A.u.b. de volgende gegevens invullen voor toekomstige
referentie:
Modelnummer: DCP-330C en DCP-540CN en DCP750CW (omcirkel uw modelnummer)
Serienummer:
1
Aankoopdatum:
Aankoopplaats:
1
Het serienummer staat op de achterkant van het
toestel. Bewaar deze gebruikershandleiding samen
met uw kassabon als bewijs van uw aankoop, in
geval van diefstal, brand of service in geval van
garantie.
Registreer uw product online op
http://www.brother.com/registration/
Door uw product bij Brother te registreren, wordt u geregistreerd als de
originele eigenaar van het product. Uw registratie bij Brother:
kan eventueel als bevestiging van de aankoopdatum van uw product
dienen, mocht u uw kassabon verliezen; en
kan eventueel een verzekeringsclaim van u ondersteunen, in geval
dat het product verloren gaat en dit gedekt is door de verzekering.
Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder supervisie van Brother Industries, Ltd.
De nieuwste productgegevens en -specificaties zijn in deze handleiding verwerkt.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product kunnen zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud van deze handleiding zonder
voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Brother is niet verantwoordelijk voor enige schade (met
inbegrip van gevolgschade) voortvloeiend uit het gebruik van deze handleiding of de daarin
beschreven producten, inclusief maar niet beperkt tot zetfouten en andere fouten in deze
publicatie.
i
EG-conformiteitsverklaring onder de Richtlijn R & TTE
ii
EG conformiteitverklaring onder de richtlijn R & TTE
Producent
Brother Industries, Ltd.
15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku, Nagoya 467-8561, Japan
Fabriek
Brother Industries (Shen Zhen) Ltd
G02414-1, Bao Chang Li Bonded
Transportation Industrial Park,
Bao Lung Industrial Estate,
Longgang, Shenzhen, China
verklaart hierbij dat:
omschrijving van het
product
Modelnaam : DCP-330C, DCP-540CN
zijn conform de voorschriften van de geldende richtlijn: Laagspanningsrichtlijn 73/23/EEC (aangepast met
93/68/EEC) en de ECM-richtlijn 89/336/EEC (aangepast met 91/263/EEC en 92/31/EEC en 93/68/EEC).
omschrijving van het
product
Modelnaam : DCP-750CW
: Kopieerapparaat / Printer
: Kopieerapparaat / Printer
voldoet aan de voorschriften van de richtlijn R & TTE (1999/5/EG).
Wij verklaren dat het aan de volgende standaarden voldoet:
Geharmoniseerd:
Veiligheid : EN60950-1: 2001 +A11: 2004
EMC: EN55022: 1998 +A1: 2000 +A2: 2003 Klasse B
: EN55024: 1998 +A1: 2001 +A2: 2003
: EN61000-3-2: 2000
: EN61000-3-3: 1995 +A1: 2001
Jaar waarin het CE-keurmerk voor het eerst werd toegekend: 2006
Uitgegeven door: Brother Industries, Ltd.
Datum : 28 Aprol 2006
Plaats: Nagoya, Japan
iii
Inhoudsopgave
Paragraaf IAlgemeen
1Algemene informatie
Gebruik van de documentatie................................................................................2
Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden.................. 2
Toegang krijgen tot de softwarehandleiding en de netwerkhandleiding
(alleen DCP-540CN en DCP-750CW) ................................................................3
Netwerk (LAN) (DCP-540CN en DCP-750CW alleen) ......................................104
EVerklarende woordenlijst
FIndex
vii
viii
Paragraaf I
AlgemeenI
Algemene informatie2
Documenten en papier laden10
Algemene instellingen23
1
Algemene informatie1
Gebruik van de
documentatie
Dank u voor de aanschaf van een Brothermachine! Het lezen van de documentatie
helpt u bij het optimaal benutten van uw
machine.
Symbolen en conventies die
in de documentatie gebruikt
worden.1
De volgende symbolen en conventies worden
in de documentatie gebruikt.
VetVet gedrukte tekst identificeert
specifieke toetsen op het
bedieningspaneel van de
machine.
CursiefCursief gedrukte tekst legt de
nadruk op een belangrijk punt
of verwijst u naar een verwant
onderwerp.
Courier
New
Het lettertype Courier New
identificeert de meldingen die
worden weergegeven op het
LCD-scherm van de machine.
Waarschuwingen informeren u over
1
de maatregelen die u moet treffen
om te vermijden dat u letsel oploopt.
De pictogrammen Elektrisch gevaar
waarschuwen u voor mogelijke
elektrische schokken.
De pictogrammen Heet oppervlak
waarschuwen u om de hete
machinedelen niet aan te raken.
Deze waarschuwingen wijzen u op
procedures die u moet volgen om te
voorkomen dat de machine of
andere voorwerpen worden
beschadigd.
Opmerkingen leggen uit hoe u op
een bepaalde situatie moet
reageren, of hoe de bewerking met
andere functies werkt.
Het pictogram Onjuiste configuratie
waarschuwt u voor apparaten en
bewerkingen die niet compatibel zijn
met de machine.
2
Algemene informatie
Toegang krijgen tot de
softwarehandleiding
en de
netwerkhandleiding
(alleen DCP-540CN en
DCP-750CW)
Deze gebruikershandleiding bevat niet alle
informatie over de machine, zoals het gebruik
van de printer, de scanner en het netwerk.
Voor gedetailleerde informatie over deze
bewerkingen verwijzen wij u naar de
software- en netwerkhandleiding (alleen
DCP-540CN en DCP-750CW) op de
CD-ROM.
Documentatie bekijken1
Documentatie bekijken
(voor Windows®)1
Om de documentatie te bekijken vanuit het
menu Start zet u de muisaanwijzer op
Brother, DCP-XXXX (waarbij XXXX uw
modelnaam is) vanuit de programmagroep,
1
en selecteert u vervolgens
Gebruikershandleiding.
Als u de software niet hebt geïnstalleerd, kunt
u de documentatie vinden door onderstaande
instructies op te volgen:
a Zet uw PC aan. Plaats de Brother
CD-ROM in uw CD-ROM-station.
b Als het scherm met de modelnaam
verschijnt, klikt u op de naam van uw
model.
c Als het scherm met de taal verschijnt,
klikt u op de gewenste taal. Het
hoofdmenu van de CD-ROM wordt
geopend.
1
Opmerking
Als dit venster niet wordt geopend, kunt u
®
Windows
programma setup.exe uit te voeren vanuit
de hoofdmap van Brother’s CD-ROM.
Explorer gebruiken om het
d Klik op Gebruikershandleiding.
3
Hoofdstuk 1
Instructies voor het scannen
opzoeken1
Er zijn verscheidene manieren waarop u
documenten kunt scannen. U kunt de
instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding
Scannen (voor Windows
98/98SE/Me/2000 Professional en
Windows
ControlCenter3 (voor Windows®
98/98SE/Me/2000 Professional en
Windows
Netwerkscannen
(alleen DCP-540CN en DCP-750CW)
PaperPort
gebruikershandleiding
Instructies voor scannen direct vanuit
ScanSoft
gebruikershandleiding voor ScanSoft
PaperPort
bekeken vanuit de Help-selectie in de
toepassing ScanSoft
OCR.
®
XP)
®
XP)
®
SE met OCR-
®
PaperPort®. De volledige
®
SE met OCR, kan worden
®
®
PaperPort® met
®
Instructies voor netwerkinstallatie
opzoeken (alleen DCP-750CW)1
Uw machine kan op een draadloos of
bedraad netwerk worden aangesloten. U kunt
belangrijke installatie-instructies vinden in de
installatiehandleiding. Voor meer informatie,
of als uw toegangspunt SecureEasySetup™
ondersteunt, zie de netwerkhandleiding.
Documentatie bekijken
(voor Macintosh®)1
a Zet uw Macintosh
Brother CD-ROM in uw CD-ROMstation. Het volgende venster wordt
weergegeven.
®
aan. Plaats de
b Dubbelklik op het pictogram
Documentation.
c Dubbelklik op uw taalmap.
d Dubbelklik op het bestand van het
titelbeeld.
e Klik op de documentatie die u wilt lezen.
Softwarehandleiding:
Softwarehandleiding in HTMLformaat
Netwerkhandleiding:
Netwerkhandleiding (alleen DCP540CN en DCP-750CW) in HTMLformaat
4
Instructies voor het scannen
opzoeken1
Er zijn verscheidene manieren waarop u
documenten kunt scannen. U kunt de
instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding
Scannen (voor Mac OS
recenter)
ControlCenter2 (voor Mac OS
of recenter)
Netwerkscannen (voor Mac OS
of recenter)
(alleen DCP-540CN en DCP-750CW)
Presto!
®
PageManager®
gebruikershandleiding
Instructies voor scannen direct vanuit
Presto!
®
PageManager®. De volledige
gebruikershandleiding voor ScanSoft
PaperPort
®
SE met OCR, kan worden
bekeken vanuit de Help-selectie in de
toepassing ScanSoft
OCR.
®
X 10.2.4 of
®
X 10.2.4
®
X 10.2.4
®
PaperPort® met
®
Algemene informatie
1
Instructies voor netwerkinstallatie
opzoeken (alleen DCP-750CW)
Uw machine kan op een draadloos of
bedraad netwerk worden aangesloten. U kunt
belangrijke installatie-instructies vinden in de
installatiehandleiding. Voor meer informatie,
of als uw toegangspunt SecureEasySetup™
ondersteunt, zie de netwerkhandleiding.
1
5
Hoofdstuk 1
Bedieningspaneel, overzicht1
Bedieningspaneel DCP-330C
1 LCD-scherm (liquid crystal display)
Op het LCD-scherm verschijnen prompts die u
helpen bij het instellen en gebruiken van uw
machine.
U kunt ook de helling van het LCD-scherm
instellen door dit op te tillen.
2 Aantal kopieën
Gebruik deze toets om meerdere kopieën te
maken.
3 Menutoetsen:
d of c
Druk op deze toets om achteruit of vooruit
door de menuopties te bladeren.
a of b
Druk op deze toets om door de menu's en
opties te bladeren.
Menu
Geeft toegang tot het hoofdmenu.
OK
Hiermee kunt u een instelling selecteren.
1
4 Starttoetsen:
Kleur Start
Hiermee maakt u kopieën in kleur. Hiermee
kunt u ook een scanbewerking uitvoeren (in
kleur of mono, afhankelijk van de
scaninstelling in de ControlCentersoftware).
Mono Start
Hiermee maakt u monochrome kopieën.
Hiermee kunt u ook een scanbewerking
uitvoeren (in kleur of mono, afhankelijk van
de scaninstelling in de ControlCentersoftware).
6
Algemene informatie
97810
134
2
56
1
5 Stop/Eindigen
Met een druk op deze toets wordt een
bewerking gestopt of een menu verlaten.
6 AAN/UIT
Hiermee zet u de machine aan of uit.
De machine zal de printkop, als u de machine
op Uit hebt gezet, toch regelmatig reinigen om
de afdrukkwaliteit te handhaven.
7Inkt
Met deze toets kunt u de printkop reinigen, de
afdrukkwaliteit en de hoeveelheid inkt
controleren.
8Scan
Geeft toegang tot scanmodus.
9PhotoCapture
Geeft toegang tot de modus PhotoCapture
Center™.
10 Waarschuwings-LED
Deze wordt rood, wanneer op het LCD-scherm
een fout of een belangrijke statusmelding
wordt getoond.
Opmerking
In de meeste illustraties in deze gebruikershandleiding wordt de DCP-330C weergegeven.
7
Hoofdstuk 1
LCD-schermindicaties 1
Het LCD-scherm toont de huidige
machinestatus wanneer de machine inactief is.
21
1 Draadloze status (alleen DCP-750CW)
Een indicator met vier niveaus toont de huidige
sterkte van het draadloze signaal, als u een
draadloze verbinding gebruikt.
0Max.
2 Inktindicator
Toont u de beschikbare hoeveelheid inkt.
c Druk op a of b om Papiersoort te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Inkjetpapier te
selecteren.
Druk op OK.
U kunt de huidige instelling op het LCDscherm zien:
Normale handelingen1
Bijvoorbeeld om de papiersoort te wijzigen in
Inkjetpapier.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst.
te selecteren.
Druk op OK.
8
e Druk op Stop/Eindigen.
Algemene informatie
Indicaties waarschuwingsLED1
De waarschuwings-LED (Light Emitting
Diode) gaat aan als er een probleem is met
de machine. Meer details over het probleem
vindt u op het LCD-scherm.
COPY
Quality
Enlarge/Reduce
Paper Type
Paper Size
Brightness
LEDDCP-statusOmschrijving
GereedDe DCP is gereed voor
Uit
Deksel openHet deksel is open.
Rood
Inkt opVervang de
PapierstoringPlaats papier in de
Andere
meldingen
01
Normal
100%
Plain Pap
A4
0
gebruik.
Sluit het deksel. (Zie
Foutmeldingen op pag
ina 69.)
inktcartridge door een
nieuwe. (Zie De
inktcartridges
vervangen op pagina
74.)
lade of verwijder
vastgelopen papier.
Controleer de melding
op het LCD-scherm.
(Zie
Foutmeldingen op pag
ina 69.)
Controleer de melding
op het LCD-scherm.
(Zie
Foutmeldingen op pag
ina 69.)
Rapporten afdrukken1
De volgende rapporten zijn beschikbaar:
Help
Een helplijst over u hoe u de machine snel
kunt programmeren.
Gebruikersinst
Drukt een lijst met uw instellingen af.
Netwerk Conf. (alleen DCP-540CN en
DCP-750CW)
Drukt een lijst met uw netwerkinstellingen
af.
Een rapport afdrukken1
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Print lijsten te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om het gewenste
rapport te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op Mono Start.
1
9
2
Documenten en papier laden2
Documenten laden2
U kunt kopieën maken en scannen vanuit de
ADF (automatische documentinvoer) en
vanaf de glasplaat.
Bij gebruik van de ADF
(alleen DCP-540CN)2
De ADF heeft een capaciteit van maximaal
10 vellen en voert het papier vel voor vel in.
Gebruik standaardpapier 80 g/m
blader de stapel altijd door alvorens het
papier in de ADF te plaatsen.
Aanbevolen omgeving2
Temperatuur:20 tot 30° C (68 tot 86° F)
Vochtigheid:50% tot 70%
Papier:
80 g/m
2
A4 (20 lb LTR)
Ondersteunde documentformaten2
2
(20 lb) en
Documenten laden2
Trek NIET aan het document wanneer het
doorschuift.
GEBRUIK GEEN omgekruld, verkreukeld,
gevouwen, gescheurd of geniet papier, en
ook geen papier met paperclips, lijm of
plakband.
Gebruik GEEN karton, krantenpapier of stof.
Zorg dat in inkt geschreven documenten
VOORZICHTIG
helemaal droog zijn.
a Blader de stapel goed door. Leg uw
documenten met de bedrukte zijde naar
beneden en de bovenrand eerst in de
ADF tot u voelt dat ze de invoerrol raken.
b Stel de papiergeleiders in op de breedte
van uw documenten.
Lengte:148 tot 355,6 mm
(5,8 tot 14 in.)
Breedte:148 tot 215,9 mm
(5,8 tot 8,5 in.)
Gewicht:
10
64 tot 90 g/m
2
(17 tot 24 lb)
c
Vouw de ADF-documentsteunklep (1) uit.
1
LAAT GEEN dikke documenten achter op
de glasplaat. Als u dat doet, kan de ADF
vastlopen.
VOORZICHTIG
Documenten en papier laden
De glasplaat gebruiken2
U kunt de glasplaat gebruiken om pagina's uit
een boek of pagina voor pagina te kopiëren of
te scannen.
Ondersteunde documentformaten2
Lengte: max. 297 mm (11,7 in.)
Breedte:max. 215,9 mm (8,5 in.)
Gewicht:max. 2 kg (4,4 lb)
Documenten laden2
Opmerking
Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de
ADF leeg zijn.
a Til het documentdeksel op.
c Sluit het documentdeksel.
Als u bezig bent een boek of een lijvig
document te scannen, laat het deksel dan
NIET dichtvallen en druk er niet op.
Te scannen gedeelte2
Hoe groot het te scannen gedeelte is, is
afhankelijk van de instellingen binnen de door
u gebruikte toepassing. De onderstaande
afbeeldingen tonen de gedeelten die u niet op
Letter of A4-papier kunt scannen.
VOORZICHTIG
3
1
4
2
b Gebruik de documentgeleiders aan de
linkerkant om het document in het
midden van de glasplaat te leggen, met
de bedrukte zijde naar beneden.
Gebruik
Kopiëren
Scannen
Documentgrootte
Letter3 mm
A43 mm
Letter3 mm
A43 mm
Bovenkant (1)
Onderkant (2)
(0,12 in.)
(0,12 in.)
(0,12 in.)
(0,12 in.)
2
Links (3)
Rechts (4)
3 mm
(0,12 in.)
3 mm
(0,12 in.)
3 mm
(0,12 in.)
0 mm
(0 in.)
11
Hoofdstuk 2
Acceptabel papier en
andere media2
De afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed
door het soort papier dat u in de machine
gebruikt.
Om de beste afdrukkwaliteit te krijgen voor de
instellingen die u hebt gekozen, moet u de
papiersoort altijd instellen op het type papier
dat u plaatst.
U kunt normaal papier, inkjetpapier (gecoat
papier), glanzend papier, transparanten en
enveloppen gebruiken.
Wij raden u aan om verschillende soorten
papier te testen, alvorens een grote
hoeveelheid aan te schaffen.
Voor de beste resultaten dient u het Brotherpapier te gebruiken.
Wanneer u afdrukt op inkjetpapier (gecoat
papier), transparanten en glanzend
papier, moet in het tabblad ‘Normaal’ van
de printerdriver of in de instelling
Papiersoort in het menu altijd het juiste
type papier zijn geselecteerd.
Wanneer u op Brother-fotopapier afdrukt,
plaats dan eerst het instructieblad dat met
het fotopapier wordt geleverd in de
papierlade, en plaats vervolgens het
fotopapier op het instructieblad.
Aanbevolen media2
Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen
raden wij u aan Brother-papier te gebruiken.
(Zie onderstaande tabel.)
Als er in uw land geen Brother-papier
beschikbaar is, raden wij u aan verschillende
soorten papier te testen voor u grote
hoeveelheden papier koopt.
Wij adviseren ‘3M Transparency Film’ te
gebruiken wanneer u op transparanten
afdrukt.
Brother-papier
Papiersoort Item
A4 NormaalBP60PA
A4 Glanzend FotoBP61GLA
A4 Inkjet (Mat)BP60MA
10 x 15 cm GlanzendBP61GLP
Als u transparanten of fotopapier gebruikt,
dient u elk vel onmiddellijk te verwijderen;
dit om te voorkomen dat de vellen aan
elkaar plakken of verstopt raken.
Raak het afgedrukte oppervlak van het
papier niet aan vlak na het afdrukken; de
inkt kan nog nat zijn en op uw vingers
vlekken.
12
Documenten en papier laden
Omgaan met en gebruik van
media2
Bewaar papier in de originele verpakking
en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar
het papier plat en verwijderd van vocht,
direct zonlicht en warmte.
De gecoate zijde van fotopapier glimt.
Zorg dat u de glimmende (gecoate) zijde
niet aanraakt. Plaats fotopapier met de
glimmende zijde naar beneden toe.
Raak de voor- of achterkant van
transparanten niet aan, daar deze
gemakkelijk water en transpiratie
absorberen, wat afbreuk doet aan de
afdrukkwaliteit. Transparanten die voor
laserprinters en -kopieerapparaten
ontworpen zijn, kunnen het volgende
document bevlekken. Gebruik alleen
transparanten die worden aanbevolen
voor inkjetprinters.
Onjuiste configuratie
Gebruik de volgende soorten papier NIET:
• papier dat beschadigd, gekruld of
gekreukt is of een onregelmatige vorm
heeft
1
1
1 2 mm (0,08 in.) of langer
• hoogglanzend of erg gestructureerd
papier
• papier waarop reeds met een printer is
afgedrukt
• papier dat niet netjes kan worden
gestapeld
• papier vervaardigd uit kortlopend papier
2
Papiercapaciteit in de
uitvoerpapierlade2
Max. 50 vel van 20 lb Letter of 80 g/m2 A4papier.
Om vlekken te voorkomen moeten
transparanten of fotopapier vel voor vel uit
de uitvoerpapierlade worden genomen.
13
Hoofdstuk 2
Het juiste type papier kiezen2
Type en formaat papier voor elke functie2
Papiersoort Papierformaat Gebruik
Kopiëren
Losse vellenLetter216 × 279 mm (8 1/2 × 11 in.)JaJaJa
A4210 × 297 mm (8,3 × 11,7 in.)JaJaJa
Legal216 × 356 mm (8 1/2 × 14 in.)Ja–Ja
Executive184 × 267 mm (7 1/4 × 10 1/2 in.)––Ja
JIS B5182 × 257 mm (7,2 × 10,1 in.)––Ja
A5148 × 210 mm (5,8 × 8,3 in.)Ja–Ja
A6105 × 148 mm (4,1 × 5,8 in.)––Ja
KaartenFoto10 × 15 cm (4 × 6 in.)JaJaJa
Foto L89 × 127 mm (3 1/2 × 5 in.)––Ja
Foto 2L13 × 18 cm (5 × 7 in.)–JaJa
Indexkaart127 × 203 mm (5 × 8 in.)––Ja
Briefkaart 1 100 × 148 mm (3,9 × 5,8 in.)––Ja
Briefkaart 2
(Dubbel)
EnveloppenC5-Envelop 162 × 229 mm (6,4 × 9 in.)––Ja
DL-Envelop 110 × 220 mm (4,3 × 8,7 in.)––Ja
COM-10105 × 241 mm (4 1/8 × 9 1/2 in.)––Ja
Monarch98 × 191 mm (3 7/8 × 7 1/2 in.)––Ja
JE4Envelop
TransparantenLetter216 × 279 mm (8 1/2 × 11 in.)Ja–Ja
A4210
148 × 200 mm (5,8 × 7,9 in.)––Ja
105 × 235 mm (4,1 × 9,3 in.)––Ja
× 297 mm (8,3 × 11,7 in.)Ja–Ja
Photo
Capture
Printer
14
Documenten en papier laden
Gewicht, dikte en capaciteit papier2
Papiersoort GewichtDikteAantal
vellen
Losse
vellen
Normaal
papier
Inkjetpapier
Glanzend
64 tot 120 g/m
64 tot 200 g/m
Max. 220 g/m
2
(17 tot 32 lb)
2
(17 tot 53 lb)
2
(max. 58 lb)
0,08 tot 0,15 mm (0,003 tot 0,006 in.)
0,08 tot 0,25 mm (0,003 tot 0,01 in.)20
Max. 0,25 mm (max. 0,01 in.)
papier
Kaarten
Fotokaart
Indexkaart
Briefkaart
Enveloppen
Max. 240 g/m
Max. 120 g/m
Max. 200 g/m
75 tot 95 g/m
2
(max. 64 lb)
2
(max. 32 lb)
2
(max. 53 lb)
2
(20 tot 25 lb)
Max. 0,28 mm (max. 0,01 in.)
Max. 0,15 mm (max. 0,006 in.)30
Max. 0,23 mm (max. 0,01 in.)30
Max. 0,52 mm (max. 0,02 in.)10
Transparanten––10
1
Max. 50 vel voor Legal-papier 80 g/m2 (20 lb). Max. 100 vel van 80 g/m2 (20 lb) -papier.
2
Voor Foto 10 x 15 cm en Foto L-papier, gebruik de fotopapierlade. Zie Fotopapier laden op pagina 20.
100
20
20
1
2
2
2
15
Hoofdstuk 2
Papier, enveloppen en
andere media laden2
Papier en andere media laden2
Opmerking
Over afdrukken op Foto L of 10 x 15 cm
papier, leest u meer in Fotopapier laden op pagina 20.
a Trek de papierlade volledig uit de
machine.
Als de papiersteunklep open is, sluit
deze dan en til het deksel van de
uitvoerpapierlade (1) op.
b Houd de papiergeleiders voor de
breedte (1) en de papiergeleider voor de
lengte (2) ingedrukt en stel deze af op
het papierformaat.
1
2
c Blader de stapel papier goed door, om
te voorkomen dat papier vastloopt of
scheef wordt ingevoerd.
1
Opmerking
Draag er steeds zorg voor dat het papier
niet omkrult.
16
Documenten en papier laden
d Plaats het papier voorzichtig in de
papierlade met de afdrukzijde omlaag
en de bovenste rand eerst.
Controleer of het papier vlak in de lade
ligt.
Opmerking
Wanneer u Legal-papier gebruikt, drukt u
op de universele ontgrendeling en trekt u
aan de achterkant van de papierlade.
e De papiergeleiders voor de breedte met
beide handen en de papiergeleiders
voor de lengte voorzichtig aan het
papier aanpassen.
Zorg dat de papiergeleiders aan de
zijkant de randen van het papier
aanraken.
Opmerking
Zorg ervoor dat u het papier er niet te ver
in duwt; het kan aan de achterkant van de
lade omhoog gaan staan en problemen
veroorzaken bij de invoer.
f Sluit het deksel van de papierlade.
2
17
Hoofdstuk 2
g Duw de papierlade langzaam volledig
terug in de machine.
h Terwijl u de papierlade vasthoudt, de
papiersteun (1) eruit trekken tot u een
klik hoort en de papiersteunklep (2)
uitvouwen.
Enveloppen, briefkaarten en
fotopapier laden2
Enveloppen laden2
Gebruik enveloppen met een gewicht van
75 tot 95 g/m
Voor sommige enveloppen is het nodig de
marge in te stellen in de toepassing. Zorg
ervoor dat u eerst een testafdruk maakt.
VOORZICHTIG
Gebruik nooit de volgende soorten
enveloppen, aangezien zij problemen
veroorzaken bij de papierinvoer:
• Zakachtige enveloppen.
• Enveloppen met reliëf (met verhoogd
opschrift).
• Enveloppen met sluithaken of nietjes.
• Enveloppen die aan de binnenkant zijn
voorbedrukt.
2
(20 tot 25 lb).
Opmerking
De papiersteunklep niet gebruiken voor
Legal-papier.
Lijm 2
Dubbele omslag2
Het kan zijn dat u af en toe problemen
ondervindt bij de papierinvoer vanwege de
dikte, het formaat en de vorm van de
omslag van de enveloppen die u gebruikt.
18
Documenten en papier laden
Enveloppen en briefkaarten laden2
a Druk de hoeken en zijkanten van de
enveloppen of briefkaarten zo plat
mogelijk alvorens deze te plaatsen.
Opmerking
Als er verscheidene enveloppen of
briefkaarten ‘tegelijk naar binnen worden
getrokken’, plaats dan één envelop per
keer in de papierlade.
Als u problemen hebt bij het afdrukken op
enveloppen, volg dan de volgende
suggesties op:
a Open de omslag van de envelop.
b Zorg ervoor dat de open omslag zich
aan de zijkant of aan de achterkant van
de envelop bevindt tijdens het
afdrukken.
c Stel de maat en marge in bij uw
toepassing.
2
2
b Leg de enveloppen of briefkaarten in de
papierlade met de adreszijde naar
beneden en de invoerkant (bovenkant
van de enveloppen) eerst. Stel de
papiergeleiders voor de breedte (1) en
de papiergeleider voor de lengte (2) af
op het formaat van de enveloppen of
briefkaarten.
1
2
19
Hoofdstuk 2
Fotopapier laden2
Gebruik de fotopapierlade, die boven op de
papierlade is gemonteerd, om foto’s af te
drukken op papier van het formaat Foto 10 x
15cm of Foto L. U hoeft de gewone
papierlade niet vrij te maken om de
fotopapierlade te gebruiken.
a Druk met uw linkerduim op de
ontgrendeling van de fotopapierlade en
duw de fotopapierlade (het bovendeel
van de lade) terug tot deze in de positie
voor het afdrukken van foto’s klikt.
1
1 Fotopapierlade
b Houd de papiergeleiders voor de
breedte (1) en de papiergeleider voor de
lengte (2) ingedrukt en stel deze af op
het papierformaat.
c Plaats het fotopapier in de
fotopapierlade en pas de
papiergeleiders voor de breedte
voorzichtig aan het papier aan.
Zorg dat de papiergeleiders aan de
zijkant de randen van het papier
aanraken.
Opmerking
• Zorg ervoor dat u het papier er niet te ver
in duwt; het kan aan de achterkant van de
lade omhoog gaan staan en problemen
veroorzaken bij de invoer.
• Draag er steeds zorg voor dat het papier
niet omkrult.
d Wanneer u klaar bent met het afdrukken
van foto’s, de fotopapierlade in de
normale afdrukpositie terugzetten.
Druk met uw linkerduim op de
ontgrendeling van de fotopapierlade en
trek de uitvoerpapierlade naar voren tot
deze klikt.
20
1
2
1
Kleine afdrukken uit de machine
verwijderen2
Wanneer de machine kleine stukjes papier
uitwerpt op de uitvoerpapierlade, kunt u deze
misschien niet bereiken. Zorg dat het
afdrukken is voltooid, en trek vervolgens de
lade volledig uit de machine.
Documenten en papier laden
2
21
Hoofdstuk 2
Afdrukgebied2
Hoe groot het bedrukbaar gedeelte is, is afhankelijk van de instellingen binnen de door u gebruikte
toepassing. De onderstaande afbeeldingen tonen de niet-bedrukbare gedeelten op losse vellen
papier en enveloppen. De machine kan alleen afdrukken in de grijze gedeelten, wanneer de
afdrukfunctie Zonder marges beschikbaar is en aanstaat.
Losse vellenEnveloppen
3
1
4
3
4
1
2
Bovenkant (1)Onderkant (2)Links (3)Rechts (4)
Losse vellen3 mm (0,12 in.)3 mm (0,12 in.)3 mm (0,12 in.)3 mm (0,12 in.)
Enveloppen12 mm (0,47 in.)24 mm (0,95 in.)3 mm (0,12 in.)3 mm (0,12 in.)
2
Opmerking
De functie Zonder marges is niet beschikbaar voor enveloppen.
22
3
Algemene instellingen3
Papierinstellingen3
Papiersoort3
Voor de beste afdrukkwaliteit dient u de
machine in te stellen op het type papier dat u
gebruikt.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst.
te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Papiersoort te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Normaal Papier,
Inkjetpapier, Brother Fotopap.,
Ander fotopapier of
Transparanten te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
Papierformaat3
U kunt vijf papierformaten voor het printen
van uw kopieën gebruiken: Letter, Legal, A4,
A5, en 10 × 15 cm (4 × 6 in.). Wanneer u het
papierformaat verandert in de machine, moet
u tegelijkertijd de instelling voor het
papierformaat wijzigen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst.
te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Papierformaat te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Letter, Legal,
A4, A5 of 10x15cm te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
3
Opmerking
Het papier wordt met de bedrukte zijde
naar boven op de uitvoerlade aan de
voorkant van de machine uitgeworpen.
Als u transparanten of glanzend papier
gebruikt, dient u elk vel onmiddellijk te
verwijderen; dit om te voorkomen dat de
vellen aan elkaar plakken of verstopt
raken.
23
Hoofdstuk 3
LCD-scherm3
LCD-contrast3
U kunt het contrast van het LCD-scherm
aanpassen, zodat de weergave duidelijker
wordt. Als u het LCD-scherm niet goed kunt
lezen, kunt u proberen de contrastinstelling te
wijzigen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst.
te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om LCD instell. te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om LCD Contrast te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Licht, Half of
Donker te selecteren.
Druk op OK.
De helderheid van de
achtergrond instellen3
Als u het LCD-scherm niet goed kunt lezen,
kunt u proberen de instelling van de
helderheid te wijzigen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst.
te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om LCD instell. te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Schermverlicht
te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Licht, Half of
Donker te selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
f Druk op Stop/Eindigen.
24
Algemene instellingen
Dimmertimer instellen voor
de achtergrondverlichting3
U kunt de duur van de achtergrondverlichting
van het LCD-scherm instellen na de laatste
druk op de toets.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst.
te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om LCD instell. te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Lichtdim-timer
te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om 10 Sec.,
20 Sec., 30 Sec. of Uit te
selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
De uitschakelingstimer
instellen3
U kunt de duur van de verlichting van het
LCD-scherm instellen na de laatste druk op
de toets. Dit is een energiebesparende
functie. De machine kan afdrukken en
scannen, terwijl het LCD-scherm uitstaat.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst.
te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om LCD instell. te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Uitschakelklok
te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om 1 Min, 2 Min.,
3 Min., 5 Min., 10 Min., 30 Min.
of Uit te selecteren.
Druk op OK.
3
f Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Wanneer het scherm uitstaat, kunt u dit
weer aanzetten door op een willekeurige
toets te drukken.
25
Hoofdstuk 3
26
Paragraaf II
KopiërenII
Kopiëren28
4
Kopiëren4
Kopiëren4
Eén kopie maken4
a Uw document laden.
(Zie Documenten laden op pagina 10.)
b Druk op Mono Start of Kleur Start.
Meerdere kopieën maken4
U kunt max. 99 kopieën maken.
a Uw document laden.
b Druk herhaaldelijk op + of - tot het
gewenste aantal kopieën verschijnt
(max. 99)
c Druk op Mono Start of Kleur Start.
Opmerking
Om de kopieën te sorteren drukt u op de
toets a of b om Stapel/Sorteer te
selecteren. (Zie Kopieën sorteren met
gebruik van de ADF (alleen
DCP-540CN) op pagina 32.)
Kopieeropties4
U kunt de kopieerinstellingen wijzigen vanaf
het standaardscherm. Op het LCD-scherm
wordt het volgende weergegeven:
1
1 Aantal kopieën
U kunt het aantal gewenste kopieën invoeren
door herhaaldelijk te drukken op + of -.
Druk op a of b om door het menu
kopieeropties te bladeren.
Kwaliteit (Zie pagina 29.)
Vergr./Verklein (Zie pagina 29.)
Papiersoort (Zie pagina 33.)
Papierformaat (Zie pagina 33.)
Helderheid (Zie pagina 32.)
Contrast (Zie pagina 32.)
Kleuren aanp. (Zie pagina 33.)
Kopiëren onderbreken4
Druk op Stop/Eindigen om het kopiëren te
stoppen.
28
Stapel/Sorteer (alleen DCP-540CN)
(Zie pagina 32.)
Pagina layout (Zie pagina 30.)
Nieuwe standaard (Zie pagina 34.)
Fabrieksinstell. (Zie pagina 34.)
Wanneer de gewenste optie oplicht, drukt u
op OK.
U kunt de kopieerinstellingen tijdelijk wijzigen
voor de volgende kopie.
De machine schakelt na 60 seconden weer
over naar de standaardinstellingen.
Als u verder geen instellingen meer wilt
selecteren, drukt u op Mono Start of Kleur Start.
Kopiëren
Als u verder nog instellingen wilt selecteren,
drukt u op a of b.
Opmerking
U kunt bepaalde instellingen die u het
vaakst gebruikt opslaan door ze als
standaard in te stellen. Deze instellingen
blijven van kracht totdat u ze weer wijzigt.
(Zie Uw wijzigingen instellen als een nieuwe standaard op pagina 34.)
Wijzigen kopieersnelheid en
kwaliteit4
Hiermee stelt u de kopieerkwaliteit in. De
fabriekinstelling is Norm.
SnelHoge kopieersnelheid en laagste
inktverbruik. Gebruik deze
instelling om tijd te besparen
(documenten die u wilt proeflezen,
grote documenten of een groot
aantal kopieën).
NormAanbevolen stand voor normale
afdrukken . Goede kopieerkwaliteit
met adequate kopieersnelheid.
FijnGebruik deze instelling voor het
kopiëren van precieze beelden,
zoals foto’s. De hoogste resolutie
en de laagste snelheid.
De gekopieerde afbeelding
vergroten of verkleinen4
U kunt een vergrotings/verkleiningspercentage kiezen.
a Uw document laden.
b Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
c Druk op a of b om Vergr./Verklein
te selecteren.
Druk op OK.
50%
69% A4iA5
78%
83%
93% A4iLTR
97% LTRiA4
100%*
104% EXEiLTR
142% A5iA4
186% 10x15cmiLTR
198% 10×15cmiA4
200%
Custom(25-400%)
4
a Uw document laden.
b Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
c Druk op a of b om Kwaliteit te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Snel, Norm of Fijn
te selecteren.
Druk op OK.
e Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
29
Hoofdstuk 4
d Kies één van onderstaande opties:
Gebruik a of b om het gewenste
vergrotings- of
verkleiningspercentage te
selecteren. Druk op OK.
Gebruik a of b om
Custom(25-400%) te selecteren.
Druk op + of - om een vergrotings- of
verkleiningspercentage in te toetsen
tussen 25% en 400%. Druk op OK.
e Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Opmerking
Opties voor layout pagina zijn niet
beschikbaar bij Vergr./Verklein.
N op 1-kopieën of poster
maken (paginalayout) 4
U kunt het aantal pagina's voor kopieën
verlagen met de functie N op 1-kopie. U kunt
zo twee of vier pagina’s op één vel kopiëren
en daarmee papier besparen.
U kunt ook een poster maken. Wanneer u de
posteroptie gebruikt, verdeelt uw machine uw
document in delen en vergroot deze delen,
zodat u ze kunt samenvoegen tot een poster.
Als u een poster wilt afdrukken, moet u de
glasplaat gebruiken.
Opmerking
• Controleer of het papierformaat is
ingesteld op Letter of A4.
• Als u kopieën met meerdere kleuren
maakt, is N op 1-kopiëren niet
beschikbaar.
•Als Brother Fotopap. of Ander fotopapier is geselecteerd in
de instelling Papiersoort voor N op 1kopieën, zal de machine de afbeeldingen
printen alsof er Normaal papier was
geselecteerd.
30
•(P) betekent Portret en (L) betekent
Landschap.
• U kunt slechts één poster tegelijkertijd
maken.
Kopiëren
a Uw document laden.
b Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
c Druk op a of b om Pagina layout te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Uit (1op1),
2 in 1 P, 2 in 1 L, 4 in 1 P,
4 in 1 L of Poster(3x3) te
selecteren.
Druk op OK.
e Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start om de pagina te scannen.
Als u een poster aan het maken bent of
het document in de ADF geplaatst hebt,
scant de machine de pagina’s en start
met printen.
Als u de glasplaat gebruikt, gaat u
naar f.
f Nadat de machine de pagina gescand
heeft, drukt u op + (Ja) om de volgende
pagina te scannen.
Plaats uw document met de bedrukte zijde
naar beneden zoals hieronder
aangegeven.
2 in 1 P
2 in 1 L
4
4 in 1 P
4 in 1 L
Poster (3 x 3)
U kunt van een foto een kopie op
posterformaat maken.
g Leg de volgende pagina op de
glasplaat.
Druk op OK.
Herhaal f en g voor elke pagina die u
in deze indeling gebruikt.
h Druk op - (Nee) om te stoppen, wanneer
alle pagina’s zijn gescand.
31
Hoofdstuk 4
Kopieën sorteren met gebruik
van de ADF (alleen
DCP-540CN)4
U kunt meerdere kopieën sorteren. De
pagina's worden in omgekeerde volgorde
gesorteerd.
a Uw document laden.
b Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
c Druk op a of b om Stapel/Sorteer
te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Sorteren te
selecteren.
Druk op OK.
e Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Instelling Helderheid,
Contrast en Kleur4
Helderheid4
U kunt de helderheid instellen om kopieën
donkerder of lichter te maken.
a Uw document laden.
b Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
c Druk op a of b om Helderheid te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om de kopie lichter of
donkerder te maken.
Druk op OK.
e Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Contrast4
U kunt het contrast wijzigen om een beeld er
scherper en levendiger te laten uitzien.
a Uw document laden.
b Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
c Druk op a of b om Contrast te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om het contrast te
verhogen of te verlagen.
Druk op OK.
e Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
32
Kopiëren
Kleur Verzadiging4
a Uw document laden.
b Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
c Druk op a of b om Kleuren aanp. te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Rood, Groen of
Blauw te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a om de kleurverzadiging te
verhogen, of druk op b om de
kleurverzadiging te verlagen.
Druk op OK.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u verzadiging voor een andere
kleur wilt wijzigen, ga dan naar
stap d.
Als u nog andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op a of b om
Stop wijziging te selecteren.
Druk op OK.
Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Papieropties4
Papiersoort4
Als u op speciaal papier kopieert, stel dan de
machine in op het type papier dat u gebruikt
om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen.
a Uw document laden.
b Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
c Druk op a of b om Papiersoort te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Normaal Papier,
Inkjetpapier, Brother Fotopap.,
Ander fotopapier of
Transparanten te selecteren.
Druk op OK.
e Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Papierformaat4
U moet de instelling voor het papierformaat
wijzigen, indien u op een ander formaat dan
A4 kopieert.
U kunt uitsluitend kopiëren op de
papierformaten Letter, Legal, A4, A5 of
Fotokaart [10 cm (B) × 15 cm (H)] .
4
a Uw document laden.
b Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
c Druk op a of b om Papierformaat te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Letter, Legal,
A4, A5 of 10x15cm te selecteren.
Druk op OK.
e Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
33
Hoofdstuk 4
Uw wijzigingen instellen als
een nieuwe standaard4
U kunt de kopieerinstellingen voor
Kwaliteit, Papiersoort, Helderheid,
Contrast en Kleuren aanp. die u het
vaakst gebruikt opslaan door deze als
standaardinstellingen in te stellen. Deze
instellingen blijven van kracht totdat u ze
weer wijzigt.
a Druk op a of b om uw nieuwe instelling
te selecteren.
Druk op OK.
Herhaal deze stap voor iedere instelling
die u wilt wijzigen.
b Na het wijzigen van de laatste instelling,
drukt u op a of b om
Nieuwe standaard te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op + om Ja te selecteren.
d Druk op Stop/Eindigen.
Alle instellingen terugzetten
naar de fabrieksinstellingen4
U kunt alle door u gewijzigde instellingen
terugzetten naar de fabrieksinstellingen.
Deze instellingen blijven van kracht totdat u
ze weer wijzigt.
a Druk op a of b om
Fabrieksinstell. te selecteren.
Druk op OK.
b Druk op + om Ja te selecteren.
c Druk op Stop/Eindigen.
34
Paragraaf III
Direct Foto's Printen
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart36
Foto's afdrukken vanaf een camera met
PictBridge
III
50
Foto's afdrukken vanaf een
5
geheugenkaart
PhotoCapture Center™
Functies
Afdrukken vanaf een
geheugen kaart zonder een
PC5
Ook wanneer de machine niet is aangesloten
op uw computer, kunt u foto’s rechtstreeks
vanaf digitale cameramedia afdrukken. (Zie
Beelden afdrukken op pagina 39.)
Scannen naar een geheugen
kaart zonder een PC5
U kunt documenten rechtstreeks naar een
geheugenkaart scannen en opslaan. Zie
Scannen naar kaart op pagina 48.
PhotoCapture Center™ vanaf
uw computer gebruiken5
U kunt vanaf uw PC toegang krijgen tot de
geheugenkaart die in de mediasleuf (slot) van
de machine is geplaatst.
(Zie PhotoCapture Center™ voor Windows
of Remote Setup & PhotoCapture Center™
voor Macintosh
op de CD-ROM.)
®
in de softwarehandleiding
®
5
Met gebruik van geheugen
kaarten5
5
Uw Brother-machine is voorzien van sleuven
(slots) voor opslagmedia, voor het gebruik
van populaire digitale cameramedia:
CompactFlash
Stick Pro™, SecureDigital™,
MultiMediaCard™ en xD-Picture Card™.
CompactFlash
SecureDigital™
MultiMediaCard™
miniSD™ kan worden gebruikt met een
miniSD™-adapter.
Memory Stick Duo™ kan worden gebruikt
met een Memory Stick Duo™-adapter.
Memory Stick Duo™ kan worden gebruikt
met een Memory Stick Pro Duo™adapter.
Bij de machine worden geen adapters
geleverd. Neem contact op met een
leverancier voor adapters.
®
, Memory Stick® Memory
®
Memory Stick®
Memory Stick Pro™
xD-Picture Card™
36
De functie PhotoCapture Center™ stelt u in
staat om digitale foto's van uw digitale
camera met een hoge resolutie af te drukken,
met een afdrukkwaliteit die gelijkstaat aan de
kwaliteit van foto's.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart
Geheugen mapstructuur
kaart5
Uw machine is ontworpen om compatibel te
zijn met beeldbestanden van moderne
digitale camera's en geheugenkaarten; lees
echter onderstaande punten om fouten te
vermijden:
Het DPOF-bestand op de geheugenkaart
moet een geldig formaat hebben. (Zie
DPOF-afdrukken op pagina 41.)
De extensie van het beeldbestand moet
.JPG zijn (Andere extensies voor
beeldbestanden, zoals .JPEG, .TIF, .GIF
etc., worden niet herkend.)
Afdrukbewerkingen via het PhotoCapture
Center™ zonder het gebruik van een PC
en afdrukbewerkingen via PhotoCapture
Center™ waarbij een PC wordt gebruikt,
moeten apart worden uitgevoerd. (Het is
niet mogelijk om deze bewerkingen
gelijktijdig uit te voeren.)
IBM Microdrive™ is niet compatibel met
de machine.
Uw machine is ontworpen voor het lezen
van geheugenkaarten die door een
digitale camera zijn geformatteerd.
Als een digitale camera een
geheugenkaart formatteert, maakt de
camera een speciale map waar de
beeldgegevens naartoe worden
gekopieerd. Als u de beeldgegevens op
een geheugenkaart met uw PC wilt
aanpassen, raden wij u aan de
mapstructuur die door de digitale camera
is aangemaakt niet te wijzigen. Als u
nieuwe of gewijzigde beeldbestanden op
de geheugenkaart opslaat, raden wij u ook
aan dezelfde map te gebruiken die uw
digitale camera gebruikt. Als de gegevens
niet in dezelfde map worden opgeslagen,
kan de machine het bestand misschien
niet lezen of het beeld niet afdrukken.
5
De machine kan maximaal 999 bestanden
op een geheugenkaart lezen.
CompactFlash
ondersteund.
Dit product ondersteunt xD-Picture
Card™ type M / type H (Large Capacity).
Let op het volgende:
Als u de INDEX of de AFBEELDING
afdrukt, zal het PhotoCapture Center™
alle geldige afbeeldingen afdrukken, zelfs
als één of meer afbeeldingen defect zijn.
Bij defecte beelden kunnen bepaalde
delen op de afdruk ontbreken.
®
type II wordt niet
37
Hoofdstuk 5
Aan de slag5
Steek de kaart goed in de juiste sleuf.
12 34
1 CompactFlash
2 SecureDigital™, MultiMediaCard™
3 Memory Stick
4 xD-Picture Card™
PhotoCapture toets indicaties:
®
®
, Memory Stick Pro™
De machine kan alleen één mediakaart per
keer lezen, dus niet meer dan één kaart in de
sleuf plaatsen.
Modus PhotoCapture
instellen5
Nadat u de mediakaart hebt geplaatst, drukt
u op de (PhotoCapture)-toets zodat
deze groen oplicht en de PhotoCaptureopties op het LCD-scherm worden
weergegeven.
Op het LCD-scherm wordt het volgende
weergegeven:
PhotoCapture licht is aan, de mediakaart
is correct geplaatst.
PhotoCapture licht is uit, de mediakaart
is niet correct geplaatst.
PhotoCapture licht knippert, de
mediakaart wordt gelezen of beschreven.
VOORZICHTIG
Wanneer de machine de kaart leest of
daarnaar schrijft (de PhotoCapture-toets
knippert), mag u de stekker NIET uit het
stopcontact halen of de mediakaart uit de
mediasleuf verwijderen. Doet u dit toch,
dan gaan de gegevens op de kaart
verloren of wordt de kaart beschadigd.
Druk op a of b om door de opties van de
PhotoCapture-toets te bladeren.
Foto(s) bekijken (Zie pagina 39.)
Print index (Zie pagina 39.)
Alle fotos afdr. (Zie pagina 40.)
Fotos afdrukken (Zie pagina 40.)
Opmerking
Als uw digitale camera DPOF-afdrukken
ondersteunt, DPOF-afdrukken op pagina 41.
Wanneer de gewenste optie oplicht, drukt u
op OK.
38
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart
Beelden afdrukken5
Foto('s) bekijken5
U kunt uw foto's van tevoren op het LCDscherm bekijken, voordat u ze afdrukt. Als uw
foto's grote bestanden zijn, kan het zijn dat er
enige tijd verstrijkt tussen het weergeven van
iedere foto op het LCD-scherm.
a Controleer of u de mediakaart in de
juiste sleuf hebt geplaatst.
Druk op (PhotoCapture).
b Druk op a of b om
Foto(s) bekijken te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op d of c om uw foto te selecteren.
d Druk herhaaldelijk op + of - om het
aantal gewenste kopieën in te voeren.
e Herhaal stap c en stap d totdat u alle
foto's hebt geselecteerd.
Index afdrukken (miniaturen) 5
Het PhotoCapture Center™ wijst nummers
aan de beelden toe (bijvoorbeeld nr.1, nr. 2,
nr. 3, enz.).
Het PhotoCapture Center™ herkent geen
andere nummers of bestandsnamen die door
uw digitale camera of PC zijn gebruikt om de
beelden te identificeren. U kunt een pagina
met miniaturen afdrukken (Indexpagina met 6
of 5 beelden per regel). Hierop staan alle
beelden van de mediakaart.
a Controleer of u de mediakaart in de
juiste sleuf hebt geplaatst.
Druk op (PhotoCapture).
5
f Nadat u alle foto's hebt geselecteerd,
gaat u op één van de volgende
manieren te werk:
Druk op OK en wijzig de
printinstelling. (Zie pagina 42.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
b Druk op a of b om Print index te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om
6 Images/RegelSnel of
5 Images/RegelFoto te selecteren.
Druk op OK.
5 Images/Regel
Foto
Het afdrukken van 5 Beelden/Regel
neemt meer tijd in beslag dan het
afdrukken van 6 Beelden/Regel, maar
de kwaliteit is beter.
6 Images/Regel
Snel
d Druk op Kleur Start om af te drukken.
39
Hoofdstuk 5
Alle foto's afdrukken5
U kunt alle foto's van uw mediakaart
afdrukken.
a Controleer of u de mediakaart in de
juiste sleuf hebt geplaatst.
Druk op (PhotoCapture).
b Druk op a of b om
Alle fotos afdr. te selecteren.
Druk op OK.
c Druk herhaaldelijk op + of - om het
aantal gewenste kopieën in te voeren.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wijzig de printinstelling. (Zie
pagina 42.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Foto's afdrukken5
U dient eerst het nummer van een beeld te
weten, pas dan kunt u het afdrukken.
a Controleer of u de mediakaart in de
juiste sleuf hebt geplaatst.
Druk op (PhotoCapture).
b De index afdrukken. (Zie Index
afdrukken (miniaturen) op pagina 39.)
c Druk op a of b om Fotos afdrukken
te selecteren.
Druk op OK.
d Druk herhaaldelijk op + om het nummer
van de afbeelding die u wilt afdrukken
van de indexpagina (miniaturen) in te
voeren.
Als u een tweecijferig nummer wilt
selecteren, drukt u op c om de cursor
naar het volgende cijfer te verplaatsen.
(Voer bijvoorbeeld 1, c, 6 in om
afbeelding Nr. 16 af te drukken.)
Druk op OK.
40
e Herhaal stap d, totdat u alle nummers
van de af te drukken beelden ingevoerd
hebt.
Opmerking
Druk op - om het afbeeldingsnummer te
verlagen.
f Nadat u alle beeldnummers hebt
geselecteerd, drukt u op OK.
g Druk herhaaldelijk op + of - om het
aantal gewenste kopieën in te voeren.
Druk op OK.
h Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wijzig de printinstelling. (Zie
pagina 42.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
DPOF-afdrukken5
DPOF betekent Digital Print Order Format.
Grote producenten van digitale camera’s
(Canon Inc., Eastman Kodak Company, Fuji
Photo Film Co. Ltd. en Matsushita Electric
Industrial Co., Ltd. en Sony Corporation)
hebben deze standaard gecreëerd om het
afdrukken van beelden vanaf een digitale
camera te vereenvoudigen.
Als uw digitale camera het DPOF-afdrukken
ondersteunt, kunt u de beelden en het aantal
exemplaren dat u wilt afdrukken op het
display van de digitale camera selecteren.
Als de geheugenkaart (CompactFlash
Memory Stick
SecureDigital™ MultiMediaCard™ of xDPicture Card™) met daarop DPOF-informatie
in de machine wordt geplaatst, kunt u de
geselecteerde afbeelding op eenvoudige
wijze afdrukken.
®
, Memory Stick Pro™,
®
,
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart
5
a Controleer of u de mediakaart in de
juiste sleuf hebt geplaatst.
Druk op (PhotoCapture). U
wordt gevraagd of u de DPOF-instelling
wilt gebruiken.
b Druk op + om Ja te selecteren.
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wijzig de printinstellingen. (Zie
pagina 42.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
41
Hoofdstuk 5
PhotoCapture Center™ instellingen afdrukken5
U kunt de printinstellingen tijdelijk wijzigen voor de volgende afdruk.
De machine schakelt na 180 seconden weer over naar de standaardinstellingen.
Opmerking
U kunt de printinstellingen die u het vaakst gebruikt, opslaan door ze als standaard in te stellen.
(Zie Uw wijzigingen instellen als een nieuwe standaard op pagina 47.)
1
1 Aantal afdrukken
(Voor Foto('s) bekijken)
U kunt het totaal aantal foto's zien dat wordt afgedrukt.
(Voor Alle foto's afdrukken, Foto's afdrukken)
U kunt het aantal kopieën zien dat van iedere foto wordt afgedrukt.
MenuselectiesOpties 1Opties 2Pagina
PrintkwaliteitNorm/Foto44
PapiersoortNormaal Papier/Inkjetpapier/
44
Brother Fotopap./
Ander fotopapier
PapierformaatLetter/A4/10x15cm/13x18cm(wanneer A4 of Letter
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Papieropties5
Papiersoort5
a Druk op a of b om Papiersoort te
selecteren.
Druk op OK.
b Druk op a of b om het type papier dat
u gebruikt te selecteren,
Normaal Papier, Inkjetpapier,
Brother Fotopap. of
Ander fotopapier.
Druk op OK.
Papier- en afdrukformaat5
a Druk op a of b om Papierformaat te
selecteren.
Druk op OK.
b Druk op a of b om het papierformaat
dat u gebruikt te selecteren, Letter,
10×15cm, 13×18cm of A4.
Druk op OK.
c Als u Letter of A4 hebt geselecteerd,
drukt u op a of b om het afdrukformaat
te selecteren.
Druk op OK.
Bijvoorbeeld: Afdrukpositie voor A4-papier
1
10x8cm
4
18x13cm
2
13x9cm
5
20x15cm
3
15x10cm
6
Max.
afmetingen
c Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
44
d Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart
Instelling Helderheid,
Contrast en Kleur5
Helderheid5
a Druk op a of b om Helderheid te
selecteren.
Druk op OK.
b Druk op a of b om de afdruk lichter of
donkerder te maken.
Druk op OK.
c Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Contrast5
U kunt de contrastinstelling wijzigen. Met
meer contrast ziet een beeld er scherper en
levendiger uit.
a Druk op a of b om Contrast te
selecteren.
Druk op OK.
Kleur Verbetering5
U kunt de functie voor kleurverbetering
inschakelen om meer levendige afdrukken te
maken. Het afdrukken zal langer duren.
a Druk op a of b om Kleur aanp. te
selecteren.
Druk op OK.
b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de witbalans, scherpte of
kleurdichtheid wilt aanpassen, drukt
u op d of c om Aan te selecteren, c
en gaat u vervolgens naar stap c.
Als u geen aanpassingen wilt maken,
drukt u op d of c om Uit te
selecteren.
Druk op OK en ga vervolgensnaar
stap f.
c Druk op a of b om Wit Balans,
Scherpte of Kleurdensiteit te
selecteren.
Druk op OK.
5
b Druk op a of b om het contrast te
verhogen of te verlagen.
Druk op OK.
c Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
d Druk op a of b om de instellingsbalans
aan te passen.
Druk op OK.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u verdere aanpassingen wilt
maken voor kleur verbetering, drukt
u op a of b om een andere optie te
selecteren.
Als u andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op a of b om
Stop wijziging te selecteren, en
drukt u vervolgens op OK.
f Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
45
Hoofdstuk 5
Opmerking
• Witbalans
Met deze instelling bepaalt u de tint van de
witte vlakken in een beeld. Het licht, de
instellingen van de camera en andere
zaken bepalen de tint wit. De witte vlakken
van een afbeelding kunnen er een beetje
roze of geelachtig uitzien, of naar een
andere kleur neigen. Met deze instelling
kunt u dat effect corrigeren en de witte
vlakken weer zuiver wit maken.
• Scherpte
Met deze instelling wordt het detail van
een beeld verbeterd, zoals bij het scherp
stellen van een camera. Als het beeld niet
goed scherp is en u de fijne details van het
beeld niet kunt zien, moet u de scherpte
instellen.
• Kleur Dichtheid
Met deze instelling kunt u de totale
hoeveelheid kleur in het beeld bijstellen. U
kunt de hoeveelheid kleur in een beeld
verhogen of verlagen, teneinde een vaag
of vaal beeld te verbeteren.
Trimmen5
Wanneer uw foto te lang of te breed is voor de
ruimte die u hebt geselecteerd, wordt er
automatisch een gedeelte van de afbeelding
afgesneden.
De fabriekinstelling is Aan. Wanneer u de
hele afbeelding wilt afdrukken, zet u deze
instelling op Uit.
a Druk op a of b om Bijsnijd(crop)
te selecteren.
Druk op OK.
b Druk op a of b om Aan (of Uit) te
selecteren.
Druk op OK.
c Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Bijsnijd(crop): Uit
5
46
Bijsnijd(crop): Aan5
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart
Printen zonder marges5
U kunt de printinstellingen die u het vaakst
gebruikt opslaan door deze als
standaardinstellingen in te stellen. Het
afdrukken zal iets langer duren.
a Druk op a of b om Zonder rand te
selecteren.
Druk op OK.
b Druk op a of b om Uit (of Aan) te
selecteren.
Druk op OK.
c Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Uw wijzigingen instellen als
een nieuwe standaard5
U kunt de printinstellingen die u het vaakst
gebruikt opslaan door deze als
standaardinstellingen in te stellen. Deze
instellingen blijven van kracht totdat u ze
weer wijzigt.
Alle instellingen terugzetten
naar de fabrieksinstellingen5
U kunt alle door u gewijzigde instellingen
terugzetten naar de fabrieksinstellingen.
Deze instellingen blijven van kracht totdat u
ze weer wijzigt.
a Druk op a of b om
Fabrieksinstell. te selecteren.
Druk op OK.
b Druk op + om Ja te selecteren.
c Druk op Stop/Eindigen.
5
a Druk op a of b om uw nieuwe instelling
te selecteren.
Druk op OK.
Herhaal deze stap voor iedere instelling
die u wilt wijzigen.
b Na het wijzigen van de laatste instelling,
drukt u op a of b om
Nieuwe standaard te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op + om Ja te selecteren.
d Druk op Stop/Eindigen.
47
Hoofdstuk 5
Scannen naar kaart5
Scanmodus instellen5
Wanneer u naar kaart wilt scannen, drukt u
op (Scan).
Op het LCD-scherm wordt het volgende
weergegeven:
Druk op a of b om Scan n. kaart te
selecteren.
Druk op OK.
Als u niet bent aangesloten op uw computer,
verschijnt alleen de selectie Scannen naar
kaart op het LCD-scherm.
(Zie softwarehandleiding voor meer
informatie over de andere menu-opties.)
Scannen naar kaart5
U kunt monochrome documenten en
documenten in kleur naar een geheugenkaart
scannen. Monochrome documenten worden
opgeslagen in de bestandsformaten PDF
(*.PDF) of TIFF (*.TIF). Documenten in kleur
kunnen in de bestandsformaten PDF (*.PDF)
of JPEG (*.JPG) worden opgeslagen. De
standaardinstelling is 150dpi kleur en het
standaard bestandsformaat is PDF. Voor
monochrome documenten is de
standaardinstelling 200×100 dpi ZW/W en
het standaardformaat is TIFF.
De machine genereert automatisch
bestandsnamen gebaseerd op de huidige
datum. (Raadpleeg de installatiehandleiding
voor meer informatie.) Zo wordt het vijfde
beeld dat u op 1 juli 2006 scant bijvoorbeeld
01070605.PDF genoemd. U kunt de kleur en
kwaliteit wijzigen.
KwaliteitBestandsformaat dat
u kunt selecteren
150dpi KleurJPEG / PDF
300dpi KleurJPEG / PDF
600dpi KleurJPEG / PDF
200x100dpi ZW/WTIFF / PDF
200dpi ZW/WTIFF / PDF
48
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart
a Plaats een CompactFlash
Verwijder de mediakaart niet als
PhotoCapture knippert; anders kunnen de
kaart of de gegevens erop beschadigd
raken.
®
Stick
, Memory Stick Pro™,
SecureDigital™, MultiMediaCard™ of
xD-Picture Card™ in de machine.
WAARSCHUWING
®
, Memory
b Uw document laden.
c Druk op (Scan).
d Druk op a of b om Scan n. kaart te
selecteren, kies één van onderstaande
opties:
Druk op OK om de kwaliteit te
wijzigen en ga naar stap e .
Druk op Mono Start of Kleur Start
om te beginnen met scannen.
e Druk op a of b om de kwaliteit te
selecteren, kies één van onderstaande
opties:
Uitleg bij de
foutmeldingen5
Als u eenmaal vertrouwd bent met de
verschillende soorten fouten die kunnen
optreden wanneer u met PhotoCapture
Center™ werkt, kunt u problemen
gemakkelijk identificeren en verhelpen.
Media fout
Deze melding verschijnt als u een
mediakaart plaatst die defect of niet
geformatteerd is, of als er iets niet in orde
is met de mediasleuf. Verwijder de
mediakaart om deze foutmelding te
wissen.
Geen bestand
Deze melding verschijnt als u een
mediakaart in de sleuf zonder .JPGbestand probeert te openen.
Geheugen vol
Deze melding verschijnt als u werkt met
beelden die te groot zijn voor het
geheugen van de machine.
5
Druk op OK om het bestandstype te
wijzigen, en ga naar stap f.
Druk op Mono Start of Kleur Start
om te beginnen met scannen.
f Druk op a of b om het bestandstype te
selecteren. Druk op Mono Start of
Kleur Start.
49
Foto's afdrukken vanaf een
6
Uw Brother-machine ondersteunt de
PictBridge-standaard, waardoor
rechtstreekse aansluiting op en direct printen
vanaf een willekeurige digitale camera
compatibel met PictBridge, mogelijk is.
camera met PictBridge
Alvorens PictBridge te
gebruiken
Vereisten voor PictBridge6
Houd onderstaande punten in gedachten om
fouten te vermijden:
De machine en de digitale camera moeten
worden aangesloten met behulp van een
geschikte USB-kabel.
De extensie van het beeldbestand moet
.JPG zijn (Andere extensies voor
beeldbestanden, zoals .JPEG, .TIF, .GIF
etc., worden niet herkend.)
Bewerkingen met PhotoCapture Center
zijn niet beschikbaar tijdens het gebruik
van de PictBridge-functie.
PictBridge gebruiken6
Uw digitale camera instellen6
Menuselecties
Camera
PapierformaatLetter, A4, 10x15cm,
PapiersoortNormaal papier, Glanzend
LayoutZonder marges: Aan,
6
DPOF-instelling
AfdrukkwaliteitNormaal, Fijn,
KleurverbeteringAan, Uit,
1
Zie DPOF-afdrukken voor meer informatie.
2
Als uw camera is ingesteld op de
Printer Instellingen (Standaar dinstelling), drukt de
machine de fot o af met de volgende instellingen:
InstellingenOpties
Papierformaat10x15cm
PapiersoortGlanzend papier
LayoutZonder marges: Aan
AfdrukkwaliteitFijn
KleurverbeteringUit
Raadpleeg de documentatie meegeleverd bij
uw camera voor uitgebreidere informatie over
het wijzigen van de PictBridge-instellingen.
Opties
Printer Instellingen
(Standaardinstelling)
papier, Inkjetpapier,
Printer Instellingen
(Standaardinstelling)
Zonder marges: Uit,
Printer Instellingen
(Standaardinstelling)
1
-
Printer Instellingen
(Standaardinstelling)
Printer Instellingen
(Standaardinstelling)
6
2
2
2
2
2
Controleer of uw camera zich in PictBridgemodus bevindt. Sommige van de instellingen
die hierna worden opgesomd, zijn mogelijk
niet beschikbaar voor uw met PictBridge
compatibele digitale camera.
50
Foto's afdrukken vanaf een camera met PictBridge
Beelden afdrukken6
Opmerking
Verwijder alle geheugenkaarten uit de
machine, alvorens de digitale camera aan
te sluiten.
a Zorg dat uw camera uitstaat. Sluit uw
camera aan op de PictBridge-poort (1)
op de machine door middel van de USBkabel.
1
DPOF-afdrukken6
DPOF betekent Digital Print Order Format.
Grote producenten van digitale camera’s
(Canon Inc., Eastman Kodak Company, Fuji
Photo Film Co. Ltd. en Matsushita Electric
Industrial Co., Ltd. en Sony Corporation)
hebben deze standaard gecreëerd om het
afdrukken van beelden vanaf een digitale
camera te vereenvoudigen.
Als uw digitale camera het DPOF-afdrukken
ondersteunt, kunt u de beelden en het aantal
exemplaren dat u wilt afdrukken op het
display van de digitale camera selecteren.
6
1 PictBridge-poort
b Zet de camera aan.
Wanneer de machine de camera heeft
herkend, wordt Camera Aangesl. op
het LCD-scherm weergegeven.
Wanneer de machine begint met het
afdrukken van een foto, wordt op het
LCD-scherm Printen getoond.
Om schade aan uw machine te voorkomen,
geen ander apparaat dan een met
PictBridge compatibele camera op de
PictBridge-poort aansluiten.
WAARSCHUWING
51
Hoofdstuk 6
Uitleg bij de
foutmeldingen6
Als u eenmaal vertrouwd bent met de
verschillende soorten fouten die kunnen
optreden wanneer u met PictBridge werkt,
kunt u problemen gemakkelijk identificeren
en verhelpen.
Geheugen vol
Deze melding verschijnt als u werkt met
beelden die te groot zijn voor het
geheugen van de machine.
Verkeerd USB-app
Deze melding verschijnt als u een
apparaat dat niet compatibel is met
PictBridge of dat kapot is, aansluit op de
PictBridge-poort. Om de fout te wissen,
koppelt u het apparaat los van de
PictBridge-poort, en drukt u vervolgens op
AAN/UIT om de machine uit en
vervolgens weer aan te zetten.
Voor uitgebreidere oplossingen, zie
Foutmeldingen op pagina 69.
52
Paragraaf IV
SoftwareIV
Software- en netwerkfuncties54
7
Software- en netwerkfuncties7
De CD-ROM bevat de software- en
netwerkhandleiding (alleen DCP-540CN en
DCP-750CW) voor de functies die
beschikbaar zijn bij aansluiting op een
computer (bijvoorbeeld printen en scannen).
De handleiding bevat eenvoudig te gebruiken
koppelingen, die u rechtstreeks naar een
bepaalde sectie leiden als u erop klikt.
U kunt informatie vinden over deze functies:
Afdrukken
Scannen
ControlCenter3 (voor Windows
ControlCenter2 (voor Macintosh
Netwerkscannen (alleen DCP-540CN en
DCP-750CW)
PhotoCapture Center™
Printen via het netwerk (alleen
DCP-540CN en DCP-750CW)
Gebruikers van draadloos netwerk (alleen
DCP-750CW)
®
)
®
)
b Klik op SOFTWAREHANDLEIDING of
NETWERKHANDLEIDING (alleen
DCP-540CN en DCP-750CW) vanuit
het topmenu.
c Klik op de titel die u zou willen lezen in
de lijst links van het venster.
De HTML-gebruikershandleiding lezen
Dit is een 'quick reference' voor het gebruik
van de HTML-gebruikershandleiding.
(voor Windows
®
)
Opmerking
Als u de software niet hebt geïnstalleerd,
zie Documentatie bekijken op pagina 3.
a Vanuit de Start, zet u de muisaanwijzer
op Brother, DCP-XXXX (waarbij XXXX
uw modelnummer is) vanuit de
programmagroep, en klikt u vervolgens
op Guida dell'utente.
54
(voor Macintosh®)
a Zorg dat uw Macintosh
Plaats de Brother CD-ROM in uw
CD-ROM-station. Het volgende venster
wordt weergegeven.
®
aanstaat.
b Dubbelklik op het pictogram
Documentatie.
c Dubbelklik op uw taalfolder, en
dubbelklik vervolgens op het bestand
van het titelbeeld.
d Klik op SOFTWAREHANDLEIDING of
NETWERKHANDLEIDING (alleen
DCP-540CN en DCP-750CW) in het
topmenu, en klik vervolgens op de titel
die u zou willen lezen in de lijst links van
het venster.
Paragraaf V
AppendixenV
Veiligheid en wetgeving56
Problemen oplossen en routineonderhoud65
Menu en functies83
Specificaties94
Verklarende woordenlijst105
Veiligheid en wetgevingA
A
Een geschikte plaats kiezenA
Zet de machine op een plat, stabiel oppervlak, bijvoorbeeld een bureau. Kies een trillingsvrije
plaats. Plaats de machine in de buurt van een standaard geaard stopcontact. Kies een plaats
waar de temperatuur tussen de 10° en 35° C (50° F en 95° F) blijft.
VOORZICHTIG
• Zet uw machine niet op een plaats waar veel mensen heen en weer lopen.
• Plaats de machine niet op een tapijt.
• Plaats de machine NIET in de buurt van verwarmingstoestellen, airconditioners, koelkasten,
medische apparatuur, chemicaliën of water.
• Zorg dat de machine NIET wordt blootgesteld aan direct zonlicht, overmatige warmte, vocht
of stof.
• Sluit de machine NIET aan op een stopcontact dat is voorzien van een wandschakelaar of
een automatische timer.
• Bij een stroomonderbreking kunnen de gegevens in het geheugen van de machine verloren
gaan.
• Sluit de machine niet aan op een stopcontact dat op dezelfde stroomkring zit als grote
apparaten of andere apparatuur die de stroomtoevoer kan verstoren.
• Vermijd bronnen die storingen kunnen veroorzaken, zoals luidsprekers of de basisstations
van draadloze telefoons.
56
Veiligheid en wetgeving
Veilig gebruik van de machineA
Bewaar deze voorschriften a.u.b., zodat u ze later kunt naslaan. Lees ze altijd voordat u probeert
enig onderhoud te verrichten.
WAARSCHUWING
Binnenin de machine bevinden zich hoogspanningselektroden. Haal de stekker van de machine
uit het stopcontact voordat u de binnenkant van de machine reinigt. Hierdoor kunt u een
elektrische schok voorkomen.
Hanteer de stekker NOOIT met natte handen. U kunt dan namelijk een elektrische schok
krijgen.
NIET in het midden aan het stroomsnoer trekken. U kunt dan namelijk een elektrische schok
krijgen.
57
Plaats uw handen NIET op de rand van de machine onder het documentdeksel of onder het
scannerdeksel. Hierdoor kunt u gewond raken.
Plaats NOOIT uw handen op de rand van de papierlade onder het deksel van de uitvoerlade.
Hierdoor kunt u gewond raken.
Raak de papierinvoerrol NIET aan. Hierdoor kunt u gewond raken.
58
Veiligheid en wetgeving
Raak de grijze zone in de onderstaande afbeelding NIET aan. Hierdoor kunt u gewond raken.
Wanneer u de machine verplaatst moet u deze van de basis optillen, door een hand op iedere
kant van het toestel te plaatsen, zoals weergegeven in de afbeelding. Draag de machine nooit
door het scannerdeksel vast te houden.
Als de machine verhit raakt, rook afgeeft, of erge stank afgeeft, de stroomschakelaar
onmiddellijk afzetten en de stekker van de machine uit het stopcontact halen. Neem contact op
met uw Brother-dealer of met de klantenservice van Brother.
Als er metalen voorwerpen, water of andere vloeistoffen in de machine terecht komen, de
stroomschakelaar onmiddellijk uitzetten en de stekker van de machine uit het stopcontact halen.
Neem contact op met uw Brother-dealer of met de klantenservice van Brother.
59
WAARSCHUWING
• Installeer dit product in de nabijheid van een goed bereikbaar stopcontact. In geval van nood
moet u de stekker uit het stopcontact halen om de stroom volledig uit te schakelen.
• Controleer altijd of de stekker goed geplaatst is.
Belangrijke veiligheidsinstructiesA
1 Lees alle instructies door.
2 Bewaar ze, zodat u ze later nog kunt naslaan.
3 Volg alle waarschuwingen en instructies die op het product worden aangegeven.
4 Haal de stekker van dit product uit het stopcontact alvorens u de binnenkant van de machine
gaat reinigen. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen of aërosols. Gebruik een vochtige
doek om het apparaat schoon te maken.
5 Gebruik dit product niet in de buurt van water.
6 Zet dit product niet op een onstabiel oppervlak, stelling of tafel. Het apparaat kan dan namelijk
vallen, waardoor het ernstig kan worden beschadigd.
7 Gleuven en openingen in de behuizing en de achter- of onderkant zijn voor de ventilatie. Om
zeker te zijn van de betrouwbare werking van het apparaat en om het te beschermen tegen
oververhitting, mogen deze openingen niet afgesloten of afgedekt worden. Deze openingen
mogen ook nooit afgedekt worden door het apparaat op een bed, een bank, een kleed of op
een soortgelijk oppervlak te zetten. Zet het apparaat nooit in de buurt van of boven een radiator
of verwarmingsapparatuur. Het apparaat mag nooit in een kast worden ingebouwd, tenzij
voldoende ventilatie aanwezig is.
8 Dit apparaat moet worden aangesloten op een spanningsbron zoals op het etiket staat
aangegeven. Als u niet zeker weet welke soort stroom geleverd wordt, neem dan contact op
met uw leverancier of het plaatselijke elektriciteitsbedrijf.
9 Gebruik alleen het stroomsnoer dat is geleverd bij de machine.
10 Dit product is voorzien van een 3-draads geaard snoer en een geaarde stekker. Deze stekker
past alleen in een geaard stopcontact. Dit is een veiligheidsmaatregel. Kan de stekker niet in
uw stopcontact worden gebruikt, raadpleeg dan uw elektricien en vraag hem uw oude
stopcontact te vervangen. Het is absoluut noodzakelijk dat een geaard snoer wordt gebruikt.
11 Plaats nooit iets op het stroomsnoer. Zet het apparaat niet op een plaats waar mensen over
het snoer kunnen lopen.
12 Zorg dat de opening van de machine voor het printen nooit wordt geblokkeerd. Plaats nooit
een voorwerp in het pad van het printen.
13 Wacht totdat de machine de pagina’s heeft uitgeworpen alvorens ze aan te raken.
60
Veiligheid en wetgeving
14 Trek de stekker van dit product uit het stopcontact en neem altijd contact op met een bevoegde
servicemonteur wanneer het volgende zich voordoet:
Wanneer het stroomsnoer defect of uitgerafeld is.
Wanneer vloeistof in het apparaat is gemorst.
Wanneer het apparaat is blootgesteld aan regen of water.
Wanneer het apparaat niet normaal functioneert, ondanks het naleven van de
bedieningsinstructies, alleen de instellingen aanpassen die zijn aangegeven in de
bedieningshandleiding. Een onjuiste afstelling van andere functies kan leiden tot schade,
wat vaak een uitgebreid onderzoek vereist door een erkende servicemonteur om het
apparaat weer naar behoren te laten werken.
Als het apparaat is gevallen of als de behuizing is beschadigd.
Als het apparaat duidelijk anders gaat presteren, waarbij reparatie nodig blijkt.
15 Om uw apparaat te beveiligen tegen stroompieken en -schommelingen adviseren wij het
gebruik van een overstroombeveiliging.
16 Om het risico van brand, stroomstoot of lichamelijk letsel te reduceren, leest u aandachtig
volgende maatregelen:
Gebruik dit product niet in de buurt van apparaten die water gebruiken, in de buurt van een
zwembad of in een natte kelder.
Gebruik de machine nooit bij onweer (er is kans op elektrocutie) of om een gaslek te
rapporteren wanneer het apparaat in de buurt van het gaslek staat.
BELANGRIJK - Voor uw eigen veiligheidA
Voor een veilige werking moet de meegeleverde geaarde stekker in een normaal geaard
stopcontact worden gestoken dat via het huishoudelijk net geaard is.
Het feit dat dit apparaat naar tevredenheid werkt, betekent niet per se dat de voeding geaard is
en dat de installatie volkomen veilig is. Het is voor uw veiligheid van belang, dat u in geval van
twijfel omtrent de aarding een bevoegd elektricien raadpleegt.
61
LAN-verbinding (DCP-540CN en DCP-750CW alleen)A
VOORZICHTIG
Sluit dit apparaat NIET aan op een LAN-verbinding die kan blootstaan aan overspanningen.
EU-richtlijn 2002/96/EC en EN50419A
alleen Europese Unie
Deze apparatuur is gemarkeerd met het bovenstaande recyclingsymbool. Dit betekent dat u de
apparatuur aan het einde van zijn gebruiksduur apart moet weggooien op een geschikt
verzamelpunt, en het niet mag toevoegen aan de stroom van normaal, ongesorteerd,
huishoudelijk afval. Dit zal het milieu voor iedereen ten goede komen. (alleen Europese Unie)
Wettelijke beperkingen voor kopiërenA
Het maken van kleurenreproducties van bepaalde instrumenten met frauduleuze bedoeling is een
strafbaar feit. Deze aantekening is meer bedoeld als richtlijn dan als een volledige opsomming
van elk mogelijk verbod. Daar waar twijfel bestaat, raden wij u aan de betreffende instanties in uw
eigen land te raadplegen met betrekking tot de wettigheid van documenten waar twijfel over
bestaat.
Hieronder staan een aantal voorbeelden van documenten die niet gekopieerd mogen worden:
Geld
Obligaties of andere schuldbewijzen
Depositobewijzen
Strijdmachts- of Dienstpapieren.
Paspoorten
Postzegels (al dan niet afgestempeld)
Immigratiepapieren
Bijstandsdocumenten
Cheques of Wissels getrokken door Overheidsinstanties
62
Veiligheid en wetgeving
Identificatiedocumenten, badges of insignes
Rijbewijzen en Eigendomspapieren voor motorvoertuigen
Werk dat auteursrechtelijk is beschermd, mag niet worden gekopieerd. Delen van werk dat
auteursrechtelijk is beschermd, mogen echter wel voor ‘eerlijke handel’ worden gekopieerd. Meer
kopieën zou ongepast gebruik kunnen betekenen.
Kunstwerken dienen te worden beschouwd als werk dat auteursrechtelijk is beschermd.
Rijbewijzen en eigendomsbewijzen van motorvoertuigen mogen volgens bepaalde
staats/provinciale wetten niet worden gekopieerd.
63
Hoofdstuk A
HandelsmerkenA
Het Brother-logo is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd.
Brother is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd.
Multi-Function Link is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother International
Corporation.
Windows en Microsoft zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Microsoft in de U.S. en
andere landen.
Macintosh en TrueType zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer, Inc.
PaperPort is een gedeponeerd handelsmerk van ScanSoft, Inc.
Presto! PageManager is een wettig gedeponeerd handelsmerk van NewSoft Technology
Corporation.
Microdrive is een handelsmerk van International Business Machine Corporation.
CompactFlash is een wettig gedeponeerd handelsmerk van SanDisk Corporation.
Memory Stick is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Sony Corporation.
SecureDigital is een handelsmerk van Matsushita Electric Industrial Co. Ltd., SanDisk
Corporation en Toshiba Corporation.
SanDisk is licentiehouder van de handelsmerken SD en miniSD.
MultiMediaCard is een handelsmerk van Infineon Technologies, met licentie aan de
MultiMediaCard Association.
xD-Picture Card is een handelsmerk van Fujifilm Co. Ltd., Toshiba Corporation en Olympus
Optical Co. Ltd.
PictBridge is een handelsmerk.
Memory Stick Pro, Memory Stick Pro Duo, Memory Stick Duo en MagicGate zijn handelsmerken
van Sony Corporation.
BROADCOM, SecureEasySetup en het SecureEasySetup-logo zijn handelsmerken of wettig
gedeponeerde handelsmerken van Broadcom Corporation in de Verenigde Staten en/of andere
landen.
Elk bedrijf wiens software in deze handleiding wordt vermeld, heeft een
softwarelicentieovereenkomst die specifiek bedoeld is voor de betreffende programma’s.
Alle andere merknamen en productnamen die in deze gebruikershandleiding, de
softwarehandleiding en de netwerkhandleiding worden gebruikt, zijn wettig gedeponeerde
handelsmerken van de betreffende bedrijven.
64
Problemen oplossen en
B
routineonderhoud
Problemen oplossen B
Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, kijk dan in onderstaande tabel en volg de tips
voor het oplossen van problemen.
De meeste problemen kunt u zelf eenvoudig oplossen. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het
Brother Solutions Center de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van
problemen. Ga naar http://solutions.brother.com
Als u problemen met uw machine hebtB
Afdrukken
ProbleemSuggesties
Geen printControleer de interfacekabel of draadloze verbinding (alleen DCP-750CW) tussen
de machine en uw computer. (Zie de installatiehandleiding.)
Controleer of de machine aangesloten is en niet uitgeschakeld.
Eén of meer inktcartridges zijn leeg. (Zie De inktcartridges vervangen op pagina 74.)
Controleer of het LCD-scherm een foutmelding weergeeft. (Zie
Foutmeldingen op pagina 69.)
Controleer of de correcte printerdriver is geïnstalleerd en geselecteer d.
Controleer of de machine online is. Klik op Start en vervolgens op
Printers en faxapparaten. Klik met de rechtermuisknop en selecteer
Brother DCP-XXXX (waarbij XXXX uw modelnaam is), en controleer of
Printer offline gebruiken niet is aangevinkt.
Slechte afdrukkwaliteitControleer de afdrukkwaliteit (Zie De afdrukkwaliteit controleren op pagina 79.)
Zorg dat de instellingen voor het mediatype in de printerdriver of de papiersoort in
het menu overeenkomen met het door u gebruikte type papier. (Zie Afdrukken
voor Windows
op de CD-ROM.)
Controleer de verloopdatum van uw inktcartridges. De inkt zou kunnen klonteren
ten gevolge van:
De uiterste gebruiksdatum die op de cartridge staat, is verstreken. (Cartridges
kunnen tot max. 2 jaar gebruikt worden, als zij in hun originele verpakking
bewaard worden.)
De inktcartridge bevond zich al meer dan zes maanden in uw machine.
Het kan ook zijn dat de inktcartridge vóór gebruik niet goed opgeslagen was.
Probeer het aanbevolen type papier te gebruiken. (Zie Acceptabel papier en
andere media op pagina 12.)
De aanbevolen omgevingstemperatuur voor uw machine is tussen 20° C en
33° C (68° F en 91° F).
.
®
of Afdr ukken en faxen voor Macintosh® in de softwarehandleiding
B
65
Afdrukken (Vervolg)
ProbleemSuggesties
Witte horizontale lijnen in tekst of
grafische afbeeldingen.
De machine print blanco pagina’s.Reinig de printkop (Zie De printkop reinigen op pagina 78.)
Tekens en regels overlappen
elkaar.
Afgedrukte tekst of af beeldingen
staan scheef.
Er staat een vlek in het midden
bovenaan de afgedrukte pagina.
Op de afdruk staan vlekken of het
lijkt of de inkt vlekt.
Er staan vlekken aan de achterkant
of onderaan de pagina.
De machine drukt dichte lijnen af
op de pagina.
De afdrukken zijn gekreukeld.In het tabblad Normaal van de printerdriver, klikken op Instellingen en
Kan ‘2 in 1 of 4 in 1’ afdrukken niet
uitvoeren.
Printsnelheid is te laag. Probeer de instelling van de printerdriver te wijzigen. De hoogste resolutie heeft
Kleurverbetering werkt niet goed.Als de beeldgegevens in uw toepassing niet in kleurendruk zijn (zoals 256
De machine voert meerdere
pagina’s in.
De afgedrukte pagina’s zijn niet
juist afgelegd.
Als meer dan één bedrukt papier
tegelijk wordt doorgevoerd, kan dit
het papier doen vastlopen.
De machine print niet vanuit Paint
Brush.
Reinig de printkop (Zie De printkop reinigen op pagina 78.)
Probeer het aanbevolen type papier te gebruiken. (Zie Acceptabel papier en andere media op pagina 12.)
Als u wilt afdrukken op Foto L of 10 x 15 cm papier, gebruik dan zeker de
fotopapierlade. (Zie Fotopapier laden op pagina 20.)
De uitlijning controleren. (Zie De uitlijning controleren op pagina 80.)
Zorg ervoor dat het papier correct in de papierlade geplaatst is en dat de
papiergeleiders aan de zijkant goed staan afgesteld. (Zie Papier en andere media laden op pagina 16.)
Controleer of de klep verwijdering vastgelopen papier goed is geïnstalleerd.
Controleer of het papier niet te dik is en niet krult. (Zie Acceptabel papier en andere media op pagina 12.)
Zorg dat u het aanbevolen type papier gebruikt. (Zie Acceptabel papier en andere media op pagina 12.) Raak het papier pas aan als de inkt droog is.
Controleer of er geen inkt op de geleiderol zit. (Zie De machinegeleiderol reinigen op pagina 77.)
Wees er zeker van dat u de papiersteunklep gebruikt. (Zie Papier en andere media laden op pagina 16.)
Vink Omgekeerde volgorde aan op het tabblad Normaal van de printerdriver.
Printkop heen en weer deselecteren.
Controleer of de instellingen voor het papierformaat in de toepassing en in de
printerdriver hetzelfde zijn.
meer tijd nodig om de gegevens te verwerken, te verzenden en te printen. Probeer
de andere kwaliteitsinstellingen in het tabblad Normaal van de printerdriver. Klik
ook op het tabblad Instellingen, en vergeet niet kleur verbetering te deselecteren.
Zet de optie Zonder marges uit. Printen zonder marges is langzamer dan normaal
printen. (Zie Afdrukken voor Windows® of Afdrukken en faxen voor Macintosh® in
de softwarehandleiding op de CD-ROM.)
kleuren), dan werkt Kleurverbetering niet. Gebruik voor de functie
Kleurverbetering tenminste 24-bits kleurgegevens.
Zorg dat het papier op de juiste wijze in de papierlade is geplaatst. (Zie Papier en andere media laden op pagina 16.)
Controleer of er nooit meer dan twee papiersoorten tegelijk in de papierlade zijn
geplaatst.
Wees er zeker van dat u de papiersteunklep gebruikt. (Zie Papier en andere media laden op pagina 16.)
Trek de papiersteun uit tot u de klik hoort.
Probeer het beeldscherm in te stellen op ‘256 kleuren.’
66
Afdrukken (Vervolg)
ProbleemSuggesties
De machine print niet vanuit Adobe
Illustrator.
Probeer de printresolutie te verlagen. (Zie Afdrukken voor Windows
en faxen voor Macintosh
Problemen met kopiëren
ProbleemSuggesties
Er verschijnen verticale strepen OP
de kopieën.
Slechte kopieerresultaten bij
gebruik van de ADF (alleen DCP540CN).
Als u verticale strepen op de kopieën ziet, de scanner reinigen. (Zie De scanner reinigen op pagina 77.)
Probeer de glasplaat te gebruiken. (Zie De glasplaat gebruiken op pagina 11.)
Problemen met scannen
ProbleemSuggesties
Tijdens het scannen verschijnen er
TWAIN/WIA-fouten.
Slechte scanresultaten bij gebruik
van de ADF.
Zorg dat de TWAIN/WIA-driver van Brother als primaire bron is geselecteerd. In
PaperPort
Brother TWAIN/WIA-driver.
Probeer de glasplaat te gebruiken. (Zie De glasplaat gebruiken op pagina 11.)
Problemen oplossen en routineonderhoud
®
®
in de softwarehandleiding op de CD-ROM.)
®
SE met OCR, klikt u op bestandsmenu, scannen en selecteert u de
of Afdrukken
Problemen met software
ProbleemSuggesties
Onmogelijk software te installeren
of te printen.
‘Apparaat bezet’ Controleer of er op het LCD-scherm van de machine geen foutmelding staat.
Het programma Repair MFL-Pro Suite op de CD-ROM uitvoeren. Dit programma
repareert en herinstalleert de software.
PhotoCapture Center™ problemen
ProbleemSuggesties
Verwisselbare schijf werkt niet naar
behoren.
1 Hebt u de update voor Windows
gedaan, doet u het volgende:
1) Koppel de USB-kabel los.
2) Installeer de update voor Windows
installatiehandleiding. Nadat de installatie is voltooid, wordt de PC
automatisch opnieuw gestart.
3) Wacht ongeveer 1 minuut nadat de PC opnieuw is gestart en sluit daarna
de USB-kabel aan.
2 Verwijder de geheugenkaart en plaats deze weer terug.
3 Als u ‘Uitwerpen’ vanuit Windows® hebt geprobeerd, moet u de mediakaart
verwijderen alvorens u verdergaat.
4 Als er een foutmelding wordt weergegeven wanneer u de mediakaart probeert
uit te werpen, betekent dit dat de kaart gebruikt werd. Wacht even en probeer
opnieuw.
5 Als niets van het bovenstaande werkt, uw PC en machine uitzetten en
vervolgens opnieuw aanzetten. (U moet de stekker van de machine uit het
stopcontact halen om de machine uit te zetten.)
®
2000 geïnstalleerd? Als u dat niet hebt
®
2000, en raadpleeg de
67
PhotoCapture Center™ problemen (Vervolg)
ProbleemSuggesties
Geen toegang tot Verwisselbare
Controleer of u de mediakaart in de sleuf hebt geplaatst.
schijf vanuit pictogram Desktop.
Problemen met netwerk
ProbleemSuggesties
Afdrukken via het netwerk
onmogelijk.
De functie netwerkscannen werkt
niet.
Uw computer kan de machine niet
vinden.
Controleer of uw machine aanstaat, online is en klaar om af te drukken. Druk de
netwerkconfiguratielijst af (zie Rapporten afdrukken op pagina 9) en controleer de
huidige netwerkinstellingen die in deze lijst worden afgedrukt. Sluit de LAN-kabel
weer aan op de hub om te controleren of de kabels en de netwerkaansluitingen in
orde zijn. Probeer, indien mogelijk, de machine aan te sluiten op een andere poort
van uw hub en gebruik een andere kabel. Als de aansluitingen goed zijn, toont de
machine twee seconden lang LAN Actief.
(Als u een draadloze verbinding gebruikt (alleen DCP-750CW) of
netwerkproblemen hebt, raadpleeg dan de netwerkhandleiding op de CD-ROM
voor meer informatie.)
(Alleen bij gebruik van Windows
noodzakelijke netwerkverbinding afwijzen. Volg onderstaande instructies om de
firewall te configureren. Als u een persoonlijke Firewall-software gebruikt,
raadpleeg dan de gebruikershandleiding voor uw software of neem contact op met
de software-producent.
Bij gebruik van <Windows
1 Klik op de knop Start, Instellingen, Bedieningspaneel en vervolgens op
Windows Firewall. Zorg ervoor dat Windows Firewall in het tabblad Normaal
op Aan staat.
2 Klik op het tabblad Uitzonderingen en de knop Poort toevoegen.
3 Voer een willekeurige naam in, het poortnummer (54295 voor
netwerkscannen), selecteer UDP en klik op OK.
4 Zorg ervoor dat de nieuwe instelling wordt toegevoegd en gecontroleerd, en
klik vervolgens op OK.
Bij gebruik van Windows
<Windows
®
-gebruikers>
De instelling van de Firewall op uw PC kan de noodzakelijke netwerkverbinding
afwijzen. Zie bovenstaande instructies voor meer informatie.
<Macintosh
®
-gebruikers>
Selecteer opnieuw uw machine in de toepassing DeviceSelector in Macintosh
HD/Library/Printers/Brother/Utilities of via het model van ControlCenter2.
®
) De instelling van de Firewall op uw PC kan de
®
XP SP2>
®
XP SP1, ga naar het Brother Solutions Center.
68
Problemen oplossen en routineonderhoud
FoutmeldingenB
Zoals met alle verfijnde kantoorproducten het geval is, kunnen er fouten optreden. In dergelijke
gevallen kan de machine de fout doorgaans zelf identificeren en wordt een foutmelding getoond.
De onderstaande lijst geeft een overzicht van de meest voorkomende foutmeldingen.
De meeste fouten kunt u zelf corrigeren. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions
Center de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen.
Ga naar http://solutions.brother.com
FoutmeldingOorzaakWat te doen
Bijna leegEén of meer inktcartridges zijn
bijna leeg.
De inkt is opEén of meer inktcartridges zijn
leeg. De machine stopt alle
printbewerkingen.
Deksel is openHet scannerdeksel is niet goed
gesloten.
Het deksel van de inktcartridge is
niet volledig gesloten.
Document nazienHet document is niet goed
geplaatst of het document dat via
de ADF is gescand, was te lang.
Formaat nazienU gebruikt een verkeerd
papierformaat.
Geen bestandEr staat geen .JPG-bestand op
de mediakaart in de mediasleuf.
Geen patroonEén van de inktcartridges is niet
goed geïnstalleerd.
Geheugen volHet geheugen van de machine is
vol.
.
Bestel een nieuwe inktcartridge.
Vervang de inktcartridges. (Zie De inktcartridges vervangen op pagina 74.)
Til het scannerdeksel op en sluit dit weer.
Sluit het deksel van de inktcartridge goed,
totdat u een klik hoort.
Zie Bij gebruik van de ADF (alleen DCP-540CN) op pagina 10.
Zie Vastgelopen document (alleen DCP-540CN) op pagina 71.
Plaats papier van het juiste formaat
(Letter, Legal of A4) en druk vervolgens op
Mono Start of Kleur Start.
Steek de juiste mediakaart weer in de
sleuf.
Verwijder de inktcartridge en installeer
deze op juiste wijze opnieuw. (Zie De inktcartridges vervangen op pagina 74.)
Bezig met kopiëren
Druk op Stop/Eindigen en wacht tot de
andere processen zijn afgewerkt en
probeer opnieuw.
Bezig met printen
Verminder de printresolutie (Zie voor meer
informatie Afdrukken voor Windows
Afdrukken en faxen voor Macintosh
softwarehandleiding op de CD-ROM.)
®
of
®
in de
69
FoutmeldingOorzaakWat te doen
Media foutDe mediakaart is defect, slecht
geformatteerd of er is een
probleem met de mediakaart.
Meer gegevensEr zitten nog afdrukgegevens in
het geheugen van de machine.
Er zitten nog afdrukgegevens in
het geheugen van de machine.
De USB-kabel werd
losgekoppeld terwijl de computer
gegevens naar de machine
stuurde.
Papier nazienDe machine heeft geen papier
meer of het papier is niet goed in
de papierlade geplaatst.
Het papier is vastgelopen in de
machine.
PapierstoringPapier is vastgelopen in de
machine.
Veranderen onmog XX
Reinigen onmog. XX
Opstartprobleem XX
Print onmogelijk XX
Scan onmogelijk XX
Temperatuur hoogDe printkop is te warm.Laat de machine afkoelen.
Temperatuur laagDe printkop is te warm.Laat de machine opwarmen.
Verkeerd USB-appEen apparaat dat niet
De machine heeft een
mechanisch probleem.
compatibel is met PictBridge of
kapot is, is aangesloten op de
PictBridge-ingang.
Steek de kaart weer goed in de sleuf terug
om er zeker van te zijn dat de kaart zich in
de juiste positie bevindt. Indien de fout blijft
bestaan, de mediasleuf controleren door
een andere mediakaart te plaatsen,
waarvan u weet dat deze functioneert.
Hervat het printen vanaf uw computer.
Druk op Stop/Eindigen. De machine
annuleert de taak en verwijdert deze uit het
geheugen. Probeer opnieuw te printen.
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Vul het papier in de papierlade aan, en
druk vervolgens op Mono Start of
Kleur Start.
Verwijder het papier en leg het
opnieuw in de lade; druk vervolgens op
Mono Start of Kleur Start.
Zie Papier vastgelopen in de machine op pagina 72.
Zie Papier vastgelopen in de machine op pagina 72.
Haal de stekker van de machine enkele
minuten uit het contact en sluit hem daarna
weer aan.
Koppel het apparaat los van de PictBridgeingang, en druk vervolgens op AAN/UIT
om de machine uit en vervolgens weer aan
te zetten.
70
Problemen oplossen en routineonderhoud
Taal LCD-scherm wijzigenB
U kunt de taal op het LCD-scherm wijzigen.
a Druk op Menu
b Druk op a of b om Stand.instel. te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Taalkeuze te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om uw taal te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
Vastgelopen document
(alleen DCP-540CN)B
Documenten kunnen vastlopen als deze niet
correct zijn geplaatst of ingevoerd, of als ze te
lang zijn. Volg onderstaande stappen om
vastgelopen papier te verwijderen.
e Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Om vastlopen van papier in de toekomst
te vermijden, het ADF-deksel correct
sluiten door er voorzichtig op te drukken in
het midden.
Het document is in de ADF
vastgelopenB
a Verwijder al het papier dat niet is
vastgelopen uit de ADF.
b Til het documentdeksel op.
c Trek het vastgelopen document er naar
links uit.
Het document is bovenin de ADF
vastgelopen
a Verwijder al het papier dat niet is
vastgelopen uit de ADF.
b Open het ADF-deksel.
c Trek het vastgelopen document er naar
rechts of links uit.
d Sluit het ADF-deksel.
B
d Sluit het documentdeksel.
e Druk op Stop/Eindigen.
71
Papier vastgelopen in de
machineB
Verwijder het vastgelopen papier uit de plaats
waar het in de machine is vastgelopen. Open
en sluit het scannerdeksel om de fout te
wissen.
a Trek de papierlade (1) uit de machine.
1
b Trek het vastgelopen papier eruit (1).
1
c Verwijder de klep verwijdering
vastgelopen papier (1). Trek het
vastgelopen papier uit de machine.
1
Als u het vastgelopen papier niet van
de voorkant kunt verwijderen, of als
de foutmelding op het LCD-scherm
blijft verschijnen nadat u het
vastgelopen papier verwijderd hebt,
ga dan naar de volgende stap.
72
Problemen oplossen en routineonderhoud
d Plaats de klep verwijdering vastgelopen
papier terug.
Controleer of de klep goed is
geïnstalleerd.
e Til het scannerdeksel (1) op aan de
voorkant van de machine, totdat deze in
de open stand vergrendeld is.
Zorg dat er geen vastgelopen papier in
de machine achterblijft. Kijk beide
kanten van de inktpatroonhouder na.
1
f Til het scannerdeksel op om de
vergrendeling (1) los te maken. Druk de
steun van het scannerdeksel (2)
voorzichtig naar beneden en sluit het
scannerdeksel (3).
g Duw de papierlade stevig terug in de
machine. Terwijl u de papierlade
vasthoudt, de papiersteun (1) eruit
trekken tot u een klik hoort en de
papiersteunklep (2) uitvouwen.
Opmerking
Als het papier onder de printkop is
vastgelopen, moet u de stekker van de
machine uit het stopcontact trekken, en
vervolgens de printkop bewegen om het
papier te verwijderen.
73
RoutineonderhoudB
De inktcartridges vervangen B
Uw machine is voorzien van een
inktstippenteller. De inktstippenteller
controleert automatisch het inktniveau in elk
van de 4 cartridges. Als de machine ontdekt
dat een inktcartridge bijna leeg is, zal de
machine u waarschuwen door middel van
een melding op het LCD-scherm.
Het LCD-scherm informeert u welke
inktcartridge bijna leeg is of vervangen moet
worden. Volg de aanwijzingen op het LCDscherm om de inktcartridges in de juiste
volgorde te vervangen.
Ook al informeert de machine u dat er een
inktcartridge leeg is, zal er nog een kleine
hoeveelheid inkt in de inktcartridge aanwezig
zijn. Het is noodzakelijk dat er inkt in de
inktcartridge aanwezig blijft om te voorkomen
dat de lucht de printkopset uitdroogt en
beschadigt.
c Open de verpakking met de nieuwe
inktcartridge voor de kleur die op het
LCD-scherm wordt getoond, en haal
vervolgens de inktcartridge eruit.
d Verwijder het gele beschermkapje (1).
1
a Open het deksel van de inktcartridge.
Als één of meer inktcartridges leeg zijn,
bijvoorbeeld Zwart, wordt op het LCDscherm De inkt is op weergegeven.
b Duw de ontgrendelingshendel naar
beneden en verwijder de inktcartridge
van de kleur die op het LCD-scherm
getoond wordt.
Onjuiste configuratie
Raak het gebied uit de onderstaande
afbeelding NIET aan.
Opmerking
Als het gele beschermkapje loskomt
terwijl u de verpakking opent, zal de
cartridge niet beschadigd worden.
74
Problemen oplossen en routineonderhoud
e Elke kleur heeft zijn eigen juiste positie.
Plaats de inktcartridge in de richting van
de pijl op het etiket.
brother
XXXX
M
f Til de ongrendelingshendel op en duw
erop tot u een klik hoort, en sluit
vervolgens het deksel van de
inktcartridge.
g Als u een inktcartridge hebt vervangen,
kan het zijn dat u wordt gevraagd te
bevestigen dat dit een gloednieuwe
cartridge is. (Bijvoorbeeld,
Veranderd? Zwart inkt) Voor elke
nieuwe door u geïnstalleerde cartridge,
drukt u op + (Ja) om de inktstippenteller
voor de betreffende kleur automatisch te
resetten. Als de inktcartridge die u hebt
geïnstalleerd niet nieuw is, moet u
drukken op - (Nee).
Als u wacht totdat de meldingen Bijna leeg en De inkt is op op het LCDscherm worden getoond, zal de
machine de inktstippenteller
automatisch resetten.
Opmerking
Als op het LCD-scherm de melding
Geen pantroon wordt getoond nadat u
de inktcartridges hebt geïnstalleerd, dient
u te controleren of ze op juiste wijze zijn
geïnstalleerd.
Mocht u inkt in uw ogen krijgen, spoel ze
dan onmiddellijk met water en raadpleeg
een arts als u zich bezorgd maakt.
Verwijder GEEN inktcartridges, als deze
niet vervangen hoeven te worden. Als u dit
toch doet, kan dit de hoeveelheid inkt
verminderen en weet de machine niet
hoeveel inkt er nog in de cartridge zit.
Raak de houders voor de cartridges NIET
aan. Als u dat doet, kan de inkt vlekken op
uw huid achterlaten.
Als de inkt vlekken op uw huid of kleding
achterlaat, was deze dan onmiddellijk met
zeep of een wasmiddel.
Als de kleuren gemengd zijn omdat u een
inktcartridge in de verkeerde positie
geïnstalleerd hebt, moet u nadat de
cartridge op de juiste plaats geïnstalleerd is
de printkop diverse keren reinigen.
Installeer een inktcartridge onmiddellijk na
het openen in de machine en verbruik deze
binnen zes maanden na de installatie.
Gebruik ongeopende inktcartridges vóór de
uiterste verbruiksdatum die op de
cartridgeverpakking vermeld staat.
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
75
De inktcartridge NIET openmaken of ermee
knoeien, want daardoor kan de cartridge
inkt verliezen.
De multifunctionele machines van Brother
zijn ontworpen om te werken met inkt van
een bepaalde specificatie, en ze leveren
optimale prestaties indien gebruikt met
originele inktcartridges van Brother.
Brother kan deze optimale prestaties niet
garanderen indien inkt of inktcartridges van
andere specificaties gebruikt worden. Het
gebruik van cartridges anders dan originele
cartridges van Brother of het gebruik van
cartridges die met inkt van andere merken
zijn gevuld, wordt derhalve afgeraden op
deze machine. Indien de printkop of andere
delen van deze machine worden
beschadigd als gevolg van het gebruik van
niet compatibile producten, dan is het
mogelijk dat enige reparaties die nodig zijn
als gevolg daarvan niet door de garantie
worden gedekt.
Maak de buitenkant van de machine als
volgt schoon:
a Trek de papierlade (1) volledig uit de
machine.
1
b Reinig de buitenkant van de machine
met een zachte doek om stof te
verwijderen.
B
De buitenkant van de machine
schoonmakenB
Gebruik neutrale schoonmaakmiddelen.
Reiniging met vloeistoffen die vervliegen,
zoals verdunner of benzine, beschadigt de
buitenkant van de machine.
Gebruik GEEN schoonmaakmiddelen die
ammoniak bevatten.
Gebruik GEEN isopropylalcohol om het
bedieningspaneel schoon te maken. Het
paneel kan barsten.
VOORZICHTIG
c Til het deksel van de uitvoerpapierlade
op en verwijder alles wat in de
papierlade is vastgelopen.
d Reinig de binnen- en buitenkant van de
papierlade met een zachte doek om stof
te verwijderen.
e Sluit het deksel van de
uitvoerpapierlade en plaats de
papierlade stevig terug in de machine.
76
Problemen oplossen en routineonderhoud
De scanner reinigenB
a Til het documentdeksel (1) op. Reinig de
glasplaat (2) en het witte plastic (3) met
schoonmaakalcohol op een zachte,
pluisvrije doek.
1
3
2
b Reinig de witte balk (1) en de glazen
strook (2) onder de balk in de ADF, met
behulp van een pluisvrije doek met
isopropylalcohol.
De machinegeleiderol
reinigenB
Haal het netsnoer van de machine uit het
stopcontact voordat u de geleiderol (1)
reinigt.
WAARSCHUWING
a Maak de geleiderol (1) en het gebied
eromheen schoon door met een zachte,
droge, pluisvrije doek de gemorste inkt
op te vegen.
1
1
2
77
De invoerrol voor papier
reinigenB
a Trek de papierlade volledig uit de
machine.
De printkop reinigenB
De machine reinigt regelmatig de printkop,
teneinde een goede afdrukkwaliteit te
garanderen. U kunt het reinigingsproces
wanneer nodig handmatig starten.
b Haal het netsnoer van de machine uit
het stopcontact en verwijder de klep
verwijdering vastgelopen papier (1).
1
c De invoerrol voor papier (1) reinigen met
schoonmaakalcohol op een
wattestaafje.
Als er op de afgedrukte pagina’s een
horizontale streep door tekst of grafisch werk
loopt, dient u de printkop en de inktcartridges
te reinigen. U kunt alleen Zwart, drie kleuren
tegelijk (Geel/Cyaan/Magenta), of alle vier
kleuren tegelijk reinigen.
Bij het reinigen van de printkop wordt inkt
verbruikt. Wanneer de kop te vaak wordt
gereinigd, wordt er onnodig inkt verbruikt.
Raak de printkop NIET aan. Als u de
printkop aanraakt, kan hij blijvend worden
beschadigd en kan de garantie erop
vervallen.
VOORZICHTIG
a Druk op Inkt.
b Druk op a of b om Reinigen te
selecteren.
Druk op OK.
1
d Plaats de klep verwijdering vastgelopen
papier terug.
Controleer of de klep goed is
geïnstalleerd.
e Sluit het stroomsnoer weer aan.
f Duw de papierlade langzaam volledig
terug in de machine.
78
c Druk op a of b om Zwarte inkt,
Kleur of Alle inkt te selecteren.
Druk op OK.
De machine begint de printkop te
reinigen. Nadat het reinigen is voltooid,
zal de machine automatisch weer
overschakelen naar de stand standby.
Opmerking
Als u de printkop ten minste vijf keer hebt
gereinigd en de kwaliteit niet is verbeterd,
neem dan contact op met uw Brotherdealer.
Problemen oplossen en routineonderhoud
De afdrukkwaliteit
controlerenB
Als er fletse of gestreepte kleuren en tekst
verschijnen op uw uitvoer, kunnen enkele
spuitmondjes verstopt zijn. U kunt dit
controleren door de Testpagina
afdrukkwaliteit te printen en naar het patroon
van de spuitmondjes te kijken.
a Druk op Inkt.
b Druk op a of b om Testafdruk te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Printkwaliteit
te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op Kleur Start.
De machine begint de Testpagina
afdrukkwaliteit te printen.
e Controleer de kwaliteit van de vier
kleurenblokken op het vel.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als alle lijnen duidelijk en zichtbaar
zijn, drukt u op + om Ja te
selecteren, en gaat u door naar
stap j.
Als er zoals hieronder korte lijnen
ontbreken, drukt u op - om Nee te
selecteren.
De machine begint de printkop te
reinigen.
i Druk op Kleur Start wanneer het
reinigen is voltooid.
De machine zal nu de Testpagina
afdrukkwaliteit nogmaals afdrukken en
vervolgens terugkeren naar stap e.
j Druk op Stop/Eindigen.
Als u deze procedure minimaal vijf keer
herhaalt, en de afdrukkwaliteit nog
steeds slecht is, vervang dan de
inktcartridge voor de geklonterde kleur.
Na het vervangen van de inktcartridge,
de afdrukkwaliteit controleren. Als het
probleem niet is verholpen, moet u het
reinigen van de printkop en de
afdrukprocedures minimaal vijf keer
herhalen voor de nieuwe inktcartridge.
Als er nog inkt ontbreekt, neem dan
contact op met uw Brother-dealer.
Raak de printkop NIET aan. Als u de
printkop aanraakt, kan hij blijvend worden
beschadigd en kan de garantie erop
vervallen.
VOORZICHTIG
Opmerking
i
OKNiet OK
g U wordt gevraagd of de afdrukkwaliteit
voor zwart en drie kleuren in orde is.
Druk op + (Ja) of - (Nee).
h U wordt gevraagd of u wilt beginnen met
reinigen.
Druk op + (Ja).
Als een
spuitmondje van
een printkop
verstopt is, ziet
het geprinte
voorbeeld er als
volgt uit.
Nadat het
spuitmondje van
de printkop
gereinigd is, zijn
de horizontale
strepen
verdwenen.
79
De uitlijning controlerenB
Het inktvolume controlerenB
Het kan zijn dat u de uitlijning moet afstellen;
maar als na het transport van de machine de
afgedrukte tekst vlekkerig is of de
afbeeldingen flets zijn, kan het zijn dat er
aanpassingen nodig zijn.
a Druk op Inkt.
b Druk op a of b om Testafdruk te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Instel kantlijn
te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op Mono Start of Kleur Start.
De machine begint de
Uitlijningscontrolepagina af te drukken.
e Controleer de testafdrukken voor
600 dpi en 1200 dpi om te zien of
nummer 5 het beste overeenkomt met
nummer 0.
Als voorbeeld nummer 5 zowel het
beste overeenkomt in geval van
600 dpi en 1200 dpi, drukt u op +
(Ja) om Uitlijning controleren te
voltooien, en gaat u naar stap h.
Als één van de andere nummers van
de testafdrukken beter overeenkomt
voor 600 dpi of 1200 dpi, drukt u op (Nee) om dat nummer te selecteren.
U kunt controleren hoeveel inkt er nog in de
cartridge zit.
a Druk op Inkt.
b Druk op a of b om Inktvolume te
selecteren.
Druk op OK.
Op het LCD-scherm wordt het
inktvolume weergegeven.
c Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
U kunt het inktniveau vanaf uw computer
controleren. (Zie Afdrukken voor
Windows
Macintosh
de CD-ROM.)
®
of Afdrukken en faxen voor
®
in de softwarehandleiding op
f Druk voor 600 dpi op d of c om het
nummer van de testafdruk te selecteren
die het beste overeenkomt met het
voorbeeld van nummer 0 (1-8).
Druk op OK.
g Druk voor 1200 dpi op d of c om het
nummer van de testafdruk te selecteren
die het beste overeenkomt met het
voorbeeld van nummer 0 (1-8).
Druk op OK.
h Druk op Stop/Eindigen.
80
Problemen oplossen en routineonderhoud
Informatie over de
machineB
Het serienummer controleren B
U kunt het serienummer van de machine op
het LCD-scherm bekijken.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Machine-info te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Serienummer te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen.
De machine inpakken
en vervoerenB
Wanneer u de machine transporteert, gebruik
dan het oorspronkelijke
verpakkingsmateriaal van de machine. Als u
de machine niet goed inpakt, kan uw garantie
vervallen.
Het is belangrijk dat u de machine de
printkop laat ‘parkeren’ na een printtaak.
Luister goed naar de machine alvorens
deze los te koppelen, om te controleren of
alle mechanische geluiden zijn gestopt.
Indien de u de machine dit parkeerproces
niet laat voltooien, kan dit leiden tot
afdrukproblemen en mogelijke schade aan
de printkop.
a Open het deksel van de inktcartridge.
VOORZICHTIG
b Duw de ontgrendelingen naar beneden
en verwijder alle inktcartridges. (Zie De
inktcartridges vervangen op pagina 74.)
c Installeer de gele bescherming, til elke
ontgrendelingshendel op en duw erop
tot u een klik hoort; sluit vervolgens het
deksel van de inktcartridge.
81
VOORZICHTIG
Als u de gele beschermingen niet kunt
vinden, mag u de inktcartridges NIET
verwijderen als u de machine gaat
vervoeren. Het is van essentieel belang dat
tijdens het vervoeren van de machine de
gele beschermingen zijn geplaatst of dat de
inktcartridges op hun plaats zitten. Als u het
deksel niet kunt vinden en uw machine
zonder de inktcartridges vervoert, kan de
machine worden beschadigd en de
garantie vervallen.
d Haal het stroomsnoer van de machine
uit het stopcontact.
e Gebruik beide handen en de plastic
lipjes aan beide zijden van de machine
om het scannerdeksel op te tillen, totdat
deze in de open stand vergrendeld is.
Koppel vervolgens de interfacekabel los
van de machine (indien aangesloten).
g Verpak de machine in de plastic tas en
doe deze in de originele doos met het
originele verpakkingsmateriaal.
h Verpak de afgedrukte materialen in de
originele doos zoals hieronder
aangegeven. Plaats de gebruikte
inktcartridges niet in de doos.
f Til het scannerdeksel (1) op om de
vergrendeling los te maken. Druk de
steun van het scannerdeksel (2)
voorzichtig naar beneden en sluit het
scannerdeksel (3).
i Sluit de doos en maak deze dicht met
verpakkingstape.
82
C
Menu en functiesC
Programmeren op het
scherm
Uw machine is zodanig ontworpen dat zij
eenvoudig te gebruiken is voor
programmering op het LCD-scherm, met
behulp van de menutoetsen. Programmeren
op het scherm is uiterst eenvoudig en helpt u
alle functies van uw machine optimaal te
benutten.
Aangezien de programmering op het LCDscherm plaatsvindt, hebben wij stap voor stap
meldingen op het scherm gecreëerd om u te
helpen uw machine te programmeren. U
hoeft alleen de aanwijzingen op te volgen die
u door de menuselecties en de
programmeeropties leiden.
MenutabelC
U kunt uw machine zonder de
gebruikershandleiding programmeren,
wanneer u de menutabel gebruikt die op
pagina 84 begint. Op deze pagina's worden
de menuselecties en -opties opgesomd.
MenutoetsenC
C
a
b
dTerug naar vorig
cNaar volgend
Het hoofdmenu
openen.
Het menu met
tijdelijke instellingen
openen.
Door het huidig
menuniveau
bladeren.
menuniveau.
menuniveau.
Naar volgend
menuniveau.
Optie accepteren.
Het in te voeren
nummer selecteren.
Stop de huidige
bewerking.
83
MenutabelC
De menutabel helpt u de menuselecties en -opties te begrijpen die u vindt in de programma’s van
de machine. De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu ()C
Niveau1Niveau2Niveau3OptiesOmschrijvingen
Standaardinst.
Papiersoort—
Papierformaat —Letter
LCD instell.LCD ContrastLicht
Schermverlicht
Lichtdim-timer
Uitschakelklok
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Normaal Papier
Inkjetpapier
Brother Fotopap.
Ander fotopapier
Transparanten
Legal
A4*
A5
10x15cm
Half*
Donker
Licht*
Half
Donker
Uit
10 Sec.
20 Sec.
30 Sec.*
Uit*
1 Min
2 Min.
3 Min.
5 Min.
10 Min.
30 Min.
*
Hiermee kunt u de
papiersoort in de
papierlade instellen.
Hiermee kunt u het
papierformaat in de
papierlade instellen.
Hiermee stelt u het contrast
van het LCD-scherm af.
Hiermee kunt u de
helderheid van de
achtergrondverlichting van
het LCD-scherm
aanpassen.
U kunt de duur van de
achtergrondverlichting van
het LCD-scherm instellen
na de laatste druk op de
toets.
U kunt de duur van de
verlichting van het LCDscherm instellen na de
laatste druk op de toets.
Pagina
23
23
24
24
25
25
84
Menu en functies
Niveau1Niveau2Niveau3OptiesOmschrijvingen
LAN
(alleen DCP-540CN)
TCP/IPBOOT MethodAutom.*
Statisch
Selecteert de
opstartmethode die het
beste aan uw eisen voldoet.
Rarp
BOOTP
DHCP
IP Address[000-255].
Voer het IP-adres in.
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Subnet Mask[000-255].
Voer het subnetmasker in.
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Gateway[000-255].
[000-255].
Voer het adres van de
gateway in.
[000-255].
[000-255]
Knooppunt naam
BRN_XXXXXXU kunt de huidige naa m van
het knooppunt zien.
WINS ConfigAutom.*
Statisch
WINS Server
(Primary)
000.000.000.000
(Secondary)
Selecteert de WINSconfiguratiemodus.
Specificeert het IP-adres
van de primary of
secondary server.
000.000.000.000
DNS Server
(Primary)
000.000.000.000
(Secondary)
Specificeert het IP-adres
van de primary of
secondary server.
000.000.000.000
APIPAAan*
Uit
Setup Misc.EthernetAutomatisch*
100B-FD
Wijst automatisch het IPadres toe van het link-local
adresbereik.
Selecteert de Ethernetlinkmodus.
100B-HD
10B-FD
10B-HD
Factory Reset —Ja
Nee
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Stelt alle
netwerkinstellingen weer
op de fabrieksinstelling in.
Pagina
Zie
netwerkhandleiding
op de CD-ROM.
85
Niveau1Niveau2Niveau3OptiesOmschrijvingen
LAN
(alleen DCP-750CW)
TCP/IP(kabel) BOOT MethodAutom.*
Statisch
Selecteert de
opstartmethode die het
beste aan uw eisen voldoet.
Rarp
BOOTP
DHCP
IP Address[000-255].
Voer het IP-adres in.
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Subnet Mask[000-255].
Voer het subnetmasker in.
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Gateway[000-255].
[000-255].
Voer het adres van de
gateway in.
[000-255].
[000-255]
Knooppunt naam
BRN_XXXXXXU kunt de huidige naam van
het knooppunt zien.
WINS ConfigAutom.*
Statisch
WINS Server
(Primary)
000.000.000.000
(Secondary)
Selecteert de WINSconfiguratiemodus.
Specificeert het IP-adres
van de primary of
secondary server.
000.000.000.000
DNS Server
(Primary)
000.000.000.000
(Secondary)
Specificeert het IP-adres
van de primary of
secondary server.
000.000.000.000
APIPAAan*
Uit
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Wijst automatisch het IPadres toe van het link-local
adresbereik.
Pagina
Zie
netwerkhandleiding
op de CD-ROM.
86
Menu en functies
Niveau1Niveau2Niveau3OptiesOmschrijvingen
LAN
(alleen DCP-750CW)
(Vervolg)
TCP/IP(WLAN)BOOT MethodAutom.*
Statisch
Rarp
Selecteert de
opstartmethode die het
beste aan uw eisen voldoet.
BOOTP
DHCP
IP Address[000-255].
Voer het IP-adres in.
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Subnet Mask[000-255].
Voer het subnetmasker in.
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Gateway[000-255].
[000-255].
Voer het adres van de
gateway in.
[000-255].
[000-255]
Knooppunt naam
BRW_XXXXXXU kunt de huidige naa m van
het knooppunt zien.
WINS ConfigAutom.*
Statisch
WINS Server(Primary)
000.000.000.000
(Secondary)
Selecteert de WINSconfiguratiemodus.
Specificeert het IP-adres
van de primary of
secondary server.
000.000.000.000
DNS Server(Primary)
000.000.000.000
(Secondary)
Specificeert het IP-adres
van de primary of
secondary server.
000.000.000.000
APIPAAan*
Uit
Wijst automatisch het IPadres toe van het link-local
adresbereik.
Instell. WLAN Inst. Wizard—U kunt uw printserver
configureren.
SecureEasySetup
—U kunt het draadloze
netwerk eenvoudig
configureren.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Pagina
Zie
netwerkhandleiding
op de CD-ROM.
87
Niveau1Niveau2Niveau3OptiesOmschrijvingen
LAN
(alleen DCP-750CW)
(Vervolg)
Status WLANStatus—U kunt de status van het
huidige draadloze netwerk
zien.
Signaal—U kunt de signaalsterkte
van het huidige draadloze
netwerk zien.
SSID—U kunt de huidige SSID
zien.
Comm. Modus—U kunt de huidige
communicatiemodus zien.
Setup Misc.LAN met kabel Automatisch*
100B-FD
Selecteert de Ethernetlinkmodus.
100B-HD
10B-FD
10B-HD
Netwerk I/F—
LAN met kabel
WLAN
Factory Reset —Ja
Nee
U kunt het type
*
netwerkverbinding
selecteren.
Alle bedrade en draadloze
netwerkinstellingen weer
op de fabrieksinstellingen
instellen.
Print lijsten Help——U kunt deze lijsten en
Gebruikersinst
Netwerk Conf.
——
——
rapport en printen.
(alleen
DCP
-540CN en
DCP-750CW)
Machine-infoSerienummer——Voor het controleren van
het serienummer van uw
machine.
Stand.instel. Datum/Tijd——Voert datum en tijd in uw
machine in.
Taalkeuze—Engels*
Frans
Hiermee kunt u de taal op
het LCD-scherm aan uw
land aanpassen.
Duits
Nederlands
Italiaans
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Pagina
Zie
netwerkhandleiding
op de CD-ROM.
9
81
Raadpleeg de
instal latiehandleiding
71
88
Menu en functies
r
PhotoCapture ()C
Niveau1Niveau2Niveau3OptiesOmschrijvingen
Foto(s) bekijken
Print index——
——Zie onderstaande
tabel met
printinstellingen.
6 Images/Regel
Snel
U kunt uw foto's van
tevoren op het LCD-scherm
bekijken.
U kunt een pagina met
miniaturen afdrukken.
5 Images/Regel
Foto
Alle fotos afdr.
——Zie onderstaande
tabel met
U kunt alle foto's van uw
mediakaart afdrukken.
printinstellingen.
Fotos afdrukken
——Zie onderstaande
tabel met
U kunt een afzonderlijk
beeld afdrukken.
printinstellingen.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Printinstellingen
Opties1Opties2Opties3Opties4Omschrijvingen
Printkw aliteit
Papiersoort
Papierformaat
Helderheid
Norm
Foto*
Normaal Papier
Inkjetpapier
Brother
Fotopop.
Ande r fotopapie r
Letter
A4
10x15cm*
13x18cm
Licht
——Hiermee kunt u de
afdrukkwaliteit instellen.
——Hiermee kunt u de
papiersoort selecteren.
*
(wanneer A4 of
Letter
—Selecteer het papier- en
afdrukformaat.
geselecteerd is)
10x8cm
13x9cm
15x10cm
18x13cm
20x15cm
Max. a fmetinge n
*
——Hiermee kunt u de
helderheid instellen.
Pagina
39
39
40
40
Pagina
44
44
44
45
Donke
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weer gegeven.
89
Opties1Opties2Opties3Opties4Omschrijvingen
Contrast
——Hiermee kunt het contrast
instellen.
Pagina
45
Kleur aanp.Aan
Uit*
Bijsnijd(crop)
Aan*
Uit
Zonder randAan*
Uit
Nieuwe standaar d
Ja
Nee
Fabrieksinstell
. Ja
Nee
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Wit Balans
Hiermee kunt u de tint van
witte vlakken aanpassen.
Scherpte
Hiermee kunt u het detail
van de afbeelding
verbeteren.
Kleurdensiteit
Hiermee kunt u de totale
hoeveelheid kleur in de
afbeelding aanpassen.
——Hiermee kunt u de
afbeelding rond de marge
trimm en ter aanpass ing aan
het papierformaat of het
afdrukformaat. Zet deze
functie uit wanneer u hele
afbeeldingen wilt afdrukken
of ongewenst trimmen wilt
vermijden.
——Hiermee wordt het
bedrukbare gedeelte
uitgebreid naar de zijden
van het papier.
——U kunt uw printinstellingen
opslaan.
——U kunt alle instellingen
terugzetten naar de
fabrieksinstellingen.
45
46
47
47
47
90
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.