Van harte gefeliciteerd met de aankoop van uw Zibro, het nummer één merk
onder de verrijdbare kachels. U hebt een eersteklas kwaliteitsproduct
aangeschaft waar u jarenlang plezier van kunt hebben, mits u de kachel
verantwoord gebruikt.
Lees daarom eerst de gebruiksaanwijzing voor een maximale levensduur van
uw Zibro.
De fabrikant geeft 24 maanden garantie op materiaal- en fabricagefouten.
Wij wensen u veel warmte en comfort met uw Zibro.
Met vriendelijke groeten,
PVG Inter
Afdeling klantenservice
national B.V
.
1 LEES VOOR INGEBRUIKNAME EERST DE GEBRUIKSAANWIJZINGEN.
2 IN GEVAL VAN TWIJFEL CONTACT OPNEMEN MET UW ZIBRO DEALER.
46
Page 3
INHOUD
Hoofdstuk 1: INSTALLATIE
Hoofdstuk 2: GEBRUIK
Hoofdstuk 3:FOUTMELDINGEN
Hoofdstuk 4:GARANTIEBEPALINGEN
47
Page 4
WAT U VOORAF MOET WETEN
DE JUISTE BRANDSTOF
Uw Zibro kachel is afgestemd op het gebruik van kwalitatief hoogwaardige watervrije petroleum, zoals
Zibro Extra of Zibro Kristal. Alleen soortgelijke brandstof garandeert een schone en goede verbranding.
Brandstof van mindere kwaliteit kan leiden tot:
E Meer kans op storingen
E Incomplete verbranding
E Beperkte levensduur van de kachel
E Rook en / of geur
E Slakken / verbrandingsresten op de rooster of aanslag op het gloeikousje
oor een veilige, efficiënte en comfortabele werking van uw kachel is het gebruik van de juiste brandstof
V
van cruciaal belang.
Informeer naar de juiste brandstof voor uw kachel bij uw lokale Zibro dealer.
• De eerste keren dat u uw kachel gebruikt, zal hij ’nieuw’ ruiken.
• Bewaar de brandstof op een koele, droge plek.
☞
• Brandstof heeft een beperkte levensduur. Begin ieder stookseizoen met nieuwe brandstof.
• Als u de Zibro Extra of Zibro Kristal kwaliteitsbrandstof voor uw kachel gebruikt, is optimale
verwarming verzekerd.
• Als u een ander merk of ander type petr
brandstof in de kachel op te stoken.
oleum wilt gebruiken, dient u eerst de resterende
TIPS VOOR VEILIG GEBRUIK
1 Maak kinderen attent op de gevaren van een brandende kachel.
2 Plaats de voorkant van de kachel minimaal op een afstand van 1,5 meter van muren, gordijnen en
meubels.
3 In stoffige ruimtes is de verwarming niet optimaal. Gebruik de kachel niet in de directe omgeving van een
bad, douche of zwembad.
4 Schakel de kachel uit als u weggaat of gaat slapen. Haal de stekker uit het stopcontact als u voor een
langere periode afwezig bent (bijv. op vakantie).
5 Brandstof alleen transporteren en opslaan in geschikte tanks en jerrycans.
6 De brandstof niet blootstellen aan hitte of extreme temperatuurverschillen. De brandstof altijd opslaan in
een droge koele plaats (direct zonlicht beïnvloedt de kwaliteit).
7 Gebruik de kachel nooit in ruimtes waar schadelijke stoffen of gassen kunnen hangen (bijvoorbeeld
uitlaatgassen of ver
8 Let op als de r
9 De kachel alleen gebruiken in overeenstemming met nationale en of lokale voorschriften, verordeningen
egelementen.
en r
10 Let op dat de kachel tijdens gebruik op een vlakke ondergrond staat.
11 Als de kachel brandt of nog warm is, niet schoonmaken of van brandstof voorzien.
12 De kachel niet gebruiken in ruimtes waarin brandbare dampen of een ongewenste combinatie van
factoren een brand of explosie kunnen veroorzaken.
fluchten).
ooster van de kachel r
oodgloeiend wordt. Als de kachel afgedekt is, kan er brand ontstaan.
48
Page 5
Hoofdstuk 1 INSTALLATIE
1. Inleiding
Dit hoofdstuk bevat alle relevante informatie:
• Installatiespecificaties
• Een lijst van installatiegereedschap
• Installatie-instructies voor het Laser Systeem
De kachel kan op iedere willekeurige lokatie
worden geplaatst die in overeenstemming is met de
voorwaarden die gelden voor voorschriften voor
elektriciteit, brandstof en uitstoot.
oor u begint met de installatie van het
V
verwarmingssysteem (inclusief de elektrische
bedrading), dient u eerst de lokale bouw-, brand- en
veiligheidsvoorschriften te raadplegen. Deze
genoemde voorschriften moeten in acht genomen
worden om een juridisch verantwoorde installatie
en juiste werking te kunnen garanderen.
☞
Het ontwerp van de kachel is gebaseerd op
een maximale capaciteit van 1000 m
zeeniveau.
Informeer bij uw lokale dealer als u de
kachel wilt gebruiken op een hoger niveau.
3
boven
Aanbevolen gereedschap
1. Kruiskop schroevendraaier
2. Stalen meetband
3. Viltstift of potlood
4. Cement voor buiten
5. Elektrische boor (zowel links- als rechtsom draaiend
wordt aanbevolen)
6. Gatenzaag, decoupeerzaag of ander gereedschap
dat geschikt is om een gat van 70~80 mm te zagen
voor de afvoerpijp
7. Lange boor
Standaard schroevendraaiers
8.
9. Spanningsmeter
10.Luchtbelwaterpas
Verschillende maten zelftappers
11.
12.Geïsoleerde schroevendraaier
13.Beschermingsmateriaal voor de vloer
14.Bak voor afvoerpijp
3. Elektriciteitsvoorziening
Het elektriciteitssysteem moet met een zekering (minstens 5 ampère) of contactonderbreker beschermd worden tegen overbelasting.
2. Verplaatsen van de kachel
Behalve de ruimte die de kachel nodig heeft, is ook extra
uimte voor vrije luchtcir
r
eren om de brandstof in een andere ruimte op te slaan.
Het Laser Systeem kan op iedere ondergrond geplaatst
den (ook op vloerbedekking of ander brandbaar
wor
materiaal) en veilig functioneren, tenzij brandstof- en
veiligheidsvoorschriften anders voorschrijven. Controleer
het verschil tussen de in de gebruiksaanwijzing
omschreven maatregelen en de lokale voorschriften.
culatie van belang. We advis-
☞
Sommige installaties (zoals voor gebruik in
kampeerwagens) moeten gemonteerd
worden met een blijvende verbinding op de
huishoudelijke hoofdstr
uitgevoerd worden door een erkende
installateur.
oomkring. Dit moet
49
Page 6
Hoofdstuk 1 INSTALLATIE
4. Bedrading voor de kamertemperatuur sensor
Een temperatuursensor die op een muur bevestigd kan
worden, meet de kamertemperatuur om de verwarming automatisch te kunnen regelen. De standaardkabel
voor de sensor is ca. 2,5 m lang.
De sensor niet plaatsen op een te droge plek
of in direct zonlicht, of binnen de warme
☞
luchtstroom van de kachel; dit kan leiden tot
onjuiste temperatuurweergave.
5. Uitpakken
Bewaar al het verpakkingsmateriaal voor het geval u
het in de toekomst weer nodig hebt.
A) Haal het kartonnen (boor) sjabloon en de
gebruiksaanwijzing uit de verpakking.
B) Haal de doos met de installatiekit uit de verpakking.
C) Haal de kachel uit de verpakking.
D) Haal de plastic zak met onderdelen uit de
verpakking.
E) Afvoerpijp, die op de bodem van de doos ligt, eruit
halen.
F) Controleer of alle (losse) onderdelen geleverd zijn.
den alleen standaard-
☞
Bij de kachel wor
voorzieningem geleverd zowel voor het
afvoersysteem als voor elektriciteit.
Belangrijk: De tussenr
gebieden waar hevige sneeuwval te verwachten is.
erlengbuis van
V
maximaal 2,5 meter
uimte tot de gr
ond moet hoger zijn in
Moet hoger zijn
Sneeuw
Afb. 1-2 Tussenruimte kachel / afvoerpijp
51
Met sneeuw bedekt(e) oppervlak / ondergrond
Belangrijk: Als er sprake is van open ruimtes die onderhevig zijn
aan sterke wind is een windbreker aan te bevelen.
Sterke wind
Afstand van afvoerpijp tot windbreker moet minimaal 45 cm zijn.
Niet
minder
dan 45
cm
Windbreker
Page 8
Hoofdstuk 1 INSTALLATIE
Nadat u met behulp van het boorsjabloon de opening
voor de afvoerpijp hebt geboord, kan de Laser gewoon
geïnstalleerd worden in de volgorde zoals geïllustreerd.
Als het boorsjabloon kwijt is, of als de kachel moet
worden verplaatst: dit zijn de afmetingen en de plaatsen van de openingen voor de brandstofleiding en de
afvoerpijp.
Achterkant van de
Achterkant van de
kachel
kachel
Middelpunt van
de doorvoergoot
☞
314 cm.
Laser FF 55
108 mm
Afb. 1-3 Boorsjabloon
Geen onder
demonteren. Neem altijd contact op met uw
dealer als er iets ger
Als de elektriciteitskabel beschadigd is, mag
die alleen vervangen worden door een kabel
van het type H05 VV-F door een erkende
installateur.
delen van de kachel
eed moet wor
epar
den.
52
Page 9
Hoofdstuk 1 INSTALLATIE
Standaardonderdelen voor installatie
Deze lijst met standaardonderdelen voor installatie
wordt bij de kachel geleverd. Het kan zijn dat u extra
onderdelen moet bijbestellen als andere installatieprocedures vereist zijn.
Muurhaken (2 sets)Buisklem (1)
(3)
Buisvergrendeling (1)Afvoerpijp (1)
53
Page 10
Hoofdstuk 1 INSTALLATIE
Luchtslang met haakse bocht (1)Haaks bochtstuk afvoerpijp (2)
Flexibele luchtslang (1)
Slangklem (2)
Brandstof handpomp (1)Tankdop-opener (1)
54
Page 11
Hoofdstuk 1 INSTALLATIE
1. Gebruik het boorsjabloon bij standaardinstallatie
voor de exacte bepaling van de opening voor de afvoerpijp. Gebruik cellotape of kleine spijkertjes om het
Afb. 4
Opmerking: de kachel installeren op een stevige, stabiele ondergr
waterpas zijn. Mocht dat niet het geval zijn dan kan de
kachel door middel van de verstelbare pootjes waterpas gezet worden. Controleer dit met een richtlood.
ond. De ondergrond moet egaal en
sjabloon op de juiste plaats op de muur vast te zetten
(zie afb. 4).
Tape
2. Boor de gaten voor de afvoerpijp. Gebruik een zaag
met een diameter van 70-80 mm (zie afb. 5). De opening in de binnenmuur moet iets hoger liggen dan de
opening aan de buitenkant om na de installatie een
minimaal verval te creëren tussen de doorvoeropening
70 mm - 80 mm
en de afvoerpijp (ca. 2º) (zie afb. 6). Dit voorkomt dat
condenswater in de afvoerpijp naar buiten stroomt en
egenwater en sneeuw
dat r
komen.
Afb. 5Afb. 6
, na installatie, naar binnen
2°
55
Page 12
Hoofdstuk 1 INSTALLATIE
I
nner fiue pipe
Wood screws
Arrow
insideOutsida
230~320mm
2˚ downward Min.
3. Installeer de binnen rookafvoerpijp.
a. Voor een muurdikte van 230 -320mm.
Steek de rookafvoerpijp van binnen naar buiten. Let op dat de pijl op de pijp naar boven wijst. Zet de pijp
m
et de bijgeleverde houtschroeven op de muur vast (zie afb. 7).
BinnenBuiten
ijl
Rookafvoerpijp (binnen)
Houtschroeven
Afb. 7
P
Minstens 2˚
neergaand
b. Bij een muurdikte van 130-230mm.
Verwijder de inlaatverbinding en de afvoerverbinding van de buiten rookafvoerpijp (zie afb. 8).
Afvoerverbinding
Rookafvoerpijp (buiten)
Inlaatverbinding
Afb. 8
56
Page 13
Hoofdstuk 1 INSTALLATIE
c. Voer vanaf de (buiten) rookafvoerpijp van buiten naar binnen door de opening. Zet de buiten rookafvoer-
pijp vast op de muur door de leiding naar links te draaien. Hierdoor zijn beide helften geborgd (zie afb. 9).
BELANGRIJK: Let op dat de pijl op de rand van de buiten afvoerpijp naar boven wijst.
D
e buiten rookafvoerpijp stevig vastzetten. (A onderdeel afgebeeld in afb. 9)
Buiten rookafvoerpijprand
Rookafvoerpijp (binnen)
Minstens 2˚ neergaand
Rookafvoerpijp (buiten)
Afb. 9
4. Verbind de r
afloop van de afvoerpijp. Indien nodig, de flexibele
luchtslang op maat snijden.
Sluit de luchtslang met haakse bocht met beide uiteinden aan op de flexibele luchtslang – nu de luchtslang
met haakse bocht verbinden met de inlaat van de afvoerpijp. Verbind de luchtslang met haakse bocht met
beide uiteinden van de flexibele luchtslang. Hierna de
luchtslang met haakse bocht aansluiten op de inlaat
van de afvoerpijp.
echthoekige bochtverbinding met de
BinnenBuiten
Pijl
Rand buiten rookafvoerpijp
De luchtslang met haakse bocht met een slangklem op
de inlaat vastzetten. Sluit de in- en uitlaten die niet
gebruikt worden met de bijgeleverde afsluitdoppen af.
Controleer of de doppen goed aansluiten (zie afb. 10).
Gebruik water of zeepsop als smering tijdens het
aansluiten van de luchtslang (met haakse bocht) op de
flexibele luchtslang. De totale lengte van de afvoerpijp
mag niet meer zijn dan 3 m (maximaal 3 bochtverbindingen).
Afb. 10
57
Page 14
Hoofdstuk 1 INSTALLATIE
5. Zet de kachel op zijn plaats. De haakse bochtverbindig voor de afvoerpijp verbinden met de afloop van de
afvoerpijp en aansluiten op de inlaat. Controleer of alle verbindingsstukken goed bevestigd zijn (zie afb. 11).
Afb. 11
6. Maak de luchtslang met haakse bocht met de slangk-
lem vast aan inlaat. Sluit de haakse bochtverbinding
voor de afvoerpijp met de pijpklem aan op de afvoerpi
jp (als de verlengpijp gebruikt wordt de pijpklem ook
aansluiten op de verbinding van het bochtstuk voor de
.
Afb. 12
afvoerpijp en verlengpijp). Sluit de bochtverbinding
aan op de afloop door de pijpvergrendeling in de
afloopklem te schuiven (zie afb. 12).
-
58
Page 15
Hoofdstuk 1 INSTALLATIE
CONTROLELIJST
• Controleer of de kachel op een geschikt stopcontact
is aangesloten.
• Controleer de brandstof op water of andere
vervuilende stoffen.
• Controleer of er buiten het gebouw geen brandstof
is, of obstructies zijn in de directe omgeving van de
vrije luchtcirculatie naast de afvoerbuis.
• Controleer de luchtinlaatslang op scheurtjes, losse
koppelingen of blokkades.
• Controleer de luchtuilaatslang op scheurtjes, losse
koppelingen of blokkades.
• Controleer de achterkant van de kachel en check of
de luchtstroom ongehinderd naar de luchtcirculatie
ventilator kan str
• Controleer binnen of de ruimte direct naast de
kachel vrij is van brandstof en objecten die de
luchtcirculatie kunnen blokkeren.
• Controleer of de temperatuursensor daadwerkelijk
tegen droogte, direct zonlicht en de straling van de
kachel is afgeschermd.
• Gebruik een luchtbelwaterpas om te controleren of
de kachel waterpas staat.
omen.
Als er tijdens de controle defecten worden geconstateerd moeten die eerst hersteld worden voor de kachel
gebruikt kan worden.
e watervrije petroleum
☞
uik alleen zuiver
Gebr
van hoge kwaliteit. Nooit benzine, LPG,
campinggas of andere brandbare vloei-
fen gebr
stof
Het gebruik van deze stoffen kan een
explosie of brand veroorzaken.
uiken.
59
Page 16
Hoofdstuk 2 GEBRUIK
1. Inleiding
De Laser is een eenvoudig te gebruiken petroleumkachel met ventilatie. De kachel warmt uitstekend,
regelt de kamertemperatuur automatisch, verbruikt
weinig brandstof en stroom en is automatisch en met
de hand te bedienen.
In dit hoofdstuk vindt u alle informatie die nodig is om
de Laser kachel te kunnen gebruiken. Alle specifieke
handelingen moeten in de gegeven volgorde worden
verricht .
• Nominaal rendement
(van toepassing op petroleumkachels): 92,7%
• Stroomverbruik:
StandStandStandStand
Ontsteking highmediumlowoff
275 W51 W40 W31 W4 W
entilator
V
• Brandstofreservoir: uitneembare tank met een
•
capaciiteit: 5,2 / 3,4 / 1,5 kubieke meter/min.
inhoud van 7,6 liter
Indicatie r
voornaamste warmtebron is: 65 – 220 m
uimtevolume als de kachel de
MediumHigh
3
60
Page 17
Hoofdstuk 2 GEBRUIK
FF55
fuel
key-lock
key-lock
savehour • min.timer
save
timer
tem p.
clock
setroom
3. Bedieningsknoppen en lampjes
2. Adjustment buttons
5. Timer knop
(time and temperature)
2. Adjustment buttons
6. Knop voor kinderbeveiliging
(time and temperature)
4. Veiligheidsknop
2. Adjustment buttons
2. Instelknoppen (tijd en
(time and temperature)
temperatuur)
1. ON/OFF button1. ON/OFF knop
Afb. 2-1 Bedieningspaneel
1. ON/OFF knop:
Hoofdschakelaar om de kachel in en uit te
schakelen. “ON” indrukken om de kachel te
en. Na een voor
activer
ver
ming van 3-9 minuten
war
zal de kachel gaan branden. De kachel heeft 4
standen “HIGH”, “MEDIUM”, “LOW” en “OFF”.
2. Regelknoppen:
Met de temperatuurkeuze knoppen kan tijdens
bedrijf de gewenste temperatuur ingesteld worden.
3. Display
oont de tijd, ingestelde temperatuur
T
, kamertempe-
ratuur en de foutmeldingen
VE knop:
SA
4.
Begrenst de temperatuur.
Als deze functie geactiveerd is, gaat de kachel
automatisch uit en weer aan.
5. TIMER knop:
Via de timer functie wordt de kachel automatisch
ingeschakeld op de ingestelde tijd.
3. Informatie display
6. CHILDPROOF LOCK knop:
Voorkomt dat kinderen per ongeluk de programmering veranderen.
61
Page 18
Hoofdstuk 2 GEBRUIK
4. Voor ingebruikname
Stap 1: vullen van de brandstoftank
• Vul het brandstofreservoir nooit in de
huiskamer, knoeien met brandstof is bijna
niet te voorkomen .
• Een brandende of nog warme kachel nooit
met brandstof bijvullen.
Volg de onderstaande procedure:
[1] Contr
[2] Open de tankklep en haal de tank uit de kachel.
☞☞
oleer of de kachel is uitgeschakeld.
Opmerking: er kunnen wat druppels van de
tank vallen. Zet de tank neer (met de
afsluitdop naar boven) en draai de afsluitdop
los met behulp van het kapje van de afsluitdop.
[4] Draai de knop bovenop de pomp vast (naar rechts).
[5] Druk een paar keer op de pomp tot de brandstof in
de tank begint te stromen. Als de brandstof
eenmaal stroomt, kunt u stoppen met drukken.
[6] Controleer de brandstofmeter van de brandstoftank
tijdens het vullen. Als de brandstofmeter aangeeft
dat de tank vol is, het vullen stoppen door de
draaiknop bovenop de pomp los te draaien (naar
links). De tank nooit overvullen, vooral niet als de
brandstof er
opwarmen).
leegvol
[7] Laat de restbrandstof in de pomp ter
jerrycan en verwijder de pomp voorzichtig. De
brandstofdop met behulp van het kapje voorzichtig
op de tank draaien. Het kapje na gebruik opbergen
aan de achterkant van de kachel. Gemorste
brandstof meteen opruimen.
g koud is (brandstof zet uit tijdens
uglopen in de
[3] Pak de brandstof handpomp en schuif de gladde,
meest stugge slang in de jerrycan. De jerrycan moet
hoger staan dan de tank. Schuif de geribbelde slang
in de tank.
[8] Controleer of de brandstofdop er recht op zit en
goed is aangedraaid. Zet de tank ter
dop naar beneden en sluit het tankdeksel.
Stap 2: Kachel aansluiten op stopcontact
Steek de stekker in het stopcontact (230 V
AC/50Hz).
Stap 3: Klok instellen
Belangrijk: De klok op de kachel moet altijd op de
actuele tijd ingesteld worden.
De tijd kan alleen ingesteld worden als de kachel
aangesloten is en niet brandt. Gebruik de
instelknoppen om de tijd in te stellen. Eerst een van
ug in de kachel,
olt –
62
Page 19
Hoofdstuk 2 GEBRUIK
de twee knoppen indrukken om de functie te
activeren (het CLOCK lampje en de display beginnen
te knipperen). Dan de uren insellen met de
linkerknop (
rechterknop (
omhoog. Als u de knop in blijft drukken tellen de
cijfers door tot u de knop loslaat. Na ca. 10
seconden stopt het knipperen en is de instelling
opgeslagen. Nadat de kachel is uitgeschakeld blijft
de tijd zichtbaar.
5. De kachel ontsteken
De kachel wordt direct door de gebruiker bediend. De
mteafgifte wordt automatisch bepaald door de
war
kamertemperatuur die de temperatuursensor registreert.
Stap 1: zet de kachel aan
De ON/OFF knop indrukken. De kamertemperatuur en
de ingestelde temperatuur verschijnen op de display.
Het ON/OFF lampje flitst en de kachel slaat aan.
Opmerking: (*) De opstarttijd is afhankelijk
van de kamertemperatuur.
☞
Na 9-15 minuten zal de kachel automatisch de geschikte bedrijfsmodus selecter
licht.
Kamer
onder 0°C11 minuten
0°C - 15°C9 minuten
15°C8,5 minuten
Als er na de opstarttijd geen vlammen zichtbaar zijn,
schakelt de kachel uit en star
Zijn er dan nog geen vlammen dan schakelt de kachel
weer uit en moet handmatig opgestart worden (foutcode E-2 op de display).
Stap 2: Aanpassen van de kamertemperatuur
De temperatuur kan alleen maar aangepast worden als
de kachel brandt. Gebruik de instelknoppen voor het
aanpassen van de temperatuur. Eerst een van de twee
knoppen indrukken om de functie te activeren (het
TEMP lampje naast de display gaat knipper
temperatuur:
c hour) en de minuten met de
d min.). Druk een keer voor 1 cijfer
en, de ON/OFF knop blijft ver
t automatisch weer op.
en). Dan met
de rechterknop (
met de linkerknop (
de temperatuur met 1 graad te verhogen. Na ca. 10 seconden stopt het lampje met knipperen en is de temperatuur opgeslagen. Beschikbare temperatuurinstellingen
variëren van 10°C minimaal tot 32°C maximaal. Als de
kachel niet aangesloten is op het stopcontact (of na een
stroomstoring), wordt de temperatuur gereset op de
fabrieksinstelling van 20°C.
De bedrijfsmodus wordt automatisch geregeld, afhankelijk van de kamertemperatuur die de temperatuursensor
egistreert. De kachel werkt in “HIGH” bedrijfsmodus tot
r
de kamertemperatuur het gewenste niveau heeft
bereikt.
Als de kamer
instelling switcht de kachel automatisch naar de “MED”
of “LOW” bedrijfsmodus om de kamer op de ingestelde
temperatuur te houden.
Stap 3: Het juiste gebruik van ‘SAVE’
Met de ‘SAVE’ functie kunt u de temperatuur begr
Als deze functie is geactiveerd, zal de kachel automatisch
afslaan als de kamertemperatuur 2°C boven de
ingestelde temperatuur komt. Als de kamertemperatuur
te laag wordt, slaat de kachel weer automatisch aan.
Activeer de ‘SAVE’ functie door op de daarvoor
bestemde knop te drukken. Het SAVE lampje licht op.
Schakel de functie uit door nogmaals op de SAVE knop
-
ukken.
te dr
Zonder de ‘SAVE’ instelling houdt de kachel
de kamer ook op temperatuur door de ver
☞
warmingscapaciteit aan te passen. ‘SAVE’ is
een energiezuinige instelling die u bijvoorbeeld kunt gebruiken om de kamer, als die
niet gebruikt wordt, vorstvrij te houden.
Stap 4: Het ‘FUEL
Als het FUEL lampje gaat branden is er nog brandstof
voor 10 minuten. Het aftellen van de resterende
brandtijd wor
stoftank uit de kachel halen en buiten de woonkamer
opnieuw vullen. Als u de tank niet vult, hoort u iedere
twee minuten een alarmsignaal en na 10 minuten
schakelt de kachel automatisch uit.
d min.) de temperatuur verhogen of
c hour) verlagen. Druk een keer om
temperatuur overeenkomt met de gekozen
’ lampje
dt op de display weer
gegeven. De brand
enzen.
-
-
63
Page 20
Hoofdstuk 2 GEBRUIK
6. Timer functie
Met de timer functie kunt u een tijd instellen waarop
de kachel automatisch inschakelt.
Om de timer in te schakelen, moet de gewenste tijd
ingesteld zijn en de kachel uitgeschakeld zijn. Volg de
onderstaande procedure:
[1] De TIMER knop indrukken. Het TIMER lampje en de
display gaan knipperen.
[2] Gebruik de instelknoppen om de tijd in te stellen
op de kachel moet ontbranden. Gebruik de
waar
linkerknop (
rechterknop (
10 minuten).
c hour) om de uren in te stellen en de
d min.) voor de minuten (interval van
8. Kinderbeveiliging
Om te voorkomen dat kinderen, per ongeluk, de
instellingen van de kachel veranderen, kan de kinderbeveiliging gebruikt worden. Als de kachel brandt en
de kinderbeveiliging is ingeschakeld, kan de kachel
alleen maar uitgeschakeld worden. De andere functies
zijn dan geblokkeerd. Als de kachel al uitgeschakeld is,
voorkomt de kinderbeveiliging dat de kachel per
ongeluk wordt aangezet. Activeer de kinderbeveiliging
door de hiervoor bestemde knop ruim 3 seconden in te
ukken. Het KEY-LOCK lampje gaat branden, dit
dr
betekent dat de beveiliging is geactiveerd. Om de
beveiliging uit te schakelen, dezelfde knop weer ruim 3
seconden indr
ukken.
[3] De ON/OFF knop indrukken terwijl de display knippert.
[4] Na ca. 10 seconden verschijnt CLOCK weer in de display en het TIMER lampje gaat branden, dit betekent
dat de timer functie is geactiveerd.
Om de timer instelling te wissen de ON/OFF knop een
keer indrukken.
Opmerking: wanneer de kamertemperatuur
lager is dan 15 °C, dan verandert de ingestelde
☞
tijd automatisch - afhankelijk van de temperatu
ur - om de kamer toch op tijd warm te krijgen.
temperatuur
Kamer
Hoger dan 15 °CIngestelde tijd
0°C ~ 15°C10 minuten voor de ingestelde tijd
Lager dan 0 °C20 minuten voor de ingestelde tijd
Ontbrandingstijd
-
7. Kamertemperatuur sensor
De kamer
van 2,5 meter aan de achterkant van de kachel. Let op
dat de kabel niet tegen de afvoerpijp aankomt. De
kamer
of met een houtschroef bevestigd worden.
De sensor bevestigen op een tochtvrije plaats, zonder
direct zonlicht en buiten de invloed van de warme
luchtstroom van de kachel.
temperatuur sensor is voorzien van een kabel
temperatuur sensor kan met tweezijdig plakband
9. Kachel uitschakelen
De kachel kan op twee manieren uitgeschakeld worden.
[1] De ON/OFF knop indrukken. De display toont
CLOCK. De luchtcirculatie ventilator en de ventilator
motor blijven nog ca. 3 minuten in bedrijf om de kachel
af te koelen.
[2] De TIMER knop indrukken als u de kachel uit wilt
schakelen en de volgende keer met de timer in wilt
schakelen. Op deze manier wordt niet alleen de kachel
uitgeschakeld, maar ook de timerfunctie geactiveerd.
De gewenste tijd is te wijzigen met behulp van de
instelknoppen.
hitting
10. Herstel na over
De kachel is beschermd tegen schade door
oververhitting.
Als de temperatuur van de kachelombouw boven de
°C komt, wordt er een sensor geactiveerd.
80
Stap 1: Schakel de kachel (uit) OFF
Stap 2: Laat de kachel afkoelen.
Raak de metalen ombouw niet aan voor u zeker weet
dat die voldoende is afgekoeld.
Onder normale omstandigheden is een afkoelperiode
van 30 tot 45 minuten voldoende voor volledige
afkoeling.
ver
.
-
64
Page 21
Hoofdstuk 2 GEBRUIK
Stap 3: Haal de stekker uit het stopcontact.
Stap 4: Probeer de oorzaak van de overhitting te
achterhalen.
Oververhitting wordt meestal veroorzaakt door
objecten die de luchtcirculatie blokkeren. Controleer
of de circulatie ventilator of afvoerpijpen geblokkeerd
zijn. Controleer of er objecten zijn die het afvoersysteem blokkeren.
Stap 5: Verwijder het frontpaneel.
Stap 6: Maak de binnenkant van de kachel schoon.
oordat u de binnenkant van de kachel schoon gaat
V
maken moet u zeker weten dat u die aan kunt raken.
Verwijder al het stof aan de buitenkant van de behuizing
met een schone, pluisvrije en vochtige doek of met een
ander geschikt schoonmaakmiddel. Vergeet niet om de
buitenkant van de verwarmingskamer en de warmtewisselaar schoon te maken.
Stap 7: Frontpaneel opnieuw vastzetten.
Stap 8: De stekker in het stopcontact steken.
Stap 9: De kachel inschakelen.
Stap 10: De kachel opnieuw programmeren (klok en timer).
[3] De brandstoffilter weer in de kachel plaatsen.
Het tijdig verwijderen van stof en vlekken met een vochtige
doek wordt aanbevolen omdat er anders moeilijk te verwijderen vlekken ontstaan.
Zelf geen kachelonderdelen verwijderen of
repareren, neem daarvoor altijd contact op met
uw Zibro dealer. Wanneer de elektriciteitskabel
beschadigd is, moet die vervangen worden door
een erkende installateur. Gebruik een nieuwe
kabel van het type H05 VV
oor u een expert raadpleegt
12. V
In de volgende situaties is er geen sprake van storingen.
Tijdens in- of uitschakelen van de kachel.
Als de kachel voor de eerste keer wordt aangezet kan er
witte rook af komen.
Smeerolie of stof op de verbrandingskamer of de
warmtewisselaar verbrandt.
-F.
Let op: Als de kachel na het doorlopen van het
herstelprogramma voor oververhitting weer
☞
oververhit raakt, moet u contact opnemen met
uw dealer. De kachel pas weer inschakelen als het
obleem ver
pr
11. Maandelijks schoonmaken van filter
SKachel uitschakelen en af laten koelen voor u met schoonmaken begint. Haal ook de stekker uit het stopcontact.
Uw Zibro heeft amper onderhoud nodig. Het is echter wel
belangrijk dat u de luchtfilter met een stofzuiger en het
rooster met een vochtige doek iedere week schoonmaakt.
Ook de brandstof
Haal de uitneembar
[1]
wijder de brandstofilter. Er kunnen wat druppels van de
filter lekken, dus houdt een doekje bij de hand.
[2] Verwijder het vuil door de brandstoffilter om te draaien
en op het verharde oppervlak te kloppen. (Nooit
schoonmaken met water!)
holpen is.
egelmatig controleren:
filter r
e brandstoftank uit de kachel en ver
De vlammen flakkeren enkele minuten nadat de kachel is
ontstoken.
De ontstekingsstaaf werkt ook als de kachel koud is een
aantal minuten minuten na ontsteking. Hierdoor kunnen
de vlammen wat hoger zijn.
De kachel kraakt regelmatig bij het opwarmen of afkoelen.
Uitzetten of krimpen van de metalen onder
ken het gekraak.
Als de kachel is ontstoken, duurt het even voor de luchtcirculatie in de kamer op gang komt.
De ventilator start pas op als de kachel warm is, om te
voorkomen dat er koude lucht cir
Als de kachel voor de eerste keer gebruikt wordt of als de
-
brandstof gaat str
hoorbaar zijn.
Er zit lucht in de brandstofpomp. Na ca. 1 minuut is de lucht
eruit.
Opmerking: De brandstofpomp kan een zacht
tikkend geluid maken tijdens normaal bedrijf. Dit
☞☞
duidt niet op storing.
omen kan er een har
culeert.
delen ver
d klikkend geluid
oor
za
-
65
Page 22
Hoofdstuk 2 GEBRUIK
Terwijl de kachel in bedrijf is
Een deel van de branderpot en / of de warmtewisselaar
kleurt rood tijdens bedrijf.
Dit is normaal en duidt niet op problemen.
Hoofdstuk 3 FOUTMELDINGEN
FOUT CODEINFORMATIEOPLOSSING
E-0
E-2
E-6Vlammen doven tijdens bedrijf.Neem contact op met uw dealer
E-8Storing ventilatormotor.Neem contact op met uw dealer
E-12Oververhittingsbeveiliging is geactiveerd.Maak de luchtfilter schoon en
E-13Storing branderthermistorNeem contact op met uw dealer
E-22Drie keer geen ontstekingNeem contact op met uw dealer
-- : --Geen brandstof.Vul de uitneembare tank.
HiKamertemperatuur hoger dan 35°C.Controleer de plaats van de tempe-
Lo
Stroomonderbreking.Kachel opnieuw ontsteken
Ontbrandingsveiligheidsvoorziening is geactiveerd.
Teveel brandstof in de branderNeem contact op met uw dealer
Timer is niet ingesteld.Stel de timer in.
Temperatuursensor op de verkeerde plek.
temperatuur onder -10
Kamer
Storing kamer
niet aangesloten.
ther
mistor ofvan de temperatuursensor.
°C.Controleer de plaats
Neem contact op met uw dealer
verwijder stof.
ratuursensor
66
Page 23
7
6
543
2
1
Hoofdstuk 4 GARANTIEBEPALINGEN
U krijgt op de kachel 24 maanden garantie vanaf de
aankoopdatum. Binnen deze periode worden alle materiaal- en fabricagefouten kosteloos verholpen. Hierbij
gelden de volgende regels:
Alle verdere aanspraken op schadevergoeding,
inclusief gevolgschade wijzen wij uitdrukkelijk af.
Reparaties of vervanging van onderdelen binnen de
garantietermijn leiden niet tot verlenging van de
garantie.
De garantie geldt niet wanneer aan de kachel veranderingen zijn aangebracht, niet originele onderdelen
zijn gemonteer
Onderdelen die aan normale slijtage onderhevig zijn,
zoals de brandermat en de brandstof handpomp
vallen buiten de garantie.
De garantie geldt uitsluitend als u de originele,
aankoopbon voorzien van datum overlegt en als
daarop geen veranderingen zijn aangebracht.
d of reparaties zijn verricht door derden.
Defecte elektrische apparaten horen niet bij
het huisafval. Zorg voor een goede recycling
waar mogelijk. Vraag eventueel uw gemeente
of uw lokale handelaar voor een deskundig
recycling advies.
De garantie geldt niet bij schade ontstaan door: handelingen die afwijken van die in de gebruiksaanwijzing, verwaarlozing en het gebruik van een verkeerd
type brandstof of brandstof die over datum is. Het
uik van verkeer
gebr
Verzendkosten en het risico tijdens het transport van
de kachel en de onder
rekening van de koper.
Om onnodige kosten te voorkomen, raden wij u
aan eerst altijd zorgvuldig de gebruiksaanwijzing
te raadplegen. Wanneer deze geen uitkomst
biedt, kunt u de kachel voor r
bij uw dealer
Hoogontvlambar
*
troleerbare verbranding induceren met uitslaande vlammen. Mocht dit gebeuren: de
kachel niet verplaatsen maar onmiddellijk
uitschakelen. In geval van nood kunt u een
brandblusser gebruiken, uitsluitend een B type
brandblusser: een kooldioxide blusser of
poederblusser