De YAMAHA DTX DRUM TRIGGER MODULE Versie 2.0 bevat verschillende nieuwe functies door het toevoegen van parameters en kleine wijzigingen aan
de voorgaande DTX.
Deze gids is speciaal gemaakt om u van informatie te voorzien aangaande de toegevoegde kenmerken en wijzigingen die gepaard zijn gegaan met het upgraden van het
systeem. Alle nieuwe kenmerken worden in detail beschreven. Paginanummers
waar modes en andere in verband staande functies in deze gids en/of de Handleiding zijn beschreven, zijn voor uw referentie bij iedere functie vermeld. U kunt
deze gids tezamen met de Handleiding gebruiken. Een vragenhoek is speciaal gereserveerd voor het beantwoorden van regelmatig gestelde vragen door DTX gebruikers.
Wij hopen dat u door deze gids optimaal gebruik kunt maken van de nieuwe kenmerken van de DTX Versie 2. Bewaar deze gids met de Handleiding op een veilige
plaats, zodat u er in de toekomst gebruik van kunt blijven maken.
Zie voor details over de nieuwe kenmerken, behalve de beschrijvingen in deze gids, ook de Handleiding. De kleine
N.B.
wijzigingen zijn uitgebreid weergegeven in de Handleiding.
N.B.
De YAMAHA DTX DRUM TRIGGER MODULE Versie 2.0 wordt in deze gids DTX Versie 2 genoemd.
Zoals getoond wordt in de onderstaande lijst, zijn er nieuwe kenmerken toegevoegd aan Drum
Kit Trigger Edit mode, Song Job mode en Utility mode. Er zijn ook kleine wijzigingen aangebracht in Drum Kit Trigger Edit mode, Drum Voice Edit mode, Pattern Record/Job mode, Song
Record/Job mode en Utility mode in de vorm van extra parameters ofwel modificaties in de
bedieningsprocedure.
De lijst bevat nieuwe kenmerken (gearceerd) en gemodificeerde of extra onderdelen (onderstreept). De pagina’s waar de
N.B.
beschrijvingen of andere belangrijke informatie hierover in de Handleiding is te vinden, staat erachter vermeld.
Meer Drumkits
Het totaal aantal drum percussie voices is toegenomen van 916 naar 928 soorten. Het totaal aantal preset
drumkits is toegenomen van 32 naar 61 soorten. (Er zijn 29 nieuwe drumkits toegevoegd aan de gebruikersdrumkits
1 tot en met 29.)
N.B.
De nummers 1 tot en met 29 zijn inclusief de van te voren ingevoerde drumkits. Om een drumkit van deze nummers te
wijzigen, is het aan te raden om een gebruikerskit uit nummer 30 tot en met 32 te kopiëren en deze in een later stadium
te gebruiken. Als u een gewijzigde drumkit terugzet naar zijn originele instellingen (Handleiding P. 32), dan kunt u het
terugzetten naar de fabricage-instellingen. In dit geval wordt alle data gewist. Sla uw gewijzigde data op in een extern
apparaat, zoals de Yamaha MIDI Data Filer MDF2, voordat u reset.
Drum Kit Play mode
(extra kenmerken, geen wijzigingen)
Zie de Drumkit Lijst (P.16) voor details over de
extra toegevoegde drumkits.
Drum Kit Trigger Edit mode
1. Kit Name (drumkit naam)
2. PAD Type
3. Auto Set
4. PAD Gain
5. LevelRng (niveau bereik)
6. VelRange (velocity bereik)
7. VelCurve (velocity curve)
8. Self Rej (self rejection)
9. Reject (rejection)
10. Spec Rej (specific rejection)
11 Note=(nootnummers 1-5) Handleiding P. 40
12 Note=(gate tijd) Handleiding P. 42
13. Note=(MIDI Kanaal)
14. KeyOn (key on mode)
15. VelXFade (velocity crossfade)
16. RIMKeyOn Handleiding P. 44
17. RIM Vel (rim velocity)
18. PAD Func (pad functie)
19. FS Func (FS Functie)
20. FS MIDI (FS MIDI kanaal)
21. FS HHcls (FS hi-hat control)
22. FC Func (hi-hat contol functie)
23. FC MIDI (hi-hat control functie)
24. FC Sens (hi-hat control gevoeligheid)
25. HH Ctrl (hi-hat control)
26. In 9 to 10 (input 9 t/m 10) P. 4
27. In 11 to 12 (input 11 t/m 12) P.4
28. Copy INP (kopiëer input)
29. Copy TRG (kopiëer trigger)
30. Edit (edit call)
31. Set Chord= (het akkoord met een nootnummer
instellen)
2
Drum Kit Voice Edit mode
3 PAN: Handleiding P. 54
Chain Play mode
(geen wijzigingen)
Chain Edit mode
(geen wijzigingen)
Store mode
(geen wijzigingen)
Pattern Play mode
(geen wijzigingen)
Pattern Record mode
Er zijn kleine wijzigingen aangebracht in de
voorbereidingsprocedure voor het maken van opnamen.
Pattern Job mode
6 Pgm= (de voice van de akkoord/bass/ritme track
instellen): Handleiding P. 92.
Song Play mode
(geen wijzigingen)
Song Record mode
Er zijn kleine wijzigingen aangebracht in de
voorbereidingsprocedure voor het maken van opnamen.
Song Job mode
1 Copy (Src/Dest) (kopiëer song)
2 Quantize
3 ClrTrack (wis track)
4 Clr Song (wis song)
5 Pgm Ch (stel de voice in van ieder kanaal) Hand
leiding P. 110
6 Vol Ch (volume van het kanaal) P. 5
7 Pan Ch P. 5
8 PlayMode
9 B. LNR TR (bass linear track mode)
10 Pa Mute (pattern track mute mode)
11 SongName (titel van de song)
Utility mode
extra kenmerken en kleine wijzigingen
1 System: titel pagina
2 EditMode
3 LinkMode (Handleiding P. 115)
4 Lrn Mode (learn mode)
5 Sldr Mode (slider mode)
6 Bypass
7 JumpRcnt (jump to recent page)
8 FCoffset
9 MaToAux (main output naar auxiliary output (P.6)
10 Inc Func (increase functie (toename)) P. 6
11 Dec Func (decrease functie (afname)) P. 7
Hieronder de beschrijving van de nieuwe kenmerken die aan iedere mode zijn toegevoegd. De
layout is dezelfde als die van het Referentie hoofdstuk in de Handleiding, zodat u die tezamen met
deze gids kunt gebruiken.
Drum Kit Trigger Edit mode
26 In 9 to 10 (input 9 tot en met 10)
Als u de pad bespeelt die is aangesloten op input 9,
dan is het ook mogelijk om de voice ingesteld op
input 10 te genereren. Omdat u een verschillende
voice aan input 9 en 10 toe kunt wijzen, is het
mogelijk om de kick pad te bespelen en simultaan
een bassgeluid en een bass-drumgeluid voort te
brengen.
In dit geval kunt u, met de alter mode of alterMN
mode van de Key On (key on mode) instelling op
de 14e display pagina, iedere keer dat u op een pad
slaat een bass-drumgeluid voortbrengen, en tevens
de basmelodie spelen. Hiermee kunt u de kickpad
instellen van de extra toegevoegde drumkit; “12
kick3itm”. (P. 22)
Draai aan het Data Scroll Wiel of gebruik de +1/
YES en -1/NO knoppen. Als deze op ‘on’ gezet
wordt, staat de functie aan en wordt de voice van
input 10 gegenereerd als een pad aangesloten op
input 9 bespeeld wordt. Als deze op ‘off’ gezet wordt,
staat de functie uit.
27 in 11 to 12 (input 11 tot en met 12)
Als u de pad bespeelt die is aangesloten op input
11, dan is het ook mogelijk om de voice ingesteld
op input 12 te genereren. Als het geval is bij “in 9
to 10” op de 29e display pagina, kan deze functie
verschillende voices die aan elke input is toegewezen simultaan genereren.
Draai aan het Data Scroll Wiel of gebruik de +1/
YES en -1/NO knoppen. Zoals deze op ‘on’ gezet
wordt, staat de functie aan en wordt de voice van
input 10 gegenereerd als een pad aangesloten op
input 11 bespeeld wordt. De input naar INPUT 12
wordt echter genegeerd. Als deze op ‘off’ gezet
wordt, staat de functie uit.
In11to12
= off
MISC.
CYMBAL
SNARE
KICK
In 9to10
= off
MISC.
CYMBAL
SNARE
KICK
Instellingen:
off, on
Instellingen:
off, on
4
Song Job mode
6 VolCh (volume van het kanaal)
Deze stelt het volume in van ieder MIDI kanaal
van de huidig geselecteerde song. Met deze functie
kunt u de balans van het volume van de tracks van
een opgenomen song aanpassen.
Zet de pijl op het Channel focus gedeelte en
1
kies het kanaalnummer met het Data Scroll
Wiel of met de +1/YES en -1/NO knoppen.
2
Zet de pijl op het Volume focus gedeelte en pas
het volume aan met het Data Scroll Wiel of
met de +1/YES en -1/NO knoppen.
3
Herhaal stap 1 en 2 en stel het volume van
ieder kanaal in.
Kanaal
VolCh= 1
Volume
SONG
= 95
MISC.
CYMBAL
SNARE
KICK
7 PanCh (kanaal pan)
Deze stelt de pan (de stereopositie van het geluid)
in toegewezen aan ieder MIDI kanaal van de huidig geselecteerde song. Deze definieert de panpositie
van het geluid van ieder kanaal tussen de linker en
rechterkant.
Met deze functie kunt u de stereo-panpositie van
de tracks van een opgenomen song aanpassen.
De kanaal 10 drumkit pan moet echter aangepast
worden op de 3e display pagina van Drum kit Voice
Edit mode (Handleiding P. 54). Hier beschrijven
we hoe de kanalen 1 tot en met 9 en 11 tot en met
16 moeten worden ingesteld.
1
Zet de pijl op het Channel focus gedeelte en
kies het kanaalnummer met het Data Scroll
Wiel of met de +1/YES en -1/NO knoppen.
Zet de pijl op het Pan focus gedeelte en stel de
2
pan in met het Data Scroll Wiel of met de +1/
YES en -1/NO knoppen.
3
Herhaal stap 1 en 2 om de pan van ieder kanaal in te stellen.
Kanaal
Instellingen:
De volgende waarden kunnen ingesteld worden voor de
kanalen 1 tot en met 16.
0 tot 127
PanCh= 1
Pan
SONG
= center
MISC.
CYMBAL
SNARE
KICK
Instellingen:
De volgende waarden kunnen ingesteld worden voor kanalen 1 tot en met 9 en 11 tot en met 16.
L64 (=helemaal links), midden, R1 tot R63 (=helemaal
rechts)
5
Utility mode
9 Ma to Aux (main output naar auxiliary output)
Hiermee kunnen dezelfde audiosignalen als de main
output, zoals OUTPUT L/MONO of OUTPUT R,
verstuurd worden via de AUX OUT L/R jacks. Ook
is het mogelijk dat alleen de muzikant naar de output luistert met een extra metronoom click gedurende een uitvoering. Als u de DTX bij een liveoptreden gebruikt, kunt u bijvoorbeeld met deze
functie de beide outputs instellen op audiosignalen
en de OUTPUT L/MONO en OUTPUT R voor
de muzikanten (hoofdtelefoons) en de AUX OUT
L/R jacks voor het publiek gebruiken. Stel in dit
geval het metronoom geluid op OUTPUT L/
MONO en stuur uit via de R jack door “mainL+R”
te selecteren uit ClickOut instellingen (Handleiding P. 123) op de 33e display pagina. Hierdoor is
het mogelijk de click uit de audiosignalen voor het
publiek te halen en de output signalen te scheiden.
Deze functie is ook erg praktisch voor opnamen.
Draai aan het Data Scroll Wiel of gebruik de +1/
YES en -1/NO knoppen om deze functie aan of uit
te zetten. Als deze aanstaat, is de output bestemming instelling voor iedere voice niet te gebruiken
(Handleiding P. 58) en gaan dezelfde audiosignalen
naar OUTPUT L/MONO, de R jack en de AUX
OUT L/R jacks. Wanneer deze functie uitstaat,
keert de functie terug naar de normale output en
keren de outputs terug in de normale instellingen.
10 Inc Func (increase functie (toename))
Hiermee is het mogelijk om een pad, aangesloten
aan een specifieke input, te laten functioneren als
een Inc schakelaar, ongeacht de eigenlijke pad functie instellingen (Handleiding P. 45). Wanneer deze
is ingesteld als een Inc schakelaar, kunt u de pad
als schakelaar gebruiken om het volgende drumkitnummer in Drum Kit mode te selecteren, of om
één stap vooruit te gaan in Chain mode.
Draai aan het Data Scroll Wiel of gebruik de +1/
YES en -1/NO knoppen om het inputnummer van
de schakelaar te selecteren. De geselecteerde input
pad functioneert als een Inc schakelaar. Selecteer
“--” om de functie instelling in pad functie in te
stellen (Handleiding P. 45).
Inc Func
input=--
MISC.
CYMBAL
SNARE
KICK
Instellingen:
--, 1 tot en met 12
MaToAux
= off
MISC.
CYMBAL
SNARE
KICK
Instellingen:
off, on
6
11 Dec Func (decrease functie (afname))
Hiermee is het mogelijk om een pad, aangesloten
aan een specifieke input, te laten functioneren als
een Dec schakelaar, ongeacht de eigenlijke pad
functie instellingen (Handleiding P. 45). Wanneer
deze is ingesteld als een Dec schakelaar, kunt u de
pad als schakelaar gebruiken om het vorige drumkitnummer in Drum Kit mode te selecteren, of om
één stap achteruit te gaan in Chain mode.
Draai aan het Data Scroll Wiel of gebruik de +1/
YES en -1/NO knoppen om het inputnummer van
de schakelaar te selecteren. De geselecteerde input pad functioneert als een Dec schakelaar. Selecteer “--” om de functie instelling op pad functie
te zetten (Handleiding P. 45).
Draai aan het Data Scroll Wiel of gebruik de +1/
YES en -1/NO knoppen om deze functie aan of uit
te zetten. Als deze aanstaat, wordt de control
change data verstuurd. Als deze uitstaat, wordt de
data niet verstuurd.
Send HH
Ctrl= on
MISC.
CYMBAL
SNARE
KICK
Instellingen:
off, on
34 PlyClick (play click)
Dec Func
input=--
MISC.
CYMBAL
SNARE
KICK
Instellingen:
“--”, 1 tot en met 12
18 SendHH (zend hi-hat control change signalen)
Hiermee kunt u de control change data al of niet
versturen via een voetcontroller die is aangesloten
op de H.HAT CONTROL jack op het achterpaneel. Met deze instelling kunt u Midi data reserveren om naar externe apparatuur te versturen.
Ongeacht de instelling hier, wordt de control
change data altijd naar de interne toongenerator
van de DTX verstuurd. De hi-hat control functies
en het soort MIDI control change data is ingesteld
in het FC Func of FC MIDI (Handleiding P. 47)
focus gedeelte op de 22e of 23e display pagina in
Drum Kit Trigger Edit mode.
Hiermee kunt u de metronoom click afspelen of
stoppen met de START/STOP knop van de DTX.
U kunt bijvoorbeeld de click aan het begin van
een uitvoering of opname genereren en het ook
gezamenlijk met de Count functie (Handleiding P.
123) gebruiken. De CLICK knop functie is altijd
te gebruiken, ongeacht of de functie aan- of uitstaat.
Draai aan het Data Scroll Wiel of gebruik de +1/
YES en -1/NO knoppen om de functie aan of uit te
zetten. Als deze aanstaat, dan start of stopt de click
door gebruik van de START/STOP knop. Als deze
uitstaat, dan keert de functie terug in de normale
bedieningsprocedure en kan slechts met de CLICK
knop de click gestart of gestopt worden.
De kleine wijzigingen worden hieronder in het kort beschreven en uitgebreid verder in de Handleiding beschreven.
Drum Kit Trigger Edit mode
11 Note= (nootnummer 1-5) (Handleiding P. 40)
Aan het MIDI nootnummer dat kan worden ingesteld, is “skp” (skip) toegevoegd. Als de Key On
mode instelling (Handleiding P. 43) is ingesteld op
“alter” of “alterMN”, dan is het mogelijk om bepaalde noten over te slaan en te mute’n.
12 Note=(gate tijd) (Handleiding P. 42)
Er kunnen verschillende gate tijden ingesteld worden voor ieder van de vijf noten, ongeacht de Key
On mode instelling (Handleiding P. 43).
16 RimKeyOn (Handleiding P. 44)
Aan Rim Key On mode is “with Pad” toegevoegd.
Als u de functie op “with Pad” instelt, worden zowel de rim voice als de pad voice tegelijk gegenereerd als de pad bespeeld wordt.
Drum Kit Voice Edit mode
Drum Kit Voice Edit mode
6 Pgm=ch/bass/rhy (akkoord/bass/ritme track voice
instellingen) (Handleiding P. 92)
De display pagina’s van deze pagina zijn
gemodificeerd. Ook de instellingsprocedure is ietwat gewijzigd. De functie en inhoud is echter ongewijzigd.
Song Record mode
Voorbereidingen om Op te Nemen (Handleiding P.
100)
Er wordt automatisch een lege gebruikerssong geselecteerd, ook als u de opnameknop indrukt na
een preset song geselecteerd te hebben.
Song Job mode
5 Pgm Ch (voice instelling voor ieder kanaal)
(Handleiding P. 110)
3 PAN: (Handleiding P. 54)
De display toont nu “center” in plaats van “0” als
de pan positie in het midden is ingesteld.
Pattern Record mode
6 Pgm= (akkoord/bass/ritme track voice instellin
gen) (Handleiding P. 92)
De display pagina van deze pagina is gemodificeerd.
Ook de instellingsprocedure is een ietwat gewijzigd.
De functie of inhoud is echter ongewijzigd.
De display pagina’s van deze pagina zijn
gemodificeerd. Ook zijn de instellingsprocedures
ietwat gewijzigd. De functie en inhoud zijn echter
ongewijzigd.
Utility mode
Basisbediening (Handleiding P. 112)
Deze is dusdanig gemodificeerd dat de display terugkeert naar de titel pagina (eerste display pagina)
van de huidige categorie als de UTILITY knop
wordt ingedrukt. Dit maakt het handig om pagina’s van andere categorieën te selecteren.
43 Program (Handleiding P. 126)
Deze is dusdanig gemodificeerd dat een drumkit
ingesteld kan worden op alle parts behalve part 10.
8
Loading...
+ 23 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.