Yamaha MX49 REMOTE EDITOR, MX61 REMOTE EDITOR User Manual [nl]

Page 1
Gebruikershandleiding
NL
Page 2
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
2
Page 3
Het modelnummer, het serienummer, de stroomvereisten, enz. worden vermeld op of in de nabijheid van het naamplaatje, dat zich aan de onderzijde van het toestel bevindt. Het is raadzaam dit serienummer in de hieronder gereserveerde ruimte te noteren. Bewaar ook deze handleiding als permanent aankoopbewijs om identificatie in geval van diefstal te vergemakkelijken.
Modelnummer
Serienummer
(bottom_nl_01)
OBSERVERA!
Apparaten kopplas inte ur växelströmskällan (nätet) så länge som den ar ansluten till vägguttaget, även om själva apparaten har stängts av.
ADVARSEL: Netspændingen til dette apparat er IKKE
afbrudt, sålænge netledningen sidder i en stikkontakt, som er tændt — også selvom der er slukket på apparatets afbryder.
VAROITUS: Laitteen toisiopiiriin kytketty käyttökytkin ei irroita
koko laitetta verkosta.
(standby)
Informatie voor gebruikers van inzameling en verwijdering van oude apparaten.
Dit teken op de producten, verpakkingen en/of bijgaande documenten betekent dat gebruikte elektrische en elektronische producten niet mogen worden gemengd met algemeen huishoudelijk afval. Breng alstublieft voor de juiste behandeling, herwinning en hergebruik van oude producten deze naar daarvoor bestemde verzamelpunten, in overeenstemming met uw nationale wetgeving en de instructies 2002/96/EC.
Door deze producten juist te rangschikken, helpt u het redden van waardevolle rijkdommen en voorkomt u mogelijke negatieve effecten op de menselijke gezondheid en de omgeving, welke zich zou kunnen voordoen door ongepaste afvalverwerking.
Voor meer informatie over het inzamelen en hergebruik van oude producten kunt u contact opnemen met uw plaatselijke gemeente, uw afvalverwerkingsbedrijf of het verkooppunt waar u de artikelen heeft gekocht.
[Voor zakelijke gebruikers in de Europese Unie]
Mocht u elektrische en elektronisch apparatuur willen weggooien, neem dan alstublieft contact op met uw dealer of leverancier voor meer informatie.
[Informatie over verwijdering in ander landen buiten de Europese Unie]
Dit symbool is alleen geldig in de Europese Unie. Mocht u artikelen weg willen gooien, neem dan alstublieft contact op met uw plaatselijke overheidsinstantie of dealer en vraag naar de juiste manier van verwijderen.
(weee_eu_nl_01)
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
3
Page 4

VOORZICHTIG

Spanningsvoorziening/netadapter
Niet openen
Waarschuwing tegen water
Waarschuwing tegen brand
Als u onregelmatigheden opmerkt
Spanningsvoorziening/netadapter
Locatie
Aansluitingen
LEES DIT ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U VERDERGAAT
Bewaar deze gebruikershandleiding op een veilige en handige plaats voor eventuele
toekomstige raadpleging.
WAARSCHUWING
Volg altijd de hierna vermelde algemene voorzorgsmaatregelen op om ernstig of zelfs dodelijk letsel als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, beschadiging, brand of andere gevaren te voorkomen. Deze maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
voorwerpen (zoals vazen, flessen of glazen) die vloeistof bevatten op het instrument. Wanneer een vloeistof, zoals water, in het instrument
• Plaats het netsnoer niet in de buurt van warmtebronnen zoals verwarming en kachels. Verbuig of beschadig het snoer ook niet en plaats geen zware voorwerpen op het snoer.
• Gebruik het instrument uitsluitend op de voorgeschreven elektrische spanning. De vereiste spanning wordt vermeld op het naamplaatje van het instrument.
• Gebruik uitsluitend de voorgeschreven adapter (pagina 44). Gebruik van een andere adapter kan beschadiging of oververhitting veroorzaken.
• Controleer de elektrische stekker regelmatig en verwijder vuil of stof dat zich erop heeft verzameld.
lekt, schakelt u het instrument onmiddellijk uit en verwijdert u de stekker uit het stopcontact. Laat het instrument vervolgens nakijken door bevoegd Yamaha-servicepersoneel.
• Steek/verwijder nooit een stekker in/uit het stopcontact wanneer u natte handen hebt.
• Plaats geen brandende voorwerpen, zoals kaarsen, op het apparaat. Een brandend voorwerp kan omvallen en brand veroorzaken.
• Als een van de volgende storingen optreedt, schakelt u de POWER-
• Dit instrument bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Maak het instrument nooit open en probeer niet de inwendige onderdelen te demonteren of te wijzigen. Als het instrument defect lijkt, stopt u onmiddellijk met het gebruik ervan en laat u het instrument nakijken door bevoegd Yamaha­servicepersoneel.
• Stel het instrument niet bloot aan regen en gebruik het niet in de buurt van water of in een vochtige omgeving. Plaats nooit
schakelaar onmiddellijk uit en verwijdert u de stekker uit het stopcontact. Laat het instrument vervolgens nakijken door bevoegd Yamaha-servicepersoneel.
- Het netsnoer of de stekker raakt versleten of beschadigd.
- Het instrument verspreidt een ongebruikelijke geur of er komt rook uit het instrument.
- Er is een voorwerp gevallen in het instrument.
- Het geluid valt plotseling weg tijdens het gebruik van het instrument.
Voorzichtig
Volg altijd de hierna vermelde algemene voorzorgsmaatregelen op om lichamelijk letsel bij uzelf en anderen of beschadiging van het instrument en andere eigendommen te voorkomen. Deze maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
• Let erop tijdens het opstellen van het instrument dat het te gebruiken stopcontact gemakkelijk bereikbaar is. Als er een storing optreedt of
• Sluit het instrument niet via een verdeelstekker aan op het stopcontact. Dit kan leiden tot een verminderde geluidskwaliteit of oververhitting in het stopcontact.
• Trek altijd aan de stekker en nooit aan het snoer wanneer u de stekker verwijdert uit het instrument of het stopcontact. Het snoer kan beschadigd raken als u eraan trekt.
• Verwijder de stekker uit het stopcontact tijdens onweer of als u het instrument gedurende langere tijd niet gebruikt.
• Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar het per ongeluk kan omvallen.
• Verwijder voordat u het instrument verplaatst alle aangesloten snoeren, om beschadiging van de kabels te voorkomen en letsel bij personen die erover zouden kunnen struikelen.
het instrument niet correct werkt, schakelt u de POWER-schakelaar onmiddellijk uit en verwijdert u de stekker uit het stopcontact. Ook wanneer de POWER-schakelaar is uitgeschakeld, loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom naar het instrument. Verwijder de stekker uit het stopcontact als u het instrument gedurende langere tijd niet gebruikt.
• Schakel de stroomtoevoer naar alle onderdelen uit voordat u het instrument aansluit op andere elektronische componenten. Stel alle volumeniveaus in op het laagste niveau voordat u de stroomtoevoer naar alle onderdelen in- of uitschakelt.
• Zorg dat het volume van alle componenten is ingesteld op het laagsteniveau en voer het volume tijdens het bespelen van het instrument geleidelijk op tot het gewenste niveau.
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
4
DMI-5 1/2
Page 5
Zorgvuldig behandelen
Yamaha is noch aansprakelijk voor ontstane schade door
• Steek uw vingers of handen niet in de openingen van het instrument.
• Steek nooit papier, metaal of andere voorwerpen in de openingen
oneigenlijk gebruik of modificatie van het instrument, noch voor verlies of beschadiging van gegevens.
van het paneel en laat deze nooit hierin vallen. Dit kan lichamelijk letsel bij u of anderen, schade aan het instrument of andere eigendommen of een verstoring van de werking veroorzaken.
• Leun niet op het instrument, plaats er geen zware voorwerpen op en ga voorzichtig om met de knoppen, schakelaars en aansluitingen.
• Gebruik het instrument/apparaat of een hoofdtelefoon niet te lang op een hoog of oncomfortabel geluidsniveau, aangezien dit permanent
Schakel het instrument altijd uit als u het niet gebruikt. Zelfs als de schakelaar [ ] (Standby/On) de status Stand-by heeft
(display is uit), loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom door het instrument.
Als u het instrument gedurende een lange tijd niet gebruikt, zorg er
dan voor dat u het netsnoer uit het stopcontact haalt gehoorverlies kan veroorzaken. Consulteer een KNO-arts als u ruis in uw oren of gehoorverlies constateert.
LET OP
Houd u aan onderstaande waarschuwingen om storingen/schade aan het apparaat en schade aan de gegevens of andere eigendommen te voorkomen.
Behandeling en onderhoud
• Gebruik het instrument niet in de nabijheid van een tv, radio, stereoapparatuur, mobiele telefoon of andere elektrische apparaten. Het instrument, de tv of de radio kunnen bijgeluid genereren. Als u de iPad/iPhone/iPod Touch met dit instrument gebruikt, moet u de vliegtuigmodus van de iPad/iPhone/iPod Touch activeren om mogelijk bijgeluid van de draadloze communicatie te vermijden.
• Stel het instrument niet bloot aan grote hoeveelheden stof of trillingen, of aan extreme koude of hitte (zoals in direct zonlicht, bij een verwarming of overdag in een auto), om eventuele vervorming van het bedieningspaneel, beschadiging van de interne componenten of instabiele werking te voorkomen.
• Plaats geen vinyl, plastic of rubberen voorwerpen op het instrument, aangezien dit verkleuring van het paneel of het toetsenbord tot gevolg kan hebben.
• Reinig het instrument altijd met een zachte doek. Gebruik geen verfverdunners, oplosmiddelen, schoonmaakmiddelen of chemisch geïmpregneerde schoonmaakdoekjes.
Gegevens opslaan
• De gegevens in de bewerkingsbuffer (geheugenlocatie voor bewerkte gegevens) van het instrument gaan verloren als het instrument wordt uitgezet. Sla belangrijke gegevens op in het gebruikersgeheugen (intern opslaggeheugen), in USB-flashgeheugen of op een extern apparaat zoals een computer. Houd er rekening mee dat in het instrument opgeslagen gegevens verloren kunnen gaan door foutieve werking of foutieve bediening.
• Om gegevensverlies door mediabeschadiging te voorkomen, adviseren wij u belangrijke gegevens op twee USB-flashgeheugens of externe media op te slaan.
Informatie
Auteursrechten
• Het kopiëren van commercieel verkrijgbare muziekgegevens, inclusief maar niet beperkt tot MIDI-gegevens en/of audiogegevens, is strikt verboden, uitgezonderd voor persoonlijk gebruik.
• Dit product bevat en gaat vergezeld van computerprogramma's en inhoud waarvan Yamaha alle auteursrechten heeft of waarvan het over de licenties beschikt om gebruik te mogen maken van de auteursrechten van derden. Onder dergelijk materiaal waarop auteursrechten berusten, vallen, zonder enige beperkingen, alle computersoftware, stijlbestanden, MIDI-bestanden, WAVE-gegevens, bladmuziek en geluidsopnamen. Elk ongeautoriseerd gebruik van dergelijke programma's en inhoud, buiten het persoonlijke gebruik van de koper, is volgens de desbetreffende wettelijke bepalingen niet toegestaan. Elke schending van auteursrechten heeft strafrechtelijke gevolgen. MAAK, DISTRIBUEER OF GEBRUIK GEEN ILLEGALE KOPIEËN.
Functies/gegevens die bij het instrument zijn meegeleverd
• Dit apparaat kan muziekgegevens van verschillende typen en indelingen gebruiken door deze van tevoren naar de juiste muziekgegevensindeling voor gebruik met het instrument te optimaliseren. Hierdoor wordt op dit apparaat muziek mogelijk niet exact zo afgespeeld als de componist het oorspronkelijk heeft bedoeld.
Over deze handleiding
• De afbeeldingen en LCD-schermen zoals deze in deze handleiding te zien zijn, zijn uitsluitend bedoeld voor instructiedoeleinden en kunnen dus enigszins afwijken van de werkelijkheid.
• Windows is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft
• Apple, Mac, iPhone, iPad en iPod Touch zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen.
• De namen van bedrijven en producten die in deze handleiding worden genoemd, zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars.
Informatie over de meest recente firmwareversie
Met het oog op productverbetering kan Yamaha van tijd tot tijd de firmware van het product en de andere bijbehorende software bijwerken zonder voorafgaande kennisgeving. Wij adviseren u regelmatig onze website te controleren op de nieuwste versies en upgrades voor de firmware van de MX49/MX61 en de bijbehorende software.
http://download.yamaha.com/
De beschrijvingen in deze gebruikershandleiding zijn gebaseerd op de firmwareversie die geldig was bij het produceren van deze gebruikershandleiding. Raadpleeg de hierboven vermelde website voor meer informatie over functies die zijn toegevoegd in latere versies.
®
Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
DMI-5 2/2
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
5
Page 6

Inleiding

Dank u voor de aanschaf van de Yamaha MX49/MX61-muzieksynthesizer. Lees deze gebruikershandleiding zorgvuldig voordat u het instrument gebruikt, om volledig gebruik te kunnen maken van de vele kenmerken. Als u de handleiding hebt gelezen, bewaart u deze op een veilige en handige plaats. U kunt de handleiding dan raadplegen wanneer u meer uitleg over een bewerking of functie nodig hebt.

Accessoires

• Gebruikershandleiding (dit boek)
• Online Manual CD-ROM x 1 (Naslaggids, Parameterhandleiding bij synthesizer en Datalijst)
• Dvd-rom x 1 (met DAW-software)
• Netstroomadapter*
*Wordt in uw gebied mogelijk niet meegeleverd. Neem hiervoor contact op met uw Yamaha-dealer.

Over de meegeleverde schijf

BIJZONDERE KENNISGEVINGEN
• Steinberg Media Technologies GmbH heeft het exclusieve eigendom van de software op de meegeleverde schijf en het auteursrecht ervan.
• Het is uitdrukkelijk verboden op enigerlei wijze de software te kopiëren of deze handleiding te reproduceren, hetzij geheel of gedeeltelijk, zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant.
• Yamaha geeft geen garanties met betrekking tot het gebruik van de software en documentatie en kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de resultaten van het gebruik van deze handleiding en de software.
• Deze schijf is NIET bestemd voor gebruik in een audio-/videosysteem. Probeer de schijf niet af te spelen in een cd-/dvd­speler voor audio-/videoweergave. Hierdoor kan de speler ernstig beschadigd raken.
• Yamaha biedt geen technische ondersteuning voor de DAW-software op de meegeleverde schijf.
Over de DAW-software op de meegeleverde schijf
De meegeleverde schijf bevat de DAW-software voor zowel Windows als Mac.
OPMERKING
• U moet de DAW-software installeren met de beheerdersaccount (Administrator-account).
• Plaats de meegeleverde schijf in de diskdrive en voer het bestand 'Start_Center' uit om de DAW-software te installeren.
• Als u zonder beperkingen gebruik wilt maken van de DAW-software op de meegeleverde schijf en tevens wilt beschikken over ondersteuning en andere voordelen, moet u de software registreren en uw softwarelicentie activeren door de software te starten wanneer de computer is verbonden met internet. Klik op de knop 'Register Now' die wordt weergegeven nadat u de software hebt gestart en volg de scherminstructies op. Als u de software niet registreert, kunt u de software na een bepaalde periode niet meer gebruiken.
Ga naar de onderstaande website voor informatie over de minimale systeemvereisten en de meest recente informatie over de software op de schijf.
http://www.steinberg.net
Over softwareondersteuningt
Steinberg biedt ondersteuning voor de DAW-software op de meegeleverde schijf via de volgende website. http://www.steinberg.net
U kunt ook naar de website van Steinberg gaan via het Help-menu van de meegeleverde DAW-software. (Het Help-menu biedt ook toegang tot de PDF-handleiding en andere informatie over de software.)
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
6
Page 7

De handleiding bij de MX49/MX61 gebruiken

Bij de MX49/MX61 synthesizer worden vier verschillende handleidingen meegeleverd: de Gebruikershandleiding (dit boek), de Naslaggids, de Parameterhandleiding bij synthesizer en de Datalijst. De Gebruikershandleiding wordt meegeleverd als een gedrukt handboek. De Naslaggids, de Parameterhandleiding bij synthesizer en de Datalijst worden geleverd als PDF-documenten op de meegeleverde cd-rom.
Gebruikershandleiding (gedrukt boekje)
Beschrijft de installatie en de basishandelingen van de MX49/MX61. Dit is het document dat u eerst moet lezen als u de MX49/MX61 gaat bespelen en gebruiken.
Naslaggids (PDF-document)
Beschrijft het interne ontwerp van de MX49/MX61, hoe u een aangesloten computer gebruikt en alle parameters die kunnen worden aangepast en ingesteld. De handleiding heeft de volgende inhoud.
Basisstructuur
• Structuur van de MX49/MX61
• Regelblok
• Toongeneratorblok
• Effectblok
• Arpeggioblok
• Song-/patroonafspeelblok
• Intern geheugen
• MIDI-/audiosignaalbaan
Een aangesloten computer gebruiken
• Aansluiten op een computer
• Een song maken met een computer
iOS-toepassingen gebruiken
Referentie
• Performance
• Instellingen voor song/patroon
• File (bestand)
• Utility
• Modus Remote
Parameterhandleiding bij synthesizer (PDF-document)
Hierin worden de voiceparameters, effecttypen, effectparameters en MIDI-berichten beschreven die worden gehanteerd voor alle synthesizers met geïntegreerde Yamaha AWM2-klankopwekking. Lees eerst de Gebruikershandleiding en de Naslaggids en raadpleeg vervolgens deze parameterhandleiding als u meer informatie nodig hebt over parameters en termen die betrekking hebben op Yamaha-synthesizers.
Datalijst (PDF-document)
Bevat overzichten zoals de voicelijst, performancelijst, arpeggiotypelijst, effecttypelijst evenals referentiemateriaal zoals de MIDI gegevenstabel en het MIDI-implementatie-overzicht.
De PDF-handleidingen gebruiken
De Naslaggids, de Parameterhandleiding bij synthesizer en de Datalijst worden geleverd als gegevensdocument in PDF-indeling. U kunt deze PDF-bestanden openen en lezen op een computer. Als u gebruikmaakt van Adobe
®
Reader afdrukken of een link gebruiken voor het weergeven van een gewenste sectie in de handleiding. Deze functies voor het zoeken naar termen en het gebruik van links zijn vooral handig voor het navigeren door PDF-bestanden en wij raden u sterk aan om deze te gebruiken. De meest recente versie van Adobe Reader kan worden gedownload via de volgende URL. http://www.adobe.com/products/reader
voor het weergeven van een PDF-bestand, kunt u specifieke woorden zoeken, een bepaalde pagina
®
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
7
Page 8

MX49/MX61 Algemene kenmerken

Dynamische, op MOTIF gebaseerde geluiden
De MX49/MX61 bevat een breed scala aan dynamische en authentieke golfvormen die rechtstreeks zijn afgeleid van het wereldberoemde Yamaha MOTIF (waaronder de realistische geluiden van instrumenten als een akoestische piano, elektrische piano, synthesizer, drums en vele andere). Deze geven u geluid van uitzonderlijk goede kwaliteit voor het afspelen en opnemen in diverse muzikale genres. Bovendien kunt u met de arpeggiofunctie eenvoudig frasen van elk instrument afspelen - zelfs complexe frasen die live onmogelijk kunnen worden afgespeeld. Het instrument beschikt bovendien over een uitgebreid effectensysteem, waaronder VCM-effecten (Virtual Circuitry Modeling), REV-X (Reverb met hoge gradatie) en Master EQ. Op diverse manieren zal de MX49/MX61 uw muziekperformance en -creaties aanzienlijk verbeteren en inspireren.
Gebruiksvriendelijke gebruikersinterface
Dit instrument is ontworpen voor gemakkelijke bespeelbaarheid en eenvoudige, intuïtieve bediening. Zo kunt u met de categorieknoppen snel een gewenste voice selecteren uit duidelijke groepen, op basis van het algemene type instrument of geluidskenmerken. De handige en populaire functie Layer (waarmee u twee voices tegelijk kunt spelen) en de splitfunctie (waarmee u met uw linker- en rechterhand twee afzonderlijke voices kunt spelen) kunnen ook onmiddellijk worden ingesteld. Bovendien vindt u op het paneel vier knoppen, waarmee u twaalf aspecten van het geluid kunt regelen en die u tijdens het spelen in realtime kunt fijnregelen.
Uiterst draagbaar en gemakkelijk mee te nemen ontwerp
Dankzij het geringe gewicht en de compacte omvang kunt u dit instrument nagenoeg overal mee naartoe nemen. De MX49 is slank en compact en past daardoor eenvoudig op uw tafel of vóór uw computer. De MX61 heeft aan de onderkant een handgreep zodat u het instrument gemakkelijk met één hand kunt dragen.
Jammen met ritmepatronen en songs
De MX49/MX61 beschikt over een schat aan dynamische ritmepatronen in een verscheidenheid aan muziekgenres. U kunt het toetsenbord bespelen terwijl een ritmepatroon wordt afgespeeld. Een enorm inspirerende manier om te spelen! Met het instrument kunt u ook heel gemakkelijk MIDI- en audiogegevens afspelen die in USB-flashgeheugen zijn opgeslagen. Op die manier kunt u eenvoudig songgegevens die op de computer zijn gemaakt, gebruiken tijdens een live performance, zonder dat u een computer nodig hebt! Bovendien kunt u dankzij de aansluiting [AUX IN] een draagbare muziekspeler aansluiten zodat u het toetsenbord samen met uw favoriete songs kunt gebruiken.
Volledige muziekproductiemogelijkheden - alleen met de MX49/MX61!
Via USB kunt u zowel MIDI- als audiogegevens overbrengen naar en van een computer. U hebt geen afzonderlijke audio-interface of MIDI-interface nodig. U kunt MIDI-gegevens opnemen en afspelen, digitale audiogegevens rechtstreeks vanaf dit instrument opnemen en het DAW-geluid vanuit de aansluiting OUTPUT [L/MONO]/[PHONES] afluisteren.
Integratie met Cubase
Dit instrument is speciaal ontworpen voor naadloze integratie met software uit de Cubase-serie (versie 6 of hoger*), het volledige DAW-programma van Steinberg (op de meegeleverde schijf). Met dit programma beschikt u over een volledig alles-in-één systeem voor muziekproductie waarin hardware en software compleet zijn geïntegreerd. De Remote Tools van MX49/MX61 maken de integratie met Cubase nog gemakkelijker doordat u de transportbewerkingen en VSTi­parameters rechtstreeks vanaf het instrument kunt regelen. Download eenvoudig de voor MX49/MX61 geschikte software van de volgende Yamaha-website. http://download.yamaha.com/
* Raadpleeg bovengenoemde website voor informatie over de Cubase-softwareserie die de MX49/MX61 ondersteunt.
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
8
Page 9

Inhoudsopgave

VOORZICHTIG .......................................................4
Inleiding...................................................................6
Accessoires.............................................................6
Over de meegeleverde schijf ..................................6
De handleiding bij de MX49/MX61 gebruiken.........7
MX49/MX61 Algemene kenmerken ........................8
Regelaars en functies 10
Voorpaneel ...........................................................10
Achterpaneel .........................................................12
Opstellen 13
Spanningsvoorziening...........................................13
Luidsprekers of hoofdtelefoon aansluiten .............13
Het systeem aanzetten .........................................13
Automatische uitschakelfunctie .............................14
Het volume en de helderheid van de display
aanpassen ............................................................14
De demosongs afspelen .......................................14
De standaardfabrieksinstellingen van het
gebruikersgeheugen resetten ...............................15
Basisbediening en displays 16
De cursor verplaatsen ...........................................16
Parameterwaarden wijzigen (bewerken)...............16
Een item selecteren in een lijst .............................16
Een pagina selecteren ..........................................17
Nootinstellingen.....................................................17
Benoemen (tekens invoeren) ................................17
De huidige display verlaten ...................................17
Beknopte handleiding 18
De voices bespelen...............................................18
Een voice voor part 1 selecteren ............................... 18
Een voice voor part 2 selecteren ............................... 19
Voices combineren (Layer)........................................ 19
Afzonderlijke voices bespelen met uw linker- en
rechterhand (Split) ..................................................... 20
De klankkwaliteit van de voice wijzigen met
de regelaars ..........................................................21
Regelaars op het voorpaneel .................................... 21
Externe regelaars ...................................................... 22
De Arpeggio-functie gebruiken..............................22
Het arpeggio afspelen ............................................... 22
Het arpeggiotempo wijzigen...................................... 23
Het arpeggiotype wijzigen......................................... 23
Octaverings- en transponeerinstellingen
van het toetsenbord.............................................. 24
Octave (octaaf) .......................................................... 24
Transponeren............................................................. 24
De bewerkte instellingen opslaan......................... 24
De performances afspelen ................................... 24
Ritmepatronen afspelen ....................................... 25
Het toetsenbord bespelen met het ritmepatroon ...... 25
Het type en geluid van het ritmepatroon wijzigen ..... 26
Het tempo voor het ritmepatroon wijzigen................. 26
Het toetsenbord bespelen samen met songs....... 27
Songs die compatibel zijn met dit instrument............ 27
MIDI-gegevens afspelen vanaf het
USB-flashgeheugen................................................... 27
Audiogegevens afspelen vanaf het
USB-flashgeheugen................................................... 28
Songgegevens van een draagbare muziekspeler
afspelen...................................................................... 29
Een originele performance maken ....................... 29
Het type Reverb/Chorus selecteren (Common Edit (bewerking gemeenschappelijke
parameters)/Part Edit (part bewerken)) ..................... 29
Het Insertion Effect (invoegeffect) van de voice
wijzigen (Voice Edit)................................................... 31
De besturingsset voor de voice wijzigen (Voice Edit)32
Een voice opslaan (Voice Store)................................ 33
Een performance opslaan (Performance Store)........ 33
Voices geleidelijk wijzigen tijdens
een performance .................................................. 34
Algemene systeeminstellingen aanpassen
(Utility-instellingen) ............................................... 35
De instelling Master Tune (totaalstemming)
wijzigen ...................................................................... 35
De helderheid van de display aanpassen
(LCD-contrast) ........................................................... 35
Bestanden in USB- flashgeheugen opslaan/laden
(Bestandsinstellingen) .......................................... 35
Het USB-flashgeheugen formatteren......................... 35
Instellingen opslaan in USB-flashgeheugen.............. 36
De instellingen laden van een USB-flashgeheugen.. 36
Een extern MIDI-instrument aansluiten ................ 37
De MX49/MX61 regelen vanaf een extern
MIDI-toetsenbord of synthesizer................................ 37
Een extern MIDI-toetsenbord of externe synthesizer
aansturen vanaf de MX49/MX61................................ 38
Appendix 39
Shift-functielijst ..................................................... 39
Displayberichten................................................... 39
Problemen oplossen............................................. 41
Specificaties ......................................................... 44
Index .................................................................... 45
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
9
Page 10

Regelaars en functies

C2 D2 E2 F2 G2 A2 B2 C3 C4
1
23
46#%&$7)
5@^*!89
(Hier wordt de MX49 afgebeeld. De regelaars en aansluitingen van de MX61 zijn echter hetzelfde.)

Voorpaneel

1 Knop [MASTER VOLUME] (pagina 14)
Past het volume van het totaalgeluid aan.
2 Pitchbendwiel (pagina 21)
Verschuift de toonhoogte van de noten naar boven of beneden terwijl u het keyboard bespeelt.
3 Modulatiewiel (pagina 21)
Regelt de vibrato die op het geluid is toegepast.
4 Knoppen [A] – [D] (pagina 21)
Met deze vier uiterst veelzijdige knoppen kunt u diverse aspecten of parameters van part 1 en 2 aanpassen.
5 Knop [KNOB FUNCTION] (pagina 21)
Wijzigt de functies die zijn toegewezen aan knoppen [A] t/m [D].
6 Knop [PART 1-2 LINK] (pagina 21)
Bepaalt het geluid dat op de knopeffecten wordt toegepast.
7 Knop [DAW REMOTE] (zie Naslaggids)
Door aan deze knop te draaien, activeert u de modus Remote. In de modus Remote kunt u de DAW-software op uw computer besturen via de paneelregelaars op het instrument.
8 Knoppen TRANSPOSE [-]/[+] (pagina 24)
Met deze knoppen kunt u de toonhoogte van de noten in stappen van een halve noot verhogen of verlagen.
9 Knoppen OCTAVE [-]/[+] (pagina 24)
Met deze knoppen kunt u het nootbereik van het keyboard instellen.
) Transportknoppen (pagina 25 en 27)
Knop [J] (Stop)
Druk op deze knop als u het afspelen van ritmepatroon­of songgegevens wilt stoppen.
Knop [R/K] (Afspelen/Pauze)
Druk op deze knop om te schakelen tussen het afspelen en pauzeren van een ritmepatroon of songgegevens vanaf het huidige punt.
! Knop [FILE] (pagina 35)
Roept de display File op, van waaruit u bestanden kunt overbrengen tussen dit instrument en het USB­flashgeheugen.
@ Knop [UTILITY] (pagina 35)
Roept de display Utility op, van waaruit u parameters kunt instellen die op het hele systeem van dit instrument van toepassing zijn.
# Knop [EDIT]
Roept de display op van waaruit u een performance kunt bewerken (pagina 24).
$ Knop [JOB] (zie Naslaggids)
Roept de display Performance Job of Utility op.
% Knop [STORE] (opslaan)
Slaat de Performance-/Voice-/Utility-instellingen op.
^ Display [PERFORMANCE NUMBER]
Geeft het nummer aan van de geselecteerde performance.
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
10
Page 11
Regelaars en functies
C5 C6
AD LCK
GHI(B F
J
& Knop [SELECT] (pagina 24)
Roept de display op van waaruit u een performance kunt selecteren.
* LCD (Liquid Crystal Display) (pagina 14)
Op de LCD-display met achtergrondverlichting worden de parameters en waarden weergegeven die betrekking hebben op de huidige geselecteerde handeling of functie.
( Draaiknop [DATA] (pagina 16)
Wijzigt de geselecteerde waarde in de display.
A Knop [SHIFT] (pagina 39)
Als u op deze knop drukt en tegelijkertijd op een andere knop, kunt u verschillende andere opdrachten van de betreffende knoppen uitvoeren.
B Knoppen [INC/YES]/[DEC/NO] (pagina 16)
Hiermee verhoogt/verlaagt u de waarde van de geselecteerde parameter.
C Cursorknoppen (pagina 16)
Hiermee verplaatst u de 'cursor' over de display en bladert u door de pagina's van de bewerkte display.
D Knop [EXIT]
De menu' s en displays van de MX49/MX61 zijn hiërarchisch geordend. Druk op deze knop om de huidige display te sluiten en terug te gaan naar het vorige niveau in de hiërarchie.
E Knop [ENTER]
Met deze knop kunt u de te bewerken display selecteren, de waarde definiëren en een Job- of Store-bewerking (opslaan) uitvoeren.
F Knop [LAYER] (pagina 19), Knop [SPLIT]
(pagina 20)
Met deze knoppen layert u respectievelijk verschillende voices van part 1 en 2 en splitst u het keyboard in een linker- en rechtergedeelte.
G Knop [ARP] (pagina 22)
Bepaalt of de functie Arpeggio wordt toegepast op de gehele performance.
H Knop [RHYTHM PATTERN] (pagina 25)
Roept de display op van waaruit u een ritmepatroon kunt selecteren.
I Knop [EXT. SONG] (externe song) (pagina 27)
Roept de display op van waaruit u songgegevens kunt selecteren van het USB-flashgeheugen dat op de aansluiting USB [TO DEVICE] is aangesloten.
J Knop [TEMPO] (pagina 23, 26 en 27)
Roept de display op van waaruit u het tempo kunt instellen voor het arpeggio, het ritmepatroon of de song.
K Voicecategorieknop (pagina 18)
Selecteert een voicecategorie voor part 1/part 2.
L Knop [PART SELECT]
Roept de display op van waaruit u een part uit part 1 t/m 16 kunt selecteren en deze kunt weergeven.
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
11
Page 12
Regelaars en functies

Achterpaneel

1 2 5 6 7 93 4 8
1 Aansluiting DC IN (pagina 13)
Op deze aansluiting sluit u de bijgeleverde netadapter aan.
2 P Schakelaar (STANDBY/ON) (pagina 13)
Druk op de schakelaar om het instrument aan (O) of op stand-by (N) te zetten.
3 Aansluitingen MIDI [IN]/[OUT] (pagina 37)
Via MIDI [IN] worden alle besturings- of speelgegevens van een ander MIDI-apparaat ontvangen. Via MIDI [OUT] worden alle besturings-, performance­en afspeelgegevens van dit instrument verzonden naar een ander MIDI-apparaat.
4 USB-aansluitingen
Er bestaan twee verschillende typen USB-aansluitingen. Beide typen zijn aanwezig op het achterpaneel van het instrument. De aansluiting USB [TO HOST] wordt gebruikt om dit instrument via een USB-kabel aan te sluiten op een computer, zodat u MIDI- en audiogegevens kunt verzenden tussen de apparaten. Raadpleeg het PDF­document 'Naslaggids' voor informatie over de poort die door de MX49/MX61 wordt gebruikt. De aansluiting USB [TO DEVICE] wordt gebruikt om dit instrument via een USB-kabel te verbinden met een USB-flashgeheugen. Zie pagina 27 en 35 voor meer informatie.
5
Aansluiting [SUSTAIN] (pagina 22)
Voor de aansluiting van een optionele FC3/FC4/FC5­voetschakelaar. Als u een FC4/FC5 aansluit, kunt u hiermee ook diverse andere functies met de voetschakelaar regelen.
6 Aansluiting [FOOT CONTROLLER]
(pagina 22)
Voor de aansluiting van een optionele FC7-voetregelaar. Met deze aansluiting kunt u continu een van de diverse toe te wijzen functies regelen, waaronder volume, toon, toonhoogte en andere aspecten van het geluid.
7 Aansluiting [AUX IN] (Auxiliary Input)
(pagina 29)
De stereomini-aansluiting voor Aux In wordt gebruikt voor het invoeren van audio van een extern audioapparaat. U kunt deze aansluiting bijvoorbeeld gebruiken om een draagbare muziekspeler aan te sluiten, zodat u met uw favoriete muziek kunt meespelen.
OPMERKING
U kunt de regelaar Volume van het externe apparaat gebruiken om de gewenste niveaubalans met dit instrument aan te passen.
8 Aansluitingen OUTPUT [L/MONO]/[R]
Via deze steekplugaansluitingen worden de lijnniveau­audiosignalen uitgevoerd. Voor monofone uitvoer gebruikt u alleen de aansluiting [L/MONO].
9 [PHONES]-aansluiting (hoofdtelefoon)
Met deze standaardaansluiting voor een stereohoofdtelefoon kan een stereohoofdtelefoon worden aangesloten. De audio-uitgang is identiek aan die van de aansluiting OUTPUT [L/MONO]/[R].
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
12
Page 13
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
LET OP

Opstellen

Netadapter
Stopcontact
MX49/MX61
Luidspreker met
eigen voeding (links)
Luidspreker met eigen
voeding (rechts)
OUTPUT [L/MONO] OUTPUT [R]
Hoofdtelefoon
[PHONES]
Standaardaansluiting voor monohoofdtelefoon
Standaardaansluiting voor
stereohoofdtelefoon
MX49/MX61
Schakelaar STANDBY/ON DC IN

Spanningsvoorziening

Maak de aansluitingen voor de bijgeleverde netadapter (pagina 44) in de volgende volgorde. Zorg ervoor dat, voordat u de netadapter aansluit, de stroomschakelaar van het instrument is ingesteld op de status Stand-by (N).
1 Wikkel de DC-uitgangskabel van de
netadapter rond de kabelklem (zoals hieronder wordt geïllustreerd) en sluit vervolgens de stekker van de adapter aan op de aansluiting DC IN op het achterpaneel van het instrument.
OPMERKING Het gebruik van de kabelklem voorkomt dat de
2 Sluit het andere eind van de netadapter aan
op een stopcontact.
OPMERKING Volg deze procedure in omgekeerde volgorde bij
Gebruik alleen de aangegeven adapter (pagina 44). Gebruik van andere adapters kan leiden tot onherstelbare beschadiging van zowel de adapter als het instrument.
kabel tijdens de bediening per ongeluk wordt losgekoppeld. Let erop dat u het snoer niet strakker wikkelt dan nodig is en dat u niet hard aan het snoer trekt terwijl het om de kabelklem is gewikkeld, omdat dit slijtage van het snoer of beschadiging van de klem kan veroorzaken.
het losmaken van de netadapter.

Luidsprekers of hoofdtelefoon aansluiten

Aangezien dit instrument geen ingebouwde luidsprekers heeft, moet u voor het afluisteren van het geluid van het instrument gebruikmaken van externe apparatuur. Sluit een hoofdtelefoon, luidsprekers of andere afspeelapparatuur met eigen voeding aan, zoals hieronder wordt weergegeven. Zorg ervoor dat u alleen kabels met de juiste classificaties aansluit.
Voordat u dit instrument aansluit op elektronische apparaten, moet u alle betreffende apparatuur uitschakelen.

Het systeem aanzetten

Zorg ervoor dat u de volume-instellingen van dit instrument en externe apparaten zoals luidsprekers met eigen voeding op de laagste stand zet voordat u het instrument inschakelt. Als u dit instrument aansluit op de luidsprekers met eigen voeding, zet u de schakelaar POWER (aan/uit-schakelaar) van de apparaten in de volgende volgorde aan.
Bij het inschakelen van het instrument:
Schakel eerst de MX49/MX61 in met de schakelaar P (Standby/On) en schakel daarna de aangesloten luidsprekers met eigen voeding in.
Bij het uitschakelen van het instrument:
Schakel eerst de aangesloten luidsprekers met eigen voeding uit en schakel daarna de MX49/MX61 uit met de schakelaar P (Standby/On).
Zelfs als de stroomschakelaar van het instrument de status Stand-by heeft, loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom door het instrument. Als u het instrument gedurende een lange tijd niet gebruikt, zorg er dan voor dat u de netadapter uit het stopcontact haalt.
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
13
Page 14
Opstellen
LET OP
VOORZICHTIG
Pas het volume aan
met de knop
[MASTER VOLUME].
Pas het displaycontrast aan.

Automatische uitschakelfunctie

Om onnodig stroomverbruik te voorkomen, heeft dit instrument een automatische uitschakelfunctie waarmee de stroom automatisch wordt uitgeschakeld als het instrument gedurende een opgegeven tijd niet is gebruikt. Bij de standaardinstelling wordt het instrument automatisch uitgeschakeld als het langer dan 30 minuten niet is gebruikt.
Als u de automatische uitschakelfunctie wilt uitschakelen, schakelt u het instrument uit terwijl u de laagste toets op het keyboard ingedrukt houdt. Het bericht 'Auto power off disabled' wordt kort weergegeven en de automatische uitschakelfunctie wordt uitgezet. De instelling blijft ook behouden als het instrument wordt uitgezet.
Ga als volgt te werk om in te stellen hoeveel tijd er moet verstrijken voordat het instrument wordt uitgezet. [UTILITY] Selecteer '01:General' met cursortoets [u] [ENTER] Selecteer 'AutoOff' met cursortoets [d] en wijzig de waarde met de draaiknop [DATA] [STORE] (opslaan)

Het volume en de helderheid van de display aanpassen

Pas de volumeniveaus van dit instrument en het aangesloten versterker/luidsprekersysteem aan.
OPMERKING
Luister niet gedurende een langere tijd met een hoog volume naar de hoofdtelefoon. Uw gehoor kan hierdoor beschadigd raken.
Als de display niet goed leesbaar is, druk dan op de knop [INC/YES]/[DEC/NO] terwijl u de knop [UTILITY] ingedrukt houdt om het contrast aan te passen.
Bij het aansluiten van een set luidsprekers of PA-apparatuur met eigen voeding, moet u het mastervolume instellen op ongeveer 70% en vervolgens het volume van de luidsprekers of van de PA-apparatuur met eigen voeding verhogen tot het juiste niveau.
• Afhankelijk van de status van het instrument (bijvoorbeeld als instellingen zijn gewijzigd maar nog niet zijn opgeslagen) wordt het instrument mogelijk niet automatisch uitgeschakeld, ook niet nadat de opgegeven periode is verstreken. Zet het instrument altijd handmatig uit als u het niet gebruikt.
• Als het instrument een bepaalde periode niet wordt gebruikt terwijl het is aangesloten op een extern apparaat zoals een versterker, luidspreker of computer, volg dan de instructies in de Gebruikershandleiding voor het uitschakelen van het instrument en de aangesloten apparaten, om schade aan apparaten te voorkomen. Als u niet wilt dat het instrument automatisch wordt uitgeschakeld als er een apparaat is aangesloten, zet u de automatische uitschakelfunctie uit.
• Als Auto Power Off is ingesteld op 'off', blijft die waarde ook behouden als de back-upgegevens die op een ander apparaat zijn opgeslagen naar het instrument worden geladen. Als Auto Power Off is ingesteld op een andere waarde dan 'off', wordt die waarde overschreven met de geladen gegevens.
• Onthoud dat de tijd waarna het instrument automatisch wordt uitgeschakeld, wordt gereset op 30 minuten als u de functie Factory Set (fabrieksinstellingen) gebruikt (pagina 15).
OPMERKING • De ingestelde tijd is een benadering.
Als u het instrument wilt inschakelen nadat de
Automatische uitschakelfunctie is uitgevoerd, drukt u één keer op de schakelaar Standby/On om deze in de positie Standby te zetten en vervolgens nog een keer om de schakelaar in de positie On te zetten.
MX49/MX61

De demosongs afspelen

De MX49/MX61 beschikt over een aantal demosongs die een goede indruk geven van het dynamische geluid en de geavanceerde functies. Hieronder wordt beschreven hoe u deze kunt afspelen.
1
Druk tegelijkertijd op [FILE] en [UTILITY].
De display DEMO wordt opgeroepen.
2
Draai aan de draaiknop [DATA] om een demosong te selecteren.
3 Druk op [F/ K] (Afspelen/Pauze) om de
demosong af te spelen.
De demosong die momenteel in de display wordt weergegeven wordt gestart.
OPMERKING
4 Druk op [J] (Stop) om de demosong
te stoppen.
5
Druk op [EXIT] (afsluiten) om de display DEMO te verlaten.
Pas het volumeniveau van de demosongs aan met de knop [MASTER VOLUME].
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
14
Page 15
Opstellen
LET OP
LET OP
LET OP
De standaardfabrieks­instellingen van het gebruikersgeheugen resetten
U kunt als volgt de oorspronkelijke fabrieksinstellingen van het gebruikersgeheugen van deze synthesizer herstellen. De standaardfabrieksinstellingen van de performances, gebruikersvoices en Utility-instellingen van het gebruikersgeheugen worden gereset. Deze bewerking is met name handig als u per ongeluk de performances of Utilit-instellingen hebt gewist.
Als de fabrieksinstellingen worden teruggezet, worden alle instellingen gewist die u in de display Utility hebt doorgevoerd voor Performance, Gebruikersvoice en systeeminstellingen. Zorg ervoor dat u geen belangrijke gegevens overschrijft. Sla alle belangrijke gegevens in uw USB-flashgeheugen op voordat u deze procedure uitvoert (pagina 36).
1 Druk op [UTILITY] en vervolgens op [JOB].
De display Utility Job Select wordt opgeroepen.
2 Gebruik de cursorknoppen [u]/[d] om
'02:FactrySet' te selecteren en druk op [ENTER].
De display Factory Set (fabrieksinstellingen) wordt opgeroepen.
4 Druk op [INC/YES].
De handeling Factory Set (fabrieksinstellingen) wordt uitgevoerd.
Voor de bewerkingen van Factory Set (fabrieksinstellingen) die langere tijd in beslag nemen, wordt tijdens de verwerking een bericht weergegeven. Schakel het instrument niet uit als dit bericht wordt weergegeven. Als u het instrument uitzet in deze situatie heeft dat het verlies van alle gebruikersgegevens tot gevolg en kan het systeem vastlopen (ten gevolge van beschadigde gegevens in het gebruikersgeheugen). Dit kan er ook toe leiden dat het instrument niet goed kan worden gestart ook niet als u het instrument de volgende keer inschakelt.
5 Druk herhaaldelijk op [EXIT] (afsluiten) om
naar de eerste display terug te keren.
JOB*Factory*Set
****PowerOn*Auto=off
3 Druk op [ENTER].
U wordt om bevestiging gevraagd. Druk hier op [DEC/NO] als u deze bewerking wilt annuleren. Druk in dit geval indien nodig herhaaldelijk op [EXIT] (afsluiten) om naar de bovenste display terug te keren nadat u hebt geannuleerd.
qw**Are*you*sure?*** e****[NO]/[YES]****r
Als u 'Power On Auto' instelt op 'on' en een Factory Set (fabrieksinstellingen) uitvoert, wordt de functie Factory Set (fabrieksinstellingen) automatisch uitgevoerd als u het instrument inschakelt. Houd er rekening mee dat hiermee ook de oorspronkelijke gegevens in het gebruikersgeheugen worden gewist, telkens als u het instrument aanzet. Daarom is de parameter doorgaans ingesteld op 'off'. Als u deze instelt op 'off' en Factory Set (fabrieksinstellingen) uitvoert, wordt de bewerking Factory Set (fabrieksinstellingen) de volgende keer dat het instrument wordt ingeschakeld niet uitgevoerd.
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
15
Page 16

Basisbediening en displays

Geselecteerd item
Geselecteerd item
Geselecteerd item
De waarde verhogen
De waarde verlagen
De waarde
verlagen
De waarde
verhogen
Nummer van het geselecteerde item
Naam van het geselecteerde item (te bewerken display)
a
d
s
Andere geselecteerde items lager in de lijst beschikbaar
Andere geselecteerde items hoger of lager in de lijst beschikbaar
Andere geselecteerde items hoger in de lijst beschikbaar

De cursor verplaatsen

De displaycursor geeft een geselecteerd item aan en kan op de volgende drie manieren worden weergegeven.
Type pijl
AP STR:081:Amb*Pizza
Deze knipperende driehoekige cursor geeft de regel van het geselecteerde item aan. U kunt de cursor omhoog of omlaag verplaatsen met de cursorknoppen [u]/[d].
Type knipperen
DrumKit
a
Het geselecteerde item zelf knippert. U kunt de cursoraanduiding omhoog/omlaag/naar links/naar rechts verplaatsen met de cursorknoppen [u]/[d]/[l]/[r].
***
001:CncrtGrandc
*Insert*Eff*
REV:
****
SPX*Hall
2

Parameterwaarden wijzigen (bewerken)

De draaiknop [DATA] rechtsom draaien (met de klok mee) verhoogt de waarde, linksom draaien (tegen de klok in) verlaagt deze. Door op de knop [INC/YES] te drukken, wordt een parameterwaarde telkens met één stap verhoogd, door te drukken op de knop [DEC/NO] wordt een parameterwaarde verlaagd. Door een van de knoppen vast te houden wordt de waarde continu verhoogd of verlaagd. Voor parameters met een groot waardebereik kunt u de waarde in stappen van 10 verhogen door de knop [SHIFT] vast te houden terwijl u de knop [INC/YES] indrukt. Om de waarde in stappen van 10 te verlagen, houdt u de knop [SHIFT] vast en drukt u op de knop [DEC/NO].
Type onderstrepen
AP*:*001:CncrtGrand
a
Deze knipperende onderstreping geeft het geselecteerde item aan. Deze display heeft eigenlijk twee cursoraanduidingen: de onderstreping en de knipperende cursor. U kunt de knipperende cursor verplaatsen door de cursorknoppen [u]/[d] in deze display te gebruiken en u kunt de onderstreping verplaatsen door de cursorknoppen [l]/[r] te gebruiken.
3
tyuiop@000123456789

Een item selecteren in een lijst

Als er meerdere displays moeten worden bewerkt, wordt de naam van elke display als een geselecteerd item weergegeven in een lijst.
Common
a
01:Chorus*Eff
Als u naar een ander item wilt schakelen, gebruikt u de cursorknoppen [u]/[d] en drukt u op [ENTER] om de selectie te bevestigen. Het pictogram dat links van het nummer wordt weergegeven, geeft aan dat andere items hoger (s) of lager (a) in de lijst beschikbaar zijn.
2
16
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
Page 17
Basisbediening en displays
Geeft de beschikbaarheid van andere pagina's aan
Te bewerken parameter
+
Splitpunt
Common*Name
a
*******[Simple*Bld]
2
Geselecteerde locatie knippert

Een pagina selecteren

De te bewerken display kan uit meerdere pagina's bestaan. In dit geval worden de bovenste (s)/onderste (a) iconen in de linkerbenedenhoek van de display weergegeven. U kunt een pagina selecteren door de cursorknoppen [u]/[d] te gebruiken.
DrumKit
a
***
REV:
*Insert*Eff*
****
SPX*Hall
2

Nootinstellingen

Door op een toets te drukken, kunt u een nootwaarde instellen voor de parameter Splitpunt (pagina 20). U kunt het gewenste splitpunt instellen door [SPLIT] vast te houden en op de corresponderende toets te drukken (alleen als [SPLIT] is ingesteld op 'on'; het lampje brandt).

De huidige display verlaten

Druk op [EXIT] (afsluiten) als u vanuit de huidige display naar de vorige wilt terugkeren. Druk herhaaldelijk op [EXIT] (afsluiten) om naar de eerste display terug te keren.
OPMERKING
Als u de modus Remote wilt verlaten (raadpleeg het PDF-document 'Naslaggids') moet u niet op [EXIT] (afsluiten) maar op [DAW REMOTE] drukken.

Benoemen (tekens invoeren)

U kunt de gegevens die u hebt gemaakt, zoals voices en performances, naar eigen keuze een naam geven. Verplaats de cursor eerst met de cursorknoppen [l]/[r] naar de gewenste locatie in de naam en selecteer vervolgens het letterteken met de draaiknop [DATA] of de knoppen [INC/YES]/[DEC/NO].
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
17
Page 18

Beknopte handleiding

LET OP
Voice voor part 1
Voice voor part 2
Voicecate gorie
Cursor geeft aan dat part 1 is geselecteerd
Voicenummer Voicenaam
+
Categorie van part 1 is gewijzigd.
KB STR:081:Amb
*
Pizza
004:Soft*Casec
Voice voor part 1 is gewijzigd.

De voices bespelen

De MX49/MX61 bestaat uit 16 parts. Voices, de basisgeluiden en bouwstenen van de MX49/MX61, worden aan elke part toegewezen. Nadat het instrument is ingeschakeld, ziet u in de eerste display alleen de voices van part 1 en 2. Als u met de standaardinstellingen op het keyboard speelt, hoort u alleen de voice voor part 1. Selecteer de gewenste voice uit de diverse vooraf ingestelde voices en bespeel deze.
Eerste display
AP 001:CncrtGrandc STR:081:Amb*Pizza
001:CncrtGrandcAP
Tip
Bij de instructies in de sectie 'De voices bespelen' wordt aangenomen dat u direct nadat u het instrument hebt ingeschakeld, in de eerste display met de standaardinstellingen bent gestart. Als het instrument een andere status heeft of als u om welke reden dan ook niet kunt terugkeren naar de eerste display met de standaardinstellingen, houdt u [SHIFT] vast terwijl u op [SELECT] drukt. Dit is de functie Quick Reset, waarmee u kunt terugkeren naar de display die wordt weergegeven als het instrument de eerste keer wordt ingeschakeld.
Een voice voor part 1 selecteren
De voices van de MX49/MX61 zijn heel handig in specifieke categorieën ondergebracht, en elke categorie is gebaseerd op een algemeen type instrument of geluidskenmerk. Selecteer eerst een categorie als u een voice wilt selecteren. Hier leert u hoe u voices verandert en een voice bespeelt terwijl part 1 is geselecteerd.
OPMERKING
Raadpleeg het PDF-document 'Datalijst' voor de lijst met voices en categorieën.
1 Druk op de gewenste voicecategorieknop.
KB STR:081:Amb
001:Vintage'74c
*
Pizza
2 Draai de draaiknop [DATA] om de gewenste
voice in de geselecteerde categorie te selecteren.
Als u de functie Quick Reset uitvoert, worden alle bewerkte gegevens gewist. Zorg dat belangrijke gegevens in het interne geheugen zijn opgeslagen (pagina 33).
OPMERKING Raadpleeg de 'Shift-functielijst' (pagina 39)
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
18
voor meer informatie over deze functie.
3 Bespeel het keyboard.
4 Herhaal stap 1 t/m 3 om de verschillende
voices te bespelen.
Page 19
Beknopte handleiding
KB ORG:001:16+8+5&1/3
:004:Soft*Case
c
Voice voor part 2 is gewijzigd.
Voice voor part 1
Voice voor part 2
KB ORG:002:Jz2Perc+C3
:004:Soft*Case
c
Voice voor part 2 is gewijzigd.
Een voice voor part 2 selecteren
Hier leert u hoe u een voice voor part 2 én part 1 selecteert. Door in de eerste display de voices voor part 1 en 2 in te stellen, kunt u tijdens het spelen tussen de twee voices schakelen zonder dat het geluid op onnatuurlijke manier wordt afgekapt.
1 Druk op de cursorknop [d] om part 2 te
selecteren.
Nu is alleen part 2 hoorbaar.
KB
:004:Soft*Case
c
STR:081:Amb
*
Pizza
2 Druk op de gewenste voicecategorieknop. 3 Draai de draaiknop [DATA] om een specifieke
gewenste voice in de geselecteerde categorie te selecteren.
Voices combineren (Layer)
U kunt afzonderlijke voices voor part 1 en 2 selecteren en beide voices samen in een layer afspelen.
1 Druk op [LAYER].
Nu kunnen part 1 en 2 tegelijkertijd klinken (Layer). In de display is part 2 geselecteerd.
4 Bespeel het keyboard.
5 Druk tijdens het bespelen van het keyboard
op de cursorknop [u] om part 1 te selecteren.
Het geluid van part 2 wordt geproduceerd voor de laatst gespeelde toets en de voice verandert in die van part 1, die vanaf de volgende toets en daarna wordt gespeeld.
Tip Het afspelen van arpeggio's stoppen
Afhankelijk van de geselecteerde voice, kunt u het afspelen van arpeggio's activeren door het keyboard te bespelen. U kunt op elk moment op [ARP] drukken om het afspelen van arpeggio's te stoppen. Als u de functie Arpeggio weer wilt activeren, drukt u op [ARP] zodat het lampje oplicht.
2 Selecteer een voice voor part 2 met de
categorieknoppen en de draaiknop [DATA] en controleer het geluid door op het keyboard te spelen.
OPMERKING Als u de vo ice voor part 1 wilt wijzigen, drukt
u op de cursorknop [u] om part 1 te selecteren en gebruikt u de categorieknoppen en de draaiknop [DATA] om een andere voice te selecteren.
3 Pas het volume voor part 1 en 2 naar wens
aan en controleer het geluid terwijl u het keyboard bespeelt.
Controleer of het lampje van [PART 1-2 LINK] uit is en druk dan herhaaldelijk op [KNOB FUNCTION] tot het derde lampje brandt. Pas vervolgens het volume voor de geselecteerde part aan met behulp van Knop [A]. Wanneer de eerste display weer wordt weergegeven, selecteert u de andere part met de cursorknoppen [ volume aan door opnieuw aan knop [A] te draaien.
OPMERKING Als de waarde van Knop [A] tussen haakjes
staat, heeft het draaien aan Knop [A] geen effect op de waarde totdat de aangeduide waarde wordt bereikt.
u
]/[d] en past u het
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
19
Page 20
Beknopte handleiding
Voice voor part 2 Voice voor part 1
Split Point (splitpunt)
+
Split Point (splitpunt)
4 Druk opnieuw op [LAYER] als u de functie
Layer wilt annuleren.
Het lampje [LAYER] gaat uit en alleen de voice van part 1 is hoorbaar.
Tip Een vol en complex geluid maken door voices te layeren
Door de waarde van de parameter 'Detune' voor één part een beetje te verhogen of te verlagen nadat synthesizervoices aan part 1 en 2 zijn toegewezen, kunt u een krachtig leadsynthesizergeluid maken. Experimenteer met andere voices en de parameter Detune (ontstemming) - die u kunt oproepen zoals hieronder wordt beschreven - om andere warme en natuurlijke geluiden te creëren. [EDIT]  Selecteer '02:Part'  [ENTER]  Selecteer '01:Play Mode'
[ENTER]  Cursorknoppen [u]/[d]
Afzonderlijke voices bespelen met uw linker- en rechterhand (Split)
Met deze functie kunt u met uw linker- en rechterhand verschillende voices bespelen. Als u deze functie wilt gebruiken, wijst u de voice voor part 1 toe aan het rechtergedeelte van het keyboard en de voice voor part 2 aan het linkergedeelte. Het punt (of de toets) waar het toetsenbord in het linker- en rechtergedeelte wordt gesplitst, wordt het 'splitpunt' genoemd. U kunt het splitpunt op elke gewenste toets instellen.
1 Druk op [SPLIT].
De voices van part 1 en 2 worden gesplitst in de linker­en rechterkant van het toetsenbord en part 2 wordt geselecteerd.
2 Selecteer een voice voor part 2 met de
categorieknoppen en de draaiknop [DATA] en controleer het geluid door op het toetsenbord te spelen.
OPMERKING Als u de voice voor part 1 wilt wijzigen, drukt
u op de cursorknop [u] om part 1 te selecteren en gebruikt u de categorieknoppen en de draaiknop [DATA] om een andere voice te selecteren.
3 Als u het splitpunt wilt wijzigen, houdt
u [SPLIT] vast terwijl u op de gewenste toets drukt.
4 Pas het volume voor part 1 en 2 naar wens
aan en controleer het geluid terwijl u het toetsenbord bespeelt.
Controleer of het lampje van [PART 1-2 LINK] uit is en druk dan herhaaldelijk op [KNOB FUNCTION] tot het derde lampje brandt. Draai vervolgens aan knop [A]. Het volume voor de geselecteerde part is gewijzigd. Als de eerste display weer wordt weergegeven, selecteert u de andere part met de cursorknoppen [ aan door opnieuw aan knop [A] te draaien.
u
]/[d] en past u het volume
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
20
5 Druk opnieuw op [SPLIT] als u de functie
Split wilt annuleren.
Het lampje [SPLIT] gaat uit en alleen de voice van part 1 is hoorbaar.
Tip De toonhoogte voor een part wijzigen in halve noten
Soms is het muzikaal nuttig om de toonhoogte van de gesplitste part te wijzigen en deze bijvoorbeeld op een hoger of lager octaaf in te stellen. Daartoe gebruikt u de parameter 'NoteShift' voor de part. U kunt NoteShift (nootverschuiving) als volgt oproepen.
[EDIT] '01:Play Mode'
Selecteer '02:Part'  [ENTER]  Selecteer
[ENTER]  Cursorknoppen [u]/[d]
Page 21
Beknopte handleiding
Knoppen [A] t/m [D]
Pitchbendwiel
Modulatiewiel
Verhoogt de
toonhoogte
Verlaagt de
toonhoogte
Maximum
Minimum
Functi e 3
Functi e 2
Functi e 1
Functie­namen
Waarden
***Part01*Cutoff*** ********+30********
qw er

De klankkwaliteit van de voice wijzigen met de regelaars

De MX49/MX61 beschikt over diverse regelaars waarmee u het geluid van het instrument in realtime kunt aanpassen. Dit zijn de knoppen, het pitchbendwiel en het modulatiewiel. U kunt diverse functies ook regelen met de externe regelaars die op de desbetreffende aansluitingen op het achterpaneel zijn aangesloten.
Regelaars op het voorpaneel
Knoppen [A] t/m [D]
U kunt de helderheid en klankkenmerken van part 1 en part 2 in realtime wijzigen door tijdens het spelen aan de knoppen te draaien. Aan elke knop zijn drie functies toegewezen, die u een voor een kunt kiezen met de bij elke knop behorende [KNOB FUNCTION]-knop.
1 Druk indien nodig herhaaldelijk op [KNOB
FUNCTION] tot het lampje naast de gewenste functies oplicht.
De display Knob Function, waarin de huidige functies en waarden voor de knoppen [A] t/m [D] worden weergegeven, wordt opgeroepen. De waarden tussen haakjes geven aan dat de knopaanduiding afwijkt van de huidige werkelijke waarde.
Pitchbendwiel
Gebruik het pitchbendwiel om noten naar boven of beneden te verbuigen terwijl u het toetsenbord bespeelt. Dit wiel is zelfcentrerend en springt automatisch terug naar de normale toonhoogte wanneer u het loslaat. Probeer het pitchbendwiel uit terwijl u een noot op het toetsenbord indrukt.
OPMERKING
U kunt het maximale pitchbendbereik wijzigen door de parameters 'PB Upper'/'PB Lower' als volgt op te roepen en de waarden van deze parameters te wijzigen. [EDIT] Selecteer '02:Part' [ENTER] Selecteer '01:Play Mode' [ENTER] Cursorknoppen [u]/[d]
Modulatiewiel
Deze regelaar wordt gebruikt om vibrato op het toetsenbordgeluid toe te passen. Probeer het modulatiewiel uit met verschillende vooraf ingestelde voices terwijl u het toetsenbord bespeelt.
*Cut**Rez**Cho**Rev
(+34)*:02***40***12
OPMERKING
]
[A]
[B] [C] [D]
U kunt de knoppen [A] t/m [D] onmiddellijk resetten op functie 1 door [SHIFT] vast te houden terwijl u op [KNOB FUNCTION] drukt.
2 Druk op [PART 1-2 LINK] om te bepalen of
u de knopfuncties wilt toepassen op part 1 en 2 (on) of alleen op de geselecteerde part (off).
3 Draai aan de knoppen terwijl u het
toetsenbord bespeelt.
In de display Knob Function worden de functie weergegeven die is toegewezen aan de knop die u momenteel bedient en de functiewaarde daarvan. Als de waarde tussen haakjes wordt weergegeven, heeft het draaien aan de desbetreffende knop pas effect op de waarde wanneer de knopaanduiding de huidige waarde heeft bereikt.
OPMERKING
Raadpleeg het PDF-document 'Naslaggids' voor meer informatie over elke functie.
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
21
Page 22
Beknopte handleiding
Achterpaneel
Part 2
Arpeggioschakelaar = on
Voi ce
Part 2
Arpeggioschakelaar = on
Voi ce
Arpeggioschakelaar = on
Externe regelaars
FC3, FC4, FC5 FC7
Voetschakelaar
Met een optionele voetschakelaar (FC3, FC4 of FC5) die is aangesloten op de aansluiting [SUSTAIN] op het achterpaneel kunt u sustain regelen. Noten die worden gespeeld terwijl de voetschakelaar is ingedrukt, worden langer dan normaal aangehouden nadat u de corresponderende toetsen hebt losgelaten, net als een demperpedaal op een akoestische piano (sustain-functie). Als u een FC3 aansluit, kunt u de halfdemperfunctie gebruiken voor sommige voices van de categorieën PIANO en KEYBOARD. Als u de halfdemperfunctie gebruikt, regelt de mate waarin het pedaal is ingedrukt hoe lang de noten worden aangehouden. Wijzig de instelling als volgt al naargelang de aangesloten voetschakelaar. [UTILITY] Selecteer '03:Controller' [ENTER] Selecteer parameter 'FS Pedal' Stel 'FS Pedal' in op aangesloten voetschakelaar Druk tweemaal op [EXIT] (afsluiten) om naar eerste display terug te keren
OPMERKING
Als u de halfdemperfunctie wilt gebruiken, stelt u 'FS Pedal' in op 'FC3 Half On'.

De Arpeggio-functie gebruiken

Met de arpeggiofunctie kunt u arpeggio's (gebroken akkoorden) maken door alleen maar de betreffende noten op het toetsenbord te spelen. Als u bijvoorbeeld de noten van een drieklank speelt (de grondtoon, de terts en de kwint), maakt de arpeggiofunctie hiermee automatisch een aantal interessante frasen in de vorm van arpeggio's. U kunt verschillende arpeggiotypen voor elke part instellen en de arpeggiofunctie op twee parts tegelijk toepassen. Voor elke part wordt automatisch het meest geschikte arpeggiotype geselecteerd, maar u kunt gemakkelijk een willekeurig ander arpeggiotype selecteren.
Voetregelaar
U kunt een optionele voetregelaar (FC7) aansluiten op de aansluiting [FOOT CONTROLLER] op het achterpaneel. U kunt dan het volume regelen met uw voet (net als het volumepedaal van een orgel), zodat u uw handen vrij hebt om te spelen.
OPMERKING
Tip Als sustain alleen op specifieke parts wordt toegepast
Als u het sustaineffect alleen op part 1 wilt toepassen, stelt u de ontvangstschakelaar van de 'Sustain' voor part 2 als volgt in op 'off'. [EDIT] Selecteer '02:Part' [ENTER] [KEYBOARD] (2) Selecteer '04:Receive Switch' [ENTER] 'Sustain' = 'off'
Met een voetpedaal dat is aangesloten op de aansluiting [SUSTAIN] of [FOOT CONTROLLER]kunt u ook andere functies dan sustain of volume regelen. Raadpleeg de uitleg over de display Utility Controller in het PDF­document 'Naslaggids' voor meer informatie.
Het arpeggio afspelen
1 Druk op [EDIT].
2 Selecteer '02:Part' door op de cursorknop [d]
en vervolgens op [ENTER] te drukken.
EDIT
02:Part
s
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
22
Page 23
Beknopte handleiding
Part01*Arp*Select
Switch=*on
a
Part01*Arp*Select
ApKb:036:BalladEP2
d
Arpeggio-
categorie
Arpeggio-
nummer
Arpeggionaam
Part01*Arp*Select
Hold=******on
a
3 Selecteer '03:Arp Select' met de
cursorknoppen [u]/[d] en druk op [ENTER].
Hiermee roept u de display Edit voor het arpeggio van de part op.
Part01
03:Arp*Select
d
4 Druk op [PIANO] (1).
Hiermee roept u de display Edit voor part 1 op. (U kunt andere parts selecteren door op de gewenste nummerknop 1 t/m 16 te drukken.)
5 Selecteer de parameter 'Switch' met de
cursorknop [u] en stel deze met de draaiknop [DATA] in op 'on'.
Het arpeggio voor part 1 is ingeschakeld.
Het arpeggiotempo wijzigen
1 Druk op [TEMPO].
2 Verander het tempo met de draaiknop [DATA]
terwijl u het arpeggio op het toetsenbord speelt.
qw
*******Tempo **********90
er
v
3 Druk op [EXIT] (afsluiten) om de display
TEMPO te verlaten.
Tap Tempo, functie
Het tempo kan ook worden ingesteld door herhaaldelijk in het gewenste tempo op de knop [TEMPO] te tikken.
6 Druk indien nodig op [ARP] op het paneel
zodat het lampje brandt.
7 Bespeel het toetsenbord om het arpeggio
te horen.
Het geluid van het geproduceerde arpeggio is afhankelijk van het aantal noten dat u speelt en het gebied van het toetsenbord dat u bespeelt.
8 Druk op [ARP] als het afspelen van
arpeggio's niet stopt nadat u bent gestopt met spelen.
9 Speel desgewenst het arpeggio voor part 2
en voor part 1 af.
Druk op [KEYBOARD] (2) (zie stap 4 hierboven) en voer stap 5 t/m 8 opnieuw uit.
Het arpeggiotype wijzigen
1 Geef gewenste instellingen op volgens de
instructies in stap 1 t/m 4 in 'Het arpeggio afspelen'.
2 Selecteer de parameter voor het arpeggiotype
op pagina 3 van de display Arp Select met de cursorknoppen [u]/[d] en verander het arpeggiotype terwijl u het toetsenbord bespeelt.
Verplaats de knipperende cursor met de cursorknoppen [l]/[r] naar de arpeggiocategorie of het arpeggionummer en verander de instelling met de draaiknop [DATA].
3 Selecteer desgewenst de parameter 'Hold'
met de cursorknop [u] en wijzig de instelling met de draaiknop [DATA].
Deze parameter bepaalt of het arpeggio blijft doorklinken nadat de toetsen zijn losgelaten. Raadpleeg het PDF-document 'Parameterhandleiding bij synthesizer' voor meer informatie over deze parameter.
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
23
Page 24
Beknopte handleiding
Performance 128
Performance 1
Normaal gebruikte parts
Part 1
Voi ce
Voi ce
Part 2
Part 3
Voi ce
Part 10
Voi ce
Part 16
Voi ce
Display Performance Select
Performancenummer Performancegroep Performancenaam

Octaverings- en transponeerinstellingen van het toetsenbord

Octave (octaaf)
Met de knoppen OCTAVE [-]/[+] kan de toonhoogte van het toetsenbord omhoog of omlaag worden verschoven in stappen van een octaaf, tot maximaal drie octaven. U kunt bijvoorbeeld de toonhoogte verlagen om extra basnoten te verkrijgen of verhogen om hogere noten te verkrijgen voor solo's. Als u tegelijkertijd op de knoppen [-] en [+] drukt, wordt de beginwaarde (0) van de instelling hersteld. U kunt het huidige octaafbereik controleren via de status van het LED-lampje van de knoppen OCTAVE [-]/[+]. Als de toonhoogte één octaaf hoger of lager is ingesteld, brandt het bijbehorende lampje. Als de toonhoogte twee octaven hoger of lager is ingesteld, knippert het bijbehorende lampje langzaam. Als de toonhoogte drie octaven hoger of lager is ingesteld, knippert het bijbehorende lampje snel.
Transponeren

De performances afspelen

Een programma waarin meerdere voices (parts) worden gecombineerd, wordt een 'performance' genoemd en het instrument heeft in totaal 128 performances. Een performance bestaat uit maximaal 16 parts Parts 1 en 2 zijn de parts die doorgaans worden gebruikt om het toetsenbord te bespelen. Als u dit instrument inschakelt met de fabrieksinstellingen wordt performance 1 opgeroepen. In de instructies die tot dusver zijn besproken (pagina 18 t/m 24) hebt u part 1 en 2 gespeeld en bewerkt van performance 1, die eenvoudig is ontworpen voor het afspelen van een of twee voices. Met performance 2 t/m 128 kunt u genieten van een krachtig en vol geluid dat uit meerdere verschillende voices bestaat. In de volgende instructies gaan we de performance wijzigen in een van de performances 2 t/m 128 en deze afspelen.
Met de knoppen TRANSPOSE [-]/[+] kunt u de toonhoogte van het toetsenbord in halve noten verhogen of verlagen (tot maximaal 11 halve noten). Met deze functie kunt u op dezelfde positie en met dezelfde vingerzetting spelen, zelfs als de songgegevens of een andere instrumentbespeler in een andere toonsoort spelen. Als u tegelijkertijd op de knoppen [-] en [+] drukt, wordt de beginwaarde (0) van de instelling hersteld. Als de toonhoogte is ingesteld op een halve noot hoger of lager, brandt het overeenkomende lampje.

De bewerkte instellingen opslaan

Als u tevreden bent over de resultaten, slaat u de gewijzigde instellingen in het interne geheugen (als een performance) op zodat u ze opnieuw kunt oproepen nadat het instrument uitgeschakeld is geweest. Druk op [STORE] (opslaan) en daarna op [ENTER]. Druk tot slot op [INC/YES] om de instellingen op te slaan in performance 1.
OPMERKING
Raadpleeg 'De performance opslaan' (pagina 33) voor gedetailleerde instructies voor de bewerking Store (opslaan).
1 Druk op [SELECT].
De display Performance Select wordt opgeroepen.
2 Selecteer een performance met de draaiknop
[DATA].
Het nummer van de geselecteerde performance wordt weergegeven in de display [PERFORMANCE NUMBER].
Performance*Select
001(A01):MXCategory
c
OPMERKING
Raadpleeg de 'Performancelijst' van het PDF­document 'Datalijst' voor een gedetailleerde lijst van alle performances.
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
24
Page 25
Beknopte handleiding
OPMERKING De 128 performances zijn verdeeld in acht
groepen (A t/m H), die elk uit zestien performances bestaan. Als u deze groepen met performances wilt selecteren, houdt u [SHIFT] vast terwijl u de draaiknop [DATA] of de knoppen [INC/YES]/[DEC/NO] gebruikt.
3 Bespeel het toetsenbord.
Als het lampje op de knop [R/K] (Afspelen/Pauze) knippert voordat u het toetsenbord bespeelt, wordt het ritmepatroon (functie Key On Start) gestart wanneer u het toetsenbord bespeelt. Bespeel in dat geval het toetsenbord met het ritmepatroon. Druk op [J] (Stop) om het ritmepatroon te stoppen. En als het afspelen van het arpeggio doorgaat nadat u bent gestopt met spelen, drukt u op [ARP] om het arpeggio te stoppen.
4 Als u de diverse performances hebt
uitgeprobeerd, drukt u op [EXIT] (afsluiten) om naar de eerste display terug te keren.
De display met de geselecteerde part 1 en part 2 wordt opgeroepen.

Ritmepatronen afspelen

De MX49/MX61 beschikt over een breed scala aan ritmepatronen. Aan elke performance is een geschikt ritmepatroon toegewezen.
Het toetsenbord bespelen met het ritmepatroon
1 Nadat u een performance hebt geselecteerd
bespeelt u het toetsenbord terwijl het lampje [R/K] (Afspelen/Pauze) knippert. Als het lampje [R/K] (Afspelen/Pauze) is uitgeschakeld, drukt u op [R/K] (Afspelen/ Pauze) en bespeelt u het toetsenbord.
Het lampje van [R/K] (Afspelen/Pauze) knippert snel en het ritmepatroon wordt afgespeeld.
2 Druk op [R/K] (Afspelen/Pauze) als u het
ritmepatroon wilt onderbreken. Druk nogmaals op [R/K] (Afspelen/Pauze) als u het afspelen wilt voortzetten.
LD*:073:BuzzAround LD*:012:Rap*Lead*1
Tip
U kunt performances achter elkaar met een voetschakelaar selecteren door een FC4/FC5 op de aansluiting [SUSTAIN] aan te sluiten en als volgt in te stellen. Onthoud dat de sustainfunctie in dit geval niet kan worden gebruikt. [UTILITY] Selecteer '03:Controller' [ENTER] 'FS' = 'PC inc'/'PC dec'.
3 Druk op [J] (Stop) om het ritmepatroon te
stoppen.
Tip De functie Key On Start gebruiken
De functie Key On Start start automatisch een ritmepatroon als u een toets op het toetsenbord indrukt. Dit is met name handig tijdens een live performance, omdat u het toetsenbord kunt gaan bespelen en het ritmepatroon tegelijkertijd onmiddellijk wordt afgespeeld. Er zijn enkele performances waarvoor de functie Key On Start automatisch is ingesteld op stand­by. In dat geval kunt u de functie Key On Start direct gebruiken door gewoon op het toetsenbord te spelen. Voor andere performances moet u de functie activeren zoals hieronder wordt beschreven.
1 Houd [J] (Stop) vast terwijl u op [R/K]
(Afspelen/Pauze) drukt.
Het lampje van [R/K] (Afspelen/Pauze) knippert langzaam en de geselecteerde performance wordt ingesteld op de status Stand-by voor de functie Key On Start.
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
25
Page 26
Beknopte handleiding
Categorie Nummer Naam
Het tempo voor het ritmepatroon wijzigen
+
1 Druk op [TEMPO].
OPMERKING Druk op [J] (Stop) als u deze stand-
bystatus wilt annuleren.
2 Bespeel het toetsenbord.
Het ritmepatroon begint tegelijkertijd.
3 Druk op [J] (Stop) om het ritmepatroon
te stoppen.
Het type en geluid van het ritmepatroon wijzigen
U kunt een ander ritmepatroon aan de performance toewijzen en zelfs de drumvoice wijzigen die voor het patroon wordt gebruikt.
1 Druk op [RHYTHM PATTERN].
2 Druk indien nodig herhaaldelijk op de
cursorknop [u] om de 1e pagina (zie pagina hieronder) weer te geven. Druk vervolgens op [R/K] (Afspelen/Pauze) en wijzig het type ritmepatroon.
Verplaats de cursor met de cursorknoppen [l]/[r] naar de categorie of het nummer van het ritmepatroon.
2 Druk op [R/K] (Afspelen/Pauze) om het
ritmepatroon af te spelen en draai aan de draaiknop [DATA] om het tempo te wijzigen.
qw
*******Tempo **********90
er
OPMERKING Deze tempo-instelling wordt automatisch
Tap Tempo, functie
Het tempo kan ook worden ingesteld door herhaaldelijk in het gewenste tempo op de knop [TEMPO] te tikken.
Het ritmepatroon opslaan
U kunt de gewijzigde instellingen voor het ritmepatroon als speelgegevens opslaan. Zie pagina 33 voor instructies voor het opslaan van een performance.
v
gereflecteerd naar het arpeggiotempo en kan voor elke performance worden ingesteld.
PATTERN*****01:01/04
*R&B:091:Smooth*2
a
3 Druk op de cursorknop [d] om de 2e pagina
op te roepen en draai aan de draaiknop [DATA] om de drumvoice te wijzigen.
PATTERN*****01:01/04
*DR*:073:Hard*Kit
d
OPMERKING Op andere pagina 's kunt u aanvullende
parameters met betrekking tot het ritmepatroon instellen. Raadpleeg het PDF-document 'Naslaggids' voor meer informatie over deze parameters.
4 Als u de gewenste instellingen voor het
ritmepatroon hebt ingesteld, drukt u op [J] (Stop) om het ritmepatroon te stoppen.
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
26
Page 27
Beknopte handleiding
Performance*Select
001(A01):MXCategory
c
SONG**********001:01
**File=MYSONG01.MID
a
Huidige maat en tel voor de MIDI-gegevens
Naam van de MIDI-gegevens

Het toetsenbord bespelen samen met songs

MIDI- en audiogegevens in het USB-flashgeheugen kunnen als een 'song' worden afgespeeld op de MX49/MX61.
MIDI- en audiogegevens
MIDI-gegevens bestaan uit de informatie over uw toetsenbordperformance. Het is geen opname van het geluid zelf. De performance-informatie heeft betrekking op welke toetsen zijn ingedrukt, met welke timing en kracht - net als in een muzieknotatie. Op basis van de opgenomen performance-informatie voert de toongenerator het corresponderende geluid uit. Audiogegevens zijn daarentegen een opname van het gespeelde geluid zelf. Deze gegevens worden op dezelfde manier opgenomen als met bijvoorbeeld een spraakrecorder. Deze gegevens zijn daarentegen een opname kunnen worden afgespeeld met bijvoorbeeld een draagbare muziekspeler, zodat anderen uw performance gemakkelijk kunnen beluisteren.
Songs die compatibel zijn met dit instrument
3 Druk op [EXT. SONG].
4 Druk indien nodig herhaaldelijk op de
cursorknop [u] om de 1e pagina op te roepen en draai aan de draaiknop [DATA] om de gewenste MIDI-gegevens te selecteren.
5 Druk op [R/K] (Afspelen/Pauze).
Het lampje van [R/K] (Afspelen/Pauze) knippert en de geselecteerde MIDI-gegevens worden afgespeeld met de geselecteerde performancegeluiden.
De volgende gegevensindelingen van MIDI- en audiogegevens kunnen op dit instrument worden afgespeeld.
MIDI-gegevens
Alleen SMF (Standard MIDI File) MIDI-gegevens met format 0 kunnen voor afspelen op dit instrument worden gebruikt. De bestandsextensie is '.MID'. Dit instrument beschikt over een 16-tracks sequencer voor het afspelen en een 16-parts multitimbrale toongenerator, waarmee u MIDI-gegevens op maximaal 16 tracks kunt afspelen.
Audiogegevens
Alleen 44,1kHz/16-bits stereo Wave-bestand­audiogegevens kunnen worden gebruikt voor afspelen op dit instrument. De bestandsextensie is '.WAV'.
MIDI-gegevens afspelen vanaf het USB-flashgeheugen
1 Sluit het USB-flashgeheugen aan waarin
de MIDI-gegevens zijn opgeslagen.
OPMERKING Zorg dat de gewenste MIDI-gegevens zijn
opgeslagen in de basismap (die wordt opgeroepen wanneer u de geheugenlocatie opent) van het USB-flashgeheugen.
2 Druk op [SELECT] en selecteer een geschikte
performance voor het afspelen van de MIDI-gegevens.
6 Bespeel het toetsenbord samen met de
MIDI-gegevens.
De geselecteerde part wordt afgespeeld. Als u de part wilt wijzigen die wordt afgespeeld, drukt u op [PART SELECT] om met de genummerde categorieknoppen een van de 16 parts te selecteren.
7 Druk op [R/K] (Afspelen/Pauze) als u de
MIDI-gegevens wilt onderbreken. Druk nogmaals op [R/K] (Afspelen/Pauze) als u het afspelen wilt voortzetten.
8 Als u het tempo wilt wijzigen, drukt u op
[TEMPO] en draait u aan de draaiknop [Data] om de geselecteerde waarde te selecteren.
qw
*******Tempo **********90
er
OPMERKING Deze tempo-instelling wordt automatisch
v
gereflecteerd naar het tempo van het arpeggio en ritmepatroon en kan voor elke performance worden ingesteld.
Tap Tempo, functie
Het tempo kan ook worden ingesteld door herhaaldelijk in het gewenste tempo op de knop [TEMPO] te tikken.
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
27
Page 28
Beknopte handleiding
SONG***********00:00
**File=BACK_001.WAV
a
Huidige verstreken tijd van audiogegevens (in minuten en seconden)
Naam van de audiogegevens
SONG**********
*****WAV*Volume=100
s
LET OP
9 Druk op [J] (Stop) om de MIDI-gegevens
te stoppen.
Audiogegevens afspelen vanaf het USB-flashgeheugen
1 Sluit het USB-flashgeheugen aan waarin de
audiogegevens zijn opgeslagen.
OPMERKING Zorg dat de gewenste audiogegevens zijn
opgeslagen in de basismap (die wordt opgeroepen wanneer u de geheugenlocatie opent) van het USB-flashgeheugen.
2 Druk op [EXT. SONG].
3 Druk indien nodig herhaaldelijk op de
cursorknop [u] om de 1e pagina op te roepen en draai aan de draaiknop [DATA] om de gewenste audiogegevens te selecteren.
4 Druk indien nodig herhaaldelijk op de
cursorknop [d] om de 2e pagina op te roepen en draai aan de draaiknop [DATA] om het volume voor de audiogegevens aan te passen.
5 Druk op [R/K] (Afspelen/Pauze).
Het lampje van [R/K] (Afspelen/Pauze) knippert en de geselecteerde audiogegevens worden afgespeeld met de geselecteerde performancegeluiden.
6 Bespeel het toetsenbord samen met de
audiogegevens.
7 Druk op [R/K] (Afspelen/Pauze) als u de
audiogegevens wilt onderbreken. Druk nogmaals op [R/K] (Afspelen/Pauze) als u het afspelen wilt voortzetten.
8 Druk op [J] (Stop) om de audiogegevens
te stoppen.
Voorzorgsmaatregelen tijdens het gebruik van de aansluiting USB [TO DEVICE]
Dit instrument heeft een ingebouwde USB [TO DEVICE]­aansluiting. Behandel het USB-flashgeheugen voorzichtig als u het op de aansluiting aansluit. Volg de onderstaande belangrijke voorzorgsmaatregelen.
OPMERKING
Compatibele USB-apparaten
Alleen USB-geheugenapparaten van het type flashgeheugen kunnen worden gebruikt met de MX49/MX61. Het instrument biedt bovendien mogelijk niet voor elk in de handel verkrijgbaar USB­flashgeheugen ondersteuning en Yamaha biedt geen garantie voor de werking van dergelijke USB­apparaten als u ze aanschaft. Ga voordat u een USB­flashgeheugen aanschaft voor gebruik met dit instrument naar de volgende webpagina: http://download.yamaha.com/
USB-flashgeheugens aansluiten
Zorg als u een USB-flashgeheugen aansluit op de aansluiting USB [TO DEVICE] dat u de juiste aansluiting op het geheugen gebruikt en het geheugen in de juiste richting aansluit.
• Sluit het USB-flashgeheugen niet aan en koppel het niet los tijdens afspelen/opnemen, bestandsbeheer (zoals opslaan, kopiëren, verwijderen en formatteren) of terwijl het instrument op welke wijze dan ook gebruikmaakt van het USB-flashgeheugen. Anders kan het instrument 'blijven hangen' of kunnen het USB-flashgeheugen en de gegevens beschadigd raken.
• Als u het USB-flashgeheugen aansluiten en weer loskoppelt (of omgekeerd), moet u enkele seconden wachten tussen de twee handelingen.
OPMERKING •
Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw specifieke USB-flashgeheugen voor meer informatie over het omgaan met USB­flashgeheugens.
Gebruik een USB-kabel van maximaal 3meter.
Hoewel het instrument de USB 1.1-standaard ondersteunt, kunt u ook een USB 2.0­flashgeheugen aansluiten en gebruiken met het instrument. De overdrachtssnelheid is in dit geval echter wel die van USB 1.1.
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
28
Page 29
Beknopte handleiding
LET OP
Achterpaneel
Stereominikabel van 1/8 inch
Draagbare muziekspeler enz.
USB-flashgeheugens gebruiken
Als u het instrument aansluit op een USB­flashgeheugen, kunt u het aangesloten apparaat gebruiken voor zowel het opslaan van de door u gemaakte gegevens als het lezen van opgeslagen gegevens.
Aantal USB-flashgeheugens dat kan
worden gebruikt
Er kan slechts één USB-flashgeheugen tegelijkertijd worden aangesloten op de aansluiting [USB TO DEVICE].
USB-flashgeheugens formatteren
Als een USB-flashgeheugen wordt aangesloten, kan er een bericht verschijnen waarin u wordt gevraagd het geheugen te formatteren. Als dat gebeurt, voert u de Format-handeling uit (pagina 35).
Met de Format-handeling worden alle bestaande gegevens overschreven. Controleer of het medium dat u formatteert geen belangrijke gegevens bevat.
Uw gegevens beveiligen
(schrijfbeveiliging)
Gebruik de schrijfbeveiliging van het flashgeheugenapparaat om te voorkomen dat belangrijke gegevens onopzettelijk worden gewist. Als u gegevens in het USB-flashgeheugen wilt opslaan, moet schrijfbeveiliging zijn uitgeschakeld.
Het instrument uitschakelen
Controleer bij het uitschakelen van het instrument of het instrument GEEN gebruik maakt van het USB­flashgeheugen door afspelen of bestandsbeheer (zoals opslaan, kopiëren, verwijderen en formatteren). Anders kunnen het USB-flashgeheugen en de gegevens beschadigd raken.
2 Druk op de knop Play op de aangesloten
muziekspeler.
De songgegevens van de muziekspeler worden op het instrument afgespeeld.
OPMERKING
U kunt de regelaar Volume van het externe apparaat gebruiken om de gewenste niveaubalans met dit instrument aan te passen.
3 Bespeel het toetsenbord samen met de
songgegevens.
4 Druk op de stopknop van de muziekspeler
als u klaar bent.
Tip
Met de handige functie Tap Tempo kunt u het arpeggiotempo aanpassen aan de songgegevens die vanaf de draagbare muziekspeler worden afgespeeld. Daartoe 'speelt' of tikt u diverse keren op de knop [TEMPO] in het ritme van de songgegevens.

Een originele performance maken

In Performance Edit kunt u zowel de parameters bewerken die uniek zijn voor elke part (Part Edit, part bewerken) als de parameters die gemeenschappelijk zijn voor alle parts (Common Edit, bewerking gemeenschappelijke parameters). U kunt ook de voiceparameters bewerken die zijn toegewezen aan elke part van de performance (Voice Edit). Bewerk deze parameters om een originele performance te maken.
OPMERKING
Raadpleeg het PDF-document 'Naslaggids' voor meer informatie over alle parameters.
Songgegevens van een draagbare muziekspeler afspelen
1 Sluit een draagbare muziekspeler aan op de
aansluiting [AUX IN] van dit instrument.
OPMERKING • Als u een verbinding met een ander apparaat tot
stand brengt, moet u erop letten dat u stekkers gebruikt die overeenkomen met de in- en uitvoeraansluitingen op die apparaten.
Voordat u aansluitingen tot stand brengt, dient
u ook het volume op de andere apparaten zo laag mogelijk te draaien.
Het type Reverb/Chorus selecteren (Common Edit (bewerking gemeenschappelijke parameters)/Part Edit (part bewerken))
1 Druk op [EDIT].
2 Druk indien nodig herhaaldelijk op de
cursorknop [u] om '01: Common' te selecteren en druk op [ENTER].
De display Performance Common Edit wordt opgeroepen.
EDIT
a
01:Common
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
29
Page 30
Beknopte handleiding
Effectcategorie Effecttype
Common*Reverb*Eff
a
****Type=Rev]X*Hall
2
Part01
a
01:Play*Mode
2
3 Druk indien nodig op de cursorknop [u]
om '01:Chorus Eff' te selecteren en druk op [ENTER].
De display met het ingestelde choruseffect wordt opgeroepen.
Common
a
01:Chorus*Eff
2
4 Druk indien nodig herhaaldelijk op de
cursorknop [u] om de 1e pagina op te roepen en gebruik de cursorknoppen [l]/[r] en de draaiknop [DATA] om de categorie en/of het type van het choruseffect te wijzigen.
Common*Chorus*Eff
a
***CHO:****G*Chorus
2
5 Druk op de cursorknop [d] om de 2e pagina
op te roepen en draai aan de draaiknop [DATA] om een vooraf ingestelde waarde voor de effectparameters van het geselecteerde effecttype te selecteren.
Elk vooraf ingesteld type bevat optimale instellingen voor diverse parameters, zodat u een algemeen 'idee' kunt selecteren waarbij de parameters dienovereenkomstig worden ingesteld.
OPMERKING
U kunt elke effectparameter ook bewerken op de 3e of volgende pagina's. Raadpleeg het PDF-document 'Parameterhandleiding bij synthesizer' voor meer informatie over elke parameter.
8 Druk op de cursorknop [d] om de 2e pagina
op te roepen en draai aan de draaiknop [DATA] om een vooraf ingestelde waarde voor de effectparameters van het geselecteerde effecttype te selecteren.
OPMERKING U kunt elke effectparameter ook bewerken op
Common*Reverb*Eff
d
Preset=*******Basic
de 3e of volgende pagina's. Raadpleeg het PDF-document 'Parameterhandleiding bij synthesizer' voor meer informatie over elke parameter.
2
9 Als u de instellingen voor het reverbeffect
hebt opgegeven, drukt u twee maal op [EXIT] (afsluiten). Druk vervolgens op de cursorknop [d] om '02:Part' te selecteren. Druk tot slot op [ENTER].
De display Performance Part Edit wordt opgeroepen.
EDIT
02:Part
s
10 Druk indien nodig herhaaldelijk op de
cursorknop [u] om '01:PlayMode' te selecteren en druk op [ENTER].
11 Druk op de gewenste categorieknop om de
bewerkte part te selecteren.
Het nummer van de geselecteerde part wordt in de linkerbovenhoek van de display weergegeven.
Common*Chorus*Eff
d
Preset=*******Basic
2
6 Als u de instellingen voor het choruseffect
hebt opgegeven, drukt u op [EXIT] (afsluiten). Druk vervolgens op de cursorknop [d] om '02:Reverb Eff' te selecteren. Druk tot slot op [ENTER].
De display voor het reverbeffect wordt opgeroepen.
Common
d
02:Reverb*Eff
2
7 Druk op de cursorknop [u] om de 1e pagina
op te roepen en draai aan de draaiknop [DATA] om het type reverbeffect te wijzigen.
12
Selecteer met de cursorknoppen [u]/[d] 'ChoSend' en 'RevSend' op de 5e en 6e pagina. Draai vervolgens aan de draaiknop [DATA] om de parameterinstellingen aan te passen.
Deze parameters stellen de diepte in van chorus-/ reverbeffecten die op het geselecteerde partgeluid worden toegepast.
Tip Performance Edit-aanduiding
Tijdens het bewerken van performanceparameters wordt een punt (.) rechtsonder in de display [PERFORMANCE NUMBER] weergegeven. Dit is een korte herinnering dat de huidige performance is gewijzigd, maar nog niet is opgeslagen. Als u de huidige status wilt opslaan, voert u de functie Performance Store uit (pagina 33). Daarna is de aanduiding verdwenen.
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
30
Page 31
Beknopte handleiding
Part01
d
05:Voice*Insert*Eff
2
Voice*Insert*Eff
a
***MSC:*Damper*Reso
2
Effectcategorie Effecttype
Het Insertion Effect (invoegeffect) van de voice wijzigen (Voice Edit)
U kunt parameters bewerken voor de voice die aan elke part is toegewezen. De voiceparameters vindt u in de Voice Edit­displays (die met de aanduiding 'Voice' of 'DrumKit' in de displaynaam). In dit voorbeeld veranderen we de instellingen van het invoegeffect.
1 Druk op [EDIT].
2 Druk op de cursorknop [d] om '02:Part' te
selecteren en druk op [ENTER].
De display Part Edit (part bewerken) wordt opgeroepen.
EDIT
6 Druk op [EXIT] (afsluiten) en gebruik de
cursorknoppen [u]/[d] om '05:Voice Insert Eff'/'06:Drumkit Ins Eff' te selecteren. Druk tot slot op [ENTER].
De display Insertion Effect (invoegeffect) van de Voice Edit wordt opgeroepen.
Part10
d
05:DrumKit*Ins*Eff
7 Druk indien nodig herhaaldelijk op de
cursorknop [u] om de 1e pagina op te roepen en gebruik de cursorknoppen [l]/[r] en de draaiknop [DATA] om de categorie en/of het type van het choruseffect te wijzigen.
2
02:Part
s
3 Druk op een categorieknop om de gewenste
part te selecteren.
Het nummer van de geselecteerde part wordt in de linkerbovenhoek van de display weergegeven.
4 Druk op de cursorknop [u] om '01:PlayMode'
te selecteren en druk op [ENTER].
5 Selecteer 'InsSw' met de cursorknoppen
[u]/[d] en draai aan de draaiknop [DATA] om de parameter in te stellen op 'on'.
OPMERKING Dit instrument beschikt over vier
Part01*Play*Mode
d
**********InsSw=*on
invoegeffecten, die u kunt toepassen op maximaal vier parts van de performance.
2
8 Druk op de cursorknop [d] om de 2e pagina
op te roepen en selecteer een vooraf ingestelde reeks effectparameters van het geselecteerde effecttype.
Elk vooraf ingesteld type bevat optimale instellingen voor diverse parameters, zodat u een algemeen 'idee' kunt selecteren waarbij de parameters dienovereenkomstig worden ingesteld.
OPMERKING
Voice*Insert*Eff
d
Preset=*******Basic
U kunt elke effectparameter ook bewerken op de 3e of volgende pagina's. Raadpleeg het PDF-document 'Parameterhandleiding bij synthesizer' voor meer informatie over elke parameter.
2
9 Als u het invoegeffect van een andere part
wilt wijzigen, drukt u op een genummerde categorieknop om de gewenste part te selecteren (zie stap 3 hierboven). Volg daarna stap 4 t/m 8 opnieuw nadat u op [EXIT] (afsluiten) hebt gedrukt.
OPMERKING U kunt parts ook wijzigen door in de display
Insertion Effect (invoegeffect) van Voice Edit op een genummerde categorieknop te drukken.
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
31
Page 32
Beknopte handleiding
Voice*Ctrl*Set1
a
*****Source=*MW(01)
2
Voice*Ctrl*Set1
a
**Dest=*****ELFO]PM
2
De besturingsset voor de voice wijzigen (Voice Edit)
U kunt verschillende functies voor de regelaars (knoppen, modulatiewiel enzovoort) aan elke voice toewijzen. Elke voice kan maximaal zes sets hebben. Deze bepalen de beschikbare regelaars voor de voice en de functies daarvan. De toegewezen regelaars worden een 'besturingsset' genoemd. In dit voorbeeld veranderen we de besturingsset van de voice die aan de part is toegewezen.
1 Druk op [EDIT].
2 Druk op de cursorknop [d] om '02:Part' te
selecteren en druk op [ENTER].
De display Performance Part Edit wordt opgeroepen.
5 Selecteer met de cursorknoppen [u]/[d]
een besturingsset uit besturingssets 1 t/m 6 en druk op [ENTER].
Voice*Ctrl*Set
a
01:Set1
2
6 Druk indien nodig herhaaldelijk op de
cursorknop [u] om de 1e pagina op te roepen en draai aan de draaiknop [DATA] om de gewenste regelaar te selecteren.
OPMERKING Zie het PDF-document 'Naslaggids' voor meer
informatie over de instellingen.
7 Druk op de cursorknop [d] om de 2e pagina
op te roepen en draai aan de draaiknop [DATA] om de functie te selecteren die u aan de geselecteerde regelaar wilt toewijzen.
EDIT
02:Part
s
3 Druk op een categorieknop om de gewenste
part te selecteren.
Het nummer van de geselecteerde part wordt in de linkerbovenhoek van de display weergegeven.
4 Gebruik de cursorknoppen [u]/[d] om
'07:Voice Ctrl Set' of '06:Drumkit Ctrl Set' te selecteren en druk op [ENTER].
De display Voice Edit Controller Set wordt opgeroepen.
Part01
d
07:Voice*Ctrl*Set
2
8 Druk op de cursorknop [d] om de 3e pagina
op te roepen en stel vervolgens de diepte in van de functie van de regelaar.
9 Als nog andere besturingssets wilt wijzigen,
herhaalt u stap 5 t/m 8 hierboven nadat u op [EXIT] (afsluiten) hebt gedrukt.
10 Als u besturingssets voor andere parts wilt
wijzigen, drukt u op een genummerde categorieknop om de gewenste part te selecteren en volgt u daarna opnieuw de hierboven beschreven stappen 5 t/m 9.
Tip Voice Edit-aanduiding
2
Voice*Insert*Eff
2
Part10
d
06:DrumKit*Ctrl*Set
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
32
2
a
***MSC:*Damper*Reso
Tijdens het bewerken van voiceparameters wordt de aanduiding E (Edit) rechtsboven in de display weergegeven. Dit is een korte bevestiging dat de voice die aan de part is toegewezen, is gewijzigd, maar nog niet is opgeslagen. Als u de huidige status wilt opslaan, voert u de functie Voice Store (voice opslaan) uit (pagina 33). Daarna is de aanduiding verdwenen.
Page 33
Beknopte handleiding
LET OP
LET OP
Part01
s
08:Voice*Name
2
Voice*Name
a
*******[CncrtGrand]
2
STORE*Voice
*****U001:Initialize
2
Display Voice Store (voice opslaan)
STORE*Performance
*001(A01):MXCategory
2
Display Performance Store (performance opslaan)
Een voice opslaan (Voice Store)
U kunt bewerkte voiceparameters als een gebruikersvoice afzonderlijk van een performance opslaan. Bovendien kunt u deze opgeslagen gebruikersvoices ook aan een andere part of performance toewijzen.
OPMERKING
Als u Performance Store (performance opslaan) uitvoert, worden de bewerkte voicegegevens niet opgeslagen. Zorg dat u de voice opslaat met Voice Store (voice opslaan).
1 Als de display Voice Edit wordt weergegeven,
drukt u op [EXIT] (afsluiten). Druk vervolgens op de cursorknop [d] om '08:Reverb Eff' te selecteren. Druk tot slot op [ENTER].
Volg onderstaande instructies als de eerste display wordt weergegeven. [EDIT] Selecteer '02:Part' [ENTER] Selecteer '08:Voice Name' [ENTER]
2 Voer een originele naam in voor de voice
voordat u deze opslaat.
Raadpleeg 'Benoemen' (pagina 17) in 'Basisbediening en displays' voor instructies bij het invoeren van een naam.
Een performance opslaan (Performance Store)
Als u tevreden bent over de performance die u hebt gemaakt, slaat u de nieuwe instellingen in het interne geheugen (als een performance) op.
Als u Performance Store (Performance opslaan) uitvoert terwijl de voice is gewijzigd maar nog niet is opgeslagen, worden de bewerkte voice en alle recente wijzigingen die u hebt aangebracht gewist. Zorg dat u belangrijke voicegegevens als een gebruikersvoice (Voice Store) opslaat voordat u de performance opslaat.
1 Druk op [EDIT] om '01:Common' te selecteren
en druk op [ENTER]. Selecteer daarna '06:Name' en druk op [ENTER].
2 Voer een originele naam in voor de
performance voordat u deze opslaat.
Raadpleeg 'Benoemen' (pagina 17) in 'Basisbediening en displays' voor instructies bij het invoeren van een naam.
Common*Name
a
*******[MXPerf01**]
2
3 Druk op [STORE] (opslaan).
3 Druk op [STORE] (opslaan).
4 Bepaal het nummer van de gebruikersvoice
als de opslagbestemming en druk op [ENTER].
5 Druk op [INC/YES].
De voicegegevens worden opgeslagen en de bewerking keert terug naar de display Part Edit (part bewerken). Druk herhaaldelijk op [EXIT] (afsluiten) om naar de eerste display terug te keren. Druk op [DEC/NO] als u de bewerking Store (opslaan) wilt annuleren.
qw**Are*you*sure?*** e****[NO]/[YES]****r
4 Bepaal het nummer van de performance als
de opslagbestemming en druk op [ENTER].
Onthoud dat de bestemmingsperformance wordt overschreven en verloren gaat wanneer u een Performance Store (performance opslaan) uitvoert.
5 Druk op [INC/YES].
De speelgegevens worden opgeslagen en de bewerking keert terug naar de eerste display. Druk op [DEC/NO] als u de bewerking Store (opslaan) wilt annuleren.
qw**Are*you*sure?*** e****[NO]/[YES]****r
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
33
Page 34
Beknopte handleiding
AP*:*001:CncrtGrand
a
3
tyuiop@000123456789
Voicecategorie Voicenummer Voicenaam
Part 1 – 16
Cursor geeft de geselecteerde part aan.

Voices geleidelijk wijzigen tijdens een performance

Als u een voice wijzigt die aan een part is toegewezen of een andere performance selecteert, wordt het geluid van de vorige voice/performance afgekapt en abrupt vervangen door de zojuist geselecteerde voice/performance. Waarschijnlijk wilt u dit tijdens live performances liever vermijden. Als u voices wilt wijzigen terwijl u speelt zonder dat ze worden afgekapt, wijst u de voices die u wilt spelen op voorhand toe aan parts 1 t/m 16 van een performance. Selecteer vervolgens de corresponderende part (met de genummerde categorieknoppen) terwijl u speelt.
1 Druk op [PART SELECT].
2 Druk meerdere keren op de cursorknop [u]
om de 1e pagina op te roepen.
3 Selecteer met de categorieknoppen of de
cursorknoppen [l]/[r] de gewenste part uit parts 1 t/m 16.
6 Herhaal stap 2 t/m 5 hierboven als u voices
voor andere parts wilt wijzigen.
OPMERKING Op andere pagina's dan de 1e kunt u parts ook
wijzigen met de categorieknoppen of de cursorknop [l]/[r].
7 Als u alle instellingen voor de parts hebt
opgegeven, selecteert u andere voices (parts) met de categorieknoppen of de cursorknoppen [l]/[r] terwijl u het toetsenbord bespeelt.
8 Sla de voicetoewijzingen als een performance
in het interne geheugen op zodat u ze direct kunt oproepen wanneer u dat wilt.
Raadpleeg 'De performance opslaan' (pagina 33) voor meer informatie.
Tip Invoegeffecten toepassen op gewenste parts
Invoegeffecten kunnen onafhankelijk worden toegepast op maximaal vier parts waaraan de gewenste voices voor een live performance zijn toegewezen. Raadpleeg 'Het Insertion Effect (invoegeffect) van de voice wijzigen' (pagina 31) voor meer informatie over de instellingen.
AP*:*001:CncrtGrand
a
3
4 Draai aan de draaiknop [DATA] om de
voicecategorie voor de geselecteerde part te wijzigen.
5 Druk op de cursorknop [d] om de 2e pagina
op te roepen en draai aan de draaiknop [DATA] om de voice uit de huidige voicecategorie te selecteren.
AP*:*001:CncrtGrand
d
OPMERKING U kunt ook andere partparameters bewerken
3
op de 3e of volgende pagina's. Zie het PDF­document 'Naslaggids' voor meer informatie over elke parameter.
tyuiop@000123456789
tyuiop@000123456789
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
34
Page 35
Beknopte handleiding
LET OP
LET OP
UTILITY*General
d
Tune=+**0.0/440.0Hz
2
Algemene systeem­instellingen aanpassen (Utility-instellingen)
Als u op [UTILITY] drukt, wordt de display Utility opgeroepen waarin u algemene systeeminstellingen kunt opgeven.
De instelling Master Tune (totaalstemming) wijzigen
Met deze functie bepaalt u de algehele stemming van het instrument.
1 Druk indien nodig herhaaldelijk op de
cursorknop [u] om '01:General' te selecteren en druk op [ENTER].
2 Gebruik de cursorknoppen [u]/[d] om de
parameter 'Tune' te selecteren en draai aan de draaiknop [DATA] om de waarde te wijzigen.
De toonhoogte wordt gewijzigd in stappen van een cent.
OPMERKING
De frequentie van de basistoonhoogte (noot A3) is 440 Hz. Een verhoging van 3 of 4 cent komt overeen met een frequentieverhoging van ongeveer 1 Hz.
3 Druk op [STORE] (opslaan).
Alle Utility-instellingen worden opgeslagen.
OPMERKING
Zie het PDF-document 'Naslaggids' voor meer informatie over de Utility-instellingen.
De helderheid van de display aanpassen
Als u de helderheid van de display wilt wijzigen, houdt u [UTILITY] vast terwijl u op [INC/YES]/[DEC/NO] drukt.
Bestanden in USB- flash­geheugen opslaan/laden (Bestandsinstellingen)
U kunt de gemaakte performances en voices opslaan in USB-flashgeheugen en gegevens uit het USB­flashgeheugen laden.
Het USB-flashgeheugen formatteren
Sommige USB-flashgeheugens worden mogelijk niet door dit instrument ondersteund. Volg in dat geval onderstaande instructies om het geheugen te formatteren vóór gebruik.
Als er in het USB-flashgeheugen al gegevens zijn opgeslagen, let er dan op dat u het opslagapparaat niet formatteert. Als u het apparaat formatteert, worden alle al opgenomen gegevens verwijderd. Controleer daarom vooraf of het apparaat belangrijke gegevens bevat.
1 Sluit het USB-flashgeheugen aan op de
aansluiting USB [TO DEVICE].
2 Druk op de knop [FILE] om de display File op
te roepen.
3 Druk op [STORE] (opslaan).
Alle Utility-instellingen worden opgeslagen.
De helderheid van de display aanpassen (LCD-contrast)
1 Druk indien nodig herhaaldelijk op de
cursorknop [u] om '01:General' te selecteren en druk op [ENTER].
2 Gebruik de cursorknoppen [u]/[d] om de
parameter 'LCD Contrast' te selecteren en draai aan de draaiknop [DATA] om de waarde te wijzigen.
UTILITY*General
d
*****LCD*Contrast=5
3 Selecteer met de cursorknoppen [u]/[d]
'05: Format' en druk op [ENTER].
U wordt gevraagd dit te bevestigen. Druk desgewenst op [EXIT] (afsluiten) als u de formattering wilt annuleren.
4 Druk op [INC/YES] om de formattering uit te
voeren.
Na het formatteren verschijnt het bericht 'Completed' (voltooid) en keert de oorspronkelijke display terug.
Verwijder het USB-flashgeheugen niet uit het instrument en koppel het niet los terwijl het formatteren aan de gang is. Zorg er bovendien voor dat het instrument blijft ingeschakeld tot de bewerking is voltooid.
OPMERKING Door de Format-bewerking uit te voeren in de
modus File, wordt het USB-flashgeheugen in MS-DOS- of Windows-indeling geformatteerd. Mogelijk is het geformatteerde apparaat hierna niet meer compatibel met andere apparaten, zoals een Mac-computer of digitale camera.
2
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
35
Page 36
Beknopte handleiding
Instellingen opslaan in USB­flashgeheugen
U kunt alle gegevens van het gebruikersgeheugen - dat performances, gemaakte gebruikersvoices en Utility­instellingen bevat - als een 'All'-bestand (extensie .X5A) opslaan in USB-flashgeheugen.
1 Sluit een USB-flashgeheugen aan op de
aansluiting USB [TO DEVICE].
2 Druk op [FILE].
3 Druk diverse keren op de cursorknop [u] om
'01:Save' te selecteren en druk op [ENTER].
FILE
2
De instellingen laden van een USB-flashgeheugen
1 Sluit het USB-flashgeheugen aan op de
aansluiting USB [TO DEVICE].
2 Druk op [FILE].
3 Selecteer '02: Load' met de cursorknoppen
[u]/[d] en druk op [ENTER].
Alle 'All'-bestanden in het USB-flashgeheugen worden in de display weergegeven.
OPMERKING
Als geen 'All'-bestand in de basismap van het USB-flashgeheugen is opgeslagen, wordt het bericht 'File not found' (Bestand niet gevonden) in de display weergegeven en kan de display Load (laden) niet worden opgeroepen.
a
01:Save
4 Wijs een naam toe aan het bestand.
Raadpleeg 'Benoemen' (pagina 17) in 'Basisbediening en displays' voor instructies bij het invoeren van een naam.
FILE*Save
2
*****Name=[********]
5 Druk op [ENTER].
6 Druk op [INC/YES].
Het bestand wordt in het USB-flashgeheugen opgeslagen. Als u de Save-bewerking (opslaan) wilt annuleren, drukt u op [EXIT] (afsluiten) terwijl het bericht 'Now saving...' (nu aan het opslaan...) nog wordt weergegeven.
qw**Are*you*sure?*** e****[NO]/[YES]****r
7 Druk meerdere malen op [EXIT] (afsluiten) om
de display File te verlaten.
FILE
d
02:Load
2
4 Selecteer het gewenste bestand en druk op
[ENTER].
FILE*Load
2
*******File=MX01
5 Selecteer het gewenste gegevenstype van
het geselecteerde 'All'-bestand en druk op [ENTER].
Selecteer het gewenste type: alle gegevens (All), alle gegevens behalve de Utility-instellingen (All without Sys) of alleen speelgegevens (Performance).
FILE*Load
2
Type=****Performance
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
36
Page 37
Beknopte handleiding
MIDI [IN]
MIDI OUT
MX49/MX61
Extern MIDI-toetsenbord
(bijvoorbeeld een synthesizer met 88 toetsen)
6 Als u 'Type' in stap 5 hebt ingesteld op
'Performance', selecteert u het gewenste performancenummer en drukt u op [ENTER].
Ga naar stap 8 als u 'Type' in stap 5 hebt ingesteld op iets anders dan 'Performance'.
Src*Performance
2
001(A01):MXCategory
7 Selecteer het performancenummer voor de
bestemming (voor het laden) druk op [ENTER].
Dst*Performance
2
003(A03):Sirius
8 Druk op [INC/YES].
De gegevens worden vanuit het USB-flashgeheugen geladen. Als u de bewerking Load (laden) wilt annuleren, drukt u op [EXIT] (afsluiten) terwijl het bericht 'Now loading...' (nu aan het laden...) nog wordt weergegeven.
Een extern MIDI­instrument aansluiten
Met een standard MIDI-kabel (apart verkrijgbaar) kunt u een extern MIDI-instrument aansluiten en MIDI-gegevens zenden tussen de MX49/MX61 en het aangesloten instrument. U kunt zowel de MIDI-aansluitingen als de aansluiting USB [TO HOST] gebruiken voor verzending/ontvangst van MIDI­gegevens. U kunt ze echter niet tegelijkertijd gebruiken. Selecteer de gewenste aansluiting die u wilt gebruiken in de parameter 'MIDI IN/OUT' van de display [UTILITY] '02:MIDI'. Als u de voorbeelden in dit hoofdstuk gebruikt, stelt u 'MIDI IN/OUT' in op 'MIDI', omdat MIDI hier als voorbeeldaansluiting wordt gebruikt.
De MX49/MX61 regelen vanaf een extern MIDI-toetsenbord of synthesizer
Hier gebruiken we een extern toetsenbord of een externe synthesizer om de voices van de MX49/MX61 op afstand te selecteren en af te spelen.
qw**Are*you*sure?*** e****[NO]/[YES]****r
9 Druk indien nodig meerdere malen op de
knop [EXIT] (afsluiten) om de display File te verlaten.
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
37
Page 38
Beknopte handleiding
MIDI IN
MIDI [OUT]
MX49/MX61
Externe MIDI-toongenerator (bijvoorbeeld MOTIF-RACK XS)
Tip MIDI-zend- en ontvangstkanalen - de performances wijzigen op afstand
De MIDI-ontvangstkanalen voor parts 1 t/m 16 van de MX49/MX61 zijn vastgelegd op 1 t/m 16. Zorg dat de MIDI-zendkanalen van het externe MIDI-instrument overeenkomen met de MIDI-ontvangstkanalen van de MX49/MX61. Zie de gebruikershandleiding van het externe MIDI-instrument voor meer informatie over het instellen van de MIDI-zendkanalen op dat instrument. U kunt een extern MIDI-instrument ook gebruiken om MX49/MX61-performances te wijzigen met de eigen programmawijzigingsberichten. Daartoe moet u het MIDI-zendkanaal van het externe MIDI-instrument afstemmen met het basis-MIDI-ontvangstkanaal van de MX49/MX61. Volg de onderstaande instructies voor informatie over het instellen van het basis-MIDI­ontvangstkanaal van de MX49/MX61.
1 Druk op [UTILITY].
2 Selecteer '02: MIDI' met de
cursorknoppen [u]/[d] en druk op [ENTER].
3 Selecteer 'BasicCh (basiskanaal)' met
de cursorknoppen [u]/[d] en druk op [ENTER].
Indien nodig wijzigt u het kanaal in hetzelfde kanaal als het MIDI-zendkanaal van het externe MIDI­instrument.
Tip MIDI-zend- en ontvangstkanalen - Alleen een externe toongenerator laten klinken
De MIDI-ontvangstkanalen voor parts 1 t/m 16 van de MX49/MX61 zijn vastgelegd op 1 t/m 16. Zorg dat de MIDI-ontvangstkanalen van het externe MIDI­instrument overeenkomen met de MIDI-zendkanalen van de MX49/MX61. Zie de gebruikershandleiding van het externe MIDI-instrument voor meer informatie over het instellen van de MIDI-zendkanalen op dat instrument. U kunt een externe toongenerator ook aansturen vanaf de MX49/MX61 zodat alleen dat apparaat geluid produceert. Daartoe stelt u de knop [MASTER VOLUME] in op '0' of stelt u de Local Control (lokale besturing) als volgt in op 'off': [UTILITY] Selecteer '02:MIDI' [ENTER] 'LocalCtrl' = 'off'.
Een extern MIDI-toetsenbord of externe synthesizer aansturen vanaf de MX49/MX61
Via deze aansluiting kunt u een externe MIDI-toongenerator (synthesizer, toongeneratormodule enz.) aansturen door de MX49/MX61 te bespelen of door een song of patroon van de MX49/MX61 af te spelen. Gebruik deze aansluiting als u het andere instrument wilt laten samenspelen met de MX49/MX61.
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
38
Page 39

Appendix

Shift-functielijst

Sommige belangrijke functies en handelingen op het instrument kunnen worden uitgevoerd met handige paneelregelaarsneltoetsen. Houd de knop [SHIFT] vast en druk op de aangegeven knop (zoals hieronder wordt beschreven).
Bediening Functie
[SHIFT] + [INC]/[DEC]/draaiknop [DATA] Verhoogt/verlaagt de waarde met 10. (Programmanummer in de modus Spelen;
[SHIFT] + [SPLIT] In de bovenste Performance-display wordt hiermee Part 1 vervangen door Part 2 (Invert,
[SHIFT] + [LAYER] In de bovenste Performance-display wordt hiermee een geselecteerde part (part 1 of part
[SHIFT] + [EXIT] (afsluiten) Hiermee wordt de display Performance opgeroepen.
[SHIFT] + [SELECT] Hiermee wordt Performance 1 gereset op de fabrieksinstellingen en wordt de bovenste
[SHIFT] + [KNOB FUNCTION] Hiermee worden knoppen [A] – [D] onmiddellijk gereset op functie 1.
[SHIFT] + [PART 1-2 LINK] Hiermee wordt [PART 1-2 LINK] gereset op On.
[SHIFT] + [ARP] Hiermee wordt de display Arpeggio van Performance Part Edit opgeroepen.
[SHIFT] + gewenste categorieknop Hiermee wordt in de bovenste Performance-display onmiddellijk de bovenste voice in de
parameterwaarde in de modus Edit (Bewerken)) In de display Performance Select schakelt u hiermee tussen performancegroepen.
functie).
2) gekopieerd naar de andere part (Unison, functie).
display van Performance 1 opgeroepen (Quick Reset, functie).
volgende subcategorie van de geselecteerde categorie opgeroepen. Voer deze handeling herhaaldelijk met dezelfde categorieknop uit als u de volgende subcategorieën wilt selecteren. In de display Performance Select selecteert u hiermee de corresponderende Performance in de Performances 1 – 16 van de geselecteerde performancegroepen.
OPMERKING Raadpleeg het PDF-document 'Datalijst' voor meer informatie over
subcategorieën.

Displayberichten

LCD-aanduiding Omschrijving
All remote templates stored. Verschijnt als u de besturingssjabloon opslaat in de modus Remote.
Are you sure? Hiermee bevestigt u of u een bepaalde handeling wilt uitvoeren.
Auto power off disabled. Verschijnt als de automatische uitschakelfunctie is uitgeschakeld (door de laagste toets op het
Bulk protected. Bulkgegevens kunnen niet worden ontvangen vanwege de Utility-instelling.
Clear edit Voice? Verschijnt als een Performance Store wordt uitgevoerd terwijl u een voice wijzigt die nog niet is
Completed. De opgegeven taak voor het laden, opslaan, formatteren of een andere taak is afgerond.
Connecting USB device . . . Het USB-flashgeheugen dat is verbonden met de aansluiting USB [TO DEVICE] wordt momenteel
Device number is off. Bulkgegevens kunnen niet worden verzonden/ontvangen omdat het apparaatnummer is ingesteld op 'off'.
Device number mismatch. Bulkgegevens kunnen niet worden verzonden/ontvangen omdat de apparaatnummers niet overeenkomen.
Executing . . . Een formatteerhandeling of -taak wordt momenteel uitgevoerd. Een ogenblik geduld.
FactorySet . . . Als u het instrument uitschakelt, wordt automatisch de handeling Factory Set (fabrieksinstellingen)
File already exists. Er bestaat al een bestand met dezelfde naam als het bestand dat u wilt opslaan.
File not found. Er kan geen bestand van het opgegeven type worden gevonden.
toetsenbord vast te houden terwijl u het instrument uitzet).
opgeslagen. Let er daarom op dat u controleert of de bewerkte voicegegevens moeten worden gewist.
herkend.
uitgevoerd.
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
39
Page 40
Appendix
LCD-aanduiding Omschrijving
Illegal file name. De opgegeven bestandsnaam is ongeldig. Voer een andere naam in.
Illegal file. Het bestand dat u hebt opgegeven om te worden geladen, kan niet door dit instrument worden gebruikt of
Illegal format. De indeling van het bestand dat is opgegeven om te worden afgespeeld, is SMF Format 1 of een andere
Incompatible USB device. Er is een USB-apparaat dat niet kan worden gebruikt in combinatie met dit instrument aangesloten op de
Invert Wordt weergegeven als Part 1 wordt vervangen door Part 2 door [SHIFT] vast te houden terwijl u op
MIDI buffer full. De MIDI-gegevens kunnen niet worden verwerkt omdat er te veel gegevens tegelijkertijd zijn ontvangen.
MIDI checksum error. Er is een fout is opgetreden bij het ontvangen van bulkgegevens.
MIDI data error. Er is een fout opgetreden bij het ontvangen van MIDI-gegevens.
No response from USB device. Het USB-apparaat dat is aangesloten op de aansluiting USB [TO DEVICE] reageert niet.
Now loading . . . [EXIT] to cancel Hiermee wordt aangeduid dat er een bestand wordt geladen. Als u deze handeling wilt annuleren,
Now saving . . . [EXIT] to cancel Hiermee wordt aangeduid dat er een bestand wordt opgeslagen. Als u deze handeling wilt annuleren,
Now working. . . De bewerking Load/Save (laden/opslaan) wordt afgebroken nadat u op de knop [EXIT] (afsluiten) hebt
Overwrite? Met een Save-handeling (opslaan) worden gegevens in het USB-flashgeheugen overschreven en
Please keep power on . . . De gegevens worden naar het gebruikersgeheugen geschreven. Schakel het apparaat nooit uit terwijl
Please stop sequencer. De bewerking die u wilt uitvoeren, is niet mogelijk tijdens het afspelen van een song/patroon.
Quick reset Wordt weergegeven als u [SHIFT] vasthoudt en op [SELECT] drukt. Performance 1 wordt ingesteld op de
Receiving MIDI bulk . . . Dit geeft aan dat dit instrument MIDI-bulkgegevens ontvangt.
System memory crashed. De gegevens kunnen niet naar het intern geheugen van dit instrument worden geschreven.
This Performance uses User Voices. Wordt weergegeven als de performance die voor het laden is opgegeven, gebruikersvoices bevat.
Transmitting MIDI bulk . . . Dit geeft aan dat dit instrument momenteel MIDI-bulkgegevens ontvangt.
Unison Wordt weergegeven als Part 1/Part 2 wordt gekopieerd naar een andere part door [SHIFT] vast te houden
USB connection terminated. De aansluiting met het USB-flashgeheugen is verbroken vanwege een abnormale elektrische stroom.
USB device full. Het USB-flashgeheugen is vol en er kunnen geen nieuwe gegevens meer worden opgeslagen. Gebruik
USB device not ready. Een USB-flashgeheugen is niet correct aangesloten op de aansluiting USB [TO DEVICE].
USB device read/write error. Er is een fout opgetreden tijdens het lezen of schrijven van/naar een USB-flashgeheugen of tijdens een
USB device unformatted. Wordt weergegeven als het aangesloten USB-flashgeheugen niet is geformatteerd of is geformatteerd op
USB device write protected. Het USB-flashgeheugen is tegen schrijven beveiligd of u hebt geprobeerd om te schrijven naar een alleen-
USB power consumption exceeded. Wordt weergegeven als de stroomuitvoer uit het USB-flashgeheugen het niveau overschrijdt dat door dit
USB transmission error. Er is een fout opgetreden tijdens de communicatie met een USB-flashgeheugen.
Utility stored. De Utility-instellingen zijn opgeslagen.
kan in de huidige status niet worden geladen.
audiogegevensindeling dan WAV. Gebruik MIDI-gegevens in SMF Format 0 of audiogegevens met de WAV-indeling.
aansluiting USB [TO DEVICE].
[SPLIT] drukt (functie Invert).
drukt u op [EXIT] (afsluiten) terwijl dit bericht wordt weergegeven.
drukt u op [EXIT] (afsluiten) terwijl dit bericht wordt weergegeven.
gedrukt.
kunt u via dit bericht bevestigen of u wilt doorgaan.
gegevens naar het gebruikersgeheugen worden geschreven. Als u het instrument uitzet terwijl dit bericht wordt weergegeven, heeft dat het verlies van alle gebruikersgegevens tot gevolg en kan het systeem vastlopen (vanwege beschadigde gegevens in het gebruikersgeheugen). Hierdoor kan dit instrument mogelijk niet goed opstarten als het instrument de volgende keer wordt ingeschakeld.
fabrieksinstellingen en de bovenste display van Performance 1 wordt opgeroepen (functie Quick Reset).
Gebruikersvoices kunnen niet met de performance worden geladen. Zorg ervoor dat dezelfde gebruikersvoices die u bij het opslaan van de performance hebt gebruikt, worden opgeslagen in dezelfde gebruikersvoicenummers, aangezien de gebruikersvoices niet samen met de performance worden opgeslagen.
terwijl u op [LAYER] drukt (functie Unison).
Koppel het apparaat los van de aansluiting USB [TO DEVICE] en druk vervolgens op de knop [ENTER].
een nieuw USB-flashgeheugen of maak ruimte door overbodige gegevens van het apparaat te wissen.
poging om een alleen-lezen bestand te verwijderen of te overschrijven.
een manier die niet door dit instrument wordt ondersteund. Controleer in dat geval de inhoud van het USB­flashgeheugen.
lezen-medium.
instrument wordt ondersteund.
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
40
Page 41
Appendix

Problemen oplossen

Geen geluid? Verkeerd geluid? Als een dergelijk probleem zich voordoet, controleert u eerst de volgende punten voordat u ervan uitgaat dat het product niet in orde is. Veel problemen kunnen worden opgelost door de bewerking Factory Set (fabrieksinstellingen) (pagina 15) uit te voeren nadat u een back-up hebt gemaakt van uw gegevens in een USB­flashgeheugen (pagina 36). Als het probleem zich blijft voordoen, moet u de Yamaha-dealer raadplegen.
Geen geluid.
Is dit instrument op de juiste manier aangesloten op externe apparatuur (zoals een versterker, luidspreker of hoofdtelefoon) via
audiokabels?
Aangezien dit instrument geen geïntegreerde luidsprekers heeft, hebt u een externe geluidsinstallatie of een stereohoofdtelefoon nodig om het geluid goed af te luisteren (pagina 13*).
Is de voeding van deze synthesizer en van eventueel erop aangesloten externe apparatuur ingeschakeld?
Hebt u alle niveaus juist ingesteld, waaronder het mastervolume op dit instrument en de volume-instellingen op andere aangesloten
externe apparatuur?
Als een voetregelaar is aangesloten op de aansluiting [FOOT CONTROLLER], bedient u de voetregelaar en controleert u het geluidsvolume.
Controleer de parameter Local Control (lokale besturing) in de display Utility.
Als dit instrument op zichzelf wordt gebruikt en deze parameter is ingesteld op 'off', wordt er geen geluid geproduceerd, ook niet als u op het toetsenbord speelt.
[UTILITY] Selecteer '02:MIDI' [ENTER] 'LocalCtrl'
Controleer de parameter Direct Monitor Switch in de display Utility.
Als dit instrument op zichzelf wordt gebruikt en deze parameter is ingesteld op 'off', wordt er geen geluid geproduceerd, ook niet als u op het toetsenbord speelt.
[UTILITY] Selecteer '01:General' [ENTER] 'DirectMonitor'
Is het MIDI-volume en/of zijn de instellingen voor MIDI-expressie te laag bij het gebruik van een externe regelaar?
Zijn de effect- en filterinstellingen correct?
Als u het filter gebruikt, probeer dan de afsnijfrequentie te wijzigen. Bepaalde afsnij-instellingen kunnen ervoor zorgen dat al het geluid wordt uitgefilterd.
[EDIT] Selecteer '02:Part' [ENTER] Selecteer '02:Filter/EG' [ENTER]
[EDIT] Selecteer '02:Part' [ENTER] Selecteer '05:Voice Insert Eff'/'05:DrumKit Insert Eff' [ENTER]
Is het volume of de expressie te laag ingesteld?
[UTILITY] Selecteer '01:General' [ENTER] 'MasterVolume'
[EDIT] Selecteer '01:Common' [ENTER] Selecteer '05:General' [ENTER] 'Volume'
[PART SELECT] 'Volume'
Er komt geen geluid uit de aansluiting [AUX IN].
Is het volume van het aangesloten audioapparaat ingesteld op een andere waarde dan '0'?
Kan audiogegevens niet afspelen
Is het volume voor de audiogegevens ingesteld op een andere waarde dan '0'?
[UTILITY] Selecteer '01:General'  [ENTER]  'WAV Volume'
Is de indeling van de audiogegevens correct?
Dit instrument kan alleen stereo WAVE (.wav)-bestanden afspelen bij 44,1 kHz/16 bits.
Het afspelen gaat door zonder te stoppen.
Als de knop [ARP] is ingeschakeld, moet u erop drukken, zodat het bijbehorende lampje wordt uitgeschakeld.Druk tijdens het afspelen van ritmepatroon- of songgegevens uit het USB-flashgeheugen op de knop [J] (Stop).
Het instrument wordt automatisch uitgeschakeld, zelfs als er geen handeling is uitgevoerd.
Is de automatische uitschakelfunctie ingeschakeld?
Schakel indien nodig de functie uit of verander hoeveel tijd er moet verstrijken voordat het instrument wordt uitgezet.
[UTILITY] Selecteer '01:General' [ENTER] 'AutoOff'
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
41
Page 42
Appendix
Vervormd geluid.
Zijn de effectinstellingen correct?
Het gebruik van bepaalde effecten met bepaalde instellingen kan vervorming veroorzaken.
[EDIT] Selecteer '02:Part' [ENTER] Selecteer '05:Voice Insert Eff'/'05:DrumKit Insert Eff' [ENTER]
Zijn de filterinstellingen correct?
Bovenmatige instellingen voor filterresonantie kunnen vervorming veroorzaken.
[EDIT] Selecteer '02:Part' [ENTER] Selecteer '02:Filter/EG' [ENTER]
Is een van de volgende volumeparameters zo hoog ingesteld dat clippen optreedt?
[UTILITY] [EDIT] Selecteer '01:Common' [ENTER] Selecteer '05:General' [ENTER] 'Volume'
[PART SELECT] 'Volume'
[UTILITY] Selecteer '01:General' [ENTER] 'WAV Volume'
Het geluid wordt afgekapt.
Overschrijdt het volledige aantal gespeelde noten (via het bespelen van het toetsenbord en het afspelen van song/patroon/arpeggio)
de maximale polyfonie van dit instrument?
Het maximale aantal simultane noten kan, afhankelijk van de gebruikte voices, lager zijn dan 128.
Er klinkt slechts één noot tegelijkertijd.
Als deze situatie zich voordoet is de parameter Mono/Poly in de huidige modus ingesteld op 'mono'. Als u akkoorden wilt spelen,
stelt u deze parameter in op 'poly'.
[EDIT] Selecteer '02:Part' [ENTER] Selecteer '01:PlayMode' [ENTER] 'Mono/Poly'
De toonhoogte of de intervallen zijn onjuist.
Is de parameter Master Tune (totaalstemming) in de display Utility ingesteld op een andere waarde dan '0'?
[UTILITY] Selecteer '01:General' [ENTER] 'Tune'
Is de parameter Note Shift (nootverschuiving) in de display Utility ingesteld op een andere waarde dan '0'?
[UTILITY] Selecteer '01:General' [ENTER] 'NoteShift'
Zijn de parameters Note Shift (nootverschuiving) en Detune (ontstemmen) van elke part ingesteld op een andere waarde dan '0'?
[EDIT] Selecteer '01:Part' [ENTER] Selecteer '01:PlayMode' [ENTER] 'NoteShift'/'Detune'
Er wordt geen effect toegepast.
Controleer de aan/uit-status van de schakelaar Insertion Effect (invoegeffect).
[EDIT] Selecteer '02:Part' [ENTER] Selecteer '01:PlayMode' [ENTER] 'InsSw'
[PART SELECT] 'InsSw'
Is Reverb Send (Reverb-zend) of Chorus Send (Chorus-zend) ingesteld op een andere waarde dan '0'?
[EDIT] Selecteer '02:Part' [ENTER] Selecteer '01:PlayMode' [ENTER]  'ChoSend'/'RevSend'
Is het type Insertion Effect invoegeffect voor de part ingesteld op 'thru'?
[EDIT] Selecteer '02:Part' [ENTER] Selecteer '05:Voice Insert Eff'/'05:DrumKit Insert Eff' [ENTER]
De Edit-aanduiding wordt weergegeven, zelfs als er geen parameters worden bewerkt.
Let wel: zelfs als de modus Edit niet actief is, wordt de Edit-aanduiding weergegeven als u aan een knop draait of de MIDI-gegevens
van het USB-flashgeheugen afspeelt.
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
42
Page 43
Appendix
Kan Arpeggio niet starten.
Controleer of [ARP] is in- of uitgeschakeld.
Zijn de arpeggioschakelaars voor zowel Part als Common (gemeenschappelijk) ingeschakeld?
[EDIT] Selecteer '02:Part' [ENTER] Selecteer '03:Arp Select' [ENTER] 'Switch'
[EDIT] Selecteer '01:Common' [ENTER] Selecteer '04:Arp Switch' [ENTER] 'Switch'
Is de parameter MIDI Sync ingesteld op 'internal' of 'auto' (met gebruik van de interne clock)?
[UTILITY] Selecteer '02:MIDI' [ENTER] 'MIDI Sync'
Kan Arpeggio niet stoppen.
Als Arpeggio Play niet stopt, zelfs als u de toets loslaat, moet u de parameter Arpeggio Hold instellen op 'off'.
[EDIT] Selecteer '02:Part' [ENTER] Selecteer '03:Arp Select' [ENTER] 'Hold'
De voice produceert een ander geluid afhankelijk van de toegewezen bestemmingspart of ­performance.
Afhankelijk van het effect (en andere) instellingen, is het mogelijk dat de voice die aan de performance of part is toegewezen,
een ander geluid produceert. Wijzig indien nodig de volgende parameterinstellingen.
[EDIT] Selecteer '02:Part' [ENTER] Selecteer '01:PlayMode' [ENTER]  'ChoSend'/'RevSend'
[EDIT] Selecteer '01:Common' [ENTER] Selecteer '01:Chorus Eff'/'02:Reverb Eff' [ENTER]
[PART SELECT] 'InsSw'
[EDIT] Selecteer '02:Part' [ENTER] Selecteer '02:Filter/EG' [ENTER]
De song/het patroon kan niet worden gestart, zelfs niet als u op de knop [R/K] (Afspelen/Pauze) drukt.
Is het USB-geheugen dat de gegevens bevat op dit instrument aangesloten als u de songgegevens probeert af te spelen?
Is de knop [DAW REMOTE] uitgeschakeld?
Is de huidige display een andere display dan Utility of File?
Is de parameter MIDI Sync ingesteld op 'internal' of 'auto' (met gebruik van de interne clock)?
[UTILITY] Selecteer '02:MIDI' [ENTER] 'MIDI Sync'
Gegevenscommunicatie tussen de computer en dit instrument werkt niet goed.
Controleer of de poortinstellingen op de computer juist zijn.
Controleer of de parameter MIDI IN/OUT is ingesteld op de juiste waarde.
[UTILITY] Selecteer '02:MIDI' [ENTER] 'MIDI IN/OUT'
Verzending/ontvangst van MIDI-bulkgegevens werkt niet correct.
Is de parameter Receive Bulk ingesteld op 'on'?
[UTILITY] Selecteer '02:MIDI' [ENTER] 'RcvBulk'
Bij het ontvangen van MIDI-bulkgegevens die zijn verzonden via de bulkdumpfunctie en opgenomen naar het externe MIDI-apparaat,
moet u MIDI-apparaatnummer instellen op dezelfde waarde als bij het verzenden.
[UTILITY] Selecteer '02:MIDI' [ENTER] 'DeviceNo'.
Als de verzending niet goed werkt, moet u het apparaatnummer controleren van het MIDI-instrument dat is aangesloten op dit
instrument. Dit moet overeenkomen met de parameter Device Number in de display Utility.
[UTILITY] Selecteer '02:MIDI' [ENTER] 'DeviceNo'.
Kan gegevens niet opslaan in het USB-flashgeheugen.
Is het USB-flashgeheugen tegen schrijven beveiligd? (De schrijfbeveiliging moet zijn uitgeschakeld als u gegevens wilt opslaan.)
Is het USB-flashgeheugen dat wordt gebruikt correct geformatteerd?
[FILE] Selecteer '05:Format' [ENTER] [INC/YES]
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
43
Page 44
Appendix

Specificaties

Toetsenbord
Toongenerator­blok
Sequencerblok
Overige
MX49 49 toetsen (Initial Touch, aanslaggevoelig)
MX61 61 toetsen (Initial Touch, aanslaggevoelig)
Toongenerator AWM2
Polyfonie 128 noten
Multitimbrale mogelijkheden 16 parts (intern)
Wave (golfvorm) Circa 166 MB (indien geconverteerd naar 16-bits lineaire indeling)
Voice Vooraf ingesteld: 1106 normale voices + 61 drumkits (GM: 128 normale voices + 1 drumkit)
Performance User (gebruiker): 128 (16 parts)
Effectsysteem Reverb x 9 typen (42 vooraf ingesteld), Chorus x 17 typen (88 vooraf ingesteld),
Sequence afspelen SMF Format 0 (alleen afspelen)
Tempo (BPM) 5 – 300
Ritmepatroon 208 patronen
Song 27 demosongs
Arpeggio 999 typen
Sequencersoftware compatibel met de afstandsbedieningsfunctie
Regelaars Pitchbendwiel x 1, modulatiewiel x 1, toewijsbare knop x 4, draaiknop [DATA] x 1
Display 3 digit LED + 20 x 2 line character LCD (met achtergrondverlichting)
Aansluitingen OUTPUT [L/MONO]/[R] (standaardtelefoonaansluiting), [PHONE] (standaardaansluiting
Stroomverbruik 9 W
Afmetingen, gewicht MX49: 334 (B) x 285 (D) x 96 (H) mm, 3,8 kg
Accessoires Netadapter (PA-150 of een door Yamaha aanbevolen equivalent), USB-kabel,
User (gebruiker): 128 normale voices + 8 drumkits
Insertion Effect () x 48 typen (267 vooraf ingesteld) x 4, Master EQ (5 banden)
Voor Windows®: Cubase 6 of later, SONAR X1 Producer Voor Mac®: Cubase 6 of later, Logic Pro 9, Digital Performer 7
*Te regelen functies verschillen afhankelijk van de software
voor stereotelefoon), [FOOT CONTROLLER], [SUSTAIN], MIDI [IN]/[OUT], USB [TO HOST]/ [TO DEVICE], [AUX IN], DC IN
MX61: 984(B) x 299(D) x 112(H) mm, 4,8kg
Gebruikershandleiding (dit boek), online handleiding cd-rom x 1 (met Naslaggids, Parameterhandleiding bij synthesizer) en Datalijst), dvd-rom x 1 (bevat DAW-software)
Specificaties en beschrijvingen in deze gebruikersgebruikershandleiding zijn uitsluitend voor informatiedoeleinden. Yamaha Corp. behoudt zich het recht voor om producten of hun specificaties op elk gewenst moment zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen of te modificeren. Aangezien specificaties, apparatuur en opties per locatie kunnen verschillen, kunt u het best contact opnemen met uw Yamaha-leverancier.
GM-voice
GM (General MIDI) is een wereldwijde standaard voor voiceorganisatie en MIDI-functies van synthesizers en toongenerators. Deze standaard is in de eerste plaats ontworpen om te zorgen dat songgegevens die zijn gemaakt met een bepaald GM-apparaat nagenoeg hetzelfde klinken op elk ander GM-apparaat, ongeacht de fabrikant of het model. De GM-voicebank van deze synthesizer is ontworpen om GM-songgegevens goed af te spelen. Houd er echter rekening mee dat het geluid mogelijk niet exact hetzelfde is als wanneer het wordt afgespeeld met de oorspronkelijke toongenerator.
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
44
Page 45

Index

Appendix
A
Aansluiting (extern MIDI-instrument) .......................................37
Aansluiting DC IN ..............................................................12
[ARP].................................................................................. 11
Arpeggio .................................................................................. 22
Audiogegevens........................................................................ 27
Automatische uitschakelfunctie ............................................... 14
[AUX IN].............................................................................12
, 13 , 23
, 29
B
Benoemen................................................................................ 17
Bestandsinstellingen................................................................ 35
Besturingsset ........................................................................... 32
C
Categorie .................................................................................18
Chorus ..................................................................................... 29
Common Edit (bewerking gemeenschappelijke
parameters) ............................................................................. 29
Cursor ......................................................................................16
Cursorknoppen .................................................................. 11
, 16
D
[DATA] ...............................................................................11, 16
[DAW REMOTE]....................................................................... 10
[DEC/NO]...........................................................................11
Demosong ............................................................................... 14
Display Performance Select .................................................... 24
, 16
J
[JOB] ........................................................................................10
K
Key On Start, functie ................................................................25
[KNOB FUNCTION]........................................................... 10
Knoppen [A]...................................................................... 10
, 21 , 21
L
Laden .......................................................................................36
[LAYER]............................................................................. 11
Layer ........................................................................................19
LCD ..........................................................................................11
LCD-contrast ..................................................................... 14
Lijst ...........................................................................................16
Luidspreker ..............................................................................13
, 19
, 35
M
Master Tune (totaalstemming)..................................................35
[MASTER VOLUME] .......................................................... 10
MIDI [IN]............................................................................ 12
MIDI-gegevens.........................................................................27
MIDI-zend- en ontvangstkanalen .............................................38
Modulatiewiel..................................................................... 10
, 14 , 37
, 21
O
OCTAVE [-]........................................................................ 10, 24
OUTPUT [L/MONO]........................................................... 12
, 13
E
[EDIT].................................................................... 10, 29, 31, 32
Edit-aanduiding .................................................................30
Effect..................................................................................29
[ENTER] ...................................................................................11
[EXIT] .................................................................................11
[EXT. SONG]......................................................................11
, 32 , 31
, 17 , 27
F
Fabrieksinstellingen ................................................................. 15
[FILE] .................................................................................10
[FOOT CONTROLLER] ......................................................12
, 35 , 22
H
Halfdemperfunctie ...................................................................22
Helderheid van de display................................................. 14
Het afspelen van arpeggio's stoppen ..................................... 19
Het ritmepatroon opslaan ........................................................26
Het USB-flashgeheugen formatteren....................................... 35
Hoofdtelefoon .......................................................................... 13
, 35
I
[INC/YES]...........................................................................11, 16
Insertion Effect (invoegeffect).................................................. 31
Invert, functie ...........................................................................39
P
Pagina ......................................................................................17
Part ...........................................................................................24
[PART 1-2 LINK]................................................................ 10
Part Edit (part bewerken) .........................................................29
[PART SELECT]................................................................. 11
Pedaal ......................................................................................22
Performance.............................................................................24
[PERFORMANCE NUMBER] ............................................. 10
Performance Store (performance opslaan)..............................33
[PHONES].......................................................................... 12
Pitchbendwiel.................................................................... 10
[R/K] (Afspelen/Pauze) .............................................10
, 21
, 34
, 24
, 13 , 21
, 25, 27
Q
Quick Reset, functie .......................................................... 18, 39
R
Regelaars .................................................................................21
Reverb......................................................................................29
[RHYTHM PATTERN]......................................................... 11
Ritmepatroon............................................................................25
, 26
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
45
Page 46
Appendix
S
Save (opslaan)......................................................................... 36
Schakelaar STANDBY/ON .................................................12
[SELECT] ...........................................................................11
[SHIFT]...............................................................................11
SMF.......................................................................................... 27
Song......................................................................................... 27
Spanningsvoorziening .............................................................13
[SPLIT] ...............................................................................11
Split ..........................................................................................20
Standaardfabrieksinstellingen .................................................15
[J] (Stop) ................................................................................10
[STORE] ............................................................................. 10
Store (opslaan) ........................................................................ 33
[SUSTAIN].......................................................................... 12
Sustainfunctie .......................................................................... 22
T
Tap Tempo, functie......................................................23, 26, 27
Tekens invoeren....................................................................... 17
[TEMPO] ............................................................... 11
Tempo..........................................................................23
Transportknoppen ................................................................... 10
TRANSPOSE [-] .................................................................10
, 23, 26, 27
, 26, 27
, 13 , 24 , 39
, 20
, 33
, 22
, 24
U
Unison, functie .........................................................................39
USB [TO DEVICE]........................................................12
USB-flashgeheugen.....................................................27
[UTILITY]............................................................................10
Utility-instellingen..................................................................... 35
, 28, 35 , 28, 35
, 35
V
Voetregelaar ............................................................................ 22
Voetschakelaar ........................................................................22
Voice ........................................................................................ 18
Voice Edit...........................................................................31
Voice Store (voice opslaan)..................................................... 33
Voicecategorie......................................................................... 18
Voicecategorieknop...........................................................11
Volume ..................................................................................... 14
, 32
, 18
W
Wave-bestand.......................................................................... 27
WAV-volume ............................................................................ 28
MX49/MX61 Gebruikershandleiding
46
Page 47
Page 48
For details of products, please contact your nearest Yamaha representative or the authorized distributor listed below.
Para obter detalhes de produtos, entre em contato com o representante mais próximo da Yamaha ou com o distribuidor autorizado relacionado a seguir.
Per ulteriori dettagli sui prodotti, rivolgersi al più vicino rappresentante Yamaha oppure a uno dei distributori autorizzati elencati di seguito.
Neem voor details over producten alstublieft contact op met uw dichtstbijzijnde Yamaha-vertegenwoordiging of de geautoriseerde distributeur uit het onderstaande overzicht.
Yamaha Web Site (English) http://www.yamahasynth.com/
Yamaha Downloads http://download.yamaha.com/
Yamaha Manual Library http://www.yamaha.co.jp/manual/
U.R.G., Digital Music al Instruments Division
© 2012 Yamaha Corporation
210LBT Y*.*- 01B0
Loading...