Yamaha RX-V657 User Manual

RX-V657
AV Receiver Ampli-tuner audio-vidéo
G
OWNER’S MANUAL
MODE D’EMPLOI
BEDIENUNGSANLEITUNG
BRUKSANVISNING
GEBRUIKSAANWIJZING
LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale
prestaties uit uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er later nog eens iets in kunt opzoeken.
2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde,
koele, droge, schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan de achterkant van dit toestel.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere
elektrische apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad (bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het
toestel kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet bovenop dit toestel:
– Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen doen verkleuren.
– Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar
deze brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen veroorzaken.
– Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze
elektrische schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken,
gordijn enz. zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het
stopcontact als alle aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het
ondersteboven is geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars,
knoppen en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt,
moet u aan de stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische
oplosmiddelen; dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone, droge doek.
NEEMT.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven
voltage. Gebruik van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. YAMAHA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit toestel met een ander voltage dan hetgeen aangegeven staat.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient
u de stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te
brengen of het te repareren. Neem contact op met erkend YAMAHA servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult
gebruiken (bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16 Lees het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN
PROBLEMEN” over veel voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
17 Voor u dit toestel verplaatst, dient u op STANDBY/
ON te drukken om dit toestel uit (standby) te schakelen en de stekker uit het stopcontact te halen.
WAARSCHUWING
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN, MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
De stroomvoorziening van dit toestel is niet afgesloten zolang de stekker in het stopcontact zit, ook al is het toestel zelf uitgeschakeld. Dit is de zogenaamde standby-stand. In deze toestand is het toestel ontworpen een zeer kleine hoeveelheid stroom te verbruiken.
Alleen voor klanten in Nederlands
Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
INLEIDING
KENMERKEN .......................................................2
VAN START....................... ....................................3
Meegeleverde accessoires.......................................... 3
Inzetten van batterijen in de afstandsbediening......... 3
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES......... 4
Voorpaneel................................................................. 4
Afstandsbediening.......... ...........................................6
Gebruiken van de afstandsbediening......................... 7
Display voorpaneel...................................... ..............8
Achterpaneel................................................ ............10
VOORBEREIDINGEN
LUIDSPREKER SETUP .....................................11
Opstelling van de luidsprekers................................. 11
Luidspreker-aansluitingen.............. .........................12
AANSLUITINGEN ..............................................15
Voor u componenten gaat aansluiten....................... 15
Aansluiten van videocomponenten.......................... 16
Aansluiten van audiocomponenten.......................... 19
Aansluiten van de FM en AM antennes... ... ............21
Aansluiten van het netsnoer..................................... 22
Instelling luidsprekerimpedantie .............................23
Inschakelen van de stroom....................................... 23
AUTO SETUP..................................................... ..24
Inleiding................................................................... 24
Optimalisatie-microfoon setup.... ............................24
Beginnen van de setup............................................. 25
BASISBEDIENING
WEERGAVE ........................................................30
Basisbediening......................................................... 30
Selecteren van geluidsveldprogramma’s................. 32
Selecteren van ingangsfuncties................................ 36
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO ..................38
Automatisch en handmatig afstemmen.................... 38
Zenders voorprogrammeren..................................... 39
Selecteren van voorkeuzezenders............................ 41
Omwisselen van voorkeuzezenders......................... 42
Ontvangen van Radio Data Systeem zenders.......... 43
Overschakelen naar een bepaalde Radio Data
Systeem functie ...................................................44
De PTY SEEK functie............................................. 45
De EON functie.............. .........................................46
OPNEMEN....................................................... .....47
INHOUD
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
GELUIDSVELDPROGRAMMA
BESCHRIJVINGEN.........................................48
Voor film/video bronnen............... ... .......................48
Voor muziekmateriaal... ..........................................50
GEAVANCEERDE BEDIENING
GEAVANCEERDE BEDIENING.......................51
Selecteren van de OSD (in-beeld display)
weergavefunctie................................................... 51
Gebruiken van de slaaptimer.................. .................51
Handmatig instellen van de luidsprekersniveaus.....52
SET MENU............................... .............................53
Gebruiken van het SET MENU............................... 55
1 SOUND MENU.................................................... 56
2 INPUT MENU...................................................... 61
3 OPTION MENU................................................... 63
UITGEBREID SETUP MENU................ ............65
KENMERKEN VAN DE
AFSTANDSBEDIENING.................................67
Set bedieningstoetsen ..............................................67
Instellen van afstandsbedieningscodes.......... ..........68
Bedienen van andere componenten..... ....................69
Overschakelen naar een alternatieve code............... 70
Wissen van ingestelde afstandsbedieningscodes..... 70
ZONE 2 . .................................................................71
Zone 2 aansluitingen................................................ 71
Afstandsbediening vanuit Zone 2........................ ....72
AANVULLENDE INFORMATIE
WIJZIGEN VAN GELUIDSVELD
INSTELLINGEN..... .........................................74
Wat is een geluidsveld............................................. 74
Veranderen van instellingen................................ ....74
GELUIDSVELD PARAMETER
BESCHRIJVINGEN.........................................76
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN....................... 81
TERUGZETTEN OP DE
FABRIEKSINSTELLINGEN..........................86
WOORDENLIJST.......................... ......................87
Audioformaten......................................................... 87
Geluidsveldprogramma’s......................................... 88
Audio informatie...................................................... 88
Videosignaal informatie ..........................................89
TECHNISCHE GEGEVENS............................... 90
INLEIDING
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENING
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
GEAVANCEERDE
BEDIENING
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
1
KENMERKEN
KENMERKEN
Ingebouwde 7-kanaals eindversterker
Minimum RMS uitgangsvermogen (0,06% THV, 20 Hz t/m 20 kHz, 8 !) Voor: 95 W + 95 W Midden: 95 W Surround: 95 W + 95 W Surround Achter: 95 W + 95 W
Kenmerken geluidsveld
Zelf ontwikkelde YAMAHA technologie voor de creatie van geluidsvelden
Dolby Digital/Dolby Digital EX decoder
DTS/DTS-ES Matrix 6.1, Discrete 6.1, DTS Neo:6,
DTS 96/24 decoder
Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic II/Dolby Pro Logic IIx decoder
Virtual CINEMA DSP
SILENT CINEMA
Verfijnde AM/FM tuner
40 Willekeurig en gemakkelijk toegankelijke voorkeuzezenders
Automatisch voorprogrammeren
Wijzigen van voorkeuzezenders (Bewerken
voorkeuzezenders)
y geeft een bedieningstip aan.
• Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met de toetsen op het toestel zelf als met de afstandsbediening. Als de naam
van een toets op de afstandsbediening verschilt van die op het toestel zelf, zal de naam van de betreffende toets op de afstandsbediening tussen haakjes vermeld worden.
• Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd zijn als gevolg
van verbeteringen enz. Als de handleiding en het product van elkaar verschillen, heeft het product de prioriteit.
Overige kenmerken
YPAO: YAMAHA Parametric Room Acoustic Optimizer voor automatische instelling van uw luidsprekers
192-kHz/24-bits D/A converter
Een SET MENU met items waarmee u dit toestel
optimaal kunt aanpassen aan uw Audio/Videosysteem
8 extra ingangsaansluitingen voor gescheiden multikanaals signalen
PURE DIRECT voor onversneden, natuurgetrouwe weergave van analoge en PCM bronnen
De in-beeld displayfunctie maakt de bediening van dit toestel gemakkelijk
S-video in-/uitgangsaansluitingen
Component video in-/uitgangsaansluitingen
Videosignaal conversie (composiet video " S-video
# component video) voor de monitor uitgang
Optisch en coaxiaal digitale audio-aansluitingen
Slaaptimer
Middernacht luisterfuncties voor film en muziek
Afstandsbediening met voorgeprogrammeerde
afstandsbedieningscodes
Zone 2 aangepaste installatie mogelijk
Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories. “Dolby”, “Pro Logic”, “Surround EX” en het dubbele-D symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
“SILENT CINEMA” is een handelsmerk van YAMAHA CORPORATION.
2
“DTS”, “DTS-ES”, “Neo:6” en “DTS 96/24” zijn handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc.
Meegeleverde accessoires
VAN START
Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt.
Afstandsbediening
POWERPOWER
CD MD/CD-R
DTV/CBL
VCR 1 DVR/VCR2
TV VOL TV CH
TV MUTE TV INPUT
MUSICSTEREO
STANDARD
SELECT
SPEAKERS AB
LEVEL
BAND SRCH MODE
A-E/CAT.
MEMORY
REC
DISC SKIP
FREQ/TEXT
Batterijen (4)
(AAA, R03, UM-4)
TRANSMITCODE SET
SYSTEM
STANDBY
POWER
AVTV
TUNER
SLEEP
V-AUXDVD
MULTI CH IN
AMP
VOLUME
MUTE
MOVIE
ENTERTAIN
4321
PURE DIRECT
EXTD SUR.
Optimalisatie-microfoon
81070965
STRAIGHT
NIGHT
ENT.
EFFECT
PRESET/CH
SET MENU
FAVOR.
MENUTITLE
ENTER
A/B/C/D/E
DISPLAYRETURN ON SCREEN
AUDIO
EONSTARTMODEPTY SEEK
AM ringantenne
FM binnenantenne
VAN START
75 Ohm/300 Ohm antenne-adapter
(Alleen bij modellen voor het V.K.)
INLEIDING
Inzetten van batterijen in de afstandsbediening
2
1
3
1 Druk op en schuif het klepje van het
batterijvak.
2
Doe de vier meegeleverde batterijen (AAA, R03, UM-4) in het vak met de polen de goede kant op (+ en –) zoals aangegeven in het batterijvak.
3 Schuif het klepje terug op zijn plaats tot het
vastklikt.
Opmerkingen over batterijen
• V ervang alle batterijen tegelijk wanneer u n van de volgende dingen merkt: dat het bereik van de afstandsbediening afneemt, dat de indicator niet knippert, of dat het licht van de indicator zwakker wordt.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (alkali en gewone (mangaan) batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie op de verpakking aandachtig door, want de verschillende soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
• Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
• Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk geldende regelgeving in acht.
Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het geheugen gewist worden. Wanneer het geheugen gewist is, dient u nieuwe batterijen in de afstandsbediening te doen en moet u eventueel ingevoerde functies opnieuw programmeren.
Nederlands
3
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Voorpaneel
31452609
OPTIMIZER MIC
STANDBY
1 STANDBY/ON
Hiermee zet u het toestel aan of uit (standby). Wanneer u het toestel aan zet, hoort u een klik, waarna het 4 a 5 seconden duurt voor er geluid wordt weergegeven.
Opmerking
Wanneer het toestel uit (standby) staat, wordt er nog steeds een heel klein beetje stroom verbruikt zodat er gereageerd kan worden op de infraroodsignalen van de afstandsbediening.
2 OPTIMIZER MIC aansluiting
Hierop kunt u de meegeleverde microfoon aansluiten voor gebruik met de AUTO SETUP functie (zie bladzijde24).
3 Sensor voor de afstandsbediening
Deze ontvangt de signalen van de afstandsbediening.
4 Display voorpaneel
Hierop wordt informatie getoond over de bediening en de toestand waarin het toestel zich bevindt.
5 A/B/C/D/E, NEXT
Hiermee kunt u één van de 5 voorkeuzegroepen selecteren (A t/m E) wanneer het toestel in de tunerfunctie (radio) staat. Hiermee selecteert u het in te stellen luidsprekerkanaal wanneer het toestel niet in de tunerfunctie staat.
PRESET/TUNING A/B/C/D/E
CATEGORY
SEARCH MODE
XM
NEXT
EDIT
PROGRAM
SPEAKERSPHONES
BA
/ON
EFFECT
SILENT CINEMA
4
78
VOLUME
ZONE ON/OFF
MAIN
ZONE 2
MEMORYFM/AM
TUNING MODE
l PRESET/TUNING h
DISPLAY
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L MONO
LEVEL
INPUT
PURE DIRECTINPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
MULTI CH INPUT
VIDEO AUX
S VIDEO VIDEO OPTICALL AUDIO R
L
KHGEBACDF I
J
6 PRESET/TUNING l / h, LEVEL –/+ Hiermee stelt u een voorkeuzezender, nummer 1 t/m 8, in wanneer er in de tunerfunctie op het display op het voorpaneel naast de aanduiding van de radioband een dubbele punt (:) te zien is. U stemt hiermee af op de gewenste frequentie wanneer de dubbele punt (:) niet getoond wordt. Hiermee kunt u het niveau instellen van het luidsprekerkanaal dat u heeft geselecteerd met A/B/C/D/E (NEXT) wanneer het toestel niet in de tunerfunctie (radio) staat.
7 MEMORY (MAN’L/AUTO FM)
Hiermee kunt u een zender in het geheugen opslaan. Houd deze toets tenminste 3 seconden ingedrukt om het automatisch voorprogrammeren te laten beginnen.
8 TUNING MODE (AUTO/MAN’L MONO)
Hiermee schakelt u heen en weer tussen automatisch afstemmen (AUTO indicator aan) en handmatig afstemmen (AUTO indicator uit).
9 VIDEO AUX aansluitingen
Via deze audio- en video-aansluitingen kunt u een externe signaalbron zoals een spelcomputer aansluiten. Om de signalen die via deze aansluitingen binnenkomen weer te geven, dient u V-AUX in te stellen als signaalbron.
0 VOLU ME
Hiermee kunt u het volume (uitgangsniveau) van alle audiokanalen tegelijk instellen. Dit heeft geen invloed op het REC OUT niveau.
A PHONES (SILENT CINEMA) aansluiting
Via deze aansluiting kunt ongestoord luisteren met een hoofdtelefoon. Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen worden gereproduceerd via de PRE OUT aansluitingen of de luidsprekers. Alle Dolby Digital en DTS audiosignalen worden teruggemengd naar de linker en rechter hoofdtelefoonkanalen.
B SPEAKERS A/B
Met elke druk op de bijbehorende toets zet u de set voor­luidsprekers aangesloten op de A en/of B aansluitingen op het achterpaneel aan of uit.
C PRESET/TUNING (EDIT)
Hiermee schakelt u PRESET/TUNING l / h (LEVEL –/+) heen en weer tussen voorkeuzezenders en gewoon afstemmen.
D STRAIGHT (EFFECT)
Hiermee zet u de geluidsvelden aan of uit. Wanneer STRAIGHT is geselecteerd zullen de ingangssignalen (2-kanaals of multikanaals) direct, onveranderd worden weergegeven via de bijbehorende luidsprekers, zonder enig toegevoegd effect.
E FM/AM
Hiermee schakelt u over naar een andere radioband wanneer het toestel in de tunerfunctie (radio) staat.
F PROGRAM
Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren of de weergave van de lage/hoge tonen regelen (samen met TONE CONTROL).
G TONE CONTROL
Hiermee kunt u de weergave van de lage en hoge tonen regelen voor de linker en rechter voorkanalen, het midden- en aanwezigheidskanaal en voor het subwooferkanaal (zie bladzijde 31).
H INPUT MODE
Hiermee bepaalt u uw voorkeur (AUTO, DTS, ANALOG) voor het soort signaal dat u wilt weergeven wanneer een bepaalde component verbonden is met twee of meer van de ingangsaansluitingen (zie bladzijde36) van dit toestel.
I INPUT keuzeknop
Hiermee kunt u kiezen naar welke signaalbron u wilt luisteren of kijken.
J MULTI CH INPUT
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT aansluitingen verbonden signaalbron. Indien geselecteerd, zal de MULTI CH INPUT signaalbron voorrang krijgen over een met INPUT (of met de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening) geselecteerde signaalbron.
K PURE DIRECT
Hiermee zet u de PURE DIRECT weergavefunctie aan of uit (zie bladzijde 35).
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
L ZONE ON/OFF toetsen MAIN
Hiermee kunt u het toestel bedienen vanuit de hoofdruimte (zie bladzijde 72).
ZONE 2
Hiermee kunt u de bediening van dit toestel overschakelen om de component in de tweede ruimte te bedienen (Zone 2) (zie bladzijde72).
INLEIDING
Nederlands
5
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Afstandsbediening
In dit hoofdstuk worden de functies van de toetsen op de bij dit toestel behorende afstandsbediening beschreven. Zie “KENMERKEN VAN DE AFST ANDSBEDIENING” op bladzijde 67 als u andere componenten wilt kunnen bedienen.
1
2
3
VCR 1 DVR/VCR2
TV VOL TV CH
TV MUTE TV INPUT
4
STANDARD
5
LEVEL
6
7
8
MEMORY ON SCREEN
DISC SKIP
FREQ/TEXT
CD MD/CD-R
SPEAKERS
AB
BAND SRCH MODE
A-E/CAT. A/B/C/D/E
REC
9
TRANSMITCODE SET
0
SYSTEM
POWERPOWER
STANDBY
POWER
AVTV
A
TUNER
SLEEP
B
DTV/CBL
V-AUXDVD
MULTI CH IN
C
AMP
D
E
VOLUME
MUTE
F
MOVIE
ENTERTAIN
MUSICSTEREO
4321
PURE DIRECT
EXTD SUR.
SELECT
81070965
G
STRAIGHT
NIGHT
ENT.
H
EFFECT
PRESET/CH
SET MENU
MENUTITLE
I
ENTER
DISPLAYRETURN
AUDIO
J
EONSTARTMODE PTY SEEK
6
1 Infrarood venster
Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden. Richt dit venster op de component die u wilt bedienen.
2 CODE SET
Hiermee kunt u afstandsbedieningscodes instellen (zie bladzijde 68).
3 Ingangskeuzetoetsen
Hiermee selecteert u de weer te geven signaalbron en bepaalt u welke set bedieningstoetsen gebruikt wordt.
4 Geluidsveldprogramma/cijfertoetsen
Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren. Wanneer het toestel in de tunerfunctie staat, kunt u met de cijfertoetsen 1 t/m 8 direct voorkeuzezenders selecteren. Gebruik SELECT om 2-kanaals materiaal met surroundweergave weer te geven (zie bladzijde34). Gebruik EXTD SUR. om te schakelen tussen 5.1- en
6.1/7.1-kanaals weergave van multikanaals materiaal (zie bladzijde 33). Gebruik PURE DIRECT om de PURE DIRECT weergavefunctie aan of uit te zetten (zie bladzijde35).
5 SPEAKERS A/B
Met elke druk op de bijbehorende toets kunt u de set voor­luidsprekers die is verbonden met de A en/of B aansluitingen op het achterpaneel in- of uitschakelen.
6 LEVEL
Hiermee kunt u een luidsprekerkanaal selecteren om het niveau in te stellen.
7 Cursortoetsen u / d / j / i / ENTER
Hiermee kunt u geluidsveldparameters of SET MENU onderdelen selecteren en instellen. Druk op i om een voorkeuzegroep (A t/m E) te kiezen wanneer het toestel in de tunerstand (radio) staat. Druk op u / d om een voorkeuzenummer (1 t/m 8) te kiezen wanneer het toestel in de tunerstand (radio) staat.
8 RETURN
Hiermee keert u terug naar het vorige menu bij instellingen via het SET MENU.
9 TRANSMIT indicator
Knippert wanneer de afstandsbediening signalen uitzendt.
0 STANDBY
Hiermee zet u het toestel uit (standby).
A SYSTEM POWER
Hiermee zet u het toestel aan.
B SLEEP
Hiermee kunt u de slaaptimer instellen.
C MULTI CH IN
Hiermee selecteert u een multikanaals ingangssignaal bij gebruik van een externe decoder (enz.).
D AMP
Selecteren van de AMP functie. U moet de AMP functie kiezen om het hoofdtoestel zelf te bedienen.
E VOLU ME +/–
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume.
F MUTE
Deze toets schakelt de geluidsweergave tijdelijk uit. Druk nog eens op deze toets om de geluidsweergave op het oorspronkelijke volume voort te zetten.
G NIGHT
Hiermee kunt u de nacht-luisterfuncties aan of uit zetten (zie bladzijde 35).
H STRAIGHT (EFFECT)
Hiermee zet u de geluidsvelden aan of uit. Wanneer STRAIGHT is geselecteerd zullen de ingangssignalen (2-kanaals of multikanaals) direct, onveranderd worden weergegeven via de bijbehorende luidsprekers, zonder enig toegevoegd effect.
I SET MENU
Hiermee schakelt u de SET MENU functie in.
J Toetsen voor Radio Data Systeem radio-
ontvangst
FREQ/TEXT
Druk op deze toets wanneer het toestel een Radio Data System zender ontvangt om te schakelen tussen de PS functie, PTY functie, RT functie, CT functie (als de zender deze Radio Data System gegevens verzorgt) en/of het frequentiedisplay (zie bladzijde 44).
PTY SEEK MODE
Druk op deze toets om het toestel in de PTY SEEK functie te zetten (zie bladzijde 45).
PTY SEEK START
Druk op deze toets om het zoeken naar een geschikte zender te laten beginnen nadat u het gewenste programmatype heeft geselecteerd in de PTY SEEK functie (zie bladzijde 45).
EON
Druk op deze toets om automatisch af te stemmen op een radioprogramma van het door u gewenste type (NEWS, INFO, AFFAIRS, SPORT) (zie bladzijde46).
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Gebruiken van de afstandsbediening
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal uit. Richt de afstandsbediening op de sensor op het toestel dat u wilt bedienen.
OPTIMIZER MIC
STANDBY /ON
SILENT CINEMA
Omgaan met de afstandsbediening
• Mors geen water of andere vloeistoffen op de
afstandsbediening.
• Laat de afstandsbediening niet vallen.
• Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem
niet op de volgende plekken: – zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad – plekken waar de temperatuur hoog kan oplopen,
zoals naast de verwarming of kachel – zeer koude plekken – stoffige plekken
VOLUME
MEMORYFM/AM
TUNING MODE
l PRESET/TUNING h
PRESET/TUNING A/B/C/D/E
MAN'L/AUTO FMAUTO/MAN'L MONO
NEXT
LEVEL
EDIT
PROGRAM
INPUT
SPEAKERSPHONES
BA
PURE DIRECTINPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
MULTI CH INPUT
VIDEO AUX
S VIDEO VIDEO OPTICALL AUDIO R
EFFECT
Ongeveer 6 m
30 30
TRANSMITCODE SET
SYSTEM
POWERPOWER
STANDBY
POWER
AVTV
CD
MD/CD-R
TUNER
SLEEP
V-AUX
DVD
DTV/CBL
MULTI CH IN
VCR 1DVR/VCR2
AMP
VOLUME
TV VOLTV CH
TV MUTETV INPUT
MUTE
STEREO
ENTERTAIN
MUSIC
MOVIE
4321
PURE DIRECT
EXTD SUR.STANDARD
SELECT
70965
8
SPEAKERS
NIGHT
STRAIGHT
AB
ENT.
10
EFFECT
PRESET/CH
LEVEL
SET MENU
MENUTITLE
BAND
SRCH MODE
ENTER
A-E/CAT. A/B/C/D/E
DISPLAYRETURN
MEMORY ON SCREEN
REC
AUDIO
DISC SKIP
EONSTARTMODEPTY SEEK
FREQ/TEXT
INLEIDING
Nederlands
7
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Display voorpaneel
123456789 A B C0
96
VCR1
DVR/VCR2
t
24
VIRTUAL
DIGITAL
qPLq
EX
PL
q
PL x
DSP aanwezigheidsgeluidsveld
Linker surround DSP geluidsveld
Achter surround DSP geluidsveld
SILENT CINEMA
ZONE2STANDARD
O
NIGHT
FH
Luisterplek
Rechter surround DSP geluidsveld
MATRIX DISCRETE
q
q
PCM
1 Decoder indicators
Wanneer één van de decoders van dit toestel in werking is, zal de bijbehorende indicator oplichten.
2 VIRTUAL indicator
Licht op wanneer Virtual CINEMA DSP in werking is (zie bladzijde 36).
3 SILENT CINEMA indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten en er een geluidsveldprogramma is geselecteerd (zie bladzijde 31).
4 Signaalbron indicators
Een cursorstreepje geeft aan welke signaalbron wordt weergegeven.
5 Geluidsveld indicators
Lichten op om aan te geven welke DSP geluidsvelden er in werking zijn.
6 CINEMA DSP indicator
Licht op wanneer u een CINEMA DSP geluidsveldprogramma selecteert.
7 YPAO indicator
Licht op tijdens de automatische set-up en wanneer de automatische luidspreker-instellingen onveranderd worden gebruikt.
8 AUTO i ndicator
Licht op wanneer dit toestel in de automatische afstemfunctie staat.
9 TUNED indicator
Licht op wanneer dit toestel is afgestemd op een zender.
DVD
DTV/CBL
V-AUX
SP
HiFi DSP
A B
IJ M
G
0 STEREO indicator
Licht op wanneer het toestel een sterk FM stereosignaal ontvangt en de AUTO indicator brandt.
A MEMORY indicator
Knippert ten teken dat een zender opgeslagen kan worden.
B MUTE indicator
Knippert wanneer de MUTE functie (tijdelijk uitschakelen geluidsweergave) is ingeschakeld.
C VOLUME niveau-aanduiding
Geeft het huidige volumeniveau aan.
D PCM indicator
Licht op wanneer dit toestel PCM (pulscode modulatie) digitale audiosignalen weergeeft.
E STANDARD indicator
Licht op wanneer Surround Standaard of Surround Enhanced is geselecteerd (zie bladzijde34).
F NIGHT indicator
Licht op wanneer u de nacht-luisterfunctie selecteert.
G SP A B indicators
Lichten op om aan te geven welke set voor-luidsprekers is geselecteerd. Beide indicators lichten op wanneer beide sets luidsprekers worden geselecteerd.
H Hoofdtelefoon indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten.
I HiFi DSP indicator
Licht op wanneer u een HiFi DSP geluidsveldprogramma selecteert.
J Multifunctioneel display
Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van instellingen.
YPAO
8
MD/CD-R
AUTO
HOLD
P
MEMORY
TUNED STEREO MUTE
PS
RT CTEONPTYPTY
SLEEP
KNLED
PHONOCDTUNER
VOLUME
dB
ft
96/24
LCR
mS
SL SB SR
LFE
dB
K SLEEP indicator
Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld.
L 96/24 indicator
Licht op wanneer dit toestel een DTS 96/24 signaal ontvangt.
M LFE indicator
Licht op wanneer het ingangssignaal een LFE signaal bevat.
N Indicators ingangskanalen
Deze geven aan uit welke kanalen het huidige digitale ingangssignaal bestaat.
O ZONE 2 indicator
Licht op wanneer Zone 2 is ingeschakeld.
P Radio Data Systeem indicators
De Radio Data Systeem gegevens die worden verzorgd door de Radio Data Systeem zender waar op dit moment op is afgestemd zullen oplichten. EON licht op wanneer er is afgestemd op een Radio Data Systeem zender die EON gegevens aanbiedt. PTY HOLD licht op wanneer er met de PTY SEEK zoekfunctie naar zenders wordt gezocht.
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
INLEIDING
Nederlands
9
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
90 A B C
Achterpaneel
12 3 47865
COMPONENT VIDEO
PR PB Y
DVD
DTV/ CBL
VIDEO
AUDIO AUDIO
VIDEO S VIDEO
DIGITAL OUTPUT
CD
MD/CD-R
IN
OPTICAL
(PLAY)
MD/ CD-R OUT
MD/CD-R
(REC)
FRONT
DVD
SURROUND
DTV/CBL
SURROUND
BACK
CD
DVD
COAXIAL
WOOFER
DIGITAL
MULTI CH INPUT
INPUT
MONITOR
OUT
DVD
DTV/ CBL
VCR 1
OUT
DVR/ VCR 2
OUT
SUB
CENTER
ZONE 2 OUTPUT
PRE OUT
CENTER SINGLE
IN
FRONT
WOOFER
SURROUND
A
IN
B
VIDEO S VIDEO
MONITOR OUT
TUNER
75 UNBAL.
AM
FM
ANTGND
ANT
XM
REMOTE
AC OUTLETS
SWITCHED
IN
CONTROL
OUT
OUT
+12V
PRESENCE/
SUB
SURROUND
ZONE 2
BACK
FRONT
15mA MAX.
SPEAKERS
SURROUND
SURROUND BACK
CENTER
1 DIGITAL OUTPUT aansluitingen
Zie bladzijde 19 voor details.
2 Aansluitingen voor audio-apparatuur
Zie bladzijde 19 voor meer informatie over deze aansluitingen.
3 Aansluitingen voor video-apparatuur
Zie de bladzijden 16 en 18 voor meer informatie ov er deze aansluitingen.
4 Antenne-aansluitingen
Zie bladzijde 21 voor meer informatie over deze aansluitingen.
5 PRESENCE/ZONE 2 luidspreker-
aansluitingen
Zie bladzijde 12 voor meer informatie over deze aansluitingen.
6 REMOTE IN/OUT aansluitingen
Zie bladzijde 71 voor details.
10
7 CONTROL OUT aansluiting
Dit is een bedieningsaansluiting die alleen voor handelsdoeleinden bedoeld is.
8 AC OU TLET(S)
Hiermee kunt eventueel andere A/V componenten van stroom voorzien (zie bladzijde22).
9 DIGITAL INPUT aansluitingen
Zie de bladzijden 16, 18 en 19 voor details.
0 MULTI CH INPUT aansluitingen
Zie bladzijde17 voor meer informatie over deze aansluitingen.
A ZONE 2 OUTPUT aansluitingen
Deze aansluitingen produceren uitsluitend analoge signalen. Zie bladzijde 71 voor details.
B PRE OUT aansluitingen
Zie bladzijde20 voor meer informatie over deze aansluitingen.
C Luidspreker-aansluitingen
Zie bladzijde12 voor meer informatie over deze aansluitingen.
LUIDSPREKER SETUP
Opstelling van de luidsprekers
Hieronder ziet u de standaard ITU-R* opstelling van de luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van CINEMA DSP en multikanaals audio.
*
ITU-R is de aanduiding voor de afdeling radiocommunicatie van de ITU (International Telecommunication Union).
PL
SL
SL
1,8 m
Voor-luidsprekers (FR en FL)
De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van het hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op gelijke afstand van uw luisterplek. De afstanden van deze luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk zijn.
Midden-luidspreker (C)
De midden-luidspreker is voor weergave van het middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een of andere reden niet mogelijk is om een midden­luidspreker te gebruiken, kunt u ook zonder. De beste resultaten krijgt u echter met een volledig systeem. Zorg ervoor dat de voorkant van de midden-luidspreker in lijn ligt met de voorkant van uw beeldscherm. Plaats deze luidspreker midden tussen de voor-luidsprekers en zo dicht mogelijk bij het beeldscherm, bijvoorbeeld direct erboven of eronder.
FL
80˚
SBL
30 cm of meer
PR
C
FR
30˚
SR
60˚
SR
SBR
1,8 m
LUIDSPREKER SETUP
Surround-luidsprekers (SR en SL)
De surround-luidsprekers worden gebruikt voor omhullende surroundweergave en effecten. Plaats deze luidsprekers achter uw luisterplek, een beetje naar binnen gericht en ongeveer 1,8 m van de vloer.
Surround achter-luidsprekers (SBR en SBL)
De surround achter-luidsprekers geven een aanvulling op de surround-luidsprekers en zorgen voor realistischer overgangen van voor naar achter. Plaats deze luidsprekers direct achter de luisterplek en op dezelfde hoogte als de surround-luidsprekers. U moet ze minstens 30 cm uit elkaar plaatsen. In het ideale geval zou u ze op dezelfde afstand uit elkaar moeten plaatsen als de voor­luidsprekers.
Subwoofer
Een subwoofer, zoals het YAMAHA Active Serv o Processing Subwoofer System, zorgt niet alleen voor een effectieve versterking van de lage tonen in de diverse weergavekanalen, maar ook voor een natuurgetrouwe reproductie van het LFE (lage frequentie effecten) kanaal in Dolby Digital en DTS geluidsmateriaal. De opstelling van de subwoofer is niet zo belangrijk, want de zeer lage tonen zijn niet erg richtingsgevoelig. U kunt de subwoofer het beste in de buurt van de voor-luidsprekers plaatsen. Richt hem een beetje naar het midden van de ruimte om weerkaatsing via de wanden te verminderen.
Aanwezigheidsluidsprekers (PR en PL)
De zogenaamde ‘aanwezigheids’-luidsprekers geven een aanvulling op de weergave via de voor-luidsprekers met extra omgevingseffecten geproduceerd door CINEMA DSP (zie bladzijde 48). Deze effecten bestaan onder meer uit geluiden die de filmmakers een stukje verder achter het scherm willen plaatsen voor een groter bioscoopeffect. Plaats deze luidsprekers voor in de kamer, ongeveer 0,5 – 1 m buiten de voor-luidsprekers, iets naar binnen gericht en ongeveer 1,8 m boven de vloer.
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
11
LUIDSPREKER SETUP
Luidspreker-aansluitingen
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de aansluitingen niet kloppen, zal er geen geluid worden weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de luidspreker-aansluitingen niet correct is, zal de weergave onnatuurlijk klinken met te weinig lage tonen.
LET OP
Als u luidsprekers van 4 of 6 Ohm wilt gebruiken moet u de luidsprekerimpedantie van dit toestel instellen op 4 Ohm instellen voor u het systeem gaat gebruiken (zie bladzijde 23).
• Zet het toestel uit voor u de luidsprekers gaat aansluiten.
• Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de metalen onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken.
• Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm storen, zet de luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan.
Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden naast elkaar. De ene draad onderscheidt zich van de andere door een andere kleur, of misschien een streep, groef of ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel en uw luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–” (zwarte) aansluitingen.
10 mm
1
2
1 Strip ongeveer 10 mm isolatie van het
uiteinde van elk van de luidsprekerdraden.
2 Draai de blootgekomen draadjes in elkaar om
kortsluiting te voorkomen.
3 Schroef de knop los.
4 Steek een ontbloot draadeind in het gat aan
de zijkant van de aansluiting.
12
5 Draai de draad vervolgens met de knop weer
vast.
3
4
5
Rood: positief (+) Zwart: negatief (–)
Verbinden met de PRESENCE/ZONE 2 of PRESENCE luidspreker-aansluitingen
1
2
3
1 Doe het lipje open.
2 Steek een ontbloot draadeind in het gat van
de aansluiting.
3 Doe het lipje weer op zijn plaats om de draad
vast te zetten.
Subwoofer-
systeem
Aanwezigheidsluidsprekers
LinksRechts
231
LUIDSPREKER SETUP
Surround-luidsprekers
LinksRechts
4 5
VOORBEREIDINGEN
PRE OUT
CENTER SINGLE
PRESENCE/
SUB
SURROUND
ZONE 2
FRONT
SURROUND
WOOFER
BACK
SPEAKERS
A
B
SURROUND
FRONT
CENTER
SURROUND BACK
6 7 10
U kunt zowel aanwezigheids- als surround-achter luidsprekers aansluiten op dit toestel, maar deze zullen niet tegelijkertijd geluid kunnen produceren.
• De surround achter-luidsprekers geven het surround achterkanaal in Dolby Digital EX en DTS-ES materiaal weer en werken alleen
• De aanwezigheidsluidsprekers produceren omgevingseffecten die worden gecreëerd door de DSP geluidsvelden. Ze zullen geen
Voor-luidsprekers (A)
wanneer de Dolby Digital EX, DTS-ES of Dolby Pro Logic IIx decoder is ingeschakeld.
geluid produceren wanneer er andere geluidsvelden geselecteerd zijn.
Voor-
luidsprekers
(B)
LinksRechts
Midden-
luidspreker
98
Surround achter-
luidsprekers
LinksRechts
Nederlands
13
LUIDSPREKER SETUP
FRONT aansluitingen
U kunt hierop een enkel of twee luidsprekersystemen (6,
7) aansluiten. Als u een enkel luidsprekersysteem gebruikt, kunt u dit naar keuze met de FRONT A of de B aansluitingen verbinden.
CENTER aansluitingen
Hierop kunt u een midden-luidspreker (8) aansluiten.
SURROUND aansluitingen
Hierop kunt u surround-luidsprekers (4, 5) aansluiten.
SUBWOOFER aansluiting
Sluit hierop een subwoofer met ingebouwde eindversterker (1) aan, zoals het YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System.
SURROUND BACK aansluitingen
Hierop kunt u surround achter-luidsprekers (9, 10) aansluiten. Als u slechts één surround achter-luidspreker gebruikt, verbind deze dan met de linker (L) aansluitingen.
PRESENCE aansluitingen
Hierop kunt u zg. aanwezigheidsluidsprekers (2, 3) aansluiten.
*
Als u één van de modellen voor de V.S., Canada, Australië, het V.K. of Europa gebruikt, kunt u deze luidsprekers ook als Zone 2 luidsprekers gebruiken (zie bladzijde 71).
14
3
8
7
2
6
1
10
5
Opstelling van de luidsprekers
4
9
AANSLUITINGEN
Voor u componenten gaat aansluiten
LET OP
Sluit dit toestel of één van de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de componenten gemaakt zijn.
Kabelaanduidingen
Voor analoge signalen
linker analoge bedrading rechter analoge bedrading
Voor digitale signalen
optische kabels coaxiale bedrading
Voor videosignalen
videobedrading S-videobedrading
component videokabels
Analoge aansluitingen
Analoge signalen van andere audiocomponenten kunt u via tulpstekkerkabels aansluiten op de analoge aansluitingen van dit toestel. Verbind de rode stekkers met de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen.
Digitale aansluitingen
Dit toestel heeft digitale aansluitingen voor directe transmissie van digitale signalen via coaxiale bedrading of optische glasvezelkabels. U kunt de digitale aansluitingen gebruiken voor PCM, Dolby Digital en DTS ingangssignalen. Wanneer u een bepaalde component zowel met de COAXIAL als met de OPTICAL aansluiting verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen. Alle digitale ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz.
Opmerking
In dit toestel is de verwerking van digitale signalen gescheiden van de verwerking van analoge signalen. Daarom kunnen audiosignalen die binnenkomen via de analoge ingangsaansluitingen ook alleen via de analoge OUT (REC) uitgangsaansluitingen worden weergegeven. Op dezelfde manier zullen via de digitale (OPTICAL of COAXIAL) ingangsaansluitingen binnenkomende signalen alleen via de DIGITAL OUTPUT uitgangsaansluitingen worden weergegeven.
L
R
O
C
V
S
PR
B
P Y
AANSLUITINGEN
Stofkapje
Trek het kapje van de optische aansluiting voor u er de optische glasvezelkabel op aansluit. Gooi het stofkapje niet weg. Wanneer u de optische aansluiting niet gebruikt, dient u het stofkapje er weer op te doen. Dit kapje beschermt de aansluiting tegen stof en vuil.
Video-aansluitingen
Dit toestel heeft drie soorten video-aansluitingen. Welke aansluiting u nodig heeft hangt af van die van uw beeldscherm. De signalen die binnenkomen via de S VIDEO aansluitingen worden automatisch omgezet voor weergave via de VIDEO aansluitingen. Wanneer VIDEO CONV. op ON (zie bladzijde63) is ingesteld, zullen signalen die binnenkomen via de VIDEO aansluitingen kunnen worden gereproduceerd via de S VIDEO en COMPONENT VIDEO aansluitingen. Op dezelfde manier kunnen signalen die binnenkomen via de S VIDEO aansluitingen ook worden gereproduceerd via de COMPONENT VIDEO aansluitingen.
VIDEO
VIDEO aansluitingen
Voor conventionele composiet videosignalen.
S VIDEO aansluitingen
Voor S-videosignalen, in luminantie (Y) en kleur (C) gescheiden videosignalen voor een betere beeldkwaliteit.
COMPONENT VIDEO aansluitingen
Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en kleurverschil (P beste beeldkwaliteit.
Signaalschema binnenin het toestel
COMPONENT VIDEO
S VIDEO
VIDEO
Alleen wanneer VIDEO CONV. op ON (aan) staat (zie bladzijde63).
Opmerking
Wanneer er zowel signalen binnenkomen via de S VIDEO als via de VIDEO aansluitingen, krijgen de via de S VIDEO aansluiting binnenkomende signalen voorrang.
COMPONENT VIDEO
S VIDEO
PR PB Y
B, PR) gescheiden videosignalen voor de
Ingang
Uitgang
(MONITOR OUT)
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
15
AANSLUITINGEN
Aansluiten van videocomponenten
Aansluitingen voor DVD weergave
Opmerking
U moet uw videocomponenten op dezelfde manier aansluiten op dit toestel als uw videomonitor indien VIDEO CONV. (zie bladzijde63) is ingesteld op OFF. Wanneer u bijvoorbeeld uw videomonitor op dit toestel heeft aangesloten via een VIDEO aansluiting, dient uw videocomponenten ook via VIDEO aansluitingen met dit toestel te verbinden. (Zelfs wanneer VIDEO CONV. op OFF is ingesteld, zullen S-videosignalen die worden ontvangen van uw videocomponent automatisch door dit toestel worden omgezet naar composiet videosignalen.)
Audio uitgang
DVD-speler
Video uitgang
LRC
V
S
VIDEO
AUDIO
VIDEO S VIDEO
DVD
VIDEO S VIDEO
MONITOR OUT
DVD
MONITOR
COMPONENT VIDEO
OUT
PR PB Y
R PB Y
P
Video ingang
Beeldscherm
Coaxiale uitgang
Optische uitgang
O
DVD
DVD
COAXIAL
DIGITAL
INPUT
16
Apparatuur verbinden met de MULTI CH INPUT aansluitingen
Dit toestel is voorzien van 8 extra ingangsaansluitingen (links en rechts FRONT, CENTER, links en rechts SURROUND en links en rechts SURROUND BACK en SUBWOOFER) voor gescheiden multikanaals ingangssignalen van een multiformaat-speler, externe decoder, sound processor of voorversterker. Verbind de uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler of externe decoder met de MULTI CH INPUT aansluitingen. Let er goed op dat u de linker en rechter uitgangen verbindt met de linker en rechter ingangsaansluitingen voor zowel de voor- als de surroundkanalen.
Voor 6-kanaals ingangssignalen
FRONT
SURROUND
SUB
CENTER
WOOFER
MULTI CH INPUT
Voor 8-kanaals ingangssignalen
SURROUND
SURROUND
AANSLUITINGEN
FRONT
BACK
SUB
CENTER
WOOFER
MULTI CH INPUT
VOORBEREIDINGEN
Subwoofer
LRLR
uitgang
Middenkanaal uitgang
Multiformaat-speler/
externe decoder
Voorkanaal uitgang
Opmerkingen
• Wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron selecteert, zal dit toestel automatisch de digitale geluidsveldprocessor uitschakelen en zult u geen geluidsveldprogramma’s kunnen selecteren.
• Dit toestel is niet in staat de via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomende signalen zo te herschikken dat er wordt gecompenseerd voor eventueel in uw systeem ontbrekende luidsprekers. Daarom bevelen we u aan tenminste een 5.1-kanaals luidsprekersysteem aan te sluiten voor u gebruik maakt van deze functie.
• Wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten, zullen alleen de linker en rechter voorkanalen worden weergegeven.
Surroundkanaal uitgang
Voorkanaal uitgang
Subwoofer uitgang
Middenkanaal uitgang
Multiformaat-speler/
externe decoder
LR LRLR
Surround­achter uitgang
Surroundkanaal uitgang
Nederlands
17
AANSLUITINGEN
Aansluitingen voor andere videocomponenten
Opmerkingen
• U moet uw videocomponenten op dezelfde manier aansluiten op dit toestel als uw videomonitor indien VIDEO CONV. (zie bladzijde63) is ingesteld op OFF. Wanneer u bijvoorbeeld uw videomonitor op dit toestel heeft aangesloten via een VIDEO aansluiting, dient uw videocomponenten ook via VIDEO aansluitingen met dit toestel te verbinden. (Zelfs wanneer VIDEO CONV. op OFF is ingesteld, zullen S-videosignalen die worden ontvangen van uw videocomponent automatisch door dit toestel worden omgezet naar composiet videosignalen.)
• De geconverteerde videosignalen worden alleen gereproduceerd via de MONITOR OUT aansluitingen. Bij het maken van opnamen moet u tussen de diverse componenten telkens gebruik maken van dezelfde soorten aansluitingen (bijv. S-Video).
Optische uitgang
O
DTV/CBL
COAXIAL
DIGITAL
INPUT
VIDEO AUX aansluitingen (op het
voorpaneel)
Via deze aansluitingen kunt u allerlei videobronnen, zoals spelcomputers of videocamera’s, aansluiten op dit toestel.
Audio
uitgang
Kabel TV of
satellietontvanger
LR
AUDIO
R LR
L
Audio ingang Audio uitgang
Video uitgang
V
VIDEO
VIDEO S VIDEO
DTV/
CBL
IN
VCR 1
OUT
VIDEO S VIDEO
MONITOR OUT
DVD-recorder of
videorecorder
R PB Y
P
S
COMPONENT VIDEO
PRPBY
DTV/ CBL
MONITOR
Video ingang
OUT
of of
Video ingang Video uitgang
S
SVS
VIDEOS VIDEO OPTICALL AUDIO R
V
V
VIDEO AUX
L
Beeldscherm
O
R
Optische uitgang Audio uitgang R
Spelcomputer
Audio uitgang L
of
Video uitgang
videocamera
S-Video uitgang
18
Aansluiten van audiocomponenten
Aansluitingen voor audiocomponenten
AANSLUITINGEN
MD-recorder of
cassettedeck
Optische ingang
Optische uitgang
Audio uitgang
R
R
Audio ingang
AUDIO
DIGITAL OUTPUT
CD
MD/CD-R
O
O
L
L
IN
OPTICAL
(PLAY)
MD/
CD-R
OUT
MD/CD-R
(REC)
CD
COAXIAL
DIGITAL INPUT
Audio uitgang
R
Coaxiale uitgang
C
L
VOORBEREIDINGEN
CD-speler
Nederlands
19
AANSLUITINGEN
Aansluiten op een externe versterker
Als u het uitgangsvermogen voor de luidsprekers wilt opvoeren, of als u gewoon een andere versterker wilt gebruiken, kunt u als volgt een externe versterker verbinden met de PRE OUT aansluiten.
Opmerkingen
• Wanneer er audio tulpstekkers zitten in de PRE OUT aansluitingen voor weergave via een externe versterker, mag u niets aansluiten op de corresponderende SPEAKERS aansluitingen. Zet het volume van de op dit toestel aangesloten versterker op de hoogste stand.
• De signalen die worden geproduceerd via de FRONT PRE OUT en CENTER PRE OUT aansluitingen ondervinden invloed van de TONE CONTROL instellingen.
• Als SPEAKERS A uit staat en SP B op ZONE B (zie bladzijde64) is ingesteld, zullen er alleen signalen worden geproduceerd via de FRONT PRE OUT aansluitingen.
12354
PRE OUT
CENTER SINGLE
SUB
SURROUND
FRONT
WOOFER
SURROUND
BACK
1 FRONT PRE OUT aansluitingen
Voorkanaal uitgangsaansluitingen op lijnniveau.
2 SURROUND PRE OUT aansluitingen
Surroundkanaal uitgangsaansluitingen op lijnniveau.
3 CENTER PRE OUT aansluiting
Middenkanaal uitgangsaansluitingen op lijnniveau.
4 SURROUND BACK PRE OUT aansluitingen
Surround achter- of aanwezigheidskanaal uitgangsaansluitingen op lijnniveau.
5 SUBWOOFER PRE OUT aansluiting
Sluit hierop een subwoofer met ingebouwde eindversterker aan, zoals het YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System.
Opmerkingen
• Elke PRE OUT aansluiting produceert hetzelfde signaal als de corresponderende luidspreker-aansluiting.
• Regel het volume van de subwoofer met de bedieningsorganen op de subwoofer zelf. U kunt het volumeniveau ook regelen met de afstandsbediening (zie “Handmatig instellen van de luidsprekersniveaus” op bladzijde52).
• Het is mogelijk dat sommige signalen niet worden gereproduceerd via de SUBWOOFER PRE OUT aansluiting, afhankelijk van de SPEAKER SET (zie bladzijde56) e n LFE/BASS OUT (zie bladzijde57) instellingen.
20
Aansluiten van de FM en AM
g
antennes
Dit toestel wordt geleverd met zowel een FM als een AM binnenantenne. Normaal gesproken zorgen deze antennes voor een voldoende sterke ontvangst. Verbind de antennes op de juiste manier met de bijbehorende aansluitingen.
FM binnenantenne (meegeleverd)
AM ringantenne
(meegeleverd)
TUNER
75Ω UNBAL.
AM
FM
GND
ANT
ANT
Aarde (GND aansluiting)
Voor de grootst mogelijke veiligheid en zo min mogelijk storing dient u de antenne GND aansluiting goed te aarden. Een goede aarding wordt bijvoorbeeld verzorgd door een metalen staaf die in vochtige
rond gedreven is.
Aansluiten van de AM ringantenne
1 Maak de AM ringantenne gebruiksklaar.
2 Houd het lipje ingedrukt
zodat u de AM antennedraden in de AM ANT en GND aansluitingen kunt steken.
3 Stel de AM ringantenne zo op
dat u de beste ontvangst verkrijgt.
Steek de draad in de sleuf
11 8 6
Klem
AANSLUITINGEN
Eenheid: mm
Verbindingsdraad
Opmerkingen
• De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst worden.
• De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten.
• Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een slechte ontvangst, probeer dan of de ontvangst verbetert met een buitenantenne. Vraag bij uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of service-centrum naar de mogelijkheden met buitenantennes.
Aansluiten van de 75 Ohm/300 Ohm
antenne-adapter (alleen bij modellen voor het V.K.)
1 Maak de meegeleverde
75 Ohm/300 Ohm antenne­adapter open.
2 Strip de buitenmantel
van de 75 Ohm coaxiale kabel en maak deze klaar voor het aansluiten.
3 Knip de
verbindingsdraad door en verwijder deze.
4 Steek de
binnendraad van de kabel in de sleuf en klem de kabel vast met een tang.
5 Klik de behuizing weer
dicht.
VOORBEREIDINGEN
Klem
Nederlands
21
AANSLUITINGEN
Aansluiten van het netsnoer
Aansluiten van het netsnoer
Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact.
AC OUTLET(S) (SWITCHED)
Modellen voor het V.K. ................ 1 netstroomaansluiting
Overige modellen ............... ...... 2 netstroomaansluitingen
Via de netstroomaansluitingen op dit toestel kunt u andere componenten in uw systeem van stroom voorzien. De stroomvoorziening van de AC OUTLET(S) stopcontacten wordt geregeld door de STANDBY/ON toets van dit toestel (of SYSTEM POWER en STANDBY). Deze aansluiting(en) voorzien de erop aangesloten componenten van stroom wanneer dit toestel aan staat. Voor informatie over het maximale vermogen (totale stroomverbruik van de componenten) zie “TECHNISCHE GEGEVENS” op bladzijde 90.
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel uit (standby) staat. Wanneer echter de stekker uit het stopcontact gehaald wordt of de stroomvoorziening om een andere reden langer dan een week onderbroken wordt, zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan.
22
Instelling luidsprekerimpedantie
TRANSMITCODE SET
STANDBY
SYSTEM
POWER
CD MD/CD-R
TUNER
V-AUXDVD
AMP
POWERPOWER
VOLUME
TV MUTE TV INPUT
TV VOL TV CH
AVTV
VCR 1 DVR/VCR2
DTV/CBL
MULTI CH IN
SLEEP
LET OP
Als u luidsprekers van 4 of 6 Ohm gebruikt, dient u de impedantie als volgt in te stellen op 4 of 6 Ohm voor u de stroom inschakelt.
Zorg ervoor dat het toestel uit (standby) staat.
1 Zet het toestel uit, houd STRAIGHT (EFFECT)
ingedrukt en druk op STANDBY/ON.
Dit toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreid setup menu zal verschijnen op het display op het voorpaneel.
STRAIGHT
Houd ingedrukt en druk op
EFFECT
2 Verdraai PROGRAM om door het menu te
bladeren en selecteer “SP IMP.”.
PROGRAM
3 Druk net zo vaak op STRAIGHT (EFFECT) tot
u “4 ! MIN” heeft geselecteerd.
STRAIGHT
EFFECT
4 Druk op STANDBY/ON om de stroom uit te
schakelen.
STANDBY
/ON
De gemaakte instelling wordt de volgende keer wanneer u dit toestel aan zet in werking gesteld.
Inschakelen van de stroom
Wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, kunt u dit toestel aan zetten.
OPTIMIZER MIC
STANDBY
/ON
1 Druk op STANDBY/ON (of op SYSTEM
2 Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
AANSLUITINGEN
MEMORYFM/AM
TUNING MODE
PRESET/TUNING A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
MAN'L/AUTO FMAUTO/MAN'L MONO
LEVELNEXT
EDIT
PROGRAM
INPUT
SPEAKERSPHONES
BA
STANDBY /ON
SILENT CINEMA
PURE DIRECTINPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
MULTI CH
INPUT
EFFECT
S VIDEO VIDEO OPTICALL AUDIO R
1
1
POWER op de afstandsbediening) om dit toestel aan te zetten.
STANDBY
Voorpaneel
dit toestel aan.
SYSTEM
POWER
/ON
of
Afstandsbediening
VOLUME
VIDEO AUX
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
23
AUTO SETUP
AUTO SETUP
Inleiding
Deze receiver maakt gebruik van YAMAHA Parametric Room Acoustic Optimizer (YPAO) technologie zodat u zelf geen lastige luidspreker-instellingen hoeft te doen en waardoor een zeer accurate instelling wordt verkregen. De meegeleverde optimalisatie-microfoon pikt het geluid op dat uw luidsprekers maken in de omgeving waar u ze daadwerkelijk zult gebruiken.
Opmerkingen
• Wij wijzen u erop dat het normaal is dat tijdens de automatische setup luide testtonen worden geproduceerd.
• Als de automatische setup stopt en er een foutmelding op het scherm verschijnt, dient u de procedure voor het oplossen van problemen op bladzijde28 te volgen.
YPAO voert de volgende controles uit en maakt de juiste instellingen voor een zo optimaal mogelijke weergave van uw systeem. WIRING: Controleert welke luidsprekers er aangesloten zijn en de polariteit van elk van de luidsprekers.
SIZE: Controleert de frequentierespons van elk van de luidsprekers en stelt de crossover/hoge afsnijfrequentie in voor de subwoofer om de weergave van de luidsprekers in relatie tot de subwoofer te verbeteren.
DISTANCE: Controleert de afstand van elk van de luidsprekers tot de luisterplek en stelt de juiste vertraging in voor elk kanaal zodat het geluid uit alle luidsprekers op hetzelfde moment aankomt op de luisterplek.
EQUALIZING: Stel de frequenties en de niveaus in via de parametrische equalizers voor de diverse kanalen om interferentie tussen de kanalen te verminderen en een samenhangend geluidsveld te creëren. Dit is vooral belangrijk wanneer u verschillende merken of afmetingen luidsprekers door elkaar gebruikt of een kamer heeft met afwijkende akoestische karakteristieken. De YPAO ijking maakt gebruik van drie parameters (frequentie, niveau en Q-factor) voor elk van de zeven banden in de parametrische equalizer voor een zeer precieze en automatische afregeling van de frequentiekarakteristieken.
LEVEL: Controleert en regelt het geluidsniveau (volume) voor elk van de luidsprekers.
24
Optimalisatie-microfoon setup
1 Verbind de meegeleverde optimalisatie-
microfoon met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het voorpaneel.
OPTIMIZER MIC
STANDBY
Opmerkingen
• Nadat u de automatische setup heeft afgemaakt moet u de optimalisatie-microfoon weer losmaken.
• De optimalisatie-microfoon is niet goed bestand tegen warmte. –Houd hem daarom uit dir ect zon lich t. –Laat hem ook niet bovenop dit toestel liggen.
2 Plaats de optimalisatie-microfoon op een
vlak en horizontaal oppervlak met de omni­directionele microfoonkop naar boven op uw normale luisterplek.
Gebruik indien mogelijk een statief (o.i.d.) om de optimalisatie-microfoon vast te zetten op dezelfde hoogte als waar uw oren zich zouden bevinden wanneer u op uw luisterplek zit.
PRESET/TUNING A/B/C/D/E
EDIT
SPEAKERSPHONES
BA
/ON
EFFECT
SILENT CINEMA
Opstelling optimalisatie-microfoon
FM/AM
l PRESET/TUNING h
PROGRAM
LEVELNEXT
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
Beginnen van de setup
Voor de beste resultaten moet u ervoor zorgen dat de ruimte zo stil mogelijk is tijdens de automatische setup (YPAO). Als er teveel andere geluiden zijn, is het mogelijk dat de resultaten tegenvallen.
y
Als het volume en de crossover/hoge afsnijfrequentie van uw subwoofer apart ingesteld kunnen worden, zet het volume dan tussen de 9 en 11 uur stand (bij een draaiknop) en zet de crossover/hoge afsnijfrequentie zo hoog mogelijk.
1 Zet dit toestel en uw beeldscherm aan.
Controleer of het OSD (in-beeld display) inderdaad wordt weergegeven.
2 Druk op AMP.
3 Druk op SET MENU.
y
Wanneer MEMORY GUARD is ingesteld op ON, kuntu geen andere SET MENU items meer selecteren (zie bladzijde 63).
4 Druk op u / d, selecteer AUTO SETUP en
druk vervolgens op ENTER.
PRESET/CH
ENTER
A-E/CAT. A/B/C/D/E
CROSSOVER/
VOLUME
HIGH CUT
MAX
MIN
150Hz
50Hz
Subwoofer
AMP
SET MENU
MENU
SRCH MODE
SET MENU
.;AUTOSETUP ;MANUALSETUP ;SIGNAL INFO.
p
p
[ ]/[ ]:Up/Down [ENTER]:Enter
PRESET/CH
ENTER
A-E/CAT. A/B/C/D/E
1 AUTO:MENU
. SETUP;;;;;;;AUTO
START  Automatic processing of all items
p
p
[ ]/[ ]:Up/Down
[<]/[>]:Select
1 AUTO:MENU
p
p
2 AUTO:CHECK
INITIALZING WIRING
SIZE/DISTANCE.
EQUALIZING.
LEVEL.
p
RESULT:EXIT
p
p
AUTO SETUP
5 Druk op u / d, selecteer SETUP en druk
vervolgens op j / i om de gewenste instelling te selecteren.
AUTO Om de automatische setup uit te voeren
(YPAO).
RELOAD Om de instellingen van de laatst
uitgevoerde automatische setup (YPAO) opnieuw te laden en zo handmatige wijzigingen ongedaan te maken.
UNDO Om de laatst uitgevoerde automatische
setup (YPAO) ongedaan te maken en de vorige instellingen te herstellen.
DEFAULT Om de setup parameters terug te zetten
op de fabrieksinstellingen (standaard).
y
U kunt alleen RELOAD of UNDO kiezen wanneer u al een keer de automatische setup heeft gedaan.
6 Druk op d, selecteer “START” en druk
vervolgens op ENTER om de setup procedure te laten beginnen.
Het scherm zal al volgt veranderen.
SETUP;;;;;;;AUTO .START
 Automatic processing of all items []/[]:Up/Down [ENTER]:Start
.
CHECK CH=CENTER |||||;;;;;;;; []:Exit
.WARNING (3) RESULT  SP : 5/4/0.1  DIST: 10.0/ 12.0ft  LVL : -9.0/ +6.5dB .>SET CANCEL []/[]:Up/Down [ENTER]:Enter
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
25
AUTO SETUP
De resultaten zoals getoond op het RESULT:EXIT scherm zijn als volgt:
SP Het aantal aangesloten luidsprekers in
deze volgorde: Voor/Achter/Subwoofer
DIST De afstand van de luidsprekers tot dit
toestel in deze volgorde: Kleinste luidsprekerafstand/Grootste luidsprekerafstand
LVL De uitgangsniveaus van de luidsprekers
in deze volgorde: Laagste uitgangsniveau/Hoogste uitgangsniveau
Als u bij stap 5 AUTO heeft geselecteerd, zal “WAITING” verschijnen wanneer de auto matische setup wordt begonnen, waarna elk van de luidsprekers op zijn eigen beurt luide testtonen zal produceren.
• Als u bij stap 5 DEFAULT, RELOAD of UNDO heeft geselecteerd zullen er geen testtonen worden geproduceerd.
Als er een ERROR scherm verschijnt, raadpleeg dan “Als er een foutmelding verschijnt” op bladzijde26.
• Als er een WARNING scherm verschijnt, raadpleeg dan “Als er een foutmelding verschijnt” op bladzijde 27.
y
U kunt gedetailleerde resultaten bekijken door met d en ENTER “RESULT” te selecteren. Op het scherm met de gedetailleerde resultaten kunt u door de informatie bladeren met u / d / j / i.
7 Gebruik j / i om SET of CANCEL te
selecteren en druk vervolgens op ENTER om terug te keren naar het SET MENU scherm.
RESULT:EXIT
WARNING (3) RESULT  SP : 5/4/0.1  DIST: 10.0/ 12.0ft  LVL : -9.0/ +6.5dB
.>SET CANCEL
p
p
[]/[]:Up/Down [ENTER]:Enter
SET
Om de instellingen van de automatische setup (YPAO) definitief te maken.
CANCEL Om de automatische setup (YPAO) te
annuleren zonder wijzigingen aan te brengen.
y
Als u niet tevreden bent met het resultaat, of als u met de hand bepaalde instellingen wilt wijzigen, kunt u de handmatige setup gebruiken (zie bladzijde52).
Opmerkingen
• Als de melding E-10 verschijnt tijdens het testen, dient u de procedure opnieuw op te starten vanaf stap 3.
•Druk op u om de automatische setup te annuleren voordat deze klaar is.
26
Als er een foutmelding verschijnt
Druk op u / d / j / i, selecteer RETRY of EXIT en druk dan op ENTER.
ERROR
.E-9:USER CANCEL .
.Don't operate .any function.
.>RETRYEXIT
p
p
[]/[]:Up/Down [ENTER]:Enter
RETRY Om de automatische setup opnieuw te
proberen.
EXIT Om de automatische setup te verlaten.
Als er een foutmelding verschijnt
1 Druk op ENTER om gedetailleerde informatie
over de waarschuwing te laten zien.
Druk op j / i om eventueel te schakelen tussen de verschillende meldingen.
RESULT:EXIT
.WARNING (3) RESULT  SP : 5/4/0.1  DIST: 10.0/ 12.0ft  LVL : -9.0/ +6.5dB
.>SET CANCEL
p
p
[]/[]:Up/Down [ENTER]:Enter
WARNING:W-1
.<OUT OF PHASE> .Reverse Channel .FL __ .CENTER .PL PR .SL SR .SBL SBR [<]/[>]:Select [ENTER]:Return
W-1 voorbeeldscherm
Zie zie bladzijde 29 voor detail s omtrent de diverse meldingen.
y
• Waarschuwingen stellen u in kennis van potentiële problemen die tijdens de automatische setup zijn gedetecteerd. Waarschuwingen zullen de automatische setup niet annuleren.
• Het aantal waarschuwingen wordt rechts naast “WARNING” getoond.
• Wanneer de waarschu wing niet geldt voor een bepaalde luidspreker, zal “– –” worden getoond.
2 Wanneer u klaar bent, kunt u met ENTER
terugkeren naar het RESULT:EXIT scherm.
Ga door vanaf stap 7 op bladzijde 26.
Opmerkingen
• Als u veranderingen aanbrengt in de aangesloten luidsprekers, de opstelling van de luidsprekers of de inrichting van uw luisterruimte, moet u de automatische setup opnieuw uitvoeren om uw systeem opnieuw te optimaliseren.
• Afhankelijk van de luisteromgeving zal SWFR PHASE:REV verschijnen in AUTO:CHECK en zal de SUBWOOFER PHASE parameter in het SET MENU (zie bladzijde 58) automatisch op REVERSE worden ingesteld. Om de gewenste instelling te selecteren dient u de SUBWOOFER PHASE parameter het SET MENU te wijzigen.
• Bij de DISTANCE resultaten kan de getoonde afstand groter zijn dan in werkelijkheid, afhankelijk van de karakteristieken van uw subwoofer.
AUTO SETUP
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
27
AUTO SETUP
Oplossen van problemen met de automatische setup
Voor de automatische setup
Foutmelding Oorzaak Oplossing
Connect MIC
Unplug HP
Fouten tijdens de automatische setup
E-1:NO FRONT SP
E-2:NO SURR. SP
E-3:NO PRES. SP
E-4:SBR->SBL
E-5:NOISY
E-6:CHECK SUR.
E-7:NO MIC
E-8:NO SIGNAL
E-9:USER CANCEL
E-10:INTERNAL ERROR
De optimalisatie-microfoon is niet aangesloten. • Verbind de meegeleverde optimalisatie-microfoon
Er is een hoofdtelefoon aangesloten. • Maak de hoofdtelefoon los.
Foutmelding Oorzaak Oplossing
Er worden geen L/R voorkanaal signalen gedetecteerd.
Er wordt alleen één surroundkanaal gedetecteerd.
Er wordt alleen één aanwezigheidskanaal gedetecteerd.
Er wordt alleen een rechter surround achterkanaal gedetecteerd.
Teveel geluiden op de achtergrond. • Probeer de automatische setup opnieuw wanneer het
Wel surround achter-luidspreker(s) aangesloten, maar geen L/R surround-luidsprekers.
De optimalisatie-microfoon is losgeraakt tijdens de automatische setup.
De optimalisatie-microfoon kan geen testtonen detecteren.
De automatische setup is geannuleerd door iets dat de gebruiker gedaan heeft.
Er is een DSP communicatiefout of andere complicatie opgetreden.
met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het voorpaneel.
• Selecteer de voor-luidsprekers met SPEAKERS A/B.
• Controleer de aansluitingen van de linker en rechter voor-luidsprekers.
• Zet de externe versterker aan (indien de signalen voor de voor-luidsprekers via een externe versterker worden weergegeven).
• Controleer de aansluitingen van de surround­luidspreker.
• Controleer de aansluitingen van de aanwezigheidsluidspreker.
• Verbind de surround achter-luidspreker met de LEFT SURROUND BACK SPEAKERS aansluiting als u slechts een enkele surround achter-luidspreker heeft.
stiller is.
• Zet lawaaiige elektrische apparatuur zoals air­conditioners (enz.) uit, of zet ze uit de buurt van de optimalisatie-microfoon.
• Sluit uw surround-luidsprekers aan wanneer u een of meer surround achter-luidspreker(s) gebruikt.
• Controleer de aansluitingen van de surround­luidspreker.
• Raak de optimalisatie-microfoon niet aan tijdens de automatische setup.
• Controleer de instelling van de micr ofoon.
• Controleer de aansluiting en de opstelling van de microfoon.
• Voer de automatische setup opnieuw uit. Raak tijdens de automatische setup VOLUME (enz.) niet aan.
• Voer de automatische setup opnieuw uit.
28
Loading...
+ 68 hidden pages