Middelste LED (groen):
Geeft in de ruststand aan, dat het
toestel gereed is voor gebruik en
dient tevens als paging- (pagina 10)
en aanmeldtoets (knippert,
(pagina 17).
Rechter en linker LED (rood):
Geeft het gebruik van beide Bkanalen aan.
◆ Lees voor het gebruik deze veiligheidsinstructies en de
gebruiksaanwijzing.
i
$
ƒ
◆ Breng uw kinderen op de hoogte van de inhoud van de
gebruiksaanwijzing en over de mogelijke gevaren bij het gebruik van
het toestel.
Gebruik alleen de meegeleverde netvoedingsadapter en sluit deze aan
zoals is aangegeven op de onderzijde van het basisstation.
Medische apparatuur kan onder bepaalde omstandigheden worden beïnvloed
door draadloze DECT-toestellen. Houd rekening met de technische voorwaarden van de betreffende omgeving (bijvoorbeeld artsenpraktijk).
Plaats het basisstation niet in badkamers of doucheruimten (zie pagina 4 en
pagina 34). Handset en basisstation zijn niet spatwaterdicht.
Gebruik het toestel niet in een omgeving waar explosiegevaar bestaat
(bijvoorbeeld in spuiterijen, tankstations etc.).
Draag uw Gigaset alleen inclusief de gebruiksaanwijzing over aan derden.
!
Elektrische en elektronische producten mogen niet bij het huisvuil worden
aangeboden maar dienen naar speciale inzamelingscentra te worden
gebracht die zijn bepaald door de overheid of plaatselijke autoriteiten.
Het symbool van de doorgekruiste vuilnisbak op het product betekent dat het
product valt onder Europese richtlijn 2002/96/EC.
De juiste manier van weggooien en afzonderlijke inzameling van uw oude
apparaat helpt mogelijke negatieve consequenties voor het milieu en de menselijke gezondheid te voorkomen. Het is een eerste vereiste voor hergebruik
en recycling van tweedehandse elektrische en elektronische apparaten.
Voor meer informatie over het weggooien van uw oude apparaat, dient u contact op te nemen met uw gemeente, afvalverwerkingsbedrijf of de winkel
waar u het product heeft gekocht.
◆ Niet alle in deze gebruiksaanwijzing beschreven functies zijn in alle
i
landen beschikbaar.
◆ Op de analoge telefoonaansluitingen mogen alleen toestellen wor-
den aangesloten die binnenshuis (in gebouwen) worden gebruikt
4
Toe s tel in gebruik ne m e n
Toestel in gebruik nemen
Verpakkingsinhoud
De verpakking bevat:
◆ een basisstation
◆ een netvoedingsadapter met voedingskabel
◆ een ISDN-kabel
◆ een USB-kabel voor aansluiting op PC
◆ een muurhouder
◆ een gebruiksaanwijzing
Basisstation plaatsen
◆ Op de plaats van opstelling moeten zich een stopcontact 220/230V~ en de
ISDN-telefoonaansluiting bevinden.
◆ Voor een optimale radio-ontvangst dient u het basisstation zo mogelijk op een cen-
trale plaats opstellen.
◆ Om interferentie uit te sluiten, mag het basisstation niet in de directe omgeving van
andere toestellen, zoals audio-apparatuur of televisie worden geplaatst. Minimale
afstand (ook tot het voedingsgedeelte van het basisstation): 1,5 meter.
Als er bij satellietontvangsttoestellen beeld- en geluidsstoringen ontstaan, gelieve
dan contact op te nemen met uw leverancier om uw satellietontvangstsysteem op
afschermingsgebreken te laten controleren.
◆ Vermijd onmiddellijk contact met warmtebronnen (b. v. verwarming).
◆ Stel het basisstation niet aan direct zonlicht bloot.
◆ Het basisstation kan met de muurhouder, die in de verpakking is meegeleverd, ook
aan de muur worden gemonteerd.
◆ Als u het toestel niet aan de muur monteert, plaatst u het basisstation op een vlakke
en slipvaste ondergrond. De rubberen dopjes laten normaal geen sporen op de
ondergrond achter. Door de vele soorten lak valt het echter niet uit te sluiten dat bij
het contact niettemin sporen op de ondergrond achtergelaten worden.
◆ Het bereik tussen het basisstation en de handsets bedraagt in de open lucht tot
300 m. In gebouwen worden waarden tot 50 m bereikt.
Gebruik als tafeltoestel
Uw toestel kan plaatsbesparend als tafeltoestel gebruikt worden. Neem voor het aansluiten van het basisstation de aanwijzingen voor het opstellen in acht (pagina 4,
pagina 5).
5
Toestel in gebruik nemen
Montage van het basisstation als muurtoestel
Neem voor de montage van het basisstation de aanwijzingen voor het opstellen in acht
(pagina 4, pagina 5).
1. Boor twee gaten (∅ 5 mm) op een afstand van
80 mm naast elkaar in de muur.
2. Plaats de pluggen.
3. Draai twee rondkopschroeven (
∅ 4mm) in.
4. Voor u de muurhouder aanbrengt en de schroeven
aanzet, leidt u het aansluitsnoer van achteren naar
voren door de houder. Hierbij dient u erop te letten
dat de aansluitsnoeren in de achterste uitsparing vrij
liggen.
5. Sluit nu de aansluitsnoeren aan het basisstation aan
(zie basisstation aansluiten).
6. Druk het basisstation met lichte druk verticaal van boven in het midden op de vergrendelingen van de
muurhouder.
Basisstation aansluiten
1.
Voorkant toestel
3.
3.
3.
2.
3.
Afbeelding schematisch
1.-S0-bus: ISDN-aansluitkabel insteken tot de stekker vastklikt.
2. ISDN-aansluitkabel in de ISDN-aansluiting steken tot de stekker vastklikt.
3.-bus: steek de plug van de netvoedingskabel in de aansluiting van het basisstation.
!
Gebruik alleen de meegeleverde netvoedingsadapter en sluit deze
aan zoals is aangegeven op de onderzijde van het basisstation.
6
Toe s tel in gebruik ne m e n
Stroomstoring:
Uw basisstation en de daarop aangemelde handsets als ook draad-
i
gebonden eindtoestellen zijn bij een stroomstoring niet bruikbaar. Alle
instellingen en opgeslagen items (berichten, telefoonboekitems) blijven
echter onbeperkt bewaard.
Extra toestellen aansluiten
U kunt op uw basisstation de volgende extra toestellen aansluiten:
◆ tot acht draadloze toestellen (handsets zie pagina 10, Gigaset datamodules zie
pagina 30, Gigaset Repeater zie pagina 31)
◆ tot twee analoge, draadgebonden toestellen (b.v. telefoon, antwoordapparaat, fax-
toestel, deurintercom – zie pagina 25)
◆ een PC via USB-aansluiting (USB V1.1 – zie pagina 30)
USB-kabel op het basistoestel aansluiten, maar nog niet aansluiten op de PC. Sluit
de kabel pas aan als het PC-programma talk&surf-wizard daarom vraagt.
Aansluiting van de toestellen
Aansluiting voor het draadgebonden eindtoestel met het
interne nummer 22
ISDN
USB
Afbeelding schematisch
Aansluiting voor het draadgebonden eindtoestel met het
interne nummer 21
De aansluitingen zijn voor het gebruik
van gebruikelijke eindtoestellen met
mini-westernstekker ingesteld.
7
Toestel in gebruik nemen
Basisstation instellen en bedienen
Basisstation in gebruik nemen en instellen
Opdat u uw basisstation kunt gebruiken, zijn bepaalde instellingen vereist, b.v. het
ISDN-telefoonnummer (MSN). Hiervoor heeft u een handset of een PC nodig. Meer
informatie vindt u in de gebruiksaanwijzing van uw handset of uw PC-software.
Voor het configureren van het basisstation via de handset dient u bij voorkeur te
beschikken over een Gigaset S44-, S1- of SL1-handset. Meer informatie vindt u in de
gebruiksaanwijzing van uw handset.
Basisstation via een handset bedienen
Een gebruiksaanwijzing voor de handsets S44 is bijgeleverd. Gebruiksaanwijzingen
voor andere handsets vindt u op de bijgeleverde CD-ROM.
Aan de hand van het voorbeeld "Ringtone toewijzen aan een MSN-nummer" wordt
hierna de bediening van het basisstation via de volgende handsets voorgesteld:
◆ S44,
◆ S1 en SL1,
◆ C34,
◆ C1 en C2.
Meer informatie over de gebruikte symbolen en de bediening van uw handset vindt u
in de gebruiksaanwijzing van uw handset.
Basisstation via een handset S44 bedienen
De handset S44 heeft als centraal bedieningselement een stuurtoets p, die met vier
richtingspijlen en de bijbehorende symbolen uitgerust is. Afhankelijk van welke markering u indrukt (boven, beneden, rechts of links), wordt een bepaalde functie opgeroepen. In de gebruiksaanwijzing is de toetszijde waarop u moet drukken, gemarkeerd met
een zwarte driehoek, bijvoorbeeld: toets v voor rechts = menu openen.
Voorbeeld: "Ringtone toewijzen aan een MSN-nummer"
v
s Ð
s Basis OK
s Instellingen
OK
~
s ISDN-instell.
s MSN definiëren
s MSN1:
v
s Toon opr.sig:
r Toon opr.sig: 5
Menu openen.
Selecteren en bevestigen.
OK
Selecteren en bevestigen.
Selecteren en bevestigen.
OK
Eventueel systeem-PIN invoeren (pagina 12).
Selecteren en bevestigen.
OK
Selecteren en bevestigen.
OK
MSN-nummer selecteren, bijv. MSN1: Privé.
Submenu openen.
Selecteren en bevestigen.
OK
Melodie selecteren en bevestigen,
OK
bijv. Melodie 5.
8
Toe s tel in gebruik ne m e n
Basisstation via een handset S1 of SL1 bedienen
De handsets S1 en SL1 hebben als centraal bedieningselement een stuurtoets p, die
met vier richtingspijlen en de bijbehorende symbolen uitgerust is. Afhankelijk van
welke markering u indrukt (boven, beneden, rechts of links), wordt een bepaalde functie opgeroepen. In de gebruiksaanwijzing is de toetszijde waarop u moet drukken,
gemarkeerd met een zwarte driehoek, bijvoorbeeld: toets v voor rechts = menu openen.
Voorbeeld: "Ringtone toewijzen aan een MSN-nummer"
v
s Instell. basis
s Instellingen
OK
~
s ISDN-instell.
s MSN definiëren
s MSN1:
v
s Toon opr.sig:
r Toon opr.sig: 5
Basisstation via een handset C34 bedienen
De handset C34 heeft als centraal bedieningselement een stuurtoets p, die met vier
richtingspijlen en de bijbehorende symbolen uitgerust is. Afhankelijk van welke markering u indrukt (boven, beneden, rechts of links), wordt een bepaalde functie opgeroepen. In de gebruiksaanwijzing is de toetszijde waarop u moet drukken, gemarkeerd met
een zwarte driehoek, bijvoorbeeld: toets v voor rechts = menu openen.
Voorbeeld: "Ringtone toewijzen aan een MSN-nummer"
v
s Instell. basis OK
s Basis OK
s Instellingen OK
~ OK
s ISDN-instell. OK
s MSN definiëren OK
s
MENU
s Toon opr.sig:
s Toon opr.signaal 5 OK
Menu openen.
Selecteren en bevestigen.
OK
Selecteren en bevestigen.
OK
Eventueel systeem-PIN invoeren (pagina 12).
Selecteren en bevestigen.
OK
Selecteren en bevestigen.
OK
MSN-nummer selecteren, bijv. MSN1: Privé.
Submenu openen.
Selecteren en bevestigen.
OK
Melodie selecteren en bevestigen,
OK
bijv. Melodie 5.
Menu openen.
Selecteren en bevestigen.
Selecteren en bevestigen.
Selecteren en bevestigen.
Eventueel systeem-PIN invoeren (pagina 13).
Selecteren en bevestigen.
Selecteren en bevestigen.
MSN selecteren, bijv. MSN1: Privé.
Submenu openen.
Selecteren en bevestigen.
OK
Beltoon selecteren en bevestigen,
bijv. Melodie: 5.
9
Toestel in gebruik nemen
Basisstation via een handset C1 en C2 bedienen
De handsets C1 en C2 hebben elk een kanteltoets die twee functies heeft. Voor de Gigaset C1 heeft de bovenste helft van de kanteltoets de functie van de opnemen-toets
de onderste helft die van de telefoonboektoets
Voor de Gigaset C2 heeft de bovenste helft van de kanteltoets de functie van de opnemen-toets
Voorbeeld: "Ringtone toewijzen aan een MSN-nummer"
MENU
s Instell. basis OK
s Instellingen OK
~ OK
s ISDN-instell. OK
s MSN definiëren OK
sMSN1:
MENU
s Melodie: 5OK
s MSN1:
c, de onderste helft die van de handsfree-toets d.
Menu openen.
Selecteren en bevestigen.
Selecteren en bevestigen.
Eventueel systeem-PIN (standaard 0000) invoeren
en bevestigen.
Selecteren en bevestigen.
Selecteren en bevestigen.
MSN selecteren, bijv. MSN1: Privé.
Submenu openen.
Melodie selecteren en bevestigen, bijv.
Melodie: 5 (
MSN selecteren, bijv. MSN1: Anna.
h.
‰ = ingesteld)..
Handsets aanmelden
c,
U kunt maximaal acht draadloze toestellen aan uw basisstation aanmelden (inclusief
Gigaset datamodules (pagina 30) en Gigaset Repeater (pagina 31)). Hiervoor staan de
interne telefoonnummers 11-18 ter beschikking. Draadgebonden analoge toestellen
hoeven niet aangemeld te worden (pagina 25).
Als op uw toestel de interne nummers Intern 11 tot Intern 18 al zijn toegewezen, moet
u eerst een aangemelde handset afmelden die u niet meer wilt gebruiken (zie gebruiksaanwijzing van de handset).
Leg evt. de gebruiksaanwijzing voor uw handset klaar met de beschrijving voor de aanmelding.
De aanmelding van een handset moet u op het basisstation en de handset inleiden.
1. Op het basisstation
Aanmeld-/paging-toets op het basisstation ca. 4 sec. indrukken. De aanmelding wordt
ingeleid. Het basisstation is gedurende 60 seconden klaar om aan te melden
De oplichtende aanmeld-/paging-toets indrukken
10
Toe s tel in gebruik ne m e n
2. Op de handset (binnen 60 sec.)
Meld uw handset aan (zie gebruiksaanwijzing voor de handset).
i
Als de handset het zoeken van het basisstation afbreekt omdat b. v. de
aanmeldingstijd overschreden werd, herhaal dan de bewerking.
Handset Gigaset S44 handmatig aanmelden
v
s Ð
Handset
s
s HS aanmelden
s Basis 1
OK
~
s Int11:Intern 11
Wanneer de aanmelding is voltooid, wordt de handset in de ruststand gezet. In het display verschijnt het interne nummer van de handset, bijv. Intern 11 .
Menu openen.
Selecteren en bevestigen.
OK
Selecteren en bevestigen
OK
Selecteren en bevestigen.
OK
Basisstation (1–4) selecteren en bevestigen,
OK
b. v. Basis 1.
Systeem-PIN van het basisstation (standaard: 0000)
invoeren en bevestigen. Het display geeft Aanmeld-procedure en de naam van het basisstation,
bijv. Basis 1.
Brandende aanmeldtoets aan het basisstation ca. 4
seconden indrukken (pagina 10), de toets knippert.
Het basisstation kan aangemeld worden zolang de
toets knippert.
Intern nummer selecteren en bevestigen,
OK
b. v. Int11: Intern 11 .
11
Toestel in gebruik nemen
Handset Gigaset S1 / SL1 handmatig aanmelden
v
s Instellingen
s HS aanmelden
s Basis 1
OK
~
s Int11:Intern 11
Wanneer de aanmelding is voltooid, wordt de handset in de ruststand gezet. In het display verschijnt het interne nummer van de handset, bijv. Intern 11 .
Menu openen.
Selecteren en bevestigen.
OK
Selecteren en bevestigen.
OK
Basisstation (1–4) selecteren en bevestigen,
OK
b. v. Basis 1.
Systeem-PIN van het basisstation (standaard: 0000)
invoeren en bevestigen. Het display geeft Aanmeld-procedure en de naam van het basisstation,
bijv. Basis 1.
Brandende aanmeldtoets aan het basisstation ca. 4
seconden indrukken (pagina 10), de toets knippert.
Het basisstation kan aangemeld worden zolang de
toets knippert.
Intern nummer selecteren en bevestigen,
OK
b. v. Int11: Intern 11 .
Handset Gigaset C34 handmatig aanmelden
v
s Instellingen
s Handset
s HS aanmelden
OK
~
Menu openen.
Selecteren en bevestigen.
OK
Selecteren en bevestigen
OK
Selecteren en bevestigen.
OK
Systeem-PIN van het basisstation (standaard: 0000)
invoeren en bevestigen. Het display geeft Aanmeld-procedure en de naam van het basisstation,
bijv. Basis 1.
Brandende aanmeldtoets aan het basisstation ca. 4
seconden indrukken (pagina 10), de toets knippert.
Het basisstation kan aangemeld worden zolang de
toets knippert.
Intern nummer selecteren en bevestigen,
s Int11:Intern 11
Wanneer de aanmelding is voltooid, wordt de handset in de ruststand gezet. In het display verschijnt het interne nummer van de handset, bijv. Intern 11 .
OK
b. v. Int11: Intern 11 .
12
Handset Gigaset C1 / C2 handmatig aanmelden
Toe s tel in gebruik ne m e n
MENU
s Instell. handsetOK
s Handset aanmeldenOK
s Basis 1OK
~ OK
s Int11:Intern 11 OK
Wanneer de aanmelding is voltooid, wordt de handset in de ruststand gezet. In het display verschijnt het interne nummer van de handset, bijv. Intern 11 .
Menu openen.
Selecteren en bevestigen.
Selecteren en bevestigen.
Basisstation (1–4) selecteren en bevestigen,
b. v. basis 1.
Systeem-PIN van het basisstation (standaard: 0000)
invoeren en bevestigen. Het display geeft Aanmeld-procedure en de naam van het basisstation,
bijv. basis 1.
Brandende aanmeldtoets aan het basisstation
indrukken (pagina 10), de toets knippert. Het basisstation kan aangemeld worden zolang de toets knippert.
Intern nummer selecteren en bevestigen,
bijv. Int11: Intern 11 .
Handset Gigaset 4000 Comfort/Micro aanmelden
a
óf
OK
óf
G
InstellingenOK
G HS aanmeldenOK
G Basis 1OK
... vervolgens
~ OK
Lang indrukken om de handset in te schakelen.
Opdracht bevestigen.
Selecteren en bevestigen.
Selecteren en bevestigen.
Basisstation (1–4) selecteren en bevestigen,
Basis 1.
b. v.
Systeem-PIN van het basisstation (standaard: 0000)
invoeren en bevestigen.
Brandende aanmeldtoets aan het basisstation circa 4
seconden indrukken (pagina 10), de toets knippert.
Het basisstation kan aangemeld worden zolang de
toets knippert.
s Int11: Intern 11 OK
Intern nummer selecteren en bevestigen,
b. v. Int11: Intern 11 . De succesvolle aanmelding
wordt op het display bevestigd.
13
Toestel in gebruik nemen
Handset Gigaset 4000 Classic aanmelden
i
MENU
s HS aanmeldenOK
~ OK
Na het invoeren van de systeem-PIN zoekt een basis met dezelfde PIN-code. Tijdens het
zoeken knippert de melding HS aanmelden op het display. Wanneer de aanmelding is
voltooid, wordt de handset in de ruststand gezet. Uw handset is nu gereed voor
gebruik!
De handset krijgt bij de aanmelding automatisch het laagste beschikbare interne nummer (Intern 11 – Intern 18) toegewezen.
U kunt maximaal vier handsets Gigaset 4000 Classic aanmelden.
Menu openen
Selecteren en bevestigen. PIN-code wordt weergegeven.
Systeem-PIN van het basisstation (standaard: 0000)
invoeren en bevestigen.
Brandende aanmeldtoets aan het basisstation circa 4
seconden indrukken (pagina 10), de toets knippert.
Het basisstation kan aangemeld worden zolang de
toets knippert.
14
Handset Gigaset 3000 Comfort/Micro aanmelden
Toe s tel in gebruik ne m e n
−
óf
JA
óf
.
s StationsOK
s Station 1
s AanmeldenOK
... vervolgens
~ OK
s Int11: Intern 11 OK
De handset krijgt bij de aanmelding automatisch het laagste beschikbare interne nummer (Intern 11 – Intern 18) toegewezen.
Lang indrukken om de handset in te schakelen.
Opdracht bevestigen.
Menu openen.
Selecteren en bevestigen.
Í
Basisstation (1–4) selecteren en submenu openen.
Selecteren en bevestigen.
Systeem-PIN van het basisstation (standaard: 0000)
invoeren en bevestigen.
Brandende aanmeldtoets aan het basisstation circa 4
seconden indrukken (pagina 10), de toets knippert.
Het basisstation kan aangemeld worden zolang de
toets knippert.
Intern nummer selecteren en bevestigen,
bijv. Int11: Intern 11 . De succesvolle aanmelding
wordt op het display bevestigd.
Handset Gigaset 3000 Classic aanmelden
−
¦¨ «
~ OK
~ OK
s Int11: Intern 11 OK
Lang indrukken om de handset in te schakelen.
Na elkaar indrukken.
Nummer van het basisstation invoeren (normaal
gezien 1) en bevestigen. Het stand-by-symbool
knippert en brandt later permanent als de verbinding met het basisstation tot stand gebracht werd.
Systeem-PIN van het basisstation (standaard: 0000)
invoeren en bevestigen.
Brandende aanmeldtoets aan het basisstation circa 4
seconden indrukken (pagina 10), de toets knippert.
Het basisstation kan aangemeld worden zolang de
toets knippert.
Intern nummer selecteren en bevestigen,
bijv. Int11: Intern 11 . Na een succesvolle aanmelding gaat het stand-by-symbool uit.
C
15
Toestel in gebruik nemen
Handset Gigaset 2000 C aanmelden
h
.
s InstellingenOK
s AanmeldenOK
s Station 1OK
Í
s AanmeldenOK
~ OK
Indrukken om de handset in te schakelen.
Menu openen.
Selecteren en bevestigen.
Selecteren en bevestigen.
Basisstation (1-5) selecteren en bevestigen.
Submenu openen.
Selecteren en bevestigen.
Systeem-PIN van het basisstation (standaard: 0000)
invoeren en bevestigen.
Brandende aanmeldtoets aan het basisstation circa 4
seconden indrukken (pagina 10), de toets knippert.
Het basisstation kan aangemeld worden zolang de
toets knippert
s Int11: Intern 11 OK
Intern nummer selecteren en bevestigen,
b. v. Int11: Intern 11 . De succesvolle aanmelding
wordt op het display bevestigd.
Voor de hierna beschreven aanmeldingsprocedures geldt:
U kunt maximaal vier andere handsets (b. v. Gigaset 2000S, GAP-handsets) of draadloze toestellen (b. v. Gigaset 1000 TAE, STA) aanmelden. Meld deze toestellen eerst
aan.
Handset Gigaset 2000S aanmelden
h
o h
o
h (uit) indrukken.
Nummer van het basisstation en h (aan) tegelijk
indrukken.
Systeem-code invoeren en de hekje-toets indrukken.
Brandende aanmeldtoets aan het basisstation circa 4
seconden indrukken (pagina 10), de toets knippert.
Het basisstation is slechts zolang gereed voor aanmelding zolang de toets knippert.
Het laagste vrije interne nummer wordt toegewezen. Het kiezen van een vrij intern
nummer is niet mogelijk.
Handset Gigaset 1000 C/S aanmelden
De procedures voor het aanmelden vindt u in de bijbehorende gebruiksaanwijzingen.
16
Toe s tel in gebruik ne m e n
Handsets afmelden
Handsets worden met een handset afgemeld (zie gebruiksaanwijzing van de handset).
Voorbeeld:
Menu openen.
s Instell. Basis OK
s Instellingen OK
~ OK
s Deeln. defin.OK
s Tst. afmeldenOK
s Int16: Intern 16OK
De toestellen die nog aangemeld zijn, behouden hun interne nummers.
Selecteren en bevestigen.
Selecteren en bevestigen.
Eventueel systeem-PIN (standaard: 0000) invoeren
en bevestigen.
Selecteren en bevestigen.
Selecteren en bevestigen.
Af te melden handset selecteren en bevestigen,
bijvoorbeeld Int16: Intern 16.
Handset zoeken ("paging")
Wanneer u uw handset niet kunt vinden, kunt u deze zoeken met behulp van het basisstation. De aanmeld-/pagingtoets bevindt zich aan de bovenkant van het basisstation
(pagina 10).
Zoeken:
Aanmeld-/pagingtoets op het basisstation maximaal 1 sec. indrukken. Alle handsets
gaan tegelijk over ("paging").
Zoeken beëindigen:
Aanmeld-/pagingtoets op het basisstation maximaal 1 sec. of verbindingstoets aan de
handset indrukken.
17
De ISDN-wereld in vogelvlucht
De ISDN-wereld in vogelvlucht
Wat is een MSN?
MSN = Multiple Subscriber Number, meervoudige nummers. U kunt voor een ISDN-aansluiting maximaal tien telefoonnummers aanvragen. Een MSN-nummer is een aan u
toegewezen telefoonnummer of het netnummer.
U bepaalt zelf hoe uw telefoon het MSN-nummer gebruikt. Daarbij wordt onderscheid
gemaakt tussen:
◆ MSN-nummers voor ontvangst: telefoonnummers waarop u kunt worden gebeld.
U kunt MSN-nummers voor ontvangst toewijzen aan de interne deelnemers (toestellen). Inkomende gesprekken worden alleen aan die randapparaten doorgegeven, waaraan het betreffende ontvangst-MSN is toegekend. Toestellen zijn niet
alleen telefoons, maar bijvoorbeeld ook antwoordapparaten.
◆ Zend-MSN: Telefoonnummers die worden doorgegeven aan degene die wordt
gebeld. Voor het gebruik van deze nummers krijgt u een factuur van de netwerkprovider. U kunt aan elke interne deelnemer een vast MSN-nummer toewijzen.
Interne deelnemers kunnen zijn:
◆ Handsets, waaraan u de interne telefoonnummers 11 tot 18 kunt toewijzen.
◆ Datamodules (pagina 30), waaraan u de interne telefoonnummers 41 tot en met
◆ de geïntegreerde antwoordapparaten, die zijn toegewezen aan de interne tele-
foonnummers 91 tot 93.
◆ PC via USB-interface waarvoor het interne telefoonnummer 40 ingesteld is.
◆ Analoge eindtoestellen, waaraan u de interne telefoonnummers 21 of 22 kunt toe-
kennen.
Voorbeeldtoewijzing van MSN-nummers:
U heeft vier MSN-nummers aangevraagd, twee voor zakelijk gebruik (MSN1 en MSN2)
en twee voor privé-gebruik (MSN3 en MSN4). U heeft vier handsets die op één basisstation zijn aangesloten. Twee handsets (Intern 11 en 12) en het antwoordapparaat Intern
91 moeten voor zakelijke toepassing, twee handsets (Intern 13 en 14) en het antwoordapparaat Intern 92 moeten voor privé-doeleinden worden gebruikt.
Meer informatie over het gebruik van MSN's, b. v. oproepvertraging per MSN instellen,
vindt u in de gebruiksaanwijzing van uw handset.
18
Antwoordapparaat
Antwoordapparaat
Uw ISDN-toestel beschikt over drie antwoordapparaten (Aa1, Aa2, Aa3). Nadat u uw
toestel heeft aangesloten, is antwoordapparaat Aa1 ingeschakeld. De antwoordapparaten Aa2 en Aa3 zijn bij levering uitgeschakeld. Om deze te kunnen gebruiken, dient u
ze in te schakelen en vervolgens aan beide een ontvangst-MSN toe te wijzen. Aa1, Aa2
en Aa3 kunnen onafhankelijk van elkaar worden geconfigureerd.
De antwoordapparaten kunt u
◆ ofwel direct of via een aangemelde handset (via menu) of
◆ via de bediening op afstand (interne of externe oproep bij het antwoordapparaat)
bedienen.
De bediening op afstand is een comfortabele mogelijkheid om een antwoordapparaat
voor het alledaagse gebruik onafhankelijk van de plaats te gebruiken. Voor het configureren van het antwoordapparaat heeft u een aan de basis aangemelde handset (zie
gebruiksaanwijzing van de handset) nodig.
In dit gedeelte worden de volgende begrippen gebruikt:
BerichtBoodschap die een beller op het antwoordapparaat inspreekt.
Memoberichten"Gesproken notities" die u bijvoorbeeld voor familieleden of medewer-
AankondigingMeldtekst of memobericht.
MeldtekstDe beller hoort een meldtekst en heeft daarna de mogelijkheid om een
MemoberichtDe beller hoort uw memobericht, maar kan geen bericht achterlaten.
Als een antwoordapparaat wordt gebruikt (via de handset of op afstand),
i
heeft een ander gedurende deze tijd geen toegang tot het antwoordapparaat.
kers op het antwoordapparaat inspreekt.
bericht achter te laten.
Bediening via een aangemelde handset
Welk antwoordapparaat u via een handset kunt gebruiken, is afhankelijk van de toewijzing van MSN-nummers voor ontvangst.
Aan de antwoordapparaten is geen MSN toegekend (bij levering):
◆ Alle oproepen worden aangenomen door Aa1.
◆ Alle antwoordapparaten kunnen vanaf alle handsets/toestellen worden geconfigu-
reerd, bediend en afgeluisterd.
Aan elk antwoordapparaat zijn één of meerdere MSN’s toegekend:
Elk antwoordapparaat kan uitsluitend door handsets/randapparatuur met hetzelfde
ontvangst-MSN worden ingesteld en beluisterd.
Uitzondering: Wanneer een ontvangst-MSN uitsluitend aan een antwoordapparaat is
toegekend en daarmee niet aan een andere handset of ander randapparaat, kan dit antwoordapparaat door alle interne deelnemers worden bediend.
19
Antwoordapparaat
Functie-omvang
U beschikt via een handset die op het basisstationis aangemeld over de volgende functies (zie ook de gebruiksaanwijzing van de betreffende handset):
Configureren van de antwoordapparaten
◆ MSN-nummer voor ontvangst toewijzen
◆ Antwoordapparaat weergeven/verbergen
◆ Instellen na welk interval het antwoordapparaat moet worden ingeschakeld
◆ Gesproken weergave van datum en tijd uit-/inschakelen
◆ Opnamelengte en opnamekwaliteit vastleggen
◆ Pauze-automaat in-/uitschakelen
◆ Antwoordapparaat vergrendelen en antwoordapparaat-PIN instellen
◆ Tijdbesturing instellen (alleen via S44, S1 en SL1)
◆ Automatisch meeluisteren met handset in-/uitschakelen
◆ Automatische gespreksovername in-/uitschakelen
◆ Automatische berichtgeving via SMS in-/uitschakelen
Bedienen van de antwoordapparaten
◆ Antwoordapparaat selecteren
◆ Antwoordapparaat in-/uitschakelen
◆ Meldtekst en Aa-modus selecteren
◆ Meldteksten opnemen/wijzigen
◆ Meldingen beluisteren/wissen
◆ Memoberichten opnemen
◆ Gesprek opnemen
◆ Gesprek aannemen terwijl antwoordapparaat ingesteld is
◆ Berichten beluisteren
◆ Terugbellen tijdens weergave
◆ Bericht weergeven voor gesprekspartner
◆ Memoberichten beluisteren
◆ Weergavesnelheid instellen (alleen via S44, S1 en SL1)
◆ (Memo)berichten wissen
◆ Oud (memo)bericht markeren als nieuw bericht
◆ Nummer in telefoonboek overnemen
◆ Status van antwoordapparaat opvragen
20
Antwoordapparaat
Bediening op afstand
Met de bediening op afstand kunt u uw antwoordapparaat
◆ via een aangemelde handset, een aangesloten draadgebonden telefoon of
◆ via externe aansluitingen en handsets bedienen, bijvoorbeeld berichten beluisteren
en wissen.
De bediening is dezelfde voor beide soorten bediening op afstand, met uitzondering
van de toegangsprocedure.
Via de bediening op afstand beschikt u over de volgende functies:
◆ Antwoordapparaat in-/uitschakelen
◆ Berichten en memoberichten
– beluisteren
– overslaan
–wissen
◆ Meldtekst
– opnemen
– beluisteren
– selecteren
◆ Memoberichten opnemen
◆ Helpen
Voorwaarde:
◆ Voor de externe bediening moet u de antwoordapparaat-PIN voor uw eigen vei-
ligheid wijzigen (toestand bij levering: 0000).
◆ Om dit bedieningstype maximaal te kunnen gebruiken, moet u aan de basis de pun-
ten "Bediening op afstand" en "Wissen op afstand" vrijgeven (zie gebruiksaanwijzing
van de handset).
Bediening op afstand starten
Antwoordapparaat onderweg bedienen
Bediening op afstand is alleen mogelijk als u beschikt over een telefoon met toonkeuze
(MFV-tekens). Het is belangrijk dat u de antwoordapparaat-PIN meteen invoert wanneer de meldtekst wordt weergegeven. Verder moet
zijn geactiveerd.
~
~
Eigen telefoonnummer kiezen.
Wanneer de meldtekst wordt weergegeven meteen
de antwoordapparaat-PIN invoeren.
Op afst. bed. en evt. Op afst. wissen
21
Antwoordapparaat
Antwoordapparaat vanuit de handset bedienen (intern)
Een spraakgeleide hulp bestaat bij de tweetoetsenfuncties; hierbij staat
0;
:;
F;
9;
Comfort- en standaardhandset
u / INT
~
~
Handset van andere fabrikant (GAP-modus)
~
~
Draadloze of normale telefoon
De automatische lijntoewijzing moet zijn uitgeschakeld (zie gebruiksaan-
i
wijzing van de handset). Houd er rekening mee dat bij levering de automatische lijntoewijzing is ingeschakeld.
Ondersteuning voor wissen
Informatie over nieuwe berichten
Ondersteuning voor opname
Informatie over modi
Lijst van de interne deelnemers openen.
Intern telefoonnummer van antwoordapparaat
invoeren: 91 of 92 of 93.
Evt. Aa-PIN invoeren.
Hoorn opnemen. Evt. een andere toets voor het starten van een intern gesprek indrukken.
Intern telefoonnummer van antwoordapparaat
invoeren: 91 of 92 of 93.
Evt. Aa-PIN invoeren.
22
~
~
Hoorn opnemen.
Intern telefoonnummer van antwoordapparaat
invoeren: 91 of 92 of 93.
Evt. Aa-PIN invoeren.
Antwoordapparaat
Toetstoewijzing voor bediening op afstand
Na de toegangsprocedure voor de bediening op afstand zijn de toetsfuncties voor alle
telefoons dezelfde.
AB3
Pauze/stoppenOpname
DEF
Meldtekst
In-/
uitschakelenModus
GH9
NieuwWissen
Status /
informatie
:0;
Antwoordapparaat in-/uitschakelen
In-/uitschakelen
(Memo)berichten beluisteren
Alle berichten
Alleen nieuwe berichten
Pauze/stop
Weergave hervatten
H
B
:B
E
B
Weergave beëindigen
De laatste 5 seconden van de weergave
(bericht of memo) herhalen.
(Memo)berichten overslaan
Naar het begin van het bericht gaan
Naar het vorige bericht navigeren
Naar het volgende bericht navigeren
(Memo)berichten wissen
Afzonderlijk bericht tijdens weergave
Alle berichten na weergave
E E
D
A
AA
3
0B
0B
23
Antwoordapparaat
Boodschap opnemen
Meldtekst 1
Meldtekst 2
Meldtekst (modus Meldtekst)
Afsluitende meldtekst
Meldtekst beluisteren
Meldtekst 1
FGA
FGB
FG3
FGD
GA
Meldtekst 2
Meldtekst (modus Meldtekst)
Afsluitende meldtekst
Meldtekst selecteren
Meldtekst 1
Meldtekst 2
Meldtekst (modus Meldtekst)
Afsluitende meldtekst
Memoberichten opnemen
Opname starten
Opname stoppen
Helpen
Instellingen opvragen
Opvragen van functies (één toets)
Opvragen van functies (twee toetsen)
Geen informatie meer opvragen
GB
G3
GD
9A
9B
93
9D
FB
E
;
;;
zie pagina 22
E
24
Toestellen aansluiten
Toestellen aansluiten
Draadgebonden analoge toestellen aansluiten
De interne telefoonnummers Intern 21 /Intern 22 zijn vast aan de aansluitingen toegewezen. Daaraan aangesloten toestellen dienen
◆ niet aan de basis te worden aangemeld
◆ op toonkiezen (TDK) ingesteld te zijn.
Bovendien dient het betreffende toesteltype ingesteld en - afhankelijk van het toestel bijkomende instellingen uitgevoerd te worden.
Toesteltypes
De volgende instellingen zijn mogelijk (Toesteltype vastleggen, zie pagina 29).
◆ Telefoon
◆ Fax
◆ Modem
◆ Antwoordapp.
◆ Neutraal
◆ Deurtype 1
◆ Deurtype 2(TDK)
◆ Ext. wachtmuz.
◆ Geen functie
i
Neem de uitleg hierna over de toesteltypes en de van het toestel afhankelijke bijkomende instellingen in acht.
zie pagina 25, Toestellen aansluiten
zie pagina 26, Faxtoestel aansluiten
zie pagina 26, Modem aansluiten
zie pagina 26, Antwoordapparaat aansluiten
zie pagina 27, Instelling „Neutraal“
zie pagina 32, Deurtype 1 aansluiten
zie pagina 33, Deurtype 2 (TDK) aansluiten
zie pagina 27, Wachtmelodie via een extern toestel weergeven
zie pagina 27, Geen toestel aangesloten
Toestellen aansluiten
Bij levering zijn de beide aansluitingen op Telefoon ingesteld.
Hierdoor is de basisset ook zonder handset al met een aan Intern 21 of Intern 22 aan-
gesloten toestel (met toonkiezen / TDK) bedrijfsklaar.
Als u met dit toestel ook intern wilt telefoneren, moet de automatische lijntoewijzing
voor de bijbehorende aansluiting uitgeschakeld worden. Voor externe verbindingen
moet dan telkens eerst een nul gekozen worden.
Aanwijzingen voor het telefoneren met toestellen aan de aansluiting vindt u in de
gebruiksaanwijzing van de handset.
25
Toestellen aansluiten
Faxtoestel aansluiten
Voor het gebruik van een faxtoestel of een combitoestel (b.v. fax met telefoon) dient
de instelling voor het type toestel op Fax of Neutraal te worden ingesteld.
Als u enkel externe verbindingen tot stand brengt, moet de automatische lijntoewijzing
voor de bijbehorende aansluiting ingeschakeld blijven. Het faxtoestel of het combitoestel moet in dit geval op "Gebruik aan de hoofdaansluiting" ingesteld worden.
Als u daarentegen ook interne verbindingen tot stand wilt brengen, moet de automatische lijntoewijzing voor de bijbehorende aansluiting uitgeschakeld worden. Voor
externe verbindingen moet dan telkens eerst een nul gekozen worden of moet het faxtoestel of combitoestel op "Gebruik aan een telefooninstallatie" ingesteld worden (zie
gebruiksaanwijzing van het faxtoestel, combitoestel).
Maak van de mogelijkheid gebruik om aan de fax een eigen telefoonnummer (MSN) toe
te wijzen. Ken aan de betreffende aansluiting een unieke ontvangst-MSN toe (zie
gebruiksaanwijzing van de handset).
In de toesteltype-instelling Fax wordt Wisselgesprek en Int. Groepsopr. niet ondersteund.
In de toesteltype-instelling Neutraal wordt Wisselgesprek niet ondersteund. Bij de
aansluiting van een toestel dat enkel een faxtoestel is, moet Int. Groepsopr. uitgeschakeld worden (zie gebruiksaanwijzing van de handset).
Modem aansluiten
Om een modem te kunnen gebruiken, moet de toesteltype-instelling op Modem gewijzigd worden.
Als u enkel externe verbindingen tot stand brengt, moet de automatische lijntoewijzing
voor de bijbehorende aansluiting ingeschakeld blijven (zie gebruiksaanwijzing van de
handset). De modem moet in dit geval op "Gebruik aan de hoofdaansluiting" ingesteld
worden.
Als u daarentegen ook interne verbindingen tot stand wilt brengen, moet de automatische lijntoewijzing voor de bijbehorende aansluiting uitgeschakeld worden. Voor
externe verbindingen moet dan telkens eerst een nul gekozen worden of moet de
modem op "Gebruik aan een telefooninstallatie" ingesteld worden (zie gebruiksaanwijzing van de modem).
Antwoordapparaat aansluiten
Als u een antwoordapparaat (of telefoon met geïntegreerd antwoordapparaat) op een
aansluiting gebruikt wordt, dan wordt de toesteltype-instelling Antwoordapp. aanbevolen. In deze instelling kan een gesprek door het antwoordapparaat overgenomen
worden.
Is een telefoon met geïntegreerd antwoordapparaat aangesloten en u wilt met de telefoon ook intern telefoneren, dan dient de automatische lijntoewijzing voor de bijbehorende aansluiting uitgeschakeld te worden (zie gebruiksaanwijzing van de handset).
Voor externe gesprekken dient dan telkens eerst een nul te worden gekozen.
In de toesteltype-instelling Antwoordapp. wordt Wisselgesprek en Int. Groepsopr.
niet ondersteund (zie gebruiksaanwijzing van de handset).
26
Toestellen aansluiten
Instelling „Neutraal“
Deze instelling is geschikt voor telefoon-, fax- en modemgebruik. Voor een probleemloze en onafhankelijk van de toestelinstelling functionerende faxfunctie is de instelling
Neutraal aan te bevelen (pagina 26).
In de instelling Neutraal wordt de functie Wisselgesprek niet ondersteund.
Wachtmelodie via een extern toestel weergeven
Deze toestelinstelling is nodig om de wachtmelodie via een extern toestel te kunnen
weergeven. Alleen als de analoge aansluiting als Ext. wachtmuz. is geconfigureerd ,
kunt u de optie van extern gebruiken voor het weergeven van de wachtmelodie.
Wachtmuziek instellen
Externe deelnemers horen de ingestelde wachtmuziek als de verbinding in het
basistoestel (intern) in de wachtstand wordt gezet. Een externe deelnemer die in de
schakelcentrale (extern) in de wachtstand wordt gezet en een interne deelnemer in de
wachtstand horen geen wachtmuziek.
De volgende instellingen kunnen worden gekozen:
Aan
van extern
Uit
De deelnemer in de wachtstand hoort de
wachtmuziek van het basisstation.
De wachtmuziek wordt door een extern toestel
ingevoegd. Hiervoor moet de analoge aansluiting
Ext. wachtmuz. zijn geconfigureerd. Als de analoge
aansluiting anders is geconfigureerd, wordt de
instelling van extern niet aangeboden.
Neem de wettelijke bepalingen in acht.
Als de wachtmuziek is uitgeschakeld, is geen
instelling mogelijk.
Standaard is Aan ingesteld. U voert de instellingen via de handset in. Voor meer informatie zie de gebruiksaanwijzing van uw handset.
Geen toestel aangesloten
Voor elke aansluiting waarop geen toestel aangesloten is, moet als toesteltype Geen
functie ingesteld worden om fouten bij de ISDN-functies Weiger Wisselg. (zie
gebruiksaanwijzing van de handset) en Wisselgespr.MSN (zie gebruiksaanwijzing van
de handset) te vermijden.
Telefoneren met toestellen op de analoge aansluiting
Op de analoge aansluitingen kunnen toestellen met toonkiezen (TDK) gebruikt worden.
Toestellen met IDK (pulskiezen) worden niet ondersteund.
i
Op de analoge telefoonaansluitingen mogen alleen toestellen worden
aangesloten die binnenshuis (in gebouwen) worden gebruikt.
27
Toestellen aansluiten
Automatische lijntoewijzing
Is de automatische lijntoewijzing geactiveerd, dan wordt na het opnemen van de hoorn
onmiddellijk de netlijn genomen. Het normale intern kiezen is hierdoor niet meer
mogelijk. Tijdens een extern gesprek kan met de toets S via de functie interne ruggespraak toch een intern gesprek tot stand worden gebracht. De automatische lijntoewijzing kunt u met elke Comfort-handset inschakelen (zie gebruiksaanwijzing van de
betreffende handset).
Naar extern telefoneren
Automatische lijntoewijzing niet actief Autom. lijntoewijzing actief
cQ~c~
Intern telefoneren
Automatische lijntoewijzing niet actief
c~
Groepsoproep aan alle interne deelnemers
Automatische lijntoewijzing niet actief
cP/ bij GAP evt.
INT P
Wisselgesprek
U hoort tijdens uw extern gesprek een aankloptoon.
óf
a Gesprek verbroken, oproepsignaal
afwachten c.
óf
S Deelnemer 1 wordt in wacht gezet.
Naar de wachtende deelnemer wisselen – wisselgesprek
S
S
Deelnemer 1 wordt in wacht gezet.
Deelnemer 2 wordt in wacht gezet enz.
Externe ruggespraak houden
SQ~
S
Evt. tussen de gespreksdeelnemers wisselen.
28
Interne ruggespraak houden
Toestellen aansluiten
S~
S
Interne ruggespraak houden.
Evt. tussen de gespreksdeelnemers wisselen.
Voor/na melden doorverbinden
óf
S~
a
óf
S~
a
Doorverbinden voor melden:
Lang ingedrukt houden om terug te keren naar de
ruststand.
Doorverbinden na melden:
Gesprek na het melden doorverbinden.
Ruggespraakgesprek voeren.
Lang indrukken (terug naar ruststand).
Gesprek aannemen terwijl antwoordapparaat ingesteld is
U kunt het gesprek overnemen, ongeacht of het antwoordapparaat aan de tweede analoge aansluiting al ingeschakeld is, uw meldtekst wordt afgespeeld of de beller een
bericht inspreekt. Met de gespreksovername wordt de opname afgebroken.
De automatische gespreksovername kunt u uitschakelen (zie gebruiksaanwijzing van
de handset) en hiermee ook een uitgaand gesprek voeren, terwijl het antwoordapparaat ingeschakeld is.
De automatische lijntoewijzing moet uitgeschakeld zijn (pagina 28).
Automatische gespreksovername
actief (toestand bij levering)
ccOS
Automatische gespreksovername niet actief
Voorwaarde voor de gespreksovername is dat aan het antwoordapparaat
i
en de overnemende interne deelnemer dezelfde ontvangst-MSN toegekend (pagina 18) is en voor het interne nummer van het antwoordapparaat het toesteltype Antwoordapp. ingesteld is (pagina 26).
Toesteltype vastleggen
Het vastleggen van het toesteltype dient u op de handset of PC uit te voeren. Meer hierover vindt u in de gebruiksaanwijzing van uw handset of de PC-software.
29
Toestellen aansluiten
PC via USB aansluiten
U kunt een PC draadgebonden aansluiten via de USB-aansluiting van uw basisstation. U
kunt een of meerdere PC's ook draadloos aansluiten via de Gigaset USB Adapter DECT of
de Gigaset M10x Data-module.
Uw basisstation biedt u dan de mogelijkheid om via een aangesloten PC b.v.
◆ uw basisstation te configureren,
◆ telefoonboeken van de PC, het basisstation en de handsets te beheren.
Via een draadgebonden PC of via een via een Gigaset M101 Data aangesloten PC kunt
u daarnaast vanaf de PC faxen (via een fax-emulatie zonder hardwarevoorwaarden).
In combinatie met de bijgeleverde software (talk&surf 6.0) kunt u
◆ via de ISDN-nettoegang van uw basisstation gegevensoverdracht en internet vanaf
uw PC gebruiken (b.v. surfen op het internet, e-mail, homebanking),
◆ gegevens tussen meerdere PC's overdragen.
i
Meer informatie vindt u in de handleiding over de software
(talk&surf 6.0).
PC draadloos verbinden: datamodule Gigaset USB Adapter DECT/M105
Met de Gigaset M101 Data met V24-interface en met Gigaset USB Adapter DECT/M105
met USB-interface kunt u uw PC draadloos met het basisstation verbinden. Een verbinding via een Gigaset M10x Datamodule biedt u een interface met een maximale snelheid van 64 kBit/sec. (1 ISDN-kanaal).
Op uw basisstation zijn daarvoor de interne telefoonnummers Intern 41 tot Intern 48
voorhanden.
Voor informatie over installatie kunt u de handleiding raadplegen op de cd-rom die bij
de datamodule wordt geleverd.
PC draadgebonden verbinden: USB-aansluiting van het basisstation
U kunt een PC draadgebonden via de USB-aansluiting van uw basisstation verbinden
(pagina 7). Op uw basisstation is daarvoor het interne telefoonnummer Intern 40
beschikbaar.
1. Sluit de USB-kabel eerst alleen op het basisstation aan (niet onmiddellijk met de PC verbinden).
2. Sluit de USB-kabel pas na vraag van het PC-programma talk&surf 6.0 op de PC aan.
Een draadgebonden verbinding via de USB-aansluiting van uw basisstation biedt u een
interface met een maximale snelheid van 128 kBit/sec. (2 ISDN-kanalen via channelbundeling).
30
Toestellen aansluiten
Gigaset Repeater
Met de Gigaset Repeater kunt u het ontvangstbereik van de handsets vergroten. Uw toestel is voor het gebruik van een Gigaset Repeater (accessoire) voorbereid. Om een
repeater correct te kunnen installeren, moet u de repeaterfunctie van het basisstation
inschakelen (zie gebruiksaanwijzing van de handset).
Let op: de Gigaset Repeater vergroot alleen het bereik van de handsets, niet het bereik
van uw PC via de datamodules.
31
Gebruik met deurintercom
Gebruik met deurintercom
Hoe u een deurintercom instelt, vindt u in de gebruiksaanwijzing van de handset.
Aansluiten van deurintercoms
Bij vragen over de hier getoonde of andere deurintercoms gelieve contact op te nemen
met de betreffende fabrikant of leverancier.
Gelieve er begrip voor te hebben dat de firma Gigaset Communications GmbH
garantie kan geven voor actualiteit, volledigheid en juistheid van de schakelschema's.
Hierna vindt u enkele voorbeelden. Actuele schakelschema's zijn verkrijgbaar bij de
speciaalzaak.
Deurtype 1
Voor het aansluiten van deurintercoms via TFE-adapter (deurtype 1) gelieve de volgende voorbeelden te gebruiken.
Siedle TLM 512/612, TLE 061, CTB 711
*
geen
Gigaset SX205-255isdn
Ritto deurintercom en deuropener
*Gigaset Communications GmbH is a trademark licensee of Siemens AG
32
Let op!
!
Ritto TwinBus-deurintercom
Gigaset SX205-255isdn
!
Basisnettoestel 6573 en extra toestel TFV5680 met bijgeleverde
busstekker verbinden.
Let op!
Basisnettoestel 4573/01 en extra toestel TFV4680/00 met de bijgeleverde
busstekker verbinden.
Gebruik met deurintercom
Deurtype 2 (TDK)
Voor de aansluiting van deurintercoms met DTMF-besturing (deurtype 2) zie volgend
voorbeeld.
Deutsche Telekom DoorLine
Gigaset SX205-255isdn
33
Bijlage
Bijlage
Onderhoud
Maak het basisstation en de handset schoon met een vochtige doek (geen oplosmiddel) of een antistatische doek. Gebruik nooit een droge doek. Hierdoor kan een statische lading ontstaan.
Contact met vloeistoffen
Mocht het toestel met een vloeistof in aanraking gekomen zijn, verwijder dan meteen
de netadapter uit het stopcontact.
Laat alle vloeistof uit het toestel lopen en dep vervolgens alle delen droog.
Laat het basisstation gedurende ten minste 72 uur liggen op een droge, warme plek.
Daarna is het in veel gevallen mogelijk om het toestel weer te gebruiken.
Deze procedure geldt ook voor handsets die met vloeistof in aanraking zijn gekomen.
Verwijder dan onmiddellijk de batterijen
Vragen en antwoorden
Als u vragen heeft over het gebruik van uw toestel, kunt u contact opnemen met onze
online support op www.
stelde vragen en de bijbehorende antwoorden in deze handleiding opgenomen
gigaset.com/customercare. Daarnaast zijn enkele veelge-
!
en laat de handset zonder batterijen drogen.
Wat is er aan de hand
als ...
… op de handset of het basisstation het oproepsignaal niet
klinkt?
het antwoordapparaat geen
berichten opneemt of automatisch is overgeschakeld op
het memobericht?
… geen oproepen worden
ontvangen?
de telefoon overgaat bij
oproepen naar de fax of de
pc?
… er bij een telefooncen-trale na het kiezen geen of
een verkeerde verbinding tot
stand komt?
34
Mogelijke oorzaakMogelijke oplossing
Het oproepsignaal is uitgeschakeld.
De functie Oproep doorschakelen is ingesteld op Direct.
De nachtstand is actief.
Het geheugen is vol.Oude berichten wissen.
De oproepdoorschakeling "permanent" is ingeschakeld.
Een of meer MSN-nummers zijn
niet aan interne deelnemers toegewezen.
De machtiging "intern" is ingesteld.
Het telefoonnummer staat in de
lijst met telefoonnummers van
het basisstation.
De netlijncode is niet of onjuist
ingevoerd.
Oproepsignaal van de handset
of het basisstation inschakelen.
Doorschakeling uitschakelen.
Nachtstand uitschakelen.
(zie gebruiksaanwijzing van de
handset)
Luister de nieuwe berichten af
en wis deze.
(zie gebruiksaanwijzing van de
handset)
De oproepdoorschakeling "permanent" uitschakelen.
De ontvangst-MSN vastleggen.
De machtiging wijzigen.
(zie gebruiksaanwijzing van de
handset)
Verwijder het desbetreffende
MSN-nummer uit de lijst.
(zie gebruiksaanwijzing van de
handset)
Het toegangsnummer controleren en corrigeren.
(zie gebruiksaanwijzing van de
handset)
Bijlage
Wat is er aan de hand
Mogelijke oorzaakMogelijke oplossing
als ...
een aantal van de ISDN-functies niet functioneren zoals
staat aangegeven?
een andere telefoon op de
So-bus niet overgaat?
De ISDN-functie is niet vrijgegeven.
Aan de telefoons is hetzelfde
MSN-nummer toegewezen.
Voor een van de telefoons is
bovendien een interne omlei-
ding geactiveerd.
Neem contact op met de netwerkprovider.
De interne omleiding uitschakelen of externe doorschakeling instellen.
(zie gebruiksaanwijzing van de
handset)
Klantenservice (Customer Care)
Wij geven u snel en persoonlijk advies!
Onze online ondersteuning op internet is altijd en overal bereikbaar:
www.gigaset.com/nl/service
U krijgt 24-uurs ondersteuning voor onze producten. U vindt daar een verzameling van
vaakgestelde vragen met antwoorden, alsmede gebruiksaanwijzingen en de laatste
software-updates (indien beschikbaar voor het product) die u kunt downloaden.
Vaakgestelde vragen met antwoorden vindt u ook in de bijlage bij deze gebruiksaanwijzing.
In het geval van een noodzakelijke reparatie of eventuele garantieclaims krijgt u snel en
betrouwbaar hulp bij ons Service Center.
0900-3333102 (0,25 Euro/min.)
Zorg dat u uw aankoopbewijs bij de hand hebt.
In landen waar ons product niet door officiële dealers wordt verkocht, wordt geen
omruil- of reparatieservice aangeboden.
De telefoonnummers van de klantenservice zijn in de handsets uit de C- en S-klasse
standaard in de snelkieslijst van uw handset geprogrammeerd (pagina 34).
Als dit product niet door een geautoriseerde dealer in Nederland is verkocht, wordt geen
service op de onderdelen en/of reparatie gegeven.
.
Goedkeuring
Dit apparaat is geschikt voor gebruik binnen Nederland op een ISDN2-aansluiting.
Het apparaat is compatibel met landspecifieke bijzonderheden.
Hiermee verklaart Gigaset Communications GmbH* dat dit toestel voldoet aan de
basiseisen en andere relevante bepalingen van Richtlijn 1999/5/EC.
Een kopie van de Conformiteitsverklaring volgens 1999/5/EC vindt u op internet onder
www.gigaset.com/docs
* Gigaset Communications GmbH is a trademark licensee of Siemens AG.
.
35
Bijlage
Algemene technische gegevens
DECT-standaardwordt ondersteund
GAP-standaardwordt ondersteund
Aantal kanalen120 duplexkanalen
Radiofrequentiebereik1880 MHz tot 1900 MHz
DuplexmethodeTijdmultiplex, 10 ms frame-duur
Kanaalraster1728 kHz
Bitrate1152 kbit/s
ModulatieGFSK
Spraakcodering32 kbit/s (ADPCM)
Zendvermogen10 mW, gemiddeld vermogen per kanaal
Bereik max.
Stroomvoorziening220/230 V ~/50 Hz (netvoedingsadapter SNG 8-a)
Stroomverbruik
Omgevingsvoorwaarden voor
het gebruik
ISDN-aansluitingEuro-ISDN-aansluiting
Aansluiting (INT 21/22)
Afmetingen basisstationongeveer 152 x 213 x 61 mm (h x b x d)
Gewicht van het basisstation0,350 kg
Lengte van aansluitkabels
tot 300 m buitenshuis
tot 50 m binnenshuis
In stand-by ca. 4,6 W
In gesprekstoestand:
met handset ca. 4,8 W
met telefoon (TAE) ca. 5,2 W
+5 °C tot +45 °C
20 % tot 75 % relatieve luchtvochtigheid
Netsnoer ca. 3 m
ISDN-aansluitkabel ca. 3 m
USB-kabel ca. 3 m
Garantie
Gigaset Communications verleent de consument een garantie van 24 maanden voor dit
toestel, te rekenen vanaf de datum van aankoop. Als bewijs hiervoor geldt de aankoopfactuur. Binnen de garantietermijn zal Gigaset Communications Nederland B.V. alle
gebreken die het gevolg zijn van materiaal- en/of productiefouten kosteloos repareren
ofwel het defecte toestel vervangen. In dit geval kan contact worden opgenomen met
de Gigaset Communications Nederland B.V. Klantenservice, alwaar de reparatie dient te
worden aangemeld. Bij de Klantenservice worden een zogenaamd RMA-nummer
(Return Material Authorisation) en verzendinstructies verstrekt. Wanneer de consument
wordt verzocht het product aan Gigaset Communications Nederland B.V. ter reparatie
aan te bieden, zullen de verzendkosten voor eigen rekening zijn.
Op de meegeleverde oplaadbare batterijen/ accu's wordt maximaal zes maanden garantie verleend.
36
Bijlage
De garantie vervalt indien:
◆ Reparaties, vervanging of uitbreidingen aan het toestel zijn verricht door anderen
dan Gigaset Communications Nederland B.V. zonder haar schriftelijke toestemming;
◆ Het toestel naar het oordeel van Gigaset Communications Nederland B.V. is verwaar-
loosd dan wel onvoorzichtig en/ of ondeskundig is gebruikt, behandeld en/ of onderhouden, en/of er sprake is van normale slijtage;
◆ Er sprake is van onjuiste toepassing van deze gebruiksaanwijzing;
◆ Typenummers en/of serienummers en/ of garantiestickers zijn beschadigd, verwij-
derd en/of veranderd;
◆ Wijzigingen in garantiekaart en/of aankoopfactuur zijn aangebracht;
◆ Door verkeerd inleggen en/of lekkage van vervangbare accu's (oplaadbare batterijen)
en/of door gebruik van niet voorgeschreven accu's (oplaadbare batterijen) defecten
zijn ontstaan;
◆ Defecten zijn ontstaan door het niet volgens voorschriften aansluiten en/of installe-
ren van de (goedgekeurde) zaken;
◆ Defecten zijn ontstaan ten gevolge van afwijkende omgevingscondities, voor zover
dergelijke condities zijn aangegeven;
◆ Defecten zijn ontstaan door overige van buitenaf komende oorzaken;
◆ De verzegeling, voorzover aanwezig, is verbroken.
De garantietermijn wordt niet verlengd of vernieuwd door uitvoering van garantiewerkzaamheden, met dien verstande dat de garantie op uitgevoerde werkzaamheden drie
maanden bedraagt.
Als dit product niet door een geautoriseerde dealer is verkocht, wordt geen kostenloze
service op de onderdelen en/of reparatie gegeven.
Wettelijke aanspraken van de consument, waaronder tevens begrepen wettelijke aanspraken jegens de verkoper, worden door deze garantie noch uitgesloten, noch beperkt.
Deze garantie wordt verleend door:
Gigaset Communications Nederland B.V.
37
Accessoires
Accessoires
Gigaset-handset S44
◆ Verlicht kleurendisplay (4096 kleuren)
◆ Grafisch hoofdmenu met symbolen
◆ Verlichte toetsen
◆ Handsfree telefoneren
◆ Polyphonic ringtones
◆ Telefoonboek voor circa 200 vermeldingen
◆ SMS (voorwaarde: NummerWeergave)
◆ SpraakSturing
◆ PC-interface voor beheer van
telefoonboekvermeldingen
◆ Aansluiting voor headset
Gigaset-Mobilteil SL1
◆ Groot verlicht grafisch display met datum- en tijdsaan-
duiding
◆ Verlichte toetsen
◆ Telefoonboek voor circa 200 vermeldingen
◆ Handsfree in full-duplex kwaliteit
◆ SMS (voorwaarde: NummerWeergave)
◆ SnelSchrijven
◆ Bellerafhankelijk ringtones instelbaar
(voor VIP-oproepen)
◆ Downloaden van melodieën via PC
◆ Ruimtebewaking
◆ Walky-talky
◆ SpraakSturing voor 23 namen
◆ Weergave van de naam bij oproep
◆ Tri lalar m
◆ Aansluiting voor headset, PC en MP3-speler
38
Gigaset-handset C34
◆ Verlicht grafisch display
◆ Polyphonic ringtones
◆ Handsfree telefoneren
◆ Telefoonboek voor ca. 100 vermeldingen
◆ SMS (voorwaarde: NummerWeergave)
◆ Ruimtebewaking
◆ Countdown
Gigaset-handset C2
◆ Grafisch display met datum- en tijdsaanduiding
◆ Telefoonboek voor ca. 100 vermeldingen
◆ Handsfree telefoneren
◆ SMS (voorwaarde: NummerWeergave)
◆ SnelSchrijven
◆ Bellerafhankelijk ringtones instelbaar
(voor VIP-oproepen)
◆ Ruimtebewaking
◆ Walky-Talky
Accessoires
Gigaset-Repeater
Met de Gigaset Repeater kunt u het ontvangstbereik van
de handset ten opzichte van het basisstation vergroten.
Let op: alleen voor bereikvergroting van de handsets,
niet van de PC’s.
39
Accessoires
Gigaset-datamodules
Met een Gigaset-datamodule brengt u een draadloze verbinding tussen uw PC en uw
Gigaset-basisstation tot stand.
Gigaset USB Adapter DECT/M105 Data
◆ Gegevensoverdracht tot 64 kBits/s
◆ Verbindingsmogelijkheid tussen computer en
Gigaset of tussen twee computers
◆ Geen externe netspanning nodig (wordt door de com-
puter gevoed)
◆ Bereik tot 50 m binnenshuis
◆ Bereik tot 300 m buitenshuis
Alle accessoires en batterijen zijn verkrijgbaar bij de vakhandel.
Voor actuele Gigaset-productinformatie kunt u terecht op
www.gigaset.com/customercare
Gebruik alleen originele accessoires. Zo voorkomt u mogelijk lichamelijk
letsel en schade aan de het product en weet u zeker dat u zich houdt aan
alle relevante voorschriften.
40
Verklarende woordenlijst
Verklarende woordenlijst
A
AOC-D
Advice of Charge: During the Call. Hiermee worden de gegevens over de gesprekskosten doorgegeven tijdens de verbinding.
AOC-E
Advice of Charge: at the End of the Call. Hiermee worden de gegevens over de
gesprekskosten doorgegeven bij het verbreken van de verbinding.
Automatisch terugbellen
Zie "Terugbellen bij bezet"
Automatische nummerherhaling
Als een nummer dat u belt in gesprek is, worden automatisch verschillende pogingen gedaan het nummer opnieuw te bellen.
B
Basisaansluiting
Type ISDN-aansluiting met een aantal diensten zoals wisselgesprek, telefonische
conferentie of terugbellen bij in gesprek. Zie ook "Uitgebreide aansluiting".
Belleridentificatie
De weergave van het telefoonnummer, de naam of het verbindingstype (bijvoorbeeld telefooncentrale/intern) van de beller op de display.
Bellerslijst
De bellerslijst bevat, afhankelijk van de instellingen, de namen van de personen die
u niet konden bereiken of waarmee u een gesprek heeft gevoerd. De laatste twintig
gemiste en aangenomen gesprekken worden opgeslagen, met het nummer, de
datum en de tijd. Als u dat wilt, kunt u direct vanuit deze lijst een nummer terugbellen.
Beluisteren op afstand
Dit is een functie van het antwoordapparaat. U kunt berichten beluisteren vanaf een
andere locatie. Als deze functie beschikbaar is, kunt u meestal ook berichten verwijderen of uw persoonlijke boodschap wijzigen.
Bevoegdheden
Op telefoontoestellen kan worden ingesteld welke soorten oproepen zijn toegestaan, bijvoorbeeld alleen interne, inkomende of onbeperkte oproepen.
Blokkiezen (“voorbereid kiezen”)
Bij telefoons met display kunt u soms eerst het telefoonnummer invoeren en controleren alvorens het nummer te kiezen.
41
Verklarende woordenlijst
C
CCBS (Completition of calls to busy subscriber)
Zie "Terugbellen bij bezet"
CCNR (Completition of calls no reply)
Zie "Terugbellen bij geen gehoor"
CD (Call Deflection)
Zie "Doorschakeling tijdens oproep"
CF (Call Forwarding)
Zie "Doorschakeling"
Channel
Het verschil tussen een ISDN-aansluiting en een analoge telefoonaansluiting is de
beschikbaarheid van twee kanalen (lijnen) bij ISDN. U kunt dus bijvoorbeeld twee
telefoongesprekken tegelijk voeren of een telefoongesprek voeren tijdens het surfen op internet. Twee lijnen heeft overigens niets te maken met het aantal fysieke
kabels van of naar de ISDN-aansluiting of analoge aansluiting. De twee kanalen van
een ISDN-aansluiting worden B-kanalen genoemd. Daarnaast is er nog het D-kanaal
(het besturingskanaal).
CLI (Calling Line Identification)
Het telefoonnummer van de beller wordt meegezonden (NummerWeergave).
CLIP (Calling Line Identification Presentation)
Deelnemer A belt deelnemer B op. Bij deelnemer B wordt het telefoonnummer van
deelnemer A weergegeven op de display van de telefoon (NummerWeergave).
CLIR (Calling Line Identification Restriction)
Blokkering van de weergave van het eigen nummer (Nummer Onderdrukt).
CNIP (Calling Name Identification Presentation)
Deelnemer A belt deelnemer B op. Bij deelnemer B wordt de naam van deelnemer A
weergegeven op de display van de telefoon (NummerWeergave).
COLP (Connected line identification presentation)
Deelnemer A belt deelnemer B op. Het telefoonnummer van deelnemer B wordt
weergegeven op de telefoon van deelnemer A. Als deelnemer B de oproep heeft
doorgeschakeld naar deelnemer C, zijn het gekozen nummer en het doorgegeven
nummer niet identiek. Het telefoonnummer van deelnemer C wordt weergegeven,
mits hij deze functie niet heeft geblokkeerd.
COLR (Connected line identification restriction)
Het telefoonnummer van deelnemer C wordt niet bij deelnemer A weergegeven als
deelnemer C COLR heeft ingeschakeld.
Conferentie
Zie "Telefonische conferentie"
CW (Call Waiting)
Zie “Wisselgesprek"
42
Verklarende woordenlijst
D
Digitale telefooncentrale
Door computergestuurde verbindingsvelden bieden digitale telefooncentrales een
snelle totstandkoming van verbinding en extra diensten zoals => ruggespraak,
=> wisselgesprek, => telefonische conferenties, => doorschakeling, enzovoort.
Direct bellen
Hiermee worden alle nummers in de telefoon geblokkeerd, met uitzondering van
één opgeslagen nummer. Dit nummer wordt gekozen zodra de hoorn van de haak
wordt genomen en op een willekeurige toets wordt gedrukt. Deze functie is ideaal
voor kinderen die nog niet zelf telefoonnummers mogen kiezen. Het alarmnummer
kan altijd worden gekozen.
D-kanaal
Het besturingskanaal van een ISDN-aansluiting. Zie "Channel"
Doorverbinden (gedeeltelijk bij ISDN-installaties)
ECT, Explicit Call Transfer. Deelnemer A belt deelnemer B op. Deelnemer A zet deelnemer B in de wachtstand en belt deelnemer C op. In plaats van een telefonische
conferentie te starten, verbindt deelnemer A deelnemers B en C met elkaar en hangt
zelf op.
Doorschakeling
CF, Call Forwarding. Met deze functie kunt u oproepen voor langere tijd doorschakelen naar een ander nummer. U kunt doorschakelingen extern via de telefooncentrale of intern in het apparaat instellen. U kunt elk eigen telefoonnummer (MSN)
afzonderlijk doorschakelen (Call Forwarding). Als u op vakantie gaat, kunt u uw telefoonnummer bijvoorbeeld doorschakelen naar uw mobiele telefoon, het kantoor, de
buren, enzovoort.
Externe doorschakelingen vinden plaats in de telefooncentrale van de netwerkprovider. Hierbij bereikt de oproep uw telefoon in het geheel niet.
Er zijn drie soorten doorschakelingen: direct (CFU, Call Forwarding Unconditional),
bij bezet (CFB, Call Forwarding Busy) en bij niet-melden (CFNR, Call Forwarding No
Reply).
Doorschakeling (via de tweede lijn)/interne doorschakeling
Externe doorschakelingen vinden plaats in de telefooncentrale van de netwerkprovider, maar interne doorschakelingen vinden plaats in de telefoon zelf. Uw telefoon
leidt het gesprek om via de tweede telefoonleiding van uw ISDN-aansluiting. met als
gevolg dat beide lijnen gedurende het desbetreffende gesprek bezet zijn. De
gesprekskosten voor de doorschakeling komen voor uw rekening. U hoeft echter
geen doorschakelingskosten van de netwerkprovider te betalen.
Doorschakeling tijdens oproep
CD, Call Deflection. Moet voor elke ISDN-aansluiting expliciet bij de netwerkprovider
worden geactiveerd. Deze functie maakt het mogelijk een inkomende oproep tijdens het overgaan door te schakelen naar een willekeurig telefoonnummer zonder
dat u de oproep aanneemt. Omdat de beller geen invloed heeft op het nummer
waarnaar wordt doorgeschakeld (bijvoorbeeld een mobiel nummer), zijn de kosten
van de doorschakeling voor uw rekening. De beller betaalt alleen de gesprekskosten
voor de verbinding met uw telefoonaansluiting.
43
Verklarende woordenlijst
E
ECT (Explicit call transfer)
Zie "Doorschakeling"
Eigen telefoonnummer onderdrukken (CLIR)
Uitschakelen van de overdracht van het eigen telefoonnummer.
Elektronische codering
Persoonlijke code (=> PIN) waarmee u de telefoon kunt beveiligen tegen gebruik
door onbevoegden. Alleen het alarmnummer kan worden gekozen. Inkomende
gesprekken kunnen worden aangenomen.
H
Handsfree telefoneren
Bij de handsfreefunctie van een telefoon wordt gebruik gemaakt van een ingebouwde luidspreker en microfoon, zodat u tijdens de telefoongesprekken uw handen vrij heeft. Daarnaast kunnen andere personen in dezelfde ruimte ook deelnemen aan het gesprek.
I
Identificeren
Functie "Identificeren". MCID staat voor "Malicious Call Identification". U kunt het
nummer van hinderlijke bellers in de telefooncentrale laten registreren. U dient deze
dienst aan te vragen bij de netwerkprovider.
Intern oproepsignaal
Bijzondere signalering op telefooncentrales voor het onderscheid tussen interne en
externe oproepen.
Interne gesprekken
Intern telefoneren of doorverbinden van een gesprek. Deze gesprekken zijn gratis.
ISDN
Afkorting van Integrated Services Digital Network (digitaal netwerk met geïntegreerde diensten). Met geïntegreerde diensten wordt de mogelijkheid tot
telefoon-, fax- en gegevensoverdracht bedoeld. Zie ook “Channel”.
ISDN-afkortingen
CWWisselgesprek
CFDoorschakeling
3PTYTelefonische conferentie
CCBSTerugbellen bij bezet
CDDoorschakeling tijdens oproep
44
Verklarende woordenlijst
K
Keypad
Met Keypad worden speciale functietoetsen als sterretje (*) en hekje (#) ondersteund. Met deze toetsen kunt u bepaalde functies van de netwerkprovider in- of uitschakelen door codes in te voeren, bijvoorbeeld #4711*.
Kostenweergave
Zie "AOC-D" en "AOC-E"
L
Luidspreker
In de handsets uit de C- en S-klasse bevindt zich een luidspreker. Door op de handsfree-toets te drukken, schakelt u de ingebouwde luidspreker in, zodat alle in de
ruimte aanwezige personen het telefoongesprek kunnen volgen. Zie ook "Handsfree
telefoneren".
M
Machtigingen
Op het basisstation kunnen verschillende machtigingen worden toegewezen aan de
deelnemers. Deelnemer A is bijvoorbeeld bevoegd om inkomende gesprekken te
voeren, terwijl deelnemer B onbeperkt kan telefoneren.
MCID (Malicious Call Identification)
Zie "Identificeren"
Meerdere aangesloten telefoons
Type ISDN-aansluiting waarbij in plaats van een blokkering van doorkiesnummers
maximaal tien eigen nummers beschikbaar zijn. KPN verstrekt standaard 4 eigen
nummers. Dit is het meest gebruikelijke type ISDN-aansluiting voor particulieren.
Meervoudig telefoonnummer
Zie „MSN"
Microfoon uitschakelen (HOLD-functie)
Functie waarbij de ingebouwde microfoon (in de hoorn of de handsfree installatie)
wordt uitgeschakeld.
MSN
Multiple Subscriber Number, meerdere eigen nummers. De telefoonnummers van
een ISDN-aansluiting met meerdere telefoons. De telefoons hebben elk een eigen
telefoonnummer. Zo kunt u uw fax een afzonderlijk faxnummer geven. Bij de basisaansluiting en de uitgebreide aansluiting krijgt u standaard vier eigen nummers.
Aan een ISDN-aansluiting kunnen maximaal tien eigen nummers worden toegewezen. Let op: via een ISDN-aansluiting kunnen maximaal 2 MSN-nummers tegelijkertijd in gebruik zijn. De overige producten krijgen een bezettoon te horen.
Music on hold
Zie "Wachtmelodie"
45
Verklarende woordenlijst
N
Notitiefunctie
Tijdens een telefoongesprek kunt u een telefoonnummer in het tijdelijke geheugen
van de telefoon invoeren. U kunt dit nummer na het gesprek kiezen.
NT/NTBA
Netafsluiting (NT = Network Terminator resp. NTBA = Network Terminator Basic
Access). Met de NT eindigt het openbare T-ISDN. en de overgang naar de al aanwezige analoge telefoonaansluiting. Op de telefooncontactdoos kan en mag uitsluitend nog de NT worden aangesloten. U mag er absoluut geen analoge telefoons op
aansluiten. Op de NT worden ISDN-randapparaten en overige ISDN-contactdozen
aangesloten.
O
Op afstand inschakelen
Hiermee kunt u het antwoordapparaat tijdens het telefoongesprek via een PIN-code
in- en uitschakelen.
Opname van telefoongesprekken
Functie van het antwoordapparaat waarmee ook telefoongesprekken kunnen worden opgenomen.
Oproepvertraging
U kunt voor iedere interne deelnemer het aantal herhalingen vastleggen van het
oproepsignaal waarna een oproep moet worden geactiveerd. U kunt deze functie
voor elk eigen nummer afzonderlijk instellen.
U kunt bijvoorbeeld instellen dat de handset pas overgaat nadat het basisstation al
drie keer is overgegaan wanneer u wordt gebeld op uw privé-nummer. Voor uw
zakelijke nummer kunt u vervolgens instellen dat de handset meteen overgaat.
Overschakelen naar ander apparaat
TP, Terminal Portability. Ook parkeren genoemd. Een ontvangen gesprek kan in de
telefooncentrale maximaal drie minuten in de wachtstand worden geplaatst, zodat
u het gesprek op een andere telefoon, een faxapparaat of een PC kunt hervatten.
De beller die in de wachtstand wordt gezet, hoort een mededeling.
P
Parkeren
U parkeert een gesprek als u het gesprek met dezelfde of een andere telefoon op een
andere aansluiting van dezelfde lijn wilt voortzetten. De geparkeerde verbinding
blijft behouden.
PIN
Afk. voor Persoonlijke Identificatie-Nummer. Dient als bescherming tegen onbevoegd gebruik, bijvoorbeeld systeem-PIN, antwoordapparaat-PIN, handset-PIN.
46
Verklarende woordenlijst
R
Repeater
Met een repeater vergroot u het bereik van de handsets die op uw basisstation zijn
aangesloten. Het toestel ontvangt het radiosignaal van de basistelefoon en straalt
dit verder uit. Het bereik van de PC’s wordt niet vergroot!
Ruggespraak
U voert een gesprek. Met de functie „Ruggespraak" onderbreekt u het gesprek even
om een tweede externe of interne verbinding met een andere deelnemer te maken.
Wanneer u de verbinding met deze deelnemer direct weer verbreekt, was dit ruggespraak. Wanneer u tussen de eerste en tweede deelnemer heen en weer schakelt,
noemt men dit makelen.
S
S0-Bus
Vieraderige bedrading van de ISDN-aansluiting, waarop twee B-kanalen en een
D-kanaal beschikbaar zijn. Via deze bekabeling kunt u maximaal twaalf ISDN-aansluitingen beschikbaar maken, waarop maximaal acht apparaten tegelijkertijd kunnen worden aangesloten.
Schakelcentrale
Knooppunt in het openbare telefoonnet. Men maakt onderscheid tussen bijv. lokale
en interlokale centrales.
T
Telefonische conferentie
3PTY, Three-Party. Gesprek met twee externe deelnemers (die een ISDN-aansluiting
of analoge aansluiting hebben).
Tel efo onb oek
Functie waarbij de namen en telefoonnummers van deelnemers in de telefoon worden opgeslagen. De telefoonnummers kunnen snel worden gevonden en gekozen.
Vanaf de Gigaset C2 is het telefoonboek te versturen naar andere handsets (vanaf
de C2)
Ter ugbell en bij b ezet
Deze functie moet zijn ingesteld op het apparaat van de beller. Zodra het nummer
dat u heeft gebeld, niet meer in gesprek is, wordt automatisch een verbinding met
dit nummer tot stand gebracht. Nadat de aansluiting is vrijgekomen, volgt signalering bij de beller. Zodra deze dan zijn hoorn opneemt, wordt de verbinding automatisch gemaakt.
Terugbellen bij geen gehoor
Als een opgeroepen deelnemer zich niet meldt, kan een beller automatisch terugbellen activeren. Zodra de opgeroepen deelnemer voor de eerste keer verbinding
maakt en weer vrij is, volgt signalering bij de beller. Deze service moet door de schakelcentrale worden ondersteund. De opdracht om terug te bellen wordt na ongeveer twee uur (afhankelijk van de netwerkprovider) automatisch geannuleerd.
47
Verklarende woordenlijst
TP
Terminal Portability, zie "Overschakelen naar ander apparaat".
U
Uitgebreide aansluiting
Type ISDN-aansluiting waarbij drie extra functies worden geboden ten opzichte van
de basisaansluiting.
V
Verzonden MSN naar keuze
Functie waarmee u kunt bepalen welk eigen telefoonnummer (MSN) voor het volgende gesprek moet worden gebruikt. Hiermee bepaalt u niet alleen welk nummer
bij de gesprekspartner wordt weergegeven, maar ook hoe de kosten worden toegewezen. De gesprekskosten die op de factuur van de netwerkprovider kosteloos aan
de MSN kunnen worden toegewezen, worden telkens in rekening gebracht van de
MSN via welke het gesprek wordt gevoerd.
W
Wachtmuziek
Music on hold. Tijdens ruggespraak of een doorschakeling krijgt de wachtende persoon een melodie te horen.
Wachtstand
(Hold). Onderbreken en herstellen van een bestaande verbinding. Maakt vooral ruggespraak en makelen mogelijk.
Wisselgesprek
CW, Call Waiting. Dienst van netwerkprovider. Een aankloptoon geeft tijdens een
gesprek aan dat er nog iemand belt. ISDN-toestellen signaleren dit bovendien met
een displaybericht. Men kan deze tweede oproep aannemen of weigeren.
Wisselen tussen twee gesprekken
Met deze functie is het mogelijk om tussen twee externe gesprekspartners heen en
weer te schakelen, zonder dat de wachtende deelnemer kan meeluisteren.
Wisselgesprekblokkering
Hiermee schakelt u de aankloptoon van het wisselgesprek uit.
48
Ondersteunde handsets
Ondersteunde handsets
Het basisstation SX255 isdn ondersteunt de handsets S44, S1, SL1, C1 en C2. Een
gebruiksaanwijzing voor deze handsets is bijgeleverd. De actuele stand van de gebruiksaanwijzing vindt u bij het toestel of neem contact op met de klantenservice (pagina 35).
Diensten
Uw basisstation SX255isdn biedt u samen met een Gigaset-handset een hele reeks diensten. Naargelang de gebruikte handset kunt u een bepaald aantal van deze diensten
gebruiken. In de volgende tabel vindt u welke functie u met welke handset kunt gebruiken. De tabel richt zich naar de inhoudsopgave van de gebruiksaanwijzing voor de
handsets.
DienstS44S1/
Handset in gebruik nemen
Handset bedienen – menubeheer
Stuurtoetsjajaneenee
Basisstation in gebruik nemen – configuratieassistentjajaneenee
Tel efoneren
Handsfreejajajaja
Lijn reserverenjajaneenee
MSN voor verzending vastleggen voor eerstvolgend
gesprek
Terugbellen bij in gesprek (CCBS)jajajaja
Belleridentificatiejajaneenee
Functies tijdens een gesprek
Microfoon van de handset uitschakelenjajaneenee
Telefoneren met meerdere deelnemersjajajaja
Bericht weergeven voor gesprekspartnerjajajaja
Weergavesnelheid instellenjajaneenee
Oud (memo)bericht markeren als nieuw berichtjajajaja
Nummer in telefoonboek overnemenjajajaja
Antwoordapparaat instellen
Gesproken weergave van datum en tijd uit-/inschakelenjajajaja
Opnamelengte en opnamekwaliteit vastleggenjajajaja
Antwoordapparaat vergrendelen en antwoordapparaat-
PIN instellen
Tijdbesturing instellenjajaneenee
Automatisch meeluisteren met handset in-/uitschakelenjajajaja
Meeluisteren in- en uitschakelenjajajaja
Automatische gespreksovername in-/uitschakelenjajajaja
Automatische berichtgeving via SMS in-/uitschakelenjajajaja
aan een telefoonnummer
jajajaja
jajaneenee
jajaneenee
jajajaja
jajajaja
C2C1
SL1
50
Ondersteunde handsets
DienstS44S1/
Meerdere handsets gebruiken
Handset als babyfoon gebruikenjajajanee
Handsets als walkie-talkie gebruikenjajajanee
Afspraak/klok
Datum en tijd instellen jajajaja
Wekker instellenjajajanee
Afspraak instellenjajajanee
Niet aangenomen afspraken, verjaardagen tonenjajajanee
Nachtstandjajaneenee
Naam van het basisstation wijzigenjajaneenee
Handsetvolume wijzigenjajajaja
Klankjajaneenee
Oproepsignalen wijzigenjajajaja
Oproepsignaal uit-/inschakelenjajajaja
Attentiegeluid in-/uitschakelenjajaneenee
Trilalarmneejaneenee
Attentietonen in-/uitschakelenjajajaja
Standaardinstellingen op de handset herstellenjajajaja
Keypad tijdens een gesprek in-/uitschakelenjajaneenee
Keypad alleen inschakelen voor eerstvolgende verbin-
jajaneenee
ding
Gebruik met deurintercom
Interne deelnemer aan de deurintercom-oproepgroep
jajaneenee
toewijzen
Telefoneren met de deurintercom
3
jajajaja
Oproep van de deurintercomjajajaja
Aankloppen van de deurintercomjajajaja
Intern gesprek met deurintercomjajajaja
Deurintercom naar extern omleidenjajaneenee
Bijlage
SnelSchrijvenjajajanee
1
"Aankloppen intern doorsturen" is enkel met de handsets S1 en SL1 beschikbaar.
2
Het maximale aantal items in snelkieslijst en telefoonboek varieert. De handset C1
bi edt geh eugenp laats v oor ma ximaal 5 0 item s, de han dset C 2 voor maxima al 100 it ems
en in de handsets S44, S1 en SL1 kunt u maximaal 200 items opslaan.
3
Werking afhankelijk van randapparatuur.
52
Trefwoordenregister
Trefwoordenregister
A
Aansluiten
antwoordapparaat
basisstation
extra toestellen
faxtoestel
modem
toestel
toestellen
Accessoires
Analoog
met analoge toestellen
telefoneren
Antwoordapparaat
aansluiten
bediening op afstand
berichten
meldtekst
memoberichten
PIN
toetsenvolgorden voor bediening
op afstand
vanuit de handset bedienen
wissen op afstand