Niet alle modellen zijn in alle landen verkrijgbaar.
Versie 0
DUT
Modellen van toepassing
VOORZICHTIG
Deze Gebruikershandleiding is van toepassing op de volgende modellen.
DCP-1510(E)/1511/1512(E)
MFC-1810(E)/1811/1815
Voor DCP-gebruikers: Deze documentatie geldt voor MFC- en DCP-modellen. Lees 'MFC-xxxx' als
'DCP-xxxx' waar 'MFC' wordt vermeld in deze gebruikershandleiding.
Definities van opmerkingen
We gebruiken in deze Gebruikershandleiding de volgende pictogrammen:
OPMERKING
VOORZICHTIG
wordt vermeden, lichte of middelzware letsels tot gevolg kan hebben.
Opmerkingen vertellen u hoe u dient te reageren in een situatie die zich kan
voordoen of geven tips over hoe de bewerking werkt met andere functies.
geeft een potentieel gevaarlijke situatie aan die, indien ze niet
BELANGRIJKE OPMERKING
Dit product is enkel goedgekeurd voor gebruik in het land van aankoop. Gebruik dit product niet buiten het
land van aankoop aangezien dit de energiereglementen van dat land kan schenden.
Voor DCP-gebruikers: De schermen in deze handleiding zijn afkomstig van MFC-modellen, aangezien
DCP-modellen en MFC-modellen identieke functies hebben. Lees 'MFC-xxxx' als 'DCP-xxxx' waar 'MFC'
wordt vermeld in deze handleiding.
Voor Macintosh-gebruikers: Installeer vóór gebruik van deze handleiding de beschikbare drivers en
software via de downloadpagina voor uw machine in het Brother Solutions Center
(http://solutions.brother.com/
Voor DCP-gebruikers: U kunt een printerdriver en scannerdrivers downloaden via het Brother Solutions
Center.
Voor MFC-gebruikers: U kunt een printerdriver, scannerdrivers, PC-FAX-software en Remote Setup
downloaden via het Brother Solutions Center.
Windows
Edition en Windows
Windows Vista
Windows
®
XP in dit document staat voor Windows® XP Professional, Windows® XP Professional x64
®
XP Home Edition.
®
in dit document staat voor alle edities van Windows Vista®.
®
7 in dit document staat voor alle edities van Windows® 7.
).
i
Inhoudsopgave
Paragraaf IWindows
®
1Afdrukken2
De Brother-printerdriver gebruiken ............................................................................................................2
Een document afdrukken...........................................................................................................................3
Aantal ..................................................................................................................................................8
Het tabblad Apparaatinstellingen.............................................................................................................23
Status Monitor..........................................................................................................................................24
De status van de machine controleren ..............................................................................................25
2Scannen26
Een document scannen met de WIA-driver .............................................................................................26
De printerdriver voor Macintosh verwijderen .........................................................................................108
Status Monitor........................................................................................................................................109
De status van de machine updaten .................................................................................................109
Het venster weergeven of verbergen ..............................................................................................109
Het venster afsluiten........................................................................................................................110
Een fax verzenden (voor MFC-modellen)..............................................................................................111
7Scannen115
Een document scannen met de ICA-driver............................................................................................115
Uw machine kiezen via Afdrukken en scannen ...............................................................................119
Een document scannen met de TWAIN-driver ......................................................................................120
Een document naar uw Macintosh scannen....................................................................................121
Vooraf scannen om een gedeelte bij te snijden...............................................................................122
Instellingen in het scannervenster ...................................................................................................123
De schermen in dit gedeelte zijn afkomstig uit Windows®7. Afhankelijk van uw besturingssysteem kan het
scherm er op uw pc anders uitzien.
Afdrukken1
De Brother-printerdriver gebruiken1
Een printerdriver is een computerprogramma dat gegevens in een door de pc gebruikte indeling omzet in de
indeling die geschikt is voor een bepaalde printer. Hierbij wordt gebruikgemaakt van een PCL (Printer
Command Language) of PDL (Page Description Language).
De printerdrivers bevinden zich op de meegeleverde installatie-cd-rom. Installeer de drivers door het volgen
van de Installatiehandleiding. U kunt de meest recente printerdrivers ook downloaden van het Brother
Solutions Center:
http://solutions.brother.com/
1
2
Afdrukken
OPMERKING
Een document afdrukken1
Wanneer de machine gegevens van uw computer ontvangt, begint het afdrukproces en wordt papier uit de
papierlade gehaald. Via de papierlade kan gewoon papier en kringlooppapier worden ingevoerd. (Voor
informatie over de papierlade en aanbevolen papiersoorten: uu Gebruikershandleiding)
a Selecteer de opdracht Afdrukken in uw toepassing.
Als er nog andere printerdrivers op uw computer zijn geïnstalleerd, selecteert u Brother MFC-XXXX* als
printerdriver in het menu Afdrukken of Afdrukinstellingen van uw softwaretoepassing, waarna u op OK
of Afdrukken klikt om te beginnen met afdrukken.
*(Hierbij staat XXXX voor de naam van uw model.)
• In uw toepassing kunt u het papierformaat en de afdrukstand selecteren.
• Als de toepassing het door u opgegeven papierformaat niet ondersteunt, selecteert u een formaat dat net
iets groter is.
Vervolgens past u het afdrukgebied aan door de rechter- en linkermarge in de toepassing te wijzigen.
1
3
Afdrukken
Dubbelzijdig afdrukken1
De meegeleverde printerdriver ondersteunt handmatig dubbelzijdig afdrukken.
Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken1
Dun papier kan mogelijk kreukelen.
Als het papier gekruld is, draait u de stapel om, strijkt u het glad en plaatst u het weer in de papierlade.
Als het papier niet goed wordt ingevoerd, is het mogelijk gekruld. Verwijder het papier, strijk het glad en
draai de stapel om.
Wanneer u de functie voor handmatig dubbelzijdig kopiëren gebruikt, bestaat het risico dat papier
vastloopt of dat de afdrukkwaliteit beneden peil is.
Als het papier is vastgelopen: uu Gebruikershandleiding: Vastgelopen papier. Als er een probleem is met
de afdrukkwaliteit: uu Gebruikershandleiding: De afdrukkwaliteit verbeteren.
Eerst worden alle pagina's met even nummers afgedrukt op één zijde van het papier. Vervolgens wordt u
door middel van een pop-upbericht geïnstrueerd het papier opnieuw te plaatsen. Strijk het papier goed
glad voordat het u het terugplaatst, anders kan het vastlopen. Het gebruik van erg dun of erg dik papier
wordt afgeraden.
1
Gelijktijdig scannen, afdrukken en faxen1
Uw machine kan gegevens van uw computer afdrukken terwijl een fax in het geheugen wordt verzonden of
ontvangen, of terwijl er gegevens naar de computer worden gescand. Tijdens het afdrukken via de computer
wordt het versturen van de fax niet onderbroken. Als de machine echter kopieert of een fax op papier
ontvangt, onderbreekt de machine het afdrukken via de computer en gaat daar pas weer mee verder nadat
het kopiëren is voltooid of de hele fax is ontvangen.
4
Afdrukken
Instellingen van de printerdriver1
Als u via uw computer afdrukt, kunt u de volgende printerinstellingen wijzigen:
Papierformaat
Afdrukstand
Aantal
Mediatype
Afdrukkwaliteit
Afdrukinstellingen
Meerdere pag. afdrukken
Tweezijdig/boekje
Voorbeeldweergave
Scaling
Ondersteboven afdrukken
Watermerk gebruiken
1
Kop/Voetregel printen
Toner-bespaarstand
Beheerder
Dichtheid afstelling
Uitvoer verbeteren
Lege pagina overslaan
Afdrukprofielen
Tekst in zwart afdrukken
Om de volgende pagina's krijgt u een overzicht van de instellingen voor de printerdriver. Raadpleeg de
helptekst in de printerdriver voor meer informatie.
5
Afdrukken
De instellingen voor de printerdriver openen1
a (Voor Windows
Klik op start en vervolgens op Printers en faxapparaten.
(Voor Windows Vista
Klik op , Configuratiescherm, Hardware en geluiden en vervolgens op Printer.
(Voor Windows
Klik op en vervolgens op Apparaten en printers.
(Voor Windows
Beweeg uw muis naar de rechterbenedenhoek van uw bureaublad. Wanneer de menubalk wordt
weergegeven, klikt u op Instellingen en vervolgens op Configuratiescherm. In de groep Hardware en geluiden klikt u op Apparaten en printers weergeven.
®
XP)
®
7)
®
8)
®
)
1
b (Voor Windows
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX voor de naam
van uw model staat) en selecteer Eigenschappen. Het dialoogvenster met de printereigenschappen
wordt weergegeven.
(Voor Windows® 7 en Windows® 8)
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX voor de naam
van uw model staat) en selecteer Eigenschappen van printer. Als er printerdriveropties worden
weergegeven, selecteert u uw printerdriver. Het dialoogvenster met de printereigenschappen wordt
weergegeven.
®
XP en Windows Vista®)
c Kies het tabblad Algemeen en klik vervolgens op Voorkeursinstellingen... of Voorkeursinstellingen.
Het dialoogvenster voor de printerdriver wordt weergegeven.
6
Afdrukken
OPMERKING
Het tabblad Normaal1
U kunt instellingen voor de pagina-indeling ook wijzigen door op de afbeelding links van het tabblad Normaal
te klikken.
1
(3)
(1)
(2)
(4)
a Kies Papierformaat, Afdrukstand, Aantal, Mediatype, Afdrukkwaliteit en Afdrukinstellingen (1).
b Kies Meerdere pag. afdrukken en Tweezijdig/boekje (2).
c Controleer uw huidige instellingen in het venster (3).
d Klik op OK om de door u geselecteerde instellingen toe te passen.
Als u de standaardinstellingen wilt herstellen, klikt u op Standaard en vervolgens op OK.
Als u vóór het afdrukken een voorbeeld van uw document wilt bekijken, schakelt u het selectievakje
Voorbeeldweergave (4) in.
Papierformaat1
Selecteer het gebruikte papierformaat in de vervolgkeuzelijst.
7
Afdrukken
Afdrukstand1
De afdrukstand bepaalt in welke stand uw document wordt afgedrukt (Staand of Liggend).
Staand (verticaal)Liggend (horizontaal)
Aantal1
Met Aantal geeft u op hoeveel exemplaren moeten worden afgedrukt.
Sorteren
Als het selectievakje Sorteren is ingeschakeld, wordt een volledig exemplaar van het document afgedrukt;
dit wordt vervolgens herhaald tot het opgegeven aantal exemplaren is afgedrukt. Als het selectievakje
Sorteren niet is ingeschakeld, wordt elke pagina afgedrukt voor alle geselecteerde exemplaren voordat de
volgende documentpagina wordt afgedrukt.
1
Mediatype1
U kunt in uw machine de volgende soorten papier gebruiken. Voor de beste afdrukkwaliteit selecteert u het
soort papier dat u wilt gebruiken.
Normaal papier
Kringlooppapier
Afdrukkwaliteit1
U kunt de afdrukkwaliteit als volgt kiezen:
Concept
Normaal
Fijn
8
Afdrukken
Afdrukinstellingen1
U kunt de printerinstellingen als volgt wijzigen:
Grafisch
Dit is de beste modus om documenten met afbeeldingen af te drukken.
Tekst
Dit is de beste modus om tekstdocumenten af te drukken.
Handmatig
U kunt de instellingen handmatig wijzigen door Handmatig te selecteren en op
Handmatige instellingen... te klikken.
U kunt de helderheid, het contrast en andere instellingen kiezen.
Meerdere pagina's afdrukken1
Met de optie Meerdere pag. afdrukken kunt u de beeldgrootte van een pagina verkleinen zodat u meerdere
pagina's per vel kunt afdrukken, of vergroten zodat u één pagina verspreid over meerdere vellen kunt
afdrukken.
1
Paginavolgorde
Als u de optie Nop1 selecteert, kunt u de gewenste paginavolgorde selecteren in de vervolgkeuzelijst.
Rand
Wanneer u meerdere pagina's op één vel afdrukt met de functie Meerdere pag. afdrukken, kunt u kiezen
of u een rand, een stippellijn of geen rand op elke pagina van het vel wilt afdrukken.
Snijlijn afdrukken
Wanneer de optie 1 op NxN pagina’s geselecteerd is, kunt u de optie Snijlijn afdrukken selecteren. Met
deze optie kunt u een vage snijlijn afdrukken rond het afdrukgebied.
9
Afdrukken
Tweezijdig/boekje1
Met deze functie kunt u een folder afdrukken of dubbelzijdig afdrukken.
Geen
Hiermee schakelt u dubbelzijdig afdrukken uit.
Tweezijdig (handmatig)
Gebruik deze optie als u op beide zijden van het papier wilt afdrukken.
• Tweezijdig (handmatig)
De machine drukt alle even pagina's als eerste af. Vervolgens wordt gestopt en worden instructies
weergegeven om het papier opnieuw te plaatsen. Zodra u op OK klikt, worden de pagina's met oneven
nummers afgedrukt.
Wanneer u Tweezijdig (handmatig) kiest, kan de knop Instellingen voor tweezijdig... ook worden
geselecteerd. U kunt de volgende instellingen doorvoeren in het dialoogvenster Instellingen voor tweezijdig.
• Type tweezijdig
Voor elke afdrukstand hebt u de keuze uit vier soorten inbindrichtingen.
1
• Inbindmarge
Als u Inbindmarge inschakelt, kunt u ook de marge voor inbinden opgeven in inches of millimeters.
Folder (handmatig)
Gebruik deze optie om een document in folderformaat dubbelzijdig af te drukken; het document wordt
geordend op paginanummers en u kunt het in het midden vouwen zonder de volgorde van de pagina's te
moeten wijzigen.
• Folder (handmatig)
De machine drukt alle even zijden als eerste af. Vervolgens wordt gestopt en worden instructies
weergegeven om het papier opnieuw te plaatsen. Zodra u op OK klikt, worden de zijden met oneven
nummers afgedrukt.
Wanneer u Folder (handmatig) kiest, kan de knop Instellingen voor tweezijdig... ook worden
geselecteerd. U kunt de volgende instellingen doorvoeren in het dialoogvenster Instellingen voor tweezijdig.
• Type tweezijdig
Voor elke afdrukstand hebt u de keuze uit twee soorten inbindrichtingen.
• Folder afdrukken
Wanneer Onderverdelen in sets geselecteerd is:
Met deze optie kunt u de volledige folder afdrukken in sets van kleinere individuele folders, die u nog
steeds in het midden kunt vouwen zonder de volgorde van de pagina's te moeten wijzigen. U kunt het
aantal pagina's in elke kleinere folder specificeren van 1 tot 15. Deze optie kan handig zijn voor het
vouwen van een afgedrukte folder die een groot aantal pagina's bevat.
• Inbindmarge
Als u Inbindmarge inschakelt, kunt u ook de marge voor inbinden opgeven in inches of millimeters.
10
Afdrukken
OPMERKING
Voorbeeldweergave1
U kunt een voorbeeld van het document bekijken voordat het wordt afgedrukt. Als u het selectievakje
Voorbeeldweergave inschakelt, wordt het venster Weergave afdrukvoorbeeld geopend voordat het
afdrukken van start gaat.
1
2
1 Paginalijstgebied
Het Paginalijstgebied geeft de paginanummers weer van de pagina's die daadwerkelijk zullen worden
afgedrukt. Als u in deze lijst een pagina kiest, wordt een voorbeeld van de afdrukresultaten voor die pagina
weergegeven in het Voorbeeldgebied.
Verwijder het vinkje als u een pagina niet wilt afdrukken.
2 Voorbeeldgebied
Het Voorbeeldgebied geeft een voorbeeld van de afdrukresultaten weer voor de pagina's die zijn gekozen
in het Paginalijstgebied.
1
U kunt de functie Voorbeeldweergave niet gebruiken als de instelling Tweezijdig (handmatig) of
Folder (handmatig) is gekozen in de instellingen van de printerdriver.
11
Afdrukken
Het tabblad Geavanceerd1
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
(7)
1
In dit tabblad kunt u de volgende instellingen wijzigen:
Scaling (1)
Ondersteboven afdrukken (2)
Watermerk gebruiken (3)
Kop/Voetregel printen (4)
Toner-bespaarstand (5)
Beheerder (6)
Andere afdrukopties (7)
Scaling1
U kunt de schaal van de afdruk vergroten of verkleinen.
Ondersteboven afdrukken1
Schakel Ondersteboven afdrukken in als u de gegevens wilt omkeren.
12
Afdrukken
Watermerk gebruiken1
U kunt een logo of tekst als watermerk op uw document plaatsen. U kunt een van de voorgeprogrammeerde
watermerken selecteren of een zelfgemaakt bitmapbestand gebruiken. Vink Watermerk gebruiken aan en
klik daarna op de toets Instellingen....
1
13
Afdrukken
Watermerkinstellingen1
1
Watermerk selecteren1
Kies het watermerk dat u wilt gebruiken.
Als u een origineel watermerk wilt maken, klikt u op de knop Toevoegen om de watermerkinstellingen toe te
voegen en kiest u vervolgens Tekst gebruiken of Bitmapbestand gebruiken bij Stijl van watermerk.
U kunt de grootte en positie van het watermerk op de pagina wijzigen door het watermerk te selecteren en
op de knop Instellingen... te klikken.
Titel
Voer een geschikte titel in het veld in.
14
Afdrukken
OPMERKING
Tekst
Voer in het vak Tekst de tekst voor het watermerk in en kies daarna Lettertype, Stijl, Grootte en
Contrast.
Bitmap
Typ de bestandsnaam en de locatie van de bitmapafbeelding in het vak Bestand of klik op Bladeren om
het bestand te zoeken. U kunt ook de schaalgrootte van de afbeelding instellen.
Positie
Gebruik deze instelling als u de positie van het watermerk op de pagina wilt bepalen.
Naar voorkant brengen1
Deze optie plaatst de gekozen tekst of afbeelding op de voorgrond van uw afgedrukte document.
In contourtekst1
Selecteer In contourtekst als u alleen een contour van het watermerk wilt afdrukken. Deze optie is alleen
beschikbaar als u een tekstwatermerk selecteert.
Aangepaste instellingen1
U kunt kiezen welk watermerk er moet worden afgedrukt op de eerste of de andere pagina's.
Kop/Voetregel printen1
1
Als deze functie is ingeschakeld, worden de datum en tijd van de computersysteemklok op uw document
afgedrukt, evenals de gebruikersnaam voor aanmelden bij de pc of de door u ingevoerde tekst. U kunt de
informatie aanpassen door op Instellingen te klikken.
ID printen
Als u Login Gebruikers Naam selecteert, wordt uw gebruikersnaam voor aanmelden bij de pc afgedrukt.
Als u Aangepast selecteert en tekst in het tekstvak Aangepast typt, wordt de opgegeven tekst afgedrukt.
Toner-bespaarstand1
Met deze functie kunt u toner besparen. Wanneer u Toner-bespaarstand instelt op Aan, wordt er lichter
afgedrukt. De standaardinstelling is Uit.
• Wij raden het gebruik van de Toner-bespaarstand af voor het afdrukken van foto's of afbeeldingen met
grijstinten.
• Toner-bespaarstand is niet beschikbaar wanneer Fijn is geselecteerd als Afdrukkwaliteit.
15
Afdrukken
OPMERKING
Beheerder1
Beheerders kunnen de toegang tot functies zoals schaal en watermerk beperken.
Wachtwoord
Typ het wachtwoord in dit vak.
1
Klik op Wachtwoord instellen... om het wachtwoord te wijzigen.
Kopiëren vergrendelen
Hiermee wordt Aantal afdrukken op 1 ingesteld om te voorkomen dat er meerdere exemplaren worden
afgedrukt.
Meerdere pag. & Schaal vergrendelen
Vergrendel de instelling voor schaal en voor het afdrukken van meerdere pagina's zodat er geen
wijzigingen worden aangebracht.
Watermerk vergrendelen
Hiermee worden de huidige instellingen van de optie Watermerk vergrendeld om te voorkomen dat
wijzigingen worden aangebracht.
Kop/Voetregel printen vergrendelen
Hiermee worden de huidige instellingen van de optie Kop/Voetregel printen vergrendeld om te voorkomen
dat wijzigingen worden aangebracht.
16
Afdrukken
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
Andere afdrukopties1
U kunt volgende opties instellen in Printerfunctie:
Dichtheid afstelling
Uitvoer verbeteren
Lege pagina overslaan
Tekst in zwart afdrukken
Aanpassing van de dichtheid1
De afdrukdichtheid vergroten of verkleinen.
Het aanpassen van de dichtheid is niet mogelijk wanneer Fijn is geselecteerd als Afdrukkwaliteit.
Uitvoer verbeteren1
1
Met deze functie kunt u de afdrukkwaliteit zo nodig verbeteren.
Omkrullen van papier voorkomen
Kies deze instelling om het omkrullen van papier te voorkomen.
Als u slechts enkele pagina's afdrukt, hoeft u deze instelling niet te selecteren.
Deze bewerking verlaagt de temperatuur van het smeltproces van de machine.
Tonerhechting verbeteren
Kies deze instelling om de tonerhechting op het papier te verbeteren.
Deze bewerking verhoogt de temperatuur van het smeltproces van de machine.
17
Afdrukken
OPMERKING
OPMERKING
Blanco pagina overslaan1
Als Lege pagina overslaan aangevinkt is, neemt de printerdriver automatisch blanco pagina's waar en
worden deze overgeslagen tijdens het afdrukken.
Deze optie werkt niet wanneer u de volgende opties kiest:
• Watermerk gebruiken
• Kop/Voetregel printen
• Nop1 of 1 op NxN pagina’s in Meerdere pag. afdrukken
• Tweezijdig (handmatig) of Folder (handmatig)
• Voorbeeldweergave
Tekst in zwart afdrukken1
Met deze functie kunt u alle tekst in het zwart afdrukken in plaats van in grijstinten.
1
Met bepaalde tekens werkt dit mogelijk niet.
18
Afdrukken
Tabblad Afdrukprofielen1
Afdrukprofielen zijn bewerkbare voorinstellingen die u snel toegang verschaffen tot vaak gebruikte
afdrukconfiguraties.
(5)
(1)
1
(2)
(4)
Drukprofiel lijstvenster (1)
Profiel verwijderen (2)
Tabblad Afdrukprofielen altijd eerst tonen. (3)
Profiel toevoegen (4)
Weergave huidig drukprofiel (5)
(3)
a Kies uw profiel uit het drukprofiel lijstvenster.
b Als u vanaf de volgende keer dat u afdrukt het tabblad Afdrukprofielen wilt weergeven aan de voorzijde
van het venster, vinkt u Tabblad Afdrukprofielen altijd eerst tonen. aan.
c Klik op OK om het door u geselecteerde profiel toe te passen.
19
Afdrukken
Profiel toevoegen1
Het dialoogvenster Profiel toevoegen wordt weergegeven wanneer u klikt op Profiel toevoegen. U kunt tot
20 nieuwe profielen met uw gewenste instellingen toevoegen.
a Voer in Naam de gewenste titel in.
b Kies uit de pictogramlijst een pictogram dat u wenst te gebruiken, klik vervolgens op OK.
c De huidige instellingen die aan de linkerkant van het printerdrivervenster worden getoond, zullen worden
opgeslagen.
Profiel verwijderen1
Het dialoogvenster Profiel verwijderen wordt weergegeven wanneer u klikt op Profiel verwijderen. U kunt
elk profiel dat u hebt toegevoegd ook weer verwijderen.
a Klik op Profiel verwijderen.
b Selecteer een profiel dat u wilt wissen en klik op Verwijderen.
1
c Klik op Ja.
d Het geselecteerde profiel wordt verwijderd.
20
Afdrukken
Ondersteuning1
Klik op Ondersteuning... in het dialoogvenster Voorkeursinstellingen.
1
21
Afdrukken
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
Brother Solutions Center (1)
1
Het Brother Solutions Center (http://solutions.brother.com/
) is een website waar u informatie vindt over uw
Brother-product, zoals FAQ's (veelgestelde vragen), gebruikershandleidingen, driverupdates en tips voor
het gebruik van uw machine.
Website Originele Verbruiksartikelen (2)
Klik op deze knop om naar onze website voor originele/legitieme Brother-verbruiksartikelen te gaan.
Brother CreativeCenter (3)
Klik op deze knop om onze website te bezoeken voor gratis en eenvoudige online oplossingen voor
zakelijk en thuisgebruik.
Instelling controleren (4)
U kunt de huidige driverinstellingen controleren.
Info (5)
Klik op deze knop om een lijst met de bestanden van de printerdriver en informatie over de versie weer te
geven.
22
Afdrukken
OPMERKING
OPMERKING
Het tabblad Apparaatinstellingen1
Zie De instellingen voor de printerdriver openenuu pagina 6 om het tabblad Apparaatinstellingen te
openen.
U kunt als volgt het serienummer weergeven in het tabblad Apparaatinstellingen.
(1)
(2)
1
Serienummer. (1)
Wanneer u op Autom. waarnemen (2) klikt, wordt het serienummer van de machine weergegeven. Als
deze informatie niet kan worden achterhaald, ziet u op het scherm "---------------".
Autom. waarnemen (2)
De functie Autom. waarnemen toont de beschikbare instellingen in de printerdriver.
In de volgende omstandigheden is de functie Autom. waarnemen (2) niet beschikbaar:
• De machine is uitgeschakeld.
• De machine is met een USB-kabel aangesloten op de afdrukserver in een gedeelde netwerkomgeving.
• De USB-kabel is niet goed aangesloten op de machine.
23
Afdrukken
OPMERKING
Status Monitor1
Het hulpprogramma Status Monitor is een softwareprogramma dat u zelf kunt configureren en waarmee u de
status van een of meer apparaten kunt controleren. U kunt hiermee onmiddellijk op de hoogte worden gesteld
van foutmeldingen.
U kunt de status van het apparaat op elk moment controleren door op het pictogram op de taakbalk te
dubbelklikken of door Status Monitor te kiezen via start/Alle programma’s/Brother/MFC-XXXX op uw pc.
(Windows
®
7)
1
Klik op de knop om het pictogram Status Monitor weer te geven op de taakbalk. Het pictogram
Status Monitor wordt weergegeven in het kleine venster. Versleep het pictogram naar de taakbalk.
(Windows®8)
Klik op (Brother Utilities), klik op de vervolgkeuzelijst en selecteer de naam van uw model (indien
nog niet geselecteerd). Klik op Hulpmiddelen in de linker navigatiebalk en klik vervolgens op
Status Monitor.
• Voor meer informatie over het gebruik van de software Status Monitor klikt u met de rechtermuisknop op
het pictogram Status Monitor en kiest u Help.
• De functie voor automatische software-updates is actief wanneer de functie Status Monitor actief is. Met
de updatefunctie ontvangt u zowel updates voor Brother-toepassingen als voor machinefirmware
automatisch.
24
Afdrukken
De status van de machine controleren1
Het pictogram Status Monitor verandert van kleur naargelang de machinestatus.
Een groen pictogram geeft aan dat het apparaat stand-by staat.
Een geel pictogram duidt op een waarschuwing.
Een rood pictogram geeft aan dat er een fout is opgetreden.
Er zijn twee locaties waar u de Brother Status Monitor kunt weergeven op uw pc: in de taakbalk of op het
bureaublad.
1
25
2
OPMERKING
De scanfuncties en drivers verschillen, afhankelijk van het besturingssysteem dat u gebruikt. Het apparaat
gebruikt een TWAIN-compatibele driver voor het scannen van documenten vanuit uw applicaties.
Er zijn twee scannerdrivers geïnstalleerd. Een Windows
document scannen met de WIA-driver uu pagina 26) en een TWAIN-compatibele scannerdriver (zie Een
document scannen met de TWAIN-driver uu pagina 36).
Scannen2
®
Imaging Acquisition (WIA)-driver (zie Een
Een document scannen met de WIA-driver2
WIA-compatibel2
U kunt Windows® Image Acquisition (WIA) kiezen om afbeeldingen met de machine te scannen. U kunt
afbeeldingen direct scannen in elke andere toepassing die WIA- of TWAIN-scannen ondersteunt.
Een document naar de pc scannen2
2
U kunt op twee manieren een pagina scannen. U kunt de ADF (automatische documentinvoer) (voor MFCmodellen) of de glasplaat gebruiken.
Als u een deel van een pagina wilt scannen en vervolgens wilt bijsnijden nadat u het document snel vooraf
hebt gescand, moet u de glasplaat gebruiken. (Zie Vooraf scannen met de glasplaat om een gedeelte bij te snijdenuu pagina 29.)
a Plaats uw document.
b Start de toepassing Microsoft
De scaninstructies in deze handleiding gelden voor Microsoft® Paint. De stappen voor het scannen
kunnen variëren bij het gebruik van andere softwaretoepassingen.
®
Paint om een document te scannen.
c Klik op Van scanner of camera in het menu Bestand.
Het dialoogvenster voor het instellen van de scanner verschijnt.
26
Scannen
OPMERKING
d Pas indien nodig de volgende instellingen aan in het dialoogvenster voor het instellen van de scanner:
Papierinvoer (1)
Type afbeelding (2)
De kwaliteit van de gescande foto aanpassen (3)
Paginaformaat (4)
Voorbeeld (5)
Scannen (6)
(1)
(2)
(3)
(4)
2
(5)(6)
e (Voor MFC-modellen) Kies de Papierinvoer uit de vervolgkeuzelijst (1).
f Selecteer het type afbeelding (2).
g Kies het Paginaformaat uit de keuzelijst (4).
Sla deze stap over als u Flatbed kiest in stap e.
27
Scannen
OPMERKING
h Klik op De kwaliteit van de gescande foto aanpassen voor de geavanceerde instellingen (3). U kunt
Helderheid, Contrast, Resolutie (dpi) en Type afbeelding selecteren bij
Geavanceerde eigenschappen. Klik op OK nadat u de instellingen hebt gewijzigd.
2
• U kunt de scanresolutie op maximaal 1200 dpi instellen.
• Gebruik voor resoluties boven 1200 dpi de Scanner Toepassing. (Zie Scanner Toepassinguu pagina 31.)
i Klik in het scandialoogvenster op de toets Scannen (6).
De machine begint het document te scannen.
28
Scannen
OPMERKING
Vooraf scannen met de glasplaat om een gedeelte bij te snijden2
De knop Voorbeeld wordt gebruikt om een voorbeeld van een beeld te bekijken, zodat u alle ongewenste
delen kunt bijsnijden. Wanneer u tevreden bent met het getoonde voorbeeld, klikt u op de toets Scannen in
het scandialoogvenster om het beeld te scannen.
Vooraf scannen is niet mogelijk wanneer u de ADF (Documentinvoer) gebruikt.
a Volg de stappen a tot en met c in het gedeelte Een document naar de pc scannenuu pagina 26.
b (Voor MFC-modellen) Kies Flatbed in de Papierinvoer vervolgkeuzelijst (1).
(1)
2
(2)
(3)
(5)(6)
c Selecteer het type afbeelding (2).
d Klik op Voorbeeld (5).
Het beeld wordt naar uw pc gescand en verschijnt in het scangebied (4).
(4)
29
Scannen
e Klik op de linkermuisknop en houd deze ingedrukt, en sleep de muis over het gedeelte dat u wilt
scannen.
f Klik op De kwaliteit van de gescande foto aanpassen (3) als u geavanceerde instellingen wilt wijzigen.
U kunt Helderheid, Contrast, Resolutie (dpi) en Type afbeelding selecteren bij
Geavanceerde eigenschappen. Klik op OK nadat u de instelling hebt gewijzigd.
2
g Klik in het scandialoogvenster op Scannen (6).
De machine begint het document te scannen.
Nu wordt alleen het geselecteerde gedeelte van het document in het venster van Microsoft
venster van uw toepassing) weergegeven.
®
Paint (of het
30
Scannen
OPMERKING
Scanner Toepassing2
De scannertoepassing wordt gebruikt om de WIA-scannerdriver te configureren voor resoluties boven
1200 dpi. De nieuwe instellingen worden van kracht nadat u de pc opnieuw hebt gestart.
• Als u het document scant met een resolutie die hoger is dan 1200 dpi, kan het bestand erg groot worden.
Controleer of er voldoende geheugen en ruimte op de harde schijf is voor het bestand dat u gaat scannen.
Als u niet voldoende geheugen of vrije ruimte op de harde schijf hebt, kan de PC geblokkeerd raken en
kunt u uw bestand verliezen.
• (Windows
U kunt het papierformaat wijzigen met behulp van de Scanner Toepassing. Als u Legal als
standaardformaat wilt instellen, gebruik dan dit hulpprogramma om de instelling te wijzigen.
Het hulpprogramma uitvoeren
Ga op een van de volgende manieren te werk:
(Windows
U kunt het hulpprogramma uitvoeren door de Scanner Toepassing te selecteren bij start/Alle
programma’s/Brother/MFC-XXXX (waarbij XXXX de naam van uw model is)/
Instellingen Scanner/Scanner Toepassing.
®
XP)
®
XP, Windows Vista® en Windows® 7)
2
(Windows
®
8)
Klik op (Brother Utilities), klik op de vervolgkeuzelijst en selecteer de naam van uw model (indien
nog niet geselecteerd). Klik op SCANNEN in de linker navigatiebalk en klik vervolgens op Scanner Toepassing.
De schermen op uw computer kunnen hiervan afwijken, afhankelijk van uw besturingssysteem of het
model van uw machine.
31
Scannen
OPMERKING
(Windows Vista®, Windows®7 en Windows® 8)
Wanneer het scherm Gebruikersaccountbeheer wordt weergegeven, doet u het volgende.
• Gebruikers met beheerdersrechten: Klik op Toestaan of Ja.
• Gebruikers zonder beheerdersrechten: Voer het beheerderswachtwoord in en klik op OK of Ja.
2
32
Scannen
Een document scannen met de WIA-driver
(Windows Photo Gallery en Windows Fax & Scan)2
Een document naar de pc scannen2
U kunt op twee manieren een pagina scannen. U kunt de ADF (automatische documentinvoer) (voor MFCmodellen) of de glasplaat gebruiken.
Als u een deel van een pagina wilt scannen en vervolgens wilt bijsnijden nadat u het document snel vooraf
hebt gescand, moet u de glasplaat gebruiken. (Zie Vooraf scannen met de glasplaat om een gedeelte bij te snijdenuu pagina 35.)
a Plaats uw document.
b Open uw softwaretoepassing voor het scannen van het document.
c Ga op een van de volgende manieren te werk:
(Windows Photo Gallery)
Klik op Bestand en daarna op Van camera of scanner importeren.
(Windows Fax & Scan)
Klik op Bestand, Nieuw en daarna op Scannen.
d Kies de scanner die u wilt gebruiken.
e Klik op Importeren of OK.
Het scandialoogvenster verschijnt.
2
33
Scannen
f Pas indien nodig de volgende instellingen aan in het scandialoogvenster:
Scanner (1)
Profiel (2)
Bron (3)
Papierformaat (4)
Kleurenindeling (5)
Bestandstype (6)
Resolutie (dpi) (7)
Helderheid (8)
Contrast (9)
Te scannen gedeelte (10)
Voorbeeld (11)
Zoeken (12)
(1)
(2)
(3)
(4)
2
(5)
(6)
(7)
(8)
(9)
g Klik op Zoeken in het scandialoogvenster.
De machine begint het document te scannen.
(10)
(11)(12)
34
Scannen
OPMERKING
Vooraf scannen met de glasplaat om een gedeelte bij te snijden2
De knop Voorbeeld wordt gebruikt om een voorbeeld van een beeld te bekijken, zodat u alle ongewenste
delen kunt bijsnijden. Wanneer u tevreden bent met het getoonde voorbeeld, klikt u op de toets Zoeken in
het scandialoogvenster om het beeld te scannen.
Vooraf scannen is niet mogelijk wanneer u de ADF (Papierinvoer (enkelzijdig scannen)) gebruikt.
a Volg de stappen a tot en met e van Een document naar de pc scannenuu pagina 33.
b (Voor MFC-modellen) Kies Flatbed in de Bron vervolgkeuzelijst.
c Pas indien nodig nog meer instellingen aan in het scandialoogvenster.
d Klik op Voorbeeld.
Het beeld wordt naar uw pc gescand en verschijnt in het scangebied.
e Klik op de linkermuisknop en houd deze ingedrukt, en sleep de muis over het gedeelte dat u wilt
scannen.
2
f Klik op Zoeken in het scandialoogvenster.
De machine begint het document te scannen.
Nu wordt alleen het geselecteerde gedeelte van het document weergegeven in het venster van uw
toepassing.
35
Scannen
OPMERKING
Een document scannen met de TWAIN-driver2
De software van de Brother-machine wordt geleverd met een TWAIN-scannerdriver voor Windows®. U kunt
®
deze TWAIN-scannerdriver voor Windows
ondersteunen.
Voor het scannen van een document kunt u de ADF (automatische documentinvoer) (voor MFC-modellen)
of de glasplaat gebruiken.
Voor meer informatie over het plaatsen van documenten: uu Gebruikershandleiding: Documenten laden.
Als u voor de eerste keer de Brother TWAIN-driver gebruikt, stelt u deze in als de standaarddriver. De
methode voor het selecteren van de driver of het scannen van een document kan variëren, afhankelijk van
de toepassing die u gebruikt.
gebruiken met alle toepassingen die de TWAIN-specificaties
2
36
Scannen
Een document naar de pc scannen2
U kunt op twee manieren een pagina scannen. U kunt de ADF (automatische documentinvoer) (voor MFCmodellen) of de glasplaat gebruiken.
a Plaats uw document.
b Start uw grafische toepassing en selecteer de scanbewerking.
Het dialoogvenster kleur instellen verschijnt.
c Pas indien nodig de volgende instellingen aan in het dialoogvenster kleur instellen:
Scan (Beeldtype) (1)
Resolutie (2)
Type scan (3)
Ruis verminderen (4)
Helderheid (5)
Contrast (6)
Documentgrootte (7)
2
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
(7)
d Klik op Starten.
Nadat het scannen is voltooid, klikt u op Annuleren om terug te keren naar het venster van de grafische
toepassing.
37
Scannen
Vooraf scannen om een gedeelte bij te snijden2
U kunt een beeld vooraf bekijken en ongewenste gedeeltes bijsnijden voordat u het scant via de toets
Voorbeeldscan.
Wanneer u tevreden bent met het getoonde voorbeeld, klikt u op de toets Starten in het dialoogvenster voor
het instellen van de scanner om het beeld te scannen.
a Plaats uw document.
b Kies de gewenste instellingen voor Scan (Beeldtype), Resolutie, Type scan, Helderheid, Contrast en
Documentgrootte.
c Klik op Voorbeeldscan.
Het beeld wordt in de pc gescand en wordt weergegeven in het scangebied (1) van het dialoogvenster
met scannerinstellingen.
2
(1)
38
Scannen
OPMERKING
OPMERKING
d Klik op de linkermuisknop en houd deze ingedrukt, en sleep de muis over het gedeelte dat u wilt
scannen.
1
1 Te scannen gedeelte
2
Als u het beeld vergroot door middel van , dan kunt u gebruiken om het beeld weer naar de
oorspronkelijke grootte terug te brengen.
e Laad het document opnieuw.
Sla deze stap over als u het document op de glasplaat hebt geplaatst in stap a.
f Klik op Starten.
Nadat het scannen is voltooid, klikt u op Annuleren om terug te keren naar het venster van de grafische
toepassing.
Nu wordt alleen het geselecteerde gedeelte van het document weergegeven in het venster van uw
toepassing.
g Gebruik in het venster van uw toepassing de beschikbare opties om het beeld te verfijnen.
39
Scannen
Instellingen in het dialoogvenster voor het instellen van de scanner2
Scan (Beeldtype)2
Kies het type uitvoerbeeld uit Foto, Web of Tekst. Resolutie en Type Scan wordt gewijzigd voor elke
standaardinstelling.
De standaardinstellingen zijn in de onderstaande tabel weergegeven:
Scan (Beeldtype)ResolutieType scan
FotoGebruiken voor het scannen van foto’s.300 x 300 dpi24bit kleur
WebGebruiken voor het toevoegen van het gescande
beeld aan webpagina’s.
TekstGebruiken voor het scannen van tekstdocumenten. 200 x 200 dpiZwart-wit
Resolutie2
U kunt een scanresolutie selecteren in de keuzelijst Resolutie. Hogere resoluties nemen meer geheugen in
beslag en vergen meer overdrachtstijd, maar leveren een preciezer gescand beeld. In onderstaande tabel
wordt aangegeven welke resoluties u kunt selecteren en welke kleuropties beschikbaar zijn.
100 x 100 dpi24bit kleur
2
ResolutieZwart-wit/
Grijs (Foutdiffusie)
100 x 100 dpiJaJaJa
150 x 150 dpiJaJaJa
200 x 200 dpiJaJaJa
300 x 300 dpiJaJaJa
400 x 400 dpiJaJaJa
600 x 600 dpiJaJaJa
1200 x 1200 dpiJaNeeJa
2400 x 2400 dpiJaNeeJa
4800 x 4800 dpiJaNeeJa
9600 x 9600 dpiJaNeeJa
19200 x 19200 dpiJaNeeJa
256 kleurenWare grijstinten/24bit
kleur
Type scan2
Zwart-wit
Gebruiken voor tekst of lijntekeningen.
Grijs (Foutdiffusie)
Gebruiken voor fotografische beelden of grafische afbeeldingen. (Foutdiffusie is een methode waarbij
beelden met gesimuleerde grijstinten worden gemaakt, zonder grijze stippen te gebruiken. Zwarte stippen
worden in een specifieke matrix geplaatst zodat het beeld grijs lijkt.)
40
Scannen
OPMERKING
OPMERKING
Ware grijstinten
Gebruiken voor fotografische beelden of grafische afbeeldingen. Deze modus is exacter omdat hij tot
256 tinten grijs gebruikt.
256 kleuren
Deze modus gebruikt tot 256 kleuren om het beeld te scannen.
24bit kleur
Deze modus gebruikt tot 16,8 miljoen kleuren om het beeld te scannen.
Hoewel het gebruik van 24bit kleur een beeld met de meest nauwkeurige kleur oplevert, zal het
beeldbestand ongeveer drie keer groter zijn dan een bestand dat met de optie 256 kleuren wordt
gecreëerd. Deze modus vergt het meeste geheugen en de langste overdrachtstijd.
Ruis vermindering2
Met deze instelling kunt u de kwaliteit van gescande beelden verbeteren. De instelling Ruis verminderen is
beschikbaar wanneer u 24bit kleur en scanresoluties van 300 300 dpi, 400 400 dpi of 600 600 dpi
gebruikt.
Helderheid2
Stel de instelling voor helderheid bij (-50 tot 50) tot u het beste resultaat krijgt. De standaardwaarde is 0, wat
het gemiddelde is.
U kunt de Helderheid instellen door de schuifbalk naar rechts of naar links te slepen om het beeld lichter of
donkerder te maken. U kunt ook een waarde in het vakje invoeren om het niveau in te stellen.
Als het gescande beeld te licht is, moet u voor de Helderheid een lagere waarde opgeven en het document
nogmaals scannen. Als het gescande beeld te donker is, moet u voor de Helderheid een hogere waarde
opgeven en het beeld nogmaals scannen.
2
De instelling Helderheid is niet beschikbaar wanneer 256 kleuren is geselecteerd.
Contrast2
U kunt het Contrast verhogen of verlagen door de schuifbalk naar links of rechts te slepen. Het verhogen
van het contrast benadrukt de donkere en lichte gedeelten van het beeld, terwijl het verlagen ervan meer
detail weergeeft in de grijze zones. U kunt ook een waarde in het vakje invoeren om het Contrast in te stellen.
De instelling Contrast is alleen beschikbaar wanneer Grijs (Foutdiffusie), Ware grijstinten of 24bit kleur
is geselecteerd.
Wilt u foto’s of andere beelden scannen die u in een tekstverwerker of een andere grafische toepassing wilt
gebruiken, experimenteer dan met verschillende instellingen voor contrast en resolutie om te zien welke
instelling het beste in uw behoeften voorziet.
41
Scannen
Documentgrootte2
Kies één van de volgende formaten:
A4 210 x 297 mm (8,3 x 11,7 in)
JIS B5 182 x 257 mm (7,2 x 10,1 in)
Letter 215,9 x 279,4 mm (8 1/2 x 11 in)
Legal 215,9 x 355,6 mm (8 1/2 x 14 in) (voor MFC-modellen)
A5 148 x 210 mm (5,8 x 8,3 in)
JIS B6 128 x 182 mm (5 x 7,2 in)
A6 105 x 148 mm (4,1 x 5,8 in)
Executive 184,1 x 266,7 mm (7 1/4 x 10 1/2 in)
Business Card 90 x 60 mm (3,5 x 2,4 in)
Als u visitekaartjes wilt scannen, selecteert u het formaat Business Card en legt u het visitekaartje
linksboven op de glasplaat, met de bedrukte zijde naar beneden.
10x15cm(4x6in)
13x20cm(5x8in)
2
9x13cm(3,5x5in)
13x18cm(5x7in)
Briefkaart 100 x 148 mm (3,9 x 5,8 in)
Briefkaart 2 (dubbel) 148 x 200 mm (5,8 x 7,9 in)
Afwijkende
(Voor DCP-modellen) Door de gebruiker aan te passen van 8,9 8,9 mm tot 215,9 297 mm
(Voor MFC-modellen) Door de gebruiker aan te passen van 8,9 8,9 mm tot 215,9 355,6 mm
Als u als formaat Afwijkende selecteert, verschijnt het dialoogvenster Afwijkende documentgrootte.
Voer de Afwijkende documentgroottenaam, de Breedte: en de Hoogte: in voor het document.
U kunt 'mm' of 'inch' selecteren als de eenheid voor Breedte: en Hoogte:.
42
Scannen
OPMERKING
• (Voor MFC-modellen) U kunt vier documentformaten in de ADF plaatsen: A4, Letter, Legal en Folio. Voor
kleinere documentformaten moet u de glasplaat gebruiken.
• (Voor MFC-modellen) U kunt een pagina van Folio-formaat scannen met de ADF. Kies het formaat Legal.
• Het door u gespecificeerde papierformaat wordt op het scherm weergegeven.
• Breedte: toont de breedte van het te scannen gedeelte.
• Hoogte: toont de hoogte van het te scannen gedeelte.
• Data grootte: geeft bij benadering aan hoe groot de gegevens in Bitmap-formaat zijn. Voor andere
bestandsformaten zoals JPEG wijkt de grootte af.
2
43
3
ControlCenter43
Overzicht3
ControlCenter4 is een softwareprogramma waarmee u snel en eenvoudig toegang hebt tot uw meest
gebruikte programma's. Met ControlCenter4 worden specifieke toepassingen automatisch geladen.
ControlCenter4 heeft twee gebruikersinterfaces: Startmodus en Geavanceerde modus.
ControlCenter4 bepaalt ook de instellingen voor de SCAN-toets op het bedieningspaneel van uw Brother-
machine. Voor meer informatie over het configureren van de instellingen voor de SCAN-toets op de machine,
zie De instellingen van de toets Scannen configureren uu pagina 57 voor Startmodus of De instellingen van de toets Scannen configurerenuu pagina 69 voor Geavanceerde modus.
Startmodus
Met de Startmodus kunt u eenvoudig de belangrijkste functies van uw machine gebruiken. Deze modus
wordt aanbevolen voor de meeste thuisgebruikers. Zie ControlCenter4 gebruiken in de modus Homeuu pagina 45.
Geavanceerde modus
Met de Geavanceerde modus krijgt u meer controle over de details van de functies van uw machine. U
kunt tot drie aangepaste tabbladen toevoegen aan uw originele instellingen. Zie ControlCenter4 gebruiken in de modus Geavanceerduu pagina 60.
3
De gebruikersinterface wijzigen3
a Klik op Configuratie en selecteer vervolgens Modus selecteren.
b Selecteer Startmodus of Geavanceerde modus in het modusdialoogvenster.
44
ControlCenter4
ControlCenter4 gebruiken in de modus Home3
Dit onderdeel geeft een korte introductie van de functies van ControlCenter4 in Startmodus. Klik op
(Help) voor meer informatie over elke functie.
3
1 Rechtstreeks scannen naar een bestand, e-mail of grafische toepassing van uw keuze.
2 Toegang tot de PC-FAX-toepassingen op uw apparaat. (Voor MFC-modellen)
3 Open de beschikbare instellingen om uw apparaat te configureren.
4 Koppeling naar Brother Solutions Center, Brother CreativeCenter en het Help ControlCenter-bestand.
5 U kunt selecteren welke machine verbinding maakt met ControlCenter4 in de keuzelijst Model.
6 U kunt de gebruikersinterface en de opstartvoorkeuren voor ControlCenter4 wijzigen.
7 Toegang tot het Help-bestand.
8 Toegang tot Brother Status Monitor door te klikken op de knop Apparaatstatus.
45
ControlCenter4
Functies van ControlCenter4 voor gebruikers van de modus Home3
Scan (Zie Tabblad Scannenuu pagina 47.)
Zie Het gescande beeld opslaanuu pagina 50.
Zie Het gescande beeld afdrukkenuu pagina 50.
Zie Het gescande beeld openen in een toepassinguu pagina 51.
Zie De gescande gegevens als bijlage koppelen aan een e-mailuu pagina 51.
PC-FAX (Zie Tabblad PC-FAX (voor MFC-modellen) uu pagina 52.)
Zie Een gescand beeld verzendenuu pagina 53.
Zie Een beeldbestand verzenden vanaf uw computeruu pagina 53.
Zie Ontvangen PC-FAX-gegevens bekijken en afdrukkenuu pagina 54.
Apparaatinstellingen (Zie Het tabblad Apparaatinstellingenuu pagina 55.)
Zie Remote Setup configureren (voor MFC-modellen)uu pagina 56.
Zie Adresboek openen (voor MFC-modellen)uu pagina 56.
Zie De instellingen van de toets Scannen configurerenuu pagina 57.
Ondersteuning (Zie Tabblad Ondersteuninguu pagina 59.)
Zie De Help van ControlCenter openenuu pagina 59.
Zie Brother Solutions Center gebruikenuu pagina 59.
Zie Brother CreativeCenter openenuu
pagina 59.
3
46
ControlCenter4
Tabblad Scannen3
Er zijn vier scanopties: Opslaan, Afdrukken, Openen met toepassing en E-mail verzenden.
Dit onderdeel geeft een korte introductie van de functies van het tabblad Scan. Klik op (Help) voor meer
informatie over elke functie.
3
1 Instelgebied PC Scan
2 Beeldweergave
3 Knop Opslaan
4 Knop Afdrukken
5 Knop Openen met toepassing
6 Knop E-mail verzenden
47
ControlCenter4
OPMERKING
Bestandstypen3
U kunt wanneer u een bestand wilt opslaan in een map, kiezen uit de volgende lijst met bestandstypes.
Voor Opslaan en E-mail verzenden
Windows Bitmap (*.bmp)
JPEG (*.jpg) - Aanbevolen voor de meeste gebruikers voor het scannen van foto's.
TIFF (*.tif)
TIFF Multi-Page (*.tif)
Portable Network Graphics (*.png)
PDF (*.pdf) - Aanbevolen voor het scannen en delen van documenten.
PDF met hoge compressie (*.pdf)
1
Beveiligde PDF (*.pdf)
XML Paper Specification (*.xps)
1
Om een document als PDF met hoge compressie op te slaan, moet u de Resolutie instellen op 300 x 300 dpi en het Type Scan op Ware grijstinten of 24bit kleur.
• XML Paper Specification is beschikbaar voor Windows Vista®, Windows® 7 en Windows® 8 of bij gebruik
van toepassingen die XML Paper Specification-bestanden ondersteunen.
• Als u het bestandstype instelt op TIFF of TIFF Multi-Page, kunt u Niet gecomprimeerd of
Gecomprimeerd kiezen.
3
3
• Wanneer u de glasplaat gebruikt om meerdere pagina's van een document te scannen, raadpleeg
Continu scannen en volg de instructies op het scherm.
Documentgrootte3
U kunt de documentgrootte selecteren in de vervolgkeuzelijst. Als u een documentgrootte "1 tot 2" kiest, zoals
1 - 2 (A4), wordt het gescande beeld opgedeeld in twee A5-documenten.
48
ControlCenter4
Geavanceerde instellingen3
U kunt geavanceerde instellingen configureren door Aangepast te kiezen en vervolgens op Aangepaste
instellingen te klikken. Het dialoogvenster Aangepaste scaninstellingen wordt geopend. Klik op
Geavanceerde inst.. Het dialoogvenster Geavanceerde inst. wordt geopend.
U kunt ook geavanceerde instellingen configureren door te klikken op de knop Geavanceerde inst. in het
dialoogvenster met scaninstellingen.
Achtergrondkleur verwijderen
3
Hiermee verwijdert u de basiskleur van documenten om de gescande gegevens herkenbaarder te maken.
Wanneer u deze functie gebruikt, kunt u het niveau kiezen uit 3 instellingen: Hoog, Gemiddeld en Laag.
49
ControlCenter4
Het gescande beeld opslaan3
Met de knop (Opslaan) kunt u een afbeelding naar een map op uw harde schijf scannen in een van de
bestandstypes die worden weergegeven in de lijst met bestandstypes.
a Configureer de instellingen in het instelgebied PC Scan.
b Klik op (Scan).
c Controleer en bewerk (indien nodig) het gescande beeld in de beeldweergave.
d Klik op (Opslaan).
e Het dialoogvenster Opslaan wordt geopend. Selecteer de Doelmap en andere instellingen. Klik op OK.
f Het beeld wordt opgeslagen in de door u gekozen map.
Het gescande beeld afdrukken3
3
U kunt een pagina op de machine scannen en kopieën afdrukken met een van de functies van
ControlCenter4 ondersteund door de printerdriver van uw Brother-machine.
a Selecteer het tabblad Scan.
b Configureer de instellingen in het instelgebied PC Scan.
c Klik op (Scan).
d Controleer en bewerk (indien nodig) het gescande beeld in de beeldweergave.
e Klik op (Afdrukken).
f Configureer de printerinstellingen en klik vervolgens op (Afdrukken starten).
50
ControlCenter4
OPMERKING
Het gescande beeld openen in een toepassing3
Met de knop (Openen met toepassing) kunt u een beeld rechtstreeks naar uw grafische toepassing
voor bewerking van het beeld scannen.
a Selecteer het tabblad Scan.
b Configureer de instellingen in het instelgebied PC Scan.
c Klik op (Scan).
d Controleer en bewerk (indien nodig) het gescande beeld in de beeldweergave.
e Klik op (Openen met toepassing).
f Selecteer de toepassing in de vervolgkeuzelijst en klik op OK.
g Het beeld wordt geopend in de door u gekozen applicatie.
3
De gescande gegevens als bijlage koppelen aan een e-mail3
Met de knop (E-mail verzenden) kunt u een document naar uw standaard e-mailprogramma scannen,
zodat u de gescande taak als bijlage kunt versturen.
a Selecteer het tabblad Scan.
b Configureer de instellingen in het instelgebied PC Scan.
c Klik op (Scan).
d Controleer en bewerk (indien nodig) het gescande beeld in de beeldweergave.
e Klik op (E-mail verzenden).
f Configureer de instellingen voor het bijgevoegde bestand en klik vervolgens op OK.
g Uw standaard e-mailprogramma wordt geopend en het beeld wordt als bijlage toegevoegd aan een
nieuwe, lege e-mail.
Webmaildiensten worden niet ondersteund door Scannen naar e-mail.
51
ControlCenter4
OPMERKING
Tabblad PC-FAX (voor MFC-modellen)3
Dit onderdeel geeft een korte introductie van de functies van het tabblad PC-FAX. Klik op (Help) voor meer
informatie over elke functie.
Met de PC-FAX-software kunnen alleen zwart-wit-faxdocumenten verzonden worden in A4-formaat.
1 Knop Afb.bestand verz.
3
2 Knop Scan verzenden
3 Knop Weergave ontvangen pc-fax
4 Instelgebied PC Scan
5 Scanbeeldgebied
6 Knop Verzenden
52
ControlCenter4
Een beeldbestand verzenden vanaf uw computer3
Met de knop Afb.bestand verz. kunt u een beeldbestand vanaf de computer als een fax verzenden met de
Brother PC-Fax-software.
a Selecteer het tabblad PC-FAX.
b Klik op Afb.bestand verz..
c Klik op de boomstructuur om te bladeren naar de map waar het beeld opgeslagen is dat u wilt verzenden.
Selecteer vervolgens het bestand dat u wilt zenden.
d Klik op (Verzenden).
e Het dialoogvenster PC-FAX verzenden wordt weergegeven. Voer een faxnummer in en klik op
. Klik vervolgens op Start.
Een gescand beeld verzenden3
Met de knop Scan verzenden kunt u een pagina of een document scannen en het beeld automatisch vanaf
de computer als een fax verzenden met de Brother PC-Fax-software.
a Selecteer het tabblad PC-FAX.
b Klik op Scan verzenden.
c Configureer de instellingen in het instelgebied PC Scan.
d Klik op (Scan).
3
e Controleer en bewerk (indien nodig) het gescande beeld in de beeldweergave.
f Klik op (Verzenden).
g Het dialoogvenster PC-FAX verzenden wordt weergegeven. Voer een faxnummer in en klik op
. Klik vervolgens op Start.
53
ControlCenter4
Ontvangen PC-FAX-gegevens bekijken en afdrukken3
Met de knop Weergave ontvangen pc-fax kunt u ontvangen faxgegevens bekijken en afdrukken met de
Brother PC-Fax-software. Voordat u de functie PC-FAX Ontvangen gebruikt, moet u de optie PC-Fax ontv.
selecteren via het menu op het bedieningspaneel van de Brother-machine. (Zie De software PC-FAX
Ontvangen op uw machine activeren uu pagina 94.)
a Selecteer het tabblad PC-FAX.
b Klik op Weergave ontvangen pc-fax.
c De functie PC-Fax ontvangen wordt geactiveerd en er worden faxgegevens ontvangen van uw machine.
De ontvangen gegevens worden weergegeven. Selecteer de gegevens en klik op (Weergeven)
om ze weer te geven.
d Als u de ontvangen gegevens wilt afdrukken, selecteert u de gegevens en klikt u op (Afdrukken).
e Configureer de printerinstellingen en klik vervolgens op (Afdrukken starten).
3
54
ControlCenter4
Het tabblad Apparaatinstellingen3
Dit onderdeel geeft een korte introductie van de functies van het tabblad Apparaatinstellingen. Klik op
(Help) voor meer informatie over elke functie.
3
1 Knop Remote Setup
2 Knop Adresboek
3 Knop Scaninstellingen apparaat
55
ControlCenter4
Remote Setup configureren (voor MFC-modellen)3
Met de knop Remote Setup kunt u het venster van de toepassing Remote Setup openen om de meeste
machine-instelmenu's te configureren.
a Selecteer het tabblad Apparaatinstellingen.
b Klik op Remote Setup.
c Het venster van de toepassing Remote Setup wordt weergegeven. Zie Remote Setup (voor MFC-
modellen) uu pagina 76 voor meer informatie over de configuratie van Remote Setup.
Adresboek openen (voor MFC-modellen)3
Met de knop Adresboek kunt u het venster Adresboek openen in de toepassing Remote Setup. Vervolgens
kunt u op eenvoudige wijze nummers in het adresboek van uw machine opslaan of wijzigen op uw pc.
a Selecteer het tabblad Apparaatinstellingen.
b Klik op Adresboek.
c Het adresboekvenster wordt weergegeven. Zie Remote Setup (voor MFC-modellen)uu pagina 76 voor
meer informatie over de configuratie van het adresboek.
3
56
ControlCenter4
OPMERKING
De instellingen van de toets Scannen configureren3
Met de knop Scaninstellingen apparaat kunt u de instellingen voor de SCAN-toets van de machine
configureren.
3
Er zijn drie scanfuncties die u kunt configureren om aan uw scaneisen te voldoen.
Selecteer het tabblad Apparaatinstellingen en klik vervolgens op Scaninstellingen apparaat om elke
scanfunctie te configureren. Het dialoogvenster Scaninstellingen apparaat wordt geopend.
Tabblad Afbeelding
Hier kunt u de instellingen voor Scannen naar Afbeelding configureren door op de SCAN-toets te drukken op
uw Brother-machine.
Stel Type Bestand, Doelprogramma, Doelbestandslocatie, Bestandsgrootte, Resolutie, Type Scan,
Documentgrootte, Helderheid en Contrast naar wens in. Klik op OK.
Als u Beveiligde PDF (*.pdf) kiest in de vervolgkeuzelijst Type Bestand, klikt u op (PDF-wachtwoord
instellen). Het dialoogvenster PDF-wachtwoord instellen wordt geopend. Typ uw wachtwoord in de vakken
Wachtwoord en Wachtwoord opnieuw en klik vervolgens op OK.
• Beveiligde PDF (*.pdf) is ook beschikbaar voor Scannen naar E-mail en Scannen naar Bestand.
• U kunt de gegevenscompressieverhouding van het gescande beeld wijzigen met Bestandsgrootte.
3
57
ControlCenter4
OPMERKING
OPMERKING
Tabblad E-mail3
Hier kunt u de instellingen voor Scannen naar E-mail configureren door op de SCAN-toets te drukken op uw
Brother-machine.
Kies de instellingen voor Type Bestand, Doelbestandslocatie, Bestandsgrootte, Resolutie, Type Scan, Documentgrootte, Helderheid en Contrast als nodig. Klik op OK.
U kunt de gegevenscompressieverhouding van het gescande beeld wijzigen met Bestandsgrootte.
Tabblad Bestand3
Hier kunt u de instellingen voor Scannen naar Bestand configureren door op de SCAN-toets te drukken op
uw Brother-machine.
Stel Type Bestand, Bestandsnaam, Doelmap, Map weergeven, Bestandsgrootte en Datum in bestandsnaam invoegen naar wens in. Klik op OK.
•Als Map weergeven is geselecteerd, wordt de bestemming van het gescande beeld getoond na het
scannen.
3
• U kunt de gegevenscompressieverhouding van het gescande beeld wijzigen met Bestandsgrootte.
58
ControlCenter4
Tabblad Ondersteuning3
Dit onderdeel geeft een korte introductie van de functies van het tabblad Ondersteuning. Klik op (Help)
in ControlCenter4 voor meer informatie over elke functie.
De Help van ControlCenter openen3
Met Help ControlCenter kunt u het Help-bestand openen voor gedetailleerde informatie over ControlCenter.
a Selecteer het tabblad Ondersteuning.
b Klik op Help ControlCenter.
c De hoofdpagina van Help ControlCenter wordt weergegeven.
Brother Solutions Center gebruiken3
Met de knop Brother Solutions Center kun u de website van Brother Solutions Center openen, waar u
informatie vindt over uw Brother-product, zoals FAQ's (veelgestelde vragen), gebruikershandleidingen,
driverupdates en tips voor het gebruik van uw machine.
a Selecteer het tabblad Ondersteuning.
b Klik op Brother Solutions Center.
c De website van Brother Solutions Center wordt getoond in uw webbrowser.
Brother CreativeCenter openen3
3
Klik op de knop Brother CreativeCenter om onze website te bezoeken voor gratis en eenvoudige
onlineoplossingen voor zakelijk en thuisgebruik.
a Selecteer het tabblad Ondersteuning.
b Klik op Brother CreativeCenter. ControlCenter4 start uw webbrowser en opent vervolgens de website
van Brother CreativeCenter.
59
ControlCenter4
ControlCenter4 gebruiken in de modus Geavanceerd3
Dit onderdeel geeft een korte introductie van de functies van ControlCenter4 in Geavanceerde modus. Klik
op (Help) voor meer informatie over elke functie.
3
1 Rechtstreeks scannen naar een bestand, e-mail of grafische toepassing van uw keuze.
2 Toegang tot de functie PC-kopie via uw pc.
3 Toegang tot de PC-FAX-toepassingen op uw apparaat. (Voor MFC-modellen)
4 Open de beschikbare instellingen om uw apparaat te configureren.
5 Koppeling naar Brother Solutions Center, Brother CreativeCenter en het Help ControlCenter-bestand.
6 U kunt het tabblad met originele instellingen configureren door rechts te klikken op het tabblad.
7 U kunt selecteren welke machine verbinding maakt met ControlCenter4 in de keuzelijst Model.
8 U kunt het configuratievenster voor elke scanfunctie openen en de gebruikersinterfacemodus wijzigen.
9 Toegang tot het Help-bestand.
10 Toegang tot Brother Status Monitor door te klikken op de knop Apparaatstatus.
60
ControlCenter4
Functies van ControlCenter4 voor gebruikers van de modus Geavanceerd3
Scan (Zie Tabblad Scannenuu pagina 62.)
Zie Het gescande beeld openen in een toepassinguu pagina 63.
Zie De gescande gegevens als bijlage koppelen aan een e-mailuu pagina 63.
Zie Het gescande beeld opslaanuu pagina 63.
Zie Hoe de standaardinstellingen van elke knop wijzigenuu pagina 64.
PC-kopie (Zie Tabblad PC-Kopiërenuu pagina 65.)
Zie Het gescande beeld afdrukkenuu pagina 65.
PC-FAX (Zie Tabblad PC-FAX (voor MFC-modellen) uu pagina 66.)
Zie Een beeldbestand verzenden vanaf uw computeruu pagina 66.
Zie Een gescand beeld verzendenuu pagina 66.
Zie Ontvangen PC-FAX-gegevens bekijken en afdrukkenuu pagina 67.
Apparaatinstellingen (Zie Het tabblad Apparaatinstellingenuu pagina 68.)
Zie Remote Setup configureren (voor MFC-modellen)uu pagina 68.
Zie Adresboek openen (voor MFC-modellen)uu pagina 68.
Zie De instellingen van de toets Scannen configurerenuu pagina 69.
Ondersteuning (Zie Tabblad Ondersteuninguu pagina 71.)
Zie Brother Solutions Center gebruikenuu
Zie De Help van ControlCenter openenuu pagina 71.
Zie Brother CreativeCenter openenuu pagina 71.
Aangepast (Zie Tabblad Aangepastuu pagina 72.)
pagina 71.
3
Zie Een tabblad Aangepast aanmakenuu pagina 72.
Zie Een knop Aangepast aanmakenuu pagina 73.
61
ControlCenter4
Tabblad Scannen3
Er zijn drie scanopties: Afbeelding, E-mail en Bestand.
Dit onderdeel geeft een korte introductie van de functies van het tabblad Scan. Klik op (Help) voor meer
informatie over elke functie.
3
1 Instelgebied PC Scan
2 Knop Afbeelding
3 Knop E-mail
4 Knop Bestand
Bestandstypen3
U kunt het bestandstype voor de gescande beelden kiezen. Zie Bestandstypen uu pagina 48 voor meer
informatie.
Documentgrootte3
U kunt de documentgrootte selecteren in de vervolgkeuzelijst. Als u een documentgrootte "1 tot 2" kiest, zoals
1 - 2 (A4), wordt het gescande beeld opgedeeld in twee A5-documenten.
Geavanceerde instellingen3
U kunt geavanceerde instellingen wijzigen. Zie Geavanceerde instellingenuu pagina 49 voor meer
informatie.
62
ControlCenter4
OPMERKING
Het gescande beeld openen in een toepassing3
Met de knop (Afbeelding) kunt u een beeld rechtstreeks naar uw grafische toepassing voor bewerking
van het beeld scannen.
a Selecteer het tabblad Scan.
b Klik op (Afbeelding). Het dialoogvenster met scaninstellingen wordt weergegeven.
c In dit dialoogvenster kunt u de scaninstellingen configureren. Als u het gescande beeld wilt bekijken en
configureren, vinkt u het vakje Voorbeeldscan aan.
d Klik op Scan. Het beeld wordt geopend in de door u gekozen applicatie.
De gescande gegevens als bijlage koppelen aan een e-mail3
Met de knop (E-mail) kunt u een document naar uw standaard e-mailprogramma scannen, zodat u de
gescande taak als bijlage kunt versturen.
3
a Selecteer het tabblad Scan.
b Klik op (E-mail). Het dialoogvenster met scaninstellingen wordt weergegeven.
c In dit dialoogvenster kunt u de scaninstellingen configureren. Als u het gescande beeld wilt bekijken en
configureren, vinkt u het vakje Voorbeeldscan aan.
d Klik op Scan. Uw standaard e-mailprogramma wordt geopend en het beeld wordt als bijlage toegevoegd
aan een nieuwe e-mail.
De e-mailfunctie biedt geen ondersteuning voor Webmail-services.
Het gescande beeld opslaan3
Met de knop (Bestand) kunt u een afbeelding naar een map op uw harde schijf scannen in een van de
bestandstypes die worden weergegeven in de lijst met bestandstypes.
a Selecteer het tabblad Scan.
b Klik op (Bestand). Het dialoogvenster met scaninstellingen wordt weergegeven.
c In dit dialoogvenster kunt u de scaninstellingen configureren. Als u het gescande beeld wilt bekijken en
d Klik op Scan. Het beeld wordt opgeslagen in de door u gekozen map.
configureren, vinkt u het vakje Voorbeeldscan aan.
63
ControlCenter4
OPMERKING
Hoe de standaardinstellingen van elke knop wijzigen3
U kunt de standaardinstellingen van de knoppen (Afbeelding), (E-mail) en (Bestand) wijzigen.
a Klik met de rechtermuisknop op de knop die u wilt configureren en klik op Knopinstellingen. Het
instellingendialoogvenster wordt geopend.
b Kies de instellingen voor Type Bestand, Voorbeeldscan, Resolutie, Type Scan, Documentgrootte,
Helderheid, Contrast en Continu scannen als nodig.
c Klik op OK. De nieuwe instellingen zullen worden gebruikt als standaardinstellingen.
Vink Voorbeeldscan aan in het instellingendialoogvenster om het gescande beeld te bekijken en te
configureren.
3
64
ControlCenter4
Tabblad PC-Kopiëren3
Het gescande beeld afdrukken3
U kunt een pagina op de machine scannen en kopieën afdrukken met een van de functies van
ControlCenter4 ondersteund door de printerdriver van uw Brother-machine .
a Selecteer het tabblad PC-kopie.
b Als u de scaninstellingen wilt wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op de gewenste knop en wijzigt u
de instellingen. Als u het gescande beeld wilt bekijken en configureren, vinkt u het vakje Voorbeeldscan
aan. Klik op OK.
c Klik op Kopiëren in zwart-wit, 2 op 1 kopiëren of 4 op 1 kopiëren.
U kunt elke knop aanpassen aan de hand van uw aangepaste instellingen.
d Het gescande beeld wordt afgedrukt.
3
65
ControlCenter4
OPMERKING
Tabblad PC-FAX (voor MFC-modellen)3
Dit onderdeel geeft een korte introductie van de functies van het tabblad PC-FAX. Klik op (Help) voor
meer informatie over elke functie.
Met de PC-FAX-software kunnen alleen zwart-wit-faxdocumenten verzonden worden in A4-formaat.
Een beeldbestand verzenden vanaf uw computer3
Met de knop (Afb.bestand verz.) kunt u een afbeeldingsbestand vanaf uw computer als een fax
verzenden met de Brother PC-Fax-software.
a Selecteer het tabblad PC-FAX.
b Klik op (Afb.bestand verz.).
c Klik op de boomstructuur om te bladeren naar de map waar het beeld opgeslagen is dat u wilt verzenden.
Selecteer vervolgens het bestand dat u wilt zenden.
d Klik op (Verzenden). Het dialoogvenster PC-FAX verzenden wordt weergegeven.
e Voer een faxnummer in en klik op . Klik vervolgens op Start.
Een gescand beeld verzenden3
3
Met de knop (Scan verzenden) kunt u een pagina of een document scannen en het beeld automatisch
vanaf uw computer als een fax verzenden met de Brother PC-Fax-software.
a Selecteer het tabblad PC-FAX.
b Als u de scaninstellingen wilt wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op (Scan verzenden) en
wijzigt u vervolgens de instellingen. Als u het gescande beeld wilt bekijken en configureren, vinkt u het
vakje Voorbeeldscan aan. Klik op OK.
c Klik op (Scan verzenden). Het dialoogvenster PC-FAX verzenden wordt weergegeven.
d Voer een faxnummer in en klik op . Klik vervolgens op Start.
66
ControlCenter4
Ontvangen PC-FAX-gegevens bekijken en afdrukken3
Met de knop (Weergave ontvangen pc-fax) kunt u ontvangen faxgegevens bekijken en afdrukken met
de Brother PC-FAX-software. Voordat u de functie PC-FAX Ontvangen gebruikt, moet u de optie PC-Fax
ontv. selecteren via het menu op het bedieningspaneel van de Brother-machine. (Zie De software PC-
FAX Ontvangen op uw machine activeren uu pagina 94.)
a Selecteer het tabblad PC-FAX.
b Klik op (Weergave ontvangen pc-fax).
c De functie PC-Fax ontvangen wordt geactiveerd en er worden faxgegevens ontvangen van uw machine.
De ontvangen gegevens worden weergegeven. Selecteer de gegevens en klik op (Weergeven)
om ze weer te geven.
d Als u de ontvangen gegevens wilt afdrukken, selecteert u de gegevens en klikt u op (Afdrukken).
3
e Configureer de printerinstellingen en klik vervolgens op (Afdrukken starten).
67
ControlCenter4
Het tabblad Apparaatinstellingen3
Dit onderdeel geeft een korte introductie van de functies van het tabblad Apparaatinstellingen. Klik op
(Help) voor meer informatie over elke functie.
Remote Setup configureren (voor MFC-modellen)3
Met de knop (Remote Setup) kunt u het venster van de toepassing Remote Setup openen om de meeste
machine-instelmenu's te configureren.
a Selecteer het tabblad Apparaatinstellingen.
b Klik op (Remote Setup). Het venster van de toepassing Remote Setup wordt weergegeven.
c Zie Remote Setup (voor MFC-modellen)uu pagina 76 voor meer informatie over de configuratie van
Remote Setup.
Adresboek openen (voor MFC-modellen)3
Met de knop (Adresboek) kunt u het venster Adresboek openen in de toepassing Remote Setup.
Vervolgens kunt u op eenvoudige wijze nummers in het adresboek van uw machine opslaan of wijzigen op
uw pc.
a Selecteer het tabblad Apparaatinstellingen.
b Klik op (Adresboek). Het adresboekvenster wordt weergegeven.
3
c Zie Remote Setup (voor MFC-modellen)uu pagina 76 voor meer informatie over de configuratie van
het adresboek.
68
ControlCenter4
OPMERKING
De instellingen van de toets Scannen configureren3
Met de knop (Scaninstellingen apparaat) kunt u de instellingen voor de SCAN-toets van de machine
configureren.
3
Er zijn drie scanfuncties die u kunt configureren om aan uw scaneisen te voldoen.
Selecteer het tabblad Apparaatinstellingen en klik vervolgens op Scaninstellingen apparaat om elke
scanfunctie te configureren. Het dialoogvenster Scaninstellingen apparaat wordt geopend.
Tabblad Afbeelding
Hier kunt u de instellingen voor Scannen naar Afbeelding configureren door op de SCAN-toets te drukken op
uw Brother-machine.
Stel Type Bestand, Doelprogramma, Doelbestandslocatie, Bestandsgrootte, Resolutie, Type Scan,
Documentgrootte, Helderheid en Contrast naar wens in. Klik op OK.
Als u Beveiligde PDF (*.pdf) kiest in de vervolgkeuzelijst Type Bestand, klikt u op (PDF-wachtwoord
instellen). Het dialoogvenster PDF-wachtwoord instellen wordt geopend. Typ uw wachtwoord in de vakken
Wachtwoord en Wachtwoord opnieuw en klik vervolgens op OK.
• Beveiligde PDF (*.pdf) is ook beschikbaar voor Scannen naar E-mail en Scannen naar Bestand.
• U kunt de gegevenscompressieverhouding van het gescande beeld wijzigen met Bestandsgrootte.
69
3
ControlCenter4
OPMERKING
OPMERKING
Tabblad E-mail3
Hier kunt u de instellingen voor Scannen naar E-mail configureren door op de SCAN-toets te drukken op uw
Brother-machine.
Kies de instellingen voor Type Bestand, Doelbestandslocatie, Bestandsgrootte, Resolutie, Type Scan, Documentgrootte, Helderheid en Contrast als nodig. Klik op OK.
U kunt de gegevenscompressieverhouding van het gescande beeld wijzigen met Bestandsgrootte.
Tabblad Bestand3
Hier kunt u de instellingen voor Scannen naar Bestand configureren door op de SCAN-toets te drukken op
uw Brother-machine.
Stel Type Bestand, Bestandsnaam, Doelmap, Map weergeven, Bestandsgrootte en Datum in bestandsnaam invoegen naar wens in. Klik op OK.
•Als Map weergeven is geselecteerd, wordt de bestemming van het gescande beeld getoond na het
scannen.
3
• U kunt de gegevenscompressieverhouding van het gescande beeld wijzigen met Bestandsgrootte.
70
ControlCenter4
Tabblad Ondersteuning3
Dit onderdeel geeft een korte introductie van de functies van het tabblad Ondersteuning. Klik op (Help)
in ControlCenter4 voor meer informatie over elke functie.
De Help van ControlCenter openen3
Met (Help ControlCenter) kunt u het Help-bestand openen voor meer informatie over ControlCenter.
a Selecteer het tabblad Ondersteuning.
b Klik op (Help ControlCenter).
c De hoofdpagina van Help ControlCenter wordt weergegeven.
Brother Solutions Center gebruiken3
Met de knop (Brother Solutions Center) kun u de website Brother Solutions Center openen, waar u
informatie vindt over uw Brother-product, zoals FAQ's (veelgestelde vragen), gebruikershandleidingen,
driverupdates en tips voor het gebruik van uw machine.
a Selecteer het tabblad Ondersteuning.
b Klik op (Brother Solutions Center).
c De website van Brother Solutions Center wordt getoond in uw webbrowser.
3
Brother CreativeCenter openen3
Klik op de knop (Brother CreativeCenter) om onze website te bezoeken voor eenvoudige
onlineoplossingen voor zakelijk en thuisgebruik.
a Selecteer het tabblad Ondersteuning.
b Klik op (Brother CreativeCenter). ControlCenter4 start uw webbrowser en opent vervolgens de
website van Brother CreativeCenter.
71
ControlCenter4
Tabblad Aangepast3
Dit onderdeel geeft een korte introductie van het toevoegen van een tabblad Aangepast. Klik op (Help)
voor meer informatie.
Een tabblad Aangepast aanmaken3
Met uw aangepaste instellingen kunt u tot drie aangepaste tabbladen aanmaken met tot vijf aangepaste
knoppen.
a Klik op Configuratie en selecteer vervolgens Aangepast tabblad maken.
3
72
ControlCenter4
OPMERKING
Een knop Aangepast aanmaken3
a Klik op Configuratie en selecteer vervolgens Aangepaste knop maken.
Selecteer in het menu een knop die u wilt aanmaken. Het instellingendialoogvenster wordt geopend.
3
b Voer de naam in van de knop en wijzig indien nodig de instellingen. Klik op OK. (De instellingsopties
variëren afhankelijk van de aangemaakte knop.)
U kunt het aangemaakte tabblad, de aangemaakte knop of de aangemaakte instellingen wijzigen of
verwijderen. Klik op Configuratie en volg het menu.
73
ControlCenter4
De instellingen van de toets Scannen voor het menu Scannen
naar pc wijzigen3
Met ControlCenter4 kunt u de instellingen van de SCAN-toets van uw machine wijzigen voor Scannen naar
pc.
a Open ControlCenter4. Ga op een van de volgende manieren te werk:
®
(Voor Windows
Klik op start/Alle programma’s/Brother/MFC-XXXX (waarbij MFC-XXXX de naam van uw model
is)/ControlCenter4.
(Voor Windows® 8)
Klik op (Brother Utilities), klik op de vervolgkeuzelijst en selecteer de naam van uw model
(indien nog niet geselecteerd). Klik op SCANNEN in de linker navigatiebalk en klik vervolgens op
ControlCenter4.
XP, Windows Vista® en Windows® 7)
b Zorg ervoor dat de machine die u wenst te gebruiken in de vervolgkeuzelijst Model is geselecteerd.
c Klik op het tabblad Apparaatinstellingen.
d Klik op Scaninstellingen apparaat.
3
74
ControlCenter4
e Selecteer het tabblad Bestand. U kunt de standaardinstellingen wijzigen.
1
2
3
4
5
1 U kunt het bestandstype selecteren in de vervolgkeuzelijst.
2 U kunt de bestandsnaam invoeren die u voor het document wilt gebruiken.
3 U kunt het bestand in de standaardmap opslaan, of u kunt een andere map selecteren door op de
knop (Browse) te klikken.
4 U kunt een scanresolutie selecteren in de vervolgkeuzelijst Resolutie.
5 U kunt de documentgrootte selecteren in de vervolgkeuzelijst Documentgrootte.
3
f Klik op OK.
75
4
Remote Setup (voor MFC-modellen)4
Remote Setup4
Met de toepassing Remote Setup kunt u vele machine-instellingen configureren. Wanneer u deze toepassing
start, worden de instellingen op uw machine automatisch naar uw pc gedownload en op het pc-scherm
weergegeven. Als u de instellingen wijzigt, kunt u ze rechtstreeks naar de machine uploaden.
Ga op een van de volgende manieren te werk:
(Windows
Klik op de knop start, Alle programma’s, Brother, MFC-XXXX en Remote Setup.
®
XP, Windows Vista® en Windows® 7)
4
(Windows
Klik op (Brother Utilities), klik op de vervolgkeuzelijst en selecteer de naam van uw model (indien
nog niet geselecteerd). Klik op Hulpmiddelen in de linker navigatiebalk en klik vervolgens op
Remote Setup.
®
8)
OK
Als u hierop klikt, wordt de gegevensoverdracht naar de machine gestart en wordt de toepassing Remote
Setup afgesloten. Als er een foutmelding wordt weergegeven, moet u de correcte gegevens opnieuw
invoeren en vervolgens op OK klikken.
76
Remote Setup (voor MFC-modellen)
OPMERKING
Afbreken
Als u hierop klikt, wordt de toepassing Remote Setup afgesloten zonder gegevens naar de machine te
uploaden.
Toepassen
Als u hierop klikt, worden gegevens naar de machine geüpload en blijft de toepassing Remote Setup
geopend.
Afdrukken
Hiermee kunt u de geselecteerde items op de machine afdrukken. U kunt gegevens pas afdrukken nadat
deze naar de machine zijn geüpload. Klik op Toepassen om de nieuwe gegevens naar de machine over
te brengen, en klik vervolgens op Afdrukken.
Exporteren
Hiermee kunt u de huidige configuratie-instellingen in een bestand opslaan.
Importeren
Hiermee kunt u de instellingen uit een bestand lezen.
• U kunt de knop Exporteren gebruiken om uw adresboek of alle instellingen voor de machine op te slaan.
• Als u de Windows
®
Firewall gebruikt en MFL-Pro Suite vanaf de installatie-cd-rom hebt geïnstalleerd, zijn
de benodigde firewall-instellingen al ingevoerd.
4
77
OPMERKING
Brother PC-FAX Software
5
(voor MFC-modellen)
PC-FAX verzenden5
Met de functie PC-Fax van Brother kunt u uw pc gebruiken om een document uit een toepassing als
standaard fax te verzenden. U kunt een bestand aangemaakt met om het even welk programma op uw pc
verzenden als een PC-Fax. U kunt ook een voorblad toevoegen. U hoeft alleen de ontvangende partijen in
te voeren als leden of groepen in uw PC-FAX-adresboek, of u voert het adres of faxnummer van de
contactpersoon in de gebruikersinterface in. Met de zoekfunctie in het adresboek kunt u snel de personen
vinden aan wie u de fax wilt verzenden.
Ga voor de meest recente informatie en updates voor Brother PC-FAX naar http://solutions.brother.com/
Met de PC-FAX-software kunnen alleen zwart-wit-faxdocumenten verzonden worden in A4-formaat.
Een bestand verzenden als PC-FAX5
a Maak een bestand op uw pc in een willekeurige toepassing.
.
5
5
b Klik op Bestand en daarna op Afdrukken.
Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt:
78
Brother PC-FAX Software (voor MFC-modellen)
OPMERKING
OPMERKING
c Selecteer Brother PC-FAX als uw printer en klik daarna op Afdrukken.
Het dialoogvenster PC-FAX Verzenden wordt weergegeven:
d Voer een faxnummer in op een van de volgende manieren:
Voer het nummer in met de kiestoetsen en klik op .
Klik op de knop Adresboek en selecteer vervolgens een naam of een groep uit het adresboek.
Als u een vergissing hebt gemaakt, kunt u alle gegevens wissen met de knop Alles wissen.
5
e Als u een voorblad wilt invoegen, vinkt u Voorblad toevoegen aan.
U kunt op klikken om een voorblad te bewerken.
f Klik op Start om een fax te verzenden.
• Als u een fax wilt annuleren klikt u op Annuleren.
• Als u een nummer opnieuw wilt kiezen, klikt u op Herkiezen om de laatste vijf faxnummers te doorlopen
en klikt u vervolgens op Start.
79
Brother PC-FAX Software (voor MFC-modellen)
OPMERKING
OPMERKING
Gebruikersinformatie instellen5
U kunt de Gebruikersinformatie in het dialoogvenster PC-FAX Verzenden openen door op te
klikken. (Zie Een bestand verzenden als PC-FAXuu pagina 78.)
a Ga op een van de volgende manieren te werk:
®
(Windows
Klik op de knop start, Alle programma’s, Brother, MFC-XXXX, PC-FAX verzenden, en vervolgens op PC-FAX Setup.
XP, Windows Vista® en Windows® 7)
(Windows
®
8)
Klik op (Brother Utilities), klik op de vervolgkeuzelijst en selecteer de naam van uw model
(indien nog niet geselecteerd). Klik op PC-FAX verzenden in de linker navigatiebalk en klik vervolgens
op PC-FAX Setup.
Het dialoogvenster PC-FAX instelling verschijnt:
b Voer deze informatie in om de koptekst en het voorblad van de fax te creëren.
5
c Klik op OK om de Gebruikersinformatie op te slaan.
U kunt de Gebruikersinformatie voor elke Windows®-account afzonderlijk instellen.
80
Brother PC-FAX Software (voor MFC-modellen)
Verzenden instellen5
Klik in het dialoogvenster PC-FAX instelling op het tabblad Verzenden om het onderstaande scherm weer
te geven.
Buitenlijn toegang
U kunt een nummer invoeren om toegang te krijgen tot een buitenlijn. Dit nummer is soms nodig voor
lokale PBX-telefoonsystemen (bijvoorbeeld het kiezen van het cijfer 9 om in uw kantoor toegang te krijgen
tot een buitenlijn). Bij PC-Fax verzenden wordt dit nummer gebruikt en wordt het netnummer dat in het
functiemenu is ingesteld, genegeerd.
5
Kop opnemen
Om de koptekst met informatie die u invulde op het tabblad Gebruikersinformatie bovenaan de
verzonden faxpagina's toe te voegen, vinkt u het vakje Kop opnemen aan. (Zie Gebruikersinformatie instellenuu pagina 80.)
81
Brother PC-FAX Software (voor MFC-modellen)
Een voorblad instellen5
Klik in het dialoogvenster PC-FAX Verzenden op om toegang te krijgen tot het scherm Brother PC-FAX
Voorblad Setup.
Het dialoogvenster Brother PC-FAX Voorblad Setup verschijnt:
5
82
Brother PC-FAX Software (voor MFC-modellen)
OPMERKING
Informatie voor het voorblad invoeren5
Als u een fax naar meerdere personen verzendt, worden de gegevens van de geadresseerden niet op het
voorblad afgedrukt.
Aan:
Kies de gegevens van de ontvanger die op het voorblad moeten worden afgedrukt.
Van:
Kies de gegevens van de afzender die op het voorblad moeten worden afgedrukt.
Opmerking
Voer de opmerking in die op het voorblad moet worden afgedrukt.
Formulier
Selecteer het gewenste formaat voor het voorblad.
Titel voorblad
Als u Afwijkend selecteert, kunt u een bitmapbestand zoals uw bedrijfslogo op het voorblad plaatsen.
5
Selecteer het BMP-bestand met behulp van de knop Bladeren en selecteer vervolgens de gewenste
uitlijning.
Tel het Voorblad
Vink Tel het Voorblad aan om het voorblad mee te laten tellen in de paginanummering.
83
Brother PC-FAX Software (voor MFC-modellen)
OPMERKING
Adresboek5
Als Outlook®, Outlook Express of Windows® Mail op uw pc is geïnstalleerd, kunt u in de vervolgkeuzelijst
Adressenlijst selecteren selecteren welk adresboek moet worden gebruikt voor PC-FAX Verzenden.
Klik op de knop Bladeren om de database te selecteren.
U kunt het adresboek gebruiken dat u hebt gekozen in de vervolgkeuzelijst Adressenlijst selecteren door
te klikken op de knop Adresboek in het dialoogvenster FAX Verzenden.
5
Windows Contactpersonen
5
• Als u uw Outlook-adresboek wilt gebruiken, moet Microsoft® Outlook® 2000, 2002, 2003, 2007 of 2010 als
uw standaard e-mailtoepassing zijn geselecteerd.
• Voor Microsoft
®
Outlook® 2010 wordt de 64-bitversie niet ondersteund.
84
Brother PC-FAX Software (voor MFC-modellen)
Brother-adresboek5
a Ga op een van de volgende manieren te werk:
®
(Windows
Klik op de knop start, Alle programma’s, Brother, MFC-XXXX (waarbij XXXX de naam van uw model
is), PC-FAX verzenden en vervolgens op PC-FAX Adresboek.
(Windows
Klik op (Brother Utilities), klik op de vervolgkeuzelijst en selecteer de naam van uw model
XP, Windows Vista® en Windows® 7)
®
8)
(indien nog niet geselecteerd). Klik op PC-FAX verzenden in de linker navigatiebalk en klik vervolgens
op PC-FAX Adresboek.
Het dialoogvenster Adresboek verschijnt:
5
85
Brother PC-FAX Software (voor MFC-modellen)
Iemand in het adresboek opnemen5
In het dialoogvenster Adresboek kunt u namen en groepen toevoegen, bewerken of verwijderen.
a Klik in het dialoogvenster Adresboek op om een lid toe te voegen.
Het dialoogvenster Adresboek Leden Setup verschijnt:
5
b Voer in het dialoogvenster Adresboek Leden Setup de gegevens van de betreffende persoon in. Naam
is een verplicht veld. Klik op OK om de informatie op te slaan.
86
Brother PC-FAX Software (voor MFC-modellen)
OPMERKING
Een groep voor het groepsverzenden instellen5
U kunt een groep creëren om dezelfde PC-Fax tegelijkertijd naar meerdere ontvangers te verzenden.
a Klik in het dialoogvenster Adresboek op om een groep aan te maken.
Het dialoogvenster Adresboek Groepen Setup verschijnt:
5
b Voer de naam van de nieuwe groep in het veld Groepsnaam in.
c Selecteer in het venster Beschikbare Namen alle namen die u in de groep wilt opnemen en klik
vervolgens op Toevoegen >>.
De aan de groep toegevoegde namen verschijnen in het venster Groepsleden.
d Als alle leden aan de groep zijn toegevoegd, klikt u op OK.
Een groep kan maximaal 50 leden bevatten.
Gegevens van groepsleden bewerken5
a Selecteer de naam of de groep die u wilt bewerken.
b Klik op .
c Wijzig de gegevens van de naam of de groep.
d Klik op OK.
87
Brother PC-FAX Software (voor MFC-modellen)
Een naam of een groep verwijderen5
a Selecteer de naam of de groep die u wilt verwijderen.
b Klik op .
c Wanneer het dialoogvenster ter bevestiging verschijnt, klikt u op OK.
5
88
Brother PC-FAX Software (voor MFC-modellen)
OPMERKING
OPMERKING
Het adresboek exporteren5
U kunt het volledige adresboek exporteren naar een ASCII-tekstbestand (*.csv). U kunt ook een vCard
maken voor een lid uit uw adresboek en deze als bijlage toevoegen aan een uitgaande e-mail (een vCard is
een elektronisch visitekaartje dat de contactgegevens van de afzender bevat). U kunt het adresboek ook
exporteren als Remote Setup-kiesgegevens voor gebruik door de toepassing Remote Setup van uw
machine. (Zie Remote Setupuu pagina 76.) Als u een vCard wilt maken, moet u eerst in het adresboek op
de naam klikken waarvoor u een vCard wilt maken.
Adresboekvermeldingen exporteren5
• Als u een vCard wilt maken, moet u eerst de persoon selecteren.
• Als u vCard selecteert in stap a, zal Opslaan als: vCard {*.vcf} zijn.
a Ga op een van de volgende manieren te werk:
Klik in het adresboek op Bestand, Exporteren en vervolgens op Tekst.
Klik in het adresboek op Bestand, Exporteren en vervolgens op vCard. Ga daarna naar stap e.
Klik in het adresboek op Bestand, Exporteren en vervolgens op Kiesgegevens externe setup. Ga
daarna naar stap e.
b Selecteer in de kolom Beschikbare items de gegevensvelden die u wilt exporteren en klik vervolgens
op Toevoegen >>.
Selecteer de items in de volgorde waarin ze moeten worden weergegeven.
c Als u exporteert naar een ASCII-bestand, selecteert u Tab of Komma bij Deelteken. Zo geeft u aan of
een Tab of Komma wordt gebruikt om de gegevensvelden van elkaar te scheiden.
d Klik op OK om de gegevens op te slaan.
5
89
Brother PC-FAX Software (voor MFC-modellen)
e Voer de naam voor het bestand in, en klik vervolgens op Opslaan.
5
90
Brother PC-FAX Software (voor MFC-modellen)
OPMERKING
In het adresboek importeren5
U kunt ASCII-tekstbestanden (*.csv) of vCards (elektronische visitekaartjes) of Kiesgegevens externe
setup in uw adresboek importeren.
Een ASCII-tekstbestand importeren5
a Ga op een van de volgende manieren te werk:
Klik in het adresboek op Bestand, Importeren en vervolgens op Tekst.
Klik in het adresboek op Bestand, Importeren en vervolgens op vCard. Ga daarna naar stap e.
Klik in het adresboek op Bestand, Importeren en vervolgens op Kiesgegevens externe setup. Ga
daarna naar stap e.
b Selecteer in de kolom Beschikbare items de gegevensvelden die u wilt importeren en klik vervolgens
op Toevoegen >>.
Selecteer de velden uit de lijst Beschikbare items in dezelfde volgorde als die waarin ze worden opgesomd
in het geïmporteerde tekstbestand.
c Selecteer bij Tab de optie Komma of Deelteken, afhankelijk van het bestandsformaat dat u gaat
importeren.
5
d Klik op OK om de gegevens te importeren.
91
Brother PC-FAX Software (voor MFC-modellen)
OPMERKING
e Voer de naam voor het bestand in, en klik vervolgens op Openen.
Als u een Tekst-bestand hebt gekozen in stap a, Bestandstypen: zal Tekstbestanden {*.txt; *.csv}
zijn.
5
92
Brother PC-FAX Software (voor MFC-modellen)
OPMERKING
PC-FAX ontvangen5
Met de software Brother PC-FAX Ontvangen kunt u faxen op uw PC bekijken en opslaan. Deze wordt
automatisch geïnstalleerd wanneer u de MFL-Pro Suite installeert en werkt op machines die lokaal zijn
aangesloten.
Wanneer de software is geactiveerd, worden faxen in het geheugen van uw machine ontvangen. Wanneer
een fax is ontvangen, wordt deze automatisch naar uw pc gestuurd.
Als u de pc uitzet, blijft uw machine faxen in het geheugen ontvangen en opslaan. Op het LCD-scherm van
de machine wordt weergegeven hoeveel faxen zijn ontvangen en opgeslagen, bijvoorbeeld:
PCfaxbericht:001
Als u uw PC inschakelt, verstuurt de software PC-FAX Ontvangen uw faxen automatisch naar uw PC.
Ga als volgt te werk om de software PC-FAX Ontvangen te activeren:
Voordat u de functie PC-FAX ontvangen gebruikt, moet u vanuit het menu op de machine PC-FAX
Ontvangen selecteren.
Voer de software Brother PC-FAX Ontvangen uit op uw pc. (Wij raden u aan het selectievakje Voeg toe
aan map Opstarten in te schakelen. De software wordt dan automatisch gestart zodra u de pc opstart,
en eventuele faxen worden overgebracht.)
Met de PC-FAX-software kunnen alleen zwart-wit-faxdocumenten ontvangen worden.
5
93
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.