Lees deze handleiding zorgvuldig alvorens uw buitenboordmotor te gebruiken. Bewaar deze handleiding aan boord in een waterdichte zak tijdens het
varen. Deze handleiding moet bij de buitenboordmotor blijven wanneer hij
wordt verkocht.
Belangrijke handleidingsinformatie
DMU25107
Aan de eigenaar
Dank u voor het kiezen van een Yamaha buitenboordmotor. Deze gebruikershandleiding
bevat informatie over juiste bediening, onderhoud en zorg. Een grondig begrip van deze eenvoudige instructies zal u helpen om
maximaal plezier uit uw nieuwe Yamaha te
krijgen. Raadpleeg een Yamaha-dealer, indien u vragen over de bediening of onderhoud van uw buitenboordmotor hebt.
In deze gebruikershandleiding is bijzonder
belangrijke informatie als volgt aangeduid.
: dit is het symbool voor veiligheidswaarschuwingen. Het wordt gebruikt om u op mogelijke verwondinggevaren te wijzen. Volg alle veiligheidsmeldingen achter dit symbool
op om mogelijke verwondingen of overlijden
te voorkomen.
DWM00781
Een WAARSCHUWING wijst op een gevaarlijke situatie die kan leiden tot de
dood of ernstige letsels als ze niet wordt
vermeden.
DCM00701
Een alinea die vooraf wordt gegaan door
OPGELET vermeldt speciale voorzorgsmaatregelen die moeten worden genomen om schade aan de buitenboordmotor
of aan andere eigendommen te voorkomen.
NOTA:
Een NOTA geeft belangrijke informatie om
handelingen gemakkelijker of duidelijker te
maken.
Yamaha zoekt voortdurend vooruitgang in
productontwerp en kwaliteit. Daarom, ondanks dat deze handleiding de laatste productinformatie bevat die verkrijgbaar is ten
tijde van uitgave, kunnen er kleine afwijkingen tussen uw machine en deze handleiding
zijn. Raadpleeg uw Yamaha-dealer, indien u
enige vragen aangaande dit handboek heeft.
Yamaha raadt aan dat u het product correct
gebruikt en de gespecificeerde periodieke inspecties en onderhoud correct uitvoert volgens de instructies in de gebruikershandleiding, om een lang leven van het product te
verzekeren. Elke schade, veroorzaakt door
het niet volgen van deze instructies, valt niet
onder de garantie.
Sommige landen hanteren wetten of regels
die gebruikers verbieden het product mee te
nemen buiten het land van aankoop. Dit kan
het registreren van het product in het land
van bestemming onmogelijk maken. Daarnaast kan de garantie in sommige gebieden
niet van toepassing zijn. Raadpleeg de dealer waar het product is aangeschaft voor
meer informatie, indien u het product mee
wilt nemen naar een ander land.
Indien het gekochte product reeds was gebruikt, neemt u contact op met uw dichtstbijzijnde dealer voor herregistratie en om recht
te krijgen op de aangegeven diensten.
NOTA:
De F4BMH, F5AMH, F6CMH en de standaardaccessoires worden gebruikt als basis
voor de verklaringen en afbeeldingen in deze
handleiding. Daardoor kunnen sommige onderdelen niet op ieder model van toepassing
zijn.
motor ......................................... 66
Veiligheidsinformatie
DMU33622
Buitenboordmotorveiligheid
Neem deze voorzorgsmaatregelen te allen
tijde in acht.
DMU36501
Propeller
Personen kunnen gewond raken of gedood
worden wanneer ze in contact komen met de
propeller. De propeller kan blijven bewegen
wanneer de motor in neutraal staat, en de
scherpe randen van de propeller kunnen ook
snijwonden veroorzaken terwijl de propeller
stilstaat.
●
Schakel de motor uit wanneer er zich een
persoon vlakbij de boot in het water bevindt.
●
Houd mensen uit de buurt van de propeller,
zelfs wanneer de motor niet draait.
DMU33630
Draaiende onderdelen
Handen, voeten, haar, juwelen, kledingstukken, zwemvestriempjes enz. kunnen worden
gegrepen door de inwendige draaiende onderdelen van de motor, met ernstige verwondingen of de dood tot gevolg.
Verwijder de motorkap nooit als het niet echt
nodig is. Verwijder of installeer de motorkap
nooit terwijl de motor draait.
Laat de motor uitsluitend zonder motorkap
draaien met inachtneming van de specifieke
instructies in de handleiding. Houd uw handen, voeten, haar, juwelen, kledingstukken,
zwemvestriempjes enz. uit de buurt van
eventuele blootliggende bewegende onderdelen.
DMU33640
Hete onderdelen
Tijdens en na de werking zijn bepaalde motoronderdelen heet genoeg om brandwonden te veroorzaken. Vermijd iedere aanraking met onderdelen onder de motorkap tot
de motor is afgekoeld.
DMU33650
Elektrische schokken
Raak geen elektrische onderdelen aan bij het
starten van de motor of terwijl de motor
draait. Ze kunnen schokken of elektrocutie
veroorzaken.
DMU33671
Motorstopschakelaarkoord
Bevestig de motorstopschakelaarkoord zo
dat de motor stopt wanneer de gebruiker
overboord valt of de stuurhendel verlaat. Dat
om te voorkomen dat de boot stuurloos verder vaart en mensen achterlaat, of over mensen of voorwerpen vaart.
Bevestig de motorstopschakelaarkoord tijdens het gebruik van de motor altijd op een
veilige plaats aan uw kleding, of aan uw arm
of been. Maak ze niet los om de stuurhendel
te verlaten terwijl de boot vaart. Bevestig de
koord niet aan een kledingstuk dat los zou
kunnen scheuren, en leid de koord niet langs
punten waar ze verstrikt kan raken, zodat ze
haar functie niet langer vervult.
Leid de koord niet langs plaatsen waar de
kans groot is dat er per ongeluk aan wordt
getrokken. Als er aan de koord wordt getrokken tijdens het varen, wordt de motor uitgeschakeld en kunt u de boot niet meer besturen. De boot zou snel kunnen vertragen,
waardoor passagiers en voorwerpen voorwaarts worden geslingerd.
DMU33810
Benzine
Benzine en benzinedampen zijn uiterst
brandbaar en explosief. Volg voor het tan-
ken steeds de procedure op pagina 29 om
het risico van brand en explosie zo klein mogelijk te houden.
DMU33820
Blootstelling aan en morsen van benzine
Mors geen benzine. Als u toch benzine
morst, veeg hem dan onmiddellijk op met
1
Veiligheidsinformatie
droge doeken. Werp de doeken weg zoals
het hoort.
Mocht er benzine op uw huid terechtkomen,
verwijder die dan onmiddellijk met zeep en
water. Trek andere kleren aan als er benzine
op uw kleren terecht is gekomen.
Raadpleeg onmiddellijk een arts als u benzine hebt ingeslikt, heel veel benzinedamp
hebt ingeademd of benzine in de ogen hebt
gekregen. Tracht nooit brandstof over te hevelen door ze aan te zuigen met uw mond.
DMU33900
Koolmonoxide
Dit product stoot uitlaatgassen uit die koolmonoxide bevatten, een kleur- en geurloos
gas dat hersenschade of de dood van veroorzaken bij inademing. Symptomen van
koolmonoxidevergiftiging zijn onder meer
misselijkheid, duizeligheid en slaperigheid.
Zorg ervoor dat cockpit en cabine altijd goed
geventileerd zijn. Vermijd het blokkeren van
uitlaatopeningen.
DMU33780
Wijzigingen
Tracht geen wijzigingen aan te brengen aan
deze buitenboordmotor. Wijzigingen aan uw
buitenboordmotor kunnen de veiligheid en
betrouwbaarheid aantasten, en de buitenboordmotor onveilig of onwettig voor gebruik
maken.
DMU33740
Scheepvaartveiligheid
Dit hoofdstuk bevat enkele van vele belangrijke veiligheidsvoorschriften die u dient na te
leven tijdens het varen.
DMU33710
Alcohol en verdovende middelen
Ga nooit uit varen na het drinken van alcohol
of het innemen van verdovende middelen.
Intoxicatie is een van de voornaamste factoren die bijdragen tot dodelijke ongevallen op
het water.
DMU33720
Zwemvesten
Zorg dat u een goedgekeurd zwemvest aan
boord hebt voor elke passagier. Yamaha
raadt u aan altijd een zwemvest te dragen
wanneer u gaat varen. Kinderen en nietzwemmers moeten in ieder geval altijd een
zwemvest dragen, en iedereen moet een
zwemvest dragen wanneer de vaaromstandigheden gevaarlijk zijn of kunnen worden.
DMU33731
Mensen in het water
Kijk altijd zorgvuldig uit voor mensen in het
water, zoals zwemmers, waterskiërs of duikers, telkens wanneer de motor draait. Wanneer er zich iemand in het water bevindt vlakbij de boot, schakelt u in neutraal en legt u de
motor stil.
Blijf uit de buurt van zwemzones. Zwemmers
kunnen moeilijk zichtbaar zijn.
De propeller kan blijven draaien, zelfs wanneer de motor in neutraal staat. Schakel de
motor uit wanneer er zich een persoon vlakbij
de boot in het water bevindt.
DMU33751
Passagiers
Raadpleeg de instructies van uw bootfabrikant voor informatie over de aangewezen
passagiersplaatsen in uw boot en vergewis u
ervan dat alle passagiers veilig plaats hebben genomen alvorens te accelereren en
wanneer de motor sneller draait dan met het
stationair toerental. Staan of zitten op niet
aangewezen plaatsen kan ervoor zorgen dat
men overboord wordt geslingerd of in de boot
valt ten gevolge van golven, kielzog of plotse
snelheids- of richtingsveranderingen. Zelfs
wanneer iedereen correct plaats heeft genomen in de boot, dient u uw passagiers te
waarschuwen wanneer u een ongewoon manoeuvre dient te maken. Tracht opspringende golven en kielzog steeds te vermijden.
2
Veiligheidsinformatie
DMU33760
Overladen
De boot mag nooit worden overladen. Kijk op
de bootcapaciteitsplaat of raadpleeg de bootfabrikant voor het toegestane maximumgewicht en maximumaantal passagiers. Zorg
ervoor dat het gewicht naar behoren over de
boot is verdeeld in overeenstemming met de
instructies van de bootfabrikant. Het overladen of verkeerd verdelen van het gewicht
over de boot kan de bestuurbaarheid van de
boot in het gedrang brengen en leiden tot ongevallen, kapseizen of vollopen.
DMU33772
Vermijd botsingen
Wees voortdurend op de uitkijk voor mensen,
voorwerpen en andere boten. Wees op uw
hoede voor omstandigheden die de zichtbaarheid beperken of uw zicht blokkeren.
ZMU06025
Stuur defensief met een veilige snelheid en
houd voldoende afstand van mensen, voorwerpen en andere boten.
●
Vaar niet op korte afstand achter andere
boten of waterskiërs.
●
Vermijd scherpe bochten of andere manoeuvres die het anderen moeilijk maken
om u te ontwijken of te voorspellen waar u
heen gaat.
●
Vermijd gebieden met gezonken voorwerpen of ondiep water.
●
Ken uw grenzen en vermijd agressieve
manoeuvres om het risico op controlever-
lies en botsingen te vermijden en om te
vermijden dat u uit het vaartuig wordt geslingerd.
●
Reageer tijdig om botsingen te vermijden.
Vergeet niet dat boten geen remmen hebben en dat het afzetten van de motor of het
verminderen van de stuwkracht de wenbaarheid kunnen verminderen. Als u niet
zeker bent dat u op tijd kunt stoppen om
een voorwerp te ontwijken, geef dan gas
bij en stuur in een andere richting.
DMU33790
Weersomstandigheden
Zorg dat u op de hoogte bent van het weerbericht. Controleer de weersvoorspellingen
alvorens uit te varen. Ga beter niet uit varen
in gevaarlijk weer.
DMU33880
Passagiersopleiding
Zorg ervoor dat ten minste één andere passagier opgeleid is in het besturen van de boot
in geval van nood.
DMU33890
Scheepvaartveiligheidspublicaties
Informeer u over de scheepvaartveiligheidsvoorschriften. Bijkomende publicaties en informatie kunt u bekomen bij heel wat scheepvaartorganisaties.
DMU33600
Wetten en voorschriften
Leer de scheepvaartwetten en -reglementen
die gelden op de plaats waar u gaat varen,
en leef deze na. Er gelden verschillende regels naar gelang van de geografische plaats,
maar in wezen zijn ze allemaal gelijk aan de
Internationale Scheepvaartregels.
3
Algemene informatie
DMU25171
Plaats voor identificatienum-
mers
DMU25183
Buitenboordmotorserienummer
Het buitenboordmotorserienummer staat
vermeld op het label op de bakboordzijde van
de klembeugel.
Noteer uw buitenboordmotorserienummer in
de voorziene ruimtes als hulp bij het bestellen van wisselstukken bij uw Yamaha-dealer
of als referentie in geval uw buitenboordmotor wordt gestolen.
1
ZMU06705
1. Buitenboordmotorserienummerlocatie
stemming. De EG-verklaring van overeenstemming bevat de volgende informatie:
●
Naam van de motorfabrikant
●
Modelnaam
●
Productcode van model (goedgekeurde
modelcode)
●
Code van nageleefde richtlijnen
DMU25203
CE-label
Buitenboordmotoren met dit “CE”-label voldoen aan de richtlijnen van; 98/37/EG,
94/25/EG - 2003/44/EG en 2004/108/EG.
1
ZMU06712
1. Positie van het CE-label
DMU37290
EG-verklaring van overeen-
stemming
Deze buitenboordmotor voldoet aan bepaalde gedeelten van de Europese richtlijnen inzake machines.
Iedere conforme buitenboordmotor wordt geleverd met de EG-verklaring van overeen-
4
ZMU06304
Algemene informatie
DMU33522
Lees handleidingen en labels
Alvorens deze buitenboordmotor te bedienen of eraan te werken:
●
Lees deze handleiding.
●
Lees eventueel bij de boot geleverde handleidingen.
●
Lees alle labels op de buitenboordmotor en de boot.
Voor eventuele bijkomende informatie kunt u terecht bij uw Yamaha-dealer.
DMU33832
Waarschuwingslabels
Als deze labels beschadigd zijn of ontbreken, neem dan contact op met uw Yamaha-dealer
voor vervanglabels.
F4B, F5A, F6C
4
1
2
3
ZMU06795
5
Algemene informatie
1
3
DMU35281
Inhoud van de labels
De bovenstaande waarschuwingslabels betekenen het volgende.
1
DWM01691
Bij een noodstart is er geen neutraal-startbeveiliging. Vergewis u ervan dat de schakelhendel in neutraal staat alvorens de
motor te starten.
2
4
ZMU05920
2
DWM01681
●
Houd handen, haar en kledingstukken
uit de buurt van draaiende onderdelen
terwijl de motor draait.
●
Bij het starten of terwijl de motor draait
mag u geen elektrische onderdelen aanraken of verwijderen.
3
DWM01671
●
Lees de handleiding en de labels.
●
Draag een goedgekeurd zwemvest.
●
Bevestig de uitschakelkoord (seizing)
aan uw zwemvest, uw arm of uw been
6
Algemene informatie
zodat de motor stopt wanneer u de
stuurhendel per ongeluk verlaat, om te
voorkomen dat de boot op hol kan
slaan.
4
DWM01701
Benzine is uiterst brandbaar en explosief.
Schakel de motor uit alvorens te tanken.
Draai de tankdop en ontluchtingsschroef
goed vast wanneer ze niet worden gebruikt.
DMU35132
Symbolen
De volgende symbolen betekenen het volgende.
Let op/Waarschuwing
Gevaar veroorzaakt door constante draaiing
ZMU05665
Elektrisch gevaar
ZMU05666
Lees de gebruikershandleiding
ZMU05696
ZMU05664
7
Specificaties en vereisten
DMU38090
Technische gegevens
NOTA:
“(AL)” in de specificatiegegevens hieronder
betekent dat de geïnstalleerde propeller van
aluminium is.
NOTA:
“*” betekent, selecteer de motorolie op basis
van de motorolietabel. Voor meer informatie,
zie pagina 10.
Operatorgeluidsdrukniveau (ICOMIA
39/94 en 40/94):
77.5 dB(A)
Trilling in stuurhendel (ICOMIA 38/94):
5.5 m/s²
DMU33554
Installatievereisten
DMU33564
Vermogen paardenkracht boot
DWM01560
Een boot te krachtig aandrijven kan ernstige instabiliteit veroorzaken.
Controleer voor het plaatsen van de buitenboordmotor(en) of de totale paardenkrachten
van uw buitenboordmotor(en) niet het maximale paardenkracht vermogen van de boot
overschrijdt. Zie de capaciteitsplaat van de
boot of neem contact op met de fabrikant.
DMU40170
De buitenboordmotor monteren
DWM02430
Een verkeerde montage van de buitenboordmotor kan tot gevaarlijke omstandigheden leiden, zoals een gebrekkige bestuurbaarheid, verlies van controle of
brand. Als u er niet in slaagt de buitenboordmotor correct te installeren, dient u
een Yamaha-dealer te raadplegen.
Het optillen en monteren van de buitenboordmotor moet door twee mensen worden uitgevoerd. Voor meer informatie, zie pagina
20.
DMU40050
Accuvereisten
Bij het installeren van een batterij moet de
lichtspoelkit worden geïnstalleerd. Raadpleeg uw Yamaha-dealer voor het installeren
van de batterij en de lichtspoelkit.
DMU34194
Propellerkeuze
Naast het kiezen van een buitenboordmotor
is het kiezen van de juiste propeller één van
de belangrijkste aankoopbeslissingen die de
eigenaar van een boot kan nemen. Het type,
de grootte en het ontwerp van uw propeller
hebben een directe uitwerking op acceleratie, topsnelheid, brandstofeconomie en zelfs
de levensduur van de motor. Yamaha ontwerpt en vervaardigt propellers voor iedere
Yamaha buitenboordmotor en iedere toepassing.
Uw buitenboordmotor werd geleverd met een
Yamaha propeller die is gekozen om goed te
presteren in een reeks van toepassingen,
maar er kunnen toepassingen zijn waar een
andere propeller meer geschikt is.
Uw Yamaha-dealer kan u helpen de juiste
propeller voor uw bootwensen te kiezen. Kies
een propeller die de motor het midden of de
9
Specificaties en vereisten
bovenste helft van het bedieningsbereik laat
halen bij vol gas met de maximale bootbelasting. Kiest over het algemeen een propeller met een grotere spoed voor een kleinere
bedieningsbelasting en een propeller met
een kleinere spoed voor een zwaardere belasting. Kies de propeller die de motor in het
juiste bereik laat draaien bij de maximale belading, indien u ladingen draagt die sterk wisselen. Onthoud echter dat u mogelijk de gashendelinstelling moet verkleinen om binnen
de het aangeraden motorsnelheidsbereik te
blijven wanneer u lichtere lasten draagt.
Om de propeller te controleren, zie pagina
57.
x
-
123
ZMU06853
1. Propellerdiameter in inches
2. Propellerspoed in inches
3. Type van propeller (propellermerk)
DMU39190
Neutraal-startbeveiliging
Yamaha-buitenboordmotoren zijn uitgerust
met een neutraal-startbeveiliging. Dat systeem zorgt ervoor dat de motor uitsluitend
kan worden gestart wanneer hij in neutraal
staat. Zet de schakelhendel altijd in neutraal
wanneer u de motor start.
DMU39691
Motorolievereisten
Selecteer een olietype op basis van de gemiddelde temperaturen in de streek waar de
buitenboordmotor zal worden gebruikt.
Aanbevolen motorolie:
4-takt motorolie
Aanbevolen-motoroliegroep 1*:
SAE 10W-30/10W-40/5W-30
API SE/SF/SG/SH/SJ/SL
Aanbevolen-motoroliegroep 2*:
SAE 15W-40/20W-40/20W-50
API SH/SJ/SL
Motoroliehoeveelheid:
0.6 L (0.63 US qt, 0.53 Imp.qt)
Als u de motorolietypes in de aanbevolen
motorolie groep 1 nergens kunt vinden, dient
u een alternatief olietype te selecteren uit de
aanbevolen motorolie groep 2.
Aanbevolen motorolie groep 1
ZMU06854
Aanbevolen motorolie groep 2
ZMU06855
10
Specificaties en vereisten
DMU36360
Brandstofvereisten
DMU40200
Benzine
Gebruik een benzine van goede kwaliteit met
het vereiste minimumoctaangetal. Als de
motor geklop of gepingel begint te vertonen,
gebruik dan een ander merk benzine of loodvrije superbenzine.
Aanbevolen brandstof:
Normale benzine
Min. research octaangetal:
90
DCM01981
●
Gebruik geen loodhoudende benzine.
Loodhoudende benzine kan de motor
ernstig beschadigen.
●
Zorg dat er geen water en vuil in de
brandstoftank terechtkomen. Verontreinigde brandstof kan de prestaties van
de motor aantasten of motorschade
veroorzaken. Gebruik uitsluitend verse
benzine die zuivere bussen werd bewaard.
DMU36330
Anti-fouling
Een zuivere romp verbetert de prestaties van
de boot. De onderzijde van de boot moet zoveel mogelijk vrij worden gehouden van aangroeiing. Indien nodig kan de onderzijde van
de boot worden bestreken met een voor uw
streek goedgekeurde anti-fouling ter voorkoming van aangroeiing.
Gebruik geen anti-fouling die koper of grafiet
bevat. Dergelijke verven kunnen het roesten
van de motor bespoedigen.
DMU36341
Motorafdankingsvereisten
Dank de motor nooit op een illegale manier
af. Yamaha raadt u aan uw dealer te raad-
plegen in verband met het afdanken van de
motor.
DMU36352
Nooduitrusting
Houd de volgende items aan boord voor het
geval u motorpech krijgt.
●
Een gereedschapskit met verschillende
schroevendraaiers, tangen, sleutels (inclusief metrieke maten) en isolatietape.
●
Waterdichte zaklamp met extra batterijen.
●
Een extra motorstopschakelaarkoord met
clip.
●
Reserveonderdelen, zoals een extra set
bougies.
Raadpleeg uw Yamaha-dealer voor details.
11
Componenten
DMU2579V
Schematische voorstelling van de componenten
NOTA:
* Kan eventueel lichtjes verschillen van de afbeelding; behoort mogelijk ook niet tot de standaarduitrusting van alle modellen (bestellen bij dealer).
F4B, F5A, F6C
1
9
8
7
6
5
1. Motorkap
2. Motorkapvergrendelhendel
3. Draaghendel
4. Anti-cavitatieplaat
5. Propeller*
6. Koelwaterinlaat
7. Trimstang
8. Klembeugel
9. Stuurfrictieafstelinrichting
10.Brandstoftankkap
11.Ontluchtingsschroef
12.Handgreep repeteerstarter
13.Gashendelfrictieafstelling
14.Stuurhendel
15.Gashendelgreep
16.Brandstofleiding koppelstuk
2016
2
3
10
11
21
1918
17
12
13
4
25
14
15
24
23
17.Kap van brandstofleidingkoppelstuk
18.Brandstofkraan
19.Noodstopkoord
20.Motorstopknop
21.Chokeknop
22.Knevelbout
23.Veiligheidskabelbevestiging
24.Kantelsteunstang
25.Schakelinrichtinghendel
DMU39542
22
Brandstoftank (ingebouwde brandstoftank)
Deze buitenboordmotor is uitgerust met een
ingebouwde brandstoftank en zijn onderdelen zijn als volgt.
ZMU06715
12
Componenten
Benzinetankdop
Deze dop sluit de brandstoftank af. Wanneer
hij wordt verwijderd, kan de tank met brandstof worden gevuld. Om de dop te verwijderen moet hij tegen de wijzers van de klok in
worden gedraaid.
Ontluchtingsschroef
Deze schroef bevindt zich op de brandstoftankdop. Om ze los te draaien moet ze tegen
de wijzers van de klok in worden gedraaid.
1
2
3
ZMU06717
1. Ontluchtingsschroef
2. Brandstoftankkap
3. Ingebouwde brandstoftank
DMU39353
Brandstoftank (draagbare brandstoftank)
Dit model kan worden uitgerust met een optionele draagbare brandstoftank. De brandstoftank bestaat uit de volgende onderdelen.
Benzinetankdop
Deze dop sluit de brandstoftank af. Wanneer
hij wordt verwijderd, kan de tank met brandstof worden gevuld. Om de dop te verwijderen moet hij tegen de wijzers van de klok in
worden gedraaid.
Ontluchtingsschroef
Deze schroef bevindt zich op de brandstoftankdop. Om ze los te draaien moet ze tegen
de wijzers van de klok in worden gedraaid.
Brandstofleidingkoppelstuk
Dat koppelstuk wordt gebruikt om de brandstofleiding te verbinden.
Brandstofmeter
Deze meter bevindt zich op de tankdop of op
de basis van het brandstofleidingkoppelstuk.
Hij toont de benaderende hoeveelheid resterende brandstof in de tank.
4
3
1. Ontluchtingsschroef
2. Brandstofmeter
3. Brandstofleiding koppelstuk
4. Brandstoftankkap
DWM02380
Gebruik de draagbare brandstoftank niet
om brandstof in te bewaren. Commerciële
gebruikers dienen de voorschriften na te
leven van de relevante vergunnings- of
goedkeuringsautoriteit.
DMU40090
1
2
ZMU01992
Brandstofkraan
De brandstofkraan sluit de brandstoftoevoer
van de brandstoftank naar de motor af.
De brandstofkraan heeft 3 posities: de gesloten stand, de stand voor een ingebouwde
brandstoftank en de stand voor een draagbare brandstoftank. Afhankelijk van hoe de
buitenboordmotor zal worden gebruikt, zet u
de brandstofkraan in de gepaste stand aangegeven op het label dat op de buitenboordmotor werd bevestigd.
13
Componenten
Wanneer u de ingebouwde brandstoftank ge-
24
bruikt, zet u de brandstofkraan in de stand
voor een ingebouwde brandstoftank.
Wanneer u een draagbare brandstoftank gebruikt, zet u de brandstofkraan in de stand
voor een draagbare brandstoftank.
3
1
ZMU06880
1. Brandstofkraan
2. Gesloten stand
3. Stand voor ingebouwde brandstoftank
4. Stand voor draagbare brandstoftank
DMU39210
Sluiten
Om de brandstofstroom van de brandstoftank naar de carburateur te stoppen, zet u de
brandstofkraan in de gesloten stand.
Wanneer de motor niet draait, dient u de
brandstofkraan altijd in de gesloten stand te
zetten.
2
1
ZMU06883
1. Brandstofkraan
2. Gesloten stand
DMU39222
Openen
Om brandstof van de brandstoftank naar de
carburateur te laten stromen, zet u de brandstofkraan in de stand voor de ingebouwde
brandstoftank of in de stand voor de draagbare brandstoftank, afhankelijk van welke
tank u gebruikt.
3
2
1. Brandstofkraan
2. Stand voor ingebouwde brandstoftank
3. Stand voor draagbare brandstoftank
DMU25912
Stuurhendel
Om van richting te veranderen beweegt u de
stuurhendel naar links of naar rechts.
1
ZMU06882
1
ZMU06721
1. Stuurhendel
DMU25923
Schakelhendel
Beweeg de schakelhendel naar voren om de
vooruitversnelling in te schakelen of naar
achteren om de achteruitversnelling in te
schakelen.
14
Componenten
12
2
3
1. Voorwaartse stand
2. Neutrale stand
3. Achteruitstand
DMU39700
1
ZMU06864
Gashendelgreep
De gashendel zit op de stuurhendel. Draai de
greep “A” om te versnellen en “B” om te vertragen.
1
B
A
ZMU06723
1. Gashendelgreep
DMU39711
Brandstofverbruiksindicator
De brandstofverbruiksindicator geeft de gashendelstand weer. Wanneer 100%-stand
van de brandstofverbruiksindicator tegenover de inkeping in de stuurhendel staat, is
de gasklep helemaal open. Wanneer 0%stand van de brandstofverbruiksindicator tegenover de inkeping in de stuurhendel staat,
is de gasklep helemaal gesloten.
3
0% 100
44
1. Volledig open
2. Volledig gesloten
3. Brandstofverbruikindicator
4. Inkeping
3
ZMU06877
De motorstartmarkering “ ” op de brandstofverbruiksindicator geeft de gashendelstand
aan voor het starten van de motor.
12
ZMU06808
1.
Beginmarkering “
2. Inkeping
DMU39242
Gashendelfrictieafstelling
Met de gashendelfrictieafstelling kan de
weerstand van de draaibeweging van de
gashendel worden aangepast en afgesteld
naar gelang van de voorkeur van de bestuurder.
Om de weerstand te verhogen, draait u de
gashendelfrictieafstelling naar rechts.
Om de weerstand te verlagen, draait u de
gashendelfrictieafstelling naar links. Als met
een constante snelheid wenst te varen, moet
u de gashendelfrictieafstelling aandraaien
”
15
Componenten
om de gewenste gashendelstand te handhaven. WAARSCHUWING! Draai de gashan-
del frictie afstelling niet te strak aan. Als
er te veel weerstand is, kan het moeilijk
zijn de gashendelgreep te draaien, wat
zou kunnen resulteren in een ongeval.
[DWM02261]
1
ZMU06724
1. Gashendelfrictieafstelling
DMU25994
Noodstopkoord en clip
De clip moet bevestigd zijn aan de motorstopschakelaar om de motor te laten draaien.
Bevestig de koord op een veilige plaats aan
uw kleding, of aan uw arm of been. Als de
bestuurder over boord valt of het roer verlaat,
trekt de koord de clip uit waardoor de ontsteking van de motor wordt uitgeschakeld. Op
die manier wordt voorkomen dat de boot onbestuurd verder vaart. WAARSCHUWING!
Bevestig de motorstopschakelaarkoord
tijdens het gebruik van de motor op een
veilige plaats aan uw kleding, of aan uw
arm of been. Maak de koord niet vast aan
kleren die kunnen worden losgetrokken.
Zorg ervoor dat de koord nergens achter
verstrikt raakt, waardoor ze haar functie
verliest. Zorg ervoor dat u tijdens een normaal gebruik niet per ongeluk aan de
koord trekt. Als de motoraandrijving wegvalt, wordt de boot veel minder goed bestuurbaar. Zonder motoraandrijving zal
de boot ook snel vertragen. Daardoor
kunnen personen en voorwerpen in de
boot naar voren geslingerd worden.
[DWM00122]
1
2
3
1. Motoruitschakelaar
2. Koord
3. Clip
DMU26002
Zet de motor af
De motorstopknop stopt de motor wanneer
op de knoop gedrukt wordt.
ZMU06725
1
ZMU06726
1. Motorstopknop
DMU26012
Chokeknop voor trektype
Trek deze knop uit om de motor te voeden
met het rijke brandstofmengsel dat vereist is
om te starten.
16
Componenten
1
1
ZMU06784
1. Chokeknop
DMU39722
Kap van brandstofleidingkoppelstuk
Het brandstofleidingkoppelstuk is uitgerust
met een kap. WAARSCHUWING! Wanneer
u geen draagbare brandstoftank gebruikt,
dient u de kap van het brandstofleidingkoppelstuk te installeren. Anders kunt u
zich verwonden wanneer u het brandstofleidingkoppelstuk per ongeluk raakt.
[DWM02411]
1
ZMU06868
1. Kap van brandstofleidingkoppelstuk
DMU26073
Handgreep repeteerstarter
De repeteerstarter wordt gebruikt om de
motor aan te zwengelen en te starten.
ZMU06728
1. Handgreep repeteerstarter
DMU39252
Stuurfrictieafstelling
DWM02270
Draai de stuurfrictieafstelling niet te vast
aan. Als er te veel weerstand is, wordt het
moeilijk om te sturen, hetgeen tot ongevallen kan leiden.
De stuurfrictieafstelling verzorgt een instelbare weerstand van het stuurmechanisme en
kan naar wens worden ingesteld. De stuurfrictieafstelling bevindt zich aan bakboordzijde van de buitenboordmotor.
1
1. Stuurfrictieafstelinrichting
Draai de stuurfrictieafstelling met de klok
mee, om de weerstand te vergroten.
Draai de stuurfrictieafstelling tegen de klok
in, om de weerstand te verminderen.
ZMU06729
17
Loading...
+ 51 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.