Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door. Berg de gebruiksaanwijzing, het
installatievoorschrift en de apparaatpas goed
op voor later gebruik of om ze door te geven
aan volgende eigenaren.
Controleer het apparaat na het uitpakken.
Indien het apparaat schade heeft opgelopen
tijdens het transport, schakel het dan niet in,
maar neem contact op met de technische
dienst en leg de veroorzaakte schade
schriftelijk vast. Doet u dat niet, dan gaat elk
recht op een schadevergoeding verloren.
Dit apparaat moet worden geïnstalleerd
volgens het meegeleverde
installatievoorschrift.
Dit apparaat is alleen bestemd voor
huishoudelijk gebruik en de huiselijke
omgeving. Gebruik het apparaat uitsluitend
voor het bereiden van gerechten en dranken.
Het kookproces moet regelmatig worden
gecontroleerd. Een kort kookproces moet
continu in de gaten worden gehouden.
Gebruik het apparaat alleen in gesloten
ruimtes.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en onderhoud van het toestel
mogen niet worden uitgevoerd door kinderen,
tenzij zij 8 jaar of ouder zijn en onder toezicht
staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan 8
jaar uit de buurt blijven van het toestel of de
aansluitkabel.
Heeft u een pacemaker of soortgelijk medisch
hulpmiddel geïmplanteerd, dan dient u
speciale voorzorgsmaatregelen in acht nemen
bij het gebruiken of in de buurt komen van
inductiekookplaten als die in werking zijn.
Raadpleeg uw arts of de fabrikant van het
hulpmiddel, om er zeker van te zijn dat het
voldoet aan de geldige regelgeving en
informeer omtrent mogelijke incompatibiliteit.
Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot op
hoogten van maximaal 4.000 meter boven
zeeniveau.
Dek de kookplaat niet af. Dit kan leiden tot
ongevallen, bijv. door oververhitting,
ontbranding of ontploffend materiaal.
Gebruik geen ongeschikte
beveiligingsapparaten of tralies voor de
bescherming van kinderen. Dit kan leiden tot
ongevallen.
Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik met
een externe tijdschakelklok of een
afstandbediening.
Dit toestel kan worden gebruikt door kinderen
vanaf 8 jaar en door personen met beperkte
fysieke, sensorische of geestelijke vermogens
of personen die gebrek aan kennis of ervaring
hebben, wanneer zij onder toezicht staan van
een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid of geleerd hebben het op een
veilige manier te gebruiken en zich bewust zijn
van de risico's die het gebruik van het toestel
met zich meebrengt.
4
Belangrijke veiligheidsvoorschriften nl
(Belangrijke
veiligheidsvoorschriften
Belangrijke veiligheidsvoorschriften
:Waarschuwing – Risico van brand!
■ Hete olie en heet vet vatten snel vlam. Hete
olie en heet vet nooit gebruiken zonder
toezicht. Vuur nooit blussen met water.
Schakel de kookzone uit. Vlammen
voorzichtig met een deksel, smoordeksel of
iets dergelijks verstikken.
Risico van brand!
■ De kookzones worden erg heet. Nooit
brandbare voorwerpen op de kookplaat
leggen. Geen voorwerpen op de kookplaat
leggen.
Risico van brand!
■ Het apparaat wordt heet. Nooit brandbare
voorwerpen of spuitbussen bewaren in
laden direct onder de kookplaat.
Risico van brand!
■ De kookplaat schakelt vanzelf uit en kan
niet meer worden bediend. Hij kan later per
ongeluk worden ingeschakeld. Zekering in
de meterkast uitschakelen. Contact
opnemen met de klantenservice.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
■ De kookzones en met name een eventueel
aanwezige kookplaatomlijsting worden zeer
heet. Raak de hete oppervlakken nooit aan.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de
buurt zijn.
Risico van verbranding!
■ De kookzone warmt op, maar de indicatie
functioneert niet Zekering in de meterkast
uitschakelen. Contact opnemen met de
klantenservice.
Risico van verbranding!
■ Voorwerpen van metaal worden zeer snel
heet op de kookplaat. Leg nooit
voorwerpen van metaal, zoals messen,
vorken, lepels of deksels, op de kookplaat.
Brandgevaar!
■ Schakel de kookplaat na elk gebruik altijd
uit met de hoofdschakelaar. Wacht niet tot
de kookplaat automatisch uitschakelt
doordat er geen pan op staat.
■ Binnendringend vocht kan een schok
veroorzaken. Geen hogedrukreiniger of
stoomreiniger gebruiken.
Kans op een elektrische schok!
■ Een defect toestel kan een schok
veroorzaken. Een defect toestel nooit
inschakelen. De netstekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen. Contact opnemen
met de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
■ Scheuren of barsten in het glaskeramiek
kunnen schokken veroorzaken. Zekering in
de meterkast uitschakelen. Contact
opnemen met de klantenservice.
:Waarschuwing – Gevaar voor
beschadiging!
Deze plaat is uitgerust met een ventilator, die
zich aan de onderzijde bevindt. Indien er zich
onder de kookplaat een lade bevindt, mogen
daar geen kleine of papieren voorwerpen in
worden bewaard. Als deze namelijk worden
geabsorbeerd kunnen ze de ventilator
beschadigen of de koeling verslechteren.
Tussen de inhoud van de lade en de inlaat van
de ventilator moet een afstand van ten minste
2 cm worden aangehouden.
:Waarschuwing – Risico van letsel!
■ Bij de bereiding au-bain-marie kunnen de
kookplaat en kookvorm barsten door
oververhitting. De au-bain-marie kookvorm
mag niet in direct contact komen met de
bodem van de pan die met water is gevuld.
Gebruik alleen hittebestendige vormen.
Risico van letsel!
■ Wanneer er vloeistof zit tussen de bodem
van de pan en de kookzone kunnen
kookpannen plotseling in de hoogte
springen. Zorg ervoor dat de kookzone en
de bodem van de pan altijd droog zijn.
:Waarschuwing – Kans op een elektrische
schok!
■ Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Reparaties en de vervanging van
beschadigde aansluitleidingen mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door technici
die zijn geïnstrueerd door de
klantenservice. Is het apparaat defect, haal
dan de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering in de meterkast uit.
Contact opnemen met de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
5
nl Oorzaken van schade
]Oorzaken van schade
Oorzaken van schade
Attentie!
■ Ruwe bodems van pannen kunnen krassen op de
kookplaat veroorzaken.
■ Plaat nooit lege plannen op de kookzones. Dit kan
schade veroorzaken.
■ Plaats geen hete pannen op het bedieningspaneel,
de indicatorzones of op de omlijsting van de
kookplaat. Dit kan schade veroorzaken.
■ Als er harde of scherpe voorwerpen op de kookplaat
vallen, kan dit de plaat beschadigen.
■ Aluminiumfolie en plastic bakken smelten als ze op
een hete kookzone gelegd worden. Het gebruik van
beschermplaten op de kookplaat wordt afgeraden.
Overzicht
In de volgende tabellen ziet u welke schade het meest
voorkomt:
SchadeOorzaakMaatregel
VlekkenOvergelopen etenswaar.Verwijder overgelopen etenswaar onmiddellijk met een schraper.
Ongeschikte reinigingsmiddelen.Gebruik alleen schoonmaakmiddelen die geschikt zijn voor dit soort kook-
platen.
KrassenZout, suiker en zand.Gebruik de kookplaat niet als plaats om iets neer te zetten of als werkvlak.
Ruwe bodems van vormen geven krassen op de kookplaat.
VerkleuringenOngeschikte reinigingsmiddelen.Gebruik alleen schoonmaakmiddelen die geschikt zijn voor dit soort kook-
Slijtage van de pannen.Til de pannen op wanneer u ze verplaatst.
Schelpvormige
Suiker, sterk suikerhoudende gerechtenVerwijder overgelopen etenswaar onmiddellijk met een schraper.
beschadiging van
het oppervlak
Controleer het kookgerei.
platen.
6
Milieubescherming nl
7Milieubescherming
Milieubescherming
In dit hoofdstuk krijgt u informatie over de besparing
van energie en de afvoer van het apparaat.
Tips om energie te besparen
■ Gebruik altijd het deksel dat overeenstemt met elke
kookpan. Wanneer zonder deksel gekookt wordt, is
aanzienlijk meer energie nodig. Gebruik een
glasdeksel om een goede zichtbaarheid te hebben
zonder dat u het deksel van de pan hoeft te nemen.
■ Gebruik pannen met een vlakke bodem. Bij een niet
vlakke bodem wordt meer energie verbruikt.
■ De diameter van de bodem van de pan moet
overeenkomen met de afmeting van de kookzone.
Opgelet: pannenfabrikanten duiden gewoonlijk de
bovenste diameter van de pan aan, die meestal
groter is dan de diameter van de bodem van de pan.
■ Gebruik een kleine pan voor kleine hoeveelheden.
Een grote, weinig gevulde pan vereist veel energie.
■ Gebruik weinig water voor het koken. Op deze wijze
wordt energie bespaard en blijven alle vitaminen en
mineralen van de groenten behouden.
■ Selecteer de laagste vermogensstand die het
kookpunt behoudt. Met een te hoge stand wordt
energie verspild.
fKoken met inductie
Koken met inductie
Voordelen bij koken met inductie
Koken met inductie is radicaal anders dan gebruikelijk,
de warmte ontstaat direct in het kookgerei. Dit biedt
vele voordelen:
■ Tijdsbesparing bij het koken en bakken.
■ Besparing van energie.
■ Gemakkelijker te reinigen en te onderhouden.
Overgelopen etenswaar brandt niet zo snel in.
■ Warmteregeling en veiligheid: de kookplaat verhoogt
of verlaagt de toevoer van warmte altijd direct na de
bediening. Neemt u het kookgerei van de kookzone,
dan wordt de warmtetoevoer direct onderbroken
door de kookzone met inductie, zonder dat deze
eerst is uitgeschakeld.
Pannen
Gebruik alleen ferromagnetische vormen voor
inductiekoken, bijv.:
■ kookgerei van geëmailleerd staal
■ kookgerei van gietijzer
■ speciaal kookgerei van roestvrij staal dat geschikt is
voor inductie.
Milieuvriendelijk afvoeren
Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af.
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de Europese richtlijn
2012/19/EU betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur (waste
electrical and electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor de in de
EU geldige terugneming en verwerking van
oude apparaten.
In het hoofdstuk ~ "Kookgerei-test" kunt u lezen of het
kookgerei geschikt is voor inductie.
Voor een goed bereidingsresultaat dient het
ferromagnetische gebied van de bodem van de pan
overeen te komen met de grootte van de kookzone.
Wordt het kookgerei niet herkend op een kookzone,
probeer er dan een met een kleinere diameter.
FP
FP
FP
Er zijn ook inductievormen waarvan de bodem niet
volledig ferromagnetisch is:
■ Is de bodem van het kookgerei slechts gedeeltelijk
ferromagnetisch, dan wordt alleen het
ferromagnetische oppervlak heet. Hierdoor wordt de
warmte mogelijk niet gelijkmatig verdeeld. De
temperatuur van het niet-ferromagnetische gebied
kan dan te laag zijn om te koken.
7
nl Koken met inductie
■ Bestaat het materiaal van de bodem van het
kookgerei deels uit aluminium, dan is het
ferromagnetische oppervlak ook kleiner. Mogelijk
worden dit niet warm genoeg of zelfs helemaal niet
herkend.
Niet geschikte pannen
Gebruik nooit straalplaten of pannen van:
■ dun normaal staal
■ glas
■ aardewerk
■ koper
■ aluminium
Eigenschappen van de bodem van het kookgerei
Het bereidingsresultaat kan worden beïnvloed door de
kwaliteit van pannenbodem. Gebruik pannen waarvan
het materiaal de warmte gelijkmatig in de pan verdeelt,
bijv. pannen met "sandwich-bodems" van roestvrij staal.
Daarmee wordt tijd en energie bespaard.
Gebruik kookgerei met vlakke bodems. Ongelijke
bodems hebben invloed op de warmtetoevoer.
Herkenning van de pan
Elke kookzone heeft een ondergrens voor de
herkenning van de pan. Deze is afhankelijk van de
ferromagnetische diameter en het materiaal van de
bodem. Daarom dient u altijd de kookzone te gebruiken
die het beste past bij de diameter van de
pannenbodem.
Geen pan of ongeschikte afmeting
Als er geen pan op de geselecteerde kookzone wordt
geplaatst of als deze niet van het geschikte materiaal is
of geen geschikte afmeting heeft, knippert de
kookstand op de indicator van de kookzone. Plaats een
geschikte pan, zodat het knipperen stopt. Als er meer
dan 90 seconden wordt gewacht gaat de kookzone
automatisch uit.
Lege pannen of pannen met een dunne bodem
Verwarm geen lege pannen en gebruik geen pannen
met dunne bodem. De kookplaat is uitgerust met een
intern veiligheidssysteem, maar een lege pan kan zo
snel heet worden dat de functie “automatisch
uitschakelen" geen tijd heeft om te reageren, waardoor
de temperatuur erg kan oplopen. De bodem van de pan
kan smelten en het glas van de kookplaat beschadigen.
Raak in dat geval de pan niet aan en schakel de
kookzone uit. Als het apparaat na het afkoelen niet
werkt, neem dan contact op met de technische dienst.
8
*Het apparaat leren kennen
Het apparaat leren kennen
Informatie over afmetingen en vermogens van de
kookzones vindt u in~ Blz. 2
Het bedieningspaneel
Het apparaat leren kennen nl
E
Bedieningsvlakken
#
¸
A/@
&
0
‚
Bedieningsvlakken
Raakt u een symbool aan, dan wordt de betreffende
functie geactiveerd.
Aanwijzing: Zorg ervoor dat het bedieningspaneel altijd
schoon en droog is. Vocht kan een nadelige invloed
hebben op de werking.
Alleen kookgerei gebruiken dat geschikt is voor inductiekoken, zie de paragraaf ~ "Koken met inductie"
Eenvoudige kookzoneGebruik kookgerei dat de juiste afmetingen heeft
Restwarmte-indicatie
De kookplaat heeft voor elke kookzone een restwarmteindicatie. Hiermee wordt aangegeven dat een kookzone
nog heet is. Raak de kookzone niet aan zolang de
restwarmte-indicatie verlicht is.
Afhankelijk van de hoogte van de restwarmte wordt het
volgende weergegeven:
■ Indicatie •: hoge temperatuur
■ Indicatie œ: lage temperatuur
Wanneer u de pan tijdens het koken van de kookzone
neemt, knipperen afwisselen de restwarmte-indicatie en
de gekozen kookstand.
Is de kookzone uitgschakeld, dan is restwarmteindicatie verlicht. Ook wanneer de kookplaat al
uitgeschakeld is, blijft de restwarmte-indicatie verlicht
zolang de kookzone nog warm is.
9
nl Apparaat bedienen
1Apparaat bedienen
Apparaat bedienen
In dit hoofdstuk kunt u lezen hoe u een kookzone
instelt. In de tabel vindt u kookstanden en
bereidingstijden voor verschillende gerechten.
Kookplaat in- en uitschakelen
U schakelt de kookplaat met de hoofdschakelaar in en
uit.
Inschakelen: raak het symbool # aan. Er klinkt een
signaal. De indicaties van de hoofdschakelaar en de
kookzone-indicaties ‹ zijn verlicht.De kookplaat is
bedrijfsklaar.
Uitschakelen: het symbool # aanraken tot de indicatie
verdwijnt. Alle kookzones zijn uitgeschakeld. De
restwarmte-indicatie blijft verlicht tot de kookzones
voldoende zijn afgekoeld.
Aanwijzingen
■ De kookplaat gaat automatisch uit wanneer alle
kookzones langer dan 20 seconden uitgeschakeld
zijn.
■ De gekozen instellingen blijven gedurende de eerste
4 seconden na uitschakeling van de kookplaat
bewaard. Wordt de kookplaat in deze tijd opnieuw
ingeschakeld, dan werkt hij met de eerdere
instellingen.
■ Het maximale vermogen van de kookplaat is
afhankelijk van het type netaansluiting. Om deze
maximale waarde niet te overschrijden, verdeelt de
kookplaat het beschikbare vermogen automatisch
over de ingeschakelde kookzones.
Terwijl de functie Power Management is geactiveerd,
kan het vermogen van een kookzone tijdelijk onder
de vereiste waarde worden gebracht.
Kookzone instellen
De gewenste kookzone kiezen met de symbolen
@ en A.
Kookstand ‚ = laagste stand.
Kookstand Š = hoogste stand.
Elke kookstand heeft een tussenstand.Deze is
aangeduid met een punt.
Kookzone en kookstand kiezen
De kookplaat moet ingeschakeld zijn.
1. Kies de gewenste kookzone met het symbool ¸.
2. Binnen de volgende 10 seconden het symbool @ of
A aanraken. De volgende basisinstelling verschijnt:
Symbool @: kookstand Š
Symbool A: kookstand …
De kookstand is ingesteld.
Kookstand wijzigen
De kookzone kiezen en het symbool @ of A aanraken
tot de gewenste kookstand verschijnt.
Kookzone uitschakelen
De kookzone kiezen en vervolgens het symbool @ of A
aanraken tot ‹ verschijnt.
De kookzone gaat uit en de restwarmte-indicatie
verschijnt.
10
Aanwijzingen
■ Als er geen pan op de inductiekookzone wordt
geplaatst, gaat de geselecteerde vermogensstand
knipperen. Na een tijdje wordt de kookzone
uitgeschakeld.
■ Als er een pan op de kookzone staat voordat de
plaat wordt ingeschakeld, zal deze worden
gedetecteerd binnen 20 seconden na het indrukken
van de hoofdschakelaar en zal de kookzone
automatisch worden geselecteerd. Selecteer, zodra
deze is gedetecteerd, de vermogensstand binnen
20 seconden, anders wordt de kookzone
uitgeschakeld.
Ook al worden er meerdere pannen geplaatst, bij het
inschakelen van de kookplaat wordt er maar één
gedetecteerd.
Kookadvies
Advies
■ Bij het warm maken van puree, crèmesoepen en
dikvloeibare sauzen regelmatig roeren.
■ Voor het voorverwarmen kookstand 8 - 9 instellen.
■ Bij de bereiding met deksel de kookstand
terugschakelen, zodra er tussen deksel en
kookgerei stoom vrijkomt. Voor een goed
bereidingsresultaat is geen stoom nodig.
■ Na de bereiding het kookgerei tot het opdienen
gesloten houden.
■ Voor het koken met de snelkookpan de
aanwijzingen van de fabrikant in acht nemen.
■ De gerechten niet te lang laten koken of bakken, om
de voedingswaarde te behouden. Met de
kookwekker kan de optimale bereidingstijd worden
ingesteld.
■ Voor een gezonder bereidingsresultaat dient
rokende olie te worden voorkomen.
■ Voor een bruine kleur van de gerechten deze na
elkaar klaarmaken in kleine porties.
■ Kookgerei kan tijdens de bereiding hoge
temperaturen bereiken. Het gebruik van
pannenlappen is aan te bevelen.
■ Adviezen voor energie-efficiënt koken vindt u in het
hoofdstuk ~ "Milieubescherming"
Apparaat bedienen nl
Bereidingstabel
In de tabel wordt voor alle gerechten weergegeven
welke kookstand geschikt is. De bereidingstijd kan
afhankelijk van de soort, het gewicht, de dikte en de
kwaliteit van de gerechten variëren.
Schnitzel, on/gepaneerd6 - 76 - 10
Schnitzel, diepvries6 - 78 - 12
Kotelet, on/gepaneerd**6 - 78 - 12
Steak (3 cm dik)7 - 88 - 12
Borst van gevogelte (2 cm dik)**5 - 610 - 20
Borst van gevogelte, diepvries***5 - 610 - 30
Gehaktballen (3 cm dik)**4. - 5.20 - 30
Hamburger (2 cm dik)**6 - 710 - 20
Vis en visfilet, ongepaneerd5 - 68 - 20
Vis en visfilet, gepaneerd6 - 78 - 20
Vis en visfilet, gepaneerd en diepvries, bijv. vissticks6 - 78 - 15
Scampi, garnalen7 - 84 - 10
Sauteren van groente en paddenstoelen, vers7 - 810 - 20
Pangerechten, groente, vlees in reepjes op Aziatische wijze7 - 815 - 20
Diepvriesgerechtem, bijv. pangerechten6 - 76 - 10
Pannenkoeken (na elkaar gaar bakken)6. - 7.Omelet (na elkaar bakken)3. - 4.3 - 6
Spiegelei5 - 63 - 6
Frituren* (150-200 g per portie in 1-2 l olie, per portie frituren)
Diepvriesproducten, bijv. frites, chicken nuggets8 - 9Kroketten, diepvries7 - 8Vlees, bijv. stukken kip6 - 7Vis, gepaneerd of in bierdeeg6 - 7Groente, paddenstoelen gepaneerd of in bierdeeg, tempura6 - 7Klein gebak, bijv. beignets, Berliner bollen, fruit in bierdeeg4 - 5-
* Zonder deksel
** Herhaaldelijk keren
***Voorverwarmen op kookstand 8 - 8.
12
Tijdfuncties nl
OTijdfuncties
Tijdfuncties
Uw kookplaat beschikt over twee timer-functies:
■ Programmering van de bereidingstijd
■ Kookwekker
Programmering van de bereidingstijd
De kookzone schakelt na afloop van de ingestelde tijd
automatisch uit.
Zo stelt u in:
1. De kookzone en de gewenste kookstand kiezen.
2. Raak het symbool 0 aan. In de indicatie van de
kookzone is Ú verlicht. In de timer-indicatie
verschijnt ‹‹.
3. Raak het symbool @ of A aan. De basisinstelling
verschijnt:
Symbool
Symbool A: 10 minuten.
4. Kies met de symbolen @ of A de gewenste
bereidingstijd.
Na enkele seconden begint de tijd af te lopen.
Aanwijzing: Voor alle kookzones kan automatisch
dezelfde bereidingstijd worden ingesteld. De ingestelde
tijd loopt voor elk van beide kookzones onafhankelijk af.
In de paragraaf ~ "Basisinstellingen" vindt u informatie
over de manier waarop de bereidingstijd automatisch
kan worden geprogrammeerd.
Tijd veranderen of wissen
Kookzone kiezen. Raak het symbool 0 aan en
verander met de symbolen @ of A de bereidingstijd of
zet de tijd op ‹‹.
@: 30 minuten.
EE
Na het verstrijken van de tijd
De kookzone wordt uitgeschakeld. Er klinkt een
geluidssignaal en op de visuele indicator van de
timerfunctie verschijnt ‹‹ gedurende 10 seconden. De
indicator Ú van de kookzone gaat branden. Druk op het
symbool 0, de indicators gaan uit en het akoestisch
signaal stopt.
Aanwijzingen
■ Is er een bereidingstijd voor meerdere kookzones
geprogrammeerd, dan verschijnt altijd de
tijdsopgave van de gekozen kookzone in de timerindicatie.
■ U kunt tot een bereidingstijd tot 99 minuten instellen.
De kookwekker
Met de kookwekker kunt u een tijd tot 99 minuten
instellen.
Hij functioneert onafhankelijk van de kookzones en
andere instellingen. Deze functie schakelt een
kookzone niet automatisch uit.
Zo stelt u in
1. De kookwekker kan op twee verschillende manieren
worden ingesteld:
– Wanneer de kookzone gekozen is het
symbool 0 twee keer aanraken.
– Is er geen kookzone gekozen, raak dan het
symbool 0 aan.
De indicatie Ú naast het symbool V is verlicht. In de
timer-indicatie verschijnt ‹‹.
2. Raak het symbool @ of A aan. De basisinstelling
3. Stel met de symbolen @ of A de gewenste tijd in.
Na enkele seconden begint de tijd af te lopen.
Tijd veranderen of wissen
Raak meerdere keren het symbool 0 aan, tot naast het
symbool V de indicatie Ú oplicht. Verander de tijd of
stel de tijd met de symbolen @ of A in op ‹‹.
Na het verstrijken van de tijd
Er klinkt een waarschuwingssignaal. Op de visuele
indicator van de timerfunctie verschijnt ‹‹. Na 10
seconden doven de indicators.
Druk op het symbool 0, de indicators gaan uit en het
akoestische signaal stopt.
13
nl PowerBoost-functie
vPowerBoost-functie
PowerBoost-functie
Met de PowerBoost-functie kunnen grote hoeveelheden
water sneller worden verwarmd dan met de betreffende
kookstand Š.
Deze functie is beschikbaar voor alle kookzones
wanneer er geen andere kookzone in gebruik is.
Anders knipperen
Activeren
1. Een kookzone kiezen.
2. Symbool & aanraken.
Op het display is › verlicht.
De functie is geactiveerd.
Aanwijzing: Wordt er een kookzone ingeschakeld
terwijl de PowerBoost-functie is geactiveerd, dan
knipperen › en Š in de kookstand-indicatie. Vervolgens
wordt automatisch de kookstand Š ingesteld. De
PowerBoost-functie wordt gedeactiveerd.
Deactiveren
1. De kookzone kiezen.
2. Symbool & aanraken.
De indicatie › verdwijnt en de kookzone schakelt
terug naar de kookstand Š.
De functie is gedeactiveerd.
Aanwijzing: Onder bepaalde omstandigheden kan het
voorkomen dat de PowerBoost-functie automatisch
uitgaat, ter bescherming van de elektronische
componenten binnenin de kookplaat.
› en Š in de kookstand-indicatie.
AKinderslot
Kinderslot
Met het kinderslot kunt u voorkomen dat kinderen de
kookplaat inschakelen.
Het kinderslot activeren en deactiveren
De kookplaat moet uitgeschakeld zijn.
Activeren: houd het symbool ‚ gedurende circa 4
seconden ingedrukt. De indicator naast het
symbool ‚ gaat branden gedurende 10 seconden. De
kookplaat is geblokkeerd.
Deactiveren: houd het symbool ‚ gedurende circa
4 seconden ingedrukt. De blokkering is gedeactiveerd.
Automatisch kinderslot
Met deze functie wordt het kinderslot altijd automatisch
ingeschakeld als de kookplaat wordt uitgeschakeld.
In- en uitschakelen
In het hoofdstuk ~ "Basisinstellingen" kunt u lezen hoe
u het automatische kinderslot inschakelt.
bAutomatische
veiligheidsuitschakeling
Automatische veiligheidsuitschakeling
Wanneer een kookzone langere tijd in gebruik is en er
geen instellingen gewijzigd zijn, wordt de automatische
veiligheidsuitschakeling geactiveerd.
De kookzone warmt niet meer op. In de kookzoneindicatie van de kookzone knipperen afwisselend ”, ‰
en de restwarmte-indicatie œ of •.
Wordt een willekeurig symbool aangeraakt, dan
schakelt de indicatie uit. De kookzone kan nu opnieuw
worden ingesteld.
Het tijdstip van de automatische
veiligheidsuitschakeling is afhankelijk van de ingestelde
kookstand (na 1 tot 10 uur). .
14
Loading...
+ 30 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.