Yamaha RX-V667 Owners Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing

AV-Receiver Nederlands voor Europa, Azië, Afrika,

Oceanië en Latijns-Amerika

INHOUD

INLEIDING

Functies en mogelijkheden ...........................................................4

De OSD van de TV gebruiken om het toestel te bedienen.........5

Bekijk of verander inhoud voor de huidige signaalbron

<Inhoudsvenster>........................................................................5

Instellingen configureren van dit toestel

<ON SCREEN-menu> ................................................................5

Instellingen voor elk signaalbron aanpassen

<OPTION-menu> .......................................................................6

Over deze handleiding.................................................................7

Meegeleverde accessoires ...........................................................7

Onderdeelnamen en functies........................................................8

Voorpaneel...................................................................................8

Achterpaneel ...............................................................................9

Display voorpaneel....................................................................10

Afstandsbediening.....................................................................11

Schermweergave .......................................................................12

VERBINDINGEN

Aansluiten van luidsprekers.......................................................13

Luidsprekerkanalen en functies.................................................13

Luidsprekerinstelling.................................................................14

Luidsprekersen subwoofer aansluiten .......................................17

Aansluiten van externe componenten .......................................21

Kabelstekkers en aansluitingen .................................................21

Een televisiescherm aansluiten..................................................22

BD/DVD-spelers en andere toestellen aansluiten .....................25

Gameconsoles aansluiten ..........................................................29

Een multiformaat speler op een externe decoder aansluiten.....29

Een externe versterker aansluiten..............................................30

Een SCENE-link weergave compatibel toestel aansluiten........30

De triggerfunctie gebruiken om extern

componentvermogen te gebruiken ............................................31

Audio/video-opnametoestellen aansluiten ................................31

De FM/AM-antennes aansluiten ............................................... 32

De luidsprekerparameters automatisch instellen (YPAO) ..... 33

WEERGAVE

Basis weergaveprocedure........................................................... 40

Het afstemmen van hoge/lage tonenweergave

(toonregeling) ........................................................................... 40

Wijzig de inganginstellingen met een enkele toets

(SCENE functie) ......................................................................... 41

Signaalbronnen/geluidprogramma’s registreren....................... 41

Genieten van het gewenste geluidsveldeffect ........................... 41

Geluidsprogramma’s en geluidsdecoders selecteren................ 41

Geluidsprogramma’s ................................................................ 45

De instellingen van dit toestel configureren tijdens het

kijken naar het TV-scherm........................................................ 47

Basisbedieningen via de display van het TV-scherm ............... 47

Configuratieinstellingen specifiek voor een individuele

signaalbron (OPTION-menu) ................................................... 49

Weergave en instelling van OPTION-menu ............................. 49

OPTION-menu ......................................................................... 50

Signaalbronnen bevestigen en bedienen vanaf het

Inhoudsvenster ........................................................................... 53

Geeft het Inhoudsvenster op het TV-scherm weer ................... 53

Schakelt de Now Playing-weergave en de weergave Inhoud

bladeren .................................................................................... 53

FM/AM afstemming................................................................... 54

Een ontvangstfrequentie selecteren (normaal afstemmen)....... 54

Radio Data Systeem afstemmen

(Uitsluitend modellen uit V.K. en Europa)............................... 56

FM/AM-afstemming bevestigen en bedienen vanaf het

Inhoudsvenster.......................................................................... 58

Het afspelen van nummers vanaf uw iPod™/iPhone™.......... 60

Het aansluiten van het Yamaha iPod universele dock.............. 60

Bedienen van een iPod™/iPhone™ ......................................... 60

Afspelen iPod/iPhone vanaf het menuscherm

(Bediening voor menu bladeren) .............................................. 61

Basis weergavefuncties bedienen via de afstandsbediening

(eenvoudige afstandsbediening) ............................................... 63

Weergeven van iPod™/iPhone™ met draadloze

verbinding................................................................................. 63

Het afspelen van nummers vanaf Bluetooth™

componenten ............................................................................... 65

Het aansluiten van een Yamaha Bluetooth draadloze

geluidsontvanger....................................................................... 65

Bluetooth™ componenten paren .............................................. 65

Gebruikmaken van Bluetooth™ componenten......................... 66

Nl 2

INSTELLEN

Signaalbronnen configureren (Input menu).............................67

Signaalbronnen configureren ....................................................67

Input-menu ................................................................................68

De SCENE-functie bewerken (SCENE-menu) .........................71

Een scene bewerken ..................................................................71

SCENE-menu ............................................................................72

Instellen van geluidsveldprogrammaparameters

(Sound Program-menu)..............................................................73

Geluidsprogramma’s bewerken.................................................73

CINEMA DSP-parameters........................................................74

Parameters bruikbaar bij bepaalde geluidsprogramma’s...........76

Parameters bruikbaar in surround decoder................................77

Verschillende functies instellen (Setup menu) ..........................78

Het Setup-menu bedienen .........................................................78

Setup-menu ...............................................................................79

Beheert instellingen voor luidsprekers ......................................79

De audio-uitgangfunctie van dit toestel instellen ......................83

De video-uitgangfunctie van dit toestel instellen ......................84

Instellen van de HDMI-functies ................................................85

De multizonefunctie van dit toestel instellen ............................87

De ontvanger makkelijk in gebruik maken ...............................88

Taal (Language).........................................................................89

Informatie bevestigen van dit toestel

(Information-menu) ....................................................................90

Informatie selecteren .................................................................90

Het besturen van andere componenten met de

afstandsbediening........................................................................91

Toetsen voor het aansluiten van externe componenten.............91

Standaard afstandsbedieningcodeinstellingen...........................92

Het registreren van afstandsbedieningscodes voor

bediening van externe componenten.........................................92

De afstandsbedieningscodes resetten ........................................93

Verlengde functie die naar behoefte kan worden

geconfigureerd (Advanced Setup menu) ...................................94

Het Advanced Setup menu weergeven/instellen .......................94

De impedantie instellen van de luidsprekers .............................94

Vermijd het kruislings gebruiken van
afstandbedieningsignalen bij het gebruiken van

meerdere Yamaha-ontvangers .................................................. 95

TV-formaat wijzigen................................................................. 95

Verwijderen van de HDMI-video uitvoer

opschalingsbeperkingen ........................................................... 95

De FM/AM frequentiestappen wijzigen

(uitsluitend Azië en algemene modellen)................................. 96

Diverse instellingen voor dit toestel initialiseren ..................... 96

Gebruikmaken van de HDMI-bedieningsfunctie .................... 97

Multizoneconfiguratie gebruiken............................................ 100

Zone2 aansluiten..................................................................... 100

Besturing Zone2 ..................................................................... 101

AANHANGSEL

Oplossen van problemen.......................................................... 102

Algemeen................................................................................ 102

HDMI™ ................................................................................. 104

Tuner (FM/AM)...................................................................... 105

iPod™/iPhone™..................................................................... 106

Bluetooth™ ............................................................................ 106

Afstandsbediening .................................................................. 107

Woordenlijst.............................................................................. 108

Audio-informatie .................................................................... 108

Geluidsprogramma-informatie ............................................... 109

Videoinformatie...................................................................... 109

Videoconversie ....................................................................... 110

Informatie over HDMI™......................................................... 111

Over handelsmerken ................................................................ 111

Technische gegevens................................................................. 112

Index .......................................................................................... 114

Nl 3

INLEIDING

Functies en mogelijkheden

■

Ingebouwde hoogkwalitatieve, zeer krachtige 7-kanaals versterker

■

6 HDMI ingangaansluitingen (5 + 1 VIDEO AUX) met ondersteuning voor Audio Return
Channel en 3D videosignaal

■

1-knops ingang/geluidsveldprogramma schakel (SCENE functie).....................................

■

Luidsprekeraansluitingen voor 2- tot 7.1-kanaals configuraties

–

Luidsprekerimpedantieconfiguratie...........................................................................................................................

–

Luidsprekerkanalen en functies .................................................................................................................................

–

Luidsprekerinstelling .................................................................................................................................................

–

Luidsprekerkabelaansluiting......................................................................................................................................

–

Subwooferkabelaansluiting........................................................................................................................................

–

Afspelen op hoge kwaliteit met de Bi-amp dubbele versterkeraansluitingen............................................................

■

Automatische instellingen voor luidspreker akoestische parameters

(YPAO - Yamaha Parametric Room Acoustic Optimizer) .....................................................

■

Externe componentaansluiting (max. 16 ingangen) en weergave

–

Externe componentaansluiting...................................................................................................................................

–

Beschermkap voor aansluitingen op het voorpaneel ...................................................................................................

–

De instellingen configureren die specifiek zijn voor elke signaalbron <OPTION-menu> .......................................

–

Weergave vanaf externe componenten.......................................................................................................................

–

Weergave vanaf een iPod/iPhone met vaste aansluiting............................................................................................

–

Weergave vanaf een iPod/iPhone met draadloze aansluiting.....................................................................................

–

Weergave vanaf een Bluetooth-component (Bluetooth en componenten worden apart verkocht)............................

41

18

13

14

17

20

18

33

21

49

40

60

63

65

■

Informatieweergave op het voorpaneel/schermweergave (OSD) op het TV-scherm

–

Informatie wisselen op het display van het voorpaneel.............................................................................................

–

Dit toestel bedienen met de schermweergave ...........................................................................................................

■

Afstelfuncties voor volume

–

Makkelijk luisteren op lage volumes <Adaptive DRC> ...........................................................................................

–

Het volume afstellen tussen signaalbronnen <Volume Trim> ..................................................................................

■

Werking van de afstandsbediening

–

Externe componentbediening met de afstandsbediening van dit toestel...................................................................

–

Meervoudige Yamaha-ontvangerwerking zonder signaalinterferentie <Remote ID Switching> .............................

■

De audiobron afspelen in een andere ruimte

–

De interne versterker gebruiken voor weergave........................................................................................................

–

De externe versterker gebruiken voor weergave .....................................................................................................

–

De instellingen configureren in een andere ruimte .................................................................................................

–

De externe component in een andere ruimte regelen ..............................................................................................

■

Overige kenmerken

–

7

Stand-bystand na bepaalde hoeveelheid tijd <Sleep timer>......................................................................................

–

De iPod/iPhone opladen als dit toestel in stand-bystand staat <iPod Stand-by opladen> ........................................

De meeste functies van dit toestel kunnen worden bediend door de instructies die op het tv-scherm worden
weergegeven, op te volgen. Raadpleeg “De OSD van de TV gebruiken om het toestel te bedienen” op de
volgende pagina’s voor informatie over functies die geregeld kunnen worden via de schermweergave.

10

12

51

52

91

95

18

100

100

101

11

69

■

FM/AM tuner

–

Een FM/AM-uitzending ontvangen...........................................................................................................................

–

Zenders vooraf instellen.............................................................................................................................................

–

Eenvoudig automatisch afstemmen ...........................................................................................................................

–

(Modellen uit V.K en Europa) Radio Data Systeem afstemmen ...............................................................................

–

(Modellen uit V.K en Europa) Ontvangst van automatische verkeersinformatie ......................................................

–

Wisselen van de FM-modus (Stereo/Monaural) ........................................................................................................

–

(Uitsluitend algemene modellen en modellen uit Azië) Wijzigen van FM/AM frequentiestappen

die verschillende instellingen voor dit toestel initialiseren........................................................................................

■

Multi-kanaals, multi-formaatweergave

–

Geluidsveld effectselectie..........................................................................................................................................

–

Weergave zonder geluidsveldeffecten........................................................................................................................

–

Stereoweergave ..........................................................................................................................................................

–

Compressed music weergave.....................................................................................................................................

54

54

54

56

57

58

54

41

42

42

44

Nl 4

INLEIDING

De OSD van de TV gebruiken om het toestel te bedienen

Informatieweergave op het voorpaneel/schermweergave (OSD) op het TV-scherm. De OSD is ontwikkeld als visuele gids die de bediening vereenvoudigt. De OSD geeft hoofdzakelijk de ON SCREEN en OPTION menu’s
weer, evenals het Inhoudsvenster waarop de inhoud van de huidige signaalbronnen staat weergegeven.

■

Selecteer een signaalbron, SCENE en een geluidsprogramma

–

Selecteer een signaalbron ..........................................................................................................................................

–

Selecteer een SCENE ................................................................................................................................................

–

Selecteer een geluidsprogramma...............................................................................................................................

Bekijk of verander inhoud voor de huidige signaalbron <Inhoudsvenster>

■

Het bedienen van de AM/FM tuner

–

Geeft een lijst weer met voorkeuzezenders voor selectie ..........................................................................................

–

Geeft informatie weer over de momenteel ontvangen zender ...................................................................................

–

Voert handelingen uit zoals het zoeken naar en registeren van zenders met behulp van het hulpprogramma

<Hulpprogramma> ....................................................................................................................................................

■

Geeft de lijst weer met iPod-muziekbronnen

–

Geeft de lijst weer met iPod-muziekbronnen voor selectie .......................................................................................

–

Voert handelingen uit zoals afspelen, stoppen en pauzeren via het TV-scherm

<Bediening voor menu bladeren> .............................................................................................................................

–

Voert basis weergavefuncties uit zoals afspelen, stoppen, pauzeren via de afstandsbediening

<Eenvoudige afstandsbediening> ..............................................................................................................................

Instellingen configureren van dit toestel <ON SCREEN-menu>

–

Geeft het

■

Selecteer en configureer een signaalbron

–

Selecteer een signaalbron ..........................................................................................................................................

–

Het audio/videosignaal afspelen vanaf de geselecteerde signaalbron .......................................................................

–

De signaalbronnaam wijzigen <Rename/Icon Select>..............................................................................................

–

Selecteer de audio-ingangaansluiting apart van de video-ingangaansluiting <Audio In> ........................................

–

Specificeer een formaat voor digitale audiosignalen <Decoder Mode>....................................................................

–

Verhoog het geluid van de gecomprimeerde audio <Enhancer>...............................................................................

–

Een videosginaal weergeven dat wordt ontvangen van een andere signaalbron tijdens het afspelen van een

multikanaals audiosignaal <Video Out>....................................................................................................................

–

De iPod/iPhone opladen als dit toestel in stand-bystand staat <Standby Charge>....................................................

ON SCREEN

-menu op het TV-scherm weer............................................................................................

47

48

48

59

58

58

61

61

63

47

47

40

68

69

69

69

70

69

■

Een SCENE selecteren en configureren

–

Selecteer een SCENE................................................................................................................................................

–

Instellingen registreren of wissen voor een geselecteerde SCENE <Save>, <Reset>..............................................

–

Een Yamaha-BD/DVD-speler of CD-speler aanzetten die automatisch op dit toestel is aangesloten

als een SCENE is geselecteerd <SCENE IR>...........................................................................................................

■

Een geluidsprogramma (geluidsprogramma) selecteren en afstellen

–

Selecteer een geluidsprogramma...............................................................................................................................

–

Geluidsprogrammaparameters afstellen....................................................................................................................

■

Geeft instellingsinformatie weer voor dit toestel

–

Geeft audiosignaalinformatie weer <Audiosignaal>.................................................................................................

–

Geeft videosignaalinformatie weer <Videosignaal>.................................................................................................

–

Geeft HDMI-signaalinformatie weer <HDMI - Monitorinfo.> ................................................................................

■

Akoestische parameterafstelling om de luidsprekers en de luisteromgeving op elkaar af
te stemmen

–

Akoestische parameters van de luidsprekers automatisch specificeren

(Yamaha Parametric Room Acoustic Optimizer - YPAO) ........................................................................................

–

De luidsprekerconfiguratie van dit toestel eenvoudig instellen <Power Amp Assign>............................................

–

De instellingen specificeren voor elke luidspreker <Configuration>........................................................................

–

Volumeregeling bedienen voor elke luidspreker <Level>.........................................................................................

–

Luidsprekerafstandinstellingen toepassen <Distance> .............................................................................................

–

Kwaliteit van equalizergeluid regelen <Parametric EQ>..........................................................................................

–

Testtoon van de luidspreker afstellen <Test Tone> ...................................................................................................

■

Audiosignalen die door dit toestel worden weergegeven, afstellen

–

Correctie van de ruimte tussen audio- en videosignalen <Lipsync> ........................................................................

–

Een dynamische bereikaanpassingsmethode selecteren <Dynamic Range> ............................................................

–

Het maximum volume specificeren <Max Volume>.................................................................................................

–

Het initiële volume specificeren <Initial Volume> ...................................................................................................

–

Het DSP-effect en volumeniveau afstellen <Adaptive DSP Level> .........................................................................

■

Videosignalen die door dit toestel worden weergegeven, afstellen

–

Het analoge videosignaal naar een ander type signaal converteren <Analog to Analog Conversion>.....................

–

De resolutie en beeldverhouding van het analoge videosignaal dat is geconverteerd naar HDMI specificeren of

opschalingsresolutie specifieren voor het 480i/576i- of 480p/576p-HDMI uitvoersignaal <Processing>...............

48

72

72

48

73

90

90

90

33

79

80

81

81

82

82

83

83

83

84

84

84

85

Nl 5

■

HDMI-instellingen

–

De audiosignaalbron voor de TV toewijzen <TV Audio Input> ...............................................................................

–

Naar TV-audio luisteren met een HDMI-kabelverbinding <ARC (Audio Return Channel)>...................................

–

Het verzenden van HDMI-audio/video naar de TV tijdens stand-bystand <Standby Through> ..............................

–

Het uitgangsdoel van HDMI-ingang audiosignalen wijzigen <Audio Output> ........................................................

■

Luisteren in meerdere ruimtes inschakelen (multizonefunctie)

–

Het Zone2-volume afstellen <Zone2 Set>.................................................................................................................

■

Andere functies voor dit toestel specificeren

–

Automatisch in stand-bystand gaan als er geen bedieningen worden uitgevoerd <Auto Power Down> ..................

–

De helderheid van het display van het voorpaneel aanpassen <Dimmer> ................................................................

–

De achtergrond die op het TV-scherm wordt weergegeven, wijzigen <Wall Paper> ................................................

–

De functie van de TRIGGER OUT-aansluiting specificeren voor het regelen van de externe componenten

<Trigger Output>.......................................................................................................................................................

–

Wijzigingen aan instellingen verbieden <Memory Guard>.......................................................................................

■

Een taal selecteren

–

De taal die op het TV-scherm wordt weergegeven, wijzigen <Language> ...............................................................

Instellingen voor elk signaalbron aanpassen <OPTION-menu>

–

Geeft het OPTION-menu op het TV-scherm weer ....................................................................................................

–

De 5.1-kanaals signaalweergavemethode selecteren <Extended Surround>.............................................................

–

Hoge en lage tonen afstellen <Tone Control> ...........................................................................................................

–

Achtergrondmuziek op laag volume inschakelen <Adaptive DRC>.........................................................................

–

Het volume van signaalbronnen afstellen <Volume Trim> .......................................................................................

–

(Modellen uit V.K. en Europa) Automatisch zoeken naar en ontvangen van een verkeerszender

<Traffic Program> .....................................................................................................................................................

–

De verticale positie van dialogen aanpassen <Dialogue Lift> ..................................................................................

INLEIDING

De OSD van de TV gebruiken om het toestel te bedienen

86

86

87

87

87

88

88

88

89

89

89

49

51

50

51

52

52

51

Nl 6

INLEIDING

De OSD van de TV gebruiken om het toestel te bedienen

Over deze handleiding

•

Sommige functies zijn in bepaalde regio’s niet verkrijgbaar.

•

Deze handleiding is gemaakt voor uw toestel geproduceerd werd.

Ontwerp en specificaties zijn onderhevig aan wijzigingen gedeeltelijk als

resultaat van verbeteringen etc. In het geval van verschillen tussen de

handleiding en het product, heeft het product prioriteit.

•

“dHDMI1

afstandsbediening aan. Raadpleeg “Afstandsbediening” (

informatie over de locatie van de verschillende onderdelen.

• J1

bijbehorende nummers onderaan de pagina.

• ☞

•

Klik op de “ ” onderaan deze pagina om de bijbehorende

pagina weer te geven in “Onderdeelnamen en functies”.

” (voorbeeld) geeft de naam van de onderdelen van de

☞

b. 11) voor

geeft aan dat de referentie in de voetnoot staat. Raadpleeg de

geeft de pagina aan waar de betreffende informatie staat beschreven.

Voorpaneel

Achterpaneel

Display voorpaneel

Afstandsbediening

Meegeleverde accessoires

Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt.

•

Afstandsbediening

•

Batterijen (AAA, R03, UM-4) x 2

•

YPAO-microfoon

•

AM-ringantenne

•

FM-binnenantenne

•

VIDEO AUX-ingangklepje

■

Het VIDEO AUX-ingangklepje bevestigen
(meegeleverd)

Plaats het meegeleverde VIDEO AUX ingangsklepje over de VIDEO
AUX-aansluitingen als u de aansluitingen niet gebruikt. Voor
verwijderen van het klepje duwt u het linkergedeelte ervan.

Het klepje bevestigen

PUSH

Het klepje verwijderen

■

Inzetten van batterijen in de afstandsbediening

Bij het plaatsen van batterijen in de afstandsbediening, dient u het
klepje van het batterijcompartiment te verwijderen van de andere kant
van de afstandsbediening en twee AAA-batterijen in het
batterijcompartiment te plaatsen zodat de polariteitsmarkeringen
(+ en -) kloppen.

Klepje van het
batterijcompartiment

a

c

b

Batterijcompartiment

Vervang de batterijen voor nieuwe als de afstandsbediening alleen kan
worden bediend binnen een klein bereik.

OPMERKING

Als er afstandsbedieningcodes voor externe componenten zijn
geregistreerd bij de afstandsbediening, kunnen de
afstandsbedieningscodes mogelijk worden gewist als de batterijen
langer dan 2 minuten worden verwijderd, of indien lege batterijen in de
afstandsbediening worden gelaten. Als dit gebeurt dient u de batterijen
voor nieuwe te vervangen en de afstandsbedieningscodes opnieuw in te
stellen.

Nl 7

Onderdeelnamen en functies

Voorpaneel

a

MAIN ZONE

Schakelt dit toestel tussen aan en stand-bystand.

b

HDMI Through/iPod-oplaadindicator

Gaat branden in een van de volgende gevallen als het toestel in stand-bystand
staat.

• Als de Standby Through-functie is ingeschakeld en audio/video van een
externe component aangesloten met HDMI wordt weergegeven vanaf een
TV tijdens stand-bystand (

• Wanneer een iPod/iPhone, geplaatst in de universele dock van de Yamaha
iPod aan het opladen is tijdens de stand-bystand van het toestel (
Dit lampje gaat ook branden als de Yamaha iPod draadloze ontvanger is
aangesloten op dit toestel (

c

YPAO MIC-aansluiting

Sluit de meegeleverde YPAO microfoon aan en past automoatisch de
luidsprekerbalans aan (

d

ZONE2

Als dit toestel is aangesloten op een externe versterker in een andere ruimte,
dan schakelt deze toets die versterker tussen aan en stand-by (
Als de luidsprekers in een andere ruimte zijn aangesloten op dit toestel, dan
schakelt deze toets de ingebouwde versterker voor die luidsprekers aan en uit
(

☞

b. 101 ).

A (

MAIN ZONE

☞

☞

☞

b. 33).

Vermoge n)

b. 87).

b. 63).

☞

☞

b. 63).

b. 101).

e

ZONE CONTROL

Schakel over naar Zone2 bedieningsmodus. Dit toestel, of de
afstandsbediening ervan, kunnen worden gebruikt voor het selecteren van
signaalbronnen of het afstellen van het volume voor een externe versterker in
een andere ruimte of de ingebouwde versterker voor luidsprekers in een
andere ruimte (

f

INFO

☞

b. 101).

Wijzigt de informatie die wordt weergegeven op het display van het
voorpaneel (

g

MEMORY

Registreert FM/AM-zenders als voorkeuzezenders (☞b. 55).

h

PRESET j /

Selecteert een FM/AM-voorkeuzezender (☞b. 58).

i

FM/AM

Stelt de FM/AM tuner band in op FM of AM (☞b. 54).

j

Display voorpaneel

☞

b. 10).

J1

i

J1

J1

Geeft informatie weer op dit toestel (☞b. 10).

k

TUNING jj /

Wijzigt FM/AM zenderfrequenties (☞b. 54).

l

PURE DIRECT

ii

J1

Schakelt dit toestel naar Pure Direct-modus (☞b. 44).

m

PHONES-aansluiting

Voor het aansluiten van een hoofdtelefoon. Geluidseffecten die tijdens
weergave worden toegepast kunnen ook door de hoofdtelefoon worden
afgespeeld.

INLEIDING

n

INPUT l /

Selecteert een signaalbron van waaruit u kunt weergeven. Druk herhaaldelijk
op de linker- of rechtertoets om in volgorde door de signaalbronnen te
rouleren.

o

SCENE

Schakelt de signaalbron en het geluidsprogramma met één enkele knop
(

☞

stand-bystand staat.

p

TONE CONTROL

Past de lage tonen/hoge tonen weergave van de luidsprekers/hoofdtelefoon
aan (

q

PROGRAM l /

Selecteert een geluidsprogramma (☞b. 41). Druk herhaaldelijk op de linker-
of rechtertoets om door de geluidsprogramma’s te rouleren.

r

STRAIGHT

Wijzigt een geluidsveldprogramma naar een rechte decoderstand (☞b. 42).

s

VIDEO AUX-aansluitingen

Voor het tijdelijk aansluiten van een gameconsole op dit toestel (☞b. 29).
Bevestig het meegeleverde VIDEO AUX ingangklepje als de aansluiting niet

wordt gebruikt (

t

VOLUME

Past het volumeniveau aan.

h

b. 41). Druk op deze toets om het toestel aan te zetten, als het toestel in

☞

b. 40).

h

☞

b. 7).

J

1 :

Bruikbaar als u TUNER-ingang heeft geselecteerd.

a

MAIN ZONE

PHONES

SILENT

CINEMA

YPAO MIC

c

ZONE2 ZONE CONTROL

INPUT

jd g h lfe i kb

PURE DIRECT

MEMORY

INFO

BD
DVD

TONE

CONTROL

p rn q

omt

PRESET

SCENE

TV

PROGRAM

FM AM

CD

RADIO

STRAIGHT

HDMI IN

VIDEO

TUNING

VOLUME

AUX

VIDEO

AUDIOLR

s

Nl 8

Achterpaneel

(

)

AV4

AV 5

AV 6

AUD

IO 1

AUD

IO 2

M

U

L

T

I C

H

IN

P

U

T

O

(
B

)

H

3

5

C

P

SINGLE

T

S

D

T

V

0

.

T

C

IN

G
S

O

FM

GNDGND

75

75

S

a

DOCK-aansluiting

Voor het aansluiten van een optionele Yamaha iPod universele dock (zoals een
YDS-12), iPod draadloze ontvanger (YID-W10), of Bluetooth draadloze
audio-ontvanger (YBA-10) (

b

PHONO-aansluitingen

Voor het aansluiten van een draaitafel (☞b. 28).

c

HDMI OUT-aansluiting

Voor het aansluiten van een HDMI - compatibele TV voor de weergave van
audio/ videosignalen (

d

ANTENNA-aansluitingen

Voor het aansluiten van AM en FM antenne’s (☞b. 32).

e

MONITOR OUT-aansluitingen

VIDEO-aansluiting

COMPONENT VIDEO­aansluitingen

☞

b. 60, b. 6 3, b. 6 5).

☞

b. 23).

Voor het aansluiten van een TV die videosignalen kan
ontvangen en een videosignalen kan weergeven op
(☞b. 23).

Voor het aansluiten van TV’s die compatibel zijn met
component videosignalen met gebruik van drie kabels
voor de weergave van videosignalen (☞b. 23).

f

REMOTE IN/OUT-aansluitingen

Voor het aansluiten van een externe component die de
afstandsbedieningsfunctie ondersteunt (

g

HDMI1-5-aansluitingen

☞

b. 30).

Voor het aansluiten van externe componenten die zijn uitgerust met HDMI­compatibele uitgangen voor het ontvangen van audio/videosignalen (

h

SPEAKERS-aansluitingen

Voor het aansluiten van de voor, midden, surround en surround
achterluidsprekers (
of de luidsprekers voor Zone2 (

i

VOLTAGE SELECTOR

☞

b. 17). Sluit de aanwezigheidluidsprekers aan (☞b. 17)

☞

b. 18) op de EXTRA SP-aansluitingen.

(Uitsluitend Azië en de algemene modellen)
Selecteer de schakelstand in overeenstemming met uw lokale voltage
(raadpleeg Snelgids).

j

Netsnoer

Voor het aansluiten van dit toestel op een stopcontact.

k

AV1-6-aansluitingen

Voor het aansluiten van externe componenten die zijn uitgerust met audio/
videouitgangen voor het ontvangen van audio/videosignalen (

☞

b. 26).

☞

b. 25).

INLEIDING

Onderdeelnamen en functies

l

AV OUT-aansluitingen

Voor het weergeven van audio/videosignalen die worden ontvangen als
analoge signalen (AV3-6 of AUDIO1-2) worden geselecteerd (

m

AUDIO1-2-aansluitingen

Voor het aansluiten van externe componenten die zijn uitgerust met analoge
audio uitgangen voor het ontvangen van geluid in dit toestel (

n

TRIGGER OUT-aansluiting

Voor het aansluiten van een externe component die de triggerfunctie
ondersteunt voor het bedienen ervan als het is aangesloten op dit toestel
(

☞

b. 31).

o

MULTI CH INPUT-aansluitingen

Voor het aansluiten van een speler die een multikanaals weergave ondersteunt
(

☞

b. 29).

p

AUDIO OUT-aansluitingen

Voor het weergeven van audiosignalen die worden ontvangen als analoge
aansluitingen, zoals de AV5-6 of AUDIO1-2 worden geselecteerd (

q

ZONE2 OUT-aansluitingen

Geeft geluid van dit toestel weer op een externe versterker die is ingesteld in
een andere ruimte. (

r

PRE OUT-aansluitingen

☞

b. 100).

Voor het aansluiten van een subwoofer met een ingebouwde versterker of een
externe krachtversterker (

☞

b. 20, b. 3 0).

☞

☞

b. 31).

b. 28).

☞

b. 31).

aecbgd h

ARC

OUT

VIDEO

COAXIAL

(CD)

AV 3

PHONO

GND

OPTICAL

(

TV

AV 4

HDMI

ANTENNA

ANTENNA

FM

FM

S VIDEO

75

75

)

AV 5

AV 6

COMPONENT

GND

AM

GND

AM

P

R

P

B

Y

AV

OUT

AUDIO 1

DOCK

COMPONENT

VIDEO

P

R

P

B

Y

OPTICAL

AV 1

COAXIAL

AV 2

VIDEO

MONITOR OUT

AUDIO 2

FRONT

VIDEO

f

(

)

BD/DVD

HDMI 1

REMOTE

IN

OUT

TRIGGER OUT

SURROUND

M

U

LTI C

HDMI 2 HDMI 3

+12V

0.1A MAX.

CENTER

SUR.BACK

SUBWOOFER

H

IN

P

U

T

HDMI 4 HDMI 5

CENTER

FRONT

AUDIO

ZONE2

OUT

OUT

SURROUND SURROUND

SURROUND

SUR.BACK

FRONT

PRE OUT

SPEAKERS

BACK/BI-AMP

SINGLE

CENTERSINGLE

SUBWOOFER12

i

EXTRA SP

ZONE2/
PRESENCE

MAINS

Het onderscheiden van de ingang- en
uitgangaansluitingen

Het gebied rond de audio / videouitgangaansluitigen is in het

wit gemarkeerd om verbindingsfouten te voorkomen. Gebruik

deze aanslutiingen voor de weergave van audio / videosignaal

naar een TV of ander externe component.

ARC

OUT

HDMI

ANTENNA

VIDE

ND

PTICAL

TV

D/DVD

HDMI 1

COMPONENT

VIDEO

REMOTE

P

R

OUT

P

B

VIDEO

+12

Y

.1A MAX

MONITOR OUT

RIGGER OUT

SUR.BACKSURROUN

FRON

AV
OUT

DMI

FRON

ENTER

UBWOOFER

AUDIO

ZONE2

OUT

OUT

HDMI 4HDMI

ENTERSURROUNDSURROUNDBACK/BI-AM

PEAKERS

CENTERSINGLE

SURROUND

SUR.BACK

FRONT

SUBWOOFER12

PRE OUT

(Ex: V.K. en Europese modellen)

klmjo rn

pq

Uitgangaansluitingen

Nl 9

Display voorpaneel

a

HDMI-indicator

Brand tijdens normale HDMI-communicatie als een van de
HDMI1-5-ingangen zijn geselecteerd.

b

CINEMA DSP-indicator

Licht op als een geluidsveldeffect dat CINEMA DSP technologie gebruikt, is
geselecteerd.

c

ENHANCER-indicator

Brandt als de Compressed Music Enhancer-modus is afgestemd op (☞b. 44).

d

CINEMA DSP 3D-indicator

Brandt als CINEMA DSP 3D is geactiveerd (☞b. 43).

e

Tuner indicator

Brandt volgens de status van de ontvangen zender (☞b. 54).

f

SLEEP-indicator

Licht op wanneer de slaaptimer aan is (☞b. 11).

g

ZONE2-indicator

Gaat branden als de audio-uitgang naar Zone2 is ingeschakeld (☞b. 101).

h

MUTE-indicator

Knippert als de audio is gedempt.

i

VOLUME-indicator

Geeft het huidige volumeniveau aan.

abcdefihg

j

Cursor indicators

Licht op als de bijbehorende cursors op de afstandsbediening beschikbaar zijn
voor handelingen.

k

Multi-informatie display

Geeft een reeks informatie weer over menu-items en instellingen.

l

Luidsprekerindicators

Geeft de luidsprekeraansluitingen aan waarvandaan de signalen worden
weergegeven.

Subwoofer

Aanwezigheidl

uidspreker L

Voor-luidspreker L

Surround-luidspreker L

Surround

achterluidspreker L

SW

PL

C

LR
SL SR

SBL SBRSB

Midden-luidspreker

Aanwezigheidl

PR

uidspreker R
Voor-luidspreker R

Surround-luidspreker R

Surround
achterluidspreker R

Surround
achterluidspreker

J1

INLEIDING

Onderdeelnamen en functies

■

Informatie wisselen op het display van het voorpaneel

Het display van het voorpaneel kan een geluidsprogramma’s en
surround decodernamen weergeven evenals de actieve signaalbron.
Druk herhaaldelijk op

→

geluidsveldprogramma →surround decoder op zijn plaats.

Signaalbronnaam

MOVIE

Standard

f

INFO

om te circuleren langs signaalbronJ2

Geluidsprogramma (DSP-programma)

VOL.

SWSW

C

LR
SL SR

SBL SBR

jk lj

J

1 :

“SB” wordt alleen weergegeven bij gebruik van een 6.1-kanaals configuratie.

J

2 :

Tijdens FM/AM-ontvangst, wordt de frequentie weergegeven in plaats van de signaalbron.

ENHANCER

3

STEREO

TUNED

SLEEP

ZONE

2

VOL.

MUTE

SW

PL
LR

PR

C

SL SR

SBL SBRSB

Nl 10

Afstandsbediening

a

MAIN

b

c

d

e

f

g

h

i

j

k

l

m

n

ZONE 2

1234

1234

5

TUNER

FM

INFO

MOVIE MUSIC

BD

DVD

ON SCREEN

RETURN

TOP

MENU

REC

1234

90

INPUT

MUTE

RECEIVER

SOURCE

HDMI

V-AU X

AV

MULTI

6

PHONO

AM

PRESET

MEMORY

ENHANCER

STRAIGHTSLEEP PURE DIRECT

SCENE

TV

OPTION

ENTER

DISPLAY

TV

TV VOL TV CH

AUDIO

125

CD

POP-UP

MENU

7 856

10

CODE SET

DOCK

TUNING

SUR. DECODE

RADIO

VOLUM E

MUTE

ENT

o

p
q

r

s

t

a

Afstandsbediening signaalzender

Zendt infraroodsignalen.

b

MAIN/ZONE2

Wisselt de te bedienen zone door de afstandsbediening tussen Hoofdzone en
Zone2 (

☞

b. 101).

c

SOURCE A (SOURCE Vermogen)

Schakelt een externe component aan en uit.

d

Ingangselector

Selecteert een signaalbron op dit toestel van waaruit u kunt weergeven.

HDMI1-5
V-A UX
AUDIO1-2
AV1 -6
MULTI CH INPUT
DOCK

HDMI1-5-aansluitingen
Voorpaneel VIDEO AUX-aansluitingen
AUDIO1-2-aansluitingen
AV1-6-aansluitingen
MULTI CH INPUT-aansluitingen
Een Yamaha iPod universele dock, iPod draadloze

ontvanger, of Bluetooth draadloze audio-ontvanger die

is aangesloten op de DOCK-aansluiting.

TUNER
PHONO

e

Radiobedieningstoetsen

FM/AM tuner
PHONO-aansluitingen

Bedient de FM/AM tuner. Deze toetsen worden gebruikt bij het gebruik van
de tuneringang.

FM
AM
MEMORY
PRESET F /
TUNING H /

f

INFO

G

I

Stelt de FM/AM tuner band in op FM.
Stelt de FM/AM tuner band in op AM.
Stelt radiozenders vooraf in.
Selecteert een voorkeuzezender.
Wijzigt afstemfrequenties.

Rouleert de informatie die wordt weergegeven op het display van het
voorpaneel (de naam van de huidig geselecteerde signaalbron, het
geluidprogramma, de surround decoder, de FM/AM tuner frequentie etc.).

g

Geluidkeuzetoetsen

Schakel tussen het geluidsveldeffect (geluidsprogramma) dat u gebruikt en de
surround decoder (

☞

b. 41).

INLEIDING

Onderdeelnamen en functies

h

SLEEP

Schakelt dit toestel automatisch in stand-bystand nadat een aangegeven
tijdsperiode is verstreken (slaaptimer). Druk herhaaldelijk op deze toets om de
tijd voor de slaaptimerfunctie in te stellen.

Sleep 120min. Sleep 90min.

Sleep 60min.Sleep 30min.Sleep Off

De SLEEP indicator gaat branden als de slaaptimer aan staat.

i

SCENE

Schakel de signaalbron en het geluidsprogramma met één enkele knop (☞b. 41).
Druk op deze toets om het toestel aan te zetten, als het toestel in stand-bystand staat.

j

ON SCREEN

Zet het ON SCREEN-menu aan of uit.

k

Cursor B / C / D / E, ENTER, RETURN

Cursor B / C / D / ESelecteer menu-items en wijzig instellingen als menu’s

ENTER
RETURN

l

Externe component bedieningstoetsen

Bedient het opnemen, afspelen, en de menuweergaven etc. voor externe
componenten (

m

Numerieke toetsen

☞

Voer nummers in.

n

TV-bedieningstoetsen

Bedien een monitor zoals een TV.

o

CODE SET

Stelt de afstandsbedieningscodes in voor externe componenthandelingen
(

☞

b. 92).

p

RECEIVER A (RECEIVER Vermogen)

Schakelt dit toestel tussen aan en stand-bystand.

q

SOURCE/RECEIVER

Schakelt de toetsfunctie van de afstandsbediening voor de bediening van dit
toestel of een externe component (
als deze toets groen brandt, of dit toestel als de toets oranje brandt.

r

OPTION

Zet het OPTION-menu aan of uit (☞b. 49).

s

VOLUME +/-

Het volumeniveau aanpassen (☞b. 40).

t

MUTE

Zet de dempingsfunctie van het geluidssignaal aan en uit (☞b. 40).

etc. worden weergegeven.
Bevestigt een geselecteerd item.
Keert terug naar het vorige scherm als menu’s worden

weergegeven, of eindigt het menu.

b. 91).

J1

☞

b. 91). Bedient een externe component

J

1 :

U kunt lExterne component bedieningstoetsen
elk signaal van tevoren geregistreerd worden als u externe componenten wilt bedienen (

gebruiken voor elke signaalbron voor het bedienen van geregistreerde componenten. De codes van de afstandsbediening moeten voor

☞

b. 9 2).

Nl 11

Schermweergave

t

n

r

Als een TV is aangesloten op dit toestel, kan de meegeleverde afstandsbediening worden gebruikt om de instellingen van
dit toestel te specificeren en te verifiëren via menu’s en opties die op het TV-scherm worden weergegeven.

De volgende weergaves zijn beschikbaar op de schermweergave.

ON SCREEN-menu

Gedetailleerde instellingen kunnen voor dit toestel
worden geconfigureerd. Gebruik dit menu voor he
selecteren van de gewenste instellingen, wijzig hu
waarden of controleer de huidige status van dit
toestel.
Raadpleeg “INSTELLEN” (
informatie.

☞

b. 67) voor meer

INLEIDING

Onderdeelnamen en functies

■

De volgende menu’s weergeven of het bekijken van de huidige status van dit toestel op
het TV-scherm

•

ON SCREEN-menu

Druk op ON SCREEN om het ON SCREEN menu weer te geven.

•

OPTION-menu

Druk op OPTION om het OPTION menu weer te geven.

•

Inhoudsvenster

Druk op

Ingangselector

om het Inhoudsvenster weer te geven.

Inhoudsvenster

Omvat de bladerweergave voor Inhoud en de
weergave voor Nu Afspelen. De weergave voor Nu
Afspelen toont de status van de bron waar de
muziek momenteel vanaf wordt weergegeven.
Instellingen voor muziekinhoud vanaf de
bladerweergave voor Inhoud aanpassen.
Raadpleeg “Signaalbronnen bevestigen en
bedienen vanaf het Inhoudsvenster” (
meer informatie.

☞

b. 53) voor

OPTION-menu

Configureer de optionele instellingen voor elke
signaalbron. Instellingen zoals “Tone Control” en
“Volume Trim” toegepast op dit toestel ongeacht
de signaalbron.
Raadpleeg “Configuratieinstellingen specifiek voo
een individuele signaalbron (OPTION-menu)”
(

☞

b. 49) voor meer informatie.

Nl 12

VERBINDINGEN

Aansluiten van luidsprekers

Dit toestel gebruikt akoestische veldeffecten en geluiddecoders om u het gevoel van een echt filmtheater of concerthal te geven. Deze effecten worden bereikt met de ideale luidsprekerplaatsing en aansluitingen in uw luisteromgeving.

■

Luidsprekerkanalen en functies

■

Linker en rechter voor-luidsprekers

De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van het
voorkanaalgeluid (stereogeluid) plus effectgeluid.

Linker en rechter surround-luidsprekers

De surround luidsprekers zijn voor effecten en vocale geluiden met de 5.1­kanaals luidsprekers die zorgen voor geluiden op de achtergrond. Indien
gebruikt met 6.1/7.1-kanaal (waaronder surround achterkanaal) wordt
geluid van het rechter- en linkergebied weergegeven.

Vb.

■

Linker en rechter surroundachterluidsprekers

Geeft het affect vanaf de achterkant. Wanneer dit wordt gebruikt met 6.1
ch geluid, wordt het geluid van de linker en rechter surround
achterluidsprekers gemengd en via één luidspreker weergegeven. Wanneer
dit wordt gebruikt met 5.1 ch geluid, wordt het geluid van de surround
achter luidsprekers verdeeld over de linker en rechter surround
luidsprekers.

Vb.

Voor-luidspreker opstelling:
Plaats deze luidsprekers op gelijke afstand van de ideale luisterplek voorin
de kamer. Bij het gebruik van een projectorscherm zijn de juiste
bovenposities van de luidsprekers ongeveer 1/4 vanaf de onderkant van het
scherm.

■

Midden-luidspreker

De midden-luidspreker is voor weergave van het middenkanaal (dialoog,
vocalen etc.).

Vb.

Midden-luidspreker opstelling:
Plaats deze halverwege de linker en rechter voor-luidsprekers. Bij gebruik
van een TV, plaatst u de luidspreker juist boven of onder het midden van de
TV met de voorkant van de TV en de luidspreker op één lijn.
Bij gebruik van een scherm plaatst het onder het midden van het scherm.

Surround-luidspreker opstelling:
Plaats de luidsprekers in de achterkant van de kamer aan de linker- en
rechterkant tegenover de luisterpositie. Ze moeten worden geplaatst tusen
60 graden en 80 graden met de luisterpositie en met de bovenkant van de
luidsprekers op een hoogte van 1,5

■

Linker en rechter aanwezigheidsluidsprekers

De aanwezigheidsluidsprekers worden gebruikt voor effectgeluiden aan de
voorkant. Indien gebruikt in combinatie met de geluidsprogramma’s
(

☞

b. 41), is een geluid met een rijkere en ruimere aanwezigheid mogelijk.

Aanwezigheidsluidspreker opstelling:
Plaats de linker en rechter aanwezigheidsluidsprekers 0,5
zichte van de buitenkant van respectievelijk de linker en rechter voor­luidsprekers. De bovenkant van de aanwezigheidsluidsprekers dient 1,8 m
boven de vloer te zijn.

–

1,8 m vanaf de vloer.

Vb.

–

1 m ten op

Vb.

Surround achter-luidspreker opstelling:
Wanneer dit wordt gebruikt met 7.1 ch geluid, plaats dan de linker- en
rechter luidsprekers in de richting van de luisterpositie, naar de achterkant
van de luisterpositie. Plaats de linker- en rechter luidspreker op minimaal
30 cm afstand van elkaar. Dezelfde afstand als bij de linker en rechter
voorluidspreker is optimaal.
Wanneer dit wordt gebruikt met 6.1 ch geluid, plaats deze dan aan de
achterkant van de luisterpositie.

■

Subwoofer

De subwoofer luidspreker wordt gebruikt voor lage tonen en lage
frequentie effect (LFE) geluid opgenomen in Dolby Digital en DTS.
Gebruik een subwoofer die is uitgerust met een ingebouwde versterker.

Vb.

Subwoofer-luidspreker opstelling:
Plaats het aan de buitenkant van de linker en rechter voor-luidsprekers iets
naar binnen gericht om echovorming van de wand te verminderen.

Nl 13

Luidsprekerinstelling

■

Genieten van de 7.1-kanaals audiobron

■

7.1-kanaal luidsprekeropstelling
(7 luidsprekers + subwoofer)

Voor-luidspreker R

Voor-luidspreker L

Midden-luidspreker

Surround-luidspreker L

Audio van een 7.1-kanaals audiobron kan worden weergegeven zonder
degradatie met deze luidsprekerconfiguratie.

■

Aansluiting van de luidsprekers

Sluit de luidsprekers aan op de volgende aansluitingen volgens de
luidsprekeropstelling. Raadpleeg “Aansluiting van voor-/midden/surround/
surround achterluidspreker en subwoofer” en “Aansluiting
aanwezigheidsluidspreker” voor informatie over het aansluiten van de
luidsprekers (

Luidsprekeraansluitingen

EXTRA SP-

aansluiting

☞

b. 17).

FRONT L/R, CENTER, SURROUND L/R,

SURROUND BACK L/R, SUBWOOFER

Niet gebruikt

Subwoofer

Surround­luidspreker R

30 cm of meer

Surround achterluidspreker RSurround achterluidspreker L

■

Een luidsprekerconfiguratie aanwijzen

Er dient een luidsprekerconfiguratie aan dit toestel te worden toegewezen
om de luidsprekers te activeren. Gebruik de “Power Amp Assign” functie
om de juiste luidsprekerinstellingen makkelijk toe te passen aan dit toestel
volgens de luidsprekerconfiguratie. Luidsprekers voor deze indeling
kunnen worden geactiveerd op de standaard “Power Amp Assign”­instelling (

Power Amp Assign

■

☞

b. 79).

7ch Normal

(Standaard)

De aanwezigheidsluidsprekers toevoegen voor
een rijker geluidsveldeffect

■

Aanwezigheidsluidsprekeropstelling
(7 luidsprekers + subwoofer +
aanwezigheidsluidsprekers)

Voor-luidspreker R

Voor -

luidspreker L
Aanwezigheidl
uidspreker L

Midden-luidspreker

Surround-luidspreker L

Aanwezigheidluidspreker R

Subwoofer

Surround­luidspreker R

30 cm of meer

Surround achterluidspreker RSurround achterluidspreker L

VERBINDINGEN

Aansluiten van luidsprekers

Dit toestel selecteert automatisch de aanwezigheidsluidsprekers of de
surround achterluidsprekers om geluid weer te geven volgens het
geselecteerde geluidsprogramma.
Als het geluidsprogramma is gewijzigd, worden de luidsprekers die het
geluid weergeven automatisch gewisseld tussen de
aanwezigheidsluidsprekers en de surround achterluidsprekers.

■

Aansluiting van de luidsprekers

Sluit de luidsprekers aan op de volgende aansluitingen volgens de
luidsprekeropstelling. Raadpleeg “Aansluiting van voor-/midden/surround/
surround achterluidspreker en subwoofer” en “Aansluiting
aanwezigheidsluidspreker” voor informatie over het aansluiten van de
luidsprekers (

Luidsprekeraansluitingen

EXTRA SP-

aansluiting

■

Een luidsprekerconfiguratie aanwijzen

Er dient een luidsprekerconfiguratie aan dit toestel te worden toegewezen
om de luidsprekers te activeren. Gebruik de “Power Amp Assign” functie
om de juiste luidsprekerinstellingen makkelijk toe te passen aan dit toestel
volgens de luidsprekerconfiguratie. Luidsprekers voor deze indeling
kunnen worden geactiveerd op de standaard “Power Amp Assign”­instelling (

Power Amp Assign

☞

☞

b. 17).

b. 79).

FRONT L/R, CENTER, SURROUND L/R, SURROUND

BACK L/R, SUBWOOFER

L/R aanwezigheidsluidsprekers

7ch Normal

(Standaard)

Gaat verder op de

volgende pagina

Nl 14

■

Genieten van de 7.1-kanaals audiobron zonder
surround achterluidpsprekers

■

5.1-kanaal luidsprekeropstelling
(5 luidsprekers + subwoofer)

Voor-luidspreker R

Voor-luidspreker L

Midden-luidspreker

Surround-luidspreker L

Dit toestel kan 7.1-kanaals audiobrongeluid downmixen tot 5.1-kanaals
geluid. Dit maakt 7.1-kanaals geluid mogelijk zonder surround
achterluidsprekers.

Subwoofer

Surround­luidspreker R

■

Een luidsprekerconfiguratie aanwijzen

Er dient een luidsprekerconfiguratie aan dit toestel te worden toegewezen
om de luidsprekers te activeren. Gebruik de “Power Amp Assign” functie
om de juiste luidsprekerinstellingen makkelijk toe te passen aan dit toestel
volgens de luidsprekerconfiguratie. Luidsprekers voor deze indeling
kunnen worden geactiveerd op de standaard “Power Amp Assign”­instelling (

Power Amp Assign

■

☞

b. 79).

7ch Normal

(Standaard)

De voor-luidsprekers die bi-ampverbinding
ondersteunen, gebruiken voor geluid van hoge
kwaliteit

■

5-kanaals luidsprekeropstelling
(voor-luidsprekers (Bi-amp) + 3 luidsprekers)

Voor-luidspreker R
(Bi-amp-aansluiting)

Voor-luidspreker L
(Bi-amp-aansluiting)

Subwoofer

Surround­luidspreker R

VERBINDINGEN

Aansluiten van luidsprekers

■

Aansluiting van de luidsprekers

Sluit de luidsprekers aan op de volgende aansluitingen volgens de
luidsprekeropstelling. Raadpleeg “Aansluiting van voor-/midden/surround/
surround achterluidspreker en subwoofer” en “Bi-amp-aansluiting” voor
informatie over het aansluiten van de luidsprekers (

Luidsprekeraansluitingen

EXTRA SP-

aansluiting

■

Een luidsprekerconfiguratie aanwijzen

Gebruik de “Power Amp Assign” functie die de juiste
luidsprekerinstellingen makkelijk toe kan passen aan dit toestel volgens de
luidsprekerconfiguratie (

Power Amp Assign

FRONT L/R, CENTER, SURROUND L/R, SURROUND

BACK L/R, SUBWOOFER

Niet gebruikt

☞

b. 79).

5ch BI-AMP

☞

b. 17, b. 18).

Gaat verder op de

volgende pagina

■

Aansluiting van de luidsprekers

Sluit de luidsprekers aan op de volgende aansluitingen volgens de
luidsprekeropstelling. Raadpleeg “Aansluiting van voor-/midden/surround/
surround achterluidspreker en subwoofer” en “Aansluiting
aanwezigheidsluidspreker” voor informatie over het aansluiten van de
luidsprekers (

Luidsprekeraansluitingen

EXTRA SP-

aansluiting

☞

b. 17).

FRONT L/R, CENTER, SURROUND L/R, SUBWOOFER

Niet gebruikt

Midden-luidspreker

Surround-luidspreker L

Het gebruik van de voor-luidsprekers die bi-ampverbinding
ondersteunen, reproduceert een geluid van hoge kwaliteit.

Nl 15

■

Luidsprekers in twee ruimtes gebruiken
(Zone2-functie)

■

7.1-kanaals luidsprekeropstelling + Zone2
(7 luidsprekers (in hoofdzone) + subwoofer
(in hoofdzone) + voor-luidsprekers
(in secundaire zone))

Naast de hoofdruimte kunnen luidsprekers in een andere ruimte ook
worden geregeld.
Als de ingebouwde versterker voor de luidsprekers in een andere ruimte
aan staat, wordt er automatisch gewisseld voor de luidsprekers die het
geluid weergeven van de surround achterluidsprekers naar de
luidsprekers in de andere ruimte.

J1

VERBINDINGEN

Aansluiten van luidsprekers

Hoofdzone

Voor-luidspreker L

Midden-luidspreker

Surround-luidspreker L

Surround achterluidspreker L Surround achterluidspreker R

Zone2

Voor-luidspreker R

Subwoofer

30 cm of meer

Surround­luidspreker R

Voo r­luidspreker R

■

Aansluiting van de luidsprekers

Sluit de luidsprekers aan op de volgende aansluitingen volgens de
luidsprekeropstelling. Raadpleeg “Aansluiting van voor-/midden/surround/
surround achterluidspreker en subwoofer” en “Multi-zone audiosysteem
gebruik de interne versterker van dit toestel” voor informatie over het
aansluiten van de luidsprekers (

Luidsprekeraansluitingen

EXTRA SP-

aansluiting

■

Een luidsprekerconfiguratie aanwijzen

Gebruik de “Power Amp Assign” functie die de juiste
luidsprekerinstellingen makkelijk toe kan passen aan dit toestel volgens de
luidsprekerconfiguratie (

Power Amp Assign

☞

b. 17 , b. 18).

FRONT L/R, CENTER, SURROUND L/R, SURROUND

BACK L/R, SUBWOOFER

Zone2-luidsprekers

☞

b. 79 ).

7ch + 1ZONE

Voor-luidspreker L

J

1 :

Er kan niet tegelijkertijd geluid worden weergegeven van zowel de surround
achterluidsprekers als de luidsprekers in de secundaire zone.

Nl 16

VERBINDINGEN

HDMI 2

HDMI 3

HDMI

HDMI 5

SUBWOOFER

S

T

R

O

OU

ZO

OUT

S

D

S

P

FRONT

C

R

E

Aansluiten van luidsprekers

Luidsprekersen subwoofer aansluiten

Sluit uw luidsprekers aan op hun betreffende aansluitingen op het achterpaneel.

LET OP

•

Haal de netstroomskabel van dit toestel uit het stopcontact voordat u de luidsprekers aansluit.

•

Gewoonlijk bestaan luidsprekerkabels uit twee parallel geïsoleerde kabels. Een van deze kabels verschilt van kleur of heeft een lijn erlangs om de verschillende polariteit aan te geven. Plaats de anders gekleurde (of gelijnde) kabel in de “+”

(positief, rood) aansluiting op dit toestel en de luidsprekers en de andere kabel in de “

•

Wees voorzichtig dat de kern van de luidsprekerkabel niet anders aanraakt of in contact komt met de metalen punten van dit toestel. Hierdoor kunnen het toestel of de luidsprekers beschadigd raken. Als er kortsluiting optreedt door de

luidsprekerkabels, verschijnt “CHECK SP WIRES!” op het voorpaneel van de display als dit toestel wordt aangezet.

–

” (negatief, zwart) aansluiting.

■

Aansluiting van voor-/midden/surround/surround
achterluidspreker en subwoofer

Voor-luidspreker Surround

RL

CENTER

FRONT

TE

0.1A MAX.

ER OU

CENTE

UR.BACK

AUDI

NE2

T

4

luidspreker

achterluidspreker

RL RL

SPEAKERS

SURROUND SURROUND

URROUN

SINGL

UR.BACK

RE OUT

BACK/BI-AMP

SINGLE

ENTE

1

FER

Surround

■

Aansluiting aanwezigheidsluidspreker

Sluit de luidsprekers aan op de EXTRA SP-aansluitingen zoals afgebeeld in het
onderstaande overzicht, bij het gebruik van de aanwezigheidsluidsprekers.

Aanwezigheid

luidspreker R

ARC

OUT

HDMI

DOCK

PHONO

ANTENNA

ANTENNA

COMPONENT

VIDEO

FM

FM

GND

AM

GND

P

R

P

B

Y

OPTICAL

A

V

1

AM

S VIDEO

GND

75

75

VIDEO

COAXIAL

COAXIAL

OPTICAL

AV

(CD)

(

)

TV

OUT

A

A

A

A

A

A

U

V

V

V

V

V

D

6

5

4

3

2

(

COMPONENT

VIDEO

P

R

P

B

VIDEO

Y

MONITOR OUT

FRONT

A

U

D

I

O

I

O

1

2

)

BD/DVD

HDMI 1

REMOTE

IN

OUT

+12V

0.1A MAX.

TRIGGER OUT

SUR.BACK

SURROUND

M

U

LT

I C

H

IN

HDMI 2 HDMI 3

P

U

T

FRONT

CENTER

SUBWOOFER

AUDIO

ZONE2

OUT

OUT

Aanwezigheid

luidspreker L

EXTRA SP

ZONE2/
PRESENCE

HDMI 4 HDMI 5

SPEAKERS

CENTER

SURROUND SURROUND

BACK/BI-AMP

SINGLE

CENTERSINGLE

SURROUND

SUR.BACK

SUBWOOFER12

FRONT

PRE OUT

MAINS

EXTRA SP

ZONE2/
PRESENCE

De aanwezigheidsluidsprekers (PL/PR) die geluidseffecten voor
weergevenv kunnen op dit toestel worden aangesloten. Met de
geluidsprogramma’s (

☞

b. 45), kan er geluid worden gecreëerd met een

rijkere en ruimere aanwezigheid.

0,5 – 1 m 0,5 – 1 m

PL PR

1,8 m 1,8 m

•

Het aansluiten van aanwezigheidsluidsprekers wordt aanbevolen om

FL FR

volledig voordeel te benutten van de effecten van de CINEMA DSP-

geluidsprogramma’s.

•

Hoewel u zowel de surround achterluidsprekers als de

aanwezigheidsluidsprekers kan aansluiten op dit toestel, kunt u niet het

geluid van die luidsprekers tegelijkertijd weergeven.

Gaat verder op de

volgende pagina

SubwooferMidden-luidspreker

Nl 17

■

H

Bi-amp-aansluiting

Dit toestel kan worden aangesloten op luidsprekers die
bi-ampaansluitingen ondersteunen. Sluit de FRONT-aansluitingen aan op
de SURROUND BACK/BI-AMP-aansluitingen zoals in onderstaand
overzicht, bij het aansluiten van de luidsprekers. Configureer de bi­ampinstellingen om de aansluitingen te activeren.

FRONT

SURROUND

BACK/BI-AMP

SINGLE

■

Multi-zone audiosysteem gebruik de interne versterker
van dit toestel

Sluit de luidsprekers in de secundaire zone aan op de
EXTRA SP-aansluitingen zoals afgebeeld in het onderstaande overzicht.

EXTRA SP

ZONE2/

Zone2

ARC

(
BD/DVD

OUT

HDMI

DOCK

COMPONENT

P

R

P

B

Y

HDMI 1

PHONO

ANTENNA

ANTENNA

COMPONENT

VIDEO

VIDEO

FM

FM

GND

AM

GND

AM

P

R

S VIDEO

GND

75

75

P

B

VIDEO

VIDEO

Y

MONITOR OUT

COAXIAL

COAXIAL

OPTICAL

OPTICAL

FRONT

AV

(CD)

(

)

TV

OUT

AUDIO 2

A

A

A

A

A

A

AUDIO 1

V

V

V

V

V

V

1

2

4

6

5

3

PRESENCE

FRONT

SURROUND SURROUND

SURROUND

MAINS

SPEAKERS

BACK/BI-AMP

SINGLE

EXTRA SP

ZONE2/
PRESENCE

CENTERSINGLE

SUR.BACK

SUBWOOFER12

PRE OUT

)

HDMI 4 HDMI 5

HDMI 2 HDMI 3

CENTER

FRONT

REMOTE

IN

OUT

+12V

0.1A MAX.

TRIGGER OUT

CENTER

SUR.BACK

SURROUND

SUBWOOFER

AUDIO

ZONE2

OUT

OUT

M

U

L

T

I

C

H

I

N

P

U

T

VERBINDINGEN

Aansluiten van luidsprekers

■

De luidsprekerimpedantie wijzigen

Dit toestel is geconfigureerd voor 8Ω luidsprekers bij de
fabrieksinstelling.
Bij het aansluiten van 6
te voeren om over te schakelen naar 6
voor 6

Ω

luidsprekers, dan kunnen 4Ω luidsprekers ook worden gebruikt

als de voor-luidsprekers.

Schakel dit toestel in de standby-stand.

1

Druk op MAIN ZONE A terwijl u STRAIGHT op het
voorpaneel ingedrukt houdt.

2

Laat de toetsen los als “ADVANCED SETUP” wordt weergegeven op het
display van het voorpaneel.
Na ongeveer een paar seconden, wordt het bovenste menu-item
weergegeven.

Ω

luidsprekers, dient u de volgende procedure uit

Ω

. Als dit toestel is geconfigureerd

J1

OPMERKINGEN

•

Voordat u bi-ampaansluitingen maakt, verwijdert u beugels of kabels die

een woofer verbinden met een tweeter. Raadpleeg de handleidingen van

de luidsprekers voor details. Als u geen bi-ampaansluitingen maakt, zorg

dan dat de beugels of kabels zijn aangesloten voordat u de

luidsprekerkabels aansluit.

•

Bij het aansluiten van een bi-amp kunnen de surround achter-

luidsprekers niet worden gebruikt.

J

1 :

Raadpleeg “Verlengde functie die naar behoefte kan worden geconfigureerd (Advanced
Setup menu)” (

☞

b. 9 4) voor informatie over het menu Geavanceerde instelling.

LET OP

De EXTRA SP-aansluitingen van dit toestel mogen niet worden
aangesloten op de a Passieve Luidspreker Selectiebox of meer dan één
luidspreker per kanaal.
Aansluiting op een Passieve Luidspreker Selectiebox of meerdere
luidsprekers per kanaal kan zorgen voor een abnormaal lage
impedantiebelasting wat resulteert in schade aan de versterker. Zie deze
gebruiksaanwijzing voor correct gebruik.
Compliantie met minimale luidsprekerimpedantieinformatie voor alle
kanalen dient altijd te worden nageleefd. U vindt deze informatie terug op
het achterpaneel van dit toestel.

MAIN ZONE

MAIN ZONE

PHONES

SILENT

CINEMA

A

YPAO MIC

ZONE2 ZONE CONTROL

INPUT

MEMORY

INFO

PRESET

FM AM

SCENE

BD

TV

CD

PROGRAM

RADIO

STRAIGHT

DVD

TONE

CONTROL

STRAIGHT

Gaat verder op de

volgende pagina

Nl 18

Controleer of “SP IMP.” op het voorpaneel wordt

FRONT

2

4

X

weergegeven.

3

SPIMP.-8MIN

Druk herhaaldelijk op STRAIGHT om een “6 Ω MIN” te
selecteren.

4

Schakel het toestel in de stand-bystand en schakel hem
weer aan.

5

Het toestel gaat aan als de instellingen die u heeft gemaakt, zijn
geconfigureerd.

■

Aansluiten van luidsprekers

Dit type aansluiting kan met de volgende luidsprekers of verbinding een
aansluiting maken.

•

L/R voor-luidsprekers

•

Midden-luidspreker

•

L/R Surround luidsprekers

•

L/R Surround achterluidsprekers

•

Bi-ampaansluiting (voor-luidsprekers L/R luidsprekers)

3

2

1

4

Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie van het uiteinde
van elk van de luidsprekerkabels en draai vervolgens de

1

blootliggende draadjes netjes in elkaar zodat deze geen
kortsluiting veroorzaken.

VERBINDINGEN

Aansluiten van luidsprekers

■

Aansluiten van extra luidsprekers

De EXTRA SP-aansluitingen kunnen worden aangesloten op de volgende
luidsprekers.

•

L/R Aanwezigheids-luidsprekers

•

Zone2-luidsprekers

Rood: positief (+)

Zwart: negatief (–)

E

ZO
PR

Druk op het lipje en breng het kale uiteinde van de
luidsprekerkabel in het gat in de aansluiting.

1

Laat het lipje los om het draad vast te zetten.

2

Maak de luidsprekeraansluitingen los.

2

Plaats het blootliggende draad van de luidsprekerkabel in
het gat aan de kant van de aansluiting.

3

Maak de aansluiting vast.

4

Nl 19

■

Aansluiten van de subwoofer

Sluit de ingangaansluiting van de subwoofer aan op de
SUBWOOFER 1 of 2-aansluiting op het toestel met een

1

audiopenkabel.

Stel het volume van de subwoofer in als volgt.

2

Volume: Stel in op ongeveer half volume (of iets minder dan de helft).
Kruislingse freqentie (indien beschikbaar): instellen op maximum.

CROSSOVER/

VOLUME

HIGH CUT

VERBINDINGEN

Aansluiten van luidsprekers

MIN MAX

Subwoofer voorbeelden

OPMERKING

Na aansluiting, is het toepassen van deze instelling aan dit toestel
vereist om alle luidsprekerverbindingen te activeren. Door gebruik te
maken van de “Power Amp Assign”-functie, kunt u makkelijk de
luidsprekerconfiguratie toepassen.
Raadpleeg “Power Amp Assign” (
het gebruik van de “Power Amp Assign”-functie.

MIN MAX

☞

b. 79) voor meer informatie over

Nl 20

Aansluiten van externe componenten

VERBINDINGEN

Kabelstekkers en aansluitingen

Dit toestel is uitgerust met de volgende ingang/uitgangaansluitingen. Gebruik aansluitingen en kabels die geschikt
zijn voor de componenten die u aansluit.

■

Audio/video-aansluitingen

HDMI-aansluitingen

Digitale video en digitaal geluid worden overgezonden door een enkele aansluiting.
Gebruik alleen een HDMI kabel.

HDMI-kabel

•

Gebruik een 19-pen HDMI-kabel met het HDMI-logo.

•

We raden aan om een kabel te gebruiken van minder dan 5,0 meter lang om verslechtering van de signaalkwaliteit te voorkomen.

•

Als een TV die HDMI-functies ondersteunt en waarvan de Audio Return Channel-functie is aangesloten, dan kan

audio die van de TV wordt weergegeven worden ontvangen door dit toestel (

•

Als een speler en TV die het 3D videoformaat ondersteunen, zijn aangesloten op dit toestel, dan kan 3D-inhoud

worden weergegeven.

•

Als u dit toestel aansluit op een component met een DVI-aansluiting, dan is een HDMI/DVI-D-kabel nodig.

■

Analoge video-aansluitingen

COMPONENT VIDEO-aansluitingen

Het signaal is gescheiden in drie delen:
luminantie (Y), chrominantie blauw (P
Gebruik component videopenkabels met drie stekkers.

B

), en chrominantie rood (PR).

Component videopenkabel

☞

b. 99).

S VIDEO-aansluiting (Uitsluitend modellen
uit V.K. en Europa)

Voor het verzenden van S-videosignalen die luminantie
(Y) en chrominantie (C) componenten bevatten.
Gebruik S-videokabel.

S-videokabel

■

Audio-aansluitingen

OPTICAL-aansluitingen

Deze aansluitingen zenden optische digitale
audiosignalen door.
Gebruik vezel-optische kabels voor optische digitale
audiosignalen.

Digitale audio vezeloptische kabel

AUDIO-aansluitingen

Deze aansluitingen zenden conventionele analoge
audiosignalen door.
Gebruik stereopenkabels waarmee u de rode stekker
verbindt met de rode R-aansluiting, en de witte stekker
met de witte L-aansluiting.

Stereo penkabel

VIDEO-aansluitingen

Deze aansluitingen zenden conventionele analoge
videosignalen door.
Gebruik video-penkabels.

Videopenkabel

COAXIAL-aansluitingen

Deze aansluitingen zenden coaxiale digitale
audiosignalen door.
Gebruik penkabels voor digitale audiosignalen.

Digitale audiopenkabel

Nl 21

VERBINDINGEN

OCK

V

O

1

(

)

C

V

O

P

R

P

B

0.1A MAX.

OUT

O

GND

S

O

A

GNDGND

AM

AM

75

75

Aansluiten van externe componenten

Een televisiescherm aansluiten

Dit toestel is uitgerust met de volgende drie typen uitgangaansluitingen voor aansluiting op een TV.
HDMI OUT, COMPONENT VIDEO of VIDEO. Selecteer de juiste aansluiting volgens het ingangsignaalformaat
dat door uw televisie wordt ondersteund.

HDMI OUT-aansluiting

ARC

OUT

D

OMPONENT

IDE

Y

HDMI

PHON

VIDE

IDE

Bij aansluiting op een HDMI-compatibele TV

Videosignaal zoals componentvideo en video dat door dit toestel ontvangen is, wordt geconverteerd naar HDMI en naar
de TV gestuurd. Selecteer gewoon het HDMI-signaal op de TV voor het bekijken van video vanaf elke externe bron die
op dit toestel is aangesloten.

J1

Ingang Uitgang

HDMI

COMPONENT

VIDEO

COMPONENT VIDEO­aansluitingen (MONITOR OUT)

BD/DVD

COMPONENT

VIDEO

P

R

P

B

Y

MONITOR OUT

HDMI

REMOTE

VIDEO

TRIGGER OUT

NTENNA

HDMI

VIDEO-aansluiting
(MONITOR OUT)

TV
HDMI-ingang

Bij aansluiting op een niet-HDMI-compatibele TV

Aansluiten op de TV met dezelfde soort aansluiting dat u gebruikt hebt voor het aansluiten naar het externe
component, en wijzig de signalen op uw TV zodat die gelijk zijn aan die van het externe component dat u gebruikt
voor het weergeven. Als de externe component en de TV zijn uitgerust met verschillende types analoge video­aansluitingen, zal dit toestel de component video, S-video of het videosignaal converteren naar component video
of videosignaal, volgens het type video-ingangaansluitingen van de TV.

Ingang Uitgang

HDMI

COMPONENT

VIDEO

VIDEO

J2

Geconverteerd

Via

HDMI

COMPONENT

VIDEO

S VIDEO

VIDEO

J3,J4

TV

Component
video-ingang

Video-ingang

J2

S VIDEO

VIDEO

Via

Geconverteerd

J

1 :

U kunt de resolutie en de beeldverhouding aanpassen tijdens het converteren naar HDMI om aan uw wensen tegemoet te komen (☞b. 85 ).

J

2 :

Uitsluitend modellen uit V.K. en Europa.

J

3 :

Stel “Analog to Analog Conversion” in op “On” (☞b. 84 ).

J

4 :

Analoge naar analoge conversie is alleen beschikbaar voor 480i/576i-resolutievideosignaal.

Nl 22

VERBINDINGEN

K

O

L

(

TV

)

AV 3

AV 1

AV 2

AV 4

AV 5

AV 6

AUDIO 1

AUDIO 2

MUL

CO

(CD)

C

L

O

L

V

O

1

(

)

COMPO

V

O

Y

OU

SURROU

G

FRONT

E

OUT

COMPO

V

O

V

O

OUT

O

GND

S

O

A

ANTENNA

GND

AM

75

75

K

O

L

( )

AV 3

AV 1

AV 2

AV 4

AV 5

AV 6

AUDIO 1

AUDIO 2

MUL

CO

(CD)

CO

L

O

L

V

O

1

(

)

COMPO

V

O

HDMI

OU

T

SURROU

G

FRO

ARC

E

OUT

V

O

OUT

O

GND

S

A

FM

FM

GND

AM

AM

75

75

K

O

L

(

TV

)

AV 3

AV 1

AV 2

AV 4

AV 5

AV 6

AUDIO 1

AUDIO 2

MUL

CO

(CD)

C

L

O

L

V

O

1

(

)

COMPO

V

O

HDMI

OU

OU

SURROU

G

FRONT

ARC

E

OUT

COMPO

V

O

O

O

GND

S

O

A

ANTENNA

GND

AM

75

75

Aansluiten van externe componenten

■

Het aansluiten van een HDMI-videomonitor

Sluit de HDMI-kabel aan op de HDMI OUT-aansluiting.

HDMI

ARC

OUT

DOC

NENT

IDE

HDMI

PHON

IDE

NTENNA

GND

VIDE

IDE

MONITOR

BD/DVD

HDMI

NENT

R

HDMI-ingang

HDMI

IDE

TRI

HDMI

TV

AXIAL

OAXIA

PTICA

•

Gebruik een 19-pen HDMI-kabel met het HDMI-logo.

•

We raden aan om een kabel te gebruiken van minder dan 5,0 meter lang om verslechtering van de signaalkwaliteit

PTICA

AV

T

te voorkomen.

•

Als een TV die de HDMI-functie ondersteunt en waarvan de Audio Return Channel-functie is aangesloten, dan kan

audio die van de TV wordt weergegeven worden ontvangen door dit toestel (

•

Als een speler en TV die het 3D videoformaat ondersteunen, zijn aangesloten op dit toestel, dan kan 3D-inhoud

☞

b. 99).

worden weergegeven.

■

Een componentvideomonitor aansluiten

J1

Sluit de component videokabel aan op de COMPONENT VIDEO (MONITOR OUT)-aansluitingen.

Component video-ingang

COMPONENT

VIDEO

P

R

P

B

Y

DOC

PHON

NENT

IDE

IDE

T

ANTENN

GND

VIDEO

COMPONENT

VIDEO

P

R

P

B

Y

BD/DVD

HDMI

R

P

R

P

B

IDE

Y

R

TRI

TV

AXIAL

AXIA

PTICA

■

Een videomonitor aansluiten

PTICA

OU

NT

J1

Sluit de videopenkabel aan op de VIDEO (MONITOR OUT)-aansluiting.

DOC

PHON

NENT

IDE

IDE

AXIAL

OAXIA

PTICA

T

NTENNA

GND

VIDE

PTICA

AV

T

BD/DVD

HDMI

NENT

IDE

R

MONIT

TRI

V

Video-ingang

V

TV

VIDEO

J

1 :

Wanneer u verbinding maakt met een TV die een HDMI-ingang ondersteunt,dan wordt het videosignaal voor de COMPONENT VIDEO,
S-VIDEO of VIDEO-aansluitingen geconverteerd en weergegeven vanaf de HDMI OUT-aansluiting. Bij aansluiten op een TV via de
HDMI-aansluitingen, hoeft u deze aansluitingen niet te gebruiken.

Nl 23

VERBINDINGEN

DOCK

MUL

V

O

(
BD/

)

C

V

O

Y

HDMI

O

O

S

TRIG

T

C

RE

OUT

C

T

O

O

OUT

P

O

GND

FM

FM

GNDGND

AM

AM

O

75

75

Aansluiten van externe componenten

■

Naar TV audio luisteren

Om geluid over te zetten van de TV naar dit toestel, sluit u als volgt aan volgens de TV:

Bij het gebruik van een TV die de Audio Return Channel-functie en HDMI-regelfunctie
ondersteunt

Wanneer uw TV zowel HDMI-besturing (bijv. Panasonic VIERA Link) en Audio Return Channel-functies
ondersteunt, zijn bovendien audio/video-uitvoer vanaf het toestel naar de TV, en audio-uitvoer van de TV naar
het toestel mogelijk met één enkele HDMI-kabel.
De signaalbron wordt automatisch omgezet om te passen bij de handelingen die op de TV worden uitgevoerd
waardoor TV-geluid makkelijker te bedienen wordt.
Raadpleeg voor aansluitingen en instellingen “Een enkele HDMI-kabel die wordt ontvangen door TV-audio met
Audio Return Channel functie” (

☞

b. 99).

Bij het gebruik van een TV die HDMI-regelfuncties ondersteunt

Bij het gebruik van een TV die HDMI-regelfuncties ondersteunt (bijv. Panasonic VIERA Link), als HDMI­regelfuncties op het toestel zijn ingeschakeld, kan de signaalbron van het toestel automatisch worden
geschakeld om hetzelfde te zijn als de bediening die op de TV wordt uitgevoerd.
Raadpleeg voor aansluitingen en instellingen “Het automatisch schakelen van de signaalbron op dit toestel
tijdens het luisteren naar het geluid van de TV” (

☞

b. 98 ).

Bij gebruik van andere TV’s

Om geluid van de TV over te zetten naar dit toestel, sluit u de AV1-6 of AUDIO1-2-aansluitingen van het
toestel aan op de audio-uitgangaansluitingen van de TV.

TV audio-uitgang Verbinding

Optische digitale audio-uitgang

Aansluiten op de OPTICAL-aansluiting van de AV1 of AV4 met een vezeloptische kabel.

Coaxiale digitale audio-uitgang Aansluiten op de COAXIAL-aansluiting van de AV2 of AV3 met een digitale

audiopenkabel.

Analoge stereo-uitgang Sluit aan op één van de AV5, AV6, AUDIO1, of AUDIO2 via een stereopenkabel.

Selecteer de signaalbron die is aangesloten via de audio-uitgangaansluiting van de TV om te genieten van
TVgeluid.
Als de TV optische digitale audio-uitgang ondersteunt, raden we aan om de TV audio-uitgang aan te sluiten op
de AV4-aansluiting van de ontvanger.
Door op AV4 aan te sluiten kunt u de signaalbron met een druk op de knop omschakelen naar AV4 met de
SCENE-functie (

☞

b. 41).

Audio uitgang

(Optisch, coaxiaal of analoog)

OPTICALCOAXIALAUDIO

TV

Beschikbare ingangaansluitingen

AR

UT

OMPONENT

IDE

OPTICAL

AV 1

HON

S VIDE

IDE

COAXIAL

COAXIAL

OPTICAL

(CD)

(

)

TV

AV 2

AV 4

OMPONEN

VIDE

MONITOR

UT

DVD

VIDE

URRO

FRON

Bestuur de televisie door de code van de afstandsbediening van de televisie in te voeren in de ontvanger
(☞b. 92).

Nl 24

RETURN

VOLU

R

S

P

M

E

M

C

BD

CD

O

E

856

9010

1

234

REC

TOP

MENU

P

P

MENU

SOURC

M

AIN

R

T

INPU

MUTE

O

FM

INFO

MEMO

AM

P

H

A

O

3

5

V-AUX

MULTI

5

3

6

O

TU

(

)

AV 3

AV 4

AV 5

AV 6

AUDIO 1

AUDIO 2

MULTI CH INPUT

(

C

)

CO

O

L

D

F

T

O

SUBWOOFER

SU

CK

SURROU

TRIGG

OUT

V

.

T

C

C

IN

R

E

OU

COMPO

T

V

O

O

MO

P

R

P

Y

O

O

Z

2

O

SURROUNDFRO

P

G

O

FM

GND

GND

75

75

DOC

(

)

A

V

3

A

V

2

A

V

4

A

V

5

A

V

6

AUDIO 1

AUDIO 2

M

U

L

T

I C

H

IN

P

U

T

CO

L

D

)

CO

L

O

L

V

O

OUT

OUT

SUBWO

SU

+12V

0

FRO

CENT

ARC

C

T

O

REMO

OUT

COMPO

O

V

O

MO

OUT

P

B

O

G

S

O

GNDGND
AM

AM

75

ZONE 2

NER

RY

OVI

USI

SCENE

ON SCREEN

ENTER

T

j

ON SCREEN

k

Cursor B / C / D /

k

ENTER

E

DMI

RECEIVE

PHON

RESET

ENHANCE

STRAIGHTSLEEP

PTION

DISPLAY

OP-U

CODE SE

UDI

DOCK

UR. DECODE

URE DIRECT

RADI

TUNING

MUT

E

VERBINDINGEN

Aansluiten van externe componenten

BD/DVD-spelers en andere toestellen aansluiten

Dit toestel heeft de volgende ingangsaansluitingen. Sluit ze aan op de juiste uitgangaansluitingen
op de weergavetoestellen zoals BD/DVD-spelers.

Ingangaansluiting Video-ingang Audio ingang

HDMI1 HDMI HDMI

HDMI2 HDMI HDMI

HDMI3 HDMI HDMI

HDMI4 HDMI HDMI

HDMI5 HDMI HDMI

AV1 Component video Optisch digitaal

j

AV2 Component video Coaxiaal digitaal

AV3 Video Coaxiaal digitaal

ME

AV4 Video Optisch digitaal

k

AV5 S-video/video Analoog (stereo)

AV6 Video Analoog (stereo)

AUDIO1

AUDIO2

—

—

Analoog (stereo)

Analoog (stereo)

VIDEO AUX HDMI/Video HDMI/Analoog (stereo)

PHONO

—

Analoog (uitsluitend voor aansluiting op een

draaitafel)

■

BD/DVD-spelers en andere toestellen aansluiten met HDMI

Sluit het toestel aan met een HDMI-kabel naar een van de HDMI1-5-aansluitingen. De HDMI
IN-aansluiting op het voorpaneel kan ook worden gebruikt.
Selecteer de HDMI-ingang (HDMI1-5 of VIDEO AUX) waar het weergavetoestel op is
aangesloten voor weergave.

HDMI-uitgang

HDMI

AR

OU

HONO

VIDEO

HDMI

FM

S VIDE

ND

(

)

BD/DVD

NEN

HDMI

IDE

EMOT

B

T

VIDE

NITOR OUT

ER

+12

0.1A MAX

RONT

ENTER

CENTERSURROUN

■

Videosignalen ontvangen van de HDMI-aansluiting en audiosignalen van
een andere aansluiting dan HDMI

Dit toestel kan de AV1-6 of AUDIO1-2-ingangaansluitingen gebruiken voor de ontvangst van
audiosignalen van andere ingangsaansluitingen.
Als een weergavetoestel bijvoorbeeld geen audiosignalen kan weergeven vanaf een HDMI­aansluiting, gebruik dan de volgende methode om de audio-ingang te wijzigen.

(

)

HDMI/Audio (Optisch)

uitgang

HDMI

HDMI

OPTICAL

O

K

PHON

OMPONEN

VIDE

VIDE

ND

75

IDE

O

AXIA

AXIA

PTICA

OPTICAL

(

C

TV

BD/DVD

HDMI 2

NENT

HDMI

VIDE

TE

IDE

.1A MAX.

NITOR

TRIGGER OUT

R.BACKSURROUND

NT

BD/DVD-speler

Druk op jON SCREEN om het ON SCREEN menu weer te geven.

1

Druk herhaaldelijk op kCursor B / C voor het selecteren van “Input”, en
druk dan op

2

k

ENTER.

J1

Druk herhaaldelijk op kCursor D / E voor het selecteren van de gewenste
HDMI-signaalbron en druk dan op

3

k

Cursor B.

Druk herhaaldelijk op kCursor C om “Audio In”, te selecteren en druk
vervolgens op

4

k

ENTER.

Druk op kCursor B / C om de audio signaalbron te selecteren.

5

Als u klaar bent met instellen, druk dan op jON SCREEN om het menu af
te sluiten.

6

AXIAL

BD/DVD-speler

PTICA

D

UT

R.BA

ND

FRON

AUDI

ONE

UT

NT

UT

J

1 :

Raadpleeg het “Signaalbronnen configureren (Input menu)” (☞b. 67 ) voor informatie over het selecteren van de
signaalbron.

Nl 25

■

(

TV

)

AV

3

AV 2AV

4

AV 5AV

6

AUDIO 1

AUDIO 2

MUL

CO

L

(

C

)

CO

O

L

O

(

BD/DVD

)

HDMI

OUT

OUT

SURROU

TRIG

T

C

RE

OUT

COMPO

O

O

MO

R

P

B

G

S

FM

FM

GND

GND

AM

AM

75

75

D

O

L

(

TV

)

AV

3

AV 1AV

4

AV 5AV

6

AUDIO 1

AUDIO 2

MUL

(CD)

CO

L

O

V

HDMI1

(

)

COMPO

T

V

O

HDMI

OU

SURROU

TRIG

FRO

ARC

E

OU

COMPO

T

V

O

O

MO

P

R

P

P

GND

O

A

FM

FM

G

GND

75

75

OCK

O

L

(

)

A

V

3

A

V

1

A

V

2

A

V

4

A

V

5

A

V

6

AUDIO 2

M

U

L

T

I C

H

IN

P

U

T

CO

L

(CD)

CO

L

O

L

O

HDMI

(

D

)

HDMI

OUT

AV

OUT

S

O

S

K

S

D

OUT

V

0.1A MAX

CENT

ARC

REMOTE

OU

COMPO

T

V

O

O

OUT

P

Y

O

G

ANTENNA

FM

GND
GND

75

75

BD/DVD-spelers en andere toestellen aansluiten met component
videokabels

Sluit het toestel aan met een componentvideokabel op een van de AV1-2 ingangaansluitingen.

Optische digitale audio uitgangsbronnen gebruiken

Selecteer de AV1-ingang waar het weergavetoestel mee is aangesloten voor weergave.

Component Video /Audio

(Optisch) uitgang

COMPONENT

OPTICAL

P

R

P

B

Y

O

DOCK

COMPONENT

VIDEO

P

R

P

R

P

B

P

B

Y

Y

O

AXIA

OPTICAL

BD/DVD-speler

Coaxiale digitale audio uitgangsbronnen gebruiken

Selecteer de AV2-ingang waar het weergavetoestel mee is aangesloten voor weergave.

Component Video /Audio

(Coaxiaal) uitgang

COMPONENT

VIDEO

COAXIAL

P

R

P

B

Y

C

OCK

NEN

IDE

P

R

P

B

IDEO

Y

C

COAXIAL

AXIA

PTICA

AR

PHONO

ND

VIDE

AXIAL

PTICA

D

HONO

PTICAL

ANTENNA

VIDEO

T

NTENNA

S VIDE

OUT

NENT

VIDE

P

NEN

IDE

ND

AM

B

NITOR OUT

NITOR OUT

VIDE

BD/DVD

VERBINDINGEN

Aansluiten van externe componenten

■

Componentaansluitingen naar analoge audio uitgangstoestellen

Component Video /Audio

uitgang

COMPONENT

VIDEO

P

R

P

B

Y

AUDIO

L

R

VIDE

D

PHON

COMPONENT

VIDEO

P

R

P

R

P

B

P

B

Y

Y

S VIDEO

ND

VIDE

L

AXIA

AXIA

PTICA

R

PTICA

Game console

FRON

De video-ingang vanaf de AV1-2-aansluitingen kan worden gebruikt in combinatie met de audioweergave van
andere AV-ingangen of AUDIO1-2.
Selecteer, bij het aansluiten van deze apparaten, de AV-ingangaansluitingen of de AUDIO1-2-aansluitingen als
de audio-ingang voor AV1 of AV2. Raadpleeg “Videosignalen ontvangen van de HDMI-aansluiting en
audiosignalen van een andere aansluiting dan HDMI” (

☞

b. 25) voor gedetailleerde informatie over het

instellen.
Om het aangesloten apparaat af te spelen, selecteert u de signaalbron AV (AV1-2) waarop het apparaat is
aangesloten via de componentvideokabel.

R

T

NT

BD/DV

1

NEN

IDE

AM

R

T

VIDE

+12

.

MONITOR

TRIGGER

UR.BAC

URROUN

FRONT

UBW

BD/DVD-speler

Nl 26

VERBINDINGEN

O

(

)

AV

3

AV 1AV 2AV

4

AV

6

AUDIO 1

AUDIO 2

MUL

CO

L

(

C

)

CO

O

L

O

HDMI1

(

BD/DVD

)

COMPO

O

HDMI

OUT

OUT

SURROU

G

T

ARC

E

OUT

COMPO

O

O

T

R

B

O

G

A

ANTENNA

FM

D

GND

AM

75

75

S

DOCK

O

L

AV

3

AV 1AV

2

AV 5AV

6

AUDIO 1

AUDIO 2

MUL

CO

(CD)

CO

L

V

O

(

)

COMPO

V

O

HDMI

OU

SURROU

G

FRO

C

E

OUT

COMPO

V

O

V

O

T

P

R

B

PHONO

D

S

A

FM

GND

75

75

DOCK

O

L

( )

AV 1AV 2AV

4

AV 5AV

6

AUDIO 1

AUDIO 2

MUL

CO

O

(

)

COMPO

T

V

O

HDMI

OU

SURROU

TRIG

FRO

C

E

OU

COMPO

T

V

O

V

O

MO

P

R

P

B

P

GND

O

FM

FM

GNDGND

75

75

DOCK

O

L

(

TV

)

AV

3

AV 1AV 2AV

4

AUDIO 1

AUDIO 2

MUL

CO

(CD)

CO

L

O

V

HDMI1

(

)

COMPO

T

V

O

HDMI

OU

SURROU

TRIG

FRO

C

E

OU

COMPO

T

V

O

V

O

MO

P

R

P

B

P

GND

A

FM

FM

GNDGND

AMAM

O

75

75

Aansluiten van externe componenten

■

Aansluiten van BD/DVD-spelers en andere toestellen met S-videokabels
(uitsluitend modellen uit V.K. en Europa)

Sluit de S-videokabel aan op de AV5 ingangsaansluiting. Sluit de audio-uitgang aan op de AV5 analoge
audioaansluiting.

S-video /Audio uitgang

VIDEO

S

DOCK

AUDI O

L

R

BD/DVD-speler

Selecteer de AV5 ingang waar het weergavetoestel op is aangesloten voor weergave. Video vanaf de S VIDEO­aansluiting wordt weergegeven via de HDMI OUT-aansluiting.

■

BD/DVD-spelers en andere toestellen aansluiten met videokabels

Sluit het weergavetoestel aan met een videopenkabel op een van de AV3-6 ingangaansluitingen.

Optische digitale audio uitgangsbronnen gebruiken

Selecteer de AV4-ingang waar het weergavetoestel mee is aangesloten voor weergave.

Video /Audio

(Optisch) uitgang

VIDEO

V

OPTICAL

BD/DVD-speler

O

PHON

NENT

VIDE

S

ND

VIDE

S VIDEO

ANTENN

NENT

VIDE

MONITOR OU

R

VIDE

TRI

GN

P

P

L

R

AXIA

AXIAL

PTICAL

PTICA

D

TV

FRON

J1

AR

T

NENT

IDE

GN

IDE

V

O

AXIAL

AXIA

PTICA

OPTICAL

NTENNA

GND

AM

VIDEO

OUT

BD/DVD

NENT

IDE

R

P

IDE

MONITOR OU

TRI

NT

Coaxiale digitale audio uitgangsbronnen gebruiken

Selecteer de AV3-ingang waar het weergavetoestel mee is aangesloten voor weergave.

AR

T

Video /Audio

(Coaxiaal) uitgang

VIDEO

HONO

NEN

IDE

VIDEO

V

V

NTENNA

AM

S VIDE

COAXIAL

C

C

AXIAL

COAXIAL

PTICA

PTICAL

(CD)

OUT

BD/DVD-speler

Analoge stereo audio uitgangsbronnen gebruiken

Selecteer de AV5 of AV6-ingang waar het weergavetoestel mee is aangesloten voor weergave.

AR

T

Video /Audio uitgang

VIDEO

AUDI O

V

L

R

HONO

NEN

IDE

IDEO

V

L

R

AXIAL

AXIA

PTICA

PTICAL

NTENNA

S VIDE

OUT

BD/DVD-speler

Sluit een opnametoestel aan via de AV OUT-aansluitingen om een videosignaal op te nemen.

BD/DVD

NEN

IDE

R

T

IDE

NITOR OUT

NT

BD/DVD

NEN

IDE

R

T

IDE

NITOR OUT

NT

J

1 :

S-video-ingangsignaal wordt geconverteerd naar een videosignaal als “Analog to Analog Conversion” is ingesteld op “On” (☞b. 8 4).

Nl 27

VERBINDINGEN

DOCK

O

L

( )

AV

3

AV 1AV 2AV

4

AV 5AV

6

MUL

CO

(CD)

CO

L

O

V

(

)

COMPO

T

V

O

HDMI

OU

SURROU

TRIG

FRO

C

E

OU

COMPO

T

V

O

V

O

MO

P

R

P

B

P

GND

O

FM

FM

GND

AMAM

75

75

DOCK

AV

3

AV

2

AV 5AV

6

AUDIO 1

AUDIO 2

MUL

CO

(CD)

CO

L

V

(

)

COMPO

T

V

O

HDMI

OU

SURROU

TRIG

FRO

C

E

OU

COMPO

T

V

O

V

O

MO

P

R

P

B

P

GND

O

FM

G

GND

75

75

DOCK

O

L

(

TV

)

AV 1AV

4

AV 5AV

6

AUDIO 1

AUDIO 2

MUL

O

V

HDMI1

(

)

COMPO

T

V

O

HDMI

OU

SURROU

TRIG

FRO

C

E

OU

COMPO

T

V

O

V

O

MO

P

R

P

B

P

GND

O

A

ANTENNA

FM

G

GND

AM

75

75

DOCK

O

L

(

TV

)

AV

3

AV 1AV 2AV

4

AV 5AV

6

AUDIO 1

AUDIO 2

MUL

CO

(CD)

CO

L

O

V

HDMI1

(

)

COMPO

T

V

O

HDMI

OU

SURROU

TRIG

FRO

C

E

OU

COMPO

T

V

O

V

O

MO

P

R

P

B

O

A

ANTENNA

FM

G

GND

75

75

Aansluiten van externe componenten

■

CD-spelers en andere audiotoestellen aansluiten

Analoge stereo uitgangsbronnen gebruiken

Selecteer de audio-ingang (AUDIO1-2) waarop het weergavetoestel is aangesloten voor weergave.

AR

T

Audio uitgang

AUDI O

HONO

NEN

IDE

IDEO

L

R

AXIAL

AXIA

PTICA

PTICAL

NTENNA

S VIDE

NEN

IDE

GND

NITOR OUT

L

R

OUT

CD-speler

Optische digitale uitgangsbronnen gebruiken

Selecteer de AV-ingang (AV1 of AV4) waarop het weergavetoestel is aangesloten voor weergave.

AR

T

Audio (Optisch) uitgang

OPTICAL

O

CD-speler

IDE

OPTICAL

HONO

NEN

IDEO

O

AXIAL

AXIA

OPTICAL

NTENNA

S VIDE

NEN

IDE

ND

AM

NITOR OUT

OUT

Coaxiale digitale uitgangsbronnen gebruiken

Selecteer de AV-ingang (AV2 of AV3) waarop het weergavetoestel is aangesloten voor weergave.

AR

T

HONO

NEN

BD/DVD

R

T

IDE

Audio (Coaxiaal) uitgang

COAXIAL

IDE

IDEO

C

NTENNA

ND

AM

S VIDE

C

COAXIAL

COAXIAL

PTICA

NT

PTICAL

(CD)

OUT

CD-speler

BD/DVD

NEN

IDE

R

T

IDE

NITOR OUT

NT

We raden aan om audiotoestellen met een coaxiale digitale uitgang aan te sluiten op de AV3 coaxiale digitale
aansluiting van dit toestel. Met deze verbinding kunt u de AV-ingang 3 schakelen door te drukken op de “CD”
SCENE-toets (

■

Een draaitafel aansluiten

BD/DVD

R

T

IDE

NT

Sluit de audio-uitgang van de draaitafel aan op de PHONO-aansluitingen van dit toestel.

☞

b. 41).

PHONO-uitgang

AUDI O

J1

AR

T

NEN

IDE

L

R

GND

IDEO

NTENNA

ND

AM

S VIDE

L

R

AXIAL

AXIA

PTICA

PTICAL

OUT

BD/DVD

NEN

IDE

R

T

IDE

NITOR OUT

NT

Draaitafel

Sluit uw draaitafel aan op de GND-aansluiting van dit toestel om ruis in het signaal te onderdrukken.

J

1 :

Bij het aansluiten van een draaitafel met een MC-casette met lage weergave naar de PHONO-aansluitingen, gebruikt u een in-line versterkende transformator of een MC-hoofdversterker.

Nl 28

VERBINDINGEN

Aansluiten van externe componenten

Gameconsoles aansluiten

Gebruik de VIDEO AUX-aansluitingen op het voorpaneel om tijdelijk toestellen zoals een gameconsole aan te
sluiten op de ontvanger.
Selecteer de V-AUX ingang om deze aangesloten toestellen te gebruiken.

■

Bij aansluiting op een HDMI-compatibel toestel

Sluit de HDMI-uitgang van dit toestel aan op de HDMI IN-aansluiting van dit toestel.

VOLUME

RADIO

AUX

HDMI IN

HDMI

VIDEO

VIDEO

AUDIOLR

VOLUME

AUX

VIDEO

STRAIGHT

HDMI

HDMI

HDMI-uitgang

Game console

■

Bij aansluiting van een niet HDMI-compatibel toestel

Sluit de video- en audiouitgangen van dit toestel aan op de VIDEO en AUDIO-uitgangen van dit toestel.

RADIO

STRAIGHT

Een multiformaat speler op een externe decoder aansluiten

Dit toestel heeft 8 setjes ingangaansluitingen (FRONT L/R, CENTER, SURROUND L/R, SUR. BACK en SUBWOOFER) voor
het ontvangen van multikanaals analoge geluidsignalen. Als uw weergavecomponent zoals een DVD-speler of SACD-speler
multikanaals analoge uitgangcapaciteit heeft, kunt u genieten van maximaal 7.1-kanaals multikanaalgeluid. Voor het weergeven
van multikanaals geluid, dient u de audio uitgangaansluitingen van uw weergavecomponent aan te sluiten op de MULTI CH
INPUT-aansluitingen van dit toestel en de signaalbron van dit toestel op “MULTI CH”.

CENTER

SUR.BACK

SURROUND

FRONT

RL RL RL

Surround uit

Voor uit

Multiformaat speler/externe decoder

(7.1-kanaals uitgang)

SUBWOOFER

M

ULTI CH

INPUT

Surround achter uit

Subwoofer uit

Midden uit

VIDEO

AUDIOLR

V

RL

VIDEO

AUDI O

Video uitgang

V

Analoge audio-uitgang

L

R

HDMI IN

Game console

•

Zorg dat u het volume zachter zet als u dit toestel aansluit op andere toestellen.

•

Als zowel de HDMI-aansluiting en de analoge video/audio-aansluiting worden uitgevoerd tussen het HDMI

compatibele apparaat en dit toestel, wordt alleen het HDMI-signaal weergegeven.

•

Als u “MULTI CH” als signaalbron accepteert, worden de digitale geluidsveldprocessor en de toonregeling

automatisch uitgeschakeld.

•

Aangezien dit toestel geen signalen een andere richting uitwijst die zijn ontvangen via de MULTI CH INPUT-

aansluitingen voor de ontbrekende luidsprekers, dient u minimaal een 5.1-knaals luidsprekersysteem aan te sluiten

als u gebruikmaakt van deze functie.

•

Wanneer de signaalbron is geschakeld naar “MULTI CH”, kunnen beelden die worden ontvangen van een

component die is aangesloten op de HDMI1-5, AV1-6, of VIDEO AUX-aansluitingen, worden weergegeven op een

videomonitor (

☞

b. 70 ). Als uw DVD-speler geen multikanaals digitale weergave ondersteunt, dient u het aan te

sluiten op deze ingangaansluitingen.

Nl 29

VERBINDINGEN

(

TV

)

AV 3

AV 4

AV 5

AV 6

AUDIO 1

AUDIO 2

MULTI CH INPUT

(

C

)

C

L

O

H

(

BD/DVD

)

HDMI

F

HDMI

OUT

AV

OUT

S

R

S

K

S

D

TRIGG

0.1A MAX

T

C

A

O

MO

O

OU

PHONO

D

S

O

A

ANTENNA

GND

GND

AM

75

75

Aansluiten van externe componenten

Een externe versterker aansluiten

Dezelfde kanaalsignalen worden weergegeven van de aansluitingen van de PRE OUT-aansluitingen evenals van
hun bijbehorende SPEAKERS-aansluitingen. Bij het aansluiten van een externe vermogensversterker (pre­hoofdversterker) voor het verhogen van de luidsprekerweergave, dient u de ingangaansluitingen van de
vermogensversterker aan te sluiten op de PRE OUT-aansluitingen van dit toestel.

OPMERKING

Als een component is aangesloten op de PRE OUT-aansluitingen, dient u de luidsprekers niet aan te sluiten op
de SPEAKERS-aansluitingen die horen bij die PRE OUT-aansluitingen.

EXTRA SP

ZONE2/
PRESENCE

CENTERSINGLE

SURROUND

SUR.BACK

FRONT

abc d e

a

FRONT (PRE OUT) aansluitingen

Voorkanaal uitgangaansluitingen.

b

SURROUND (PRE OUT) aansluitingen

Surround kanaal uitgangaansluitingen.

c

SUR. BACK (PRE OUT) aansluitingen

Surround achter uitgangaansluitingen. Als u slechts één externe versterker aansluit voor het surround achterkanaal,
dient u het aan te sluiten op de SUR. BACK (SINGLE)-aansluiting.

d

SUBWOOFER (PRE OUT) 1/2-aansluiting

Een subwoofer aansluiten op een ingebouwde versterker. Als twee subwoofers zijn aangesloten wordt hetzelfde geluid
van beide weergegeven.

e

CENTER (PRE OUT) aansluiting

Midden kanaal uitgangaansluiting.

PRE OUT

SUBWOOFER12

Een SCENE-link weergave compatibel toestel aansluiten

Als de componenten de Yamaha-producten zijn en de overdracht van de signalen van de afstandsbediening kunnen
ontvangen, dient u de REMOTE IN en REMOTE OUT-aansluitingen als volgt aan te sluiten op de ingang- en
uitgangaansluiting van de afstandsbediening met de mono analoge minikabel.

Afstandsbediening uit

RC

COMPONENT

VIDEO

NITOR OUT

DMI 1

IN

OUT

VIDE

ER OUT

URROUN

FRON

NTENNA

VIDE

GN

VIDE

OAXIAL

OPTICA

D

•

Als een Yamaha-component dat SCENE-linkweergavefunctie ondersteund is aangesloten via de REMOTE OUT-

3

RONT

.

ENTER

UR.BAC

UBWOOFE

AUDI

T

Afstandsbediening in

aansluiting, begint de weergave automatisch als de SCENE-functie wordt gebruikt (

•

Als het component dat is aangesloten op de REMOTE OUT-aansluiting geen Yamaha-product is, dient u de “Off”

in het SCENE-menu in te stellen op “Off” (

☞

b. 72).

Infraroodsignaalontvanger

of Yamaha-component

Yamaha-component

(CD of DVD-speler, etc.)

☞

b. 41).

Nl 30