Bedankt en gefeliciteerd met uw keuze voor de
Roland Percussion Sound Module TD-4.
Lees zorgvuldig de hoofdstukken “HET APPARAAT
VEILIG GEBRUIKEN” en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (Gebruikershandleiding p. 2–3, p. 4) voordat u
het apparaat gaat gebruiken. Deze hoofdstukken
bevatten belangrijke informatie over de juiste bediening van het apparaat. Om er bovendien zeker van
te zijn dat u elke functie van uw nieuwe apparaat
goed begrijpt, leest u best de hele gebruikershandleiding. De handleiding moet als handige referentie worden bewaard en voorhanden zijn.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag op
enige manier worden gereproduceerd zonder schriftelijke
toestemming van ROLAND CORPORATION.
1
HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN
HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN
INSTRUCTIES TER VERMIJDING VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOKKEN OF VERWONDING VAN PERSONEN.
Over de aanduidingen
WAARSCHUWING
OPGELET
WAARSCHUWING en
Gebruikt voor instructies die de gebruiker
waarschuwen voor levensgevaarlijke
risico’s of risico’s op verwondingen indien
het apparaat verkeerd wordt gebruikt.
Gebruikt voor instructies die de gebruiker
waarschuwen voor risico’s op
verwondingen of materiaalschade indien
het apparaat verkeerd wordt gebruikt.
* Materiaalschade verwijst naar schade of
negatieve eecten die veroorzaakt
worden met betrekking tot de woning
en de volledige inrichting, alsook
huisdieren.
OPGELET
LET STEEDS OP HET VOLGENDE
WAARSCHUWINGWAARSCHUWING
002c
•Open het apparaat of de netstroomadapter niet (en
voer er geen wijzigingen aan uit).
•Probeer het apparaat niet te herstellen of onderdelen
ervan te vervangen (behalve als deze handleiding
specifieke instructies geeft om dat te doen). Laat het
onderhoud over aan uw handelaar, het dichtstbijzijnde
Roland Service Center of een erkende Roland-verdeler,
zoals vermeld op de pagina “Informatie”.
•Als u het apparaat gebruikt met een standaard die
door Roland wordt aangeraden, dient u deze
zorgvuldig te plaatsen, zodat de standaard mooi
horizontaal en stabiel is. Als u geen standaard
gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat u het apparaat
op een effen oppervlak plaatst dat het apparaat goed
ondersteunt, en dat het apparaat niet kan wankelen.
Het symbool waarschuwt de gebruiker voor
belangrijke instructies of waarschuwingen. De specieke
betekenis van het symbool wordt bepaald door het
pictogram binnen de driehoek. Het symbool links wordt
gebruikt voor algemene waarschuwingen voor gevaar.
Het symbool waarschuwt de gebruiker voor items die
nooit mogen worden gebruikt (verboden). De specieke
handeling die niet mag worden gedaan, wordt door het
pictogram binnen de cirkel aangeduid. Het symbool links
betekent dat het apparaat nooit gedemonteerd mag worden.
Het symbool
moeten worden uitgevoerd. De specieke handeling die
moet worden uitgevoerd, wordt door het pictogram binnen
de cirkel aangeduid. Het symbool links geeft aan dat het
netsnoer uit het stopcontact moet worden getrokken.
008c
•Gebruik alleen de netstroomadapter die bij het
apparaat werd geleverd. Controleer of het lijnvoltage
van het elektriciteitsnet overeenkomt met het
ingangsvoltage dat op de netstroomadapter is
aangegeven. Andere netstroomadapters gebruiken
mogelijk een andere polariteit of zijn ontworpen voor
een ander voltage. Het gebruik van dergelijke
adapters kan resulteren in schade, defecten of
elektrische schokken.
•Verdraai of buig het netsnoer niet te sterk en plaats er
geen zware voorwerpen op. Dit kan het snoer zowel
vanbinnen als vanbuiten beschadigen en
kortsluitingen veroorzaken. Beschadigde kabels
kunnen brand of schokken veroorzaken!
•Dit apparaat kan, apart of in combinatie met een
versterker en hoofdtelefoon of luidsprekers,
geluidsniveaus produceren die permanente
gehoorschade kunnen veroorzaken. Gebruik het
apparaat niet langdurig aan een hoog volumeniveau
of aan een niveau dat oncomfortabel is. Als u
gehoorverlies of oorsuizingen ervaart, moet u
onmiddellijk stoppen met het gebruik van het
apparaat en een audioloog raadplegen.
•Schakel het toestel onmiddellijk uit, trek de
netstroomadapter uit het stopcontact en vraag
onderhoud aan bij uw handelaar, dichtstbijzijnde
Roland Service Center of een erkende Roland-verdeler,
zoals vermeld op de pagina "Informatie" als:
• de netstroomadapter, het netsnoer of de stekker
beschadigd zijn; of
• er rook of ongewone geuren uit het toestel komen;
•Bij gezinnen met kleine kinderen dient een
volwassene toezicht te houden tot het kind in staat is
om alle regels te volgen die essentieel zijn voor het
veilige gebruik van het apparaat.
•Laat het netsnoer van het apparaat geen stopcontact
delen met een buitensporig aantal andere apparaten.
Wees vooral voorzichtig met verlengkabels - het totale
stroomverbruik van alle apparaten die u op de
verlengkabel hebt aangesloten mag nooit het
maximumvermogen (watt/ampère) voor de
verlengkabel overschrijden. Buitensporige belasting
kan de isolatie van de kabel opwarmen en uiteindelijk
doen smelten.
•Raadpleeg uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland
Service Center of een erkende Roland-verdeler, zoals
vermeld op de pagina “Informatie”, vooraleer u het
apparaat in het buitenland gebruikt.
•(TD-4) Alleen voor gebruik met standaards uit de
Roland MDS-reeks. Gebruik met andere standaards
kan leiden tot instabiliteit met mogelijk letsel tot
gevolg.
•Lees aandachtig de waarschuwingen in de instructies
bij dit product en volg de aanwijzingen zorgvuldig.
Afhankelijk van de manier waarop het keyboard wordt
bespeeld, kan het keyboard van de standaard vallen of
kan de standaard omvallen, zelfs als u alle instructies
en aanbevelingen in de producthandleiding hebt
gevolgd. Voer daarom steeds een veiligheidscontrole
uit voordat u de standaard gaat gebruiken.
•U moet regelmatig de netstroomadapter loskoppelen
en schoonmaken met een droge doek om al het stof
en andere ophopingen te verwijderen van de polen.
Trek ook de stekker uit het stopcontact als het
apparaat langere tijd niet zal worden gebruikt.
Stofophoping tussen de stekker en het stopcontact
kan leiden tot slechte isolatie en brand veroorzaken.
•Bewaar de doppen en vleugelbouten die u hebt
verwijderd op een veilige plaats, buiten bereik van
kinderen, zodat er geen risico bestaat dat ze per
ongeluk worden ingeslikt.
• Sluit dit apparaat niet aan op een stopcontact dat tegelijkertijd
door een elektrisch apparaat wordt gebruikt dat door een
signaalomzetter (zoals een koelkast, wasmachine,
microgolfoven of airconditioner) wordt bestuurd of dat een
motor bevat. Afhankelijk van de manier waarop elektrische
apparaten worden gebruikt, kan ruis van de
stroomvoorziening defecten aan dit apparaat of hoorbare ruis
veroorzaken. Als het niet praktisch is om een apart stopcontact
te gebruiken, plaats dan een ruisfilter voor de
stroomvoorziening tussen dit toestel en het stopcontact.
302
• De netstroomadapter kan warm worden na enkele uren
ononderbroken gebruik. Dit is normaal en geen reden tot
bezorgdheid.
307
• Schakel alle apparaten uit voordat u dit apparaat op andere
apparaten aansluit. Op die manier kunt u defecten en/of
schade aan luidsprekers of andere apparaten voorkomen.
Plaatsing
351
• Als u het apparaat gebruikt in de buurt van eindversterkers (of
andere apparatuur met grote eindversterkers) kan er gezoem
ontstaan. Om het probleem te verhelpen kunt u het apparaat
opnieuw richten of verder van de storingsbron plaatsen.
352a
• Dit apparaat kan radio- en televisieontvangst verstoren.
Gebruik dit apparaat niet in de buurt van dergelijke
ontvangers.
352b
• Ruis kan ontstaan als draadloze communicatieapparaten, zoals
gsm’s, in de buurt van dit apparaat worden gebruikt. Dergelijke
ruis kan ontstaan als een oproep wordt ontvangen of gemaakt
of tijdens gesprekken. Verplaats dergelijke apparaten zodat ze
zich op een grotere afstand van dit apparaat bevinden of
schakel ze uit als u dergelijke problemen ervaart.
354a
• Stel het apparaat niet bloot aan rechtstreeks zonlicht, plaats
het niet in de buurt van warmtebronnen, laat het niet achter in
een gesloten voertuig en stel het niet bloot aan extreme
temperaturen. Overmatige warmte kan het apparaat
vervormen of verkleuren.
355b
• Bij verplaatsing van een locatie naar een andere waar de
temperatuur en/of vochtigheid sterk verschilt, kunnen er
waterdruppels (condens) gevormd worden in het apparaat. Er
kunnen schade of defecten ontstaan als u het apparaat in deze
toestand gebruikt. Voordat u het apparaat gebruikt, laat u het
enkele uren liggen tot de condens volledig verdampt is.
Onderhoud
401a
• Gebruik een zachte, droge doek of een doek die licht
bevochtigd is met water om het apparaat dagelijks af te vegen.
Gebruik een doek die met een zachte, niet-schurende
zeepoplossing is bevochtigd om hardnekkig vuil te
verwijderen. Veeg vervolgens het apparaat grondig schoon
met een zachte, droge doek.
402
• Gebruik geen benzine, verdunningsmiddelen, alcohol of
oplosmiddelen om verkleuring en/of vervorming te voorkomen.
Herstellingen en gegevens
452
• Het is mogelijk dat alle gegevens in het apparaatgeheugen
worden verwijderd als het apparaat voor herstelling wordt
verzonden. Noteer belangrijke gegevens (indien mogelijk)
steeds op papier. Tijdens herstellingen wordt al het mogelijke
gedaan om gegevensverlies te vermijden. In sommige gevallen
(bijvoorbeeld wanneer er een defect is aan de
geheugencircuits zelf), is het echter niet mogelijk om de
gegevens te herstellen. Roland kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor dergelijk gegevensverlies.
Extra voorzorgsmaatregelen
553
• Draag voldoende zorg bij het gebruik van de knoppen,
schuifknoppen of andere bedieningselementen van het
apparaat en bij het gebruik van aansluitingen en ingangen.
Ruw omgaan met de apparatuur kan defecten veroorzaken.
554
• Voer nooit druk uit op het scherm en sla er nooit tegen.
556
• Neem het aansluitstuk vast als u kabels aansluit / loskoppelt trek nooit aan de kabel. Op die manier vermijdt u kortsluitingen
of schade aan de inwendige elementen van de kabel.
558a
• Houd het volume van het apparaat op een redelijk niveau om
te vermijden dat u uw buren stoort. Misschien gebruikt u liever
een hoofdtelefoon en hoeft u zich geen zorgen te maken over
uw omgeving (vooral tijdens de late uren).
558c
• Omdat geluidstrillingen soms meer dan verwacht kunnen
worden doorgegeven via vloeren en muren, dient u ervoor te
zorgen dat er geen geluidsoverlast voor buurtbewoners
ontstaat, met name ‘s nachts en wanneer u een hoofdtelefoon
gebruikt. Hoewel de drumpads en drumpedalen speciaal
werden ontworpen om zo weinig mogelijk bijgeluid te
produceren bij het aanslaan, produceren rubberen vellen
doorgaans een luider geluid dan gaasvellen. U kunt het
ongewenste geluid van de pads aanzienlijk reduceren door
gaasvellen te gebruiken.
559a
• Verpak het apparaat indien mogelijk in de doos (inclusief
opvulling) waarin het werd geleverd als u het moet vervoeren.
Anders zult u gelijkaardige verpakkingen moeten gebruiken.
562
• Sommige kabels bevatten weerstanden. Gebruik geen kabels
met weerstanden om aansluitingen op dit apparaat uit te
voeren. Het gebruik van dergelijke kabels kan het
geluidsniveau extreem verlagen of zelfs onhoorbaar maken.
Contacteer de fabrikant van de kabel voor informatie over
kabelspecificaties.
985
• De informatie in deze handleiding bevat illustraties waarin de
standaardweergave van de display wordt afgebeeld. Het is
echter mogelijk dat uw apparaat een nieuwere, verbeterde
versie van het systeem bevat (bv. met nieuwe geluiden), zodat
de weergave op uw display kan verschillen van de weergave in
de handleiding.
• Als er risico bestaat dat u het apparaat per ongeluk aanslaat
tijdens het spelen, dient u de bevestigingspunten van Tom 1
(T1) en Tom 2 (T2) aan de standaard aan te passen om de
ruimte tussen de pads te verkleinen.
Index ........................................................51
5
Paneelbeschrijvingen
Voorpaneel
fig.FrontP.eps
1
2
3546 8 101314
7911 12
1. [POWER]-knop
Schakelt het apparaat in en uit (p. 10).
2. [VOLUME]-regelaar
Past het volume van de OUTPUT- en PHONES-uitgangen aan
(p. 10).
3. [TUNING]-knop
Gebruik deze knop als u het geluid van een instrument wilt
stemmen (p. 15).
4. [MUFFLING]-knop
Gebruik deze knop als u het geluid van een instrument wilt
dempen (p. 15).
5. DRUM KIT [<] [>]-knoppen
Gebruik deze knoppen om van drumkit te wisselen (p. 12). U
kunt deze knoppen ook gebruiken om van andere schermen
naar het DRUM KIT-scherm terug te keren.
6. Display
Op de display wordt tijdens het spelen de naam van de
drumkit en andere informatie weergegeven. Tijdens het
bewerken wordt de inhoud van de instellingen
weergegeven.
7. [MENU]-knop
Gebruik deze knop als u de instellingen van de TD-4 wilt
configureren, bijvoorbeeld om de instellingen van een
drumkit te bewerken of om de pads aan te passen.
9. [-/+]-wiel
Gebruik het wiel om een waarde te bewerken.
Gebruik het wiel om een waarde te aan te passen. U verhoogt
een waarde door het wiel naar “+” te draaien, en u verlaagt
een waarde door het wiel naar “-” te draaien.
10. [OK]-knop
Gebruik deze knop om te bevestigen dat u een menu-item
met de Coach-functie wilt gebruiken, of om een waarde die u
bewerkt hebt te bevestigen.
11. [COACH]-knop
Druk op deze knop om de Coach-functie te gebruiken (p. 19).
12. [] (Metronoom)-knop
Met deze knop schakelt u de metronoom in (geluid) of uit
(stil) (p. 17).
13. QUICK REC [] (Opname)-knop
Gebruik deze knop om geluid op te nemen (p. 17).
14. QUICK REC [] (Afspelen/Stop)-knop
Uw opname afspelen (p. 18).
8. SEL [] []-knoppen
Gebruik deze knoppen om een menu-item te selecteren als u
de Coach-functie gebruikt, of om parameters te selecteren als
u de instellingen van de TD-4 configureert.
6
Zijpaneel
fig.SideP.eps
Paneelbeschrijvingen
1516 17
15. MIDI OUT-aansluiting
Gebruik deze aansluiting als u externe MIDI-geluidsbronnen
op de pads wilt afspelen of als u opnamen met sequencers
wilt maken (p. 39).
Achterpaneel
fig.RearP.epss
181920
16. MIX IN-aansluiting
Voor het aansluiten van een externe geluidsbron zoals een
MP3- of CD-speler (p. 16). Alle geluidsinvoer wordt ook via de
OUTPUT- en PHONES-uitgangen verstuurd.
* U kunt het volume aanpassen met behulp van de
volumeregeling op het externe apparaat dat op MIX IN is
aangesloten.
17. PHONES-aansluiting
Voor het aansluiten van een stereo hoofdtelefoon (p. 9).
Het geluid van de OUTPUT-uitgangen wordt niet gedempt
Sluit de bijgeleverde netstroomadapter aan op deze
aansluiting (p. 9).
19. TRIGGER INPUT-aansluiting
Gebruik de hiervoor bestemde kabel om de pads en de
pedalen op de TD-4 aan te sluiten (p. 8).
20. OUTPUT-aansluitingen (L/MONO, R)
Deze uitgangen zorgen voor de uitvoer van alle geluid van de
TD-4. Gebruik deze uitgang om het apparaat op een
versterker of andere externe audio-apparatuur aan te sluiten.
Als u in mono werkt, hoeft u enkel de L/MONO-aansluiting te
gebruiken.
21. Bevestigingsgaten voor de montageplaat van de
geluidsmodule
Bevestig hier de bijgeleverde montageplaat van de
geluidsmodule om de TD-4 aan de drumstandaard te
bevestigen.
22. Veiligheidssleuf ()
http://www.kensington.com/
7
De kit klaarmaken voor gebruik
De TD-4 op de standaard monteren
1. Bevestig de bijgeleverde montageplaat van de
geluidsmodule op de TD-4.
Gebruik de bijgeleverde vleugelbouten om de montageplaat
te bevestigen zoals getoond in de afbeelding.
* Gebruik alleen de bijgeleverde vleugelbouten. Door het
gebruik van andere bouten kan een defect ontstaan.
* Gebruik de TD-4 alleen als de montageplaat van de
geluidsmodule is geïnstalleerd.
fig.H-mounting.eps
OPMERKING
• Plaats een stapel kranten of tijdschriften onder de vier hoeken
of aan beide uiteinden als u het apparaat ondersteboven keert
om schade aan de knoppen en de bedieningselementen te
vermijden. Richt het apparaat zodat de knoppen en
bedieningselementen niet kunnen beschadigd worden.
• Wees voorzichtig en let op dat het apparaat niet valt of
omkantelt als u het ondersteboven keert.
2.
Bevestig de TD-4 (met de bijgeleverde montageplaat
van de geluidsmodule geïnstalleerd) aan de
drumstandaard (bv. de MDS-4, apart verkrijgbaar).
3. Sluit de bijgeleverde kabel aan op de TRIGGER
INPUT-aansluiting van de TD-4, en sluit de pads en
pedalen aan.
fig.Connecter-joint.eps
De kabel is voorzien van labels die aangeven welk pad op de
kabel moet worden aangesloten.
Sluit de pads en pedalen aan zoals getoond in de afbeelding.
fig.Trig-Plug.eps
fig.Connect-cable.eps
CR1
RD
T3
CR2
T1T2
TD-4
SNR
KIK
HH
HHC
OPMERKING
• Als u niet op alle kabels een pad aansluit, moet u de volgende
instellingen gebruiken om defecten te vermijden.
• Stel de instelling Pad Type in op OFF (p. 33).
• Laat de dop op de stekker van de CR2-kabel zitten, en
bevestig deze aan de standaard zodat de kabel u niet hindert
bij het spelen.
1. Schakel van alle apparaten de stroom uit voordat u
de apparaten aansluit.
OPMERKING
Zet het volume altijd lager en schakel alle apparaten uit
voordat u aansluitingen maakt om defecten en/of schade aan
luidsprekers of andere apparaten te voorkomen.
2. Sluit de OUTPUT-aansluitingen (L/MONO, R) op het
audiosysteem of de versterker aan.
* Als u een hoofdtelefoon gebruikt, sluit u deze aan op de
PHONES-aansluiting.
Audioset, enz.
3. Sluit de bijgeleverde netstroomadapter aan op de
DC IN-aansluiting.
Plaats de netstroomadapter met de zijde met het lampje (zie
afbeelding) naar boven en de zijde met de gedrukte
informatie naar beneden.
* Het lampje licht op als u de netstroomadapter in een
stopcontact steekt.
U kunt de MIX IN-aansluiting gebruiken om mee te spelen
met muziek van een draagbare audiospeler of andere externe
geluidsbronnen (p. 16).
9
De kit klaarmaken voor gebruik
Het toestel in-/uitschakelen
* Schakel de aangesloten apparaten in de aangegeven volgorde in nadat u de aansluitingen hebt gemaakt (p. 9). Als u de verkeerde
volgorde gebruikt, bestaat er een hoger risico dat de apparatuur wordt beschadigd of defect raakt.
fig.P-PowerOn.eps
Als u geen geluid hoort
3
1
Controleer het volgende:
Aansluitingen van de pads en pedalen
• Is de kabel correct aangesloten op de TRIGGER INPUT-
aansluiting?
• Zijn de kabels correct aangesloten op alle pads en
pedalen?
1. Draai de [VOLUME]-regelaar helemaal naar links.
2. Zet het volume van de aangesloten versterker of
het audiosysteem op het minimum.
3. Druk op de [POWER]-knop.
* Zelfs als het volume volledig op nul staat, kunt u nog geluid
horen wanneer u het toestel inschakelt. Dit is normaal en
wijst niet op een defect.
* De TD-4 is voorzien van een veiligheidscircuit. Het duurt even
(enkele seconden) voordat u het apparaat normaal kunt
gebruiken nadat u het hebt ingeschakeld.
Waarschuwing bij het inschakelen van
het toestel
Raak nadat u het toestel hebt ingeschakeld de pads en de
pedalen NIET aan totdat de naam van de drumkit (afbeelding
onderaan) in de display wordt weergegeven. Als u dit toch
doet, kunnen er problemen ontstaan.
ig.d-OpenKitNo1.eps
4. Schakel de stroom van de aangesloten versterker
of het audiosysteem in.
5. Draai terwijl u een pad aanslaat de [VOLUME]regelaar geleidelijk naar rechts om het volume aan
te passen.
Pas het volume van de aangesloten versterker of het
audiosysteem aan tot het gewenste niveau.
Als u een versterker of audiosysteem gebruikt
• Zijn de OUTPUT-aansluitingen van de TD-4 correct
aangesloten op de ingangen van de versterker of het
audiosysteem?
• Zijn de invoerselecties en volume-instellingen op de
versterker of het audiosysteem correct?
• Is er een probleem met de aansluitkabels zelf?
• Is de [VOLUME]-regelaar helemaal naar links gedraaid?
• Zijn de invoerselecties op de versterker of het
audiosysteem correct ingesteld?
• Is het volume van de aangesloten versterker of het
audiosysteem correct ingesteld?
Als u een hoofdtelefoon gebruikt
• Is de hoofdtelefoon op de PHONES-aansluiting
aangesloten?
• Is de [VOLUME]-regelaar helemaal naar links gedraaid?
De stroom uitschakelen
1. Zet het volume van de TD-4 en alle aangesloten
apparatuur op nul.
2. Schakel van alle aangesloten apparaten de stroom
uit.
3. Houd de [POWER]-knop ingedrukt tot “See you!”
op de display wordt weergegeven.
Uw instellingen opslaan
De TD-4 heeft geen specifieke procedure voor het opslaan van
instellingen. Alle wijzigingen die u hebt aangebracht, worden
opgeslagen wanneer u het toestel uitschakelt.
* U moet het toestel uitschakelen door op de [POWER]-knop te
drukken.
10
De kit klaarmaken voor gebruik
De spanning van het bovenvel van een gaaspad regelen (PDX-8)
VOORDAT u de PDX-8 gaaspads gaat gebruiken, dient u de spanning aan te passen.
U kunt de spanning van de gaasvellen aanpassen op dezelfde manier als bij akoestische drums.
* Gebruik een drumsleutel om de aanpassingen te doen.
De spanning van het PDX-8-bovenvel dient enkel voor het regelen van de respons van de pad, en heeft geen invloed op de
toonhoogte zoals bij akoestische drums.
1. Gebruik de bijgeleverde drumsleutel om de
stembouten aan te spannen.
Sla op het bovenvel om de feeling en de respons te
controleren.
Span de stembouten aan in de numerieke volgorde zoals
getoond in de volgende afbeelding. Als u een stembout op
een plaats in één keer stevig aanspant, kunt u het bovenvel
niet meer gelijkmatig aanspannen en kunnen er problemen
optreden met de respons bij het triggeren.
6
4
2
1
3
5
2. Span het bovenvel gelijkmatig aan terwijl u het
speelgevoel test, net zoals bij een akoestische
drum.
De bovenvelspanning kan na verloop van tijd verminderen.
Pas de spanning aan indien nodig.
11
Spelen
Het geluid van de drumkits beluisteren
Nadat u het toestel hebt ingeschakeld, kunt u de demonummers
beluisteren.
U kunt de verschillende geluiden beluisteren door tussen de
drumkits te schakelen terwijl u de demonummers afspeelt.
fig.P-Demo.eps
21, 3
* Alle rechten voorbehouden. Het gebruik van dit materiaal
voor niet-persoonlijke doeleinden zonder toestemming is bij
de wet verboden.
* Bij het afspelen van de demonummers worden er geen
gegevens uitgestuurd via MIDI OUT.
Een drumkit selecteren
Een drumkit is een combinatie van de geluiden en instellingen
voor elk pad en elke pedaal, en van de galminstelling.
fig.P-DrumKit.eps
1. Druk op de [] (Afspelen/Stop)-knop.
De demonummers worden afgespeeld.
2. Druk op de DRUM KIT [<] [>]-knoppen om de
drumkit te selecteren.
3. Druk nogmaals op de []-knop om het
afspelen van het demonummer te stoppen.
Het DRUM KIT-scherm
Dit is het basisscherm van de TD-4.
fig.d-KitNo1.eps
D
A
C
1
1. Druk op de DRUM KIT [<] [>]-knoppen om de
drumkit te selecteren.
fig.d-KitScreen.eps
12
B
ANummer drumkit
BNaam drumkit
C
D
Ongeacht het scherm dat weergegeven wordt, kunt u naar
het DRUM KIT-scherm gaan door te drukken op de DRUM KIT
[<] [>]-knoppen.
Geeft het metronoomtempo aan als de
metronoom (p. 17) is ingeschakeld.
De kracht van de padaanslag wordt in 6 niveaus
weergegeven.
Speeltechnieken
Spelen
Pads (bv. PDX-8, PD-8)
Head shot
Sla alleen op de bovenkant van de pad.
fig.Play-Head.eps
Bovenvel
Open rim shot
Sla op de rand van de pad.
fig.Play-Rim.eps
Rand
Cross stick
Sla alleen op de rand van de pad.
Een “snare rim”-geluid met wisselende slagsnelheid dat een cross
stick-geluid produceert wanneer het zacht wordt gespeeld, en een
open rim shot-geluid wanneer het harder wordt gespeeld (p. 29).
fig.Play-Cross.eps
Cimbalen (bv. CY-8, CY-12R/C)
Bow shot
Dit is de meest gangbare speeltechniek, waarbij het middenste
gedeelte van de cimbaal wordt bespeeld.
fig.Play-CYBow.eps
Edge shot
Wanneer u de rand met de schouder van de drumstok aanslaat
(zoals in de figuur is aangegeven).
fig.Play-CYEdge.eps
Randsensor
Bell shot (CY-12R/C, CY-15R)
Bij deze speelmethode wordt de bel van de cimbaal aangeslagen.
fig.Play-CYBell.eps
* Sla enigszins hard met de schouder van de drumstok op de bel.
* Zorg ervoor dat u alleen de rand van de pad raakt als u een
cross stick wilt spelen. Plaats uw hand zachtjes op het
bovenvel, anders is het mogelijk dat de cross stick-functie
niet goed werkt.
Zet het Xstick Volume (p. 29) niet op OFF als u een cross stick
wilt spelen.
Een cimbaal afdempen
Door onmiddellijk na het aanslaan van de cimbaal de rand van de
cimbaal met de hand af te dempen (choke), wordt het geluid gedempt
zoals bij een echte cimbaal. De Choke-functie werkt alleen als u de
cimbaal vastneemt in het gebied waar de randsensor zich bevindt,
zoals in de afbeelding is aangegeven. Anders zal de functie niet werken.
fig.Play-Choke.eps
Roland-logo
Randsensor
13
Spelen
Hi-hat (CY-5)
Open/gesloten
Het hi-hatgeluid verandert geleidelijk van open naar gesloten
naargelang de druk die u op de hi-hatpedaal uitoefent.
U kunt ook de foot closed en foot splash-geluiden afspelen.
Bow shot
Als u het middenste gedeelte van de hi-hatpad bespeelt.
fig.Play-VHBow.eps
Boog
Edge shot
Wanneer u de rand van de hi-hatpad met de schouder van de
drumstok bespeelt (zoals in de figuur is aangegeven).
fig.Play-VHEdge.eps
Hi-hatpedaal (FD-8)
fig.FD-8.eps
Open hi-hat
Sla op de hi-hat zonder op de pedaal te drukken.
Halfopen hi-hat
Sla op de hi-hat terwijl u de pedaal half ingedrukt houdt.
Gesloten hi-hat
Sla op de hi-hat terwijl u de pedaal volledig ingedrukt houdt.
Foot closed
Druk de pedaal volledig in.
* Sluit de FD-8 op de TD-4 aan voordat u het toestel inschakelt.
14
Rand
Spelen
Snel stemmen of dempen
U kunt speciale knoppen gebruiken om het geluid snel te stemmen of te dempen. Als u op de knop drukt, hoort u het geluid dat u hebt
geselecteerd.
OPMERKING
U kunt geen instellingen voor stemmen of dempen creëren voor pads waaraan een instrument (p. 28) uit de instrumentengroep
cimbalen (HIHAT, CRASH, RIDE) is toegewezen. Voor dergelijke pads wordt “- - -.” op de display weergegeven
TUNING
fig.P-Tuning.eps
3
1, 5
1. Druk op de [TUNING]-knop zodat deze oplicht.
Het TUNING-scherm verschijnt.
fig.d-Tuning-1.eps
2. Sla op de pad die u wilt stemmen.
De pad die u hebt aangeslagen knippert in het scherm.
De pad die u hebt aangeslagen, knippert in het scherm.
fig.d-Muffling-2.eps
3. Terwijl u op de pad slaat om het geluid te horen,
draait u aan het [-/+]-wiel om de stemming aan te
passen.
Waarde: -600–0–+600
Een negatieve (-) waarde zal de toonhoogte verlagen, een
positieve (+) waarde zal de toonhoogte verhogen.
4. Herhaal de stappen 2–3 om de stemming van elke
pad aan te passen.
5. Als u klaar bent met stemmen, drukt u opnieuw op
de [TUNING]-knop om deze uit te schakelen.
3. Terwijl u op het pad slaat om het geluid te horen,
draait u aan het [-/+]-wiel om de demping aan te
passen.
Waarde: 0–10
Een hogere waarde verlaagt de resonantie en het verval
(lengte) van het geluid.
4. Herhaal de stappen 2–3 om de demping van elke
pad aan te passen.
5. Als u klaar bent met de demping aan te passen,
drukt u opnieuw op de [MUFFLING]-knop om deze
uit te schakelen.
15
Spelen
Als Head/Rim Link (p. 35) ingesteld is op ON, worden de instellingen voor HEAD en RIM gelijktijdig bewerkt.
In sommige gevallen verschijnt op dat moment een “*” in de rechterzijde van het scherm. Dit geeft aan dat de instrumentgeluiden
die zijn toegewezen aan HEAD en RIM niet overeenstemmen met de aanbevolen combinatie die in de fabriek werd ingesteld.
Meespelen met muziek op een draagbare audiospeler
Door een draagbare audio- of CD-speler aan te sluiten op de MIX IN-aansluiting, kunt u uw favoriete muziek afspelen op de TD-4.
U kunt ook andere audio-apparaten aansluiten.
Aansluitingen
Verminder het volume van de TD-4 en de audiospeler voordat u de
apparaten aansluit.
fig.Connect-iPod.eps
Draagbare audiospeler
Stereo-mini-
aansluiting
* Als een verbindingskabel met ingebouwde weerstanden
wordt gebruikt, kan het volume van de bron die op de TD-9
(MIX IN)-ingang is aangesloten mogelijk te laag zijn. Gebruik
in dit geval verbindingskabels zonder weerstanden.
Afspelen
1. Start de muziek op de draagbare audiospeler.
Raadpleeg de handleiding van de audiospeler voor meer
informatie over het gebruik ervan.
2. Pas het volume van de draagbare audiospeler aan.
Het signaal dat via de MIX IN-ingang binnenkomt, wordt via
de OUTPUT en PHONES-aansluitingen uitgestuurd.
* Pas het volume op de audiospeler aan om het juiste
evenwicht tussen het geluid ervan en van de TD-4 te vinden.
16
Loading...
+ 36 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.