Copyright 2007 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden.
De auteursrechtelijke bescherming waarop aanspraak wordt gemaakt, betreft alle vormen en zaken van auteursrechtelijk beschermd
materiaal en informatie die thans of in de toekomst van rechtswege is toegestaan. Dit omvat, zonder enige beperking, materiaal dat
wordt gegenereerd door de software en dat in het scherm wordt weergegeven, zoals stijlen, sjablonen, pictogrammen, uiterlijk en
inhoud van schermen, enz.
®
en alle productnamen en -nummers van Xerox die in deze publicatie worden genoemd, zijn handelsmerken van XEROX
Xerox
CORPORATION. Andere bedrijfsmerken of productnamen kunnen handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken zijn van hun
respectieve bedrijven en deze worden hierbij ook erkend.
Dit product bevat software die is ontwikkeld door de Apache Software Foundation (http://www.apache.org/
In deze handleiding wordt gebruik gemaakt van symbolen die u
helpen bij het vinden van informatie en waarmee u informatie van
elkaar kunt onderscheiden.
VOORZICHTIG: Met dit symbool wordt u attent gemaakt op een
actie die de hardware of software kan beschadigen of waardoor
gegevens verloren kunnen gaan.
WAARSCHUWING: Deze waarschuwingen vestigen de aandacht
van de gebruiker van het apparaat op gebieden waar lichamelijk
letsel kan worden opgelopen.
WAARSCHUWING: Met dit symbool wordt een deel van het
apparaat aangeduid dat HEET is en niet mag worden aangeraakt.
WAARSCHUWING: Met dit symbool wordt aangegeven dat er
een laser wordt gebruikt in het apparaat en wordt u verwezen naar
de bijbehorende veiligheidsinformatie.
TIP: Dit symbool wijst u op belangrijke informatie die u dient te
onthouden.
Het symbool 1 2 3... geeft het begin van een taak of werkproces
aan waarmee u een procedure kunt voltooien. Het symbool wordt
gevolgd door de eerste stap in een genummerde procedure, taak
of werkproces.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
v
Conventies
OPMERKING: Dit symbool wijst u op nuttige informatie, die echt er
niet essentieel is om een procedure of taak te voltooien.
Dit symbool geeft aan dat er aanvullende inf ormatie in andere
bronnen beschikbaar is, bijvo orbeeld op een website of in een
handleiding.
vi
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
Veiligheidsbepalingen
De digitale pers van Xerox en de aanbevolen onderhoudsartikelen
zijn ontworpen en getest om te voldoen aan strenge
veiligheidseisen. Hieronder vallen erkende milieueisen die
gesteld, goedgekeurd en geïnspecteerd worden door
verscheidene veiligheidsinstanties. De volgende instructies
zorgvuldig lezen voordat u het product bedient en deze
raadplegen wanneer dit nodig is om verzekerd te zijn van
doorlopend veilig gebruik van de digitale pers.
TIP: Bij het testen van de veiligheid en de prestaties van dit
product zijn uitsluitend materialen van Xerox gebruikt.
WAARSCHUWING: Ongeoorloofde wijzigingen, zoals de
toevoeging van nieuwe functies of aansluiting van externe
apparaten, kan de productcertificatie beïnvloeden. Neem contact
op met de bevoegde plaatselijke leverancier voor meer informatie.
Elektrische veiligheid
•Gebruik altijd het bij het apparaat geleverde netsnoer.
•Steek de stekker van het netsnoer rechtstreeks in een goed
geaard stopcontact. Gebruik geen verlengkabel. Neem
contact op met een elektricien indien niet bekend is of het
stopcontact goed is geaard.
•Gebruik nooit een geaarde verloopstekker om dit apparaat
aan te sluiten op een stopcontact zonder randaarde.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
vii
Veiligheidsbepalingen
WAARSCHUWING: U kunt een ernstige elektrische schok krijgen
als het stopcontact niet goed geaard is.
•Nooit de pers zodanig plaatsen dat iemand op het snoer kan
stappen of erover kan struikelen. Nooit voorwerpen op het
netsnoer plaatsen.
•Elektrische of mechanische veiligheidsschakelaars mogen
niet worden overbrugd of uitgeschakeld.
•Blokkeer geen ventilatieopeningen. Door deze openingen
wordt oververhitting van het apparaat voorkomen.
WAARSCHUWING: Steek geen voorwerpen in sleuven of
openingen in het apparaat. Contact met een onderdeel dat onder
stroom staat of een onderdeel kortsluiten kan leiden tot een
elektrische schok of brand.
Indien een van de volgende omstandigheden zich voordoet,
schakel dan het apparaat onmiddellijk uit en trek de stekker van
het netsnoer uit het stopcontact. Neem contact op met het Xerox
Welcome Centre om het probleem te verhelpen.
•Het apparaat verspreidt vreemde geuren of maakt vreemde
geluiden.
•Het netsnoer is beschadigd of gerafeld.
•Een aardlekschakelaar, een zekering of andere
veiligheidsvoorziening heeft de stroomtoevoer onderbroken.
•Er is vloeistof in de pers terechtgekomen.
•Het apparaat is blootgesteld aan water.
•Een onderdeel van het apparaat is beschadigd.
viii
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
Stroomtoevoer naar het apparaat onderbreken
Via het netsnoer wordt de stroomtoevoer naar het apparaat
onderbroken. Het netsnoer wordt aangesloten op de achterkant
van het apparaat. Indien u de stroomtoevoer naar het apparaat
volledig wilt afsluiten, dient u de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact te verwijderen.
WAARSCHUWING: Dit product moet op een beschermende
aardstroom worden aangesloten.
Veiligheidsbepalingen
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
ix
Veiligheidsbepalingen
Veiligheid met de laser
Noord-Amerika
Dit apparaat voldoet aan veiligheidsnormen en is gecertificeerd
als een laserproduct van klasse 1 door het Center for Devices and
Radiological Health (CDRH) van de door de United States Food
and Drug Administration (FDA) geïmplementeerde richtlijnen voor
laserproducten. Dit product voldoet aan FDA 21 CFR 1940.10 en
1040.11 met uitzondering van afwijkingen met betrekking tot Laser
Notice nr. 50 van 26 juli 2001. Deze richtlijnen zijn van toepassing
op laserproducten die in de Verenigde Staten worden verkocht.
Het etiket op het apparaat geeft aan dat er is voldaan aan CDRHrichtlijnen en moet worden aangebracht op laserproducten die in
de Verenigde Staten worden verkocht. Er komt bij dit product geen
gevaarlijke laserstraling vrij.
VOORZICHTIG: Gebruik van bedieningselementen,
aanpassingen of procedures anders dan beschreven in deze
handleiding, kan leiden tot gevaarlijke blootstelling aan laserlicht.
Aangezien de straling in dit product volledig afgeschermd is door
de behuizing en deksels, komt er tijdens geen enkele
gebruiksfase laserstraling uit het apparaat.
Dit product is voorzien van laserwaarschuwingsetiketten. Deze
etiketten zijn bedoeld voor gebruik door de Xerox-technicus en
zijn aangebracht op of in de buurt van panelen of beschermplaten
die met speciaal gereedschap moeten worden verwijderd.
Verwijder nooit deze panelen. Er bevinden zich achter deze
panelen geen onderdelen die de operateur kan onderhouden.
x
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
Europa (EU)
Veiligheidsbepalingen
Dit product voldoet aan veiligheidsnorm 60825-1 (editie 1.2) van
de IEC, gepubliceerd in augustus 2001.
Het apparaat voldoet aan normen voor de werking van
laserproducten, zoals die zijn vastgesteld door nationale en
internationale instanties voor een laserproduct uit de Klasse 1.
Er komt geen gevaarlijke straling vrij uit het apparaat, aangezien
de lichtstraal in alle bedieningsmodi en bij alle onderhoudstaken
volledig afgeschermd is.
VOORZICHTIG: Gebruik van bedieningselementen,
aanpassingen of procedures anders dan beschreven in deze
handleiding, kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke straling.
Dit product is voorzien van laserwaarschuwingsetiketten. Deze
etiketten zijn bedoeld voor gebruik door de Xerox-technicus en
zijn aangebracht op of in de buurt van panelen of beschermplaten
die met speciaal gereedschap moeten worden verwijderd.
Verwijder nooit deze panelen. Er bevinden zich achter deze
panelen geen onderdelen die de operateur kan onderhouden.
Bel voor meer informatie over het product of over door Xerox
geleverde materialen het volgende nummer:
+44 (0) 1707 353434
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
xi
Veiligheidsbepalingen
Veiligheidsnormen
Noord-Amerika
Europa (EU)
Veiligheid bij onde rho u d
De veiligheid van dit Xerox-product is gecertificeerd door
Underwriters Laboratories Incorporated op basis van de normen
UL60950, derde editie (2000), en CSA International CAN/CSA
C22.2 nr. 60950-00 derde editie.
Dit Xerox-product is op veiligheid goedgekeurd door NEMKO
conform publicatie IEC60950-1, eerste editie (2001).
•Nooit onderhoudshandelingen uitvoeren die niet specifiek
worden beschreven in de documentatie die bij de digitale pers
is geleverd.
•Gebruik geen reinigingsmiddelen in spuitbussen. Het gebruik
van niet-goedgekeurde verbruiksartikelen kan tot een slechte
prestatie van de pers leiden en kan een gevaarlijke situatie
opleveren.
•Gebruik schoonmaakmiddelen en verbruiksartikelen altijd
volgens de aanwijzingen in deze handleiding. Houd al deze
materialen buiten het bereik van kinderen.
•Verwijder geen panelen of beschermplaten die met schroeven
zijn vastgezet. Achter deze beschermplaten bevinden zich
geen onderdelen die u kunt onderhouden.
Voer nooit onderhoudshandelingen uit die u niet hebt geleerd van
een Xerox-technicus of die niet specifiek worden beschreven in de
documentatie bij de pers.
xii
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
Veiligheid bij het gebruik
Veiligheidsbepalingen
Het apparaat en de verbruiksmaterialen van Xerox zijn ontworpen
en getest om te voldoen aan strenge veiligheidseisen. Hieronder
vallen erkende milieu-eisen die gesteld, goedgekeurd en
geïnspecteerd worden door verscheidene veiligheidsinstanties.
Indien u de volgende veiligheidsmaatregelen opvolgt, bent u
verzekerd van een veilige werking van uw digitale pers:
•Altijd specifiek voor de digitale pers ontworpen materialen en
verbruiksartikelen gebruiken. Gebruik van ongeschikt
materiaal kan leiden tot een laag prestatieniveau en
gevaarlijke situaties.
•Volg altijd alle waarschuwingen en instructies op die zijn
aangebracht of meegeleverd.
•Installeer het apparaat altijd in een goed geventileerde ruimte
met genoeg ruimte voor het plegen van onderhoud.
•Plaats het apparaat op een vaste, vlakke, ondergrond (niet op
hoogpolig tapijt), die sterk genoeg is om het gewicht van het
apparaat te dragen.
•Probeer het apparaat niet te verplaatsen. Het
stabilisatiemechanisme onder het apparaat, ingesteld tijdens
de installatie, kan de vloerbedekking of de vloer beschadigen.
•Stel het apparaat niet op in de buurt van een warmtebron.
•Plaats het apparaat nooit in direct zonlicht.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
xiii
Veiligheidsbepalingen
Informatie over ozon
•Plaats het apparaat niet in de koude luchtstroom van de
airconditioning.
•Plaats nooit bekers koffie of andere dranken op het apparaat.
•Blokkeer of bedek nooit de sleuven en openingen van het
apparaat.
•Overbrug nooit elektrische of mechanische
veiligheidsschakelaars en schakel deze nooit uit.
WAARSCHUWING: Indien u het apparaat bedient in gebieden die
voorzien zijn van dit waarschuwingssymbool, dient u voorzichtig te
zijn. Deze gebieden kunnen zeer heet zijn en mogen niet worden
aangeraakt.
Voor meer informatie over het apparaat of over materialen kunt u
contact opnemen met uw Xerox-leverancier.
Dit apparaat produceert bij normaal gebruik ozon. Ozon is
zwaarder dan lucht. De hoeveelheid ozon die wordt
geproduceerd, is afhankelijk van het aantal afdrukken dat wordt
gemaakt. Wanneer het apparaat in de juiste omgeving wordt
opgesteld, zoals die wordt beschreven in de Xeroxinstallatieprocedure, blijft de concentratie ozon binnen de gestelde
grenzen.
Wanneer u meer informatie wenst over ozon, kunt u de
Engelstalige Xerox-publicatie OZONE, 600P83222 aanvragen bij
uw Xerox-leverancier of het Xerox Welcome Centre. Bel voor een
Franse versie in de VS 1-800-828-6571 en druk op 2.
xiv
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
Bepalingen
Veiligheidsgoedkeuring m.b.t. lage spanning
FCC in de VS
Uit tests is gebleken dat deze apparatuur voldoet aan de normen
voor een digitaal apparaat uit de Klasse A, conform Deel 15 van
de regels van de Federal Communications Commission (FCC).
Deze normen zijn opgesteld om redelijke bescherming tegen
schadelijke interferentie te kunnen verzekeren wanneer de
apparatuur in een commerciële omgeving wordt gebruikt. Deze
apparatuur genereert en gebruikt radiofrequentie-energie en kan
deze uitstralen. Bovendien kan de apparatuur, indien niet correct
geïnstalleerd en gebruikt conform de gebruiksaanwijzing,
schadelijke storingen in het radioverkeer veroorzaken. In een
huiselijke omgeving zal dit product waarschijnlijk schadelijke
radiostoringen veroorzaken. In dat geval dient de gebruiker de
interferentie op eigen kosten te verhelpen.
Elke wijziging of modificatie die zonder toestemming van de Xerox
Corporation wordt aangebracht met betrekking tot deze
apparatuur, kan het gebruiksrecht voor deze apparatuur
tenietdoen.
Bij dit apparaat dienen afgeschermde kabels te worden gebruikt
om te blijven voldoen aan de FCC-bepalingen.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
xv
Bepalingen
In Canada (ICES-003)
This Class “A” digital apparatus complies with Canadian ICES-
003.
Cet appareil numérique de la classe “A” est conforme á la norme
NMB-003 du Canada.
V er ordeningen voor RFID
Dit product genereert 13,56 MHz via een systeem op basis van
inductielussen als RFID-systeemapparaat (Radio Frequency
IDentification). Dit systeem is gecertificeerd conform Richtlijn 99/5/
EG van de Europese Raad en toepasselijke nationale wetten en
verordeningen.
Goedkeuring van de veiligheid van extra lage-spanningscircuits
Deze digitale pers van Xerox voldoet aan de bepalingen van
verscheidene overheidsinstanties en aan nationale
veiligheidsbepalingen. Alle systeempoorten voldoen aan de eisen
van “extra lage spanningscircuits”, waarop apparaten of
netwerken van de klant kunnen worden aangesloten.
Toevoegingen van de klant of accessoires van derden die op de
pers worden aangesloten dienen te voldoen aan eerder
genoemde eisen. Externe eenheden dienen te worden
geïnstalleerd op de door Xerox aangegeven manier.
xvi
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
Certificeringen in Europa
1 januari 1995:Richtlijn 73/23/EEG van de Raad, bij amendement gewijzigd door
1 januari 1996:Richtlijn 89/336/EEG van de Raad, betreffende de onderlinge
9 maart 1999:Richtlijn 99/5/EC van de Raad betreffende radioapparatuur en
Bepalingen
Het CE-merk op dit product symboliseert de
overeenkomstigheidsverklaring van Xerox met de volgende van
toepassing zijnde richtlijnen van de Europese Unie vanaf de
aangegeven data:
Richtlijn 93/68/EEG, betreffende de onderlinge aanpassing van de
wettelijke voorschriften der Lid-Staten inzake elektrisch materiaal
bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen.
aanpassing van de wetten van de lidstaten aangaande
elektromagnetische compatibiliteit.
telecommunicatie-eindapparatuur en onderlinge erkenning van de
conformiteit.
Een volledige verklaring met de relevante richtlijnen en normen
kan worden verkregen bij uw Xerox-leverancier of door contact op
te nemen met:
Environment, Health and Safety (Milieu, gezondheid en
veiligheid)
Xerox
Bessemer Road
Welwyn Garden City
Herts
AL7 1BU
Engeland
Telefoon +44 (0) 1707 353434
WAARSCHUWING: Dit systeem is onder certificering
gefabriceerd en getest conform de strikte reguleringen m.b.t.
veiligheid en radiostoring. Ongeoorloofde aanpassingen, zoals de
toevoeging van nieuwe functies of aansluiting van externe
apparaten, kan de productcertificatie beïnvloeden. Neem contact
op met uw plaatselijke Xerox-leverancier voor een lijst van
goedgekeurde accessoires.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
xvii
Bepalingen
WAARSCHUWING: Om deze apparatuur te laten werken in de
nabijheid van industriële, wetenschappelijke en medische
apparatuur, kan het zijn dat de externe straling van deze
apparatuur moet worden beperkt of dat speciale
stralingstemperende maatregelen moeten worden getroffen.
WAARSCHUWING: Dit is voor een huiselijke omgeving een
product van Klasse A. Dit product kan radiostoringen
veroorzaken. In dat geval dient de gebruiker de nodige
maatregelen te treffen.
Bij dit apparaat dienen afgeschermde kabels te worden gebruikt
om te blijven voldoen aan Richtlijn 89/336/EEC van de Raad.
Bij wet verboden in de VS
In de statuten van het Amerikaanse Congres is vastgelegd dat de
reproductie van de volgende zaken onder bepaalde
omstandigheden verboden is. Er kunnen boetes en
gevangenisstraffen worden opgelegd aan degenen die zich
schuldig maken aan dergelijke reproductie.
1.Obligaties en waardepapieren van de Amerikaanse overheid,
zoals:
SchuldbekentenissenValuta van de nationale bank
ObligatiecouponsBiljetten van de federale reservebank
ZilvercertificatenGoudcertificaten
Obligaties van de Verenigde StatenSchatkistbiljetten
Federale-reservebiljettenFractiebiljetten
DepositobewijzenPapiergeld
Obligaties en waardepapieren van bepaalde
overheidsinstanties, zoals de FHA
Obligaties. Amerikaanse spaarbrieven mogen alleen worden
gefotografeerd voor publiciteitsdoeleinden in relatie tot de
campagne voor de verkoop van de spaarbrieven.)
Binnenlandse belastingzegels (Als het nodig is een wettelijk
document te reproduceren dat een geannuleerde
belastingzegel bevat, dan mag dit worden gedaan mits de
reproductie van het document om wettige redenen
plaatsvindt.)
Postzegels, al dan niet afgestempeld. (Postzegels mogen om
filatelistische redenen worden gefotografeerd, mits de
reproductie zwart-wit is en kleiner dan 75% of groter dan
150% van de lineaire afmetingen van het origineel is.)
xviii
Postwissels.
Bankbiljetten, cheques en geldwissels opgesteld door
bevoegde functionarissen van de Verenigde Staten.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
Bepalingen
Zegels en andere objecten die waarde vertegenwoordigen,
van welke aard dan ook, die zijn of kunnen uitgegeven in het
kader van een wet van het Amerikaanse Congres.
2.Aangepaste vergoedingscertificaten voor veteranen van de
wereldoorlogen.
3.Obligaties en waardepapieren van een niet-Amerikaanse
overheid, bank of onderneming.
4.Materiaal waarop copyright rust, tenzij toestemming van de
eigenaar van het copyright is verkregen of de reproductie valt
binnen de normen van "redelijke gebruik" of binnen
bepalingen in de copyrightwetten met betrekking tot reprorecht
van bibliotheken. Nadere informatie over deze bepalingen is te
verkrijgen via het Copyright Office, Library of Congress,
Washington, D.C. 20559. Vraag naar Circular R21.
5.Certificaten van burgerschap of naturalisatie. (Niet-
Amerikaanse certificaten van naturalisatie mogen wel worden
gefotografeerd.)
6.Paspoorten. (Niet-Amerikaanse paspoorten mogen wel
worden gefotografeerd.)
7.Immigratiedocumenten.
8.Registratiekaarten voor militaire dienst.
9.Aanmeldingsdocumenten voor personeelsselectie met een of
meer van de volgende gegevens over de geregistreerde
persoon:
Inkomen of inkomstenAfhankelijkheidsstatus
StrafbladMilitaire-dienstverleden
Fysieke of mentale conditie
Uitzondering: ontslagpapieren van Amerikaanse militaire
dienst mogen worden gefotografeerd.
10.Naambordjes, identificatiekaarten, pasjes en insignes
gedragen door militair personeel of door leden van federale
organisaties zoals de FBI, Treasury, enzovoort (tenzij er in
opdracht van het hoofd van de organisatie wordt
gefotografeerd.)
In bepaalde staten is ook reproductie van de volgende zaken
verboden: autovergunningen - rijbewijzen eigendomsbewijzen van auto's.
De bovenstaande lijst is niet volledig en er wordt geen
aansprakelijkheid aanvaard voor de volledigheid of
nauwkeurigheid van de lijst. Raadpleeg in geval van twijfel uw
juridisch adviseur.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
xix
Bepalingen
Bij wet verboden in Canada
In de statuten van het Canadese Parlement is vastgelegd dat de
reproductie van de volgende zaken onder bepaalde
omstandigheden verboden is. Er kunnen boetes en
gevangenisstraffen worden opgelegd aan degenen die zich
schuldig maken aan het maken van dergelijke kopieën.
1.In omloop zijnde bankbiljetten en in omloop zijnd papiergeld.
2.Obligaties en waardepapieren van een overheid of bank.
3.Schatkistbiljetten en belastingbiljetten.
4.Het officiële zegel van Canada of van een provincie, en het
5.Afkondigingen, verordeningen, voorschriften en aanstellingen,
zegel van een officiële instantie in Canada, of van een
rechtbank.
en kennisgevingen daarvan (met de bedoeling om de indruk te
wekken dat deze zijn gedrukt door de Queen’s Printer voor
Canada, of de equivalente drukker voor een provincie).
6.Merken, zegels, verpakkingen of ontwerpen die worden
gebruikt door of namens de Canadese overheid of de overheid
van een provincie, de overheid van een andere staat dan
Canada of een afdeling, bestuur, commissie of bureau
opgericht door de overheid van Canada of van een provincie
of van een andere overheid van een staat dan Canada.
7.Opgedrukte of zelfklevende zegels gebruikt voor inning van
belastingen door de overheid van Canada of van een
provincie of door de overheid van een andere staat dan
Canada.
8.Documenten, registers en dossiers bewaard door officiële
functionarissen belast met het maken of afgeven van
gecertificeerde kopieën hiervan, waarbij men de indruk wil
wekken dat de reproductie een gecertificeerde kopie vormt.
9.Materiaal waarop copyright rust of handelsmerken van welke
aard dan ook, zonder toestemming van de eigenaar van het
copyright of handelsmerk.
De bovenstaande lijst is ter informatie bedoeld, maar is niet
volledig en er wordt geen aansprakelijkheid aanvaard voor de
volledigheid of nauwkeurigheid van de lijst. Ingeval van twijfel
dient u contact op te nemen met uw juridisch adviseur.
xx
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
Milieuverordeningen voor Canada
Het Canadese Terra Choice Environmental Services, Inc. heeft
vastgesteld dat dit product van Xerox voldoet aan alle
toepasselijke eisen van Environmental Choice EcoLogo ten
behoeve van minimale effecten op het milieu.
Als deelnemer aan het Environmental Choice-programma, heeft
Xerox Corporation vastgesteld dat dit model digitale pers voldoet
aan de Environmental Choice-richtlijnen voor efficiënt
energiegebruik.
Environment Canada heeft het Environmental Choice-programma
in 1988 opgezet om consumenten te helpen bij het herkennen van
producten en diensten die het milieu minder belasten. Kopieer-,
printer- digitale-pers- en faxproducten moeten voldoen aan criteria
voor energiezuinigheid en emissies, en compatibel zijn met voor
hergebruik gereed gemaakte verbruiksartikelen. Momenteel zijn
1.600 producten door Environmental Choice goedgekeurd en zijn
er 140 Environmental Choice-licentiehouders. Xerox speelt een
toonaangevende rol in het aanbieden van producten met
EcoLogo-goedkeuring. In 1996 kreeg Xerox als eerste bedrijf de
licentie om het Environmental Choice EcoLogo voor zijn
kopieerapparaten, printers en faxapparaten te gebruiken.
Bepalingen
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
xxi
Bepalingen
Product recyclen en afvalverwerking
Indien u verantwoordelijk bent voor het wegdoen van het Xeroxproduct, dient u er rekening mee te houden dat het product lood
en ander materialen bevat zodat bepaalde voorschriften ter
bescherming van het milieu van toepassing zijn op het product.
De aanwezigheid van lood is volledig in overeenstemming met de
regelgeving die gold toen dit product op de markt kwam.
Noord-Amerika
Xerox heeft een wereldwijd programma voor het terugnemen en
hergebruiken/recyclen van apparatuur. Neem contact op met de
Xerox-vertegenwoordiger om te weten te komen of dit Xeroxproduct onder dit beleid valt. Ga voor meer informatie over de
milieuprogramma's van Xerox naar
Voor informatie over recycling en weggooien kunt u contact
opnemen met de plaatselijke overheidsinstanties. In de Verenigde
Staten kunt u ook de website van de Electronic Industries Alliance
raadplegen: www.eiae.org
www.xerox.com/environment.
.
PerchloraatmateriaalDit product bevat mogelijk een of meer onderdelen met
perchloraat, zoals accu's. Mogelijk gelden hiervoor speciale
verwerkingsinstructies, zie www.dtsc.ca.gov/hazardouswaste/
perchlorate.
Indien uw product niet onder dit Xerox-beleid valt en u belast bent
met de afvoer van dit product, volgt u de instructies in de
bovenstaande alinea.
xxii
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
Europese Unie
Andere landen
Bepalingen
De aanwezigheid van dit symbool op uw apparatuur geeft aan dat
u zich van deze apparatuur moet ontdoen overeenkomstig de
daarvoor in het betreffende land geldende procedures.
Krachtens de Europese wetgeving moet de verwerking van afval
van gebruikte elektrische en elektronische apparatuur geschieden
overeenkomstig de daarvoor geldende procedures.
Neem voordat u de apparatuur wegdoet contact op met uw
plaatselijke dealer of Xerox-vertegenwoordiger voor informatie
over inzameling.
Neem contact op met de plaatselijke autoriteiten voor
afvalverwerking en informeer naar de geldende richtlijnen.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
xxiii
Bepalingen
xxiv
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
1.Beheerderoverzicht
Overzicht
Met de mode Beheerder kunt u de standaardinstellingen voor de
digitale pers aan uw wensen aanpassen. U kunt de
standaardinstellingen voor allerlei toepassingen wijzigen, zoals de
taal in de gebruikersinterface, timers, de toegangscode van de
beheerder, en aangepaste papier- en uitlijningsprofielen maken en
nog veel meer.
Aanmelden als Beheerder
Gebruik de volgende procedure om de mode Beheerder te
openen en af te sluiten:
1.Selecteer de toets Aanmelden in het hoofdvenster van de
gebruikersinterface. Het venster Aanmelden verschijnt.
2.Gebruik het toetsenbord om de toegangscode van de
Beheerder in te voeren.
De standaard toegangscode bestaat uit vijf enen (11111).
Uit veiligheidsoverwegingen worden alleen asterisken op
het scherm getoond.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
1-1
1. Beheerderoverzicht
3.Selecteer OK.
Op het hoofdscherm van de gebruikersinterface worden nu
aanvullende opties weergegeven en u kunt er rechts boven
lezen dat u uzelf nu in de beheerdersmodus bevindt.
OPMERKING: Aangeraden wordt de toegangscode voor de
Beheerder zo snel mogelijk na de inst allatie van de dig itale pers te
wijzigen om toegang tot de mode Beheerder door onbevoeg den te
voorkomen. De procedure voor het wijzig en van de toegangscode
vindt u op pagina 2-5 van dit boek.
4.Selecteer Afmelden om de mode Beheerder af te sluiten.
1-2
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
Overzicht profielen afwerksysteemmodule
1. Beheerderoverzicht
Als uw digitale pers is voorzien van een optionele DFA (Digital
Finishing Architecture) van derden, is de optie Profielen
afwerksysteemmodule beschikbaar.
TIP: Deze toepassing is alleen beschikbaar als u bent aangemeld
als beheerder.
Nadat uw systeem is geconfigureerd voor de optionele
afwerkeenheid, is de optie Profielen afwerksysteemmodule
toegankelijk via het menu Systeem in het hoofdvenster van de
gebruikersinterface.
TIP: De informatie in dit scherm heeft de eigenschap alleen-lezen
en kan niet worden bewerkt. Als er meer dan één afwerkeenheid
op de digitale pers is aangesloten, kunt u het gewenste profiel
selecteren uit het menu in het gedeelte links boven in het venster
Profielen afwerksysteemmodule.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
1-3
1. Beheerderoverzicht
1-4
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
Overzicht
2.Systeeminstellingen
Met de toepassing Systeeminstellingen kunt u wijzigingen
aanbrengen in de volgende toepassingen:
•Gebruikersinterface
•Datum en tijd
•Systeem
•Lade-opties
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
2-1
2. Systeeminstellingen
Gebruikersinterface
Met de toepassing Gebruikersinterface kunt u wijzigingen
aanbrengen in de volgende toepassingen:
•Foutgegevensvenster
•Toegangscode wijzigen
2-2
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
Venster Storingsgegevens
In de gebruikersinterface wordt standaard automatisch een
venster Gegevens geopend met daarin extra informatie over de
herinnering, waarschuwing of storing (zoals te zien is in de
volgende illustratie).
2. Systeeminstellingen
Apparaatpictogram
en berichtengebied
U kunt echter selecteren of u dit venster wel of niet automatisch
wilt laten openen, of alleen wanneer de gebruiker op het bericht
aangaande de herinnering, waarschuwing of storing klikt in het
apparaatpictogram en het berichtengebied in de
gebruikersinterface.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
2-3
2. Systeeminstellingen
Gebruik de volgende procedure om de standaardinstelling voor
deze toepassing te selecteren.
1.Selecteer Aanmelden in de gebruikersinterface en meld u
aan als Beheerder.
2.Selecteer Systeeminstellingen; het venster
Systeeminstellingen wordt geopend.
3.Selecteer of u wel of niet automatisch een melding van een
apparaatstoring in de gebruikersinterface wilt laten
weergeven zodra deze zich voordoet.
•Niet automatisch weergeven: selecteer deze optie als
u het venster met de storingsgegevens niet
automatisch wilt laten openen in het geval van een
herinnering, waarschuwing of storing.
•Automatisch weergeven: selecteer deze optie als u het
venster met de storingsgegevens wel
laten openen in het geval van een herinnering,
waarschuwing of storing.
automatisch wilt
4.Selecteer OK om de wijziging op te slaan en het venster
Systeeminstellingen te sluiten.
2-4
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
Toegangscode wijzigen
Selecteer Toegangscode wijzigen om de toegangscode van de
Beheerder te wijzigen.
Gebruik de volgende procedure om de toegangscode van de
beheerder te wijzigen.
1.Selecteer Aanmelden in het hoofdvenster van de
2.Voer in het venster Aanmelden de toegangscode van de
2. Systeeminstellingen
gebruikersinterface.
beheerder in en selecteer OK.
Uit veiligheidsoverwegingen worden alleen asterisken op
het scherm getoond.
OPMERKING: De digitale pers wordt geleverd met een
toegangscode voor de beheerder die in de fabriek is ingeste ld op
de standaardwaarde van vijf enen (11111). Gebruik deze
standaard toegangscode voor aanmelding.
TIP: Om veiligheidsredenen doet u er verstandig aan de
standaard toegangscode voor de beheerder te wijzigen.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
2-5
2. Systeeminstellingen
3.Selecteer Systeeminstellingen.
4.Selecteer in het venster Systeeminstellingen op het tabblad
Gebruikersinterface de toets Toegangscode wijzigen.
Het venster Toegangscode wijzigen wordt geopend.
2-6
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
2. Systeeminstellingen
TIP: Gebruik alleen cijfers voor uw nieuwe toegangscode.
Alfabetische tekens (letters en leestekens e.d. zoals !*& zijn niet
toegestaan). U kunt maximaal twaalf cijfers voor uw
toegangscode invoeren.
5.Voer in het venster Toegangscode wijzigen het volgende in:
a.De oude (huidige) toegangscode
b.De nieuwe toegangscode
c.Voer in het veld Nieuwe toegangscode bevestigen de
nieuwe toegangscode nogmaals in.
d.Selecteer OK.
OPMERKING: Uit veiligheidsoverwegingen worden alleen
asterisken op het scherm getoond.
6.Selecteer OK in het venster Systeeminstellingen om terug
te keren naar het hoofdvenster van de gebruikersinterface.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
2-7
2. Systeeminstellingen
Datum/tijd instellen
Gebruik deze functie om de datum en tijd van het systeem in te
stellen. De datum en tijd worden weergegeven op het scherm
Apparaatgegevens op de schermen Geïnstalleerde software en
Foutenlog
1.Selecteer in het scherm Systeeminstellingen het tabblad
Datum/tijd.
2.Selecteer de gewenste datumnotatie.
3.De toetsen pijl omhoog en pijl omlaag gebruiken om het
juiste jaar, de juiste maand en de juiste dag in te voeren.
4.Selecteer de gewenste tijdnotatie.
5.De toetsen pijl omhoog en pijl omlaag gebruiken om het
juiste tijdstip (uur en minuten) in te stellen.
OPMERKING: Indien u de 12-uursklok hebt geselecteerd, de
toets AM of PM selecteren.
6.Selecteer OK om de wijzigingen op te slaan en het venster
Systeeminstellingen te sluiten.
2-8
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
Systeem
2. Systeeminstellingen
Gebruik deze toepassing om de standaardinstellingen te wijzigen
voor:
•Productiviteitsmodus
•Energiebesparingsmodus (opties voor starten en afsluiten)
•Automatisch hervatten
•Tijd tussen opdrachten
•Automatisch afmelden
Met de toepassing Systeem kunt u ook waarden voor NVM lezen/
schrijven invoeren als u speciale media gebruikt. Dit wordt nader
besproken op pagina 2-19.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
2-9
2. Systeeminstellingen
Productiviteitsinstelling
De productiviteit van de digitale pers heeft betrekking op de
continue snelheid van de media-uitvoer, gemeten in afdrukken per
minuut (ppm). De continue snelheid hangt af van het
papierformaat, het papiergewicht en de temperatuur van de fuser.
Gebruik deze instelling om de doorvoersnelheid te optimaliseren
van de papiersoort die het meest gebruikt wordt. De opties voor
Productiviteitsinstelling omvatten:
•Enkel papiergewicht: met deze instelling optimaliseert u de
doorvoersnelheid voor papier van één gewicht (licht of zwaar)
op basis van het gewichtsbereik dat in de papierlade is
ingesteld.
•Gemengd papiergewicht: met deze instelling optimaliseert u
de doorvoersnelheid van afdrukopdrachten waarbij papier van
verschillende gewichten uit verschillende laden wordt gebruikt.
Selecteer de instelling die het meest geschikt is voor uw
afdrukdoeleinden en die u het meest gebruikt.
2-10
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
Productiviteitstabellen
In de volgende productiviteitstabellen staan de verschillende
papiergewichten en -formaten en de bijbehorende
afdruksnelheden voor enkelzijdig en dubbelzijdig afdrukken. In
elke tabel staan de parameters voor de afdruksnelheid voor beide
productiviteitsinstellingen.
Enkel papiergewicht
Mode Enkel papier
2. Systeeminstellingen
Papiergewicht
60 - 220 g/m
221 - 300 g/m
Transparant210,0216,025--
2
2
(Invoerrichting lengte) [mm]
Papierformaat
(PPM, afdrukken per minuut).
Min.Max1-zijdig2-zijdig
182,0216,05025
216,1297,033,316,7
297,1458,02512,5
458,1488,02010
182,0216,033,3--
216,1280,025--
280,1458,016,7--
458,1488,012,5--
Afdruksnelheid
OPMERKING 1: 2-zijdig afdrukken is niet beschikbaar voor
transparanten en voor papier dat zwaarder is dan 221 g/m
OPMERKING 2: Er is geen afname in productiviteit (ppm) van de
tweede invoermodule naar de eerste invoermodule.
2
.
OPMERKING 3: Transparanten zijn alleen beschik baar voor
1-zijdig, A4 of 8,5 x 11 inch LKE.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
2-11
2. Systeeminstellingen
Gemengd papiergewicht
Mode Gemengd papier
Papiergewicht
60 - 135 g/m
2
136 - 186 g/m
187 - 220 g/m
Papierformaat
(Invoerrichting lengte) [mm]
Afdruksnelheid
Min.Max1-zijdig2-zijdig
182,0216,05025
216,1297,033,316,7
297,1458,02512,5
458,1488,02010
2
182,0216,033,316,7
216,1297,02512,5
297,1458,016.78.3
458,1488,012,56,3
2
182,0216,033,316,7
216,1280,02010
280,1432,016,78,3
432,1488,012,56,3
221 - 300 g/m
2
182,0216,025*--
216,1280,016,7*--
280,1458,012,5*--
458,1488,010*--
Transparant210,0216,025--
OPMERKING: *De afdruksnelh eden kunnen afnemen naargel ang
van de omstandigheden, zoals de ruimte waarin het apparaat is
geplaatst en het specifieke intervalvolume tijdens het continu
afdrukken.
2-12
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
Energiespaarstand
2. Systeeminstellingen
Met behulp van deze toepassing kunt u instellen na hoeveel tijd de
digitale pers en de systeem-pc overgaan op de energiespaarstand.
De timers worden ingeschakeld wanneer alle opdrachten zijn
uitgevoerd en er geen opdrachten meer in de wachtrij staan.
De digitale pers en/of de systeem-pc keren terug uit de
energiespaarstand wanneer er weer een afdrukopdracht wordt
verzonden of wanneer de gebruikersinterface op de systeem-pc
wordt geactiveerd.
l
TIP: De toepassingen Systeem-pc en afdrukmechanisme en
Alleen afdrukmechanisme moeten zijn ingeschakeld door uw
Xerox-leverancier voordat
u deze kunt gebruiken. Neem contact
op met uw Xerox-leverancier voor meer informatie als deze
toepassingen niet zijn ingeschakeld.
Ga als volgt te werk om de instelling van de tijd voor iedere
energiespaarstand te wijzigen:
1.Selecteer in het scherm Systeeminstellingen het tabblad
Systeem.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
2-13
2. Systeeminstellingen
2.Gebruik de toetsen pijl omhoog en pijl omlaag om de tijd te
wijzigen voor iedere energiespaarstand:
•Systeem-pc en afdrukmechanisme
•Alleen afdrukmechanisme
•Alleen afdrukmechanisme als er geen communicatie
met de pc is geweest gedurende
Het bereik is 1 tot 240 minuten.
OPMERKING: De standaardtijd van het systeem is zestig
minuten.
3.Selecteer OK om de wijzigingen op te slaan en het venster
Systeeminstellingen te sluiten.
Energiespaarstand uitschakelen
Selecteer een van de volgende twee opties:
•Automatisch: selecteer deze optie als u wilt dat het systeem
automatisch de energiespaarstand verlaat wanneer de muis,
het toetsenbord of de aan/uit-schakelaar van de pc wordt
bediend.
•Handmatig: selecteer deze optie als u het systeem zelf uit de
energiespaarstand wilt laten terugkeren wanneer de toets
Energiespaarstand op het hoofdvenster van de
gebruikersinterface wordt geselecteerd.
Automatisch hervatten na
2-14
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
Storingen verhelpen
Gebruik de functie Automatisch hervatten na storing oplossen om
automatisch een opdracht te hervatten nadat een storing is
verholpen en een opdracht die is ontvangen via het netwerk wacht
op instructies van de gebruiker.
1.Selecteer op het tabblad Systeem in het venster
Systeeminstellingen het aankruisvakje links naast Storing
oplossen.
2. Systeeminstellingen
2.Gebruik de toetsen pijl omhoog en pijl omlaag om de tijd te
wijzigen. Het bereik is 1 tot 10 minuten.
OPMERKING: De standaardtijd van het systeem is twee minuten.
3.Selecteer OK om de wijzigingen op te slaan en het venster
Systeeminstellingen te sluiten.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
2-15
2. Systeeminstellingen
Onderbreken
Met behulp van de toepassing Automatisch hervatten na
Onderbreken wordt een opdracht automatisch opnieuw gestart
wanneer de toets Onderbreken op de gebruikersinterface werd
geselecteerd en er wordt gewacht op instructies van de gebruiker
voor de opdracht.
1.Selecteer op het tabblad Systeem in het venster
Systeeminstellingen het aankruisvakje links naast
Onderbreken.
2.Gebruik de toetsen pijl omhoog en pijl omlaag om de tijd te
wijzigen. Het bereik is 1 tot 10 minuten.
OPMERKING: De standaardtijd van het systeem is twee minuten.
3.Selecteer OK om de wijzigingen op te slaan en het venster
Systeeminstellingen te sluiten.
2-16
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
Tijd tussen opdrachten
Gebruik deze toepassing wanneer er een aantal opdrachten in de
wachtrij staat en u zeven seconden de tijd wilt hebben om
afgeleverde afdrukken uit de afwerkeenheid te verwijderen
voordat de volgende afdrukopdracht wordt uitgevoerd.
2. Systeeminstellingen
1.Selecteer op het tabblad Systeem in het venster
Systeeminstellingen het aankruisvakje links naast Tijd
tussen opdrachten.
Zeven seconden is de standaardtijd en enige tijd voor deze
optie.
2.Selecteer OK om de wijzigingen op te slaan en het venster
Systeeminstellingen te sluiten.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
2-17
2. Systeeminstellingen
Automatisch afmelden
Met behulp van de toepassing Automatisch afmelden keert de
digitale pers automatisch terug naar de afdrukmode wanneer er
binnen een bepaalde ingestelde tijd geen selecties worden
gemaakt voor de beheerderstoepassingen.
1.Selecteer op het tabblad Systeem in het venster
Systeeminstellingen het aankruisvakje links naast
Automatisch afmelden.
2.Gebruik de toetsen pijl omhoog en pijl omlaag om de tijd te
wijzigen. Het bereik is 10 tot 60 minuten.
OPMERKING: De standaardtijd van het systeem is tien minuten.
3.Selecteer OK om de wijzigingen op te slaan en het venster
Systeeminstellingen te sluiten.
2-18
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
NVM lezen/schrijven
De Xerox-technicus gebruikt deze toepassing om bepaalde
systeeminstellingen te wijzigen. De toepassing wordt soms ook
door systeembeheerders gebruikt.
2. Systeeminstellingen
Speciale papierinstelling
voor voorgeboord papier
Speciale papierinstelling
voor LKE-tabbladen
Zelfkopiërend papier
inschakelen
In de meeste gevallen wordt deze toepassing niet door systeembeheerders gebruikt; er zijn echter enkele situaties waarin deze
toepassing wel wordt gebruikt. Het gaat om de volgende gevallen:
Als u regelmatig voorgeboord papier met 3 gaten gebruikt en
steeds weer te maken krijgt met een groot aantal papierstoringen,
en/of
Als u regelmatig op tabbladen afdrukt en steeds weer te maken
krijgt met papierstoringen.
•Zelfkopiërend papier is papier dat is gecoat met meerdere
functionele coatings, waarmee het beeld op het origineel juist
kan worden overgebracht op de kopieën. De sets (een
origineel en de bijbehorende kopieën) worden voorzien van
een speciale laag zodat ze niet aan elkaar plakken en correct
van elkaar kunnen worden gescheiden. Aangezien
leveranciers van zelfkopiërend papier verschillende
chemische samenstellingen voor deze laag gebruiken, werkt
de volgende procedure voor het inschakelen van deze
toepassing het beste met Xerox Premium Digital Carbonless
Paper (zelfkopiërend papier).
•Om problemen met het gebruik van zelfkopiërend papier te
voorkomen, kunt u de toepassing Zelfkopiërend papier
inschakelen met behulp van de toepassing NVM lezen/
schrijven.
Als een van de bovenstaande omstandigheden zich voordoet in
uw situatie, kunt u een toepassing inschakelen met behulp van de
toepassing NVM lezen/schrijven.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
2-19
2. Systeeminstellingen
VOORZICHTIG: Voer in dit scherm geen andere cijfers in dan in
deze procedure worden beschreven. Door het invoeren en
opslaan van andere nummers dan beschreven, worden de
systeeminstellingen gewijzigd, waarna u mogelijk een serviceoproep moet doen om het systeem te herstellen met de juiste
instellingen.
Ga als volgt te werk om een toepassing in
te schakelen:
1.Selecteer in het scherm Systeeminstellingen op het tabblad
Systeem de toets NVM lezen/schrijven.
Het venster NVM lezen/schrijven wordt geopend.
2-20
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
2. Systeeminstellingen
2.Voer het gewenste ketenschakelnummer in:
•Het ketenschakelnummer voor Speciale
papierinstelling voor voorgeboord papier is 700 545.
•Het ketenschakelnummer voor Speciale
papierinstelling voor LKE-tabbladen is 700 546.
•Het ketenschakelnummer voor Zelfkopiërend papier
inschakelen is 700-920 700-920.
OPMERKING: Ten behoeve van deze procedure wordt in de
volgende schermen een voorbeeld
ketenschakelnummer, de Huidige waarde en de Nieuwe waarde;
dit voorbeeld is geen actueel ketenschakelnummer. De getallen
voor Huidige waarde en Nieuwe waarde kunnen variëren,
afhankelijk van het ingevoerde ketenschakelnummer.
a. Voer met behulp van de cijfertoetsen van het
toetsenbord het ketenschakelnummer in (in het
volgende voorbeeld wordt 123 als
ketenschakelnummer gebruikt).
gegeven van een
b.Druk op de toets Tab op het toetsenbord om naar het
veld Schakel te gaan.
c.Voer het schakelnummer in (in het volgende voorbeeld
wordt 123 als schakelnummer gebruikt).
d.Selecteer Volgende.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
2-21
2. Systeeminstellingen
3.Voer met behulp van de cijfertoetsen van het toetsenbord
de nieuwe waarde in (in het volgende voorbeeld wordt 234
als nieuwe waarde gebruikt).
TIP: Als u een toepassing wilt inschakelen, voer dan de
toepasselijke waarde in met behulp van de cijfertoetsen van het
toetsenbord:
•Voor Speciale papierinstelling voor geboord papier
0 in als Nieuwe waarde.
•Voor Speciale papierinstelling voor tabbladen LKE
1 in als Nieuwe waarde.
•Voor Zelfkopiërend papier
voert u 1 in als Nieuwe waarde.
voert u
voert u
4.Selecteer Toepassen. In het venster NVM lezen/schrijven
wordt de ingevoerde waarde weergegeven als de Huidige
waarde.
2-22
5.Selecteer Sluiten om de nieuwe instelling op te slaan en
het scherm te sluiten.
6.
Selecteer OK om het venster Systeeminstellingen te sluiten.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
2. Systeeminstellingen
TIP: Schakel na afloop van de afdrukopdracht opnieuw de mode
Beheerder, Systeeminstellingen, NVM lezen/schrijven in en
schakel de ingeschakelde toepassing uit
. Volg de bovenstaande
stappen en gebruik deze instellingen voor het getal bij Nieuwe
waarde:
Lade-opties
•Als u Speciale papierinstelling voor voorgeboord papier
wilt
uitschakelen, voert u 1000 in.
•Als u Speciale papierinstelling voor LKE-tabbladen
wilt
uitschakelen, voert u 0 in.
•Als u Zelfkopiërend papier
wilt uitschakelen, voert u 0 in.
TIP: Om papierstoringen te voorkomen die het gevolg zijn van
andere soorten papier dan in deze procedure vermeld, moet u de
toepassing NVM lezen/schrijven uitschakelen voordat u andere
afdrukopdrachten uitvoert.
Gebruik deze toepassing om de standaardinstellingen te wijzigen
voor:
•Auto-laden verwisselen
•Auto-papierselectie
•Niet opnemen
•Ventilator papierlade
•Ladeprioriteit
Auto-laden verwisselen, Auto-papierselectie, en Niet opnemen
Selecteer de standaardinstellingen voor de volgende opties:
StandaardinstellingWat de standaardinstelling doet
Auto-laden
verwisselen (ALS)
Auto-papierselectie
(APS)
Niet opnemenWanneer u een lade of laden selecteert bij deze optie, geeft u het apparaat de opdracht
Met deze optie kan de digitale pers automatisch een andere papierlade selecteren die
het juiste papier bevat, indien de eerder geselecteerde papierlade niet langer geschikt is.
Met deze optie kan de digitale pers automatisch het juiste papierformaat selecteren
voor de opdracht die wordt verwerkt, zonder dat er een specifieke papierlade is
geselecteerd.
Wanneer Enkel papiergewicht wordt geselecteerd als standaardinstelling, wordt door
Auto-papier alleen papier van 81-105 g/m
als Productiviteitsinstelling Gemengd papier wordt ingeschakeld, wordt door Autopapier alleen papier van 106-135 g/m
selecties die zijn gemaakt bij de opties Auto-laden verwisselen of Auto-papierselectie
te negeren.
2
in het juiste formaat geselecteerd. Wanneer
2
in het juiste formaat geselecteerd.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
2-23
2. Systeeminstellingen
1.Selecteer in het scherm Systeeminstellingen het tabblad
Lade-opties.
2.Selecteer Inschakelen of Uitschakelen voor de optie Auto-
laden verwisselen.
3.Selecteer Inschakelen of Uitschakelen voor de optie Auto-
papierselectie.
4.Wanneer de digitale pers een of meer papierladen dient te
negeren, selecteer dan het aankruisvakje links naast de
gewenste papierlade in het gedeelte Niet opnemen.
5.Selecteer OK om het venster Systeeminstellingen te
sluiten.
2-24
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
Ventilator papierlade
2. Systeeminstellingen
Met ventilatoren worden de omstandigheden in de papierladen
optimaal gehouden voor de beste afdrukresultaten:
•Iedere papierlade beschikt over twee ventilatoren en twee
waaiers. De ventilatoren bevinden zich voor aan elke lade
en de twee waaiers bevinden zich aan de rechterkant van
de lade.
•De hoofdventilator werkt continu en blaast hete lucht
wanneer een van de volgende selecties is gemaakt:
gecoat papier, transparanten of gewoon papier 106 g/m
zwaarder. De andere ventilator aan de achterste rand
werkt ook continu, maar produceert geen hete lucht.
•De papierladen beschikken over luchtregelingshendels
waarmee de richting waarin de lucht wordt geleid kan
worden geregeld:
–Voor papier met een gewicht tussen 60 en 256 g/m
dient de luchtregelingshendel naar de voorzijde van de
lade te zijn gericht.
–Voor papier met een gewicht tussen 257 en 300 g/m
dient de luchtregelingshendel naar de achterzijde van
de lade te zijn gericht.
2
2
of
2
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
2-25
2. Systeeminstellingen
Als u de ventilatoren in de lade afstelt voor een bepaalde
papiersoort (zeg dun of dik), moet u ook aanpassingen
doorvoeren in het venster Lade-opties in de modus
Beheerder. Daarmee krijgt u een optimale
afdrukkwaliteit. Gebruik de volgende procedure voor deze
afstellingen:
1.Selecteer in het scherm Systeeminstellingen het tabblad
Lade-opties.
2.Selecteer de gewenste lade.
3.Selecteer in het menu de optie die het best overeenkomt
met het geselecteerde papier voor die lade en de
afstellingen die met de luchtregelingshendels zijn
doorgevoerd.
De opties omvatten:
•Standaardinstelling systeem: dit is de
standaardinstelling. Met deze optie worden de
papierladeventilatoren automatisch aangepast met
instellingen die optimaal zijn voor papier van Xerox.
•Invoer van meerdere vellen: selecteer deze optie als u
de automatische instellingen van de
papierladeventilator stapsgewijs wilt aanpassen om
invoer van meer dan één vel tegelijk te beperken.
•Fout bij invoer: selecteer deze optie als u de
automatische instellingen van de papierladeventilator
stapsgewijs wilt aanpassen om foutieve invoer te
beperken.
•Aangepast: met deze optie worden de
papierladeventilatoren geregeld met parameters die
worden ingesteld door de Xerox-technicus.
2-26
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
2. Systeeminstellingen
•Altijd uit: selecteer deze optie als u wilt dat de
papierladeventilatoren permanent zijn uitgeschakeld;
in deze mode worden de ventilatoren niet automatisch
geregeld. Deze mode is bestemd voor speciale media.
•Altijd aan (dun papier): met deze optie worden de
papierladeventilatoren niet automatisch geregeld, ze
zijn permanent ingeschakeld. Deze mode is ook
bestemd voor speciale media.
•Altijd aan (dik papier): met deze optie worden de
papierladeventilatoren niet automatisch geregeld, ze
zijn permanent ingeschakeld. Deze mode is bestemd
voor speciale media.
4.Selecteer OK om het venster Systeeminstellingen te
sluiten.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
2-27
2. Systeeminstellingen
Ladeprioriteit
Selecteer de prioriteit voor elke papierlade. Indien de toepassing
Auto-laden verwisselen is ingeschakeld en elke papierlade papier
van hetzelfde formaat en gewicht bevat, voert de digitale pers
papier in uit de papierlade met Prioriteit 1. Indien er geen papier in
papierlade met prioriteit 1 zit, wordt automatisch de papierlade
met prioriteit 2 geselecteerd, enz.
Volg de onderstaande procedure om de prioriteit voor elke
papierlade in te schakelen.
1.Selecteer in het scherm Systeeminstellingen het tabblad
Lade-opties.
2.Klik eenmaal op de afbeelding van de gewenste papierlade.
3.Druk op de toets Pijl omhoog of Pijl omlaag rechts van de
afbeelding om het item in de prioriteitenlijst omhoog of
omlaag te verplaatsen.
4.Deze procedure herhalen voor elke prioriteit. U kunt
dezelfde lade slechts één prioriteit tegelijk geven.
5.Selecteer OK om de instellingen op te slaan en het venster
Systeeminstellingen te sluiten.
2-28
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
Overzicht
3.Profielen
Met Profielen kunt u profielen maken en aanpassen voor
Aangepast papier, Uitlijning en de Ontkruller. Gebruik de profielen
wanneer u deze nodig hebt voor speciale afdrukopdrachten
waarbij verschillende materiaalsoorten moeten worden gebruikt,
zoals licht of zwaar papier. Met een aangepast profiel kan
optimale afdrukkwaliteit worden bereikt.
OPMERKING: De toepas sing Profielen is alleen toegankelijk i n de
modus Beheerder.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
3-1
3. Profielen
Uitlijning
Verschillende materialen (zoals het papiersoort, het gewicht en
coating of geen coating) moeten wellicht op een specifieke manier
door de digitale pers worden verwerkt wanneer het materiaal door
de papierbaan wordt getransporteerd. Bij bepaalde
materiaalsoorten en 2-zijdige opdrachten, kunnen de
afbeeldingen op Zijde 1 en/of Zijde 2 verkeerd worden
geregistreerd, scheef staan, verkeerd worden uitgelijnd of
uitgerekt.
Met de functie Aanpassing uitlijning kunt u maximaal twintig
Uitlijningsaanpassingsprofielen maken en opslaan. Met deze
profielen kunt u verschillende materiaalsoorten gebruiken en de
manier waarop de afbeelding wordt geregistreerd, uitgelijnd of
vergroot voor de uitvoer op Zijde 1 en 2 aanpassen. Gebruik de
profielen wanneer u deze nodig hebt om de kwaliteit van uw
afdrukken te optimaliseren.
OPMERKING: U kunt uitlijningsprofielen maken zonder deze te
koppelen aan een specifiek profiel voor aangepast papier. Het
omgekeerde geldt ook: u kunt een uitlijningsprofiel maken en dit
koppelen aan een specifiek profiel voor aangepast papier. U kunt
bijvoorbeeld Profiel voor aangep ast papier 2 koppelen aan
Uitlijningsprofiel 2, zodat wanneer Profiel voor aangepas t papi er 2
wordt gebruikt, Uitlijningsprofiel 2 ook wordt toegepast.
3-2
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
3. Profielen
Wanneer u uitlijningsprofielen voor afdrukken met Zijde 1 en Zijde
2 maakt, dient u rekening te houden met het volgende:
•Afbeeldingen op Zijde 1 en 2 kunnen verkeerd worden
geregistreerd omdat het papier niet exact hetzelfde formaat
heeft. Er kunnen kleine variaties zijn van 1 mm kleiner of
groter, waardoor het beeld niet goed wordt geregistreerd. Om
de kans op verschillen te minimaliseren, wordt aangeraden
papier uit dezelfde partij te gebruiken wanneer u 2-zijdige
kopieën maakt.
•Tijdens het fixeerproces wordt het papier uitgerekt door de
hitte en druk waaraan het papier wordt blootgesteld. Indien de
beelden op Zijde 1 en 2 hetzelfde formaat hebben, kan door
de uitrekking van het papier het beeld op Zijde 1 iets groter
worden dan het beeld op Zijde 2.
•Door een uitlijningsprofiel voor dit soort opdrachten te maken
kunt u voorkomen dat afbeeldingen op Zijde 1 groter zijn dan
op Zijde 2.
OPMERKING 1: U kunt uw uitlijningsprofiel al dan nie t koppel en
aan een profiel voor aangepast papier.
OPMERKING 2: Nadat u een uitlijningsprofiel hebt ingesteld en
gebruikt, wordt da t profiel door de kleur enserver in de afdrukopt ies
voor afdruktaken gereflect eerd.
OPMERKING 3: Nadat u een uitlijningspr ofiel hebt ingest eld, bl ijft
dit actief totdat u opnieuw de mode Beheerder opent en het profiel
uitschakelt. Als een actief uitlijnin gsprofiel niet aan een profiel voor
aangepast papier is gekoppeld, wordt het gebruikt voor elke
papierlade waaraan het profiel is toegewezen.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
3-3
3. Profielen
Procedure voor het uitlijningsprofiel
Gebruik de volgende procedure om een uitlijningsprofiel te maken
of te wijzigen voor de uitvoer van het beeld op Zijde 1 of 2.
OPMERKING: Als u een profiel voor aangepast papier nodig hebt
voor dit uitlijningsprofiel, kunt u de informatie van profiel voor
aangepast papier nu instellen of nadat u het uitlijningsprofiel hebt
gemaakt.
1.Selecteer Aanmelden in het hoofdvenster van de
gebruikersinterface.
2.Voer in het venster Aanmelden de toegangscode van de
beheerder in en selecteer OK.
3.Selecteer Profielen.
3-4
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
3. Profielen
4.Selecteer in het venster Profielen het tabblad Uitlijning.
5.U kunt een nieuwe uitlijningsprocedure instellen door een
nog niet gedefinieerd profiel te selecteren.
Als u een bestaand profiel bewerkt, ga dan naar
Uitlijningsprofiel bewerken
.
6.Vervolgens: Uitlijningsprofiel maken.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
3-5
3. Profielen
Uitlijningsprofiel maken
7.Klik op Bewerken, het venster Eigenschappen
uitlijningsprofiel wordt geopend.
8.Typ een naam voor dit profiel (in het voorbeeld van deze
procedure wordt de naam “Uitlijningsprofiel2” gebruikt).
9.Vervolgens: Registratie-opties selecteren.
3-6
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
Registratie-opties selecteren
10. Maak de gewenste selecties bij de optie Registratie.
3. Profielen
•Registratie invoerrand: gebruik deze toepassing om de
invoerrand te wijzigen van de registratie voor de
afbeelding op Zijde 1 en/of Zijde 2.
•Registratie zijkant: gebruik deze toepassing om de
zijkant te wijzigen van de registratie voor de afbeelding
op Zijde 1 en/of Zijde 2.
De fabrieksinstelling is nul (0).
Deze pijlen geven de
invoerrichting van het papier aan
Gebruik de toetsen
Pijl omhoog en Pijl
omlaag om de
gewenste selecties
te maken.
Wanneer u op de toetsen Pijl omhoog en Pijl omlaag
klikt, beweegt de illustratie in de richting waarin het beeld
op het papier zal worden verplaatst.
11. Vervolgens: Opties voor Loodrechte stand selecteren.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
3-7
3. Profielen
Opties voor Loodrechte stand selecteren
12. Maak de gewenste selecties bij de optie Loodrechte stand.
Gebruik deze toepassing om de afbeelding op de drum
digitaal aan te passen zodat deze wordt uitgelijnd met het
papier voor Zijde 1 en Zijde 2.
De fabrieksinstelling is nul (0).
Deze pijlen geven de
invoerrichting van het papier aan
Maak hiermee de
gewenste
Wanneer u op de
toetsen Pijl
omhoog en Pijl
omlaag klikt,
beweegt de
illustratie in de
richting waarin het
beeld op het papier
zal worden.
selecties.
13. Vervolgens: Opties voor Scheef selecteren.
3-8
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
Opties voor Scheef selecteren
14. Maak de gewenste selecties bij de optie Scheef. Gebruik
deze toepassing om het papier zo af te stellen dat de
afbeeldingen voor Zijde 1 en/of Zijde 2 niet scheef zijn maar
met elkaar zijn uitgelijnd.
De fabrieksinstelling is nul (0).
Deze pijlen geven de
invoerrichting van het papier aan
3. Profielen
Maak hiermee de
gewenste selecties.
Wanneer u op de
toetsen Pijl omhoog
en Pijl omlaag klikt,
beweegt de
illustratie in de
richting waarin het
beeld op het papier
zal worden
verplaatst.
15. Vervolgens: Opties voor Uitvergroting selecteren.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
3-9
3. Profielen
Opties voor Uitvergroting selecteren
16. Maak de gewenste selecties bij de optie Uitvergroting.
Gebruik deze functie om de beelduitrekking van Zijde 1
naar Zijde 2 te corrigeren. Indien nodig kan het beeld
worden vergroot of verkleind.
De fabrieksinstelling is nul (0).
Deze pijlen geven de
invoerrichting van het papier aan
Maak hiermee de
gewenste selecties.
Wanneer u op de
toetsen Pijl omhoog
en Pijl omlaag klikt,
beweegt de
illustratie in de
richting waarin het
beeld op het papier
zal worden
verplaatst.
TIP: Wij raden u aan om slechts één uitlijningsprofielfunctie te
kiezen (bijvoorbeeld Registratie), daarna een serie testpagina's af
te drukken en de registratie van die uitvoer te evalueren. Als u
meer uitlijningsprofielfuncties wilt selecteren, selecteert u elke
functie apart, drukt u testpagina's voor de functie af en evalueert u
de afdruk. Nadat u hebt bepaald of de afdruk voor de
geselecteerde functie acceptabel is, kunt u weer een
uitlijningsprofielfunctie selecteren en wijzigen.
17. Vervolgens: Testpagina's afdrukken.
3-10
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
Testpagina's afdrukken
TIP: Voordat u testpagina's afdrukt, moet u mogelijk de
profielprocedure moet opslaan, Profielen afsluiten en opnieuw
starten, de gewenste profielprocedure selecteren en daarna
testpagina's afdrukken. Zo bereikt u dat de meeste recente
waarden worden ingevoerd en gebruikt bij het afdrukken van de
testpagina's.
18. Selecteer T estpagina afdrukken. Er verschijnt een nieuw
venster.
3. Profielen
a. Selecteer de toets 2-zijdig.
OPMERKING: Als u de registratie wil controleren van
enkelzijdige afdrukken, selecteert u de toets 1-zijdig.
b. Select 10 testpagina's afdrukken door op de pijl
omhoog te klikken om het aantal testafdrukken te
wijzigen.
c. Selecteer de gewenste papierlade uit de keuzelijst.
d. Selecteer indien nodig de toets Lade-eigenschappen
en geef de gewenste instellingen op.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
3-11
3. Profielen
e. Selecteer Start. In de gebruikersinterface wordt dit
bericht weergegeven nadat de testpagina's uit de
printer zijn gerold:
f.Haal uw afdrukken op.
g. De eerste paar afdrukken weggooien, aangezien de
verschillen hier meestal het grootst zijn.
19. Evalueer de testpagina's door uw 2-zijdige afdruk op
ooghoogte nabij een lichtbron te houden. U ziet dan de
referentiepunten voor Zijde 1 en 2 van de afdruk.
a. Als u constateert dat de registratie tussen Zijde 1 en
Zijde 2 onaanvaardbaar is en moet worden bijgesteld,
herhaal deze procedure dan vanaf Registratie-opties
selecteren
TIP: U moet deze procedure misschien verscheidene keren
herhalen voordat u een acceptabele afdruk krijgt.
b. Als de afdrukken voor zowel Zijde 1 als 2 acceptabel
zijn, selecteer dan OK om de instellingen op te slaan
en het venster Profielen te sluiten.
OPMERKING: Nadat u OK hebt geselecteerd om de instellingen
op te slaan en het venster Profielen te sluiten, kan telkens
wanneer u een opdracht wilt uitvoeren met dit profiel de nieuwe
profielprocedure (bijvoorbeeld Uitlijningsprofiel2) worden
geselecteerd in het venster Lade-eigens chappen.
20. Vervolgens: Uitlijningsprofiel bewerken.
3-12
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
Uitlijningsprofiel bewerken
21. Als u een uitlijningsprofiel bewerkt:
a. Selecteer het gewenste profiel op het tabblad Uitlijning
in het venster Profielen.
b. Klik op Bewerken.
c. Herhaal deze procedure en begin bij Registratie-opties
selecteren.
3. Profielen
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
3-13
3. Profielen
Aangepast papier
Verschillende materialen (zoals het papiersoort, het gewicht en
coating of geen coating), moeten wellicht op een specifieke
manier door de digitale pers worden verwerkt wanneer het
materiaal door de papierbaan wordt getransporteerd. Sommige
materialen kunnen bijvoorbeeld scheeftrekken of krullen als ze
door de papierbaan van de digitale pers gaan. Dit kan optreden bij
vaak uitgevoerde opdrachten en/of opdrachten met een hoog
afleveringsvolume.
Met de functie Aangepast papier kunt u uw eigen papierprofielen
voor verschillende materiaalsoorten en opdrachten instellen, zoals
in de bovenstaande alinea is beschreven. Gebruik de profielen
wanneer u deze nodig hebt om de uitvoerkwaliteit van uw
afdrukken/opdrachten te optimaliseren.
Door uw eigen papierprofielen in te stellen voor specifieke
materiaaltypen, voorkomt u afdrukken die scheef of gekruld zijn, te
veel of te weinig toner hebben, of afbeeldingen die niet goed zijn
geregistreerd op de afdruk, zoals verkeerd geregistreerde
afbeeldingen op Zijde 1 en/of Zijde 2.
OPMERKING 1: Nadat een profiel voor aangepast papier is
gemaakt, geeft de digitale pers deze informatie door aan uw
kleurenserver. De kleurenserver hanteert deze informatie in de
afdrukopties voor afdrukopdrachten.
OPMERKING 2: Het regelen van de r egistratie voor afbeeldingen
op Zijde 1 en/of Zijde 2 wordt later in dit hoofdstuk uitgebreid
besproken bij de functie Uitlijning. Zie de Uitlijning-functie.
3-14
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
Procedure voor profiel voor aangepast papier
Gebruik de onderstaande procedure om een profiel voor
aangepast papier te maken of te wijzigen.
1.Selecteer in het venster Profielen het tabblad Aangepast
papier.
3. Profielen
2.U kunt een nieuwe procedure voor aangepast papier
instellen door een nog niet gedefinieerd profiel te
selecteren.
Als u een profiel bewerkt, ga dan naar Profiel voor
aangepast papier bewerken.
3.Vervolgens: Profiel aangepast papier maken.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
3-15
3. Profielen
Profiel aangepast papier maken
4.Klik op Bewerken. Het venster Eigenschappen profiel
aangepast papier wordt geopend.
5.Typ een naam voor dit profiel (in het voorbeeld van deze
procedure wordt de naam “Aangepast papier2” gebruikt).
6.Vervolgens: Gewenste papiersoort selecteren.
3-16
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
Gewenste papiersoort selecteren
7.Selecteer het gewenste soort papier in het keuzemenu.
3. Profielen
TIP: De papiersoort hoeft niet overeen te komen met het type
papier dat u in de lade plaatst. Wanneer u een profiel voor
aangepast papier maakt, selecteert u een papiersoort die zelden
of nooit wordt gebruikt als uw standaard papiersoort. Zo bereikt u
dat wanneer u veelgebruikte papiersoorten aanwendt, de digitale
pers geen profiel voor aangepast papier voor die soorten laadt.
8.Vervolgens: Gewenste papiergewicht selecteren.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
3-17
3. Profielen
Gewenste papiergewicht selecteren
9.Selecteer het gewenste papiergewicht in het keuzemenu.
10. Vervolgens: Andere opties selecteren voor uw profiel voor
aangepast papier.
3-18
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
3. Profielen
Andere opties selecteren voor uw profiel voor aangepast
papier
11. Selecteer desgewenst Profiel ontkruller in het keuzemenu.
TIP: De standaardinstelling is Standaardinstelling systeem.
Wij raden u aan om deze optie ongemoeid te laten totdat u
testpagina's hebt afgedrukt en de afdrukken hebt beoordeeld.
Testpagina afdrukken wordt nader besproken in Testpagina's
afdrukken.
OPMERKING: Gebruik de toepassing Ontkruller om de
papierkrulling in de afdr uk te compenseren. Zie voor informatie
over de ontkruller pagina 3-32.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
3-19
3. Profielen
12. Selecteer indien gewenst een uitlijningsprofiel uit de
keuzelijst.
TIP: De standaardinstelling is Lade-eigenschappen gebruiken.
Wij raden u aan om deze optie ongemoeid te laten totdat u
testpagina's hebt afgedrukt en de afdrukken hebt beoordeeld.
Testpagina afdrukken wordt nader besproken in Testpagina's
afdrukken.
3-20
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
3. Profielen
OPMERKING: Nadat u een uitlijningsprofiel hebt geselecteerd, is
de toets Eigenschappen uitlijni ngsprofiel beschikbaar. Wanneer u
op deze toets klikt, wordt in de gebruikersinterface het venster
Uitlijningsprofiel geope nd voor he t geselect eerde prof i el en kunt u
dat uitlijningsprofiel indien nodig bewerken.
OPMERKING: Zie pagina 3-2 voor informatie over uitlijning.
13. Kies indien nodig instellingen voor Tweede transferrol voor
Zijde 1 en 2.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
3-21
3. Profielen
TIP: De standaardinstelling voor zijde 1 en 2 is 100%. Wij raden
u aan om deze optie ongemoeid te laten totdat u testpagina's hebt
afgedrukt en de afdrukken hebt beoordeeld. Testpagina afdrukken
wordt nader besproken in Testpagina's afdrukken
OPMERKING: Zie pagina 3-26 voor informatie over de tweede
overdrachtband.
.
14. Kies indien nodig een instelling voor Druk uitlijnrol.
TIP: De standaardinstelling is 0. Wij raden u aan om deze optie
ongemoeid te laten totdat u testpagina's hebt afgedrukt en de
afdrukken hebt beoordeeld. Testpagina afdrukken wordt nader
besproken in Testpagina's afdrukken
OPMERKING: Zie pagina 3-30 voor informatie over de druk van
de uitlijnrol.
.
3-22
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
3. Profielen
15. Kies indien nodig een optie voor Ventilator papierlade in het
menu.
TIP: De standaardinstelling is Ladeoptie gebruiken. Wij raden u
aan om deze optie ongemoeid te laten totdat u testpagina's hebt
afgedrukt en de afdrukken hebt beoordeeld. Testpagina afdrukken
wordt nader besproken in Testpagina's afdrukken
OPMERKING: Zie pagina 3-31 voor informatie over Ventilator
papierlade.
.
16. Plaats het aangepaste papier in de gewenste papierlade.
17. Selecteer de juiste papierinformatie in het venster Lade-
eigenschappen (formaat, gewicht, soort). Selecteer in het
menu Soort het juiste Profiel aangepast papier.
18. Vervolgens: Testpagina's afdrukken.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
3-23
3. Profielen
Testpagina's afdrukken
TIP: Voordat u testpagina's afdrukt, moet u mogelijk de
profielprocedure moet opslaan, Profielen afsluiten en opnieuw
starten, de gewenste profielprocedure selecteren en daarna
testpagina's afdrukken. Zo bereikt u dat de meeste recente
waarden worden ingevoerd en gebruikt bij het afdrukken van de
testpagina's.
19. Selecteer de toets T estpagi na afdrukken. Er verschijnt een
nieuw venster.
3-24
a. Selecteer de toets 2-zijdig.
OPMERKING: Als u de registratie wil controleren van
enkelzijdige afdrukken, selecteert u de toets 1-zijdig.
b. Select 10 testpagina's afdrukken door op de pijl
omhoog te klikken om het aantal testafdrukken te
wijzigen.
c. Selecteer de gewenste papierlade uit de keuzelijst.
d. Selecteer indien nodig de toets Lade-eigenschappen
en geef de gewenste instellingen op.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
3. Profielen
e. Selecteer Start. In de gebruikersinterface wordt dit
bericht weergegeven nadat de testpagina's uit de
printer zijn gerold:
f.Haal uw afdrukken op.
g. De eerste paar afdrukken weggooien, aangezien de
verschillen hier meestal het grootst zijn.
20. Evalueer de testpagina's door uw 2-zijdige afdruk op
ooghoogte nabij een lichtbron te houden.
a. Als u constateert dat er nog verdere aanpassingen van
het aangepaste papier nodig zijn, herhaal deze
procedure dan vanaf Gewenste papiersoort selecteren
.
TIP: U moet deze procedure misschien verscheidene keren
herhalen voordat u een acceptabele afdruk krijgt.
b. Als de afdrukken voor zowel Zijde 1 als 2 acceptabel
zijn, selecteer dan OK om de instellingen op te slaan
en het venster Profielen te sluiten.
OPMERKING: Nadat u OK hebt geselecteerd om de instellingen
op te slaan en het venster Profielen te sluiten, kan telkens
wanneer u een opdracht wilt uitvoeren met dit profiel de nieuwe
profielprocedure (bijvoorbeel d Aangepast papier1) worden
geselecteerd in het venster Lade-eigens chappen onder de
toepassing Soort.
21. Vervolgens: Profiel voor aangepast papier bewerken.
Profiel voor aangepast papier bewerken
22. Als u een profiel van een aangepast papier bewerkt:
a. Selecteer het gewenste profiel op het tabblad
Aangepast papier in het venster Profielen.
b. Klik op Bewerken.
c. Herhaal deze procedure en begin bij Gewenste
papiersoort selecteren.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
3-25
3. Profielen
Tweede overdrachtband
Op de tweede overdrachtband wordt het beeld van de band op het
papier overgebracht. De tweede overdrachtband wordt normaal
gesproken gebruikt met zwaar papier, zoals 220 g/m
zwaarder, 10 pt of 12 pt, soms wordt de band echter ook bij lichter
papier aangewend.
Hoe zwaar het papier ook is dat u gebruikt, u moet wellicht Zijde 1
aanpassen voor alle 1-zijdige opdrachten. Als er steeds
problemen met de kwaliteit van de afdrukken voor een opdracht
zijn wanneer zwaarder papier wordt gebruikt, dient u de volgende
handelingen te verrichten om te bepalen of een Profiel voor
aangepast papier plus aanpassingen voor Zijde 1 of Zijde 2
(Tweede overdrachtband) nodig zijn.
2
en
1.Indien de opdracht met de beeldzijde omlaag of 1-N is,
controleer dan Zijde 1 op problemen met de kwaliteit op de
bovenzijde (bovenste deel) van de stapel vellen en
controleer Zijde 2 voor de onderzijde (onderste deel).
2.Indien de opdracht met de beeldzijde omhoog of N-1 is,
controleer dan Zijde 2 op problemen met de kwaliteit op de
bovenzijde (bovenste deel) van de stapel vellen en
controleer Zijde 1 voor de onderzijde (onderste deel).
3-26
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
3. Profielen
Geen
Vlekken
3.Gebruik de tweede overdrachtband in de volgende
gevallen:
a. Afdrukken vertonen vlekken
tonerdekking die optreedt wanneer u grote, dichte
delen met een effen kleur afdrukt.
, ongelijke, vlekkerige
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
3-27
3. Profielen
Als er vlekken zichtbaar zijn op zwaar papier, verhoog
dan een van de waarden van de tweede overdrachtrol
of verhoog deze allebei.
Als er vlekken zichtbaar zijn op licht
papier, verhoog
dan een van de waarden van de tweede overdrachtrol
of verhoog deze allebei. Beoordeel de
afdrukkwaliteit. Als de afdrukkwaliteit gelijk is aan of
slechter dan de kwaliteit bij de standaardinstelling van
100%, verlaag dan een van de waarden van de tweede
overdrachtrol of verlaag deze allebei totdat een
bevredigende afdrukkwaliteit wordt verkregen.
3-28
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
3. Profielen
b. Er is een kleurverschuiving op afdrukken
waarneembaar waar de kleuren sterk afwijken van wat
u wenst.
Dit testpatroon geeft een afdruk
met de gewenste kleuren te zien.
Dit testpatroon geeft een afdruk met
een verschuiving in de kleuren te zien
en dit is ongewenst.
Als er vlekken met kleurverschuiving zichtbaar zijn,
verhoog dan een van de waarden van de tweede
overdrachtrol of verhoog deze allebei.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
3-29
3. Profielen
Druk uitlijnrol
Gebruik deze toepassing met papiersoorten die slippen en
draaien of beschadigde randen hebben.
Voorbeelden:
•Sommige gecoate papiersoorten slippen en draaien en
hebben daarom verkeerd geregistreerde beelden op de
afdruk. In dit geval moet u wellicht de roldruk verhogen
om het
slippen en draaien te compenseren.
•Op sommige lichte papiersoorten wordt te veel roldruk
uitgevoerd waarbij beschadigingen optreden aan de randen
van de afdrukken. In dit geval kunt u de roldruk verminderen
•Indien er verscheidene storingen met code 8-154 optreden,
verhoogt u de roldruk en gaat u verder met het werken met de
digitale pers.
TIP: Als u de roldruk verhoogt voor storingen met code 8-154
kunt u een service-oproep uitstellen. Neem echter zo snel
mogelijk contact op met het Xerox Welcome Centre om de
volledige invoercapaciteiten van de digitale pers te herstellen.
.
3-30
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
Ventilator papierlade
Gebruik deze toepassing om de ventilatoren in een papierlade in
of uit te schakelen om verkeerde invoer, papierstoringen of andere
mogelijke problemen met de lade-invoer te verhelpen. U kunt ook
Standaardinstelling systeem of Ladeoptie gebruiken selecteren
als u wilt dat de digitale pers besluit om een ventilator voor een
papierlade in of uit te schakelen.
3. Profielen
OPMERKING: De standaardinstelling is Ladeoptie
gebruiken.
Zie pagina 2-26 van dit boek voor informatie over alle instellingen
van Ventilator papierlade.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
3-31
3. Profielen
Ontkrulller
Wanneer het papier wordt blootgesteld aan warmte, verliest het
vocht en krult het in de richting van de warmtebron. Papier dat
veel bedrukt wordt krult sneller door het plastificeringseffect van
de toner op het papier. Het systeem probeert dit effect te
verminderen door het gebruik van mechanismen in de papierbaan
die ontkrullers worden genoemd.
Uw systeem is voorzien van een automatisch ontkrullingssysteem
dat gebruik maakt van informatie zoals:
•de mate van tonerdekking op de pagina (bijvoorbeeld een
pagina met alleen maar tekst of een pagina met alleen maar
een foto)
•het papiergewicht
•gecoat of ongecoat papier
•de huidige luchtvochtigheid en temperatuur
Alle hierboven vermelde factoren zijn van invloed op de druk die
nodig is bij de verschillende ontkrullers om de krulling van de
uitvoer te verminderen.
Bij sommige afdrukopdrachten kunnen de afdrukken nog steeds
te veel gekruld zijn. In deze gevallen kunt u de functie Ontkruller
gebruiken om de papierkrulling van uw afdrukken te
compenseren.
Papierkrulling kan verschillende oorzaken hebben, waaronder:
•Het gebruikte merk papier en de fabricagepartij
•Het papiergewicht en of het papier gecoat of ongecoat is
•De hoeveelheid gebruikte toner en de oppervlakte die is
bedrukt: hoe groter de bedrukte oppervlakte, des te groter de
kans dat het papier gaat krullen.
•De temperatuur en luchtvochtigheid in de ruimte waarin het
papier wordt opgeslagen
•De temperatuur en luchtvochtigheid in de ruimte waarin de
digitale pers staat
•De hitte die wordt ontwikkeld tijdens het fixeerproces
De digitale pers is voorzien van een automatisch
ontkrullingssysteem gebaseerd op de hierboven vermelde
variabelen, waarmee wordt vastgesteld hoeveel druk er bij de
verschillende ontkrullers nodig is om de krulling te verminderen.
3-32
TIP: Indien u ziet dat de afdrukken of kopieën nog steeds te veel
gekruld zijn, eerst proberen het probleem op te lossen door de
stapel papier in de gebruikte papierlade om te keren. U kunt de
opdracht ook op papier uit een andere lade proberen uit te voeren.
Indien er nog steeds een probleem is met papierkrul, raadpleeg
dan de tabel Instellingen ontkruller A-D op pagina 3-33 voor uw
markt om de standaardinstellingen van de ontkruller te wijzigen.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
Specificaties ontkruller
De ontkruller heeft boven- en onderafstellingsarmen die druk
uitoefenen op het papier op basis van de standaardinstellingen
van het systeem, selecties die in het scherm Lade-eigenschappen
zijn gemaakt of selecties die in het scherm Profiel ontkruller zijn
gemaakt. De boven- en onderarm oefenen onafhankelijk van
elkaar druk uit.
Instellingen ontkruller A-D
De standaardinstellingen voor de ontkruller van type A tot en met
D staan vermeld in de volgende tabel. Deze instellingen worden
automatisch door de digitale pers geselecteerd.
3. Profielen
Alle laden
Papier-
gewichten
60 - 80 g/m
81 - 105 g/m
106 - 135 g/m
136 - 186 g/m
187 - 220 g/m
221 - 300 g/m
2
2
2
2
2
2
Papier-
soorten
Gecoat
Ongecoat
Gecoat
Ongecoat
Gecoat
Ongecoat
Gecoat
Ongecoat
Gecoat
Ongecoat
Gecoat
Ongecoat
Westelijk
halfrond
Papiersoort
A
A
B
D
A
B
A
A
A
A
A
A
Oostelijk
halfrond
Papiersoort
B
B
B
D
A
B
A
A
A
A
A
A
OPMERKING: De instellingen in de bovenstaande tabel zi jn
ontwikkeld op basis van tests met een grote verscheidenheid aan
papiersoorten, dekkingsgraden en omgevingen. De resultaten
van deze tests zijn de vooringestel de parameters die in de tabel
worden genoemd. Deze parameters verwijzen naar de interactie
van bepaalde papiersoorten met het ontkrullersysteem van de
digitale pers.
Indien papierkrulling een probleem is, dan zal het gebruik van een
van deze vooringestelde parameters het probleem gewoonlijk
verhelpen. Door het grote bereik aan papiervariabelen,
beelddekking en omgevingsfactoren kan het echter zijn dat deze
standaardinstellingen niet resulteren in een bevredigend resultaat.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
3-33
3. Profielen
Als papierkrul de prestaties van de digitale pers verstoort,
selecteer dan om te beginnen een andere instelling voor
ontkrullerpapiersoort (A-D). U kunt een van deze instellingen
Ontkruller A-D selecteren in het venster Lade-eigenschappen.
Indien er nog steeds een probleem is met papierkrul, zijn extra
ontkrullerinstellingen beschikbaar via een ontkrullerprofiel.
OPMERKING: V oordat u een ont krullerpro fiel gebruik t, moet u het
eerst maken en instellen door de instructies in de onderstaande
procedure op te volgen.
3-34
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
Afdrukken controleren op papierkrulling
Voordat u een ontkrullerprofiel gebruikt, controleert u de afdrukken
op papierkrulling om na te gaan of u een ontkrullerprofiel nodig
hebt; u doet dit als volgt:
1.Ga na of Xerox uw papiersoort en -gewicht heeft getest:
bezoek de website www.xerox.com
nieuwste Lijst aanbevolen afdrukmaterial e n voor uw
digitale pers.
2.Maak een set van 10-15 afdrukken met behulp van de
standaardinstellingen van het systeem voor de optie
Ontkruller in het venster Lade-eigenschappen.
3.Haal uw afdrukken op uit het uitvoergebied van de digitale
pers.
4.Controleer de afdrukken op papierkrul: bepaal of de krulling
naar boven of naar beneden gericht is.
3. Profielen
en raadpleeg de
Papier met krulling
naar boven gericht
TIP: De mate van krulling in de afdrukken wordt beïnvloed door
de eigenschappen van het papier (gewicht, coating) en de
hoeveelheid afbeeldingen en tekst op het papier.
Papier met krulling
naar beneden gericht
5.Pak een vel gekruld papier en plaats het op een vlak
oppervlak.
6.Meet de hoogte van het vel in millimeters (mm) bij de vier
hoeken van het vel.
Naar boven gerichte
krulling van een vel
a. Tel de vier waarden op en deel deze uitkomst door vier
om het gemiddelde te berekenen.
b. Noteer de gemiddelde krulling (in millimeters) op een
vel papier.
Naar beneden gerichte
krulling van een vel meten
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
3-35
3. Profielen
7.Probeer de krulling te elimineren door een van de
instellingen voor de ontkrullerpapiersoorten A-D te
selecteren in het venster Lade-eigenschappen.
a. Voer dezelfde afdrukopdracht nogmaals uit en haal de
afdrukken op bij het uitvoergebied van de digitale pers.
b. Controleer de afdrukken op krulling.
c. Gebruik een andere ontkrullerpapiersoort (A-D) indien
de afdrukken nog steeds gekruld zijn.
d. Indien er nog steeds een probleem is met papierkrul
nadat iedere
is uitgeprobeerd, raadpleeg dan de informatie
Ontkrullerprofielopties op pagina 3-37.
instelling voor ontkrullerpapiersoort (A-D)
3-36
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
Ontkrullerprofielopties
Maak of gebruik pas een ontkrullerprofiel wanneer u de werking
van de ontkrullerprofielopties begrepen hebt. In de volgende
afbeelding ziet u het venster Eigenschappen ontkrullerprofiel.
3. Profielen
Naam
Waarde Naar beneden
Waarde Naar boven
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
3-37
3. Profielen
Naam
U kunt ontkrullerprofielen maken/bewerken die kunnen worden
gebruikt in de mode Enkel papiergewicht of de mode Gemengd papiergewicht. Zie pagina 2-10 van deze handleiding voor
informatie over deze productiviteitsmodes.
1-zijdig: Beeldzijde
omhoog
De waarden die hier worden ingevoerd, zijn voor 1-zijdige
afdrukken met de beeldzijde omhoog.
1-zijdig: Beeldzijde omlaagDe waarden die hier worden ingevoerd, zijn voor 1-zijdige
afdrukken met de beeldzijde omlaag.
2-zijdig: Beeldzijde
omhoog
De waarden die hier worden ingevoerd, zijn voor 2-zijdige
afdrukken met de beeldzijde omhoog (N-1).
2-zijdig: Beeldzijde omlaagDe waarden die hier worden ingevoerd, zijn voor 2-zijdige
afdrukken met de beeldzijde omlaag (1-N).
2-zijdigDe waarden die hier worden ingevoerd, zijn voor 2-zijdige
afdrukken die vaak vastlopen in zones 5, 6, 7a en 7b van de
digitale pers en waarbij krulling aanwezig is.
3-38
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
Waarden Naar beneden/Naar boven
De waarden Naar beneden/Naar boven beheersen een
mechanisme in de digitale pers waarmee krulling (gevormd tijdens
het fixeerproces) wordt gecompenseerd; dit wordt gedaan door
een gelijkwaardige maar tegenovergestelde krulling te maken in
het papier. Dit is te vergelijken met het doorvoeren van een vel
papier over een sterk gebogen oppervlak (met een scherpe
radius) waarbij een krulling wordt geproduceerd die het oppervlak
(de richting van de radius) volgt.
De papierkrullingswaarden die u eerder hebt genoteerd n.a.v. uw
berekeningen (Profiel voor aangepast papier bewerken
de waarden die u invoert voor Naar beneden en Naar boven.
De waarden Naar beneden en Naar boven kennen drie discrete
instelpunten van 10 mm, 6 mm en 2 mm. Elke categorie
weerspiegelt de richting van de krul naar boven of beneden. Zo
wordt papier dat naar boven is gekruld afgesteld met de
instellingen uit de categorie Naar boven. Papier dat naar beneden
is gekruld, wordt afgesteld met de instellingen uit de categorie
Naar beneden.
3. Profielen
) bepalen
De ingevoerde waarden worden als percentage weergegeven.
Het percentage staat voor de maximale tonerdekking die voor die
krulrichting wenselijk is (onthoud: 10 mm, 6 mm, 2 mm is gelijk
aan de krulrichting).
TIP: Wanneer u een ontkrullerprofiel maakt/bewerkt, voert u een
percentage in voor ELKE cel van de tabellen Naar beneden en
Naar boven; daarom moeten alle 54 cellen van de tabellen een
percentage hebben om een ontkrullerprofiel te kunnen maken/
bewerken.
OPMERKING: De standaardwaarde is 100.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
3-39
3. Profielen
Ontkrullerprofielprocedure
1.Plaats het papier dat u voor een opdracht wilt gebruiken in
de papierlade. Selecteer de correcte papierinstellingen in
het venster Lade-eigenschappen voor het gebruikte papier
en druk een aantal testpagina's af.
a. Als er te veel krul is, ga dan naar de volgende stap.
b. Als de afdrukken acceptabel zijn, bent u klaar.
OPMERKING: In deze procedure wordt Papierlade 1 als
voorbeeld genomen.
2.Vervolgens: Tabblad Ontkruller selecteren.
Tabblad Ontkruller selecteren
3.Selecteer in het venster Profielen het tabblad Ontkruller.
3-40
4.Vervolgens: Ontkrullerprofiel maken.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
Ontkrullerprofiel maken
5.U kunt een nieuwe ontkrullerprocedure instellen door een
nog niet gedefinieerd profiel te selecteren en op Bewerken
te klikken.
3. Profielen
Het venster Eigenschappen ontkrullerprofiel verschijnt.
6.Typ een naam voor dit profiel (in het voorbeeld van deze
procedure wordt de naam “Ontkrullerprofiel1” gebruikt).
7.Vervolgens: Krullingsberekeningen invoeren.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
3-41
3. Profielen
Krullingsberekeningen invoeren
8.Stel met behulp van uw krullingsberekeningen vast of de
krulling naar boven of beneden is gericht en voer de juiste
waarden in de tabellen Naar beneden en Naar boven in.
9.Selecteer OK om het nieuwe profiel op te slaan en het
venster te sluiten.
OPMERKING: Als de waarden in de tabellen Naar beneden en
Naar boven met elkaar in strijd zijn (geen oplopende of aflopende
volgorde in een complete rij) , verschijnt een foutbericht en moet u
de waarden opnieuw in de juiste volgorde zonder conflict
invoeren.
10. Sluit het venster Profielen.
OPMERKING: Nadat u OK hebt geselecteerd om de instellingen
op te slaan en het venster Profielen te sluiten, kunt u tel kens
wanneer u een opdracht wilt uitvoer en met dit profiel in het venst er
Lade-eigenschappen in het menu Ontkruller de nieuwe
profielprocedure (bijvoorbeeld Ontkrullerprofiel1) selecteren.
3-42
11. Vervolgens: Testpagina's afdrukken.
DocuColor 5000 Handleiding voor de beheerder
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.