Samsung DV150F, DV151F, DV155F User Guide [nl]

Gebruiksaanwijzing
DV150F/DV151F/DV155F
Klik op een onderwerp
Algemene problemen oplossen
Basisfuncties Uitgebreide functies Opnameopties
Afspelen/bewerken Draadloos netwerk Instellingen
Bijlagen Index
In deze gebruiksaanwijzing vindt u uitgebreide aanwijzingen voor het gebruik van uw camera. Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door.

Informatie over gezondheid en veiligheid

Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de camera optimaal werkt.
Waarschuwing—situaties die bij u of anderen letsel kunnen veroorzaken
Haal de camera niet uit elkaar en probeer de camera niet te repareren.
Dit kan een schok veroorzaken of de camera beschadigen.
Gebruik de camera niet dichtbij ontvlambare of explosieve gassen en vloeistoen.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Plaats geen ontvlambare materialen in de camera en bewaar dergelijke materialen niet in de buurt van de camera.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Raak de camera niet met natte handen aan.
Dit kan een schok veroorzaken.
Voorkom oogletsel bij het nemen van foto's.
Gebruik de itser van de camera niet vlakbij (op minder dan 1 m afstand van) de ogen van mensen of dieren. Als u de itser dicht bij de ogen van het onderwerp gebruikt, kunt u tijdelijke of permanente schade aan het gezichtsvermogen veroorzaken.
Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren.
Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en accessoires buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Kleine onderdelen vormen verstikkingsgevaar of kunnen schadelijk zijn wanneer deze worden ingeslikt. Bewegende onderdelen en accessoires kunnen ook fysiek gevaar opleveren.
Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of hoge temperaturen bloot.
Langdurige blootstelling aan zonlicht of extreme temperaturen kan permanente schade aan interne onderdelen van het toestel veroorzaken.
1
Informatie over gezondheid en veiligheid
Voorkom dat de camera of oplader wordt bedekt door kleden of kleding.
Dit kan oververhitting van de camera of brand veroorzaken.
Gebruik het netsnoer en de oplader niet tijdens een onweersbui.
Dit kan een elektrische schok veroorzaken.
Als er vloeistoen of vreemde voorwerpen in de camera komen, moet u meteen alle voedingsbronnen, zoals de batterij of oplader, loskoppelen en vervolgens contact opnemen met een servicecenter van Samsung.
Houd u aan alle regelgeving die het gebruik van camera's in bepaalde omgevingen beperkt.
Voorkom storing met andere elektronische apparatuur.
Schakel de camera uit voordat u aan boord van een vliegtuig gaat. De camera kan storing in de apparatuur van het vliegtuig veroorzaken. Houd u aan alle voorschriften van de luchtvaartmaatschappij en zet de camera uit als dit door het vliegtuigpersoneel wordt gevraagd.
Schakel de camera uit in de nabijheid van medische apparatuur. De camera kan storing veroorzaken in medische apparaten in ziekenhuizen of zorginstellingen. Volg alle voorschriften, waarschuwingsmededelingen en aanwijzingen van medisch personeel.
Vermijd storing van pacemakers.
Zorg ervoor dat deze camera uit de buurt blijft van alle pacemakers om mogelijke storing te voorkomen, zoals aanbevolen door de fabrikant en onderzoeken. Als u vermoedt dat de camera storing veroorzaakt bij een pacemaker of ander medisch apparaat, moet u de camera onmiddellijk uitschakelen en voor instructies contact op te nemen met de fabrikant van de pacemaker of het medische apparaat.
2
Informatie over gezondheid en veiligheid
Voorzichtig—situaties die kunnen resulteren in beschadiging van de camera of andere apparatuur
Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere tijd opbergt.
Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken of roesten en ernstige schade aan uw camera veroorzaken.
Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant aanbevolen lithium­ionbatterijen ter vervanging. Zorg dat u de batterij niet beschadigt of verhit.
Hierdoor kan brand ontstaan of persoonlijk letsel worden veroorzaakt.
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen, opladers, kabels en accessoires.
Niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires kunnen de camera beschadigen, letsel veroorzaken of ertoe leiden dat batterijen exploderen.
Samsung is niet aansprakelijk voor schade of letsel veroorzaakt door niet­goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires.
Gebruik batterijen niet voor doeleinden waarvoor de batterijen niet zijn bedoeld.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Raak de itser niet aan wanneer deze wordt gebruikt.
De itser wordt zeer heet en kan brandwonden veroorzaken.
Als u de AC-oplader gebruikt, moet u de camera uitschakelen voor u de voedingsbron van de AC-oplader loskoppelt.
Anders kunt u brand of een schok veroorzaken.
Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten als u de oplader niet gebruikt.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Gebruik voor het opladen van de batterijen geen elektriciteitssnoeren of stekkers die beschadigd zijn, of een loshangend stopcontact.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Zorg dat de AC-oplader niet in contact komt met de plus- en minpolen van de batterij.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Laat de camera niet vallen en stel deze niet bloot aan grote schokken.
Hierdoor kunnen het scherm en externe of interne onderdelen beschadigd raken.
Wees voorzichtig bij het aansluiten van snoeren en adapters en het plaatsen van batterijen en geheugenkaarten.
Door het forceren van aansluitingen, het niet op de juiste manier aansluiten van snoeren of het niet op de juiste manier plaatsen van batterijen en geheugenkaarten kunt u poorten, aansluitingen en accessoires beschadigen.
3
Informatie over gezondheid en veiligheid
Houd kaarten met magnetische stroken uit de buurt van het camera-etui.
Informatie die is opgeslagen op de kaart kan worden beschadigd of gewist.
Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of geheugenkaart.
Dit kan een schok, camerastoring of brand veroorzaken.
Plaats de camera niet in of in de buurt van magnetische velden.
Dit kan ervoor zorgen dat de camera niet goed meer werkt.
Gebruik de camera niet als het scherm beschadigd is.
Als het glas of acrylaatonderdelen gebroken zijn, gaat u naar een servicecenter van Samsung Electronics om te camera te laten repareren.
Controleer voor gebruik of de camera naar behoren functioneert.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of schade die kan voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist gebruik.
Steek het smalle uiteinde van de USB-kabel in de camera.
Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
Voorkom storing met andere elektronische apparatuur.
De camera zendt RF-signalen (Radio Frequency) uit die storing kunnen veroorzaken in elektronische apparatuur die niet of niet voldoende is beschermd, zoals pacemakers, gehoorapparaten, medische apparatuur en andere apparatuur thuis of in de auto. Vraag advies bij de fabrikant van uw elektronische apparatuur om mogelijke problemen met storing op te lossen. Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde apparaten of accessoires om ongewenste storingen te voorkomen.
Gebruik de camera in de normale gebruikspositie.
Raak de interne antenne van de camera niet aan.
Gegevensoverdracht en verantwoordelijkheden
Gegevens die via een WLAN worden verzonden, kunnen in verkeerde handen vallen, dus vermijd het verzenden van gevoelige gegevens in openbare ruimten of via open netwerken.
De fabrikant van de camera is niet aansprakelijk voor gegevensoverdracht waarmee inbreuk wordt gemaakt op auteursrechten, handelsmerken, intellectueel-eigendomsrechten of regelgeving met betrekking tot de openbare zedelijkheid.
4
Overzicht van de gebruiksaanwijzing
Copyrightinformatie
Microsoft Windows en het Windows-logo zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Mac en Apple App Store zijn gedeponeerde handelsmerken van de Apple Corporation.
Google Play Store is een gedeponeerd handelsmerk van Google, Inc.
microSD™, microSDHC™ en microSDXC™ zijn geregistreerde handelsmerken van SD Association.
Wi-Fi®, het Wi-Fi CERTIFIED-logo en het Wi-Fi-logo zijn geregistreerde handelsmerken van de Wi-Fi Alliance.
Handelsmerken en handelsnamen in deze gebruiksaanwijzing zijn het eigendom van de betreende eigenaars.
Cameraspecicaties of de inhoud van deze gebruiksaanwijzing kunnen bij een upgrade van camerafuncties zonder kennisgeving worden gewijzigd.
U kunt de camera het beste gebruiken in het land waar u deze hebt aangeschaft.
Gebruik deze camera op een verantwoorde manier en leef alle wet- en regelgeving met betrekking tot het gebruik van de camera na.
Het is niet toegestaan om enig deel van deze gebruiksaanwijzing zonder vooraf gegeven toestemming te hergebruiken of verspreiden.
Basisfuncties 18
Hier vindt u informatie over de indeling en pictogrammen van de camera en basisfuncties voor het maken van opnamen.
Uitgebreide functies 43
Hier vindt u informatie over het maken van foto's en het opnemen van video's door een modus te selecteren.
Opnameopties 63
Hier vindt u informatie over het instellen van de opties in de opnamemodus.
Afspelen/bewerken 84
Hier vindt u informatie over hoe u foto's en video's kunt weergeven of afspelen en hoe u foto's en video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe u de camera op een computer of televisie aansluit.
Draadloos netwerk 108
Hier wordt beschreven hoe u verbinding kunt maken met WLAN­netwerken en functies kunt gebruiken.
Instellingen 129
Hier vind u opties om de instellingen van uw camera te congureren.
Bijlagen 135
Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specicaties en onderhoud.
5
Symbolen in deze gebruiksaanwijzing
Symbool Functie
Aanvullende informatie
Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen
Cameraknoppen. [Ontspanknop] staat bijvoorbeeld voor de
[]
ontspanknop.
Paginanummer van verwante informatie
()
De volgorde van de opties of menu's die u moet selecteren om een stap uit te voeren, voorbeeld: selecteer Gezichtsdetectie Normaal
(betekent selecteer Gezichtsdetectie en selecteer vervolgens Normaal).
Voetnoot
*
Uitdrukkingen in deze gebruiksaanwijzing
Op de ontspanknop drukken
Druk de [Ontspanknop] half in: druk de ontspanknop tot halverwege in
Druk op de [Ontspanknop]: druk de ontspanknop helemaal in
Onderwerp, achtergrond en compositie
Onderwerp: het hoofdobject van een scène, zoals een persoon, dier of stilleven
Achtergrond: de objecten rond het onderwerp
Compositie: de combinatie van onderwerp en achtergrond
Achtergrond
Onderwerp
Belichting (Helderheid)
De hoeveelheid licht die de camera binnenkomt bepaalt de belichting. U kunt de belichting aanpassen door de sluitertijd, diafragmawaarde of ISO-waarde te wijzigen. Wanneer u de belichting verandert, worden de foto's donkerder of lichter.
Compositie
Druk de [Ontspanknop] half in Druk op de [Ontspanknop]
Normale belichting
S
6
Overbelicht (te helder)
S

Speciale functies van de camera

De DIRECT LINK-knop gebruiken
Druk op de DIRECT LINK-knop om de ingestelde Wi-Fi-functie te activeren.
Een optie voor de DIRECT LINK-knop instellen
U kunt een Wi-Fi-functie selecteren die moet worden gestart wanneer u op de DIRECT LINK-knop drukt.
Open de Instellingen.
1
Open de optie voor de DIRECT LINK-knop.
2
Selecteer een Wi-Fi-functie uit de lijst.
3
7
Speciale functies van de camera
AutoShare gebruiken
Wanneer u een foto maakt met uw camera, wordt de foto automatisch op de smartphone opgeslagen. De camera maakt draadloos verbinding met een smartphone.
Installeer Samsung SMART
1
CAMERA App op de smartphone.
Schakel de functie AutoShare in.
2
Start Samsung SMART CAMERA
3
App op de smartphone.
8
Selecteer de camera in de lijst en
4
sluit de smartphone aan op de camera.
Als een pop-upbericht wordt weergegeven op de camera, geeft u de smartphone toestemming om verbinding te maken met de camera.
Maak een foto.
5
De vastgelegde foto wordt opgeslagen op de camera en vervolgens overgedragen naar de smartphone.
Speciale functies van de camera
MobileLink gebruiken
U kunt bestanden eenvoudig van de camera naar een smartphone verzenden. De camera kan draadloos verbinding maken met smartphones die de functie MobileLink ondersteunen.
Installeer Samsung SMART
1
CAMERA App op de smartphone.
Open de modus MobileLink.
2
Als een pop-upbericht wordt weergegeven, selecteert u een optie.
Start Samsung SMART CAMERA
3
App op de smartphone.
9
Selecteer de camera in de lijst en
4
sluit de smartphone aan op de camera.
Als een pop-upbericht wordt weergegeven op de camera, geeft u de smartphone toestemming om verbinding te maken met de camera.
Selecteer vanaf de smartphone of
5
de camera de bestanden die u vanaf de camera wilt verzenden.
Raak op de smartphone de
6
kopieerknop aan of selecteer Share op de camera.
Speciale functies van de camera
Remote Viewnder gebruiken
U kunt uw camera op afstand besturen met een smartphone. De camera maakt draadloos verbinding met een smartphone. Gebruik de smartphone als externe ontspanner met de functie Externe zoeker. De foto wordt weergegeven op de smartphone.
Installeer Samsung SMART
1
CAMERA App op de smartphone.
Open de modus Remote
2
Viewnder.
Start Samsung SMART CAMERA
3
App op de smartphone.
10
Selecteer de camera in de lijst en
4
sluit de smartphone aan op de camera.
Als een pop-upbericht wordt weergegeven op de camera, geeft u de smartphone toestemming om verbinding te maken met de camera.
Raak aan en houd het vast om
5
scherp te stellen, en laat vervolgens los om een foto te maken.
Raak de miniatuur aan om de foto
6
weer te geven.
Speciale functies van de camera
Opnamevoorbeelden - Macro
U kunt close-ups van een onderwerp vastleggen, of kleine onderwerpen zoals bloemen of insecten.
De voorbeeldafbeelding kan afwijken van de werkelijke foto die u vastlegt.
Selecteer de macro-optie ( ).
1
Maak een foto.
2
11

Algemene problemen oplossen

Hier vindt u informatie waarmee u algemene problemen kunt oplossen door opnameopties in te stellen.
De ogen van het onderwerp zijn rood.
Foto's bevatten stofvlekken.
Foto's zijn onscherp. Vervaging kan optreden als u foto's maakt bij weinig licht of de camera niet goed vasthoudt.
Bij nachtopnamen zijn foto's onscherp.
Het onderwerp is te donker door tegenlicht.
Dit wordt veroorzaakt door een reectie van de itser van de camera.
Stel de itseroptie in op Rode ogen of Anti-rode ogen. (pag. 67)
Als de foto al is gemaakt, selecteert u Anti-rode ogen in het bewerkingsmenu. (pag. 98)
Als u de itser gebruikt, worden stofdeeltjes in de lucht mogelijk vastgelegd op foto's.
Schakel de itser uit of neem geen foto's op stoge plaatsen.
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 69)
Gebruik de functie DIS of druk de [Ontspanknop] half in om ervoor te zorgen dat de camera op het onderwerp scherpstelt. (pag. 41)
Om meer licht binnen te laten, gebruikt de camera een langere sluitertijd. Hierdoor kan het moeilijk worden om de camera lang genoeg stabiel te houden om een duidelijke foto vast te leggen en kan de camera gaan trillen.
Selecteer de modus Nachtopname. (pag. 55)
Schakel de itser in. (pag. 67)
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 69)
Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of als er een groot contrast is tussen de lichte en donkere gebieden, kan het onderwerp te donker worden.
Maak geen foto's tegen de zon in.
Selecteer Tegenl. in de modus Scène. (pag. 48)
Stel de itseroptie in op Invulits. (pag. 67)
Pas de belichting aan. (pag. 75)
Stel de optie ACB (Automatische contrastverbetering) in. (pag. 76)
Stel de lichtmeting in op Spot als het onderwerp in het midden van het kader staat. (pag. 76)
12

Beknopt overzicht

Foto's van mensen maken
Modus Zelfportret f 51
Modus Kinderen f 52
Modus Beautyshot f 54
Modus Beautypalet f 58
Rode ogen/Anti-rode ogen (om rode ogen te voorkomen of te corrigeren)
Gezichtsdetectie f 73
's Nachts of in het donker foto's maken
Modus Scène > Zon onder, Dageraad f 48
Modus Nachtopname f 55
Flitseropties f 67
ISO-waarde (om de gevoeligheid aan te passen aan
69
licht)
f
Actiefoto's maken
Modus Sprongopname f 53
Serieopname, Bewegingsopname f 79
Foto's van tekst, insecten en bloemen maken
Modus Scène > Tekst f 48
Modus Close-up opname f 56
Macro f 70
f
67
De belichting aanpassen (helderheid)
ISO-waarde (om de gevoeligheid aan te passen aan
69
licht)
f
EV (de belichting aanpassen) f 75
ACB (compenseren voor onderwerpen tegen heldere achtergronden)
L.meting f 76
AEB (3 foto's van dezelfde scène maken, maar met verschillende belichtingen)
Foto's van de omgeving maken
Modus Scène > Landschap f 48
Modus Live Panorama f 49
Eecten toepassen op foto's
Modus Magisch kader f 57
Modus Fotolter f 59
Modus Gesplitste opname f 61
Modus Foto in beweging f 62
Beeld aanpassen (voor het aanpassen van Scherpte, Contrast of Kleurverz.)
f
76
f
80
13
f
79
Eecten toepassen op video's
Modus Filmlter f 60
Bewegingsonscherpte voorkomen
Digitale beeldstabilisatie (DIS) f 39
Bestanden weergeven als miniaturen f 86
Bestanden weergeven op categorie f 87
Alle bestanden in het geheugen verwijderen f 89
Foto's als diashow weergeven f 91
Bestanden weergeven op een televisie f 99
De camera op een computer aansluiten f 100
Foto's of video's via e-mail verzenden f 121
Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken
Geluid en volume aanpassen f 131
De helderheid van het scherm aanpassen f 132
De schermtaal wijzigen f 133
De datum en tijd instellen f 133
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
146
f
f
123

Inhoud

Basisfuncties
..................................................................................................................... 18
Uitpakken .................................................................................................................... 19
Indeling van de camera .......................................................................................... 20
De DIRECT LINK-knop gebruiken ......................................................................... 22
De batterij en geheugenkaart plaatsen ........................................................... 23
De batterij opladen en de camera inschakelen ............................................. 24
De batterij opladen ................................................................................................ 24
De camera inschakelen ......................................................................................... 24
De eerste instellingen uitvoeren ........................................................................ 25
Uitleg over de pictogrammen ............................................................................. 27
Het startscherm gebruiken ................................................................................... 28
Het startscherm openen ....................................................................................... 28
Pictogrammen op het startscherm ..................................................................... 29
Achtergrond instellen ............................................................................................ 31
Opties of menu's selecteren ................................................................................. 32
Het scherm en geluid instellen ............................................................................ 34
Het schermtype instellen ...................................................................................... 34
Het geluid instellen ................................................................................................ 35
Foto's maken .............................................................................................................. 36
Het scherm aan de voorzijde inschakelen ......................................................... 37
Zoomen .................................................................................................................... 37
Bewegingsonscherpte voorkomen (DIS) ........................................................... 39
Tips om betere foto's te maken ........................................................................... 41
Uitgebreide functies
..................................................................................................... 43
Basismodi gebruiken .............................................................................................. 44
De modus Smart Auto gebruiken ........................................................................ 44
De modus Programma gebruiken ....................................................................... 45
De modus Smart lm gebruiken ......................................................................... 46
De modus Film gebruiken .................................................................................... 47
De modus Scène gebruiken ................................................................................. 48
De modus Live Panorama gebruiken .................................................................. 49
Scènemodi gebruiken ............................................................................................ 51
De modus Zelfportret gebruiken ......................................................................... 51
De modus Kinderen gebruiken ............................................................................ 52
De modus Sprongopname gebruiken ................................................................ 53
De modus Beautyshot gebruiken ........................................................................ 54
De modus Nachtopname gebruiken .................................................................. 55
De modus Close-up gebruiken ............................................................................ 56
Magische modi gebruiken .................................................................................... 57
De modus Magisch kader gebruiken .................................................................. 57
De modus Beautypalet gebruiken ...................................................................... 58
De modus Fotolter gebruiken ............................................................................ 59
De modus Filmlter gebruiken ............................................................................ 60
De modus Gesplitste opname gebruiken .......................................................... 61
De modus Foto in beweging gebruiken ............................................................ 62
14
Inhoud
Opnameopties
................................................................................................................. 63
De resolutie en beeldkwaliteit selecteren ....................................................... 64
De resolutie selecteren .......................................................................................... 64
Een beeldkwaliteit selecteren .............................................................................. 65
De timer gebruiken ................................................................................................. 66
Opnamen in het donker maken .......................................................................... 67
Rode ogen voorkomen ......................................................................................... 67
De itser gebruiken ................................................................................................ 67
De ISO-waarde aanpassen .................................................................................... 69
De scherpstelling aanpassen ............................................................................... 70
Macro gebruiken .................................................................................................... 70
De scherpsteloptie wijzigen ................................................................................. 70
Het scherpstelgebied aanpassen ........................................................................ 71
Gezichtsdetectie gebruiken ................................................................................. 73
Gezichten detecteren ............................................................................................ 73
Een foto van een lachend gezicht maken .......................................................... 73
Knipperende ogen detecteren ............................................................................. 74
Tips voor gezichtsdetectie .................................................................................... 74
Helderheid en kleur aanpassen .......................................................................... 75
De belichting handmatig aanpassen (EV) .......................................................... 75
Compenseren voor tegenlicht (ACB) .................................................................. 76
De lichtmeetmethode wijzigen ........................................................................... 76
Een instelling voor Witbalans selecteren ............................................................ 77
Serieopnamen ........................................................................................................... 79
Afbeeldingen aanpassen ....................................................................................... 80
Het geluid van de zoom verminderen .............................................................. 81
Beschikbare opname-instellingen per opnamemodus ............................. 82
15
Inhoud
Afspelen/bewerken
....................................................................................................... 84
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus ......................................... 85
De afspeelmodus starten ...................................................................................... 85
Foto's weergeven ................................................................................................... 89
Een video afspelen ................................................................................................. 92
Foto's bewerken ........................................................................................................ 95
Het formaat van foto's wijzigen ........................................................................... 95
Een foto draaien ..................................................................................................... 95
Smart lter-eecten toepassen ........................................................................... 96
Foto's aanpassen .................................................................................................... 97
Bestanden op een tv weergeven ........................................................................ 99
Bestanden naar een computer overbrengen ............................................... 100
Bestanden naar een Windows-computer overbrengen ................................ 100
Bestanden naar een Mac-computer overbrengen ......................................... 101
Programma's op de computer gebruiken ..................................................... 102
i-Launcher installeren .......................................................................................... 102
i-Launcher gebruiken .......................................................................................... 103
Draadloos netwerk
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen
congureren ............................................................................................................. 109
Verbinding maken met een WLAN .................................................................... 109
De aanmeldingsbrowser gebruiken ................................................................. 111
Tips over netwerkverbinding ............................................................................. 112
Tekst invoeren ....................................................................................................... 113
Bestanden automatisch opslaan op een smartphone ............................. 114
Foto's of video's verzenden naar een smartphone .................................... 115
Een smartphone gebruiken als externe ontspanknop ............................ 116
Automatische back-up gebruiken om foto's of video's te
verzenden ................................................................................................................. 118
Het programma voor Automatische back-up installeren op uw pc ............ 118
Foto's of video's verzenden naar een pc ........................................................... 118
Foto's of video's via e-mail verzenden ............................................................ 120
E-mailinstellingen wijzigen ................................................................................. 120
Foto's of video's via e-mail verzenden .............................................................. 121
Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken ........................ 123
Een website openen ............................................................................................ 123
Foto's of video's uploaden .................................................................................. 123
Bestanden verzenden met AllShare Play ...................................................... 125
Foto's uploaden naar de online opslagruimte ................................................ 125
Foto's of video's weergeven op apparaten die AllShare Play
ondersteunen ....................................................................................................... 126
Foto's verzenden via Wi-Fi Direct ..................................................................... 128
16
...................................................................................................... 108
Inhoud
Instellingen
.....................................................................................................................129
Instellingenmenu ................................................................................................... 130
Het instellingenmenu openen ........................................................................... 130
Geluid ..................................................................................................................... 131
Display .................................................................................................................... 131
Connectiviteit ........................................................................................................ 132
Algemeen .............................................................................................................. 133
Bijlagen
............................................................................................................................. 135
Foutmeldingen ........................................................................................................ 136
Cameraonderhoud ................................................................................................ 137
De camera reinigen .............................................................................................. 137
De camera gebruiken of opbergen ................................................................... 138
Geheugenkaarten ................................................................................................ 139
De batterij .............................................................................................................. 142
Voordat u contact opneemt met een servicecenter .................................. 146
Cameraspecicaties ............................................................................................... 149
Woordenlijst ............................................................................................................. 153
Index ........................................................................................................................... 158
17

Basisfuncties

Hier vindt u informatie over de indeling en pictogrammen van de camera en basisfuncties voor het maken van opnamen.
Uitpakken
Indeling van de camera
………………………………………… 19
………………………… 20
De DIRECT LINK-knop gebruiken
……………… 22
De batterij en geheugenkaart plaatsen
De batterij opladen en de camera inschakelen
De batterij opladen De camera inschakelen
De eerste instellingen uitvoeren
Uitleg over de pictogrammen
Het startscherm gebruiken
Het startscherm openen Pictogrammen op het startscherm Achtergrond instellen
……………………………………… 24
…………………………… 24
………………………… 24
……………… 25
………………… 27
…………………… 28
……………………… 28
…………… 29
………………………… 31
……… 23
Opties of menu's selecteren
Het scherm en geluid instellen
Het schermtype instellen Het geluid instellen
Foto's maken
Het scherm aan de voorzijde inschakelen Zoomen Bewegingsonscherpte voorkomen (DIS)
…………………………………… 36
………………………………………… 37
Tips om betere foto's te maken
…………………… 32
………………… 34
……………………… 34
…………………………… 35
………………… 41
…… 37
……… 39

Uitpakken

De productverpakking bevat de volgende onderdelen.
Camera AC-adapter/USB-kabel
Oplaadbare batterij Polslus
Snelstartgids
Optionele accessoires
Camera-etui A/V-kabel
Batterijoplader Geheugenkaart/
Geheugenkaartadapter
De afbeeldingen kunnen enigszins afwijken van de onderdelen die bij uw product zijn geleverd.
Afhankelijk van het model kunnen er verschillende items in de doos zitten.
U kunt optionele accessoires aanschaen bij een wederverkoper of een servicecenter van Samsung. Samsung is niet verantwoordelijk voor problemen die door het gebruik van niet-goedgekeurde accessoires ontstaan.
Basisfuncties
19

Indeling van de camera

Zorg dat u vertrouwd bent met de diverse onderdelen en functies van de camera voordat u begint.
Ontspanknop
Flitser
AF-hulplampje/Timerlampje
Scherm aan de voorzijde
Lens
Statiefbevestigingspunt
Batterijklep
Een geheugenkaart en batterij plaatsen
Power-knop
Microfoon
Knop LCD op voorzijde
Luidspreker
Interne antenne*
* Vermijd contact met de interne antenne tijdens het gebruik
van het draadloze netwerk.
USB- en A/V-aansluiting
Voor aansluiting van USB-kabel en A/V-kabel
Basisfuncties
20
Indeling van de camera
Statuslampje
Knippert: wanneer de camera een foto of video opslaat, wordt gelezen door een computer of printer, als het beeld onscherp is of als er een probleem is met het opladen van de batterij, wanneer de camera verbinding maakt met WLAN of een foto verzendt
Licht op: wanneer de camera is aangesloten op een computer, wanneer de batterij wordt opgeladen of wanneer het beeld is scherpgesteld
Hoofdscherm
Zoomknop
In de opnamemodus: in- en uitzoomen
In de afspeelmodus: inzoomen op een deel van een foto, bestanden als miniatuur weergeven of het volume aanpassen
De polslus bevestigen
Knoppen
(Bekijk de onderstaande tabel)
x
y
Knop Beschrijving
Een vooraf ingestelde Wi-Fi-functie starten. (pag. 22)
Het startscherm openen. (pag. 28)
Opties of menu's openen.
De afspeelmodus openen.
Bestanden verwijderen in de afspeelmodus.
Basisfuncties
Knop Beschrijving
D
c
F
t
De gemarkeerde optie of het gemarkeerde menu bevestigen.
21
Basisfuncties Overige functies
De schermoptie wijzigen. Omhoog
De macro-optie wijzigen. Omlaag
De itseroptie wijzigen. Naar links
De timeroptie wijzigen. Naar rechts
Indeling van de camera

De DIRECT LINK-knop gebruiken

U kunt de Wi-Fi-functie gemakkelijk inschakelen met [x]. Druk op [x] om de
x
ingestelde Wi-Fi-functie te activeren. Druk nogmaals op [ modus terug te keren.
] om naar de vorige
Een optie voor een DIRECT LINK-knop instellen
U kunt een Wi-Fi-functie selecteren die moet worden gestart wanneer u op [x] drukt.
Scroll op het startscherm naar <Basis>.
1
Selecteer .
2
Selecteer Algemeen DIRECT LINK (Wi-Fi-knop).
3
Selecteer een optie. (pag. 134)
4
Basisfuncties
22

De batterij en geheugenkaart plaatsen

Hier vindt u informatie over het in de camera plaatsen van de batterij en een optionele geheugenkaart.
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Oplaadbare batterij
Zorg dat bij het plaatsen van een geheugenkaart de goudkleurige contactpunten omhoog zijn gericht.
Geheugenkaart
Geheugenkaart
Plaats de batterij met het Samsung-logo omhoog gericht.
U kunt het interne geheugen gebruiken voor tijdelijke opslag als er geen geheugenkaart is geplaatst.
Oplaadbare batterij
Schuif de vergrendeling naar
Batterijvergrendeling
boven om de batterij los te maken.
Duw voorzichtig tegen de kaart totdat deze uit de camera loskomt en trek de kaart vervolgens uit de sleuf.
Basisfuncties
23

De batterij opladen en de camera inschakelen

De batterij opladen

Voordat u de camera voor het eerst gaat gebruiken, moet de batterij worden opgeladen. Sluit het kleine uiteinde van de USB-kabel aan op de camera en sluit het andere uiteinde van de USB-kabel aan op de AC-adapter.
Statuslampje
Rode lampje brandt: bezig met opladen
Rode lampje uit: volledig opgeladen
Rode lampje knippert: fout opgetreden
Gebruik alleen de AC-adapter en de USB-kabel die bij de camera zijn geleverd. Als u een andere AC-adapter (zoals SAC-48) gebruikt, is het mogelijk dat de batterij van de camera niet kan worden opgeladen of niet correct werkt.

De camera inschakelen

Druk op [X] om de camera in- of uit te schakelen.
Het scherm voor de eerste instellingen verschijnt wanneer u de camera voor het eerst inschakelt. (pag. 25)
De camera inschakelen in de afspeelmodus
Druk op [P]. De camera wordt ingeschakeld en gaat direct naar de afspeelmodus.
Basisfuncties
24

De eerste instellingen uitvoeren

Wanneer het scherm voor de eerste instellingen verschijnt, volgt u de onderstaande stappen om de basisinstellingen van de camera te congureren. De standaardtaal is vooraf ingesteld voor het land of de regio waarin de camera wordt verkocht. U kunt de taal naar wens aanpassen door Language te selecteren.
Druk op [c] om Tijdzone te selecteren en druk vervolgens op [t]
1
of [
o
].
Druk op [
2
Druk op [F/t] om een tijdzone te selecteren en druk vervolgens
3
op [
Tijdzone : Thuis
D/c
Als u naar een ander land gaat, selecteert u Bezoek en selecteert u een nieuwe tijdzone.
o
] [
Annuleer
Het scherm kan afwijken, afhankelijk van de geselecteerde taal.
] om Thuis te selecteren en druk op [o].
m
].
Londen
Instellen
Druk op [c] om Datum/tijd aanpassen te selecteren en druk
4
vervolgens op [
Datum/tijd aanpassen
Jaar MaandDag Uur Min. Zomertijd
Annuleer
Het scherm kan afwijken, afhankelijk van de geselecteerde taal.
Druk op [F/t] om een item te selecteren.
5
Druk op [
6
druk op [
t
D/c
o
].
] of [o].
Instellen
] om de datum, tijd en zomertijd in te stellen en
Basisfuncties
25
De eerste instellingen uitvoeren
Druk op [c] om Datumtype te selecteren en druk vervolgens op
7
[
t
] of [o].
Druk op [
8
vervolgens op [
Druk op [c] om een Type tijd te selecteren en druk vervolgens op
9
[
t
Druk op [
10
vervolgens op [
Druk op [
11
D/c
] of [o].
D/c
m
] om een datumtype te selecteren en druk
o
].
] om een type tijd te selecteren en druk
o
].
] om de eerste conguratie te voltooien.
Basisfuncties
26

Uitleg over de pictogrammen

Welke pictogrammen worden weergegeven op het scherm, is afhankelijk van de geselecteerde modus en de ingestelde opties. Als u een opnameoptie wijzigt, knippert het bijbehorende symbool korte tijd geel.
1
Opnameopties (links)
Symbool Beschrijving
Opnamemodus
Belichtingswaarde aangepast
ISO-waarde
Witbalans
Gezichtsdetectie
Gezichtstint
Optie voor serieopnamen
AutoShare aan
1
2
3
2
Opnameopties (rechts)
Symbool Beschrijving
Intelli-zoom aan
Fotoresolutie
Videoresolutie
Lichtmeting
Framesnelheid
Flitser
Sound Alive Aan
Digitale beeldstabilisatie (DIS)
Scherpsteloptie
Beeldaanpassing (contrast, scherpte en kleurverzadiging)
Timer
3
Opnamegegevens
Symbool Beschrijving
Huidige datum Huidige tijd
Symbool Beschrijving
Scherm aan de voorzijde is aan
Resterend aantal foto's
Geheugenkaart geplaatst
: volledig opgeladen
: gedeeltelijk opgeladen
: leeg (opladen)
: opladen (aangesloten op de
lader)
Diafragmawaarde
Sluitertijd
Beschikbare opnametijd
Autofocuskader
Bewegingsonscherpte
Zoomindicator
Fotoresolutie als de intelligente zoomfunctie is ingeschakeld
Zoomverhouding
Basisfuncties
27

Het startscherm gebruiken

Met de pictogrammen op het startscherm kunt u een opnamemodus selecteren of het instellingenmenu openen.

Het startscherm openen

Druk in de opname- of afspeelmodus op [h]. Druk nogmaals op [h] om naar de vorige modus terug te keren.
1
Album Wi-Fi
Smart
Auto
Scène
Terug
BasisBasis
Programma
Live
Panorama
Slimme
lm
Instellingen
Pagina bewegen
Film
2
Nr. Beschrijving
Huidig startscherm
Draai de [Zoomknop] naar links of rechts om over te schakelen naar een ander startscherm.
1
Druk op [D] om naar de naam van het startscherm te scrollen en druk op [
Druk herhaaldelijk op [F/t] om over te schakelen naar een ander startscherm.
Moduspictogrammen
2
Druk op [D/c/F/t] om naar een gewenste modus te scrollen en druk op [
F/t
] om over te schakelen naar een ander startscherm.
o
] om de modus te openen.
Basisfuncties
28
Het startscherm gebruiken

Pictogrammen op het startscherm

<Basis>
Symbool Beschrijving
Smart Auto: een foto maken met een scènemodus die automatisch door de camera is geselecteerd. (pag. 44)
Programma: een foto maken met instellingen die u handmatig hebt aangepast. (pag. 45)
Slimme lm: een video opnemen met een scènemodus die automatisch is geselecteerd door de camera. (pag. 46)
Film: een video opnemen. (pag. 47)
Scène: een foto maken met vooraf ingestelde opties voor een
specieke scène. (pag. 48)
Live Panorama: een serie foto's maken en combineren om een panoramisch beeld te maken. (pag. 49)
Instellingen: instellingen aanpassen aan uw voorkeuren. (pag. 130)
<Wi-Fi>
Symbool Beschrijving
MobileLink: foto's of video's verzenden naar een smartphone. (pag. 115)
Remote Viewnder: een smartphone gebruiken als externe ontspanknop en een voorbeeld op uw smartphone weergeven van een afbeelding op uw camera. (pag. 116)
Automatische back-up: foto's of video's die u met de camera hebt opgenomen, draadloos verzenden naar een pc. (pag. 118)
E-mail: foto's of video's die op de camera zijn opgeslagen, verzenden via e-mail. (pag. 120)
SNS en cloud: foto's of video's uploaden naar websites voor het delen van bestanden. (pag. 123)
AllShare Play: foto's uploaden naar de online opslag van AllShare Play of bestanden weergeven op andere door AllShare Play ondersteunde apparaten. (pag. 125)
Basisfuncties
29
Loading...
+ 133 hidden pages