LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK
NEEMT.
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit
uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te
lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er
later nog eens iets in kunt opzoeken.
2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge,
schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van
warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor
een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de
bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan
de achterkant van dit toestel.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te
voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het
toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad
(bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te
voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat
zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan
dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende
of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet
bovenop dit toestel:
– Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen
doen verkleuren.
– Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen
veroorzaken.
– Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel
kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het
toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz.
zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur
binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand,
schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is
geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot
schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de
stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen;
dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone,
droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik
van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is
gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of
persoonlijk letsel. YAMAHA aanvaardt geen
aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik
van dit toestel met een ander voltage dan hetgeen aangegeven
staat.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient u de
stekker uit het stopcontact te halen en een eventueel
aangesloten buitenantenne los te koppelen van dit toestel
wanneer het onweert.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of
het te repareren. Neem contact op met erkend YAMAHA
servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie
behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een
plek waar u de stekker gemakkelijk kunt bereiken.
17 Lees het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” over
veel voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de
conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
18 Voor u dit toestel gaat verplaatsen dient u MASTER ON/OFF
in te drukken zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om
dit toestel uit te schakelen, waarna u de stekker uit het
stopcontact moet halen.
19 VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en algemene modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte
netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt.
De geschikte voltages zijn als volgt:
Modellen voor Azië
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF
ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN,
MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL
BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
De stroomvoorziening van dit toestel is niet afgesloten
zolang de stekker in het stopcontact zit, ook al is het
toestel zelf uitgeschakeld. In deze staat is dit toestel
ontworpen om slechts een zeer kleine hoeveelheid
stroom te gebruiken.
Alleen voor klanten in Nederlands
Bij dit product zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
◆ Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic II/Dolby Pro Logic IIx
decoder
◆ Virtual CINEMA DSP
◆ SILENT CINEMA
™
Verfijnde AM/FM tuner
◆ 40 Willekeurig en gemakkelijk toegankelijke
voorkeuzezenders
◆ Automatisch voorprogrammeren
◆ Wijzigen van voorkeuzezenders (Bewerken
voorkeuzezenders)
Radio Data Systeem
(Alleen modellen voor het V.K. en Europa)
◆ Radio Data Systeem afstemmogelijkheden
iPod bediening mogelijk
◆ DOCK aansluiting voor een YAMAHA iPod universeel dock
(aansluitsokkel) (zoals de los verkrijgbare YDS-10), met
ondersteuning voor iPod apparatuur met een iPod (Click and
Wheel), iPod nano en iPod mini
Overige kenmerken
◆ 192-kHz/24-bits D/A converter
◆ OSD (in-beeld display) menu’s waarmee u dit toestel optimaal
kunt aanpassen aan uw eigen audio/videosysteem
◆ 6 extra ingangsaansluitingen voor gescheiden multikanaals
signalen
◆ S-video in-/uitgangsaansluitingen
◆ Component video in-/uitgangsaansluitingen
(3 COMPONENT VIDEO IN en 1 MONITOR OUT)
◆ Digitale videosignaal conversie (composiet video ↔ S-video
→ component video) voor de monitor uitgang
◆ Optisch en coaxiaal digitale audio-aansluitingen
◆ Slaaptimer
◆ Middernacht luisterfuncties voor film en muziek
◆ Afstandsbediening met voorgeprogrammeerde
afstandsbedieningscodes, verlichte ingangskeuzetoetsen en
bedieningsmogelijkheden voor een iPod (geplaatst in een
YAMAHA iPod universeel dock verbonden met de DOCK
aansluiting)
◆ Zone 2 aangepaste installatie mogelijk
◆ Mogelijkheid tot schakelen tussen een eerste ruimte en een
Zone 2 met behulp van ZONE CONTROL
◆ PORTABLE mini analoge ingangsaansluiting op het
voorpaneel voor een draagbare audiospeler
◆ Compressed Music Enhancer stand ter verbetering van de
weergavekwaliteit van ongewenste compressieverschijnselen
(zoals kunnen voorkomen bij MP3) tot het niveau van een
hoogwaardige stereo-installatie
Opmerkingen
• y geeft een bedieningstip aan.
• Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met de toetsen op het voorpaneel als met de afstandsbediening. Als de naam
van een toets op de afstandsbediening verschilt van die op het voorpaneel, zal de naam van de betreffende toets op de
afstandsbediening tussen haakjes vermeld worden.
• Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd zijn als gevolg
van verbeteringen enz. Als de handleiding en het product van elkaar verschillen, heeft het product de prioriteit.
®
iPod
“iPod” is een handelsmerk van Apple Computer, Inc.,
Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories.
“Dolby”, “Pro Logic”, en het dubbele-D symbool zijn
handelsmerken van Dolby Laboratories.
Gefabriceerd onder licentie van Digital Theater Systems, Inc.
“DTS”, “DTS-ES”, “NEO:6” en “DTS 96/24” zijn
handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc. Copyright
1996, 2003 Digital Theater Systems, Inc. Alle rechten
voorbehouden.
geregistreerd in de V.S. en andere landen.
“SILENT CINEMA” is een handelsmerk van YAMAHA
CORPORATION.
2
Page 5
VAN START
VAN START
Meegeleverde accessoires
Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt.
Afstandsbediening
CD
DVD DTV
V-AUX DVR
TV VOL TV CH
TV MUTE TV INPUT
STEREO
1
STANDARD
5
SPEAKERS
9
LEVEL
BAND
DAB MEMORY
REC
DISC SKIP
FREQ/TEXTEONSTARTPTY SEEKMODE
POWERPOWER
MUSIC
SELECT
ENHANCER
TRANSMITCODE SET
STANDBY
POWER
AVTV
SLEEP
MD
CD-R
MULTI CH IN
CBL
TUNER
AMP
SOURCE
VOLUME
TV
MUTE
ENTERTAIN
MOVIE
2
3
4
EXTD SUR.
DIRECT ST.
6
7
8
NIGHT
STRAIGHT
0
10
ENT.
EFFECT
PRESET/CH
SET MENU
MENUTITLE
SRCH MODE
ENTER
A/B/C/D/E
DISPLAYRETURN
AUDIO
Batterijen (2)
AM ringantenne
(AA, R6, UM-3)
FM binnenantenne
(Modellen voor de V.S., Canada,
China, Azië en algemene modellen)
Inzetten van batterijen in de afstandsbediening
INLEIDING
75 Ohm/300 Ohm antenne-
adapter (Alleen modellen voor
het V.K.)
FM binnenantenne
(Modellen voor het V.K.,
Europa, Australië en Korea)
1
3
2
1Verwijder de klep van het batterijvak.
2Doe de twee meegeleverde batterijen (AA,
R6, UM-3) in het vak met de polen (+ en –)
de goede kant op zoals aangegeven in het
batterijvak.
3Klik de klep van het batterijvak weer terug op
zijn plaats.
Opmerkingen
• Verwissel alle batterijen wanneer u het volgende merkt:
– het bereik van de afstandsbediening wordt minder.
– de TRANSMIT indicator knippert niet of wordt zwakker.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar
(alkali en gewone (mangaan) batterijen bijvoorbeeld). Lees de
informatie op de verpakking aandachtig door, want de
verschillende soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
• Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk
weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan
en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het
batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
• Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval
weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk
geldende regelgeving in acht.
• Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder
batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het geheugen
gewist worden. Wanneer het geheugen gewist is, dient u nieuwe
batterijen in de afstandsbediening te doen en moet u eventueel
ingevoerde functies opnieuw programmeren.
Nederlands
3
Page 6
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
L
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Voorpaneel
3145687
MASTER
ON OFF
MAIN ZONE
ON/OFF
SILENT CINEMA
SPEAKERSPHONES
BA
PRESET/TUNING
EFFECT
FM/AM
A/B/C/D/E
NEXTEDIT
PROGRAM
BC2EH
1 MASTER ON/OFF
Zet dit toestel aan of uit (zie bladzijde 28).
2 MAIN ZONE ON/OFF
Zet de eerste ruimte aan of uit (standby) (zie bladzijde 28).
Opmerkingen
• Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds
een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op
de infraroodsignalen van de afstandsbediening.
• Wanneer u dit toestel aan zet, zal het 4 a 5 seconden duren voor
het toestel geluid kan reproduceren.
• Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF naar
binnen, in de ON stand is gedrukt.
3 Sensor voor de afstandsbediening
Ontvangt de signalen van de afstandsbediening
(zie bladzijde 8).
4 Display voorpaneel
Hierop wordt informatie getoond over de bediening en de
toestand waarin het toestel zich bevindt (zie bladzijde 9).
90
VIDEO AUX
VIDEOPORTABLEL AUDIO R
VOLUME
l PRESET/TUNING h
LEVEL
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
ZONE 2
ZONE
ON/OFF
CONTROL
MEMORY
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
INPUT
MULTI CH
INPUT
IJKGFD
5 A/B/C/D/E, NEXT
• Hiermee kunt u één van de 5 voorkeuzegroepen
selecteren (A t/m E) wanneer de “TUNER” (radio) is
geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 46).
• Selecteert het luidsprekerkanaal waarvan u het
uitgangsniveau wilt instellen wanneer de “TUNER”
niet geselecteerd is als signaalbron (zie bladzijde 36).
6 PRESET/TUNING l / h, LEVEL +/–
• Hiermee kunt u één van de 8 voorkeuzenummers (1 t/m
8) wanneer de “TUNER” (radio) is geselecteerd als
signaalbron. De dubbele punt (:) zal verschijnen op het
display op het voorpaneel (zie bladzijde 46).
• Selecteert de afstemfrequentie wanneer u “TUNER”
heeft geselecteerd als signaalbron. De dubbele punt (:)
zal niet verschijnen op het display op het voorpaneel
(zie bladzijde 46).
• Hiermee kunt u het niveau instellen van het
luidsprekerkanaal dat u heeft geselecteerd met NEXT
wanneer de “TUNER” niet is geselecteerd als
signaalbron (zie bladzijde 36).
7 MEMORY (MAN’L/AUTO FM)
Hiermee kunt u een zender in het geheugen opslaan. Houd
deze toets tenminste 3 seconden ingedrukt om het
automatisch voorprogrammeren te laten beginnen
(zie bladzijde 48).
A
4
Page 7
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
8 TUNING MODE (AUTO/MAN’L)
Hiermee schakelt u heen en weer tussen automatisch
afstemmen (AUTO indicator aan) en handmatig
afstemmen (AUTO indicator uit) (zie bladzijde 46).
9 ZONE 2 ON/OFF
Hiermee zet u Zone 2 aan of uit (standby)
(zie bladzijde 90).
Opmerking
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF naar binnen,
in de ON stand is gedrukt.
0 ZONE CONTROL
Hiermee kunt u de te bedienen zone heen en weer
schakelen tussen de eerste ruimte en Zone 2 (zie
bladzijde 90).
y
Wanneer Zone 2 is geselecteerd, zal de ZONE2 indicator
ongeveer 5 seconden knipperen op het display op het voorpaneel.
Voer de gewenste handeling uit terwijl de indicator aan het
knipperen is.
A VO LUME
Hiermee kunt u het volume (uitgangsniveau) van alle
audiokanalen tegelijk instellen.
y
Dit heeft geen invloed op het AUDIO OUT (REC) niveau.
BPHONES (SILENT CINEMA) aansluiting
Produceert audiosignalen waarnaar u ongestoord kunt
luisteren via een hoofdtelefoon (zie bladzijde 34).
Opmerkingen
• Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen
worden gereproduceerd via de SUBWOOFER OUTPUT
aansluiting of de luidspreker-aansluitingen.
• Alle Dolby Digital en DTS audiosignalen worden
teruggemengd naar de linker en rechter hoofdtelefoonkanalen.
C SPEAKERS A/B
Met elke druk op de bijbehorende toets zet u de set voorluidsprekers aangesloten op de FRONT A en/of B
aansluitingen op het achterpaneel aan of uit.
D PRESET/TUNING, EDIT
•Hiermee schakelt u PRESET/TUNING l / h heen en
weer tussen voorkeuzezenders en gewoon afstemmen.
• Hiermee kunt u de toewijzing van voorkeuzezenders
wijzigen (zie bladzijde 51).
E STRAIGHT (EFFECT)
Hiermee zet u de geluidsveldprogramma’s aan of uit.
Wanneer “STRAIGHT” is geselecteerd, zullen 2-kanaals
of multikanaals ingangssignalen direct, onveranderd
worden weergegeven via de bijbehorende luidsprekers,
zonder enig toegevoegd effect (zie bladzijde 39).
F FM/AM
Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen de
radiobanden FM en AM (MG) wanneer de “TUNER”
(radio) is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 46).
G PROGRAM keuzeknop
Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren of de
weergave van de lage/hoge tonen regelen samen met
TONE CONTROL (zie bladzijde 33).
H TONE CONTROL
Regelt de lage/hoge tonen balans tussen de linker en
rechter voor-luidsprekers, samen met PROGRAM (zie
bladzijde 33).
I INPUT MODE
Hiermee kunt u het toestel uitsluitend instellen op digitale
of analoge ingangssignalen, of het toestel automatisch het
soort ingangssignaal laten bepalen wanneer een
component zowel digitaal als analoog op dit toestel is
aangesloten (zie bladzijde 35).
J INPUT keuzeknop
Selecteer de gewenste signaalbron.
K MULTI CH INPUT
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT
aansluitingen verbonden signaalbron (zie bladzijde 38).
Opmerking
De signaalbron die is verbonden met de MULTI CH INPUT
aansluitingen zal voorrang krijgen over een met INPUT op het
voorpaneel (of met de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) geselecteerde signaalbron.
L VIDEO AUX aansluitingen
Via deze audio- en video ingangsaansluitingen kunt u een
externe signaalbron zoals een spelcomputer, een
videocamera of draagbare audiospeler aansluiten
(zie bladzijde 23).
y
Om de signalen die via deze aansluitingen binnenkomen weer te
geven, dient u “V-AUX” in te stellen als signaalbron.
Opmerkingen
• De audiosignalen die binnenkomen via de PORTABLE miniaansluiting hebben voorrang boven de via de AUDIO L/R
aansluitingen binnenkomende signalen.
• De audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting
op het achterpaneel hebben voorrang boven de via de
VIDEO AUX aansluitingen binnenkomende signalen.
INLEIDING
Nederlands
5
Page 8
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Afstandsbediening
In dit hoofdstuk worden de functies van de toetsen op de bij
dit toestel behorende afstandsbediening beschreven. Zie
“KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING” op
bladzijde 84 als u andere componenten wilt kunnen bedienen.
Opmerking
De bedieningsfuncties van de afstandsbedieningstoetsen in de
grijze gedeelten hieronder hangen af van de stand van de
component-keuzeschakelaar. Zet de component-keuzeschakelaar
op AMP om dit toestel te bedienen. Om de TUNER te kunnen
bedienen, dient u de component-keuzeschakelaar op SOURCE te
zetten en vervolgens op TUNER te drukken om de “TUNER”
(radio) als signaalbron te selecteren.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
POWERPOWER
CD
DVDDTV
V-AU XDVR
TV VOLTV CH
TV MUTETV INPUT
STEREO
1
SELECT
STANDARD
5
SPEAKERS
ENHANCER
9
LEVEL
BAND
DAB MEMORY
REC
DISC SKIP
FREQ/TEXTEONSTARTPTY SEEKMODE
AVTV
MD
CD-R
CBL
MUSIC
2
6
0
TRANSMITCODE SET
ENTERTAIN
EXTD SUR.
PRESET/CH
ENTER
STANDBY
TUNER
VOLUME
MUTE
3
7
NIGHT
10
POWER
SLEEP
MULTI CH IN
MOVIE
DIRECT ST.
STRAIGHT
EFFECT
SET MENU
MENUTITLE
SRCH MODE
A/B/C/D/E
DISPLAYRETURN
AUDIO
SOURCE
4
8
ENT.
AMP
0
A
B
C
D
E
F
TV
G
H
I
J
K
L
■ Bedienen van dit toestel
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP om dit toestel te bedienen.
1 Infrarood venster
Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden. Richt dit
venster op de component die u wilt bedienen (zie bladzijde 8).
2 CODE SET
Hiermee kunt u afstandsbedieningscodes instellen (zie bladzijde 86).
3 Ingangskeuzetoetsen
Selecteer de signaalbron die u wilt bedienen.
Opmerking
De met de geselecteerde signaalbron corresponderende
ingangskeuzetoets licht ongeveer 5 seconden lang op nadat u op
een toets op de afstandsbediening heeft gedrukt om aan te geven
welke component er bediend wordt.
4 Toetsen voor de geluidsveldprogramma’s
Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren (zie
bladzijde 57).
– Gebruik SELECT om 2-kanaals materiaal met
surroundweergave weer te geven (zie bladzijde 43).
– Gebruik EXTD SUR. om te schakelen tussen 5.1- en
6.1-kanaals weergave van multikanaals materiaal
(zie bladzijde 42).
– Gebruik DIRECT ST. om 2-kanaals bronmateriaal
weer te geven in hi-fi stereo (zie bladzijde 39).
5 SPEAKERS
Hiermee kunt u de set voor-luidsprekers aangesloten op de
FRONT A en/of B aansluitingen op het achterpaneel aan
of uit zetten. Druk herhaaldelijk op deze toets om de
instelling als volgt te wijzigen:
A aanB aan
A en B uit
6 ENHANCER
Hiermee zet u de Compressed Music Enhancer
weergavefunctie aan of uit (zie bladzijde 37).
7 LEVEL
Hiermee kunt u een luidsprekerkanaal selecteren om het
uitgangsniveau in te stellen (zie bladzijde 36).
8 Cursortoetsen u / d / j / i, ENTER
Hiermee kunt u de parameters van de geluidsveldprogramma's
of de “SET MENU” parameters selecteren en instellen.
9 RETURN
Hiermee keert u terug naar het vorige menu bij
instellingen via het “SET MENU”.
0 TRANSMIT indicator
Knippert wanneer de afstandsbediening infraroodsignalen
aan het uitzenden is.
6
Page 9
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
A STANDBY
Hiermee zet u dit toestel uit (standby) (zie bladzijde 28).
Opmerking
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
B POWER
Hiermee zet u dit toestel aan (zie bladzijde 28).
Opmerking
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
C SLEEP
Hiermee kunt u de slaaptimer instellen (zie bladzijde 35).
D MULTI CH IN
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT
aansluitingen verbonden signaalbron bij gebruik van een
externe decoder enz. (zie bladzijde 38).
E VO LUME +/–
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume.
F Component-keuzeschakelaar
Hiermee bepaalt u de bedieningsfunctie van de toetsen in
de grijze gedeelten.
AMP
Hiermee bedient u dit toestel.
SOURCE
Bedient de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde
component (zie bladzijde 85).
TV
Bedient de TV die is toegewezen aan DTV/CBL of
(zie bladzijde 84).
Opmerkingen
• Voor het instellen van de afstandsbedieningscodes voor andere
componenten, zie bladzijde 86.
• Wanneer u afstandsbedieningscodes instelt voor zowel DTV/
CBL als (zie bladzijde 86), wordt voorrang gegeven aan de
voor DTV/CBL ingestelde code.
G MUTE
Deze toets schakelt de geluidsweergave tijdelijk uit. Druk
nog eens op deze toets om de geluidsweergave op het
oorspronkelijke volume voort te zetten (zie bladzijde 34).
H STRAIGHT (EFFECT)
Hiermee zet u de geluidsveldprogramma’s aan of uit.
Wanneer “STRAIGHT” is geselecteerd, zullen 2-kanaals
of multikanaals ingangssignalen direct, onveranderd
worden weergegeven via de bijbehorende luidsprekers,
zonder enig toegevoegd effect (zie bladzijde 39).
I NIGHT
Hiermee kunt u de nacht-luisterfuncties aan of uit zetten
(zie bladzijde 34).
J SET MENU
Opent het “SET MENU” (zie bladzijde 71).
K DISPLAY
Selecteert de in-beeld display (OSD) functie voor
weergave op uw beeldscherm (zie bladzijde 41).
L Toetsen voor Radio Data Systeem radio-
ontvangst
(Alleen modellen voor het V.K. en Europa)
FREQ/TEXT
Hiermee kunt u het Radio Data Systeem display
instellen op weergave van de PS, PTY, RT, of CT
functie (als de zender in kwestie de corresponderende
diensten aanbiedt) en het frequentiedisplay (zie
bladzijde 55).
PTY SEEK MODE
Hiermee zet u dit toestel in de PTY SEEK functie (zie
bladzijde 53).
PTY SEEK START
Begint het zoeken naar een geschikte zender nadat u
het gewenste programmatype heeft geselecteerd in de
PTY SEEK functie (zie bladzijde 53).
EON
Hiermee kunt u het programmatype selecteren
(NEWS, AFFAIRS, INFO, of SPORT) waarop u
automatisch af wilt laten stemmen (zie bladzijde 54).
INLEIDING
7
Nederlands
Page 10
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
■ Bedienen van de TUNER functies
Zet de component-keuzeschakelaar op SOURCE en druk
dan op TUNER om de “TUNER” (radio) als signaalbron
te selecteren.
4 Cijfertoetsen
Gebruik de cijfertoetsen 1 t/m 8 om een voorkeuzezender
te selecteren.
7 BAND
Hiermee schakelt u heen en weer tussen de radiobanden
FM en AM (MG) (zie bladzijde 46).
8 Cursortoetsen u / d / j / i
Gebruik j / i om een voorkeuzegroep (A t/m E) te
selecteren en u / d om een voorkeuzenummer (1 t/m 8)
te selecteren (zie bladzijde 50).
■ Gebruiken van de afstandsbediening
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal
uit.
U moet de afstandsbediening goed op de
afstandsbedieningssensor op dit toestel richten.
VOLUME
ZONE 2
ZONE
ON/OFF
MASTER
ON OFF
MAIN ZONE
ON/OFF
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
NEXTEDIT
PROGRAM
SPEAKERSPHONES
BA
EFFECT
SILENT CINEMA
30 30
TRANSMITCODE SET
STANDBY
POWER
POWERPOWER
AVTV
SLEEP
MD
CD
CD-R
MULTI CH IN
CBL
DVD DTV
TUNER
V-AUX DVR
AMP
SOURCE
TV VOL TV CH
VOLUME
TV
TV MUTE TV INPUT
MUTE
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
DIRECT ST.
5
6
7
8
SPEAKERS
ENHANCER
NIGHT
STRAIGHT
9
0
10
ENT.
EFFECT
PRESET/CH
SET MENU
LEVEL
MENUTITLE
SRCH MODE
BAND
ENTER
A/B/C/D/E
DISPLAYRETURN
DAB MEMORY
REC
AUDIO
DISC SKIP
FREQ/TEXT EONSTARTPTY SEEKMODE
Opmerkingen
• Mors geen water of andere vloeistoffen op de
afstandsbediening.
• Laat de afstandsbediening niet vallen.
• Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de
volgende plekken:
– zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad
– plekken waar de temperatuur hoog kan worden, zoals bij de
verwarming of kachel
– zeer koude plekken
– stoffige plekken
CONTROL
MEMORY
TUNING MODE
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
INPUT
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
MULTI CH
INPUT
Ongeveer 6 m
VIDEOPORTABLEL AUDIO R
VIDEO AUX
8
Page 11
Display voorpaneel
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
96
24
ENHANCER
q
DIGITAL
q PL
2
q PL
p
DVR
p
V-AUXpDTV/CBL
DOCK
VIRTUAL
STANDARD
EI
SILENT CINEMA
SP
ZONE2 NIGHT
A B
H
GJKLNMPO
F
HiFi DSP
7 SILENT CINEMA indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten en
er een geluidsveldprogramma is geselecteerd
(zie bladzijde 34).
8 CINEMA DSP indicator
Licht op wanneer u een CINEMA DSP
geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 58).
9 AUTO indicator
Licht op wanneer dit toestel in de automatische
p
DVD
p
MD/CD-RpTUNER
1345768B
t
MATRIX DISCRETE
q EX
q PL x
PCM
D
1 Decoder indicators
Wanneer één van de decoders van dit toestel in werking is,
zal de bijbehorende indicator oplichten.
2 ENHANCER indicator
Licht op wanneer de Compressed Music Enhancer functie
is ingeschakeld (zie bladzijde 37).
3 Geluidsveld indicators
Lichten op om aan te geven welke DSP geluidsvelden er
in werking zijn.
0A9C
p
EON
CD
MEMORY
SLEEP
MUTE
ft
mS
dB
TUNED
AUTO
Q
STEREO
PTYPTY
PSHOLDRT
CT
(Alleen modellen voor het V.K. en Europa)
afstemfunctie staat (zie bladzijde 46).
DSP aanwezigheidsgeluidsveld
Linker surround
DSP geluidsveld
Achter surround DSP geluidsveld
Luisterplek
Rechter surround
DSP geluidsveld
4 VIRTUAL indicator
Licht op wanneer Virtual CINEMA DSP in werking is (zie
bladzijde 44).
5 Signaalbron indicators
De corresponderende cursor licht op om aan te geven
welke signaalbron op dit moment is geselecteerd.
6 DOCK indicator
Licht op wanneer u uw iPod in een YAMAHA iPod
universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10) doet
indien deze is verbonden met de DOCK aansluiting van
dit toestel (zie bladzijde 22).
0 TUNED indicator
Licht op wanneer dit toestel is afgestemd op een zender
(zie bladzijde 46).
A STEREO indicator
Licht op wanneer het toestel een sterk FM stereosignaal
ontvangt en de AUTO indicator brandt (zie bladzijde 46).
B MEMORY indicator
Knippert ten teken dat een zender opgeslagen kan worden
(zie bladzijde 48).
C VOLUME niveauaanduiding
Geeft het huidige volumeniveau aan.
D PCM indicator
Licht op wanneer dit toestel PCM (pulscode modulatie)
digitale audiosignalen weergeeft.
E STANDARD indicator
Licht op wanneer het “SUR. STANDARD” of “SUR.
ENHANCED” programma is geselecteerd
(zie bladzijde 43).
VOLUME
96/24
LFE
LCR
SL SB SR
INLEIDING
dB
9
Nederlands
Page 12
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
F SP A B indicators
Lichten op om aan te geven welke set voor-luidsprekers is
geselecteerd.
G Hoofdtelefoon indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten
(zie bladzijde 34).
H ZONE2 indicator
Licht op wanneer Zone 2 in werking is (zie bladzijde 90).
I NIGHT indicator
Licht op wanneer u een nacht-luisterfunctie selecteert
(zie bladzijde 34).
J HiFi DSP indicator
Licht op wanneer u een HiFi DSP geluidsveldprogramma
selecteert (zie bladzijde 58).
K Multifunctioneel display
Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en
andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van
instellingen.
L SLEEP indicator
Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld
(zie bladzijde 35).
M MUTE indicator
Knippert wanneer de MUTE functie (tijdelijk uitschakelen
geluidsweergave) is ingeschakeld (zie bladzijde 34).
N 96/24 indicator
Licht op wanneer dit toestel een DTS 96/24 signaal
ontvangt.
O Indicators ingangskanalen
Deze geven aan uit welke kanalen het huidige digitale
ingangssignaal bestaat (zie bladzijde 30).
P LFE indicator
Licht op wanneer het ingangssignaal een LFE signaal
bevat.
Q Radio Data Systeem indicators
(Alleen modellen voor het V.K. en Europa)
Licht op wanneer er Radio Data Systeem gegevens
worden ontvangen.
EON
Licht op wanneer er EON gegevens worden
ontvangen.
PTY HOLD
Licht op wanneer er gezocht wordt naar Radio Data
Systeem zenders in de PTY SEEK functie.
10
Page 13
Achterpaneel
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
AUDIOAUDIOOUTPUTDIGITAL INPUT
IN
CD
(PLAY)
IN OUT
DTV/CBL
DVRDVD DTV/CBL
DVD
VIDEOS VIDEO
TUNERSPEAKERS
AM
ANT
GND
REMOTE CONTROL
+12V
OUTIN
15mA MAX.
0
MONITOR
OUT
FM ANT
75Ω
UNBAL.
A
OUT
B
ABC
MD/
OUT
CD-R
FRONTZONE 2
(REC)
MULTI CH INPUT
SURROUND
IN OUT
DVR
FRONT
CENTER
WOOFER
MONITOR
SUB
OUT
WOOFER
SUB
CENTER
DIGITAL
OUTPUT
OPTICALOPTICAL
SURROUND
1 Aansluitingen voor video-apparatuur
Zie de bladzijden 18 en 19 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
2 Aansluitingen voor audio-apparatuur
Zie bladzijde 21 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
3 MULTI CH INPUT aansluitingen
Zie bladzijde 23 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
4 ZONE 2 OUTPUT aansluitingen
Zie bladzijde 89 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
Opmerking
Deze aansluitingen produceren uitsluitend analoge signalen.
5 SUBWOOFER OUTPUT aansluiting
Zie bladzijde 13 voor meer informatie over deze
aansluiting.
6 DIGITAL OUTPUT aansluiting
Zie bladzijde 21 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
7 DIGITAL INPUT aansluitingen
Zie bladzijde 19 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
DVDDVD
SURROUND BACK
87654321
DTV/CBLMD/CD-RMD/CD-R
COAXIAL
DOCK
9
COMPONENT VIDEO
DVDDVR
RPBY
P
DTV/CBL
MONITOR OUT
D
8 DOCK aansluiting
Hierop kunt u een YAMAHA iPod universeel dock (zoals
de los verkrijgbare YDS-10) aansluiten, waar u uw iPod in
kunt doen.
Zie bladzijde 22 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
9 COMPONENT VIDEO aansluitingen
Zie de bladzijden 18 en 19 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
0 REMOTE aansluitingen
Zie bladzijde 89 voor details.
A CONTROL OUT aansluiting
Dit is een bedieningsaansluiting voor aangepaste installaties.
B Antenne-aansluitingen
Zie bladzijde 24 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
C Luidspreker-aansluitingen
Zie bladzijde 13 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
D AC OUTLET(S)
Hiermee kunt u eventueel andere audiovisuele
componenten van stroom voorzien.
Zie bladzijde 26 voor details.
INLEIDING
PRPBY
Nederlands
■ VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en algemene
modellen)
Zie bladzijde 26 voor details.
11
Page 14
AANSLUITINGEN
Luidsprekers opstellen
AANSLUITINGEN
Hieronder ziet u de standaard ITU-R* opstelling van de
luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van
CINEMA DSP en multikanaals audio.
*
ITU-R is de aanduiding voor de afdeling radiocommunicatie
van de ITU (International Telecommunication Union).
FL
SL
SL
C
30˚
60˚
80˚
SB
FR
SR
SR
FR
FL
SW
SR
C
SL
SB
1,8 m
Linker en rechter voor-luidsprekers (FL en FR)
De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van
het hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op
gelijke afstand van de ideale luisterplek. De afstanden van
deze luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk
zijn.
Midden-luidspreker (C)
De midden-luidspreker is voor weergave van het
middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een
of andere reden niet mogelijk is om een middenluidspreker te gebruiken, kunt u ook zonder. De beste
resultaten krijgt u echter met een volledig systeem. Plaats
de midden-luidspreker midden tussen de voor-luidsprekers
en zo dicht mogelijk bij het beeldscherm, bijvoorbeeld
direct erboven of eronder.
Linker en rechter surround-luidsprekers
(SL en SR)
De surround-luidsprekers worden gebruikt voor
omhullende surroundweergave en effecten. Plaats deze
luidsprekers achter uw luisterplek, een beetje naar binnen
gericht en ongeveer 1,8 m van de vloer.
Surround achter-luidspreker (SB)
De surround achter-luidspreker geeft een aanvulling op de
surround-luidsprekers en zorgt voor realistischer
overgangen van voor naar achter. Plaats deze luidspreker
direct achter de luisterplek en op dezelfde hoogte als de
surround-luidsprekers.
Subwoofer (SW)
Een subwoofer met ingebouwde eindversterker, zoals het
YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System,
zorgt niet alleen voor een effectieve versterking van de
lage tonen in sommige of alle kanalen, maar ook voor een
natuurgetrouwe hi-fi stereo reproductie van het LFE (lage
frequentie effecten) kanaal in Dolby Digital en DTS
geluidsmateriaal. De opstelling van de subwoofer is niet
zo belangrijk, want de zeer lage tonen zijn niet erg
richtingsgevoelig. U kunt de subwoofer het beste in de
buurt van de voor-luidsprekers plaatsen. Richt hem een
beetje naar het midden van de ruimte om weerkaatsing via
de wanden te verminderen.
12
Page 15
AANSLUITINGEN
Aansluiten van luidsprekers
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de
aansluitingen niet kloppen, zal er geen geluid worden weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de
luidspreker-aansluitingen niet correct is, zal de weergave onnatuurlijk klinken met te weinig lage tonen.
LET OP
• U moet het toestel uit zetten voor u de luidsprekers gaat aansluiten (zie bladzijde 28).
• Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de
metalen onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd
raken.
• Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm
storen, zet de luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan.
• Als u luidsprekers van 4 of 6 Ohm gebruikt, moet u “SP IMP.” op “6ΩMIN” zetten voor u dit toestel in
gebruik neemt (zie bladzijde 27).
Opmerkingen
• Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden naast elkaar. De kabels zijn verschillend gekleurd of gevormd, misschien een
streep, groef of ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel en uw
luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–” (zwarte) aansluitingen.
• De lage frequentie signalen van andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of “SMALL”) of “NONE” bij “SPEAKER SET”
(zie de bladzijden 72 en 73) worden naar de luidsprekers gestuurd die zijn geselecteerd bij “LFE/BASS OUT” (zie bladzijde 73).
Voor-luidsprekers (A)
LinksRechts
VOORBEREIDINGEN
Surround-luidsprekers
LinksRechts
Subwoofer
12457
OUTPUT
SUB
WOOFER
FRONT
A
B
SPEAKERS
CENTERSURROUND BACK
SURROUND
Nederlands
Voor-luidsprekers
(B)
Midden-
luidspreker
63
Surround achter-
luidspreker
13
Page 16
AANSLUITINGEN
FRONT aansluitingen
U kunt hierop een enkel of twee voor-luidsprekersystemen
(1, 2) aansluiten. Als u een enkel voor-luidsprekersysteem
gebruikt, kunt u dit naar keuze met de FRONT A of de B
aansluitingen verbinden.
CENTER aansluitingen
Hierop kunt u een midden-luidspreker (3) aansluiten.
SURROUND aansluitingen
Hierop kunt u surround-luidsprekers (4, 5) aansluiten.
SURROUND BACK aansluitingen
Hierop kunt u een surround achter-luidspreker (6)
aansluiten.
SUBWOOFER aansluiting
Sluit hierop een subwoofer met ingebouwde
eindversterker (7) aan (zoals het YAMAHA Active Servo
Processing Subwoofer System).
1
7
2
3
5
Opstelling van de luidsprekers
4
6
14
Page 17
AANSLUITINGEN
■ Aansluiten van de luidsprekerkabel
1Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie
van het uiteinde van elk van de
luidsprekerdraden en draai vervolgens de
blootliggende draadjes netjes in elkaar om
kortsluiting te voorkomen.
10 mm
2Maak de knop los.
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
■ Gebruik van bananenstekkers
(Uitgezonderd modellen voor het V.K.,
Europa en Azië)
Een bananenstekker is een enkelpolige elektrische
verbinding die vaak gebruikt wordt voor het aansluiten
van luidsprekerkabels.
Bananenstekker
VOORBEREIDINGEN
1Maak de knop vast.
2Steek de bananenstekker in de bijbehorende
aansluiting.
3Steek een ontbloot draadeind in het gat aan
de zijkant van de aansluiting.
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
4Draai de draad vervolgens met de knop
weer vast.
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
Nederlands
15
Page 18
AANSLUITINGEN
Informatie over aansluitingen en stekkers
Opmerking
U kunt de digitale aansluitingen gebruiken voor PCM, Dolby Digital en DTS ingangssignalen. Wanneer u een bepaalde component
zowel met de COAXIAL als met de OPTICAL aansluiting verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting binnenkomende signaal
voorrang krijgen. Alle digitale ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz.
Informatie over audio-aansluitingen en stekkers
AUDIO
L
L
Linker en
audiostekkers
R
(Rood)(Wit)(Oranje)(Geel)(Groen) (Blauw) (Rood)
R
rechter
analoge
DIGITAL AUDIO
COAXIAL
C
Coaxiaal
digitale
audiostekker
DIGITAL AUDIO
OPTICAL
O
Optisch
digitale
audiostekker
PORTABLE
M
Stereo
analoge
audio
ministekker
■ Audio-aansluitingen
Dit toestel heeft vier soorten audio-aansluitingen. Welke
aansluiting u nodig heeft hangt af van de
audio-aansluitingen van uw andere apparatuur.
AUDIO aansluitingen
Voor conventionele analoge audiosignalen via linker en
rechter analoge audiokabels. Verbind de rode stekkers met
de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen.
DIGITAL AUDIO COAXIAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via coaxiaal digitale
audiokabels.
DIGITAL AUDIO OPTICAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via optisch digitale
audiokabels.
Opmerking
Trek het kapje van de optische aansluiting voor u er de optische
glasvezelkabel op aansluit. Gooi het stofkapje niet weg. Wanneer
u de optische aansluiting niet gebruikt, dient u het stofkapje er
weer op te doen. Dit kapje beschermt de aansluiting tegen stof.
Video-aansluitingen en stekkers
VIDEOS VIDEO
V
Composiet
videostekker
S-videostekker
S
COMPONENT VIDEO
Y PBPR
Y
PB
Component
videostekkers
P
R
■ Video-aansluitingen
Dit toestel heeft drie soorten video-aansluitingen. Welke
aansluiting u nodig heeft hangt af van de
ingangsaansluitingen van uw beeldscherm. Wanneer
“VIDEO CONV.” op “ON” (zie bladzijde 79) is
ingesteld, zullen videosignalen die binnenkomen via de
VIDEO en S VIDEO aansluitingen worden omgezet en
naar keuze kunnen worden gereproduceerd via de VIDEO,
S VIDEO en COMPONENT VIDEO aansluitingen.
VIDEO aansluitingen
Voor conventionele composiet videosignalen die worden
overgebracht via composiet videokabels.
S VIDEO aansluitingen
Voor S-video signalen, in luminantie (Y) en kleur (C)
gescheiden videosignalen die worden doorgegeven via
aparte draden in speciale S-videokabels.
COMPONENT VIDEO aansluitingen
Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en kleur
(P
B, PR) gescheiden videosignalen die worden
doorgegeven via aparte draden in speciale component
videokabels.
PORTABLE aansluiting
Voor digitale audiosignalen via analoge stereo
ministekkerkabels.
16
Page 19
Stroomschema audio- en videosignalen
■ Stroomschema audiosignalen voor AUDIO OUT (REC)
AANSLUITINGEN
Ingang
Uitgang
AUDIO OUT (REC)
DIGITAL AUDIO
COAXIAL
Digitale audio
DIGITAL AUDIO
OPTICAL
RLRL
AUDIO
Analoge audio
PORTABLE
Digitaal uitgangssignaal
Analoog uitgangssignaal
Opmerking
In dit toestel is de verwerking van digitale signalen gescheiden van de verwerking van analoge signalen. Daarom kunnen audiosignalen
die binnenkomen via de analoge ingangsaansluitingen ook alleen via de analoge AUDIO OUT (REC) uitgangsaansluitingen worden
weergegeven. Op dezelfde manier zullen via de DIGITAL INPUT (OPTICAL of COAXIAL) ingangsaansluitingen binnenkomende
audiosignalen alleen via de DIGITAL OUTPUT uitgangsaansluiting kunnen worden weergegeven.
VOORBEREIDINGEN
■ Stroomschema videosignalen voor MONITOR OUT
Ingang
Y PBP
R
Uitgang
(MONITOR OUT)
Y PBP
R
COMPONENT
VIDEO
S VIDEO
Analoge video
VIDEO
Door
Videoconversie wanneer “VIDEO CONV.” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 79)
Opmerking
Wanneer er videosignalen binnenkomen via de COMPONENT VIDEO, S VIDEO en VIDEO aansluitingen, zal aan deze signalen als
volgt de voorkeur worden gegeven, met dien verstande dat aan videosignalen die binnenkomen via de COMPONENT VIDEO
aansluitingen de hoogste prioriteit wordt toegekend.
COMPONENT VIDEO > S VIDEO > VIDEO
Nederlands
17
Page 20
AANSLUITINGEN
Aansluiten van een TV
Verbind uw TV met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting, de S VIDEO MONITOR OUT aansluiting of de
COMPONENT VIDEO MONITOR OUT aansluitingen van dit toestel.
LET OP
Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen
de componenten gemaakt zijn.
MONITOR
VIDEOS VIDEO
OUT
MONITOR
OUT
V
Video ingang
S
S-video ingang
TV
Y
PRPB
Component video ingang
COMPONENT VIDEO
PRPBY
MONITOR OUT
18
Page 21
AANSLUITINGEN
Aansluiten van een DVD-speler, een DVD-recorder, een videorecorder of
een STB (Set Top Box)
Sluit uw DVD-speler, DVD-recorder, videorecorder of STB (set-top box; een kastje bovenop de TV) aan via dezelfde
soort video-aansluitingen als welke u gebruikt heeft voor uw TV (zie bladzijde 18). Een zogenaamde STB kan
bijvoorbeeld een kabel-tv ontvanger of satellietontvanger zijn.
LET OP
Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen
de componenten gemaakt zijn.
Opmerkingen
• Wanneer “VIDEO CONV.” is ingesteld op “OFF” (zie bladzijde 79) moet u hetzelfde soort video-aansluitingen gebruiken als u
gebruikt heeft om uw TV aan te sluiten (zie bladzijde 18). Als u bijvoorbeeld uw TV heeft verbonden met de VIDEO MONITOR
OUT aansluiting van dit toestel, dan dient u uw andere component te verbinden met de VIDEO aansluitingen.
• Wanneer “VIDEO CONV.” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 79), worden de omgezette videosignalen alleen gereproduceerd via de
MONITOR OUT aansluitingen. Wanneer u iets wilt opnemen moet u gebruik maken van hetzelfde soort video-aansluitingen tussen
alle betrokken componenten.
• Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL
INPUT of DIGITAL OUTPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te selecteren voor “OPTICAL OUT”, “OPTICAL
IN”, of “COAXIAL IN” bij “I/O ASSIGNMENT” (zie bladzijde 77).
• Wanneer u uw DVD-speler zowel met de DIGITAL INPUT (OPTICAL) als met de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting
verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen.
■ Aansluiten van een DVD-speler
VOORBEREIDINGEN
Audio uitgang
DVD-speler
LR
V
AUDIODIGITAL INPUT
DVD
VIDEOS VIDEO
S
Video uitgang
S-Video uitgang
DVD
O
Optische audio uitgang
DVDDVD
OPTICAL
Component video uitgang
C
Coaxiale audio uitgang
COAXIAL
P
RPBY
COMPONENT VIDEO
DVD
RPBY
P
Nederlands
19
Page 22
AANSLUITINGEN
■ Aansluiten van een DVD-recorder of videorecorder
AUDIO
INOUT
DVR
VIDEOS VIDEO
LRLR
Audio uitgang
Audio ingang
V
Video uitgang
■ Aansluiten van een STB
INOUT
DVR
V
Video ingang
DVD-recorder of
videorecorder
Kabel TV of
satellietontvanger
COMPONENT VIDEO
S
S
S-video ingang
S-Video uitgang
PRPBY
DVR
PRPBY
Component video uitgang
LR
AUDIODIGITAL INPUT
DTV/CBLDTV/CBL
VIDEOS VIDEO
V
Audio uitgang
S
Video uitgang
S-Video uitgang
OPTICAL
DTV/CBL
Component video uitgang
O
RPBY
P
Optische audio uitgang
COMPONENT VIDEO
RPBY
P
DTV/CBL
20
Page 23
AANSLUITINGEN
Aansluiten van een CD-speler, een MD-speler of cassettedeck
Sluit uw CD-speler, MD-speler of cassettedeck aan via analoge en/of digitale aansluitingen.
LET OP
Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen
de componenten gemaakt zijn.
Opmerking
Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL
INPUT of DIGITAL OUTPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te selecteren voor “OPTICAL OUT”, “OPTICAL
IN”, of “COAXIAL IN” bij “I/O ASSIGNMENT” (zie bladzijde 77).
CD-speler
Audio uitgang
LR
VOORBEREIDINGEN
Audio uitgang
AUDIODIGITAL INPUT
MD/
IN
OUT
CD-R
CD
(REC)
(PLAY)
LRLR
Audio ingang
DIGITAL
OUTPUT
MD/CD-RMD/CD-R
OPTICALOPTICAL
O
O
Optische audio ingang
MD-recorder of
cassettedeck
Optische audio uitgang
21
Nederlands
Page 24
AANSLUITINGEN
Aansluiten van een YAMAHA iPod universeel dock
Dit toestel is voorzien van een DOCK aansluiting op het achterpaneel waarop u een YAMAHA iPod universeel dock
(zoals een los verkrijgbare YDS-10) kan worden aangesloten voor uw iPod, zodat u uw iPod kunt bedienen met de
meegeleverde afstandsbediening. Verbind een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) met
de DOCK aansluiting op het achterpaneel van dit toestel met de speciaal daarvoor bedoelde kabel. Wanneer deze
verbinding tot stand is gebracht, kunt u uw iPod in uw YAMAHA iPod universeel dock plaatsen.
LET OP
Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen
de componenten gemaakt zijn.
Opmerkingen
• Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund.
• U heeft een YAMAHA iPod universeel dock (aansluitsokkel) (zoals een los verkrijgbare YDS-10) en de speciaal daarvoor bedoelde
kabel nodig die geschikt zijn voor de DOCK aansluiting van dit toestel.
• Wanneer uw iPod geplaatst wordt in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) die is aangesloten op de
DOCK aansluiting van dit toestel, zal dit toestel de signaaloverdracht met uw iPod beginnen.
• Wanneer de verbinding tussen uw iPod en dit toestel tot stand is gebracht, zal de melding “iPod connected” verschijnen op het display
op het voorpaneel en zal de DOCK indicator daar ook oplichten. Als de verbinding tussen uw iPod en dit toestel mislukt, zal er een
melding van die strekking verschijnen op het display op het voorpaneel. Voor een complete lijst van meldingen met betrekking tot deze
verbindingen, verwijzen we u naar het iPod deel in het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” op bladzijde 99.
• Alleen analoge audio- en videosignalen van uw iPod worden geaccepteerd door de DOCK aansluiting, en de analoge audiosignalen
kunnen voor opname worden gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT (REC) aansluitingen.
• De batterij van uw iPod wordt automatisch opgeladen wanneer uw iPod geplaatst is in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een
los verkrijgbare YDS-10) verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel, zolang dit toestel aan staat.
• Afhankelijk van het type iPod, is het mogelijk dat u een iPod adapter zoals meegeleverd met uw YAMAHA iPod universeel dock
(zoals een los verkrijgbare YDS-10) in de uitsparing zult moeten passen voor uw iPod erin past.
YAMAHA iPod universeel dock
(zoals een los verkrijgbare YDS-10)
iPod
DOCK
22
Page 25
AANSLUITINGEN
Aansluiten van een multiformaatspeler of externe decoder
Dit toestel is voorzien van 6 extra ingangsaansluitingen
(FRONT L/R, CENTER, SURROUND L/R en
SUBWOOFER) voor gescheiden multikanaals
ingangssignalen van een multiformaat-speler, externe
decoder of sound processor. Verbind de
uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler of
externe decoder met de MULTI CH INPUT aansluitingen.
Let er goed op dat u de linker en rechter uitgangen
verbindt met de linker en rechter ingangsaansluitingen
voor zowel de voor- als de surroundkanalen.
LET OP
Sluit dit toestel of de andere componenten pas
aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen
tussen de componenten gemaakt zijn.
Opmerkingen
• Wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron selecteert (zie
bladzijde 38), zal dit toestel automatisch de digitale
geluidsveldprocessor uitschakelen en zult u geen
geluidsveldprogramma’s kunnen selecteren.
• Dit toestel is niet in staat de via de MULTI CH INPUT
aansluitingen binnenkomende signalen zo te herschikken dat er
wordt gecompenseerd voor eventueel in uw systeem
ontbrekende luidsprekers. Daarom bevelen we u aan tenminste
een 5.1-kanaals luidsprekersysteem aan te sluiten voor u
gebruik maakt van deze functie.
• Wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten, zullen alleen de
linker en rechter voorkanalen worden weergegeven.
Aansluiten van een spelcomputer,
een videocamera of een draagbare
audiospeler
Gebruik de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel
als u een spelcomputer, een videocamera of een draagbare
audiospeler wilt aansluiten op dit toestel.
LET OP
U moet het volume van dit toestel en de andere
componenten uit zetten voor u de aansluitingen
gaat maken.
Opmerkingen
• De audiosignalen die binnenkomen via de PORTABLE miniaansluiting hebben voorrang boven de via de AUDIO L/R
aansluitingen binnenkomende signalen.
• De audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting
hebben voorrang boven de via de VIDEO AUX aansluitingen
binnenkomende signalen.
ZONE 2
ON/OFF
MASTER
ON OFF
MAIN ZONE
SPEAKERSPHONES
ON/OFF
SILENT CINEMA
BA
FM/AM
PRESET/TUNING
PROGRAM
EFFECT
VIDEOPORTABLEL AUDIO R
A/B/C/D/E
NEXTEDIT
VIDEO AUX
l PRESET/TUNING h
LEVEL
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
MEMORY
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
INPUT
MULTI CH
INPUT
VOLUME
ZONE
CONTROL
VIDEO AUX
VIDEOPORTABLEL AUDIO R
M
VOORBEREIDINGEN
FRONT
L RL R
Voorkanaal uitgang
Surroundkanaal uitgang
Multiformaat-speler of
externe decoder
MULTI CH INPUT
SURROUND
CENTER
SUB
WOOFER
Subwoofer uitgang
V
L
R
Video uitgang
Spelcomputer of
videocamera
Audio uitgang L/R
Draagbare
audiospeler
Middenkanaal uitgang
Nederlands
23
Audio uitgang
Page 26
AANSLUITINGEN
Aansluiten van de FM en AM antennes
Dit toestel wordt geleverd met zowel een FM als een AM
binnenantenne. Normaal gesproken zorgen deze antennes
voor een voldoende sterke ontvangst. Verbind de antennes
op de juiste manier met de bijbehorende aansluitingen.
Opmerkingen
• U moet de afstemstap (alleen modellen voor Azië en algemene
modellen) van de tuner aanpassen aan de ruimte tussen
zendfrequenties in uw gebied (zie bladzijde 83).
• De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst
worden.
• De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er
een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten.
• Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere
ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een
slechte ontvangst, kunt u een buitenantenne installeren. Vraag
bij uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of servicecentrum naar de mogelijkheden met buitenantennes.
AM ringantenne
(meegeleverd)
FM binnenantenne
(meegeleverd)
TUNER
FM ANT
AM
ANT
AM buitenantenne
Gebruik 5 tot 10 meter met plastic
geïsoleerd draad dat u bijvoorbeeld
uit een raam naar buiten spant.
■ Aansluiten van de AM ringantenne
1Maak de AM ringantenne gebruiksklaar.
75Ω
GND
UNBAL.
Aarde
(GND aansluiting)
Voor de grootst mogelijke
veiligheid en zo min mogelijk
storing dient u de antenne
GND aansluiting goed te
aarden. Een goede aarding
wordt bijvoorbeeld verzorgd
door een metalen staaf die in
vochtige grond gedreven is.
2Houd het lipje van de AM ANT aansluiting
ingedrukt.
3Steek één van de draden van de AM
ringantenne in de AM ANT aansluiting.
4Laat het lipje van de AM ANT aansluiting los
zodat dit terugveert.
5Herhaal de stappen 2 t/m 4 en sluit de andere
draad aan op de GND aansluiting.
y
Wanneer u de AM ringantenne op de juiste manier heeft
aangesloten op dit toestel, kunt u de AM ringantenne zo
draaien dat u de beste ontvangst bereikt voor uw favoriete
AM zenders (zie bladzijde 46).
24
Page 27
■ In elkaar zetten van de 75 Ohm/300 Ohm
antenne-adapter (alleen bij modellen
voor het V.K.)
1Maak de meegeleverde 75 Ohm/300 Ohm
antenne-adapter open.
2Strip de buitenmantel van de 75 Ohm
coaxiale kabel en maak deze klaar voor het
aansluiten.
11 mm
8 mm
6 mm
3Knip de verbindingsdraad door en verwijder
deze.
AANSLUITINGEN
VOORBEREIDINGEN
Verbindingsdraad
4Steek de binnendraad van de kabel in de
sleuf en klem de kabel vast met een tang.
Klem
Steek de draad in de
sleuf.
Klem
5Klik de behuizing weer dicht.
Nederlands
25
Page 28
AANSLUITINGEN
Aansluiten van het netsnoer
Pas wanneer alle verbindingen tot stand zijn gebracht kunt u de stekker in het stopcontact steken.
(Modellen voor de V.S.)
AC OUTLETS
Naar het stopcontact
■ VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en algemene
modellen)
LET OP
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van
dit toestel moet worden ingesteld op de ter
plekke gebruikte netspanning VOOR u de stekker
in het stopcontact steekt. Onjuiste instelling van
de VOLTAGE SELECTOR kan dit toestel
beschadigen en kan brandgevaar opleveren.
Draai de VOLTAGE SELECTOR met de klok mee
of er tegenin naar de correcte stand met een
gewone schroevendraaier.
Met behulp van deze netstroomaansluiting(en) kunt u
daarop aangesloten componenten van stroom voorzien.
Verbind de netsnoeren van uw andere apparatuur met deze
netstroomaansluiting(en). Deze aansluiting(en) worden
van stroom voorzien wanneer de eerste ruimte of Zone 2 is
ingeschakeld. De stroomvoorziening voor deze
aansluiting(en) wordt echter afgesloten wanneer de eerste
ruimte en Zone 2 zijn uitgeschakeld, of wanneer
MASTER ON/OFF op het voorpaneel ingedrukt wordt en
losgelaten zodat deze naar buiten komt, in de OFF stand.
Voor informatie omtrent het maximale vermogen of het
totale stroomverbruik voor de componenten die op deze
aansluiting(en) kunnen worden aangesloten, zie
“TECHNISCHE GEGEVENS” op bladzijde 103.
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de
opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel
uit (standby) staat. Wanneer echter de stekker uit het
stopcontact gehaald wordt of de stroomvoorziening om
een andere reden langer dan een week onderbroken
wordt, zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan.
26
Page 29
Instellen van de luidspreker-impedantie
AANSLUITINGEN
LET OP
Als u luidsprekers van 4 of 6 Ohm gebruikt, moet
u “SP IMP.” op “6ΩMIN” zetten VOOR u dit
toestel in gebruik neemt.
2,5
ZONE 2
ON/OFF
MASTER
ON OFF
MAIN ZONE
ON/OFF
SILENT CINEMA
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
NEXTEDIT
SPEAKERSPHONES
PROGRAM
BA
EFFECT
l
PRESET/TUNING
MEMORY
TUNING MODE
h
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
INPUT
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
MULTI CH
INPUT
VOLUME
ZONE
CONTROL
VIDEO AUX
VIDEOPORTABLEL AUDIO R
32,4
1Controleer of het toestel uit staat.
Zie bladzijde 28 voor details omtrent het aan en uit
zetten van dit toestel.
2Houd STRAIGHT (EFFECT) op het
voorpaneel ingedrukt en druk vervolgens
MASTER ON/OFF naar binnen in de ON stand
om dit toestel in te schakelen.
Dit toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide
setup menu zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
4Druk herhaaldelijk op STRAIGHT (EFFECT)
op het voorpaneel en selecteer “6ΩMIN”.
De volgende aanduidingen zullen op het display op
het voorpaneel verschijnen.
STRAIGHT
EFFECT
SP IMP.-6 MIN
5Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in
de OFF stand om de nieuwe instelling op te
slaan en dit toestel uit te schakelen.
MASTER
ON OFF
Opmerking
De gewijzigde instelling wordt van kracht zodra u dit toestel
de volgende keer aan zet.
VOORBEREIDINGEN
STRAIGHT
EFFECT
Houd ingedrukt
MASTER
ON OFF
3Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en
selecteer “SP IMP.”.
De volgende aanduidingen zullen op het display op
het voorpaneel verschijnen.
PROGRAM
SP IMP.-8 MIN
Nederlands
27
Page 30
AANSLUITINGEN
AMP
SOURCE
TV
VOLUME
TV VOL TV CH
TRANSMITCODE SET
STANDBY
POWER
POWERPOWER
CD
AVTV
MULTI CH IN
SLEEP
CD-R
DVD DTV
MD
CBL
TUNER
V-AUX DV R
Aan en uit zetten van dit toestel
Wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, kunt u dit toestel aan zetten.
MASTER ON/OFF
VOLUME
ZONE
CONTROL
VIDEO AUX
VIDEOPORTABLEL AUDIO R
MASTER
ON OFF
MAIN ZONE
SPEAKERSPHONES
ON/OFF
BA
SILENT CINEMA
MAIN ZONE ON/OFF
PRESET/TUNING
ZONE 2
ON/OFF
l
PRESET/TUNING
MEMORY
TUNING MODE
h
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
INPUT
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
MULTI CH
INPUT
FM/AM
A/B/C/D/E
NEXTEDIT
PROGRAM
EFFECT
STANDBY
POWER
■ Aan zetten van dit toestel
Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar
binnen in de ON stand om dit toestel aan te
zetten.
MASTER
ON OFF
Voorpaneel
• Druk op MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel
(of STANDBY op de afstandsbediening) om de
eerste ruimte uit (standby) te zetten.
MAIN ZONE
ON/OFF
of
VoorpaneelAfstandsbediening
• Druk nog eens op MAIN ZONE ON/OFF op het
voorpaneel (of op POWER op de
afstandsbediening) om de eerste ruimte weer in te
schakelen.
MAIN ZONE
ON/OFF
of
STANDBY
POWER
■ Uit zetten van dit toestel
Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel nog
eens in zodat deze naar buiten komt in de OFF
stand om dit toestel uit te schakelen.
MASTER
ON OFF
Voorpaneel
Voorpaneel
Afstandsbediening
Opmerking
MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel en POWER en
STANDBY op de afstandsbediening werken alleen wanneer
MASTER ON/OFF naar binnen is gedrukt in de ON stand.
28
Page 31
BASIS SETUP
AMP
SOURCE
TV
VOLUME
TV VOL TV CH
TRANSMITCODE SET
STANDBY
POWER
POWERPOWER
CD
AVTV
MULTI CH IN
SLEEP
CD-R
DVD DTV
MD
CBL
TUNER
V-AUX DV R
MENUTITLE
SET MENU
LEVEL
DISPLAYRETURN
BAND
SRCH MODE
DAB MEMORY
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
REC
STEREO
1
EFFECT
STANDARD
5
SPEAKERS
9
MUSIC
2
SELECT
6
ENHANCER
0
ENTERTAIN
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
BASIS SETUP
De “BASIC SETUP” is handig wanneer u uw systeem snel en met minimale inspanningen klaar voor gebruik wilt maken.
Opmerkingen
• U moet uw hoofdtelefoon losmaken van het toestel.
• Als u het toestel met de hand nog preciezer wilt instellen, kunt u de gedetailleerde instellingen van het “SOUND MENU” (zie
bladzijde 72) gebruiken.
• Wijzigen van instellingen via de “BASIC SETUP” zorgt ervoor dat alle met de hand via het “SOUND MENU” gewijzigde instellingen
zullen worden teruggezet (zie bladzijde 72).
• De begininstellingen voor elk van de parameters worden vet aangegeven.
• Druk op RETURN op de afstandsbediening om terg te keren naar het vorige menuniveau.
4Druk op ENTER om de “BASIC SETUP” te
openen.
Het volgende scherm zal op het in-beeld display
verschijnen.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
;BASIC SETUP
.ROOM:S >M L
SUBWOOFER;;;;YES
SPEAKERS;;;;6spk
SETUP:>OK CANCEL
p
[]/[]:Up/Down
p
[<]/[>]:Select
1
1
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP.
2,13
3-12
VOORBEREIDINGEN
AMP
SOURCE
TV
2Druk op SET MENU om de “SET MENU” te
openen.
Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld
display verschijnen.
SET MENU
SET MENU
MENU
SRCH MODE
.;BASICSETUP
;MANUALSETUP
.;SIGNAL INFO
p
[ ]/[]:Up/Down
p
[ENTER]:Enter
3Druk op u / d en selecteer “BASIC SETUP”.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
5Druk op u / d, selecteer “ROOM” en druk
vervolgens op j / i om de gewenste instelling
te selecteren.
PRESET/CH
;BASIC SETUP
.ROOM:S >M L
ENTER
A/B/C/D/E
Selecteer de afmetingen van de ruimte waarin uw
luidsprekers staan opgesteld. In het algemeen worden
de afmetingen van de kamer als volgt gedefinieerd:
Keuzes: S, M, L
[Modellen voor de V.S. en Canada]
S (klein)16 x 13ft, 200ft
M (midden) 20 x 16ft, 300ft
L (groot)26 x 19ft, 450ft
[Overige modellen]
S (klein)3,6 x 2,8m, 10m
M (midden) 4,8 x 4,0m, 20m
L (groot)6,3 x 5,0m, 30m
SUBWOOFER;;;;YES
SPEAKERS;;;;6spk
SETUP:>OK CANCEL
p
[]/[]:Up/Down
p
[<]/[>]:Select
2
(4,8 x 4,0m, 20m2)
2
(6,3 x 5,0m, 30m2)
2
(7,9 x 5,8m, 45m2)
2
2
2
Nederlands
29
Page 32
BASIS SETUP
6Druk op d, selecteer “SUBWOOFER” en
druk vervolgens op j / i om de gewenste
instelling te selecteren.
PRESET/CH
;BASIC SETUP
ROOM:S >M L
ENTER
A/B/C/D/E
.SUBWOOFER;;;;YES
SPEAKERS;;;;6spk
SETUP:>OK CANCEL
p
[]/[]:Up/Down
p
[<]/[>]:Select
Keuzes: YES, NONE
• Selecteer “YES” als u een subwoofer in uw
systeem heeft.
• Selecteer “NONE” als u geen subwoofer in uw
systeem heeft.
7Druk op d, selecteer “SPEAKERS” en kies
vervolgens met j / i het aantal luidsprekers
dat is aangesloten op dit toestel.
PRESET/CH
;BASIC SETUP
ROOM:S >M L
ENTER
A/B/C/D/E
SUBWOOFER;;;;YES
.SPEAKERS;;;;6spk
SETUP:>OK CANCEL
p
[]/[]:Up/Down
p
[<]/[>]:Select
8Druk op d, selecteer “SETUP” en druk
vervolgens op j / i om de gewenste instelling
te selecteren.
PRESET/CH
;BASIC SETUP
ROOM:S >M L
ENTER
A/B/C/D/E
SUBWOOFER;;;;YES
SPEAKERS;;;;6spk
. SETUP:>OK CANCEL
p
[]/[]:Up/Down
p
[<]/[>]:Select
Keuzes: OK, CANCEL
• Selecteer “OK” om de gewijzigde instellingen
definitief te maken.
• Selecteer “CANCEL” om de instelfunctie te
verlaten zonder wijzigingen aan te brengen.
y
U kunt ook op SET MENU drukken om de setup procedure
te annuleren.
9Druk op ENTER om uw keuze te bevestigen.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
KeuzeDisplayLuidsprekers
LLCR
2spk
3spk
4spk
5spk
6spk
LL C R
SLSBSR
SL SB SR
LL CR
SL SB SR
LL C R
SL SB SR
LL C R
SL SBSBSR
LL C R
SL SB SR
L/R voor
L/R voor, midden
L/R voor, L/R surround
L/R voor, midden, L/R surround
L/R voor, midden, L/R surround,
surround achter
Als u bij stap 8 “OK” selecteert, zult u twee keer om
beurten uit elk van de luidsprekers een testtoon horen.
“CHECK:Test Tone” zal een paar seconden op het inbeeld display getoond worden, gevolgd door
“CHECK OK?”.
;BASIC SETUP
ROOM:S >M L
SUBWOOFER;;;;YES
SPEAKERS;;;;6spk
SETUP:>OK CANCEL
.CHECK:Test Tone
p
[]/[]:Up/Down
p
[<]/[>]:Select
;BASIC SETUP
ROOM:S >M L
SUBWOOFER;;;;YES
SPEAKERS;;;;6spk
SETUP:>OK CANCEL
.CHECK OK?;;;;YES
p
[]/[]:Up/Down
p
[<]/[>]:Select
y
Controleer de luidsprekerverbindingen (zie bladzijde 13) en
wijzig indien nodig de “SPEAKERS” instellingen in stap 7.
30
Page 33
BASIS SETUP
10 Druk op j / i om de gewenste instelling te
selecteren.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
;BASIC SETUP
ROOM:S >M L
SUBWOOFER;;;;YES
SPEAKERS;;;;6spk
SETUP:>OK CANCEL
.CHECK OK?;;;;YES
p
[]/[]:Up/Down
p
[<]/[>]:Select
Keuzes: YES, NO
• Selecteer “YES” om de setup procedure af te
sluiten als de testtoon via elk van de luidsprekers
goed klonk.
• Selecteer “NO” om door te gaan naar het
instelmenu voor het uitgangsniveau van de
verschillende luidsprekers in stap 12 om de
uitgangsniveaus van de luidsprekers op elkaar af te
stemmen.
11 Druk op ENTER om uw keuze te bevestigen.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
• Als u bij stap 10 “YES” heeft geselecteerd, is
daarmee de setup procedure afgesloten en zal het
display terugkeren naar het eerste “SET MENU”
scherm.
• Als u bij stap 10 “NO” heeft gekozen, zal het
instelscherm voor het niveau van de
voorluidsprekers op het display op het voorpaneel
verschijnen.
12 Druk op u / d om een luidspreker te
selecteren en gebruik vervolgens j / i om de
juiste balans in te stellen.
De geselecteerde luidspreker en de linker voorluidspreker (of de linker surround-luidspreker) geven
om de beurt de testtoon weer.
• Druk op i om de ingestelde waarde te verhogen.
• Druk op j om de ingestelde waarde te verlagen.
PRESET/CH
;BASIC SETUP
. FR;;;;;;;;;;
C;;;;;;;;;;
ENTER
A/B/C/D/E
SL;;;;;;;;;;
SB;;;;;;;;;;
SR;;;;;;;;;;
SWFR;;;;;;;;;;
p
[]/[]:Select
p
[<]/[>]:Adjust
• Selecteer “FR” om de balans tussen de linker en de
rechter voor-luidsprekers in te stellen.
• Selecteer “C” om de balans tussen de linker voorluidspreker en de midden-luidspreker in te stellen.
• Selecteer “SL” om de balans tussen de linker voorluidspreker en de linker surround-luidspreker in te
stellen.
• Selecteer “SB” om de balans tussen de linker
surround-luidspreker en de surround achterluidspreker in te stellen.
• Selecteer “SR” om de balans tussen de linker
surround-luidspreker en de rechter surroundluidspreker in te stellen.
• Selecteer “SWFR” om de balans tussen de linker
voor-luidspreker en de subwoofer in te stellen.
13 Druk op SET MENU om de “BASIC SETUP” te
verlaten.
SET MENU
MENU
SRCH MODE
VOORBEREIDINGEN
31
Nederlands
Page 34
AMP
SOURCE
TV
VOLUME
TV VOL TV CH
TRANSMITCODE SET
STANDBY
POWER
POWERPOWER
CD
AVTV
MULTI CH IN
SLEEP
CD-R
DVD DTV
MD
CBL
TUNER
V-AUX DV R
TV MUTETV INPUT
MUTE
MENUTITLE
SET MENU
LEVEL
DISPLAYRETURN
BAND
SRCH MODE
DAB MEMORY
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
REC
AUDIO
STEREO
1
EFFECT
STANDARD
5
SPEAKERS
9
MUSIC
2
SELECT
6
ENHANCER
0
ENTERTAIN
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
WEERGAVE
WEERGAVE
LET OP
U moet zeer voorzichtig zijn wanneer u DTS gecodeerde CD’s gaat afspelen. Als u een DTS
gecodeerde CD afspeelt op een CD-speler die niet geschikt is voor DTS-weergave, zult u alleen een
ongewenst geruis of lawaai horen dat zelfs uw luidsprekers kan beschadigen. Controleer of uw CDspeler geschikt is voor DTS gecodeerde CD’s. Controleer ook het geluidsniveau van uw CD-speler
voor u een DTS gecodeerde CD gaat afspelen.
3Gebruik INPUT op het voorpaneel (of druk op
één van de ingangskeuzetoetsen op de
ZONE 2
ON/OFF
MASTER
ON OFF
MAIN ZONE
SPEAKERSPHONES
ON/OFF
SILENT CINEMA
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
NEXTEDIT
PROGRAM
BA
EFFECT
l
PRESET/TUNING
MEMORY
TUNING MODE
h
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
INPUT
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
MULTI CH
INPUT
66,7325
3
2
2
5
1Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
2Druk op SPEAKERS A of B op het voorpaneel
(of zet de component-keuzeschakelaar op
AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op
SPEAKERS op de afstandsbediening).
Met elke druk op SPEAKERS A of B zet u de
bijbehorende set luidsprekers aan of uit.
SPEAKERS
BA
Voorpaneel
of
AMP
SOURCE
TV
32
Afstandsbediening
SPEAKERS
9
VOLUME
ZONE
CONTROL
VIDEO AUX
VIDEOPORTABLEL AUDIO R
7
afstandsbediening) om de gewenste
signaalbron te selecteren.
INPUT
of
VoorpaneelAfstandsbediening
CD-R
CD
DVDDTV
V-AU XDVR
MD
CBL
De naam van de geselecteerde signaalbron wordt een
paar seconden lang op het display op het voorpaneel
en op het in-beeld display getoond.
Beschikbare signaalbronnen
DVR
SP
A
V-AUX DTV/CBL
p
DVDC D
MD/CD-R
DVDAUTO
geselecteerde signaalbron
Op dit moment
Opmerking
Als u een signaalbron wilt selecteren die digitaal is
aangesloten, dient u “INPUT MODE” op “AUTO” of
“DTS” in te stellen (zie bladzijde 35).
4Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
Raadpleeg de handleiding van de betreffende
component.
Zie bladzijde 46 voor details omtrent het afstemmen.
Op dit moment
geselecteerde
ingangsfunctie
TUNER
TUNER
SLEEP
MULTI CH IN
LR
VOLUME
dB
Page 35
WEERGAVE
5Verdraai VOLUME op het voorpaneel (of druk
op VOLUME +/– op de afstandsbediening) om
het volume op het gewenste niveau in te
stellen.
VOLUME
of
Voorpaneel
VOLUME
Afstandsbediening
6Druk herhaaldelijk op TONE CONTROL op
het voorpaneel, kies tussen “TREBLE” (hoge
tonen) en “BASS” (lage tonen) en verdraai
vervolgens PROGRAM om de gekozen tonen
te versterken of te verzwakken.
MD/CD-R
PROGRAM
TUNER
VOLUME
LR
dB
TONE CONTROL
DVR
SP
A
V-AUX DTV/CBL
p
DVDC D
TREBLE0dB
• Selecteer “TREBLE” om de weergave van de hoge
tonen te regelen.
• Selecteer “BASS” om de weergave van de lage
tonen te regelen.
Opmerkingen
• De instellingen voor de luidsprekers en die voor de
hoofdtelefoon worden apart opgeslagen.
• Wanneer “TONE BYPASS” op “AUTO” staat (zie
bladzijde 76) en “BASS” en “TREBLE” op 0 dB worden
gezet, zal het audiosignaal automatisch de
toonregelingsschakelingen van dit toestel onveranderd
passeren.
• Als u de hoge of lage tonen teveel versterkt of verzwakt, is
het mogelijk dat de toonkleur van de surroundluidsprekers niet meer overeenkomt met die van de linker
en rechter voor-luidsprekers.
• TONE CONTROL zal niet werken wanneer de “DIRECT
STEREO” functie (zie bladzijde 39) is ingeschakeld of
wanneer de component die is verbonden met de MULTI
CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron
(zie bladzijde 38).
• Om te profiteren van surroundweergave van multikanaals
materiaal, zie bladzijde 42 voor details.
7Verdraai PROGRAM op het voorpaneel (of
druk op één van de
geluidsveldprogrammatoetsen op de
afstandsbediening) om het gewenste
geluidsveldprogramma te selecteren.
De naam van het geselecteerde
geluidsveldprogramma zal verschijnen op het display
op het voorpaneel en op het in-beeld display.
Zie bladzijde 58 voor details over
geluidsveldprogramma’s.
PROGRAM
Voorpaneel
of
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
1
2
STANDARD
SELECT
5
6
SPEAKERS
ENHANCER
9
0
Afstandsbediening
DVR
V-AUX DTV/CBL
SP
A
TV Sports
Op dit moment
geselecteerde
geluidsveldprogramma
Opmerkingen
• Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak,
niet alleen op basis van de naam van het programma.
• Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het
toestel automatisch het laatst met die signaalbron
gebruikte geluidsveldprogramma instellen.
• Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden
geselecteerd wanneer de component die is verbonden met
de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als
signaalbron (zie bladzijde 38).
• Signalen met een hogere bemonsteringsfrequentie dan 48
kHz (met uitzondering van DTS 96/24 signalen) zullen
worden teruggebracht tot 48 kHz, waarna er
geluidsveldprogramma’s op kunnen worden toegepast.
• Om informatie te laten weergeven op het in-beeld display
over de op dit moment geselecteerde signaalbron, zie
bladzijde 40 voor details.
MOVIE
3
4
EXTD SUR.
DIRECT ST.
7
8
NIGHT
STRAIGHT
10
ENT.
EFFECT
p
DVDC D
MD/CD-R
TUNER
VOLUME
LR
BASISBEDIENING
dB
Nederlands
33
Page 36
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
Gebruiken van het SILENT CINEMA
SILENT CINEMA stelt u in staat naar multikanaals
materiaal of filmsoundtracks, inclusief Dolby Digital en
DTS materiaal, te luisteren met een normale
hoofdtelefoon. SILENT CINEMA wordt automatisch
ingeschakeld wanneer u een hoofdtelefoon aansluit op de
PHONES aansluiting terwijl u luistert met de CINEMA
DSP of HiFi DSP geluidsveldprogramma’s (zie
bladzijde 58). Indien ingeschakeld zal de SILENT
CINEMA indicator oplichten op het display op het
voorpaneel.
Opmerkingen
• SILENT CINEMA treedt niet in werking wanneer de
component die is verbonden met de MULTI CH INPUT
aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 38).
• SILENT CINEMA staat buiten werking wanneer “DIRECT
STEREO” (zie bladzijde 39) of “2ch Stereo” (zie bladzijde 39)
is geselecteerd, of wanneer het toestel in de “STRAIGHT”
functie staat (zie bladzijde 39).
Tijdelijk uitschakelen van de
geluidsweergave
Druk op MUTE op de afstandsbediening om de
geluidsweergave tijdelijk uit te schakelen. Druk
nog eens op MUTE om de geluidsweergave te
hervatten.
MUTE
Selecteren van de nachtluisterfunctie
De middernacht luisterfuncties zijn ontworpen om bij lage volumes,
bijvoorbeeld wanneer u ’s nachts wilt luisteren, toch alles te kunnen
verstaan. Kies “NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC”
afhankelijk van wat voor materiaal u gaat afspelen.
1Zet de component-keuzeschakelaar op AMP
en druk vervolgens herhaaldelijk op NIGHT
op de afstandsbediening om te kiezen tussen
“NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC”.
AMP
SOURCE
TV
Keuzes: NIGHT:CINEMA, NIGHT:MUSIC, OFF
• Selecteer “NIGHT:CINEMA” wanneer u naar een
film gaat kijken om het dynamisch bereik van de
soundtrack te verminderen en de gesproken tekst
beter verstaanbaar te maken bij lagere volumes.
• Selecteer “NIGHT:MUSIC” wanneer u naar
muziek wilt luisteren om alle geluiden beter
verstaanbaar te maken.
• Selecteer “OFF” als u deze functie niet wilt gebruiken.
y
Wanneer er een nacht-luisterfunctie is geselecteerd, zal de
NIGHT indicator oplichten op het display op het voorpaneel.
NIGHT
10
y
• U kunt ook VOLUME op het voorpaneel of VOLUME +/– op
de afstandsbediening gebruiken om de geluidsweergave te
hervatten.
• U kunt instellen hoe ver het volume verlaagd wordt via de
“MUTING TYPE” parameter in het “SOUND MENU” (zie
bladzijde 76)
• De MUTE indicator knippert op het voorpaneel wanneer de
geluidsweergave tijdelijk is uitgeschakeld en verdwijnt wanneer
de geluidsweergave weer wordt hervat.
Opmerking
Als u een andere signaalbron of een ander geluidsveldprogramma
inschakelt terwijl de geluidsweergave tijdelijk uitgeschakeld is,
zal het toestel de geluidsweergave hervatten.
34
2
Druk op j / i op de afstandsbediening om het
effectniveau te regelen terwijl
“NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC” wordt
aangegeven op het display op het voorpaneel.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
Afstandsbediening
Effect.Lvl:MID
Keuzes: MIN, MID, MAX
• Selecteer “MIN” voor minimale compressie.
• Selecteer “MID” voor standaard compressie.
• Selecteer “MAX” voor maximale compressie.
Page 37
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
y
De “NIGHT:CINEMA” en “NIGHT:MUSIC” instellingen
worden apart opgeslagen.
Opmerkingen
• In de volgende gevallen kunt u de nacht-luisterfuncties
niet gebruiken:
– wanneer de “DIRECT STEREO” functie
(zie bladzijde 39) is ingeschakeld.
– wanneer de component die is verbonden met de MULTI
CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron
(zie bladzijde 38).
– wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit.
• Hoe groot het effect is van de nachtluisterfuncties hangt
mede af van het weergegeven materiaal en van uw
instellingen voor surroundweergave.
Selecteren van de ingangsfunctie
Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen. U kunt
als volgt bepalen wat voor ingangssignalen u wilt gebruiken.
y
• In de meeste gevallen raden we u aan gewoon “INPUT MODE”
op “AUTO” te zetten.
• U kunt de standaard ingangsfunctie van dit toestel zelf bepalen via de
“INPUT MODE” parameter in het “INPUT MENU” (zie bladzijde 78).
Opmerkingen
• Om DTS gecodeerde CD’s weer te kunnen geven bij gebruik
van een digitale audioverbinding, moet u “INPUT MODE”
instellen op “DTS”.
• Ook wanneer u een digitale verbinding tot stand heeft gebracht
tussen dit toestel en de speler in kwestie is het mogelijk dat
DTS materiaal niet correct gedecodeerd kan worden.
1Verdraai INPUT op het voorpaneel en
selecteer de gewenste signaalbron.
INPUT
AUTOIngangssignalen worden automatisch
geselecteerd in deze volgorde:
(1) Digitale signalen
(2) Analoge signalen
DTSAlleen DTS gecodeerde digitale
signalen zullen worden geselecteerd.
Als er geen DTS signalen
binnenkomen, zal er geen geluid
worden weergegeven.
ANALOGEr zullen alleen analoge signalen
worden geselecteerd. Als er geen
analoge signalen binnenkomen, zal er
geen geluid worden weergegeven.
Opmerking
Wanneer “INPUT MODE” is ingesteld op “AUTO”, zal dit
toestel automatisch overschakelen naar de juiste decoder
indien er een Dolby Digital of DTS signaal wordt
gedetecteerd.
Gebruiken van de slaaptimer
Met deze functie kunt het toestel zichzelf uit (standby)
laten schakelen na een door u bepaalde tijd. Deze
slaaptimer is bijvoorbeeld handig wanneer u gaat slapen
terwijl uw installatie nog aan het spelen of opnemen is. De
slaaptimer schakelt ook automatisch de op de AC
OUTLET(S) netstroomaansluitingen aangesloten externe
apparatuur uit (zie bladzijde 26).
1Druk op één van de ingangskeuzetoetsen op
de afstandsbediening om de gewenste
signaalbron te selecteren.
CD-R
CD
CBL
DVDDTV
MD
SLEEP
MULTI CH IN
TUNER
BASISBEDIENING
2Druk herhaaldelijk op INPUT MODE op het
voorpaneel om de gewenste ingangsfunctie
te selecteren.
INPUT MODE
Beschikbare signaalbronnen
DVR
V-AUX DTV/CBL
SP
A
DVDAUTO
Op dit moment geselecteerde
signaalbron
p
DVDC D
MD/CD-R
TUNER
Op dit moment geselecteerde
ingangsfunctie
VOLUME
LR
V-AU XDVR
2Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
Raadpleeg de handleiding van de betreffende
component.
Zie bladzijde 46 voor details omtrent het afstemmen.
dB
Nederlands
35
Page 38
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
TV MUTE TV INPUT
MUTE
AMP
SOURCE
TV
MENUTITLE
SET MENU
LEVEL
DISPLAYRETURN
BAND
SRCH MODE
DAB MEMORY
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
REC
AUDIO
STEREO
1
EFFECT
VOLUME
TV VOL TV CH
STANDARD
5
SPEAKERS
9
MUSIC
2
SELECT
6
ENHANCER
0
ENTERTAIN
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
3Druk herhaaldelijk op SLEEP op de
afstandsbediening om de gewenste tijd in te
stellen.
Met elke druk op SLEEP zal het display op het
voorpaneel als volgt veranderen.
SLEEP
SLEEP 120min
SLEEP 90min
SLEEP 60minSLEEP 30minSLEEP OFF
De SLEEP indicator knippert terwijl u de tijd voor de
slaaptimer aan het instellen bent. De SLEEP indicator
zal oplichten op het display op het voorpaneel en het
display keert terug naar het geselecteerde
geluidsveldprogramma.
DVRDVD
V-AUX DTV/CBL
SP
A
MD/CD-R
TUNER
SLEEP
p
CD
SLEEP 120min
Knippert
VOLUME
LR
Instellen luidsprekerniveaus
U kunt het uitgangsniveau van de luidsprekers instellen
terwijl u naar muziek aan het luisteren bent. Dit is ook
mogelijk wanneer u een signaal dat via de MULTI CH
INPUT aansluitingen binnenkomt afspeelt.
Opmerking
Deze handeling overschrijft de niveau-instellingen die zijn
gemaakt via de “BASIC SETUP” (zie bladzijde 29) en
“SPEAKER LEVEL” (zie bladzijde 74) methodes.
y
Deze handeling kan ook worden uitgevoerd met de
bedieningsorganen op het voorpaneel. Druk herhaaldelijk op
NEXT op het voorpaneel om het luidsprekerkanaal te selecteren
waarvan u het uitgangsniveau wilt instellen en gebruik vervolgens
LEVEL +/– op het voorpaneel om het uitgangsniveau te regelen.
1
dB
1
3
DVRDVD
V-AUX DTV/CBL
SP
A
STRAIGHT
4Druk op net zo vaak op SLEEP op de
afstandsbediening tot “SLEEP OFF” op het
display op het voorpaneel verschijnt.
SLEEP
DVRDVD
V-AUX DTV/CBL
SP
A
SLEEP OFF
De SLEEP indicator gaat uit en de melding “SLEEP
OFF” zal na een paar seconden verdwijnen van het
display op het voorpaneel.
y
U kunt de slaaptimer ook annuleren door met STANDBY op
de afstandsbediening (of MAIN ZONE ON/OFF op het
voorpaneel) de eerste ruimte van het toestel uit (standby) te
zetten.
36
MD/CD-R
MD/CD-R
p
CD
TUNER
SLEEP
Licht op
p
CD
TUNER
VOLUME
LR
VOLUME
LR
2
dB
1Zet de component-keuzeschakelaar op AMP
en druk vervolgens net zo vaak op LEVEL op
de afstandsbediening tot u de luidspreker die
u wilt instellen heeft geselecteerd.
AMP
SOURCE
TV
• Druk op “FRONT L” om het uitgangsniveau
(volume) van de linker voor-luidspreker te regelen.
• Druk op “CENTER” om het uitgangsniveau
(volume) van de midden-luidspreker te regelen.
• Druk op “FRONT R” om het uitgangsniveau
dB
(volume) van de rechter voor-luidspreker te regelen.
• Druk op “SUR. R” om het uitgangsniveau (volume)
van de rechter surround-luidspreker te regelen.
• Druk op “SUR. B” om het uitgangsniveau (volume)
van de surround achter-luidspreker te regelen.
• Druk op “SUR. L” om het uitgangsniveau (volume)
van de linker surround-luidspreker te regelen.
• Druk op “SWFR” om het uitgangsniveau (volume)
van de subwoofer te regelen.
y
Wanneer u op LEVEL op de afstandsbediening heeft
gedrukt, kunt u de gewenste luidspreker ook selecteren met
u / d.
LEVEL
TITLE
BAND
Page 39
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
2Druk op j / i op de afstandsbediening om het
uitgangsniveau (volume) van de luidspreker
te regelen.
• Druk op i om de ingestelde waarde te verhogen.
• Druk op j om de ingestelde waarde te verlagen.
Instelbereik: –10 dB t/m +10 dB
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
3Druk op ENTER op de afstandsbediening
wanneer u klaar bent met instellen.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
Selecteren van de Compressed
Music Enhancer functie
Compressie-artefacten (zoals bij MP3) ontstaan
onvermijdelijk door compressiemethoden waarbij
gegevens verloren gaan omdat bijvoorbeeld de
geluidssignalen opnieuw worden bemonsterd met een
lagere bitsnelheid en geluiden die voor mensen
onhoorbaar zijn worden verwijderd. De Compressed
Music Enhancer functie van dit toestel verbetert de
geluidsweergave door de vanwege deze zogenaamde
compressie-artefacten ontbrekende harmonische signalen
te regenereren. Op deze manier wordt gecompenseerd
voor de soms vlakke weergave als gevolg van het verlies
in het gecomprimeerde bestand van zowel de hoogste als
de laagste tonen, hetgeen de algehele geluidskwaliteit van
uw systeem ten goede komt.
Opmerkingen
• De Compressed Music Enhancer functie is geschikt voor PCM
signalen (32 kHz, 44,1 kHz en 48 kHz) en met analoge
2-kanaals ingangssignalen.
• De Compressed Music Enhancer functie werkt niet samen met
de geluidsveldprogramma's.
• Wanneer de Compressed Music Enhancer functie is
ingeschakeld terwijl er een ongeschikt signaal wordt
weergegeven, zal de melding “Not Available” op het display op
het voorpaneel en op het in-beeld display verschijnen.
• Wanneer de signaalbron wordt omgeschakeld naar één met een
ongeschikt signaal terwijl de Compressed Music Enhancer
functie is ingeschakeld, zal de Compressed Music Enhancer
functie automatisch worden uitgeschakeld en zal het betreffende
signaal worden weergegeven als 2-kanaals of 6-kanaals stereo.
y
De ENHANCER indicator op het display op het voorpaneel licht
op wanneer één van de Compressed Music Enhancer functies is
ingeschakeld.
BASISBEDIENING
37
Nederlands
Page 40
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
1Zet de component-keuzeschakelaar op AMP
en druk vervolgens herhaaldelijk op
ENHANCER op de afstandsbediening om de
gewenste Compressed Music Enhancer
functie te kiezen.
Het volgende scherm zal verschijnen op het in-beeld
display en de ENHANCER indicator zal oplichten op
het display op het voorpaneel.
AMP
SOURCE
TV
ENHANCER
0
MUSIC ENHANCER
2ch Stereo
. LOW>HIGH
Keuzes: 2ch Stereo, 6ch Stereo, Off
• Selecteer “2ch Stereo” voor weergave met
compensatie voor compressie-artefacten in
2-kanaals stereo.
• Selecteer “6ch Stereo” voor weergave met
compensatie voor compressie-artefacten in 6.1
kanaals stereo.
• Selecteer “Off
” om de Compressed Music
Enhancer functie uit te schakelen.
ENHANCER
Licht op
Selecteren van de MULTI CH
INPUT component
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT
aansluitingen verbonden signaalbron (zie bladzijde 23).
Druk op MULTI CH INPUT op het voorpaneel (of
op MULTI CH IN op de afstandsbediening) zodat
“MULTI CH INPUT” verschijnt op het display op
het voorpaneel.
MULTI CH
INPUT
of
Voorpaneel
MULTI CH INPUT
Opmerking
Wanneer “MULTI CH INPUT” wordt getoond op het display, kan
er geen andere signaalbron worden weergegeven. Als u met
INPUT (of één van de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) een andere signaalbron wilt selecteren, druk
dan eerst op MULTI CH INPUT (of MULTI CH IN op de
afstandsbediening) zodat de melding “MULTI CH INPUT”
verdwijnt van het display op het voorpaneel.
MULTI CH IN
Afstandsbediening
Opmerking
Wanneer u “Off” selecteert, keert dit toestel terug naar het
oorspronkelijk ingestelde geluidsveldprogramma.
2Druk op j / i op de afstandsbediening om het
gewenste effectniveau te selecteren.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
Keuzes: HIGH, LOW
• Selecteer “HIGH” voor een hoog effectniveau.
• Selecteer “LOW” voor een laag effectniveau.
Opmerking
Zet het effectniveau op “HIGH” of “LOW” aan de hand van
de eigenschappen van het bronsignaal. Het is mogelijk dat
de hoge tonen van bepaalde signalen teveel benadrukt
worden. Zet het effectniveau in een dergelijk geval op
“LOW”.
38
Page 41
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
Luisteren naar multikanaals materiaal
met 2-kanaals stereoweergave
U kunt multikanaals materiaal laten terugbrengen tot 2
kanalen voor weergave als 2-kanaals stereo.
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP en
druk
herhaaldelijk
op STEREO op de
afstandsbediening om “2ch Stereo” te selecteren.
AMP
SOURCE
TV
STEREO
1
2ch Stereo
y
• U kunt een subwoofer gebruiken met dit programma wanneer “LFE/
BASS OUT” is ingesteld op “SWFR” of “BOTH” (zie bladzijde 73).
• U kunt de “2ch Stereo” functie ook selecteren door PROGRAM
op het voorpaneel te verdraaien.
Luisteren naar onbewerkte
weergave
Wanneer het toestel in de “STRAIGHT” stand staat,
worden 2-kanaals stereobronnen alleen weergegeven via
de linker en rechter voor-luidsprekers. Multikanaals
materiaal zal rechtstreeks via de diverse kanalen worden
weergegeven zonder verdere toevoeging van effecten.
1
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP en
druk vervolgens op STRAIGHT op de
afstandsbediening om “STRAIGHT” te selecteren.
AMP
SOURCE
TV
STRAIGHT
ENT.
EFFECT
Luisteren naar pure hi-fi
stereoweergave
De “DIRECT STEREO” functie laat bronsignalen alle
decoders en DSP processors van dit toestel onveranderd
passeren zodat u kunt profiteren van pure hi-fi weergave
van 2-kanaals PCM en analoge bronsignalen.
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP en
druk vervolgens op DIRECT ST. op de
afstandsbediening om “DIRECT STEREO” te
selecteren.
AMP
SOURCE
TV
DIRECT STEREO
Opmerkingen
• Om onverwacht lawaai te voorkomen mag u geen DTS
gecodeerde CD’s afspelen in de “DIRECT STEREO” stand.
• Wanneer er multikanaals signalen (Dolby Digital of DTS)
binnenkomen in deze stand, zal het toestel automatisch
overschakelen naar de corresponderende analoge signaalbron.
Wanneer “DTS” is geselecteerd als ingangsfunctie (zie
bladzijde 35) zal er geen geluid worden weergegeven.
• Er zal geen geluid worden weergegeven via de subwoofer.
• De “TONE CONTROL” (zie bladzijde 33) en “SOUND
MENU” (zie bladzijde 72) instellingen (behalve voor de
instelling van de luidsprekerniveaus) staan buiten werking.
• Het display op het voorpaneel wordt automatisch donkerder.
y
U kunt de “DIRECT STEREO” functie ook selecteren door
PROGRAM op het voorpaneel te verdraaien.
DIRECT ST.
8
BASISBEDIENING
STRAIGHT
2Om de “STRAIGHT” functie uit te schakelen
dient u nog eens op STRAIGHT op de
afstandsbediening te drukken zodat
“STRAIGHT” verdwijnt van het display op het
voorpaneel.
Eventuele geluidseffecten worden nu weer ingeschakeld.
y
U kunt de “STRAIGHT” functie ook selecteren door op
STRAIGHT (EFFECT) op het voorpaneel te drukken.
Nederlands
39
Page 42
GEBRUIKEN VAN VIDEOFUNCTIES
GEBRUIKEN VAN VIDEOFUNCTIES
Tonen van informatie over de
signaalbron
U kunt de formattering, de bemonsteringsfrequentie, het
aantal kanalen en eventuele signaleringsgegevens (vlag)
van het huidige ingangssignaal laten zien.
Signaalformattering FORMAT
De formattering van het signaal wordt getoond.
Wanneer het toestel geen digitaal signaal kan
detecteren, wordt er automatisch overgeschakeld naar
analoog.
Display status: Analog, Digital, Dolby D, DTS, PCM,
---
1Zet de component-keuzeschakelaar op AMP
en druk vervolgens op SET MENU op de
afstandsbediening.
Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld
display verschijnen.
AMP
SOURCE
TV
SET MENU
.;BASICSETUP
;MANUALSETUP
.;SIGNAL INFO
p
[ ]/[]:Up/Down
p
[ENTER]:Enter
SET MENU
MENU
SRCH MODE
2Druk herhaaldelijk op d om “SIGNAL INFO”
te selecteren en druk dan op ENTER.
De volgende informatie over de signaalbron zal op
het in-beeld display verschijnen.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
;SIGNAL INFO
FORMAT PCM
SAMPLING 48kHz
CHANNEL 2/0/--BITRATE --FLAGNONE
Opmerking
“---” verschijnt wanneer dit toestel geen enkel signaal kan
detecteren.
Bemonsteringsfrequentie SAMPLING
Het aantal metingen per seconden van een continu
signaal om een digitaal signaal te kunnen maken.
Display status: 32kHz, 44.1kHz, 48kHz, 64kHz,
88.2kHz, 96kHz, ---
Opmerking
“---” verschijnt wanneer dit toestel de
bemonsteringsfrequentie niet kan detecteren.
Kanaal CHANNEL
Aantal bronkanalen in het ingangssignaal (voor/
surround/LFE). Bijvoorbeeld een multikanaals
soundtrack met 3 voorkanalen, 2 surroundkanalen en
een LFE kanaal, zal worden getoond als “3/2/0.1”.
Opmerking
“---” verschijnt wanneer er geen bronkanalen beschikbaar
zijn.
Bitsnelheid BITRATE
Het aantal bits aan gegevens dat per seconde een
bepaald meetpunt passeert.
Opmerking
“---” verschijnt wanneer dit toestel de bitsnelheid niet kan
detecteren.
Vlag FLAG
Signalering (vlag) die in DTS, Dolby Digital of PCM
signalen is meegecodeerd en die dit toestel in staat
stelt automatisch van decoder te wisselen.
3Druk nog eens op SET MENU op de
afstandsbediening om het “SET MENU” te
verlaten.
40
SET MENU
MENU
SRCH MODE
Page 43
Selecteren van de OSD (in-beeld
display) weergavefunctie
U kunt de bedieningsinformatie voor dit toestel laten
weergeven op een beeldscherm. Als u de “SET MENU”
en geluidsveldprogramma parameter instellingen op een
beeldscherm laat weergeven, kunt u gemakkelijker de
beschikbare mogelijkheden en instellingen overzien dan
op het display op het voorpaneel.
1Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
2
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP
en druk vervolgens herhaaldelijk op DISPLAY
op de afstandsbediening om heen en weer te
schakelen tussen de verschillende
weergavefuncties van het in-beeld display.
De weergavefunctie van het in-beeld display zal als
volgt veranderen.
AMP
SOURCE
TV
Volledige weergave
Verkorte weergave
DISPLAY
GEBRUIKEN VAN VIDEOFUNCTIES
y
U kunt een grijze achtergrond laten weergeven achter het inbeeld display wanneer er geen videosignaal binnenkomt
door “GRAY BACK” in het “OPTION MENU” op “AUTO”
te zetten (zie bladzijde 80).
Opmerkingen
• Het signaal voor het in-beeld display wordt niet
gereproduceerd via de DVR OUT aansluitingen en wordt
dus ook niet opgenomen.
• U moet “VIDEO CONV.” in het “OPTION MENU”
instellen op “ON” (zie bladzijde 79) om het in-beeld
display te laten weergeven.
• Om het in-beeld display te laten weergeven bij component
videosignalen die worden gereproduceerd via de
COMPONENT VIDEO MONITOR OUT aansluitingen,
dient u het in-beeld display in te stellen op volledige
weergave.
• Wanneer “GRAY BACK” in het “OPTION MENU” is
ingesteld op “OFF” (zie bladzijde 80), is het, afhankelijk
van de eigenschappen van de beelden, mogelijk dat het inbeeld display niet correct zal worden weergegeven.
Afspelen van video op de
achtergrond
U kunt videobeelden van een videobron combineren met
geluid van een audiobron. Zo kunt u bijvoorbeeld naar
klassieke muziek luisteren terwijl u op uw beeldscherm
kijkt naar mooie landschapsopnamen.
Gebruik de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening om de gewenste videobron te
selecteren en kies vervolgens de audiobron.
BASISBEDIENING
Display uit
Volledige weergave
Toont de volledige geluidsveldprogramma parameter
instellingen en de inhoud van het display op het voorpaneel.
Verkorte weergave
Laat eventjes beneden aan het scherm de inhoud van het display
op het voorpaneel zien telkens wanneer het toestel bediend wordt.
Display uit
Er wordt geen informatie weergegeven, met
uitzondering van het “SET MENU” scherm.
Als u wilt luisteren naar een signaalbron die is aangesloten op de
MULTI CH INPUT aansluitingen terwijl u naar andere
videobeelden kijkt, moet u eerst de videobron selecteren en
vervolgens op MULTI CH INPUT op het voorpaneel (of MULTI
CH IN op de afstandsbediening) drukken om de component die is
verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen te selecteren
als signaalbron (zie bladzijde 38).
Nederlands
41
Page 44
LUISTEREN NAAR SURROUNDWEERGAVE
LUISTEREN NAAR SURROUNDWEERGAVE
Genieten van surroundweergave
van multikanaals materiaal
Decoders
Afhankelijk van de formattering van het weergegeven
materiaal kunt u kiezen uit de volgende decoders.
Als u een surround achter-luidspreker heeft aangesloten,
kunt u via deze functie profiteren van 6.1-kanaals
weergave van multikanaals signaalbronnen met behulp
van de Dolby Pro Logic IIx, Dolby Digital EX of DTS-ES
decoder.
1Zet de component-keuzeschakelaar op AMP
en druk herhaaldelijk op EXTD SUR. op de
afstandsbediening om heen en weer te
schakelen tussen 5.1- of 6.1-kanaals
weergave.
AMP
SOURCE
TV
EXTD SUR.
7
2Om een decoder te selecteren, dient u
herhaaldelijk op j / i te drukken wanneer
“PLIIxMusic” (enz.) wordt getoond.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
Automatisch AUTO
Wanneer er een speciale code (vlag) die door dit toestel
kan worden herkend in het ingangssignaal aanwezig is, zal
het toestel zelf de optimale decoder voor weergave via 6.1
kanalen selecteren.
Als het toestel de ‘vlag’ niet kan herkennen of als het
signaal geen ‘vlag’ bevat, kan er niet automatisch via 6.1
kanalen worden weergegeven.
DecoderFuncties
Voor weergave van Dolby Digital of
PLIIxMusic
EX/ES
EX
DTS signalen via 6.1 kanalen met de Pro
Logic IIx muziekdecoder.
Voor weergave van Dolby Digital of
DTS signalen via 6.1 kanalen met de
Dolby Digital EX of DTS-ES decoder.
Voor weergave van Dolby Digital of
DTS signalen via 6.1 kanalen met de
Dolby Digital EX decoder.
Uit OFF
Er worden geen decoders gebruikt om 6.1 kanalen te
creëren.
Opmerkingen
• Sommige discs met 6.1-kanaals materiaal hebben geen aparte
signalering (vlag) die dit toestel automatisch kan detecteren.
Wanneer u een dergelijke disc met 6.1-kanaals materiaal
afspeelt, dient u met de hand een decoder (“PLIIx Music”, “EX/
ES” of “EX”) te kiezen.
• In de volgende gevallen is 6.1-kanaals weergave niet mogelijk,
ook al wordt EXTD SUR. ingedrukt:
– wanneer “SUR. L/R SP” (zie bladzijde 73) of “SUR. B SP”
(zie bladzijde 73) op “NONE” staat.
– wanneer de met de MULTI CH INPUT aansluitingen
verbonden signaalbron wordt weergegeven.
– wanneer het weergegeven materiaal geen linker en rechter
surroundsignalen bevat.
– wanneer er een Dolby Digital KARAOKE signaalbron wordt
weergegeven.
– wanneer de “2ch Stereo” (zie bladzijde 39) of “DIRECT
STEREO” (zie bladzijde 39) functie is ingeschakeld.
• Wanneer dit toestel uit wordt gezet, zal deze instelling
terugkeren naar “AUTO”.
• De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer
“SUR. B SP” op “NONE” is ingesteld (zie bladzijde 73).
42
Page 45
LUISTEREN NAAR SURROUNDWEERGAVE
Genieten van surroundweergave
van 2-kanaals materiaal
Ingangssignalen afkomstig van 2 kanaals bronnen kunnen
ook via meerdere kanalen worden weergegeven.
1Zet de component-keuzeschakelaar op AMP
en druk vervolgens herhaaldelijk op
STANDARD op de afstandsbediening om
heen en weer te schakelen tussen de “SUR.
STANDARD” en “SUR. ENHANCED”
programma’s, of druk op MOVIE en selecteer
het “MOVIE THEATER” programma.
STANDARD
AMP
SOURCE
TV
2Druk herhaaldelijk op SELECT op de
afstandsbediening om de gewenste decoder
te selecteren.
SELECT
6
U kunt kiezen uit de volgende functies, afhankelijk
van het materiaal dat wordt afgespeeld en uw
persoonlijke voorkeuren.
y
U kunt ook een decoder kiezen met j / i op de
afstandsbediening terwijl het decodertype op het display op
het voorpaneel wordt getoond.
5
of
MOVIE
4
SUR. STANDARDFuncties
PRO LOGIC
PLII Movie
PLII Music
PLII Game
PLIIx Movie
PLIIx Music
PLIIx Game
Neo:6 Cinema
Neo:6 Music
SUR. ENHANCED
of
MOVIE THEATER
PRO LOGIC
PLII Movie
PLIIx Movie
Neo:6 Cinema
Dolby Pro Logic verwerking voor
elk bronmateriaal
Dolby Pro Logic II verwerking voor
filmmateriaal
Dolby Pro Logic II verwerking voor
muziekmateriaal
Dolby Pro Logic II verwerking voor
spelmateriaal
Dolby Pro Logic IIx verwerking
voor filmmateriaal
Dolby Pro Logic IIx verwerking
voor muziekmateriaal
Dolby Pro Logic IIx verwerking
voor spelmateriaal
DTS verwerking voor filmmateriaal
DTS verwerking voor
muziekmateriaal
Functies
Dolby Pro Logic verwerking voor
elk bronmateriaal
Dolby Pro Logic II verwerking voor
filmmateriaal
Dolby Pro Logic IIx verwerking
voor filmmateriaal
DTS verwerking voor filmmateriaal
Opmerking
De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer
“SUR. B SP” op “NONE” is ingesteld (zie bladzijde 73).
BASISBEDIENING
43
Nederlands
Page 46
LUISTEREN NAAR SURROUNDWEERGAVE
Gebruiken van het Virtual CINEMA
DSP
Virtual CINEMA DSP stelt u in staat te profiteren van de
CINEMA DSP programma’s zonder surroundluidsprekers. Dit programma maakt virtuele luidsprekers
om het oorspronkelijke geluidsveld te reproduceren.
Als u “SUR. L/R SP”
instelt, zal Virtual CINEMA DSP automatisch worden
ingeschakeld wanneer u een CINEMA DSP
geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 58).
Opmerking
In de volgende gevallen zal Virtual CINEMA DSP niet in
werking treden, ook al staat “SUR. L/R SP” op “NONE” (zie
bladzijde 73):
– wanneer de met de MULTI CH INPUT aansluitingen
verbonden component is geselecteerd als signaalbron (zie
bladzijde 38).
– wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit.
– wanneer “DIRECT STEREO” (zie bladzijde 39) of “2ch
Stereo” (zie bladzijde 39) is geselecteerd, of wanneer het
toestel in de “STRAIGHT” functie staat (zie bladzijde 39).
op “NONE” (zie bladzijde 73)
44
Page 47
OPNEMEN
AMP
SOURCE
TV
VOLUME
TV VOL TV CH
TRANSMITCODE SET
STANDBY
POWER
POWERPOWER
CD
AVTV
MULTI CH IN
SLEEP
CD-R
DVD DTV
MD
CBL
TUNER
V-AUX DV R
OPNEMEN
Opname-instellingen en andere handelingen dienen te worden verricht op de opname-apparatuur. Raadpleeg eventueel de
handleidingen van de betreffende componenten.
LET OP
Het DTS signaal bestaat uit een digitale bitstroom. Als u probeert digitale opnamen te maken van de
DTS bitstroom, zal er slechts ruis worden opgenomen. Als u dit toestel wilt gebruiken om DTS
materiaal op te nemen, moet u een aantal dingen in gedachten houden en dient u de volgende
instellingen te verrichten. Om DTS gecodeerde DVD’s en CD’s (bij gebruik van een digitale
audioverbinding) af te kunnen spelen op een speler die geschikt is voor DTS, dient u de handleiding
van de speler te volgen en deze zo in te stellen dat de speler een analoog signaal produceert.
Opmerkingen
• Wanneer dit toestel uit (standby) staat, kunt u niet opnemen tussen op dit toestel aangesloten componenten.
• De TONE CONTROL instellingen (zie bladzijde 33), het ingestelde VOLUME, de luidsprekerniveaus (zie bladzijde 74) en de
geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 58) hebben geen invloed op het opgenomen materiaal.
• Er kunnen geen opnamen gemaakt worden van een signaalbron die is aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen van dit
toestel.
• S-video en composiet videosignalen worden gescheiden verwerkt door dit toestel. Daarom kunt u bij het opnemen of kopiëren van
videosignalen van een videobron die alleen is aangesloten op een S-video aansluiting (of alleen op een composiet video-aansluiting)
alleen een S-videosignaal (of alleen een composiet videosignaal) opnemen met uw videorecorder.
• Digitale signalen die binnenkomen via de DIGITAL INPUT aansluitingen worden niet ten behoeve van uw opnamen gereproduceerd
via de analoge AUDIO OUT (REC) aansluitingen. Op dezelfde manier worden analoge signalen die binnenkomen via de AUDIO IN
of PORTABLE aansluitingen niet gereproduceerd via de DIGITAL OUTPUT aansluiting. Als uw signaalbron alleen digitaal (of alleen
analoog) is aangesloten, kunt u dus ook alleen maar digitale (of alleen analoge) signalen daarvan opnemen.
• Een bepaalde signaalbron wordt niet gereproduceerd via hetzelfde OUT (REC) kanaal.
• Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in het gebied waar u zich bevindt voor u opnamen gaat maken van CD’s,
radio enz. Opnemen van auteursrechtelijk beschermd materiaal kan inbreuk maken op de op het materiaal rustende rechten.
• Audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting kunnen via de analoge AUDIO OUT (REC) uitgangsaansluitingen worden
weergegeven en opgenomen.
y
Maak een test-opname voor u aan de echte opname begint.
BASISBEDIENING
Als u videomateriaal weergeeft met gescramblede (verhaspelde) of gecodeerde signalen die moeten voorkomen dat
het materiaal gekopieerd wordt, is het mogelijk dat deze signalen de weergave zelf storen.
1Zet alle aangesloten componenten aan.
ZONE 2
ON/OFF
MASTER
ON OFF
MAIN ZONE
ON/OFF
SILENT CINEMA
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
NEXTEDIT
SPEAKERSPHONES
PROGRAM
BA
EFFECT
l PRESET/TUNING h
LEVEL
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
MEMORY
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
INPUT
MULTI CH
INPUT
2
VOLUME
ZONE
CONTROL
2Gebruik INPUT op het voorpaneel (of druk op
één van de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) om de signaalbron
VIDEO AUX
VIDEOPORTABLEL AUDIO R
waarvan u wilt opnemen te selecteren.
INPUT
of
VoorpaneelAfstandsbediening
CD-R
CD
DVDDTV
V-AU XDVR
MD
CBL
2
3Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
4
Start de opname op de opnemende component.
SLEEP
MULTI CH IN
TUNER
Nederlands
45
Page 48
FM/AM AFSTEMMEN
FM/AM AFSTEMMEN
Er zijn twee manieren om af te stemmen op een zender: automatisch en handmatig. Automatisch afstemmen gaat goed
wanneer u sterke signalen ontvangt en er weinig storing is. Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te
zwak is, moet u er met de hand op afstemmen. U kunt ook maximaal 40 zenders (A1 t/m E8: 8 voorkeuzezenders in 5
groepen) automatisch of met de hand voorprogrammeren. U kunt voorgeprogrammeerde zenders gemakkelijk weer
oproepen en indien gewenst twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen.
Opmerking
Stel de aangesloten FM en AM antennes zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt.
Automatisch afstemmen
Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke
signalen ontvangt en er weinig storing is.
ZONE 2
ON/OFF
MASTER
ON OFF
MAIN ZONE
ON/OFF
SILENT CINEMA
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
NEXTEDIT
SPEAKERSPHONES
PROGRAM
BA
EFFECT
l
PRESET/TUNING
MEMORY
TUNING MODE
h
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
INPUT
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
MULTI CH
INPUT
33124
1Verdraai INPUT en selecteer “TUNER” (radio)
als signaalbron.
INPUT
Voorpaneel
2Druk op FM/AM om de radioband te kiezen.
“FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
FM/AM
of
VOLUME
ZONE
CONTROL
VIDEO AUX
VIDEOPORTABLEL AUDIO R
AMFM
3Druk op TUNING MODE (AUTO/MAN’L) zodat
de AUTO indicator op het display oplicht.
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
DVRDVDCD
V-AUX DTV/CBL
SP
A
AAM 1440kHz
MD/CD-RpTUNER
AUTO TUNED
VOLUME
LR
dB
Licht opGeen dubbele punt (:)
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
kunt u niet afstemmen. Druk op PRESET/TUNING
om de dubbele punt (:) uit te schakelen.
PRESET/TUNING
EDIT
4Druk één keer op PRESET/TUNING l / h om
het automatisch afstemmen te laten
beginnen.
Wanneer het toestel is afgestemd op een zender, zal
de TUNED indicator oplichten en zal de frequentie
waarop is afgestemd worden getoond op het display.
• Druk op h om af te stemmen op een hogere
frequentie.
• Druk op l om af te stemmen op een lagere
frequentie.
l PRESET/TUNING h
LEVEL
46
DVRDVDCD
SP
A
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-RpTUNER
AUTO TUNED
AAM 1530kHz
Licht op
VOLUME
LR
dB
Page 49
FM/AM AFSTEMMEN
Handmatig afstemmen
Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te
zwak is, moet u er met de hand op afstemmen.
Opmerking
Handmatig afstemmen op een FM zender zal automatisch de
ontvangst naar mono overschakelen om de kwaliteit van de
ontvangst te verbeteren.
ZONE 2
ON/OFF
MASTER
ON OFF
MAIN ZONE
ON/OFF
SILENT CINEMA
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
NEXTEDIT
SPEAKERSPHONES
PROGRAM
BA
EFFECT
l
PRESET/TUNING
MEMORY
TUNING MODE
h
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
INPUT
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
MULTI CH
INPUT
33124
1Verdraai INPUT en selecteer “TUNER” (radio)
als signaalbron.
INPUT
VOLUME
ZONE
CONTROL
VIDEO AUX
VIDEOPORTABLEL AUDIO R
3Druk op TUNING MODE (AUTO/MAN’L) zodat
de AUTO indicator van het display verdwijnt.
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
DVRDVDCD
V-AUX DTV/CBL
SP
A
AAM 1440kHz
MD/CD-RpTUNER
TUNED
VOLUME
LR
dB
Geen dubbele punt (:)
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
kunt u niet afstemmen. Druk op PRESET/TUNING
om de dubbele punt (:) uit te schakelen.
PRESET/TUNING
EDIT
4Druk op PRESET/TUNING l / h om met de
hand af te stemmen op de gewenste zender.
Houd de toets ingedrukt om de frequentie doorlopend
te laten veranderen.
l PRESET/TUNING h
LEVEL
BASISBEDIENING
Voorpaneel
2Druk op FM/AM om de radioband te kiezen.
“FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
FM/AM
of
AMFM
Nederlands
47
Page 50
FM/AM AFSTEMMEN
Automatisch voorprogrammeren
U kunt maximaal 40 zenders (A1 t/m E8: 8
voorkeuzezenders in 5 groepen) automatisch laten
voorprogrammeren op de volgorde waarin deze worden
gevonden. U kunt vervolgens gemakkelijk via de
bijbehorende voorkeuzenummers afstemmen op de
voorgeprogrammeerde zenders.
ZONE 2
ON/OFF
MASTER
ON OFF
MAIN ZONE
ON/OFF
SILENT CINEMA
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
NEXTEDIT
SPEAKERSPHONES
PROGRAM
BA
EFFECT
l
PRESET/TUNING
MEMORY
TUNING MODE
h
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
INPUT
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
MULTI CH
INPUT
132
1Verdraai INPUT en selecteer “TUNER” (radio)
als signaalbron.
INPUT
Voorpaneel
2Druk op FM/AM en selecteer “FM” als de
radioband.
“FM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
FM/AM
FM
VOLUME
ZONE
CONTROL
VIDEO AUX
VIDEOPORTABLEL AUDIO R
3Houd MEMORY (MAN’L/AUTO FM) tenminste
3 seconden ingedrukt.
Het voorkeuzenummer alsook de MEMORY en
AUTO indicators gaan knipperen. Na ongeveer 5
seconden zal het automatisch voorprogrammeren
beginnen vanaf de huidige frequentie naar hogere
frequenties.
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
Knippert
DVRDVDCD
V-AUX DTV/CBL
SP
A
A1:FM 87.50MHz
Knippert
Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is,
zal de frequentie voor de laatst
voorgeprogrammeerde zender op het display getoond
worden.
y
U kunt het voorkeuzenummer opgeven waar u het toestel
wilt laten beginnen met het opslaan van FM zenders en/of
vanwaar het afstemmen naar lagere frequenties zal
beginnen. “Mogelijkheden automatisch voorprogrammeren”
op bladzijde 49 voor details.
Opmerkingen
• Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder
een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een
andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
• Als er niet meer dan 40 (E8) zenders ontvangen kunnen
worden, zal het automatisch voorprogrammeren stoppen
nadat alle beschikbare zenders zijn opgeslagen.
• Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst
worden opgeslagen bij het automatisch
voorprogrammeren. Als u een zwakkere zender wilt
opslaan, dient u hierop met de hand af te stemmen zoals
beschreven onder “Handmatig voorprogrammeren” op
bladzijde 49.
MD/CD-RpTUNER
AUTO TUNED
MEMORY
VOLUME
LR
dB
48
Page 51
■ Mogelijkheden automatisch
voorprogrammeren
U kunt het voorkeuzenummer opgeven waar u het toestel
wilt laten beginnen met het opslaan van FM zenders en/of
vanwaar het afstemmen naar lagere frequenties zal
beginnen.
Opmerking
Voer eerst de stappen 1 t/m 3 onder “Automatisch
voorprogrammeren” op bladzijde 48 uit.
• Druk op A/B/C/D/E en vervolgens op PRESET/
TUNING l / h om het voorkeuzenummer te
selecteren waaronder de eerste zender zal
worden opgeslagen.
Het automatisch voorprogrammeren stopt wanneer
voorkeuzenummer E8 bereikt is.
FM/AM AFSTEMMEN
Handmatig voorprogrammeren
U kunt ook met de hand maximaal 40 zenders (A1 t/m E8:
8 zenders in 5 groepen) voorprogrammeren.
ZONE 2
ON/OFF
MASTER
ON OFF
MAIN ZONE
SPEAKERSPHONES
ON/OFF
SILENT CINEMA
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
NEXTEDIT
PROGRAM
BA
EFFECT
l
PRESET/TUNING
MEMORY
TUNING MODE
h
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
INPUT
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
MULTI CH
INPUT
432,5
VOLUME
ZONE
CONTROL
VIDEO AUX
VIDEOPORTABLEL AUDIO R
A/B/C/D/E
NEXT
l PRESET/TUNING h
LEVEL
• Druk op PRESET/TUNING zodat de dubbele
punt (:) verdwijnt van het display op het
voorpaneel en druk vervolgens op PRESET/
TUNING l om af te stemmen naar lagere
frequenties.
PRESET/TUNING
EDIT
l PRESET/TUNING h
LEVEL
1
Stem automatisch of met de hand af op een zender.
Zie de bladzijden 46 en 47 voor aanwijzingen over
hoe u moet afstemmen op een zender.
DVRDVDCD
V-AUX DTV/CBL
SP
A
AAM630 kHz
MD/CD-RpTUNER
TUNED
VOLUME
LR
dB
Wanneer het toestel is afgestemd op een zender zal de
bijbehorende frequentie op het display op het
voorpaneel getoond worden.
2Druk op MEMORY (MAN’L/AUTO FM).
De MEMORY indicator knippert ongeveer 5
seconden lang op het display op het voorpaneel.
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
Knippert
3Druk, terwijl de MEMORY indicator knippert,
net zo vaak op A/B/C/D/E tot u de gewenste
voorkeuzegroep (A t/m E) heeft geselecteerd.
De letter van de geselecteerde groep zal nu
verschijnen. Controleer of de dubbele punt (:)
inderdaad verschijnt op het display.
BASISBEDIENING
C :AM630kHz
Voorkeuzegroep
A/B/C/D/E
NEXT
Knippert
DVRDVDCD
SP
A
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-RpTUNER
TUNED
Dubbele punt (:)
MEMORY
VOLUME
LR
dB
49
Nederlands
Page 52
FM/AM AFSTEMMEN
MENUTITLE
SET MENU
LEVEL
DISPLAYRETURN
BAND
SRCH MODE
DAB MEMORY
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
REC
STEREO
1
EFFECT
STANDARD
5
SPEAKERS
9
MUSIC
2
SELECT
6
ENHANCER
0
ENTERTAIN
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
4Druk op PRESET/TUNING l / h om het
gewenste voorkeuzenummer (1 t/m 8) te
selecteren terwijl de MEMORY indicator nog
aan het knipperen is.
• Druk op h om een hoger voorkeuzenummer te
selecteren.
• Druk op l om een lager voorkeuzenummer te
selecteren.
l PRESET/TUNING h
LEVEL
Knippert
DVRDVDCD
V-AUX DTV/CBL
SP
A
C3:AM630 kHz
Voorkeuzenummer
MD/CD-RpTUNER
TUNED
MEMORY
VOLUME
LR
dB
5Druk op MEMORY (MAN’L/AUTO FM) terwijl
de MEMORY indicator knippert.
De radioband en de frequentie voor deze zender
verschijnen op het display, samen met de door u
geselecteerde voorkeuzegroep en het
voorkeuzenummer. De MEMORY indicator zal van
het display op het voorpaneel verdwijnen.
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
DVRDVDCD
V-AUX DTV/CBL
SP
A
C3:AM630 kHz
De getoonde zender is opgeslagen als C3.
MD/CD-RpTUNER
TUNED
VOLUME
LR
dB
6Herhaal de stappen 1 t/m 5 om andere
zenders op te slaan.
Selecteren van voorkeuzezenders
U kunt op de gewenste zender afstemmen door
eenvoudigweg het voorkeuzenummer waaronder die
zender is opgeslagen te selecteren.
ZONE
CONTROL
PRESET/CH
ENTER
VIDEOPORTABLEL AUDIO R
VOLUME
VIDEO AUX
A/B/C/D/E
ZONE 2
ON/OFF
MASTER
ON OFF
MAIN ZONE
SPEAKERSPHONES
ON/OFF
SILENT CINEMA
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
NEXTEDIT
PROGRAM
BA
EFFECT
1
l
PRESET/TUNING
2
MEMORY
TUNING MODE
h
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
INPUT
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
MULTI CH
INPUT
1
2
y
Wanneer u de afstandsbediening gebruikt, dient u de componentkeuzeschakelaar op SOURCE te zetten en vervolgens op TUNER
te drukken om de “TUNER” (radio) als signaalbron te selecteren.
1Druk op A/B/C/D/E op het voorpaneel (of
A/B/C/D/E j / i op de afstandsbediening) om
de gewenste voorkeuzegroep (A t/m E) te
selecteren.
De letter van de voorkeuzegroep verschijnt op het
display op het voorpaneel en verandert met elke druk
op de toets.
A/B/C/D/E
NEXT
of
Opmerkingen
VoorpaneelAfstandsbediening
• Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder
een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een
andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
• De soort ontvangst (stereo of mono) wordt samen met de
frequentie van de zender opgeslagen.
50
Page 53
FM/AM AFSTEMMEN
2Druk op PRESET/TUNING l / h op het
voorpaneel (of PRESET/CH u / d op de
afstandsbediening) om het gewenste
voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren.
De voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer
verschijnen op het display op het voorpaneel, samen
met de radioband en de frequentie.
PRESET/CH
l PRESET/TUNING h
MD/CD-RpTUNER
TUNED
ENTER
LEVEL
of
VoorpaneelAfstandsbediening
DVRDVDCD
V-AUX DTV/CBL
SP
A
E1:FM 87.50MHz
A/B/C/D/E
VOLUME
LR
Omwisselen van voorkeuzezenders
U kunt twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen.
In het voorbeeld hieronder ziet u hoe u voorkeuzezender
“E1” van plaats kunt laten wisselen met “A5”.
MASTER
ON OFF
MAIN ZONE
ON/OFF
SILENT CINEMA
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
NEXTEDIT
SPEAKERSPHONES
PROGRAM
BA
EFFECT
2,41,3
1Selecteer voorkeuzezender “E1” met
dB
A/B/C/D/E en PRESET/TUNING l / h.
Zie “Selecteren van voorkeuzezenders” op
bladzijde 50.
2Houd EDIT tenminste 3 seconden ingedrukt.
De “E1” en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
l
PRESET/TUNING
MEMORY
TUNING MODE
h
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
INPUT
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
MULTI CH
INPUT
ZONE 2
ON/OFF
VOLUME
ZONE
CONTROL
VIDEO AUX
VIDEOPORTABLEL AUDIO R
BASISBEDIENING
PRESET/TUNING
EDIT
Knippert
DVRDVDCD
SP
A
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-RpTUNER
TUNED
E1:FM 87.50MHz
Knippert
MEMORY
VOLUME
LR
dB
Nederlands
51
Page 54
FM/AM AFSTEMMEN
3Selecteer voorkeuzezender “A5” met
A/B/C/D/E en PRESET/TUNING l / h.
De “A5” en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
Zie “Selecteren van voorkeuzezenders” op
bladzijde 50.
A/B/C/D/E
NEXT
l PRESET/TUNING h
LEVEL
Knippert
DVRDVDCD
SP
A
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-RpTUNER
TUNED
MEMORY
A5:FM 90.60MHz
Knippert
4Druk nog eens op EDIT.
“EDIT E1–A5” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen wanneer de twee voorkeuzezenders van
plaats wisselen.
PRESET/TUNING
EDIT
DVRDVDCD
SP
A
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-RpTUNER
TUNED
EDITE1-A5
VOLUME
LR
VOLUME
LR
dB
dB
52
Page 55
AFSTEMMEN OP RADIO DATA SYSTEEM ZENDERS (ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA)
AMP
SOURCE
TV
VOLUME
TV VOL TV CH
TRANSMITCODE SET
STANDBY
POWER
POWERPOWER
CD
AVTV
MULTI CH IN
SLEEP
CD-R
DVD DTV
MD
CBL
TUNER
V-AUX DV R
MENUTITLE
SET MENU
LEVEL
DISPLAYRETURN
BAND
SRCH MODE
DAB MEMORY
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
REC
AUDIO
DISC SKIP
EFFECT
9010
ENT.
AFSTEMMEN OP RADIO DATA SYSTEEM ZENDERS
(ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA)
Het Radio Data Systeem (alleen modellen voor het V.K. en Europa) is een systeem voor gegevensoverdracht dat door FM
zenders in een groot aantal landen worden gebruikt. De Radio Data Systeem functies worden verzorgd door zenders in
een netwerk. Dit toestel is geschikt voor verschillende soorten Radio Data Systeem gegevens, zoals PS (Programma
Service naam), PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst), CT (Klok-tijd), EON (Enhanced Other Networks; Verbeterde
service andere netwerken) wanneer er wordt afgestemd op Radio Data Systeem zenders.
Selecteren van een Radio Data
Systeem programma
Met deze functie kunt u één van de 15 Radio Data
Systeem programmatypes selecteren en het toestel onder
alle beschikbare voorkeuzezenders laten zoeken naar
programma’s van het gewenste type.
3
1
2
FREQ/TEXT
1Druk op TUNER op de afstandsbediening om
de “TUNER” (radio) als signaalbron te
selecteren.
TUNER
2Druk op PTY SEEK MODE op de
afstandsbediening om dit toestel in de PTY
SEEK functie te zetten.
De naam van het geselecteerde programmatype of
“NEWS” zal gaan knipperen op het display op het
voorpaneel.
4
EONSTARTMODE PTY SEEK
3Druk op PRESET/CH u / d op de
afstandsbediening om het gewenste
programmatype te selecteren.
De naam van het geselecteerde programmatype zal
verschijnen op het display op het voorpaneel.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
ProgrammatypeBeschrijving
NEWS
AFFAIRS
INFO
SPORT
EDUCATE
DRAMA
CULTURE
SCIENCE
VARIED
POP M
Nieuws
Actualiteiten
Algemene informatie
Sport
Educatief
Theater
Cultuur
Wetenschap
Licht amusement
Populaire muziek
POP M
Licht op
BASISBEDIENING
STARTMODE PTY SEEK
NEWS
Knippert
y
Om de PTY SEEK functie te annuleren, dient u nog eens op
PTY SEEK MODE op de afstandsbediening te drukken.
ROCK M
M.O.R. M
LIGHT M
CLASSICS
OTHER M
Rock muziek
Middle-of-the-road muziek
(easy-listening)
Licht klassiek
Klassiek
Overige muziek
Nederlands
53
Page 56
AFSTEMMEN OP RADIO DATA SYSTEEM ZENDERS (ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA)
AMP
SOURCE
TV
VOLUME
TV VOL TV CH
TRANSMITCODE SET
STANDBY
POWER
POWERPOWER
CD
AVTV
MULTI CH IN
SLEEP
CD-R
DVD DTV
MD
CBL
TUNER
V-AUX DV R
MENUTITLE
SET MENU
LEVEL
DISPLAYRETURN
BAND
SRCH MODE
DAB MEMORY
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
REC
AUDIO
DISC SKIP
EFFECT
9010
ENT.
4Druk op PTY SEEK START op de
afstandsbediening om alle
voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem
zenders af te zoeken.
Het geselecteerde programmatype blijft knipperen op
het display op het voorpaneel en de PTY HOLD
indicator licht op terwijl het toestel naar een
geschikte zender zoekt.
STARTMODE PTY SEEK
POP M
KnippertLicht op
y
Om het zoeken naar geschikte zenders te annuleren, dient u
nog eens op PTY SEEK START op de afstandsbediening te
drukken.
Opmerkingen
• Het toestel stopt met zoeken zodra er een zender gevonden
wordt die een programma van het geselecteerde type
uitzendt.
• Als u niet tevreden bent met de gevonden zender, kunt u
nog eens op PTY SEEK START drukken om te zoeken
naar een andere zender met een programma van het
gewenste type.
PTY HOLD
Gebruiken van het Radio Data
Systeem netwerk
Deze functie stelt u in staat te profiteren van de EON
(Enhanced Other Networks) gegevensservice van het
Radio Data Systeem netwerk. Wanneer u één van de 4
Radio Data Systeem programmatypes (NEWS, AFFAIRS,
INFO of SPORT) heeft geselecteerd, zal dit toestel
automatisch een bepaalde tijd lang alle beschikbare
voorkeuzezenders afzoeken die EON gegevens uitzenden
naar een programma van het geselecteerde type. Wanneer
de geplande EON service begint, zal dit toestel
automatisch overschakelen naar de lokale zender die de
EON gegevens uitzendt en vervolgens terugschakelen naar
de nationale zender wanneer de EON gegevens ophouden.
Opmerkingen
• U kunt deze functie alleen gebruiken wanneer de EON
gegevensservice beschikbaar is.
• De EON indicator zal alleen oplichten op het display op het
voorpaneel wanneer de EON gegevensservice ontvangen wordt
van een Radio Data Systeem zender.
1
FREQ/TEXT
1Druk op TUNER op de afstandsbediening om
de “TUNER” (radio) als signaalbron te
selecteren.
3
EONSTARTMODE PTY SEEK
TUNER
2Controleer of de EON indicator brandt op het
display op het voorpaneel.
Als de EON indicator niet oplicht op het display,
dient u af te stemmen op een ander Radio Data
Systeem programma waarbij de EON indicator wel
gaat branden.
54
Page 57
AFSTEMMEN OP RADIO DATA SYSTEEM ZENDERS (ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA)
AMP
SOURCE
TV
VOLUME
TV VOL TV CH
TRANSMITCODE SET
STANDBY
POWER
POWERPOWER
CD
AVTV
MULTI CH IN
SLEEP
CD-R
DVD DTV
MD
CBL
TUNER
V-AUX DV R
MENUTITLE
SET MENU
LEVEL
DISPLAYRETURN
BAND
SRCH MODE
DAB MEMORY
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
REC
AUDIO
DISC SKIP
EFFECT
9010
ENT.
3Druk herhaaldelijk op EON op de
afstandsbediening om het gewenste
programmatype (NEWS, AFFAIRS, INFO of
SPORT) te selecteren.
De naam van het geselecteerde programmatype zal
verschijnen op het display op het voorpaneel.
EON
y
Om de EON functie te annuleren dient u net zo vaak op
EON op de afstandsbediening te drukken tot de naam van
het programmatype verdwijnt en de malding “EON OFF”
verschijnt op het display op het voorpaneel.
NEWS
Licht op
Tonen van Radio Data Systeem
informatie
Gebruik deze functie om de 4 types Radio Data Systeem
informatie weer te laten geven: PS (Programmaservice),
PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst) en CT (Klok
Tijd). De corresponderende indicators zullen oplichten op
het display op het voorpaneel.
Opmerkingen
• U kunt deze Radio Data Systeem functies alleen selecteren
wanneer de corresponderende indicators oplichten op het
display op het voorpaneel. Het kan even duren voor dit toestel
alle Radio Data Systeem gegevens heeft ontvangen van de
zender in kwestie.
• U kunt alleen de door de zender aangeboden Radio Data
Systeem functies selecteren.
• Als de signalen niet goed genoeg kunnen worden ontvangen, is
het mogelijk dat dit toestel geen gebruik kan maken van de
Radio Data Systeem gegevens. De “RT” functie in het bijzonder
vergt een grote hoeveelheid gegevens en het is daarom mogelijk
dat deze functie niet beschikbaar is zelfs wanneer de andere
Radio Data Systeem functies wel beschikbaar zijn.
• Bij slechte ontvangst kunt u op TUNING MODE (AUTO/
MAN’L) op het voorpaneel drukken zodat de AUTO indicator
verdwijnt van het display op het voorpaneel.
• Als het signaal externe storing ondervindt terwijl dit toestel de
Radio Data Systeem gegevens aan het ontvangen is, kan de
ontvangst onverwacht onderbroken worden en kan de melding
“...WAIT” verschijnen op het display op het voorpaneel.
• Wanneer de “RT” functie wordt geselecteerd, kan dit toestel
maximaal 64 alfanumerieke tekens, inclusief het trema, aan
programmagegevens op het display tonen. Tekens die niet
kunnen worden weergegeven worden vervangen door een “_”
(onderstreping).
• Als de ontvangst wordt onderbroken wanneer de “CT” functie is
geselecteerd, zal “CT WAIT” verschijnen op het display op het
voorpaneel.
BASISBEDIENING
1
2
FREQ/TEXT
EONSTARTMODE PTY SEEK
1 Druk op TUNER op de afstandsbediening om
de “TUNER” (radio) als signaalbron te
selecteren.
TUNER
Nederlands
55
Page 58
AFSTEMMEN OP RADIO DATA SYSTEEM ZENDERS (ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA)
2Druk herhaaldelijk op FREQ/TEXT op de
afstandsbediening om de gewenste Radio
Data Systeem weergavefunctie te selecteren.
FREQ/TEXT
CTRTPTYPS
Frequentiedisplay
• Selecteer “PS” om de naam van het ontvangen
Radio Data Systeem programma weer te laten
geven.
• Selecteer “PTY” om het type van het ontvangen
Radio Data Systeem programma weer te laten
geven.
• Selecteer “RT” om eventuele tekstgegevens voor
het ontvangen Radio Data Systeem programma
weer te laten geven.
• Selecteer “CT” om de tijd op dit moment weer te
laten geven.
56
Page 59
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
TV MUTE TV INPUT
MUTE
AMP
SOURCE
TV
STEREO
1
EFFECT
VOLUME
TV VOL TV CH
STANDARD
5
SPEAKERS
9
MUSIC
2
SELECT
6
ENHANCER
0
ENTERTAIN
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Wat het meeste bijdraagt aan de rijke, volle tonen van een live voorstelling, zijn de ingewikkelde weerkaatsingen via de
wanden van de ruimte. Naast het feit dat deze weerkaatsingen het geluid verlevendigen, vertellen ze ons ook waar de
muzikanten zich bevinden, hoe groot de ruimte is waar we in zitten en welke vorm deze heeft.
■ Onderdelen van een geluidsveld
Naast de door de muzikanten geproduceerde geluiden die onze oren direct bereiken zijn er twee verschillende soorten
weerkaatsingen die samen onze waarneming van het geluid bepalen.
Vroege weerkaatsingen
Deze reflecties bereiken onze oren zeer snel (50 ms tot 100 ms na het directe geluid) en zijn slechts door één enkel
oppervlak weerkaatst (bijvoorbeeld door het plafond of een muur). Deze vroege weerkaatsingen maken het direct
waargenomen geluid voor ons helderder.
Natrillingen
Deze worden veroorzaakt door weerkaatsingen via meer dan één oppervlak (bijvoorbeeld via de muren en het plafond)
en zijn zo talrijk dat ze samensmelten tot een bijna doorlopende nagalm. Deze natrillingen zijn niet richtinggevoelig en
maken het directe geluid in onze waarneming minder helder.
Het directe geluid, de vroege weerkaatsingen en de natrillingen samen helpen ons bij het bepalen van onze indruk van de
grootte en de vorm van de ruimte en het is deze informatie die door de digitale geluidsveld processor wordt
gereproduceerd bij het samenstellen van het geluidsveld.
Als u in de kamer waar u altijd naar uw muziek luistert de juiste vroege weerkaatsingen en natrillingen zou kunnen
maken, zou u uw eigen akoestische luisterparadijs kunnen bouwen. U zou de akoestiek van uw kamer kunnen veranderen
in die van een concertzaal, een dansvloer of in die van vrijwel elke ruimte die u zich zou kunnen indenken. Deze kunst
om zelf geluidsvelden samen te stellen is precies wat YAMAHA nu heeft bereikt met de digitale geluidsveld processor.
Selecteren van geluidsveldprogramma’s
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Opmerkingen
• Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet alleen op basis van de naam van het programma.
• Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte
geluidsveldprogramma instellen.
• Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden geselecteerd wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT
aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 38).
• Signalen met een hogere bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz (met uitzondering van DTS 96/24 signalen) zullen worden
teruggebracht tot 48 kHz, waarna er geluidsveldprogramma’s op kunnen worden toegepast.
■ Bediening via het voorpaneel
ZONE 2
ZONE
ON/OFF
CONTROL
MASTER
ON OFF
MAIN ZONE
ON/OFF
SILENT CINEMA
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
NEXTEDIT
SPEAKERSPHONES
PROGRAM
BA
EFFECT
PROGRAM keuzeknop
Verdraai PROGRAM op het voorpaneel.
De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal
verschijnen op het display op het voorpaneel en op het
in-beeld display.
l PRESET/TUNING h
LEVEL
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
MEMORY
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
INPUT
MULTI CH
INPUT
VIDEOPORTABLEL AUDIO R
VOLUME
VIDEO AUX
■ Afstandsbediening
AMP
Toetsen voor de
geluidsveldprogramma’s
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP en
druk vervolgens op één van de
geluidsveldprogrammatoetsen op de
afstandsbediening.
De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal verschijnen
op het display op het voorpaneel en op het in-beeld display.
Nederlands
57
Page 60
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s
Dit toestel is uitgerust met diverse zeer precieze digitale decoders waarmee u kunt profiteren van multikanaals weergave
van vrijwel elke stereo of multikanaals geluidsbron. Dit toestel is tevens voorzien van een YAMAHA digitale
geluidsveldprogramma (DSP) processor met een aantal geluidsveldprogramma’s waarmee u uw luister-ervaring een extra
dimensie kunt geven.
y
De YAMAHA CINEMA DSP functies zijn geheel compatibel met alle Dolby Digital, DTS en Dolby Surround bronnen. Zet “INPUT
MODE” op “AUTO” (zie bladzijde 35) zodat dit toestel automatisch kan overschakelen naar de juiste digitale decoder voor het
binnenkomende ingangssignaal.
Opmerkingen
• De DSP geluidsveldprogramma’s van dit toestel zijn natuurgetrouwe reproducties van echte akoestische omgevingen, samengesteld
aan de hand van exacte metingen verricht in de betreffende ruimtes, concertzalen, bioscopen enz., zelf. Op deze manier kunt u de
variaties waarnemen in de weerkaatsingen van voren, achteren, links en rechts.
• Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet alleen op basis van de naam van het programma.
■ Voor film/video bronnen
U kunt kiezen uit de volgende geluidsvelden wanneer u film- of videomateriaal afspeelt. De met “MULTI” aangeduide
geluidsvelden kunnen worden gebruikt met multikanaals signaalbronnen, zoals DVD, digitale TV enz. De met “2-CH”
aangeduide kunnen worden gebruikt met 2-kanaals (stereo) bronnen zoals TV programma’s, videobanden enz.
y
Verdraai PROGRAM op het voorpaneel (of zet de component-keuzeschakelaar op AMP en druk dan op één van de
geluidsveldprogrammatoetsen op de afstandsbediening) om het gewenste geluidsveldprogramma te selecteren (zie bladzijde 57).
Toe ts
afstandsbediening
1
2
3
Geluidsveldprogramma
STEREO
2ch Stereo
MUSIC
Pop/Rock
ENTERTAINMENT
TV Sports
ENTERTAINMENT
Mono Movie
ENTERTAINMENT
Game
KenmerkenBronnen
Brengt multikanaals materiaal terug tot 2 kanalen of geeft 2-kanaals materiaal
onveranderd weer.
CINEMA DSP verwerking. Creëert een enthousiaste atmosfeer waarin u zich
middenin een echt jazz of rock concert kunt wanen.
CINEMA DSP verwerking. Reproduceert de geluidsomgeving van een grote
concertzaal met behulp van het surround geluidsveld om de weergave van
allerlei TV programma’s, zoals nieuws, licht amusement,
muziekprogramma’s of sportprogramma’s, te verbeteren.
CINEMA DSP verwerking. Reproduceert mono videobronnen (zoals oude
films) met een optimaal natrillingsniveau om het geluid meer diepte te geven,
alleen met behulp van het zogenaamde aanwezigheidsgeluidsveld.
CINEMA DSP verwerking. Voegt een diepe en ruimtelijke dimensie toe aan
de geluidsweergave van videospelletjes.
MULTI
2-CH
58
Page 61
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Toets
afstandsbediening
4
5
Geluidsveldprogramma
MOVIE THEATER
Spectacle
MOVIE THEATER
Sci-Fi
MOVIE THEATER
Adventure
MOVIE THEATER
General
SUR. STANDARD
SUR. ENHANCED
KenmerkenBronnen
CINEMA DSP verwerking. Dit programma reproduceert tot in de details het
extreem brede geluidsveld van een 70-mm bioscoop, hetgeen zowel de videoals de geluidsweergave ongelofelijk realistisch maakt. Dit is ideaal voor
Dolby Surround, Dolby Digital of DTS gecodeerd videomateriaal; vooral
voor groots opgezette films.
CINEMA DSP verwerking. Dit programma zorgt voor duidelijke weergave
van gesproken tekst en geluidseffecten in een vorm die opgang doet in science
fiction films, zodat er een weidse cinematische ruimte wordt gecreëerd
temidden van de koude stilte. U kunt zo beter genieten van science fiction
films in een virtuele geluidsruimte met Dolby Surround, Dolby Digital of
DTS gecodeerd materiaal dat gebruik maakt van de meest geavanceerde
technieken.
CINEMA DSP verwerking. Dit programma reproduceert de geluidsweergave
van de nieuwste 70-mm en multikanaals filmsoundtracks zoals weergegeven
in de nieuwste bioscopen, waarbij de natrillingen van het geluidsveld zelf
zoveel mogelijk worden onderdrukt.
CINEMA DSP verwerking. Dit programma is bedoeld voor de reproductie
van 70-mm films en films met multikanaals soundtracks en wordt gekenmerkt
door een zacht en weids geluidsveld.
Standaard verwerking voor de geselecteerde decoder.
Verbeterde verwerking voor de geselecteerde decoder.
MULTI
2-CH
■ Voor muziekmateriaal
U kunt kiezen uit de volgende geluidsvelden bij weergave van muziek, zoals CD’s, FM/AM uitzendingen, cassettes enz.
y
Verdraai PROGRAM op het voorpaneel (of zet de component-keuzeschakelaar op AMP en druk dan op één van de
geluidsveldprogrammatoetsen op de afstandsbediening) om het gewenste geluidsveldprogramma te selecteren (zie bladzijde 57).
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Toets
afstandsbediening
1
2
3
5
Geluidsveldprogramma
STEREO
2ch Stereo
STEREO
6ch Stereo
MUSIC
Hall in Vienna
MUSIC
The Bttm Line
MUSIC
The Roxy Thtr
ENTERTAINMENT
Disco
SUR. STANDARD
SUR. ENHANCED
KenmerkenBronnen
Voor weergave van 2-kanaals bronmateriaal.
Voor weergave van 2-kanaals bronmateriaal met alle luidsprekers via 6.1
kanalen, waarmee een groter geluidsveld geproduceerd wordt; ideaal voor
achtergrondmuziek bij feesten en partijen enz.
HiFi DSP verwerking. Dit programma reproduceert een klassieke
doosvormige concertzaal met ongeveer 1700 stoelen. De zuilen en
ingewikkelde versieringen zorgen voor zeer complexe reflecties en voor een
volle en rijke geluidsweergave.
HiFi DSP verwerking. Dit programma reproduceert het geluidsveld vlak voor
het podium in “The Bottom Line”, de befaamde New Yorkse jazz club met
300 zitplaatsen.
HiFi DSP verwerking. Dit programma reproduceert de dynamische rocksound van “The Roxy Theatre”, één van de vetste rock clubs in L.A. De
virtuele luisterplek bevindt zich iets links van het midden van de zaal.
HiFi DSP verwerking. Dit programma bootst de akoestiek na van een
wervelende disco in het hart van een grote stad en geeft een geconcentreerde
en energieke weergave.
Standaard verwerking voor de geselecteerde decoder.
Verbeterde verwerking voor de geselecteerde decoder.
2-CH
MULTI
2-CH
Nederlands
59
Page 62
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
AMP
SOURCE
TV
VOLUME
TV VOL TV CH
TRANSMITCODE SET
STANDBY
POWER
POWERPOWER
CD
AVTV
MULTI CH IN
SLEEP
CD-R
DVD DTV
MD
CBL
TUNER
V-AUX DV R
TV MUTE TV INPUT
MUTE
MENUTITLE
SET MENU
LEVEL
DISPLAYRETURN
BAND
SRCH MODE
DAB MEMORY
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
REC
STEREO
1
EFFECT
STANDARD
5
SPEAKERS
9
MUSIC
2
SELECT
6
ENHANCER
0
ENTERTAIN
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
Veranderen van
geluidsveldparameter instellingen
U kunt een goede geluidskwaliteit bereiken met de
fabrieksinstellingen. U hoeft deze begininstellingen niet te
veranderen, maar u kunt dat wel doen wanneer u de
weergave beter wilt proberen aan te passen aan de
specifieke omstandigheden in uw kamer.
Opmerkingen
• Gebruik de “PARAM. INI” functie in het “OPTION MENU”
om de parameters voor alle geluidsveldprogrammafs in een
groep terug te zetten op de begininstellingen (zie bladzijde 80).
• Wanneer u een geluidsveldparameter instelt op een andere
waarde dan de fabrieksinstelling, zal er een sterretje (asterisk; *)
bij de parameternaam op het in-beeld display verschijnen.
• U kunt de ingestelde waarden voor geluidsveldparameters niet
veranderen wanneer “MEMORY GUARD” in het “OPTION
MENU” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 80). Als u toch
parameterwaarden wilt wijzigen, dient u “MEMORY GUARD”
op “OFF” in te stellen.
y
• Voor details over de functie en het mogelijke instelbereik voor
elk van de geluidsveldparameters, zie bladzijde 61.
• Herhaal de stappen 3 en 4 indien u nog andere parameters voor
dit geluidsveldprogramma wilt veranderen.
• Voor sommige geluidsveldprogrammafs zijn zoveel parameters
beschikbaar dat deze meer dan één scherm van het in-beeld
display beslaan. Druk in een dergelijk geval op u / d om door
de verschillende schermen te balderen.
•Als u j / i ingedrukt houdt bij het wijzigen van de waarde van
een geluidsveldparameter, zal de oorspronkelijke
fabrieksinstelling kort op het display op het voorpaneel worden
getoond.
3
2Zet het beeldscherm aan en druk op de
afstandsbediening op DISPLAY.
Het volgende scherm zal op het in-beeld display
verschijnen.
de geluidsveldprogramma’s tot u het
geluidsveldprogramma dat u wilt instellen
geselecteerd heeft.
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
1
STANDARD
5
SPEAKERS
9
2
SELECT
6
ENHANCER
0
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
EFFECT
1
1Zet de component-keuzeschakelaar op AMP.
AMP
SOURCE
TV
60
4Druk op u / d om de gewenste
geluidsveldparameter te selecteren en
4
2
vervolgens op j / i om de ingestelde waarde
te veranderen.
• Druk op i om de ingestelde waarde te verhogen.
• Druk op j om de ingestelde waarde te verlagen.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
Page 63
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
■ Beschrijvingen geluidsveldparameters
U kunt de waarden van bepaalde parameters van de digitale geluidsveldprogramma’s wijzigen om de weergave aan te
passen aan de omstandigheden in uw kamer. Niet alle onderstaande parameters gelden voor alle programma’s.
y
Voor details met betrekking tot het veranderen van ingestelde waarden voor geluidsveldparameters, zie bladzijde 60.
GeluidsveldparameterKenmerken
DSP LEVEL
INIT.DLY
P.INIT.DLY
S.INIT.DLY
SB INI.DLY
DSP niveau. Regelt het niveau can alle DSP effectgeluiden binnen een klein bereik. Afhankelijk
van de akoestiek in uw kamer wilt u mogelijk het DSP effectniveau verhogen of verlagen ten
opzichte can het niveau van de directe weergave.
Instelbereik: –6 dB t/m +3 dB
Aanvankelijke vertraging. Aanwezigheids-, surround- en surround-achter aanvankelijke
vertraging. Wijzigt de schijnbare afstand tot de geluidsbron door het verschil te regelen tussen
het moment dat de luisteraar het directe geluid hoort en wanneer hij of zij de eerste weerkaatsing
daarvan hoort. Hoe kleiner de ingestelde waarde, hoe dichter de geluidsbron zich bij het
weerkaatsende oppervlak lijkt te bevinden. Hoe groter deze waarde, hoe verder weg het lijkt.
Gebruik een kleine waarde voor een kleine kamer. Gebruik een grotere waarde voor een grote
kamer.
Instelbereik: 1 t/m 99 ms (INIT.DLY och P.INIT.DLY)
1 t/m 49 ms (S.INIT.DLY och SB INI.DLY)
Brongeluid
Vroege
weerkaatsingen
Niveau
Vertraging
Geluidsbron
Weerkaatsend
Tijd
Niveau
Ritardo
Tijd
Niveau
Tijd
Ritardo
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Kleine waarde = 1 msGrote waarde = 99 ms
Nederlands
61
Page 64
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
GeluidsveldparameterKenmerken
ROOM SIZE
P.ROOM SIZE
S.ROOM SIZE
SB ROOM SIZE
LIVENESS
S.LIVENESS
SB LIVENESS
Kamergrootte. Aanwezigheids-, surround- en surround-achter kamerafmetingen. Deze
parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld. Hoe groter deze
waarde, hoe groter het surround geluidsveld wordt. Omdat geluid keer op keer wordt weerkaatst
in een ruimte, zal de tijd tussen het oorspronkelijk gereflecteerde geluid en elke volgende
weerkaatsing langer worden naarmate de ruimte groter is. Door de tijd tussen de weerkaatsingen
te regelen, kunt u bepalen hoe groot de virtuele ruimte lijkt. Door de waarde van deze parameter
te veranderen van een naar twee, zal de schijnbare lengte van de ruimte verdubbeld worden.
Instelbereik: 0,1 t/m 2,0
Brongeluid
Vroege
weerkaatsingen
Geluidsbron
Niveau
Tijd
Kleine waarde = 0,1
Niveau
Tijd
Niveau
Tijd
Grote waarde = 2,0
Levendigheid. Surround en surround-achter levendigheid. Deze parameter regelt de reflectiviteit
van de virtuele wanden van de ruimte door de mate waarin de vroege weerkaatsingen in kracht
afnemen te veranderen. De vroege weerkaatsingen van een geluidsbron worden sneller zwakker
in een ruimte met geluidabsorberende wanden dan in een ruimte met wanden die juist veel geluid
weerkaatsen. Een ruimte met geluidabsorberende oppervlakken wordt ook wel akoestisch
“dood” genoemd, terwijl een ruimte met oppervlakken die veel geluid weerkaatsen “levendig”
genoemd wordt. Via deze parameter kunt u de mate waarin de vroege weerkaatsingen
wegsterven en dus de “levendigheid” van de ruimte regelen.
Instelbereik: 0 t/m 10
Niveu
Zwak weerkaatst
geluid
Kleine waarde = 0
Dood
Tijd
Niveu
Brongeluid
TijdTijd
Niveu
Levendig
Krachtig
weerkaatst geluid
Grote waarde = 10
62
Page 65
GeluidsveldparameterKenmerken
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
REV.TIME
REV.DELAY
Natriltijd. Deze parameter regelt hoe lang het duurt voordat de dichte natrillingen verzwakt zijn
met 60 dB bij 1 kHz. Hierdoor worden de schijnbare afmetingen van de akoestische omgeving
over een zeer groot bereik veranderd. Stel een lengere natriltijd in voor “dode” bronnen en
luisterplekken en een kortere natriltijd voor “levendige” bronnen en ruimtes.
Instelbereik: 1,0 t/m 5,0 s
Geluidsbron
Natrillingen
60 dB60 dB60 dB
REV.TIME
Kort e
natrillinge
Kleine waarde = 1,0 sGrote waarde = 5,0 s
Brongeluid
Vroege weerkaatsingen
REV.TIME
Natrillingen
REV.TIME
Lange natrillingen
Beginvertraging natrillingen. Deze parameter regelt het tijdverschil tussen het begin van het
directe geluid en het begin van de natrillingen. Hoe groter deze waarde, hoe later de natrillingen
zullen beginnen. Als de natrillingen later beginnen, krijgt u het gevoel dat u zich in een ruimere
akoestische omgeving bevindt.
Instelbereik: 0 t/m 250 msec
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Brongeluid
Niveau
REV. LEVEL
Tijd
Nederlands
63
Page 66
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
GeluidsveldparameterKenmerken
REV.LEVEL
2ch Stereo
DIRECT
Niveau natrillingen. Deze arameter regelt het volume van de natrillingen. Hoe groter deze
waarde, hoe sterker de natrillingen zullen zijn.
Instelbereik: 0 t/m 100%
Brongeluid
Niveau
(dB)
60 dB
Natrillingen
Tijd
REV.DELAY
2-kanaals stereo direct. Passeert de decoders en DSP processors van dit toestel voor pure hi-fi
stereoweergave van 2-kanaals analoog bronmateriaal.
Keuzes: AU TO, OFF
REV.TIME
y
• De “AUTO” instelling laat het signaal alleen de decoders en DSP processors passeren wanneer
“BASS” en “TREBLE” op 0 dB zijn ingesteld (zie bladzijde 33).
• Wanneer er multi-kanaals signalen (Dolby Digital en DTS) binnenkomen, zullen deze worden
teruggemengd naar 2 kanalen en worden weergegeven via de linker en rechter voor-luidsprekers.
• In de volgende gevallen zullen de lage tonen voor de linker en rechter voor-luidsprekers
omgeleid worden naar de subwoofer:
– “LFE/BASS OUT” is ingesteld op “BOTH” (zie bladzijde 73).
– “FRONT SP” is ingesteld op “SMALL” (zie bladzijde 72) en “LFE/BASS OUT” is ingesteld
op “SWFR” (zie bladzijde 73).
6ch Stereo
CT LEVEL
SL LEVEL
SR LEVEL
SB LEVEL
6-kanaals stereo midden, links surround, rechts surround en surround achter niveaus. Regelt het
volumeniveau voor elk kanaal in de 6-kanaals stereo weergavefunctie.
Instelbereik: 0 t/m 100%
64
Page 67
GeluidsveldparameterKenmerken
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
PRO LOGIC IIx Music
PRO LOGIC II Music
PANORAMA
PRO LOGIC IIx Music
PRO LOGIC II Music
DIMENSION
PRO LOGIC IIx Music
PRO LOGIC II Music
CENTER WIDTH
DTS Neo:6 Music
C.IMAGE
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music panorama. Stuurt stereosignalen naar de surroundluidsprekers zowel als naar de voor-luidsprekers voor een omhullend effect.
Keuzes: OFF, ON
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music dimension. Zorgt voor een graduele aanpassing van
het geluidsveld naar voren of naar achteren.
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music middenbreedte. Plaatst de weergave voor het
middenkanaal helemaal op de midden-luidspreker of verdeelt deze over de linker en rechter
voor-luidsprekers. Een grotere waarde verdeelt het middenkanaal meer over de linker en rechter
voor-luidsprekers.
Instelbereik: 0 (geluid voor het middenkanaal wordt alleen maar weergegeven via de midden-
luidspreker) t/m 7 (het middenkanaal wordt helemaal via de linker en rechter voorluidsprekers weergegeven)
Begininstelling: 3
DTS Neo:6 Music middenbeeld. Regelt het volume van de linker en rechter voorkanalen in
samenhang met het middenkanaal om het middenkanaal meer of minder overheersend te maken.
Instelbereik: 0,0 t/m 1,0
Begininstelling: 0,3
y
De “PRO LOGIC IIx Music”, “PRO LOGIC II Music” en “DTS Neo:6 Music” parameters kunnen alleen worden ingesteld wanneer
“SUR. STANDARD” is geselecteerd. Zet de component-keuzeschakelaar op AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op STANDARD op
de afstandsbediening om “SUR. STANDARD” te selecteren (zie bladzijde 43).
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
65
Nederlands
Page 68
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Geluidsveldprogramma luidsprekeropstellingen
De geluidsweergave uit elk van de luidsprekers hangt mede af van het soort audiosignalen dat binnenkomt. Raadpleeg de
diagrammen in de tabel hieronder voor meer informatie omtrent de opstelling van de luidsprekers voor elk geluidsveldprogramma.
Opmerking
Wij wijzen u erop dat er niet of niet genoeg geluid uit de luidsprekers kan komen afhankelijk van het soort materiaal dat wordt
weergegeven. Bovendien is het mogelijk dat bepaalde kanalen alleen gedeeltelijk kunnen worden gebruikt wanneer ze op een bepaalde
manier zijn ingesteld voor films, bijvoorbeeld met speciale effecten enz.
y
Behalve voor “2ch Stereo”, “6ch Stereo” en “STRAIGHT”, kunt u een decoder selecteren om geluid weer te laten geven via de surround
achter-luidspreker (zie bladzijde 42).
In de schema’s worden de volgende afkortingen en symbolen gebruikt:
Luidspreker die geluid weergeeftLuidspreker die geen geluid weergeeft
*
Wanneer de q EX / q PL IIx / ES indicators uit zijn op het display op het voorpaneel
Geluidsveldprogramma
2-kanaals audio
(mono)
2-kanaals audio
(stereo)
STEREO
2ch Stereo
C
L
SLSR
SB
R
L
SL
STEREO
6ch Stereo
C
L
SL
R
SR
SB
L
SL
5.1/6.1-kanaals audio *
C
R
SR
SB
C
R
SR
SB
C
L
SL
L
SL
R
SR
SB
C
R
SR
SB
MUSIC
Hall in Vienna
The Bttm Line
The Roxy Thtr
ENTERTAINMENT
Disco
MUSIC
Pop/Rock
ENTERTAINMENT
TV Sports
Mono Movie
Game
66
C
L
SL
L
SL
R
SR
SB
C
R
SR
SB
C
L
SL
L
SL
R
SR
SB
C
R
SR
SB
C
L
SL
L
SL
R
SR
SB
C
R
SR
SB
Page 69
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Geluidsveldprogramma
MOVIE THEATER
Spectacle
Sci-Fi
Adventure
General
SUR. STANDARD
DOLBY DIGITAL
PRO LOGIC
DTS
SUR. STANDARD
PLII Movie
PLII Music
PLII Game
PLIIx Movie
PLIIx Music
PLIIx Game
2-kanaals audio
(mono)
C
L
SL
L
SL
R
SR
SB
C
R
SR
SB
2-kanaals audio
(stereo)
C
L
SL
SB
C
L
SL
SB
Pro LogicPro Logic
C
L
SL
R
SR
SB
C
L
SL
SB
Pro Logic II/Pro Logic IIxPro Logic II
5.1/6.1-kanaals audio *
R
SR
R
SR
R
SR
C
L
SL
L
SL
R
SR
SB
C
R
SR
SB
SUR. STANDARD
Neo:6 Cinema
Neo:6 Music
SUR. ENHANCED
DOLBY DIGITAL
PRO LOGIC
DTS
L
SL
Pro Logic IIx
C
L
SL
R
SR
SB
L
SL
CinemaCinema/Music
C
L
SL
R
SR
SB
Music
C
L
SL
R
SR
SB
L
SL
C
R
SR
SB
C
R
SR
SB
C
R
C
L
R
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Nederlands
SR
SB
SL
SR
SB
Pro LogicPro Logic
67
Page 70
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Geluidsveldprogramma
SUR. ENHANCED
PLII Movie
PLIIx Movie
SUR. ENHANCED
Neo:6 Cinema
STRAIGHT
2-kanaals audio
(mono)
C
L
SL
L
SL
L
R
SR
SB
C
R
SR
SB
C
R
2-kanaals audio
(stereo)
C
L
SL
Pro Logic II
L
SL
Pro Logic IIx
L
SL
L
R
SR
SB
C
R
SR
SB
C
R
SR
SB
C
R
5.1/6.1-kanaals audio *
C
L
R
DIRECT STEREO
SL
SB
Mono weergave
C
L
SL
SB
Mono weergave
SR
R
SR
SL
L
SL
SR
SB
C
R
SR
SB
SL
SR
SB
68
Page 71
SET MENU
SET MENU
Met behulp van het “SET MENU” (instelmenu) kunt u allerlei systeeminstellingen wijzigen en kunt u de manier waarop
het toestel werkt aanpassen aan uw voorkeuren. Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis
van uw specifieke systeem en uw voorkeuren.
■ Basis setup BASIC SETUP
Deze functie is handig wanneer u uw systeem snel en met minimale inspanningen klaar voor gebruik wilt maken (zie
bladzijde 29).
■ Handmatige setup MANUAL SETUP
Via deze functie kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen.
Geluidsmenu 1 SOUND MENU
Via dit menu kunt u met de hand alle luidspreker-instellingen wijzigen, de kwaliteit en de toonkleur van de weergave van
uw systeem aanpassen of compenseren voor eventueel vertraagde videoweergave bij gebruik van LCD monitoren of
projectoren.
ParameterKenmerken
A)SPEAKER SET
B)SPEAKER LEVEL
C)SP DISTANCE
D)CENTER GEQ
E)LFE LEVEL
F)DYNAMIC RANGE
G)AUDIO SET
Selecteren van de afmetingen van de luidsprekers, de luidsprekers voor weergave van lage
tonen en de crossover frequentie.
Instellen van het uitgangsniveau van elke luidspreker.
Instellen van de vertraging voor elke luidspreker.
Instellen van de klankkleur (toon) van de midden-luidspreker.
Instellen van het uitgangsniveau van het LFE kanaal bij Dolby Digital of DTS signalen.
Instellen van het dynamisch bereik bij Dolby Digital of DTS signalen.
Aanpassen van de volume-afname bij de MUTE functie, de audiovertraging en de instellingen
voor het passeren van de toonregeling.
Bladzijde
72
74
75
75
75
76
76
Ingangsmenu 2 INPUT MENU
Via dit menu kunt u met de hand de in- en uitgangsaansluitingen toewijzen aan andere apparatuur, de ingangsfunctie
wijzigen of een signaalbron een andere naam geven.
ParameterKenmerken
A)I/O ASSIGNMENT
B)INPUT MODE
Toewijzen van in- en uitgangsaansluitingen van dit toestel aan de daarmee verbonden
componenten.
Selecteren van de begininstelling van de ingangsfunctie voor de signaalbron.
Bladzijde
77
78
GEAVANCEERDE
BEDIENING
C)INPUT RENAME
D)VOLUME TRIM
Hiermee kunt u een signaalbron een andere naam geven.
Instellen van het uitgangsniveau van elke aansluiting.
78
79
Nederlands
69
Page 72
SET MENU
Optiemenu 3 OPTION MENU
Via dit menu kunt u met de hand de optionele systeeminstellingen wijzigen.
ParameterKenmerken
A)DISPLAY SET
B)MEMORY GUARD
C)PARAM. INI
D)MULTI ZONE SET
Instellen van de helderheid van het display en het omzetten van videosignalen.
Vergrendelen van instellingen voor de geluidsveldprogramma’s en andere “SET MENU”
instellingen.
Initialiseren van de instellingen voor een groep geluidsveldprogramma’s.
Specificeert de locatie van de luidsprekers die zijn aangesloten op de “SPEAKERS B”
aansluitingen.
■ Signaalinformatie SIGNAL INFO
Met deze functie kunt u informatie over het audiosignaal controleren (zie bladzijde 40).
Bladzijde
79
80
80
81
70
Page 73
SET MENU
TV MUTE TV INPUT
MUTE
AMP
SOURCE
TV
STEREO
VOLUME
TV VOL TV CH
CD
AVTV
MULTI CH IN
SLEEP
CD-R
DVD DTV
MD
CBL
TUNER
V-AUX DVR
MUSICENTERTAIN MOVIE
MENUTITLE
SET MENU
LEVEL
DISPLAYRETURN
BAND
SRCH MODE
DAB MEMORY
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
REC
STEREO
1
EFFECT
STANDARD
5
SPEAKERS
9
MUSIC
2
SELECT
6
ENHANCER
0
ENTERTAIN
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
Gebruiken van het SET MENU
Gebruik de afstandsbediening om de menu’s te openen en
de instellingen te verrichten.
1
y
• U kunt de “SET MENU” parameters wijzigen terwijl het toestel
geluid aan het weergeven is.
• Als u op een geluidsveldtoets drukt terwijl u bezig bent in het
“SET MENU”, zal het “SET MENU” worden geannuleerd.
• Herhaal de volgende procedure om de diverse instellingen te
selecteren en te wijzigen.
• Druk op RETURN om terug te keren naar het vorige
menuniveau.
Opmerking
U kunt sommige “SET MENU” parameters niet wijzigen terwijl
“NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC” is geselecteerd als
nacht-luisterfunctie (zie bladzijde 34).
1Zet de component-keuzeschakelaar op AMP
en druk vervolgens op SET MENU om het
“SET MENU” te openen.
Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld
display verschijnen.
AMP
SOURCE
TV
.;BASICSETUP
;MANUALSETUP
.;SIGNAL INFO
[ ]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
SET MENU
p
p
SET MENU
MENU
SRCH MODE
1,7
2-6
2Druk op u / d en selecteer “MANUAL
SETUP”.
PRESET/CH
SET MENU
;BASICSETUP
ENTER
A/B/C/D/E
.;MANUALSETUP
.;SIGNAL INFO
p
[ ]/[]:Up/Down
p
[ENTER]:Enter
3Druk op ENTER om de “MANUAL SETUP” te
openen.
Het “MANUAL SETUP” scherm zal op het in-beeld
display verschijnen.
PRESET/CH
;MANUAL SETUP
.1SOUNDMENU
2INPUTMENU
ENTER
A/B/C/D/E
3OPTIONMENU
p
[]/[]:Up/Down
p
[ENTER]:Enter
4Druk herhaaldelijk op u / d om het gewenste
menu te selecteren en druk op ENTER om het
te openen.
De volgende schermen zijn voorbeelden waarin het
“SOUND MENU” wordt geselecteerd.
.E)LFE LEVEL
F)DYNAMIC RANGE
G)AUDIO SET
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
PRESET/CH
ENTER
1 SOUND
MENU 2/2
p
p
A/B/C/D/E
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
71
Page 74
SET MENU
5Druk herhaaldelijk op u / d om het gewenste
submenu te selecteren en druk op ENTER
om het te openen.
Het volgende scherm is een voorbeeld waarin
“SPEAKER LEVEL” wordt geselecteerd.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
B)SPEAKER
.FL;;;;;;;;;;
FR;;;;;;;;;;
C;;;;;;;;;;
LEVEL
-__________+
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
6Druk op u / d om de gewenste parameter te
selecteren en vervolgens op j / i om de
instelling te wijzigen.
• Druk op i om de ingestelde waarde te verhogen.
• Druk op j om de ingestelde waarde te verlagen.
PRESET/CH
PRESET/CH
1 SOUND MENU
Via dit menu kunt u met de hand luidspreker-instellingen
wijzigen of compenseren voor vertraging in de
videoweergave bij gebruik van LCD monitoren of
projectoren.
Via dit menu kunt u met de hand de luidsprekerinstellingen wijzigen.
y
Als u niet tevreden bent met de door uw luidsprekers
geproduceerde lage tonen, kunt u deze instellingen aanpassen aan
uw voorkeuren.
Voor-luidsprekers FRONT SPKeuzes: SMALL, LARGE
FRONT SP
1 SOUND
MENU 2/2
.E)LFE LEVEL
F)DYNAMIC RANGE
G)AUDIO SET
p
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
ENTER
A/B/C/D/E
ENTER
A/B/C/D/E
7Druk op SET MENU om de “SET MENU” te
verlaten.
SET MENU
MENU
SRCH MODE
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de
opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel
uit (standby) staat. Wanneer echter de stekker uit het
stopcontact gehaald wordt of de stroomvoorziening om
een andere reden langer dan een week onderbroken
wordt, zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan.
SMALL>LARGE
• Selecteer “SMALL” (klein) als u kleine voorluidsprekers heeft die niet goed in staat zijn lage tonen
weer te geven. De lage tonen in de signalen voor de
linker en rechter voor-luidsprekers zullen nu naar de bij
“LFE/BASS OUT” geselecteerde luidsprekers
gedirigeerd worden (zie bladzijde 73).
• Selecteer “LARGE” (groot) als u grote voorluidsprekers heeft die goed in staat zijn lage tonen weer
te geven. Alle signalen voor de linker en rechter
voorkanalen worden naar de linker en rechter voorluidsprekers gedirigeerd.
Opmerking
Als “LFE/BASS OUT” is ingesteld op “FRNT” (zie
bladzijde 73), zullen eventuele LFE signalen in Dolby Digital of
DTS bronsignalen, de lage tonen in de linker en rechter
voorkanalen, en de lage tonen voor andere luidsprekers die zijn
ingesteld op “SML” (of “SMALL”) of op “NONE” allemaal
gedirigeerd worden naar de linker en rechter voor-luidsprekers,
ongeacht de “FRONT SP” instelling.
72
Page 75
SET MENU
Midden-luidspreker CENTER SPKeuzes: NONE, SML, LRG
CENTER SP
NONE>SMLLRG
• Selecteer “NONE” (geen) als u geen middenluidspreker heeft aangesloten. De lage tonen uit het
middenkanaal zullen gedirigeerd worden naar de
luidsprekers die zijn geselecteerd bij “LFE/BASS
OUT” en de rest van het middenkanaal zal naar de
linker en rechter voor-luidsprekers worden gestuurd.
• Selecteer “SML” (klein) als u een kleine middenluidspreker heeft die niet goed in staat is lage tonen
weer te geven. De lage tonen uit het middenkanaal
zullen naar de luidsprekers worden gedirigeerd die zijn
geselecteerd bij “LFE/BASS OUT”.
• Selecteer “LRG” (groot) als u een grote middenluidspreker heeft die goed in staat is lage tonen weer te
geven. Alle signalen voor het middenkanaal worden
naar de midden-luidspreker gedirigeerd.
Linker/rechter surround-luidsprekers
SUR. L/R SP
Keuzes: NONE, SML, LRG
SUR. L/R SP
Surround achter-luidsprekers SUR. B SPKeuzes: NONE, SML, LRG
SUR. B SP
NONE>SML LRG
• Selecteer “NONE” (geen) als u geen surround schterluidspreker heeft aangesloten. De lage tonen uit het
surround-achterkanaal zullen gedirigeerd worden naar de
luidsprekers die zijn geselecteerd bij “LFE/BASS OUT”
en de rest van het surround-achterkanaal zal naar de linker
en rechter surround-luidsprekers worden gestuurd.
•Selecteer “SML” (klein) als u een kleine surround achterluidspreker heeft die niet goed in staat is lage tonen weer te geven.
De lage tonen uit het surround-achterkanaal worden gedirigeerd
naar de luidsprekers die u heeft geselecteerd bij “LFE/BASS OUT”.
• Selecteer “LRG” (groot) als u een grote surround achterluidspreker heeft die goed in staat is lage tonen weer te
geven. Alle signalen voor het surround-achterkanaal
worden naar de surround achter-luidspreker gedirigeerd.
Lage tonen weergave LFE/BASS OUT
Gebruik deze functie om de luidsprekers te selecteren die
de LFE (Lage Frequentie Effecten) en de lage tonen
weergeven.
Keuzes: SWFR, FRNT, BOTH
LFE/BASS OUT
NONE>SMLLRG
• Selecteer “NONE” (geen) als u geen surroundluidsprekers heeft aangesloten. Hiermee zet u het
toestel in de Virtual CINEMA DSP stand (zie
bladzijde 44) en zal “SUR. B SP” automatisch op
“NONE” (geen) worden ingesteld. De lage tonen in de
linker en rechter surroundkanalen zullen naar de bij
“LFE/BASS OUT” geselecteerde luidsprekers
gedirigeerd worden.
• Selecteer “SML” (klein) als u kleine linker en rechter
surround-luidsprekers heeft die niet goed in staat zijn
lage tonen weer te geven. De lage tonen in de linker en
rechter surroundkanalen zullen naar de bij “LFE/BASS
OUT” geselecteerde luidsprekers gedirigeerd worden.
• Selecteer “LRG” (groot) als u grote linker en rechter
surround-luidsprekers heeft die goed in staat zijn lage
tonen weer te geven. Het hele toonbereik van het
surroundkanaal zal naar de linker en rechter surroundluidsprekers worden gestuurd.
SWFRFRNT>BOTH
• Selecteer “SWFR” (subwoofer) als u een subwoofer
aangesloten heeft. Zowel de LFE signalen als de lage
tonen in de signalen voor andere luidsprekers die zijn
ingesteld op “SML” (of “SMALL”) of op “NONE”
worden naar de subwoofer gedirigeerd.
• Selecteer “FRNT” (voor) als u geen subwoofer heeft
aangesloten. De LFE signalen, de lage tonen in de
linker en rechter voorkanalen, en de lage tonen voor
andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of
“SMALL”) of op “NONE” zullen allemaal gedirigeerd
worden naar de linker en rechter voor-luidsprekers,
ongeacht de “FRONT SP” instelling (zie bladzijde 72).
• Selecteer “BOTH” (beide) als u een subwoofer
aangesloten heeft. De lage tonen worden voor elke
signaalbron weergegeven door de subwoofer. Zowel de
LFE signalen als de lage tonen in de signalen voor andere
luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of “SMALL”)
of op “NONE” worden naar de subwoofer gedirigeerd. De
lage tonen in de linker en rechter voorkanalen zullen naar
de linker en rechter voor-luidsprekers en de subwoofer
worden gedirigeerd, ongeacht de “FRONT SP” instelling
(zie bladzijde 72).
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
73
Page 76
SET MENU
Crossover CROSS OVER
Met deze functie kunt u een crossover frequentie instellen
voor alle luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of
“SMALL”) of op “NONE” via “SPEAKER SET” (zie de
bladzijden 72 en 73). Alle frequenties onder de
geselecteerde frequentie zullen naar de subwoofer worden
gedirigeerd of naar de luidsprekers die zijn ingesteld op
“LRG” (of “LARGE”) via “SPEAKER SET” (zie de
bladzijden 72 en 73).
Keuzes: 40Hz, 60Hz, 80Hz, 90Hz, 100Hz, 110Hz,
120Hz, 160Hz, 200Hz
CROSS OVER
FREQ;;;80Hz
Subwooferfase SUBWOOFER PHASE
Als de lage tonen niet of onduidelijk worden
weergegeven, kunt u hiermee de fase van uw subwoofer
omschakelen.
Keuzes: NORMAL, REVERSE
02ASUBWOOFER PHASE
>NORMALREVERSE
• Selecteer “NORMAL” als u de fase voor uw
subwoofer niet wilt omkeren.
• Selecteer “REVERSE” om de fase voor uw subwoofer
om te keren.
■ Luidsprekerniveau B)SPEAKER LEVEL
Deze functie stelt u in staat met de hand de balans te
bepalen tussen het volume (luidsprekerniveau) van de
linker voor- of linker surround-luidspreker en elk van de
bij “SPEAKER SET” (zie bladzijde 72) geselecteerde
luidsprekers.
Instelbereik: –10,0 to +10,0 dB
Instelstap: 1,0 dB
Begininstelling: 0 dB
B)SPEAKER
.FL;;;;;;;;;;
FR;;;;;;;;;;
C;;;;;;;;;;
• Selecteer “FL” om de balans voor de linker voorluidspreker in te stellen.
• Selecteer “FR” om de balans voor de rechter voorluidspreker in te stellen.
• Selecteer “C” om de balans voor de middenluidspreker in te stellen.
• Selecteer “SL” om de balans voor de linker surroundluidspreker in te stellen.
• Selecteer “SR” om de balans voor de rechter surroundluidspreker in te stellen.
• Selecteer “SB” om de balans voor de surround achterluidspreker in te stellen.
• Selecteer “SWFR” om de balans voor de subwoofer in
te stellen.
Opmerking
“C”, “SL”, “SR”, “SB” en “SWFR” kunnen niet worden ingesteld
indien “CENTER SP” (zie bladzijde 73), “SUR. L/R SP” (zie
bladzijde 73), “SUR. B SP” (zie bladzijde 73) en “LFE/BASS
OUT” (zie bladzijde 73) zijn ingesteld op “NONE”.
LEVEL
-__________+
74
Page 77
SET MENU
■ Luidsprekerafstand C)SP DISTANCE
Met deze functie kunt u met de hand de afstand van elke
luidspreker tot de luisterplek invoeren en zo de vertraging voor het
bijbehorende kanaal instellen. In het ideale geval zouden alle
luidsprekers op dezelfde afstand van de luisterplek moeten staan.
Maar in de meeste gevallen is dat praktisch gezien niet mogelijk.
Daarom moet de weergave van luidsprekers die eigenlijk te
dichtbij staan heel eventjes vertraagd worden, zodat het geluid van
alle luidsprekers op hetzelfde moment op de luisterplek arriveert.
Keuzes: meters (m), feet (ft)
Begininstelling:
[Modellen voor de V.S. en Canada]: feet (ft)
[Overige modellen]: meters (m)
• Selecteer “meters” om de afstanden van de
luidsprekers in meters in te kunnen voeren.
• Selecteer “feet” om de afstanden van de luidsprekers in
feet (voeten) in te kunnen voeren.
Luidsprekerafstanden
Instelbereik: 0,3 t/m 24,00 m (1.0 t/m 80.0 ft)
Instelstap: 0,10 m (0.5 ft)
• Selecteer “FRONT L” om de afstand voor de linker
voor-luidspreker in te stellen.
Begininstelling: 3,00 m (10.0 ft)
• Selecteer “FRONT R” om de afstand voor de rechter
voor-luidspreker in te stellen.
Begininstelling: 3,00 m (10.0 ft)
• Selecteer “CENTER” om de afstand voor de middenluidspreker in te stellen.
Begininstelling: 3,00 m (10.0 ft)
• Selecteer “SUR. L” om de afstand voor de linker
surround-luidspreker in te stellen.
Begininstelling: 3,00 m (10.0 ft)
• Selecteer “SUR. R” om de afstand voor de rechter
surround-luidspreker in te stellen.
Begininstelling: 3,00 m (10.0 ft)
• Selecteer “SUR. B” om de afstand voor de surround
achter-luidspreker in te stellen.
Begininstelling: 2,10 m (7.0 ft)
• Selecteer “SWFR” om de afstand voor de subwoofer in
te stellen.
Begininstelling: 3,00 m (10.0 ft)
Opmerking
“CENTER”, “SUR.L”, “SUR.R”, “SUR.B” en “SWFR” kunnen
niet worden ingesteld indien “CENTER SP” (zie bladzijde 73),
“SUR. L/R SP” (zie bladzijde 73), “SUR. B SP” (zie bladzijde 73)
en “LFE/BASS OUT” (zie bladzijde 73) zijn ingesteld op “NONE”.
p
■ Grafische equalizer voor het
middenkanaal
Met deze functie kunt u de geluidsweergave via het middenkanaal
zo aanpassen met de ingebouwde 5-banden (100Hz, 300Hz, 1kHz,
3kHz en 10kHz) grafische equalizer, dat de toonkwaliteit van de
middenluidspreker overeenkomt met die van de voorluidsprekers.
U kunt de instelling verrichten terwijl u naar de huidige
signaalbron luistert, of luisterend naar een testtoon.
Instelbereik: –6 t/m +6 dB
Instelstap: 0,5 dB
Begininstelling: 0 dB
Testtoon TEST
Keuzes: OFF, ON
• Selecteer “OFF” om de testtoon te stoppen en de op dit
moment geselecteerde signaalbron weer te laten geven.
• Selecteer “ON” om de linker voor- en de midden-luidspreker
een testtoon te laten produceren en stel aan de hand daarvan
de toonkwaliteit van de midden-luidspreker in.
y
Druk op u / d om een frequentieband te selecteren en op j / i
om de geselecteerde frequentieband in te stellen.
Deze functie stelt u in staat het volume (uitgangsniveau)
van het LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal aan te passen
aan de capaciteit van uw subwoofer of hoofdtelefoon. Het
LFE kanaal zorgt voor de weergave van speciale effecten
met zeer lage tonen bij bepaalde passages. Deze instelling
treedt alleen in werking bij weergave wanneer dit toestel
Dolby Digital of DTS signalen decodeert.
Instelbereik: –20 t/m 0 dB
Instelstap: 1 dB
E)LFE LEVEL
.SPEAKER;;;;;;0dB
HEADPHONE;;;;0dB
p
[]/[]:Up/Down
p
[<]/[>]:Adjust
Luidspreker SPEAKER
Stelt het LFE luidsprekerniveau in.
Hoofdtelefoon HEADPHONE
Stelt het LFE hoofdtelefoonniveau in.
Opmerking
Afhankelijk van de instellingen bij “LFE/BASS OUT” (zie
bladzijde 73) is het mogelijk dat sommige signalen niet via de
SUBWOOFER OUTPUT aansluiting worden gereproduceerd.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
75
Page 78
SET MENU
■ Dynamisch bereik F)DYNAMIC RANGE
Via deze functie kunt u instellen hoeveel het dynamisch
bereik moet worden gecomprimeerd voor uw luidsprekers
of uw hoofdtelefoon. Deze instelling treedt alleen in
werking wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS
signalen decodeert.
F)DYNAMIC RANGE
.SP:MINSTD>MAX
HP:MINSTD>MAX
p
[]/[]:Up/Down
p
[<]/[>]:Select
Luidspreker SP
Stelt de compressie voor de luidsprekers in.
Hoofdtelefoon HP
Stelt de compressie voor de hoofdtelefoon in.
Keuzes: MIN, STD, MAX
• Selecteer “MIN” (minimum) als u regelmatig bij een
laag volume wilt luisteren.
• Selecteer “STD” (standaard) voor algemeen gebruik.
• Selecteer “MAX” (maximum) om het grootste
dynamische bereik te behouden.
■ Audio instellingen G)AUDIO SET
Hiermee kunt algemene audio instellingen voor dit toestel
wijzigen.
Tijdelijk uit of lager zetten van het geluid
MUTING TYPE
U kunt zelf bepalen hoeveel het volume verlaagd moet
worden wanneer u deze functie gebruikt (zie
bladzijde 34).
Keuzes: FULL, –20dB
• Selecteer “FULL” om de geluidsweergave helemaal te
stoppen.
• Selecteer “–20dB” om het huidige volume met 20 dB
te verlagen.
Audio vertraging AUDIO DELAY
U kunt de geluidsweergave vertragen zodat deze
synchroon loopt met de videobeelden. Dit is soms nodig
bij gebruik van bepaalde LCD monitors of projectoren.
Instelbereik: 0 t/m 160 ms
Instelstap: 1 ms
Passeren toonregeling TONE BYPASS
U kunt de geluidssignalen de schakelingen voor de
toonregeling helemaal laten negeren wanneer “TREBLE”
en “BASS” op 0 dB zijn ingesteld (zie bladzijde 33).
Keuzes: AU TO , OFF
• Selecteer “AUTO” als u de schakelingen voor de
toonregeling wilt laten negeren om een zo puur
mogelijke weergave te verkrijgen.
• Selecteer “OFF” als u niet wilt dat de toonregeling
helemaal genegeeerd wordt.
p
76
Page 79
2 INPUT MENU
Via dit menu kunt u de in-/uitgangsaansluitingen
toewijzen aan andere apparatuur, de ingangsfunctie
wijzigen of een signaalbron een andere naam geven.
2
INPUTMENU
.A)I/OASSIGNMENT
B)INPUTMODE
C)INPUTRENAME
D)VOLUME TRIM
p
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
■ Toewijzen van in-/uitgangsaansluitingen
A)I/O ASSIGNMENT
U kunt de in-/uitgangsaansluitingen toewijzen aan andere
componenten als de begininstellingen van dit toestel niet
overeenkomen met uw voorkeuren. Wijzig de volgende
instellingen om de respectievelijke aansluitingen toe te
wijzen aan andere apparatuur en uiteindelijk meer
componenten te kunnen aansluiten.
Wanneer de in-/uitgangsaansluitingen opnieuw zijn
toegewezen, kunt u de daarbij behorende component
selecteren als signaalbron met INPUT op het voorpaneel
(of met de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening).
• U kunt een bepaalde naam maar één keer gebruiken voor een
bepaald soort aansluiting.
• Wanneer u een bepaalde component zowel met de DIGITAL
INPUT (COAXIAL) als met de DIGITAL INPUT (OPTICAL)
aansluiting verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT
(COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang
krijgen.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Voor OPTICAL OUTPUT aansluiting 1
OPTICAL OUT (1)
Keuzes: CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, V-AUX,
DVR
OPTICAL
OUT
.(1);;;;;MD/CD-R
(MD/CD-R )
Nederlands
77
Page 80
SET MENU
■ Ingangsfunctie B)INPUT MODE
Gebruik deze functie om de “INPUT MODE” van dit
toestel terug te zetten op “AUTO” (zie bladzijde 35)
ongeacht de vorige instelling of om de laatste
ingangsfunctie op te roepen (“AUTO”, “DTS”, of
“ANALOG”) die gebruikt werd met de signaalbron in
kwestie zodra u dit toestel inschakelt.
Keuzes: AUTO, LAST
B)INPUT
MODE
>AUTOLAST
[<]/[>]:Select
[ENTER]:Return
• Selecteer “AUTO” om “INPUT MODE” terug te zetten
op “AUTO” (zie bladzijde 35) ongeacht de vorige
instelling zodra u dit toestel aan zet. Ingangssignalen
worden door dit toestel automatisch geselecteerd in
deze volgorde:
(1) Digitale signalen
(2) Analoge signalen
• Selecteer “LAST” om het toestel automatisch de
ingangsfunctie (“AUTO”, “DTS”, of “ANALOG”) in
te laten schakelen die het laatst met de signaalbron in
kwestie gebruikt is.
■ Signaalbronnen nieuwe namen geven
C)INPUT RENAME
Met deze functie kunt u de namen van de signaalbronnen
zoals die op het in-beeld display op het voorpaneel
verschijnen veranderen.
2Zet de component-keuzeschakelaar op AMP
en druk vervolgens herhaaldelijk op j / i op
de afstandsbediening om de “_”
(onderstreping) onder de spatie of het teken
dat u wilt bewerken te plaatsen.
PRESET/CH
AMP
SOURCE
TV
ENTER
A/B/C/D/E
3Kies met u / d het teken dat u wilt gebruiken
en ga vervolgens met j / i naar het volgende
teken.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
Opmerkingen
• U kunt maximaal 8 tekens gebruiken voor elke
signaalbron.
• Druk op d om de tekens als volgt te laten veranderen, of
druk op u om deze reeks in omgekeerde volgorde te
doorlopen:
A t/m Z, spatie, 0 t/m 9, spatie, a t/m z, spatie, symbolen
(#, *, –, +, enz.).
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
C)INPUT
RENAME
DVD-> DVD
[<]/[>]:Position
[]/[]:Chara.
________
p
p
1Druk op één van de ingangskeuzetoetsen op
de afstandsbediening om de signaalbron
waarvan u de naam wilt veranderen te
selecteren.
CD-R
CD
CBL
DVDDTV
V-AU XDVR
MD
SLEEP
MULTI CH IN
TUNER
78
4Herhaal de stappen 1 t/m 3 als u de namen
van andere signaalbronnen wilt veranderen.
5Druk nog eens op SET MENU op de
afstandsbediening om de “INPUT RENAME”
functie af te sluiten.
SET MENU
MENU
SRCH MODE
Page 81
■ Volume Trim D)VOLUME TRIM
Met deze functie kunt u het niveau van de ingangssignalen
voor elk van de ingangsaansluitingen op elkaar
afstemmen. Dit komt van pas wanneer u wilt vermijden
dat het volume plotseling verandert wanneer u
overschakelt naar een andere signaalbron.
Keuzes: CD, MD/CD-R, TUNER, DVD, DTV/CBL,
V-AUX, DVR
Instelbereik: –6,0 t/m +6,0 dB
Instelstap: 1,0 dB
Begininstelling: 0,0 dB
SET MENU
3 OPTION MENU
Via dit menu kunt u de optionele systeeminstellingen wijzigen.
Hiermee kunt u de helderheid van het display op het
voorpaneel instellen.
Instelbereik: –4 t/m 0
Instelstap: 1
• Druk op j om het display op het voorpaneel te dimmen.
• Druk op i om het display op het voorpaneel helderder
te maken.
Video conversie VIDEO CONV.
Gebruik deze functie om in te stellen of videosignalen die
binnenkomen via de VIDEO en S VIDEO aansluitingen moeten
worden omgezet.
Keuzes: ON, OFF
• Selecteer “ON” om composiet en S-videosignalen om te zetten
en in voorkomende gevallen op te waarderen naar component
videosignalen.
• Selecteer “OFF” om geen signalen om te laten zetten.
Opmerkingen
• De geconverteerde videosignalen worden alleen gereproduceerd
via de MONITOR OUT aansluitingen. Wanneer u een videobron
wilt opnemen moet u gebruik maken van hetzelfde soort videoaansluitingen tussen alle betrokken componenten.
• Wanneer composiet video- of S-videosignalen van een
videorecorder worden omgezet naar component videosignalen, kan
de beeldkwaliteit achteruitgaan, afhankelijk van uw videorecorder.
•U moet “
• Onconventionele signalen die binnenkomen via de composiet video
VIDEO CONV.
display te laten weergeven.
of S-video aansluitingen kunnen niet worden omgezet of worden
mogelijk niet correct gereproduceerd. Zet in dergelijke gevallen
“
VIDEO CONV.” op
“OFF”
SET
p
” instellen op “ON” om het in-beeld
.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
79
Page 82
SET MENU
OSD (in-beeld display) vershuiven OSD SHIFT
Hiermee kunt u de verticale positie van het OSD (in-beeld
display) instellen.
Instelbereik: –5 (naar boven) t/m +5 (naar beneden)
Instelstap: 1
Begininstelling: 0
• Druk op j om het in-beeld display hoger op het scherm
weer te geven.
• Druk op i om het in-beeld display lager op het scherm
weer te geven.
Grijze achtergrond GRAY BACK
Met deze functie kunt u een grijze achtergrond weer laten
geven achter het in-beeld display wanneer er geen
videosignaal binnenkomt.
Keuzes: AUTO, OFF
• Selecteer “AUTO” om een grijze achtergrond weer te
laten geven achter het in-beeld display wanneer er geen
videosignaal binnenkomt.
• Selecteer “OFF” om geen achtergrond te laten zien
achter het in-beeld display.
Opmerkingen
• Afhankelijk van de binnenkomende signalen of de
systeeminstelling van uw beeldscherm (NTSC of PAL), is het
mogelijk dat het in-beeld display niet correct kan worden
weergegeven. Zet in dergelijke gevallen
“OFF ”
.
• Zelfs wanneer
afhankelijk van de eigenschappen van de beelden, mogelijk dat
het in-beeld display niet correct zal worden weergegeven.
“
GRAY BACK” is ingesteld op
“
GRAY BACK” op
“OFF ”
, is het,
■ Geheugen beveiliging B)MEMORY GUARD
Met deze functie kunt u voorkomen dat de DSP
programma instellingen en andere systeeminstellingen per
abuis gewijzigd worden.
Keuzes: OFF, ON
■ Parameters initialiseren C)PARAM. INI
Met deze functie kunt u de instellingen voor alle
geluidsveldprogramma’s in een programmagroep tegelijk
initialiseren. Wanneer u een geluidsveldprogrammagroep
initialiseert, zullen alle gewijzigde instellingen voor de
programma’s in die groep worden teruggezet op hun
beginwaarden.
Druk op de corresponderende toetsen voor de
geluidsveldprogramma’s op de afstandsbediening om het
geluidsveldprogramma
selecteren.
Een asterisk (*) verschijnt links naast namen van
programma’s waarvan de begininstellingen gewijzigd zijn.
Keuzes: STEREO, MUSIC, ENTERTAINMENT,
MOVIE THEATER, STANDARD
Opmerkingen
• U kunt de eerder ingestelde waarden niet meer automatisch
terughalen nadat u een geluidsveldprogrammagroep heeft
geïnitialiseerd.
• U kunt geen individuele geluidsveldprogramma’s initialiseren.
• U kunt geen geluidsveldprogrammagroepen initialiseren
wanneer de “MEMORY GUARD” beveiliging is ingesteld op
“ON” (zie bladzijde 80).
dat u wilt initialiseren te
C)PARAM.
INI
STEREO
*MUSIC
ENTERTAINMENT
MOVIE THEATER
*STANDARD
Press DSP key
B)MEMORY
GUARD
>OFFON
[<]/[>]:Select
[ENTER]:Return
• Selecteer “OFF” om de “MEMORY GUARD” functie
uit te schakelen.
• Kies “ON” om de inhoud van het geheugen te
beveiligen:
– DSP programma instellingen
– alle “SET MENU” onderdelen
– alle luidsprekerniveaus
Opmerking
Wanneer “MEMORY GUARD” is ingesteld op “ON”, kunt u
geen andere “SET MENU” items meer selecteren of instellen.
80
Page 83
■ Zone instelling D)MULTI ZONE SET
Via deze instelling kunt u de locatie aangeven van de
luidsprekers die zijn verbonden met de SPEAKERS B
aansluitingen van dit toestel.
D)MULTI ZONE
.SPB;;;;;;;FRONT
[<]/[>]:Select
[ENTER]:Return
Instelling luidsprekerset B SP B
Met deze functie kunt u bepalen waar de voor-luidsprekers
die zijn verbonden met de SPEAKERS B aansluitingen
zich bevinden.
Keuzes: FRONT, ZONE B
• Selecteer “FRONT” om de SPEAKERS A en B set aan
of uit te zetten wanneer de met de SPEAKERS B
aansluitingen verbonden luidsprekers zich in uw eerste
luisterruimte bevinden.
• Selecteer “ZONE B” als de met de SPEAKERS B
aansluitingen verbonden luidsprekers zich in een
andere ruimte (zone) bevinden. Als SPEAKERS A
wordt uitgeschakeld en SPEAKERS B wordt
ingeschakeld, zullen alle luidsprekers in de eerste
luisterruimte, inclusief de subwoofer, worden
uitgeschakeld en zal er alleen via de SPEAKERS B
aansluitingen geluid worden weergegeven.
Opmerkingen
• Als u een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting van dit
toestel doet, zal het geluid worden weergegeven via zowel de
hoofdtelefoon als de SPEAKERS B aansluitingen wanneer “SP
B” is ingesteld op “ZONE B”.
• Als er een DSP programma is ingeschakeld wanneer “SP B” op
“ZONE B” is ingesteld, zal het toestel automatisch in de Virtual
CINEMA DSP stand gaan (zie bladzijde 44).
SET
SET MENU
GEAVANCEERDE
BEDIENING
81
Nederlands
Page 84
GEAVANCEERDE SETUP
GEAVANCEERDE SETUP
Dit toestel heeft extra menu’s die worden getoond op het display op het voorpaneel. Het uitgebreide instelmenu biedt
aanvullende handelingen om de manier waarop dit toestel functioneert aan te passen. Verander de begininstellingen
(hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren.
Opmerkingen
• De nieuwe instellingen zullen in werking treden wanneer u de volgende keer MASTER ON/OFF naar binnen in de ON stand drukt om
dit toestel in te schakelen (zie bladzijde 28).
• Alleen MASTER ON/OFF, STRAIGHT (EFFECT) en PROGRAM functioneren terwijl u het uitgebreide instelmenu gebruikt.
• Er kunnen geen andere handelingen worden verricht terwijl u het uitgebreide instelmenu aan het gebruiken bent.
• Het uitgebreide instelmenu is alleen beschikbaar via het display op het voorpaneel.
3Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en
selecteer de parameter waarvoor u de
instelling wilt wijzigen.
De naam van de geselecteerde parameter verschijnt
op het display op het voorpaneel.
Zie bladzijde 83 voor een complete lijst met alle
beschikbare parameters.
PROGRAM
MASTER
ON OFF
MAIN ZONE
SPEAKERSPHONES
ON/OFF
SILENT CINEMA
FM/AM
PRESET/TUNING
BA
EFFECT
1-2,52,4 3
ZONE 2
ON/OFF
MEMORY
A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
NEXTEDIT
PROGRAM
TUNING MODE
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
INPUT
MULTI CH
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
INPUT
VOLUME
ZONE
CONTROL
VIDEO AUX
VIDEOPORTABLEL AUDIO R
1Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in
de OFF stand om dit toestel uit te schakelen.
MASTER
ON OFF
2Houd STRAIGHT (EFFECT) op het
voorpaneel ingedrukt en druk vervolgens
MASTER ON/OFF naar binnen in de ON stand
om dit toestel in te schakelen.
Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide
setup menu zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
Houd
STRAIGHT
EFFECT
ingedrukt
MASTER
ON OFF
Op dit moment
geselecteerde
parameter
Op dit moment
geselecteerde
parameterinstelling
SP IMP.-8 MIN
4Druk herhaaldelijk op STRAIGHT (EFFECT)
op het voorpaneel om de geselecteerde
instelling te wijzigen.
STRAIGHT
EFFECT
5Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in
de OFF stand om de nieuwe instelling op te
slaan en dit toestel uit te schakelen.
MASTER
ON OFF
y
De gewijzigde instellingen worden van kracht zodra u dit
toestel de volgende keer aan zet.
82
Page 85
GEAVANCEERDE SETUP
■ Luidsprekerimpedantie SP IMP.
Gebruik deze functie om de luidsprekerimpedantie van het
toestel aan te passen aan die van uw luidsprekers.
Keuzes: 8ΩMIN, 6ΩMIN
• Selecteer “8ΩMIN” om de luidsprekerimpedantie in te
stellen op 8 Ω .
• Selecteer “6ΩMIN” om de luidsprekerimpedantie in te
stellen op 6 Ω .
SP IMP.LuidsprekerImpedantieniveau
Als u één set (A of B)
gebruikt, moet de impedantie
van elk van de luidsprekers
8Ω of hoger zijn.
Vo o r
8ΩMIN
Midden
Surround
Surround Achter
Vo o r
6ΩMIN
Midden
Surround
Surround Achter
*
Modellen voor Canada kunnen niet tegelijkertijd gebruik
maken van twee gescheiden luidsprekersystemen (A en B)
wanneer “SP IMP.” is ingesteld op “8ΩMIN”.
Als u twee sets (A en B)
gebruikt, moet de impedantie
van elk van de luidsprekers
16 Ω of hoger zijn.
De impedantie van elk van
de luidsprekers moet 8 Ω of
hoger zijn.
Als u één set (A of B)
gebruikt, moet de impedantie
van elk van de luidsprekers
4Ω of hoger zijn.
Als u twee sets (A en B)
gebruikt, moet de
impedantie van elk van de
luidsprekers 8 Ω of hoger
zijn.
De impedantie van elk van
de luidsprekers moet 6 Ω of
hoger zijn.
*
■ Afstandsbediening AMP ID REMOTE AMP
Hiermee stelt u het AMP ID nummer van dit toestel in
voor herkenning van afstandsbedieningssignalen (zie
bladzijde 87).
Keuzes: ID1, ID2
• Selecteer “ID1” wanneer de AMP ID-archiefcode voor
de afstandsbediening is ingesteld op “00001”.
• Selecteer “ID2” wanneer de AMP ID-archiefcode voor
de afstandsbediening is ingesteld op “00002”.
Opmerking
U moet de corresponderende AMP-archiefcode voor de
afstandsbediening instellen op de afstandsbediening (zie
bladzijde 87).
■ Afstandsbediening TUNER ID
REMOTE TUN
Hiermee stelt u het TUNER ID nummer van dit toestel in
voor herkenning van afstandsbedieningssignalen (zie
bladzijde 87).
Keuzes: ID1, ID2
• Selecteer “ID1” wanneer de TUNER ID-archiefcode
voor de afstandsbediening is ingesteld op “81916”.
• Selecteer “ID2” wanneer de TUNER ID-archiefcode
voor de afstandsbediening is ingesteld op “81917”.
Opmerking
U moet de corresponderende TUNER-archiefcode voor de
afstandsbediening instellen op de afstandsbediening (zie
bladzijde 87).
■ Afstemstap tuner TU
(Alleen modellen voor Azië en algemene
modellen)
Hiermee kunt u de afstemstap van de tuner aanpassen aan
de ruimte tussen zendfrequenties in uw gebied.
Keuzes: AM10/FM100, AM9/FM50
• Selecteer “AM10/FM100” voor Noord, Midden en
Zuid Amerika.
• Selecteer “AM9/FM50” voor alle andere gebrieden.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
■ Fabrieksinstellingen PRESET
Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel terugzetten
op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen (zie bladzijde 94).
Keuzes: CANCEL, RESET
• Select “CANCEL” om de instellingen van dit toestel
niet terug te zetten.
•Select “RESET” om de instellingen van dit toestel terug te zetten.
Opmerkingen
• Deze instelling zet alle parameters van dit toestel terug,
inclusief de “SET MENU” parameters. De parameters voor het
uitgebreide instelmenu zullen echter niet worden teruggezet.
• De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht
wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld.
Nederlands
83
Page 86
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Naast dit toestel kan de afstandsbediening ook andere audiovisuele componenten van YAMAHA en van andere
fabrikanten aansturen. Om uw TV of andere componenten te kunnen bedienen, moet u de juiste afstandsbedieningscodes
voor de diverse signaalbronnen instellen (zie bladzijde 86).
Bedienen van dit toestel, een TV of andere componenten
■ Bedienen van dit toestel
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP om dit toestel
te bedienen.
TRANSMITCODE SET
STANDBY
POWER
POWERPOWER
AVTV
SLEEP
MD
CD-R
CD
DVD DTV
V-AUX DVR
TV VOL TV CH
TV MUTE TV INPUT
STEREO
1
STANDARD
5
SPEAKERS
9
LEVEL
BAND
DAB MEMORY
REC
DISC SKIP
FREQ/TEXTEONSTARTPTY SEEKMODE
CBL
MUSIC
SELECT
ENHANCER
MULTI CH IN
TUNER
*1
AMP
SOURCE
VOLUME
TV
MUTE
ENTERTAIN
MOVIE
2
3
4
EXTD SUR.
DIRECT ST.
6
7
8
NIGHT
STRAIGHT
0
10
ENT.
EFFECT
SET MENU
MENUTITLE
SRCH MODE
DISPLAYRETURN
AUDIO
*2
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
■ Bedienen van een TV
Zet de component-keuzeschakelaar op TV om uw TV te
bedienen. Om uw TV te kunnen bedienen moet u de juiste
afstandsbedieningscode instellen voor DTV/CBL of
(zie bladzijde 86). Wanneer u afstandsbedieningscodes
instelt voor zowel DTV/CBL als , wordt voorrang
gegeven aan de voor DTV/CBL ingestelde code.
TRANSMITCODE SET
STANDBY
POWER
POWERPOWER
AVTV
SLEEP
MD
CD-R
*1
CD
DVD DTV
V-AUX DVR
TV VOL TV CH
TV MUTE TV INPUT
STEREO
1
STANDARD
5
SPEAKERS
9
LEVEL
BAND
DAB MEMORY
REC
DISC SKIP
FREQ/TEXTEONSTARTPTY SEEKMODE
CBL
MUSIC
SELECT
ENHANCER
MULTI CH IN
TUNER
AMP
SOURCE
VOLUME
TV
MUTE
ENTERTAIN
MOVIE
2
3
4
EXTD SUR.
DIRECT ST.
6
7
8
NIGHT
STRAIGHT
0
10
ENT.
EFFECT
SET MENU
MENUTITLE
SRCH MODE
DISPLAYRETURN
AUDIO
*2
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
Opmerkingen
*1
Deze toetsen bedienen altijd alleen dit toestel, ongeacht de
stand van de component-keuzeschakelaar.
*2
Deze toetsen bedienen dit toestel alleen wanneer de
component-keuzeschakelaar op AMP staat.
84
Opmerkingen
*1
Deze toetsen bedienen altijd uw TV, ongeacht de stand van de
component-keuzeschakelaar.
AfstandsbedieningDigitale TV/ Kabel TV
TV POWERHiermee schakelt u de stroom in of uit.
TV VOL +/–
TV CH +/–Wijzigt het kanaalnummer.
TV MUTE
TV INPUTWijzigt de signaalbron.
*2
Deze toetsen bedienen uw TV alleen wanneer de componentkeuzeschakelaar op TV staat. Zie voor details de “Digitale TV/
kabel TV” kolom op bladzijde 85.
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume.
Deze toets schakelt de geluidsweergave tijdelijk uit.
Page 87
■ Bedienen van andere componenten
TV MUTE TV INPUT
MUTE
AMP
SOURCE
TV
STEREO
1
VOLUME
TV VOL TV CH
TRANSMITCODE SET
STANDBY
POWER
POWERPOWER
CD
AVTV
MULTI CH IN
SLEEP
CD-R
DVD DTV
MD
CBL
TUNER
V-AUX DV R
MUSIC
2
ENTERTAIN3MOVIE
4
UU
U
MENUTITLE
SET MENU
LEVEL
DISPLAYRETURN
BAND
SRCH MODE
DAB MEMORY
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
REC
AUDIO
DISC SKIP
STEREO
1
EFFECT
STANDARD
5
SPEAKERS
9
MUSIC
2
SELECT
6
ENHANCER
0
ENTERTAIN
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
Zet de component-keuzeschakelaar op SOURCE om
andere componenten geselecteerd met de
ingangskeuzetoetsen, , , of de blanco toets rechts van
MD/CD-R te kunnen bedienen. U moet voor elke
signaalbron de juiste afstandsbedieningscode instellen (zie
bladzijde 86). De volgende tabel toont de functies van de
bedieningstoetsen voor het bedienen van andere
componenten die zijn toegewezen aan de
ingangskeuzetoetsen, , en de blanco toets rechts van
MD/CD-R. Het is mogelijk dat sommige toetsen niet het
verwachte effect hebben op de geselecteerde component.
Terug springen Terug springen Terug springenTerug springen
Vooruit
springen
Vooruit
springen
Vooruit
springen
Vooruit
springen
sStopStopStop *2StopStopStopStop
7 ENT.
8 MENU
9 DISPLAY
Opmerkingen
*1
Deze toets werkt alleen wanneer de originele afstandsbediening van de component in kwestie een POWER (aan/uit) toets heeft.
*2
Deze toetsen bedienen uw videorecorder of DVD-recorder alleen wanneer u de juiste afstandsbedieningscode instelt voor DVR (zie bladzijde 86).
*3
Wanneer u deze toets gebruikt om opnamen te maken van een signaalbron, dient u deze tweemaal in te drukken om storingen te voorkomen.
*4
Houd de toets ingedrukt om terug of vooruit te zoeken.
Titel/IndexEnterEnterHoofdstuk/Tijd IndexIndex
MenuMenuVorige menu
DisplayDisplayDisplayDisplayDisplayDisplayDisplay
®
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
85
Page 88
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Instellen van
afstandsbedieningscodes
Om uw TV of andere componenten te kunnen bedienen,
moet u de juiste afstandsbedieningscodes voor de diverse
signaalbronnen instellen. Raadpleeg de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding voor een complete lijst met de
beschikbare afstandsbedieningscodes.
De volgende tabel toont de standaard ingestelde
component in de “Archief (componentencategorie)”
kolom en de afstandsbedieningscode voor elk van de
signaalbronnen.
Standaardinstellingen afstandsbedieningscodes
Signaalbron
(Archief)
Componentencategorie
Fabrikant
CDCDYAMAHA61907
MD/CD-RMDYAMAHA70888
DVDDVDYAMAHA40539
DTV/CBL–––
TUNERTUNERYAMAHA81916
V- AU X–––
DVRDVRYAMAHA51544
Standaard
code
1Druk op een ingangskeuzetoets of op /
om de component die u wilt instellen te
selecteren.
CD-R
CD
CBL
DVDDTV
V-AU XDVR
MD
SLEEP
MULTI CH IN
TUNER
2Druk met een balpen of iets dergelijks CODE
SET in.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer.
CODE SET
TRANSMIT
Knippert
3Voer met de cijfertoetsen (0 t/m 9) de vijf
cijfers van de afstandsbedieningscode voor
de component in kwestie in.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer, waarna de
afstandsbedieningscode voor de geselecteerde
component zal zijn ingesteld.
Blanco
toets
–––
–––
TAPEYAMAHA70524
Opmerking
Het is mogelijk dat u uw specifieke YAMAHA component niet
kunt bedienen, ook al is er een YAMAHA
afstandsbedieningscode voorgeprogrammeerd. Probeer in een
dergelijk geval een andere YAMAHA afstandsbedieningscode in
te stellen.
y
De blanco toets is de toets rechts naast MD/CD-R.
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
1
STANDARD
5
SPEAKERS
9
2
SELECT
6
ENHANCER
0
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
EFFECT
TRANSMIT
Knippert
y
Raadpleeg de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van deze
handleiding.
Opmerkingen
• Als er meerdere codes zijn voor de fabrikant van uw
component, probeer ze dan één voor één tot u de juiste
gevonden heeft.
• Als u bij stap 3 niet binnen 30 seconden op een toets drukt,
zal de insteprocedure worden geannuleerd. Herhaal in een
dergelijk geval de instelprocedure.
• Als u de code “9980” invoert, zal een eerder voor de
geselecteerde component ingestelde
afstandsbedieningscode worden gewist.
86
Page 89
Instellen van archiefcodes
U kunt verschillende YAMAHA receivers of versterkers in dezelfde
ruimte tegelijkertijd bedienen met de meegeleverde afstandsbediening.
Stel de juiste archiefcode in om de gewenste component te selecteren
en te bedienen met de meegeleverde afstandsbediening.
■ Instellen van AMP ID archiefcodes voor
de afstandsbediening
Selecteer één van de volgende codes om de AMP ID
archiefcode van de afstandsbediening voor de component
die u wilt gebruiken in te stellen.
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
■ Instellen van TUNER ID archiefcodes
voor de afstandsbediening
Selecteer één van de volgende codes om de TUNER ID
archiefcode van de afstandsbediening voor de component
die u wilt gebruiken in te stellen.
1Druk op TUNER om de “TUNER” (radio) als
signaalbron te selecteren.
TUNER
1Druk met een balpen of iets dergelijks CODE
SET in.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer.
CODE SET
TRANSMIT
Knippert
2Gebruik de cijfertoetsen om de code “00001”
of “00002” in te voeren.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer, waarna de AMP ID archiefcode
zal zijn ingesteld.
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
1
2
STANDARD
SELECT
5
6
SPEAKERS
ENHANCER
9
0
AMP ID
archiefcode
*1
00001
(begininstelling)
00002
*1
Instelling van de afstandsbediening
*2
Instelling van dit toestel (zie bladzijde 83)
MOVIE
3
4
EXTD SUR.
DIRECT ST.
7
8
NIGHT
STRAIGHT
10
ENT.
EFFECT
Functie
Bedienen van het toestel
met de standaardcode.
Om het toestel te
gebruiken met een
alternatieve code.
TRANSMIT
Knippert
Afstandsbediening
AMP ID *2
ID1
(begininstelling)
ID2
2Druk met een balpen of iets dergelijks CODE
SET in.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer.
CODE SET
TRANSMIT
Knippert
3Gebruik de cijfertoetsen om de code “81916”
of “81917” in te voeren.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer, waarna de TUNER ID
archiefcode zal zijn ingesteld.
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
1
2
STANDARD
SELECT
5
6
SPEAKERS
ENHANCER
9
0
TUNER ID
archiefcode
*1
81916
(begininstelling)
81917
*1
Instelling van de afstandsbediening
*2
Instelling van dit toestel (zie bladzijde 83)
MOVIE
3
4
EXTD SUR.
DIRECT ST.
7
8
NIGHT
STRAIGHT
10
ENT.
EFFECT
Functie
Bedienen van het toestel
met de standaardcode.
Om het toestel te
gebruiken met een
alternatieve code.
Knippert
Afstandsbediening
TUNER ID *2
(begininstelling)
TRANSMIT
GEAVANCEERDE
BEDIENING
ID1
ID2
Opmerkingen
• U moet de corresponderende AMP ID-archiefcode voor de dit
toestel instellen via de uitgebreide setup (zie bladzijde 83).
• Wanneer u verschillende YAMAHA receivers/versterkers
gebruikt is het mogelijk dat u de andere componenten ook
bedient met de standaardcode voor de afstandsbediening.
Stel in een dergelijk geval één vd alternatieve codes in om
dit toestel apart te kunnen bedienen.
Opmerkingen
• U moet de corresponderende TUNER ID-archiefcode voor de
dit toestel instellen via de uitgebreide setup (zie bladzijde 83).
• Wanneer u verschillende YAMAHA receivers/versterkers
gebruikt is het mogelijk dat u de andere componenten ook
bedient met de standaardcode voor de afstandsbediening.
Stel in een dergelijk geval één vd alternatieve codes in om
dit toestel apart te kunnen bedienen.
87
Nederlands
Page 90
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Terugzetten van alle
afstandsbedieningscodes
Met deze functie kunt u alle eerder ingestelde
afstandsbedieningscodes terugzetten op de
fabrieksinstellingen.
1Druk met een balpen of iets dergelijks CODE
SET in.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer.
CODE SET
TRANSMIT
Knippert
2Gebruik de cijfertoetsen om de code “9981”
in te voeren.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer, waarna alle eerder ingestelde
afstandsbedieningscodes zullen worden gewist en
teruggezet op de fabrieksinstellingen.
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
1
2
STANDARD
SELECT
5
6
SPEAKERS
ENHANCER
9
0
y
Als u na stap 2 niet binnen 30 seconden op een toets drukt,
zal het wissen worden geannuleerd. Herhaal in een dergelijk
geval de procedure voor het wissen.
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
EFFECT
TRANSMIT
Knippert
88
Page 91
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE)
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE)
Dit toestel stelt u in staat uw audiosysteem in meerdere ruimten (multi-zone) te gebruiken. De Zone 2 functie maakt het
mogelijk dit toestel zo in te stellen dat er verschillende signaalbronnen worden weergegeven in de belangrijkste
luisterruimte en in een tweede ruimte (Zone 2). Met de meegeleverde afstandsbediening kunt u dit toestel ook vanuit de
andere ruimte bedienen.
Er kunnen alleen analoge signalen gebruikt worden in de tweede ruimte (zone). Een signaalbron waarnaar u ook in de
tweede ruimte wilt kunnen luisteren moet via de analoge AUDIO IN ingangsaansluitingen op dit toestel zijn aangesloten.
Aansluiten Zone 2
Om ook in een andere ruimte gebruik te kunnen maken van dit toestel heeft u de volgende extra apparatuur nodig:
• Een infrarood ontvanger in de tweede ruimte.
• Een infrarood zender in de eerste ruimte. Deze zender brengt de infraroodsignalen van de afstandsbediening in de
tweede ruimte over naar de eerste ruimte (naar een CD-speler of DVD-speler, bijvoorbeeld).
• Een versterker en luidsprekers in de tweede ruimte.
y
• Omdat er allerlei manieren zijn waarop dit toestel aangesloten en gebruikt kan worden in een installatie met weergave in meerdere
ruimten, raden we u aan uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of service-centrum te raadplegen omtrent de Zone 2
aansluitingen die het best zouden voldoen aan uw wensen.
• Sommige YAMAHA modellen kunnen direct worden verbonden met de REMOTE aansluitingen van dit toestel. Als u een dergelijk
product heeft, is het mogelijk dat u geen infraroodzender nodig heeft. Er kunnen maximaal 6 YAMAHA componenten worden
aangesloten op de hieronder aangegeven manier.
REMOTE IN
REMOTE OUTREMOTE OUTREMOTE OUTREMOTE OUT
REMOTE INREMOTE INREMOTE IN
Infraroodontvanger
Dit toestel
YAMAHA
component
YA MA H A
component
■ Gebruik in meerdere ruimten en Zone 2 aansluitingen
Twe ede r uim t eEerste ruimte
ZONE 2 OUTPUT
SP OUT
Versterker
MONITOR OUT
AUDIO IN
DVD-speler
VIDEO IN
Infraroodzender
REMOTE OUT
Dit toestel
MAIN ZONE
ZONE 2
Opmerkingen
• Wanneer u de eerste ruimte niet hoeft te gebruiken, kunt u deze met MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel uitschakelen. Regel het
volume met de regelaar op de versterker in de tweede ruimte.
• Om onverwacht lawaai te voorkomen mag u IN GEEN GEVAL de Zone 2 functie gebruiken met DTS gecodeerde CD’s.
Afstandsbediening
Infraroodontvanger
REMOTE IN
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
89
Page 92
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE)
Bediening Zone 2
U kunt Zone 2 selecteren en bedienen met de
bedieningstoetsen op het voorpaneel of op de
afstandsbediening. De beschikbare mogelijkheden zijn als
volgt:
• Selecteren van de signaalbron voor Zone 2
• Afstemmen op FM of AM wanneer “TUNER” is
geselecteerd als de signaalbron voor Zone 2
( zie bladzijde 46)
• U kunt luisteren naar de muziek op uw iPod indien
deze is geplaatst in een YAMAHA iPod univereel dock
(zoals de los verkrijgbare YDS-10) verbonden met de
DOCK aansluiting van dit toestel, en met “V-AUX”
geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 92)
y
Het volume en de toonweergave kunnen niet worden geregeld
voor Zone 2. Regel het volume met de regelaar op de versterker in
Zone 2.
Opmerking
U moet elk van deze stappen afronden terwijl de ZONE2
indicator knippert op het display op het voorpaneel. Doet u dat
niet, dan zal de Zone 2 functie automatisch worden geannuleerd
en keert het toestel terug naar de normale gebruiksfunctie.
Herhaal in een dergelijk geval de Zone 2 instelprocedure.
■ Bediening Zone 2 via het voorpaneel
1Kies ZONE 2 ON/OFF om Zone 2 in te
schakelen.
2Druk op ZONE CONTROL om Zone 2 te
kunnen bedienen.
De ZONE2 indicator knippert ongeveer 5 seconden
lang op het display op het voorpaneel.
ZONE
CONTROL
ZONE2
Knippert
3Verdraai INPUT om de gewenste signaalbron
te selecteren terwijl de ZONE2 indicator
knippert op het display op het voorpaneel.
INPUT
• Selecteer de “TUNER” (radio) als signaalbron om
de TUNER functies te kunnen gebruiken in Zone 2.
Voor details omtrent de bediening van de TUNER
(radio), zie “FM/AM AFSTEMMEN” op
bladzijde 46.
• Selecteer de “V-AUX” als signaalbron om de iPod
functies te kunnen gebruiken in Zone 2. Voor
details omtrent de bediening van de iPod functies,
zie “GEBRUIKEN VAN EEN iPod®” op
bladzijde 92.
ZONE 2
ON/OFF
y
ZONE 2 ON/OFF werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF
op het voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
Wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel eenmaal
naar binnen is gedrukt in de ON stand, kunt u ook op
POWER of STANDBY op de afstandsbediening drukken
om de eerste ruimte en Zone 2 tegelijk aan of uit (standby)
te zetten.
4Druk op ZONE 2 ON/OFF om Zone 2 uit
(standby) te zetten.
ZONE 2
ON/OFF
90
Page 93
■ De afstandsbediening in de stand voor
Zone 2 zetten
Opmerking
De afstandsbediening staat oorspronkelijk in de stand voor de
bediening van de eerste ruimte. Om Zone 2 te kunnen bedienen
met de afstandsbediening, moet eerst de afstandsbediening in de
stand voor Zone 2 zetten.
1Druk met een balpen of iets dergelijks CODE
SET in.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer.
CODE SET
TRANSMIT
Knippert
2Gebruik de cijfertoetsen om de code “9992”
in te voeren.
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
1
2
STANDARD
SELECT
5
6
SPEAKERS
ENHANCER
9
0
■ Bediening Zone 2 via de
afstandsbediening
Opmerkingen
• De afstandsbediening staat oorspronkelijk in de stand voor de
eerste ruimte en de TRANSMIT indicator op de
afstandsbediening is uit wanneer de afstandsbediening in de
stand voor de eerste ruimte staat.
• Wanneer de afstandsbediening in de stand voor Zone 2 staat,
kunt u de POWER, STANDBY, MUTE en de
ingangskeuzetoetsen gebruiken voor de bediening van Zone 2.
De andere toetsen van de afstandsbediening blijven echter
gereserveerd voor de bediening van de eerste ruimte.
• De afstandsbediening gaat in de volgende gevakkeb
automatisch uit de stand voor Zone 2:
– wanneer u niet binnen 10 seconden nadat u de
afstandsbediening op Zone 2 heeft gezet een handeling
uitvoert.
– wanneer u op de afstandsbediening op een andere toets dan
POWER, STANDBY, MUTE of de ingangskeuzetoetsen
drukt.
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
EFFECT
TRANSMIT
Knippert
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE)
1Houd POWER of STANDBY ingedrukt en druk
dan op om de afstandsbediening in de
Zone 2 stand te zetten.
• Druk op POWER wanneer de eerste ruimte is
ingeschakeld.
• Druk op STANDBY wanneer de eerste ruimte is
uitgeschakeld.
De TRANSMIT indicator op de afstandsbediening
licht op wanneer de afstandsbediening in de Zone 2
stand wordt gezet.
POWER
of
STANDBY
Houd
ingedrukt
TRANSMIT
Licht op
2Kies POWER om Zone 2 in te schakelen.
POWER
3Druk op één van de ingangskeuzetoetsen om
de gewenste signaalbron voor Zone 2 te
selecteren.
CD-R
CD
CBL
DVDDTV
V-AU XDVR
MD
SLEEP
MULTI CH IN
TUNER
y
Om de geluidsweergave in Zone 2 tijdelijk uit te schakelen,
dient u op de afstandsbediening op MUTE te drukken. Druk
nog eens op MUTE om de geluidsweergave in Zone 2 te
hervatten.
MUTE
4Druk op STANDBY om Zone 2 uit (standby) te
zetten.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
STANDBY
Nederlands
91
Page 94
GEBRUIKEN VAN EEN IPOD®
GEBRUIKEN VAN EEN iPod
®
Wanneer uw iPod is geplaatst in een YAMAHA iPod univereel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10) verbonden met
de DOCK aansluiting van dit toestel (zie bladzijde 22), kunt met de meegeleverde afstandsbediening de weergave van uw
iPod regelen. U kunt de Compressed Music Enhancer functie van dit toestel gebruiken om de geluidskwaliteit van
gecomprimeerde digitale audiobestanden (zoals MP3) op uw iPod te verbeteren (zie bladzijde 37).
Opmerkingen
• Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund.
• Of dit toestel compatibel is met uw iPod kan afhangen van de versie van de software op uw iPod.
• De bedieningsorganen van uw iPod zelf zullen niet werken wanneer u uw iPod bedient via het in-beeld display van dit toestel.
• Sommige tekens kunnen niet worden weergegeven op het display op het voorpaneel of het in-beeld display van dit toestel.
• De naam van het weergegeven muziekstuk zal verschijnen op het display op het voorpaneel (maximaal 14 alfanumerieke tekens).
y
• Voor een commplete lijst met afstandsbedieningsfuncties voor uw iPod, verwijzen we u naar de “iPod” kolom onder “Bedienen van
andere componenten” op bladzijde 85.
• Voor een complete lijst met statusmeldingen die op het display op het voorpaneel en het in-beeld display kunnen verschijnen verwijzen
we u naar het “iPod” gedeelte in het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” op bladzijde 99.
Instellen van de
afstandsbedieningscode
U moet eerst de juiste afstandsbedieningscode toewijzen
aan V-AUX op de afstandsbediening zodat u uw iPod kunt
bedienen wanneer “V-AUX” wordt geselecteerd als
signaalbron.
iPod bediening
Wanneer de juiste afstandsbedieningscode is toegewezen
aan V-AUX op de afstandsbediening kunt u uw iPod
bedienen wanneer “V-AUX” wordt geselecteerd als
signaalbron. U kunt uw iPod bedienen met of zonder hulp
van het in-beeld display van dit toestel.
■ Uw iPod bedienen zonder het in-beeld
1Druk op V-AUX op de afstandsbediening en
selecteer “V-AUX” als signaalbron.
V-AU X
display (OSD)
Wanneer “V-AUX” is geselecteerd als signaalbron kunt u
de basisbediening van uw iPod (zie bladzijde 85)
uitvoeren met de meegeleverde afstandsbediening zonder
gebruik te maken van het in-beeld display van dit toestel.
2Druk CODE SET op de afstandsbediening in
met een balpen of iets dergelijks.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer.
CODE SET
TRANSMIT
Knippert
3Gebruik de cijfertoetsen om de code “81981”
in te voeren.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer, waarna de afstandsbedieningscode
voor V-AUX zal zijn ingesteld.
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
1
STANDARD
5
SPEAKERS
9
2
SELECT
6
ENHANCER
0
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
EFFECT
TRANSMIT
Knippert
92
Opmerking
U kunt de bediening ook uitvoeren met de bedieningsorganen op
uw iPod.
y
Voor een commplete lijst met afstandsbedieningstoetsen voor uw
iPod, verwijzen we u naar de “iPod” kolom onder “Bedienen van
andere componenten” op bladzijde 85.
Page 95
GEBRUIKEN VAN EEN iPod®
■
Uw iPod bedienen met het in-beeld display (OSD)
Wanneer “V-AUX” is geselecteerd als signaalbron kunt u de
geavanceerde bediening van uw iPod uitvoeren met de meegeleverde
afstandsbediening met behulp van het in-beeld display van dit
toestel. U kunt via het in-beeld display ook door de muziekstukken
op uw iPod bladeren. U kunt bovendien instellingen voor uw iPod
aanpassen aan uw persoonlijke voorkeuren.
Opmerkingen
• U kunt de bediening niet uitvoeren met de bedieningsorganen op uw iPod.
• Het YAMAHA logo zal verschijnen op het display van uw iPod.
• De “Setup” parameters kunnen alleen worden gewijzigd via het in-beeld display.
• Druk op ENTER op de afstandsbediening om heen en weer te
schakelen tussen de “Setup” instellingen.
• U kunt niet met het in-beeld display bladeren door eventueel op
uw iPod opgeslagen foto’s of videoclips. U moet in plaats daarvan
de bedieningsorganen op uw iPod gebruiken om de gewenste foto
of videoclip te selecteren. Zie voor details “Uw iPod bedienen
zonder het in-beeld display (OSD)” op bladzijde 92.
y
• Druk op MENU op de afstandsbediening om terug te keren naar
het vorige menuniveau.
• Voor een commplete lijst met afstandsbedieningstoetsen voor
uw iPod, verwijzen we u naar de “iPod” kolom onder
“Bedienen van andere componenten” op bladzijde 85.
1Druk op DISPLAY op de afstandsbediening.
Het volgende scherm zal op het in-beeld display verschijnen.
iPodTop
A/B/C/D/E
>
>
>
>
>
>
>
Playlists
Artists
DISPLAY
2
Druk op u / d op de afstandsbediening tot u het
Albums
Songs
Genres
Composers
Setup
gewenste menu geselecteerd heeft, en druk
vervolgens op ENTER om het geselecteerde menu te
openen.
Albums (albums), Songs (songs),
Genres (genres), Composers (componisten),
Setup (setup)
• Playlists > Songs
• Artists > Albums > Songs
• Albums > Songs
• Songs
• Genres > Artists > Albums > Songs
• Composers > Albums > Songs
• Setup > Shuffle, Repeat, Onscreen, FL Scroll
Willekeurige weergave Shuffle
Met deze functie kunt u dit toestel muziekstukken of
albums in willekeurige volgorde laten weergeven.
Keuzes: Off, Songs, Albums
• Selecteer “Off
” om deze functie uit te schakelen.
• Selecteer “Songs” om dit toestel muziekstukken in
willekeurige volgorde te laten weergeven.
• Selecteer “Albums” om dit toestel albums in
willekeurige volgorde te laten weergeven.
Opmerking
Wanneer “Shuffle” op een andere instelling dan “Off” staat, zal
de letter “S” oplichten in de rechter bovenhoek terwijl de
muziekstukken of albums in willekeurige volgorde worden
weergegeven.
Herhaalde weergave Repeat
Met deze functie kunt u dit toestel een muziekstuk of een
reeks muziekstukken laten herhalen.
Keuzes: Off, One, All
• Selecteer “Off” om deze functie uit te schakelen.
• Selecteer “One” om dit toestel één muziekstuk te laten
herhalen.
• Selecteer “All” om dit toestel een reeks muziekstukken
te laten herhalen.
Opmerking
Wanneer “Repeat” op een andere instelling dan “Off” staat, zal de
letter “R” oplichten in de rechter bovenhoek terwijl het
muziekstuk of de muziekstukken worden herhaald.
Weergavetijd in-beeld display Onscreen
Via deze functie kunt u bepalen hoe lang het in-beeld
display nog moet worden weergegeven nadat u een
handeling heeft uitgevoerd op uw iPod.
Keuzes: Always, 5s, 10s
• Selecteer “Always” om het in-beeld display de hele tijd
te laten weergeven terwijl u bezig bent met uw iPod.
• Selecteer “5s” om het in-beeld display 5 seconden
nadat u een handeling heeft verricht op uw iPod uit te
schakelen.
• Selecteer “10s” om het in-beeld display 10 seconden
nadat u een handeling heeft verricht op uw iPod uit te
schakelen.
Scrollen over het display op het voorpaneel
FL Scroll
Via deze functie kunt u bepalen of de iPod meldingen
doorlopend over het display op het voorpaneel moeten
schuiven (scrollen) of met 14 alphanumerieke tekens
tegelijk.
Keuzes: Cont, Once
• Selecteer “Cont” om iPod meldingen doorlopend over
het display op het voorpaneel te laten schuiven
(scrollen).
• Selecteer “Once” om iPod meldingen met 14
alfanumerieke tekens tegelijk op het display op het
voorpaneel te laten zien.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
93
Page 96
RESETTEN VAN HET SYSTEEM
RESETTEN VAN HET SYSTEEM
Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
Opmerkingen
• Deze procedure zet alle parameters van dit toestel terug, inclusief de “SET MENU” parameters. De parameters voor het uitgebreide
instelmenu zullen echter niet worden teruggezet.
• De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld.
y
Om het resetten halverwege te onderbreken zonder wijzigingen aan te brengen, kunt u op MASTER ON/OFF op het voorpaneel drukken
zodat de knop naar buiten komt in de OFF stand.
3Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en
selecteer “PRESET”.
ZONE 2
ON/OFF
MASTER
ON OFF
MAIN ZONE
SPEAKERSPHONES
ON/OFF
SILENT CINEMA
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
NEXTEDIT
PROGRAM
BA
EFFECT
l PRESET/TUNING h
LEVEL
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
MEMORY
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
INPUT
MULTI CH
INPUT
VOLUME
ZONE
CONTROL
VIDEO AUX
VIDEOPORTABLEL AUDIO R
PROGRAM
1-2,52,4
3
1Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in
de OFF stand om dit toestel uit te schakelen.
MASTER
ON OFF
2Houd STRAIGHT (EFFECT) op het
voorpaneel ingedrukt en druk vervolgens
MASTER ON/OFF naar binnen in de ON stand
om dit toestel in te schakelen.
Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide
setup menu zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
Houd
STRAIGHT
EFFECT
ingedrukt
MASTER
ON OFF
PRESET-CANCEL
4Druk herhaaldelijk op STRAIGHT (EFFECT)
op het voorpaneel om en selecteer “RESET”.
STRAIGHT
EFFECT
PRESET-RESET
y
Selecteer “CANCEL” om de reset procedure te annuleren
zonder wijzigingen aan te brengen.
5Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel in
zodat deze naar buiten komt in de OFF stand
om uw keuze te bevestigen en dit toestel uit
te schakelen.
94
MASTER
ON OFF
Page 97
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld
staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde YAMAHA dealer of servicecentrum.
■ Algemeen
ProbleemOorzaakOplossing
Het toestel gaat niet
aan, of gaat direct
weer uit (standby)
zodra de stroom
wordt ingeschakeld.
Geen geluidIn- of uitgangskabels niet op de juiste
Geen beeldEr wordt gebruik gemaakt van
Het netsnoer of de stekker is niet of niet
goed aangesloten.
De instelling voor de
luidsprekerimpedantie is niet correct.
De beveiliging is in werking getreden.Controleer of alle luidsprekerbedrading, op het toestel
Het toestel heeft blootgestaan aan een
sterke, externe elektrische schok
(bijvoorbeeld een blikseminslag of een
ontlading van statische elektriciteit).
manier aangesloten.
“INPUT MODE” is ingesteld op “DTS”
of “ANALOG”.
Er is geen geschikte signaalbron
geselecteerd.
De luidsprekers zijn niet goed
aangesloten.
De te gebruiken voor-luidsprekers zijn
niet op de juiste manier geselecteerd.
Het volume staat uit.Zet het volume hoger.
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
“INPUT MODE” is ingesteld op
“ANALOG” terwijl er DTS gecodeerd
materiaal wordt weergegeven.
Er worden signalen van een
broncomponent ontvangen die dit toestel
niet kan weergeven, zoals van een CDROM.
verschillende types video-aansluitingen
voor de in- en uitgang van het
beeldsignaal.
Sluit het netsnoer op de juiste manier aan.
Stel de luidsprekerimpedantie in zodat deze
overeenkomt met die van uw luidsprekers.
en op de luidsprekers zelf, op de juiste manier is
aangesloten en dat de draden geen contact maken met
andere dingen dan de bijbehorende aansluitingen.
Zet het toestel uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact, wacht 30 seconden voor u de stekker
weer terug doet en probeer het toestel vervolgens
weer gewoon te gebruiken.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
Zet “INPUT MODE” op “AUTO”.
Selecteer een geschikte signaalbron met INPUT op
het voorpaneel (of de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) of met MULTI CH INPUT op het
voorpaneel (of MULTI CH IN op de
afstandsbediening).
Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan.
Selecteer de set voor-luidsprekers met SPEAKERS A
of B op het voorpaneel of SPEAKERS op de
afstandsbediening.
Druk op MUTE of VOLUME +/– op de
afstandsbediening om de geluidsweergave te
herstellen en het volume te kunnen regelen.
Zet “INPUT MODE” op “AUTO” of “DTS”.
Gebruik een signaalbron waarvan de signalen wel
door dit toestel kunnen worden gereproduceerd.
Zet “VIDEO CONV.” op “ON”.
Zie
bladzijde
—
27
13
—
18-23
35
32, 38
13
32
—
34
35
—
79
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
95
Page 98
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
ProbleemOorzaakOplossing
Het geluid valt
plotseling uit.
Er klinkt alleen geluid
uit de luidspreker aan
één kant.
Er wordt alleen flink
geluid geproduceerd
door de middenluidspreker.
Er klinkt geen geluid
uit de middenluidspreker.
Er klinkt geen geluid
uit de surroundluidsprekers.
Er klinkt geen geluid
uit de surround
achter-luidspreker.
Er klinkt geen geluid
uit de subwoofer.
De beveiliging is in werking getreden
vanwege kortsluiting enz.
De slaaptimer heeft het toestel
uitgeschakeld.
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Onjuiste balans ingesteld via “SPEAKER
LEVEL”.
Wanneer er een mono bronsignaal wordt
weergegeven met een CINEMA DSP
programma, zal dit signaal via het
middenkanaal worden weergegeven,
terwijl alleen eventuele door het
programma toegevoegde effecten via de
voor- en surround-luidsprekers worden
geproduceerd.
“CENTER SP” in het “SET MENU” staat
op “NONE”.
Eén van de HiFi DSP programma’s
(uitgezonderd “6ch Stereo”) is
geselecteerd.
“SUR. L/R SP” in het “SET MENU” staat
op “NONE”.
Dit toestel staat in de “STRAIGHT” stand
en er wordt mono materiaal weergegeven.
“SUR. L/R SP” in het “SET MENU” is
ingesteld op “NONE” en “SUR. B SP” is
automatisch ingesteld op “NONE”.
“SUR. B SP” in het “SET MENU” staat
op “NONE”.
“LFE/BASS OUT” staat op “FRNT” in
het “SET MENU” terwijl er een Dolby
Digital of DTS signaal wordt
weergegeven.
“LFE/BASS OUT” in het “SET MENU”
staat op “SWFR” of “FRNT” terwijl er
een 2-kanaals bronsignaal wordt
weergegeven.
Het bronsignaal bevat geen zeer lage
tonen.
Controleer of de luidsprekerimpedantie correct is
ingesteld.
Controleer of de luidsprekerbedrading nergens
kortsluiting maakt en zet vervolgens het toestel weer
aan.
Zet het toestel aan en speel de gewenste signaalbron
weer af.
Druk op MUTE of VOLUME +/– op de
afstandsbediening om de geluidsweergave te
hervatten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
Wijzig de “SPEAKER LEVEL” instellingen.
Zet “CENTER SP” op “SML” of “LRG”.
Probeer een ander geluidsveldprogramma.
Zet “SUR. L/R SP” op “SML” of “LRG”.
Druk op STRAIGHT (EFFECT) op het voorpaneel
zodat “STRAIGHT” van het display op het
voorpaneel verdwijnt.
Zet “SUR. L/R SP” en “SUR. B SP” op “SML” of
“LRG”.
Zet “SUR. B SP” op “SML” of “LRG”.
Zet “LFE/BASS OUT” op “SWFR” of “BOTH”.
Zet “LFE/BASS OUT” op “BOTH”.
Zie
bladzijde
27, 83
—
—
34
13
74
73
57
73
39
73
73
73
73
96
Page 99
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
ProbleemOorzaakOplossing
Er kunnen geen Dolby
Digital of DTS bronnen
worden weergegeven. (De
Dolby Digital of DTS
indicator op het display op
het voorpaneel licht niet op.)
U hoort een zeker
gebrom.
Het volume kan niet
worden verhoogd, of
het geluid klinkt
vervormd.
Geluidseffecten
worden niet
opgenomen.
Er wordt niet
opgenomen door
digitale opnameapparatuur die is
aangesloten op de
DIGITAL OUTPUT
aansluiting van dit
toestel.
Er kan niet worden
opgenomen door
analoge opnameapparatuur die is
aangesloten op de
AUDIO OUT (REC)
aansluitingen.
De
geluidsveldparameter
s en sommige andere
instellingen van dit
toestel kunnen niet
worden gewijzigd.
Het toestel
functioneert niet naar
behoren.
“CHECK SP WIRES” zal
op het display op het
voorpaneel verschijnen.
U ondervindt storing van
digitale of andere
apparatuur die
radiogolven gegenereert.
De beeldweergave
wordt gestoord.
Het toestel gaat
plotseling uit
(standby).
De aangesloten component is niet correct
ingesteld voor het produceren van Dolby
Digital of DTS digitale signalen.
“INPUT MODE” is ingesteld op
“ANALOG”.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
De op de AUDIO OUT (REC)
aansluitingen van dit toestel aangesloten
component staat uit.
Het is niet mogelijk door het toestel
toegevoegde effecten op te nemen met
aangesloten opname-apparatuur.
De signaalbron is niet aangesloten op de
DIGITAL INPUT aansluitingen van dit
toestel.
Sommige componenten kunnen geen
Dolby Digital of DTS bronmateriaal
opnemen.
De signaalbron is niet aangesloten op de
analoge AUDIO IN aansluitingen van dit
toestel.
“MEMORY GUARD” in het “SET
MENU” staat op “ON”.
De interne microcomputer is vastgelopen
door een externe elektrische schok
(bijvoorbeeld blikseminslag of ontlading
van statische elektriciteit) of door een te
laag voltage van de stroomvoorziening.
De luidsprekerbedrading maakt
kortsluiting.
Dit toestel staat te dicht bij de digitale of
hoogfrequente apparatuur.
De videobron maakt gebruik van
gescramblede of gecodeerde signalen om
kopiëren tegen te gaan.
De interne temperatuur is te hoog
opgelopen en de
oververhittingsbeveiliging is in werking
getreden.
Volg de handleiding van de apparatuur in kwestie en
maak de vereiste instellingen.
Zet “INPUT MODE” op “AUTO” of “DTS”.
Sluit de audiokabels stevig en op de juiste manier aan.
Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat
er iets mis is met de kabels.
Zet de betreffende component aan.
Sluit de signaalbron aan op de DIGITAL INPUT
aansluitingen.
Sluit de signaalbron aan op de analoge AUDIO IN
aansluitingen.
Zet “MEMORY GUARD” op “OFF”.
Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem na
ongeveer 30 seconden weer terug.
Controleer of alle luidsprekerkabels op de juiste
manier zijn aangesloten.
Zet het toestel verder bij dergelijke apparatuur
vandaan.
Wacht ongeveer 1 uur tot het toestel afgekoeld is voor
u het weer aan zet.
Zie bladzijde
—
35
—
—
19, 21
21
80
—
13
—
—
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
97
Page 100
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
■ Tuner
ProbleemOorzaakOplossing
Veel ruis in de FM
stereo-ontvangst.
Er is vervorming en ook
een betere FM antenne
zorgt niet voor een
betere ontvangst.
FM
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Er kan niet langer
worden afgestemd op
eerder
voorgeprogrammeerde
zenders.
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
U hoort doorlopend
AM
gekraak en gesis.
U hoort gezoem en
gefluit.
Dit probleem is inherent aan FM
stereo-uitzendingen wanneer d e zender
te ver weg is of het ontvangstsignaal
dat binnenkomt via de antenne niet
sterk genoeg is.
U ondervindt interferentie doordat
hetzelfde signaal op verschillende
manieren ontvangen wordt.
Het radiosignaal is te zwak.Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige
Het toestel is te lang zonder stroom
geweest.
Het signaal is te zwak of de antenne is
los.
Deze geluiden kunnen het gevolg zijn
van bliksem, TL verlichting, motoren,
thermostaten en andere elektrische
apparatuur.
Er wordt in de buurt van het toestel een
TV gebruikt.
Controleer de aansluitingen van de antenne.
Probeer een hoogwaardige rich tingsgevoelige
FM antenne.
Stem met de hand af.
Verander de opstelling van de antenne zodat
u van deze interferentie geen last meer hebt.
FM antenne.
Stem met de hand af.
Programmeer zenders voor.
Controleer de aansluitingen van de AM
ringantenne en stel deze zo op dat u de beste
ontvangst verkrijgt.
Stem met de hand af.
Gebruik een buitenantenne en een goede
aarding. Dit kan in sommige gevallen helpen,
maar het blijft moeilijk om alle
storingsbronnen te elimineren.
Zet dit toestel verder bij de TV vandaan.
Zie bladzijde
24
—
47
—
—
47
48, 49
—
47
—
—
98
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.