Roland TD-3 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding
Lees, alvorens u dit apparaat in gebruik neemt, zorgvuldig de hoofdstukken “HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN” (p.2) en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (p.4). Deze hoofdstukken bevatten belangrijke informatie omtrent correct gebruik van het apparaat. Echter, om uzelf ervan te verzekeren een goed inzicht in alle functies en mogelijkheden van uw nieuwe apparaat te verkrijgen, dient u de gehele handleiding te lezen. De handleiding dient onder handbereik als een praktisch naslagwerk te worden bewaard.
Gefeliciteerd met uw keuze voor de Roland Percussion Sound Module TD-6KV.
Aparte verwijzingen in deze handleiding
Woorden tussen vierkante haakjes verwijzen naar knoppen op het paneel.
Als de inschriften in illustraties niet zijn vertaald, dan heb ik ze niet!
202
Copyright © 2004 ROLAND CORPORATION Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
VOORZICHTIG opmerkingen
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
WAARSCHUWING
de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste
VOORZICHTIG
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
001
Lees, voordat u dit apparaat in gebruik neemt, eerst de onderstaande instructies en de handleiding.
................................................................................................
002c
• Open of wijzig (op welke wijze ook) dit apparaat of de adapter niet.
................................................................................................
003
• Probeer niet om het apparaat te repareren of inwendige onderdelen te vervangen (tenzij deze handleiding specifieke instructies geeft om dit wel te doen). Laat al het onderhoud over aan uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkend Roland dealer, zoals beschreven op de “Informatie” pagina.
................................................................................................
004
• Gebruik of stal het apparaat nooit op plaatsen die:
• Bloot staan aan extreme temperaturen (bijv., in direct zonlicht in een afgesloten voertuig, dichtbij een verwarmingsbuis, bovenop een warmte producerend apparaat); of waar
• Dampvorming plaatsvindt (bijv., baden, wasruimtes, op natte vloeren); of die
• Vochtig zijn; of die
• Bloot staan aan regen; of die
• Stoffig zijn; of die
• Bloot staan aan zware trillingen.
............................................................................................................
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
005
• Dit apparaat dient alleen gebruikt te worden met een door Roland aanbevolen houder of standaard.
................................................................................................
006
• Als het apparaat gebruikt wordt met een door Roland aanbevolen houder of standaard, moet de houder of standaard nauwkeurig geplaatst worden , zodat deze recht en stabiel staat. Als u geen houder of standaard gebruikt, dient u echter ook een plaats uit te kiezen om het apparaat neer te zetten met een voldoende vlak oppervlak, dat het apparaat goed ondersteunt en wiebelen voorkomt.
................................................................................................
008c
• Gebruik alleen de meegeleverde adapter. Controleer ook of de netspanning overeen komt met de op de adapter weergegeven ingang­spanning. Andere adapters kunnen een andere polariteit gebruiken of ontworpen zijn voor een ander voltage, wat kan leiden tot schade, onjuist functioneren of een elektrische schok.
................................................................................................
009
• Buig of draai de stroomdraad niet extreem, en plaats er geen zware dingen op. Dit kan schade veroorzaken aan het snoer, en leiden tot zwakke plekken en kortsluiting. Beschadigde snoeren geven brand- en schokgevaar!
............................................................................................................
2
WAARSCHUWING
010
• Dit apparaat, zowel alleen als in combinatie met een versterker,een koptelefoon of speakers, kan geluids­niveaus produceren, die permanente gehoorschade kunnen opleveren. Gebruik het daarom niet gedurende lange tijd op een hoog volumeniveau of op een niveau dat oncomfortabel is. Als u enige vorm van gehoorverlies of suizen in de oren ervaart, dient u onmiddellijk te stoppen met het gebruik van het apparaat en een audioloog te raadplegen.
................................................................................................
011
• Voorkom dat objecten (bijv., ontvlambaar materiaal, muntjes, spijkers) of vloeistoffen (water, frisdrank, etc) het apparaat binnendringen.
................................................................................................
012c
• Schakel onmiddellijk de stroom uit, trek de adapter uit het stopcontact en raadpleeg uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkend Roland dealer, zoals beschreven op de “Informatie” pagina, als:
• De adapter of stroomdraad is beschadigd;
• Rook of een vreemde geur ontstaat;
• Objecten in of vloeistoffen over het apparaat zijn gevallen;
• Het apparaat heeft blootgestaan aan regen (of op een andere manier nat is geworden);
• Het apparaat niet normaal lijkt te werken of een typische functieverandering heeft ondergaan.
................................................................................................
013
• In een huishouden met kleine kinderen dient een volwassene toezicht te houden , totdat het kind in staat is alle regels te hanteren, die essentieel zijn voor veilig gebruik van het apparaat.
............................................................................................................
014
• Bescherm het apparaat tegen zware stoten. (Laat het niet vallen!)
................................................................................................
015
• Sluit het apparaat niet aan op een stopcontact, samen met overdreven veel andere apparaten. Wees vooral voorzichtig met verlengsnoeren - het gezamenlijke vermogen van alle, op het verleng­snoer aangesloten, apparaten mag nooit meer zijn dan het vermogensbereik (watt/ampère) van het verlengsnoer. Door overbelasting kan de draad warm worden en uiteindelijk doorbranden.
................................................................................................
016
• Raadpleeg, als u het apparaat in het buitenland wilt gaan gebruiken, eerst uw verkoper, het dichtstbij­zijnde Roland Service Center of een erkend Roland dealer, zoals beschreven op de “Informatie” pagina.
................................................................................................
• Het apparaat en de adapter dienen zo geplaatst te worden, dat geen belemmering van ventilatie optreedt.
............................................................................................................
VOORZICHTIG
102d
• Gebruik deze TD-3 alleen met een Roland standaard. Het gebruik van andere standaards kan leiden tot instabiliteit en mogelijk letsel.
................................................................................................
102d
• Pak altijd alleen de plug of de behuizing van de adapter vast bij het in- of uitpluggen in het apparaat of een stopcontact.
................................................................................................
103b
• Haal met enige regelmaat de adapter uit het stopcontact, en reinig deze met een droge doek om zo alle stof en andere ophopingen uit de kieren te vegen. Verwijder ook de stekker uit het stopcontact als het apparaat lange tijd niet gebruikt gaat worden. Iedere vorm van stofophoping tussen de stekker en het stopcontact kan resulteren in slechte isolatie, en leiden tot brand.
................................................................................................
104
• Probeer te voorkomen, dat snoeren en kabels in de knoop raken. Ook dienen alle snoeren en kabels buiten het bereik van kinderen geplaatst te worden.
................................................................................................
106
• Klim nooit bovenop het apparaat, en plaats er geen zware dingen op.
............................................................................................................
107d
• Raak nooit de behuizing van de adapter of de stekkers met natte handen aan bij het in- of uitpluggen in een stopcontact of dit apparaat.
............................................................................................................
108b
• Maak, alvorens u het apparaat verplaatst, de
adapter en alle draden afkomstig van externe apparaten los.
............................................................................................................
109b
• Zet, voordat u het apparaat reinigt, de stroom uit
en haal de adapter uit het stopcontact (p. 13, p. 15).
............................................................................................................
110b
Haal de adapter uit het stopcontact als er onweer wordt verwacht bij u in de omgeving.
................................................................................................
118
• Mocht u schroeven bij het bevestigen van de drumstandaard verwijderen, zorg er dan voor dat u ze op een veilig plek legt, buiten het bereik van kinderen, zodat ze niet per ongeluk ingeslikt kunnen worden.
............................................................................................................
3
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
291a
Lees het volgende als aanvulling op de zaken genoemd onder “HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN” op pagina 2-3, en neem dit in acht:
Stroomvoorziening
• Sluit dit apparaat niet aan op een stopcontact, dat tevens gebruikt wordt voor een elektrische toepassing met een motor of wordt gevoed door middel van een omvormer (zoals een koelkast, wasmachine, magnetron of airconditioner). Afhankelijk van de wijze, waarop de elektrische toepassing wordt gebruikt, kan ontstane storing in de stroomvoorziening leiden tot het onjuist functioneren van dit apparaat of hoorbare ruis. Als het om praktische redenen niet mogelijk is gescheiden stopcontacten te gebruiken, sluit dan een storingsfilter aan tussen dit apparaat en het stopcontact.
• De adapter zal warm worden bij lange tijd aaneengesloten gebruik. Dit is normaal en biedt geen reden tot bezorgdheid.
• Schakel, alvorens dit apparaat met andere apparaten te verbinden, de stroom van alle apparaten uit. Dit helpt het onjuist functioneren en/of ontstaan van schade aan speakers of andere apparatuur voorkomen.
Plaatsing
• Gebruik van het apparaat in de buurt van eindversterkers (of andere apparatuur met grote transformatoren) kan leiden tot brommen. Verander, om dit probleem te verminderen, de opstelling van het apparaat of plaats het verder weg van de storingsbron.
• Dit apparaat kan op radio en televisie ontvangst storen. Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van dergelijke ontvangers.
• Er kan storingsgeluid ontstaan als draadloze communicatiemid­delen, zoals mobiele telefoons, worden gebruikt in de nabijheid van dit apparaat. Dergelijke storing kan optreden bij het opbouwen van een verbinding of tijdens een gesprek. Mocht u met zulke problemen te maken krijgen, verplaats dan dergelijke draadloze toestellen, zodat ze verder van het apparaat verwijderd zijn of schakel ze uit.
• Stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht, plaats het niet in de nabijheid van warmte producerende apparatuur, laat het niet staan in een afgesloten auto en stel het niet bloot aan extreme tempera­turen. Extreme hitte kan leiden tot vervorming en/of kleurveran­dering van het apparaat.
• Als het apparaat verplaatst wordt en het verschil in temperatuur en/of luchtvochtigheid tussen de ene en de andere plaats erg hoog is, kunnen waterdruppels in het apparaat ontstaan (condens­vorming). Schade en onjuist functioneren kunnen het gevolg zijn, als u het apparaat in deze conditie probeert te gebruiken. Laat het apparaat daarom enkele uren staan, totdat de condens volledig is verdampt, alvorens het in gebruik te nemen.
Onderhoud
• Veeg het apparaat voor dagelijkse reiniging af met een zachte, droge of licht-vochtige doek. Gebruik voor het verwijderen van hardnekkig vuil een doek voorzien van een mild, niet-schurend schoonmaakmiddel. Veeg nadien het apparaat grondig af met een zachte, droge doek.
• Gebruik nooit benzine, verdunnen, alcohol of welke vorm van oplosmiddelen ook, teneinde het optreden van vorm- en/of kleur­veranderingen van het apparaat te vermijden.
Reparaties en gegevens
• Houd er rekening mee, dat alle gegevens die zijn opgeslagen in het geheugen van het apparaat verloren kunnen gaan als het apparaat ter reparatie wordt aangeboden. Belangrijke gegevens dienen daarom altijd te worden opgeslagen in een ander MIDI apparaat (bijv. een sequencer) of op schrift te worden gesteld. Echter, in sommige gevallen (wanneer bijvoorbeeld geheugen gerelateerde systemen zelf defect zijn) zal het tot onze spijt niet mogelijk zijn de gegevens te herstellen. Roland erkent geen aansprakelijkheid voor een dergelijk verlies van gegevens.
Extra voorzorgsmaatregelen
• Houd er rekening mee dat de geheugeninhoud definitief verloren kan gaan als gevolg van onjuist functioneren of onjuist gebruik van het apparaat. Om uzelf te beschermen tegen het risico van verlies van belangrijke gegevens (die u heeft opgeslagen in het geheugen van dit apparaat), raden wij u aan regelmatig een backup te maken op een ander MIDI apparaat (bijv. een sequencer).
• Helaas is het soms niet mogelijk om eenmaal verloren gegevens te herstellen, die waren opgeslagen in het geheugen van dit apparaat of een ander MIDI apparaat (bijv. een sequencer). Roland Corpora­tions erkent geen aansprakelijkheid voor een dergelijk verlies van gegevens.
• Neem een zekere mate van voorzichtigheid in acht bij het bedienen van de knoppen, schuiven en andere regelaars op dit apparaat, en bij het gebruik van de jacks en pluggen. Ruw handelen kan leiden tot onjuist functioneren.
• Houd bij het aansluiten/verwijderen van kabels altijd de plug zelf vast. Trek nooit aan het draad. Op deze manier voorkomt u het ontstaan van kortsluiting of beschadigingen van de binnenzijde van de kabel.
• Probeer, ter voorkoming van overlast voor buren, het volume van het apparaat tot redelijke niveaus te beperken. U kunt ook gebruik maken van een koptelefoon, zodat u zich geen zorgen hoeft te maken om de buren (vooral ‘s avonds laat).
• Aangezien geluidstrillingen beter worden doorgegeven via vloeren en muren, dan men misschien zou verwachten, dient u te voorkomen dat dergelijk geluid overlast veroorzaakt. Hoewel de drum Pads en pedalen zo ontworpen zijn dat er zo min mogelijk bijgeluiden worden geproduceerd, hebben rubberen Heads de neiging meer geluid te produceren dan Mesh Heads. U kunt veel van het ongewenste geluid van de Pads effectief verminderen door over te stappen op Mesh Heads (apart verkrijgbaar).
• Als u het apparaat wilt vervoeren, verpak het dan, indien mogelijk, in de originele verpakking (inclusief vulsel). Anders dient u soort­gelijke verpakkingsmaterialen te gebruiken.
• Gebruik Roland kabels voor het tot stand brengen van de verbin­dingen. Neem, indien u gebruik maakt van een ander merk verbin­dingskabel, het volgende in acht.
• Sommige verbindingskabels bevatten weerstanden. Gebruik
geen kabels, die weerstanden bevatten, voor het tot stand brengen van een verbinding met dit apparaat. Het gebruik van dergelijke kabels kan een extreem laag of onhoorbaar volume­niveau tot gevolg hebben. Neem voor informatie omtrent kabel­specificaties contact op met de fabrikant van de kabel.
4
Inhoud
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN ... 2
BELANGRIJKE OPMERKINGEN ............................................. 4
Kenmerken ............................................................................... 8
Paneelbeschrijvingen.............................................................. 9
Bovenpaneel.......................................................................................................................... 9
Achterpaneel....................................................................................................................... 10
Side Panel ............................................................................................................................10
Het opbouwen van de uitrusting .......................................... 11
Het monteren van de TD-3 op de standaard .................................................................11
Het aansluiten van de Pads en pedalen.......................................................................... 12
Het aansluiten van een koptelefoon, audio apparatuur, versterkers
of soortgelijke apparatuur ................................................................................................13
De stroom aan/uit zetten.................................................................................................. 14
De stroom uitschakelen .........................................................................................15
Een drumuitrusting kiezen.................................................... 16
Horen hoe de verschillende uitrustingen klinken.........................................................17
Het bespelen van de drumuitrusting.................................... 18
Trigger inputs en Trigger mogelijkheden ......................................................................18
Het bespelen van de Pads................................................................................................. 19
Head en Rim slagen................................................................................................19
Cross stick op de snare Pad................................................................................... 20
Bekken bow slagen/rand slagen.......................................................................... 20
Bekken dempen.......................................................................................................20
Hi-hat bedieningspedaal................................................................................................... 21
Uw eigen drumuitrusting (drum kit) samenstellen ............. 22
Een drumuitrusting kiezen [DRUM KIT]....................................................................... 23
Geluiden selecteren [INST]............................................................................................... 24
Instrument Volume & Pan [LEVEL/PAN] ....................................................................25
Ambiance instellingen [AMBIENCE] .............................................................................26
Ambiance aan/uit schakelen ................................................................................26
Het type ambiance selecteren ...............................................................................26
Een drumuitrusting kopiëren [KIT COPY] ....................................................................27
Spelen met de metronoom (klik) .......................................... 28
De metronoom starten en stoppen [CLICK] ..................................................................28
Aanpassen van het tempo [TEMPO]............................................................................... 28
Het instellen van de maatsoort [BEAT] ..........................................................................29
Een type ritme selecteren [RHYTHM TYPE] .................................................................30
Het klikgeluid selecteren [CLICK INST] ........................................................................32
Het volume aanpassen [CLICK LEVEL] ........................................................................33
5
Inhoud
Spelen met een CD, tape of MD (via MIX IN Jack)............... 34
COACH Mode ......................................................................... 35
Instellingsprocedure.......................................................................................................... 35
Nauwkeurigheid en timing oefeningen .........................................................................36
Warming-up (ritmische Noten) ............................................................................ 36
Goed synchroon spelen met de beat (Time Check) ...........................................36
Stil tellen - inwendig timingsgevoel ontwikkelen .............................................37
Snelheidscontrole - 8 maten timing-nauwkeurigheidsproef............................ 37
Oefeningen voor het uithoudingsvermogen..................................................................38
Geleidelijk omhoog/omlaag – tempo versnelling/vertraging oefening .......38
Stapsgewijs omhoog/omlaag – tempo versnelling/vertraging in stappen... 38
Gesproken “aftellen”/visuele matenteller ..................................................................... 39
Aftellen en matenteller...........................................................................................39
Pad aanpassingen ................................................................. 40
Gevoeligheid van de Pad aanpassen [Pad SENS] .........................................................40
Het vermijden van resonantie (crosstalk) tussen Pads [XTALK CANCEL] .............41
Aanpassingen aan het hi-hat bedieningspedaal................. 42
Aanpassen van het hi-hat foot closed niveau ................................................................42
Fabrieksreset (De fabrieksinstellingen herstellen)............. 43
Over de Pads.......................................................................... 44
Trigger inputs en de Pads die u kunt gebruiken........................................................... 44
Trigger input functies ............................................................................................44
Over polariteitverwisseling................................................................................... 44
Combinaties van Pad en Trigger input ...............................................................45
De Pads bespelen ...............................................................................................................46
Head slagen en Rim slagen ...................................................................................46
Cross stick op de snare Pad................................................................................... 46
Bekken bow slag/rand slag/cup slag .................................................................47
Het bekken dempen ...............................................................................................47
Pad configuratie mogelijkheden........................................... 48
Drie toms en drie bekkens ................................................................................................48
Twee toms en vier bekkens ..............................................................................................49
Pad en Trigger instellingen................................................... 50
Het Pad type selecteren (Trigger type) ...........................................................................50
Gevoeligheid van de Pad aanpassen............................................................................... 52
De drempelwaarden van de Pads instellen (Threshold).............................................. 53
Hoe dynamiek bij het spelen het volume beïnvloedt (Velocity Curve).....................54
Het aanpassen van de Trigger signaal detectie tijd (Scan Time) ................................55
Het opsporen van Trigger signaal verzwakking en onjuiste Triggering
elimineren (Retrigger Cancel) ..........................................................................................56
Het vermijden van resonantie (crosstalk) tussen Pads (Crosstalk Cancel) ..............57
Het voorkomen van dubbele Triggering (Mask Time) ................................................58
Rim slag respons (Rim Sensitivity).................................................................................. 59
Rim/rand dynamische respons (Rim Gain)...................................................................59
6
MIDI instellingen .................................................................... 60
Over MIDI ........................................................................................................................... 60
MIDI connectoren................................................................................................... 60
MIDI nootnummer voor elke Pad [Note#].....................................................................60
Als u de TD-3 alleen als MIDI controller gebruikt (Local Control)............................ 62
Data opslaan op een extern MIDI apparaat (Bulk Dump)...........................................62
Data laden op de TD-3 ...........................................................................................63
MIDI gebruiken..................................................................................................................63
MIDI kanaal.............................................................................................................63
Program Changes Transmitting/Receiving .......................................................63
Bedieningswijzigingen gebruikmakend van het hi-hat
bedieningspedaal...................................................................................................63
Boodschappen voor het versturen van dempinformatie.................................. 63
Een externe sound module besturen met de TD-3 ............................................64
Opnemen op een externe sequencer ....................................................................64
De TD-3 gebruiken als sound module................................................................. 64
Problemen oplossen/foutmeldingen.................................... 65
Problemen oplossen........................................................................................................... 65
Geen geluid.............................................................................................................. 65
Geen geluid/laag volume van de op de MIX IN jack aangesloten bron........ 66
De drumuitrusting klinkt niet zoals bedoeld .....................................................66
De Pad klinkt niet zoals bedoeld..........................................................................66
Het geluid is vervormd.......................................................................................... 66
Bulk dump kan niet uitgevoerd worden............................................................. 66
Foutmeldingen ...................................................................................................................67
Inhoud
Drumkit lijst ............................................................................ 68
Drum instrumenten lijst......................................................... 69
MIDI Implementatie kaart....................................................... 70
Specificaties........................................................................... 71
Index........................................................................................ 72
7
Kenmerken
Bevat zorgvuldig geselecteerde geluiden voor alle muziekstijlen voor live optreden of oefening
32 Verschillende drum uitrustingen
U kunt direct met een druk op de knop met verscheidene drumuitrustingen beginnen te spelen. De uitrustingen zijn ontworpen om alle muziekstijlen te dekken.
114 Instrumenten
Creëer uw eigen, originele uitrustingen met behulp van de instrumentenlijst.
Expressie mogelijkheden
Het spelen van Rim slagen (p.19, p.46), bekken/hi-hat slagen (p.20, p.47) en gebruik maken van bekken/hi-hat demping (p.20, p.47)
Cross stick techniek is mogelijk (p.20, p.46)
Het hi-hat bedieningspedaal zorgt voor natuurlijk klinkende hi-hat prestaties (open, half-open, gesloten, Foot) (p.21)
Handige functies voor bij het oefenen
Ingebouwde metronoom (klik) voor gebruik bij het oefenen of bij optredens (p.28)
Ingebouwde intelligente “coach” functie zorgt voor plezier en uitdaging bij het oefenen (p.35)
De MIX IN jack biedt u de mogelijkheid om met een externe audio bron (CD, MD) te oefenen (p.34)
Uitbreidingsmogelijkheden en compatibiliteit
Sluit een combinatie aan tot 9 Pads, bekkens en kick Triggers (p.44)
Pads (PD-8, PD-6, PD-7, PD-9, PD-80, PD-80R, PD-100, PD-105, PD-120, PD-125) Bekkens (CY-8, CY-6, CY-12R/C, CY-12H, CY-14C, CY-15R) Kick Triggers (KD-8, KD-7, KD-80, KD-120) Akoestische Drum Triggers (RT-3T, RT-5S, RT-7K)
Te gebruiken als MIDI Sound Module en MIDI Controller. (p.64)
8
Paneelbeschrijvingen
Bovenpaneel
fig.front
12 543
6 7 8 9 10 11 12
1. Display
De display toont het nummer van de drumuitrusting, het tempo, de parameterinstellingen en andere dergelijke informatie.
2. Trigger indicators
De indicator van de bespeelde Pad licht op. Indien [EDIT] is ingedrukt, licht de indicator overeenkomstig
aan de geselecteerde parameter op.
3. Rim indicator
Deze Trigger indicator licht gelijktijdig op, wanneer u een Rim of rand slag maakt.
4. AMBIENCE knop
Schakelt de ambiance (omgeving galm) aan en uit (p.26).
5. CLICK knop
Schakelt de metronoom (klik) aan/uit.
6. DRUM KIT knop
Toont het nummer van de drumuitrusting.
7. INST knop
Toont het instrumentnummer van de bespeelde Pad.
8. LEVEL/PAN knop
Met een druk op deze knop wordt tussen level (volume) en pan (positie in het stereo veld-links/rechts) geschakeld.
9. TEMPO knop
Toont de tempo instellingen van de metronoom.
10. COACH knop
Schakelt de TD-3 in coach mode (p.35).
11. EDIT knop
Gebruik deze voor het instellen van de uitrustingsparameters (p.22), klikparameters (p.28) en Padparameters (p.40, p.50, p.60).
12. +/- knop
Deze knoppen worden voor het wijzigen van de instellingswaarden gebruikt.
9
Paneelbeschrijvingen
Achterpaneel
fig.rear
13 14 15
16171819
13. VOLUME knop
Voor het aanpassen van het volume van de TD-3 voor zowel de koptelefoon als de output jacks.
14. OUTPUT jacks (L (MONO), R)
Voor het aansluiten van de TD-3 op uw versterker of geluid systeem. Gebruik voor mono uitvoer de L/MONO jack (p.13).
15. Trigger INPUT jacks
Voor het aansluiten van Pads, bekkens en kick Triggers (optioneel of bij de uitrusting geleverd) (p.12). Kijk voor meer gedetailleerde informatie over de Trigger inputs bij Trigger inputs en Pads die u kunt gebruiken (p.44).
16. HH CTRL (Hi-hat control) jack
Side Panel
fig.side
20 2221
Voor het aansluiten van een optioneel FD-7/FD-6 of bij de TD-3 uitrusting geleverd FD-8 hi-hat bedieningspedaal (p.12).
17. MIX IN jack
Voor het aansluiten van een CD-speler, MD-speler, cassettedeck of andere audiobron (p.34). Geluid dat wordt ingevoerd via deze jack zal worden uitgevoerd via de OUTPUT jacks en de PHONES jack.
18. Adapter jack
Sluit de bijgeleverde adapter aan op deze ingang (p.13).
19. POWER schakelaar
Schakelt de stroom aan/uit (p.14).
20. Beveiligingsslot ( )
http://www.kensington.com/
21. MIDI pluggen (IN, OUT)
IN: Om vanuit een MIDI bron (sequencer, keyboard of ander
MIDI apparaat) op de TD-3 geluiden af te spelen of om gegevens te laden van een MIDI sequencer.
OUT: Om de TD-3 Pads te gebruiken om geluiden af te spelen van een externe MIDI sound module of om gegevens van de TD-3 in een MIDI sequencer op te slaan (p.60).
10
22. PHONES jack
Op deze jack kan een stereo koptelefoon worden aangesloten (p.13). Het aansluiten van een koptelefoon zal niet leiden tot verzwakking van de uitvoer via de OUTPUT jacks.
Het opbouwen van de uitrusting
Het monteren van de TD-3 op de standaard
1. Het monteren van de TD-3 op de standaard.
Maak de houder (bijgeleverd bij de optionele drumstandaard) vast aan de TD-3 door gebruik te maken van de schroeven in het bodempaneel. Verbind de houder zo, dat de plaatsing van het apparaat overeenkomt met de plaatsing in de illustratie.
Gebruik ALLEEN de bij de TD-3 geleverde 8mm schroeven (M5x8). Andere schroeven
kunnen schade aan het apparaat veroorzaken.
fig.P-001.e
smal
breed
Leg, als u het apparaat op z’n kop zet, onder de vier hoeken of aan weerszijden een stapeltje
kranten of tijdschriften, ter voorkoming van schade aan de knoppen en toetsen. Ook dient u
het apparaat zo te plaatsen, dat de knoppen en toetsen niet beschadigd zullen raken.
Wees, als u het apparaat op z’n kop zet, voorzichtig en voorkom dat het apparaat (om)valt
of wordt omgestoten.
2. Plaats de TD-3 met de houder op de drumstandaard (zoals de optionele MDS-3C). Zie de handleiding van
de standaard voor details bij het in elkaar zetten van de drumstandaard en het monteren van de TD-3.
De optionele APC-33 multifunctionele klem kan aan buizen met een doorsnede 10,5 mm-30
mm worden bevestigd, mocht u de TD-3 willen bevestigen aan een bekkenstandaard of iets
dergelijks.
11
Het opbouwen van de uitrusting
Het aansluiten van de Pads en pedalen
Sluit, met behulp van de bijgeleverde kabels, de Pads, bekken Pads, het hi-hat bedieningspedaal en de
kick Trigger aan.
Opstellingsvoorbeeld
fig.P-004.e
TRIGGER INPUT jacks
CRASH 1 CY-8
TOM 1
PD-8
TD-3
HH CTRL FD-8
Zie voor meer voorbeelden van mogelijke manieren om de TD-3 aan te sluiten “Pad
configuratie mogelijkheden” (p.48).
HI-HAT
PD-8
SNARE PD-8
KICK KD-8
RIDE CY-8
TOM 3 PD-8
12
Het opbouwen van de uitrusting
Het aansluiten van een koptelefoon, audio apparatuur, versterkers of soortgelijke apparatuur
fig.P-005.e
R
L
Jack aansluitingen
Stereo koptelefoon
Stereo tulpstekker
CD/MD speler, enz.
1. Schakel de stroom uit van alle apparaten, voordat u een verbinding tot stand brengt.
Zet, ter voorkoming van onjuist functioneren en/of schade aan speakers en andere
apparatuur, altijd het volume laag en de stroom uit van alle apparaten, voordat u een
verbinding tot stand brengt.
2. Verbind de OUTPUT L(MONO) en R jacks op het achterpaneel met uw audio systeem of versterker.
Koptelefoons dienen UITSLUITEND te worden aangesloten op de PHONES jack.
3. Sluit de bijgeleverde adapter aan op de adapter jack.
4. Steek de adapter in een stopcontact.
De MIX IN jack op de TD-3 maakt het mogelijk om met een CD of een andere audio bron
mee te spelen (p.34).
13
Het opbouwen van de uitrusting
De stroom aan/uit zetten
* Zet, als alles is aangesloten (p.12, p.13), de stroom aan van de verschillende apparaten in de voorgeschreven
volgorde. Door apparaten in de verkeerde volgorde aan te zetten, riskeert u het onjuist functioneren en/of
beschadigen van speakers en andere apparaten.
fig.P-006
1, 5
3
1. Draai de VOLUME knop op het achterpaneel van de TD-3 helemaal naar links om het volume op “0” te
zetten.
2. Zet het volume laag van de aangesloten versterker of audio-installatie.
3. Zet de POWER schakelaar in de “ON” stand om de stroom aan te zetten.
* Overtuig uzelf er altijd van, dat het volume laag staat, voordat u de stroom aanzet. Zelfs als het volume helemaal
laag staat, kan het voorkomen dat u enig geluid hoort als de stroom wordt aangezet. Dit is echter normaal en
duidt niet op onjuist functioneren.
Voorzorgsmaatregelen bij het aanzetten van de stroom
fig.P-007
Als de stroom is aangezet, verschijnt het
nummer van de drumuitrusting in het display.
Sla NIET op een van de Pads en trap NIET op
een van de pedalen , totdat [DRUM KIT] oplicht.
Dit kan namelijk tot Trigger problemen leiden.
14
4. Zet de stroom aan van de aangesloten versterker of audioinstallatie.
5. Draai, terwijl u op een van de Pads slaat, de VOLUME knop rustig naar rechts om het volumeniveau aan
te passen.
Geen geluid als u op de Pads slaat of de pedalen gebruikt?
• Controleer de volgende punten.
Bij het gebruik van een versterker of audioinstallatie
• Is de volume-instelling van de versterker of audioinstallatie correct?
• Zijn de TD-3 en de versterker of audioinstallatie correct aangesloten?
• Is er een probleem met een van de verbindingskabels?
• Zijn de Input instellingen van uw versterker of audio systeem correct?
Bij het gebruik van een koptelefoon
• Is de koptelefoon aangesloten op de PHONES jack?
De stroom uitschakelen
1. Zet het volume van de TD-3 en alle aangesloten externe apparaten helemaal laag.
2. Schakel de stroom uit van alle externe apparaten.
3. Zet de POWER schakelaar van de TD-3 in de “OFF” stand om de stroom uit te zetten.
Het opbouwen van de uitrusting
15
Een drumuitrusting kiezen
De TD-3 wordt met 32 vooraf ingestelde drumuitrustingen geleverd.
Voor een overzicht van de beschikbare drumuitrustingen, zie “Drum instrumenten lijst”
(p.69).
Iedere drumuitrusting kent zijn eigen instellingen: Pad/instrument parameters etc. Voor
details, zie p.22.
fig.P-019
12
1. Druk op [DRUM KIT].
[DRUM KIT] licht op en het nummer van de drumuitrusting verschijnt.
Sla op de Pads om de geluiden te horen.
2. Druk op [+] of [-] om een andere drumuitrusting te selecteren.
16
Een drumuitrusting kiezen
Horen hoe de verschillende uitrustingen klinken
U kunt een voorbeeld van het geluid van de op dat moment geselecteerde drumuitrusting beluisteren.
fig.01-003
1
1. Houd, als een drumuitrusting geselecteerd is, [DRUM KIT] ingedrukt en druk op [INST].
Het klankvoorbeeld van de uitrusting wordt herhaaldelijk afgespeeld (loop mode).
De Trigger of Rim indicator van de Pad, waarvan het geluid wordt afgespeeld, licht op.
* Het klankvoorbeeld van een uitrusting wordt altijd afgespeeld met een tempo van 94 (kwart Noten) beats per
minuut, onafhankelijk van de tempo instelling van de metronoom (p.28).
2. Druk op [DRUM KIT] om het afspelen van het klankvoorbeeld te stoppen.
U kunt op [+] en [-] drukken , terwijl het klankvoorbeeld wordt afgespeeld om andere
drumuitrustingen te selecteren. Druk op [AMBIENCE] om Ambiance (p.26) aan en uit te zetten.
Waarschuwing aangaande het volume
Draai, terwijl het klankvoorbeeld van de uitrusting wordt afgespeeld, de VOLUME knop naar links
(tegen de wijzers van de klok in) om het volumeniveau omlaag te brengen. Het geluidsniveau (volume)
van de instrumenten kan mogelijk harder zijn als het klankvoorbeeld wordt afgespeeld.
17
Het bespelen van de drumuitrusting
fig.Play-00
AMBIENCE
CLICK
INST TEMPO
• Door op [INST] te drukken, kunt u van instrument wisselen (p.24).
• Door op [AMBIENCE] te drukken, kunt u Ambiance aan en uit zetten (p.26).
• Door op [CLICK] (metronoom) te drukken, start u de metronoom (p.28).
• Druk op [TEMPO] om het tempo aan te passen (p.28).
Trigger inputs en Trigger mogelijkheden
fig.P-011.e
TOM 3
Head
RIDE
Bow
(Head)
Edge
(Rim)
TOM 2
Head
CRASH1CRASH2
Bow
(Head)
Edge (Rim)
SNARE
Head
Rim
TOM 1 KICK
Head
Bow
(Head)
Edge (Rim)
HI-HAT
Bow
(Head)
Edge (Rim)
Head
De volgende Trigger inputs maken het mogelijk
om zowel Rim slagen als cross stick te spelen op
de snare Pad, zowel rand slagen te spelen op het
bekken als te dempen en nog veel meer
technieken toe te passen.
De volgende Trigger inputs kunnen gebruikt
worden voor dubbele Trigger Pads/Triggers.
SNARE
HI-HAT
CRASH 1
CRASH 2
RIDE
18
Het bespelen van de Pads
Head en Rim slagen
Bij het bespelen van de snare
Head Shot
Head
Zorg ervoor, dat de snare Pad op de SNARE Trigger input jack is aangesloten.
Sommige instrumentnamen, bijvoorbeeld: “S1” voor het snare Head instrument en “S1r”
voor het Rim instrument, zijn soortgelijk, aangezien het de Head en Rim van dezelfde
drumstel betreft. (geluiden selecteren [INST] (p.24)).
Bij het bespelen van de hi-hat
Bow Shot
Rim Shot
Head
Rim
Edge Shot
Het bespelen van de drumuitrusting
fig.Play-01.e
Sla alleen op de Head om het geluid te laten klinken, dat
hoort bij deze Head.
Om een Rim slag te spelen dient u zowel de Head als de
Rim van de Pad gelijktijdig aan te slaan.
fig.Play-04.e
Slaan op de Head is net als slaan op de welving van de hi-
hat, en slaan op de Rim is net als slaan op de rand van de hi-
hat bekkens.
Head
Rim
Als u “H01” kiest als hi-hat bow (Head) instrument en “H02” als rand (Rim) instrument (of
“H03” als bow en “H04” als rand), dan zult u merken, dat ze bij dezelfde hi-hat horen
(geluiden selecteren [INST] (p.24)).
19
Het bespelen van de drumuitrusting
Cross stick op de snare Pad
fig.Play-02.e
Het cross stick geluid wordt soms ook wel “gesloten Rim slag” genoemd.
Zorg ervoor dat u, als u cross stick speelt op de PD-8, alleen de Rim
Rim
(buiten rand) van de Pad raakt. Het plaatsen van uw hand op de Head
(midden gedeelte) van de Pad kan ervoor zorgen dat het cross stick geluid
Rim
niet goed wordt gespeeld.
Zorg ervoor, dat de snare Pad op de SNARE Trigger input jack is aangesloten.
Kies, voor het spelen van een cross stick geluid, “S1r”, “S2r”, “S3r”, “S4r”, “S10” of “S11”
voor de Rim. Als u “S1r”, “S2r”, “S3r” of “S4r” als SNARE Rim instrument kiest, kunt u
zowel Rim shots als cross stick geluid laten klinken, afhankelijk van hoe u het instrument
bespeelt. (Geluiden selecteren [INST] (p.24))
PD-8
fig.Play-02a.e
U kunt ook eenvoudiger cross stick geluiden laten klinken op de PD-8 door
Rim
alleen de Rim krachtig te bespelen.
Bekken bow slagen/rand slagen
Bow slagen brengen het geluid voort, horend bij de Head, en rand slagen brengen het geluid voort,
horend bij de Rim.
fig.Play-03.e
Bow Shot Edge Shot
Bow
Als “rd1” of “rd4” geselecteerd is als RIDE bow (Head) instrument, kunt u kiezen tussen een bow slag en een cup slag, afhankelijk van uw speelsterkte (hoe hard u slaat). (Geluiden selecteren [INST] (p.24))
Edge
Bekken dempen
Knijpen in het Rim gedeelte van de Pad, vlak nadat erop geslagen is, maakt het mogelijk om het bekken
geluid te smoren of te dempen. Deze techniek wordt ook wel choking genoemd.
fig.P-017
20
Hi-hat bedieningspedaal
Met behulp van een hi-hat bedieningspedaal (FD-8, FD-7 of FD-6) kunt u het geluid van een open en
gesloten hi-hat regelen.
fig.P-018
Open hi-hat:
Bespeel de hi-hat zonder het pedaal in te drukken
Half open hi-hat:
FD-8
Het volume van het Foot Closed geluid kan apart worden aangepast (p.42).
• Sluit het hi-hat bedieningspedaal op de TD-3 aan, voordat u de stroom aanzet.
• Druk NIET op het pedaal , terwijl u de stroom aanzet.
Bespeel de hi-hat , terwijl u het pedaal half indrukt
Closed hi-hat:
Bespeel de hi-hat , terwijl u het pedaal indrukt
Foot Closed:
Druk het pedaal volledig in
Het bespelen van de drumuitrusting
21
Uw eigen drumuitrusting (drum kit) samenstellen
Drumuitrustingen
KIT instellingen bevat aan Pads/Rims toegeschreven geluiden, individueel niveau, pan,
ambiance type en MIDI noot #.
fig.01-001.e
Drum Kit #32
Drum Kit #1
Pad instellingen
HI-HAT
CRASH1
Bow
(Head)
Edge (Rim)
KICK
Head
Inst (Instrument), Level, Pan, MIDI nootnummer
Bow
(Head)
Edge (Rim)
SNARE
Head
Rim
CRASH2
Bow
(Head)
Edge (Rim)
TOM 1
Head
RIDE
Bow
(Head)
Edge (Rim)
TOM 2
Head
TOM 3
Head
Ambiance instellingen
Ambience Type
• Er zijn 32 drumuitrustingen
•U kunt ze naar eigen wens aanpassen
Het is altijd mogelijk drumuitrustingen naar de originele fabriek instellingen
terug te brengen. Zie daarvoor “Een drumuitrusting kopiëren [KIT COPY]”
(p.27).
22
Uw eigen drumuitrusting (drum kit) samenstellen
Een drumuitrusting kiezen [DRUM KIT]
Als u een andere drumuitrusting kiest, worden ook de Pad instellingen, ambiance, etc. gewijzigd.
De originele “drumuitrustingen lijst” is te vinden op p.68.
fig.P-019
12
1. Druk op [DRUM KIT].
[DRUM KIT] licht op, en het nummer van de drumuitrusting verschijnt.
2. Druk op [+] of [-] om een uitrusting te selecteren.
Door [+] ingedrukt te houden, en op [-] te drukken kunt u het nummer snel laten oplopen.
Door [-] ingedrukt te houden, en op [+] te drukken kunt u het nummer snel laten teruglopen.
DRUM KIT NUMMER: 1-32
23
Uw eigen drumuitrusting (drum kit) samenstellen
Geluiden selecteren [INST]
Hoe instrumenten (geluiden) kunnen worden toegeschreven aan verschillende Pads of pedalen.
Selecteer, bij het gebruik van Rim/rand-geschikte Pads, de aparte geluiden door of op de Head (bow in
het geval van een bekken Pad) of op de Rim (rand in het geval van een bekken Pad) te slaan.
Kijk voor de beschikbare instrumenten bij “Drum instrumenten lijst” (p.68).
fig.01-004
31
1. Druk op [INST].
[INST] knippert.
2. Sla op de Pad, die u wilt instellen.
De Trigger indicator van de bespeelde Pad licht op en het instrumentnummer verschijnt.
Als de Rim (rand) wordt bespeeld, licht de Rim indicator op.
3. Druk op [+] of [-] om een instrument te selecteren.
Door [+] ingedrukt te houden, en op [-] te drukken kunt u het nummer snel laten oplopen.
Door [-] ingedrukt te houden, en op [+] te drukken kunt u het nummer snel laten teruglopen.
4. Herhaal stap 2 en 3 om de instellingen voor andere Pads en pedalen te maken.
5. Druk, als u klaar bent, op [DRUM KIT]. Het [INST] lampje gaat uit.
Schakel de stroom niet uit als het [INST] lampje nog niet gedoofd is. Anders zullen de
gemaakte wijzigingen verloren gaan.
24
Uw eigen drumuitrusting (drum kit) samenstellen
Instrument Volume & Pan [LEVEL/PAN]
Ieder geluid in de uitrusting, dat is toegeschreven aan een Pad of pedaal, heeft eigen niveau (volume) en
pan (positie) instellingsmogelijkheden. Bij het gebruik van voor Rim en rand slagen geschikte Pads, kunt
u het niveau van de Head (of bow) en Rim (of rand) apart aanpassen.
De pan positie is echter gelijk voor de Head (bow) en Rim (rand).
fig.01-005a
31, 3
1. Druk op [LEVEL/PAN].
[LEVEL/PAN] knippert.
2. Sla op de Pad, die u wilt instellen.
De Trigger indicator van de bespeelde Pad licht op en de niveau of pan waarde verschijnt in het display.
Als de Rim (rand) wordt bespeeld, licht de Rim indicator op.
3. Druk op [LEVEL/PAN] en [+] of [-] om het niveau of de pan in de stellen.
De niveau en pan waarden wisselen in het display, telkens wanneer [LEVEL/PAN] wordt ingedrukt.
fig.01-005.e
Niveau
Wisselt telkens wanneer
[LEVEL/PAN] wordt ingedrukt
Door [+] ingedrukt te houden en op [-] te drukken, kunt u het nummer snel laten oplopen.
Door [-] ingedrukt te houden en op [+] te drukken, kunt u het nummer snel laten teruglopen.
(Bij gebruik van de bovengenoemde “snelle” methode, zal het pan nummer stoppen, zodra het “Ctr” is
bereikt)
NIVEAU: 0-15
PAN: L15 (links)-Ctr (midden)-r15 (rechts)
4. Herhaal stap 2 en 3 om de instellingen voor andere Pads en pedalen te maken.
5. Druk, als u klaar bent, op [DRUM KIT]. Het [LEVEL/PAN] lampje gaat uit.
Schakel de stroom niet uit als het [LEVEL/PAN] lampje nog niet gedoofd is. Anders zullen
de gemaakte wijzigingen verloren gaan.
Pan
25
Uw eigen drumuitrusting (drum kit) samenstellen
Ambiance instellingen [AMBIENCE]
Ambience (15 types)
Er is een pakket van ambiance of “ruimte simulatie” effecten beschikbaar, voor iedere afzonderlijke
uitrusting. Kamers van verschillende omvang en zelfs een selectie “gecomprimeerde” types behoren tot
de keuzemogelijkheden.
Ambiance aan/uit schakelen
1. Druk op [AMBIENCE] om de functie aan of uit te zetten.
Als [AMBIENCE] oplicht: de ambiance staat aan
Als [AMBIENCE] niet oplicht: de ambiance staat uit
Ambiance aan/uit instellingen kunnen NIET voor afzonderlijke drumuitrustingen worden
opgeslagen.
Druk, indien u wilt dat de ambiance aan of uitstaat, telkens wanneer de stroom wordt
aangezet, op [DRUM KIT], terwijl ambiance aan of uitstaat.
Het type ambiance selecteren
De TD-3 beschikt over vijftien verschillende voorgeprogrammeerde ambiance instellingen. Ze worden
gelijkmatig toegepast op alle geluiden van de uitrusting.
Ambiance wordt tevens op de klik (metronoom) toegepast.
1. Druk op [EDIT].
[EDIT] knippert.
2. Druk een aantal keer op [EDIT] , totdat de AMBIANCE indicator oplicht.
Het ambiance type nummer verschijnt.
fig.01-006
Houd [EDIT] ingedrukt, en druk op [-] om de indicators in omgekeerde volgorde te doen
oplichten.
3. Druk op [+] of [-] om het ambiance type te selecteren.
Type Beschrijving
n 1, n 2, n 3 Natuurlijke kamergalm. b 1, b 2, b 3 Lichte, luchtige galm. d 1, d 2, d 3 Warme en zachte galm. c 1, c 2, c 3 Versterkte aanslag geeft het geluid meer pit.
Warme galm is eveneens toegevoegd.
C 1, C 2, C 3 Versterkte aanslag geeft het geluid meer pit.
Oppervlakkige kamergalm is eveneens toegevoegd.
4. Druk als u klaar bent op [DRUM KIT]. Het [EDIT] lampje dooft.
Schakel de stroom niet uit als het [EDIT] lampje nog niet gedoofd is. Anders zullen de
gemaakte wijzigingen verloren gaan.
Naarmate het nummer oploopt, ver­andert de kamergrootte, waardoor het effect duidelijker wordt.
Er wordt meer compressie toegepast naarmate het nummer oploopt, waar­door het geluid meer “pit” krijgt.
26
Uw eigen drumuitrusting (drum kit) samenstellen
Een drumuitrusting kopiëren [KIT COPY]
Alle onderdelen van een uitrusting kunnen gekopieerd worden: instrument, niveau, pan, ambiance, etc.
Met deze actie zullen alle instellingen van de op dat moment geselecteerde drumuitrusting
worden gewist. Controleer alles goed, voordat u deze functie toepast.
fig.01-006a
324 2, 5
1. Kies een drumuitrusting.
Deze uitrusting wordt de kopieerbestemming.
2. Houd [COACH] ingedrukt en druk op [EDIT].
“CPy” verschijnt en [EDIT] knippert snel. De geselecteerde uitrusting wordt de kopieerbron.
Druk op [+] of [-] om de als kopieerbron dienende drumuitrusting te selecteren.
Door [+] ingedrukt te houden en op [-] te drukken, kunt u het nummer snel laten oplopen.
Door [-] ingedrukt te houden en op [+] te drukken, kunt u het nummer snel laten teruglopen.
(De instellingswaarden stoppen met veranderen, zodra “P1” is bereikt.)
U1-U32: Drumuitrustingen
P1-P32: Fabrieksinstellingen drumuitrustingen
U kunt de Pads bespelen om de geluiden van de als kopieerbron dienende drumuitrusting te
beluisteren.
Er licht een punt (“.”) op achter het drum uitrustingsnummer als u de kopieerbestemming
selecteert als kopieerbron.
Drumuitrustingen, aangeduid met “P” als kopieerbron (P01-P32), zullen de originele fabriek
drum uitrustingen doen herstellen.
3. Druk op [DRUM KIT] om de actie te annuleren.
4. Houd [EDIT] ingedrukt om het kopiëren uit te voeren.
Als het kopiëren is voltooid, licht [DRUM KIT] op en het drum uitrustingsnummer verschijnt weer in het
scherm.
27
Spelen met de metronoom (klik)
De metronoom starten en stoppen [CLICK]
fig.01-010
1
1. Druk op [CLICK] om hem AAN en UIT te zetten.
[CLICK] licht op en het klikgeluid is hoorbaar.
Aanpassen van het tempo [TEMPO]
fig.01-010a
213
1. Druk op [TEMPO]
2. Druk op [+] of [-] teneinde het tempo met één BPM (beat per minuut) te doen toenemen of afnemen.
Door [+] ingedrukt te houden en op [-] te drukken, nemen de waarden een stap toe ten opzichte van de
huidige tempoinstelling.
Door [-] ingedrukt te houden en op [+] te drukken, nemen de waarden een stap af ten opzichte van de
huidige tempoinstelling.
TEMPO: 20-260
3. Druk als u klaar bent op [DRUM KIT] om het drum uitrustingsnummer in het display terug te zien.
Schakel de stroom niet uit, voordat u naar het drum uitrusting nummer display bent
teruggekeerd. Anders zullen de gemaakte wijzigingen verloren gaan.
28
Het instellen van de maatsoort [BEAT]
fig.01-013
35 1, 2, 4
Spelen met de metronoom (klik)
1. Druk op [EDIT].
[EDIT] knippert.
2. Druk een paar keer op [EDIT] , totdat de BEAT indicator oplicht.
Houd [EDIT] ingedrukt, en druk op [-] om de indicators in omgekeerde volgorde te doen
oplichten.
3. Druk op [+] of [-] om de maatsoort van de metronoom te wijzigen.
Display Beschrijving
* Druk op [CLICK] als u het metronoomgeluid wilt horen.
4. Druk op [EDIT] om met het maken van andere instellingen verder te gaan.
5. Druk als u klaar bent op [DRUM KIT] om het drum uitrustingsnummer te tonen.
Schakel de stroom niet uit voordat u naar het drum uitrusting nummer display bent
teruggekeerd. Anders zullen de gemaakte wijzigingen verloren gaan.
Beschrijving mogelijke maatsoorten: van 1/4 tot 7/4. De eerste tel van iedere maat wordt geaccentueerd. De “0” instelling betekent geen maatsoort en geen geaccentueerde tel.
29
Loading...
+ 66 hidden pages