Xerox DOCUPRINT N4525 User Manual

Page 1
XEROX
DOCUPRINT N4525
NETWERK LASER PRINTER
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 2
Xerox DocuPrint
N4525 Netwerk Laser Printer Gebruikershandleiding
721P57030 Juli 2000
Page 3
De auteursrechtelijke bescherming waarop aanspraak wordt gemaakt, bevat alle vormen en zaken van auteursrechtelijk materiaal en informatie die thans of in de toekomst van rechtswege is toegestaan. Dit omvat, zonder enige beperking, materiaal dat wordt gege­nereerd door de software en dat op het scherm wordt weergegeven zoals stijlen, sjablonen, pictogrammen, uiterlijk en inhoud van de schermen, enzovoort.
Gedrukt in de Verenigde Staten van Amerika.
XEROX® en alle Xerox-productnamen en productnummers die in deze publicatie worden genoemd, zijn gedeponeerde handelsmerken van Xerox Corporation. Ook han­delsmerken van andere bedrijven worden erkend. PCL is een handelsmerk van Hewlett-Packard Company. MS, MS-DOS, Windows NT, Microsoft LAN Manager, Windows 95 en Windows 98 zijn handelsmerken van Microsoft Corporation. Adobe® en PostScript® zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. TrueType is een han­delsmerk van Apple Computer, Inc. OS/2 is een handelsmerk van International Business Machines. Sun en Solaris zijn handelsmerken van Sun Corporation.
Deze printer bevat emulaties van Hewlett-Packard PCL 5e- en PCL 6-opdrachttalen (de printer herkent HP PCL 5e- en PCL 6-opdrachten) en verwerkt deze opdrachten op een manier die compatibel is met Hewlett-Packard LaserJet-printerproducten.
Dit product bevat een implementatie van LZW onder licentie van Amerikaans patent
4.558.302.
In dit document worden van tijd tot tijd wijzigingen aangebracht. Technische bijwerkin­gen worden in volgende edities opgenomen.
Copyright ©2000, Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden.
Page 4

Garantie

Printergarantie
Xerox waarborgt dat de DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer gedurende een periode van één (1) jaar na de verzenddatum vrij zal zijn van tekortkomingen in materiaal en fab­ricage. Als het product tijdens de garantieperiode defecten vertoont, zal Xerox, ter keuze van Xerox:
(1) Het product repareren door middel van telefonische ondersteuning of service ter plaatse zonder kosten voor onderdelen of arbeid te berekenen.
(2) Het product vervangen met een vergelijkbaar product.
(3) Bij retournering de aankoopprijs van het product terugbetalen, na aftrek van een redelijk bedrag voor het gebruik.
Onder deze productgarantie dient de klant Xerox of de erkende servicevertegenwoordi­ger vóór het verstrijken van de garantieperiode op de hoogte te stellen van het defect. Om service te verkrijgen onder deze garantie, dient de klant eerst contact op te nemen met Xerox Telephone Support-personeel of de erkende servicevertegenwoordiger daar­van. Telephone Support-personeel werkt met u samen om problemen snel en profes­sioneel op te lossen. De klant moet echter een redelijke mate van medewerking verlenen aan Xerox of aan de erkende Xerox-vertegenwoordiger.
Als telefonische ondersteuning niet succesvol is, zal Xerox of de erkende serviceverteg­enwoordiger van Xerox kosteloos garantiereparatie bieden op het adres van de klant, zoals hieronder weergegeven.
In de Verenigde Staten en Canada wordt service verleend binnen het gebruikelijke
gebied voor service ter plaatse voor producten die in de Verenigde Staten en Can­ada zijn gekocht.
Binnen het Europese Economische Gebied wordt service verleend binnen het
gebruikelijke gebied voor service ter plaatse voor producten die in het EEG zijn gekocht.
Buiten de VS, Canada en het EEG wordt service verleend binnen het gebruikelijke
gebied voor service ter plaatse in het land van aankoop.
Een beschrijving van het gebruikelijke gebied voor service ter plaatse kunt u opvragen bij het plaatselijke Xerox-klantenondersteuningcenter of bij de erkende Xerox-leveran­cier. Service ter plaatse is uitsluitend naar het oordeel van Xerox of de erkende Xerox-servicevertegenwoordiger en wordt beschouwd als het laatste hulpmiddel.
Als het product van de klant functies bevat die Xerox of de erkende Xerox-serviceverteg­enwoordiger op afstand kunnen diagnosticeren en repareren, kan Xerox de klant ver­zoeken toestemming te verlenen voor toegang tot het product op afstand.
Bij het onderhoud van het product mag Xerox nieuwe of nagenoeg nieuwe onderdelen of montages gebruiken om gelijke of verbeterde kwaliteit te verkrijgen. Alle defecte onder­delen en montages worden het eigendom van Xerox. Xerox is bevoegd, naar haar oordeel, retournering van deze onderdelen te verzoeken.
Page 5
GARANTIE VERBRUIKSMIDDELEN
Xerox waarborgt dat tonercassettes gedurende een periode van één (1) jaar na de instal­latiedatum vrij zullen zijn van tekortkomingen in materiaal en fabricage. Voor alle andere door de gebruiker te vervangen verbruiksmiddelen (CRC's) geldt een periode van negentig (90) dagen (zes (6) maanden wanneer langere perioden wettelijk zijn vereist) vanaf de installatiedatum, maar niet langer dan één (1) jaar na de verzenddatum. Onder deze garantie dient de klant Xerox of de erkende servicevertegenwoordiger vóór het ver­strijken van de garantieperiode op de hoogte te stellen van het defect. XEROX KAN EISEN DAT HET DEFECTE CRC WORDT GERETOURNEERD NAAR EEN DAARTOE AANGEWEZEN XEROX-INZAMELPUNT OF AAN DE XEROX-VERTEGENWOORDI­GER VAN WIE HET CRC OORSPRONKELIJK IS GEKOCHT. Claims worden afgehandeld in overeenstemming met de huidige Xerox-procedure.
Deze garanties gelden niet voor tekortkomingen, storingen of schade veroorzaakt door onjuist gebruik of onjuist of onvoldoende onderhoud en zorg. Onder deze garantiebe­palingen is Xerox niet verplicht:
a) Schade te repareren die het gevolg is van pogingen van ander personeel dan Xerox-vertegenwoordigers om het product te installeren, te repareren of te onderhouden, behalve wanneer op aanwijzing van een Xerox-vertegenwoordiger.
b) Schade, storingen of degeneratie van prestaties te repareren die het gevolg zijn van onjuist gebruik of aansluiting op incompatibele apparatuur of incompatibel geheugen.
c) Schade, storingen of degeneratie van prestaties te repareren die het gevolg zijn van het gebruik van niet-Tektronix/Xerox-printertoebehoren of -verbruiksmiddelen of het gebruik van Tektronix/Xerox-toebehoren waarvan het gebruik bij deze printer niet is gespecificeerd.
d) Een product of CRC te repareren dat is gewijzigd of geïntegreerd met andere pro­ducten, als gevolg waarvan een dergelijke wijziging of integratie de tijdsduur of moeilijk­heidsgraad van serviceverlening aan het product of CRC wordt vergroot.
e) Om gebruikersonderhoud of -reiniging uit te voeren of om schade, storingen of degen­eratie van prestaties te repareren die het gevolg zijn van het nalaten om gebruikersonder­houd -en reiniging uit te voeren, zoals voorgeschreven in het gepubliceerde productmateriaal.
f) Schade, storingen of degeneratie van prestaties te repareren die het gevolg zijn van gebruik van het product in een omgeving die niet voldoet aan de bedieningsspecifi­caties, zoals vermeld in de gebruikershandleiding.
g) Dit product te repareren nadat de limiet van de bedrijfscyclus van het product is bereikt. Alle serviceverlening nadien zal op basis van tijd en materiaal in rekening worden gebracht.
h) CRC's te vervangen die opnieuw zijn gevuld, opgebruikt of misbruikt zijn of waar op een of andere manier mee geknoeid is.
Page 6
BOVENSTAANDE GARANTIE WORDT DOOR XEROX VERLEEND VOOR DIT PROD­UCT EN DE DOOR DE GEBRUIKER VERVANGBARE VERBRUIKSMIDDELEN IN PLAATS VAN ENIGE ANDERE GARANTIE, EXPLICIET OF IMPLICIET. XEROX EN HAAR LEVERANCIERS WIJZEN ALLE IMPLICIETE GARANTIES AANGAANDE VERK­OOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL AF, DAN WEL VERGELIJKBARE NORMEN ONDER TOEPASSELIJKE WETGEVING. DE VERANT­WOORDELIJKHEID VAN XEROX VOOR HET REPAREREN, VERVANGEN OF AAN­BIEDEN VAN RESTITUTIE VOOR DEFECTE PRODUCTEN EN DOOR DE GEBRUIKER VERVANGBARE VERBRUIKSMIDDELEN IS HET ENIGE EN ENIGE VERHAAL DAT DE KLANT WORDT GEBODEN VANWEGE INBREUK OP DEZE GARANTIE. XEROX EN HAAR LEVERANCIERS ZIJN NIET AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE INDIRECTE, BIJ­ZONDERE OF INCIDENTELE SCHADE OF GEVOLGSCHADE (MET INBEGRIP VAN WINSTDERVING), ONGEACHT DE VRAAG OF XEROX OF DE LEVERANCIER VOORAF OP DE HOOGTE ZIJN GESTELD VAN DE MOGELIJKHEID VAN DIE SCHADE.
In sommige staten, provincies of landen is het niet toegestaan incidentele of gevolg­schade uit te sluiten of om beperkingen op te leggen aan de duur van impliciete garan­ties of voorwaarden. Het kan zijn dat daardoor bovenstaande beperkingen en uitsluitingen niet op u van toepassing zijn. Door deze garantie krijgt u specifieke rechten, en het kan zijn dat u ook rechten heeft die per staat, provincie of land verschil­lend zijn.
Zie de licentieovereenkomst voor de eindgebruiker bij de software voor de softwarega­rantie.
In bepaalde geografische gebieden valt dit product onder de garantie van Fuji Xerox. Deze garantieverklaring is niet van toepassing in Japan. Raadpleeg de garantieverklaring in de Japanse gebruikershandleiding voor producten die in Japan zijn aangeschaft.
Als u een Australische consument bent, moet u zich ervan bewust zijn dat de Trade Practices Act 1974 en de vergelijkbare staats- en territoriumwetgeving (samen “de Acts”) speciale provisies bevatten voor de bescherming van Australische consumenten. Niets in enig Fuji Xerox-garantiemateriaal sluit de toepassing uit of beperkt de toepassing van enige provisie van de Acts, waar dit in strijd zou zijn met de Acts of waar dit ertoe zou leiden dat enig deel van deze garantie nietig zou zijn. In dit garantiemateriaal wordt een impliciete voorwaarde of garantie waarvan de uitsluiting uit een contract met een “Con­sument” (zoals gedefinieerd in de Acts) in strijd zou zijn met een van de provisies van de Acts of ertoe zou leiden dat enig deel van deze garantie of deze gehele garantie nietig zou zijn, een “Niet-uitsluitbare voorwaarde” genoemd. Voorzover wettelijk toegestaan, is de enige en volledige aansprakelijkheid van Fuji Xerox ten opzichte van de klant van­wege inbreuk op een niet-uitsluitbare voorwaarde (met inbegrip van gevolgschade voor de klant), behalve waar hierin anders is aangegeven, beperkt tot (ter keuze van Fuji Xerox) het vervangen of repareren van de goederen of het opnieuw leveren of betalen van de kosten van nieuwe levering van de diensten met betrekking waartoe de inbreuk is opgetreden. Met inachtneming van het bovenstaande zijn alle voorwaarden en garanties die in andere gevallen impliciet in een consumentencontract zouden zijn opgenomen of kunnen zijn opgenomen, uitgesloten, zowel op basis van uitvoering van wettelijke bepalingen, afleiding uit omstandigheden, branchepraktijk of anderszins.
Page 7

Overzicht gebruikersveiligheid

Uw printer en de aanbevolen verbruiksmiddelen zijn ontworpen en getest om aan strenge veiligheidseisen te voldoen. Het opvolgen van de volgende aantekeningen verzekert de ononderbroken veilige werking van uw printer.
Elektrische veiligheid
Gebruik het netsnoer dat bij de printer is geleverd.
Gebruik geen aardingsadapter om de printer op een niet-geaard stopcontact aan te
sluiten.
Sluit het netsnoer rechtstreeks aan op een op de juiste wijze geaard stopcontact.
Gebruik geen verlengsnoer. Vraag een elektricien om het stopcontact na te kijken als u niet weet of dit geaard is.
Waarschuwing
Voorkom de kans op ernstige elektrische schokken door ervoor te zorgen dat de printer goed geaard is.
Zet de printer niet op een plaats waar mensen op het netsnoer kunnen stappen.
Plaats geen voorwerpen op het netsnoer.
Blokkeer de ventilatieopeningen niet. Deze openingen zijn aangebracht om over-
verhitting van de printer te voorkomen.
Waarschuwing
Duw geen voorwerpen in sleuven en openingen op de printer. Aanraking van een voltagepunt of kortsluiting van een onderdeel kan brand of elek­trische schokken tot gevolg hebben.
Schakel de printer onmiddellijk uit als u ongewone geluiden of geuren waarneemt. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. Bel een erkende serviceverte­genwoordiger om het probleem te repareren.
Het netsnoer is op een aansluitpunt aan de achterkant van de printer aangesloten.
Als het nodig zou zijn om de stroomtoevoer van de printer af te sluiten, moet het netsnoer uit het stopcontact worden getrokken.
Page 8
Als een van de volgende omstandigheden zich voordoet, moet u de printer direct uitschakelen, het netsnoer uit het stopcontact trekken en een erkende serviceverte­genwoordiger bellen.
Het netsnoer is beschadigd of gerafeld.
Er is vloeistof in de printer gemorst.
De printer is blootgesteld aan water.
Een onderdeel van de printer is beschadigd.
Onderhoudsveiligheid
Probeer geen onderhoudsprocedures uit te voeren die niet specifiek zijn bes­chreven in de documentatie die bij uw printer is geleverd.
Gebruik geen schoonmaakmiddelen in spuitbussen. Het gebruik van
niet-goedgekeurd toebehoren kan slechte prestaties en gevaarlijke situaties tot gev­olg hebben.
Verwijder geen kappen of beschermplaten die met schroeven zijn bevestigd, tenzij u optionele apparatuur installeert en specifieke instructies hebt ontvangen om dit te doen. Als dergelijke installaties worden uitgevoerd, moet de printer zijn UITge­schakeld (OFF). Buiten de door de gebruiker te installeren opties, bevinden zich achter deze kappen geen onderdelen die u kunt onderhouden of waaraan u service kunt verlenen.
Bedieningsveiligheid
Uw printer en toebehoren zijn ontworpen en getest om aan strenge veiligheidseisen te voldoen. Hieronder vallen onderzoek en goedkeuring door veiligheidsinstanties en naleving van ingestelde milieunormen.
Het opvolgen van de volgende veiligheidsrichtlijnen verzekert ononderbroken veilige werking van uw printer.
Gebruik specifiek voor de printer ontworpen materialen en toebehoren. Gebruik van ongeschikte materialen kan in slechte prestaties en gevaarlijke situaties result­eren.
Volg alle waarschuwingen en aanwijzingen op die zijn aangegeven op of geleverd bij de printer, opties en toebehoren.
Zet de printer in een stofvrij, goed geventileerd gebied met een temperatuurbereik van 5º C tot 35º C (41º F tot 95º F) en een relatieve vochtigheid van 15 tot 85 pro­cent.
Zet de printer in een gebied met voldoende ruimte voor ventilatie, bediening en
onderhoud. De aanbevolen minimumruimte is 92,5 cm (36,5 in.) voor en boven de printer, 20,3 cm (8 in.) achter de printer en 30,5 cm (12,0 in.) aan beide zijkanten van de printer. Bedek of blokkeer de sleuven en openingen in de printer niet. Bij onvoldoende ventilatie kan de printer oververhit raken.
Gebruik de printer voor optimale prestaties op hoogtes onder 2500 meter (8200 ft.). Gebruik op hoogtes boven 2500 meter (8200 ft.) valt buiten de operabi­liteitsgrenzen.
Zet de printer niet in de buurt van een warmtebron.
Stel de printer niet bloot aan direct zonlicht.
Zet de printer niet in de koude luchtstroom van een airconditioningsysteem.
Page 9
Zet de printer op een vlak, stevig oppervlak dat sterk genoeg is voor het gewicht van het apparaat. Het basisgewicht van de printer zonder verpakkingsmateriaal is 53 kg (117 lb.).
De printer is zwaar en moet door twee personen worden opgetild. In onderstaande
afbeelding ziet u de juiste methode voor het optillen van de printer.
53 kg
117 lb.
4525-100_du
Wees voorzichtig bij het verplaatsen van de printer. De achterzijde is zwaar en kan
naar achteren kantelen. Volg de aanbevolen procedures op als u de printer op een andere plaats gaat zetten. Zie de
Plaats geen vloeistoffen op de printer.
installatieposter van de DocuPrint N4525
.
Waarschuwing
Wees voorzichtig als u in gebieden binnen de printer werkt die zijn aange­geven met een waarschuwingssymbool. Deze gebieden kunnen zeer heet zijn en persoonlijke verwondingen veroorzaken.
Wacht 10-15 seconden tussen het uit- en inschakelen van de printer.
Houd handen, haar, stropdassen, enzovoort uit de buurt van de uitvoer- en invoer-
rollers.
Tijdens het afdrukken moeten de volgende items niet worden verwijderd:
De media-bronlade die u via het stuurprogramma of het voorpaneel hebt geselect-
eerd.
Schakel de printer niet uit tijdens het afdrukken.
4525-99
Verplaats de printer niet tijdens het afdrukken.
Page 10
Symbolen die op het product kunnen zijn geplaatst:
GEVAAR hoogspanning :
4525-101
Beschermende aarding-aansluitpunt:
4525-102
Heet oppervlak op of in de printer. Wees voorzichtig om persoonlijk letsel te voorko­men:
4525-103
4525-104
4525-105
Wees voorzichtig. Raadpleeg de handleiding(en) voor informatie:
4525-106
Waarschuwing
Als het aardings-aansluitpunt van het product wordt verbroken, kan het gebruik van knoppen en besturingselementen (en andere geleidende onder­delen) elektrische schokken veroorzaken. Elektrische producten kunnen gevaarlijk zijn bij onjuist gebruik.
Waarschuwing
Schakel voor uw eigen veiligheid geen veiligheidsschakelingen uit.
Page 11
Page 12
Inhoudsopgave
Onderdelen van de printer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
Bedieningspaneel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Scherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Xerox-verbruiksartikelen en -accessoires. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Afdrukmateriaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Papier opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Papiergewichten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Capaciteit van invoerbronnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Ondersteunde media en mediaformaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Aangepaste papierformaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Niet-aanvaardbare media . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Media plaatsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Media in lade 1, 2 of 3 of in de keuzepapierlade plaatsen . . . . . . . . . . . . . 14
Papier in lade 4 of 5 plaatsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Papier in de multifunctionele sheetfeeder plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Media in de enveloppeninvoer plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Uitvoer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
De nietmachine gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Nietjes toevoegen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Nietjesblokkades oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
De perforator gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
De perforatielade legen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Taken afdrukken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Afdrukken op speciaal papier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
Enveloppen afdrukken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Labels afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Transparanten afdrukken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
2-zijdige (duplex) taken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Afdrukken in stijl voor boekje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
Afdrukken beveiligen en afdrukken controleren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
Gebruikershandleiding
xi
Page 13
Probleemoplossing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
De laserprintercassette vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
Verkeerd papierformaat/papiertype . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
Papierstoringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
Papierstoringen voorkomen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
Gebied A vrijmaken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80
Gebied B vrijmaken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83
Gebied C vrijmaken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84
Gebied D vrijmaken (niet van toepassing) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84
Gebied E vrijmaken (alleen met afwerkeenheid) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85
Gebied F vrijmaken (alleen met afwerkeenheid) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85
Gebied G vrijmaken (alleen met afwerkeenheid). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86
Gebied H vrijmaken (alleen met afwerkeenheid). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87
Lade 5 vrijmaken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87
2-zijdige module vrijmaken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 89
Help-informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91
DocuPrint N4525 Network Laser Printer cd-rom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91
Xerox-website. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 92
Index . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93
xii
DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 14

Onderdelen van de printer

De basisprinter bevat de volgende hoofdonderdelen:
Vooraanzicht
1 Deur A 2 Multifunctionele sheetfeeder 3 Deur B 4 Uitvoervak voor beeldzijde
omlaag
5 Aan/uit-schakelaar 6 Bedieningspaneel 7 Voorste klep 8 Lade 1 9 Lade 2
1
Achteraanzicht
10 Aardingsschakelaar 11 Stroomaansluiting afwerkeenheid 12 Handgrepen 13 Controllerplaat met host/
netwerk-interfacepoorten
14 Aansluitingspunt voor netsnoer 15 Connectoren voor optionele
invoer voor 2500 bladen, afwerkeen-
heid en 2-zijdige module
Overzicht
4 5
6
7
2
3
10
11
12
Gebruikershandleiding
8
9
4525-01
13
14
15
4525-02
1
Page 15
1
4
2
3
4525-49
5
Consoleconfiguratie met opties:
1 Uitvoervak voor
beeldzijde omhoog
2 2-zijdige module 3 Enveloppeninvoer 4 invoer voor 2500
bladen (met laden 3, 4
en 5)
Overzicht
Optionele onderdelen afwerkeenheid (nietmachine/perforator):
1
2
3
4
4525-03
1 Transportbeveiliging 2 Papiertransport 3 Toegangsklep afwerk-
eenheid
4 Uitvoervak afwerkeen-
heid
5 Perforatielade
2
DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 16

Bedieningspaneel

Bedieningspaneel van de Xerox DocuPrint N4525:
Geeft de printerstatus weer, en de taak die momenteel wordt
verwerkt.
Biedt de mogelijkheid om printerinstellingen te wijzigen.
Biedt de mogelijkheid om rapporten af te drukken (zoals het
configuratierapport met de huidige instellingen van de printer).
Zoals is weergegeven in de volgende afbeelding, bevat het bedieningspaneel van uw printer pictogrammen en tekst, of alleen pictogrammen.

Bedieningspaneel met pictogrammen en tekst

Overzicht
1
2
1.
Vier indicatielampjes
2.
Een tweeregelig display (16 tekens per regel)
3.
Acht bedieningspaneeltoetsen

Bedieningspaneel met pictogrammen

1
2
Gebruikershandleiding
3
4525-111/eng
3
4525-112/symb
3
Page 17

Scherm

Het scherm van het bedieningspaneel:
Geeft toegang tot een menustructuur waarmee u de printer kunt
configureren en besturen. U hebt toegang tot de menu's door op de
Menu -toetsen (gemarkeerd als 1 of 5) te drukken. Zie de
Advanced Features and Troubleshooting Manual (Handleiding
Overzicht
geavanceerde toepassingen en probleemoplossing) voor meer
informatie over de menustructuur.
Geeft informatie weer over de status van de printer (of de taak die
wordt uitgevoerd):
Voorbeelden:
De printer is on line en gereed voor het accepteren van afdruktaken:
Gereed
De printer is bezig met het verwerken van gegevens:
Bezig met verwerken...
De printer wacht op meer gegevens:
Bezig met wachten...
De printer heeft een tekort aan een toebehoren (in dit geval is de toner bijna op en dient deze binnenkort te worden vervangen):
Toner bijna op
4
DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 18
Een lade is leeg (in dit geval is lade 2 leeg en wordt deze niet
meer voor afdrukken gebruikt):
Lade 2 leeg
Er is een probleem (in dit geval een papierstoring in
gebied A):
Papierstoring Gebied A vrijmaken
Zie de Advanced Features and Troubleshooting Manual (Handleiding geavanceerde toepassingen en probleemoplossing)
op de cd-rom van de printer voor meer informatie over het gebruik van de menu's.
Overzicht
Gebruikershandleiding
5
Page 19

Xerox-verbruiksartikelen en -accessoires

4525-05
1
2
3
4
Hieronder vindt u een lijst van de door de gebruiker vervangbare verbruiksartikelen (CRC's) van de printer:
1 Fuser 2 Laserprintercassette 3 Biastransferrol (BTR)
Overzicht
4 Invoerrollen
De printer geeft berichten op het bedieningspaneel weer wanneer tussenkomst van de gebruiker nodig is. Waarschuwingsberichten leiden niet tot uitschakelen van de printer maar waarschuwen voor een handeling die moet worden verricht om uitschakeling te voorkomen.
Een lege laserprintercassette of uitgesteld onderhoud kan een afname van de afdrukkwaliteit veroorzaken of kan het afdrukken onmogelijk maken.
Houd verbruiks- en onderhoudsmiddelen in voorraad.
Voeg verbruiksmiddelen toe of vervang deze wanneer de printer
hierom vraagt.
6 DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 20
Als u toebehoren en accessoires wilt bestellen, kunt u contact opnemen met uw plaatselijke wederverkoper of de Xerox-website bezoeken: www.xerox.com
Door de gebruiker vervangbare verbruiksmiddelen
Item Gemiddelde lev-
ensduur
Laserprintercassette 30.000
afdrukken*
Navullingen nietcassette 3 cassettes
5000 nietjes per cassette
Onderhoudskit
Bevat: een fusercassette, een
300.000 afdrukken
biastransferrol, 15
invoerrollen (drie voor elke
papierinvoerlade),
handschoenen,
reinigingsdoek en instructies.
* Gemiddelde levensduur van laserprintercassettes op basis van een paginadekking van 5
% op letter- of A4-papier. De printer geeft een bericht weer op het bedieningspaneel wan­neer de toner bijna op is en wanneer u de laserprintercassette moet vervangen.
Onderdeelnummer
113R00195
108R00158
109R00048 voor 110 V (60 Hz)
109R00049 voor 220 V (50 Hz)
Overzicht
Gebruikershandleiding 7
Page 21
Professioneel Xerox-printerpapier
Item Formaat Beschrijving Onderdeelnummer
Xerox 4024 DP Letter (V.S.)
8,5 x 11 in.
20 lbs. (75 g/m
2
)
3R721
Xerox 4024 DP Legal (V.S.)
8,5 x 14 in.
Xerox 4024 DP Statement (V.S.)
Overzicht
5,5 x 8,5 in.
Rank Xerox Business A4
210 x 297 mm
Rank Xerox Business A3
297 x 420 mm
Rank Xerox Printer A5
148,5 x 210 mm
Xerox Image Series Smooth
Xerox Image Series Smooth
Letter (V.S.) 8,5 x 11 in.
Legal (V.S.) 8,5 x 14 in.
Rank Xerox Legal (V.S.)
215 x 356 mm
LaserPrint 80 A4
210 x 297 mm
Xerox Recycled Letter (V.S.)
8,5 x 11 in.
Steinbeis Recycled A4
210 x 297 mm
80 DP Planet Plus A4
210 x 297 mm
20 lbs. (75 g/m2)
20 lbs. (75 g/m2)
2
80 g/m
2
80 g/m
2
80 g/m
20 lbs. (75 g/m
20 lbs. (75 g/m2)
2
80 g/m
2
80 g/m
20 lbs. (75 g/m
2
80 g/m
2
80 g/m
3R727
3R2072
3R91820
3R91821
3R91832
2
)
3R54
3R83
3R91741
3R91922
2
)
3R6296
3R91165
3R90652
8 DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 22
Xerox transparante film
Item Formaat Onderdeelnummer
Xerox Clear Letter (V.S.)
3R2780
8,5 x 11 in.
Rank Xerox Clear
A4 210 x 297 mm
3R96002
Xerox-labels
Overzicht
Formaat Beschrijving Onderdeelnum-
mer
Letter (V.S.) 8,5 x 11 in. 30 labels per vel 3R4469
Letter (V.S.) 8,5 x 11 in. 24 labels per vel 3R4471
A4 210 x 297 mm 24 labels per vel 3R97406
Opties
Opties en toepassingen Onderdeelnummer
Keuzepapierlade
Wordt gebruikt voor de verwerking van steeds
wisselende papierformaten. Zie pagina 13 voor
details
Kan 500 vellen van 80 g/m
2
(20 lbs.) voorraad
bevatten.
Feeder voor 2500 bladen
Drie extra laden
Toegenomen afdrukcapaciteit
Extra veelzijdigheid en gemak bij het afdrukken
Enveloppeninvoer
Kan 100 enveloppen van standaardgewicht bevatten
2-zijdige module
Automatisch 2-zijdig vermogen
097K40910
097K38920
097K42050
097K38930
Gebruikershandleiding 9
Page 23
Opties
Opties en toepassingen Onderdeelnummer
Vak voor beeldzijde omhoog
Kan 200 vellen bevatten
Biedt de mogelijkheid voor uitvoer met de beeldzijde
omhoog.
097K42620
Afwerkeenheid met nietmachine (zonder perforator)
Overzicht
Toegenomen uitvoercapaciteit papier
Kan 3000 vellen 80 g/m
2
(20 lbs.) voorraad bevatten
(Letter, A4).
Nietvermogen
Afwerkeenheid met nietmachine en perforator
Toegenomen uitvoercapaciteit papier
Kan 3000 vellen 80 g/m
2
(20 lbs.) voorraad bevatten
(Letter, A4).
Nietvermogen
Perforatievermogen
Vaste-schijfstation
Vaste schijf van 5+ GB
Opslag van bronnen, lettertypen, formulieren en
macro's. Maakt ononderbroken sortering van grote
taken mogelijk.
Geheugenupgrades
Verbeterde systeemprestaties
Verbeterde verwerking van complexe taken
8-MB flash-DIMM
Niet-vluchtig geheugen voor het downloaden en
opslaan van lettertypen, formulieren en macro's.
097K41850
450S02180 3 perforatieposities
450S02181 4 perforatieposities
097S02364
097S02356 (16-MB DIMM)
097S02357 (32-MB DIMM)
097S02358 (64-MB DIMM)
097S02360
Token Ring-interfacekaart
Maakt Token Ring-connectiviteit mogelijk
Ethernet 10base2 interfacekaart
Maakt Ethernet 10base2 -connectiviteit mogelijk
RS232-C seriële interfacekaart
Maakt seriële connectiviteit mogelijk
097S02363
097S02362
097S02361
10 DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 24

Afdrukmateriaal

Papier opslaan

Sla het papier op op een vlak oppervlak in een omgeving met een
relatief lage luchtvochtigheid.
Sla papier niet zo op dat het kreukt, buigt, omkrult, enzovoort.
Pak het papier niet uit voordat u het gaat gebruiken en pak papier
weer in dat u niet gebruikt.
Stel papier niet bloot aan direct zonlicht of een hoge
luchtvochtigheid.

Papiergewichten

Aanvaardbaar gewicht Invoerbron
64-105 g/m2 (17-28 lbs.) Laden 1, 5
2
64-200 g/m
64-200 g/m
64-105 g/m
64-105 g/m
(17-53 lbs.) Laden 2, 3, 4
2
(17-53 lbs.) Multifunctionele sheetfeeder
2
(17-28 lbs.) 2-zijdige module
2
(17-28 lbs.) Afwerkeenheid

Capaciteit van invoerbronnen

Invoerbron Capaciteit
Laden 1, 2 500/lade*
Lade 3 (onderdeel van de optionele feeder voor 2500 vellen)
Laden 4, 5 (onderdeel van de optionele feeder voor 2500 vellen)
Keuzepapierlade (optioneel) 500*
Multifunctionele sheetfeeder 50*
Enveloppeninvoer (optioneel) 100 enveloppen
*
Maximumcapaciteit met voorraad van 80 g/m2 (20 lbs.). Plaats geen papier boven de
aangegeven markering op de achterzijde of zijkant van de lade.
500*
1000/lade*
Afdrukmateriaal
Gebruikershandleiding 11
Page 25

Ondersteunde media en mediaformaten

Multi­functionele sheet­feeder
(6)
(6)
••
(5) (5)
Keuze papier­lade
Media Mediaformaat
(2)
A3
(1)
A4
(1)
A5
(1)
A6
Statement
(1)
B5-JIS
(2)
B4-JIS
Executive
Letter
Folio
Legal
Ledger
Afdrukmateriaal
Enveloppen COM-10 Monarch DL C5
Transparanten A4 Letter
Labels A4 Letter
Aangepaste for­maten
(1) (2) (3) (4)
modus geworden afgedrukt.
(5) (6)
gebruikt.
(1)
(1)
(2)
(2)
(2)
(1) (4)
(1) (4)
(1) (4)
(1) (4)
(1) (4)
(1) (4)
(1) (4)
(1) (4)
(3)
Lange kant eerst invoeren. Korte kant eerst invoeren. Aangepaste formaten - zie de volgende pagina voor het acceptabele bereik van formaten.
Enveloppen, transparanten, labels en aangepaste formaten kunnen niet in 2-zijdige
Alleen lade 4 Niet beschikbaar wanneer de keuzepapierlade op de plaats van lade 2 of lade 3 wordt
(1)
297 x 420 mm
210 x 297 mm
148 x 210 mm
105 x 148 mm
5,5 x 8,5 in.
182 x 257 mm
257 x 364 mm
7,25 x 10,5 in.
8,5 x 11 in.
8,5 x 13 in.
8,5 x 14 in.
11 x 17 in.
4,1 x 9,5 in. 3,8 x 7,5 in. 110 x 220 mm 162 x 229 mm
210 x 297 mm 8,5 x 11 in.
210 x 297 mm 8,5 x 11 in.
Lade 1Lade 2
Lade 3
••
•• • •
•• • •
••
•• • •
•• • •
••
••
••
Lade 4 Lade 5
Enve­loppen­invoer
12 DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 26

Aangepaste papierformaten

Aanvaardbare for­maten
Breedte
Lengte
Lade 1 Laden 2 en 3
Keuzepapierlade Multifunctionele sheetfeeder
181 - 298,5 mm (7,13 - 11,75
in.)
max. 431,8 mm (max. 17 148 182
in.) mm (5,83 in.) min. mm (7,16 in.) min.
76,2 - 297 (3 - 11,69
98,4 - 431,8 (3,875 - 17
mm
in.)
mm
in.)

Niet-aanvaardbare media

De volgende media kunnen niet in de printer worden gebruikt. Het gebruik van deze media kan een groot aantal blokkeringen en andere papierverwerkingsproblemen veroorzaken:
Zeer dik of dun papier
Papier met veel structuur
Papier waarop al is afgedrukt (voorgedrukt briefhoofd is
toegestaan)
Gekreukt, gescheurd of gebogen papier.
Vochtig of nat papier
Gekruld papier
Papier met elektrostatische lading
Gelijmd papier
Papier met speciale coating
Papier dat geen temperatuur van 150 graden C (302 graden F) kan
verdragen.
Thermisch papier
Carbonpapier
Universele transparanten
Papier met paperclips, lintjes, nietjes, plakband, enz.
Labelpapier met blootliggend achterblad
Afdrukmateriaal
Gebruikershandleiding 13
Page 27

Media plaatsen

Media in lade 1, 2 of 3 of in de keuzepapierlade plaatsen

U kunt veel mediaformaten in lade 1, 2 of 3 en in de keuzepapierlade plaatsen. (Lade 3 is onderdeel van de optionele feeder voor 2500 vellen. De optionele keuzepapierlade vervangt lade 1, 2 of 3.) Raadpleeg pagina 12 voor de formaten die u in elke lade kunt plaatsen.
1. Trek de lade naar buiten tot deze stopt. (Lade 1 wordt
weergegeven.)
4525-08
Opmerking
Als u een papierlade wilt verwijderen (bijvoorbeeld om deze te vervangen door de keuzepapierladen), plaats de lade dan op een vlakke, stabiele ondergrond. Als u de lade op een vloerkleed plaatst, kunnen de veren en draden aan de onderzijde van de lade blijven haken en breken, waardoor de formaatsensors van de lade worden uitgeschakeld.
Media plaatsen
14 DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 28
2. Maak een stapel papier gereed en zorg ervoor dat de bovenzijden
van de bladen op één lijn zijn geplaatst.
4525-09
3. Als u papier van hetzelfde formaat in alle laden plaatst, kunt u
doorgaan naar stap 5.
Als u papier van verschillend formaat plaatst, tilt u de metalen papiergeleider voorzichtig op en schuift u deze naar buiten tot de geleider stopt.
4525-10
4. Druk de grijze hendel naar beneden en schuif de achtergeleider
naar de achterzijde van de printer tot de geleider stopt.
4525-11
5. Plaats het papier in de juiste afdrukstand (aangegeven in stap 5a
of 5b) aan de linkerzijde van de lade tussen de geleiders.
Gebruikershandleiding 15
Media plaatsen
Page 29
Opmerking
4525-12
4525-13
1
2
Plaats geen papier boven de markering.
a. Plaats de volgende papierformaten met de lange kant eerst
(lange kant aan de linkerzijde bij de ingang van de printer): Letter, Statement (lade 1), Executive, A4, A5 (lade 1) en B5-JIS.
Bovenaanzicht van lade:
1. 2-zijdig afdrukken, 2. 1-zijdig afdrukken
Media plaatsen
16 DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 30
b. Plaats de volgende papierformaten met de korte kant eerst
(korte kant aan de linkerzijde bij de ingang van de printer): Legal, Folio, Ledger, A3 en B4-JIS.
Bovenaanzicht van lade:
1. 2-zijdig afdrukken, 2. 1-zijdig afdrukken
1
2
4525-14
6. Als u de achtergeleider in stap 4 hebt verplaatst, drukt u de grijze
hendel naar beneden en schuift u de achtergeleider naar voren tot deze het papier raakt.
4525-15
Gebruikershandleiding 17
Media plaatsen
Page 31
7. Breng de randen van de papierstapel op één lijn aan de linkerzijde
4525-16
4525-17
van de lade.
Opmerking
Plaats geen papier aan de rechterzijde van de lade. De printer heeft alleen toegang tot papier aan de linkerzijde van de lade.
8. Als u de papiergeleider in stap 3 hebt verplaatst, tilt u de geleider
voorzichtig op, schuift u de geleider tegen het papier en laat u de geleider los zodat deze stevig wordt vergrendeld.
Opmerking
Zorg ervoor dat de papiergeleider stevig is vergrendeld in de geleideropening onderin de lade en dat zowel de voor- als zijgeleiders correct zijn geplaatst voor het papierformaat dat u gebruikt.
Media plaatsen
9. Als u het papierformaat hebt gewijzigd, plaatst u het juiste
papierformaatlabel in de papierformaatsleuf aan de voorzijde van de lade.
18 DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 32
10. Duw de lade helemaal terug in de printer totdat de lade op zijn
plaats klikt.
4525-18
11. Als u het papiertype in de lade hebt gewijzigd, gebruikt u het
bedieningspaneel om het papiertype op te geven:
a. Druk op de Menu -toetsen (gemarkeerd als 1 of 5) om naar het
Lade -menu te schuiven.
b. Druk op de Item -toetsen (gemarkeerd als 2 of 6) om naar
Lade 1 type, Lade 2 type of Lade 3 type te schuiven.
c. Druk op de Waarde -toetsen (gemarkeerd als 3 of 7) om naar
het juiste papiertype (normaal, voorgedrukt, letterhoofd, enzovoort) te schuiven.
d. Druk op de Enter-toets (gemarkeerd met 4).
e. Druk op de On line-toets (gemarkeerd met 0) om de menu's af
te sluiten.
12. Als u de keuzepapierlade gebruikt:
Media plaatsen
a. Geef het papiertype in de keuzepapierlade op. Stel in het
Lade-menu het menu-item Papiertype keuzepapierlade in op het mediumtype en stel het
menu-item Aangepast formaat in op het standaardformaat dat door PCL of PostScript moet worden gebruikt om het formaat van de uitvoerafbeelding op de pagina te bepalen. (Meestal is dit het grotere standaardpapierformaat dat volgt op het aangepaste formaat dat wordt gebruikt.)
Gebruikershandleiding 19
Page 33
b. Maak de pagina op in de toepassing (inclusief het instellen
van de marges) om ervoor te zorgen dat de afbeelding juist op de pagina is geplaatst volgens het standaardformaat (dat u in het Lade-menu hebt gedefinieerd).
Opmerking
De uitvoerafbeeldingen van PCL en PostScript zijn altijd opgemaakt volgens gedefinieerde papierformaten.

Papier in lade 4 of 5 plaatsen

In lade 4 en 5 kunt u de volgende papierformaten plaatsen: Letter, Executive, A4 en B5-JIS. (Laden 4 en 5 zijn onderdeel van de optionele feeder voor 2500 vellen.)
1. Trek de lade naar buiten tot deze stopt. (Lade 4 wordt
weergegeven.)
4525-19
2. Maak een stapel papier gereed en zorg ervoor dat de bovenzijden
van de vellen op één lijn zijn geplaatst.
Media plaatsen
4525-09
20 DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 34
3. Druk de grijze hendel naar beneden en schuif de papiergeleider
naar achteren.
4. Plaats het papier in de juiste afdrukstand voor de lade tegen de
linkerzijde van de lade (zoals aangegeven in stap 4a of 4b).
Opmerking
Plaats geen papier boven de markering (op de achtergeleider).
4525-21
a. Bovenaanzicht van lade 4:
1. 2-zijdig afdrukken, 2. 1-zijdig afdrukken
1
2
4525-22
Gebruikershandleiding 21
Media plaatsen
Page 35
b. Bovenaanzicht van lade 5:
4525-23
2
1
1. 2-zijdig afdrukken, 2. 1-zijdig afdrukken
5. Druk de grijze hendel naar beneden en schuif de papiergeleider
naar voren tot deze het papier raakt. Nadat u de hendel loslaat, wordt deze in de nieuwe positie vergrendeld.
6. Duw de lade weer naar binnen.
4525-24
7. Als u het papiertype in de lade hebt gewijzigd, gebruikt u het
bedieningspaneel om het papiertype op te geven:
Media plaatsen
a. Druk op de Menu -toetsen (gemarkeerd als 1 of 5) om naar het
Lade -menu te schuiven.
b. Druk op de Item -toetsen (gemarkeerd als 2 of 6) om naar
Lade 4 type of Lade 5 type te schuiven.
22 DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 36
c. Druk op de Waarde -toetsen (gemarkeerd als 3 of 7) om naar
het juiste papiertype (normaal, voorgedrukt, letterhoofd, enzovoort) te schuiven.
d. Druk op de Enter-toets (gemarkeerd met 4).
e. Druk op de On line-toets (gemarkeerd met 0) om de menu's af
te sluiten.

Papier in de multifunctionele sheetfeeder plaatsen

U kunt veel papierformaten (vermeld op pagina 12) in de multifunctionele sheetfeeder plaatsen.
1. Eventueel kunt u de uitbreidingslade naar buiten trekken zodat
deze aangepast is aan de lengte van het te gebruiken papier.
4525-25
2. Verplaats de groene papiergeleider helemaal naar links.
4525-26
Gebruikershandleiding 23
Media plaatsen
Page 37
3. Plaats het papier in de juiste afdrukstand (aangegeven in stap 3a,
4525-28
1
2
3b, 3c of 3d) aan de rechterzijde van de sheetfeeder tussen de geleiders.
4525-27
a. Plaats de volgende papierformaten met de lange kant eerst
(lange kant aan de linkerzijde bij de ingang van de printer): Letter, Statement, Executive, A4, A5 en B5-JIS.
Bovenaanzicht van de multifunctionele sheetfeeder lange kant eerst: 1. 2-zijdig afdrukken, 2. 1-zijdig afdrukken
Media plaatsen
24 DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 38
b. Plaats de volgende papierformaten met de korte kant eerst
(korte kant bij de ingang van de printer): Legal, Folio, Ledger, A3, A6 en B4-JIS.
Bovenaanzicht van de multifunctionele sheetfeeder korte kant eerst: 1. 2-zijdig afdrukken, 2. 1-zijdig afdrukken
2
1
4525-29
c. Bovenaanzicht van de multifunctionele sheetfeeder
enveloppen: Envelopformaat Com-10, DL, Monarch of C5.
4525-30
Gebruikershandleiding 25
Media plaatsen
Page 39
Opmerking
4525-31
Bij bepaalde PostScript-toepassingen is het vereist dat de enveloppen met de hoek voor het adres van de afzender aan de rechterzijde van de stapel en bij de ingang van de printer worden geplaatst. Test uw toepassing voor de juiste afdrukstand.
d. Bovenaanzicht van de multifunctionele sheetfeeder
transparant: De streep moet zich aan de bovenrand van de
transparant bevinden. De ruwe zijde van de transparant is omhoog geplaatst, de gladde zijde omlaag.
4. Duw de papiergeleider voorzichtig naar rechts tot deze de
papierstapel raakt (om zeker te zijn van contact met de papiersensor).
4525-33
Media plaatsen
26 DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 40
5. Duw het papier in de printer tot het stopt.
4525-34
6. Als u het papiertype of papierformaat in de multifunctionele
sheetfeeder hebt gewijzigd, gebruikt u het bedieningspaneel om het papiertype en/of papierformaat op te geven:
a. Druk op de Menu -toetsen (gemarkeerd als 1 of 5) om naar het
Lade -menu te schuiven.
b. Als u het mediumtype hebt gewijzigd, drukt u op de
Item -toetsen (gemarkeerd met 2 of 6) om naar MBF -type
te schuiven.
c. Druk op de Waarde -toetsen (gemarkeerd als 3 of 7) om naar
het juiste papiertype (normaal, voorgedrukt, letterhoofd, enzovoort) te schuiven.
d. Druk op de Enter-toets (gemarkeerd met 4).
e. Als u het formaat van het medium hebt gewijzigd, drukt u op
de Item -toetsen om naar MBF-formaat te schuiven.
f. Druk op de Waarde-toetsen om naar het juiste papierformaat
(Letter, A4, enzovoort) te schuiven.
g. Druk op de Enter-toets.
h. Druk op de On line-toets (gemarkeerd met 0) om de menu's af
te sluiten.
Media plaatsen
Gebruikershandleiding 27
Page 41
Opmerking
Nadat u gereed bent met afdrukken vanuit de multifunctionele sheetfeeder, moet u het overgebleven papier uit de lade verwijderen en (indien nodig) de uitbreidingslade terugduwen. Als de multifunctionele sheetfeeder zich in de ladenvolgorde bevindt, wordt van hieruit papier ingevoerd.
4525-35

Media in de enveloppeninvoer plaatsen

1. Maak een stapel enveloppen gereed en zorg ervoor dat alle kappen
gesloten zijn en dat de enveloppen niet aan elkaar kleven.
4525-36
Media plaatsen
28 DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 42
2. Houd de envelopbegrenzer omhoog terwijl u de stapel
enveloppen met de kapzijde naar boven en de lange zijde in de ingang van de printer plaatst.
4525-37
3. Schuif de zijgeleider licht tegen de randen van de stapel
enveloppen.
Opmerking
Plaats geen enveloppen boven de markering om papierstorin­gen te voorkomen. Probeer ook geen enveloppen toe te voegen terwijl u afdrukt vanuit de enveloppeninvoer.
4. Als u het type of formaat van de enveloppen in de
enveloppeninvoer hebt gewijzigd, gebruikt u het bedieningspaneel om het enveloppenformaat op te geven:
a. Druk op de Menu -toetsen (gemarkeerd als 1 of 5) om naar het
Lade -menu te schuiven.
b. Als u het enveloptype hebt gewijzigd, drukt u op de
Item -toetsen (gemarkeerd met 2 of 6) om naar Enveloptype
te schuiven.
c. Druk op de Waarde -toetsen (gemarkeerd als 3 of 7) om naar
het juiste enveloptype (normaal of voorgedrukt) te schuiven.
d. Druk op de Enter-toets (gemarkeerd met 4). e. Als u het formaat van de enveloppen hebt gewijzigd, drukt u
op de Item -toetsen om naar Envelopformaat te schuiven.
f. Druk op de Waarde-toetsen om naar het juiste
envelopformaat (Com10, DL, C5 of Monarch) te schuiven.
g. Druk op de Enter-toets. h. Druk op de On line-toets (gemarkeerd met 0) om de menu's af
te sluiten.
Media plaatsen
Gebruikershandleiding 29
Page 43

Uitvoer

De printer wordt geleverd met een uitvoervak voor beeldzijde omlaag dat maximaal 500 vellen van 80 g/m2 (20 lbs.) kan bevatten. (Als de optionele afwerkeenheid geïnstalleerd is, kan de uitvoerbak voor beeldzijde omlaag maximaal 300 vellen bevatten.
Uitvoer
Er zijn tevens twee optionele uitvoerbestemmingen:
Een uitvoervak voor beeldzijde omhoog dat maximaal 200 vellen
van 80 g/m2 (20 lbs.) kan bevatten.
Een afwerkeenheid (met nietmachine en optionele perforator) die
maximaal 3000 ongeniete vellen A4 of letter van 80 g/m2 (20 lbs.) kan bevatten.
Met het uitvoervak voor beeldzijde omlaag en het uitvoervak van de afwerkeenheid kunnen afdruktaken in offset worden afgedrukt, als dit is ingesteld op het Systeem-menu van de printer. Zie de Advanced
Features and Troubleshooting Manual (Handleiding geavanceerde toepassingen en probleemoplossing) op de cd-rom van de printer voor
meer informatie over het gebruik van de menu's.
Als u een taak afdrukt, kunt u het printerstuurprogramma gebruiken om de uitvoerbestemming op te geven. Als de printer een afwerkeenheid bezit, kunt u ook nieten en/of perforeren selecteren (als de afwerkeenheid perforatiemogelijkheden heeft). Stuur enveloppen, transparanten en labels niet naar de afwerkeenheid.
Opmerking
De afwerkeenheid kan geen papier met een gewicht boven 105 g/m2 (28 lbs.) verwerken. Als er aangepast papier naar de afwerkeenheid wordt gezonden, kan dit niet worden geniet, geperforeerd of in offset worden afgedrukt.
30 DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 44

De nietmachine gebruiken

De optionele afwerkeenheid kan sets van maximaal 50 vellen nieten. Tijdens het afdrukken worden pagina's in een set in een verzamelvak opgeslagen. Als de set papier is geniet, wordt deze met de beeldzijde omlaag in het uitvoervak van de afwerkeenheid geplaatst.
De afwerkeenheid kan geen gemengde papierformaten verzamelen en nieten binnen dezelfde afdruktaak. Als de afdruktaak uit één pagina of uit meer dan 50 pagina's bestaat, wordt de afdruktaak niet geniet. Als de nietcassette leeg is, gaat de printer door met afdrukken (zonder de sets te nieten) en wordt Nietcassette installeren weergegeven op het bedieningspaneel. Als de uitvoerlade van de afwerkeenheid vol is en de printer de uitvoer omleidt naar de uitvoerlade voor beeldzijde omlaag, worden de sets niet geniet.

Voor de Windows 95/Windows 98 besturingssystemen:

1. Kies Bestand en vervolgens Afdrukken in de toepassing.
2. Kies het Xerox N4525-printerstuurprogramma.
3. Open het dialoogvenster Eigenschappen.
Opmerking
Uitvoer
Als het tabblad Status zwart wordt weergegeven, gebruikt u de Automatisch Configureren-modus. Als het tabblad Status grijs wordt weergegeven, dient u de afwerkeenheid in de configuratie op te nemen (op het tabblad System Configuration (Systeemconfiguratie)).
4. Kies het tabblad Paper/Output (papier/uitvoer).
5. Kies in de keuzelijst Destination (bestemming) de optie Finisher
(afwerkeenheid).
6. Kies het tabblad Document Options (documentopties).
7. Kies een Staple Option (nietoptie):
No staple (geen nietjes)
Position 1 (positie 1)
Gebruikershandleiding 31
Page 45
Position 2 (positie 2)
Dual (dubbel)
Raadpleeg de diagrammen op pagina 35 voor de locaties van de nietjes op basis van de door u gekozen afdrukstand.
8. Klik op de knop OK om de eigenschappen op te slaan.
9. Verzend de taak naar de printer.
Uitvoer

Voor de Windows 2000- en Windows NT (PS/PCL5e)-besturingssystemen:

1. Kies Bestand en vervolgens Afdrukken in de toepassing.
2. Kies het Xerox N4525-printerstuurprogramma.
3. Wanneer het dialoogvenster Afdrukken wordt geopend, klikt u op
Eigenschappen.
4. Klik op de knop Advanced (Geavanceerd).
5. Kies onder Printer Features (Printerfuncties) de optie Finisher
(Afwerkeenheid) in Output bin (uitvoerlade).
6. In de keuzelijst kiest u Staple Option (nietoptie):
None (geen)
Front (voor)
Rear (achter)
Dual (dubbel)
7. Klik op de knop OK om de eigenschappen op te slaan.
8. Verzend de taak naar de printer.

Voor het Windows NT (PCL6)-stuurprogramma:

1. Kies Bestand en vervolgens Afdrukken in de toepassing.
2. Kies het Xerox N4525-printerstuurprogramma.
3. Open het dialoogvenster Eigenschappen.
32 DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 46
Opmerking
Als het tabblad Status zwart wordt weergegeven, gebruikt u de Automatische Configureren-modus. Als het tabblad Status grijs wordt weergegeven, dient u de afwerkeenheid in de configuratie op te nemen (op het tabblad System Configuration (Systeemconfiguratie)).
4. Kies het tabblad Page Setup (Pagina-instellingen).
5. Kies het tabblad Advanced (Geavanceerd).
6. Kies onder Printer Features (Printerfuncties) de optie Staple
(Nieten).
7. Kies onderin het dialoogvenster een nietoptie:
No staple (Geen nietjes)
Position 1 (positie 1)
Position 2 (positie 2)
Dual (Dubbel)
Raadpleeg de diagrammen op pagina 35 voor de locaties van de nietjes op basis van de door u gekozen afdrukstand.
8. Klik op de knop OK om de eigenschappen op te slaan.
Uitvoer
9. Verzend de taak naar de printer.
Gebruikershandleiding 33
Page 47

Bij de printer:

Als nieten niet in het printerstuurprogramma is opgenomen, kunt u nieten selecteren op het bedieningspaneel van de printer. Alle taken die naar de printer worden gezonden, worden dan echter geniet.
Opmerking
Uitvoer
1. Kies nieten op het bedieningspaneel van de Xerox DocuPrint
De instellingen van het stuurprogramma overschrijven altijd de instellingen van het bedieningspaneel.
N4525:
a. Druk op de Menu -toetsen (gemarkeerd als 1 of 5) om naar het
Systeem -menu te schuiven.
b. Druk op de Item -toetsen (gemarkeerd als 2 of 6) om naar
Nietmodus te schuiven.
c. Druk op de Waarde -toetsen (gemarkeerd als 3 of 7) om naar
de gewenste standaardnietpositie te schuiven - Positie 1, Positie 2 of Dubbel.
d. Druk op de Enter-toets (gemarkeerd met 4).
e. Druk op de On line-toets (gemarkeerd met 0) om de menu's
af te sluiten.
34 DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 48

Nietposities voor formaten Letter, A4, B5-JIS en Executive.

0
1
2
3
Uitvoer
4525-116
0. No staple (Geen nietjes)
1. Position 1 (Positie 1)
2. Position 2 (Positie 2)
3. Dual (Dubbel)
Gebruikershandleiding 35
Page 49

Nietposities voor formaten A3 en Ledger.

4525-117
1
2
0
3
Uitvoer
0. No staple (Geen nietjes)
1. Position 1 (Positie 1)
2. Position 2 (Positie 2)
3. Dual (Dubbel)
36 DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 50

Nietposities voor formaten Legal, B4-JIS en Folio

0
1
2
3
Uitvoer
4525-118
0. No staple (Geen nietjes)
1. Position 1 (Positie 1)
2. Position 2 (Positie 2)
3. Dual (Dubbel)
Gebruikershandleiding 37
Page 51

Nietjes toevoegen

4525-115
1. Open de toegangsklep aan de voorzijde van de afwerkeenheid.
(Het paneel achter de toegangsklep bevat ook diagrammen voor het vervangen van nietjes en het oplossen van papierstoringen.)
2. Duw met uw rechterhand de hendel naar beneden om de cassette
vrij te zetten. Til de cassette met uw linkerhand uit de schuif.
Uitvoer
4525-50
Voorzichtig
U dient uw hand onder de cassette te houden om te voorkomen dat er nietjes uitvallen.
38 DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 52
3. Verwijder het lege karton uit de nietcassette door op het
doorzichtige plastic klepje op de achter-bovenkant van de cassette te drukken.
4525-51
4. Schuif een nieuwe set nietjes in de cassette (a) en trek aan het
lipje om de verpakking vrij te maken (b).
a
b
Uitvoer
4525-52
5. Plaats de cassette op de schuif en duw deze voorzichtig in de
afwerkeenheid tot de hendel omhoogkomt.
Gebruikershandleiding 39
Page 53
Voorzichtig
4525-53
Druk niet te hard, omdat de bovenzijde van de nietmachine in de afwerkeenheid geduwd kan worden en dit beschadiging kan veroorzaken.
Uitvoer
6. Sluit de toegangsklep. U kunt nu doorgaan met nieten.

Nietjesblokkades oplossen

1. Volg stappen 1 en 2 op pagina 38 om de nietcassette uit de
afwerkeenheid te verwijderen.
2. Til het scharnierende metalen gedeelte van de nietcassette
omhoog en verwijder eventuele verbogen nietjes.
4525-90
40 DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 54
Voorzichtig
U dient uw hand onder de cassette te houden om te voorkomen dat er nietjes uitvallen.
3. Volg stappen 5 en 6 op pagina 39 om de nietcassette terug te
plaatsen in de afwerkeenheid.

De perforator gebruiken

De optionele afwerkeenheid kan worden besteld met een voorziening voor het perforeren van 3 of 4 perforaties. Elk vel papier wordt afzonderlijk geperforeerd. U kunt nieten, perforeren of beide kiezen.

Voor het Windows 95/Windows 98-stuurprogramma:

1. Zorg ervoor dat de marges breed genoeg zijn, zodat de
perforaties niet in de tekst of afbeeldingen worden geplaatst.
2. Kies Bestand en vervolgens Afdrukken in de toepassing.
3. Kies het Xerox N4525-printerstuurprogramma.
4. Open het dialoogvenster Eigenschappen.
Opmerking
Als het tabblad Status zwart wordt weergegeven, gebruikt u Automatisch Configureren-modus. Als het tabblad Status grijs wordt weergegeven, dient u de afwerkeenheid in de configuratie op te nemen (op het tabblad System Configuration (Systeemconfiguratie)).
Uitvoer
5. Kies het tabblad Paper/Output (Papier/uitvoer).
6. Kies het tabblad Document Options (Documentopties).
7. Kies Hole Punch (Perforeren).
8. Klik op de knop OK om de eigenschappen op te slaan.
9. Verzend de taak naar de printer.
Gebruikershandleiding 41
Page 55

Voor het Windows 2000- en Windows NT (PS/PCL5e)-stuurprogramma:

1. Kies Bestand en vervolgens Afdrukken in de toepassing.
2. Kies het Xerox N4525-printerstuurprogramma.
3. Open het dialoogvenster Eigenschappen.
4. Klik op de knop Advanced (Geavanceerd).
Uitvoer
5. Kies onder Printer Features (Printerfuncties) Finisher
(Afwerkeenheid) als uitvoerapparaat en kies Hole Punch (Perforeren).
6. Kies onderin het dialoogvenster de optie Enabled (Ingeschakeld).
7. Klik op de knop OK om de eigenschappen op te slaan.
8. Verzend de taak naar de printer.

Windows NT (PCL6):

1. Kies Bestand en vervolgens Afdrukken in de toepassing.
2. Kies het Xerox N4525-printerstuurprogramma.
3. Open het dialoogvenster Eigenschappen.
Opmerking
Als het tabblad Status zwart wordt weergegeven, gebruikt u Automatisch Configureren-modus. Als het tabblad Status grijs wordt weergegeven, dient u de afwerkeenheid in de configuratie op te nemen (op het tabblad System Configuration (Systeemconfiguratie)).
4. Kies het tabblad Advanced (Geavanceerd).
5. Kies onder Printer Features (Printerfuncties) de optie Hole
Punching (Perforeren).
6. Kies onderin het dialoogvenster de optie Enabled (Ingeschakeld).
7. Klik op de knop OK om de eigenschappen op te slaan.
8. Verzend de taak naar de printer.
42 DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 56

Bij de printer:

Als perforeren niet in het printerstuurprogramma is opgenomen, kunt u perforeren selecteren op het bedieningspaneel van de printer. Alle taken die dan naar de printer worden gezonden, worden dan echter geperforeerd, behalve wanneer een printerstuurprogramma wordt gebruikt dat de specifieke opdracht geeft een taak niet te perforeren. (De instellingen van het stuurprogramma overschrijven altijd de instellingen van het bedieningspaneel.)
1. Kies perforeren op het bedieningspaneel van de Xerox DocuPrint
N4525:
a. Druk op de Menu -toetsen (gemarkeerd als 1 of 5) om naar het
Systeem -menu te schuiven.
b. Druk op de Item -toetsen (gemarkeerd als 2 of 6) om naar
Hole Punch (Perforeren) te schuiven.
c. Druk op de Waarde -toetsen (gemarkeerd als 3 of 7) om naar
Aan of Uit te schuiven.
d. Druk op de Enter-toets (gemarkeerd met 4). e. Druk op de On line-toets (gemarkeerd met 0) om de menu's af
te sluiten.

Afmetingen drie perforaties

De volgende afmetingen voor drie perforaties gelden voor de papierformaten Letter/A4 met lange zijde eerst en Ledger/A3 met korte zijde eerst.
1
1
Uitvoer
2
3
2
3
4525-109
1. 9,525 mm (0,375 in.)
2. 31,75 mm (1,25 in.)
3. 107,95 mm (4,25 in.)
Gebruikershandleiding 43
Page 57

Afmetingen vier perforaties

De volgende afmetingen voor vier perforaties gelden voor de papierformaten Letter/A4 met lange zijde eerst en Ledger/A3 met korte zijde eerst.
1
Uitvoer
2
3
1. 10,0 mm (0,394 in.)
2. 28,5 mm (1,163 in.)
3. 80,0 mm (3,15 in.)
Opmerking
De posities van de perforaties kunnen niet worden gewijzigd.
1
2
3
4525-110
44 DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 58

De perforatielade legen

1. Open de toegangsklep aan de voorkant van de afwerkeenheid.
2. Verwijder de perforatielade en maak hem leeg.
4525-108
3. Zet de perforatielade terug in de afwerkeenheid.
4. Sluit de toegangsklep.
Uitvoer
Gebruikershandleiding 45
Page 59

Taken afdrukken

Als u een taak afdrukt, kunt u het printerstuurprogramma gebruiken om de volgende opties te kiezen:
Papierbron
Papierformaat en medium. Zie pagina 47 voor speciaal paper,
zie pagina 49 voor enveloppen, zie pagina 52 voor labels en zie pagina 55 voor transparanten.
Afdrukstand
Aantal exemplaren
Uitvoerlade
Sorteren
Opmerking
U kunt een ladenvolgorde instellen, waarbij de printer in de multifunctionele sheetfeeder en de laden naar het gevraagde papier zoekt. Raadpleeg de Advanced Features and Trouble-
shooting Manual (Handleiding geavanceerde toepassingen en probleemoplossing) op de cd-rom bij de printer.
Taken afdrukken
Het printerstuurprogramma kan ook de volgende opties bevatten:
Klad-modus, waarmee het tonerverbruik met tweederde
wordt beperkt (bedoeld voor incidentele proefafdrukken van documenten met hoge dichtheid).
1- of 2-zijdig afdrukken (als u de optionele 2-zijdige module
bezit). Zie pagina 57.
Nieten (als u de optionele afwerkeenheid bezit).
Zie pagina 31.
Perforeren (als u de optionele afwerkeenheid met perforator
bezit). Zie pagina 41.
Beveiligd afdrukken en afdrukken controleren (als de printer
de optionele vaste schijf bevat). Zie pagina 61.
Voorbladen van ander materiaal dan de rest van het
document. Zie pagina 47.
46 DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 60
Afdrukken van rand tot rand, waarbij tekst en afbeeldingen
tot aan de fysieke rand van de pagina worden afgedrukt (er kan enig gegevensverlies optreden door mechanische en fysieke beperkingen).
Meerdere pagina's, waarbij het geselecteerde aantal pagina's
op één vel papier wordt afgedrukt (dit is nuttig om de indeling van een document vooraf te bekijken).
Watermerktekst en overlay, waarbij achtergrondtekst op de
eerste pagina of op alle pagina's van het document wordt afgedrukt.

Afdrukken op speciaal papier

U kunt afdrukken op briefhoofdpapier, voorgedrukt papier, voorgeperforeerd papier, gekleurd papier en kaartmateriaal. Controleer de eisen voor papierformaten op pagina 12 en voor papiergewichten op pagina 11.

Bij de printer:

1. Plaats het speciale papier in een lade of in de multifunctionele
sheetfeeder. Bij briefhoofdpapier, voorgedrukt papier en voorgeperforeerd papier dient u ervoor te zorgen dat het speciale papier in de juiste afdrukstand is geplaatst, afhankelijk van de vraag of u een- of tweezijdig afdrukt.
Taken afdrukken
Zie pagina 16 voor lade 1, 2, 3 of de keuzepapierlade.
Zie pagina 21 voor lade 4 of 5.
Zie pagina 24 voor de multifunctionele sheetfeeder.
2. Als u het papiertype in de multifunctionele sheetfeeder hebt
gewijzigd, gebruikt u het bedieningspaneel om het papiertype en het papierformaat op te geven.
Zie pagina 19 voor lade 1, 2, 3 of de keuzepapierlade.
Zie pagina 22 voor lade 4 of 5.
Zie pagina 27 voor de multifunctionele sheetfeeder.
(Laden 1, 2, 3, 4 en 5 bevatten papierformaatsensoren, dus u hoeft het papierformaat niet op te geven.)
Gebruikershandleiding 47
Page 61

Windows 95/Windows 98:

1. Kies Bestand en vervolgens Afdrukken in de toepassing.
2. Kies het Xerox N4525-printerstuurprogramma.
3. Open het dialoogvenster Eigenschappen.
4. Kies het tabblad Paper/Output (Papier/uitvoer).
5. Klik op de knop Select Paper (Papier selecteren).
6. Kies in het dialoogvenster Select Paper (Papier selecteren) het
tabblad Document Body (Inhoud van document).
7. Kies in de keuzelijst onder Type het papiertype.
8. Ga als volgt te werk als u een ander papiertype voor de omslag
wilt gebruiken:
a. Kies het tabblad First Page (Eerste pagina) (van het
dialoogvenster Select Paper (Papier selecteren)).
b. Kies in de keuzelijst onder Type het papiertype.
9. Klik op de knop OK om de papierkeuzen op te slaan.
10. Klik op de knop OK om de eigenschappen op te slaan.
11. Verzend de taak naar de printer.
Taken afdrukken

Windows 2000 en Windows NT (PS/PCL5e):

1. Kies Bestand en vervolgens Afdrukken in de toepassing.
2. Kies het Xerox N4525-printerstuurprogramma.
3. Open het dialoogvenster Eigenschappen.
4. Kies het tabblad Paper/Quality (Papier/kwaliteit).
5. Kies in de keuzelijst onder Media het speciale papiertype.
6. Klik op de knop Advanced (Geavanceerd) als u een ander
papiertype voor de omslag wilt gebruiken.
7. Kies onder Document Options (Documentopties) de optie Enabled
(Ingeschakeld) in de keuzelijst voor First Page Different (Eerste pagina anders).
48 DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 62
8. Open de optie First Page Different (Eerste pagina anders) door op
het +-teken te klikken.
9. Kies in de keuzelijst First Page Media (Medium eerste pagina)
Type het type dat u wilt gebruiken.
10. Klik op de knop OK om de eigenschappen op te slaan.
11. Verzend de taak naar de printer.

Windows NT (PCL6):

1. Kies Bestand en vervolgens Afdrukken in de toepassing.
2. Kies het Xerox N4525-printerstuurprogramma.
3. Open het dialoogvenster Eigenschappen.
4. Kies het tabblad Advanced (Geavanceerd).
5. Kies onder Paper/Output (Papier/uitvoer) de optie Media.
6. Kies onderin het dialoogvenster het mediumtype.
7. Ga als volgt te werk als u een ander papiertype voor de omslag
wilt gebruiken:
a. Markeer First Page Different (Eerste pagina anders).
b. Kies onderin het dialoogvenster de optie Enabled
(Ingeschakeld).
c. Klik op de + naast First Page Different (Eerste pagina anders).
d. Markeer First Page Media (Medium eerste pagina).
e. Markeer onderin het dialoogvenster het mediumtype.
8. Klik op de knop OK om de eigenschappen op te slaan.
9. Verzend de taak naar de printer.

Enveloppen afdrukken

Bij de printer:

1. Plaats de enveloppen in een van de volgende feeders:
Multifunctionele sheetfeeder - zie pagina 25.
Optionele enveloppeninvoer - zie pagina 28.
Taken afdrukken
Gebruikershandleiding 49
Page 63
2. Zorg ervoor dat de enveloppen op de volgende manier zijn
geplaatst:
De afdrukzijde omlaag.
De bovenkant van de envelop wordt als eerste de printer
ingevoerd.
3. Als u het type of het formaat van de enveloppen in de
enveloppeninvoer of de multifunctionele sheetfeeder hebt gewijzigd, selecteert u het envelopformaat en -type op het bedieningspaneel. Raadpleeg pagina 29 voor de enveloppeninvoer en pagina 27 voor de multifunctionele sheetfeeder.

Windows 95/Windows 98:

1. Maak een envelopdocument in het juiste formaat.
Veel toepassingen bevatten een hulpmiddel voor het maken
van een envelopdocument. Microsoft Word bevat bijvoorbeeld de functie Enveloppen en etiketten in het menu Extra.
Als de toepassing geen hulpmiddel voor envelopdocumenten
bevat, kunt u een document maken met de volgende keuzen:
Papierformaat: het formaat van de envelop
Taken afdrukken
2. Kies Bestand en vervolgens Afdrukken in de toepassing.
Afdrukstand: liggend
3. Kies het Xerox N4525-printerstuurprogramma.
4. Open het dialoogvenster Eigenschappen.
5. Kies het tabblad Paper/Output (Papier/uitvoer).
6. Kies in de keuzelijst onder Orientation (Afdrukstand) de optie
Landscape (Liggend).
7. Klik op de knop Select Paper (Papier selecteren).
8. Kies in het dialoogvenster Select Paper (Papier selecteren) het
tabblad Document Body (Inhoud van document).
9. Kies in de keuzelijst onder Size (Formaat) het formaat van de
envelop.
50 DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 64
10. Als u een bepaalde bron wilt gebruiken, zoals de multifunctionele
sheetfeeder of de enveloppeninvoer, selecteert u deze in de keuzelijst onder Paper Tray (Papierlade).
11. Klik op de knop OK om de papierkeuzen op te slaan.
12. Klik op de knop OK om de eigenschappen op te slaan.
13. Verzend de taak naar de printer.

Windows 2000 en Windows NT (PS/PCL5e):

1. Kies Bestand en vervolgens Afdrukken in de toepassing.
2. Kies het Xerox N4525-printerstuurprogramma.
3. Open het dialoogvenster Eigenschappen.
4. Kies het tabblad Layout (Indeling).
5. Kies onder Orientation (Afdrukstand) de optie Landscape
(Liggend).
6. Klik op de knop Advanced (Geavanceerd).
7. Kies in de keuzelijst onder Paper Size (Papierformaat) het
formaat van de envelop.
8. Klik op de knop OK om de eigenschappen op te slaan.
9. Verzend de taak naar de printer.

Windows NT (PCL6):

1. Maak een envelopdocument in het juiste formaat.
2. Kies Bestand en vervolgens Afdrukken in de toepassing.
3. Kies het Xerox N4525-printerstuurprogramma.
4. Open het dialoogvenster Eigenschappen.
5. Kies het tabblad Page Setup (Pagina-instellingen).
6. Kies in de keuzelijst onder Paper Size (Papierformaat) het
formaat van de envelop.
7. Als u een bepaalde bron wilt gebruiken, zoals de multifunctionele
sheetfeeder of de enveloppeninvoer, selecteert u deze in de keuzelijst na Paper Source (Papierbron).
Taken afdrukken
Gebruikershandleiding 51
Page 65
8. Kies onder Orientation (Afdrukstand) de optie Landscape
(Liggend).
9. Klik op de knop OK om de eigenschappen op te slaan.
10. Verzend de taak naar de printer.

Richtlijnen voor het afdrukken van enveloppen:

Gebruik alleen de ondersteunde envelopformaten.
Gebruik nooit enveloppen met vensters of metalen klemmen.
Deze beschadigen de printer.
Zorg ervoor dat de gegomde oppervlakken nooit blootliggen.
Bewaar ongebruikte enveloppen altijd in hun oorspronkelijke
verpakking om de gevolgen van vochtigheid en droogte te voorkomen. Deze kunnen gevolgen hebben voor de afdrukkwaliteit en kreuken veroorzaken.
Druk alleen enkelzijdig af.
Plaats geen enveloppen boven de markering in de
multifunctionele sheetfeeder of de enveloppeninvoer.
Enveloppen kunnen niet naar de afwerkeenheid worden
gezonden.
Taken afdrukken

Labels afdrukken

U kunt labels afdrukken vanuit de laden of de multifunctionele sheetfeeder.

Bij de printer:

1. Plaats de labelvellen op de volgende wijze in de laden of in de
multifunctionele sheetfeeder:
De afdrukzijde is omhoog geplaatst in de laden en omlaag
geplaatst in de multifunctionele sheetfeeder.
De lange zijde van het vel wordt als eerste de printer
ingevoerd.
Laad geen labels boven de markering aan de achterkant van
de lade of de zijkant van de multifunctionele sheetfeeder.
52 DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 66
2. Als u het mediumtype in de multifunctionele sheetfeeder hebt
gewijzigd, gebruikt u het bedieningspaneel om het mediumtype en het mediumformaat op te geven.
Zie pagina 19 voor lade 2, 3 of de keuzepapierlade.
Zie pagina 22 voor lade 4.
Zie pagina 27 voor de multifunctionele sheetfeeder.
(Laden 2, 3 en 4 bevatten papierformaatsensoren, dus u hoeft het papierformaat niet op te geven.)

Windows 95/Windows 98:

1. Maak een document waarin de tekst zich op de juiste plaatsen
bevindt. Raadpleeg de aanwijzingen bij de labels voor informatie over de instellingen van de marges.
2. Kies Bestand en vervolgens Afdrukken in de toepassing.
3. Kies het Xerox N4525-printerstuurprogramma.
4. Open het dialoogvenster Eigenschappen.
5. Kies het tabblad Paper/Output (Papier/uitvoer).
6. Klik op de knop Select Paper (Papier selecteren).
7. Kies in het dialoogvenster Select Paper (Papier selecteren) het
tabblad Document Body (Inhoud van document).
Taken afdrukken
8. Kies in de keuzelijst onder Type de optie Labels.
9. Klik op de knop OK om de mediakeuzen op te slaan.
10. Klik op de knop OK om de eigenschappen op te slaan.
11. Verzend de taak naar de printer.

Windows 2000 en Windows NT (PS/PCL5e):

1. Kies Bestand en vervolgens Afdrukken in de toepassing.
2. Kies het Xerox N4525-printerstuurprogramma.
3. Open het dialoogvenster Eigenschappen.
4. Klik op Printing Preferences (Afdrukvoorkeuren).
5. Kies het tabblad Paper/Quality (Papier/kwaliteit).
Gebruikershandleiding 53
Page 67
6. Kies in de keuzelijst Media de optie Labels.
7. Klik op de knop OK om de eigenschappen op te slaan.
8. Verzend de taak naar de printer.

Windows NT (PCL6):

1. Maak een document waarin de tekst zich op de juiste plaatsen
bevindt. Raadpleeg de aanwijzingen bij de labels voor informatie over de instellingen van de marges.
2. Kies Bestand en vervolgens Afdrukken in de toepassing.
3. Kies het Xerox N4525-printerstuurprogramma.
4. Open het dialoogvenster Eigenschappen.
5. Kies het tabblad Advanced (Geavanceerd).
6. Kies onder Paper/Output (Papier/uitvoer) de optie Media.
7. Kies onderin het dialoogvenster de optie Labels.
8. Klik op de knop OK om de eigenschappen op te slaan.
9. Verzend de taak naar de printer.

Richtlijnen voor het afdrukken op labels:

Taken afdrukken
Gebruik Xerox-labels. Raadpleeg pagina 8 voor informatie.
Als er labels op een vel ontbreken, gebruik dit vel dan niet.
Hierdoor kunnen printeronderdelen worden beschadigd.
Labels kunnen niet naar de afwerkeenheid worden gezonden.
54 DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 68

Transparanten afdrukken

U kunt transparanten afdrukken vanuit de laden of de multifunctionele sheetfeeder.

Bij de printer:

1. Plaats de transparanten in een lade of in de multifunctionele
sheetfeeder (zie pagina 26).
De ruwe zijde dient omhoog te worden geplaatst.
De gladde zijde wordt omlaag geplaatst.
De streep wordt als eerste de printer ingevoerd.
Laad geen transparanten boven de markering aan de
achterkant van de lade of de zijkant van de multifunctionele sheetfeeder.
2. Als u het mediumtype in de multifunctionele sheetfeeder hebt
gewijzigd, gebruikt u het bedieningspaneel om het mediumtype en het mediumformaat op te geven:
Zie pagina 19 voor lade 1, 2, 3 of de keuzepapierlade.
Zie pagina 27 voor de multifunctionele sheetfeeder.
(Laden 1, 2, 3, 4 en 5 bevatten papierformaatsensoren, dus u hoeft het papierformaat niet op te geven.)
Taken afdrukken

Windows 95/Windows 98:

1. Kies Bestand en vervolgens Afdrukken in de toepassing.
2. Kies het Xerox N4525-printerstuurprogramma.
3. Open het dialoogvenster Eigenschappen.
4. Kies het tabblad Paper/Output (Papier/uitvoer).
5. Klik op de knop Select Paper (Papier selecteren).
6. Kies in het dialoogvenster Select Paper (Papier selecteren) het
tabblad Document Body (Inhoud van document).
7. Kies in de keuzelijst onder Type de optie Transparency
(Transparant).
Gebruikershandleiding 55
Page 69
8. Klik op de knop OK om de mediakeuzen op te slaan.
9. Klik op de knop OK om de eigenschappen op te slaan.
10. Verzend de taak naar de printer.

Windows 2000 en Windows NT (PS/PCL5e):

1. Kies Bestand en vervolgens Afdrukken in de toepassing.
2. Kies het Xerox N4525-printerstuurprogramma.
3. Open het dialoogvenster Eigenschappen.
4. Klik op Printing Preferences (Afdrukvoorkeuren).
5. Kies het tabblad Paper/Quality (Papier/kwaliteit).
6. Kies in de keuzelijst Media de optie Transparencies
(Transparanten).
7. Klik op de knop OK om de eigenschappen op te slaan.
8. Verzend de taak naar de printer.

Windows NT (PCL6):

1. Kies Bestand en vervolgens Afdrukken in de toepassing.
Taken afdrukken
2. Kies het Xerox N4525-printerstuurprogramma.
3. Open het dialoogvenster Eigenschappen.
4. Kies het tabblad Advanced (Geavanceerd).
5. Kies onder Paper/Output (Papier/uitvoer) de optie Media.
6. Kies onderin het dialoogvenster de optie Transparency (Transparant).
7. Klik op de knop OK om de eigenschappen op te slaan.
8. Verzend de taak naar de printer.

Richtlijnen voor het afdrukken op transparanten:

Gebruik Xerox-transparanten. Raadpleeg pagina 8 voor
informatie.
Het gebruik van de afwerkeenheid voor transparanten wordt
afgeraden.
56 DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 70

2-zijdige (duplex) taken

Wanneer de optionele 2-zijdige module is geïnstalleerd, kunt u 2-zijdige (duplex) taken afdrukken.
Gebruik alleen de papierformaten die zijn opgenomen in de tabel op pagina 12. Gebruik geen enveloppen, kaarten, transparanten of labelpapier voor 2-zijdige taken. Gebruik papier met een gewicht van 64-105 g/m2 (17-28 lbs.).
Raadpleeg pagina 14 t/m25 voor informatie over de juiste afdrukstand van geperforeerd papier en briefhoofdpapier bij 2-zijdig afdrukken.
Voorzichtig
Om papierstoringen te voorkomen, moet u nooit papier in de duplex-eenheid plaatsen.

Windows 95/Windows 98:

1. Kies Bestand en vervolgens Afdrukken in de toepassing.
2. Kies het Xerox N4525-printerstuurprogramma.
3. Open het dialoogvenster Eigenschappen.
Taken afdrukken
4. Kies het tabblad Paper/Output (Papier/uitvoer).
5. Selecteer het type 2-zijdig afdrukken:
Long edge binding (Binden met lange zijde)
Short edge binding (Binden met korte zijde)
De 2-zijdige module dient in de configuratie van de printer te zijn opgenomen (op het tabblad System Configuration (Systeemconfiguratie)).
6. Klik op de knop OK om de eigenschappen op te slaan.
7. Verzend de taak naar de printer.

Windows 2000 en Windows NT (PS/PCL5e):

1. Kies Bestand en vervolgens Afdrukken in de toepassing.
2. Kies het Xerox N4525-printerstuurprogramma.
Gebruikershandleiding 57
Page 71
3. Open het dialoogvenster Eigenschappen.
4. Kies het tabblad Layout (Indeling).
5. Kies Flip on Long Edge (Over lange zijde papier spiegelen) of Flip
on Short Edge (Over korte zijde papier spiegelen).
6. Klik op de knop OK om de eigenschappen op te slaan.
7. Verzend de taak naar de printer.

Windows NT (PCL6):

1. Kies Bestand en vervolgens Afdrukken in de toepassing.
2. Kies het Xerox N4525-printerstuurprogramma.
3. Open het dialoogvenster Eigenschappen.
4. Kies het tabblad Page Setup (Pagina-instellingen).
5. Kies onder Print on Both Sides (Duplex Printing) (2-zijdig
afdrukken (Duplex afdrukken)) het type 2-zijdig afdrukken:
Longe edge (Lange zijde)
Short edge (Korte zijde)
De 2-zijdige module dient in de configuratie van de printer te zijn
Taken afdrukken
opgenomen (op het tabblad System Configuration (Systeemcon­figuratie) van de standaardeigenschappen van de printer).
6. Klik op de knop OK om de eigenschappen op te slaan.
7. Verzend de taak naar de printer.

Bij de printer:

Als 2-zijdige modus niet in het printerstuurprogramma is opgenomen, kunt u dit selecteren op het bedieningspaneel van de printer. Alle taken die dan naar de printer worden gezonden, worden dan echter tweezijdig afgedrukt, behalve wanneer een printerstuurprogramma wordt gebruikt dat de specifieke opdracht geeft een taak eenzijdig af te drukken. (De instellingen van het stuurprogramma overschrijven altijd de instellingen van het bedieningspaneel.)
58 DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 72
8. Kies 2-zijdig afdrukken op het bedieningspaneel van de Xerox
DocuPrint N4525:
a. Druk op de Menu -toetsen (gemarkeerd als 1 of 5) om naar het
Systeem -menu te schuiven.
b. Druk op de Item -toetsen (gemarkeerd als 2 of 6) om naar
2-zijdig afdrukken te schuiven.
c. Druk op de Waarde -toetsen (gemarkeerd als 3 of 7) om naar
Lange zijde of Korte zijde te schuiven. Raadpleeg de
afbeelding op pagina 60 om deze waarde te bepalen.
d. Druk op de Enter-toets (gemarkeerd met 4).
e. Druk op de On line-toets (gemarkeerd met 0) om de menu's af
te sluiten.
Taken afdrukken
Gebruikershandleiding 59
Page 73
Beschikbare bindopties (hoe pagina wordt omgeslagen) en instellingen voor 2-zijdig afdrukken (lange zijde/korte zijde):

Afdrukstand Staand

4525-39
4525-40

Afdrukstand Liggend

Taken afdrukken
Lange zijde
4525-41
Korte zijde
Lange zijde Korte zijde
4525-42
60 DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 74

Afdrukken in stijl voor boekje

Opmerking
Om deze functie te kunnen gebruiken, moet de optionele 2-zijdige module zijn geïnstalleerd. U kunt boekjes afdrukken voor elk papierformaat dat wordt ondersteund voor 2-zijdig (duplex) afdrukken.
Zie de Advanced Features and Troubleshooting Manual (Handleiding geavanceerde toepassingen en probleemoplossing) op de cd-rom van de printer voor meer informatie over het afdrukken van boekjes.

Afdrukken beveiligen en afdrukken controleren

Als de printer de optionele vaste schijf bevat, kunt u:
Afdrukken beveiligen als u een vertrouwelijk document afdrukt.
Afdrukken controleren als u een taak met meerdere exemplaren
hebt, maar het eerste exemplaar wilt controleren voordat u alle exemplaren afdrukt.

Windows 95/Windows 98:

Taken afdrukken
1. Kies Bestand en vervolgens Afdrukken in de toepassing.
2. Kies het Xerox N4525-printerstuurprogramma.
3. Open het dialoogvenster Eigenschappen.
4. Kies het tabblad Paper/Output (Papier/uitvoer).
5. Kies onder Copies (Exemplaren) het totale aantal exemplaren dat
u wilt afdrukken.
6. Kies onder Job Type (Taaktype):
Secure Print (Beveilig afdrukken)
Proof Print (Controleer afdrukken)
De vaste schijf dient in de configuratie van de printer te zijn opgenomen (op het tabblad System Configuration (Systeemconfiguratie)).
Gebruikershandleiding 61
Page 75
7. Typ onder Password (Wachtwoord) het wachtwoord van vier
cijfers en gebruik daarbij cijfers van 0 t/m 7.
8. Klik op de knop OK om de eigenschappen op te slaan.
9. Verzend de taak naar de printer.

Windows 2000 en Windows NT (PS/PCL5e):

1. Kies Bestand en vervolgens Afdrukken in de toepassing.
2. Kies het Xerox N4525-printerstuurprogramma.
3. Open het dialoogvenster Eigenschappen.
4. Klik op de knop Advanced (Geavanceerd).
5. Selecteer in de sectie Copy Count (Aantal exemplaren) het aantal
exemplaren.
6. Kies onder Job Type (Taaktype) de optie Secure Print/Proof Print
(Beveilig afdrukken/Controleer afdrukken).
7. Typ onder Password (Wachtwoord) een wachtwoord van vier
cijfers naar keuze en gebruik daarbij cijfers van 0 t/m 7.
8. Klik op de knop OK om de eigenschappen op te slaan.
9. Verzend de taak naar de printer.
Taken afdrukken

Windows NT (PCL6):

1. Kies Bestand en vervolgens Afdrukken in de toepassing.
2. Kies het Xerox N4525-printerstuurprogramma.
3. Open het dialoogvenster Eigenschappen.
4. Kies het tabblad Page Setup (Pagina-instellingen).
5. Kies onder Copy Count (Aantal exemplaren) het totale aantal
exemplaren dat u wilt afdrukken.
6. Kies het tabblad Advanced (Geavanceerd).
7. Markeer Job Type (Taaktype).
62 DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 76
8. Kies onderin het dialoogvenster een van de volgende opties:
Secure Print (Beveilig afdrukken)
Proof Print (Controleer afdrukken)
De vaste schijf dient in de configuratie van de printer te zijn opgenomen (op het tabblad System Configuration (Systeemconfiguratie) van de standaardeigenschappen van de printer).
9. Ga als volgt te werk in het dialoogvenster Document password
(Wachtwoord document):
a. Typ het wachtwoord van vier cijfers in en gebruik daarbij
cijfers van 0 t/m 7.
b. Klik op de knop OK.
10. Klik op de knop OK om de eigenschappen op te slaan.
11. Verzend de taak naar de printer.

Bij de printer:

Beveilig afdrukken: de printer drukt de taak niet af tot u het
wachtwoord op het bedieningspaneel invoert.
Controleer afdrukken: de printer drukt slechts één exemplaar van
de taak af, zodat u deze kunt controleren. Als u wilt doorgaan met de resterende exemplaren, voert u het wachtwoord in op het bedieningspaneel.
Taken afdrukken
Gebruikershandleiding 63
Page 77
Ga als volgt te werk om het wachtwoord in te voeren op het bedieningspaneel van de Xerox DocuPrint N4525:
a. Druk op de Menu -toetsen (gemarkeerd als 1 of 5) om naar het
Wachtwoord-menu te schuiven.
b. Druk op de Item -toetsen (gemarkeerd als 2 of 6) om naar de
wachtwoordregel te schuiven.
c. Gebruik de cijfertoetsen om het wachtwoord van vier cijfers
in te voeren voor de taak/taken die u volledig wilt afdrukken.
d. Als u alle taken met dit wachtwoord wilt afdrukken, drukt u
op de Enter-toets (gemarkeerd met 4).
e. Druk op de On line-toets (gemarkeerd met 0) om de menu's af
te sluiten.
Als u een beveiligde of controletaak wilt verwijderen, gebruikt u het Wachtwoord-menu op het bedieningspaneel. Zie de Advanced
Features and Troubleshooting Manual (Handleiding geavanceerde toepassingen en probleemoplossing) op de cd-rom bij de printer voor
meer informatie.
Taken afdrukken
64 DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 78

Probleemoplossing

Controleer de volgende punten als de printer niet goed werkt:
Is de printer op het elektriciteitsnet aangesloten en ingeschakeld?
Is de aardingsschakelaar (stroomonderbreker) uitgeschakeld?
Is de datakabel juist op de printer aangesloten?
Zijn de mediumladen juist geplaatst en zijn de kleppen goed
gesloten?
Foutbericht bedieningspaneel.
Is het juiste stuurprogramma in uw computer geïnstalleerd en is
dit juist geconfigureerd voor uw printer?
Raadpleeg de volgende bronnen voor gedetailleerde informatie over het oplossen van problemen:
Advanced Features and Troubleshooting Manual (Handleiding
geavanceerde toepassingen en probleemoplossing) op de cd-rom bij de printer.
infoSMART™ Knowledge Base (Kennisdatabase voor probleem-
oplossing) op de Xerox Printer-website:
www.xerox.com/officeprinting/infoSMART

De laserprintercassette vervangen

Bij probleemoplossing dient u mogelijk de laserprintercassette te vervangen.
Waarschuwing
Raak het fusergedeelte binnen de printer (waar een label hoge temperatuur aangeeft) nooit aan. Dit kan verwondingen veroorzaken.
Gebruikershandleiding 65
Probleemoplossing
Page 79
Voorzichtig
Stel de laserprintercassette niet langer dan 15 minuten bloot aan direct zonlicht of kunstlicht. Langdurige blootstelling veroorzaakt permanente schade aan de lichtgevoelige drum voor het vastleggen van beeld.
Open het klepje van de drum niet en raak het blauwe oppervlak van de drum niet aan.
Opmerking
Schud de laserprintercassette zoals aangegeven om de toner in de cassette te verdelen. De afdrukkwaliteit kan afnemen als de toner niet gelijk is verdeeld.
1. Bij de 2-zijdige configuratie opent u de 2-zijdige module door de
vergrendeling op te tillen (a). Bij een standaardconfiguratie opent u deur A door op de vergrendeling te drukken (b). Open de voorste klep (c).
b
a
c
4525-119
Probleemoplossing
66 DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 80
2. Verwijder de laserprintercassette door de hendel op te tillen en
deze voorzichtig naar buiten te trekken.
4525-120
Plaats de gebruikte laserprintercassette in de oorspronkelijke verpakking en zend deze terug volgens de aanwijzingen.
3. Neem de nieuwe laserprintercassette uit de verpakking en trek het
beschermende vel papier uit het klepje van de drum. Houd de laserprintercassette horizontaal en schud de cassette voorzichtig vijf of zes keer om de toner gelijkmatig te verdelen.
Probleemoplossing
4525-121
4. Houd de hendel met één hand vast en duw de laserprintercassette
voorzichtig helemaal in de printer.
Gebruikershandleiding 67
Page 81
4525-123
Voorzichtig
Raak geen onderdelen in de printer aan. Deze kunnen heet zijn en verwondingen veroorzaken. Zorg ervoor dat de cassette stevig in de printer is geplaatst.
4525-122
5. Trek de verzegelingstape voorzichtig recht naar buiten.
Probleemoplossing
68 DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 82
6. Bij de standaardconfiguratie: sluit de voorste klep en deur A. Bij
de 2-zijdige configuratie: sluit de 2-zijdige module.
4525-124

Verkeerd papierformaat/papiertype

Dit doet zich voor wanneer het gevraagde papierformaat of papiertype niet beschikbaar is voor een taak, zodat de printer offline gaat. Een van de volgende problemen kan zijn opgetreden:
Een lade die voor het gevraagde papier is geconfigureerd, bevat
geen papier.
Geen van de laden is geconfigureerd voor het gevraagde papier.
Probleemoplossing
Op het bedieningspaneel wordt u gevraagd papier te plaatsen in de geconfigureerde lade (of in de eerste lade in de ladenvolgorde). Als het papier is geladen, gaat de printer automatisch online en wordt het afdrukken hervat.
Ga als volgt te werk als u het gevraagde papier in een andere lade wilt plaatsen:
1. Plaats het gevraagde papier.
2. Gebruik het Lade-menu om deze lade opnieuw te configureren.
Raadpleeg pagina 19 (lade 1, lade 2, lade 3 of keuzepapierlade), pagina 22 (lade 4 of 5), of pagina 27 (multifunctionele sheetfeeder).
Gebruikershandleiding 69
Page 83

Als u een ander papiertype wilt gebruiken:

1. Druk op de Waarde -toetsen (gemarkeerd als 3 of 7) om de
configuratie van elke lade te bekijken.
2. Als u de lade ziet die u wilt gebruiken, drukt u op de Enter-toets
(gemarkeerd met 4).
De printer gaat automatisch online en het afdrukken wordt hervat met het andere papier.

Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen

Als er problemen met de kwaliteit van de afdrukken optreden, dient u mogelijk een van de verbruiksartikelen, zoals de laserprintercassette, te vervangen.
Controleer de volgende punten om het probleem te diagnosticeren:
Controleer of het bedieningspaneel berichten over het vervangen
van verbruiksartikelen bevat.
Druk de testpagina's af vanuit het bedieningspaneel van de
printer:
a. Druk op de Menu -toetsen (gemarkeerd als 1 of 5) om naar het
Afdrukken-menu te schuiven.
b. Druk op de Item -toetsen (gemarkeerd als 2 of 6) om naar
Configuratieblad te schuiven.
c. Druk op de Enter-toets (gemarkeerd met 4).
De configuratiebladen worden afgedrukt.
d. Controleer de pagina's op de volgende symptomen.
Probleemoplossing
70 DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 84

Symptoom: lichte of vage afdrukken

Over het geheel is de afbeelding lichter dan normaal.
Mogelijke oorzaken en oplossingen:
Als u klad-modus gebruikt, schakelt u
klad-modus uit.
Het tonerniveau kan laag zijn. Verwijder de
laserprintercassette, schud deze enkele malen voorzichtig en plaats de cassette terug. (Hiermee kunt u de overgebleven toner opnieuw verdelen voordat de cassette moet worden vervangen.) Als de laserprintercassette
4525-56
leeg is, moet hij worden vervangen.
Het papier kan vochtig zijn. Vervang het papier.

Symptoom: lege afdrukken

De gehele afgedrukte pagina is leeg, zonder zichtbare afdruk.
Mogelijke oorzaken en oplossingen:
Als u zojuist een nieuwe laserprintercassette
hebt geïnstalleerd, is de gele verzegelingstape mogelijk niet verwijderd. Verwijder de tape.
Meerdere vellen zijn mogelijk tegelijk
ingevoerd vanuit de papierlade. Verwijder het papier uit de papierlade en waaier het papier uit. Zorg er ook voor dat het papier juist in de lade is geplaatst.
4525-57
Mogelijk zijn er geen afdrukbare gegevens
ontvangen van de computer. Druk een configuratieblad af, zoals beschreven op de vorige pagina, om dit te testen. Als het configuratieblad normaal is, controleert u de interfacekabel tussen de computer en de printer, de printerinstellingen en de toepassingen. Als de testafdruk leeg is, neemt u contact op met het centrum voor klantenondersteuning.
De laserprintercassette kan defect of bijna leeg
zijn. Vervang de laserprintercassette.
Probleemoplossing
Gebruikershandleiding 71
Page 85

Symptoom: zwarte afdrukken

De gehele pagina is zwart.
Mogelijke oorzaken en oplossingen:
De laserprintercassette kan defect zijn. Vervang
de laserprintercassette.
De stroomtoevoer van de printer kan defect zijn.
Neem contact op met het centrum voor klantondersteuning.
4525-58

Symptoom: weggelaten plekken

Gedeelten van de afdruk zijn erg licht of ontbreken.
Mogelijke oorzaken en oplossingen:
Het papier kan vochtig zijn. Vervang het papier.
De laserprintercassette kan defect of bijna op
zijn. Vervang de laserprintercassette.
4525-59
Probleemoplossing
72 DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 86

Symptoom: weggelaten verticale lijnen

De afdruk bevat plaatselijke weglatingen die smalle lijnen vormen en die in de richting lopen waarin het papier beweegt.
Mogelijke oorzaken en oplossingen:
Mogelijk is de laserprintercassette niet correct
geïnstalleerd. Verwijder de laserprintercassette en installeer deze opnieuw.
De laserprintercassette kan defect of bijna op
zijn. Vervang de laserprintercassette.
4525-60

Symptoom: weggelaten horizontale lijnen

De afdruk bevat plaatselijke weglatingen die strepen vormen die over de breedte van het papier lopen, haaks op de richting waarin het papier beweegt.
Mogelijke oorzaken en oplossingen:
Het papier is mogelijk gekreukt, gevouwen,
enzovoort. Vervang het papier.
De laserprintercassette kan defect of bijna op
zijn. Vervang de laserprintercassette.
Probleemoplossing
4525-61
Gebruikershandleiding 73
Page 87

Symptoom: donkere verticale strepen

Er lopen zwarte lijnen over de afdruk, parallel aan de richting waarin het papier beweegt.
Mogelijke oorzaken en oplossingen:
De laserprintercassette kan defect of bijna op
zijn. Vervang de laserprintercassette.
De fuser kan beschadigd zijn. Vervang de fuser
(in de onderhoudskit).
4525-62

Symptoom: herhaalde donkere horizontale strepen

Er lopen zwarte lijnen over de pagina, haaks aan de richting waarin het papier beweegt.
Mogelijke oorzaken en oplossingen:
Het papierpad kan toner bevatten. Druk enkele
lege pagina's af om de toner te verwijderen.
De laserprintercassette kan defect of bijna op
zijn. Vervang de laserprintercassette.
4525-63
Probleemoplossing
74 DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 88

Symptoom: donkere plekken of markeringen

5
De pagina bevat donkere plekken of markeringen in een willekeurig patroon.
Mogelijke oorzaken en oplossingen:
Het papierpad kan toner bevatten. Druk enkele
lege pagina's af om de toner te verwijderen.
De laserprintercassette kan defect zijn. Vervang
de laserprintercassette.
4525-64

Symptoom: niet-gefixeerd of gedeeltelijk gefixeerd beeld

Het afgedrukte beeld is niet volledig op het papier gefixeerd en kan er gemakkelijk worden afgewreven.
Mogelijke oorzaken en oplossingen:
Het papier kan vochtig zijn. Vervang het papier.
De lade kan zwaar of ongewoon papier bevatten.
Vervang dit papier door een goedgekeurd medium (zie pagina 12). Als u zwaar karton dient te gebruiken, zorg er dan voor dat de fusertemperatuur en -vertragingen correct zijn ingesteld voor dat papiertype. Zie de Advanced
Features and Troubleshooting Manual
4525-6
(Handleiding geavanceerde toepassingen en probleemoplossing) voor meer informatie.
De fuser kan beschadigd zijn. Vervang de fuser
(in de onderhoudskit).
Probleemoplossing
Gebruikershandleiding 75
Page 89

Symptoom: gekreukte afdrukken

De afdrukken zijn gekreukt, gevouwen of gescheurd.
Mogelijke oorzaken en oplossingen:
Het papier kan in slechte staat verkeren.
Vervang het papier.
Het papier kan vochtig zijn. Vervang het papier.
De fuser kan bijna op zijn. Vervang de fuser (in
de onderhoudskit).
4525-66

Symptoom: onscherpe afdrukken

Het beeld is onscherp bij de randen.
Mogelijke oorzaken en oplossingen:
Het papier kan in slechte staat verkeren.
Vervang het papier.
Het papier kan vochtig zijn. Vervang het papier.
4525-67
Probleemoplossing
76 DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 90

Symptoom: willekeurige weglatingen

De pagina bevat lichte gedeelten en weglatingen in een willekeurig patroon.
Mogelijke oorzaken en oplossingen:
Het papier kan in slechte staat verkeren.
Vervang het papier.
Het papier kan vochtig zijn. Vervang het papier.
4525-68

Symptoom: korrelige afbeeldingen

Een grafische afbeelding is grof of korrelig (zoals een baksteen of een schaakbord) in plaats van een gelijkmatige halftoon.
Mogelijke oorzaken en oplossingen:
De printer heeft mogelijk geprobeerd een
complexe grafische afbeelding af te drukken met onvoldoende geheugen. Overweeg extra geheugen aan de printer toe te voegen. Zie pagina 10 voor meer informatie.
Controleer of u het juiste
printerstuurprogramma gebruikt.
4525-69
Gebruikershandleiding 77
Probleemoplossing
Page 91

Symptoom: onderbroken paginabeeld

In het afgedrukte beeld ontbreekt het resterende gedeelte na een rechte lijn.
Mogelijke oorzaken en oplossingen:
De printer heeft mogelijk geprobeerd een
complexe grafische afbeelding af te drukken met onvoldoende geheugen. Overweeg extra geheugen aan de printer toe te voegen. Zie pagina 10 voor meer informatie.
4525-70
Probleemoplossing
78 DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 92

Papierstoringen

Waarschuwing
Raak het fusergedeelte van de printer niet aan. Dit kan zeer heet zijn en verwondingen veroorzaken.
Voorzichtig
Gebruik geen gereedschap of scherpe voorwerpen om papierstoringen te verhelpen. Hiermee kunt u de printer beschadigen. Raak het oppervlak van de afdrukdrum niet aan. Aanraken van de drum kan beschadiging van de drum veroorzaken.

Papierstoringen voorkomen

Gebruik Xerox-media om de frequentie van papierstoringen
en transparantenblokkades te beperken. Zie pagina 8 voor informatie.
Gebruik alleen papier van de aanbevolen formaten en gewichten
in de laden. Zie pagina 11 voor informatie over geschikte gewichten en pagina 12 voor geschikte formaten.
Zorg er na het oplossen van een papierstoring voor dat u
eventuele papiersnippers verwijdert.
Papierstoringen
Reinig van tijd tot tijd de invoerrollers. Veeg papierstof weg met
een droge, schone doek.
Gebruikershandleiding 79
Page 93
4525-74
a
b

Gebied A vrijmaken

De exacte stappen zijn afhankelijk van de vraag of u de optionele 2-zijdige module heeft en of u het optionele uitvoervak voor beeldzijde omhoog heeft.
1. Als de printer een uitvoervak voor beeldzijde omhoog, maar geen
2-zijdige module bevat, verwijdert u het uitvoervak door het omhoog en uit de printer te tillen. Als de printer wel een 2-zijdige
Papierstoringen
module bevat, tilt u de vergrendeling (a) op en opent u de 2-zijdige module (b).
b
a
4525-72
2. Plaats uw vinger onder de vergrendeling (a) en druk omhoog om
klep A (b) te openen.
4525-73
80 DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 94
3. Verwijder geblokkeerd papier.
a. Als de bovenzijde van het papier zich al in het uitvoervak
voor beeldzijde omhoog bevindt, trekt u het papier voorzichtig naar buiten tot het volledig is verwijderd.
4525-77
b. Als het papier in het fusergebied is geblokkeerd, verwijdert u
het papier voorzichtig zonder de fuser aan te raken. Als het moeilijk wordt om het papier naar buiten te trekken, drukt u de groene knop in en draait u deze tot het papier ver genoeg naar buiten is gekomen en u het gemakkelijk kunt verwijderen.
Voorzichtig
Papierstoringen
Raak het fusergedeelte binnen de printer (waar een label hoge temperatuur aangeeft) nooit aan. Dit kan verwondingen veroorzaken. De fuser kan heet zijn.
4525-78
Gebruikershandleiding 81
Page 95
c. Als het geblokkeerde papier in gebied A zich onder de fuser
4525-80
4525-81
4525-82
bevindt, verwijdert u het papier door het voorzichtig bij de printer vandaan te trekken.
Papierstoringen
4. Sluit klep A.
5. Als de printer een 2-zijdige module bevat, sluit u deze module.
6. Als u het uitvoervak voor beeldzijde omhoog in stap 1 hebt
verwijderd, plaatst u dit terug.
82 DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 96

Gebied B vrijmaken

1. Plaats uw vinger onder de vergrendeling en druk omhoog om klep
B te openen. Voor gemakkelijker toegang tot klep B kunt u de multifunctionele sheetfeeder invouwen (hieronder weergegeven) of de enveloppeninvoer naar buiten trekken (indien geïnstalleerd).
4525-83
2. Verwijder geblokkeerd papier.
Papierstoringen
4525-84
3. Sluit klep B door op het midden van de klep te drukken.
Gebruikershandleiding 83
Page 97

Gebied C vrijmaken

4525-86
1. Plaats uw vinger onder de vergrendeling en druk omhoog om klep
C te openen.
Papierstoringen
4525-85
2. Verwijder geblokkeerd papier.
3. Sluit klep C door op het midden van de klep te drukken.

Gebied D vrijmaken (niet van toepassing)

De DocuPrint N4525 Network Laser Printer bevat geen gebied D.
84 DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 98

Gebied E vrijmaken (alleen met afwerkeenheid)

1. Til de plastic rand onder het papiertransport op en houd deze
vast. Gebruik hiervoor het aangegeven lipje.
4525-87
2. Verwijder eventueel papier onder de plastic rand.
3. Laat de plastic rand voorzichtig los.

Gebied F vrijmaken (alleen met afwerkeenheid)

1. Gebruik de hendel om de kap van het papiertransport op te tillen
(gebied F).
Papierstoringen
4525-54
2. Verwijder geblokkeerd papier.
3. Laat de kap neer.
4. Indien het papier nog altijd geblokkeerd is, raadpleegt u de positie
instructies in de 3.000 Sheet Finisher Installation Guide (Afwerkeenheidsinstallatiegids voor 3.000 bladzijden).
Gebruikershandleiding 85
Page 99

Gebied G vrijmaken (alleen met afwerkeenheid)

1. Open de toegangsklep van de afwerkeenheid.
2. Druk het ingangsklepje open. Beweeg indien nodig het papier
naar voren door de rol linksom te draaien.
Papierstoringen
4525-88
3. Druk het uitgangsklepje open. Beweeg indien nodig het papier
terug door de rol rechtsom te draaien.
4525-89
4. Verwijder geblokkeerd papier.
5. Sluit de toegangsklep.
86 DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer
Page 100

Gebied H vrijmaken (alleen met afwerkeenheid)

1. Controleer het gedeelte onder de papieruitvoerroller.
4525-55
2. Verwijder geblokkeerd papier.

Lade 5 vrijmaken

1. Open klep C, verwijder geblokkeerd papier en sluit klep C. Zie
pagina 84 voor meer informatie.
Papierstoringen
4525-91
2. Open en verwijder lade 3 door de lade naar buiten te trekken tot
deze stopt en vervolgens de lade uit de voorzijde te tillen.
Voorzichtig
Plaats de lade op een stabiele ondergrond. Als u de lade op een vloerkleed plaatst, kunnen de veren en draden aan de onderkant van de lade vasthaken en breken, waardoor de formaatsensors van de lade worden uitgeschakeld.
Gebruikershandleiding 87
Loading...