Stel het apparaat niet bloot aan
regen of vocht om het gevaar
voor brand of een elektrische
schok te voorkomen.
Installeer de apparatuur niet in een
beperkte ruimte zoals een boekenrek
of inbouwkast.
Om brand te voorkomen mogen de
verluchtingsopeningen van het
toestel niet worden afgedekt met
kranten, tafelkleedjes, gordijnen,
enz.. Plaats geen brandende kaarsen
op het toestel.
Plaats geen met vloeistof gevulde
voorwerpen zoals een vaas op het
toestel om elektrocutie of brand te
voorkomen.
Dit apparaat is geclassificeerd als
een laserproduct van klasse 1. Het
label bevindt zich aan de onderzijde.
Gooi de batterij
niet weg maar
lever deze in als
klein chemisch
afval (KCA).
Voorzorgsmaatregelen
Veiligheid
• In het geval er vloeistof of een
voorwerp in de behuizing
terechtkomt, moet u de stekker uit
het stopcontact trekken en het
apparaat eerst door een deskundige
laten nakijken, alvorens het weer
in gebruik te nemen.
• Het toestel blijft onder
(net)spanning staan zolang de
stekker in het stopcontact zit, ook
al is het toestel zelf uitgeschakeld.
•Trek de stekker uit het stopcontact
als u denkt het apparaat geruime
tijd niet te gebruiken. Om de
aansluiting op het stopcontact te
verbreken, moet u uitsluitend de
stekker vastnemen. Trek nooit aan
het snoer zelf.
Installeren
• Installeer het toestel niet in een
beperkte ruimte zoals een
boekenrek of een inbouwkast.
• Kies een plaats waar een
ongehinderde luchtdoorstroming
mogelijk is, om oververhitting van
vitale onderdelen te voorkomen.
• Zet het apparaat niet op een zacht
of wollig oppervlak (een kleedje
of deken), of tegen gordijnen,
waardoor de ventilatie-openingen
geblokkeerd kunnen worden.
• Installeer het apparaat niet in de
buurt van warmtebronnen zoals
radiatoren of heteluchtblazers of
op een plaats waar het is
blootgesteld aan directe
zonnestraling, overmatig stof of
mechanische schokken.
• Zet het apparaat niet schuin. Het
apparaat is ontworpen voor
gebruik in horizontale stand.
• Houd zowel het apparaat als discs
uit de buurt van apparatuur waarin
een krachtige magneet gebruikt
wordt, zoals een grote luidspreker
of magnetronoven.
• Plaats geen zware voorwerpen op
het toestel.
• Als het apparaat van een koude
naar een warme omgeving wordt
gebracht kan er vocht binnenin het
apparaat condenseren, hetgeen
schade aan de lenzen tot gevolg
kan hebben. Wacht daarom bij het
voor de eerste maal installeren van
het apparaat, of wanneer u dit van
een koude naar een warme
omgeving verplaatst ongeveer 30
minuten voor u het in gebruik
neemt.
NL
2
Welkom!
Dank u voor aankoop van dit Sony
Compact AV System. Voor u het
toestel in gebruik neemt, moet u
deze gebruiksaanwijzing aandachtig
lezen en bewaren zodat u deze later
nog kunt raadplegen.
NL
3
Voorzorgsmaatregelen
Veiligheid
Indien er een voorwerp of vloeistof in de
behuizing terechtkomt, moet u de stekker uit het
stopcontact trekken en het toestel laten nakijken
door een deskundige alvorens het weer in gebruik
te nemen.
Spanningsbronnen
Het netsnoer mag alleen door bevoegd
vakpersoneel worden vervangen.
Plaatsing
• Installeer het toestel op een goed geventileerde
plaats om te voorkomen dat het te sterk
opwarmt.
• De behuizing kan bij langdurige weergave met
hoog volume warm aanvoelen. Dat is normaal
en duidt niet op storing. Vermijd echter de
behuizing aan te raken. Plaats het toestel niet in
een nauw bemeten en slecht geventileerde
ruimte om oververhitting te vermijden.
• Blokkeer de ventilatiegaten niet door iets op het
toestel te plaatsen. Het systeem is uitgerust met
een krachtige versterker. Indien de
ventilatiegaten bovenaan worden afgesloten, kan
het toestel oververhit en defect raken.
• Plaats het toestel niet op een zachte ondergrond
zoals een tapijt waardoor de ventilatiegaten
onderaan kunnen worden afgesloten.
• Installeer het toestel niet in de buurt van
warmtebronnen of op een plaats waar het is
blootgesteld aan directe zonnestraling,
overmatig stof of mechanische schokken.
Werking
• Indien het toestel direct van een koude in een
warme of een zeer vochtige ruimte wordt
gebracht, kan er condensvorming optreden op
de lenzen in het toestel. In dat geval kan de
werking van het toestel zijn verstoord. Verwijder
in dat geval de disc en laat het toestel ongeveer
een half uur aan staan tot alle vocht is verdampt.
• Haal de discs uit het toestel wanneer u het
verplaatst. Indien u dat niet doet, kunnen discs
beschadigd worden.
• Om stroom te sparen kan het systeem volledig
worden uitgezet met de POWER toets op het
toestel. Het systeem is dan volledig
uitgeschakeld, ook al blijft de LED enige tijd
branden.
NL
4
Volumeregeling
Zet het volume niet hoger bij het beluisteren van
een zeer stille passage of een onbespeeld gedeelte.
Als u dat toch doet, kunnen de luidsprekers
worden beschadigd wanneer er plots een
piekwaarde wordt bereikt.
Reiniging
Reinig de behuizing, het voorpaneel en de
bedieningselementen met een zachte doek die
lichtjes is bevochtigd met een mild zeepsopje.
Gebruik geen schuursponsje, schuurpoeder noch
solventen zoals alcohol of benzine.
Met alle vragen over eventuele problemen met uw
toestel kunt u steeds terecht bij uw
dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Discs reinigen
Gebruik geen in de handel verkrijgbare CD/DVDreinigingsdisc. Die kan defecten veroorzaken.
Kleuren op een TV-scherm
Indien de luidsprekers de kleuren op het TVscherm beïnvloeden, moet u de TV meteen
uitzetten en na 15 tot 30 minuten weer aanzetten.
Indien de kleuren nog altijd vervormen, moet u de
luidsprekers verder van de TV af zetten.
Het naamplaatje bevindt zich aan de onderzijde.
BELANGRIJK
Opgelet: Dit toestel kan voor onbepaalde duur
een stilstaand videobeeld of instelscherm op het
TV-scherm tonen. Als u dat beeld lange tijd op
het TV-scherm laat staan, bestaat het gevaar dat
uw televisiescherm onherstelbaar wordt
beschadigd. Vooral projectietelevisies zijn hier
gevoelig voor.
Het apparaat verplaatsen
Wanneer u het apparaat verplaatst, moet u de
volgende procedure gebruiken om het binnenste
loopwerk te beschermen. Verwijder de disc. Druk
vervolgens op de x toets op het apparaat en houd
deze ingedrukt. Nadat “MECHA LOCK” is
weergegeven op het display (voorpaneel), schakelt
u het apparaat uit.
DVD Instelmenulijst.......................................................................................... 82
Index ................................................................................................................ 83
Beknopte handleiding voor afstandsbediening ................................................ 84
NL
6
Betreffende deze
gebruiksaanwijzing
• In deze gebruiksaanwijzing staan de
bedieningselementen op de
afstandsbediening beschreven. Ook de
bedieningselementen op het toestel
kunnen worden gebruikt indien ze
dezelfde of soortgelijke namen hebben als
die op de afstandsbediening.
• De symbolen die in deze
gebruiksaanwijzing worden gehanteerd,
staan hieronder verklaard:
Symbool
Betekenis
Geeft
functies
voor DVD
video’s aan
Beschikbare
functies in
VIDEO
CD mode
Beschikbare
functies in
CD mode
Symbool
z
Betekenis
Functies
beschikbaar in
Super Audio
CD en Audio
CD mode
Beschikbare
functies voor
MP3* audio
tracks
Meer handige
mogelijkheden
• In deze gebruiksaanwijzing wordt het
Europese model gebruikt voor illustratie
en schermdisplay (SCHERMDISPL).
* MP3 (MPEG 1 Audio Layer 3) is een
standaardformaat van ISO/MPEG waarbij
audiogegevens worden gecomprimeerd.
Met dit toestel kunnen de
volgende discs worden
afgespeeld
Terminologie
• Titel
Het langste deel van een beeld of track op
een DVD; bijvoorbeeld een film voor een
stuk beeld op video software of een album
voor een stuk muziek op audio software.
• Hoofdstuk
Delen van een beeld of een muziekstuk die
korter zijn dan titels. Een titel bestaat uit
verscheidene hoofdstukken. Sommige
discs bevatten geen hoofdstukken.
• Album
Deel van een muziekstuk op een data CD
met MP3 audio tracks.
• Muziekstuk
Delen van een beeld of muziekstuk op een
VIDEO CD, Super Audio CD, CD of
MP3.
• Index (Super Audio CD, CD) / Video
Index (VIDEO CD)
Een getal waarmee een track wordt
opgesplitst zodat u makkelijk een bepaald
punt op een VIDEO CD of Super Audio
CD kunt vinden. Sommige discs bevatten
geen indexen.
• Scene
Op een VIDEO CD met PBC functies
(pagina 34) zijn de menuschermen,
bewegende beelden en stilstaande beelden
opgesplitst in “scenes”.
Disc-formaat
DVD VIDEO
Super Audio CD
VIDEO CD
Audio CD
Het “DVD VIDEO” logo is een handelsmerk.
wordt vervolgd
NL
7
Disc
DVD
structuur
VIDEO CD,
Super
Audio CD
of CD
structuur
MP3structuur
Titel
Hoofdstuk
Disc
Muziekstuk
Index
Disc
Album
Muziekstuk
Opmerking bij PBC (Playback
Control) (VIDEO CD’s)
Dit toestel beantwoordt aan Ver. 1.1 en Ver.
2.0 van de VIDEO CD normen. Afhankelijk
van de disc zijn er twee
weergavemogelijkheden.
Disc-type
VIDEO CD’s
zonder PBC
functies
(Ver. 1.1 discs)
VIDEO CD’s
met PBC functies
(Ver. 2.0 discs)
Voor
Weergave van bewegende
beelden en muziek.
Weergave van interactieve
software met
menuschermen op het TVscherm (PBC Playback),
met bovendien de
videoweergavefunctions
van Ver. 1.1 discs. Hiermee
kunnen ook stilstaande
hogeresolutiebeelden
worden afgespeeld als deze
op de disc staan.
Regiocode
Op de achterkant van het toestel staat een
regiocode vermeld die ook op de DVD moet
vermeld staan om met dit toestel te kunnen
worden afgespeeld.
ALL
DVD’s met label
kunnen ook met dit
toestel worden afgespeeld.
Indien u een andere DVD probeert af te
spelen, verschijnt het bericht “Weergave van
deze disc niet toegestaan wegens
regiobeperkingen.” op het scherm. Het is
mogelijk dat sommige DVD’s waarop geen
regiocode staat vermeld, toch geen DVD’s
kunnen worden afgespeeld.
Voorbeelden van discs die niet kunnen
worden afgespeeld met het toestel
Het toestel kan de volgende discs niet
afspelen:
• CD-ROM’s (met inbegrip van PHOTO
CD’s)
• Andere CD-R’s/CD-RW’s dan opgenomen
in de volgende formaten:
– muziek CD-formaat
– video CD-formaat
– MP3-formaat conform ISO9660* Level
1/Level 2, of het uitgebreide formaat,
Joliet
• Datasecties van CD-Extra’s
•DVD-ROM’s
•DVD Audio discs
* Een logisch formaat van bestanden en mappen op
CD-ROM’s, bepaald door ISO (International
Standard Organization)
Plaats de volgende discs niet:
• Een DVD met een andere regiocode
(pagina 8, 78).
• Een disc die niet standaard of niet rond is
(zoals een kaart of een hart- of stervorm).
• Een disc waarop papier of stickers zijn
gekleefd.
• Een disc met resten kleefmiddel van
kleefband of stickers.
Opmerking
Merk op dat sommige CD-R’s of CD-RW’s niet met
dit toestel kunnen worden afgespeeld afhankelijk van
de opnamekwaliteit, de staat van de disc of de
karakteristieken van de opnameapparatuur.
Ook een disc die niet correct werd gefinaliseerd,
wordt niet afgespeeld. Raadpleeg de
NL
8
gebruiksaanwijzing van de opnameapparatuur voor
meer informatie.
Opmerking betreffende de weergave
van DVD’s en VIDEO CD’s
Sommige weergavefuncties van DVD’s en
VIDEO CD’s kunnen opzettelijk door
software-producenten zijn vastgelegd. Dit
apparaat speelt DVD’s en VIDEO CD’s af
volgens de inhoud van de disc zodat
bepaalde weergavefuncties niet beschikbaar
kunnen zijn. Raadpleeg daarom de
instructies die bij DVD’s of VIDEO CD’s
worden geleverd.
Auteursrechten
Opmerkingen betreffende
discs
Behandeling van discs
• Neem de disc vast aan de rand om ze
proper te houden. Raak het oppervlak niet
aan.
• Kleef niets op een disc.
Dit product is voorzien van copyrightbeveiligingstechnologie die op haar beurt is
beschermd door sommige Amerikaanse
patenten en andere intellectuele
eigendomsrechten van Macrovision
Corporation en anderen. Het gebruik van
deze copyright-beveiligingstechnologie
moet zijn goedgekeurd door Macrovision
Corporation, en is bedoeld voor gebruik in
huis en beperkte kring tenzij Macrovision
Corporation hiervoor uitdrukkelijk
toestemming heeft verleend. Aanpassing of
demontage is verboden.
Dit systeem is uitgerust met een Dolby*
Digital and Dolby Pro Logic (II) adaptive
matrix surround decoder en het DTS**
Digital Surround System.
* Gefabriceerd onder licentie van Dolby
Laboratories.
“Dolby”, “Pro Logic” en het dubbele D-symbool
zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
**Gefabriceerd onder licentie van Digital Theater
Systems, Inc.
“DTS” en “DTS Digital Surround” zijn
handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc.
• Stel een disc niet bloot aan directe
zonnestraling of warmtebronnen zoals hete
luchtkanalen of in een auto die in de volle
zon geparkeerd staat en waarin de
temperatuur sterk kan oplopen.
• Berg discs na gebruik weer op in de
houder.
Reiniging
• Maak een disc voor het afspelen altijd
schoon met een doek.
Wrijf van binnen naar buiten toe.
• Gebruik geen solventen zoals benzine,
thinner en in de handel verkrijgbare
reinigingsmiddelen of antistatische sprays
voor grammofoonplaten.
Het systeem kan alleen ronde standaarddiscs
afspelen. Gebruikt u een disc die niet
standaard of niet rond is (zoals een kaart of
een hart- of stervorm), dan kan een storing
optreden.
Gebruik geen disc waaraan een in de handel
verkrijgbare accessoire is bevestigd, zoals
een label of een ring.
NL
9
Onderdelen en bedieningselementen
Meer details vindt u op de pagina’s tussen haakjes.
Voorpaneel
STANDBY
1 POWER (wachtstand) schakelaar (31)
2 STANDBY indicator (31)
3 Discgleuf (31)
4 A (Eject) (31)
5 H (weergave) (31)
6 X (pauze) (32)
7 x (stop) (30, 31)
8 ./> PREV/NEXT, PRESET –/+
(32, 61)
FUNCTIONBANDDISPLAYSOUND FIELD
PHONES
9 PHONES aansluiting (31)
q; VOLUME regeling (31, 71)
qa SOUND FIELD –/+ (48, 51)
qs DISPLAY (61)
qd BAND (29)
qf FUNCTION (31, 60, 61)
qg Uitleesvenster op het voorpaneel (11)
(afstandsbedieningssensor) (17)
qh
10
NL
Uitleesvenster op het voorpaneel
Bij het afspelen van een DVD
Huidig geluid
DIGITAL
PRO LOGIC
Huidig
surroundformaat
Weergavestatus
PCM
Huidig
titelnummer
Huidig hoofdstuknummer
TITLECHAPTERHMS
SpeelduurHuidige herhalingsmodus
Bij het afspelen van een Super Audio CD, CD, VIDEO CD of MP3
Huidig indexnummer
Huidig geluid
SACD
PCM
WeergavestatusSpeelduur
(De indexindicator verschijnt niet bij
Super Audio CD- of MP3-weergave.)
TRACKINDEXMS
Huidig
tracknummer
Bij het luisteren naar de radio
Licht op wanneer u de
hoek kunt wijzigen
ANGLE
REPEAT 1
Licht op tijdens PBC
weergave (alleen
VIDEO CD)
REPEAT 1
PROG PBC
SHUFFLE
Huidige
weergavestand
FM AM
Huidige band
VoorinstelnummerMono/Stereo effect
TUNEDMONO ST
Huidige zender
MHz
wordt vervolgd
11
NL
Achterpaneel
FRONT
REAR
L
L
IMPEDANCE
USE
WOOFER 3ΩEXCEPTWOOFER 3Ω
FRONT
R
CENTERWOOFER
REAR
R
SPEAKER
1 SPEAKER aansluitingen (18)
2 AM antenne (20)
3 COMPONENT VIDEO OUT/SCAN
SELECT schakelaar (67, 72)
4 VIDEO 1 aansluitingen (22)
5 VIDEO 2 aansluitingen (22)
AM
COAXIAL
FM
75Ω
R
OPTICAL
DIGITAL
IN
VIDEO 2
S VIDEO (DVD ONLY)
MONITOR
SCAN SELECT
SELECTABLE
INTERLACE
COMPONENT
VIDEO OUT
AUDIO OUT
VIDEO OUTVIDEO IN
LRLR
LR
AUDIO INVIDEO IN
VIDEO 1
AUDIO IN
YPB/CBPR/C
COMPONENT VIDEO OUT
6 DIGITAL IN (OPTICAL) aansluiting (23)
7 MONITOR OUT (VIDEO/S VIDEO)
aansluitingen (22)
8 COMPONENT VIDEO OUT
aansluitingen (22)
9 FM 75Ω COAXIAL antenneaansluiting
(20)
VIDEO
OUT
12
NL
Afstandsbediening
123
456
7
89
>
10
10/0
Opmerking
Deze afstandsbediening licht op in het donker. Om te
kunnen oplichten, moet de afstandsbediening enige
tijd aan licht zijn blootgesteld.
1 TV [/1 (aan/wacht) (59)
2 Z (EJECT) (31)
3 NAME (naam) (62)
4 STEREO/MONO (61)
5 MEMORY (geheugen) (29)
6 CLEAR (wissen) (36, 38, 39, 41)
qf DVD TOP MENU (33)
qg DVD DISPLAY (35, 39, 41, 44, 46, 52,
53)
qh C/X/x/c/ENTER (25, 29, 33, 34, 36,
39, 41, 46, 51, 52, 53, 62)
qj DVD SETUP (55, 64)
qk 1 (wacht) (29, 31, 61)
ql DIMMER (28)
w; TV/VIDEO (59)
wa REPEAT (36, 39)
ws MUTING (32)
wd TIME (43, 44)
wf FUNCTION (31, 60, 61, 62)
wg BAND (29)
wh Cijfertoetsen (33, 34, 36, 41, 52, 59)
wj SOUND FIELD (48, 51)
wk DISPLAY (61)
wl ENTER (59)
e; COMMAND MODE DVD TV
schakelaar (59)
ea m/M/
/ SLOW, TUNING –/+
(29, 40, 61)
es x STOP (31, 34, 54)
ed X PAUSE (32)
ef DVD MENU (33)
eg O RETURN (34, 35, 54)
eh AMP MENU (25, 51)
13
NL
Bedieningsmenuweergave
Kies de functie die u wilt gebruiken via het bedieningsmenu. Het bedieningsmenuscherm verschijnt
wanneer de DVD DISPLAY toets wordt ingedrukt. Meer details vindt u op de pagina tussen haakjes.
TITEL (alleen DVD) (pagina 41)/
SCENE (alleen VIDEO CD bij PBC
weergave)/MUZIEKSTUK (VIDEO CD
alleen) (pagina 41)
HOOFDSTUK (alleen DVD)
(pagina 42)/INDEX (alleen VIDEO CD)
(pagina 42)
ALBUM (alleen MP3)
(pagina 35, 41)
MUZIEKSTUK (alleen Super
Audio CD/CD/MP3) (pagina 35, 41)
INDEX (alleen Super Audio CD/
CD) (pagina 42)
NL
14
ONDERTITELING
Kiezen:
ENTER
Geeft de naam of het type weer van de disc
die in het apparaat is geplaatst.
Om de titel (DVD), scène (VIDEO CD bij
PBC-weergave) of track (VIDEO CD) te
kiezen voor weergave.
Om het hoofdstuk (DVD) of de index
(VIDEO CD) te kiezen voor weergave.
Kiest het album (MP3) voor weergave.
Om de track (Super Audio CD/CD/MP3)
te kiezen voor weergave.
Geeft de index weer en selecteert de index
(Super Audio CD) die wordt afgespeeld.
TIJD (pagina 42)
Verstreken en resterende speelduur
controleren.
Tijdcode voor het zoeken naar beeld en
muziek invoeren.
GELUID (alleen DVD/VIDEO CD/
Om de geluidsinstelling te wijzigen.
Super Audio CD/CD (pagina 46)
ONDERTITELING (alleen DVD)
(pagina 53)
HOEK (alleen DVD)
Ondertitels weergeven.
Om de taal van de ondertitels te wijzigen.
Om de hoek te wijzigen.
(pagina 52)
STAND (alleen VIDEO CD/
Kiest de weergavestand.
Super Audio CD/CD/MP3) (pagina 38)
HERHALEN (pagina 39)
Speelt herhaaldelijk de volledige disc (alle
titels/alle tracks), één titel/hoofdstuk/track/
album of de inhoud van het programma af.
EIGEN KINDERBEVEILIGING
Om weergavebeperkingen in te stellen.
(pagina 54)
z
Bij elke druk op DVD DISPLAY verandert het bedieningsmenuscherm als volgt:
Bedieningsmenu scherm
,
m
Bedieningsmenuscherm uit
De bedieningsmenupunten hangen af van de disc.
z De indicator voor het Control Menu gaat groen t branden tenzij u HERHALEN op “UIT”
hebt ingesteld.
De indicator voor “HOEK” gaat alleen groen branden als u de invalshoeken kunt wijzigen.
15
NL
Aan de slag
Snelle kennismaking
Dit hoofdstuk bevat een beknopte handleiding zodat u meteen aan de slag kunt met uw nieuwe
toestel.
Zie pagina 65 om een taal te kiezen voor de schermweergave.
Zie pagina 66 om een breedte/hoogte-verhouding voor de TV te kiezen.
Uitpakken
Controleer of het volgende is meegeleverd:
• Luidsprekers (5)
• Subwoofer (1)
• AM-kaderantenne (1)
• FM-draadantenne (1)
• Luidsprekerkabels (5m × 4, 15m × 2)
•Videokabel (1)
• Afstandsbediening RM-SS880 (1)
• R6 (AA) batterijen (2)
•Voetjes (20)
• Luidsprekers-Aansluiting en installatie (kaart) (1)
• 21-pins adapter (1) (alleen voor Europese modellen)
16
NL
De batterijen in de afstandsbediening plaatsen
Dit toestel kan worden bediend met de meegeleverde afstandsbediening. Plaats twee AA (R6)
batterijen in de batterijhouder en houd daarbij rekening met de 3 en # aanduidingen. Richt de
afstandsbediening op de afstandsbedieningssensor op het toestel.
Opmerkingen
• Laat de afstandsbediening niet achter op een zeer warme of vochtige plaats.
• Gebruik geen nieuwe batterij samen met een oude.
• Zorg ervoor dat er niets in de behuizing van de afstandsbediening terechtkomt, vooral bij het vervangen van de
batterijen.
• Stel de afstandsbedieningssensor niet bloot aan directe zonnestraling of felle verlichting. Hierdoor kan de
werking worden verstoord.
• Indien u de afstandsbediening gedurende lange tijd niet zult gebruiken, verwijder dan de batterijen om mogelijke
schade door batterijlekkage en corrosie te voorkomen.
Stap 1: Luidsprekers aansluiten
Aan de slag
Sluit de meegeleverde luidsprekers aan met behulp van de meegeleverde luidsprekerkabels en
let erop dat de kleuren van de aansluitingen en de kabels overeenstemmen. Sluit geen andere
luidsprekers aan dan deze die bij het systeem zijn geleverd.
Voor optimaal surroundgeluid dient u de luidsprekerparameters (afstand, niveau, enz.) op te
geven zoals beschreven op pagina 25.
Benodigde kabels
Luidsprekerkabels
De stekker en de buis van de luidsprekerkabels hebben dezelfde kleur als het label van de
aansluitingen.
Grijs
(+)
(–)
Gekleurde buis
(+)
(–)
Zwart
wordt vervolgd
17
NL
Luidsprekeraansluitingen
Sluit deaan op
VoorluidsprekersSPEAKER FRONT L (wit) en R (rood)
AchterluidsprekersSPEAKER REAR L (blauw) en R (grijs)
MiddenluidsprekerSPEAKER CENTER (groen)
SubwooferSPEAKER WOOFER (paars)
Kleurlabel
FRONT
R
CENTERWOOFER
REAR
R
SPEAKER
Voorluidspreker (R)
FRONT
L
REAR
L
Middenluidspreker
SCAN SELECT
AM
SELECTABLE
INTERLACE
COAXIAL
FM
75Ω
COMPONENT
VIDEO OUT
Draai de subwoofer
om als u het snoer
van de luidspreker
wilt bevestigen.
Ga voorzichtig te werk wanneer u de subwoofer of een luidsprekerstandaard (niet bijgeleverd)
die op de voorste/achterste luidsprekers is bevestigd, op een speciaal behandelde vloer (met was
of olie behandeld, gepolijst, enzovoort) plaatst; anders kunnen vlekken of verkleuringen
optreden.
NL
18
Kortsluiting van de luidsprekers voorkomen
Door kortsluiting van de luidsprekers kan het toestel worden beschadigd. Om dat te voorkomen,
dient u de volgende voorzorgsmaatregelen in acht te nemen bij het aansluiten van de
luidsprekers. Zorg ervoor dat een blootliggende draad van een luidsprekerkabel niet in contact
komt met een andere aansluitingsklem of een blootliggende draad van een andere
luidsprekerkabel.
Voorbeelden van slechte staat van een luidsprekerkabel
Aan de slag
De gestripte
luidsprekerkabel raakt een
andere luidsprekerklem.
Gestripte kabels raken elkaar
doordat er teveel isolatie is
verwijderd.
Nadat alle componenten, luidsprekers en het netsnoer zijn aangesloten, dient u te controleren of
alle luidsprekers correct zijn aangesloten aan de hand van een testtoon. Zie pagina 27 voor meer
details over de testtoon.
Indien een luidspreker geen testtoon produceert of de testtoon wordt geproduceerd door een
andere luidspreker dan de luidspreker die wordt vermeld in het uitleesvenster, kan de
luidspreker zijn kortgesloten. Controleer dan de luidsprekeraansluiting opnieuw.
Opmerking
Verbind de luidsprekerkabel met de juiste aansluiting op de componenten: 3 op 3 en # op #. Indien de draden
worden omgewisseld, is het geluid vervormd en is er te weinig bass.
19
NL
Stap 2: Antenne aansluiten
Sluit de meegeleverde AM/FM-antennes aan om naar de radio te luisteren.
Antenne aansluitingen
Sluit deaan op
AM-kaderantenneAM
FM-draadantenneFM 75Ω COAXIAL
AM-kaderantenne
OPTICAL
DIGITAL
IN
VIDEO 2
S VIDEO (DVD ONLY)
VIDEO
MONITOR
OUT
FRONT
R
CENTERWOOFER
REAR
R
FRONT
REAR
SPEAKER
AUDIO OUT
VIDEO OUTVIDEO IN
L
L
AM
COAXIAL
FM
75Ω
SCAN SELECT
SELECTABLE
INTERLACE
COMPONENT
VIDEO OUT
LRLR
LR
AUDIO IN VIDEO IN
VIDEO 1
AUDIO IN
YPB/CB PR/CR
COMPONENT VIDEO OUT
FM-draadantenne
Opmerkingen
• Om ruis te voorkomen, moet u de AM-kaderantenne zo ver mogelijk van het systeem en andere componenten
houden.
• Strek de FM-draadantenne volledig uit.
• Houd de FM-draadantenne na het aansluiten zo horizontaal mogelijk.
• Bij het aansluiten van de meegeleverde AM-kaderantenne moet u de zwarte kabel (B) aansluiten op U en de
witte kabel (A) op de andere klem.
A
AM
B
20
NL
z Bij slechte FM-ontvangst
Gebruik een coaxiaalkabel voor 75 ohm (niet meegeleverd) om het systeem aan te sluiten op een externe FMantenne zoals hieronder afgebeeld.
FM-buitenantenne
Systeem
COAXIAL
Aardingsdraad
(niet meegeleverd)
AM
FM
75Ω
Naar aarde
Opmerking
Wanneer u een buitenantenne aansluit op het systeem, moet u die aarden ter bescherming tegen blikseminslag.
Verbind de aardingsdraad niet met een gasleiding om explosies te vermijden.
Aan de slag
21
NL
Stap 3: TV- en videocomponenten aansluiten
Benodigde kabels
Videokabel voor het aansluiten van een TV monitor
Geel
Geel
Audio-/videokabels (niet meegeleverd)
Bij het aansluiten van de kabels moet u ervoor zorgen dat de kleur van stekkers en aansluitingen
van de componenten overeenkomen.
Geel (Video)
Wit (L /audio)
Rood (R/audio)
Geel (Video)
Wit (L /audio)
Rood (R/audio)
Aansluitingen voor videocomponenten
Sluit eenaan op
TV monitorMONITOR OUT
VideorecorderVIDEO 1
Digitale satellietontvangerVIDEO 2
z Gebruik van de S-video aansluiting in plaats van de video aansluitingen
Uw TV monitor moet ook worden aangesloten via een S-video aansluiting. S-videosignalen gaan via een andere
bus dan de videosignalen en worden niet uitgevoerd via de video aansluitingen.
z Bij gebruik van de COMPONENT VIDEO OUT aansluitingen (Y, PB/CB, PR/CR) in plaats van de
video-aansluitingen
Uw TV monitor moet ook zijn aangesloten via COMPONENT VIDEO OUT (Y, PB/CB, PR/CR). Wanneer uw TV
compatibel is met progressive signalen, moet u deze aansluiting gebruiken en “COMPONENT OUT” onder
“SCHERMINSTELLING” op “PROGRESSIVE” zetten (pagina 67).
Opmerkingen
• Als u VIDEO 1 kiest met de FUNCTION toets, wordt het signaal uitgevoerd door de L/R voorluidsprekers, maar
niet via de VIDEO 1 VIDEO OUT en AUDIO OUT L/R aansluitingen.
• Kies de 2CH STEREO mode wanneer u gebruik maakt van de Video 1 lijnuitgangen. Wanneer u 2CH STEREO
niet kiest, kunnen de lijnuitgangen niet naar behoren functioneren.
• Als u “PROGRESSIVE” in “SCHERMINSTELLING” selecteert, wordt er geen signaal verzonden via de
MONITOR OUT of S VIDEO OUT aansluitingen.
• Is de “DVD” modus van het apparaat ingesteld, dan wordt het signaal verzonden via de S VIDEO OUT of
COMPONENT OUT aansluitingen.
• Als de “DVD” modus van het apparaat is ingesteld en “PROGRESSIVE” in “SCHERMINSTELLING” is
geselecteerd, wordt het signaal alleen verzonden via de COMPONENT OUT aansluitingen.
Bij aansluiting van een digitale satellietontvanger met OPTICAL
De digitale satellietontvanger kan op het toestel worden aangesloten via OPTICAL in plaats
van VIDEO IN en AUDIO IN L/R.
Het toestel kan digitale en analoge signalen verwerken. Digitale signalen hebben voorrang op
analoge signalen. Wanneer het digitale signaal wegvalt, wordt het analoge signaal na
2 seconden verwerkt.
Bij aansluiting van een digitale satellietontvanger zonder OPTICAL
Sluit de digitale satellietontvanger alleen aan op VIDEO IN en AUDIO IN L/R van het toestel.
Het apparaat instellen (voor Aziatische en Australische modellen)
Het is noodzakelijk het apparaat in te stellen, afhankelijk van de TV-monitor die u wilt
aansluiten.
NTSC is de standaardinstelling voor Aziatische modellen en PAL voor Australische modellen.
Als PAL het kleurensysteem van de TV is*
Als u PAL op het apparaat wilt instellen, schakelt u het apparaat in door op 1 (aan/uit) op de
afstandsbediening te drukken terwijl u op X (pauze) op het apparaat drukt. U moet X ingedrukt
houden totdat DAV-S550 op het display wordt weergegeven. Als u NTSC opnieuw wilt
instellen, schakelt u het apparaat uit en weer in met de afstandsbediening terwijl u op X op het
apparaat drukt.
*Als NTSC het kleurensysteem van de TV is, voert u dezelfde handeling uit als hierboven om
NTSC in te stellen.
Het netsnoer (voedingskabel) aansluiten
Voordat u het netsnoer (voedingskabel) van het apparaat aansluit op een wandcontactdoos
(voeding), moet u de luidsprekers aansluiten op het apparaat (zie pagina 17).
Sluit het netsnoer (voedingskabel) van de TV/video-onderdelen aan op een wandcontactdoos
(voeding).
23
NL
Luidsprekeropstelling
Voor een optimale surround sound moeten alle luidsprekers behalve de subwoofer even ver van
de luisterpositie worden geplaatst (A).
De middenluidspreker kan tot 1,6 meter (B) en de achterluidsprekers tot 4,6 meter (C) dichter
bij de luisterpositie dan de voorluidsprekers worden geplaatst.
De voorluidsprekers kunnen op 1,0 tot 15,0 meter (A) van de luisterpositie worden geplaatst.
Plaats de achterluidsprekers achter u of opzij, afhankelijk van de vorm van de kamer, enz.
Met de achterluidsprekers opzij van uMet de achterluidsprekers achter u
B
AA
45°
C
20°
C
90°
B
AA
45°
CC
90°
20°
Opmerking
Plaats de midden- en achterluidsprekers niet verder van de luisterpositie dan de voorluidsprekers.
Betreffende magnetisch afgeschermde luidsprekers (ter voorkoming van
kleurafwijking op het TV-scherm)
De subwoofer in dit systeem is magnetisch afgeschermd om magnetische lekken te voorkomen.
Toch kan er wat lekkage optreden omdat de magneet zeer krachtig is. Wanneer de subwoofer
wordt gebruikt met een beeldbuis- of projectie-TV, moet de subwoofer minstens 0,3 meter van
het toestel zijn verwijderd. Wanneer deze te dichtbij wordt geplaatst, kunnen de kleuren op het
scherm afwijken.
Bij kleurafwijking…
Zet de TV uit en na 15 tot 30 minuten weer aan.
Wanneer de kleurafwijking nog optreedt...
Plaats de subwoofer verder van de TV af.
Wanneer er na de bovenstaande maatregelen nog steeds kleurafwijking optreedt...
Verwijder alle magnetische objecten uit de buurt van de subwoofer. Kleurafwijking kan
optreden ten gevolge van interactie tussen de subwoofer en het magnetisch object.
Voorbeelden van mogelijke bronnen van magnetische storing zijn: magnetische sloten op een
TV-kastje e.d., medische apparatuur, speelgoed, enz.
24
NL
Luidsprekerparameters bepalen
Voor een optimaal surround sound moet u eerst de afstand van de aangesloten luidsprekers tot
de luisterpositie opgeven en balans en niveau regelen. Schakel het luidsprekervolume gelijk aan
de hand van de testtoon.
De luidsprekerparameters kunnen worden geregeld via LUIDSPREKER op het instelscherm
(pagina 69).
123
456
89
7
>
10
10/0
Aan de slag
C/X/x/c/ENTER
AMP MENU
Grootte, afstand, positie en hoogte van de luidsprekers opgeven
1 Druk herhaaldelijk op AMP MENU om 9 SP. SETUP in het uitleesvenster op het
voorpaneel te laten verschijnen.
2 Ga in de luisterpositie zitten en kies het item dat u wilt instellen met X/x.
• Instelpunten van 9 SP. SETUP
–Grootte van de achter- en middenluidsprekers
–Afstand van de voor-, achter- en middenluidsprekers
–Positie en hoogte van de achterluidsprekers
3 Stel de parameter in met C/c.
De gekozen parameter verschijnt in het uitleesvenster op het voorpaneel.
4 Herhaal stap 2 en 3 om andere parameters in te stellen in 9 SP. SETUP.
Als u de afstandsbediening enkele seconden niet gebruikt, verdwijnt de parameter van het
display en wordt deze opgeslagen op het apparaat.
xGROOTTE
Indien u geen midden- of achterluidsprekers aansluit of de achterluidsprekers verplaatst, moet u
de parameters voor CENTER en REAR instellen. De instellingen van voorluidsprekers en
subwoofer zijn vast en kunnen niet worden gewijzigd. Standaard instellingen zijn onderstreept.
• CENTER (middenluidspreker)
YES: kies normaal deze instelling.
–
–NO: kies deze instelling wanneer geen middenluidspreker is aangesloten.
• REAR (achterluidsprekers)
YES: kies normaal deze instelling. Geef positie en hoogte op voor de Digital Cinema
–
Surround modes.
–NO: kies deze instelling wanneer geen achterluidspreker is aangesloten.
wordt vervolgd
25
NL
xAFSTAND
U kunt de afstand van elke luidspreker als volgt regelen. Standaardinstellingen zijn
onderstreept.
5 m (afstand voorluidsprekers)
•F. D.
De afstand van de voorluidsprekers kan in stappen van 0,2 meter worden ingesteld van 1,0 tot
15,0 meter.
5 m (afstand middenluidspreker)
• C. D.
De afstand van de middenluidspreker kan in stappen van 0,2 m worden ingesteld van de
voorluidsprekerafstand tot 1,6 m dichter bij de luisterpositie.
3,4 m (afstand achterluidsprekers)
• R. D.
De afstand van de achterluidspreker kan in stappen van 0,2 meter worden ingesteld van
dezelfde afstand als de voorluidspreker tot 4,6 meter dichter bij uw luisterpositie.
Opmerking
Als de voor- of achterluidsprekers niet even ver van de luisterpositie af staan, stel dan de afstand van de dichtste
luidspreker in.
Positie en hoogte achterluidsprekers opgeven
Wanneer u iets anders kiest dan “NO” bij “REAR”, moet u de positie en de hoogte van de
achterluidsprekers opgeven. Standaard instellingen zijn onderstreept.
Positieschema
• R. P. BEHIND
Kies dit als de achterluidsprekers zich in sectie B bevinden.
• R. P. SIDE
Kies dit als de achterluidsprekers zich in sectie A bevinden.
NL
26
90
AA
45
BB
20
Hoogteschema
CC
60
DD
30
• R. H. LOW
Kies dit als de achterluidsprekers zich in sectie D bevinden.
• R. H. HIGH
Kies dit als de achterluidsprekers zich in sectie C bevinden.
Deze parameters zijn niet beschikbaar als “REAR” is ingesteld op “NO”.
Balans en niveau van de luidsprekers opgeven
1 Druk herhaaldelijk op AMP MENU om 9 LEVEL in het uitleesvenster op het voorpaneel te
laten verschijnen.
2 Gebruik X/x om T.TONE te kiezen en C/c om T.TONE op ON te zetten.
Elke luidspreker produceert achtereenvolgens de testtoon.
3 Ga in de luisterpositie zitten en kies het item dat u wilt instellen met X/x.
• Instelpunten van 9 LEVEL
–Balans voor de voor- en achterluidsprekers
–Volume van de midden- en achterluidsprekers en de subwoofer
4 Regel het volume zo dat de testtoon van elke luidspreker even luid klinkt met behulp van
C/c.
De instelwaarde verschijnt in het uitleesvenster op het voorpaneel.
5 Herhaal stap 3 en 4 om andere parameters in te stellen onder 9 LEVEL.
Wanneer u de afstandsbediening gedurende enkele seconden niet bedient, verdwijnt de
waarde in het uitleesvenster en wordt ze opgeslagen in het systeem.
6 Gebruik X/x om T.TONE te kiezen en C/c om T.TONE op OFF te zetten.
Aan de slag
xBALANS
U kunt de balans van elke luidspreker regelen. Standaardinstellingen zijn onderstreept.
•F. ___I___ midden (voorluidsprekers)
Regel de balans tussen de linker en rechter voorluidsprekers (u kunt instellen vanuit het
midden, 6 stappen naar links of naar rechts).
• R. ___I___
Regel de balans tussen de linker en rechter achterluidsprekers (u kunt instellen vanuit het
midden, 6 stappen naar links of naar rechts).
midden (achterluidsprekers)
wordt vervolgd
27
NL
xNIVEAU
U kunt het niveau van elke luidspreker regelen. Standaardinstellingen zijn onderstreept.
• C. LEVEL (
0 dB) (niveau middenluidspreker)
Regelt het niveau van de middenluidspreker. U kunt regelen van –6 dB tot +6 dB in stappen
van 1 dB.
• R. LEVEL (
0 dB) (niveau rechter luidspreker)
Regelt het niveau van de rechter luidsprekers. U kunt regelen van –6 dB tot +6 dB in stappen
van 1 dB.
• S. W. LEV. (
0 dB) (subwooferniveau)
Regelt het niveau van de subwoofer. U kunt regelen van –6 dB tot +6 dB in stappen van 1 dB.
Opmerkingen
• Als u een item kiest, valt het geluid tijdelijk weg.
• De subwoofer kan een overdreven krachtig geluid produceren afhankelijk van de instelling van de andere
luidsprekers.
Het volume van alle luidsprekers tegelijk regelen
Gebruik de VOLUME regelaar.
Andere AMP MENU instellingen
U kunt de helderheid van het uitleesvenster op het voorpaneel regelen, voorinstelzenders en
zendernamen wissen, en de standaard luidsprekerparameters herstellen. Druk herhaaldelijk op
AMP MENU om 9 CUSTOMIZE te laten verschijnen. Kies de volgende punten met X/x .
xDIMMER
U kunt de helderheid van het uitleesvenster op het voorpaneel regelen in twee stappen.
xMEMO. CLR.
•N (Nee): terug naar vorig menu.
•Y (Ja): Wanneer u Y kiest door op ENTER te drukken, verschijnt “Really? N” en “Really? Y”.
Wanneer u “Really? Y,” kiest door op ENTER te drukken, verschijnt “ALL CLEAR!”, worden
alle instellingen zoals bijvoorbeeld voorinstelzenders en zendernamen gewist, en de
luidsprekerparameters teruggesteld.
Dit toestel werkt met Dolby Pro Logic II in de film- en muziekstand en kan 2-kanaalsgeluid in
5.1 channel weergeven in Dolby Pro Logic II.
Wanneer Sound Field is ingesteld op “NORMAL SURROUND” kan het decoderingstype voor
een 2-kanaalsbron worden gekozen. Druk herhaaldelijk op AMP MENU om 92CH MODE te
laten verschijnen. Kies de volgende punten met X/x.
x2CH MODE
• PLII MOVIE (Pro Logic II Movie): voor Pro Logic II movie decodering. Deze instelling is
ideaal voor films in Dolby Surround. Hiermee kan bovendien het geluid via 5.1 kanalen
worden weergegeven bij het bekijken van video’s of oude films in de gedubde taal.
• PLII MUSIC (Pro Logic II Music): voor Pro Logic II music decodering. Deze instelling is
ideaal voor gewone stereo bronnen, zoals bijvoorbeeld CD’s.
•PRO LOGIC: voor Pro Logic decodering. Een bron opgenomen met 2 kanalen wordt
gedecodeerd in 4 kanalen.
Opmerking
Dolby Pro Logic II functioneert niet voor signalen met DTS of MPEG indeling en voor Super Audio CD.
NL
28
Radiozenders voorinstellen
U kunt 20 FM radiozenders en 10 AM radiozenders voorinstellen.
Zet het volume helemaal dicht alvorens af te stemmen.
1
MEMORY
123
PRESET –/+
456
7
89
>
10
10/0
BAND
TUNING –/+
ENTER
1 Druk herhaaldelijk op BAND tot de gewenste band verschijnt in het
uitleesvenster op het voorpaneel.
Bij elke druk op BAND wisselt de band af tussen AM en FM.
2 Houd TUNING + of – ingedrukt tot de frequentie begint te veranderen en laat
dan los.
Het zoeken stopt wanneer op een zender wordt afgestemd. “TUNED” en “ST” (voor
stereo programma’s) verschijnen in het uitleesvenster op het voorpaneel.
PCM
AUTO
FM
TUNEDST
MHz
Aan de slag
3 Druk op MEMORY.
Een voorinstelnummer verschijnt in het uitleesvenster op het voorpaneel.
FM
TUNEDST
MHz
4 Druk op PRESET + of – om het gewenste voorinstelnummer te kiezen.
FM
TUNEDST
MHz
wordt vervolgd
29
NL
5 Druk op ENTER.
De zender wordt opgeslagen.
ALL
DISC1SAUTO
TITLE TRACK CHAPTER INDEXTUNEDHMONOMSTS
PRO
LOGIC
DIGITAL
FM AM
NTSCPBC ANGLE
dB
kHz
MHz
REPEAT 1
PROGRAM
SHUFFLE
v
ALL
DISC1SAUTO
TITLE TRACK CHAPTER INDEX H TUNED M MONO ST S
PRO
LOGIC
DIGITAL
FM AM
NTSCPBC ANGLE
6 Herhaal stap 1 tot 5 om andere zenders op te slaan.
Afstemmen op een zender met een zwak signaal
Druk in stap 2 herhaaldelijk op TUNING + of – om handmatig af te stemmen op de zender.
Een voorinstelnummer wijzigen
Begin opnieuw vanaf stap 1.
De AM-afsteminterval wijzigen (behalve modellen voor Europa, het MiddenOosten en de Filippijnen)
De AM afsteminterval is af fabriek ingesteld op 9 kHz (10 kHz in sommige streken).
Om de AM afsteminterval te wijzigen, stemt u eerst af op een AM zender en zet u vervolgens
het toestel uit door op 1 op de afstandsbediening te drukken. Houd x (op het toestel)
ingedrukt en zet het aan met de afstandsbediening. Wanneer u de interval wijzigt, worden de
AM voorinstelzenders gewist.
Herhaal de procedure om de interval terug te stellen.
dB
kHz
MHz
REPEAT 1
PROGRAM
SHUFFLE
30
NL
Loading...
+ 306 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.