LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK
NEEMT.
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit
uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te
lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er
later nog eens iets in kunt opzoeken.
2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge,
schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van
warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor
een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de
bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan
de achterkant van dit toestel.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te
voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het
toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad
(bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te
voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat
zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan
dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende
of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet
bovenop dit toestel:
– Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen
doen verkleuren.
– Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen
veroorzaken.
– Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel
kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het
toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz.
zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur
binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand,
schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is
geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot
schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de
stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen;
dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone,
droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik
van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is
gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of
persoonlijk letsel. YAMAHA aanvaardt geen
aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik
van dit toestel met een ander voltage dan hetgeen aangegeven
staat.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient u de
stekker uit het stopcontact te halen en een eventueel
aangesloten buitenantenne los te koppelen van dit toestel
wanneer het onweert.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of
het te repareren. Neem contact op met erkend YAMAHA
servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie
behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een
plek waar u de stekker gemakkelijk kunt bereiken.
17 Lees het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” over
veel voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de
conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
18 Voor u dit toestel gaat verplaatsen dient u MASTER ON/OFF
in te drukken zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om
dit toestel uit te schakelen, waarna u de stekker uit het
stopcontact moet halen.
19 VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en algemene modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte
netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt.
De geschikte voltages zijn als volgt:
Modellen voor Azië
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF
ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN,
MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL
BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
De stroomvoorziening van dit toestel is niet afgesloten
zolang de stekker in het stopcontact zit, ook al is het
toestel zelf uitgeschakeld. In deze staat is dit toestel
ontworpen om slechts een zeer kleine hoeveelheid
stroom te gebruiken.
Alleen voor klanten in Nederlands
Bij dit product zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
◆ Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic II/Dolby Pro Logic IIx
decoder
◆ Virtual CINEMA DSP
◆ SILENT CINEMA
™
Verfijnde AM/FM tuner
◆ 40 Willekeurig en gemakkelijk toegankelijke
voorkeuzezenders
◆ Automatisch voorprogrammeren
◆ Wijzigen van voorkeuzezenders (Bewerken
voorkeuzezenders)
Radio Data Systeem
(Alleen modellen voor het V.K. en Europa)
◆ Radio Data Systeem afstemmogelijkheden
iPod bediening mogelijk
◆ DOCK aansluiting voor een YAMAHA iPod universeel dock
(aansluitsokkel) (zoals de los verkrijgbare YDS-10), met
ondersteuning voor iPod apparatuur met een iPod (Click and
Wheel), iPod nano en iPod mini
Overige kenmerken
◆ 192-kHz/24-bits D/A converter
◆ OSD (in-beeld display) menu’s waarmee u dit toestel optimaal
kunt aanpassen aan uw eigen audio/videosysteem
◆ 6 extra ingangsaansluitingen voor gescheiden multikanaals
signalen
◆ S-video in-/uitgangsaansluitingen
◆ Component video in-/uitgangsaansluitingen
(3 COMPONENT VIDEO IN en 1 MONITOR OUT)
◆ Digitale videosignaal conversie (composiet video ↔ S-video
→ component video) voor de monitor uitgang
◆ Optisch en coaxiaal digitale audio-aansluitingen
◆ Slaaptimer
◆ Middernacht luisterfuncties voor film en muziek
◆ Afstandsbediening met voorgeprogrammeerde
afstandsbedieningscodes, verlichte ingangskeuzetoetsen en
bedieningsmogelijkheden voor een iPod (geplaatst in een
YAMAHA iPod universeel dock verbonden met de DOCK
aansluiting)
◆ Zone 2 aangepaste installatie mogelijk
◆ Mogelijkheid tot schakelen tussen een eerste ruimte en een
Zone 2 met behulp van ZONE CONTROL
◆ PORTABLE mini analoge ingangsaansluiting op het
voorpaneel voor een draagbare audiospeler
◆ Compressed Music Enhancer stand ter verbetering van de
weergavekwaliteit van ongewenste compressieverschijnselen
(zoals kunnen voorkomen bij MP3) tot het niveau van een
hoogwaardige stereo-installatie
Opmerkingen
• y geeft een bedieningstip aan.
• Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met de toetsen op het voorpaneel als met de afstandsbediening. Als de naam
van een toets op de afstandsbediening verschilt van die op het voorpaneel, zal de naam van de betreffende toets op de
afstandsbediening tussen haakjes vermeld worden.
• Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd zijn als gevolg
van verbeteringen enz. Als de handleiding en het product van elkaar verschillen, heeft het product de prioriteit.
®
iPod
“iPod” is een handelsmerk van Apple Computer, Inc.,
Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories.
“Dolby”, “Pro Logic”, en het dubbele-D symbool zijn
handelsmerken van Dolby Laboratories.
Gefabriceerd onder licentie van Digital Theater Systems, Inc.
“DTS”, “DTS-ES”, “NEO:6” en “DTS 96/24” zijn
handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc. Copyright
1996, 2003 Digital Theater Systems, Inc. Alle rechten
voorbehouden.
geregistreerd in de V.S. en andere landen.
“SILENT CINEMA” is een handelsmerk van YAMAHA
CORPORATION.
2
VAN START
VAN START
Meegeleverde accessoires
Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt.
Afstandsbediening
CD
DVD DTV
V-AUX DVR
TV VOL TV CH
TV MUTE TV INPUT
STEREO
1
STANDARD
5
SPEAKERS
9
LEVEL
BAND
DAB MEMORY
REC
DISC SKIP
FREQ/TEXTEONSTARTPTY SEEKMODE
POWERPOWER
MUSIC
SELECT
ENHANCER
TRANSMITCODE SET
STANDBY
POWER
AVTV
SLEEP
MD
CD-R
MULTI CH IN
CBL
TUNER
AMP
SOURCE
VOLUME
TV
MUTE
ENTERTAIN
MOVIE
2
3
4
EXTD SUR.
DIRECT ST.
6
7
8
NIGHT
STRAIGHT
0
10
ENT.
EFFECT
PRESET/CH
SET MENU
MENUTITLE
SRCH MODE
ENTER
A/B/C/D/E
DISPLAYRETURN
AUDIO
Batterijen (2)
AM ringantenne
(AA, R6, UM-3)
FM binnenantenne
(Modellen voor de V.S., Canada,
China, Azië en algemene modellen)
Inzetten van batterijen in de afstandsbediening
INLEIDING
75 Ohm/300 Ohm antenne-
adapter (Alleen modellen voor
het V.K.)
FM binnenantenne
(Modellen voor het V.K.,
Europa, Australië en Korea)
1
3
2
1Verwijder de klep van het batterijvak.
2Doe de twee meegeleverde batterijen (AA,
R6, UM-3) in het vak met de polen (+ en –)
de goede kant op zoals aangegeven in het
batterijvak.
3Klik de klep van het batterijvak weer terug op
zijn plaats.
Opmerkingen
• Verwissel alle batterijen wanneer u het volgende merkt:
– het bereik van de afstandsbediening wordt minder.
– de TRANSMIT indicator knippert niet of wordt zwakker.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar
(alkali en gewone (mangaan) batterijen bijvoorbeeld). Lees de
informatie op de verpakking aandachtig door, want de
verschillende soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
• Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk
weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan
en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het
batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
• Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval
weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk
geldende regelgeving in acht.
• Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder
batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het geheugen
gewist worden. Wanneer het geheugen gewist is, dient u nieuwe
batterijen in de afstandsbediening te doen en moet u eventueel
ingevoerde functies opnieuw programmeren.
Nederlands
3
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
L
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Voorpaneel
3145687
MASTER
ON OFF
MAIN ZONE
ON/OFF
SILENT CINEMA
SPEAKERSPHONES
BA
PRESET/TUNING
EFFECT
FM/AM
A/B/C/D/E
NEXTEDIT
PROGRAM
BC2EH
1 MASTER ON/OFF
Zet dit toestel aan of uit (zie bladzijde 28).
2 MAIN ZONE ON/OFF
Zet de eerste ruimte aan of uit (standby) (zie bladzijde 28).
Opmerkingen
• Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds
een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op
de infraroodsignalen van de afstandsbediening.
• Wanneer u dit toestel aan zet, zal het 4 a 5 seconden duren voor
het toestel geluid kan reproduceren.
• Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF naar
binnen, in de ON stand is gedrukt.
3 Sensor voor de afstandsbediening
Ontvangt de signalen van de afstandsbediening
(zie bladzijde 8).
4 Display voorpaneel
Hierop wordt informatie getoond over de bediening en de
toestand waarin het toestel zich bevindt (zie bladzijde 9).
90
VIDEO AUX
VIDEOPORTABLEL AUDIO R
VOLUME
l PRESET/TUNING h
LEVEL
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
ZONE 2
ZONE
ON/OFF
CONTROL
MEMORY
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
INPUT
MULTI CH
INPUT
IJKGFD
5 A/B/C/D/E, NEXT
• Hiermee kunt u één van de 5 voorkeuzegroepen
selecteren (A t/m E) wanneer de “TUNER” (radio) is
geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 46).
• Selecteert het luidsprekerkanaal waarvan u het
uitgangsniveau wilt instellen wanneer de “TUNER”
niet geselecteerd is als signaalbron (zie bladzijde 36).
6 PRESET/TUNING l / h, LEVEL +/–
• Hiermee kunt u één van de 8 voorkeuzenummers (1 t/m
8) wanneer de “TUNER” (radio) is geselecteerd als
signaalbron. De dubbele punt (:) zal verschijnen op het
display op het voorpaneel (zie bladzijde 46).
• Selecteert de afstemfrequentie wanneer u “TUNER”
heeft geselecteerd als signaalbron. De dubbele punt (:)
zal niet verschijnen op het display op het voorpaneel
(zie bladzijde 46).
• Hiermee kunt u het niveau instellen van het
luidsprekerkanaal dat u heeft geselecteerd met NEXT
wanneer de “TUNER” niet is geselecteerd als
signaalbron (zie bladzijde 36).
7 MEMORY (MAN’L/AUTO FM)
Hiermee kunt u een zender in het geheugen opslaan. Houd
deze toets tenminste 3 seconden ingedrukt om het
automatisch voorprogrammeren te laten beginnen
(zie bladzijde 48).
A
4
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
8 TUNING MODE (AUTO/MAN’L)
Hiermee schakelt u heen en weer tussen automatisch
afstemmen (AUTO indicator aan) en handmatig
afstemmen (AUTO indicator uit) (zie bladzijde 46).
9 ZONE 2 ON/OFF
Hiermee zet u Zone 2 aan of uit (standby)
(zie bladzijde 90).
Opmerking
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF naar binnen,
in de ON stand is gedrukt.
0 ZONE CONTROL
Hiermee kunt u de te bedienen zone heen en weer
schakelen tussen de eerste ruimte en Zone 2 (zie
bladzijde 90).
y
Wanneer Zone 2 is geselecteerd, zal de ZONE2 indicator
ongeveer 5 seconden knipperen op het display op het voorpaneel.
Voer de gewenste handeling uit terwijl de indicator aan het
knipperen is.
A VO LUME
Hiermee kunt u het volume (uitgangsniveau) van alle
audiokanalen tegelijk instellen.
y
Dit heeft geen invloed op het AUDIO OUT (REC) niveau.
BPHONES (SILENT CINEMA) aansluiting
Produceert audiosignalen waarnaar u ongestoord kunt
luisteren via een hoofdtelefoon (zie bladzijde 34).
Opmerkingen
• Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen
worden gereproduceerd via de SUBWOOFER OUTPUT
aansluiting of de luidspreker-aansluitingen.
• Alle Dolby Digital en DTS audiosignalen worden
teruggemengd naar de linker en rechter hoofdtelefoonkanalen.
C SPEAKERS A/B
Met elke druk op de bijbehorende toets zet u de set voorluidsprekers aangesloten op de FRONT A en/of B
aansluitingen op het achterpaneel aan of uit.
D PRESET/TUNING, EDIT
•Hiermee schakelt u PRESET/TUNING l / h heen en
weer tussen voorkeuzezenders en gewoon afstemmen.
• Hiermee kunt u de toewijzing van voorkeuzezenders
wijzigen (zie bladzijde 51).
E STRAIGHT (EFFECT)
Hiermee zet u de geluidsveldprogramma’s aan of uit.
Wanneer “STRAIGHT” is geselecteerd, zullen 2-kanaals
of multikanaals ingangssignalen direct, onveranderd
worden weergegeven via de bijbehorende luidsprekers,
zonder enig toegevoegd effect (zie bladzijde 39).
F FM/AM
Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen de
radiobanden FM en AM (MG) wanneer de “TUNER”
(radio) is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 46).
G PROGRAM keuzeknop
Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren of de
weergave van de lage/hoge tonen regelen samen met
TONE CONTROL (zie bladzijde 33).
H TONE CONTROL
Regelt de lage/hoge tonen balans tussen de linker en
rechter voor-luidsprekers, samen met PROGRAM (zie
bladzijde 33).
I INPUT MODE
Hiermee kunt u het toestel uitsluitend instellen op digitale
of analoge ingangssignalen, of het toestel automatisch het
soort ingangssignaal laten bepalen wanneer een
component zowel digitaal als analoog op dit toestel is
aangesloten (zie bladzijde 35).
J INPUT keuzeknop
Selecteer de gewenste signaalbron.
K MULTI CH INPUT
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT
aansluitingen verbonden signaalbron (zie bladzijde 38).
Opmerking
De signaalbron die is verbonden met de MULTI CH INPUT
aansluitingen zal voorrang krijgen over een met INPUT op het
voorpaneel (of met de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) geselecteerde signaalbron.
L VIDEO AUX aansluitingen
Via deze audio- en video ingangsaansluitingen kunt u een
externe signaalbron zoals een spelcomputer, een
videocamera of draagbare audiospeler aansluiten
(zie bladzijde 23).
y
Om de signalen die via deze aansluitingen binnenkomen weer te
geven, dient u “V-AUX” in te stellen als signaalbron.
Opmerkingen
• De audiosignalen die binnenkomen via de PORTABLE miniaansluiting hebben voorrang boven de via de AUDIO L/R
aansluitingen binnenkomende signalen.
• De audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting
op het achterpaneel hebben voorrang boven de via de
VIDEO AUX aansluitingen binnenkomende signalen.
INLEIDING
Nederlands
5
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Afstandsbediening
In dit hoofdstuk worden de functies van de toetsen op de bij
dit toestel behorende afstandsbediening beschreven. Zie
“KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING” op
bladzijde 84 als u andere componenten wilt kunnen bedienen.
Opmerking
De bedieningsfuncties van de afstandsbedieningstoetsen in de
grijze gedeelten hieronder hangen af van de stand van de
component-keuzeschakelaar. Zet de component-keuzeschakelaar
op AMP om dit toestel te bedienen. Om de TUNER te kunnen
bedienen, dient u de component-keuzeschakelaar op SOURCE te
zetten en vervolgens op TUNER te drukken om de “TUNER”
(radio) als signaalbron te selecteren.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
POWERPOWER
CD
DVDDTV
V-AU XDVR
TV VOLTV CH
TV MUTETV INPUT
STEREO
1
SELECT
STANDARD
5
SPEAKERS
ENHANCER
9
LEVEL
BAND
DAB MEMORY
REC
DISC SKIP
FREQ/TEXTEONSTARTPTY SEEKMODE
AVTV
MD
CD-R
CBL
MUSIC
2
6
0
TRANSMITCODE SET
ENTERTAIN
EXTD SUR.
PRESET/CH
ENTER
STANDBY
TUNER
VOLUME
MUTE
3
7
NIGHT
10
POWER
SLEEP
MULTI CH IN
MOVIE
DIRECT ST.
STRAIGHT
EFFECT
SET MENU
MENUTITLE
SRCH MODE
A/B/C/D/E
DISPLAYRETURN
AUDIO
SOURCE
4
8
ENT.
AMP
0
A
B
C
D
E
F
TV
G
H
I
J
K
L
■ Bedienen van dit toestel
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP om dit toestel te bedienen.
1 Infrarood venster
Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden. Richt dit
venster op de component die u wilt bedienen (zie bladzijde 8).
2 CODE SET
Hiermee kunt u afstandsbedieningscodes instellen (zie bladzijde 86).
3 Ingangskeuzetoetsen
Selecteer de signaalbron die u wilt bedienen.
Opmerking
De met de geselecteerde signaalbron corresponderende
ingangskeuzetoets licht ongeveer 5 seconden lang op nadat u op
een toets op de afstandsbediening heeft gedrukt om aan te geven
welke component er bediend wordt.
4 Toetsen voor de geluidsveldprogramma’s
Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren (zie
bladzijde 57).
– Gebruik SELECT om 2-kanaals materiaal met
surroundweergave weer te geven (zie bladzijde 43).
– Gebruik EXTD SUR. om te schakelen tussen 5.1- en
6.1-kanaals weergave van multikanaals materiaal
(zie bladzijde 42).
– Gebruik DIRECT ST. om 2-kanaals bronmateriaal
weer te geven in hi-fi stereo (zie bladzijde 39).
5 SPEAKERS
Hiermee kunt u de set voor-luidsprekers aangesloten op de
FRONT A en/of B aansluitingen op het achterpaneel aan
of uit zetten. Druk herhaaldelijk op deze toets om de
instelling als volgt te wijzigen:
A aanB aan
A en B uit
6 ENHANCER
Hiermee zet u de Compressed Music Enhancer
weergavefunctie aan of uit (zie bladzijde 37).
7 LEVEL
Hiermee kunt u een luidsprekerkanaal selecteren om het
uitgangsniveau in te stellen (zie bladzijde 36).
8 Cursortoetsen u / d / j / i, ENTER
Hiermee kunt u de parameters van de geluidsveldprogramma's
of de “SET MENU” parameters selecteren en instellen.
9 RETURN
Hiermee keert u terug naar het vorige menu bij
instellingen via het “SET MENU”.
0 TRANSMIT indicator
Knippert wanneer de afstandsbediening infraroodsignalen
aan het uitzenden is.
6
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
A STANDBY
Hiermee zet u dit toestel uit (standby) (zie bladzijde 28).
Opmerking
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
B POWER
Hiermee zet u dit toestel aan (zie bladzijde 28).
Opmerking
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
C SLEEP
Hiermee kunt u de slaaptimer instellen (zie bladzijde 35).
D MULTI CH IN
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT
aansluitingen verbonden signaalbron bij gebruik van een
externe decoder enz. (zie bladzijde 38).
E VO LUME +/–
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume.
F Component-keuzeschakelaar
Hiermee bepaalt u de bedieningsfunctie van de toetsen in
de grijze gedeelten.
AMP
Hiermee bedient u dit toestel.
SOURCE
Bedient de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde
component (zie bladzijde 85).
TV
Bedient de TV die is toegewezen aan DTV/CBL of
(zie bladzijde 84).
Opmerkingen
• Voor het instellen van de afstandsbedieningscodes voor andere
componenten, zie bladzijde 86.
• Wanneer u afstandsbedieningscodes instelt voor zowel DTV/
CBL als (zie bladzijde 86), wordt voorrang gegeven aan de
voor DTV/CBL ingestelde code.
G MUTE
Deze toets schakelt de geluidsweergave tijdelijk uit. Druk
nog eens op deze toets om de geluidsweergave op het
oorspronkelijke volume voort te zetten (zie bladzijde 34).
H STRAIGHT (EFFECT)
Hiermee zet u de geluidsveldprogramma’s aan of uit.
Wanneer “STRAIGHT” is geselecteerd, zullen 2-kanaals
of multikanaals ingangssignalen direct, onveranderd
worden weergegeven via de bijbehorende luidsprekers,
zonder enig toegevoegd effect (zie bladzijde 39).
I NIGHT
Hiermee kunt u de nacht-luisterfuncties aan of uit zetten
(zie bladzijde 34).
J SET MENU
Opent het “SET MENU” (zie bladzijde 71).
K DISPLAY
Selecteert de in-beeld display (OSD) functie voor
weergave op uw beeldscherm (zie bladzijde 41).
L Toetsen voor Radio Data Systeem radio-
ontvangst
(Alleen modellen voor het V.K. en Europa)
FREQ/TEXT
Hiermee kunt u het Radio Data Systeem display
instellen op weergave van de PS, PTY, RT, of CT
functie (als de zender in kwestie de corresponderende
diensten aanbiedt) en het frequentiedisplay (zie
bladzijde 55).
PTY SEEK MODE
Hiermee zet u dit toestel in de PTY SEEK functie (zie
bladzijde 53).
PTY SEEK START
Begint het zoeken naar een geschikte zender nadat u
het gewenste programmatype heeft geselecteerd in de
PTY SEEK functie (zie bladzijde 53).
EON
Hiermee kunt u het programmatype selecteren
(NEWS, AFFAIRS, INFO, of SPORT) waarop u
automatisch af wilt laten stemmen (zie bladzijde 54).
INLEIDING
7
Nederlands
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
■ Bedienen van de TUNER functies
Zet de component-keuzeschakelaar op SOURCE en druk
dan op TUNER om de “TUNER” (radio) als signaalbron
te selecteren.
4 Cijfertoetsen
Gebruik de cijfertoetsen 1 t/m 8 om een voorkeuzezender
te selecteren.
7 BAND
Hiermee schakelt u heen en weer tussen de radiobanden
FM en AM (MG) (zie bladzijde 46).
8 Cursortoetsen u / d / j / i
Gebruik j / i om een voorkeuzegroep (A t/m E) te
selecteren en u / d om een voorkeuzenummer (1 t/m 8)
te selecteren (zie bladzijde 50).
■ Gebruiken van de afstandsbediening
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal
uit.
U moet de afstandsbediening goed op de
afstandsbedieningssensor op dit toestel richten.
VOLUME
ZONE 2
ZONE
ON/OFF
MASTER
ON OFF
MAIN ZONE
ON/OFF
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
NEXTEDIT
PROGRAM
SPEAKERSPHONES
BA
EFFECT
SILENT CINEMA
30 30
TRANSMITCODE SET
STANDBY
POWER
POWERPOWER
AVTV
SLEEP
MD
CD
CD-R
MULTI CH IN
CBL
DVD DTV
TUNER
V-AUX DVR
AMP
SOURCE
TV VOL TV CH
VOLUME
TV
TV MUTE TV INPUT
MUTE
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
DIRECT ST.
5
6
7
8
SPEAKERS
ENHANCER
NIGHT
STRAIGHT
9
0
10
ENT.
EFFECT
PRESET/CH
SET MENU
LEVEL
MENUTITLE
SRCH MODE
BAND
ENTER
A/B/C/D/E
DISPLAYRETURN
DAB MEMORY
REC
AUDIO
DISC SKIP
FREQ/TEXT EONSTARTPTY SEEKMODE
Opmerkingen
• Mors geen water of andere vloeistoffen op de
afstandsbediening.
• Laat de afstandsbediening niet vallen.
• Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de
volgende plekken:
– zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad
– plekken waar de temperatuur hoog kan worden, zoals bij de
verwarming of kachel
– zeer koude plekken
– stoffige plekken
CONTROL
MEMORY
TUNING MODE
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
INPUT
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
MULTI CH
INPUT
Ongeveer 6 m
VIDEOPORTABLEL AUDIO R
VIDEO AUX
8
Display voorpaneel
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
96
24
ENHANCER
q
DIGITAL
q PL
2
q PL
p
DVR
p
V-AUXpDTV/CBL
DOCK
VIRTUAL
STANDARD
EI
SILENT CINEMA
SP
ZONE2 NIGHT
A B
H
GJKLNMPO
F
HiFi DSP
7 SILENT CINEMA indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten en
er een geluidsveldprogramma is geselecteerd
(zie bladzijde 34).
8 CINEMA DSP indicator
Licht op wanneer u een CINEMA DSP
geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 58).
9 AUTO indicator
Licht op wanneer dit toestel in de automatische
p
DVD
p
MD/CD-RpTUNER
1345768B
t
MATRIX DISCRETE
q EX
q PL x
PCM
D
1 Decoder indicators
Wanneer één van de decoders van dit toestel in werking is,
zal de bijbehorende indicator oplichten.
2 ENHANCER indicator
Licht op wanneer de Compressed Music Enhancer functie
is ingeschakeld (zie bladzijde 37).
3 Geluidsveld indicators
Lichten op om aan te geven welke DSP geluidsvelden er
in werking zijn.
0A9C
p
EON
CD
MEMORY
SLEEP
MUTE
ft
mS
dB
TUNED
AUTO
Q
STEREO
PTYPTY
PSHOLDRT
CT
(Alleen modellen voor het V.K. en Europa)
afstemfunctie staat (zie bladzijde 46).
DSP aanwezigheidsgeluidsveld
Linker surround
DSP geluidsveld
Achter surround DSP geluidsveld
Luisterplek
Rechter surround
DSP geluidsveld
4 VIRTUAL indicator
Licht op wanneer Virtual CINEMA DSP in werking is (zie
bladzijde 44).
5 Signaalbron indicators
De corresponderende cursor licht op om aan te geven
welke signaalbron op dit moment is geselecteerd.
6 DOCK indicator
Licht op wanneer u uw iPod in een YAMAHA iPod
universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10) doet
indien deze is verbonden met de DOCK aansluiting van
dit toestel (zie bladzijde 22).
0 TUNED indicator
Licht op wanneer dit toestel is afgestemd op een zender
(zie bladzijde 46).
A STEREO indicator
Licht op wanneer het toestel een sterk FM stereosignaal
ontvangt en de AUTO indicator brandt (zie bladzijde 46).
B MEMORY indicator
Knippert ten teken dat een zender opgeslagen kan worden
(zie bladzijde 48).
C VOLUME niveauaanduiding
Geeft het huidige volumeniveau aan.
D PCM indicator
Licht op wanneer dit toestel PCM (pulscode modulatie)
digitale audiosignalen weergeeft.
E STANDARD indicator
Licht op wanneer het “SUR. STANDARD” of “SUR.
ENHANCED” programma is geselecteerd
(zie bladzijde 43).
VOLUME
96/24
LFE
LCR
SL SB SR
INLEIDING
dB
9
Nederlands
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
F SP A B indicators
Lichten op om aan te geven welke set voor-luidsprekers is
geselecteerd.
G Hoofdtelefoon indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten
(zie bladzijde 34).
H ZONE2 indicator
Licht op wanneer Zone 2 in werking is (zie bladzijde 90).
I NIGHT indicator
Licht op wanneer u een nacht-luisterfunctie selecteert
(zie bladzijde 34).
J HiFi DSP indicator
Licht op wanneer u een HiFi DSP geluidsveldprogramma
selecteert (zie bladzijde 58).
K Multifunctioneel display
Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en
andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van
instellingen.
L SLEEP indicator
Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld
(zie bladzijde 35).
M MUTE indicator
Knippert wanneer de MUTE functie (tijdelijk uitschakelen
geluidsweergave) is ingeschakeld (zie bladzijde 34).
N 96/24 indicator
Licht op wanneer dit toestel een DTS 96/24 signaal
ontvangt.
O Indicators ingangskanalen
Deze geven aan uit welke kanalen het huidige digitale
ingangssignaal bestaat (zie bladzijde 30).
P LFE indicator
Licht op wanneer het ingangssignaal een LFE signaal
bevat.
Q Radio Data Systeem indicators
(Alleen modellen voor het V.K. en Europa)
Licht op wanneer er Radio Data Systeem gegevens
worden ontvangen.
EON
Licht op wanneer er EON gegevens worden
ontvangen.
PTY HOLD
Licht op wanneer er gezocht wordt naar Radio Data
Systeem zenders in de PTY SEEK functie.
10
Achterpaneel
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
AUDIOAUDIOOUTPUTDIGITAL INPUT
IN
CD
(PLAY)
IN OUT
DTV/CBL
DVRDVD DTV/CBL
DVD
VIDEOS VIDEO
TUNERSPEAKERS
AM
ANT
GND
REMOTE CONTROL
+12V
OUTIN
15mA MAX.
0
MONITOR
OUT
FM ANT
75Ω
UNBAL.
A
OUT
B
ABC
MD/
OUT
CD-R
FRONTZONE 2
(REC)
MULTI CH INPUT
SURROUND
IN OUT
DVR
FRONT
CENTER
WOOFER
MONITOR
SUB
OUT
WOOFER
SUB
CENTER
DIGITAL
OUTPUT
OPTICALOPTICAL
SURROUND
1 Aansluitingen voor video-apparatuur
Zie de bladzijden 18 en 19 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
2 Aansluitingen voor audio-apparatuur
Zie bladzijde 21 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
3 MULTI CH INPUT aansluitingen
Zie bladzijde 23 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
4 ZONE 2 OUTPUT aansluitingen
Zie bladzijde 89 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
Opmerking
Deze aansluitingen produceren uitsluitend analoge signalen.
5 SUBWOOFER OUTPUT aansluiting
Zie bladzijde 13 voor meer informatie over deze
aansluiting.
6 DIGITAL OUTPUT aansluiting
Zie bladzijde 21 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
7 DIGITAL INPUT aansluitingen
Zie bladzijde 19 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
DVDDVD
SURROUND BACK
87654321
DTV/CBLMD/CD-RMD/CD-R
COAXIAL
DOCK
9
COMPONENT VIDEO
DVDDVR
RPBY
P
DTV/CBL
MONITOR OUT
D
8 DOCK aansluiting
Hierop kunt u een YAMAHA iPod universeel dock (zoals
de los verkrijgbare YDS-10) aansluiten, waar u uw iPod in
kunt doen.
Zie bladzijde 22 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
9 COMPONENT VIDEO aansluitingen
Zie de bladzijden 18 en 19 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
0 REMOTE aansluitingen
Zie bladzijde 89 voor details.
A CONTROL OUT aansluiting
Dit is een bedieningsaansluiting voor aangepaste installaties.
B Antenne-aansluitingen
Zie bladzijde 24 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
C Luidspreker-aansluitingen
Zie bladzijde 13 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
D AC OUTLET(S)
Hiermee kunt u eventueel andere audiovisuele
componenten van stroom voorzien.
Zie bladzijde 26 voor details.
INLEIDING
PRPBY
Nederlands
■ VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en algemene
modellen)
Zie bladzijde 26 voor details.
11
AANSLUITINGEN
Luidsprekers opstellen
AANSLUITINGEN
Hieronder ziet u de standaard ITU-R* opstelling van de
luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van
CINEMA DSP en multikanaals audio.
*
ITU-R is de aanduiding voor de afdeling radiocommunicatie
van de ITU (International Telecommunication Union).
FL
SL
SL
C
30˚
60˚
80˚
SB
FR
SR
SR
FR
FL
SW
SR
C
SL
SB
1,8 m
Linker en rechter voor-luidsprekers (FL en FR)
De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van
het hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op
gelijke afstand van de ideale luisterplek. De afstanden van
deze luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk
zijn.
Midden-luidspreker (C)
De midden-luidspreker is voor weergave van het
middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een
of andere reden niet mogelijk is om een middenluidspreker te gebruiken, kunt u ook zonder. De beste
resultaten krijgt u echter met een volledig systeem. Plaats
de midden-luidspreker midden tussen de voor-luidsprekers
en zo dicht mogelijk bij het beeldscherm, bijvoorbeeld
direct erboven of eronder.
Linker en rechter surround-luidsprekers
(SL en SR)
De surround-luidsprekers worden gebruikt voor
omhullende surroundweergave en effecten. Plaats deze
luidsprekers achter uw luisterplek, een beetje naar binnen
gericht en ongeveer 1,8 m van de vloer.
Surround achter-luidspreker (SB)
De surround achter-luidspreker geeft een aanvulling op de
surround-luidsprekers en zorgt voor realistischer
overgangen van voor naar achter. Plaats deze luidspreker
direct achter de luisterplek en op dezelfde hoogte als de
surround-luidsprekers.
Subwoofer (SW)
Een subwoofer met ingebouwde eindversterker, zoals het
YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System,
zorgt niet alleen voor een effectieve versterking van de
lage tonen in sommige of alle kanalen, maar ook voor een
natuurgetrouwe hi-fi stereo reproductie van het LFE (lage
frequentie effecten) kanaal in Dolby Digital en DTS
geluidsmateriaal. De opstelling van de subwoofer is niet
zo belangrijk, want de zeer lage tonen zijn niet erg
richtingsgevoelig. U kunt de subwoofer het beste in de
buurt van de voor-luidsprekers plaatsen. Richt hem een
beetje naar het midden van de ruimte om weerkaatsing via
de wanden te verminderen.
12
AANSLUITINGEN
Aansluiten van luidsprekers
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de
aansluitingen niet kloppen, zal er geen geluid worden weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de
luidspreker-aansluitingen niet correct is, zal de weergave onnatuurlijk klinken met te weinig lage tonen.
LET OP
• U moet het toestel uit zetten voor u de luidsprekers gaat aansluiten (zie bladzijde 28).
• Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de
metalen onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd
raken.
• Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm
storen, zet de luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan.
• Als u luidsprekers van 4 of 6 Ohm gebruikt, moet u “SP IMP.” op “6ΩMIN” zetten voor u dit toestel in
gebruik neemt (zie bladzijde 27).
Opmerkingen
• Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden naast elkaar. De kabels zijn verschillend gekleurd of gevormd, misschien een
streep, groef of ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel en uw
luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–” (zwarte) aansluitingen.
• De lage frequentie signalen van andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of “SMALL”) of “NONE” bij “SPEAKER SET”
(zie de bladzijden 72 en 73) worden naar de luidsprekers gestuurd die zijn geselecteerd bij “LFE/BASS OUT” (zie bladzijde 73).
Voor-luidsprekers (A)
LinksRechts
VOORBEREIDINGEN
Surround-luidsprekers
LinksRechts
Subwoofer
12457
OUTPUT
SUB
WOOFER
FRONT
A
B
SPEAKERS
CENTERSURROUND BACK
SURROUND
Nederlands
Voor-luidsprekers
(B)
Midden-
luidspreker
63
Surround achter-
luidspreker
13
AANSLUITINGEN
FRONT aansluitingen
U kunt hierop een enkel of twee voor-luidsprekersystemen
(1, 2) aansluiten. Als u een enkel voor-luidsprekersysteem
gebruikt, kunt u dit naar keuze met de FRONT A of de B
aansluitingen verbinden.
CENTER aansluitingen
Hierop kunt u een midden-luidspreker (3) aansluiten.
SURROUND aansluitingen
Hierop kunt u surround-luidsprekers (4, 5) aansluiten.
SURROUND BACK aansluitingen
Hierop kunt u een surround achter-luidspreker (6)
aansluiten.
SUBWOOFER aansluiting
Sluit hierop een subwoofer met ingebouwde
eindversterker (7) aan (zoals het YAMAHA Active Servo
Processing Subwoofer System).
1
7
2
3
5
Opstelling van de luidsprekers
4
6
14
AANSLUITINGEN
■ Aansluiten van de luidsprekerkabel
1Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie
van het uiteinde van elk van de
luidsprekerdraden en draai vervolgens de
blootliggende draadjes netjes in elkaar om
kortsluiting te voorkomen.
10 mm
2Maak de knop los.
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
■ Gebruik van bananenstekkers
(Uitgezonderd modellen voor het V.K.,
Europa en Azië)
Een bananenstekker is een enkelpolige elektrische
verbinding die vaak gebruikt wordt voor het aansluiten
van luidsprekerkabels.
Bananenstekker
VOORBEREIDINGEN
1Maak de knop vast.
2Steek de bananenstekker in de bijbehorende
aansluiting.
3Steek een ontbloot draadeind in het gat aan
de zijkant van de aansluiting.
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
4Draai de draad vervolgens met de knop
weer vast.
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
Nederlands
15
AANSLUITINGEN
Informatie over aansluitingen en stekkers
Opmerking
U kunt de digitale aansluitingen gebruiken voor PCM, Dolby Digital en DTS ingangssignalen. Wanneer u een bepaalde component
zowel met de COAXIAL als met de OPTICAL aansluiting verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting binnenkomende signaal
voorrang krijgen. Alle digitale ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz.
Informatie over audio-aansluitingen en stekkers
AUDIO
L
L
Linker en
audiostekkers
R
(Rood)(Wit)(Oranje)(Geel)(Groen) (Blauw) (Rood)
R
rechter
analoge
DIGITAL AUDIO
COAXIAL
C
Coaxiaal
digitale
audiostekker
DIGITAL AUDIO
OPTICAL
O
Optisch
digitale
audiostekker
PORTABLE
M
Stereo
analoge
audio
ministekker
■ Audio-aansluitingen
Dit toestel heeft vier soorten audio-aansluitingen. Welke
aansluiting u nodig heeft hangt af van de
audio-aansluitingen van uw andere apparatuur.
AUDIO aansluitingen
Voor conventionele analoge audiosignalen via linker en
rechter analoge audiokabels. Verbind de rode stekkers met
de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen.
DIGITAL AUDIO COAXIAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via coaxiaal digitale
audiokabels.
DIGITAL AUDIO OPTICAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via optisch digitale
audiokabels.
Opmerking
Trek het kapje van de optische aansluiting voor u er de optische
glasvezelkabel op aansluit. Gooi het stofkapje niet weg. Wanneer
u de optische aansluiting niet gebruikt, dient u het stofkapje er
weer op te doen. Dit kapje beschermt de aansluiting tegen stof.
Video-aansluitingen en stekkers
VIDEOS VIDEO
V
Composiet
videostekker
S-videostekker
S
COMPONENT VIDEO
Y PBPR
Y
PB
Component
videostekkers
P
R
■ Video-aansluitingen
Dit toestel heeft drie soorten video-aansluitingen. Welke
aansluiting u nodig heeft hangt af van de
ingangsaansluitingen van uw beeldscherm. Wanneer
“VIDEO CONV.” op “ON” (zie bladzijde 79) is
ingesteld, zullen videosignalen die binnenkomen via de
VIDEO en S VIDEO aansluitingen worden omgezet en
naar keuze kunnen worden gereproduceerd via de VIDEO,
S VIDEO en COMPONENT VIDEO aansluitingen.
VIDEO aansluitingen
Voor conventionele composiet videosignalen die worden
overgebracht via composiet videokabels.
S VIDEO aansluitingen
Voor S-video signalen, in luminantie (Y) en kleur (C)
gescheiden videosignalen die worden doorgegeven via
aparte draden in speciale S-videokabels.
COMPONENT VIDEO aansluitingen
Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en kleur
(P
B, PR) gescheiden videosignalen die worden
doorgegeven via aparte draden in speciale component
videokabels.
PORTABLE aansluiting
Voor digitale audiosignalen via analoge stereo
ministekkerkabels.
16
Stroomschema audio- en videosignalen
■ Stroomschema audiosignalen voor AUDIO OUT (REC)
AANSLUITINGEN
Ingang
Uitgang
AUDIO OUT (REC)
DIGITAL AUDIO
COAXIAL
Digitale audio
DIGITAL AUDIO
OPTICAL
RLRL
AUDIO
Analoge audio
PORTABLE
Digitaal uitgangssignaal
Analoog uitgangssignaal
Opmerking
In dit toestel is de verwerking van digitale signalen gescheiden van de verwerking van analoge signalen. Daarom kunnen audiosignalen
die binnenkomen via de analoge ingangsaansluitingen ook alleen via de analoge AUDIO OUT (REC) uitgangsaansluitingen worden
weergegeven. Op dezelfde manier zullen via de DIGITAL INPUT (OPTICAL of COAXIAL) ingangsaansluitingen binnenkomende
audiosignalen alleen via de DIGITAL OUTPUT uitgangsaansluiting kunnen worden weergegeven.
VOORBEREIDINGEN
■ Stroomschema videosignalen voor MONITOR OUT
Ingang
Y PBP
R
Uitgang
(MONITOR OUT)
Y PBP
R
COMPONENT
VIDEO
S VIDEO
Analoge video
VIDEO
Door
Videoconversie wanneer “VIDEO CONV.” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 79)
Opmerking
Wanneer er videosignalen binnenkomen via de COMPONENT VIDEO, S VIDEO en VIDEO aansluitingen, zal aan deze signalen als
volgt de voorkeur worden gegeven, met dien verstande dat aan videosignalen die binnenkomen via de COMPONENT VIDEO
aansluitingen de hoogste prioriteit wordt toegekend.
COMPONENT VIDEO > S VIDEO > VIDEO
Nederlands
17
AANSLUITINGEN
Aansluiten van een TV
Verbind uw TV met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting, de S VIDEO MONITOR OUT aansluiting of de
COMPONENT VIDEO MONITOR OUT aansluitingen van dit toestel.
LET OP
Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen
de componenten gemaakt zijn.
MONITOR
VIDEOS VIDEO
OUT
MONITOR
OUT
V
Video ingang
S
S-video ingang
TV
Y
PRPB
Component video ingang
COMPONENT VIDEO
PRPBY
MONITOR OUT
18
AANSLUITINGEN
Aansluiten van een DVD-speler, een DVD-recorder, een videorecorder of
een STB (Set Top Box)
Sluit uw DVD-speler, DVD-recorder, videorecorder of STB (set-top box; een kastje bovenop de TV) aan via dezelfde
soort video-aansluitingen als welke u gebruikt heeft voor uw TV (zie bladzijde 18). Een zogenaamde STB kan
bijvoorbeeld een kabel-tv ontvanger of satellietontvanger zijn.
LET OP
Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen
de componenten gemaakt zijn.
Opmerkingen
• Wanneer “VIDEO CONV.” is ingesteld op “OFF” (zie bladzijde 79) moet u hetzelfde soort video-aansluitingen gebruiken als u
gebruikt heeft om uw TV aan te sluiten (zie bladzijde 18). Als u bijvoorbeeld uw TV heeft verbonden met de VIDEO MONITOR
OUT aansluiting van dit toestel, dan dient u uw andere component te verbinden met de VIDEO aansluitingen.
• Wanneer “VIDEO CONV.” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 79), worden de omgezette videosignalen alleen gereproduceerd via de
MONITOR OUT aansluitingen. Wanneer u iets wilt opnemen moet u gebruik maken van hetzelfde soort video-aansluitingen tussen
alle betrokken componenten.
• Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL
INPUT of DIGITAL OUTPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te selecteren voor “OPTICAL OUT”, “OPTICAL
IN”, of “COAXIAL IN” bij “I/O ASSIGNMENT” (zie bladzijde 77).
• Wanneer u uw DVD-speler zowel met de DIGITAL INPUT (OPTICAL) als met de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting
verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen.
■ Aansluiten van een DVD-speler
VOORBEREIDINGEN
Audio uitgang
DVD-speler
LR
V
AUDIODIGITAL INPUT
DVD
VIDEOS VIDEO
S
Video uitgang
S-Video uitgang
DVD
O
Optische audio uitgang
DVDDVD
OPTICAL
Component video uitgang
C
Coaxiale audio uitgang
COAXIAL
P
RPBY
COMPONENT VIDEO
DVD
RPBY
P
Nederlands
19
AANSLUITINGEN
■ Aansluiten van een DVD-recorder of videorecorder
AUDIO
INOUT
DVR
VIDEOS VIDEO
LRLR
Audio uitgang
Audio ingang
V
Video uitgang
■ Aansluiten van een STB
INOUT
DVR
V
Video ingang
DVD-recorder of
videorecorder
Kabel TV of
satellietontvanger
COMPONENT VIDEO
S
S
S-video ingang
S-Video uitgang
PRPBY
DVR
PRPBY
Component video uitgang
LR
AUDIODIGITAL INPUT
DTV/CBLDTV/CBL
VIDEOS VIDEO
V
Audio uitgang
S
Video uitgang
S-Video uitgang
OPTICAL
DTV/CBL
Component video uitgang
O
RPBY
P
Optische audio uitgang
COMPONENT VIDEO
RPBY
P
DTV/CBL
20
AANSLUITINGEN
Aansluiten van een CD-speler, een MD-speler of cassettedeck
Sluit uw CD-speler, MD-speler of cassettedeck aan via analoge en/of digitale aansluitingen.
LET OP
Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen
de componenten gemaakt zijn.
Opmerking
Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL
INPUT of DIGITAL OUTPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te selecteren voor “OPTICAL OUT”, “OPTICAL
IN”, of “COAXIAL IN” bij “I/O ASSIGNMENT” (zie bladzijde 77).
CD-speler
Audio uitgang
LR
VOORBEREIDINGEN
Audio uitgang
AUDIODIGITAL INPUT
MD/
IN
OUT
CD-R
CD
(REC)
(PLAY)
LRLR
Audio ingang
DIGITAL
OUTPUT
MD/CD-RMD/CD-R
OPTICALOPTICAL
O
O
Optische audio ingang
MD-recorder of
cassettedeck
Optische audio uitgang
21
Nederlands
AANSLUITINGEN
Aansluiten van een YAMAHA iPod universeel dock
Dit toestel is voorzien van een DOCK aansluiting op het achterpaneel waarop u een YAMAHA iPod universeel dock
(zoals een los verkrijgbare YDS-10) kan worden aangesloten voor uw iPod, zodat u uw iPod kunt bedienen met de
meegeleverde afstandsbediening. Verbind een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) met
de DOCK aansluiting op het achterpaneel van dit toestel met de speciaal daarvoor bedoelde kabel. Wanneer deze
verbinding tot stand is gebracht, kunt u uw iPod in uw YAMAHA iPod universeel dock plaatsen.
LET OP
Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen
de componenten gemaakt zijn.
Opmerkingen
• Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund.
• U heeft een YAMAHA iPod universeel dock (aansluitsokkel) (zoals een los verkrijgbare YDS-10) en de speciaal daarvoor bedoelde
kabel nodig die geschikt zijn voor de DOCK aansluiting van dit toestel.
• Wanneer uw iPod geplaatst wordt in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) die is aangesloten op de
DOCK aansluiting van dit toestel, zal dit toestel de signaaloverdracht met uw iPod beginnen.
• Wanneer de verbinding tussen uw iPod en dit toestel tot stand is gebracht, zal de melding “iPod connected” verschijnen op het display
op het voorpaneel en zal de DOCK indicator daar ook oplichten. Als de verbinding tussen uw iPod en dit toestel mislukt, zal er een
melding van die strekking verschijnen op het display op het voorpaneel. Voor een complete lijst van meldingen met betrekking tot deze
verbindingen, verwijzen we u naar het iPod deel in het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” op bladzijde 99.
• Alleen analoge audio- en videosignalen van uw iPod worden geaccepteerd door de DOCK aansluiting, en de analoge audiosignalen
kunnen voor opname worden gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT (REC) aansluitingen.
• De batterij van uw iPod wordt automatisch opgeladen wanneer uw iPod geplaatst is in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een
los verkrijgbare YDS-10) verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel, zolang dit toestel aan staat.
• Afhankelijk van het type iPod, is het mogelijk dat u een iPod adapter zoals meegeleverd met uw YAMAHA iPod universeel dock
(zoals een los verkrijgbare YDS-10) in de uitsparing zult moeten passen voor uw iPod erin past.
YAMAHA iPod universeel dock
(zoals een los verkrijgbare YDS-10)
iPod
DOCK
22
AANSLUITINGEN
Aansluiten van een multiformaatspeler of externe decoder
Dit toestel is voorzien van 6 extra ingangsaansluitingen
(FRONT L/R, CENTER, SURROUND L/R en
SUBWOOFER) voor gescheiden multikanaals
ingangssignalen van een multiformaat-speler, externe
decoder of sound processor. Verbind de
uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler of
externe decoder met de MULTI CH INPUT aansluitingen.
Let er goed op dat u de linker en rechter uitgangen
verbindt met de linker en rechter ingangsaansluitingen
voor zowel de voor- als de surroundkanalen.
LET OP
Sluit dit toestel of de andere componenten pas
aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen
tussen de componenten gemaakt zijn.
Opmerkingen
• Wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron selecteert (zie
bladzijde 38), zal dit toestel automatisch de digitale
geluidsveldprocessor uitschakelen en zult u geen
geluidsveldprogramma’s kunnen selecteren.
• Dit toestel is niet in staat de via de MULTI CH INPUT
aansluitingen binnenkomende signalen zo te herschikken dat er
wordt gecompenseerd voor eventueel in uw systeem
ontbrekende luidsprekers. Daarom bevelen we u aan tenminste
een 5.1-kanaals luidsprekersysteem aan te sluiten voor u
gebruik maakt van deze functie.
• Wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten, zullen alleen de
linker en rechter voorkanalen worden weergegeven.
Aansluiten van een spelcomputer,
een videocamera of een draagbare
audiospeler
Gebruik de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel
als u een spelcomputer, een videocamera of een draagbare
audiospeler wilt aansluiten op dit toestel.
LET OP
U moet het volume van dit toestel en de andere
componenten uit zetten voor u de aansluitingen
gaat maken.
Opmerkingen
• De audiosignalen die binnenkomen via de PORTABLE miniaansluiting hebben voorrang boven de via de AUDIO L/R
aansluitingen binnenkomende signalen.
• De audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting
hebben voorrang boven de via de VIDEO AUX aansluitingen
binnenkomende signalen.
ZONE 2
ON/OFF
MASTER
ON OFF
MAIN ZONE
SPEAKERSPHONES
ON/OFF
SILENT CINEMA
BA
FM/AM
PRESET/TUNING
PROGRAM
EFFECT
VIDEOPORTABLEL AUDIO R
A/B/C/D/E
NEXTEDIT
VIDEO AUX
l PRESET/TUNING h
LEVEL
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
MEMORY
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
INPUT
MULTI CH
INPUT
VOLUME
ZONE
CONTROL
VIDEO AUX
VIDEOPORTABLEL AUDIO R
M
VOORBEREIDINGEN
FRONT
L RL R
Voorkanaal uitgang
Surroundkanaal uitgang
Multiformaat-speler of
externe decoder
MULTI CH INPUT
SURROUND
CENTER
SUB
WOOFER
Subwoofer uitgang
V
L
R
Video uitgang
Spelcomputer of
videocamera
Audio uitgang L/R
Draagbare
audiospeler
Middenkanaal uitgang
Nederlands
23
Audio uitgang
AANSLUITINGEN
Aansluiten van de FM en AM antennes
Dit toestel wordt geleverd met zowel een FM als een AM
binnenantenne. Normaal gesproken zorgen deze antennes
voor een voldoende sterke ontvangst. Verbind de antennes
op de juiste manier met de bijbehorende aansluitingen.
Opmerkingen
• U moet de afstemstap (alleen modellen voor Azië en algemene
modellen) van de tuner aanpassen aan de ruimte tussen
zendfrequenties in uw gebied (zie bladzijde 83).
• De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst
worden.
• De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er
een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten.
• Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere
ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een
slechte ontvangst, kunt u een buitenantenne installeren. Vraag
bij uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of servicecentrum naar de mogelijkheden met buitenantennes.
AM ringantenne
(meegeleverd)
FM binnenantenne
(meegeleverd)
TUNER
FM ANT
AM
ANT
AM buitenantenne
Gebruik 5 tot 10 meter met plastic
geïsoleerd draad dat u bijvoorbeeld
uit een raam naar buiten spant.
■ Aansluiten van de AM ringantenne
1Maak de AM ringantenne gebruiksklaar.
75Ω
GND
UNBAL.
Aarde
(GND aansluiting)
Voor de grootst mogelijke
veiligheid en zo min mogelijk
storing dient u de antenne
GND aansluiting goed te
aarden. Een goede aarding
wordt bijvoorbeeld verzorgd
door een metalen staaf die in
vochtige grond gedreven is.
2Houd het lipje van de AM ANT aansluiting
ingedrukt.
3Steek één van de draden van de AM
ringantenne in de AM ANT aansluiting.
4Laat het lipje van de AM ANT aansluiting los
zodat dit terugveert.
5Herhaal de stappen 2 t/m 4 en sluit de andere
draad aan op de GND aansluiting.
y
Wanneer u de AM ringantenne op de juiste manier heeft
aangesloten op dit toestel, kunt u de AM ringantenne zo
draaien dat u de beste ontvangst bereikt voor uw favoriete
AM zenders (zie bladzijde 46).
24
■ In elkaar zetten van de 75 Ohm/300 Ohm
antenne-adapter (alleen bij modellen
voor het V.K.)
1Maak de meegeleverde 75 Ohm/300 Ohm
antenne-adapter open.
2Strip de buitenmantel van de 75 Ohm
coaxiale kabel en maak deze klaar voor het
aansluiten.
11 mm
8 mm
6 mm
3Knip de verbindingsdraad door en verwijder
deze.
AANSLUITINGEN
VOORBEREIDINGEN
Verbindingsdraad
4Steek de binnendraad van de kabel in de
sleuf en klem de kabel vast met een tang.
Klem
Steek de draad in de
sleuf.
Klem
5Klik de behuizing weer dicht.
Nederlands
25
AANSLUITINGEN
Aansluiten van het netsnoer
Pas wanneer alle verbindingen tot stand zijn gebracht kunt u de stekker in het stopcontact steken.
(Modellen voor de V.S.)
AC OUTLETS
Naar het stopcontact
■ VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en algemene
modellen)
LET OP
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van
dit toestel moet worden ingesteld op de ter
plekke gebruikte netspanning VOOR u de stekker
in het stopcontact steekt. Onjuiste instelling van
de VOLTAGE SELECTOR kan dit toestel
beschadigen en kan brandgevaar opleveren.
Draai de VOLTAGE SELECTOR met de klok mee
of er tegenin naar de correcte stand met een
gewone schroevendraaier.
Met behulp van deze netstroomaansluiting(en) kunt u
daarop aangesloten componenten van stroom voorzien.
Verbind de netsnoeren van uw andere apparatuur met deze
netstroomaansluiting(en). Deze aansluiting(en) worden
van stroom voorzien wanneer de eerste ruimte of Zone 2 is
ingeschakeld. De stroomvoorziening voor deze
aansluiting(en) wordt echter afgesloten wanneer de eerste
ruimte en Zone 2 zijn uitgeschakeld, of wanneer
MASTER ON/OFF op het voorpaneel ingedrukt wordt en
losgelaten zodat deze naar buiten komt, in de OFF stand.
Voor informatie omtrent het maximale vermogen of het
totale stroomverbruik voor de componenten die op deze
aansluiting(en) kunnen worden aangesloten, zie
“TECHNISCHE GEGEVENS” op bladzijde 103.
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de
opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel
uit (standby) staat. Wanneer echter de stekker uit het
stopcontact gehaald wordt of de stroomvoorziening om
een andere reden langer dan een week onderbroken
wordt, zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan.
26
Instellen van de luidspreker-impedantie
AANSLUITINGEN
LET OP
Als u luidsprekers van 4 of 6 Ohm gebruikt, moet
u “SP IMP.” op “6ΩMIN” zetten VOOR u dit
toestel in gebruik neemt.
2,5
ZONE 2
ON/OFF
MASTER
ON OFF
MAIN ZONE
ON/OFF
SILENT CINEMA
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
NEXTEDIT
SPEAKERSPHONES
PROGRAM
BA
EFFECT
l
PRESET/TUNING
MEMORY
TUNING MODE
h
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
INPUT
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
MULTI CH
INPUT
VOLUME
ZONE
CONTROL
VIDEO AUX
VIDEOPORTABLEL AUDIO R
32,4
1Controleer of het toestel uit staat.
Zie bladzijde 28 voor details omtrent het aan en uit
zetten van dit toestel.
2Houd STRAIGHT (EFFECT) op het
voorpaneel ingedrukt en druk vervolgens
MASTER ON/OFF naar binnen in de ON stand
om dit toestel in te schakelen.
Dit toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide
setup menu zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
4Druk herhaaldelijk op STRAIGHT (EFFECT)
op het voorpaneel en selecteer “6ΩMIN”.
De volgende aanduidingen zullen op het display op
het voorpaneel verschijnen.
STRAIGHT
EFFECT
SP IMP.-6 MIN
5Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in
de OFF stand om de nieuwe instelling op te
slaan en dit toestel uit te schakelen.
MASTER
ON OFF
Opmerking
De gewijzigde instelling wordt van kracht zodra u dit toestel
de volgende keer aan zet.
VOORBEREIDINGEN
STRAIGHT
EFFECT
Houd ingedrukt
MASTER
ON OFF
3Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en
selecteer “SP IMP.”.
De volgende aanduidingen zullen op het display op
het voorpaneel verschijnen.
PROGRAM
SP IMP.-8 MIN
Nederlands
27
AANSLUITINGEN
AMP
SOURCE
TV
VOLUME
TV VOL TV CH
TRANSMITCODE SET
STANDBY
POWER
POWERPOWER
CD
AVTV
MULTI CH IN
SLEEP
CD-R
DVD DTV
MD
CBL
TUNER
V-AUX DV R
Aan en uit zetten van dit toestel
Wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, kunt u dit toestel aan zetten.
MASTER ON/OFF
VOLUME
ZONE
CONTROL
VIDEO AUX
VIDEOPORTABLEL AUDIO R
MASTER
ON OFF
MAIN ZONE
SPEAKERSPHONES
ON/OFF
BA
SILENT CINEMA
MAIN ZONE ON/OFF
PRESET/TUNING
ZONE 2
ON/OFF
l
PRESET/TUNING
MEMORY
TUNING MODE
h
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
INPUT
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
MULTI CH
INPUT
FM/AM
A/B/C/D/E
NEXTEDIT
PROGRAM
EFFECT
STANDBY
POWER
■ Aan zetten van dit toestel
Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar
binnen in de ON stand om dit toestel aan te
zetten.
MASTER
ON OFF
Voorpaneel
• Druk op MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel
(of STANDBY op de afstandsbediening) om de
eerste ruimte uit (standby) te zetten.
MAIN ZONE
ON/OFF
of
VoorpaneelAfstandsbediening
• Druk nog eens op MAIN ZONE ON/OFF op het
voorpaneel (of op POWER op de
afstandsbediening) om de eerste ruimte weer in te
schakelen.
MAIN ZONE
ON/OFF
of
STANDBY
POWER
■ Uit zetten van dit toestel
Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel nog
eens in zodat deze naar buiten komt in de OFF
stand om dit toestel uit te schakelen.
MASTER
ON OFF
Voorpaneel
Voorpaneel
Afstandsbediening
Opmerking
MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel en POWER en
STANDBY op de afstandsbediening werken alleen wanneer
MASTER ON/OFF naar binnen is gedrukt in de ON stand.
28
Loading...
+ 88 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.