LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT.
Let op: Lees het volgende voor u dit toestel in gebruik neemt.
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit
uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te
lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er
later nog eens iets in kunt opzoeken.
2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge,
schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van
warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor
een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de
bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan
de achterkant van dit toestel.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te
voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het
toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad
(bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te
voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat
zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan
dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende
of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet
bovenop dit toestel:
– Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen
doen verkleuren.
– Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen
veroorzaken.
– Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel
kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het
toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz.
zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur
binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand,
schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is
geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden
tot schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de
stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen;
dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone,
droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik
van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is
gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of
persoonlijk letsel. Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid
voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit toestel
met een ander voltage dan hetgeen aangegeven staat.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient u de
stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of
het te repareren. Neem contact op met erkend Yamaha
servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie
behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16
Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een plek
waar u de stekker en het stopcontact gemakkelijk kunt bereiken.
17 Lees het hoofdstuk “Oplossen van problemen” over veel
voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de
conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
18 Voor u dit toestel verplaatst, dient u op L
drukken om dit toestel uit (standby) te schakelen en de stekker
uit het stopcontact te halen.
19 VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte
netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt.
De geschikte voltages zijn als volgt:
Modellen voor Azië
20 De batterijen mogen niet worden blootgesteld aan hitte, zoals
door direct zonlicht, vuur of iets dergelijks.
21 Een te hoge geluidsdruk (volume) van een oortelefoon of
hoofdtelefoon kan leiden tot gehoorschade.
SYSTEM OFF
te
WAARSCHUWING
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF
ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN,
MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL
BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
Zolang dit toestel is aangesloten op het stopcontact, is
de stroomvoorziening niet afgesloten, ook niet wanneer
u het toestel uitschakelt met LSYSTEM OFF. In deze
toestand is het toestel ontworpen om een zeer kleine
hoeveelheid stroom te verbruiken.
Dit symbool stemt overeen met de
EU-richtlijn 2002/96/EC.
Dit symbool betekent dat elektrische en
elektronische apparaten aan het einde van
hun levensduur moeten worden aangeboden
voor gescheiden afvalverzameling.
Leef de plaatselijke voorschriften na en bied
uw oude producten niet aan bij het gewone
huisvuil.
Afstandsbediening .................................................. ii
Lijst met afstandsbedieningscodes....................... iii
“ASPEAKERS” of “5DVD” (voorbeeld) geeft de naam
aan van een onderdeel op het voorpaneel of de
afstandsbediening. Raadpleeg het bijgevoegde vel of de
bladzijden aan het eind van deze handleiding voor de locatie
van de verschillende onderdelen.
INLEIDING
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
AANVULLENDE
INFORMATIE
APPENDIX
Nederlands
1 Nl
Page 4
KENMERKEN
Kenmerken
Ingebouwde 7-kanaals eindversterker
◆ Minimum RMS uitgangsvermogen
(20 Hz t/m 20 kHz, 0,06% THV, 8 Ω)
Voor: 105 W + 105 W
Midden: 105 W
Surround: 105 W + 105 W
Surround Achter: 105 W + 105 W
SCENE functie
◆ Voorgeprogrammeerde SCENE ‘sjablonen’
(voorgeprogrammeerde instellingen) voor allerlei situaties
◆ SCENE sjablonen om aan te passen aan uw eigen voorkeuren
◆ Ondersteuning voor componenten met Yamaha SCENE
stuursignalen (alleen sommige modellen) in samenhang met
de SCENE functie
Geluidsveldprogramma’s
◆ Zelf ontwikkelde Yamaha technologie voor de creatie van
geluidsvelden
◆ Compressed Music Enhancer stand
◆ Virtual CINEMA DSP
◆ SILENT CINEMA
Digitale audiodecoders
◆ Dolby TrueHD, Dolby Digital Plus decoder
◆ DTS-HD Master Audio, DTS-HD High Resolution Audio
◆ Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic II/Dolby Pro Logic IIx
decoder
Radio-ontvangers
◆ FM/AM ontvangst
◆ Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor Europa
en Rusland)
HDMI™ (High-Definition Multimedia Interface)
◆ HDMI interface voor standaard, verbeterde of high-definition
video en multikanaals digitale audio gebaseerd op HDMI
versie 1.3a (HDMI wordt gebruikt onder licentie van HDMI
Licensing LLC.)
– Automatische audio- en videosynchronisatie (‘lip sync’)
informatiemogelijkheid
– Geschikt voor de overdracht van Deep Color videosignalen
(30/36 bits)
– Geschikt voor de overdracht van “x.v.Color” videosignalen
– Hoge verversingsfrequentie en geschikt voor de
verwerking van videosignalen met hoge resolutie
– Geschikt voor de verwerking van digitale audiosignalen
met een hoge definitie
◆ HDCP (High-bandwidth Digital Content Protection System)
gelicenseerd door Digital Content Protection, LLC.
◆ Mogelijkheid tot opwaarderen van analoge video naar HDMI
digitale video (composiet video ↔ S-video ↔ component
video → HDMI digitale video) voor de monitor uitgang
◆ Mogelijkheid tot opwaarderen van analoge video van
480i (NTSC)/576i (PAL) of 480p/576p naar 720p,
1080i of 1080p
DOCK aansluiting
◆ DOCK aansluiting voor een Yamaha iPod universeel dock
(bijvoorbeeld een YDS-10, los verkrijgbaar) of Bluetooth
adapter (bijvoorbeeld de YBA-10, los verkrijgbaar)
Overige kenmerken
◆ YPAO (Yamaha Parametric Room Acoustic Optimizer) voor
automatische instelling van de luidsprekers
◆ 192-kHz/24-bits D/A converter
◆ OSD (in-beeld display) menu’s waarmee u dit toestel optimaal
kunt aanpassen aan uw eigen audio/videosysteem
◆ 5.1 of 7.1 extra ingangsaansluitingen voor gescheiden
multikanaals signalen
◆ Component video ingangen/uitgang (3 COMPONENT
VIDEO IN ingangen en 1 MONITOR OUT)
◆ Digitale videosignaal conversie (composiet video ↔ S-video
↔ component video) voor de monitor uitgang
◆ Pure Direct voor onversneden hi-fi weergave alle bronnen
◆ Adaptieve regeling van het dynamisch bereik
◆ Adaptieve regeling van het DSP effectniveau
◆ iPod bediening mogelijk
◆ Afstandsbediening met voorgeprogrammeerde
afstandsbedieningscodes en Macrofunctie
◆ Zone 2 aangepaste installatie mogelijk
◆ Bi-amp dubbele versterkeraansluitingen
◆ Slaaptimer
Meegeleverde accessoires
Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt.
• Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd
met de toetsen op het voorpaneel als met de
afstandsbediening. Als de naam van een toets op de
afstandsbediening verschilt van die op het voorpaneel, zal
de naam van de betreffende toets op de afstandsbediening
tussen haakjes vermeld worden.
• Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd
werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd
zijn als gevolg van verbeteringen enz. Als de handleiding
en het product van elkaar verschillen, heeft het product de
prioriteit.
•“ASPEAKERS” of “5DVD” (voorbeeld) geeft de
naam aan van een onderdeel op het voorpaneel of de
afstandsbediening. Raadpleeg het bijgevoegde vel of de
bladzijden aan het eind van deze handleiding voor de
locatie van de verschillende onderdelen.
•
Het “☞ ” symbool met bladzijdenummer(s) geeft de
bijbehorende bladzijde(n) aan.
Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories.
“Dolby”, “Pro Logic”, en het dubbele-D symbool zijn
handelsmerken van Dolby Laboratories.
“iPod” is een handelsmerk van Apple Inc., geregistreerd in de
V.S. en andere landen.
Bluetooth
Bluetooth is een gedeponeerd handelsmerk van Bluetooth SIG en
wordt door Yamaha gebruikt in overeenstemming met een
licentie-overeenkomst.
™
INLEIDING
“HDMI”, het “HDMI” logo en “High-Definition Multimedia
Interface” zijn handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
x.v.Color™
“x.v.Color” is een handelsmerk van Sony Corporation.
“SILENT CINEMA” is een handelsmerk van Yamaha
Corporation.
Nederlands
3 Nl
Page 6
VAN START
1
3
2
Van start
■ Inzetten van batterijen in de
afstandsbediening
1Druk op en schuif het klepje van het
batterijvak.
2Doe de vier meegeleverde batterijen (AAA,
R03, UM-4) in het vak met de polen (+ en –) de
goede kant op zoals aangegeven in het
batterijvak.
3Schuif het klepje terug op zijn plaats tot het
vastklikt.
■ VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en Algemene
modellen)
Let op
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van
dit toestel moet worden ingesteld op de ter plekke
gebruikte netspanning VOOR u de stekker in het
stopcontact steekt. Onjuiste instelling van de
VOLTAGE SELECTOR kan dit toestel beschadigen en
kan brandgevaar opleveren.
Draai de VOLTAGE SELECTOR met de klok mee of
er tegenin naar de correcte stand met een gewone
schroevendraaier.
De voltages zijn als volgt:
Modellen voor Azië
• Verwissel alle batterijen wanneer u het volgende merkt:
– het bereik van de afstandsbediening wordt minder.
– de zendindicator (2) knippert niet of wordt zwakker.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar
(alkali en gewone batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie
op de verpakking aandachtig door, want de verschillende
soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
• Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk
weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan
en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het
batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
• Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval
weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk
geldende regelgeving in acht.
• Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder
batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het geheugen
gewist worden. Wanneer het geheugen gewist is, dient u nieuwe
batterijen in de afstandsbediening te doen en moet u eventueel
ingevoerde functies opnieuw programmeren.
4 Nl
Page 7
Snelstartgids
Snelstartgids
Hieronder wordt de makkelijkste manier beschreven waarop u van films op DVD kunt gaan genieten in uw eigen
thuisbioscoop. Zie de bladzijden 11 t/m 15 voor details omtrent het opstellen van de luidsprekers.
Kies magnetisch afgeschermde luidsprekers.
Minimaal heeft u in ieder geval twee voorluidsprekers nodig. Hieronder staan de andere
luidsprekers gerangschikt op volgorde van
belangrijkheid:
U kunt ook twee subwoofers aansluiten op dit toestel. In een
dergelijk geval dient u twee actieve subwoofers
(met eigen versterker) en subwooferkabels voor te bereiden.
Nederlands
5 Nl
Page 8
Snelstartgids
R
D
E
Stap 1: Instellen van uw
luidsprekers
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen,
“+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit.
Voor-luidsprekers en midden-luidspreker
Stel uw luidsprekers op in uw kamer en sluit ze aan op dit
toestel.
PRE OUT SUBWOOFER 1 aansluiting
AUDIOMULTI CH INPUTPRE OUTDOCKVIDEO
L
GND
R
MD/
IN
OUT
PHONO
CD
DTV/CBL DVRVCR
DVD
CD-R
(PLAY)
(REC)
DVD
MD/CD-R MD/CD-R
DIGITAL
OUTPUT
ANTENNA
AM
GND
FM
75Ω
UNBAL.
TRIGGER
REMOTE
OUT
+12V
IN OUT
15mA MAX.
321
4
OPTICALCOAXIAL
DIGITAL INPUT
FRONT B/ZONE B/
ZONE 2/PRESENCE
L
EXTRA SP
DVDCDDTV/CBL
65
RLR
SUB
OUTININ OUT
SURROUND
WOOFER
OUT
HDMI
DVR
DTV/CBLDVD
IN2 IN3IN1
SPEAKERS
SURROUND BACK/BI-AMPSURROUND
CENTERFRONT A
L
RLR
SINGLE
SINGLE CENTERCENTERFRONT (8CH)
SUR. BACKSURROUND
OUT
VIDEO
S VIDEO
1 2
DVDSUBWOOFERFRONTSB (8CH)ZONE 2
DTV/CBL
DVD
AB
PRP
B
AC OUTLETS
DVR
COMPONENT VIDEO
Y
OUTININ OUT
MONITOR
VCR
OUT
DTV/CBL
Y
PRP
B
C
DVRMONITOR OUT
Luidspreker-aansluitingen
1Stel uw luidsprekers en uw subwoofer op in
de kamer.
2Sluit luidsprekerkabels aan op elk van de
luidsprekers.
Let op dat u “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier
aansluit
. De kabels zijn verschillend gekleurd of gevormd,
misschien een streep, groef of ribbels. Sluit de afwijkend
gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+” (rode)
aansluitingen van dit toestel en uw luidspreker. Verbind de
gewone draad met de “–” (zwarte) aansluitingen.
3
Verbind elk van de luidsprekerkabels met de
corresponderende luidsprekeraansluiting op dit toestel.
1234
4
LosInbrengenVast
Naar de rechter
voor-luidspreker
Naar de linker voor-
luidspreker
Naar de midden-luidspreker
Surround en surround achter-luidsprekers
Naar de rechter
surround-
luidspreker
Naar de linker surround-
luidspreker
Naar de rechter surround
achter-luidspreker
Naar de linker
surround achterluidspreker
4Verbind de subwooferkabel met de
SUBWOOFER PRE OUT 1 aansluiting van dit
toestel en met de ingangsaansluiting van de
subwoofer.
AV-receiverSubwoofer
CENTER
12
SUBWOOFER
DOCK
DVD
PRE OUT
SINGLE
SUR. BACK
ROUND
VID
S VI
1
Zorg ervoor dat de stekker van zowel dit toestel als die
van de subwoofer allebei uit het stopcontact gehaald zijn.
2
Draai de blootliggende draadjes van de luidsprekerkabels
netjes in elkaar om kortsluiting te voorkomen.
3
Zorg ervoor dat de blootliggende
luidsprekerdraden elkaar niet kunnen raken.
4
Zorg ervoor dat de blootliggende
Ingangsaansluiting
Subwooferkabel
SUBWOOFER PRE OUT 1
aansluiting
y
U kunt ook een andere subwoofer aansluiten op de
SUBWOOFER PRE OUT 2 aansluiting.
luidsprekerdraden nergens contact kunnen
maken met metalen onderdelen van dit toestel.
6 Nl
Page 9
Stap 2: Sluit uw DVD-speler en
M
H
H
U
V
andere componenten aan
VIDEO MONITOR OUT aansluiting
DVD DIGITAL INPUT
COAXIAL aansluiting
AUDIOMULTI CH INPUTPRE OUTDOCKVIDEO
L
GND
R
MD/
IN
OUT
PHONO
CD
DVD
CD-R
(PLAY)
(REC)
DVD
MD/CD-R MD/CD-R
321
4
OPTICALCOAXIAL
DIGITAL
OUTPUT
DIGITAL INPUT
ANTENNA
FRONT B/ZONE B/
ZONE 2/PRESENCE
EXTRA SP
AM
GND
FM
75Ω
UNBAL.
REMOTE
TRIGGER
OUT
+12V
IN OUT
15mA MAX.
DTV/CBL DVRVCR
DVDCDDTV/CBL
65
L
RLR
OUTININ OUT
SURROUND
WOOFER
DTV/CBLDVD
IN2 IN3IN1
SPEAKERS
CENTERFRONT A
L
Zorg ervoor dat de stekker van zowel
dit toestel als die van de DVD-speler
allebei uit het stopcontact gehaald
zijn.
1Verbind de coaxiaal digitale audiokabel met
de coaxiaal digitale audio
uitgangsaansluiting van uw DVD-speler en
met de DVD DIGITAL INPUT COAXIAL
aansluiting van dit toestel.
DVD-speler
Coaxiaal digitale
uitgangsaansluiting
audio
Coaxiaal digitale
audiokabel
2Verbind de videokabel met de composiet
video uitgangsaansluiting van uw DVDspeler en met de DVD VIDEO aansluiting van
dit toestel.
DVD-speler
Composiet video
uitgangsaansluiting
Videokabel
SUB
HDMI
SURROUND BACK/BI-AMPSURROUND
D/
-R
OUT
DVR
RLR
SINGLE
AUDIO
AUDIO
OUT
(REC)
DTV/CBL
DVD
3
OPTICAL
DIGITAL INPUT
FRONT B/ZONE B/
ZONE 2/PRESENCE
EXTRA SP
R
SINGLE CENTERCENTERFRONT (8CH)
SUR. BACKSURROUND
OUT
DTV/CBL
DVD
4
L
AV-receiver
DOCK
DVD VIDEO aansluiting
VIDEO
S VIDEO
12
DVDSUBWOOFERFRONTSB (8CH)ZONE 2
DTV/CBL
AB
PRP
B
DVD
AC OUTLETS
DVR
COMPONENT VIDEO
Y
PRP
AV-receiver
FRONT (8C
T
U
O
IN
SB (8C
T
U
O
VCR
IN
DVR
DVD
SPEAKERS
CENTER
L
DVD DIGITAL
INPUT COAXIAL
aansluiting
VIDEO
DEO
IN
DVR
DTV/CBL
COMPONENT
DVD
Y
A
B
P
R
P
DVD VIDEO
aansluiting
DVD
IN1
S
R
OUT
R
P
DVD
CD
6
5
COAXIAL
FRONT A
R
I
V
S VIDEO
DVD
OUTININ OUT
MONITOR
VCR
DTV/CBL
Y
B
C
DVRMONITOR OUT
y
•
Wanneer u een component aansluit die alleen voorzien is
van een SCART aansluiting, dient u een geschikte converter
(adapter) te gebruiken. De verbinding tussen de converter
(adapter) en dit toestel hangt af van de signalen waarvoor de
converter (adapter) geschikt is. Raadpleeg voor details de
handleiding van de converter of adapter in kwestie.
• Dit toestel is niet in staat RGB signalen over te brengen.
3Verbind de videokabel met de VIDEO
OUT
MONITOR OUT aansluiting van dit toestel en
met de video ingangsaansluiting van uw
beeldscherm.
EO
VID
OUT
IN
DVR
COMPONENT VIDEO
DVD
Y
B
P
Videokabel
AV-receiver
OUT
IN
VCR
DTV/CBL
B
B
P
R
P
MONITOR
Y
Beeldscherm
ingangsaansluiting
Video
4Doe de stekker van dit toestel en de stekkers
van de andere apparatuur in het stopcontact.
y
Dit toestel is voorzien van AC OUTLET(S)
(netstroomaansluiting(en)) via welke andere componenten
van stroom kunnen worden voorzien (met uitzondering van
modellen voor Korea). Zie bladzijde 28 voor details.
■ Voor andere aansluitingen
• Gebruiken van andere luidsprekercombinaties
• Aansluiten van een beeldscherm op verschillende
manieren☞ P. 20
• Aansluiten van een DVD-speler op verschillende
manieren☞ P. 21
• Aansluiten van een DVD-recorder of digitale
videorecorder☞ P. 22
Aansluiten van een ‘set-top box’
•
(apart aansluitkastje; ontvanger of decoder)
• Aansluiten van een CD-speler,
een MD-recorder of een draaitafel☞ P. 23
• Aansluiten van een externe versterker☞ P. 24
• Aansluiten van een DVD-speler via een analoge
multikanaals audioverbinding☞ P. 25
• Aansluiten van een Yamaha iPod universeel dock
of Bluetooth adapter☞ P. 25
• Gebruiken van de REMOTE IN/OUT aansluitingen
• Gebruiken van de VIDEO AUX aansluitingen op
het voorpaneel☞ P. 26
• Aansluiten van een FM/AM antenne☞ P. 27
Snelstartgids
OUT
VIDEO
MONITOR OUT
aansluiting
☞ P. 11
☞ P. 22
☞ P. 26
INLEIDING
Nederlands
7 Nl
Page 10
Snelstartgids
Stap 3: Druk op de SCENE 1 toets
Controleer wat voor soort luidsprekers er is
aangesloten.
Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u “SP IMP.” op
“6Ω MIN” zetten voor u dit toestel in gebruik neemt (zie
bladzijde 28). Als voor-luidsprekers kan ook gebruik
gemaakt worden van 4 Ohm luidsprekers (zie bladzijde 107).
1Zet het beeldscherm aan en stel het
beeldscherm in op weergave van de signalen
van dit toestel.
2Druk op de
Dit toestel wordt ingeschakeld. De melding “DVD
Movie Viewing” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen en dit toestel zal zijn eigen instellingen
automatisch aanpassen aan DVD weergave.
y
De indicator van de SCENE toets zal oplichten wanneer dit
toestel in de SCENE stand staat.
3
Verdraai JVOLUM E
S
SCENE1 toets.
om het volume te regelen.
■ Over de SCENE functie
Door op een SCENE toets te drukken kunt u dit toestel aan
zetten en uw favoriete signaalbron en
geluidsveldprogramma oproepen op basis van het SCENE
sjabloon dat is toegewezen aan de SCENE toets. De
SCENE sjablonen zijn vooringestelde combinaties van
signaalbronnen en geluidsveldprogramma’s.
y
Als u een Yamaha product aansluit dat geschikt is voor SCENE
bedieningssignalen, kan dit toestel de component in kwestie
automatisch in werking stellen en de weergave laten beginnen.
Raadpleeg de handleiding van de DVD-speler in kwestie voor
meer informatie.
■ De standaard ingestelde SCENE
sjablonen
Standaard
SCENE
toets
SCENE
1
SCENE
2
SCENE
3
SCENE
4
Naam en omschrijving van het
SCENE sjabloon
DVD Movie Viewing
– signaalbron: DVD
– geluidsveldprogramma: Sci-Fi
Voor wanneer u naar een film wilt kijken via de
aangesloten DVD-speler.
Music Disc Listening
– signaalbron: DVD
– geluidsveldprogramma: 2ch Stereo
Voor wanneer u wilt luisteren naar een
muziekdisc in de aangesloten DVD-speler.
TV Viewing
– signaalbron: DTV/CBL
– geluidsveldprogramma: Straight
Voor wanneer u naar een televisieprogramma
wilt kijken.
Radio Listening
– signaalbron: TUNER
– geluidsveldprogramma: 7ch Enhancer
Voor wanneer u wilt luisteren naar een
muziekprogramma van een FM radiozender.
*1
*2, *3, *4
Opmerking
Wanneer u de signaalbron of het geluidsveldprogramma
verandert, zal de SCENE functie worden uitgeschakeld.
8 Nl
Opmerkingen
*1
U moet van tevoren een kabeltelevisie- of satellietontvanger
aansluiten op dit toestel. Zie bladzijde 22 voor details.
*2
U dient van tevoren de meegeleverde FM en AM antennes aan
te sluiten op dit toestel. Zie bladzijde 27 voor details.
*3
U moet van tevoren afstemmen op de gewenste radiozender.
Zie de bladzijden 53 t/m 56 voor informatie over het
afstemmen.
*4
Voor de best mogelijke ontvangst dient u de aangesloten AM
ringantenne correct te richten, of dient u de positie van het
uiteinde van de FM binnenantenne aan te passen.
y
U kunt de SCENE sjablonen die zijn toegewezen aan de SCENE
toetsen veranderen. Zie bladzijde 37 voor details.
Page 11
■ Wanneer u klaar bent met dit toestel...
Druk op KMAIN ZONE ON/OFF om dit toestel
uit (standby) te zetten.
Wanneer het uit (standby) staat, verbruikt het toestel nog
steeds een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan
worden op de infraroodsignalen van de afstandsbediening.
Om het toestel vanuit deze stand (uit (standby)) aan te
S
zetten, kunt u op de gewenste
(of 4SCENE
(of op EPOWER
) of KMAIN ZONE ON/OFF
). Zie bladzijde 29 voor details.
SCENE
toets
drukken
Snelstartgids
Wat wilt u doen met dit toestel?
■ Aanpassen van de SCENE
instellingen
• Gebruiken van diverse SCENE instellingen
☞ P. 37
• Uw eigen SCENE instellingen maken
☞ P. 40
■ Gebruiken van diverse
signaalbronnen
• Basisbediening van dit toestel☞ P. 42
• Luisteren naar FM/AM radioprogramma’s
☞ P. 53
• Uw iPod gebruiken met dit toestel☞ P. 60
• Gebruiken van Bluetooth components☞ P. 62
■ Gebruiken van diverse
weergavefuncties
• Gebruiken van diverse geluidsveldprogramma’s
☞ P. 48
• Gebruiken van de directe weergavefunctie
(Pure Direct) voor natuurgetrouwe weergave
☞ P. 52
• Aanpassen van de geluidsveldprogramma’s
☞ P. 64
INLEIDING
■ Wijzigen van de instellingen van dit
toestel
• Automatisch aanpassen van de
luidsprekerinstellingen aan uw kamer
(AUTO SETUP)☞ P. 32
• Handmatig wijzigen van de diverse instellingen
van dit toestel☞ P. 72
• Instellen van de afstandsbediening☞ P. 92
• Aanpassen van de geavanceerde instellingen
☞ P. 107
■ Extra functies
• Automatisch uitschakelen van dit toestel
☞ P. 47
Nederlands
9 Nl
Page 12
VERBINDINGEN
Achterpaneel
Verbindingen
123456
L
GND
R
PHONO
CD
MD/CD-R MD/CD-R
DIGITAL
OUTPUT
ANTENNA
AM
GND
FM
75Ω
UNBAL.
REMOTE
+12V
IN OUT
15mA MAX.
AUDIOMULTI CH INPUTPRE OUTDOCKVIDEO
SUB
SURROUND
WOOFER
OUT
HDMI
DVR
DTV/CBLDVD
IN2IN3IN1
SURROUND BACK/BI-AMPSURROUND
L
R
R
TRIGGER
OUT
(PLAY)
MD/
IN
CD-R
OUT
DVD
DTV/CBLDVRVCR
(REC)
DVD
321
4
OPTICALCOAXIAL
DIGITAL INPUT
FRONT B/ZONE B/
ZONE 2/PRESENCE
L
EXTRA SP
R
OUTININOUT
DVDCDDTV/CBL
65
R
SPEAKERS
CENTERFRONT A
L
SINGLE
SINGLECENTERCENTERFRONT (6CH)
12
SUR. BACKSURROUND
OUT
L
VIDEO
S VIDEO
DVDSUBWOOFERFRONTSB (8CH)ZONE 2
DTV/CBL
PRP
DVD
AB
B
AC OUTLETS
7890AB
8
Naam
1 AUDIO aansluitingen
DIGITAL INPUT/OUTPUT
Bladzijde
21
17-23
TRIGGER OUT aansluiting
Dit is een bedieningsaansluiting voor aangepaste
installaties.
aansluitingen
2 MULTI CH INPUT aansluitingen
3 ZONE2 OUT aansluitingen
4 PRE OUT aansluitingen
5 DOCK aansluiting
6
Aansluitingen voor video-apparatuur
25
104
24
25
17-22
(VIDEO en S VIDEO)
COMPONENT VIDEO
17-22
aansluitingen
7 ANTENNA aansluitingen
8 REMOTE IN/OUT aansluitingen
9 Luidspreker-aansluitingen
0 HDMI aansluitingen
A VOLTAGE SELECTOR
27
26
11-16
18
4
(Alleen modellen voor Azië en
Algemene modellen)
B AC OUTLET(S)
28
DVR
COMPONENT VIDEO
Y
PRP
OUTININOUT
MONITOR
VCR
OUT
DTV/CBL
Y
B
C
DVRMONITOR OUT
10 Nl
Page 13
Verbindingen
Luidsprekers opstellen
Hieronder ziet u de door ons aanbevolen opstelling van de luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van
CINEMA DSP en multikanaals audio.
■ 7.1-kanaals luidsprekeropstelling
Een 7.1-kanaals luidsprekeropstelling wordt ten zeerste aanbevolen voor de weergave van zowel audioformaten met hoge
definitie (Dolby TrueHD, DTS-HD Master Audio, enz.) als conventionele audiobronnen met gebruikmaking van
geluidsveldprogramma’s. Zie bladzijde 14 voor informatie over de vereiste verbindingen.
y
We raden u aan ook zogenaamde ‘aanwezigheidsluidsprekers’ toe te voegen voor de effectgeluiden van het CINEMA DSP
geluidsveldprogramma. Zie bladzijde 13 voor details.
De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van het hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op gelijke
afstand van de ideale luisterplek. De afstanden van deze luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk zijn.
Midden-luidspreker
De midden-luidspreker is voor weergave van het middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een of andere reden niet
mogelijk is om een midden-luidspreker te gebruiken, kunt u ook zonder. De beste resultaten krijgt u echter met een volledig systeem.
Linker en rechter surround-luidsprekers
De surround-luidsprekers worden gebruikt voor omhullende surroundweergave en effecten.
Linker en rechter surround achter-luidsprekers
De surround achter-luidsprekers geven een aanvulling op de surround-luidsprekers en zorgen voor realistischer
overgangen van voor naar achter.
Subwoofer(s)
Een subwoofer met ingebouwde eindversterker, zoals het Yamaha Active Servo Processing Subwoofer System, zorgt niet alleen voor
een effectieve versterking van de lage tonen in sommige of alle kanalen, maar ook voor een natuurgetrouwe hi-fi (high fidelity)
reproductie van het LFE (lage frequentie effecten) kanaal in Dolby Digital en DTS geluidsmateriaal. U kunt één of twee subwoofer(s)
aansluiten op dit toestel. Wanneer u twee subwoofers gebruikt, krijgt u een nog diepere basweergave. De opstelling van de subwoofer
is niet zo belangrijk, want de zeer lage tonen zijn niet erg richtingsgevoelig. U kunt de subwoofer het beste in de buurt van de voorluidsprekers plaatsen. Richt hem een beetje naar het midden van de ruimte om weerkaatsing via de wanden te verminderen.
y
Wanneer u twee subwoofers gebruikt, dient u voor beide hetzelfde type en dezelfde weergavekarakteristieken in te stellen. Plaats beide
subwoofers op dezelfde afstand van de luisterplek. Het signaal dat wordt gereproduceerd via de SUBWOOFER PRE OUT 2 aansluiting
is hetzelfde als het signaal dat wordt gereproduceerd via de SUBWOOFER PRE OUT 1 aansluiting.
Nederlands
11 Nl
Page 14
Verbindingen
■ 6.1-kanaals luidsprekeropstelling
Zie bladzijde 14 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
y
We raden u aan ook zogenaamde ‘aanwezigheidsluidsprekers’ toe
te voegen voor de effectgeluiden van het CINEMA DSP
geluidsveldprogramma. Zie bladzijde 13 voor details.
FR
FL
SW
FL
C
SL
C
FR
SW
Luidsprekeraanduidingen
FL/FR: Links/rechts voor
30˚
SL
60˚
SL
80˚
SB
C: Midden
SL/SR: Links/rechts
SR
SB: Surround achter
SW: Subwoofer
SR
SR
SB
surround
■ 5.1-kanaals luidsprekeropstelling
Zie bladzijde 14 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
y
We raden u aan ook zogenaamde ‘aanwezigheidsluidsprekers’ toe
te voegen voor de effectgeluiden van het CINEMA DSP
geluidsveldprogramma. Zie bladzijde 13 voor details.
FR
SW
SR
SL
Luidsprekeraanduidingen
FL/FR: Links/rechts voor
C: Midden
SL/SR: Links/rechts
surround
SR
SW: Subwoofer
SR
SL
SL
FL
SW
FL
80˚
60˚
30˚
C
C
FR
Linker en rechter voor-luidsprekers
Midden-luidspreker
Linker en rechter surround-luidsprekers
Subwoofer(s)
De functies en instellingen voor elk van de luidsprekers
zijn hetzelfde als voor de overeenkomstige luidsprekers in
de 7.1-kanaals luidsprekeropstelling (zie bladzijde 11).
Surround achter-luidspreker
Verbind een enkele surround-luidspreker met de
SURROUND BACK SINGLE luidsprekeraansluiting en
plaats de enkele surround achter-luidspreker recht achter
de luisterplek. De linker en rechter surround achterkanalen
worden gemengd en weergegeven via de enkele surround
achter-luidspreker wanneer u “SUR.B L/R SP” instelt op
“SMLx1” of “LRGx1” (zie bladzijde 78).
Linker en rechter voor-luidsprekers
Midden-luidspreker
Subwoofer(s)
De functies en instellingen voor elk van de luidsprekers
zijn hetzelfde als voor de overeenkomstige luidsprekers in
de 7.1-kanaals luidsprekeropstelling (zie bladzijde 11).
Linker en rechter surround-luidsprekers
Verbind de surround-luidsprekers met de SURROUND
luidsprekeraansluitingen, ook al plaatst u de surroundluidsprekers direct achter de luisterplek. Voor een gelijkmatig
en ononderbroken geluidsveld achter de luisterplek dient u de
linker en rechter surround-luidsprekers verder naar achteren te
plaatsen in vergelijking met de 7.1-kanaals
luidsprekeropstelling. De signalen voor het surroundachterkanaal zullen naar de linker en rechter surroundluidsprekers worden gestuurd wanneer “SUR.B L/R SP” is
ingesteld op “NONE” (zie bladzijde 78).
Voor andere luidsprekercombinaties
U kunt luisteren naar multikanaals materiaal met geluidsveldprogramma’s door een andere luidsprekercombinatie te
gebruiken dan de 7.1/6.1/5.1-kanaals luidsprekercombinaties.
Gebruik de automatische instelfunctie (zie bladzijde 32) of stel de “SPEAKER SET” parameters onder “MANUAL SETUP”
(zie bladzijde 77) zo in dat de surroundsignalen worden weergegeven via de aangesloten luidsprekers.
12 Nl
Page 15
Verbindingen
■ Gebruiken van “Aanwezigheidsluidsprekers”
De zogenaamde ‘aanwezigheids’-luidsprekers geven een aanvulling op de weergave via de voor-l en surround achterluidsprekers met extra omgevingseffecten geproduceerd door de geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 48). Met behulp
van de aanwezigheidsluidsprekers kunt u de verticale positie van de dialoog (gesproken tekst) regelen (zie bladzijde 65).
Om aanwezigheidsluidsprekers te kunnen gebruiken, dient u deze aan te sluiten op de EXTRA SP aansluiting
(zie bladzijde 14) en dient u “EXTRA SP ASSIGN” in te stellen op “PRESENCE” (zie de bladzijden 33 en 77).
1,8 m
of meer
0,5 t/m 1 m
FL
0,5 t/m 1 m
Luidsprekeraanduidingen
PRPL
FL: Links voor
FR: Rechts voor
VOORBEREIDINGEN
C: Midden
PL: Links voor aanwezigheid
PR: Rechts voor aanwezigheid
FR
1,8 m
of meer
C
13 Nl
Nederlands
Page 16
Verbindingen
Aansluiten van luidsprekers
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de
verbindingen niet goed goed zijn, zal dit toestel de signaalbronnen niet correct kunnen weergeven.
Let op
• Voor u de luidsprekers aansluit moet u ervoor zorgen dat de stekker uit het stopcontact gehaald is.
Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de metalen onderdelen
•
van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken. Als de luidsprekerdraden
kortsluiting maken, zal “CHECK SP WIRES” verschijnen op het display op het voorpaneel wanneer u dit toestel aan zet.
• Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm storen, zet de
luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan.
• Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u “SP IMP.” op “6Ω MIN” instellen voor u dit toestel in gebruik
neemt (zie bladzijde 28). Als voor-luidsprekers kan ook gebruik gemaakt worden van 4 Ohm luidsprekers. Voor
details omtrent de instelling van de luidsprekerimpedantie, zie bladzijde 107.
Opmerking
Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden naast elkaar. De kabels zijn verschillend gekleurd of gevormd, misschien een
streep, groef of ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel en uw
luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–” (zwarte) aansluitingen.
■ Voor de 7.1-kanaals luidsprekerinstelling
EXTRA SP aansluitingen
Hierop kunt u een alternatief voor-luidsprekersysteem (FRONT B), voor-luidsprekersystemen in een
andere ruimte (ZONE B), aanwezigheidsluidsprekers, of Zone 2 luidsprekers aansluiten. Om de
functie te bepalen van de luidsprekers die zijn verbonden met de EXTRA SP aansluitingen, dient u
de “EXTRA SP ASSIGN” parameter in het “SOUND MENU” in te stellen (zie bladzijde 77).
y
U kunt de functie van de luidsprekers die zijn verbonden met de EXTRA SP aansluitingen ook
bepalen via de “AUTO SETUP” (zie bladzijde 33).
Subwoofers
(optioneel)
L
GND
R
PHONO
ANTENNA
UNBAL.
REMOTE
IN OUT
AM
GND
FM
75Ω
IN
CD
(PLAY)
MD/CD-R MD/CD-R
DIGITAL
OUTPUT
TRIGGER
OUT
+12V
15mA MAX.
MD/
CD-R
Voor-luidsprekers
(FRONT A)
AUDIOMULTI CH INPUTPRE OUTDOCKVIDEO
OUT
DVD
DTV/CBLDVRVCR
(REC)
DVD
321
4
OPTICALCOAXIAL
DIGITAL INPUT
FRONT B/ZONE B/
ZONE 2/PRESENCE
L
EXTRA SP
R
OUTININOUT
DVDCDDTV/CBL
65
R
SPEAKERS
CENTERFRONT A
L
SUB
SURROUND
WOOFER
OUT
HDMI
DVR
DTV/CBLDVD
IN2IN3IN1
SURROUND BACK/BI-AMPSURROUND
L
R
R
SINGLE
SINGLECENTERCENTERFRONT (6CH)
12
SUR. BACKSURROUND
OUT
L
VIDEO
S VIDEO
DVDSUBWOOFERFRONTSB (8CH)ZONE 2
DTV/CBL
PRP
AB
Midden-luidspreker
Surround-luidsprekers
Rechts
Surround achter-
LinksLinksLinksRechtsRechts
luidsprekers
DVD
B
AC OUTLETS
DVR
COMPONENT VIDEO
Y
PRP
C
VCR
OUTININOUT
DTV/CBL
B
DVRMONITOR OUT
MONITOR
Y
OUT
14 Nl
Page 17
■ Voor de 6.1-kanaals luidsprekerinstelling
Midden-luidspreker
EXTRA SP aansluitingen
(zie bladzijde 14)
AUDIOMULTI CH INPUTPRE OUTDOCK
Verbindingen
(optioneel)
SINGLECENTERCENTERFRONT (6CH)
MD/
OUT
N
DVD
CD-R
AY)
/CD-R
R
X.
DTV/CBLDVRVCR
(REC)
DVD
32
4
OPTICALCOAXIAL
DIGITAL INPUT
FRONT B/ZONE B/
ZONE 2/PRESENCE
L
EXTRA SP
R
Voor-luidsprekers
OUTININOUT
DVDCDDTV/CBL
65
R
SPEAKERS
CENTERFRONT A
L
LinksRechts
SUB
SURROUND
WOOFER
OUT
HDMI
DVR
DTV/CBLDVD
IN2IN3IN1
SURROUND BACK/BI-AMPSURROUND
L
R
R
LinksRechts
Surround-luidsprekers
(FRONT A)
■ Voor de 5.1-kanaals luidsprekerinstelling
Midden-luidspreker
EXTRA SP aansluitingen
(zie bladzijde 14)
AUDIOMULTI CH INPUTPRE OUTDOCK
SINGLE
12
SUR. BACKSURROUND
SUBWOOFERFRONTSB (8CH)ZONE 2
OUT
L
Subwoofers
VOORBEREIDINGEN
Links (SINGLE)
Surround achter-
luidspreker
(optioneel)
SINGLECENTERCENTERFRONT (6CH)
MD/
IN
OUT
DVD
CD-R
LAY)
/CD-R
R
X.
DTV/CBLDVRVCR
(REC)
DVD
32
4
OPTICALCOAXIAL
DIGITAL INPUT
FRONT B/ZONE B/
ZONE 2/PRESENCE
L
EXTRA SP
R
Voor-luidsprekers
(FRONT A)
OUTININOUT
DVDCDDTV/CBL
65
R
SPEAKERS
CENTERFRONT A
L
SUB
SURROUND
WOOFER
OUT
HDMI
DVR
DTV/CBLDVD
IN2IN3IN1
L
R
OUT
SURROUND BACK/BI-AMPSURROUND
L
R
SINGLE
SUR. BACKSURROUND
12
SUBWOOFERFRONTSB (8CH)ZONE 2
Subwoofers
Nederlands
LinksRechts
Surround-luidsprekers
LinksRechts
15 Nl
Page 18
Verbindingen
■ Aansluiten van de luidsprekerkabel
1Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie
van het uiteinde van elk van de
luidsprekerdraden en draai vervolgens de
blootliggende draadjes netjes in elkaar om
kortsluiting te voorkomen.
10 mm
2Draai de knop los.
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
■ Gebruiken van bi-amp
(tweevoudige versterking) aansluitingen
Let op
Verwijder de kortsluitplaatjes of -bruggen van uw
luidsprekers om de LPF (Laag doorlaatfilter) en HPF
(Hoog doorlaatfilter) crossovers van elkaar te
scheiden.
Dit toestel stelt u in staat zg. bi-amp (dubbele bedrading of
dubbele versterker-) aansluitingen te gebruiken voor een
enkel luidsprekersysteem. Controleer eerst of uw
luidsprekers geschikt zijn voor bi-amp dubbele bedrading
of dubbele versterkeraansluitingen.
Om bi-amp dubbele versterkeraansluitingen mogelijk te
maken, dient u de FRONT en SURROUND BACK/BIAMP aansluitingen te gebruiken zoals hieronder staat
aangegeven. Om bi-amp dubbele versterkeraansluitingen
mogelijk te maken, dient u “BI-AMP” in te stellen op
“ON” in de “ADVANCED SETUP” (zie bladzijde 110).
Voor-luidsprekers
LinksRechts
3Steek een ontbloot draadeind in het gat aan
de zijkant van de aansluiting.
4Draai de draad vervolgens met de knop weer
vast.
FRONT A
R
L
Dit toestel
SURROUND BACK/
BI-AMP
R
SINGLE
L
Opmerking
Wanneer u conventionele luidsprekeraansluitingen maakt, moet u
ervoor zorgen dat de kortsluitplaatjes of -bruggen op de juiste
manier op de aansluitingen worden geïnstalleerd. Raadpleeg de
handleiding van de luidsprekers in kwestie voor details.
16 Nl
Page 19
Informatie over aansluitingen en stekkers
Gebruik een bepaald type audio- en/of video-aansluitingen waarmee uw signaalbronnen ook zijn uitgerust.
Verbindingen
Audio-aansluitingen en stekkers
AUDIO
L
L
Linker en
audiostekkers
R
(Rood)(Wit)(Oranje)
R
rechter
analoge
DIGITAL
COAXIAL
C
Coaxiaal
digitale
audiostekker
DIGITAL
OPTICAL
O
Optisch
digitale
audiostekker
■ Audio-aansluitingen
Dit toestel heeft drie soorten audio-aansluitingen. Welke
aansluiting u nodig heeft hangt af van de audioaansluitingen van uw andere apparatuur.
AUDIO aansluitingen
Voor conventionele analoge audiosignalen via linker en
rechter analoge audiokabels. Verbind de rode stekkers met
de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen.
DIGITAL COAXIAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via coaxiaal digitale
audiokabels.
DIGITAL OPTICAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via optisch digitale
audiokabels.
Opmerking
U kunt de digitale aansluitingen gebruiken voor PCM, Dolby
Digital en DTS ingangssignalen. Wanneer u een bepaalde
component zowel met de COAXIAL als met de OPTICAL
aansluiting verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting
binnenkomende signaal voorrang krijgen. Optische
ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen met een
maximale bemonsteringsfrequentie van 96 kHz.
Video-aansluitingen en stekkers
VIDEOS VIDEO
(Geel)(Groen)(Blauw)(Rood)
V
Composiet
videostekker
S
S-videostekkerComponent
COMPONENT VIDEO
P
PB
R
videostekkers
YR PB P
Y
■ Video-aansluitingen
Dit toestel heeft drie soorten video-aansluitingen. Welke
aansluiting u nodig heeft hangt af van de
ingangsaansluitingen van uw beeldscherm.
VIDEO aansluitingen
Voor conventionele composiet videosignalen die worden
overgebracht via composiet videokabels.
S VIDEO aansluitingen
Voor S-video signalen, in luminantie (Y) en kleur (C)
gescheiden videosignalen die worden doorgegeven via
aparte draden in speciale S-videokabels.
COMPONENT VIDEO aansluitingen
Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en kleur
(P
B, PR) gescheiden videosignalen die worden
doorgegeven via aparte draden in speciale component
videokabels.
y
Dit toestel is uitgerust met een videoconversiefunctie. Zie de
bladzijden 19 en 88 voor details.
VOORBEREIDINGEN
17 Nl
Nederlands
Page 20
Verbindingen
Informatie over HDMI™
■ HDMI geschikte signalen
Audiosignalen
Audiosignaaltypen
2-kanaals
Lineair PCM
Multikanaals
Lineair PCM
DSD2/5.1-kanaals,
BitstroomDolby Digital, DTSDVD-Video, enz.
Bitstromen
(‘High
definition’ audio)
Audiosignaal
formaten
2ch, 32-192 kHz,
16/20/24 bit
8-kanaals, 32-192 kHz,
16/20/24 bits
2,8224 MHz, 1 bit
Dolby TrueHD,
Dolby Digital Plus,
DTS-HD Master Audio,
DTS-HD High
Resolution Audio,
DTS Express
y
• Als de signaalbron van het ingangssignaal de bitstroom
audiosignalen voor audiocommentaren kan decoderen, kunt u
de audiobronnen laten weergeven met de audiocommentaren
teruggemengd via de volgende aansluitingen:
– multikanaals analoge audio ingangssignalen (zie bladzijde 25)
– DIGITAL INPUT OPTICAL (of COAXIAL)
• Raadpleeg de bij de signaalbron behorende handleidingen en
stel de apparatuur op de juiste manier in.
Compatibele
media
CD, DVD-Video,
DVD-Audio, enz.
DVD-Audio,
Blu-ray Disc,
HD DVD, enz.
SA-CD, enz.
Blu-ray Disc,
HD DVD, enz.
Videosignalen
Dit toestel is compatibel met videosignalen met de
volgende resoluties:
Standaard ingangstoewijzing voor HDMI
ingangsaansluitingen
HDMI
ingangsaansluiting
IN1DVD
IN2DTV/CBL
IN3DVR
Toegewezen signaalbron
■ HDMI aansluiting en stekker
HDMI
Opmerkingen
• Wanneer er een DVD-Audio met CPPM kopieerbeveiliging
wordt weergegeven, is het mogelijk, afhankelijk van het type
DVD-speler, dat er geen video- en audiosignalen worden
gereproduceerd.
• Dit toestel is niet geschikt voor niet met HDCP compatibele
HDMI of DVI apparatuur.
• Om bitstroom audiosignalen te decoderen met dit toestel dient u
de signaalbron op de juiste manier in te stellen zodat deze de
bitstroom audiosignalen onveranderd reproduceert (en niet zelf
decodeert). Raadpleeg de bijbehorende handleidingen voor
details.
• Dit toestel is niet geschikt voor de audiocommentaarfuncties
(bijvoorbeeld speciaal audiomateriaal dat is gedownload via het
Internet) van Blu-ray Disc of HD DVD. Dit toestel is niet in staat
de audiocommentaren van Blu-ray Disc of HD DVD materiaal
weer te geven.
HDMI stekker
y
• We raden u aan een HDMI kabel te gebruiken die korter is dan 5
meter en die duidelijk voorzien is van het HDMI logo.
• Gebruik een conversiekabel (HDMI aansluiting
DVI-D aansluiting) om dit toestel aan te sluiten op andere
DVI apparatuur.
↔
Opmerkingen
• Maak de kabel niet vast aan of koppel deze niet los van dit
toestel en zorg ervoor dat de stroom voor de HDMI
componenten die zijn verbonden met de HDMI OUT
aansluiting van dit toestel niet uitgeschakeld wordt terwijl er
gegevens worden overgebracht. Hierdoor kan de weergave
worden onderbroken of kan storing worden veroorzaakt.
•
Als u een beeldscherm dat is verbonden met de HDMI OUT
aansluiting via een DVI verbinding uit zet, is het mogelijk dat dit
toestel geen verbinding meer met de component tot stand kan brengen.
• Analoge videosignalen die binnenkomen via de composiet,
S-video en component video-aansluitingen kunnen digitaal
worden omgezet en opgewaardeerd zodat ze gereproduceerd
kunnen worden via de HDMI OUT aansluiting. Zet
“VIDEO CONV.” op “ON” via de “MANUAL SETUP” om
deze functie in te schakelen (zie bladzijde 88).
18 Nl
Page 21
Stroomschema audio- en videosignalen
Verbindingen
■ Stroomschema audiosignalen
UitgangIngang
HDMI
DIGITAL AUDIO
(COAXIAL)
DIGITAL AUDIO
(OPTICAL)
AUDI O
Digitaal uitgangssignaal
Analoog uitgangssignaal
Opmerkingen
• 2-Kanaals en multikanaals PCM, Dolby Digital en DTS
signalen die binnenkomen via de HDMI IN
ingangsaansluitingen kunnen alleen worden gereproduceerd via
de HDMI OUT aansluiting wanneer “S.AUDIO” is ingesteld op
“OTHER” (zie bladzijde 91).
• Audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN aansluitingen
worden niet gereproduceerd via de AUDIO en DIGITAL
OUTPUT uitgangsaansluitingen.
■ Stroomschema videosignalen
UitgangIngang
HDMI
COMPONENT
VIDEO
S VIDEO
VIDEO
Door
Video conversie ON (zie bladzijde 88)
Opmerkingen
• Wanneer er videosignalen binnenkomen via de HDMI,
COMPONENT VIDEO, S VIDEO en VIDEO aansluitingen,
zal aan deze signalen als volgt de voorkeur worden gegeven:
1. HDMI
2. COMPONENT VIDEO
3. S VIDEO
4. VIDEO
• Digitale videosignalen die binnenkomen via de HDMI IN
aansluitingen kunnen niet worden gereproduceerd via de
analoge video uitgangsaansluitingen.
• Analoge component videosignalen met een resolutie van
480i NTSC)/576i (PAL) (geïnterlinieerd) worden omgezet naar
S-video of composiet videosignalen en gereproduceerd via de
S VIDEO MONITOR OUT en VIDEO MONITOR OUT
aansluitingen.
• De analoge component videosignalen met een resolutie van
1080p worden alleen gereproduceerd via de COMPONENT
VIDEO MONITOR OUT aansluitingen.
• Gebruik de “HDMI RES.” parameter onder “VIDEO SET” om
de analoge videosignalen die worden gereproduceerd via de
HDMI OUT aansluiting te de-interliniëren en om de resolutie
ervan aan te passen (zie bladzijde 89).
VOORBEREIDINGEN
19 Nl
Nederlands
Page 22
Verbindingen
Aansluiten van een beeldscherm of projector
Verbind uw TV (of projector) met de HDMI OUT
aansluiting, de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT
aansluitingen, de S VIDEO MONITOR OUT aansluiting
of met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit
toestel.
Zorg ervoor dat de stekkers van zowel
dit toestel als die van de andere
apparatuur uit het stopcontact gehaald
zijn.
y
• Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI audiosignalen
wilt laten weergeven via dit toestel zelf of via een andere HDMI
component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting
van dit toestel. Gebruik de “S.AUDIO” parameter in het
“OPTION MENU” om de component te selecteren die de
HDMI audiosignalen moet weergeven (zie bladzijde 91).
• Wanneer u de in de televisie ingebouwde ontvanger als
signaalbron gebruikt, dient u de digitale of analoge audio
uitgangsaansluitingen van de televisie te verbinden met de
digitale of analoge ingangsaansluitingen van dit toestel.
Raadpleeg “Aansluiten van een ‘set-top box’ (apart
aansluitkastje; ontvanger of decoder)” op bladzijde 22 voor
informatie over de aansluitingen.
Opmerkingen
• Als er een beeldscherm is aangesloten op dit toestel via een
DVI verbinding, kunt u mogelijk niet volledig gebruik maken
van de HDMI functies.
• Sommige via een DVI verbinding op dit toestel aangesloten
beeldschermen kunnen geen binnenkomende HDMI audio-/
videosignalen herkennen wanneer ze uit (standby) staan. In een
dergelijk geval zal de HDMI indicator onregelmatig knipperen.
• Als het aangesloten beeldscherm geschikt is voor automatische
audio en video synchronisatie (automatische ‘lip sync’ functie),
zal dit toestel de timing van de audio en video automatisch
aanpassen (zie bladzijde 84). Verbind het beeldscherm met de
HDMI OUT aansluiting van dit toestel om om deze functie te
kunnen gebruiken.
AUDIOMULTI CH INPUTPRE OUTDOCKVIDEO
/-ROUT
DVD
(REC)
DVD
3
4
OPTICALCOAXIAL
DIGITAL INPUT
FRONT B/ZONE B/
ZONE 2/PRESENCE
EXTRA SP
R
Optische uitgang
TV (of projector)
DTV/CBLDVRVCR
DVDCDDTV/CBL
65
L
O
L
R
OUTININOUT
SPEAKERS
SUB
SURROUND
WOOFER
OUT
HDMI
DVR
DTV/CBLDVD
IN2IN3IN1
L
R
OUT
SURROUND BACK/BI-AMPSURROUNDCENTERFRONT A
L
R
SINGLE
HDMI ingang
Component video ingang
S-video ingang
Video ingang
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
(Eén voor de videoverbinding en één voor de
audioverbinding)
SINGLECENTERCENTERFRONT (6CH)
SUR. BACKSURROUND
12
VIDEO
S VIDEO
DVDSUBWOOFERFRONTSB (8CH)ZONE 2
DTV/CBL
DVR
COMPONENT VIDEO
DVD
AB
Y
PRP
B
AC OUTLETS
Y
PRPB
PRP
VCR
C
OUTININOUT
DTV/CBL
B
DVRMONITOR OUT
MONITOR
Y
OUT
S
V
20 Nl
Page 23
Aansluiten van andere componenten
Zorg ervoor dat de stekkers van zowel
dit toestel als die van de andere
apparatuur uit het stopcontact gehaald
zijn.
Opmerkingen
• Wanneer “VIDEO CONV.” is ingesteld op “OFF”
(zie bladzijde 88) moet u hetzelfde soort video-aansluitingen
gebruiken als u gebruikt heeft om uw TV aan te sluiten
(zie bladzijde 20). Als u bijvoorbeeld uw TV heeft verbonden met
de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit toestel, dan dient u
uw andere component te verbinden met de VIDEO aansluitingen.
■ Aansluiten van een DVD-speler
Verbindingen
• Wanneer “VIDEO CONV.” is ingesteld op “ON” (zie
bladzijde 88), worden de omgezette videosignalen alleen
gereproduceerd via de MONITOR OUT aansluitingen. Om iets
op te nemen moet u gebruik maken van hetzelfde soort videoaansluitingen tussen alle betrokken componenten.
• Om een digitale verbinding te maken met een andere
component dan de component die standaard is toegewezen aan
de DIGITAL INPUT of DIGITAL OUTPUT aansluiting, dient
u de corresponderende instelling te selecteren voor
“OPTICAL OUT”, “OPTICAL IN”, of “COAXIAL IN” bij
“I/O ASSIGNMENT” (zie bladzijde 85).
•
Wanneer u uw DVD-speler zowel met de DIGITAL INPUT
(OPTICAL) als met de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting
verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting
binnenkomende signaal voorrang krijgen.
VOORBEREIDINGEN
Optische uitgang
Coaxiale uitgang
DVD-speler
S-video uitgang
Video uitgang
Component video uitgang
OUTININOUT
SPEAKERS
HDMI uitgang
SUB
SURROUND
WOOFER
HDMI
DTV/CBLDVD
IN2IN3IN1
L
R
PRPBY
SINGLECENTERCENTERFRONT (6CH)
12
OUT
DVR
SURROUND BACK/BI-AMPSURROUNDCENTERFRONT A
R
SUR. BACKSURROUND
OUT
L
SINGLE
V
VIDEO
S VIDEO
DVDSUBWOOFERFRONTSB (8CH)ZONE 2
DTV/CBL
PRP
S
DVR
COMPONENT VIDEO
DVD
AB
Y
PRP
B
AC OUTLETS
C
VCR
OUTININOUT
DTV/CBL
B
DVRMONITOR OUT
MONITOR
Y
OUT
Audio uitgang
C
O
L
GND
R
PHONO
ANTENNA
UNBAL.
REMOTE
IN OUT
GND
75Ω
CD
MD/CD-R MD/CD-R
DIGITAL
OUTPUT
AM
FM
TRIGGER
OUT
+12V
15mA MAX.
(PLAY)
MD/
IN
CD-R
21
RL
AUDIOMULTI CH INPUTPRE OUTDOCKVIDEO
OUT
DVD
DTV/CBLDVRVCR
(REC)
DVD
3
OPTICALCOAXIAL
DIGITAL INPUT
FRONT B/ZONE B/
ZONE 2/PRESENCE
EXTRA SP
R
DVDCDDTV/CBL
4
65
L
L
R
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
(Eén voor de videoverbinding en één voor de
audioverbinding)
21 Nl
Nederlands
Page 24
Verbindingen
R
L
AUDIOMULTI CH INPUTPRE OUTDOCKVIDEO
COMPONENT VIDEO
HDMI
DVDSUBWOOFERFRONTSB (8CH)ZONE 2
OUT
SUB
WOOFER
SUR. BACKSURROUND
SINGLECENTERCENTERFRONT (6CH)
SURROUND
DVD
DTV/CBL
S VIDEO
VIDEO
DTV/CBL
DVRVCR
OUTININOUT
12
DVD
DVDCDDTV/CBL
DVD
DVR
OUT
DTV/CBLDVD
MD/CD-R MD/CD-R
PHONO
GND
CD
MD/
CD-R
IN
(PLAY)
OUT
(REC)
DTV/CBLDVRVCR
OUTININOUT
MONITOR
OUT
65
4
321
Y
PRP
B
Y
PRP
B
AB
■ Aansluiten van een DVD-recorder, PVR of videorecorder
Audio uitgang
Videorecorder
S-video uitgang
S-video ingang
Audio ingang
R LR L
L
GND
R
PHONO
CD
MD/CD-R MD/CD-R
DIGITAL
OUTPUT
ANTENNA
AUDIOMULTI CH INPUTPRE OUTDOCKVIDEO
MD/
IN
OUT
CD-R
(PLAY)
(REC)
DVD
321
OPTICALCOAXIAL
FRONT B/ZONE B/
ZONE 2/PRESENCE
DVD
DTV/CBLDVRVCR
4
DIGITAL INPUT
L
R
OUTININOUT
DVDCDDTV/CBL
65
L
SPEAKERS
R
SURROUND
DTV/CBLDVD
IN2IN3IN1
HDMI uitgang
SUB
WOOFER
HDMI
OUT
DVR
SURROUND BACK/BI-AMPSURROUNDCENTERFRONT A
SINGLECENTERCENTERFRONT (6CH)
SUR. BACKSURROUND
OUT
Video uitgang
S
V
Video uitgang
12
S-video uitgang
Video ingang
VIDEO
S VIDEO
DVDSUBWOOFERFRONTSB (8CH)ZONE 2
DTV/CBL
DVR
COMPONENT VIDEO
DVD
AB
Y
PRP
PRP
B
S
V
V
S-video ingang
Audio ingang
Audio uitgang
Video ingang
Component video uitgang
DVD-recorder of PVR
■ Aansluiten van een ‘set-top box’ (apart aansluitkastje; ontvanger of decoder)
V
OUTININOUT
VCR
DTV/CBL
B
C
DVRMONITOROUT
S
MONITOR
OUT
Y
YPBPR
S
Satellietontvanger,
kabel-tv ontvanger of
Optische uitgang
HDTV-decoder
S-video uitgang
Video uitgang
Audio uitgang
Component video uitgang
HDMI uitgang
O
R L
Y PB PR
V
S
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
(Eén voor de videoverbinding en één voor de
audioverbinding)
22 Nl
Page 25
Verbindingen
T
S
T
S
■ Aansluiten van audiocomponenten
Opmerkingen
• Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL
INPUT of DIGITAL OUTPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te selecteren voor “OPTICAL OUT”,
“OPTICAL IN”, of “COAXIAL IN” bij “I/O ASSIGNMENT” (zie bladzijde 85).
• Verbind uw draaitafel met de GND aardaansluiting van dit toestel om ruis in het signaal te verminderen. Bij sommige draaitafels is het
echter mogelijk dat u minder ruis zult horen zonder gebruik te maken van de GND aansluiting.
• De PHONO aansluitingen zijn uitsluitend bedoeld voor een draaitafel met een MM of hoog-vermogen MC cartridge. Als u een
draaitafel met een laag-vermogen MC cartridge heeft verbonden met de PHONO aansluitingen, dient u een in-line boosting
transformator of een MC-kopversterker te gebruiken.
• Wanneer u een bepaalde audiocomponent zowel met de DIGITAL INPUT (OPTICAL) als met de DIGITAL INPUT (COAXIAL)
aansluiting verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen.
CD-recorder,
Draaitafel
MD-recorder of cassettedeck
Audio uitgang
Audio uitgang
Audio ingang
Optische uitgang
Optische ingang
VOORBEREIDINGEN
Aarde
RL
RL
AUDIOMULTI CH INPUTPRE OU
L
L
GND
GND
R
R
PHONO
CD
PHONO
CD
MD/CD-RMD/CD-R
MD/CD-R MD/CD-R
DIGITAL
DIGITAL
OUTPUT
OUTPUT
ANTENNA
ANTENNA
AM
AM
GND
GND
FM
FM
75Ω
75Ω
UNBAL.
UNBAL.
REMOTE
REMOTE
+12V
+12V
INOUT
IN OUT
15mA MAX.
15mA MAX.
RL
RL
AUDIOMULTI CH INPUTPRE OU
MD/
IN
OUT
MD/
IN
OUT
CD-R
(PLAY)
(REC)
CD-R
(PLAY)
(REC)
DVD
DVD
321
321
OPTICALCOAXIAL
OPTICALCOAXIAL
DIGITAL INPUT
DIGITAL INPUT
FRONT B/ZONE B/
FRONT B/ZONE B/
ZONE 2/PRESENCE
ZONE 2/PRESENCE
EXTRA SP
EXTRA SP
R
R
TRIGGER
TRIGGER
OUT
OUT
RLRL
RLRL
DVD
DVD
DTV/CBLDVRVCR
DTV/CBLDVRVCR
DVDCDDTV/CBL
DVDCDDTV/CBL
65
4
4
65
L
L
R
R
L
L
Coaxiale
C
C
uitgang
OUTININOUT
OUTININOUT
SPEAKERS
SPEAKERS
O
O
O
O
CENTERFRONT (6CH)
CENTERFRONT (6CH)
SUB
SUB
SURROUND
SURROUND
WOOFER
DTV/CBLDVD
DTV/CBLDVD
IN2IN3IN1
IN2IN3IN1
L
L
R
R
WOOFER
HDMI
HDMI
FRONTSB (8CH)ZONE 2
FRONTSB (8CH)ZONE 2
SUSURROUND
SINGLE
SINGLE
SUSURROUND
OUT
OUT
L
L
OUT
OUT
DVR
DVR
SURROUND BACK/BI-AMPSURROUNDCENTERFRONT A
SURROUND BACK/BI-AMPSURROUNDCENTERFRONT A
R
R
Audio
uitgang
CD-speler
geeft aanbevolen verbindingen aan
Nederlands
geeft alternatieve verbindingen aan
(Eén voor de audioverbinding)
23 Nl
Page 26
Verbindingen
■ Aansluiten van een externe versterker
Dit toestel heeft meer dan genoeg vermogen voor gebruik bij u thuis. Als u echter toch het uitgangsvermogen voor de
luidsprekers wilt opvoeren, of als u gewoon een andere versterker wilt gebruiken, kunt u een externe versterker
verbinden met de PRE OUT aansluitingen. Elke PRE OUT aansluiting produceert hetzelfde signaal als de
corresponderende SPEAKERS aansluiting.
Opmerkingen
• Wanneer u de PRE OUT aansluitingen gebruikt, mag u niets verbinden met de SPEAKERS aansluitingen.
• Het signaal dat wordt gereproduceerd via de FRONT PRE OUT aansluitingen ondervindt invloed van de TONE CONTROL
instellingen (zie bladzijde 52).
• Regel het volume van de subwoofer met de bedieningsorganen op de subwoofer zelf (zie bladzijde 52).
• Het is mogelijk dat sommige signalen niet worden gereproduceerd via de SUBWOOFER PRE OUT aansluitingen, afhankelijk van de
“SPEAKER SET” (zie bladzijde 77) instellingen.
PRE OUT
L
R
1
2
1
FRONT PRE OUT aansluitingen
5
SINGLECENTER
12
SUR. BACKSURROUND
SUBWOOFERFRONT
3
4
Voorkanaal uitgangsaansluitingen.
2
SURROUND PRE OUT aansluitingen
Surroundkanaal uitgangsaansluitingen.
3
SUR.BACK PRE OUT aansluitingen
Surround-achterkanaal uitgangsaansluitingen. Als u
slechts één externe versterker aansluit voor het surroundachterkanaal, dient u deze te verbinden met de SINGLE
aansluiting.
Opmerkingen
• Wanneer “BI-AMP” is ingesteld op “ON”, zal dit toestel de
audiosignalen voor de voorkanalen reproduceren via de
SUR.BACK PRE OUT aansluitingen.
• De audiosignalen die worden gereproduceerd via de
SUR.BACK PRE OUT aansluitingen hangen mede af van de
“EXTRA SP ASSIGN” instelling (zie de bladzijden 33 en 77).
4
SUBWOOFER PRE OUT aansluitingen
Sluit één of twee subwoofers met een ingebouwde
versterker aan.
Opmerking
Het signaal dat wordt gereproduceerd via de SUBWOOFER PRE
OUT 2 aansluiting is hetzelfde als het signaal dat wordt
gereproduceerd via de SUBWOOFER PRE OUT 1 aansluiting.
5
CENTER PRE OUT aansluiting
Middenkanaal uitgangsaansluiting.
24 Nl
Page 27
Verbindingen
■ Aansluiten van een multiformaat-speler of externe decoder
Dit toestel is voorzien van 6 extra ingangsaansluitingen (links en rechts FRONT, CENTER, links en rechts SURROUND
en SUBWOOFER) voor gescheiden multikanaals ingangssignalen van een multiformat-speler, externe decoder, sound
processor of voorversterker.
Als u “INPUT CH” instelt op “8CH” via “MULTI CH” (zie bladzijde 87), kunt u de ingangsaansluitingen die zijn
toegewezen aan “FRONT” via “MULTI CH” (zie bladzijde 87) samen gebruiken met de MULTI CH INPUT
aansluitingen om 8-kanaals signalen te kunnen verwerken.
Verbind de uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler of externe decoder met de MULTI CH INPUT
aansluitingen. Let er goed op dat u de linker en rechter uitgangen verbindt met de linker en rechter ingangsaansluitingen
voor zowel de voor- als de surroundkanalen.
Opmerkingen
• Wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron selecteert (zie bladzijde 43), zal dit toestel automatisch de digitale
geluidsveldprocessor uitschakelen en zult u geen geluidsveldprogramma’s kunnen selecteren.
• Dit toestel is niet in staat de via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomende signalen zo te herschikken dat er wordt
gecompenseerd voor eventueel in uw systeem ontbrekende luidsprekers. Daarom bevelen we u aan tenminste een 5.1-kanaals
luidsprekersysteem aan te sluiten voor u gebruik maakt van deze functie.
MULTI CH INPUT
SURROUND
CENTERFRONT (6CH)
SUB
WOOFER
Subwoofer
Middenkanaal uitgang
*1
L
R
Voorkanaal uitgang
L RLRL R
L
R
Voorkanaal uitgang
SB (8CH)
Surroundkan
L RLR
aal uitgang
uitgang
Multiformaat-speler/externe decoder
(5.1-kanaals uitgangen)
*1
De analoge audio ingangsaansluitingen toegewezen als “FRONT” via “MULTI CH” (zie bladzijde 87).
■ Aansluiten van een Yamaha iPod
universeel dock of Bluetooth adapter
Dit toestel is uitgerust met een DOCK aansluiting op het
achterpaneel waarop u een Yamaha iPod universeel dock
(zoals de YDS-10, los verkrijgbaar) of een Bluetooth
Multiformaat-speler/externe decoder
(7.1-kanaals uitgangen)
y
Raadpleeg “Gebruiken van een iPod™” op bladzijde 60 voor
weergave van uw iPod en “Gebruiken van Bluetooth™
componenten” op bladzijde 62 voor weergave van uw Bluetooth
componenten.
MULTI CH INPUT
SURROUND
CENTERFRONT (6CH)
SUB
WOOFER
Middenkanaal uitgang
L
R
SB (8CH)
Surround-achter
Surroundkanaal
Subwoofer
uitgang
uitgang
uitgang
adapter (zoals de YBA-10, los verkrijgbaar) kunt aansluiten.
Verbind een Yamaha iPod universeel dock of Bluetooth
adapter met de DOCK aansluiting op het achterpaneel van
dit toestel met de speciaal daarvoor bedoelde kabel.
VOORBEREIDINGEN
DOCKVIDEO
VIDEO
S VIDEO
DVD
DTV/CBL
DVD
AB
PRP
B
Yamaha iPod universeel dock
of Bluetooth adapter
DVR
COMPONENT VIDEO
Y
PRP
OUTININOUT
MONITOR
VCR
OUT
DTV/CBL
Y
B
C
DVRMONITOR OUT
Nederlands
25 Nl
Page 28
Verbindingen
■ Gebruiken van de REMOTE IN/OUT
aansluitingen
Wanneer de componenten in kwestie Yamaha producten
zijn en afstandsbedieningssignalen kunnen doorgeven,
kunt u de REMOTE IN en REMOTE OUT aansluitingen
als volgt verbinden met de in- en uitgangsaansluitingen
voor afstandsbediening door middel van analoge mono
ministekkerkabels.
GND
FM
75Ω
UNBAL.
REMOTE TRIGGER
OUT
+12V
IN OUT
15mA MAX.
Afstandsbediening
uitgang
Infraroodontvanger of
Yamaha component
(CD of DVD-speler enz.)
y
• Als de componenten geschikt zijn voor SCENE
bedieningssignalen, kan dit toestel de componenten in kwestie
automatisch in werking stellen en de weergave laten beginnen
wanneer u één van de SCENE toetsen gebruikt. Raadpleeg de
handleidingen van de apparatuur voor details omtrent de
geschiktheid daarvan voor SCENE bedieningssignalen.
• Als de met de REMOTE OUT aansluiting verbonden
component geen Yamaha product is, dient u “SCENE IR” in het
geavanceerde setup menu in te stellen op “OFF” (zie
bladzijde 110).
Afstandsbediening
in
Yamaha component
Gebruiken van de VIDEO AUX
aansluitingen op het voorpaneel
Gebruik de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel
als u een spelcomputer of een videocamera wilt aansluiten
op dit toestel.
Let op
U moet het volume van dit toestel en de andere
componenten laag zetten voor u de aansluitingen gaat
maken.
Opmerkingen
• De audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting
op het achterpaneel hebben voorrang boven de via de
VIDEO AUX aansluitingen binnenkomende signalen.
• Om de signalen die via deze aansluitingen binnenkomen weer te
geven, dient u “V-AUX” in te stellen als signaalbron.
VOLUME
EDIT
SEARCH MODE
MAIN ZONE
PHONES
TONE CONTROLSTRAIGHT PURE DIRECT
SYSTEM OFF
ON/OFF
SILENT CINEMA
S VIDEO
S-video uitgang
PRESET/TUNINGBANDSPEAKERSMEMORY INFO
SCENE
1234
PROGRAMINPUT
S
Video uitgang
EFFECT
VIDEO
V
AUDIO SELECTOPTIMIZER MIC
L
L
AUDIO
ZONE 2
ZONE
ON/OFF
CONTROLA/B/C/D/E
VIDEO AUX
VIDEOS VIDEO
RLAUDIO OPTICAL
OPTICAL
R
Optische uitgang
O
R
Audio uitgang
26 Nl
Spelcomputer of
videocamera
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
(Eén voor de videoverbinding en één
voor de audioverbinding)
Page 29
Aansluiten van de FM en AM
O
R
antennes
Dit toestel wordt geleverd met zowel een FM als een AM
binnenantenne. Verbind de antennes op de juiste manier
met de bijbehorende aansluitingen. Normaal gesproken
zorgen deze antennes voor een voldoende sterke
ontvangst.
Verbindingen
Aansluiten van de draad van de AM ringantenne
Doe het hendeltje open
Inbrengen
Doe het hendeltje
weer dicht
Opmerkingen
• De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst
worden.
• Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere
ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een
slechte ontvangst, kunt u een buitenantenne installeren. Vraag
bij uw dichtstbijzijnde erkende Yamaha dealer of servicecentrum naar de mogelijkheden met buitenantennes.
• De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er
een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten.
binnenantenne
FM
(meegeleverd)
AM ringantenne
(meegeleverd)
MD/CD-R MD/CD-R
DIGITAL
OUTPUT
ANTENNA
AM
GND
FM
75
Ω
UNBAL.
REMOTE
TRIGGER
OUT
DV
321
OPTIC
FR
ZO
AM buitenantenne
Gebruik 5 tot 10 meter
met plastic geïsoleerd
draad dat u bijvoorbeeld
uit een raam naar buiten
spant.
y
De draden van de AM ringantenne hebben geen specifieke
polariteit en het maakt daarom niet uit welk uiteinde u
verbindt met de AM of GND aansluiting.
In elkaar zetten van de meegeleverde AM
ringantenne
VOORBEREIDINGEN
Aarde (GND aansluiting)
Voor de grootst mogelijke veiligheid en zo min mogelijk
storing dient u de antenne GND aansluiting goed te aarden.
Een goede aarding wordt bijvoorbeeld verzorgd door een
metalen staaf die in vochtige grond gedreven is.
Nederlands
27 Nl
Page 30
Verbindingen
Aansluiten van het netsnoer
C
AC OUTLETS
■ AC OUTLET(S) (SWITCHED)
Model voor Australië..................... 1 netstroomaansluiting
Model voor Korea.......................................................Geen
Met behulp van deze netstroomaansluiting(en) kunt u daarop
aangesloten componenten van stroom voorzien. Verbind de
netsnoeren van uw andere apparatuur met deze
netstroomaansluiting(en). Deze aansluiting(en) wordt
(worden) van stroom voorzien wanneer de hoofdzone of Zone
2 is ingeschakeld. De stroomvoorziening voor deze
aansluiting(en) wordt echter afgesloten wanneer de hoofdzone
en Zone 2 uit worden gezet of wanneer
het display op het voorpaneel wordt ingedrukt. Voor
informatie omtrent het maximale vermogen of het totale
stroomverbruik voor de componenten die op deze
aansluiting(en) kunnen worden aangesloten, zie “Technische
gegevens” op bladzijde 124.
Opmerking
De stroomvoorziening voor de AC OUTLET(S) van dit toestel
wordt niet afgesloten terwijl dit toestel een aangesloten iPod aan
het opladen is, ook niet wanneer dit toestel uit (standby) staat.
Wanneer dit toestel klaar is met opladen, of wanneer de iPod
losgekoppeld wordt, zal de stroom automatisch worden
afgesloten wanneer het toestel uit (standby) staat.
DVRMONITOR OUT
Naar het stopcontact
L
SYSTEM OFF
op
Instellen van de luidsprekerimpedantie
Let op
Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u als
volgt “SP IMP.” op “6Ω MIN” zetten VOOR u dit
toestel in gebruik neemt. Als voor-luidsprekers kan
ook gebruik gemaakt worden van 4 Ohm luidsprekers.
1Druk op
om dit toestel uit te zetten.
Zie bladzijde 29 voor details.
2Houd
vervolgens op KMAIN ZONE ON/OFF om
dit toestel aan te zetten.
Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide
setup menu zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
3Verdraai
“SP IMP.”.
“SP IMP.” en de huidige instelling voor de
luidsprekerimpedantie (“8Ω MIN”) zullen
verschijnen op het display op het voorpaneel.
4Druk herhaaldelijk op
en selecteer “6Ω MIN”.
5Druk op
instelling op te slaan en het toestel uit te
zetten.
Opmerking
De gewijzigde instelling wordt van kracht zodra u dit toestel
de volgende keer aan zet.
L
SYSTEM OFF op het voorpaneel
M
TONE CONTROL ingedrukt en druk
TONE CONTROL
N
L
Houd ingedrukt
PROGRAM en selecteer
M
TONE CONTROL
SYSTEM OFF om de nieuwe
MAIN ZONE
ON/OFF
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de
opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het
toestel uit (standby) staat. Wanneer echter de stekker
uit het stopcontact gehaald wordt of de
stroomvoorziening om een andere reden langer dan
een week onderbroken wordt, zullen de opgeslagen
gegevens verloren gaan.
28 Nl
Page 31
Aan en uit zetten van dit toestel
■ Aan zetten van dit toestel
Druk op KMAIN ZONE ON/OFF (of EPOWER)
om dit toestel aan te zetten.
De hoofdzone wordt aan gezet.
y
• Wanneer u dit toestel aan zet, zal het een paar seconden duren
voor het toestel geluid kan reproduceren.
• U kunt de hoofdzone ook aan zetten door op de SSCENE
(of 4SCENE) toetsen te drukken.
■ Zet de hoofdzone uit (standby)
Verbindingen
VOORBEREIDINGEN
Druk op
(of
te zetten.
Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog
steeds een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd
kan worden op de infraroodsignalen van de
afstandsbediening.
y
Druk op LSYSTEM OFF om de hoofdzone en Zone 2
(zie bladzijde 105) tegelijk uit (standby) te zetten.
K
MAIN ZONE ON/OFF
D
STANDBY
) om de hoofdzone uit (standby)
29 Nl
Nederlands
Page 32
Verbindingen
Display voorpaneel
12345 6789
MULTI CH
MASTER AUDIO
HD
ES
MATRIX DISCRETE
DSD
PCM
1
HDMI indicator
q
q
96
24
q
VCRDVR
EX
q
ADAPTIVE DRC
DIGITAL PLUS
TRUE HD
PL x
V-A UX
DOCKENHANCER
SP
A B
DTV/CBL
SILENT
ZONE 2
CINEMA
Licht op wanneer er een signaal van de geselecteerde
signaalbron binnenkomt via de HDMI IN aansluitingen
(zie bladzijde 18).
2
ADAPTIVE DRC indicator
Licht op wanneer de adaptieve regeling van het
dynamische bereik wordt ingeschakeld (zie bladzijde 81).
3
DOCK indicator
•
Licht op wanneer u uw iPod plaatst in een Yamaha iPod
universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10)
verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel
(zie bladzijde 25) en wanneer V-AUX is geselecteerd als
signaalbron. De DOCK indicator licht ook op wanneer
dit toestel de batterij van een aangesloten iPod aan het
opladen is terwijl het toestel zelf uit (standby) staat.
•
Knippert wanneer de aangesloten Yamaha Bluetooth
adapter (zoals de YBA-10, los verkrijgbaar) en een
Bluetooth component verbinding aan het maken zijn
(‘pairing’), of wanneer de Bluetooth adapter aan het zoeken
is naar een Bluetooth component (zie bladzijde 62).
•
Licht op terwijl de Yamaha Bluetooth adapter is verbonden
met de Bluetooth component (zie bladzijde 62).
4
ENHANCER indicator
Licht op wanneer de Compressed Music Enhancer functie
is geselecteerd (zie bladzijde 50).
5
Signaalbron indicators
De corresponderende cursor licht op om aan te geven
welke signaalbron op dit moment is geselecteerd.
6
YPAO indicator
Licht op wanneer u de “AUTO SETUP” doet en wanneer de
via de “AUTO SETUP” ingestelde luidspreker-instellingen
zonder wijzigingen worden gebruikt (zie bladzijde 32).
7
Tuner (radio) indicators
Licht op wanneer dit toestel in de FM of AM
afstemfunctie staat (zie de bladzijden 53 t/m 56).
8
96/24 indicator
Licht op wanneer dit toestel een DTS 96/24 signaal
ontvangt.
DVDCD
MD/CD-R
SLEEP
YPAO
VIRTUAL
TUNERPHONO
MEMORY
AUTO
TUNED
STEREO
EONCTRTPTYPSHOLDPTY
VOL.
MUTE
96/24
LFE
LL C R
SL SB SR
JHIGEDFCAB0
9
MUTE indicator en VOLUME niveau indicator
• De MUTE indicator knippert wanneer de MUTE
functie (geluid tijdelijk uit) wordt gebruikt
(zie bladzijde 45).
• Geeft het huidige volumeniveau aan.
0
Ingangssignaal indicators
Licht op wanneer dit toestel PCM (Pulscodemodulatie) of
DSD (Direct Stream Digital) digitale audiosignalen weergeeft.
A
Decoder indicators
Wanneer één van de decoders van dit toestel in werking is,
zal de bijbehorende indicator oplichten.
B
Geluidsveld indicators
Lichten op om aan te geven welke geluidsvelden er in
werking zijn (zie bladzijde 48).
Aanwezigheidsgeluidsveld
Luisterplek
Linker surround
geluidsveld
Surround-achter geluidsveld
C
Hoofdtelefoon indicator
Rechter surround
geluidsveld
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten (zie bladzijde 45).
D
SP A B indicators
Licht op om aan te geven welke set voor-luidsprekers in
werking is (zie bladzijde 43).
SP A:De FRONT A luidsprekers zijn geactiveerd.
SP B:De FRONT B luidsprekers zijn geactiveerd.
SP A B: De FRONT A en FRONT B luidsprekers zijn
geactiveerd.
E
ZONE2 indicator
Licht op wanneer Zone 2 is ingeschakeld (zie bladzijde 105).
F
DSP indicators
De bijbehorende indicator licht op wanneer er een
geluidsveldprogramma is geselecteerd (zie bladzijde 48).
CINEMA DSP indicator
Licht op wanneer u een CINEMA DSP
geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 48).
dB
SBRSBL
30 Nl
Page 33
VIRTUAL indicator
Licht op wanneer de Virtual CINEMA DSP functie is
ingeschakeld (zie bladzijde 51).
SILENT CINEMA indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten
en er een geluidsveldprogramma is geselecteerd
(zie bladzijde 51).
G
Multifunctioneel display
Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en
andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van instellingen.
H
SLEEP indicator
Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld
(zie bladzijde 47).
I
Radio Data Systeem indicators
(Alleen modellen voor Europa en Rusland)
PTY HOLD
Licht op wanneer dit toestel in de PTY SEEK functie
(zie bladzijde 57) staat.
PS, PTY, RT en CT
Licht op aan de hand van de beschikbare Radio Data
Systeem gegevens (zie bladzijde 59).
EON
Licht op wanneer de EON gegevensdienst beschikbaar
is (zie bladzijde 58).
J
Ingangskanaal en luidspreker indicators
LFE indicator
LFE
Aanwezigheidsluidsprekers indicators
LL C R
SL SB SR
Indicators ingangskanalen
SBRSBL
Indicators ingangskanalen
• Deze geven aan uit welke kanalen het huidige
digitale ingangssignaal bestaat.
• Licht op of knippert aan de hand van de
luidsprekerinstellingen wanneer dit toestel in de
automatische instelfunctie staat (zie bladzijde 32)
of in het “BASIC MENU” in de “MANUAL
SETUP” (zie bladzijde 79).
Aanwezigheidsluidsprekers indicators
Licht op of knippert aan de hand van de “EXTRA SP
ASSIGN” instellingen wanneer dit toestel in de
automatische instelfunctie staat (zie bladzijde 32) oof
in het “BASIC MENU” in de “MANUAL SETUP”
(zie bladzijde 77).
y
U kunt de instellingen voor de aanwezigheids- en surround achterluidsprekers automatisch laten verrichten via de “AUTO SETUP” (zie
bladzijde 32), of met de hand via de instellingen voor “SUR.B L/R SP”
(zie bladzijde 78) in het “SPEAKER SET”.
Verbindingen
Gebruiken van de afstandsbediening
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal uit.
U moet de afstandsbediening goed op de
afstandsbedieningssensor op dit toestel richten.
Sensor voor de afstandsbediening
Ongeveer 6 m
Infrarood venster (1)
Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden.
Richt dit venster op de component die u wilt bedienen.
Overdrachtsindicator (2)
Knippert wanneer de afstandsbediening infraroodsignalen
aan het uitzenden is.
Uitleesvenster (6)
Toont de naam van de geselecteerde signaalbron die u
kunt bedienen.
Schakelaar voor de bedieningsfunctie (F)
De functies van sommige toetsen hangen mede af van de
stand van de schakelaar voor de bedieningsfunctie.
AMP
Bedienen van de versterkerfuncties van dit toestel.
SOURCE
Bedient de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde
component (zie bladzijde 93).
TV
Bedient de TV die is toegewezen aan DTV/CBL of
PHONO (zie bladzijde 92).
Opmerkingen
•
Mors geen water of andere vloeistoffen op de afstandsbediening.
• Laat de afstandsbediening niet vallen.
• Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de
volgende plekken:
– zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad
– plekken waar de temperatuur hoog kan worden, zoals bij de
verwarming of kachel
– zeer koude plekken
– stoffige plekken
• Voor het instellen van de afstandsbedieningscodes voor uw
componenten, zie bladzijde 94.
30 30
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
31 Nl
Page 34
AANPASSEN VAN DE LUIDSPREKERINSTELLINGEN AAN UW KAMER (YPAO)
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer (YPAO)
Dit toestel maakt gebruik van YPAO (Yamaha Parametric Room Acoustic Optimizer) technologie zodat u zelf geen
lastige luidspreker-instellingen hoeft te doen en waardoor automatisch een zeer accurate instelling wordt verkregen. De
meegeleverde optimalisatie-microfoon pikt het geluid op dat uw luidsprekers maken in de omgeving waar u ze
daadwerkelijk zult gebruiken en het toestel analyseert deze geluiden.
Gebruiken van het AUTO SETUP
Opmerkingen
• Wij wijzen u erop dat het normaal is dat tijdens de “AUTO
SETUP” procedure luide testtonen worden geproduceerd.
•
Om de beste resultaten te bereiken moet u ervoor zorgen dat de ruimte
zo stil mogelijk is tijdens de “AUTO SETUP” procedure. Als er teveel
andere geluiden zijn, is het mogelijk dat de resultaten tegenvallen.
y
• Begininstellingen worden vet aangegeven.
• U kunt de “AUTO SETUP” opstarten via het systeemmenu op
het scherm (OSD) of op het display op het voorpaneel. Deze
handleiding gebruikt de schermen van het in-beeld display
(OSD) om de “AUTO SETUP” procedure uit te leggen.
•
Voor u deze handelingen uit gaat voeren, moet u op de afstandsbediening
de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
• Dit toestel maakt gebruik van de luidsprekers die zijn
verbonden met de FRONT A luidsprekeraansluitingen als de
voor-luidsprekers voor deze instelling.
1U moet de volgende punten controleren.
Opmerking
Controleer de volgende punten voor u de automatische
instelfunctie gaat gebruiken.
❏De luidsprekers moeten correct zijn aangesloten.
❏Er mag geen hoofdtelefoon zijn aangesloten op
dit toestel.
❏Dit toestel en het beeldscherm moeten worden
ingeschakeld.
❏Dit toestel is ingesteld als de videosignaalbron
van het aangesloten beeldscherm.
Een eventueel aangesloten subwoofer moet worden
❏
ingeschakeld en het volume moet ongeveer
halverwege (of iets lager) worden ingesteld.
❏
De crossoverfrequentie voor de aangesloten subwoofer
moet op de maximum stand worden ingesteld.
VOLUME
F
CROSSOVER
HIGH CUT
AMP
zetten.
2Verbind de meegeleverde optimalisatie-
microfoon met de OPTIMIZER MIC
aansluiting op het voorpaneel.
“MIC ON View OSD menu” zal op het display op het
voorpaneel verschijnen.
OPTIMIZER MIC
S VIDEO
VIDEO AUX
VIDEOAUDIO
LR
OPTICAL
Omnidirectionele
microfoon
Het volgende menuscherm zal nu verschijnen op het
beeldscherm.
AUTOSETUP
. EXTRASPASSIGN
>ZONE2FRONTB
ZONEBPRESENCE
NONE
SETUP;;;;;;;AUTO
EQ;;;;;;;NATURAL
START
[
[
[]/[]:Up/Down
[]/[]:Select
[
[
3Plaats de optimalisatie-microfoon op uw
normale luisterplek op een vlak en
horizontaal oppervlak met de omnidirectionele microfoonkop naar boven.
Optimalisatie-microfoon
MIN
MAX
Bedieningsorganen van een subwoofer (voorbeeld)
MINMAX
❏De kamer moet voldoende stil zijn.
y
Als u twee subwoofer heeft aangesloten op dit toestel, moet het
volume voor elk van deze subwoofers iets lager worden ingesteld.
32 Nl
y
Het verdient aanbeveling een statief (enz.) te gebruiken om
de optimalisatie-microfoon vast te zetten op dezelfde hoogte
als waar uw oren zich zouden bevinden wanneer u op uw
luisterplek zit. U kunt de optimalisatiemicrofoon vastzetten
op het statief (enz.) met behulp van de statiefschroef.
Page 35
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer (YPAO)
4Druk op
9
l / h om de gewenste instelling
te selecteren voor “EXTRA SP ASSIGN” te
selecteren en druk vervolgens op 9n.
Extra luidspreker toewijzing
EXTRA SP ASSIGN
Hiermee kunt u de functie van de met de EXTRA SP
aansluitingen verbonden luidsprekers instellen.
Keuzes: FRONT B, ZONE2, ZONE B,
Selecteer “ZONE2” om deze functie in te stellen
op de Zone 2 luidsprekers. Dit toestel drijft de
Zone 2 luidsprekers aan via de interne versterker.
•
Wanneer u een ander voorluidsprekersysteem wilt gebruiken in Zone B
Selecteer “ZONE B”.
• Wanneer u gebruik maakt van
aanwezigheidsluidsprekers
(zie bladzijde 13)
Selecteer “PRESENCE” om deze functie in te
stellen op de aanwezigheidsluidsprekers.
• Wanneer u geen gebruik maakt van de
EXTRA SP aansluitingen
Selecteer “NONE” om de EXTRA SP
aansluitingen buiten werking te stellen.
Opmerking
Als u “ON” selecteert bij “BI-AMP” (zie bladzijde 110), kunt
u geen “PRESENCE” of “ZONE2” meer instellen bij
“EXTRA SP ASSIGN”.
Opmerkingen
• “RELOAD” en “UNDO” zijn alleen beschikbaar wanneer
u de “AUTO SETUP” al eerder heeft gedaan en de
resultaten daarvan heeft bevestigd.
• “RELOAD” en “UNDO” zijn niet beschikbaar wanneer u
de “BI-AMP” instelling in de geavanceerde instelfunctie
(zie bladzijde 110) of “EXTRA SP ASSIGN” in het
“BASIC MENU” (zie bladzijde 77) heeft gewijzigd.
6Druk op
9
l / h om de gewenste instelling
voor “EQ” te selecteren.
Parametrische equalizer EQ
De parametrische equalizer regelt het niveau van de
gespecificeerde frequentiebanden. Dit toestel
selecteert automatisch de cruciale frequentiebanden
voor uw luisterruimte en past de niveaus van de
geselecteerde frequentiebanden zo aan dat er een
samenhangend geluidsveld wordt gecreëerd in de
betreffende ruimte. U kunt kiezen uit de volgende
soorten instellingen voor de parametrische equalizer.
Keuzes: NATURAL, FLAT, FRONT
• Selecteer “NATURAL” om de frequentierespons
van alle luidsprekers te middelen, met minder
nadruk op de hogere frequenties, om een meer
natuurlijke weergave te verkrijgen. Aanbevolen
wanneer de FLAT instelling een beetje schel klinkt.
• Selecteer “FLAT” om de frequentierespons van
alle luidsprekers te middelen. Aanbevolen wanneer
al uw luidsprekers van vergelijkbare kwaliteit zijn.
• Selecteer “FRONT” om de frequentierespons van
elk van de luidsprekers in te stellen in
overeenstemming met de weergave van uw voorluidsprekers. Aanbevolen wanneer uw voorluidsprekers van aanzienlijk betere kwaliteit zijn
dan uw andere luidsprekers.
VOORBEREIDINGEN
5Druk op
9
l / h, selecteer “SETUP” en druk
vervolgens op 9n.
Keuzes: AUTO, RELOAD, UNDO, DEFAULT
• Selecteer “AUTO” om de hele “AUTO SETUP”
procedure automatisch te laten verlopen.
• Selecteer “RELOAD” om de laatst gemaakte
“AUTO SETUP” instellingen opnieuw te laden en
de vorige instellingen te negeren.
• Selecteer “UNDO” om de laatst gemaakte
“AUTO SETUP” instellingen ongedaan te maken
en de vorige instellingen te herstellen.
• Selecteer “DEFAULT” om de
“AUTO SETUP” parameters terug te zetten op de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
Nederlands
33 Nl
Page 36
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer (YPAO)
7Druk op
9
n, selecteer “START” en druk
vervolgens op 9ENTER om de
instelprocedure te laten beginnen.
De volgende melding zal op het in-beeld display
verschijnen.
Wanneer dit toestel begint met de automatische
instelfunctie, zullen er door de luidsprekers harde
testtonen worden geproduceerd.
Voor zo exact mogelijke metingen moet u zich zo stil
mogelijk houden en bij een wand blijven waar geen
luidsprekers in de buurt zijn. We raden u aan de
luisterruimte te verlaten terwijl de automatische
instelfunctie bezig is.
NOTICE
Loudtesttonesare
output.
Pleasekeepquiet
orleavetheroom.
Press[ENTER]
Wanneer u de volgende handeling uitvoert, zal dit
toestel beginnen met de automatische setup.
8Druk op
9
ENTER om de automatische
instelprocedure te laten beginnen.
Het volgende scherm zal verschijnen op het in-beeld
display en de instelprocedure zal vervolgens binnen
10 seconden beginnen.
AUTOSETUP
MeasurementStart
in 9seconds
9Controleer of het volgende scherm inderdaad
verschijnt en druk vervolgens op 9ENTER
om naar het resultatenscherm te gaan.
AUTOSETUP
Measurement Complete
Press [ENTER]
AUTOSETUP
. RESULT
SP :3/4/0.1
DIST: 4.50/5.30m
LVL : -9.0/+6.5dB
SET CANCEL
>
[ ]/[ ]:Up/Down
[ENTER]:Detail
De onder “RESULT” getoonde resultaten zijn als volgt:
Aantal luidsprekers SP
Tont het aantal luidsprekers dat is aangesloten op dit
toestel in deze volgorde:
Voor/Achter/Subwoofer
Luidsprekerafstand DIST
Toont de afstand van de luisterplek tot de
luidsprekers in deze volgorde:
Kleinste luidsprekerafstand/
Grootste luidsprekerafstand
Luidsprekerniveau LVL
Toont het uitgangsniveau van de luidsprekers in deze volgorde:
Laagste uitgangsniveau/Hoogste uitgangsniveau
[RETURN]:Cancel
Er worden luide testtonen geproduceerd via de
diverse luidsprekers tijdens de automatische
instelprocedure. Wanneer alle onderdelen zijn
ingesteld, zal het “RESULT” scherm verschijnen op
het in-beeld display.
Opmerkingen
• Voer geen handelingen uit met dit toestel terwijl de
automatische setup bezig is.
• Wij raden u aan de kamer te verlaten terwijl dit toestel de
automatische setup uitvoert. Het zal ongeveer 3 minuten
duren voor het toestel de automatische instelprocedure
heeft afgerond.
y
Druk op 9k om de automatische instelprocedure te
annuleren.
34 Nl
Opmerkingen
• Het signaal dat wordt gereproduceerd via de
SUBWOOFER PRE OUT 2 aansluiting is hetzelfde als
het signaal dat wordt gereproduceerd via de
SUBWOOFER PRE OUT 1 aansluiting. Daarom zal het
aantal aangesloten subwoofers altijd worden aangegeven
als “0.1”, ook als u twee subwoofers heeft aangesloten.
• Als “E-10:INTERNAL ERROR” verschijnt tijdens de
testprocedure, dient u opnieuw te beginnen vanaf stap 4.
• Als u iets anders geselecteerd heeft dan “AUTO” bij stap
5, zullen er geen testtonen worden gereproduceerd.
• Als er een fout optreedt tijdens de “AUTO SETUP”
procedure, zal de procedure worden geannuleerd en zal er
een foutmelding verschijnen. Zie “Als er een foutmelding
verschijnt” op bladzijde 36 voor details.
• Wanneer dit toestel potentiële problemen detecteert tijdens
de “AUTO SETUP” procedure, zal “WARNING” en het
aantal waarschuwingen verschijnen boven “RESULT”
(zie bladzijde 36).
• Afhankelijk van de luisteromgeving kan de melding
“SWFR PHASE:REV” verschijnen tijdens de
automatische instelprocedure en kan “SUBWOOFER
PHASE” in het “SOUND MENU” (zie bladzijde 79)
automatisch worden ingesteld op “REVERSE”.
Page 37
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer (YPAO)
10 Druk op
9
ENTER om de resultaten in detail
te bekijken.
AUTOSETUP
. RESULT
SP :3/4/0.1
DIST: 4.50/5.30m
LVL : -9.0/+6.5dB
SET CANCEL
>
[ ]/[ ]:Up/Down
[ENTER]:Detail
RESULTWIRING
FRONT L;;;;;;;OK
[ ]/[ ]:Select
[
[
[ENTER]:Return
11 Druk herhaaldelijk op
9
l / h om heen en
weer te schakelen tussen de diverse
resultaatschermen.
Druk op 9k / n om heen en weer te schakelen
tussen de parameters op een resultatenscherm.
Resultaten voor de
luidsprekeraansluitingen en bedrading
(WIRING)
Opmerkingen
• De afstanden bij de “DISTANCE” resultaten kunnen
groter zijn dan in werkelijkheid, afhankelijk van de
karakteristieken van uw subwoofer.
• Bij de “EQ” resultaten kunnen er verschillende waarden
worden gebruikt voor dezelfde frequentie om een nog
gedetailleerdere instelling te bereiken.
12 Druk op
9
ENTER om terug te keren naar
het bovenste menuniveau.
AUTOSETUP
RESULT
SP :3/4/0.1
DIST: 4.50/5.30m
LVL : -9.0/+6.5dB
. SET CANCEL
>
[ ]/[ ]:Up/Down
[ENTER]:Enter
13
Controleer of de aanwijzer bij “SET” en
“CANCEL” staat en druk vervolgens op
om “SET” of “CANCEL” te selecteren.
AUTOSETUP
RESULT
SP :3/4/0.1
DIST: 4.50/5.30m
LVL : -9.0/+6.5dB
. SET CANCEL
>
[ ]/[ ]:Up/Down
[ENTER]:Enter
9
l
VOORBEREIDINGEN
/ h
Resultaten voor de
luidsprekerafstand tot de
luisterplek
(DISTANCE)
Resultaten voor de instellingen
voor de luidsprekerafmetingen
(SIZE)
Resultaten voor de parametrische
equalizer voor elk van de luidsprekers
(EQ)
Resultaten voor het uitgangsniveau
van de luidsprekers
(LEVEL)
y
Als u niet tevreden bent met de resultaten of als u de diverse
parameters met de hand wilt instellen, kunt u de “MANUAL
SETUP” gebruiken (zie bladzijde 72).
Keuzes: SET, CANCEL
• Selecteer “SET” om de “AUTO SETUP” resultaten
te bevestigen.
• Selecteer “CANCEL” om de “AUTO SETUP”
resultaten te annuleren.
14 Druk op
9
ENTER om uw keuze te
bevestigen.
Het volgende scherm zal verschijnen. Koppel de
optimalisatiemicrofoon los van dit toestel om het
“SET MENU” af te sluiten. De optimalisatiemicrofoon is niet goed bestand tegen warmte. Houd
deze uit de zon en plaats hem niet bovenop dit toestel.
AUTOSETUP
AUTOSETUPComplete
Disconnect Microphone
PRESS [ENTER]
[MENU]:Exit
y
Als u veranderingen aanbrengt in de aangesloten luidsprekers, de
opstelling van de luidsprekers of de inrichting van uw
luisterruimte, moet u de “AUTO SETUP” opnieuw uitvoeren om
uw systeem opnieuw te optimaliseren.
Nederlands
35 Nl
Page 38
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer (YPAO)
■ Als er een foutmelding verschijnt
Druk op 9k / n / l / h, selecteer “RETRY” of
“EXIT” en druk vervolgens op 9ENTER.
Het volgende scherm is een voorbeeld waarin “E-9:USER
CANCEL” verschijnt in het in-beeld display (OSD).
ERROR
. E-9:USER CANCEL
Don't operate
any function
>RETRY EXIT
[ ]/[ ]:Select
[
[
[ENTER]:Enter
Keuzes: RETRY, EXIT
• Selecteer “RETRY” om de “AUTO SETUP” procedure
opnieuw te proberen.
• Selecteer “EXIT” om de “AUTO SETUP” procedure
af te sluiten.
y
Als “E-5:NOISY” verschijnt, zal “PROCEED” ook bij de keuzes
verschijnen. Wanneer u “PROCEED” selecteert, zal dit toestel
doorgaan met de metingen en instellingen, maar is het mogelijk
dat de instellingen niet optimaal zijn.
■ Als “WARNING” verschijnt
Wanneer dit toestel mogelijke problemen detecteert
tijdens de “AUTO SETUP” procedure, zal “WARNING”
verschijnen op het eerste resultatenscherm. Controleer de
waarschuwingen om uw luidsprekerinstellingen te kunnen
corrigeren.
Opmerking
Waarschuwingen verschillen van fouten in die zin dat de
“AUTO SETUP” procedure niet wordt geannuleerd door
waarschuwingen.
1Controleer of de aanwijzer bij “WARNING”
staat en druk vervolgens op 9ENTER om de
gedetailleerde gegevens voor de
waarschuwing te bekijken.
Het cijfer rechts van “WARNING” geeft het aantal
waarschuwingen aan.
AUTOSETUP
. WARNING(3)
RESULT
SP :3/4/0.1
DIST: 4.50/5.30m
LVL : -9.0/+6.5dB
>SET CANCEL
[ ]/[ ]:Up/Down
[ENTER]:Detail
2Druk herhaaldelijk op
9
l / h om heen en
weer te schakelen tussen de diverse
waarschuwingsschermen.
verwijzen we u naar de “AUTO SETUP” paragraaf in het
hoofdstuk “Oplossen van problemen” op bladzijde 117.
• Wanneer de corresponderende waarschuwing niet van
toepassing op een bepaalde luidspreker, zal in plaats
daarvan “––” worden aangegeven.
• Als “SWFR: TOO LOUD” of “SWFR: TOO LOW”
verschijnt op het “W-3:LEVEL ERROR” scherm, dient u
het volumeniveau van de subwoofer(s) aan te passen.
3Druk op
9
ENTER om terug te keren naar
het bovenste menuniveau.
36 Nl
Page 39
Selecteren van de SCENE sjablonen
Dit toestel heeft 17 SCENE ‘sjablonen’ of sets van
voorgeprogrammeerde instellingen voor allerlei standaardsituaties
waarin dit toestel gebruikt kan worden. Als fabrieksinstellingen
zijn de volgende SCENE sjablonen (instellingen) toegewezen aan
de SCENE toetsen (zie bladzijde 8):
SCENE 1: DVD Movie Viewing
SCENE 2: Music Disc Listening
SCENE 3: TV Viewing
SCENE 4: Radio Listening
SELECTEREN VAN DE SCENE SJABLONEN
2Verdraai
R
INPUT (of zet de schakelaar voor
de bedieningsfunctie op FAMP en druk
vervolgens op 9l / h) om het gewenste
sjabloon te selecteren.
DVD Viewing
Als u gebruik wilt maken van andere SCENE sjablonen, kunt
u de gewenste SCENE sjablonen selecteren uit het SCENE
sjabloonarchief en deze vervolgens toewijzen aan de SCENE
toetsen op het voorpaneel en de afstandsbediening.
Selecteer het gewenste
SCENE sjabloon
1
Wijs het
SCENE
SCENE sjabloonarchief
(Voorbeeld)
sjabloon toe
aan de SCENE
toets
Selecteren van het gewenste SCENE
sjabloon voor de SCENE toetsen
1Houd
S
SCENE (of 4SCENE) tenminste
3 seconden ingedrukt.
De indicator van de geselecteerde SCENE toets op het
voorpaneel begint nu te knipperen en de naam van het
SCENE sjabloon dat daar op dit moment aan is toegewezen
zal verschijnen op het display op het voorpaneel.
3 seconden
3 seconden
3
Druk nog eens op de SSCENE
4
(of
SCENE
) toets om uw keuze te bevestigen.
Het geselecteerde SCENE sjabloon wordt nu
toegewezen aan de SCENE toets.
1
Voorpaneel
of
1
Afstandsbediening
Opmerking
Wanneer de gewenste SCENE sjablonen zijn toegewezen
aan de SCENE toetsen, moet u de signaalbron voor het
SCENE sjabloon instellen op de afstandsbediening. Zie
bladzijde 41 voor details.
BASISBEDIENING
1
Voorpaneel
of
Afstandsbediening
1
Knippert
DVD MovieView
1
1
Nederlands
37 Nl
Page 40
Selecteren van de SCENE sjablonen
■ Welk SCENE sjabloon wilt u selecteren?
Welke signaalbron wilt u
laten weergeven?
Videobronnen
(DVD video,
opgenomen beelden)
Muziekdiscs
(CD, SA-CD of DVD-Audio)
Radioprogramma’s
Welke component wilt u
laten weergeven?
DVD
DVR
DVD
CD
TUNER (FM/AM radio)
SCENE sjablonen
DVD Viewing
DVD Movie Viewing
DVD Live Viewing
DVR Viewing
Disc Hi-fi Listening
Music Disc Listening
Disc Listening
CD Hi-fi Listening
CD Listening
CD Music Listening
Radio Listening
Standaard
SCENE toetsen
1
2
4
iPod of Bluetooth
component
TV programma’s
*
DOCK
DTV/CBL
Dock Listening
TV Viewing
3
TV Sports Viewing
Videospelletjes
V-AUX
*
Action Game Playing
RPG Playing
Ouderwetse platen
PHONO
LP Record Listening
Opmerking
*
Wanneer er een iPod is aangesloten op het Yamaha iPod universeel dock of een Bluetooth component op de Bluetooth adapter, zal dit
toestel de audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting weergeven.
y
U kunt ook uw eigen SCENE sjablonen maken door de voorgeprogrammeerde instellingen van de SCENE sjablonen te wijzigen. Zie
bladzijde 40 voor details.
38 Nl
Page 41
Selecteren van de SCENE sjablonen
■ Beschrijvingen voorgeprogrammeerde SCENE sjablonen
De afbeeldingen van de SCENE toets in de volgende tabel geven de toegewezen SCENE toetsen in de
standaardinstelling aan.
SCENE sjabloonSignaalbronWeergavefunctieKenmerken
DVD Viewing
DVD Movie Viewing
1
DVD Live Viewing
DVR Viewing
Disc Hi-fi Listening
Music Disc Listening
2
*
DVD
DVD
*
Straight
MOVIE
Sci-Fi
*
DVD
ENTERTAINMENT
Music Video
DVRMOVIE
Drama
*
DVD
DVD
*
Pure Direct
STEREO
2ch Stereo
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u algemeen materiaal
weergeeft met uw DVD-speler.
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u films weergeeft met
uw DVD-speler.
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u live muziekbeelden
weergeeft met uw DVD-speler.
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u films weergeeft met
uw digitale videorecorder.
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u hi-fi muziekdiscs
afspeelt met uw DVD-speler.
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u muziekdiscs afspeelt
met uw DVD-speler.
BASISBEDIENING
Disc Listening
DVD
STEREO
*
7ch Stereo
CD Hi-fi Listening
CD Listening
CD
CD
*
Pure Direct
STEREO
*
7ch Stereo
CD Music Listening
CD
STEREO
*
2ch Stereo
Radio Listening
4
Dock Listening
TUNERMUSIC ENHANCER
7ch Enhancer
V-AUXMUSIC ENHANCER
7ch Enhancer
TV Viewing
3
TV Sports Viewing
DTV/CBLStraight
DTV/CBLENTERTAINMENT
Sports
Action Game
Playing
RPG Playing
V-AUXENTERTAINMENT
Action Game
V-AUXENTERTAINMENT
Roleplaying Game
LP Record Listening
*
Wanneer de aangesloten DVD-speler of CD-speler geschikt is voor SCENE stuursignalen en is verbonden met de REMOTE OUT
PHONOPure Direct
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u muziek afspeelt met
uw DVD-speler als achtergrondmuziek.
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u hi-fi muziekdiscs
afspeelt met uw CD-speler.
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u muziekdiscs afspeelt
met uw CD-speler.
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u muziek afspeelt met
uw CD-speler als achtergrondmuziek.
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u naar FM of AM
radioprogramma’s luistert.
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u muziek wilt
weergeven van uw iPod die is aangesloten via een Yamaha
iPod universeel dock of van een Bluetooth component die is
verbonden via de Bluetooth adapter.
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u naar algemene
programma’s op uw TV kijkt.
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u naar
sportprogramma’s op uw TV kijkt.
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u actiespellen zoals
racespelletjes en FPS (eerste persoon schiet-) spellen wilt
spelen.
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u een role-playing
spel wilt spelen.
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u platen afspeelt met
uw draaitafel.
aansluiting van dit toestel, dan kan dit toestel de DVD-speler of CD-speler in kwestie aansturen via de SCENE functie.
39 Nl
Nederlands
Page 42
Selecteren van de SCENE sjablonen
Uw eigen SCENE sjablonen maken
U kunt voor elk van de SCENE toetsen uw eigen SCENE
sjabloon maken. U kunt gebruik maken van de
17 voorgeprogrammeerde SCENE sjablonen om uw eigen
SCENE sjablonen vast te leggen.
Selecteer het gewenste
SCENE sjabloon
SCENE sjabloonarchief
(Voorbeeld)
1Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
2Houd de gewenste
3 seconden lang ingedrukt.
Het bewerkingsscherm voor het SCENE sjabloon zal
op het beeldscherm verschijnen.
Maak uw eigen SCENE
sjabloon
: DVD
INPUT
: DVD Viewing
SCENE
Wijs het SCENE
sjabloon toe aan de
SCENE toets
4
SCENE toets
SCENE : DVD Viewing
1
3Druk op
9
k / n om de gewenste instelling
van het SCENE sjabloon te selecteren en
gebruik vervolgens 9l / h om de gewenste
waarde in te stellen.
U kunt de volgende instellingen van een SCENE
sjabloon wijzigen:
• INPUT: De signaalbron.
• MODE: De ingeschakelde
geluidsveldprogramma’s, “Straight” of
“Pure Direct” functie.
4Druk nog eens op de
4
SCENE toets om uw
wijziging te bevestigen.
y
Er zal een asterisk (*) bij de naam van het originele SCENE
sjabloon verschijnen.
Opmerkingen
• Wanneer de gewenste SCENE sjablonen zijn toegewezen aan
de 4SCENE toetsen, moet u de signaalbron voor het SCENE
sjabloon instellen op de afstandsbediening. Zie bladzijde 41
voor details.
• U kunt voor elk van de SCENE toetsen een aangepast SCENE
sjabloon aanmaken, maar als u een ander aangepast SCENE
sjabloon aanmaakt, zal dit toestel het oude aangepaste SCENE
sjabloon vervangen door het nieuwe.
• Het nieuw aangemaakte sjabloon is alleen beschikbaar voor de
oorspronkelijk geselecteerde SCENE toets.
Wanneer het SCENE sjabloon dat u wilt bewerken niet is
toegewezen aan één van de 4SCENE toetsen, dient u net
zo vaak op 9l / h te drukken tot het gewenste SCENE
sjabloon op het menuscherm verschijnt.
40 Nl
Selecteer de naam van het gewenste SCENE
sjabloon bij stap 3 onder “Uw eigen SCENE
sjablonen maken” en druk vervolgens op
• Druk op 9k / n om het gewenste teken te selecteren.
• Druk op 9l / h om een “_” (onderstreping) te
plaatsen onder de spatie of onder een teken.
• Druk op 0RETURN om de nieuwe naam te
annuleren.
• Druk op 9ENTER om de nieuwe naam definitief te
maken.
Page 43
Selecteren van de SCENE sjablonen
Gebruiken van de afstandsbediening voor de SCENE functie
■ Bedienen van signaalbronnen in de
SCENE functie
U kunt zowel dit toestel als de signaalbron bedienen met
deze afstandsbediening. U moet wel van tevoren voor elke
signaalbron de juiste afstandsbedieningscode instellen (zie
bladzijde 94).
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
F
SOURCE zetten.
1Druk op de gewenste
4
SCENE toets op de
afstandsbediening.
2Druk op de gewenste toetsen in het met een
sterretje (*) aangegeven gebied hieronder om
de signaalbron voor het geselecteerde
SCENE sjabloon te bedienen.
POWER
POWER
POWER
STANDBY
AV
TV
*
SCENE
1234
TUNER
V-AUX/DOCK
DTV/CBL
DVD
DVR
+
+
TV VOL TV CH
–
TV MUTE
TV INPUT
PRESET/CH
SET MENU
LEVEL
MENU
TITLE
SRCH MODE
BAND
ENTER
A/B/C/D/E
DISPLAY
RETURN
MEMORY
LIVE/CLUB
CLASSICAL
ENTERTAIN
2
1
STEREO
ENHANCER
SUR. DECODE
5
6
MULTI CH IN
0
9
INFOEONMODE- PTY SEEK- START
REC
LEARN
MACRO
ON
OFF
VCR
+
CD
VOLUME
MUTE
3
7
10
+
––
CLEAR
MD/CD-R
PHONO
SELECT
AUDIO
PURE DIRECT
STRAIGHT
MOVIE
PARAMETER
SLEEP
ENT
RENAME
CBA
4
8
AMP
SOURCE
TV
SCENE
toetsen
Zet op
SOURCE
■ Instellen van de signaalbron voor een
aangepast SCENE sjabloon op de
afstandsbediening
Als u de signaalbron veranderd heeft voor het
geselecteerde SCENE sjabloon, moet u de nieuwe
signaalbron voor het SCENE sjabloon instellen op de
afstandsbediening om de component in kwestie correct te
kunnen bedienen.
1Houd de
4
SCENE toets en de gewenste
ingangskeuzetoets (5) ingedrukt.
De zend-indicator (2) knippert twee keer.
2Houd de toetsen uit stap 2 ingedrukt tot
“OK” verschijnt in het uitleesvenster (6) op
de afstandsbediening.
Opmerking
Als de instelling van de nieuwe signaalbron niet gelukt is,
zal “NG” (Niet Goed) in het uitleesvenster (6) verschijnen.
Herhaal in een dergelijk geval de procedure voor het
instellen.
BASISBEDIENING
Opmerking
*
Deze toetsen bedienen de signaalbron. Zie bladzijde 93 voor
details omtrent de functies van de toetsen.
Nederlands
41 Nl
Page 44
WEERGAVE
Weergave
Let op
U moet zeer voorzichtig zijn wanneer u DTS
gecodeerde CD’s gaat afspelen. Als u een DTS
gecodeerde CD afspeelt op een CD-speler die niet
geschikt is voor DTS-weergave, zult u alleen een
ongewenst geruis of lawaai horen dat zelfs uw
luidsprekers kan beschadigen. Controleer of uw
CD-speler geschikt is voor DTS gecodeerde CD’s.
Controleer ook het geluidsniveau van uw CD-speler
voor u een DTS gecodeerde CD gaat afspelen.
y
Om DTS gecodeerde CD’s weer te kunnen geven bij gebruik
van een digitale audioverbinding, moet u voor de weergave
begint “DECODER MODE” in het “INPUT MENU”
instellen op “DTS” (zie bladzijde 86).
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
F
AMP zetten.
Basisprocedure
1Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
y
Zie bladzijde 46 om informatie over de signaalbron op het
beeldscherm te tonen.
2Verdraai
ingangskeuzetoetsen op de (5)) om de
gewenste signaalbron te selecteren.
De naam van de op dit moment geselecteerde
signaalbron wordt een paar seconden lang op het
display getoond.
y
De met de geselecteerde signaalbron corresponderende
ingangskeuzetoets licht ongeveer 5 seconden lang op nadat
u op een toets op de afstandsbediening heeft gedrukt om aan
te geven welke component er bediend wordt.
R
INPUT (of druk op één van de
Beschikbare signaalbronnen
MULTI CH
VCR DVR
V-AUX
DTV/CBL
DVDCD
MD/CD-R
TUNER PHONO
DVD
Op dit moment geselecteerde signaalbron
3Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
• Raadpleeg de handleiding van de betreffende
component.
• Zie bladzijde 53 voor details omtrent het
afstemmen (FM/AM).
• Zie bladzijde 60 voor details omtrent iPod
bediening.
• Zie bladzijde 62 voor details omtrent Bluetooth
bediening.
4
Verdraai JVOLUME
(of druk op GVOLUME + /–
om het volume op het gewenste niveau in te
stellen.
y
• Zie bladzijde 52 voor het instellen van het uitgangsniveau
van elke luidspreker.
• Dit heeft geen invloed op het AUDIO OUT (REC) niveau.
• U kunt het beginvolume en het maximum volume bepalen
(zie bladzijde 81).
5Verdraai
N
PROGRAM (of druk herhaaldelijk
op één van de toetsen voor de
geluidsveldprogramma’s
(O))
om het
gewenste geluidsveldprogramma te
selecteren.
De naam van het geselecteerde
geluidsveldprogramma zal verschijnen op het display
op het voorpaneel en op het in-beeld display. Zie
bladzijde 48 voor details omtrent
geluidsveldprogramma’s.
Sci-Fi
Op dit moment geselecteerde geluidsveldprogramma
Opmerking
Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden
geselecteerd wanneer de component die is verbonden met de
MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als
signaalbron (zie bladzijde 43).
y
• Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak,
niet alleen op basis van de naam van het programma.
• Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het
toestel automatisch het laatst met die signaalbron
gebruikte geluidsveldprogramma instellen.
• Om informatie te laten weergeven op het in-beeld display
over het op dit moment geselecteerde
geluidsveldprogramma, zie bladzijde 64 voor details.
)
42 Nl
Page 45
Weergave
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
F
AMP zetten.
Selecteren van de MULTI CH
INPUT component
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT
aansluitingen verbonden signaalbron (zie bladzijde 25).
Verdraai RINPUT en selecteer “MULTI CH”
(of druk op PMULTI CH IN).
“MULTI CH” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
y
Gebruik het “MULTI CH” menu in het “INPUT MENU” om de
parameters voor MULTI CH INPUT in te stellen (zie
bladzijde 87).
Opmerking
Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden geselecteerd
wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH
INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron.
Selecteren van de gewenste set
voor-luidsprekers
Gebruik deze functie om een voor-luidsprekersysteem
(FRONT A en/of FRONT B) aan of uit te zetten.
Druk herhaaldelijk op ASPEAKERS op het
voorpaneel om de om de set voor-luidsprekers
aangesloten op de FRONT A en/of EXTRA SP
luidsprekeraansluitingen aan of uit te zetten.
De actieve set voor-luidsprekers verandert als volgt.
FRONT AFRONT B
FRONT A
Uit
Opmerkingen
• De FRONT A en B of FRONT B instelling is niet beschikbaar
wanneer “EXTRA SP ASSIGN” is ingesteld op “PRESENCE”,
“ZONE 2” of “NONE” (zie bladzijde 77).
• Zet het volume van dit toestel uit wanneer u de instelling voor
de voor-luidsprekers omschakelt.
■ Gebruiken van de Zone B functie
Wanneer u “EXTRA SP ASSIGN” instelt op “ZONE B”
(zie bladzijde 77), kunt u de luidsprekers die zijn verbonden
met de EXTRA SP luidsprekeraansluitingen in een andere
kamer gebruiken (Zone B).
en
FRONT B
BASISBEDIENING
Druk herhaaldelijk op ASPEAKERS op het
voorpaneel om de Zone B luidsprekers aan of uit
te zetten.
Wanneer u de Zone B luidsprekers inschakelt, zullen alle
luidsprekers in de hoofdzone buiten werking worden
gesteld.
Opmerking
Als u het geluidsveldprogramma selecteert en de Zone B
luidsprekers inschakelt, zal automatisch Virtual CINEMA DSP
worden ingeschakeld (zie bladzijde 51).
Nederlands
43 Nl
Page 46
Weergave
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
F
AMP
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
zetten.
Selecteren van audio ingangsaansluitingen
(AUDIO SELECT)
Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen. Gebruik
deze functie (selecteren van audio ingangsaansluitingen) om over te
schakelen naar een andere ingangsaansluiting wanneer er meerdere
aansluitingen zijn toegewezen aan de signaalbron in kwestie.
y
• In de meeste gevallen raden we u aan de selectiefunctie voor de
audio ingangsaansluiting op “AUTO” te laten staan.
•
U kunt de standaard selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting van dit toestel zelf bepalen via
“AUDIO SELECT” in het “OPTION MENU” (zie bladzijde 90).
Druk herhaaldelijk op QAUDIO SELECT
(of IAUDIO) om de gewenste instelling voor de
audio ingangsaansluiting selectie te kiezen.
Beschikbare signaalbronnen
MULTI CH
VCR DVR
V-AUX
DTV/CBL
DVDCD
MD/CD-R
TUNER PHONO
A.SEL:AUTO
Huidige instelling selectiefunctie audio ingangsaansluiting
AUDIO SELECTFunctie
AUTO
HDMI
COAX/OPT
ANALOG
Ingangssignalen worden automatisch
geselecteerd in deze volgorde:
(1) HDMI
(2) Digitale signalen
(3) Analoge signalen
Er zullen alleen HDMI signalen worden geselecteerd.
Als er geen HDMI signalen binnenkomen, zal er geen
geluid worden weergegeven.
Ingangssignalen worden automatisch
geselecteerd in deze volgorde:
(1) Digitale signalen die binnenkomen via
de COAXIAL aansluiting
(2) Digitale signalen die binnenkomen via
de OPTICAL aansluiting
Als er geen signalen binnenkomen, zal er
geen geluid worden weergegeven.
Er zullen alleen analoge signalen worden geselecteerd.
Als er geen analoge signalen binnenkomen, zal er geen
geluid worden weergegeven.
Weergeven van de huidige status
van dit toestel op een beeldscherm
U kunt de bedieningsinformatie voor dit toestel laten
weergeven op een beeldscherm.
1Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
2Druk op
afstandsbediening.
Het in-beeld display toont het huidige statusscherm.
y
• U kunt de tijd dat de huidige status op het in-beeld display
getoond wordt regelen met behulp van de “OSD-AMP”
parameter in het “OPTION MENU” (zie bladzijde 88).
• Om het statusscherm uit te schakelen, dient u nog eens op
L
Opmerking
Het signaal voor het in-beeld display wordt niet
gereproduceerd via de DVR en VCR VIDEO OUT
aansluitingen en wordt dus ook niet opgenomen.
Deze functie is niet mogelijk als er geen digitale ingangsaansluitingen
(OPTICAL, COAXIAL en HDMI) zijn toegewezen. Daarnaast zal
HDMI niet beschikbaar zijn als instelling voor de selectiefunctie voor de
audio ingangsaansluiting als de HDMI IN aansluitingen niet worden
gebruikt. Gebruik “I/O ASSIGNMENT” in het “INPUT MENU” om de
ingangsaansluiting in kwestie opnieuw toe te wijzen (zie bladzijde 85).
44 Nl
Page 47
Weergave
Gebruiken van een hoofdtelefoon
U kunt een hoofdtelefoon met een analoge
stereostekker aansluiten op de PHONES
aansluiting op het voorpaneel.
VOLUME
EDIT
SEARCH MODE
MAIN ZONE
PHONES
TONE CONTROLSTRAIGHT PURE DIRECT
SYSTEM OFF
ON/OFF
SILENTCINEMA
PRESET/TUNINGBANDSPEAKERSMEMORY INFO
SCENE
1234
PROGRAMINPUT
AUDIO SELECTOPTIMIZER MIC
EFFECT
ZONE 2
ZONE
ON/OFF
CONTROLA/B/C/D/E
VIDEO AUX
VIDEOS VIDEO
RLAUDIO OPTICAL
y
Wanneer u een geluidsveldprogramma selecteert, zal de SILENT
CINEMA functie automatisch worden ingeschakeld
(zie bladzijde 51).
Opmerkingen
• Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen
worden gereproduceerd via de luidspreker-aansluitingen.
• Alle Dolby Digital en DTS audiosignalen worden
teruggemengd naar de linker en rechter hoofdtelefoonkanalen.
Tijdelijk uitschakelen van de
geluidsweergave
Druk op GMUTE op de afstandsbediening om
de geluidsweergave tijdelijk uit te schakelen.
Druk nog eens op GMUTE om de geluidsweergave te
hervatten.
y
• U kunt ook JVOLUME verdraaien (of op GVOLUME +/–
drukken) om de geluidsweergave te hervatten.
• U kunt instellen hoe ver het volume verlaagd wordt via de
“MUTE TYPE” parameter in het “VOLUME MENU”
(zie bladzijde 81).
• De MUTE indicator knippert op het voorpaneel wanneer de
geluidsweergave tijdelijk is uitgeschakeld en verdwijnt wanneer
de geluidsweergave weer wordt hervat.
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
F
AMP zetten.
Weergeven van videomateriaal als
achtergrond bij audiomateriaal
U kunt videobeelden van een videobron combineren met
geluid van een audiobron. Zo kunt u bijvoorbeeld naar
klassieke muziek luisteren terwijl u op uw beeldscherm
kijkt naar mooie landschapsopnamen.
Gebruik de ingangskeuzetoetsen (5) op de
afstandsbediening om de gewenste videobron te
selecteren en kies vervolgens de audiobron.
Audiobronnen
Videobronnen
Videobronnen
Audiobronnen
y
• U kunt ook “MULTI CH” selecteren als geluidssignaalbron
(zie bladzijde 43). Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op FAMP en druk vervolgens op PMULTI CH IN.
• Stel de “BGV” parameter in het “MULTI CH” menu in op de
gewenste instelling om de standaard signaalbron voor
achtergrondvideo te selecteren voor de MULTI CH INPUT
signaalbron (zie bladzijde 87).
TUNER
V-AUX/DOCK
DVD
V-AUX/DOCK
DVD
MULTI CH IN
9
DTV/CBL
DVR
DTV/CBL
DVR
VCR
VCR
MD/CD-R
CD
PHONO
PHONO
BASISBEDIENING
45 Nl
Nederlands
Page 48
Weergave
Tonen van informatie over de
signaalbron
kunt de audio- en video-informatie voor het huidige
ingangssignaal bekijken.
1Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op FAMP en druk vervolgens op
H
SET MENU op de afstandsbediening.
Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld
display verschijnen.
SET MENU
.;AUTO SETUP
;MANUAL SETUP
.A;SIGNAL INFO
p
[ ]/[ ]:Up/Down
p
[ENTER]:Enter
2
Druk herhaaldelijk op 9n
te selecteren en druk dan op
De audio-informatie over de signaalbron zal op het
in-beeld display verschijnen.
3Druk op
9
l / h om heen en weer te
schakelen tussen de audio en video
informatiedisplays.
4
Druk nog eens op HSET MENU
afstandsbediening om het “SET MENU” te verlaten.
■ Audio informatie
om “SIGNAL INFO”
9
ENTER
.
op de
■ Video informatie
InformatieBeschrijving
HDMI SIGNAL
HDMI RES.
ANALOG RES.
HDMI ERROR
(HDMI MESSAGE)
Opmerking
“–––” verschijnt wanneer dit toestel de bijbehorende informatie
niet kan weergeven.
HDMI fouten en meldingen
MeldingOorzaak
DEVICE OVER
HDCP ERROR
Out of Res.
Het soort videosignalen ontvangen van
de signaalbron en gereproduceerd via
de HDMI OUT aansluiting van dit
toestel.
Resolutie van het ingangssignaal
(analoog of HDMI) en het
uitgangssignaal (HDMI). Wanneer er
composiet video- of S-videosignalen
binnenkomen, zullen de video
ingangssignalen worden aangeduid als
“Composite” of “S-Video”.
Resolutie van de analoge
videosignalen die worden
gereproduceerd via de COMPONENT
VIDEO MONITOR OUT
aansluitingen van dit toestel.
Foutmelding voor HDMI bronnen of
aangesloten HDMI apparatuur.
Er zijn teveel HDMI componenten
aangesloten.
HDCP verificatie mislukt.
Resolutie buiten bereik. Het aangesloten
beeldscherm is niet geschikt voor de
resolutie van het video ingangssignaal.
InformatieBeschrijving
FORMAT
SAMPLING
CHANNEL
BITRATE
FLAG
Signaalformattering. Wanneer het toestel geen
digitaal signaal kan detecteren, wordt er
automatisch overgeschakeld naar analoog.
Het aantal metingen per seconden van een continu
signaal om een digitaal signaal te kunnen maken.
Aantal bronkanalen in het ingangssignaal
(voor/surround/LFE). Bijvoorbeeld een multikanaals
soundtrack met 3 voorkanalen, 2 surroundkanalen en
een LFE kanaal, zal worden getoond als “3/2/0.1”.
Het aantal bits aan gegevens dat per seconde
een bepaald meetpunt passeert.
Signalering (vlag) die in DTS, Dolby Digital of
PCM signalen is meegecodeerd en die dit
toestel in staat stelt automatisch van decoder te
wisselen (“Surround EX”, enz.).
Opmerking
“–––” verschijnt wanneer dit toestel de bijbehorende informatie
niet kan weergeven.
46 Nl
Page 49
Gebruiken van de slaaptimer
Met deze functie kunt de hoofdzone zichzelf uit (standby)
laten schakelen na een door u bepaalde tijd. Deze
slaaptimer is bijvoorbeeld handig wanneer u gaat slapen
terwijl uw installatie nog aan het spelen of opnemen is. De
slaaptimer schakelt ook automatisch de op de AC
OUTLET(S) netstroomaansluitingen aangesloten externe
apparatuur uit (zie bladzijde 28).
Opmerking
Zelfs als dit toestel uit (standby) gezet wordt, zal de
stroomvoorziening voor de AC OUTLET(S)
netstroomaansluitingen niet worden afgesloten terwijl er nog een
aangesloten iPod wordt opgeladen (zie bladzijde 28).
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
F
AMP en druk herhaaldelijk op MSLEEP om de
tijd in te stellen.
Met elke druk op MSLEEP zal het display op het
voorpaneel als volgt veranderen.
SLEEP 120minSLEEP 90min
SLEEP 60minSLEEP 30minSLEEP OFF
De SLEEP indicator knippert terwijl u de tijd voor de
slaaptimer aan het instellen bent. De SLEEP indicator zal
oplichten op het display op het voorpaneel en het display
keert terug naar het geselecteerde geluidsveldprogramma.
Weergave
■ Gebruiken van de slaaptimer
Druk net zo vaak op MSLEEP op de
afstandsbediening tot “SLEEP OFF” verschijnt
op het display op het voorpaneel.
Verdwijnt
SLEEPOFF
De SLEEP indicator gaat uit en de melding “SLEEP OFF”
zal na een paar seconden verdwijnen van het display op
het voorpaneel.
y
U kunt de slaaptimer ook annuleren door met DSTANDBY
(of KMAIN ZONE ON/OFF) de hoofdzone van het toestel uit
(standby) te zetten.
BASISBEDIENING
Knippert
SLEEP
SLEEP 120min.
Licht op
SLEEP
Straight
Nederlands
47 Nl
Page 50
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Geluidsveldprogramma’s
Dit toestel is uitgerust met diverse zeer precieze digitale decoders waarmee u kunt profiteren van multikanaals weergave
van vrijwel elke stereo of multikanaals geluidsbron. Dit toestel is tevens voorzien van een Yamaha digitale
geluidsveldprogramma (DSP) processor met een aantal geluidsveldprogramma’s waarmee u uw luister-ervaring een extra
dimensie kunt geven.
Selecteren van geluidsveldprogramma’s
Verdraai NPROGRAM (of zet de schakelaar voor
de bedieningsfunctie op FAMP en druk
vervolgens herhaaldelijk op één van de
geluidsveldtoetsen (O)).
De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal
verschijnen op het display op het voorpaneel en op het
in-beeld display.
Opmerkingen
• Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel
automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte
geluidsveldprogramma instellen.
• Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden geselecteerd
wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH
INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron
(zie bladzijde 43).
• Wanneer u Dolby TrueHD, Dolby Digital Plus, DTS-HD
Master Audio, of DTS-HD High Resolution Audio
signaalbronnen weergeeft, zal dit toestel geen
geluidsveldprogramma inschakelen.
• Bij een ingangssignaal met een hogere bemonsteringsfrequentie
dan 96 kHz zal dit toestel geen geluidsveldprogramma’s
toepassen.
Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s
y
Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw eigen smaak, niet alleen op basis van de naam van het programma oid.
■ Voor muziekmateriaal
y
Voor muziekmateriaal kunnen we eveneens de Pure Direct weergavefunctie aanbevelen (zie bladzijde 52).
Opmerkingen
• Welke geluidsveldparameters er beschikbaar zijn hangt mede af van de luidsprekerinstellingen.
• “DIALG.LIFT” is alleen beschikbaar wanneer “EXTRA SP ASSIGN” onder “SPEAKER SET” is ingesteld op “PRESENCE”
(zie bladzijde 77).
CLASSICAL
ProgrammaBeschrijving
Hall in Munich
Hall in Vienna
Chamber
48 Nl
Dit geluidsveld simuleert een concertzaal met ongeveer 2500 zitplaatsen in Muenchen, met een
stijlvol houten interieur, zoals normaal is in Europese concertzalen. Verfijnde, mooie natrillingen
verspreiden zich door de ruimte en creëren een kalme sfeer. U bevindt zich virtueel in het midden
links in de zaal.
Dit is een traditionele middelgrote, doosvormige concertzaal met ongeveer 1700 zitplaatsen in
Wenen. De zuilen en ingewikkelde versieringen zorgen voor zeer complexe reflecties die voor het
publiek van alle kanten lijken te komen en voor een volle en rijke geluidsweergave.
Dit programma recreëert een relatief brede ruimte met een hoog plafond, zoals een audiëntiezaal in
een paleis. Dit levert plezierige natrillingen op die hof- en kamermuziek ten goede komen.
Page 51
Geluidsveldprogramma’s
LIVE/CLUB
ProgrammaBeschrijving
Dit programma simuleert een ‘live house’ met een laag plafond en een huiselijke atmosfeer. Een
Cellar Club
The Roxy Theatre
The Bottom Line
realistisch en levendig geluidsveld met een krachtige weergave alsof de luisteraar zich op de eerste rij
voor een klein podium bevindt.
Dit is het geluidsveld van een rock live house in Los Angeles, met ongeveer 460 plaatsen. U bevindt zich
virtueel in het midden links in de zaal.
Dit is het geluidsveld vlak voor het podium in The Bottom Line, de destijds befaamde New Yorkse jazz club.
Er is plaats voor 300 mensen links en rechts en het geluidsveld biedt een realistische en levendige weergave.
■ Voor divers materiaal
Opmerkingen
•
De beschikbare geluidsveldparameters en de gecreëerde geluidsvelden hangen mede af van de ontvangen signalen en de instellingen van dit toestel.
•
“DIALG.LIFT” is alleen beschikbaar wanneer “EXTRA SP ASSIGN” onder “SPEAKER SET” is ingesteld op “PRESENCE” (zie bladzijde 77).
ENTERTAINMENT
ProgrammaBeschrijving
Dit programma stelt de luisteraar in staat met een rijkere beleving te luisteren naar stereo
Sports
Action Game
Roleplaying Game
Music Video
sportuitzendingen en amusementsprogramma’s uit de studio. Bij sportuitzendingen worden de stemmen
van de commentatoren duidelijk in het midden geplaatst, terwijl de atmosfeer van het stadion zich
rondom uitspant zodat de luisteraar het gevoel krijgt alsof hij of zij zich middenin het stadion bevindt.
Dit geluidsveld is geoptimaliseerd voor actiespellen zoals racespelletjes en FPS (eerste persoon schiet-)
spellen. Er wordt gebruik gemaakt van weerkaatsingsgegevens die het effectbereik per kanaal beperken
voor een krachtige spelomgeving waarin de speler helemaal op kan gaan zonder een duidelijk gevoel
voor richting te verliezen.
Dit geluidsveld is geoptimaliseerd voor rollenspellen en avonturen. Het combineert de effecten voor films
en het geluidsveldontwerp voor actiespellen (“Action Game”) om de diepte en het driedimensionale
gevoel van de spelwereld tijdens het spelen weer te geven, terwijl er ook zoveel mogelijk recht wordt
gedaan aan de filmische surroundeffecten in het spel.
Dit geluidsveld geeft een beeld van een concertzaal voor live optredens van pop-, rock- en jazzmuziek.
De luisteraar kan zich in een hippe livetent wanen dankzij het aanwezigheidsgeluidsveld dat de nadruk
legt op de levendigheid van de vocalen en de solo’s en de beat van de ritmesecties, en dankzij het
surroundgeluidsveld dat zorgt voor de ruimtelijkheid van een grote live zaal.
■ Voor filmmateriaal
y
U kunt de gewenste decoder instellen voor gebruik met de volgende geluidsveldprogramma’s (behalve met “Mono Movie”). Zie bladzijde 69 voor details.
Opmerkingen
•
De beschikbare geluidsveldparameters en de gecreëerde geluidsvelden hangen mede af van de ontvangen signalen en de instellingen van dit toestel.
•
“DIALG.LIFT” is alleen beschikbaar wanneer “EXTRA SP ASSIGN” onder “SPEAKER SET” is ingesteld op “PRESENCE” (zie bladzijde 77).
MOVIE
BASISBEDIENING
ProgrammaBeschrijving
Dit programma creëert een geluidsveld dat de nadruk legt op het omhullende surroundgevoel zonder de
Standard
Spectacle
Sci-Fi
oorspronkelijke akoestische positionering van multikanaals audio zoals Dolby Digital en DTS aan te
tasten. Het ontwerp gaat uit van het concept van een “ideale bioscoop” waarin het publiek wordt omhuld
door de natrillingen van links, rechts en van achteren.
Dit programma reproduceert de overweldigende ervaring van groots opgezette spektakelfilms.
Het voorziet in een breed geluidsveld dat past bij Cinemascope en andere breedbeeld films, met een
uitstekend dynamisch bereik, van zeer zachte tot verschrikkelijk harde geluiden.
Dit programma geeft een heldere reproductie van de verfijnde geluidseffecten van de nieuwste
science-fiction en special-effects films.
U kunt hierdoor genieten van een cinematografisch gelaagde virtuele ruimte, waarin de dialogen, de
geluidseffecten en achtergrondmuziek duidelijk gescheiden zijn.
Nederlands
49 Nl
Page 52
Geluidsveldprogramma’s
ProgrammaBeschrijving
Dit programma is ideaal voor een precieze reproductie van het geluid bij actie- en avonturenfilms.
Adventure
Drama
Mono Movie
Het geluidsveld beperkt natrillingen en geeft de nadruk aan het reproduceren van een zich ver naar links
en naar rechts uitstrekkende geluidsruimte. De gereproduceerde diepte wordt ook relatief beperkt om de
scheiding tussen de audiokanalen en de helderheid van de weergave te kunnen waarborgen.
Dit geluidsveld biedt stabiele natrillingen die geschikt zijn voor een breed scala aan filmgenres, van
serieus drama tot musicals en komedies. De natrillingen zijn gematigd maar bieden een optimale 3D
gewaarwording, effecttonen en achtergrondmuziek worden zachtjes weergegeven, maar gesproken tekst
wordt helder weergegeven en in het midden gepositioneerd op een manier die de luisteraar niet vermoeit,
ook niet na vele uren kijken.
Dit programma is speciaal bedoeld voor de reproductie van mono videomateriaal, zoals klassieke films,
en geeft u het gevoel alsof u in een oude, gezellige bioscoop zit.
Dit programma produceert de optimale expansie en natrillingen voor de originele geluidsweergave en
creëert een comfortabele ruimte met een duidelijk bepaalde diepte.
Opmerking
Welke parameters er beschikbaar zijn hangt mede af van de gebruikte signaalbron en de instellingen van dit toestel.
STEREO
ProgrammaBeschrijving
2ch Stereo
7ch Stereo
Gebruik dit programma om multikanaals materiaal terug te brengen naar 2 kanalen.
Gebruik dit programma om geluid weer te laten geven door alle luidsprekers. Wanneer u multikanaals
materiaal weergeeft, zal dit toestel het bronsignaal terugbrengen tot 2 kanalen en het geluid vervolgens
weergeven via alle luidsprekers. Dit programma geeft een groter geluidsveld en is ideaal voor
achtergrondmuziek bij feesten en partijen enz.
■ De Compressed Music Enhancer
MUSIC ENHANCER
ProgrammaBeschrijving
Straight Enhancer
7ch Enhancer
Gebruik dit programma om het geluid te verbeteren tot het zo goed mogelijk de originele diepte en
breedte van het 2-kanaals of multikanaals signaal voor compressie benadert.
Gebruik dit programma voor weergave met compensatie voor compressie-artefacten in 7-kanaals stereo.
■ Surround decode mode
SUR. DECODE
ProgrammaBeschrijving
Sur. Decoder
Kies dit programma voor weergave van signaalbronnen met speciaal daarvoor geselecteerde decoders.
U kunt 2-kanaals materiaal via meer kanalen laten weergeven. Zie bladzijde 70 voor details.
50 Nl
Page 53
Geluidsveldprogramma’s
■ Gebruiken van geluidsveldprogramma’s
zonder surround-luidsprekers
(Virtual CINEMA DSP)
Virtual CINEMA DSP stelt u in staat te profiteren van de
CINEMA DSP programma’s zonder
surround-luidsprekers. Dit programma maakt virtuele
luidsprekers om het oorspronkelijke geluidsveld te
reproduceren.
Als u “SUR. L/R SP”
instelt, zal Virtual CINEMA DSP automatisch worden
ingeschakeld wanneer u een geluidsveldprogramma
selecteert (zie bladzijde 48).
Opmerking
In de volgende gevallen zal Virtual CINEMA DSP niet in
werking treden, ook al staat “SUR. L/R SP” op “NONE”
(zie bladzijde 78):
– wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH
INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron
(zie bladzijde 43).
– wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit.
– wanneer dit toestel in de “7ch Stereo” stand staat.
op “NONE” (zie bladzijde 78)
■ Luisteren naar multikanaals materiaal en
geluidsveldprogramma’s met een
hoofdtelefoon (SILENT CINEMA)
De SILENT CINEMA functie stelt u in staat naar
multikanaals materiaal of filmsoundtracks, inclusief
Dolby Digital en DTS materiaal, te luisteren met een
normale hoofdtelefoon. SILENT CINEMA wordt
automatisch ingeschakeld wanneer u een hoofdtelefoon
aansluit op de PHONES aansluiting terwijl u luistert met
de geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 48). Indien
ingeschakeld zal de SILENT CINEMA indicator oplichten
op het display op het voorpaneel.
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
F
AMP zetten.
Luisteren naar onbewerkte
weergave (‘Straight’ (rechtstreekse)
weergavefunctie)
Wanneer het toestel in de “Straight” stand staat, worden
2-kanaals stereobronnen alleen weergegeven via de linker
en rechter voor-luidsprekers. Multikanaals materiaal zal
rechtstreeks via de diverse kanalen worden weergegeven
zonder verdere toevoeging van effecten.
Druk op OSTRAIGHT (of KSTRAIGHT) en
selecteer “Straight”.
■ Uitschakelen van de “Straight”
weergavefunctie
Druk op OSTRAIGHT (of KSTRAIGHT) zodat
“Straight” verdwijnt van het display op het
voorpaneel.
Eventuele geluidseffecten worden nu weer ingeschakeld.
BASISBEDIENING
Opmerkingen
• SILENT CINEMA treedt niet in werking wanneer de
component die is verbonden met de MULTI CH INPUT
aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 43).
• SILENT CINEMA staat buiten werking wanneer “Pure Direct”
(zie bladzijde 52) of “2ch Stereo” (zie bladzijde 50) is
geselecteerd, of wanneer het toestel in de “Straight” functie
staat (zie bladzijde 51).
Nederlands
51 Nl
Page 54
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
Gebruiken van audiofuncties
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
F
AMP zetten.
Instellen luidsprekerniveaus
U kunt het uitgangsniveau van de luidsprekers instellen
terwijl u naar muziek aan het luisteren bent. Dit is ook
mogelijk wanneer u een signaal dat via de MULTI CH
INPUT aansluitingen binnenkomt afspeelt.
Opmerking
Deze handeling overschrijft de niveau-instellingen die zijn
gemaakt via de “AUTO SETUP” (zie bladzijde 32) en
“SP LEVEL” (zie bladzijde 79) methodes.
1Druk herhaaldelijk op
afstandsbediening en vervolgens op 9k / n
tot u de luidspreker geselecteerd heeft die u
wilt instellen.
DisplayIngestelde luidspreker
FRONT L
FRONT R
CENTER
SUR. L
SUR. R
SBL
SBR
SWFR
PRNS L
PRNS R
y
• Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt mede
af van de luidsprekerinstellingen.
• Wanneer het beeldscherm is ingeschakeld, zal het
“LEVEL” instelmenu op het scherm verschijnen.
2Druk op
(volume) van de luidspreker te regelen.
•
Druk op 9h
•
Druk op 9l
Instelbereik: –10,0 dB t/m +10,0 dB
3
Druk op 8LEVEL
van het luidsprekerniveau uit te schakelen.
Linker voor-luidspreker
Rechter voor-luidspreker
Midden-luidspreker
Linker surround-luidspreker
Rechter surround-luidspreker
Linker surround achter-luidspreker
Rechter surround achter-luidspreker
Subwoofer
Linker aanwezigheidsluidspreker
Rechter aanwezigheidsluidspreker
9
l / h om het uitgangsniveau
om de ingestelde waarde te verhogen.
om de ingestelde waarde te verlagen.
8
LEVEL op de
om het display met de instelling
Luisteren naar pure hi-fi weergave
Gebruik de Pure Direct functie om te luisteren naar de
pure, onveranderde weergave van de geselecteerde bron.
Wanneer de Pure Direct functie is ingeschakeld, geeft dit
toestel de geselecteerde signaalbron weer met zo min
mogelijk tussenliggende schakelingen.
Druk op PPURE DIRECT (of JPURE DIRECT)
om de Pure Direct functie aan of uit te zetten.
De PPURE DIRECT
toets op het voorpaneel zal oplichten
wanneer dit toestel in de Pure Direct stand staat. Het display
op het voorpaneel wordt automatisch donkerder.
Opmerkingen
• De volgende handelingen zijn niet mogelijk wanneer dit toestel
in de Pure Direct stand staat:
– omschakelen van het geluidsveldprogramma
– weergeven van het in-beeld display
– instellen van de “SET MENU” parameters
(behalve niveau-instellingen)
– bedienen van videofuncties (video-conversie enz.)
• De Pure Direct functie wordt automatisch geannuleerd wanneer
dit toestel uit wordt gezet.
y
Het display op het voorpaneel wordt alleen ingeschakeld wanneer
dat nodig is.
Toonregeling
Gebruik deze functie om de weergave van de lage tonen en
die van de hoge tonen voor de linker en rechter
luidsprekerkanalen te regelen.
y
De instellingen voor de luidsprekers en die voor de hoofdtelefoon
worden apart opgeslagen.
1Druk herhaaldelijk op
op het voorpaneel om de weergave van de
hoge tonen (TREBLE) of de weergave van de
lage tonen (BASS) te regelen.
2Verdraai
de hoge tonen (TREBLE) of de weergave van
de lage tonen (BASS) te regelen.
Instelbereik: –6 dB t/m +6 dB
Opmerkingen
• Als u de hoge of lage tonen teveel versterkt of verzwakt, is het
mogelijk dat de toonkleur van de surround-luidsprekers niet meer
bij die van de andere past.
•
TONE CONTROL staat buiten werking wanneer PURE DIRECT is
geselecteerd, of wanneer MULTI CH INPUT is geselecteerd als signaalbron.
N
PROGRAM om de weergave van
M
TONE CONTROL
52 Nl
Page 55
FM/AM AFSTEMMEN
FM/AM afstemmen
Overzicht
U kunt op twee manieren afstemmen op de gewenste FM/AM zender:
Afstemmen op een bepaalde frequentie (AUTO TUNING/MANUAL TUNING)
U kunt de frequentie van de gewenste FM/AM zender automatisch of met de hand opzoeken (zie “Basisbediening
afstemmen” elders op deze bladzijde).
Afstemmen op een voorkeuzezender (PRESET TUNING)
U kunt van tevoren de gewenste FM/AM zender(s) voorprogrammeren en deze vervolgens weer makkelijk oproepen
door de bijbehorende voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer op te geven (zie “Gebruiken van voorkeuzezenders” op
bladzijde 54).
Opmerking
Stel de aangesloten FM en AM antennes zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt.
Handmatig afstemmen (MANUAL TUNING)
Basisbediening afstemmen
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
F
SOURCE zetten en dan op 5TUNER drukken.
Gebruik deze functie als de zender waarop u wilt
afstemmen zwak is en er niet automatisch op
afgestemd kan worden. Wanneer dit toestel in de
stand voor handmatig afstemmen staat, zal
“MANUAL TUNING” eventjes op het display op het
voorpaneel verschijnen.
BASISBEDIENING
1Verdraai
selecteer de “TUNER” (radio) als
signaalbron.
2Druk op
radioband te kiezen.
“FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
3Druk op
MODE) en selecteer de gewenste
afstemfunctie.
Automatisch afstemmen (AUTO TUNING)
Gebruik deze functie wanneer het signaal van de
zender waarop u wilt afstemmen sterk genoeg is.
Wanneer dit toestel in de stand voor automatisch
afstemmen staat, zal “AUTO TUNING” eventjes op
het display op het voorpaneel verschijnen. De AUTO
indicator verschijnt op het display op het voorpaneel.
R
INPUT (of druk op 5TUNER) en
C
BAND (of 8BAND) om de
B
SEARCH MODE (of HSRCH
Licht op
AUTO
AFM 89.10MHz
Geen dubbele punt (:)
AFM 89.10MHz
Geen dubbele punt (:)
y
Handmatig afstemmen op een FM zender zal automatisch de
ontvangst naar mono overschakelen om de kwaliteit van de
ontvangst te verbeteren.
Afstemmen op een voorkeuzezender
(PRESET TUNING)
Gebruik deze functie om opgeslagen
voorkeuzezenders op te roepen. Wanneer dit toestel in
de stand voor het afstemmen op voorkeuzezenders
staat, zal “PRESET TUNING” eventjes op het
display op het voorpaneel verschijnen. Afstemmen op
een bepaalde frequentie is niet mogelijk. Zie
bladzijde 54 voor details.
4Druk herhaaldelijk op
l / h (of 9PRESET/CH k / n) om af te
stemmen op de gewenste zender.
• Druk op Eh (of 9k) om af te stemmen op een
hogere frequentie.
• Druk op El (of 9n) om af te stemmen op een
lagere frequentie.
E
PRESET/TUNING
Nederlands
53 Nl
Page 56
FM/AM afstemmen
y
• Wanneer dit toestel is afgestemd op een zender, zal de TUNED
indicator oplichten.
• Houd de toets ingedrukt om door te gaan met zoeken wanneer
het toestel in de stand voor handmatig afstemmen staat.
• Druk herhaaldelijk op GINFO (of BINFO) om heen en weer
te schakelen tussen de frequentie en het geluidsveldprogramma
op het display op het voorpaneel.
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
F
SOURCE zetten en dan op 5TUNER drukken.
■ Direct afstemmen op een frequentie
Met deze functie kunt u de frequentie van de gewenste
zender direct invoeren.
1Druk herhaaldelijk op
afstandsbediening om de gewenste
radioband te selecteren.
“FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
2Druk herhaaldelijk op
(of HSRCH MODE) en selecteer “AUTO
TUNING” of “MANUAL TUNING”.
8
BAND op de
B
SEARCH MODE
Gebruiken van voorkeuzezenders
Met deze functie kunt u maximaal 40 FM/AM zenders
(A1 t/m E8: 8 voorkeuzezenders in 5 groepen)
automatisch of met de hand voorprogrammeren.
Programmeer de gewenste zenders in dit toestel voor met
behulp van de automatische of handmatige
voorprogrammeerfunctie (zie “Automatisch
voorprogrammeren van zenders” en “Handmatig
voorprogrammeren van zenders” op bladzijde 55).
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
F
SOURCE zetten en dan op 5TUNER drukken.
1Druk herhaaldelijk op
(of HSRCH MODE) en selecteer
“PRESET TUNING”.
2Druk op
(of 9PRESET/CH k / n) om het gewenste
voorkeuzenummer (A1 t/m E8) te selecteren.
De voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer
verschijnen op het display op het voorpaneel, samen
met de radioband en de frequentie.
E
PRESET/TUNING l / h
B
SEARCH MODE
AFM 89.10MHz
Geen dubbele punt (:)
y
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display, kunt u
niet handmatig afstemmen. Druk op BSEARCH MODE
(of HSRCH MODE) om de dubbele punt (:) uit te
schakelen.
3Voer de frequentie van de gewenste zender in
met behulp van de cijfertoetsen (A).
Voorbeeld: Afstemmen op 103,75 MHz
1
y
Als de ingevoerde frequentie buiten het FM/AM afstembereik
ligt, zal de melding “WRONG STATION!” verschijnen op het
display op het voorpaneel en zal dit toestel automatisch
afstemmen op de laatst geselecteerde zender.
0375
A1:FM 89.10MHz
Voorkeuzegroep en voorkeuzenummer
y
U kunt de voorkeuzegroep (A t/m E) kiezen door
herhaaldelijk op DA/B/C/D/E (of 9A/B/C/D/E l / h) te
drukken.
54 Nl
Page 57
FM/AM afstemmen
■ Automatisch voorprogrammeren van
zenders
U kunt maximaal 40 sterke FM zenders (A1 t/m E8:
8 voorkeuzezenders in 5 groepen) automatisch
voorprogrammeren op de volgorde waarin deze worden
gevonden.
1Verdraai
R
INPUT (of druk op 5TUNER) en
selecteer de “TUNER” (radio) als
signaalbron.
2Druk op
C
BAND (of 8BAND) en selecteer
“FM” als radioband.
“FM” zal op het display op het voorpaneel verschijnen.
3Houd
F
MEMORY (of 0MEMORY)
tenminste 3 seconden ingedrukt.
Het voorkeuzenummer alsook de MEMORY en AUTO
indicators gaan knipperen. Na ongeveer 5 seconden zal
het automatisch voorprogrammeren beginnen vanaf de
huidige frequentie naar hogere frequenties.
Knipperen
MEMORY
AUTO
A1:FM 89.10MHz
Knippert
Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is,
zal de MEMORY indicator verdwijnen.
y
• U kunt opgeven vanaf welk voorkeuzenummer het toestel moet
beginnen met het opslaan van FM zenders. Druk op
D
A/B/C/D/E (of 9A/B/C/D/E l / h) en vervolgens
herhaaldelijk op EPRESET/TUNING l / h
(of 9PRESET/CH k / n) nadat u stap 3 heeft uitgevoerd om
het voorkeuzenummer te selecteren waaronder de eerste zender
zal worden opgeslagen.
• Druk nog eens op FMEMORY (of 0MEMORY) om het
automatisch voorprogrammeren te annuleren.
Opmerkingen
• Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een
bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere
zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
• Als er niet meer dan 40 (E8) zenders ontvangen kunnen
worden, zal het automatisch voorprogrammeren stoppen nadat
alle beschikbare zenders zijn opgeslagen en de gevonden
zenders naar de rest van de voorkeuzenummers kopiëren.
• Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst worden
opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren. Als u een
zwakkere zender of een AM zender wilt opslaan, dient u hierop
met de hand af te stemmen zoals beschreven bij
“Handmatig voorprogrammeren van zenders” hieronder.
• (Alleen modellen voor Europa en Rusland)
Alleen Radio Data Systeem zenders worden automatisch
opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren.
■ Handmatig voorprogrammeren van
zenders
Gebruik deze functie om met de hand FM zenders of
zwakke AM zenders op te slaan.
1Stem af op een zender.
Zie bladzijde 53 voor aanwijzingen over hoe u moet
afstemmen op een zender.
2Druk op
F
MEMORY (of 0MEMORY).
De MEMORY indicator knippert ongeveer
30 seconden lang op het display op het voorpaneel.
MEMORY
Knippert
y
Druk nog eens op FMEMORY (of 0MEMORY) om het
voorprogrammeren te annuleren.
3
Druk herhaaldelijk op EPRESET/TUNING l / h
9
(of
PRESET/CH k
/ n
) om een voorkeuzegroep
en een voorkeuzenummer (A1 t/m E8) te
selecteren terwijl de MEMORY indicator aan het
knipperen is.
•
Druk op Eh
(of 9k
) om een hogere
voorkeuzegroep en voorkeuzenummer te selecteren.
•
Druk op El
(of 9n
) om een lagere
voorkeuzegroep en voorkeuzenummer te selecteren.
Knippert
MEMORY
A1:FM 89.10MHz
De getoonde zender is opgeslagen als A1.
y
U kunt de voorkeuzegroep (A t/m E) kiezen door herhaaldelijk
D
A/B/C/D/E
op
4Druk op
de MEMORY indicator knippert.
De radioband en de frequentie voor deze zender
verschijnen op het display, samen met de door u
geselecteerde voorkeuzegroep en het
voorkeuzenummer. De MEMORY indicator zal van
het display op het voorpaneel verdwijnen.
Opmerkingen
• Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een
bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere
zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
• De soort ontvangst (stereo of mono) wordt samen met de
frequentie van de zender opgeslagen.
(of 9A/B/C/D/E l / h) te drukken.
F
MEMORY (of 0MEMORY) terwijl
BASISBEDIENING
Nederlands
55 Nl
Page 58
FM/AM afstemmen
■ Omwisselen van voorkeuzezenders
U kunt twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen.
In het voorbeeld hieronder ziet u hoe u voorkeuzezender
“E1” van plaats kunt laten wisselen met “A5”.
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op
de afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op FSOURCE zetten en dan op 5TUNER drukken.
1Selecteer voorkeuzezender “E1” met
D
A/B/C/D/E en EPRESET/TUNING l / h.
Zie “Gebruiken van voorkeuzezenders” op
bladzijde 54.
2Houd
B
EDIT tenminste 3 seconden
ingedrukt.
De “E1” en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
Knippert
E1:FM 89.10MHz
Knippert
3
Selecteer voorkeuzezender “A5” met
D
A/B/C/D/E
E
PRESET/TUNING l / h.
en
De “A5” en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
Zie “Gebruiken van voorkeuzezenders” op
bladzijde 54.
Knippert
A5:FM 89.10MHz
Knippert
MEMORY
MEMORY
4Druk nog eens op
B
EDIT.
“EXCHANGE E1-A5” zal op het display op het
voorpaneel verschijnen wanneer de twee
voorkeuzezenders van plaats wisselen.
56 Nl
Page 59
RADIO DATA SYSTEEM ONTVANGST (ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA EN RUSLAND)
Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor Europa en Rusland)
Radio Data Systeem is een systeem voor gegevensoverdracht dat door FM zenders in een groot aantal landen worden
gebruikt. Dit toestel is geschikt voor verschillende soorten Radio Data Systeem gegevens, zoals PS (Programma Service
naam), PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst), CT (Klok Tijd), EON (Enhanced Other Networks; Verbeterde service
andere netwerken) wanneer er wordt afgestemd op Radio Data Systeem zenders.
Selecteren van een Radio Data
Systeem programmatype
(PTY SEEK functie)
Gebruik deze functie om het gewenste radioprogramma te
selecteren uit alle voorgeprogrammeerde Radio Data
Systeem zenders door middel van het programmatype.
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op
de afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op FSOURCE zetten en dan op 5TUNER drukken.
1Druk herhaaldelijk op
“FM” als de radioband.
2Druk op
afstandsbediening om dit toestel in de PTY
SEEK functie te zetten.
De naam van het geselecteerde programmatype of
“NEWS” zal gaan knipperen op het display op het
voorpaneel.
B
PTY SEEK MODE op de
8
BAND en selecteer
NEWS
3Druk op
afstandsbediening om het gewenste
programmatype te selecteren.
De naam van het geselecteerde programmatype zal
verschijnen op het display op het voorpaneel.
9
PRESET/CH k / n op de
POP M
Licht op
ProgrammatypeBeschrijving
NEWS
AFFAIRS
INFO
SPORT
EDUCATE
DRAMA
CULTURE
SCIENCE
Nieuws
Actualiteiten
Algemene informatie
Sport
Educatief
Theater
Cultuur
Wetenschap
BASISBEDIENING
Knippert
y
Om de PTY SEEK functie te annuleren, dient u nog eens op
B
PTY SEEK MODE op de afstandsbediening te drukken.
VARIED
POP M
ROCK M
M.O.R. M
LIGHT M
CLASSICS
OTHER M
Licht amusement
Populaire muziek
Rock muziek
Middle-of-the-road muziek
(easy-listening)
Licht klassiek
Klassiek
Overige muziek
Nederlands
57 Nl
Page 60
Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor Europa en Rusland)
4Druk op
afstandsbediening om alle
voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem
zenders af te zoeken.
De naam van het geselecteerde programmatype
knippert en de PTY HOLD indicator zal oplichten op
het display op het voorpaneel.
y
Om het zoeken naar geschikte zenders te annuleren, dient u
nog eens op BPTY SEEK START op de
afstandsbediening te drukken.
Opmerkingen
• Het toestel stopt met zoeken zodra er een zender gevonden
wordt die een programma van het geselecteerde type
uitzendt.
• Als u niet tevreden bent met de gevonden zender, kunt u
nog eens op BPTY SEEK START drukken om te
zoeken naar een andere zender met een programma van
het gewenste type.
B
PTY SEEK START op de
POP M
KnippertLicht op
PTY HOLD
Gebruiken van de dataservice voor
verbetering van het gebruik van andere
netwerken (Enhanced Other Networks; EON)
Deze functie stelt u in staat te profiteren van de EON
(Enhanced Other Networks) gegevensservice van het
Radio Data Systeem netwerk. Wanneer u één van de 4
Radio Data Systeem programmatypes (NEWS, AFFAIRS,
INFO of SPORT) heeft geselecteerd, zal dit toestel
automatisch een bepaalde tijd lang alle beschikbare
voorkeuzezenders afzoeken die EON gegevens uitzenden
naar een programma van het geselecteerde type. Wanneer
de geplande EON service begint, zal dit toestel
automatisch overschakelen naar de lokale zender die de
EON gegevens uitzendt en vervolgens terugschakelen naar
de nationale zender wanneer de EON gegevens ophouden.
Opmerkingen
• U kunt deze functie alleen gebruiken wanneer de EON
gegevensservice beschikbaar is.
• De EON indicator zal alleen oplichten op het display op het
voorpaneel wanneer de EON gegevensservice ontvangen wordt
van een Radio Data Systeem zender.
1Stem af op de gewenste Radio Data Systeem
zender.
2Controleer of de EON indicator brandt op het
display op het voorpaneel.
Als de EON indicator niet oplicht op het display, dient u
af te stemmen op een ander Radio Data Systeem
programma waarbij de EON indicator wel gaat branden.
EON
3Druk herhaaldelijk op
afstandsbediening om één van de 4 Radio
Data Systeem programmatypes (NEWS,
AFFAIRS, INFO of SPORT) te selecteren.
De naam van het geselecteerde programmatype zal
verschijnen op het display op het voorpaneel.
B
EON op de
NEWS
Licht op
y
Om de EON functie te annuleren dient u net zo vaak op
B
EON op de afstandsbediening te drukken tot de naam van
het programmatype verdwijnt en de malding “EON OFF”
verschijnt op het display op het voorpaneel.
58 Nl
Page 61
Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor Europa en Rusland)
Tonen van Radio Data Systeem
informatie
Gebruik deze functie om de 4 types Radio Data Systeem
informatie weer te laten geven: PS (Programmaservice),
PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst) en CT
(Klok Tijd). De corresponderende indicators zullen
oplichten op het display op het voorpaneel (zie
bladzijde 31).
Opmerkingen
• U kunt deze Radio Data Systeem weergavefuncties alleen
selecteren wanneer de corresponderende Radio Data Systeem
indicators oplichten op het display op het voorpaneel. Het kan
even duren voor dit toestel alle Radio Data Systeem gegevens
heeft ontvangen van de zender in kwestie.
• U kunt alleen de door de zender aangeboden Radio Data
Systeem functies selecteren.
• Als de signalen niet goed genoeg kunnen worden ontvangen, is
het mogelijk dat dit toestel geen gebruik kan maken van de
Radio Data Systeem gegevens. De RT functie in het bijzonder
vergt een grote hoeveelheid gegevens en het is daarom mogelijk
dat deze functie niet beschikbaar is zelfs wanneer de andere
Radio Data Systeem functies wel beschikbaar zijn.
• Bij een zwakke ontvangst kunt u herhaaldelijk op
H
SRCH MODE op de afstandsbediening drukken om
“MANUAL TUNING” te selecteren (zie bladzijde 53).
• Als het signaal externe storing ondervindt terwijl dit toestel de
Radio Data Systeem gegevens aan het ontvangen is, kan de
ontvangst onverwacht onderbroken worden en kan de melding
“...WAIT” verschijnen op het display op het voorpaneel.
• Wanneer de RT functie wordt geselecteerd, kan dit toestel
maximaal 64 alfanumerieke tekens, inclusief het trema, aan
programmagegevens op het display tonen. Tekens die niet
kunnen worden weergegeven worden vervangen door een “_”
(onderstreping).
• Als de ontvangst wordt onderbroken wanneer de CT functie is
geselecteerd, zal “CT WAIT” verschijnen op het display op het
voorpaneel.
2Druk herhaaldelijk op
G
INFO (of BINFO)
om de gewenste Radio Data Systeem
weergavefunctie te selecteren.
PROGRAM SERVICE
Programmaservice (PS). Selecteer deze functie om het
op dit moment ontvangen Radio Data Systeem
programma op het display te laten tonen.
PROGRAM TYPE
Programmatype (PTY). Selecteer deze functie om het
op dit moment ontvangen Radio Data Systeem
programmatype op het display te laten tonen.
RADIO TEXT
Radiotekst (RT). Selecteer deze functie om informatie
omtrent het op dit moment ontvangen Radio Data
Systeem programma op het display te laten tonen.
CLOCK TIME
Klok-tijd (CT). Selecteer deze functie om de tijd op dit
moment weer te laten geven.
FREQUENCY
Selecteer deze functie om de frequentie en de
voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer te laten
tonen.
BASISBEDIENING
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op
de afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op FSOURCE zetten en dan op 5TUNER drukken.
1Stem af op de gewenste Radio Data Systeem
zender.
• Wij raden u aan af te stemmen op Radio Data
Systeem zenders met behulp van de automatische
voorprogrammeerfunctie (zie bladzijde 55).
• U kunt ook met de PTY SEEK functie afstemmen
op de gewenste voorgeprogrammeerde Radio Data
Systeem zender (zie bladzijde 57).
DSP PROG. INFO
Selecteer deze functie om het op dit moment
geselecteerde geluidsveldprogramma te laten tonen.
Terug naar “PROGRAM SERVICE”
Nederlands
59 Nl
Page 62
GEBRUIKEN VAN EEN IPOD™
Gebruiken van een iPod™
Wanneer uw iPod is geplaatst in een Yamaha iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) verbonden met de
DOCK aansluiting van dit toestel (zie bladzijde 25), kunt met de meegeleverde afstandsbediening de weergave van uw
iPod regelen. U kunt de Compressed Music Enhancer functie van dit toestel gebruiken om de geluidskwaliteit van
gecomprimeerde digitale audiobestanden (zoals MP3) op uw iPod te verbeteren (zie bladzijde 50).
Opmerkingen
• Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund.
• Afhankelijk van het model of de softwareversie van uw iPod is het mogelijk dat sommige functies daarmee niet compatibel zijn.
y
• Voor een complete lijst met statusmeldingen die op het display op het voorpaneel en het in-beeld display kunnen verschijnen verwijzen
we u naar het “iPod” gedeelte in het hoofdstuk “Oplossen van problemen” op bladzijde 116.
• Wanneer de verbinding tussen uw iPod en dit toestel tot stand is gebracht, zal de melding “iPod connected” verschijnen op het display
op het voorpaneel en zal de DOCK indicator daar ook oplichten.
• Alleen analoge audio- en videosignalen van uw iPod worden geaccepteerd door de DOCK aansluiting, en de analoge audiosignalen
kunnen voor opname worden gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT (REC) aansluitingen.
• De batterij van uw iPod wordt automatisch opgeladen wanneer uw iPod geplaatst is in een Yamaha iPod universeel dock verbonden
met de DOCK aansluiting van dit toestel, zolang dit toestel aan staat. U kunt ook kiezen of u wilt dat dit toestel de batterij van een
aangesloten iPod oplaadt wanneer dit toestel uit (standby) staat door middel van de “STANDBY CHARGE” parameter in het
“INPUT MENU” (zie bladzijde 86). De DOCK indicator licht op wanneer dit toestel de batterij (accu) van de aangesloten iPod
oplaadt terwijl dit toestel zelf uit (standby) staat.
Bedienen van een iPod™
U kunt uw iPod gebruiken wanneer “V-AUX” is geselecteerd als signaalbron. U kunt uw iPod bedienen via het in-beeld
display van dit toestel (menufunctie) of zonder dit hulpmiddel (eenvoudige afstandsbedieningsfunctie).
■ Afstandsbediening■ Bedienen van een iPod met de
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
U kunt de basisfuncties van uw iPod (weergave, stop,
overslaan enz.) uitvoeren met de meegeleverde
afstandsbediening, zonder gebruik te maken van het
in-beeld display van dit toestel.
y
• U kunt de op uw iPod (alleen bepaalde modellen) opgeslagen
foto’s of videoclips bekijken.
• U kunt de bediening ook uitvoeren met de bedieningsorganen
op uw iPod.
60 Nl
Page 63
Gebruiken van een iPod™
■
Bedienen van een iPod met de menufunctie
U kunt de meer geavanceerde functies van uw iPod
uitvoeren met de meegeleverde afstandsbediening met
behulp van het in-beeld display van dit toestel. U kunt via
het in-beeld display door de muziekstukken op uw iPod
bladeren. U kunt bovendien instellingen voor uw iPod
aanpassen aan uw persoonlijke voorkeuren.
y
•
De naam van het weergegeven muziekstuk zal op het display op het
voorpaneel worden weergegeven in overeenstemming met de “FL
SCROLL” instelling in het “OPTION MENU” (zie bladzijde 88).
•
U kunt de tijd dat het iPod menu en de weergave-informatie op het
in-beeld display getoond wordt regelen met behulp van de
“OSD-SOURCE” instelling in het “OPTION MENU” (zie bladzijde 88).
Opmerkingen
• U kunt de bediening niet uitvoeren met de bedieningsorganen
op uw iPod.
• Sommige tekens kunnen niet worden weergegeven op het
display op het voorpaneel of in het in-beeld display van dit
toestel. Dergelijke tekens worden vervangen door een “_”
(onderstreping).
• De “Settings” parameters kunnen alleen worden gewijzigd via
het in-beeld display. Druk herhaaldelijk op 9ENTER of
9
k / n op de afstandsbediening om heen en weer te schakelen
tussen de “Settings” instellingen.
• U kunt niet met het in-beeld display bladeren door eventueel op
uw iPod opgeslagen foto’s of videoclips. Gebruik de
eenvoudige afstandsbedieningsfunctie om de foto’s of
videoclips op uw iPod te bekijken.
1Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op FSOURCE en druk vervolgens op
L
DISPLAY op de afstandsbediening.
Het volgende scherm zal op het in-beeld display verschijnen.
iPodTop
Playlists
Artists
Albums
Songs
Genres
Composers
Settings
>
>
>
>
>
>
>
Willekeurige weergave Shuffle
Met deze functie kunt u dit toestel muziekstukken of
albums in willekeurige volgorde laten weergeven.
Keuzes: Off, Songs, Albums
• Selecteer “Off” om deze functie uit te schakelen.
• Selecteer “Songs” om dit toestel muziekstukken in
willekeurige volgorde te laten weergeven.
• Selecteer “Albums” om dit toestel albums in
willekeurige volgorde te laten weergeven.
y
Wanneer “Shuffle” op een andere instelling dan “Off” staat, zal
“” verschijnen in de rechter bovenhoek terwijl de
muziekstukken of albums in willekeurige volgorde worden
weergegeven.
Herhaalde weergave Repeat
Met deze functie kunt u dit toestel een muziekstuk of een
reeks muziekstukken laten herhalen.
Keuzes: Off, One, All
•
Selecteer “Off” om deze functie uit te schakelen.
•
Selecteer “One” om dit toestel één muziekstuk te laten herhalen.
•
Selecteer “All” om dit toestel een reeks muziekstukken te laten
herhalen.
y
Wanneer “Repeat” op een andere instelling dan “Off” staat, zal
“” of “” oplichten in de rechter bovenhoek terwijl het
Albums (albums), Songs (songs),
Genres (genres), Composers (componisten),
Settings (instellingen)
• Playlists > Songs
• Artists > Albums > Songs
• Albums > Songs
• Songs
• Genres > Artists > Albums > Songs
• Composers > Albums > Songs
• Settings > Shuffle, Repeat
[2]Fragmentnummer/totaal aantal fragmenten
[3]Naam artiest
[4]Songtitel
[5]Voortgangsbalk
[6]Verstreken tijd
[7]Pictogrammen willekeurige en herhaalde
weergave
[8] (weergave), (pauze),
(vooruit zoeken) en (terug zoeken)
[9]Titel van het album
[10] Resterende tijd
61 Nl
Nederlands
Page 64
GEBRUIKEN VAN BLUETOOTH™ COMPONENTEN
Gebruiken van Bluetooth™ componenten
U kunt een Yamaha Bluetooth adapter (zoals een YBA-10, los verkrijgbaar) aansluiten op de DOCK aansluiting van dit
toestel en zo luisteren naar de naar de muziek die op uw Bluetooth component (bijvoorbeeld een draagbare muziekspeler)
is opgeslagen zonder bedrading tussen dit toestel en de Bluetooth component. U moet van tevoren zorgen dat er een
verbinding tot stand is gebracht (“pairing”) tussen de aangesloten Bluetooth adapter en uw Bluetooth component.
Verbinding tot stand brengen
(“pairing”) tussen de Bluetooth™
adapter en uw Bluetooth™ component
Er moet eerst een verbinding tot stand worden gebracht
(“pairing”) tussen de op dit toestel aangesloten Bluetooth
adapter en een Bluetooth component die voor het eerst
gebruikt wordt, of waarvoor de verbindingsgegevens gewist
zijn. Met “pairing” wordt de verwezen naar het registreren
van een Bluetooth component voor Bluetooth communicatie.
y
• Het tot stand brengen van de verbinding (“pairing”) hoeft alleen
de eerste keer dat u een bepaalde Bluetooth component met de
Bluetooth adapter gebruikt te gebeuren.
•
Om de verbinding tot stand te brengen (“pairing”) zijn er
handelingen nodig op zowel dit toestel als op de component
waarmee u de Bluetooth verbinding wilt maken. Raadpleeg indien
nodig de handleidingen van de andere betrokken apparatuur.
Er zijn twee manieren om een verbindingen tot stand te
brengen: via “START PAIRING” in het “SET MENU” en
via snelkoppelen (“quick pairing”).
■ Pairing via het “SET MENU”
Gebruik deze functie om de verbinding tot stand te brengen
(“pairing”) met behulp van het beeldscherm. Selecteer “START
PAIRING” bij “INPUT MENU”. Zie bladzijde 87 voor details.
■ Quick pairing
Opmerking
Als er geen Bluetooth adapter is aangesloten op de DOCK
aansluiting van dit toestel, zal “No BT adapter” verschijnen
op het display op het voorpaneel.
4Controleer of de Bluetooth component de
Bluetooth adapter kan detecteren.
Als de Bluetooth component de Bluetooth adapter
detecteert (vindt), zal (bijvoorbeeld) “YBA-10
YAMAHA” verschijnen in de lijst met Bluetooth
apparaten.
5Selecteer de Bluetooth adapter in de lijst met
Bluetooth apparaten en voer het wachtwoord
“0000” in op de Bluetooth component.
Wanneer de verbinding met succes tot stand is
gebracht, zal de melding “Completed” verschijnen op
het display op het voorpaneel.
Opmerking
De Yamaha Bluetooth adapter kan de verbindingsgegevens
bewaren van maximaal acht Bluetooth componenten. Wanneer er
vervolgens een verbinding tot stand wordt gebracht (“pairing”)
met een negende apparaat, dan zullen de verbindingsgegevens
voor de langst niet gebruikte eerder geregistreerde component
door de nieuwe gegevens worden vervangen.
Als beveiliging geldt er een limiet van 8 minuten voor het tot stand
brengen van de verbinding (“pairing”). Wij bevelen u aan alle instructies
goed te lezen en te zorgen dat u ze goed begrijpt voor u begint.
1Verdraai
de bedieningsfunctie op FSOURCE en druk
vervolgens op 5V-AUX/DOCK) om “V-AUX”
als signaalbron te selecteren.
R
INPUT (of zet de schakelaar voor
2Zet de Bluetooth component waarmee u
verbinding wilt maken aan.
3Houd
C
BAND (of 8BAND) 3 seconden lang
ingedrukt om het maken van de verbinding
(“pairing”) te laten beginnen.
Wanneer de Bluetooth adapter hiermee begint, zal
eventjes de melding “Searching...” verschijnen.
Terwijl de Bluetooth adapter nog verbinding aan het
zoeken of aan het maken is, zal de DOCK indicator
op het display op het voorpaneel knipperen.
y
Druk nog eens op CBAND (of 8BAND) om het tot stand
brengen van de verbinding (“pairing”) te annuleren.
62 Nl
Weergave van een Bluetooth™
component
1Verdraai
de bedieningsfunctie op FSOURCE en druk
vervolgens op 5V-AUX/DOCK) om “V-AUX”
als signaalbron te selecteren.
2Begin de weergave op uw Bluetooth
component.
Wanneer de aangesloten Bluetooth adapter de
Bluetooth component detecteert, zullen de melding
“BT connected” en de DOCK indicator verschijnen
op het display op het voorpaneel.
y
• Wanneer u op 9ENTER
aangesloten Bluetooth adapter op zoek gaan naar de laatst
gebruikte Bluetooth component om daar verbinding mee te maken.
Als de Bluetooth adapter de Bluetooth component niet kan vinden,
zal “Not found” verschijnen op het display op het voorpaneel.
• Druk op 0RETURN om de verbinding tussen de Bluetooth en
de Bluetooth component te verbreken.
R
INPUT (of zet de schakelaar voor
op de afstandsbediening drukt, zal de
Page 65
OPNEMEN
Opnemen
Opname-instellingen en andere handelingen dienen te worden verricht op de opname-apparatuur. Raadpleeg eventueel de
handleidingen van de betreffende componenten.
Let op
Het DTS signaal bestaat uit een digitale bitstroom. Als u probeert digitale opnamen te maken van de DTS bitstroom,
zal er slechts ruis worden opgenomen. Als u dit toestel wilt gebruiken om DTS materiaal op te nemen, moet u een
aantal dingen in gedachten houden en dient u de volgende instellingen te verrichten. Om DTS gecodeerde DVD’s en
CD’s (bij gebruik van een digitale audioverbinding) af te kunnen spelen op een speler die geschikt is voor DTS, dient
u de handleiding van de speler te volgen en deze zo in te stellen dat de speler een analoog signaal produceert.
Opmerkingen
• Wanneer dit toestel uit (standby) staat, kunt u niet opnemen tussen op dit toestel aangesloten componenten.
• De TONE CONTROL (zie bladzijde 52) en VOLUME instellingen, de luidsprekerniveaus (zie bladzijde 52) en de
geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 48) hebben geen invloed op het opgenomen materiaal.
• Er kunnen geen opnamen gemaakt worden van een signaalbron die is aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen van dit
toestel.
• Digitale signalen die binnenkomen via de DIGITAL INPUT aansluitingen worden niet ten behoeve van uw opnamen gereproduceerd
via de analoge AUDIO OUT (REC) aansluitingen. Op dezelfde manier worden analoge signalen die binnenkomen via de AUDIO IN
aansluitingen niet gereproduceerd via de DIGITAL OUTPUT aansluiting. Als uw signaalbron alleen digitaal (of alleen analoog) is
aangesloten, kunt u dus ook alleen maar digitale (of alleen analoge) signalen daarvan opnemen.
• Een bepaalde signaalbron wordt niet gereproduceerd via hetzelfde AUDIO OUT (REC) kanaal.
• S-video en composiet videosignalen worden gescheiden verwerkt door dit toestel. Daarom kunt u bij het opnemen of kopiëren van
videosignalen van een videobron die alleen is aangesloten op een S-video aansluiting (of alleen op een composiet video-aansluiting)
alleen een S-videosignaal (of alleen een composiet videosignaal) opnemen met uw videorecorder.
• Audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting kunnen via de analoge AUDIO OUT (REC) uitgangsaansluitingen worden
weergegeven en opgenomen.
• Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in het gebied waar u zich bevindt voor u opnamen gaat maken van CD’s,
radio enz. Opnemen van auteursrechtelijk beschermd materiaal kan inbreuk maken op de op het materiaal rustende rechten.
y
Maak een test-opname voor u aan de echte opname begint.
BASISBEDIENING
Als u videomateriaal weergeeft met gescramblede (verhaspelde) of gecodeerde signalen die moeten voorkomen dat
het materiaal gekopieerd wordt, is het mogelijk dat deze signalen de weergave zelf storen.
1Zet alle aangesloten componenten aan.
2Verdraai
ingangskeuzetoetsen op de (5)) om de
signaalbron waarvan u wilt opnemen te
selecteren.
R
INPUT (of druk op één van de
3Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
4Start de opname op de opnemende
component.
Nederlands
63 Nl
Page 66
GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN
Geavanceerde geluidsinstellingen
Veranderen van
geluidsveldparameter instellingen
U kunt een goede geluidskwaliteit bereiken met de
fabrieksinstellingen. U hoeft deze begininstellingen niet te
veranderen, maar u kunt dat wel doen wanneer u de
weergave beter wilt proberen aan te passen aan de
specifieke omstandigheden in uw kamer.
Opmerking
U kunt de ingestelde waarden voor geluidsveldparameters niet
veranderen wanneer “MEMORY GUARD” in het
“OPTION MENU” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 90). Als u
toch parameterwaarden wilt wijzigen, dient u “MEMORY
GUARD” op “OFF” in te stellen.
1Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
2Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op FAMP en druk vervolgens op
R
PARAMETER op de afstandsbediening.
Het volgende scherm zal verschijnen op het in-beeld
display.
geluidsveldparameter te selecteren en
vervolgens op 9l / h om de ingestelde
waarde te veranderen.
• Druk op 9h om de ingestelde waarde te
• Druk op 9l om de ingestelde waarde te
y
• Voor details over de functie en het mogelijke instelbereik voor
elk van de geluidsveldparameters, zie bladzijde 66.
• Wanneer u een geluidsveldparameter instelt op een andere
waarde dan de fabrieksinstelling, zal er een sterretje (*) bij de
parameternaam op het in-beeld display verschijnen.
• Herhaal de stappen 3 en 4 indien nodig om andere instellingen
voor geluidsveldparameters te wijzigen.
• Voor sommige geluidsveldprogramma’s zijn zoveel parameters
beschikbaar dat deze meer dan één scherm van het in-beeld
display beslaan. Druk in een dergelijk geval op 9k / n om
door de verschillende schermen te balderen.
•Als u 9l / h ingedrukt houdt bij het wijzigen van de waarde
van een geluidsveldparameter, zal de oorspronkelijke
fabrieksinstelling kort op het display op het voorpaneel worden
getoond.
• Om de parameters van het geselecteerde geluidsveldprogramma
te initialiseren, drukt u net zo vaak op 9n tot u “INITIALIZE”
geselecteerd heeft, waarna u op 9h drukt. Wanneer het
bevestigingsscherm verschijnt op het in-beeld display, drukt u
op 9h om te bevestigen of op 9l om het initialiseren te
annuleren.
64 Nl
Initialize
[[]:
5Druk op
R
PARAMETER om het scherm met
de geluidsveldparameters uit te schakelen.
Page 67
Geavanceerde geluidsinstellingen
■ Basisconfiguratie
geluidsveldprogramma’s
Elk geluidsveldprogramma heeft een aantal parameters
(instellingen) die de karakteristieken van dat programma
bepalen. Om een bepaald geluidsveldprogramma aan te
passen, dient u eerst “DSP LEVEL” en/of “DIALG.LIFT”
te wijzigen en dan pas andere parameters te proberen.
y
Om instellingen van geluidsveldparameters te wijzigen, zie
bladzijde 64 voor details.
Instellen van het effectniveau van
geluidsveldprogramma’s (DSP LEVEL)
Geluidsveldprogramma’s voegen effecten (DSP effecten)
toe aan het originele brongeluid om in uw kamer een
nieuw geluidsveld te creëren. Gebruik de “DSP LEVEL”
parameter om het niveau van de toegepaste effecten te
regelen.
Het DSP
effectniveau is laag.
Stel “DSP LEVEL” bij in de volgende gevallen:
Verhoog de “DSP LEVEL” waarde
• Het effect van het geselecteerde
geluidsveldprogramma te zwak klinkt.
• U kunt geen verschil horen tussen de verschillende
geluidsveldprogramma’s.
Verlaag de “DSP LEVEL” waarde
• De geluidsweergave vaag is.
• U voelt dat de toegevoegde effecten overdreven
zijn.
Instelbereik: –6 dB t/m +3 dB
Het DSP
effectniveau is hoog.
Regelen van de verticale positie van gesproken tekst
(DIALG.LIFT)
Hiermee kunt u de verticale positie van de gesproken
teksten (dialogen) in films instellen. De ideale positie voor
de dialogen is wanneer ze uit het midden van het
beeldscherm lijken te komen.
Ideale
dialoogpositie.
Als u de dialogen uit de onderkant van het beeldscherm
hoort komen, dient u de “DIALG.LIFT” waarde te
verhogen.
Naar boven verplaatsen,
naar de ideale dialoogpositie.
Keuzes: 0, 1, 2, 3, 4, 5
“0” (begininstelling) is de laagste positie, en “5” is de
hoogste positie.
Opmerkingen
• “DIALG.LIFT” is alleen beschikbaar wanneer
“EXTRA SP ASSIGN” is ingesteld op “PRESENCE”
(zie bladzijde 72).
• U kunt de dialoogpositie niet lager instellen dan de
begininstelling.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
65 Nl
Nederlands
Page 68
Geavanceerde geluidsinstellingen
■ Geluidsveldparameters voor geavanceerde instellingen
Gebruik de volgende geluidsveldparameters om de geluidsveldprogramma’s in meer detail in te stellen.
y
Om instellingen van geluidsveldparameters te wijzigen, zie bladzijde 64 voor details.
GeluidsveldparameterKenmerken
INIT.DLY
P.INIT.DLY
S.INIT.DLY
SB INI.DLY
Aanvankelijke vertraging. Aanwezigheids-, surround- en surround-achter geluidsveld
aanvankelijke vertraging. Wijzigt de schijnbare afstand tot de geluidsbron door het verschil te
regelen tussen het moment dat de luisteraar het directe geluid hoort en wanneer hij of zij de
eerste weerkaatsing daarvan hoort. Hoe kleiner de ingestelde waarde, hoe dichter de geluidsbron
zich bij het weerkaatsende oppervlak lijkt te bevinden.
y
Wanneer u de aanvankelijke vertraging parameters verandert, raden we u aan ook de
corresponderende parameters voor de kamerafmetingen aan te passen. Deze instelling is in het
bijzonder effectief voor de CINEMA DSP programma’s.
Instelbereik: 1 t/m 99 ms (INIT.DLY en P.INIT.DLY)
1 t/m 49 ms (S.INIT.DLY en SB INI.DLY)
Brongeluid
Vroege
weerkaatsingen
Niveau
TijdTijdTijd
VertragingVertragingVertraging
Geluidsbron
Weerkaatsend
oppervlak
Kleine waarde = 1 msGrote waarde = 99 ms
Niveau
Niveau
66 Nl
Page 69
GeluidsveldparameterKenmerken
Geavanceerde geluidsinstellingen
ROOM SIZE
P.ROOM SIZE
S.ROOM SIZE
SB ROOM SIZE
Kamergrootte. Aanwezigheids-, surround- en surround-achter kamerafmetingen. Deze
parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld. Hoe groter deze
waarde, hoe groter het surround geluidsveld wordt. Omdat geluid keer op keer wordt weerkaatst
in een ruimte, zal de tijd tussen het oorspronkelijk gereflecteerde geluid en elke volgende
weerkaatsing langer worden naarmate de ruimte groter is. Door de tijd tussen de weerkaatsingen
te regelen, kunt u bepalen hoe groot de virtuele ruimte lijkt. Door de waarde van deze parameter
te veranderen van een naar twee, zal de schijnbare lengte van de ruimte verdubbeld worden.
y
Wanneer u de parameters voor de kamerafmetingen verandert, raden we u aan ook de
corresponderende parameters voor de aanvankelijke vertraging aan te passen. Deze instelling is
in het bijzonder effectief voor de CINEMA DSP programma’s.
Instelbereik: 0,1 t/m 2,0
Brongeluid
Vroege
weerkaatsingen
Niveau
TijdTijdTijd
Geluidsbron
Kleine waarde = 0,1Grote waarde = 2,0
Niveau
Niveau
GEAVANCEERDE
BEDIENING
LIVENESS
S.LIVENESS
SB LIVENESS
Levendigheid. Surround en surround-achter geluidsveld levendigheid. Deze parameter regelt de
reflectiviteit van de virtuele wanden van de ruimte door de mate waarin de vroege
weerkaatsingen in kracht afnemen te veranderen. De vroege weerkaatsingen van een geluidsbron
worden sneller zwakker in een ruimte met geluidabsorberende wanden dan in een ruimte met
wanden die juist veel geluid weerkaatsen. Een ruimte met geluidabsorberende oppervlakken
wordt ook wel akoestisch “dood” genoemd, terwijl een ruimte met oppervlakken die veel geluid
weerkaatsen “levendig” genoemd wordt. Via deze parameter kunt u de mate waarin de vroege
weerkaatsingen wegsterven en dus de “levendigheid” van de ruimte regelen.
Instelbereik: 0 t/m 10
Brongeluid
Levendig
Dood
Niveau
Weinig weerkaatst
geluid
Kleine waarde = 0Grote waarde = 10
TijdTijdTijd
Niveau
Niveau
Veel weerkaatst
geluid
Nederlands
67 Nl
Page 70
Geavanceerde geluidsinstellingen
GeluidsveldparameterKenmerken
REV.TIME
REV.DELAY
Natriltijd. Deze parameter regelt hoe lang het duurt voordat de dichte natrillingen verzwakt zijn
met 60 dB bij 1 kHz. Hierdoor worden de schijnbare afmetingen van de akoestische omgeving
over een zeer groot bereik veranderd. Stel een lengere natriltijd in voor “dode” bronnen en
luisterplekken en een kortere natriltijd voor “levendige” bronnen en ruimtes.
Instelbereik: 1,0 t/m 5,0 s
NatrillingenNatrillingenBrongeluid
Vroege
weerkaatsingen
60 dB60 dB60 dB
Geluidsbron
REV.TIMEREV.TIMEREV.TIME
Korte
natrillingen
Kleine waarde = 1,0 sGrote waarde = 5,0 s
Lange
natrillingen
Beginvertraging natrillingen. Deze parameter regelt het tijdverschil tussen het begin van het
directe geluid en het begin van de natrillingen. Hoe groter deze waarde, hoe later de natrillingen
zullen beginnen. Als de natrillingen later beginnen, krijgt u het gevoel dat u zich in een ruimere
akoestische omgeving bevindt.
REV.LEVEL
Instelbereik: 0 t/m 250 ms
Brongeluid
Niveau
(dB)
60 dB
Natrillingen
Tijd
REV.TIMEREV.DELAY
Niveau natrillingen. Deze arameter regelt het volume van de natrillingen. Hoe groter deze
waarde, hoe sterker de natrillingen zullen zijn.
2-kanaals stereo direct. Passeert de decoders en DSP processors van dit toestel voor pure hi-fi
stereoweergave van 2-kanaals analoog bronmateriaal.
Keuzes: AUTO, OFF
y
• Selecteer “AUTO” om de decoders, DSP processoren en de toonregeling alleen te laten
passeren wanneer “BASS” en “TREBLE” zijn ingesteld op 0 dB (zie bladzijde 52).
• Selecteer “OFF” om de decoders, DSP processoren en de toonregeling niet te laten passeren
wanneer “BASS” en “TREBLE” zijn ingesteld op 0 dB.
• Wanneer er multi-kanaals signalen (Dolby Digital en DTS) binnenkomen, zullen deze worden
teruggemengd naar 2 kanalen en worden weergegeven via de linker en rechter
voor-luidsprekers.
• In de volgende gevallen zullen de lage tonen voor de linker en rechter voorkanalen omgeleid
worden naar de subwoofer:
– “LFE/BASS OUT” is ingesteld op “BOTH” (zie bladzijde 77).
– “FRONT SP” is ingesteld op “SMALL” (zie bladzijde 78) en “LFE/BASS OUT” is ingesteld
op “SWFR” (zie bladzijde 77).
7-kanaals stereo midden, links surround, rechts surround, surround achter, links en rechts
aanwezigheids-niveaus. Regelt het volumeniveau voor elk kanaal in de 7-kanaals stereo
weergavefunctie. Welke parameters er beschikbaar zijn hangt mede af van de
luidsprekerinstellingen.
Instelbereik: 0 tot 100%
Rechtstreeks en 7-kanaals Compressed Music Enhancer effectniveau. Het is mogelijk dat de
hoge tonen van bepaalde signalen teveel benadrukt worden. Zet het effectniveau in een dergelijk
geval op “LOW”.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Keuzes: HIGH, LOW
• Selecteer “HIGH” voor een hoog effectniveau.
• Selecteer “LOW” voor een laag effectniveau.
■ Selecteren van de met
geluidsveldprogramma’s te gebruiken
decoders (SUR.)
Gebruik deze functie om te kiezen welke decoder u wilt
gebruiken met MOVIE geluidsveldprogramma’s
(behalve met “Mono Movie”). Zie bladzijde 49 voor
details over MOVIE geluidsveldprogramma’s.
Beschikbare decoders
DecoderFuncties
PLIIx Movie
PLII Movie
Neo:6 Cinema
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro
Logic II) verwerking voor
filmmateriaal. De Pro Logic IIx
decoder kan niet worden gebruikt
wanneer “SUR.B L/R SP” op
“NONE” is ingesteld
(zie bladzijde 78).
DTS verwerking voor filmmateriaal.
Nederlands
69 Nl
Page 72
Geavanceerde geluidsinstellingen
Selecteren van decoders
■ Selecteren van decoders voor 2-kanaals
materiaal (surround decoderfunctie)
Gebruik deze functie om bepaald materiaal af te spelen
met een van tevoren door u geselecteerde decoder. U kunt
2-kanaals materiaal via meer kanalen laten weergeven.
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
F
AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op
Q
SUR. DECODE op de afstandsbediening om
de gewenste surround decoder te selecteren.
U kunt kiezen uit de volgende functies, afhankelijk van
het materiaal dat wordt afgespeeld en uw persoonlijke
voorkeuren.
■ Decoder beschrijvingen (SUR.)
DecoderBeschrijving
Pro Logic
PLIIx Movie
PLII Movie
PLIIx Music
PLII Music
PLIIx Game
PLII Game
Neo:6 Cinema
Dolby Pro Logic verwerking voor elk bronmateriaal.
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor filmmateriaal.
decoder kan niet worden gebruikt wanneer “SUR.B L/R SP” op “NONE” is ingesteld (
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor muziekmateriaal.
decoder kan niet worden gebruikt wanneer “SUR.B L/R SP” op “NONE” is ingesteld (
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor spelmateriaal.
decoder kan niet worden gebruikt wanneer “SUR.B L/R SP” op “NONE” is ingesteld (
DTS verwerking voor filmmateriaal.
y
U kunt desgewenst de instellingen voor de decoder wijzigen
(zie bladzijde 71). Zet de bedieningsfunctie op FAMP en druk
vervolgens op RPARAMETER om de decoderparameters op
het in-beeld display te kunnen bekijken. Druk herhaaldelijk op
9
k / n om de gewenste decoderparameter te selecteren en druk
vervolgens herhaaldelijk op 9l / h om de waarde van de
geselecteerde parameter te wijzigen.
De Pro Logic IIx
zie bladzijde 78
De Pro Logic IIx
zie bladzijde 78
De Pro Logic IIx
zie bladzijde 78
).
).
).
Neo:6 Music
DTS verwerking voor muziekmateriaal.
y
Wanneer u de surround decoderfunctie selecteert voor Dolby Digital, DTS of DTS 96/24 materiaal, zal dit toestel automatisch het
“SURROUND DECODE Dolby Digital”, “SURROUND DECODE DTS” of “SURROUND DECODE DTS 96/24” programma
selecteren.
70 Nl
Page 73
Decoder parameter beschrijvingen
DecoderparameterKenmerken
Geavanceerde geluidsinstellingen
PANORAMA
(alleen “PLIIx Music” en
“PLII Music”)
DIMENSION
(alleen “PLIIx Music” en
“PLII Music”)
CENTER WIDTH
(alleen “PLIIx Music” en
“PLII Music”)
C. IMAGE
(Alleen “Neo:6 Music”)
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music panorama. Stuurt stereosignalen naar de surroundluidsprekers zowel als naar de voor-luidsprekers voor een omhullend effect.
Keuzes: OFF, ON
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music dimension. Zorgt voor een graduele aanpassing van het
geluidsveld naar voren of naar achteren.
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music middenbreedte. Plaatst de weergave voor het middenkanaal
helemaal op de midden-luidspreker of verdeelt deze over de linker en rechter voor-luidsprekers. Een
grotere waarde verdeelt het middenkanaal meer over de linker en rechter voor-luidsprekers.
Instelbereik: 0 (het middenkanaal wordt alleen weergegeven via de midden-luidspreker) t/m
7 (het middenkanaal wordt alleen weergegeven via de linker en rechter voor-luidsprekers)
Begininstelling: 3
DTS Neo:6 Music middenbeeld. Regelt het volume van de linker en rechter voorkanalen in samenhang
met het middenkanaal om het middenkanaal meer of minder overheersend te maken.
Instelbereik: 0,0 (het middenkanaal wordt alleen weergegeven via de linker en rechter voor-luidsprekers) t/m
1,0 (het middenkanaal wordt alleen weergegeven via de midden-luidspreker)
Begininstelling: 0,3
GEAVANCEERDE
BEDIENING
71 Nl
Nederlands
Page 74
DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP)
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
Met behulp van het “SET MENU” (instelmenu) kunt u allerlei systeeminstellingen wijzigen en kunt u de manier waarop
het toestel werkt aanpassen aan uw voorkeuren. Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op
basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren.
■ Automatische setupAUTO SETUP
Via deze functie kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen (zie bladzijde 32).
■ Handmatige setupMANUAL SETUP
Via deze functie kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen.
Hiermee kunt u de functie van de met de EXTRA SP
luidsprekeraansluiting verbonden luidsprekers instellen.
Hiermee kunt u de luidsprekers selecteren die de LFE
(Lage Frequentie Effecten) en de lage tonen weergeven.
Hiermee kunt u de afmetingen van de voor-luidsprekers instellen.78
Hiermee kunt u de afmetingen van de midden-luidspreker instellen.78
Hiermee kunt u de afmetingen en het aantal surround-luidsprekers
instellen.
Hiermee kunt u de afmetingen van de surround-luidsprekers en het
aantal daarvan instellen.
Hiermee kunt u de crossover-frequentie instellen voor alle
luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of “SMALL”) via
“SPEAKER SET” (zie bladzijde 78).
Hiermee kunt u de fase van uw subwoofer omschakelen als u te weinig
of onduidelijke lage tonen hoort.
Hiermee kunt u de balans bepalen tussen het volume
(luidsprekerniveau) van de linker voor- of linker surround-luidspreker
en elk van de bij “SPEAKER SET” (zie bladzijde 77) geselecteerde
luidsprekers.
Hiermee kunt u de eenheid kiezen waarin de luidsprekerafstand wordt
aangegeven.
Bladzijde
77
77
78
78
79
79
79
80
D)TEST TONE
72 Nl
FRONT L/FRONT R/
CENTER/SUR. L/
SUR. R/SBL/SBR/
SWFR/PRNS L/
PRNS R
—Aan of uit zetten van de testtoon voor de “SPEAKER SET”,
Hiermee kunt u de afstand tot elk van de luidsprekers bepalen en de
vertraging die op de bijbehorende kanalen wordt toegepast.
“SP LEVEL” en “SP DISTANCE” instellingen.
80
80
Page 75
Volumemenu 2 VOLUME MENU
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
ParameterFuncties
ADAPTIVE DRC
ADAPTIVE DSP LEVEL
MUTE TYPE
MAX VOL.
INIT. VOL.
Hiermee kunt u instellen of dit toestel automatisch het dynamisch bereik moet regelen in
samenhang met het volumeniveau, of niet.
Hiermee kunt u instellen of dit toestel automatisch het DSP effectniveau moet regelen in
samenhang met het volumeniveau, of niet.
Hiermee kunt u instellen hoeveel het volume verlaagd moet worden wanneer u de
dempingsfunctie (mute) gebruikt (zie bladzijde 45).
Hiermee kunt u het maximum volume voor de hoofdzone instellen.81
Hiermee kunt u instellen wat het volume in de hoofdzone moet worden wanneer dit toestel aan
wordt gezet.
Geluidsmenu 3 SOUND MENU
MenuParameterFuncties
A)EQUALIZER
B)LFE LEVEL
EQ TYPE SELECT
GEQ
TEST
SPEAKER
HEADPHONE
Bladzijde
Bladzijde
Hiermee kunt u het type equalizer kiezen.82
Hiermee kunt u de toonkleur van de luidsprekers regelen wanneer u
“EQ TYPE SELECT” instelt op “GEQ”.
Hiermee kunt u bepalen of dit toestel de testtoon moet weergeven
wanneer de “GEQ” wordt geregeld, of niet.
Stelt het LFE luidsprekerniveau in.83
Stelt het LFE hoofdtelefoonniveau in.83
81
81
81
81
82
82
GEAVANCEERDE
BEDIENING
C)DYNAMIC
RANGE
D)LIPSYNC
E)EXTD SUR.
SPEAKER
HEADPHONE
HDMI AUTO
AUTO
MANUAL
—Gebruik deze functie om te profiteren van 6.1/7.1-kanaals weergave
Hiermee kunt u de hoeveelheid compressie van het dynamisch bereik
van de luidsprekers regelen.
Hiermee kunt u de hoeveelheid compressie van het dynamisch bereik
van de hoofdtelefoon regelen.
Hiermee kunt u bepalen of dit toestel de automatische
synchronisatiefunctie voor audio en video ("automatic lip sync") moet
gebruiken of niet.
Hiermee kunt u meer gedetailleerde instellingen maken voor de
audiovertraging wanneer de functie voor de automatische
synchronisatie van audio en video in werking is.
Hiermee kunt u de audiovertraging met de hand instellen wanneer het
aangesloten beeldscherm niet geschikt is voor de automatische
synchronisatiefunctie voor audio en video, of wanneer
“HDMI AUTO” is ingesteld op “OFF”.
van multikanaals signaalbronnen met behulp van de Dolby Pro Logic
IIx, Dolby Digital EX of DTS-ES decoder en de aangesloten surround
achter-luidsprekers.
83
83
84
84
84
84
Nederlands
73 Nl
Page 76
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
Ingangsmenu 4 INPUT MENU
Opmerking
Sommige parameters die hieronder beschreven worden zijn niet beschikbaar met elke signaalbron, en sommige parameters zijn alleen
beschikbaar bij een specifieke signaalbron.
ParameterFuncties
I/O ASSIGNMENT
INPUT RENAME
VOL. TRIM
DECODER MODE
STANDBY CHARGE
START PAIRING
BGV
INPUT CH
FRONT
Hiermee kunt u de in-/uitgangsaansluitingen toewijzen aan andere componenten als de
begininstellingen van dit toestel niet overeenkomen met uw voorkeuren.
Hiermee kunt u de namen van de signaalbronnen zoals die op het in-beeld display en op het
voorpaneel verschijnen veranderen.
Hiermee kunt u het niveau van de signalen die binnenkomen via de verschillende
aansluitingen instellen.
Hiermee kunt u de werkingsfunctie van de decoder omschakelen. U kunt de opnieuw
toegewezen digitale ingangsaansluitingen voor DTS signalen instellen.
Instellen of dit toestel de batterij (accu) van de aangesloten iPod op moet laden of niet terwijl
dit toestel zelf uit (standby) staat (zie bladzijde 29).
Breng de verbinding tot stand (pairing) tussen de aangesloten Yamaha Bluetooth adapter
(zoals een YBA-10, los verkrijgbaar) en een Bluetooth component (zie bladzijde 62).
Hiermee kunt u kiezen welke videobron op de achtergrond zal worden weergegeven bij
weergave van signalen die binnenkomen via de MULTI CH INPUT aansluitingen.
Hiermee kunt u het aantal kanalen dat binnenkomt via een externe decoder instellen.87
Hiermee kunt u de analoge aansluitingen selecteren waarop de signalen voor de voorkanalen
binnenkomen van een externe decoder wanneer u “INPUT CH” heeft ingesteld op “8CH”.
Optiemenu 5 OPTION MENU
MenuParameterFuncties
Bladzijde
85
86
86
86
86
87
87
87
Bladzijde
A)DISPLAY SET
B)VIDEO SET
C)MEMORY GUARD
DIMMER
OSD SHIFT
OSD-SOURCE
OSD-AMP
FL SCROLL
VIDEO CONV.
HDMI RES.
HDMI ASPECT
—Voorkomt onbedoelde wijzigingen aan de ingestelde waarden van
Hiermee kunt u de helderheid van het display op het voorpaneel instellen.
Hiermee kunt u de verticale positie van het in-beeld display op het
beeldscherm instellen.
Hiermee kunt u instellen hoe lang het iPod menu nog weergegeven zal worden
op het beeldscherm wanneer u een bepaalde handeling heeft uitgevoerd.
Hiermee kunt u instellen hoe lang het statusscherm nog weergegeven
zal worden op het beeldscherm wanneer u een bepaalde handeling
heeft uitgevoerd.
Hiermee kunt u de manier kiezen waarop de iPod informatie zal
worden weergegeven op het display op het voorpaneel.
Hiermee kunt u instellen of videosignalen die binnenkomen via de
VIDEO, S VIDEO en COMPONENT VIDEO aansluitingen moeten
worden omgezet.
Hiermee kunt u de resolutie selecteren voor de HDMI opwaardering
van analoge videosignalen die binnenkomen via de VIDEO, S VIDEO
en COMPONENT VIDEO aansluitingen zodat de opgewaardeerde
videosignalen worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting.
Hiermee kunt u de beeldverhouding bepalen voor analoge videosignalen
die worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting.
geluidsveldparameters en andere systeeminstellingen.
88
88
88
88
88
88
89
89
90
74 Nl
Page 77
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
MenuParameterFuncties
D)INIT. CONFIG
E)HDMI SET
F)ZONE2 SET
AUDIO SELECT
DECODER MODE
EXTD SUR.
S.AUDIO
MAX VOL.
INIT. VOL.
Standaard instellen van een bepaalde audio ingangsaansluiting
selectiefunctie voor de signaalbronnen die zijn verbonden met de
DIGITAL INPUT aansluitingen wanneer u dit toestel aan zet.
Hiermee kunt u een bepaalde decoderfunctie standaard instellen voor
signaalbronnen die zijn verbonden met de DIGITAL INPUT
aansluitingen wanneer u dit toestel aan zet.
Hiermee kunt u een bepaalde uitgebreide decoderfunctie instellen voor
signaalbronnen die zijn verbonden met de DIGITAL INPUT
aansluitingen wanneer u dit toestel aan zet.
Hiermee kunt u kiezen of u HDMI audiosignalen wilt laten weergeven
via dit toestel zelf of via een andere HDMI component die is
verbonden met de HDMI OUT aansluiting.
Hiermee kunt u het maximum volumeniveau Zone 2 regelen. 91
Hiermee kunt u het volumeniveau in Zone 2 instellen wanneer dit
toestel aan wordt gezet.
■ Signaalinformatie SIGNAL INFO
Met deze functie kunt u informatie over de audio- en videosignalen controleren (zie bladzijde 46).
Bladzijde
90
90
90
91
91
GEAVANCEERDE
BEDIENING
75 Nl
Nederlands
Page 78
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
Gebruiken van het SET MENU
Gebruik de afstandsbediening om de menu’s te openen en
de instellingen te verrichten.
y
• U kunt de “SET MENU” parameters wijzigen terwijl het toestel
geluid aan het weergeven is.
• Als u op RPARAMETER drukt terwijl het “SET MENU”
gebruikt wordt, zal het “SET MENU” worden geannuleerd.
• Druk op 0RETURN om terug te keren naar het vorige
menuniveau.
1Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op FAMP en druk vervolgens op
H
SET MENU om het “SET MENU” te
openen.
Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld
display verschijnen.
2Druk op
SETUP”.
3Druk op
te openen.
Het “MANUAL SETUP” scherm zal op het in-beeld
display verschijnen.
9
k/n en selecteer “MANUAL
SET MENU
;AUTO SETUP
;MANUAL SETUP
.
;SIGNAL INFO
[
p
[]/[]:
[ENTER]:
9
ENTER om de “MANUAL SETUP”
MANUAL SETUP
.
1 BASIC MENU
2 VOLUME MENU
3 SOUND MENU
4 INPUT MENU
5 OPTION MENU
[]/[]:
[ENTER]:
Up/Down
Enter
[
p
Up/Down
Enter
4Druk herhaaldelijk op
9
k/n om het gewenste
menu te selecteren en druk op 9ENTER om
het te openen.
De volgende schermen zijn voorbeelden waarin het
“SOUND MENU” wordt geselecteerd.
3 SOUND MENU
.
A)EQUALIZER
B)LFE LEVEL
C)DYNAMIC RANGE
D)LIPSYNC
E)EXTD SUR.
[
p
Hoger/lager
[]/[]:
Enter
[ENTER]:
5Druk herhaaldelijk op
9
k/n om het gewenste
submenu te selecteren en druk op 9ENTER
om het te openen.
Het volgende scherm is een voorbeeld waarin
“LFE LEVEL” wordt geselecteerd.
B)LFE LEVEL
.
SPEAKER;;;;;;0dB
HEADPHONE;;-20dB
[
p
Up/Down
Adjust
6Druk op
[]/[]:
[p]/[[]:
9
k/n om de gewenste parameter te
selecteren en vervolgens op 9l / h om de
instelling te wijzigen.
• Druk op 9h om de ingestelde waarde te
verhogen.
• Druk op 9l om de ingestelde waarde te
verlagen.
7Druk op
H
SET MENU om de “SET MENU”
te verlaten.
76 Nl
Page 79
1 BASIC MENU
Via dit menu kunt u met de hand de basisinstellingen voor
de luidsprekers wijzigen. De meeste “BASIC MENU”
parameters worden automatisch ingesteld wanneer u de
automatische instelling laat doen.
1 BASIC MENU
.
A)SPEAKER SET
B)SP LEVEL
C)SP DISTANCE
D)TEST TONE
[
p
Up/Down
[]/[]:
Enter
[ENTER]:
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
LFE/lage tonen uitgang LFE/BASS OUT
Gebruik deze functie om de luidsprekers te selecteren die
de LFE (Lage Frequentie Effecten) en de lage tonen
weergeven.
A)SPEAKER SET
LFE/BASS OUT
SWFR FRONT >BOTH
LFE uitgangssignalen
y
Stel “TEST TONE” in op “ON” om de testtoon weer te laten
geven bij “SPEAKER SET”, “SP LEVEL” en “SP DISTANCE”.
■
Luidspreker-instellingen
A)SPEAKER SET
y
Druk herhaaldelijk op 9k/n om de gewenste parameter te
selecteren.
Extra luidspreker toewijzing EXTRA SP ASSIGN
Hiermee kunt u de functie van de met de EXTRA SP
aansluitingen verbonden luidsprekers instellen.
A)SPEAKER SET
X
X
EXTRA SP ASSIGN
X
ZONE2 >FRONT B
X
ZONE B PRESENCE
X
NONE
X
X
X
X
[
p
ZONE2 SET
XXXX[]/[]:Up/DownXXXXX
Not Available
XXXX[p]/[[]:EnterXXXXXXX
X
KeuzeBeschrijving
ZONE2
FRONT B
ZONE B
PRESENCE
NONE
Kies deze instelling wanneer u gebruik maakt
van Zone 2 luidsprekers (zie bladzijde 105).
Selecteer deze instelling wanneer u een ander
voor-luidsprekersysteem gebruikt in de
hoofdzone (zie bladzijde 43).
Selecteer deze instelling wanneer u een ander
voor-luidsprekersysteem gebruikt in een andere
ruimte (zie bladzijde 43).
Kies deze instelling wanneer u gebruik maakt van
aanwezigheidsluidsprekers (zie bladzijde 13).
Selecteer deze instelling wanneer u geen
gebruik maakt van de EXTRA SP aansluitingen.
Subwoofer(s) en luidsprekers
Keuze
BOTH
SWFR
FRONT
Subwoofer(s)
UitgangGeen uitg.Geen uitg.
UitgangGeen uitg.Geen uitg.
Geen uitg.UitgangGeen uitg.
Voor-
luidsprekers
Lage frequentie uitgangssignalen
Subwoofer(s) en luidsprekers
Keuze
Subwoofer(s)
BOTH
SWFR
FRONT
*1
Produceert (produceren) de lage frequentiesignalen voor
*1*2*3
*4*3*3
Geen uitg.*1*3
de voorkanalen en andere luidsprekers die zijn ingesteld
op “SMALL”.
*2
Produceert altijd de lage frequentiesignalen voor de
voorkanalen.
*3
Produceert de lage frequentiesignalen als de luidsprekers
zijn ingesteld op “LARGE”.
*4
Produceert de lage frequentiesignalen voor de
luidsprekers die zijn ingesteld op “SMALL” of
“NONE”.
Voor-
luidsprekers
Overige
luidsprekers
Overige
luidsprekers
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Opmerkingen
• Deze parameter krijgt dezelfde waarde als de “EXTRA SP
ASSIGN” parameter in de “AUTO SETUP” (zie bladzijde 33).
• Als u “ON” selecteert bij “BI-AMP” (zie bladzijde 110), kunt u
geen “PRESENCE” of “ZONE2” meer instellen bij “EXTRA
SP ASSIGN”.
•
Nadat u de “EXTRA SP ASSIGN” instelling heeft gewijzigd, dient
u de “AUTO SETUP” opnieuw uit te voeren (zie bladzijde 32).
Nederlands
77 Nl
Page 80
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
Afmetingen van luidsprekers
De woofer (lage tonen) luidspreker is
– 16 cm of groter: groot
– kleiner dan 16 cm: klein
Voor-luidsprekers FRONT SP
A)SPEAKER SET
FRONT SP
SMALL >LARGE
KeuzeBeschrijving
LARGE
SMALL
Selecteer deze instelling wanneer de voorluidsprekers groot zijn.
Selecteer deze instelling wanneer de voorluidsprekers klein zijn.
Opmerking
Wanneer “LFE/BASS OUT” is ingesteld op “FRONT”, kunt u
alleen “LARGE” kiezen bij “FRONT SP”. Als “FRONT SP” van
tevoren op een andere instelling dan “LARGE” is gezet, zal dit
toestel die instelling automatisch veranderen naar “LARGE”.
Linker/rechter surround-luidsprekers
A)SPEAKER SET
SUR. L/R SP
NONE >SMALL LARGE
SUR. L/R SP
KeuzeBeschrijving
LARGE
SMALL
NONE
Selecteer deze instelling wanneer de surroundluidsprekers groot zijn.
Selecteer deze instelling wanneer de surroundluidsprekers klein zijn.
Selecteer deze instelling wanneer u geen gebruik
maakt van surround-luidsprekers. Hiermee zet u
het toestel in de CINEMA DSP stand
(zie bladzijde 51) en zal “SUR.B L/R SP”
automatisch op “NONE” (geen) worden
ingesteld.
Linker/rechter surround achter-luidsprekers
SUR.B L/R SP
A)SPEAKER SET
SUR.B L/R SP
Midden-luidspreker CENTER SP
A)SPEAKER SET
CENTER SP
NONE >SMALL LARGE
Wanneer de midden-luidspreker groot is:
Selecteer “LARGE” (groot).
Wanneer de midden-luidspreker klein is:
Selecteer “SMALL” (klein).
Wanneer u geen gebruik maakt van een
midden-luidspreker:
Selecteer “NONE” (geen). De signalen voor het
middenkanaal zullen naar de linker en rechter voorluidsprekers worden gestuurd.
KeuzeBeschrijving
LARGE
SMALL
NONE
Selecteer deze instelling wanneer de middenluidspreker groot is.
Selecteer deze instelling wanneer de middenluidspreker klein is.
Selecteer deze instelling wanneer u geen gebruik
maakt van een midden-luidspreker. De signalen
voor het middenkanaal zullen naar de linker en
rechter voor-luidsprekers worden gestuurd.
SMLx1 >SMLx2 LRGx1
KeuzeBeschrijving
LRGx1
LRGx2
SMLx1
SMLx2
NONE
Selecteer deze instelling wanneer de enkele
surround achter-luidspreker groot is.
Selecteer deze instelling wanneer de linker en
rechter surround achter-luidsprekers groot zijn.
Selecteer deze instelling wanneer de enkele
surround achter-luidspreker klein is.
Selecteer deze instelling wanneer de linker en
rechter surround achter-luidsprekers klein zijn.
Selecteer deze instelling wanneer u geen gebruik
maakt van surround achter-luidsprekers. De
signalen voor het surround-achterkanaal zullen
naar de linker en rechter surround-luidsprekers
worden gestuurd.
Opmerking
Als er Dolby TrueHD audiosignalen binnenkomen en
“SUR.B L/R SP” is ingesteld op “NONE”, zullen de linker en
rechter surround-achterkanalen niet naar de linker en rechter
surround-luidsprekers worden gestuurd.
78 Nl
Page 81
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
Lage tonen crossover CROSS OVER
Met deze functie kunt u de crossover frequentie instellen
voor alle luidsprekers die zijn ingesteld op “SML”
(of “SMALL”) via “SPEAKER SET” (zie bladzijde 77).
Alle frequenties onder de geselecteerde frequentie zullen
naar de subwoofer(s) of voor-luidsprekers worden
gedirigeerd aan de hand van de “LFE/BASS OUT”
instelling bij “SPEAKER SET” (zie bladzijde 77).
Keuzes: 40Hz, 60Hz, 80Hz, 90Hz, 100Hz, 110Hz,
120Hz, 160Hz, 200Hz
A)SPEAKER SET
CROSS OVER
FREQ;;;;80Hz
y
Als het volume en de crossover-frequentie op uw subwoofer
ingesteld kunnen worden, zet het volume dan halverwege
(of iets lager) en zet de crossover-frequentie op de maximale
waarde.
Subwooferfase SUBWOOFER PHASE
Als de lage tonen niet of onduidelijk worden
weergegeven, kunt u hiermee de fase van uw subwoofer
omschakelen.
A)SPEAKER SET
SUBWOOFER PHASE
>NORMAL REVERSE
■ Luidsprekerniveau B)SP LEVEL
Deze functie stelt u in staat met de hand de balans te
bepalen tussen het volume (luidsprekerniveau) van de
linker voor- of linker surround-luidspreker en elk van de
bij “SPEAKER SET” (zie bladzijde 77) geselecteerde
luidsprekers.
Instelbereik: –10,0 dB t/m +10,0 dB
Instelstap: 0,5 dB
Begininstelling:
FR.L/FR.R/SWFR/PR.L/PR.R: 0 dB
CNTR/SUR.L/SUR.R/SBL/SBR: –1,0 dB
B)SP LEVEL1/2
.
FR.L
FR.R
CNTR
SUR.L
SUR.R
SP LEVELIngestelde luidspreker
FR.L
FR.R
CNTR
SUR.L
SUR.R
SBL
SBR
SWFR
PR.L
PR.R
Linker voor-luidspreker
Rechter voor-luidspreker
Midden-luidspreker
Linker surround-luidspreker
Rechter surround-luidspreker
Linker surround achter-luidspreker
Rechter surround achter-luidspreker
Subwoofer
Linker aanwezigheidsluidspreker
Rechter aanwezigheidsluidspreker
B)SP LEVEL2/2
.
SBL
SBR
SWFR
GEAVANCEERDE
BEDIENING
KeuzeFuncties
NORMAL
Verandert de fase van uw subwoofer niet.
(normaal)
REVERSE
Keert de fase voor uw subwoofer om.
(omgekeerd)
y
• Als het volume en de crossover-frequentie op uw subwoofer
ingesteld kunnen worden, zet het volume dan halverwege
(of iets lager) en zet de crossover-frequentie op de maximale
waarde.
• Stel “TEST TONE” in op “ON” om de testtoon weer te laten
geven bij de “SPEAKER LEVEL” instelling (zie bladzijde 80).
Opmerkingen
• Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt mede af
van de luidsprekerinstellingen.
• In plaats van “SBL” en “SBR”, zal “SB” worden getoond indien
“SUR. B L/R SP” is ingesteld op “SMLx1” of “LRGx1” (zie
bladzijde 78).
Nederlands
79 Nl
Page 82
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
■ Luidspreker afstand C)SP DISTANCE
Met deze functie kunt u met de hand de afstand van elke
luidspreker tot de luisterplek invoeren en zo de vertraging
voor het bijbehorende kanaal instellen. In het ideale geval
zouden alle luidsprekers op dezelfde afstand van de
luisterplek moeten staan. Maar in de meeste gevallen is dat
praktisch gezien niet mogelijk. Daarom moet de weergave
van luidsprekers die eigenlijk te dichtbij staan heel eventjes
vertraagd worden, zodat het geluid van alle luidsprekers op
hetzelfde moment op de luisterplek arriveert.
C)SP DISTANCE1/2
.
UNIT;;;;;;meters
FRONT L;;;;3.00m
FRONT R;;;;3.00m
CENTER;;;;;2.60m
SUR. L;;;;;2.40m
SUR. R;;;;;2.40m
[
p
[]/[]:
[p]/[[]:
Up/Down
Select
Eenheid voor de instelling van de luidsprekerafstand
Begininstelling:
[Modellen voor de V.S. en Canada]: feet (ft)
[Overige modellen]: meters (m)
KeuzeFuncties
meters (m)
feet (ft)
Stelt de afstanden van de luidsprekers in meters in.
Stelt de afstanden van de luidsprekers in voeten (feet) in.
Luidsprekerafstanden
Instelbereik: 0,30 t/m 24,00 m (1.0 t/m 80.0 ft)
Instelstap: 0,10 m (0.5 ft)
Begininstelling:
FRONT L/FRONT R/SWFR/PRNS L/
PRNS R: 3,00 m (10.0 ft)
CENTER: 2,60 m (8.5 ft)
SUR. L/SUR. R/SBL/SBR: 2,40 m (8.0 ft)
Aan of uit zetten van de testtoon voor de
“SPEAKER SET”, “SP LEVEL” en “SP DISTANCE”
instellingen.
D)TEST TONE
>OFF ON
Select
[p]/[[]:
Return
[ENTER]:
KeuzeFuncties
OFF
ON
y
Als u een handzame geluidsdrukmeter gebruikt, houd deze dan
met uitgestrekte arm vast en richt de meter naar boven zodat deze
zich op de luisterplek bevindt. Met de meter op de 70 dB schaal
en op C SLOW kunt u nu alle luidsprekers afstellen op 75 dB.
Opmerking
Deze functie wordt automatisch uitgeschakeld wanneer u het
“BASIC MENU” verlaat.
Dit toestel zal geen testtoon weergeven bij de
“SPEAKER SET”, “SP LEVEL” en
“SP DISTANCE” instellingen.
Dit toestel zal wel een testtoon weergeven bij de
“SPEAKER SET”, “SP LEVEL” en
“SP DISTANCE” instellingen.
SP DISTANCEIngestelde luidspreker
FRONT L
FRONT R
CENTER
SUR. L
SUR. R
SBL
SBR
SWFR
PRNS L
PRNS R
Linker voor-luidspreker
Rechter voor-luidspreker
Midden-luidspreker
Linker surround-luidspreker
Rechter surround-luidspreker
Linker surround achter-luidspreker
Rechter surround achter-luidspreker
Subwoofer
Linker aanwezigheidsluidspreker
Rechter aanwezigheidsluidspreker
Opmerkingen
• Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt mede af
van de luidsprekerinstellingen.
•
In plaats van “SBL” en “SBR”, zal “SUR.B” worden getoond indien
“SUR.B L/R SP” is ingesteld op “SMLx1” of “LRGx1” (zie bladzijde 78).
80 Nl
Page 83
2 VOLUME MENU
Via dit menu kunt u met de hand de diverse volumeinstellingen wijzigen.
2 VOLUME MENU
.
ADAPTIVE DRC;;;;OFF
ADAPTIVE DSP
LEVEL;;;;OFF
MUTE TYPE;;;;;;FULL
MAX VOL.;;;;+16.5dB
INIT. VOL.;;;;;;OFF
[
p
Up/Down
[]/[]:
Select
[p]/[[]:
Adaptieve regeling van het dynamisch bereik
ADAPTIVE DRC
Gebruik deze functie om het dynamisch bereik te laten
regelen aan de hand van het volumeniveau. Deze functie
komt van pas wanneer u bij een laag volume, bijvoorbeeld
’s nachts, wilt luisteren. Wanneer “ADAPTIVE DRC” is
ingesteld op “AUTO”, zal dit toestel het dynamisch bereik
als volgt regelen:
– Als het VOLUME laag staat:
het dynamisch bereik wordt beperkt
– Als het VOLUME hoog staat:
het dynamisch bereik is groot
AUTO
AUTO
OFF
Uitgangsniveau
Ingangsniveau
VOLUME: laagVOLUME: hoog
KeuzeFuncties
AUTO
OFF
Regelt het dynamisch bereik automatisch.
Regelt het dynamisch bereik niet automatisch.
y
• U kunt het dynamisch bereik van bitstroomsignalen ook regelen
met “DYNAMIC RANGE” in het “SOUND MENU”
(zie bladzijde 83).
• Deze functie is ook handig wanneer u luistert met uw
hoofdtelefoon.
Opmerking
De functie voor het adaptief regelen van het dynamisch bereik
werkt niet wanneer dit toestel in de Pure Direct stand staat
(zie bladzijde 52).
Uitgangsniveau
Ingangsniveau
OFF
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
Adaptief DSP niveau ADAPTIVE DSP LEVEL
Gebruik deze functie om het DSP effectniveau
(zie bladzijde 65) in te stellen aan de hand van het
volumeniveau.
KeuzeFuncties
AUTO
OFF
Regelt het DSP effectniveau aan de hand van het
volumeniveau.
Regelt het DSP effectniveau niet automatisch.
Opmerking
Ook als u “ADAPTIVE DSP LEVEL” op “AUTO” zet, zal dit
toestel de bij “DSP LEVEL” gespecificeerde waarde
(zie bladzijde 65) niet wijzigen, maar alleen fijnregelen.
Tijdelijk uit of lager zetten van het geluid
MUTE TYPE
U kunt zelf bepalen hoeveel het volume verlaagd moet
worden wanneer u deze functie gebruikt
(zie bladzijde 45).
KeuzeFuncties
FULL
–20dB
Schakelt alle geluidsweergave tijdelijk uit.
Verlaagt het huidige volume met 20 dB.
Maximum volume MAX VOL.
Gebruik deze functie om het maximum volume voor de
hoofdzone in te stellen. Deze functie is nuttig om te
voorkomen dat er per ongeluk hele harde geluiden worden
weergegeven. Het oorspronkelijke volumebereik is
bijvoorbeeld –80,0 dB t/m +16,5 dB. Maar wanneer
“MAX VOL.” is ingesteld op –5,0 dB, wordt het
volumebereik –80,0 dB t/m –5,0 dB.
Instelbereik: –30,0 dB t/m +15,0 dB, +16,5 dB
Instelstap: 5,0 dB
Opmerkingen
• Wanneer dit toestel bezig is met de automatische setup, wordt
het volume automatisch op 0 dB gezet, ongeacht de huidige
“MAX VOL.” instelling.
• De “MAX VOL.” instelling krijgt voorrang boven de instelling
voor het beginvolume. Als bijvoorbeeld “INI.VOL.” is
ingesteld op –20,0 dB en “MAX VOL.” is ingesteld op
–30,0 dB, dan zal het volume automatisch worden ingesteld op
–30,0 dB wanneer u de volgende keer het toestel weer aan zet.
• Gebruik “MAX VOL.” onder “ZONE SET” om het
beginvolume in Zone 2 in te stellen.
Beginvolume INIT. VOL.
Gebruik deze functie om in te stellen wat het volume in de
hoofdzone moet worden wanneer dit toestel aan wordt gezet.
Keuzes: OFF, MUTE, –80,0 dB t/m +16,5 dB
Instelstap: 0,5 dB
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Opmerking
De “MAX VOL.” instelling krijgt voorrang boven de instelling
voor het beginvolume.
81 Nl
Page 84
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
3 SOUND MENU
Via deze functie kunt u de audio-instellingen wijzigen.
3 SOUND MENU
.
A)EQUALIZER
B)LFE LEVEL
C)DYNAMIC RANGE
D)LIPSYNC
E)EXTD SUR.
[
p
[]/[]:
[ENTER]:
■ Equalizer A)EQUALIZER
Gebruik deze functie om te kiezen tussen de
parametrische en de grafische equalizer.
Equalizertype selecteren EQ TYPE SELECT
Gebruik deze functie om het type equalizer te kiezen.
A)EQUALIZER
AUTO PEQ >GEQ OFF
[NATURAL]
[p]/[[]:
[ENTER]:
Up/Down
Enter
EQ TYPE SELECT
Select
Enter
Grafische equalizer GEQ
Gebruik deze functie om de toonkleur van de midden,
L/R surround en L/R surround-achter en eventuele losse
surround achter-luidsprekers af te stemmen op de
toonkleur van de L/R voor-luidsprekers. U kunt
7 frequentiebanden instellen (63 Hz, 160 Hz, 400 Hz,
1 kHz, 2,5 kHz, 6,3 kHz, 16 kHz).
Instelbereik: –6,0 dB t/m +6,0 dB
Instelstap: 0,5 dB
A)EQUALIZER1/2
TEST >OFF ON
CHANNEL;;;;FRONT L
.
63Hz0dB
160Hz0dB
400Hz0dB
1kHz0dB
Up/Down
[
p
[]/[]:
[p]/[[]:
Select
A)EQUALIZER2/2
TEST >OFF ON
CHANNEL;;;;FRONT L
.
2.5kHz0dB
6.3kHz0dB
16kHz0dB
Up/Down
[
p
[]/[]:
[p]/[[]:
Adjust
y
Druk op 9k/n om een frequentieband te selecteren en op
9
l / h om de geselecteerde frequentieband in te stellen.
Opmerking
De “GEQ” parameter kan alleen worden ingesteld wanneer
“GEQ” is geselecteerd bij “EQ TYPE SELECT”.
KeuzeFuncties
AUTO PEQ
Maakt gebruik van de parametrische equalizer
zoals ingesteld bij “AUTO SETUP”
(zie bladzijde 33).
GEQ
Hiermee kunt u de ingebouwde grafische
equalizer met 7 frequentiebanden zo instellen dat
de toonkleur van de luidsprekers met elkaar
overeenkomt. Druk op 9ENTER om het
scherm voor de grafische equalizer te openen.
OFF
Schakelt de equalizerfunctie uit.
y
Het op dit moment toegepaste type parametrische equalizer
(zie bladzijde 33) verschijnt onder “AUTO PEQ”.
Opmerking
U kunt “AUTO PEQ” alleen selecteren wanneer u van tevoren de
“AUTO SETUP” heeft uitgevoerd (zie bladzijde 32). In dit geval
zal “AUTO PEQ” automatisch worden geselecteerd als
standaardinstelling.
Testtoon TEST
Gebruik deze functie om instellingen te verrichten met
“GEQ” terwijl u luistert naar een testtoon. Om “TEST” te
selecteren, dient u herhaaldelijk op 9k/n te drukken op
het grafische equalizerscherm.
A)EQUALIZER1/2
.
TEST >OFF ON
CHANNEL;;;;FRONT L
63Hz0dB
160Hz0dB
400Hz0dB
1kHz0dB
Up/Down
[
p
[]/[]:
[p]/[[]:
KeuzeFuncties
OFF
Er wordt geen testtoon weergegeven, maar het
signaal van de op dit moment geselecteerde
signaalbron.
ON
Er worden testtonen weergegeven via de
geselecteerde luidsprekers.
Select
82 Nl
Page 85
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
■ Niveau Lage Frequentie Effecten
B)LFE LEVEL
Deze functie stelt u in staat het volume (uitgangsniveau)
van het LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal aan te passen
aan de capaciteit van uw subwoofer of hoofdtelefoon. Het
LFE kanaal zorgt voor de weergave van speciale effecten
met zeer lage tonen bij bepaalde passages. Deze instelling
treedt in werking wanneer het ingangssignaal een LFE
kanaal bevat.
Instelbereik: –20 t/m 0 dB
Instelstap: 1 dB
B)LFE LEVEL
.
SPEAKER;;;;;;0dB
HEADPHONE;;;;0dB
[
p
Up/Down
[]/[]:
Adjust
[p]/[[]:
Luidsprekers SPEAKER
Stelt het LFE luidsprekerniveau in.
Hoofdtelefoon HEADPHONE
Stelt het LFE hoofdtelefoonniveau in.
Opmerking
Afhankelijk van de instellingen bij “LFE/BASS OUT”
(zie bladzijde 77) is het mogelijk dat sommige signalen niet via
de SUBWOOFER PRE OUT aansluiting worden gereproduceerd.
■ Dynamisch bereik C)DYNAMIC RANGE
Via deze functie kunt u instellen hoeveel het dynamisch
bereik moet worden gecomprimeerd voor uw luidsprekers
of uw hoofdtelefoon. Deze instelling treedt alleen in
werking wanneer dit toestel bitstroomsignalen decodeert.
C)DYNAMIC RANGE
SPEAKER;;;;;;;;;MAX
.
HEADPHONE;;;;;;;MAX
[
p
[]/[]:
[p]/[[]:
Luidsprekers SPEAKER
Regelt de compressie van het dynamisch bereik voor de
luidsprekers.
Hoofdtelefoon HEADPHONE
Regelt de compressie van het dynamisch bereik voor de
hoofdtelefoon.
KeuzeFuncties
MIN/AUTO
STD
MAX
• MIN: Beperkt het dynamisch bereik wanneer
dit toestel bitstroomsignalen decodeert
(behalve Dolby TrueHD).
• AUTO: Regelt het dynamisch bereik aan de
hand van de instructies in het ingangssignaal
wanneer dit toestel Dolby TrueHD signalen
decodeert.
Stelt het dynamisch bereik in op een gemiddelde
waarde. Wanneer dit toestel Dolby TrueHD
signalen decodeert, zal de regeling van het
dynamisch bereik altijd zijn ingeschakeld,
ongeacht de instructies in het ingangssignaal.
Behoudt het grootste dynamische bereik.
Up/Down
Select
GEAVANCEERDE
BEDIENING
83 Nl
Nederlands
Page 86
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
■ Audio en video synchronisatie
(‘lip sync’) D)LIPSYNC
Gebruik deze functie om de synchronisatie van beeld en
geluid te regelen.
D)LIPSYNC
.
HDMI AUTO;;;;;;OFF
AUTO;;;;;;;;;---ms
(offset;;;---ms)
MANUAL;;;;;;;;;0ms
[
p
[]/[]:
[p]/[[]:
HDMI automatische synchronisatie HDMI AUTO
Als het beeldscherm is verbonden met de HDMI OUT
aansluiting van dit toestel en geschikt is voor
automatische audio en video synchronisatie (automatische
‘lip sync’ functie), zal dit toestel beeld en geluid
automatisch synchroniseren. Gebruik deze functie om de
automatische synchronisatie (‘lip sync’) aan of uit te
zetten.
Keuzes: ON, OFF
Als het aangesloten beeldscherm geschikt is
voor automatische synchronisatie:
Selecteer “ON”. Gebruik “AUTO” om de audio en
video synchronisatie in meer detail in te stellen.
Als het beeldscherm niet geschikt is voor de
automatische synchronisatie, of als u de
automatische synchronisatie niet wilt
gebruiken:
Selecteer “OFF”. Gebruik “MANUAL” (Handmatig)
om de synchronisatie van beeld en geluid te regelen.
Up/Down
Select
■ Uitgebreid surround E)EXTD SUR.
Gebruik deze functie om te profiteren van 6.1/7.1-kanaals
weergave van multikanaals signaalbronnen met behulp
van de Dolby Pro Logic IIx, Dolby Digital EX of DTS-ES
decoder en de aangesloten surround achter-luidsprekers.
E)EXTD SUR.
EXTD SUR.;;;;;;AUTO
Select
[p]/[[]:
Return
[ENTER]:
KeuzeFuncties
AUTO
PLIIxMovie
PLIIxMusic
EX/ES
OFF
Schakelt de optimale decoder in voor weergave
van signalen via 6.1/7.1 kanalen wanneer dit
toestel een signalering daarvoor (‘vlag’) in het
ingangssignaal herkent.
Geeft Dolby Digital of DTS signalen weer via
7.1 kanalen via de Pro Logic IIx Movie decoder.
Selecteer Dolby Digital om DTS signalen via
6.1/7.1 kanalen weer te geven met de Pro Logic
IIx Music decoder.
Geeft Dolby Digital of DTS signalen weer via
6.1/7.1 kanalen met de Dolby Digital EX of
DTS-ES decoder.
Er worden geen decoders gebruikt om 6.1/7.1
kanalen te creëren.
Automatische vertraging AUTO
Gebruik deze functie om gedetailleerde instellingen te
kunnen maken voor de synchronisatie van audio en video
wanneer u “HDMI AUTO” heeft ingesteld op “ON”.
Instelbereik: 0 t/m 240 ms
Instelstap: 1 ms
y
“offset” geeft het verschil aan tussen de waarde voor de
audiovertraging die dit toestel instelt en de waarde voor de
audiovertraging die u instelt bij “AUTO”. Dit toestel slaat de
“offset” waarde op en past deze toe op eventuele andere
beeldschermen die geschikt zijn voor de automatische
synchronisatie.
Handmatige vertraging MANUAL
Gebruik deze functie om de vertraging van de
geluidsweergave met de hand in te stellen zodat deze
synchroon loopt met de weergegeven beelden wanneer u
“HDMI AUTO” heeft ingesteld op “OFF”.
Instelbereik: 0 t/m 240 ms
Instelstap: 1 ms
84 Nl
Page 87
4 INPUT MENU
Gebruik dit menu om de parameters voor elk van de
signaalbronnen in te stellen.
4 INPUT MENU1/2
.
A) PHONO
B) TUNER
C) CD
D) MD/CD-R
E) DVD
F) DTV/CBL
G) V-AUX
I/O ASSIGNMENT
INPUT RENAME
VOL. TRIM
DECODER MODE
VOL. TRIM
STANDBY CHARGE
VOL. TRIM
START PAIRING
Up/Down
Enter
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
Toewijzen van in-/uitgangsaansluitingen
I/O ASSIGNMENT
U kunt de in-/uitgangsaansluitingen toewijzen aan andere
componenten als de begininstellingen van dit toestel niet
overeenkomen met uw voorkeuren. Wijzig de parameter
om de respectievelijke aansluitingen toe te wijzen aan
andere apparatuur en uiteindelijk meer componenten te
kunnen aansluiten.
Wanneer de in-/uitgangsaansluitingen opnieuw zijn
toegewezen, kunt u de daarbij behorende component
selecteren als signaalbron met RINPUT op het
voorpaneel (of met de ingangskeuzetoetsen (5) op de
afstandsbediening).
• “NONE” verschijnt op het in-beeld display wanneer er geen
signaalbron is toegewezen aan de in-/uitgangsaansluiting.
• Stel “OPTICAL OUT” in op “(1)” voor de digitale
opnamecomponent die u heeft verbonden met de DIGITAL
OUTPUT aansluiting.
• U kunt een bepaalde naam maar één keer gebruiken voor een
bepaald soort aansluiting.
• Een asterisk (*) verschijnt rechts naast namen van in/
uitgangsaansluitingen waarvan de eerdere instellingen
gewijzigd zijn.
• De signaalbron die op dit moment is toegewezen aan de
geselecteerde in/uitgangsaansluiting zal verschijnen op het
in-beeld display (“Current( DTV/CBL )” in het voorbeeld
hierboven).
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Opmerking
Sommige parameters die hierboven beschreven worden zijn niet
beschikbaar met elke signaalbron, en sommige parameters zijn
alleen beschikbaar bij een specifieke signaalbron.
Nederlands
85 Nl
Page 88
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
Signaalbronnen nieuwe namen geven
INPUT RENAME
Met deze functie kunt u de namen van de signaalbronnen
zoals die op het in-beeld display op het voorpaneel
verschijnen veranderen.
J) DVR
INPUT RENAME
DVR .DVR
[
Position
Character
p
Enter
Return
1Druk op
[p]/[[]:
[ ]/[ ]:
[ENTER]:
[RETURN]:
9
l / h om de “_” (onderstreping)
onder de spatie of het teken dat u wilt
bewerken te plaatsen.
2Kies met
9
k/n het teken dat u wilt gebruiken
en ga vervolgens met 9l / h naar het
volgende teken.
Opmerkingen
• U kunt maximaal 9 tekens gebruiken voor elke
signaalbron.
• Druk op 9n om de tekens als volgt te laten veranderen,
of druk op 9k om deze reeks in omgekeerde volgorde te
doorlopen:
A t/m Z, 0 t/m 9, a t/m z, symbolen (#, *, –, +, enz.),
spatie.
3Herhaal de stappen 1 t/m 2 als u de namen
van andere signaalbronnen wilt veranderen.
4Druk op
voltooien.
Volume Trim VOL. TRIM
Met deze functie kunt u het niveau van de ingangssignalen
voor elk van de aansluitingen op elkaar afstemmen. Deze
functie komt van pas wanneer u wilt vermijden dat het
volume plotseling verandert wanneer u overschakelt naar
een andere signaalbron.
Instelbereik: –6,0 dB t/m +6,0 dB
Instelstap: 0,5 dB
Begininstelling: 0,0 dB
9
ENTER om deze handeling te
Decoderfunctie DECODER MODE
Hiermee kunt u een andere decoder standaard laten
inschakelen. Wanneer u “DTS” selecteert en er digitale
audiosignalen binnenkomen, zal dit toestel de DTS
decoder inschakelen en alleen de digitale DTS
audiosignalen weergeven.
C)CD
I/O ASSIGNMENT
INPUT RENAME
VOL. TRIM;;;;;0.0dB
.
DECODER MODE;;;AUTO
[
p
Up/Down
[]/[]:
Select
[p]/[[]:
KeuzeFuncties
AUTO
DTS
Detecteert automatisch de typen digitale audio
ingangssignalen en selecteert de juiste decoder.
Schakelt de DTS decoder in en geeft alleen DTS
digitale audiosignalen weer wanneer er digitale
audiosignalen binnenkomen.
Opmerking
“DECODER MODE” is alleen beschikbaar wanneer de digitale
audio ingangsaansluitingen (HDMI, OPTICAL en/of COAXIAL)
zijn toegewezen aan de geselecteerde signaalbron.
Opladen terwijl het toestel uit (standby) staat
STANDBY CHARGE
Gebruik deze functie om in te stellen of dit toestel de
batterij (accu) van de aangesloten iPod op moet laden of
niet terwijl dit toestel zelf uit (standby) staat.
KeuzeFuncties
AUTO
OFF
Laadt de batterij (accu) van de aangesloten iPod
op wanneer dit toestel aan staat en wanneer het
uit (standby) staat.
Laadt de batterij (accu) van de aangesloten iPod
alleen op wanneer dit toestel aan staat.
B) TUNER
INPUT RENAME
.
VOL. TRIM;;;;+6.0dB
[
p
[]/[]:
[p]/[[]:
Up/Down
Adjust
y
Deze parameter heeft ook invloed op de signalen die worden
geproduceerd via de ZONE OUT audio-aansluitingen.
86 Nl
Page 89
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
Begin verbinden (pairing) START PAIRING
Gebruik deze functie om de aangesloten Yamaha Bluetooth
adapter (zoals een YBA-10, los verkrijgbaar) te laten beginnen
met het tot stand brengen van een verbinding met uw Bluetooth
component (pairing). Voor details omtrent het tot stand brengen
van de verbinding (pairing) verwijzen we u naar “Verbinding
tot stand brengen (“pairing”) tussen de Bluetooth™ adapter en
uw Bluetooth™ component” op bladzijde 62.
Als beveiliging geldt er een limiet van 8 minuten voor
het tot stand brengen van de verbinding (“pairing”).
Wij bevelen u aan alle instructies goed te lezen en te
zorgen dat u ze goed begrijpt voor u begint.
1Druk op
9
ENTER om het tot stand brengen
van de verbinding (pairing) te laten beginnen.
De aangesloten Bluetooth adapter begint te zoeken
naar Bluetooth apparatuur. “Searching...” zal
verschijnen op het beeldscherm.
2Controleer of de Bluetooth component de
Bluetooth adapter kan detecteren.
Als de Bluetooth component de Bluetooth adapter
detecteert (vindt), zal (bijvoorbeeld) “YBA-10 YAMAHA”
verschijnen in de lijst met Bluetooth apparaten.
3Selecteer de Bluetooth adapter in de lijst met
Bluetooth apparaten en voer het wachtwoord
“0000” in op de Bluetooth component.
Wanneer de verbinding met succes tot stand is gebracht,
zal de melding “Pairing completed” verschijnen.
y
Om het tot stand brengen van de verbinding (pairing) te annuleren, dient
0
u op
RETURN
te drukken om “START PAIRING” af te sluiten.
4Druk op
“START PAIRING” te verlaten.
Opmerkingen
• Als de aangesloten Bluetooth adapter geen Bluetooth
componenten kan vinden, zal “Not found” verschijnen.
• Als er geen Bluetooth adapter is aangesloten op dit toestel, zal
“No Bluetooth Adapter” verschijnen.
Multikanaals ingangssignaal achtergrondvideo
Gebruik deze functie om te kiezen welke videosignaalbron als
achtergrond zal worden weergegeven bij weergave van signalen
die binnenkomen via de MULTI CH INPUT aansluitingen.
0
RETURN om de
BGV
KeuzeFuncties
LAST
DVD, DTV/
CBL, DVR,
VCR, V-AUX
OFF
Gebruikt automatisch de laatst geselecteerde
videobron als signaalbron voor de
achtergrondvideo.
Selecteert de corresponderende signaalbron als
bron voor de achtergrondvideo.
Er wordt geen video op de achtergrond
weergegeven.
Ingangskanalen INPUT CH
Deze instelling bepaalt het aantal kanalen dat ontvangen
wordt van de externe decoder (zie bladzijde 25).
Keuzes: 6CH, 8CH
Als de aangesloten component gescheiden
6-kanaals audiosignalen produceert.
Selecteer “6CH”.
Als de aangesloten component gescheiden
8-kanaals audiosignalen produceert.
Selecteer “8CH”. Stel “FRONT” (zie hieronder) in
voor de analoge audio-aansluitingen via welke de
linker en rechter voorkanalen van de aangesloten
worden ontvangen.
Linker en rechter voorkanalen
ingangsaansluiting FRONT
Als u “8CH” heeft ingesteld bij “INPUT CH”, kunt u de
analoge audio-aansluitingen selecteren waarop de linker
en rechter voorkanalen van de op dit toestel aangesloten
externe decoder zullen binnenkomen.
Keuzes: CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, DVR, VCR,
Hiermee kunt u de helderheid van het display op het
voorpaneel instellen.
Instelbereik: – 4 t/m 0
Instelstap: 1
• Druk op 9l om het display op het voorpaneel te
dimmen.
• Druk op 9h om het display op het voorpaneel
helderder te maken.
OSD (in-beeld display) vershuiven OSD SHIFT
Hiermee kunt u de verticale positie van het OSD
(in-beeld display) instellen.
Instelbereik: –5 (naar beneden) t/m +5 (naar boven)
Instelstap: 1
Begininstelling: 0
• Druk op 9l om het in-beeld display lager op het
scherm weer te geven.
• Druk op 9h om het in-beeld display hoger op het
scherm weer te geven.
Signaalbronfunctie weergavetijd in-beeld display
OSD-SOURCE
Via deze functie kunt u bepalen hoe lang het iPod menu
nog moet worden weergegeven op het in-beeld display
(OSD) nadat u een handeling heeft uitgevoerd.
KeuzeFuncties
ON
10S
30S
Laat het in-beeld display voortdurend weergeven
tijdens een handeling.
Schakelt het in-beeld display uit 10 seconden
nadat u een handeling heeft verricht.
Schakelt het in-beeld display uit 30 seconden
nadat u een handeling heeft verricht.
Up/Down
Adjust
Versterkerfunctie weergavetijd in-beeld display
OSD-AMP
Hiermee kunt u instellen hoe lang het statusscherm nog
weergegeven zal worden op het beeldscherm wanneer u
een bepaalde handeling heeft uitgevoerd.
KeuzeFuncties
ON
10S
30S
Scrollen over het display op het voorpaneel
Laat het in-beeld display voortdurend weergeven
tijdens een handeling.
Schakelt het in-beeld display uit 10 seconden
nadat u een handeling heeft verricht.
Schakelt het in-beeld display uit 30 seconden
nadat u een handeling heeft verricht.
FL SCROLL
Gebruik deze functie om het iPod menu (zoals de songtitel
of de naam van een kanaal) weer te laten geven op het
display op het voorpaneel.
KeuzeFuncties
CONT
ONCE
Doorlopend.
Selecteer deze instelling om de bedieningsstatus
doorlopend weer te laten geven op het display op
het voorpaneel.
Eén keer scrollen.
Selecteer deze instelling om de bedieningsstatus
met de eerste 14 alfanumerieke tekens op het
display op het voorpaneel te laten zien nadat de
hele melding één keer over het display is
geschoven (gescrolld).
■ Video-instellingen B)VIDEO SET
Opmerking
Gebruik “VIDEO” bij “INIT” in de “ADVANCED SETUP” om
de “VIDEO SET” parameters in te stellen op de
fabrieksinstellingen (zie bladzijde 110).
B)VIDEO SET
.
VIDEO CONV.;;;;;;ON
HDMI RES.;;;;*THRGH
[
p
Up/Down
[]/[]:
Select
[p]/[[]:
Video conversie VIDEO CONV.
Gebruik deze functie om in te stellen of videosignalen die
binnenkomen via de VIDEO, S VIDEO en COMPONENT
VIDEO aansluitingen moeten worden omgezet.
KeuzeFuncties
ON
OFF
Omzetten van composiet, S-video- en
component videosignalen en opwaarderen van
composiet, S-video- en component
videosignalen naar HDMI videosignalen.
Selecteer deze instelling om geen signalen om te
laten zetten.
88 Nl
Page 91
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
Opmerkingen
• Dit toestel is niet in staat videosignalen met 480 lijnen om te
zetten in videosignalen met 576 lijnen, of andersom.
•
Analoge component videosignalen met een resolutie van 480i
NTSC)/576i (PAL) (geïnterlinieerd) worden omgezet naar S-video
of composiet videosignalen en gereproduceerd via de S VIDEO
MONITOR OUT en VIDEO MONITOR OUT aansluitingen.
•
De geconverteerde videosignalen worden alleen gereproduceerd
via de MONITOR OUT aansluitingen. Wanneer u een videobron
wilt opnemen moet u gebruik maken van hetzelfde soort
video-aansluitingen tussen alle betrokken componenten.
•
Wanneer composiet video- of S-videosignalen van een
videorecorder worden omgezet naar component videosignalen, kan
de beeldkwaliteit achteruitgaan, afhankelijk van uw videorecorder.
• Onconventionele signalen die binnenkomen via de composiet
video of S-video aansluitingen kunnen niet worden omgezet of
worden mogelijk niet correct gereproduceerd. Zet in dergelijke
gevallen “VIDEO CONV.” op “OFF”.
HDMI resolutie HDMI RES.
Gebruik deze functie om de HDMI opwaardering van
analoge videosignalen die binnenkomen via de VIDEO,
S VIDEO en COMPONENT VIDEO aansluitingen zodat
de opgewaardeerde videosignalen worden gereproduceerd
via de HDMI OUT aansluiting aan of uit te zetten.
Dit toestel kan videosignalen als volgt opwaarderen:
• 480i (NTSC)/576i (PAL) → 480p/576p, 1080i,
720p of 1080p
• 480p/576p → 1080i, 720p of 1080p
B)VIDEO SET
HDMI RESOLUTION
>*THROUGH * 576p
* 720p*1080i
*1080p
[p]/[[]:
Select
[ENTER]:
Enter
KeuzeFuncties
THROUGH
576p (of 480p),
1080i, 720p, 1080p
Geen opwaardering van analoge videosignalen.
Opwaarderen van analoge videosignalen naar
resoluties van 480p of 576p, 1080i, 720p of 1080p.
HDMI beeldverhouding HDMI ASPECT
Gebruik deze functie om de beeldverhouding te selecteren
voor analoge videosignalen die worden geproduceerd via
de HDMI OUT aansluiting.
B)VIDEO SET
VIDEO CONV.;;;;;;ON
HDMI RES.;;;;*1080p
.
HDMI ASPECT;;;THRGH
[p]/[[]:
[ENTER]:
Up/Down
Select
KeuzeFuncties
THRGH
16:9
SMART
Er zullen geen wijzigingen worden aangebracht
in de beeldverhouding voor HDMI
videobronsignalen.
Laat videobeelden met een beeldverhouding van
4:3 weergeven op een beeldscherm met een
beeldverhouding van 16:9. Hierdoor zullen links
en rechts op het beeldscherm zwarte balken
worden weergegeven.
Past videobeelden met een beeldverhouding van
4:3 op een beeldscherm met een
beeldverhouding van 16:9.
Opmerkingen
• Wanneer “HDMI RES.” is ingesteld op “THROUGH”, kunt u
geen wijzigingen maken voor “HDMI ASPECT”.
• Als de beeldverhouding van de videosignaalbron anders is dan
4:3, zal dit toestel automatisch de “HDMI ASPECT” instelling
negeren.
• Wanneer “HDMI ASPECT” is ingesteld op “SMART” zullen
de beelden worden uitgerekt aan de randen van het
beeldscherm.
• Wanneer de videosignalen binnenkomen via de HDMI IN
aansluitingen of wanneer er signalen binnenkomen met een
resolutie van 720p, 1080i of 1080p, heeft de “HDMI ASPECT”
instelling geen invloed op de via de HDMI OUT aansluiting
gereproduceerde signalen.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Opmerkingen
• Dit toestel zal geen analoge component videosignalen met een
resolutie van 720p of 1080i opwaarderen.
• De “HDMI RES.” parameter komt alleen beschikbaar wanneer
u “VIDEO CONV.” instelt op “ON”.
• Als u uw beeldscherm aansluit via een HDMI aansluiting, zal
dit toestel automatisch de beschikbare videosignaalresolutie van
het beeldscherm herkennen en zal er een asterisk (*)
verschijnen links van de mogelijke videosignaalresolutie(s).
• Als dit toestel de beschikbare videosignaalresolutie(s) van het
aangesloten beeldscherm niet kan herkennen, dient u “MON.
CHK” (zie bladzijde 110) op “SKIP” te zetten en vervolgens
“HDMI RES.” opnieuw in te stellen.
• Dit toestel is niet in staat videosignalen met 480 lijnen om te
zetten in videosignalen met 576 lijnen, of andersom.
Nederlands
89 Nl
Page 92
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
■ Geheugenbeveiliging C)MEMORY GUARD
Met deze functie kunt u voorkomen dat de
geluidsveldprogramma parameterwaarden en andere
systeeminstellingen per abuis gewijzigd worden.
• U kunt de volgende parameters ook wijzigen indien
“MEMORY GUARD” is ingesteld op “ON”:
– “EXTD SUR.” in het “SOUND MENU” (zie bladzijde 84)
– “DECODER MODE” in het “INPUT MENU”
(zie bladzijde 86)
– “MEMORY GUARD”
• Wanneer “MEMORY GUARD” is ingesteld op “ON”, zal “ ”
rechts bovenaan het “SET MENU” scherm verschijnen.
• U kunt de “SUR.” instellingen wijzigen via het scherm met de
geluidsveldparameters (zie bladzijde 69) ook al is
“MEMORY GUARD” ingesteld op “ON”.
G
■ Beginconfiguratie D)INIT. CONFIG
Gebruik deze functie om de instellingen te bepalen voor
de selectiefunctie voor de audio-ingangsaansluiting, de
actieve decoders en uitgebreide surroundweergave op het
moment dat dit toestel aan wordt gezet.
Met deze functie kunt u de standaard selectiefunctie voor
de audio ingangsaansluiting (zie bladzijde 44) instellen
voor signaalbronnen die zijn verbonden met de DIGITAL
INPUT aansluitingen wanneer u dit toestel aan zet.
KeuzeFuncties
AUTO
LAST
Detecteert automatisch het type ingangssignalen
en selecteert de juiste instelling voor de audio
ingangsaansluiting selectiefunctie.
Selecteert automatisch de laatste
ingangsaansluiting geselecteerd voor de
signaalbron in kwestie.
Decoderfunctie DECODER MODE
Met deze functie kunt u de standaard decoderfuncties
instellen (zie bladzijde 86) voor signaalbronnen die zijn
verbonden met de DIGITAL INPUT aansluitingen
wanneer u dit toestel aan zet.
KeuzeFuncties
AUTO
LAST
Detecteert automatisch het type ingangssignaal
en selecteert de juiste instelling voor de
decoderfunctie.
Selecteert automatisch de laatste instelling voor
de decoderfunctie die werd gebruikt met de
signaalbron in kwestie.
Uitgebreid surround EXTD SUR.
Met deze functie kunt u de uitgebreide decoderfuncties
instellen (zie bladzijde 84) voor signaalbronnen die zijn
verbonden met de DIGITAL INPUT aansluitingen
wanneer u dit toestel aan zet.
KeuzeFuncties
AUTODetecteert automatisch de digitale audio-
LASTSelecteert automatisch de laatst geselecteerde
ingangssignalen en schakelt de juiste decoder in.
decoderfunctie voor “EXTD SUR.” in het
“SOUND MENU”.
90 Nl
[p]/[[]:
[ENTER]:
Select
Return
Page 93
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
■ HDMI instelling E)HDMI SET
Gebruik deze functie om de component te selecteren die
de HDMI audiosignalen moet weergeven.
E)HDMI SET
S. AUDIO;;;;;RX-V863
Select
[p]/[[]:
Return
[ENTER]:
Audio ondersteuning S.AUDIO
Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI
audiosignalen wilt laten weergeven via dit toestel zelf of
via een andere HDMI component die is verbonden met de
HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit
toestel.
KeuzeFuncties
RX-V863
OTHER
Voor weergave van HDMI audiosignalen met dit
toestel. De HDMI audiosignalen die
binnenkomen via de HDMI ingangsaansluitingen
van dit toestel worden niet gereproduceerd via de
HDMI component die is verbonden met de
HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van
dit toestel.
Voor weergave van HDMI audiosignalen weer te
laten geven door een andere HDMI component
die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting.
■ Zone 2 instellingen F)ZONE2 SET
F) ZONE2 SET
.
MAX VOL.;;;+16.5dB
INIT. VOL.;;;;;OFF
[
p
[]/[]:
[p]/[[]:
Zone 2 Maximum volume MAX VOL.
Gebruik deze functie om het maximum volume voor Zone
2 in te stellen.
Instelbereik: –30,0 dB t/m +15,0 dB, +16,5 dB
Instelstap: 5,0 dB
Opmerkingen
• De “MAX VOL.” instelling krijgt voorrang boven de
“INI.VOL.” instelling. Als bijvoorbeeld “INI.VOL.” is
ingesteld op –20,0 dB en“MAX VOL.” wordt ingesteld op
–30,0 dB, dan zal het volume automatisch worden ingesteld op
–30,0 dB wanneer u de volgende keer het toestel weer aan zet.
• De “MAX VOL.” instelling heeft geen invloed op het niveau
van het uitgangssignaal dat wordt geproduceerd via de
“ZONE 2 OUT” aansluitingen.
Zone 2 Beginvolume INI.VOL.
Gebruik deze functie om in te stellen wat het volume in
Zone 2 moet worden wanneer dit toestel aan wordt gezet.
Keuzes: OFF, MUTE, –80,0 dB t/m +16,5 dB
Instelstap: 0,5 dB
Up/Down
Adjust
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Opmerkingen
• Dit toestel geeft audio en videosignalen die binnenkomen via de
HDMI ingangsaansluitingen alleen door via de HDMI
uitgangsaansluiting wanneer dit toestel aan staat, ook al is
“S.AUDIO” ingesteld op “OTHER”.
• Welke audio/videosignalen kunnen worden weergegeven hangt
mede af van de specificaties van het aangesloten beeldscherm.
Raadpleeg de handleidingen van alle aangesloten componenten.
Opmerkingen
• De “MAX VOL.” instelling krijgt voorrang boven de
“INI.VOL.” instelling.
• Wanneer u “FRONT B”, “PRNS”, “Zone B” of “NONE”
selecteert bij “EXTRA SP ASSIGN” (zie bladzijde 77), zal
“Zone 2 SP Not Assigned” in het in-beeld display verschijnen
en zal de “ZONE2 SET” parameter niet beschikbaar zijn.
• De “INI.VOL.” instelling heeft geen invloed op het niveau van
het uitgangssignaal dat wordt geproduceerd via de
“ZONE 2 OUT” aansluitingen.
Nederlands
91 Nl
Page 94
AFSTANDSBEDIENINGSFUNCTIES
Afstandsbedieningsfuncties
Naast dit toestel kan de afstandsbediening ook andere audiovisuele componenten van Yamaha en van andere fabrikanten
aansturen. Om uw TV of andere componenten te kunnen bedienen, moet u de juiste afstandsbedieningscodes voor de
diverse signaalbronnen instellen (zie bladzijde 94).
Bedienen van dit toestel, een TV of andere componenten
■ Bedienen van dit toestel
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op FAMP
om dit toestel te bedienen.
POWER
POWER
POWER
STANDBY
AV
TV
*2
SCENE
1234
TUNER
V-AUX/DOCK
MEMORY
CLASSICAL
MULTI CH IN
OFF
CD
DTV/CBL
DVD
DVR
VCR
+
+
VOLUME
TV VOL TV CH
–
TV MUTE
TV INPUT
PRESET/CH
SET MENU
LEVEL
MENU
TITLE
SRCH MODE
BAND
ENTER
A/B/C/D/E
DISPLAY
RETURN
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
2
3
1
STEREO
ENHANCER
SUR. DECODE
5
7
6
+
10
0
9
INFOEONMODE- PTY SEEK- START
REC
LEARN
MACRO
ON
CBA
MD/CD-R
PHONO
SELECT
AMP
+
SOURCE
––
MUTE
AUDIO
PURE DIRECT
STRAIGHT
MOVIE
4
PARAMETER
8
SLEEP
ENT
CLEAR
RENAME
TV
*1
*3
Zet op AMP
*1
*1
■ Bedienen van een TV
F
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
bedienen. Om uw TV te kunnen bedienen moet u de juiste
PHONO
POWER
STANDBY
AV
SCENE
CD
DVR
VCR
+
VOLUME
TV INPUT
MUTE
PRESET/CH
SET MENU
MENU
SRCH MODE
ENTER
A/B/C/D/E
DISPLAY
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
2
3
SUR. DECODE
7
6
+
10
0
LEARN
MACRO
+
––
CLEAR
5
POWER
CBA
MD/CD-R
PHONO
SELECT
AMP
SOURCE
TV
AUDIO
PURE DIRECT
STRAIGHT
MOVIE
4
PARAMETER
8
SLEEP
ENT
RENAME
afstandsbedieningscode instellen voor
zie bladzijde 94
(
5
zowel
DTV/CBL
5
de voor
). Wanneer u afstandsbedieningscodes instelt voor
5
als
DTV/CBL
*1
*1
ingestelde code.
POWER
TV
1234
TUNER
V-AUX/DOCK
DTV/CBL
DVD
+
TV VOL TV CH
–
TV MUTE
LEVEL
TITLE
BAND
RETURN
MEMORY
CLASSICAL
1
STEREO
ENHANCER
5
MULTI CH IN
9
INFOEONMODE- PTY SEEK- START
REC
ON
OFF
TV
om uw TV te
DTV/CBL
of
, wordt voorrang gegeven aan
*2
Zet op TV
*2
5
PHONO
Opmerkingen
*1
Deze toetsen bedienen altijd alleen dit toestel, ongeacht de
stand van de schakelaar voor de bedieningsfunctie.
*2
Deze toetsen bedienen dit toestel alleen wanneer de schakelaar
voor de bedieningsfunctie op FAMP staat.
*3
5
A, B, of C, is de toets voor de set bedieningstoetsen voor
een optionele component. U kunt de gewenste component
bedienen zonder de signaalbron van dit toestel te veranderen.
92 Nl
Opmerkingen
*1
Deze toetsen bedienen altijd uw TV, ongeacht de stand van de
schakelaar voor de bedieningsfunctie.
AfstandsbedieningDigitale TV/ Kabel TV
TV POWERHiermee schakelt u de stroom in of uit.
TV VOL +/–
TV CH +/–Wijzigt het kanaalnummer.
TV MUTEDeze toets schakelt de geluidsweergave
TV INPUTWijzigt de signaalbron.
*2
Deze toetsen bedienen de TV alleen wanneer de schakelaar
voor de bedieningsfunctie op FTV staat. Zie voor details de
“TV” kolom op bladzijde 93.
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume.
tijdelijk uit.
Page 95
Afstandsbedieningsfuncties
■ Bedienen van andere componenten
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
F
SOURCE om andere apparatuur die u met de
ingangskeuzetoetsen (5) kunt selecteren te bedienen.
U moet wel van tevoren voor elke signaalbron de juiste
afstandsbedieningscode instellen (zie bladzijde 94). De
volgende tabel toont de functies van de bedieningstoetsen
[1]
POWER
POWER
AV
TV
SCENE
1234
TUNER
V-AUX/DOCK
DTV/CBL
DVD
DVR
STANDBY
CD
VCR
voor het bedienen van andere componenten die zijn
toegewezen aan de ingangskeuzetoetsen (5). Het is
mogelijk dat sommige toetsen niet het verwachte effect
hebben op de geselecteerde component.
y
De afstandsbediening heeft 12 standen (bedieningstoetsen) om
12 verschillende componenten te kunnen bedienen.
[1] AV PO WE R
DVD-speler/
DVD-recorder
Aan/uit
*1
Videorecorder
Aan/uit
[2] TITLETitelTitelTitelTitelBand
[3] ENTERMenu EnterMenu selectie Menu selectie
Deze toets werkt alleen wanneer de originele afstandsbediening van de component in kwestie een POWER (aan/uit) toets heeft.
*2
Deze toetsen bedienen uw videorecorder of DVR wanneer u de juiste afstandsbedieningscode instelt voor DVR (zie bladzijde 94).
Nederlands
93 Nl
Page 96
Afstandsbedieningsfuncties
■ Selecteren van de te bedienen
component
U kunt een component selecteren die u onafhankelijk van
de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde signaalbron
kunt bedienen.
Druk herhaaldelijk op 6SELECT k / n om de
gewenste component te selecteren.
De naam van de te bedienen component wordt getoond in
het uitleesvenster (6) van de afstandsbediening.
SELECT
Instellen van afstandsbedieningscodes
U kunt andere componenten bedienen als u de
bijbehorende afstandsbedieningscodes heeft ingesteld.
Voor elke set bedieningstoetsen kan een code worden
ingevoerd. Raadpleeg de “Lijst met
afstandsbedieningscodes” aan het eind van deze
handleiding voor een complete lijst met de beschikbare
afstandsbedieningscodes.
In de volgende tabel staan de standaard ingestelde
componenten (Archief: componentencategorie) en de
afstandsbedieningscode voor elke set bedieningstoetsen.
Standaardinstellingen afstandsbedieningscodes
■ Bedienen van optionele apparatuur
(‘Optie’ set)
“OPTN” is een optionele set bedieningstoetsen die kan
worden geprogrammeerd met afstandsbedieningsfuncties
die verder los staan van de aangesloten signaalbronnen.
Deze set is handig voor het programmeren van instructies
die u alleen als onderdeel van een macrofunctie wilt
gebruiken of waarvoor geen geldige
afstandsbedieningscode bestaat.
Om de optionele set bedieningstoetsen te
selecteren dient u net zo vaak op 6SELECT
te drukken tot “OPTN” in het uitleesvenster (
van de afstandsbediening verschijnt.
SELECT
Opmerking
U kunt geen afstandsbedieningscode instellen voor de extra of
‘optionele’ set bedieningstoetsen. Zie bladzijde 96 voor het
programmeren van bedieningstoetsen voor deze set.
6
k
/ n
)
Bedieningstoetsen
TUNERTUNERYamaha2602
ATAPEYamaha2700
BLDYamaha2200
CTUNERYamaha2607
V- AU X/
DOCK
DTV/CBLTV––
CDCDYamaha2300
MD/CD-RCD-RYamaha2400
DVDDVDYamaha2100
DVRDVRYamaha2807
VideorecorderVideorecorder––
PHONOTV––
Componentencategorie
TUNERYamaha2606
Fabrikant
Standaard
code
Opmerking
Het is mogelijk dat u uw Yamaha component niet zult kunnen bedienen,
ook al is er een Yamaha afstandsbedieningscode voorgeprogrammeerd
zoals hierboven vermeld. Probeer in een dergelijk geval een andere
Yamaha afstandsbedieningscode in te stellen.
1Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op FSOURCE en druk op een
ingangskeuzetoets (5) om de set
bedieningstoetsen die u wilt instellen te
selecteren.
94 Nl
AMP
SOURCE
TV
TUNER
V-AUX/DOCK
DVD
DTV/CBL
DVR
VCR
CBA
MD/CD-R
CD
PHONO
Page 97
Afstandsbedieningsfuncties
2Houd vervolgens
C
LEARN ongeveer
3 seconden ingedrukt met een balpen of iets
dergelijks.
De naam van het archief (bijv. L;DVD) en de naam
van de geselecteerde set bedieningstoetsen
(bijv. DVD) zullen om en om verschijnen in het
uitleesvenster (6) op de afstandsbediening.
LEARN
y
• U kunt als u dat wilt een afstandsbedieningscode voor een
andere soort apparatuur instellen voor een bepaalde set
bedieningstoetsen. Druk herhaaldelijk op 9l / h om de
componentencategorie (het archief) te veranderen.
Beschikbare archieven: L;DVD, L;DVR, L;LD,
• Als u een andere set bedieningstoetsen wilt instellen, druk
dan op de ingangskeuzetoets, of druk herhaaldelijk op
6
SELECT k / n om de gewenste set te selecteren.
Opmerkingen
•U moet CLEARN tenminste 3 seconden ingedrukt
houden, want anders wordt de ‘leerfunctie’ opgestart.
• Als u elk van de volgende stappen niet binnen
30 seconden uitvoert, zal de instelfunctie automatisch
worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf
stap 2.
3Druk op
9
ENTER.
De viercijferige code voor de geselecteerde
component zal verschijnen in het uitleesvenster (6).
Opmerking
“0000” zal in het uitleesvenster (6) verschijnen wanneer er
geen code is ingesteld.
4Gebruik de cijfertoetsen om de vier cijfers
van de afstandsbedieningscode (A) voor de
gewenste component in te voeren.
Raadpleeg de “Lijst met afstandsbedieningscodes”
aan het eind van deze handleiding voor een complete
lijst met de beschikbare afstandsbedieningscodes.
LIVE/CLUB
CLASSICAL
1
STEREO
5
MULTI CH IN
9
5Druk op
9
ENTER om de ingevoerde code
definitief te maken.
“OK” zal in het uitleesvenster (6) van de afstandsbediening
verschijnen als de instelling met succes is verlopen.
“NG” zal in het uitleesvenster (6) van de
afstandsbediening verschijnen als de instelling niet met
succes is verlopen. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3.
y
Als u gelijk nog een code wilt instellen voor een andere
component, druk dan herhaaldelijk op de ingangskeuzetoets
(5) of op 6SELECT k / n om de gewenste component te
selecteren en herhaal vervolgens de stappen 2 t/m 5.
6Druk nog eens op
instelfunctie te verlaten.
LEARN
7
Druk op Bp
of u de component in kwestie inderdaad met de
afstandsbediening kunt bedienen.
y
Als de apparatuur niet bediend kan worden en er meerdere
codes zijn voor de fabrikant van uw component, probeer ze
dan één voor één tot u de juiste gevonden heeft.
Opmerkingen
• “ERROR” zal in het uitleesvenster (6) op de
afstandsbediening verschijnen als u op een toets drukt die niet
staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of wanneer u
tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt.
•
De meegeleverde afstandsbediening bevat niet alle mogelijke codes voor
alle in de handel verkrijgbare audio- en video-apparatuur (met inbegrip
van Yamaha componenten). Als geen enkele afstandsbedieningscode
werkt met uw apparatuur, kunt u de gewenste functie programmeren met
de ‘leerfunctie’ (zie “Overnemen van instructies van andere
afstandsbedieningen” op bladzijde 96) of dient u de met de apparatuur in
kwestie meegeleverde afstandsbediening te gebruiken.
• Functies die zijn geprogrammeerd met de ‘leerfunctie’ krijgen
voorrang over functies onder afstandsbedieningscodes.
of 3AV P OWE R
ENTERTAIN
2
3
ENHANCER
SUR. DECODE
7
6
0
C
LEARN om deze
of
MOVIE
4
PARAMETER
8
om te controleren
POWER
AV
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
95 Nl
Page 98
Afstandsbedieningsfuncties
Overnemen van instructies van
andere afstandsbedieningen
U kunt ook afstandsbedieningscodes programmeren van
andere afstandsbedieningen. Als u functies wilt gebruiken
die niet mogelijk zijn onder één van de
afstandsbedieningscodes, of als er geen geschikte
afstandsbedieningscode gevonden kan worden, dan kunt u
proberen de ‘leerfunctie’ te gebruiken. U kunt functies van
een andere afstandsbediening programmeren onder de op
de volgende afbeelding aangegeven toetsen. De toetsen
kunnen apart voor elke set bedieningstoetsen worden
geprogrammeerd.
PRESET/CH
SET MENU
LEVEL
MENU
POWER
POWER
STANDBY
AV
TV
SCENE
1234
TUNER
V-AUX/DOCK
DTV/CBL
DVD
DVR
VCR
+
+
TV VOL TV CH
–
TV MUTE
TV INPUT
CD
VOLUME
MUTE
POWER
CBA
MD/CD-R
PHONO
SELECT
AMP
+
SOURCE
TV
––
TITLE
BAND
RETURN
MEMORY
CLASSICAL
1
STEREO
ENHANCER
5
MULTI CH IN
9
INFOEONMODE-PTY SEEK-START
REC
ON
OFF
ENTER
LIVE/CLUB
2
6
0
MACRO
SRCH MODE
A/B/C/D/E
DISPLAY
ENTERTAIN
SUR. DECODE
LEARN
AUDIO
PURE DIRECT
STRAIGHT
MOVIE
3
4
PARA ME TE R
8
7
SLEEP
+
10
ENT
CLEAR
RENAME
2Leg deze afstandsbediening en de andere
ongeveer 5 tot 10 cm uit elkaar op een vlakke
ondergrond zodat hun infrarood vensters op
elkaar gericht zijn.
V
TUNER
SELECT
-
AUX/DOCK
DVD
DTV/CBL
DVR
VCR
CD
MD/CD-R
PHONO
POWER
TV
1234
POWER
AV
SCENE
STANDBY
POWER
CBA
Andere afstandsbediening
5 tot 10 cm
3Druk met een balpen of iets dergelijks
C
LEARN in.
“LEARN” en de naam van de geselecteerde set
bedieningstoetsen (bijv. “DVD”) zullen om en om
verschijnen in het uitleesvenster (6) op de
afstandsbediening.
LEARN
Opmerking
De afstandsbediening maakt gebruik van infrarood stralen. Als de
andere afstandsbediening ook gebruik maakt van infrarood, kan
deze afstandsbediening de meeste functies daarvan overnemen.
Sommige speciale signalen of hele lange signalen kunnen echter
mogelijk niet worden overgenomen. Raadpleeg tevens de
handleiding van de betreffende afstandsbediening.
1Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op FSOURCE en druk op een
ingangskeuzetoets (5) om de set
bedieningstoetsen die u wilt instellen te
selecteren.
Opmerking
Zorg ervoor dat de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
F
SOURCE staat. Wanneer u de schakelaar voor de
bedieningsfunctie op FAMP zet en vervolgens instructies
van andere afstandsbedieningen programmeert, kan de toets
in kwestie geen versterkerfunctie van dit toestel meer
aansturen.
Opmerkingen
• Houd CLEARN niet te lang ingedrukt. Als u het knopje
drie seconden ingedrukt houdt, zal de instelfunctie voor
afstandsbedieningscodes worden opgestart.
• Als u elk van de volgende stappen niet binnen
30 seconden uitvoert, zal de leerfunctie automatisch
worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf
stap 3.
4Druk op de toets waaronder u de nieuwe
functie wilt programmeren.
“LEARN” zal in het uitleesvenster (6) van de
afstandsbediening verschijnen.
96 Nl
Page 99
Afstandsbedieningsfuncties
5Houd de toets waarvan u de functie wilt
overnemen op de andere afstandsbediening
ingedrukt tot “OK” in het uitleesvenster (6)
van de afstandsbediening verschijnt.
“NG” zal in het uitleesvenster (6) van de
afstandsbediening verschijnen als het overnemen niet
met succes is verlopen. Begin in dit geval opnieuw
vanaf stap 4.
V
TUNER
-
POWER
AUX/DOCK
DVD
TV
1234
DTV/CBL
DVR
VCR
PHONO
SELECT
y
• Herhaal de stappen 4 en 5 wanneer u gelijk nog een andere
functie wilt programmeren.
• Als u gelijk nog een functie wilt programmeren voor een
andere component, druk dan op 6SELECT k / n om de
gewenste component te selecteren en herhaal vervolgens
de stappen 4 en 5.
6Druk nog eens op
leerfunctie te verlaten.
POWER
AV
SCENE
STANDBY
CD
MD/CD-R
POWER
CBA
Andere afstandsbediening
C
LEARN om de
Wijzigen van namen zoals die in
het uitleesvenster verschijnen
U kunt de naam voor de signaalbron die verschijnt in het
uitleesvenster (6) van de afstandsbediening veranderen
als een andere naam dan de voorgeprogrammeerde uw
voorkeur heeft. Deze functie komt bijvoorbeeld van pas
wanneer u een andere component met een bepaalde set
bedieningstoetsen wilt gebruiken.
1Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op FAMP of FSOURCE en druk op een
ingangskeuzetoets (5) om de set
bedieningstoetsen waaraan u een andere
naam wilt geven te selecteren.
De naam van de geselecteerde set zal verschijnen in
het uitleesvenster (6).
AMP
SOURCE
TV
AMP
SOURCE
TV
TUNER
V-AUX/DOCK
DTV/CBL
of
DVD
DVR
VCR
CBA
MD/CD-R
CD
PHONO
GEAVANCEERDE
BEDIENING
LEARN
Opmerkingen
• “ERROR” zal in het uitleesvenster (6) op de
afstandsbediening verschijnen als u op een toets drukt die niet
staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of wanneer u
tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt.
• Deze afstandsbediening is in staat ongeveer 200 functies te
leren. Het is echter mogelijk, afhankelijk van de overgenomen
signalen, dat de melding “FULL” in het uitleesvenster
verschijnt voordat u 200 functies heeft geprogrammeerd. In dit
geval kunt u eerder geprogrammerde functies die u niet meer
nodig heeft wissen om ruimte te maken voor nieuwe functies.
• In de volgende gevallen is het mogelijk dat de leerfunctie niet
werkt:
– wanneer de batterijen in deze of in de andere
afstandsbediening leeg of bijna leeg zijn.
– wanneer de afstand tussen de twee afstandsbedieningen te
groot of te klein is.
– wanneer de infraroodvensters van de afstandsbedieningen niet
goed op elkaar gericht zijn.
– wanneer de afstandsbediening in de zon ligt.
– wanneer het signaal voor de functie die u wilt overnemen
continu is of zeer ongewoon.
2Druk met een balpen of iets dergelijks
C
RENAME in.
RENAME
Opmerking
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal het veranderen van de namen automatisch
worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf
stap 2.
Nederlands
97 Nl
Page 100
Afstandsbedieningsfuncties
3Druk op
9
k / n om een teken te selecteren
en in te voeren.
Door op 9n te drukken zullen de tekens als volgt
veranderen:
A t/m Z, 1 t/m 9, 0, + (plus), – (afbreekstreepje), ;
(punt comma), / (slash) en spatie.
Druk op 9k om deze reeks in omgekeerde volgorde
te doorlopen.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
4Druk op
9
h om de cursor naar de volgende
tekenpositie te verplaatsen.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
y
Druk op 9l om de cursor naar de vorige tekenpositie te
verplaatsen.
Macro programmeerfuncties
De macrofunctie maakt het mogelijk een reeks
handelingen uit te laten voeren met één druk op een toets.
Wanneer u bijvoorbeeld een CD wilt afspelen zou u
normaal gesproken eerst uw apparatuur aan moeten zetten,
vervolgens de CD als signaalbron selecteren en dan pas op
de weergavetoets drukken. Met de macrofunctie kunt u al
deze handelingen laten uitvoeren door eenvoudigweg op
de CD macrotoets te drukken. De toetsen die hieronder
genoemd worden als macrotoetsen zijn reeds als zodanig
voorgeprogrammeerd. U kunt echter ook uw eigen
macro’s samenstellen (zie bladzijde 100).
■ MACRO handelingen
Macrotoetsen
INFOEONMODE- PTY SEEK-START
REC
OFF
CLEAR
LEARN
CLEAR
LEARN
MACRO
ON
RENAME
TUNER
V-AUX/DOCK
1Zet
POWER
POWER
POWER
STANDBY
AV
TV
SCENE
1234
DTV/CBL
DVD
CBA
MD/CD-R
CD
PHONO
DVR
VCR
MACRO ON/OFFMACRO
C
MACRO ON/OFF schakelaar op ON.
MACRO
ON
OFF
5Druk op
9
ENTER om de nieuwe naam
definitief te maken.
“OK” zal in het uitleesvenster (6) van de
afstandsbediening verschijnen als de naam met
succes is veranderd. “NG” zal in het uitleesvenster
(6) van de afstandsbediening verschijnen als het
herbenoemen niet met succes is verlopen. Begin in dit
geval opnieuw vanaf stap 3.
y
Als u nog een andere set bedieningstoetsen een nieuwe naam
5
wilt geven, druk dan op de ingangskeuzetoets (
6
herhaaldelijk op
SELECT k / n om de gewenste component
) of
te selecteren en herhaal vervolgens de stappen 3 t/m 5.
6
Druk nog eens op CRENAME
om de functie
voor het geven van nieuwe namen te verlaten.
RENAME
Opmerking
“ERROR” zal in het uitleesvenster (6) op de afstandsbediening
verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven voor
deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen
heeft ingedrukt.
2Druk op de gewenste macrotoets.
3Zet de
Opmerkingen
• Terwijl de afstandsbediening bezig is met het uitvoeren van een
macro, zullen alle andere toetsen buiten werking worden
gesteld tot de macro klaar is (tot de zendindicator stopt met
knipperen).
• Houd de afstandsbediening op de component in kwestie gericht
tot de macro klaar is.
C
MACRO ON/OFF schakelaar op
OFF wanneer u klaar bent met het
programmeren van macro’s.
CLEAR
LEARN
MACRO
ON
OFF
98 Nl
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.