Yamaha DTX VERSION 2.0 User Manual [nl]

SYSTEEM UPGRADE INFORMATIE
NEDERLANDSTALIGE HANDLEIDING
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Introductie
De YAMAHA DTX DRUM TRIGGER MODULE Versie 2.0 bevat verschil­lende nieuwe functies door het toevoegen van parameters en kleine wijzigingen aan de voorgaande DTX. Deze gids is speciaal gemaakt om u van informatie te voorzien aangaande de toege­voegde kenmerken en wijzigingen die gepaard zijn gegaan met het upgraden van het systeem. Alle nieuwe kenmerken worden in detail beschreven. Paginanummers waar modes en andere in verband staande functies in deze gids en/of de Handlei­ding zijn beschreven, zijn voor uw referentie bij iedere functie vermeld. U kunt deze gids tezamen met de Handleiding gebruiken. Een vragenhoek is speciaal gere­serveerd voor het beantwoorden van regelmatig gestelde vragen door DTX gebrui­kers. Wij hopen dat u door deze gids optimaal gebruik kunt maken van de nieuwe ken­merken van de DTX Versie 2. Bewaar deze gids met de Handleiding op een veilige plaats, zodat u er in de toekomst gebruik van kunt blijven maken.
Zie voor details over de nieuwe kenmerken, behalve de beschrijvingen in deze gids, ook de Handleiding. De kleine
N.B.
wijzigingen zijn uitgebreid weergegeven in de Handleiding.
N.B.
De YAMAHA DTX DRUM TRIGGER MODULE Versie 2.0 wordt in deze gids DTX Versie 2 genoemd.
Inhoudsopgave
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Introductie ......................................................................................................1
De Nieuwe Kenmerken van de DTX Versie 2 .................................................. 2
Beschrijving van de Nieuwe Kenmerken ..........................................................4
Over Kleine Wijzigingen aan de DTX Versie 2 .................................................8
Regelmatig Terugkerende Vragen .....................................................................9
De DTX op Ieder Pad Aansluiten (Standaard Set) ......................................... 9
Tips over het Spelen met een Preset Song ..................................................... 10
Het Gebruik van de DTX als Geluidsgenerator vanaf een Externe MIDI Sequencer11
Voorzorgsmaatregelen bij het Opnemen van een Song ................................. 11
Uw Eigen Werk bij een Song Opnemen........................................................ 11
Over de Part Mutes van een Preset Song (kleine verandering aan de DTX V2)11
De Noot Instellen van een Bass Voice ........................................................... 12
Gecategoriseerde Drum Voice Lijst (in alfabetische volgorde) ..................... 13
Drumkit Lijst .................................................................................................. 16
1
De Nieuwe Kenmerken van de DTX Versie 2
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Zoals getoond wordt in de onderstaande lijst, zijn er nieuwe kenmerken toegevoegd aan Drum Kit Trigger Edit mode, Song Job mode en Utility mode. Er zijn ook kleine wijzigingen aange­bracht in Drum Kit Trigger Edit mode, Drum Voice Edit mode, Pattern Record/Job mode, Song Record/Job mode en Utility mode in de vorm van extra parameters ofwel modificaties in de bedieningsprocedure.
De lijst bevat nieuwe kenmerken (gearceerd) en gemodificeerde of extra onderdelen (onderstreept). De pagina’s waar de
N.B.
beschrijvingen of andere belangrijke informatie hierover in de Handleiding is te vinden, staat erachter vermeld.
Meer Drumkits
Het totaal aantal drum percussie voices is toegenomen van 916 naar 928 soorten. Het totaal aantal preset drumkits is toegenomen van 32 naar 61 soorten. (Er zijn 29 nieuwe drumkits toegevoegd aan de gebruikersdrumkits 1 tot en met 29.)
N.B.
De nummers 1 tot en met 29 zijn inclusief de van te voren ingevoerde drumkits. Om een drumkit van deze nummers te wijzigen, is het aan te raden om een gebruikerskit uit nummer 30 tot en met 32 te kopiëren en deze in een later stadium te gebruiken. Als u een gewijzigde drumkit terugzet naar zijn originele instellingen (Handleiding P. 32), dan kunt u het terugzetten naar de fabricage-instellingen. In dit geval wordt alle data gewist. Sla uw gewijzigde data op in een extern apparaat, zoals de Yamaha MIDI Data Filer MDF2, voordat u reset.
Drum Kit Play mode
(extra kenmerken, geen wijzigingen) Zie de Drumkit Lijst (P.16) voor details over de extra toegevoegde drumkits.
Drum Kit Trigger Edit mode
1. Kit Name (drumkit naam)
2. PAD Type
3. Auto Set
4. PAD Gain
5. LevelRng (niveau bereik)
6. VelRange (velocity bereik)
7. VelCurve (velocity curve)
8. Self Rej (self rejection)
9. Reject (rejection)
10. Spec Rej (specific rejection) 11 Note=(nootnummers 1-5) Handleiding P. 40 12 Note=(gate tijd) Handleiding P. 42
13. Note=(MIDI Kanaal)
14. KeyOn (key on mode)
15. VelXFade (velocity crossfade)
16. RIMKeyOn Handleiding P. 44
17. RIM Vel (rim velocity)
18. PAD Func (pad functie)
19. FS Func (FS Functie)
20. FS MIDI (FS MIDI kanaal)
21. FS HHcls (FS hi-hat control)
22. FC Func (hi-hat contol functie)
23. FC MIDI (hi-hat control functie)
24. FC Sens (hi-hat control gevoeligheid)
25. HH Ctrl (hi-hat control)
26. In 9 to 10 (input 9 t/m 10) P. 4
27. In 11 to 12 (input 11 t/m 12) P.4
28. Copy INP (kopiëer input)
29. Copy TRG (kopiëer trigger)
30. Edit (edit call)
31. Set Chord= (het akkoord met een nootnummer instellen)
2
Drum Kit Voice Edit mode
3 PAN: Handleiding P. 54
Chain Play mode
(geen wijzigingen)
Chain Edit mode
(geen wijzigingen)
Store mode
(geen wijzigingen)
Pattern Play mode
(geen wijzigingen)
Pattern Record mode
Er zijn kleine wijzigingen aangebracht in de voorbereidingsprocedure voor het maken van op­namen.
Pattern Job mode
6 Pgm= (de voice van de akkoord/bass/ritme track instellen): Handleiding P. 92.
Song Play mode
(geen wijzigingen)
Song Record mode
Er zijn kleine wijzigingen aangebracht in de voorbereidingsprocedure voor het maken van op­namen.
Song Job mode
1 Copy (Src/Dest) (kopiëer song) 2 Quantize 3 ClrTrack (wis track) 4 Clr Song (wis song) 5 Pgm Ch (stel de voice in van ieder kanaal) Hand leiding P. 110 6 Vol Ch (volume van het kanaal) P. 5 7 Pan Ch P. 5 8 PlayMode 9 B. LNR TR (bass linear track mode) 10 Pa Mute (pattern track mute mode) 11 SongName (titel van de song)
Utility mode
extra kenmerken en kleine wijzigingen
1 System: titel pagina
2 EditMode 3 LinkMode (Handleiding P. 115) 4 Lrn Mode (learn mode) 5 Sldr Mode (slider mode) 6 Bypass 7 JumpRcnt (jump to recent page) 8 FCoffset 9 MaToAux (main output naar auxiliary output (P.6) 10 Inc Func (increase functie (toename)) P. 6 11 Dec Func (decrease functie (afname)) P. 7
36 Count 37 GrvCheck (groove check) 38 Break TB (break top / bottom) Handleiding P. 124 39 MIDIctrl (MIDI control) 40 SyncMode
41 MULTI
42 Mast Tune (master tune) 43 Program (Handleiding P. 126) 44 Volume 45 Pan 46 Pitch (toonhoogte) 47 Rev Send (send reverb)
12 MIDI: titel pagina
13 DeviceNo (apparaatnummer) 14 Receive SysX (ontvang system exclusive signalen) 15 Receive PC (ontvang program change signalen) 16 RecvCh 10 All (ontvang kanaal 10 MIDI signalen) 17 RecvCh 10 PC (ontvang kanaal 10 program change signalen) 18 Send HH (zend hi-hat control change signalen) P.7 19 LocalCtl (local control) 20 Dump Time 21 Merge Out 22 Dump Out 23 P/C->KIT (program change tabel)
24 EQ (equalizer): titel pagina
25 Lo Mi Hi (gain) 26 Lo Frq (lage frequentie) 27 Mid Freq (middenfrequentie) 28 Hi Freq (hoge frequentie)
29 SEQ (sequencer): titel pagina
30 Click Hi 31 Click Mid 32 Click Lo 33 ClickOut 34 PlyClick (play click) P. 7 35 Tempo
3
Beschrijving van de Nieuwe Kenmerken
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Hieronder de beschrijving van de nieuwe kenmerken die aan iedere mode zijn toegevoegd. De layout is dezelfde als die van het Referentie hoofdstuk in de Handleiding, zodat u die tezamen met deze gids kunt gebruiken.
Drum Kit Trigger Edit mode
26 In 9 to 10 (input 9 tot en met 10)
Als u de pad bespeelt die is aangesloten op input 9, dan is het ook mogelijk om de voice ingesteld op input 10 te genereren. Omdat u een verschillende voice aan input 9 en 10 toe kunt wijzen, is het mogelijk om de kick pad te bespelen en simultaan een bassgeluid en een bass-drumgeluid voort te brengen. In dit geval kunt u, met de alter mode of alterMN mode van de Key On (key on mode) instelling op de 14e display pagina, iedere keer dat u op een pad slaat een bass-drumgeluid voortbrengen, en tevens de basmelodie spelen. Hiermee kunt u de kickpad instellen van de extra toegevoegde drumkit; “12 kick3itm”. (P. 22)
Draai aan het Data Scroll Wiel of gebruik de +1/ YES en -1/NO knoppen. Als deze op ‘on’ gezet wordt, staat de functie aan en wordt de voice van input 10 gegenereerd als een pad aangesloten op input 9 bespeeld wordt. Als deze op ‘off’ gezet wordt, staat de functie uit.
27 in 11 to 12 (input 11 tot en met 12)
Als u de pad bespeelt die is aangesloten op input 11, dan is het ook mogelijk om de voice ingesteld op input 12 te genereren. Als het geval is bij “in 9 to 10” op de 29e display pagina, kan deze functie verschillende voices die aan elke input is toegewe­zen simultaan genereren.
Draai aan het Data Scroll Wiel of gebruik de +1/ YES en -1/NO knoppen. Zoals deze op ‘on’ gezet wordt, staat de functie aan en wordt de voice van input 10 gegenereerd als een pad aangesloten op input 11 bespeeld wordt. De input naar INPUT 12 wordt echter genegeerd. Als deze op ‘off’ gezet wordt, staat de functie uit.
In11to12
= off
MISC. CYMBAL SNARE KICK
In 9to10
= off
MISC. CYMBAL SNARE KICK
Instellingen:
off, on
Instellingen:
off, on
4
Song Job mode
6 VolCh (volume van het kanaal)
Deze stelt het volume in van ieder MIDI kanaal van de huidig geselecteerde song. Met deze functie kunt u de balans van het volume van de tracks van een opgenomen song aanpassen.
Zet de pijl op het Channel focus gedeelte en
1
kies het kanaalnummer met het Data Scroll Wiel of met de +1/YES en -1/NO knoppen.
2
Zet de pijl op het Volume focus gedeelte en pas het volume aan met het Data Scroll Wiel of met de +1/YES en -1/NO knoppen.
3
Herhaal stap 1 en 2 en stel het volume van ieder kanaal in.
Kanaal
VolCh= 1
Volume
SONG
= 95
MISC. CYMBAL SNARE KICK
7 PanCh (kanaal pan)
Deze stelt de pan (de stereopositie van het geluid) in toegewezen aan ieder MIDI kanaal van de hui­dig geselecteerde song. Deze definieert de panpositie van het geluid van ieder kanaal tussen de linker en rechterkant. Met deze functie kunt u de stereo-panpositie van de tracks van een opgenomen song aanpassen. De kanaal 10 drumkit pan moet echter aangepast worden op de 3e display pagina van Drum kit Voice Edit mode (Handleiding P. 54). Hier beschrijven we hoe de kanalen 1 tot en met 9 en 11 tot en met 16 moeten worden ingesteld.
1
Zet de pijl op het Channel focus gedeelte en kies het kanaalnummer met het Data Scroll Wiel of met de +1/YES en -1/NO knoppen.
Zet de pijl op het Pan focus gedeelte en stel de
2
pan in met het Data Scroll Wiel of met de +1/ YES en -1/NO knoppen.
3
Herhaal stap 1 en 2 om de pan van ieder ka­naal in te stellen.
Kanaal
Instellingen:
De volgende waarden kunnen ingesteld worden voor de kanalen 1 tot en met 16. 0 tot 127
PanCh= 1
Pan
SONG
= center
MISC. CYMBAL SNARE KICK
Instellingen:
De volgende waarden kunnen ingesteld worden voor ka­nalen 1 tot en met 9 en 11 tot en met 16. L64 (=helemaal links), midden, R1 tot R63 (=helemaal rechts)
5
Utility mode
9 Ma to Aux (main output naar auxiliary output)
Hiermee kunnen dezelfde audiosignalen als de main output, zoals OUTPUT L/MONO of OUTPUT R, verstuurd worden via de AUX OUT L/R jacks. Ook is het mogelijk dat alleen de muzikant naar de out­put luistert met een extra metronoom click gedu­rende een uitvoering. Als u de DTX bij een live­optreden gebruikt, kunt u bijvoorbeeld met deze functie de beide outputs instellen op audiosignalen en de OUTPUT L/MONO en OUTPUT R voor de muzikanten (hoofdtelefoons) en de AUX OUT L/R jacks voor het publiek gebruiken. Stel in dit geval het metronoom geluid op OUTPUT L/ MONO en stuur uit via de R jack door “mainL+R” te selecteren uit ClickOut instellingen (Handlei­ding P. 123) op de 33e display pagina. Hierdoor is het mogelijk de click uit de audiosignalen voor het publiek te halen en de output signalen te scheiden. Deze functie is ook erg praktisch voor opnamen.
Draai aan het Data Scroll Wiel of gebruik de +1/ YES en -1/NO knoppen om deze functie aan of uit te zetten. Als deze aanstaat, is de output bestem­ming instelling voor iedere voice niet te gebruiken (Handleiding P. 58) en gaan dezelfde audiosignalen naar OUTPUT L/MONO, de R jack en de AUX OUT L/R jacks. Wanneer deze functie uitstaat, keert de functie terug naar de normale output en keren de outputs terug in de normale instellingen.
10 Inc Func (increase functie (toename))
Hiermee is het mogelijk om een pad, aangesloten aan een specifieke input, te laten functioneren als een Inc schakelaar, ongeacht de eigenlijke pad func­tie instellingen (Handleiding P. 45). Wanneer deze is ingesteld als een Inc schakelaar, kunt u de pad als schakelaar gebruiken om het volgende drum­kitnummer in Drum Kit mode te selecteren, of om één stap vooruit te gaan in Chain mode.
Draai aan het Data Scroll Wiel of gebruik de +1/ YES en -1/NO knoppen om het inputnummer van de schakelaar te selecteren. De geselecteerde input pad functioneert als een Inc schakelaar. Selecteer “--” om de functie instelling in pad functie in te stellen (Handleiding P. 45).
Inc Func
input=--
MISC. CYMBAL SNARE KICK
Instellingen:
--, 1 tot en met 12
MaToAux
= off
MISC. CYMBAL SNARE KICK
Instellingen:
off, on
6
11 Dec Func (decrease functie (afname))
Hiermee is het mogelijk om een pad, aangesloten aan een specifieke input, te laten functioneren als een Dec schakelaar, ongeacht de eigenlijke pad functie instellingen (Handleiding P. 45). Wanneer deze is ingesteld als een Dec schakelaar, kunt u de pad als schakelaar gebruiken om het vorige drum­kitnummer in Drum Kit mode te selecteren, of om één stap achteruit te gaan in Chain mode.
Draai aan het Data Scroll Wiel of gebruik de +1/ YES en -1/NO knoppen om het inputnummer van de schakelaar te selecteren. De geselecteerde in­put pad functioneert als een Dec schakelaar. Se­lecteer “--” om de functie instelling op pad functie te zetten (Handleiding P. 45).
Draai aan het Data Scroll Wiel of gebruik de +1/ YES en -1/NO knoppen om deze functie aan of uit te zetten. Als deze aanstaat, wordt de control change data verstuurd. Als deze uitstaat, wordt de data niet verstuurd.
Send HH
Ctrl= on
MISC. CYMBAL SNARE KICK
Instellingen:
off, on
34 PlyClick (play click)
Dec Func
input=--
MISC. CYMBAL SNARE KICK
Instellingen:
“--”, 1 tot en met 12
18 SendHH (zend hi-hat control change signalen)
Hiermee kunt u de control change data al of niet versturen via een voetcontroller die is aangesloten op de H.HAT CONTROL jack op het achter­paneel. Met deze instelling kunt u Midi data reser­veren om naar externe apparatuur te versturen. Ongeacht de instelling hier, wordt de control change data altijd naar de interne toongenerator van de DTX verstuurd. De hi-hat control functies en het soort MIDI control change data is ingesteld in het FC Func of FC MIDI (Handleiding P. 47) focus gedeelte op de 22e of 23e display pagina in Drum Kit Trigger Edit mode.
Hiermee kunt u de metronoom click afspelen of stoppen met de START/STOP knop van de DTX. U kunt bijvoorbeeld de click aan het begin van een uitvoering of opname genereren en het ook gezamenlijk met de Count functie (Handleiding P.
123) gebruiken. De CLICK knop functie is altijd te gebruiken, ongeacht of de functie aan- of uit­staat.
Draai aan het Data Scroll Wiel of gebruik de +1/ YES en -1/NO knoppen om de functie aan of uit te zetten. Als deze aanstaat, dan start of stopt de click door gebruik van de START/STOP knop. Als deze uitstaat, dan keert de functie terug in de normale bedieningsprocedure en kan slechts met de CLICK knop de click gestart of gestopt worden.
PlyClick
= off
MISC. CYMBAL SNARE KICK
Instellingen:
off, on
7
Over kleine wijzigingen aan de DTX Versie 2
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
De kleine wijzigingen worden hieronder in het kort beschreven en uitgebreid verder in de Hand­leiding beschreven.
Drum Kit Trigger Edit mode
11 Note= (nootnummer 1-5) (Handleiding P. 40)
Aan het MIDI nootnummer dat kan worden inge­steld, is “skp” (skip) toegevoegd. Als de Key On mode instelling (Handleiding P. 43) is ingesteld op “alter” of “alterMN”, dan is het mogelijk om be­paalde noten over te slaan en te mute’n.
12 Note=(gate tijd) (Handleiding P. 42)
Er kunnen verschillende gate tijden ingesteld wor­den voor ieder van de vijf noten, ongeacht de Key On mode instelling (Handleiding P. 43).
16 RimKeyOn (Handleiding P. 44)
Aan Rim Key On mode is “with Pad” toegevoegd. Als u de functie op “with Pad” instelt, worden zo­wel de rim voice als de pad voice tegelijk gegene­reerd als de pad bespeeld wordt.
Drum Kit Voice Edit mode
Drum Kit Voice Edit mode
6 Pgm=ch/bass/rhy (akkoord/bass/ritme track voice instellingen) (Handleiding P. 92)
De display pagina’s van deze pagina zijn gemodificeerd. Ook de instellingsprocedure is iet­wat gewijzigd. De functie en inhoud is echter on­gewijzigd.
Song Record mode
Voorbereidingen om Op te Nemen (Handleiding P.
100)
Er wordt automatisch een lege gebruikerssong ge­selecteerd, ook als u de opnameknop indrukt na een preset song geselecteerd te hebben.
Song Job mode
5 Pgm Ch (voice instelling voor ieder kanaal) (Handleiding P. 110)
3 PAN: (Handleiding P. 54)
De display toont nu “center” in plaats van “0” als de pan positie in het midden is ingesteld.
Pattern Record mode
6 Pgm= (akkoord/bass/ritme track voice instellin gen) (Handleiding P. 92)
De display pagina van deze pagina is gemodificeerd. Ook de instellingsprocedure is een ietwat gewijzigd. De functie of inhoud is echter ongewijzigd.
De display pagina’s van deze pagina zijn gemodificeerd. Ook zijn de instellingsprocedures ietwat gewijzigd. De functie en inhoud zijn echter ongewijzigd.
Utility mode
Basisbediening (Handleiding P. 112)
Deze is dusdanig gemodificeerd dat de display te­rugkeert naar de titel pagina (eerste display pagina) van de huidige categorie als de UTILITY knop wordt ingedrukt. Dit maakt het handig om pagi­na’s van andere categorieën te selecteren.
43 Program (Handleiding P. 126)
Deze is dusdanig gemodificeerd dat een drumkit ingesteld kan worden op alle parts behalve part 10.
8
Loading...
+ 23 hidden pages