Beschikbare services kunnen variëren afhankelijk van uw printerinstellingen. Zie de Handleiding voor de
gebruiker voor meer informatie over functies en instellingen.
Aanraakscherm
1
Startpagina Functies - toont de hoofdfuncties, zoals
kopiëren, scannen en faxen.
Functies - hiermee keert u terug naar de actieve
functie vanuit het scherm Opdrachtstatus of
Apparaatstatus, of naar een vooringestelde functie.
Opdrachtstatus - toont actieve, vastgehouden en
voltooide opdrachten.
Apparaatstatus - toont instellingen en informatie.
1
Menu's
2634
5
6
OpdrachtfunctiesAlfanumeriek
7
toetsenpaneel
7
Alle wissen
Afdrukken
onderbreken
Alle wissen - wist eerdere en gewijzigde instellingen voor
de huidige functie. Druk tweemaal op deze toets om alle
functies terug te zetten op de standaardwaarden en huidige
scans te wissen.
Stoppen
Start
3
Aan-/afmelden - voor toegang tot functies die met
2
een toegangscode zijn beveiligd.
Help (?) - geeft aanvullende informatie weer over de
3
huidige selectie of functie.
Taal - hier kunt u de taal van het aanraakscherm en de
Het menu Apparaatstatus geeft toegang tot de status van verbruiksartikelen, printerinformatie en
instellingen. Sommige menu's en instellingen vereisen aanmelding met de naam en toegangscode van de
beheerder.
Facturerings- en gebruiksinformatie
Druk in het menu Apparaatstatus op het tabblad Factureringsinformatie voor de algemene afdruktellers.
Druk op de toets Tellers voor gedetailleerde gebruikstellers. In het vervolgkeuzemenu staan nog meer
tellercategorieën.
Om een printerstoring of schade aan de interne harde
schijf te voorkomen, drukt u op de Aan/uit-toets op het
bedieningspaneel en volgt u de aanwijzingen op het
scherm op. Om het apparaat volledig uit te schakelen,
wordt het aanraakscherm na 10 seconden zwart en gaat de
toets Energiebesparing knipperen. Als alle lampjes op het
bedieningspaneel uit zijn, zet u de aan/uit-schakelaar uit.
Zie de Handleiding voor de gebruiker voor meer informatie over laden en papier.
Papier plaatsen
12
Bevestig of wijzig eventueel de instellingen voor
formaat en soort.
Waaier de randen van het papier uit voor de beste
resultaten. Pas de geleiders op het papierformaat aan.
Zorg dat het papier niet boven de maximumvullijn
uitkomt.
Papierrichting
Briefhoofd
Voorgeboord
EnvelopY > 297 mm (11,7 inch)
3
WindowsMac
Tijdens het afdrukken selecteert u opties in de
printerdriver.
Aangezien de printer doorgaans is aangesloten op een netwerk in plaats van een enkele computer,
selecteert u een bestemming voor het gescande beeld op de printer.
In deze handleiding staat beschreven op welke manieren u documenten kunt scannen zonder speciale
instellingen:
• Documenten naar een e-mailadres scannen.
• Documenten naar een opgeslagen favoriet, adresboekvermelding of USB-fl ashdrive scannen.
• Documenten naar de openbare map op de harde schijf scannen en ze ophalen via uw webbrowser.
Zie het hoofdstuk Scannen in de Handleiding voor de gebruiker voor meer informatie en scaninstellingen.
Zie de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie over het
instellen van adresboeken en werkstroomsjablonen.
1
X: 139,7–215,9 mm (5,5–8,5 inch)
Y
X
Y: 139,7–355,6 mm (5,5–14,0 inch)
60–125 g/m²
(16–32 lb. schrijfpapier)
50–125 g/m²
(13–32 lb. schrijfpapier)
Plaats het origineel.
2
2.12.2
Druk op Startpagina Functies en druk vervolgens op E-mail om
de scan te e-mailen of op Werkstroom Scannen om naar de
map _PUBLIC of naar een USB-fl ashdrive te scannen. Druk op
Scannen naar als uw scanbestemming in het adresboek of als
een favoriet is opgeslagen.
Alle wissen - wist eerdere en
gewijzigde instellingen voor de
huidige functie.
www.xerox.com/offi ce/support
3
Druk voor e-mail op Nieuwe
ontvanger en voer vervolgens
het adres in via het toetsenbord
op het aanraakscherm. Druk op
+Toevoegen om adressen aan
de lijst toe te voegen en druk
vervolgens op Sluiten.
Gebruik het adresboek of
favorieten om opgeslagen
e-mailadressen in te voeren.
4
Voor Werkstroom Scannen drukt u
op _PUBLIC of plaatst u de USBfl ashdrive en drukt u op USB.
5
Voor Scannen naar drukt u op
Favorieten of Adresboek om
opgeslagen e-mailadressen in te
voeren.
Wijzig de instellingen zo nodig.
2
Scannen en e-mailen
Druk op Start.
Stop - hiermee wordt de huidige opdracht
tijdelijk stopgezet.
www.xerox.com/offi ce/support
Scanbestanden ophalen
Als u uw gescande beelden wilt ophalen uit de map _PUBLIC, kopieert u de scanbestanden via CentreWare
Internet Services van de printer naar uw computer. U kunt CentreWare Internet Services ook gebruiken voor
het instellen van persoonlijke mailboxen en sjablonen voor werkstroomscannen. Zie de Handleiding voor de gebruiker voor meer informatie.
1
Let op het IP-adres van de printer op het aanraakscherm.
Als het IP-adres niet in de linker bovenhoek van het aanraakscherm verschijnt, drukt u op Apparaatstatus
en controleert u het informatieveld.
3
Scannen en e-mailen
www.xerox.com/offi ce/support
http://xxx.xxx.xxx.xxx
2
3
®
CentreWare
Internet Services
Typ het IP-adres van de printer in een webbrowser
Klik op het tabblad Scannen.
en druk vervolgens op Enter of Return.
4
®
CentreWare
Internet Services
4.1
Selecteer de standaard openbare map en klik vervolgens op Start om de scan te downloaden.
4.2
Klik op Weergave bijwerken
om de lijst bij te werken.
4
Scannen en e-mailen
Selecteer Downloaden om het bestand op uw computer op te slaan.
Selecteer Opnieuw afdrukken om het opgeslagen bestand nogmaals af te drukken.
Selecteer Verwijderen om de opgeslagen opdracht permanent te verwijderen.
U kunt een fax op vier verschillende manieren verzenden:
• Interne fax - hiermee wordt het document gescand en rechtstreeks naar een faxapparaat verzonden.
• Serverfax - hiermee wordt het document gescand en naar een faxserver verzonden, die de fax vervolgens
naar een faxapparaat verzendt.
• Internetfax - hiermee wordt het document gescand en als bijlage bij een e-mailbericht naar een
ontvanger verzonden.
• LAN-fax - hiermee wordt de huidige afdrukopdracht als fax verzonden.
Zie het hoofdstuk Faxen in de Handleiding voor de gebruiker voor meer informatie. Zie de software van de
printerdriver voor meer informatie over LAN-fax. Zie de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie over faxinstellingen en geavanceerde instellingen.
1
X: 139,7–215,9 mm (5,5–8,5 inch)
Y
X
Y: 139,7–355,6 mm (5,5–14,0 inch)
60–125 g/m²
(16–32 lb. schrijfpapier)
50–125 g/m²
(13–32 lb. schrijfpapier)
Plaats het origineel.
2
2.12.2
Druk op Startpagina Functies en druk vervolgens op Fax,
Serverfax of Internetfax.
Voor faxnummers gebruikt u de alfanumerieke toetsen om faxnummers in te voeren. Druk op Kiestekens om
speciale tekens in te voegen. Druk op +Toevoegen om aanvullende nummers toe te voegen.
Druk voor internetfax-e-mailadressen op Nieuwe ontvanger en voer vervolgens het adres in via het
toetsenbord op het aanraakscherm. Druk op +Toevoegen om adressen aan de lijst toe te voegen en druk
vervolgens op Sluiten.
Gebruik het adresboek of favorieten om opgeslagen nummers of e-mailadressen in te voeren.
54
Druk op Start.
Wijzig de instellingen zo nodig.
2
Faxe n
Stop - hiermee wordt de huidige
opdracht tijdelijk stopgezet.
U kunt PDF-, TIFF-, PS- en XPS-bestanden rechtstreeks vanaf een USB-stick afdrukken. Zie het hoofdstuk
Afdrukken in de Handleiding voor de gebruiker voor meer informatie. Zie de System Administrator Guide
(Handleiding voor de systeembeheerder) voor het instellen van deze functie.
1
Verwijder de USB-fl ashdrive niet terwijl deze
wordt gelezen. Hierdoor kunnen bestanden
beschadigd raken.
Plaats de USB-fl ashdrive in de USB-poort.
23
2.12.2
Druk op Startpagina Functies en druk
vervolgens op Afdrukken via.
Druk op USB-stick en selecteer vervolgens een bestand of
een map.