B&G RS100, RS100-B, V100, V100-B User guide [nl]

Page 1
RS100/RS100-B
RS100/RS100-B
V100/V100-B
V100/V100-B
GEBRUIKERSHANDLEIDING
NEDERLANDS
www.simrad-yachting.com | www.bandg.com
Page 2
Page 3
Voorwoord
Disclaimer
Aangezien Navico dit product voortdurend verbetert, behouden wij ons het recht voor om te allen tijde wijzigingen in het product aan te brengen die mogelijk niet met deze versie van de handleiding overeenkomen. Neem contact op met de dichtstbijzijnde distributeur als u eventueel hulp nodig hebt.
De eigenaar is er persoonlijk verantwoordelijk voor dat de apparatuur op een legale manier wordt geïnstalleerd en gebruikt, dat er geen ongevallen, persoonlijk letsel of schade aan eigendommen kan worden veroorzaakt. De gebruiker van dit product is persoonlijk verantwoordelijk voor het naleven van de regels voor goed zeemanschap.
NAVICO HOLDING EN HAAR DOCHTERMAATSCHAPPIJEN, VESTIGINGEN EN FILIALEN WIJZEN ALLE AANSPRAKELIJKHEID AF VOOR ENIG GEBRUIK VAN DIT PRODUCT DAT KAN LEIDEN TOT ONGEVALLEN, SCHADE OF TOT WETSOVERTREDING.
Rechtsgeldige taal
Deze verklaring, alle instructiehandleidingen, gebruikershandleidingen en andere informatie met betrekking tot het product (Documentatie) kunnen zijn vertaald in, of zijn vertaald uit een andere taal (Vertaling). In het geval van enig conict tussen een Vertaling van de Documentatie, is de Engelstalige versie van de Documentatie de ociële versie van de Documentatie.
In deze handleiding wordt het product beschreven zoals dat actueel was ten tijde van het ter perse gaan van de handleiding. Navico Holding AS en haar dochtermaatschappijen, vestigingen en lialen behouden zich het recht voor de specicaties te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving.
Continue verbetering: In deze handleiding wordt niet verwezen naar software-updates die later op de marifoon zijn toegepast.
Copyright
Copyright © 2021 Navico Holding AS.
Garantie
De garantiekaart wordt als separaat document verstrekt. Raadpleeg bij eventuele vragen de website van uw unit of systeem:
Voorwoord | Gebruikershandleiding
Page 4
www.simrad-yachting.com
www.bandg.com
Over deze handleiding
Deze handleiding is een naslaggids voor de installatie en bediening van de Blackbox VHF-marifoonsystemen RS100, RS100-B, V100 en V100-B. Belangrijke tekst die speciale aandacht van de lezer behoeft, wordt als volgt aangegeven:
¼ Opmerking: Wordt gebruikt om de aandacht van de lezer op een
opmerking of belangrijke informatie te richten.
⚠Waarschuwing: Wordt gebruikt als het noodzakelijk is personen
te waarschuwen voorzichtig te werk te gaan om letsel en/of schade aan personen/apparatuur te voorkomen.
Blackbox VHF-marifoonsysteem
In deze handleiding worden de volgende producten en onderdelen behandeld:
SIMRAD® RS100 Blackbox VHF-marifoonsysteem
NRS-1 maritieme VHF-marifoonprocessor
HS100 bekabelde handset SIMRAD
SP100 bekabelde luidspreker
4 |
SIMRAD® RS100-B Blackbox VHF- en AIS-marifoonsystemen
NRS-2 maritieme VHF-marifoon en AIS-processor, klasse B
HS100 bekabelde handset SIMRAD®
SP100 bekabelde luidspreker
B&G® V100 Blackbox VHF-marifoonsysteem
NRS-1 maritieme VHF-marifoonprocessor
H100 bekabelde handset B&G®
SP100 bekabelde luidspreker
B&G® V100-B Blackbox VHF- en AIS-marifoonsysteem
NRS-2 maritieme VHF-marifoon en AIS-processor, klasse B
H100 bekabelde handset B&G®
SP100 bekabelde luidspreker
Voorwoord | Gebruikershandleiding
Page 5
Optionele onderdelen
Draadloze handset SIMRAD (HS40) Draadloze handset B&G (H60) Verlengkabel voor draadloze antenne, 6 meter (CW100-6) Handsetkabel, 20 meter (CH100-20) Verlengsnoer voor handset, 10 meter
Licentie-informatie
Navico adviseert de vergunningsvereisten voor marifoonverkeer
te controleren voordat u deze VHF-radio in een land gebruikt. De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor correcte installatie en gebruik van de marifoon.
In sommige regio's/landen is een zendvergunning vereist en het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om te bepalen of een dergelijke vergunning nodig is voordat de marifoon wordt gebruikt.
De frequenties voor deze marifoon zijn alleen bestemd voor maritiem gebruik en deze frequenties moeten in de zendvergunning van de gebruiker zijn opgenomen.
Er moet een geldig USER MMSI-nummer in de VHF-radio worden ingevoerd voordat DSC-functies kunnen worden gebruikt. U dient een MMSI-nummer aan te vragen dat meestal kan worden verkregen bij dezelfde autoriteit die de zendvergunning uitgeeft. Neem contact op met de betreende autoriteiten in uw land. Als u niet weet met wie u contact moet opnemen, neem dan contact op met uw Simrad of B&G dealer.
Er moet een geldige gebruikers-MMSI in de VHF-radio worden ingevoerd voordat ATIS-functies kunnen worden gebruikt. Er is een ATIS-ID-nummer vereist, dat in Nederland wordt uitgegeven door Agentschap Telecom en in België door BIPT, wanneer u een of meerdere ATIS-apparaten toevoegt aan de licentie van uw marifoon.
Belangrijke informatie
Dit VHF Blackbox-marifoonsysteem is ontworpen om maritieme
noodoproepen te kunnen plaatsen en opsporings- en reddingsactiviteiten mogelijk te maken. Om eectief te zijn als veiligheidsinstrument, mag deze marifoon alleen gebruikt worden binnen het geograsch bereik van een maritiem VHF-kanaal 70 nood- en veiligheidssysteem aan wal. Het geograsch bereik kan variëren, maar onder normale omstandigheden is dit ca. 20 zeemijl.
Voorwoord | Gebruikershandleiding
Page 6
Deze marifoon kan worden gecongureerd voor gebruik in de
regio of het land van de gebruiker. De gebruiker moet de regio en het land van gebruik selecteren tijdens de eerste installatie van de marifoon. Raadpleeg “Landspecieke tabel” op pagina 130 voor meer informatie over ondersteunde regio's en landen.
De regio- en landinstellingen van de marifoon kunnen op elk gewenst moment worden gewijzigd in het menu Reset. Zie “Reset” op pagina 54 voor meer informatie.
Verklaringen van naleving
Europese Unie
Navico verklaart onder eigen verantwoordelijkheid dat de RS100, RS100-B, V100 en V100-B voldoen aan de eisen van Richtlijn 2014/53/ EU (RED).
De HS40 en H60 bekabelde handset voldoen aan CE, onder EMC­richtlijn 2014/30/EU.
De relevante conformiteitsverklaring is beschikbaar in de relevante productsectie op de volgende website:
www.navico-commercial.com
EU-kennisgeving inzake naleving van RF-blootstelling voor VHF-marifoon met vaste montage
Om beschermd te zijn tegen alle geverieerde negatieve eecten, moet een afstand van ten minste 2,1 m worden aangehouden tussen de marifoonantenne met een maximum van 6 dBi en alle personen.
6 |
Landen van beoogd gebruik in de EU
AUT ­Oostenrijk
CYP ­Cyprus
EST ­Estland
GRC ­Griekenland
ISL ­IJsland
LUX ­Luxemburg
Voorwoord | Gebruikershandleiding
BEL ­België
CZE ­Tsjechië
ESP ­Spanje
HRV ­Kroatië
ITA ­Italië
LVA ­Letland
BGR ­Bulgarije
DEU ­Duitsland
FIN ­Finland
HUN ­Hongarije
LIE ­Liechtenstein
MDA - Moldavië MLT -
CHE ­Zwitserland
DNK ­Denemarken
FRA ­Frankrijk
IRL ­Ierland
LTU ­Litouwen
Malta
Page 7
NLD ­Nederland
ROU ­Roemenië
SVN ­Slovenië
NOR ­Noorwegen
SKK ­Slowakije
TUR ­Turkije
POL ­Polen
SRB ­Servië
PRT ­Portugal
SWE ­Zweden
Verenigde Staten
Deel 15 van de FCC-regels. De werking is onderhevig aan de volgende twee condities:
(1) Dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken, en (2) Dit apparaat dient eventuele ontvangen interferentie te
accepteren, inclusief interferentie die ongewenste werking kan veroorzaken.
⚠Waarschuwing: De gebruiker wordt gewaarschuwd dat
wijzigingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de partij die verantwoordelijk is voor naleving ertoe kunnen leiden dat de bevoegdheid van de gebruiker om de apparatuur te gebruiken komt te vervallen.
Waarschuwing RF-emissie
Deze apparatuur voldoet aan de blootstellingslimieten aan straling van de FCC welke zijn opgesteld voor een ongecontroleerde omgeving. De antenne van het apparaat dient geïnstalleerd te worden volgens de bijgevoegde instructies en dient bediend te worden met een afstand van minimaal 2,1 m tussen de antennes en personen (behalve lichaamsuiteinden zoals handen, polsen en voeten). Daarnaast mag deze zender niet samen worden geplaatst of gebruikt met enige andere antenne of zender.
¼ Opmerking: Deze apparatuur is getest en gebleken te voldoen
aan de beperkingen voor een klasse B digitaal apparaat volgens Deel 15 van de FCC-regels. Deze apparatuur genereert, gebruikt en veroorzaakt mogelijke straling van radiofrequente energie en kan, indien niet geïnstalleerd in overeenstemming met de instructies, schadelijke interferentie veroorzaken aan radiocommunicatie. Er is echter geen garantie dat er in een bepaalde installatie geen interferentie zal optreden. Mocht deze apparatuur schadelijke interferentie veroorzaken met radio- of televisieontvangst, wat bepaald kan worden door de apparatuur in en uit te schakelen, dan wordt de gebruiker aangeraden te proberen de interferentie te corrigeren door één of meer van de volgende maatregelen:
Voorwoord | Gebruikershandleiding
Page 8
Verplaats de ontvangstantenne of richt deze opnieuw.
Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger.
Sluit de apparatuur aan op een stopcontact van een andere groep
dan waarop de ontvanger is aangesloten.
Raadpleeg de dealer of een ervaren technicus voor hulp.
Conformiteitsverklaring inzake blootstelling aan RF-straling voor draadloze handset (HS40, H60)
Dit apparaat is getest voor normaal gebruik op het lichaam. Om te voldoen aan de vereisten voor RF-blootstelling, moet een minimale afstand van 0 mm worden aangehouden tussen het lichaam van de gebruiker en de handset, inclusief de antenne.
Conformiteitsverklaring FCC deel 18 voor houder met oplaadfunctie (BC-12)
Deze apparatuur voldoet aan deel 18 van de FCC-regels.
⚠Waarschuwing: Wijzigingen of aanpassingen die niet expliciet
zijn goedgekeurd door de voor de naleving verantwoordelijke partij kunnen de bevoegdheid van de gebruikers voor het bedienen van het product ongeldig maken.
¼ Opmerking: Deze apparatuur is getest en voldoet aan de
grenswaarden voor een draadloze overdracht van vermogen, in overeenstemming met deel 18 van de FCC-regels. Deze beperkingen zijn bedoeld om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie in een woonomgeving. Deze apparatuur genereert, gebruikt en veroorzaakt mogelijk straling van radiofrequente energie en kan, indien niet geïnstalleerd in overeenstemming met de instructies, schadelijke interferentie veroorzaken in radiocommunicatie. Er is echter geen garantie dat er in een bepaalde installatie geen interferentie zal optreden. Mocht deze apparatuur schadelijke interferentie veroorzaken met radio- of televisieontvangst, wat bepaald kan worden door de apparatuur in en uit te schakelen, dan wordt de gebruiker aangeraden te proberen de interferentie te corrigeren door één of meer van de volgende maatregelen:
Verplaats de ontvangstantenne of richt deze opnieuw.
Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger.
Sluit de apparatuur aan op een stopcontact van een andere groep
dan waarop de ontvanger is aangesloten.
Raadpleeg de dealer of een ervaren technicus voor hulp.
8 |
Voorwoord | Gebruikershandleiding
Page 9
FCC-richtlijnen inzake blootstelling aan RF-energie voor houder met oplaadfunctie (BC-12)
Deze apparatuur voldoet aan de FCC-limieten voor blootstelling aan straling die zijn opgesteld voor een ongecontroleerde omgeving. Deze zender mag niet worden geplaatst naast of gebruikt met een andere antenne of zender.
Canada
Dit apparaat voldoet aan CAN ICES-3(B)/NMB-3(B) en bevat licentievrije zender(s)/ontvanger(s) die voldoen aan de vrijgestelde RSS('s) van Innovation, Science and Economic Development Canada. De werking is onderhevig aan de volgende twee condities:
Dit apparaat mag geen interferentie veroorzaken.
Dit apparaat dient eventuele ontvangen interferentie te
accepteren, inclusief interferentie welke ongewenste werking kan veroorzaken.
L’émetteur/récepteur exempt de licence contenu dans le présent appareil est conforme aux CNR d’Innovation, Sciences et Développement économique Canada applicables aux appareils radio exempts de licence. L’exploitation est autorisée aux deux conditions suivantes:
L’appareil ne doit pas produire de brouillage.
L’appareil doit accepter tout brouillage radioélectrique subi,
même si le brouillage est susceptible d’en compromettre le fonctionnement.
Innovation, Science & Economic Development Canada (ISED):
Deze apparatuur voldoet aan de IC RSS-102 limieten voor blootstelling aan straling, die zijn opgesteld voor een ongecontroleerde omgeving. Deze zender mag niet worden geplaatst naast of gebruikt met een andere antenne of zender. Deze apparatuur moeten worden geïnstalleerd en bediend met een minimale afstand van 2,1 m tussen de straler en uw lichaam.
Cet équipement est conforme aux limites d’exposition aux radiations IC CNR-102 établies pour un environnement non contrôlé. Cet émetteur ne doit pas être situé ou fonctionner conjointement avec une autre antenne ou un autre émetteur. Cet équipement doit être installé et utilisé avec une distance minimale de 2.1 m entre le radiateur et votre corps.
Volgens de regels van Innovation, Science and Economic Development Canada (ISED) mag deze radiozender alleen worden
Voorwoord | Gebruikershandleiding
Page 10
gebruikt met een antennetype en met een maximaal (of lager) zendvermogen waarvoor ISED Canada goedkeuring heeft gegeven. Om de mogelijke radio-interferentie voor andere gebruikers te verminderen, moeten het antennetype en de versterking zodanig worden gekozen dat het equivalent isotropisch uitgestraald vermogen (EIRP) niet meer is dan noodzakelijk is voor succesvolle communicatie.
Conformément à la réglementation d’Innovation, Sciences et Développement Économique Canada (ISDE), le présent émetteur radio peut fonctionner avec une antenne d’un type et d’un gain maximal (ou inférieur) approuvé pour l’émetteur par ISDE Canada. Dans le but de réduire les risques de brouillage radioélectrique à l’intention des autres utilisateurs, il faut choisir le type d’antenne et son gain de sorte que la puissance isotrope rayonnée quivalente (p.i.r.e.) ne dépassepas l’intensité nécessaire à l’établissement d’une communication satisfaisante.
Deze radiozender is goedgekeurd door Science and Economic Development Canada (ISED) voor gebruik met de in het gedeelte Specicaties van deze handleiding vermelde antennetypen, en met het maximaal toegestane vermogen en de vereiste antenne­impedantie voor elk aangegeven antennetype. Antennetypen die niet in deze lijst staan en typen die een grotere versterking hebben dan de maximale versterking die is aangegeven voor dat type, zijn streng verboden voor gebruik met dit apparaat.
Le présent émetteur radio a été approuvé par Innovation, Sciences et Développement Économique Canada pour fonctionner avec les types d’antenne énumérés ci-dessous et ayant un gain admissible maximal et l’impédance requise pour chaque type d’antenne. Les types d’antenne non inclus dans cette liste, ou dont le gain est supérieur au gain maximal indiqué, sont strictement interdits pour l’exploitation de l’émetteur.
10 |
IC-kennisgeving inzake naleving voor draadloze handset en houder met oplaadfunctie (BC-12)
Deze apparatuur voldoet aan de IC RSS-102 limieten voor blootstelling aan straling, die zijn opgesteld voor een ongecontroleerde omgeving. Deze zender mag niet worden geplaatst naast of gebruikt met een andere antenne of zender.
Cet équipement est conforme aux limites d’exposition aux radiations IC CNR-102 établies pour un environnement non contrôlé. Cet émetteur ne doitpas être situé ou fonctionner conjointement avec une autre antenne ou un autre émetteur.
Voorwoord | Gebruikershandleiding
Page 11
Australië & Nieuw Zeeland
Voldoet aan de vereisten van niveau-2 apparaten van de Radio communications (Electromagnetic Compatibility) Standard 2017 en de Radio Communications (VHF Radiotelephone Equipment – Maritime Mobile Service) Standard 2018, en Radiocommunications (Short Range Devices) Standard 2014.
Handelsmerken
Navico® is een gedeponeerd handelsmerk van Navico Holding AS. B&G® is een gedeponeerd handelsmerk van Navico Holding AS. SIMRAD® is een gedeponeerd handelsmerk van Kongsberg Maritime
AS, in licentie gegeven aan Navico Holding AS. NMEA® en NMEA2000® zijn gedeponeerde handelsmerken van de
National Marine Electronics Association. ®Reg. U.S. Pat. & Tm. O en ™ algemene wettelijke markeringen. Ga naar www.navico.com/intellectual-property om de wereldwijde
handelsmerkrechten van Navico Holding AS en andere entiteiten te bekijken.
DSC (Digital Selective Calling)
DSC biedt aanzienlijke voordelen op het gebied van veiligheid en gemak ten opzichte van oudere marifoons die niet over deze functie beschikken.
Er moet een geldige USER MMSI-nummer in deze VHF-radio worden ingevoerd voor deze DSC-functies kunnen worden gebruikt.
Opmerking: veel landen hebben geen radioversterkers die heruitzending van berichten via DSC ondersteunen. DSC kan echter toch nuttig zijn voor directe communicatie tussen schepen wanneer het andere vaartuig ook is uitgerust met een marifoon met DSC-functionaliteit.
Opmerking: DSC-noodoproepen die via deze radio worden gedaan, hebben dezelfde bereikbeperkingen als reguliere VHF­transmissies. Het vaartuig dat een noodoproep verzendt, kan alleen gebruikmaken van DSC als het zich binnen het bereik van een GMDSS-radiostation aan de wal bevindt. Het gangbare VHF­bereik is mogelijk ongeveer 20 zeemijl, maar kan enorm variëren, afhankelijk van de installatie, het antennetype, de meteorologische omstandigheden, enz.
Voorwoord | Gebruikershandleiding
| 11
Page 12
ATIS (Automatic Transmitter Identication System)
ATIS is vereist voor vaartuigen die VHF-zendingen doen terwijl ze
zich bevinden op de binnenwateren van de landen die de Bazel­overeenkomst (RAINWAT) hebben ondertekend.
De Baselovereenkomst is een overeenkomst voor het implementeren van dezelfde principes en regels voor veilig vervoer van mensen en goederen over binnenwateren.
De ondertekenende landen zijn: België, Bulgarije, Duitsland, Frankrijk, Hongarije, Kroatië, Luxemburg, Moldavië, Montenegro, Nederland, Oostenrijk, Polen, Roemenië, Servië, Slowakije, Tsjechië en Zwitserland.
Indien een VHF vereist is op de binnenwateren van de deelnemende landen, moeten hiermee ATIS-zendingen mogelijk zijn en moet de functie zijn ingeschakeld.
Het gebruik van ATIS is verboden buiten de Europese binnenwateren die onder de Bazel-overeenkomst vallen.
MMSI en ATIS-ID
De MMSI (Maritieme Mobiele Service-id) is een uniek nummer van negen cijfers. Het wordt gebruikt op maritieme zendontvangers die zijn uitgerust met DSC-functionaliteit (Digital Select Calling).
Een MMSI blijft altijd gekoppeld aan een vaartuig, ook als het vaartuig wordt verkocht.
Het MMSI van uw vaartuig moet door een erkende autoriteit aan u worden toegewezen. Het is onwettig om een aan uzelf toegewezen (verzonnen) MMSI-nummer te gebruiken.
Een groepsoproep-id begint met '0', gevolgd door acht cijfers (0xxxxxxxx).
De MMSI van een walstation begint met '00', gevolgd door zeven cijfers (00xxxxxxx).
Het is wettelijk niet toegestaan uw MMSI te wijzigen nadat u deze in de marifoon hebt ingevoerd. Daarom wordt er een bevestigingsscherm weergegeven bij het invoeren van de MMSI. Als de MMSI in de marifoon moet worden gewijzigd, moet u deze naar de Simrad of B&G dealer brengen.
Een ATIS-ID is alleen vereist in bepaalde EU-landen bij het varen op bepaalde binnenwateren. Dit is meestal een ander nummer dan uw MMSI-nummer. Uw ATIS-ID moet door een erkende autoriteit aan u worden toegewezen.
12 |
Voorwoord | Gebruikershandleiding
Page 13
Veiligheidswaarschuwing inzake AIS van klasse B (alleen NRS-2)
⚠Waarschuwing: De AIS-zendontvanger in deze NRS-2 Blackbox
is een navigatiehulpmiddel; u mag er niet op vertrouwen dat het apparaat nauwkeurige navigatie-informatie levert. AIS is geen vervanging voor menselijke oplettendheid en andere navigatiehulpmiddelen zoals RADAR. Houd er tevens rekening mee dat niet alle vaartuigen een AIS transceiver (ingeschakeld) hebben. De prestaties van de transceiver kunnen ernstig nadelig beïnvloed worden als deze niet volgens de instructies in de handleiding geïnstalleerd is, of door andere factoren zoals weer of zendende apparatuur in de nabijheid.
Belangrijke informatie voor klanten in de VS
Er is in Noord-Amerika specieke wetgeving met betrekking tot de conguratie van AIS Class-B transceivers. Als u een Amerikaans ingezetene bent en voornemens bent uw AIS Class-B transceiver te gebruiken in de Amerikaanse wateren, dient u zich ervan te vergewissen dat uw leverancier uw product gecongureerd heeft alvorens het aan u te leveren. Als uw AIS-zendontvanger niet vooraf is gecongureerd, neem dan contact op met uw leverancier om te vragen hoe de zendontvanger moet worden gecongureerd.
Voorwoord | Gebruikershandleiding
| 13
Page 14
Inhoud
17 Aan de slag
18 Menu's weergeven en hierin navigeren 20 LCD-functies 21 Functies van toetsenbord 25 Numerieke toetsen van bekabelde handset
28 Radiomenu's
28 Menustructuur 30 Scannen 32 Bewaken 32 Spraakrecorder 33 Display 35 Radio-instellingen 40 DSC/ATIS-instellingen 43 AIS-instellingen 46 Alarmen 49 Handsets 51 De draadloze handset gebruiken 51 Diagnose 54 Reset
14 |
55 Menu DSC-oproep
55 DSC-oproepen 59 Track buddy 60 Contacts 61 Oproeplogs
62 AIS-menu (alleen NRS-2)
62 Over AIS 62 AIS-ontvangstfunctie 63 AIS-zendfunctie 63 AIS-informatie en display
Inhoud | Gebruikershandleiding
Page 15
66 Misthoorn, intercom en megafoon
66 De misthoorn gebruiken 67 De intercom (IC) gebruiken 67 De megafoon gebruiken 68 Werken met Aankondigen
69 Mijn kanalen
70 Shortcuts
70 Shortcuts toevoegen/wijzigen
71 MOB- en NAV-functies
71 Man overboord (MOB) 72 Navigatiefunctie (NAV)
73 Installatie
73 Wat zit er in de doos 75 Montagerichtlijnen 76 Blackbox monteren 77 Houder CR100 voor de vaste handset monteren 78 Kabelconnector voor de handset monteren 79 Houder BC-12 voor de draadloze handset monteren 80 De luidspreker monteren 82 De GPS-500-antenne monteren 84 Richtlijnen voor de bekabeling 85 Details van Blackbox-connector 91 Draadloze antenne elders monteren - rechtdoor-methode
(optioneel) 92 Draadloze antenne elders monteren - haaksehoek-methode
(optioneel) 93 Bedradingsschema 94 Congureren tijdens eerste keer opstarten
97 Hulp en problemen met de VHF-marifoon oplossen
97 Software updates 97 Factory Reset
Inhoud | Gebruikershandleiding
| 15
Page 16
97 Systeemdiagnoseschermen 97 De shortcut Mijn VHF 98 Voedingslampje 98 AIS-LED (alleen NRS-2) 98 AIS-pop-upwaarschuwingsberichten (alleen NRS-2) 100 Problemen oplossen
105 Specicaties van RS100/B, V100/B
105 Systeemfuncties 105 Technisch 107 VHF-zendontvanger 107 VHF-zender 108 VHF-ontvanger 108 AIS (klasse B) (alleen NRS-2) 109 Ingebouwde GPS-ontvanger 109 Specicaties draadloze verbindingen 109 HS100 / H100 - Vaste handset 110 HS40 / H60 - Draadloze handset 110 Handsethouder met oplaadfunctie (BC-12)
16 |
111 Kanaaltabellen
111 Kanaaltabel voor EU en internationaal
127 Maattekeningen
127 NRS-1 en NRS-2 Blackbox 127 HS100 en H100 vaste handset 128 SP100 luidspreker 128 Handsethouder (CR100) / oplader (BC-12) 129 HS40 / H60 draadloze handset
130 Appendix
130 Landspecieke tabel 132 Lijst van met NMEA 2000 compatibele PGN's
Inhoud | Gebruikershandleiding
Page 17
1

Aan de slag

Het RS100/V100 systeem heeft de volgende functies:
Maximaal 4 bekabelde alfanumerieke handsets
Maximaal 4 draadloze handsets (HS40/H60)
4 Congureerbare 4W-uitgangen voor bekabelde luidsprekers
Ingebouwde GPS-processor voor aansluiting van een externe GPS-
antenne
Functie voor afspelen van audio
Intercom-, misthoorn- en megafoonfunctie
MOB-knop (man overboord)
NAV-functie (navigatie)
TRI-knop om DUAL/TRI scannen te selecteren
Specieke Wx-knop (weer)
Lijst met favoriete kanalen om uw lijst met veelgebruikte kanalen
samen te stellen
Lijst met shortcuts om uw lijst met veelgebruikte radiofuncties samen te stellen
Toegang tot alle op dit moment beschikbare maritieme VHF­kanaalbanken (VS, Canada, internationaal), met inbegrip van beschikbare weerkanalen (afhankelijk van landmodus)
Speciale knop voor kanaal 16 of 9 voor snelle toegang tot het prioriteitkanaal (internationaal noodkanaal)
DSC (Digital Selective Calling) functie die voldoet aan de wereldwijde normen van DSC Class-D
De knop DISTRESS om automatisch de MMSI en positie uit te zenden
ATIS voor binnenwateren (EU-landmodus)
Automatische DSC-overschakeling kan worden uitgeschakeld,
DSC-testfunctie
Lijst met contactpersonen waarin u 50 namen en bijbehorende MMSI-nummers kunt opslaan
Lijst met contactpersonen waarin u 20 groepen en bijbehorende MMSI-nummers kunt opslaan
Functie voor Group Call (groepsoproep) en All Ships Call (oproep aan alle schepen).
Codering van berichten over specieke gebieden (SAME genaamd) (VS-landmodus)
Weerswaarschuwing, waar beschikbaar (VS-landmodus)
Kanaal wordt duidelijk getoond
Aanpasbare instellingen voor contrast en helderheid van het LCD-
scherm
Achtergrondverlichting omkeren voor gebruik in het donker
Keuze tussen hoog (25 W) of laag (1 W) zendvermogen
Aan de slag | Gebruikershandleiding
| 17
Page 18
Weergave van GPS-breedtegraad en -lengtegraad (LL) en de tijd
(bij geldige GPS-bron)
De RS100-B/V100-B heeft de volgende aanvullende functies:
Dual channel AIS ontvanger voor het ontvangen en weergeven
van AIS doelen
AIS-zender van klasse B om de positie van en informatie over uw vaartuig uit te zenden. Hiervoor is installatie van een VHF-antenne noodzakelijk.
Andere systeemfuncties zoals vermeld in de “Specicaties van RS100/B, V100/B” op pagina 105.

Menu's weergeven en hierin navigeren

A Gesplitst scherm: Hoofdmenu - selecteer een optie in het menu
om instellingen in te stellen of te wijzigen.
B Gesplitst scherm: Kanaalregio - geeft informatie over
marifoonfrequenties weer.
C Een schuifbalk geeft aan dat er aanvullende opties zijn die boven
of onder de weergegeven menutekst worden weergegeven.
D Het huidige geselecteerde menu-item wordt gemarkeerd. E Een pijl geeft extra submenu-items binnen de menu-optie aan.
18 |
¼ Opmerking: Druk op de knop X/POWER om naar de vorige
menupagina te gaan of om de menu's af te sluiten. Druk op de knop OK/HL om selecties in het menu te maken.
Alfanumerieke gegevens invoeren
Druk op de knop en de knop om door de alfanumerieke tekens te bladeren of gebruik het toetsenblok op de bekabelde handset om tekst in te voeren (voorbeeld: u kunt knop 5 twee keer indrukken om de letter K in te voeren).
Druk op de knop OK/HL om een teken te selecteren en door te gaan naar het volgende teken.
Druk op de knop DSC/MENU om achteruit te gaan. Druk op de knop X/POWER om de invoer te annuleren en terug te
Aan de slag | Gebruikershandleiding
Page 19
gaan naar het vorige menu.
Betekenissen van LCD-symbolen
Wanneer u het systeem opstart, worden kort het merk, model, landmodus, softwareversie en MMSI-nummer weergegeven op het scherm.
Tijdens normaal gebruik worden mogelijk de volgende pictogrammen weergegeven op het scherm (afhankelijk van de conguratie):
Symbo­len
Beschrijvingen
Radio bezig met verzenden Ontvanger bezig met inkomend signaal Laag zendvermogen geselecteerd (1W) Hoog zendvermogen geselecteerd (25W) Huidig kanaal is duplex (simplex indien uit) Huidig kanaal is alleen voor ontvangst Lokale modus ingeschakeld (gebruikt in gebieden met veel marifoonverkeer, bijvoorbeeld in een binnenhaven)
Kanaal wordt als favoriet opgeslagen Kanaal wordt tijdens een scan overgeslagen Door gebruiker opgeslagen weerkanaal (alleen EU- en
internationale landmodi) Kanaalbank is ingesteld op VS Kanaalbank is ingesteld op internationaal (Beschikbare
kanalen zijn afhankelijk van de geselecteerde landmodus) Kanaalbank is ingesteld op Canada De ATIS-functie is ingeschakeld (alleen EU-landmodus - moet worden ingeschakeld in Europese binnenwateren) DSC-functie is ingeschakeld DSC-functie is ingeschakeld, automatische overschakeling is uitgeschakeld
AIS-functie is ingeschakeld - modus Alleen ontvangen (alleen NRS-2)
Klasse-B functie van AIS is ingeschakeld - zend- en ontvangstmodus (alleen NRS-2)
De modus Stilteschakelaar van klasse-B van AIS is actief - AIS­uitzendingen zijn uitgeschakeld (alleen NRS-2)
Interne GPS is ingeschakeld, met geldige 3D positiebepaling Interne GPS is ingeschakeld, geen positiebepaling
Aan de slag | Gebruikershandleiding
| 19
Page 20
Externe GPS is ingeschakeld, met geldige 3D positiebepaling Externe GPS is ingeschakeld, geen positiebepaling Weerwaarschuwing ingeschakeld (alleen VS/Canada)
Gemiste DSC-oproep Waarschuwing accu bijna leeg (wordt geactiveerd bij 10,5 V). Batterijniveau (draadloze handset) De functie Track your Buddy (Vriend volgen) is actief Drievoudige bewaking of dubbel scannen is actief GPS-simulator is actief

LCD-functies

20 |
A De marifoon staat in de zendmodus (TX). Verandert in Bezet bij
ontvangst
B Gemiste oproep in het DSC-oproepenlog C Kanaal is ingesteld op hoog zendvermogen D Waarschuwing lage spanning E De functie voor weerwaarschuwingen is ingeschakeld (VS-
modellen)
F Gevoeligheidsmodus is ingesteld op lokaal G AIS-ontvanger is ingeschakeld (alleen NRS-2) H Interne GPS is ingeschakeld, met 3D positiebepaling I DSC-functie is ingeschakeld, maar automatische overschakeling
is uitgeschakeld
J De kanaalbank van de VS is actief K MOB-waypoint is actief L Huidig kanaal is opgeslagen in 'My Channels' M Kanaalnummer (2 of 4 cijfers) N Naam kanaal O Het huidige kanaal wordt tijdens een scan overgeslagen P Squelchniveau-indicator (grijs betekent dat de bediening niet
actief is)
Aan de slag | Gebruikershandleiding
Page 21
Q Lengtegraad R Breedtegraad S De handmatige modus van de GPS is actief T Het huidige kanaal is een duplexkanaal U Huidig kanaal is ingesteld als het weerkanaal (gebruik Wx-knop
om te selecteren)
V Tijd (afgeleid van GPS) W UTC-tijdverschil wordt toegepast X Volume wordt actief bediend (een zwart geeft aan dat de
bediening actief is)
Y Huidig kanaal is ingesteld als het bewakingskanaal (gebruik TRI-
knop om te selecteren)
Z Volume-indicator AA Track your buddy (Vriend volgen) is ingeschakeld AB ID en naam van handset

Functies van toetsenbord

A
S
G
E
L
N
D
P K
U
X
AA
16/9
AIS
IC
OK
SCAN TRI
H/L
DSC
MENU
102ABC 3DEF
4GHI
5JKL 6MNO
8TUV 9WXYZ
7PQRS
Q
B E
C
O
M
F W
Z
AC
R
V
Y
AB T
I
J
VOL-SQL
H
A Distress
Een noodoproep of distress call wordt naar alle marifoons verzonden die zijn uitgerust met DSC, waardoor op elke DSC-marifoon binnen het actuele bereik een alarm wordt afgegeven. Als er positie­informatie beschikbaar is, wordt deze meegezonden.
Aan de slag | Gebruikershandleiding
| 21
Page 22
Druk kort om een noodoproep te plaatsen. De aard van de noodoproep kan in de lijst worden geselecteerd.
Druk lang op deze knop om een directe ‘niet nader omschreven’ noodoproep te starten.
B 16 / 9
Druk kort om over te schakelen naar prioriteitkanaal 16. Druk nogmaals om terug te gaan naar het oorspronkelijke kanaal.
Druk lang om kanaal 9 tot prioriteitkanaal te maken (alleen als VS/CAN de landmodus is)
C X / POWER
Druk kort tijdens navigatie in menu's, om onjuiste invoer te verwijderen, of een menu te verlaten zonder wijzigingen op te slaan en terug te keren naar het vorige scherm.
Druk kort in de menumodus om de instelling voor de achtergrondverlichting te wijzigen.
Druk lang om het marifoonsysteem in/uit te schakelen.
¼ Opmerking: Het marifoonsysteem kan alleen worden
ingeschakeld vanaf een vaste handset (F1, F2, F3, F4).
¼ Opmerking: Als het systeem is ingeschakeld:
Het systeem kan alleen worden uitgeschakeld vanaf vaste
handset nummer 1 (F1);
Druk lang op de knop X op de handset (F2-F4) om die handset
uit te schakelen;
Druk lang op de knop X op de handset (W1-W4) om die
handset uit/in te schakelen.
22 |
D PTT (Push-to-Talk)
Druk op de knop om uit te zenden. Laat de knop alleen los gedurende de tijd die nodig is om het bericht te verzenden. De marifoon kan geen signalen ontvangen terwijl deze bezig is met uitzenden.
E
Kanaal OMHOOG
Druk kort op om één kanaal omhoog te gaan.
¼ Opmerking: U kunt ook rechtstreeks een kanaal selecteren door
het kanaalnummer op het toetsenblok te typen.
Als u een van de knoppen lang ingedrukt houdt, wordt na een korte vertraging snel door de kanalen gebladerd.
¼ Opmerking: Wordt ook gebruikt voor het bladeren door
menu's, en het bewerken en aanpassen van het niveau van de achtergrondverlichting.
Aan de slag | Gebruikershandleiding
Page 23
F Kanaal OMLAAG
Druk kort op om één kanaal omlaag te gaan.
¼ Opmerking: U kunt ook rechtstreeks een kanaal selecteren door
het kanaalnummer op het toetsenblok te typen.
Als u een van de knoppen lang ingedrukt houdt, wordt na een korte vertraging snel door de kanalen gebladerd.
¼ Opmerking: Wordt ook gebruikt voor het bladeren door
menu's, en het bewerken en aanpassen van het niveau van de achtergrondverlichting.
G OK/HL
Druk kort om in menu's selecties te maken. Druk lang om te schakelen tussen hoog (25 W) en laag (1 W)
zendvermogen voor het gehele kanaalbereik. De selectie HI (hoog) of LO (laag) wordt weergegeven op het LCD-scherm.
¼ Opmerking: Op sommige kanalen is alleen laag zendvermogen
beschikbaar. Er klinken foutpieptonen als u probeert het zendvermogen te wijzigen terwijl is afgestemd op een van deze kanalen.
¼ Opmerking: Op sommige kanalen is in het begin alleen
verzending op laag zendvermogen mogelijk, maar hierop kan hoog vermogen worden gebruikt door (lang) te drukken op H/L nadat u PTT hebt losgelaten. Als u weer met hoog vermogen wilt zenden, houdt u de knop H/L ingedrukt nadat u de knop PTT hebt losgelaten.
H De selectieknop VOL/SQL
Druk kort om te schakelen tussen het regelen van volume en ruisblokkering. De geselecteerde knop wordt aangegeven met een kleine driehoekige pijl boven de niveaubalk van elke optie op het scherm. Gebruik de knoppen + en - om de schuifbalk aan te passen.
¼ Opmerking: De volumeregeling is gelijk voor zowel de interne
als externe luidspreker.
Druk lang om het menu SHORTCUTS te openen.
I +
Druk kort om de geselecteerde regelaar te verhogen (Volume en Ruisblokkering).
J -
Druk kort om de geselecteerde regelaar te verlagen (Volume en Ruisblokkering).
Aan de slag | Gebruikershandleiding
| 23
Page 24
K DSC/MENU
Druk kort op deze knop om naar het DSC Call-menu te gaan en DSC­oproepen te verzenden.
Druk lang om de pagina MENU SELECT te openen.
L AIS/IC
Druk kort om de AIS-modus (Automatic Identication System) te openen (alleen NRS-2; geen functie op de NRS-1). Raadpleeg “AIS­instellingen” op pagina 43 voor AIS-instellingen en -functies.
Druk lang om de modus Intercom/Luidspreker/Misthoorn/ Aankondigen in te schakelen.
M Weer
Druk kort (landcode VS/Canada) om naar het laatst geselecteerde NOAA- of Canadese weerstation te luisteren. Voor alle andere landcodes kunt u hiermee het kanaal instellen op een door de gebruiker geprogrammeerd station. In de ATIS-modus selecteert u hiermee CH10.
Druk lang (niet-VS/CAN landmodus): om het huidige kanaal op te slaan als het weerkanaal, lokale havenkanaal of voorkeurskanaal.
N
/ SCAN / -
Menumodus:
Druk kort om de cursor één teken naar links te verplaatsen
Normale marifoonmodus:
Druk kort om de modus ALL SCAN in te schakelen. Druk lang om het menu SCAN te openen.
AIS-modus (alleen NRS-2):
Druk kort om de schaal van de AIS-plotter met één bereik tegelijk te verlagen (inzoomen). De beschikbare schalen zijn: 1, 2, 4, 8, 16, 32 zeemijl.
O
/ TRI / +
Menumodus:
Druk kort om de cursor één teken naar rechts te verplaatsen
Normale marifoonmodus:
Druk kort om DUAL WATCH of TRI WATCH te starten (als kanaalbewaking is ingesteld) Zie “Bewaken” op pagina 32 voor meer informatie.
Druk lang om het huidige kanaal in te stellen als het te bewaken kanaal.
AIS-modus (alleen NRS-2):
Druk kort om de schaal van de AIS-plotter met één bereik tegelijk te verhogen (uitzoomen). De beschikbare schalen zijn: 1, 2, 4, 8, 16, 32 zeemijl.
24 |
Aan de slag | Gebruikershandleiding
Page 25
P MOB (SCAN+TRI)
Druk beide knoppen tegelijk lang in om de huidige locatie te markeren als MOB-waypoint (man overboord). Raadpleeg “Man overboord (MOB)” op pagina 71 voor meer informatie.
Q Luidspreker en microfoon (MIC)
Locatie op de handset voor de luidspreker en microfoon.
R Afspelen van spraakopnamen
Druk kort om de laatste 60 seconden van het VHF-marifoonverkeer opnieuw af te spelen
Druk lang om het menu Spraakopname te openen
S LCD-display T Alfanumeriek toetsenbord
Raadpleeg 'Numerieke toetsen van bekabelde handset' hieronder voor meer informatie.

Numerieke toetsen van bekabelde handset

Afhankelijk van de modus waarin de marifoon zich bevindt, bieden de numerieke toetsen op bekabelde handsets extra functionaliteit.
• Modus NORMAAL: het systeem staat in stand-by:
Druk kort op de toets om het getal (d.w.z. het kanaalnummer) in te voeren.
Druk lang om een vooraf bepaalde functie of menu te openen.
• Modus GEGEVENSINVOER: gegevens invoeren in een menu:
Druk kort op de knop om het getal in te voeren. Als u vaker drukt, wordt er een letter ingevoerd. De weergegeven letter wordt geaccepteerd na een korte pauze of na het indrukken van een andere knop.
• Modus INTERCOM: het systeem staat in de modus Intercom:
Als u kort op deze knop drukt, wordt er direct een ander intercomstation aangeroepen.
Letter Modus Kort drukken Lang drukken
Normaal 0 Menu van de modus
Megafoon
Gegevensinvoer 0 (blanco teken/spatie)
0
Intercom Alle IC-stations
aanroepen
Aan de slag | Gebruikershandleiding
Toon voor algemene oproep naar alle stations
| 25
Page 26
Normaal 1 Menu van de modus
Hoorn
1
Gegevensinvoer 1 nvt Intercom Directe oproep
nvt
naar handset-1
Normaal 2 Menu om alarmen te
congureren
2
Gegevensinvoer 2, A, B, C nvt Intercom Directe oproep
nvt
naar handset-2
Normaal 3 Luidsprekerinstellingen
aan/uit
3
Gegevensinvoer 3, D, E, F nvt Intercom Directe oproep
nvt
naar handset-3 Normaal 4 Diagnose - handsets Gegevensinvoer 4, G, H, I nvt
4
Intercom Directe oproep
nvt
naar handset-4 Normaal 5 Positieweergave Gegevensinvoer 5, J, K, L nvt
5
Intercom Directe oproep
nvt
naar handset-5 Normaal 6 Navigatiemodus Gegevensinvoer 6, M, N, O nvt
6
Intercom Directe oproep
nvt
naar handset-6 Normaal 7 Menu om luidsprekers
te congureren
7
Gegevensinvoer 7, P, Q, R, S nvt Intercom Directe oproep
nvt
naar handset-7 Normaal 8 Menu voor stille modus
van AIS
8
Gegevensinvoer 8, T, U, V nvt Intercom Directe oproep
nvt
naar handset-8
26 |
Aan de slag | Gebruikershandleiding
Page 27
Normaal 9 Mijn kanalen
9
Gegevensinvoer 9, W, X, Y, Z nvt Intercom nvt nvt
Aan de slag | Gebruikershandleiding
| 27
Page 28

Radiomenu's

Menustructuur

2
Menu Submenu Optie Opmerkingen
Scannen
Druk lang op de knop DSC/MENU om de pagina met het hoofdmenu te openen.
Hieronder ziet u de beschikbare menu- en submenu-opties:
¼ Opmerking: Alleen hoofdniveau (1e niveau) en 2e niveau.
Denitie van knoppen:
(
) - een selectievakje in de menu-optie.
¼ Opmerking: Als de menu-optie is geselecteerd, staat er een X in
het selectievakje. Is de menu-optie niet geselecteerd, dan is het selectievakje een leeg vierkant. Zie voorbeeldafbeeldingen in “Wizig mijn kanalen” op pagina 31.
( > ) betekent dat er nog meer submenu-opties beschikbaar zijn.
ALLES SCANNEN ALLE KANALEN + 16 MIJN KANALEN MIJN KANALEN + 16
Bewaken
Spraakrecorder
Display
28 |
WIJZIG MIJN KANALEN (Kanalen kiezen)
DUAL WATCH (Dubbele bewaking)
TRI WATCH (Drievoudige bewaking)
BEWAKINGSKANAAL INSTELLEN
AFSPELEN (>) OPNEMEN (>) TIJDWEERGAVE (AAN/UIT) POSITIEWEERGAVE (AAN/UIT) COG/SOG (AAN/UIT)
VERLICHTING
CONTRAST (0-10)
Radiomenu's | Gebruikershandleiding
(Kies kanaal)
VERLICHTINGSNIVEAU
NETWERKCONFIGURATIE
VS/CAN­landmodi
Page 29
Radio-
instellingen
GEVOELIGHEID (AFSTAND/LOKAAL)
UIC
(VS/INTERNATIONAAL/
CANADA) UITGANGSVERMOGEN (HOOG/LAAG) KANAALNAAM (>) TOETSTOON (0-10) EENHEDEN (>) HANDSETLUIDSPREKER (AAN/UIT) EXTERNE LUIDSPREKER (>) GPS (>) COMPOORT (>) TIJD (>) ROEPLETTERS VAARTUIG (>) AUTOMATISCH
INSCHAKELEN AAN
(AUTOM/HANDMATIG)
VS/CAN/INT­landmodi
DSC-
instellingen
TIME-OUT MENU
(GEEN/5 MIN/10 MIN/15
MIN)
DSC-FUNCTIE GEBR MMSI (>)
ATIS-FUNCTIE
EU-landmodi
ZEE/BINNENWATER (ZEE/BINNENWATEREN) EU-landmodi
ATIS MMSI (>) EU-landmodi
INDIVIDUELE BEVESTIGING
(AUTOM/HANDMATIG)
POSITIEBEVESTIGING (HANDMATIG/AUTO/UIT)
AUTOM SCHAKELEN (AAN/UIT ) TEST BEVESTIGEN (AUTOM/HANDMATIG) NOODOPROEP
ONTVANGEN TERWIJL UITGESCHAKELD
TIME-OUT VAN DSC (>)
Radiomenu's | Gebruikershandleiding
| 29
Page 30
AIS setup
Alarmen
Handsets
Diagnose
AIS-FUNCTIE STILLE MODUS (AAN/UIT) Alleen NRS-2
AIS-WEERGAVE (MMSI/NAAM) Alleen NRS-2 CPA (>) Alleen NRS-2 TCPA (>) Alleen NRS-2 VAARTUIG CONFIG (>) Alleen NRS-2 GPS WAARSCH (>)
WEERWAARSCH (>)
DSC-ALARM (>) CPA-ALARM (>) DRAADLOZE HANDSET (>) HANDSET
CONFIGUREREN GPS-STATUS (>)
SYSTEEMDIAGNOSE (>)
NMEA 2000 STATUS (>) AIS-DIAGNOSE (>) HANDSETSTATUS (>)
(>)
Alleen NRS-2
VS/CAN­landmodi
30 |
Reset
SELECTEER REGIO/LAND SELETEER REGIO
SYSTEEM RESETTEN (JA/ANNULEREN)

Scannen

Dit menu wordt gebruikt om het menu Scan te openen.
¼ Opmerking: U kunt het menu Scannen ook openen door kort
op de knop SCAN te drukken. In het menu Scannen kunt u ervoor kiezen om te scannen naar alle zenders of geselecteerde zenders die beschikbaar zijn in de lijst MIJN KANALEN.
¼ Opmerking: Scannen is niet mogelijk als de ATIS-modus is
ingeschakeld.
Alles scannen
Scant alle kanalen doorlopend op activiteit. Als er een signaal wordt ontvangen, stopt het scannen bij dat kanaal en verschijnt het pictogram BUSY op het scherm. Als het signaal langer dan 5 seconden wordt onderbroken, begint het scannen opnieuw.
Radiomenu's | Gebruikershandleiding
Page 31
Druk op of om een bezet kanaal tijdelijk over te slaan en het
scannen te hervatten. Of het scannen omhoog of omlaag langs de kanaalnummers verloopt (vooruit of achteruit), is afhankelijk van de geselecteerde richting. Als het kanaal nog steeds bezet is wanneer het scannen van de volledige cyclus is voltooid, wordt weer bij dit kanaal gestopt. Het is niet mogelijk om het prioriteitkanaal over te slaan.
Als er bij een bezet kanaal wordt gestopt, drukt u op OK als u dat kanaal permanent wilt overslaan. Voor dit kanaal wordt het pictogram SKIP op het LCD-scherm weergegeven.
Als u een overgeslagen kanaal wilt selecteren, selecteert u het kanaal terwijl de normale modus geactiveerd is (niet de scanmodus) en drukt u vervolgens op de knop OK. Het pictogram OVERSLAAN verdwijnt. Nadat de marifoon is uitgeschakeld en weer ingeschakeld, worden alle overgeslagen kanalen hersteld.
Druk tijdens het scannen op SCAN of X om bij het huidige kanaal te stoppen en terug te keren naar normale werking.
Alle kanalen + 16
Hiermee scant u alle kanalen op volgorde en wordt na elke kanaalstap het prioriteitkanaal gecontroleerd.
Mijn kanalen
Hiermee scant u alle kanalen die zijn geselecteerd in MIJN KANALEN BEWERKEN.
Mijn kanalen + 16
Hiermee scant u alle kanalen die zijn geselecteerd in EDIT MY CHANNELS en wordt na elke kanaalstap het prioriteitkanaal gecontroleerd.
Wizig mijn kanalen
¼ Opmerking: Deze functie is ook beschikbaar als shortcut.
Hiermee kunt u een aangepaste lijst met kanalen maken. Deze lijst wordt gebruikt tijdens een scan in MIJN KANALEN.
Radiomenu's | Gebruikershandleiding
| 31
Page 32

Bewaken

In dit menu kiest u een bewakingsmodus en selecteert u het bewakingskanaal. De bewakingsmodus kan worden beschouwd als een kanaalscan op een subset kanalen, waarbij om de drie seconden kort naar de gescande kanalen wordt 'geluisterd' om te bepalen of er actieve radiocommunicatie is.
¼ Opmerking: Bewakingsmodi (wacht houden) zijn niet
beschikbaar als de ATIS-modus is ingeschakeld.
¼ Opmerking: Ook toegankelijk door kort op de knop TRI te
drukken.
Als er geen bewakingskanaal is ingesteld, wordt DUAL WATCH geactiveerd, waarbij de bewaakte kanalen het huidige kanaal en het prioriteitkanaal zijn (in de meeste landen is dit het noodkanaal, kanaal 16).
Als er een bewakingskanaal is ingesteld, is TRI WATCH geactiveerd, waarbij de bewaakte kanalen het huidige kanaal, het bewakingskanaal en het prioriteitkanaal zijn (kanaal 16). Als de marifoon is ingesteld op de landmodus 'VS', wordt er wacht gehouden op twee prioriteitskanalen: kanaal 9 en kanaal 16.
Dual watch
Selecteer deze optie als u het huidige kanaal en het prioriteitkanaal wilt bewaken.
32 |
Tri watch
Selecteer deze optie als u het huidige kanaal, het door de gebruiker geselecteerde bewakingskanaal en het prioriteitkanaal wilt bewaken.
Bewakingskanaal instellen
Hiermee kunt u een bewakingskanaal selecteren uit alle beschikbare kanalen. Het geselecteerde kanaal wordt gebruikt door de modus TRI WATCH.

Spraakrecorder

Met dit menu kunt u Spraakrecorder in- en uitschakelen, en de laatste 60 seconden van ontvangen VHF-verkeer afspelen als deze optie is ingeschakeld.
Radiomenu's | Gebruikershandleiding
Page 33
Afspelen
VOORUIT 15S
Hiermee gaat u 15 seconden vooruit in opgenomen audio en wordt dit afgespeeld.
TERUG 15S
Hiermee gaat u 15 seconden achteruit in opgenomen audio en wordt dit afgespeeld.
EINDE
Hiermee annuleert u het afspelen en keert u terug naar het vorige scherm.
Opnemen
Aan - Hiermee wordt uitgezonden en ontvangen VHF-audio
opgenomen (opname in een lus van de afgelopen 60 seconden).
Uit - Hiermee wordt Spraakopname uitgeschakeld.

Display

In dit menu kan de gebruiker de weergegeven scherminformatie gedeeltelijk aanpassen en het scherm aanpassen voor de beste zichtbaarheid, afhankelijk van de gebruiker en de bedieningsomstandigheden.
Tijdweergave
Selecteer Aan of Uit om TIJD weer te geven. LOK (Lokale tijd) wordt onder de tijd weergegeven als er een UTC-
compensatie is ingevoerd. Als er UTC niet wordt aangepast aan lokale tijd, wordt op deze plaats de tijd in UTC weergegeven.
¼ Opmerking: Als dit is ingeschakeld, wordt de weergave van
COG/SOG (koers over grond/grondsnelheid) uitgeschakeld.
Positieweergave
Selecteer Aan of Uit om de POSITIE die wordt aangeleverd door een verbonden GPS-bron weer te geven. Als er geen GPS-systeem is aangesloten en er een handmatige invoer is gedaan, wordt de weergegeven positie voorafgegaan door een 'M'.
COG/SOG-weergave
Selecteer Aan of Uit om COG/SOG (koers over grond/grondsnelheid) weer te geven die van de geselecteerde GPS-bron wordt verkregen.
¼ Opmerking: Als deze optie is ingeschakeld, wordt TIJD
uitgeschakeld.
Radiomenu's | Gebruikershandleiding
| 33
Page 34
Verlichting
Verlichtingsniveau
¼ Opmerking: Deze functie is ook beschikbaar als shortcut.
Selecteer dit met de knop aan te passen. Het bereik is 1 t/m 10. Druk op de knop DSC/MENU om de nachtmodus te activeren (lichtweergave wordt omgekeerd).
Netwerkconguratie
Gebruik dit menu om de aanpassingen van de verlichting te synchroniseren met andere verbonden apparaten.
Netwerkgroep
Stel deze optie in op dezelfde waarde als andere Simrad/B&G apparaten in het NMEA 2000 netwerk. Als u de verlichting afzonderlijk wilt instellen, moet u een waarde instellen die nergens anders wordt gebruikt.
Netwerkcompensatie
Stel een compensatie of correctie voor de verlichting in waarbij het marifoonscherm helderder of minder helder wordt dan andere apparaten in het netwerk terwijl het gesynchroniseerd blijft met andere apparaten. Kies tussen -5 (minder helder) en +5 (helderder)
en om het niveau van de verlichting
34 |
Minimumniveau netwerk
Selecteer een minimumniveau. Dit is om de verlichting altijd aan te laten staan als het netwerkniveau te laag is ingesteld.
Kies tussen 0 en 5.
Maximumniveau netwerk
Selecteer een maximumniveau. Dit is om ervoor te zorgen dat de verlichting nooit te helder is als het netwerkniveau te hoog is ingesteld.
Kies tussen 5 en 10.
¼ Opmerking: De instellingen van de verlichtingcompensatie
hebben betrekking op de afzonderlijke handset, niet op het systeem.
Radiomenu's | Gebruikershandleiding
Page 35
¼ Opmerking: Als het niveau van de verlichting op de handset
wordt gewijzigd, stuurt de marifoon het niveau van de verlichting naar het netwerk, exclusief de compensatiewaarde.
Contrast
¼ Opmerking: Deze functie is ook beschikbaar als shortcut.
Selecteer dit om het schermcontrast aan te passen met de knop
. Het bereik is 00 t/m 10.
en

Radio-instellingen

In het menu Radio-instellingen staan de instellingen die doorgaans tijdens installatie worden gecongureerd en die zelden hoeven te worden gewijzigd.
Gevoeligheid
¼ Opmerking: Deze functie is ook beschikbaar als shortcut.
Selecteer LOKAAL of AFSTAND om de gevoeligheid van de ontvanger lokaal (LOKAAL) of over lange afstanden (AFSTAND) te verbeteren.
LOKAAL wordt niet aanbevolen voor gebruik op open zee. Dit is bedoeld voor gebruik in gebieden met veel radioruis, bijvoorbeeld in de buurt van een drukke haven of stad.
UIC
¼ Opmerking: Deze functie is ook beschikbaar als shortcut.
Kies tussen de kanaalbanken USA, INT (International) of CAN (Canada). De geselecteerde kanaalbank wordt weergegeven op het LCD­scherm. Raadpleeg het betreende hoofdstuk in deze handleiding voor meer informatie over de kanaalkaarten.
¼ Opmerking: UIC is niet beschikbaar in de EU-landmodus.
Uitgangsvermogen
Selecteer deze optie om te schakelen tussen hoog (25 W - aangegeven met ) en laag (1 W - aangegeven met ) zendvermogen voor de hele kanaalbank. Bij een laag zendvermogen wordt aanzienlijk minder stroom van de accu gevraagd (ongeveer 1/4). Dit vermogen wordt aanbevolen voor communicatie over een korte afstand en wanneer de accucapaciteit beperkt is.
¼ Opmerking: Sommige kanalen kunnen niet worden ingesteld
op een hoog vermogen en hierbij wordt Laag weergegeven, ongeacht de instelling voor het uitgangsvermogen in het menu.
Radiomenu's | Gebruikershandleiding
| 35
Page 36
Naam kanaal
¼ Opmerking: Deze functie is ook beschikbaar als shortcut.
Met deze optie kunt u de beschrijvingen van de kanaalnamen op het scherm bewerken. Selecteer deze optie om de huidige beschrijving van het momenteel gebruikte kanaal te bewerken. De maximale lengte is 12 tekens.
Toetstonen
¼ Opmerking: Deze functie is ook beschikbaar als shortcut.
Selecteer dit om het volume van de toetstonen te wijzigen. U kunt het volume instellen op een waarde van 00 - 10 (00 is geen
geluid en 10 is het luidst).
Eenheden
Selecteer SNELHEID om te kiezen uit KNOPEN, MPH en KM/H. Selecteer KOERS om te kiezen uit MAGNETISCH of WAAR. Een
werkelijke noordelijke koers wordt gecorrigeerd voor magnetische variatie. Een magnetische noordelijke koersbron moet ook gegevens over de magnetische afwijking uitvoeren als de koers moet worden weergegeven als een werkelijke noordelijke waarde.
Handsetluidspreker
36 |
¼ Opmerking: Deze functie is ook beschikbaar als shortcut.
Selecteer deze optie om de interne luidspreker van de marifoon in of uit te schakelen.
Bekabelde luidspreker
Externe luidspreker
¼ Opmerking: Deze functie is ook beschikbaar als shortcut.
Selecteer deze optie om de interne luidspreker van de marifoon in te stellen op Aan of Uit.
Luidsprekerconguratie
U kunt een of meer externe luidsprekers aan een vaste handset
Radiomenu's | Gebruikershandleiding
Page 37
koppelen. Selecteer voor elk van de vier externe luidsprekers een handset om eraan te koppelen.
Druk op
, , en om de kolom HANDSET te selecteren en
druk op OK/HL.
Druk op de knop en als u de geselecteerde handset wilt wijzigen.
Het volume van de externe luidspreker houdt het volume van de gekoppelde handset bij. U kunt het volume van de externe luidspreker harder (positieve waarde) of zachter (negatieve waarde) instellen.
Druk op
, , en om de kolom COMPENSATIE te selecteren
en druk op OK/HL.
Druk op de knop en als u de compensatie wilt wijzigen. Bereik: -10 tot +10. 0=geen compensatie.
Nadat de selectie van de handset en compensatie zijn voltooid, drukt u op de knop DSC/MENU om de selecties op te slaan of op de knop X/ POWER om uw wijzigingen te annuleren zonder ze op te slaan.
GPS
Manual
Selecteer MANUAL (Handmatig) om een GPS-positie (en de tijd) in te voeren vanaf een andere bron wanneer de marifoon geen positiegegevens ontvangt van een interne bron of netwerkbron.
De handmatig ingevoerde GPS-positie kan worden gebruikt in DSC­oproepen, maar niet in AIS. AIS wordt uitgeschakeld.
Als het scherm POSITIE is ingeschakeld, worden de lengtegraad en breedtegraad op het scherm weergegeven met het voorvoegsel 'M', dat staat voor handmatige invoer.
¼ Opmerking: Handmatige invoer wordt automatisch vervangen
wanneer er via NMEA 0183, NMEA 2000 of de interne GPS een GPS-positie wordt ontvangen, afhankelijk van de instelling voor GPS-BRON.
GPS-bron
¼ Opmerking: Deze functie is ook beschikbaar als shortcut.
Afhankelijk van het Blackbox-model van uw marifoon, kunt u kiezen tussen een GPS-bron in een netwerk (NRS-1) of een interne GPS-bron (NRS-1 en NRS-2).
¼ Opmerking: Een geldige GPS-bron is vereist voor een goede
Radiomenu's | Gebruikershandleiding
| 37
Page 38
werking van DSC en AIS.
¼ Opmerking: Vanwege de AIS-regelgeving is het niet mogelijk
om een GPS-bron in een netwerk bij een AIS-zender te gebruiken. Daarom zijn GPS-bronnen niet beschikbaar voor model NRS-2.
In netwerk (alleen NRS-1)
Als een netwerkbron is geselecteerd, wordt het symbool weergegeven. Zodra een geldige positie is bepaald, wordt weergegeven:
Kies NMEA 2000 voor GPS via NMEA 2000 netwerk. Een lijst met beschikbare apparaten geïnstalleerd op uw NMEA 2000 netwerk wordt weergegeven. Kies AUTO SELECT om de beste GPS-bron te kiezen die wordt weergegeven op NMEA 2000 of selecteer een ander vermeld apparaat.
Kies NMEA 0183 om de marifoon te laten luisteren naar GPS­gegevens op de seriële NMEA 0183 poort.
Intern (NRS-1 en NRS-2)
Als een externe GPS-bron niet beschikbaar is, selecteert u het interne GPS-systeem, aangegeven door het positie is bepaald, wordt
weergegeven:
pictogram. Zodra een geldige
¼ Opmerking: Er moet een GPS-500 GPS-antenne zijn aangesloten
op de GPS-poort van de Blackbox.
38 |
GPS SIM
Selecteer dit om de functie in te stellen op ON (Aan) of OFF (Uit). Als de GPS-simulator is ingesteld op ON (AAN), worden de
gesimuleerde grondsnelheid (SOG), koers over de grond (COG) en de LL-positie op het scherm weergegeven. Dit is alleen voor demonstratie. Het pictogram SIM wordt weergegeven om de gebruiker te waarschuwen als deze modus is geactiveerd.
¼ Opmerking: In simulatormodus is het niet mogelijk een DSC-
oproep te verzenden of AIS te gebruiken.
¼ Opmerking: De GPS-simulator wordt ingesteld op OFF (Uit)
wanneer de radio wordt uitgeschakeld en vervolgens weer wordt ingeschakeld, of wanneer werkelijke GPS-gegevens beschikbaar zijn.
Radiomenu's | Gebruikershandleiding
Page 39
COM-poort
De NMEA 0183 COM-poort wordt gebruikt door de radio om gegevens te verzenden en te ontvangen. Dit is een globale instelling voor de GPS-, DSC- en AIS-functies van de radio. Ondersteunde NMEA 0183-berichten worden vermeld in het gedeelte Specicaties van deze handleiding.
Baudrate
Selecteer 38400 of 4800 baud.
¼ Opmerking: Voor AIS is over het algemeen 38400 baud vereist.
De standaardinstelling is 38400; als 4800 wordt geselecteerd, wordt een waarschuwing gegeven dat 'data verloren kunnen gaan'. (Alleen NRS-2)
Checksum
Selecteer dit om de functie in te stellen op ON (Aan) of OFF (Uit). Als deze optie is ingeschakeld, worden ontvangen NMEA 0183-gegevens gevalideerd. Als de checksum niet overeenkomt, worden de gegevens genegeerd.
Als deze optie is uitgeschakeld, worden er gegevens ontvangen zonder dat er enige tolerantie voor beschadigde gegevens is.
Tijd
Tijdverschil
¼ Opmerking: Deze functie is ook beschikbaar als shortcut.
Selecteer TIJDVERSCHIL om het verschil tussen UTC en lokale tijd in stappen van 15 minuten in te voeren met een maximale compensatie van ±13 uur.
¼ Opmerking: Dit wordt niet automatisch aangepast voor de
zomertijd.
Tijdformaat
¼ Opmerking: Deze functie is ook beschikbaar als shortcut.
Selecteer dit om te schakelen tussen de 12- en 24-uurs notatie.
Roepletters vaartuig
Selecteer deze optie om de roepletters van het vaartuig in te voeren. Gebruikt door de MOB- en AIS-functies.
Radiomenu's | Gebruikershandleiding
| 39
Page 40
Automatisch inschakelen
Selecteer AUTO om te zorgen dat de radio altijd wordt ingeschakeld als de stroom wordt aangezet. Indien uitgeschakeld, moet de marifoon altijd handmatig worden ingeschakeld.
Time-out menu
U kunt een time-out voor inactiviteit instellen om de marifoon terug te laten schakelen naar de normale bedrijfsmodus als er na een bepaalde periode geen activiteit meer wordt geconstateerd terwijl op de marifoon een menu wordt weergegeven. Selecteer tussen GEEN 5 MIN, 10 MIN en 15 MIN. (De standaardwaarde is 10 MIN).
¼ Opmerking: Er wordt een andere time-out gebruikt wanneer de
marifoon geen activiteit merkt tijdens een DSC-oproep.
Zie “DSC time-out” op pagina 42 voor meer informatie.

DSC/ATIS-instellingen

DSC-functie
¼ Opmerking: Deze functie is ook beschikbaar als shortcut.
Het wordt aanbevolen de DSC-functie altijd ingeschakeld te laten, tenzij het vaartuig in een ATIS-regio wordt gebruikt. Indien ingeschakeld, wordt het symbool
weergegeven.
40 |
¼ Opmerking: U moet in de marifoon een MMSI-nummer
invoeren voordat u de DSC-functie kunt inschakelen.
Gebr. MMSI
Voer een MMSI-nummer in om de DSC-functie van de marifoon te kunnen openen. Deze unieke identicatie moet zijn verstrekt door een lokale radiospectrumautoriteit. Voer GEEN willekeurig 'verzonnen' nummer in.
¼ Opmerking: Neem contact op met een Simrad of B&G dealer als
u het MMSI-nummer na de eerste invoer wilt wijzigen.
ATIS-functie (alleen EU-landmodus)
ATIS moet ingeschakeld zijn bij het varen over binnenwateren van de landen die de Baselovereenkomst (RAINWAT) hebben ondertekend. Gebruik het NIET buiten deze landen. Indien ingeschakeld, wordt het symbool weergegeven en wordt CH10 automatisch geselecteerd.
¼ Opmerking: De DSC-functie is uitgeschakeld wanneer ATIS is
ingeschakeld.
Radiomenu's | Gebruikershandleiding
Page 41
Zee/Binnenwater (alleen EU-landmodus)
¼ Opmerking: Deze functie is ook beschikbaar als shortcut.
Hiermee schakelt u tussen de modus DSC (zee) en ATIS (binnenwater). Deze modi kunnen niet gelijktijdig geselecteerd zijn.
ATIS-ID (alleen EU-landmodus)
Voer een ATIS-nummer in om de ATIS-functie van de marifoon te kunnen openen. Deze unieke id moet worden verstrekt door een lokale radiospectrumautoriteit. Voer GEEN willekeurig 'verzonnen' nummer in.
¼ Opmerking: Neem contact op met een Simrad of B&G dealer als
u de ATIS-ID na de eerste invoer wilt wijzigen.
Individueel bevestigen
U kunt op de marifoon instellen of een inkomende 'individuele' oproep automatisch wordt bevestigd of dat er handmatige actie nodig is:
Automatic
Na een vertraging van 15 seconden schakelt de marifoon over naar het gevraagde kanaal en verzendt een automatische bevestiging dat de marifoon gereed is voor het gesprek.
Manual
De gebruiker moet handmatig kiezen of hij of zij een bevestiging wil verzenden en moet ook handmatig overschakelen naar het gevraagde kanaal.
¼ Opmerking: Alleen van toepassing op oproeptype 'Individueel'.
Positie bevestigen (verzoek)
U kunt op de marifoon instellen of een inkomende positieverzoek automatisch moet worden bevestigd, of dat er handmatige actie is vereist voor een bevestiging of dat aanvragen moeten worden genegeerd.
Automatic
Hiermee verzendt u de huidige positie automatisch naar de radio die de oproep heeft gedaan.
Manual
De gebruiker moet handmatig kiezen of hij positie-informatie wil verzenden.
Radiomenu's | Gebruikershandleiding
| 41
Page 42
UIT
Alle inkomende positieverzoeken worden genegeerd.
Automatisch schakelen (kanaal)
Wanneer er een oproep aan alle schepen of groeps-DSC-oproep wordt ontvangen, bevat deze mogelijk een verzoek om voor verdere communicatie over te schakelen naar een speciek kanaal.
Als AUTOMATISCH SCHAKELEN is ingeschakeld: De marifoon wisselt na een vertraging van 10 seconden van kanaal.
Op de marifoon worden ook opties weergegeven om onmiddellijk over te schakelen of om het verzoek te negeren en op het huidige kanaal te blijven.
Als AUTOMATISCH SCHAKELEN is uitgeschakeld:
Het volgende symbool wordt weergegeven:
Elk verzoek om kanaaloverschakeling vereist handmatige
bevestiging.
Test bevestigen
U kunt op de marifoon instellen of een inkomende testoproep automatisch wordt bevestigd of dat er handmatige actie nodig is:
Automatic
De DSC-testoproep wordt automatisch bevestigd na een vertraging van 10 seconden.
42 |
Manual
De gebruiker moet handmatig kiezen of hij en bevestiging wil verzenden.
Noodoproep ontvangen terwijl uitgeschakeld
Als u deze functie inschakelt, wordt op de marifoon een waarschuwing voor DSC-noodoproepen weergegeven, ook wanneer de DSC-functie is uitgeschakeld. Voor deze functie maakt het niet uit of er een MMSI-nummer is ingevoerd of niet.
DSC time-out
Er kan een time-out als gevolg van inactiviteit worden ingesteld zodat de marifoon na een periode van inactiviteit wordt teruggezet in de normale bedrijfsmodus terwijl op de marifoon een noodoproep wordt uitgezonden of een niet-urgente DSC-oproep wordt uitgezonden:
Distress
Selecteer tussen GEEN, 5 MIN, 10 MIN en 15 MIN. (De standaardwaarde
Radiomenu's | Gebruikershandleiding
Page 43
is GEEN TIME-OUT ).
Geen noodoproep
Selecteer tussen GEEN, 5 MIN, 10 MIN en 15 MIN. (De standaardwaarde is 15 MIN).

AIS-instellingen

¼ Opmerking: Dit gedeelte heeft alleen betrekking op systemen
die gebruikmaken van de NRS-2 Blackbox.
De NRS-2 Blackbox is een marifoon die is uitgerust met een AIS­zendontvanger klasse B die informatie kan ontvangen van andere schepen die AIS-gegevens uitzenden en die de AIS-gegevens van uw eigen vaartuig uitzenden.
¼ Opmerking: Er moet een aparte VHF/AIS-antenne zijn
geïnstalleerd en aangesloten op de AIS-antenneaansluiting van de Blackbox. Zie “Bedradingsschema” op pagina 93 voor meer informatie over de installatie.
AIS-functie
Schakel het selectievakje in om de AIS-functionaliteit te activeren. Indien ingeschakeld, wordt het AIS-symbool als volgt weergegeven:
AIS-modus Alleen ontvangen.
AIS-modus klasse B voor zenden en ontvangen.
Stille modus
¼ Opmerking: Deze functie is ook beschikbaar als shortcut.
Als deze functie is ingeschakeld, worden AIS-transmissies onderbroken. Dit wordt aangegeven door ontvangen. Selecteer OFF om de AIS-transmissiemodus te hervatten. De stille modus kan ook worden geactiveerd vanaf uw Simrad/B&G MFD, of via een hardwarematige schakelaar die is aangesloten op de AUX-terminal van de NRS-2 Blackbox.
. U blijft AIS-verkeer
AIS-weergave
¼ Opmerking: Deze functie is ook beschikbaar als shortcut.
Op het AIS-plotterscherm kunnen AIS-doelen worden weergegeven met de naam of MMSI van het vaartuig.
CPA
Stel de afstand tot het dichtstbijzijnde naderingspunt in voor het CPA-alarm.
Radiomenu's | Gebruikershandleiding
| 43
Page 44
CPA (Closest Point of Approach, oftewel dichtstbijzijnde naderingspunt) is de minimumafstand tussen u en een doelvaartuig, berekend op basis van de huidige snelheid en koers. U kunt de minimale afstand instellen in stappen van 0,1 zeemijl, tussen 1 zeemijl en 25 zeemijl.
¼ Opmerking: U moet het CPA-alarm hebben ingeschakeld in het
menu ALARMEN. Als deze optie is ingesteld op OFF, zijn er geen CPA-alarmen, ongeacht de bovenstaande instellingen.
TCPA
Stel de tijd tot dichtstbijzijnde naderingspunt (T/CPA) in. TCPA is het minimale tijdsbestek om de CPA-afstand af te leggen voordat het CPA­alarm wordt geactiveerd. U kunt het minimale tijdsbestek instellen met intervallen van 30 seconden van 1 MIN tot 30 MIN.
Vaartuig congureren
Voer de vaste vaartuiggegevens in die door AIS moeten worden verzonden. De NRS-2 gaat naar de Klasse B-verzendmodus zodra er minimaal een MMSI-nummer is ingevoerd en een geldige GPS­positiebepaling is verkregen. In dit stadium worden de volgende gegevens uitgezonden: MMSI, BRGR, LTGR, SOG, COG en HDG, indien beschikbaar.
Aanvullende vaartuiggegevens worden verzonden wanneer deze gegevens zijn ingevuld.
44 |
Naam van
schip
Roepletters Voer de roepletters van uw marifoon in; deze worden
MMSI Uw DSC MMSI-nummer Wordt automatisch
Vaartuigtype Blader door de lijst om uw type vaartuig te
Radiomenu's | Gebruikershandleiding
Voer de naam van het schip in; maximaal 20 alfanumerieke tekens.
verstrekt door uw lokale radiospectrumautoriteit. Wordt automatisch weergegeven als dit is ingevoerd toen de marifoon de eerste keer werd opgestart.
weergegeven als dit is ingevoerd tijdens de eerste keer opstarten bij de eerste keer inschakelen van de radio of tijdens DSC setup.
selecteren.
Page 45
A Voer de afstand in meters in vanaf de boeg tot het
midden van de GPS-antenne op het vaartuig.
B Voer de afstand in meters in vanaf de achtersteven
tot het midden van de GPS-antenne op het vaartuig.
C Voer de afstand in meters in vanaf bakboord tot het
midden van de GPS-antenne op het vaartuig.
D Voer de afstand in meters in vanaf stuurboord tot het
midden van de GPS-antenne op het vaartuig.
¼ Opmerking: De afstand A+B of C+D kan niet 0 zijn.
Gebruik de knop
en als u een veld wilt selecteren en druk vervolgens op de knop OK om te selecteren. Druk op de knop / , selecteer een teken en druk vervolgens op de knop om te selecteren. De cursor gaat naar het volgende cijfer.
Als u alle gegevens correct zijn ingevoerd, drukt u op:
De knop TRI om de gegevens op te slaan; en op OK om het
opslaan te bevestigen, of op
De knop X om af te sluiten en niet op te slaan; en dan nog een
keer op X om het afsluiten te bevestigen zonder de gegevens op te slaan.
¼ Opmerking: Elk veld kan slechts één keer worden ingevoerd,
dus zorg ervoor dat de gegevens juist zijn voordat u Opslaan selecteert.
¼ Opmerking: Wanneer alle AIS-velden zijn ingevuld, verandert
het menu 'Vaste AIS-vaartuiggegevens congureren' in 'Vaartuiggegevens weergeven (vaste AIS-gegevens)' en kunt u alleen AIS-gegevens bekijken.
Vaartuiggegevens weergeven (vaste AIS-gegevens)
Zodra alle velden met vaartuiggegevens zijn ingevoerd en opgeslagen, selecteert u Vaartuiggegevens weergeven om de vaste AIS-gegevens te bekijken.
¼ Opmerking: Neem contact op met een Simrad of B&G dealer als
u de vaartuiggegevens na de eerste invoer moet wijzigen.
Radiomenu's | Gebruikershandleiding
| 45
Page 46

Alarmen

De marifoon geeft hoorbare en visuele waarschuwingen voor kritieke functies. Waarschuwingsinstellingen kunnen indien nodig worden aangepast.
GPS-waarschuwing
De GPS-waarschuwing is een waarschuwing aan de gebruiker dat de geselecteerde GPS-bron geen geldige positiegegevens levert. Het bestaat uit een geluidsalarm en een visueel alarm (scherm knippert en waarschuwingstekst).
Frunctie GPS-waarschuwing
Als deze functie wordt uitgeschakeld, zijn er geen GPS­waarschuwingen, en is er dus geen akoestisch alarm, zijn er geen knipperingen op het scherm en is geen waarschuwingstekst.
Waarschuwingsvolume
Selecteer Hoog, Laag of Uit.
Scherm knipperen
Selecteer Aan of Uit.
WX-waarschuwing (alleen VS/Canada)
De WX-waarschuwing is een melding aan de gebruiker dat er een speciale waarschuwing van een weerstation is ontvangen. Het bestaat uit een geluidsalarm en een visueel alarm (scherm knippert en waarschuwingstekst).
46 |
Functie WX-waarschuwing
Als deze functie is uitgeschakeld, reageert de marifoon niet op weerwaarschuwingen, dus er wordt niet automatisch overgeschakeld naar het laatst gebruikte weerkanaal, er is geen akoestisch alarm, en er zijn geen schermberichten en knipperingen op het scherm.
Waarschuwingsvolume
Selecteer Hoog, Laag of Uit.
Scherm knipperen
Selecteer Aan of Uit.
S.A.M.E. code
De NWR (NOAA All Hazards Weather Radio Service) werkt samen met het EAS (Emergency Alert System) om weerwaarschuwingen
Radiomenu's | Gebruikershandleiding
Page 47
uit te laten gaan voor specieke geograsche gebieden. Het maakt gebruik van een digitaal codeersysteem, SAME (Specic Area Message Encoding), om deze waarschuwingen uit te zenden.
Elke zender in het NWR-netwerk wordt geïdenticeerd met een unieke 6-cijferige SAME-code. Raadpleeg: https://www.weather.gov/
nwr/counties.
Selecteer dit om een SAME-gebiedscode toe te voegen. Selecteer Nieuwe code om een 6-cijferige code toe te voegen of
selecteer een bestaande code om de code te bewerken, verwijderen of selecteren om de code actief te maken.
¼ Opmerking: U moet ten minste één SAME-code selecteren om
deze te activeren. De marifoon geeft een weeralarm af wanneer er een weeralarm op het geselecteerde weerkanaal wordt gedetecteerd.
DSC-alarm
De marifoon kan u waarschuwen als er een DSC-bericht wordt ontvangen. Voor sommige typen inkomende oproepen kunt u het waarschuwingsvolume en de schermknippering aanpassen.
Oproepen van het type Veiligheid, Routine en Urgent kunnen afzonderlijk worden ingesteld op:
Waarschuwingsvolume
Selecteer Hoog, Laag of Uit
Scherm knipperen
Selecteer Aan of Uit
¼ Opmerking: Het is niet mogelijk de waarschuwingsinstellingen
voor noodoproepen te wijzigen.
T/CPA-alarm (alleen NRS-2)
Het T/CPA-alarm informeert de gebruiker over mogelijk gevaarlijke situaties waarin een ander vaartuig volgens berekeningen binnen een bepaalde afstand van uw vaartuig komt. Deze waarde wordt ingesteld in het menu AIS-instellingen. Zie “AIS-instellingen” op pagina 43 voor meer informatie.
In dit geval is het vaartuig volgens de T/CPA-berekening ONVEILIG en wordt de T/CPA-waarschuwing geactiveerd.
Als deze optie is ingesteld op OFF, zijn er geen T/CPA-alarmen, ongeacht de instellingen. Het bestaat uit een geluidsalarm en een visueel alarm (scherm knippert en waarschuwingstekst).
Radiomenu's | Gebruikershandleiding
| 47
Page 48
De functie CPA-waarschuwing
Indien deze optie is uitgeschakeld, reageert de marifoon niet op T/ CPA-waarschuwingen, waaronder akoestische alarmen, bericht op het scherm en knipperingen op het scherm.
Waarschuwingsvolume
Selecteer Hoog, Laag of Uit
Scherm knipperen
Selecteer Aan of Uit
De functie Negeren
Wanneer er een T/CPA-waarschuwing wordt geactiveerd, hebt u de volgende mogelijkheden:
Druk op X om het waarschuwingsgeluid uit te zetten. De T/
CPA-waarschuwing wordt mogelijk opnieuw geactiveerd als het naderende vaartuig volgens de berekeningen de ingestelde afstand tot uw vaartuig blijft naderen.
Druk op DSC/Menu om verdere waarschuwingen voor dat
vaartuig te negeren.
Druk nog een keer op DSC/Menu om uw keuze te bevestigen. Het negeren van een vaartuig is mogelijk doordat verdere T/ CPA-waarschuwingen van hetzelfde vaartuig worden onderdrukt, ongeacht of het vaartuig u nog nadert.
Als de T/CPA-berekeningsstatus echter terugkeert naar VEILIG, wordt de status van het genegeerde vaartuig gewist. In dit geval is het mogelijk dat u wederom T/CPA-waarschuwingen van hetzelfde vaartuig ontvangt als het u nadert.
48 |
¼ Opmerking: Het alarm klinkt na 1 minuut opnieuw als het AIS-
alarm niet is opgelost.
¼ Opmerking: Genegeerde vaartuigen worden gereset zodra de
marifoon wordt uit en weer wordt ingeschakeld.
Radiomenu's | Gebruikershandleiding
Page 49

Handsets

Het systeem ondersteunt maximaal acht handsets, zoals hieronder beschreven:
Maximaal vier vaste (of bekabelde) handsets (ook wel FHS
genoemd).
Maximaal vier draadloze handsets (ook wel WHS genoemd).
Vaste handsets bevinden zich op een vaste positie in het vaartuig
en zijn bekabeld, terwijl draadloze handsets u de vrijheid geven uw marifoonsysteem op afstand te bedienen vanaf andere plekken op het vaartuig.
Vaste handsets zijn met een kabel verbonden aan de
handsetaansluitingen op de Blackbox-marifoon.
Draadloze handsets moeten eerst via een koppelingsprocedure
aan de Blackbox-marifoon (de host) worden gekoppeld. Raadpleeg 'Een draadloze handset koppelen' voor meer informatie.
Handsets krijgen een ID-nummer dat bovenaan in het scherm
boven het kanaalnummer wordt weergegeven. F1-4, W1-4.
U kunt handsets ook een naam geven. Als u de handset een
naam geeft, kunt u in de menu's van Intercom de handset vinden waarmee u wilt spreken. De naam wordt weergegeven in de diagnostische functies van de handset, in de menu's van Intercom en bovenaan in het scherm van de handset.
Draadloze handset (WHS)
Een draadloze handset koppelen
De koppelingsprocedure hoeft slechts eenmaal per draadloze handset te worden uitgevoerd:
1 Zorg ervoor dat de handset die u aan de marifoon wilt koppelen, is
opgeladen en uitgeschakeld is.
¼ Opmerking: Zorg ervoor dat alle andere draadloze handsets
uitgeschakeld blijven tijdens deze procedure.
2 Open het hoofdmenu van de marifoon vanaf een vaste handset en
selecteer HANDSETS > DRAADLOZE HANDSET.
3 Selecteer KOPPEL EEN HANDSET. Selecteer JA.
Radiomenu's | Gebruikershandleiding
| 49
Page 50
4 Schakel de draadloze handset in die u aan de marifoon wilt
koppelen. Op het scherm van de draadloze handset wordt 'ZOEKEN...' weergegeven.
5 Houd de knop SCAN op de draadloze handset ingedrukt tot
HANDSET WORDT GEKOPPELD wordt weergegeven.
¼ Opmerking: De draadloze handset zoekt naar de
hostmarifoon. Als de marifoon wordt gevonden, wordt de koppelingsprocedure binnen enkele minuten voltooid.
6 Herhaal stap 2 t/m 5 om de volgende handset te koppelen.
Een draadloze handset verwijderen
Een gekoppelde handset verwijderen: 1 Selecteer DRAADLOZE HANDSET VERWIJDEREN in het submenu
DRAADLOZE HANDSET.
2 Selecteer de handset die u wilt verwijderen, druk op de knop OK
en selecteer JA.
Een draadloze handset vinden
Ga als volgt te werk als u een reeds gekoppelde draadloze handset wilt vinden:
1 Selecteer DRAADLOZE HANDSET VINDEN in het submenu
DRAADLOZE HANDSET.
2 Gebruik
en om de handset te selecteren die u wilt vinden.
3 Druk op OK. De te vinden handset piept 30 seconden lang als deze
zich binnen het draadloze bereik bevindt en is ingeschakeld.
50 |
Audio van draadloze handset congureren
U kunt een optie selecteren om de audio tussen de draadloze handset en de hostmarifoon te herhalen.
¼ Opmerking: In sommige situaties kan dit leiden tot
audiofeedback als de draadloze handset zich te dicht bij de luidsprekers van de hostmarifoon bevindt.
Audio van draadloze handset herhalen
Selecteer dit als u het geluid van de draadloze handset op de hostmarifoon wilt herhalen.
Audio van hostmarifoon herhalen
Selecteer dit als u het geluid van de hostmarifoon op de draadloze handset wilt herhalen.
Radiomenu's | Gebruikershandleiding
Page 51
Handset congureren
Selecteer HANDSET CONFIGUREREN in het menu om een naam van uw handset toe te wijzen.
1 Gebruik
naam wilt toewijzen en druk op OK.
2 Voer een naam voor de handset in. Raadpleeg “Alfanumerieke
gegevens invoeren” op pagina 18 om tekens in te voeren.
3 Druk op DSC/MENU om de naam op te slaan.
en om de handset te selecteren waaraan u een

De draadloze handset gebruiken

De draadloze handset in- en uitschakelen
Druk lang op de knop X om de draadloze handset in te schakelen. De handset geeft de softwareversie van de draadloze handset weer en probeert vervolgens opnieuw verbinding te maken met de hostmarifoon. Als er verbinding is gemaakt, kunt u de draadloze handset op dezelfde manier gebruiken als u een vaste handset gebruikt.
Zodra de draadloze handset is gekoppeld aan de marifoon, worden het scherm en de knopfuncties op elk apparaat nagebootst.
De meeste functies op de marifoon, zijn bruikbaar op de draadloze handset, met de volgende uitzonderingen:
INSTELLINGEN: bepaalde instellingsfuncties zijn niet beschikbaar
op de draadloze handset.
MEGAFOON: het is niet mogelijk om de modus MEGAFOON vanaf
de draadloze handset te starten. Wanneer de draadloze handset niet wordt gebruikt, moet deze worden teruggeplaatst in de houder van de oplader. Een draadloze handset die in de houder is geplaatst wordt via het ingebouwde contactloze inductieve oplaadsysteem opgeladen.
Druk lang op de knop X om de draadloze handset uit te schakelen. De handset wordt automatisch uitgeschakeld als er gedurende 90 seconden geen communicatie met de hostmarifoon is geweest.

Diagnose

De marifoon kan diagnostische schermen met systeemgegevens weergeven die nuttig kunnen zijn bij het onderzoeken van eventuele problemen.
GPS-status
¼ Opmerking: Deze functie is ook beschikbaar als shortcut.
Selecteer deze optie om de status van het interne GPS-systeem van de
Radiomenu's | Gebruikershandleiding
| 51
Page 52
marifoon weer te geven.
SNR B4: Signaal-ruisverhouding van de beste vier satellieten die binnen bereik zijn.
SNR GEM: Gemiddelde signaal-ruisverhouding van alle satellieten die binnen bereik zijn.
TIJD en DATUM: Weergegeven in GMT.
¼ Opmerking: Er worden geen GPS-gegevens weergegeven als de
geselecteerde GPS-bron NMEA 2000, NMEA 0183 of Handmatig is.
Systeemdiagnose
¼ Opmerking: Deze functie is ook beschikbaar als shortcut.
Selecteer deze optie om de diagnose weer te geven van de marifoon, DSC en het systeem van de handset:
52 |
SPANNING: Geeft de systeemspanning op de marifoon weer
VSWR: Test de impedantiebelasting op de VHF-antennepoort
telkens wanneer er wordt uitgezonden. OK wordt weergegeven
als dit lukt, anders wordt MISLUKT weergegeven. Raadpleeg in dat
geval de gids voor probleemoplossing.
DSC-FUNCTIE: Toont het resultaat van de zelftest van de
DSC-hardware die bij het opstarten is uitgevoerd. OK wordt
weergegeven als dit lukt, anders wordt MISLUKT weergegeven.
Raadpleeg in dat geval de gids voor probleemoplossing.
STATUS HANDSET:
Vaste handset geïnstalleerd en ingeschakeld
Vaste handset geïnstalleerd en uitgeschakeld
Radiomenu's | Gebruikershandleiding
Page 53
Deze handset
Draadloze handset geïnstalleerd en ingeschakeld
NMEA 2000 status
¼ Opmerking: Deze functie is ook beschikbaar als shortcut.
Selecteer deze optie om de diagnose van het NMEA 2000 netwerk weer te geven:
BUSSTATUS: Geeft aan of de marifoon actief is in het NMEA 2000
netwerk van het vaartuigen
TX-FOUTEN: Geeft alle huidige uitzendfouten in het NMEA 2000
netwerk van het vaartuig weer. Geen cumulatieve teller.
RX-FOUTEN: Geeft alle huidige ontvangstfouten in het NMEA 2000
netwerk van het vaartuig weer. Geen cumulatieve teller.
RX-BERICHTEN: Totaal aantal NMEA 2000 berichten dat sinds
het opstarten is ontvangen in het NMEA 2000 netwerk van het
vaartuig.
TX-BERICHTEN: Totaal aantal NMEA 2000 berichten dat sinds
het opstarten is verzonden via het NMEA 2000 netwerk van het
vaartuig.
BUSBELASTING: Geeft de totale belasting in het NMEA 2000
netwerk van het vaartuig weer.
AIS-diagnose (alleen NRS-2)
¼ Opmerking: Deze functie is ook beschikbaar als shortcut.
Selecteer deze optie om de AIS-diagnose weer te geven:
AIS-RX: Geeft het resultaat van de zelftest van de hardware van de
AIS-ontvanger weer die bij het opstarten is uitgevoerd. OK wordt
weergegeven als dit lukt, anders wordt MISLUKT weergegeven.
CH-A RX:, CH-B RX: Geeft het aantal AIS-berichten weer dat door
Radiomenu's | Gebruikershandleiding
| 53
Page 54
de dual-channel ontvanger is ontvangen.
AIS-TX: Geeft het resultaat van de zelftest van de hardware van
de AIS-zender weer die bij het opstarten is uitgevoerd. OK wordt
weergegeven als dit lukt, anders wordt MISLUKT weergegeven.
CH-A TX:, CH-B TX: Geeft het aantal AIS-berichten weer dat door de
dual-channel zender is uitgezonden.
VSWR: Test de impedantiebelasting op de AIS-antennepoort
telkens wanneer er wordt uitgezonden. OK wordt weergegeven
als dit lukt, anders wordt MISLUKT weergegeven. Raadpleeg in dat
geval de gids voor probleemoplossing.
STILLE MODUS: Als deze optie is ingeschakeld, worden AIS-
transmissies onderbroken. Dit zou normaliter uit moeten staan.

Reset

Regio en land
Gebruik deze instelling om de regio- en landinstellingen te wijzigen waarin deze marifoon werkt.
¼ Opmerking: Zie “Landspecieke tabel” op pagina 130 voor een
lijst met ondersteunde landen. Als uw land niet in de lijst staat, selecteer dan INTERNATIONAAL
1 Selecteer eerst de regio: EUROPA, VS/CAN OF INTERNATIONAAL 2 Selecteer vervolgens het land binnen de geselecteerde regio. Als
uw land niet in de lijst staat, selecteer dan INTERNATIONAAL >
INTERNATIONAAL 3 Zodra het land is geselecteerd, wordt de marifoon opnieuw
opgestart.
54 |
Reset
Gebruik deze instelling om alle instellingen, behalve de volgende, terug te zetten op de fabrieksinstellingen.
De volgende aangepaste instellingen worden NIET gewijzigd:
MMSI/ATIS-ID
AIS-instellingen
Items in uw vriendenlijst
Alle aangepaste kanaalnamen.
Radiomenu's | Gebruikershandleiding
Page 55
3

Menu DSC-oproep

DSC (Digital Selective Calling) is een semiautomatische methode om VHF-, MF- en HF-marifoonoproepen uit te zenden. Een groot voordeel van radio's met DSC is dat zij oproepen van andere DSC-radio's kunnen ontvangen zonder dat zij zijn afgestemd op hetzelfde kanaal als de radio die de oproep doet.
Druk kort op de knop DSC/MENU voor de volgende opties:
DSC-OPROEPEN
TRACK BUDDY
CONTACTEN
OPROEPLOGS

DSC-oproepen

De marifoon waarvandaan de oproep wordt uitgezonden, kan informatie geven over naar welk kanaal moet worden overgeschakeld voor een gesprek. Er zijn verschillende soorten DSC-oproepen. Het type oproep dat wordt gedaan, is bepalend voor welke informatie met de oproep wordt meegezonden en hoe andere radio's reageren op de inkomende oproep.
Er zijn vier soorten DSC-oproepen, met bijbehorende opties die u vanuit dit menu kunt openen.
INDIVIDUEEL
Hiermee doet u een oproep naar één ander vaartuig. De oproep kan worden gestart door het volgende te selecteren:
HANDMATIG: voer de MMSI van een nieuw vaartuig in.
RECENT: selecteer een vaartuig in de lijst RECENT.
CONTACTPERSONEN: selecteer een bestaand vaartuig in uw lijst
met CONTACTPERSONEN. Wanneer de pagina UITZENDEN NAAR wordt weergegeven, moet u de knop het gesprek wilt gebruiken.
NOOD
Het menu NOOD is bereikbaar vanuit het menu DSC-oproepen of rechtstreeks door op de knop DISTRESS op de marifoonhandset te drukken.
De aard van de noodoproep kan worden geselecteerd in de menulijst. De geselecteerde optie wordt weergegeven op andere marifoons die de oproep ontvangen.
Menu DSC-oproep | Gebruikershandleiding
en gebruiken om het kanaal te selecteren dat u voor
| 55
Page 56
Hieronder vindt u de aard van de noodopties die beschikbaar zijn in het menu Nood:
• NIET NADER
• BRAND
OMSCHREVEN
• MAAKT WATER • AANVARING
• AAN DE GROND
• GEKAPSEISD
GELOPEN
• ZINKEND • OP DRIFT
• SCHIP VERLATEN • PIRATERIJ
• MAN OVERBOORD
¼ Opmerking: 'Niet nader omschreven' is de standaardinstelling.
Een niet nader omschreven noodoproep kan worden verzonden door de DISTRESS-kap te openen en de noodknop lang in te drukken.
Een noodoproep verzenden via het menu DSC-oproepen
1 Selecteer DSC-OPROEPEN en vervolgens NOOD in het menu DSC-
oproepen. 2 Gebruik de knop
en om de aard van de noodoproep in het
menu te selecteren. 3 Druk lang op de noodknop. Er wordt 3 seconden afgeteld tot de
oproep wordt uitgezonden.
Een noodoproep uitzenden met de noodknop
1 Til de rode beschermingskap op, zodat de noodknop toegankelijk
is. 2 Druk kort op de noodknop. Gebruik de knop
en om de aard
van de noodoproep in het menu te selecteren. 3 Druk lang op de noodknop. Er wordt 3 seconden afgeteld tot
noodoproep wordt uitgezonden. Nadat de noodoproep is verzonden, wacht de marifoon op een bevestiging.
56 |
Menu DSC-oproep | Gebruikershandleiding
Page 57
De noodoproep wordt elke 3,5 tot 4,5 minuten automatisch opnieuw uitgezonden tot er een bevestiging terugkomt dat iemand de noodoproep heeft ontvangen (DISTRESS ACK).
Druk op de knop DSC/MENU voor meer opties:
OPNIEUW UITZENDEN wordt gebruikt om de noodoproep
onmiddellijk opnieuw uit te zenden.
PAUZE wordt gebruikt om de timer voor het opnieuw uitzenden
van de noodoproep te onderbreken. Zodra er een bevestiging terugkomt dat de noodoproep is ontvangen (DISTRESS ACK), kan de waarschuwing worden uitgezet. Druk op de knop PTT en kondig de reden van het noodgeval aan.
De volgende informatie (indien beschikbaar) moet deel uitmaken van de noodoproep:
Type noodgeval (indien geselecteerd).
Positie-informatie (de laatste positie die is verkregen van het
GPS-systeem of de handmatig ingevoerde positie wordt 23,5 uur
bewaard of tot het apparaat wordt uitgeschakeld). Als u de noodoproep wilt annuleren, drukt u ter bevestiging op de knop X en vervolgens op de knop DSC/MENU. (Hiermee wordt de oproep DISTRESS CANCEL uitgezonden.) Druk vervolgens op de knop PTT en geef de reden voor de annulering op.
GROEP
Hiermee doet u een oproep aan een bekende groep vaartuigen die allemaal het zelfde GCID-nummer gebruiken.
De oproep kan worden gestart door het volgende te selecteren:
HANDMATIG: voer een nieuwe GCID in
RECENT: selecteer een groep in de lijst RECENT
GROEPSCONTACTPERSONEN: een bestaande groep die al in de
groepslijst is opgeslagen Wanneer de pagina UITZENDEN NAAR wordt weergegeven, moet u de knop het gesprek wilt gebruiken.
Menu DSC-oproep | Gebruikershandleiding
en gebruiken om het kanaal te selecteren dat u voor
| 57
Page 58
ALLE SCHEPEN
Wordt gebruikt om een oproep van het type 'geen noodoproep' te plaatsen gericht aan ALLE schepen die binnen bereik zijn en met DSC zijn uitgerust. De aard van de oproep kan zijn:
VEILIGHEID: om een veiligheidsgerelateerd bericht mee te delen,
zoals obstakels in het water
URGENTIE: om een zeer urgente melding uit te zenden. Wanneer de pagina VERZENDEN NAAR wordt weergegeven, draait u aan de kanaalknop om het kanaal te selecteren dat u wilt gebruiken voor spraakcommunicatie.
POS-VERZOEK
Wordt gebruikt om de positie van een ander vaartuig op te vragen. De oproep kan worden gestart door het volgende te selecteren:
HANDMATIG: voer de MMSI van een nieuw vaartuig in
RECENT: selecteer een vaartuig in de lijst RECENT
CONTACTPERSONEN: een bestaand vaartuig dat al in uw lijst
CONTACTPERSONEN is opgeslagen
POS-RAPPORT
Hiermee zendt u de positie van uw vaartuig uit naar een ander vaartuig. De oproep kan worden gestart door het volgende te selecteren:
HANDMATIG: voer de MMSI van een nieuw vaartuig in
RECENT: selecteer een vaartuig in de lijst RECENT
CONTACTPERSONEN: een bestaand vaartuig dat al in uw lijst
CONTACTPERSONEN is opgeslagen
58 |
DSC-TEST
Hiermee doet u een testoproep naar één ander vaartuig. De oproep kan worden gestart door het volgende te selecteren:
HANDMATIG: voer de MMSI van een nieuw vaartuig in
RECENT: selecteer een vaartuig in de lijst RECENT
CONTACTPERSONEN: een bestaand vaartuig dat al in uw lijst
CONTACTPERSONEN is opgeslagen
MMSI/GPS
Geeft het MMSI-nummer van uw vaartuig en GPS-positie weer. Deze informatie is ook beschikbaar via de shortcut 'Mijn VHF'
Menu DSC-oproep | Gebruikershandleiding
Page 59

Track buddy

Vriend volgen is een handige functie om de locaties van maximaal 5 andere schepen (of 'vrienden') in uw lijst CONTACTPERSONEN te controleren. Vriend volgen zendt volgens een selecteerbaar tijdsinterval steeds opnieuw DSC-positieverzoeken uit. Wanneer er een positie wordt ontvangen, wordt deze vervolgens weergegeven op de MFD.
Druk kort op de knop DSC/MENU en selecteer TRACK BUDDY.
BUDDY SELECTEREN
Hiermee toont u bestaande vrienden die al zijn geselecteerd en kunt u meer vrienden toevoegen. Als u een vriend selecteert die al in de lijst met vrienden staat, wordt de vriend verwijderd.
Kies VRIEND TOEVOEGEN/BIJWERKEN om de volledige lijst met contactpersonen weer te geven en te kiezen wie u wilt toevoegen om te volgen.
TRACKING STARTEN/STOPPEN
¼ Opmerking: Deze functie is ook beschikbaar als shortcut
Selecteer START TRACKING om het volgen van vrienden te starten die staan vermeld in de lijst met vrienden voor wie volgen is ingeschakeld. Op het scherm van de marifoon wordt aangegeven aan welke vriend een oproep wordt gedaan. Als er geen bevestiging wordt ontvangen, zal de marifoon de oproep na enkele seconden opnieuw verzenden. Per volginterval wordt slechts één nieuwe poging gedaan.
Als het volgen al wordt uitgevoerd, wordt in de plaats van de tekst START TRACKING de tekst STOP TRACKING weergegeven.
Menu DSC-oproep | Gebruikershandleiding
| 59
Page 60
INTERVAL
De frequentie waarmee aan vrienden een positieverzoek wordt verzonden, kunt u instellen op: 5, 15, 30 of 60 minuten.

Contacts

Wordt gebruikt voor administratieve doeleinden en om CONTACTPERSONEN en GROEPEN op te roepen.
CONTACTPERSOON WEERGEVEN/TOEVOEGEN
Hiermee kunt u maximaal 50 VAARTUIGCONTACTPERSONEN met naam en MMSI maken, bewerken of verwijderen. Contactpersonen worden op naam opgeslagen, in alfabetische volgorde.
Selecteer NIEUWE TOEVOEGEN om een nieuw contact toe te voegen. Als u een bestaande naam in de lijst met contacten selecteert,
kunt u een DSC-oproep plaatsen, een positieverzoek doen, of de contactpersoon bewerken of verwijderen.
GROEP WEERGEVEN/TOEVOEGEN
Hiermee kunt u maximaal 20 contactpersoongroepen maken, bewerken of verwijderen. Deze worden in alfabetische volgorde opgeslagen. Voor het maken van een groep zijn alleen een naam en een groepsoproep-id (GCID) vereist. Een GCID begint altijd met een
0. De overige cijfers kunt u naar wens instellen. Alle vaartuigen die in dezelfde groep moeten komen, moeten een geschikte DSC-radio hebben en moeten dezelfde GCID ingevoerd hebben in hun radio.
Als u een bestaande naam selecteert in de groepslijst, kunt u de groep bewerken, verwijderen of een oproep aan de groep doen.
60 |
¼ Opmerking: Wanneer u een groep toevoegt aan deze lijst, zal
de marifoon een groepsoproep beantwoorden als die afkomstig is van een andere marifoon waarvan het groepsnummer in het geheugen staat.
Menu DSC-oproep | Gebruikershandleiding
Page 61

Oproeplogs

Dit bevat een lijst oproepen van het type SENT, RECEIVED en DISTRESS Het aantal oproepen voor elke categorie wordt tussen haakjes weergegeven in de indeling [weergegeven/totaal].
Druk op OK om een categorie te selecteren:
Druk op DSC/MENU voor opties:
Afhankelijk van het geselecteerde oproeplog zijn er verschillende mogelijkheden:
OPNIEUW UITZENDEN om de verzonden oproep opnieuw uit te
zenden
POS-VERZOEK om de positie van het vaartuig op te vragen
DETAILS om details van het bericht te bekijken
OPSLAAN IN CONTACTPERSONEN om de contactgegevens op te
slaan in uw lijst met contactpersonen
VERWIJDEREN om het bericht te verwijderen
ALLES VERWIJDEREN om alle berichten in het geselecteerde
oproeplog te verwijderen.
Menu DSC-oproep | Gebruikershandleiding
| 61
Page 62
4

AIS-menu (alleen NRS-2)

⚠Waarschuwing: Om AIS-functies te kunnen gebruiken, moeten
aan deze marifoon geldige GPS-gegevens worden verstrekt. De PPI-functie van de plotter geeft doelen niet nauwkeurig weer als onjuiste GPS-gegevens zijn ingevoerd.
Waarschuwing: Houd er rekening mee dat niet op alle schepen
een AIS-zendontvanger is geïnstalleerd of is ingeschakeld, zodat er in die situaties GEEN rekening wordt gehouden met het voorkomen van aanvaringen.
Waarschuwing: Niet alle vaartuigen verzenden AIS-informatie
en dus worden niet alle vaartuigen in de volgende AIS-schermen weergegeven of vermeld.

Over AIS

Het maritieme Automatic Identication System (AIS) is een systeem voor het melden van locatie- en vaartuiginformatie. Hiermee uitgeruste vaartuigen kunnen hun positie, snelheid, koers en andere informatie zoals de vaartuigidentiteit automatisch en dynamisch delen en regelmatig updaten met vaartuigen die ook AIS hebben.
De positie wordt afgeleid uit het Global Positioning System (GPS) en de communicatie tussen vaartuigen loopt via digitale Very High Frequency (VHF) transmissie.
NRS-2 is een marifoon of AIS CSTDMA-zendontvanger van klasse B. Voor de AIS-functie moet een aparte VHF-antenne worden geïnstalleerd en aangesloten op de AIS-antenneaansluiting aan de achterkant van de marifoon.
Raadpleeg “Bedradingsschema” op pagina 93 voor meer informatie over de installatie.
62 |

AIS-ontvangstfunctie

Mits zich andere vaartuigen met AIS-zendontvangers binnen radiobereik van uw vaartuig bevinden, ziet u hun gegevens op uw AIS-plotterscherm verschijnen. Deze gegevens worden ook herhaald op de NMEA-poorten zodat ze op een compatibele kaartplotter/ MFD kunnen worden weergegeven. Specieke informatie over hoe u uw MFD zodanig congureert dat deze gebruik kan maken van de functionaliteit van de AIS-ontvanger vindt u in de handleiding van uw MFD. Als u kaartsoftware op een pc gebruikt, raadpleeg dan de instructies bij uw kaartsoftware voor het weergeven van AIS-informatie.
AIS-menu (alleen NRS-2) | Gebruikershandleiding
Page 63

AIS-zendfunctie

Er moeten statische AIS-gegevens worden ingevuld voordat de AIS­zendfunctie wordt ingeschakeld. Zie “Vaartuig congureren” op pagina 44 voor meer informatie.
Het AIS-pictogram verandert als volgt:
De marifoon bevindt zich in de AIS-modus 'alleen ontvangen'.
De marifoon is gecongureerd in de modus Klasse B en zendt de informatie van uw vaartuig regelmatig uit volgens Klasse-B-standaarden van AIS. Het kan zes minuten duren voordat uw complete vaartuiginformatie voor anderen zichtbaar is.
De marifoon is gecongureerd voor de modus Klasse B, maar uitzenden is tijdelijk onderbroken omdat de stille modus actief is. Silent Mode kan op de radio worden geselecteerd via het menu AIS Setup > SILENT MODE of via een aangesloten compatibele Simrad MFD.

AIS-informatie en display

AIS-vaartuiggegevens kunnen worden weergegeven op het LCD­scherm van de radio:
1 Druk kort op de knop AIS/IC om het AIS-plotterscherm weer te
geven.
¼ Opmerking: U moet BRGR/LTGR-positie-informatie hebben om
doelen te kunnen weergeven op de plotter-PPI.
2 Aan de linkerkant van het scherm worden de gegevens van de AIS-
doelen weergegeven. De naam of MMSI van het vaartuig wordt
weergegeven (als de informatie beschikbaar is), afhankelijk van de
instelling die u hebt geselecteerd in sectie "6-2 AIS data display
format (AIS DISPLAY)". Ook de positie en de afstand van het doel
t.o.v. u worden weergegeven.
¼ Opmerking: Het kan enige tijd duren tot er AIS-doelen worden
weergegeven.
AIS-menu (alleen NRS-2) | Gebruikershandleiding
| 63
Page 64
3 Een eenvoudige plotter-PPI aan de rechterkant van het LCD-
scherm toont de locatie van de AIS-doelen ten opzichte van uw
positie, namelijk in het midden van de plotter-PPI. 4 Druk op de knop Vergroten (SCAN) of Verkleinen (TRI) om de schaal
van de plotter te wijzigen. De beschikbare schalen zijn 1, 2, 4, 8, 16,
32 Nm. 5 Gebruik de knop en de knop om een op het plotterscherm
weergegeven AIS-doel te markeren. Op het geselecteerde doel
staat het doelsymbool. 6 Druk op de knop OK/HL om de volledige details van het
gemarkeerde doel te bekijken, zoals MMSI, naam van het
vaartuig, afstand, positie, koers, ROT, COG, SOG, status en andere
vaartuiginformatie die mogelijk beschikbaar is.
Het scherm T/CPA bij nadering
1 Druk in de AIS-modus nog een keer op de knop AIS/IC om te
schakelen tussen het standaard AIS-scherm en het scherm 'T/CPA
bij nadering'. 2 In de modus 'T/CPA bij nadering' worden aan de linkerkant
details van het naderende AIS-doel weergegeven, samen
met de geograsche positie ervan op de plotter-PPI. Een AIS-
waarschuwingsdoel is gebaseerd op de CPA- en T/CPA-instellingen
in de AIS-instellingen. 3 Het zoombereik wordt automatisch geselecteerd op het beste
bereik volgens het geselecteerde doel aan de linkerkant. 4 Gebruik de knop en de knop om het doel te selecteren
of druk op de knop OK/HL om informatie over het doel weer te
geven, of druk op X om terug te keren naar het vorige scherm.
¼ Opmerking: Als de marifoon een T/CPA- of CPA-schending
detecteert zoals in het menu Waarschuwingen is ingesteld, worden automatisch het scherm 'T/CPA bij nadering' en een waarschuwingssignaal weergegeven. Zie “T/CPA-alarm (alleen NRS-2)” op pagina 47 voor meer informatie.
64 |
¼ Opmerking: Zeemijl (nm, nautical mile) is de enige eenheid die
in de AIS-modus beschikbaar is.
AIS-menu (alleen NRS-2) | Gebruikershandleiding
Page 65
Plottersymbolen en hun betekenis
Symbolen Beschrijvingen
Uw vaartuig bevindt zich altijd in het midden van het plotterscherm, aangeduid met een dichte cirkel en een klein, uitstekend streepje dat uw koers ten opzichte van het noorden aangeeft.
Een ruitvorm duidt alle andere vaartuigen of doelen op het plotterscherm aan. Dit zijn doelen rond uw vaartuig die zich binnen de huidige instelling voor de zoomafstand bevinden. De dunne uitstekende lijn geeft de positie van de doelen aan.
Als een doel is geselecteerd, wordt het doel met een ingekleurde ruitvorm aangeduid.
Voorbeelden:
U en het doelvaartuig varen weg van elkaar.
U en het doelvaartuig varen naar elkaar toe.
AIS-menu (alleen NRS-2) | Gebruikershandleiding
| 65
Page 66
5

Misthoorn, intercom en megafoon

¼ Opmerking: Er moet een geschikte megafoonluidspreker
worden aangesloten op de megafoonbedrading voordat de functies MEGAFOON of MISTHOORN kunnen worden gebruikt.

De misthoorn gebruiken

De misthoorn laat bepaalde internationale standaard misthoornsignalen klinken uit de megafoonluidspreker, afhankelijk van de geselecteerde modus.
1 Druk lang op de knop AIS/IC om de modus Intercom/Megafoon te
openen.
2 Selecteer MISTHOORN en druk op de knop OK. Er zijn 8 keuzes van internationaal erkende misthoornsignalen en timing:
Type misthoorn Toon Gebeurtenis
HOORN Hoorntoon Handbediening
ONDERWEG 1 lange toon Automatisch elke 2 minuten
STOP 2 lange tonen Automatisch elke 2 minuten
VAREN 1 lange, 2 korte
tonen
ANKER 1 lange
golftoon
SLEPEN 1 lange, 3 korte
tonen
AAN DE GROND Reeks
golftonen
SIRENE Sirenetoon Handbediening
Automatisch elke 2 minuten
Automatisch elke 2 minuten
Automatisch elke 2 minuten
Automatisch elke 2 minuten
66 |
3 Schuif door het menu om een type misthoorn te selecteren en
druk vervolgens op OK om de geselecteerde misthoorn te laten
klinken. Alle signalen klinken automatisch, behalve HOORN en
SIRENE. 4 De misthoorn gaat automatisch ongeveer elke twee minuten
totdat u op [X] drukt om te annuleren. Wanneer de misthoorn niet
gaat, is de LUISTER-modus geactiveerd.
Misthoorn, intercom en megafoon | Gebruikershandleiding
Page 67
5 Als u HOORN of SIRENE wilt bedienen, moet u na selectie de knop
OK op de handset ingedrukt houden of de speciale hoornknop
(HORN) op de Blackbox ingedrukt houden. Het signaal klinkt
zolang u de knop ingedrukt houdt. U kunt ook PTT gebruiken om
te spreken via de megafoon. 6 Als u het volume wilt wijzigen, gebruikt u de volumeknoppen om
het volume tijdens het klinken van het geluid te wijzigen. 7 Druk op X om terug te keren naar de normale werking van de
marifoon.

De intercom (IC) gebruiken

In de modus Intercom kunt u rechtstreeks met andere handsets in het systeem praten. U kunt ervoor kiezen om te spreken met alle geïnstalleerde handsets, een vooraf gecongureerde groep handsets of met afzonderlijke handsets.
¼ Opmerking: De modus Intercom werkt alleen als er meer dan
één vaste handset is geïnstalleerd.
¼ Opmerking: In deze modus drukt u lang op een cijferknop
op een bekabelde handset om rechtstreeks met het overeenkomstige station te spreken.
1 Druk lang op de knop AIS/IC en selecteer INTERCOM. 2 Selecteer het station waarmee u wilt praten. 3 Druk op knop PTT om met de handsets te praten. Laat de knop
PTT los om een reactie te horen.
4 Druk op de knop X om de modus Intercom af te sluiten.

De megafoon gebruiken

Met de megafoonfunctie kunt u via de handset en de luidspreker van de megafoon met een hoog volume met mensen of schepen communiceren.
De megafoonfunctie heeft ook een LUISTER-modus die de megafoonluidspreker gebruikt als microfoon om te luisteren of de hoofdradio antwoord ontvangt. De LUISTER-modus is niet beschikbaar op de optionele draadloze handset.
1 Druk lang op de knop AIS/IC om de modus Intercom/Megafoon te
activeren.
2 Selecteer Megafoon en druk op de knop OK. 3 Druk op de knop PTT om via de megafoon te praten. Bedien de
volumeknoppen om het volume te wijzigen. Het volume kan
alleen worden gewijzigd als de knop PTT is ingedrukt.
4 Laat de knop PTT los om te luisteren of er wordt geantwoord.
Misthoorn, intercom en megafoon | Gebruikershandleiding
| 67
Page 68
5 Druk op de knop X om terug te keren naar de normale
marifoonmodus.
¼ Opmerking: Het is niet mogelijk om de modus Megafoon te
openen vanaf een optionele draadloze handset.

Werken met Aankondigen

In de modus Aankondigen kunt u onmiddellijk een aankondiging laten uitgaan naar alle geïnstalleerde handsets en bekabelde luidsprekers.
1 Druk lang op de knop AIS/IC en selecteer Aankondigen. 2 Druk op de knop PTT om uw aankondiging naar alle handsets,
luidsprekers en de megafoon te verzenden.
3 Druk op de knop X om de modus Aankondigen te verlaten.
68 |
Misthoorn, intercom en megafoon | Gebruikershandleiding
Page 69
6

Mijn kanalen

U opent de pagina MIJN KANALEN door numerieke knop 9 lang in te drukken.
Deze pagina bevat shortcuts naar veelgebruikte kanalen. Wanneer u deze pagina voor de eerste keer opent, wordt de hele
kanalenlijst weergegeven zodat u de gewenste shortcut-kanalen kunt selecteren.
Wanneer u deze pagina een volgende keer opent, wordt een lijst met alleen de geselecteerde kanalen weergegeven. Als u een van de kanalen selecteert, wordt de pagina meteen gesloten en wordt de marifoon afgestemd op dat kanaal.
U kunt de beschikbare shortcut-kanalen op elk moment wijzigen via EDIT MY CHANNELS.
¼ Opmerking: Kanalen in deze lijst worden ook in sommige opties
van SCAN gebruikt.
U kunt de lijst MIJN KANALEN ook openen voor bewerking vanuit het menu SCAN.
Mijn kanalen | Gebruikershandleiding
| 69
Page 70
7

Shortcuts

U opent de pagina Shortcuts door de knop VOL/SQL lang in te drukken.
Op deze pagina vindt u shortcuts naar veelgebruikte functies. Welke shortcuts op deze pagina worden weergegeven, is afhankelijk van de selecties die zijn gedaan in SHORTCUTS TOEVOEGEN/WIJZIGEN

Shortcuts toevoegen/wijzigen

Druk lang op de knop VOL/SQ. Kies in de lijst met opties welke menu-opties u als shortcut wilt
toevoegen:
¼ Opmerking: De pagina MIJN VHF is alleen beschikbaar voor de
operator als de shortcut voor deze pagina is ingeschakeld – of door de knop VOL/SQL lang in te drukken.
Deze pagina is alleen bedoeld om de marifoongegevens op één eenvoudig bereikbare locatie weer te geven. Op deze pagina vindt u details over het MMSI-nummer, de status van de GPS-gegevens, de roepletters van het vaartuig (indien ingevoerd), de software- en hardwareversie en het serienummer van de marifoon.
Nadat u de gewenste shortcuts hebt geselecteerd, zijn deze direct toegankelijk vanaf de pagina met shortcuts:
70 |
Shortcuts | Gebruikershandleiding
Page 71
8

MOB- en NAV-functies

Man overboord (MOB)

Een MOB wordt gegenereerd door de knoppen SCAN en TRI tegelijkertijd ingedrukt te houden.
Het scherm schakelt over naar de MOB-navigatiemodus en helpt u om terug te varen naar de MOB-locatie:
AFS toont de huidige afstand tot het MOB-waypoint.
STUUR toont de huidige koers naar het MOB-waypoint. De
richtingaanduidingen geven het volgende aan:
voor wenden naar bakboord,
voor recht vooruit, en
voor wenden naar stuurboord.
¼ Opmerking: Een MOB-waypoint wordt via NMEA 2000 naar een
aangesloten MFD verzonden.
¼ Opmerking: U kunt ook handmatig via DSC het noodbericht
MAN OVERBOORD uitzenden. Selecteer in NOOD de categorie MAN OVERBOORD.
Houd de knoppen om een nieuw MOB-waypoint voor de huidige locatie te maken. Er verschijnt een pop-upscherm met 2 keuzes:
SCAN en TRI tegelijkertijd lang ingedrukt
HUIDIGE MOB HERVATTEN: om de pop-up te sluiten en navigatie
naar huidige MOB-positie te hervatten.
NIEUWE MOB MAKEN: om navigatie naar de huidige MOB-positie
te annuleren en een nieuw MOB-waypoint te maken voor de
huidige locatie. Of druk kort op de knop X/POWER om de pop-up te sluiten en navigatie naar de huidige MOB-positie te hervatten.
Druk lang op de knop X/POWER om navigatie naar de MOB-positie af te sluiten. Er verschijnt een pop-upscherm met 2 keuzes:
MOB- en NAV-functies | Gebruikershandleiding
| 71
Page 72
HUIDIGE MOB BEHOUDEN: om naar de normale gebruiksmodus
terug te gaan zonder navigatie naar de MOB-positie te annuleren.
HUIDIGE MOB ANNULEREN: om navigatie naar de huidige MOB-
positie te annuleren en terug te keren naar de normale werking
van de marifoon.

Navigatiefunctie (NAV)

Druk lang op 6 om over te schakelen naar NAV (navigatiemodus). Het scherm schakelt over naar de navigatiemodus en toont de huidige SOG en COG van het vaartuig.
Druk op de knop X/VOEDING om de NAV-modus af te sluiten en terug te keren naar de normale werking van de marifoon.
72 |
MOB- en NAV-functies | Gebruikershandleiding
Page 73
9

Installatie

Wat zit er in de doos

De volgende artikelen dienen in de verpakking aanwezig te zijn. Controleer dit voordat u met de installatie begint en neem contact op met uw dealer als er een onderdeel ontbreekt.
¼ Opmerking: Opmerking: een VHF-antenne wordt niet
meegeleverd. Neem contact op met uw Simrad of B&G dealer voor advies over het kiezen van de juiste antenne voor uw installatie:
¼ Opmerking: Voor systemen die gebruikmaken van de NRS-2
Blackbox is een extra VHF/AIS-antenne vereist, die niet is meegeleverd. Neem contact op met uw Simrad of B&G dealer voor advies over het kiezen van de juiste antenne voor uw installatie:
Blackbox met de volgende items:
Nummer Beschrijving Aantal
items
1 NRS-1 of NRS-2 Blackbox (BB) 1 2 AP-1 accessoirepakket: BB-connectors 1
2.1 2-pins groene connector (voor voeding en megafoon)
2.2 8-pins groene connector (voor bekabelde luidsprekers)
2.3 8-pins groene connector (voor extra bedrading)
2.4 Draadloze dipoolantenne – SMA 1
2.5 Reserve-zekering – 10A – Klein, plat type zekering
3 AP-2-accessoirepakket: BB-montageset 1
3.1 S/S zelftappende kruiskopschroef (M4 x 25) 4
3.2 S/S kruiskopschroef voor machine (M4 x 25) 4
3.3 S/S platte ring M4 4
3.4 S/S platte veerring (M4) 4
3.5 S/S zeskantmoer (M4) 4
4 AP-8 accessoirepakket: Kabelhouder 1
4.1 Kabelhouder 1
4.2 S/S zelftappende kruiskopschroef (M4x12) 2
4.3 Kabelbinders 10
Installatie | Gebruikershandleiding
2
1
1
1
| 73
Page 74
5 Pakket met systeemdocumenten 1
5.1 Gebruikershandleiding 1
5.2 Verkorte handleiding 1
5.3 Verklaring van conformiteit van het systeem 1
5.4 Garantiekaart 1
6 Blackbox-voedingskabel (1m) 1
Vaste handset met de volgende items:
Nummer Beschrijving Aantal
items
1 Vaste handset HS100 of H100 1 2 CR100 montagehouder voor vaste handset 1 3 AP-3 accessoirepakket: Montageset voor
houder van vaste handset
3.1 S/S zelftappende kruiskopschroef (M4 x 25) 2
3.2 S/S kruiskopschroef voor machine (M4 x 25) 2
3.3 S/S platte ring M4 2
3.4 S/S platte veerring (M4) 2
3.5 S/S zeskantmoer (M4) 2 4 CH100-5 FHS-kabel (5m) 1 5 AP-4 accessoirepakket: Kabelset voor vaste
handset
5.1 Bevestigingsplaat voor schutbord 1
5.2 Rubberen pakking voor bevestigingsplaat
voor schutbord
5.3 Rubberen pakking voor kabel 1
5.4 8-pins groene connector voor handset 1 6 AP-5 accessoirepakket: Kabelmontageset
voor handset
6.1 S/S zelftappende kruiskopschroef (M3 x 10) 2
6.2 S/S kruiskopschroef voor machine (M3 x 20) 2
6.3 S/S platte ring M3 2
6.4 S/S platte veerring (M3) 2
6.5 S/S zeskantmoer (M3) 2 7 Garantiekaart 1
1
1
1
1
74 |
Installatie | Gebruikershandleiding
Page 75
Bekabelde luidspreker met de volgende items:
Nummer Beschrijving Aantal
items
1 SP100 luidspreker 1 2 Luidsprekermontagedoos 1 3 AP-6 accessoirepakket: Luidsprekerset 1
3.1 Montagepakking voor luidspreker 1
3.2 Randen van luidspreker 2 4 AP-7 accessoirepakket: Montageset voor
luidspreker
4.1 S/S zelftappende kruiskopschroef (M3 x 10) 4
4.2 S/S zelftappende kruiskopschroef (M3 x 40) 4
4.3 S/S kruiskopschroef voor machine (M3 x 20) 4
4.4 S/S kruiskopschroef voor machine (M3 x 40) 4
4.5 S/S platte ring M3 4
4.6 S/S platte veerring (M3) 4
4.7 S/S zeskantmoer (M3) 4 5 Garantiekaart 1
GPS-500 antenne met de volgende onderdelen (alleen NRS-2 systemen):
1
Nummer Beschrijving Aantal
items
1 GPS-500 GPS-antenne 1 2 Zie documentatie in de doos van de GPS-500

Montagerichtlijnen

Kies de montageplaats zorgvuldig uit en controleer voordat u gaat boren of zagen of er achter het paneel geen elektrische draden of andere onderdelen zijn verborgen.
Zorg dat de gaten op een veilige plek worden aangebracht, waar ze de constructie van de boot niet verzwakken. Raadpleeg bij twijfel een ervaren botenbouwer of een installateur van zeilelektronica.
¼ Opmerking: Als er meerdere VHF-antennes worden geplaatst,
zorg dan voor een adequate scheiding tussen de antennes om kruisinterferentie tussen de antennes te voorkomen. Eventuele interferentie kan per installatie verschillen en moet worden getest voordat de montagelocatie denitief wordt. Monteer eenheden op een afstand van ten minste 50 cm (1,5 ft) van een
Installatie | Gebruikershandleiding
| 75
Page 76
kompas om deviatie van het kompas te voorkomen.
Niet doen:
Bevestig geen onderdelen op plaatsen waar deze als houvast
kunnen worden gebruikt, onder water kunnen komen of kunnen storen bij het bedienen, te water gaan of in veiligheid brengen van de boot.
Niet installeren in een gevaarlijke of ontvlambare omgeving.
Wel doen:
Monteren op een oppervlak dat schoon is, vrij van vuil, zonder
verfresten of gruis.
Monteer eenheden minimaal 1 m (3 ft) van de VHF-antenne verwijderd.

Blackbox monteren

¼ Opmerkingen: Zorg voor gemakkelijke toegang tot de Blackbox,
zodat de 12 V DC-voeding, antenne(s) en extra bedrading kunnen worden aangesloten.
De Blackbox kan verticaal op een schot worden geplaatst
of horizontaal worden geplaatst. Vermijd plaatsen die nat of heet kunnen worden, zoals in de motorruimte of dicht bij het onderruim.
De Blackbox is niet waterbestendig.
Als u de Blackbox verticaal monteert, zorg er dan voor dat de
kabelwartels naar beneden wijzen om binnendringen van water te voorkomen.
Zorg ervoor dat alle kabels op hun plaats zijn bevestigd, zodat
er geen spanning of kracht op de connectors van de Blackbox kan worden uitgeoefend.
76 |
⚠Waarschuwing: Onder extreme omstandigheden kan de
temperatuur van het koellichaam op deze marifoon een oppervlaktetemperatuur bereiken waardoor deze niet veilig meer kan worden aangeraakt. Voorzichtigheid is geboden om mogelijke brandwonden te voorkomen. Een goede ventilatie is noodzakelijk. Kies een locatie waar de unit niet wordt blootgesteld aan omstandigheden die niet aan de specicaties voldoen. Zie “Draadloze antenne elders monteren - rechtdoor­methode (optioneel)” op pagina 91.
1 Plaats de Blackbox tijdelijk op de gekozen montageplaats en
markeer de vier montageschroefgaten.
2 Boor schroefgaten met een boortje van 3 mm (1/8 inch) als u de
Installatie | Gebruikershandleiding
Page 77
meegeleverde zelftappende schroeven van 4,0 x 20 mm gebruikt; of een boortje van 4,1 mm (3/16 inch) als u de meegeleverde machineschroeven van 4,0 x 28 mm gebruikt.
3 Zet de zendontvanger vast met de meegeleverde zelftappende
schroeven of machineschroeven.
1
2
3

Houder CR100 voor de vaste handset monteren

¼ Opmerkingen:
Houder CR100 voor de vaste handset is een passieve eenheid
die geen voeding nodig heeft.
De vaste handset wordt geleverd met een verlengsnoer van
5 m (16,4 inch). Zorg ervoor dat de gekozen plaats binnen de lengte van de kabel naar de Blackbox ligt.
Langere verlengsnoeren voor de handset zijn verkrijgbaar bij
uw dealer.
De handset heeft een LCD-scherm met een optimale
horizontale en verticale zichthoek van circa 20 graden. Zorg ervoor dat de gekozen montageplaats goed zicht biedt op het scherm. Idealiter kijkt de gebruiker recht op het scherm of niet meer dan onder een hoek van circa 20 graden ten opzichte van de voorkant van het scherm.
Installatie | Gebruikershandleiding
| 77
Page 78
1 Plaats de houder van de handset tijdelijk op de gekozen
montageplaats en markeer de twee schroefgaten.
2 Boor schroefgaten met een boortje van 3 mm (1/8 inch) als u de
meegeleverde zelftappende schroeven van 4,0 x 25 mm gebruikt; of een boortje van 4,1 mm (5/32 inch) als u de meegeleverde machineschroeven van 4,0 x 30 mm gebruikt.
3 Monteer de houder van de handset met de meegeleverde
schroeven op zijn plaats.
1
2
3

Kabelconnector voor de handset monteren

Elke kabel van de bekabelde handset heeft een connector die moet worden aangesloten
door een schutbord, op een dashboard of op ander geschikt paneel. 1 Plaats de plaat (B) tijdelijk op de gekozen montageplaats en
markeer de twee montageschroefgaten.
2 Boor schroefgaten met een boortje van 2,5 mm (0,1 inch) als u de
meegeleverde zelftappende schroeven van M3x10 mm gebruikt; of een boortje van 3,1 mm (1/8 inch) als u de meegeleverde machineschroeven van M3x20 mm gebruikt.
3 Meet een halve afstand van 20,0 mm (0,79 inch) tussen de twee
schroefgaten om het midden van de kabelconnectoropening te vinden en maak een gat met een diameter van 24,0 mm (0,94 inch), zodat er ruimte is om de kabelconnector er doorheen te
78 |
Installatie | Gebruikershandleiding
Page 79
halen.
4 Bevestig de connectorbeschermer, plaat en pakking met de
meegeleverde schroeven op hun plaats.
1
A
• A - Connectorbeschermer
• B - Plaat
• C - Pakking
• D - Schutbord
• E - Stekkeraansluiting
2
4
C
B
D
3
20.0 mm (0.79”)
20.0 mm (0.79”)
E

Houder BC-12 voor de draadloze handset monteren

¼ Opmerkingen: Voor het opladen via houder BC-12 voor de
draadloze handset is +12V DC-voeding nodig. Zorg ervoor dat de voedingsdraad aan de achterkant van het apparaat op de geselecteerde plaats kan worden aangesloten.
De handset heeft een LCD-scherm met een optimale
horizontale en verticale zichthoek van circa 20 graden. Zorg ervoor dat de gekozen montageplaats goed zicht biedt op het scherm. Idealiter kijkt de gebruiker recht op het scherm of niet meer dan onder een hoek van circa 20 graden ten opzichte van de voorkant van het scherm.
1 Plaats de houder van de handset tijdelijk op de gekozen
montageplaats en markeer de twee schroefgaten.
Installatie | Gebruikershandleiding
| 79
Page 80
2 Boor schroefgaten met een boortje van 3 mm (1/8 inch) als u de
meegeleverde zelftappende schroeven van 4,0 x 25 mm gebruikt; of een boortje van 4,1 mm (5/32 inch) als u de meegeleverde machineschroeven van 4,0 x 30 mm gebruikt. Maak nog een gat (54,5 mm afstand van het middelste gat) met een diameter van 3,6 mm voor de oplaadkabel.
3 Monteer de houder van de handset met de meegeleverde
schroeven op zijn plaats.
4 Sluit rode draad BC-12 (A) aan op de accu (+) via de zekering van
2A (D) (niet meegeleverd) en de optionele aan-uitschakelaar (C). Sluit de zwarte draad (B) aan op de accu (-).
A
2
54.5 mm
(2.15”)
4
B
C
1
3
D
12V DC

De luidspreker monteren

¼ Opmerking: De bekabelde luidspreker wordt geleverd met een
vaste kabel van 2 m (6,5 inch). De kabel kan zo nodig worden verlengd met een tweeaderige kabel van minimaal 2,5 mm.
80 |
Inbouwmontage
1 Maak een gat van 98 mm (3,86 inch) in het montageoppervlak,
zodat er voldoende ruimte is voor de luidspreker.
2 Verwijder de plastic randen die de schroefgaten van de luidspreker
afdekken. Breng de luidspreker tijdelijk aan en markeer de vier schroefgaten.
Installatie | Gebruikershandleiding
Page 81
3 Boor gaten van de juiste maat voor de te gebruiken
bevestigingsmiddelen.
4 Breng de schuimpakking aan op de achterkant van de luidspreker.
Breng afdichtmiddel aan op de schroefgaten en zet de luidspreker vast.
2
3
1
4
Opbouwmontage
1 Verwijder de plastic randen die de schroefgaten aan de voorkant
van de luidspreker afdekken. Markeer de schroefgaten door de luidspreker als sjabloon te gebruiken.
2 Boor gaten van de juiste grootte voor de te gebruiken
bevestigingsmiddelen.
Boor een gat in het montageoppervlak voor de
luidsprekerkabel en zorg ervoor dat de opening in de buurt van één van de hoekschroefgaten is, om te voorkomen dat de kabel onder de luidspreker wordt afgeklemd.
Installatie | Gebruikershandleiding
| 81
Page 82
3 Voer de luidsprekerkabel door de opbouwdoos en door het gat in
het montageoppervlak.
Breng afdichtmiddel aan rond de kabelopening en de
schroefgaten.
Zet de luidspreker vast met de bevestigingsmiddelen. Plaats
deze door de luidspreker en de opbouwdoos.
Zorg ervoor dat het drainagegat in de doos naar de laagste
kant is gericht.
Plaats de plastic randen terug.
1
2
3
82 |

De GPS-500-antenne monteren

¼ Opmerking: De GPS-500-antenne is optioneel voor de NRS-1
maar essentieel voor de NRS-2.
Het is niet raadzaam de GPS-antenne tegen een mast te monteren, waar de antenne door de bewegingen van het vaartuig heen en weer zwaait en de nauwkeurigheid van de GPS-positie potentieel vermindert.
Bevestig de GPS-antenne niet binnen 1 m van zendende apparatuur.
Installatie | Gebruikershandleiding
Page 83
Monteer de GPS-500 op een paal (A) of hard oppervlak (B) en leid de kabel naar de Blackbox. Zorg er altijd voor dat de geselecteerde locatie de antenne een direct, onbelemmerd zicht op de hemel biedt.
( A ) Paal ( B ) Hard oppervlak
¼ Opmerking: Om de externe GPS-antenne op een paal te kunnen
monteren, hebt u een paal van 1 inch met 14 TPI schroefdraad nodig:
Schroef de paaladapter op het schroefdraadgedeelte van de paal.
Voer de kabel die bevestigd is aan de GPS-antenne door de
adapter en de paal.
Bevestig de paal op zijn plaats.
Bevestig de GPS-antenne op de stangadapter met de 2 kleine
schroeven.
Voor oppervlaktemontage van de externe GPS 500-antenne zoekt u een vlakke, schone plaats met onbelemmerd zicht op de hemel. Monteer de antenne met de meegeleverde pakking en de 2 kleine schroeven.
Markeer en boor de 2 bevestigingsgaten en nog een derde gat als u dat nodig hebt voor de GPS-kabel.
Monteer de pakking door eerst de kabel door het midden van de pakking te halen.
Schroef de GPS-antenne op het montageoppervlak.
Leid de GPS-kabel naar de Blackbox
Leid de kabel naar de Blackbox en gebruik eventueel
verlengkabels.
Sluit de kabel van de GPS-antenne aan op de GPS-connector (SMA) van de Blackbox, zoals in deze handleiding wordt beschreven.
Installatie | Gebruikershandleiding
| 83
Page 84

Richtlijnen voor de bekabeling

Niet doen:
Maak geen scherpe knikken in de kabels.
Zorg er bij de plaatsing van kabels voor dat er geen water in de
connectors kan lopen.
Leg geen kabels naast kabels van de radar, zender, hoogspanningskabels en kabels met een hoog frequentiesignaal.
Leg geen kabels op plekken waar ze mechanische systemen hinderen.
Leg geen kabels over scherpe of puntige randen.
Wel doen:
Maak druipwater- en servicelussen.
Maak alle kabels stevig vast met kabelbinders.
Soldeer/krimp en isoleer alle bedradingsaansluitingen die de
kabels verlengen of verkorten. Uitstekende kabels moeten worden voorzien van een passende krimpconnector of dicht worden gesoldeerd of gesmolten. Verbind kabels op een zo hoog mogelijke plek om de kans op onderdompeling te minimaliseren.
Laat ruimte vrij rondom connectors om het plaatsen en verwijderen van kabels gemakkelijker te maken.
Sluit de marifoon aan op negatieve geaarde voeding van 12 V DC.
84 |
⚠Waarschuwing: Alle kabels op de marifoon moeten worden
aangesloten terwijl de stroomtoevoer vanaf het vaartuig is uitgeschakeld. De marifoonvoeding heeft polariteitbeveiliging en de zekering springt als de voeding verkeerd wordt aangesloten.
⚠Waarschuwing: Alle kabels die bij het systeem worden
geleverd, zijn ontworpen om ervoor te zorgen dat de systemen onder de vermelde bedrijfsomstandigheden werken zoals is beoogd. Zorg ervoor dat, als kabels worden verlengd, de extra kabels geschikt zijn en aan de systeemvereisten voldoen.
⚠Waarschuwing: Er wordt geen Halier-kabel meegeleverd.
Gebruik bij de functie Megafoon/Mishoorn/ Aankondiging een kabel met hetzelfde proel en dezelfde geleidingseigenschappen als de meegeleverde voedingskabel.
Installatie | Gebruikershandleiding
Page 85

Details van Blackbox-connector

De aansluitcontacten zijn toegankelijk onder de connectorbeschermer op de basisunit. Verwijder de 6 schroeven op de afdekplaat om de kabelconnectors bloot te leggen:
Kabeldoorvoerplaatjes
Er bevinden zich twee rubberen kabeldoorvoerplaatjes aan de voorkant van de Blackbox. De draden moeten door de daarvoor bestemde sleuf in het doorvoerplaatje (L1-7 en R1-7) lopen, zoals aangegeven, ten behoeve van een IPx5-afdichting.
Sleuven hebben een dun rubberen membraan om ervoor te zorgen dat ongebruikte sleuven afgedicht blijven.
Druk de draad door de daarvoor bestemde sleuf om de afdichting te verbreken voordat u de connector toevoegt.
1
2 3
6
7
4
5
L
6
7
1
2
3
4
5
R
Verwijder de bevestigingssteun van het doorvoerplaatje om toegang tot het rubberen doorvoerplaatje te krijgen.
Zorg ervoor dat de houder van het doorvoerplaatje en de
Installatie | Gebruikershandleiding
| 85
Page 86
connectorbeschermer worden teruggeplaatst zodra het aanbrengen
GND
12V DC
+ -
FUSE
S1+
S1-
S2+
S2-
S3+
S3-
S4+
S4-
MIC+
MIC-
PWR
PTT
TR-B
TR-A
GND
VCC
MIC+
MIC-
PWR
PTT
TR-B
TR-A
GND
VCC
RX_A
RX_B
TX_A
TX_B
HRN-
HRN+
SSW-
SSW+
PC
+ -
HAILER
SKP1-4
HS1
HS2
HS3
HS4
AUX
10 A
C D E F F F G
van de bedrading is voltooid.
¼ Opmerking: De connectors zijn voorzien van een kleurcode om
de installatie te vergemakkelijken.
B
A
H
86 |
GND (A)
Optionele aardverbinding. Deze is mogelijk nuttig bij het verhelpen van geluidsproblemen als gevolg van inductie. Ringaansluiting maat M3, nr. 5.
FUSE (B)
Kleine, platte 10A-zekering.
Installatie | Gebruikershandleiding
Page 87
12V DC (C)
+ en – voedingsaansluiting van accu in vaartuig:
Sluit aan op 12V DC-voeding
+ Rood
van vaartuig, via een schakelpaneel of onderbreker.
L1
- Zwart Sluit aan op de negatieve DC­voeding van het vaartuig.
SPK1 - 4 (D)
Bekabelde luidsprekers SPK1-4. Sluit de rode (+) aansluiting aan op de luidspreker (+) en (-) zwart op de luidspreker (-):
S1+ ROOD Externe luidspreker-1 (+) rode
draad
L2
S1- ZWART Externe luidspreker-1 (-) zwarte
draad
S2+ ROOD Externe luidspreker-2 (+) rode
draad
L3
S2- ZWART Externe luidspreker-2 (-) zwarte
draad
S3+ ROOD Externe luidspreker-3 (+) rode
draad
L4
S3- ZWART Externe luidspreker-3 (-) zwarte
draad
S4+ ROOD Externe luidspreker-4 (+) rode
draad
L5
S4- ZWART Externe luidspreker-4 (-) zwarte
draad
Installatie | Gebruikershandleiding
| 87
Page 88
HS1 (E)
Handsetaansluiting. HS1 is de hoofdhandset. Op alle systemen moet een HS1 zijn aangesloten. Het systeem kan alleen worden in- en uitgeschakeld via de HS1; tenzij AUTOMATISCH INSCHAKELEN is ingeschakeld:
MIC+ WIT Witte draad van handset
MIC- GRIJS Grijze draad van handset PWR ORANJE Oranje draad van handset
PTT GROEN Groene draad van handset
TR-B BLAUW Blauwe draad van handset
L6
TR-A GEEL Gele draad van handset GND ZWART Zwarte draad van handset
VCC ROOD Rode draad van handset
HS2-4 (F)
Extra vaste handset HS2 (optioneel). Zelfde bedrading als HS1 L7 Extra vaste handset HS3 (optioneel). Zelfde bedrading als HS1 R6 Extra vaste handset HS4 (optioneel). Zelfde bedrading als HS1 R7
AUX (G)
Extra aansluitingen voor NMEA 0183, misthoornknop en AIS-stilteschakelaar:
88 |
RX_A RA
RX_B RB
NMEA 0183 TX_A van kaartplotter of GPS-gegevens
NMEA 0183 TX_B van kaartplotter of
GPS-gegevens TX_A TA NMEA 0183 RX_A van kaartplotter TX_B TB NMEA 0183 RX_B van kaartplotter HRN- H-
HRN+ H+
SSW- S-
SSW+ S+
Installatie | Gebruikershandleiding
HOORN. Sluit een normaal geopende
momentschakelaar aan
AIS-stilteschakelaar (alleen NRS-
2). Sluit een normaal geopende,
vergrendelende schakelaar aan
R2
R3
R4
Page 89
HAILER (H)
Luidsprekeraansluiting voor megafoon:
+ Rood
- Zwart
Aansluiten op luidspreker voor
megafoon (+)
Aansluiten op luidspreker voor
megafoon (1)
R1
Insteekaansluitingen
WIRELESS
VHF
A
GPS
C
B
VHF (A)
PL-259: Sluit met een kabel van 50 ohm waarop een PL259-connector is bevestigd aan op een maritieme VHF-antenne.
WIRELESS (B)
RP-SMA: sluit de meegeleverde draadloze dipoolantenne aan. Wordt gebruikt voor communicatie tussen draadloze handsets. Er is een optionele verlengkabel van 6 meter verkrijgbaar, zodat de
dipoolantenne kan worden gemonteerd daar waar een beter bereik mogelijk is. Zie “Draadloze antenne elders monteren - rechtdoor­methode (optioneel)” op pagina 91 en “Draadloze antenne elders monteren - haaksehoek-methode (optioneel)” op pagina 92.
N2K
D
AIS
E
GPS (C)
SMA: voor GPS-ontvangst (optioneel voor NRS-1, maar verplicht voor NRS-2). Aansluiten op een externe passieve GPS-500 antenne.
N2K (D)
NMEA 2000 netwerkaansluiting. Voor aansluiting op een NMEA 2000 netwerk
AIS (E)
PL-259: (alleen NRS-2) voor ontvangen en uitzenden met AIS. Sluit met een kabel van 50 ohm waarop een PL259-connector is bevestigd aan
Installatie | Gebruikershandleiding
| 89
Page 90
op een maritieme VHF-antenne.
¼ Opmerkingen:
Vereisten voor de NRS-2 en dubbele antennes: het is mogelijk om één VHF-antenne te gebruiken als deze is aangesloten op een NSPL-500-antennesplitter. Raadpleeg de instructies van de NSPL-500 voor meer informatie.
Handset HS2, HS3 en HS4, externe luidspreker(s), megafoon en netwerkaansluitingen zijn optioneel.
90 |
Installatie | Gebruikershandleiding
Page 91
Draadloze antenne elders monteren ­rechtdoor-methode (optioneel)
¼ Opmerking: De rechtdoor-methode is handig in situaties
waarin de kabel van achter de montageplaat vandaan komt (bijvoorbeeld door een wand heen).
1 Plaats de plaat (C) tijdelijk op de gekozen montageplaats en
markeer de twee montageschroefgaten.
2 Boor schroefgaten met een boortje van 2,5 mm (0,1 inch) als u de
meegeleverde zelftappende schroeven van M3x10 mm gebruikt; of een boortje van 3,1 mm (1/8 inch) als u de meegeleverde machineschroeven van M3x20 mm gebruikt.
3 Meet een halve afstand van 20,0 mm (0,79 inch) tussen de twee
schroefgaten om het midden van de kabelconnectoropening te vinden en maak een gat met een diameter van 24,0 mm (0,94 inch), zodat er ruimte is om de kabelconnector er doorheen te halen.
4 Bevestig de connectorbeschermer, plaat en pakking met de
meegeleverde schroeven op hun plaats.
1
A
C
B
• A - Draadloze antenne
• B - Connectorbeschermer
• C - Plaat
• D - Pakking
• E - Schutbord
• F - Kabel
2
4
D
E
3
20.0 mm (0.79”)
20.0 mm (0.79”)
F
Installatie | Gebruikershandleiding
| 91
Page 92
Draadloze antenne elders monteren ­haaksehoek-methode (optioneel)
¼ Opmerking: Bij deze methode wordt de RA-adapter
(haaksehoek-adapter) gebruikt voor situaties waarin de kabel onder de montageplaat vandaan komt om de buiging van de draadloze kabel te verkleinen (bijvoorbeeld in een wandholte).
1 Plaats de plaat (C) tijdelijk op de gekozen montageplaats en
markeer de twee montageschroefgaten.
2 Boor schroefgaten met een boortje van 2,5 mm (0,1 inch) als u de
meegeleverde zelftappende schroeven van M3x10 mm gebruikt; of een boortje van 3,1 mm (1/8 inch) als u de meegeleverde machineschroeven van M3x20 mm gebruikt.
3 Meet een halve afstand van 20,0 mm (0,79 inch) tussen de twee
schroefgaten om het midden van de kabelconnectoropening te vinden en maak een gat met een diameter van 24,0 mm (0,94 inch), zodat er ruimte is om de kabelconnector er doorheen te halen.
4 Bevestig de connectorbeschermer, plaat en pakking met de
meegeleverde schroeven op hun plaats.
92 |
1
A
B
2
• A - Draadloze antenne
• B - Connectorbeschermer
• C - Plaat
• D - Pakking
• E - Schutbord
• F - RA SMA-adapter
• G - Kabel
Installatie | Gebruikershandleiding
3
20.0 mm (0.79”)
20.0 mm (0.79”)
4
F
D
C
E
G
Page 93

Bedradingsschema

A
B
T
C
D
T
_
+
E
F
G
K
G
L
H
I
M N
_
+
J
A AIS-antenne (alleen NRS-2) B GPS-500 (NRS-1 optioneel; NRS-2 verplicht) C GPS-bron voor NMEA 2000 (alleen optioneel op NRS-1) D Navico MFD E VHF-antenne F Draadloze dipoolantenne (optionele verlengkabel van 6 meter
beschikbaar)
G Vaste handsets (HS1 verplicht, HS2, HS3, HS4 optioneel) H Bekabelde luidsprekers (optioneel - maximaal 4) I Stroomonderbreker/aan-uitschakelaar J 12V DC-voeding K NRS-1/NRS-2 Blackbox L Luidspreker voor megafoon/hoorn M Stilteschakelaar (alleen NRS-2) - (normaal open, schakelbaar) N De knop Hoorn - (normaal open, tijdelijk)
Installatie | Gebruikershandleiding
| 93
Page 94
Congureren tijdens eerste keer opstarten
⚠Waarschuwing: Gebruik de marifoon nooit terwijl de antenne
niet is aangesloten. Hierdoor kan de zender beschadigd raken.
Wanneer de marifoon voor de eerste keer wordt ingeschakeld, wordt de gebruiker gevraagd een aantal instellingen te congureren zodat de marifoon optimaal kan functioneren. Sommige stappen zijn verplicht en andere stappen zijn optioneel en deze kunt u ook later voltooien.
¼ Opmerking: Druk op de knop DSC/MENU om de cursor één
positie naar links te verplaatsen; druk op de knop TRI om dit scherm over te slaan en naar het volgende scherm te gaan; druk op de knop X om één scherm terug te gaan.
De stappen worden hieronder uitgelegd:
1 Selecteer de regio en het land waarin de marifoon wordt gebruikt.
2 Voer het MMSI-nummer in, indien bekend, of ga door naar de
volgende stap. Voer het nummer opnieuw in om de juiste invoer te bevestigen:
94 |
¼ Opmerking: U kunt de MMSI slechts eenmaal invoeren. Als u
het MMSI-nummer wilt wijzigen, moet u de marifoon naar een Simrad/B&G-dealer brengen.
3 Als u EU hebt geselecteerd als landmodus, vereisen sommige
EU-regio's dat u ATIS instelt. Voer het ATIS-ID-nummer in. Voer het nummer opnieuw in om de juiste invoer te bevestigen:
Installatie | Gebruikershandleiding
Page 95
4 Voer de roepletters van het vaartuig (maximaal 7 tekens) in, indien
bekend, of ga door naar de volgende stap:
5 Selecteer een GPS-bron:
NRS-1 NRS-2
6 Stel het tijdsverschil voor uw regio in. Tijdverschil in 24-uursnotatie: 7 Selecteer de indeling 12 HOUR of 24 HOUR:
Installatie | Gebruikershandleiding
| 95
Page 96
8 Selecteer AIS CONFIGUREREN om KLASSE-B AIS te congureren
(alleen NRS-2).
96 |
Installatie | Gebruikershandleiding
Page 97
10

Hulp en problemen met de VHF-marifoon oplossen

Deze handleiding is bedoeld om u te helpen bij het oplossen van eventuele problemen die u tijdens de installatie of bediening van het systeem kunt tegenkomen.
In sommige gevallen kan het opnieuw opstarten van het systeem een situatie verhelpen. Er moeten echter mogelijk andere stappen worden gevolgd, zoals het uitvoeren van een fabrieksreset.
Raadpleeg verder de ingebouwde systeemdiagnoseschermen om problemen op te lossen.

Software updates

De systeemsoftware kan met behulp van een aangesloten Simrad/ B&G MFD worden bijgewerkt via het NMEA 2000 netwerk.
Software voor de Blackbox, vaste handset(s) en draadloze handset(s) is beschikbaar in één updatebestand dat is te downloaden in het gedeelte Help en ondersteuning op de websites van deze merken:
www.simrad-yachting.com
www.bandg.com

Factory Reset

Zie “Reset” op pagina 54 voor meer informatie.
¼ Opmerking: Vaartuiggegevens van MMSI, ATIS-ID en AIS worden
niet gewijzigd.

Systeemdiagnoseschermen

Zie “Diagnose” op pagina 51 om de diagnoseschermen weer te geven van het systeem, AIS, NMEA 2000 en GPS.

De shortcut Mijn VHF

Via de shortcut 'Mijn VHF' krijgt u snel hardware-, software-, vaartuig­en GPS-gegevens te zien die nuttig kunnen zijn bij een verzoek om ondersteuning.
Zie “Shortcuts” op pagina 70 voor meer informatie.
Hulp en problemen met de VHF-marifoon oplossen | Gebruikershandleiding
| 97
Page 98

Voedingslampje

LED-kleur Functie Details
Systeem uitgeschakeld.
Geen Systeem uit
Groen knipperend
GROEN Voeding aan
Rood knipperend
Systeem wordt opgestart
Systeemfout
Geen voeding naar eenheid. Controleer aansluitingen en zekering.
Zelftest bij opstarten wordt uitgevoerd (VHF VSWR, TX, RX). GPS-systeem wordt geïnitialiseerd, geen positiebepaling.
Zelftest bij opstarten geslaagd. Systeem ingeschakeld en functioneel, GPS-positie bepaald.
Zelftest bij opstarten mislukt. Raadpleeg diagnoseschermen om de systeemfout te diagnosticeren.

AIS-LED (alleen NRS-2)

Kleur Functie Details
GROEN TX (kort knipperend) AIS TX
ROOD knipperend
ORANJE
ORANJE knipperend
AIS-fout
De modus Stilteschakelaar actief
RX (kort knipperend)
AIS VSWR, TX, RX etc. Raadpleeg het AIS-diagnosescherm om de AIS-fout te diagnosticeren.
De stille modus van AIS is actief
AIS RX

AIS-pop-upwaarschuwingsberichten (alleen NRS-2)

Foutmelding
melding
1 AIS BASEBAND
ERROR!
98 |
Hulp en problemen met de VHF-marifoon oplossen | Gebruikershandleiding
Fouttype Reden Details
Pop­upbericht
AIS-basisband kan niet worden geïnitialiseerd
Detectie wanneer AIS voor het eerst wordt opgestart. Start het systeem opnieuw op. Als de fout zich opnieuw voordoet, is onderhoud nodig.
Page 99
Foutmelding
Fouttype Reden Details
melding
2 AIS VSWR
ERROR!
3 AIS CHANNEL
ERROR
Pop­upbericht
AIS­pictogram knippert met melding 'FOUT'
4 AIS FREQUENCY
ERROR
AIS­pictogram knippert met melding 'FOUT'
5 AIS PLL ERROR! Pop-
upbericht
VSWR-detectie bij AIS­antenne (open stroomkring of kortsluiting)
Achtergrondruis van AIS-kanaal is groter dan -77 dbm
Frequentie­instellingen van AIS-kanaal ongeldig
PLL­ontgrendeling van AIS-kanaal of niet­functioneel
Detectie bij elke AIS-transmissie. De antenne ontbreekt (open circuit) of is beschadigd (kortsluiting). Kan ook worden veroorzaakt door roestige bedrading of aansluitingen. Kan blijven werken, maar zenden en ontvangen worden negatief beïnvloed. Het is raadzaam de antenne te vervangen.
Detectie elke 4 seconden. Doorgaans doordat alle AIS­CS-zendsloten bezet zijn. Het systeem zendt gegevens wanneer er sloten beschikbaar zijn.
Detectie wanneer kanaalinstellingen worden gewijzigd (door Msg22 of DSC­kanaalbeheer).
Detectie bij elke AIS­transmissie. Fasevergrendelde lus abnormaal. Start het systeem opnieuw op. Als de fout zich opnieuw voordoet, is onderhoud nodig.
Hulp en problemen met de VHF-marifoon oplossen | Gebruikershandleiding
| 99
Page 100

Problemen oplossen

Systeem
Probleem Reden Details
1
Zekering doorgebrand in Blackbox
2 Onjuiste zekering-/
Eenheid kan niet worden ingeschakeld
3 Beschadigde
4 Systeem kan niet
5 Herhaaldelijk
doorbranden van zekering of uitschakelen van stroomonderbreker
6
Systeem wordt uitgeschakeld tijdens uitzenden
stroomsterkte van zekering
bedrading
worden opgestart vanaf een draadloze handset
Polariteit van bedrading is omgekeerd
Onvoldoende vermogen beschikbaar op de aansluitklemmen van de Blackbox of de accu is leeg
Controleer de kleine platte zekering in de eenheid en controleer of er een zekering met de juiste stroomsterkte (10A) wordt gebruikt. Reset de stroomonderbreker
Controleer de zekering/stroomsterkte van de zeker: er moet een zekering met de juiste waarde zijn geplaatst
Controleer of de bedrading beschadigd of gecorrodeerd is.
Voeding naar systeem kan alleen worden ingeschakeld vanaf een vaste handset. Druk kort op de aan-uitknop van een vaste handset
Controleer de bedrading: Voeding (+) moet zijn aangesloten op accu (+)
Een ingebouwde laagspanningsveiligheidsvoorziening schakelt het systeem uit wanneer de voedingsspanning onder de in de specicaties aangegeven waarde daalt.
Dit kan gebeuren wanneer de VHF op hoog vermogen (25 W) uitzendt.
7
Geen geluid uit de luidspreker van de
8 Luidspreker
handset
100 |
Hulp en problemen met de VHF-marifoon oplossen | Gebruikershandleiding
Volume te laag ingesteld
van handset is uitgeschakeld
Controleer of de bedrading de vereiste stroomsterkte kan leveren
Controleer of het volume niet op het minimum staat en pas dit indien nodig aan
Schakel de luidspreker van de handset in.
Loading...