Roland TD-4 User Manual [nl]

TD-4 Gebruikershandleiding
Bedankt en gefeliciteerd met uw keuze voor de Roland Percussion Sound Module TD-4.
Lees zorgvuldig de hoofdstukken “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” en “BELANGRIJKE OPMERKIN­GEN” (Gebruikershandleiding p. 2–3, p. 4) voordat u het apparaat gaat gebruiken. Deze hoofdstukken bevatten belangrijke informatie over de juiste bedi­ening van het apparaat. Om er bovendien zeker van te zijn dat u elke functie van uw nieuwe apparaat goed begrijpt, leest u best de hele gebruikershan­dleiding. De handleiding moet als handige referen­tie worden bewaard en voorhanden zijn.
Français Italiano Español Português NederlandsEnglish Deutsch
Copyright ©2008 ROLAND CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag op enige manier worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION.
1
HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN
HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN
INSTRUCTIES TER VERMIJDING VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOKKEN OF VERWONDING VAN PERSONEN.
Over de aanduidingen
WAARSCHUWING
OPGELET
WAARSCHUWING en
Gebruikt voor instructies die de gebruiker waarschuwen voor levensgevaarlijke risico’s of risico’s op verwondingen indien het apparaat verkeerd wordt gebruikt.
Gebruikt voor instructies die de gebruiker waarschuwen voor risico’s op verwondingen of materiaalschade indien het apparaat verkeerd wordt gebruikt.
* Materiaalschade verwijst naar schade of
negatieve eecten die veroorzaakt worden met betrekking tot de woning en de volledige inrichting, alsook huisdieren.
OPGELET
LET STEEDS OP HET VOLGENDE
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
002c
Open het apparaat of de netstroomadapter niet (en voer er geen wijzigingen aan uit).
....................................................................................................................
003
Probeer het apparaat niet te herstellen of onderdelen ervan te vervangen (behalve als deze handleiding specifieke instructies geeft om dat te doen). Laat het onderhoud over aan uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende Roland-verdeler, zoals vermeld op de pagina “Informatie”.
....................................................................................................................
004
Installeer het apparaat nooit op plaatsen die
• aan extreme temperaturen worden blootgesteld
(bv. rechtstreeks zonlicht in een gesloten voertuig, in de buurt van een verwarmingsleiding, op materiaal dat warmte produceert); of die
• nat zijn (bv. bad, wasruimte, op natte vloeren); of die
• worden blootgesteld aan damp of rook; of die
• worden blootgesteld aan zout; of die
• vochtig zijn; of die
• aan regen worden blootgesteld; of die
• stoffig of zanderig zijn; of die
• aan hoge trillingsniveaus en schokken worden
blootgesteld.
....................................................................................................................
005
Gebruik dit apparaat uitsluitend met een standaard die door Roland wordt aanbevolen.
....................................................................................................................
006
Als u het apparaat gebruikt met een standaard die door Roland wordt aangeraden, dient u deze zorgvuldig te plaatsen, zodat de standaard mooi horizontaal en stabiel is. Als u geen standaard gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat u het apparaat op een effen oppervlak plaatst dat het apparaat goed ondersteunt, en dat het apparaat niet kan wankelen.
....................................................................................................................
Over de symbolen
Het symbool waarschuwt de gebruiker voor belangrijke instructies of waarschuwingen. De specieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het pictogram binnen de driehoek. Het symbool links wordt gebruikt voor algemene waarschuwingen voor gevaar.
Het symbool waarschuwt de gebruiker voor items die nooit mogen worden gebruikt (verboden). De specieke handeling die niet mag worden gedaan, wordt door het pictogram binnen de cirkel aangeduid. Het symbool links betekent dat het apparaat nooit gedemonteerd mag worden.
Het symbool moeten worden uitgevoerd. De specieke handeling die moet worden uitgevoerd, wordt door het pictogram binnen de cirkel aangeduid. Het symbool links geeft aan dat het netsnoer uit het stopcontact moet worden getrokken.
008c
Gebruik alleen de netstroomadapter die bij het apparaat werd geleverd. Controleer of het lijnvoltage van het elektriciteitsnet overeenkomt met het ingangsvoltage dat op de netstroomadapter is aangegeven. Andere netstroomadapters gebruiken mogelijk een andere polariteit of zijn ontworpen voor een ander voltage. Het gebruik van dergelijke adapters kan resulteren in schade, defecten of elektrische schokken.
....................................................................................................................
008e
Gebruik alleen het meegeleverde netsnoer. Sluit het meegeleverde netsnoer niet op andere apparaten aan.
....................................................................................................................
009
Verdraai of buig het netsnoer niet te sterk en plaats er geen zware voorwerpen op. Dit kan het snoer zowel vanbinnen als vanbuiten beschadigen en kortsluitingen veroorzaken. Beschadigde kabels kunnen brand of schokken veroorzaken!
....................................................................................................................
010
Dit apparaat kan, apart of in combinatie met een versterker en hoofdtelefoon of luidsprekers, geluidsniveaus produceren die permanente gehoorschade kunnen veroorzaken. Gebruik het apparaat niet langdurig aan een hoog volumeniveau of aan een niveau dat oncomfortabel is. Als u gehoorverlies of oorsuizingen ervaart, moet u onmiddellijk stoppen met het gebruik van het apparaat en een audioloog raadplegen.
....................................................................................................................
011
Zorg ervoor dat er geen voorwerpen (bv. brandbaar materiaal, munten, spelden) of vloeistoffen (water, frisdranken enz.) in het apparaat terechtkomen.
wijst de gebruiker op handelingen die
....................................................................................................................
2
012b
WAARSCHUWING
Schakel het toestel onmiddellijk uit, trek de netstroomadapter uit het stopcontact en vraag onderhoud aan bij uw handelaar, dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende Roland-verdeler, zoals vermeld op de pagina "Informatie" als:
• de netstroomadapter, het netsnoer of de stekker
beschadigd zijn; of
• er rook of ongewone geuren uit het toestel komen;
of
• objecten of vloeistof in het apparaat zijn
terechtgekomen; of
• het apparaat aan regen werd blootgesteld (of op
een andere manier nat is geworden); of
• het apparaat niet normaal lijkt te werken of
opmerkelijk anders functioneert.
....................................................................................................................
013
Bij gezinnen met kleine kinderen dient een volwassene toezicht te houden tot het kind in staat is om alle regels te volgen die essentieel zijn voor het veilige gebruik van het apparaat.
....................................................................................................................
014
Bescherm het apparaat tegen zware schokken. (Laat het niet vallen!)
....................................................................................................................
015
Laat het netsnoer van het apparaat geen stopcontact delen met een buitensporig aantal andere apparaten. Wees vooral voorzichtig met verlengkabels - het totale stroomverbruik van alle apparaten die u op de verlengkabel hebt aangesloten mag nooit het maximumvermogen (watt/ampère) voor de verlengkabel overschrijden. Buitensporige belasting kan de isolatie van de kabel opwarmen en uiteindelijk doen smelten.
....................................................................................................................
016
Raadpleeg uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende Roland-verdeler, zoals vermeld op de pagina “Informatie”, vooraleer u het apparaat in het buitenland gebruikt.
....................................................................................................................
101b
Het apparaat en de netstroomadapter moeten zo worden geplaatst dat hun locatie of positie hun ventilatie niet verstoort.
....................................................................................................................
101c
(TD-4) Alleen voor gebruik met standaards uit de Roland MDS-reeks. Gebruik met andere standaards kan leiden tot instabiliteit met mogelijk letsel tot gevolg.
....................................................................................................................
OPGELET
101f
OPGELET
Lees aandachtig de waarschuwingen in de instructies bij dit product en volg de aanwijzingen zorgvuldig. Afhankelijk van de manier waarop het keyboard wordt bespeeld, kan het keyboard van de standaard vallen of kan de standaard omvallen, zelfs als u alle instructies en aanbevelingen in de producthandleiding hebt gevolgd. Voer daarom steeds een veiligheidscontrole uit voordat u de standaard gaat gebruiken.
....................................................................................................................
102c
Neem altijd alleen de stekker van de netstroomadapterkabel vast bij het aansluiten op en het loskoppelen van een stopcontact of dit apparaat.
....................................................................................................................
103b
U moet regelmatig de netstroomadapter loskoppelen en schoonmaken met een droge doek om al het stof en andere ophopingen te verwijderen van de polen. Trek ook de stekker uit het stopcontact als het apparaat langere tijd niet zal worden gebruikt. Stofophoping tussen de stekker en het stopcontact kan leiden tot slechte isolatie en brand veroorzaken.
....................................................................................................................
104
Zorg ervoor dat de snoeren en kabels niet in de war raken. Plaats alle snoeren en kabels ook buiten het bereik van kinderen.
....................................................................................................................
106
Klim nooit op het apparaat en plaats er geen zware voorwerpen op.
....................................................................................................................
107c
Neem de netstroomadapter of de stekkers nooit vast met natte handen bij het aansluiten op of loskoppelen van een stopcontact of dit apparaat.
....................................................................................................................
108b
Koppel de netstroomadapter en alle snoeren los van externe apparaten voordat u het apparaat verplaatst.
....................................................................................................................
109b
Schakel het apparaat uit en trek de netstroomadapter uit het stopcontact voordat u het apparaat schoonmaakt.
....................................................................................................................
110b
Koppel de netstroomadapter los van het stopcontact als u bliksem verwacht in uw omgeving.
....................................................................................................................
118c
Bewaar de doppen en vleugelbouten die u hebt verwijderd op een veilige plaats, buiten bereik van kinderen, zodat er geen risico bestaat dat ze per ongeluk worden ingeslikt.
....................................................................................................................
Français Italiano Español Português NederlandsEnglish Deutsch
3
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Voeding
301
• Sluit dit apparaat niet aan op een stopcontact dat tegelijkertijd door een elektrisch apparaat wordt gebruikt dat door een signaalomzetter (zoals een koelkast, wasmachine, microgolfoven of airconditioner) wordt bestuurd of dat een motor bevat. Afhankelijk van de manier waarop elektrische apparaten worden gebruikt, kan ruis van de stroomvoorziening defecten aan dit apparaat of hoorbare ruis veroorzaken. Als het niet praktisch is om een apart stopcontact te gebruiken, plaats dan een ruisfilter voor de stroomvoorziening tussen dit toestel en het stopcontact.
302
• De netstroomadapter kan warm worden na enkele uren ononderbroken gebruik. Dit is normaal en geen reden tot bezorgdheid.
307
• Schakel alle apparaten uit voordat u dit apparaat op andere apparaten aansluit. Op die manier kunt u defecten en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten voorkomen.
Plaatsing
351
• Als u het apparaat gebruikt in de buurt van eindversterkers (of andere apparatuur met grote eindversterkers) kan er gezoem ontstaan. Om het probleem te verhelpen kunt u het apparaat opnieuw richten of verder van de storingsbron plaatsen.
352a
• Dit apparaat kan radio- en televisieontvangst verstoren. Gebruik dit apparaat niet in de buurt van dergelijke ontvangers.
352b
• Ruis kan ontstaan als draadloze communicatieapparaten, zoals gsm’s, in de buurt van dit apparaat worden gebruikt. Dergelijke ruis kan ontstaan als een oproep wordt ontvangen of gemaakt of tijdens gesprekken. Verplaats dergelijke apparaten zodat ze zich op een grotere afstand van dit apparaat bevinden of schakel ze uit als u dergelijke problemen ervaart.
354a
• Stel het apparaat niet bloot aan rechtstreeks zonlicht, plaats het niet in de buurt van warmtebronnen, laat het niet achter in een gesloten voertuig en stel het niet bloot aan extreme temperaturen. Overmatige warmte kan het apparaat vervormen of verkleuren.
355b
• Bij verplaatsing van een locatie naar een andere waar de temperatuur en/of vochtigheid sterk verschilt, kunnen er waterdruppels (condens) gevormd worden in het apparaat. Er kunnen schade of defecten ontstaan als u het apparaat in deze toestand gebruikt. Voordat u het apparaat gebruikt, laat u het enkele uren liggen tot de condens volledig verdampt is.
Onderhoud
401a
• Gebruik een zachte, droge doek of een doek die licht bevochtigd is met water om het apparaat dagelijks af te vegen. Gebruik een doek die met een zachte, niet-schurende zeepoplossing is bevochtigd om hardnekkig vuil te verwijderen. Veeg vervolgens het apparaat grondig schoon met een zachte, droge doek.
402
• Gebruik geen benzine, verdunningsmiddelen, alcohol of oplosmiddelen om verkleuring en/of vervorming te voorkomen.
Herstellingen en gegevens
452
• Het is mogelijk dat alle gegevens in het apparaatgeheugen worden verwijderd als het apparaat voor herstelling wordt verzonden. Noteer belangrijke gegevens (indien mogelijk) steeds op papier. Tijdens herstellingen wordt al het mogelijke gedaan om gegevensverlies te vermijden. In sommige gevallen (bijvoorbeeld wanneer er een defect is aan de geheugencircuits zelf), is het echter niet mogelijk om de gegevens te herstellen. Roland kan niet aansprakelijk worden gesteld voor dergelijk gegevensverlies.
Extra voorzorgsmaatregelen
553
• Draag voldoende zorg bij het gebruik van de knoppen, schuifknoppen of andere bedieningselementen van het apparaat en bij het gebruik van aansluitingen en ingangen. Ruw omgaan met de apparatuur kan defecten veroorzaken.
554
• Voer nooit druk uit op het scherm en sla er nooit tegen.
556
• Neem het aansluitstuk vast als u kabels aansluit / loskoppelt ­trek nooit aan de kabel. Op die manier vermijdt u kortsluitingen of schade aan de inwendige elementen van de kabel.
558a
• Houd het volume van het apparaat op een redelijk niveau om te vermijden dat u uw buren stoort. Misschien gebruikt u liever een hoofdtelefoon en hoeft u zich geen zorgen te maken over uw omgeving (vooral tijdens de late uren).
558c
• Omdat geluidstrillingen soms meer dan verwacht kunnen worden doorgegeven via vloeren en muren, dient u ervoor te zorgen dat er geen geluidsoverlast voor buurtbewoners ontstaat, met name ‘s nachts en wanneer u een hoofdtelefoon gebruikt. Hoewel de drumpads en drumpedalen speciaal werden ontworpen om zo weinig mogelijk bijgeluid te produceren bij het aanslaan, produceren rubberen vellen doorgaans een luider geluid dan gaasvellen. U kunt het ongewenste geluid van de pads aanzienlijk reduceren door gaasvellen te gebruiken.
559a
• Verpak het apparaat indien mogelijk in de doos (inclusief opvulling) waarin het werd geleverd als u het moet vervoeren. Anders zult u gelijkaardige verpakkingen moeten gebruiken.
562
• Sommige kabels bevatten weerstanden. Gebruik geen kabels met weerstanden om aansluitingen op dit apparaat uit te voeren. Het gebruik van dergelijke kabels kan het geluidsniveau extreem verlagen of zelfs onhoorbaar maken. Contacteer de fabrikant van de kabel voor informatie over kabelspecificaties.
985
• De informatie in deze handleiding bevat illustraties waarin de standaardweergave van de display wordt afgebeeld. Het is echter mogelijk dat uw apparaat een nieuwere, verbeterde versie van het systeem bevat (bv. met nieuwe geluiden), zodat de weergave op uw display kan verschillen van de weergave in de handleiding.
• Als er risico bestaat dat u het apparaat per ongeluk aanslaat tijdens het spelen, dient u de bevestigingspunten van Tom 1 (T1) en Tom 2 (T2) aan de standaard aan te passen om de ruimte tussen de pads te verkleinen.
4
Inhoudsopgave
HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN........ 2
BELANGRIJKE OPMERKINGEN ................. 4
Paneelbeschrijvingen .............................. 6
Voorpaneel .............................................................................6
Zijpaneel..................................................................................7
Achterpaneel..........................................................................7
Onderpaneel ..........................................................................7
De kit klaarmaken voor gebruik ............. 8
De TD-4 op de standaard monteren..............................8
Audio-apparatuur aansluiten...........................................9
Het toestel in-/uitschakelen .......................................... 10
Uw instellingen opslaan.................................................................. 10
De spanning van het bovenvel van een gaaspad
regelen (PDX-8).................................................................. 11
Spelen...................................................... 12
Het geluid van de drumkits beluisteren.................... 12
Een drumkit selecteren....................................................12
Het DRUM KIT-scherm.....................................................................12
Speeltechnieken ................................................................ 13
Pads (bv. PDX-8, PD-8)..................................................................... 13
Cimbalen (bv. CY-8, CY-12R/C) .....................................................13
Hi-hat (CY-5)........................................................................................ 14
Hi-hatpedaal (FD-8) ..........................................................................14
Snel stemmen of dempen.............................................. 15
TUNING.................................................................................................. 15
MUFFLING ............................................................................................15
Meespelen met muziek op een draagbare
audiospeler.......................................................................... 16
Oefenen................................................... 17
Spelen met de metronoom ........................................... 17
Snel opnemen en afspelen (QUICK REC)................... 17
Opnemen .............................................................................................17
Afspelen................................................................................................ 18
De opgenomen performance controleren
met Time Check ................................................................................. 18
Oefenen in Coachmodus................................................ 19
Een Practice-menu (oefenmenu) selecteren........................... 19
WARM UPS...........................................................................................20
Precies in de maat spelen (TIME CHECK) ..................................22
In een constant tempo blijven spelen (TEMPO CHECK)...... 23
Een intern gevoel voor timing ontwikkelen
(QUIET COUNT)................................................................................... 24
Het tempo stapsgewijs verhogen en verlagen
(AUTO UP/DOWN).............................................................................26
Een drumkit creëren ...............................27
De parameters selecteren .............................................. 27
Instrumentparameters bewerken (INSTRUMENT)......28
Het volume van de pads aanpassen (MIXER).......... 29
De ingebouwde effecten gebruiken (AMBIENCE)..........30
Een drumkit benoemen (KIT NAME)........................... 30
Een drumkit kopiëren (KIT COPY)................................ 31
Systeeminstellingen ...............................32
Bepalen hoe de metronoom klinkt
(METRONOME).................................................................... 32
De padinstellingen bewerken (PAD SETTINGS) ..... 33
Het padtype bepalen ....................................................................... 33
De gevoeligheid van een pad instellen.....................................33
Bepalen hoe de CR2-triggerkabel wordt gebruikt................34
Overige instellingen (OPTIONS)................................... 34
Het beeldschermcontrast aanpassen (LCD Contrast).......... 35
De helderheid van de achtergrondverlichting aanpassen
(LCD Bright) ......................................................................................... 35
Het bedieningsgeluid van de knoppen aanpassen
(Keypad Sound).................................................................................. 35
Instellingen voor bovenvel en rand gelijktijdig bewerken
(Head/Rim Link)..................................................................................35
De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset)................35
Het drumstel uitbreiden.........................36
Een cimbaal (CY-8) toevoegen ..................................... 36
Een CY-12R/C of CY-15R gebruiken in plaats
van het CY-8-cimbaal....................................................... 36
Een VH-11 V hi-hat gebruiken....................................... 37
De VH-11 aansluiten en instellingen op de TD-4
configureren........................................................................................37
Overige instellingen ...............................39
MIDI-instellingen............................................................... 39
Aan MIDI gerelateerde instellingen............................................39
Gedetailleerde instellingen voor
triggerparameters............................................................. 40
Aangepaste kits en instellingen beveiligen
(Edit Lock)............................................................................. 43
Problemen oplossen...............................44
Problemen oplossen ........................................................ 44
Foutbericht.......................................................................... 46
Lijst van de drumkits/instrumenten......47
MIDI-implementatietabel.......................49
Specificaties.............................................50
Français Italiano Español Português NederlandsEnglish Deutsch
Index ........................................................51
5
Paneelbeschrijvingen
Voorpaneel
fig.FrontP.eps
1
2
354 6 8 101314
7 9 11 12
1. [POWER]-knop
Schakelt het apparaat in en uit (p. 10).
2. [VOLUME]-regelaar
Past het volume van de OUTPUT- en PHONES-uitgangen aan (p. 10).
3. [TUNING]-knop
Gebruik deze knop als u het geluid van een instrument wilt stemmen (p. 15).
4. [MUFFLING]-knop
Gebruik deze knop als u het geluid van een instrument wilt dempen (p. 15).
5. DRUM KIT [<] [>]-knoppen
Gebruik deze knoppen om van drumkit te wisselen (p. 12). U kunt deze knoppen ook gebruiken om van andere schermen naar het DRUM KIT-scherm terug te keren.
6. Display
Op de display wordt tijdens het spelen de naam van de drumkit en andere informatie weergegeven. Tijdens het bewerken wordt de inhoud van de instellingen weergegeven.
7. [MENU]-knop
Gebruik deze knop als u de instellingen van de TD-4 wilt configureren, bijvoorbeeld om de instellingen van een drumkit te bewerken of om de pads aan te passen.
9. [-/+]-wiel
Gebruik het wiel om een waarde te bewerken. Gebruik het wiel om een waarde te aan te passen. U verhoogt
een waarde door het wiel naar “+” te draaien, en u verlaagt een waarde door het wiel naar “-” te draaien.
10. [OK]-knop
Gebruik deze knop om te bevestigen dat u een menu-item met de Coach-functie wilt gebruiken, of om een waarde die u bewerkt hebt te bevestigen.
11. [COACH]-knop
Druk op deze knop om de Coach-functie te gebruiken (p. 19).
12. [ ] (Metronoom)-knop
Met deze knop schakelt u de metronoom in (geluid) of uit (stil) (p. 17).
13. QUICK REC [ ] (Opname)-knop
Gebruik deze knop om geluid op te nemen (p. 17).
14. QUICK REC [ ] (Afspelen/Stop)-knop
Uw opname afspelen (p. 18).
8. SEL [ ] [ ]-knoppen
Gebruik deze knoppen om een menu-item te selecteren als u de Coach-functie gebruikt, of om parameters te selecteren als u de instellingen van de TD-4 configureert.
6
Zijpaneel
fig.SideP.eps
Paneelbeschrijvingen
15 16 17
15. MIDI OUT-aansluiting
Gebruik deze aansluiting als u externe MIDI-geluidsbronnen op de pads wilt afspelen of als u opnamen met sequencers wilt maken (p. 39).
Achterpaneel
fig.RearP.epss
18 19 20
16. MIX IN-aansluiting
Voor het aansluiten van een externe geluidsbron zoals een MP3- of CD-speler (p. 16). Alle geluidsinvoer wordt ook via de OUTPUT- en PHONES-uitgangen verstuurd.
* U kunt het volume aanpassen met behulp van de
volumeregeling op het externe apparaat dat op MIX IN is aangesloten.
17. PHONES-aansluiting
Voor het aansluiten van een stereo hoofdtelefoon (p. 9). Het geluid van de OUTPUT-uitgangen wordt niet gedempt
als u de hoofdtelefoonuitgang gebruikt.
Onderpaneel
fig.BottomP.eps
Français Italiano Español Português NederlandsEnglish Deutsch
2221
18. DC IN-aansluiting
Sluit de bijgeleverde netstroomadapter aan op deze aansluiting (p. 9).
19. TRIGGER INPUT-aansluiting
Gebruik de hiervoor bestemde kabel om de pads en de pedalen op de TD-4 aan te sluiten (p. 8).
20. OUTPUT-aansluitingen (L/MONO, R)
Deze uitgangen zorgen voor de uitvoer van alle geluid van de TD-4. Gebruik deze uitgang om het apparaat op een versterker of andere externe audio-apparatuur aan te sluiten. Als u in mono werkt, hoeft u enkel de L/MONO-aansluiting te gebruiken.
21. Bevestigingsgaten voor de montageplaat van de
geluidsmodule
Bevestig hier de bijgeleverde montageplaat van de geluidsmodule om de TD-4 aan de drumstandaard te bevestigen.
22. Veiligheidssleuf ( )
http://www.kensington.com/
7
De kit klaarmaken voor gebruik
De TD-4 op de standaard monteren
1. Bevestig de bijgeleverde montageplaat van de geluidsmodule op de TD-4.
Gebruik de bijgeleverde vleugelbouten om de montageplaat te bevestigen zoals getoond in de afbeelding.
* Gebruik alleen de bijgeleverde vleugelbouten. Door het
gebruik van andere bouten kan een defect ontstaan.
* Gebruik de TD-4 alleen als de montageplaat van de
geluidsmodule is geïnstalleerd.
fig.H-mounting.eps
OPMERKING
• Plaats een stapel kranten of tijdschriften onder de vier hoeken of aan beide uiteinden als u het apparaat ondersteboven keert om schade aan de knoppen en de bedieningselementen te vermijden. Richt het apparaat zodat de knoppen en bedieningselementen niet kunnen beschadigd worden.
• Wees voorzichtig en let op dat het apparaat niet valt of omkantelt als u het ondersteboven keert.
2.
Bevestig de TD-4 (met de bijgeleverde montageplaat van de geluidsmodule geïnstalleerd) aan de drumstandaard (bv. de MDS-4, apart verkrijgbaar).
3. Sluit de bijgeleverde kabel aan op de TRIGGER INPUT-aansluiting van de TD-4, en sluit de pads en pedalen aan.
fig.Connecter-joint.eps
De kabel is voorzien van labels die aangeven welk pad op de kabel moet worden aangesloten.
Sluit de pads en pedalen aan zoals getoond in de afbeelding.
fig.Trig-Plug.eps
fig.Connect-cable.eps
CR1
RD
T3
CR2
T1T2
TD-4
SNR
KIK
HH
HHC
OPMERKING
• Als u niet op alle kabels een pad aansluit, moet u de volgende instellingen gebruiken om defecten te vermijden.
• Stel de instelling Pad Type in op OFF (p. 33).
• Laat de dop op de stekker van de CR2-kabel zitten, en bevestig deze aan de standaard zodat de kabel u niet hindert bij het spelen.
8
Audio-apparatuur aansluiten
fig.Connection.eps
De kit klaarmaken voor gebruik
MIDI-geluidsmodule
Netstroomadapter
Netsnoer
MIDI IN
Lampje
Draagbare audiospeler
Stereo-mini-
aansluiting
Français Italiano Español Português NederlandsEnglish Deutsch
Stereo 1/4
inch-jack-
aansluiting
Stereohoofdtelefoon
Naar
stopcontact
Versterker met
stroomvoorziening, enz.
1. Schakel van alle apparaten de stroom uit voordat u de apparaten aansluit.
OPMERKING
Zet het volume altijd lager en schakel alle apparaten uit voordat u aansluitingen maakt om defecten en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen.
2. Sluit de OUTPUT-aansluitingen (L/MONO, R) op het audiosysteem of de versterker aan.
* Als u een hoofdtelefoon gebruikt, sluit u deze aan op de
PHONES-aansluiting.
Audioset, enz.
3. Sluit de bijgeleverde netstroomadapter aan op de DC IN-aansluiting.
Plaats de netstroomadapter met de zijde met het lampje (zie afbeelding) naar boven en de zijde met de gedrukte informatie naar beneden.
* Het lampje licht op als u de netstroomadapter in een
stopcontact steekt.
U kunt de MIX IN-aansluiting gebruiken om mee te spelen met muziek van een draagbare audiospeler of andere externe geluidsbronnen (p. 16).
9
De kit klaarmaken voor gebruik
Het toestel in-/uitschakelen
* Schakel de aangesloten apparaten in de aangegeven volgorde in nadat u de aansluitingen hebt gemaakt (p. 9). Als u de verkeerde
volgorde gebruikt, bestaat er een hoger risico dat de apparatuur wordt beschadigd of defect raakt.
fig.P-PowerOn.eps
Als u geen geluid hoort
3 1
Controleer het volgende:
Aansluitingen van de pads en pedalen
• Is de kabel correct aangesloten op de TRIGGER INPUT-
aansluiting?
• Zijn de kabels correct aangesloten op alle pads en
pedalen?
1. Draai de [VOLUME]-regelaar helemaal naar links.
2. Zet het volume van de aangesloten versterker of het audiosysteem op het minimum.
3. Druk op de [POWER]-knop.
* Zelfs als het volume volledig op nul staat, kunt u nog geluid
horen wanneer u het toestel inschakelt. Dit is normaal en wijst niet op een defect.
* De TD-4 is voorzien van een veiligheidscircuit. Het duurt even
(enkele seconden) voordat u het apparaat normaal kunt gebruiken nadat u het hebt ingeschakeld.
Waarschuwing bij het inschakelen van het toestel
Raak nadat u het toestel hebt ingeschakeld de pads en de pedalen NIET aan totdat de naam van de drumkit (afbeelding onderaan) in de display wordt weergegeven. Als u dit toch doet, kunnen er problemen ontstaan.
ig.d-OpenKitNo1.eps
4. Schakel de stroom van de aangesloten versterker of het audiosysteem in.
5. Draai terwijl u een pad aanslaat de [VOLUME]­regelaar geleidelijk naar rechts om het volume aan te passen.
Pas het volume van de aangesloten versterker of het audiosysteem aan tot het gewenste niveau.
Als u een versterker of audiosysteem gebruikt
• Zijn de OUTPUT-aansluitingen van de TD-4 correct aangesloten op de ingangen van de versterker of het audiosysteem?
• Zijn de invoerselecties en volume-instellingen op de versterker of het audiosysteem correct?
• Is er een probleem met de aansluitkabels zelf?
• Is de [VOLUME]-regelaar helemaal naar links gedraaid?
• Zijn de invoerselecties op de versterker of het audiosysteem correct ingesteld?
• Is het volume van de aangesloten versterker of het audiosysteem correct ingesteld?
Als u een hoofdtelefoon gebruikt
• Is de hoofdtelefoon op de PHONES-aansluiting aangesloten?
• Is de [VOLUME]-regelaar helemaal naar links gedraaid?
De stroom uitschakelen
1. Zet het volume van de TD-4 en alle aangesloten apparatuur op nul.
2. Schakel van alle aangesloten apparaten de stroom uit.
3. Houd de [POWER]-knop ingedrukt tot “See you!” op de display wordt weergegeven.
Uw instellingen opslaan
De TD-4 heeft geen specifieke procedure voor het opslaan van instellingen. Alle wijzigingen die u hebt aangebracht, worden opgeslagen wanneer u het toestel uitschakelt.
* U moet het toestel uitschakelen door op de [POWER]-knop te
drukken.
10
De kit klaarmaken voor gebruik
De spanning van het bovenvel van een gaaspad regelen (PDX-8)
VOORDAT u de PDX-8 gaaspads gaat gebruiken, dient u de spanning aan te passen.
U kunt de spanning van de gaasvellen aanpassen op dezelfde manier als bij akoestische drums.
* Gebruik een drumsleutel om de aanpassingen te doen.
De spanning van het PDX-8-bovenvel dient enkel voor het regelen van de respons van de pad, en heeft geen invloed op de toonhoogte zoals bij akoestische drums.
1. Gebruik de bijgeleverde drumsleutel om de stembouten aan te spannen.
Sla op het bovenvel om de feeling en de respons te controleren.
fig.PDX8-Adj.eps
Losmaken Aanspannen
Français Italiano Español Português NederlandsEnglish Deutsch
fig.PDX8-Bolt.eps
OPMERKING
Span de stembouten aan in de numerieke volgorde zoals getoond in de volgende afbeelding. Als u een stembout op een plaats in één keer stevig aanspant, kunt u het bovenvel niet meer gelijkmatig aanspannen en kunnen er problemen optreden met de respons bij het triggeren.
6
4
2
1
3
5
2. Span het bovenvel gelijkmatig aan terwijl u het speelgevoel test, net zoals bij een akoestische drum.
De bovenvelspanning kan na verloop van tijd verminderen. Pas de spanning aan indien nodig.
11
Spelen
Het geluid van de drumkits beluisteren
Nadat u het toestel hebt ingeschakeld, kunt u de demonummers beluisteren. U kunt de verschillende geluiden beluisteren door tussen de drumkits te schakelen terwijl u de demonummers afspeelt.
fig.P-Demo.eps
2 1, 3
* Alle rechten voorbehouden. Het gebruik van dit materiaal
voor niet-persoonlijke doeleinden zonder toestemming is bij de wet verboden.
* Bij het afspelen van de demonummers worden er geen
gegevens uitgestuurd via MIDI OUT.
Een drumkit selecteren
Een drumkit is een combinatie van de geluiden en instellingen voor elk pad en elke pedaal, en van de galminstelling.
fig.P-DrumKit.eps
1. Druk op de [ ] (Afspelen/Stop)-knop. De demonummers worden afgespeeld.
2. Druk op de DRUM KIT [<] [>]-knoppen om de drumkit te selecteren.
3. Druk nogmaals op de [ ]-knop om het afspelen van het demonummer te stoppen.
Het DRUM KIT-scherm
Dit is het basisscherm van de TD-4.
fig.d-KitNo1.eps
D
A
C
1
1. Druk op de DRUM KIT [<] [>]-knoppen om de drumkit te selecteren.
fig.d-KitScreen.eps
12
B
A Nummer drumkit B Naam drumkit
C
D
Ongeacht het scherm dat weergegeven wordt, kunt u naar het DRUM KIT-scherm gaan door te drukken op de DRUM KIT [<] [>]-knoppen.
Geeft het metronoomtempo aan als de metronoom (p. 17) is ingeschakeld.
De kracht van de padaanslag wordt in 6 niveaus weergegeven.
Speeltechnieken
Spelen
Pads (bv. PDX-8, PD-8)
Head shot
Sla alleen op de bovenkant van de pad.
fig.Play-Head.eps
Bovenvel
Open rim shot
Sla op de rand van de pad.
fig.Play-Rim.eps
Rand
Cross stick
Sla alleen op de rand van de pad. Een “snare rim”-geluid met wisselende slagsnelheid dat een cross stick-geluid produceert wanneer het zacht wordt gespeeld, en een
open rim shot-geluid wanneer het harder wordt gespeeld (p. 29).
fig.Play-Cross.eps
Cimbalen (bv. CY-8, CY-12R/C)
Bow shot
Dit is de meest gangbare speeltechniek, waarbij het middenste gedeelte van de cimbaal wordt bespeeld.
fig.Play-CYBow.eps
Edge shot
Wanneer u de rand met de schouder van de drumstok aanslaat (zoals in de figuur is aangegeven).
fig.Play-CYEdge.eps
Randsensor
Bell shot (CY-12R/C, CY-15R)
Bij deze speelmethode wordt de bel van de cimbaal aangeslagen.
fig.Play-CYBell.eps
* Sla enigszins hard met de schouder van de drumstok op de bel.
Français Italiano Español Português NederlandsEnglish Deutsch
Rand
Rand
* Zorg ervoor dat u alleen de rand van de pad raakt als u een
cross stick wilt spelen. Plaats uw hand zachtjes op het bovenvel, anders is het mogelijk dat de cross stick-functie niet goed werkt.
Zet het Xstick Volume (p. 29) niet op OFF als u een cross stick wilt spelen.
Een cimbaal afdempen
Door onmiddellijk na het aanslaan van de cimbaal de rand van de cimbaal met de hand af te dempen (choke), wordt het geluid gedempt zoals bij een echte cimbaal. De Choke-functie werkt alleen als u de cimbaal vastneemt in het gebied waar de randsensor zich bevindt, zoals in de afbeelding is aangegeven. Anders zal de functie niet werken.
fig.Play-Choke.eps
Roland-logo
Randsensor
13
Spelen
Hi-hat (CY-5)
Open/gesloten
Het hi-hatgeluid verandert geleidelijk van open naar gesloten naargelang de druk die u op de hi-hatpedaal uitoefent.
U kunt ook de foot closed en foot splash-geluiden afspelen.
Bow shot
Als u het middenste gedeelte van de hi-hatpad bespeelt.
fig.Play-VHBow.eps
Boog
Edge shot
Wanneer u de rand van de hi-hatpad met de schouder van de drumstok bespeelt (zoals in de figuur is aangegeven).
fig.Play-VHEdge.eps
Hi-hatpedaal (FD-8)
fig.FD-8.eps
Open hi-hat
Sla op de hi-hat zonder op de pedaal te drukken.
Halfopen hi-hat
Sla op de hi-hat terwijl u de pedaal half ingedrukt houdt.
Gesloten hi-hat
Sla op de hi-hat terwijl u de pedaal volledig ingedrukt houdt.
Foot closed
Druk de pedaal volledig in.
* Sluit de FD-8 op de TD-4 aan voordat u het toestel inschakelt.
14
Rand
Spelen
Snel stemmen of dempen
U kunt speciale knoppen gebruiken om het geluid snel te stemmen of te dempen. Als u op de knop drukt, hoort u het geluid dat u hebt geselecteerd.
OPMERKING
U kunt geen instellingen voor stemmen of dempen creëren voor pads waaraan een instrument (p. 28) uit de instrumentengroep cimbalen (HIHAT, CRASH, RIDE) is toegewezen. Voor dergelijke pads wordt “- - -.” op de display weergegeven
TUNING
fig.P-Tuning.eps
3
1, 5
1. Druk op de [TUNING]-knop zodat deze oplicht.
Het TUNING-scherm verschijnt.
fig.d-Tuning-1.eps
2. Sla op de pad die u wilt stemmen.
De pad die u hebt aangeslagen knippert in het scherm.
fig.d-Tuning-2.eps
MUFFLING
fig.P-Muffling.eps
3
Français Italiano Español Português NederlandsEnglish Deutsch
1, 5
1. Druk op de [MUFFLING]-knop zodat deze oplicht.
Het MUFFLING-scherm verschijnt.
fig.d-Muffling-1.eps
2. Sla op de pad die u wilt dempen.
De pad die u hebt aangeslagen, knippert in het scherm.
fig.d-Muffling-2.eps
3. Terwijl u op de pad slaat om het geluid te horen, draait u aan het [-/+]-wiel om de stemming aan te passen.
Waarde: -600–0–+600 Een negatieve (-) waarde zal de toonhoogte verlagen, een
positieve (+) waarde zal de toonhoogte verhogen.
4. Herhaal de stappen 2–3 om de stemming van elke pad aan te passen.
5. Als u klaar bent met stemmen, drukt u opnieuw op de [TUNING]-knop om deze uit te schakelen.
3. Terwijl u op het pad slaat om het geluid te horen, draait u aan het [-/+]-wiel om de demping aan te passen.
Waarde: 0–10 Een hogere waarde verlaagt de resonantie en het verval
(lengte) van het geluid.
4. Herhaal de stappen 2–3 om de demping van elke pad aan te passen.
5. Als u klaar bent met de demping aan te passen, drukt u opnieuw op de [MUFFLING]-knop om deze uit te schakelen.
15
Spelen
Als Head/Rim Link (p. 35) ingesteld is op ON, worden de instellingen voor HEAD en RIM gelijktijdig bewerkt. In sommige gevallen verschijnt op dat moment een “*” in de rechterzijde van het scherm. Dit geeft aan dat de instrumentgeluiden
die zijn toegewezen aan HEAD en RIM niet overeenstemmen met de aanbevolen combinatie die in de fabriek werd ingesteld.
Meespelen met muziek op een draagbare audiospeler
Door een draagbare audio- of CD-speler aan te sluiten op de MIX IN-aansluiting, kunt u uw favoriete muziek afspelen op de TD-4.
U kunt ook andere audio-apparaten aansluiten.
Aansluitingen
Verminder het volume van de TD-4 en de audiospeler voordat u de apparaten aansluit.
fig.Connect-iPod.eps
Draagbare audiospeler
Stereo-mini-
aansluiting
* Als een verbindingskabel met ingebouwde weerstanden
wordt gebruikt, kan het volume van de bron die op de TD-9 (MIX IN)-ingang is aangesloten mogelijk te laag zijn. Gebruik in dit geval verbindingskabels zonder weerstanden.
Afspelen
1. Start de muziek op de draagbare audiospeler.
Raadpleeg de handleiding van de audiospeler voor meer informatie over het gebruik ervan.
2. Pas het volume van de draagbare audiospeler aan.
Het signaal dat via de MIX IN-ingang binnenkomt, wordt via de OUTPUT en PHONES-aansluitingen uitgestuurd.
* Pas het volume op de audiospeler aan om het juiste
evenwicht tussen het geluid ervan en van de TD-4 te vinden.
16
Loading...
+ 36 hidden pages