Bernina Activa 125 User Manual [nl]

«
030595.50.05_0201_a125_NL
Hartelijk
gefeliciteerd
Welkom bij BERNINA! Ik dank u heel hartelijk, dat uw keus op BERNINA is gevallen. U heeft een
product gekozen waarvan u jarenlang plezier zult hebben.
Eén van onze prioriteiten is de tevredenheid van onze klanten. En dat al sinds meer dan honderd jaar.
Het is mijn persoonlijke wens bepaalde tradities onverminderd voort te zetten. Onze klanten bieden
wij Zwitsers precisiewerk, geavanceerde technologie en een omvangrijke klantenservice.
Met de BERNINA activa 125 treedt een jong en modern design op de voorgrond.
Natuurlijk zijn onze machines net als voorheen gebruikersvriendelijk, zodat u uw creativiteit nog
met uw keuze»
Eigenaar BERNINA
Naaimachinefabriek
H.P. Ueltschi
gemakkelijker kunt omzetten.
publicaties, rijk aan tips en ideeën, ondersteunen u bij het creëren van uw kunstwerken.
U kunt ook altijd gebruikmaken van de serviceverlening van onze professionele BERNINA dealers.
Fritz Gegauf AG
BERNINA Naaimachinefabriek •CH-8266 Steckborn/Zwitserland
2
030595.50.05_0201_a125_NL
Belangrijke veiligheidsvoorschriften
Bij het gebruik van een elektrisch apparaat dienen de gebruikelijke en navolgende veiligheidsvoorschriften absoluut in acht te worden genomen.
Lees voor het gebruik van deze naaimachine alle instructies zorgvuldig door.
Principieel dient het apparaat, wanneer dit niet wordt gebruikt, altijd uitgeschakeld te worden door de netstekker uit het stop­contact te trekken.
GEVAAR
Om het risico van een elektrische schok te vermijden:
1. Laat de naaimachine nooit onbeheerd staan, zolang deze nog op het stroomnet is aangesloten.
2. Na gebruik en voordat u de machine reinigt, dient u de netstekker uit het stopcontact te verwijderen.
3. Trek altijd de netstekker uit het stopcontact voordat u een gloeilampje verwisselt. Gebruik alleen lampjes van hetzelfde type (12 volt/5 watt).
WAARSCHUWING
Om het risico van verbrandingen, brand, elektrische schok of verwondingen van personen te vermijden.
1. Laat niet toe, dat de naaimachine als speelgoed wordt gebruikt. Voorzichtigheid is vooral vereist, wanneer de machine door of in de nabijheid van kinderen wordt gebruikt; ook bij personen, die de naaimachine niet op de juiste manier kunnen bedienen.
2. Gebruik de naaimachine alleen voor de in de handleiding beschreven doeleinden. Gebruik alleen toebehoren, dat door de producent wordt aanbevolen.
3. Gebruik de naaimachine niet wanneer
kabel of stekker zijn beschadigd
de machine niet storingvrij naait
de machine gevallen of beschadigd is
de machine met water in aanraking is gekomen.
Laat uw naaimachine door de dichtstbijzijnde BERNINA dealer controleren of repareren.
4. Let erop, dat de ventilatie-openingen tijdens het gebruik van de naaimachine nooit geblokkeerd zijn. Verwijder pluisjes, stof- en draadresten regelmatig uit de openingen.
3Veiligheidsvoorschriften
030595.50.05_0201_a125_NL
5. Houd uw vingers op voldoende afstand van alle bewegende delen. Let vooral op de naald.
6. Gebruik altijd een originele BERNINA steekplaat. Een andere steekplaat kan veroorzaken, dat de naald breekt.
7. Gebruik geen kromme naalden.
8. Duw niet tegen en trek nooit aan de stof tijdens het naaien. Dit kan veroorzaken, dat de naald breekt.
9. Voor alle handelingen binnen het bereik van de naald, bijv. inrijgen, vervangen van de naald, naaivoet verwisselen, enz. de hoofdschakelaar altijd op «0» zetten.
10. Tijdens de in de handleiding beschreven onderhoudswerkzaam­heden, zoals gloeilampje verwisselen, enz. de naaimachine uitschakelen door de netstekker uit het stopcontact te trekken.
11. Steek geen voorwerpen in de openingen van de machine.
12. Gebruik de naaimachine nooit buiten.
13. Bedien de naaimachine niet in ruimtes waar aërosolproducten (sprays, spuitbussen) worden gebruikt.
14. Schakel de machine uit door de hoofdschakelaar op «0» te zet­ten en de stekker uit het stopcontact te trekken.
16. De producent is niet aansprakelijk voor eventuele schaden die door een verkeerde bediening van het apparaat zijn ontstaan.
17. Deze naaimachine is dubbel geïsoleerd. Gebruik a.u.b. alleen originele onderdelen. Raadpleeg a.u.b. de aanwijzingen voor het onderhoud van dubbel geïsoleerde producten.
ONDERHOUD DUBBEL GEISOLEERDE PRODUCTEN
Een dubbel geïsoleerd product is van twee isoleereenheden, i.p.v. een aarding, voorzien. Een dubbel geïsoleerd product bevat geen aardingsmiddel. Dit middel dient ook niet te worden gebruikt. Het onderhoud van een dubbel geïsoleerd product vereist grote zorg­vuldigheid en een uitstekende kennis van het systeem en dient derhalve alleen door vakkundig personeel te worden uitgevoerd. Voor service en reparaties mogen alleen originele onderdelen worden gebruikt. Een dubbel geïsoleerd product is op de volgende wijze gekenmerkt: «dubbele isolatie» of «dubbel geïsoleerd».
Het symbool kan eveneens aangeven, dat een product dubbel geïsoleerd is.
Veiligheidsvoorschriften zorgvuldig bewaren!
Deze naaimachine is alleen voor huishoudelijk gebruik bestemd.
15. Bij het uitschakelen altijd aan de stekker, nooit aan de kabel trekken.
Details4
030595.50.05_0201_a125_NL
Details van de naaimachine
11
10
15
9
18
8
12
7
6
2
5
1
3
13
19
31
16
17
21
4
14
23
20
22
24
Vooraanzicht
Details
030595.50.05_0201_a125_NL
5
28
29
10
23
25
14
11
26
27
30
1 Spoelhuisdeksel 2 Steekplaat 3 Bevestiging voor speciaal
toebehoren
4 Bevestiging voor aan-
schuiftafel 5 Naaivoet 6 Naaldhouder met bevesti-
gingsschroef 7 Draadgeleiding 8 Draadhevelafdekking 9 Draadgeleidingsgleuf
10 Draadspanningsknop 11 Draadspanner tijdens
spoelen
12 Achteruitnaaiknop 13 Beeldscherm 14 Garenwinder (met
aan-/uitschakelaar en
draadafsnijder)
15 Steekbreedtetoetsen 16 Naaldstandtoetsen 17 Steeklengtetoetsen 18 Naaldstop boven/onder 19 1/2 motorsnelheid 20 Steekkeuzetoetsen 21 Ruit(#)-toets 22 clr/del-toets 23 Handwiel
24 Opening voor kniehevel –
FHS 25 Balansknop 26 Hoofdschakelaar aan/uit 27 Aansluiting voor netkabel 28 Transporteurknop 29 Aansluiting voor voet-
weerstand 30 Garenkloshouder
(verticaal, draaibaar) 31 Start-stop-unit (speciaal
toebehoren)
Zijaanzicht rechts
Details6
030595.50.05_0201_a125_NL
Achteraanzicht
40
39
32
37
33
34
3
36
4
32
030595.50.05_0201_a125_NL
33
40
39
34
38
35
32 Handvat 33 Naaivoethevel 34 Draadafsnijder 35 Draadhevel 36 Opening voor stopringbevestiging 37 Bevestiging voor toebehorenbox 38 Draadspanningsknop 39 Achterste draadgeleiding 40 Garenkloshouder (horizontaal)
Details
7
Zijaanzicht links
Bovenaanzicht naaimachine met toebehorenbox
8 Naaimachine voorbereiden
030595.50.05_0201_a125_NL
Toebehoren
voetweerstand
handleiding
netkabel
garantiebewijs
Stoffen etui voor standaard toebehoren
Standaard toebehoren*:
4 spoelen (+ 1 in de spoelhuls
van de machine) assortiment naalden 130/705H tornmesje schroevendraaier speciale sleutel (Torx) kwastje kantliniaal nivelleerplaatje 3 garengeleidingsschijven rond plaatje van schuimstof
terugtransportvoet nr. 1 overlockvoet nr. 2 knoopsgatvoet nr. 3 ritsvoet nr. 4 blindzoomvoet nr. 5
* kan per land variëren; naaivoet-
assortiment zie blz. 24
Stofhoes**
beschermt de machine tegen
stof en verontreiniging
met geïntegreerd toebehoren-
vak
Start-Stop-Unit**
B
A
** als speciaal toebehoren tegen
meerprijs verkrijgbaar
Met behulp van het Start-stop­unit kan de naaifunctie met de hand worden bediend.
Start-stop-toets A indrukken = naaifunctie ingeschakeld
Met behulp van de snelheids­regelaar B kan de naaisnelheid met de hand worden inge­steld.
Naaifunctie onderbreken of beëindigen = start-stop-toets
A nogmaals indrukken.
Attentie: Als de voetweerstand is aan­gesloten, kan de naaifunctie niet met het Start-stop-unit worden bediend.
Toebehorenbox**
030595.50.05_0201_a125_NL
Naaimachine voorbereiden 9
D
F
G
A
H
E
B
C
Toebehorenbox neerzetten
beide draaivoeten naar buiten draaien tot ze vastzitten
toebehorenbox neerzetten
Toebehoren opbergen
Het standaard toebehoren bevindt zich in het plastic zakje. De box is standaard met een kleine en grote opbergla (B en C) uitgerust, alsmede vakjes voor spoelklossen D en naaivoeten E. (Extra opbergvakken en -laden zijn tegen meerprijs verkrijgbaar.)
spoeltjes in de hiervoor bestemde vakken schuiven
spoeltjes wegnemen = lichtjes op de veerplaat F drukken
naaivoetstang in de houder E hangen
de klikvoeten kunnen in de grote la C worden opgeborgen
het meegeleverde assortiment naalden wordt in het speciale vak G opgeborgen
Toebehorenbox aan de machine bevestigen
deurtjes dichtmaken
draaivoeten terugklappen
toebehorenbox aan de machine bevesti­gen (klikhendel A moet vastzitten); naaivoethevel in de hiervoor bestemde opening H schuiven Let op: naaivoethevel eerst naar beneden zetten!
Toebehorenbox verwijderen
lichtjes op de klikhendel A aan de boven­kant van de box drukken
box naar achteren wegnemen
** als speciaal toebehoren tegen meerprijs verkrijgbaar
Naaimachine voorbereiden10
030595.50.05_0201_a125_NL
Kabelaansluiting
C
A
Voetweerstand
Netkabel A in het stopcontact van de
machine steken
B in het stopcontact van het
stroomnet steken
Voetweerstandskabel
stekker van voetweerstand C in de naaimachine steken
B
Naaisnelheid regelen
de naaisnelheid wordt
geregeld door harder of
zachter op de voetweerstand
te drukken
Hoofdschakelaar
De tuimelschakelaar
De tuimelschakelaar is aan de kant van het handwiel aange­bracht. 0 de naaimachine is inge-
schakeld
1 de naaimachine is uitge-
schakeld
Het naailicht wordt tegelijker­tijd met de hoofdschakelaar aan-/uitgeschakeld.
Let a.u.b. op de veiligheidsvoorschriften!
Kabel oprollen
kabel oprollen
kabeleinde (stekker) in de hiervoor bestemde gleuf vastzetten
Voor het naaien
kabel uitrollen
Aanschuiftafel*
030595.50.05_0201_a125_NL
11Naaimachine voorbereiden
Free-Hand-System (FHS)/kniehevel*
De aanschuiftafel dient ter ver­groting van het werkoppervlak.
Bevestigen
naald en naaivoet naar boven
zetten
aanschuiftafel over de vrije
arm schuiven, iets aandruk-
ken, zodat de centreerpinnen
vastzitten
* als speciaal toebehoren tegen meerprijs verkrijgbaar
Kniehevel bevestigen
Kniehevel in de opening van de machine steken: u moet de kniehevel normaal zittend gemakkelijk kunnen bedienen.
Let op: Indien nodig, kan uw BERNINA dealer de stand van de knie­hevel aanpassen.
Wegnemen
naald en naaivoet naar boven zetten
aanschuiftafel uit de houders lostrekken
horizontaal naar links weg­trekken
Maatverdeling
Het cijfer «0» komt overeen met de middelste naaldstand.
Naaivoet omhoog- en omlaag­zetten
m.b.v. de kniehevel kan de naaivoet omhoog of omlaag worden gezet
kniehevel naar rechts duwen = de naaivoet wordt omhoogge­zet; tegelijkertijd wordt de transporteur naar beneden gezet
na de eerste steek staat de transporteur weer in de normale stand
Kantliniaal
vanaf de linker- of rechterkant in de opening schuiven
kan traploos over de gehele tafellengte worden ingesteld
Let op:
Naaivoet eventueel bij het bevestigen van de kantliniaal verwijderen!
* als speciaal toebehoren tegen meerprijs verkrijgbaar
Naaimachine voorbereiden12
030595.50.05_0201_a125_NL
Onderdraad opspoelen
Onderdraad opspoelen
hoofdschakelaar aanzetten
leeg spoeltje op de as zetten
Let op: Tijdens het spoelen met de verticale garenkloshouder (blz. 15) moet de naaisnelheid eventueel worden aangepast.
draad van de garenklos in de achterste geleiding en in de rich-
ting van de pijl om de voorspanning geleiden
draad een paar keer om het lege spoeltje wikkelen
hendel tegen het spoeltje duwen
op de voetweerstand drukken
het spoelen stopt wanneer het spoeltje vol is
spoeltje wegnemen
Draadafsnijder
garen over de draadafsnijder trekken
Spoelhuls
030595.50.05_0201_a125_NL
13Naaimachine voorbereiden
A
Spoelhuls verwijderen
naald omhoogzetten
hoofdschakelaar op «0» zetten
spoelhuisdeksel van de naaimachine openen
klepje van de spoelhuls vastpakken
spoelhuls uit de machine nemen
Spoelhuls in de grijper zetten
klepje van de spoelhuls
vastpakken
de vinger van de spoelhuls
moet naar boven wijzen
spoelhuls in de grijper
drukken tot hij vastzit
Onderdraadafsnijder
spoelhuls inzetten
draad over de draadafsnijder A trekken
garen wordt afgesneden
spoelhuisdeksel sluiten
Let op: De onderdraad moet niet naar boven worden gehaald, omdat het restje garen onder de steekplaat voor naaibegin voldoende is.
Let a.u.b. op de veiligheids­voorschriften!
Naaimachine voorbereiden14
030595.50.05_0201_a125_NL
Spoeltje inzetten
Spoeltje inzetten
Het spoeltje inzetten, zodat de draad met de wijzers van de klok mee is opgespoeld.
Naald verwisselen
Draad in de gleuf trekken
De draad vanaf de rechterkant in de gleuf trekken.
Draad onder de veer trekken
Draad naar links onder de veer trekken, ...
Naald verwijderen
naald omhoogzetten
hoofdschakelaar op «0» zetten
naaivoet laten zakken
naaldbevestigingsschroef losdraaien
naald naar beneden trekken
Naald inzetten
platte kant van de naald naar achteren
naald naar boven schuiven tot hij niet verder kan
naaldbevestigingsschroef vastdraaien
... tot hij in de T-vormige gleuf aan het einde van de veer ligt. Het spoeltje moet met de wijzers van de klok meedraaien.
Let a.u.b. op de veiligheidsvoorschriften!
Naaivoet verwisselen
3
030595.50.05_0201_a125_NL
15Naaimachine voorbereiden
Klikvoet verwisselen
naald en naaivoetstang omhoogzetten
hoofdschakelaar op «0» zetten
de knop op de naaivoetstang indrukken = klikvoet laat los
Afzonderlijke garenkloshouder
Draaibare verticale garenkloshouder
bevindt zich aan de achterkant achter het handwiel
noodzakelijk voor het naaien met verschillende draden, bijv. bij werkzaamheden met de tweelingnaald, enz.
voor het naaien de garenkloshouder naar boven draaien tot hij niet verder kan
bij grote garenklossen het ronde schuimstof plaatje A op de houder zetten, zodat de garenklos voldoende steun heeft
Klikvoet bevestigen
klikvoet onder de naaivoet-
stang leggen, zodat de
dwarspin onder de opening
van de stang ligt
bevestigingshendel naar beneden duwen, de klikvoet zit vast
Let a.u.b. op de veiligheids­voorschriften!
A
Naaimachine voorbereiden16
030595.50.05_0201_a125_NL
Bovendraad inrijgen
A
Garenklos opzetten
naald en naaivoet omhoogzetten
hoofdschakelaar op «0» zetten
naaigaren op de garenkloshouder zetten
de passende garengeleidingsschijf opzetten (diameter van de garenklos = grootte van de garengeleidingsschijf)
draad vasthouden en in de achterste draadgeleiding A trekken
naar voren door de gleuf in de bovendraadspanning trekken
Draad naar beneden
draad rechts langs de draadhevelafdekking naar beneden om punt B trekken
C
C
C
D
E
B
D
E
Draad naar boven
daarna links in de richting van de pijl langs de afdekking naar boven om punt C (draadhevel) trekken
Draad naar beneden
draad naar beneden in de draadgeleidingen D en E trekken Let a.u.b. op de veiligheidsvoorschriften!
Onderdraad omhooghalen
030595.50.05_0201_a125_NL
17Naaimachine voorbereiden
Draadafsnijder
Onderdraad omhooghalen
bovendraad vasthouden
één steek naaien
aan de bovendraad trekken tot de onderdraad door het
steekgat te zien is
boven- en onderdraad door de gleuf van de klikvoet naar
achteren leggen
draden over de draadafsnijder trekken
Draadafsnijder op het naaimachineframe
boven- en onderdraad van voor naar achter over de
draadafsnijder naar beneden trekken
de draden laten bij de eerste steek automatisch los
Let op: De onderdraad moet alleen bij speciale werkzaamheden naar boven worden gehaald. In alle andere gevallen is het restje onderdraad voldoende voor naaibegin, mits de onderdraadafsnijder wordt gebruikt.
Naaimachine voorbereiden18
15/
8
1
10 201020
1
/
4
1
/
4
5
/
8
030595.50.05_0201_a125_NL
Steekplaat
Transporteur
Markeringen op de steekplaat
de steekplaat is van lengtemarkeringen in mm en inch voorzien
mm-markeringen zijn voor op de steekplaat zichtbaar
inch-markeringen zijn achter op de steekplaat zichtbaar
de lengtemarkeringen hebben betrekking op de afstand van de naald (naaldstand midden) tot aan de markering
de mm- of inch-gegevens zijn naar rechts en naar links aangegeven
deze dienen als hulp bij het naaien van naden, voor exact doorstikken, enz.
de dwarsmarkeringen zijn handig voor het naaien van hoeken, enz.
Druktoets onder het handwiel
Druktoets gelijk met het frame = transporteur omhoog (naaien)
Druktoets ingedrukt = transporteur omlaag (voor werkzaamheden die met de hand worden geleid, bijv. stoppen, borduren/quilten uit de vrije hand)
3
5
Draadspanning
030595.50.05_0201_a125_NL
19Naaimachine voorbereiden
Basisinstelling
de rode markering op de regelschijf komt
overeen met het teken A
A
voor normale werkzaamheden moet de draad-
spanning niet worden veranderd
voor speciale werkzaamheden kan de draad-
spanning m.b.v. de regelschijf aan het mate-
riaal worden aangepast
In de fabriek wordt de draadspanning optimaal ingesteld. Hiervoor wordt zowel op het spoeltje als voor de bovendraad Metro­senegaren nr. 100/2 (firma Arowa Mettler, Zwitserland) gebruikt.
Bij het gebruik van ander naai- of borduurgaren kunnen afwijkingen op de optimale draadspan­ning ontstaan. Daarom is het soms noodzakelijk
Draadspanning verminderen
regelschijf op 3–1 instellen
om de draadspanning aan de stof en de gewen­ste steek te kunnen aanpassen.
Draadspanning verhogen
regelschijf op 5–10 instellen
Voorbeeld:
Draadspanning Naald
Metaalgaren ca. 3 90
Quiltgaren ca. 2–4 80 (monofil)
Bediening20
0
23451
5.5
1
2
3
4
5
0
030595.50.05_0201_a125_NL
Algemene aanwijzingen
1
3
5
4
6
Naaimachine aanzetten
hoofdschakelaar op «1»
de naaimachine is na het inschakelen meteen gereed om te naaien
Op het beeldscherm verschijnt 1 Steekbreedte, basisinstelling knippert (altijd zichtbaar) 2 Steeklengte, basisinstelling knippert (altijd zichtbaar) 3 Naaldstand (9 mogelijkheden) 4 Naaldstop boven/onder (stopt altijd boven) 5 Steeknummer 1 (rechte steek) 6 Naaivoet nummer 1 (geeft de geschikte naaivoet voor de
2
gekozen steek aan)
Bediening
#
clr
del
1
4
7
2
5
8
0
3
6
9
030595.50.05_0201_a125_NL
21
Steek* kiezen
steken 1–10: op de gewenste toets drukken; steeknummer en basisinstelling van steeklengte en steekbreedte verschijnen op het beeldscherm Let op: m.b.v. toets 0 wordt steeknummer 10 (standaard knoopsgat) gekozen
steken 11–20: op de #-toets drukken en het gewenste steeknummer intikken
* steekoverzicht zie blz. 25
Steekbreedte veranderen
linkertoets = steek smaller
rechtertoets = steek breder
de basisinstelling van de gekozen steek is altijd zichtbaar, deze knippert
Naaldstand veranderen
linkertoets = naald naar links verzetten
rechtertoets = naald naar rechts verzetten
linkertoets = steeklengte kleiner
rechtertoets = steeklengte groter
Steeklengte veranderen
Bediening22
030595.50.05_0201_a125_NL
Functies
Een functie is ...
geactiveerd, wanneer het overeenkomstige symbool op het beeldscherm verschijnt gedeactiveerd, wanneer het symbool niet meer op het beeldscherm verschijnt.
Achteruitnaaien temporair:
op de knop drukken
steek achteruitnaaien zolang de knop ingedrukt blijft (steeklengte max. 3 mm)
Gebruik:
knoopsgatlengtes programmeren
lengte van het stopprogramma programmeren
omschakelen in het rechte steek-afhechtpro­gramma (steek nr. 5)
manueel afwerken (naadbegin/naadeinde)
permanent:
twee keer kort achter elkaar op de knop drukken
de naaimachine naait de gewenste steek permanent achteruit
achteruitnaaien beëindigen: één keer op de knop drukken
1/2 motorsnelheid
op de toets drukken = de naaimachine naait op 1/2 snelheid
nogmaals op de toets drukken = de machine naait weer op volle snelheid
Naaldstop-wijziging
Bij de basisinstelling wijst de pijl naar boven.
op de toets drukken
op het beeldscherm wijst de pijl naar beneden = de naaimachine stopt met de naald in de stof
opnieuw op de naaldstoptoets drukken
op het beeldscherm wijst de pijl naar boven = de naaimachine stopt met de naald omhoog
Attentie: Toets iets langer indrukken = de naald wordt automatisch omhoog of omlaag gezet
Ruit-toets (#-toets)
toets voor het kiezen van steken (zie blz. 21)
clr/del-toets (clear/delete)
op de toets drukken = de basisinstelling wordt teruggehaald
afzonderlijk geactiveerde functies worden uitgewist Uitzonderingen:
naaldstop onder/boven
1/2 motorsnelheid
Balans
030595.50.05_0201_a125_NL
23Bediening
Let op: Zet de balans, indien deze werd gewijzigd, na beëindi­ging van het naaiwerk altijd weer in de normale stand!
De naaimachine wordt voordat deze de fabriek verlaat, grondig getest en optimaal ingesteld. Getest wordt met 2 lagen Cretonne-stof en Metro­senegaren 100/2 van de firma Arowa Mettler, Zwitserland.
Normale stand De steken worden naar elkaar
Verschillende soorten stof, garen en verstevigingsmateriaal kunnen de geprogrammeerde steken in de naaimachine dusdanig beïnvloeden, dat deze niet meer mooi op elkaar aansluiten of over elkaar vallen (d.w.z. dat de steken te ver uit elkaar of te dicht op elkaar liggen).
toegeschoven
(steeklengte verminderen)
M.b.v. de balans kunnen dergelijke afwijkingen worden gecorrigeerd, zodat de steken optimaal aan het gekozen materiaal kunnen worden aangepast. Gebruik: Gebruikssteken, bijv. wafel­steek in jersey, siersteken, knoopsgaten, enz.
De steken worden uit elkaar geschoven
(steeklengte vergroten)
24 Naaivoeten
2
1
3
030595.50.05_0201_a125_NL
Naaivoet-assortiment
Klikvoethouder
vor klikvoeten
3 Knoopsgatvoet
Knoopsgaten
1 Terugtransportvoet
Gebruiks- en siersteken
4
4 Ritsvoet
Rits inzetten
2 Overlockvoet
Overlocknaad, overlockzoom, randen afwerken
5
5 Blindzoomvoet
Blindzoom, randen doorstikken
Steekoverzicht
030595.50.05_0201_a125_NL
25Steken
Gebruiks- en siersteken
1 Rechte steek 2 Zigzagsteek 3 Vari-overlock 4 Boognaad 5 Afhechtprogramma 6 Drievoudige rechte en zigzagsteek 7 Blindzoom 8 Dubbele overlock
9 Super-stretchsteek 10 Standaard knoopsgat 11 Stopprogramma 12 Rimpelsteek
13–15 Quiltsteken 16–20 Siersteken
activa 125
1
4
7
2
5
8
3
6
9
#
0
11 15
16
12
1413
clr
del
2017 18 19
Steken26
030595.50.05_0201_a125_NL
Een keuze uit het stekenprogramma
1 Rechte steek
1
4
7
2
5
3
2 Zigzagsteek
3 Vari-overlock
4 Boognaad
6
5 Afhechtprogramma
6 Drievoudige rechte en
zigzagsteek
7 Blindzoom
8
8 Dubbele overlock
9 Super-stretchsteek
voor niet-elastische stoffen; alle werkzaamheden met rechte steken
alle werkzaamheden met zigzag, zoals afwerken, elastiek en kant aannaaien
voor dunne jersey; elastische overlocknaad en rekbare zoom
voor de meeste soorten stof; stoppen met boognaad, verstellen, randen verstevigen, enz.
voor alle soorten stof; voor het afhechten van naadbegin en -einde bij naden met rechte steken
voor duurzame naden in stevige materialen
voor de meeste soorten stof; blindzoom, schelpzoom in zachte jersey en fijne stoffen; siernaad
voor alle soorten gebreide stoffen; overlocknaad = naaien en afwerken in één handeling
voor zeer elastisch materiaal; zeer rekbare open naad voor alle soorten kleding
27Steken
030595.50.05_0201_a125_NL
10
11
12
10 Standaard knoopsgat
11 Stopprogramma
12 Rimpelsteek
voor fijne tot middelzware stoffen; blouses, jurken, broeken, huishoudtextiel
automatisch stoppen in dun tot middelzwaar materiaal
voor de meeste soorten stof; rimpelen met elastiek, voegnaden (= randen van de stof liggen tegen elkaar)
Gebruikssteken: rechte steek28
030595.50.05_0201_a125_NL
Rechte steek
Steekkeuze:
Naald:
Garen:
Transporteur:
Naaivoet:
5
4
3
2
1
0
rechte steek nr. 1 soort en dikte afhankelijk van de stof (zie blz. 42) katoen/polyester omhoog (naaipositie) terugtransportvoet nr. 1
Rechte steek (A)
De naaimachine is na het inschakelen meteen gereed om te naaien (rechte steek).
Informatie op het beeldscherm
steeknummer 1
naaivoet-indikator 1
basisinstelling voor de rechte steek
basisinstelling is altijd zichtbaar (knippert)
Steeklengte veranderen (B)
De steeklengte kan tijdens het naaien worden veranderd:
steeklengte verkleinen steeklengte vergroten
Naaldstand veranderen (C)
4 posities naar links 4 posities naar rechts
de naald verschuift steeds één positie wanneer op de knop wordt gedrukt
Afhechten met de achteruitnaaiknop (boven de naald)
op de achteruitnaaiknop drukken, de naaimachine naait achteruit
knop loslaten, de naaimachine naait vooruit
AB C
A rechte steek met
voorgeprogrammeerde lengte van 2,25 mm
B rechte steek met gewijzigde
steeklengte
C rechte steek met gewijzigde
naaldstand
Afhechtprogramma
030595.50.05_0201_a125_NL
29Gebruikssteken: rechte steek met afhechtprogramma
Steekkeuze:
Naald:
Garen:
Transporteur:
Naaivoet:
afhechtprogramma nr. 5 soort en dikte afhankelijk van de stof (zie blz. 42) katoen/polyester omhoog (naaipositie) terugtransportvoet nr. 1
Afhechtprogramma
voor alle soorten stof
afhechten van naadbegin en -einde
steken achteruit liggen exact op de naad
Naadbegin
de naaimachine naait bij naadbegin automatisch een paar afhechtsteken (5 steken vooruit, 5 steken achteruit)
de naaimachine naait verder vooruit met een rechte steek
Naadeinde
even op de achteruitnaaiknop boven de naald drukken = de naaimachine naait automatisch een paar afhechtsteken (5 steken achteruit, 5 steken vooruit)
de naaimachine stopt automatisch aan het einde van het afhechtprogramma
30
030595.50.05_0201_a125_NL
Gebruikssteken: zigzagsteek
Zigzagsteek
Steekkeuze:
Naald:
Garen:
Transporteur:
Naaivoet:
zigzagsteek nr. 2 soort en dikte afhankelijk van de stof (zie blz. 42) katoen/polyester omhoog (naaipositie) terugtransportvoet nr. 1
Zigzagsteek
geschikt voor alle soorten stof
voor het afwerken van randen, als siersteek voor dekoratief naaiwerk
Satijnsteek
dichte (korte) zigzagsteek (steeklengte 0,5–0,7 mm)
wordt gebruikt voor applikaties, borduurwerk, enz.
Randen afwerken (C)
exakte randafwerking voor de meeste soorten stof
de rand van de stof onder het midden van de naaivoet geleiden
de naald steekt aan één kant in de stof en aan de andere kant over de stof
stel de zigzag niet te breed en de steeklengte niet te lang in
de rand moet plat liggen en niet oprollen
gebruik voor dun materiaal stopgaren
A B C
A zigzagsteek met gewijzigde
steekbreedte
B zigzagsteek met gewijzigde
steeklengte
C randafwerking met zigzag-
steek
Blindzoom
030595.50.05_0201_a125_NL
31Gebruikssteken: blindzoom
Steekkeuze:
Naald:
Garen:
Transporteur:
Naaivoet:
Naaien
de naald mag maar net in
de rand van de stof steken
(net als bij het naaien met
de hand)
steekbreedte evt. aanpassen
(afhankelijk van de stof)
na ong. 10 cm de blindzoom
aan beide kanten van de stof
controleren, steekbreedte evt.
nogmaals aanpassen
blindzoom nr. 7 soort en dikte afhankelijk van de stof (zie blz. 42) katoen/polyester omhoog (naaipositie) blindzoomvoet nr. 5
Blindzoom
voor «onzichtbare» zomen in middelzware tot zware stoffen van katoen, wol of gemengde vezels
Voorbereiding
rand van de zoom afwerken
zoom omvouwen en spelden of rijgen
het naaiwerk terugvouwen over de goede kant van de stof, zodat de afgewerkte rand rechts zichtbaar is (zie afbeelding)
leg de stof onder de naaivoet, zodat de geleider tegen de terug­gevouwen rand van de stof ligt
achterkant van de stof
achterkant van de stof
TIP
Fijnafstelling van de steek­breedte
Stofvouw gelijkmatig langs de geleider van de naaivoet laten lopen = de steken liggen altijd even diep
voorkant van de stof
Gebruikssteken: stoppen32
030595.50.05_0201_a125_NL
Stopprogramma
Steekkeuze:
Naald:
Garen:
Transporteur:
Naaivoet:
stopprogramma nr. 11 soort en dikte afhankelijk van de stof (zie blz. 42) stopgaren omhoog (naaipositie) terugtransportvoet nr. 1
Stoppen – snelle methode
snel stoppen van versleten plekken of scheuren
«vervangen» van beschadigde draden
Stoppen met de terugtransportvoet nr. 1 (stekenteller-automaat)
naald links boven de beschadigde plek in de stof zetten
eerste lengte naaien en naaimachine stopzetten
op de achteruitnaaiknop boven de naald drukken: de lengte is geprogrammeerd
stopprogramma verder naaien; de naaimachine stopt automatisch
programmering uitschakelen m.b.v. de «clr/del»-toets
Bij een grote oppervlakte:
de oppervlakte kan door het verschuiven van de stof in de lengte en breedte worden vergroot
TIP
Versteviging bij scheuren
een fijne stof of dunne plakvlieseline onder de scheur leggen
Voorbereiding
dunne stoffen in een stopring* spannen, zodat de stof nergens trekt
* de stopring is als speciaal toebe­horen tegen meerprijs verkrijgbaar
Rits inzetten
030595.50.05_0201_a125_NL
33Gebruikssteken: rits inzetten
Steekkeuze:
Naald:
Garen:
Transporteur:
Naaivoet:
Naaldstand:
TIP
rechte steek nr. 1 soort en dikte afhankelijk van de stof (zie blz. 42) katoen/polyester omhoog (naaipositie) ritsvoet nr. 4 uiterst rechts of uiterst links
Voorbereiding
rits inrijgen
randen van de stof liggen in het midden van de rits tegen elkaar
Naaien
rits aan beide kanten van beneden naar boven vastnaaien, parallel t.o.v. de rand van de stof
naaldstand één keer uiterst rechts, één keer uiterst links instellen
de naaivoet loopt langs de tandjes van de rits
de naald moet net langs de tandjes van de rits in de stof steken
Er kan niet over het lipje van de rits worden genaaid
rits sluiten, tot ong. 5 cm voor het lipje naaien
naald in de stof zetten, naaivoet omhoogzetten, rits
Transport bij naaibegin
draden bij naaibegin goed vasthouden en de stof even­tueel m.b.v. de draden iets naar achteren trekken (maar
een paar steken) openmaken, naaivoet laten zakken, verder naaien
Ritsband is van stevig materi­aal of de stof is stevig en hard
gebruik naald nr. 90 –100 = de steek wordt regelmatiger
Gebruikssteken: knoopsgaten34
1
2
3
4
0
5
0
23451
5.5
030595.50.05_0201_a125_NL
Manuele knoopsgaten
Knoopsgaten zijn praktische sluitingen, maar kunnen ook als versiering worden aangebracht.
Knoopsgat nr. 10 kiezen; op het beeldscherm verschijnt:
1 knoopsgatnummer 2 knoopsgatsymbool (knip-
pert)
3 naaivoetinformatie
1
3
Draadspanning bij knoopsgaten
de onderdraad in de vinger van de spoelhuls rijgen =
hogere draadspanning onder
hierdoor lijkt het alsof het knoopsgatkordon aan de bovenkant
iets gewelfd is; het knoopsgat zier er perfect uit
een vuldraad verstevigt het knoopsgat en geeft het een mooie
vorm (zie blz. 36, 37)
Proeflapje
naai het knoopsgat altijd op een proeflapje met de originele stof
gebruik hetzelfde verstevigingsmateriaal als bij het uiteindelijke
knoopsgat (bijv. vlieseline)
naai het knoopsgat in dezelfde richting (in de lengte of dwars)
Knoopsgaten markeren
knoopsgatlengtes op de
2
gewenste plaats aangeven
snijd het knoopsgat open
schuif de knoop door het knoopsgat
corrigeer de lengte van het knoopsgat indien nodig
Correcties
Kordonbreedte veranderen = steekbreedte veranderen
de gewijzigde steekbreedte kan met «clr/del» worden uitgewist
een verandering van de steeklengte heeft invloed op beide
Let op: Zet de balans na beëindiging van de knoopsgaten weer terug naar de normale stand!
kordons (de steken liggen dichter op of verder uit elkaar)
Balans
Bij het manuele 6-fase knoopsgat heeft de balans gelijktijdig inv­loed op beide kordons, omdat beide kordons in dezelfde richting worden genaaid.
35Gebruikssteken: knoopsgaten
030595.50.05_0201_a125_NL
Steekkeuze:
Naald:
Garen:
Transporteur:
Naaivoet:
Standaard knoopsgat nr. 10 soort en dikte afhankelijk van het materiaal (zie blz. 42) katoen/polyester omhoog (naaipositie) knoopsgatvoet nr. 3
Voorbereiding
knoopsgat kiezen (stek nr. 10)
op het beeldscherm verschijnt: het knoopsgatnummer (10), de aanbevolen naaivoet nr. 3, het knoopsgatsymbool (de eerste fase knippert)
onderdraad in de vinger van de spoelhuls rijgen (zie blz. 34)
Manueel standaard knoopsgat naaien
Beide knoopsgatkordons worden in dezelfde richting genaaid. Op het beeldscherm wordt de knoopsgatvolgorde d.m.v. knippe­ren aangegeven.
1 Kordon tot aan de lengtemarkering vooruitnaaien;
1
2
de naaimachine stilzetten
op de achteruitnaaiknop boven de naald drukken
2 Rechte steken achteruitnaaien, de naaimachine op de hoogte
van de eerste steek (knoopsgatbegin) stilzetten
op de achteruitnaaiknop boven de naald drukken
3 Trens boven en tweede kordon naaien, de naaimachine
stilzetten
3
op de achteruitnaaiknop boven de naald drukken
4 Trens onder en afhechtsteken naaien
4
Gebruikssteken: knoopsgaten36
030595.50.05_0201_a125_NL
Knoopsgat met vuldraad
Vuldraad
een vuldraad verstevigt het knoopsgat en geeft het een mooie vorm
de lus van de vuldraad moet aan de kant van het knoops­gat liggen, die de meeste druk van de knoop moet uithouden (plaats waar de knoop wordt aangenaaid = lus van de vuldraad)
stof overeenkomstig onder de naaivoet leggen
Ideaal materiaal voor vuldraden
parelgaren nr. 8
stevig handnaaigaren
dun haakgaren
Vuldraad in naaivoet nr. 3 hangen
naald bij knoopsgatbegin in
de stof zetten
naaivoet staat omhoog
vuldraad over het middelste
haakje aan de voorkant van
de naaivoet hangen
beide uiteinden van het garen onder de naaivoet naar achteren trekken (één draad in elke gleuf van de naaivoet)
naaivoet laten zakken
Naaien
knoopsgat zoals gewoonlijk naaien, vuldraad niet vasthouden
de knoopsgatkordons vallen over de vuldraad
37Gebruikssteken: knoopsgaten
030595.50.05_0201_a125_NL
Vuldraad vastzetten
vuldraad aantrekken tot de lus in de trens verdwijnt
uiteinden van het garen naar de achterkant van de stof trekken (handnaald gebruiken)
uiteinden aan elkaar knopen of afhechten
Knoopsgat opensnijden
de stof met de achterkant van het tornmesje een beetje inkerven
het knoopsgat met het torn­mesje vanaf de uiteinden naar het midden toe opensnijden
Knoopsgatbijtel (speciaal toebehoren tegen meerprijs)
knoopsgat op een stukje hout leggen
knoopsgatbijtel in het midden van het knoopsgat zetten
knoopsgatbijtel met de hand of met een hamer naar beneden drukken
Gebruikssteken: quiltsteek/doorpitsteek38
030595.50.05_0201_a125_NL
Quiltsteek/doorpitsteek
Steekkeuze:
Naald: Bovendraad: Onderdraad:
Transporteur:
Naaivoet:
quiltsteek nr. 13 soort en dikte afhankelijk van de stof (zie blz. 42) quiltgaren (monofil) borduurgaren omhoog (naaipositie) terugtransportvoet nr. 1 of
Quiltsteek/doorpitsteek
voor alle soorten stof en naaiwerk, die er «met de hand gemaakt» moeten uitzien
Proeflapje
onderdraad moet worden omhooggehaald 1steek is zichtbaar (onderdraad), 1steek is onzichtbaar quiltgaren (monofil) = “met de hand
genaaid”-effekt
Bovendraadspanning
afhankelijk van de stof = bovendraadspanning verhogen (6–9)
Balans
steek evt. met behulp van de balans aanpassen
Naaien
de quiltsteek kan bij elke naaldstand worden genaaid
TIP
Perfekte hoeken
funktie naaldstop onder inschakelen, naaiwerk draaien
let er bij het draaien op, dat de stof nergens trekt
Quiltgaren (monofil) breekt
naaisnelheid verminderen
bovendraadspanning iets verminderen
Vari-overlocknaad
030595.50.05_0201_a125_NL
39Gebruikssteken: overlocknaad
Steekkeuze:
Naald:
Garen:
Transporteur:
Naaivoet:
vari-overlocksteek nr. 3 soort en dikte afhankelijk van de stof (zie blz. 42) katoen/polyester omhoog (naaipositie) overlockvoet nr. 2 terugtransportvoet nr. 1
De overlockvoet nr. 2 werd speciaal voor overlocksteken ontwikkeld. De steek wordt over het staafje van de naaivoet gevormd. Hierdoor wordt er voldoende garen in de steek verwerkt, zodat de naad goed elastisch is.
Gesloten naad
elastische naad in dunne, zachte rekbare stoffen zoals zijden jersey, tricot
Naaien
de rand van de stof langs het staafje van de overlockvoet geleiden
de steek wordt over het staafje van de naaivoet gevormd en ligt langs de rand van de stof
TIP
Rekbare stoffen
gebruik een nieuwe naald, zodat de stof niet wordt beschadigd
Naaien van elastische stoffen
indien nodig, stretchnaald (130/705 H-S) gebruiken = de naald «glijdt» a.h.w. langs de vezels van de stof
Gebruikssteken: overlocknaad40
030595.50.05_0201_a125_NL
Dubbele overlocknaad
Steekkeuze:
Naald:
Garen:
Transporteur:
Naaivoet:
dubbele overlocksteek nr. 8 soort en dikte afhankelijk van de stof (zie blz. 42) katoen/polyester omhoog (naaipositie) overlockvoet nr. 2 terugtransportvoet nr. 1
De overlockvoet nr. 2 werd speciaal voor overlocksteken ontwikkeld. De steek wordt over het staafje van de naaivoet gevormd. Hierdoor wordt er voldoende garen in de steek verwerkt, zodat de naad goed elastisch is.
Gesloten naad
overlocknaad in losse, rekbare stoffen en dwarsnaad in gebreide stoffen
Naaien
geleid de rand van de stof langs het staafje van de overlockvoet
TIP
Rekbare stoffen
gebruik een nieuwe naald, zodat de stof niet wordt beschadigd
Naaien van elastische stoffen
indien nodig een stretchnaald (130/705 H-S) gebruiken = de naald «glijdt» a.h.w. langs de vezels van de stof
Boord met overlocknaad
030595.50.05_0201_a125_NL
41Gebruikssteken: overlocknaad
Steekkeuze:
Naald:
Garen:
Transporteur:
Naaivoet:
vari-overlocksteek nr. 3 soort en dikte afhankelijk van de stof (zie blz. 42) katoen/polyester omhoog (naaipositie) overlockvoet nr. 2 terugtransportvoet nr. 1
De overlockvoet nr. 2 werd speciaal voor overlocksteken ontwikkeld. De steek wordt over het staafje van de naaivoet gevormd. Hierdoor wordt er voldoende garen in de steek verwerkt, zodat de naad goed elastisch is.
Boord met overlocknaad
voor alle dunne soorten jersey (katoen, synthetische of gemeng­de vezels)
Voorbereiding
strook voor de boord op de helft vouwen en strijken
rand van de boord op de halsopening spelden, goede kant van de stof naar buiten
Naaien
vari-overlocksteek over de rand naaien
rand van de stof langs het staafje van de overlockvoet laten lopen
de steek valt over het staafje van de naaivoet en ligt langs de rand
Achterkant
Voorkant
TIP
Naaldstop onder
heel handig voor het draaien van het naaiwerk bij ron­dingen (halsopening/armsgat)
Naald, garen42
030595.50.05_0201_a125_NL
Belangrijke informatie over de naaimachinenaald
Naaimachine, naald en garen Uw BERNINA naaimachine heeft het naaldsysteem 130/705H.
Naald en garen
Normale naalden hebben gebruikelijk een dikte variërend van nr. 70 tot nr. 120. Hoe dunner de naald, des te lager het nummer. Welke naald bij welk garen past, kunt u uit de tabel opmaken.
Naald 70 80 90 100 110–120
Stopgaren
Borduurgaren
Naaigaren katoen gemerc.
Naaigaren
synthetisch
Naaigaren grof katoen gemerc.
synthetisch
Knoopsgatgaren voor siernaden (cordonnet)
••
••
••
••
••
Naald en garen passen
Tijdens het naaien ligt de draad in de lange gleuf van de naald.
Naald en garen passen niet
Als de naald te dun is, past de draad niet goed in de gleuf. Hierdoor ontstaan steekfouten.
Naald en naaiwerk
030595.50.05_0201_a125_NL
Toestand van de naald
De naald moet altijd in onberispelijke staat zijn. Problemen ontstaan wanneer de naald beschadigd is.
een kromme naald een botte naald een naaldpunt met haakjes
Naald, garen 43
44
030595.50.05_0201_a125_NL
Naalden
Speciaal materiaal kan gemakkelijker worden verwerkt, wanneer ook een speciale naald wordt gebruikt. Deze verschillende speciale naaimachinenaalden zijn bij uw BERNINA dealer verkrijgbaar.
Naald
Standaard naald
Speciale naalden
Tweelingnaald
Drielingnaald
Naaldsysteem
130/705 H
130/705-SES
130/705 H-SUK
130/705 H-S
130/705 H-J
130/705 H-LR + H-LL
130/705 H ZWI
130/705 H DRI
Naaldpunt
normale, iets ronde punt
fijne, ronde punt
middelgrote ronde punt
middelgrote ronde punt
zeer slanke punt
snijpunt
naaldafstand: 1,6 / 2,0 / 2,5 3,0 / 4,0
naaldafstand: 2,5 / 3,0
Gebruik
universele naald voor dunne synthetische stoffen, fijn linnen, chiffon, batist, organdie, wollen stoffen, fluweel, siernaden, borduurwerk
dunne, gebreide stoffen, vooral ook voor synthetische stoffen
grove gebreide stoffen, effectstoffen, interlock, enz.
speciale stretchnaald, zeer geschikt voor moeilijk verwerkbare, rekbare stoffen
beroepskleding, zwaar linnen, spijkerstof, dun zeildoek; zeer geschikt voor dicht geweven stoffen
alle soorten leer, kunstleer, plastic, folie, zeildoek
zichtbare zoom in rekbare stoffen, biezen, decora­tief naaiwerk
decoratief naaiwerk
Zwaardnaald
130/705 H HO
brede naald
ajourzoom in dun materiaal
Transporteur en stoftransport
030595.50.05_0201_a125_NL
Transporteur en steeklengte
Bij elke steek verschuift de transporteur één stap. De lengte van zo’n stap hangt van de gekozen steeklengte af. Bij een korte steeklengte zijn de stappen ook heel klein. De stof glijdt heel langzaam onder de naaivoet door, ook bij maximale naaisnelheid. Knoopsgaten en kordonnaden worden bijvoorbeeld met zo’n kleine steeklengte genaaid.
Belangrijk
Naald, garen, stoftransport 45
Naaiwerk gelijkmatig laten glijden!
Trekken of duwen veroorzaakt «gaten».
Tegenhouden veroorzaakt «knopen».
46
030595.50.05_0201_a125_NL
Naald, garen, stoftransport
Transporteur en stoftransport met nivelleerplaatjes
De transporteur kan alleen goed functioneren wanneer de naaivoet horizontaal op de stof ligt.
Dik materiaal: transporteur en het naaien van hoeken
Als de naaivoet «schuin» staat, bijv. bij een hele dikke naad, kan de transporteur de stof niet goed geleiden. De stof wordt samengedrukt.
Bij het naaien van hoeken wordt de stof niet goed getransporteerd, omdat maar een klein gedeelte van de stof daadwerkelijk op de transpor­teur ligt.
Naadhoogte compenseren
Om het verschil in hoogte te compenseren, moeten één of verschillende nivelleerplaatjes achter de naald onder de naai­voet worden gelegd of aan de
rechterkant van de naaivoet dicht bij de naald worden gelegd. Verder naaien tot de naaivoet helemaal over het dikke gedeelte is gelopen, plaatjes wegnemen.
Wanneer één of meer plaatjes aan de rechterkant van de naaivoet en zo dicht mogelijk tegen de stofkant worden gelegd, wordt de stof gelijkmatig getranspor­teerd.
Reinigen
030595.50.05_0201_a125_NL
Reinigen en onderhoud 47
Wanneer de naaimachine in een koude ruimte staat, moet ze ongeveer 1 uur voor gebruik in een warme ruimte worden gezet.
Reinigen
Draadresten onder de steekplaat en rond de grij­per regelmatig verwijderen.
hoofdschakelaar op «0» zetten en stekker uit het stopcontact trekken
naaivoet en naald verwijderen
spoelhuisdeksel aan de vrije arm openen
steekplaat m.b.v. de speciale schroevendraaier (Torx) wegnemen
machine met het kwastje reinigen
steekplaat weer bevestigen
Grijper reinigen
hoofdschakelaar op «0» zetten en stekker uit het stopcontact trekken
spoelhuls verwijderen
ontgrendelingshevel naar links drukken
afsluitbeugel met de zwarte grijperbaanring naar beneden klappen
grijper wegnemen en grijperbaan reinigen; gebruik geen spitse voorwerpen
grijper bevestigen, indien nodig aan het hand­wiel draaien, tot de grijperdrijver links staat
grijperbaanring en afsluitbeugel sluiten, ont­grendelingshevel moet vastzitten
ter controle aan het handwiel draaien
spoelhuls inzetten
Beeldscherm en naaimachine reinigen
met een zachte, vochtige doek schoonmaken
WAARSCHUWING
Trek voor het reini­gen of onderhoud de netstekker uit het stopcontact
Oliën
Deze naaimachine is van het nieuw ontwikkelde LM-grijpersysteem (low mass) voorzien. Daarom hoeft het grijpersysteem niet geolied te worden. Indien het systeem toch wordt geolied, dient u nadien eerst een proeflapje te maken, zodat er geen vervuilingen op het eigenlijke naaiwerk ontstaan.
Let op: Gebruik voor het schoonmaken nooit alcohol, benzine, verdunningsmiddel of bijtende vloeistoffen!
Let a.u.b. op de veiligheidsvoorschriften!
48
030595.50.05_0201_a125_NL
Reinigen en onderhoud
Naailicht
WAARSCHUWING
Trek voor het reini­gen of onderhoud de netstekker uit het stopcontact
Gloeilampentype: Glasfittinglamp 12 V 5 W met fittingmaat W 2.1 x 9.5 d
Gloeilamp verwisselen
hoofdschakelaar op «0» zetten en netstekker uit het stopcontact trekken
schroef op het naaimachine­frame losdraaien
voorkap verwijderen; iets draaien en naar boven wegnemen
gloeilamp naar beneden trekken
nieuwe gloeilamp inzetten
voorkap bevestigen en vast­schroeven
Let op: Laat de gloeilamp voordat u deze verwisselt goed afkoelen!
Let a.u.b. op de veiligheids­voorschriften!
Vermijden en verhelpen van storingen
030595.50.05_0201_a125_NL
Als de naaimachine niet storingvrij naait, kunt u de oorzaak meestal herkennen wanneer u de volgende punten doorneemt.
Controleer of:
boven- en onderdraad goed ingeregen zijn
de naald juist is ingezet
de naalddikte juist is (zie naald-/draadtabel blz. 42)
de naaimachine schoon is (draadresten verwijderen)
de grijperbaan gereinigd is
tussen de draadspanningsschijven geen draadresten vastzitten
de spoel in de spoelhuls goed loopt en er geen draadresten vastzitten
Bovendraad breekt
bovendraadspanning te strak
naald van slechte kwaliteit (naalden koopt u het beste bij uw BERNINA dealer)
naald bot of krom
garen van slechte kwaliteit (garen met knoopjes, oud of uitgedroogd garen)
verkeerde garengeleidings­schijf gebruikt, passende schijf kiezen
steekgat of grijperpunt beschadigd, naaimachine naar uw BERNINA dealer brengen
Onderdraad breekt
onderdraadspanning te strak
onderdraad klemt in de spoel­huls, spoeltje controleren en evt. vervangen
steekgat door de naald beschadigd (moet door uw BERNINA dealer worden gepolijst)
naald bot of krom
Steekfouten
verkeerde naald; gebruik alleen naaldsysteem 130/705H
naald bot of krom; verkeerd ingezet (bij het inzetten de naald helemaal naar boven drukken)
naald van slechte kwaliteit of slecht gepolijst
vorm van de naaldpunt past niet bij het materiaal (indien nodig, ronde punt voor gebreide stoffen en snijpunt voor hard leer gebruiken)
Naald breekt
naaldhouderschroef niet goed vastgeschroefd
stof werd naar voren, in plaats van naar achteren onder de naaivoet weggetrokken
bij het naaien over dikke gedeeltes werd de stof geschoven terwijl de naald in de stof stak (jeansvoet gebruiken)
garen van slechte kwaliteit; slecht getwijnd garen of garen met knoopjes
voor informatie over naalden zie blz. 42–44
Storingen 49
Naad niet mooi
draadresten tussen de draad­spanningsschijven
draadresten onder de veer van de spoelhuls
onderdraad is nog in de vinger van de spoelhuls geregen
verkeerd ingeregen; boven- en onderdraad controleren
passende garengeleidingsschijf gebruiken
Naaimachine loopt niet of te langzaam
stekker niet goed aangesloten
hoofdschakelaar op «0»
naaimachine komt direct uit een koude ruimte
spoelmechanisme nog inge­schakeld
50
030595.50.05_0201_a125_NL
Trefwoordenregister
A Aanschuiftafel 11
Afhechtprogramma 29
B Balans 23, 34
Bediening 20–23 Beeldscherm 20 Blindzoom 31 Boord met overlocknaad 41 Bovendraad inrijgen 16
D Details van de naaimachine 4–7
Draadafsnijder 12, 17 Draadspanning 19 Drielingnaald 44 Dubbele overlocknaad 40
F Functies, functietoetsen 22
1/2 motorsnelheid
achteruitnaaien
clr/del (clear/delete)
naaldstop veranderen
ruit-toets (#-toets)
G Garen, naald, stoftransport 42–46
Garenkloshouder 15
Gloeilamp verwisselen 48
H Hoofdschakelaar 10
I Inrijgen, bovendraad 16
K
Kabelaansluiting 10 Kantliniaal 11 Kniehevel 11 Knoopsgaten 34–37
knoopsgat met vuldraad 36
knoopsgatcorrecties 34
knoopsgaten markeren 34
manuele knoopsgaten 34
M Manuele knoopsgaten 34
N Naailicht 48
Naaimachinenaald 42 Naaivoet verwisselen 15 Naaivoeten (Klikvoeten) 24
blindzoomvoet nr. 5
knoopsgatvoet nr. 3
overlockvoet nr. 2
ritsvoet nr. 4
terugtransportvoet nr.1
Trefwoordenregister
030595.50.05_0201_a125_NL
51
Naald verwisselen 14 Naald, garen, stoftransport 42–46 Naaldstand veranderen 21 Naaldsysteem 42 Netkabel 10 Nivelleerplaatjes 46
O Onderdraad 12, 17
omhooghalen 17
opspoelen 12
Onderdraadafsnijder 13 Onderhoud 47, 48 Overlocknaad 41
R Reinigen 47, 48
Rekbare stoffen 39, 40 Ritsvoet 33
S Spoel inzetten 14
Spoelhuls 13 Standaard toebehoren 8 Start-Stop-Unit 8 Steekbreedte veranderen 21 Steeklengte veranderen 21 Steekplaat 18 Steekoverzicht 25 Steken 25–27 Steken kiezen 21 Stoftransport, naald, garen 45, 46 Stoppen 32 Stopprogramma 32 Storingen, vermijden en verhelpen 49
T Toebehoren 8, 9
Toebehorenbox 9 Transporteur 18, 45 Tweelingnaald 44
V Vari-overlocknaad 39
Veiligheidsvoorschriften 2, 3 Vermijden en verhelpen van storingen 49 Voetweerstand 10
Z Zwaardnaald 44
52
030595.50.05_0201_a125_NL
Inhoud
4 Details van de naaimachine 10 Naaimachine voorbereiden 20 Bediening 24 Naaivoeten 25 Steken
Gekozen gebruikssteken: 28 rechte steek 29 afhechtprogramma 30 zigzagsteek 31 blindzoom 32 stopprogramma 33 ritssluiting 34 knoopsgaten 38 quiltsteek/doorpitsteek 39 overlocksteken 42 Naald, garen, stoftransport 47 Reinigen, onderhoud, storingen 50 Trefwoordenregister
Impressum
Zetten, Layout, DTP: Silvia Bartholdi Afbeeldingen: Müller-Melzer ID, Kreuzlingen
© copyright 2001 by Fritz Gegauf AG, Steckborn
02/01 NL 030 595 50 05
Loading...