Sony DAV-S550 User Manual [it]

Compact AV System
4-241-066-32(1)
Gebruiksaanwijzing
Istruzioni per l’uso
Bruksanvisning
NL
IT
SE
FR
PL
FR
DAV-S550
© 2002 Sony Corporation
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht om het gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen.
Installeer de apparatuur niet in een beperkte ruimte zoals een boekenrek of inbouwkast. Om brand te voorkomen mogen de verluchtingsopeningen van het toestel niet worden afgedekt met kranten, tafelkleedjes, gordijnen, enz.. Plaats geen brandende kaarsen op het toestel. Plaats geen met vloeistof gevulde voorwerpen zoals een vaas op het toestel om elektrocutie of brand te voorkomen.
Dit apparaat is geclassificeerd als een laserproduct van klasse 1. Het label bevindt zich aan de onderzijde.
Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als klein chemisch afval (KCA).
Voorzorgsmaatregelen Veiligheid
• In het geval er vloeistof of een voorwerp in de behuizing terechtkomt, moet u de stekker uit het stopcontact trekken en het apparaat eerst door een deskundige laten nakijken, alvorens het weer in gebruik te nemen.
• Het toestel blijft onder (net)spanning staan zolang de stekker in het stopcontact zit, ook al is het toestel zelf uitgeschakeld.
•Trek de stekker uit het stopcontact als u denkt het apparaat geruime tijd niet te gebruiken. Om de aansluiting op het stopcontact te verbreken, moet u uitsluitend de stekker vastnemen. Trek nooit aan het snoer zelf.
Installeren
• Installeer het toestel niet in een beperkte ruimte zoals een boekenrek of een inbouwkast.
• Kies een plaats waar een ongehinderde luchtdoorstroming mogelijk is, om oververhitting van vitale onderdelen te voorkomen.
• Zet het apparaat niet op een zacht of wollig oppervlak (een kleedje of deken), of tegen gordijnen, waardoor de ventilatie-openingen geblokkeerd kunnen worden.
• Installeer het apparaat niet in de buurt van warmtebronnen zoals radiatoren of heteluchtblazers of op een plaats waar het is blootgesteld aan directe zonnestraling, overmatig stof of mechanische schokken.
• Zet het apparaat niet schuin. Het apparaat is ontworpen voor gebruik in horizontale stand.
• Houd zowel het apparaat als discs uit de buurt van apparatuur waarin een krachtige magneet gebruikt wordt, zoals een grote luidspreker of magnetronoven.
• Plaats geen zware voorwerpen op het toestel.
• Als het apparaat van een koude naar een warme omgeving wordt gebracht kan er vocht binnenin het apparaat condenseren, hetgeen schade aan de lenzen tot gevolg kan hebben. Wacht daarom bij het voor de eerste maal installeren van het apparaat, of wanneer u dit van een koude naar een warme omgeving verplaatst ongeveer 30 minuten voor u het in gebruik neemt.
NL
2
Welkom!
Dank u voor aankoop van dit Sony Compact AV System. Voor u het toestel in gebruik neemt, moet u deze gebruiksaanwijzing aandachtig lezen en bewaren zodat u deze later nog kunt raadplegen.
NL
3
Voorzorgsmaatregelen
Veiligheid
Indien er een voorwerp of vloeistof in de behuizing terechtkomt, moet u de stekker uit het stopcontact trekken en het toestel laten nakijken door een deskundige alvorens het weer in gebruik te nemen.
Spanningsbronnen
Het netsnoer mag alleen door bevoegd vakpersoneel worden vervangen.
Plaatsing
• Installeer het toestel op een goed geventileerde plaats om te voorkomen dat het te sterk opwarmt.
• De behuizing kan bij langdurige weergave met hoog volume warm aanvoelen. Dat is normaal en duidt niet op storing. Vermijd echter de behuizing aan te raken. Plaats het toestel niet in een nauw bemeten en slecht geventileerde ruimte om oververhitting te vermijden.
• Blokkeer de ventilatiegaten niet door iets op het toestel te plaatsen. Het systeem is uitgerust met een krachtige versterker. Indien de ventilatiegaten bovenaan worden afgesloten, kan het toestel oververhit en defect raken.
• Plaats het toestel niet op een zachte ondergrond zoals een tapijt waardoor de ventilatiegaten onderaan kunnen worden afgesloten.
• Installeer het toestel niet in de buurt van warmtebronnen of op een plaats waar het is blootgesteld aan directe zonnestraling, overmatig stof of mechanische schokken.
Werking
• Indien het toestel direct van een koude in een warme of een zeer vochtige ruimte wordt gebracht, kan er condensvorming optreden op de lenzen in het toestel. In dat geval kan de werking van het toestel zijn verstoord. Verwijder in dat geval de disc en laat het toestel ongeveer een half uur aan staan tot alle vocht is verdampt.
• Haal de discs uit het toestel wanneer u het verplaatst. Indien u dat niet doet, kunnen discs beschadigd worden.
• Om stroom te sparen kan het systeem volledig worden uitgezet met de POWER toets op het toestel. Het systeem is dan volledig uitgeschakeld, ook al blijft de LED enige tijd branden.
NL
4
Volumeregeling
Zet het volume niet hoger bij het beluisteren van een zeer stille passage of een onbespeeld gedeelte. Als u dat toch doet, kunnen de luidsprekers worden beschadigd wanneer er plots een piekwaarde wordt bereikt.
Reiniging
Reinig de behuizing, het voorpaneel en de bedieningselementen met een zachte doek die lichtjes is bevochtigd met een mild zeepsopje. Gebruik geen schuursponsje, schuurpoeder noch solventen zoals alcohol of benzine. Met alle vragen over eventuele problemen met uw toestel kunt u steeds terecht bij uw dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Discs reinigen
Gebruik geen in de handel verkrijgbare CD/DVD­reinigingsdisc. Die kan defecten veroorzaken.
Kleuren op een TV-scherm
Indien de luidsprekers de kleuren op het TV­scherm beïnvloeden, moet u de TV meteen uitzetten en na 15 tot 30 minuten weer aanzetten. Indien de kleuren nog altijd vervormen, moet u de luidsprekers verder van de TV af zetten.
Het naamplaatje bevindt zich aan de onderzijde.
BELANGRIJK
Opgelet: Dit toestel kan voor onbepaalde duur een stilstaand videobeeld of instelscherm op het TV-scherm tonen. Als u dat beeld lange tijd op het TV-scherm laat staan, bestaat het gevaar dat uw televisiescherm onherstelbaar wordt beschadigd. Vooral projectietelevisies zijn hier gevoelig voor.
Het apparaat verplaatsen
Wanneer u het apparaat verplaatst, moet u de volgende procedure gebruiken om het binnenste loopwerk te beschermen. Verwijder de disc. Druk vervolgens op de x toets op het apparaat en houd deze ingedrukt. Nadat “MECHA LOCK” is weergegeven op het display (voorpaneel), schakelt u het apparaat uit.
Inhoudsopgave
WAARSCHUWING ............................................................................................ 2
Welkom! ............................................................................................................. 3
Voorzorgsmaatregelen ....................................................................................... 4
Betreffende deze gebruiksaanwijzing ................................................................ 7
Met dit toestel kunnen de volgende discs worden afgespeeld .......................... 7
Opmerkingen betreffende discs ......................................................................... 9
Onderdelen en bedieningselementen .............................................................. 10
Bedieningsmenuweergave............................................................................... 14
Aan de slag ....................................................................16
Snelle kennismaking ........................................................................................ 16
Uitpakken ......................................................................................................... 16
De batterijen in de afstandsbediening plaatsen ............................................... 17
Stap 1: Luidsprekers aansluiten....................................................................... 17
Stap 2: Antenne aansluiten .............................................................................. 20
Stap 3: TV- en videocomponenten aansluiten ................................................. 22
Luidsprekeropstelling ....................................................................................... 24
Radiozenders voorinstellen ............................................................................. 29
Discs afspelen ................................................................ 31
Discs afspelen ................................................................................................. 31
De weergave hervatten vanaf het punt waar u de disc hebt gestopt
(Resume Play) ........................................................................................... 32
Gebruik van het DVD menu ............................................................................. 33
VIDEO CD’s met PBC functies afspelen (PBC- Weergave)............................. 34
Een MP3 Audio Track afspelen ........................................................................ 35
Uw eigen programma samenstellen (Programme Play) .................................. 36
Weergave in willekeurige volgorde (Shuffle Play) ............................................ 38
Herhaalde weergave (Repeat Play) ................................................................. 39
Een scène zoeken............................................................. 40
Een bepaald punt op een disc zoeken (Scan, Slow-motion Play) ................... 40
Een titel/hoofdstuk/track/index/album zoeken .................................................. 41
Disc-informatie controleren ................................................ 43
Speelduur en resterende speelduur controleren via het uitleesvenster op het
voorpaneel ................................................................................................. 43
Speelduur en resterende speelduur controleren ............................................. 44
wordt vervolgd
NL
5
Geluidsregeling............................................................... 46
Het geluid regelen............................................................................................ 46
Ingangsaudiosignaal automatisch decoderen (Auto Decoding) ...................... 48
Genieten van Surround Sound ........................................................................ 48
Alleen de voorste luidsprekers en subwoofer gebruiken
(stereo via 2 kanalen) ................................................................................ 51
Niveauparameters regelen .............................................................................. 51
Filmweergave .................................................................52
Hoeken wijzigen............................................................................................... 52
Ondertitels weergeven ..................................................................................... 53
Diverse bijkomende functies ............................................... 54
Discs vergrendelen (EIGEN KINDERBEVEILIGING,
KINDERBEVEILIGING).............................................................................. 54
Andere handelingen.......................................................... 59
Uw TV bedienen met de meegeleverde afstandsbediening............................. 59
Naar de video of een ander toestel kijken ....................................................... 60
Luisteren naar de radio .................................................................................... 61
Gebruik van het Radio Data System (RDS)
(Alleen voor de Europese modellen) .......................................................... 62
Voorinstelzenders benoemen .......................................................................... 62
Instellingen en afstellingen................................................. 64
Gebruik van het instelscherm .......................................................................... 64
De taal voor schermweergave en geluid kiezen (TAALKEUZE) ...................... 65
Beeldinstellingen (SCHERMINSTELLING)...................................................... 66
Individuele instellingen (INDIVIDUELE INSTELLING)..................................... 68
Luidsprekerinstellingen (LUIDSPREKER) ....................................................... 69
Aanvullende informatie...................................................... 72
Verhelpen van storingen .................................................................................. 72
Zelfdiagnosefunctie
(Wanneer er letters/cijfers verschijnen in het uitleesvenster) ..................... 76
Verklarende woordenlijst.................................................................................. 76
Technische gegevens ...................................................................................... 79
Taalcodelijst ..................................................................................................... 81
DVD Instelmenulijst.......................................................................................... 82
Index ................................................................................................................ 83
Beknopte handleiding voor afstandsbediening ................................................ 84
NL
6
Betreffende deze gebruiksaanwijzing
• In deze gebruiksaanwijzing staan de bedieningselementen op de afstandsbediening beschreven. Ook de bedieningselementen op het toestel kunnen worden gebruikt indien ze dezelfde of soortgelijke namen hebben als die op de afstandsbediening.
• De symbolen die in deze gebruiksaanwijzing worden gehanteerd, staan hieronder verklaard:
Symbool
Betekenis
Geeft functies voor DVD video’s aan
Beschikbare functies in VIDEO CD mode
Beschikbare functies in CD mode
Symbool
z
Betekenis
Functies beschikbaar in Super Audio CD en Audio CD mode
Beschikbare functies voor MP3* audio tracks
Meer handige mogelijkheden
• In deze gebruiksaanwijzing wordt het Europese model gebruikt voor illustratie en schermdisplay (SCHERMDISPL).
* MP3 (MPEG 1 Audio Layer 3) is een
standaardformaat van ISO/MPEG waarbij audiogegevens worden gecomprimeerd.
Met dit toestel kunnen de volgende discs worden afgespeeld
Terminologie
Titel
Het langste deel van een beeld of track op een DVD; bijvoorbeeld een film voor een stuk beeld op video software of een album voor een stuk muziek op audio software.
Hoofdstuk
Delen van een beeld of een muziekstuk die korter zijn dan titels. Een titel bestaat uit verscheidene hoofdstukken. Sommige discs bevatten geen hoofdstukken.
Album
Deel van een muziekstuk op een data CD met MP3 audio tracks.
Muziekstuk
Delen van een beeld of muziekstuk op een VIDEO CD, Super Audio CD, CD of MP3.
Index (Super Audio CD, CD) / Video
Index (VIDEO CD)
Een getal waarmee een track wordt opgesplitst zodat u makkelijk een bepaald punt op een VIDEO CD of Super Audio CD kunt vinden. Sommige discs bevatten geen indexen.
Scene
Op een VIDEO CD met PBC functies (pagina 34) zijn de menuschermen, bewegende beelden en stilstaande beelden opgesplitst in “scenes”.
Disc-formaat
DVD VIDEO
Super Audio CD
VIDEO CD
Audio CD
Het “DVD VIDEO” logo is een handelsmerk.
wordt vervolgd
NL
7
Disc
DVD structuur
VIDEO CD, Super Audio CD of CD structuur
MP3­structuur
Titel
Hoofdstuk
Disc
Muziekstuk
Index
Disc
Album
Muziekstuk
Opmerking bij PBC (Playback Control) (VIDEO CD’s)
Dit toestel beantwoordt aan Ver. 1.1 en Ver.
2.0 van de VIDEO CD normen. Afhankelijk van de disc zijn er twee weergavemogelijkheden.
Disc-type
VIDEO CD’s zonder PBC functies
(Ver. 1.1 discs) VIDEO CD’s
met PBC functies (Ver. 2.0 discs)
Voor
Weergave van bewegende beelden en muziek.
Weergave van interactieve software met menuschermen op het TV­scherm (PBC Playback), met bovendien de videoweergavefunctions van Ver. 1.1 discs. Hiermee kunnen ook stilstaande hogeresolutiebeelden worden afgespeeld als deze op de disc staan.
Regiocode
Op de achterkant van het toestel staat een regiocode vermeld die ook op de DVD moet vermeld staan om met dit toestel te kunnen worden afgespeeld.
ALL
DVD’s met label
kunnen ook met dit toestel worden afgespeeld. Indien u een andere DVD probeert af te spelen, verschijnt het bericht “Weergave van deze disc niet toegestaan wegens regiobeperkingen.” op het scherm. Het is mogelijk dat sommige DVD’s waarop geen regiocode staat vermeld, toch geen DVD’s kunnen worden afgespeeld.
Voorbeelden van discs die niet kunnen worden afgespeeld met het toestel
Het toestel kan de volgende discs niet afspelen:
• CD-ROM’s (met inbegrip van PHOTO
CD’s)
• Andere CD-R’s/CD-RW’s dan opgenomen
in de volgende formaten: – muziek CD-formaat – video CD-formaat – MP3-formaat conform ISO9660* Level
1/Level 2, of het uitgebreide formaat, Joliet
• Datasecties van CD-Extra’s
•DVD-ROM’s
•DVD Audio discs
* Een logisch formaat van bestanden en mappen op
CD-ROM’s, bepaald door ISO (International Standard Organization)
Plaats de volgende discs niet:
• Een DVD met een andere regiocode
(pagina 8, 78).
• Een disc die niet standaard of niet rond is
(zoals een kaart of een hart- of stervorm).
• Een disc waarop papier of stickers zijn
gekleefd.
• Een disc met resten kleefmiddel van
kleefband of stickers.
Opmerking
Merk op dat sommige CD-R’s of CD-RW’s niet met dit toestel kunnen worden afgespeeld afhankelijk van de opnamekwaliteit, de staat van de disc of de karakteristieken van de opnameapparatuur. Ook een disc die niet correct werd gefinaliseerd, wordt niet afgespeeld. Raadpleeg de
NL
8
gebruiksaanwijzing van de opnameapparatuur voor meer informatie.
Opmerking betreffende de weergave van DVD’s en VIDEO CD’s
Sommige weergavefuncties van DVD’s en VIDEO CD’s kunnen opzettelijk door software-producenten zijn vastgelegd. Dit apparaat speelt DVD’s en VIDEO CD’s af volgens de inhoud van de disc zodat bepaalde weergavefuncties niet beschikbaar kunnen zijn. Raadpleeg daarom de instructies die bij DVD’s of VIDEO CD’s worden geleverd.
Auteursrechten
Opmerkingen betreffende discs
Behandeling van discs
• Neem de disc vast aan de rand om ze proper te houden. Raak het oppervlak niet aan.
• Kleef niets op een disc.
Dit product is voorzien van copyright­beveiligingstechnologie die op haar beurt is beschermd door sommige Amerikaanse patenten en andere intellectuele eigendomsrechten van Macrovision Corporation en anderen. Het gebruik van deze copyright-beveiligingstechnologie moet zijn goedgekeurd door Macrovision Corporation, en is bedoeld voor gebruik in huis en beperkte kring tenzij Macrovision Corporation hiervoor uitdrukkelijk toestemming heeft verleend. Aanpassing of demontage is verboden.
Dit systeem is uitgerust met een Dolby* Digital and Dolby Pro Logic (II) adaptive matrix surround decoder en het DTS** Digital Surround System.
* Gefabriceerd onder licentie van Dolby
Laboratories. “Dolby”, “Pro Logic” en het dubbele D-symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
**Gefabriceerd onder licentie van Digital Theater
Systems, Inc. “DTS” en “DTS Digital Surround” zijn handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc.
• Stel een disc niet bloot aan directe zonnestraling of warmtebronnen zoals hete luchtkanalen of in een auto die in de volle zon geparkeerd staat en waarin de temperatuur sterk kan oplopen.
• Berg discs na gebruik weer op in de houder.
Reiniging
• Maak een disc voor het afspelen altijd schoon met een doek. Wrijf van binnen naar buiten toe.
• Gebruik geen solventen zoals benzine, thinner en in de handel verkrijgbare reinigingsmiddelen of antistatische sprays voor grammofoonplaten.
Het systeem kan alleen ronde standaarddiscs afspelen. Gebruikt u een disc die niet standaard of niet rond is (zoals een kaart of een hart- of stervorm), dan kan een storing optreden.
Gebruik geen disc waaraan een in de handel verkrijgbare accessoire is bevestigd, zoals een label of een ring.
NL
9
Onderdelen en bedieningselementen
Meer details vindt u op de pagina’s tussen haakjes.
Voorpaneel
STANDBY
1 POWER (wachtstand) schakelaar (31) 2 STANDBY indicator (31) 3 Discgleuf (31) 4 A (Eject) (31) 5 H (weergave) (31) 6 X (pauze) (32) 7 x (stop) (30, 31) 8 ./> PREV/NEXT, PRESET –/+
(32, 61)
FUNCTION BAND DISPLAY SOUND FIELD
PHONES
9 PHONES aansluiting (31) q; VOLUME regeling (31, 71) qa SOUND FIELD –/+ (48, 51) qs DISPLAY (61) qd BAND (29) qf FUNCTION (31, 60, 61) qg Uitleesvenster op het voorpaneel (11)
(afstandsbedieningssensor) (17)
qh
10
NL
Uitleesvenster op het voorpaneel
Bij het afspelen van een DVD
Huidig geluid
DIGITAL
PRO LOGIC
Huidig surroundformaat
Weergavestatus
PCM
Huidig titelnummer
Huidig hoofdstuknummer
TITLE CHAPTER H M S
Speelduur Huidige herhalingsmodus
Bij het afspelen van een Super Audio CD, CD, VIDEO CD of MP3
Huidig indexnummer
Huidig geluid
SACD
PCM
Weergavestatus Speelduur
(De indexindicator verschijnt niet bij Super Audio CD- of MP3-weergave.)
TRACK INDEX M S
Huidig tracknummer
Bij het luisteren naar de radio
Licht op wanneer u de hoek kunt wijzigen
ANGLE
REPEAT 1
Licht op tijdens PBC weergave (alleen VIDEO CD)
REPEAT 1 PROG PBC SHUFFLE
Huidige weergavestand
FM AM
Huidige band
Voorinstelnummer Mono/Stereo effect
TUNED MONO ST
Huidige zender
MHz
wordt vervolgd
11
NL
Achterpaneel
FRONT
REAR
L
L
IMPEDANCE
USE
WOOFER 3 EXCEPT WOOFER 3
FRONT
R
CENTER WOOFER
REAR
R
SPEAKER
1 SPEAKER aansluitingen (18) 2 AM antenne (20) 3 COMPONENT VIDEO OUT/SCAN
SELECT schakelaar (67, 72)
4 VIDEO 1 aansluitingen (22) 5 VIDEO 2 aansluitingen (22)
AM
COAXIAL
FM
75
R
OPTICAL DIGITAL
IN
VIDEO 2
S VIDEO (DVD ONLY)
MONITOR
SCAN SELECT
SELECTABLE
INTERLACE
COMPONENT
VIDEO OUT
AUDIO OUT
VIDEO OUT VIDEO IN
LR LR
LR
AUDIO IN VIDEO IN
VIDEO 1
AUDIO IN
YPB/CBPR/C
COMPONENT VIDEO OUT
6 DIGITAL IN (OPTICAL) aansluiting (23) 7 MONITOR OUT (VIDEO/S VIDEO)
aansluitingen (22)
8 COMPONENT VIDEO OUT
aansluitingen (22)
9 FM 75Ω COAXIAL antenneaansluiting
(20)
VIDEO
OUT
12
NL
Afstandsbediening
123
456
7
89
>
10
10/0
Opmerking
Deze afstandsbediening licht op in het donker. Om te kunnen oplichten, moet de afstandsbediening enige tijd aan licht zijn blootgesteld.
1 TV [/1 (aan/wacht) (59) 2 Z (EJECT) (31) 3 NAME (naam) (62) 4 STEREO/MONO (61) 5 MEMORY (geheugen) (29) 6 CLEAR (wissen) (36, 38, 39, 41)
7 PLAY MODE (weergavestand)
(36, 38, 39)
8 AUDIO (46) 9 ANGLE (hoek) (52) q; SUBTITLE (ondertitel) (53) qa VOL +/– (59, 61) qs ./> PREV/NEXT, TV CH –/+,
PRESET –/+ (29, 34, 59, 61)
qd H PLAY/SELECT (weergave/keuze)
(31, 34, 36, 38, 39, 40)
qf DVD TOP MENU (33) qg DVD DISPLAY (35, 39, 41, 44, 46, 52,
53)
qh C/X/x/c/ENTER (25, 29, 33, 34, 36,
39, 41, 46, 51, 52, 53, 62)
qj DVD SETUP (55, 64) qk 1 (wacht) (29, 31, 61)
ql DIMMER (28) w; TV/VIDEO (59) wa REPEAT (36, 39) ws MUTING (32) wd TIME (43, 44) wf FUNCTION (31, 60, 61, 62)
wg BAND (29) wh Cijfertoetsen (33, 34, 36, 41, 52, 59) wj SOUND FIELD (48, 51) wk DISPLAY (61) wl ENTER (59) e; COMMAND MODE DVD TV
schakelaar (59)
ea m/M/
/ SLOW, TUNING –/+
(29, 40, 61)
es x STOP (31, 34, 54) ed X PAUSE (32) ef DVD MENU (33) eg O RETURN (34, 35, 54) eh AMP MENU (25, 51)
13
NL
Bedieningsmenuweergave
Kies de functie die u wilt gebruiken via het bedieningsmenu. Het bedieningsmenuscherm verschijnt wanneer de DVD DISPLAY toets wordt ingedrukt. Meer details vindt u op de pagina tussen haakjes.
Bedieningsmenu
Totaal aantal
Huidig titelnummer (Video CD/Super Audio CD/CD: tracknummer)
Huidig hoofdstuknummer
(Video CD/Super Audio CD/
CD: indexnummer)
Speelduur
Pictogram van gekozen
bedieningsmenupunt
Bedieningsmenupunten
opgenomen titels of tracks
Naam of type van disc
DVD
1 2 ( 2 7 ) MAKING SCENE 1 8 ( 3 4 T
1: ENGELS
2: FRANS 3: SPAANS
Naam van de huidige titel
)
1 : 3 2 : 5 5
Totaal aantal opgenomen hoofdstukken of indexen
Weergavestatus (NWeergave, XPauze, xStop, enz.)
DVD
Type disc dat wordt afgespeeld
Huidige instelling Opties
Functienaam van gekozen
bedieningsmenupunt
Melding
Lijst van bedieningsmenupunten
DISC
TITEL (alleen DVD) (pagina 41)/ SCENE (alleen VIDEO CD bij PBC weergave)/MUZIEKSTUK (VIDEO CD alleen) (pagina 41)
HOOFDSTUK (alleen DVD) (pagina 42)/INDEX (alleen VIDEO CD) (pagina 42)
ALBUM (alleen MP3) (pagina 35, 41)
MUZIEKSTUK (alleen Super Audio CD/CD/MP3) (pagina 35, 41)
INDEX (alleen Super Audio CD/ CD) (pagina 42)
NL
14
ONDERTITELING Kiezen:
ENTER
Geeft de naam of het type weer van de disc die in het apparaat is geplaatst.
Om de titel (DVD), scène (VIDEO CD bij PBC-weergave) of track (VIDEO CD) te kiezen voor weergave.
Om het hoofdstuk (DVD) of de index (VIDEO CD) te kiezen voor weergave.
Kiest het album (MP3) voor weergave.
Om de track (Super Audio CD/CD/MP3) te kiezen voor weergave.
Geeft de index weer en selecteert de index (Super Audio CD) die wordt afgespeeld.
TIJD (pagina 42)
Verstreken en resterende speelduur controleren. Tijdcode voor het zoeken naar beeld en muziek invoeren.
GELUID (alleen DVD/VIDEO CD/
Om de geluidsinstelling te wijzigen.
Super Audio CD/CD (pagina 46)
ONDERTITELING (alleen DVD)
(pagina 53)
HOEK (alleen DVD)
Ondertitels weergeven. Om de taal van de ondertitels te wijzigen.
Om de hoek te wijzigen.
(pagina 52)
STAND (alleen VIDEO CD/
Kiest de weergavestand.
Super Audio CD/CD/MP3) (pagina 38)
HERHALEN (pagina 39)
Speelt herhaaldelijk de volledige disc (alle titels/alle tracks), één titel/hoofdstuk/track/ album of de inhoud van het programma af.
EIGEN KINDERBEVEILIGING
Om weergavebeperkingen in te stellen.
(pagina 54)
z
Bij elke druk op DVD DISPLAY verandert het bedieningsmenuscherm als volgt:
Bedieningsmenu scherm
,
m
Bedieningsmenuscherm uit
De bedieningsmenupunten hangen af van de disc.
z De indicator voor het Control Menu gaat groen t branden tenzij u HERHALEN op “UIT”
hebt ingesteld. De indicator voor “HOEK” gaat alleen groen branden als u de invalshoeken kunt wijzigen.
15
NL
Aan de slag
Snelle kennismaking
Dit hoofdstuk bevat een beknopte handleiding zodat u meteen aan de slag kunt met uw nieuwe toestel. Zie pagina 65 om een taal te kiezen voor de schermweergave. Zie pagina 66 om een breedte/hoogte-verhouding voor de TV te kiezen.
Uitpakken
Controleer of het volgende is meegeleverd:
• Luidsprekers (5)
• Subwoofer (1)
• AM-kaderantenne (1)
• FM-draadantenne (1)
• Luidsprekerkabels (5m × 4, 15m × 2)
•Videokabel (1)
• Afstandsbediening RM-SS880 (1)
• R6 (AA) batterijen (2)
•Voetjes (20)
• Luidsprekers-Aansluiting en installatie (kaart) (1)
• 21-pins adapter (1) (alleen voor Europese modellen)
16
NL
De batterijen in de afstandsbediening plaatsen
Dit toestel kan worden bediend met de meegeleverde afstandsbediening. Plaats twee AA (R6) batterijen in de batterijhouder en houd daarbij rekening met de 3 en # aanduidingen. Richt de afstandsbediening op de afstandsbedieningssensor op het toestel.
Opmerkingen
• Laat de afstandsbediening niet achter op een zeer warme of vochtige plaats.
• Gebruik geen nieuwe batterij samen met een oude.
• Zorg ervoor dat er niets in de behuizing van de afstandsbediening terechtkomt, vooral bij het vervangen van de batterijen.
• Stel de afstandsbedieningssensor niet bloot aan directe zonnestraling of felle verlichting. Hierdoor kan de werking worden verstoord.
• Indien u de afstandsbediening gedurende lange tijd niet zult gebruiken, verwijder dan de batterijen om mogelijke schade door batterijlekkage en corrosie te voorkomen.
Stap 1: Luidsprekers aansluiten
Aan de slag
Sluit de meegeleverde luidsprekers aan met behulp van de meegeleverde luidsprekerkabels en let erop dat de kleuren van de aansluitingen en de kabels overeenstemmen. Sluit geen andere luidsprekers aan dan deze die bij het systeem zijn geleverd. Voor optimaal surroundgeluid dient u de luidsprekerparameters (afstand, niveau, enz.) op te geven zoals beschreven op pagina 25.
Benodigde kabels
Luidsprekerkabels
De stekker en de buis van de luidsprekerkabels hebben dezelfde kleur als het label van de aansluitingen.
Grijs
(+) (–)
Gekleurde buis
(+)
(–)
Zwart
wordt vervolgd
17
NL
Luidsprekeraansluitingen
Sluit de aan op
Voorluidsprekers SPEAKER FRONT L (wit) en R (rood) Achterluidsprekers SPEAKER REAR L (blauw) en R (grijs) Middenluidspreker SPEAKER CENTER (groen) Subwoofer SPEAKER WOOFER (paars)
Kleurlabel
FRONT
R
CENTER WOOFER
REAR
R
SPEAKER
Voorluidspreker (R)
FRONT
L
REAR
L
Middenluidspreker
SCAN SELECT
AM
SELECTABLE
INTERLACE
COAXIAL
FM
75
COMPONENT
VIDEO OUT
Draai de subwoofer om als u het snoer van de luidspreker wilt bevestigen.
AUDIO OUT
VIDEO OUT VIDEO IN
LR LR
LR
AUDIO IN VIDEO IN
VIDEO 1
Voorluidspreker (L)
AUDIO IN
OPTICAL DIGITAL
R
IN
VIDEO 2
YPB/CBPR/C
COMPONENT VIDEO OUT
S VIDEO (DVD ONLY)
VIDEO
MONITOR
OUT
Achterluidspreker (L)Achterluidspreker (R) Subwoofer
Opmerking over plaatsen van luidsprekers
Ga voorzichtig te werk wanneer u de subwoofer of een luidsprekerstandaard (niet bijgeleverd) die op de voorste/achterste luidsprekers is bevestigd, op een speciaal behandelde vloer (met was of olie behandeld, gepolijst, enzovoort) plaatst; anders kunnen vlekken of verkleuringen optreden.
NL
18
Kortsluiting van de luidsprekers voorkomen
Door kortsluiting van de luidsprekers kan het toestel worden beschadigd. Om dat te voorkomen, dient u de volgende voorzorgsmaatregelen in acht te nemen bij het aansluiten van de luidsprekers. Zorg ervoor dat een blootliggende draad van een luidsprekerkabel niet in contact komt met een andere aansluitingsklem of een blootliggende draad van een andere luidsprekerkabel.
Voorbeelden van slechte staat van een luidsprekerkabel
Aan de slag
De gestripte luidsprekerkabel raakt een andere luidsprekerklem.
Gestripte kabels raken elkaar doordat er teveel isolatie is verwijderd.
Nadat alle componenten, luidsprekers en het netsnoer zijn aangesloten, dient u te controleren of alle luidsprekers correct zijn aangesloten aan de hand van een testtoon. Zie pagina 27 voor meer details over de testtoon. Indien een luidspreker geen testtoon produceert of de testtoon wordt geproduceerd door een andere luidspreker dan de luidspreker die wordt vermeld in het uitleesvenster, kan de luidspreker zijn kortgesloten. Controleer dan de luidsprekeraansluiting opnieuw.
Opmerking
Verbind de luidsprekerkabel met de juiste aansluiting op de componenten: 3 op 3 en # op #. Indien de draden worden omgewisseld, is het geluid vervormd en is er te weinig bass.
19
NL
Stap 2: Antenne aansluiten
Sluit de meegeleverde AM/FM-antennes aan om naar de radio te luisteren.
Antenne aansluitingen
Sluit de aan op
AM-kaderantenne AM FM-draadantenne FM 75 COAXIAL
AM-kaderantenne
OPTICAL DIGITAL
IN
VIDEO 2
S VIDEO (DVD ONLY)
VIDEO
MONITOR
OUT
FRONT
R
CENTER WOOFER
REAR
R
FRONT
REAR
SPEAKER
AUDIO OUT
VIDEO OUT VIDEO IN
L
L
AM
COAXIAL
FM
75
SCAN SELECT
SELECTABLE
INTERLACE
COMPONENT
VIDEO OUT
LR LR
LR
AUDIO IN VIDEO IN
VIDEO 1
AUDIO IN
YPB/CB PR/CR
COMPONENT VIDEO OUT
FM-draadantenne
Opmerkingen
• Om ruis te voorkomen, moet u de AM-kaderantenne zo ver mogelijk van het systeem en andere componenten houden.
• Strek de FM-draadantenne volledig uit.
• Houd de FM-draadantenne na het aansluiten zo horizontaal mogelijk.
• Bij het aansluiten van de meegeleverde AM-kaderantenne moet u de zwarte kabel (B) aansluiten op U en de witte kabel (A) op de andere klem.
A
AM
B
20
NL
z Bij slechte FM-ontvangst
Gebruik een coaxiaalkabel voor 75 ohm (niet meegeleverd) om het systeem aan te sluiten op een externe FM­antenne zoals hieronder afgebeeld.
FM-buitenantenne
Systeem
COAXIAL
Aardingsdraad
(niet meegeleverd)
AM
FM
75
Naar aarde
Opmerking
Wanneer u een buitenantenne aansluit op het systeem, moet u die aarden ter bescherming tegen blikseminslag. Verbind de aardingsdraad niet met een gasleiding om explosies te vermijden.
Aan de slag
21
NL
Stap 3: TV- en videocomponenten aansluiten
Benodigde kabels
Videokabel voor het aansluiten van een TV monitor
Geel
Geel
Audio-/videokabels (niet meegeleverd)
Bij het aansluiten van de kabels moet u ervoor zorgen dat de kleur van stekkers en aansluitingen van de componenten overeenkomen.
Geel (Video) Wit (L /audio)
Rood (R/audio)
Geel (Video) Wit (L /audio)
Rood (R/audio)
Aansluitingen voor videocomponenten
Sluit een aan op
TV monitor MONITOR OUT Videorecorder VIDEO 1 Digitale satellietontvanger VIDEO 2
z Gebruik van de S-video aansluiting in plaats van de video aansluitingen
Uw TV monitor moet ook worden aangesloten via een S-video aansluiting. S-videosignalen gaan via een andere bus dan de videosignalen en worden niet uitgevoerd via de video aansluitingen.
z Bij gebruik van de COMPONENT VIDEO OUT aansluitingen (Y, PB/CB, PR/CR) in plaats van de
video-aansluitingen
Uw TV monitor moet ook zijn aangesloten via COMPONENT VIDEO OUT (Y, PB/CB, PR/CR). Wanneer uw TV compatibel is met progressive signalen, moet u deze aansluiting gebruiken en “COMPONENT OUT” onder “SCHERMINSTELLING” op “PROGRESSIVE” zetten (pagina 67).
Opmerkingen
• Als u VIDEO 1 kiest met de FUNCTION toets, wordt het signaal uitgevoerd door de L/R voorluidsprekers, maar niet via de VIDEO 1 VIDEO OUT en AUDIO OUT L/R aansluitingen.
• Kies de 2CH STEREO mode wanneer u gebruik maakt van de Video 1 lijnuitgangen. Wanneer u 2CH STEREO niet kiest, kunnen de lijnuitgangen niet naar behoren functioneren.
• Als u “PROGRESSIVE” in “SCHERMINSTELLING” selecteert, wordt er geen signaal verzonden via de MONITOR OUT of S VIDEO OUT aansluitingen.
• Is de “DVD” modus van het apparaat ingesteld, dan wordt het signaal verzonden via de S VIDEO OUT of COMPONENT OUT aansluitingen.
• Als de “DVD” modus van het apparaat is ingesteld en “PROGRESSIVE” in “SCHERMINSTELLING” is geselecteerd, wordt het signaal alleen verzonden via de COMPONENT OUT aansluitingen.
NL
22
FRONT
R
CENTER WOOFER
REAR
R
FRONT
REAR
SPEAKER
R
OPTICAL DIGITAL
IN
VIDEO 2
S VIDEO (DVD ONLY)
VIDEO
MONITOR
OUT
AUDIO OUT
VIDEO OUT VIDEO IN
AUDIO IN
YPB/CBPR/C
COMPONENT VIDEO OUT
VIDEO OUT
LR LR
LR
AUDIO IN VIDEO IN
VIDEO 1
COAXIAL
FM
75
AM
SCAN SELECT
SELECTABLE
INTERLACE
COMPONENT
L
L
Aan de slag
IN INOUT OUT OUT
VIDEO
VIDEO
OUT
IN
AUDIO
AUDIO
OUT
IN
L
R
VIDEO
OUT
AUDIO
OUT
L
OUTPUT
R
OPTICAL
INPUT
VIDEO
IN
Videorecorder Digitale satellietontvanger TV monitor
Bij aansluiting van een digitale satellietontvanger met OPTICAL
De digitale satellietontvanger kan op het toestel worden aangesloten via OPTICAL in plaats van VIDEO IN en AUDIO IN L/R. Het toestel kan digitale en analoge signalen verwerken. Digitale signalen hebben voorrang op analoge signalen. Wanneer het digitale signaal wegvalt, wordt het analoge signaal na 2 seconden verwerkt.
Bij aansluiting van een digitale satellietontvanger zonder OPTICAL
Sluit de digitale satellietontvanger alleen aan op VIDEO IN en AUDIO IN L/R van het toestel.
Het apparaat instellen (voor Aziatische en Australische modellen)
Het is noodzakelijk het apparaat in te stellen, afhankelijk van de TV-monitor die u wilt aansluiten. NTSC is de standaardinstelling voor Aziatische modellen en PAL voor Australische modellen.
Als PAL het kleurensysteem van de TV is* Als u PAL op het apparaat wilt instellen, schakelt u het apparaat in door op 1 (aan/uit) op de afstandsbediening te drukken terwijl u op X (pauze) op het apparaat drukt. U moet X ingedrukt houden totdat DAV-S550 op het display wordt weergegeven. Als u NTSC opnieuw wilt instellen, schakelt u het apparaat uit en weer in met de afstandsbediening terwijl u op X op het apparaat drukt. *Als NTSC het kleurensysteem van de TV is, voert u dezelfde handeling uit als hierboven om
NTSC in te stellen.
Het netsnoer (voedingskabel) aansluiten
Voordat u het netsnoer (voedingskabel) van het apparaat aansluit op een wandcontactdoos (voeding), moet u de luidsprekers aansluiten op het apparaat (zie pagina 17). Sluit het netsnoer (voedingskabel) van de TV/video-onderdelen aan op een wandcontactdoos (voeding).
23
NL
Luidsprekeropstelling
Voor een optimale surround sound moeten alle luidsprekers behalve de subwoofer even ver van de luisterpositie worden geplaatst (A). De middenluidspreker kan tot 1,6 meter (B) en de achterluidsprekers tot 4,6 meter (C) dichter bij de luisterpositie dan de voorluidsprekers worden geplaatst. De voorluidsprekers kunnen op 1,0 tot 15,0 meter (A) van de luisterpositie worden geplaatst.
Plaats de achterluidsprekers achter u of opzij, afhankelijk van de vorm van de kamer, enz.
Met de achterluidsprekers opzij van u Met de achterluidsprekers achter u
B
A A
45°
C
20°
C
90°
B
A A
45°
CC
90°
20°
Opmerking
Plaats de midden- en achterluidsprekers niet verder van de luisterpositie dan de voorluidsprekers.
Betreffende magnetisch afgeschermde luidsprekers (ter voorkoming van kleurafwijking op het TV-scherm)
De subwoofer in dit systeem is magnetisch afgeschermd om magnetische lekken te voorkomen. Toch kan er wat lekkage optreden omdat de magneet zeer krachtig is. Wanneer de subwoofer wordt gebruikt met een beeldbuis- of projectie-TV, moet de subwoofer minstens 0,3 meter van het toestel zijn verwijderd. Wanneer deze te dichtbij wordt geplaatst, kunnen de kleuren op het scherm afwijken.
Bij kleurafwijking…
Zet de TV uit en na 15 tot 30 minuten weer aan.
Wanneer de kleurafwijking nog optreedt...
Plaats de subwoofer verder van de TV af.
Wanneer er na de bovenstaande maatregelen nog steeds kleurafwijking optreedt...
Verwijder alle magnetische objecten uit de buurt van de subwoofer. Kleurafwijking kan optreden ten gevolge van interactie tussen de subwoofer en het magnetisch object. Voorbeelden van mogelijke bronnen van magnetische storing zijn: magnetische sloten op een TV-kastje e.d., medische apparatuur, speelgoed, enz.
24
NL
Luidsprekerparameters bepalen
Voor een optimaal surround sound moet u eerst de afstand van de aangesloten luidsprekers tot de luisterpositie opgeven en balans en niveau regelen. Schakel het luidsprekervolume gelijk aan de hand van de testtoon. De luidsprekerparameters kunnen worden geregeld via LUIDSPREKER op het instelscherm (pagina 69).
123
456
89
7
>
10
10/0
Aan de slag
C/X/x/c/ENTER
AMP MENU
Grootte, afstand, positie en hoogte van de luidsprekers opgeven
1 Druk herhaaldelijk op AMP MENU om 9 SP. SETUP in het uitleesvenster op het
voorpaneel te laten verschijnen.
2 Ga in de luisterpositie zitten en kies het item dat u wilt instellen met X/x.
• Instelpunten van 9 SP. SETUP
–Grootte van de achter- en middenluidsprekers –Afstand van de voor-, achter- en middenluidsprekers –Positie en hoogte van de achterluidsprekers
3 Stel de parameter in met C/c.
De gekozen parameter verschijnt in het uitleesvenster op het voorpaneel.
4 Herhaal stap 2 en 3 om andere parameters in te stellen in 9 SP. SETUP.
Als u de afstandsbediening enkele seconden niet gebruikt, verdwijnt de parameter van het display en wordt deze opgeslagen op het apparaat.
xGROOTTE
Indien u geen midden- of achterluidsprekers aansluit of de achterluidsprekers verplaatst, moet u de parameters voor CENTER en REAR instellen. De instellingen van voorluidsprekers en subwoofer zijn vast en kunnen niet worden gewijzigd. Standaard instellingen zijn onderstreept.
• CENTER (middenluidspreker) YES: kies normaal deze instelling.
– –NO: kies deze instelling wanneer geen middenluidspreker is aangesloten.
• REAR (achterluidsprekers) YES: kies normaal deze instelling. Geef positie en hoogte op voor de Digital Cinema
Surround modes.
–NO: kies deze instelling wanneer geen achterluidspreker is aangesloten.
wordt vervolgd
25
NL
xAFSTAND
U kunt de afstand van elke luidspreker als volgt regelen. Standaardinstellingen zijn onderstreept.
5 m (afstand voorluidsprekers)
•F. D.
De afstand van de voorluidsprekers kan in stappen van 0,2 meter worden ingesteld van 1,0 tot 15,0 meter.
5 m (afstand middenluidspreker)
• C. D.
De afstand van de middenluidspreker kan in stappen van 0,2 m worden ingesteld van de voorluidsprekerafstand tot 1,6 m dichter bij de luisterpositie.
3,4 m (afstand achterluidsprekers)
• R. D.
De afstand van de achterluidspreker kan in stappen van 0,2 meter worden ingesteld van dezelfde afstand als de voorluidspreker tot 4,6 meter dichter bij uw luisterpositie.
Opmerking
Als de voor- of achterluidsprekers niet even ver van de luisterpositie af staan, stel dan de afstand van de dichtste luidspreker in.
Positie en hoogte achterluidsprekers opgeven
Wanneer u iets anders kiest dan “NO” bij “REAR”, moet u de positie en de hoogte van de achterluidsprekers opgeven. Standaard instellingen zijn onderstreept.
Positieschema
• R. P. BEHIND
Kies dit als de achterluidsprekers zich in sectie B bevinden.
• R. P. SIDE
Kies dit als de achterluidsprekers zich in sectie A bevinden.
NL
26
90
AA
45
BB
20
Hoogteschema
CC
60
DD
30
• R. H. LOW
Kies dit als de achterluidsprekers zich in sectie D bevinden.
• R. H. HIGH
Kies dit als de achterluidsprekers zich in sectie C bevinden.
Deze parameters zijn niet beschikbaar als “REAR” is ingesteld op “NO”.
Balans en niveau van de luidsprekers opgeven
1 Druk herhaaldelijk op AMP MENU om 9 LEVEL in het uitleesvenster op het voorpaneel te
laten verschijnen.
2 Gebruik X/x om T.TONE te kiezen en C/c om T.TONE op ON te zetten.
Elke luidspreker produceert achtereenvolgens de testtoon.
3 Ga in de luisterpositie zitten en kies het item dat u wilt instellen met X/x.
• Instelpunten van 9 LEVEL
–Balans voor de voor- en achterluidsprekers –Volume van de midden- en achterluidsprekers en de subwoofer
4 Regel het volume zo dat de testtoon van elke luidspreker even luid klinkt met behulp van
C/c. De instelwaarde verschijnt in het uitleesvenster op het voorpaneel.
5 Herhaal stap 3 en 4 om andere parameters in te stellen onder 9 LEVEL.
Wanneer u de afstandsbediening gedurende enkele seconden niet bedient, verdwijnt de waarde in het uitleesvenster en wordt ze opgeslagen in het systeem.
6 Gebruik X/x om T.TONE te kiezen en C/c om T.TONE op OFF te zetten.
Aan de slag
xBALANS
U kunt de balans van elke luidspreker regelen. Standaardinstellingen zijn onderstreept.
•F. ___I___ midden (voorluidsprekers)
Regel de balans tussen de linker en rechter voorluidsprekers (u kunt instellen vanuit het midden, 6 stappen naar links of naar rechts).
• R. ___I___
Regel de balans tussen de linker en rechter achterluidsprekers (u kunt instellen vanuit het midden, 6 stappen naar links of naar rechts).
midden (achterluidsprekers)
wordt vervolgd
27
NL
xNIVEAU
U kunt het niveau van elke luidspreker regelen. Standaardinstellingen zijn onderstreept.
• C. LEVEL (
0 dB) (niveau middenluidspreker) Regelt het niveau van de middenluidspreker. U kunt regelen van –6 dB tot +6 dB in stappen van 1 dB.
• R. LEVEL (
0 dB) (niveau rechter luidspreker) Regelt het niveau van de rechter luidsprekers. U kunt regelen van –6 dB tot +6 dB in stappen van 1 dB.
• S. W. LEV. (
0 dB) (subwooferniveau)
Regelt het niveau van de subwoofer. U kunt regelen van –6 dB tot +6 dB in stappen van 1 dB.
Opmerkingen
• Als u een item kiest, valt het geluid tijdelijk weg.
• De subwoofer kan een overdreven krachtig geluid produceren afhankelijk van de instelling van de andere luidsprekers.
Het volume van alle luidsprekers tegelijk regelen
Gebruik de VOLUME regelaar.
Andere AMP MENU instellingen
U kunt de helderheid van het uitleesvenster op het voorpaneel regelen, voorinstelzenders en zendernamen wissen, en de standaard luidsprekerparameters herstellen. Druk herhaaldelijk op AMP MENU om 9 CUSTOMIZE te laten verschijnen. Kies de volgende punten met X/x .
xDIMMER
U kunt de helderheid van het uitleesvenster op het voorpaneel regelen in twee stappen.
xMEMO. CLR.
•N (Nee): terug naar vorig menu.
•Y (Ja): Wanneer u Y kiest door op ENTER te drukken, verschijnt “Really? N” en “Really? Y”. Wanneer u “Really? Y,” kiest door op ENTER te drukken, verschijnt “ALL CLEAR!”, worden alle instellingen zoals bijvoorbeeld voorinstelzenders en zendernamen gewist, en de luidsprekerparameters teruggesteld.
Dit toestel werkt met Dolby Pro Logic II in de film- en muziekstand en kan 2-kanaalsgeluid in
5.1 channel weergeven in Dolby Pro Logic II.
Wanneer Sound Field is ingesteld op “NORMAL SURROUND” kan het decoderingstype voor een 2-kanaalsbron worden gekozen. Druk herhaaldelijk op AMP MENU om 92CH MODE te laten verschijnen. Kies de volgende punten met X/x.
x2CH MODE
• PLII MOVIE (Pro Logic II Movie): voor Pro Logic II movie decodering. Deze instelling is ideaal voor films in Dolby Surround. Hiermee kan bovendien het geluid via 5.1 kanalen worden weergegeven bij het bekijken van video’s of oude films in de gedubde taal.
• PLII MUSIC (Pro Logic II Music): voor Pro Logic II music decodering. Deze instelling is ideaal voor gewone stereo bronnen, zoals bijvoorbeeld CD’s.
•PRO LOGIC: voor Pro Logic decodering. Een bron opgenomen met 2 kanalen wordt gedecodeerd in 4 kanalen.
Opmerking
Dolby Pro Logic II functioneert niet voor signalen met DTS of MPEG indeling en voor Super Audio CD.
NL
28
Radiozenders voorinstellen
U kunt 20 FM radiozenders en 10 AM radiozenders voorinstellen. Zet het volume helemaal dicht alvorens af te stemmen.
1
MEMORY
123
PRESET –/+
456
7
89
>
10
10/0
BAND
TUNING –/+
ENTER
1 Druk herhaaldelijk op BAND tot de gewenste band verschijnt in het
uitleesvenster op het voorpaneel.
Bij elke druk op BAND wisselt de band af tussen AM en FM.
2 Houd TUNING + of – ingedrukt tot de frequentie begint te veranderen en laat
dan los.
Het zoeken stopt wanneer op een zender wordt afgestemd. “TUNED” en “ST” (voor stereo programma’s) verschijnen in het uitleesvenster op het voorpaneel.
PCM
AUTO
FM
TUNED ST
MHz
Aan de slag
3 Druk op MEMORY.
Een voorinstelnummer verschijnt in het uitleesvenster op het voorpaneel.
FM
TUNED ST
MHz
4 Druk op PRESET + of – om het gewenste voorinstelnummer te kiezen.
FM
TUNED ST
MHz
wordt vervolgd
29
NL
5 Druk op ENTER.
De zender wordt opgeslagen.
ALL
DISC1SAUTO
TITLE TRACK CHAPTER INDEX TUNEDH MONOMSTS
PRO
LOGIC
DIGITAL
FM AM
NTSCPBC ANGLE
dB kHz MHz
REPEAT 1 PROGRAM SHUFFLE
v
ALL
DISC1SAUTO
TITLE TRACK CHAPTER INDEX H TUNED M MONO ST S
PRO
LOGIC
DIGITAL
FM AM
NTSCPBC ANGLE
6 Herhaal stap 1 tot 5 om andere zenders op te slaan.
Afstemmen op een zender met een zwak signaal
Druk in stap 2 herhaaldelijk op TUNING + of – om handmatig af te stemmen op de zender.
Een voorinstelnummer wijzigen
Begin opnieuw vanaf stap 1.
De AM-afsteminterval wijzigen (behalve modellen voor Europa, het Midden­Oosten en de Filippijnen)
De AM afsteminterval is af fabriek ingesteld op 9 kHz (10 kHz in sommige streken). Om de AM afsteminterval te wijzigen, stemt u eerst af op een AM zender en zet u vervolgens het toestel uit door op 1 op de afstandsbediening te drukken. Houd x (op het toestel) ingedrukt en zet het aan met de afstandsbediening. Wanneer u de interval wijzigt, worden de AM voorinstelzenders gewist. Herhaal de procedure om de interval terug te stellen.
dB kHz
MHz
REPEAT 1 PROGRAM SHUFFLE
30
NL
Loading...
+ 306 hidden pages