AEG 47056 VS-MN User Manual [nl]

47056VS NL Gebruiksaanwijzing 2
FR Notice d'utilisation 32
www.aeg.com
2
INHOUD
1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
2. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
3. VOOR HET EERSTE GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
4. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
6. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
7. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
8. OVEN - KLOKFUNCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
9. OVEN - GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
10. OVEN - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
11. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
12. PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
13. MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
14. MILIEUBESCHERMING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie:
www.aeg.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.aeg.com/productregistration
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan. Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende gegevens bij de hand hebt. De informatie staat op het typeplaatje. model, productnummer, serienummer.
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie. Algemene informatie en tips Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
NEDERLANDS 3
1.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Lees deze handleiding aandachtig door voordat u het apparaat installeert of ge­bruikt:
• Voor uw eigen veiligheid en de veilig­heid van uw eigendommen
• Voor bescherming van het milieu
• Voor de correcte bediening en werk­ing van het apparaat.
Bewaar deze instructies altijd bij het ap­paraat, ook wanneer u het verplaatst of verkoopt. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade veroorzaakt door een foutieve in­stallatie of foutief gebruik.
• Schakel de kookzones na ieder ge-
1.3 Montage
• De afstellingsvoorwaarden voor dit
• Alleen een bevoegd elektriciën mag
• Controleer of het apparaat niet is be-
1.1 Veiligheid van kinderen en
kwetsbare mensen
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelij­ke, zintuiglijke of verstandelijke ver­mogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het ap­paraat en indien zij de eventuele ge­varen begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. Gevaar voor verstikking of lichamelijk letsel.
• Houd kinderen en dieren uit de buurt van het apparaat als de deur open­staat of als het apparaat in gebruik is. Gevaar voor letsel of ander permanent lichamelijk letsel.
• Gebruik het kinderslot of de Key lock­functie als het apparaat hiermee uit­gerust is. Dit voorkomt dat kinderen en dieren het apparaat per ongeluk aanzetten.
• Verwijder al het verpakkingsmateriaal,
• De wetten, voorschriften, richtlijnen en
• Wees voorzichtig bij het verplaatsen
• Zorg ervoor dat de stekker van het ap-
• Houd de minimumafstanden naar an-
• Plaats het apparaat niet op een basis.
bruik uit.
apparaat worden op het label weerge­geven (of op het gegevensplaatje).
het apparaat installeren en aansluiten. Neem contact op met een erkend ser­vicecentrum. Dit om lichamelijk letsel of structurele schade te voorkomen.
schadigd tijdens het transport. Sluit geen beschadigd apparaat aan. Neem indien nodig contact op met de leve­rancier.
stickers en folie van het apparaat voor­dat u het voor het eerst in gebruik neemt. Verwijder niet het typeplaatje. Dit kan de garantie ongeldig maken.
normen die van kracht zijn in het land waar het apparaat wordt gebruikt die­nen in acht genomen te worden (vei­ligheidsvoorschriften, recyclingvoor­schriften, veiligheidsvoorschriften met betrekking tot elektra of gas, etc.).
van het apparaat. Het apparaat is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshand­schoenen. Trek het apparaat nooit aan de handgreep van zijn plaats.
paraat uit het stopcontact is getrokken tijdens de installatie (indien van toe­passing).
dere apparaten en units in acht.
1.2 Algemene veiligheid
• Verander de specificaties van dit pro­duct niet en wijzig het niet. Er bestaat een gevaar voor letsel en schade aan het apparaat.
• Verwijder al het verpakkingsmateriaal, stickers en folie van het apparaat voor­dat u het in gebruik neemt.
1.4 Aansluiting op het elektriciteitsnet
• Alleen een bevoegd elektriciën mag het apparaat installeren en aansluiten. Neem contact op met een erkend ser­vicecentrum. Dit om lichamelijk letsel of structurele schade te voorkomen.
• Dit apparaat moet worden geaard.
www.aeg.com
4
• Controleer of de elektrische gegevens op het typeplaatje overeenkomen met de stroomvoorziening in uw woning.
• Informatie over het voltage vindt u op het typeplaatje.
• U dient te beschikken over de juiste scheidingsvoorzieningen: stroomon­derbrekers, zekeringen (schroefzeke­ringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers.
• De elektrische installatie moet isolatie bevatten waardoor het apparaat volle­dig van het lichtnet afgesloten kan worden. De isolatie moet een contac­topening hebben met een minimale breedte van 3mm.
• De schokbeschermingsonderdelen moeten zo worden bevestigd dat zij niet kunnen worden verwijderd zonder gereedschap.
• Gebruik altijd een correct geïnstal­leerd, schokbestendig stopcontact.
• Houd kabels bij het aansluiten van elektrische apparaten op stopcontac­ten uit de buurt van de hete deur van het apparaat.
• Gebruik geen meerwegstekkers, -aan­sluitingen en verlengkabels. Er kan brand ontstaan.
• Zorg ervoor dat de stroomsnoeren (in­dien van toepassing) en kabel niet knakken of beschadigd raken achter het apparaat.
• Zorg ervoor dat de aansluiting op het net toegankelijk is na de installatie.
• Trek niet aan het netsnoer om het ap­paraat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker zelf (indien van toepassing).
• Vervang of verander het netsnoer niet zelf. Neem contact op met een erkend servicecentrum.
1.5 Gebruik
• Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor huishoudelijk koken. Gebruik het apparaat niet voor commerciële of in­dustriële doeleinden. Zo voorkomt u lichamelijk letsel of schade aan eigen­dommen.
• Controleer het apparaat altijd tijdens gebruik.
• Sta niet te dicht bij het apparaat als u de deur van het apparaat opent als het apparaat aan staat. Er kan hete stoom ontsnappen. Er bestaat gevaar voor brandwonden.
• Gebruik dit apparaat niet als het con­tact maakt met water. Bedien het ap­paraat niet met natte handen.
• Het apparaat mag niet worden ge­bruikt als werkblad of aanrecht.
• De kookplaat van het apparaat wordt heet tijdens gebruik. Er bestaat gevaar voor brandwonden. Leg geen metalen voorwerpen, zoals bestek of deksels, op de kookplaat; deze kunnen zeer heet worden.
• De binnenkant van het apparaat wordt heet tijdens gebruik. Er bestaat gevaar voor brandwonden. Gebruik oven­handschoenen wanneer u bakroosters, schalen e.d. plaatst of verwijdert.
• Het apparaat en de toegankelijke on­derdelen ervan worden heet tijdens gebruik. Zorg ervoor dat u de verwar­mingselementen niet aanraakt. Houd jonge kinderen uit de buurt of onder permanent toezicht.
• Open de deur voorzichtig. Als u alco­holische toevoegingen gebruikt, kan er alcohol-luchtmengsel ontstaan. Er kan brand ontstaan.
• Houd vonken of open vlammen uit de buurt van het apparaat bij het openen van de deur.
• Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlamba­re producten, en/of onstekingspro­ducten (gemaakt van plastic of alumi­nium) in, bij of op het apparaat. Er kan brand of een explosie ontstaan.
• Zet de kookzones op "uit" na ieder gebruik.
• Gebruik de kookzones niet met leeg kookgerei of zonder kookgerei erop
• Laat kookgerei niet droogkoken. Dit kan schade veroorzaken aan kookge­rei en het kookoppervlak.
• Als er voorwerpen of kookgerei op de kookplaat vallen, kan het oppervlak beschadigd raken.
• Zet geen heet kookgerei naast het be­dieningspaneel, want de warmte kan het apparaat beschadigen.
• Wees voorzichtig bij het verwijderen of installeren van toebehoren om schade aan het emaille van het appa­raat te voorkomen.
• Pannen van gietijzer, aluminium of met beschadigde bodems kunnen krassen veroorzaken op de kookplaat als u ze over het oppervlak schuift.
• Verkleuring van het email heeft geen ongewenst effect op de werking van het apparaat.
• Om schade of verkleuring van het emaille te voorkomen:
– plaats geen voorwerpen direct op
de bodem van het apparaat en be­dek het niet met aluminiumfolie;
– plaats heet water niet direct in het
apparaat;
– haal vochtige schotels en eten uit
het apparaat als u klaar bent met koken.
• Oefen geen kracht uit op een geopen­de deur.
• Leg geen ontvlambaar materiaal in het deel onder de oven. Bewaar daar al­leen hittebestendige accessoires (in­dien van toepassing).
• Dek de stoomuitgangen van de oven niet af. Deze bevinden zich aan de achterzijde van de bovenkant (indien van toepassing).
• Plaats geen voorwerpen op de kook­plaat die kunnen gaan smelten.
• Sluit de stroomtoevoer af als het op­pervlak is gebarsten. Er bestaat risico op elektrische schokken.
• Leg geen warmtegeleidend materiaal (bijv. dunne roosters of metalen platen die de warmte geleiden) onder de pannen. Door de warmtereflectie kan de kookplaat beschadigen.
1.6 Onderhoud en reiniging
• Zorg ervoor dat het apparaat is afge­koeld voordat u onderhoud verricht. Gevaar voor brandwonden. De glazen panelen kunnen breken.
• Houd het apparaat altijd schoon. Op­eenhopingen van vetten of andere voedselresten kunnen brand veroorza­ken.
NEDERLANDS 5
• Regelmatig reinigen voorkomt dat het oppervlaktemateriaal van de oven achteruitgaat.
• Gebruik voor uw eigen veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen alleen water en zeep om het apparaat te reinigen. Gebruik geen ontvlamba­re producten of bijtende producten.
• Reinig het apparaat niet met stoom­reinigers, hogedrukreinigers, scherpe voorwerpen, schuurmiddelen, schuur­sponzen en vlekverwijderaars.
• Volg de aanwijzingen van de ovenfa­brikant op als u een ovenspray ge­bruikt. Spray niets op de verwarmings­elementen en de thermostaatsensor (indien van toepassing).
• Reinig de glazen ovendeur niet met schurende reinigingsmiddelen of een metalen schraper. Het hittebestendige oppervlak van de binnenruit kan hier­door breken en versplinteren.
• Als de glasplaten beschadigd raken, worden ze zwak en kunnen ze breken. U dient ze te vervangen. Neem con­tact op met een erkend servicecen­trum.
• Wees voorzichtig bij het verwijderen van de deur uit het apparaat. De deur is zwaar.
• De lampjes die in dit apparaat worden gebruikt, zijn speciale lampjes voor huishoudelijke apparaten. Ze kunnen niet worden gebruikt voor de gehele of gedeeltelijke verlichting van een woonruimte.
• Vervang de lampjes indien nodig al­leen door nieuwe lampjes met hetzelf­de vermogen die specifiek bedoeld zijn voor huishoudelijke apparaten.
• Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u de oven­lamp vervangt. Gevaar voor elektri­sche schokken. Laat het apparaat af­koelen. Gevaar voor brandwonden.
1.7 Servicecentrum
• Alleen een bevoegde servicemonteur mag dit apparaat repareren. Neem contact op met een erkend service­centrum.
• Gebruik alleen originele reserveonder­delen.
www.aeg.com
6
1.8 Verwijdering van het
apparaat
• Om lichamelijk letsel of schade te voorkomen:
– Trek de stekker uit het stopcontact. – Snij het netsnoer van het apparaat
af en gooi dit weg.
2. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
2.1 Algemeen overzicht
1 3 4
2
5
6
5
4
3
9
2
1
7
8
– Verwijder de deurvergrendeling. Dit
voorkomt dat kinderen of kleine huisdieren in het apparaat opgeslo­ten raken. Er bestaat gevaar voor verstikking.
Knop voor de ovenfuncties
1
Elektronische tijdschakelklok
2
Knop voor de temperatuur
3
Temperatuurweergave
4
Toetsen voor de kookplaat
5
Verwarmingselement
6
Ovenlampje
7
Ventilator- en verwarmingselement
8
Rekstanden
9
2.2 Indeling kookplaat
1 2 3
145 mm
140/210 mm
170 mm 265 mm
145 mm
456
2.3 Accessoires
Ovenrek Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Vlakke bakplaat
Kookzone 1200 W
1
Stoomuitlaat
2
Kookzone 1500/2400 W
3
Kookzone 1200 W
4
Restwarmte-indicatie
5
Kookzone 1000/2200 W
6
Voor gebak en koekjes.
Braadpan Voor braden en roosteren of als pan
om vet op te vangen.
Moussakapan (alleen bij sommige modellen)
Om moussaka te maken.
Uitneembare telescopische gelei-
ders
3. VOOR HET EERSTE GEBRUIK
NEDERLANDS 7
Voor het plaatsen van braadsledes of bakplaten.
Bewaarlade Onder de ovenruimte bevindt zich een
bewaarlade.
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsin­formatie'.
3.1 Eerste reiniging
• Verwijder alle accessoires en uitneem­bare rails (indien van toepassing).
• Reinig het apparaat voor het eerste gebruik.
Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
3.2 Tijd instellen
U moet de tijd instellen voordat u de oven bedient.
Als het apparaat wordt aangesloten op de stroomtoevoer of na een stroomon­derbreking, gaat het indicatielampje voor de tijd knipperen. Druk op de toets + of - om de juiste tijd in te stellen.
Na ongeveer 5 seconden stopt het knip­peren en geeft de klok de ingestelde tijd van de dag weer.
Druk om de tijd te wijzigen her­haaldelijk op
lampje voor de tijd knippert. U moet de functie Bereidingsduur
of Einde niet gelijktijdig in-
stellen.
Om het apparaat te bedienen, moet u de bedieningsknop indrukken. De be­dieningsknop komt naar voren.
tot het indicatie-
3.3 Voorverwarmen
Verwarm het apparaat voor om het res­terende vet weg te branden.
1.
Stel de functie en de maximum­temperatuur in.
2.
Laat het apparaat een uur aan staan.
3.
Stel de functie en de maximum­temperatuur in.
4.
Laat het apparaat tien minuten aan staan.
5.
Stel de functie en de maximum­temperatuur in.
6.
Laat het apparaat tien minuten aan
staan. Accessoires kunnen heter worden dan normaal. Het apparaat kan een vreemde geur en rook afgeven. Dit is normaal. Zorg dat er voldoende luchtcirculatie is.
4. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsin­formatie'.
www.aeg.com
8
4.1 Temperatuurinstelling
Toets Functie
Warmhouden
0 Uit-stand
1-9 Kookstanden
(1 - laagste kookstand; 9 ­hoogste kookstand)
1.
Draai de bedieningsknop in de ge­wenste kookstand.
2.
Zet de bedieningsknop op stand 0 om het kookproces stop te zetten.
Gebruik de restwarmte om het energieverbruik te verlagen. Zet de kookzone ongeveer 5-10 mi­nuten voordat het koken is vol­tooid uit.
4.2 Gebruik van de dubbele zone
LET OP!
Draai de knop naar rechts om de dubbele zone te activeren. Draai de knop niet door de stopposi­tie.
1.
Draai de knop rechtsom naar positie
9.
2.
Draai de knop langzaam naar het
symbool
De twee kookzones zijn nu aan.
3.
Raadpleeg 'Kookstanden' om de no-
dige kookstanden in te stellen.
4.3 Restwarmte-indicatie
De restwarmte-indicatie geeft aan wan­neer een kookzone heet is.
WAARSCHUWING!
Er bestaat verbrandingsgevaar door restwarmte.
tot u een klik hoort.
5. KOOKPLAAT - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsin­formatie'.
5.1 Kookgerei
• De bodem van het kookgerei moet zo dik en vlak mogelijk zijn.
• Kookgerei gemaakt van geë­mailleerd staal of met alumini­um of kopperen bodems, kun­nen tot verkleuringen leiden van de glazen keramische kookplaat.
5.2 Energie besparen
• Doe indien mogelijk altijd een deksel op de pan.
• Zet de pan op de kookzone voordat u deze inschakelt.
• Schakel voor het einde van de bereidingstijd de kookzones uit, om gebruik te maken van de restwarmte.
• De bodems van de pannen en kookzones dienen dezelfde af­meting te hebben.
5.3 De voorbeelden van kooktoepassingen
De gegevens in de volgende tabel die­nen slechts als richtlijn.
NEDERLANDS 9
Tem-
Te gebruiken voor: Tijd Tips pera­tuur­instel­ling
Het door u gekookte eten warm
1
te houden
naar be-
Leg een deksel op de pan.
hoefte
1-2 Hollandaise saus, boter smel-
ten, chocolade, gelatine 1-2 Stollen: luchtige omeletten, ge-
bakken eieren 2-3 Zachtjes aan de kook brengen
van rijst en gerechten op melk-
basis, reeds bereide gerechten
opwarmen 3-4 Stomen van groenten, vis en
vlees 4-5 Aardappelen stomen 20-60
4-5 Bereiden van grotere hoeveel-
heden voedsel, stoofschotels
5-25 min.
10-40 min.
25-50 min.
20-45 min.
min. 60-150
min.
Meng het geheel van tijd tot tijd.
Met deksel bereiden
Voeg minstens tweemaal zo­veel vloeistof toe als rijst, melkgerechten tijdens het bereiden tussendoor roeren.
Enkele eetlepels vloeistof toevoegen
Gebruik max. ¼ l water voor 750 g aardappelen
Tot 3 l vloeistof plus ingre­diënten
en soepen 6-7 Lichtjes braden: kalfsoester,
kalfs cordon bleu, koteletten,
zoals nodig
Halverwege de bereidings-
tijd omdraaien rissoles, worstjes, lever, roux, ei­eren, pannenkoeken, donuts
7-8 Door-en-door gebraden, opge-
bakken aardappelen, lenden-
5-15 min.
Halverwege de bereidings-
tijd omdraaien biefstukken, steaks
9 Aan de kook brengen van grotere hoeveelheden water, pasta koken,
aanbraden van vlees (goulash, stoofvlees), frituren van friet
6. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsin­formatie'.
Reinig het apparaat telkens na gebruik Gebruik altijd pannen met een schone bodem.
Krassen of donkere vlekken in de glaskeramiek hebben geen in­vloed op de werking van het ap­paraat.
Vuil verwijderen:
1.
Verwijder direct:gesmolten plas-
tic, gesmolten folie en suikerhou­dende gerechten. Anders kan het vuil het apparaat beschadigen. Gebruik een speciale schraper voor de glazen plaat. Plaats de schraper schuin op de glazen plaat en verwijder resten door het blad over het oppervlak te schui­ven.
www.aeg.com
10
– Verwijder nadat het apparaat
voldoende is afgekoeld: kalkvlek-
ken, waterkringen, vetvlekken en glimmende metaalachtige ver­kleuringen. Gebruik een speciaal schoonmaakmiddel voor glaskera­miek of roestvrij staal.
7. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
2.
Reinig het apparaat met een vochti­ge doek en een beetje afwasmiddel.
3.
Wrijf het apparaat ten slotte droog met een schone doek.
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsin­formatie'.
2.
7.1 Koelventilator
Als het apparaat in werking is, wordt de koelventilator automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van het apparaat koel te houden. Na het uitschakelen van het apparaat blijft de ventilatie door werken totdat de temperatuur in het ap­paraat is afgekoeld.
3.
7.2 Het apparaat aan- en
uitzetten
1.
Draai de knop voor de ovenfuncties naar een ovenfunctie.
7.3 Ovenfuncties
Ovenfunctie Applicatie
Uit-stand Het apparaat staat uit.
Voor het braden of braden en bakken van gerechten
Multi hete-
lucht
Boven + On-
derwarmte
Pizzafunctie
Circulatiegrill
waarvoor dezelfde bereidingstemperatuur nodig is, op meer dan één steunhoogte, zonder dat er smaken wor­den overgebracht van het ene naar het andere gerecht. Stel de oventemperatuur (20-40 °C) lager in dan bij be­reiding met onder- en bovenwarmte.
Bakken en braden op één ovenniveau. De bovenste en onderste verwarmingselementen worden gelijktijdig in­geschakeld.
Om pizza, quiche of pasteitjes te maken. Stel de oven­temperatuur (20-40 °C) lager in dan bij bereiding met onder- en bovenwarmte.
Voor het bakken van grote stukken vlees. Het grillele­ment en de ovenventilator werken samen, zodat de he­telucht rond de gerechten circuleert.
Draai de knop voor de temperatuur naar een temperatuur.
Het temperatuurlampje gaat aan zo­lang de temperatuur in het apparaat stijgt.
Draai om het apparaat uit te schake­len, de knop voor de ovenfuncties en de knop voor de temperatuur in de uit-stand.
Ovenfunctie Applicatie
Voor het grillen van plat voedsel in grote hoeveelhe-
Grill intens
Drogen
Ontdooien Voor het ontdooien van diepvriesvoedsel.
den. Voor het maken van toast. Het volledige grillele­ment wordt geactiveerd.
Voor het drogen van gesneden fruit (zoals appels, prui­men, perziken) en groenten (zoals tomaten, courgette of champignons).
NEDERLANDS 11
Ovenlampje
Het ovenlampje activeren zonder een bereidingsfunc­tie.
8. OVEN - KLOKFUNCTIES
8.1 Elektronische tijdschakelklok
1 2 1
hr min
Klokfunctie Toepassing
Tijdstip van de
dag
Kookwekker Voor het instellen van een afteltijd. Deze functie heeft
Duur Instellen hoe lang het apparaat in werking moet zijn.
Einde Instellen wanneer het apparaat moet worden uitge-
U kunt Duur en Eindtijd tegelij­kertijd gebruiken om in te stellen wanneer het apparaat moet wor­den geactiveerd, en vervolgens gedeactiveerd. Stel eerst de Duur in, en daarna de Eindtijd.
Het tijdstip van de dag instellen, wijzigen of controle­ren.
geen invloed op de werking van de oven.
schakeld.
Functie-indicatielampjes
1
Tijdindicatie
2
Toets +
3
Keuzetoets
4
Toets -
5
345
8.2 De klokfuncties instellen
1.
Stel voor Bereidingsduur en Ein-
een ovenfunctie en tempera-
de tuur in. Dit is niet nodig voor de
kookwekker
.
www.aeg.com
12
2.
Druk meerdere malen op de keuzet­oets tot het functielampje voor de benodigde klokfunctie knippert.
hr minhr min
3.
Druk op + of - om de benodigde klokfunctie in te stellen.
Het display toont de weergave voor de klokfunctie die u instelt. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, knip­pert het indicatielampje en klinkt er
9. OVEN - GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsin­formatie'.
gedurende twee minuten een ge­luidssignaal.
Bij de functies Bereidingsduur en Einde schakelt het appa-
raat automatisch uit.
4.
Druk op een toets om het signaal uit te zetten.
5.
Draai de knop voor de ovenfuncties en de temperatuurknop naar de uit stand.
8.3 De klokfuncties annuleren
1.
Druk meerdere malen op de keuzet­oets tot het gewenste functielampje knippert.
2.
Druk op de toets - en houdt de toets ingedrukt.
De klokfunctie gaat na een paar se­conden uit.
9.1 De ovenaccessoires plaatsen
De diepe pan en het ovenrooster hebben zijranden. Deze randen en de vorm van de geleidestan­gen vormen een speciaal acces­soire om te zorgen dat het kook­gerei niet verschuift.
Het ovenrooster en de diepe pan sa­men plaatsen
Plaats het ovenrooster op de diepe pan. Plaats de diepe pan tussen de geleides­tangen van een van de ovenniveaus.
NEDERLANDS 13
Bewaar de montage-instructies voor de telescopische geleiders om later terug te kunnen lezen.
9.2 Telescopische geleiders - de ovenaccessoires plaatsen
Plaats de bakplaat of de schaal op de te­lescopische geleiders.
Door de verhoogde rand rond het ovenrooster is het kookgerei bovendien beveiligd tegen weg­glijden.
9.3 Ovenrooster en diepe bakplaat samen plaatsen
Plaats het ovenrooster op de braadsle­de. Plaats het ovenrooster en de braad­pan op de telescopische geleiders.
10. OVEN - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsin­formatie'.
De temperaturen en baktijden in de tabellen zijn slechts als richt­lijn bedoeld. Deze zijn afhankelijk van de recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de ge­bruikte ingrediënten.
www.aeg.com
14
LET OP!
Gebruik voor cakes met veel vocht een diep bakblik. Vruch­tensappen kunnen het emaille beschadigen.
10.1 Bakken
Algemene aanwijzingen
• Uw nieuwe oven kan een andere bak-/ braadverhouding hebben dan het ap­paraat dat u tot nu toe gebruikt heeft. Pas uw normale instellingen (tempera­tuur, gaartijden) en de ovenniveaus aan de tabelwaarden aan.
• Bij langere baktijden kunt u de oven ca. 10 minuten voor het einde van de baktijd uitschakelen, om te profiteren van de restwarmte.
Wanneer u diepgevroren levensmid­delen gebruikt, kunnen de platen in
10.2 Baktips
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de ca­ke is te licht van kleur.
De cake zakt in (wordt klef, klonterig, streperig).
De cake zakt in (wordt klef, klonterig, streperig).
De cake zakt in (wordt klef, klonterig, streperig).
De cake is te droog.
De cake is te droog. Te lange baktijd.
De cake wordt ongelijk­matig bruin.
De cake wordt ongelijk­matig bruin.
Verkeerde rekstand. Plaats de cake lager.
De oventemperatuur is
Te korte baktijd.
Er zit te veel vloeistof in
het mengsel.
De oventemperatuur is
De oventemperatuur is
te hoog en de baktijd te
Het deeg is niet gelijk-
matig verdeeld.
de oven tijdens het bakken vervor­men. Wanneer de platen afkoelen, verdwijnt de vervorming.
Aanwijzigen bij de baktabellen
• Wij raden aan om de eerste keer de lagere temperatuur in te stellen.
• Als u geen concrete aanwijzingen kunt vinden voor uw eigen recept, kijkt u dan bij een soortgelijk product.
• Bij het bakken van gebak op meerde­re niveaus kan de baktijd ca. 10-15 mi­nuten langer zijn.
• Als het gebak niet overal even hoog is, wordt het gebak in het begin van het bakproces niet overal even bruin. Verander in dit geval de temperatuur­instelling niet. De verschillen vermin­deren tijdens het bakproces.
De volgende keer dat u
te hoog.
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur lager in.
Baktijd verlengen. Bak-
tijden kunnen niet wor­den verkort door hoge-
re baktemperaturen.
Minder vocht gebruiken.
Let op de kneedtijden,
vooral bij het gebruik van keukenmachines.
De volgende keer dat u
een cake bakt, stelt u de
te laag.
baktemperatuur hoger
De volgende keer dat u een cake bakt, gebruikt
u een kortere baktijd.
De baktemperatuur la-
ger instellen en de bak-
kort.
Verdeel het deeg gelijk-
matig over de bakplaat.
in.
tijd verlengen.
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De cake wordt niet gaar binnen de aangegeven baktijd.
De oventemperatuur is
10.3 Multi hetelucht
Bakken op één gebruiksniveau
Bakken in vormen
Verwarmings-
soort
Tulband of brio­che
Zandgebak/vruch­tencake
Fatless sponge cake
Taartbodem van zandtaartdeeg
Taartbodem ­roerdeeg
Apple pie (2 vor­men Ø20cm, dia­gonaal geplaatst)
1)
Oven voorverwarmen
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
2 150 - 160 50 - 70
1 - 2 140 - 160 50 - 90
3
2
2 150 - 170 20 - 25
2 - 3 160 60 - 90
te laag.
150 - 160
170-180
De volgende keer dat u
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur een
1)
1)
NEDERLANDS 15
beetje hoger in.
25 - 40
10 - 25
Gebak op bakplaat
Verwarmings-
soort
Kruimeltaart (droog)
Vruchtentaart (op gistdeeg/roer-
1)
deeg) Vruchtentaart met
kruimeldeeg
1)
Gebruik diepe pan
Koekjes
Verwarmings-
soort
Zandkoekjes 3 150 - 160 10 - 20
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
3 150 - 160 20 - 40
3 150 35 - 55
3 160 - 170 40 - 80
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
www.aeg.com
16
Verwarmings-
soort
Short bread / Pa­stry Stripes
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
3 140 20 - 35
Roerdeegkoekjes 3 150 - 160 15 - 20 Eiwitgebak,
schuimgebak
3 80 - 100 120 - 150
Bitterkoekjes 3 100 - 120 30 - 50 Klein gerezen ge-
bak Klein bladerdeeg-
gebak Bolletjes 3 Small cakes (20
per plaat)
1)
Oven voorverwarmen
3 150 - 160 20 - 40
160
150
1)
1)
1)
20 - 30
10 - 35
20 - 35
3
170 - 180
3
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Schotel Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Stokbroden be­dekt met gesmol-
1
160 - 170
1)
15 - 30
ten kaas Gevulde groente 1 160 - 170 30- 60
1)
Oven voorverwarmen
Bakken op meerdere niveaus
Gebak op bakplaat
Verwarmings-
soort
Roomsoezen/ tompoezen
Kruimeltaart 2/4 150 - 160 30 - 45
1)
Oven voorverwarmen
Koekjes/small cakes/gebak/broodjes
Verwarmings-
soort
Zandkoekjes 2/4 150 - 160 20 - 40 Zandtaartdeeg/
Deegreepjes Roerdeegkoekjes 2/4 160 - 170 25 - 40
Plaathoogte
2 niveaus
2/4
Plaathoogte
2 niveaus
Temperatuur °C Tijd in min.
160 - 180
1)
Temperatuur °C Tijd in min.
2/4 140 25 - 45
25 - 45
NEDERLANDS 17
Verwarmings-
soort
Eiwitgebak, schuimgebak
Plaathoogte
2 niveaus
Temperatuur °C Tijd in min.
2/4 80 - 100 130 - 170
Bitterkoekjes 2/4 100 - 120 40 - 80 Klein gerezen ge-
bak Klein bladerdeeg-
gebak Bolletjes 2/4 Small cakes (20
per plaat)
1)
Oven voorverwarmen
2/4 160 - 170 30 - 60
180
150
1)
1)
1)
30 - 50
25- 40
20 - 40
2/4
2/4
170 - 180
10.4 Bakken op één niveau:
Bakken in vormen
Verwarmings-
soort
Tulband of brio­che
Zandgebak/vruch­tencake
Fatless sponge cake
Taartbodem van zandtaartdeeg
Taartbodem ­roerdeeg
Apple pie (2 vor­men Ø20cm, dia­gonaal geplaatst)
Hartige taart (bijv. quiche lorraine)
Kwarktaart 1 - 2 160 - 180 60 - 90
1)
Oven voorverwarmen
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
2 160 - 180 50 - 70
1 - 2 150 - 170 50 - 90
3
2
1)
170
190 - 210
25 - 40
1)
10 - 25
2 170 - 190 20 - 25
1 - 2 180 60 - 90
1 180 - 220 35- 60
Gebak op bakplaat
Verwarmings-
soort
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Vlechtbrood/ broodkrans
Kerststol 2
2 170 - 190 40 - 50
160 - 180
1)
50 - 70
www.aeg.com
18
Verwarmings-
soort
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Brood (rogge­brood):
1.
Eerste deel van het bak­proces.
2.
Tweede deel
1 - 2
1.
2.
1)
230
160 - 180
1.
2.
1)
30 - 60
van het bak­proces.
Roomsoezen/ tompoezen
3
190 - 210
1)
20 - 35
Koninginnen­brood (opgerolde
3
180 - 200
1)
10 - 20
cake met jam) Kruimeltaart
(droog) Amandelcake/sui-
kertaart
3 160 - 180 20 - 40
3
190 - 210
1)
20 - 30
Vruchtentaart (op gistdeeg/roer-
2)
deeg) Vruchtentaart met
kruimeldeeg
3 170 35 - 55
3 170 - 190 40 - 60
Plaatkoek met kwetsbare garne­ring (bijv. kwark,
3
160 - 180
1)
40 - 80 room, pudding­vulling)
Pizza (met veel garnering)
2)
Pizza (dunne korst)
Ongedesemd brood
1 - 2
1 - 2
190 - 210
220 - 250
1 230 - 250 10 - 15
1)
1)
30 - 50
15 - 25
Vlaaien (CH) 1 210 - 230 35 - 50
1)
Oven voorverwarmen
2)
Gebruik diepe pan
20
Koekjes
Verwarmings-
soort
Inzetniveaus Temperatuur °C Tijd in min.
Zandkoekjes 3 170 - 190 10 - 20 Short bread/ Pa-
stry Stripes
3
160
1)
20 - 35
NEDERLANDS 19
Verwarmings-
soort
Inzetniveaus Temperatuur °C Tijd in min.
Roerdeegkoekjes 3 170 - 190 20 - 30 Eiwitgebak,
schuimgebak
3 80 - 100 120- 150
Bitterkoekjes 3 120 - 130 30 - 60 Klein gerezen ge-
bak Klein bladerdeeg-
gebak Bolletjes 3 Small cakes (20
per plaat)
1)
Oven voorverwarmen
3 170 - 190 20 - 40
170
1)
1)
1)
20 - 30
10 - 55
20 - 30
3
3 - 4
190 - 210
190 - 210
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Schotel Inzetniveaus Temperatuur °C Tijd in min.
Pastaschotel 1 180 - 200 45 - 60 Lasagne 1 180 - 200 35 - 50 Groentegratin 1
Stokbroden be­dekt met gesmol-
180 - 200
1
200 - 220
1)
1)
15 - 30
15 - 30
ten kaas Zoete ovenscho-
1 180 - 200 40 - 60
tels Visschotels 1 180 - 200 40 - 60 Gevulde groente 1 180 - 200 40 - 60
1)
Oven voorverwarmen
10.5 Pizzafunctie
Verwarmings-
soort
Pizza (dunne
1)
korst) Pizza (met veel
garnering)
1)
Taarten 1 - 2 170 - 200 35 - 55 Spinazietaart 1 - 2 160 - 180 45 - 60 Quiche Lorraine
(hartige taart)
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd min.
1 - 2
200 - 230
2)
10 - 20
1 - 2 180 - 200 20 - 35
1 - 2 170 - 190 45 - 55
www.aeg.com
20
Verwarmings-
soort
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd min.
Zwitserse flan 1 - 2 170 - 200 35 - 55 Kwarktaart 1 - 2 140 - 160 60 - 90 Appeltaart, be-
dekt
1 - 2 150 - 170 50 - 60
Groentetaart 1 - 2 160 - 180 50 - 60 Ongedesemd
brood Bladerdeegtaart
Flammekuchen
Piroggen (Russi­sche variant op
2 - 3
2 - 3
2 - 3
2 - 3
230 - 250
160 - 180
230 - 250
180 - 200
2)
2)
2)
2)
10 - 20
45 - 55
12 - 20
15 - 25 calzone)
1)
Gebruik diepe pan
2)
Oven voorverwarmen
10.6 Braden
Braadservies
• Gebruik hittebestendig servies om te braden (lees de instructies van de fa­brikant).
• Grote braadstukken kunt u direct in de diepe braadpan braden (indien aan-
wezig) of op een rooster boven de braadpan.
• Braad mager vlees in een braadpan met deksel. Op die manier blijft het vlees sappiger.
• Alle soorten vlees, die een korst moe­ten krijgen, kunt u in de braadschaal zonder deksel braden.
10.7 Braden met boven- en onderwarmte
Rundvlees
Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte Temperatuur°CTijd in min.
Stoofvlees 1-1,5 kg 1 200 - 230 105 - 150 Rosbief of os-
sehaas: rood Rosbief of os-
sehaas: medi­um
Rosbief of os­sehaas: gaar
1)
Oven voorverwarmen
per cm dikte 1
230 - 250
per cm dikte 1 220 - 230 8 - 10
per cm dikte 1 200 - 220 10 - 12
1)
6 - 8
Loading...
+ 44 hidden pages