Om de ADSL-router te kunnen configureren, moet u de netwerkparameters van uw
computer zo configureren dat ze binnen hetzelfde subnet als de ADSL-router vallen,
zoniet krijgt u geen toegang tot de router zoals in hoofdstuk 5 wordt beschreven.
Het standaard-IP-adres van de router is 192.168.1.1. Het standaardadres van het
subnet van de router is 255.255.255.0.
De DHCP-server in de router is standaardmatig geactiveerd. Dit betekent dat aan de
PC die u op de router aansloot, automatisch een IP-adres zal worden toegekend als
u het systeem configureerde zoals in hoofdstuk 4.1 wordt beschreven.
Als u geen automatische toekenning van IP-adressen wilt, kunt u het IP-adres van
de netwerkkaart ook manueel instellen op de PC. Zie in dat geval hoofdstuk 4.2.
Als u het IP-adres manueel instelt, moet u ook het gateway-adres van de
netwerkkaart instellen. Zie hoofdstuk 4.3 voor het instellen van de gateway.
Om toegang te krijgen tot het internet moet u de DNS-instellingen invoeren. U kunt
dit doen voor de netwerkkaart in de PC zoals in hoofdstuk 4.4 wordt uiteengezet
of u kunt de DNS-instellingen invoeren in de router zoals beschreven in hoofdstuk
10.
Opmerking: de DNS-adressen worden medegedeeld door uw internetaanbieder.
4.1. IP-instellingen van uw computer configureren voor gebruik met
een DHCP-server
• Configureer de TCP/IP-protocolinstellingen op uw computer zodat een IP-adres
wordt toegekend. Onder Windows 9x of Windows NT selecteert u hiertoe Start> Settings > Control Panel > en dubbelklikt u op Network.
• Selecteer het tabblad Configuration bovenaan het dialoogvenster.
• Kies Ethernet Adapter TCP/IP uit de lijst van netwerkcomponenten.
• Klik op de knop Properties.
• Selecteer het tabblad IP-address.
9
999
Xplorer 870
• Controleer of Obtain an IP address automatically (Automatisch een IP-adres
aanvragen) wel degelijk is geselecteerd.
• Klik indien nodig op OK om uw instellingen te bevestigen en herstart indien
nodig uw computer.
4.2. Het IP-adres van uw computer manueel configureren
Het standaard IP-adres van de ADSL-router is 192.168.1.1. U kunt het IP-adres van
uw computer bijvoorbeeld instellen op 192.168.1.2.
• Configureer de TCP/IP-protocolinstellingen op uw computer zodat een IP-adres
wordt toegekend. Onder Windows 9x of Windows NT selecteert u hiertoe Start> Settings > Control Panel > en dubbelklikt u op Network.
• Selecteer het tabblad Configuration bovenaan het dialoogvenster.
• Kies Ethernet Adapter TCP/IP uit de lijst van netwerkcomponenten.
10
101010
Xplorer 870
• Klik op de knop Properties.
• Selecteer het tabblad IP address.
• Controleer of Specify an IP address wel degelijk is geselecteerd en voer het IPadres 192.168.1.2 evenals subnetadres 255.255.255.0 in.
• Klik indien nodig op OK om uw instellingen te bevestigen en herstart indien
nodig uw computer.
4.3. De gateway van uw computer configureren
In principe moet een gateway-adres worden ingevoerd. Dat is het IP-adres van de
router.
• Onder Windows 9x of Windows NT selecteert u hiertoe Start > Settings >Control Panel > en dubbelklikt u op Network.
• Selecteer het tabblad Configuration bovenaan het dialoogvenster.
11
111111
Xplorer 870
• Kies Ethernet Adapter TCP/IP uit de lijst van netwerkcomponenten.
• Klik op de knop Properties.
• Selecteer het tabblad Gateway.
• Voeg het IP-adres van de router toe.
• Klik indien nodig op OK om uw instellingen te bevestigen en herstart indien
nodig uw computer.
4.4. De DNS-servers van uw internetaanbieder configureren
• Onder Windows 9x of Windows NT selecteert u hiertoe Start > Settings >
Control Panel > en dubbelklikt u op Network.
• Selecteer het tabblad Configuration bovenaan het dialoogvenster.
• Kies Ethernet Adapter TCP/IP uit de lijst van netwerkcomponenten.
• Klik op de knop Properties.
12
1212
Xplorer 870
• Selecteer het tabblad DNS configuration.
• Activeer DNS.
• Voer de Host in: dit is uw internettoegang "Gebruikersnaam".
• Voer de Domain-naam van uw internetaanbieder in.
• Voer het IP-adres van de DNS-server in en klik op Add. U kunt meer dan één
DNS-adres invoeren.
• Klik indien nodig op OK om uw instellingen te bevestigen en herstart indien
nodig uw computer.
13
1313
Xplorer 870
5. MELD U AAN BIJ DE ADSL-ROUTER
Nadat u het IP-adres van uw computer heeft geconfigureerd, de voeding van de
ADSL-router heeft ingeschakeld en een webbrowser - zoals Internet Explorer of
Netscape Navigator - heeft geopend, kunt u zich via http://192.168.1.1 aanmelden
op het systeem.
Opmerking: De PC waarop de webbrowser draait, moet het IP-adres gebruiken binnen
hetzelfde subnet als de ADSL-router (vb. 192.168.1.2).
Voer het standaardpaswoord 12345 in en klik vervolgens op OK. U krijgt nu het
configuratiescherm op het internet te zien (u hoeft geen gebruikersnaam in te
voeren).
Encapsulatie- VCMUX en LLC/SNAP zijn encapsulatiemodi
modusdie hieronder worden beschreven.
17
1717
Xplorer 870
LLC/SNAPDeze modus maakt het mogelijk om met een standaard
iets grotere systeembelasting verschillende
protocols te gebruiken op één virtueel circuit.
VCMUXIn deze modus kan per virtueel circuit slechts
één protocol worden gebruikt, met een lagere
systeembelasting.
NAPTNetwork Address Port Translationgedesactiveerd
Instelling VPI/VCI
De ATM-verbinding wordt geïdentificeerd door twee indicators: identificators van
het virtuele pad (VPI's) en identificators van het virtuele circuit (VCI's). Aan elke
verbinding moet een unieke instellingscombinatie van VPI en VCI zijn toegekend.
Een nieuwe VPI/VCI creëren
Stap 1. Voer de getallen in de VPI- en VCI-velden in.
Stap 2. Klik op de knop Add. Hiermee worden nieuwe VPI/VCI-parameters
aangemaakt.
Stap 3. Er kunnen tot acht VPI/VCI-parameters worden ingesteld.
Een VPI/VCI wijzigen
Stap 1. Selecteer een VPI/VCI-parameter. Wijzig de getallen in de velden
VPI en VCI.
Stap 2. Klik op de knop Modify. Hiermee worden de nieuwe
VPI/VCI-parameters bijgewerkt.
Een VPI/VCI wijzigen.
Stap 1. Selecteer een VPI/VCI-parameter.
Stap 2. Klik op de knop Delete. Hiermee wordt de VPI/VCI-parameter gewist.
Opmerking: Om de instellingen op te slaan, selecteert u "Save Configuration" en klikt u
vervolgens op "Save".
18
1818
Xplorer 870
8.2 RFC 1483 Routed Mode
Selecteer RFC 1483 Routed Mode om de router te laten werken in de RFC1483
Routed Mode.
ParametersBeschrijving
Standaardwaarde
VPIIdentificator virtueel padn.v.t.
VCIIdentificator virtueel circuitn.v.t.
IP-adres WAN-netwerkIP-adres van de geselecteerde PVCn.v.t.
SubnetGeselecteerd PVC-subnetn.v.t.
NAPTNetwork Address Port TranslationAAN
Raadpleeg uw internetaanbieder voor de gerelateerde IP-informatie over de WANverbinding, met inbegrip van IP- en subnetgegevens.
Voor het instellen van de subnetparameters VPI/VCI/WAN IP/WAN (met inbegrip van
toevoegen, wijzigen en wissen) wordt verwezen naar "VPI/VCI instellen" in "RFC
1483 Bridged Mode configureren".
In deze modus moet NAPT geactiveerd zijn!
Opmerking: Om de instellingen te bewaren, selecteert u "Save Configuration" en klikt u
vervolgens op "Save".
8.3 PPP over ATM en PPP over Ethernet
Selecteer de knop PPPoA Mode om de "PPP over ATM"-connectiemodus te
gebruiken of de knop PPPoE Mode om de "PPP over Ethernet"-connectiemodus te
gebruiken. Uw internetaanbieder zal u de VPI/VCI-waarden meedelen zodra u zich
voor deze dienst aanmeldt.
In Bijlage A van deze handleiding vindt u een aantal landinstellingen.
19
1919
Xplorer 870
Instellen van de WAN-verbinding
Bij het instellen van de WAN-verbinding zijn de volgende parameters van belang:
ParametersBeschrijvingStandaard-
waarde
VPIIdentificator virtueel padn.v.t.
VCIIdentificator virtueel circuitn.v.t.
GebruikersnaamDe gebruikersnaam die door uw internetn.v.t.
aanbieder werd toegekend of geverifieerd
PaswoordPaswoord dat in combinatie met uw n.v.t.
gebruikersnaam wordt gebruikt om u aan
te melden
Encapsulatie-De PPPoE- of PPPoA-modus ondersteunt
modusVCMUX- en LLC-encapsulatie, zoals hieronder
wordt uiteengezet.
LLCDeze modus maakt het mogelijk om met een standaard
iets grotere systeembelasting verschillende
protocols te gebruiken op één virtueel circuit.
VCMUXIn deze modus kan per virtueel circuit slechts
één protocol worden gebruikt, met een lagere
systeembelasting.
PPP-De CHAP- en PAP-systemen voor paswoord-
authenticatieencryptie worden ondersteund.
codeert het paswoord met een DES/MD5algoritme, dat een grotere beveiliging biedt.
PAPGebruikt gewone tekst als paswoordformaat
en is minder veilig.
NAPTNetwork Address Port TranslationAAN
Naast de VPI/VCI-parameters moet het volgende worden gespecificeerd en
medegedeeld door uw internetaanbieder.
1.Gebruikersnaam en paswoord voor aanmelding
2.PPP-encapsulatiemodi: LLC of VCMUX.
3.PPP-authenticatie: CHAP of PAP.
20
2020
Xplorer 870
NAPT moet steeds AAN zijn voor PPPoE of PPPoA.
Opmerking: Om de instellingen te bewaren, selecteert u "Save Configuration" en klikt u
vervolgens op "Save".
9. NAPT-INSTELLING
De NAPT-toepassing converteert IP-adressen op privénetwerken (die "interne
netwerken" of "LAN"-netwerken worden aangeduid) naar algemene IP-adressen
die pakketten kunnen verzenden naar andere aangemelde netwerken (aangeduid
als "externe netwerken" of "WAN"-netwerken). NAPT maakt het mogelijk dat
verschillende PC's op eenzelfde LAN-netwerk toegang hebben tot het internet via
één enkel IP-adres. NAPT is standaardmatig gedesactiveerd en kan worden
geactiveerd door NAPT activeren te selecteren.
Als NAPT werd geactiveerd, worden automatisch drie ingaande IP-serveradressen
gecreëerd. U kunt zelf NAPT-server-IP-adressen toevoegen, wijzigen en wissen.
Onder normale omstandigheden is het niet nodig om de standaardinstellingen te
wijzigen.
21
2121
Xplorer 870
Opmerking: Om de instellingen te bewaren, selecteert u "Save Configuration" en klikt u
vervolgens op "Save".
10. DHCP-SERVER
Bij het instellen van de DHCP-server zijn de volgende parameters van belang:
ParametersBeschrijvingStandaard-
waarde
DHCP/DNS-dienstDHPC-parameters
en DNS-serveradressen
DHCP-serverOptie DHCP-serverActiveren
Systeem kent Door het systeemUit
adresbereik toetoegekend adresbereik.
Toekenning adresbereik Begin- en eindadres van het adresbereik.2-33
Maximale leasetijdMaximale leasetijd voor een IP-adres 86400
in seconden.
IP-adres primaireIP-adres primaire DNS-server toegekendn.v.t.
DNS-serverdoor ISP.
IP-adres secundaireIP-adres secundaire DNS-server toegekendn.v.t.
DNS-serverdoor ISP.
DNS-relayInstellingen DNS-relay
DNS-relayOm de DNS-relay te activeren Desactiveren
Automatische Om de DNS-server automatisch te vindenUit
zoekfunctie
Manuele instellingenIP-adres voor de DNS-relayUit
De standaardconfiguratie voor de DHCP-server is geactiveerd met 32 adressen (van
192.168.1.2 tot 192.168.1.33) voor DHCP-clients. Als DHCP geactiveerd is, kunt u
"Systeem kent adresbereik toe" selecteren (de standaardinstelling is 32 IP-adressen).
U kunt ook "Adresbereik toekennen" kiezen (om het IP-adresbereik manueel toe te
kennen).
22
2222
Xplorer 870
Opmerking: Het DNS-IP-adres MOET geconfigureerd zijn zodat een geldige waarde is ingesteld.
Alleen zo kan de DHCP-server het DNS-IP-adres aan de host leveren. Raadpleeg uw
internetaanbieder voor het DNS-IP-adres. U kunt het secundaire DNS-IP-adres invoeren als uw
netwerk met twee DNS-servers is uitgerust.
Instelling DNS-relay
De standaardconfiguratie voor de DNS-relay is gedesactiveerd. Als de DNS-relay
geactiveerd is, kunt u de "Automatische zoekfunctie" selecteren (deze is alleen
beschikbaar wanneer PPPoA/PPPoE werd geselecteerd voor de ATM-PVCconfiguratie) of "Manuele instelling" kiezen om zelf het IP-adres van de externe
DNS-server toe te kennen. (Deze mogelijkheid is enkel beschikbaar als RFC 1483
Routed of PPPoA/PPPoE werd geselecteerd voor de ATM-PVC-configuratie.) Het is
aan te raden om de DNS-relay te desactiveren en om de DNS-serveradressen
manueel in te voeren.
Opmerking: Om de instellingen te bewaren, selecteert u "Save Configuration" en klikt u
vervolgens op "Save".
23
2323
Xplorer 870
11. EEN ROUTINGTABEL CREËREN
Bij elke instelling in de routingtabel zijn de volgende parameters van belang:
ParametersBeschrijvingStandaardwaarde
RIP aan/uitAangevinkt om het RIP-protocol UIT
(Routing Information Protocol) te activeren.
ID van het De subnet-ID van het IP-bestemmingsadres 0.0.0.0
bestemmingsnetwerk
Bestemmings-Subnetadres van het bestemmingssubnet0.0.0.0
subnet
Volgende hopIP-adres van de neighbor/peer-interface n.v.t.
voor routingdoeleinden
Als een ingaand pakket wordt ontvangen, detecteert het systeem de bestemming
ervan. Eerst berekent het systeem het bestemmingssubnet door middel van een
AND-handeling tussen bestemmings-IP en het subnet ervan. Als het
24
2424
Xplorer 870
bestemmingssubnet overeenstemt met het vastgelegde subnet, zal het
routingsysteem dit pakket naar de interface sturen die in verbinding staat met
gespecificeerde opeenvolgende hop-adressen. Is er geen overeenstemming, dat
wordt dit pakket naar de standaardmatig geroute interface gestuurd die in het
vorige gedeelte werd ingesteld.
Opmerking: Om de instellingen te bewaren, selecteert u "Save Configuration" en klikt u
vervolgens op "Save".
12. PASWOORD WIJZIGEN
De ADSL-router is uitgerust met een mechanisme dat het paswoord beveiligt. Het
standaardpaswoord voor aanmelding bij de router is 12345. U kunt dit paswoord
naar believen wijzigen nadat u eerst op Paswoord wijzigen heeft geklikt.
Voer het oude paswoord in en het nieuwe paswoord twee keer. Klik op "Change"
om te bevestigen.
13. CONFIGURATIE BEWAREN
Als u de configuratie heeft gewijzigd, moet u de wijzigingen opslaan. Het opslaan
neemt ongeveer 20 seconden in beslag.
25
2525
Xplorer 870
14. HERSTARTEN
Hiermee wordt de router opnieuw opgestart.
15.GARANTIE
• De garantieperiode bedraagt 24 maanden. De garantie wordt verleend na
voorlegging van de originele factuur of betalingsbevestiging waarop de datum
van aankoop en het toesteltype staan vermeld.
• Gedurende de garantieperiode verhelpt Topcom kostenloos alle defecten die te
wijten zijn aan materiaal- of productiefouten. Topcom kan, naar keuze, het
defecte toestel ofwel herstellen ofwel vervangen.
• De garantieclaim vervalt bij ingrepen door de koper of onbevoegde derden.
• Schade te wijten aan onoordeelkundige behandeling of bediening of aan het
gebruik van wisselstukken en accessoires die niet origineel of door Topcom
aanbevolen zijn, valt niet onder de garantie.
• Niet gedekt door de garantie is schade ten gevolge van externe invloedfactoren:
bliksem, water, brand e.d. of wanneer het toestelnummer op het toestel werd
gewijzigd, verwijderd of onleesbaar gemaakt.
Opgelet: Als u uw toestel terugstuurt, vergeet uw aankoopbewijs niet mee te sturen.
Technische gegevens
Omgevingstemperatuur: +5 °C tot +45 °C
Toegelaten relatieve luchtvochtigheid: 25 tot 85 %
Netspanning adapter basisstation: 220/230V, 50 Hz
Werkspanning:18V AC
Dimensies:195 x 130 x 40 mm