Yamaha RX-V559 User Manual [nl]

Page 1
RX-V559
AV Receiver Ampli-tuner audio-vidéo
G
OWNER’S MANUAL
MODE D’EMPLOI
BEDIENUNGSANLEITUNG
BRUKSANVISNING
GEBRUIKSAANWIJZING
ИНСТРУКЦИЯ ПО ЭКСПЛУАТАЦИИ
Page 2
LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK
NEEMT.
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit
uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er later nog eens iets in kunt opzoeken.
2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge,
schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan de achterkant van dit toestel.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad (bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet bovenop dit toestel:
– Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen doen verkleuren.
– Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen veroorzaken.
– Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz.
zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is
geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de
stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen;
dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone, droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik
van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. YAMAHA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit toestel met een ander voltage dan hetgeen aangegeven staat.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient u de
stekker uit het stopcontact te halen en een eventueel aangesloten buitenantenne los te koppelen van dit toestel wanneer het onweert.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of
het te repareren. Neem contact op met erkend YAMAHA servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een
plek waar u de stekker gemakkelijk kunt bereiken.
17 Lees het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” over
veel voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
18 Voor u dit toestel gaat verplaatsen dient u MASTER ON/OFF
in te drukken zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om dit toestel uit te schakelen, waarna u de stekker uit het stopcontact moet halen.
19 VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en algemene modellen) De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt. De geschikte voltages zijn als volgt: Modellen voor Azië
................................... 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Algemene modellen
..................... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
WAARSCHUWING
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN, MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
De stroomvoorziening van dit toestel is niet afgesloten zolang de stekker in het stopcontact zit, ook al is het toestel zelf uitgeschakeld. In deze staat is dit toestel ontworpen om slechts een zeer kleine hoeveelheid stroom te gebruiken.
Alleen voor klanten in Nederlands
Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
Page 3
INHOUDSOPGAVE
INLEIDING
KENMERKEN ....................................................... 2
VAN START ........................................................... 3
Meegeleverde accessoires.......................................... 3
Inzetten van batterijen in de afstandsbediening......... 3
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES ......... 4
Voorpaneel................................................................. 4
Afstandsbediening ..................................................... 6
Display voorpaneel .................................................... 9
Achterpaneel ............................................................ 11
VOORBEREDINGEN
AANSLUITINGEN .............................................. 12
Luidsprekers opstellen ............................................. 12
Aansluiten van luidsprekers..................................... 13
Informatie over aansluitingen en stekkers ............... 16
Stroomschema audio- en videosignalen .................. 17
Aansluiten van een TV ............................................ 18
Aansluiten van een DVD-speler, een DVD-recorder,
een videorecorder of een STB (Set Top Box) ..... 19
Aansluiten van een CD-speler, een MD-speler of
cassettedeck ......................................................... 21
Aansluiten van een YAMAHA iPod universeel
dock .................................................................. 22
Aansluiten van een multiformaat-speler of externe
decoder ................................................................ 23
Aansluiten van een spelcomputer, een videocamera
of een draagbare audiospeler ............................... 23
Aansluiten van de FM en AM antennes .................. 24
Aansluiten van het netsnoer ..................................... 26
Instellen van de luidspreker-impedantie .................. 27
Aan en uit zetten van dit toestel............................... 28
BASIS SETUP....................................................... 29
BASISBEDIENING
WEERGAVE ........................................................ 32
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES ........... 34
Gebruiken van het SILENT CINEMA .................... 34
Tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave ....... 34
Selecteren van de nacht-luisterfunctie ..................... 34
Selecteren van de ingangsfunctie............................. 35
Gebruiken van de slaaptimer ................................... 35
Instellen luidsprekerniveaus .................................... 36
Selecteren van de Compressed Music Enhancer
functie .................................................................. 37
Selecteren van de MULTI CH INPUT component Luisteren naar multikanaals materiaal met 2-kanaals
stereoweergave .................................................... 39
Luisteren naar onbewerkte weergave ...................... 39
Luisteren naar pure hi-fi stereoweergave ................ 39
GEBRUIKEN VAN VIDEOFUNCTIES............ 40
Tonen van informatie over de signaalbron.............. 40
Selecteren van de OSD (in-beeld display)
weergavefunctie................................................... 41
Afspelen van video op de achtergrond .................... 41
LUISTEREN NAAR SURROUNDWEERGAVE
......... 42
... 38
Genieten van surroundweergave van multikanaals
materiaal .............................................................. 42
Genieten van surroundweergave van 2-kanaals
materiaal .............................................................. 43
Gebruiken van het Virtual CINEMA DSP .............. 44
OPNEMEN ............................................................45
FM/AM AFSTEMMEN ........................................46
Automatisch afstemmen .......................................... 46
Handmatig afstemmen ............................................. 47
Automatisch voorprogrammeren ............................. 48
Handmatig voorprogrammeren................................ 49
Selecteren van voorkeuzezenders ............................ 50
Omwisselen van voorkeuzezenders ......................... 51
AFSTEMMEN OP RADIO DATA SYSTEEM
ZENDERS (ALLEEN MODELLEN VOOR
HET V.K. EN EUROPA).................................. 53
Selecteren van een Radio Data Systeem programma
Gebruiken van het Radio Data Systeem netwerk .... 54
Tonen van Radio Data Systeem informatie ............. 55
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S ....................57
Selecteren van geluidsveldprogramma’s ................. 57
Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s ................ 58
Veranderen van geluidsveldparameter instellingen
Geluidsveldprogramma luidsprekeropstellingen ..... 66
............ 60
GEAVANCEERDE BEDIENING
SET MENU ............................................................69
Gebruiken van het SET MENU ............................... 71
1 SOUND MENU.................................................... 72
2 INPUT MENU...................................................... 77
3 OPTION MENU................................................... 79
GEAVANCEERDE SETUP .................................82
KENMERKEN VAN DE
AFSTANDSBEDIENING.................................84
Bedienen van dit toestel, een TV of andere componenten
Instellen van afstandsbedieningscodes .................... 86
Instellen van archiefcodes........................................ 87
Terugzetten van alle afstandsbedieningscodes........ 88
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN
(MULTI-ZONE) ................................................89
Aansluiten Zone 2.................................................... 89
Bediening Zone 2..................................................... 90
GEBRUIKEN VAN EEN iPod®..........................92
Instellen van de afstandsbedieningscode ................. 92
iPod bediening ......................................................... 92
RESETTEN VAN HET SYSTEEM ....................94
AANVULLENDE INFORMATIE
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN .......................95
WOORDENLIJST ..............................................100
Audio informatie.................................................... 100
Video informatie .................................................... 101
Geluidsveldprogramma informatie ........................ 102
TECHNISCHE GEGEVENS .............................103
...... 53
... 84
INLEIDING
VOORBEREDINGEN
BASISBEDIENING
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
GEAVANCEERDE
BEDIENING
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
1
Page 4
KENMERKEN
KENMERKEN
Ingebouwde 6-kanaals eindversterker
Minimum RMS uitgangsvermogen
(0,06% THV, 20 Hz t/m 20 kHz, 8 Ω) Voor: 95 W + 95 W Midden: 95 W Surround: 95 W + 95 W Surround Achter: 95 W
Geluidsveldprogramma’s
Zelf ontwikkelde YAMAHA technologie voor de creatie van
geluidsvelden
Dolby Digital/Dolby Digital EX decoder
DTS/DTS-ES Matrix 6.1, Discrete 6.1, DTS Neo:6, DTS 96/
24 decoder
Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic II/Dolby Pro Logic IIx
decoder
Virtual CINEMA DSP
SILENT CINEMA
Verfijnde AM/FM tuner
40 Willekeurig en gemakkelijk toegankelijke
voorkeuzezenders
Automatisch voorprogrammeren
Wijzigen van voorkeuzezenders (Bewerken
voorkeuzezenders)
Radio Data Systeem (Alleen modellen voor het V.K. en Europa)
Radio Data Systeem afstemmogelijkheden
iPod bediening mogelijk
DOCK aansluiting voor een YAMAHA iPod universeel dock
(aansluitsokkel) (zoals de los verkrijgbare YDS-10), met ondersteuning voor iPod apparatuur met een iPod (Click and Wheel), iPod nano en iPod mini
Overige kenmerken
192-kHz/24-bits D/A converter
OSD (in-beeld display) menu’s waarmee u dit toestel optimaal
kunt aanpassen aan uw eigen audio/videosysteem
6 extra ingangsaansluitingen voor gescheiden multikanaals
signalen
S-video in-/uitgangsaansluitingen
Component video in-/uitgangsaansluitingen
(3 COMPONENT VIDEO IN en 1 MONITOR OUT)
Digitale videosignaal conversie (composiet video S-video
component video) voor de monitor uitgang
Optisch en coaxiaal digitale audio-aansluitingen
Slaaptimer
Middernacht luisterfuncties voor film en muziek
Afstandsbediening met voorgeprogrammeerde
afstandsbedieningscodes, verlichte ingangskeuzetoetsen en bedieningsmogelijkheden voor een iPod (geplaatst in een YAMAHA iPod universeel dock verbonden met de DOCK aansluiting)
Zone 2 aangepaste installatie mogelijk
Mogelijkheid tot schakelen tussen een eerste ruimte en een
Zone 2 met behulp van ZONE CONTROL
PORTABLE mini analoge ingangsaansluiting op het
voorpaneel voor een draagbare audiospeler
Compressed Music Enhancer stand ter verbetering van de
weergavekwaliteit van ongewenste compressieverschijnselen (zoals kunnen voorkomen bij MP3) tot het niveau van een hoogwaardige stereo-installatie
Opmerkingen
y geeft een bedieningstip aan.
• Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met de toetsen op het voorpaneel als met de afstandsbediening. Als de naam van een toets op de afstandsbediening verschilt van die op het voorpaneel, zal de naam van de betreffende toets op de afstandsbediening tussen haakjes vermeld worden.
• Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd zijn als gevolg van verbeteringen enz. Als de handleiding en het product van elkaar verschillen, heeft het product de prioriteit.
®
iPod
“iPod” is een handelsmerk van Apple Computer, Inc.,
Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories. “Dolby”, “Pro Logic”, en het dubbele-D symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
Gefabriceerd onder licentie van Digital Theater Systems, Inc. “DTS”, “DTS-ES”, “NEO:6” en “DTS 96/24” zijn handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc. Copyright 1996, 2003 Digital Theater Systems, Inc. Alle rechten voorbehouden.
geregistreerd in de V.S. en andere landen.
“SILENT CINEMA” is een handelsmerk van YAMAHA CORPORATION.
2
Page 5
VAN START
VAN START
Meegeleverde accessoires
Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt.
Afstandsbediening
CD
DVD DTV
V-AUX DVR
TV VOL TV CH
TV MUTE TV INPUT
STEREO
1
STANDARD
5
SPEAKERS
9
LEVEL
BAND
DAB MEMORY
REC
DISC SKIP
FREQ/TEXT EONSTARTPTY SEEKMODE
POWERPOWER
MUSIC
SELECT
ENHANCER
TRANSMITCODE SET
STANDBY
POWER
AVTV
SLEEP
MD
CD-R
MULTI CH IN
CBL
TUNER
AMP
SOURCE
VOLUME
TV
MUTE
ENTERTAIN
MOVIE
2
3
4
EXTD SUR.
DIRECT ST.
6
7
8
NIGHT
STRAIGHT
0
10
ENT.
EFFECT
PRESET/CH
SET MENU
MENUTITLE
SRCH MODE
ENTER
A/B/C/D/E
DISPLAYRETURN
AUDIO
Batterijen (2)
AM ringantenne
(AA, R6, UM-3)
FM binnenantenne (Modellen voor de V.S., Canada, China, Azië en algemene modellen)
Inzetten van batterijen in de afstandsbediening
INLEIDING
75 Ohm/300 Ohm antenne-
adapter (Alleen modellen voor
het V.K.)
FM binnenantenne (Modellen voor het V.K., Europa, Australië en Korea)
1
3
2
1 Verwijder de klep van het batterijvak.
2 Doe de twee meegeleverde batterijen (AA,
R6, UM-3) in het vak met de polen (+ en –) de goede kant op zoals aangegeven in het batterijvak.
3 Klik de klep van het batterijvak weer terug op
zijn plaats.
Opmerkingen
• Verwissel alle batterijen wanneer u het volgende merkt: – het bereik van de afstandsbediening wordt minder. – de TRANSMIT indicator knippert niet of wordt zwakker.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (alkali en gewone (mangaan) batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie op de verpakking aandachtig door, want de verschillende soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
• Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
• Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk geldende regelgeving in acht.
• Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het geheugen gewist worden. Wanneer het geheugen gewist is, dient u nieuwe batterijen in de afstandsbediening te doen en moet u eventueel ingevoerde functies opnieuw programmeren.
Nederlands
3
Page 6
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
L
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Voorpaneel
3145687
MASTER
ON OFF
MAIN ZONE
ON/OFF
SILENT CINEMA
SPEAKERSPHONES
BA
PRESET/TUNING
EFFECT
FM/AM
A/B/C/D/E
NEXTEDIT
PROGRAM
BC2EH
1 MASTER ON/OFF
Zet dit toestel aan of uit (zie bladzijde 28).
2 MAIN ZONE ON/OFF
Zet de eerste ruimte aan of uit (standby) (zie bladzijde 28).
Opmerkingen
• Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op de infraroodsignalen van de afstandsbediening.
• Wanneer u dit toestel aan zet, zal het 4 a 5 seconden duren voor het toestel geluid kan reproduceren.
• Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
3 Sensor voor de afstandsbediening
Ontvangt de signalen van de afstandsbediening (zie bladzijde 8).
4 Display voorpaneel
Hierop wordt informatie getoond over de bediening en de toestand waarin het toestel zich bevindt (zie bladzijde 9).
90
VIDEO AUX
VIDEO PORTABLEL AUDIO R
VOLUME
l PRESET/TUNING h
LEVEL
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
ZONE 2
ZONE
ON/OFF
CONTROL
MEMORY
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
INPUT
MULTI CH
INPUT
IJKGFD
5 A/B/C/D/E, NEXT
• Hiermee kunt u één van de 5 voorkeuzegroepen selecteren (A t/m E) wanneer de “TUNER” (radio) is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 46).
• Selecteert het luidsprekerkanaal waarvan u het uitgangsniveau wilt instellen wanneer de “TUNER” niet geselecteerd is als signaalbron (zie bladzijde 36).
6 PRESET/TUNING l / h, LEVEL +/–
• Hiermee kunt u één van de 8 voorkeuzenummers (1 t/m
8) wanneer de “TUNER” (radio) is geselecteerd als signaalbron. De dubbele punt (:) zal verschijnen op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 46).
• Selecteert de afstemfrequentie wanneer u “TUNER” heeft geselecteerd als signaalbron. De dubbele punt (:) zal niet verschijnen op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 46).
• Hiermee kunt u het niveau instellen van het luidsprekerkanaal dat u heeft geselecteerd met NEXT wanneer de “TUNER” niet is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 36).
7 MEMORY (MAN’L/AUTO FM)
Hiermee kunt u een zender in het geheugen opslaan. Houd deze toets tenminste 3 seconden ingedrukt om het automatisch voorprogrammeren te laten beginnen (zie bladzijde 48).
A
4
Page 7
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
8 TUNING MODE (AUTO/MAN’L)
Hiermee schakelt u heen en weer tussen automatisch afstemmen (AUTO indicator aan) en handmatig afstemmen (AUTO indicator uit) (zie bladzijde 46).
9 ZONE 2 ON/OFF
Hiermee zet u Zone 2 aan of uit (standby) (zie bladzijde 90).
Opmerking
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
0 ZONE CONTROL
Hiermee kunt u de te bedienen zone heen en weer schakelen tussen de eerste ruimte en Zone 2 (zie bladzijde 90).
y
Wanneer Zone 2 is geselecteerd, zal de ZONE2 indicator ongeveer 5 seconden knipperen op het display op het voorpaneel. Voer de gewenste handeling uit terwijl de indicator aan het knipperen is.
A VO LUME
Hiermee kunt u het volume (uitgangsniveau) van alle audiokanalen tegelijk instellen.
y
Dit heeft geen invloed op het AUDIO OUT (REC) niveau.
B PHONES (SILENT CINEMA) aansluiting
Produceert audiosignalen waarnaar u ongestoord kunt luisteren via een hoofdtelefoon (zie bladzijde 34).
Opmerkingen
• Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen worden gereproduceerd via de SUBWOOFER OUTPUT aansluiting of de luidspreker-aansluitingen.
• Alle Dolby Digital en DTS audiosignalen worden teruggemengd naar de linker en rechter hoofdtelefoonkanalen.
C SPEAKERS A/B
Met elke druk op de bijbehorende toets zet u de set voor­luidsprekers aangesloten op de FRONT A en/of B aansluitingen op het achterpaneel aan of uit.
D PRESET/TUNING, EDIT
•Hiermee schakelt u PRESET/TUNING l / h heen en
weer tussen voorkeuzezenders en gewoon afstemmen.
• Hiermee kunt u de toewijzing van voorkeuzezenders
wijzigen (zie bladzijde 51).
E STRAIGHT (EFFECT)
Hiermee zet u de geluidsveldprogramma’s aan of uit. Wanneer “STRAIGHT” is geselecteerd, zullen 2-kanaals of multikanaals ingangssignalen direct, onveranderd worden weergegeven via de bijbehorende luidsprekers, zonder enig toegevoegd effect (zie bladzijde 39).
F FM/AM
Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen de radiobanden FM en AM (MG) wanneer de “TUNER” (radio) is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 46).
G PROGRAM keuzeknop
Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren of de weergave van de lage/hoge tonen regelen samen met TONE CONTROL (zie bladzijde 33).
H TONE CONTROL
Regelt de lage/hoge tonen balans tussen de linker en rechter voor-luidsprekers, samen met PROGRAM (zie bladzijde 33).
I INPUT MODE
Hiermee kunt u het toestel uitsluitend instellen op digitale of analoge ingangssignalen, of het toestel automatisch het soort ingangssignaal laten bepalen wanneer een component zowel digitaal als analoog op dit toestel is aangesloten (zie bladzijde 35).
J INPUT keuzeknop
Selecteer de gewenste signaalbron.
K MULTI CH INPUT
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT aansluitingen verbonden signaalbron (zie bladzijde 38).
Opmerking
De signaalbron die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen zal voorrang krijgen over een met INPUT op het voorpaneel (of met de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening) geselecteerde signaalbron.
L VIDEO AUX aansluitingen
Via deze audio- en video ingangsaansluitingen kunt u een externe signaalbron zoals een spelcomputer, een videocamera of draagbare audiospeler aansluiten (zie bladzijde 23).
y
Om de signalen die via deze aansluitingen binnenkomen weer te geven, dient u “V-AUX” in te stellen als signaalbron.
Opmerkingen
• De audiosignalen die binnenkomen via de PORTABLE mini­aansluiting hebben voorrang boven de via de AUDIO L/R aansluitingen binnenkomende signalen.
• De audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting op het achterpaneel hebben voorrang boven de via de VIDEO AUX aansluitingen binnenkomende signalen.
INLEIDING
Nederlands
5
Page 8
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Afstandsbediening
In dit hoofdstuk worden de functies van de toetsen op de bij dit toestel behorende afstandsbediening beschreven. Zie “KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING” op bladzijde 84 als u andere componenten wilt kunnen bedienen.
Opmerking
De bedieningsfuncties van de afstandsbedieningstoetsen in de grijze gedeelten hieronder hangen af van de stand van de component-keuzeschakelaar. Zet de component-keuzeschakelaar op AMP om dit toestel te bedienen. Om de TUNER te kunnen bedienen, dient u de component-keuzeschakelaar op SOURCE te zetten en vervolgens op TUNER te drukken om de “TUNER” (radio) als signaalbron te selecteren.
1
2
3
4
5 6
7
8
9
POWERPOWER
CD
DVD DTV
V-AU X DVR
TV VOL TV CH
TV MUTE TV INPUT
STEREO
1
SELECT
STANDARD
5
SPEAKERS
ENHANCER
9
LEVEL
BAND
DAB MEMORY
REC
DISC SKIP
FREQ/TEXT EONSTARTPTY SEEKMODE
AVTV
MD
CD-R
CBL
MUSIC
2
6
0
TRANSMITCODE SET
ENTERTAIN
EXTD SUR.
PRESET/CH
ENTER
STANDBY
TUNER
VOLUME
MUTE
3
7
NIGHT
10
POWER
SLEEP
MULTI CH IN
MOVIE
DIRECT ST.
STRAIGHT
EFFECT
SET MENU
MENUTITLE
SRCH MODE
A/B/C/D/E
DISPLAYRETURN
AUDIO
SOURCE
4
8
ENT.
AMP
0
A
B
C
D
E
F
TV
G
H I
J
K
L
Bedienen van dit toestel
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP om dit toestel te bedienen.
1 Infrarood venster
Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden. Richt dit venster op de component die u wilt bedienen (zie bladzijde 8).
2 CODE SET
Hiermee kunt u afstandsbedieningscodes instellen (zie bladzijde 86).
3 Ingangskeuzetoetsen
Selecteer de signaalbron die u wilt bedienen.
Opmerking
De met de geselecteerde signaalbron corresponderende ingangskeuzetoets licht ongeveer 5 seconden lang op nadat u op een toets op de afstandsbediening heeft gedrukt om aan te geven welke component er bediend wordt.
4 Toetsen voor de geluidsveldprogramma’s
Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren (zie bladzijde 57). – Gebruik SELECT om 2-kanaals materiaal met
surroundweergave weer te geven (zie bladzijde 43).
– Gebruik EXTD SUR. om te schakelen tussen 5.1- en
6.1-kanaals weergave van multikanaals materiaal (zie bladzijde 42).
– Gebruik DIRECT ST. om 2-kanaals bronmateriaal
weer te geven in hi-fi stereo (zie bladzijde 39).
5 SPEAKERS
Hiermee kunt u de set voor-luidsprekers aangesloten op de FRONT A en/of B aansluitingen op het achterpaneel aan of uit zetten. Druk herhaaldelijk op deze toets om de instelling als volgt te wijzigen:
A aan B aan
A en B uit
6 ENHANCER
Hiermee zet u de Compressed Music Enhancer weergavefunctie aan of uit (zie bladzijde 37).
7 LEVEL
Hiermee kunt u een luidsprekerkanaal selecteren om het uitgangsniveau in te stellen (zie bladzijde 36).
8 Cursortoetsen u / d / j / i, ENTER
Hiermee kunt u de parameters van de geluidsveldprogramma's of de “SET MENU” parameters selecteren en instellen.
9 RETURN
Hiermee keert u terug naar het vorige menu bij instellingen via het “SET MENU”.
0 TRANSMIT indicator
Knippert wanneer de afstandsbediening infraroodsignalen aan het uitzenden is.
6
Page 9
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
A STANDBY
Hiermee zet u dit toestel uit (standby) (zie bladzijde 28).
Opmerking
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
B POWER
Hiermee zet u dit toestel aan (zie bladzijde 28).
Opmerking
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
C SLEEP
Hiermee kunt u de slaaptimer instellen (zie bladzijde 35).
D MULTI CH IN
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT aansluitingen verbonden signaalbron bij gebruik van een externe decoder enz. (zie bladzijde 38).
E VO LUME +/–
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume.
F Component-keuzeschakelaar
Hiermee bepaalt u de bedieningsfunctie van de toetsen in de grijze gedeelten.
AMP
Hiermee bedient u dit toestel.
SOURCE
Bedient de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde component (zie bladzijde 85).
TV
Bedient de TV die is toegewezen aan DTV/CBL of
(zie bladzijde 84).
Opmerkingen
• Voor het instellen van de afstandsbedieningscodes voor andere componenten, zie bladzijde 86.
• Wanneer u afstandsbedieningscodes instelt voor zowel DTV/ CBL als (zie bladzijde 86), wordt voorrang gegeven aan de voor DTV/CBL ingestelde code.
G MUTE
Deze toets schakelt de geluidsweergave tijdelijk uit. Druk nog eens op deze toets om de geluidsweergave op het oorspronkelijke volume voort te zetten (zie bladzijde 34).
H STRAIGHT (EFFECT)
Hiermee zet u de geluidsveldprogramma’s aan of uit. Wanneer “STRAIGHT” is geselecteerd, zullen 2-kanaals of multikanaals ingangssignalen direct, onveranderd worden weergegeven via de bijbehorende luidsprekers, zonder enig toegevoegd effect (zie bladzijde 39).
I NIGHT
Hiermee kunt u de nacht-luisterfuncties aan of uit zetten (zie bladzijde 34).
J SET MENU
Opent het “SET MENU” (zie bladzijde 71).
K DISPLAY
Selecteert de in-beeld display (OSD) functie voor weergave op uw beeldscherm (zie bladzijde 41).
L Toetsen voor Radio Data Systeem radio-
ontvangst (Alleen modellen voor het V.K. en Europa)
FREQ/TEXT
Hiermee kunt u het Radio Data Systeem display instellen op weergave van de PS, PTY, RT, of CT functie (als de zender in kwestie de corresponderende diensten aanbiedt) en het frequentiedisplay (zie bladzijde 55).
PTY SEEK MODE
Hiermee zet u dit toestel in de PTY SEEK functie (zie bladzijde 53).
PTY SEEK START
Begint het zoeken naar een geschikte zender nadat u het gewenste programmatype heeft geselecteerd in de PTY SEEK functie (zie bladzijde 53).
EON
Hiermee kunt u het programmatype selecteren (NEWS, AFFAIRS, INFO, of SPORT) waarop u automatisch af wilt laten stemmen (zie bladzijde 54).
INLEIDING
7
Nederlands
Page 10
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Bedienen van de TUNER functies
Zet de component-keuzeschakelaar op SOURCE en druk dan op TUNER om de “TUNER” (radio) als signaalbron te selecteren.
4 Cijfertoetsen
Gebruik de cijfertoetsen 1 t/m 8 om een voorkeuzezender te selecteren.
7 BAND
Hiermee schakelt u heen en weer tussen de radiobanden FM en AM (MG) (zie bladzijde 46).
8 Cursortoetsen u / d / j / i
Gebruik j / i om een voorkeuzegroep (A t/m E) te selecteren en u / d om een voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren (zie bladzijde 50).
Gebruiken van de afstandsbediening
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal uit. U moet de afstandsbediening goed op de afstandsbedieningssensor op dit toestel richten.
VOLUME
ZONE 2
ZONE
ON/OFF
MASTER
ON OFF
MAIN ZONE
ON/OFF
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
NEXTEDIT
PROGRAM
SPEAKERSPHONES
BA
EFFECT
SILENT CINEMA
30 30
TRANSMITCODE SET
STANDBY
POWER
POWERPOWER
AVTV
SLEEP
MD
CD
CD-R
MULTI CH IN
CBL
DVD DTV
TUNER
V-AUX DVR
AMP
SOURCE
TV VOL TV CH
VOLUME
TV
TV MUTE TV INPUT
MUTE
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
DIRECT ST.
5
6
7
8
SPEAKERS
ENHANCER
NIGHT
STRAIGHT
9
0
10
ENT.
EFFECT
PRESET/CH
SET MENU
LEVEL
MENUTITLE
SRCH MODE
BAND
ENTER
A/B/C/D/E
DISPLAYRETURN
DAB MEMORY
REC
AUDIO
DISC SKIP
FREQ/TEXT EONSTARTPTY SEEKMODE
Opmerkingen
• Mors geen water of andere vloeistoffen op de afstandsbediening.
• Laat de afstandsbediening niet vallen.
• Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de volgende plekken: – zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad – plekken waar de temperatuur hoog kan worden, zoals bij de
verwarming of kachel – zeer koude plekken – stoffige plekken
CONTROL
MEMORY
TUNING MODE
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
INPUT
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
MULTI CH INPUT
Ongeveer 6 m
VIDEO PORTABLEL AUDIO R
VIDEO AUX
8
Page 11
Display voorpaneel
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
96 24
ENHANCER
q
DIGITAL
q PL
2
q PL
p
DVR
p
V-AUXpDTV/CBL
DOCK
VIRTUAL
STANDARD
EI
SILENT CINEMA
SP
ZONE2 NIGHT
A B
H
GJK LNMPO
F
HiFi DSP
7 SILENT CINEMA indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten en er een geluidsveldprogramma is geselecteerd (zie bladzijde 34).
8 CINEMA DSP indicator
Licht op wanneer u een CINEMA DSP geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 58).
9 AUTO indicator
Licht op wanneer dit toestel in de automatische
p
DVD
p
MD/CD-RpTUNER
1345768 B
t
MATRIX DISCRETE
q EX
q PL x
PCM
D
1 Decoder indicators
Wanneer één van de decoders van dit toestel in werking is, zal de bijbehorende indicator oplichten.
2 ENHANCER indicator
Licht op wanneer de Compressed Music Enhancer functie is ingeschakeld (zie bladzijde 37).
3 Geluidsveld indicators
Lichten op om aan te geven welke DSP geluidsvelden er in werking zijn.
0A9C
p
EON
CD
MEMORY
SLEEP
MUTE
ft
mS
dB
TUNED
AUTO
Q
STEREO
PTYPTY
PSHOLD RT
CT
(Alleen modellen voor het V.K. en Europa)
afstemfunctie staat (zie bladzijde 46).
DSP aanwezigheidsgeluidsveld
Linker surround DSP geluidsveld
Achter surround DSP geluidsveld
Luisterplek
Rechter surround DSP geluidsveld
4 VIRTUAL indicator
Licht op wanneer Virtual CINEMA DSP in werking is (zie bladzijde 44).
5 Signaalbron indicators
De corresponderende cursor licht op om aan te geven welke signaalbron op dit moment is geselecteerd.
6 DOCK indicator
Licht op wanneer u uw iPod in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10) doet indien deze is verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel (zie bladzijde 22).
0 TUNED indicator
Licht op wanneer dit toestel is afgestemd op een zender (zie bladzijde 46).
A STEREO indicator
Licht op wanneer het toestel een sterk FM stereosignaal ontvangt en de AUTO indicator brandt (zie bladzijde 46).
B MEMORY indicator
Knippert ten teken dat een zender opgeslagen kan worden (zie bladzijde 48).
C VOLUME niveauaanduiding
Geeft het huidige volumeniveau aan.
D PCM indicator
Licht op wanneer dit toestel PCM (pulscode modulatie) digitale audiosignalen weergeeft.
E STANDARD indicator
Licht op wanneer het “SUR. STANDARD” of “SUR. ENHANCED” programma is geselecteerd (zie bladzijde 43).
VOLUME
96/24
LFE
LCR
SL SB SR
INLEIDING
dB
9
Nederlands
Page 12
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
F SP A B indicators
Lichten op om aan te geven welke set voor-luidsprekers is geselecteerd.
G Hoofdtelefoon indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten (zie bladzijde 34).
H ZONE2 indicator
Licht op wanneer Zone 2 in werking is (zie bladzijde 90).
I NIGHT indicator
Licht op wanneer u een nacht-luisterfunctie selecteert (zie bladzijde 34).
J HiFi DSP indicator
Licht op wanneer u een HiFi DSP geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 58).
K Multifunctioneel display
Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van instellingen.
L SLEEP indicator
Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld (zie bladzijde 35).
M MUTE indicator
Knippert wanneer de MUTE functie (tijdelijk uitschakelen geluidsweergave) is ingeschakeld (zie bladzijde 34).
N 96/24 indicator
Licht op wanneer dit toestel een DTS 96/24 signaal ontvangt.
O Indicators ingangskanalen
Deze geven aan uit welke kanalen het huidige digitale ingangssignaal bestaat (zie bladzijde 30).
P LFE indicator
Licht op wanneer het ingangssignaal een LFE signaal bevat.
Q Radio Data Systeem indicators
(Alleen modellen voor het V.K. en Europa)
Licht op wanneer er Radio Data Systeem gegevens worden ontvangen.
EON
Licht op wanneer er EON gegevens worden ontvangen.
PTY HOLD
Licht op wanneer er gezocht wordt naar Radio Data Systeem zenders in de PTY SEEK functie.
10
Page 13
Achterpaneel
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
AUDIO AUDIO OUTPUT DIGITAL INPUT
IN
CD
(PLAY)
IN OUT
DTV/CBL
DVR DVD DTV/CBL
DVD
VIDEO S VIDEO
TUNER SPEAKERS
AM ANT
GND
REMOTE CONTROL
+12V
OUTIN
15mA MAX.
0
MONITOR
OUT
FM ANT
75
UNBAL.
A
OUT
B
AB C
MD/
OUT
CD-R
FRONT ZONE 2
(REC)
MULTI CH INPUT
SURROUND
IN OUT
DVR
FRONT
CENTER
WOOFER
MONITOR
SUB
OUT
WOOFER
SUB
CENTER
DIGITAL OUTPUT
OPTICAL OPTICAL
SURROUND
1 Aansluitingen voor video-apparatuur
Zie de bladzijden 18 en 19 voor meer informatie over deze aansluitingen.
2 Aansluitingen voor audio-apparatuur
Zie bladzijde 21 voor meer informatie over deze aansluitingen.
3 MULTI CH INPUT aansluitingen
Zie bladzijde 23 voor meer informatie over deze aansluitingen.
4 ZONE 2 OUTPUT aansluitingen
Zie bladzijde 89 voor meer informatie over deze aansluitingen.
Opmerking
Deze aansluitingen produceren uitsluitend analoge signalen.
5 SUBWOOFER OUTPUT aansluiting
Zie bladzijde 13 voor meer informatie over deze aansluiting.
6 DIGITAL OUTPUT aansluiting
Zie bladzijde 21 voor meer informatie over deze aansluitingen.
7 DIGITAL INPUT aansluitingen
Zie bladzijde 19 voor meer informatie over deze aansluitingen.
DVD DVD
SURROUND BACK
87654321
DTV/CBLMD/CD-RMD/CD-R
COAXIAL
DOCK
9
COMPONENT VIDEO
DVD DVR
RPBY
P
DTV/CBL
MONITOR OUT
D
8 DOCK aansluiting
Hierop kunt u een YAMAHA iPod universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10) aansluiten, waar u uw iPod in kunt doen. Zie bladzijde 22 voor meer informatie over deze aansluitingen.
9 COMPONENT VIDEO aansluitingen
Zie de bladzijden 18 en 19 voor meer informatie over deze aansluitingen.
0 REMOTE aansluitingen
Zie bladzijde 89 voor details.
A CONTROL OUT aansluiting
Dit is een bedieningsaansluiting voor aangepaste installaties.
B Antenne-aansluitingen
Zie bladzijde 24 voor meer informatie over deze aansluitingen.
C Luidspreker-aansluitingen
Zie bladzijde 13 voor meer informatie over deze aansluitingen.
D AC OUTLET(S)
Hiermee kunt u eventueel andere audiovisuele componenten van stroom voorzien. Zie bladzijde 26 voor details.
INLEIDING
PRPBY
Nederlands
VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor Azië en algemene modellen)
Zie bladzijde 26 voor details.
11
Page 14
AANSLUITINGEN
Luidsprekers opstellen
AANSLUITINGEN
Hieronder ziet u de standaard ITU-R* opstelling van de luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van CINEMA DSP en multikanaals audio.
*
ITU-R is de aanduiding voor de afdeling radiocommunicatie van de ITU (International Telecommunication Union).
FL
SL
SL
C
30˚
60˚
80˚
SB
FR
SR
SR
FR
FL
SW
SR
C
SL
SB
1,8 m
Linker en rechter voor-luidsprekers (FL en FR)
De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van het hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op gelijke afstand van de ideale luisterplek. De afstanden van deze luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk zijn.
Midden-luidspreker (C)
De midden-luidspreker is voor weergave van het middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een of andere reden niet mogelijk is om een midden­luidspreker te gebruiken, kunt u ook zonder. De beste resultaten krijgt u echter met een volledig systeem. Plaats de midden-luidspreker midden tussen de voor-luidsprekers en zo dicht mogelijk bij het beeldscherm, bijvoorbeeld direct erboven of eronder.
Linker en rechter surround-luidsprekers (SL en SR)
De surround-luidsprekers worden gebruikt voor omhullende surroundweergave en effecten. Plaats deze luidsprekers achter uw luisterplek, een beetje naar binnen gericht en ongeveer 1,8 m van de vloer.
Surround achter-luidspreker (SB)
De surround achter-luidspreker geeft een aanvulling op de surround-luidsprekers en zorgt voor realistischer overgangen van voor naar achter. Plaats deze luidspreker direct achter de luisterplek en op dezelfde hoogte als de surround-luidsprekers.
Subwoofer (SW)
Een subwoofer met ingebouwde eindversterker, zoals het YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System, zorgt niet alleen voor een effectieve versterking van de lage tonen in sommige of alle kanalen, maar ook voor een natuurgetrouwe hi-fi stereo reproductie van het LFE (lage frequentie effecten) kanaal in Dolby Digital en DTS geluidsmateriaal. De opstelling van de subwoofer is niet zo belangrijk, want de zeer lage tonen zijn niet erg richtingsgevoelig. U kunt de subwoofer het beste in de buurt van de voor-luidsprekers plaatsen. Richt hem een beetje naar het midden van de ruimte om weerkaatsing via de wanden te verminderen.
12
Page 15
AANSLUITINGEN
Aansluiten van luidsprekers
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de aansluitingen niet kloppen, zal er geen geluid worden weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de luidspreker-aansluitingen niet correct is, zal de weergave onnatuurlijk klinken met te weinig lage tonen.
LET OP
• U moet het toestel uit zetten voor u de luidsprekers gaat aansluiten (zie bladzijde 28).
• Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de metalen onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken.
• Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm storen, zet de luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan.
• Als u luidsprekers van 4 of 6 Ohm gebruikt, moet u “SP IMP.” op “6MIN” zetten voor u dit toestel in gebruik neemt (zie bladzijde 27).
Opmerkingen
• Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden naast elkaar. De kabels zijn verschillend gekleurd of gevormd, misschien een
streep, groef of ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel en uw luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–” (zwarte) aansluitingen.
• De lage frequentie signalen van andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of “SMALL”) of “NONE” bij “SPEAKER SET”
(zie de bladzijden 72 en 73) worden naar de luidsprekers gestuurd die zijn geselecteerd bij “LFE/BASS OUT” (zie bladzijde 73).
Voor-luidsprekers (A)
LinksRechts
VOORBEREIDINGEN
Surround-luidsprekers
LinksRechts
Subwoofer
1 2 4 57
OUTPUT
SUB
WOOFER
FRONT
A
B
SPEAKERS
CENTER SURROUND BACK
SURROUND
Nederlands
Voor-luidsprekers
(B)
Midden-
luidspreker
63
Surround achter-
luidspreker
13
Page 16
AANSLUITINGEN
FRONT aansluitingen
U kunt hierop een enkel of twee voor-luidsprekersystemen (1, 2) aansluiten. Als u een enkel voor-luidsprekersysteem gebruikt, kunt u dit naar keuze met de FRONT A of de B aansluitingen verbinden.
CENTER aansluitingen
Hierop kunt u een midden-luidspreker (3) aansluiten.
SURROUND aansluitingen
Hierop kunt u surround-luidsprekers (4, 5) aansluiten.
SURROUND BACK aansluitingen
Hierop kunt u een surround achter-luidspreker (6) aansluiten.
SUBWOOFER aansluiting
Sluit hierop een subwoofer met ingebouwde eindversterker (7) aan (zoals het YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System).
1
7
2
3
5
Opstelling van de luidsprekers
4
6
14
Page 17
AANSLUITINGEN
Aansluiten van de luidsprekerkabel
1 Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie
van het uiteinde van elk van de luidsprekerdraden en draai vervolgens de blootliggende draadjes netjes in elkaar om kortsluiting te voorkomen.
10 mm
2 Maak de knop los.
Rood: positief (+) Zwart: negatief (–)
Gebruik van bananenstekkers (Uitgezonderd modellen voor het V.K., Europa en Azië)
Een bananenstekker is een enkelpolige elektrische verbinding die vaak gebruikt wordt voor het aansluiten van luidsprekerkabels.
Bananenstekker
VOORBEREIDINGEN
1 Maak de knop vast.
2 Steek de bananenstekker in de bijbehorende
aansluiting.
3 Steek een ontbloot draadeind in het gat aan
de zijkant van de aansluiting.
Rood: positief (+) Zwart: negatief (–)
4 Draai de draad vervolgens met de knop
weer vast.
Rood: positief (+) Zwart: negatief (–)
Nederlands
15
Page 18
AANSLUITINGEN
Informatie over aansluitingen en stekkers
Opmerking
U kunt de digitale aansluitingen gebruiken voor PCM, Dolby Digital en DTS ingangssignalen. Wanneer u een bepaalde component zowel met de COAXIAL als met de OPTICAL aansluiting verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen. Alle digitale ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz.
Informatie over audio-aansluitingen en stekkers
AUDIO
L
L
Linker en
audiostekkers
R
(Rood)(Wit) (Oranje) (Geel) (Groen) (Blauw) (Rood)
R
rechter
analoge
DIGITAL AUDIO
COAXIAL
C
Coaxiaal
digitale
audiostekker
DIGITAL AUDIO
OPTICAL
O
Optisch
digitale
audiostekker
PORTABLE
M
Stereo
analoge
audio
ministekker
Audio-aansluitingen
Dit toestel heeft vier soorten audio-aansluitingen. Welke aansluiting u nodig heeft hangt af van de audio-aansluitingen van uw andere apparatuur.
AUDIO aansluitingen
Voor conventionele analoge audiosignalen via linker en rechter analoge audiokabels. Verbind de rode stekkers met de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen.
DIGITAL AUDIO COAXIAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via coaxiaal digitale audiokabels.
DIGITAL AUDIO OPTICAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via optisch digitale audiokabels.
Opmerking
Trek het kapje van de optische aansluiting voor u er de optische glasvezelkabel op aansluit. Gooi het stofkapje niet weg. Wanneer u de optische aansluiting niet gebruikt, dient u het stofkapje er weer op te doen. Dit kapje beschermt de aansluiting tegen stof.
Video-aansluitingen en stekkers
VIDEO S VIDEO
V
Composiet
videostekker
S-videostekker
S
COMPONENT VIDEO
Y PB PR
Y
PB
Component
videostekkers
P
R
Video-aansluitingen
Dit toestel heeft drie soorten video-aansluitingen. Welke aansluiting u nodig heeft hangt af van de ingangsaansluitingen van uw beeldscherm. Wanneer “VIDEO CONV.” op “ON” (zie bladzijde 79) is ingesteld, zullen videosignalen die binnenkomen via de VIDEO en S VIDEO aansluitingen worden omgezet en naar keuze kunnen worden gereproduceerd via de VIDEO, S VIDEO en COMPONENT VIDEO aansluitingen.
VIDEO aansluitingen
Voor conventionele composiet videosignalen die worden overgebracht via composiet videokabels.
S VIDEO aansluitingen
Voor S-video signalen, in luminantie (Y) en kleur (C) gescheiden videosignalen die worden doorgegeven via aparte draden in speciale S-videokabels.
COMPONENT VIDEO aansluitingen
Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en kleur (P
B, PR) gescheiden videosignalen die worden
doorgegeven via aparte draden in speciale component videokabels.
PORTABLE aansluiting
Voor digitale audiosignalen via analoge stereo ministekkerkabels.
16
Page 19
Stroomschema audio- en videosignalen
Stroomschema audiosignalen voor AUDIO OUT (REC)
AANSLUITINGEN
Ingang
Uitgang
AUDIO OUT (REC)
DIGITAL AUDIO COAXIAL
Digitale audio
DIGITAL AUDIO OPTICAL
RLRL
AUDIO
Analoge audio
PORTABLE
Digitaal uitgangssignaal
Analoog uitgangssignaal
Opmerking
In dit toestel is de verwerking van digitale signalen gescheiden van de verwerking van analoge signalen. Daarom kunnen audiosignalen die binnenkomen via de analoge ingangsaansluitingen ook alleen via de analoge AUDIO OUT (REC) uitgangsaansluitingen worden weergegeven. Op dezelfde manier zullen via de DIGITAL INPUT (OPTICAL of COAXIAL) ingangsaansluitingen binnenkomende audiosignalen alleen via de DIGITAL OUTPUT uitgangsaansluiting kunnen worden weergegeven.
VOORBEREIDINGEN
Stroomschema videosignalen voor MONITOR OUT
Ingang
Y PBP
R
Uitgang
(MONITOR OUT)
Y PBP
R
COMPONENT VIDEO
S VIDEO
Analoge video
VIDEO
Door
Videoconversie wanneer “VIDEO CONV.” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 79)
Opmerking
Wanneer er videosignalen binnenkomen via de COMPONENT VIDEO, S VIDEO en VIDEO aansluitingen, zal aan deze signalen als volgt de voorkeur worden gegeven, met dien verstande dat aan videosignalen die binnenkomen via de COMPONENT VIDEO aansluitingen de hoogste prioriteit wordt toegekend. COMPONENT VIDEO > S VIDEO > VIDEO
Nederlands
17
Page 20
AANSLUITINGEN
Aansluiten van een TV
Verbind uw TV met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting, de S VIDEO MONITOR OUT aansluiting of de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT aansluitingen van dit toestel.
LET OP
Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de componenten gemaakt zijn.
MONITOR
VIDEO S VIDEO
OUT
MONITOR
OUT
V
Video ingang
S
S-video ingang
TV
Y
PRPB
Component video ingang
COMPONENT VIDEO
PRPBY
MONITOR OUT
18
Page 21
AANSLUITINGEN
Aansluiten van een DVD-speler, een DVD-recorder, een videorecorder of een STB (Set Top Box)
Sluit uw DVD-speler, DVD-recorder, videorecorder of STB (set-top box; een kastje bovenop de TV) aan via dezelfde soort video-aansluitingen als welke u gebruikt heeft voor uw TV (zie bladzijde 18). Een zogenaamde STB kan bijvoorbeeld een kabel-tv ontvanger of satellietontvanger zijn.
LET OP
Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de componenten gemaakt zijn.
Opmerkingen
• Wanneer “VIDEO CONV.” is ingesteld op “OFF” (zie bladzijde 79) moet u hetzelfde soort video-aansluitingen gebruiken als u gebruikt heeft om uw TV aan te sluiten (zie bladzijde 18). Als u bijvoorbeeld uw TV heeft verbonden met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit toestel, dan dient u uw andere component te verbinden met de VIDEO aansluitingen.
• Wanneer “VIDEO CONV.” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 79), worden de omgezette videosignalen alleen gereproduceerd via de MONITOR OUT aansluitingen. Wanneer u iets wilt opnemen moet u gebruik maken van hetzelfde soort video-aansluitingen tussen alle betrokken componenten.
• Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL INPUT of DIGITAL OUTPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te selecteren voor “OPTICAL OUT”, “OPTICAL IN”, of “COAXIAL IN” bij “I/O ASSIGNMENT” (zie bladzijde 77).
• Wanneer u uw DVD-speler zowel met de DIGITAL INPUT (OPTICAL) als met de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen.
Aansluiten van een DVD-speler
VOORBEREIDINGEN
Audio uitgang
DVD-speler
LR
V
AUDIO DIGITAL INPUT
DVD
VIDEO S VIDEO
S
Video uitgang
S-Video uitgang
DVD
O
Optische audio uitgang
DVD DVD
OPTICAL
Component video uitgang
C
Coaxiale audio uitgang
COAXIAL
P
RPBY
COMPONENT VIDEO
DVD
RPBY
P
Nederlands
19
Page 22
AANSLUITINGEN
Aansluiten van een DVD-recorder of videorecorder
AUDIO
IN OUT
DVR
VIDEO S VIDEO
LR LR
Audio uitgang
Audio ingang
V
Video uitgang
Aansluiten van een STB
IN OUT
DVR
V
Video ingang
DVD-recorder of
videorecorder
Kabel TV of
satellietontvanger
COMPONENT VIDEO
S
S
S-video ingang
S-Video uitgang
PRPBY
DVR
PRPBY
Component video uitgang
LR
AUDIO DIGITAL INPUT
DTV/CBL DTV/CBL
VIDEO S VIDEO
V
Audio uitgang
S
Video uitgang
S-Video uitgang
OPTICAL
DTV/CBL
Component video uitgang
O
RPBY
P
Optische audio uitgang
COMPONENT VIDEO
RPBY
P
DTV/CBL
20
Page 23
AANSLUITINGEN
Aansluiten van een CD-speler, een MD-speler of cassettedeck
Sluit uw CD-speler, MD-speler of cassettedeck aan via analoge en/of digitale aansluitingen.
LET OP
Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de componenten gemaakt zijn.
Opmerking
Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL INPUT of DIGITAL OUTPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te selecteren voor “OPTICAL OUT”, “OPTICAL IN”, of “COAXIAL IN” bij “I/O ASSIGNMENT” (zie bladzijde 77).
CD-speler
Audio uitgang
LR
VOORBEREIDINGEN
Audio uitgang
AUDIO DIGITAL INPUT
MD/
IN
OUT
CD-R
CD
(REC)
(PLAY)
LR LR
Audio ingang
DIGITAL OUTPUT
MD/CD-RMD/CD-R
OPTICAL OPTICAL
O
O
Optische audio ingang
MD-recorder of
cassettedeck
Optische audio uitgang
21
Nederlands
Page 24
AANSLUITINGEN
Aansluiten van een YAMAHA iPod universeel dock
Dit toestel is voorzien van een DOCK aansluiting op het achterpaneel waarop u een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) kan worden aangesloten voor uw iPod, zodat u uw iPod kunt bedienen met de meegeleverde afstandsbediening. Verbind een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) met de DOCK aansluiting op het achterpaneel van dit toestel met de speciaal daarvoor bedoelde kabel. Wanneer deze verbinding tot stand is gebracht, kunt u uw iPod in uw YAMAHA iPod universeel dock plaatsen.
LET OP
Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de componenten gemaakt zijn.
Opmerkingen
• Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund.
• U heeft een YAMAHA iPod universeel dock (aansluitsokkel) (zoals een los verkrijgbare YDS-10) en de speciaal daarvoor bedoelde kabel nodig die geschikt zijn voor de DOCK aansluiting van dit toestel.
• Wanneer uw iPod geplaatst wordt in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) die is aangesloten op de DOCK aansluiting van dit toestel, zal dit toestel de signaaloverdracht met uw iPod beginnen.
• Wanneer de verbinding tussen uw iPod en dit toestel tot stand is gebracht, zal de melding “iPod connected” verschijnen op het display op het voorpaneel en zal de DOCK indicator daar ook oplichten. Als de verbinding tussen uw iPod en dit toestel mislukt, zal er een melding van die strekking verschijnen op het display op het voorpaneel. Voor een complete lijst van meldingen met betrekking tot deze verbindingen, verwijzen we u naar het iPod deel in het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” op bladzijde 99.
• Alleen analoge audio- en videosignalen van uw iPod worden geaccepteerd door de DOCK aansluiting, en de analoge audiosignalen kunnen voor opname worden gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT (REC) aansluitingen.
• De batterij van uw iPod wordt automatisch opgeladen wanneer uw iPod geplaatst is in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel, zolang dit toestel aan staat.
• Afhankelijk van het type iPod, is het mogelijk dat u een iPod adapter zoals meegeleverd met uw YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) in de uitsparing zult moeten passen voor uw iPod erin past.
YAMAHA iPod universeel dock
(zoals een los verkrijgbare YDS-10)
iPod
DOCK
22
Page 25
AANSLUITINGEN
Aansluiten van een multiformaat­speler of externe decoder
Dit toestel is voorzien van 6 extra ingangsaansluitingen (FRONT L/R, CENTER, SURROUND L/R en SUBWOOFER) voor gescheiden multikanaals ingangssignalen van een multiformaat-speler, externe decoder of sound processor. Verbind de uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler of externe decoder met de MULTI CH INPUT aansluitingen. Let er goed op dat u de linker en rechter uitgangen verbindt met de linker en rechter ingangsaansluitingen voor zowel de voor- als de surroundkanalen.
LET OP
Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de componenten gemaakt zijn.
Opmerkingen
• Wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron selecteert (zie bladzijde 38), zal dit toestel automatisch de digitale geluidsveldprocessor uitschakelen en zult u geen geluidsveldprogramma’s kunnen selecteren.
• Dit toestel is niet in staat de via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomende signalen zo te herschikken dat er wordt gecompenseerd voor eventueel in uw systeem ontbrekende luidsprekers. Daarom bevelen we u aan tenminste een 5.1-kanaals luidsprekersysteem aan te sluiten voor u gebruik maakt van deze functie.
• Wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten, zullen alleen de linker en rechter voorkanalen worden weergegeven.
Aansluiten van een spelcomputer, een videocamera of een draagbare audiospeler
Gebruik de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel als u een spelcomputer, een videocamera of een draagbare audiospeler wilt aansluiten op dit toestel.
LET OP
U moet het volume van dit toestel en de andere componenten uit zetten voor u de aansluitingen gaat maken.
Opmerkingen
• De audiosignalen die binnenkomen via de PORTABLE mini­aansluiting hebben voorrang boven de via de AUDIO L/R aansluitingen binnenkomende signalen.
• De audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting hebben voorrang boven de via de VIDEO AUX aansluitingen binnenkomende signalen.
ZONE 2 ON/OFF
MASTER
ON OFF
MAIN ZONE
SPEAKERSPHONES
ON/OFF
SILENT CINEMA
BA
FM/AM
PRESET/TUNING
PROGRAM
EFFECT
VIDEO PORTABLEL AUDIO R
A/B/C/D/E
NEXTEDIT
VIDEO AUX
l PRESET/TUNING h
LEVEL
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
MEMORY
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
INPUT
MULTI CH
INPUT
VOLUME
ZONE
CONTROL
VIDEO AUX
VIDEO PORTABLEL AUDIO R
M
VOORBEREIDINGEN
FRONT
L R L R
Voorkanaal uitgang
Surroundkanaal uitgang
Multiformaat-speler of
externe decoder
MULTI CH INPUT
SURROUND
CENTER
SUB
WOOFER
Subwoofer uitgang
V
L
R
Video uitgang
Spelcomputer of
videocamera
Audio uitgang L/R
Draagbare
audiospeler
Middenkanaal uitgang
Nederlands
23
Audio uitgang
Page 26
AANSLUITINGEN
Aansluiten van de FM en AM antennes
Dit toestel wordt geleverd met zowel een FM als een AM binnenantenne. Normaal gesproken zorgen deze antennes voor een voldoende sterke ontvangst. Verbind de antennes op de juiste manier met de bijbehorende aansluitingen.
Opmerkingen
• U moet de afstemstap (alleen modellen voor Azië en algemene modellen) van de tuner aanpassen aan de ruimte tussen zendfrequenties in uw gebied (zie bladzijde 83).
• De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst worden.
• De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten.
• Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een slechte ontvangst, kunt u een buitenantenne installeren. Vraag bij uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of service­centrum naar de mogelijkheden met buitenantennes.
AM ringantenne (meegeleverd)
FM binnenantenne (meegeleverd)
TUNER
FM ANT
AM
ANT
AM buitenantenne
Gebruik 5 tot 10 meter met plastic geïsoleerd draad dat u bijvoorbeeld uit een raam naar buiten spant.
Aansluiten van de AM ringantenne
1 Maak de AM ringantenne gebruiksklaar.
75
GND
UNBAL.
Aarde (GND aansluiting)
Voor de grootst mogelijke veiligheid en zo min mogelijk storing dient u de antenne GND aansluiting goed te aarden. Een goede aarding wordt bijvoorbeeld verzorgd door een metalen staaf die in vochtige grond gedreven is.
2 Houd het lipje van de AM ANT aansluiting
ingedrukt.
3 Steek één van de draden van de AM
ringantenne in de AM ANT aansluiting.
4 Laat het lipje van de AM ANT aansluiting los
zodat dit terugveert.
5 Herhaal de stappen 2 t/m 4 en sluit de andere
draad aan op de GND aansluiting.
y
Wanneer u de AM ringantenne op de juiste manier heeft aangesloten op dit toestel, kunt u de AM ringantenne zo draaien dat u de beste ontvangst bereikt voor uw favoriete AM zenders (zie bladzijde 46).
24
Page 27
In elkaar zetten van de 75 Ohm/300 Ohm antenne-adapter (alleen bij modellen voor het V.K.)
1 Maak de meegeleverde 75 Ohm/300 Ohm
antenne-adapter open.
2 Strip de buitenmantel van de 75 Ohm
coaxiale kabel en maak deze klaar voor het aansluiten.
11 mm
8 mm 6 mm
3 Knip de verbindingsdraad door en verwijder
deze.
AANSLUITINGEN
VOORBEREIDINGEN
Verbindingsdraad
4 Steek de binnendraad van de kabel in de
sleuf en klem de kabel vast met een tang.
Klem
Steek de draad in de
sleuf.
Klem
5 Klik de behuizing weer dicht.
Nederlands
25
Page 28
AANSLUITINGEN
Aansluiten van het netsnoer
Pas wanneer alle verbindingen tot stand zijn gebracht kunt u de stekker in het stopcontact steken.
(Modellen voor de V.S.)
AC OUTLETS
Naar het stopcontact
VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor Azië en algemene modellen)
LET OP
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt. Onjuiste instelling van de VOLTAGE SELECTOR kan dit toestel beschadigen en kan brandgevaar opleveren.
Draai de VOLTAGE SELECTOR met de klok mee of er tegenin naar de correcte stand met een gewone schroevendraaier.
De voltages zijn als volgt: Modellen voor Azië
............................ 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Algemene modellen
.............. 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
VOLTAGE
SELECTOR
230­240V
Aanduiding voltage
AC OUTLET(S) (SWITCHED)
Modellen voor het V.K. en Australië
...................................................... 1 Netstroomaansluiting
Modellen voor Korea ................................................ Geen
Overige modellen...................... 2 Netstroomaansluitingen
Met behulp van deze netstroomaansluiting(en) kunt u daarop aangesloten componenten van stroom voorzien. Verbind de netsnoeren van uw andere apparatuur met deze netstroomaansluiting(en). Deze aansluiting(en) worden van stroom voorzien wanneer de eerste ruimte of Zone 2 is ingeschakeld. De stroomvoorziening voor deze aansluiting(en) wordt echter afgesloten wanneer de eerste ruimte en Zone 2 zijn uitgeschakeld, of wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel ingedrukt wordt en losgelaten zodat deze naar buiten komt, in de OFF stand. Voor informatie omtrent het maximale vermogen of het totale stroomverbruik voor de componenten die op deze aansluiting(en) kunnen worden aangesloten, zie “TECHNISCHE GEGEVENS” op bladzijde 103.
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel uit (standby) staat. Wanneer echter de stekker uit het stopcontact gehaald wordt of de stroomvoorziening om een andere reden langer dan een week onderbroken wordt, zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan.
26
Page 29
Instellen van de luidspreker-impedantie
AANSLUITINGEN
LET OP
Als u luidsprekers van 4 of 6 Ohm gebruikt, moet u “SP IMP.” op “6MIN” zetten VOOR u dit toestel in gebruik neemt.
2,5
ZONE 2 ON/OFF
MASTER
ON OFF
MAIN ZONE
ON/OFF
SILENT CINEMA
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
NEXTEDIT
SPEAKERSPHONES
PROGRAM
BA
EFFECT
l
PRESET/TUNING
MEMORY
TUNING MODE
h
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
INPUT
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
MULTI CH
INPUT
VOLUME
ZONE
CONTROL
VIDEO AUX
VIDEO PORTABLEL AUDIO R
32,4
1 Controleer of het toestel uit staat.
Zie bladzijde 28 voor details omtrent het aan en uit zetten van dit toestel.
2 Houd STRAIGHT (EFFECT) op het
voorpaneel ingedrukt en druk vervolgens MASTER ON/OFF naar binnen in de ON stand om dit toestel in te schakelen.
Dit toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide setup menu zal verschijnen op het display op het voorpaneel.
4 Druk herhaaldelijk op STRAIGHT (EFFECT)
op het voorpaneel en selecteer “6ΩMIN”.
De volgende aanduidingen zullen op het display op het voorpaneel verschijnen.
STRAIGHT
EFFECT
SP IMP.-6 MIN
5 Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om de nieuwe instelling op te slaan en dit toestel uit te schakelen.
MASTER
ON OFF
Opmerking
De gewijzigde instelling wordt van kracht zodra u dit toestel de volgende keer aan zet.
VOORBEREIDINGEN
STRAIGHT
EFFECT
Houd ingedrukt
MASTER
ON OFF
3 Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en
selecteer “SP IMP.”.
De volgende aanduidingen zullen op het display op het voorpaneel verschijnen.
PROGRAM
SP IMP.-8 MIN
Nederlands
27
Page 30
AANSLUITINGEN
AMP
SOURCE
TV
VOLUME
TV VOL TV CH
TRANSMITCODE SET
STANDBY
POWER
POWERPOWER
CD
AVTV
MULTI CH IN
SLEEP
CD-R
DVD DTV
MD
CBL
TUNER
V-AUX DV R
Aan en uit zetten van dit toestel
Wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, kunt u dit toestel aan zetten.
MASTER ON/OFF
VOLUME
ZONE
CONTROL
VIDEO AUX
VIDEO PORTABLEL AUDIO R
MASTER
ON OFF
MAIN ZONE
SPEAKERSPHONES
ON/OFF
BA
SILENT CINEMA
MAIN ZONE ON/OFF
PRESET/TUNING
ZONE 2 ON/OFF
l
PRESET/TUNING
MEMORY
TUNING MODE
h
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
INPUT
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
MULTI CH
INPUT
FM/AM
A/B/C/D/E
NEXTEDIT
PROGRAM
EFFECT
STANDBY
POWER
Aan zetten van dit toestel
Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar binnen in de ON stand om dit toestel aan te zetten.
MASTER
ON OFF
Voorpaneel
• Druk op MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel (of STANDBY op de afstandsbediening) om de eerste ruimte uit (standby) te zetten.
MAIN ZONE
ON/OFF
of
Voorpaneel Afstandsbediening
• Druk nog eens op MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel (of op POWER op de afstandsbediening) om de eerste ruimte weer in te schakelen.
MAIN ZONE
ON/OFF
of
STANDBY
POWER
Uit zetten van dit toestel
Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel nog eens in zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om dit toestel uit te schakelen.
MASTER
ON OFF
Voorpaneel
Voorpaneel
Afstandsbediening
Opmerking
MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel en POWER en STANDBY op de afstandsbediening werken alleen wanneer MASTER ON/OFF naar binnen is gedrukt in de ON stand.
28
Page 31
BASIS SETUP
AMP
SOURCE
TV
VOLUME
TV VOL TV CH
TRANSMITCODE SET
STANDBY
POWER
POWERPOWER
CD
AVTV
MULTI CH IN
SLEEP
CD-R
DVD DTV
MD
CBL
TUNER
V-AUX DV R
MENUTITLE
SET MENU
LEVEL
DISPLAYRETURN
BAND
SRCH MODE
DAB MEMORY
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
REC
STEREO
1
EFFECT
STANDARD
5
SPEAKERS
9
MUSIC
2
SELECT
6
ENHANCER
0
ENTERTAIN
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
BASIS SETUP
De “BASIC SETUP” is handig wanneer u uw systeem snel en met minimale inspanningen klaar voor gebruik wilt maken.
Opmerkingen
• U moet uw hoofdtelefoon losmaken van het toestel.
• Als u het toestel met de hand nog preciezer wilt instellen, kunt u de gedetailleerde instellingen van het “SOUND MENU” (zie bladzijde 72) gebruiken.
• Wijzigen van instellingen via de “BASIC SETUP” zorgt ervoor dat alle met de hand via het “SOUND MENU” gewijzigde instellingen zullen worden teruggezet (zie bladzijde 72).
• De begininstellingen voor elk van de parameters worden vet aangegeven.
• Druk op RETURN op de afstandsbediening om terg te keren naar het vorige menuniveau.
4 Druk op ENTER om de “BASIC SETUP” te
openen.
Het volgende scherm zal op het in-beeld display verschijnen.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
;BASIC SETUP
.ROOM: S >M L
SUBWOOFER;;;;YES SPEAKERS;;;;6spk
SETUP:>OK CANCEL
p
[]/[]:Up/Down
p
[<]/[>]:Select
1
1
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP.
2,13 3-12
VOORBEREIDINGEN
AMP
SOURCE
TV
2 Druk op SET MENU om de “SET MENU” te
openen.
Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld display verschijnen.

SET MENU
SET MENU
MENU
SRCH MODE
.;BASICSETUP
;MANUALSETUP
.;SIGNAL INFO
p
[ ]/[]:Up/Down
p
[ENTER]:Enter
3 Druk op u / d en selecteer “BASIC SETUP”.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
5 Druk op u / d, selecteer “ROOM” en druk
vervolgens op j / i om de gewenste instelling te selecteren.
PRESET/CH
;BASIC SETUP
.ROOM: S >M L
ENTER
A/B/C/D/E
Selecteer de afmetingen van de ruimte waarin uw luidsprekers staan opgesteld. In het algemeen worden de afmetingen van de kamer als volgt gedefinieerd:
Keuzes: S, M, L
[Modellen voor de V.S. en Canada] S (klein) 16 x 13ft, 200ft M (midden) 20 x 16ft, 300ft L (groot) 26 x 19ft, 450ft
[Overige modellen] S (klein) 3,6 x 2,8m, 10m M (midden) 4,8 x 4,0m, 20m L (groot) 6,3 x 5,0m, 30m
SUBWOOFER;;;;YES SPEAKERS;;;;6spk
SETUP:>OK CANCEL
p
[]/[]:Up/Down
p
[<]/[>]:Select
2
(4,8 x 4,0m, 20m2)
2
(6,3 x 5,0m, 30m2)
2
(7,9 x 5,8m, 45m2)
2
2
2
Nederlands
29
Page 32
BASIS SETUP
6 Druk op d, selecteer “SUBWOOFER” en
druk vervolgens op j / i om de gewenste instelling te selecteren.
PRESET/CH
;BASIC SETUP
ROOM: S >M L
ENTER
A/B/C/D/E
.SUBWOOFER;;;;YES SPEAKERS;;;;6spk
SETUP:>OK CANCEL
p
[]/[]:Up/Down
p
[<]/[>]:Select
Keuzes: YES, NONE
• Selecteer “YES” als u een subwoofer in uw systeem heeft.
• Selecteer “NONE” als u geen subwoofer in uw systeem heeft.
7 Druk op d, selecteer “SPEAKERS” en kies
vervolgens met j / i het aantal luidsprekers dat is aangesloten op dit toestel.
PRESET/CH
;BASIC SETUP
ROOM: S >M L
ENTER
A/B/C/D/E
SUBWOOFER;;;;YES
.SPEAKERS;;;;6spk
SETUP:>OK CANCEL
p
[]/[]:Up/Down
p
[<]/[>]:Select
8 Druk op d, selecteer “SETUP” en druk
vervolgens op j / i om de gewenste instelling te selecteren.
PRESET/CH
;BASIC SETUP
ROOM: S >M L
ENTER
A/B/C/D/E
SUBWOOFER;;;;YES SPEAKERS;;;;6spk
. SETUP:>OK CANCEL
p
[]/[]:Up/Down
p
[<]/[>]:Select
Keuzes: OK, CANCEL
• Selecteer “OK” om de gewijzigde instellingen definitief te maken.
• Selecteer “CANCEL” om de instelfunctie te verlaten zonder wijzigingen aan te brengen.
y
U kunt ook op SET MENU drukken om de setup procedure te annuleren.
9 Druk op ENTER om uw keuze te bevestigen.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
Keuze Display Luidsprekers
LL C R
2spk
3spk
4spk
5spk
6spk
LL C R
SL SB SR
SL SB SR
LL CR
SL SB SR
LL C R SL SB SR
LL C R SL SBSBSR
LL C R SL SB SR
L/R voor
L/R voor, midden
L/R voor, L/R surround
L/R voor, midden, L/R surround
L/R voor, midden, L/R surround, surround achter
Als u bij stap 8 “OK” selecteert, zult u twee keer om beurten uit elk van de luidsprekers een testtoon horen. “CHECK:Test Tone” zal een paar seconden op het in­beeld display getoond worden, gevolgd door “CHECK OK?”.
;BASIC SETUP
ROOM: S >M L SUBWOOFER;;;;YES SPEAKERS;;;;6spk
SETUP:>OK CANCEL
.CHECK:Test Tone
p
[]/[]:Up/Down
p
[<]/[>]:Select
;BASIC SETUP
ROOM: S >M L SUBWOOFER;;;;YES SPEAKERS;;;;6spk
SETUP:>OK CANCEL
.CHECK OK?;;;;YES
p
[]/[]:Up/Down
p
[<]/[>]:Select
y
Controleer de luidsprekerverbindingen (zie bladzijde 13) en wijzig indien nodig de “SPEAKERS” instellingen in stap 7.
30
Page 33
BASIS SETUP
10 Druk op j / i om de gewenste instelling te
selecteren.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
;BASIC SETUP
ROOM: S >M L SUBWOOFER;;;;YES SPEAKERS;;;;6spk
SETUP:>OK CANCEL
.CHECK OK?;;;;YES
p
[]/[]:Up/Down
p
[<]/[>]:Select
Keuzes: YES, NO
• Selecteer “YES” om de setup procedure af te sluiten als de testtoon via elk van de luidsprekers goed klonk.
• Selecteer “NO” om door te gaan naar het instelmenu voor het uitgangsniveau van de verschillende luidsprekers in stap 12 om de uitgangsniveaus van de luidsprekers op elkaar af te stemmen.
11 Druk op ENTER om uw keuze te bevestigen.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
• Als u bij stap 10 “YES” heeft geselecteerd, is daarmee de setup procedure afgesloten en zal het display terugkeren naar het eerste “SET MENU” scherm.
• Als u bij stap 10 “NO” heeft gekozen, zal het instelscherm voor het niveau van de voorluidsprekers op het display op het voorpaneel verschijnen.
12 Druk op u / d om een luidspreker te
selecteren en gebruik vervolgens j / i om de juiste balans in te stellen.
De geselecteerde luidspreker en de linker voor­luidspreker (of de linker surround-luidspreker) geven om de beurt de testtoon weer.
• Druk op i om de ingestelde waarde te verhogen.
• Druk op j om de ingestelde waarde te verlagen.
PRESET/CH
;BASIC SETUP
. FR;;;;;;;;;;
 C;;;;;;;;;;
ENTER
A/B/C/D/E
 SL;;;;;;;;;;
SB;;;;;;;;;; SR;;;;;;;;;;
SWFR;;;;;;;;;;
p
[]/[]:Select
p
[<]/[>]:Adjust
• Selecteer “FR” om de balans tussen de linker en de rechter voor-luidsprekers in te stellen.
• Selecteer “C” om de balans tussen de linker voor­luidspreker en de midden-luidspreker in te stellen.
• Selecteer “SL” om de balans tussen de linker voor­luidspreker en de linker surround-luidspreker in te stellen.
• Selecteer “SB” om de balans tussen de linker surround-luidspreker en de surround achter­luidspreker in te stellen.
• Selecteer “SR” om de balans tussen de linker surround-luidspreker en de rechter surround­luidspreker in te stellen.
• Selecteer “SWFR” om de balans tussen de linker voor-luidspreker en de subwoofer in te stellen.
13 Druk op SET MENU om de “BASIC SETUP” te
verlaten.
SET MENU
MENU
SRCH MODE
VOORBEREIDINGEN
31
Nederlands
Page 34
AMP
SOURCE
TV
VOLUME
TV VOL TV CH
TRANSMITCODE SET
STANDBY
POWER
POWERPOWER
CD
AVTV
MULTI CH IN
SLEEP
CD-R
DVD DTV
MD
CBL
TUNER
V-AUX DV R
TV MUTE TV INPUT
MUTE
MENUTITLE
SET MENU
LEVEL
DISPLAYRETURN
BAND
SRCH MODE
DAB MEMORY
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
REC
AUDIO
STEREO
1
EFFECT
STANDARD
5
SPEAKERS
9
MUSIC
2
SELECT
6
ENHANCER
0
ENTERTAIN
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
WEERGAVE
WEERGAVE
LET OP
U moet zeer voorzichtig zijn wanneer u DTS gecodeerde CD’s gaat afspelen. Als u een DTS gecodeerde CD afspeelt op een CD-speler die niet geschikt is voor DTS-weergave, zult u alleen een ongewenst geruis of lawaai horen dat zelfs uw luidsprekers kan beschadigen. Controleer of uw CD­speler geschikt is voor DTS gecodeerde CD’s. Controleer ook het geluidsniveau van uw CD-speler voor u een DTS gecodeerde CD gaat afspelen.
3 Gebruik INPUT op het voorpaneel (of druk op
één van de ingangskeuzetoetsen op de
ZONE 2 ON/OFF
MASTER
ON OFF
MAIN ZONE
SPEAKERSPHONES
ON/OFF
SILENT CINEMA
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
NEXTEDIT
PROGRAM
BA
EFFECT
l
PRESET/TUNING
MEMORY
TUNING MODE
h
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
INPUT
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
MULTI CH
INPUT
66,7 32 5
3
2
2
5
1 Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
2 Druk op SPEAKERS A of B op het voorpaneel
(of zet de component-keuzeschakelaar op AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op SPEAKERS op de afstandsbediening).
Met elke druk op SPEAKERS A of B zet u de bijbehorende set luidsprekers aan of uit.
SPEAKERS
BA
Voorpaneel
of
AMP
SOURCE
TV
32
Afstandsbediening
SPEAKERS
9
VOLUME
ZONE
CONTROL
VIDEO AUX
VIDEO PORTABLEL AUDIO R
7
afstandsbediening) om de gewenste signaalbron te selecteren.
INPUT
of
Voorpaneel Afstandsbediening
CD-R
CD
DVD DTV
V-AU X DVR
MD
CBL
De naam van de geselecteerde signaalbron wordt een paar seconden lang op het display op het voorpaneel en op het in-beeld display getoond.
Beschikbare signaalbronnen
DVR
SP
A
V-AUX DTV/CBL
p
DVD C D
MD/CD-R
DVD AUTO
geselecteerde signaalbron
Op dit moment
Opmerking
Als u een signaalbron wilt selecteren die digitaal is aangesloten, dient u “INPUT MODE” op “AUTO” of “DTS” in te stellen (zie bladzijde 35).
4 Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
Raadpleeg de handleiding van de betreffende component. Zie bladzijde 46 voor details omtrent het afstemmen.
Op dit moment geselecteerde ingangsfunctie
TUNER
TUNER
SLEEP
MULTI CH IN
LR
VOLUME
dB
Page 35
WEERGAVE
5 Verdraai VOLUME op het voorpaneel (of druk
op VOLUME +/– op de afstandsbediening) om het volume op het gewenste niveau in te stellen.
VOLUME
of
Voorpaneel
VOLUME
Afstandsbediening
6 Druk herhaaldelijk op TONE CONTROL op
het voorpaneel, kies tussen “TREBLE” (hoge tonen) en “BASS” (lage tonen) en verdraai vervolgens PROGRAM om de gekozen tonen te versterken of te verzwakken.
MD/CD-R
PROGRAM
TUNER
VOLUME
LR
dB
TONE CONTROL
DVR
SP
A
V-AUX DTV/CBL
p
DVD C D
TREBLE 0dB
• Selecteer “TREBLE” om de weergave van de hoge tonen te regelen.
• Selecteer “BASS” om de weergave van de lage tonen te regelen.
Opmerkingen
• De instellingen voor de luidsprekers en die voor de
hoofdtelefoon worden apart opgeslagen.
• Wanneer “TONE BYPASS” op “AUTO” staat (zie
bladzijde 76) en “BASS” en “TREBLE” op 0 dB worden gezet, zal het audiosignaal automatisch de toonregelingsschakelingen van dit toestel onveranderd passeren.
• Als u de hoge of lage tonen teveel versterkt of verzwakt, is
het mogelijk dat de toonkleur van de surround­luidsprekers niet meer overeenkomt met die van de linker en rechter voor-luidsprekers.
• TONE CONTROL zal niet werken wanneer de “DIRECT
STEREO” functie (zie bladzijde 39) is ingeschakeld of wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 38).
• Om te profiteren van surroundweergave van multikanaals
materiaal, zie bladzijde 42 voor details.
7 Verdraai PROGRAM op het voorpaneel (of
druk op één van de geluidsveldprogrammatoetsen op de afstandsbediening) om het gewenste geluidsveldprogramma te selecteren.
De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal verschijnen op het display op het voorpaneel en op het in-beeld display. Zie bladzijde 58 voor details over geluidsveldprogramma’s.
PROGRAM
Voorpaneel
of
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
1
2
STANDARD
SELECT
5
6
SPEAKERS
ENHANCER
9
0
Afstandsbediening
DVR
V-AUX DTV/CBL
SP
A
TV Sports
Op dit moment
geselecteerde
geluidsveldprogramma
Opmerkingen
• Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet alleen op basis van de naam van het programma.
• Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte geluidsveldprogramma instellen.
• Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden geselecteerd wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 38).
• Signalen met een hogere bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz (met uitzondering van DTS 96/24 signalen) zullen worden teruggebracht tot 48 kHz, waarna er geluidsveldprogramma’s op kunnen worden toegepast.
• Om informatie te laten weergeven op het in-beeld display over de op dit moment geselecteerde signaalbron, zie bladzijde 40 voor details.
MOVIE
3
4
EXTD SUR.
DIRECT ST.
7
8
NIGHT
STRAIGHT
10
ENT.
EFFECT
p
DVD C D
MD/CD-R
TUNER
VOLUME
LR
BASISBEDIENING
dB
Nederlands
33
Page 36
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
Gebruiken van het SILENT CINEMA
SILENT CINEMA stelt u in staat naar multikanaals materiaal of filmsoundtracks, inclusief Dolby Digital en DTS materiaal, te luisteren met een normale hoofdtelefoon. SILENT CINEMA wordt automatisch ingeschakeld wanneer u een hoofdtelefoon aansluit op de PHONES aansluiting terwijl u luistert met de CINEMA DSP of HiFi DSP geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 58). Indien ingeschakeld zal de SILENT CINEMA indicator oplichten op het display op het voorpaneel.
Opmerkingen
• SILENT CINEMA treedt niet in werking wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 38).
• SILENT CINEMA staat buiten werking wanneer “DIRECT STEREO” (zie bladzijde 39) of “2ch Stereo” (zie bladzijde 39) is geselecteerd, of wanneer het toestel in de “STRAIGHT” functie staat (zie bladzijde 39).
Tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave
Druk op MUTE op de afstandsbediening om de geluidsweergave tijdelijk uit te schakelen. Druk nog eens op MUTE om de geluidsweergave te hervatten.
MUTE
Selecteren van de nacht­luisterfunctie
De middernacht luisterfuncties zijn ontworpen om bij lage volumes, bijvoorbeeld wanneer u ’s nachts wilt luisteren, toch alles te kunnen verstaan. Kies “NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC” afhankelijk van wat voor materiaal u gaat afspelen.
1 Zet de component-keuzeschakelaar op AMP
en druk vervolgens herhaaldelijk op NIGHT op de afstandsbediening om te kiezen tussen “NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC”.
AMP
SOURCE
TV
Keuzes: NIGHT:CINEMA, NIGHT:MUSIC, OFF
• Selecteer “NIGHT:CINEMA” wanneer u naar een film gaat kijken om het dynamisch bereik van de soundtrack te verminderen en de gesproken tekst beter verstaanbaar te maken bij lagere volumes.
• Selecteer “NIGHT:MUSIC” wanneer u naar muziek wilt luisteren om alle geluiden beter verstaanbaar te maken.
• Selecteer “OFF” als u deze functie niet wilt gebruiken.
y
Wanneer er een nacht-luisterfunctie is geselecteerd, zal de NIGHT indicator oplichten op het display op het voorpaneel.
NIGHT
10
y
• U kunt ook VOLUME op het voorpaneel of VOLUME +/– op de afstandsbediening gebruiken om de geluidsweergave te hervatten.
• U kunt instellen hoe ver het volume verlaagd wordt via de “MUTING TYPE” parameter in het “SOUND MENU” (zie bladzijde 76)
• De MUTE indicator knippert op het voorpaneel wanneer de geluidsweergave tijdelijk is uitgeschakeld en verdwijnt wanneer de geluidsweergave weer wordt hervat.
Opmerking
Als u een andere signaalbron of een ander geluidsveldprogramma inschakelt terwijl de geluidsweergave tijdelijk uitgeschakeld is, zal het toestel de geluidsweergave hervatten.
34
2
Druk op j / i op de afstandsbediening om het effectniveau te regelen terwijl “NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC” wordt aangegeven op het display op het voorpaneel.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
Afstandsbediening
Effect.Lvl:MID
Keuzes: MIN, MID, MAX
• Selecteer “MIN” voor minimale compressie.
• Selecteer “MID” voor standaard compressie.
• Selecteer “MAX” voor maximale compressie.
Page 37
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
y
De “NIGHT:CINEMA” en “NIGHT:MUSIC” instellingen worden apart opgeslagen.
Opmerkingen
• In de volgende gevallen kunt u de nacht-luisterfuncties niet gebruiken: – wanneer de “DIRECT STEREO” functie
(zie bladzijde 39) is ingeschakeld.
– wanneer de component die is verbonden met de MULTI
CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 38).
– wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit.
• Hoe groot het effect is van de nachtluisterfuncties hangt mede af van het weergegeven materiaal en van uw instellingen voor surroundweergave.
Selecteren van de ingangsfunctie
Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen. U kunt als volgt bepalen wat voor ingangssignalen u wilt gebruiken.
y
• In de meeste gevallen raden we u aan gewoon “INPUT MODE” op “AUTO” te zetten.
• U kunt de standaard ingangsfunctie van dit toestel zelf bepalen via de “INPUT MODE” parameter in het “INPUT MENU” (zie bladzijde 78).
Opmerkingen
• Om DTS gecodeerde CD’s weer te kunnen geven bij gebruik van een digitale audioverbinding, moet u “INPUT MODE” instellen op “DTS”.
• Ook wanneer u een digitale verbinding tot stand heeft gebracht tussen dit toestel en de speler in kwestie is het mogelijk dat DTS materiaal niet correct gedecodeerd kan worden.
1 Verdraai INPUT op het voorpaneel en
selecteer de gewenste signaalbron.
INPUT
AUTO Ingangssignalen worden automatisch
geselecteerd in deze volgorde: (1) Digitale signalen (2) Analoge signalen
DTS Alleen DTS gecodeerde digitale
signalen zullen worden geselecteerd. Als er geen DTS signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven.
ANALOG Er zullen alleen analoge signalen
worden geselecteerd. Als er geen analoge signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven.
Opmerking
Wanneer “INPUT MODE” is ingesteld op “AUTO”, zal dit toestel automatisch overschakelen naar de juiste decoder indien er een Dolby Digital of DTS signaal wordt gedetecteerd.
Gebruiken van de slaaptimer
Met deze functie kunt het toestel zichzelf uit (standby) laten schakelen na een door u bepaalde tijd. Deze slaaptimer is bijvoorbeeld handig wanneer u gaat slapen terwijl uw installatie nog aan het spelen of opnemen is. De slaaptimer schakelt ook automatisch de op de AC OUTLET(S) netstroomaansluitingen aangesloten externe apparatuur uit (zie bladzijde 26).
1 Druk op één van de ingangskeuzetoetsen op
de afstandsbediening om de gewenste signaalbron te selecteren.
CD-R
CD
CBL
DVD DTV
MD
SLEEP
MULTI CH IN
TUNER
BASISBEDIENING
2 Druk herhaaldelijk op INPUT MODE op het
voorpaneel om de gewenste ingangsfunctie te selecteren.
INPUT MODE
Beschikbare signaalbronnen
DVR
V-AUX DTV/CBL
SP
A
DVD AUTO
Op dit moment geselecteerde
signaalbron
p
DVD C D
MD/CD-R
TUNER
Op dit moment geselecteerde ingangsfunctie
VOLUME
LR
V-AU X DVR
2 Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
Raadpleeg de handleiding van de betreffende component. Zie bladzijde 46 voor details omtrent het afstemmen.
dB
Nederlands
35
Page 38
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
TV MUTE TV INPUT
MUTE
AMP
SOURCE
TV
MENUTITLE
SET MENU
LEVEL
DISPLAYRETURN
BAND
SRCH MODE
DAB MEMORY
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
REC
AUDIO
STEREO
1
EFFECT
VOLUME
TV VOL TV CH
STANDARD
5
SPEAKERS
9
MUSIC
2
SELECT
6
ENHANCER
0
ENTERTAIN
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
3 Druk herhaaldelijk op SLEEP op de
afstandsbediening om de gewenste tijd in te stellen.
Met elke druk op SLEEP zal het display op het voorpaneel als volgt veranderen.
SLEEP
SLEEP 120min
SLEEP 90min
SLEEP 60minSLEEP 30minSLEEP OFF
De SLEEP indicator knippert terwijl u de tijd voor de slaaptimer aan het instellen bent. De SLEEP indicator zal oplichten op het display op het voorpaneel en het display keert terug naar het geselecteerde geluidsveldprogramma.
DVR DVD
V-AUX DTV/CBL
SP
A
MD/CD-R
TUNER
SLEEP
p
CD
SLEEP 120min
Knippert
VOLUME
LR
Instellen luidsprekerniveaus
U kunt het uitgangsniveau van de luidsprekers instellen terwijl u naar muziek aan het luisteren bent. Dit is ook mogelijk wanneer u een signaal dat via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomt afspeelt.
Opmerking
Deze handeling overschrijft de niveau-instellingen die zijn gemaakt via de “BASIC SETUP” (zie bladzijde 29) en “SPEAKER LEVEL” (zie bladzijde 74) methodes.
y
Deze handeling kan ook worden uitgevoerd met de bedieningsorganen op het voorpaneel. Druk herhaaldelijk op NEXT op het voorpaneel om het luidsprekerkanaal te selecteren waarvan u het uitgangsniveau wilt instellen en gebruik vervolgens LEVEL +/– op het voorpaneel om het uitgangsniveau te regelen.
1
dB
1
3
DVR DVD
V-AUX DTV/CBL
SP
A
STRAIGHT
4 Druk op net zo vaak op SLEEP op de
afstandsbediening tot “SLEEP OFF” op het display op het voorpaneel verschijnt.
SLEEP
DVR DVD
V-AUX DTV/CBL
SP
A
SLEEP OFF
De SLEEP indicator gaat uit en de melding “SLEEP OFF” zal na een paar seconden verdwijnen van het display op het voorpaneel.
y
U kunt de slaaptimer ook annuleren door met STANDBY op de afstandsbediening (of MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel) de eerste ruimte van het toestel uit (standby) te zetten.
36
MD/CD-R
MD/CD-R
p
CD
TUNER
SLEEP
Licht op
p
CD
TUNER
VOLUME
LR
VOLUME
LR
2
dB
1 Zet de component-keuzeschakelaar op AMP
en druk vervolgens net zo vaak op LEVEL op de afstandsbediening tot u de luidspreker die u wilt instellen heeft geselecteerd.
AMP
SOURCE
TV
• Druk op “FRONT L” om het uitgangsniveau (volume) van de linker voor-luidspreker te regelen.
• Druk op “CENTER” om het uitgangsniveau (volume) van de midden-luidspreker te regelen.
• Druk op “FRONT R” om het uitgangsniveau
dB
(volume) van de rechter voor-luidspreker te regelen.
• Druk op “SUR. R” om het uitgangsniveau (volume) van de rechter surround-luidspreker te regelen.
• Druk op “SUR. B” om het uitgangsniveau (volume) van de surround achter-luidspreker te regelen.
• Druk op “SUR. L” om het uitgangsniveau (volume) van de linker surround-luidspreker te regelen.
• Druk op “SWFR” om het uitgangsniveau (volume) van de subwoofer te regelen.
y
Wanneer u op LEVEL op de afstandsbediening heeft gedrukt, kunt u de gewenste luidspreker ook selecteren met u / d.
LEVEL
TITLE
BAND
Page 39
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
2 Druk op j / i op de afstandsbediening om het
uitgangsniveau (volume) van de luidspreker te regelen.
• Druk op i om de ingestelde waarde te verhogen.
• Druk op j om de ingestelde waarde te verlagen. Instelbereik: –10 dB t/m +10 dB
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
3 Druk op ENTER op de afstandsbediening
wanneer u klaar bent met instellen.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
Selecteren van de Compressed Music Enhancer functie
Compressie-artefacten (zoals bij MP3) ontstaan onvermijdelijk door compressiemethoden waarbij gegevens verloren gaan omdat bijvoorbeeld de geluidssignalen opnieuw worden bemonsterd met een lagere bitsnelheid en geluiden die voor mensen onhoorbaar zijn worden verwijderd. De Compressed Music Enhancer functie van dit toestel verbetert de geluidsweergave door de vanwege deze zogenaamde compressie-artefacten ontbrekende harmonische signalen te regenereren. Op deze manier wordt gecompenseerd voor de soms vlakke weergave als gevolg van het verlies in het gecomprimeerde bestand van zowel de hoogste als de laagste tonen, hetgeen de algehele geluidskwaliteit van uw systeem ten goede komt.
Opmerkingen
• De Compressed Music Enhancer functie is geschikt voor PCM signalen (32 kHz, 44,1 kHz en 48 kHz) en met analoge 2-kanaals ingangssignalen.
• De Compressed Music Enhancer functie werkt niet samen met de geluidsveldprogramma's.
• Wanneer de Compressed Music Enhancer functie is ingeschakeld terwijl er een ongeschikt signaal wordt weergegeven, zal de melding “Not Available” op het display op het voorpaneel en op het in-beeld display verschijnen.
• Wanneer de signaalbron wordt omgeschakeld naar één met een ongeschikt signaal terwijl de Compressed Music Enhancer functie is ingeschakeld, zal de Compressed Music Enhancer functie automatisch worden uitgeschakeld en zal het betreffende signaal worden weergegeven als 2-kanaals of 6-kanaals stereo.
y
De ENHANCER indicator op het display op het voorpaneel licht op wanneer één van de Compressed Music Enhancer functies is ingeschakeld.
BASISBEDIENING
37
Nederlands
Page 40
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
1 Zet de component-keuzeschakelaar op AMP
en druk vervolgens herhaaldelijk op ENHANCER op de afstandsbediening om de gewenste Compressed Music Enhancer functie te kiezen.
Het volgende scherm zal verschijnen op het in-beeld display en de ENHANCER indicator zal oplichten op het display op het voorpaneel.
AMP
SOURCE
TV
ENHANCER
0
MUSIC ENHANCER
2ch Stereo
. LOW >HIGH
Keuzes: 2ch Stereo, 6ch Stereo, Off
• Selecteer “2ch Stereo” voor weergave met compensatie voor compressie-artefacten in 2-kanaals stereo.
• Selecteer “6ch Stereo” voor weergave met compensatie voor compressie-artefacten in 6.1 kanaals stereo.
• Selecteer “Off
” om de Compressed Music
Enhancer functie uit te schakelen.
ENHANCER
Licht op
Selecteren van de MULTI CH INPUT component
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT aansluitingen verbonden signaalbron (zie bladzijde 23).
Druk op MULTI CH INPUT op het voorpaneel (of op MULTI CH IN op de afstandsbediening) zodat “MULTI CH INPUT” verschijnt op het display op het voorpaneel.
MULTI CH
INPUT
of
Voorpaneel
MULTI CH INPUT
Opmerking
Wanneer “MULTI CH INPUT” wordt getoond op het display, kan er geen andere signaalbron worden weergegeven. Als u met INPUT (of één van de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening) een andere signaalbron wilt selecteren, druk dan eerst op MULTI CH INPUT (of MULTI CH IN op de afstandsbediening) zodat de melding “MULTI CH INPUT” verdwijnt van het display op het voorpaneel.
MULTI CH IN
Afstandsbediening
Opmerking
Wanneer u “Off ” selecteert, keert dit toestel terug naar het oorspronkelijk ingestelde geluidsveldprogramma.
2 Druk op j / i op de afstandsbediening om het
gewenste effectniveau te selecteren.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
Keuzes: HIGH, LOW
• Selecteer “HIGH” voor een hoog effectniveau.
• Selecteer “LOW” voor een laag effectniveau.
Opmerking
Zet het effectniveau op “HIGH” of “LOW” aan de hand van de eigenschappen van het bronsignaal. Het is mogelijk dat de hoge tonen van bepaalde signalen teveel benadrukt worden. Zet het effectniveau in een dergelijk geval op “LOW”.
38
Page 41
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
Luisteren naar multikanaals materiaal met 2-kanaals stereoweergave
U kunt multikanaals materiaal laten terugbrengen tot 2 kanalen voor weergave als 2-kanaals stereo.
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP en druk
herhaaldelijk
op STEREO op de
afstandsbediening om “2ch Stereo” te selecteren.
AMP
SOURCE
TV
STEREO
1
2ch Stereo
y
• U kunt een subwoofer gebruiken met dit programma wanneer “LFE/ BASS OUT” is ingesteld op “SWFR” of “BOTH” (zie bladzijde 73).
• U kunt de “2ch Stereo” functie ook selecteren door PROGRAM op het voorpaneel te verdraaien.
Luisteren naar onbewerkte weergave
Wanneer het toestel in de “STRAIGHT” stand staat, worden 2-kanaals stereobronnen alleen weergegeven via de linker en rechter voor-luidsprekers. Multikanaals materiaal zal rechtstreeks via de diverse kanalen worden weergegeven zonder verdere toevoeging van effecten.
1
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP en druk vervolgens op STRAIGHT op de afstandsbediening om “STRAIGHT” te selecteren.
AMP
SOURCE
TV
STRAIGHT
ENT.
EFFECT
Luisteren naar pure hi-fi stereoweergave
De “DIRECT STEREO” functie laat bronsignalen alle decoders en DSP processors van dit toestel onveranderd passeren zodat u kunt profiteren van pure hi-fi weergave van 2-kanaals PCM en analoge bronsignalen.
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP en druk vervolgens op DIRECT ST. op de afstandsbediening om “DIRECT STEREO” te selecteren.
AMP
SOURCE
TV
DIRECT STEREO
Opmerkingen
• Om onverwacht lawaai te voorkomen mag u geen DTS gecodeerde CD’s afspelen in de “DIRECT STEREO” stand.
• Wanneer er multikanaals signalen (Dolby Digital of DTS) binnenkomen in deze stand, zal het toestel automatisch overschakelen naar de corresponderende analoge signaalbron. Wanneer “DTS” is geselecteerd als ingangsfunctie (zie bladzijde 35) zal er geen geluid worden weergegeven.
• Er zal geen geluid worden weergegeven via de subwoofer.
• De “TONE CONTROL” (zie bladzijde 33) en “SOUND MENU” (zie bladzijde 72) instellingen (behalve voor de instelling van de luidsprekerniveaus) staan buiten werking.
• Het display op het voorpaneel wordt automatisch donkerder.
y
U kunt de “DIRECT STEREO” functie ook selecteren door PROGRAM op het voorpaneel te verdraaien.
DIRECT ST.
8
BASISBEDIENING
STRAIGHT
2 Om de “STRAIGHT” functie uit te schakelen
dient u nog eens op STRAIGHT op de afstandsbediening te drukken zodat “STRAIGHT” verdwijnt van het display op het voorpaneel.
Eventuele geluidseffecten worden nu weer ingeschakeld.
y
U kunt de “STRAIGHT” functie ook selecteren door op STRAIGHT (EFFECT) op het voorpaneel te drukken.
Nederlands
39
Page 42
GEBRUIKEN VAN VIDEOFUNCTIES
GEBRUIKEN VAN VIDEOFUNCTIES
Tonen van informatie over de signaalbron
U kunt de formattering, de bemonsteringsfrequentie, het aantal kanalen en eventuele signaleringsgegevens (vlag) van het huidige ingangssignaal laten zien.
Signaalformattering FORMAT
De formattering van het signaal wordt getoond. Wanneer het toestel geen digitaal signaal kan detecteren, wordt er automatisch overgeschakeld naar analoog. Display status: Analog, Digital, Dolby D, DTS, PCM,
---
1 Zet de component-keuzeschakelaar op AMP
en druk vervolgens op SET MENU op de afstandsbediening.
Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld display verschijnen.
AMP
SOURCE
TV

SET MENU
.;BASICSETUP
;MANUALSETUP
.;SIGNAL INFO
p
[ ]/[]:Up/Down
p
[ENTER]:Enter
SET MENU
MENU
SRCH MODE
2 Druk herhaaldelijk op d om “SIGNAL INFO”
te selecteren en druk dan op ENTER.
De volgende informatie over de signaalbron zal op het in-beeld display verschijnen.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
;SIGNAL INFO
FORMAT PCM SAMPLING 48kHz CHANNEL 2/0/--­BITRATE --­FLAG NONE

Opmerking
“---” verschijnt wanneer dit toestel geen enkel signaal kan detecteren.
Bemonsteringsfrequentie SAMPLING
Het aantal metingen per seconden van een continu signaal om een digitaal signaal te kunnen maken. Display status: 32kHz, 44.1kHz, 48kHz, 64kHz,
88.2kHz, 96kHz, ---
Opmerking
“---” verschijnt wanneer dit toestel de bemonsteringsfrequentie niet kan detecteren.
Kanaal CHANNEL
Aantal bronkanalen in het ingangssignaal (voor/ surround/LFE). Bijvoorbeeld een multikanaals soundtrack met 3 voorkanalen, 2 surroundkanalen en een LFE kanaal, zal worden getoond als “3/2/0.1”.
Opmerking
“---” verschijnt wanneer er geen bronkanalen beschikbaar zijn.
Bitsnelheid BITRATE
Het aantal bits aan gegevens dat per seconde een bepaald meetpunt passeert.
Opmerking
“---” verschijnt wanneer dit toestel de bitsnelheid niet kan detecteren.
Vlag FLAG
Signalering (vlag) die in DTS, Dolby Digital of PCM signalen is meegecodeerd en die dit toestel in staat stelt automatisch van decoder te wisselen.
3 Druk nog eens op SET MENU op de
afstandsbediening om het “SET MENU” te verlaten.
40
SET MENU
MENU
SRCH MODE
Page 43
Selecteren van de OSD (in-beeld display) weergavefunctie
U kunt de bedieningsinformatie voor dit toestel laten weergeven op een beeldscherm. Als u de “SET MENU” en geluidsveldprogramma parameter instellingen op een beeldscherm laat weergeven, kunt u gemakkelijker de beschikbare mogelijkheden en instellingen overzien dan op het display op het voorpaneel.
1 Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
2
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op DISPLAY op de afstandsbediening om heen en weer te schakelen tussen de verschillende weergavefuncties van het in-beeld display.
De weergavefunctie van het in-beeld display zal als volgt veranderen.
AMP
SOURCE
TV
Volledige weergave
Verkorte weergave
DISPLAY
GEBRUIKEN VAN VIDEOFUNCTIES
y
U kunt een grijze achtergrond laten weergeven achter het in­beeld display wanneer er geen videosignaal binnenkomt door “GRAY BACK” in het “OPTION MENU” op “AUTO” te zetten (zie bladzijde 80).
Opmerkingen
• Het signaal voor het in-beeld display wordt niet gereproduceerd via de DVR OUT aansluitingen en wordt dus ook niet opgenomen.
• U moet “VIDEO CONV.” in het “OPTION MENU” instellen op “ON” (zie bladzijde 79) om het in-beeld display te laten weergeven.
• Om het in-beeld display te laten weergeven bij component videosignalen die worden gereproduceerd via de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT aansluitingen, dient u het in-beeld display in te stellen op volledige weergave.
• Wanneer “GRAY BACK” in het “OPTION MENU” is ingesteld op “OFF” (zie bladzijde 80), is het, afhankelijk van de eigenschappen van de beelden, mogelijk dat het in­beeld display niet correct zal worden weergegeven.
Afspelen van video op de achtergrond
U kunt videobeelden van een videobron combineren met geluid van een audiobron. Zo kunt u bijvoorbeeld naar klassieke muziek luisteren terwijl u op uw beeldscherm kijkt naar mooie landschapsopnamen.
Gebruik de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening om de gewenste videobron te selecteren en kies vervolgens de audiobron.
BASISBEDIENING
Display uit
Volledige weergave
Toont de volledige geluidsveldprogramma parameter instellingen en de inhoud van het display op het voorpaneel.
Verkorte weergave
Laat eventjes beneden aan het scherm de inhoud van het display op het voorpaneel zien telkens wanneer het toestel bediend wordt.
Display uit
Er wordt geen informatie weergegeven, met uitzondering van het “SET MENU” scherm.
P02 MUSIC
. Pop/Rock
DSP LEVEL;;;;0dB P.INIT.DLY;;21ms P.ROOM SIZE;;1.0 S.INIT.DLY;;25ms S.ROOM SIZE;;1.0
Volledige Verkorte weergave
P02 MUSIC
Pop/Rock
TUNER
SLEEP
MULTI CH IN
Audiobronnen
Videobronnen
CD-R
CD
DVD DTV
V-AU X DVR
MD
CBL
Opmerking
Als u wilt luisteren naar een signaalbron die is aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen terwijl u naar andere videobeelden kijkt, moet u eerst de videobron selecteren en vervolgens op MULTI CH INPUT op het voorpaneel (of MULTI CH IN op de afstandsbediening) drukken om de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen te selecteren als signaalbron (zie bladzijde 38).
Nederlands
41
Page 44
LUISTEREN NAAR SURROUNDWEERGAVE
LUISTEREN NAAR SURROUNDWEERGAVE
Genieten van surroundweergave van multikanaals materiaal
Decoders
Afhankelijk van de formattering van het weergegeven materiaal kunt u kiezen uit de volgende decoders.
Als u een surround achter-luidspreker heeft aangesloten, kunt u via deze functie profiteren van 6.1-kanaals weergave van multikanaals signaalbronnen met behulp van de Dolby Pro Logic IIx, Dolby Digital EX of DTS-ES decoder.
1 Zet de component-keuzeschakelaar op AMP
en druk herhaaldelijk op EXTD SUR. op de afstandsbediening om heen en weer te schakelen tussen 5.1- of 6.1-kanaals weergave.
AMP
SOURCE
TV
EXTD SUR.
7
2 Om een decoder te selecteren, dient u
herhaaldelijk op j / i te drukken wanneer “PLIIxMusic” (enz.) wordt getoond.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
Automatisch AUTO
Wanneer er een speciale code (vlag) die door dit toestel kan worden herkend in het ingangssignaal aanwezig is, zal het toestel zelf de optimale decoder voor weergave via 6.1 kanalen selecteren. Als het toestel de ‘vlag’ niet kan herkennen of als het signaal geen ‘vlag’ bevat, kan er niet automatisch via 6.1 kanalen worden weergegeven.
Decoder Functies
Voor weergave van Dolby Digital of
PLIIxMusic
EX/ES
EX
DTS signalen via 6.1 kanalen met de Pro Logic IIx muziekdecoder.
Voor weergave van Dolby Digital of DTS signalen via 6.1 kanalen met de Dolby Digital EX of DTS-ES decoder.
Voor weergave van Dolby Digital of DTS signalen via 6.1 kanalen met de Dolby Digital EX decoder.
Uit OFF
Er worden geen decoders gebruikt om 6.1 kanalen te creëren.
Opmerkingen
• Sommige discs met 6.1-kanaals materiaal hebben geen aparte signalering (vlag) die dit toestel automatisch kan detecteren. Wanneer u een dergelijke disc met 6.1-kanaals materiaal afspeelt, dient u met de hand een decoder (“PLIIx Music”, “EX/ ES” of “EX”) te kiezen.
• In de volgende gevallen is 6.1-kanaals weergave niet mogelijk, ook al wordt EXTD SUR. ingedrukt: – wanneer “SUR. L/R SP” (zie bladzijde 73) of “SUR. B SP”
(zie bladzijde 73) op “NONE” staat.
– wanneer de met de MULTI CH INPUT aansluitingen
verbonden signaalbron wordt weergegeven.
– wanneer het weergegeven materiaal geen linker en rechter
surroundsignalen bevat.
– wanneer er een Dolby Digital KARAOKE signaalbron wordt
weergegeven.
– wanneer de “2ch Stereo” (zie bladzijde 39) of “DIRECT
STEREO” (zie bladzijde 39) functie is ingeschakeld.
• Wanneer dit toestel uit wordt gezet, zal deze instelling terugkeren naar “AUTO”.
• De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer “SUR. B SP” op “NONE” is ingesteld (zie bladzijde 73).
42
Page 45
LUISTEREN NAAR SURROUNDWEERGAVE
Genieten van surroundweergave van 2-kanaals materiaal
Ingangssignalen afkomstig van 2 kanaals bronnen kunnen ook via meerdere kanalen worden weergegeven.
1 Zet de component-keuzeschakelaar op AMP
en druk vervolgens herhaaldelijk op STANDARD op de afstandsbediening om heen en weer te schakelen tussen de “SUR. STANDARD” en “SUR. ENHANCED” programma’s, of druk op MOVIE en selecteer het “MOVIE THEATER” programma.
STANDARD
AMP
SOURCE
TV
2 Druk herhaaldelijk op SELECT op de
afstandsbediening om de gewenste decoder te selecteren.
SELECT
6
U kunt kiezen uit de volgende functies, afhankelijk van het materiaal dat wordt afgespeeld en uw persoonlijke voorkeuren.
y
U kunt ook een decoder kiezen met j / i op de afstandsbediening terwijl het decodertype op het display op het voorpaneel wordt getoond.
5
of
MOVIE
4
SUR. STANDARD Functies
PRO LOGIC
PLII Movie
PLII Music
PLII Game
PLIIx Movie
PLIIx Music
PLIIx Game
Neo:6 Cinema
Neo:6 Music
SUR. ENHANCED
of
MOVIE THEATER
PRO LOGIC
PLII Movie
PLIIx Movie
Neo:6 Cinema
Dolby Pro Logic verwerking voor elk bronmateriaal
Dolby Pro Logic II verwerking voor filmmateriaal
Dolby Pro Logic II verwerking voor muziekmateriaal
Dolby Pro Logic II verwerking voor spelmateriaal
Dolby Pro Logic IIx verwerking voor filmmateriaal
Dolby Pro Logic IIx verwerking voor muziekmateriaal
Dolby Pro Logic IIx verwerking voor spelmateriaal
DTS verwerking voor filmmateriaal
DTS verwerking voor muziekmateriaal
Functies
Dolby Pro Logic verwerking voor elk bronmateriaal
Dolby Pro Logic II verwerking voor filmmateriaal
Dolby Pro Logic IIx verwerking voor filmmateriaal
DTS verwerking voor filmmateriaal
Opmerking
De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer “SUR. B SP” op “NONE” is ingesteld (zie bladzijde 73).
BASISBEDIENING
43
Nederlands
Page 46
LUISTEREN NAAR SURROUNDWEERGAVE
Gebruiken van het Virtual CINEMA DSP
Virtual CINEMA DSP stelt u in staat te profiteren van de CINEMA DSP programma’s zonder surround­luidsprekers. Dit programma maakt virtuele luidsprekers om het oorspronkelijke geluidsveld te reproduceren. Als u “SUR. L/R SP” instelt, zal Virtual CINEMA DSP automatisch worden ingeschakeld wanneer u een CINEMA DSP geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 58).
Opmerking
In de volgende gevallen zal Virtual CINEMA DSP niet in werking treden, ook al staat “SUR. L/R SP” op “NONE” (zie bladzijde 73):
– wanneer de met de MULTI CH INPUT aansluitingen
verbonden component is geselecteerd als signaalbron (zie
bladzijde 38). – wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit. – wanneer “DIRECT STEREO” (zie bladzijde 39) of “2ch
Stereo” (zie bladzijde 39) is geselecteerd, of wanneer het
toestel in de “STRAIGHT” functie staat (zie bladzijde 39).
op “NONE” (zie bladzijde 73)
44
Page 47
OPNEMEN
AMP
SOURCE
TV
VOLUME
TV VOL TV CH
TRANSMITCODE SET
STANDBY
POWER
POWERPOWER
CD
AVTV
MULTI CH IN
SLEEP
CD-R
DVD DTV
MD
CBL
TUNER
V-AUX DV R
OPNEMEN
Opname-instellingen en andere handelingen dienen te worden verricht op de opname-apparatuur. Raadpleeg eventueel de handleidingen van de betreffende componenten.
LET OP
Het DTS signaal bestaat uit een digitale bitstroom. Als u probeert digitale opnamen te maken van de DTS bitstroom, zal er slechts ruis worden opgenomen. Als u dit toestel wilt gebruiken om DTS materiaal op te nemen, moet u een aantal dingen in gedachten houden en dient u de volgende instellingen te verrichten. Om DTS gecodeerde DVD’s en CD’s (bij gebruik van een digitale audioverbinding) af te kunnen spelen op een speler die geschikt is voor DTS, dient u de handleiding van de speler te volgen en deze zo in te stellen dat de speler een analoog signaal produceert.
Opmerkingen
• Wanneer dit toestel uit (standby) staat, kunt u niet opnemen tussen op dit toestel aangesloten componenten.
• De TONE CONTROL instellingen (zie bladzijde 33), het ingestelde VOLUME, de luidsprekerniveaus (zie bladzijde 74) en de geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 58) hebben geen invloed op het opgenomen materiaal.
• Er kunnen geen opnamen gemaakt worden van een signaalbron die is aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen van dit toestel.
• S-video en composiet videosignalen worden gescheiden verwerkt door dit toestel. Daarom kunt u bij het opnemen of kopiëren van videosignalen van een videobron die alleen is aangesloten op een S-video aansluiting (of alleen op een composiet video-aansluiting) alleen een S-videosignaal (of alleen een composiet videosignaal) opnemen met uw videorecorder.
• Digitale signalen die binnenkomen via de DIGITAL INPUT aansluitingen worden niet ten behoeve van uw opnamen gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT (REC) aansluitingen. Op dezelfde manier worden analoge signalen die binnenkomen via de AUDIO IN of PORTABLE aansluitingen niet gereproduceerd via de DIGITAL OUTPUT aansluiting. Als uw signaalbron alleen digitaal (of alleen analoog) is aangesloten, kunt u dus ook alleen maar digitale (of alleen analoge) signalen daarvan opnemen.
• Een bepaalde signaalbron wordt niet gereproduceerd via hetzelfde OUT (REC) kanaal.
• Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in het gebied waar u zich bevindt voor u opnamen gaat maken van CD’s, radio enz. Opnemen van auteursrechtelijk beschermd materiaal kan inbreuk maken op de op het materiaal rustende rechten.
• Audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting kunnen via de analoge AUDIO OUT (REC) uitgangsaansluitingen worden weergegeven en opgenomen.
y
Maak een test-opname voor u aan de echte opname begint.
BASISBEDIENING
Als u videomateriaal weergeeft met gescramblede (verhaspelde) of gecodeerde signalen die moeten voorkomen dat het materiaal gekopieerd wordt, is het mogelijk dat deze signalen de weergave zelf storen.
1 Zet alle aangesloten componenten aan.
ZONE 2 ON/OFF
MASTER
ON OFF
MAIN ZONE
ON/OFF
SILENT CINEMA
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
NEXTEDIT
SPEAKERSPHONES
PROGRAM
BA
EFFECT
l PRESET/TUNING h
LEVEL
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
MEMORY
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
INPUT
MULTI CH
INPUT
2
VOLUME
ZONE
CONTROL
2 Gebruik INPUT op het voorpaneel (of druk op
één van de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening) om de signaalbron
VIDEO AUX
VIDEO PORTABLEL AUDIO R
waarvan u wilt opnemen te selecteren.
INPUT
of
Voorpaneel Afstandsbediening
CD-R
CD
DVD DTV
V-AU X DVR
MD
CBL
2
3 Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
4
Start de opname op de opnemende component.
SLEEP
MULTI CH IN
TUNER
Nederlands
45
Page 48
FM/AM AFSTEMMEN
FM/AM AFSTEMMEN
Er zijn twee manieren om af te stemmen op een zender: automatisch en handmatig. Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke signalen ontvangt en er weinig storing is. Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te zwak is, moet u er met de hand op afstemmen. U kunt ook maximaal 40 zenders (A1 t/m E8: 8 voorkeuzezenders in 5 groepen) automatisch of met de hand voorprogrammeren. U kunt voorgeprogrammeerde zenders gemakkelijk weer oproepen en indien gewenst twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen.
Opmerking
Stel de aangesloten FM en AM antennes zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt.
Automatisch afstemmen
Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke signalen ontvangt en er weinig storing is.
ZONE 2 ON/OFF
MASTER
ON OFF
MAIN ZONE
ON/OFF
SILENT CINEMA
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
NEXTEDIT
SPEAKERSPHONES
PROGRAM
BA
EFFECT
l
PRESET/TUNING
MEMORY
TUNING MODE
h
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
INPUT
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
MULTI CH
INPUT
3 312 4
1 Verdraai INPUT en selecteer “TUNER” (radio)
als signaalbron.
INPUT
Voorpaneel
2 Druk op FM/AM om de radioband te kiezen.
“FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel verschijnen.
FM/AM
of
VOLUME
ZONE
CONTROL
VIDEO AUX
VIDEO PORTABLEL AUDIO R
AMFM
3 Druk op TUNING MODE (AUTO/MAN’L) zodat
de AUTO indicator op het display oplicht.
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
DVR DVD CD
V-AUX DTV/CBL
SP
A
A AM 1440 kHz
MD/CD-RpTUNER
AUTO TUNED
VOLUME
LR
dB
Licht opGeen dubbele punt (:)
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display, kunt u niet afstemmen. Druk op PRESET/TUNING om de dubbele punt (:) uit te schakelen.
PRESET/TUNING
EDIT
4 Druk één keer op PRESET/TUNING l / h om
het automatisch afstemmen te laten beginnen.
Wanneer het toestel is afgestemd op een zender, zal de TUNED indicator oplichten en zal de frequentie waarop is afgestemd worden getoond op het display.
• Druk op h om af te stemmen op een hogere
frequentie.
• Druk op l om af te stemmen op een lagere
frequentie.
l PRESET/TUNING h
LEVEL
46
DVR DVD CD
SP
A
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-RpTUNER
AUTO TUNED
A AM 1530 kHz
Licht op
VOLUME
LR
dB
Page 49
FM/AM AFSTEMMEN
Handmatig afstemmen
Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te zwak is, moet u er met de hand op afstemmen.
Opmerking
Handmatig afstemmen op een FM zender zal automatisch de ontvangst naar mono overschakelen om de kwaliteit van de ontvangst te verbeteren.
ZONE 2
ON/OFF
MASTER
ON OFF
MAIN ZONE
ON/OFF
SILENT CINEMA
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
NEXTEDIT
SPEAKERSPHONES
PROGRAM
BA
EFFECT
l
PRESET/TUNING
MEMORY
TUNING MODE
h
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
INPUT
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
MULTI CH
INPUT
3 312 4
1 Verdraai INPUT en selecteer “TUNER” (radio)
als signaalbron.
INPUT
VOLUME
ZONE
CONTROL
VIDEO AUX
VIDEO PORTABLEL AUDIO R
3 Druk op TUNING MODE (AUTO/MAN’L) zodat
de AUTO indicator van het display verdwijnt.
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
DVR DVD CD
V-AUX DTV/CBL
SP
A
A AM 1440 kHz
MD/CD-RpTUNER
TUNED
VOLUME
LR
dB
Geen dubbele punt (:)
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display, kunt u niet afstemmen. Druk op PRESET/TUNING om de dubbele punt (:) uit te schakelen.
PRESET/TUNING
EDIT
4 Druk op PRESET/TUNING l / h om met de
hand af te stemmen op de gewenste zender.
Houd de toets ingedrukt om de frequentie doorlopend te laten veranderen.
l PRESET/TUNING h
LEVEL
BASISBEDIENING
Voorpaneel
2 Druk op FM/AM om de radioband te kiezen.
“FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel verschijnen.
FM/AM
of
AMFM
Nederlands
47
Page 50
FM/AM AFSTEMMEN
Automatisch voorprogrammeren
U kunt maximaal 40 zenders (A1 t/m E8: 8 voorkeuzezenders in 5 groepen) automatisch laten voorprogrammeren op de volgorde waarin deze worden gevonden. U kunt vervolgens gemakkelijk via de bijbehorende voorkeuzenummers afstemmen op de voorgeprogrammeerde zenders.
ZONE 2 ON/OFF
MASTER
ON OFF
MAIN ZONE
ON/OFF
SILENT CINEMA
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
NEXTEDIT
SPEAKERSPHONES
PROGRAM
BA
EFFECT
l
PRESET/TUNING
MEMORY
TUNING MODE
h
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
INPUT
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
MULTI CH
INPUT
132
1 Verdraai INPUT en selecteer “TUNER” (radio)
als signaalbron.
INPUT
Voorpaneel
2 Druk op FM/AM en selecteer “FM” als de
radioband.
“FM” zal op het display op het voorpaneel verschijnen.
FM/AM
FM
VOLUME
ZONE
CONTROL
VIDEO AUX
VIDEO PORTABLEL AUDIO R
3 Houd MEMORY (MAN’L/AUTO FM) tenminste
3 seconden ingedrukt.
Het voorkeuzenummer alsook de MEMORY en AUTO indicators gaan knipperen. Na ongeveer 5 seconden zal het automatisch voorprogrammeren beginnen vanaf de huidige frequentie naar hogere frequenties.
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
Knippert
DVR DVD CD
V-AUX DTV/CBL
SP
A
A1:FM 87.50MHz
Knippert
Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is, zal de frequentie voor de laatst voorgeprogrammeerde zender op het display getoond worden.
y
U kunt het voorkeuzenummer opgeven waar u het toestel wilt laten beginnen met het opslaan van FM zenders en/of vanwaar het afstemmen naar lagere frequenties zal beginnen. “Mogelijkheden automatisch voorprogrammeren” op bladzijde 49 voor details.
Opmerkingen
• Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
• Als er niet meer dan 40 (E8) zenders ontvangen kunnen worden, zal het automatisch voorprogrammeren stoppen nadat alle beschikbare zenders zijn opgeslagen.
• Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst worden opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren. Als u een zwakkere zender wilt opslaan, dient u hierop met de hand af te stemmen zoals beschreven onder “Handmatig voorprogrammeren” op bladzijde 49.
MD/CD-RpTUNER
AUTO TUNED
MEMORY
VOLUME
LR
dB
48
Page 51
Mogelijkheden automatisch voorprogrammeren
U kunt het voorkeuzenummer opgeven waar u het toestel wilt laten beginnen met het opslaan van FM zenders en/of vanwaar het afstemmen naar lagere frequenties zal beginnen.
Opmerking
Voer eerst de stappen 1 t/m 3 onder “Automatisch voorprogrammeren” op bladzijde 48 uit.
• Druk op A/B/C/D/E en vervolgens op PRESET/
TUNING l / h om het voorkeuzenummer te selecteren waaronder de eerste zender zal worden opgeslagen.
Het automatisch voorprogrammeren stopt wanneer voorkeuzenummer E8 bereikt is.
FM/AM AFSTEMMEN
Handmatig voorprogrammeren
U kunt ook met de hand maximaal 40 zenders (A1 t/m E8: 8 zenders in 5 groepen) voorprogrammeren.
ZONE 2 ON/OFF
MASTER
ON OFF
MAIN ZONE
SPEAKERSPHONES
ON/OFF
SILENT CINEMA
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
NEXTEDIT
PROGRAM
BA
EFFECT
l
PRESET/TUNING
MEMORY
TUNING MODE
h
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
INPUT
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
MULTI CH
INPUT
43 2,5
VOLUME
ZONE
CONTROL
VIDEO AUX
VIDEO PORTABLEL AUDIO R
A/B/C/D/E
NEXT
l PRESET/TUNING h
LEVEL
• Druk op PRESET/TUNING zodat de dubbele
punt (:) verdwijnt van het display op het voorpaneel en druk vervolgens op PRESET/ TUNING l om af te stemmen naar lagere frequenties.
PRESET/TUNING
EDIT
l PRESET/TUNING h
LEVEL
1
Stem automatisch of met de hand af op een zender.
Zie de bladzijden 46 en 47 voor aanwijzingen over hoe u moet afstemmen op een zender.
DVR DVD CD
V-AUX DTV/CBL
SP
A
A AM 630 kHz
MD/CD-RpTUNER
TUNED
VOLUME
LR
dB
Wanneer het toestel is afgestemd op een zender zal de bijbehorende frequentie op het display op het voorpaneel getoond worden.
2 Druk op MEMORY (MAN’L/AUTO FM).
De MEMORY indicator knippert ongeveer 5 seconden lang op het display op het voorpaneel.
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
Knippert
3 Druk, terwijl de MEMORY indicator knippert,
net zo vaak op A/B/C/D/E tot u de gewenste voorkeuzegroep (A t/m E) heeft geselecteerd.
De letter van de geselecteerde groep zal nu verschijnen. Controleer of de dubbele punt (:) inderdaad verschijnt op het display.
BASISBEDIENING
C :AM 630 kHz
Voorkeuzegroep
A/B/C/D/E
NEXT
Knippert
DVR DVD CD
SP
A
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-RpTUNER
TUNED
Dubbele punt (:)
MEMORY
VOLUME
LR
dB
49
Nederlands
Page 52
FM/AM AFSTEMMEN
MENUTITLE
SET MENU
LEVEL
DISPLAYRETURN
BAND
SRCH MODE
DAB MEMORY
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
REC
STEREO
1
EFFECT
STANDARD
5
SPEAKERS
9
MUSIC
2
SELECT
6
ENHANCER
0
ENTERTAIN
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
4 Druk op PRESET/TUNING l / h om het
gewenste voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren terwijl de MEMORY indicator nog aan het knipperen is.
• Druk op h om een hoger voorkeuzenummer te
selecteren.
• Druk op l om een lager voorkeuzenummer te
selecteren.
l PRESET/TUNING h
LEVEL
Knippert
DVR DVD CD
V-AUX DTV/CBL
SP
A
C3:AM 630 kHz
Voorkeuzenummer
MD/CD-RpTUNER
TUNED
MEMORY
VOLUME
LR
dB
5 Druk op MEMORY (MAN’L/AUTO FM) terwijl
de MEMORY indicator knippert.
De radioband en de frequentie voor deze zender verschijnen op het display, samen met de door u geselecteerde voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer. De MEMORY indicator zal van het display op het voorpaneel verdwijnen.
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
DVR DVD CD
V-AUX DTV/CBL
SP
A
C3:AM 630 kHz
De getoonde zender is opgeslagen als C3.
MD/CD-RpTUNER
TUNED
VOLUME
LR
dB
6 Herhaal de stappen 1 t/m 5 om andere
zenders op te slaan.
Selecteren van voorkeuzezenders
U kunt op de gewenste zender afstemmen door eenvoudigweg het voorkeuzenummer waaronder die zender is opgeslagen te selecteren.
ZONE CONTROL
PRESET/CH
ENTER
VIDEO PORTABLEL AUDIO R
VOLUME
VIDEO AUX
A/B/C/D/E
ZONE 2 ON/OFF
MASTER
ON OFF
MAIN ZONE
SPEAKERSPHONES
ON/OFF
SILENT CINEMA
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
NEXTEDIT
PROGRAM
BA
EFFECT
1
l
PRESET/TUNING
2
MEMORY
TUNING MODE
h
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
INPUT
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
MULTI CH
INPUT
1
2
y
Wanneer u de afstandsbediening gebruikt, dient u de component­keuzeschakelaar op SOURCE te zetten en vervolgens op TUNER te drukken om de “TUNER” (radio) als signaalbron te selecteren.
1 Druk op A/B/C/D/E op het voorpaneel (of
A/B/C/D/E j / i op de afstandsbediening) om de gewenste voorkeuzegroep (A t/m E) te selecteren.
De letter van de voorkeuzegroep verschijnt op het display op het voorpaneel en verandert met elke druk op de toets.
A/B/C/D/E
NEXT
of
Opmerkingen
Voorpaneel Afstandsbediening
• Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
• De soort ontvangst (stereo of mono) wordt samen met de frequentie van de zender opgeslagen.
50
Page 53
FM/AM AFSTEMMEN
2 Druk op PRESET/TUNING l / h op het
voorpaneel (of PRESET/CH u / d op de afstandsbediening) om het gewenste voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren.
De voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer verschijnen op het display op het voorpaneel, samen met de radioband en de frequentie.
PRESET/CH
l PRESET/TUNING h
MD/CD-RpTUNER
TUNED
ENTER
LEVEL
of
Voorpaneel Afstandsbediening
DVR DVD CD
V-AUX DTV/CBL
SP
A
E1:FM 87.50MHz
A/B/C/D/E
VOLUME
LR
Omwisselen van voorkeuzezenders
U kunt twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen. In het voorbeeld hieronder ziet u hoe u voorkeuzezender “E1” van plaats kunt laten wisselen met “A5”.
MASTER
ON OFF
MAIN ZONE
ON/OFF
SILENT CINEMA
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
NEXTEDIT
SPEAKERSPHONES
PROGRAM
BA
EFFECT
2,4 1,3
1 Selecteer voorkeuzezender “E1” met
dB
A/B/C/D/E en PRESET/TUNING l / h.
Zie “Selecteren van voorkeuzezenders” op bladzijde 50.
2 Houd EDIT tenminste 3 seconden ingedrukt.
De “E1” en MEMORY indicators zullen gaan knipperen op het display op het voorpaneel.
l
PRESET/TUNING
MEMORY
TUNING MODE
h
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
INPUT
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
MULTI CH
INPUT
ZONE 2 ON/OFF
VOLUME
ZONE
CONTROL
VIDEO AUX
VIDEO PORTABLEL AUDIO R
BASISBEDIENING
PRESET/TUNING
EDIT
Knippert
DVR DVD CD
SP
A
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-RpTUNER
TUNED
E1:FM 87.50MHz
Knippert
MEMORY
VOLUME
LR
dB
Nederlands
51
Page 54
FM/AM AFSTEMMEN
3 Selecteer voorkeuzezender “A5” met
A/B/C/D/E en PRESET/TUNING l / h.
De “A5” en MEMORY indicators zullen gaan knipperen op het display op het voorpaneel. Zie “Selecteren van voorkeuzezenders” op bladzijde 50.
A/B/C/D/E
NEXT
l PRESET/TUNING h
LEVEL
Knippert
DVR DVD CD
SP
A
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-RpTUNER
TUNED
MEMORY
A5:FM 90.60MHz
Knippert
4 Druk nog eens op EDIT.
“EDIT E1–A5” zal op het display op het voorpaneel verschijnen wanneer de twee voorkeuzezenders van plaats wisselen.
PRESET/TUNING
EDIT
DVR DVD CD
SP
A
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-RpTUNER
TUNED
EDIT E1-A5
VOLUME
LR
VOLUME
LR
dB
dB
52
Page 55
AFSTEMMEN OP RADIO DATA SYSTEEM ZENDERS (ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA)
AMP
SOURCE
TV
VOLUME
TV VOL TV CH
TRANSMITCODE SET
STANDBY
POWER
POWERPOWER
CD
AVTV
MULTI CH IN
SLEEP
CD-R
DVD DTV
MD
CBL
TUNER
V-AUX DV R
MENUTITLE
SET MENU
LEVEL
DISPLAYRETURN
BAND
SRCH MODE
DAB MEMORY
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
REC
AUDIO
DISC SKIP
EFFECT
9010
ENT.
AFSTEMMEN OP RADIO DATA SYSTEEM ZENDERS
(ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA)
Het Radio Data Systeem (alleen modellen voor het V.K. en Europa) is een systeem voor gegevensoverdracht dat door FM zenders in een groot aantal landen worden gebruikt. De Radio Data Systeem functies worden verzorgd door zenders in een netwerk. Dit toestel is geschikt voor verschillende soorten Radio Data Systeem gegevens, zoals PS (Programma Service naam), PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst), CT (Klok-tijd), EON (Enhanced Other Networks; Verbeterde service andere netwerken) wanneer er wordt afgestemd op Radio Data Systeem zenders.
Selecteren van een Radio Data Systeem programma
Met deze functie kunt u één van de 15 Radio Data Systeem programmatypes selecteren en het toestel onder alle beschikbare voorkeuzezenders laten zoeken naar programma’s van het gewenste type.
3
1
2
FREQ/TEXT
1 Druk op TUNER op de afstandsbediening om
de “TUNER” (radio) als signaalbron te selecteren.
TUNER
2 Druk op PTY SEEK MODE op de
afstandsbediening om dit toestel in de PTY SEEK functie te zetten.
De naam van het geselecteerde programmatype of “NEWS” zal gaan knipperen op het display op het voorpaneel.
4
EONSTARTMODE PTY SEEK
3 Druk op PRESET/CH u / d op de
afstandsbediening om het gewenste programmatype te selecteren.
De naam van het geselecteerde programmatype zal verschijnen op het display op het voorpaneel.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
Programmatype Beschrijving
NEWS
AFFAIRS
INFO
SPORT
EDUCATE
DRAMA
CULTURE
SCIENCE
VARIED
POP M
Nieuws
Actualiteiten
Algemene informatie
Sport
Educatief
Theater
Cultuur
Wetenschap
Licht amusement
Populaire muziek
POP M
Licht op
BASISBEDIENING
STARTMODE PTY SEEK
NEWS
Knippert
y
Om de PTY SEEK functie te annuleren, dient u nog eens op PTY SEEK MODE op de afstandsbediening te drukken.
ROCK M
M.O.R. M
LIGHT M
CLASSICS
OTHER M
Rock muziek
Middle-of-the-road muziek (easy-listening)
Licht klassiek
Klassiek
Overige muziek
Nederlands
53
Page 56
AFSTEMMEN OP RADIO DATA SYSTEEM ZENDERS (ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA)
AMP
SOURCE
TV
VOLUME
TV VOL TV CH
TRANSMITCODE SET
STANDBY
POWER
POWERPOWER
CD
AVTV
MULTI CH IN
SLEEP
CD-R
DVD DTV
MD
CBL
TUNER
V-AUX DV R
MENUTITLE
SET MENU
LEVEL
DISPLAYRETURN
BAND
SRCH MODE
DAB MEMORY
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
REC
AUDIO
DISC SKIP
EFFECT
9010
ENT.
4 Druk op PTY SEEK START op de
afstandsbediening om alle voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zenders af te zoeken.
Het geselecteerde programmatype blijft knipperen op het display op het voorpaneel en de PTY HOLD indicator licht op terwijl het toestel naar een geschikte zender zoekt.
STARTMODE PTY SEEK
POP M
Knippert Licht op
y
Om het zoeken naar geschikte zenders te annuleren, dient u nog eens op PTY SEEK START op de afstandsbediening te drukken.
Opmerkingen
• Het toestel stopt met zoeken zodra er een zender gevonden wordt die een programma van het geselecteerde type uitzendt.
• Als u niet tevreden bent met de gevonden zender, kunt u nog eens op PTY SEEK START drukken om te zoeken naar een andere zender met een programma van het gewenste type.
PTY HOLD
Gebruiken van het Radio Data Systeem netwerk
Deze functie stelt u in staat te profiteren van de EON (Enhanced Other Networks) gegevensservice van het Radio Data Systeem netwerk. Wanneer u één van de 4 Radio Data Systeem programmatypes (NEWS, AFFAIRS, INFO of SPORT) heeft geselecteerd, zal dit toestel automatisch een bepaalde tijd lang alle beschikbare voorkeuzezenders afzoeken die EON gegevens uitzenden naar een programma van het geselecteerde type. Wanneer de geplande EON service begint, zal dit toestel automatisch overschakelen naar de lokale zender die de EON gegevens uitzendt en vervolgens terugschakelen naar de nationale zender wanneer de EON gegevens ophouden.
Opmerkingen
• U kunt deze functie alleen gebruiken wanneer de EON gegevensservice beschikbaar is.
• De EON indicator zal alleen oplichten op het display op het voorpaneel wanneer de EON gegevensservice ontvangen wordt van een Radio Data Systeem zender.
1
FREQ/TEXT
1 Druk op TUNER op de afstandsbediening om
de “TUNER” (radio) als signaalbron te selecteren.
3
EONSTARTMODE PTY SEEK
TUNER
2 Controleer of de EON indicator brandt op het
display op het voorpaneel.
Als de EON indicator niet oplicht op het display, dient u af te stemmen op een ander Radio Data Systeem programma waarbij de EON indicator wel gaat branden.
54
Page 57
AFSTEMMEN OP RADIO DATA SYSTEEM ZENDERS (ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA)
AMP
SOURCE
TV
VOLUME
TV VOL TV CH
TRANSMITCODE SET
STANDBY
POWER
POWERPOWER
CD
AVTV
MULTI CH IN
SLEEP
CD-R
DVD DTV
MD
CBL
TUNER
V-AUX DV R
MENUTITLE
SET MENU
LEVEL
DISPLAYRETURN
BAND
SRCH MODE
DAB MEMORY
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
REC
AUDIO
DISC SKIP
EFFECT
9010
ENT.
3 Druk herhaaldelijk op EON op de
afstandsbediening om het gewenste programmatype (NEWS, AFFAIRS, INFO of SPORT) te selecteren.
De naam van het geselecteerde programmatype zal verschijnen op het display op het voorpaneel.
EON
y
Om de EON functie te annuleren dient u net zo vaak op EON op de afstandsbediening te drukken tot de naam van het programmatype verdwijnt en de malding “EON OFF” verschijnt op het display op het voorpaneel.
NEWS
Licht op
Tonen van Radio Data Systeem informatie
Gebruik deze functie om de 4 types Radio Data Systeem informatie weer te laten geven: PS (Programmaservice), PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst) en CT (Klok Tijd). De corresponderende indicators zullen oplichten op het display op het voorpaneel.
Opmerkingen
• U kunt deze Radio Data Systeem functies alleen selecteren wanneer de corresponderende indicators oplichten op het display op het voorpaneel. Het kan even duren voor dit toestel alle Radio Data Systeem gegevens heeft ontvangen van de zender in kwestie.
• U kunt alleen de door de zender aangeboden Radio Data Systeem functies selecteren.
• Als de signalen niet goed genoeg kunnen worden ontvangen, is het mogelijk dat dit toestel geen gebruik kan maken van de Radio Data Systeem gegevens. De “RT” functie in het bijzonder vergt een grote hoeveelheid gegevens en het is daarom mogelijk dat deze functie niet beschikbaar is zelfs wanneer de andere Radio Data Systeem functies wel beschikbaar zijn.
• Bij slechte ontvangst kunt u op TUNING MODE (AUTO/ MAN’L) op het voorpaneel drukken zodat de AUTO indicator verdwijnt van het display op het voorpaneel.
• Als het signaal externe storing ondervindt terwijl dit toestel de Radio Data Systeem gegevens aan het ontvangen is, kan de ontvangst onverwacht onderbroken worden en kan de melding “...WAIT” verschijnen op het display op het voorpaneel.
• Wanneer de “RT” functie wordt geselecteerd, kan dit toestel maximaal 64 alfanumerieke tekens, inclusief het trema, aan programmagegevens op het display tonen. Tekens die niet kunnen worden weergegeven worden vervangen door een “_” (onderstreping).
• Als de ontvangst wordt onderbroken wanneer de “CT” functie is geselecteerd, zal “CT WAIT” verschijnen op het display op het voorpaneel.
BASISBEDIENING
1
2
FREQ/TEXT
EONSTARTMODE PTY SEEK
1 Druk op TUNER op de afstandsbediening om
de “TUNER” (radio) als signaalbron te selecteren.
TUNER
Nederlands
55
Page 58
AFSTEMMEN OP RADIO DATA SYSTEEM ZENDERS (ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA)
2 Druk herhaaldelijk op FREQ/TEXT op de
afstandsbediening om de gewenste Radio Data Systeem weergavefunctie te selecteren.
FREQ/TEXT
CTRTPTYPS
Frequentiedisplay
• Selecteer “PS” om de naam van het ontvangen Radio Data Systeem programma weer te laten geven.
• Selecteer “PTY” om het type van het ontvangen Radio Data Systeem programma weer te laten geven.
• Selecteer “RT” om eventuele tekstgegevens voor het ontvangen Radio Data Systeem programma weer te laten geven.
• Selecteer “CT” om de tijd op dit moment weer te laten geven.
56
Page 59
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
TV MUTE TV INPUT
MUTE
AMP
SOURCE
TV
STEREO
1
EFFECT
VOLUME
TV VOL TV CH
STANDARD
5
SPEAKERS
9
MUSIC
2
SELECT
6
ENHANCER
0
ENTERTAIN
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Wat het meeste bijdraagt aan de rijke, volle tonen van een live voorstelling, zijn de ingewikkelde weerkaatsingen via de wanden van de ruimte. Naast het feit dat deze weerkaatsingen het geluid verlevendigen, vertellen ze ons ook waar de muzikanten zich bevinden, hoe groot de ruimte is waar we in zitten en welke vorm deze heeft.
Onderdelen van een geluidsveld
Naast de door de muzikanten geproduceerde geluiden die onze oren direct bereiken zijn er twee verschillende soorten weerkaatsingen die samen onze waarneming van het geluid bepalen.
Vroege weerkaatsingen
Deze reflecties bereiken onze oren zeer snel (50 ms tot 100 ms na het directe geluid) en zijn slechts door één enkel oppervlak weerkaatst (bijvoorbeeld door het plafond of een muur). Deze vroege weerkaatsingen maken het direct waargenomen geluid voor ons helderder.
Natrillingen
Deze worden veroorzaakt door weerkaatsingen via meer dan één oppervlak (bijvoorbeeld via de muren en het plafond) en zijn zo talrijk dat ze samensmelten tot een bijna doorlopende nagalm. Deze natrillingen zijn niet richtinggevoelig en maken het directe geluid in onze waarneming minder helder.
Het directe geluid, de vroege weerkaatsingen en de natrillingen samen helpen ons bij het bepalen van onze indruk van de grootte en de vorm van de ruimte en het is deze informatie die door de digitale geluidsveld processor wordt gereproduceerd bij het samenstellen van het geluidsveld.
Als u in de kamer waar u altijd naar uw muziek luistert de juiste vroege weerkaatsingen en natrillingen zou kunnen maken, zou u uw eigen akoestische luisterparadijs kunnen bouwen. U zou de akoestiek van uw kamer kunnen veranderen in die van een concertzaal, een dansvloer of in die van vrijwel elke ruimte die u zich zou kunnen indenken. Deze kunst om zelf geluidsvelden samen te stellen is precies wat YAMAHA nu heeft bereikt met de digitale geluidsveld processor.
Selecteren van geluidsveldprogramma’s
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Opmerkingen
• Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet alleen op basis van de naam van het programma.
• Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte geluidsveldprogramma instellen.
• Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden geselecteerd wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 38).
• Signalen met een hogere bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz (met uitzondering van DTS 96/24 signalen) zullen worden teruggebracht tot 48 kHz, waarna er geluidsveldprogramma’s op kunnen worden toegepast.
Bediening via het voorpaneel
ZONE 2
ZONE
ON/OFF
CONTROL
MASTER
ON OFF
MAIN ZONE
ON/OFF
SILENT CINEMA
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
NEXTEDIT
SPEAKERSPHONES
PROGRAM
BA
EFFECT
PROGRAM keuzeknop
Verdraai PROGRAM op het voorpaneel.
De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal verschijnen op het display op het voorpaneel en op het in-beeld display.
l PRESET/TUNING h
LEVEL
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
MEMORY
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
INPUT
MULTI CH
INPUT
VIDEO PORTABLEL AUDIO R
VOLUME
VIDEO AUX
Afstandsbediening
AMP
Toetsen voor de geluidsveldprogramma’s
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP en druk vervolgens op één van de geluidsveldprogrammatoetsen op de afstandsbediening.
De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal verschijnen op het display op het voorpaneel en op het in-beeld display.
Nederlands
57
Page 60
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s
Dit toestel is uitgerust met diverse zeer precieze digitale decoders waarmee u kunt profiteren van multikanaals weergave van vrijwel elke stereo of multikanaals geluidsbron. Dit toestel is tevens voorzien van een YAMAHA digitale geluidsveldprogramma (DSP) processor met een aantal geluidsveldprogramma’s waarmee u uw luister-ervaring een extra dimensie kunt geven.
y
De YAMAHA CINEMA DSP functies zijn geheel compatibel met alle Dolby Digital, DTS en Dolby Surround bronnen. Zet “INPUT MODE” op “AUTO” (zie bladzijde 35) zodat dit toestel automatisch kan overschakelen naar de juiste digitale decoder voor het binnenkomende ingangssignaal.
Opmerkingen
• De DSP geluidsveldprogramma’s van dit toestel zijn natuurgetrouwe reproducties van echte akoestische omgevingen, samengesteld aan de hand van exacte metingen verricht in de betreffende ruimtes, concertzalen, bioscopen enz., zelf. Op deze manier kunt u de variaties waarnemen in de weerkaatsingen van voren, achteren, links en rechts.
• Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet alleen op basis van de naam van het programma.
Voor film/video bronnen
U kunt kiezen uit de volgende geluidsvelden wanneer u film- of videomateriaal afspeelt. De met “MULTI” aangeduide geluidsvelden kunnen worden gebruikt met multikanaals signaalbronnen, zoals DVD, digitale TV enz. De met “2-CH” aangeduide kunnen worden gebruikt met 2-kanaals (stereo) bronnen zoals TV programma’s, videobanden enz.
y
Verdraai PROGRAM op het voorpaneel (of zet de component-keuzeschakelaar op AMP en druk dan op één van de geluidsveldprogrammatoetsen op de afstandsbediening) om het gewenste geluidsveldprogramma te selecteren (zie bladzijde 57).
Toe ts
afstandsbediening
1
2
3
Geluidsveldprogramma
STEREO 2ch Stereo
MUSIC Pop/Rock
ENTERTAINMENT TV Sports
ENTERTAINMENT Mono Movie
ENTERTAINMENT Game
Kenmerken Bronnen
Brengt multikanaals materiaal terug tot 2 kanalen of geeft 2-kanaals materiaal onveranderd weer.
CINEMA DSP verwerking. Creëert een enthousiaste atmosfeer waarin u zich middenin een echt jazz of rock concert kunt wanen.
CINEMA DSP verwerking. Reproduceert de geluidsomgeving van een grote concertzaal met behulp van het surround geluidsveld om de weergave van allerlei TV programma’s, zoals nieuws, licht amusement, muziekprogramma’s of sportprogramma’s, te verbeteren.
CINEMA DSP verwerking. Reproduceert mono videobronnen (zoals oude films) met een optimaal natrillingsniveau om het geluid meer diepte te geven, alleen met behulp van het zogenaamde aanwezigheidsgeluidsveld.
CINEMA DSP verwerking. Voegt een diepe en ruimtelijke dimensie toe aan de geluidsweergave van videospelletjes.
MULTI
2-CH
58
Page 61
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Toets
afstandsbediening
4
5
Geluidsveldprogramma
MOVIE THEATER Spectacle
MOVIE THEATER Sci-Fi
MOVIE THEATER Adventure
MOVIE THEATER General
SUR. STANDARD
SUR. ENHANCED
Kenmerken Bronnen
CINEMA DSP verwerking. Dit programma reproduceert tot in de details het extreem brede geluidsveld van een 70-mm bioscoop, hetgeen zowel de video­als de geluidsweergave ongelofelijk realistisch maakt. Dit is ideaal voor Dolby Surround, Dolby Digital of DTS gecodeerd videomateriaal; vooral voor groots opgezette films.
CINEMA DSP verwerking. Dit programma zorgt voor duidelijke weergave van gesproken tekst en geluidseffecten in een vorm die opgang doet in science fiction films, zodat er een weidse cinematische ruimte wordt gecreëerd temidden van de koude stilte. U kunt zo beter genieten van science fiction films in een virtuele geluidsruimte met Dolby Surround, Dolby Digital of DTS gecodeerd materiaal dat gebruik maakt van de meest geavanceerde technieken.
CINEMA DSP verwerking. Dit programma reproduceert de geluidsweergave van de nieuwste 70-mm en multikanaals filmsoundtracks zoals weergegeven in de nieuwste bioscopen, waarbij de natrillingen van het geluidsveld zelf zoveel mogelijk worden onderdrukt.
CINEMA DSP verwerking. Dit programma is bedoeld voor de reproductie van 70-mm films en films met multikanaals soundtracks en wordt gekenmerkt door een zacht en weids geluidsveld.
Standaard verwerking voor de geselecteerde decoder.
Verbeterde verwerking voor de geselecteerde decoder.
MULTI
2-CH
Voor muziekmateriaal
U kunt kiezen uit de volgende geluidsvelden bij weergave van muziek, zoals CD’s, FM/AM uitzendingen, cassettes enz.
y
Verdraai PROGRAM op het voorpaneel (of zet de component-keuzeschakelaar op AMP en druk dan op één van de geluidsveldprogrammatoetsen op de afstandsbediening) om het gewenste geluidsveldprogramma te selecteren (zie bladzijde 57).
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Toets
afstandsbediening
1
2
3
5
Geluidsveldprogramma
STEREO 2ch Stereo
STEREO 6ch Stereo
MUSIC Hall in Vienna
MUSIC The Bttm Line
MUSIC The Roxy Thtr
ENTERTAINMENT Disco
SUR. STANDARD
SUR. ENHANCED
Kenmerken Bronnen
Voor weergave van 2-kanaals bronmateriaal.
Voor weergave van 2-kanaals bronmateriaal met alle luidsprekers via 6.1 kanalen, waarmee een groter geluidsveld geproduceerd wordt; ideaal voor achtergrondmuziek bij feesten en partijen enz.
HiFi DSP verwerking. Dit programma reproduceert een klassieke doosvormige concertzaal met ongeveer 1700 stoelen. De zuilen en ingewikkelde versieringen zorgen voor zeer complexe reflecties en voor een volle en rijke geluidsweergave.
HiFi DSP verwerking. Dit programma reproduceert het geluidsveld vlak voor het podium in “The Bottom Line”, de befaamde New Yorkse jazz club met 300 zitplaatsen.
HiFi DSP verwerking. Dit programma reproduceert de dynamische rock­sound van “The Roxy Theatre”, één van de vetste rock clubs in L.A. De virtuele luisterplek bevindt zich iets links van het midden van de zaal.
HiFi DSP verwerking. Dit programma bootst de akoestiek na van een wervelende disco in het hart van een grote stad en geeft een geconcentreerde en energieke weergave.
Standaard verwerking voor de geselecteerde decoder.
Verbeterde verwerking voor de geselecteerde decoder.
2-CH
MULTI
2-CH
Nederlands
59
Page 62
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
AMP
SOURCE
TV
VOLUME
TV VOL TV CH
TRANSMITCODE SET
STANDBY
POWER
POWERPOWER
CD
AVTV
MULTI CH IN
SLEEP
CD-R
DVD DTV
MD
CBL
TUNER
V-AUX DV R
TV MUTE TV INPUT
MUTE
MENUTITLE
SET MENU
LEVEL
DISPLAYRETURN
BAND
SRCH MODE
DAB MEMORY
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
REC
STEREO
1
EFFECT
STANDARD
5
SPEAKERS
9
MUSIC
2
SELECT
6
ENHANCER
0
ENTERTAIN
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
Veranderen van geluidsveldparameter instellingen
U kunt een goede geluidskwaliteit bereiken met de fabrieksinstellingen. U hoeft deze begininstellingen niet te veranderen, maar u kunt dat wel doen wanneer u de weergave beter wilt proberen aan te passen aan de specifieke omstandigheden in uw kamer.
Opmerkingen
• Gebruik de “PARAM. INI” functie in het “OPTION MENU” om de parameters voor alle geluidsveldprogrammafs in een groep terug te zetten op de begininstellingen (zie bladzijde 80).
• Wanneer u een geluidsveldparameter instelt op een andere waarde dan de fabrieksinstelling, zal er een sterretje (asterisk; *) bij de parameternaam op het in-beeld display verschijnen.
• U kunt de ingestelde waarden voor geluidsveldparameters niet veranderen wanneer “MEMORY GUARD” in het “OPTION MENU” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 80). Als u toch parameterwaarden wilt wijzigen, dient u “MEMORY GUARD” op “OFF” in te stellen.
y
• Voor details over de functie en het mogelijke instelbereik voor elk van de geluidsveldparameters, zie bladzijde 61.
• Herhaal de stappen 3 en 4 indien u nog andere parameters voor dit geluidsveldprogramma wilt veranderen.
• Voor sommige geluidsveldprogrammafs zijn zoveel parameters beschikbaar dat deze meer dan één scherm van het in-beeld display beslaan. Druk in een dergelijk geval op u / d om door de verschillende schermen te balderen.
•Als u j / i ingedrukt houdt bij het wijzigen van de waarde van een geluidsveldparameter, zal de oorspronkelijke fabrieksinstelling kort op het display op het voorpaneel worden getoond.
3
2 Zet het beeldscherm aan en druk op de
afstandsbediening op DISPLAY.
Het volgende scherm zal op het in-beeld display verschijnen.
DISPLAY
Geluidsveldprogramma categorie
P02 MUSIC
Cursor
Geluidsveldparameters
. Pop/Rock
DSP LEVEL;;;;0dB P.INIT.DLY;;21ms P.ROOM SIZE;;1.0 S.INIT.DLY;;25ms S.ROOM SIZE;;1.0
Geluidsveldparameterwaarden
3 Druk net zo vaak op één van de toetsen voor
de geluidsveldprogramma’s tot u het geluidsveldprogramma dat u wilt instellen geselecteerd heeft.
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
1
STANDARD
5
SPEAKERS
9
2
SELECT
6
ENHANCER
0
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
EFFECT
1
1 Zet de component-keuzeschakelaar op AMP.
AMP
SOURCE
TV
60
4 Druk op u / d om de gewenste
geluidsveldparameter te selecteren en
4 2
vervolgens op j / i om de ingestelde waarde te veranderen.
• Druk op i om de ingestelde waarde te verhogen.
• Druk op j om de ingestelde waarde te verlagen.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
Page 63
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Beschrijvingen geluidsveldparameters
U kunt de waarden van bepaalde parameters van de digitale geluidsveldprogramma’s wijzigen om de weergave aan te passen aan de omstandigheden in uw kamer. Niet alle onderstaande parameters gelden voor alle programma’s.
y
Voor details met betrekking tot het veranderen van ingestelde waarden voor geluidsveldparameters, zie bladzijde 60.
Geluidsveldparameter Kenmerken
DSP LEVEL
INIT.DLY
P.INIT.DLY S.INIT.DLY SB INI.DLY
DSP niveau. Regelt het niveau can alle DSP effectgeluiden binnen een klein bereik. Afhankelijk van de akoestiek in uw kamer wilt u mogelijk het DSP effectniveau verhogen of verlagen ten opzichte can het niveau van de directe weergave.
Instelbereik: –6 dB t/m +3 dB
Aanvankelijke vertraging. Aanwezigheids-, surround- en surround-achter aanvankelijke vertraging. Wijzigt de schijnbare afstand tot de geluidsbron door het verschil te regelen tussen het moment dat de luisteraar het directe geluid hoort en wanneer hij of zij de eerste weerkaatsing daarvan hoort. Hoe kleiner de ingestelde waarde, hoe dichter de geluidsbron zich bij het weerkaatsende oppervlak lijkt te bevinden. Hoe groter deze waarde, hoe verder weg het lijkt. Gebruik een kleine waarde voor een kleine kamer. Gebruik een grotere waarde voor een grote kamer.
Instelbereik: 1 t/m 99 ms (INIT.DLY och P.INIT.DLY)
1 t/m 49 ms (S.INIT.DLY och SB INI.DLY)
Brongeluid
Vroege weerkaatsingen
Niveau
Vertraging
Geluidsbron
Weerkaatsend
Tijd
Niveau
Ritardo
Tijd
Niveau
Tijd
Ritardo
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Kleine waarde = 1 ms Grote waarde = 99 ms
Nederlands
61
Page 64
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Geluidsveldparameter Kenmerken
ROOM SIZE P.ROOM SIZE S.ROOM SIZE SB ROOM SIZE
LIVENESS S.LIVENESS SB LIVENESS
Kamergrootte. Aanwezigheids-, surround- en surround-achter kamerafmetingen. Deze parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld. Hoe groter deze waarde, hoe groter het surround geluidsveld wordt. Omdat geluid keer op keer wordt weerkaatst in een ruimte, zal de tijd tussen het oorspronkelijk gereflecteerde geluid en elke volgende weerkaatsing langer worden naarmate de ruimte groter is. Door de tijd tussen de weerkaatsingen te regelen, kunt u bepalen hoe groot de virtuele ruimte lijkt. Door de waarde van deze parameter te veranderen van een naar twee, zal de schijnbare lengte van de ruimte verdubbeld worden.
Instelbereik: 0,1 t/m 2,0
Brongeluid
Vroege weerkaatsingen
Geluidsbron
Niveau
Tijd
Kleine waarde = 0,1
Niveau
Tijd
Niveau
Tijd
Grote waarde = 2,0
Levendigheid. Surround en surround-achter levendigheid. Deze parameter regelt de reflectiviteit van de virtuele wanden van de ruimte door de mate waarin de vroege weerkaatsingen in kracht afnemen te veranderen. De vroege weerkaatsingen van een geluidsbron worden sneller zwakker in een ruimte met geluidabsorberende wanden dan in een ruimte met wanden die juist veel geluid weerkaatsen. Een ruimte met geluidabsorberende oppervlakken wordt ook wel akoestisch “dood” genoemd, terwijl een ruimte met oppervlakken die veel geluid weerkaatsen “levendig” genoemd wordt. Via deze parameter kunt u de mate waarin de vroege weerkaatsingen wegsterven en dus de “levendigheid” van de ruimte regelen.
Instelbereik: 0 t/m 10
Niveu
Zwak weerkaatst geluid
Kleine waarde = 0
Dood
Tijd
Niveu
Brongeluid
Tijd Tijd
Niveu
Levendig
Krachtig weerkaatst geluid
Grote waarde = 10
62
Page 65
Geluidsveldparameter Kenmerken
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
REV.TIME
REV.DELAY
Natriltijd. Deze parameter regelt hoe lang het duurt voordat de dichte natrillingen verzwakt zijn met 60 dB bij 1 kHz. Hierdoor worden de schijnbare afmetingen van de akoestische omgeving over een zeer groot bereik veranderd. Stel een lengere natriltijd in voor “dode” bronnen en luisterplekken en een kortere natriltijd voor “levendige” bronnen en ruimtes.
Instelbereik: 1,0 t/m 5,0 s
Geluidsbron
Natrillingen
60 dB 60 dB 60 dB
REV.TIME
Kort e natrillinge
Kleine waarde = 1,0 s Grote waarde = 5,0 s
Brongeluid
Vroege weerkaatsingen
REV.TIME
Natrillingen
REV.TIME
Lange natrillingen
Beginvertraging natrillingen. Deze parameter regelt het tijdverschil tussen het begin van het directe geluid en het begin van de natrillingen. Hoe groter deze waarde, hoe later de natrillingen zullen beginnen. Als de natrillingen later beginnen, krijgt u het gevoel dat u zich in een ruimere akoestische omgeving bevindt.
Instelbereik: 0 t/m 250 msec
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Brongeluid
Niveau
REV. LEVEL
Tijd
Nederlands
63
Page 66
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Geluidsveldparameter Kenmerken
REV.LEVEL
2ch Stereo
DIRECT
Niveau natrillingen. Deze arameter regelt het volume van de natrillingen. Hoe groter deze waarde, hoe sterker de natrillingen zullen zijn.
Instelbereik: 0 t/m 100%
Brongeluid
Niveau
(dB)
60 dB
Natrillingen
Tijd
REV.DELAY
2-kanaals stereo direct. Passeert de decoders en DSP processors van dit toestel voor pure hi-fi stereoweergave van 2-kanaals analoog bronmateriaal.
Keuzes: AU TO, OFF
REV.TIME
y
• De “AUTO” instelling laat het signaal alleen de decoders en DSP processors passeren wanneer “BASS” en “TREBLE” op 0 dB zijn ingesteld (zie bladzijde 33).
• Wanneer er multi-kanaals signalen (Dolby Digital en DTS) binnenkomen, zullen deze worden teruggemengd naar 2 kanalen en worden weergegeven via de linker en rechter voor-luidsprekers.
• In de volgende gevallen zullen de lage tonen voor de linker en rechter voor-luidsprekers omgeleid worden naar de subwoofer: – “LFE/BASS OUT” is ingesteld op “BOTH” (zie bladzijde 73). – “FRONT SP” is ingesteld op “SMALL” (zie bladzijde 72) en “LFE/BASS OUT” is ingesteld
op “SWFR” (zie bladzijde 73).
6ch Stereo
CT LEVEL SL LEVEL SR LEVEL SB LEVEL
6-kanaals stereo midden, links surround, rechts surround en surround achter niveaus. Regelt het volumeniveau voor elk kanaal in de 6-kanaals stereo weergavefunctie.
Instelbereik: 0 t/m 100%
64
Page 67
Geluidsveldparameter Kenmerken
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
PRO LOGIC IIx Music PRO LOGIC II Music
PANORAMA
PRO LOGIC IIx Music PRO LOGIC II Music
DIMENSION
PRO LOGIC IIx Music PRO LOGIC II Music
CENTER WIDTH
DTS Neo:6 Music
C.IMAGE
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music panorama. Stuurt stereosignalen naar de surround­luidsprekers zowel als naar de voor-luidsprekers voor een omhullend effect.
Keuzes: OFF, ON
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music dimension. Zorgt voor een graduele aanpassing van het geluidsveld naar voren of naar achteren.
Instelbereik: –3 (naar achteren) t/m +3 (naar voren)
Begininstelling: STD (standaard)
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music middenbreedte. Plaatst de weergave voor het middenkanaal helemaal op de midden-luidspreker of verdeelt deze over de linker en rechter voor-luidsprekers. Een grotere waarde verdeelt het middenkanaal meer over de linker en rechter voor-luidsprekers.
Instelbereik: 0 (geluid voor het middenkanaal wordt alleen maar weergegeven via de midden-
luidspreker) t/m 7 (het middenkanaal wordt helemaal via de linker en rechter voor­luidsprekers weergegeven)
Begininstelling: 3
DTS Neo:6 Music middenbeeld. Regelt het volume van de linker en rechter voorkanalen in samenhang met het middenkanaal om het middenkanaal meer of minder overheersend te maken.
Instelbereik: 0,0 t/m 1,0
Begininstelling: 0,3
y
De “PRO LOGIC IIx Music”, “PRO LOGIC II Music” en “DTS Neo:6 Music” parameters kunnen alleen worden ingesteld wanneer “SUR. STANDARD” is geselecteerd. Zet de component-keuzeschakelaar op AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op STANDARD op de afstandsbediening om “SUR. STANDARD” te selecteren (zie bladzijde 43).
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
65
Nederlands
Page 68
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Geluidsveldprogramma luidsprekeropstellingen
De geluidsweergave uit elk van de luidsprekers hangt mede af van het soort audiosignalen dat binnenkomt. Raadpleeg de diagrammen in de tabel hieronder voor meer informatie omtrent de opstelling van de luidsprekers voor elk geluidsveldprogramma.
Opmerking
Wij wijzen u erop dat er niet of niet genoeg geluid uit de luidsprekers kan komen afhankelijk van het soort materiaal dat wordt weergegeven. Bovendien is het mogelijk dat bepaalde kanalen alleen gedeeltelijk kunnen worden gebruikt wanneer ze op een bepaalde manier zijn ingesteld voor films, bijvoorbeeld met speciale effecten enz.
y
Behalve voor “2ch Stereo”, “6ch Stereo” en “STRAIGHT”, kunt u een decoder selecteren om geluid weer te laten geven via de surround achter-luidspreker (zie bladzijde 42).
In de schema’s worden de volgende afkortingen en symbolen gebruikt:
L
Linker voor-luidspreker Linker surround-luidspreker
C SR
Midden-luidspreker Rechter surround-luidspreker
R
Rechter voor-luidspreker Surround achter-luidspreker
SL
SB
Luidspreker die geluid weergeeft Luidspreker die geen geluid weergeeft
*
Wanneer de q EX / q PL IIx / ES indicators uit zijn op het display op het voorpaneel
Geluidsveldprogramma
2-kanaals audio
(mono)
2-kanaals audio
(stereo)
STEREO
2ch Stereo
C
L
SL SR
SB
R
L
SL
STEREO
6ch Stereo
C
L
SL
R
SR
SB
L
SL
5.1/6.1-kanaals audio *
C
R
SR
SB
C
R
SR
SB
C
L
SL
L
SL
R
SR
SB
C
R
SR
SB
MUSIC
Hall in Vienna The Bttm Line
The Roxy Thtr
ENTERTAINMENT
Disco
MUSIC
Pop/Rock
ENTERTAINMENT
TV Sports Mono Movie Game
66
C
L
SL
L
SL
R
SR
SB
C
R
SR
SB
C
L
SL
L
SL
R
SR
SB
C
R
SR
SB
C
L
SL
L
SL
R
SR
SB
C
R
SR
SB
Page 69
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Geluidsveldprogramma
MOVIE THEATER
Spectacle Sci-Fi Adventure General
SUR. STANDARD
DOLBY DIGITAL PRO LOGIC DTS
SUR. STANDARD
PLII Movie PLII Music PLII Game PLIIx Movie PLIIx Music PLIIx Game
2-kanaals audio
(mono)
C
L
SL
L
SL
R
SR
SB
C
R
SR
SB
2-kanaals audio
(stereo)
C
L
SL
SB
C
L
SL
SB
Pro Logic Pro Logic
C
L
SL
R
SR
SB
C
L
SL
SB
Pro Logic II/Pro Logic IIx Pro Logic II
5.1/6.1-kanaals audio *
R
SR
R
SR
R
SR
C
L
SL
L
SL
R
SR
SB
C
R
SR
SB
SUR. STANDARD
Neo:6 Cinema Neo:6 Music
SUR. ENHANCED
DOLBY DIGITAL PRO LOGIC DTS
L
SL
Pro Logic IIx
C
L
SL
R
SR
SB
L
SL
Cinema Cinema/Music
C
L
SL
R
SR
SB
Music
C
L
SL
R
SR
SB
L
SL
C
R
SR
SB
C
R
SR
SB
C
R
C
L
R
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Nederlands
SR
SB
SL
SR
SB
Pro Logic Pro Logic
67
Page 70
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Geluidsveldprogramma
SUR. ENHANCED
PLII Movie PLIIx Movie
SUR. ENHANCED
Neo:6 Cinema
STRAIGHT
2-kanaals audio
(mono)
C
L
SL
L
SL
L
R
SR
SB
C
R
SR
SB
C
R
2-kanaals audio
(stereo)
C
L
SL
Pro Logic II
L
SL
Pro Logic IIx
L
SL
L
R
SR
SB
C
R
SR
SB
C
R
SR
SB
C
R
5.1/6.1-kanaals audio *
C
L
R
DIRECT STEREO
SL
SB
Mono weergave
C
L
SL
SB
Mono weergave
SR
R
SR
SL
L
SL
SR
SB
C
R
SR
SB
SL
SR
SB
68
Page 71
SET MENU
SET MENU
Met behulp van het “SET MENU” (instelmenu) kunt u allerlei systeeminstellingen wijzigen en kunt u de manier waarop het toestel werkt aanpassen aan uw voorkeuren. Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren.
Basis setup BASIC SETUP
Deze functie is handig wanneer u uw systeem snel en met minimale inspanningen klaar voor gebruik wilt maken (zie bladzijde 29).
Handmatige setup MANUAL SETUP
Via deze functie kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen.
Geluidsmenu 1 SOUND MENU
Via dit menu kunt u met de hand alle luidspreker-instellingen wijzigen, de kwaliteit en de toonkleur van de weergave van uw systeem aanpassen of compenseren voor eventueel vertraagde videoweergave bij gebruik van LCD monitoren of projectoren.
Parameter Kenmerken
A)SPEAKER SET
B)SPEAKER LEVEL
C)SP DISTANCE
D)CENTER GEQ
E)LFE LEVEL
F)DYNAMIC RANGE
G)AUDIO SET
Selecteren van de afmetingen van de luidsprekers, de luidsprekers voor weergave van lage tonen en de crossover frequentie.
Instellen van het uitgangsniveau van elke luidspreker.
Instellen van de vertraging voor elke luidspreker.
Instellen van de klankkleur (toon) van de midden-luidspreker.
Instellen van het uitgangsniveau van het LFE kanaal bij Dolby Digital of DTS signalen.
Instellen van het dynamisch bereik bij Dolby Digital of DTS signalen.
Aanpassen van de volume-afname bij de MUTE functie, de audiovertraging en de instellingen voor het passeren van de toonregeling.
Bladzijde
72
74
75
75
75
76
76
Ingangsmenu 2 INPUT MENU
Via dit menu kunt u met de hand de in- en uitgangsaansluitingen toewijzen aan andere apparatuur, de ingangsfunctie wijzigen of een signaalbron een andere naam geven.
Parameter Kenmerken
A)I/O ASSIGNMENT
B)INPUT MODE
Toewijzen van in- en uitgangsaansluitingen van dit toestel aan de daarmee verbonden componenten.
Selecteren van de begininstelling van de ingangsfunctie voor de signaalbron.
Bladzijde
77
78
GEAVANCEERDE
BEDIENING
C)INPUT RENAME
D)VOLUME TRIM
Hiermee kunt u een signaalbron een andere naam geven.
Instellen van het uitgangsniveau van elke aansluiting.
78
79
Nederlands
69
Page 72
SET MENU
Optiemenu 3 OPTION MENU
Via dit menu kunt u met de hand de optionele systeeminstellingen wijzigen.
Parameter Kenmerken
A)DISPLAY SET
B)MEMORY GUARD
C)PARAM. INI
D)MULTI ZONE SET
Instellen van de helderheid van het display en het omzetten van videosignalen.
Vergrendelen van instellingen voor de geluidsveldprogramma’s en andere “SET MENU” instellingen.
Initialiseren van de instellingen voor een groep geluidsveldprogramma’s.
Specificeert de locatie van de luidsprekers die zijn aangesloten op de “SPEAKERS B” aansluitingen.
Signaalinformatie SIGNAL INFO
Met deze functie kunt u informatie over het audiosignaal controleren (zie bladzijde 40).
Bladzijde
79
80
80
81
70
Page 73
SET MENU
TV MUTE TV INPUT
MUTE
AMP
SOURCE
TV
STEREO
VOLUME
TV VOL TV CH
CD
AVTV
MULTI CH IN
SLEEP
CD-R
DVD DTV
MD
CBL
TUNER
V-AUX DVR
MUSIC ENTERTAIN MOVIE
MENUTITLE
SET MENU
LEVEL
DISPLAYRETURN
BAND
SRCH MODE
DAB MEMORY
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
REC
STEREO
1
EFFECT
STANDARD
5
SPEAKERS
9
MUSIC
2
SELECT
6
ENHANCER
0
ENTERTAIN
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
Gebruiken van het SET MENU
Gebruik de afstandsbediening om de menu’s te openen en de instellingen te verrichten.
1
y
• U kunt de “SET MENU” parameters wijzigen terwijl het toestel geluid aan het weergeven is.
• Als u op een geluidsveldtoets drukt terwijl u bezig bent in het “SET MENU”, zal het “SET MENU” worden geannuleerd.
• Herhaal de volgende procedure om de diverse instellingen te selecteren en te wijzigen.
• Druk op RETURN om terug te keren naar het vorige menuniveau.
Opmerking
U kunt sommige “SET MENU” parameters niet wijzigen terwijl “NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC” is geselecteerd als nacht-luisterfunctie (zie bladzijde 34).
1 Zet de component-keuzeschakelaar op AMP
en druk vervolgens op SET MENU om het “SET MENU” te openen.
Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld display verschijnen.
AMP
SOURCE
TV
.;BASICSETUP
;MANUALSETUP
.;SIGNAL INFO
[ ]/[]:Up/Down [ENTER]:Enter

SET MENU
p
p
SET MENU
MENU
SRCH MODE
1,7 2-6
2 Druk op u / d en selecteer “MANUAL
SETUP”.
PRESET/CH

SET MENU
;BASICSETUP
ENTER
A/B/C/D/E
.;MANUALSETUP .;SIGNAL INFO
p
[ ]/[]:Up/Down
p
[ENTER]:Enter
3 Druk op ENTER om de “MANUAL SETUP” te
openen.
Het “MANUAL SETUP” scherm zal op het in-beeld display verschijnen.
PRESET/CH
;MANUAL SETUP
.1SOUNDMENU
2INPUTMENU
ENTER
A/B/C/D/E
3OPTIONMENU
p
[]/[]:Up/Down
p
[ENTER]:Enter
4 Druk herhaaldelijk op u / d om het gewenste
menu te selecteren en druk op ENTER om het te openen.
De volgende schermen zijn voorbeelden waarin het “SOUND MENU” wordt geselecteerd.
PRESET/CH
ENTER
1 SOUND
MENU 1/2
.A)SPEAKERSET B)SPEAKERLEVEL C)SPDISTANCE D)CENTER GEQ
p
[]/[]:Up/Down [ENTER]:Enter
p
A/B/C/D/E
.E)LFE LEVEL F)DYNAMIC RANGE G)AUDIO SET  []/[]:Up/Down [ENTER]:Enter
PRESET/CH
ENTER
1 SOUND
MENU 2/2
p
p
A/B/C/D/E
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
71
Page 74
SET MENU
5 Druk herhaaldelijk op u / d om het gewenste
submenu te selecteren en druk op ENTER om het te openen.
Het volgende scherm is een voorbeeld waarin “SPEAKER LEVEL” wordt geselecteerd.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
B)SPEAKER
 .FL;;;;;;;;;;
FR;;;;;;;;;;  C;;;;;;;;;;
LEVEL
-__________+
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
6 Druk op u / d om de gewenste parameter te
selecteren en vervolgens op j / i om de instelling te wijzigen.
• Druk op i om de ingestelde waarde te verhogen.
• Druk op j om de ingestelde waarde te verlagen.
PRESET/CH
PRESET/CH
1 SOUND MENU
Via dit menu kunt u met de hand luidspreker-instellingen wijzigen of compenseren voor vertraging in de videoweergave bij gebruik van LCD monitoren of projectoren.
1 SOUND
MENU 1/2
.A)SPEAKERSET B)SPEAKERLEVEL C)SPDISTANCE D)CENTER GEQ
p
[]/[]:Up/Down [ENTER]:Enter
p
Luidspreker-instellingen A)SPEAKER SET
Via dit menu kunt u met de hand de luidspreker­instellingen wijzigen.
y
Als u niet tevreden bent met de door uw luidsprekers geproduceerde lage tonen, kunt u deze instellingen aanpassen aan uw voorkeuren.
Voor-luidsprekers FRONT SP Keuzes: SMALL, LARGE
FRONT SP
1 SOUND
MENU 2/2
.E)LFE LEVEL F)DYNAMIC RANGE G)AUDIO SET 
p
[]/[]:Up/Down [ENTER]:Enter
p
ENTER
A/B/C/D/E
ENTER
A/B/C/D/E
7 Druk op SET MENU om de “SET MENU” te
verlaten.
SET MENU
MENU
SRCH MODE
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel uit (standby) staat. Wanneer echter de stekker uit het stopcontact gehaald wordt of de stroomvoorziening om een andere reden langer dan een week onderbroken wordt, zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan.
  SMALL>LARGE
• Selecteer “SMALL” (klein) als u kleine voor­luidsprekers heeft die niet goed in staat zijn lage tonen weer te geven. De lage tonen in de signalen voor de linker en rechter voor-luidsprekers zullen nu naar de bij “LFE/BASS OUT” geselecteerde luidsprekers gedirigeerd worden (zie bladzijde 73).
• Selecteer “LARGE” (groot) als u grote voor­luidsprekers heeft die goed in staat zijn lage tonen weer te geven. Alle signalen voor de linker en rechter voorkanalen worden naar de linker en rechter voor­luidsprekers gedirigeerd.
Opmerking
Als “LFE/BASS OUT” is ingesteld op “FRNT” (zie bladzijde 73), zullen eventuele LFE signalen in Dolby Digital of DTS bronsignalen, de lage tonen in de linker en rechter voorkanalen, en de lage tonen voor andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of “SMALL”) of op “NONE” allemaal gedirigeerd worden naar de linker en rechter voor-luidsprekers, ongeacht de “FRONT SP” instelling.
72
Page 75
SET MENU
Midden-luidspreker CENTER SP Keuzes: NONE, SML, LRG
CENTER SP
NONE>SMLLRG
• Selecteer “NONE” (geen) als u geen midden­luidspreker heeft aangesloten. De lage tonen uit het middenkanaal zullen gedirigeerd worden naar de luidsprekers die zijn geselecteerd bij “LFE/BASS OUT” en de rest van het middenkanaal zal naar de linker en rechter voor-luidsprekers worden gestuurd.
• Selecteer “SML” (klein) als u een kleine midden­luidspreker heeft die niet goed in staat is lage tonen weer te geven. De lage tonen uit het middenkanaal zullen naar de luidsprekers worden gedirigeerd die zijn geselecteerd bij “LFE/BASS OUT”.
• Selecteer “LRG” (groot) als u een grote midden­luidspreker heeft die goed in staat is lage tonen weer te geven. Alle signalen voor het middenkanaal worden naar de midden-luidspreker gedirigeerd.
Linker/rechter surround-luidsprekers
SUR. L/R SP
Keuzes: NONE, SML, LRG
SUR. L/R SP
Surround achter-luidsprekers SUR. B SP Keuzes: NONE, SML, LRG
SUR. B SP
 NONE>SML LRG
• Selecteer “NONE” (geen) als u geen surround schter­luidspreker heeft aangesloten. De lage tonen uit het surround-achterkanaal zullen gedirigeerd worden naar de luidsprekers die zijn geselecteerd bij “LFE/BASS OUT” en de rest van het surround-achterkanaal zal naar de linker en rechter surround-luidsprekers worden gestuurd.
Selecteer “SML” (klein) als u een kleine surround achter­luidspreker heeft die niet goed in staat is lage tonen weer te geven. De lage tonen uit het surround-achterkanaal worden gedirigeerd naar de luidsprekers die u heeft geselecteerd bij “LFE/BASS OUT”.
• Selecteer “LRG” (groot) als u een grote surround achter­luidspreker heeft die goed in staat is lage tonen weer te geven. Alle signalen voor het surround-achterkanaal worden naar de surround achter-luidspreker gedirigeerd.
Lage tonen weergave LFE/BASS OUT
Gebruik deze functie om de luidsprekers te selecteren die de LFE (Lage Frequentie Effecten) en de lage tonen weergeven. Keuzes: SWFR, FRNT, BOTH
LFE/BASS OUT
NONE>SMLLRG
• Selecteer “NONE” (geen) als u geen surround­luidsprekers heeft aangesloten. Hiermee zet u het toestel in de Virtual CINEMA DSP stand (zie bladzijde 44) en zal “SUR. B SP” automatisch op “NONE” (geen) worden ingesteld. De lage tonen in de linker en rechter surroundkanalen zullen naar de bij “LFE/BASS OUT” geselecteerde luidsprekers gedirigeerd worden.
• Selecteer “SML” (klein) als u kleine linker en rechter surround-luidsprekers heeft die niet goed in staat zijn lage tonen weer te geven. De lage tonen in de linker en rechter surroundkanalen zullen naar de bij “LFE/BASS OUT” geselecteerde luidsprekers gedirigeerd worden.
• Selecteer “LRG” (groot) als u grote linker en rechter surround-luidsprekers heeft die goed in staat zijn lage tonen weer te geven. Het hele toonbereik van het surroundkanaal zal naar de linker en rechter surround­luidsprekers worden gestuurd.
SWFRFRNT>BOTH
• Selecteer “SWFR” (subwoofer) als u een subwoofer aangesloten heeft. Zowel de LFE signalen als de lage tonen in de signalen voor andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of “SMALL”) of op “NONE” worden naar de subwoofer gedirigeerd.
• Selecteer “FRNT” (voor) als u geen subwoofer heeft aangesloten. De LFE signalen, de lage tonen in de linker en rechter voorkanalen, en de lage tonen voor andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of “SMALL”) of op “NONE” zullen allemaal gedirigeerd worden naar de linker en rechter voor-luidsprekers, ongeacht de “FRONT SP” instelling (zie bladzijde 72).
• Selecteer “BOTH” (beide) als u een subwoofer aangesloten heeft. De lage tonen worden voor elke signaalbron weergegeven door de subwoofer. Zowel de LFE signalen als de lage tonen in de signalen voor andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of “SMALL”) of op “NONE” worden naar de subwoofer gedirigeerd. De lage tonen in de linker en rechter voorkanalen zullen naar de linker en rechter voor-luidsprekers en de subwoofer worden gedirigeerd, ongeacht de “FRONT SP” instelling (zie bladzijde 72).
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
73
Page 76
SET MENU
Crossover CROSS OVER
Met deze functie kunt u een crossover frequentie instellen voor alle luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of “SMALL”) of op “NONE” via “SPEAKER SET” (zie de bladzijden 72 en 73). Alle frequenties onder de geselecteerde frequentie zullen naar de subwoofer worden gedirigeerd of naar de luidsprekers die zijn ingesteld op “LRG” (of “LARGE”) via “SPEAKER SET” (zie de bladzijden 72 en 73). Keuzes: 40Hz, 60Hz, 80Hz, 90Hz, 100Hz, 110Hz,
120Hz, 160Hz, 200Hz
CROSS OVER
FREQ;;;80Hz
Subwooferfase SUBWOOFER PHASE
Als de lage tonen niet of onduidelijk worden weergegeven, kunt u hiermee de fase van uw subwoofer omschakelen. Keuzes: NORMAL, REVERSE
02ASUBWOOFER PHASE
>NORMALREVERSE
• Selecteer “NORMAL” als u de fase voor uw subwoofer niet wilt omkeren.
• Selecteer “REVERSE” om de fase voor uw subwoofer om te keren.
Luidsprekerniveau B)SPEAKER LEVEL
Deze functie stelt u in staat met de hand de balans te bepalen tussen het volume (luidsprekerniveau) van de linker voor- of linker surround-luidspreker en elk van de bij “SPEAKER SET” (zie bladzijde 72) geselecteerde luidsprekers. Instelbereik: –10,0 to +10,0 dB Instelstap: 1,0 dB Begininstelling: 0 dB
B)SPEAKER
 .FL;;;;;;;;;;
FR;;;;;;;;;;  C;;;;;;;;;;
• Selecteer “FL” om de balans voor de linker voor­luidspreker in te stellen.
• Selecteer “FR” om de balans voor de rechter voor­luidspreker in te stellen.
• Selecteer “C” om de balans voor de midden­luidspreker in te stellen.
• Selecteer “SL” om de balans voor de linker surround­luidspreker in te stellen.
• Selecteer “SR” om de balans voor de rechter surround­luidspreker in te stellen.
• Selecteer “SB” om de balans voor de surround achter­luidspreker in te stellen.
• Selecteer “SWFR” om de balans voor de subwoofer in te stellen.
Opmerking
“C”, “SL”, “SR”, “SB” en “SWFR” kunnen niet worden ingesteld indien “CENTER SP” (zie bladzijde 73), “SUR. L/R SP” (zie bladzijde 73), “SUR. B SP” (zie bladzijde 73) en “LFE/BASS OUT” (zie bladzijde 73) zijn ingesteld op “NONE”.
LEVEL
-__________+
74
Page 77
SET MENU
Luidsprekerafstand C)SP DISTANCE
Met deze functie kunt u met de hand de afstand van elke luidspreker tot de luisterplek invoeren en zo de vertraging voor het bijbehorende kanaal instellen. In het ideale geval zouden alle luidsprekers op dezelfde afstand van de luisterplek moeten staan. Maar in de meeste gevallen is dat praktisch gezien niet mogelijk. Daarom moet de weergave van luidsprekers die eigenlijk te dichtbij staan heel eventjes vertraagd worden, zodat het geluid van alle luidsprekers op hetzelfde moment op de luisterplek arriveert.
C)SP DISTANCE
. UNIT;;;;;;meters FRONTL;;;;3.00m FRONTR;;;;3.00m CENTER;;;;;3.00m
p
[]/[]:Up/Down [<]/[>]:Adjust
Eenheid UNIT
Keuzes: meters (m), feet (ft) Begininstelling: [Modellen voor de V.S. en Canada]: feet (ft) [Overige modellen]: meters (m)
• Selecteer “meters” om de afstanden van de luidsprekers in meters in te kunnen voeren.
• Selecteer “feet” om de afstanden van de luidsprekers in feet (voeten) in te kunnen voeren.
Luidsprekerafstanden
Instelbereik: 0,3 t/m 24,00 m (1.0 t/m 80.0 ft) Instelstap: 0,10 m (0.5 ft)
• Selecteer “FRONT L” om de afstand voor de linker voor-luidspreker in te stellen. Begininstelling: 3,00 m (10.0 ft)
• Selecteer “FRONT R” om de afstand voor de rechter voor-luidspreker in te stellen. Begininstelling: 3,00 m (10.0 ft)
• Selecteer “CENTER” om de afstand voor de midden­luidspreker in te stellen. Begininstelling: 3,00 m (10.0 ft)
• Selecteer “SUR. L” om de afstand voor de linker surround-luidspreker in te stellen. Begininstelling: 3,00 m (10.0 ft)
• Selecteer “SUR. R” om de afstand voor de rechter surround-luidspreker in te stellen. Begininstelling: 3,00 m (10.0 ft)
• Selecteer “SUR. B” om de afstand voor de surround achter-luidspreker in te stellen. Begininstelling: 2,10 m (7.0 ft)
• Selecteer “SWFR” om de afstand voor de subwoofer in te stellen. Begininstelling: 3,00 m (10.0 ft)
Opmerking
“CENTER”, “SUR.L”, “SUR.R”, “SUR.B” en “SWFR” kunnen niet worden ingesteld indien “CENTER SP” (zie bladzijde 73), “SUR. L/R SP” (zie bladzijde 73), “SUR. B SP” (zie bladzijde 73) en “LFE/BASS OUT” (zie bladzijde 73) zijn ingesteld op “NONE”.
p
Grafische equalizer voor het middenkanaal
Met deze functie kunt u de geluidsweergave via het middenkanaal zo aanpassen met de ingebouwde 5-banden (100Hz, 300Hz, 1kHz, 3kHz en 10kHz) grafische equalizer, dat de toonkwaliteit van de middenluidspreker overeenkomt met die van de voorluidsprekers. U kunt de instelling verrichten terwijl u naar de huidige signaalbron luistert, of luisterend naar een testtoon. Instelbereik: –6 t/m +6 dB Instelstap: 0,5 dB Begininstelling: 0 dB
Testtoon TEST
Keuzes: OFF, ON
• Selecteer “OFF” om de testtoon te stoppen en de op dit
moment geselecteerde signaalbron weer te laten geven.
• Selecteer “ON” om de linker voor- en de midden-luidspreker
een testtoon te laten produceren en stel aan de hand daarvan de toonkwaliteit van de midden-luidspreker in.
y
Druk op u / d om een frequentieband te selecteren en op j / i om de geselecteerde frequentieband in te stellen.
D)CENTER GEQ
D)CENTER GEQ
.TEST>OFFON
-______+
 100Hz ;;;;;; 0dB 300Hz ;;;;;; 0dB 1kHz ;;;;;; 0dB 3kHz ;;;;;; 0dB 10kHz ;;;;;; 0dB
p
p
[]/[]:Up/Down [<]/[>]:Adjust
Niveau Lage Frequentie Effecten
E)LFE LEVEL
Deze functie stelt u in staat het volume (uitgangsniveau) van het LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal aan te passen aan de capaciteit van uw subwoofer of hoofdtelefoon. Het LFE kanaal zorgt voor de weergave van speciale effecten met zeer lage tonen bij bepaalde passages. Deze instelling treedt alleen in werking bij weergave wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS signalen decodeert. Instelbereik: –20 t/m 0 dB Instelstap: 1 dB
E)LFE LEVEL
.SPEAKER;;;;;;0dB HEADPHONE;;;;0dB
p
[]/[]:Up/Down
p
[<]/[>]:Adjust
Luidspreker SPEAKER
Stelt het LFE luidsprekerniveau in.
Hoofdtelefoon HEADPHONE
Stelt het LFE hoofdtelefoonniveau in.
Opmerking
Afhankelijk van de instellingen bij “LFE/BASS OUT” (zie bladzijde 73) is het mogelijk dat sommige signalen niet via de SUBWOOFER OUTPUT aansluiting worden gereproduceerd.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
75
Page 78
SET MENU
Dynamisch bereik F)DYNAMIC RANGE
Via deze functie kunt u instellen hoeveel het dynamisch bereik moet worden gecomprimeerd voor uw luidsprekers of uw hoofdtelefoon. Deze instelling treedt alleen in werking wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS signalen decodeert.
F)DYNAMIC RANGE
.SP:MINSTD>MAX HP:MINSTD>MAX
p
[]/[]:Up/Down
p
[<]/[>]:Select
Luidspreker SP
Stelt de compressie voor de luidsprekers in.
Hoofdtelefoon HP
Stelt de compressie voor de hoofdtelefoon in. Keuzes: MIN, STD, MAX
• Selecteer “MIN” (minimum) als u regelmatig bij een laag volume wilt luisteren.
• Selecteer “STD” (standaard) voor algemeen gebruik.
• Selecteer “MAX” (maximum) om het grootste dynamische bereik te behouden.
Audio instellingen G)AUDIO SET
Hiermee kunt algemene audio instellingen voor dit toestel wijzigen.
G)AUDIO SET
.MUTING TYPE;FULL AUDIO DELAY;;0ms TONE BYPASS;AUTO
p
[]/[]:Up/Down [<]/[>]:Select
Tijdelijk uit of lager zetten van het geluid MUTING TYPE
U kunt zelf bepalen hoeveel het volume verlaagd moet worden wanneer u deze functie gebruikt (zie bladzijde 34). Keuzes: FULL, –20dB
• Selecteer “FULL” om de geluidsweergave helemaal te stoppen.
• Selecteer “–20dB” om het huidige volume met 20 dB te verlagen.
Audio vertraging AUDIO DELAY
U kunt de geluidsweergave vertragen zodat deze synchroon loopt met de videobeelden. Dit is soms nodig bij gebruik van bepaalde LCD monitors of projectoren. Instelbereik: 0 t/m 160 ms Instelstap: 1 ms
Passeren toonregeling TONE BYPASS
U kunt de geluidssignalen de schakelingen voor de toonregeling helemaal laten negeren wanneer “TREBLE” en “BASS” op 0 dB zijn ingesteld (zie bladzijde 33). Keuzes: AU TO , OFF
• Selecteer “AUTO” als u de schakelingen voor de toonregeling wilt laten negeren om een zo puur mogelijke weergave te verkrijgen.
• Selecteer “OFF” als u niet wilt dat de toonregeling helemaal genegeeerd wordt.
p
76
Page 79
2 INPUT MENU
Via dit menu kunt u de in-/uitgangsaansluitingen toewijzen aan andere apparatuur, de ingangsfunctie wijzigen of een signaalbron een andere naam geven.
2
INPUTMENU
.A)I/OASSIGNMENT B)INPUTMODE C)INPUTRENAME D)VOLUME TRIM
p
[]/[]:Up/Down [ENTER]:Enter
Toewijzen van in-/uitgangsaansluitingen
A)I/O ASSIGNMENT
U kunt de in-/uitgangsaansluitingen toewijzen aan andere componenten als de begininstellingen van dit toestel niet overeenkomen met uw voorkeuren. Wijzig de volgende instellingen om de respectievelijke aansluitingen toe te wijzen aan andere apparatuur en uiteindelijk meer componenten te kunnen aansluiten. Wanneer de in-/uitgangsaansluitingen opnieuw zijn toegewezen, kunt u de daarbij behorende component selecteren als signaalbron met INPUT op het voorpaneel (of met de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening).
Voor de COMPONENT VIDEO aansluitingen A, B en C
CMPNT-V INPUT [A] CMPNT-V INPUT [B] CMPNT-V INPUT [C]
Keuzes: [A] DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR
[B] DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR [C] DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR

.[A];;;;;DVD (DVD) [B];;;;;DTV/CBL (DTV/CBL) [C];;;;; DVR ( DVR )
p
CMPNT-V
INPUT
SET MENU
Voor de OPTICAL INPUT aansluitingen 2, 3 en 4
OPTICAL IN (2) OPTICAL IN (3) OPTICAL IN (4)
Keuzes: (2) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, V-AUX,
DVR (3) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR (4) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR

OPTICAL
IN
.(2);;;;;MD/CD-R
(MD/CD-R)
(3);;;;; DVD
(DVD )
(4);;;;;DTV/CBL
(DTV/CBL )
Voor de COAXIAL INPUT aansluiting 5
COAXIAL IN (5)
Keuzes: (5) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, V-AUX,
DVR

COAXIAL
IN
.(5);;;;; DVD
( DVD )
Opmerkingen
• U kunt een bepaalde naam maar één keer gebruiken voor een bepaald soort aansluiting.
• Wanneer u een bepaalde component zowel met de DIGITAL INPUT (COAXIAL) als met de DIGITAL INPUT (OPTICAL) aansluiting verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Voor OPTICAL OUTPUT aansluiting 1
OPTICAL OUT (1)
Keuzes: CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, V-AUX,
DVR

OPTICAL
OUT
.(1);;;;;MD/CD-R
(MD/CD-R )
Nederlands
77
Page 80
SET MENU
Ingangsfunctie B)INPUT MODE
Gebruik deze functie om de “INPUT MODE” van dit toestel terug te zetten op “AUTO” (zie bladzijde 35) ongeacht de vorige instelling of om de laatste ingangsfunctie op te roepen (“AUTO”, “DTS”, of “ANALOG”) die gebruikt werd met de signaalbron in kwestie zodra u dit toestel inschakelt. Keuzes: AUTO, LAST

B)INPUT
MODE
>AUTOLAST
[<]/[>]:Select [ENTER]:Return
• Selecteer “AUTO” om “INPUT MODE” terug te zetten op “AUTO” (zie bladzijde 35) ongeacht de vorige instelling zodra u dit toestel aan zet. Ingangssignalen worden door dit toestel automatisch geselecteerd in deze volgorde: (1) Digitale signalen (2) Analoge signalen
• Selecteer “LAST” om het toestel automatisch de ingangsfunctie (“AUTO”, “DTS”, of “ANALOG”) in te laten schakelen die het laatst met de signaalbron in kwestie gebruikt is.
Signaalbronnen nieuwe namen geven
C)INPUT RENAME
Met deze functie kunt u de namen van de signaalbronnen zoals die op het in-beeld display op het voorpaneel verschijnen veranderen.
2 Zet de component-keuzeschakelaar op AMP
en druk vervolgens herhaaldelijk op j / i op de afstandsbediening om de “_” (onderstreping) onder de spatie of het teken dat u wilt bewerken te plaatsen.
PRESET/CH
AMP
SOURCE
TV
ENTER
A/B/C/D/E
3 Kies met u / d het teken dat u wilt gebruiken
en ga vervolgens met j / i naar het volgende teken.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
Opmerkingen
• U kunt maximaal 8 tekens gebruiken voor elke signaalbron.
• Druk op d om de tekens als volgt te laten veranderen, of druk op u om deze reeks in omgekeerde volgorde te doorlopen: A t/m Z, spatie, 0 t/m 9, spatie, a t/m z, spatie, symbolen (#, *, –, +, enz.).
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E

C)INPUT
RENAME
DVD-> DVD
[<]/[>]:Position []/[]:Chara.
________
p
p
1 Druk op één van de ingangskeuzetoetsen op
de afstandsbediening om de signaalbron waarvan u de naam wilt veranderen te selecteren.
CD-R
CD
CBL
DVD DTV
V-AU X DVR
MD
SLEEP
MULTI CH IN
TUNER
78
4 Herhaal de stappen 1 t/m 3 als u de namen
van andere signaalbronnen wilt veranderen.
5 Druk nog eens op SET MENU op de
afstandsbediening om de “INPUT RENAME” functie af te sluiten.
SET MENU
MENU
SRCH MODE
Page 81
Volume Trim D)VOLUME TRIM
Met deze functie kunt u het niveau van de ingangssignalen voor elk van de ingangsaansluitingen op elkaar afstemmen. Dit komt van pas wanneer u wilt vermijden dat het volume plotseling verandert wanneer u overschakelt naar een andere signaalbron. Keuzes: CD, MD/CD-R, TUNER, DVD, DTV/CBL,
V-AUX, DVR Instelbereik: –6,0 t/m +6,0 dB Instelstap: 1,0 dB Begininstelling: 0,0 dB
SET MENU
3 OPTION MENU
Via dit menu kunt u de optionele systeeminstellingen wijzigen.
3
OPTIONMENU
.A)DISPLAYSET
B)MEMORYGUARD C)PARAM.INI D)MULTI ZONESET
p
[]/[]:Up/Down [ENTER]:Enter
p

D)VOLUME TRIM
 DVD->0.0dB
[<]/[>]:Adjust [RETURN]:Exit
Display instellingen A)DISPLAY SET

A)DISPLAY
.DIMMER;;;;;;;;;0 VIDEOCONV.;;;ON OSD SHIFT;;;;;;0 GRAY BACK;;;AUTO 
p
[]/[]:Up/Down [<]/[>]:Adjust
Dimmer DIMMER
Hiermee kunt u de helderheid van het display op het voorpaneel instellen. Instelbereik: – 4 t/m 0 Instelstap: 1
• Druk op j om het display op het voorpaneel te dimmen.
• Druk op i om het display op het voorpaneel helderder
te maken.
Video conversie VIDEO CONV.
Gebruik deze functie om in te stellen of videosignalen die binnenkomen via de VIDEO en S VIDEO aansluitingen moeten worden omgezet. Keuzes: ON, OFF
• Selecteer “ON” om composiet en S-videosignalen om te zetten en in voorkomende gevallen op te waarderen naar component videosignalen.
• Selecteer “OFF ” om geen signalen om te laten zetten.
Opmerkingen
• De geconverteerde videosignalen worden alleen gereproduceerd
via de MONITOR OUT aansluitingen. Wanneer u een videobron wilt opnemen moet u gebruik maken van hetzelfde soort video­aansluitingen tussen alle betrokken componenten.
• Wanneer composiet video- of S-videosignalen van een
videorecorder worden omgezet naar component videosignalen, kan de beeldkwaliteit achteruitgaan, afhankelijk van uw videorecorder.
•U moet “
• Onconventionele signalen die binnenkomen via de composiet video
VIDEO CONV.
display te laten weergeven.
of S-video aansluitingen kunnen niet worden omgezet of worden mogelijk niet correct gereproduceerd. Zet in dergelijke gevallen “
VIDEO CONV.” op
“OFF”
SET
p
” instellen op “ON” om het in-beeld
.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
79
Page 82
SET MENU
OSD (in-beeld display) vershuiven OSD SHIFT
Hiermee kunt u de verticale positie van het OSD (in-beeld display) instellen. Instelbereik: –5 (naar boven) t/m +5 (naar beneden) Instelstap: 1 Begininstelling: 0
• Druk op j om het in-beeld display hoger op het scherm
weer te geven.
• Druk op i om het in-beeld display lager op het scherm
weer te geven.
Grijze achtergrond GRAY BACK
Met deze functie kunt u een grijze achtergrond weer laten geven achter het in-beeld display wanneer er geen videosignaal binnenkomt. Keuzes: AUTO, OFF
• Selecteer “AUTO” om een grijze achtergrond weer te laten geven achter het in-beeld display wanneer er geen videosignaal binnenkomt.
• Selecteer “OFF” om geen achtergrond te laten zien achter het in-beeld display.
Opmerkingen
• Afhankelijk van de binnenkomende signalen of de
systeeminstelling van uw beeldscherm (NTSC of PAL), is het mogelijk dat het in-beeld display niet correct kan worden weergegeven. Zet in dergelijke gevallen “OFF ”
.
• Zelfs wanneer
afhankelijk van de eigenschappen van de beelden, mogelijk dat het in-beeld display niet correct zal worden weergegeven.
GRAY BACK” is ingesteld op
GRAY BACK” op
“OFF ”
, is het,
Geheugen beveiliging B)MEMORY GUARD
Met deze functie kunt u voorkomen dat de DSP programma instellingen en andere systeeminstellingen per abuis gewijzigd worden. Keuzes: OFF, ON
Parameters initialiseren C)PARAM. INI
Met deze functie kunt u de instellingen voor alle geluidsveldprogramma’s in een programmagroep tegelijk initialiseren. Wanneer u een geluidsveldprogrammagroep initialiseert, zullen alle gewijzigde instellingen voor de programma’s in die groep worden teruggezet op hun beginwaarden. Druk op de corresponderende toetsen voor de geluidsveldprogramma’s op de afstandsbediening om het geluidsveldprogramma selecteren. Een asterisk (*) verschijnt links naast namen van programma’s waarvan de begininstellingen gewijzigd zijn. Keuzes: STEREO, MUSIC, ENTERTAINMENT,
MOVIE THEATER, STANDARD
Opmerkingen
• U kunt de eerder ingestelde waarden niet meer automatisch terughalen nadat u een geluidsveldprogrammagroep heeft geïnitialiseerd.
• U kunt geen individuele geluidsveldprogramma’s initialiseren.
• U kunt geen geluidsveldprogrammagroepen initialiseren wanneer de “MEMORY GUARD” beveiliging is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 80).
dat u wilt initialiseren te

C)PARAM.
INI
STEREO *MUSIC ENTERTAINMENT MOVIE THEATER *STANDARD Press DSP key

B)MEMORY
GUARD
>OFFON
[<]/[>]:Select [ENTER]:Return
• Selecteer “OFF” om de “MEMORY GUARD” functie uit te schakelen.
• Kies “ON” om de inhoud van het geheugen te beveiligen: – DSP programma instellingen – alle “SET MENU” onderdelen – alle luidsprekerniveaus
Opmerking
Wanneer “MEMORY GUARD” is ingesteld op “ON”, kunt u geen andere “SET MENU” items meer selecteren of instellen.
80
Page 83
Zone instelling D)MULTI ZONE SET
Via deze instelling kunt u de locatie aangeven van de luidsprekers die zijn verbonden met de SPEAKERS B aansluitingen van dit toestel.

D)MULTI ZONE
.SPB;;;;;;;FRONT 
[<]/[>]:Select [ENTER]:Return
Instelling luidsprekerset B SP B
Met deze functie kunt u bepalen waar de voor-luidsprekers die zijn verbonden met de SPEAKERS B aansluitingen zich bevinden. Keuzes: FRONT, ZONE B
• Selecteer “FRONT” om de SPEAKERS A en B set aan of uit te zetten wanneer de met de SPEAKERS B aansluitingen verbonden luidsprekers zich in uw eerste luisterruimte bevinden.
• Selecteer “ZONE B” als de met de SPEAKERS B aansluitingen verbonden luidsprekers zich in een andere ruimte (zone) bevinden. Als SPEAKERS A wordt uitgeschakeld en SPEAKERS B wordt ingeschakeld, zullen alle luidsprekers in de eerste luisterruimte, inclusief de subwoofer, worden uitgeschakeld en zal er alleen via de SPEAKERS B aansluitingen geluid worden weergegeven.
Opmerkingen
• Als u een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting van dit
toestel doet, zal het geluid worden weergegeven via zowel de hoofdtelefoon als de SPEAKERS B aansluitingen wanneer “SP B” is ingesteld op “ZONE B”.
• Als er een DSP programma is ingeschakeld wanneer “SP B” op
“ZONE B” is ingesteld, zal het toestel automatisch in de Virtual CINEMA DSP stand gaan (zie bladzijde 44).
SET
SET MENU
GEAVANCEERDE
BEDIENING
81
Nederlands
Page 84
GEAVANCEERDE SETUP
GEAVANCEERDE SETUP
Dit toestel heeft extra menu’s die worden getoond op het display op het voorpaneel. Het uitgebreide instelmenu biedt aanvullende handelingen om de manier waarop dit toestel functioneert aan te passen. Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren.
Opmerkingen
• De nieuwe instellingen zullen in werking treden wanneer u de volgende keer MASTER ON/OFF naar binnen in de ON stand drukt om dit toestel in te schakelen (zie bladzijde 28).
• Alleen MASTER ON/OFF, STRAIGHT (EFFECT) en PROGRAM functioneren terwijl u het uitgebreide instelmenu gebruikt.
• Er kunnen geen andere handelingen worden verricht terwijl u het uitgebreide instelmenu aan het gebruiken bent.
• Het uitgebreide instelmenu is alleen beschikbaar via het display op het voorpaneel.
3 Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en
selecteer de parameter waarvoor u de instelling wilt wijzigen.
De naam van de geselecteerde parameter verschijnt op het display op het voorpaneel. Zie bladzijde 83 voor een complete lijst met alle beschikbare parameters.
PROGRAM
MASTER
ON OFF
MAIN ZONE
SPEAKERSPHONES
ON/OFF
SILENT CINEMA
FM/AM
PRESET/TUNING
BA
EFFECT
1-2,5 2,4 3
ZONE 2 ON/OFF
MEMORY
A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
NEXTEDIT
PROGRAM
TUNING MODE
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
INPUT
MULTI CH
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
INPUT
VOLUME
ZONE
CONTROL
VIDEO AUX
VIDEO PORTABLEL AUDIO R
1 Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om dit toestel uit te schakelen.
MASTER
ON OFF
2 Houd STRAIGHT (EFFECT) op het
voorpaneel ingedrukt en druk vervolgens MASTER ON/OFF naar binnen in de ON stand om dit toestel in te schakelen.
Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide setup menu zal verschijnen op het display op het voorpaneel.
Houd
STRAIGHT
EFFECT
ingedrukt
MASTER
ON OFF
Op dit moment
geselecteerde
parameter
Op dit moment geselecteerde parameterinstelling
SP IMP.-8 MIN
4 Druk herhaaldelijk op STRAIGHT (EFFECT)
op het voorpaneel om de geselecteerde instelling te wijzigen.
STRAIGHT
EFFECT
5 Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om de nieuwe instelling op te slaan en dit toestel uit te schakelen.
MASTER
ON OFF
y
De gewijzigde instellingen worden van kracht zodra u dit toestel de volgende keer aan zet.
82
Page 85
GEAVANCEERDE SETUP
Luidsprekerimpedantie SP IMP.
Gebruik deze functie om de luidsprekerimpedantie van het toestel aan te passen aan die van uw luidsprekers. Keuzes: 8MIN, 6MIN
• Selecteer “8ΩMIN” om de luidsprekerimpedantie in te stellen op 8 Ω .
• Selecteer “6MIN” om de luidsprekerimpedantie in te stellen op 6 Ω .
SP IMP. Luidspreker Impedantieniveau
Als u één set (A of B) gebruikt, moet de impedantie van elk van de luidsprekers 8Ω of hoger zijn.
Vo o r
8ΩMIN
Midden
Surround
Surround Achter
Vo o r
6MIN
Midden
Surround
Surround Achter
*
Modellen voor Canada kunnen niet tegelijkertijd gebruik maken van twee gescheiden luidsprekersystemen (A en B) wanneer “SP IMP.” is ingesteld op “8ΩMIN”.
Als u twee sets (A en B) gebruikt, moet de impedantie van elk van de luidsprekers 16 Ω of hoger zijn.
De impedantie van elk van de luidsprekers moet 8 of hoger zijn.
Als u één set (A of B) gebruikt, moet de impedantie van elk van de luidsprekers 4Ω of hoger zijn.
Als u twee sets (A en B) gebruikt, moet de impedantie van elk van de luidsprekers 8 of hoger zijn.
De impedantie van elk van de luidsprekers moet 6 of hoger zijn.
*
Afstandsbediening AMP ID REMOTE AMP
Hiermee stelt u het AMP ID nummer van dit toestel in voor herkenning van afstandsbedieningssignalen (zie bladzijde 87). Keuzes: ID1, ID2
• Selecteer “ID1” wanneer de AMP ID-archiefcode voor de afstandsbediening is ingesteld op “00001”.
• Selecteer “ID2” wanneer de AMP ID-archiefcode voor de afstandsbediening is ingesteld op “00002”.
Opmerking
U moet de corresponderende AMP-archiefcode voor de afstandsbediening instellen op de afstandsbediening (zie bladzijde 87).
Afstandsbediening TUNER ID
REMOTE TUN
Hiermee stelt u het TUNER ID nummer van dit toestel in voor herkenning van afstandsbedieningssignalen (zie bladzijde 87). Keuzes: ID1, ID2
• Selecteer “ID1” wanneer de TUNER ID-archiefcode voor de afstandsbediening is ingesteld op “81916”.
• Selecteer “ID2” wanneer de TUNER ID-archiefcode voor de afstandsbediening is ingesteld op “81917”.
Opmerking
U moet de corresponderende TUNER-archiefcode voor de afstandsbediening instellen op de afstandsbediening (zie bladzijde 87).
Afstemstap tuner TU
(Alleen modellen voor Azië en algemene modellen)
Hiermee kunt u de afstemstap van de tuner aanpassen aan de ruimte tussen zendfrequenties in uw gebied. Keuzes: AM10/FM100, AM9/FM50
• Selecteer “AM10/FM100” voor Noord, Midden en Zuid Amerika.
• Selecteer “AM9/FM50” voor alle andere gebrieden.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Fabrieksinstellingen PRESET
Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen (zie bladzijde 94). Keuzes: CANCEL, RESET
• Select “CANCEL” om de instellingen van dit toestel niet terug te zetten.
Select “RESET” om de instellingen van dit toestel terug te zetten.
Opmerkingen
• Deze instelling zet alle parameters van dit toestel terug,
inclusief de “SET MENU” parameters. De parameters voor het uitgebreide instelmenu zullen echter niet worden teruggezet.
• De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht
wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld.
Nederlands
83
Page 86
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Naast dit toestel kan de afstandsbediening ook andere audiovisuele componenten van YAMAHA en van andere fabrikanten aansturen. Om uw TV of andere componenten te kunnen bedienen, moet u de juiste afstandsbedieningscodes voor de diverse signaalbronnen instellen (zie bladzijde 86).
Bedienen van dit toestel, een TV of andere componenten
Bedienen van dit toestel
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP om dit toestel te bedienen.
TRANSMITCODE SET
STANDBY
POWER
POWERPOWER
AVTV
SLEEP
MD
CD-R
CD
DVD DTV
V-AUX DVR
TV VOL TV CH
TV MUTE TV INPUT
STEREO
1
STANDARD
5
SPEAKERS
9
LEVEL
BAND
DAB MEMORY
REC
DISC SKIP
FREQ/TEXT EONSTARTPTY SEEKMODE
CBL
MUSIC
SELECT
ENHANCER
MULTI CH IN
TUNER
*1
AMP
SOURCE
VOLUME
TV
MUTE
ENTERTAIN
MOVIE
2
3
4
EXTD SUR.
DIRECT ST.
6
7
8
NIGHT
STRAIGHT
0
10
ENT.
EFFECT
SET MENU
MENUTITLE
SRCH MODE
DISPLAYRETURN
AUDIO
*2
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
Bedienen van een TV
Zet de component-keuzeschakelaar op TV om uw TV te bedienen. Om uw TV te kunnen bedienen moet u de juiste afstandsbedieningscode instellen voor DTV/CBL of (zie bladzijde 86). Wanneer u afstandsbedieningscodes instelt voor zowel DTV/CBL als , wordt voorrang gegeven aan de voor DTV/CBL ingestelde code.
TRANSMITCODE SET
STANDBY
POWER
POWERPOWER
AVTV
SLEEP
MD
CD-R
*1
CD
DVD DTV
V-AUX DVR
TV VOL TV CH
TV MUTE TV INPUT
STEREO
1
STANDARD
5
SPEAKERS
9
LEVEL
BAND
DAB MEMORY
REC
DISC SKIP
FREQ/TEXT EONSTARTPTY SEEKMODE
CBL
MUSIC
SELECT
ENHANCER
MULTI CH IN
TUNER
AMP
SOURCE
VOLUME
TV
MUTE
ENTERTAIN
MOVIE
2
3
4
EXTD SUR.
DIRECT ST.
6
7
8
NIGHT
STRAIGHT
0
10
ENT.
EFFECT
SET MENU
MENUTITLE
SRCH MODE
DISPLAYRETURN
AUDIO
*2
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
Opmerkingen
*1
Deze toetsen bedienen altijd alleen dit toestel, ongeacht de stand van de component-keuzeschakelaar.
*2
Deze toetsen bedienen dit toestel alleen wanneer de component-keuzeschakelaar op AMP staat.
84
Opmerkingen
*1
Deze toetsen bedienen altijd uw TV, ongeacht de stand van de component-keuzeschakelaar.
Afstandsbediening Digitale TV/ Kabel TV
TV POWER Hiermee schakelt u de stroom in of uit.
TV VOL +/–
TV CH +/– Wijzigt het kanaalnummer.
TV MUTE
TV INPUT Wijzigt de signaalbron.
*2
Deze toetsen bedienen uw TV alleen wanneer de component­keuzeschakelaar op TV staat. Zie voor details de “Digitale TV/ kabel TV” kolom op bladzijde 85.
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume.
Deze toets schakelt de geluidsweergave tijdelijk uit.
Page 87
Bedienen van andere componenten
TV MUTE TV INPUT
MUTE
AMP
SOURCE
TV
STEREO
1
VOLUME
TV VOL TV CH
TRANSMITCODE SET
STANDBY
POWER
POWERPOWER
CD
AVTV
MULTI CH IN
SLEEP
CD-R
DVD DTV
MD
CBL
TUNER
V-AUX DV R
MUSIC
2
ENTERTAIN3MOVIE
4
UU
U
MENUTITLE
SET MENU
LEVEL
DISPLAYRETURN
BAND
SRCH MODE
DAB MEMORY
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
REC
AUDIO
DISC SKIP
STEREO
1
EFFECT
STANDARD
5
SPEAKERS
9
MUSIC
2
SELECT
6
ENHANCER
0
ENTERTAIN
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
Zet de component-keuzeschakelaar op SOURCE om andere componenten geselecteerd met de ingangskeuzetoetsen, , , of de blanco toets rechts van MD/CD-R te kunnen bedienen. U moet voor elke signaalbron de juiste afstandsbedieningscode instellen (zie bladzijde 86). De volgende tabel toont de functies van de bedieningstoetsen voor het bedienen van andere componenten die zijn toegewezen aan de ingangskeuzetoetsen, , en de blanco toets rechts van MD/CD-R. Het is mogelijk dat sommige toetsen niet het verwachte effect hebben op de geselecteerde component.
1
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
2
7
3
8
4 5
9
6
FREQ/TEXT EONSTARTPTY SEEKMODE
DVD-
Afstandsbediening
speler/
Videorecorder
recorder
1 AV POWER 2 1-9, 0, +10
3 TITLE 4 PRESET/CH
u
PRESET/CH
d
A/B/C/D/E j Links Links
Aan/uit *1 Aan/uit *1 Aan/uit *2 Aan/uit *1 Aan/uit *1 Aan/uit *1
Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen
Titel Band
Hoger
Lager
VCR volgende kanaal
VCR vorige kanaal
Digitale TV/ Kabel TV
Hoger
Lager
LD-speler CD-speler
MD/CD­recorder
Tun er
Voorkeuzezenders (1-8)
Vo l g e n d e voorkeuzezender (1-8)
Vo r i g e voorkeuzezender (1-8)
Vo r i g e voorkeuzezender
iPod
Hoger
Lager
(A-E)
Vo l g e n d e
A/B/C/D/E i Rechts Rechts
ENTER Enter Enter
5 RETURN 6 REC/
DISC SKIP
Ter ug Teru g
Disc overslaan (speler) Rec (opname)
Rec *3 Rec *2*3 Disc overslaan Opname *3
voorkeuzezender (A-E)
Volgende menu
*3
p Weergave Weergave Weergave *2 Weergave Weergave Weergave Weergave
w
Terug zoeken
Terug zoeken
f Vooruit zoeken Vooruit zoeken
Terug zoeken *2
Vooruit zoeken *2
Terug zoeken Terug zoeken Terug zoeken
Vooruit zoeken Vooruit zoeken Vooruit zoeken
Terug zoeken *4
Vooruit zoeken *4
AUDIO Audio Audio Audio*2 Geluid
e Pauze Pauze Pauze*2 Pauze Pauze Pauze Pauze
b Terug springen Terug springen
a
Vooruit springen
Vooruit springen
Ter ug springen*2
Vooruit springen*2
Terug springen Terug springen Terug springen Terug springen
Vooruit springen
Vooruit springen
Vooruit springen
Vooruit springen
s Stop Stop Stop *2 Stop Stop Stop Stop
7 ENT. 8 MENU 9 DISPLAY
Opmerkingen
*1
Deze toets werkt alleen wanneer de originele afstandsbediening van de component in kwestie een POWER (aan/uit) toets heeft.
*2
Deze toetsen bedienen uw videorecorder of DVD-recorder alleen wanneer u de juiste afstandsbedieningscode instelt voor DVR (zie bladzijde 86).
*3
Wanneer u deze toets gebruikt om opnamen te maken van een signaalbron, dient u deze tweemaal in te drukken om storingen te voorkomen.
*4
Houd de toets ingedrukt om terug of vooruit te zoeken.
Titel/Index Enter Enter Hoofdstuk/Tijd Index Index
Menu Menu Vorige menu
Display Display Display Display Display Display Display
®
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
85
Page 88
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Instellen van afstandsbedieningscodes
Om uw TV of andere componenten te kunnen bedienen, moet u de juiste afstandsbedieningscodes voor de diverse signaalbronnen instellen. Raadpleeg de “LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van deze handleiding voor een complete lijst met de beschikbare afstandsbedieningscodes.
De volgende tabel toont de standaard ingestelde component in de “Archief (componentencategorie)” kolom en de afstandsbedieningscode voor elk van de signaalbronnen.
Standaardinstellingen afstandsbedieningscodes
Signaalbron
(Archief)
Componentencategorie
Fabrikant
CD CD YAMAHA 61907
MD/CD-R MD YAMAHA 70888
DVD DVD YAMAHA 40539
DTV/CBL
TUNER TUNER YAMAHA 81916
V- AU X
DVR DVR YAMAHA 51544
Standaard
code
1 Druk op een ingangskeuzetoets of op /
om de component die u wilt instellen te selecteren.
CD-R
CD
CBL
DVD DTV
V-AU X DVR
MD
SLEEP
MULTI CH IN
TUNER
2 Druk met een balpen of iets dergelijks CODE
SET in.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening knippert twee keer.
CODE SET
TRANSMIT
Knippert
3 Voer met de cijfertoetsen (0 t/m 9) de vijf
cijfers van de afstandsbedieningscode voor de component in kwestie in.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening knippert twee keer, waarna de afstandsbedieningscode voor de geselecteerde component zal zijn ingesteld.
Blanco
toets
––
––
TAPE YAMAHA 70524
Opmerking
Het is mogelijk dat u uw specifieke YAMAHA component niet kunt bedienen, ook al is er een YAMAHA afstandsbedieningscode voorgeprogrammeerd. Probeer in een dergelijk geval een andere YAMAHA afstandsbedieningscode in te stellen.
y
De blanco toets is de toets rechts naast MD/CD-R.
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
1
STANDARD
5
SPEAKERS
9
2
SELECT
6
ENHANCER
0
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
EFFECT
TRANSMIT
Knippert
y
Raadpleeg de “LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van deze handleiding.
Opmerkingen
• Als er meerdere codes zijn voor de fabrikant van uw component, probeer ze dan één voor één tot u de juiste gevonden heeft.
• Als u bij stap 3 niet binnen 30 seconden op een toets drukt, zal de insteprocedure worden geannuleerd. Herhaal in een dergelijk geval de instelprocedure.
• Als u de code “9980” invoert, zal een eerder voor de geselecteerde component ingestelde afstandsbedieningscode worden gewist.
86
Page 89
Instellen van archiefcodes
U kunt verschillende YAMAHA receivers of versterkers in dezelfde ruimte tegelijkertijd bedienen met de meegeleverde afstandsbediening. Stel de juiste archiefcode in om de gewenste component te selecteren en te bedienen met de meegeleverde afstandsbediening.
Instellen van AMP ID archiefcodes voor de afstandsbediening
Selecteer één van de volgende codes om de AMP ID archiefcode van de afstandsbediening voor de component die u wilt gebruiken in te stellen.
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Instellen van TUNER ID archiefcodes voor de afstandsbediening
Selecteer één van de volgende codes om de TUNER ID archiefcode van de afstandsbediening voor de component die u wilt gebruiken in te stellen.
1 Druk op TUNER om de “TUNER” (radio) als
signaalbron te selecteren.
TUNER
1 Druk met een balpen of iets dergelijks CODE
SET in.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening knippert twee keer.
CODE SET
TRANSMIT
Knippert
2 Gebruik de cijfertoetsen om de code “00001”
of “00002” in te voeren.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening knippert twee keer, waarna de AMP ID archiefcode zal zijn ingesteld.
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
1
2
STANDARD
SELECT
5
6
SPEAKERS
ENHANCER
9
0
AMP ID
archiefcode
*1
00001
(begininstelling)
00002
*1
Instelling van de afstandsbediening
*2
Instelling van dit toestel (zie bladzijde 83)
MOVIE
3
4
EXTD SUR.
DIRECT ST.
7
8
NIGHT
STRAIGHT
10
ENT.
EFFECT
Functie
Bedienen van het toestel met de standaardcode.
Om het toestel te gebruiken met een alternatieve code.
TRANSMIT
Knippert
Afstandsbediening
AMP ID *2
ID1
(begininstelling)
ID2
2 Druk met een balpen of iets dergelijks CODE
SET in.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening knippert twee keer.
CODE SET
TRANSMIT
Knippert
3 Gebruik de cijfertoetsen om de code “81916”
of “81917” in te voeren.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening knippert twee keer, waarna de TUNER ID archiefcode zal zijn ingesteld.
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
1
2
STANDARD
SELECT
5
6
SPEAKERS
ENHANCER
9
0
TUNER ID
archiefcode
*1
81916
(begininstelling)
81917
*1
Instelling van de afstandsbediening
*2
Instelling van dit toestel (zie bladzijde 83)
MOVIE
3
4
EXTD SUR.
DIRECT ST.
7
8
NIGHT
STRAIGHT
10
ENT.
EFFECT
Functie
Bedienen van het toestel met de standaardcode.
Om het toestel te gebruiken met een alternatieve code.
Knippert
Afstandsbediening
TUNER ID *2
(begininstelling)
TRANSMIT
GEAVANCEERDE
BEDIENING
ID1
ID2
Opmerkingen
• U moet de corresponderende AMP ID-archiefcode voor de dit toestel instellen via de uitgebreide setup (zie bladzijde 83).
• Wanneer u verschillende YAMAHA receivers/versterkers gebruikt is het mogelijk dat u de andere componenten ook bedient met de standaardcode voor de afstandsbediening. Stel in een dergelijk geval één vd alternatieve codes in om dit toestel apart te kunnen bedienen.
Opmerkingen
• U moet de corresponderende TUNER ID-archiefcode voor de dit toestel instellen via de uitgebreide setup (zie bladzijde 83).
• Wanneer u verschillende YAMAHA receivers/versterkers gebruikt is het mogelijk dat u de andere componenten ook bedient met de standaardcode voor de afstandsbediening. Stel in een dergelijk geval één vd alternatieve codes in om dit toestel apart te kunnen bedienen.
87
Nederlands
Page 90
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Terugzetten van alle afstandsbedieningscodes
Met deze functie kunt u alle eerder ingestelde afstandsbedieningscodes terugzetten op de fabrieksinstellingen.
1 Druk met een balpen of iets dergelijks CODE
SET in.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening knippert twee keer.
CODE SET
TRANSMIT
Knippert
2 Gebruik de cijfertoetsen om de code “9981”
in te voeren.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening knippert twee keer, waarna alle eerder ingestelde afstandsbedieningscodes zullen worden gewist en teruggezet op de fabrieksinstellingen.
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
1
2
STANDARD
SELECT
5
6
SPEAKERS
ENHANCER
9
0
y
Als u na stap 2 niet binnen 30 seconden op een toets drukt, zal het wissen worden geannuleerd. Herhaal in een dergelijk geval de procedure voor het wissen.
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
EFFECT
TRANSMIT
Knippert
88
Page 91
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE)
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE)
Dit toestel stelt u in staat uw audiosysteem in meerdere ruimten (multi-zone) te gebruiken. De Zone 2 functie maakt het mogelijk dit toestel zo in te stellen dat er verschillende signaalbronnen worden weergegeven in de belangrijkste luisterruimte en in een tweede ruimte (Zone 2). Met de meegeleverde afstandsbediening kunt u dit toestel ook vanuit de andere ruimte bedienen.
Er kunnen alleen analoge signalen gebruikt worden in de tweede ruimte (zone). Een signaalbron waarnaar u ook in de tweede ruimte wilt kunnen luisteren moet via de analoge AUDIO IN ingangsaansluitingen op dit toestel zijn aangesloten.
Aansluiten Zone 2
Om ook in een andere ruimte gebruik te kunnen maken van dit toestel heeft u de volgende extra apparatuur nodig:
• Een infrarood ontvanger in de tweede ruimte.
• Een infrarood zender in de eerste ruimte. Deze zender brengt de infraroodsignalen van de afstandsbediening in de tweede ruimte over naar de eerste ruimte (naar een CD-speler of DVD-speler, bijvoorbeeld).
• Een versterker en luidsprekers in de tweede ruimte.
y
• Omdat er allerlei manieren zijn waarop dit toestel aangesloten en gebruikt kan worden in een installatie met weergave in meerdere
ruimten, raden we u aan uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of service-centrum te raadplegen omtrent de Zone 2 aansluitingen die het best zouden voldoen aan uw wensen.
• Sommige YAMAHA modellen kunnen direct worden verbonden met de REMOTE aansluitingen van dit toestel. Als u een dergelijk
product heeft, is het mogelijk dat u geen infraroodzender nodig heeft. Er kunnen maximaal 6 YAMAHA componenten worden aangesloten op de hieronder aangegeven manier.
REMOTE IN
REMOTE OUTREMOTE OUTREMOTE OUT REMOTE OUT
REMOTE INREMOTE INREMOTE IN
Infraroodontvanger
Dit toestel
YAMAHA
component
YA MA H A
component
Gebruik in meerdere ruimten en Zone 2 aansluitingen
Twe ede r uim t eEerste ruimte
ZONE 2 OUTPUT
SP OUT
Versterker
MONITOR OUT
AUDIO IN
DVD-speler
VIDEO IN
Infraroodzender
REMOTE OUT
Dit toestel
MAIN ZONE
ZONE 2
Opmerkingen
• Wanneer u de eerste ruimte niet hoeft te gebruiken, kunt u deze met MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel uitschakelen. Regel het
volume met de regelaar op de versterker in de tweede ruimte.
• Om onverwacht lawaai te voorkomen mag u IN GEEN GEVAL de Zone 2 functie gebruiken met DTS gecodeerde CD’s.
Afstandsbediening
Infraroodontvanger
REMOTE IN
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
89
Page 92
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE)
Bediening Zone 2
U kunt Zone 2 selecteren en bedienen met de bedieningstoetsen op het voorpaneel of op de afstandsbediening. De beschikbare mogelijkheden zijn als volgt:
• Selecteren van de signaalbron voor Zone 2
• Afstemmen op FM of AM wanneer “TUNER” is geselecteerd als de signaalbron voor Zone 2 ( zie bladzijde 46)
• U kunt luisteren naar de muziek op uw iPod indien deze is geplaatst in een YAMAHA iPod univereel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10) verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel, en met “V-AUX” geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 92)
y
Het volume en de toonweergave kunnen niet worden geregeld voor Zone 2. Regel het volume met de regelaar op de versterker in Zone 2.
Opmerking
U moet elk van deze stappen afronden terwijl de ZONE2 indicator knippert op het display op het voorpaneel. Doet u dat niet, dan zal de Zone 2 functie automatisch worden geannuleerd en keert het toestel terug naar de normale gebruiksfunctie. Herhaal in een dergelijk geval de Zone 2 instelprocedure.
Bediening Zone 2 via het voorpaneel
1 Kies ZONE 2 ON/OFF om Zone 2 in te
schakelen.
2 Druk op ZONE CONTROL om Zone 2 te
kunnen bedienen.
De ZONE2 indicator knippert ongeveer 5 seconden lang op het display op het voorpaneel.
ZONE
CONTROL
ZONE2
Knippert
3 Verdraai INPUT om de gewenste signaalbron
te selecteren terwijl de ZONE2 indicator knippert op het display op het voorpaneel.
INPUT
• Selecteer de “TUNER” (radio) als signaalbron om de TUNER functies te kunnen gebruiken in Zone 2. Voor details omtrent de bediening van de TUNER (radio), zie “FM/AM AFSTEMMEN” op bladzijde 46.
• Selecteer de “V-AUX” als signaalbron om de iPod functies te kunnen gebruiken in Zone 2. Voor details omtrent de bediening van de iPod functies, zie “GEBRUIKEN VAN EEN iPod®” op bladzijde 92.
ZONE 2
ON/OFF
y
ZONE 2 ON/OFF werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt. Wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel eenmaal naar binnen is gedrukt in de ON stand, kunt u ook op POWER of STANDBY op de afstandsbediening drukken om de eerste ruimte en Zone 2 tegelijk aan of uit (standby) te zetten.
4 Druk op ZONE 2 ON/OFF om Zone 2 uit
(standby) te zetten.
ZONE 2 ON/OFF
90
Page 93
De afstandsbediening in de stand voor Zone 2 zetten
Opmerking
De afstandsbediening staat oorspronkelijk in de stand voor de bediening van de eerste ruimte. Om Zone 2 te kunnen bedienen met de afstandsbediening, moet eerst de afstandsbediening in de stand voor Zone 2 zetten.
1 Druk met een balpen of iets dergelijks CODE
SET in.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening knippert twee keer.
CODE SET
TRANSMIT
Knippert
2 Gebruik de cijfertoetsen om de code “9992”
in te voeren.
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
1
2
STANDARD
SELECT
5
6
SPEAKERS
ENHANCER
9
0
Bediening Zone 2 via de afstandsbediening
Opmerkingen
• De afstandsbediening staat oorspronkelijk in de stand voor de
eerste ruimte en de TRANSMIT indicator op de afstandsbediening is uit wanneer de afstandsbediening in de stand voor de eerste ruimte staat.
• Wanneer de afstandsbediening in de stand voor Zone 2 staat,
kunt u de POWER, STANDBY, MUTE en de ingangskeuzetoetsen gebruiken voor de bediening van Zone 2. De andere toetsen van de afstandsbediening blijven echter gereserveerd voor de bediening van de eerste ruimte.
• De afstandsbediening gaat in de volgende gevakkeb
automatisch uit de stand voor Zone 2: – wanneer u niet binnen 10 seconden nadat u de
afstandsbediening op Zone 2 heeft gezet een handeling uitvoert.
– wanneer u op de afstandsbediening op een andere toets dan
POWER, STANDBY, MUTE of de ingangskeuzetoetsen drukt.
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
EFFECT
TRANSMIT
Knippert
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE)
1 Houd POWER of STANDBY ingedrukt en druk
dan op om de afstandsbediening in de Zone 2 stand te zetten.
• Druk op POWER wanneer de eerste ruimte is ingeschakeld.
• Druk op STANDBY wanneer de eerste ruimte is uitgeschakeld.
De TRANSMIT indicator op de afstandsbediening licht op wanneer de afstandsbediening in de Zone 2 stand wordt gezet.
POWER
of
STANDBY
Houd
ingedrukt
TRANSMIT
Licht op
2 Kies POWER om Zone 2 in te schakelen.
POWER
3 Druk op één van de ingangskeuzetoetsen om
de gewenste signaalbron voor Zone 2 te selecteren.
CD-R
CD
CBL
DVD DTV
V-AU X DVR
MD
SLEEP
MULTI CH IN
TUNER
y
Om de geluidsweergave in Zone 2 tijdelijk uit te schakelen, dient u op de afstandsbediening op MUTE te drukken. Druk nog eens op MUTE om de geluidsweergave in Zone 2 te hervatten.
MUTE
4 Druk op STANDBY om Zone 2 uit (standby) te
zetten.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
STANDBY
Nederlands
91
Page 94
GEBRUIKEN VAN EEN IPOD®
GEBRUIKEN VAN EEN iPod
®
Wanneer uw iPod is geplaatst in een YAMAHA iPod univereel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10) verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel (zie bladzijde 22), kunt met de meegeleverde afstandsbediening de weergave van uw iPod regelen. U kunt de Compressed Music Enhancer functie van dit toestel gebruiken om de geluidskwaliteit van gecomprimeerde digitale audiobestanden (zoals MP3) op uw iPod te verbeteren (zie bladzijde 37).
Opmerkingen
• Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund.
• Of dit toestel compatibel is met uw iPod kan afhangen van de versie van de software op uw iPod.
• De bedieningsorganen van uw iPod zelf zullen niet werken wanneer u uw iPod bedient via het in-beeld display van dit toestel.
• Sommige tekens kunnen niet worden weergegeven op het display op het voorpaneel of het in-beeld display van dit toestel.
• De naam van het weergegeven muziekstuk zal verschijnen op het display op het voorpaneel (maximaal 14 alfanumerieke tekens).
y
• Voor een commplete lijst met afstandsbedieningsfuncties voor uw iPod, verwijzen we u naar de “iPod” kolom onder “Bedienen van andere componenten” op bladzijde 85.
• Voor een complete lijst met statusmeldingen die op het display op het voorpaneel en het in-beeld display kunnen verschijnen verwijzen we u naar het “iPod” gedeelte in het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” op bladzijde 99.
Instellen van de afstandsbedieningscode
U moet eerst de juiste afstandsbedieningscode toewijzen aan V-AUX op de afstandsbediening zodat u uw iPod kunt bedienen wanneer “V-AUX” wordt geselecteerd als signaalbron.
iPod bediening
Wanneer de juiste afstandsbedieningscode is toegewezen aan V-AUX op de afstandsbediening kunt u uw iPod bedienen wanneer “V-AUX” wordt geselecteerd als signaalbron. U kunt uw iPod bedienen met of zonder hulp van het in-beeld display van dit toestel.
Uw iPod bedienen zonder het in-beeld
1 Druk op V-AUX op de afstandsbediening en
selecteer “V-AUX” als signaalbron.
V-AU X
display (OSD)
Wanneer “V-AUX” is geselecteerd als signaalbron kunt u de basisbediening van uw iPod (zie bladzijde 85) uitvoeren met de meegeleverde afstandsbediening zonder gebruik te maken van het in-beeld display van dit toestel.
2 Druk CODE SET op de afstandsbediening in
met een balpen of iets dergelijks.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening knippert twee keer.
CODE SET
TRANSMIT
Knippert
3 Gebruik de cijfertoetsen om de code “81981”
in te voeren.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening knippert twee keer, waarna de afstandsbedieningscode voor V-AUX zal zijn ingesteld.
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
1
STANDARD
5
SPEAKERS
9
2
SELECT
6
ENHANCER
0
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
EFFECT
TRANSMIT
Knippert
92
Opmerking
U kunt de bediening ook uitvoeren met de bedieningsorganen op uw iPod.
y
Voor een commplete lijst met afstandsbedieningstoetsen voor uw iPod, verwijzen we u naar de “iPod” kolom onder “Bedienen van andere componenten” op bladzijde 85.
Page 95
GEBRUIKEN VAN EEN iPod®
Uw iPod bedienen met het in-beeld display (OSD)
Wanneer “V-AUX” is geselecteerd als signaalbron kunt u de geavanceerde bediening van uw iPod uitvoeren met de meegeleverde afstandsbediening met behulp van het in-beeld display van dit toestel. U kunt via het in-beeld display ook door de muziekstukken op uw iPod bladeren. U kunt bovendien instellingen voor uw iPod aanpassen aan uw persoonlijke voorkeuren.
Opmerkingen
• U kunt de bediening niet uitvoeren met de bedieningsorganen op uw iPod.
• Het YAMAHA logo zal verschijnen op het display van uw iPod.
• De “Setup” parameters kunnen alleen worden gewijzigd via het in-beeld display.
• Druk op ENTER op de afstandsbediening om heen en weer te schakelen tussen de “Setup” instellingen.
• U kunt niet met het in-beeld display bladeren door eventueel op uw iPod opgeslagen foto’s of videoclips. U moet in plaats daarvan de bedieningsorganen op uw iPod gebruiken om de gewenste foto of videoclip te selecteren. Zie voor details “Uw iPod bedienen zonder het in-beeld display (OSD)” op bladzijde 92.
y
• Druk op MENU op de afstandsbediening om terug te keren naar het vorige menuniveau.
• Voor een commplete lijst met afstandsbedieningstoetsen voor uw iPod, verwijzen we u naar de “iPod” kolom onder “Bedienen van andere componenten” op bladzijde 85.
1 Druk op DISPLAY op de afstandsbediening.
Het volgende scherm zal op het in-beeld display verschijnen.
iPod Top
A/B/C/D/E
>
> > > > > >
Playlists
Artists
DISPLAY
2
Druk op u / d op de afstandsbediening tot u het
Albums Songs Genres Composers Setup
gewenste menu geselecteerd heeft, en druk vervolgens op ENTER om het geselecteerde menu te openen.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
Keuzes: Playlists (speellijsten), Artists (artiesten),
Albums (albums), Songs (songs), Genres (genres), Composers (componisten), Setup (setup)
• Playlists > Songs
• Artists > Albums > Songs
• Albums > Songs
• Songs
• Genres > Artists > Albums > Songs
• Composers > Albums > Songs
• Setup > Shuffle, Repeat, Onscreen, FL Scroll
Willekeurige weergave Shuffle
Met deze functie kunt u dit toestel muziekstukken of albums in willekeurige volgorde laten weergeven. Keuzes: Off, Songs, Albums
• Selecteer “Off
” om deze functie uit te schakelen.
• Selecteer “Songs” om dit toestel muziekstukken in willekeurige volgorde te laten weergeven.
• Selecteer “Albums” om dit toestel albums in willekeurige volgorde te laten weergeven.
Opmerking
Wanneer “Shuffle” op een andere instelling dan “Off ” staat, zal de letter “S” oplichten in de rechter bovenhoek terwijl de muziekstukken of albums in willekeurige volgorde worden weergegeven.
Herhaalde weergave Repeat
Met deze functie kunt u dit toestel een muziekstuk of een reeks muziekstukken laten herhalen. Keuzes: Off, One, All
• Selecteer “Off ” om deze functie uit te schakelen.
• Selecteer “One” om dit toestel één muziekstuk te laten herhalen.
• Selecteer “All” om dit toestel een reeks muziekstukken te laten herhalen.
Opmerking
Wanneer “Repeat” op een andere instelling dan “Off ” staat, zal de letter “R” oplichten in de rechter bovenhoek terwijl het muziekstuk of de muziekstukken worden herhaald.
Weergavetijd in-beeld display Onscreen
Via deze functie kunt u bepalen hoe lang het in-beeld display nog moet worden weergegeven nadat u een handeling heeft uitgevoerd op uw iPod. Keuzes: Always, 5s, 10s
• Selecteer “Always” om het in-beeld display de hele tijd te laten weergeven terwijl u bezig bent met uw iPod.
• Selecteer “5s” om het in-beeld display 5 seconden nadat u een handeling heeft verricht op uw iPod uit te schakelen.
• Selecteer “10s” om het in-beeld display 10 seconden nadat u een handeling heeft verricht op uw iPod uit te schakelen.
Scrollen over het display op het voorpaneel
FL Scroll
Via deze functie kunt u bepalen of de iPod meldingen doorlopend over het display op het voorpaneel moeten schuiven (scrollen) of met 14 alphanumerieke tekens tegelijk. Keuzes: Cont, Once
• Selecteer “Cont” om iPod meldingen doorlopend over het display op het voorpaneel te laten schuiven (scrollen).
• Selecteer “Once” om iPod meldingen met 14 alfanumerieke tekens tegelijk op het display op het voorpaneel te laten zien.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
93
Page 96
RESETTEN VAN HET SYSTEEM
RESETTEN VAN HET SYSTEEM
Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
Opmerkingen
• Deze procedure zet alle parameters van dit toestel terug, inclusief de “SET MENU” parameters. De parameters voor het uitgebreide instelmenu zullen echter niet worden teruggezet.
• De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld.
y
Om het resetten halverwege te onderbreken zonder wijzigingen aan te brengen, kunt u op MASTER ON/OFF op het voorpaneel drukken zodat de knop naar buiten komt in de OFF stand.
3 Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en
selecteer “PRESET”.
ZONE 2 ON/OFF
MASTER
ON OFF
MAIN ZONE
SPEAKERSPHONES
ON/OFF
SILENT CINEMA
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
NEXTEDIT
PROGRAM
BA
EFFECT
l PRESET/TUNING h
LEVEL
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
MEMORY
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
INPUT
MULTI CH
INPUT
VOLUME
ZONE
CONTROL
VIDEO AUX
VIDEO PORTABLEL AUDIO R
PROGRAM
1-2,5 2,4
3
1 Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om dit toestel uit te schakelen.
MASTER
ON OFF
2 Houd STRAIGHT (EFFECT) op het
voorpaneel ingedrukt en druk vervolgens MASTER ON/OFF naar binnen in de ON stand om dit toestel in te schakelen.
Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide setup menu zal verschijnen op het display op het voorpaneel.
Houd
STRAIGHT
EFFECT
ingedrukt
MASTER
ON OFF
PRESET-CANCEL
4 Druk herhaaldelijk op STRAIGHT (EFFECT)
op het voorpaneel om en selecteer “RESET”.
STRAIGHT
EFFECT
PRESET-RESET
y
Selecteer “CANCEL” om de reset procedure te annuleren zonder wijzigingen aan te brengen.
5 Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel in
zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om uw keuze te bevestigen en dit toestel uit te schakelen.
94
MASTER
ON OFF
Page 97
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde YAMAHA dealer of servicecentrum.
Algemeen
Probleem Oorzaak Oplossing
Het toestel gaat niet aan, of gaat direct weer uit (standby) zodra de stroom wordt ingeschakeld.
Geen geluid In- of uitgangskabels niet op de juiste
Geen beeld Er wordt gebruik gemaakt van
Het netsnoer of de stekker is niet of niet goed aangesloten.
De instelling voor de luidsprekerimpedantie is niet correct.
De beveiliging is in werking getreden. Controleer of alle luidsprekerbedrading, op het toestel
Het toestel heeft blootgestaan aan een sterke, externe elektrische schok (bijvoorbeeld een blikseminslag of een ontlading van statische elektriciteit).
manier aangesloten.
“INPUT MODE” is ingesteld op “DTS” of “ANALOG”.
Er is geen geschikte signaalbron geselecteerd.
De luidsprekers zijn niet goed aangesloten.
De te gebruiken voor-luidsprekers zijn niet op de juiste manier geselecteerd.
Het volume staat uit. Zet het volume hoger.
De geluidsweergave is tijdelijk uitgeschakeld.
“INPUT MODE” is ingesteld op “ANALOG” terwijl er DTS gecodeerd materiaal wordt weergegeven.
Er worden signalen van een broncomponent ontvangen die dit toestel niet kan weergeven, zoals van een CD­ROM.
verschillende types video-aansluitingen voor de in- en uitgang van het beeldsignaal.
Sluit het netsnoer op de juiste manier aan.
Stel de luidsprekerimpedantie in zodat deze overeenkomt met die van uw luidsprekers.
en op de luidsprekers zelf, op de juiste manier is aangesloten en dat de draden geen contact maken met andere dingen dan de bijbehorende aansluitingen.
Zet het toestel uit (standby), haal de stekker uit het stopcontact, wacht 30 seconden voor u de stekker weer terug doet en probeer het toestel vervolgens weer gewoon te gebruiken.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels.
Zet “INPUT MODE” op “AUTO”.
Selecteer een geschikte signaalbron met INPUT op het voorpaneel (of de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening) of met MULTI CH INPUT op het voorpaneel (of MULTI CH IN op de afstandsbediening).
Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan.
Selecteer de set voor-luidsprekers met SPEAKERS A of B op het voorpaneel of SPEAKERS op de afstandsbediening.
Druk op MUTE of VOLUME +/– op de afstandsbediening om de geluidsweergave te herstellen en het volume te kunnen regelen.
Zet “INPUT MODE” op “AUTO” of “DTS”.
Gebruik een signaalbron waarvan de signalen wel door dit toestel kunnen worden gereproduceerd.
Zet “VIDEO CONV.” op “ON”.
Zie
bladzijde
27
13
18-23
35
32, 38
13
32
34
35
79
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
95
Page 98
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Probleem Oorzaak Oplossing
Het geluid valt plotseling uit.
Er klinkt alleen geluid uit de luidspreker aan één kant.
Er wordt alleen flink geluid geproduceerd door de midden­luidspreker.
Er klinkt geen geluid uit de midden­luidspreker.
Er klinkt geen geluid uit de surround­luidsprekers.
Er klinkt geen geluid uit de surround achter-luidspreker.
Er klinkt geen geluid uit de subwoofer.
De beveiliging is in werking getreden vanwege kortsluiting enz.
De slaaptimer heeft het toestel uitgeschakeld.
De geluidsweergave is tijdelijk uitgeschakeld.
Bedrading niet op de juiste manier aangesloten.
Onjuiste balans ingesteld via “SPEAKER LEVEL”.
Wanneer er een mono bronsignaal wordt weergegeven met een CINEMA DSP programma, zal dit signaal via het middenkanaal worden weergegeven, terwijl alleen eventuele door het programma toegevoegde effecten via de voor- en surround-luidsprekers worden geproduceerd.
“CENTER SP” in het “SET MENU” staat op “NONE”.
Eén van de HiFi DSP programma’s (uitgezonderd “6ch Stereo”) is geselecteerd.
“SUR. L/R SP” in het “SET MENU” staat op “NONE”.
Dit toestel staat in de “STRAIGHT” stand en er wordt mono materiaal weergegeven.
“SUR. L/R SP” in het “SET MENU” is ingesteld op “NONE” en “SUR. B SP” is automatisch ingesteld op “NONE”.
“SUR. B SP” in het “SET MENU” staat op “NONE”.
“LFE/BASS OUT” staat op “FRNT” in het “SET MENU” terwijl er een Dolby Digital of DTS signaal wordt weergegeven.
“LFE/BASS OUT” in het “SET MENU” staat op “SWFR” of “FRNT” terwijl er een 2-kanaals bronsignaal wordt weergegeven.
Het bronsignaal bevat geen zeer lage tonen.
Controleer of de luidsprekerimpedantie correct is ingesteld.
Controleer of de luidsprekerbedrading nergens kortsluiting maakt en zet vervolgens het toestel weer aan.
Zet het toestel aan en speel de gewenste signaalbron weer af.
Druk op MUTE of VOLUME +/– op de afstandsbediening om de geluidsweergave te hervatten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels.
Wijzig de “SPEAKER LEVEL” instellingen.
Zet “CENTER SP” op “SML” of “LRG”.
Probeer een ander geluidsveldprogramma.
Zet “SUR. L/R SP” op “SML” of “LRG”.
Druk op STRAIGHT (EFFECT) op het voorpaneel zodat “STRAIGHT” van het display op het voorpaneel verdwijnt.
Zet “SUR. L/R SP” en “SUR. B SP” op “SML” of “LRG”.
Zet “SUR. B SP” op “SML” of “LRG”.
Zet “LFE/BASS OUT” op “SWFR” of “BOTH”.
Zet “LFE/BASS OUT” op “BOTH”.
Zie
bladzijde
27, 83
34
13
74
73
57
73
39
73
73
73
73
96
Page 99
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Probleem Oorzaak Oplossing
Er kunnen geen Dolby Digital of DTS bronnen worden weergegeven. (De Dolby Digital of DTS indicator op het display op het voorpaneel licht niet op.)
U hoort een zeker gebrom.
Het volume kan niet worden verhoogd, of het geluid klinkt vervormd.
Geluidseffecten worden niet opgenomen.
Er wordt niet opgenomen door digitale opname­apparatuur die is aangesloten op de DIGITAL OUTPUT aansluiting van dit toestel.
Er kan niet worden opgenomen door analoge opname­apparatuur die is aangesloten op de AUDIO OUT (REC) aansluitingen.
De geluidsveldparameter s en sommige andere instellingen van dit toestel kunnen niet worden gewijzigd.
Het toestel functioneert niet naar behoren.
“CHECK SP WIRES” zal op het display op het voorpaneel verschijnen.
U ondervindt storing van digitale of andere apparatuur die radiogolven gegenereert.
De beeldweergave wordt gestoord.
Het toestel gaat plotseling uit (standby).
De aangesloten component is niet correct ingesteld voor het produceren van Dolby Digital of DTS digitale signalen.
“INPUT MODE” is ingesteld op “ANALOG”.
Bedrading niet op de juiste manier aangesloten.
De op de AUDIO OUT (REC) aansluitingen van dit toestel aangesloten component staat uit.
Het is niet mogelijk door het toestel toegevoegde effecten op te nemen met aangesloten opname-apparatuur.
De signaalbron is niet aangesloten op de DIGITAL INPUT aansluitingen van dit toestel.
Sommige componenten kunnen geen Dolby Digital of DTS bronmateriaal opnemen.
De signaalbron is niet aangesloten op de analoge AUDIO IN aansluitingen van dit toestel.
“MEMORY GUARD” in het “SET MENU” staat op “ON”.
De interne microcomputer is vastgelopen door een externe elektrische schok (bijvoorbeeld blikseminslag of ontlading van statische elektriciteit) of door een te laag voltage van de stroomvoorziening.
De luidsprekerbedrading maakt kortsluiting.
Dit toestel staat te dicht bij de digitale of hoogfrequente apparatuur.
De videobron maakt gebruik van gescramblede of gecodeerde signalen om kopiëren tegen te gaan.
De interne temperatuur is te hoog opgelopen en de oververhittingsbeveiliging is in werking getreden.
Volg de handleiding van de apparatuur in kwestie en maak de vereiste instellingen.
Zet “INPUT MODE” op “AUTO” of “DTS”.
Sluit de audiokabels stevig en op de juiste manier aan. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels.
Zet de betreffende component aan.
Sluit de signaalbron aan op de DIGITAL INPUT aansluitingen.
Sluit de signaalbron aan op de analoge AUDIO IN aansluitingen.
Zet “MEMORY GUARD” op “OFF”.
Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem na ongeveer 30 seconden weer terug.
Controleer of alle luidsprekerkabels op de juiste manier zijn aangesloten.
Zet het toestel verder bij dergelijke apparatuur vandaan.
Wacht ongeveer 1 uur tot het toestel afgekoeld is voor u het weer aan zet.
Zie bladzijde
35
19, 21
21
80
13
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
97
Page 100
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Tuner
Probleem Oorzaak Oplossing
Veel ruis in de FM stereo-ontvangst.
Er is vervorming en ook een betere FM antenne zorgt niet voor een betere ontvangst.
FM
Er kan niet automatisch worden afgestemd op de gewenste zender.
Er kan niet langer worden afgestemd op eerder voorgeprogrammeerde zenders.
Er kan niet automatisch worden afgestemd op de gewenste zender.
U hoort doorlopend
AM
gekraak en gesis.
U hoort gezoem en gefluit.
Dit probleem is inherent aan FM stereo-uitzendingen wanneer d e zender te ver weg is of het ontvangstsignaal dat binnenkomt via de antenne niet sterk genoeg is.
U ondervindt interferentie doordat hetzelfde signaal op verschillende manieren ontvangen wordt.
Het radiosignaal is te zwak. Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige
Het toestel is te lang zonder stroom geweest.
Het signaal is te zwak of de antenne is los.
Deze geluiden kunnen het gevolg zijn van bliksem, TL verlichting, motoren, thermostaten en andere elektrische apparatuur.
Er wordt in de buurt van het toestel een TV gebruikt.
Controleer de aansluitingen van de antenne.
Probeer een hoogwaardige rich tingsgevoelige FM antenne.
Stem met de hand af.
Verander de opstelling van de antenne zodat u van deze interferentie geen last meer hebt.
FM antenne.
Stem met de hand af.
Programmeer zenders voor.
Controleer de aansluitingen van de AM ringantenne en stel deze zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt.
Stem met de hand af.
Gebruik een buitenantenne en een goede aarding. Dit kan in sommige gevallen helpen, maar het blijft moeilijk om alle storingsbronnen te elimineren.
Zet dit toestel verder bij de TV vandaan.
Zie bladzijde
24
47
47
48, 49
47
98
Loading...