• In deze handleiding wordt verwezen naar de faxfunctie. In sommige landen en regio's is de faxfunctie echter niet beschikbaar.
• Deze handleiding is met de grootste zorg vervaardigd. Als u opmerkingen of vragen hebt over de handleiding, neem dan
contact op met de dealer of dichtstbijzijnde erkende servicevestiging.
• Dit product is onderworpen aan strenge kwaliteitscontroles en inspectieprocedures. Mocht zich toch een storing of ander
probleem voordoen, neem dan s.v.p. contact op met uw dealer of het dichtstbijzijnde erkende servicebedrijf.
• Behoudens voorzover wettelijk vereist kan SHARP niet aansprakelijk worden gesteld voor defecten die optreden gedurende het
gebruik van het product of zijn opties, of defecten die het gevolg zijn van een onjuiste bediening van het product en zijn opties,
of andere defecten, of voor enige schade die ontstaat als gevolg van het gebruik van het product.
Waarschuwing
• Verveelvoudiging, aanpassing of vertaling van de inhoud van deze handleiding zonder voorafgaande toestemming is verboden,
behoudens voorzover toegestaan onder het auteursrecht.
• Alle informatie in deze handleiding is onder voorbehoud.
In deze handleiding weergegeven illustraties en het bedieningspaneel en aanraakscherm
De randapparatuur is meestal optioneel. Bij enkele modellen maakt bepaalde randapparatuur echter deel uit van de
standaarduitrusting.
De uitleg in deze handleiding veronderstelt dat er een zadelsteek afwerkingseenheid, perforatiemodule, en invoegeenheid op
deze machine zijn geïnstalleerd.
Voor sommige functies en procedures veronderstelt de uitleg dat er andere dan de bovengenoemde zijn geïnstalleerd.
De schermweergaven, meldingen en toetsnamen in deze handleiding kunnen afwijken van die van het apparaat als
gevolg van verbeteringen en aanpassingen aan het product.
4
Met het apparaat meegeleverde handleidingen
Bij de machine worden gedrukte handleidingen en handleidingen in PDF-indeling opgeslagen op de harde schijf van de
machine geleverd. Lees de betreffende handleiding voor de functie die u wilt gebruiken op de machine.
Gedrukte handleidingen
Naam handleidingInhoud
Deze handleiding bevat instructies voor een veilig gebruik van de machine en toont de technische
gegevens van de machine en de randapparatuur en legt uit hoe vastgelopen papier wordt
verwijderd en biedt antwoorden op veelgestelde vragen over de bediening van de machine vanuit
elke modus. Raadpleeg deze handleiding als u problemen ondervindt tijdens het gebruik van de
machine.
Deze handleiding legt uit hoe u de software moet installeren en de instellingen moet configureren
om de machine als printer of scanner te gebruiken.
Verkorte
installatiehandleiding
Deze handleiding biedt eenvoudige uitleg over alle functies van de machine in één publicatie.
Uitgebreide informatie over elk van de functies vindt u in de PDF-handleidingen.
Handleidingen in PDF-indeling
De handleidingen in PDF-indeling bieden uitgebreide beschrijvingen van procedures voor gebruik van de machine in
elke modus. Bekijk de PDF-handleidingen door ze te downloaden van de harde schijf van de machine. De procedure
voor het downloaden van de handleidingen wordt beschreven in "How to download the manuals in PDF format" in de
Verkorte installatiehandleiding.
Naam handleidingInhoud
Gebruikershandleiding
Kopieerhandleiding
PrinterhandleidingDeze handleiding biedt uitgebreide uitleg van de procedures voor het gebruik van de printerfunctie.
Gids voor faxDeze handleiding biedt uitgebreide uitleg van de procedures voor het gebruik van de faxfunctie.
Scannerhandleiding
Handleiding
documentarchivering
In deze handleiding vindt u informatie zoals elementaire procedures over de bediening en het
onderhoud van het apparaat en het laden van papier.
Deze handleiding biedt uitgebreide uitleg van de procedures voor het gebruik van de
kopieerfunctie.
Deze handleiding biedt uitgebreide uitleg van de procedures voor het gebruik van de
scannerfunctie en de functie Internetfax.
Deze handleiding biedt uitgebreide uitleg van de procedures voor het gebruik van de functie
documentarchivering. Met de functie documentarchivering kunt u de documentdata van een
kopieer- of faxopdracht, of de data van een afdrukopdracht, als bestand opslaan op de harde schijf
van de machine. Het bestand kan indien nodig worden opgeroepen.
Deze handleiding legt de "Systeeminstellingen" uit die gebruikt worden voor het configureren van
een reeks parameters die bedoeld zijn voor een optimale aansluiting op de behoeften van uw
werkplek. De huidige instellingen kunnen worden weergegeven of afgedrukt vanuit de
"Systeeminstellingen".
Pictogrammen in deze handleidingen
De pictogrammen in de handleidingen geven het volgende type informatie aan:
Hiermee wordt u gewezen op een situatie die kan leiden tot beschadiging of storing van de machine.
Hier volgt extra uitleg over een functie of procedure.
Hier wordt het annuleren of corrigeren van een bewerking uitgelegd.
5
SYSTEEMINSTELLINGEN
1
Systeeminstellingen
De systeeminstellingen worden gebruikt voor het configureren van diverse parameters in overeenstemming met uw
vereisten. De systeeminstellingen worden ook gebruikt om de huidige instellingen en status van de machine weer te
geven of af te drukken. Door de systeeminstellingen kan de machine gemakkelijker bediend worden.
De systeeminstellingen bestaan uit instellingen voor gebruik door algemene gebruikers en instellingen die alleen
geconfigureerd kunnen worden door een beheerder van de machine. Deze twee groepen instellingen worden in deze
handleiding als volgt onderscheiden.
Systeeminstellingen die geconfigureerd kunnen worden door
algemene gebruikers (met inbegrip van de beheerder).
Bijvoorbeeld, de volgende instellingen kunnen worden
geconfigureerd:
• Datum- en tijdinstellingen
• Papierlade-instellingen (papierformaat en papiersoort)
• Bestemmingen opslaan voor de fax- en scannerfuncties
• Instellingen met betrekking tot de printerfuncties
• Mappen voor documentarchivering aanmaken
• Het aantal geprinte, gescande en gefaxte pagina's
weergeven.
Raadpleeg "2. SYSTEEMINSTELLINGEN (ALGEMEEN)"
(pagina 8) voor meer informatie.
Instellingen voor algemene gebruikers
• Wachtwoord beheerder
Voor de beveiliging dient de beheerder van de machine meteen nadat de machine is aangeschaft het wachtwoord te
wijzigen. (Zie voor het standaard fabriekswachtwoord "STANDAARD FABRIEKSWACHTWOORDEN" in de
Veiligheidshandleiding.) Om het wachtwoord te wijzigen, zie "Wachtwoord beheerder wijzigen" (pagina 90).
*Om een hoog beveiligingsniveau te garanderen, dient u het wachtwoord regelmatig te wijzigen.
• Bovenstaande groepsindeling "Algemeen" en "Beheerder" wordt gebruikt als een handige manier om de functies van de
instellingen te verduidelijken. Deze indeling komt niet voor op het aanraakscherm.
• Raadpleeg "4. SYSTEEMINSTELLINGEN VOOR FAX" (pagina 93) voor de faxinstellingen.
• Webpagina’s
U kunt systeeminstellingen ook configureren in de webpagina’s. Klik op de toets [Systeeminstellingen] in het
webpaginamenu om de Systeeminstellingen te configureren vanuit de webpagina's.
Ook de netwerk- en beveiligingsinstellingen kunnen in de webpagina’s worden geconfigureerd. Raadpleeg de Helpfunctie
in de webpagina’s voor meer informatie over de instellingen.
Systeeminstellingen die geconfigureerd kunnen worden door
de beheerder. Om deze instellingen te configureren is
inloggen als beheerder vereist. Bijvoorbeeld, de volgende
instellingen kunnen worden geconfigureerd:
• Gebruikers van de machine opslaan
• Energiebesparende instellingen
• Instellingen die verband houden met het bedieningspaneel
• Instellingen voor op de machine geïnstalleerde
randapparatuur.
• Instellingen met betrekking tot de kopieerfuncties
• Netwerkverbindingsinstellingen
• Overdracht-/ontvangstinstellingen voor faxberichten en
gescande afbeeldingen
• Geavanceerde instellingen voor de
documentarchiveringsfunctie
Raadpleeg "3. SYSTEEMINSTELLINGEN (BEHEERDER)"
(pagina 29) voor meer informatie.
Instellingen voor beheerders
6
Algemene handelingsmethoden
In dit hoofdstuk worden de handelingen die voor alle systeeminstellingen gelden besproken.
Zorg ervoor dat u dit hoofdstuk goed leest want deze informatie wordt in de beschrijving van de afzonderlijke instellingen
achterwege gelaten.
Voorbeeld: Het scherm van het Adresboek
Adresboek
(1)
(2)
Sorteren
ABCAlleOmh.
Freq.
AAA AAA
CCC CCC
EEE EEE
GGG GGG
III III
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ
BBB BBB
DDD DDD
FFF FFF
HHH HHH
JJJ JJJ
Toevoegen
(1)Toets
Voer een zoeknummer in en druk op de toets om
een bestemming op te roepen.
verschijnt in het pictogram tijdens de zoekactie naar
een gebruiker.
(2)Indexsleutels
Druk op een indexsleutel om de bijbehorende
bestemming weer te geven. De indexsleutels die
verschijnen zijn afhankelijk van de instelling "Sorteren".
(3)Toets [Vorige]
Hiermee keert u terug naar het vorige scherm.
(4)"Sorteren"
Hiermee kunt u een methode kiezen voor de weergave
van bestemmingen en het indextype.
Voorbeeld: In het scherm "Adresboek" kunt u schakelen
tussen de schermen met de volgende drie methoden:
• Alfabetisch/Gebruikersindex
• Weergeven per modus
• Oplopend/Aflopend/Nummervolgorde
(5)Selecteervak
Druk op om een lijst met items weer te geven die
kunnen worden geselecteerd. Druk op een item in de lijst
om deze te selecteren.
(6)Tekstvak (numeriek)
Druk op deze toets om een nummer in te voeren.
Nummers worden ingevoerd met behulp van de
cijfertoetsen.
Druk op de toets [WISSEN] () om het nummer te
wissen als u een fout hebt gemaakt.
Vorige
(3)
(4)
1
2
Systeeminstellingen
(5)
Adresbeheer
Adrestype:
(6)
Zoeknummer:
(7)
Adresnaam
(verplicht):
Voorletter (optioneel):
Toetsnaam:
Aangepaste Index:
(8)
Registreer dit adres bij [Veelgebruikt]
E-mailadres
E-mail
Gebr 1
(1-999)
Annuleren
OK
(9)
(10)
(11)
(7)Tekstvak
Druk op dit vak om een tekstinvoerscherm te openen. De
tekst verschijnt in het tekstvak nadat u de tekst in het
invoerscherm hebt ingevoerd. Zie "6.TEKST
INVOEREN" in de Gebruikershandleiding voor informatie
over het invoeren van tekst.
(8)Selectievakje
Elke wanneer u deze toets indrukt schakelt u tussen
en . Druk op het selectievakje zodat een vinkje
verschijnt om de bijbehorende instelling in te schakelen.
Verwijder het vinkje om de instelling uit te schakelen.
Radioknoppen () worden ook gebruikt om de
instellingen op deze manier te selecteren.
(Radioknoppen worden echter gebruikt om een enkel
item uit meerdere te kiezen.)
(9)Toets [Annuleren]
Hiermee annuleert u de instelling en keert u terug naar
het vorige scherm.
(10) Toets [OK]
Druk op deze toets om de huidige instellingen op te
slaan.
(11) Schuifbalk
Gebruik deze balk om het scherm naar beneden en naar
boven te schuiven.
Druk op de balk en sleep deze naar boven of naar
beneden.
U kunt de balk ook slepen met de -toetsen.
7
SYSTEEMINSTELLINGEN
2
(ALGEMEEN)
Dit hoofdstuk beschrijft de systeeminstellingen die kunnen worden geconfigureerd door algemene gebruikers van de
machine.
Systeeminstellingen (Algemeen) openen
Zorg ervoor dat de machine in stand-by staat en druk op
de toets [SYSTEEM INSTELLINGEN] op het
aanraakscherm.
Wanneer u op de toets [SYSTEEM INSTELLINGEN]
drukt, verschijnt het volgende scherm in het
aanraakscherm.
SYSTEEM
INSTELLINGEN
AFDRUKKEN
BEELD
VERZENDEN
OPDRACHT- STATUS
BEGIN
GEREED
DATA
LIJN
DATA
LOGOUT
Systeeminstellingen
BeheerderswachtwVerlaten
Druk op het item dat u wilt configureren. Raadpleeg de
Totaal Aantal
Kopieën
Papierlade-
Instellingen
PrinterToestand
• Druk op de [Verlaten]-toets rechtsboven op het scherm om de Systeeminstellingen af te sluiten.
• Raadpleeg "GEBRUIKERSAUTHENTICATIE" in de Gebruikershandleiding voor te volgen
gebruikersauthenticatieprocedures.
Standaard-
Instellingen
Adresbeheer
Documentarch.
Beheer
Lijst afdrukken
(gebruiker)
Faxdata Ontv/
Doorsturen
Controle
USB-apparaat
volgende pagina's van dit hoofdstuk voor een
gedetailleerde beschrijving van de mogelijke
instellingen.
8
Lijst met Systeeminstellingen (Algemeen)
Wanneer de Systeeminstellingen worden geopend met algemene rechten, verschijnen de onderstaande items.
Raadpleeg "Lijst met Systeeminstellingen (beheerder)" (op pagina 32) voor items die uitsluitend met beheerdersrechten
kunnen worden geopend.
• Afhankelijk van de specificaties van de machine en de geïnstalleerde randapparatuur, kan het mogelijk zijn dat sommige
instellingen niet beschikbaar zijn.
• Raadpleeg "4. SYSTEEMINSTELLINGEN VOOR FAX" (pagina 93) voor informatie over de instellingen met betrekking tot
de faxfunctie.
■ Totale aantal
ItemStandaardinstellingenPagina
■ Totale aantal
● Opdrachttelling–13
● Apparatentelling–13
■ Standaardinstellingen
ItemStandaardinstellingenPagina
■ Standaardinstellingen
● Klok
X Klok aanpassen–
Instelling ZomertijdVarieert afhankelijk van land en regio
X DatumindelingVarieert afhankelijk van land en regio
● Keuze toetsenbordVarieert afhankelijk van land en regio14
■ Lijst afdrukken (gebruiker)
13
14
14
ItemStandaardinstellingenPagina
■ Lijst afdrukken (gebruiker)
● Lijst met alle aangepaste instellingen–
● Testpagina printer–
● Adreslijst Wordt Verzonden–
● Lijst van mappen voor documentarchivering–
9
15
■ Papierlade-Instellingen
ItemStandaardinstellingenPagina
■ Papierlade-Instellingen
● Lade-instellingen
X Papierlade 1Normaal A4 (8-1/2" x 11")
X Papierlade 2Normaal A4 (8-1/2" x 11")
X Papierlade 3
X Papierlade 4
X Papierlade 5*
X HandinvoerNormaal, Auto-AB (Auto-Inch)
X Invoegeenheid*
● Papiersoortregistratie–18
● Automatisch omschakelen van ladenIngeschakeld18
*1 Wanneer er een hoge capaciteitlade is geïnstalleerd.
*2 Wanneer een invoegeenheid is geïnstalleerd.
1
2
Normaal, Auto-AB (Auto-Inch)
MX-LCX2: Normaal A4 (8-1/2" x 11")
MX-LCX3: Normaal, A3 (11" x 17")
Normaal, Auto-AB (Auto-Inch)
■ Adresbeheer
16
16
ItemStandaardinstellingenPagina
■ Adresbeheer
● Adresboek–19
● Aangepaste Index–21
● Programma–21
■ Faxdata Ontv/doorsturen
ItemStandaardinstellingenPagina
■ Faxdata Ontv/ Doorsturen
● I-Faxinstellingen*
X Start ontvangst–
X Handm. Ontvangsttoets op beginschermIngeschakeld
X Doorsturen ontvangen faxdata–
* Wanneer de internetfaxuitbreidingskit is geïnstalleerd.
19
23
23
10
■ Voorwaarde-instellingen
ItemStandaardinstellingenPagina
■ Voorwaarde-instellingen
● Standaard printerinstellingen
X Kopieën1
X AfdrukstandStaand
X Standaard papierformaatA4 (8-1/2"x11")
X Standaard uitvoerladeVarieert afhankelijk van de
configuratie van de machine
X Standaard papiersoortNormaal papier
X Lijndikte5
X 2-zijdige afdruk1-zijdig
X KleurmodusKleur
X N-op-1 afdrukken[1 pagina's op 1 vel]
X Aanpassen aan paginaIngeschakeld
● PCL-instellingen
X PCL-symbolenset instel.PC-8
X PCL-lettertypen instellenIntern lettertype, Courier
24
24
25
X PCL-regeleindecode0.CR=CR:LF=LF:FF=FF
X Wide A4Uitgeschakeld
● PostScript-instelling*
X PS-fouten afdrukkenUitgeschakeld
* Wanneer de PS3-uitbreidingskit is geïnstalleerd.
25
11
■ Beheer Documentarchivering
ItemStandaardinstellingenPagina
■ Beheer Documentarchivering
■ Controle USB-apparaat
ItemStandaardinstellingenPagina
■ Controle USB-apparaat
–
■ Gebruikers-bediening
ItemStandaardinstellingenPagina
■ Gebruikers-bediening*
● Gebruikersinformatie wijzigen–28
* Wanneer gebruikersauthenticatie is geactiveerd en de aangemelde gebruiker niet de autoriteit heeft de systeeminstellingen
(beheerder) (uitgezonderd standaard fabrieksgebruikers) te configureren.
26
27
28
12
Totale aantal
Deze functie geeft de paginatelling in elke modus weer. Druk de toets [Totaal Aantal Kopieën] om de functie de
gebruiken.
Opdrachttelling
Dit geeft het aantal van alle opdrachten weer en drukt dit af.
• A3 (11" x 17") papierformaat wordt als twee bladen geteld.
• Elk blad papier gebruikt voor twee-zijdig kopiëren wordt geteld als twee pagina's (A3(11" x 17") papier wordt geteld als vier
pagina's).
• Een ingevoerd papierformaat van 384 mm (5-1/8") of breder wordt als twee pagina's. (Vier pagina's wanneer twee-zijdig
kopiëren wordt gebruikt.)
• Pagina's direct afgedrukt van de machine zoals lijstafdrukken zijn inbegrepen in de "Overige afdrukken" telling.
• De weergegeven (of afgedrukte) items variëren afhankelijk van de machinespecificaties en geïnstalleerde randapparatuur.
Apparatentelling
Dit wordt gebruikt om het aantal op de machine geïnstalleerde randapparaten weer te geven of af te drukken.
• Origineelinvoer
Elk blad wordt geteld als twee pagina's wanneer twee-zijdig scannen wordt uitgevoerd.
• Nietapparaat (als een zadelsteek afwerkingseenheid of afwerkingseenheid is geïnstalleerd.)
Op twee plaatsen nieten en nieten van ingebonden documenten worden als "2"geteld.
• De weergegeven (of afgedrukte) items variëren afhankelijk van de machinespecificaties en geïnstalleerde randapparatuur.
13
Standaardinstellingen
De standaardinstellingen voor de bediening van de machine kunnen worden geconfigureerd. Druk op de toets
[Standaardinstellingen] en selecteer instellingen.
Klok
Gebruik deze toets om de datum en tijd van de inbouwklok in de machine in te stellen.
Klok aanpassen
Stel de tijd in.
ItemInstellingen
Datum- en tijdinstellingenSelecteer en stel jaar, maand, dag, uur en minuten in.
Instelling Zomertijd
Selecteer of zomertijd al dan niet gebruikt wordt.
Als u wilt dat de klok zich automatisch aanpast aan het begin en einde van de zomertijd, selecteer dan het [Instelling
Zomertijd]-selectievakje . Wanneer deze functie wordt gebruikt, wijzigt de tijd aan het begin en eind van de zomertijd
als aangegeven in de tabel hieronder.
TijdzoneGewone tijd ➞ ZomertijdZomertijd ➞ Gewone tijd
Noord-Amerika, CanandaEerste zondag in april, 2:00 tot 3:00 a.m.Laatste zondag in oktober, 2:00 tot 01:00:00 a.m.
EuropaLaatste zondag maart, 1:00 tot 2:00 a.m.
Australië, Nieuw-ZeelandLaatste zondag in oktober, 2:00 tot 3:00 a.m.Laatste zondag in maart, 3:00 tot 2:00 a.m.
Overige landenSelecteer het [Instelling Zomertijd]-selectievakje, zodat het markeringsteken verschijnt. De
klokinstelling wordt geconfigureerd voor de normale tijd plus één uur. Wanneer de
geselecteerd is, keert de tijd terug naar de normale tijd.
Laatste zondag in oktober, 01:00:00 tot 00:00:00 a.m.
Datumindeling
Het formaat dat wordt gebruikt voor het afdrukken van de datum op lijsten en andere uitvoer kan worden gewijzigd.
ItemInstellingen
IndelingDe weergavevolgorde instellen van jaar, maand en dag (JJJJ/MM/DD).
ScheidingstekenSelecteer één van de drie symbolen of een blanco ruimte als scheidingsteken in de datum.
Dag-Naam PositieSelecteer of de naam van de dag voor of na de datum verschijnt.
TijdweergaveSelecteer 12-uurs weergave of 24-uurs weergave voor de tijd.
Als "Klokinstelling deactiveren" (pagina 59) " is geactiveerd in de systeeminstellingen (beheerder), kunnen datum en tijd niet
worden ingesteld.
Keuze toetsenbord
De indeling van het toetsenbord dat in tekstinvoerschermen verschijnt kan worden gewijzigd.
De volgende selecties zijn mogelijk:
Engels (US)Engels (UK)FransDuits
14
Lijst afdrukken (gebruiker)
Lijsten die in de machine opgeslagen instellingen en informatie bevatten kunnen worden afgedrukt. Druk op de [Lijst
afdrukken (gebruiker)]-toets en selecteer de instellingen.
LijstnaamBeschrijving
Lijst met alle aangepaste instellingen
Testpagina printer
Adreslijst Wordt Verzonden
Lijst van mappen voor
documentarchivering
• De beschikbare items hangen af van de functies die op de machines zijn geïnstalleerd.
•Als "Testpagina Niet Afdrukken" (pagina 70) " is geactiveerd in de systeeminstellingen (beheerder), is het niet mogelijk een
testpagina af te drukken.
Deze lijst bevat de hardwarestatus, softwarestatus, voorwaarde-instellingen,
systeeminstellingen en totale aantallen.
Dit wordt gebruikt om de Lijst PCL-symbolenset, verschillende lettertypelijsten en de
NIC-pagina (netwerk interface instellingen, etc..).
• Lijst PCL-symbolenset.
• Lijst PCL interne lettertypes
• Option font list
• PS lettertypelijst
• Lijst PS uitgebreide lettertypes
•NIC-pagina
Lijsten kunnen van verschillende in de machine opgeslagen adressen worden
afgedrukt.
• Individuele Lijst
• Groepslijst
• Programmalijst
• Geheugenvaklijst
• Alles verzend. Adreslijst
Dit geeft de mapnamen voor documentarchivering weer.
15
Papierlade-Instellingen
Papierlade en papiersoortinstellingen worden in dit gedeelte behandeld. Druk op de [Papierlade-instellingen]-toets om
de instellingen te configureren.
Lade-instellingen
Deze instellingen bepalen papiersoort, papierformaat en functies die voor iedere papierlade gelden.
Als er op de toets [Lade-instellingen] wordt gedrukt, verschijnt een lijst met de laden en huidige instellingen.
Systeeminstellingen
Papiercassette 1
Vaste Papierzijde
Papiercassette 2
Vaste Papierzijde
Kopieren
Type
Formaat
Duplex Uitschakelen
Type
Formaat
Afdrukken
Normaal papier
A4
Nieten Uitschakelen
I-FaxFaxenAfdrukkenKopieren
Normaal papier
A4
Nieten UitschakelenDuplex Uitschakelen
I-FaxFaxen
Perforeren Uitschakelen
Doc.opslag
Wijzigen
Perforeren Uitschakelen
Doc.opslag
Vorige
Wijzigen
Instellingen van elke lade
Druk op de toets [Wijzigen] in het scherm boven om de instellingen te wijzigen.
U kunt de volgende instellingen configureren:
ItemBeschrijving
Selecteer de papiersoort die in de lade is geplaatst.
De papiersoorten die kunnen worden geselecteerd verschillen per papierlade.
Soort
Raadpleeg "Lade-instellingen" (pagina 17) voor meer informatie.
Raadpleeg "Papiersoortregistratie" (pagina 18) als u een nieuwe papiersoort wilt
opslaan.
1
4
Selecteer het gewenste papierformaat uit de lijst. De papierformaten die kunnen
worden geselecteerd verschillen per papierlade. De keuze aan formaten is mogelijk
ook beperkt door de boven geselecteerde papiersoort. Raadpleeg
Formaat
"Lade-instellingen" (pagina 17) voor meer informatie.
Als het gewenste formaat niet in de lijst verschijnt, selecteert u [Aangepast formaat]
en voert direct het formaat (alleen voor lade 3 en de handinvoerlade) in. Raadpleeg
"Lade-instellingen" (pagina 17) voor meer informatie.
Selecteer de modi die kunnen worden gebruikt. Als u een bepaalde functie niet wilt
Bezig met invoeren van goedgekeurde
opdracht
gebruiken voor de geselecteerde lade, schakelt u deze uit.
Als het "Type" geen normaal , gerecycleerd, gekleurd papier is of een
gebruikerssoort is, kunnen [Fax] en [Internetfax] niet worden geselecteerd.
• Als het hier opgegeven papierformaat verschilt van het papierformaat dat in de lade is geplaatst kan er zich een probleem
voerdoen of kan papier vastlopen tijdens het afdrukken.
Raadpleeg "Gebruikershandleiding" als u het papierformaat in een lade wilt wijzigen.
• Papiereigenschappen zoals "Vaste zijde van papier" worden automatisch ingesteld als de papiersoort wordt geselecteerd.
De papierlade-eigenschappen kunnen in dit scherm niet worden gewijzigd.
•Als "Lade-instellingen uitschakelen" (pagina 64) " is geactiveerd in de systeeminstellingen (beheerder), kunnen de
lade-instellingen (behalve voor de handinvoerlade) niet worden geconfigureerd.
16
Lade-instellingen
PapierladePapiersoortFormaat
Papierlade 1
Papierlade 2
Papierlade 3
Papierlade 4
Papierlade 5
(Wanneer er een hoge
capaciteitlade is
geïnstalleerd)
Naast de papiersoorten
van lades 1 en 2, zwaar
papier 1*
EtikettenAuto-AB (A4, A4R, B5, B5R), Auto-Inch (8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R),
TransparantenAuto-AB (A4, A4R), Auto-Inch (8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R)
TabpapierAuto-AB (A4), Auto-Inch (8-1/2" x 11")
Naast de papiersoorten
van lades 1 en 2, zwaar
papier 1*
A4, B5, 8-1/2" x 11" (Wijzigen van papierformaat naar of van B5-formaat
kan alleen worden uitgevoerd door een servicemonteur.)
A4, 8-1/2" x 11"
Auto-AB (A3W, A3, B4, A4, A4R, A5R, B5, B5R, 8-1/2" x 13"), Auto-Inch
(12" x 18", 11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R,
7-1/4" x 10-1/2"R, 5-1/2" x 8-1/2"R), Aangepast formaat-AB, Aangepast
formaat-Inch, 8K, 16K, 16KR
Aangepast formaat
Auto-AB (A3W, A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, 8-1/2" x 13"), Auto-Inch
(12" x 18", 11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R, 7-1/4" x
10-1/2"R), 8K, 16K, 16KR
MX-LCX2
A4, B5, 8-1/2" x 11" (Wijzigen van papierformaat moet worden uitgevoerd
door een servicemonteur)
MX-LCX3
A3W, A3, B4, A4, A4R, B5, 216 mm x 330 mm (8-1/2" x 13"), 12" x 18",
11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R
Handinvoer
Invoegeenheid
(Wanneer een
invoegeenheid is
geïnstalleerd)
Naast de papiersoorten
van lades 1 en 2, dun
papier
Zwaar papier 1*,
Zwaar papier 2*,
EtikettenAuto-AB (A4, A4R, B5, B5R), Auto-Inch (8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R),
TransparantenAuto-AB (A4, A4R), Auto-Inch (8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R)
TransparantenAuto-AB (A4, A4R), Auto-Inch (8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R)
TabpapierAuto-AB (A4), Auto-Inch (8-1/2" x 11")
Auto-AB (A3W, A3, A4, A4R, A5R, B4, B5, B5R, 11" x 17",
216 mm x 330 mm (8-1/2" x 13"), 8-1/2" x 11"), Auto-Inch (12" x 18",
11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R, 7-1/4" x 10-1/2"R,
5-1/2" x 8-1/2"R, A3, A4, B4, B5), 8K, 16K, 16KR, aangepast formaat
Aangepast formaat
Auto-AB (A3W, A3, A4, A4R, A5R, B4, B5, B5R, 11" x 17", 8-1/2" x 13"),
Auto-Inch (12" x 18", 11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R,
7-1/4" x 10-1/2", 5-1/2" x 8-1/2"R), 8K, 16K, 16KR
Sla een papiersoort op als de gewenste papiersoort niet verschijnt in de selectie of als u een nieuwe set
papiereigenschappen wilt aanmaken.
Er kunnen max. 7 programma's worden opgeslagen.
ItemBeschrijving
Typenaam
Vaste zijde van papierActiveer deze instelling als papier met een voor- en achterzijde wordt gebruikt.
Duplex uitschakelen
Nieten uitschakelenActiveer deze instelling als papier wordt gebruikt dat niet kan worden geniet.
Perforeren uitschakelenActiveer deze instelling als papier wordt gebruikt dat niet kan worden geperforeerd.
Welke instellingen u kunt selecteren varieert afhankelijk van de geïnstalleerde randapparatuur.
Een willekeurige naam opslaan.
De standaard fabrieksnamen zijn "Gebr. soort 1" - "Gebr. soort 7".
Activeer deze instelling als papier geladen is dat niet kan worden gebruikt voor
twee-zijdig afdrukken.
Automatisch omschakelen van laden
Als het papier uit een lade op raakt tijdens het afdrukken, bepaalt dit of een andere lade met hetzelfde papierformaat en
dezelfde papiersoort automatisch geselecteerd wordt en het afdrukken doorgaat.
18
Adresbeheer
Adresbeheer wordt gebruikt om sneltoetsen, groepstoetsen, programmatoetsen en aangepaste indexen op te slaan, te
bewerken en te wissen. Druk op de toets [Adresbeheer] en configureer de instellingen.
• Welke instellingen u kunt selecteren varieert afhankelijk van de geïnstalleerde randapparatuur.
• Raadpleeg "4. SYSTEEMINSTELLINGEN VOOR FAX" (pagina 93) voor informatie over de instellingen met betrekking tot
de faxfunctie.
Adresboek
Bestemmingen kunnen worden opgeslagen in het adresboek om eenvoudig te worden opgeroepen.
Als op de toets [Adresboek] wordt gedrukt, verschijnt het volgende scherm.
Adresboek
Sorteren
ABCAlleOmh.
Freq.ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ
Freq.
AAA AAA
AAA AAA
CCC CCC
CCC CCC
EEE EEE
EEE EEE
GGG GGG
GGG GGG
III III
III III
• Toets [Toevoegen]
Gebruik deze toets om een nieuw adres toe te
voegen.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ
BBB BBB
DDD DDD
FFF FFF
HHH HHH
JJJ JJJ
• Lijstweergave
Hiermee wordt een lijst van de opgeslagen adressen
weergegeven. U kunt een adres selecteren om het
Vorige
Toevoegen
1
2
scherm voor bewerking of verwijdering voor dit adres
te openen.
Adressen opslaan
Druk op de toets [Toevoegen] in het scherm boven om de instellingen op te slaan. Er kunnen 999 adressen worden
geprogrammeerd.
Raadpleeg "Instellingen" (pagina 20) voor meer informatie.
• Wanneer "Reg. van bestemming via bedieningspaneel uitschak." (pagina 74) in de systeeminstellingen (beheerder) is
ingeschakeld voor een functie, kunnen er geen adressen worden opgeslagen voor die functie.
• Opslaan van adressen voor scannen naar FTP, scannen naar Netwerkmap en scannen naar Desktop...
Sla scannen naar FTP en scannen naar Netwerk adressen op in de webpagina's. Sla scannen naar Desktop adressen op
met Network Scanner Tool. Een gecombineerd maximum van 200 adressen kan worden opgeslagen voor deze drie
scanmethodes.
Adressen wijzigen en wissen
U kunt een adres selecteren op het weergegeven scherm om een scherm voor bewerking of verwijdering dit adres te
openen.
Raadpleeg "Instellingen" (pagina 20) voor meer informatie.
Een adres wissen met de toets [Wissen].
Als u geen afzonderlijke (one-touch) toets of groeptoets kunt bewerken of wissen.
•
Als de afzonderlijke toets of groepstoets die u probeert te bewerken of te wissen wordt gebruikt in een gereserveerde
verzending (inclusief een timerverzending) of in een verzending in uitvoering, moet u wachten tot de verzending voltooid is
of de verzending annuleren.
• Als de afzonderlijke toets of groepstoets die u probeert te bewerken of te wissen deel uitmaakt van een groepstoets of
programma, wist u de toets van groep of programma en bewerkt of wist daarna de toets.
• Als uw beheerder "Instelling standaard adres" (pagina 77) of "Instelling voor inkomende routing" /
"Documentbeheerfunctie" (in de webpagina's) heeft geactiveerd, is bewerken en wissen niet mogelijk. Verwijder de toets
van de instellingen boven en bewerk en wis de toets daarna.
19
Instellingen
ItemBeschrijving
In alle functies opgeslagen items
Selecteer het adrestype dat in het adresboek moet worden opgeslagen.
• E-mail:Een e-mailadres met een sneltoets opslaan.
Adrestype
Zoeknummer
AdresnaamVoer een naam voor de adresnaam in (maximaal 36 tekens).
• Internetfax: Een Internetfaxadres met een sneltoets opslaan.
• Fax:Een faxnummer met een sneltoets opslaan.
• Groep: Een groep met meerdere adressen opslaan voor een
distributieverzending.
Stel een zoeknummer in. Het laagst beschikbare nummer wordt automatisch
ingevoerd. Om een nummer te wijzigen, voert u een nummer één van 001 tot 999. Een
zoeknummer dat al is opgeslagen kan niet worden gebruikt.
Eerste letter
Toetsnaam
Aangepaste IndexSelecteer de aangepaste index waarin het adres verschijnt.
Registreer het Adres dat moet worden
toegevoegd aan de index
[Veelgebruikt].
Items die verschijnen als er een e-mailadres wordt opgeslagen
E-mailadresVoer een e-mailadres in (max. 64 tekens).
Bestandindeling
Items die verschijnen als er een Internetfaxadres wordt opgeslagen
I-FaxadresVoer een Internetfaxadres in (max. 64 tekens).
U kunt maximaal 5 karakters voor de initialen invoeren. De eerste letters die u hier
invoert bepalen de positie van de sneltoets in de alfabetische index.
Voer de naam in die u wilt laten verschijnen in het adresboek (deze verschilt van de
adresnaam).
Veelvuldig gebruikte adressen kunnen worden opgeslagen in de index [Veelgebruikt].
Geef de indeling van het te genereren bestand en de compressiemodus voor de
zwart-wit- en kleurmodus.
• Bestandtype:Stel de indeling van het te genereren
bestand in.
• Compressiemodus (zwart-wit):Selecteer de compressiemodus voor
zwart-witverzending.
• Compressiefactor (kleur/grijstinten):Selecteer decompressiefactor voor
kleur-/grijstintenverzending.
CompressiemodusSelecteer de compressiewijze voor verzending.
Verzoek Internetfaxontvangstrapport
Items die verschijnen wanneer er een groep wordt opgeslagen
Adres
Adresoverzicht
Directe Invoer
Selecteer of u een ontvangstrapport per e-mail wilt ontvangen nadat de verzending is
voltooid.
Selecteer adressen van het adresboek voor opslag in de groep. Er kunnen 500
adressen worden opgeslagen.
Hiermee wordt een lijst van de geselecteerde adressen weergegeven. Indien nodig
kunt u adressen uit deze lijst verwijderen.
Een adres dat nog niet is ingevoerd in het adresboek kan rechtstreeks worden
ingevoerd. Voer het adres op dezelfde manier in als het opslaan van een adres voor
een functie. Let op: als een Internetfaxadres direct wordt ingevoerd, kunnen
compressiemodus en ontvangstrapport niet geselecteerd worden.
20
Aangepaste Index
De naam van een aangepaste index kan voor groter gebruikersgemak worden gewijzigd.
Wis de vooraf ingevoerde naam en voer een nieuwe naam in (maximaal 6 tekens).
De standaardnamen voor de aangepaste indexen zijn "Gebr 1" tot "Gebr 6".
Programma
Als u regelmatig dezelfde instellingen en/of functies gebruikt voor dezelfde bestemming of bestemmingen, kunt u deze
instellingen en bestemmingen opslaan en een programma. Zo kunt u de instellingen en bestemmingen die u wilt
selecteren eenvoudig openen via dit programma.
Als op de toets [Programma] wordt gedrukt, verschijnt het volgende scherm.
Systeeminstellingen
Programma
Vorige
Toevoegen
Programma 1
Programma 3
Programma 5
Programma 7
Programma 9
Programma 11
• Toets [Toevoegen]
Gebruik deze toets om een nieuw programma toe te
voegen.
Programma 2
Programma 2
Programma 4
Programma 4
Programma 6
Programma 6
Programma 8
Programma 8
Programma 10
Programma 10
Programma 12
Programma 12
• Lijstweergave
Hiermee wordt een lijst van de opgeslagen
programma's weergegeven. U kunt een programma
selecteren om het scherm voor bewerking of
verwijdering voor dit programma te openen.
Een Programma Opslaan
Druk op de toets [Toevoegen] op het weergegeven scherm om het registratiescherm weer te geven. Er kunnen 48
programma's worden opgeslagen.
Raadpleeg "Instellingen" (pagina 22) voor meer informatie.
• Instellingen voor timer kunnen niet in het programma worden opgenomen.
• Er moet ten minste een one-touch-toets worden gespecificeerd in een programma, anders kan het programma niet worden
opgeslagen.
Programma's wijzigen en wissen
U kunt een programma selecteren op het weergegeven scherm om een scherm voor bewerking of verwijdering voor dit
programma te openen.
Raadpleeg "Instellingen" (pagina 22) voor meer informatie.
Verwijder een programma met behulp van de toets [Wissen].
21
Instellingen
ItemBeschrijving
Stel het aan het programma toe te wijzen nummer in. Het laagst beschikbare
Programmanummer
ProgrammanaamVoer een naam voor de programmanaam in (maximaal 36 tekens).
Adres
Het scherm van het AdresboekHiermee wordt een lijst van de opgeslagen adressen weergegeven.
nummer wordt automatisch ingevoerd. Om een nummer te wijzigen, voert u een
nummer één van 01 tot 48. Een nummer dat al is opgeslagen kan niet worden
gebruikt.
Selecteer het/de in het programma te gebruiken adres(sen) van het adresboek. Er
kunnen 500 bestemmingen in één programma worden opgeslagen. (Als een
scannen naar netwerkmap bestemming wordt geselecteerd, kan slechts één
bestemming worden opgeslagen.)
Adresoverzicht
Instelling Adresmodus
Modusinstellingen
Hiermee wordt een lijst van de geselecteerde adressen weergegeven. Indien nodig
kunt u adressen uit deze lijst verwijderen.
Selecteer de modus waarin het adres wordt gebruikt (Internetfax, scan, etc.)
Wanneer er een modus wordt geselecteerd, verschijnen de instellingen voor deze
modus.
Vaak gebruikte instellingen kunnen op dezelfde manier worden opgeslagen als
wanneer zij voor een modus worden geselecteerd. Raadpleeg de handleidingen van
elke modus voor meer informatie.
22
Faxdata Ontv/ Doorsturen
In dit gedeelte worden de instellingen voor ontvangst en doorsturen uitgelegd. Druk op de [Faxdata
Ontv/doorsturen]-toets en configureer de instellingen.
Raadpleeg "4. SYSTEEMINSTELLINGEN VOOR FAX" (pagina 93) voor informatie over de instellingen met betrekking tot de
faxfunctie.
I-Faxinstellingen
Deze instellingen kunnen worden geconfigureerd wanneer de internetfaxuitbreidingskit is geïnstalleerd.
Start ontvangst
De machine maakt een verbinding met uw mailserver (POP3-server) en controleert of er Internetfaxen binnen zijn
gekomen. Als u Internetfaxen hebt ontvangen, worden de faxen opgeroepen en afgedrukt.
POP3 serverinstellingen moeten zijn geconfigureerd om deze functie te gebruiken. Configureer deze instellingen in het
scherm dat verschijnt als [Toepassingsinstellingen] - [Internetfaxinstellingen] in het webpaginamenu wordt geselecteerd.
Handm. Ontvangsttoets op beginscherm
Dit geeft de toets [Handmatige i-faxontvangst] in het basisscherm van Internetfaxmodus.
Ontvangen gegevens doorsturen
Wanneer de machine niet kan afdrukken omdat er geen papier of inkt meer aanwezig is, kunnen ontvangen faxen
worden doorgestuurd naar een andere Internetfaxmachine.
•Zie "Adres voor doorsturen gegevens instellen" (pagina 80) in de systeeminstellingen (beheerder) om een adres voor
doorsturen op te slaan.
• Als het doorsturen is mislukt, omdat de verzending werd geannuleerd of er een communicatiefout is opgetreden, keren de
door te sturen faxen terug naar de afdrukwachtrij op de machine.
• Als de eerste pagina's van een fax succesvol afgedrukt zijn, worden alleen de pagina's die niet zijn afgedrukt,
doorgestuurd.
• Doorsturen is niet mogelijk als er geen faxen werden ontvangen of als er geen adres voor doorsturen is geprogrammeerd.
• Wanneer "Instelling vasthouden ontvangen afdrukgegevens" (pagina 74) is ingeschakeld, wordt u gevraagd een
wachtwoord in te voeren. Voer een correct wachtwoord in met het numerieke toetsenbord.
Het doorsturen annuleren...
Druk op de toets [OPDRACHT STATUS] en annuleer daarna de doorstuuropdracht op dezelfde manier als een
verzendopdracht.
23
Voorwaarde-instellingen
De voorwaarde-instellingen worden gebruikt om de basisprinterinstellingen en de instellingen voor het afdrukken van
een DOS-applicatie te configureren. Druk op de toets [Voorwaarde-instellingen] om de instellingen te configureren.
Standaard printerinstellingen
De standaard instellingen worden gebruikt om geavanceerde afdrukvoorwaarden voor het afdrukken in een omgeving
waar de printerdriver niet wordt gebruikt (zoals afdrukken van MS-DOS of van een computer waarop de meegeleverde
printerdriver niet is geïnstalleerd).
Wanneer afgedrukt wordt met een printerdriver hebben de instellingen van de printerdriver voorrang op de
voorwaarde-instellingen.
A3, B4, A4, B5, A5, 11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 13", 8-1/2" x 11", 7-1/4" x 10-1/2",
5-1/2" x 8-1/2", 8k, 16k
• Middelste lade
• Bovenste afwerklade / Onderste afwerklade*
• Rechterlade
0-9
•1-zijdig
• 2-zijdig (boek)
• 2-zijdig (schrijfblok)
•Kleur
• Zwart-wit
• [1 pagina's op 1 vel]
• [2 pagina's op 1 vel]
• [4 pagina's op 1 vel]
• (Passend Maken gebruiken)
• (Passend Maken niet gebruiken)
1
*1 Als een zadelsteek afwerkingseenheid of afwerkingeenheid is geïnstalleerd.
*2 Deze instelling wordt gebruikt om de lijnbreedte van de vectorgrafieken (alleen zwart-wit afdrukken) aan te passen.
Uitgezonderd voor CAD en andere speciale gebruikssituaties is het normaal niet nodig deze instelling te wijzigen.
Informatie over de selecties treft u aan in "Selecties voor de lijndikte-instelling" (pagina 25).
*3 Papierformaten die kunnen worden gebruikt met deze functie zijn A3, B4, A4, 11" x 17", 8-1/2" x 14", en 8-1/2" x 11".
(Deze functie kan bij sommige afdrukmethodes niet werken.)
*4 Ze werken allen bij het afdrukken van PDF, JPEG en TIFF bestanden.
24
Selecties voor de lijndikte-instelling
Selectie0123456789
Percentage
Minimum
lijnbreedte*
50%75%90%95%100%105%110%125%150%
* Alle lijnen hebben de minimum lijnbreedte.
PCL-instellingen
Dit wordt gebruikt om symbolensets, lettertypes en regeleindecode, gebruikt in een PCL-omgeving, in te stellen.
Instellingen
ItemBeschrijvingSelecties
PCL-symbolenset instel.
PCL-lettertypen instellen
PCL-regeleindecode
Geef de symbolenset op die wordt
gebruikt voor het afdrukken.
Gebruik dit om het lettertype te
selecteren dat wordt gebruikt voor
afdrukken.
Deze instelling wordt gebruikt om
te selecteren hoe de printer
reageert wanneer een
regeleindeopdracht wordt
ontvangen.
Selecteer uit 35 items.
• Intern lettertype
• Extern lettertype
(Lijst van interne lettertypes als uitgebreide
lettertypes niet zijn geïnstalleerd.)
• 0.CR=CR; LF=LF; FF=FF
• 1.CR=CR+LF; LF=LF;FF=FF
• 2.CR=CR; LF=CR+LF; FF=CR+FF
• 3.CR=CR+LF; LF=CR+LF; FF=CR+FF
Wide A4
Als dit wordt geactiveerd, kunnen
er 80 tekens per regel worden
afgedrukt op A4 papier met een
lettertype van 10-pitch. (Als deze
instelling wordt uitgeschakeld
kunnen er max. 78 tekens per
regel worden afgedrukt.)
• (Geactiveerd)
• (Uitgeschakeld)
PostScript-instelling
Als er een PS (PostScript) fout optreedt tijdens PostScript-afdrukken, bepaalt deze instelling of er al dan niet een
foutbericht wordt afgedrukt.
Deze instelling kan worden geconfigureerd wanneer de PS3-uitbreidingskit is geïnstalleerd.
25
Beheer Documentarchivering
Beheer documentarchivering wordt gebruikt om aangepaste mappen voor documentarchivering te maken, bewerken,
en wissen. Druk op de toets [Beheer Documentarchivering] en configureer de instellingen.
Als u op de toets [Beheer Documentarchivering] drukt, verschijnt het onderstaande scherm.
Mappenlijst
Sorteren
Omh.
Alle mappenABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ
Gebr 1
Gebr 3
Gebr 5
Gebr 7
Gebr 9
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ
• Toets [Toevoegen]
Gebruik deze toets om een nieuwe aangepaste map
toe te voegen.
Gebr 2
Gebr 4
Gebr 6
Gebr 8
Gebr 10
• Lijstweergave
Hiermee wordt een lijst van de huidige
geconfigureerde aangepaste mappen weergegeven.
Vorige
Toevoegen
1
2
U kunt een map selecteren om het scherm voor
bewerking of verwijdering voor deze map te openen.
Een aangepaste map maken.
Druk op de toets [Toevoegen] op het weergegeven scherm om het registratiescherm weer te geven. U kunt maximaal
500 aangepaste mappen aanmaken.
Raadpleeg "Instellingen" (pagina 27) voor meer informatie.
Een aangepaste map bewerken/wissen
U kunt een aangepaste map selecteren op het weergegeven scherm om een scherm voor bewerking of verwijdering van
het map te openen.
Raadpleeg "Instellingen" (pagina 27) voor meer informatie.
Verwijder een map met behulp van de toets [Wissen].
• Als de map een wachtwoord heeft, moet het correcte wachtwoord worden ingevoerd voordat een bestand kan worden
verwijderd.
• Een map die bestanden bevat kan niet worden verwijderd. Verplaats de bestanden naar een andere map of verwijder ze
voordat u de map verwijdert.
26
Instellingen
ItemBeschrijving
Mapnaam
Voorletter van map
Wachtwoord van map
Selecteer gebruikersnaamSelecteer de gewenste gebruikersnaam van de gebruikerslijst
Voer een naam in (maximum 28 tekens) voor de te maken aangepaste map. Er kan
geen naam worden opgeslagen als deze al gebruikt wordt voor een andere map.
U kunt maximaal 5 karakters voor de initialen invoeren. De eerste letters die u hier
invoert bepalen de positie van de sneltoets in de alfabetische index.
Het wachtwoord voor de map kan worden ingesteld door het gewenste nummer (5
tot 8 tekens) in te voeren.
Controle USB-apparaat
Hiermee wordt de aansluiting van een USB-apparaat, dat is verbonden met de machine, getest. Druk op de toets
[Controle USB-apparaat] voor het gebruik van deze functie.
De status van een USB-apparaat dat niet compatibel is met de machine verschijnt niet.
27
Gebruikers-bediening
In dit gedeelte worden de instellingen voor gebruikers-bediening uitgelegd. Druk op de toets [Gebruikers-bediening] en
configureer de instellingen.
• Instellingen voor gebruikers-bediening kunnen alleen worden geconfigureerd als "Gebruikersauthenticatie-instelling"
(pagina 46) is geactiveerd.
• Afhankelijk van de ingelogde gebruiker, kan het onmogelijk zijn de instellingen hieronder te gebruiken.
Gebruikersinformatie wijzigen
De informatie van de op dit moment ingelogde gebruiker kan worden bewerkt.
Instellingen
ItemBeschrijving
Bewerk de naam van de gebruiker (maximaal 32 tekens). Deze gebruikersnaam
Gebruikersnaam
wordt gebruikt als toetsnaam in het loginscherm, als gebruikersnaam voor
documentarchivering en als verzendernaam. (De gebruikersnaam moet uniek zijn.)
Eerste letter
Index
GebruikersnummerDit kan niet worden bewerkt.
LoginnaamDit kan niet worden bewerkt.
Wachtwoord
E-mailadresDit kan niet worden bewerkt.
Mijn mapDit kan niet worden bewerkt.
Authenticatie-instellingenDit kan niet worden bewerkt.
PaginalimietgroepDit kan niet worden bewerkt.
AutoriteitsgroepDit kan niet worden bewerkt.
Favoriete bedieningsgroep
Bewerk de initialen (max. 5 tekens). De initialen bepalen waar de gebruikersnaam
verschijnt in de gebruikersnaamlijst.
Selecteer de gewenste aangepaste index. De aangepaste indexnamen zijn dezelfde
namen als in het adresboek.
Voer het wachtwoord gebruikt voor gebruikersauthenticatie in met behulp van
loginnaam en wachtwoord (1 tot 32 tekens). (Het wachtwoord kan worden
overgeslagen.)
De favoriete bedieningsgroep die wordt toegepast tijdens de login.
Controleer met uw beheerder de instellingen van de Favoriete bedieningsgroepen.
De items die verschijnen verschillen afhankelijk van de gebruikersauthenticatiemethode die is geactiveerd.
28
SYSTEEMINSTELLINGEN
(1)(2)
3
In dit hoofdstuk worden de systeeminstellingen beschreven die door de beheerder van de machine worden
geconfigureerd.
(BEHEERDER)
Systeeminstellingen (beheerder) openen
De beheerder moet de onderstaande procedure volgen om zich aan te melden en de Systeeminstellingen (beheerder)
te openen.
Wanneer Gebruikersauthenticatie niet is ingeschakeld
Volg de onderstaande inlogprocedure wanneer de functie "Gebruikersauthenticatie-instelling" (pagina 46) niet is
ingeschakeld.
Druk op de [Beheerderswachtw]-toets.
1
Systeeminstellingen
Totaal Aantal
Kopieën
Papierlade-
Instellingen
PrinterToestand
Standaard-
Instellingen
Adresbeheer
Documentarch.
Beheer
Beheerderswachtw
Lijst afdrukken
(gebruiker)
Faxdata Ontv/
Doorsturen
Controle
USB-apparaat
Verlaten
Systeeminstellingen
Beheerderswachtwoord
Voer het beheerderswachtwoord in (5 tot 32 tekens).
Wachtwoord
AnnulerenOK
2
Hiermee is de inlogprocedure van de beheerder voltooid. U kunt nu de Systeeminstellingen (beheerder) gebruiken.
• Gebruikersauthenticatie is standaard uitgeschakeld (standaardinstelling).
• Procedure voor het afmelden...
Druk op [Afmelden] in de rechterbovenhoek van het scherm. U kunt ook op de [Verlaten]-toets drukken om de
systeeminstellingen te verlaten.
(Wanneer de functie Automatisch wissen wordt ingeschakeld, wordt u automatisch afgemeld.)
Log in.
(1) Druk op het tekstvak [Wachtwoord] en voer
het beheerder-wachtwoord in.
(2) Druk op [OK].
29
Wanneer Gebruikersauthenticatie is ingeschakeld
Volg de onderstaande inlogprocedure wanneer de functie "Gebruikersauthenticatie-instelling" (pagina 46) is
ingeschakeld.
Wanneer de functie automatische login is ingeschakeld, zal het loginscherm niet verschijnen.
Gebruikersauthenticatie via inloggen met gebruikersnaam en wachtwoord
(en e-mailadres)
De inlogprocedure van de beheerder wordt uitgevoerd via het gebruikerselectiescherm. Zie
"GEBRUIKERSAUTHENTICATIE" in de Gebruikershandleiding voor informatie over gebruikersauthenticatieprocedures.
1
2
Gebruikersselectie apparaataccountmodus
12 186
Aanm. beheer.
Directe Invoer
ABC
Gebruik.
Gebruikersauthenticatie
Gebruikersnaam
Gebruik.Naam
Wachtwoord
Auth. om:
Naam 1
Naam 3
Naam 5
Naam 7
Naam 9
Naam 11
Alle Gebr.
Beheerder
Lokaal aanmelden
ABCDEFGHIJKLMNOPQRST UVWXYZ
(1)
Naam 2
Naam 4
Naam 6
Naam 8
Naam 10
Naam 12
Vorige
OK
(2)
Druk op de toets [Aanm. beheer.].
1
2
Log in.
(1) Druk op de toets [Wachtwoord].
Voer het wachtwoord van de beheerder in het
invoerscherm voor het wachtwoord in.
(2) Druk op [OK].
• Wanneer de authenticatie plaatsvindt via gebruikersnaam/wachtwoord/e-mailadres, verschijnt de toets
[E-mailadres] onder de "Gebruikersnaam".
• Zie voor het standaard fabriekswachtwoord "STANDAARD FABRIEKSWACHTWOORDEN" in de
Veiligheidshandleiding.
• Hiermee is de inlogprocedure van de beheerder voltooid. U kunt nu de Systeeminstellingen (beheerder) gebruiken.
30
Loading...
+ 77 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.