Meer informatie over producten, accessoires,
onderdelen en diensten vindt u op het internet:
www.siemens-home.bsh-group.com en in de onlineshop: www.siemens-home.bsh-group.com/eshops
8Gebruik volgens de
voorschriften
Gebrui k vol gens de voorschr i f ten
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door. Alleen dan kunt u uw apparaat goed en
veilig bedienen. Bewaar de
gebruiksaanwijzing voor later gebruik of om
door te geven aan een volgende eigenaar.
De afbeeldingen die bij deze aanwijzingen
staan afgedrukt zijn slechts ter oriëntatie.
Controleer het apparaat na het uitpakken. Niet
aansluiten in geval van transportschade.
Alleen een daartoe bevoegd vakman mag
apparaten zonder stekker aansluiten. Bij
schade door een verkeerde aansluiting maakt
u geen aanspraak op garantie.
Dit apparaat is alleen bestemd voor
huishoudelijk gebruik en de huiselijke
omgeving. Gebruik het apparaat uitsluitend
voor het bereiden van gerechten en dranken.
Het kookproces moet regelmatig worden
gecontroleerd. Een kort kookproces moet
continu in de gaten worden gehouden.
Gebruik het apparaat alleen in gesloten
ruimtes.
Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot op
hoogten van maximaal 4.000 meter boven
zeeniveau.
Dit apparaat is niet geschikt voor het gebruik
met een externe wekker of afstandsbediening.
Maak voor de bescherming van kinderen geen
gebruik van ongeschikte
beveiligingsvoorzieningen of tralies. Dit kan
leiden tot ongevallen.
Dit toestel kan worden gebruikt door kinderen
vanaf 8 jaar en door personen met beperkte
fysieke, sensorische of geestelijke vermogens
of personen die gebrek aan kennis of ervaring
hebben, wanneer zij onder toezicht staan van
een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid of geleerd hebben het op een
veilige manier te gebruiken en zich bewust zijn
van de risico's die het gebruik van het toestel
met zich meebrengt.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en onderhoud van het toestel
mogen niet worden uitgevoerd door kinderen,
tenzij zij 15 aar of ouder zijn en onder toezicht
staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan
8 jaar uit de buurt blijven van het toestel of de
aansluitkabel.
4
Belangrijke veiligheidsvoorschriften nl
Heeft u een pacemaker of soortgelijk medisch
hulpmiddel geïmplanteerd, dan dient u
speciale voorzorgsmaatregelen in acht nemen
bij het gebruiken of in de buurt komen van
inductiekookplaten als die in werking zijn.
Raadpleeg uw arts of de fabrikant van het
hulpmiddel, om er zeker van te zijn dat het
voldoet aan de geldige regelgeving en
informeer omtrent mogelijke incompatibiliteit.
Toebehoren altijd op de juiste manier in de
binnenruimte leggen. ~ "Toebehoren"
op pagina 16
(Belangrijke
veiligheidsvoorschriften
Belangr i j ke vei l i ghei dsvoor schr i ft en
:Waarschuwing – Risico van brand!
■ Brandbare voorwerpen die in de
binnenruimte worden bewaard kunnen vlam
vatten. Bewaar geen brandbare voorwerpen
in de binnenruimte. Open nooit de deur
wanneer er sprake is van rookontwikkeling
in het apparaat. Het toestel uitschakelen en
de stekker uit het stopcontact halen of de
zekering in de meterkast uitschakelen.
Risico van brand!
■ Wanneer de apparaatdeur geopend wordt,
ontstaat er een luchtstroom. Het bakpapier
kan dan de verwarmingselementen raken
en vlam vatten. Tijdens het voorverwarmen
mag er nooit bakpapier los op de
toebehoren liggen. Verzwaar het bakpapier
altijd met een vorm. Bakpapier alleen op
het benodigde oppervlak leggen. Het
bakpapier mag niet uitsteken over de
toebehoren.
Risico van brand!
■ Hete olie en heet vet vatten snel vlam. Hete
olie en heet vet nooit gebruiken zonder
toezicht. Vuur nooit blussen met water.
Schakel de kookzone uit. Vlammen
voorzichtig met een deksel, smoordeksel of
iets dergelijks verstikken.
Risico van brand!
■ De kookzones worden erg heet. Nooit
brandbare voorwerpen op de kookplaat
leggen. Geen voorwerpen op de kookplaat
leggen.
Brandgevaar!
■ Het apparaat wordt erg heet, brandbare
materialen kunnen snel vlam vatten. Bewaar
of gebruik geen brandbare voorwerpen
( bijv. spuitbussen, reinigingsmiddelen)
onder of in de nabijheid van de oven.
Bewaar geen brandbare voorwerpen in of
op de oven.
Risico van brand!
■ Het oppervlak van de schuiflade kan erg
heet worden. Bewaar alleen
oventoebehoren in de schuiflade.
Ontvlambare en brandbare voorwerpen
mogen niet in de ovenlade worden
opgeborgen.
Risico van brand!
■ De kookplaat schakelt vanzelf uit en kan
niet meer worden bediend. Hij kan later per
ongeluk worden ingeschakeld. Zekering in
de meterkast uitschakelen. Contact
opnemen met de klantenservice.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
■ Het toestel wordt zeer heet. Nooit de hete
vlakken in de binnenruimte of
verwarmingselementen aanraken. Het
apparaat altijd laten afkoelen. Zorg ervoor
dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Risico van verbranding!
■ Toebehoren of vormen worden zeer heet.
Neem hete toebehoren en vormen altijd met
behulp van een pannenlap uit de
binnenruimte.
Risico van verbranding!
■ Alcoholdampen kunnen in de binnenruimte
vlam vatten. Nooit gerechten klaarmaken
die een hoog percentage alcohol bevatten.
Alleen kleine hoeveelheden drank met een
hoog alcoholpercentage gebruiken. De
deur van het toestel voorzichtig openen.
Risico van verbranding!
■ De kookzones en met name een eventueel
aanwezige kookplaatomlijsting worden zeer
heet. Raak de hete oppervlakken nooit aan.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de
buurt zijn.
Verbrandingsgevaar!
■ Tijdens het gebruikt worden de
oppervlakken van het apparaat heet. De
hete oppervlakken niet aanraken. Houd
kinderen uit de buurt van het toestel.
Risico van verbranding!
■ De kookzone warmt op, maar de indicatie
functioneert niet Zekering in de meterkast
uitschakelen. Contact opnemen met de
klantenservice.
Verbrandingsgevaar!
■ Het apparaat wordt heet tijdens de
bereiding. Laat het voor de reiniging
afkoelen.
Risico van verbranding!
■ Voorwerpen van metaal worden zeer snel
heet op de kookplaat. Leg nooit
voorwerpen van metaal, zoals messen,
vorken, lepels of deksels, op de kookplaat.
Brandgevaar!
■ Schakel de kookplaat na elk gebruik altijd
uit met de hoofdschakelaar. Wacht niet tot
de kookplaat automatisch uitschakelt
doordat er geen pan op staat.
5
nl Belangrijke veiligheidsvoorschriften
:Waarschuwing – Kans op verbranding!
■ Tijdens het gebruik worden de
toegankelijke onderdelen heet. De hete
onderdelen nooit aanraken. Zorg ervoor dat
er geen kinderen in de buurt zijn.
Kans op verbrandingen!
■ Bij het openen van de deur van het
apparaat kan hete stoom vrijkomen.
Afhankelijk van de temperatuur is er geen
stoom te zien. Tijdens het openen niet te
dicht bij het apparaat staan. De deur van
het apparaat voorzichtig openen. Zorg
ervoor dat kinderen uit de buurt blijven.
Kans op verbrandingen!
■ Door water in de hete binnnruimte kan hete
waterdamp ontstaan. Nooit water in de hete
binnenruimte gieten.
:Waarschuwing – Risico van letsel!
■ Wanneer er krassen op het glas van de
apparaatdeur zitten, kan dit springen. Geen
schraper, scherpe of schurende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
Risico van letsel!
■ Bij de bereiding au-bain-marie kunnen de
kookplaat en kookvorm barsten door
oververhitting. De au-bain-marie kookvorm
mag niet in direct contact komen met de
bodem van de pan die met water is gevuld.
Gebruik alleen hittebestendige vormen.
Risico van letsel!
■ Wanneer er vloeistof zit tussen de bodem
van de pan en de kookzone kunnen
kookpannen plotseling in de hoogte
springen. Zorg ervoor dat de kookzone en
de bodem van de pan altijd droog zijn.
Risico van letsel!
■ Wordt het toestel onbevestigd op een
sokkel geplaatst, dan kan het hiervan
afglijden. Het toestel moet goed aan de
sokkel worden bevestigd.
Gevaar voor letsel!
■ Wordt er tegen de geopende apparaatdeur
gestoten, dan kan dit leiden tot lichamelijk
letsel. De apparaatdeur deur moet tijdens
het gebruik en daarna gesloten zijn.
:Waarschuwing – Kantelgevaar!
:Waarschuwing – Kans op een elektrische
schok!
■ Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Reparaties en de vervanging van
beschadigde aansluitleidingen mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door technici
die zijn geïnstrueerd door de
klantenservice. Is het apparaat defect, haal
dan de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering in de meterkast uit.
Contact opnemen met de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
■ De kabelisolatie van hete toestelonderdelen
kan smelten. Zorg ervoor dat er nooit
aansluitkabels van elektrische toestellen in
contact komen met hete onderdelen van
het apparaat.
Kans op een elektrische schok!
■ Binnendringend vocht kan een schok
veroorzaken. Geen hogedrukreiniger of
stoomreiniger gebruiken.
Kans op een elektrische schok!
■ Een defect toestel kan een schok
veroorzaken. Een defect toestel nooit
inschakelen. De netstekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen. Contact opnemen
met de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
■ Scheuren of barsten in het glaskeramiek
kunnen schokken veroorzaken. Zekering in
de meterkast uitschakelen. Contact
opnemen met de klantenservice.
Gevaar voor een elektrische schok !
■ Wordt het apparaat van het net
losgekoppeld, kunnen de verbindingen
restspanningen veroorzaken. Alleen een
vakman mag het apparaat aansluiten.
Halogeenlamp
:Waarschuwing – Gevaar voor
verbranding!
De lampen in de binnenruimte worden heel
heet. Ook enige tijd na het uitschakelen
bestaat er nog een risico van verbranding.
Glazen afscherming niet aanraken. Tijdens het
schoonmaken contact met de huid vermijden.
Waarschuwing: Om te voorkomen dat het
apparaat kantelt, moet een kantelbeveiliging
worden gemonteerd. Lees de montageinstructies door.
6
:Waarschuwing – Kans op een elektrische
schok!
Bij vervanging van de lamp in de binnenruimte
staan de contacten van de lampfitting onder
stroom. Trek voordat u tot vervanging
overgaat de netstekker uit het stopcontact
trekken of schakel de zekering in de
meterkast uit.
Oorzaken van schade nl
]Oorzaken van schade
■ Plaats geen hete pannen op het bedieningspaneel,
de indicatorzones of op de omlijsting van de
kookplaat. Dit kan schade veroorzaken.
Oorzaken van schade
Kookplaat
■ Als er harde of scherpe voorwerpen op de kookplaat
vallen, kan dit de plaat beschadigen.
Attentie!
■ Ruwe bodems van pannen kunnen krassen op de
kookplaat veroorzaken.
■ Plaat nooit lege plannen op de kookzones. Dit kan
schade veroorzaken.
■ Aluminiumfolie en plastic bakken smelten als ze op
een hete kookzone gelegd worden. Het gebruik van
beschermplaten op de kookplaat wordt afgeraden.
Overzicht
In de volgende tabellen ziet u welke schade het meest
voorkomt:
SchadeOorzaakMaatregel
VlekkenOvergelopen etenswaar.Verwijder overgelopen etenswaar onmiddellijk met een schraper.
Ongeschikte reinigingsmiddelen.Gebruik alleen schoonmaakmiddelen die geschikt zijn voor dit soort kook-
platen.
KrassenZout, suiker en zand.Gebruik de kookplaat niet als plaats om iets neer te zetten of als werkvlak.
Ruwe bodems van vormen geven krassen op de kook-
Controleer het kookgerei.
plaat.
VerkleuringenOngeschikte reinigingsmiddelen.Gebruik alleen schoonmaakmiddelen die geschikt zijn voor dit soort kook-
platen.
Slijtage van de pannen.Til de pannen op wanneer u ze verplaatst.
Schelpvormige
Suiker, sterk suikerhoudende gerechtenVerwijder overgelopen etenswaar onmiddellijk met een schraper.
beschadiging van
het oppervlak
Schade aan de oven
Attentie!
■ Toebehoren, folie, bakpapier of vormen op de
bodem van de binnenruimte: Geen toebehoren op
de bodem van de binnenruimte leggen. Geen
bakpapier of folie, van welk type dan ook, op de
bodem van de binnenruimte leggen. Geen vorm op
de bodem van de binnenruimte plaatsen wanneer
een temperatuur van meer dan 50 °C ingesteld is.
Er ontstaat dan een opeenhoping van warmte. De
bak- en braadtijden kloppen niet meer en het email
wordt beschadigd.
■ Aluminiumfolie: aluminiumfolie in de binnenruimte
mag niet in contact komen met de deurruit. Hierdoor
kunnen permanente verkleuringen van de ruit
optreden.
■ Water in de hete binnenruimte: Nooit water in de
hete binnenruimte gieten. Er ontstaat dan
waterdamp. Door de verandering van temperatuur
kan schade aan het email ontstaan.
■ Blijft er gedurende langere tijd vocht in de
binnenruimte, dan kan dit leiden tot corrosie. De
binnenruimte na gebruik laten drogen. Bewaar
gedurende langere tijd geen levensmiddelen in de
gesloten binnenruimte. Bewaar geen gerechten in
de binnenruimte.
■ Koelen met de apparaatdeur open: na een bereiding
met hoge temperaturen de binnenruimte laten
afkoelen met de deur gesloten. Zorg ervoor dat er
niets tussen de apparaatdeur beklemd raakt. Ook
wanneer de deur slechts op een kier staat, kunnen
naburige voorzijden van meubels in de loop van de
tijd beschadigd raken.
Alleen na gebruik met veel vocht de binnenruimte
laten drogen met de deur open.
■ Vruchtensap: De bakplaat bij zeer vochtig
vruchtengebak niet te overvloedig bedekken.
Vruchtensap dat van de bakplaat druppelt, laat
vlekken achter die niet meer kunnen worden
verwijderd. Gebruik zo mogelijk de diepere
braadslede.
■ Sterk vervuilde dichting: wanneer de dichting sterk
vervuild is, sluit de apparaatdeur niet goed meer. De
aangrenzende voorzijden van meubels kunnen dan
beschadigd raken. Zorg ervoor dat de dichting altijd
schoon is. Nooit het apparaat met beschadigde
afdichting of zonder afdichting gebruiken.
~ "Reinigen" op pagina 33
■ Apparaatdeur als vlak om op iets op te leggen of te
plaatsen: niets op de apparaatdeur leggen of
plaatsen en er niets aan hangen. Geen vormen of
toebehoren op de apparaatdeur plaatsen.
■ Toebehoren inschuiven: afhankelijk van het type
toestel kunnen de toebehoren krassen geven op de
deur. Toebehoren altijd tot de aanslag in de
binnenruimte schuiven.
■ Apparaat transporteren: Het apparaat niet aan de
deurgreep vasthouden of dragen. De deurgreep
houdt op den duur het gewicht van het apparaat niet
en kan afbreken.
■ Grillen: De bakplaat of braadslede bij het grillen niet
boven hoogte 3 inschuiven. Door de sterke hitte
vervormen ze en bij verwijdering beschadigen ze het
email. Gril bij hoogte 4 en 5 alleen direct op het
rooster.
7
nl Milieubescherming
Schade aan de schuiflade
Attentie!
Leg geen hete voorwerpen in de schuiflade. Deze kan
beschadigd raken.
7Milieubescherming
Mi l i eubescher ming
Uw nieuwe apparaat is bijzonder energie-efficiënt. Hier
krijgt u tips over de manier waarop u bij het gebruik van
uw apparaat nog meer kunt besparen op energie en het
apparaat op de juiste manier afvoert.
Energiebesparing
■ Het apparaat alleen voorverwarmen als dit in het
recept of in de tabellen van de gebruiksaanwijzing is
opgegeven.
■ Laat diepvrieslevensmiddelen eerst ontdooien
voordat u ze in de binnenruimte plaatst.
■ Open de apparaatdeur tijdens de bereiding zo
weinig mogelijk.
■ Meerdere taarten of cakes kunt u het beste na
elkaar bakken. De binnenruimte is dan nog warm.
Hierdoor is de baktijd voor het tweede gerecht
korter. U kunt ook twee rechthoekige vormen naast
elkaar in de binnenruimte plaatsen.
■ Gebruik donkere, zwart gelakte of geëmailleerde
bakvormen. Deze nemen de hitte bijzonder goed op.
■ Verwijder de accessoires die u niet nodig heeft uit
de binnenruimte.
■ Bij langere bereidingstijden kunt u het apparaat
10 minuten voor het einde van de bereidingstijd
uitzetten en de restwarmte gebruiken voor het
afbakken.
Tips om energie te besparen
■ Gebruik altijd het deksel dat overeenstemt met elke
kookpan. Wanneer zonder deksel gekookt wordt, is
aanzienlijk meer energie nodig. Gebruik een
glasdeksel om een goede zichtbaarheid te hebben
zonder dat u het deksel van de pan hoeft te nemen.
■ Gebruik pannen met een vlakke bodem. Bij een niet
vlakke bodem wordt meer energie verbruikt.
■ De diameter van de bodem van de pan moet
overeenkomen met de afmeting van de kookzone.
Opgelet: pannenfabrikanten duiden gewoonlijk de
bovenste diameter van de pan aan, die meestal
groter is dan de diameter van de bodem van de pan.
■ Gebruik een kleine pan voor kleine hoeveelheden.
Een grote, weinig gevulde pan vereist veel energie.
■ Gebruik weinig water voor het koken. Op deze wijze
wordt energie bespaard en blijven alle vitaminen en
mineralen van de groenten behouden.
■ Selecteer de laagste vermogensstand die het
kookpunt behoudt. Met een te hoge stand wordt
energie verspild.
8
Koken met inductie nl
Milieuvriendelijk afvoeren
Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af.
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de Europese richtlijn
2012/19/EU betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur (waste
electrical and electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor de in de
EU geldige terugneming en verwerking van
oude apparaten.
fKoken met inductie
Kok en met i nduct i e
Voordelen bij koken met inductie
Koken met inductie is radicaal anders dan gebruikelijk,
de warmte ontstaat direct in het kookgerei. Dit biedt
vele voordelen:
■ Tijdsbesparing bij het koken en bakken.
■ Besparing van energie.
■ Gemakkelijker te reinigen en te onderhouden.
Overgelopen etenswaar brandt niet zo snel in.
■ Warmteregeling en veiligheid: de kookplaat verhoogt
of verlaagt de toevoer van warmte altijd direct na de
bediening. Neemt u het kookgerei van de kookzone,
dan wordt de warmtetoevoer direct onderbroken
door de kookzone met inductie, zonder dat deze
eerst is uitgeschakeld.
Pannen
Gebruik alleen ferromagnetische vormen voor
inductiekoken, bijv.:
■ kookgerei van geëmailleerd staal
■ kookgerei van gietijzer
■ speciaal kookgerei van roestvrij staal dat geschikt is
voor inductie.
In het hoofdstuk ~ "Kookgerei-test" kunt u lezen of het
kookgerei geschikt is voor inductie.
Voor een goed bereidingsresultaat dient het
ferromagnetische gebied van de bodem van de pan
overeen te komen met de grootte van de kookzone.
Wordt het kookgerei niet herkend op een kookzone,
probeer er dan een met een kleinere diameter.
FP
FP
FP
Er zijn ook inductievormen waarvan de bodem niet
volledig ferromagnetisch is:
■ Is de bodem van het kookgerei slechts gedeeltelijk
ferromagnetisch, dan wordt alleen het
ferromagnetische oppervlak heet. Hierdoor wordt de
warmte mogelijk niet gelijkmatig verdeeld. De
temperatuur van het niet-ferromagnetische gebied
kan dan te laag zijn om te koken.
9
nl Plaatsen en aansluiten
■ Bestaat het materiaal van de bodem van het
kookgerei deels uit aluminium, dan is het
ferromagnetische oppervlak ook kleiner. Mogelijk
worden dit niet warm genoeg of zelfs helemaal niet
herkend.
Niet geschikte pannen
Gebruik nooit straalplaten of pannen van:
■ dun normaal staal
■ glas
■ aardewerk
■ koper
■ aluminium
Eigenschappen van de bodem van het kookgerei
Het bereidingsresultaat kan worden beïnvloed door de
kwaliteit van pannenbodem. Gebruik pannen waarvan
het materiaal de warmte gelijkmatig in de pan verdeelt,
bijv. pannen met "sandwich-bodems" van roestvrij staal.
Daarmee wordt tijd en energie bespaard.
Gebruik kookgerei met vlakke bodems. Ongelijke
bodems hebben invloed op de warmtetoevoer.
die het beste past bij de diameter van de
pannenbodem.
5Plaatsen en aansluiten
Plaat sen en aansl ui t en
Het apparaat niet inbouwen achter een decor- of
meubeldeur. Dan bestaat het risico van oververhitting.
Elektrische aansluiting
Het apparaat mag alleen door geschoold personeel
worden aangesloten.De voorschriften van de
betreffende elektriciteitsmaatschappij dienen beslist te
worden nageleefd.
Wordt het apparaat verkeerd aangesloten, dan vervalt
bij schade het recht op garantie.
Attentie!
Uw apparaat dient met de daarvoor bestemde kabel
vast te zijn aangesloten op het elektriciteitsnet.
Uitgezonderd in het geval van beschadiging de kabel
nooit verwijderen van het apparaat of vervangen door
een kabel met/zonder stekker!
Attentie!
Als de aansluitkabel beschadigd raakt, moet deze door
de fabrikant, door de servicedienst of door een erkende
monteur worden vervangen.
Geen pan of ongeschikte afmeting
Als er geen pan op de geselecteerde kookzone wordt
geplaatst of als deze niet van het geschikte materiaal is
of geen geschikte afmeting heeft, knippert de
kookstand op de indicator van de kookzone. Plaats een
geschikte pan, zodat het knipperen stopt. Als er meer
dan 90 seconden wordt gewacht gaat de kookzone
automatisch uit.
Lege pannen of pannen met een dunne bodem
Verwarm geen lege pannen en gebruik geen pannen
met dunne bodem. De kookplaat is uitgerust met een
intern veiligheidssysteem, maar een lege pan kan zo
snel heet worden dat de functie “automatisch
uitschakelen" geen tijd heeft om te reageren, waardoor
de temperatuur erg kan oplopen. De bodem van de pan
kan smelten en het glas van de kookplaat beschadigen.
Raak in dat geval de pan niet aan en schakel de
kookzone uit. Als het apparaat na het afkoelen niet
werkt, neem dan contact op met de technische dienst.
Herkenning van de pan
Elke kookzone heeft een ondergrens voor de
herkenning van de pan. Deze is afhankelijk van de
ferromagnetische diameter en het materiaal van de
bodem. Daarom dient u altijd de kookzone te gebruiken
:Waarschuwing – Levensgevaar!
Bij contact met onder spanning staande onderdelen
bestaat er elektrocutiegevaar.
■ Pak de stekker uitsluitend met drogen handen beet.
■ Trekt u de aansluitkabel eruit, pak hem dan altijd
direct bij de stekker vast en niet aan de kabel zelf,
omdat deze dan beschadigd kan raken.
■ Trek de stekker nooit tijdens het gebruik uit het
stopcontact.
Houd u aan de volgende instructies en zorg ervoor dat:
Aanwijzingen
■ de stekker in het stopcontact past.
■ de doorsnede van de elektrische kabel groot
genoeg is.
■ het aardingssysteem volgens de voorschriften is
geïnstalleerd.
■ de vervanging van de aansluitkabel (indien nodig)
alleen plaatsvindt door een vakkundig monteur.Een
nieuwe kabel is verkrijgbaar bij de Servicedienst.
■ er geen meervoudige stekkers/contactdozen en/of
verlengkabels worden gebruikt.
■ er bij gebruik van een aardlekschakelaar alleen een
type met het symbool z wordt gebruikt.
Alleen aardlekschakelaars met dit symbool voldoen
aan de geldende voorschriften.
■ de stekker altijd bereikbaar is.
■ de aansluitkabel niet wordt geknikt, bekneld,
gewijzigd of doorgesneden.
■ de aansluitkabel niet in contact komt met
warmtebronnen.
10
Plaatsen en aansluiten nl
Voor de installateur
■ De installatie dient te beschikken over een
schakelaar met een contactopening van minstens
3 mm. Bij aansluiting met een stekker is dit niet
noodzakelijk wanneer de stekker voor de gebruiker
toegankelijk is.
■ Elektrische veiligheid: het fornuis is een apparaat
van veiligheidsklasse I en mag alleen met een
geaarde aansluiting worden gebruikt.
■ Voor de aansluiting van het apparaat dient een kabel
van het type H 05 VV-F of gelijkwaardig te worden
gebruikt.
Demontage van het apparaat
Het apparaat van de stroom halen.
:Waarschuwing – Gevaar voor een elektrische
schok !
Wordt het apparaat van het net losgekoppeld, kunnen
de verbindingen restspanningen veroorzaken. Alleen
een vakman mag het apparaat aansluiten.
Fornuis met de waterpas horizontaal
plaatsen
Zet het fornuis direct op de vloer.
1. Ovenlade eruit trekken en er naar boven uittillen.
Aan de onderkant bevinden zich binnenin voor en
achter stelvoeten.
2. De stelvoeten zo nodig met een zeskantsleutel
omhoog of omlaag draaien, tot het fornuis waterpas
staat (Afbeelding A).
3. Ovenlade weer inschuiven (Afbeelding B).
%$
Aangrenzende meubels
Aangrenzende meubels dienen uit niet-brandbaar
materiaal te bestaan. Aangrenzende voorzijden van
meubels dienen tot minstens 90°C
temperatuurbestendig te zijn.
Bevestiging aan de wand
Om te voorkomen dat het fornuis kantelt, dient u het
met de meegeleverde haak aan de wand te bevestigen.
Neem het montagevoorschrift voor bevestiging aan de
wand in acht.
Maatregelen tijdens het transport
Bevestig alle beweegbare onderdelen in en op het
apparaat met plakband, dat zonder sporen verwijderd
kan worden. Schuif alle toebehoren (bijv. de bakplaat)
met een dunne strook karton aan beide zijden in de
vakken om beschadiging van het apparaat te
voorkomen. Leg karton of iets dergelijks tussen de
voorzijde van de bakplaat en de achterzijde van de deur
om te voorkomen dat de bakplaat tegen de binnenzijde
van de glazen deur stoot. Bevestig de deur en, indien
aanwezig, de bovenste afdekking met plakband aan de
zijden van het apparaat.
Bewaar de originele verpakking van het apparaat.
Transporteer het apparaat alleen in de originele
verpakking. Let op de transportpijlen op de verpakking.
Als de originele verpakking niet meer beschikbaar is
Verpak het apparaat in een beschermende verpakking
om voldoende bescherming tegen eventuele
transportschade te garanderen.
Transporteer het apparaat rechtop. Houd het apparaat
niet aan de deurgreep of aan aansluitingen op de
achterzijde vast, omdat deze dan beschadigd kunnen
raken. Leg geen zware voorwerpen op het apparaat.
11
nl Het apparaat leren kennen
*Het apparaat leren kennen
Het apparaat leren kennen
In dit hoofdstuk geven we u uitleg over de indicaties en
bedieningselementen. Daarnaast leert u verschillende
functies van uw apparaat kennen.
Algemeen
De uitvoering hangt van het type apparaat af.
Aanwijzing: Afhankelijk van het apparaattype zijn kleur-
en detailafwijkingen mogelijk.
Kookplaat
Hier krijgt u een overzicht van het bedieningspaneel. De
uitvoering hangt van het type apparaat af.
Toelichting
1Kookplaat**
2Bedieningspaneel**
3Koelventilator
4Ovendeur**
5*Ovenlade**
*Optioneel (beschikbaar voor enekele apparaten)
**Al naargelang het apparaattype zijn
detailafwijkingen mogelijk.
,(&
: :
:
: :
: :
12
Het bedieningspaneel
Het apparaat leren kennen nl
Bedieningsvlakken
#
»
0 IIIIIIIIIIIIInstelgebied
bPowerBoost-functie
þ
ú
#
‚
0
Indicaties
‹
‚-Š
‹‹
•/œ
Kookzones
$
à
Uitsluitend pannen gebruiken die geschikt zijn voor inductie, zie het hoofdstuk ~ "Koken met inductie"
Kookzone met één ringGebruik pannen met de juiste afmetingen
Gecombineerde kookzoneZie het hoofdstuk ~ "CombiZone" of ~ "Move-functie"
Hoofdschakelaar
Kookzone kiezen
Functie CombiZone
Move-functie
Bedieningspaneel blokkeren voor reinigingsdoeleinden
Kinderslot
Timer-functie
Gebruikstoestand
Kookstanden
Timer-functie
Restwarmte
Indicaties
›
ø
ú
x
V
ö
Bedieningsvlakken
Raakt u een symbool aan, dan wordt de betreffende
functie geactiveerd.
Aanwijzingen
■ Zorg ervoor dat het bedieningspaneel altijd schoon
en droog is. Vocht heeft een nadelige invloed op de
werking.
■ Zorg ervoor dat er geen pannen in de buurt van
indicaties en sensoren komen. De elektronica kan
dan oververhit raken.
De kookzones
PowerBoost-functie
Functie CombiZone
Move-functie
Programmering van de bereidingstijd
Kookwekker
Tijdsweergave
Restwarmte-indicatie
De kookplaat heeft voor elke kookzone een restwarmteindicatie. Hiermee wordt aangegeven dat een kookzone
nog heet is. Raak de kookzone niet aan zolang de
restwarmte-indicatie verlicht is.
Afhankelijk van de hoogte van de restwarmte wordt het
volgende weergegeven:
■ Indicatie •: hoge temperatuur
■ Indicatie œ: lage temperatuur
Wanneer u de pan tijdens het koken van de kookzone
neemt, knipperen afwisselen de restwarmte-indicatie en
de gekozen kookstand.
Is de kookzone uitgschakeld, dan is restwarmteindicatie verlicht. Ook wanneer de kookplaat al
uitgeschakeld is, blijft de restwarmte-indicatie verlicht
zolang de kookzone nog warm is.
13
nl Het apparaat leren kennen
Bedieningspaneel
Al naargelang apparaattype zijn detailafwijkingen
mogelijk.
Toetsen en display
Met de toetsen kunt u verschillende extra functies van
uw apparaat instellen. Op het display ziet u de
bijbehorende waarden.
SymboolBetekenis
Tijdfuncties
v
Min
A
Plus
@
Verwarmingsmethoden en functies
Met de functiekeuzeknop stelt u de
verwarmingsmethoden en meer functies in.
VerwarmingsmethodeGebruik
3D-heteluchtVoor het bakken en braden op één of meerdere niveaus.
:
7
Milde heteluchtVoor het gezond bereiden van geselecteerde gerechten op één niveau, zonder voorver-
;
PizzastandVoor het bereiden van pizza's en gerechten die veel warmte van onderen nodig hebben.
$
OnderwarmteVoor de bereiding au bain-marie en om na te bakken.
(
Grill, grootVoor het grillen van platte stukken, zoals steaks, worstjes of toast en voor het gratineren.
4
CirculatiegrillenVoor het braden van gevogelte, hele vis en grotere vleesstukken.
%
Boven- en onderwarmteVoor traditioneel bakken en braden op één niveau. Bijzonder geschikt voor gebak met
--------
Wekker ,V, Tijdsduur x, Einde y
en Tijd v kiezen door ze meerdere
keren aan te tippen.
Instelwaarden verlagen.
Instelwaarden verhogen.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingselement aan de achterkant
gelijkmatig in de binnenruimte.
warmen.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingselement aan de achterkant in
de binnenruimte.
Deze verwarmingsmethode wordt voor het bepalen van het energieverbruik in de circula-
tieluchtmodus en de energie-efficiëntieklasse gebruikt.
Het onderste verwarmingselement en het ronde verwarmingselement aan de achterwand
zijn ingeschakeld.
De warmte komt van onderen.
Het hele oppervlak onder het grillelement wordt heet.
Het grillelement en de ventilator schakelen afwisselend in en uit. De ventilator wervelt de
hete lucht rond de gerechten.
vochtige bedekking.
De warmte komt gelijkmatig van onderen en van boven.
Deze verwarmingsmethode wordt voor het bepalen van het energieverbruik in de conven-
tionele modus gebruikt.
KinderslotOvenfuncties via het bedieningspa-
'
neel blokkeren en deblokkeren.
GewichtGewicht bij de programma's kiezen.
h
--------
Display
De waarde die op een bepaald moment kan worden
ingesteld of afloopt, staat op de voorgrond van het
display.
Om de afzonderlijke tijdfuncties te gebruiken tipt u
meerdere keren op de toets v. Aan de pijlen ø boven
of onder het betreffende symbool kunt u zien welke
waarde op de voorgrond staat.
Om altijd de juiste verwarmingsmethode voor uw
gerecht te kunnen bepalen, geven wij hier uitleg over de
verschillen en toepassingen.
14
Meer functies
Uw nieuwe oven biedt u nog meer functies, waarop wij
hier een korte toelichting geven.
FunctieGebruik
Snel voorverwarmenBinnenruimte snel voorverwarmen, zonder accessoires.
I
Het apparaat leren kennen nl
4
X
--------
Temperatuur
U stelt de temperatuur in de binnenruimte in met de
temperatuurknop. Daarnaast worden hiermee de
standen voor andere functies gekozen.
Bij temperatuurinstellingen boven 250 °C verlaagt het
apparaat de temperatuur na ca. 10 minuten tot ca. 240
°C. Als uw apparaat het verwarmingstype boven-/
onderwarmte of onderwarmte heeft, vindt deze
verlaging daar niet plaats.
StandBetekenis
Ú
50-275TemperatuurbereikDe temperatuur die in de binnen-
1, 2, 3
of
I, II, III
X
--------
Temperatuurindicatie
Wanneer het apparaat opwarmt, is op het display het
symbool _ verlicht. In de verwarmingspauzes gaat het
uit.
Wanneer u voorverwarmt, is het optimale tijdstip voor
het plaatsen van het gerecht bereikt zodra het symbool
de eerste keer verdwijnt.
Verlichting van de binnenruimteVerlichting van de binnenruimte inschakelen, zonder functie.
Maakt het u gemakkelijker om bijv. de binnenruimte te reinigen.
Programma'sVoor veel gerechten zijn de juiste instelwaarden al geprogrammeerd.
~ "Programma’s" op pagina 42
NulstandHet apparaat warmt niet op.
ruimte kan worden ingesteld op
°C.
GrillstandenDe in te stellen standen voor grill,
grote oppervlakken ( en kleine
oppervlakken * (afhankelijk van
het type apparaat).
Stand 1 = zwak
Stand 2 = gemiddeld
Stand 3 = sterk
Programma'sDe stand voor de program-
mafunctie.
Verlichting van de binnenruimte
Bij de meeste verwarmingsmethoden en functies is de
verlichting van de binnenruimte aan als het programma
loopt. Wordt de werking met de functieschakelaar
beëindigd, dan gaat de verlichting uit.
Met de stand Verlichting van de binnenruimte, kunt u de
lamp met de functiekeuzeknop, inschakelen zonder dat
de oven opwarmt. Dit helpt u bijv. bij de reiniging van
het apparaat.
Koelventilator
De koelventilator wordt zo nodig in- en uitgeschakeld.
De warme lucht ontsnapt via de deur.
Attentie!
De ventilatiesleuven niet afdekken. Dan raakt het
apparaat oververhit.
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat de
binnenruimte na gebruik sneller afkoelt.
Aanwijzing: Door thermische traagheid kan de
weergegeven temperatuur een beetje afwijken van de
werkelijke temperatuur in de binnenruimte.
Binnenruimte
Verschillende functies voor de binnenruimte
vergemakkelijken het gebruik van uw apparaat. Zo
wordt bijv. de binnenruimte volledig verlicht en een
koelventilator beschermt het apparaat tegen
oververhitting.
Apparaatdeur openen
Opent u de apparaatdeur wanneer er een programma
loopt, dan wordt de werking voortgezet.
15
nl Toebehoren
_Toebehoren
Toebehoren
Bij uw apparaat horen verschillende toebehoren. Hier is
krijgt u een overzicht over de meegeleverde toebehoren
en de manier waarop ze worden gebruikt.
Meegeleverde toebehoren
Uw apparaat is voorzien van de volgende toebehoren:
Rooster
Voor servies, gebak- en ovenschalen.
Voor braad- en grillstukken en diepvriesgerechten.
Braadslede
Voor vochtig gebak, taarten, diepvriesgerechten en grote braadstukken.
Hij kan ook worden gebruikt om het vet
op te vangen, als u direct op het rooster
grilt.
Bakplaat
Voor plaatgebak en klein gebak.
--------
Gebruik alleen originele toebehoren. Deze zijn speciaal
op uw apparaat afgestemd.
Toebehoren kunt u nabestellen bij de klantenservice, in
de vakhandel of via Internet.
Aanwijzing: Wanneer de toebehoren heet worden,
kunnen ze vervormen. Dit heeft geen invloed op de
werking. De vervorming verdwijnt weer nadat ze zijn
afgekoeld.
Aanwijzingen
■ Houd de bakplaat aan weerszijden met beide
handen vast en schuif hem recht in het frame.
Beweeg de bakplaat bij het inschuiven niet heen en
weer naar de zijkanten. Dan gaat het inbrengen zeer
moeizaam. De geëmailleerde oppervlakken kunnen
beschadigd raken.
■ Let erop dat u de accessoires altijd op de juiste
manier in de binnenruimte plaatst.
■ Schuif de accessoires altijd volledig in de
binnenruimte, zodat ze de apparaatdeur niet raken.
■ Neem de accessoires die u niet nodig hebt uit de
binnenruimte.
Accessoires inschuiven
De binnenruimte heeft 5 inschuifhoogtes. De
inschuifhoogtes worden van beneden naar boven
geteld.
In de binnenruimte is de bovenste inschuifhoogte bij
veel apparaten voorzien van een grillsymbool.
De accessoires altijd tussen de beide geleidestangen
van een inschuifhoogte plaatsen.
De accessoires kunnen tot ongeveer halverwege naar
buiten worden getrokken zonder dat ze kantelen.
Zorg ervoor dat de accessoires met de welving naar
achteren in de binnenruimte worden geplaatst. Alleen
zo klikken ze in.
16
Voor het eerste gebruik nl
Speciale accessoires
Speciale accessoires kunt u verkrijgen bij de
servicedienst, in speciaalzaken of via het internet. U
vindt een uitgebreid aanbod voor uw apparaat in onze
folders of op internet.
De beschikbaarheid en de mogelijkheid om online te
bestellen is per land verschillend. U kunt dit nakijken in
uw verkoopdocumenten.
Aanwijzing: Niet elk speciaal accessoire past bij elk
apparaat. Geef bij de aankoop altijd de precieze
aanduiding (E-nr.) van uw apparaat op.
~ "Servicedienst" op pagina 42
Speciale accessoires
Rooster
Voor servies, gebak- en ovenschalen en voor braad- en grillstukken.
Bakplaat
Voor plaatgebak en klein gebak.
Braadslede
Voor vochtig gebak, taarten, diepvriesgerechten en grote braadstukken.
Hij kan ook worden gebruikt om het vet op te vangen, wanneer u
direct op het rooster grilt.
Inzetrooster
Voor vlees, gevogelte en vis.
Om in de braadslede te plaatsen en afdruipend vet en vleesssap op te
vangen.
Grote braadpan
Voor het bereiden van grote hoeveelheden. Zeer geschikt bijv. ook
voor moussaka.
Deksel voor de grote braadpan
De deksel maakt van de grote braadpan een professionele pan.
Pizzaplaat
Voor pizza's en groot, rond gebak.
Grillplaat
Om te grillen, in plaats van het rooster, of als bescherming tegen spetters. Alleen gebruiken in de braadslede.
Baksteen
Voor zelfgemaakt brood, broodjes en pizza's die een knapperige
bodem moeten hebben.
De baksteen moet tot de aanbevolen temperatuur worden voorverwarmd.
Glazen braadpan
Voor stoofgerechten en ovenschotels.
Glazen braadslede
Voor ovenschotels, groentegerechten en gebak.
Uittreksysteem enkelvoudig
Met de uitschuifrails op hoogte 2 kunt u de accessoires verder naar
buiten trekken zonder dat ze kantelen.
Uittreksysteem 2-voudig
Met de uitschuifrails op hoogte 2 en 3 kunt u de accessoires verder
naar buiten trekken zonder dat ze kantelen.
Uittreksysteem 3-voudig
Met de uitschuifrails op hoogte 1, 2 en 3 kunt u de accessoires verder
naar buiten trekken zonder dat ze kantelen.
--------
KVoor het eerste gebruik
Voo r het eers t e gebrui k
Voordat u uw nieuwe apparaat kunt gebruiken moet u
enkele instellingen uitvoeren: Reinig daarnaast de
binnenruimte en de toebehoren.
Eerste gebruik
Na het apparaat op de stroom is aangesloten verschijnt
de tijd op het display. Stel de actuele tijd in.
Tijd instellen
Let erop dat de functiekeuzeknop op de nulstand staat.
De tijd start bij “12:00 uur”.
1. Met de toets A of @ de tijd instellen.
2. Om te bevestigen op de toets v tippen.
De actuele tijd wordt weergegeven op het display.
Binnenruimte en accessoires reinigen
Voordat u voor het eerst gerechten klaarmaakt met het
apparaat dient u de binnenruimte en de accessoires te
reinigen.
Binnenruimte reinigen
Om de geur van het nieuwe te verwijderen, warmt u
binnenruimte op. Deze dient leeg en gesloten te zijn.
Let erop dat zich geen verpakkingsresten, zoals
korreltjes piepschuim, in de binnenruimte bevinden en
verwijder zelfklevende tape in of bij de binnenruimte.
Neem voor het opwarmen de gladde oppervlakken in
de binnenruimte af met een zachte, vochtige doek. Zorg
ervoor dat de keuken geventileerd is zolang het
apparaat opwarmt.
Voer de opgegeven instellingen uit. In het volgende
hoofdstuk kunt u lezen hoe u een verwarmingsmethode
en temperatuur instelt. ~ "Apparaat bedienen"
op pagina 18
Instellingen
Verwarmingsme-
thode
Temperatuurmaximaal
Tijdsduur1 uur
Schakel het apparaat na de aangegeven tijdsduur uit.
Wanneer de binnenruimte afgekoeld is, reinigt u de
gladde oppervlakken met zeepsop en een
schoonmaakdoekje.
Accessoires reinigen
Reinig de accessoires grondig met zeepsop en een
schoonmaakdoekje of een zachte borstel.
3D-hetelucht :
17
nl Apparaat bedienen
1Apparaat bedienen
Appa r a a t bedi enen
In dit hoofdstuk kunt u lezen hoe u een kookzone
instelt. In de tabel vindt u kookstanden en
bereidingstijden voor verschillende gerechten.
Kookplaat in- en uitschakelen
U schakelt de kookplaat met de hoofdschakelaar in en
uit.
Inschakelen: raak het symbool # aan. Er klinkt een
signaal. De indicaties van de hoofdschakelaar en de
kookzone-indicaties ‹ zijn verlicht.De kookplaat is
bedrijfsklaar.
Uitschakelen: het symbool # aanraken tot de indicatie
verdwijnt. Alle kookzones zijn uitgeschakeld. De
restwarmte-indicatie blijft verlicht tot de kookzones
voldoende zijn afgekoeld.
Aanwijzingen
■ De kookplaat gaat automatisch uit wanneer alle
kookzones langer dan 20 seconden uitgeschakeld
zijn.
■ De gekozen instellingen blijven gedurende de eerste
4 seconden na uitschakeling van de kookplaat
bewaard. Wordt de kookplaat in deze tijd opnieuw
ingeschakeld, dan werkt hij met de eerdere
instellingen.
■ Het maximale vermogen van de kookplaat is
afhankelijk van het type netaansluiting. Om deze
maximale waarde niet te overschrijden, verdeelt de
kookplaat het beschikbare vermogen automatisch
over de ingeschakelde kookzones.
Terwijl de functie Power Management is geactiveerd,
kan het vermogen van een kookzone tijdelijk onder
de vereiste waarde worden gebracht.
De kookzone afstellen
Regel de gewenste vermogensstand in de
programmeerzone.
Vermogensstand 1 = minimumvermogen.
Vermogensstand 9 = maximumvermogen.
Elke vermogensstand is voorzien van een
tussenliggende afstelling. Deze wordt aangegeven met
een punt.
Kookzone en kookstand kiezen
De kookplaat moet ingeschakeld zijn.
1. Raak het symbool » van de gewenste kookzone
aan. Op het display is ¬ verlicht.
2. Kies vervolgens in het instelgebied de gewenste
kookstand.
De kookstand is ingesteld.
De vermogensstand wijzigen
Selecteer de kookzone en regel de gewenste
vermogensstand in de programmeerzone.
De kookzone uitschakelen
Selecteer de kookzone en stel af op ‹ in de
programmeerzone. De kookzone wordt uitgeschakeld
en de restwarmte-indicator verschijnt.
Aanwijzingen
■ Als er geen pan op de inductiekookzone wordt
geplaatst, gaat de geselecteerde vermogensstand
knipperen. Na een tijdje wordt de kookzone
uitgeschakeld.
■ Als er een pan op de kookzone staat voordat de
plaat wordt ingeschakeld, zal deze worden
gedetecteerd binnen 20 seconden na het indrukken
van de hoofdschakelaar en zal de kookzone
automatisch worden geselecteerd. Selecteer, zodra
deze is gedetecteerd, de vermogensstand binnen
20 seconden, anders wordt de kookzone
uitgeschakeld.
Ook al worden er meerdere pannen geplaatst, bij het
inschakelen van de kookplaat wordt er maar één
gedetecteerd.
Kookadvies
Aanwijzingen
■ Om de gevoelige onderdelen van het apparaat te
beschermen tegen oververhitting of elektrische
overbelasting, kan het vermogen van de kookplaat
voor korte tijd worden teruggebracht.
■ Om geluidshinder van het apparaat te voorkomen
kan het vermogen van de kookplaat voor korte tijd
worden teruggebracht.
18
Advies
■ Bij het warm maken van puree, crèmesoepen en
dikvloeibare sauzen regelmatig roeren.
■ Voor het voorverwarmen kookstand 8 - 9 instellen.
■ Bij de bereiding met deksel de kookstand
terugschakelen, zodra er tussen deksel en
kookgerei stoom vrijkomt. Voor een goed
bereidingsresultaat is geen stoom nodig.
■ Na de bereiding het kookgerei tot het opdienen
gesloten houden.
■ Voor het koken met de snelkookpan de
aanwijzingen van de fabrikant in acht nemen.
Loading...
+ 42 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.