c Druk op Papierformaat. d Veeg naar boven of onder of druk op
a of b om A4, Letter, Legal, EXE, A5, A5 L, A6 of Folio weer te geven en
druk vervolgens op de gewenste optie.

Papiersoort 2

Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen, stelt u de machine in voor het type papier dat u gebruikt.
a Druk op .
b Druk op Lade-instelling. c Druk op Papiersoort. d Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Dun, Normaal pap., Dik, Dikker of Kringlooppapier weer te
geven, en druk op de gewenste optie.
e Druk op .
e Druk op .
29
Hoofdstuk 2

Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia2

De afdrukkwaliteit kan variëren naargelang het type papier dat u gebruikt.
U kunt de volgende afdrukmedia gebruiken: normaal papier, dun papier, dik papier, dikker papier, bankpostpapier, kringlooppapier, etiketten, enveloppen of glanzend papier (zie Afdrukmedia uu pagina 161).
Voor de beste resultaten volgt u onderstaande instructies:
Plaats NOOIT verschillende typen papi er
tegelijk in de papierlade, anders kan het papier vastlopen of verkeerd worden ingevoerd.
Voor een correct afdrukresultaat moet u in
uw softwaretoepassing het papierformaat instellen van het papier dat zich in de lade bevindt.
Raak de bedrukte zijde van het papier niet
aan vlak na het afdrukken.
Controleer voordat u een grote
hoeveelheid papier aanschaft eerst dat het papier geschikt is voor de machine.

Aanbev ol e n pa pi er en afdrukmedia 2

Papiersoort Item
Normaal papier
Kringlooppap ier Xerox Recycled Supreme
Etiketten Avery laser label L7163 Enveloppen Antalis River-serie (DL) Glanzend p apier Xerox Colotech+ Glo ss
Xerox Premier TCF 80 g/m Xerox Business 80 g/m
2
80 g/m
Coated 120 g/m
2
2
2

Soort en formaat van het papier 2

De machine voert papier toe uit de geïnstalleerde papierlade of uit de sleuf voor handmatige invoer.
De namen van de papierladen in de printerdriver en in deze gids zijn als volgt: 2
Gebruik etiketten die geschikt zijn voor
laserprinters.
30
Lade en optionele accessoires
Papierlade Lade 1 Sleuf voor handmatige invoer Handmatig
Naam
Papier plaatsen
2
Papiercapaciteit van de papierladen 2
Papierformaat Papiersoorten Aantal vellen
Papierlade (Lade 1)
Sleuf voor handmatige invoer
1
Het Folio-formaat is 215,9 mm × 330,2 mm.
A4, Letter, Legal, B5 (JIS), Executive, A5,
A5 L, A6, Folio Breedte:
76,2 tot 215,9 mm Lengte:
116,0 tot 355,6 mm
Normaal papier, dun papier, kringlooppapier
1
Normaal papier, dun papier, di k papier, dikke r papier, bankpostpapier, kringlooppapier, enveloppen, etiketten, glanzend papier
max. 250 (80 g/m
1 vel 1 enveloppe
2
)
Aanbevolen papierspecificaties 2
De volgende papierspecificaties zijn geschikt voor deze machine.
Standaardgewicht Dikte 80-110 μm Ruwheid Hoger dan 20 sec. Stijfheid Vezelrichting Langvezelig Soortelijke vol um eweerstand Soortelijke weer stand aan
oppervlakte Vulmiddel Asgehalte Minder dan 23 wt% Helderheid Hoger dan 80 % Ondoorzichtigheid Hoger dan 85%
75-90 g/m
90-150 cm
10e 10e
CaCO
2
3
/100
9
-10e11 ohm
9
-10e12 ohm-cm (Neutraal)
3
Gebruik normaal papier dat geschikt is voor laser-/LED-machines om kopieën te maken .
2
Gebruik papier met een gewicht van 75 tot 90 g/m
.
Gebruik langvezelig papier met een neutrale pH-waarde en een vochtigheidspercenta ge van
circa 5%.
In deze machine kan kringlooppapier worden gebruikt dat voldoet aan de specificatie DIN
19309.
31
Hoofdstuk 2
BELANGRIJK
1
1

Speciaal papier hanteren en gebruiken 2

De machine functioneert goed met de meeste typen xerografisch en bankpostpapier. Sommige typen papier kunnen echter van invloed zijn op de afdrukkwaliteit of bewerkingsbetrouwbaarheid. Maak altijd eerst een proefafdruk voordat u papier aanschaft om zeker te zijn van het gewenste resultaat. Bewaar papier in de originele verpakking en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar het papier plat en uit de buurt van vocht, direct zonlicht en warmte.
Enkele belangrijke r icht lijnen bij het kiezen van papier:
Gebruik GEEN inkjetpapier, omdat
hierdoor het papier kan vastlopen of de machine kan worden beschadigd.
Voor voorgedrukt papier moet inkt
gebruikt worden dat bestand is tegen de temperatuur van 200 °C van het fuseerproces van de machine.
Als u bankpostpapier, papier met een ruw
oppervlak of papier dat is gekreukeld of gevouwen gebruikt, kan het afdrukresultaat tegenvallen.
Te vermijden papiersoorten 2
Sommige typen papier bieden niet het gewenste resultaat of kunnen schade veroorzaken aan de machine.
Gebruik GEEN papier:
• met een grove textuur
• dat extreem glad of glanzend is
• dat gekruld of scheef is
1 Papier dat meer dan 2 mm opkrult,
kan vastlopen.
• dat gecoat is of een chemische deklaag heeft
• dat beschadigd, gekreukeld of gevouwen is
• dat het in deze handleiding aanbevolen gewicht overschrijdt
• met tabs en nietjes
32
• met een briefhoofd dat thermografisch gedrukt is of met inkt die niet tegen hoge temperaturen bestand is
• dat uit meerdere delen bestaat of zonder carbon
• dat is bedoeld voor inkjetprinters
De hogervermelde papierformaten kunnen uw machine beschadigen. Deze schade wordt niet gedekt door enige garantie- of service-overeenkomst met Brother.
Papier plaatsen
2
BELANGRIJK
Enveloppen 2
De machine functioneert goed met de meeste enveloppen. Sommige vormen env elop pen kunnen echter mogelijk problemen met de toevoer en de afdrukkwaliteit veroorzaken. Enveloppen hebben randen met rech te, scherpe vouwen. Enveloppen moeten v lak liggen en mogen niet zakachtig of flodderig zijn. Koop enveloppen van hoge kwaliteit bij een leverancier die weet dat u de enveloppen gaat gebruiken in een lasermachine.
Enveloppen kunt u enkel invoeren via de sleuf voor handmatige invoer.
Wij raden u aan een proefenveloppe te drukken zodat u zeker weet dat u het gewenste resultaat krijgt.
Te vermijden soorten enveloppen 2
Gebruik GEEN enveloppe n:
• die beschadigd, gekruld of verkreukeld zijn of een ongebruikelijke vorm hebben
• die extreem glanzend zijn of een grove structuur hebben
• met vensters, gaten, uitsparingen of perforaties
• met lijm op het oppervlak zoals hieronder getoond
• met dubbele flappen zoals hieronder getoond
• met flappen die niet zijn gevouwen bij aankoop
• met beide zijden gevouwen zoals hieronder getoond
• met klemmetjes, nietjes of dichtbinders
• met een zelfklevende plakrand
• di e zaka chtig zi jn
• die niet scherp gevouwen zijn
• die van reliëf zijn voorzien
• die eerder zijn bedrukt door een laser­of LED-machine
• die aan de binnenkant zijn voorbedrukt
• die niet netjes op elkaar kunnen worden gestapeld
• die gemaakt zijn van papier dat zwaarder is dan het gespecificeerde papiergewicht voor de machine
• met randen die niet recht of regelmatig zijn
Als u een van de bovenstaande typen enveloppen gebruikt, kan de machine beschadigd raken. Deze schade wordt wellicht niet gedekt door enige garantie- of serviceovereenkomst met Brother.
De dikte, het formaat en de flapvorm van de enveloppen die u gebruikt, kunnen tot invoerproblemen leiden.
33
Hoofdstuk 2
BELANGRIJK
Etiketten 2
De machine kan afdrukken op de meeste typen etiketten die bedoeld zijn voor een lasermachine. Etiketten dienen een plaklaag op basis van acryl te hebben omdat dit materiaal beter bestand is tegen de hoge temperaturen in de fuser unit. De plaklaag dient niet in contact te komen met enig deel van de machine, omdat de etiketten dan aan de drumeenheid of rollen blijven kleven waardoor papierstoringen en problemen met de afdrukkwaliteit kunnen optreden. Er mag geen plaklaag open liggen tussen de etiketten. Etiketten moeten zo gerangschikt worden dat de volledige lengte en breedte van het vel bedekt zijn. Het gebruik van ruimten tussen de etiketten kan leiden tot het loslaten van etiketten waardoor ernstige papierstoringen of afdrukproblemen kunnen ontstaan.
Alle etiketten die met deze machine worden afgedrukt, moeten bestand zijn tegen een temperatuur van 200 °C gedurende 0,1 seconden.
Etiketten kunt u enkel invoeren via de sleuf voor handmatige invoer.
Te vermijden soorten etiketten 2
Gebruik geen etiketten die beschadigd, gekruld of verkreukeld zijn of een ongebruikelijke vorm hebben.
• Voer GEEN gedeeltelijk gebruikte etiketvellen toe. Het onbedekte draagvel kan schade toebrengen aan de machine.
• U mag etiketten NIET hergebruiken en u mag GEEN etiketblad invoeren waarop een aantal etiketten ontbreekt.
• Etikettenvellen mogen niet zwaarder zijn dan het gewicht dat in deze gebruikershandleiding is gespecificeerd. Etiketten die deze specificatie overschrijden worden mogelijk niet correct ingevoerd of afgedrukt en kunnen schade veroorzaken aan de machine.
34
3
3
BELANGRIJK
OPMERKING

Documenten plaatsen 3

Hoe documenten plaatsen

U kunt kopieën maken en scannen via de ADF (automatische documentinvoer) en de glasplaat.

De automatisch documentinvoer (ADF) gebruiken 3

De ADF (automatische documentinvoer) kan maximaal 35 pagina's bevatten en voert elk vel afzonderlijk in. We raden aan dat u standaardpapier met een gewicht van
80 g/m doorwaaiert voordat u deze in de ADF (automatische documentinvoer) plaatst.
Ondersteunde documentgroottes 3
2
gebruikt en eerst de vellen papier
Lengte: 147,3 tot 355,6 mm Breedte: 147,3 tot 215,9 mm Gewicht:
64 tot 90 g/m
2
Hoe documenten plaatsen 3
3
• Laat dikke documenten NIET op de glasplaat liggen. Hierdoor kan een papierstoring in de ADF (automatische documentinvoer) optreden.
• Gebruik GEEN papier dat gekruld, gekreukeld, gevouwen, gescheurd of geplakt is, of nietjes, paperclips of plakband bevat.
• Gebruik GEEN karton, krantenpapier of stof.
• Om te voorkomen dat u uw machine beschadigt terwijl u de ADF (automatische documentinvoer) gebruikt, mag u NIET aan het document trekken terwijl het wordt ingevoerd.
•Zie De glasplaat gebruiken uu pagina 36 om documenten te scannen die niet geschikt zijn voor de ADF (automatische documentinvoer).
• Het is eenvoudiger om de ADF (automatische documentinvoer) te gebruiken voor een document met meerdere pagina's.
• Laat documenten met correctievloeistof of inkt eerst volledig drogen.
35
Hoofdstuk 3
OPMERKING
OPMERKING
1
2
1
a Vouw de ADF-documentsteun
(automatische documentinvoer) (1) uit. Hef de ADF-documentuitvoersteunklep (automatische documentinvoer) (2) op en vouw deze uit.
b Waaier de stapel goed door. c Waaier de pagina's van uw document uit
en leg ze met de bedrukte kant naar boven en de bovenrand eerst in de ADF
(automatische documentinvoer) tot ADF gereed op het aanraaks cherm verschijnt en u voelt dat de bovenste pagina de invoerrollen raakt.

De glasplaat gebruiken 3

U kunt de glasplaat gebruiken om de pagina's van een boek één voor één te kopiëren of te scannen.
Ondersteunde documentgroottes 3
Lengte: Tot 300,0 m m Breedte: Tot 215,9 mm Gewicht: Tot 2,0 kg
Hoe documenten plaatsen 3
Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de ADF (automatische documentinvoer) leeg zijn.
a Til het documentdeksel op.
d Stel de papiergeleiders (1) in op de
breedte van het document.
Raadpleeg De glasplaat gebruiken uu pagina 36 om niet­standaarddocumenten te scannen.
36
3
b Leg met behulp van de
BELANGRIJK
documentgeleiders links en boven het document met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat.
Documenten plaatsen
c Sluit het documentdeksel.
Als u een boek of een lijvig document wilt scannen, laat het deksel dan niet dichtvallen en druk er niet op.
37
4
1

Kopi eën maken 4

Hoe kopiëren 4

De volgende stappen beschrijven de basiskopieerhandelingen.
a Voer een van de volgende handelingen
uit om uw document te laden:
Plaats het document met de
bedrukte zijde naar boven in de ADF
(automatische documentinvoer) (zie
De automatisch documentinvoer (ADF) gebruiken uu pagina 35).
Plaats het document met de
bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat (zie De glasplaat gebruiken
uu pagina 36).
b Druk op de knop Kopiëren op het
aanraakscherm.
d Druk op Kleur Start of
Mono start.

Kopiëren onderbreken 4

Druk op om het kopiëren te onderbreken.

Voorgeprogrammeerde kopieerinstellingen 4

U kunt kopiëren met diverse instellingen die reeds voor u in de machine geprogrammeerd zijn, door er gewoon op te drukken.
De volgende voorgeprogrammeerde instellingen zijn beschikbaar.
BonNormaal2op1(id)2op12-zijdig (12)Papier opslaan
Op het aanraakscherm verschijnt
1 Aantal kopieën
U kunt het aantal kopieën invoeren met de numerieke toetsen.
c Voor meerdere kopieën voert u het
aantal met twee cijfers in (max. 99).
38
a Plaats het document.
b Druk op (Kopiëren).
c Veeg naar links of rechts om Bon,
Normaal, 2op1(id), 2op1, 2-zijdig (12) of Papier opslaan weer te geven en
druk vervolgens op de gewenste optie.
d Voer het gewenste aantal kopieën in. e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om meer instellin gen te wijz i gen
gaat u naar stap f.
Wanneer u klaar bent met het
wijzigen van de instellingen, gaat u naar stap i.
Kopieën maken
4
OPMERKING
f Druk op Opties. g Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om de beschikbare instellingen weer te geven, en druk dan op de gewenst e in s te lling.
h Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om de beschikbare opties weer te geven, en druk dan op uw nieuwe optie. Herhaal stap g en h voor elke instelling die u wilt wijzigen. Wanneer u klaar bent met het wijzigen van instellingen, drukt u op OK.
Sla de instellingen op als een snelkoppeling door op Opslaan als snelkoppeling te drukken.
i Druk op Kleur Start of
Mono start.

Kopieeropties 4

U kunt de volgende kopieerinstellingen wijzigen. Druk op Kopiëren en druk vervolgens op Opties. Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b, om door de kopieerinstellingen te bladeren. Wanneer de gewenste instelling wordt weergegeven, drukt u er op kiest u de optie. Wanneer u klaar bent met het wijzigen van instellingen, drukt u op OK.
(Geavanceerde gebruikershandleiding)
Voor meer informatie over het wijzigen van de volgende instellingen, uuGeavanceerde gebruikershandleiding: Kopieerinstellingen:
KwaliteitVergroten/verkleinenDichtheidContrastStapel/SorteerPagina layout2op1(id)Kleur aanpassen2-zijdige kopieAchtergr.kleur verwijderenOpslaan als snelkoppeling
39

Afdrukken vanaf een computer 5

5

Een document afdrukken

De machine kan gegevens van uw computer ontvangen en deze afdrukken. Om af te drukken vanaf een computer, moet u de printerdriver installeren.
(Voor meer informatie over instellingen van de printerdriver, uuSoftwarehandleiding.)
a Installeer de Brother-printerdriver die u
terugvindt op de cd-rom (uuInstallatiehandleiding).
b Kies in uw applicatie de opdracht
Afdrukken.
c Kies de naam van uw machine in het
dialoogvenster Afdrukken en klik op Eigenschappen (of Voorkeursinstellingen, afhankelijk van
de gebruikte toepassing).
d Kies de instellingen die u wilt wijzigen in
het dialoogvenster Eigenschappen en klik vervolgens op OK.
5
PapierformaatAfdrukstandAantalMediatypeAfdrukkwaliteitKleur / MonoDocumenttypeMeerdere pag. afdrukkenTweezijdig/boekjePapierbron
e Klik op OK om het afdrukken te starten.
40
6
OPMERKING

Hoe scannen naar een com pu ter6

6

Voor het scannen 6

Om de machine als een scanner te gebruiken, installeert u een scannerdriver. Als de machine zich op een netwerk bevindt, configureert u deze met een TCP/IP-adres.
Installeer de scannerdrivers die u terugvindt op de cd-rom (uuInstallatiehandleiding: MFL-Pro
Suite ins t alleren).
Configureer de machine met een TCP/IP-adres als netwerkscannen niet werkt
(uuSoftwarehandleiding).
Een document als PDF-bestand scannen met
®
ControlCenter4 (Windows
(Voor Macintosh-gebruikers uuSoftwarehandleiding.)
De schermen op uw computer kunnen er anders uitzien afhankelijk van uw model.
ControlCenter4 is een softwareprogramma waarmee u snel en eenvoudig toegang hebt tot de toepassingen die u het vaakst gebruikt. Met ControlCenter4 worden specifieke toepassingen automatisch geladen. U kunt ControlCenter4 gebruiken op uw computer.
) 6
a Plaats het document (zie Hoe document en plaatsen uu pagina 35). b Volg de instructies voor het besturingssysteem dat u gebruikt.
(Windows®XP, Windows Vista® en Windows® 7)
Open ControlCenter4 door te klikken op (Starten) > Alle programma's > Brother > XXX-XXXX (waarbij XXX-XXXX uw modelnaam is) > ControlCenter4. De toepa ssing
ControlCenter4 wordt geopend.
(Windows
Klik op (Brother Utilities) en klik vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet geselecteerd). Klik op SCANNEN in de linkernavigatiebalk
en klik vervolgens op ControlCenter4. De toepassing ControlCenter4 wordt geopend.
®
8)
41
Hoofdstuk 6
c Als het scherm voor ControlCenter4 verschijnt, kiest u de Geavanceerde modus en klikt u
op OK.
d Zorg ervoor dat de machine die u wilt gebruiken, geselecteerd is in de vervolgkeuzelijst
Model.
e Klik op Bestand.
42
Hoe scannen naar een computer
6
f Druk op S can.
De machine begint met scannen. De map waar de gescande gegevens opgeslagen worden, wordt automatisch geopend.
43
Hoofdstuk 6

Een document als PDF-bestand scan nen met het aanraakscherm 6

a Plaats het document (zie Hoe documenten plaatsen uu pagina 35). b Druk op Scannen.
c Veeg naar links of naar rechts om naar bestand weer te geven.
wordt in het midden van het aanraakscherm blauw weergegeven.
d Druk op OK.
Wanneer de machine verbonden is met een netwerk, drukt u op de computernaam. Ga op een van de volgende manieren te werk:
 Als u de standaardinstellingen wilt gebruiken, gaat u naar stap i.  Als u de standaardinstellingen wijzigen, gaat u naar stap e.
e Druk op Opties. f Druk op Ingesteld op aanraakscherm.
Druk op Aan.
g Kies de instellingen voor Scantype, Resolutie, Bestandstype, Afmeting scan en
Achtergrondkleur verwijderen als nodig.
h Druk op OK. i Druk op Start.
De machine begint met scannen.
44
Hoe scannen naar een computer
6
OPMERKING
De volgende scanmodi zijn beschikbaar.
naar netwerk (Windows®)
naar FTP
naar e-mail
naar afbeelding
naar OCR
naar bestand
1
WS Scan
1
Alleen Windows®-gebruikers (Windows Vista® SP2 of recenter, Windows® 7 en Windows® 8) (uuSoftwarehandleiding.)
(Web Services-scan)
45
OPMERKING
Routinematig onde rhoud A
A

Verbruiksartikelen vervangen A

U dient de verbruiksartikelen te vervangen wanneer de machine aangeeft dat de levensduur van de gebruiksartikelen verstreken is. U kunt de volgende verbruiksartikelen zelf vervangen:
Wanneer u verbruiksartikelen gebruikt die niet afkomstig zijn van Brother, kan dit invloed hebben op de afdrukkwaliteit, de prestaties van de hardware en de betrouwbaarheid van de machine.
De drumeenheid en tonercartridge zijn twee aparte verbruiksartikelen. Zorg ervoor dat deze als een module geïnstalleerd zijn. Als de tonercartridge zonder de drumeenheid in de machine wordt geplaatst, worden mogelijk de meldingen Drumeenheid ! weergegeven.
Tonercartridge Drumeenheid
Zie De tonercartridges vervangen uu pagina 50. Modelnaam: TN-241BK, TN-241C, TN-241M,
TN-241Y, TN-245C, TN-245M, TN- 245Y
Zie De drumeenheden vervangen uu pagina 57. Modelnaam: DR-241CL (4- delige drumkit) of
DR-241CL-BK, DR-241CL-CMY (enkele drum)
Zie De riemeenheid vervangen uu pagina 64. Modelnaam: BU-220CL
46
Riemeenheid Tonerbak
Zie De tonerbak vervangen uu pagina 68. Modelnaam: WT-220CL
Routinematig onderhoud
A
De meldingen in de tabel worden op het aanraakscherm weergegeven in de modus Gereed. Deze meldingen waarschuwen tijdig dat verbruiksartikelen moeten worden vervangen voordat het einde van de gebruiksduur wordt bereikt. Het is raadzaam om reserveverbruiksartikelen aan te schaffen voordat de machine stopt met afdrukken.
Berichten op aanraakscherm
Toner bi jn a op Prepareer nieuwe
toner- cassette.
Voor te bereiden verbruiksartikelen
Tonercartridge
BK = Zwart C = Cyaan M = Magenta Y = Geel
Gemiddelde gebruiksduur
<Zwart>
2.500 pagina's
125
<Cyaan, Magenta, Geel>
Hoe te vervangen Modelnaam
Zie p agina 50.
1.400 pagina's
125
2.200
126
Zie pagina 58. 4 drumeenheden:
134
Drum bijna opX
1 drumeenheid X = BK, C, M, Y
pagina's
15.000 pagina's
BK = Zwart C = Cyaan M = Magenta Y = Geel
1
Riem bijna op Riemeenheid Tnrbak bijna vol
1
Enkelz ijdige pagina's van formaat A4 of Letter.
2
De geschatte cartridgeopb rengst wor dt verme ld in over eenstemmi ng met ISO/IEC 19798.
3
1 pagina per taak
4
De gebru iksduur van de drum is een gemiddelde waa rde en kan ve rschillen met het so ort gebruik.
5
Normale tonercartridge
6
Tonercartridge met hoge capaciteit
Tonerbak
50.000 pagina's
50.000 pagina's
Zie pagina 64. BU-220CL
1
Zie pagina 68. WT-220CL
TN-241BK TN-241C TN-241M TN-241Y TN-245C TN-245M TN-245Y
5
5
5
5
6
6
6
DR-241CL
1 drumeenheid: DR-241CL-BK DR-241CL-CMY
47
U moet de machine regelmatig reinigen en bepaalde onderdelen vervangen wanneer de berichten in de tabel op het aanraakscherm verschijnen.
Berichten op aanraakscherm
Toner vervangen
Te vervangen verbruiksartikelen
Tonercartridge Het
aanraakscherm toont de kleur van de tonercartridge die u moet vervangen.
BK = Zwart C = Cyaan M = Magenta Y = Geel
Drum vervangenX
Drumeenheid
X = BK, C, M, Y, BK = Zwart C = Cyaan M = Magenta Y = Geel
Stop
Drumeenheid
drumeenheid Riemeenheid
Riemeenheid
vervangen Tonerafvalbakje
Tonerbak
vervangen Fuser ve rva ng en Fuseereenheid
Vervan g PF- se t Papiertoevoerset
Gemiddelde gebruiksduur
<Zwart>
2.500 pagina's
125
<Cyaan, Magenta, Geel>
1.400 pagina's
2.200 pagina's
125
126
15.000 pagina's
50.000 pagina's
50.000 pagina's
50.000 pagina's
50.000 pagina's
134
1
1
1
1
Hoe te vervangen Modelnaam
Zie p agina 50.
TN-241BK TN-241C TN-241M TN-241Y TN-245C TN-245M TN-245Y
5
5
5
5
6
6
6
Zie pagina 58. 4 drumeenheden:
DR-241CL
1 drumeenheid: DR-241CL-BK DR-241CL-CMY
Zie pagina 64. BU-220CL
Zie pagina 68. WT-220CL
Neem contact op m et de Kl antenservice van Brother of uw lokale Brother­leveranciers voor een vervangende fuseereenheid.
Neem contact op m et de Kl antenservice van Brother of uw lokale Brother­leverancier voo r een vervangende papiertoevoerset.
1
Enkelzijdige pagina's van formaat A4 of Letter.
2
De geschatte cartridgeopbrengst wordt vermeld in overeenstemming met ISO/IEC 19798.
3
1 pagina per taak
4
De gebruiksduur van de drum is een gemiddelde waarde en kan verschillen met het soort gebruik.
5
Normale tonercartridge
6
Tonercartridge met hoge capaciteit
48
Routinematig onderhoud
A
OPMERKING
• Ga naar http://www.brother.com/original/index.html voor instructies over het retourneren van gebruikte verbruiksartikelen aan het recyclingprogramma van Brother. Als u de gebruikte items niet retourneert, dient u het gebruikte verbruiksartikel te verwijderen conform de plaatselijke voorschriften, en dit niet als huishoudelijk afval te behandelen. Voor meer informatie neemt u contact op met de lokale afvalmaatschappij (uuHandleiding product veiligheid: Recyclinginformatie in overeenstemming m et de WEEE- en Batterijrichtlijnen).
• We raden u aan het gebruikte verbruiksartikel op een stuk papier te plaatsen om te voorkomen dat het materiaal dat zich erin bevindt per ongeluk wordt gemorst.
• Als u papier gebruikt dat niet overeenkomt met het aanbevolen papier, wordt de levensduur van verbruiksartikelen en machineonderdelen mogelijk verkort.
• De aangegeven gebruiksduur voor elk van de tonercartridges is gebaseerd op ISO/ICE 19798. Hoe vaak u verbruiksartikelen moet vervangen is afhankelijk van het afdrukvolume, de dekkingsgraad, het gebruikte mediatype en hoe vaak de ma chine aan en uit wordt gezet.
• Hoe vaak de verbruiksartikelen met uitzondering van de tonercartridges moeten worden vervangen, hangt af van het afdrukvolume, de gebruikte papiersoort en of de machine in- of uitgeschakeld is.
49

De toner cartr idges ve rvange nA

OPMERKING
Modelnaam: TN-241BK1, TN-241C1, TN-241M TN-245M
Met een Standaard tonercartridge kunt u ongeveer 2.500 pagina's ongeveer 1.400 pagina's
geel) afdrukken. Een tonercartridge met hoge capaciteit kan ongeveer 2.200 pagina's
(cyaan, magenta, geel) afdrukken. De daadwerkelijke paginatelling hangt af van het type document dat u over het algemeen gebruikt.
Op het aanraakscherm wordt Toner bijna op weergegeven als een tonercartridge bijna op is.
De tonercartridges die bij de machine worden geleverd, dienen na ongeveer 1.000
pagina's
1 2 3
1
, TN-241Y1, TN-245C2,
2
, TN-245Y
3
te worden vervangen.
Normale tonercartridge Tonercartridge met hoge capaciteit De geschatte cartridgeopbrengst wordt vermeld in
overeenstemming met ISO/IEC 19798.
2
3
(zwart) of
3
(cyaan, magenta,
3
• Pak de nieuwe tonercartridge NOOIT uit voor u klaar bent om de tonercartridge te installeren.
Toner Laag A
Als het aanraakscherm Toner bijna op aangeeft, koopt u een nieuwe tonercartridge voor de op het aanraakscherm aangegeven kleur, en zorg ervoor dat u deze bij de hand heeft voor het bericht Toner vervangen verschijnt.
Toner vervangen A
Wanneer Toner vervangen weergegeven wordt op het aanraakscherm, stopt de machine met afdrukken tot u de tonercartridge vervangt.
Het aanraakscherm toont de kleur van de tonercartridge die u moet vervangen. (BK=Zwart, C=Cyaan, M= Magenta, Y=Geel)
Door een nieuwe originele tonercartridge van Brother te plaatsen, wordt het bericht Toner vervangen gereset.
• De aanduiding van de resterende levensduur van de toner verschilt naargelang het soort documenten dat wordt afgedrukt en het gebruik van de klant.
• Wij adviseren u een nieuwe tonercartridge klaar te houden wanneer u de waarschuwing Toner bijna op ziet.
• Wij raden het gebruik van originele tonercartridges van Brother aan voor een hoge afdrukkwaliteit. Neem contact op met de Klantenservice van Brother of uw lokale Brother-leveranciers wanneer u tonercartridges wilt aanschaffen.
• Wij raden u aan om de machine te reinigen wanneer u een tonercartridge vervangt (zie De machine reinigen en controleren uu pagina 73).
50
A
De tonercartridges vervangen A
WAARSCHUWING
a Zorg ervoor dat de machine
ingeschakeld is.
Routinematig onderhoud
HEET
b Open het bovendeksel tot het in de
geopende positie vergrendelt.
c Verwijder de module met de
tonercartridge en de drumeenheid voor de op het aanraakscherm aangegeven kleur.
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt, zijn sommige onderdelen in de machine erg heet. Wacht totdat de machine is afgekoeld, pas dan mag u de interne onderdelen aanraken.
51
BELANGRIJK
• We raden u aan de module met de drumeenheid en tonercartridge op wegwerppapier op een propere, vlakke ondergrond te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst.
• Raak NOOIT de elektroden aan die u in de afbeelding ziet, om schade aan de machine door statische elektriciteit te vermijden.
d Druk de groene vergrendelhendel naar
beneden en neem de tonercartridge uit de drumeenheid.
52
Routinematig onderhoud
A
WAARSCHUWING
BELANGRIJK
• Werp een tonercartridge of een module met drumeenheid en tonercartridge NIET in het vuur. Deze kan ontploffen en verwondingen veroorzaken.
• Gebruik bij het schoonmaken van de binnen- of buitenzijde van het product GEEN ontvlambare stof fen , sp ra ys of biologische oplosmiddelen/vloeistoffen met alcohol of ammoniak. U kunt dan namelijk brand veroorzaken of een elektrische schok krijgen. Gebruik uitsluitend een droge, pluisvrije doek.
(uuHandleiding product veiligheid: Algemene voorschriften.)
• Wees voorzichtig bij het hanteren van de tonercartridge. Wanneer u toner morst op uw handen of kleding, dient u de vlekken te verwijderen met koud water.
• Raak de grijze delen in de illustratie NIET aan om problemen met de afdrukkwaliteit te voorkomen.
<Tonercartridge>
<Drumeenheid>
• We raden u aan de tonercartridge op wegwerppapier op een propere, vlakke en stabiele ondergrond te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst.
53
OPMERKING
• Dicht de gebruikte tonercartridge goed af
BELANGRIJK
BELANGRIJK
in een zak, zodat er geen tonerstof uit de cartridge kan worden gemorst.
• Ga naar http://www.brother.com/original/ index.html voor instructies over het retourneren van gebruikte verbruiksartikelen aan het recyclingprogramma van Brother. Als u de gebruikte items niet retourneert, dient u het gebruikte verbruiksartikel te verwijderen conform de plaatselijke voorschriften, en dit niet als huishoudelijk afval te behandelen. Voor meer informatie neemt u contact op met de lokale afvalmaatschappij (uuHandleiding product veiligheid:
Recyclinginformatie in overeenstemming met de WEEE- en Batte rijrichtli jnen).
e Pak de nieuwe tonercartridge uit. Houd
de cartridge met beide handen vast en schud deze enkele keren heen en weer om de toner gelijkmatig in de cartridge te verdelen.
• Brother-machines zijn ontworpen voor gebruik met toner van een bepaalde specificatie en werken optimaal wanneer ze worden gebruikt met originele Brother­tonercartridges. Brother kan deze optimale prestaties niet garanderen indien toner of tonercartridges van andere specificaties worden gebruikt. Het gebruik van andere cartridges dan die van Brother of het gebruik van cartridges die met inkt van andere merken zijn gevuld, wordt derhalve afgeraden in combinatie met deze machine. Indien de drumee nheid of andere onderdelen van deze machine worden beschadigd als gevolg van het gebruik van toner of tonercartridges anders dan originele Brother-producten, vallen de als gevolg hiervan benodigde reparaties niet onder de garantie; deze producten zijn namelijk incompatibel of ongeschikt voor deze machine.
f Verwijder de bescherming.
• Pak de tonercartridge pas uit als u deze in de machine wilt plaatsen. Als de tonercartridge lang voor die tijd is uitgepakt, gaat de toner minder lang mee.
• Wanneer u een uitgepakte drumeenheid in direct zonlicht (of gedurende lange tijd in kamerverlichting) plaatst, kan de eenheid beschadigd worden.
54
Plaats de nieuwe tonercartridge direct in de drumeenheid nadat u de bescherming hebt verwijderd. Raak de grijze delen aangegeven in de illustratie NIET aan om problemen met de afdrukkwaliteit te voorkomen.
Routinematig onderhoud
A
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
1
g Plaats de nieuwe tonercartridge stevig
in de drumeenheid tot u deze op zijn plaats hoort vastklikken. Wanneer u de cartridge correct plaatst, komt de groene vergrendelhendel op de drumeenheid automatisch omhoog.
h Reinig de primaire corona in de
drumeenheid door het groene lipje voorzichtig een paar keer van links naar rechts en weer terug te schuiven.
Zorg ervoor dat u de tonercartridge op de juiste wijze plaatst, anders komt deze los van de drumeenheid.
Zorg ervoor dat u het lipje weer terugzet in de oorspronkelijke stand (a) (1). De pijl op het lipje moet uitgelijnd zijn met de pijl op de drumeenheid. Als u dit niet doet, verschijnt mogelijk een verticale streep op de afdrukken.
i Herhaal stap c en stap h om de dr i e
andere coronadraden te reinigen.
Om de coronadraden te reinigen, hoeft u de tonercartridge niet uit de drumeenheid te halen.
55
j Schuif elke module met de drumeenheid
OPMERKING
BK C
M Y
en tonercartridge terug in de machine. Zorg ervoor dat de kleur van de tonercartridge overeenkomt met het label van dezelfde kleur op de machine.
k Sluit het bovendeksel van de machine.
Zorg dat u na het vervangen van de tonercartridge de machine NIET uitschakelt of het bovendeksel opent tot het bericht Even geduld. verdwijnt van het aanraakscherm en het apparaat terugkeert naar de modus Gereed.
BK = zwart, C = cyaan, M = magenta, Y = geel
56
A

De drumeenheden vervangenA

BELANGRIJK
Modelnaam: DR-241CL 4-delig. Drumkit of enkele drumeenheden DR-241CL-BK, DR-241CL-CMY
Een nieuwe drumeenheid kan ongevee r
15.000 enkelzijdige pagina's van A4- of Letter-formaat bedrukken.
DR-241CL Drumkit bevat vier drumeenheden, één zwart (DR-241CL-BK) en drie in kleur (DR-241CL-CMY).
DR-241CL-BK bevat één zwarte drum. DR-241CL-CMY bevat één kleurendrum.
Routinematig onderhoud
Gebruik alleen originele drumeenheden en tonereenheden van Brother voor de beste prestaties. Door af te drukken met een drum- of tonereenheid van een ander merk kan niet alleen de afdrukkwaliteit minder zijn, maar kunnen ook de prestaties en de levensduur van de machine afnemen. Problemen die worden veroorzaakt door het gebruik van een drumeenheid of een tonereenheid van een ander merk, vallen niet onder de garantie.
De drums verslijten door het algemene gebruik, de rotatie van de drums en de interactie met papier, toner en andere materialen in het papierpad. Bij het ontwerp van dit product heeft Brother ervoor gekozen het aantal rotaties van de drum als doorslaggevend element te hanteren voor de gebruiksduur van de drum. Als een drum de in de fabriek vastgestelde omwentelingslimiet die overeenkomt met het aangenomen aantal afgedrukte pagina's bereikt, wordt op het LCD-aanraakscherm van het product aangegeven dat u de betreffende drum(s) moet vervangen. Het product blijft werken, maar de afdrukkwaliteit neemt af.
Omdat de drums tijdens de diverse werkingsfasen unisono draaien (ongeacht of er toner op de pagina wordt afgezet) en omdat schade aan slechts één drumeenheid niet waar s c hijnlijk is, die nt u a lle drums tegelijk te vervangen (tenzij u een individuele drum [DR-241CL-BK voor zwart en DR-241CL-CMY voor kleur] vervangt om andere redenen dan het bereiken van de nominale levensduur). Brother verkoopt de drumeenheden daaro m in een kit van vier (DR-241CL).
Drum! A
De coronadraden zijn vuil. Maak de coronadraden in de vier drumeenheden schoon (zie De coronadraden reinigen uu pagina 77).
Als u de coronadraden gereinigd hebt en de fout Drumeenheid ! nog steeds op het aanraakscherm wordt weergegeven, moet de drumeenheid vervangen worden. Vervang de drumeenheden door een nieuwe.
Drumeinde nadertX A
Als slechts één bepaalde drum bijna het einde van zijn levensduur heeft bereikt, verschijnt het bericht Drum bijna opX op het aanraakscherm. De X geeft de kleur van de drumeenheid aan die bijna het einde van haar levensduur heeft bereikt. (BK=Zwart, C=Cyaan, M=Magenta, Y=Geel). Het is aan te bevelen originele Brother-drumeenheden klaar te houden voor installatie. Koop een nieuwe drumeenheid DR-241CL-BK (voor zwart) of een DR-241CL-CMY (voor de kleur C, M, Y) en zorg ervoor dat u deze bij de hand heeft voor het bericht Drum vervangenX verschijnt.
57
Drum vervangenX A
BELANGRIJK
Als slechts één bepaalde drum moet worden vervangen, verschijnt het bericht Drum vervangenX op het aanraakscherm. De X geeft de kleur van de drumeenheid aan die u moet vervangen. (BK=Zwart, C=Cyaan, M=Magenta, Y=Geel)
De drumeenheid heeft de geschatte gebruiksduur overschreden. Vervang de drumeenheid door een nieuwe. Het verdient aanbeveling nu een originele Brother­drumeenheid te installeren.
Wanneer u de drumeenheid vervangt en een nieuwe drumeenheid plaatst, moet u de drumteller resetten. De instructies daartoe vindt u in de doos waarin uw nieuwe drumeenheid werd geleverd.
Drumstop A
We kunnen de afdrukkwaliteit niet garanderen. Vervang de drumeenheid door een nieuwe. Het verdient aanbeveling nu een originele Brother-drumeenheid te installeren.
Wanneer u de drumeenheid vervangt en een nieuwe drumeenheid plaatst, moet u de drumteller resetten. De instructies daartoe vindt u in de doos waarin uw nieuwe drumeenheid werd geleverd.
De drumeenheden vervangen A
• Verwijder de drumeenheid voorzichtig, deze kan toner bevatten. Knoeit u toner op uw handen of uw kleren, veeg deze dan onmiddellijk af of was ze onmiddellijk in koud water.
• Reinig de binnenzijde van de machine als u de drumeenheid vervangt (zie De machine reinigen en controleren uu pagina 73).
• Pak de nieuwe drumeenheid NOOIT uit tot u klaar bent om de drumeenheid te installeren. Blootstelling aan direct zonlicht (of gedurende lange tijd aan kamerverlichting) kan de drumeenheid beschadigen.
a Zorg ervoor dat de machine
ingeschakeld is.
b Open het bovendeksel tot het in de
geopende positie vergrendelt.
58
A
c Verwijder de module met de
WAARSCHUWING
BELANGRIJK
tonercartridge en de drumeenheid voor de op het aanraakscherm aangegeven kleur.
HEET
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt, zijn sommige onderdelen in de machine erg heet. Wacht totdat de machine is afgekoeld, pas dan mag u de interne onderdelen aanraken.
Routinematig onderhoud
• We raden u aan de module met de drumeenheid en tonercartridge op wegwerppapier op een propere, vlakke ondergrond te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst.
• Raak NOOIT de elektroden aan die u in de afbeelding ziet, om schade aan de machine door statische elektriciteit te vermijden.
59
d Druk de groene vergrendelhendel naar
WAARSCHUWING
beneden en neem de tonercartridge uit de drumeenheid.
• Werp een tonercartridge of een module met drumeenheid en tonercartridge NIET in het vuur. Deze kan ontploffen en verwondingen veroorzaken.
• Gebruik bij het schoonmaken van de binnen- of buitenzijde van het product GEEN ontvlambare stoffen, sprays of biologische oplosmiddelen/vloeistoffen met alcohol of ammoniak. U kunt dan namelijk brand veroorzaken of een elektrische schok krijgen. Gebruik uitsluitend een droge, pluisvrije doek.
(uuHandleiding product veiligheid: Algemene voorschriften.)
60
Routinematig onderhoud
A
BELANGRIJK
OPMERKING
• Wees voorzichtig bij het hanteren van de tonercartridge. Wanneer u toner morst op uw handen of kleding, dient u de vlekken te verwijderen met koud water.
• Raak de grijze delen in de illustratie NIET aan om problemen met de afdrukkwaliteit te voorkomen.
<Tonercartridge>
<Drumeenheid>
• Stop de gebruikte drumeenheid in een zak en sluit deze goed af, zodat er geen tonerstof uit de drumeenheid kan lopen.
• Ga naar http://www.brother.com/original/ index.html voor instructies over het retourneren van gebruikte verbruiksartikelen aan het recyclingprogramma van Brother. Als u de gebruikte items niet retourneert, dient u het gebruikte verbruiksartikel te verwijderen conform de plaatselijke voorschriften, en dit niet als huishoudelijk afval te behandelen. Voor meer informatie neemt u contact op met de lokale afvalmaatschappij (uuHandleiding product veiligheid:
Recyclinginformatie in overeenstemming met de WEEE- en Batterijrichtlijnen).
e Pak de nieuwe drumeenheid uit. f Verwijder de bescherming.
• We raden u aan de tonercartridge op wegwerppapier op een propere, vlakke en stabiele ondergrond te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst.
61
g Plaats de tonercartridge stevig in de
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
1
nieuwe drumeenheid tot u deze op zijn plaats hoort vastklikken. Wanneer u de cartridge correct plaatst, komt de groene vergrendelhendel automatisch omhoog.
h Reinig de primaire corona in de
drumeenheid door het groene lipje voorzichtig een paar keer van links naar rechts en weer terug te schuiven.
Zorg ervoor dat u de tonercartridge op de juiste wijze plaatst, anders komt deze los van de drumeenheid.
62
Zorg er vo or d at u he t l ipj e w eer t eru gzet i n de oorspronkelijke stand (a) (1). De pijl op het lipje moet uitgelijnd zijn met de pijl op de drumeenheid. Als u dit niet doet, verschijnt mogelijk een verticale streep op de afdrukken.
i Herhaal stap c en stap h om de drie
andere coronadraden te reinigen.
Om de coronadraden te reinigen, hoeft u de tonercartridge niet uit de drumeenheid te halen.
Routinematig onderhoud
A
BK C
M Y
j Schuif elke module met de drumeenheid
en tonercartridge terug in de machine. Zorg ervoor dat de kleur van de tonercartridge overeenkomt met het label van dezelfde kleur op de machine.
l Wanneer u de drumeenheid vervangt en
een nieuwe drumeenheid plaatst, moet u de drumteller resetten. De instru cti e s daartoe vindt u in de doos waarin uw nieuwe drumeenheid werd geleverd.
BK = zwart, C = cyaan, M = magenta, Y = geel
k Sluit het bovendeksel van de machine.
63

De riemeenheid vervangen A

BELANGRIJK
WAARSCHUWING
Modelnaam: BU-220CL Een nieuwe riemeenheid kan ongeveer
50.000 enkelzijdige pagina's van A4- of Letter-formaat bedrukken.
Riem ve rv an g en A
Wanneer het bericht Riemeenheid vervangen op het aanraakscherm
verschijnt, dient u de riemeenheid te vervangen.
Wanneer u de riemeenheid vervangt en een nieuwe riemeenheid plaatst, moet u de teller van de riemeenheid resetten. De instructies daartoe vindt u in de doos waarin uw nieuwe riemeenheid werd geleverd.
• Raak het oppervlak van de riemeenheid NOOIT aan. Als u dit toch doet, kan de afdrukkwaliteit afnemen.
• Schade veroorzaakt door een foutieve hantering van de riemeenheid, kan de garantie teniet doen.
a Zorg ervoor dat de machine
ingeschakeld is.
c Verwijder alle modules met
tonercartridges en drumeenheden.
HEET
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt, zijn sommige onderdelen in de machine erg heet. Wacht totdat de machine is afgekoeld, pas dan mag u de interne onderdelen aanraken.
b Open het bovendeksel tot het in de
geopende positie vergrendelt.
64
A
BELANGRIJK
• We raden u aan de module met de tonercartridge en drumeenheid op wegwerppapier op een propere, vlakke ondergrond te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst.
• Raak NOOIT de elektroden aan die u in de afbeelding ziet, om schade aan de machine door statische elektriciteit te vermijden.
Routinematig onderhoud
d Houd de groene handgreep van de
riemeenheid vast en hef de riemeenheid op, waarna u de riemeenheid uittrekt.
65
BELANGRIJK
Raak de grijze delen in de illustratie NIET aan om problemen met de afdrukkwaliteit te voorkomen.
e Haal de nieuwe riemeenheid uit de
verpakking en plaats de nieuwe riemeenheid in de machine.
66
Routinematig onderhoud
A
BK C
M Y
f Schuif elke tonercartridge en
drumeenheid in de machine en zorg ervoor dat de kleuren van de tonercartridge overeenstemmen met dezelfde kleuretiketten op de machine.
h Wanneer u de riemeenheid vervangt en
een nieuwe riemeenheid plaatst, moet u de teller van de riemeenheid resetten. De instructies daartoe vindt u in de doos waarin uw nieuwe riemeenheid werd geleverd.
BK = zwart, C = cyaan, M = magenta, Y = geel
g Sluit het bovendeksel van de machine.
67

De ton erbak vervange n A

WAARSCHUWING
Modelnaam: WT-220CL De levensduur van een tonerbak bedraagt
ongeveer 50.000 enkelzijdige pagina's van A4- of letter-formaat.
Tonerbak bijna vol A
Als op het aanraakscherm Tnrbak bijna vol verschijnt, heeft de tonerbak bijna het einde van zijn levensduur bereikt. Koop een nieuwe tonerbak en zorg ervoor dat u deze bij de hand heeft vooraleer het bericht Tonerafvalbakje vervangen verschijnt.
c Verwijder alle modules met
tonercartridges en drumeenheden.
Tonerbak vervangen A
Wanneer het bericht Tonerafvalbakje vervangen op het aanraakscherm verschijnt, dient u de tonerbak te vervangen.
a Zorg ervoor dat de machine
ingeschakeld is.
b Open het bovendeksel tot het in de
geopende positie vergrendelt.
HEET
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt, zijn sommige onderdelen in de machine erg heet. Wacht totdat de machine is afgekoeld, pas dan mag u de interne onderdelen aanraken.
68
A
BELANGRIJK
• We raden u aan de module met de
BELANGRIJK
tonercartridge en drumeenheid op wegwerppapier op een propere, vlakke ondergrond te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst.
• Raak NOOIT de elektroden aan die u in de afbeelding ziet, om schade aan de machine door statische elektriciteit te vermijden.
Routinematig onderhoud
d Houd de groene handgreep van de
riemeenheid vast en hef de riemeenheid op, waarna u de riemeenheid uittrekt.
Raak de grijze delen in de illustratie NIET aan om problemen met de afdrukkwaliteit te voorkomen.
69
e Verwijder het oranje
OPMERKING
verpakkingsmateriaal en gooi het weg.
f Houd de groene handgreep van de
tonerbak vast en haal de tonerbak uit de machine.
Deze stap is alleen vereist wanneer u de tonerbak de eerst keer vervangt; dit is niet vereist voor de vervangende tonerbak. Het oranje verpakkingsonderdeel is in de fabriek aangebracht om uw machine tijdens het transport te beschermen.
70
A
WAARSCHUWING
BELANGRIJK
OPMERKING
• Plaats de tonerbak NOOIT in vuur. Deze
kan ontploffen en verwondingen veroorzaken.
• Gebruik bij het schoonmaken van de
binnen- of buitenzijde van het product GEEN ontvlambare stof fen , sp ra ys of biologische oplosmiddelen/vloeistoffen met alcohol of ammoniak. U kunt dan namelijk brand veroorzaken of een elektrische schok krijgen. Gebruik uitsluitend een droge, pluisvrije doek.
(uuHandleiding product veiligheid: Algemene voorschriften.)
Routinematig onderhoud
g Haal de nieuwe tonerbak uit de
verpakking en plaats hem in de machine.
Hergebruik de tonerbak NOOIT.
• Dicht de gebruikte tonerbak goed af in een zak, zodat er geen tonerstof uit de tonerbak kan worden gemorst.
• Gooi de gebruikte tonerbak weg conform de plaatselijke voorschriften en behandel de tonerbak niet als huishoudelijk afval. Voor meer informatie neemt u contact op met de lokale afvalmaatschappij.
71
h Plaats de riemeenheid weer in de
BK C
M Y
machine.
i Schuif elke tonercartridge en
drumeenheid in de machine en zorg ervoor dat de kleuren van de tonercartridge overeenstemmen met dezelfde kleuretiketten op de machine.
72
BK = zwart, C = cyaan, M = magenta, Y = geel
j Sluit het bovendeksel van de machine.
A
De machine reinigen en
WAARSCHUWING
BELANGRIJK
controleren A
Reinig de buiten- en de binnenkant van de machine regelmatig met een droge, pluisvrije doek. Reinig de binnenzijde van de machine wanneer u de tonercartridge of de drumeenheid vervangt. Als er tonervlekken op een pagina staan, moet het inwendige van de machine met een droge, pluisvrije doek worden gereinigd.
• Werp een tonercartridge of een module
met drumeenheid en tonercartridge NIET in het vuur. Deze kan ontploffen en verwondingen veroorzaken.
Routinematig onderhoud
• Gebruik neutrale schoonmaakm iddele n. Wanneer u vluchtige vloeistoffen zoals thinner of wasbenzine gebruikt, wordt het oppervlak van de machine beschadigd.
• Gebruik NOOIT reinigingsmaterialen die ammoniak bevatten.
• Gebruik NOOIT schoonmaakal co hol om vuil van het bedieningspaneel te verwijderen. Het paneel zou kunnen barsten.
• Gebruik bij het schoonmaken van de binnen- of buitenzijde van het product GEEN ontvlambare stof fen , sp ra ys of biologische oplosmiddelen/vloeistoffen met alcohol of ammoniak. U kunt dan namelijk brand veroorzaken of een elektrische schok krijgen. Gebruik uitsluitend een droge, pluisvrije doek.
(uuHandleiding product veiligheid: Algemene voorschriften.)
73
De buitenzijde van de
BELANGRIJK
machine reinigen A
Gebruik NOOIT vloeibare reinigingsmiddelen (inclusief ethanol).
Het aanraakscherm reinigen
a Houd ingedrukt om de machine uit
te schakelen.
b Reinig het aanraakscherm met een
droge, zachte en pluisvrije doek.
b Stof de buitenkant van de machine af
met een droge, pluisvrije doek.
c Trek de papierlade volledig uit de
machine.
c Schakel de machine in.

De buitenzijde van de machine reinigen

a Houd ingedrukt om de machine uit
te schakelen.
74
d Verwijder het papier dat in de papierlade
is geplaatst.
e Als er iets in de papierlade vastzit, dient
u dit te verwijderen.
Routinematig onderhoud
A
BELANGRIJK
f Stof de binnen- en buitenzijde van de
papierlade af met een droge, pluisvrije doek.
g Laad het papier opnieuw en plaats de
papierlade stevig terug in de machine.
h Schakel de machine in.

De LED-koppen reinigen A

Als er zich een probleem met de afdrukkwaliteit voordoet, zoals lichte of verzwakte kleuren of verticale witte strepen of banden op de pagina, reinigt u de LED­koppen als volgt:
Raak de vensters van de LED-koppen NOOIT aan met uw vingers.
a Houd ingedrukt om de machine uit
te schakelen.
b Open het bovendeksel tot het in de
geopende positie vergrendelt.
75
c Veeg de vensters van de vier LED-
1
1
2
1
3
koppen (1) af met een droge, pluisvrije doek. Let op dat u de vensters van de LED-koppen (1) niet met uw vingers aanraakt.

De glasplaat reinigen A

a Houd ingedrukt om de machine uit
te schakelen.
b Til het documentdeksel op (1).
Reinig het witte plastic oppervlak (2) en de glasplaat (3) eronder met een zachte, pluisvrije doek die licht met water is bevochtigd.
d Sluit het bovendeksel van de machine. e Schakel de machine in.
76
Routinematig onderhoud
A
OPMERKING
2
1
c In de ADF-eenheid (automatische
documentinvoer) reinigt u de witte balk (1) en de glazen strook op de glasplaat (2) eronder met behulp van een zachte, pluisvrije doek die licht met water is bevochtigd.
Ga nadat u de glasplaat en glazen strook hebt gereinigd met een zachte, pluisvrije doek die u licht met water hebt bevochtigd, nogmaals met uw vingertop over het glas om te controleren of zich hierop nog vuil bevindt. Reinig het glas zonodig opnieuw. Mogelijk dient u het reinigingsproces drie tot vier keer te herhalen. Maak na elke reiniging een kopie om te controleren of de glasplaat schoon is.
d Sluit het documentdeksel.

De coronadraden reinigen A

Als u problemen hebt met de afdrukkwaliteit of als op het aanraakscherm Drumeenheid ! verschijnt, reinigt u de coronadraden als volgt:
a Open het bovendeksel tot het in de
geopende positie vergrendelt.
b Verwijder de module met de
tonercartridge en de drumeenheid.
e Schakel de machine in.
77
WAARSCHUWING
BELANGRIJK
HEET
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt, zijn sommige onderdelen in de machine erg heet. Wacht totdat de machine is afgekoeld, pas dan mag u de interne onderdelen aanraken.
• We raden u aan de module met de drumeenheid en tonercartridge op wegwerppapier op een propere, vlakke ondergrond te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst.
• Raak NOOIT de elektroden aan die u in de afbeelding ziet, om schade aan de machine door statische elektriciteit te vermijden.
78
Routinematig onderhoud
A
OPMERKING
1
BK C
M Y
c Reinig de primaire corona in de
drumeenheid door het groene lipje voorzichtig een paar keer van links naar rechts en weer terug te schuiven.
d Schuif de module met de drumeenheid
en tonercartridge terug in de machine. Zorg ervoor dat de kleur van de tonercartridge overeenkomt met het label van dezelfde kleur op de machine.
Zorg ervoor dat u het lipje weer terugzet in de oorspronkelijke stand (a) (1). De pijl op het lipje moet uitgelijnd zijn met de pijl op de drumeenheid. Als u dit niet doet, verschijnt mogelijk een verticale streep op de afdrukken.
BK = zwart, C = cyaan, M = magenta, Y = geel
79
e Herhaal stappen b - d om de drie
OPMERKING
andere coronadraden te reinigen.
Om de coronadraden te reinigen, hoeft u de tonercartridge niet uit de drumeenheid te halen.
f Sluit het bovendeksel van de machine.

De drumeenheid reinigen A

Als uw afdruk om de 94 mm vlekken bevat, volgt u onderstaande stappen om het probleem te verhelpen.
a Controleer of de machine gereed is.
b Druk op .
c Druk op Alle instell.. d Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Print lijsten weer te geven.
e Druk op Print lijsten. f Druk op Drumdot afdrukken. g
De machine geeft Druk op OK.
Druk op [OK]
weer.
h De machine drukt de
drumcontrolepagina af. Druk daarna op
.
80
i Houd ingedrukt om de machine uit
te schakelen.
j Open het bovendeksel tot het in de
geopende positie vergrendelt.
A
k De kleur van de gedrukte punten is de
WAARSCHUWING
BELANGRIJK
kleur van de drum die u dient te reinigen. Verwijder de module met de tonercartridge en de drumeenheid van de kleur die het probleem veroorzaakt.
HEET
Routinematig onderhoud
• We raden u aan de module met de drumeenheid en tonercartridge op wegwerppapier op een propere, vlakke ondergrond te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst.
• Raak NOOIT de elektroden aan die u in de afbeelding ziet, om schade aan de machine door statische elektriciteit te vermijden.
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt, zijn sommige onderdelen in de machine erg heet. Wacht totdat de machine is afgekoeld, pas dan mag u de interne onderdelen aanraken.
81
l Druk de groene vergrendelhendel naar
BELANGRIJK
beneden en neem de tonercartridge uit de drumeenheid.
• Wees voorzichtig bij het hanteren van de tonercartridge. Wanneer u toner morst op uw handen of kleding, dient u de vlekken te verwijderen met koud water.
• Raak de grijze delen in de illustratie NIET aan om problemen met de afdrukkwaliteit te voorkomen.
<Tonercartridge>
<Drumeenheid>
82
• We raden u aan de tonercartridge op wegwerppapier op een propere, vlakke en stabiele ondergrond te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst.
Routinematig onderhoud
A
1
m Draai de drumeenheid zoals
weergegeven op de afbeelding. Zorg ervoor dat het wieltje van de drumeenheid (1) zich links bevindt.
n Lees de volgende informatie van de
drumcontrolepagina.
Dotlocatie:
Het vel heeft acht genummerde kolommen. Het cijfer van de kolom met de afgedrukte dot erin wordt gebruikt om de positie van de dot op de drum te vinden.
o Gebruik de genummerde markeringen
naast de drumrol om de markering te vinden. Een punt in kolom 2 op de drumcontrolepagina betekent bijvoorbeeld dat er een zich een markering bevindt op de drum in zone "2".
83
p Controleer het oppervlak van het
OPMERKING
BELANGRIJK
OPMERKING
verdachte deel terwijl u de rand van de drumeenheid handmatig naar u toe draait.
Raak het oppervlak van de drum NOOIT aan. Om problemen met de afdrukkwaliteit te voorkomen, dient u de drumeenheid aan de randen vast te houden.
q Wanneer u hebt bepaald waar de
verontreiniging die de fout op de drumcontrolepagina veroorzaakt zich precies bevindt, veegt u deze plek op de drum met een droog wattenstaafje schoon totdat de markering is verwijderd.
r Keer de drumeenheid opnieuw om. s Plaats de tonercartridge stevig in de
nieuwe drumeenheid tot u deze op zijn plaats hoort vastklikken. Wanneer u de cartridge correct plaatst, komt de groene vergrendelhendel automatisch omhoog.
Zorg ervoor dat u de tonercartridge op de juiste wijze plaatst, anders komt deze los van de drumeenheid.
Reinig het oppervlak van de lichtgevoelige drum NIET met een scherp voorwerp of met een vloeistof.
84
Routinematig onderhoud
A
BK C
M Y
t Schuif de module met de drumeenheid
en tonercartridge terug in de machine. Zorg ervoor dat de kleur van de tonercartridge overeenkomt met het label van dezelfde kleur op de machine.
v Schakel de machine in en druk een
testpagina af.
BK = zwart, C = cyaan, M = magenta, Y = geel
u Sluit het bovendeksel van de machine.
85
De papierinvoerrollen
1
1
reinigen A
Als u de papierinvoerrol regelmatig reinigt, loopt er geen papier vast door het papier op de juiste manier in te voeren.
Als er problemen zijn met het invoeren van papier, reinigt u de papierinvoerrollen als volgt:
a Houd ingedrukt om de machine uit
te schakelen.
b Trek de papierlade volledig uit de
machine.
d Maak een pluisvrije doek nat met
handwarm water en wring deze goed uit, veeg het scheidingsblok (1) op de papierlade af om stof te verwijderen.
e Veeg de twee invoerrollen (1) in de
machine af om stof te verwijderen.
c Verwijder het papier dat in de papierlade
is geplaatst.
86
f Plaats de papierlade weer in de
machine.
g Laad het papier opnieuw en plaats de
papierlade stevig terug in de machine.
h Schakel de machine in.
A

Kalibratie A

OPMERKING
De uitvoerdichtheid van elke kleur kan verschillend zijn afhankelijk van de omgeving van de machine, zoals temperatuur en vochtigheid. Met de kalibratie kunt u de kleurdichtheid verbeteren.
a Druk op .
b Druk op Kalibratie. c Druk op Kalibreren. d Druk op Ja om te bevestigen. e De machine geeft Voltooid weer.
f Druk op .
U kunt de kalibratieparameters terugzetten op de fabriekswaarden.
Routinematig onderhoud
• Als een foutmelding verschijnt, drukt u op OK en probeert u opnieuw.
(Zie Fout- en onderhoudsberichten uu pagina 90 voor meer informatie.)
• Als u de Windows haalt de driver de kalibratiegegevens automatisch op als
Calibratiegegevens gebruiken en Apparaatgegevens automatisch opvra gen geselecteerd zijn. De
standaardinstellingen zijn aan (uuSoftwarehandleiding).
• Als u de Macintosh-printerdriver gebruikt, verkrijgt de printerdriver automatisch de kalibratiegegevens. Als u de kalibratiegegevens handmatig wenst te ontvangen, moet u de kalibratie met behulp van de Status Monitor uitvoeren (uuSoftwarehandleiding).
®
-printerdriver gebruikt,
a Druk op .
b Druk op Kalibratie. c Druk op Reset. d Druk op Ja om te bevestigen. e De machine geeft Voltooid weer.
f Druk op .
87

Automatische regis tratie A

Frequentie (kleurcorrectie) A

Als volle gedeeltes van kleur of beelden randen in cyaan, magenta of geel hebben, kunt u de functie Automatische registratie gebruiken om het probleem te verhelpen.
a Druk op .
b Druk op
Automatisch registreren.
c Druk op Ja om te bevestigen. d De machine geeft Voltooid weer.
e Druk op .
U kunt instellen hoe vaak de kleurcorrectie (kleurkalibratie en automatische registratie) wordt uitgevoerd. De standaardinstelling is Normaal. Tijdens de kleurcorrectie wordt een zekere hoeveelheid toner gebruikt.
a Druk op .
b Druk op Alle instell.. c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Printer weer te geven.
d Druk op Printer. e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Frequentie weer te geven.
f Druk op Frequentie. g Druk op Normaal, Laag of Uit.
h Druk op .
88
B
Problemen oplossen B
B
Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, controleer dan eerst elk onderstaand item en volg de tips voor het oplossen van problemen.
U zult de meeste problemen zelf kunnen verhelpen. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions Center de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen.
Kijk op http://solutions.brother.com/

Uw probleem identificeren B

Eerst controleren dat:
Het netsnoer is correct aangesloten en de machine is ingeschakeld. Als de machine niet
ingeschakeld wordt na het aansluiten van het netsnoer, raadpleegt u Andere problemen uu pagina 112.
Alle beschermende onderdelen zijn verwijderd.Het papier is correct in de papierlade geplaatst.De interfacekabels zijn goed aangesloten op de machine en de computer, of de draadloze
verbinding is zowel op de machine als uw computer ingesteld.
.
Berichten op aanraakscherm
(Zie Fout- en onderhoudsberichten uu pagina 90.)
Hebt u bovenstaande punten gecontroleerd maar het probleem niet kunnen verhelpen, zoek het probleem dan in de onderstaa nde lijst op en raadpleeg de hieronder aangegeven pagina.
Problemen met papier en afdrukken:
Problemen met afdrukken uu pagina 108  Problemen met papierbehandeling uu pagina 109
Problemen met kopiëren:
Problemen met kopiëren uu pagina 110
Problemen met scannen:
Problemen met scannen uu pagina 110
Software- en netwerkproblemen:
Problemen met de software uu pagina 110  Problemen met het netwerk uu pagina 111
89

Fout- en onderhoudsberichten B

Zoals bij alle geavanceerde kantoorapparatuur kunnen fou ten optreden en kunnen verbruiksartikelen op zijn. Wanneer dat gebeurt, identificeert uw machine de fout of de vereiste routinematige onderhoudsbeurt, en toont de betreffende melding. De meest voorkom ende fo ut­en onderhoudsmeldingen vindt u de tabel.
U kunt de meeste fouten oplossen en het routinematige onderhoud zelf uitvoeren. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions Center de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen:
Kijk op http://solutions.brother.com/
Foutmelding Oorzaak Wat te doe n
2-zijd . vas tg el. Het papier is vastgelopen
onder de papierlade of fuseereenheid.
2-zijdig uitgeschakeld
Aanraakscherm initialiseren mislukt
Afdrukken onmoge li jk XX
Afkoelen Even geduld
Het achterdeksel van de machine is niet volledig gesloten.
Het aanraakscherm werd bediend voor de inschakelinitialisatie voltooid was.
Er kan vuil zitten tussen het onderste gedeelte van het aanraakscherm en zij n rand.
De machine heeft een mechanisch probleem.
De temperatuur van de drumeenheid of de tonercartridge is te hoog. De machine onderbreekt de huidige afdruktaak en gaat in de afkoelingsstand . Tijdens het afkoelen hoort u de koelventilator draaien terw ijl op het aanraakscher m Afkoelen en Even gedu ld wordt weergegeven.
.
Zie Het papier is vastgelopen onder de papierlade uu pagina 105.
Sluit het achter deksel van de mac hine tot het i n de gesloten positie vergrendelt.
Zorg ervoor dat er niet s tegen het aanraaksc herm kom t of erop rust.
Plaats een stuk st evig papier tussen het onderste gedeelte van het aanraakscherm en zijn ran d en schui f het heen en weer om h et vuil weg te duwen.
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Houd ingedrukt om de machine uit te
schamen, wacht enkele minuten en schakel de machine weer in.
Als het probleem zich blijft voor doen, neemt
u contact op met de klant enservice van Brother voor ondersteuning.
Controleer of u de ventil ator in d e machi ne kunt horen draaien, en dat de ui tl aat nergens door geblokkeerd wordt.
Als de ventilator draait, verwijdert u eventuele voorwerpen rondom de ui tl aat, en laat u de machine ve rvolgens ing eschakeld zonder deze enkele minuten aan t e raken.
Als de ventilator niet draait, koppelt u de machine enkele minuten los van de stroom en verbindt u deze vervolgens opnieuw.
90
B
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Cartridgefout Plaats
tonercassette terugX
1
1
(X) toont de kleur van de cartridge met het probleem. (BK)=zwart, (Y)=geel, (M)=magenta, (C)=cyaan.
Deksel is open. Het bovendeksel is niet
De tonercartridge is niet juist geïnstalleerd.
Trek de modules met de tonercartridge en de drumeenheid uit voor de op het aanraakscherm aangegeven kleur. Verwijder de tonercart ridge en plaats deze opnieuw i n de drumeenheid. Pla ats de module met de tonercartridge en drumeenheid terug in de machine.
Neem contact op met de klantenser vice van Brother of met uw lokale Bro ther-leveranciers als het probleem zich blijft voordoen.
Sluit het bovendeksel van de machine.
volledig gesloten. De fuseerklep is niet volledig
gesloten of er is papier vastgelopen in de achterzijde van de machine toen u deze inschakelde.
Sluit het fuseerdeksel , dat zich aan de
binnenzijde van het achterdeksel van de machine bevindt.
Controleer of er geen papier achter het
fuseerdeksel aan de achterzijde van de machine is vastgel open, sluit vervolgens het fuseerdeksel en druk op Start (zie
Papier is vastgelopen aan de achterkant van de machine uu pagina 100).
Deksel is open. Het ADF-deksel (automat ische
documentinvoer) is niet
Sluit het ADF-deksel (automatische documentinvoer) van de machine.
volledig gesloten.
Deksel is open. Het ADF-deksel (automat ische
documentinvoer) is geopend tijdens het laden van een document.
Document nazien Het document is niet correct
geplaatst of to egevo erd, of het document dat via de ADF (automatische documentinvoer) is gescand,
Sluit het ADF-deksel (automatische documentinvoer) van de machine en druk dan
op .
Zie Document vastgelopen in de bovenzijde van de ADF (automatische documentinvoer)
uu pagina 96 of De automatisch documentinvoer (ADF) gebruiken
uu pagina 35.
was te lang .
Drum bijna opX
1
(X) toont de kleur van de drumeenheid die bijna het einde van haar lev ens du ur he eft bereikt. (BK)=zwart, (Y)=geel, (M)=magenta, (C)=cyaan.
1
De drumeenhe id voor de kleur die aangegeven is op het aanraakscher m, heeft bij na het einde van haar levensduur bereikt.
Bestel een nieu we drumeenheid voor de kleur die aangegeven is op het aanraakscherm vooraleer het bericht Drum vervangenX verschijnt.
Problemen oplossen
91
Foutmelding Oorzaak Wat te doe n
1
Drum vervangenX
1
(X) geeft de kleur van de drumeenheid aan die moet wor den vervangen. BK=zwart, C=cyaan, M=magenta, Y=geel.
De drumeenheden moeten worden vervangen.
De drumteller is na het plaatsen van een nieuwe drum niet gereset.
Drumeenheid ! De coronadraden van de
drumeenheden moeten worden schoongemaakt.
De drumeenheid of de module met de tonercartridge en drumeenheid is niet correct geïnstalleerd.
Formaa t onj ui st Het papi er in d e lade hee ft ni et
het juis te fo rmaat.
Vervang de drumeenheid voor de kleur di e aangegeven is op het aanraakscherm (zie De drumeenheden vervangen uu pagina58).
Reset de teller van de drumeenheid. (zie De drumeenheden vervangen uu pagina58.)
Maak de coronadraden op de drumeenheden schoon (zie De coronadraden reinigen uu pagina 77).
Plaats de t onercartri dge in de d rumeenhei d die aangegeven is op het aanraakscherm. Installeer de module met de drumeenheid en tonercart ri dge terug in de machine.
Plaats papier m et het juiste formaat in de lade en pas het papierformaat aan de lade aan (zie Papierformaat uu pagina 29).
Formaatfout tweezijdig
Het papierformaat opgegeven in de printerd river en het menu van het aanraakscherm is niet beschikbaar voor automatisch tweezijdig afdrukken.
Het papier in de l ade hee ft ni et het juiste formaat en is niet beschikbaar voor automatisch tweezijdig afdrukken.
Druk op . Kies e en pa pierformaa t d at word t ondersteund door tweezijdig afdrukk en.
Het papierformaat dat u kunt gebruiken voor automatisch tweezijdig afdrukken is A4.
Plaats papier m et het juiste formaat in de lade en pas het papierformaat aan de lade aan (zie Papierformaat uu pagina 29).
Het papierformaat dat u kunt gebruiken voor automatisch tweezijdig afdrukken is A4.
Fout fusereenheid De temperatuur van de
fuseereenheid bereikt een bepaalde temperatuur niet binnen een bepaalde tijd.
De fuseereenheid is te heet.
Fout toegang logboekbestand
De machine krijgt geen toegang tot het bestand met het afdruklogboek op de server.
Houd ingedrukt om de machine uit te schakelen, wacht en kel e second en en sc hakel
de machine weer in. Laat de machine gedurende 15 minuten inactief maar ingeschakeld.
Contacteer uw beheerder voor mee r informati e over de instelli ngen voor Afdruklogboek op netwerk opslaan.
Voor meer informatie, uuNetwerkhandleiding:
Afdruklogboek op netwerk opslaan
Fuser ve rva ng en De fuseereenheid moet
worden vervangen.
Neem contact op met de Brothe r klantenser vice of een bevoegd servi cecentrum van Brother om de fusereenheid t e vervangen.
Geen afvaltoner De tonerbak is niet juist
geïnstalleerd.
Geen lade De s tan daardpapi erla de is n iet
Installeer de tonerbak opnieuw (zie De tonerbak vervangen uu pagina 68).
Installeer de papi erlade opnieuw.
of niet juist geïnstalleerd.
92
Loading...