Yamaha RX-V863 User Manual [nl]

Page 1
RX-V863
AV Receiver Ampli-tuner audio-vidéo
G
OWNER’S MANUAL
MODE D’EMPLOI
BEDIENUNGSANLEITUNG
BRUKSANVISNING
GEBRUIKSAANWIJZING
ИНСТРУКЦИЯ ПО ЭКСПЛУАТАЦИИ
Page 2
LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT.
Let op: Lees het volgende voor u dit toestel in gebruik neemt.
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit
uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er later nog eens iets in kunt opzoeken.
2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge,
schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan de achterkant van dit toestel.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad (bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet bovenop dit toestel: – Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen doen verkleuren.
– Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen veroorzaken.
– Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz.
zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is
geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de
stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen;
dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone, droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik
van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit toestel met een ander voltage dan hetgeen aangegeven staat.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient u de
stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of
het te repareren. Neem contact op met erkend Yamaha servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16
Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een plek waar u de stekker en het stopcontact gemakkelijk kunt bereiken.
17 Lees het hoofdstuk “Oplossen van problemen” over veel
voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
18 Voor u dit toestel verplaatst, dient u op L
drukken om dit toestel uit (standby) te schakelen en de stekker uit het stopcontact te halen.
19 VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen) De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt. De geschikte voltages zijn als volgt: Modellen voor Azië
................................... 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Algemene modellen
..................... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
20 De batterijen mogen niet worden blootgesteld aan hitte, zoals
door direct zonlicht, vuur of iets dergelijks.
21 Een te hoge geluidsdruk (volume) van een oortelefoon of
hoofdtelefoon kan leiden tot gehoorschade.
SYSTEM OFF
te
WAARSCHUWING
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN, MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
Zolang dit toestel is aangesloten op het stopcontact, is de stroomvoorziening niet afgesloten, ook niet wanneer u het toestel uitschakelt met LSYSTEM OFF. In deze toestand is het toestel ontworpen om een zeer kleine hoeveelheid stroom te verbruiken.
Dit symbool stemt overeen met de EU-richtlijn 2002/96/EC.
Dit symbool betekent dat elektrische en elektronische apparaten aan het einde van hun levensduur moeten worden aangeboden voor gescheiden afvalverzameling. Leef de plaatselijke voorschriften na en bied uw oude producten niet aan bij het gewone huisvuil.
Nl
Page 3
Inhoud
INLEIDING
Kenmerken ............................................................. 2
Meegeleverde accessoires ......................................... 2
Kennisgeving .......................................................... 3
Van start ................................................................. 4
Snelstartgids ........................................................... 5
VOORBEREIDINGEN
Verbindingen ........................................................ 10
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen
aan uw kamer (YPAO) .................................... 32
Gebruiken van het AUTO SETUP ......................... 32
BASISBEDIENING
Selecteren van de SCENE sjablonen .................. 37
Selecteren van het gewenste SCENE sjabloon
voor de SCENE toetsen ...................................... 37
Uw eigen SCENE sjablonen maken ....................... 40
Gebruiken van de afstandsbediening voor de SCENE functie
Weergave .............................................................. 42
Basisprocedure ........................................................ 42
Selecteren van de MULTI CH INPUT component Selecteren van de gewenste set voor-luidsprekers Selecteren van audio ingangsaansluitingen
(AUDIO SELECT) ............................................. 44
Weergeven van de huidige status van dit toestel
op een beeldscherm ............................................ 44
Gebruiken van een hoofdtelefoon ........................... 45
Tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave ......45
Weergeven van videomateriaal als achtergrond
bij audiomateriaal ............................................... 45
Tonen van informatie over de signaalbron ............. 46
Gebruiken van de slaaptimer .................................. 47
Geluidsveldprogramma’s ................................... 48
Selecteren van geluidsveldprogramma’s ................ 48
Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s ............... 48
Luisteren naar onbewerkte weergave
(‘Straight’ (rechtstreekse) weergavefunctie) ......51
Gebruiken van audiofuncties .............................. 52
Instellen luidsprekerniveaus ................................... 52
Luisteren naar pure hi-fi weergave ......................... 52
Toonregeling ........................................................... 52
FM/AM afstemmen ............................................. 53
Overzicht ................................................................. 53
Basisbediening afstemmen ..................................... 53
Gebruiken van voorkeuzezenders ........................... 54
Radio Data Systeem ontvangst
(Alleen modellen voor Europa en Rusland)
Selecteren van een Radio Data Systeem
programmatype (PTY SEEK functie) ................ 57
Gebruiken van de dataservice voor verbetering van het gebruik
van andere netwerken (Enhanced Other Networks; EON)
Tonen van Radio Data Systeem informatie ............ 59
Gebruiken van een iPod™ .................................. 60
Bedienen van een iPod™ ........................................ 60
Gebruiken van Bluetooth™ componenten ........ 62
Verbinding tot stand brengen (“pairing”) tussen de
Bluetooth™ adapter en uw
Bluetooth™ component ...................................... 62
Weergave van een Bluetooth™ component ........... 62
Opnemen .............................................................. 63
... 41
... 43
... 43
.... 57
... 58
GEAVANCEERDE BEDIENING
Geavanceerde geluidsinstellingen .......................64
Veranderen van geluidsveldparameter instellingen
Selecteren van decoders .......................................... 70
.... 64
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren
(MANUAL SETUP) .........................................72
Gebruiken van het SET MENU .............................. 76
1 BASIC MENU ..................................................... 77
2 VOLUME MENU ............................................... 81
3 SOUND MENU ................................................... 82
4 INPUT MENU ..................................................... 85
5 OPTION MENU .................................................. 88
Afstandsbedieningsfuncties .................................92
Bedienen van dit toestel,
een TV of andere componenten .......................... 92
Instellen van afstandsbedieningscodes ................... 94
Overnemen van instructies van andere
afstandsbedieningen ........................................... 96
Wijzigen van namen zoals die in het
uitleesvenster verschijnen ................................... 97
Macro programmeerfuncties ................................... 98
Instellingen wissen ............................................... 101
Gebruiken in meerdere ruimten (Multi-zone)
Aansluiten Zone 2 ................................................. 104
Bediening Zone 2 .................................................. 105
...104
Geavanceerde setup ...........................................107
Gebruiken van het uitgebreide instelmenu ........... 107
AANVULLENDE INFORMATIE
Oplossen van problemen ....................................111
Resetten van het systeem ...................................119
Woordenlijst .......................................................120
Geluidsveldprogramma informatie ..................123
Technische gegevens ...........................................124
Index ....................................................................126
APPENDIX
(aan het eind van deze handleiding)
Voorpaneel ...........................................................i
Afstandsbediening .................................................. ii
Lijst met afstandsbedieningscodes....................... iii
“ASPEAKERS” of “5DVD” (voorbeeld) geeft de naam aan van een onderdeel op het voorpaneel of de afstandsbediening. Raadpleeg het bijgevoegde vel of de bladzijden aan het eind van deze handleiding voor de locatie van de verschillende onderdelen.
INLEIDING
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
AANVULLENDE
INFORMATIE
APPENDIX
Nederlands
1 Nl
Page 4

KENMERKEN

Kenmerken
Ingebouwde 7-kanaals eindversterker
Minimum RMS uitgangsvermogen (20 Hz t/m 20 kHz, 0,06% THV, 8 Ω) Voor: 105 W + 105 W Midden: 105 W Surround: 105 W + 105 W Surround Achter: 105 W + 105 W
SCENE functie
Voorgeprogrammeerde SCENE ‘sjablonen’ (voorgeprogrammeerde instellingen) voor allerlei situaties
SCENE sjablonen om aan te passen aan uw eigen voorkeuren
Ondersteuning voor componenten met Yamaha SCENE
stuursignalen (alleen sommige modellen) in samenhang met de SCENE functie
Geluidsveldprogramma’s
Zelf ontwikkelde Yamaha technologie voor de creatie van geluidsvelden
Compressed Music Enhancer stand
Virtual CINEMA DSP
SILENT CINEMA
Digitale audiodecoders
Dolby TrueHD, Dolby Digital Plus decoder
DTS-HD Master Audio, DTS-HD High Resolution Audio
decoder
Dolby Digital/Dolby Digital EX decoder
DTS/DTS-ES Matrix 6.1, Discrete 6.1, DTS 96/24 decoder
Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic II/Dolby Pro Logic IIx
decoder
Radio-ontvangers
FM/AM ontvangst
Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor Europa
en Rusland)
HDMI™ (High-Definition Multimedia Interface)
HDMI interface voor standaard, verbeterde of high-definition video en multikanaals digitale audio gebaseerd op HDMI versie 1.3a (HDMI wordt gebruikt onder licentie van HDMI Licensing LLC.) – Automatische audio- en videosynchronisatie (‘lip sync’)
informatiemogelijkheid
– Geschikt voor de overdracht van Deep Color videosignalen
(30/36 bits) – Geschikt voor de overdracht van “x.v.Color” videosignalen – Hoge verversingsfrequentie en geschikt voor de
verwerking van videosignalen met hoge resolutie – Geschikt voor de verwerking van digitale audiosignalen
met een hoge definitie
HDCP (High-bandwidth Digital Content Protection System) gelicenseerd door Digital Content Protection, LLC.
Mogelijkheid tot opwaarderen van analoge video naar HDMI digitale video (composiet video ↔ S-video ↔ component video HDMI digitale video) voor de monitor uitgang
Mogelijkheid tot opwaarderen van analoge video van 480i (NTSC)/576i (PAL) of 480p/576p naar 720p, 1080i of 1080p
DOCK aansluiting
DOCK aansluiting voor een Yamaha iPod universeel dock (bijvoorbeeld een YDS-10, los verkrijgbaar) of Bluetooth adapter (bijvoorbeeld de YBA-10, los verkrijgbaar)
Overige kenmerken
YPAO (Yamaha Parametric Room Acoustic Optimizer) voor automatische instelling van de luidsprekers
192-kHz/24-bits D/A converter
OSD (in-beeld display) menu’s waarmee u dit toestel optimaal
kunt aanpassen aan uw eigen audio/videosysteem
5.1 of 7.1 extra ingangsaansluitingen voor gescheiden multikanaals signalen
Component video ingangen/uitgang (3 COMPONENT VIDEO IN ingangen en 1 MONITOR OUT)
Digitale videosignaal conversie (composiet video S-video component video) voor de monitor uitgang
Pure Direct voor onversneden hi-fi weergave alle bronnen
Adaptieve regeling van het dynamisch bereik
Adaptieve regeling van het DSP effectniveau
iPod bediening mogelijk
Afstandsbediening met voorgeprogrammeerde
afstandsbedieningscodes en Macrofunctie
Zone 2 aangepaste installatie mogelijk
Bi-amp dubbele versterkeraansluitingen
Slaaptimer

Meegeleverde accessoires

Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt.
AfstandsbedieningBatterijen (4) (AAA, R03, UM-4) Optimalisatie-microfoon
2 Nl
AM ringantenneFM binnenantenne
Page 5

Kennisgeving

Kennisgeving
Over deze handleiding
y geeft een bedieningstip aan.
• Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met de toetsen op het voorpaneel als met de afstandsbediening. Als de naam van een toets op de afstandsbediening verschilt van die op het voorpaneel, zal de naam van de betreffende toets op de afstandsbediening tussen haakjes vermeld worden.
• Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd zijn als gevolg van verbeteringen enz. Als de handleiding en het product van elkaar verschillen, heeft het product de prioriteit.
•“ASPEAKERS” of “5DVD” (voorbeeld) geeft de naam aan van een onderdeel op het voorpaneel of de afstandsbediening. Raadpleeg het bijgevoegde vel of de bladzijden aan het eind van deze handleiding voor de locatie van de verschillende onderdelen.
Het “☞ ” symbool met bladzijdenummer(s) geeft de
bijbehorende bladzijde(n) aan.
Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories. “Dolby”, “Pro Logic”, en het dubbele-D symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
Gefabriceerd onder licentie onder VS octrooinummers: 5,451,942;5,956,674;5,974,380;5,978,762;6,226,616;6,487,535 & andere V.S. en wereldwijde octrooien, reeds uitgegeven & aangevraagd. DTS is een gedeponeerd handelsmerk en de DTS logo’s, symbolen, DTS-HD en DTS-HD Master Audio zijn handelsmerken van DTS, Inc. © 1996-2007 DTS, Inc. Alle rechten voorbehouden.
iPod™
“iPod” is een handelsmerk van Apple Inc., geregistreerd in de V.S. en andere landen.
Bluetooth
Bluetooth is een gedeponeerd handelsmerk van Bluetooth SIG en wordt door Yamaha gebruikt in overeenstemming met een licentie-overeenkomst.
INLEIDING
“HDMI”, het “HDMI” logo en “High-Definition Multimedia Interface” zijn handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
x.v.Color™
“x.v.Color” is een handelsmerk van Sony Corporation.
“SILENT CINEMA” is een handelsmerk van Yamaha Corporation.
Nederlands
3 Nl
Page 6

VAN START

1
3
2
Van start
Inzetten van batterijen in de afstandsbediening
1 Druk op en schuif het klepje van het
batterijvak.
2 Doe de vier meegeleverde batterijen (AAA,
R03, UM-4) in het vak met de polen (+ en –) de goede kant op zoals aangegeven in het batterijvak.
3 Schuif het klepje terug op zijn plaats tot het
vastklikt.
VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen)
Let op
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt. Onjuiste instelling van de VOLTAGE SELECTOR kan dit toestel beschadigen en kan brandgevaar opleveren.
Draai de VOLTAGE SELECTOR met de klok mee of er tegenin naar de correcte stand met een gewone schroevendraaier. De voltages zijn als volgt: Modellen voor Azië
.................... 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Algemene modellen
...... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
VOLTAGE
SELECTOR
230­240V
Aanduiding voltage
Opmerkingen
• Verwissel alle batterijen wanneer u het volgende merkt: – het bereik van de afstandsbediening wordt minder. – de zendindicator (2) knippert niet of wordt zwakker.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (alkali en gewone batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie op de verpakking aandachtig door, want de verschillende soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
• Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
• Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk geldende regelgeving in acht.
• Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het geheugen gewist worden. Wanneer het geheugen gewist is, dient u nieuwe batterijen in de afstandsbediening te doen en moet u eventueel ingevoerde functies opnieuw programmeren.
4 Nl
Page 7

Snelstartgids

Snelstartgids
Hieronder wordt de makkelijkste manier beschreven waarop u van films op DVD kunt gaan genieten in uw eigen thuisbioscoop. Zie de bladzijden 11 t/m 15 voor details omtrent het opstellen van de luidsprekers.
Rechter voor-
Beeldscherm
Linker voor-
luidspreker
Midden-
luidspreker
DVD-speler
luidspreker
Linker surround-
luidspreker
Subwoofer
Linker surround
achter-luidspreker
Stap 1: Instellen van uw
luidsprekers
Rechter surround-
luidspreker
Rechter
surround achter-
luidspreker
P. 6

Voorbereiding: Controleer de onderdelen

Breng de volgende onderdelen in gereedheid.
Luidsprekers
Voor-luidsprekers ..............................x 2
Midden-luidspreker ...........................x 1
Surround-luidsprekers ......................x 4
Kies magnetisch afgeschermde luidsprekers. Minimaal heeft u in ieder geval twee voor­luidsprekers nodig. Hieronder staan de andere luidsprekers gerangschikt op volgorde van belangrijkheid:
1. Twee surround-luidsprekers
2. Midden-luidspreker
3. Eén (of twee) surround achter-luidspreker(s)
Actieve subwoofer .................................x 1
Kies een actieve subwoofer (een subwoofer met eigen versterking) met een RCA (tulpstekker) ingangsaansluiting.
Luidsprekerkabels .................................x 7
Subwooferkabel .....................................x 1
Kies een mono kabel of snoer met een RCA (tulp) stekker.
INLEIDING
Stap 2: Sluit uw DVD-speler en
andere componenten aan
P. 7
Stap 3: Druk op de SCENE 1 toets
P. 8
Geniet van uw DVD’s!
DVD-speler ..............................................x 1
Kies een DVD-speler met een coaxiaal digitale audio uitgangsaansluiting en met een composiet video uitgangsaansluiting.
Beeldscherm ...........................................x 1
Kies een TV, projector of ander beeldscherm met een composiet video ingangsaansluiting.
Videokabel ..............................................x 2
Kies een RCA (tulpstekker) composiet videokabel.
Coaxiaal digitale audiokabel .................x 1
y
U kunt ook twee subwoofers aansluiten op dit toestel. In een dergelijk geval dient u twee actieve subwoofers (met eigen versterker) en subwooferkabels voor te bereiden.
Nederlands
5 Nl
Page 8
Snelstartgids
R
D
E
Stap 1: Instellen van uw
luidsprekers
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit.
Voor-luidsprekers en midden-luidspreker
Stel uw luidsprekers op in uw kamer en sluit ze aan op dit toestel.
PRE OUT SUBWOOFER 1 aansluiting
AUDIO MULTI CH INPUT PRE OUT DOCK VIDEO
L
GND
R
MD/
IN
OUT
PHONO
CD
DTV/CBL DVR VCR
DVD
CD-R
(PLAY)
(REC)
DVD
MD/CD-R MD/CD-R
DIGITAL OUTPUT
ANTENNA
AM
GND
FM 75
UNBAL.
TRIGGER
REMOTE
OUT
+12V
IN OUT
15mA MAX.
321
4
OPTICAL COAXIAL
DIGITAL INPUT
FRONT B/ZONE B/ ZONE 2/PRESENCE
L
EXTRA SP
DVDCDDTV/CBL
65
RLR
SUB
OUTININ OUT
SURROUND
WOOFER
OUT
HDMI
DVR
DTV/CBLDVD
IN2 IN3IN1
SPEAKERS
SURROUND BACK/BI-AMPSURROUND
CENTERFRONT A
L
RLR
SINGLE
SINGLE CENTERCENTERFRONT (8CH)
SUR. BACKSURROUND
OUT
VIDEO
S VIDEO
1 2
DVDSUBWOOFERFRONTSB (8CH) ZONE 2
DTV/CBL
DVD
A B
PRP
B
AC OUTLETS
DVR
COMPONENT VIDEO
Y
OUTININ OUT
MONITOR
VCR
OUT
DTV/CBL
Y
PRP
B
C
DVRMONITOR OUT
Luidspreker-aansluitingen
1 Stel uw luidsprekers en uw subwoofer op in
de kamer.
2 Sluit luidsprekerkabels aan op elk van de
luidsprekers.
Let op dat u “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit
. De kabels zijn verschillend gekleurd of gevormd,
misschien een streep, groef of ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel en uw luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–” (zwarte) aansluitingen.
3
Verbind elk van de luidsprekerkabels met de corresponderende luidsprekeraansluiting op dit toestel.
12 3 4
4
Los Inbrengen Vast
Naar de rechter
voor-luidspreker
Naar de linker voor-
luidspreker
Naar de midden-luidspreker
Surround en surround achter-luidsprekers
Naar de rechter
surround-
luidspreker
Naar de linker surround-
luidspreker
Naar de rechter surround achter-luidspreker
Naar de linker surround achter­luidspreker
4 Verbind de subwooferkabel met de
SUBWOOFER PRE OUT 1 aansluiting van dit toestel en met de ingangsaansluiting van de subwoofer.
AV-receiverSubwoofer
CENTER
12
SUBWOOFER
DOCK
DVD
PRE OUT
SINGLE
SUR. BACK
ROUND
VID
S VI
1
Zorg ervoor dat de stekker van zowel dit toestel als die van de subwoofer allebei uit het stopcontact gehaald zijn.
2
Draai de blootliggende draadjes van de luidsprekerkabels netjes in elkaar om kortsluiting te voorkomen.
3
Zorg ervoor dat de blootliggende luidsprekerdraden elkaar niet kunnen raken.
4
Zorg ervoor dat de blootliggende
Ingangsaansluiting
Subwooferkabel
SUBWOOFER PRE OUT 1 aansluiting
y
U kunt ook een andere subwoofer aansluiten op de SUBWOOFER PRE OUT 2 aansluiting.
luidsprekerdraden nergens contact kunnen maken met metalen onderdelen van dit toestel.
6 Nl
Page 9
Stap 2: Sluit uw DVD-speler en
M
H
H
U
V
andere componenten aan
VIDEO MONITOR OUT aansluiting
DVD DIGITAL INPUT COAXIAL aansluiting
AUDIO MULTI CH INPUT PRE OUT DOCK VIDEO
L
GND
R
MD/
IN
OUT
PHONO
CD
DVD
CD-R
(PLAY)
(REC)
DVD
MD/CD-R MD/CD-R
321
4
OPTICAL COAXIAL
DIGITAL OUTPUT
DIGITAL INPUT
ANTENNA
FRONT B/ZONE B/ ZONE 2/PRESENCE
EXTRA SP
AM
GND
FM 75
UNBAL.
REMOTE
TRIGGER
OUT
+12V
IN OUT
15mA MAX.
DTV/CBL DVR VCR
DVDCDDTV/CBL
65
L
RLR
OUTININ OUT
SURROUND
WOOFER
DTV/CBLDVD
IN2 IN3IN1
SPEAKERS
CENTERFRONT A
L
Zorg ervoor dat de stekker van zowel dit toestel als die van de DVD-speler allebei uit het stopcontact gehaald zijn.
1 Verbind de coaxiaal digitale audiokabel met
de coaxiaal digitale audio uitgangsaansluiting van uw DVD-speler en met de DVD DIGITAL INPUT COAXIAL aansluiting van dit toestel.
DVD-speler
Coaxiaal digitale
uitgangsaansluiting
audio
Coaxiaal digitale
audiokabel
2 Verbind de videokabel met de composiet
video uitgangsaansluiting van uw DVD­speler en met de DVD VIDEO aansluiting van dit toestel.
DVD-speler
Composiet video
uitgangsaansluiting
Videokabel
SUB
HDMI
SURROUND BACK/BI-AMPSURROUND
D/
-R
OUT
DVR
RLR
SINGLE
AUDIO
AUDIO
OUT
(REC)
DTV/CBL
DVD
3
OPTICAL
DIGITAL INPUT
FRONT B/ZONE B/ ZONE 2/PRESENCE
EXTRA SP
R
SINGLE CENTERCENTERFRONT (8CH)
SUR. BACKSURROUND
OUT
DTV/CBL
DVD
4
L
AV-receiver
DOCK
DVD VIDEO aansluiting
VIDEO
S VIDEO
12
DVDSUBWOOFERFRONTSB (8CH) ZONE 2
DTV/CBL
A B
PRP
B
DVD
AC OUTLETS
DVR
COMPONENT VIDEO
Y
PRP
AV-receiver
FRONT (8C
T
U
O
IN
SB (8C
T
U
O
VCR
IN
DVR
DVD
SPEAKERS
CENTER
L
DVD DIGITAL INPUT COAXIAL aansluiting
VIDEO
DEO
IN
DVR
DTV/CBL
COMPONENT
DVD
Y
A
B
P
R
P
DVD VIDEO aansluiting
DVD
IN1
S
R
OUT
R
P
DVD
CD
6
5
COAXIAL
FRONT A
R
I
V
S VIDEO
DVD
OUTININ OUT
MONITOR
VCR
DTV/CBL
Y
B
C
DVRMONITOR OUT
y
Wanneer u een component aansluit die alleen voorzien is van een SCART aansluiting, dient u een geschikte converter (adapter) te gebruiken. De verbinding tussen de converter (adapter) en dit toestel hangt af van de signalen waarvoor de converter (adapter) geschikt is. Raadpleeg voor details de handleiding van de converter of adapter in kwestie.
• Dit toestel is niet in staat RGB signalen over te brengen.
3 Verbind de videokabel met de VIDEO
OUT
MONITOR OUT aansluiting van dit toestel en met de video ingangsaansluiting van uw beeldscherm.
EO
VID
OUT
IN
DVR
COMPONENT VIDEO
DVD
Y
B
P
Videokabel
AV-receiver
OUT
IN
VCR
DTV/CBL
B
B
P
R
P
MONITOR
Y
Beeldscherm
ingangsaansluiting
Video
4 Doe de stekker van dit toestel en de stekkers
van de andere apparatuur in het stopcontact.
y
Dit toestel is voorzien van AC OUTLET(S) (netstroomaansluiting(en)) via welke andere componenten van stroom kunnen worden voorzien (met uitzondering van modellen voor Korea). Zie bladzijde 28 voor details.
Voor andere aansluitingen
• Gebruiken van andere luidsprekercombinaties
• Aansluiten van een beeldscherm op verschillende manieren ☞ P. 20
• Aansluiten van een DVD-speler op verschillende manieren ☞ P. 21
• Aansluiten van een DVD-recorder of digitale videorecorder ☞ P. 22
Aansluiten van een ‘set-top box’
• (apart aansluitkastje; ontvanger of decoder)
• Aansluiten van een CD-speler, een MD-recorder of een draaitafel ☞ P. 23
• Aansluiten van een externe versterker ☞ P. 24
• Aansluiten van een DVD-speler via een analoge multikanaals audioverbinding ☞ P. 25
• Aansluiten van een Yamaha iPod universeel dock of Bluetooth adapter ☞ P. 25
• Gebruiken van de REMOTE IN/OUT aansluitingen
• Gebruiken van de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel ☞ P. 26
• Aansluiten van een FM/AM antenne ☞ P. 27
Snelstartgids
OUT
VIDEO MONITOR OUT aansluiting
P. 11
P. 22
P. 26
INLEIDING
Nederlands
7 Nl
Page 10
Snelstartgids

Stap 3: Druk op de SCENE 1 toets

Controleer wat voor soort luidsprekers er is aangesloten.
Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u “SP IMP.” op “6Ω MIN” zetten voor u dit toestel in gebruik neemt (zie bladzijde 28). Als voor-luidsprekers kan ook gebruik gemaakt worden van 4 Ohm luidsprekers (zie bladzijde 107).
1 Zet het beeldscherm aan en stel het
beeldscherm in op weergave van de signalen van dit toestel.
2 Druk op de
Dit toestel wordt ingeschakeld. De melding “DVD Movie Viewing” zal op het display op het voorpaneel verschijnen en dit toestel zal zijn eigen instellingen automatisch aanpassen aan DVD weergave.
y
De indicator van de SCENE toets zal oplichten wanneer dit toestel in de SCENE stand staat.
3
Verdraai JVOLUM E
S
SCENE1 toets.
om het volume te regelen.
Over de SCENE functie
Door op een SCENE toets te drukken kunt u dit toestel aan zetten en uw favoriete signaalbron en geluidsveldprogramma oproepen op basis van het SCENE sjabloon dat is toegewezen aan de SCENE toets. De SCENE sjablonen zijn vooringestelde combinaties van signaalbronnen en geluidsveldprogramma’s.
y
Als u een Yamaha product aansluit dat geschikt is voor SCENE bedieningssignalen, kan dit toestel de component in kwestie automatisch in werking stellen en de weergave laten beginnen. Raadpleeg de handleiding van de DVD-speler in kwestie voor meer informatie.
De standaard ingestelde SCENE sjablonen
Standaard
SCENE
toets
SCENE
1
SCENE
2
SCENE
3
SCENE
4
Naam en omschrijving van het
SCENE sjabloon
DVD Movie Viewing
– signaalbron: DVD
– geluidsveldprogramma: Sci-Fi Voor wanneer u naar een film wilt kijken via de aangesloten DVD-speler.
Music Disc Listening
– signaalbron: DVD
– geluidsveldprogramma: 2ch Stereo Voor wanneer u wilt luisteren naar een muziekdisc in de aangesloten DVD-speler.
TV Viewing
– signaalbron: DTV/CBL
– geluidsveldprogramma: Straight Voor wanneer u naar een televisieprogramma wilt kijken.
Radio Listening
– signaalbron: TUNER
– geluidsveldprogramma: 7ch Enhancer Voor wanneer u wilt luisteren naar een muziekprogramma van een FM radiozender.
*1
*2, *3, *4
Opmerking
Wanneer u de signaalbron of het geluidsveldprogramma verandert, zal de SCENE functie worden uitgeschakeld.
8 Nl
Opmerkingen
*1
U moet van tevoren een kabeltelevisie- of satellietontvanger aansluiten op dit toestel. Zie bladzijde 22 voor details.
*2
U dient van tevoren de meegeleverde FM en AM antennes aan te sluiten op dit toestel. Zie bladzijde 27 voor details.
*3
U moet van tevoren afstemmen op de gewenste radiozender. Zie de bladzijden 53 t/m 56 voor informatie over het afstemmen.
*4
Voor de best mogelijke ontvangst dient u de aangesloten AM ringantenne correct te richten, of dient u de positie van het uiteinde van de FM binnenantenne aan te passen.
y
U kunt de SCENE sjablonen die zijn toegewezen aan de SCENE toetsen veranderen. Zie bladzijde 37 voor details.
Page 11
Wanneer u klaar bent met dit toestel...
Druk op KMAIN ZONE ON/OFF om dit toestel uit (standby) te zetten.
Wanneer het uit (standby) staat, verbruikt het toestel nog steeds een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op de infraroodsignalen van de afstandsbediening. Om het toestel vanuit deze stand (uit (standby)) aan te
S
zetten, kunt u op de gewenste (of 4SCENE (of op EPOWER
) of KMAIN ZONE ON/OFF
). Zie bladzijde 29 voor details.
SCENE
toets
drukken
Snelstartgids

Wat wilt u doen met dit toestel?

Aanpassen van de SCENE instellingen
• Gebruiken van diverse SCENE instellingen
P. 37
• Uw eigen SCENE instellingen maken
P. 40
Gebruiken van diverse
signaalbronnen
• Basisbediening van dit toestel ☞ P. 42
• Luisteren naar FM/AM radioprogramma’s
P. 53
• Uw iPod gebruiken met dit toestel ☞ P. 60
• Gebruiken van Bluetooth components ☞ P. 62
Gebruiken van diverse weergavefuncties
• Gebruiken van diverse geluidsveldprogramma’s
P. 48
• Gebruiken van de directe weergavefunctie
(Pure Direct) voor natuurgetrouwe weergave
P. 52
• Aanpassen van de geluidsveldprogramma’s
P. 64
INLEIDING
Wijzigen van de instellingen van dit toestel
• Automatisch aanpassen van de
luidsprekerinstellingen aan uw kamer (AUTO SETUP) ☞ P. 32
• Handmatig wijzigen van de diverse instellingen
van dit toestel ☞ P. 72
• Instellen van de afstandsbediening ☞ P. 92
• Aanpassen van de geavanceerde instellingen
P. 107
Extra functies
• Automatisch uitschakelen van dit toestel
P. 47
Nederlands
9 Nl
Page 12

VERBINDINGEN

Achterpaneel

Verbindingen
123456
L
GND
R
PHONO
CD
MD/CD-R MD/CD-R
DIGITAL OUTPUT
ANTENNA
AM
GND
FM 75
UNBAL.
REMOTE
+12V
IN OUT
15mA MAX.
AUDIO MULTI CH INPUT PRE OUT DOCK VIDEO
SUB
SURROUND
WOOFER
OUT
HDMI
DVR
DTV/CBLDVD
IN2 IN3IN1
SURROUND BACK/BI-AMPSURROUND
L
R
R
TRIGGER
OUT
(PLAY)
MD/
IN
CD-R
OUT
DVD
DTV/CBL DVR VCR
(REC)
DVD
321
4
OPTICAL COAXIAL
DIGITAL INPUT
FRONT B/ZONE B/ ZONE 2/PRESENCE
L
EXTRA SP
R
OUTININ OUT
DVDCDDTV/CBL
65
R
SPEAKERS
CENTERFRONT A
L
SINGLE
SINGLE CENTERCENTERFRONT (6CH)
12
SUR. BACKSURROUND
OUT
L
VIDEO
S VIDEO
DVDSUBWOOFERFRONTSB (8CH) ZONE 2
DTV/CBL
PRP
DVD
A B
B
AC OUTLETS
78 9 0A B
8
Naam
1 AUDIO aansluitingen
DIGITAL INPUT/OUTPUT
Bladzijde
21
17-23
TRIGGER OUT aansluiting
Dit is een bedieningsaansluiting voor aangepaste installaties.
aansluitingen
2 MULTI CH INPUT aansluitingen 3 ZONE2 OUT aansluitingen 4 PRE OUT aansluitingen 5 DOCK aansluiting
6
Aansluitingen voor video-apparatuur
25
104
24
25
17-22
(VIDEO en S VIDEO) COMPONENT VIDEO
17-22
aansluitingen
7 ANTENNA aansluitingen 8 REMOTE IN/OUT aansluitingen 9 Luidspreker-aansluitingen 0 HDMI aansluitingen A VOLTAGE SELECTOR
27
26
11-16
18
4
(Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen)
B AC OUTLET(S)
28
DVR
COMPONENT VIDEO
Y
PRP
OUTININ OUT
MONITOR
VCR
OUT
DTV/CBL
Y
B
C
DVRMONITOR OUT
10 Nl
Page 13
Verbindingen

Luidsprekers opstellen

Hieronder ziet u de door ons aanbevolen opstelling van de luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van CINEMA DSP en multikanaals audio.
7.1-kanaals luidsprekeropstelling
Een 7.1-kanaals luidsprekeropstelling wordt ten zeerste aanbevolen voor de weergave van zowel audioformaten met hoge definitie (Dolby TrueHD, DTS-HD Master Audio, enz.) als conventionele audiobronnen met gebruikmaking van geluidsveldprogramma’s. Zie bladzijde 14 voor informatie over de vereiste verbindingen.
y
We raden u aan ook zogenaamde ‘aanwezigheidsluidsprekers’ toe te voegen voor de effectgeluiden van het CINEMA DSP geluidsveldprogramma. Zie bladzijde 13 voor details.
VOORBEREIDINGEN
80˚
SBL
30˚
60˚
C
FR
SR
SR
SBR
FL
SW
C
SL
FR
SW
SR
SBL
SBR
FL
SL
SL
30 cm of meer
Luidsprekeraanduidingen FL/FR: Links/rechts voor
C: Midden SL/SR: Links/rechts surround SBL/SBR: Links/rechts surround-achter SW: Subwoofer
Linker en rechter voor-luidsprekers
De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van het hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op gelijke afstand van de ideale luisterplek. De afstanden van deze luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk zijn.
Midden-luidspreker
De midden-luidspreker is voor weergave van het middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een of andere reden niet mogelijk is om een midden-luidspreker te gebruiken, kunt u ook zonder. De beste resultaten krijgt u echter met een volledig systeem.
Linker en rechter surround-luidsprekers
De surround-luidsprekers worden gebruikt voor omhullende surroundweergave en effecten.
Linker en rechter surround achter-luidsprekers
De surround achter-luidsprekers geven een aanvulling op de surround-luidsprekers en zorgen voor realistischer overgangen van voor naar achter.
Subwoofer(s)
Een subwoofer met ingebouwde eindversterker, zoals het Yamaha Active Servo Processing Subwoofer System, zorgt niet alleen voor een effectieve versterking van de lage tonen in sommige of alle kanalen, maar ook voor een natuurgetrouwe hi-fi (high fidelity) reproductie van het LFE (lage frequentie effecten) kanaal in Dolby Digital en DTS geluidsmateriaal. U kunt één of twee subwoofer(s) aansluiten op dit toestel. Wanneer u twee subwoofers gebruikt, krijgt u een nog diepere basweergave. De opstelling van de subwoofer is niet zo belangrijk, want de zeer lage tonen zijn niet erg richtingsgevoelig. U kunt de subwoofer het beste in de buurt van de voor­luidsprekers plaatsen. Richt hem een beetje naar het midden van de ruimte om weerkaatsing via de wanden te verminderen.
y
Wanneer u twee subwoofers gebruikt, dient u voor beide hetzelfde type en dezelfde weergavekarakteristieken in te stellen. Plaats beide subwoofers op dezelfde afstand van de luisterplek. Het signaal dat wordt gereproduceerd via de SUBWOOFER PRE OUT 2 aansluiting is hetzelfde als het signaal dat wordt gereproduceerd via de SUBWOOFER PRE OUT 1 aansluiting.
Nederlands
11 Nl
Page 14
Verbindingen
6.1-kanaals luidsprekeropstelling
Zie bladzijde 14 voor meer informatie over deze aansluitingen.
y
We raden u aan ook zogenaamde ‘aanwezigheidsluidsprekers’ toe te voegen voor de effectgeluiden van het CINEMA DSP geluidsveldprogramma. Zie bladzijde 13 voor details.
FR
FL
SW
FL
C
SL
C
FR
SW
Luidsprekeraanduidingen FL/FR: Links/rechts voor
30˚
SL
60˚
SL
80˚
SB
C: Midden SL/SR: Links/rechts
SR
SB: Surround achter SW: Subwoofer
SR
SR
SB
surround
5.1-kanaals luidsprekeropstelling
Zie bladzijde 14 voor meer informatie over deze aansluitingen.
y
We raden u aan ook zogenaamde ‘aanwezigheidsluidsprekers’ toe te voegen voor de effectgeluiden van het CINEMA DSP geluidsveldprogramma. Zie bladzijde 13 voor details.
FR
SW
SR
SL
Luidsprekeraanduidingen FL/FR: Links/rechts voor
C: Midden SL/SR: Links/rechts
surround
SR
SW: Subwoofer
SR
SL
SL
FL
SW
FL
80˚
60˚
30˚
C
C
FR
Linker en rechter voor-luidsprekers Midden-luidspreker Linker en rechter surround-luidsprekers Subwoofer(s)
De functies en instellingen voor elk van de luidsprekers zijn hetzelfde als voor de overeenkomstige luidsprekers in de 7.1-kanaals luidsprekeropstelling (zie bladzijde 11).
Surround achter-luidspreker
Verbind een enkele surround-luidspreker met de SURROUND BACK SINGLE luidsprekeraansluiting en plaats de enkele surround achter-luidspreker recht achter de luisterplek. De linker en rechter surround achterkanalen worden gemengd en weergegeven via de enkele surround achter-luidspreker wanneer u “SUR.B L/R SP” instelt op “SMLx1” of “LRGx1” (zie bladzijde 78).
Linker en rechter voor-luidsprekers Midden-luidspreker Subwoofer(s)
De functies en instellingen voor elk van de luidsprekers zijn hetzelfde als voor de overeenkomstige luidsprekers in de 7.1-kanaals luidsprekeropstelling (zie bladzijde 11).
Linker en rechter surround-luidsprekers
Verbind de surround-luidsprekers met de SURROUND luidsprekeraansluitingen, ook al plaatst u de surround­luidsprekers direct achter de luisterplek. Voor een gelijkmatig en ononderbroken geluidsveld achter de luisterplek dient u de linker en rechter surround-luidsprekers verder naar achteren te plaatsen in vergelijking met de 7.1-kanaals luidsprekeropstelling. De signalen voor het surround­achterkanaal zullen naar de linker en rechter surround­luidsprekers worden gestuurd wanneer “SUR.B L/R SP” is ingesteld op “NONE” (zie bladzijde 78).
Voor andere luidsprekercombinaties
U kunt luisteren naar multikanaals materiaal met geluidsveldprogramma’s door een andere luidsprekercombinatie te gebruiken dan de 7.1/6.1/5.1-kanaals luidsprekercombinaties. Gebruik de automatische instelfunctie (zie bladzijde 32) of stel de “SPEAKER SET” parameters onder “MANUAL SETUP” (zie bladzijde 77) zo in dat de surroundsignalen worden weergegeven via de aangesloten luidsprekers.
12 Nl
Page 15
Verbindingen
Gebruiken van “Aanwezigheidsluidsprekers”
De zogenaamde ‘aanwezigheids’-luidsprekers geven een aanvulling op de weergave via de voor-l en surround achter­luidsprekers met extra omgevingseffecten geproduceerd door de geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 48). Met behulp van de aanwezigheidsluidsprekers kunt u de verticale positie van de dialoog (gesproken tekst) regelen (zie bladzijde 65). Om aanwezigheidsluidsprekers te kunnen gebruiken, dient u deze aan te sluiten op de EXTRA SP aansluiting (zie bladzijde 14) en dient u “EXTRA SP ASSIGN” in te stellen op “PRESENCE” (zie de bladzijden 33 en 77).
1,8 m
of meer
0,5 t/m 1 m
FL
0,5 t/m 1 m
Luidsprekeraanduidingen
PRPL
FL: Links voor FR: Rechts voor
VOORBEREIDINGEN
C: Midden PL: Links voor aanwezigheid PR: Rechts voor aanwezigheid
FR
1,8 m of meer
C
13 Nl
Nederlands
Page 16
Verbindingen

Aansluiten van luidsprekers

Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de verbindingen niet goed goed zijn, zal dit toestel de signaalbronnen niet correct kunnen weergeven.
Let op
• Voor u de luidsprekers aansluit moet u ervoor zorgen dat de stekker uit het stopcontact gehaald is. Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de metalen onderdelen
• van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken. Als de luidsprekerdraden kortsluiting maken, zal “CHECK SP WIRES” verschijnen op het display op het voorpaneel wanneer u dit toestel aan zet.
• Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm storen, zet de luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan.
• Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u “SP IMP.” op “6 MIN” instellen voor u dit toestel in gebruik neemt (zie bladzijde 28). Als voor-luidsprekers kan ook gebruik gemaakt worden van 4 Ohm luidsprekers. Voor details omtrent de instelling van de luidsprekerimpedantie, zie bladzijde 107.
Opmerking
Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden naast elkaar. De kabels zijn verschillend gekleurd of gevormd, misschien een streep, groef of ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel en uw luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–” (zwarte) aansluitingen.
Voor de 7.1-kanaals luidsprekerinstelling
EXTRA SP aansluitingen
Hierop kunt u een alternatief voor-luidsprekersysteem (FRONT B), voor-luidsprekersystemen in een andere ruimte (ZONE B), aanwezigheidsluidsprekers, of Zone 2 luidsprekers aansluiten. Om de functie te bepalen van de luidsprekers die zijn verbonden met de EXTRA SP aansluitingen, dient u de “EXTRA SP ASSIGN” parameter in het “SOUND MENU” in te stellen (zie bladzijde 77).
y
U kunt de functie van de luidsprekers die zijn verbonden met de EXTRA SP aansluitingen ook bepalen via de “AUTO SETUP” (zie bladzijde 33).
Subwoofers
(optioneel)
L
GND
R
PHONO
ANTENNA
UNBAL.
REMOTE
IN OUT
AM
GND
FM
75
IN
CD
(PLAY)
MD/CD-R MD/CD-R
DIGITAL OUTPUT
TRIGGER
OUT
+12V 15mA MAX.
MD/
CD-R
Voor-luidsprekers
(FRONT A)
AUDIO MULTI CH INPUT PRE OUT DOCK VIDEO
OUT
DVD
DTV/CBL DVR VCR
(REC)
DVD
321
4
OPTICAL COAXIAL
DIGITAL INPUT
FRONT B/ZONE B/ ZONE 2/PRESENCE
L
EXTRA SP
R
OUTININ OUT
DVDCDDTV/CBL
65
R
SPEAKERS
CENTERFRONT A
L
SUB
SURROUND
WOOFER
OUT
HDMI
DVR
DTV/CBLDVD
IN2 IN3IN1
SURROUND BACK/BI-AMPSURROUND
L
R
R
SINGLE
SINGLE CENTERCENTERFRONT (6CH)
12
SUR. BACKSURROUND
OUT
L
VIDEO
S VIDEO
DVDSUBWOOFERFRONTSB (8CH) ZONE 2
DTV/CBL
PRP
A B
Midden-luidspreker
Surround-luidsprekers
Rechts
Surround achter-
LinksLinks LinksRechtsRechts
luidsprekers
DVD
B
AC OUTLETS
DVR
COMPONENT VIDEO
Y
PRP
C
VCR
OUTININ OUT
DTV/CBL
B
DVRMONITOR OUT
MONITOR
Y
OUT
14 Nl
Page 17
Voor de 6.1-kanaals luidsprekerinstelling
Midden-luidspreker
EXTRA SP aansluitingen
(zie bladzijde 14)
AUDIO MULTI CH INPUT PRE OUT DOCK
Verbindingen
(optioneel)
SINGLE CENTERCENTERFRONT (6CH)
MD/
OUT
N
DVD
CD-R
AY)
/CD-R
R
X.
DTV/CBL DVR VCR
(REC)
DVD
32
4
OPTICAL COAXIAL
DIGITAL INPUT
FRONT B/ZONE B/ ZONE 2/PRESENCE
L
EXTRA SP
R
Voor-luidsprekers
OUTININ OUT
DVDCDDTV/CBL
65
R
SPEAKERS
CENTERFRONT A
L
LinksRechts
SUB
SURROUND
WOOFER
OUT
HDMI
DVR
DTV/CBLDVD
IN2 IN3IN1
SURROUND BACK/BI-AMPSURROUND
L
R
R
LinksRechts
Surround-luidsprekers
(FRONT A)
Voor de 5.1-kanaals luidsprekerinstelling
Midden-luidspreker
EXTRA SP aansluitingen
(zie bladzijde 14)
AUDIO MULTI CH INPUT PRE OUT DOCK
SINGLE
12
SUR. BACKSURROUND
SUBWOOFERFRONTSB (8CH) ZONE 2
OUT
L
Subwoofers
VOORBEREIDINGEN
Links (SINGLE)
Surround achter-
luidspreker
(optioneel)
SINGLE CENTERCENTERFRONT (6CH)
MD/
IN
OUT
DVD
CD-R
LAY)
/CD-R
R
X.
DTV/CBL DVR VCR
(REC)
DVD
32
4
OPTICAL COAXIAL
DIGITAL INPUT
FRONT B/ZONE B/ ZONE 2/PRESENCE
L
EXTRA SP
R
Voor-luidsprekers
(FRONT A)
OUTININ OUT
DVDCDDTV/CBL
65
R
SPEAKERS
CENTERFRONT A
L
SUB
SURROUND
WOOFER
OUT
HDMI
DVR
DTV/CBLDVD
IN2 IN3IN1
L
R
OUT
SURROUND BACK/BI-AMPSURROUND
L
R
SINGLE
SUR. BACKSURROUND
12
SUBWOOFERFRONTSB (8CH) ZONE 2
Subwoofers
Nederlands
LinksRechts
Surround-luidsprekers
LinksRechts
15 Nl
Page 18
Verbindingen
Aansluiten van de luidsprekerkabel
1 Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie
van het uiteinde van elk van de luidsprekerdraden en draai vervolgens de blootliggende draadjes netjes in elkaar om kortsluiting te voorkomen.
10 mm
2 Draai de knop los.
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
Gebruiken van bi-amp (tweevoudige versterking) aansluitingen
Let op
Verwijder de kortsluitplaatjes of -bruggen van uw luidsprekers om de LPF (Laag doorlaatfilter) en HPF (Hoog doorlaatfilter) crossovers van elkaar te scheiden.
Dit toestel stelt u in staat zg. bi-amp (dubbele bedrading of dubbele versterker-) aansluitingen te gebruiken voor een enkel luidsprekersysteem. Controleer eerst of uw luidsprekers geschikt zijn voor bi-amp dubbele bedrading of dubbele versterkeraansluitingen. Om bi-amp dubbele versterkeraansluitingen mogelijk te maken, dient u de FRONT en SURROUND BACK/BI­AMP aansluitingen te gebruiken zoals hieronder staat aangegeven. Om bi-amp dubbele versterkeraansluitingen mogelijk te maken, dient u “BI-AMP” in te stellen op “ON” in de “ADVANCED SETUP” (zie bladzijde 110).
Voor-luidsprekers
LinksRechts
3 Steek een ontbloot draadeind in het gat aan
de zijkant van de aansluiting.
4 Draai de draad vervolgens met de knop weer
vast.
FRONT A
R
L
Dit toestel
SURROUND BACK/
BI-AMP
R
SINGLE
L
Opmerking
Wanneer u conventionele luidsprekeraansluitingen maakt, moet u ervoor zorgen dat de kortsluitplaatjes of -bruggen op de juiste manier op de aansluitingen worden geïnstalleerd. Raadpleeg de handleiding van de luidsprekers in kwestie voor details.
16 Nl
Page 19

Informatie over aansluitingen en stekkers

Gebruik een bepaald type audio- en/of video-aansluitingen waarmee uw signaalbronnen ook zijn uitgerust.
Verbindingen
Audio-aansluitingen en stekkers
AUDIO
L
L
Linker en
audiostekkers
R
(Rood)(Wit) (Oranje)
R
rechter
analoge
DIGITAL
COAXIAL
C
Coaxiaal
digitale
audiostekker
DIGITAL
OPTICAL
O
Optisch
digitale
audiostekker
Audio-aansluitingen
Dit toestel heeft drie soorten audio-aansluitingen. Welke aansluiting u nodig heeft hangt af van de audio­aansluitingen van uw andere apparatuur.
AUDIO aansluitingen
Voor conventionele analoge audiosignalen via linker en rechter analoge audiokabels. Verbind de rode stekkers met de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen.
DIGITAL COAXIAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via coaxiaal digitale audiokabels.
DIGITAL OPTICAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via optisch digitale audiokabels.
Opmerking
U kunt de digitale aansluitingen gebruiken voor PCM, Dolby Digital en DTS ingangssignalen. Wanneer u een bepaalde component zowel met de COAXIAL als met de OPTICAL aansluiting verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen. Optische ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen met een maximale bemonsteringsfrequentie van 96 kHz.
Video-aansluitingen en stekkers
VIDEO S VIDEO
(Geel) (Groen)(Blauw)(Rood)
V
Composiet
videostekker
S
S-videostekker Component
COMPONENT VIDEO
P
PB
R
videostekkers
YR P B P
Y
Video-aansluitingen
Dit toestel heeft drie soorten video-aansluitingen. Welke aansluiting u nodig heeft hangt af van de ingangsaansluitingen van uw beeldscherm.
VIDEO aansluitingen
Voor conventionele composiet videosignalen die worden overgebracht via composiet videokabels.
S VIDEO aansluitingen
Voor S-video signalen, in luminantie (Y) en kleur (C) gescheiden videosignalen die worden doorgegeven via aparte draden in speciale S-videokabels.
COMPONENT VIDEO aansluitingen
Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en kleur (P
B, PR) gescheiden videosignalen die worden
doorgegeven via aparte draden in speciale component videokabels.
y
Dit toestel is uitgerust met een videoconversiefunctie. Zie de bladzijden 19 en 88 voor details.
VOORBEREIDINGEN
17 Nl
Nederlands
Page 20
Verbindingen

Informatie over HDMI™

HDMI geschikte signalen
Audiosignalen
Audiosignaaltypen
2-kanaals Lineair PCM
Multikanaals Lineair PCM
DSD 2/5.1-kanaals,
Bitstroom Dolby Digital, DTS DVD-Video, enz.
Bitstromen (‘High definition’ audio)
Audiosignaal
formaten
2ch, 32-192 kHz, 16/20/24 bit
8-kanaals, 32-192 kHz, 16/20/24 bits
2,8224 MHz, 1 bit
Dolby TrueHD, Dolby Digital Plus, DTS-HD Master Audio, DTS-HD High Resolution Audio, DTS Express
y
• Als de signaalbron van het ingangssignaal de bitstroom audiosignalen voor audiocommentaren kan decoderen, kunt u de audiobronnen laten weergeven met de audiocommentaren teruggemengd via de volgende aansluitingen: – multikanaals analoge audio ingangssignalen (zie bladzijde 25) – DIGITAL INPUT OPTICAL (of COAXIAL)
• Raadpleeg de bij de signaalbron behorende handleidingen en stel de apparatuur op de juiste manier in.
Compatibele
media
CD, DVD-Video, DVD-Audio, enz.
DVD-Audio, Blu-ray Disc, HD DVD, enz.
SA-CD, enz.
Blu-ray Disc, HD DVD, enz.
Videosignalen
Dit toestel is compatibel met videosignalen met de volgende resoluties:
Videosignaalformaten
– 480i/60 Hz – 576i/50 Hz – 480p/60 Hz – 576p/50 Hz – 720p/60 Hz, 50 Hz – 1080i/60 Hz, 50 Hz – 1080p/60 Hz, 50 Hz, 24 Hz
Standaard ingangstoewijzing voor HDMI ingangsaansluitingen
HDMI
ingangsaansluiting
IN1 DVD IN2 DTV/CBL IN3 DVR
Toegewezen signaalbron
HDMI aansluiting en stekker
HDMI
Opmerkingen
• Wanneer er een DVD-Audio met CPPM kopieerbeveiliging wordt weergegeven, is het mogelijk, afhankelijk van het type DVD-speler, dat er geen video- en audiosignalen worden gereproduceerd.
• Dit toestel is niet geschikt voor niet met HDCP compatibele HDMI of DVI apparatuur.
• Om bitstroom audiosignalen te decoderen met dit toestel dient u de signaalbron op de juiste manier in te stellen zodat deze de bitstroom audiosignalen onveranderd reproduceert (en niet zelf decodeert). Raadpleeg de bijbehorende handleidingen voor details.
• Dit toestel is niet geschikt voor de audiocommentaarfuncties (bijvoorbeeld speciaal audiomateriaal dat is gedownload via het Internet) van Blu-ray Disc of HD DVD. Dit toestel is niet in staat de audiocommentaren van Blu-ray Disc of HD DVD materiaal weer te geven.
HDMI stekker
y
• We raden u aan een HDMI kabel te gebruiken die korter is dan 5 meter en die duidelijk voorzien is van het HDMI logo.
• Gebruik een conversiekabel (HDMI aansluiting DVI-D aansluiting) om dit toestel aan te sluiten op andere DVI apparatuur.
Opmerkingen
• Maak de kabel niet vast aan of koppel deze niet los van dit toestel en zorg ervoor dat de stroom voor de HDMI componenten die zijn verbonden met de HDMI OUT aansluiting van dit toestel niet uitgeschakeld wordt terwijl er gegevens worden overgebracht. Hierdoor kan de weergave worden onderbroken of kan storing worden veroorzaakt.
Als u een beeldscherm dat is verbonden met de HDMI OUT aansluiting via een DVI verbinding uit zet, is het mogelijk dat dit toestel geen verbinding meer met de component tot stand kan brengen.
• Analoge videosignalen die binnenkomen via de composiet, S-video en component video-aansluitingen kunnen digitaal worden omgezet en opgewaardeerd zodat ze gereproduceerd kunnen worden via de HDMI OUT aansluiting. Zet “VIDEO CONV.” op “ON” via de “MANUAL SETUP” om deze functie in te schakelen (zie bladzijde 88).
18 Nl
Page 21

Stroomschema audio- en videosignalen

Verbindingen
Stroomschema audiosignalen
UitgangIngang
HDMI
DIGITAL AUDIO
(COAXIAL)
DIGITAL AUDIO
(OPTICAL)
AUDI O
Digitaal uitgangssignaal
Analoog uitgangssignaal
Opmerkingen
• 2-Kanaals en multikanaals PCM, Dolby Digital en DTS signalen die binnenkomen via de HDMI IN ingangsaansluitingen kunnen alleen worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting wanneer “S.AUDIO” is ingesteld op “OTHER” (zie bladzijde 91).
• Audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN aansluitingen worden niet gereproduceerd via de AUDIO en DIGITAL OUTPUT uitgangsaansluitingen.
Stroomschema videosignalen
UitgangIngang
HDMI
COMPONENT
VIDEO
S VIDEO
VIDEO
Door
Video conversie ON (zie bladzijde 88)
Opmerkingen
• Wanneer er videosignalen binnenkomen via de HDMI, COMPONENT VIDEO, S VIDEO en VIDEO aansluitingen, zal aan deze signalen als volgt de voorkeur worden gegeven:
1. HDMI
2. COMPONENT VIDEO
3. S VIDEO
4. VIDEO
• Digitale videosignalen die binnenkomen via de HDMI IN aansluitingen kunnen niet worden gereproduceerd via de analoge video uitgangsaansluitingen.
• Analoge component videosignalen met een resolutie van 480i NTSC)/576i (PAL) (geïnterlinieerd) worden omgezet naar S-video of composiet videosignalen en gereproduceerd via de S VIDEO MONITOR OUT en VIDEO MONITOR OUT aansluitingen.
• De analoge component videosignalen met een resolutie van 1080p worden alleen gereproduceerd via de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT aansluitingen.
• Gebruik de “HDMI RES.” parameter onder “VIDEO SET” om de analoge videosignalen die worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting te de-interliniëren en om de resolutie ervan aan te passen (zie bladzijde 89).
VOORBEREIDINGEN
19 Nl
Nederlands
Page 22
Verbindingen

Aansluiten van een beeldscherm of projector

Verbind uw TV (of projector) met de HDMI OUT aansluiting, de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT aansluitingen, de S VIDEO MONITOR OUT aansluiting of met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit toestel.
Zorg ervoor dat de stekkers van zowel dit toestel als die van de andere apparatuur uit het stopcontact gehaald zijn.
y
• Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI audiosignalen wilt laten weergeven via dit toestel zelf of via een andere HDMI component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting van dit toestel. Gebruik de “S.AUDIO” parameter in het “OPTION MENU” om de component te selecteren die de HDMI audiosignalen moet weergeven (zie bladzijde 91).
• Wanneer u de in de televisie ingebouwde ontvanger als signaalbron gebruikt, dient u de digitale of analoge audio uitgangsaansluitingen van de televisie te verbinden met de digitale of analoge ingangsaansluitingen van dit toestel. Raadpleeg “Aansluiten van een ‘set-top box’ (apart aansluitkastje; ontvanger of decoder)” op bladzijde 22 voor informatie over de aansluitingen.
Opmerkingen
• Als er een beeldscherm is aangesloten op dit toestel via een DVI verbinding, kunt u mogelijk niet volledig gebruik maken van de HDMI functies.
• Sommige via een DVI verbinding op dit toestel aangesloten beeldschermen kunnen geen binnenkomende HDMI audio-/ videosignalen herkennen wanneer ze uit (standby) staan. In een dergelijk geval zal de HDMI indicator onregelmatig knipperen.
• Als het aangesloten beeldscherm geschikt is voor automatische audio en video synchronisatie (automatische ‘lip sync’ functie), zal dit toestel de timing van de audio en video automatisch aanpassen (zie bladzijde 84). Verbind het beeldscherm met de HDMI OUT aansluiting van dit toestel om om deze functie te kunnen gebruiken.
AUDIO MULTI CH INPUT PRE OUT DOCK VIDEO
/-ROUT
DVD
(REC)
DVD
3
4
OPTICAL COAXIAL
DIGITAL INPUT
FRONT B/ZONE B/ ZONE 2/PRESENCE
EXTRA SP
R
Optische uitgang
TV (of projector)
DTV/CBL DVR VCR
DVDCDDTV/CBL
65
L
O
L
R
OUTININ OUT
SPEAKERS
SUB
SURROUND
WOOFER
OUT
HDMI
DVR
DTV/CBLDVD
IN2 IN3IN1
L
R
OUT
SURROUND BACK/BI-AMPSURROUNDCENTERFRONT A
L
R
SINGLE
HDMI ingang Component video ingang S-video ingang Video ingang
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan (Eén voor de videoverbinding en één voor de audioverbinding)
SINGLE CENTERCENTERFRONT (6CH)
SUR. BACKSURROUND
12
VIDEO
S VIDEO
DVDSUBWOOFERFRONTSB (8CH) ZONE 2
DTV/CBL
DVR
COMPONENT VIDEO
DVD
A B
Y
PRP
B
AC OUTLETS
Y
PRPB
PRP
VCR
C
OUTININ OUT
DTV/CBL
B
DVRMONITOR OUT
MONITOR
Y
OUT
S
V
20 Nl
Page 23

Aansluiten van andere componenten

Zorg ervoor dat de stekkers van zowel dit toestel als die van de andere apparatuur uit het stopcontact gehaald zijn.
Opmerkingen
• Wanneer “VIDEO CONV.” is ingesteld op “OFF” (zie bladzijde 88) moet u hetzelfde soort video-aansluitingen gebruiken als u gebruikt heeft om uw TV aan te sluiten (zie bladzijde 20). Als u bijvoorbeeld uw TV heeft verbonden met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit toestel, dan dient u uw andere component te verbinden met de VIDEO aansluitingen.
Aansluiten van een DVD-speler
Verbindingen
• Wanneer “VIDEO CONV.” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 88), worden de omgezette videosignalen alleen gereproduceerd via de MONITOR OUT aansluitingen. Om iets op te nemen moet u gebruik maken van hetzelfde soort video­aansluitingen tussen alle betrokken componenten.
• Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL INPUT of DIGITAL OUTPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te selecteren voor “OPTICAL OUT”, “OPTICAL IN”, of “COAXIAL IN” bij “I/O ASSIGNMENT” (zie bladzijde 85).
Wanneer u uw DVD-speler zowel met de DIGITAL INPUT (OPTICAL) als met de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen.
VOORBEREIDINGEN
Optische uitgang Coaxiale uitgang
DVD-speler
S-video uitgang Video uitgang
Component video uitgang
OUTININ OUT
SPEAKERS
HDMI uitgang
SUB
SURROUND
WOOFER
HDMI
DTV/CBLDVD
IN2 IN3IN1
L
R
PR PB Y
SINGLE CENTERCENTERFRONT (6CH)
12
OUT
DVR
SURROUND BACK/BI-AMPSURROUNDCENTERFRONT A
R
SUR. BACKSURROUND
OUT
L
SINGLE
V
VIDEO
S VIDEO
DVDSUBWOOFERFRONTSB (8CH) ZONE 2
DTV/CBL
PRP
S
DVR
COMPONENT VIDEO
DVD
A B
Y
PRP
B
AC OUTLETS
C
VCR
OUTININ OUT
DTV/CBL
B
DVRMONITOR OUT
MONITOR
Y
OUT
Audio uitgang
C
O
L
GND
R
PHONO
ANTENNA
UNBAL.
REMOTE
IN OUT
GND
75
CD
MD/CD-R MD/CD-R
DIGITAL OUTPUT
AM
FM
TRIGGER
OUT
+12V 15mA MAX.
(PLAY)
MD/
IN
CD-R
21
RL
AUDIO MULTI CH INPUT PRE OUT DOCK VIDEO
OUT
DVD
DTV/CBL DVR VCR
(REC)
DVD
3
OPTICAL COAXIAL
DIGITAL INPUT
FRONT B/ZONE B/ ZONE 2/PRESENCE
EXTRA SP
R
DVDCDDTV/CBL
4
65
L
L
R
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan (Eén voor de videoverbinding en één voor de audioverbinding)
21 Nl
Nederlands
Page 24
Verbindingen
R
L
AUDIO MULTI CH INPUT PRE OUT DOCK VIDEO
COMPONENT VIDEO
HDMI
DVDSUBWOOFERFRONTSB (8CH) ZONE 2
OUT
SUB
WOOFER
SUR. BACKSURROUND
SINGLE CENTERCENTERFRONT (6CH)
SURROUND
DVD
DTV/CBL
S VIDEO
VIDEO
DTV/CBL
DVR VCR
OUTININ OUT
12
DVD
DVDCDDTV/CBL
DVD
DVR
OUT
DTV/CBLDVD
MD/CD-R MD/CD-R
PHONO
GND
CD
MD/ CD-R
IN
(PLAY)
OUT (REC)
DTV/CBL DVR VCR
OUTININ OUT
MONITOR
OUT
65
4
321
Y
PRP
B
Y
PRP
B
A B
Aansluiten van een DVD-recorder, PVR of videorecorder
Audio uitgang
Videorecorder
S-video uitgang S-video ingang
Audio ingang
R LR L
L
GND
R
PHONO
CD
MD/CD-R MD/CD-R
DIGITAL
OUTPUT
ANTENNA
AUDIO MULTI CH INPUT PRE OUT DOCK VIDEO
MD/
IN
OUT
CD-R
(PLAY)
(REC)
DVD
321
OPTICAL COAXIAL
FRONT B/ZONE B/ ZONE 2/PRESENCE
DVD
DTV/CBL DVR VCR
4
DIGITAL INPUT
L
R
OUTININ OUT
DVDCDDTV/CBL
65
L
SPEAKERS
R
SURROUND
DTV/CBLDVD
IN2 IN3IN1
HDMI uitgang
SUB
WOOFER
HDMI
OUT
DVR
SURROUND BACK/BI-AMPSURROUNDCENTERFRONT A
SINGLE CENTERCENTERFRONT (6CH)
SUR. BACKSURROUND
OUT
Video uitgang
S
V
Video uitgang
12
S-video uitgang
Video ingang
VIDEO
S VIDEO
DVDSUBWOOFERFRONTSB (8CH) ZONE 2
DTV/CBL
DVR
COMPONENT VIDEO
DVD
AB
Y
PRP
PRP
B
S
V
V
S-video ingang
Audio ingang
Audio uitgang
Video ingang
Component video uitgang
DVD-recorder of PVR
Aansluiten van een ‘set-top box’ (apart aansluitkastje; ontvanger of decoder)
V
OUTININ OUT
VCR
DTV/CBL
B
C
DVRMONITOR OUT
S
MONITOR
OUT
Y
Y PB PR
S
Satellietontvanger,
kabel-tv ontvanger of
Optische uitgang
HDTV-decoder
S-video uitgang Video uitgang
Audio uitgang
Component video uitgang
HDMI uitgang
O
R L
Y PB PR
V
S
geeft aanbevolen verbindingen aan geeft alternatieve verbindingen aan
(Eén voor de videoverbinding en één voor de audioverbinding)
22 Nl
Page 25
Verbindingen
T
S
T
S
Aansluiten van audiocomponenten
Opmerkingen
• Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL INPUT of DIGITAL OUTPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te selecteren voor “OPTICAL OUT”, “OPTICAL IN”, of “COAXIAL IN” bij “I/O ASSIGNMENT” (zie bladzijde 85).
• Verbind uw draaitafel met de GND aardaansluiting van dit toestel om ruis in het signaal te verminderen. Bij sommige draaitafels is het echter mogelijk dat u minder ruis zult horen zonder gebruik te maken van de GND aansluiting.
• De PHONO aansluitingen zijn uitsluitend bedoeld voor een draaitafel met een MM of hoog-vermogen MC cartridge. Als u een draaitafel met een laag-vermogen MC cartridge heeft verbonden met de PHONO aansluitingen, dient u een in-line boosting transformator of een MC-kopversterker te gebruiken.
• Wanneer u een bepaalde audiocomponent zowel met de DIGITAL INPUT (OPTICAL) als met de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen.
CD-recorder,
Draaitafel
MD-recorder of cassettedeck
Audio uitgang
Audio uitgang
Audio ingang
Optische uitgang
Optische ingang
VOORBEREIDINGEN
Aarde
RL
RL
AUDIO MULTI CH INPUT PRE OU
L
L
GND
GND
R
R
PHONO
CD
PHONO
CD
MD/CD-R MD/CD-R
MD/CD-R MD/CD-R
DIGITAL
DIGITAL OUTPUT
OUTPUT
ANTENNA
ANTENNA
AM
AM
GND
GND
FM
FM
75
75
UNBAL.
UNBAL.
REMOTE
REMOTE
+12V
+12V
IN OUT
IN OUT
15mA MAX.
15mA MAX.
RL
RL
AUDIO MULTI CH INPUT PRE OU
MD/
IN
OUT
MD/
IN
OUT
CD-R
(PLAY)
(REC)
CD-R
(PLAY)
(REC)
DVD
DVD
321
321
OPTICAL COAXIAL
OPTICAL COAXIAL
DIGITAL INPUT
DIGITAL INPUT
FRONT B/ZONE B/
FRONT B/ZONE B/ ZONE 2/PRESENCE
ZONE 2/PRESENCE
EXTRA SP
EXTRA SP
R
R
TRIGGER
TRIGGER
OUT
OUT
RL RL
RL RL
DVD
DVD
DTV/CBL DVR VCR
DTV/CBL DVR VCR
DVDCDDTV/CBL
DVDCDDTV/CBL
65
4
4
65
L
L
R
R
L
L
Coaxiale
C
C
uitgang
OUTININ OUT
OUTININ OUT
SPEAKERS
SPEAKERS
O
O
O
O
CENTERFRONT (6CH)
CENTERFRONT (6CH)
SUB
SUB
SURROUND
SURROUND
WOOFER
DTV/CBLDVD
DTV/CBLDVD
IN2 IN3IN1
IN2 IN3IN1
L
L
R
R
WOOFER
HDMI
HDMI
FRONTSB (8CH) ZONE 2
FRONTSB (8CH) ZONE 2
SUSURROUND
SINGLE
SINGLE
SUSURROUND
OUT
OUT
L
L
OUT
OUT
DVR
DVR
SURROUND BACK/BI-AMPSURROUNDCENTERFRONT A
SURROUND BACK/BI-AMPSURROUNDCENTERFRONT A
R
R
Audio
uitgang
CD-speler
geeft aanbevolen verbindingen aan
Nederlands
geeft alternatieve verbindingen aan (Eén voor de audioverbinding)
23 Nl
Page 26
Verbindingen
Aansluiten van een externe versterker
Dit toestel heeft meer dan genoeg vermogen voor gebruik bij u thuis. Als u echter toch het uitgangsvermogen voor de luidsprekers wilt opvoeren, of als u gewoon een andere versterker wilt gebruiken, kunt u een externe versterker verbinden met de PRE OUT aansluitingen. Elke PRE OUT aansluiting produceert hetzelfde signaal als de corresponderende SPEAKERS aansluiting.
Opmerkingen
• Wanneer u de PRE OUT aansluitingen gebruikt, mag u niets verbinden met de SPEAKERS aansluitingen.
• Het signaal dat wordt gereproduceerd via de FRONT PRE OUT aansluitingen ondervindt invloed van de TONE CONTROL instellingen (zie bladzijde 52).
• Regel het volume van de subwoofer met de bedieningsorganen op de subwoofer zelf (zie bladzijde 52).
• Het is mogelijk dat sommige signalen niet worden gereproduceerd via de SUBWOOFER PRE OUT aansluitingen, afhankelijk van de “SPEAKER SET” (zie bladzijde 77) instellingen.
PRE OUT
L
R
1
2
1
FRONT PRE OUT aansluitingen
5
SINGLE CENTER
12
SUR. BACKSURROUND
SUBWOOFERFRONT
3
4
Voorkanaal uitgangsaansluitingen.
2
SURROUND PRE OUT aansluitingen
Surroundkanaal uitgangsaansluitingen.
3
SUR.BACK PRE OUT aansluitingen
Surround-achterkanaal uitgangsaansluitingen. Als u slechts één externe versterker aansluit voor het surround­achterkanaal, dient u deze te verbinden met de SINGLE aansluiting.
Opmerkingen
• Wanneer “BI-AMP” is ingesteld op “ON”, zal dit toestel de audiosignalen voor de voorkanalen reproduceren via de SUR.BACK PRE OUT aansluitingen.
• De audiosignalen die worden gereproduceerd via de SUR.BACK PRE OUT aansluitingen hangen mede af van de “EXTRA SP ASSIGN” instelling (zie de bladzijden 33 en 77).
4
SUBWOOFER PRE OUT aansluitingen
Sluit één of twee subwoofers met een ingebouwde versterker aan.
Opmerking
Het signaal dat wordt gereproduceerd via de SUBWOOFER PRE OUT 2 aansluiting is hetzelfde als het signaal dat wordt gereproduceerd via de SUBWOOFER PRE OUT 1 aansluiting.
5
CENTER PRE OUT aansluiting
Middenkanaal uitgangsaansluiting.
24 Nl
Page 27
Verbindingen
Aansluiten van een multiformaat-speler of externe decoder
Dit toestel is voorzien van 6 extra ingangsaansluitingen (links en rechts FRONT, CENTER, links en rechts SURROUND en SUBWOOFER) voor gescheiden multikanaals ingangssignalen van een multiformat-speler, externe decoder, sound processor of voorversterker. Als u “INPUT CH” instelt op “8CH” via “MULTI CH” (zie bladzijde 87), kunt u de ingangsaansluitingen die zijn toegewezen aan “FRONT” via “MULTI CH” (zie bladzijde 87) samen gebruiken met de MULTI CH INPUT aansluitingen om 8-kanaals signalen te kunnen verwerken. Verbind de uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler of externe decoder met de MULTI CH INPUT aansluitingen. Let er goed op dat u de linker en rechter uitgangen verbindt met de linker en rechter ingangsaansluitingen voor zowel de voor- als de surroundkanalen.
Opmerkingen
• Wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron selecteert (zie bladzijde 43), zal dit toestel automatisch de digitale geluidsveldprocessor uitschakelen en zult u geen geluidsveldprogramma’s kunnen selecteren.
• Dit toestel is niet in staat de via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomende signalen zo te herschikken dat er wordt gecompenseerd voor eventueel in uw systeem ontbrekende luidsprekers. Daarom bevelen we u aan tenminste een 5.1-kanaals luidsprekersysteem aan te sluiten voor u gebruik maakt van deze functie.
MULTI CH INPUT
SURROUND
CENTERFRONT (6CH)
SUB
WOOFER
Subwoofer
Middenkanaal uitgang
*1
L
R
Voorkanaal uitgang
L R LRL R
L
R
Voorkanaal uitgang
SB (8CH)
Surroundkan
L R LR
aal uitgang
uitgang
Multiformaat-speler/externe decoder
(5.1-kanaals uitgangen)
*1
De analoge audio ingangsaansluitingen toegewezen als “FRONT” via “MULTI CH” (zie bladzijde 87).
Aansluiten van een Yamaha iPod
universeel dock of Bluetooth adapter
Dit toestel is uitgerust met een DOCK aansluiting op het achterpaneel waarop u een Yamaha iPod universeel dock (zoals de YDS-10, los verkrijgbaar) of een Bluetooth
Multiformaat-speler/externe decoder
(7.1-kanaals uitgangen)
y
Raadpleeg “Gebruiken van een iPod™” op bladzijde 60 voor weergave van uw iPod en “Gebruiken van Bluetooth™ componenten” op bladzijde 62 voor weergave van uw Bluetooth componenten.
MULTI CH INPUT
SURROUND
CENTERFRONT (6CH)
SUB
WOOFER
Middenkanaal uitgang
L
R
SB (8CH)
Surround-achter
Surroundkanaal
Subwoofer
uitgang
uitgang
uitgang
adapter (zoals de YBA-10, los verkrijgbaar) kunt aansluiten. Verbind een Yamaha iPod universeel dock of Bluetooth adapter met de DOCK aansluiting op het achterpaneel van dit toestel met de speciaal daarvoor bedoelde kabel.
VOORBEREIDINGEN
DOCK VIDEO
VIDEO
S VIDEO
DVD
DTV/CBL
DVD
A B
PRP
B
Yamaha iPod universeel dock
of Bluetooth adapter
DVR
COMPONENT VIDEO
Y
PRP
OUTININ OUT
MONITOR
VCR
OUT
DTV/CBL
Y
B
C
DVRMONITOR OUT
Nederlands
25 Nl
Page 28
Verbindingen
Gebruiken van de REMOTE IN/OUT aansluitingen
Wanneer de componenten in kwestie Yamaha producten zijn en afstandsbedieningssignalen kunnen doorgeven, kunt u de REMOTE IN en REMOTE OUT aansluitingen als volgt verbinden met de in- en uitgangsaansluitingen voor afstandsbediening door middel van analoge mono ministekkerkabels.
GND
FM
75
UNBAL.
REMOTE TRIGGER
OUT
+12V
IN OUT
15mA MAX.
Afstandsbediening
uitgang
Infraroodontvanger of
Yamaha component
(CD of DVD-speler enz.)
y
• Als de componenten geschikt zijn voor SCENE
bedieningssignalen, kan dit toestel de componenten in kwestie automatisch in werking stellen en de weergave laten beginnen wanneer u één van de SCENE toetsen gebruikt. Raadpleeg de handleidingen van de apparatuur voor details omtrent de geschiktheid daarvan voor SCENE bedieningssignalen.
• Als de met de REMOTE OUT aansluiting verbonden
component geen Yamaha product is, dient u “SCENE IR” in het geavanceerde setup menu in te stellen op “OFF” (zie bladzijde 110).
Afstandsbediening in
Yamaha component

Gebruiken van de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel

Gebruik de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel als u een spelcomputer of een videocamera wilt aansluiten op dit toestel.
Let op
U moet het volume van dit toestel en de andere componenten laag zetten voor u de aansluitingen gaat maken.
Opmerkingen
• De audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting op het achterpaneel hebben voorrang boven de via de VIDEO AUX aansluitingen binnenkomende signalen.
• Om de signalen die via deze aansluitingen binnenkomen weer te geven, dient u “V-AUX” in te stellen als signaalbron.
VOLUME
EDIT
SEARCH MODE
MAIN ZONE
PHONES
TONE CONTROL STRAIGHT PURE DIRECT
SYSTEM OFF
ON/OFF
SILENT CINEMA
S VIDEO
S-video uitgang
PRESET/TUNINGBANDSPEAKERS MEMORY INFO
SCENE
1234
PROGRAM INPUT
S
Video uitgang
EFFECT
VIDEO
V
AUDIO SELECT OPTIMIZER MIC
L
L
AUDIO
ZONE 2
ZONE
ON/OFF
CONTROLA/B/C/D/E
VIDEO AUX
VIDEOS VIDEO
RLAUDIO OPTICAL
OPTICAL
R
Optische uitgang
O
R
Audio uitgang
26 Nl
Spelcomputer of
videocamera
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan (Eén voor de videoverbinding en één voor de audioverbinding)
Page 29
Aansluiten van de FM en AM
O
R
antennes
Dit toestel wordt geleverd met zowel een FM als een AM binnenantenne. Verbind de antennes op de juiste manier met de bijbehorende aansluitingen. Normaal gesproken zorgen deze antennes voor een voldoende sterke ontvangst.
Verbindingen
Aansluiten van de draad van de AM ringantenne
Doe het hendeltje open
Inbrengen
Doe het hendeltje
weer dicht
Opmerkingen
• De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst worden.
• Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een slechte ontvangst, kunt u een buitenantenne installeren. Vraag bij uw dichtstbijzijnde erkende Yamaha dealer of service­centrum naar de mogelijkheden met buitenantennes.
• De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten.
binnenantenne
FM
(meegeleverd)
AM ringantenne (meegeleverd)
MD/CD-R MD/CD-R
DIGITAL OUTPUT
ANTENNA
AM
GND
FM
75
UNBAL.
REMOTE
TRIGGER
OUT
DV
321
OPTIC
FR ZO
AM buitenantenne
Gebruik 5 tot 10 meter met plastic geïsoleerd draad dat u bijvoorbeeld uit een raam naar buiten spant.
y
De draden van de AM ringantenne hebben geen specifieke polariteit en het maakt daarom niet uit welk uiteinde u verbindt met de AM of GND aansluiting.
In elkaar zetten van de meegeleverde AM ringantenne
VOORBEREIDINGEN
Aarde (GND aansluiting)
Voor de grootst mogelijke veiligheid en zo min mogelijk storing dient u de antenne GND aansluiting goed te aarden. Een goede aarding wordt bijvoorbeeld verzorgd door een metalen staaf die in vochtige grond gedreven is.
Nederlands
27 Nl
Page 30
Verbindingen

Aansluiten van het netsnoer

C
AC OUTLETS
AC OUTLET(S) (SWITCHED)
Model voor Australië..................... 1 netstroomaansluiting
Model voor Korea.......................................................Geen
Overige modellen ....................... 2 netstroomaansluitingen
Met behulp van deze netstroomaansluiting(en) kunt u daarop aangesloten componenten van stroom voorzien. Verbind de netsnoeren van uw andere apparatuur met deze netstroomaansluiting(en). Deze aansluiting(en) wordt (worden) van stroom voorzien wanneer de hoofdzone of Zone 2 is ingeschakeld. De stroomvoorziening voor deze aansluiting(en) wordt echter afgesloten wanneer de hoofdzone en Zone 2 uit worden gezet of wanneer het display op het voorpaneel wordt ingedrukt. Voor informatie omtrent het maximale vermogen of het totale stroomverbruik voor de componenten die op deze aansluiting(en) kunnen worden aangesloten, zie “Technische gegevens” op bladzijde 124.
Opmerking
De stroomvoorziening voor de AC OUTLET(S) van dit toestel wordt niet afgesloten terwijl dit toestel een aangesloten iPod aan het opladen is, ook niet wanneer dit toestel uit (standby) staat. Wanneer dit toestel klaar is met opladen, of wanneer de iPod losgekoppeld wordt, zal de stroom automatisch worden afgesloten wanneer het toestel uit (standby) staat.
DVRMONITOR OUT
Naar het stopcontact
L
SYSTEM OFF
op
Instellen van de luidspreker­impedantie
Let op
Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u als volgt “SP IMP.” op “6 MIN” zetten VOOR u dit toestel in gebruik neemt. Als voor-luidsprekers kan ook gebruik gemaakt worden van 4 Ohm luidsprekers.
1 Druk op
om dit toestel uit te zetten.
Zie bladzijde 29 voor details.
2 Houd
vervolgens op KMAIN ZONE ON/OFF om dit toestel aan te zetten.
Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide setup menu zal verschijnen op het display op het voorpaneel.
3 Verdraai
“SP IMP.”.
“SP IMP.” en de huidige instelling voor de luidsprekerimpedantie (“8 MIN”) zullen verschijnen op het display op het voorpaneel.
4 Druk herhaaldelijk op
en selecteer “6 MIN”.
5 Druk op
instelling op te slaan en het toestel uit te zetten.
Opmerking
De gewijzigde instelling wordt van kracht zodra u dit toestel de volgende keer aan zet.
L
SYSTEM OFF op het voorpaneel
M
TONE CONTROL ingedrukt en druk
TONE CONTROL
N
L
Houd ingedrukt
PROGRAM en selecteer
M
TONE CONTROL
SYSTEM OFF om de nieuwe
MAIN ZONE
ON/OFF
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel uit (standby) staat. Wanneer echter de stekker uit het stopcontact gehaald wordt of de stroomvoorziening om een andere reden langer dan een week onderbroken wordt, zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan.
28 Nl
Page 31

Aan en uit zetten van dit toestel

Aan zetten van dit toestel
Druk op KMAIN ZONE ON/OFF (of EPOWER) om dit toestel aan te zetten.
De hoofdzone wordt aan gezet.
y
• Wanneer u dit toestel aan zet, zal het een paar seconden duren voor het toestel geluid kan reproduceren.
• U kunt de hoofdzone ook aan zetten door op de SSCENE (of 4SCENE) toetsen te drukken.
Zet de hoofdzone uit (standby)
Verbindingen
VOORBEREIDINGEN
Druk op (of te zetten.
Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op de infraroodsignalen van de afstandsbediening.
y
Druk op LSYSTEM OFF om de hoofdzone en Zone 2 (zie bladzijde 105) tegelijk uit (standby) te zetten.
K
MAIN ZONE ON/OFF
D
STANDBY
) om de hoofdzone uit (standby)
29 Nl
Nederlands
Page 32
Verbindingen

Display voorpaneel

12345 6789
MULTI CH
MASTER AUDIO
HD ES
MATRIX DISCRETE
DSD
PCM
1
HDMI indicator
q q
96 24
q
VCR DVR
EX
q
ADAPTIVE DRC
DIGITAL PLUS TRUE HD
PL x
V-A UX
DOCK ENHANCER
SP A B
DTV/CBL
SILENT
ZONE 2
CINEMA
Licht op wanneer er een signaal van de geselecteerde signaalbron binnenkomt via de HDMI IN aansluitingen (zie bladzijde 18).
2
ADAPTIVE DRC indicator
Licht op wanneer de adaptieve regeling van het dynamische bereik wordt ingeschakeld (zie bladzijde 81).
3
DOCK indicator
Licht op wanneer u uw iPod plaatst in een Yamaha iPod universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10) verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel (zie bladzijde 25) en wanneer V-AUX is geselecteerd als signaalbron. De DOCK indicator licht ook op wanneer dit toestel de batterij van een aangesloten iPod aan het opladen is terwijl het toestel zelf uit (standby) staat.
Knippert wanneer de aangesloten Yamaha Bluetooth adapter (zoals de YBA-10, los verkrijgbaar) en een Bluetooth component verbinding aan het maken zijn (‘pairing’), of wanneer de Bluetooth adapter aan het zoeken is naar een Bluetooth component (zie bladzijde 62).
Licht op terwijl de Yamaha Bluetooth adapter is verbonden met de Bluetooth component (zie bladzijde 62).
4
ENHANCER indicator
Licht op wanneer de Compressed Music Enhancer functie is geselecteerd (zie bladzijde 50).
5
Signaalbron indicators
De corresponderende cursor licht op om aan te geven welke signaalbron op dit moment is geselecteerd.
6
YPAO indicator
Licht op wanneer u de “AUTO SETUP” doet en wanneer de via de “AUTO SETUP” ingestelde luidspreker-instellingen zonder wijzigingen worden gebruikt (zie bladzijde 32).
7
Tuner (radio) indicators
Licht op wanneer dit toestel in de FM of AM afstemfunctie staat (zie de bladzijden 53 t/m 56).
8
96/24 indicator
Licht op wanneer dit toestel een DTS 96/24 signaal ontvangt.
DVD CD
MD/CD-R
SLEEP
YPAO VIRTUAL
TUNER PHONO
MEMORY
AUTO
TUNED
STEREO
EONCTRTPTYPSHOLDPTY
VOL.
MUTE
96/24
LFE
LL C R SL SB SR
JHIGED FCA B0
9
MUTE indicator en VOLUME niveau indicator
• De MUTE indicator knippert wanneer de MUTE functie (geluid tijdelijk uit) wordt gebruikt (zie bladzijde 45).
• Geeft het huidige volumeniveau aan.
0
Ingangssignaal indicators
Licht op wanneer dit toestel PCM (Pulscodemodulatie) of DSD (Direct Stream Digital) digitale audiosignalen weergeeft.
A
Decoder indicators
Wanneer één van de decoders van dit toestel in werking is, zal de bijbehorende indicator oplichten.
B
Geluidsveld indicators
Lichten op om aan te geven welke geluidsvelden er in werking zijn (zie bladzijde 48).
Aanwezigheidsgeluidsveld
Luisterplek
Linker surround geluidsveld
Surround-achter geluidsveld
C
Hoofdtelefoon indicator
Rechter surround geluidsveld
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten (zie bladzijde 45).
D
SP A B indicators
Licht op om aan te geven welke set voor-luidsprekers in werking is (zie bladzijde 43). SP A: De FRONT A luidsprekers zijn geactiveerd. SP B: De FRONT B luidsprekers zijn geactiveerd. SP A B: De FRONT A en FRONT B luidsprekers zijn
geactiveerd.
E
ZONE2 indicator
Licht op wanneer Zone 2 is ingeschakeld (zie bladzijde 105).
F
DSP indicators
De bijbehorende indicator licht op wanneer er een geluidsveldprogramma is geselecteerd (zie bladzijde 48).
CINEMA DSP indicator
Licht op wanneer u een CINEMA DSP geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 48).
dB
SBRSBL
30 Nl
Page 33
VIRTUAL indicator
Licht op wanneer de Virtual CINEMA DSP functie is ingeschakeld (zie bladzijde 51).
SILENT CINEMA indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten en er een geluidsveldprogramma is geselecteerd (zie bladzijde 51).
G
Multifunctioneel display
Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van instellingen.
H
SLEEP indicator
Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld (zie bladzijde 47).
I
Radio Data Systeem indicators (Alleen modellen voor Europa en Rusland)
PTY HOLD
Licht op wanneer dit toestel in de PTY SEEK functie (zie bladzijde 57) staat.
PS, PTY, RT en CT
Licht op aan de hand van de beschikbare Radio Data Systeem gegevens (zie bladzijde 59).
EON
Licht op wanneer de EON gegevensdienst beschikbaar is (zie bladzijde 58).
J
Ingangskanaal en luidspreker indicators
LFE indicator
LFE
Aanwezigheidsluidsprekers indicators
LL C R SL SB SR
Indicators ingangskanalen
SBRSBL
Indicators ingangskanalen
• Deze geven aan uit welke kanalen het huidige digitale ingangssignaal bestaat.
• Licht op of knippert aan de hand van de luidsprekerinstellingen wanneer dit toestel in de automatische instelfunctie staat (zie bladzijde 32) of in het “BASIC MENU” in de “MANUAL SETUP” (zie bladzijde 79).
Aanwezigheidsluidsprekers indicators
Licht op of knippert aan de hand van de “EXTRA SP ASSIGN” instellingen wanneer dit toestel in de automatische instelfunctie staat (zie bladzijde 32) oof in het “BASIC MENU” in de “MANUAL SETUP” (zie bladzijde 77).
y
U kunt de instellingen voor de aanwezigheids- en surround achter­luidsprekers automatisch laten verrichten via de “AUTO SETUP” (zie bladzijde 32), of met de hand via de instellingen voor “SUR.B L/R SP” (zie bladzijde 78) in het “SPEAKER SET”.
Verbindingen

Gebruiken van de afstandsbediening

De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal uit. U moet de afstandsbediening goed op de afstandsbedieningssensor op dit toestel richten.
Sensor voor de afstandsbediening
Ongeveer 6 m
Infrarood venster (1)
Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden. Richt dit venster op de component die u wilt bedienen.
Overdrachtsindicator (2)
Knippert wanneer de afstandsbediening infraroodsignalen aan het uitzenden is.
Uitleesvenster (6)
Toont de naam van de geselecteerde signaalbron die u kunt bedienen.
Schakelaar voor de bedieningsfunctie (F)
De functies van sommige toetsen hangen mede af van de stand van de schakelaar voor de bedieningsfunctie.
AMP
Bedienen van de versterkerfuncties van dit toestel.
SOURCE
Bedient de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde component (zie bladzijde 93).
TV
Bedient de TV die is toegewezen aan DTV/CBL of PHONO (zie bladzijde 92).
Opmerkingen
Mors geen water of andere vloeistoffen op de afstandsbediening.
• Laat de afstandsbediening niet vallen.
• Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de volgende plekken: – zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad – plekken waar de temperatuur hoog kan worden, zoals bij de
verwarming of kachel – zeer koude plekken – stoffige plekken
• Voor het instellen van de afstandsbedieningscodes voor uw componenten, zie bladzijde 94.
30 30
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
31 Nl
Page 34

AANPASSEN VAN DE LUIDSPREKERINSTELLINGEN AAN UW KAMER (YPAO)

Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer (YPAO)
Dit toestel maakt gebruik van YPAO (Yamaha Parametric Room Acoustic Optimizer) technologie zodat u zelf geen lastige luidspreker-instellingen hoeft te doen en waardoor automatisch een zeer accurate instelling wordt verkregen. De meegeleverde optimalisatie-microfoon pikt het geluid op dat uw luidsprekers maken in de omgeving waar u ze daadwerkelijk zult gebruiken en het toestel analyseert deze geluiden.

Gebruiken van het AUTO SETUP

Opmerkingen
• Wij wijzen u erop dat het normaal is dat tijdens de “AUTO SETUP” procedure luide testtonen worden geproduceerd.
Om de beste resultaten te bereiken moet u ervoor zorgen dat de ruimte zo stil mogelijk is tijdens de “AUTO SETUP” procedure. Als er teveel andere geluiden zijn, is het mogelijk dat de resultaten tegenvallen.
y
• Begininstellingen worden vet aangegeven.
• U kunt de “AUTO SETUP” opstarten via het systeemmenu op het scherm (OSD) of op het display op het voorpaneel. Deze handleiding gebruikt de schermen van het in-beeld display (OSD) om de “AUTO SETUP” procedure uit te leggen.
Voor u deze handelingen uit gaat voeren, moet u op de afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
• Dit toestel maakt gebruik van de luidsprekers die zijn verbonden met de FRONT A luidsprekeraansluitingen als de voor-luidsprekers voor deze instelling.
1 U moet de volgende punten controleren.
Opmerking
Controleer de volgende punten voor u de automatische instelfunctie gaat gebruiken.
De luidsprekers moeten correct zijn aangesloten. Er mag geen hoofdtelefoon zijn aangesloten op
dit toestel.
Dit toestel en het beeldscherm moeten worden
ingeschakeld.
Dit toestel is ingesteld als de videosignaalbron
van het aangesloten beeldscherm. Een eventueel aangesloten subwoofer moet worden
ingeschakeld en het volume moet ongeveer halverwege (of iets lager) worden ingesteld.
De crossoverfrequentie voor de aangesloten subwoofer moet op de maximum stand worden ingesteld.
VOLUME
F
CROSSOVER
HIGH CUT
AMP
zetten.
2 Verbind de meegeleverde optimalisatie-
microfoon met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het voorpaneel.
“MIC ON View OSD menu” zal op het display op het voorpaneel verschijnen.
OPTIMIZER MIC
S VIDEO
VIDEO AUX
VIDEO AUDIO
LR
OPTICAL
Omnidirectionele microfoon
Het volgende menuscherm zal nu verschijnen op het beeldscherm.
AUTOSETUP
. EXTRASPASSIGN
>ZONE2 FRONTB
ZONEBPRESENCE
NONE SETUP;;;;;;;AUTO EQ;;;;;;;NATURAL START
[
[
[]/[]:Up/Down
[]/[]:Select
[
[
3 Plaats de optimalisatie-microfoon op uw
normale luisterplek op een vlak en horizontaal oppervlak met de omni­directionele microfoonkop naar boven.
Optimalisatie-microfoon
MIN
MAX
Bedieningsorganen van een subwoofer (voorbeeld)
MIN MAX
De kamer moet voldoende stil zijn.
y
Als u twee subwoofer heeft aangesloten op dit toestel, moet het volume voor elk van deze subwoofers iets lager worden ingesteld.
32 Nl
y
Het verdient aanbeveling een statief (enz.) te gebruiken om de optimalisatie-microfoon vast te zetten op dezelfde hoogte als waar uw oren zich zouden bevinden wanneer u op uw luisterplek zit. U kunt de optimalisatiemicrofoon vastzetten op het statief (enz.) met behulp van de statiefschroef.
Page 35
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer (YPAO)
4 Druk op
9
l / h om de gewenste instelling te selecteren voor “EXTRA SP ASSIGN” te selecteren en druk vervolgens op 9n.
Extra luidspreker toewijzing
EXTRA SP ASSIGN
Hiermee kunt u de functie van de met de EXTRA SP aansluitingen verbonden luidsprekers instellen. Keuzes: FRONT B, ZONE2, ZONE B,
PRESENCE, NONE
• Wanneer u gebruik maakt van een
alternatief voor-luidsprekersysteem (zie bladzijde 43)
Selecteer “FRONT B”.
• Wanneer u gebruik maakt van Zone 2
luidsprekers (zie bladzijde 105)
Selecteer “ZONE2” om deze functie in te stellen op de Zone 2 luidsprekers. Dit toestel drijft de Zone 2 luidsprekers aan via de interne versterker.
Wanneer u een ander voor­luidsprekersysteem wilt gebruiken in Zone B
Selecteer “ZONE B”.
• Wanneer u gebruik maakt van
aanwezigheidsluidsprekers (zie bladzijde 13)
Selecteer “PRESENCE” om deze functie in te stellen op de aanwezigheidsluidsprekers.
• Wanneer u geen gebruik maakt van de
EXTRA SP aansluitingen
Selecteer “NONE” om de EXTRA SP aansluitingen buiten werking te stellen.
Opmerking
Als u “ON” selecteert bij “BI-AMP” (zie bladzijde 110), kunt u geen “PRESENCE” of “ZONE2” meer instellen bij “EXTRA SP ASSIGN”.
Opmerkingen
• “RELOAD” en “UNDO” zijn alleen beschikbaar wanneer u de “AUTO SETUP” al eerder heeft gedaan en de resultaten daarvan heeft bevestigd.
• “RELOAD” en “UNDO” zijn niet beschikbaar wanneer u de “BI-AMP” instelling in de geavanceerde instelfunctie (zie bladzijde 110) of “EXTRA SP ASSIGN” in het “BASIC MENU” (zie bladzijde 77) heeft gewijzigd.
6 Druk op
9
l / h om de gewenste instelling
voor “EQ” te selecteren.
Parametrische equalizer EQ
De parametrische equalizer regelt het niveau van de gespecificeerde frequentiebanden. Dit toestel selecteert automatisch de cruciale frequentiebanden voor uw luisterruimte en past de niveaus van de geselecteerde frequentiebanden zo aan dat er een samenhangend geluidsveld wordt gecreëerd in de betreffende ruimte. U kunt kiezen uit de volgende soorten instellingen voor de parametrische equalizer. Keuzes: NATURAL, FLAT, FRONT
• Selecteer “NATURAL” om de frequentierespons
van alle luidsprekers te middelen, met minder nadruk op de hogere frequenties, om een meer natuurlijke weergave te verkrijgen. Aanbevolen wanneer de FLAT instelling een beetje schel klinkt.
• Selecteer “FLAT” om de frequentierespons van
alle luidsprekers te middelen. Aanbevolen wanneer al uw luidsprekers van vergelijkbare kwaliteit zijn.
• Selecteer “FRONT” om de frequentierespons van
elk van de luidsprekers in te stellen in overeenstemming met de weergave van uw voor­luidsprekers. Aanbevolen wanneer uw voor­luidsprekers van aanzienlijk betere kwaliteit zijn dan uw andere luidsprekers.
VOORBEREIDINGEN
5 Druk op
9
l / h, selecteer “SETUP” en druk
vervolgens op 9n.
Keuzes: AUTO, RELOAD, UNDO, DEFAULT
• Selecteer “AUTO” om de hele “AUTO SETUP” procedure automatisch te laten verlopen.
• Selecteer “RELOAD” om de laatst gemaakte “AUTO SETUP” instellingen opnieuw te laden en de vorige instellingen te negeren.
• Selecteer “UNDO” om de laatst gemaakte “AUTO SETUP” instellingen ongedaan te maken en de vorige instellingen te herstellen.
• Selecteer “DEFAULT” om de “AUTO SETUP” parameters terug te zetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
Nederlands
33 Nl
Page 36
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer (YPAO)
7 Druk op
9
n, selecteer “START” en druk vervolgens op 9ENTER om de instelprocedure te laten beginnen.
De volgende melding zal op het in-beeld display verschijnen. Wanneer dit toestel begint met de automatische instelfunctie, zullen er door de luidsprekers harde testtonen worden geproduceerd. Voor zo exact mogelijke metingen moet u zich zo stil mogelijk houden en bij een wand blijven waar geen luidsprekers in de buurt zijn. We raden u aan de luisterruimte te verlaten terwijl de automatische instelfunctie bezig is.
NOTICE
Loudtesttonesare
output. 
 
 Pleasekeepquiet orleavetheroom.
Press[ENTER]
Wanneer u de volgende handeling uitvoert, zal dit toestel beginnen met de automatische setup.
8 Druk op
9
ENTER om de automatische
instelprocedure te laten beginnen.
Het volgende scherm zal verschijnen op het in-beeld display en de instelprocedure zal vervolgens binnen 10 seconden beginnen.
AUTOSETUP
MeasurementStart
in 9seconds
9 Controleer of het volgende scherm inderdaad
verschijnt en druk vervolgens op 9ENTER om naar het resultatenscherm te gaan.
AUTOSETUP
Measurement Complete
Press [ENTER]
AUTOSETUP
. RESULT
SP : 3/4/0.1 DIST: 4.50/5.30m LVL : -9.0/+6.5dB
SET CANCEL
>
[ ]/[ ]:Up/Down [ENTER]:Detail
De onder “RESULT” getoonde resultaten zijn als volgt:
Aantal luidsprekers SP
Tont het aantal luidsprekers dat is aangesloten op dit toestel in deze volgorde: Voor/Achter/Subwoofer
Luidsprekerafstand DIST
Toont de afstand van de luisterplek tot de luidsprekers in deze volgorde: Kleinste luidsprekerafstand/ Grootste luidsprekerafstand
Luidsprekerniveau LVL
Toont het uitgangsniveau van de luidsprekers in deze volgorde: Laagste uitgangsniveau/Hoogste uitgangsniveau
[RETURN]:Cancel
Er worden luide testtonen geproduceerd via de diverse luidsprekers tijdens de automatische instelprocedure. Wanneer alle onderdelen zijn ingesteld, zal het “RESULT” scherm verschijnen op het in-beeld display.
Opmerkingen
• Voer geen handelingen uit met dit toestel terwijl de automatische setup bezig is.
• Wij raden u aan de kamer te verlaten terwijl dit toestel de automatische setup uitvoert. Het zal ongeveer 3 minuten duren voor het toestel de automatische instelprocedure heeft afgerond.
y
Druk op 9k om de automatische instelprocedure te annuleren.
34 Nl
Opmerkingen
• Het signaal dat wordt gereproduceerd via de SUBWOOFER PRE OUT 2 aansluiting is hetzelfde als het signaal dat wordt gereproduceerd via de SUBWOOFER PRE OUT 1 aansluiting. Daarom zal het aantal aangesloten subwoofers altijd worden aangegeven als “0.1”, ook als u twee subwoofers heeft aangesloten.
• Als “E-10:INTERNAL ERROR” verschijnt tijdens de testprocedure, dient u opnieuw te beginnen vanaf stap 4.
• Als u iets anders geselecteerd heeft dan “AUTO” bij stap 5, zullen er geen testtonen worden gereproduceerd.
• Als er een fout optreedt tijdens de “AUTO SETUP” procedure, zal de procedure worden geannuleerd en zal er een foutmelding verschijnen. Zie “Als er een foutmelding verschijnt” op bladzijde 36 voor details.
• Wanneer dit toestel potentiële problemen detecteert tijdens de “AUTO SETUP” procedure, zal “WARNING” en het aantal waarschuwingen verschijnen boven “RESULT” (zie bladzijde 36).
• Afhankelijk van de luisteromgeving kan de melding “SWFR PHASE:REV” verschijnen tijdens de automatische instelprocedure en kan “SUBWOOFER PHASE” in het “SOUND MENU” (zie bladzijde 79) automatisch worden ingesteld op “REVERSE”.
Page 37
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer (YPAO)
10 Druk op
9
ENTER om de resultaten in detail
te bekijken.
AUTOSETUP
. RESULT
SP : 3/4/0.1 DIST: 4.50/5.30m LVL : -9.0/+6.5dB
SET CANCEL
>
[ ]/[ ]:Up/Down [ENTER]:Detail
RESULT WIRING
FRONT L;;;;;;;OK
[ ]/[ ]:Select
[
[
[ENTER]:Return
11 Druk herhaaldelijk op
9
l / h om heen en weer te schakelen tussen de diverse resultaatschermen.
Druk op 9k / n om heen en weer te schakelen tussen de parameters op een resultatenscherm.
Resultaten voor de luidsprekeraansluitingen en bedrading (WIRING)
Opmerkingen
• De afstanden bij de “DISTANCE” resultaten kunnen groter zijn dan in werkelijkheid, afhankelijk van de karakteristieken van uw subwoofer.
• Bij de “EQ” resultaten kunnen er verschillende waarden worden gebruikt voor dezelfde frequentie om een nog gedetailleerdere instelling te bereiken.
12 Druk op
9
ENTER om terug te keren naar
het bovenste menuniveau.
AUTOSETUP
RESULT
SP : 3/4/0.1 DIST: 4.50/5.30m LVL : -9.0/+6.5dB
. SET CANCEL
>
[ ]/[ ]:Up/Down [ENTER]:Enter
13
Controleer of de aanwijzer bij “SET” en “CANCEL” staat en druk vervolgens op om “SET” of “CANCEL” te selecteren.
AUTOSETUP
RESULT
SP : 3/4/0.1 DIST: 4.50/5.30m LVL : -9.0/+6.5dB
. SET CANCEL
>
[ ]/[ ]:Up/Down [ENTER]:Enter
9
l
VOORBEREIDINGEN
/ h
Resultaten voor de luidsprekerafstand tot de luisterplek (DISTANCE)
Resultaten voor de instellingen voor de luidsprekerafmetingen (SIZE)
Resultaten voor de parametrische equalizer voor elk van de luidsprekers (EQ)
Resultaten voor het uitgangsniveau van de luidsprekers (LEVEL)
y
Als u niet tevreden bent met de resultaten of als u de diverse parameters met de hand wilt instellen, kunt u de “MANUAL SETUP” gebruiken (zie bladzijde 72).
Keuzes: SET, CANCEL
• Selecteer “SET” om de “AUTO SETUP” resultaten
te bevestigen.
• Selecteer “CANCEL” om de “AUTO SETUP”
resultaten te annuleren.
14 Druk op
9
ENTER om uw keuze te
bevestigen.
Het volgende scherm zal verschijnen. Koppel de optimalisatiemicrofoon los van dit toestel om het “SET MENU” af te sluiten. De optimalisatie­microfoon is niet goed bestand tegen warmte. Houd deze uit de zon en plaats hem niet bovenop dit toestel.
AUTOSETUP
AUTOSETUPComplete
Disconnect Microphone
PRESS [ENTER]
[MENU]:Exit
y
Als u veranderingen aanbrengt in de aangesloten luidsprekers, de opstelling van de luidsprekers of de inrichting van uw luisterruimte, moet u de “AUTO SETUP” opnieuw uitvoeren om uw systeem opnieuw te optimaliseren.
Nederlands
35 Nl
Page 38
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer (YPAO)
Als er een foutmelding verschijnt
Druk op 9k / n / l / h, selecteer “RETRY” of “EXIT” en druk vervolgens op 9ENTER.
Het volgende scherm is een voorbeeld waarin “E-9:USER CANCEL” verschijnt in het in-beeld display (OSD).
ERROR
. E-9:USER CANCEL
Don't operate
any function
>RETRY EXIT
[ ]/[ ]:Select
[
[
[ENTER]:Enter
Keuzes: RETRY, EXIT
• Selecteer “RETRY” om de “AUTO SETUP” procedure opnieuw te proberen.
• Selecteer “EXIT” om de “AUTO SETUP” procedure af te sluiten.
y
Als “E-5:NOISY” verschijnt, zal “PROCEED” ook bij de keuzes verschijnen. Wanneer u “PROCEED” selecteert, zal dit toestel doorgaan met de metingen en instellingen, maar is het mogelijk dat de instellingen niet optimaal zijn.
Als “WARNING” verschijnt
Wanneer dit toestel mogelijke problemen detecteert tijdens de “AUTO SETUP” procedure, zal “WARNING” verschijnen op het eerste resultatenscherm. Controleer de waarschuwingen om uw luidsprekerinstellingen te kunnen corrigeren.
Opmerking
Waarschuwingen verschillen van fouten in die zin dat de “AUTO SETUP” procedure niet wordt geannuleerd door waarschuwingen.
1 Controleer of de aanwijzer bij “WARNING”
staat en druk vervolgens op 9ENTER om de gedetailleerde gegevens voor de waarschuwing te bekijken.
Het cijfer rechts van “WARNING” geeft het aantal waarschuwingen aan.
AUTOSETUP
. WARNING(3)
RESULT
SP : 3/4/0.1 DIST: 4.50/5.30m LVL : -9.0/+6.5dB
>SET CANCEL
[ ]/[ ]:Up/Down [ENTER]:Detail
2 Druk herhaaldelijk op
9
l / h om heen en weer te schakelen tussen de diverse waarschuwingsschermen.
WARNING
W-1:OUTOFPHASE Reverse Channel FL -­CENTER PL PR SL SR SBL SBR [ ]/[ ]:Select
[
[
[ENTER]:Return
y
• Voor details omtrent de diverse waarschuwingen
verwijzen we u naar de “AUTO SETUP” paragraaf in het hoofdstuk “Oplossen van problemen” op bladzijde 117.
• Wanneer de corresponderende waarschuwing niet van
toepassing op een bepaalde luidspreker, zal in plaats daarvan “––” worden aangegeven.
• Als “SWFR: TOO LOUD” of “SWFR: TOO LOW”
verschijnt op het “W-3:LEVEL ERROR” scherm, dient u het volumeniveau van de subwoofer(s) aan te passen.
3 Druk op
9
ENTER om terug te keren naar
het bovenste menuniveau.
36 Nl
Page 39

Selecteren van de SCENE sjablonen

Dit toestel heeft 17 SCENE ‘sjablonen’ of sets van voorgeprogrammeerde instellingen voor allerlei standaardsituaties waarin dit toestel gebruikt kan worden. Als fabrieksinstellingen zijn de volgende SCENE sjablonen (instellingen) toegewezen aan de SCENE toetsen (zie bladzijde 8):
SCENE 1: DVD Movie Viewing SCENE 2: Music Disc Listening SCENE 3: TV Viewing SCENE 4: Radio Listening
SELECTEREN VAN DE SCENE SJABLONEN
2 Verdraai
R
INPUT (of zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op FAMP en druk vervolgens op 9l / h) om het gewenste sjabloon te selecteren.
DVD Viewing
Als u gebruik wilt maken van andere SCENE sjablonen, kunt u de gewenste SCENE sjablonen selecteren uit het SCENE sjabloonarchief en deze vervolgens toewijzen aan de SCENE toetsen op het voorpaneel en de afstandsbediening.
Selecteer het gewenste SCENE sjabloon
1
Wijs het
SCENE
SCENE sjabloonarchief
(Voorbeeld)
sjabloon toe
aan de SCENE
toets

Selecteren van het gewenste SCENE sjabloon voor de SCENE toetsen

1 Houd
S
SCENE (of 4SCENE) tenminste
3 seconden ingedrukt.
De indicator van de geselecteerde SCENE toets op het voorpaneel begint nu te knipperen en de naam van het SCENE sjabloon dat daar op dit moment aan is toegewezen zal verschijnen op het display op het voorpaneel.
3 seconden
3 seconden
3
Druk nog eens op de SSCENE
4
(of
SCENE
) toets om uw keuze te bevestigen.
Het geselecteerde SCENE sjabloon wordt nu toegewezen aan de SCENE toets.
1
Voorpaneel
of
1
Afstandsbediening
Opmerking
Wanneer de gewenste SCENE sjablonen zijn toegewezen aan de SCENE toetsen, moet u de signaalbron voor het SCENE sjabloon instellen op de afstandsbediening. Zie bladzijde 41 voor details.
BASISBEDIENING
1
Voorpaneel
of
Afstandsbediening
1
Knippert
DVD MovieView
1
1
Nederlands
37 Nl
Page 40
Selecteren van de SCENE sjablonen
Welk SCENE sjabloon wilt u selecteren?
Welke signaalbron wilt u
laten weergeven?
Videobronnen (DVD video, opgenomen beelden)
Muziekdiscs (CD, SA-CD of DVD-Audio)
Radioprogramma’s
Welke component wilt u
laten weergeven?
DVD
DVR
DVD
CD
TUNER (FM/AM radio)
SCENE sjablonen
DVD Viewing
DVD Movie Viewing
DVD Live Viewing
DVR Viewing
Disc Hi-fi Listening
Music Disc Listening
Disc Listening
CD Hi-fi Listening
CD Listening
CD Music Listening
Radio Listening
Standaard
SCENE toetsen
1
2
4
iPod of Bluetooth component
TV programma’s
*
DOCK
DTV/CBL
Dock Listening
TV Viewing
3
TV Sports Viewing
Videospelletjes
V-AUX
*
Action Game Playing
RPG Playing
Ouderwetse platen
PHONO
LP Record Listening
Opmerking
*
Wanneer er een iPod is aangesloten op het Yamaha iPod universeel dock of een Bluetooth component op de Bluetooth adapter, zal dit toestel de audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting weergeven.
y
U kunt ook uw eigen SCENE sjablonen maken door de voorgeprogrammeerde instellingen van de SCENE sjablonen te wijzigen. Zie bladzijde 40 voor details.
38 Nl
Page 41
Selecteren van de SCENE sjablonen
Beschrijvingen voorgeprogrammeerde SCENE sjablonen
De afbeeldingen van de SCENE toets in de volgende tabel geven de toegewezen SCENE toetsen in de standaardinstelling aan.
SCENE sjabloon Signaalbron Weergavefunctie Kenmerken
DVD Viewing
DVD Movie Viewing
1
DVD Live Viewing
DVR Viewing
Disc Hi-fi Listening
Music Disc Listening
2
*
DVD
DVD
*
Straight
MOVIE
Sci-Fi
*
DVD
ENTERTAINMENT
Music Video
DVR MOVIE
Drama
*
DVD
DVD
*
Pure Direct
STEREO
2ch Stereo
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u algemeen materiaal weergeeft met uw DVD-speler.
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u films weergeeft met uw DVD-speler.
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u live muziekbeelden weergeeft met uw DVD-speler.
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u films weergeeft met uw digitale videorecorder.
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u hi-fi muziekdiscs afspeelt met uw DVD-speler.
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u muziekdiscs afspeelt met uw DVD-speler.
BASISBEDIENING
Disc Listening
DVD
STEREO
*
7ch Stereo
CD Hi-fi Listening
CD Listening
CD
CD
*
Pure Direct
STEREO
*
7ch Stereo
CD Music Listening
CD
STEREO
*
2ch Stereo
Radio Listening
4
Dock Listening
TUNER MUSIC ENHANCER
7ch Enhancer
V-AUX MUSIC ENHANCER
7ch Enhancer
TV Viewing
3
TV Sports Viewing
DTV/CBL Straight
DTV/CBL ENTERTAINMENT
Sports
Action Game
Playing
RPG Playing
V-AUX ENTERTAINMENT
Action Game
V-AUX ENTERTAINMENT
Roleplaying Game
LP Record Listening
*
Wanneer de aangesloten DVD-speler of CD-speler geschikt is voor SCENE stuursignalen en is verbonden met de REMOTE OUT
PHONO Pure Direct
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u muziek afspeelt met uw DVD-speler als achtergrondmuziek.
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u hi-fi muziekdiscs afspeelt met uw CD-speler.
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u muziekdiscs afspeelt met uw CD-speler.
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u muziek afspeelt met uw CD-speler als achtergrondmuziek.
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u naar FM of AM radioprogramma’s luistert.
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u muziek wilt weergeven van uw iPod die is aangesloten via een Yamaha iPod universeel dock of van een Bluetooth component die is verbonden via de Bluetooth adapter.
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u naar algemene programma’s op uw TV kijkt.
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u naar sportprogramma’s op uw TV kijkt.
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u actiespellen zoals racespelletjes en FPS (eerste persoon schiet-) spellen wilt spelen.
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u een role-playing spel wilt spelen.
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u platen afspeelt met uw draaitafel.
aansluiting van dit toestel, dan kan dit toestel de DVD-speler of CD-speler in kwestie aansturen via de SCENE functie.
39 Nl
Nederlands
Page 42
Selecteren van de SCENE sjablonen

Uw eigen SCENE sjablonen maken

U kunt voor elk van de SCENE toetsen uw eigen SCENE sjabloon maken. U kunt gebruik maken van de 17 voorgeprogrammeerde SCENE sjablonen om uw eigen SCENE sjablonen vast te leggen.
Selecteer het gewenste
SCENE sjabloon
SCENE sjabloonarchief
(Voorbeeld)
1 Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
2 Houd de gewenste
3 seconden lang ingedrukt.
Het bewerkingsscherm voor het SCENE sjabloon zal op het beeldscherm verschijnen.
Maak uw eigen SCENE
sjabloon
: DVD
INPUT
: DVD Viewing
SCENE
Wijs het SCENE
sjabloon toe aan de
SCENE toets
4
SCENE toets
SCENE : DVD Viewing
1
3 Druk op
9
k / n om de gewenste instelling van het SCENE sjabloon te selecteren en gebruik vervolgens 9l / h om de gewenste waarde in te stellen.
U kunt de volgende instellingen van een SCENE sjabloon wijzigen:
INPUT: De signaalbron.
MODE: De ingeschakelde
geluidsveldprogramma’s, “Straight” of “Pure Direct” functie.
4 Druk nog eens op de
4
SCENE toets om uw
wijziging te bevestigen.
y
Er zal een asterisk (*) bij de naam van het originele SCENE sjabloon verschijnen.
Opmerkingen
• Wanneer de gewenste SCENE sjablonen zijn toegewezen aan de 4SCENE toetsen, moet u de signaalbron voor het SCENE sjabloon instellen op de afstandsbediening. Zie bladzijde 41 voor details.
• U kunt voor elk van de SCENE toetsen een aangepast SCENE sjabloon aanmaken, maar als u een ander aangepast SCENE sjabloon aanmaakt, zal dit toestel het oude aangepaste SCENE sjabloon vervangen door het nieuwe.
• Het nieuw aangemaakte sjabloon is alleen beschikbaar voor de oorspronkelijk geselecteerde SCENE toets.
SCENE sjablonen een nieuwe naam
geven
SCENE1  
.pDVDMovieViewing[
[
INPUT: DVD MODE:Sci-Fi 
[ENTER]:Rename [SCENE1]:SET [RETURN]:EXIT
Opmerking
Wanneer het SCENE sjabloon dat u wilt bewerken niet is toegewezen aan één van de 4SCENE toetsen, dient u net zo vaak op 9l / h te drukken tot het gewenste SCENE sjabloon op het menuscherm verschijnt.
40 Nl
Selecteer de naam van het gewenste SCENE sjabloon bij stap 3 onder “Uw eigen SCENE sjablonen maken” en druk vervolgens op
9
ENTER.
SCENE1  RENAME DVDMovieViewing
-
   
p
[
[]/[]:Character [p]/[[]:Position [ENTER]:SET [RETURN]:CANCEL
• Druk op 9k / n om het gewenste teken te selecteren.
• Druk op 9l / h om een “_” (onderstreping) te plaatsen onder de spatie of onder een teken.
• Druk op 0RETURN om de nieuwe naam te annuleren.
• Druk op 9ENTER om de nieuwe naam definitief te maken.
Page 43
Selecteren van de SCENE sjablonen

Gebruiken van de afstandsbediening voor de SCENE functie

Bedienen van signaalbronnen in de SCENE functie
U kunt zowel dit toestel als de signaalbron bedienen met deze afstandsbediening. U moet wel van tevoren voor elke signaalbron de juiste afstandsbedieningscode instellen (zie bladzijde 94).
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
F
SOURCE zetten.
1 Druk op de gewenste
4
SCENE toets op de
afstandsbediening.
2 Druk op de gewenste toetsen in het met een
sterretje (*) aangegeven gebied hieronder om de signaalbron voor het geselecteerde SCENE sjabloon te bedienen.
POWER
POWER
POWER
STANDBY
AV
TV
*
SCENE
1234
TUNER
V-AUX/DOCK
DTV/CBL
DVD
DVR
+
+
TV VOL TV CH
TV MUTE
TV INPUT
PRESET/CH
SET MENU
LEVEL
MENU
TITLE
SRCH MODE
BAND
ENTER
A/B/C/D/E
DISPLAY
RETURN
MEMORY
LIVE/CLUB
CLASSICAL
ENTERTAIN
2
1
STEREO
ENHANCER
SUR. DECODE
5
6
MULTI CH IN
0
9
INFO EON MODE- PTY SEEK- START
REC
LEARN
MACRO
ON
OFF
VCR
+
CD
VOLUME
MUTE
3
7
10
+
CLEAR
MD/CD-R
PHONO
SELECT
AUDIO
PURE DIRECT
STRAIGHT
MOVIE
PARAMETER
SLEEP
ENT
RENAME
CBA
4
8
AMP
SOURCE
TV
SCENE toetsen
Zet op SOURCE
Instellen van de signaalbron voor een aangepast SCENE sjabloon op de afstandsbediening
Als u de signaalbron veranderd heeft voor het geselecteerde SCENE sjabloon, moet u de nieuwe signaalbron voor het SCENE sjabloon instellen op de afstandsbediening om de component in kwestie correct te kunnen bedienen.
1 Houd de
4
SCENE toets en de gewenste
ingangskeuzetoets (5) ingedrukt.
De zend-indicator (2) knippert twee keer.
2 Houd de toetsen uit stap 2 ingedrukt tot
“OK” verschijnt in het uitleesvenster (6) op de afstandsbediening.
Opmerking
Als de instelling van de nieuwe signaalbron niet gelukt is, zal “NG” (Niet Goed) in het uitleesvenster (6) verschijnen. Herhaal in een dergelijk geval de procedure voor het instellen.
BASISBEDIENING
Opmerking
*
Deze toetsen bedienen de signaalbron. Zie bladzijde 93 voor details omtrent de functies van de toetsen.
Nederlands
41 Nl
Page 44

WEERGAVE

Weergave
Let op
U moet zeer voorzichtig zijn wanneer u DTS gecodeerde CD’s gaat afspelen. Als u een DTS gecodeerde CD afspeelt op een CD-speler die niet geschikt is voor DTS-weergave, zult u alleen een ongewenst geruis of lawaai horen dat zelfs uw luidsprekers kan beschadigen. Controleer of uw CD-speler geschikt is voor DTS gecodeerde CD’s. Controleer ook het geluidsniveau van uw CD-speler voor u een DTS gecodeerde CD gaat afspelen.
y
Om DTS gecodeerde CD’s weer te kunnen geven bij gebruik van een digitale audioverbinding, moet u voor de weergave begint “DECODER MODE” in het “INPUT MENU” instellen op “DTS” (zie bladzijde 86).
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
F
AMP zetten.

Basisprocedure

1 Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
y
Zie bladzijde 46 om informatie over de signaalbron op het beeldscherm te tonen.
2 Verdraai
ingangskeuzetoetsen op de (5)) om de gewenste signaalbron te selecteren.
De naam van de op dit moment geselecteerde signaalbron wordt een paar seconden lang op het display getoond.
y
De met de geselecteerde signaalbron corresponderende ingangskeuzetoets licht ongeveer 5 seconden lang op nadat u op een toets op de afstandsbediening heeft gedrukt om aan te geven welke component er bediend wordt.
R
INPUT (of druk op één van de
Beschikbare signaalbronnen
MULTI CH
VCR DVR
V-AUX
DTV/CBL
DVD CD
MD/CD-R
TUNER PHONO
 DVD
Op dit moment geselecteerde signaalbron
3 Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
• Raadpleeg de handleiding van de betreffende component.
• Zie bladzijde 53 voor details omtrent het afstemmen (FM/AM).
• Zie bladzijde 60 voor details omtrent iPod bediening.
• Zie bladzijde 62 voor details omtrent Bluetooth bediening.
4
Verdraai JVOLUME
(of druk op GVOLUME + /– om het volume op het gewenste niveau in te stellen.
y
• Zie bladzijde 52 voor het instellen van het uitgangsniveau
van elke luidspreker.
• Dit heeft geen invloed op het AUDIO OUT (REC) niveau.
• U kunt het beginvolume en het maximum volume bepalen
(zie bladzijde 81).
5 Verdraai
N
PROGRAM (of druk herhaaldelijk op één van de toetsen voor de geluidsveldprogramma’s
(O))
om het gewenste geluidsveldprogramma te selecteren.
De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal verschijnen op het display op het voorpaneel en op het in-beeld display. Zie bladzijde 48 voor details omtrent geluidsveldprogramma’s.
Sci-Fi
Op dit moment geselecteerde geluidsveldprogramma
Opmerking
Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden geselecteerd wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 43).
y
• Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak,
niet alleen op basis van de naam van het programma.
• Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het
toestel automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte geluidsveldprogramma instellen.
• Om informatie te laten weergeven op het in-beeld display
over het op dit moment geselecteerde geluidsveldprogramma, zie bladzijde 64 voor details.
)
42 Nl
Page 45
Weergave
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
F
AMP zetten.

Selecteren van de MULTI CH INPUT component

Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT aansluitingen verbonden signaalbron (zie bladzijde 25).
Verdraai RINPUT en selecteer “MULTI CH” (of druk op PMULTI CH IN).
“MULTI CH” zal op het display op het voorpaneel verschijnen.
y
Gebruik het “MULTI CH” menu in het “INPUT MENU” om de parameters voor MULTI CH INPUT in te stellen (zie bladzijde 87).
Opmerking
Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden geselecteerd wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron.

Selecteren van de gewenste set voor-luidsprekers

Gebruik deze functie om een voor-luidsprekersysteem (FRONT A en/of FRONT B) aan of uit te zetten.
Druk herhaaldelijk op ASPEAKERS op het voorpaneel om de om de set voor-luidsprekers aangesloten op de FRONT A en/of EXTRA SP luidsprekeraansluitingen aan of uit te zetten.
De actieve set voor-luidsprekers verandert als volgt.
FRONT A FRONT B
FRONT A
Uit
Opmerkingen
• De FRONT A en B of FRONT B instelling is niet beschikbaar wanneer “EXTRA SP ASSIGN” is ingesteld op “PRESENCE”, “ZONE 2” of “NONE” (zie bladzijde 77).
• Zet het volume van dit toestel uit wanneer u de instelling voor de voor-luidsprekers omschakelt.
Gebruiken van de Zone B functie
Wanneer u “EXTRA SP ASSIGN” instelt op “ZONE B” (zie bladzijde 77), kunt u de luidsprekers die zijn verbonden met de EXTRA SP luidsprekeraansluitingen in een andere kamer gebruiken (Zone B).
en
FRONT B
BASISBEDIENING
Druk herhaaldelijk op ASPEAKERS op het voorpaneel om de Zone B luidsprekers aan of uit te zetten.
Wanneer u de Zone B luidsprekers inschakelt, zullen alle luidsprekers in de hoofdzone buiten werking worden gesteld.
Opmerking
Als u het geluidsveldprogramma selecteert en de Zone B luidsprekers inschakelt, zal automatisch Virtual CINEMA DSP worden ingeschakeld (zie bladzijde 51).
Nederlands
43 Nl
Page 46
Weergave
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
F
AMP
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
zetten.

Selecteren van audio ingangsaansluitingen (AUDIO SELECT)

Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen. Gebruik deze functie (selecteren van audio ingangsaansluitingen) om over te schakelen naar een andere ingangsaansluiting wanneer er meerdere aansluitingen zijn toegewezen aan de signaalbron in kwestie.
y
• In de meeste gevallen raden we u aan de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting op “AUTO” te laten staan.
U kunt de standaard selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting van dit toestel zelf bepalen via “AUDIO SELECT” in het “OPTION MENU” (zie bladzijde 90).
Druk herhaaldelijk op QAUDIO SELECT (of IAUDIO) om de gewenste instelling voor de audio ingangsaansluiting selectie te kiezen.
Beschikbare signaalbronnen
MULTI CH
VCR DVR
V-AUX
DTV/CBL
DVD CD
MD/CD-R
TUNER PHONO
A.SEL:AUTO
Huidige instelling selectiefunctie audio ingangsaansluiting
AUDIO SELECT Functie
AUTO
HDMI
COAX/OPT
ANALOG
Ingangssignalen worden automatisch geselecteerd in deze volgorde: (1) HDMI (2) Digitale signalen (3) Analoge signalen
Er zullen alleen HDMI signalen worden geselecteerd. Als er geen HDMI signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven.
Ingangssignalen worden automatisch geselecteerd in deze volgorde: (1) Digitale signalen die binnenkomen via de COAXIAL aansluiting (2) Digitale signalen die binnenkomen via de OPTICAL aansluiting Als er geen signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven.
Er zullen alleen analoge signalen worden geselecteerd. Als er geen analoge signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven.

Weergeven van de huidige status van dit toestel op een beeldscherm

U kunt de bedieningsinformatie voor dit toestel laten weergeven op een beeldscherm.
1 Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
2 Druk op
afstandsbediening.
Het in-beeld display toont het huidige statusscherm.
y
• U kunt de tijd dat de huidige status op het in-beeld display getoond wordt regelen met behulp van de “OSD-AMP” parameter in het “OPTION MENU” (zie bladzijde 88).
• Om het statusscherm uit te schakelen, dient u nog eens op
L
Opmerking
Het signaal voor het in-beeld display wordt niet gereproduceerd via de DVR en VCR VIDEO OUT aansluitingen en wordt dus ook niet opgenomen.
L
DISPLAY op de
STATUSVOL:-40.0dB 
MOVIE Sci-Fi  INPUT:DVD A.SEL:HDMI   
[DISPLAY]:STATUSOFF
DISPLAY te drukken.
Opmerking
Deze functie is niet mogelijk als er geen digitale ingangsaansluitingen (OPTICAL, COAXIAL en HDMI) zijn toegewezen. Daarnaast zal HDMI niet beschikbaar zijn als instelling voor de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting als de HDMI IN aansluitingen niet worden gebruikt. Gebruik “I/O ASSIGNMENT” in het “INPUT MENU” om de ingangsaansluiting in kwestie opnieuw toe te wijzen (zie bladzijde 85).
44 Nl
Page 47
Weergave

Gebruiken van een hoofdtelefoon

U kunt een hoofdtelefoon met een analoge stereostekker aansluiten op de PHONES aansluiting op het voorpaneel.
VOLUME
EDIT
SEARCH MODE
MAIN ZONE
PHONES
TONE CONTROL STRAIGHT PURE DIRECT
SYSTEM OFF
ON/OFF
SILENT CINEMA
PRESET/TUNINGBANDSPEAKERS MEMORY INFO
SCENE
1234
PROGRAM INPUT
AUDIO SELECT OPTIMIZER MIC
EFFECT
ZONE 2
ZONE
ON/OFF
CONTROLA/B/C/D/E
VIDEO AUX
VIDEOS VIDEO
RLAUDIO OPTICAL
y
Wanneer u een geluidsveldprogramma selecteert, zal de SILENT CINEMA functie automatisch worden ingeschakeld (zie bladzijde 51).
Opmerkingen
• Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen worden gereproduceerd via de luidspreker-aansluitingen.
• Alle Dolby Digital en DTS audiosignalen worden teruggemengd naar de linker en rechter hoofdtelefoonkanalen.

Tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave

Druk op GMUTE op de afstandsbediening om de geluidsweergave tijdelijk uit te schakelen.
Druk nog eens op GMUTE om de geluidsweergave te hervatten.
y
• U kunt ook JVOLUME verdraaien (of op GVOLUME +/– drukken) om de geluidsweergave te hervatten.
• U kunt instellen hoe ver het volume verlaagd wordt via de “MUTE TYPE” parameter in het “VOLUME MENU” (zie bladzijde 81).
• De MUTE indicator knippert op het voorpaneel wanneer de geluidsweergave tijdelijk is uitgeschakeld en verdwijnt wanneer de geluidsweergave weer wordt hervat.
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
F
AMP zetten.

Weergeven van videomateriaal als achtergrond bij audiomateriaal

U kunt videobeelden van een videobron combineren met geluid van een audiobron. Zo kunt u bijvoorbeeld naar klassieke muziek luisteren terwijl u op uw beeldscherm kijkt naar mooie landschapsopnamen.
Gebruik de ingangskeuzetoetsen (5) op de afstandsbediening om de gewenste videobron te selecteren en kies vervolgens de audiobron.
Audiobronnen
Videobronnen
Videobronnen
Audiobronnen
y
• U kunt ook “MULTI CH” selecteren als geluidssignaalbron (zie bladzijde 43). Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op FAMP en druk vervolgens op PMULTI CH IN.
• Stel de “BGV” parameter in het “MULTI CH” menu in op de gewenste instelling om de standaard signaalbron voor achtergrondvideo te selecteren voor de MULTI CH INPUT signaalbron (zie bladzijde 87).
TUNER
V-AUX/DOCK
DVD
V-AUX/DOCK
DVD
MULTI CH IN
9
DTV/CBL
DVR
DTV/CBL
DVR
VCR
VCR
MD/CD-R
CD
PHONO
PHONO
BASISBEDIENING
45 Nl
Nederlands
Page 48
Weergave

Tonen van informatie over de signaalbron

kunt de audio- en video-informatie voor het huidige ingangssignaal bekijken.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op FAMP en druk vervolgens op
H
SET MENU op de afstandsbediening.
Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld display verschijnen.
SET MENU
.;AUTO SETUP
;MANUAL SETUP
.A;SIGNAL INFO
p
[ ]/[ ]:Up/Down
p
[ENTER]:Enter
2
Druk herhaaldelijk op 9n te selecteren en druk dan op
De audio-informatie over de signaalbron zal op het in-beeld display verschijnen.
3 Druk op
9
l / h om heen en weer te schakelen tussen de audio en video informatiedisplays.
4
Druk nog eens op HSET MENU afstandsbediening om het “SET MENU” te verlaten.
Audio informatie
om “SIGNAL INFO”
9
ENTER
.
op de
Video informatie
Informatie Beschrijving
HDMI SIGNAL
HDMI RES.
ANALOG RES.
HDMI ERROR (HDMI MESSAGE)
Opmerking
“–––” verschijnt wanneer dit toestel de bijbehorende informatie niet kan weergeven.
HDMI fouten en meldingen
Melding Oorzaak
DEVICE OVER
HDCP ERROR
Out of Res.
Het soort videosignalen ontvangen van de signaalbron en gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting van dit toestel.
Resolutie van het ingangssignaal (analoog of HDMI) en het uitgangssignaal (HDMI). Wanneer er composiet video- of S-videosignalen binnenkomen, zullen de video ingangssignalen worden aangeduid als “Composite” of “S-Video”.
Resolutie van de analoge videosignalen die worden gereproduceerd via de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT aansluitingen van dit toestel.
Foutmelding voor HDMI bronnen of aangesloten HDMI apparatuur.
Er zijn teveel HDMI componenten aangesloten.
HDCP verificatie mislukt.
Resolutie buiten bereik. Het aangesloten beeldscherm is niet geschikt voor de resolutie van het video ingangssignaal.
Informatie Beschrijving
FORMAT
SAMPLING
CHANNEL
BITRATE
FLAG
Signaalformattering. Wanneer het toestel geen
digitaal signaal kan detecteren, wordt er
automatisch overgeschakeld naar analoog.
Het aantal metingen per seconden van een continu
signaal om een digitaal signaal te kunnen maken.
Aantal bronkanalen in het ingangssignaal
(voor/surround/LFE). Bijvoorbeeld een multikanaals
soundtrack met 3 voorkanalen, 2 surroundkanalen en
een LFE kanaal, zal worden getoond als “3/2/0.1”.
Het aantal bits aan gegevens dat per seconde
een bepaald meetpunt passeert.
Signalering (vlag) die in DTS, Dolby Digital of
PCM signalen is meegecodeerd en die dit
toestel in staat stelt automatisch van decoder te
wisselen (“Surround EX”, enz.).
Opmerking
“–––” verschijnt wanneer dit toestel de bijbehorende informatie niet kan weergeven.
46 Nl
Page 49

Gebruiken van de slaaptimer

Met deze functie kunt de hoofdzone zichzelf uit (standby) laten schakelen na een door u bepaalde tijd. Deze slaaptimer is bijvoorbeeld handig wanneer u gaat slapen terwijl uw installatie nog aan het spelen of opnemen is. De slaaptimer schakelt ook automatisch de op de AC OUTLET(S) netstroomaansluitingen aangesloten externe apparatuur uit (zie bladzijde 28).
Opmerking
Zelfs als dit toestel uit (standby) gezet wordt, zal de stroomvoorziening voor de AC OUTLET(S) netstroomaansluitingen niet worden afgesloten terwijl er nog een aangesloten iPod wordt opgeladen (zie bladzijde 28).
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
F
AMP en druk herhaaldelijk op MSLEEP om de
tijd in te stellen.
Met elke druk op MSLEEP zal het display op het voorpaneel als volgt veranderen.
SLEEP 120min SLEEP 90min
SLEEP 60minSLEEP 30minSLEEP OFF
De SLEEP indicator knippert terwijl u de tijd voor de slaaptimer aan het instellen bent. De SLEEP indicator zal oplichten op het display op het voorpaneel en het display keert terug naar het geselecteerde geluidsveldprogramma.
Weergave
Gebruiken van de slaaptimer
Druk net zo vaak op MSLEEP op de afstandsbediening tot “SLEEP OFF” verschijnt op het display op het voorpaneel.
Verdwijnt
SLEEP OFF
De SLEEP indicator gaat uit en de melding “SLEEP OFF” zal na een paar seconden verdwijnen van het display op het voorpaneel.
y
U kunt de slaaptimer ook annuleren door met DSTANDBY (of KMAIN ZONE ON/OFF) de hoofdzone van het toestel uit (standby) te zetten.
BASISBEDIENING
Knippert
SLEEP
SLEEP 120min.
Licht op
SLEEP
Straight
Nederlands
47 Nl
Page 50

GELUIDSVELDPROGRAMMA’S

Geluidsveldprogramma’s
Dit toestel is uitgerust met diverse zeer precieze digitale decoders waarmee u kunt profiteren van multikanaals weergave van vrijwel elke stereo of multikanaals geluidsbron. Dit toestel is tevens voorzien van een Yamaha digitale geluidsveldprogramma (DSP) processor met een aantal geluidsveldprogramma’s waarmee u uw luister-ervaring een extra dimensie kunt geven.

Selecteren van geluidsveldprogramma’s

Verdraai NPROGRAM (of zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op FAMP en druk vervolgens herhaaldelijk op één van de geluidsveldtoetsen (O)).
De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal verschijnen op het display op het voorpaneel en op het in-beeld display.
Opmerkingen
• Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte geluidsveldprogramma instellen.
• Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden geselecteerd wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 43).
• Wanneer u Dolby TrueHD, Dolby Digital Plus, DTS-HD Master Audio, of DTS-HD High Resolution Audio signaalbronnen weergeeft, zal dit toestel geen geluidsveldprogramma inschakelen.
• Bij een ingangssignaal met een hogere bemonsteringsfrequentie dan 96 kHz zal dit toestel geen geluidsveldprogramma’s toepassen.

Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s

y
Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw eigen smaak, niet alleen op basis van de naam van het programma oid.
Voor muziekmateriaal
y
Voor muziekmateriaal kunnen we eveneens de Pure Direct weergavefunctie aanbevelen (zie bladzijde 52).
Opmerkingen
• Welke geluidsveldparameters er beschikbaar zijn hangt mede af van de luidsprekerinstellingen.
• “DIALG.LIFT” is alleen beschikbaar wanneer “EXTRA SP ASSIGN” onder “SPEAKER SET” is ingesteld op “PRESENCE” (zie bladzijde 77).
CLASSICAL
Programma Beschrijving
Hall in Munich
Hall in Vienna
Chamber
48 Nl
Dit geluidsveld simuleert een concertzaal met ongeveer 2500 zitplaatsen in Muenchen, met een stijlvol houten interieur, zoals normaal is in Europese concertzalen. Verfijnde, mooie natrillingen verspreiden zich door de ruimte en creëren een kalme sfeer. U bevindt zich virtueel in het midden links in de zaal.
Dit is een traditionele middelgrote, doosvormige concertzaal met ongeveer 1700 zitplaatsen in Wenen. De zuilen en ingewikkelde versieringen zorgen voor zeer complexe reflecties die voor het publiek van alle kanten lijken te komen en voor een volle en rijke geluidsweergave.
Dit programma recreëert een relatief brede ruimte met een hoog plafond, zoals een audiëntiezaal in een paleis. Dit levert plezierige natrillingen op die hof- en kamermuziek ten goede komen.
Page 51
Geluidsveldprogramma’s
LIVE/CLUB
Programma Beschrijving
Dit programma simuleert een ‘live house’ met een laag plafond en een huiselijke atmosfeer. Een
Cellar Club
The Roxy Theatre
The Bottom Line
realistisch en levendig geluidsveld met een krachtige weergave alsof de luisteraar zich op de eerste rij voor een klein podium bevindt.
Dit is het geluidsveld van een rock live house in Los Angeles, met ongeveer 460 plaatsen. U bevindt zich virtueel in het midden links in de zaal.
Dit is het geluidsveld vlak voor het podium in The Bottom Line, de destijds befaamde New Yorkse jazz club. Er is plaats voor 300 mensen links en rechts en het geluidsveld biedt een realistische en levendige weergave.
Voor divers materiaal
Opmerkingen
De beschikbare geluidsveldparameters en de gecreëerde geluidsvelden hangen mede af van de ontvangen signalen en de instellingen van dit toestel.
“DIALG.LIFT” is alleen beschikbaar wanneer “EXTRA SP ASSIGN” onder “SPEAKER SET” is ingesteld op “PRESENCE” (zie bladzijde 77).
ENTERTAINMENT
Programma Beschrijving
Dit programma stelt de luisteraar in staat met een rijkere beleving te luisteren naar stereo
Sports
Action Game
Roleplaying Game
Music Video
sportuitzendingen en amusementsprogramma’s uit de studio. Bij sportuitzendingen worden de stemmen van de commentatoren duidelijk in het midden geplaatst, terwijl de atmosfeer van het stadion zich rondom uitspant zodat de luisteraar het gevoel krijgt alsof hij of zij zich middenin het stadion bevindt.
Dit geluidsveld is geoptimaliseerd voor actiespellen zoals racespelletjes en FPS (eerste persoon schiet-) spellen. Er wordt gebruik gemaakt van weerkaatsingsgegevens die het effectbereik per kanaal beperken voor een krachtige spelomgeving waarin de speler helemaal op kan gaan zonder een duidelijk gevoel voor richting te verliezen.
Dit geluidsveld is geoptimaliseerd voor rollenspellen en avonturen. Het combineert de effecten voor films en het geluidsveldontwerp voor actiespellen (“Action Game”) om de diepte en het driedimensionale gevoel van de spelwereld tijdens het spelen weer te geven, terwijl er ook zoveel mogelijk recht wordt gedaan aan de filmische surroundeffecten in het spel.
Dit geluidsveld geeft een beeld van een concertzaal voor live optredens van pop-, rock- en jazzmuziek. De luisteraar kan zich in een hippe livetent wanen dankzij het aanwezigheidsgeluidsveld dat de nadruk legt op de levendigheid van de vocalen en de solo’s en de beat van de ritmesecties, en dankzij het surroundgeluidsveld dat zorgt voor de ruimtelijkheid van een grote live zaal.
Voor filmmateriaal
y
U kunt de gewenste decoder instellen voor gebruik met de volgende geluidsveldprogramma’s (behalve met “Mono Movie”). Zie bladzijde 69 voor details.
Opmerkingen
De beschikbare geluidsveldparameters en de gecreëerde geluidsvelden hangen mede af van de ontvangen signalen en de instellingen van dit toestel.
“DIALG.LIFT” is alleen beschikbaar wanneer “EXTRA SP ASSIGN” onder “SPEAKER SET” is ingesteld op “PRESENCE” (zie bladzijde 77).
MOVIE
BASISBEDIENING
Programma Beschrijving
Dit programma creëert een geluidsveld dat de nadruk legt op het omhullende surroundgevoel zonder de
Standard
Spectacle
Sci-Fi
oorspronkelijke akoestische positionering van multikanaals audio zoals Dolby Digital en DTS aan te tasten. Het ontwerp gaat uit van het concept van een “ideale bioscoop” waarin het publiek wordt omhuld door de natrillingen van links, rechts en van achteren.
Dit programma reproduceert de overweldigende ervaring van groots opgezette spektakelfilms. Het voorziet in een breed geluidsveld dat past bij Cinemascope en andere breedbeeld films, met een uitstekend dynamisch bereik, van zeer zachte tot verschrikkelijk harde geluiden.
Dit programma geeft een heldere reproductie van de verfijnde geluidseffecten van de nieuwste science-fiction en special-effects films. U kunt hierdoor genieten van een cinematografisch gelaagde virtuele ruimte, waarin de dialogen, de geluidseffecten en achtergrondmuziek duidelijk gescheiden zijn.
Nederlands
49 Nl
Page 52
Geluidsveldprogramma’s
Programma Beschrijving
Dit programma is ideaal voor een precieze reproductie van het geluid bij actie- en avonturenfilms.
Adventure
Drama
Mono Movie
Het geluidsveld beperkt natrillingen en geeft de nadruk aan het reproduceren van een zich ver naar links en naar rechts uitstrekkende geluidsruimte. De gereproduceerde diepte wordt ook relatief beperkt om de scheiding tussen de audiokanalen en de helderheid van de weergave te kunnen waarborgen.
Dit geluidsveld biedt stabiele natrillingen die geschikt zijn voor een breed scala aan filmgenres, van serieus drama tot musicals en komedies. De natrillingen zijn gematigd maar bieden een optimale 3D gewaarwording, effecttonen en achtergrondmuziek worden zachtjes weergegeven, maar gesproken tekst wordt helder weergegeven en in het midden gepositioneerd op een manier die de luisteraar niet vermoeit, ook niet na vele uren kijken.
Dit programma is speciaal bedoeld voor de reproductie van mono videomateriaal, zoals klassieke films, en geeft u het gevoel alsof u in een oude, gezellige bioscoop zit. Dit programma produceert de optimale expansie en natrillingen voor de originele geluidsweergave en creëert een comfortabele ruimte met een duidelijk bepaalde diepte.
Opmerking
Welke parameters er beschikbaar zijn hangt mede af van de gebruikte signaalbron en de instellingen van dit toestel.
STEREO
Programma Beschrijving
2ch Stereo
7ch Stereo
Gebruik dit programma om multikanaals materiaal terug te brengen naar 2 kanalen.
Gebruik dit programma om geluid weer te laten geven door alle luidsprekers. Wanneer u multikanaals materiaal weergeeft, zal dit toestel het bronsignaal terugbrengen tot 2 kanalen en het geluid vervolgens weergeven via alle luidsprekers. Dit programma geeft een groter geluidsveld en is ideaal voor achtergrondmuziek bij feesten en partijen enz.
De Compressed Music Enhancer
MUSIC ENHANCER
Programma Beschrijving
Straight Enhancer
7ch Enhancer
Gebruik dit programma om het geluid te verbeteren tot het zo goed mogelijk de originele diepte en breedte van het 2-kanaals of multikanaals signaal voor compressie benadert.
Gebruik dit programma voor weergave met compensatie voor compressie-artefacten in 7-kanaals stereo.
Surround decode mode
SUR. DECODE
Programma Beschrijving
Sur. Decoder
Kies dit programma voor weergave van signaalbronnen met speciaal daarvoor geselecteerde decoders. U kunt 2-kanaals materiaal via meer kanalen laten weergeven. Zie bladzijde 70 voor details.
50 Nl
Page 53
Geluidsveldprogramma’s
Gebruiken van geluidsveldprogramma’s zonder surround-luidsprekers (Virtual CINEMA DSP)
Virtual CINEMA DSP stelt u in staat te profiteren van de CINEMA DSP programma’s zonder surround-luidsprekers. Dit programma maakt virtuele luidsprekers om het oorspronkelijke geluidsveld te reproduceren. Als u “SUR. L/R SP” instelt, zal Virtual CINEMA DSP automatisch worden ingeschakeld wanneer u een geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 48).
Opmerking
In de volgende gevallen zal Virtual CINEMA DSP niet in werking treden, ook al staat “SUR. L/R SP” op “NONE” (zie bladzijde 78):
– wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH
INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron
(zie bladzijde 43). – wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit. – wanneer dit toestel in de “7ch Stereo” stand staat.
op “NONE” (zie bladzijde 78)
Luisteren naar multikanaals materiaal en geluidsveldprogramma’s met een hoofdtelefoon (SILENT CINEMA)
De SILENT CINEMA functie stelt u in staat naar multikanaals materiaal of filmsoundtracks, inclusief Dolby Digital en DTS materiaal, te luisteren met een normale hoofdtelefoon. SILENT CINEMA wordt automatisch ingeschakeld wanneer u een hoofdtelefoon aansluit op de PHONES aansluiting terwijl u luistert met de geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 48). Indien ingeschakeld zal de SILENT CINEMA indicator oplichten op het display op het voorpaneel.
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
F
AMP zetten.

Luisteren naar onbewerkte weergave (‘Straight’ (rechtstreekse) weergavefunctie)

Wanneer het toestel in de “Straight” stand staat, worden 2-kanaals stereobronnen alleen weergegeven via de linker en rechter voor-luidsprekers. Multikanaals materiaal zal rechtstreeks via de diverse kanalen worden weergegeven zonder verdere toevoeging van effecten.
Druk op OSTRAIGHT (of KSTRAIGHT) en selecteer “Straight”.
Uitschakelen van de “Straight” weergavefunctie
Druk op OSTRAIGHT (of KSTRAIGHT) zodat “Straight” verdwijnt van het display op het voorpaneel.
Eventuele geluidseffecten worden nu weer ingeschakeld.
BASISBEDIENING
Opmerkingen
• SILENT CINEMA treedt niet in werking wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 43).
• SILENT CINEMA staat buiten werking wanneer “Pure Direct” (zie bladzijde 52) of “2ch Stereo” (zie bladzijde 50) is geselecteerd, of wanneer het toestel in de “Straight” functie staat (zie bladzijde 51).
Nederlands
51 Nl
Page 54

GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES

Gebruiken van audiofuncties
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
F
AMP zetten.

Instellen luidsprekerniveaus

U kunt het uitgangsniveau van de luidsprekers instellen terwijl u naar muziek aan het luisteren bent. Dit is ook mogelijk wanneer u een signaal dat via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomt afspeelt.
Opmerking
Deze handeling overschrijft de niveau-instellingen die zijn gemaakt via de “AUTO SETUP” (zie bladzijde 32) en “SP LEVEL” (zie bladzijde 79) methodes.
1 Druk herhaaldelijk op
afstandsbediening en vervolgens op 9k / n tot u de luidspreker geselecteerd heeft die u wilt instellen.
Display Ingestelde luidspreker
FRONT L
FRONT R
CENTER
SUR. L
SUR. R
SBL
SBR
SWFR
PRNS L
PRNS R
y
• Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt mede af van de luidsprekerinstellingen.
• Wanneer het beeldscherm is ingeschakeld, zal het “LEVEL” instelmenu op het scherm verschijnen.
2 Druk op
(volume) van de luidspreker te regelen.
Druk op 9h
Druk op 9l
Instelbereik: –10,0 dB t/m +10,0 dB
3
Druk op 8LEVEL van het luidsprekerniveau uit te schakelen.
Linker voor-luidspreker
Rechter voor-luidspreker
Midden-luidspreker
Linker surround-luidspreker
Rechter surround-luidspreker
Linker surround achter-luidspreker
Rechter surround achter-luidspreker
Subwoofer
Linker aanwezigheidsluidspreker
Rechter aanwezigheidsluidspreker
9
l / h om het uitgangsniveau
om de ingestelde waarde te verhogen.
om de ingestelde waarde te verlagen.
8
LEVEL op de
om het display met de instelling

Luisteren naar pure hi-fi weergave

Gebruik de Pure Direct functie om te luisteren naar de pure, onveranderde weergave van de geselecteerde bron. Wanneer de Pure Direct functie is ingeschakeld, geeft dit toestel de geselecteerde signaalbron weer met zo min mogelijk tussenliggende schakelingen.
Druk op PPURE DIRECT (of JPURE DIRECT) om de Pure Direct functie aan of uit te zetten.
De PPURE DIRECT
toets op het voorpaneel zal oplichten wanneer dit toestel in de Pure Direct stand staat. Het display op het voorpaneel wordt automatisch donkerder.
Opmerkingen
• De volgende handelingen zijn niet mogelijk wanneer dit toestel
in de Pure Direct stand staat: – omschakelen van het geluidsveldprogramma – weergeven van het in-beeld display – instellen van de “SET MENU” parameters
(behalve niveau-instellingen)
– bedienen van videofuncties (video-conversie enz.)
• De Pure Direct functie wordt automatisch geannuleerd wanneer
dit toestel uit wordt gezet.
y
Het display op het voorpaneel wordt alleen ingeschakeld wanneer dat nodig is.

Toonregeling

Gebruik deze functie om de weergave van de lage tonen en die van de hoge tonen voor de linker en rechter luidsprekerkanalen te regelen.
y
De instellingen voor de luidsprekers en die voor de hoofdtelefoon worden apart opgeslagen.
1 Druk herhaaldelijk op
op het voorpaneel om de weergave van de hoge tonen (TREBLE) of de weergave van de lage tonen (BASS) te regelen.
2 Verdraai
de hoge tonen (TREBLE) of de weergave van de lage tonen (BASS) te regelen.
Instelbereik: –6 dB t/m +6 dB
Opmerkingen
• Als u de hoge of lage tonen teveel versterkt of verzwakt, is het
mogelijk dat de toonkleur van de surround-luidsprekers niet meer bij die van de andere past.
TONE CONTROL staat buiten werking wanneer PURE DIRECT is geselecteerd, of wanneer MULTI CH INPUT is geselecteerd als signaalbron.
N
PROGRAM om de weergave van
M
TONE CONTROL
52 Nl
Page 55

FM/AM AFSTEMMEN

FM/AM afstemmen

Overzicht

U kunt op twee manieren afstemmen op de gewenste FM/AM zender:
Afstemmen op een bepaalde frequentie (AUTO TUNING/MANUAL TUNING)
U kunt de frequentie van de gewenste FM/AM zender automatisch of met de hand opzoeken (zie “Basisbediening afstemmen” elders op deze bladzijde).
Afstemmen op een voorkeuzezender (PRESET TUNING)
U kunt van tevoren de gewenste FM/AM zender(s) voorprogrammeren en deze vervolgens weer makkelijk oproepen door de bijbehorende voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer op te geven (zie “Gebruiken van voorkeuzezenders” op bladzijde 54).
Opmerking
Stel de aangesloten FM en AM antennes zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt.
Handmatig afstemmen (MANUAL TUNING)

Basisbediening afstemmen

Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
F
SOURCE zetten en dan op 5TUNER drukken.
Gebruik deze functie als de zender waarop u wilt afstemmen zwak is en er niet automatisch op afgestemd kan worden. Wanneer dit toestel in de stand voor handmatig afstemmen staat, zal “MANUAL TUNING” eventjes op het display op het voorpaneel verschijnen.
BASISBEDIENING
1 Verdraai
selecteer de “TUNER” (radio) als signaalbron.
2 Druk op
radioband te kiezen.
“FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel verschijnen.
3 Druk op
MODE) en selecteer de gewenste afstemfunctie.
Automatisch afstemmen (AUTO TUNING)
Gebruik deze functie wanneer het signaal van de zender waarop u wilt afstemmen sterk genoeg is. Wanneer dit toestel in de stand voor automatisch afstemmen staat, zal “AUTO TUNING” eventjes op het display op het voorpaneel verschijnen. De AUTO indicator verschijnt op het display op het voorpaneel.
R
INPUT (of druk op 5TUNER) en
C
BAND (of 8BAND) om de
B
SEARCH MODE (of HSRCH
Licht op
AUTO
AFM 89.10MHz
Geen dubbele punt (:)
AFM 89.10MHz
Geen dubbele punt (:)
y
Handmatig afstemmen op een FM zender zal automatisch de ontvangst naar mono overschakelen om de kwaliteit van de ontvangst te verbeteren.
Afstemmen op een voorkeuzezender (PRESET TUNING)
Gebruik deze functie om opgeslagen voorkeuzezenders op te roepen. Wanneer dit toestel in de stand voor het afstemmen op voorkeuzezenders staat, zal “PRESET TUNING” eventjes op het display op het voorpaneel verschijnen. Afstemmen op een bepaalde frequentie is niet mogelijk. Zie bladzijde 54 voor details.
4 Druk herhaaldelijk op
l / h (of 9PRESET/CH k / n) om af te stemmen op de gewenste zender.
• Druk op Eh (of 9k) om af te stemmen op een hogere frequentie.
• Druk op El (of 9n) om af te stemmen op een lagere frequentie.
E
PRESET/TUNING
Nederlands
53 Nl
Page 56
FM/AM afstemmen
y
• Wanneer dit toestel is afgestemd op een zender, zal de TUNED indicator oplichten.
• Houd de toets ingedrukt om door te gaan met zoeken wanneer het toestel in de stand voor handmatig afstemmen staat.
• Druk herhaaldelijk op GINFO (of BINFO) om heen en weer te schakelen tussen de frequentie en het geluidsveldprogramma op het display op het voorpaneel.
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
F
SOURCE zetten en dan op 5TUNER drukken.
Direct afstemmen op een frequentie
Met deze functie kunt u de frequentie van de gewenste zender direct invoeren.
1 Druk herhaaldelijk op
afstandsbediening om de gewenste radioband te selecteren.
“FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel verschijnen.
2 Druk herhaaldelijk op
(of HSRCH MODE) en selecteer “AUTO TUNING” of “MANUAL TUNING”.
8
BAND op de
B
SEARCH MODE

Gebruiken van voorkeuzezenders

Met deze functie kunt u maximaal 40 FM/AM zenders (A1 t/m E8: 8 voorkeuzezenders in 5 groepen) automatisch of met de hand voorprogrammeren. Programmeer de gewenste zenders in dit toestel voor met behulp van de automatische of handmatige voorprogrammeerfunctie (zie “Automatisch voorprogrammeren van zenders” en “Handmatig voorprogrammeren van zenders” op bladzijde 55).
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
F
SOURCE zetten en dan op 5TUNER drukken.
1 Druk herhaaldelijk op
(of HSRCH MODE) en selecteer “PRESET TUNING”.
2 Druk op
(of 9PRESET/CH k / n) om het gewenste voorkeuzenummer (A1 t/m E8) te selecteren.
De voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer verschijnen op het display op het voorpaneel, samen met de radioband en de frequentie.
E
PRESET/TUNING l / h
B
SEARCH MODE
AFM 89.10MHz
Geen dubbele punt (:)
y
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display, kunt u niet handmatig afstemmen. Druk op BSEARCH MODE (of HSRCH MODE) om de dubbele punt (:) uit te schakelen.
3 Voer de frequentie van de gewenste zender in
met behulp van de cijfertoetsen (A).
Voorbeeld: Afstemmen op 103,75 MHz
1
y
Als de ingevoerde frequentie buiten het FM/AM afstembereik ligt, zal de melding “WRONG STATION!” verschijnen op het display op het voorpaneel en zal dit toestel automatisch afstemmen op de laatst geselecteerde zender.
0 3 7 5
A1:FM 89.10MHz
Voorkeuzegroep en voorkeuzenummer
y
U kunt de voorkeuzegroep (A t/m E) kiezen door herhaaldelijk op DA/B/C/D/E (of 9A/B/C/D/E l / h) te drukken.
54 Nl
Page 57
FM/AM afstemmen
Automatisch voorprogrammeren van zenders
U kunt maximaal 40 sterke FM zenders (A1 t/m E8: 8 voorkeuzezenders in 5 groepen) automatisch voorprogrammeren op de volgorde waarin deze worden gevonden.
1 Verdraai
R
INPUT (of druk op 5TUNER) en selecteer de “TUNER” (radio) als signaalbron.
2 Druk op
C
BAND (of 8BAND) en selecteer
“FM” als radioband.
“FM” zal op het display op het voorpaneel verschijnen.
3 Houd
F
MEMORY (of 0MEMORY)
tenminste 3 seconden ingedrukt.
Het voorkeuzenummer alsook de MEMORY en AUTO indicators gaan knipperen. Na ongeveer 5 seconden zal het automatisch voorprogrammeren beginnen vanaf de huidige frequentie naar hogere frequenties.
Knipperen
MEMORY
AUTO
A1:FM 89.10MHz
Knippert
Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is, zal de MEMORY indicator verdwijnen.
y
• U kunt opgeven vanaf welk voorkeuzenummer het toestel moet beginnen met het opslaan van FM zenders. Druk op
D
A/B/C/D/E (of 9A/B/C/D/E l / h) en vervolgens
herhaaldelijk op EPRESET/TUNING l / h (of 9PRESET/CH k / n) nadat u stap 3 heeft uitgevoerd om het voorkeuzenummer te selecteren waaronder de eerste zender zal worden opgeslagen.
• Druk nog eens op FMEMORY (of 0MEMORY) om het automatisch voorprogrammeren te annuleren.
Opmerkingen
• Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
• Als er niet meer dan 40 (E8) zenders ontvangen kunnen worden, zal het automatisch voorprogrammeren stoppen nadat alle beschikbare zenders zijn opgeslagen en de gevonden zenders naar de rest van de voorkeuzenummers kopiëren.
• Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst worden opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren. Als u een zwakkere zender of een AM zender wilt opslaan, dient u hierop met de hand af te stemmen zoals beschreven bij “Handmatig voorprogrammeren van zenders” hieronder.
• (Alleen modellen voor Europa en Rusland) Alleen Radio Data Systeem zenders worden automatisch opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren.
Handmatig voorprogrammeren van zenders
Gebruik deze functie om met de hand FM zenders of zwakke AM zenders op te slaan.
1 Stem af op een zender.
Zie bladzijde 53 voor aanwijzingen over hoe u moet afstemmen op een zender.
2 Druk op
F
MEMORY (of 0MEMORY).
De MEMORY indicator knippert ongeveer 30 seconden lang op het display op het voorpaneel.
MEMORY
Knippert
y
Druk nog eens op FMEMORY (of 0MEMORY) om het voorprogrammeren te annuleren.
3
Druk herhaaldelijk op EPRESET/TUNING l / h
9
(of
PRESET/CH k
/ n
) om een voorkeuzegroep en een voorkeuzenummer (A1 t/m E8) te selecteren terwijl de MEMORY indicator aan het knipperen is.
Druk op Eh
(of 9k
) om een hogere
voorkeuzegroep en voorkeuzenummer te selecteren.
Druk op El
(of 9n
) om een lagere
voorkeuzegroep en voorkeuzenummer te selecteren.
Knippert
MEMORY
A1:FM 89.10MHz
De getoonde zender is opgeslagen als A1.
y
U kunt de voorkeuzegroep (A t/m E) kiezen door herhaaldelijk
D
A/B/C/D/E
op
4 Druk op
de MEMORY indicator knippert.
De radioband en de frequentie voor deze zender verschijnen op het display, samen met de door u geselecteerde voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer. De MEMORY indicator zal van het display op het voorpaneel verdwijnen.
Opmerkingen
• Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
• De soort ontvangst (stereo of mono) wordt samen met de frequentie van de zender opgeslagen.
(of 9A/B/C/D/E l / h) te drukken.
F
MEMORY (of 0MEMORY) terwijl
BASISBEDIENING
Nederlands
55 Nl
Page 58
FM/AM afstemmen
Omwisselen van voorkeuzezenders
U kunt twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen. In het voorbeeld hieronder ziet u hoe u voorkeuzezender “E1” van plaats kunt laten wisselen met “A5”.
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op FSOURCE zetten en dan op 5TUNER drukken.
1 Selecteer voorkeuzezender “E1” met
D
A/B/C/D/E en EPRESET/TUNING l / h.
Zie “Gebruiken van voorkeuzezenders” op bladzijde 54.
2 Houd
B
EDIT tenminste 3 seconden
ingedrukt.
De “E1” en MEMORY indicators zullen gaan knipperen op het display op het voorpaneel.
Knippert
E1:FM 89.10MHz
Knippert
3
Selecteer voorkeuzezender “A5” met
D
A/B/C/D/E
E
PRESET/TUNING l / h.
en
De “A5” en MEMORY indicators zullen gaan knipperen op het display op het voorpaneel. Zie “Gebruiken van voorkeuzezenders” op bladzijde 54.
Knippert
A5:FM 89.10MHz
Knippert
MEMORY
MEMORY
4 Druk nog eens op
B
EDIT.
“EXCHANGE E1-A5” zal op het display op het voorpaneel verschijnen wanneer de twee voorkeuzezenders van plaats wisselen.
56 Nl
Page 59

RADIO DATA SYSTEEM ONTVANGST (ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA EN RUSLAND)

Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor Europa en Rusland)
Radio Data Systeem is een systeem voor gegevensoverdracht dat door FM zenders in een groot aantal landen worden gebruikt. Dit toestel is geschikt voor verschillende soorten Radio Data Systeem gegevens, zoals PS (Programma Service naam), PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst), CT (Klok Tijd), EON (Enhanced Other Networks; Verbeterde service andere netwerken) wanneer er wordt afgestemd op Radio Data Systeem zenders.

Selecteren van een Radio Data Systeem programmatype (PTY SEEK functie)

Gebruik deze functie om het gewenste radioprogramma te selecteren uit alle voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zenders door middel van het programmatype.
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op FSOURCE zetten en dan op 5TUNER drukken.
1 Druk herhaaldelijk op
“FM” als de radioband.
2 Druk op
afstandsbediening om dit toestel in de PTY SEEK functie te zetten.
De naam van het geselecteerde programmatype of “NEWS” zal gaan knipperen op het display op het voorpaneel.
B
PTY SEEK MODE op de
8
BAND en selecteer
NEWS
3 Druk op
afstandsbediening om het gewenste programmatype te selecteren.
De naam van het geselecteerde programmatype zal verschijnen op het display op het voorpaneel.
9
PRESET/CH k / n op de
POP M
Licht op
Programmatype Beschrijving
NEWS
AFFAIRS
INFO
SPORT
EDUCATE
DRAMA
CULTURE
SCIENCE
Nieuws
Actualiteiten
Algemene informatie
Sport
Educatief
Theater
Cultuur
Wetenschap
BASISBEDIENING
Knippert
y
Om de PTY SEEK functie te annuleren, dient u nog eens op
B
PTY SEEK MODE op de afstandsbediening te drukken.
VARIED
POP M
ROCK M
M.O.R. M
LIGHT M
CLASSICS
OTHER M
Licht amusement
Populaire muziek
Rock muziek
Middle-of-the-road muziek (easy-listening)
Licht klassiek
Klassiek
Overige muziek
Nederlands
57 Nl
Page 60
Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor Europa en Rusland)
4 Druk op
afstandsbediening om alle voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zenders af te zoeken.
De naam van het geselecteerde programmatype knippert en de PTY HOLD indicator zal oplichten op het display op het voorpaneel.
y
Om het zoeken naar geschikte zenders te annuleren, dient u nog eens op BPTY SEEK START op de afstandsbediening te drukken.
Opmerkingen
• Het toestel stopt met zoeken zodra er een zender gevonden wordt die een programma van het geselecteerde type uitzendt.
• Als u niet tevreden bent met de gevonden zender, kunt u nog eens op BPTY SEEK START drukken om te zoeken naar een andere zender met een programma van het gewenste type.
B
PTY SEEK START op de
POP M
Knippert Licht op
PTY HOLD
Gebruiken van de dataservice voor verbetering van het gebruik van andere netwerken (Enhanced Other Networks; EON)
Deze functie stelt u in staat te profiteren van de EON (Enhanced Other Networks) gegevensservice van het Radio Data Systeem netwerk. Wanneer u één van de 4 Radio Data Systeem programmatypes (NEWS, AFFAIRS, INFO of SPORT) heeft geselecteerd, zal dit toestel automatisch een bepaalde tijd lang alle beschikbare voorkeuzezenders afzoeken die EON gegevens uitzenden naar een programma van het geselecteerde type. Wanneer de geplande EON service begint, zal dit toestel automatisch overschakelen naar de lokale zender die de EON gegevens uitzendt en vervolgens terugschakelen naar de nationale zender wanneer de EON gegevens ophouden.
Opmerkingen
• U kunt deze functie alleen gebruiken wanneer de EON gegevensservice beschikbaar is.
• De EON indicator zal alleen oplichten op het display op het voorpaneel wanneer de EON gegevensservice ontvangen wordt van een Radio Data Systeem zender.
1 Stem af op de gewenste Radio Data Systeem
zender.
2 Controleer of de EON indicator brandt op het
display op het voorpaneel.
Als de EON indicator niet oplicht op het display, dient u af te stemmen op een ander Radio Data Systeem programma waarbij de EON indicator wel gaat branden.
EON
3 Druk herhaaldelijk op
afstandsbediening om één van de 4 Radio Data Systeem programmatypes (NEWS, AFFAIRS, INFO of SPORT) te selecteren.
De naam van het geselecteerde programmatype zal verschijnen op het display op het voorpaneel.
B
EON op de
NEWS
Licht op
y
Om de EON functie te annuleren dient u net zo vaak op
B
EON op de afstandsbediening te drukken tot de naam van
het programmatype verdwijnt en de malding “EON OFF” verschijnt op het display op het voorpaneel.
58 Nl
Page 61
Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor Europa en Rusland)

Tonen van Radio Data Systeem informatie

Gebruik deze functie om de 4 types Radio Data Systeem informatie weer te laten geven: PS (Programmaservice), PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst) en CT (Klok Tijd). De corresponderende indicators zullen oplichten op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 31).
Opmerkingen
• U kunt deze Radio Data Systeem weergavefuncties alleen selecteren wanneer de corresponderende Radio Data Systeem indicators oplichten op het display op het voorpaneel. Het kan even duren voor dit toestel alle Radio Data Systeem gegevens heeft ontvangen van de zender in kwestie.
• U kunt alleen de door de zender aangeboden Radio Data Systeem functies selecteren.
• Als de signalen niet goed genoeg kunnen worden ontvangen, is het mogelijk dat dit toestel geen gebruik kan maken van de Radio Data Systeem gegevens. De RT functie in het bijzonder vergt een grote hoeveelheid gegevens en het is daarom mogelijk dat deze functie niet beschikbaar is zelfs wanneer de andere Radio Data Systeem functies wel beschikbaar zijn.
• Bij een zwakke ontvangst kunt u herhaaldelijk op
H
SRCH MODE op de afstandsbediening drukken om
“MANUAL TUNING” te selecteren (zie bladzijde 53).
• Als het signaal externe storing ondervindt terwijl dit toestel de Radio Data Systeem gegevens aan het ontvangen is, kan de ontvangst onverwacht onderbroken worden en kan de melding “...WAIT” verschijnen op het display op het voorpaneel.
• Wanneer de RT functie wordt geselecteerd, kan dit toestel maximaal 64 alfanumerieke tekens, inclusief het trema, aan programmagegevens op het display tonen. Tekens die niet kunnen worden weergegeven worden vervangen door een “_” (onderstreping).
• Als de ontvangst wordt onderbroken wanneer de CT functie is geselecteerd, zal “CT WAIT” verschijnen op het display op het voorpaneel.
2 Druk herhaaldelijk op
G
INFO (of BINFO) om de gewenste Radio Data Systeem weergavefunctie te selecteren.
PROGRAM SERVICE
Programmaservice (PS). Selecteer deze functie om het op dit moment ontvangen Radio Data Systeem programma op het display te laten tonen.
PROGRAM TYPE
Programmatype (PTY). Selecteer deze functie om het op dit moment ontvangen Radio Data Systeem programmatype op het display te laten tonen.
RADIO TEXT
Radiotekst (RT). Selecteer deze functie om informatie omtrent het op dit moment ontvangen Radio Data Systeem programma op het display te laten tonen.
CLOCK TIME
Klok-tijd (CT). Selecteer deze functie om de tijd op dit moment weer te laten geven.
FREQUENCY
Selecteer deze functie om de frequentie en de voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer te laten tonen.
BASISBEDIENING
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op FSOURCE zetten en dan op 5TUNER drukken.
1 Stem af op de gewenste Radio Data Systeem
zender.
• Wij raden u aan af te stemmen op Radio Data Systeem zenders met behulp van de automatische voorprogrammeerfunctie (zie bladzijde 55).
• U kunt ook met de PTY SEEK functie afstemmen op de gewenste voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zender (zie bladzijde 57).
DSP PROG. INFO
Selecteer deze functie om het op dit moment geselecteerde geluidsveldprogramma te laten tonen.
Terug naar “PROGRAM SERVICE”
Nederlands
59 Nl
Page 62

GEBRUIKEN VAN EEN IPOD™

Gebruiken van een iPod™
Wanneer uw iPod is geplaatst in een Yamaha iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel (zie bladzijde 25), kunt met de meegeleverde afstandsbediening de weergave van uw iPod regelen. U kunt de Compressed Music Enhancer functie van dit toestel gebruiken om de geluidskwaliteit van gecomprimeerde digitale audiobestanden (zoals MP3) op uw iPod te verbeteren (zie bladzijde 50).
Opmerkingen
• Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund.
• Afhankelijk van het model of de softwareversie van uw iPod is het mogelijk dat sommige functies daarmee niet compatibel zijn.
y
• Voor een complete lijst met statusmeldingen die op het display op het voorpaneel en het in-beeld display kunnen verschijnen verwijzen we u naar het “iPod” gedeelte in het hoofdstuk “Oplossen van problemen” op bladzijde 116.
• Wanneer de verbinding tussen uw iPod en dit toestel tot stand is gebracht, zal de melding “iPod connected” verschijnen op het display op het voorpaneel en zal de DOCK indicator daar ook oplichten.
• Alleen analoge audio- en videosignalen van uw iPod worden geaccepteerd door de DOCK aansluiting, en de analoge audiosignalen kunnen voor opname worden gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT (REC) aansluitingen.
• De batterij van uw iPod wordt automatisch opgeladen wanneer uw iPod geplaatst is in een Yamaha iPod universeel dock verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel, zolang dit toestel aan staat. U kunt ook kiezen of u wilt dat dit toestel de batterij van een aangesloten iPod oplaadt wanneer dit toestel uit (standby) staat door middel van de “STANDBY CHARGE” parameter in het “INPUT MENU” (zie bladzijde 86). De DOCK indicator licht op wanneer dit toestel de batterij (accu) van de aangesloten iPod oplaadt terwijl dit toestel zelf uit (standby) staat.

Bedienen van een iPod™

U kunt uw iPod gebruiken wanneer “V-AUX” is geselecteerd als signaalbron. U kunt uw iPod bedienen via het in-beeld display van dit toestel (menufunctie) of zonder dit hulpmiddel (eenvoudige afstandsbedieningsfunctie).
Afstandsbediening Bedienen van een iPod met de
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
F
SOURCE zetten en dan op 5V-AUX/DOCK drukken.
Toe ts Functie
9 ENTER Volgende menu
k Menu op
n Menu neer
l Vorige menu
h Volgende menu
B ll Terug zoeken (ingedrukt houden)
hh
a Vooruit springen
b Terug springen
s Stop
e Pauze (menu bedieningsfunctie)
p Weergave (menu bedieningsfunctie)
H MENU Vorige menu
L DISPLAY Display
Vooruit zoeken (ingedrukt houden)
Weergave/pauze (eenvoudige afstandsbedieningsfunctie)
Weergave/pauze (eenvoudige afstandsbedieningsfunctie)
eenvoudige afstandsbedieningsfunctie
U kunt de basisfuncties van uw iPod (weergave, stop, overslaan enz.) uitvoeren met de meegeleverde afstandsbediening, zonder gebruik te maken van het in-beeld display van dit toestel.
y
• U kunt de op uw iPod (alleen bepaalde modellen) opgeslagen foto’s of videoclips bekijken.
• U kunt de bediening ook uitvoeren met de bedieningsorganen op uw iPod.
60 Nl
Page 63
Gebruiken van een iPod™
Bedienen van een iPod met de menufunctie
U kunt de meer geavanceerde functies van uw iPod uitvoeren met de meegeleverde afstandsbediening met behulp van het in-beeld display van dit toestel. U kunt via het in-beeld display door de muziekstukken op uw iPod bladeren. U kunt bovendien instellingen voor uw iPod aanpassen aan uw persoonlijke voorkeuren.
y
De naam van het weergegeven muziekstuk zal op het display op het voorpaneel worden weergegeven in overeenstemming met de “FL SCROLL” instelling in het “OPTION MENU” (zie bladzijde 88).
U kunt de tijd dat het iPod menu en de weergave-informatie op het in-beeld display getoond wordt regelen met behulp van de “OSD-SOURCE” instelling in het “OPTION MENU” (zie bladzijde 88).
Opmerkingen
• U kunt de bediening niet uitvoeren met de bedieningsorganen op uw iPod.
• Sommige tekens kunnen niet worden weergegeven op het display op het voorpaneel of in het in-beeld display van dit toestel. Dergelijke tekens worden vervangen door een “_” (onderstreping).
• De “Settings” parameters kunnen alleen worden gewijzigd via het in-beeld display. Druk herhaaldelijk op 9ENTER of
9
k / n op de afstandsbediening om heen en weer te schakelen
tussen de “Settings” instellingen.
• U kunt niet met het in-beeld display bladeren door eventueel op uw iPod opgeslagen foto’s of videoclips. Gebruik de eenvoudige afstandsbedieningsfunctie om de foto’s of videoclips op uw iPod te bekijken.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op FSOURCE en druk vervolgens op
L
DISPLAY op de afstandsbediening.
Het volgende scherm zal op het in-beeld display verschijnen.
iPod Top
Playlists
Artists Albums Songs Genres Composers Settings
>
> > > > > >
Willekeurige weergave Shuffle
Met deze functie kunt u dit toestel muziekstukken of albums in willekeurige volgorde laten weergeven. Keuzes: Off, Songs, Albums
• Selecteer “Off” om deze functie uit te schakelen.
• Selecteer “Songs” om dit toestel muziekstukken in willekeurige volgorde te laten weergeven.
• Selecteer “Albums” om dit toestel albums in willekeurige volgorde te laten weergeven.
y
Wanneer “Shuffle” op een andere instelling dan “Off” staat, zal “ ” verschijnen in de rechter bovenhoek terwijl de muziekstukken of albums in willekeurige volgorde worden weergegeven.
Herhaalde weergave Repeat
Met deze functie kunt u dit toestel een muziekstuk of een reeks muziekstukken laten herhalen. Keuzes: Off, One, All
Selecteer “Off” om deze functie uit te schakelen.
Selecteer “One” om dit toestel één muziekstuk te laten herhalen.
Selecteer “All” om dit toestel een reeks muziekstukken te laten herhalen.
y
Wanneer “Repeat” op een andere instelling dan “Off” staat, zal “ ” of “ ” oplichten in de rechter bovenhoek terwijl het
1 All
muziekstuk of de muziekstukken worden herhaald.
Het weergave-informatiedisplay
[1]
iPod[Play]
[2]
1/9 
[3]
FrankieZipper Made-to-order
[4]
RoadtoIndia  
[5]
 ||;;;;;;;;;;;;;;;;;;
[6]
0:51-7:44
[1] Weergavestatus
All
[7] [8]
[9]
[10]
BASISBEDIENING
2 Druk op
9
k / n / l / h om het iPod menu te bedienen en druk vervolgens op 9ENTER om het geselecteerde muziekstuk weer te laten geven.
Keuzes: Playlists (speellijsten), Artists (artiesten),
Albums (albums), Songs (songs), Genres (genres), Composers (componisten), Settings (instellingen)
• Playlists > Songs
• Artists > Albums > Songs
• Albums > Songs
• Songs
• Genres > Artists > Albums > Songs
• Composers > Albums > Songs
• Settings > Shuffle, Repeat
[2] Fragmentnummer/totaal aantal fragmenten
[3] Naam artiest
[4] Songtitel
[5] Voortgangsbalk
[6] Verstreken tijd
[7] Pictogrammen willekeurige en herhaalde
weergave
[8] (weergave), (pauze),
(vooruit zoeken) en (terug zoeken)
[9] Titel van het album
[10] Resterende tijd
61 Nl
Nederlands
Page 64

GEBRUIKEN VAN BLUETOOTH™ COMPONENTEN

Gebruiken van Bluetooth™ componenten
U kunt een Yamaha Bluetooth adapter (zoals een YBA-10, los verkrijgbaar) aansluiten op de DOCK aansluiting van dit toestel en zo luisteren naar de naar de muziek die op uw Bluetooth component (bijvoorbeeld een draagbare muziekspeler) is opgeslagen zonder bedrading tussen dit toestel en de Bluetooth component. U moet van tevoren zorgen dat er een verbinding tot stand is gebracht (“pairing”) tussen de aangesloten Bluetooth adapter en uw Bluetooth component.

Verbinding tot stand brengen (“pairing”) tussen de Bluetooth™ adapter en uw Bluetooth™ component

Er moet eerst een verbinding tot stand worden gebracht (“pairing”) tussen de op dit toestel aangesloten Bluetooth adapter en een Bluetooth component die voor het eerst gebruikt wordt, of waarvoor de verbindingsgegevens gewist zijn. Met “pairing” wordt de verwezen naar het registreren van een Bluetooth component voor Bluetooth communicatie.
y
• Het tot stand brengen van de verbinding (“pairing”) hoeft alleen de eerste keer dat u een bepaalde Bluetooth component met de Bluetooth adapter gebruikt te gebeuren.
Om de verbinding tot stand te brengen (“pairing”) zijn er handelingen nodig op zowel dit toestel als op de component waarmee u de Bluetooth verbinding wilt maken. Raadpleeg indien nodig de handleidingen van de andere betrokken apparatuur.
Er zijn twee manieren om een verbindingen tot stand te brengen: via “START PAIRING” in het “SET MENU” en via snelkoppelen (“quick pairing”).
Pairing via het “SET MENU”
Gebruik deze functie om de verbinding tot stand te brengen (“pairing”) met behulp van het beeldscherm. Selecteer “START PAIRING” bij “INPUT MENU”. Zie bladzijde 87 voor details.
Quick pairing
Opmerking
Als er geen Bluetooth adapter is aangesloten op de DOCK aansluiting van dit toestel, zal “No BT adapter” verschijnen op het display op het voorpaneel.
4 Controleer of de Bluetooth component de
Bluetooth adapter kan detecteren.
Als de Bluetooth component de Bluetooth adapter detecteert (vindt), zal (bijvoorbeeld) “YBA-10 YAMAHA” verschijnen in de lijst met Bluetooth apparaten.
5 Selecteer de Bluetooth adapter in de lijst met
Bluetooth apparaten en voer het wachtwoord “0000” in op de Bluetooth component.
Wanneer de verbinding met succes tot stand is gebracht, zal de melding “Completed” verschijnen op het display op het voorpaneel.
Opmerking
De Yamaha Bluetooth adapter kan de verbindingsgegevens bewaren van maximaal acht Bluetooth componenten. Wanneer er vervolgens een verbinding tot stand wordt gebracht (“pairing”) met een negende apparaat, dan zullen de verbindingsgegevens voor de langst niet gebruikte eerder geregistreerde component door de nieuwe gegevens worden vervangen.
Als beveiliging geldt er een limiet van 8 minuten voor het tot stand brengen van de verbinding (“pairing”). Wij bevelen u aan alle instructies goed te lezen en te zorgen dat u ze goed begrijpt voor u begint.
1 Verdraai
de bedieningsfunctie op FSOURCE en druk vervolgens op 5V-AUX/DOCK) om “V-AUX” als signaalbron te selecteren.
R
INPUT (of zet de schakelaar voor
2 Zet de Bluetooth component waarmee u
verbinding wilt maken aan.
3 Houd
C
BAND (of 8BAND) 3 seconden lang ingedrukt om het maken van de verbinding (“pairing”) te laten beginnen.
Wanneer de Bluetooth adapter hiermee begint, zal eventjes de melding “Searching...” verschijnen. Terwijl de Bluetooth adapter nog verbinding aan het zoeken of aan het maken is, zal de DOCK indicator op het display op het voorpaneel knipperen.
y
Druk nog eens op CBAND (of 8BAND) om het tot stand brengen van de verbinding (“pairing”) te annuleren.
62 Nl

Weergave van een Bluetooth™ component

1 Verdraai
de bedieningsfunctie op FSOURCE en druk vervolgens op 5V-AUX/DOCK) om “V-AUX” als signaalbron te selecteren.
2 Begin de weergave op uw Bluetooth
component.
Wanneer de aangesloten Bluetooth adapter de Bluetooth component detecteert, zullen de melding “BT connected” en de DOCK indicator verschijnen op het display op het voorpaneel.
y
• Wanneer u op 9ENTER aangesloten Bluetooth adapter op zoek gaan naar de laatst gebruikte Bluetooth component om daar verbinding mee te maken. Als de Bluetooth adapter de Bluetooth component niet kan vinden, zal “Not found” verschijnen op het display op het voorpaneel.
• Druk op 0RETURN om de verbinding tussen de Bluetooth en de Bluetooth component te verbreken.
R
INPUT (of zet de schakelaar voor
op de afstandsbediening drukt, zal de
Page 65

OPNEMEN

Opnemen
Opname-instellingen en andere handelingen dienen te worden verricht op de opname-apparatuur. Raadpleeg eventueel de handleidingen van de betreffende componenten.
Let op
Het DTS signaal bestaat uit een digitale bitstroom. Als u probeert digitale opnamen te maken van de DTS bitstroom, zal er slechts ruis worden opgenomen. Als u dit toestel wilt gebruiken om DTS materiaal op te nemen, moet u een aantal dingen in gedachten houden en dient u de volgende instellingen te verrichten. Om DTS gecodeerde DVD’s en CD’s (bij gebruik van een digitale audioverbinding) af te kunnen spelen op een speler die geschikt is voor DTS, dient u de handleiding van de speler te volgen en deze zo in te stellen dat de speler een analoog signaal produceert.
Opmerkingen
• Wanneer dit toestel uit (standby) staat, kunt u niet opnemen tussen op dit toestel aangesloten componenten.
• De TONE CONTROL (zie bladzijde 52) en VOLUME instellingen, de luidsprekerniveaus (zie bladzijde 52) en de geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 48) hebben geen invloed op het opgenomen materiaal.
• Er kunnen geen opnamen gemaakt worden van een signaalbron die is aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen van dit toestel.
• Digitale signalen die binnenkomen via de DIGITAL INPUT aansluitingen worden niet ten behoeve van uw opnamen gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT (REC) aansluitingen. Op dezelfde manier worden analoge signalen die binnenkomen via de AUDIO IN aansluitingen niet gereproduceerd via de DIGITAL OUTPUT aansluiting. Als uw signaalbron alleen digitaal (of alleen analoog) is aangesloten, kunt u dus ook alleen maar digitale (of alleen analoge) signalen daarvan opnemen.
• Een bepaalde signaalbron wordt niet gereproduceerd via hetzelfde AUDIO OUT (REC) kanaal.
• S-video en composiet videosignalen worden gescheiden verwerkt door dit toestel. Daarom kunt u bij het opnemen of kopiëren van videosignalen van een videobron die alleen is aangesloten op een S-video aansluiting (of alleen op een composiet video-aansluiting) alleen een S-videosignaal (of alleen een composiet videosignaal) opnemen met uw videorecorder.
• Audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting kunnen via de analoge AUDIO OUT (REC) uitgangsaansluitingen worden weergegeven en opgenomen.
• Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in het gebied waar u zich bevindt voor u opnamen gaat maken van CD’s, radio enz. Opnemen van auteursrechtelijk beschermd materiaal kan inbreuk maken op de op het materiaal rustende rechten.
y
Maak een test-opname voor u aan de echte opname begint.
BASISBEDIENING
Als u videomateriaal weergeeft met gescramblede (verhaspelde) of gecodeerde signalen die moeten voorkomen dat het materiaal gekopieerd wordt, is het mogelijk dat deze signalen de weergave zelf storen.
1 Zet alle aangesloten componenten aan.
2 Verdraai
ingangskeuzetoetsen op de (5)) om de signaalbron waarvan u wilt opnemen te selecteren.
R
INPUT (of druk op één van de
3 Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
4 Start de opname op de opnemende
component.
Nederlands
63 Nl
Page 66

GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN

Geavanceerde geluidsinstellingen

Veranderen van geluidsveldparameter instellingen

U kunt een goede geluidskwaliteit bereiken met de fabrieksinstellingen. U hoeft deze begininstellingen niet te veranderen, maar u kunt dat wel doen wanneer u de weergave beter wilt proberen aan te passen aan de specifieke omstandigheden in uw kamer.
Opmerking
U kunt de ingestelde waarden voor geluidsveldparameters niet veranderen wanneer “MEMORY GUARD” in het “OPTION MENU” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 90). Als u toch parameterwaarden wilt wijzigen, dient u “MEMORY GUARD” op “OFF” in te stellen.
1 Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
2 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op FAMP en druk vervolgens op
R
PARAMETER op de afstandsbediening.
Het volgende scherm zal verschijnen op het in-beeld display.
Geluidsveldprogramma categorie
MOVIE 1/2
Cursor
Geluidsveldparameters
.
Sci-Fi SUR.;;PLIIx Movie DSP LEVEL;;;;;0dB P.INIT.DLY;;;16ms P.ROOM SIZE;;;1.0 S.INIT.DLY;;;16ms S.ROOM SIZE;;;1.0
[p]/[[]:
Select
Geluidsveldparameterwaarden
3 Druk net zo vaak op één van de toetsen voor
de geluidsveldprogramma’s (O) tot u het geluidsveldprogramma dat u wilt instellen geselecteerd heeft.
verhogen.
verlagen.
9
k / n om de gewenste
MOVIE 2/2
Sci-Fi SB INIT.DLY;;15ms SB ROOM SIZE ;;1.0 DIALOG LIFT;;;;;0
.
INITIALIZE
4 Druk op
geluidsveldparameter te selecteren en vervolgens op 9l / h om de ingestelde waarde te veranderen.
• Druk op 9h om de ingestelde waarde te
• Druk op 9l om de ingestelde waarde te
y
• Voor details over de functie en het mogelijke instelbereik voor elk van de geluidsveldparameters, zie bladzijde 66.
• Wanneer u een geluidsveldparameter instelt op een andere waarde dan de fabrieksinstelling, zal er een sterretje (*) bij de parameternaam op het in-beeld display verschijnen.
• Herhaal de stappen 3 en 4 indien nodig om andere instellingen voor geluidsveldparameters te wijzigen.
• Voor sommige geluidsveldprogramma’s zijn zoveel parameters beschikbaar dat deze meer dan één scherm van het in-beeld display beslaan. Druk in een dergelijk geval op 9k / n om door de verschillende schermen te balderen.
•Als u 9l / h ingedrukt houdt bij het wijzigen van de waarde van een geluidsveldparameter, zal de oorspronkelijke fabrieksinstelling kort op het display op het voorpaneel worden getoond.
• Om de parameters van het geselecteerde geluidsveldprogramma te initialiseren, drukt u net zo vaak op 9n tot u “INITIALIZE” geselecteerd heeft, waarna u op 9h drukt. Wanneer het bevestigingsscherm verschijnt op het in-beeld display, drukt u op 9h om te bevestigen of op 9l om het initialiseren te annuleren.
64 Nl
Initialize
[[]:
5 Druk op
R
PARAMETER om het scherm met
de geluidsveldparameters uit te schakelen.
Page 67
Geavanceerde geluidsinstellingen
Basisconfiguratie geluidsveldprogramma’s
Elk geluidsveldprogramma heeft een aantal parameters (instellingen) die de karakteristieken van dat programma bepalen. Om een bepaald geluidsveldprogramma aan te passen, dient u eerst “DSP LEVEL” en/of “DIALG.LIFT” te wijzigen en dan pas andere parameters te proberen.
y
Om instellingen van geluidsveldparameters te wijzigen, zie bladzijde 64 voor details.
Instellen van het effectniveau van geluidsveldprogramma’s (DSP LEVEL)
Geluidsveldprogramma’s voegen effecten (DSP effecten) toe aan het originele brongeluid om in uw kamer een nieuw geluidsveld te creëren. Gebruik de “DSP LEVEL” parameter om het niveau van de toegepaste effecten te regelen.
Het DSP
effectniveau is laag.
Stel “DSP LEVEL” bij in de volgende gevallen:
Verhoog de “DSP LEVEL” waarde
• Het effect van het geselecteerde
geluidsveldprogramma te zwak klinkt.
• U kunt geen verschil horen tussen de verschillende
geluidsveldprogramma’s.
Verlaag de “DSP LEVEL” waarde
• De geluidsweergave vaag is.
• U voelt dat de toegevoegde effecten overdreven
zijn.
Instelbereik: –6 dB t/m +3 dB
Het DSP
effectniveau is hoog.
Regelen van de verticale positie van gesproken tekst (DIALG.LIFT)
Hiermee kunt u de verticale positie van de gesproken teksten (dialogen) in films instellen. De ideale positie voor de dialogen is wanneer ze uit het midden van het beeldscherm lijken te komen.
Ideale dialoogpositie.
Als u de dialogen uit de onderkant van het beeldscherm hoort komen, dient u de “DIALG.LIFT” waarde te verhogen.
Naar boven verplaatsen, naar de ideale dialoogpositie.
Keuzes: 0, 1, 2, 3, 4, 5 “0” (begininstelling) is de laagste positie, en “5” is de hoogste positie.
Opmerkingen
• “DIALG.LIFT” is alleen beschikbaar wanneer “EXTRA SP ASSIGN” is ingesteld op “PRESENCE” (zie bladzijde 72).
• U kunt de dialoogpositie niet lager instellen dan de begininstelling.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
65 Nl
Nederlands
Page 68
Geavanceerde geluidsinstellingen
Geluidsveldparameters voor geavanceerde instellingen
Gebruik de volgende geluidsveldparameters om de geluidsveldprogramma’s in meer detail in te stellen.
y
Om instellingen van geluidsveldparameters te wijzigen, zie bladzijde 64 voor details.
Geluidsveldparameter Kenmerken
INIT.DLY P.INIT.DLY S.INIT.DLY SB INI.DLY
Aanvankelijke vertraging. Aanwezigheids-, surround- en surround-achter geluidsveld aanvankelijke vertraging. Wijzigt de schijnbare afstand tot de geluidsbron door het verschil te regelen tussen het moment dat de luisteraar het directe geluid hoort en wanneer hij of zij de eerste weerkaatsing daarvan hoort. Hoe kleiner de ingestelde waarde, hoe dichter de geluidsbron zich bij het weerkaatsende oppervlak lijkt te bevinden.
y
Wanneer u de aanvankelijke vertraging parameters verandert, raden we u aan ook de corresponderende parameters voor de kamerafmetingen aan te passen. Deze instelling is in het bijzonder effectief voor de CINEMA DSP programma’s.
Instelbereik: 1 t/m 99 ms (INIT.DLY en P.INIT.DLY)
1 t/m 49 ms (S.INIT.DLY en SB INI.DLY)
Brongeluid
Vroege weerkaatsingen
Niveau
Tijd Tijd Tijd
Vertraging Vertraging Vertraging
Geluidsbron
Weerkaatsend oppervlak
Kleine waarde = 1 ms Grote waarde = 99 ms
Niveau
Niveau
66 Nl
Page 69
Geluidsveldparameter Kenmerken
Geavanceerde geluidsinstellingen
ROOM SIZE P.ROOM SIZE S.ROOM SIZE SB ROOM SIZE
Kamergrootte. Aanwezigheids-, surround- en surround-achter kamerafmetingen. Deze parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld. Hoe groter deze waarde, hoe groter het surround geluidsveld wordt. Omdat geluid keer op keer wordt weerkaatst in een ruimte, zal de tijd tussen het oorspronkelijk gereflecteerde geluid en elke volgende weerkaatsing langer worden naarmate de ruimte groter is. Door de tijd tussen de weerkaatsingen te regelen, kunt u bepalen hoe groot de virtuele ruimte lijkt. Door de waarde van deze parameter te veranderen van een naar twee, zal de schijnbare lengte van de ruimte verdubbeld worden.
y
Wanneer u de parameters voor de kamerafmetingen verandert, raden we u aan ook de corresponderende parameters voor de aanvankelijke vertraging aan te passen. Deze instelling is in het bijzonder effectief voor de CINEMA DSP programma’s.
Instelbereik: 0,1 t/m 2,0
Brongeluid
Vroege weerkaatsingen
Niveau
Tijd Tijd Tijd
Geluidsbron
Kleine waarde = 0,1 Grote waarde = 2,0
Niveau
Niveau
GEAVANCEERDE
BEDIENING
LIVENESS S.LIVENESS SB LIVENESS
Levendigheid. Surround en surround-achter geluidsveld levendigheid. Deze parameter regelt de reflectiviteit van de virtuele wanden van de ruimte door de mate waarin de vroege weerkaatsingen in kracht afnemen te veranderen. De vroege weerkaatsingen van een geluidsbron worden sneller zwakker in een ruimte met geluidabsorberende wanden dan in een ruimte met wanden die juist veel geluid weerkaatsen. Een ruimte met geluidabsorberende oppervlakken wordt ook wel akoestisch “dood” genoemd, terwijl een ruimte met oppervlakken die veel geluid weerkaatsen “levendig” genoemd wordt. Via deze parameter kunt u de mate waarin de vroege weerkaatsingen wegsterven en dus de “levendigheid” van de ruimte regelen.
Instelbereik: 0 t/m 10
Brongeluid
Levendig
Dood
Niveau
Weinig weerkaatst geluid
Kleine waarde = 0 Grote waarde = 10
Tijd Tijd Tijd
Niveau
Niveau
Veel weerkaatst geluid
Nederlands
67 Nl
Page 70
Geavanceerde geluidsinstellingen
Geluidsveldparameter Kenmerken
REV.TIME
REV.DELAY
Natriltijd. Deze parameter regelt hoe lang het duurt voordat de dichte natrillingen verzwakt zijn met 60 dB bij 1 kHz. Hierdoor worden de schijnbare afmetingen van de akoestische omgeving over een zeer groot bereik veranderd. Stel een lengere natriltijd in voor “dode” bronnen en luisterplekken en een kortere natriltijd voor “levendige” bronnen en ruimtes.
Instelbereik: 1,0 t/m 5,0 s
Natrillingen NatrillingenBrongeluid
Vroege weerkaatsingen
60 dB 60 dB 60 dB
Geluidsbron
REV.TIME REV.TIME REV.TIME
Korte natrillingen
Kleine waarde = 1,0 s Grote waarde = 5,0 s
Lange natrillingen
Beginvertraging natrillingen. Deze parameter regelt het tijdverschil tussen het begin van het directe geluid en het begin van de natrillingen. Hoe groter deze waarde, hoe later de natrillingen zullen beginnen. Als de natrillingen later beginnen, krijgt u het gevoel dat u zich in een ruimere akoestische omgeving bevindt.
REV.LEVEL
Instelbereik: 0 t/m 250 ms
Brongeluid
Niveau
(dB)
60 dB
Natrillingen
Tijd
REV.TIMEREV.DELAY
Niveau natrillingen. Deze arameter regelt het volume van de natrillingen. Hoe groter deze waarde, hoe sterker de natrillingen zullen zijn.
Instelbereik: 0 tot 100%
Brongeluid
Niveau
(dB)
REV. LEVEL
68 Nl
Tijd
Page 71
Geluidsveldparameter Kenmerken
Geavanceerde geluidsinstellingen
DIRECT
(Alleen “2ch Stereo”)
CT LEVEL SL LEVEL SR LEVEL SB LEVEL PL LEVEL PR LEVEL
(Alleen “7ch Stereo”)
EFFECT LEVEL
(Alleen “Straight Enhancer” en “7ch Enhancer”)
2-kanaals stereo direct. Passeert de decoders en DSP processors van dit toestel voor pure hi-fi stereoweergave van 2-kanaals analoog bronmateriaal.
Keuzes: AUTO, OFF
y
• Selecteer “AUTO” om de decoders, DSP processoren en de toonregeling alleen te laten passeren wanneer “BASS” en “TREBLE” zijn ingesteld op 0 dB (zie bladzijde 52).
• Selecteer “OFF” om de decoders, DSP processoren en de toonregeling niet te laten passeren wanneer “BASS” en “TREBLE” zijn ingesteld op 0 dB.
• Wanneer er multi-kanaals signalen (Dolby Digital en DTS) binnenkomen, zullen deze worden teruggemengd naar 2 kanalen en worden weergegeven via de linker en rechter voor-luidsprekers.
• In de volgende gevallen zullen de lage tonen voor de linker en rechter voorkanalen omgeleid worden naar de subwoofer: – “LFE/BASS OUT” is ingesteld op “BOTH” (zie bladzijde 77). – “FRONT SP” is ingesteld op “SMALL” (zie bladzijde 78) en “LFE/BASS OUT” is ingesteld
op “SWFR” (zie bladzijde 77).
7-kanaals stereo midden, links surround, rechts surround, surround achter, links en rechts aanwezigheids-niveaus. Regelt het volumeniveau voor elk kanaal in de 7-kanaals stereo weergavefunctie. Welke parameters er beschikbaar zijn hangt mede af van de luidsprekerinstellingen.
Instelbereik: 0 tot 100%
Rechtstreeks en 7-kanaals Compressed Music Enhancer effectniveau. Het is mogelijk dat de hoge tonen van bepaalde signalen teveel benadrukt worden. Zet het effectniveau in een dergelijk geval op “LOW”.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Keuzes: HIGH, LOW
• Selecteer “HIGH” voor een hoog effectniveau.
• Selecteer “LOW” voor een laag effectniveau.
Selecteren van de met geluidsveldprogramma’s te gebruiken decoders (SUR.)
Gebruik deze functie om te kiezen welke decoder u wilt gebruiken met MOVIE geluidsveldprogramma’s (behalve met “Mono Movie”). Zie bladzijde 49 voor details over MOVIE geluidsveldprogramma’s.
Beschikbare decoders
Decoder Functies
PLIIx Movie PLII Movie
Neo:6 Cinema
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor filmmateriaal. De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer “SUR.B L/R SP” op “NONE” is ingesteld (zie bladzijde 78).
DTS verwerking voor filmmateriaal.
Nederlands
69 Nl
Page 72
Geavanceerde geluidsinstellingen

Selecteren van decoders

Selecteren van decoders voor 2-kanaals materiaal (surround decoderfunctie)
Gebruik deze functie om bepaald materiaal af te spelen met een van tevoren door u geselecteerde decoder. U kunt 2-kanaals materiaal via meer kanalen laten weergeven.
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
F
AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op
Q
SUR. DECODE op de afstandsbediening om
de gewenste surround decoder te selecteren.
U kunt kiezen uit de volgende functies, afhankelijk van het materiaal dat wordt afgespeeld en uw persoonlijke voorkeuren.
Decoder beschrijvingen (SUR.)
Decoder Beschrijving
Pro Logic
PLIIx Movie PLII Movie
PLIIx Music PLII Music
PLIIx Game PLII Game
Neo:6 Cinema
Dolby Pro Logic verwerking voor elk bronmateriaal.
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor filmmateriaal.
decoder kan niet worden gebruikt wanneer “SUR.B L/R SP” op “NONE” is ingesteld (
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor muziekmateriaal.
decoder kan niet worden gebruikt wanneer “SUR.B L/R SP” op “NONE” is ingesteld (
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor spelmateriaal.
decoder kan niet worden gebruikt wanneer “SUR.B L/R SP” op “NONE” is ingesteld (
DTS verwerking voor filmmateriaal.
y
U kunt desgewenst de instellingen voor de decoder wijzigen (zie bladzijde 71). Zet de bedieningsfunctie op FAMP en druk vervolgens op RPARAMETER om de decoderparameters op het in-beeld display te kunnen bekijken. Druk herhaaldelijk op
9
k / n om de gewenste decoderparameter te selecteren en druk vervolgens herhaaldelijk op 9l / h om de waarde van de geselecteerde parameter te wijzigen.
De Pro Logic IIx
zie bladzijde 78
De Pro Logic IIx
zie bladzijde 78
De Pro Logic IIx
zie bladzijde 78
).
).
).
Neo:6 Music
DTS verwerking voor muziekmateriaal.
y
Wanneer u de surround decoderfunctie selecteert voor Dolby Digital, DTS of DTS 96/24 materiaal, zal dit toestel automatisch het “SURROUND DECODE Dolby Digital”, “SURROUND DECODE DTS” of “SURROUND DECODE DTS 96/24” programma selecteren.
70 Nl
Page 73
Decoder parameter beschrijvingen
Decoderparameter Kenmerken
Geavanceerde geluidsinstellingen
PANORAMA
(alleen “PLIIx Music” en “PLII Music”)
DIMENSION
(alleen “PLIIx Music” en “PLII Music”)
CENTER WIDTH
(alleen “PLIIx Music” en “PLII Music”)
C. IMAGE
(Alleen “Neo:6 Music”)
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music panorama. Stuurt stereosignalen naar de surround­luidsprekers zowel als naar de voor-luidsprekers voor een omhullend effect.
Keuzes: OFF, ON
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music dimension. Zorgt voor een graduele aanpassing van het geluidsveld naar voren of naar achteren.
Instelbereik: –3 (naar achteren) t/m +3 (naar voren)
Begininstelling: STD (standaard)
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music middenbreedte. Plaatst de weergave voor het middenkanaal helemaal op de midden-luidspreker of verdeelt deze over de linker en rechter voor-luidsprekers. Een grotere waarde verdeelt het middenkanaal meer over de linker en rechter voor-luidsprekers.
Instelbereik: 0 (het middenkanaal wordt alleen weergegeven via de midden-luidspreker) t/m
7 (het middenkanaal wordt alleen weergegeven via de linker en rechter voor-luidsprekers)
Begininstelling: 3
DTS Neo:6 Music middenbeeld. Regelt het volume van de linker en rechter voorkanalen in samenhang met het middenkanaal om het middenkanaal meer of minder overheersend te maken.
Instelbereik: 0,0 (het middenkanaal wordt alleen weergegeven via de linker en rechter voor-luidsprekers) t/m
1,0 (het middenkanaal wordt alleen weergegeven via de midden-luidspreker)
Begininstelling: 0,3
GEAVANCEERDE
BEDIENING
71 Nl
Nederlands
Page 74

DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP)

Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
Met behulp van het “SET MENU” (instelmenu) kunt u allerlei systeeminstellingen wijzigen en kunt u de manier waarop het toestel werkt aanpassen aan uw voorkeuren. Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren.
Automatische setup AUTO SETUP
Via deze functie kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen (zie bladzijde 32).
Handmatige setup MANUAL SETUP
Via deze functie kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen.
Basismenu 1 BASIC MENU
Menu Parameter Functies
A)SPEAKER SET
B)SP LEVEL
C)SP DISTANCE
EXTRA SP ASSIGN
LFE/BASS OUT
FRONT SP
CENTER SP
SUR. L/R SP
SUR.B L/R SP
CROSS OVER
SUBWOOFER PHASE
FR.L/FR.R/CNTR/ SUR.L/SUR.R/ SBL/SBR/SWFR/ PR.L/PR.R
UNIT
Hiermee kunt u de functie van de met de EXTRA SP luidsprekeraansluiting verbonden luidsprekers instellen.
Hiermee kunt u de luidsprekers selecteren die de LFE (Lage Frequentie Effecten) en de lage tonen weergeven.
Hiermee kunt u de afmetingen van de voor-luidsprekers instellen. 78
Hiermee kunt u de afmetingen van de midden-luidspreker instellen. 78
Hiermee kunt u de afmetingen en het aantal surround-luidsprekers instellen.
Hiermee kunt u de afmetingen van de surround-luidsprekers en het aantal daarvan instellen.
Hiermee kunt u de crossover-frequentie instellen voor alle luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of “SMALL”) via “SPEAKER SET” (zie bladzijde 78).
Hiermee kunt u de fase van uw subwoofer omschakelen als u te weinig of onduidelijke lage tonen hoort.
Hiermee kunt u de balans bepalen tussen het volume (luidsprekerniveau) van de linker voor- of linker surround-luidspreker en elk van de bij “SPEAKER SET” (zie bladzijde 77) geselecteerde luidsprekers.
Hiermee kunt u de eenheid kiezen waarin de luidsprekerafstand wordt aangegeven.
Bladzijde
77
77
78
78
79
79
79
80
D)TEST TONE
72 Nl
FRONT L/FRONT R/ CENTER/SUR. L/ SUR. R/SBL/SBR/ SWFR/PRNS L/ PRNS R
Aan of uit zetten van de testtoon voor de “SPEAKER SET”,
Hiermee kunt u de afstand tot elk van de luidsprekers bepalen en de vertraging die op de bijbehorende kanalen wordt toegepast.
“SP LEVEL” en “SP DISTANCE” instellingen.
80
80
Page 75
Volumemenu 2 VOLUME MENU
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
Parameter Functies
ADAPTIVE DRC
ADAPTIVE DSP LEVEL
MUTE TYPE
MAX VOL.
INIT. VOL.
Hiermee kunt u instellen of dit toestel automatisch het dynamisch bereik moet regelen in samenhang met het volumeniveau, of niet.
Hiermee kunt u instellen of dit toestel automatisch het DSP effectniveau moet regelen in samenhang met het volumeniveau, of niet.
Hiermee kunt u instellen hoeveel het volume verlaagd moet worden wanneer u de dempingsfunctie (mute) gebruikt (zie bladzijde 45).
Hiermee kunt u het maximum volume voor de hoofdzone instellen. 81
Hiermee kunt u instellen wat het volume in de hoofdzone moet worden wanneer dit toestel aan wordt gezet.
Geluidsmenu 3 SOUND MENU
Menu Parameter Functies
A)EQUALIZER
B)LFE LEVEL
EQ TYPE SELECT
GEQ
TEST
SPEAKER
HEADPHONE
Bladzijde
Bladzijde
Hiermee kunt u het type equalizer kiezen. 82
Hiermee kunt u de toonkleur van de luidsprekers regelen wanneer u “EQ TYPE SELECT” instelt op “GEQ”.
Hiermee kunt u bepalen of dit toestel de testtoon moet weergeven wanneer de “GEQ” wordt geregeld, of niet.
Stelt het LFE luidsprekerniveau in. 83
Stelt het LFE hoofdtelefoonniveau in. 83
81
81
81
81
82
82
GEAVANCEERDE
BEDIENING
C)DYNAMIC RANGE
D)LIPSYNC
E)EXTD SUR.
SPEAKER
HEADPHONE
HDMI AUTO
AUTO
MANUAL
Gebruik deze functie om te profiteren van 6.1/7.1-kanaals weergave
Hiermee kunt u de hoeveelheid compressie van het dynamisch bereik van de luidsprekers regelen.
Hiermee kunt u de hoeveelheid compressie van het dynamisch bereik van de hoofdtelefoon regelen.
Hiermee kunt u bepalen of dit toestel de automatische synchronisatiefunctie voor audio en video ("automatic lip sync") moet gebruiken of niet.
Hiermee kunt u meer gedetailleerde instellingen maken voor de audiovertraging wanneer de functie voor de automatische synchronisatie van audio en video in werking is.
Hiermee kunt u de audiovertraging met de hand instellen wanneer het aangesloten beeldscherm niet geschikt is voor de automatische synchronisatiefunctie voor audio en video, of wanneer “HDMI AUTO” is ingesteld op “OFF”.
van multikanaals signaalbronnen met behulp van de Dolby Pro Logic IIx, Dolby Digital EX of DTS-ES decoder en de aangesloten surround achter-luidsprekers.
83
83
84
84
84
84
Nederlands
73 Nl
Page 76
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
Ingangsmenu 4 INPUT MENU
Opmerking
Sommige parameters die hieronder beschreven worden zijn niet beschikbaar met elke signaalbron, en sommige parameters zijn alleen beschikbaar bij een specifieke signaalbron.
Parameter Functies
I/O ASSIGNMENT
INPUT RENAME
VOL. TRIM
DECODER MODE
STANDBY CHARGE
START PAIRING
BGV
INPUT CH
FRONT
Hiermee kunt u de in-/uitgangsaansluitingen toewijzen aan andere componenten als de begininstellingen van dit toestel niet overeenkomen met uw voorkeuren.
Hiermee kunt u de namen van de signaalbronnen zoals die op het in-beeld display en op het voorpaneel verschijnen veranderen.
Hiermee kunt u het niveau van de signalen die binnenkomen via de verschillende aansluitingen instellen.
Hiermee kunt u de werkingsfunctie van de decoder omschakelen. U kunt de opnieuw toegewezen digitale ingangsaansluitingen voor DTS signalen instellen.
Instellen of dit toestel de batterij (accu) van de aangesloten iPod op moet laden of niet terwijl dit toestel zelf uit (standby) staat (zie bladzijde 29).
Breng de verbinding tot stand (pairing) tussen de aangesloten Yamaha Bluetooth adapter (zoals een YBA-10, los verkrijgbaar) en een Bluetooth component (zie bladzijde 62).
Hiermee kunt u kiezen welke videobron op de achtergrond zal worden weergegeven bij weergave van signalen die binnenkomen via de MULTI CH INPUT aansluitingen.
Hiermee kunt u het aantal kanalen dat binnenkomt via een externe decoder instellen. 87
Hiermee kunt u de analoge aansluitingen selecteren waarop de signalen voor de voorkanalen binnenkomen van een externe decoder wanneer u “INPUT CH” heeft ingesteld op “8CH”.
Optiemenu 5 OPTION MENU
Menu Parameter Functies
Bladzijde
85
86
86
86
86
87
87
87
Bladzijde
A)DISPLAY SET
B)VIDEO SET
C)MEMORY GUARD
DIMMER
OSD SHIFT
OSD-SOURCE
OSD-AMP
FL SCROLL
VIDEO CONV.
HDMI RES.
HDMI ASPECT
Voorkomt onbedoelde wijzigingen aan de ingestelde waarden van
Hiermee kunt u de helderheid van het display op het voorpaneel instellen.
Hiermee kunt u de verticale positie van het in-beeld display op het beeldscherm instellen.
Hiermee kunt u instellen hoe lang het iPod menu nog weergegeven zal worden op het beeldscherm wanneer u een bepaalde handeling heeft uitgevoerd.
Hiermee kunt u instellen hoe lang het statusscherm nog weergegeven zal worden op het beeldscherm wanneer u een bepaalde handeling heeft uitgevoerd.
Hiermee kunt u de manier kiezen waarop de iPod informatie zal worden weergegeven op het display op het voorpaneel.
Hiermee kunt u instellen of videosignalen die binnenkomen via de VIDEO, S VIDEO en COMPONENT VIDEO aansluitingen moeten worden omgezet.
Hiermee kunt u de resolutie selecteren voor de HDMI opwaardering van analoge videosignalen die binnenkomen via de VIDEO, S VIDEO en COMPONENT VIDEO aansluitingen zodat de opgewaardeerde videosignalen worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting.
Hiermee kunt u de beeldverhouding bepalen voor analoge videosignalen die worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting.
geluidsveldparameters en andere systeeminstellingen.
88
88
88
88
88
88
89
89
90
74 Nl
Page 77
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
Menu Parameter Functies
D)INIT. CONFIG
E)HDMI SET
F)ZONE2 SET
AUDIO SELECT
DECODER MODE
EXTD SUR.
S.AUDIO
MAX VOL.
INIT. VOL.
Standaard instellen van een bepaalde audio ingangsaansluiting selectiefunctie voor de signaalbronnen die zijn verbonden met de DIGITAL INPUT aansluitingen wanneer u dit toestel aan zet.
Hiermee kunt u een bepaalde decoderfunctie standaard instellen voor signaalbronnen die zijn verbonden met de DIGITAL INPUT aansluitingen wanneer u dit toestel aan zet.
Hiermee kunt u een bepaalde uitgebreide decoderfunctie instellen voor signaalbronnen die zijn verbonden met de DIGITAL INPUT aansluitingen wanneer u dit toestel aan zet.
Hiermee kunt u kiezen of u HDMI audiosignalen wilt laten weergeven via dit toestel zelf of via een andere HDMI component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting.
Hiermee kunt u het maximum volumeniveau Zone 2 regelen. 91
Hiermee kunt u het volumeniveau in Zone 2 instellen wanneer dit toestel aan wordt gezet.
Signaalinformatie SIGNAL INFO
Met deze functie kunt u informatie over de audio- en videosignalen controleren (zie bladzijde 46).
Bladzijde
90
90
90
91
91
GEAVANCEERDE
BEDIENING
75 Nl
Nederlands
Page 78
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)

Gebruiken van het SET MENU

Gebruik de afstandsbediening om de menu’s te openen en de instellingen te verrichten.
y
• U kunt de “SET MENU” parameters wijzigen terwijl het toestel geluid aan het weergeven is.
• Als u op RPARAMETER drukt terwijl het “SET MENU” gebruikt wordt, zal het “SET MENU” worden geannuleerd.
• Druk op 0RETURN om terug te keren naar het vorige menuniveau.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op FAMP en druk vervolgens op
H
SET MENU om het “SET MENU” te
openen.
Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld display verschijnen.
2 Druk op
SETUP”.
3 Druk op
te openen.
Het “MANUAL SETUP” scherm zal op het in-beeld display verschijnen.
9
k/n en selecteer “MANUAL
SET MENU
;AUTO SETUP ;MANUAL SETUP
.
;SIGNAL INFO
[
p
[]/[]: [ENTER]:
9
ENTER om de “MANUAL SETUP”
MANUAL SETUP
.
1 BASIC MENU 2 VOLUME MENU 3 SOUND MENU 4 INPUT MENU 5 OPTION MENU
[]/[]: [ENTER]:
Up/Down Enter
[
p
Up/Down Enter
4 Druk herhaaldelijk op
9
k/n om het gewenste menu te selecteren en druk op 9ENTER om het te openen.
De volgende schermen zijn voorbeelden waarin het “SOUND MENU” wordt geselecteerd.
3 SOUND MENU
.
A)EQUALIZER B)LFE LEVEL C)DYNAMIC RANGE D)LIPSYNC E)EXTD SUR.
[
p
Hoger/lager
[]/[]:
Enter
[ENTER]:
5 Druk herhaaldelijk op
9
k/n om het gewenste submenu te selecteren en druk op 9ENTER om het te openen.
Het volgende scherm is een voorbeeld waarin “LFE LEVEL” wordt geselecteerd.
B)LFE LEVEL
.
SPEAKER;;;;;;0dB HEADPHONE;;-20dB
[
p
Up/Down Adjust
6 Druk op
[]/[]: [p]/[[]:
9
k/n om de gewenste parameter te selecteren en vervolgens op 9l / h om de instelling te wijzigen.
• Druk op 9h om de ingestelde waarde te
verhogen.
• Druk op 9l om de ingestelde waarde te
verlagen.
7 Druk op
H
SET MENU om de “SET MENU” te verlaten.
76 Nl
Page 79

1 BASIC MENU

Via dit menu kunt u met de hand de basisinstellingen voor de luidsprekers wijzigen. De meeste “BASIC MENU” parameters worden automatisch ingesteld wanneer u de automatische instelling laat doen.
1 BASIC MENU
.
A)SPEAKER SET B)SP LEVEL C)SP DISTANCE D)TEST TONE
[
p
Up/Down
[]/[]:
Enter
[ENTER]:
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
LFE/lage tonen uitgang LFE/BASS OUT
Gebruik deze functie om de luidsprekers te selecteren die de LFE (Lage Frequentie Effecten) en de lage tonen weergeven.
A)SPEAKER SET
LFE/BASS OUT
SWFR FRONT >BOTH
LFE uitgangssignalen
y
Stel “TEST TONE” in op “ON” om de testtoon weer te laten geven bij “SPEAKER SET”, “SP LEVEL” en “SP DISTANCE”.
Luidspreker-instellingen
A)SPEAKER SET
y
Druk herhaaldelijk op 9k/n om de gewenste parameter te selecteren.
Extra luidspreker toewijzing EXTRA SP ASSIGN
Hiermee kunt u de functie van de met de EXTRA SP aansluitingen verbonden luidsprekers instellen.
A)SPEAKER SET
X X
EXTRA SP ASSIGN
X
ZONE2 >FRONT B
X
ZONE B PRESENCE
X
NONE
X X X X
[
p
ZONE2 SET
XXXX[]/[]:Up/DownXXXXX
Not Available
XXXX[p]/[[]:EnterXXXXXXX X
Keuze Beschrijving
ZONE2
FRONT B
ZONE B
PRESENCE
NONE
Kies deze instelling wanneer u gebruik maakt van Zone 2 luidsprekers (zie bladzijde 105).
Selecteer deze instelling wanneer u een ander voor-luidsprekersysteem gebruikt in de hoofdzone (zie bladzijde 43).
Selecteer deze instelling wanneer u een ander voor-luidsprekersysteem gebruikt in een andere ruimte (zie bladzijde 43).
Kies deze instelling wanneer u gebruik maakt van aanwezigheidsluidsprekers (zie bladzijde 13).
Selecteer deze instelling wanneer u geen gebruik maakt van de EXTRA SP aansluitingen.
Subwoofer(s) en luidsprekers
Keuze
BOTH
SWFR
FRONT
Subwoofer(s)
Uitgang Geen uitg. Geen uitg.
Uitgang Geen uitg. Geen uitg.
Geen uitg. Uitgang Geen uitg.
Voor-
luidsprekers
Lage frequentie uitgangssignalen
Subwoofer(s) en luidsprekers
Keuze
Subwoofer(s)
BOTH
SWFR
FRONT
*1
Produceert (produceren) de lage frequentiesignalen voor
*1 *2 *3
*4 *3 *3
Geen uitg. *1 *3
de voorkanalen en andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SMALL”.
*2
Produceert altijd de lage frequentiesignalen voor de voorkanalen.
*3
Produceert de lage frequentiesignalen als de luidsprekers zijn ingesteld op “LARGE”.
*4
Produceert de lage frequentiesignalen voor de luidsprekers die zijn ingesteld op “SMALL” of “NONE”.
Voor-
luidsprekers
Overige
luidsprekers
Overige
luidsprekers
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Opmerkingen
• Deze parameter krijgt dezelfde waarde als de “EXTRA SP ASSIGN” parameter in de “AUTO SETUP” (zie bladzijde 33).
• Als u “ON” selecteert bij “BI-AMP” (zie bladzijde 110), kunt u geen “PRESENCE” of “ZONE2” meer instellen bij “EXTRA SP ASSIGN”.
Nadat u de “EXTRA SP ASSIGN” instelling heeft gewijzigd, dient u de “AUTO SETUP” opnieuw uit te voeren (zie bladzijde 32).
Nederlands
77 Nl
Page 80
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
Afmetingen van luidsprekers
De woofer (lage tonen) luidspreker is
– 16 cm of groter: groot – kleiner dan 16 cm: klein
Voor-luidsprekers FRONT SP
A)SPEAKER SET
FRONT SP
SMALL >LARGE
Keuze Beschrijving
LARGE
SMALL
Selecteer deze instelling wanneer de voor­luidsprekers groot zijn.
Selecteer deze instelling wanneer de voor­luidsprekers klein zijn.
Opmerking
Wanneer “LFE/BASS OUT” is ingesteld op “FRONT”, kunt u alleen “LARGE” kiezen bij “FRONT SP”. Als “FRONT SP” van tevoren op een andere instelling dan “LARGE” is gezet, zal dit toestel die instelling automatisch veranderen naar “LARGE”.
Linker/rechter surround-luidsprekers
A)SPEAKER SET
SUR. L/R SP
NONE >SMALL LARGE
SUR. L/R SP
Keuze Beschrijving
LARGE
SMALL
NONE
Selecteer deze instelling wanneer de surround­luidsprekers groot zijn.
Selecteer deze instelling wanneer de surround­luidsprekers klein zijn.
Selecteer deze instelling wanneer u geen gebruik maakt van surround-luidsprekers. Hiermee zet u het toestel in de CINEMA DSP stand (zie bladzijde 51) en zal “SUR.B L/R SP” automatisch op “NONE” (geen) worden ingesteld.
Linker/rechter surround achter-luidsprekers
SUR.B L/R SP
A)SPEAKER SET
SUR.B L/R SP
Midden-luidspreker CENTER SP
A)SPEAKER SET
CENTER SP
NONE >SMALL LARGE
Wanneer de midden-luidspreker groot is:
Selecteer “LARGE” (groot).
Wanneer de midden-luidspreker klein is:
Selecteer “SMALL” (klein).
Wanneer u geen gebruik maakt van een midden-luidspreker:
Selecteer “NONE” (geen). De signalen voor het middenkanaal zullen naar de linker en rechter voor­luidsprekers worden gestuurd.
Keuze Beschrijving
LARGE
SMALL
NONE
Selecteer deze instelling wanneer de midden­luidspreker groot is.
Selecteer deze instelling wanneer de midden­luidspreker klein is.
Selecteer deze instelling wanneer u geen gebruik maakt van een midden-luidspreker. De signalen voor het middenkanaal zullen naar de linker en rechter voor-luidsprekers worden gestuurd.
SMLx1 >SMLx2 LRGx1
Keuze Beschrijving
LRGx1
LRGx2
SMLx1
SMLx2
NONE
Selecteer deze instelling wanneer de enkele surround achter-luidspreker groot is.
Selecteer deze instelling wanneer de linker en rechter surround achter-luidsprekers groot zijn.
Selecteer deze instelling wanneer de enkele surround achter-luidspreker klein is.
Selecteer deze instelling wanneer de linker en rechter surround achter-luidsprekers klein zijn.
Selecteer deze instelling wanneer u geen gebruik maakt van surround achter-luidsprekers. De signalen voor het surround-achterkanaal zullen naar de linker en rechter surround-luidsprekers worden gestuurd.
Opmerking
Als er Dolby TrueHD audiosignalen binnenkomen en “SUR.B L/R SP” is ingesteld op “NONE”, zullen de linker en rechter surround-achterkanalen niet naar de linker en rechter surround-luidsprekers worden gestuurd.
78 Nl
Page 81
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
Lage tonen crossover CROSS OVER
Met deze functie kunt u de crossover frequentie instellen voor alle luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of “SMALL”) via “SPEAKER SET” (zie bladzijde 77). Alle frequenties onder de geselecteerde frequentie zullen naar de subwoofer(s) of voor-luidsprekers worden gedirigeerd aan de hand van de “LFE/BASS OUT” instelling bij “SPEAKER SET” (zie bladzijde 77). Keuzes: 40Hz, 60Hz, 80Hz, 90Hz, 100Hz, 110Hz,
120Hz, 160Hz, 200Hz
A)SPEAKER SET
CROSS OVER
FREQ;;;;80Hz
y
Als het volume en de crossover-frequentie op uw subwoofer ingesteld kunnen worden, zet het volume dan halverwege (of iets lager) en zet de crossover-frequentie op de maximale waarde.
Subwooferfase SUBWOOFER PHASE
Als de lage tonen niet of onduidelijk worden weergegeven, kunt u hiermee de fase van uw subwoofer omschakelen.
A)SPEAKER SET
SUBWOOFER PHASE
>NORMAL REVERSE
Luidsprekerniveau B)SP LEVEL
Deze functie stelt u in staat met de hand de balans te bepalen tussen het volume (luidsprekerniveau) van de linker voor- of linker surround-luidspreker en elk van de bij “SPEAKER SET” (zie bladzijde 77) geselecteerde luidsprekers. Instelbereik: –10,0 dB t/m +10,0 dB Instelstap: 0,5 dB Begininstelling: FR.L/FR.R/SWFR/PR.L/PR.R: 0 dB CNTR/SUR.L/SUR.R/SBL/SBR: –1,0 dB
B)SP LEVEL 1/2
.
FR.L FR.R CNTR SUR.L SUR.R
SP LEVEL Ingestelde luidspreker
FR.L
FR.R
CNTR
SUR.L
SUR.R
SBL
SBR
SWFR
PR.L
PR.R
Linker voor-luidspreker
Rechter voor-luidspreker
Midden-luidspreker
Linker surround-luidspreker
Rechter surround-luidspreker
Linker surround achter-luidspreker
Rechter surround achter-luidspreker
Subwoofer
Linker aanwezigheidsluidspreker
Rechter aanwezigheidsluidspreker
B)SP LEVEL 2/2
.
SBL SBR SWFR
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Keuze Functies
NORMAL
Verandert de fase van uw subwoofer niet.
(normaal)
REVERSE
Keert de fase voor uw subwoofer om.
(omgekeerd)
y
• Als het volume en de crossover-frequentie op uw subwoofer ingesteld kunnen worden, zet het volume dan halverwege (of iets lager) en zet de crossover-frequentie op de maximale waarde.
• Stel “TEST TONE” in op “ON” om de testtoon weer te laten geven bij de “SPEAKER LEVEL” instelling (zie bladzijde 80).
Opmerkingen
• Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt mede af van de luidsprekerinstellingen.
• In plaats van “SBL” en “SBR”, zal “SB” worden getoond indien “SUR. B L/R SP” is ingesteld op “SMLx1” of “LRGx1” (zie bladzijde 78).
Nederlands
79 Nl
Page 82
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
Luidspreker afstand C)SP DISTANCE
Met deze functie kunt u met de hand de afstand van elke luidspreker tot de luisterplek invoeren en zo de vertraging voor het bijbehorende kanaal instellen. In het ideale geval zouden alle luidsprekers op dezelfde afstand van de luisterplek moeten staan. Maar in de meeste gevallen is dat praktisch gezien niet mogelijk. Daarom moet de weergave van luidsprekers die eigenlijk te dichtbij staan heel eventjes vertraagd worden, zodat het geluid van alle luidsprekers op hetzelfde moment op de luisterplek arriveert.
C)SP DISTANCE 1/2
.
UNIT;;;;;;meters FRONT L;;;;3.00m FRONT R;;;;3.00m CENTER;;;;;2.60m SUR. L;;;;;2.40m SUR. R;;;;;2.40m
[
p
[]/[]: [p]/[[]:
Up/Down Select
Eenheid voor de instelling van de luidsprekerafstand
Begininstelling: [Modellen voor de V.S. en Canada]: feet (ft) [Overige modellen]: meters (m)
Keuze Functies
meters (m)
feet (ft)
Stelt de afstanden van de luidsprekers in meters in.
Stelt de afstanden van de luidsprekers in voeten (feet) in.
Luidsprekerafstanden
Instelbereik: 0,30 t/m 24,00 m (1.0 t/m 80.0 ft) Instelstap: 0,10 m (0.5 ft) Begininstelling: FRONT L/FRONT R/SWFR/PRNS L/ PRNS R: 3,00 m (10.0 ft) CENTER: 2,60 m (8.5 ft) SUR. L/SUR. R/SBL/SBR: 2,40 m (8.0 ft)
C)SP DISTANCE 2/2
.
SBL;;;;;;;;2.40m SBR;;;;;;;;2.40m SWFR;;;;;;;3.00m PRNS L;;;;;3.00m PRNS R;;;;;3.00m
[
p
[]/[]: [p]/[[]:
Up/Down Adjust
UNIT
Testtoon D)TEST TONE
Aan of uit zetten van de testtoon voor de “SPEAKER SET”, “SP LEVEL” en “SP DISTANCE” instellingen.
D)TEST TONE
>OFF ON
Select
[p]/[[]:
Return
[ENTER]:
Keuze Functies
OFF
ON
y
Als u een handzame geluidsdrukmeter gebruikt, houd deze dan met uitgestrekte arm vast en richt de meter naar boven zodat deze zich op de luisterplek bevindt. Met de meter op de 70 dB schaal en op C SLOW kunt u nu alle luidsprekers afstellen op 75 dB.
Opmerking
Deze functie wordt automatisch uitgeschakeld wanneer u het “BASIC MENU” verlaat.
Dit toestel zal geen testtoon weergeven bij de “SPEAKER SET”, “SP LEVEL” en “SP DISTANCE” instellingen.
Dit toestel zal wel een testtoon weergeven bij de “SPEAKER SET”, “SP LEVEL” en “SP DISTANCE” instellingen.
SP DISTANCE Ingestelde luidspreker
FRONT L
FRONT R
CENTER
SUR. L
SUR. R
SBL
SBR
SWFR
PRNS L
PRNS R
Linker voor-luidspreker
Rechter voor-luidspreker
Midden-luidspreker
Linker surround-luidspreker
Rechter surround-luidspreker
Linker surround achter-luidspreker
Rechter surround achter-luidspreker
Subwoofer
Linker aanwezigheidsluidspreker
Rechter aanwezigheidsluidspreker
Opmerkingen
• Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt mede af van de luidsprekerinstellingen.
In plaats van “SBL” en “SBR”, zal “SUR.B” worden getoond indien “SUR.B L/R SP” is ingesteld op “SMLx1” of “LRGx1” (zie bladzijde 78).
80 Nl
Page 83

2 VOLUME MENU

Via dit menu kunt u met de hand de diverse volume­instellingen wijzigen.
2 VOLUME MENU
.
ADAPTIVE DRC;;;;OFF ADAPTIVE DSP
LEVEL;;;;OFF MUTE TYPE;;;;;;FULL MAX VOL.;;;;+16.5dB INIT. VOL.;;;;;;OFF
[
p
Up/Down
[]/[]:
Select
[p]/[[]:
Adaptieve regeling van het dynamisch bereik
ADAPTIVE DRC
Gebruik deze functie om het dynamisch bereik te laten regelen aan de hand van het volumeniveau. Deze functie komt van pas wanneer u bij een laag volume, bijvoorbeeld ’s nachts, wilt luisteren. Wanneer “ADAPTIVE DRC” is ingesteld op “AUTO”, zal dit toestel het dynamisch bereik als volgt regelen:
– Als het VOLUME laag staat:
het dynamisch bereik wordt beperkt
– Als het VOLUME hoog staat:
het dynamisch bereik is groot
AUTO
AUTO
OFF
Uitgangsniveau
Ingangsniveau
VOLUME: laag VOLUME: hoog
Keuze Functies
AUTO
OFF
Regelt het dynamisch bereik automatisch.
Regelt het dynamisch bereik niet automatisch.
y
• U kunt het dynamisch bereik van bitstroomsignalen ook regelen met “DYNAMIC RANGE” in het “SOUND MENU” (zie bladzijde 83).
• Deze functie is ook handig wanneer u luistert met uw hoofdtelefoon.
Opmerking
De functie voor het adaptief regelen van het dynamisch bereik werkt niet wanneer dit toestel in de Pure Direct stand staat (zie bladzijde 52).
Uitgangsniveau
Ingangsniveau
OFF
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
Adaptief DSP niveau ADAPTIVE DSP LEVEL
Gebruik deze functie om het DSP effectniveau (zie bladzijde 65) in te stellen aan de hand van het volumeniveau.
Keuze Functies
AUTO
OFF
Regelt het DSP effectniveau aan de hand van het volumeniveau.
Regelt het DSP effectniveau niet automatisch.
Opmerking
Ook als u “ADAPTIVE DSP LEVEL” op “AUTO” zet, zal dit toestel de bij “DSP LEVEL” gespecificeerde waarde (zie bladzijde 65) niet wijzigen, maar alleen fijnregelen.
Tijdelijk uit of lager zetten van het geluid
MUTE TYPE
U kunt zelf bepalen hoeveel het volume verlaagd moet worden wanneer u deze functie gebruikt (zie bladzijde 45).
Keuze Functies
FULL
–20dB
Schakelt alle geluidsweergave tijdelijk uit.
Verlaagt het huidige volume met 20 dB.
Maximum volume MAX VOL.
Gebruik deze functie om het maximum volume voor de hoofdzone in te stellen. Deze functie is nuttig om te voorkomen dat er per ongeluk hele harde geluiden worden weergegeven. Het oorspronkelijke volumebereik is bijvoorbeeld –80,0 dB t/m +16,5 dB. Maar wanneer “MAX VOL.” is ingesteld op –5,0 dB, wordt het volumebereik –80,0 dB t/m –5,0 dB. Instelbereik: –30,0 dB t/m +15,0 dB, +16,5 dB Instelstap: 5,0 dB
Opmerkingen
• Wanneer dit toestel bezig is met de automatische setup, wordt het volume automatisch op 0 dB gezet, ongeacht de huidige “MAX VOL.” instelling.
• De “MAX VOL.” instelling krijgt voorrang boven de instelling voor het beginvolume. Als bijvoorbeeld “INI.VOL.” is ingesteld op –20,0 dB en “MAX VOL.” is ingesteld op –30,0 dB, dan zal het volume automatisch worden ingesteld op –30,0 dB wanneer u de volgende keer het toestel weer aan zet.
• Gebruik “MAX VOL.” onder “ZONE SET” om het beginvolume in Zone 2 in te stellen.
Beginvolume INIT. VOL.
Gebruik deze functie om in te stellen wat het volume in de hoofdzone moet worden wanneer dit toestel aan wordt gezet. Keuzes: OFF, MUTE, –80,0 dB t/m +16,5 dB Instelstap: 0,5 dB
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Opmerking
De “MAX VOL.” instelling krijgt voorrang boven de instelling voor het beginvolume.
81 Nl
Page 84
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)

3 SOUND MENU

Via deze functie kunt u de audio-instellingen wijzigen.
3 SOUND MENU
.
A)EQUALIZER B)LFE LEVEL C)DYNAMIC RANGE D)LIPSYNC E)EXTD SUR.
[
p
[]/[]: [ENTER]:
Equalizer A)EQUALIZER
Gebruik deze functie om te kiezen tussen de parametrische en de grafische equalizer.
Equalizertype selecteren EQ TYPE SELECT
Gebruik deze functie om het type equalizer te kiezen.
A)EQUALIZER
AUTO PEQ >GEQ OFF
[NATURAL]
[p]/[[]: [ENTER]:
Up/Down Enter
EQ TYPE SELECT
Select Enter
Grafische equalizer GEQ
Gebruik deze functie om de toonkleur van de midden, L/R surround en L/R surround-achter en eventuele losse surround achter-luidsprekers af te stemmen op de toonkleur van de L/R voor-luidsprekers. U kunt 7 frequentiebanden instellen (63 Hz, 160 Hz, 400 Hz, 1 kHz, 2,5 kHz, 6,3 kHz, 16 kHz). Instelbereik: –6,0 dB t/m +6,0 dB Instelstap: 0,5 dB
A)EQUALIZER 1/2
TEST >OFF ON CHANNEL;;;;FRONT L
.
63Hz 0dB 160Hz 0dB 400Hz 0dB
1kHz 0dB
Up/Down
[
p
[]/[]: [p]/[[]:
Select
A)EQUALIZER 2/2
TEST >OFF ON CHANNEL;;;;FRONT L
.
2.5kHz 0dB
6.3kHz 0dB 16kHz 0dB
Up/Down
[
p
[]/[]: [p]/[[]:
Adjust
y
Druk op 9k/n om een frequentieband te selecteren en op
9
l / h om de geselecteerde frequentieband in te stellen.
Opmerking
De “GEQ” parameter kan alleen worden ingesteld wanneer “GEQ” is geselecteerd bij “EQ TYPE SELECT”.
Keuze Functies
AUTO PEQ
Maakt gebruik van de parametrische equalizer zoals ingesteld bij “AUTO SETUP” (zie bladzijde 33).
GEQ
Hiermee kunt u de ingebouwde grafische equalizer met 7 frequentiebanden zo instellen dat de toonkleur van de luidsprekers met elkaar overeenkomt. Druk op 9ENTER om het scherm voor de grafische equalizer te openen.
OFF
Schakelt de equalizerfunctie uit.
y
Het op dit moment toegepaste type parametrische equalizer (zie bladzijde 33) verschijnt onder “AUTO PEQ”.
Opmerking
U kunt “AUTO PEQ” alleen selecteren wanneer u van tevoren de “AUTO SETUP” heeft uitgevoerd (zie bladzijde 32). In dit geval zal “AUTO PEQ” automatisch worden geselecteerd als standaardinstelling.
Testtoon TEST
Gebruik deze functie om instellingen te verrichten met “GEQ” terwijl u luistert naar een testtoon. Om “TEST” te selecteren, dient u herhaaldelijk op 9k/n te drukken op het grafische equalizerscherm.
A)EQUALIZER 1/2
.
TEST >OFF ON CHANNEL;;;;FRONT L
63Hz 0dB 160Hz 0dB 400Hz 0dB
1kHz 0dB
Up/Down
[
p
[]/[]: [p]/[[]:
Keuze Functies
OFF
Er wordt geen testtoon weergegeven, maar het signaal van de op dit moment geselecteerde signaalbron.
ON
Er worden testtonen weergegeven via de geselecteerde luidsprekers.
Select
82 Nl
Page 85
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
Niveau Lage Frequentie Effecten
B)LFE LEVEL
Deze functie stelt u in staat het volume (uitgangsniveau) van het LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal aan te passen aan de capaciteit van uw subwoofer of hoofdtelefoon. Het LFE kanaal zorgt voor de weergave van speciale effecten met zeer lage tonen bij bepaalde passages. Deze instelling treedt in werking wanneer het ingangssignaal een LFE kanaal bevat. Instelbereik: –20 t/m 0 dB Instelstap: 1 dB
B)LFE LEVEL
.
SPEAKER;;;;;;0dB HEADPHONE;;;;0dB
[
p
Up/Down
[]/[]:
Adjust
[p]/[[]:
Luidsprekers SPEAKER
Stelt het LFE luidsprekerniveau in.
Hoofdtelefoon HEADPHONE
Stelt het LFE hoofdtelefoonniveau in.
Opmerking
Afhankelijk van de instellingen bij “LFE/BASS OUT” (zie bladzijde 77) is het mogelijk dat sommige signalen niet via de SUBWOOFER PRE OUT aansluiting worden gereproduceerd.
Dynamisch bereik C)DYNAMIC RANGE
Via deze functie kunt u instellen hoeveel het dynamisch bereik moet worden gecomprimeerd voor uw luidsprekers of uw hoofdtelefoon. Deze instelling treedt alleen in werking wanneer dit toestel bitstroomsignalen decodeert.
C)DYNAMIC RANGE
SPEAKER;;;;;;;;;MAX
.
HEADPHONE;;;;;;;MAX
[
p
[]/[]: [p]/[[]:
Luidsprekers SPEAKER
Regelt de compressie van het dynamisch bereik voor de luidsprekers.
Hoofdtelefoon HEADPHONE
Regelt de compressie van het dynamisch bereik voor de hoofdtelefoon.
Keuze Functies
MIN/AUTO
STD
MAX
• MIN: Beperkt het dynamisch bereik wanneer dit toestel bitstroomsignalen decodeert (behalve Dolby TrueHD).
• AUTO: Regelt het dynamisch bereik aan de hand van de instructies in het ingangssignaal wanneer dit toestel Dolby TrueHD signalen decodeert.
Stelt het dynamisch bereik in op een gemiddelde waarde. Wanneer dit toestel Dolby TrueHD signalen decodeert, zal de regeling van het dynamisch bereik altijd zijn ingeschakeld, ongeacht de instructies in het ingangssignaal.
Behoudt het grootste dynamische bereik.
Up/Down Select
GEAVANCEERDE
BEDIENING
83 Nl
Nederlands
Page 86
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
Audio en video synchronisatie (‘lip sync’) D)LIPSYNC
Gebruik deze functie om de synchronisatie van beeld en geluid te regelen.
D)LIPSYNC
.
HDMI AUTO;;;;;;OFF AUTO;;;;;;;;;---ms
(offset;;;---ms)
MANUAL;;;;;;;;;0ms
[
p
[]/[]: [p]/[[]:
HDMI automatische synchronisatie HDMI AUTO
Als het beeldscherm is verbonden met de HDMI OUT aansluiting van dit toestel en geschikt is voor automatische audio en video synchronisatie (automatische ‘lip sync’ functie), zal dit toestel beeld en geluid automatisch synchroniseren. Gebruik deze functie om de automatische synchronisatie (‘lip sync’) aan of uit te zetten. Keuzes: ON, OFF
Als het aangesloten beeldscherm geschikt is voor automatische synchronisatie:
Selecteer “ON”. Gebruik “AUTO” om de audio en video synchronisatie in meer detail in te stellen.
Als het beeldscherm niet geschikt is voor de automatische synchronisatie, of als u de automatische synchronisatie niet wilt gebruiken:
Selecteer “OFF”. Gebruik “MANUAL” (Handmatig) om de synchronisatie van beeld en geluid te regelen.
Up/Down Select
Uitgebreid surround E)EXTD SUR.
Gebruik deze functie om te profiteren van 6.1/7.1-kanaals weergave van multikanaals signaalbronnen met behulp van de Dolby Pro Logic IIx, Dolby Digital EX of DTS-ES decoder en de aangesloten surround achter-luidsprekers.
E)EXTD SUR.
EXTD SUR.;;;;;;AUTO
Select
[p]/[[]:
Return
[ENTER]:
Keuze Functies
AUTO
PLIIxMovie
PLIIxMusic
EX/ES
OFF
Schakelt de optimale decoder in voor weergave van signalen via 6.1/7.1 kanalen wanneer dit toestel een signalering daarvoor (‘vlag’) in het ingangssignaal herkent.
Geeft Dolby Digital of DTS signalen weer via
7.1 kanalen via de Pro Logic IIx Movie decoder.
Selecteer Dolby Digital om DTS signalen via
6.1/7.1 kanalen weer te geven met de Pro Logic IIx Music decoder.
Geeft Dolby Digital of DTS signalen weer via
6.1/7.1 kanalen met de Dolby Digital EX of DTS-ES decoder.
Er worden geen decoders gebruikt om 6.1/7.1 kanalen te creëren.
Automatische vertraging AUTO
Gebruik deze functie om gedetailleerde instellingen te kunnen maken voor de synchronisatie van audio en video wanneer u “HDMI AUTO” heeft ingesteld op “ON”. Instelbereik: 0 t/m 240 ms Instelstap: 1 ms
y
“offset” geeft het verschil aan tussen de waarde voor de audiovertraging die dit toestel instelt en de waarde voor de audiovertraging die u instelt bij “AUTO”. Dit toestel slaat de “offset” waarde op en past deze toe op eventuele andere beeldschermen die geschikt zijn voor de automatische synchronisatie.
Handmatige vertraging MANUAL
Gebruik deze functie om de vertraging van de geluidsweergave met de hand in te stellen zodat deze synchroon loopt met de weergegeven beelden wanneer u “HDMI AUTO” heeft ingesteld op “OFF”. Instelbereik: 0 t/m 240 ms Instelstap: 1 ms
84 Nl
Page 87

4 INPUT MENU

Gebruik dit menu om de parameters voor elk van de signaalbronnen in te stellen.
4 INPUT MENU 1/2
.
A) PHONO B) TUNER C) CD D) MD/CD-R E) DVD F) DTV/CBL G) V-AUX
[
p
Up/Down
[]/[]:
Enter
[ENTER]:
Signaalbron Parameter
B)TUNER INPUT RENAME
L)MULTI CH INPUT RENAME
A)PHONO C)CD D)MD/CD-R E)DVD F)DTV/CBL G)V-AUX J)DVR K)VCR
H)DOCK INPUT RENAME
I)BLUETOOTH INPUT RENAME
4 INPUT MENU 2/2
.
H) DOCK I) BLUETOOTH J) DVR K) VCR L) MULTI CH
[
p
[]/[]: [ENTER]:
VOL. TRIM
VOL. TRIM BGV INPUT CH FRONT
I/O ASSIGNMENT INPUT RENAME VOL. TRIM DECODER MODE
VOL. TRIM STANDBY CHARGE
VOL. TRIM START PAIRING
Up/Down Enter
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
Toewijzen van in-/uitgangsaansluitingen
I/O ASSIGNMENT
U kunt de in-/uitgangsaansluitingen toewijzen aan andere componenten als de begininstellingen van dit toestel niet overeenkomen met uw voorkeuren. Wijzig de parameter om de respectievelijke aansluitingen toe te wijzen aan andere apparatuur en uiteindelijk meer componenten te kunnen aansluiten. Wanneer de in-/uitgangsaansluitingen opnieuw zijn toegewezen, kunt u de daarbij behorende component selecteren als signaalbron met RINPUT op het voorpaneel (of met de ingangskeuzetoetsen (5) op de afstandsbediening).
J) DVR
.
COMPONENT IN;;;[B] COAXIAL IN;;;;NONE OPTICAL IN;;;;NONE OPTICAL OUT;;;NONE HDMI IN;;;;;;;;[3]
Current( DTV/CBL )
[p]/[[]: [ENTER]:
Select Enter
*
y
• “NONE” verschijnt op het in-beeld display wanneer er geen signaalbron is toegewezen aan de in-/uitgangsaansluiting.
• Stel “OPTICAL OUT” in op “(1)” voor de digitale opnamecomponent die u heeft verbonden met de DIGITAL OUTPUT aansluiting.
• U kunt een bepaalde naam maar één keer gebruiken voor een bepaald soort aansluiting.
• Een asterisk (*) verschijnt rechts naast namen van in/ uitgangsaansluitingen waarvan de eerdere instellingen gewijzigd zijn.
• De signaalbron die op dit moment is toegewezen aan de geselecteerde in/uitgangsaansluiting zal verschijnen op het in-beeld display (“Current( DTV/CBL )” in het voorbeeld hierboven).
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Opmerking
Sommige parameters die hierboven beschreven worden zijn niet beschikbaar met elke signaalbron, en sommige parameters zijn alleen beschikbaar bij een specifieke signaalbron.
Nederlands
85 Nl
Page 88
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
Signaalbronnen nieuwe namen geven
INPUT RENAME
Met deze functie kunt u de namen van de signaalbronnen zoals die op het in-beeld display op het voorpaneel verschijnen veranderen.
J) DVR
INPUT RENAME
DVR . DVR
[
Position Character
p
Enter Return
1 Druk op
[p]/[[]: [ ]/[ ]: [ENTER]:
[RETURN]:
9
l / h om de “_” (onderstreping) onder de spatie of het teken dat u wilt bewerken te plaatsen.
2 Kies met
9
k/n het teken dat u wilt gebruiken en ga vervolgens met 9l / h naar het volgende teken.
Opmerkingen
• U kunt maximaal 9 tekens gebruiken voor elke
signaalbron.
• Druk op 9n om de tekens als volgt te laten veranderen,
of druk op 9k om deze reeks in omgekeerde volgorde te doorlopen: A t/m Z, 0 t/m 9, a t/m z, symbolen (#, *, –, +, enz.), spatie.
3 Herhaal de stappen 1 t/m 2 als u de namen
van andere signaalbronnen wilt veranderen.
4 Druk op
voltooien.
Volume Trim VOL. TRIM
Met deze functie kunt u het niveau van de ingangssignalen voor elk van de aansluitingen op elkaar afstemmen. Deze functie komt van pas wanneer u wilt vermijden dat het volume plotseling verandert wanneer u overschakelt naar een andere signaalbron. Instelbereik: –6,0 dB t/m +6,0 dB Instelstap: 0,5 dB Begininstelling: 0,0 dB
9
ENTER om deze handeling te
Decoderfunctie DECODER MODE
Hiermee kunt u een andere decoder standaard laten inschakelen. Wanneer u “DTS” selecteert en er digitale audiosignalen binnenkomen, zal dit toestel de DTS decoder inschakelen en alleen de digitale DTS audiosignalen weergeven.
C)CD
I/O ASSIGNMENT INPUT RENAME VOL. TRIM;;;;;0.0dB
.
DECODER MODE;;;AUTO
[
p
Up/Down
[]/[]:
Select
[p]/[[]:
Keuze Functies
AUTO
DTS
Detecteert automatisch de typen digitale audio ingangssignalen en selecteert de juiste decoder.
Schakelt de DTS decoder in en geeft alleen DTS digitale audiosignalen weer wanneer er digitale audiosignalen binnenkomen.
Opmerking
“DECODER MODE” is alleen beschikbaar wanneer de digitale audio ingangsaansluitingen (HDMI, OPTICAL en/of COAXIAL) zijn toegewezen aan de geselecteerde signaalbron.
Opladen terwijl het toestel uit (standby) staat
STANDBY CHARGE
Gebruik deze functie om in te stellen of dit toestel de batterij (accu) van de aangesloten iPod op moet laden of niet terwijl dit toestel zelf uit (standby) staat.
Keuze Functies
AUTO
OFF
Laadt de batterij (accu) van de aangesloten iPod op wanneer dit toestel aan staat en wanneer het uit (standby) staat.
Laadt de batterij (accu) van de aangesloten iPod alleen op wanneer dit toestel aan staat.
B) TUNER
INPUT RENAME
.
VOL. TRIM;;;;+6.0dB
[
p
[]/[]: [p]/[[]:
Up/Down Adjust
y
Deze parameter heeft ook invloed op de signalen die worden geproduceerd via de ZONE OUT audio-aansluitingen.
86 Nl
Page 89
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
Begin verbinden (pairing) START PAIRING
Gebruik deze functie om de aangesloten Yamaha Bluetooth adapter (zoals een YBA-10, los verkrijgbaar) te laten beginnen met het tot stand brengen van een verbinding met uw Bluetooth component (pairing). Voor details omtrent het tot stand brengen van de verbinding (pairing) verwijzen we u naar “Verbinding tot stand brengen (“pairing”) tussen de Bluetooth™ adapter en uw Bluetooth™ component” op bladzijde 62.
Als beveiliging geldt er een limiet van 8 minuten voor het tot stand brengen van de verbinding (“pairing”). Wij bevelen u aan alle instructies goed te lezen en te zorgen dat u ze goed begrijpt voor u begint.
1 Druk op
9
ENTER om het tot stand brengen
van de verbinding (pairing) te laten beginnen.
De aangesloten Bluetooth adapter begint te zoeken naar Bluetooth apparatuur. “Searching...” zal verschijnen op het beeldscherm.
2 Controleer of de Bluetooth component de
Bluetooth adapter kan detecteren.
Als de Bluetooth component de Bluetooth adapter detecteert (vindt), zal (bijvoorbeeld) “YBA-10 YAMAHA” verschijnen in de lijst met Bluetooth apparaten.
3 Selecteer de Bluetooth adapter in de lijst met
Bluetooth apparaten en voer het wachtwoord “0000” in op de Bluetooth component.
Wanneer de verbinding met succes tot stand is gebracht, zal de melding “Pairing completed” verschijnen.
y
Om het tot stand brengen van de verbinding (pairing) te annuleren, dient
0
u op
RETURN
te drukken om “START PAIRING” af te sluiten.
4 Druk op
“START PAIRING” te verlaten.
Opmerkingen
• Als de aangesloten Bluetooth adapter geen Bluetooth componenten kan vinden, zal “Not found” verschijnen.
• Als er geen Bluetooth adapter is aangesloten op dit toestel, zal “No Bluetooth Adapter” verschijnen.
Multikanaals ingangssignaal achtergrondvideo
Gebruik deze functie om te kiezen welke videosignaalbron als achtergrond zal worden weergegeven bij weergave van signalen die binnenkomen via de MULTI CH INPUT aansluitingen.
0
RETURN om de
BGV
Keuze Functies
LAST
DVD, DTV/ CBL, DVR, VCR, V-AUX
OFF
Gebruikt automatisch de laatst geselecteerde videobron als signaalbron voor de achtergrondvideo.
Selecteert de corresponderende signaalbron als bron voor de achtergrondvideo.
Er wordt geen video op de achtergrond weergegeven.
Ingangskanalen INPUT CH
Deze instelling bepaalt het aantal kanalen dat ontvangen wordt van de externe decoder (zie bladzijde 25). Keuzes: 6CH, 8CH
L) MULTI CH
INPUT RENAME VOL. TRIM;;;;;0.0dB BGV;;;;;;;;;;;;LAST
.
INPUT CH;;;;;;;;6CH
[
p
[]/[]: [ENTER]:
Up/Down Select
Als de aangesloten component gescheiden 6-kanaals audiosignalen produceert.
Selecteer “6CH”.
Als de aangesloten component gescheiden 8-kanaals audiosignalen produceert.
Selecteer “8CH”. Stel “FRONT” (zie hieronder) in voor de analoge audio-aansluitingen via welke de linker en rechter voorkanalen van de aangesloten worden ontvangen.
Linker en rechter voorkanalen ingangsaansluiting FRONT
Als u “8CH” heeft ingesteld bij “INPUT CH”, kunt u de analoge audio-aansluitingen selecteren waarop de linker en rechter voorkanalen van de op dit toestel aangesloten externe decoder zullen binnenkomen. Keuzes: CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, DVR, VCR,
V- AUX
L) MULTI CH
INPUT RENAME VOL. TRIM;;;;;0.0dB BGV;;;;;;;;;;;;LAST INPUT CH;;;;;;;;8CH
.
FRONT;;;;;;;;;;;DVD
[
p
[]/[]: [ENTER]:
Up/Down Select
GEAVANCEERDE
BEDIENING
L) MULTI CH
INPUT RENAME VOL. TRIM;;;;;0.0dB
.
BGV;;;;;;;;;;;;LAST INPUT CH;;;;;;;;6CH
[
p
Up/Down
[]/[]:
Select
[ENTER]:
Opmerking
De “FRONT” parameter komt alleen beschikbaar wanneer u “INPUT CH” instelt op “8CH”.
87 Nl
Nederlands
Page 90
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)

5 OPTION MENU

Via dit menu kunt u de optionele systeeminstellingen wijzigen.
5 OPTION MENU
.
A) DISPLAY SET B) VIDEO SET C)MEMORY GUARD D) INIT. CONFIG E) HDMI SET F) ZONE2 SET
[
p
Up/Down
[]/[]:
Enter
[ENTER]:
Display instellingen A)DISPLAY SET
Opmerking
Gebruik “VIDEO” bij “INIT” in de “ADVANCED SETUP” om “OSD SHIFT” in te stellen op de fabrieksinstellingen (zie bladzijde 110).
A)DISPLAY SET
.
DIMMER;;;;;;;;;;;;0 OSD SHIFT;;;;;;;;+5 OSD-SOURCE;;;;;;30S OSD-AMP;;;;;;;;;30S FL SCROLL;;;;;;CONT
[
p
[]/[]: [p]/[[]:
Dimmer DIMMER
Hiermee kunt u de helderheid van het display op het voorpaneel instellen. Instelbereik: – 4 t/m 0 Instelstap: 1
• Druk op 9l om het display op het voorpaneel te dimmen.
• Druk op 9h om het display op het voorpaneel helderder te maken.
OSD (in-beeld display) vershuiven OSD SHIFT
Hiermee kunt u de verticale positie van het OSD (in-beeld display) instellen. Instelbereik: –5 (naar beneden) t/m +5 (naar boven) Instelstap: 1 Begininstelling: 0
• Druk op 9l om het in-beeld display lager op het scherm weer te geven.
• Druk op 9h om het in-beeld display hoger op het scherm weer te geven.
Signaalbronfunctie weergavetijd in-beeld display
OSD-SOURCE
Via deze functie kunt u bepalen hoe lang het iPod menu nog moet worden weergegeven op het in-beeld display (OSD) nadat u een handeling heeft uitgevoerd.
Keuze Functies
ON
10S
30S
Laat het in-beeld display voortdurend weergeven tijdens een handeling.
Schakelt het in-beeld display uit 10 seconden nadat u een handeling heeft verricht.
Schakelt het in-beeld display uit 30 seconden nadat u een handeling heeft verricht.
Up/Down Adjust
Versterkerfunctie weergavetijd in-beeld display
OSD-AMP
Hiermee kunt u instellen hoe lang het statusscherm nog weergegeven zal worden op het beeldscherm wanneer u een bepaalde handeling heeft uitgevoerd.
Keuze Functies
ON
10S
30S
Scrollen over het display op het voorpaneel
Laat het in-beeld display voortdurend weergeven tijdens een handeling.
Schakelt het in-beeld display uit 10 seconden nadat u een handeling heeft verricht.
Schakelt het in-beeld display uit 30 seconden nadat u een handeling heeft verricht.
FL SCROLL
Gebruik deze functie om het iPod menu (zoals de songtitel of de naam van een kanaal) weer te laten geven op het display op het voorpaneel.
Keuze Functies
CONT
ONCE
Doorlopend. Selecteer deze instelling om de bedieningsstatus doorlopend weer te laten geven op het display op het voorpaneel.
Eén keer scrollen. Selecteer deze instelling om de bedieningsstatus met de eerste 14 alfanumerieke tekens op het display op het voorpaneel te laten zien nadat de hele melding één keer over het display is geschoven (gescrolld).
Video-instellingen B)VIDEO SET
Opmerking
Gebruik “VIDEO” bij “INIT” in de “ADVANCED SETUP” om de “VIDEO SET” parameters in te stellen op de fabrieksinstellingen (zie bladzijde 110).
B)VIDEO SET
.
VIDEO CONV.;;;;;;ON HDMI RES.;;;;*THRGH
[
p
Up/Down
[]/[]:
Select
[p]/[[]:
Video conversie VIDEO CONV.
Gebruik deze functie om in te stellen of videosignalen die binnenkomen via de VIDEO, S VIDEO en COMPONENT VIDEO aansluitingen moeten worden omgezet.
Keuze Functies
ON
OFF
Omzetten van composiet, S-video- en component videosignalen en opwaarderen van composiet, S-video- en component videosignalen naar HDMI videosignalen.
Selecteer deze instelling om geen signalen om te laten zetten.
88 Nl
Page 91
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
Opmerkingen
• Dit toestel is niet in staat videosignalen met 480 lijnen om te zetten in videosignalen met 576 lijnen, of andersom.
Analoge component videosignalen met een resolutie van 480i NTSC)/576i (PAL) (geïnterlinieerd) worden omgezet naar S-video of composiet videosignalen en gereproduceerd via de S VIDEO MONITOR OUT en VIDEO MONITOR OUT aansluitingen.
De geconverteerde videosignalen worden alleen gereproduceerd via de MONITOR OUT aansluitingen. Wanneer u een videobron wilt opnemen moet u gebruik maken van hetzelfde soort video-aansluitingen tussen alle betrokken componenten.
Wanneer composiet video- of S-videosignalen van een videorecorder worden omgezet naar component videosignalen, kan de beeldkwaliteit achteruitgaan, afhankelijk van uw videorecorder.
• Onconventionele signalen die binnenkomen via de composiet video of S-video aansluitingen kunnen niet worden omgezet of worden mogelijk niet correct gereproduceerd. Zet in dergelijke gevallen “VIDEO CONV.” op “OFF”.
HDMI resolutie HDMI RES.
Gebruik deze functie om de HDMI opwaardering van analoge videosignalen die binnenkomen via de VIDEO, S VIDEO en COMPONENT VIDEO aansluitingen zodat de opgewaardeerde videosignalen worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting aan of uit te zetten. Dit toestel kan videosignalen als volgt opwaarderen:
• 480i (NTSC)/576i (PAL) 480p/576p, 1080i,
720p of 1080p
• 480p/576p 1080i, 720p of 1080p
B)VIDEO SET
HDMI RESOLUTION
>*THROUGH * 576p
* 720p *1080i *1080p
[p]/[[]:
Select
[ENTER]:
Enter
Keuze Functies
THROUGH
576p (of 480p), 1080i, 720p, 1080p
Geen opwaardering van analoge videosignalen.
Opwaarderen van analoge videosignalen naar resoluties van 480p of 576p, 1080i, 720p of 1080p.
HDMI beeldverhouding HDMI ASPECT
Gebruik deze functie om de beeldverhouding te selecteren voor analoge videosignalen die worden geproduceerd via de HDMI OUT aansluiting.
B)VIDEO SET
VIDEO CONV.;;;;;;ON HDMI RES.;;;;*1080p
.
HDMI ASPECT;;;THRGH
[p]/[[]: [ENTER]:
Up/Down Select
Keuze Functies
THRGH
16:9
SMART
Er zullen geen wijzigingen worden aangebracht in de beeldverhouding voor HDMI videobronsignalen.
Laat videobeelden met een beeldverhouding van 4:3 weergeven op een beeldscherm met een beeldverhouding van 16:9. Hierdoor zullen links en rechts op het beeldscherm zwarte balken worden weergegeven.
Past videobeelden met een beeldverhouding van 4:3 op een beeldscherm met een beeldverhouding van 16:9.
Opmerkingen
• Wanneer “HDMI RES.” is ingesteld op “THROUGH”, kunt u geen wijzigingen maken voor “HDMI ASPECT”.
• Als de beeldverhouding van de videosignaalbron anders is dan 4:3, zal dit toestel automatisch de “HDMI ASPECT” instelling negeren.
• Wanneer “HDMI ASPECT” is ingesteld op “SMART” zullen de beelden worden uitgerekt aan de randen van het beeldscherm.
• Wanneer de videosignalen binnenkomen via de HDMI IN aansluitingen of wanneer er signalen binnenkomen met een resolutie van 720p, 1080i of 1080p, heeft de “HDMI ASPECT” instelling geen invloed op de via de HDMI OUT aansluiting gereproduceerde signalen.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Opmerkingen
• Dit toestel zal geen analoge component videosignalen met een resolutie van 720p of 1080i opwaarderen.
• De “HDMI RES.” parameter komt alleen beschikbaar wanneer u “VIDEO CONV.” instelt op “ON”.
• Als u uw beeldscherm aansluit via een HDMI aansluiting, zal dit toestel automatisch de beschikbare videosignaalresolutie van het beeldscherm herkennen en zal er een asterisk (*) verschijnen links van de mogelijke videosignaalresolutie(s).
• Als dit toestel de beschikbare videosignaalresolutie(s) van het aangesloten beeldscherm niet kan herkennen, dient u “MON. CHK” (zie bladzijde 110) op “SKIP” te zetten en vervolgens “HDMI RES.” opnieuw in te stellen.
• Dit toestel is niet in staat videosignalen met 480 lijnen om te zetten in videosignalen met 576 lijnen, of andersom.
Nederlands
89 Nl
Page 92
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
Geheugenbeveiliging C)MEMORY GUARD
Met deze functie kunt u voorkomen dat de geluidsveldprogramma parameterwaarden en andere systeeminstellingen per abuis gewijzigd worden.
C)MEMORY GUARD
>OFF ON
[p]/[[]: [ENTER]:
Select Return
Keuze Functies
OFF
ON
Schakelt de “MEMORY GUARD” functie uit.
Beveiligt:
– geluidsveldprogrammaparameters – “AUTO SETUP” items – alle luidsprekerniveaus – “MANUAL SETUP” items
Opmerkingen
• U kunt de volgende parameters ook wijzigen indien “MEMORY GUARD” is ingesteld op “ON”:
– “EXTD SUR.” in het “SOUND MENU” (zie bladzijde 84) – “DECODER MODE” in het “INPUT MENU”
(zie bladzijde 86)
– “MEMORY GUARD”
• Wanneer “MEMORY GUARD” is ingesteld op “ON”, zal “ ” rechts bovenaan het “SET MENU” scherm verschijnen.
• U kunt de “SUR.” instellingen wijzigen via het scherm met de geluidsveldparameters (zie bladzijde 69) ook al is “MEMORY GUARD” ingesteld op “ON”.
G
Beginconfiguratie D)INIT. CONFIG
Gebruik deze functie om de instellingen te bepalen voor de selectiefunctie voor de audio-ingangsaansluiting, de actieve decoders en uitgebreide surroundweergave op het moment dat dit toestel aan wordt gezet.
D)INIT. CONFIG
.
AUDIO SELECT;;AUTO DECODER MODE;;AUTO EXTD SUR.;;;;;AUTO
Audio selectie AUDIO SELECT
Met deze functie kunt u de standaard selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting (zie bladzijde 44) instellen voor signaalbronnen die zijn verbonden met de DIGITAL INPUT aansluitingen wanneer u dit toestel aan zet.
Keuze Functies
AUTO
LAST
Detecteert automatisch het type ingangssignalen en selecteert de juiste instelling voor de audio ingangsaansluiting selectiefunctie.
Selecteert automatisch de laatste ingangsaansluiting geselecteerd voor de signaalbron in kwestie.
Decoderfunctie DECODER MODE
Met deze functie kunt u de standaard decoderfuncties instellen (zie bladzijde 86) voor signaalbronnen die zijn verbonden met de DIGITAL INPUT aansluitingen wanneer u dit toestel aan zet.
Keuze Functies
AUTO
LAST
Detecteert automatisch het type ingangssignaal en selecteert de juiste instelling voor de decoderfunctie.
Selecteert automatisch de laatste instelling voor de decoderfunctie die werd gebruikt met de signaalbron in kwestie.
Uitgebreid surround EXTD SUR.
Met deze functie kunt u de uitgebreide decoderfuncties instellen (zie bladzijde 84) voor signaalbronnen die zijn verbonden met de DIGITAL INPUT aansluitingen wanneer u dit toestel aan zet.
Keuze Functies
AUTO Detecteert automatisch de digitale audio-
LAST Selecteert automatisch de laatst geselecteerde
ingangssignalen en schakelt de juiste decoder in.
decoderfunctie voor “EXTD SUR.” in het “SOUND MENU”.
90 Nl
[p]/[[]: [ENTER]:
Select Return
Page 93
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
HDMI instelling E)HDMI SET
Gebruik deze functie om de component te selecteren die de HDMI audiosignalen moet weergeven.
E)HDMI SET
S. AUDIO;;;;;RX-V863
Select
[p]/[[]:
Return
[ENTER]:
Audio ondersteuning S.AUDIO
Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI audiosignalen wilt laten weergeven via dit toestel zelf of via een andere HDMI component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit toestel.
Keuze Functies
RX-V863
OTHER
Voor weergave van HDMI audiosignalen met dit toestel. De HDMI audiosignalen die binnenkomen via de HDMI ingangsaansluitingen van dit toestel worden niet gereproduceerd via de HDMI component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit toestel.
Voor weergave van HDMI audiosignalen weer te laten geven door een andere HDMI component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting.
Zone 2 instellingen F)ZONE2 SET
F) ZONE2 SET
.
MAX VOL.;;;+16.5dB INIT. VOL.;;;;;OFF
[
p
[]/[]: [p]/[[]:
Zone 2 Maximum volume MAX VOL.
Gebruik deze functie om het maximum volume voor Zone 2 in te stellen. Instelbereik: –30,0 dB t/m +15,0 dB, +16,5 dB Instelstap: 5,0 dB
Opmerkingen
• De “MAX VOL.” instelling krijgt voorrang boven de “INI.VOL.” instelling. Als bijvoorbeeld “INI.VOL.” is ingesteld op –20,0 dB en“MAX VOL.” wordt ingesteld op –30,0 dB, dan zal het volume automatisch worden ingesteld op –30,0 dB wanneer u de volgende keer het toestel weer aan zet.
• De “MAX VOL.” instelling heeft geen invloed op het niveau van het uitgangssignaal dat wordt geproduceerd via de “ZONE 2 OUT” aansluitingen.
Zone 2 Beginvolume INI.VOL.
Gebruik deze functie om in te stellen wat het volume in Zone 2 moet worden wanneer dit toestel aan wordt gezet. Keuzes: OFF, MUTE, –80,0 dB t/m +16,5 dB Instelstap: 0,5 dB
Up/Down Adjust
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Opmerkingen
• Dit toestel geeft audio en videosignalen die binnenkomen via de HDMI ingangsaansluitingen alleen door via de HDMI uitgangsaansluiting wanneer dit toestel aan staat, ook al is “S.AUDIO” ingesteld op “OTHER”.
• Welke audio/videosignalen kunnen worden weergegeven hangt mede af van de specificaties van het aangesloten beeldscherm. Raadpleeg de handleidingen van alle aangesloten componenten.
Opmerkingen
• De “MAX VOL.” instelling krijgt voorrang boven de “INI.VOL.” instelling.
• Wanneer u “FRONT B”, “PRNS”, “Zone B” of “NONE” selecteert bij “EXTRA SP ASSIGN” (zie bladzijde 77), zal “Zone 2 SP Not Assigned” in het in-beeld display verschijnen en zal de “ZONE2 SET” parameter niet beschikbaar zijn.
• De “INI.VOL.” instelling heeft geen invloed op het niveau van het uitgangssignaal dat wordt geproduceerd via de “ZONE 2 OUT” aansluitingen.
Nederlands
91 Nl
Page 94

AFSTANDSBEDIENINGSFUNCTIES

Afstandsbedieningsfuncties
Naast dit toestel kan de afstandsbediening ook andere audiovisuele componenten van Yamaha en van andere fabrikanten aansturen. Om uw TV of andere componenten te kunnen bedienen, moet u de juiste afstandsbedieningscodes voor de diverse signaalbronnen instellen (zie bladzijde 94).

Bedienen van dit toestel, een TV of andere componenten

Bedienen van dit toestel
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op FAMP om dit toestel te bedienen.
POWER
POWER
POWER
STANDBY
AV
TV
*2
SCENE
1234
TUNER
V-AUX/DOCK
MEMORY
CLASSICAL
MULTI CH IN
OFF
CD
DTV/CBL
DVD
DVR
VCR
+
+
VOLUME
TV VOL TV CH
TV MUTE
TV INPUT
PRESET/CH
SET MENU
LEVEL
MENU
TITLE
SRCH MODE
BAND
ENTER
A/B/C/D/E
DISPLAY
RETURN
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
2
3
1
STEREO
ENHANCER
SUR. DECODE
5
7
6
+
10
0
9
INFO EON MODE- PTY SEEK- START
REC
LEARN
MACRO
ON
CBA
MD/CD-R
PHONO
SELECT
AMP
+
SOURCE
MUTE
AUDIO
PURE DIRECT
STRAIGHT
MOVIE
4
PARAMETER
8
SLEEP
ENT
CLEAR
RENAME
TV
*1
*3
Zet op AMP
*1
*1
Bedienen van een TV
F
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op bedienen. Om uw TV te kunnen bedienen moet u de juiste
PHONO
POWER
STANDBY
AV
SCENE
CD
DVR
VCR
+
VOLUME
TV INPUT
MUTE
PRESET/CH
SET MENU
MENU
SRCH MODE
ENTER
A/B/C/D/E
DISPLAY
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
2
3
SUR. DECODE
7
6
+
10
0
LEARN
MACRO
+
CLEAR
5
POWER
CBA
MD/CD-R
PHONO
SELECT
AMP
SOURCE
TV
AUDIO
PURE DIRECT
STRAIGHT
MOVIE
4
PARAMETER
8
SLEEP
ENT
RENAME
afstandsbedieningscode instellen voor
zie bladzijde 94
(
5
zowel
DTV/CBL
5
de voor
). Wanneer u afstandsbedieningscodes instelt voor
5
als
DTV/CBL
*1
*1
ingestelde code.
POWER
TV
1234
TUNER
V-AUX/DOCK
DTV/CBL
DVD
+
TV VOL TV CH
TV MUTE
LEVEL
TITLE
BAND
RETURN
MEMORY
CLASSICAL
1
STEREO
ENHANCER
5
MULTI CH IN
9
INFO EON MODE- PTY SEEK- START
REC
ON
OFF
TV
om uw TV te
DTV/CBL
of
, wordt voorrang gegeven aan
*2
Zet op TV
*2
5
PHONO
Opmerkingen
*1
Deze toetsen bedienen altijd alleen dit toestel, ongeacht de stand van de schakelaar voor de bedieningsfunctie.
*2
Deze toetsen bedienen dit toestel alleen wanneer de schakelaar voor de bedieningsfunctie op FAMP staat.
*3
5
A, B, of C, is de toets voor de set bedieningstoetsen voor
een optionele component. U kunt de gewenste component bedienen zonder de signaalbron van dit toestel te veranderen.
92 Nl
Opmerkingen
*1
Deze toetsen bedienen altijd uw TV, ongeacht de stand van de schakelaar voor de bedieningsfunctie.
Afstandsbediening Digitale TV/ Kabel TV
TV POWER Hiermee schakelt u de stroom in of uit.
TV VOL +/–
TV CH +/– Wijzigt het kanaalnummer.
TV MUTE Deze toets schakelt de geluidsweergave
TV INPUT Wijzigt de signaalbron.
*2
Deze toetsen bedienen de TV alleen wanneer de schakelaar voor de bedieningsfunctie op FTV staat. Zie voor details de “TV” kolom op bladzijde 93.
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume.
tijdelijk uit.
Page 95
Afstandsbedieningsfuncties
Bedienen van andere componenten
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
F
SOURCE om andere apparatuur die u met de
ingangskeuzetoetsen (5) kunt selecteren te bedienen. U moet wel van tevoren voor elke signaalbron de juiste afstandsbedieningscode instellen (zie bladzijde 94). De volgende tabel toont de functies van de bedieningstoetsen
[1]
POWER
POWER
AV
TV
SCENE
1234
TUNER
V-AUX/DOCK
DTV/CBL
DVD
DVR
STANDBY
CD
VCR
voor het bedienen van andere componenten die zijn toegewezen aan de ingangskeuzetoetsen (5). Het is mogelijk dat sommige toetsen niet het verwachte effect hebben op de geselecteerde component.
y
De afstandsbediening heeft 12 standen (bedieningstoetsen) om 12 verschillende componenten te kunnen bedienen.
[1] AV PO WE R
DVD-speler/ DVD-recorder
Aan/uit
*1
Videorecorder
Aan/uit
[2] TITLE Titel Titel Titel Titel Band [3] ENTER Menu Enter Menu selectie Menu selectie
PRESET/CH k Menu op Menu op Menu op
PRESET/CH n Menu neer Menu neer Menu neer
A/B/C/D/E l Menu links Menu links Menu links
A/B/C/D/E h Menu rechts Menu rechts Menu rechts Richting A/B
[4] RETURN Terug Terug Terug Terug Geheugen [5] 1-9, 0, +10
Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen
[6] MENU Menu Menu Menu Geluidsfunctie [7] AUDIO Audio Audio [8] DISPLAY Display Display Display Display Display Display [9] ENT Enter Enter/oproepen Enter Enter [10] ll
Terug zoeken Terug zoeken
hh Vooruit zoeken Vooruit zoeken
b Terug springen
a
REC
Vooruit springen
Disc overslaan (speler) Opname (recorder)
Opname
s Stop Stop e Pauze Pauze p Weergave Weergave
Kabel TV/ satellietontvanger
*1
*1
Aan/uit
DVR terug
*2
zoeken DVR vooruit
*2
zoeken DVR terug
*2
zoeken
DVR vooruit springen
DVR opname*2DVR opname
DVR stop*2DVR stop DVR pauze *2DVR pauze DVR w eergave *2DVR weergave
TV LD-speler CD-speler
VCR aan/uit*2Aan/uit
DVR terug zoeken
DVR vooruit zoeken
DVR terug zoeken
DVR vooruit
*2
springen
*2
*2
*2
*2
*2
*2
*1
Terug zoeken Terug zoeken Terug zoeken Terug zoeken Informatie
Vooruit zoeken Vooruit zoeken Vooruit zoeken Vooruit zoeken EON
Hoofdstuk/ Terug springen
Hoofdstuk/ Vooruit springen
*2
Stop Stop Stop Stop Pauze Pauz e Pauze Pauze
*2
Weergave Weergave Weergave Weergave
+
+
+
VOLUME
TV VOL TV CH
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
*1
Aan/uit
Terug springen Terug springen Richting terug
Vooruit springen
Disc overslaan Opname Opname
POWER
CBA
MD/CD-R
PHONO
SELECT
AMP
SOURCE
TV
MD-recorder/ CD-recorder
Aan/uit
Vooruit springen
[2] [3]
[4] [5]
*1
PRESET/CH
SET MENU
LEVEL
MENU
TITLE
BAND
RETURN
MEMORY
CLASSICAL
1
STEREO
5
MULTI CH IN
9
INFO EON MODE-PTY SEEK- START
REC
ON
OFF
ENTER
LIVE/CLUB
ENHANCER
MACRO
AUDIO
SRCH MODE
PURE DIRECT
A/B/C/D/E
STRAIGHT
DISPLAY
ENTERTAIN
MOVIE
2
3
4
PARAMETER
SUR. DECODE
8
7
6
SLEEP
+
10
0
ENT
CLEAR
LEARN
RENAME
Cassettedeck Tuner
*1
Aan/uit
Richting vooruit
Aan/uit
Voorkeuzekanaal hoger (1 t/m 8)
Voorkeuzekanaal lager (1 t/m 8)
Voorkeuzekanaal lager (A t/m E)
Voorkeuzekanaal hoger (A t/m E)
Voorkeuzezenders (1 t/m)/ Cijfertoetsen
Zoekfunctie programmatype
Zoekfunctie programmatype
[6] [7]
[8]
[9] [10]
*1
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Opmerkingen
*1
Deze toets werkt alleen wanneer de originele afstandsbediening van de component in kwestie een POWER (aan/uit) toets heeft.
*2
Deze toetsen bedienen uw videorecorder of DVR wanneer u de juiste afstandsbedieningscode instelt voor DVR (zie bladzijde 94).
Nederlands
93 Nl
Page 96
Afstandsbedieningsfuncties
Selecteren van de te bedienen component
U kunt een component selecteren die u onafhankelijk van de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde signaalbron kunt bedienen.
Druk herhaaldelijk op 6SELECT k / n om de gewenste component te selecteren.
De naam van de te bedienen component wordt getoond in het uitleesvenster (6) van de afstandsbediening.
SELECT

Instellen van afstandsbedieningscodes

U kunt andere componenten bedienen als u de bijbehorende afstandsbedieningscodes heeft ingesteld. Voor elke set bedieningstoetsen kan een code worden ingevoerd. Raadpleeg de “Lijst met afstandsbedieningscodes” aan het eind van deze handleiding voor een complete lijst met de beschikbare afstandsbedieningscodes.
In de volgende tabel staan de standaard ingestelde componenten (Archief: componentencategorie) en de afstandsbedieningscode voor elke set bedieningstoetsen.
Standaardinstellingen afstandsbedieningscodes
Bedienen van optionele apparatuur (‘Optie’ set)
“OPTN” is een optionele set bedieningstoetsen die kan worden geprogrammeerd met afstandsbedieningsfuncties die verder los staan van de aangesloten signaalbronnen. Deze set is handig voor het programmeren van instructies die u alleen als onderdeel van een macrofunctie wilt gebruiken of waarvoor geen geldige afstandsbedieningscode bestaat.
Om de optionele set bedieningstoetsen te selecteren dient u net zo vaak op 6SELECT te drukken tot “OPTN” in het uitleesvenster ( van de afstandsbediening verschijnt.
SELECT
Opmerking
U kunt geen afstandsbedieningscode instellen voor de extra of ‘optionele’ set bedieningstoetsen. Zie bladzijde 96 voor het programmeren van bedieningstoetsen voor deze set.
6
k
/ n )
Bedieningstoetsen
TUNER TUNER Yamaha 2602
A TAPE Yamaha 2700 B LD Yamaha 2200 C TUNER Yamaha 2607
V- AU X/
DOCK
DTV/CBL TV
CD CD Yamaha 2300
MD/CD-R CD-R Yamaha 2400
DVD DVD Yamaha 2100
DVR DVR Yamaha 2807
Videorecorder Videorecorder
PHONO TV
Componentencategorie
TUNER Yamaha 2606
Fabrikant
Standaard
code
Opmerking
Het is mogelijk dat u uw Yamaha component niet zult kunnen bedienen, ook al is er een Yamaha afstandsbedieningscode voorgeprogrammeerd zoals hierboven vermeld. Probeer in een dergelijk geval een andere Yamaha afstandsbedieningscode in te stellen.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op FSOURCE en druk op een ingangskeuzetoets (5) om de set bedieningstoetsen die u wilt instellen te selecteren.
94 Nl
AMP
SOURCE
TV
TUNER
V-AUX/DOCK
DVD
DTV/CBL
DVR
VCR
CBA
MD/CD-R
CD
PHONO
Page 97
Afstandsbedieningsfuncties
2 Houd vervolgens
C
LEARN ongeveer 3 seconden ingedrukt met een balpen of iets dergelijks.
De naam van het archief (bijv. L;DVD) en de naam van de geselecteerde set bedieningstoetsen (bijv. DVD) zullen om en om verschijnen in het uitleesvenster (6) op de afstandsbediening.
LEARN
y
• U kunt als u dat wilt een afstandsbedieningscode voor een
andere soort apparatuur instellen voor een bepaalde set bedieningstoetsen. Druk herhaaldelijk op 9l / h om de componentencategorie (het archief) te veranderen. Beschikbare archieven: L;DVD, L;DVR, L;LD,
L;CD, L;CDR, L;MD, L;TAP (cassettedeck), L;TUN (tuner), L;AMP, L;TV, L;CAB (kabel), L;SAT (satelliet), L;VCR
• Als u een andere set bedieningstoetsen wilt instellen, druk
dan op de ingangskeuzetoets, of druk herhaaldelijk op
6
SELECT k / n om de gewenste set te selecteren.
Opmerkingen
•U moet CLEARN tenminste 3 seconden ingedrukt
houden, want anders wordt de ‘leerfunctie’ opgestart.
• Als u elk van de volgende stappen niet binnen
30 seconden uitvoert, zal de instelfunctie automatisch worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2.
3 Druk op
9
ENTER.
De viercijferige code voor de geselecteerde component zal verschijnen in het uitleesvenster (6).
Opmerking
“0000” zal in het uitleesvenster (6) verschijnen wanneer er geen code is ingesteld.
4 Gebruik de cijfertoetsen om de vier cijfers
van de afstandsbedieningscode (A) voor de gewenste component in te voeren.
Raadpleeg de “Lijst met afstandsbedieningscodes” aan het eind van deze handleiding voor een complete lijst met de beschikbare afstandsbedieningscodes.
LIVE/CLUB
CLASSICAL
1
STEREO
5
MULTI CH IN
9
5 Druk op
9
ENTER om de ingevoerde code
definitief te maken.
“OK” zal in het uitleesvenster (6) van de afstandsbediening verschijnen als de instelling met succes is verlopen. “NG” zal in het uitleesvenster (6) van de afstandsbediening verschijnen als de instelling niet met succes is verlopen. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3.
y
Als u gelijk nog een code wilt instellen voor een andere component, druk dan herhaaldelijk op de ingangskeuzetoets (5) of op 6SELECT k / n om de gewenste component te selecteren en herhaal vervolgens de stappen 2 t/m 5.
6 Druk nog eens op
instelfunctie te verlaten.
LEARN
7
Druk op Bp of u de component in kwestie inderdaad met de afstandsbediening kunt bedienen.
y
Als de apparatuur niet bediend kan worden en er meerdere codes zijn voor de fabrikant van uw component, probeer ze dan één voor één tot u de juiste gevonden heeft.
Opmerkingen
• “ERROR” zal in het uitleesvenster (6) op de afstandsbediening verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt.
De meegeleverde afstandsbediening bevat niet alle mogelijke codes voor alle in de handel verkrijgbare audio- en video-apparatuur (met inbegrip van Yamaha componenten). Als geen enkele afstandsbedieningscode werkt met uw apparatuur, kunt u de gewenste functie programmeren met de ‘leerfunctie’ (zie “Overnemen van instructies van andere afstandsbedieningen” op bladzijde 96) of dient u de met de apparatuur in kwestie meegeleverde afstandsbediening te gebruiken.
• Functies die zijn geprogrammeerd met de ‘leerfunctie’ krijgen voorrang over functies onder afstandsbedieningscodes.
of 3AV P OWE R
ENTERTAIN
2
3
ENHANCER
SUR. DECODE
7
6
0
C
LEARN om deze
of
MOVIE
4
PARAMETER
8
om te controleren
POWER
AV
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
95 Nl
Page 98
Afstandsbedieningsfuncties

Overnemen van instructies van andere afstandsbedieningen

U kunt ook afstandsbedieningscodes programmeren van andere afstandsbedieningen. Als u functies wilt gebruiken die niet mogelijk zijn onder één van de afstandsbedieningscodes, of als er geen geschikte afstandsbedieningscode gevonden kan worden, dan kunt u proberen de ‘leerfunctie’ te gebruiken. U kunt functies van een andere afstandsbediening programmeren onder de op de volgende afbeelding aangegeven toetsen. De toetsen kunnen apart voor elke set bedieningstoetsen worden geprogrammeerd.
PRESET/CH
SET MENU
LEVEL
MENU
POWER
POWER
STANDBY
AV
TV
SCENE
1234
TUNER
V-AUX/DOCK
DTV/CBL
DVD
DVR
VCR
+
+
TV VOL TV CH
TV MUTE
TV INPUT
CD
VOLUME
MUTE
POWER
CBA
MD/CD-R
PHONO
SELECT
AMP
+
SOURCE
TV
TITLE
BAND
RETURN
MEMORY
CLASSICAL
1
STEREO
ENHANCER
5
MULTI CH IN
9
INFO EON MODE-PTY SEEK-START
REC
ON
OFF
ENTER
LIVE/CLUB
2
6
0
MACRO
SRCH MODE
A/B/C/D/E
DISPLAY
ENTERTAIN
SUR. DECODE
LEARN
AUDIO
PURE DIRECT
STRAIGHT
MOVIE
3
4
PARA ME TE R
8
7
SLEEP
+
10
ENT
CLEAR
RENAME
2 Leg deze afstandsbediening en de andere
ongeveer 5 tot 10 cm uit elkaar op een vlakke ondergrond zodat hun infrarood vensters op elkaar gericht zijn.
V
TUNER
SELECT
-
AUX/DOCK
DVD
DTV/CBL
DVR
VCR
CD
MD/CD-R
PHONO
POWER
TV
1234
POWER
AV
SCENE
STANDBY
POWER
CBA
Andere afstandsbediening
5 tot 10 cm
3 Druk met een balpen of iets dergelijks
C
LEARN in.
“LEARN” en de naam van de geselecteerde set bedieningstoetsen (bijv. “DVD”) zullen om en om verschijnen in het uitleesvenster (6) op de afstandsbediening.
LEARN
Opmerking
De afstandsbediening maakt gebruik van infrarood stralen. Als de andere afstandsbediening ook gebruik maakt van infrarood, kan deze afstandsbediening de meeste functies daarvan overnemen. Sommige speciale signalen of hele lange signalen kunnen echter mogelijk niet worden overgenomen. Raadpleeg tevens de handleiding van de betreffende afstandsbediening.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op FSOURCE en druk op een ingangskeuzetoets (5) om de set bedieningstoetsen die u wilt instellen te selecteren.
Opmerking
Zorg ervoor dat de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
F
SOURCE staat. Wanneer u de schakelaar voor de
bedieningsfunctie op FAMP zet en vervolgens instructies van andere afstandsbedieningen programmeert, kan de toets in kwestie geen versterkerfunctie van dit toestel meer aansturen.
Opmerkingen
• Houd CLEARN niet te lang ingedrukt. Als u het knopje drie seconden ingedrukt houdt, zal de instelfunctie voor afstandsbedieningscodes worden opgestart.
• Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal de leerfunctie automatisch worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3.
4 Druk op de toets waaronder u de nieuwe
functie wilt programmeren.
“LEARN” zal in het uitleesvenster (6) van de afstandsbediening verschijnen.
96 Nl
Page 99
Afstandsbedieningsfuncties
5 Houd de toets waarvan u de functie wilt
overnemen op de andere afstandsbediening ingedrukt tot “OK” in het uitleesvenster (6) van de afstandsbediening verschijnt.
“NG” zal in het uitleesvenster (6) van de afstandsbediening verschijnen als het overnemen niet met succes is verlopen. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 4.
V
TUNER
-
POWER
AUX/DOCK
DVD
TV
1234
DTV/CBL
DVR
VCR
PHONO
SELECT
y
• Herhaal de stappen 4 en 5 wanneer u gelijk nog een andere functie wilt programmeren.
• Als u gelijk nog een functie wilt programmeren voor een andere component, druk dan op 6SELECT k / n om de gewenste component te selecteren en herhaal vervolgens de stappen 4 en 5.
6 Druk nog eens op
leerfunctie te verlaten.
POWER
AV
SCENE
STANDBY
CD
MD/CD-R
POWER
CBA
Andere afstandsbediening
C
LEARN om de

Wijzigen van namen zoals die in het uitleesvenster verschijnen

U kunt de naam voor de signaalbron die verschijnt in het uitleesvenster (6) van de afstandsbediening veranderen als een andere naam dan de voorgeprogrammeerde uw voorkeur heeft. Deze functie komt bijvoorbeeld van pas wanneer u een andere component met een bepaalde set bedieningstoetsen wilt gebruiken.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op FAMP of FSOURCE en druk op een ingangskeuzetoets (5) om de set bedieningstoetsen waaraan u een andere naam wilt geven te selecteren.
De naam van de geselecteerde set zal verschijnen in het uitleesvenster (6).
AMP
SOURCE
TV
AMP
SOURCE
TV
TUNER
V-AUX/DOCK
DTV/CBL
of
DVD
DVR
VCR
CBA
MD/CD-R
CD
PHONO
GEAVANCEERDE
BEDIENING
LEARN
Opmerkingen
• “ERROR” zal in het uitleesvenster (6) op de afstandsbediening verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt.
• Deze afstandsbediening is in staat ongeveer 200 functies te leren. Het is echter mogelijk, afhankelijk van de overgenomen signalen, dat de melding “FULL” in het uitleesvenster verschijnt voordat u 200 functies heeft geprogrammeerd. In dit geval kunt u eerder geprogrammerde functies die u niet meer nodig heeft wissen om ruimte te maken voor nieuwe functies.
• In de volgende gevallen is het mogelijk dat de leerfunctie niet werkt: – wanneer de batterijen in deze of in de andere
afstandsbediening leeg of bijna leeg zijn.
– wanneer de afstand tussen de twee afstandsbedieningen te
groot of te klein is.
– wanneer de infraroodvensters van de afstandsbedieningen niet
goed op elkaar gericht zijn. – wanneer de afstandsbediening in de zon ligt. – wanneer het signaal voor de functie die u wilt overnemen
continu is of zeer ongewoon.
2 Druk met een balpen of iets dergelijks
C
RENAME in.
RENAME
Opmerking
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal het veranderen van de namen automatisch worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2.
Nederlands
97 Nl
Page 100
Afstandsbedieningsfuncties
3 Druk op
9
k / n om een teken te selecteren
en in te voeren.
Door op 9n te drukken zullen de tekens als volgt veranderen: A t/m Z, 1 t/m 9, 0, + (plus), – (afbreekstreepje), ; (punt comma), / (slash) en spatie. Druk op 9k om deze reeks in omgekeerde volgorde te doorlopen.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
4 Druk op
9
h om de cursor naar de volgende
tekenpositie te verplaatsen.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
y
Druk op 9l om de cursor naar de vorige tekenpositie te verplaatsen.

Macro programmeerfuncties

De macrofunctie maakt het mogelijk een reeks handelingen uit te laten voeren met één druk op een toets. Wanneer u bijvoorbeeld een CD wilt afspelen zou u normaal gesproken eerst uw apparatuur aan moeten zetten, vervolgens de CD als signaalbron selecteren en dan pas op de weergavetoets drukken. Met de macrofunctie kunt u al deze handelingen laten uitvoeren door eenvoudigweg op de CD macrotoets te drukken. De toetsen die hieronder genoemd worden als macrotoetsen zijn reeds als zodanig voorgeprogrammeerd. U kunt echter ook uw eigen macro’s samenstellen (zie bladzijde 100).
MACRO handelingen
Macrotoetsen
INFO EON MODE- PTY SEEK-START
REC
OFF
CLEAR
LEARN
CLEAR
LEARN
MACRO
ON
RENAME
TUNER
V-AUX/DOCK
1 Zet
POWER
POWER
POWER
STANDBY
AV
TV
SCENE
1234
DTV/CBL
DVD
CBA
MD/CD-R
CD
PHONO
DVR
VCR
MACRO ON/OFF MACRO
C
MACRO ON/OFF schakelaar op ON.
MACRO
ON
OFF
5 Druk op
9
ENTER om de nieuwe naam
definitief te maken.
“OK” zal in het uitleesvenster (6) van de afstandsbediening verschijnen als de naam met succes is veranderd. “NG” zal in het uitleesvenster (6) van de afstandsbediening verschijnen als het herbenoemen niet met succes is verlopen. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3.
y
Als u nog een andere set bedieningstoetsen een nieuwe naam
5
wilt geven, druk dan op de ingangskeuzetoets (
6
herhaaldelijk op
SELECT k / n om de gewenste component
) of
te selecteren en herhaal vervolgens de stappen 3 t/m 5.
6
Druk nog eens op CRENAME
om de functie
voor het geven van nieuwe namen te verlaten.
RENAME
Opmerking
“ERROR” zal in het uitleesvenster (6) op de afstandsbediening verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt.
2 Druk op de gewenste macrotoets.
3 Zet de
Opmerkingen
• Terwijl de afstandsbediening bezig is met het uitvoeren van een macro, zullen alle andere toetsen buiten werking worden gesteld tot de macro klaar is (tot de zendindicator stopt met knipperen).
• Houd de afstandsbediening op de component in kwestie gericht tot de macro klaar is.
C
MACRO ON/OFF schakelaar op OFF wanneer u klaar bent met het programmeren van macro’s.
CLEAR
LEARN
MACRO
ON
OFF
98 Nl
Loading...