Sony MHC-ZX10 User Manual [nl]

Mini Hi-Fi Component System
4-227-887-52(1)
Gebruiksaanwijzing Istruzioni per l’uso Manual de Instruções
NL IT
PT
MHC-ZX10
©2000 Sony Corporation
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht, om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen.
Om gevaar voor elektrische schokken te vermijden, dient u de behuizing van het apparaat nooit te openen. Laat inwendig onderhoud en eventuele reparatie over aan bevoegd vakpersoneel.
Plaats het apparaat niet in een gesloten ruimte, zoals een boekenrek of ingebouwde kast.
Dit apparaat is geklassificeerd als een KLASSE 1 LASER product. De aanduiding CLASS 1 LASER PRODUCT bevindt zich aan de achterkant van het apparaat.
Deze stereo-installatie is voorzien van het B-type Dolby* ruisonderdrukkingssysteem. * Geproduceerd onder licentie van: Dolby
Laboratories Licensing Corporation. DOLBY en het dubbel D symbool ; zijn handeismerken van: Dolby Laboratories Licensing Corporation.
Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
NL
2

Inhoudsopgave

Voorbereidingen
Stap 1: Aansluiten van de stereo-
installatie ............................................ 4
Stap 2: Gelijkzetten van de klok .............. 6
Stap 3: Vastleggen van uw favoriete
radiozenders........................................ 8
Stroom besparen in de gebruiksklaar-
stand.................................................. 10
Basisbediening
Afspelen van een compact disc ............... 11
Opnemen van een compact disc .............. 13
Luisteren naar de radio............................ 14
Opnemen van een radio-uitzending ........ 16
Afspelen van een cassette ....................... 17
Kopiëren van bandopnamen.................... 20
Compact disc speler
Gebruik van het CD uitleesvenster ......... 21
Herhaalde weergave
van muziekstukken op CD ............... 22
Willekeurige weergave
van muziekstukken op CD ............... 23
Programmaweergave
van muziekstukken op CD ............... 24
Cassettedeck
Handmatig opnemen ............................... 26
Geprogrammeerde opname
van een CD ....................................... 27
Diskjockey-effecten
Repeteerweergave van een muziekpassage
op CD ............................................... 30
“Flits” weergave van een muziekpassage
op CD ............................................... 31
Instellen van de weergave
Bijregelen van het geluid ........................ 31
Kiezen van een vaste akoestiek-
instelling ........................................... 32
Omschakelen van de spectrum analyzer
aanduidingen .................................... 34
Weergave met een ruimtelijk effect ........ 35
Bijregelen met de grafiek-toonregeling .. 36 Vastleggen van uw eigen akoestiek-
instellingen ....................................... 37
Extra functies
Gebruik van het Radio Data Systeem
(RDS)*.............................................. 38
Met muziek in slaap vallen ..................... 40
Met muziek gewekt worden .................... 41
Schakelklok-opname van radio-
uitzendingen ..................................... 43
Externe apparatuur
Aansluiten van audio-apparatuur ............ 45
Aansluiten van een videorecorder ........... 46
Aansluiten van akoestiekluidsprekers ..... 47
Aansluiten van buitenantennes................ 47
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ............................ 49
Verhelpen van storingen ......................... 50
Technische gegevens............................... 53
Toetsen op de afstandsbediening ............ 55
Index........................................................ 56
Instellingen in de “Sound Mode” en “Set
Up Mode” menu’s ............................ 57
* Alleen voor het Europese model
NL
NL
3

Voorbereidingen

Stap 1: Aansluiten van de stereo-installatie

Volg de onderstaande aanwijzingen van 1 t/m 3 om uw stereo-installatie aan te sluiten met de bijgeleverde snoeren en ander toebehoren.
FM-draadantenne
2
AM-kaderantenne
1
Rechter voorluidspreker
1 Sluit de voorluidsprekers aan.
Sluit de luidsprekersnoeren van de voorluidsprekers aan op de FRONT SPEAKER klemmen zoals hieronder getoond.
Steek alleen het vrijgemaakte uiteinde in de aansluiting.
R
+
Rood/ eenkleurig (3)
1
1
3
Linker voorluidspreker
Opmerking
Houd de luidsprekersnoeren uit de buurt van de antennes, om storing in de weergave te voorkomen.
L
Zwart/gestreept (#)
NL
4
2 Sluit de FM- en AM-antennes aan.
Zet de AM-kaderantenne in elkaar en sluit deze aan.
Aansluiting type A
Strek de FM-draadantenne
AM-kaderantenne
Aansluiting type B
AM-kaderantenne
zover mogelijk horizontaal uit.
Strek de FM-draadantenne zover mogelijk horizontaal uit.
FM75
AM
FM75 COAXIAL
AM
3 Steek de stekker van het netsnoer in het
stopcontact.
Als de bijgeleverde verloopstekker niet in het stopcontact past, verwijdert u deze en gebruikt u de vaste netstekker (alleen voor de modellen met verloopstekker).
Aansluiten van andere apparatuur
Zie blz. 45.
Uit/inschakelen van de demonstratie
Wanneer u de tijd instelt (zie “Stap 2: Gelijkzetten van de klok” op blz. 6) wordt de demonstratie automatisch uitgeschakeld.
Om de demonstratie weer te starten/stoppen, drukt u de DISPLAY toets enkele malen in terwijl de stereo-installatie uit staat.
wordt vervolgd
Voorbereidingen
NL
5
Stap 1: Aansluiten van de stereo-installatie (vervolg)
Aanbrengen van de voetjes onder de voorluidsprekers
Bevestig de bijgeleverde luidsprekervoetjes onder de voorluidsprekers, om te zorgen dat ze stevig staan en niet kunnen wegglijden.
Plaats twee R6 (AA-formaat) batterijen in de afstandsbediening
]
}
}
]

Stap 2: Gelijkzetten van de klok

Om de schakelklok-functies te kunnen gebruiken, zult u eerst de ingebouwde klok op de juiste tijd moeten instellen.
Bij de Europese modellen geeft de ingebouwde klok de tijd aan volgens een 24-uurs cyclus en bij de overige modellen volgens een 12-uurs cyclus.
De afbeeldingen tonen het model met 24-uurs tijdsaanduiding.
?/1
(Aan/uit-schakelaar)
12,3,4,5,6
Tip
Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer zes maanden meegaan. Als de stereo-installatie niet meer goed op de afstandsbediening reageert, vervangt u dan beide batterijen door nieuwe.
Opmerking
Wanneer u de afstandsbediening geruime tijd niet gebruikt, kunt u beter de batterijen eruit verwijderen, om schade door eventuele batterijlekkage en corrosie te vermijden.
Wanneer u de stereo-installatie vervoert
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen om het CD-mechanisme te beschermen. Zorg echter eerst dat alle compact discs uit het apparaat zijn verwijderd.
1 Druk meermalen op de FUNCTION
keuzeschakelaar totdat de aanduiding “CD” in het uitleesvenster verschijnt.
2 Houd de V-GROOVE toets ingedrukt en druk
dan op de ?/1 toets zodat er “LOCK” in het
NL
6
uitleesvenster verschijnt.
1 Druk op de MODE SELECT toets
terwijl de installatie nog uit staat.
De aanduiding “Clock Set ?” verschijnt. Wanneer de stroombesparingsfunctie is ingeschakeld, zal de “Clock Set ?” tijdinstelling niet verschijnen. Schakel dan de stroombesparing uit of zet eerst de stereo­installatie aan en volg dan de aanwijzingen op de volgende pagina onder “Corrigeren van de tijdinstelling”.
2 Druk op de PUSH ENTER toets.
De uren-aanduiding begint te knipperen.
3 Druk de instelknop enkele malen naar v
of V om het juiste uur te kiezen.
4 Druk de instelknop naar B.
De minuten-aanduiding begint te knipperen.
5 Druk de instelknop enkele malen naar v
of V om de juiste minuut te kiezen.
6 Druk op de PUSH ENTER toets.
Uitschakelen van de menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
Tips
• Zie de afbeelding voor het gebruik van de instelknop. Steek uw vinger in de holte en druk de knop in de gewenste richting (omhoog/omlaag of links/rechts, aangegeven als v/V en b/B in deze gebruiksaanwijzing).
Omhoog (v)
PUSH ENTER
Links (b)
Rechts (B)
Corrigeren van de tijdinstelling
Hierboven wordt beschreven hoe u de tijd instelt wanneer de apparatuur is uitgeschakeld. Voor het gelijkzetten van de klok terwijl de apparatuur is ingeschakeld, gaat u als volgt te werk:
1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “Timer Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “Clock Set ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
4 Volg de aanwijzingen 3 t/m 6 in de linker
kolom.
Opmerking
De tijdinstelling verdwijnt uit het geheugen wanneer er een stroomonderbreking is of de stekker niet in het stopcontact zit.
Voorbereidingen
Omlaag (V)
• Na een vergissing dient u opnieuw te beginnen vanaf stap 1.
NL
7

Stap 3: Vastleggen van uw favoriete radiozenders

In het afstemgeheugen kunt u in totaal 30 favoriete radiozenders vastleggen (20 voor de FM en 10 voor de AM).
?/1
(Aan/uit-schakelaar)
Instelknop
1
PUSH ENTER
3 Druk enkele malen op de MODE
SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “TUNER Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
3
5 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “TUNER Memory ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
In het uitleesvenster verschijnt een voorinstelnummer en de gevonden afstemfrequentie. De beschikbare zenders worden automatisch in volgorde vanaf zendernummer 1 vastgelegd.
Voorinstelnummer
. >
1 Druk enkele malen op de TUNER/
BAND toets om de FM of AM afstemband te kiezen.
2 Houd de m of M toets ingedrukt
totdat de frequentie-aanduiding gaat veranderen en laat de toets dan los.
Het doorzoeken van de frequenties stopt automatisch zodra er op een duidelijk doorkomende zender is afgestemd. In het uitleesvenster verschijnt de aanduiding “TUNED” (en ook “STEREO” als er een stereo radio-uitzending wordt ontvangen).
TUNED
NL
8
2
6 Druk op de PUSH ENTER toets. 7 Herhaal de stappen 2 t/m 6 voor elk van
de voorkeurzenders die u wilt vastleggen.
Uitschakelen van de menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
STEREO
Afstemmen op een zender die te zwak is voor automatische afstemming
Druk in stap 2 enkele malen achtereen op de m of M toets om handmatig op de gewenste zender af te stemmen.
Vastleggen van een nieuwe zender onder een al gebruikt voorinstelnummer
Volg de aanwijzingen weer vanaf stap 1. Na stap 5 drukt u op de . of > toets om in te stellen op het voorinstelnummer waaronder u de nieuwe zender wilt vastleggen en dan drukt u op de PUSH ENTER toets.
Onder het gekozen voorinstelnummer kunt u nu een nieuwe zender van uw keuze vastleggen.
Wissen van een vooringestelde zender
1 Druk op de TUNER/BAND toets om de FM of
AM afstemband te kiezen.
2 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “TUNER Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “TUNER Erase ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
5 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op de vooringestelde zender die u wilt wissen en druk op de PUSH ENTER toets.
Kies de mogelijkheid “TUNER Ers FM ALL” (of voor “TUNER Ers AM ALL”) als u alle vastgelegde voorkeurzenders in de afstemband tegelijk wilt wissen.
Bij het wissen van een voorkeurzender schuiven alle volgende zenders een plaatsje naar voren op en krijgen dus allemaal een lager nummer.
Tip
De vastgelegde voorkeurzenders zullen na het verwijderen van de stekker uit het stopcontact of na uitvallen van de stroom ongeveer een halve dag in het afstemgeheugen bewaard blijven.
Omschakelen van het AM afsteminterval (Uitgezonderd het model voor Europa)
Het afsteminterval voor de AM ontvangst is in de fabriek ingesteld op 9 kHz (voor sommige gebieden 10 kHz). Om dit AM afsteminterval om te schakelen, stemt u eerst af op een willekeurige AM zender en dan schakelt u het apparaat uit. Houd vervolgens de MODE SELECT toets ingedrukt en schakel zo de stroom weer in. Bij omschakelen van het afsteminterval verdwijnen alle vastgelegde AM voorkeurzenders uit het afstemgeheugen. Om het afsteminterval weer terug te schakelen, herhaalt u deze werkwijze.
Voorbereidingen
NL
9

Stroom besparen in de gebruiksklaar-stand

U kunt het stroomverbruik in de uitgeschakelde gebruiksklaar-stand verminderen (stroombesparingsstand) om energie te besparen.
?/1
(Aan/uit­schakelaar)
DISPLAY
Tips
• In de stroombesparingsstand blijft het ?/1 spanningslampje nog wel branden, evenals de schakelklok-indicator (wanneer de schakelklok is ingesteld).
• In de stroombesparingsstand zal de schakelklok gewoon werken.
Opmerkingen
• De klok kan niet op de juiste tijd worden ingesteld in de stroombesparingsstand.
• De één-toets weergavestart zal niet werken in de stroombesparingsstand.
Uitschakelen van de stroombesparingsstand
Druk eenmaal op de DISPLAY toets om een demonstratie van de mogelijkheden van het apparaat te zien, of tweemaal om de juiste tijd te zien.
10
, Druk enkele malen op de DISPLAY
toets wanneer de stereo-installatie is uitgeschakeld.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringen de aanduidingen in het uitleesvenster als volgt:
t demonstratie t kloktijd
stroombesparingsfunctie T
In deze stand kunt u de stereo-installatie aan/ uit zetten door indrukken van de ?/1 toets.
NL

Basisbediening

Afspelen van een compact disc

— Normale weergave
Met deze stereo-installatie kunt u tot vijf compact discs achtereen afspelen.
?/1
(Aan/uit­schakelaar)
. >
CD NX
x
MODE SELECT
Instelknop PUSH ENTER
VOLUME
12
m M
1 Druk op een van de A 1~5 disc-
keuzetoetsen en leg een compact disc in de disc-lade.
Als een disc niet goed geplaatst is, kan deze niet worden afgespeeld.
Leg de bedrukte label-kant boven. Voor het afspelen van een 8 cm CD singletje plaatst u dit in de binnenste uitsparing van de disc-lade.
Druk nogmaals op dezelfde disc-keuzetoets om de disc-lade te sluiten. Om nog meer compact discs te plaatsen drukt u op de andere A disc­keuzetoetsen om de disc-lade daarvoor te openen.
Voor elke geplaatste CD verschijnt een disc­aanwezig indicator in het uitleesvenster.
Disc-aanwezig indicator
2 Druk op een van de DISC 1~5 toetsen.
De disc-lade sluit en het afspelen van de gekozen CD begint.
Als u op de CD NX toets (of op de CD H toets van de afstandsbediening) drukt met de disc-lade dicht, dan begint het afspelen vanaf het begin van de CD in de disc-lade waarvan de disc-afspeelindicator oplicht.
Nummer van de disc-uitsparing
Muziekstuknummer
Basisbediening
V
Bb
v
DISC SKIP
X x
. > m M
CD N
MODE SELECT
ENTER
VOL +/–
B/b
Disc-aanwezig/ afspeelindicators
Disc-aanwezig indicator
Bij de “1 Disc” afspeelfunctie (zie blz. 12)
Bij de “All Discs” afspeelfunctie (zie blz. 12)
Verstreken speelduur
Disc­afspeelindicator
wordt vervolgd
11
NL
12
Afspelen van een compact disc (vervolg)
Voor het
Stoppen met afspelen
Pauzeren
Opzoeken van een muziekstuk
Opzoeken van een punt in een muziekstuk
Kiezen van een compact disc in de stopstand
Afspelen van alleen de gekozen compact disc
Afspelen van alle CD’s
Uitnemen van een compact disc
Verwisselen van een andere CD tijdens weergave
Bijregelen van de geluidssterkte
NL
Doet u het volgende
Druk op de x stoptoets.
Druk op de CD NX toets (of op de X toets van de afstandsbediening). Druk nogmaals op de toets om de weergave te hervatten.
Tijdens weergave of in de pauzestand drukt u op de > toets (om vooruit te gaan) of de . toets (om terug te gaan) op de afstandsbediening.
Druk tijdens weergave op de M of m toets en laat de toets bij het gewenste punt los.
Druk op een van de DISC 1~5 toetsen (of op de DISC SKIP toets van de afstandsbediening).
1
Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
2
Druk de instelknop enkele malen naar of B om in te stellen op “CD Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
3
Druk de instelknop enkele malen naar of B om in te stellen op “Play Mode Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
4
Druk de instelknop enkele malen naar of B om in te stellen op “Play Mode 1 Disc” en druk op de PUSH ENTER toets.
1
Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
2
Druk de instelknop enkele malen naar of B om in te stellen op “CD Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
3
Druk de instelknop enkele malen naar of B om in te stellen op “Play Mode Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
4
Druk de instelknop enkele malen naar of B om in te stellen op “Play Mode All Discs” en druk op de PUSH ENTER toets.
Druk op een van de A 1~5 disc­keuzetoetsen.
Druk op een van de A 1~5 disc­keuzetoetsen om de disc-lade te openen voor de CD die u wilt verwisselen. Na het inleggen van een nieuwe CD drukt u nogmaals op dezelfde toets om de disc-lade te sluiten.
Draai aan de VOLUME regelaar (of druk op de geluidssterkte VOL +/– afstandsbediening).
Tips
• Bij indrukken van de CD NX toets wanneer de stereo-installatie nog uit staat, wordt deze automatisch ingeschakeld en begint het afspelen van de compact disc, mits er een CD in de disc-lade aanwezig is (één-toets weergavestart). Wanneer de stereo-installatie in de stroombesparingsstand staat, zal de één-toets weergavestart niet werken.
• U kunt in één handeling overschakelen van een andere geluidsbron en de weergave van een compact disc starten, eenvoudig met een druk op de CD NX toets of een van de DISC 1~5 toetsen (automatische geluidsbron-keuze).
• Als er geen CD in de disc-lade aanwezig is, verschijnt de aanduiding “No Disc”.
• Als er een CD in een disc-lade aanwezig is, licht het indicatorlampje voor die disc-lade oranje op. Wanneer er een bepaalde CD is gekozen (of al wordt afgespeeld) licht bovendien de disc­afspeelindicator op. Wanneer er wel een disc aanwezig is, maar die is niet gekozen, dan brandt wel de disc-aanwezig indicator maar niet de disc­afspeelindicator. Wanneer alle disc-lades leeg zijn, branden echter wel alle disc-afspeelindicators en disc-aanwezig indicators.
Opmerking
Wanneer een disc-lade nog niet door de CD-speler is
b
gelezen, kan de disc-aanwezig indicator wel eens branden, ook als er geen CD in die disc-lade aanwezig is.
b
b
b
b
b

Opnemen van een compact disc

— CD synchroon-opname
Met behulp van de CD SYNC toets kunt u een compact disc snel en doeltreffend op de band opnemen. U kunt TYPE I (normaalband) of TYPE II (CrO2-band) cassettes gebruiken. Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld.
?/1
(Aan/uit­schakelaar)
TAPE B N Indicator
TAPE B n
Instelknop PUSH ENTER
x
2 Druk op een van de A 1~5 disc-
keuzetoetsen en leg een CD in de disc­lade.
Druk nogmaals op dezelfde toets om de disc­lade te sluiten.
Als de indicator voor de gewenste disc-lade niet oplicht, druk dan net zovaak op de DISC SKIP toets van de afstandsbediening tot de indicator oplicht.
Leg de bedrukte label-kant boven. Voor het afspelen van een 8 cm CD singletje plaatst u dit in de binnenste
43
uitsparing van de disc-lade.
Basisbediening
3 Druk op de CD SYNC toets.
Deck B komt in de opnamepauzestand te staan en de CD-speler komt in de weer­gavepauzestand te staan. De TAPE B N indicator (voor de voorkant van de cassette) licht op en de REC PAUSE/START toets knippert.
4 Druk enkele malen op de MODE
SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
2
18, REC PAUSE/START
1 Druk op de A B toets en plaats een voor
opnemen geschikte cassette in deck B.
Leg de kant voor opname naar u toe.
5 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om in te stellen op “TAPE Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
6
Druk de instelknop enkele malen naar
b
of B om in te stellen op “Direction Set
Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
7 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om in te stellen op “1 Way” voor het opnemen op één cassettekant of op “Cycle” (of “Relay”) voor het opnemen op beide cassettekanten, en druk dan op de PUSH ENTER toets.
8 Druk op de REC PAUSE/START toets.
Het opnemen begint.
wordt vervolgd
13
NL
Opnemen van een compact disc
V
v
Bb
m M
VOL +/–
. >
TUNER/BAND
(vervolg)
Stoppen met opnemen
Druk op de x stoptoets.
Uitschakelen van de menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
Tips
• Wilt u op de achterkant van de cassette beginnen met opnemen, druk dan na de CD SYNC toets op de TAPE B n toets zodat de indicator van die toets oplicht.
• Wilt u op beide cassettekanten opnemen, begin dan aan de voorkant van de cassette met opnemen. Als u aan de achterkant begint, stopt het opnemen zodra het einde van die kant is bereikt.
• Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge frequenties te onderdrukken, volgt u na het indrukken van de CD SYNC toets de volgende aanwijzingen. 1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “TAPE Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “DOLBY NR Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “On” en druk op de PUSH ENTER toets. De aanduiding “DOLBY NR” licht op in het
uitleesvenster. Om terug te keren naar de oorspronkelijke instelling herhaalt u de stappen 1 t/m 4 en kiest u de stand “Off” in stap 4.
Opmerking
Tijdens het opnemen kunt u niet naar een andere geluidsbron luisteren; daarvoor zult u eerst moeten stoppen met opnemen.

Luisteren naar de radio

— Geheugenafstemming
Leg eerst uw favoriete radiozenders in het afstemgeheugen vast (zie “Stap 3: Vastleggen van uw favoriete radiozenders” op blz. 8).
?/1
(Aan/uit-schakelaar)
m M
12
VOLUME
MODE
SELECT
Instelknop
PUSH ENTER
NL
14
1 Druk enkele malen op de TUNER/
BAND toets om de FM of AM afstemband te kiezen.
2 Druk op de . of > toets om af te
stemmen op de gewenste voorkeurzender.
Voorinstelnummer*
STEREO
Afstemfrequentie
* Als er slechts één voorkeurzender is ingesteld,
verschijnt de aanduiding “ONE PRESET” in het uitleesvenster.
Voor het
Uitschakelen van de radio
Bijregelen van de geluidssterkte
Luisteren naar radiozenders die niet zijn vastgelegd
Gebruik handmatige of automatische afstemming in stap 2. Voor handmatige afstemming drukt u enkele malen achtereen op de m of M toets. Voor automatische afstemming houdt u de m of M toets langer ingedrukt.
Doet u het volgende
Druk op de ?/1 schakelaar.
Draai aan de VOLUME regelaar (of druk op de VOL +/– toets van de afstandsbediening).
Tips
• Bij indrukken van de TUNER/BAND toets wanneer de stereo-installatie nog uit staat, wordt deze automatisch ingeschakeld en begint de weergave van de laatst ontvangen radiozender (één-toets weergavestart). Wanneer de stereo-installatie in de stroombesparingsstand staat, zal de één-toets weergavestart niet werken.
• U kunt in één handeling overschakelen van een andere geluidsbron naar de tuner en de radio­ontvangst starten, eenvoudig met een druk op de TUNER/BAND toets (automatische geluidsbron­keuze).
• Wanneer een FM stereo radio-uitzending niet duidelijk doorkomt, volgt u de onderstaande aanwijzingen: 1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “TUNER Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “Stereo Mono ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “Mono” en druk op de PUSH ENTER toets. De aanduiding “Mono” licht op in het
uitleesvenster. Het stereo-effect zal nu verloren gaan, maar de radio-ontvangst zal helderder klinken. Om weer stereo-geluid te horen, herhaalt u de stappen 1 t/m 4 en kiest u de stand “Stereo” in stap 4.
• Om de beste radio-ontvangst te verkrijgen kan het nodig zijn verschillende standen van de bijgeleverde antennes uit te proberen.
Basisbediening
15
NL
Opnemen van een radio­uitzending
Na keuze van de gewenste vastgelegde voorkeurzender kunt u radio-uitzendingen op de band opnemen. U kunt TYPE I (normaalband) of TYPE II (CrO2-band) cassettes gebruiken. Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld.
3 Druk op de A B toets en plaats een voor
opnemen geschikte cassette in deck B.
Leg de kant voor opname naar u toe.
?/1
(Aan/uit­schakelaar)
4,9
TAPE B n
2
x
3
1
Instelknop
PUSH ENTER
5
1 Druk op de TUNER/BAND toets om de
FM of AM afstemband te kiezen.
2 Druk enkele malen op de . of >
toets om af te stemmen op de gewenste voorkeurzender.
Voorinstelnummer
4 Druk op de REC PAUSE/START toets.
Deck B komt in de opnamepauzestand te staan.
5 Druk enkele malen op de MODE
SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
6 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “TAPE Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
7 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “Direction Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
8 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “1 Way” voor het opnemen op één cassettekant of op “Cycle” (of “Relay”) voor het opnemen op beide cassettekanten, en druk dan op de PUSH ENTER toets.
9 Druk op de REC PAUSE/START toets.
Het opnemen begint.
Stoppen met opnemen
Druk op de x stoptoets.
16
NL
Afstemfrequentie
STEREO
Uitschakelen van de menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
Tips
• Wilt u op de achterkant van de cassette beginnen met opnemen, druk dan na de REC PAUSE/ START toets in stap 4 op de TAPE B n toets zodat de indicator van die toets oplicht.
• Wilt u op beide cassettekanten opnemen, begin dan aan de voorkant van de cassette met opnemen. Als u aan de achterkant begint, stopt het opnemen zodra het einde van die kant is bereikt.
• Voor het opnemen van een uitzending van een radiozender die niet is vastgelegd, gebruikt u in stap 2 de m en M toets om handmatig op de gewenste zender af te stemmen.
• Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge frequenties te onderdrukken, volgt u na het indrukken van de REC PAUSE/START toets in stap 4 de volgende aanwijzingen. 1 Druk enkele malen op de MODE SELECT
toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “TAPE Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “DOLBY NR Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “On” en druk op de PUSH ENTER toets. De aanduiding “DOLBY NR” licht op in het
uitleesvenster. Om terug te keren naar de oorspronkelijke instelling herhaalt u de stappen 1 t/m 4 en kiest u de stand “Off” in stap 4.
• Als er bij het opnemen van een radio-uitzending storing klinkt, kunt u dit verhelpen door de antenne voor de betreffende afstemband in een andere richting te draaien.

Afspelen van een cassette

De cassettedecks zijn geschikt voor weergave van TYPE I (normaalband), TYPE II (CrO2-band) en TYPE IV (metaalband) cassettes. Bij plaatsen van een cassette neemt het deck automatisch de bandsoort waar en stelt daarop in. De . en > kunt u gebruiken om de muziekstukken die u wilt horen vlot en gemakkelijk op te zoeken.
?/1
(Aan/uit­schakelaar)
2
7
Instelknop
x
PUSH ENTER
toetsen
3
Basisbediening
V
Bb
v
VOLUME
1
x . > m M
TAPE A N TAPE B N
MODE SELECT ENTER
VOL +/–
B/b
wordt vervolgd
m M. >
NL
17
Afspelen van een cassette (vervolg)
1 Druk op de A A of A B toets en steek
een bespeelde cassette in deck A of B.
Leg de kant die u wilt weergeven naar u toe.
De cassette-aanwezig indicator licht op in het uitleesvenster.
7 Druk op de TAPE A (of TAPE B) N
toets.
Om de achterkant van de cassette af te spelen drukt u op de TAPE A (of TAPE B) n toets. Dan begint de weergave.
Bij gebruik van de afstandsbediening drukt u op de TAPE A (of TAPE B) N toets om de weergave te starten. Voor het afspelen van de achterkant drukt u nogmaals op de TAPE A (of TAPE B) N toets.
* De continu-weergave verloopt altijd in de
onderstaande volgorde:
t
Deck A ( Deck B (
voorkant) t
achterkant) T
Deck A (
Deck B (
achterkant
voorkant) T
)
Cassette-aanwezig indicator
2 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets om in te stellen op “TAPE A” of “TAPE B”.
3 Druk enkele malen op de MODE
SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om in te stellen op “TAPE Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
5 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om in te stellen op “Direction Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
6 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om in te stellen op “1 Way” voor het afspelen van één cassettekant, op “Cycle” voor het afspelen van beide cassettekanten, of op “Relay”* voor het afspelen van beide decks achtereen en druk dan op de PUSH ENTER toets.
Voor het
Stoppen met Vooruitspoelen
Terugspoelen
Uitnemen van de cassette
Bijregelen van de geluidssterkte
*
Dit cassettedeck heeft geen weergavepauzestand. De toets is niet te gebruiken om de weergave te pauzeren.
Doet u het volgende
Druk op de x stoptoets. Druk op de m of M
snelspoeltoets. Druk op de m of M
snelspoeltoets. Druk op de A A of A B toets.
Draai aan de VOLUME regelaar (of druk op de VOL +/– toets van de afstandsbediening).
X
Uitschakelen van de menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
18
NL
Tips
• Bij indrukken van de TAPE A (of TAPE B) N of n weergavetoets wanneer de stereo-installatie nog
uit staat, wordt deze automatisch ingeschakeld en begint het afspelen van de cassette, mits er een cassette in het deck aanwezig is (één-toets weergavestart). Wanneer de stereo-installatie in de stroombesparingsstand staat, zal de één-toets weergavestart niet werken.
• U kunt in één handeling overschakelen van een andere geluidsbron en de weergave van een cassette starten, eenvoudig met een druk op de TAPE A (of TAPE B) N of n weergavetoets (automatische geluidsbron-keuze).
• Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge frequenties te onderdrukken, volgt u de onderstaande aanwijzingen: 1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “TAPE Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “DOLBY NR Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “On” en druk op de PUSH ENTER toets. De aanduiding “DOLBY NR” licht op in het
uitleesvenster. Om terug te keren naar de oorspronkelijke instelling herhaalt u de stappen 1 t/m 4 en kiest u de stand “Off” in stap 4.
Opzoeken van het begin van een muziekstuk (AMS* zoekfunctie)
Druk op de tijdens afspelen enkele malen op de . of > toets, in dezelfde richting als de n of N indicator, om de band in voorwaartse richting te doorzoeken. Druk enkele malen op de . of > toets in de tegengestelde richting om terugwaarts te zoeken.
De richting waarin u zoekt, + (vooruit) of – (terugwaarts) en het aantal versprongen nummers (1~9) worden in het uitleesvenster aangegeven.
Voorbeeld: twee nummers vooruit zoeken
Opmerkingen
• Het deck stopt automatisch nadat de cyclus, d.w.z. afspelen van beide cassettekanten, vijfmaal is herhaald.
• De AMS-zoekfunctie kan wel eens niet goed werken in de volgende gevallen: – als er tussen twee muziekstukken geen vier
seconden stilte is.
– als de geluidssterkte van het linker kanaal sterk
verschilt van die van het rechter kanaal.
– bij langdurige stille of erg zachte passages in
een muziekstuk, of geruime tijd alleen maar lage tonen (zoals bij een bas-solo, een tuba of een bariton-saxofoon).
– als het cassettedeck te dicht bij een TV-toestel
staat. (In dit geval kunt u de apparatuur beter wat verder van het TV-toestel zetten of de TV uitschakelen.)
Basisbediening
* AMS zoekfunctie (Automatische Muziek Sensor)
19
NL

Kopiëren van bandopnamen

— Kopiëren met hoge snelheid
2 Druk op de HI-DUB toets.
Deck B komt in de opnamepauzestand te staan.
20
U kunt TYPE I (normaalband) of TYPE II (CrO2­band) cassettes gebruiken. Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld.
?/1
(Aan/uit­schakelaar)
23
7
x
1
Instelknop PUSH ENTER
1 Druk op de A A en A B toetsen en
plaats een bespeelde cassette in deck A en een voor opnemen geschikte cassette in deck B.
Leg de kant voor weergave/ opname naar u toe.
NL
3 Druk enkele malen op de MODE
SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om in te stellen op “TAPE Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
5 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om in te stellen op “Direction Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
6 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om in te stellen op “1 Way” voor het opnemen op één cassettekant of op “Cycle” (of “Relay”) voor het opnemen op beide cassettekanten, en druk dan op de PUSH ENTER toets.
7 Druk op de REC PAUSE/START toets.
Het kopiëren begint.
Stoppen met kopiëren
Druk op de x stoptoets.
Uitschakelen van de menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
Tips
• Wilt u op beide cassettekanten opnemen, begin dan aan de voorkant van de cassette met opnemen. Als u aan de achterkant begint, stopt het opnemen zodra het einde van die kant is bereikt.
• Als u in het “Direction Set Up ?” menu de stand “Cycle” hebt gekozen en de cassettes in de decks een verschillende lengte hebben, zullen de cassettes onafhankelijk van elkaar op de andere kant overschakelen. Als u de “Relay” stand hebt gekozen, schakelen beide cassettes gelijktijdig op de andere kant over.
• Instellen van de DOLBY NR schakelaar is niet nodig. De cassette in deck B wordt automatisch van dezelfde codering voorzien, d.w.z. met/zonder Dolby, als de cassette in deck A.

Compact disc speler

Gebruik van het CD uitleesvenster

In het uitleesvenster kunt u de resterende speelduur van het weergegeven muziekstuk of de gehele compact disc controleren.
Als er een CD TEXT disc is geplaatst, kunt u de tekst daarvan, zoals de disc-titel, muziektitels en de naam van de artiest(en) in het uitleesvenster zien. Zodra het apparaat een geplaatste CD TEXT disc waarneemt, verschijnt de aanduiding “CD TEXT” in het uitleesvenster.
?/1
(Aan/ uit-schakelaar)
DISPLAY
, Druk op de DISPLAY toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de aanduiding in het uitleesvenster als volgt:
Tijdens normale weergave
t Verstreken speelduur van het weergegeven
muziekstuk
r
Resterende speelduur van het weergegeven muziekstuk
r
Resterende speelduur van de huidige compact disc (“1 Disc” stand) of “--m--s” aanduiding (“All Discs” stand)
r
Titel van het weergegeven muziekstuk*
r
Gewone tijdsaanduiding (acht seconden lang)
r
Gekozen geluidseffect of “EFFECT ON (OFF)”
In de stopstand
Tijdens programma-weergave en als er nummers geprogrammeerd zijn
t Laatst geprogrammeerd muziekstuknummer
en totale programma-speelduur
r
Totaal aantal geprogrammeerde nummers (acht seconden lang)
r
Titel en uitvoerende artiesten van de CD*
r
Gewone tijdsaanduiding (acht seconden lang)
r
Gekozen geluidseffect of “EFFECT ON (OFF)”
Compact disc speler
Tijdens andere afspeelfuncties
t Totaal aantal muziekstukken en totale
speelduur
r
Titel en uitvoerende artiesten van de CD*
r
Gewone tijdsaanduiding (acht seconden lang)
r
Gekozen geluidseffect of “EFFECT ON (OFF)”
*
Alleen met CD TEXT discs (maar bepaalde letters kunnen niet worden aangegeven). Afhankelijk van de disc kan niet alle CD TEXT informatie worden getoond.
21
NL

Herhaalde weergave van muziekstukken op CD

–– REPEAT weergave
4 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “Repeat Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
Met de herhaalfunctie kunt u een enkele compact disc of alle CD’s laten herhalen met normale weergave, willekeurige weergave of programma­weergave.
?/1
(Aan/uit-schakelaar)
1
Instelknop PUSH ENTER
2
5 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “Repeat 1” of “Repeat All” en druk op de PUSH ENTER toets.
Als u “Repeat 1” kiest, wordt er een enkel muziekstuk herhaald weergegeven. Bij keuze van “Repeat All” zijn de herhaalde muziekstukken afhankelijk van uw keuze in het “Play Mode Set Up ?” menu.
Play Mode instelling*
1 Disc 1 Shuffle All Discs
All Shuf Program
* Zie voor het kiezen van een andere Play Mode
instelling blz. 12.
Uitschakelen van de menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
Uitschakelen van de herhaalfunctie
Kies in stap 5 de “Repeat Off” stand.
Herhaalt
alle muziekstukken op de weergegeven CD tot vijf maal
alle muziekstukken van alle CD’s tot vijf maal
niet van toepassing uw samengestelde
muziekprogramma tot vijf maal
22
1 Druk net zovaak op de FUNCTION
keuzeschakelaar tot de aanduiding “CD” verschijnt en leg dan een of meer compact discs in de disc-lade.
2 Druk enkele malen op de MODE
SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “CD Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER
NL
toets.

Willekeurige weergave van muziekstukken op CD

–– SHUFFLE weergave
4 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “Play Mode Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
Alle muziekstukken van een compact disc of van alle compact discs kunnen in willekeurige volgorde worden weergegeven.
?/1
(Aan/uit­schakelaar)
12
Instelknop
PUSH ENTER6
5 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “All Shuf” of “1 Shuffle” en druk op de PUSH ENTER toets.
Bij “All Shuf” worden alle compact discs in de CD-speler in willekeurige volgorde weergegeven. De “1 Shuffle” functie speelt in willekeurige volgorde alleen de muziekstukken van de CD waarvoor de disc­afspeelindicator oplicht.
6 Druk op de CD NX toets.
Dan begint het afspelen in willekeurige volgorde.
Uitschakelen van de menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
Uitschakelen van de willekeurige weergave
1 Volg de bovenstaande aanwijzingen 1 t/m 4. 2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “All Discs” of “1 Disc” en druk op de PUSH ENTER toets.
Hierna worden de muziekstukken in de normale volgorde weergegeven.
Compact disc speler
DISC 1~5
1 Druk net zovaak op de FUNCTION
keuzeschakelaar tot de aanduiding “CD” verschijnt en leg dan een of meer compact discs in de disc-lade.
2 Druk enkele malen op de MODE
SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “CD Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
Kiezen van een gewenste compact disc
Druk op de DISC 1~5 toets.
Tips
• Om een ongewenst muziekstuk over te slaan, drukt u op de > toets.
• Ook tijdens normale weergave kunt u overschakelen op willekeurige weergave, door in te stellen op “All Shuf” of “1 Shuffle”.
23
NL

Programmaweergave van muziekstukken op CD

–– PROGRAM weergave
U kunt uw eigen muziekselectie samenstellen door maximaal 32 nummers van alle CD’s te programmeren in de volgorde waarin u de muziek wilt horen.
?/1
(Aan/uit­schakelaar)
12
x
Instelknop
PUSH ENTER10
1 Druk net zovaak op de FUNCTION
keuzeschakelaar tot de aanduiding “CD” verschijnt en leg dan een of meer compact discs in de disc-lade.
2 Druk enkele malen op de MODE
SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om in te stellen op “CD Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om in te stellen op “Program Set ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
5 Druk de instelknop enkele malen naar
v of V om de gewenste CD te kiezen.
Als u alle muziekstukken van een CD wilt programmeren, kunt u na het kiezen van de CD in deze stap de volgende stap 6 overslaan en direct doorgaan met stap 7.
24
NL
v/V
V
Bb
v
x
CD N
MODE SELECT ENTER
VOL +/–
B/b
6 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om het gewenste muziekstuk te kiezen.
Nummer van muziekstuk
PROGRAM
Disc-nummer
Totale speelduur (inclusief het gekozen muziekstuk)
7 Druk op de PUSH ENTER toets.
Het gekozen muziekstuk is nu in uw muziekprogramma vastgelegd. Wanneer u alle muziekstukken hebt gekozen, verschijnt er “AL” in het uitleesvenster en dan gelden alle muziekstukken als één stap in het programma. Het volgnummer in het muziekprogramma verschijnt, gevolgd door de totale speelduur.
8
Voor elk muziekstuk dat u aan uw muziekprogramma wilt toevoegen, herhaalt u de stappen 5 t/m 7. Voor het kiezen van een volgend muziekstuk van dezelfde compact disc kunt u stap 5 achterwege laten.
9 Druk op de PUSH ENTER toets. 10 Druk op de CD NX toets.
Alle geprogrammeerde muziekstukken worden dan in de door u gekozen volgorde afgespeeld.
Uitschakelen van de menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
Uitschakelen van de programma-weergave
1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets
totdat er “CD” in het uitleesvenster verschijnt.
2 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “CD Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “Play Mode Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
5 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “All Discs” of “1 Disc” en
druk op de PUSH ENTER toets. Hierna worden de muziekstukken in hun normale volgorde weergegeven.
Muziekstukken toevoegen aan een bestaand programma
Volg de aanwijzingen 1 t/m 9 terwijl het afspelen gestopt is. Dan kunt u elk gewenst muziekstuk toevoegen na de laatst geprogrammeerde stap.
Controleren van uw muziekprogramma
1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets
totdat er “CD” in het uitleesvenster verschijnt. 2 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan
op de PUSH ENTER toets. 3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “CD Set Up ?” en druk weer
op de PUSH ENTER toets. 4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “PGM Check Clear ?” en
druk op de PUSH ENTER toets. 5 Druk de instelknop naar b of B.
Het discnummer en het muziekstuknummer
worden aangegeven.
6
Na het controleren van uw muziekprogramma, drukt
u op de MODE SELECT toets.
Wissen van een ongewenst nummer uit uw muziekprogramma
1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets
totdat er “CD” in het uitleesvenster verschijnt.
2 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “CD Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “PGM Check Clear ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
5 Druk de instelknop naar b of B.
Het discnummer en het muziekstuknummer worden aangegeven.
6 Als u het aangegeven nummer wilt wissen,
drukt u op de PUSH ENTER toets. De aanduiding “Clear ?” verschijnt in het uitleesvenster.
7 Druk nogmaals op de PUSH ENTER toets.
Het in stap 5 aangegeven muziekstuknummer wordt nu uit het programma verwijderd.
Wissen van het gehele muziekprogramma
1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets
totdat er “CD” in het uitleesvenster verschijnt.
2 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “CD Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “PGM Check Clear ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
5
Om het gehele programma te wissen, drukt u de instelknop naar b of B om in te stellen op “PGM All Clear” en drukt u op de PUSH ENTER toets.
6
De aanduiding “PGM All Clear ?” verschijnt. Druk nogmaals op de PUSH ENTER toets. Het gehele muziekprogramma wordt nu geannuleerd.
Tips
U kunt ook een muziekprogramma samenstellen via het “Play Mode Set Up ?” menu. Stel in stap 4 in op “Play Mode Set Up ?”, druk dan de instelknop enkele malen naar
b
of B om in te stellen op “Program” en druk op de PUSH
ENTER toets. Volg daarna de aanwijzingen 5 t/m 10.
Een eenmaal vastgelegd muziekprogramma blijft ook na afspelen in het geheugen bewaard. Met een druk op de CD NX toets kunt u hetzelfde programma dus nogmaals weergeven.
• Als tijdens programmeren in plaats van de totale speelduur “--m--s” verschijnt, betekent dit: – dat u een muziekstuknummer boven de 20 heeft
geprogrammeerd, of.
– dat de totale geprogrammeerde speelduur meer
bedraagt dan 100 minuten.
Opmerking
Een muziekprogramma zal in het geheugen bewaard blijven totdat u het annuleert volgens de aanwijzingen onder “Wissen van het gehele muziekprogramma”. Daarnaast zal bij inschakelen van de bandlengte-montagefunctie ook het gehele programma automatisch gewist worden.
Compact disc speler
NL
25

Cassettedeck

Handmatig opnemen

U kunt een compact disc, cassette of radio­uitzending opnemen. Bij handmatig opnemen kunt u naar wens muziekstukken overslaan of bijvoorbeeld in het midden van de cassette beginnen met opnemen. Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld.
?/1
(Aan/uit-schakelaar)
24
x
Instelknop PUSH ENTER
4 Druk enkele malen op de MODE
SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
5 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “TAPE Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
6 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “Direction Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
7 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “1 Way” voor het opnemen op één cassettekant of op “Cycle” (of “Relay”) voor het opnemen op beide cassettekanten, en druk dan op de PUSH ENTER toets.
8 Druk op de REC PAUSE/START toets.
Het opnemen begint.
9 Begin met de weergave van de
geluidsbron die u wilt opnemen.
26
3,8
. >
1 Steek een voor opnemen geschikte
cassette in deck B.
2 Druk net zovaak op de FUNCTION
keuzeschakelaar tot de aanduiding voor de geluidsbron die u wilt opnemen verschijnt (bijv. “CD” voor het opnemen van een compact disc).
3 Druk op de REC PAUSE/START
opnametoets.
Deck B komt in de opnamepauzestand te staan. De TAPE B N indicator (voor de
NL
voorkant van de cassette) licht op.
Voor het Doet u het volgende
Stoppen met Druk op de x stoptoets. opnemen
1
Kort onderbreken Druk op de REC PAUSE/ (pauzeren) van START pauzetoets. de opname
Uitschakelen van de menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
Tips
• Wilt u op de achterkant van de cassette beginnen met opnemen, druk dan na de REC PAUSE/START toets in stap 3 op de TAPE B n toets zodat de indicator van die toets (voor de achterkant van de cassette) oplicht.
• Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge frequenties te onderdrukken, volgt u na het indrukken van de REC PAUSE/START toets in stap 3 de volgende aanwijzingen. 1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “TAPE Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “DOLBY NR Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “On” en druk op de PUSH ENTER toets. De aanduiding “DOLBY NR” licht op in het
uitleesvenster. Om terug te keren naar de oorspronkelijke instelling herhaalt u de stappen 1 t/m 4 en kiest u de stand “Off” in stap 4.
• In de opnamepauzestand (na indrukken van de REC PAUSE/START opnametoets in stap 3 en vóór nogmaals indrukken hiervan in stap 8) kunt u de . of > toets gebruiken om op de CD-speler de gewenste muziekstukken te kiezen.

Geprogrammeerde opname van een CD

— Programma-montage
U kunt de muziekstukken op de compact discs in een zelf gekozen volgorde opnemen. Bij het programmeren van de volgorde dient u erop te letten dat de totale speelduur van de muziekstukken die op een bepaalde cassettekant moeten worden opgenomen, niet langer is dan de betreffende cassettekant.
?/1
(Aan/uit­schakelaar)
212
x
Compact disc speler
Cassettedeck
3,13
Instelknop
PUSH ENTER
1117
10
wordt vervolgd
27
NL
Geprogrammeerde opname van een CD (vervolg)
1 Leg een of meer compact discs in de
disc-lade en steek een voor opnemen geschikte cassette in deck B.
2 Druk net zovaak op de FUNCTION
keuzeschakelaar tot de aanduiding “CD” verschijnt.
3 Druk enkele malen op de MODE
SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
4
Druk de instelknop enkele malen naar of B om in te stellen op “CD Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
b
5 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “Program Set ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
6 Druk de instelknop enkele malen naar v
of V om de gewenste CD te kiezen.
Als u alle muziekstukken van een CD wilt opnemen, kunt u na het kiezen van de CD in deze stap de volgende stap 7 overslaan en direct doorgaan met stap 8.
7 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om het gewenste muziekstuk te kiezen.
Nummer van CD
PROGRAM
Nummer van muziekstuk
9 Voor elk muziekstuk dat u aan uw
muziekprogramma voor cassettekant A wilt toevoegen, herhaalt u de stappen 6 t/m 8.
Voor het kiezen van een volgend muziekstuk van dezelfde compact disc kunt u stap 6 achterwege laten.
10 Druk op de X toets van de
afstandsbediening om een pauze in te voegen, aan het einde van het muziekprogramma voor cassettekant A.
De letter “P” verschijnt en de totale speelduur komt op “0m00s” te staan.
11 Voor het programmeren van de
muziekstukken bestemd voor opname op cassettekant B, herhaalt u de stappen 7 en 8 indien het muziekstukken van dezelfde disc betreft of anders de stappen 6 t/m 8.
12 Druk op de CD SYNC toets.
Deck B komt in de opnamepauzestand te staan en de CD-speler komt in de weergavepauzestand te staan. De TAPE B N indicator (voor de voorkant van de cassette) licht op en de REC PAUSE/START toets knippert.
13 Druk enkele malen op de MODE
SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
14 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om in te stellen op “TAPE Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
28
Totale speelduur (met inbegrip van het gekozen muziekstuk)
8 Druk op de PUSH ENTER toets.
Het gekozen muziekstuk is nu in uw muziekprogramma vastgelegd. Wanneer u alle muziekstukken hebt gekozen, verschijnt er “AL” in het uitleesvenster en dan gelden alle
NL
muziekstukken als één stap in het programma. Het volgnummer in het programma verschijnt, gevolgd door de totale speelduur.
15 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om in te stellen op “Direction Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
16 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om in te stellen op “1 Way” voor het opnemen op één cassettekant of op “Cycle” (of “Relay”) voor het opnemen op beide cassettekanten, en druk dan op de PUSH ENTER toets.
17 Druk op de REC PAUSE/START
toets.
Het opnemen begint.
Stoppen met opnemen
Druk op de x stoptoets.
Uitschakelen van de menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
Controleren van de op te nemen muziekstukken
1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets
totdat er “CD” in het uitleesvenster verschijnt.
2 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “CD Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “PGM Check Clear ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
5 Druk de instelknop naar b of B.
Het discnummer en het muziekstuknummer worden aangegeven.
6 Na het controleren van uw muziekprogramma,
drukt u op de MODE SELECT toets.
Uitschakelen van de programma­montage
1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets
totdat er “CD” in het uitleesvenster verschijnt.
2 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “CD Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “Play Mode Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
5 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “All Discs” of “1 Disc” en druk op de PUSH ENTER toets.
Hierna worden de muziekstukken in hun normale volgorde weergegeven.
Tip
Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge frequenties te onderdrukken, volgt u na het indrukken van de CD SYNC toets in stap 12 op de vorige pagina eerst de volgende aanwijzingen. 1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om
in te stellen op “TAPE Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om
in te stellen op “DOLBY NR Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om
in te stellen op “On” en druk op de PUSH ENTER toets. De aanduiding “DOLBY NR” licht op in het
uitleesvenster. Om terug te keren naar de oorspronkelijke instelling herhaalt u de stappen 1 t/m 4 en kiest u de stand “Off” in stap 4.
wordt vervolgd
Compact disc speler
Cassettedeck
29
NL
V
v
Bb
LOOP
v/V
Geprogrammeerde opname van een CD (vervolg)

Diskjockey-effecten

Repeteerweergave van
Automatische selectie van de vereiste bandlengte
— Bandlengte-montage
U kunt de CD-speler de geschikte bandlengte voor het opnemen van een bepaalde compact disc laten bepalen en aangeven, zodat u de disc automatisch op een passende cassette kunt opnemen. De CD­speler kan echter geen passende cassette bepalen voor compact discs met meer dan 20 muziekstukken.
1 Plaats een compact disc. 2 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets tot het uitleesvenster “CD” aangeeft.
3 Druk enkele malen op de MODE
SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om in te stellen op “CD Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
5 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om in te stellen op “CD Edit Start ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
De vereiste bandlengte voor het opnemen van de gekozen compact disc verschijnt, gevolgd door de totale speelduur voor achtereenvolgens cassettekant A en B.
een muziekpassage op CD
— LOOP weergave
Tijdens afspelen kunt u een bepaalde muziekpassage enkele malen laten herhalen. Zo kunt u interessante effecten bereiken voor creatieve eigen opnamen.
, Druk tijdens afspelen op de LOOP toets
van de afstandsbediening bij het punt waar u de repeteerweergave wilt starten en houd de toets ingedrukt totdat u de normale weergave wilt laten doorgaan.
Instellen van de lengte van het repeteerfragment
Stel de lengte van de repeteerlus (LOOP 1~20) in door enkele malen op de V of v toets van de afstandsbediening te drukken terwijl u de LOOP toets ingedrukt houdt.
NL
30

Instellen van de weergave

Instelle

“Flits” weergave van een muziekpassage op CD

— FLASH weergave
Tijdens afspelen kunt u een bepaalde muziekpassage met plotseling opkomende en afvallende geluidssterkte weergeven. Zo kunt u interessante effecten bereiken voor creatieve eigen opnamen.
FLASH
V
Bb
v
, Druk tijdens afspelen op de FLASH
toets van de afstandsbediening bij het punt waar u de flits-weergave wilt starten en houd de toets ingedrukt totdat u de normale weergave wilt laten doorgaan.
v/V

Bijregelen van het geluid

U kunt het weergegeven geluid meer kracht geven door de bassen of het gehele klankbeeld extra te versterken. Ook is er een hoofdtelefoon­aansluiting om te luisteren zonder anderen te storen.
?/1
(Aan/uit­schakelaar)
GROOVE-EX
V-GROOVE
Diskjockey-effecten / Instellen van de weergave
Instellen van de weergave
Instellen van de lengte van de flits-weergavelus
Stel de lengte van de flits-weergavelus (FLASH 1~20) in door enkele malen op de V of v toets van de afstandsbediening te drukken terwijl u de FLASH toets ingedrukt houdt.
Gecombineerd gebruik van de LOOP en FLASH functies
Houd de LOOP en de FLASH toets tegelijk ingedrukt.
Opmerkingen
• In dit geval kunt u de lengte van de LOOP repeteerlus en de flits-weergavelus niet instellen. Indien gewenst, kunt u de lengte voor beide functies afzonderlijk vooraf instellen.
• Om het flits-effect op te nemen, gebruikt u de analoge (MD OUT) aansluitingen of het cassettedeck van deze stereo-installatie.
GROOVE
Extra vermogen voor het totaalgeluid (GROOVE)
Druk op de GROOVE toets. De geluidssterkte wordt verhoogd, de DBFB* basversterking komt op volle sterkte te staan, de instelling van de grafiek-toonregeling verandert en de GROOVE toets licht op. Druk nogmaals op de GROOVE toets om weer terug te keren naar de oorspronkelijke geluidssterkte.
* DBFB = Dynamic Bass Feedback (Dynamische
basversterking)
wordt vervolgd
31
NL
Bijregelen van het geluid (vervolg)
Extra versterken van de laagste bassen (V-GROOVE)
Druk op de V-GROOVE toets. De laagste tonen van de muziek worden extra versterkt, de DBFB basversterking wordt op volle sterkte gezet, de curve van de grafiek-toonregeling verandert, er wordt een loudness-effect toegevoegd en de V-GROOVE toets licht op. Druk nogmaals op de V-GROOVE toets om terug te keren naar de oorspronkelijke klank.

Kiezen van een vaste akoestiek-instelling

Met behulp van het akoestiek-menu kunt u het klankbeeld aanpassen aan de muziek waar u naar luistert.
Keuze van een effect uit het akoestiek-menu
Voor de meest heldere klank (GROOVE-EX)
Druk op de GROOVE-EX toets. De hogere tonen van de muziek worden extra versterkt, de DBFB basversterking wordt op volle sterkte gezet, de curve van de grafiek-toonregeling verandert, er wordt een loudness-effect toegevoegd en de GROOVE-EX toets licht op. Druk nogmaals op de GROOVE-EX toets om terug te keren naar de oorspronkelijke klank.
?/1
(Aan/uit­schakelaar)
V
Bb
v
Instelknop
PUSH ENTER 1
FILE SELECT MODE SELECT
ENTER
B/b
32
NL
1 Druk enkele malen op de MODE
SELECT toets om in te stellen op “Sound Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
2 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “File Select” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op het gewenste akoestiekeffect.
De naam van het akoestiekeffect verschijnt in het uitleesvenster.
Zie de tabel onder “Akoestiek-menu” in de kolom hiernaast.
Uitschakelen van het akoestiek­effect
Volg de aanwijzingen en kies in stap 2 de “Effect Off” stand.
Akoestiek-menu
Akoestiek-effect
ROCK POP JAZZ DANCE SOUL
ORIENTAL ACTION DRAMA GAME SF
P FILE 1~5
Voor
Standaard muziekbronnen
Geluid van speelfilms en speciale luistersituaties
Eigen instellingen (Personal file)*
Instellen van de weergave
4 Druk op de PUSH ENTER toets.
Uitschakelen van de menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
Tip
Bij gebruik van de afstandsbediening drukt u net zovaak op de FILE SELECT toets totdat het gewenste effect wordt aangegeven.
* U kunt ook zelfgemaakte akoestiek-instellingen in
het geheugen vastleggen (zie “Vastleggen van uw eigen akoestiek-instellingen” op blz. 37).
33
NL
34

Omschakelen van de spectrum analyzer aanduidingen

Tijdens het luisteren naar muziek kunt u de meest dynamische spectrum analyzer aanduidingen kiezen.
?/1
(Aan/uit-schakelaar)
1 Druk enkele malen op de MODE
SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
2 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om in te stellen op “Display Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om in te stellen op “Spectrum Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
NL
Instelknop
PUSH ENTER 1
4 Druk de instelknop zo vaak als nodig
naar b of B om het gewenste effect te kiezen en leg dit vast met een druk op de PUSH ENTER toets.
Telkens wanneer u de instelknop naar b of B drukt, verspringt de aanduiding in het uitleesvenster als volgt:
Spectrum 1
Y
Spectrum 2
Y
Spectrum 3
Y
Spectrum Off
Uitschakelen van de menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
Bijregelen van de helderheid van het uitleesvenster
Kies in stap 3 hierboven de stand “Dimmer Set Up ?”. Druk de instelknop zo vaak als nodig naar b of B om de gewenste helderheid te kiezen en leg deze vast met een druk op de PUSH ENTER toets.
Telkens wanneer u de instelknop naar b of B drukt, verandert de helderheid van het uitleesvenster als volgt:
Dimmer Off
Y
Dimmer 1
Y
Dimmer 2
Y
Dimmer 3
Y
Dimmer 4
Y
Dimmer 5
Controleren van het frequentieniveau
De geluidssterktemeters in het uitleesvenster stijgen en dalen volgens de sterkte van de beat (hoge frequenties en lage frequenties).
Meter voor lage frequenties (rond
40Hz
100 Hz)
100Hz
Meter voor hoge frequenties (rond
100Hz 6kHz
6 kHz)

Weergave met een ruimtelijk effect

U kunt de muziek weergeven met een fraai ruimtelijk akoestiekeffect.
?/1
(Aan/uit-schakelaar)
CINEMA SPACE
Tip
Als u het effect met een bepaalde geluidsbron altijd wilt gebruiken, kunt u het vastleggen in het geheugen (zie “Vastleggen van uw eigen akoestiek-instellingen” op blz. 37).
Opmerking
Wanneer u een ander akoestiekeffect kiest, zal het ruimtelijk SURROUND effect worden uitgeschakeld.
Bijregelen van de parameters voor het CINEMA SPACE akoestiekeffect
Voor het CINEMA akoestiekeffect kunt u de gesimuleerde afstand en de balans van de nagalm zo bijregelen dat u kunt kiezen uit verschillende zitplaatsen, als het ware.
1 Druk op de CINEMA SPACE toets om het
“CINEMA SPACE” akoestiekeffect te kiezen.
2 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Sound Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “Cinema Space” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar v of V
om uw zitplaats dichterbij of verderaf te kiezen ten opzichte van het klankbeeld (in 3 stappen).
Instellen van de weergave
, Druk enkele malen achtereen op de
CINEMA SPACE toets om in te stellen op het gewenste akoestiekeffect.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de akoestiekaanduiding in het uitleesvenster als volgt:
t CINEMA SPACE*
r
SURROUND ON**
r
SURROUND OFF
* CINEMA SPACE is het akoestiekeffect
dat speciaal bestemd is voor speelfilms.
**Hierbij verschijnt “ ” in het
uitleesvenster.
5 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om de ruimtelijkheid van het akoestiekeffect te kiezen (uit 7 niveaus).
6 Druk op de PUSH ENTER toets.
Uitschakelen van de menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
Opmerking
In de volgende gevallen zal het CINEMA SPACE akoestiekeffect niet werken:
– bij weergave via een hoofdtelefoon –
wanneer het TAPE B deck in de REC PAUSE stand staat
– tijdens opnemen op het TAPE B deck.
35
NL

Bijregelen met de grafiek-toonregeling

Met de grafiek-toonregeling kan het niveau van de diverse frequentiebanden naar wens verhoogd of verlaagd worden.
Alvorens te beginnen, kiest u een bepaalde akoestiek-instelling die gebruikt wordt als basis voor de bijregeling van de klank.
?/1
(Aan/uit-schakelaar)
Instelknop PUSH ENTER
2
3 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “Equalizer Control” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om een frequentieband te kiezen (5 stappen).
5 Druk de instelknop enkele malen naar v
of V om het niveau naar wens in te stellen (9 stappen).
36
1 Kies de akoestiek-instelling die gebruikt
wordt als basis voor de bijregeling (zie de paragraaf “Kiezen van een vaste akoestiek-instelling” op blz 32).
2 Druk enkele malen op de MODE
SELECT toets om in te stellen op “Sound Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
NL
6 Herhaal de stappen 4 en 5. 7 Druk op de PUSH ENTER toets nadat u
de gewenste bijregeling heeft gemaakt.
Uitschakelen van de menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
Opmerking
Als u een andere akoestiek-instelling kiest, komt de gemaakte bijregeling te vervallen (dit is niet het geval als “Effect Off” wordt gekozen). Wilt u de instellingen bewaren voor toekomstig gebruik, leg deze dan vast in het geheugen van de stereo­installatie. (Zie “Vastleggen van uw eigen akoestiek­instellingen” op blz. 37.)
Vastleggen van uw eigen akoestiek­instellingen
— PERSONAL FILE functie
Na het samenstellen van uw eigen akoestiek­instellingen (met behulp van de grafiek­toonregeling en het ruimtelijk rondom-effect) kunt u deze in het geheugen van de stereo-installatie vastleggen. Deze PERSONAL FILE akoestiekinstellingen kunt u dan later telkens weer gebruiken voor het beluisteren van een favoriete cassette, CD of radio-uitzending. U kunt vijf zelfgemaakte akoestiekinstellingen vastleggen.
Alvorens te beginnen, kiest u een bepaalde akoestiekinstelling die gebruikt wordt als basis voor de bijregeling van het geluid.
?/1
(Aan/uit­schakelaar)
Instelknop
PUSH ENTER 2
2 Druk enkele malen op de MODE
SELECT toets om in te stellen op “Sound Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “P File Memory” en druk op de PUSH ENTER toets.
In het uitleesvenster verschijnt een nummer voor het zelfgemaakte akoestiekpatroon.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om het gewenste nummer (P FILE 1~5) te kiezen voor opslag van uw bijgeregelde akoestiekpatroon.
5 Druk op de PUSH ENTER toets.
Het bijgeregelde akoestiekeffect is nu vastgelegd onder het gekozen nummer. Het voorheen op deze plaats vastgelegde akoestiekpatroon wordt gewist en vervangen door de nieuwe instellingen.
Instellen van de weergave
1 Regel de gekozen akoestiekinstelling
naar uw eigen smaak bij met de grafiek­toonregeling (zie blz. 36) en het ruimtelijk rondom-effect (zie blz. 35).
Uitschakelen van de menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
Oproepen van een zelfgemaakt akoestiekpatroon
1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Sound Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “File Select” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op het zelfgemaakte akoestiekpatroon van uw keuze (P FILE 1~5).
4 Druk op de PUSH ENTER toets. Tip
De vastgelegde akoestiekinstellingen blijven ook als de stroom uitvalt of de stekker uit het stopcontact zaakt zeker een halve dag lang in het geheugen bewaard.
37
NL

Extra functies

Gebruik van het Radio Data Systeem (RDS)

(Alleen voor het Europese model)
Welke mogelijkheden biedt het RDS informatiesysteem?
De RDS (Radio Data Systeem) is een digitaal radio-informatiesysteem waarmee radiozenders naast de gewone radio-uitzendingen allerlei nuttige informatie kunnen uitzenden. De ingebouwde tuner biedt enkele handige RDS functies, zoals de aanduiding van de naam van de radiozender in het uitleesvenster en het opzoeken van radiozenders aan de hand van het soort programma dat ze uitzenden. De RDS is alleen beschikbaar voor FM zenders.*
Opmerking
De RDS informatie zal niet altijd goed te ontvangen zijn, als de zender waarop u hebt afgestemd niet goed doorkomt of als de signaalsterkte onvoldoende is.
* Niet alle FM radiozenders geven RDS informatie
door, en de zenders die dit wel doen bieden niet alle dezelfde soorten informatie. Voor nadere bijzonderheden omtrent de in uw woongebied beschikbare RDS informatie kunt u het best contact opnemen met de plaatselijk actieve radiozenders.
Ontvangst van RDS uitzendingen
, Kies eenvoudigweg een radiozender uit
de FM band. Bij afstemming op een zender die RDS informatie uitzendt, zal automatisch de zendernaam samen met de RDS indicator in het uitleesvenster verschijnen.
Aangeven van RDS informatie in het uitleesvenster
Telkens wanneer u op de DISPLAY toets drukt, verspringt de aanduiding in het uitleesvenster als volgt:
t Zendernaam*
r
Afstemfrequentie
r
Programmatype*
r
Tijdsaanduiding
r
Gekozen geluidseffect of “EFFECT ON (OFF)”
* Als er geen RDS informatie wordt ontvangen, kan
de zendernaam en het programmatype niet in het uitleesvenster worden aangegeven.
Opzoeken van een radiozender aan de hand van het programmatype (PTY)
U kunt een radiozender van uw keuze uit de FM afstemband opzoeken door in te stellen op het gewenste programmatype. De tuner stemt dan af op een uitzending van het gekozen type, verzorgd door een van de RDS zenders die zijn vastgelegd in het afstemgeheugen van de tuner.
?/1
(Aan/uit­schakelaar)
Instelknop
PUSH ENTER 21
38
x
NL
1 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets totdat er “TUNER” in het uitleesvenster verschijnt.
2 Druk enkele malen op de MODE
SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “TUNER Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “PTY Select ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
5 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op het gewenste programmatype. Zie het nevenstaande “Overzicht van de programmatypes”.
6 Druk op de PUSH ENTER toets.
De tuner doorloopt dan de vooringestelde RDS radiozenders, op zoek naar het gekozen soort programma (hierbij verschijnen afwisselend de aanduidingen “SEARCH” en het gekozen programmatype).
Wanneer de tuner het soort programma vindt dat u hebt gekozen, gaat het voorkeurzendernummer knipperen.
7 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B totdat de gewenste radiozender wordt aangegeven.
8 Druk nogmaals op de PUSH ENTER
toets terwijl het voorkeurzendernummer nog knippert.
Uitschakelen van de menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
Uitschakelen van de PTY programmatype-zoekfunctie
Druk op de x stoptoets.
Overzicht van de programmatypes (PTY)
NEWS
Nieuwsbulletins.
AFFAIRS
Actualiteiten-programma’s die op de achtergronden van het huidige nieuws ingaan.
INFO
Uitzendingen over consumentenzaken, medisch advies e.d.
SPORT
Sportverslagen, uitslagen e.d.
EDUCATE
Educatieve programma’s, met wetenswaardigheden, praktische tips en advies op allerlei gebied.
DRAMA
Hoorspelen en radioseries.
CULTURE
Programma’s over nationale en regionale cultuur.
SCIENCE
Programma’s over natuurwetenschappen en technologie.
VARIED
Gevarieerd amusement, zoals interviews met bekende persoonlijkheden, quizprogramma’s en komedies.
POP M
Populaire muziek.
ROCK M
Moderne serieuze muziek.
EASY M
Easy listening muziek.
LIGHT M
Lichte klassieke muziek voor een breed publiek zowel vocale als instrumentale muziek.
CLASSICS
Uitvoeringen van klassieke orkestwerken, kamermuziek, opera, enz..
OTHER M
Muziek die niet is onder te brengen in één van de andere muzikale categorieën, rhythm­and-blues, reggae, enz.
WEATHER
Weerbericht.
FINANCE
Beursberichten, financieel en zakennieuws.
wordt vervolgd
Extra functies
NL
39
Gebruik van het Radio Data Systeem (RDS) (vervolg)
Met muziek in slaap
CHILDREN
Kinderprogramma’s.
SOCIAL
Programma’s over mensen en hun bezigheden.
RELIGION
Programma’s over godsdienst en religieuze zaken.
PHONE IN
Programma’s waarin luisteraars via de telefoon of in een publiek forum kunnen reageren.
TRAVEL
Programma’s over reizen. Niet voor aankondigingen die met de TP/TA verkeersinformatiefuncties te vinden zijn.
LEISURE
Programma’s over vrijetijdsbesteding en hobbies als vissen, tuinieren, koken e.d.
JAZZ
Jazz en geïmproviseerde muziek.
COUNTRY
Country & western muziek.
NATION M
Programma’s met de nationale of streekmuziek van een bepaald gebied.
OLDIES
Hits van vroeger.
FOLK M
Volksmuziekprogramma’s.
DOCUMENT
Documentaires.
TEST
Testsignaal voor nooduitzendingen.
ALARM
Nooduitzendingen.
NONE
Ieder type uitzending dat niet onder een van de bovengenoemde categorieën valt.
vallen
— Sluimerfunctie
U kunt de stereo-installatie na een zelf te kiezen periode automatisch laten uitschakelen, zodat u gerust met muziek in slaap kunt vallen (dit noemen we de sluimerfunctie). De sluimerduur is instelbaar in stappen van 10 minuten.
SLEEP
, Druk op de SLEEP toets van de
afstandsbediening.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de minuten-aanduiding (de sluimerduur of tijd tot het uitschakelen) als volgt:
Auto t 90min t 80min t 70min tt 10min t Off t Auto …
Als u de “Auto” instelling kiest
De stereo-installatie wordt uitgeschakeld wanneer de huidige compact disc of cassette is afgelopen (maximaal na 100 minuten).
Controleren van de resterende sluimertijd
Druk eenmaal op de SLEEP toets van de afstandsbediening.
Wijzigen van de sluimertijd tijdens gebruik van de sluimerfunctie
Druk enkele malen op de SLEEP toets van de afstandsbediening om de gewenste tijd tot het uitschakelen te kiezen.
40
Opmerking
De aanduiding “No PTY” zal verschijnen als er geen zender is die het door u gekozen programmatype uitzendt.
NL
Uitschakelen van de sluimerfunctie
Druk net zovaak op de SLEEP toets van de afstandsbediening tot de aanduiding “Sleep Off” verschijnt.

Met muziek gewekt worden

— Wekfunctie
U kunt de stereo-installatie automatisch op een vooraf gekozen tijdstip laten inschakelen, zodat u ’s ochtends met muziek gewekt wordt. Voor het gebruik van deze wekfunctie moet wel eerst de ingebouwde klok op de juiste tijd zijn ingesteld (zie “Stap 2: Gelijkzetten van de klok” op blz. 6).
11
Instelknop PUSH ENTER
3
2 Stel de geluidssterkte naar wens in. 3 Druk enkele malen op de MODE
SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “Timer Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
5 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “Timer Set ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
De aanduiding “Set Daily 1” verschijnt.
6 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “Daily 1 (of 2)” en druk op de PUSH ENTER toets.
De aanduiding “On” verschijnt en de uren­cijfers voor de inschakeltijd gaan knipperen.
DAILY 1
Extra functies
1 Breng de geluidsbron waarmee u
gewekt wilt worden in gereedheid.
Compact disc: Leg een CD in de disc-lade. Als u wilt beginnen met een bepaald muziekstuk, maakt u een muziekprogramma (zie “Programmaweergave van muziekstukken op CD” op blz. 24).
Cassette: Steek een cassette in het deck met de gewenste cassettekant naar u toe gericht.
Radio: Stem af op de gewenste voorkeurzender (zie “Luisteren naar de radio” op blz. 14).
2
7 Stel het tijdstip in waarop u door de
stereo-installatie gewekt wilt worden.
Druk de instelknop enkele malen naar v of V om het juiste uur te kiezen en druk dan op de PUSH ENTER toets.
Nu gaan de minuten-cijfers voor de opname­aanvangstijd knipperen.
Druk de instelknop enkele malen naar v of V om de juiste minuut te kiezen en druk weer op de PUSH ENTER toets.
wordt vervolgd
DAILY 1
41
NL
Met muziek gewekt worden (vervolg)
8 Stel op dezelfde wijze als bij stap 7 de
tijd in waarop u wilt stoppen met afspelen.
9 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om de gewenste geluidsbron te kiezen.
Telkens wanneer u de instelknop zijwaarts naar b of B drukt, verspringt de aanduiding in het uitleesvenster als volgt.
t TUNER y CD Play T
t TAPE Play T
10 Druk op de PUSH ENTER toets.
In het uitleesvenster verschijnen nu de geldende wekfunctie (Daily 1 of Daily 2) en dan de door u gekozen inschakeltijd, de uitschakeltijd en de geluidsbron, gevolgd door de oorspronkelijke aanduidingen.
11 Schakel de stereo-installatie uit.
Uitschakelen van de menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “Timer Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “Timer Select ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “Timer Off” en druk op de PUSH ENTER toets.
Tip
15 seconden voordat de ingestelde tijd wordt bereikt, zal de stereo-installatie worden ingeschakeld.
Opmerkingen
• De DAILY 1 en DAILY 2 wekfuncties zijn niet tegelijk te gebruiken.
• Voor de inschakeltijd en de uitschakeltijd kunt u niet hetzelfde tijdstip kiezen.
• Wanneer u de sluimerfunctie hebt ingeschakeld, kan de Daily wekfunctie niet werken zolang de sluimerfunctie de stereo-installatie nog niet heeft uitgeschakeld.
• Het is niet mogelijk de Daily wekfunctie en de schakelklok-opname op hetzelfde tijdstip in te stellen.
42
Controleren van de wekfunctie­instellingen
1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “Timer Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “Timer Select ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op de instelling die u wilt controleren (“Daily 1” of “Daily 2”) en druk op de PUSH ENTER toets.
Als u de instelling wilt wijzigen, volgt u weer de aanwijzingen vanaf stap 1 op blz. 41.
Uitschakelen van de schakelklok-wekfunctie
1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
NL

Schakelklok-opname van radio-uitzendingen

U kunt de schakelklok instellen voor het op cassette opnemen van een radio-uitzending op een bepaalde tijd, maar dan moet de radiozender wel in het afstemgeheugen zijn vastgelegd (zie “Stap 3: Vastleggen van uw favoriete radiozenders” op blz.8) en moet de klok op de juiste tijd zijn ingesteld (zie “Stap 2: Gelijkzetten van de klok” op blz.6).
Instelknop
PUSH ENTER 29
4 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “Timer Set ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
De aanduiding “Set Daily 1” verschijnt.
5 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “Set REC” en druk op de PUSH ENTER toets.
De aanduiding “On” verschijnt en de uren­cijfers voor de inschakeltijd gaan knipperen.
REC
6 Stel het tijdstip in waarop u wilt
beginnen met opnemen.
Druk de instelknop enkele malen naar v of V om het juiste uur te kiezen en druk dan op de PUSH ENTER toets.
Nu gaan de minuten-cijfers voor de opname­aanvangstijd knipperen.
REC
Druk de instelknop enkele malen naar v of V om de juiste minuut te kiezen en druk
weer op de PUSH ENTER toets.
Extra functies
8
1 Stem af op de voorkeurzender waarvan
u een uitzending wilt opnemen (zie “Luisteren naar de radio” op blz. 14).
2
Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “Timer Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
wordt vervolgd
43
NL
Schakelklok-opname van radio­uitzendingen (vervolg)
7 Stel op dezelfde wijze als bij stap 6 de
tijd in waarop u wilt stoppen met opnemen.
In het uitleesvenster verschijnen nu de door u gekozen inschakeltijd, de uitschakeltijd, en het nummer van de voorkeurzender waarvan u een uitzending wilt opnemen (bijvoorbeeld “TUNER FM 5”), gevolgd door de oorspronkelijke aanduidingen.
8 Steek een voor opnemen geschikte
cassette.
9 Schakel de stereo-installatie uit.
Wanneer het opnemen begint, wordt de geluidsweergave automatisch gedempt.
Uitschakelen van de menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
Controleren van de schakelklokopname-instellingen
1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “Timer Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “Timer Select ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “REC” en druk op de PUSH ENTER toets.
Als u de instelling wilt wijzigen, volgt u weer de aanwijzingen vanaf stap 1 op blz. 43.
Uitschakelen van de schakelklok-functie
1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “Timer Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “Timer Select ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “Timer Off” en druk op de PUSH ENTER toets.
Opmerkingen
• Als de stereo-installatie op de ingestelde opname­aanvangstijd reeds ingeschakeld is, zal er geen opname plaatsvinden.
• Voor de inschakeltijd en de uitschakeltijd kunt u niet hetzelfde tijdstip kiezen.
• Wanneer u de sluimerfunctie hebt ingeschakeld, kan de wekfunctie niet werken zolang de sluimerfunctie de stereo-installatie nog niet heeft uitgeschakeld.
• Het is niet mogelijk de schakelklok-opname en de Daily wekfunctie op hetzelfde tijdstip in te stellen.
44
NL

Externe apparatuur

Aansluiten van audio­apparatuur
Kies een van de volgende aansluitmethoden, afhankelijk van de apparatuur die u heeft. Zie voor nadere bijzonderheden tevens de gebruiksaanwijzing van elk aan te sluiten apparaat.
Aansluiten van een minidisc­recorder voor het maken van digitale opnamen
Sluit de minidisc-recorder via een optische kabel aan voor het maken van digitale opnamen van CD’s op minidisc.
Aansluiten van een minidisc­recorder voor het maken van analoge opnamen
Steek de stekkers in de aansluitbussen met dezelfde kleur. Voor het luisteren naar de weergave van de aangesloten minidisc-recorder, drukt u meermalen op de FUNCTION keuzeschakelaar tot in het uitleesvenster de aanduiding “MD” verschijnt.
Naar de audio-uitgangen van de minidisc-recorder
Naar de audio-ingangen van de minidisc-recorder
Externe apparatuur
Naar de digitale ingangsaansluiting van de minidisc-recorder
wordt vervolgd
45
NL
Aansluiten van audio-apparatuur (vervolg)
Aansluiten van een
Aansluiten van een ultralaag­luidspreker
U kunt op dit apparaat ook een los verkrijgbare “superwoofer” ultralage-tonen luidspreker aansluiten.
Naar de ultralaag-luidspreker
Aansluiten van een hoofdtelefoon
Sluit een hoofdtelefoon aan op de PHONES aansluiting. Wanneer de hoofdtelefoon is aangesloten, zal er geen geluid via de luidsprekers te horen zijn.
videorecorder
Steek de stekkers in de aansluitbussen met dezelfde kleur. Voor het luisteren naar het geluid van de aangesloten videorecorder, drukt u meermalen op de FUNCTION keuzeschakelaar tot in het uitleesvenster de aanduiding “VIDEO” verschijnt. Zie voor nadere bijzonderheden tevens de gebruiksaanwijzing van het aan te sluiten apparaat.
Naar de audio-uitgang van de videorecorder
46
NL
?/1
(Aan/uit­schakelaar)
PHONES
Opmerking
Voor het aansluiten van een VIDEO-CD speler verbindt u de audio-uitgangen van de VIDEO-CD speler met de MD IN ingangsaansluitingen van dit apparaat.
Aansluiten van
Aansluiten van
akoestiekluidsprekers
Sluit de luidsprekersnoeren van de akoestiekluidsprekers aan op de hiervoor bestemde SURROUND SPEAKER aansluitingen. Verbind de eenkleurige draden met de rode aansluitbussen en de gestreepte draden met de zwarte aansluitbussen.
Houd de luidsprekersnoeren uit de buurt van de antennes en antennesnoeren, om storing in de ontvangst te vermijden.
Sluit hierop de rechter akoestiekluidspreker aan.
Sluit hierop de linker akoestiekluidspreker aan.
buitenantennes
Voor de beste radio-ontvangst is het aanbevolen een of meer buitenantennes aan te sluiten. Zie voor nadere bijzonderheden tevens de gebruiksaanwijzing van het aan te sluiten apparaat.
FM-antennes
Sluit een los verkrijgbare FM-buitenantenne aan. U kunt ook gebruik maken van een TV-antenne.
Aansluiting type A
75-ohm coaxiaalkabel (niet bijgeleverd)
Aansluiting type B
IEC standaard antennestekker (niet bijgeleverd)
FM75 COAXIAL
AM
FM75
AM
Externe apparatuur
Opmerking
Als u akoestiekluidsprekers gebruikt, sluit dan in elk geval zowel een linker als een rechter luidspreker aan. Een enkele akoestiekluidspreker zal geen geluid weergeven.
wordt vervolgd
47
NL
Aansluiten van buitenantennes (vervolg)
AM-antennes
Sluit een geïsoleerde draad van 6 tot 15 meter lengte aan op de AM antenne-aansluiting. Laat tevens de bijgeleverde AM-kaderantenne aangesloten.
Aansluiting type A
Geïsoleerde draad (niet bijgeleverd)
FM75
Aansluiting type B
Geïsoleerde draad (niet bijgeleverd)
FM75 COAXIAL
AM
48
NL

Aanvullende informatie

Voorzorgsmaatregelen

Stroomvoorziening
Controleer, alvorens de stereo-installatie in gebruik te nemen, of de bedrijfsspanning van het apparaat overeenkomt met de plaatselijke netspanning.
Veiligheid
Zolang de stekker van het netsnoer in het stopcontact steekt, blijft er een geringe hoeveelheid stroom naar het apparaat lopen, ook al is het apparaat zelf uitgeschakeld.
Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u denkt het apparaat geruime tijd niet te gebruiken. Pak de stekker vast om deze uit het stopcontact te trekken. Trek nooit aan het snoer.
Mocht er vloeistof of een voorwerp in het inwendige van het apparaat terechtkomen, verbreek dan de aansluiting op het stopcontact en laat het appraat eerst door een deskundige nakijken alvorens dit weer in gebruik te nemen.
Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te vervangen, laat dit dan uitsluitend bij een erkende vakhandel verrichten.
Opstelling
• Zet de stereo-installatie op een plaats met voldoende ventilatie om oververhitting van de inwendige onderdelen te voorkomen, in het belang van een langdurige betrouwbare werking.
Zorg dat het apparaat zo goed mogelijk horizontaal staat.
• Plaats het apparaat ergens waar het niet blootgesteld wordt aan: — extreme hitte of koude — stof of vuil — erg veel vocht — heftige trillingen — directe zonnestraling.
Voorkomen van beschadiging
Als de stereo-installatie rechtstreeks van een koude in een
warme omgeving wordt gebracht of in een erg vochtige kamer wordt geplaatst, kan op de lens binnenin de compact disc speler vocht uit de lucht condenseren. Als dit zich voordoet, zal de stereo-installatie niet naar behoren functioneren. In zulke gevallen dient u de CD te verwijderen en het apparaat ongeveer een uur ingeschakeld maar ongebruikt aan te laten staan, zodat alle condensvocht kan verdampen.
Voor u de stereo-installatie verplaatst of vervoert, dient u de compact disc(s) uit het apparaat te verwijderen.
Mocht u vragen of problemen met uw stereo-installatie hebben, neemt u dan a.u.b. contact op met uw dichtstbijzijnde Sony handelaar of onderhoudsdienst.
Betreffende de omgang met compact discs
Veeg een CD voor het afspelen schoon met een niet pluizend reinigingsdoekje, vanuit het midden naar de rand. Berg elke CD na het afspelen weer in het bijbehorende doosje op.
Gebruik voor het reinigen geen oplosmiddelen als benzine of thinner, evenmin als reinigingsvloeistoffen of antistatische spray voor het reinigen van conventionele grammofoonplaten.
Zorg dat uw compact discs niet worden blootgesteld aan fel zonlicht of de hitte van een kachel of verwarmingsradiator; laat compact discs nooit achter in een afgesloten auto die in de volle zon geparkeerd staat.
Als u een compact disc afspeelt waarvan de label-kant plakkerig is, door lijm of andere klevende stoffen zoals speciale inkt e.d., bestaat het gevaar dat de CD of het label ervan blijft kleven aan het inwendige mechanisme van dit apparaat. Dan zult u de CD niet kunnen verwijderen en kan het apparaat defect raken. Let voor het afspelen altijd goed op dat de CD niet plakt. Gebruik geen CD’s waar het volgende mis mee is: —
Tweedehands of gehuurde CD’s met een etiket of sticker waarvan de rand omkrult of de lijm voorbij de sticker uitsteekt. Dit kan problemen bij het afspelen geven.
CD’s met een label dat in speciale inkt is gedrukt; als de inkt kleverig aanvoelt mag u de CD niet afspelen.
Reinigen van de behuizing
Maak de buitenkant van de apparatuur schoon met een zacht doekje, droog of licht bevochtigd met wat milde vloeibare zeep.
Beveiligen van uw bandopnamen tegen per ongeluk wissen
Om een cassette tegen abusievelijk wissen te beschermen, breekt u het wispreventienokje uit voor cassettekant A of B waarvan u de opnamen wilt beveiligen, zoals in de afbeelding is aangegeven.
Aanvullende informatie
Bandsoort­herkenningsopeningen
Nokje voor kant B Nokje voor kant A
Kant A
Ter beveiliging het wispreventienokje voor cassettekant A uitbreken
Als u een aldus beveiligde cassette later weer voor opname geschikt wilt maken, kunt u de ontstane opening(en) met een stukje plakband afdekken. Let bij het afplakken echter wel op dat de bandsoortopeningen voor het automatische bandsoort-detectiesysteem niet afgedekt worden.
Bandsoort: CrO2/metaalband normaalband
Bandsoort-herkenningsopeningen
wordt vervolgd
49
NL
Voorzorgsmaatregelen (vervolg)
Alvorens de cassette in het cassettedeck te plaatsen
Trek een eventuele lus in de band strak. Dit om te voorkomen dat de band zich rondom de onderdelen wikkelt, met beschadiging van de band en het cassettedeck als gevolg.
Betreffende het gebruik van cassettes langer dan 90 minuten
De band van deze cassettes is erg dun. Bij gebruik van deze cassettes wordt het afgeraden veelvuldig en snel achter elkaar om te schakelen tussen afspelen, stoppen, snelspoelen e.d., aangezien de band kan uitrekken of verstrikt kan raken.
Reinigen van de koppen
De koppen van het cassettedeck dienen om de tien gebruiksuren gereinigd te worden, anders kunnen de volgende problemen ontstaan:
— verminderde geluidskwaliteit — verminderde geluidssterkte — wegvallend geluid — onvolledig wissen
— tegenvallende opnameresultaten. Om verzekerd te kunnen zijn van de beste geluidskwaliteit, verdient het aanbeveling de koppen vóór iedere belangrijke opname te reinigen en ook nadat u een oude cassette heeft afgespeeld. Gebruik voor het reinigen een los verkrijgbare reinigingscassette (droog type of vloeistof-type). Zie de handleiding van de reinigingscassette voor nadere aanwijzingen.
Demagnetiseren van de koppen
De koppen en alle metalen onderdelen waarmee de band in aanraking komt, dienen om de 20 tot 30 gebruiksuren gedemagnetiseerd te worden met een in de handel verkrijgbaar demagnetiseerapparaat. Zie de handleiding van het demagnetiseerapparaat voor nadere bijzonderheden.

Verhelpen van storingen

Mocht zich een probleem voordoen met de stereo­installatie, neemt u dan de volgende lijst met controlepunten door.
Controleer echter eerst of het netsnoer stevig is aangesloten en of alle aansluitingen van de luidsprekers in orde zijn.
Is het probleem niet zo eenvoudig te verhelpen, neem dan a.u.b. contact op met uw dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Algemeen
Er beginnen aanduidingen in het uitleesvenster te knipperen wanneer u de stekker in het stopcontact steekt, terwijl u de stereo-installatie nog niet heeft ingeschakeld (demonstratiefunctie).
• Druk de DISPLAY toets eenmaal in terwijl de installatie uit staat. De demonstratie verdwijnt dan.
De tijdinstelling/voorkeurzenders/ schakelklok-instellingen zijn vervallen.
• De stekker is langer dan een halve dag uit het stopcontact geweest of er is een langdurige stroomonderbreking geweest. Doe opnieuw het volgende:
— “Stap 2: Gelijkzetten van de klok” op blz. 6 — “Stap 3: Vastleggen van uw favoriete
radiozenders” op blz. 8
Als u bovendien de schakelklok had ingesteld, volgt u tevens de aanwijzingen onder “Met muziek gewekt worden” op blz. 41 en/of “Schakelklok-opname van radio­uitzendingen” op blz. 43.
Er klinkt geen geluid.
• Draai de VOLUME regelaar rechtsom.
• Wellicht is er een hoofdtelefoon aangesloten.
• Let erop dat u alleen het vrijgemaakte uiteinde van het luidsprekersnoer in de SPEAKER aansluiting steekt. Als u het snoer te ver naar binnen steekt, is er een kans dat de isolatie van het snoer een goed contact verhindert.
• Tijdens een schakelklok-opname wordt er geen geluid weergegeven.
50
NL
Hevige bromtoon of ander storend geluid.
• De stereo-installatie staat te dicht bij een TV of videorecorder. Zet de stereo-installatie verder van de TV of videorecorder vandaan.
Er knippert “--:--” in het uitleesvenster.
• De stroomvoorziening is onderbroken geweest. Stel de klok weer op de juiste tijd in en leg uw voorkeurzenders opnieuw in het geheugen vast.
De schakelklok-functies werken niet naar behoren.
• Stel de klok op de juiste tijd in.
Bij instellen op het “Timer Select ?” menu verschijnen de “Daily 1”, “Daily 2” en “REC” aanduidingen niet.
• Maak de schakelklok-instellingen zorgvuldig volgens de aanwijzingen.
• Stel de klok op de juiste tijd in.
De afstandsbediening werkt niet.
• Zorg dat er geen obstakels tussen de afstandsbediening en de stereo-installatie zijn.
• Richt de afstandsbediening, van niet al te ver, recht op de afstandsbedieningssensor van de stereo-installatie.
• Wellicht zijn de batterijen (bijna) leeg. Vervang beide batterijen door nieuwe.
Er is akoestische terugkoppeling (u hoort een rondzingende fluittoon).
• Verminder de geluidssterkte.
• Houd de microfoon verder van de luidsprekers vandaan of draai de microfoon in een andere richting.
Er is storing in de kleuren van het TV­beeld.
• Schakel het TV-toestel eenmaal uit en vervolgens na 15 à 30 minuten weer in. Als er na weer inschakelen geen verbetering in de kleurweergave zichtbaar is, zet de luidsprekers en de TV dan iets verder uit elkaar.
Om en om verschijnen de aanduidingen “PROTECT” en “PUSH POWER”.
Er is een te krachtig ingangssignaal doorgekomen. Druk op de stroom uit te schakelen, laat de stereo-installatie een tijdje uit staan en druk dan weer op de toets om het apparaat weer in te schakelen.
Als de aanduidingen “PROTECT” en “PUSH POWER” bij weer inschakelen nog steeds beurtelings knipperen, schakel dan eerst de stroom uit met de ?/1 schakelaar en controleer vervolgens de aansluiting van de luidsprekersnoeren.
?/1
toets om de
?/1
Luidsprekers
Geen geluid van één kanaal of onevenwichtige weergave van links en rechts.
• Controleer de luidspreker-aansluitingen en de opstelling van de luidsprekers.
Erg weinig lage tonen.
• Controleer of de + en – aansluitingen van de luidsprekersnoeren niet zijn verwisseld.
CD-speler
De disc-lade gaat niet dicht.
• De compact disc ligt niet goed in de disc­uitsparing.
Het afspelen van de compact disc begint niet.
• De compact disc ligt niet goed horizontaal in de disc-lade.
• Controleer of de compact disc vuil is.
De compact disc ligt ondersteboven in de disc-lade.
Er is vocht uit de lucht in het apparaat gecondenseerd. Verwijder de compact disc(s) en laat de stereo-installatie een uur lang ongebruikt aan staan, zodat het condensvocht kan verdampen.
De weergave begint niet bij het eerste muziekstuk.
• De compact disc speler staat ingesteld op programma-weergave of weergave in willekeurige volgorde. Kies de “1 Disc” of “All Discs” instelling in het “Play Mode” menu (zie blz. 23 en 25).
De aanduiding “Over” verschijnt in het uitleesvenster.
• Tijdens het snel doorzoeken is het einde van de compact disc bereikt. Druk op de m toets om terug te keren naar het muziek-gedeelte van de compact disc.
wordt vervolgd
Aanvullende informatie
NL
51
Verhelpen van storingen (vervolg)
Cassettedeck
Opnemen is niet mogelijk.
• Er is geen cassette in de houder aanwezig.
• Het wispreventienokje van de cassette is verwijderd (zie “Beveiligen van uw bandopnamen tegen per ongeluk wissen” op blz. 49).
• De band is geheel naar één kant opgespoeld.
Het is niet mogelijk op te nemen of weer te geven, of het geluidsvolume neemt af.
• Vuile bandkoppen. Reinig de koppen (zie “Reinigen van de koppen” op blz. 50).
• De bandkoppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen (zie “Demagnetiseren van de koppen” op blz. 50).
Eerdere opnamen worden onvoldoende gewist.
• De bandkoppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen (zie “Demagnetiseren van de koppen” op blz. 50).
Te veel snelheidsfluctuaties of het geluid valt weg.
• Vuil op de capstan-assen of aandrukrollen. Reinig deze onderdelen (zie “Reinigen van de koppen” op blz. 50).
Veel ruis of wissen van de hoge frequenties.
• De bandkoppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen (zie “Demagnetiseren van de koppen” op blz. 50).
Bij indrukken van de N (n) weergave toets of de A uitwerptoets verschijnt er “EJECT” in het uitleesvenster, dan klinkt er een mechanisch geluid en wordt het apparaat uitgeschakeld.
• De cassette is niet juist ingestoken. Neem de cassette uit de houder en schakel dan het apparaat weer in.
Tuner
Ernstige brom of andere storing in de radio-ontvangst (in het uitleesvenster knippert de “TUNED” of de “STEREO” aanduiding).
• Richt of verstel de antenne.
• De ontvangen zender komt te zwak door. Sluit een buitenantenne aan.
Een stereo FM uitzending wordt niet in stereo weergegeven.
• Kies de “Stereo” instelling in het “Stereo Mono ?” menu.
Als er zich andere problemen voordoen, die hierboven niet zijn beschreven, kunt u de stereo­installatie als volgt terugstellen in de uitgangsstand:
1 Trek de stekker uit het stopcontact. 2 Steek de stekker weer in het stopcontact. 3 Druk de x, DISPLAY en DISC 5 toets tegelijk
in.
4 Druk op de ?/1 aan/uit-schakelaar om de
installatie in te schakelen.
De stereo-installatie is nu teruggesteld op de fabrieksinstellingen. Alle door u gemaakte instellingen, zoals de tijd, de voorkeurzenders en de schakelklok-instellingen zijn uit het geheugen gewist. Daarom zult u de gewenste instellingen opnieuw moeten maken.
52
NL

Technische gegevens

Versterker
DIN uitgangsvermogen (nominaal)
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie)
Muziekvermogen (referentie)
Ingangen VIDEO (AUDIO) IN: ingangsspanning 250 mV, (tulpstekkerbussen) impedantie 47 kOhm MD IN: ingangsspanning 450 mV, (tulpstekkerbussen) impedantie 47 kOhm
Uitgangen MD OUT: uitgangsspanning 250 mV (tulpstekkerbussen) impedantie 1 kOhm PHONES: voor hoofdtelefoons van (stereo klinkstekkerbus) 8 ohm of meer FRONT SPEAKER: voor luidsprekers met impedantie
SURROUND SPEAKER: voor luidsprekers met impedantie
SUPER WOOFER: uitgangsspanning 1 V, impedantie
80 + 80 watt (aan 8 ohm bij 1 kHz, DIN)
100 + 100 watt (aan 8 ohm bij 1 kHz, 10% THV)
170 + 170 watt (aan 8 ohm bij 1 kHz, 10% THV)
van 8 tot 16 ohm
van 16 ohm
1 kOhm
Compact disc speler
Afspeelsysteem Compact disc digitaal
Laser Halfgeleider laser
Laser-uitgangsvermogen Maximaal 44,6 µW*
Golflengte 780 – 790 nm Frequentiebereik 2 Hz – 20 kHz (± 0,5 dB) Signaal/ruisverhouding Meer dan 90 dB Dynamisch bereik Meer dan 90 dB CD OPTICAL DIGITAL OUT aansluiting (vierkante optische aansluitbus, achterpaneel) Golflengte 660 nm Uitgangsniveau –18 dBm
audiosysteem
(λ=780 nm) Emissieduur: continu
*Deze waarde is gemeten op een afstand van ca. 200 mm van het
lensoppervlak van het optisch blok, bij een diafragma van
7 mm.
Cassettedeck
Bandopnamesysteem 4 sporen, 2 kanalen stereo Frequentiebereik 40 – 13.000 Hz (± 3 dB), (zonder Dolby met Sony TYPE I ruisonderdrukking) cassette
Snelheidsfluctuaties ± 0,15% Gewogen piek (IEC)
40 – 14.000 Hz (± 3 dB), met Sony TYPE II cassette
0,1% W.RMS (NAB) ± 0,2% Gewogen piek (DIN)
Tuner-gedeelte
FM stereo, FM/AM superheterodyne afstemming
FM afstemtrap
Afstembereik 87,5 - 108,0 MHz
Antenne FM draadantenne Antenne-aansluitingen 75 ohm, asymmetrisch Tussenfrequentie 10,7 MHz
(50 kHz afsteminterval)
AM afstemtrap
Afstembereik Model voor Noord-Amerika:
Model voor Europa: 531 – 1.602 kHz (afsteminterval
Antenne AM kaderantenne Antenne-aansluitingen Aansluiting voor externe antenne Tussenfrequentie 450 kHz
530 – 1.710 kHz (afsteminterval 10 kHz)
531 – 1.710 kHz (afsteminterval 9 kHz)
9 kHz)
Aanvullende informatie
wordt vervolgd
53
NL
Technische gegevens (vervolg)
Luidsprekers (SS-ZX10)
Luidsprekersysteem 3-wegsysteem,
Luidsprekereenheden Lagetonen-luidspreker: 17 cm doorsnede,
Hogetonen-luidspreker: 5 cm doorsnede, conus-type Superhogetonen-luidspreker:
Nominale impedantie 8 ohm Afmetingen (b/h/d) Ca. 250 x 375 x 285 mm Gewicht Ca. 5,5 kg netto per luidspreker
in basreflexkast, magnetisch afgeschermd type
conus-type
4 cm doorsnede, conus-type
Algemeen
Stroomvoorziening Model voor Noord-Amerika:
Model voor Europa: 230 V wisselstroom,
Stroomverbruik Model voor de V.S.: 190 watt Model voor Canada: 195 watt Model voor Europa: 200 watt
Afmetingen (b/h/d) Ca. 250 x 375 x 395 mm
Gewicht Model voor de V.S.: ca. 11,5 kg Model voor Canada: ca. 11,5 kg Model voor Europa: ca. 11,0 kg
Bijgeleverd toebehoren: AM kaderantenne (1)
120 V wisselstroom, 60 Hz
50/60 Hz
FM draadantenne (1) Afstandsbediening (1) Batterijen (2) Luidsprekersnoeren (2) Voorluidspreker-voetjes (8)
Los verkrijgbare accessoires
Akoestiekluidsprekers SS-SR125
Luidsprekersysteem 1-weg breedbandluidspreker in
Luidsprekers: Breedband 8 cm ø conus-type Nominale impedantie 16 ohm Afmetingen (b/h/d) ca. 220 x 100 x 195 mm Gewicht ca. 1,0 kg netto per luidspreker
basreflexkast
54
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden, zonder kennisgeving.
NL

Toetsen op de afstandsbediening

U kunt deze stereo-installatie ook bedienen met de bijgeleverde afstandsbediening.
*: De gemarkeerde functies werken alleen met de
afstandsbediening.
TUNER
Afstandsbedie­ningstoets(en)
TUNER/BAND
./> (+, –)
m/M
COMPACT DISC SPELER
Afstandsbedie­ningstoets(en)
CD N x X ./>
m/M
DISC SKIP* LOOP*
FLASH*
Functie
Keuze van de FM of AM radio. Keuze van een
voorkeurzendernummer. Zoeken naar een zender of keuze
van een voorkeurzender.
Functie
Starten van de CD-weergave. Stoppen van de CD-weergave. Pauzeren van de CD-weergave. Keuze van een muziekstuk (AMS:
Automatische Muziek Sensor). Opzoeken van een gewenst punt in
een muziekstuk. Verwisselen van compact discs. Inschakelen van de LOOP
repeteerweergave. Inschakelen van de FLASH flits-
weergave.
CASSETTEDECK
Afstandsbedie­ningstoets(en)
TAPE A N TAPE B N
x ./>
m/M
Functie
Starten van de cassette-weergave. Bij elke druk op deze toets verandert de band van richting.
Stoppen van de cassette-weergave. Het begin van een muziekstuk
opzoeken (AMS zoekfunctie). De band snel vooruit- of
terugspoelen.
SCHAKELKLOK
Afstandsbedie­ningstoets(en)
SLEEP*
Functie
Instellen van de sluimerfunctie.
OVERIGE
Afstandsbedie­ningstoets(en)
?/1
VOL +/–
B/b/V/v
ENTER FUNCTION MODE SELECT FILE SELECT
Functie
In- en uitschakelen van de stereo­installatie.
Bijregelen van de geluidssterkte. Keuze van de menufuncties en hun
instellingen. Keuze van de geluidsbron. Openen van het bedieningsmenu. Keuze van een vastgelegd
akoestiekpatroon.
Aanvullende informatie
55
NL
56
NL

Index

A
Aanduidingen in het
uitleesvenster 21
Aansluiten 4-6, 45-48
antennes 5, 47 los verkrijgbare
apparatuur 45-48 stereo-installatie 4 stroomvoorziening 5
Afspelen
cassette 17 compact disc 11 gekozen volgorde
(programma­ weergave) 24
herhaalde weergave
willekeurige volgorde Afsteminterval 9 Akoestiek-instelling 32 Antennes 5, 47 Automatische geluidsbron-
keuze 12, 15, 19
B
Bandlengte-montage 30 Batterijen 6 Beveiligen van opnamen Bijregelen
geluidssterkte 12, 15,
18
geluidsweergave 31
luisterpositie voor
CINEMA SPACE
akoestiek 35
C
CD synchroon-opname 13 Compact disc speler
11, 21-25
D
Dagelijkse schakelklok-
instelling 41
Dimmen van de verlichting
34
22 23
49
E
Eén-toets weergavestart
12, 15, 19
F
FLASH functie 31
G
Geheugenafstemming 14 Gelijkzetten van de klok 6 Geluidsinstellingen 31
GROOVE 31 GROOVE-EX 32 V-GROOVE 32
H
Herhaalde weergave 22
I, J
Instelknop 7
K
Klok gelijkzetten 6
L
LOOP functie 30 Luisteren naar de radio 14
M
Montagefuncties 27, 30
N
Normale weergave 11
O
Opnemen
compact disc 13 radio-uitzending 16 schakelklok-opname
43
P, Q
PERSONAL FILE functie
37 Programma-montage 27 Programma-weergave 24 PTY programmatype 38
R
Radio Data Systeem 38 Radiozenders
afstemmen 14 voorinstellen 8
S
Schakelklok
inslapen met muziek 40
ontwaken met muziek 41
schakelklok-opname 41 Sluimerfunctie 40 Snel kopiëren van
bandopnamen 20
T
Terugstellen in
uitgangsstand 52 Tijdinstelling 6 Tuner 8, 14, 38
U
Uitleesvenster 21
V
Vastleggen van
voorkeurzenders 8 Verhelpen van storingen 50
W, X, Y
Wekfunctie 41 Willekeurige weergave 23 Wispreventienokje 49
Z
Zendernaam 38

Instellingen in de “Sound Mode” en “Set Up Mode” menu’s

De nummers tussen haakjes verwijzen naar de bladzijde(n) waar de instelling beschreven wordt.
Sound Mode
Effect OnpOff/OffpOn (33)
File Select (33)
P File Memory (37)
Equalizer Control (36)
Cinema Space (35)
*
Set Up Mode
CD Set Up ?
*
Repeat Set Up ? (22)
Play Mode Set Up ? (12)
CD Edit Start ? (30)
Program Set ? (24, 27)
PGM Check Clear (25, 29)
1)
2)
*
Mode End
Voor het uitschakelen van de menufuncties drukt u op de MODE SELECT toets.
• De met een sterretje (*) gemerkte instellingen zijn niet altijd beschikbaar, afhankelijk van de situatie.
De instellingen in een dubbel kader verschijnen niet in het menu. Voor keuze van een dergelijk onderdeel drukt u op de gelijknamige toets op het voorpaneel of de afstandsbediening.
• Om een bepaalde menu-instelling te beëindigen, stelt u in op “Mode End”.
1)
Kan niet worden gekozen tijdens afspelen van een CD.
2)
Kan niet worden gekozen tijdens programma-weergave van een CD.
TUNER Set Up ?
TAPE Set Up ?
Timer Set Up ?
Display Set Up ?
Mode End
*
Stereo Mono ? (15)
PTY Select ? (38)
TUNER Memory ? (8)
TUNER Erase ? (9)
Mode End
Direction Set Up ? (13, 16, 18, 20)
DOLBY NR Set Up ? (14, 17, 19)
Mode End
Clock Set ? (6)
Timer Set ? (41, 43)
Timer Select ? (42, 44)
Mode End
Spectrum Set Up ? (34)
*
*
*
*
*
Aanvullende informatie
Mode End
Dimmer Set Up ? (34)
Mode End
57
NL
Si dichiara che l’apparecchio è stato fabbricato in conformità all’art.2, Comma 1 del D.M. 28.08.1995 n.548. Sony International (Europe) GmbH Product Compliance Europe
ATTENZIONE
Per evitare il pericolo di incendi o scosse elettriche, non esporre l’apparecchio alla pioggia o all’umidità.
Per evitare scosse elettriche, non aprire il rivestimento. Per riparazioni rivolgersi esclusivamente a personale qualificato.
Non installare l’apparecchio in uno spazio chiuso, come una libreria o un mobiletto.
Questo apparecchio è classificato come prodotto LASER DI 1a CLASSE. L’etichetta CLASS 1 LASER PRODUCT è collocata all’esterno sul retro.
Questo sistema stereo è dotato del sistema di riduzione del rumore Dolby* tipo B. * Fabbricato su licenza della Dolby Laboratories
Licensing Corporation. DOLBY e il simbolo della doppia D ; sono marchi della Dolby Laboratories Licensing Corporation.
IT
2

Indice

Preparativi
Punto 1: Collegamento del sistema .......... 4
Punto 2: Regolazione dell’orario ............. 6
Punto 3: Preselezione delle stazioni
radio .................................................... 8
Per risparmiare corrente in modo
di attesa ............................................. 10
Operazioni basilari
Ascolto di compact disc .......................... 11
Registrazione da compact disc ................ 13
Ascolto della radio .................................. 14
Registrazione dalla radio......................... 16
Riproduzione di nastri ............................. 17
Registrazione da un nastro ...................... 20
Lettore CD
Uso delle indicazioni CD ........................ 21
Per riprodurre ripetutamente i brani ........ 22
Per riprodurre i brani in ordine casuale... 23
Per programmare i brani ......................... 24
Piastra a cassette
Registrazione manuale di nastri .............. 26
Per registrare da compact disc specificando
l’ordine dei brani .............................. 27
Effetti da DJ
Per ripetere ciclicamente una parte ......... 30
Per lampeggiare una parte ....................... 31
Regolazioni del suono
Regolazione del suono ............................ 31
Selezione della memoria di effetto audio
preselezionata ................................... 32
Per cambiare la visualizzazione
dell’analizzatore di spettro ............... 34
Selezione degli effetti surround .............. 35
Controllo dell’equalizzatore grafico ....... 36
Creazione di una memoria personale di
effetto audio...................................... 37
Altre funzioni
Uso del sistema dati radio (RDS)*.......... 38
Per addormentarsi al suono della
musica............................................... 40
Per svegliarsi al suono della musica ....... 41
Registrazione a timer di programmi
radio .................................................. 43
Componenti opzionali
Collegamento di componenti audio ........ 45
Collegamento di un videoregistratore ..... 46
Collegamento di diffusori surround ........ 47
Collegamento di antenne esterne ............ 47
Altre informazioni
Precauzioni .............................................. 49
Soluzione di problemi ............................. 50
Caratteristiche tecniche ........................... 53
Identificazione delle parti del
telecomando...................................... 55
Indice analitico ........................................ 56
Voci di “Sound Mode” e
“Set Up Mode” ................................. 57
IT
* Solo modello per l’Europa
IT
3

Preparativi

Punto 1: Collegamento del sistema
Eseguire i punti da 1 a 3 del seguente procedimento per collegare il sistema usando i cavi e gli accessori in dotazione.
Antenna AM a telaio
Antenna FM
2
1
Diffusore anteriore
(destro)
1 Collegare i diffusori anteriori.
Collegare i cavi diffusore dei diffusori anteriori alle prese FRONT SPEAKER come mostrato sotto.
Inserire solo la parte denudata dei cavi.
R
+
Rosso/tinta unita (3)
L
1
1
3
Diffusore anteriore
(sinistro)
Nota
Tenere i cavi diffusori lontani dalle antenne per evitare disturbi.
Nero/con riga (#)
IT
4
2 Collegare le antenne FM/AM.
Montare l’antenna AM a telaio prima di collegarla.
Tipo di presa A
Antenna AM a telaio
Tipo di presa B
Antenna AM a telaio
Estendere il filo dell’antenna FM orizzontalmente.
Estendere il filo dell’antenna FM orizzontalmente.
FM75
AM
FM75 COAXIAL
AM
3 Collegare il cavo di alimentazione ad
una presa a muro.
Se l’adattatore spina in dotazione non corrisponde alla forma della presa di corrente, scollegarlo dalla spina (solo per i modelli dotati di adattatore).
Per collegare componenti opzionali
Vedere pagina 45.
Per disattivare/attivare la dimostrazione
Quando si imposta l’orario (“Punto 2: Regolazione dell’orario” a pagina 6), la dimostrazione viene disattivata.
Per attivare/disattivare la dimostrazione in seguito, premere ripetutamente DISPLAY una volta a sistema spento.
continua
Preparativi
IT
5
Punto 1: Collegamento del sistema (continuazione)
Applicazione dei cuscinetti per i diffusori anteriori
Applicare i cuscinetti per diffusori anteriori in dotazione al fondo dei diffusori per stabilizzare i diffusori ed evitare che scivolino.

Punto 2: Regolazione dell’orario

È necessario regolare l’orario prima di poter usare le funzioni timer.
L’orologio impiega il ciclo di 24 ore per il modello europeo e il ciclo di 12 ore per gli altri modelli.
Per le illustrazioni è usato il modello con ciclo di 24 ore.
Inserimento di due pile tipo R6 (formato AA) nel telecomando
]
}
}
]
Informazione
Le pile durano per circa sei mesi di uso normale. Quando il telecomando non può più controllare il sistema, sostituire entrambe le pile con altre nuove.
Nota
Se non si usa il telecomando per un lungo periodo, estrarre le pile per evitare possibili danni dovuti a perdite di fluido delle pile.
Trasporto del sistema
Procedere come segue per proteggere il meccanismo CD. Assicurarsi che tutti i dischi siano stati estratti dall’apparecchio.
1 Premere ripetutamente FUNCTION fino a che
“CD” appare sul display.
2 Tenere premuto V-GROOVE e premere &/1 in
modo che “LOCK” appaia sul display.
?/1
(alimentazione)
2,3,4,5,6 1
1 Premere MODE SELECT a sistema
spento.
Appare “Clock Set ?”. Se il sistema è nel modo salvaenergia,
“Clock Set ?” non appare. Disattivare il modo salvaenergia o seguire il procedimento alla prossima pagina (“Per cambiare l’orario”) dopo aver acceso il sistema.
2 Premere PUSH ENTER.
L’indicazione delle ore lampeggia.
IT
6
3 Spostare ripetutamente il multistick
verso v o V per impostare le ore.
4 Spostare il multistick verso B.
L’indicazione dei minuti lampeggia.
5 Spostare ripetutamente il multistick
verso v o V per impostare i minuti.
6 Premere PUSH ENTER.
Per disattivare l’operazione di menu
Premere MODE SELECT.
Informazioni
• Fare riferimento all’illustrazione per come usare il multistick. Mettere un dito nel centro del multistick e muovere nella direzione voluta (su/giù o sinistra/ destra, indicati con v/V e b/B in questo manuale).
Su (v)
Per cambiare l’orario
La spiegazione precedente mostra come impostare l’orario a sistema spento. Per cambiare l’orario con il sistema acceso, procedere come segue:
1 Premere ripetutamente MODE SELECT per
selezionare “Set Up Mode”, quindi premere PUSH ENTER.
2 Spostare ripetutamente il multistick verso
b o B per selezionare “Timer Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
3 Spostare ripetutamente il multistick verso
b o B per selezionare “Clock Set ?”, quindi premere PUSH ENTER.
4 Eseguire i punti da 3 a 6 a sinistra.
Nota
L’impostazione dell’orario viene cancellata quando si scollega il cavo di alimentazione o se si verifica un’interruzione di corrente.
Preparativi
PUSH ENTER
Destra (B)Sinistra (b)
Giù (V)
• Se si fa un errore, ricominciare dal punto 1.
IT
7

Punto 3: Preselezione delle stazioni radio

3 Premere ripetutamente MODE SELECT
per selezionare “Set Up Mode”, quindi premere PUSH ENTER.
Si può preselezionare un totale di 30 stazioni (20 per FM e 10 per AM).
?/1
(alimentazione)
. >
Multistick
1
PUSH ENTER
2
1 Premere ripetutamente TUNER/BAND
per selezionare FM o AM.
2 Tenere premuto m o M fino a che
l’indicazione della frequenza inizia a cambiare e quindi rilasciarlo.
La ricerca si ferma automaticamente quando viene sintonizzata una stazione. “TUNED” e “STEREO” (per programmi stereo) appaiono sul display.
4 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “TUNER Set Up ?”, quindi premere PUSH
3
ENTER.
5 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “TUNER Memory ?”, quindi premere PUSH ENTER.
Un numero di preselezione e la frequenza appaiono sul display. Le stazioni sono memorizzate automaticamente a partire dal numero di preselezione 1.
6 Premere PUSH ENTER. 7 Ripetere i punti da 2 a 6 per
memorizzare altre stazioni.
Per disattivare l’operazione di menu
Premere MODE SELECT.
Numero di preselezione
TUNED
IT
8
STEREO
Per sintonizzare una stazione dal segnale debole
Premere ripetutamente m o M al punto 2 per sintonizzare manualmente la stazione.
Per memorizzare un’altra stazione su un numero di preselezione occupato
Ricominciare dal punto 1. Dopo il punto 5, premere . o > per selezionare il numero di preselezione dove si desidera memorizzare l’altra stazione e quindi premere PUSH ENTER.
Si può preselezionare una stazione sul numero di preselezione selezionato.
Per cancellare una stazione preselezionata
1 Premere TUNER/BAND per selezionare FM o
AM.
2 Premere ripetutamente MODE SELECT per
selezionare “Set Up Mode”, quindi premere PUSH ENTER.
3 Spostare ripetutamente il multistick verso
b o B per selezionare “TUNER Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
4 Spostare ripetutamente il multistick verso
b o B per selezionare “TUNER Erase ?”, quindi premere PUSH ENTER.
5 Spostare ripetutamente il multistick verso
b o B per selezionare il numero di preselezione che si desidera cancellare, quindi premere PUSH ENTER.
Selezionare “TUNER Ers FM ALL” (o “TUNER Ers AM ALL”) se si desidera cancellare tutte le stazioni preselezionate.
Quando si cancella un numero di preselezione, il numero di preselezione cala di uno e tutti i numeri di preselezione successivi a quello cancellato sono rinumerati.
Informazione
Le stazioni preselezionate sono conservate per mezza giornata anche se si scollega il cavo di alimentazione o si verifica un’interruzione di corrente.
Per cambiare l’intervallo di sintonia AM (tranne il modello per l’Europa)
L’intervallo di sintonia AM è stato preselezionato in fabbrica su 9 kHz (10 kHz per alcune aree). Per cambiare l’intervallo di sintonia AM, sintonizzare una stazione AM qualsiasi e quindi spegnere il sistema. Tenendo premuto MODE SELECT, riaccendere il sistema. Quando si cambia l’intervallo le stazioni AM preselezionate sono cancellate. Per tornare all’intervallo originale ripetere lo stesso procedimento.
Preparativi
IT
9

Per risparmiare corrente in modo di attesa

Si può ridurre il consumo di corrente al minimo (modo salvaenergia) e risparmiare corrente in modo di attesa.
?/1
(alimentazione)
DISPLAY
Informazioni
• L’indicatore ?/1 e l’indicatore del timer (quando il timer è impostato) rimangono illuminati anche nel modo salvaenergia.
• Il timer funziona nel modo salvaenergia.
Note
• Non è possibile impostare l’orario nel modo salvaenergia.
• La funzione di riproduzione a tasto singolo non si attiva nel modo salvaenergia.
Per disattivare il modo salvaenergia
Premere DISPLAY una volta per visualizzare la dimostrazione, due volte per visualizzare l’orario.
10
, Premere ripetutamente DISPLAY a
sistema spento.
A ciascuna pressione del tasto, la visualizzazione cambia come segue:
t Dimostrazione t orologio
Modo salvaenergia T
Il sistema si accende/spegne premendo ?/1.
IT

Operazioni basilari

Ascolto di compact disc

— Riproduzione normale
È possibile riprodurre fino a cinque compact disc in successione.
?/1
(alimentazione)
. >
CD NX
x
MODE SELECT
Multistick PUSH ENTER
VOLUME
12
m M
1 Premere uno dei tasti A 1~5 e collocare
un disco nel comparto dischi.
Se un disco non è collocato correttamente non viene identificato.
Collocare con l’etichetta verso l’alto. Quando si riproduce un compact disc single (8 cm), collocarlo nel cerchio interno del piatto.
Premere lo stesso tasto per chiudere il comparto dischi. Per inserire altri dischi, premere A di altri numeri per aprire il comparto dischi. L’indicatore di presenza disco si illumina sul display.
Indicatore di presenza disco
2 Premere uno dei tasti DISC 1~5.
Il comparto dischi si chiude e la riproduzione inizia.
Se si preme CD NX (o CD H sul telecomando) quando il comparto dischi è chiuso, la riproduzione inizia dal disco inserito nel piatto il cui indicatore di selezione disco è illuminato.
Numero di disco
Numero di brano
Operazioni basilari
V
Bb
v
DISC SKIP
X x
. > m M
CD N
MODE SELECT
ENTER
VOL +/–
B/b
Indicatori CD
Indicatore di presenza disco
Nel modo di riproduzione “1 Disc” (vedere pagina 12)
Nel modo di riproduzione “All Discs” (vedere pagina 12)
Tempo di riproduzione
Indicatore di selezione disco
continua
11
IT
12
Ascolto di compact disc (continuazione)
Per
Interrompere la riproduzione
Fare una pausa
Selezionare un brano
Trovare un punto in un brano
Selezionare un disco in modo di arresto
Riprodurre solo il disco selezionato
Riprodurre tutti i dischi
Estrarre un disco Sostituire i dischi
durante la riproduzione
Regolare il
IT
volume
Procedere come segue
Premere x.
Premere CD NX (o X sul telecomando). Premerlo di nuovo per riprendere la riproduzione.
Durante la riproduzione o la pausa, premere > (per avanzare) o . (per retrocedere).
Tenere premuto M o m durante la riproduzione e rilasciarlo al punto desiderato.
Premere uno dei tasti DISC 1~5 (o DISC SKIP sul telecomando).
1 Premere ripetutamente MODE
SELECT per selezionare “Set Up Mode”, quindi premere PUSH ENTER.
2 Spostare ripetutamente il
multistick verso b o B per selezionare “CD Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
3
Spostare ripetutamente il multistick verso b o B per selezionare “Play Mode Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
4 Spostare ripetutamente il
multistick verso b o B per selezionare “Play Mode 1 Disc”, quindi premere PUSH ENTER.
1 Premere ripetutamente MODE
SELECT per selezionare “Set Up Mode”, quindi premere PUSH ENTER.
2 Spostare ripetutamente il
multistick verso b o B per selezionare “CD Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
3
Spostare ripetutamente il multistick verso b o B per selezionare “Play Mode Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
4
Spostare ripetutamente il multistick verso b o B per selezionare “Play Mode All Discs”, quindi premere
PUSH ENTER. Premere uno dei tasti A 1~5. Premere uno dei tasti A 1~5 per
aprire il comparto che contiene il CD che si desidera scambiare. Quando si scambia il CD, premere lo stesso tasto per chiudere il comparto.
Girare VOLUME (o premere VOL +/– sultelecomando.)
Informazioni
• Se si preme CD NX a sistema spento, il sistema si accende automaticamente e inizia la riproduzione di compact disc se un disco è presente nel comparto (riproduzione a tasto singolo). Quando il sistema è nel modo salvaenergia, la funzione di riproduzione a tasto singolo non si attiva.
• È possibile passare da un’altra fonte al lettore CD e iniziare la riproduzione di compact disc semplicemente premendo CD NX o uno dei tasti DISC 1~5 (selezione automatica della fonte).
• Se non è inserito alcun disco nel lettore, “No Disc” appare sul display.
• Quando un comparto disco contiene un disco, l’indicatore del comparto si illumina in arancione. Sul display, quando un comparto disco contenente un disco è selezionato (o il disco nel comparto è in fase di riproduzione), l’indicatore di selezione disco si illumina. Quando un comparto contenente un disco non è selezionato, si illumina l’indicatore di presenza disco, ma l’indicatore di selezione disco non si illumina. Quanto tutti i comparti disco sono vuoti, tutti gli indicatori di selezione disco e presenza disco sono illuminati.
Nota
Quando un comparto non è stato letto dall’apparecchio, l’indicatore di presenza disco può illuminarsi anche se non c’è un disco nel comparto.

Registrazione da compact disc

— Registrazione sincronizzata da
compact disc
Il tasto CD SYNC permette di registrare facilmente da un compact disc ad un nastro. È possibile usare nastri TIPO I (normali) o TIPO II (cromo). Il livello di registrazione viene regolato automaticamente.
Indicatore TAPE B N
?/1
(alimentazione)
TAPE B n
3
Multistick PUSH ENTER
x
4
2 Premere uno dei tasti A 1~5 e collocare
un disco nel comparto disco.
Premere lo stesso tasto per chiudere il comparto disco.
Se l’indicatore del piatto con il disco da registrare non è illuminato, premere ripetutamente DISC SKIP sul telecomando fino a che si illumina.
Collocare con l’etichetta verso l’alto. Quando si riproduce un compact disc single (8 cm), collocarlo nel cerchio interno del piatto.
3 Premere CD SYNC.
La piastra B rimane in attesa per la registrazione e il lettore CD rimane in attesa per la riproduzione. L’indicatore TAPE B N (facciata anteriore) si illumina e il tasto REC PAUSE/START lampeggia.
4 Premere ripetutamente MODE SELECT
per selezionare “Set Up Mode”, quindi premere PUSH ENTER.
5 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “TAPE Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
Operazioni basilari
8, REC PAUSE/START
2
1 Premere A B e inserire un nastro
registrabile nella piastra B.
Inserire con la facciata da registrare rivolta verso l’esterno.
1
6 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “Direction Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
7 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “1 Way” per registrare su una facciata o “Cycle” (o “Relay”) per registrare su entrambe le facciate, quindi premere PUSH ENTER.
8 Premere REC PAUSE/START.
La registrazione inizia.
continua
13
IT
Registrazione da compact disc (continuazione)
Per interrompere la registrazione
Premere x.
Per disattivare l’operazione di menu
Premere MODE SELECT.
Informazioni
• Se si desidera registrare a partire dalla facciata posteriore, premere TAPE B n per far illuminare il suo indicatore dopo aver premuto CD SYNC.
• Quando si registra su entrambe le facciate, assicurarsi di partire dalla facciata anteriore. Se si parte dalla facciata posteriore la registrazione si interrompe alla fine della facciata posteriore.
• Se si desidera ridurre il sibilo del nastro nei suoni ad alta frequenza di basso livello, procedere come segue dopo aver premuto CD SYNC. 1 Premere ripetutamente MODE SELECT per
selezionare “Set Up Mode”, quindi premere PUSH ENTER.
2 Spostare ripetutamente il multistick verso b o B
per selezionare “TAPE Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
3 Spostare ripetutamente il multistick verso b o B
per selezionare “DOLBY NR Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
4 Spostare ripetutamente il multistick verso b o B
per selezionare “On”, quindi premere PUSH ENTER.
“DOLBY NR” appare sul display. Per tornare all’impostazione originale, ripetere i punti da 1 a 4 e selezionare “Off” al punto 4.
Nota
Non è possibile ascoltare altre fonti durante la registrazione.

Ascolto della radio

— Sintonia preselezionata
Preselezionare prima le stazioni radio nella memoria del sintonizzatore (vedere “Punto 3: Preselezione delle stazioni radio” a pagina 8).
?/1
(alimentazione)
m M
12
VOLUME
PUSH ENTER
SELECT
Multistick
MODE
14
TUNER/BAND
. > m M
V
Bb
v
VOL +/–
IT
1 Premere ripetutamente TUNER/BAND
per selezionare FM o AM.
2 Premere ripetutamente . o > per
sintonizzare la stazione preselezionata desiderata.
Numero di preselezione*
STEREO
Frequenza
* Se è preselezionata solo una stazione, “ONE
PRESET” appare sul display.
Per Procedere come segue
Spegnere la radio Premere ?/1. Regolare il volume Girare VOLUME (o
premere VOL +/– sul telecomando).
Per ascoltare stazioni radio non preselezionate
Usare la sintonia manuale o automatica al punto 2. Per la sintonia manuale premere ripetutamente m o M. Per la sintonia automatica tenere
Informazioni
• Se si preme TUNER/BAND a sistema spento, il sistema si accende automaticamente e sintonizza l’ultima stazione ricevuta (riproduzione a tasto singolo). Quando il sistema è nel modo salvaenergia, la funzione di riproduzione a tasto singolo non si attiva.
• È possibile passare da un’altra fonte alla radio semplicemente premendo TUNER/BAND (selezione automatica della fonte).
• Se un programma FM è disturbato, procedere come segue: 1 Premere ripetutamente MODE SELECT per
selezionare “Set Up Mode”, quindi premere PUSH ENTER.
2 Spostare ripetutamente il multistick verso b o B
per selezionare “TUNER Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
3 Spostare ripetutamente il multistick verso b o B
per selezionare per selezionare “Stereo Mono ?”, quindi premere PUSH ENTER.
4 Spostare ripetutamente il multistick verso b o B
per selezionare “Mono”, quindi premere PUSH ENTER.
“Mono” appare sul display. Non c’è alcun effetto stereo, ma la ricezione migliora. Per ripristinare l’effetto stereo, ripetere i punti da l a 4 e selezionare “Stereo” al punto 4.
• Per migliorare la ricezione delle trasmissioni, riorientare le antenne in dotazione.
Operazioni basilari
15
IT

Registrazione dalla radio

È possibile registrare un programma radiofonico su un nastro richiamando una stazione preselezionata. È possibile usare nastri TIPO I (normali) o TIPO II (cromo). Il livello di registrazione viene regolato automaticamente.
3 Premere A B e inserire un nastro
registrabile nella piastra B.
Inserire con la facciata da registrare rivolta verso l’esterno.
?/1
(alimentazione)
TAPE B n
4,9
2
x
3
1
Multistick
PUSH ENTER
1 Premere TUNER/BAND per
selezionare FM o AM.
2 Premere ripetutamente . o > per
sintonizzare una stazione preselezionata.
Numero di preselezione
4 Premere REC PAUSE/START.
5
La piastra B rimane in attesa per la registrazione.
5 Premere ripetutamente MODE SELECT
per selezionare “Set Up Mode”, quindi premere PUSH ENTER.
6 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “TAPE Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
7 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare per selezionare “Direction Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
8 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “1 Way” per registrare su una facciata o “Cycle” (o “Relay”) per registrare su entrambe le facciate, quindi premere PUSH ENTER.
9 Premere REC PAUSE/START.
La registrazione inizia.
Per interrompere la registrazione
Premere x.
Per disattivare l’operazione di menu
Premere MODE SELECT.
16
STEREO
IT
Frequenza
Informazioni
• Se si desidera registrare a partire dalla facciata posteriore, premere TAPE B n per far illuminare il suo indicatore dopo aver premuto REC PAUSE/ START al punto 4.
• Quando si registra su entrambe le facciate, assicurarsi di partire dalla facciata anteriore. Se si parte dalla facciata posteriore la registrazione si interrompe alla fine della facciata posteriore.
• Per registrare stazioni non preselezionate, usare m e M al punto 2 per sintonizzare manualmente la stazione desiderata.
• Se si desidera ridurre il sibilo del nastro nei suoni ad alta frequenza di basso livello, procedere come segue dopo aver premuto REC PAUSE/START al punto 4. 1 Premere ripetutamente MODE SELECT per
selezionare “Set Up Mode”, quindi premere PUSH ENTER.
2 Spostare ripetutamente il multistick verso b o B
per selezionare “TAPE Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
3 Spostare ripetutamente il multistick verso b o B
per selezionare “DOLBY NR Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
4 Spostare ripetutamente il multistick verso b o B
per selezionare “On”, quindi premere PUSH ENTER.
“DOLBY NR” appare sul display. Per tornare all’impostazione originale, ripetere i punti da 1 a 4 e selezionare “Off” al punto 4.
• Se si sentono disturbi durante la registrazione dalla radio, spostare la relativa antenna per ridurre i disturbi.

Riproduzione di nastri

È possibile usare qualsiasi tipo di nastro, TIPO I (normale), TIPO II (cromo) o TIPO IV (metallo), perché la piastra individua automaticamente il tipo di nastro. Si possono anche usare . o > per localizzare rapidamente i brani che si desidera ascoltare.
?/1
(alimentazione)
2
7
Multistick
x
PUSH ENTER
Operazioni basilari
3
V
Bb
v
1
VOLUME
x . > m M
TAPE A N TAPE B N
MODE SELECT ENTER
VOL +/–
B/b
continua
m M. >
IT
17
Riproduzione di nastri (continuazione)
1 Premere A A o A B e inserire un nastro
registrato nella piastra A o B.
Inserire con la facciata da riprodurre rivolta verso l’esterno.
L’indicatore di nastro presente appare sul display.
Indicatore di nastro presente
2 Premere ripetutamente FUNCTION per
selezionare “TAPE A” o “TAPE B”.
3 Premere ripetutamente MODE SELECT
per selezionare “Set Up Mode”, quindi premere PUSH ENTER.
4 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “TAPE Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
5 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “Direction Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
6 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “1 Way” per riprodurre una facciata, “Cycle” per riprodurre entrambe le facciate o “Relay”* per riprodurre entrambe le piastre in successione, quindi premere PUSH ENTER.
7 Premere TAPE A (o TAPE B) N.
Premere TAPE A (o TAPE B) n per riprodurre la facciata posteriore. La riproduzione del nastro inizia.
Quando si usa il telecomando, premere TAPE A (o TAPE B) N per iniziare la riproduzione. Per riprodurre la facciata posteriore, premere di nuovo TAPE A (o TAPE B) N.
* La riproduzione a catena segue sempre questo
ordine:
Piastra A
(facciata anteriore)
t
Piastra B
(facciata posteriore)
Per
Interrompere la riproduzione
Avanzare rapidamente
Riavvolgere Estrarre la cassetta Regolare il volume
Procedere come segue
Premere x.
Premere m o M.
Premere m o M. Premere A A o A B. Girare VOLUME (o premere
VOL +/– sul telecomando).
Piastra A
(facciata posteriore)
t T
Piastra B
(facciata anteriore)
T
18
* Questa piastra a cassette non è dotata di funzione di
pausa di riproduzione. Non si può usare X per mettere in pausa la riproduzione.
Per disattivare l’operazione di menu
Premere MODE SELECT.
IT
Informazioni
• Se si preme TAPE A (o TAPE B) N o n a sistema spento, il sistema si accende automaticamente e inizia la riproduzione di nastri se un nastro è presente nella piastra (riproduzione a tasto singolo). Quando il sistema è nel modo salvaenergia, la funzione di riproduzione a tasto singolo non si attiva.
• È possibile passare da un’altra fonte alla piastra a cassette semplicemente premendo TAPE A (o TAPE B) N o n (selezione automatica della fonte).
• Se si desidera ridurre il sibilo del nastro nei suoni ad alta frequenza di basso livello, procedere come segue: 1 Premere ripetutamente MODE SELECT per
selezionare “Set Up Mode”, quindi premere PUSH ENTER.
2 Spostare ripetutamente il multistick verso b o B
per selezionare “TAPE Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
3 Spostare ripetutamente il multistick verso b o B
per selezionare “DOLBY NR Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
4 Spostare ripetutamente il multistick verso b o B
per selezionare “On”, quindi premere PUSH ENTER. “DOLBY NR” appare sul display.
Per tornare all’impostazione originale, ripetere i punti da 1 a 4 e selezionare “Off” al punto 4.
Per localizzare l’inizio di un brano (AMS*)
Durante la riproduzione, premere ripetutamente . o > per avanzare nella stessa direzione dell’indicatore n o N. Premere ripetutamente . o > in direzione opposta per retrocedere.
La direzione di ricerca + (avanti) o – (indietro) e il numero di brani da saltare (1~9) appaiono sul display.
Esempio: per cercare 2 brani in avanti
Note
• La piastra si ferma automaticamente dopo aver ripetuto la sequenza cinque volte.
• La funzione AMS può non attivarsi correttamente nelle seguenti circostanze: – quando la parte non registrata tra i brani è di
durata inferiore a 4 secondi.
– se informazioni completamente diverse sono
registrate sui canali sinistro e destro.
– quando esistono sezioni continue a livello molto
basso o con suoni a bassa frequenza (come un sassofono baritono).
– quando l’apparecchio si trova vicino ad un
televisore. (In questo caso consigliamo di allontanare maggiormente l’apparecchio dal televisore o di spegnere il televisore.)
Operazioni basilari
* AMS (sensore musicale automatico)
19
IT

Registrazione da un nastro

— Duplicazione ad alta velocità
È possibile usare nastri TIPO I (normali) o TIPO II (cromo). Il livello di registrazione viene regolato automaticamente.
?/1
(alimentazione)
2
Multistick PUSH ENTER
x
2 Premere HI-DUB.
La piastra B rimane in attesa per la registrazione.
3 Premere ripetutamente MODE SELECT
per selezionare “Set Up Mode”, quindi premere PUSH ENTER.
4 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “TAPE Set
3
Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
5 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “Direction Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
6 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “1 Way” per registrare su una facciata o “Cycle” (o “Relay”) per registrare su entrambe le facciate, quindi premere PUSH ENTER.
7 Premere REC PAUSE/START.
La duplicazione inizia.
20
7
1
1 Premere A A e A B e inserire un nastro
registrato nella piastra A e un nastro registrabile nella piastra B.
Inserire con la facciata da riprodurre/
registrare rivolta verso l’esterno.
IT
Per interrompere la duplicazione
Premere x.
Per disattivare l’operazione di menu
Premere MODE SELECT.
Informazioni
• Quando si duplica su entrambe le facciate, iniziare la registrazione dalla facciata anteriore. Se si parte dalla facciata posteriore, la registrazione si interrompe alla fine della facciata posteriore.
• Se si selezione “Cycle” nel menu “Direction Set Up ?” quando i nastri impiegati sono di durate diverse il nastro in ciascuna piastra cambia facciata indipendentemente dall’altro. Se si seleziona “Relay” i due nastri cambiano facciata contemporaneamente.
• Non è necessario selezionare il sistema Dolby NR, perché il nastro nella piastra B viene registrato automaticamente nello stesso modo del nastro nella piastra A.

Lettore CD

Uso delle indicazioni CD

È possibile controllare il tempo rimanente del brano o del disco attuale.
Quando è inserito un disco CD TEXT si possono controllare le informazioni memorizzate sul disco, come il titolo del disco o il nome dell’artista. Quando l’apparecchio individua dischi CD TEXT, l’indicazione “CD TEXT” appare sul display.
?/1
(alimentazione)
DISPLAY
, Premere DISPLAY.
A ciascuna pressione del tasto durante la riproduzione normale o in modo di arresto, la visualizzazione cambia come segue:
Durante la riproduzione normale
t Tempo di riproduzione del brano attuale
r
Tempo rimanente del brano attuale
r
Tempo rimanente del disco attuale (modo “1 Disc”) o indicazione “--m--s” (modo “All Discs”)
r
Titolo del brano attuale*
r
Indicazione dell’orario (per otto secondi)
r
Nome della memoria preselezionata o “EFFECT ON (OFF)”
In modo di arresto
Durante il modo di riproduzione programmata quando esiste un programma
t Numero dell’ultimo brano del programma
e tempo di riproduzione totale
r
Numero totale di brani programmati (per otto secondi)
r
Titolo del disco e nome dell’artista*
r
Indicazione dell’orario (per otto secondi)
r
Nome della memoria preselezionata o “EFFECT ON (OFF)”
Lettore CD
In altre condizioni
t Numero totale di brani e tempo di
riproduzione totale
r
Titol del disco e nome dell’artista*
r
Indicazione dell’orario (per otto secondi)
r
Nome della memoria preselezionata o “EFFECT ON (OFF)”
*
Solo con dischi CD TEXT (alcuni caratteri non possono essere visualizzati). A seconda dei dischi, alcune informazioni CD TEXT possono non apparire.
21
IT

Per riprodurre ripetutamente i brani

–– Riproduzione a ripetizione
4 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “Repeat Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
Questa funzione permette di ripetere un solo disco o tutti i dischi durante la riproduzione normale, casuale o programmata.
?/1
(alimentazione)
12
Multistick PUSH ENTER
1 Premere ripetutamente FUNCTION
fino a che “CD” appare sul display e inserire un disco.
5 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “Repeat 1” o “Repeat All”, quindi premere PUSH ENTER.
Quando è selezionato “Repeat 1”, viene ripetuto un brano. Quando è selezionato “Repeat All”, la riproduzione varia a seconda dell’impostazione del menu “Play Mode Set Up ?”.
Modo di riproduzione*
1 Disc 1 Shuffle All Discs
All Shuf Program
* Per cambiare l’impostazione di modo di
riproduzione, vedere pagina 12.
Per disattivare l’operazione di menu
Premere MODE SELECT.
Per disattivare la riproduzione a ripetizione
Selezionare “Repeat Off” al punto 5.
Ripetizione
Tutti i brani del disco attuale fino a cinque volte
Tutti i brani di tutti i dischi fino a cinque volte
Non disponibile Il programma fino a cinque
volte
22
2 Premere ripetutamente MODE SELECT
per selezionare “Set Up Mode”, quindi premere PUSH ENTER.
3 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “CD Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
IT

Per riprodurre i brani in ordine casuale

–– Riproduzione casuale
4 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “Play Mode Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
È possibile riprodurre tutti i brani di un disco o di tutti i dischi in ordine casuale.
?/1
(alimentazione)
1
DISC 1~5
Multistick
6
PUSH ENTER
2
1 Premere ripetutamente FUNCTION
fino a che “CD” appare sul display e inserire un disco.
2 Premere ripetutamente MODE SELECT
per selezionare “Set Up Mode”, quindi premere PUSH ENTER.
5 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “All Shuf” o “1 Shuffle”, quindi premere PUSH ENTER.
“All Shuf” rimescola tutti i dischi nel lettore. “1 Shuffle” rimescola il disco il cui indicatore di selezione disco è illuminato.
6 Premere CD NX.
Tutti i brani sono riprodotti in ordine casuale.
Per disattivare l’operazione di menu
Premere MODE SELECT.
Per disattivare la riproduzione casuale
1 Eseguire i punti da 1 a 4 del procedimento
sopra.
2 Spostare ripetutamente il multistick verso
b o B per selezionare “All Discs” o “1 Disc”, quindi premere PUSH ENTER.
La riproduzione continua secondo l’ordine originale dei brani.
Per selezionare il disco desiderato
Premere DISC 1~5.
Informazioni
• Per saltare un brano, premere >.
• È possibile avviare la riproduzione casuale durante la riproduzione normale selezionando “All Shuf” o “1 Shuffle”.
Lettore CD
3 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “CD Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
23
IT

Per programmare i brani

–– Riproduzione programmata
1 Premere ripetutamente FUNCTION
fino a che “CD” appare sul display e inserire un disco.
È possibile creare un programma di 32 brani al massimo da tutti i dischi nell’ordine in cui si desidera siano riprodotti.
?/1
(alimentazione)
1
x
Multistick
PUSH ENTER10
x CD N
2 Premere ripetutamente MODE SELECT
per selezionare “Set Up Mode”, quindi premere PUSH ENTER.
3 Spostare ripetutamente il multistick
2
verso b o B per selezionare “CD Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
4 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “Program Set ?”, quindi premere PUSH ENTER.
5 Spostare ripetutamente il multistick
verso v o V per selezionare un disco.
Se si desidera programmare tutti i brani di un disco in una volta, selezionare un disco a questo punto, poi saltare il punto 6 e continuare con il punto 7.
6 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare il brano desiderato.
Numero di disco Numero di brano
PROGRAM
24
MODE SELECT
v/V
IT
V
Bb
v
ENTER VOL +/–
B/b
7 Premere PUSH ENTER.
Il brano è programmato. Quando tutti i brani sono selezionati, “AL” appare sul display e tutti i brani sono programmati come un solo passo. Il numero di passo nel programma appare sul display, seguito dal tempo di riproduzione totale.
Tempo di riproduzione totale (incluso il brano selezionato)
8 Per programmare altri brani, ripetere i
punti da 5 a 7. Saltare il punto 5 quando si scelgono altri brani dallo stesso disco.
9 Premere PUSH ENTER. 10 Premere CD NX.
Tutti i brani sono riprodotti nell’ordine selezionato.
Per cancellare un passo particolare dal programma
1
2
3
4
5
Per disattivare l’operazione di menu
Premere MODE SELECT.
Per disattivare la riproduzione
6
7
programmata
1
Premere ripetutamente FUNCTION fino a che “CD” appare sul display.
2
Premere ripetutamente MODE SELECT per selezionare “Set Up Mode”, quindi premere PUSH ENTER.
3
Spostare ripetutamente il multistick verso b o B per selezionare “CD Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
4
Spostare ripetutamente il multistick verso b o B per selezionare “Play Mode Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
5
Spostare ripetutamente il multistick verso b o B per selezionare “All Discs” o “1 Disc”, quindi premere PUSH ENTER.
I brani continuano la riproduzione nel loro ordine originale.
Per aggiungere brani al programma esistente
Eseguire i punti da 1 a 9 a riproduzione ferma. Aggiungere il brano desiderato dopo l’ultimo passo programmato.
Per controllare il programma
1
Premere ripetutamente FUNCTION fino a che “CD” appare sul display.
2
Premere ripetutamente MODE SELECT per selezionare “Set Up Mode”, quindi premere PUSH ENTER.
3
Spostare ripetutamente il multistick verso b o B per selezionare “CD Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
4
Spostare ripetutamente il multistick verso b o B per selezionare “PGM Check Clear ?”, quindi premere PUSH ENTER.
5
Spostare il multistick verso b o B. Appare il numero di disco e il numero di brano.
6
Dopo aver controllato il programma, premere MODE SELECT.
Per cancellare l’intero programma
1
2
3
4
5
6
Informazioni
• Se appare “--m--s” invece del tempo di riproduzione totale
Nota
Il programma rimane in memoria fino a che viene cancellato eseguendo il procedimento “Per cancellare l’intero programma”. Tuttavia, quando si usa la funzione di montaggio a selezione nastro il programma viene cancellato automaticamente.
Premere ripetutamente FUNCTION fino a che “CD” appare sul display.
Premere ripetutamente MODE SELECT per selezionare “Set Up Mode”, quindi premere PUSH ENTER.
Spostare ripetutamente il multistick verso b o B per selezionare “CD Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
Spostare ripetutamente il multistick verso b o B per selezionare “PGM Check Clear ?”, quindi premere PUSH ENTER.
Spostare il multistick verso b o B. Appare il numero di disco e il numero di brano.
Quando è visualizzato il brano che si desidera cancellare, premere PUSH ENTER. “Clear ?” appare sul display.
Premere di nuovo PUSH ENTER. Il brano visualizzato al punto 5 viene cancellato dal
programma.
Premere ripetutamente FUNCTION fino a che “CD” appare sul display.
Premere ripetutamente MODE SELECT per selezionare “Set Up Mode”, quindi premere PUSH ENTER.
Spostare ripetutamente il multistick verso b o B per selezionare “CD Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
Spostare ripetutamente il multistick verso b o B per selezionare “PGM Check Clear ?”, quindi premere PUSH ENTER.
Per cancellare l’intero programma, spostare il multistick verso b o B per selezionare “PGM All Clear”, quindi premere PUSH ENTER.
Appare “PGM All Clear ?”. Premere di nuovo PUSH ENTER. L’intero programma viene cancellato.
Si può creare un programma nel menu “Play Mode Set Up ?”. Selezionare “Play Mode Set Up ?” al punto 4, quindi spostare ripetutamente il multistick verso b o B per selezionare “Program” e premere PUSH ENTER. Poi eseguire i punti da 5 a 10. Il programma creato rimane nella memoria del sistema anche dopo essere stato riprodotto. Premere CD NX per riprodurre di nuovo lo stesso programma.
durante la programmazione, vuol dire che: – si è programmato un brano di numero superiore a 20. – il tempo di riproduzione totale ha superato i 100 minuti.
Lettore CD
25
IT

Piastra a cassette

Registrazione manuale di nastri

È possibile registrare da compact disc, nastri o trasmissioni radio come si desidera. Per esempio, si possono registrare solo i brani desiderati o registrare partendo da metà del nastro. Il livello di registrazione viene regolato automaticamente.
?/1
(alimentazione)
24
x
Multistick PUSH ENTER
4 Premere ripetutamente MODE SELECT
per selezionare “Set Up Mode”, quindi premere PUSH ENTER.
5 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “TAPE Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
6 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “Direction Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
7 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “1 Way” per registrare su una facciata o “Cycle” (o “Relay”) per registrare su entrambe le facciate, quindi premere PUSH ENTER.
8 Premere REC PAUSE/START.
La registrazione inizia.
9 Iniziare la riproduzione della fonte da
registrare.
26
. >
3,8
1 Inserire un nastro registrabile nella
piastra B.
2 Premere ripetutamente FUNCTION
fino a che appare la fonte (p.es. CD) che si desidera registrare.
3 Premere REC PAUSE/START.
La piastra B rimane in attesa per la registrazione. L’indicatore TAPE B N (facciata anteriore) si illumina.
IT
Per Premere
Interrompere la x. registrazione
Fare una pausa REC PAUSE/START. nella registrazione
1
Per disattivare l’operazione di menu
Premere MODE SELECT.
Informazioni
• Quando si desidera registrare a partire dalla facciata posteriore, premere TAPE B n in modo che il suo indicatore si illumini dopo aver premuto REC PAUSE/START al punto 3.
• Se si desidera ridurre il sibilo del nastro nei suoni ad alta frequenza di basso livello, procedere come segue dopo aver premuto REC PAUSE/START al punto 3. 1 Premere ripetutamente MODE SELECT per
selezionare “Set Up Mode”, quindi premere PUSH ENTER.
2 Spostare ripetutamente il multistick verso
b o B per selezionare “TAPE Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
3 Spostare ripetutamente il multistick verso
b o B per selezionare “DOLBY NR Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
4 Spostare ripetutamente il multistick verso
b o B per selezionare “On”, quindi premere PUSH ENTER.
“DOLBY NR” appare sul display. Per tornare all’impostazione originale, ripetere i punti da 1 a 4 e selezionare “Off” al punto 4.
• Durante la registrazione da compact disc si può usare . o > per selezionare i brani durante il modo di pausa di registrazione (dopo aver premuto REC PAUSE/START al punto 3 e prima di premerlo di nuovo al punto 8).

Per registrare da compact disc specificando l’ordine dei brani

— Montaggio programmato
È possibile registrare brani da tutti i dischi nell’ordine desiderato. Quando si esegue la programmazione, assicurarsi che il tempo di riproduzione per ciascuna facciata non ecceda la durata di una facciata del nastro.
?/1
(alimentazione)
2
12
x
3,13
Lettore CD
Piastra a cassette
1
117
Multistick
PUSH ENTER
10
continua
27
IT
Per registrare da compact disc specificando l’ordine dei brani (continuazione)
1 Inserire un disco e inserire un nastro
registrabile nella piastra B.
2 Premere ripetutamente FUNCTION
fino a che “CD” appare sul display.
3 Premere ripetutamente MODE SELECT
per selezionare “Set Up Mode”, quindi premere PUSH ENTER.
4 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “CD Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
9 Per programmare altri brani da
registrare sulla facciata A, ripetere i punti da 6 a 8.
Saltare il punto 6 quando si scelgono altri brani dallo stesso disco.
10 Premere X sul telecomando per
inserire una pausa alla fine della facciata A.
“P” appare sul display e il tempo di riproduzione totale torna a “0m00s” sul display.
11 Ripetere i punti 7 e 8 per brani dallo
stesso disco o i punti da 6 a 8 per brani da un altro disco per programmare i brani rimanenti da registrare sulla facciata B.
5 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “Program Set ?”, quindi premere PUSH ENTER.
6 Spostare ripetutamente il multistick
verso v o V per selezionare un disco.
Se si desidera programmare tutti i brani di un disco in una volta, selezionare un disco a questo punto, poi saltare il punto 7 e continuare con il punto 8.
7 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare il brano desiderato.
Numero di disco
PROGRAM
Tempo di riproduzione totale (incluso il brano selezionato)
Numero di brano
8 Premere PUSH ENTER.
Il brano è programmato. Quando tutti i brani sono selezionati, “AL” appare sul display e tutti i brani sono programmati come un solo passo. Appare il numero di passo nel programma, seguito dal tempo di riproduzione totale.
12 Premere CD SYNC.
La piastra B rimane in attesa per la registrazione e il lettore CD rimane in attesa per la riproduzione. L’indicatore TAPE B N (facciata anteriore) si illumina e il tasto REC PAUSE/START lampeggia.
13 Premere ripetutamente MODE
SELECT per selezionare “Set Up Mode”, quindi premere PUSH ENTER.
14 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “TAPE Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
28
IT
15 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “Direction Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
16 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “1 Way” per registrare su una facciata o “Cycle” (o “Relay”) per registrare su entrambe le facciate, quindi premere PUSH ENTER.
17 Premere REC PAUSE/START.
La registrazione inizia.
Per interrompere la registrazione
Premere x.
Per disattivare l’operazione di menu
Premere MODE SELECT.
Per controllare l’ordine
1 Premere ripetutamente FUNCTION fino che
“CD” appare sul display.
2 Premere ripetutamente MODE SELECT per
selezionare “Set Up Mode”, quindi premere PUSH ENTER.
3 Spostare ripetutamente il multistick verso
b o B per selezionare “CD Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
4 Spostare ripetutamente il multistick verso
b o B per selezionare “PGM Check Clear ?”, quindi premere PUSH ENTER.
5 Spostare il multistick verso b o B.
Appare il numero disco e il numero di brano.
6 Dopo aver controllato il programma, premere
MODE SELECT.
Per disattivare il montaggio programmato
1 Premere ripetutamente FUNCTION fino a che
“CD” appare sul display.
2 Premere ripetutamente MODE SELECT per
selezionare “Set Up Mode”, quindi premere PUSH ENTER.
3 Spostare ripetutamente il multistick verso
b o B per selezionare “CD Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
4 Spostare ripetutamente il multistick verso
b o B per selezionare “Play Mode Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
5 Spostare ripetutamente il multistick verso
b o B per selezionare “All Discs” o “1 Disc”, quindi premere PUSH ENTER.
I brani continuano la riproduzione nell’ordine originale.
Informazione
Se si desidera ridurre il sibilo del nastro nei suoni ad alta frequenza di basso livello, procedere come segue dopo aver premuto CD SYNC al punto 12 della pagina precedente. 1 Premere ripetutamente MODE SELECT per
selezionare “Set Up Mode”, quindi premere PUSH ENTER.
2 Spostare ripetutamente il multistick verso b o B
per selezionare “TAPE Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
3 Spostare ripetutamente il multistick verso b o B
per selezionare “DOLBY NR Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
4 Spostare ripetutamente il multistick verso b o B
per selezionare “On”, quindi premere PUSH ENTER.
“DOLBY NR” appare sul display. Per tornare all’impostazione originale, ripetere i punti da 1 a 4 e selezionare “Off” al punto 4.
continua
Lettore CD
Piastra a cassette
29
IT
Per registrare da compact disc
V
v
Bb
LOOP
v/V
specificando l’ordine dei brani (continuazione)

Effetti da DJ

Per ripetere ciclicamente una parte

— Ciclo
Per selezionare automaticamente la durata del nastro
— Montaggio a selezione nastro
È possibile ottenere la durata nastro più adatta alla registrazione di un compact disc. Notare che non è possibile usare il montaggio a selezione nastro per dischi contenenti più di 20 brani.
1 Inserire un disco. 2 Premere ripetutamente FUNCTION
fino a che “CD” appare sul display.
3 Premere ripetutamente MODE SELECT
per selezionare “Set Up Mode”, quindi premere PUSH ENTER.
4 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “CD Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
5 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “CD Edit Start ?”, quindi premere PUSH ENTER.
Appare la durata nastro necessaria per il disco attualmente selezionato, seguita dal tempo di riproduzione totale rispettivamente per le facciate A e B.
Con la funzione di ciclo è possibile ripetere parte di un compact disc durante la riproduzione. Questo permette di creare registrazioni originali.
, Tenere premuto LOOP sul telecomando
durante la riproduzione al punto dove si desidera avviare la funzione di ciclo e rilasciarlo per riprendere la riproduzione normale.
Per regolare la durata del ciclo
Premere ripetutamente V o v tenendo premuto LOOP sul telecomando per selezionare diverse durate di ciclo (LOOP 1~20).
IT
30

Regolazioni del suono

Per lampeggiare una parte

— Lampeggiamento
Con la funzione di lampeggiamento è possibile far “lampeggiare” il suono del disco durante la riproduzione. Questo permette di creare registrazioni originali.
FLASH
V
Bb
v
, Tenere premuto FLASH sul
telecomando durante la riproduzione al punto dove si desidera avviare la funzione di lampeggiamento e rilasciarlo per riprendere la riproduzione normale.
Per regolare la durata del lampeggiamento
Premere ripetutamente V o v tenendo premuto FLASH sul telecomando per selezionare diverse durate di lampeggiamento (FLASH 1~20).
v/V

Regolazione del suono

È possibile rinforzare i bassi, creare un suono più potente e ascoltare con le cuffie.
?/1
(alimentazione)
GROOVE-EX
GROOVE
Per un suono potente (GROOVE)
Premere GROOVE. Il volume passa al modo potente, il DBFB* viene regolato automaticamente sull’intensità massima, la curva di equalizzazione cambia e il tasto GROOVE si illumina. Premere di nuovo GROOVE per tornare al volume precedente.
* DBFB = Dynamic Bass Feedback (retroazione
dinamica dei bassi)
V-GROOVE
Effetti da DJ / Regolazioni del suono
Regolazioni del suono
Per usare insieme ciclo e lampeggiamento
Tenere premuti sia LOOP che FLASH contemporaneamente.
Note
• La durata del ciclo e del lampeggiamento non può essere regolata durante questa operazione. Regolare prima le durate del ciclo e del lampeggiamento indipendentemente, se necessario.
• Per registrare l’effetto di lampeggiamento usare i collegamenti analogici (MD OUT) o la piastra a cassette del sistema.
continua
31
IT
Regolazione del suono (continuazione)
Per rinforzare il suono dei bassi più profondi (V-GROOVE)
Premere V-GROOVE. Le frequenze dei bassi più profondi della musica ascoltata sono potentemente rinforzate, il DBFB viene regolato automaticamente sull’intensità massima, la curva di equalizzazione cambia, la sonorità aumenta e il tasto V-GROOVE si illumina. Premere di nuovo V-GROOVE per ritornare al livello precedente.
Per produrre un suono chiaro (GROOVE-EX)
Premere GROOVE-EX. Le frequenze più alte della musica ascoltata sono rinforzate, il DBFB viene regolato automaticamente sull’intensità massima, la curva di equalizzazione cambia, la sonorità aumenta e il tasto GROOVE-EX si illumina. Premere di nuovo GROOVE-EX per tornare al livello precedente.

Selezione della memoria di effetto audio preselezionata

Il menu di memoria di effetto audio permette di scegliere le caratteristiche del suono in base al tipo di suono che si sta ascoltando.
Selezione dell’effetto dal menu musicale
?/1
(alimentazione)
Multistick PUSH ENTER
1
32
FILE SELECT MODE SELECT
V
Bb
v
IT
ENTER
B/b
1 Premere ripetutamente MODE SELECT
per selezionare “Sound Mode”, quindi premere PUSH ENTER.
2 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “File Select”, quindi premere PUSH ENTER.
3 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare la preselezione desiderata.
Il nome dell’effetto appare sul display. Vedere la tabella “Opzioni di menu musicale”.
4 Premere PUSH ENTER.
Per disattivare l’operazione di menu
Premere MODE SELECT.
Informazione
Quando si usa il telecomando, premere ripetutamente FILE SELECT fino a che appare il nome dell’effetto desiderato.
Per disattivare l’effetto
Selezionare “Effect Off” al punto 2.
Opzioni di menu musicale
Effetto
ROCK POP JAZZ DANCE SOUL
ORIENTAL ACTION DRAMA GAME SF
P FILE 1~5
* La funzione di memoria personale permette di
memorizzare gli effetti creati (vedere “Creazione di una memoria personale di effetto audio” a pagina
37).
Per
Fonti musicali normali
Colonne sonore e situazioni di ascolto particolari
Memoria personale*
Regolazioni del suono
33
IT
34

Per cambiare la visualizzazione dell’analizzatore di spettro

Si può cambiare la visualizzazione a piacere mentre si ascolta la musica.
?/1
(alimentazione)
1 Premere ripetutamente MODE SELECT
per selezionare “Set Up Mode”, quindi premere PUSH ENTER.
2 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “Display Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
3 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “Spectrum Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
IT
Multistick PUSH ENTER
1
4 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare l’effetto desiderato, quindi premere PUSH ENTER.
Ogni volta che si sposta il multistick verso b o B, la visualizzazione cambia come segue:
Spectrum 1
Y
Spectrum 2
Y
Spectrum 3
Y
Spectrum Off
Per disattivare l’operazione di menu
Premere MODE SELECT.
Per regolare la luminosità del display
Al punto 3 sopra, selezionare “Dimmer Set Up ?”. Spostare ripetutamente il multistick verso b o B per selezionare l’effetto desiderato, quindi premere PUSH ENTER.
Ogni volta che si sposta il multistick verso b o B, la visualizzazione cambia come segue:
Dimmer Off
Y
Dimmer 1
Y
Dimmer 2
Y
Dimmer 3
Y
Dimmer 4
Y
Dimmer 5
Per controllare il livello delle frequenze
I misuratori sul display salgono e scendono in base alla forza della battuta (frequenza alta e frequenza bassa).
Misuratore delle frequenze basse
40Hz 100Hz
(intorno a 100 Hz) Misuratore delle frequenze alte
100Hz 6kHz
(intorno a 6 kHz)

Selezione degli effetti surround

Si può ascoltare con gli effetti surround.
?/1
(alimentazione)
CINEMA SPACE
Informazione
Se si desidera memorizzare l’effetto, assegnarlo ad una memoria personale (vedere “Creazione di una memoria personale di effecto audio” a pagina 37).
Nota
Quando si selezionano altri effetti sonori, l’effetto surround viene disattivato.
Per regolare i parametri di Cinema Space
Si può regolare il bilanciamento surrond per avere la sensazione di trovarsi sul posto.
1 Premere CINEMA SPACE per selezionare
“CINEMA SPACE”.
2 Premere ripetutamente MODE SELECT per
selezionare “Sound Mode”, quindi premere PUSH ENTER.
3 Spostare ripetutamente il multistick verso b o
B per selezionare “Cinema Space”, quindi
premere PUSH ENTER.
4 Spostare ripetutamente il multistick verso v o
V per regolare la posizione di ascolto su un
punto fisso nel campo sonoro (3 scatti).
Regolazioni del suono
, Premere ripetutamente CINEMA
SPACE per selezionare l’effetto surround desiderato.
A ciascuna pressione del tasto l’indicazione cambia come segue:
t CINEMA SPACE*
r
SURROUND ON**
r
SURROUND OFF
* CINEMA SPACE è l’effetto surround per i
film.
**“ ” appare sul display.
5 Spostare ripetutamente il multistiche verso b o
B per regolare il livello del surround (7 scatti).
6 Premere PUSH ENTER.
Per disattivare l’operazione di menu
Premere MODE SELECT.
Nota
Nei seguenti casi gli effetti di CINEMA SPACE non funzionano.
– Quando si usano le cuffie – Quando TAPE B è nel modo REC PAUSE – Quando si registra usando TAPE B.
35
IT

Controllo dell’equalizzatore grafico

È possibile controllare il suono alzando o abbassando i livelli di gamme di frequenza specifiche.
Prima di procedere, selezionare l’effetto audio desiderato per il suono basilare.
3 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “Equalizer Control”, quindi premere PUSH ENTER.
4 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare una banda di frequenza (5 scatti).
?/1
(alimentazione)
Multistick
PUSH ENTER 2
1 Selezionare l’effetto audio desiderato
per il suono basilare (vedere “Selezione della memoria di effetto audio preselezionata” a pagina 32).
2 Premere ripetutamente MODE SELECT
per selezionare “Sound Mode”, quindi premere PUSH ENTER.
5 Spostare ripetutamente il multistick
verso v o V per regolare il livello (9 scatti).
6 Ripetere i punti 4 e 5. 7 Premere PUSH ENTER quando si è
completata la regolazione.
Per disattivare l’operazione di menu
Premere MODE SELECT.
Nota
Se si seleziona un altro effetto audio (tranne che per “Effect Off”), l’effetto di suono ottenuto va perduto. Per conservare l’effetto di suono ottenuto con la regolazione per usi futuri, memorizzarlo in una memoria personale. (Vedere “Creazione di una memoria personale di effetto audio” a pagina 37.)
36
IT

Creazione di una memoria personale di effetto audio

— Memoria personale
È possibile creare una memoria personale di schemi audio (effetto surround e equalizzatore grafico) e memorizzarla nell’apparecchio. Le memorie personali possono essere usate quando si ascolta un nastro, compact disc o programma radio preferito. Si possono creare fino a cinque memorie audio.
Prima di procedere, selezionare l’effetto audio desiderato per il suono basilare.
?/1
(alimentazione)
Multistick
PUSH ENTER 2
3 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “P File Memory”, quindi premere PUSH ENTER.
Il numero di memoria personale appare sul display.
4 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare il numero della memoria (P FILE 1~5) dove si desidera memorizzare l’effetto sonoro.
5 Premere PUSH ENTER.
Gli effetti di suono ottenuti con la regolazione sono memorizzati sotto il numero di memoria selezionato. Le regolazioni precedentemente memorizzate in questo numero di memoria sono cancellate e sostituite dalle nuove regolazioni.
Per disattivare l’operazione di menu
Premere MODE SELECT.
Regolazioni del suono
1 Ottenere l’effetto sonoro desiderato
controllando l’equalizzatore grafico (vedere pagina 36) e selezionando l’effetto surround (vedere pagina 35).
2 Premere ripetutamente MODE SELECT
per selezionare “Sound Mode”, quindi premere PUSH ENTER.
Per richiamare una memoria personale
1 Premere ripetutamente MODE SELECT per
selezionare “Sound Mode”, quindi premere PUSH ENTER.
2 Spostare ripetutamente il multistick verso b o
B per selezionare “File Select”, quindi premere
PUSH ENTER.
3 Spostare ripetutamente il multistick verso b o
B per selezionare il numero della memoria
desiderata (P FILE 1~5).
4 Premere PUSH ENTER. Informazione
L’effetto sonoro memorizzato viene conservato per mezza giornata anche se si scollega il cavo di alimentazione o si verifica un’interruzione di corrente.
37
IT

Altre funzioni

Uso del sistema dati radio (RDS)

(solo modello per l’Europa)
Che cosa è il sistema dati radio?
Il sistema dati radio (RDS) è un servizio che permette alle stazioni radio di inviare informazioni addizionali insieme al normale segnale di programma. Questo sintonizzatore offre varie comode funzioni RDS come la visualizzazione del nome della stazione e la localizzazione di stazioni in base al tipo di programma. Il servizio RDS è disponibile solo su stazioni FM.*
Nota
Il servizio RDS può non funzionare correttamente se la stazione sintonizzata non trasmette correttamente il segnale RDS o se l’intensità del segnale è debole.
* Non tutte le stazioni FM offrono il servizio RDS e
non tutte offrono lo stesso tipo di servizi. Se non si è familiari con il sistema RDS, controllare con l’emittente locale per quanto riguarda i servizi offerti nella propria zona.
Ricezione di trasmissioni RDS
, Basta selezionare una stazione della
banda FM. Quando si sintonizza una stazione che offre servizi RDS, il nome della stazione appare sul display.
Per controllare le informazioni RDS
A ciascuna pressione di DISPLAY, la visualizzazione cambia come segue:
t Nome stazione*
r
Frequenza
r
Tipo di programma*
r
Indicazione dell’orario
r
Nome della memoria preselezionata o “EFFECT ON (OFF)”
* Se non sono ricevuti dati RDS, il nome della
stazione e il tipo di programma possono non apparire sul display.
Localizzazione di una stazione con il tipo di programma (PTY)
È possibile localizzare una stazione desiderata selezionando un tipo di programma. L’apparecchio sintonizza i tipi di programma attualmente trasmessi dalle stazioni RDS memorizzate nella memoria di preselezione del sintonizzatore.
?/1
(alimentazione)
Multistick
PUSH ENTER 21
38
x
IT
1 Premere ripetutamente FUNCTION
fino a che “TUNER” appare sul display.
2 Premere ripetutamente MODE SELECT
per selezionare “Set Up Mode”, quindi premere PUSH ENTER.
3 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “TUNER Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
4 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “PTY Select ?”, quindi premere PUSH ENTER.
5 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare il tipo di programma desiderato. Vedere la “Lista dei tipi di programma” di seguito.
6 Premere PUSH ENTER.
L’apparecchio inizia a cercare le stazioni RDS preselezionate (“SEARCH” e il tipo di programma selezionato appaiono alternatamente sul display).
Quando il sintonizzatore riceve un programma, il numero di stazione preselezionata lampeggia.
7 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per visualizzare il numero di stazione preselezionata desiderato.
8 Premere PUSH ENTER mentre il
numero di stazione preselezionata lampeggia.
Per disattivare l’operazione di menu
Premere MODE SELECT.
Lista dei tipi di programma (PTY)
NEWS
Giornali radio.
AFFAIRS
Programmi a soggetto che ampliano sulle notizie recenti.
INFO
Programmi su questioni dei consumatori, assistenza medica.
SPORT
Programmi di sport.
EDUCATE
Programmi educativi, come programmi di “fai da te” e consigli.
DRAMA
Radiodrammi e storie a puntate.
CULTURE
Programmi di cultura nazionale o regionale, lingua e questioni sociali.
SCIENCE
Programmi sulle scienze naturali.
VARIED
Programmi con interviste a personalità, giochi a quiz e commedie.
POP M
Programmi di musica pop.
ROCK M
Programmi di musica rock.
EASY M
Musica di facile ascolto (musica per tutti).
LIGHT M
Musica classica, ad esempio strumentale, e opere vocali e corali.
CLASSICS
Concerti di grandi orchestre, musica da camera, opera, ecc.
OTHER M
Musica come il rhythm and blues o il reggae.
WEATHER
Informazioni metereologiche.
FINANCE
Rapporti di borsa e quotazioni azionarie, ecc.
Altre funzioni
Per disattivare la ricerca PTY
Premere x.
continua
39
IT
Uso del sistema dati radio (RDS) (continuazione)
Per addormentarsi al
CHILDREN
Programmi per i piccoli.
SOCIAL
Programmi sulle persone e i loro problemi.
RELIGION
Programmi di contenuto religioso.
PHONE IN
Programmi in cui il pubblico può telefonare per esprimere le sue opinioni o in discussioni aperte.
TRAVEL
Programmi di viaggi. Non per annunci sul traffico di tipo TP/TA.
LEISURE
Programmi su attività per il tempo libero come giardinaggio, pesca, cucina, ecc.
JAZZ
Programmi di musica jazz.
COUNTRY
Programmi di musica country.
NATION M
Programmi di musica popolare del paese o della regione.
OLDIES
Programmi di vecchi successi.
FOLK M
Programmi di musica folk.
DOCUMENT
Servizi ricercati in profondità.
TEST
Segnale di prova per le trasmissioni di emergenza.
ALARM
Trasmissioni di emergenza.
NONE
Qualsiasi programma non definito sopra.
Nota
Appare “No PTY” quando il tipo di programma selezionato non è attualmente in fase di trasmissione.
suono della musica
— Timer di spegnimento
ritardato
È possibile predisporre il sistema perché si spenga dopo un lasso di tempo predeterminato, in modo da potersi addormentare al suono della musica. È possibile stabilire il tempo fino allo spegnimento in scatti di 10 minuti.
SLEEP
, Premere SLEEP sul telecomando.
A ciascuna pressione del tasto, l’indicazione dei minuti (tempo fino allo spegnimento) cambia come segue:
Auto t 90min t 80min t 70min tt 10min t Off t Auto…
Quando si seleziona “Auto”
Il sistema si spegne quando il disco o nastro attuale finisce la riproduzione (per un massimo di 100 minuti).
Per controllare il tempo rimanente
Premere una volta SLEEP sul telecomando.
Per cambiare il tempo fino allo spegnimento
Premere ripetutamente SLEEP sul telecomando per selezionare il tempo desiderato.
Per disattivare la funzione di timer di spegnimento ritardato
Premere ripetutamente SLEEP sul telecomando fino a che appare “Sleep Off”.
40
IT

Per svegliarsi al suono della musica

— Timer di sveglia
È possibile svegliarsi ogni giorno al suono della musica preferita all’orario fissato. Assicurarsi che l’orologio sia stato regolato (vedere “Punto 2: Regolazione dell’orario” a pagina 6).
Multistick
PUSH ENTER 311
3 Premere ripetutamente MODE SELECT
per selezionare “Set Up Mode”, quindi premere PUSH ENTER.
4 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “Timer Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
5 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “Timer Set ?”, quindi premere PUSH ENTER.
Appare “Set Daily 1”.
6 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “Daily 1 (o
2)”, quindi premere PUSH ENTER.
Appare “On” e la cifra delle ore lampeggia sul display.
DAILY 1
7 Regolare l’orario di inizio della
riproduzione.
Spostare ripetutamente il multistick verso v o V per impostare le ore, quindi premere PUSH ENTER.
L’indicazione dei minuti inizia a lampeggiare.
DAILY 1
Altre funzioni
1 Preparare la fonte musicale che si
desidera riprodurre.
• CD: Inserire un disco. Per iniziare da un brano particolare creare un programma (vedere “Per programmare i brani” a pagina 24).
• Nastri: Inserire un nastro con la facciata da riprodurre rivolta verso l’esterno.
• Radio: Sintonizzare la stazione preselezionata desiderata (vedere “Ascolto della radio” a pagina 14).
2 Regolare il volume.
2
Spostare ripetutamente il multistick verso v o V per impostare i minuti, quindi premere PUSH ENTER.
continua
41
IT
Per svegliarsi al suono della musica (continuazione)
8 Regolare l’orario di fine della
riproduzione come al punto 7.
9 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare la fonte musicale desiderata.
Ogni volta che si muove il multistick verso b o B, la visualizzazione cambia come segue.
t TUNER y CD Play T
t TAPE Play T
10 Premere PUSH ENTER.
Appare il tipo di timer (Daily 1 o Daily 2), seguito da orario di inizio, orario di fine e fonte musicale e quindi riappare la visualizzazione originale.
11 Spegnere l’apparecchio.
Per disattivare l’operazione di menu
Premere MODE SELECT.
Per disattivare l’operazione timer
1 Premere ripetutamente MODE SELECT per
selezionare “Set Up Mode”, quindi premere PUSH ENTER.
2 Spostare ripetutamente il multistick verso
b o B per selezionare “Timer Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
3 Spostare ripetutamente il multistick verso
b o B per selezionare “Timer Select ?”, quindi premere PUSH ENTER.
4 Spostare ripetutamente il multistick verso
b o B per selezionare “Timer Off”, quindi premere PUSH ENTER.
Informazione
Il sistema si accende 15 secondi prima dell’orario fissato.
Note
• Non si possono attivare DAILY 1 e DAILY 2 contemporaneamente.
• Non è possibile impostare il timer se l’orario di inizio e quello di fine sono identici.
• Quando si usa il timer di spegnimento ritardato, il timer quotidiano non accende il sistema finché il timer di spegnimento ritardato non lo ha spento.
• Non si possono attivare il timer quotidiano e la registrazione a timer contemporaneamente.
42
Per controllare la regolazione
1 Premere ripetutamente MODE SELECT per
selezionare “Set Up Mode”, quindi premere PUSH ENTER.
2 Spostare ripetutamente il multistick verso
b o B per selezionare “Timer Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
3 Spostare ripetutamente il multistick verso
b o B per selezionare “Timer Select ?”, quindi premere PUSH ENTER.
4 Spostare ripetutamente il multistick verso
b o B per selezionare il relativo modo (“Daily 1” o “Daily 2”), quindi premere PUSH ENTER.
Per cambiare l’impostazione, cominciare dal punto 1 a pagina 41.
IT

Registrazione a timer di programmi radio

Per registrare a timer, è necessario prima preselezionare la stazione radio (vedere “Punto 3: Preselezione delle stazioni radio” a pagina 8) e regolare l’orologio (vedere “Punto 2: Regolazione dell’orario” a pagina 6).
Multistick
9
PUSH ENTER
2
4 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “Timer Set ?”, quindi premere PUSH ENTER.
Appare “Set Daily 1”.
5 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “Set REC”, quindi premere PUSH ENTER.
Appare “On” e la cifra delle ore lampeggia sul display.
6 Regolare l’orario di inizio della
registrazione.
Spostare ripetutamente il multistick verso v o V per impostare le ore, quindi premere PUSH ENTER.
L’indicazione dei minuti inizia a lampeggiare.
Spostare ripetutamente il multistick verso v o V per impostare i minuti, quindi premere PUSH ENTER.
REC
Altre funzioni
REC
8
1 Sintonizzare la stazione radio
preselezionata (vedere “Ascolto della radio” a pagina 14).
2 Premere ripetutamente MODE SELECT
per selezionare “Set Up Mode”, quindi premere PUSH ENTER.
3 Spostare ripetutamente il multistick
verso b o B per selezionare “Timer Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
continua
43
IT
Registrazione a timer di programmi radio (continuazione)
7 Regolare l’orario di fine della
registrazione come al punto 6.
Appare l’orario di inizio, seguito dall’orario di fine, stazione radio preselezionata da registrare (p.es. “TUNER FM 5”) e quindi riappare la visualizzazione originale.
8 Inserire un nastro registrabile. 9 Spegnere l’apparecchio.
Quando la registrazione inizia, il livello del volume viene regolato sul minimo.
Per disattivare l’operazione di menu
Premere MODE SELECT.
Per controllare la regolazione
1 Premere ripetutamente MODE SELECT per
selezionare “Set Up Mode”, quindi premere PUSH ENTER.
2 Spostare ripetutamente il multistick verso
b o B per selezionare “Timer Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
3 Spostare ripetutamente il multistick verso
b o B per selezionare “Timer Select ?”, quindi premere PUSH ENTER.
4 Spostare ripetutamente il multistick verso
b o B per selezionare “REC”, quindi premere PUSH ENTER.
Per cambiare l’impostazione, cominciare dal punto 1 a pagina 43.
Note
• Se il sistema è già acceso all’orario fissato, la registrazione non viene eseguita.
• Non si può impostare il timer se l’orario di inizio e l’orario di fine sono identici.
• Quando si usa il timer di spegnimento ritardato, la registrazione a timer non accende il sistema fino a che il timer di spegnimento ritardato non lo ha spento.
• Non si possono attivare la registrazione a timer e il timer quotidiano contemporaneamente.
44
Per disattivare l’operazione timer
1 Premere ripetutamente MODE SELECT per
selezionare “Set Up Mode”, quindi premere PUSH ENTER.
2 Spostare ripetutamente il multistick verso
b o B per selezionare “Timer Set Up ?”, quindi premere PUSH ENTER.
3 Spostare ripetutamente il multistick verso
b o B per selezionare “Timer Select ?”, quindi premere PUSH ENTER.
4 Spostare ripetutamente il multistick verso
b o B per selezionare “Timer Off”, quindi premere PUSH ENTER.
IT
Loading...