Yamaha RX-V661 User Manual [nl]

RX-V661
AV Receiver Ampli-tuner audio-vidéo
G
OWNER’S MANUAL
MODE D’EMPLOI
BEDIENUNGSANLEITUNG
BRUKSANVISNING
GEBRUIKSAANWIJZING
ИНСТРУКЦИЯ ПО ЭКСПЛУАТАЦИИ
LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT.
Let op: Lees het volgende voor u dit toestel in gebruik neemt.
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit
uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er later nog eens iets in kunt opzoeken.
2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge,
schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan de achterkant van dit toestel.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad (bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet bovenop dit toestel: – Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen doen verkleuren.
– Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen veroorzaken.
– Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz.
zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is
geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de
stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen;
dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone, droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik
van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit toestel met een ander voltage dan hetgeen aangegeven staat.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient u de
stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of
het te repareren. Neem contact op met erkend Yamaha servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een
plek waar u de stekker en het stopcontact gemakkelijk kunt bereiken.
17 Lees het hoofdstuk “Oplossen van problemen” over veel
voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
18 Voor u dit toestel gaat verplaatsen dient u MASTER ON/OFF
in te drukken zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om dit toestel uit te schakelen, waarna u de stekker uit het stopcontact moet halen.
19 VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen) De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt. De geschikte voltages zijn als volgt: Modellen voor Azië
................................... 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Algemene modellen
..................... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
20 De batterijen mogen niet worden blootgesteld aan hitte, zoals
door direct zonlicht, vuur of iets dergelijks.
WAARSCHUWING
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN, MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
Zolang dit toestel is aangesloten op het stopcontact, is de stroomvoorziening niet afgesloten, ook niet wanneer u het toestel uitschakelt met MASTER ON/OFF. In deze staat is dit toestel ontworpen om slechts een zeer kleine hoeveelheid stroom te gebruiken.
Alleen voor klanten in Nederlands
Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
Dit symbool stemt overeen met de EU-richtlijn 2002/96/EC
Dit symbool betekent dat elektrische en elektronische apparaten aan het einde van hun levensduur moeten worden aangeboden voor gescheiden afvalverzameling. Leef de plaatselijke voorschriften na en bied uw oude producten niet aan bij het gewone huisvuil.
Nl
Inhoud
INLEIDING
Kennisgeving ........................................................... 2
Kenmerken .............................................................. 3
Meegeleverde accessoires.......................................... 3
Van start .................................................................. 4
Snelstartgids ............................................................ 5
VOORBEREIDINGEN
Aansluitingen......................................................... 11
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer
Gebruiken van het AUTO SETUP .......................... 28
BASISBEDIENING
Selecteren van de SCENE sjablonen................... 33
Selecteren van het gewenste SCENE sjabloon ........33
Uw eigen SCENE sjablonen maken ........................ 36
Weergave ...............................................................37
Basisprocedure......................................................... 37
Selecteren van de MULTI CH INPUT component . 38 Selecteren van de gewenste set voor-luidsprekers... 38 Selecteren van audio ingangsaansluitingen (AUDIO SELECT) Weergeven van de huidige status van dit toestel
op een beeldscherm ............................................. 39
Gebruiken van een hoofdtelefoon............................ 40
Tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave ....... 40
Weergeven van videomateriaal als achtergrond
bij audiomateriaal ................................................ 40
Tonen van informatie over de signaalbron .............. 40
Gebruiken van de slaaptimer ................................... 41
Geluidsveldprogramma’s ....................................42
Selecteren van geluidsveldprogramma’s ................. 42
Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s ................ 42
Luisteren naar onbewerkte weergave
(‘Straight’ (rechtstreekse) weergavefunctie) ....... 47
Gebruiken van audiofuncties............................... 48
Luisteren naar pure hi-fi weergave .......................... 48
Toonregeling............................................................ 48
Instellen luidsprekerniveaus .................................... 48
Luisteren naar multikanaals materiaal met 2-kanaals stereoweergave
Selecteren van de nacht-luisterfunctie ..................... 49
FM/AM afstemmen............................................... 50
Automatisch afstemmen .......................................... 50
Handmatig afstemmen ............................................. 50
Automatisch voorprogrammeren ............................. 51
Handmatig voorprogrammeren................................ 51
Selecteren van voorkeuzezenders ............................ 52
Omwisselen van voorkeuzezenders ......................... 52
Radio Data Systeem ontvangst
(Alleen modellen voor Europa)........................53
Tonen van Radio Data Systeem informatie ............. 53
Selecteren van een Radio Data Systeem program-
matype (PTY SEEK functie) ............................... 54
Gebruiken van de dataservice voor verbetering van het gebruik van
andere netwerken (Enhanced Other Networks; EON)
............. 55
Gebruiken van een iPod™ ................................... 56
Bedienen van een iPod™......................................... 56
Opnemen................................................................58
...28
..... 39
.... 49
GEAVANCEERDE BEDIENING
Geavanceerde geluidsinstellingen ....................... 59
Veranderen van geluidsveldparameter instellingen
Selecteren van decoders........................................... 64
... 59
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren
(MANUAL SETUP) ......................................... 67
Gebruiken van het SET MENU............................... 69
1 SOUND MENU.................................................... 70
2 INPUT MENU...................................................... 76
3 OPTION MENU................................................... 79
Afstandsbedieningsfuncties ................................. 82
Gebruiken van de afstandsbediening voor de
SCENE functie .................................................... 82
Bedienen van dit toestel, een TV of andere
componenten ....................................................... 83
Instellen van afstandsbedieningscodes .................... 85
Overnemen van instructies van andere
afstandsbedieningen ............................................ 87
Wijzigen van namen zoals die in het uitleesvenster
verschijnen........................................................... 88
Macro programmeerfuncties.................................... 89
Instellingen wissen .................................................. 92
Gebruiken in meerdere ruimten (Multi-zone)... 95
Aansluiten Zone 2.................................................... 95
Bediening Zone 2..................................................... 96
Geavanceerde setup.............................................. 98
Gebruiken van het uitgebreide instelmenu .............. 98
AANVULLENDE INFORMATIE
Oplossen van problemen.................................... 102
Resetten van het systeem ................................... 109
Woordenlijst........................................................ 110
Geluidsveldprogramma informatie .................. 112
Parametrische equalizer informatie ................. 113
Technische gegevens........................................... 114
Index .................................................................... 116
APPENDIX (AANHANGSEL)
(aan het eind van deze handleiding)
Voorpaneel.....................................................................i
Afstandsbediening .................................................. ii
Lijst met afstandsbedieningscodes....................... iii
1SPEAKERS” of “ADVD” (voorbeeld) geeft de naam aan van een onderdeel op het voorpaneel of de afstandsbediening. Raadpleeg het bijgevoegde vel of de bladzijden aan het eind van deze handleiding voor de locatie van de verschillende onderdelen.
INLEIDING
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
AANVULLENDE
INFORMATIE
APPENDIX
Nederlands
1 Nl

Kennisgeving

Over deze handleiding
y geeft een bedieningstip aan.
• Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met de toetsen op het voorpaneel als met de afstandsbediening. Als de naam van een toets op de afstandsbediening verschilt van die op het voorpaneel, zal de naam van de betreffende toets op de afstandsbediening tussen haakjes vermeld worden.
• Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd zijn als gevolg van verbeteringen enz. Als de handleiding en het product van elkaar verschillen, heeft het product de prioriteit.
•“
1SPEAKERS” of “
naam aan van een onderdeel op het voorpaneel of de afstandsbediening. Raadpleeg het bijgevoegde vel of de bladzijden aan het eind van deze handleiding voor de locatie van de verschillende onderdelen.
Het “☞ ” symbool met bladzijdenummer(s) geeft de
bijbehorende bladzijde(n) aan.
A
DVD” (voorbeeld) geeft de
Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories. “Dolby”, “Pro Logic”, en het dubbele-D symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
DTS-ES | NEO:6 | 96/24. De productnamen “DTS” en “DTS-ES | NEO:6” zijn gedeponeerde handelsmerken van DTS, Inc. “96/24” is een handelsmerk van DTS, Inc.
TM
iPod
“iPod” is een handelsmerk van Apple Computer, Inc., geregistreerd in de V.S. en andere landen.
“HDMI”, het “HDMI” logo en “High-Definition Multimedia Interface” zijn handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
SILENT CINEMA” is een handelsmerk van YAMAHA
CORPORATION
.
2 Nl

Kenmerken

Kenmerken
Ingebouwde 7-kanaals eindversterker
Minimum RMS uitgangsvermogen (20 Hz t/m 20 kHz, 0,06% THV, 8 Ω) Voor: 90 W + 90 W Midden: 90 W Surround: 90 W + 90 W Surround Achter: 90 W + 90 W
SCENE functie
SCENE ‘sjablonen’ (voorgeprogrammeerde instellingen) voor allerlei situaties
4 originele SCENE sjablonen die u zelf kunt aanpassen
Ondersteuning voor componenten met Yamaha SCENE
stuursignalen (alleen sommige modellen) in samenhang met de SCENE functie
Geluidsveldprogramma’s
Zelf ontwikkelde Yamaha technologie voor de creatie van geluidsvelden
Compressed Music Enhancer stand ter verbetering van de weergavekwaliteit van ongewenste compressieverschijnselen (zoals kunnen voorkomen bij MP3) tot het niveau van een hoogwaardige stereo-installatie
Dolby Digital/Dolby Digital EX decoder
DTS/DTS-ES Matrix, Discrete, DTS Neo:6, DTS 96/24
decoder
Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic II/Dolby Pro Logic IIx decoder
Virtual CINEMA DSP
SILENT CINEMA
Verfijnde FM/AM ontvanger
40 Willekeurig en gemakkelijk toegankelijke voorkeuzezenders
Automatisch voorprogrammeren
Wijzigen van voorkeuzezenders (Bewerken voorkeuzezenders)
Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor Europa)
HDMI (High-Definition Multimedia Interface)
HDMI interface voor standaard, verbeterde of high-definition video (inclusief 1080p videosignalen) en multikanaals digitale audio gebaseerd op HDMI versie 1.2a
iPod bediening mogelijk
DOCK aansluiting voor een Yamaha iPod universeel dock (aansluitsokkel) (zoals de los verkrijgbare YDS-10), met ondersteuning voor iPod apparatuur (Click and Wheel), iPod nano en iPod mini
Aanduiding van weergave-informatie
Mogelijkheid de batterij op te laden
Overige kenmerken
YPAO (Yamaha Parametric Room Acoustic Optimizer) voor automatische instelling van de luidsprekers
192-kHz/24-bits D/A converter
OSD (in-beeld display) menu’s waarmee u dit toestel optimaal
kunt aanpassen aan uw eigen audio/videosysteem
5.1 of 7.1 extra ingangsaansluitingen voor gescheiden multikanaals signalen
S-video in-/uitgangsaansluitingen
Component video ingangen/uitgang (3 COMPONENT
VIDEO IN ingangen en 1 MONITOR OUT)
Digitale videosignaal conversie (composiet video S-video component video) voor de monitor uitgang
Optisch en coaxiaal digitale audio-aansluitingen
Pure Direct voor onversneden hi-fi weergave alle bronnen
Middernacht luisterfuncties voor film en muziek
Afstandsbediening met voorgeprogrammeerde
afstandsbedieningscodes
Zone 2 aangepaste installatie mogelijk
Mogelijkheid tot schakelen tussen een eerste ruimte en een
Zone 2 met behulp van ZONE CONTROL
Bi-amp dubbele versterkeraansluitingen
Slaaptimer
INLEIDING

Meegeleverde accessoires

Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt.
Afstandsbediening
POWER
POWER
POWER
STANDBY
AV
TV
SCENE
1234
PHONO
MULTI CH IN
V-AUX/DOCK
CD
MD/CD-R
TUNER
DTV/CBL
DVR
DVD
VCR
SELECT
AMP
+
+
+
SOURCE
VOLUME
TV VOL TV CH
TV
––
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
PRESET/CH
SET MENU
LEVEL
MENU
TITLE
AUDIO
ND A
B
PURE DIRECT
ENTER
A/B/C/D/E
STRAIGHT
DISPLAY
RETURN
LIVE/CLUB
CLASSICAL
ENTERTAIN
MOVIE
2
3
4
1
STEREO
NIGHT
ENHANCER
SUR. DECODE
8
5
7
6
SLEEP
+
10
0
ENT
9
REC
FREQ/TEXT EON MODE-PTY SEEK-START
CLEAR
LEARN
MACRO
ON
RENAME
OFF
Opmerking
De uitvoering van de meegeleverde accessoires hangt mede af van het model in kwestie.
Batterijen (4)
(AAA, R03, UM-4)
Optimalisatie-microfoon
AM ringantenne
FM binnenantenne
Nederlands
3 Nl

VAN START

1
3
2
Van start
Inzetten van batterijen in de afstandsbediening
1 Druk op en schuif het klepje van het
batterijvak.
2 Doe de vier meegeleverde batterijen (AAA,
R03, UM-4) in het vak met de polen (+ en –) de goede kant op zoals aangegeven in het batterijvak.
3 Schuif het klepje terug op zijn plaats tot het
vastklikt.
VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen)
Let op
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt. Onjuiste instelling van de VOLTAGE SELECTOR kan dit toestel beschadigen en kan brandgevaar opleveren.
Draai de VOLTAGE SELECTOR met de klok mee of er tegenin naar de correcte stand met een gewone schroevendraaier. De voltages zijn als volgt: Modellen voor Azië
....................... 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Algemene modellen
......... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
VOLTAGE
SELECTOR
230­240V
Aanduiding voltage
Opmerkingen
• Verwissel alle batterijen wanneer u het volgende merkt: – het bereik van de afstandsbediening wordt minder. – de zendindicator (
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (alkali en gewone batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie op de verpakking aandachtig door, want de verschillende soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
• Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
• Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk geldende regelgeving in acht.
• Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het geheugen gewist worden. Wanneer het geheugen gewist is, dient u nieuwe batterijen in de afstandsbediening te doen en moet u eventueel ingevoerde functies opnieuw programmeren.
X
) knippert niet of wordt zwakker.
4 Nl

Snelstartgids

Snelstartgids
Hieronder wordt de makkelijkste manier beschreven waarop u van films op DVD kunt gaan genieten in uw eigen thuisbioscoop.
Rechter voor-
Beeldscherm
Linker voor-
luidspreker
Midden-
luidspreker
DVD-speler
luidspreker
Linker surround-
luidspreker
Subwoofer
Rechter surround-
Linker surround
achter-luidspreker
luidspreker
Rechter surround
achter-luidspreker
Stap 1: Instellen van uw
luidsprekers
P. 6
Stap 2: Sluit uw DVD-speler en
andere componenten aan
P. 7
Stap 3: Zet het toestel aan en
druk op de SCENE 1 toets
P. 9
Geniet van uw DVD’s!

Voorbereiding: Controleer de onderdelen

Bij de onderstaande stappen heeft u de volgende meegeleverde accessoires nodig.
AM ringantenneFM binnenantenne
De volgende onderdelen worden niet meegeleverd in de verpakking van dit toestel.
Luidsprekers
Voor-luidsprekers ............................... 2
Midden-luidspreker ............................ 1
Surround-luidsprekers ....................... 4
Kies magnetisch afgeschermde luidsprekers. Minimaal heeft u in ieder geval twee voor­luidsprekers nodig. Hieronder staan de andere luidsprekers gerangschikt op volgorde van belangrijkheid:
1. Twee surround-luidsprekers
2. Midden-luidspreker
3. Eén (of twee) surround achter-luidspreker(s)
Actieve subwoofer ..................................1
Kies een actieve subwoofer (een subwoofer met eigen versterking) met een RCA (tulpstekker) ingangsaansluiting.
Luidsprekerkabels .................................. 7
Subwooferkabel ......................................1
Kies een mono kabel of snoer met een RCA (tulp) stekker.
DVD-speler ............................................... 1
Kies een DVD-speler met een coaxiaal digitale audio uitgangsaansluiting en met een composiet video uitgangsaansluiting.
Beeldscherm ............................................ 1
Kies een TV, projector of ander beeldscherm met een composiet video ingangsaansluiting.
Videokabel ...............................................1
Kies een RCA (tulpstekker) composiet videokabel.
Coaxiaal digitale audiokabel .................. 1
INLEIDING
Nederlands
5 Nl
Snelstartgids

Stap 1: Instellen van uw luidsprekers

Stel uw luidsprekers op in uw kamer en sluit ze aan op dit toestel.
L
GND
R
PHONO CD (PLAY)
DOCK
ANTENNA
AM
GND
FM 75
UNBAL
REMOTE
IN
OUT
AUDIO
IN OUT
MD/
CD-R
(REC)
DVD DTV/CBL
MD/CD-RMD/CD-R
1 2 3 4 5 6
DIGITAL OUTPUT
FRONT B/ZONE2/
EXTRA SP
TRIGGER
OUT
+12V
PRESENCE
15mA MAX.
DIGITAL INPUT
LR
DVD
OPTICAL COAXIAL
MULTI CH
INPUT
L
R
OUTIN
OUTIN
DTV/CBL
CD DVD
FRONT A
R
FRONT(6CH)
DVR
VCR
SB(8CH)
DTV/CBL OUTIN2
DVD IN1
SPEAKERS
SURROUND BACK/BI-AMP
SURROUND
CENTER
L
L L
R R
OUT
CENTER CENTER
SUB
SURROUND
FRONT
WOOFER
HDMI
SINGLE
PRE OUT
SINGLE
SURROUND
SUR. BACK
WOOFER
VIDEO
VIDEO
S VIDEO
IN OUT IN OUT
DVD
AC OUTLETS
DVR
COMPONENT VIDEO
YPBP
MONITOR
VCR
OUT
DTV/CBL
YPBP
R
C
DVR
SUB
DVD
DTV/CBL
A B
R
MONITOR OUT
ZONE 2
1 Stel uw luidsprekers en uw subwoofer op in
de kamer.
2 Sluit luidsprekerkabels aan op elk van de
luidsprekers.
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit.
Voor-luidsprekers en midden-luidspreker
Los Inbrengen Vast
Naar de rechter
voor-luidspreker
Naar de linker voor-
luidspreker
Midden-luidspreker
Surround en surround achter-luidsprekers
Let op dat u “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit
. De kabels zijn verschillend gekleurd of gevormd,
misschien een streep, groef of ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel en uw luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–” (zwarte) aansluitingen.
3 Verbind elk van de luidsprekerkabels met de
corresponderende luidsprekeraansluiting op dit toestel.
12 3 4
1 Zorg ervoor dat de stekker van zowel dit toestel
als die van de subwoofer allebei uit het stopcontact gehaald zijn.
2 Draai de blootliggende draadjes van de
luidsprekerkabels netjes in elkaar om kortsluiting te voorkomen.
3 Zorg ervoor dat de blootliggende luidsprekerdraden
elkaar niet kunnen raken.
4 Zorg ervoor dat de blootliggende luidsprekerdraden
nergens contact kunnen maken met metalen onderdelen van dit toestel.
4
Naar de rechter
surround-
luidspreker
Naar de linker surround-
5
Verbind de subwooferkabel met de SUBWOOFER
luidspreker
Naar de rechter surround achter-luidspreker
Naar de linker surround achter­luidspreker
PRE OUT aansluiting van dit toestel en met de ingangsaansluiting van de subwoofer.
AV-receiverSubwoofer
Ingangsaansluiting
Subwooferkabel
SUBWOOFER
PRE OUT
aansluiting
6 Nl
Snelstartgids
Stap 2: Sluit uw DVD-speler en
andere componenten aan
ZONE 2
CD DVD
MULTI CH
INPUT
L
R
OUTIN
OUTIN
FRONT(6CH)
DVR
VCR
SB(8CH)
DTV/CBL OUTIN2
DVD IN1
SPEAKERS
SURROUND BACK/BI-AMP
SURROUND
CENTER
L
L L
R R
L
GND
R
PHONO CD (PLAY)
DOCK
ANTENNA
AM
GND
FM 75
UNBAL
REMOTE
IN
OUT
IN
OUT
MD/
CD-R
(REC)
DVD DTV/CBL
MD/CD-RMD/CD-R
1 2 3 4 5 6
DIGITAL OUTPUT
FRONT B/ZONE2/
EXTRA SP
TRIGGER
OUT
+12V
PRESENCE
15mA MAX.
AUDIO
DIGITAL INPUT
LR
DVD
OPTICAL COAXIAL
DTV/CBL
FRONT A
R
Zorg ervoor dat de stekker van zowel dit toestel als die van de DVD-speler allebei uit het stopcontact gehaald zijn.
1 Verbind de coaxiaal digitale audiokabel met
de coaxiaal digitale audio uitgangsaansluiting van uw DVD-speler en met de DVD COAXIAL aansluiting van dit toestel.
DVD-speler
OUT
CENTER CENTER
SUB
SURROUND
FRONT
WOOFER
HDMI
SINGLE
AV-receiver
PRE OUT
SINGLE
SURROUND
SUR. BACK
WOOFER
VIDEO
VIDEO
S VIDEO
IN OUT IN OUT
SUB
DVD
DTV/CBL
DVR
VCR
COMPONENT VIDEO
DVD
DTV/CBL
A B
YPBP
R
R
C
MONITOR OUT
DVR
AC OUTLETS
2 Verbind de videokabel met de composiet
video uitgangsaansluiting van uw DVD­speler en met de DVD VIDEO aansluiting van dit toestel.
MONITOR
OUT
YPBP
DVD-speler
DVD VIDEO aansluiting
Composiet video
uitgangsaansluiting
Videokabel
3 Verbind de videokabel met de VIDEO
MONITOR OUT aansluiting van dit toestel en met de video ingangsaansluiting van uw beeldscherm.
Beeldscherm
INLEIDING
AV-receiver
AV-receiver
Coaxiaal
digitale audio
uitgangsaansl
uiting
Coaxiaal digitale
audiokabel
DVD DIGITAL INPUT coaxiale aansluiting
Video ingangsaansluiting
Videokabel
VIDEO MONITOR OUT
aansluiting
Nederlands
7 Nl
Snelstartgids
4 Sluit de meegeleverde AM ringantenne en de
FM binnenantenne aan op dit toestel.
Zie bladzijde 24 voor meer informatie over deze aansluitingen.
AM ringantenne
FM binnenantenne
Doe het hendeltje open
y
De draden van de AM ringantenne hebben geen specifieke polariteit en het maakt daarom niet uit welk uiteinde u verbindt met de AM of GND aansluiting.
In elkaar zetten van de meegeleverde AM ringantenne
Inbrengen
Doe het hendeltje weer dicht
Voor andere aansluitingen
• Gebruiken van andere luidsprekercombinaties
P. 12
• Aansluiten van een beeldscherm op verschillende manieren
P. 18
• Aansluiten van een DVD-speler op verschillende manieren
P. 19
• Aansluiten van een DVD-recorder of digitale videorecorder
P. 20
• Aansluiten van een ‘set-top box’ (apart aansluitkastje; ontvanger of decoder)
P. 20
• Aansluiten van een CD-speler, een MD­recorder of een draaitafel
P. 21
• Aansluiten van een externe versterker
P. 22
• Aansluiten van een DVD-speler via een analoge multikanaals audioverbinding
P. 22
• Aansluiten van een Yamaha iPod universeel dock
P. 23
• Gebruiken van de REMOTE IN/OUT aansluitingen
P. 23
• Gebruiken van de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel
P. 23
• Aansluiten van een FM/AM buitenantenne
P. 24
5 Doe de stekker van dit toestel en de stekkers
van de andere apparatuur in het stopcontact.
y
Dit toestel is voorzien van AC OUTLET(S) (netstroomaansluiting(en)) via welke andere componenten van stroom kunnen worden voorzien (met uitzondering van modellen voor Korea). Zie bladzijde 24 voor details.
Opmerking
Het soort stroomstekker hangt mede af van het model in kwestie.
8 Nl
Snelstartgids
Stap 3: Zet het toestel aan en druk
op de SCENE 1 toets
Controleer wat voor soort luidsprekers er is aangesloten.
Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u “SP IMP.”
MIN” zetten voor u dit toestel in gebruik neemt (zie
op “6 bladzijde 25). Als voor-luidsprekers kan ook gebruik gemaakt worden van 4 Ohm luidsprekers (zie bladzijde 99).
1 Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
2
B
Druk naar binnen, naar de ON (Aan) stand.
MASTER ON/OFF
op het voorpaneel
4 Begin met het afspelen van de DVD op uw
DVD-speler.
y
Als de aangesloten DVD-speler een Yamaha product is met ondersteuning voor SCENE stuursignalen via de REMOTE OUT uitgangsaansluiting van dit toestel (zie bladzijde 23), dan kan dit toestel de DVD-speler automatisch inschakelen
en laten spelen wanneer u op de Raadpleeg de handleiding van de DVD-speler in kwestie voor meer informatie.
5 Verdraai
regelen.
0
VOLUME om het volume te
F
SCENE1 toets drukt.
INLEIDING
3 Druk op de
De melding “DVD Movie Viewing” zal op het display op het voorpaneel verschijnen en dit toestel zal zijn eigen instellingen automatisch aanpassen aan DVD weergave.
y
De indicator van de SCENE toets zal oplichten wanneer dit toestel in de SCENE stand staat.
F
SCENE1 toets.
Opmerking
Wanneer u een andere signaalbron of een ander geluidsveldprogramma selecteert, wordt de SCENE functie uitgeschakeld en zal de indicator van de geselecteerde SCENE toets uit gaan.
Gebruiken van de andere SCENE toetsen
Probeer in de volgende gevallen op de corresponderende SCENE toets te drukken als u naar de bijbehorende signaalbron kijkt of luistert.
Geval A: “Ik wil luisteren naar een muziekdisc in de
aangesloten DVD-speler...”
Druk op FSCENE2 (of
A
SCENE2) en selecteer
“Music Disc Listening”.
Geval B: “Ik wil naar de TV kijken...”
Druk op FSCENE3 (of
A
SCENE3) en selecteer “TV
Viewing”.
Geval C: “Ik wil naar een muziekprogramma op de
FM/AM radio luisteren...”
Druk op FSCENE4 (of
A
SCENE4) en selecteer
“Radio Listening”.
Nederlands
9 Nl
Snelstartgids
Opmerkingen
• Om gebruik te maken van de “TV Viewing” voorgeprogrammeerde instellingen (Geval B), moet u van tevoren een satellietontvanger, kabel-tv ontvanger of een HDTV decoder op dit toestel hebben aangesloten. Zie bladzijde 20 voor details.
• Om gebruik te maken van de “Radio Listening” voorgeprogrammeerde instellingen (Geval C), moet u afstemmen op de gewenste radiozender. Zie de bladzijden 50 t/m 52 voor informatie over het afstemmen.
• Voor de best mogelijke ontvangst dient u de aangesloten AM ringantenne correct te richten, of dient u de positie van het uiteinde van de FM binnenantenne aan te passen.
y
Als de door u gewenste omstandigheden hier niet bij staan, kunt u de SCENE instellingen voor de SCENE toetsen zelf selecteren en aanpassen. Zie bladzijde 33 voor details.
Wanneer u klaar bent met dit toestel...
Druk op AMAIN ZONE ON/OFF om dit toestel uit (standby) te zetten.

Wat wilt u doen met dit toestel?

Aanpassen van de SCENE instellingen
• Gebruiken van diverse SCENE instellingen P. 33
• Uw eigen SCENE instellingen maken
P. 36
Gebruiken van diverse signaalbronnen
• Basisbediening van dit toestel P. 37
• Luisteren naar FM/AM radioprogramma’s P. 50
• Uw iPod gebruiken met dit toestel
P. 56
Gebruiken van diverse weergavefuncties
• Gebruiken van diverse
geluidsveldprogramma’s
P. 42
• Gebruiken van de directe weergavefunctie
(Pure Direct) voor natuurgetrouwe weergave
P. 48
• Aanpassen van de
geluidsveldprogramma’s
P. 59
Wanneer het uit (standby) staat, verbruikt het toestel nog steeds een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op de infraroodsignalen van de afstandsbediening. Om het toestel vanuit deze stand (uit (standby)) aan te zetten, kunt u op de gewenste FSCENE toets (of ASCENE) of AMAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel drukken (of op IPOWER op de afstandsbediening). Zie bladzijde 25 voor details.
10 Nl
Wijzigen van de instellingen van dit
toestel
• Automatisch aanpassen van de
luidsprekerinstellingen aan uw kamer (AUTO SETUP)
P. 28
• Handmatig wijzigen van de diverse
instellingen van dit toestel
P. 69
• Instellen van de afstandsbediening P. 82
• Aanpassen van de geavanceerde
instellingen
P. 98
Extra functies
Automatisch uitschakelen van dit toestel
P. 41

Achterpaneel

AANSLUITINGEN

Aansluitingen
DOCK aansluiting
Aansluiten van een Yamaha iPod universeel dock (los verkrijgbaar).
P. 23
L
GND
R
PHONO CD (PLAY)
DOCK
MD/CD-RMD/CD-R
1 2 3 4 5 6
DIGITAL OUTPUT
ANTENNA
AM
GND
FM 75
UNBAL
TRIGGER
REMOTE
OUT
+12V
IN
OUT
15mA MAX.
AUDIO aansluitingen
Aansluiten analoge audiostekkers.
MULTI CH INPUT aansluitingen
Aansluiten van een signaalbron met multikanaals uitgangsaansluitingen.
AUDIO
IN
OUT
MD/
DVD
(REC)
DVD DTV/CB L
DIGITAL INPUT
LR
DTV/CBL
OPTICAL COAXIAL
R
CD DVD
FRONT A
CD-R
FRONT B/ZONE2/
EXTRA SP
PRESENCE
DVR
L
P. 18-21
OUTIN
SPEAKERS
CENTER
MULTI CH
INPUT
OUTIN
VCR
DVD IN1
SURROUND
R R
ZONE 2 OUT aansluitingen
Aansluiten van een versterker in Zone 2.
PRE OUT aansluitingen
Aansluiten van externe versterkers en een actieve subwoofer.
P. 22
ZONE 2
OUT
L
R
FRONT(6CH)
L L
CENTER CENTER
SUB
SURROUND
WOOFER
SB(8CH)
HDMI
DTV/CBL OUTIN2
SURROUND BACK/BI-AMP
SINGLE
FRONT
SURROUND
PRE OUT
SINGLE
SUR. BACK
P. 95
VIDEO
S VIDEO
SUB
WOOFER
Video-aansluitingen
Aansluiten videostekkers.
P. 18-20
P. 95
VIDEO
IN OUT IN OUT
DVD
DTV/CBL
DVR
VCR
COMPONENT VIDEO
DVD
A B
R
MONITOR OUT
AC OUTLETS
DTV/CBL
YPBP
R
C
VOORBEREIDINGEN
MONITOR
OUT
YPBP
DVR
DIGITAL INPUT/ OUTPUT aansluitingen
Aansluiten digitale audiostekkers.
P. 19-21
ANTENNA aansluitingen
ANTENNA
UNBAL
REMOTE
IN
AM
GND
FM 75
OUT
Aansluiten van de FM en AM antennes.
REMOTE IN/OUT
TRIGGER
aansluitingen
Aansluiten van de in- en
+12V 15mA MAX.
uitgangsstekkers voor de afstandsbediening van Yamaha componenten.
TRIGGER OUT
Produceert stuursignalen voor externe apparatuur.
Luidspreker-aansluitingen
Aansluiten van de luidsprekers.
HDMI aansluitingen
Aansluiten van HDMI componenten.
P. 24
P. 23
P. 13
VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen)
P. 4
AC OUTLET(S)
P. 16
P. 24
Nederlands
11 Nl
Aansluitingen
.

Luidsprekers opstellen

Hieronder ziet u de door ons aanbevolen opstelling van de luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van CINEMA DSP en multikanaals audio.
PL
FL
SL
SL
30 cm of meer
80˚
SBL
C
30˚
60˚
SBR
Linker en rechter voor-luidsprekers (FL en FR)
De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van het hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op gelijke afstand van de ideale luisterplek. De afstanden van deze luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk zijn.
Midden-luidspreker (C)
De midden-luidspreker is voor weergave van het middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een of andere reden niet mogelijk is om een midden-luidspreker te gebruiken, kunt u ook zonder. De beste resultaten krijgt u echter met een volledig systeem.
Linker en rechter surround-luidsprekers (SL en SR)
De surround-luidsprekers worden gebruikt voor omhullende surroundweergave en effecten.
Linker en rechter surround achter-luidsprekers (SBL en SBR)
De surround achter-luidsprekers geven een aanvulling op de surround-luidsprekers en zorgen voor realistischer overgangen van voor naar achter.
Linker en rechter aanwezigheidsluidsprekers (PL en PR)
De zogenaamde ‘aanwezigheids’-luidsprekers geven een aanvulling op de weergave via de voor-luidsprekers met extra omgevingseffecten geproduceerd door de geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 42). Om ‘aanwezigheidsluidsprekers’ te kunnen gebruiken, dient u deze te verbinden met de EXTRA SP aansluitingen en vervolgens “EXTRA SP ASSIGN” in te stellen op “PRESENCE” (zie de bladzijden 29 en 70).
PR
FR
PL
FL
SR
SR
PR
FR
SW
C
SR
SBR
SBL
SL
1,8 m
0,5 tot 1 m 0,5 tot 1 m
PRPL
1,8 m
FL
FR
1,8 m
C
Subwoofer (SW)
Een subwoofer met ingebouwde eindversterker, zoals het Yamaha Active Servo Processing Subwoofer System, zorgt niet alleen voor een effectieve versterking van de lage tonen in sommige of alle kanalen, maar ook voor een natuurgetrouwe hi-fi (high fidelity) reproductie van het LFE (lage frequentie effecten) kanaal in Dolby Digital en DTS geluidsmateriaal. De opstelling van de subwoofer is niet zo belangrijk, want de zeer lage tonen zijn niet erg richtingsgevoelig. U kunt de subwoofer het beste in de buurt van de voor-luidsprekers plaatsen. Richt hem een beetje naar het midden van de ruimte om weerkaatsing via de wanden te verminderen.
12 Nl
Aansluitingen

Aansluiten van luidsprekers

Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de aansluitingen niet kloppen, zal dit toestel de signaalbronnen niet correct kunnen weergeven.
Let op
• U moet het toestel uit zetten voor u de luidsprekers gaat aansluiten (zie bladzijde 25).
• Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de metalen onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken. Als de luidsprekerdraden kortsluiting maken, zal de melding “CHECK SP WIRES” (controleer luidsprekerdraden) op het display op het voorpaneel verschijnen.
• Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm storen, zet de luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan.
• Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u “SP IMP.” op “6 MIN” zetten voor u dit toestel in gebruik neemt (zie bladzijde 25). Als voor-luidsprekers kan ook gebruik gemaakt worden van 4 Ohm luidsprekers (zie bladzijde 99).
Opmerking
Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden naast elkaar. De kabels zijn verschillend gekleurd of gevormd, misschien een streep, groef of ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel en uw luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–” (zwarte) aansluitingen.
VOORBEREIDINGEN
EXTRA SP aansluitingen
Aansluiten van een alternatief voor-luidsprekersysteem (FRONT B), aanwezigheidsluidsprekers of Zone 2 luidsprekers. Om de functie van de met de EXTRA SP aansluitingen verbonden luidsprekers te kiezen, dient u de “EXTRA SP ASSIGN” instelling in het “SOUND MENU” te gebruiken (zie bladzijde 70).
y
U kunt de functie van de met de EXTRA SP aansluitingen verbonden luidsprekers ook instellen via de “AUTO SETUP” (zie bladzijde 29).
FRONT B/ZONE2/
EXTRA SP
PRESENCE
FRONT A
R
LR
SPEAKERS
CENTER
L
R R
SURROUND
L L
SURROUND BACK/BI-AMP
SINGLE
PRE OUT
Subwoofer
SUB
WOOFER
Rechts
Voor-luidsprekers
Links
(FRONT A)
Rechts
Links
Surround-luidsprekers
Midden-luidspreker
Rechts
Links
Surround achter-luidsprekers
Wanneer u één enkele surround achter-luidspreker gebruikt, dient u deze te verbinden met de linker SURROUND BACK aansluiting (SINGLE).
13 Nl
Nederlands
Aansluitingen
Aansluiten van de luidsprekerkabel
1 Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie
van het uiteinde van elk van de luidsprekerdraden en draai vervolgens de blootliggende draadjes netjes in elkaar om kortsluiting te voorkomen.
10 mm
2 Maak de knop los.
Rood: positief (+) Zwart: negatief (–)
3 Steek een ontbloot draadeind in het gat aan
de zijkant van de aansluiting.
Aansluiten met bananenstekkers (uitgezonderd modellen voor Europa, Azië en Korea)
Draai de knop vast en steek vervolgens de bananenstekker in het gat bovenin de aansluiting.
Rood: positief (+) Zwart: negatief (–)
Gebruiken van bi-amp (tweevoudige versterking) aansluitingen
Let op
Verwijder de kortsluitplaatjes of -bruggen om de LPF (Laag doorlaatfilter) en HPF (Hoog doorlaatfilter) crossovers van elkaar te scheiden.
Dit toestel stelt u in staat zg. bi-amp (dubbele bedrading of dubbele versterker-) aansluitingen te gebruiken voor een enkel luidsprekersysteem. Controleer eerst of uw luidsprekers geschikt zijn voor bi-amp dubbele bedrading of dubbele versterkeraansluitingen. Om bi-amp dubbele versterkeraansluitingen mogelijk te maken, dient u de FRONT en SURROUND BACK aansluitingen te gebruiken zoals hieronder staat aangegeven. Om bi-amp dubbele versterkeraansluitingen mogelijk te maken, dient u “BI-AMP” in te stellen op “ON” in de “ADVANCED SETUP” (zie bladzijde 101).
Voor-luidsprekers
Rechts
Links
4 Draai de draad vervolgens met de knop weer
vast.
14 Nl
FRONT A
R
L
Dit toestel
SURROUND BACK/
BI-AMP
R
SINGLE
L
Opmerking
Wanneer u normale luidsprekeraansluitingen wilt gebruiken, moet u ervoor zorgen dat de kortsluitplaatjes op de juiste manier op de aansluitingen zitten. Raadpleeg de handleiding van uw luidsprekers voor details.

Informatie over aansluitingen en stekkers

Audio-aansluitingen en stekkers Video-aansluitingen en stekkers
Aansluitingen
AUDIO
L
L
Linker en rechter analoge audiostekkers
R
(Rood)(Wit) (Oranje) (Geel) (Groen) (Blauw) (Rood)
R
DIGITAL
COAXIAL
C
Coaxiaal digitale audiostekker
DIGITAL
OPTICAL
O
Optisch digitale audiostekker
Audio-aansluitingen
Dit toestel heeft drie soorten audio-aansluitingen. Welke aansluiting u nodig heeft hangt af van de audio­aansluitingen van uw andere apparatuur.
AUDIO aansluitingen
Voor conventionele analoge audiosignalen via linker en rechter analoge audiokabels. Verbind de rode stekkers met de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen.
DIGITAL COAXIAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via coaxiaal digitale audiokabels.
DIGITAL OPTICAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via optisch digitale audiokabels.
Opmerkingen
• U kunt de digitale aansluitingen gebruiken voor PCM, Dolby Digital en DTS ingangssignalen. Wanneer u een bepaalde component zowel met de COAXIAL als met de OPTICAL aansluiting verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen. Alle digitale ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen met een bemonsteringsfrequentie van maximaal 96 kHz.
• Trek het kapje van de optische aansluiting voor u er de optische glasvezelkabel op aansluit. Gooi het stofkapje niet weg. Wanneer u de optische aansluiting niet gebruikt, dient u het stofkapje er weer op te doen. Dit kapje beschermt de aansluiting tegen stof.
VIDEO S VIDEO
V
Composiet videostekker
S-videostekker Component
S
COMPONENT VIDEO
Y R PB P
Y
PB
videostekkers
P
R
Video-aansluitingen
Dit toestel heeft drie soorten video-aansluitingen. Welke aansluiting u nodig heeft hangt af van de ingangsaansluitingen van uw beeldscherm.
VIDEO aansluitingen
Voor conventionele composiet videosignalen die worden overgebracht via composiet videokabels.
S VIDEO aansluitingen
Voor S-video signalen, in luminantie (Y) en kleur (C) gescheiden videosignalen die worden doorgegeven via aparte draden in speciale S-videokabels.
COMPONENT VIDEO aansluitingen
Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en kleur (P
B, PR) gescheiden videosignalen die worden
doorgegeven via aparte draden in speciale component videokabels.
y
Dit toestel is voorzien van een video conversiefunctie. Zie de bladzijden 17 en 79 voor details.
VOORBEREIDINGEN
15 Nl
Nederlands
Aansluitingen

Informatie over HDMI™

HDMI compatibiliteit met dit toestel
Audiosignaaltypen
2-kanaals Lineair
PCM
Multikanaals Lineair PCM
DSD 2/5.1-kanaals,
Bitstroom Dolby Digital, DTS DVD-Video enz.
Audiosignaal
formaten
2-kanaals, 32-192 kHz, 16/20/24 bit
8-kanaals, 32-192
kHz, 16/20/24 bits
2,8224 MHz, 1 bit
De HDMI aansluiting van dit toestel is gebaseerd op de volgende standaarden en normen:
• HDMI Versie 1.2a (High-Definition Multimedia Interface Specification Versie 1.2a) gelicenseerd door HDMI Licensing, LLC.
• HDCP Revisie 1.1 (High-bandwidth Digital Content Protection System Revisie 1.1) gelicenseerd door Digital Content Protection, LLC.
Opmerkingen
• Wanneer er DVD audio met CPPM kopieerbeveiliging wordt weergegeven, is het mogelijk, afhankelijk van het type DVD-speler, dat er geen video- en audiosignalen worden gereproduceerd.
• Dit toestel is niet geschikt voor niet met HDCP compatibele HDMI of DVI apparatuur.
• U kunt potentiële problemen met de HDMI aansluiting controleren (zie bladzijde 41).
Compatibele
HDMI
componenten
CD, DVD-Video,
DVD-Audio enz.
DVD-Audio enz.
SACD, enz.
HDMI aansluiting en stekker
HDMI
HDMI stekker
y
• We raden u aan een HDMI kabel te gebruiken die korter is dan 5 meter (16 ft) en die duidelijk is voorzien van het HDMI logo.
• Gebruik een conversiekabel (HDMI aansluiting aansluiting) om dit toestel aan te sluiten op andere DVI apparatuur.
Opmerkingen
• Maak de kabel niet vast aan of koppel deze niet los van dit toestel en zorg ervoor dat de stroom voor de HDMI componenten die zijn verbonden met de HDMI OUT aansluiting van dit toestel niet uitgeschakeld wordt terwijl er gegevens worden overgebracht. Hierdoor kan de weergave worden onderbroken of kan storing worden veroorzaakt.
• Audiosignalen die binnenkomen via andere aansluitingen dan de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting van dit toestel kunnen niet digitaal worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting.
• Als u een beeldscherm dat is verbonden met de HDMI OUT aansluiting via een DVI verbinding uit zet, is het mogelijk dat dit toestel geen verbinding meer met de component tot stand kan brengen.
DVI-D
16 Nl

Stroomschema audio- en videosignalen

Aansluitingen
Stroomschema audiosignalen
UitgangIngang
HDMI
DIGITAL AUDIO
(COAXIAL)
DIGITAL AUDIO
(OPTICAL)
AUDI O
Digitaal uitgangssignaal
Analoog uitgangssignaal
Opmerkingen
• 2-Kanaals en multikanaals PCM, Dolby Digital en DTS signalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting kunnen alleen worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting wanneer “SUPPORT AUDIO” is ingesteld op “OTHER” (zie bladzijde 75).
• Audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN aansluitingen worden niet gereproduceerd via de AUDIO of DIGITAL OUTPUT aansluitingen.
Stroomschema videosignalen
UitgangIngang
HDMI
COMPONENT
VIDEO
S VIDEO
VIDEO
Door
Video conversie ON (zie bladzijde 79)
Opmerkingen
• Wanneer er analoge videosignalen binnenkomen via de COMPONENT VIDEO, S VIDEO en VIDEO aansluitingen, zal aan deze signalen als volgt de voorkeur worden gegeven:
1. COMPONENT VIDEO
2. S VIDEO
3. VIDEO
• Digitale videosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting kunnen niet worden gereproduceerd via de analoge video uitgangsaansluitingen.
• Dit toestel accepteert geen analoge component videosignalen met een resolutie van 1080p.
• Het signaal voor het in-beeld display wordt niet gereproduceerd via de VCR OUT, DVR OUT en HDMI MONITOR OUT aansluitingen en wordt dus ook niet opgenomen.
• Dit toestel zal geen analoge videosignalen deïnterliniëren.
VOORBEREIDINGEN
17 Nl
Nederlands
Aansluitingen

Aansluiten van een beeldscherm of projector

Verbind uw TV (of projector) met de HDMI OUT aansluiting, de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT aansluitingen, de S VIDEO MONITOR OUT aansluiting of met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit toestel.
Zorg ervoor dat de stekkers van zowel dit toestel als die van andere componenten uit het stopcontact gehaald zijn.
y
Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI audiosignalen wilt laten weergeven via dit toestel zelf of via een andere HDMI component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting van dit toestel. Gebruik de “SUPPORT AUDIO” parameter in het “SOUND MENU” om de component te selecteren die de HDMI audiosignalen moet weergeven (zie bladzijde 75).
HDMI
OUT
Opmerkingen
• Sommige via een DVI verbinding op dit toestel aangesloten beeldschermen kunnen geen binnenkomende HDMI audio/videosignalen herkennen wanneer ze uit (standby) staan. In een dergelijk geval zal de HDMI indicator onregelmatig knipperen.
• Wanneer u uw beeldscherm of projector via HDMI aansluit, zal het in-beeld display niet verschijnen. Sluit in een dergelijk geval het beeldscherm of de projector aan via component, S-video of gewone video aansluitingen.
• Verbind de signaalbronnen met de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting om de videobeelden weer te laten geven op de het beeldscherm dat is verbonden met de HDMI OUT aansluiting.
R
MONITOR OUT
VIDEO
COMPONENT VIDEO
YPBP
MONITOR
OUT
VIDEO
S VIDEO
18 Nl
HDMI ingang
TV (of projector)
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
PR PB
Component video ingang
Y
S-video ingang
Video ingang
S
V

Aansluiten van andere componenten

Zorg ervoor dat de stekkers van zowel dit toestel als die van andere componenten uit het stopcontact gehaald zijn.
Opmerkingen
• Wanneer “VIDEO CONV.” is ingesteld op “OFF” (zie bladzijde 79) moet u hetzelfde soort video-aansluitingen gebruiken als u gebruikt heeft om uw TV aan te sluiten (zie bladzijde 18). Als u bijvoorbeeld uw TV heeft verbonden met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit toestel, dan dient u uw andere component te verbinden met de VIDEO aansluitingen.
Aansluiten van een DVD-speler
Optische uitgang
Audio uitgang
Coaxiale uitgang
HDMI uitgang
LR
O
C
• Wanneer “VIDEO CONV.” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 79), worden de omgezette videosignalen alleen gereproduceerd via de MONITOR OUT aansluitingen. Om iets op te kunnen nemen, moet u gebruik maken van hetzelfde soort video-aansluitingen tussen alle betrokken componenten.
• Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL INPUT of DIGITAL OUTPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te selecteren voor “OPTICAL OUT”, “OPTICAL IN”, of “COAXIAL IN” bij “I/O ASSIGNMENT” (zie bladzijde 76).
• Wanneer u uw DVD-speler zowel met de DIGITAL INPUT (OPTICAL) als met de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen.
DVD-speler
Video uitgang
S-video uitgang
Component video uitgang
V
S
Aansluitingen
VOORBEREIDINGEN
AUDIO
DVD
DVD
36
DIGITAL INPUT
OPTICAL COAXIAL
DVD
DVD IN1
PR PB Y
VIDEO
S VIDEO
HDMI
DVD
VIDEO
COMPONENT VIDEO
DVD
A
YPBP
R
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
Nederlands
19 Nl
Aansluitingen
Aansluiten van een DVD-recorder, PVR of videorecorder
DVD-recorder, PVR of videorecorder
S-video ingang
Video ingang
S-video uitgang
S
VIDEO
IN OUT IN OUT
S
VIDEO
S VIDEO
Video uitgang
V
DVD-recorder, PVR
DVR
COMPONENT VIDEO
S-video ingang
V
VCR
R
C
Video ingang
V
YPBP
DVR
PR PB Y
AUDIO
Audio uitgang
Audio ingang
LR
OUTIN
DVR
OUTIN
VCR
Video uitgang
LR
L
R
L
R
S-video uitgang
V
S
Audio ingang
Audio uitgang
Aansluiten van een ‘set-top box’ (apart aansluitkastje; ontvanger of decoder)
Satellietontvanger, kabel-tv
ontvanger of HDTV decoder
S-video uitgang Video uitgang
S
Component video uit
20 Nl
O
Optische uitgang
AUDIO
DTV/CBL
DIGITAL INPUT
4
OPTICAL
DTV/CBL
L R
Audio uitgang
HDMI uitgang
DTV/CBL IN2
Component video uitgang
HDMI
PR PB Y
VIDEO
S VIDEO
V
S
VIDEO
DTV/CBL
COMPONENT VIDEO
DTV/CBL
B
YPBP
R
Aansluitingen
Aansluiten van audiocomponenten
Opmerkingen
• Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL INPUT of DIGITAL OUTPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te selecteren voor “OPTICAL OUT”, “OPTICAL IN”, of “COAXIAL IN” bij “I/O ASSIGNMENT” (zie bladzijde 76).
• Verbind uw draaitafel met de GND aardaansluiting van dit toestel om ruis in het signaal te verminderen. Bij sommige draaitafels is het echter mogelijk dat u minder ruis zult horen zonder gebruik te maken van de GND aansluiting.
• De PHONO aansluitingen zijn uitsluitend bedoeld voor een draaitafel met een MM of hoog-vermogen MC cartridge. Als u een draaitafel met een laag-vermogen MC cartridge heeft verbonden met de PHONO aansluitingen, dient u een in-line boosting transformator of een MC-kopversterker te gebruiken.
• Wanneer u een bepaalde audiocomponent zowel met de DIGITAL INPUT (OPTICAL) als met de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen.
VOORBEREIDINGEN
Draaitafel
Aarde
L
GND
R
PHONO CD (PLAY)
Audio uitgang
RL
AUDIO
IN
OUT
MD/
CD-R
(REC)
MD/CD-RMD/CD-R
1 25
DIGITAL
OUTPUT
DIGITAL INPUT
CD-speler
RL
CD
COAXIAL
Coaxiale uitgang
Audio uitgang
C
Optische uitgang
Optische ingang
O
Audio uitgang
R L
O
Audio ingang
R L
CD-recorder, MD-recorder of cassettedeck
Nederlands
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
21 Nl
Aansluitingen
Aansluiten van een externe versterker
Dit toestel heeft meer dan genoeg vermogen voor gebruik bij u thuis. Als u echter toch het uitgangsvermogen voor de luidsprekers wilt opvoeren, of als u gewoon een andere versterker wilt gebruiken, kunt u een externe versterker verbinden met de PRE OUT aansluitingen.
Opmerkingen
• Wanneer u de PRE OUT aansluitingen gebruikt, mag u niets verbinden met de SPEAKERS aansluitingen.
• De signalen die worden geproduceerd via de FRONT PRE OUT aansluitingen ondervinden invloed van de TONE CONTROL instellingen (zie bladzijde 48).
• Elke PRE OUT aansluiting produceert hetzelfde signaal als de corresponderende SPEAKERS aansluiting.
• Regel het volume van de subwoofer met de bedieningsorganen op de subwoofer zelf (zie bladzijde 48).
• Het is mogelijk dat sommige signalen niet worden gereproduceerd via de SUBWOOFER PRE OUT aansluiting, afhankelijk van de “SPEAKER SET” (zie bladzijde 70) en “LFE/BASS OUT” (zie bladzijde 70) instellingen.
3 SUR.BACK PRE OUT aansluitingen
Surround-achterkanaal uitgangsaansluitingen. Als u slechts één externe versterker aansluit voor het surround-achterkanaal, dient u deze te verbinden met de SINGLE aansluiting.
SINGLE
5
CENTER
PRE OUT
L
R
FRONT
1
SURROUND
2
SUR. BACK
3
SUB
WOOFER
4
Opmerkingen
• Wanneer “BI-AMP” is ingesteld op “ON”, zal dit toestel de audiosignalen voor de voorkanalen reproduceren via de SUR.BACK PRE OUT aansluitingen.
1 FRONT PRE OUT aansluitingen
Voorkanaal uitgangsaansluitingen.
• Welke audiosignalen er via de SUR.BACK PRE OUT aansluitingen geproduceerd worden hangt mede af van de “EXTRA SP ASSIGN” instelling (zie bladzijde 70).
2 SURROUND PRE OUT aansluitingen
Surroundkanaal uitgangsaansluitingen.
4 SUBWOOFER PRE OUT aansluiting
Sluit een subwoofer met een ingebouwde versterker aan.
5 CENTER PRE OUT aansluiting
Middenkanaal uitgangsaansluiting.
Aansluiten van een multiformaat-speler of externe decoder
Dit toestel is voorzien van 6 extra ingangsaansluitingen (links en rechts FRONT, CENTER, links en rechts SURROUND en SUBWOOFER) voor gescheiden multikanaals ingangssignalen van een multiformat-speler, externe decoder, sound processor of voorversterker. Als u “INPUT CH” instelt op “8CH” via “MULTI CH SET” (zie bladzijde 78), kunt u de ingangsaansluitingen die zijn toegewezen aan “FRONT” via “MULTI CH SET” (zie bladzijde 78) samen gebruiken met de MULTI CH INPUT aansluitingen om 8-kanaals signalen te kunnen verwerken. Verbind de uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler of externe decoder met de MULTI CH INPUT aansluitingen. Let er goed op dat u de linker en rechter uitgangen verbindt met de linker en rechter ingangsaansluitingen voor zowel de voor- als de surroundkanalen.
Opmerkingen
• Wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron selecteert (zie bladzijde 38), zal dit toestel automatisch de digitale geluidsveldprocessor uitschakelen en zult u geen geluidsveldprogramma’s kunnen selecteren.
• Dit toestel is niet in staat de via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomende signalen zo te herschikken dat er wordt gecompenseerd voor eventueel in uw systeem ontbrekende luidsprekers. Daarom bevelen we u aan tenminste een 5.1-kanaals luidsprekersysteem aan te sluiten voor u gebruik maakt van deze functie.
MULTI CH
INPUT
Voorkanaal
L R LR
uitgang
L
R
FRONT(6CH)
SB(8CH)
Surroundkan
aal uitgang
SURROUND
CENTER
SUB
WOOFER
uitgang
Subwoofer
Middenkanaal
uitgang
*1
L
R
Voorkanaal
uitgang
MULTI CH
INPUT
L
Surround-achter uitgang
R
FRONT(6CH)
SB(8CH)
Surroundkana
al uitgang
L R LRL R
SURROUND
CENTER
SUB
WOOFER
uitgang
Middenkanaal
Subwoofer
22 Nl
Multiformaat-speler/Externe decoder (5.1-kanaals weergave)
Multiformaat-speler/Externe decoder (7.1-kanaals weergave)
*1
De analoge audio ingangsaansluitingen toegewezen als “FRONT” via “MULTI CH SET” (zie bladzijde 78).
Aansluitingen
Aansluiten van een Yamaha iPod universeel dock
Dit toestel is voorzien van een DOCK aansluiting op het achterpaneel waarop een Yamaha iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) kan worden aangesloten voor uw iPod, zodat u uw iPod kunt bedienen met de meegeleverde afstandsbediening. Verbind een Yamaha iPod universeel dock met de DOCK aansluiting op het achterpaneel van dit toestel met de speciaal daarvoor bedoelde kabel.
DOCK
Yamaha iPod universeel dock
(zoals de los verkrijgbare YDS-10)
y
• Als de componenten geschikt zijn voor SCENE stuursignalen, kan dit toestel de corresponderende componenten automatisch in werking stellen en de weergave laten beginnen wanneer u één van de SCENE toetsen gebruikt. Raadpleeg de handleidingen van de betreffende componenten voor details omtrent de mogelijkheden met SCENE stuursignalen.
• Verbind de REMOTE OUT aansluiting van dit toestel met de ingangsaansluiting voor de afstandsbediening van de componenten in kwestie om deze aan te kunnen sturen via de SCENE functie.
• Als de met de REMOTE OUT aansluiting verbonden component geen Yamaha product is, dient u “SCENE IR” in het geavanceerde instelmenu op “OFF” in te stellen (zie bladzijde 101).

Gebruiken van de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel

Gebruik de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel als u een spelcomputer of een videocamera wilt aansluiten op dit toestel.
Let op
U moet het volume van dit toestel en de andere componenten uit of zeer laag zetten voor u de aansluitingen gaat maken.
VOORBEREIDINGEN
Gebruiken van de REMOTE IN/OUT aansluitingen
Wanneer het om Yamaha producten gaat die afstandsbedieningssignalen kunnen doorgeven, kunt u de REMOTE IN aansluiting en de REMOTE OUT aansluiting als volgt verbinden met de in- en uitgangsaansluiting voor afstandsbediening door middel van een analoge monokabel met ministekkers.
REMOTE
IN
OUT
Afstandsbediening
uitgang
Infraroodontvanger
of Yamaha
component
Afstandsbediening ingang
Yam ah a
component
Opmerkingen
• De audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting op het achterpaneel hebben voorrang boven de via de VIDEO AUX aansluitingen binnenkomende signalen.
• Om de signalen die via deze aansluitingen binnenkomen weer te geven, dient u “V-AUX” in te stellen als signaalbron.
VOLUME
EDIT
SPEAKERS
PRESET/TUNING
FM/AM
A/B/C/D/E
PRESET/TUNING MEMORY
SCENE
1
2
MAIN ZONE
MASTER
PHONES
ON/OFF
SILENT CINEMA
ON
OFF
TONE CONTROL
PROGRAM
S VIDEO
S
S-video
uitgang
STRAIGHT
VIDEO
V
PURE DIRECT
EFFECT
L
L
Video uitgang
3
AUDIO
4
AUDIO SELECT
R
R
Audio uitgang
TUNING
AUTO/MAN'L
INPUT
ZONE 2 ON/OFF
OPTIMIZER MIC
OPTICAL
O
Optische uitgang
ZONE
CONTROL
VIDEO AUX
S VIDEO
VIDEO AUDIO
OPTICAL
LR
Nederlands
Spelcomputer of
videocamera
23 Nl
Aansluitingen

Aansluiten van de FM en AM antennes

Dit toestel wordt geleverd met zowel een FM als een AM binnenantenne. Verbind de antennes op de juiste manier met de bijbehorende aansluitingen. Normaal gesproken zorgen deze antennes voor een voldoende sterke ontvangst.
y
Zie bladzijde 8 voor informatie omtrent het aansluiten van de meegeleverde FM binnenantenne en AM ringantenne.
Opmerkingen
• De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst worden.
• De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten.
• Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een slechte ontvangst, kunt u een buitenantenne installeren. Vraag bij uw dichtstbijzijnde erkende Yamaha dealer of service­centrum naar de mogelijkheden met buitenantennes.
AM ringantenne (meegeleverd)
ANTENNA
FM binnenantenne (meegeleverd)
AM
GND
FM
AM buitenantenne
Gebruik 5 tot 10 meter met plastic geïsoleerd draad dat u bijvoorbeeld uit een raam naar buiten spant.

Aansluiten van het netsnoer

AC OUTLETS
Naar het stopcontact
AC OUTLET(S) (SWITCHED)
Modellen voor het V.K. en Australië
.......................................................1 Netstroomaansluiting
Model voor Korea...................................................... Geen
Overige modellen...................... 2 Netstroomaansluitingen
Met behulp van deze netstroomaansluiting(en) kunt u daarop aangesloten componenten van stroom voorzien. Verbind de netsnoeren van uw andere apparatuur met deze netstroomaansluiting(en). Deze aansluiting(en) worden van stroom voorzien wanneer de eerste ruimte of Zone 2 is ingeschakeld. De stroomvoorziening voor deze aansluiting(en) wordt echter afgesloten wanneer de eerste ruimte en Zone 2 zijn uitgeschakeld, of wanneer
B
MASTER ON/OFF op het voorpaneel ingedrukt wordt
en losgelaten zodat deze naar buiten komt, in de OFF stand. Voor informatie omtrent het maximale vermogen of het totale stroomverbruik voor de componenten die op deze aansluiting(en) kunnen worden aangesloten, zie “Technische gegevens” op bladzijde 114.
Aarde (GND aansluiting)
Voor de grootst mogelijke veiligheid en zo min mogelijk storing dient u de antenne GND aansluiting goed te aarden. Een goede aarding wordt bijvoorbeeld verzorgd door een metalen staaf die in vochtige grond gedreven is.
24 Nl
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel uit (standby) staat. Wanneer echter de stekker uit het stopcontact gehaald wordt of de stroomvoorziening om een andere reden langer dan een week onderbroken wordt, zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan.
Aansluitingen
Instellen van de luidspreker­impedantie
Let op
Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u “SP IMP.” op “6 MIN” zetten VOOR u dit toestel in gebruik neemt. Als voor-luidsprekers kan ook gebruik gemaakt worden van 4 Ohm luidsprekers.
1 Controleer of het toestel uit staat.
Raadpleeg de rechter kolom voor details.
2 Houd
3 Verdraai
4 Druk herhaaldelijk op
5 Druk
C
TONE CONTROL op het
voorpaneel ingedrukt en druk vervolgens
B
MASTER ON/OFF naar binnen in de ON
stand om dit toestel in te schakelen.
Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide setup menu zal verschijnen op het display op het voorpaneel.
TONE CONTROL
selecteer “SP IMP.”.
De aanduiding “SP IMP.” en de huidige instelling voor de luidspreker-impedantie (“8 MIN”) zullen op het display op het voorpaneel verschijnen.
op het voorpaneel om en selecteer “6 MIN”.
B
voorpaneel nog eens in zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om de nieuwe instelling op te slaan en dit toestel uit te schakelen.
Opmerking
De gewijzigde instelling wordt van kracht zodra u dit toestel de volgende keer aan zet.
Houd ingedrukt
D
PROGRAM op het voorpaneel en
MASTER ON/OFF op het
MASTER
ON
OFF
C
TONE CONTROL

Aan en uit zetten van dit toestel

Aan zetten van dit toestel
B
Druk naar binnen in de ON stand om dit toestel aan te zetten.
Wanneer u dit toestel aan zet door op BMASTER ON/ OFF te drukken, zal de hoofdzone worden ingeschakeld.
y
Wanneer u dit toestel aan zet, zal het 4 a 5 seconden duren voor het toestel geluid kan reproduceren.
Uit zetten van dit toestel
Druk nog eens in zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om dit toestel uit te schakelen.
Opmerkingen
•AMAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel en IPOWER
• Zoals gewoonlijk bevelen we u aan het toestel uit (standby) te
Zet de hoofdzone uit (standby)
Druk op (of (standby) te zetten.
Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op de infraroodsignalen van de afstandsbediening.
Aan zetten van de hoofdzone wanneer
Druk op (of zetten.
y
• U kunt de hoofdzone ook aan zetten door op FSCENE
• Wanneer u dit toestel aan zet, zal het 4 a 5 seconden duren voor
• Deze toetsen werken alleen wanneer
MASTER ON/OFF
B
MASTER ON/OFF
H
en
STANDBY op de afstandsbediening werken alleen
B
wanneer ON stand.
zetten wanneer u het toestel niet gebruikt.
MASTER ON/OFF naar binnen is gedrukt in de
A
MAIN ZONE ON/OFF
H
STANDBY) om de hoofdzone uit
op het voorpaneel
op het voorpaneel
het toestel uit (standby) staat
A
MAIN ZONE ON/OFF
I
POWER
A
(of
SCENE) te drukken.
het toestel geluid kan reproduceren.
naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
) om de hoofdzone aan te
B
MASTER ON/OFF
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
25 Nl
Aansluitingen
O

Display voorpaneel

4 65 8 9 A2 3 0
t
MATRIX DISCRETE
q EX
q PL x
PCM
DSD
ENHANCER
q
DIGITAL
q PL
96 24
q PL
VCR DVR DVD CD
VIRTUAL
FB C E H I MLK
SILENT CINEMA
SP
ZONE2 NIGHT
A B
G
V-AUX DTV/CBL
DOCK
1B Indicators ingangssignalen
Licht op wanneer dit toestel DSD (Direct Stream Digital) of PCM (Puls Code Modulatie) digitale audiosignalen reproduceert.
2C Decoder indicators
Wanneer één van de decoders van dit toestel in werking is, zal de bijbehorende indicator oplichten.
3 ENHANCER indicator
Licht op wanneer de Compressed Music Enhancer stand is geselecteerd (zie bladzijde 46).
4 HDMI indicator
Licht op wanneer er een signaal van de geselecteerde signaalbron binnenkomt via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluitingen (zie bladzijde 16).
5 SILENT CINEMA indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten en er een geluidsveldprogramma is geselecteerd (zie bladzijde 46).
6 DOCK indicator
Licht op wanneer u uw iPod in een Yamaha iPod universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10) doet indien deze is verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel (zie bladzijde 23) en als V-AUX is geselecteerd als de signaalbron. De DOCK indicator licht ook op wanneer dit toestel de batterij (accu) van de aangesloten iPod oplaadt terwijl dit toestel zelf uit (standby) staat.
7 Signaalbron indicators
De corresponderende cursor licht op om aan te geven welke signaalbron op dit moment is geselecteerd.
8 YPAO indicator
Licht op wanneer u de “AUTO SETUP” doet en wanneer de via de “AUTO SETUP” ingestelde luidspreker­instellingen zonder wijzigingen worden gebruikt (zie bladzijde 28).
71
HiFi DSP
YPAO
MD/CD-R
AUTO
TUNER PHONO
MEMORY
STEREO
TUNED
SLEEP
CT
PSHOLD RT
EON
PTYPTY
MUTE
ft
mS
dB
VOLUME
96/24
LCR
SL SB SR
NJD
L ........ Alleen modellen voor Europa
9 Tuner (radio) indicators
Licht op wanneer dit toestel in de FM of AM afstemfunctie staat (zie de bladzijden 50 t/m 52).
0 MUTE indicator
Knippert wanneer de MUTE functie (tijdelijk uitschakelen geluidsweergave) is ingeschakeld (zie bladzijde 40).
A VOLUME niveauaanduiding
Geeft het huidige volumeniveau aan.
D Geluidsveld indicators
Lichten op om aan te geven welke DSP geluidsvelden er in werking zijn.
E VIRTUAL indicator
Licht op wanneer Virtual CINEMA DSP in werking is (zie bladzijde 46).
F Hoofdtelefoon indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten (zie bladzijde 40).
G SP A B indicators
Lichten op om aan te geven welke set voor-luidsprekers is geselecteerd.
H ZONE2 indicator
Licht op wanneer Zone 2 in werking is (zie bladzijde 96).
I NIGHT indicator
Licht op wanneer u een nacht-luisterfunctie selecteert (zie bladzijde 49).
J DSP indicators
De bijbehorende indicator licht op wanneer er een DSP geluidsveldprogramma is geselecteerd (zie bladzijde 42).
K Multifunctioneel display
Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van instellingen.
dB
LFE
26 Nl
L Radio Data Systeem indicators
(Alleen modellen voor Europa)
Aansluitingen

Gebruiken van de afstandsbediening

PS, PTY, RT en CT
Deze lichten op aan de hand van de geselecteerde weergavefunctie voor het Radio Data Systeem.
EON
Licht op wanneer er EON gegevens worden ontvangen.
PTY HOLD
Licht op wanneer er gezocht wordt naar Radio Data Systeem zenders in de PTY SEEK functie.
M SLEEP indicator
Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld (zie bladzijde 41).
N 96/24 indicator
Licht op wanneer dit toestel een DTS 96/24 signaal ontvangt.
O Ingangskanaal en luidspreker indicators
LFE
L CR
SL SB SR
LFE indicator Aanwezigheidsluidsprekers indicators
Indicators ingangskanalen
Surround achter-luidspreker indicators
LFE indicator
Licht op wanneer het ingangssignaal een LFE signaal bevat.
Indicators ingangskanalen
Deze geven aan uit welke kanalen het huidige digitale ingangssignaal bestaat.
Aanwezigheids- en surround achter­luidspreker indicators
Lichten op aan de hand van het aantal aanwezigheids­en surround achter-luidsprekers dat is ingesteld voor “EXTRA SP ASSIGN” (zie bladzijde 70) en “SUR. B L/R SP” (zie bladzijde 71) in het “SOUND MENU” wanneer dit toestel in de automatische setup (zie bladzijde 28) of in de stand voor het instellen van de luidsprekerniveaus “SOUND MENU” (zie bladzijde 72) staat.
y
• U kunt de instellingen voor de surround achter-luidsprekers automatisch laten verrichten via de “AUTO SETUP” (zie bladzijde 28), of met de hand via de instellingen voor “SUR. B L/R SP” (zie bladzijde 71) in het “SOUND MENU”.
• Om aanwezigheidsluidsprekers te kunnen gebruiken dient u “EXTRA SP ASSIGN” in te stellen op “PRESENCE” (zie de bladzijden 29 of 70).
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal uit. U moet de afstandsbediening goed op de afstandsbedieningssensor op dit toestel richten.
Sensor voor de afstandsbediening
Ongeveer 6 m
30 30
Infrarood venster (Y)
Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden. Richt dit venster op de component die u wilt bedienen.
Zend-indicator (X)
Knippert wanneer de afstandsbediening infraroodsignalen aan het uitzenden is.
Uitleesvenster (J)
Toont de naam van de geselecteerde signaalbron die u kunt bedienen.
Schakelaar voor de bedieningsfunctie (L)
De functie van sommige toetsen hangt af van de stand van de schakelaar voor de bedieningsfunctie.
AMP
Bedienen van de versterkerfuncties van dit toestel.
SOURCE
Bedient de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde component (zie bladzijde 84).
TV
Bedient de TV die is toegewezen aan DTV/CBL of PHONO (zie bladzijde 83).
Opmerkingen
• Mors geen water of andere vloeistoffen op de afstandsbediening.
• Laat de afstandsbediening niet vallen.
• Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de volgende plekken: – zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad – plekken waar de temperatuur hoog kan worden, zoals bij de
verwarming of kachel – zeer koude plekken – stoffige plekken
• Voor het instellen van de afstandsbedieningscodes voor andere componenten, zie bladzijde 85.
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
27 Nl

AANPASSEN VAN DE LUIDSPREKERINSTELLINGEN AAN UW KAMER

Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer
Dit toestel maakt gebruik van YPAO (Yamaha Parametric Room Acoustic Optimizer) technologie zodat u zelf geen lastige luidspreker-instellingen hoeft te doen en waardoor automatisch een zeer accurate instelling wordt verkregen. De meegeleverde optimalisatie-microfoon pikt het geluid op dat uw luidsprekers maken in de omgeving waar u ze daadwerkelijk zult gebruiken en het toestel analyseert deze geluiden.

Gebruiken van het AUTO SETUP

Opmerkingen
• Wij wijzen u erop dat het normaal is dat tijdens de “AUTO SETUP” procedure luide testtonen worden geproduceerd.
• Om de beste resultaten te bereiken moet u ervoor zorgen dat de ruimte zo stil mogelijk is tijdens de “AUTO SETUP” procedure. Als er teveel andere geluiden zijn, is het mogelijk dat de resultaten tegenvallen.
y
• U kunt de “AUTO SETUP” beginnen via het systeemmenu op het in-beeld display, of via het display op het voorpaneel. In deze handleiding worden de aanduidingen op het in-beeld display gebruikt om de “AUTO SETUP” procedure te illustreren.
• Voor u begint, moet u op de afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
• Dit toestel zal gebruik maken van de met de FRONT A luidsprekeraansluitingen verbonden luidsprekers als de voor­luidsprekers voor deze instelling.
1 Controleer de volgende punten voor u met de
AUTO SETUP begint.
De luidsprekers moeten correct zijn aangesloten.Er mag geen hoofdtelefoon zijn aangesloten op
dit toestel.
Dit toestel en het beeldscherm moeten aan staan.De aangesloten subwoofer moet aan staan en het
volumeniveau moet ongeveer op halve kracht (of iets minder) zijn ingesteld.
De regeling voor de crossover frequentie van de
aangesloten subwoofer moet op de maximum waarde zijn ingesteld.
De kamer moet voldoende stil zijn.
L
AMP zetten.
2 Verbind de meegeleverde optimalisatie-
microfoon met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het voorpaneel.
OPTIMIZER MIC
S VIDEO
VIDEO AUX
VIDEO AUDIO
LR
OPTICAL
Omnidirectionele microfoon
Op het beeldscherm zal het volgende menuscherm verschijnen.
AUTO:MENU
. EXTRASPASSIGN
ZONE2 >FRONTB
PRESENCENONE
SETUP;;;;;;;AUTO EQ;;;;;;;NATURAL START
[
[
[ ]/[ ]:Up/Down []/[]:Select
[
[

3 Plaats de optimalisatie-microfoon op uw
normale luisterplek op een vlak en horizontaal oppervlak met de omni­directionele microfoonkop naar boven.
Optimalisatie-microfoon
28 Nl
y
Het verdient aanbeveling een statief (o.i.d.) te gebruiken om de optimalisatie-microfoon vast te zetten op dezelfde hoogte als waar uw oren zich zouden bevinden wanneer u op uw luisterplek zit. U kunt de bevestigingsschroef van een statief (o.i.d.) gebruiken om de optimalisatie-microfoon daarop vast te zetten.
Loading...
+ 100 hidden pages