Bedankt voor uw aankoop van de Roland TD-10 Percussion Sound Module. Vergeet niet “Voorzorgsmaatregelen”
op blz. 2 te lezen. Lees ook de rest van de handleiding best eens volledig door. Zo leert u meteen alle mogelijkheden
van uw nieuwe aanwinst kennen.
TD-10 Handleiding
Voorzorgsmaatregelen
Voeding
• Schakel de TD-10 en de overige instrumenten altijd uit
voordat u ze op elkaar aansluit.
• Sluit het netsnoer van de TD-10 nooit aan op een stopcontact waar andere apparaten, die brom of ruis veroorzaken
(b.v. dimmers, motoren enz.) of veel vermogen trekken, op
zijn aangesloten.
• Let, bij het aansluiten van het netsnoer op het lichtnet, op
het voltage.
• Plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer en zorg dat
er niemand over kan struikelen. Trek, bij het verbreken van
de aansluiting op het lichtnet, altijd aan de stekker zelf en
nooit aan het netsnoer om de draden niet te beschadigen.
• Als u de TD-10 lange tijd niet wenst te gebruiken, verbreekt u best de aansluiting op het lichtnet.
• Het zou kunnen gebeuren dat de TD-10 niet naar behoren
werkt wanneer u hem onmiddellijk na uitschakelen weer
inschakelt. Wacht dus telkens een paar seconden voordat u
hem weer inschakelt.
Plaatsing
• Om problemen te vermijden, dient u de TD-10 te beschermen tegen direct zonlicht, hitte, vochtigheid en stof.
• Plaats de TD-10 niet te dicht in de buurt van een neonlicht,
een fluorescerende lamp, een TV-toestel of ander, gelijkaardig materiaal dat enerzijds ruis door interferentie, en
anderzijds allerlei fouten kan veroorzaken.
• Neem contact op met de dichtstbijzijnde Roland hersteldienst voordat u de TD-10 in het buitenland gebruikt.
• Als de TD-10 niet naar behoren werkt, schakel hem dan
onmiddellijk uit en neem contact op met uw dealer of de
Roland hersteldienst.
Onderhoud
• Gebruik, voor het reinigen van het instrument, enkel een
zachte, droge of lichtjes bevochtigde doek. Om hardnekkig
vuil te verwijderen, gebruikt u een neutraal reinigingsmiddel. Wrijf de TD-10 daarna droog met een zachte doek.
• Gebruik nooit oplosmiddelen zoals bv. verfverdunners
want deze kunnen de behuizing beschadigen.
Geheugenbatterij
• Dit apparaat is uitgerust met een batterij die ervoor zorgt
dat de opgeslagen data ook na uitschakelen niet gewist
worden. De levensduur van deze batterij bedraagt ongeveer
5 jaar. Het zou iets langer kunnen zijn, maar het verdient
aanbeveling de batterij om de 5 jaar te laten vervangen.
• Probeer nooit zelf de geheugenbatterij te vervangen. Laat
dit werk over aan de Roland hersteldienst. Denk eraan dat
de data in het interne geheugen kunnen worden gewist.
Dat is met name het geval als het geheugen of een daarmee
samenhangend onderdeel wordt hersteld of niet meer
werkt.
Andere voorzorgsmaatregelen
• Behandel de TD-10 zachtjes.
• Laat geen voorwerpen (muntstukken, metalen draad enz.)
of vloeistoffen (water, alcohol, sap enz.) in het inwendige
terechtkomen.
2
Hoe moet u deze handleiding gebruiken?
De handleiding van de TD-10 is als volgt ingedeeld:
Snel aan de slag
Het eerste deel van de handleiding is bedoeld voor
mensen met weinig geduld, die meteen aan de slag
willen. In “Snel aan de slag” maakt u voor de voet
weg kennis met de voornaamste bedieningsroutines
van de TD-10. Zorg dus dat u de TD-10 binnen
handbereik hebt terwijl u dit deel leest. Woorden die
u niet meteen begrijpt kunt u opzoeken in de “Verklarende woordenlijst” op blz. 108. Wilt u meer
details over een bepaalde functie, dan kunt u terecht
in het tweede deel.
Referentie
In dit deel komen alle functies van de TD-10 in detail
aan bod. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat u inmiddels de basisprincipes van de TD-10 onder de knie
hebt. Is dat niet het geval, lees dan eerst “Snel aan de
slag”. Het referentie-deel bevat de volgende hoofdstukken:
Appendix
Hoofdstuk 8 en 9. Aanvullende functies
In deze hoofdstukken leggen we uit hoe u pads of
pedalen kunt gebruiken om patronen weer te geven
en wijzen we op een aantal functies die u helpen tijd
te besparen, zoals Copy en Help.
Hoofdstuk 10. MIDI
In dit hoofdstuk hebben we alle MIDI-mogelijkheden van de TD-10 samengebracht, meer bepaald het
opslaan van data in een extern instrument en het
gebruik van de TD-10 als MIDI-klankmodule.
Hebt u problemen met uw TD-10, zoek dan de
oplossing in “Mogelijke problemen” op blz. 93.
Krijgt u een foutmelding te zien, zoek deze dan op
onder “(Fout)meldingen in het display” op blz. 99 en
volg de instructies die daar worden gegeven. Verder
vindt u in dit deel informatie i.v.m. klanken editen
en MIDI, klankoverzichten en de MIDI-implementatie.
Opmerking:
handleiding werd uitgegaan van de fabrieksinstellingen. Eens
u een beetje met de TD-10 hebt gewerkt is het uiteraard
mogelijk dat de display-inhoud niet meer exact overeenstemt
met de afbeeldingen.
Bij de afbeeldingen van display-pagina’s in deze
Hoofdstuk 1. Overzicht van de TD-10 V•Drums
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het concept achter de TD-10 – het loont de moeite om te weten waar
al die innoverende mogelijkheden vandaan komen.
Hoofdstuk 2~5. Klanken creëren
In het eerste deel geven we u al een voorproefje van
de mogelijkheden die u hebt om zelf klanken te
maken, maar het hele verhaal leest u in hoofdstuk 2~
5 van het tweede deel.
Hoofdstuk 6. Sequencer
In dit hoofdstuk laten we zien hoe u de ingebouwde
sequencer van de TD-10 kunt gebruiken: opnemen,
metronoom instellen en gemaakte opnames bewerken.
Hoofdstuk 7. Instellingen voor de TD-10 in zijn
geheel
In dit hoofdstuk leert u alles over functies die verband houden met de TD-10 in zijn geheel, zoals algemene aanpassingen van de klank, data op een geheugenkaart opslaan enz.
3
TD-10 Handleiding
Voornaamste kenmerken
☛
Perfecte geluidskwaliteit en expressieve mogelijk-
☛
heden die het akoestische voorbeeld benaderen
De klankbron van de TD-10 is een volledig nieuw
☛
type dat gebruik maakt van Composite Object Sound
Modeling (COSM). Deze klankbron is in staat om
zowel de kracht waarmee je aanslaat als de plaats
waar de slag terechtkomt te vertalen in een klankkleur, waardoor het resultaat qua dynamiek en
expressiviteit kan wedijveren met akoestische drums.
Ook roffels klinken realistischer dan ooit, tenminsten op voorwaarde dat u de (los verkrijgbare)
PD-100 en PD-120 pads gebruikt.
Opmerking:
een door Roland ontwikkelde technologie waarmee de verschillende componenten van een klank apart kunnen worden
gemodelleerd.
Opmerking:
raakt is enkel mogelijk voor snare drum- en ride cymbaalklanken.
☛
600 drumklanken en 54 begeleidingsinstrumenten
COSM (Compositie Object Sound Modeling) is
Detectie van de plaats waar u het vel/de pad
☛
Tussen het uitgebreide palet instrumentklanken
vindt u beslist iets voor elke muziekstijl.
☛
Comfortabele bediening voor drummers
Bij het creëren van nieuwe klanken kunt u zoals op
uw akoestische drum te werk gaan. U kiest het
gewenste vel, u stemt het en u brengt eventueel demping aan. Aangezien het display werkt met grafische
voorstellingen van de daarnet genoemde handelingen verloopt de bediening erg intuïtief en overzichtelijk.
☛
Supersnel
De TD-10 heeft de snelste trigger-tijd (het tijdsinter-
☛
val tussen het aanslaan van de pad en de weergave
van het geluid) ooit. Alle nuances die u speelt worden dus accuraat weergegeven.
☛
Twaalf pads kunnen tegelijk worden gebruikt
U kunt nu tot twaalf pads tegelijk gebruiken. Dat is
heel wat, en het geeft u de vrijheid om met bepaalde
pads geen klank aan te sturen, maar ze te gebruiken
om functies te activeren (Pad Switch) of om patro-
☛
nen weer te geven (Pad Pattern).
☛
Het volledige opnameproces kan worden nagebootst
U kunt het materiaal en de omvang van de ketels, de
akoestische omgeving, microfoontypes en -plaatsing
en effect- en mixerparameters instellen en opslaan
☛
als onderdeel van een Drum Kit, zodat u ze steeds
met een knopdruk weer kunt oproepen. Flexibiliteit
troef dus.
Spelen met Brushes
Als u gebruik maakt van PD-100 of PD-120 pads,
kunt u ook met Brushes spelen, iets wat tot nu toe
met geen enkel electronisch drumsysteem mogelijk
was (gebruik enkel nylon brushes!).
Functies speciaal afgestemd op drums
Voor ieder instrument dat u toewijst aan de triggeringangen 1~10 is er een individuele 2-bands equalizer en een compressor voorhanden. Bovendien
beschikt u in het Control Room-menu over de volgende digitale effecten: Reverb, Flanger, Chorus,
Delay, Pitch Shift Delay en Phaser. De totaalmix (het
signaal voor de MASTER OUT-aansluitingen) kunt
u bewerken met een 3-bands equalizer. Met de
Ambience-parameter (in het Studio-menu) bepaalt
u in welke virtuele ruimte het drumstel zich bevindt.
Daarbij kunt u zelfs het materiaal van de muren, de
afmetingen van de ruimte en de plaats van de
Ambience -microfoons wijzigen. Verder kunt u voor
ieder geluid apart instellen in welke mate het door de
ruimte wordt gekleurd.
Handige functies voor live-gebruik
Met de groepfaders op het frontpaneel kunt u tijdens
het spelen snel bepaalde instrumentgroepen luider
of zachter zetten. Een andere handige functie is de
mogelijkheid om Drum Kits in een bepaalde volgorde te zetten (Drum Kit Chain). Aangezien de [DEC]/
[INC]-knoppen groot genoeg zijn om met een
drumstick in te drukken (hoewel u er nu ook weer
niet op mag slaan), kunt u tijdens een optreden makkelijk de volgende (of vorige) kit in een “keten” kiezen. Verder is het mogelijk om enkel de metronoomklik naar de hoofdtelefoon te sturen, en is er een stereo-ingang voor externe audio-signalen (MIX IN).
Ingebouwde, eenvoudig te bedienen sequencer
Opnemen met de interne sequencer werkt net als bij
een bandopnemer. Naast de drums kunt u drie begeleidingspartijen opnemen, als ruggesteuntje bij het
oefenen of aanvullende partijen voor een optreden.
Aangezien de TD-10 via MIDI kan communiceren,
kunt u bij dit verhaal ook een externe MIDI-klankbron en/of sequencer betrekken.
Niet alleen voor PD-100 en PD-120 pads
Alle vorige pad-modellen (PD-5, PD-7, PD-9), Kick
Trigger Units (KD-5, KD-7) en het Hi-Hat controlepedaal (FD-7) zijn compatibel. De PD-7 en PD-9
vertalen bovendien positie-informatie voor Snareen Ride-klanken.
Uitbreidingsmogelijkheid levert extra klanken en
functies op
De uitbreidingskaarten uit de WAVE & SYSTEM
EXPANSION BOARD TDW-serie breiden het aantal instrumenten en Drum Kits van de TD-10 uit en
4
maken een Update d.m.v. Flash ROM mogelijk. Alle
kits en parameters van de TD-10 kunnen worden
opgeslagen op een geheugenkaart (M-512E).
☛
Kan worden gebruikt als MIDI-klankmodule
Geluiden kunnen worden gegroepeerd in Percussion
Groups, die u via MIDI kunt aansturen zoals een
Preset op een klankmodule. Met andere woorden:
naast de toewijzing aan de 12 trigger-ingangen kunt
u nog een nootverdeling programmeren. Deze doet
dan dienst als “gewone” drummodule die bv. door
een sequencer aangestuurd wordt.
5
TD-10 Handleiding
Inhoud
14
14
15
16
18
20
21
22
31
31
32
33
33
34
36
36
36
36
37
37
38
39
DEEL I. — SNEL AAN DE SLAG 9
1. Voorzieningen op de panelen
1.1 Frontpaneel 9
1.2 Achterpaneel 11
9
2. Basis 12
2.1 Knoppen en display-pagina’s
3. Voordat u aan de slag gaat
3.1 TD-10 op het statief monteren
3.2 Mixer, versterker enz. aansluiten
3.3 Pads en pedalen aansluiten
3.4 Inschakelen 15
Uitschakelen 16
3.5 Demo beluisteren
3.6 Pads toewijzen 17
Als u werkt met de “V-Basic Kit” of de “V-Standard
Kit” 17
Als u werkt met PD-5, PD-7, PD-9, PD-100 of PD-120
pads 17
Spanning van het vel instellen
TD-10 aansturen met contactmicrofoons op een
akoestisch drumstel 18
Instellingen controleren
12
14
19
5. De voorgeprogrammeerde Drum Kits 27
5.1 Hoe genereert de TD-10 geluid? 27
Brush Kit 28
5.2 Electro Kit 29
6. Drum Kit wijzigen (editen)
6.1 [INST]: instellingen voor de basisklank
Instrument kiezen 31
Materiaal en diepte van de ketel
Materiaal en stemming van het vel kiezen
Demping en snaarspanning kiezen
6.2 [STUDIO]: akoestiek van de “ruimte” aanpassen
6.3 [CONTROL ROOM]: de laatste hand aan het geluid
leggen 34
Klankkleur wijzigen met de Equalizer
Volumebalans van de instrumenten aanpassen
7. Voorbeelden en tips
7.1 Sequencer gebruiken
Preset-patroon weergeven
Meespelen met een Preset-patroon
7.2 Drum Kit Chain (keten)
7.3 Voetschakelaar-functies
7.4 Patronen starten met een pad
7.5 Metronoomklik via hoofdtelefoon beluisteren
7.6 TD-10 als MIDI-klankmodule gebruiken
36
31
35
38
4. Speltechnieken
20
4.1 Tips voor het bespelen van de pads
Rim Shots 20
Afdempen 20
Positiegevoeligheid 20
Spelen met Brushes 20
HiHat-controlepedaal
4.4 Mogelijke problemen i.v.m. de aansluitingen en
instellingen 25
6
DEEL II. — REFERENTIE 39
1. Overzicht van de TD-10 V•Drums
1.1 Structuur van het V•Drums-systeem
1.2 Pads kiezen 39
39
2. Instellingen voor de volledige Drum Kit 41
2.1 Kit selecteren 41
2.2 Kit selecteren uit een lijst 41
2.3 Naam van de Drum Kit 41
2.4 Kit geschikt maken voor Brushes 42
2.5 Effecten voor de hele Kit in- en uitschakelen 42
Inhoud
3. Instrument-instellingen 43
3.1 Instrument kiezen 43
3.2 Instrumenten kiezen uit een lijst 43
3.3 “Akoestische” Drum Kit editen (V-EDIT) 44
V-EDIT en EDIT 44
Materiaal van de ketel selecteren 44
Diepte van de ketel 45
Materiaal van het vel kiezen 45
Vel stemmen 45
Demping aanbrengen 46
Snaarspanning aanpassen 46
3.4 “Electronische” Drum Kit editen (V-EDIT) 47
3.5 TR-808/909 editen (V-EDIT) 47
3.6 HiHat, cymbalen en percussie editen 48
4. Studio-parameters 50
4.1 Instellingen voor de hele Drum Kit 50
Ruimte/omgeving kiezen 50
Afmetingen van de ruimte 50
Materiaal van de muren 50
Plaatsing van de ruimtemicrofoons 51
Uitgangsvolume en -toewijzing van het
omgevingsgeluid 51
4.2 Instellingen voor individuele instrumenten 51
Diepte van het Ambience-geluid 51
Microfoontype en -plaatsing 52
4.3 Instellingen voor instrumentgroepen 53
Ambience Send Level per groep instellen 53
5.2 Instellingen voor de volledige Drum Kit 56
Effect Return Level aanpassen 56
Effecttype kiezen 57
Effecten editen 57
5.3 Instellingen voor volledige groepen 60
Effect Send Level voor een volledige groep
aanpassen 60
Volume instellen voor individuele groepen 60
6. Sequencer 61
6.1 Basisbediening van de sequencer 61
Preset-patronen gebruiken 61
6.2 Tempo instellen 62
6.3 Weergavefuncties 62
Patroon kiezen 62
Patronen kiezen uit een lijst 62
Weergavemethode selecteren 63
6.4 Instellingen voor de metronoom 63
Metronoomklik in- en uitschakelen, volume regelen 63
Tempo instellen 63
Maatsoort en klik-interval kiezen 63
Klikgeluid kiezen 64
Klikgeluid met Ambience bewerken 64
Effecten voor de metronoom 64
Stereopositie aanpassen 64
Uitgang voor de metronoom 64
6.5 Opnemen 65
Basiswerkwijze voor de opname 65
Rehearsal-functie 66
Metronoom laten aftellen 66
Opname starten op het moment dat u op een pad
slaat 66
Timing automatisch verbeteren tijdens de opname
(Quantize) 66
Data van een andere sequencer importeren 67
6.6 Patronen editen 67
Patroon benoemen 67
Patroon wissen (Erase) 67
Maten uit een patroon wissen (Erase Pattern
Measure) 68
Patroon kopiëren 68
Maten van een patroon/Part kopiëren 68
Patroon wissen (Clear) 69
Maten van een patroon verwijderen (Clear) 69
Patronen verbinden 70
6.7 Instellingen voor Part-instrumenten 70
Master Tuning (stemming) 70
Instrumentkeuze en verwante instellingen voor
individuele Parts 70
Mixer-instellingen voor individuele Parts 71
Specifieke Parts uitschakelen 71
7. Instellingen voor de TD-10 in zijn geheel 72
7.1 Signaal van MIX IN aan een uitgang toewijzen 72
7.2 Type pad specifiëren 72
7.3 Basisparameters voor de trigger-ingangen (BASIC) 73
Sensitivity 73
Threshold 73
Curve 73
Spanning van het vel aanpassen 74
7.4 Geavanceerde parameters voor de trigger-ingangen
(ADVNCD) 75
Scan Time 75
Retrigger Cancel (RetrigCancel) 75
Mask Time 75
Crosstalk 76
Volgorde van deze parameters bij gebruik van
7
TD-10Handleiding
contactmicro’s (drum-triggers) 76
7.5 Helderheid van het display (Contrast) 77
7.6 Master Equalizer instellen 77
7.7 Data opslaan op een geheugenkaart (RAM) 77
Data op een geheugenkaart opslaan 78
Data van een geheugenkaart laden 78
8.1 Drum Kits in een bepaalde volgorde kiezen (Drum Kit
Chain) 79
Naam van de Drum Kit Chain 79
8.2 Kopiëren 80
8.3 UNDO-functie 80
8.4 Help-functie 81
8.5 Bepalen hoe de [PREVIEW]-knop werkt 81
10.7 Synchroniseren met externe MIDI-instrumenten 91
DEEL III. — APPENDIX 93
1. Mogelijke problemen 93
2. Mogelijke instrument/triggertoewijzingen 97
3. Fabrieksinstellingen laden (INITIALIZE) 98
9. Functies bedienen met pads en
voetschakelaars 82
9.1 Pads gebruiken om patronen te starten (Pad Pattern) 82
9.2 Pads gebruiken voor “knopfuncties” (Pad Switch) 82
9.3 Functies aansturen met voetschakelaars (Foot Switch) 83
10. MIDI-functies 84
10.1 Data naar/van een extern instrument (Bulk Dump) 84
Data opslaan 84
Data opnieuw laden 84
Device ID instellen -- data naar twee of meer TD-10’s
zenden 84
10.2 Via de pads externe MIDI-klankmodule aansturen 85
Nootnummer voor elke pad 85
Gate Time (duur) instellen 86
MIDI-kanaal 86
10.3 TD-10 en Roland SPD-11 86
10.4 MIDI-instellingen voor de TD-10 in zijn geheel 86
MIDI-kanalen voor individuele Parts instellen 86
Local Control uitschakelen 87
Ontvangen/zenden van programmakeuzecommando’s 87
Data uitdunnen die door de FD-7 wordt gezonden
(Pedal Data Thin) 87
10.5 TD-10 als module gebruiken 87
Percussion Groups 88
Instrumenten selecteren 89
Percussion Group editen 89
Kit-nummers verbinden met MIDIprogrammanummers 90
10.6 MIDI-commando’s voor geavanceerde
4. (Fout)meldingen in het display 99
5. Over MIDI 101
5.1 MIDI-connectors 101
5.2 MIDI-kanalen en multitimbrale klankbronnen 101
5.3 Werking van de sequencer 102
6. Contactmicrofoons gebruiken 103
7. Overzicht van de Presets 104
7.1 Drum Kits 104
7.2 Drum-instrumenten 105
8. Specificaties 107
9. MIDI-implementatie 112
10. Index 115
mogelijkheden 90
Commando’s voor de HiHat 90
Commando’s voor de positiegevoeligheid (enkel Snare
en Ride) 90
TD-10 synchroniseren met een externe sequencer 91
Externe sequencer synchroniseren met de TD-10 91
8
DEEL I. SNEL AAN DE SLAG
Voorzieningen op de panelen
1.
1.1 Frontpaneel
Snel aan de slagSnel aan de slagSnel aan de slag
151617
2
1
5678
10
9
1) Trigger-indicator
Deze indicator licht op wanneer er een triggersignaal
wordt ontvangen van een pad. Dat gebeurt als u op
die pad slaat. Licht de indicator niet op, dan weet u
dat de pad niet goed is aangesloten.
2) LED-display
Dit display beeldt het nummer van de geselecteerde
Drum Kit af.
3) Grafisch display
Tijdens het spelen wordt hier de naam van de Drum
Kit en andere relevante informatie afgebeeld. Tijdens
het editen krijgt u hier verklarende iconen en tekst te
zien.
Opmerking:
het in de rest van deze handleiding over “het display” hebben.
4) Functieknoppen F1~F4
Het is dit grafisch display dat we bedoelen als we
3
1112 13 14
Deze knoppen krijgen een andere functie naar gelang
de inhoud van het display. Onderaan het display
kunt u de functie van iedere knop aflezen (zie
blz. 12).
5) EXIT-knop
Door op deze knop te drukken keert u terug naar het
scherm dat zich één stap hoger in de schermhiërarchie bevindt. Door herhaald te drukken keert u terug
naar de “DRUM KIT” pagina.
6) TOOLS-knop
Deze knop verschaft u toegang tot functies als Copy,
Undo en Help (zie blz. 23, 80).
7) CHAIN-knop
Hiermee kunt u Drum Kit Chains samenstellen (dit
zijn reeksen drum kits die u na elkaar kunt kiezen)
(zie blz. 36, 79).
18
19
20
4
21
22
9
TD-10 Handleiding
8) SETUP-knop
Onder deze knop zitten een aantal instellingen die
verband houden met de TD-10 in zijn geheel, zoals
trigger-parameters en MIDI-instellingen (zie
blz. 72).
9) Groepfaders
Hiermee regelt u het volume van de verschillende
klankgroepen, zoals Kick, Snare, HiHat, het overige
slagwerk, de begeleidingsinstrumenten en de metronoomklik (zie blz. 21).
10)Sequencer
Met deze knoppen bedient u de transportfuncties
van de sequencer (zie blz. 36, 61).
11)KIT-knop
Door op deze knop te drukken keert u terug naar het
de display-pagina die u normaal tijdens het spelen op
de TD-10 te zien krijgt.
12)INST (Instrument) knop
Met deze knop gaat u naar de display-pagina waar u
instrumenten kunt editen (zie blz. 31, 43).
13)STUDIO-knop
Deze knop verschaft u toegang tot de display-pagina
waar u microfoontypes, microfoonposities, de ruimte en positie van de ruimtemicrofoons kunt kiezen
(zie blz. 33, 50).
14)CONTROL ROOM-knop
Met deze knop gaat u naar de Mixer-, EQ-, Compressor- en Effect-parameters (zie blz. 34, 54).
15)MIX IN-regelaar
Hiermee regelt u het volume van het instrument dat
u op de MIX IN-ingang aansluit. Het geluid van deze
ingang wordt bij het signaal van de MASTER OUTen/of PHONES-uitgangen gemixt.
16)PHONES-regelaar
Hiermee regelt u het volume van de hoofdtelefoon.
De signalen van de verschillende uitgangen worden
niet onderbroken wanneer u een hoofdtelefoon aansluit.
17)MASTER-regelaar
Hiermee regelt u het volume van de MASTER OUTuitgangen. Het volume van de PHONES-uitgang
regelt u met de PHONES-regelaar.
18)CURSOR-knoppen
Hiermee verplaatst u de cursor in het display of gaat
u naar de volgende display-pagina (zie blz. 12).
19)VALUE-wiel
Dit wiel heeft dezelfde functie als de [DEC]/[INC]knoppen. Het wiel werkt echter handiger als u grote
waardesprongen wilt overbruggen (zie blz. 12).
20)Trig Select
Met de onderste twee knoppen kiest u de pad (het
triggernummer) waarvoor u instellingen wilt maken.
Wilt u de rand van een pad kiezen, druk dan op de
RIM-knop (de RIM-indicator licht op). Als u pads
op de TD-10 hebt aangesloten kunt u een pad ook
selecteren door erop te slaan. Met de PREVIEWknop kunt u het instrument beluisteren dat aan de
geselecteerde pad is toegewezen. Bent u een slagwerkgroep aan het editen, dan stuurt de PREVIEWknop het geluid aan dat in het display wordt afgebeeld (zie blz. 13).
21)PREVIEW-knop
Hiermee kunt u instrumenten “voorbeluisteren”
wanneer u toevallig even geen pad(s) op de TD-10
hebt aangesloten. Met de Trig Select-knoppen kiest u
de pad waarvoor u de toewijzing wilt controleren. De
PREVIEW-knop is aanslaggevoelig (zie blz. 13).
22)[DEC]/[INC]-knoppen
Hiermee kiest u Drum Kits of wijzigt u waarden. Met
de INC-knop kiest u een hogere waarde, met de
DEC-knop een lagere. Deze knoppen zijn bovendien
ruim bemeten, zodat u ze ook met de tip van uw
drumstok kunt bedienen (zie blz. 12).
Opmerking:
indrukken”. Deze knoppen zijn namelijk geen pads en gaan
dus ook sneller stuk.
Met “bedienen” bedoelen we hier “voorzichtig
10
1.2 Achterpaneel
Snel aan de slag Snel aan de slag
33
3132
34
23)MEMORY CARD-aansluiting
Hier kunt u een M-512E geheugenkaart (los verkrijgbaar) aansluiten. Zo’n kaart biedt plaats aan alle
instellingen van de TD-10 (zoals Drum Kit- en
sequencerdata, enz.) (zie blz. 77).
Opmerking:
u met de TD-10 kunt gebruiken.
24)TRIGGER INPUT-aansluitingen
Op deze ingangen moet u de pads of kick triggers
aansluiten die u met de TD-10 wilt verbinden.
Gebruik een stereo-kabel als u een dual trigger-type
pad (PD-7, PD-9, PD-120) wilt aansluiten (zie
blz. 15).
25)FOOT SWITCH-ingang
Hier kunt u een (los verkrijgbare) voetschakelaar
(FS-5U) aansluiten om Drum Kits te kiezen, de
sequencer te starten/stoppen enz. Hiervoor hebt u
een speciale PCS-31 kabel (optie) nodig (zie blz. 37,
83).
26)HH CTRL-aansluiting
Op deze ingang kunt u een HiHat controlepedaal
(FD-7) aansluiten (zie blz. 21).
27)OUTPUT (MASTER)-aansluitingen
Dit uitgangspaar levert het totaalgeluid van de
TD-10. U moet ze verbinden met een externe versterker, mengtafel enz. Wilt u de TD-10 in mono
versterken, verbind dan enkel de MASTER L
(MONO)-uitgang (zie blz. 14).
28)OUTPUT (DIRECT, 1, 2, 3) uitgangen
Als u bepaalde drumklanken apart wilt versterken,
bewerken enz., kunt u ze aan één van deze uitgangsparen toewijzen. Ook de “Ambience” kunt u naar
één van deze uitgangen sturen – maar niet de digitale
effecten. De toewijzing van deze uitgangen gebeurt
in het Control Room-menu (zie blz. 55).
29)PHONES-uitgang
Op deze uitgang kunt u een stereo-hoofdtelefoon
aansluiten. Hierdoor wordt de weergave via de andere uitgangen niet uitgeschakeld (zie blz. 14).
30)MIX IN-aansluiting
Op deze ingang kunt u een CD- of cassettespeler aansluiten, of een signaal dat u live wilt kunnen afluiste-
De M-512E is het enige type geheugenkaart dat
30
2728
2529
26
ren. Het signaal dat u aansluit kunt u aan de MASTER OUT- en/of PHONES-uitgangen toewijzen (zie
blz. 72).
31)MIDI IN-aansluiting
Hier kunt u een externe MIDI-sequencer aansluiten
die de geluiden van de TD-10 kan aansturen. Een
andere toepassing is het laden van TD-10 instellingen (Bulk-data) die u in een extern instrument had
opgeslagen (zie blz. 84).
32)MIDI OUT/THRU-aansluiting
Hier kunt u een externe MIDI-klankmodule/sampler aansluiten waarvan u de geluiden met pads wilt
aansturen. Via deze aansluiting kunt u ook de instellingen van de TD-10 (Bulk-data) naar een extern
MIDI-instrument zenden (zie blz. 84).
33)POWER-schakelaar
Hiermee schakelt u de TD-10 in en uit (zie blz. 15).
34)AC-ingang
Op deze ingang moet u de bijgeleverde stroomkabel
aansluiten (zie blz. 14).
23
Snel aan de slagSnel aan de slagSnel aan de slag
24
11
TD-10 Handleiding
Basis
2.
Hieronder gaan we even in op een aantal algemene “spelregels” omtrent de bediening van de TD-10, zodat u in de
rest van deze handleiding weet waarover we het hebben.
2.1 Knoppen en display-pagina’s
Instellingen opslaan
De TD-10 heeft geen “procedure” om instellingen op
te slaan, om de eenvoudige reden dat dit automatisch
gebeurt zodra u een instelling wijzigt.
Knoppen en (schuif)regelaars
Knoppen en (schuif)regelaars worden tussen vierkante haken afgebeeld, bv. [SETUP].
Cursor
Cursor
Als een waarde wit-op-zwart wordt afgebeeld, zeggen we dat deze waarde “door de cursor wordt aangeduid”. Deze waarde kunt u wijzigen. Als een display-pagina meerdere parameters bevat die u kunt
instellen, moet u de cursor met de [CURSOR]knoppen naar de gewenste parameter verplaatsen.
Functieknoppen [F1]~[F4]
[F1]~[F4] noemen we de “functieknoppen”. Onderaan het display kunt u de naam aflezen van de functies die de knoppen op dat moment hebben. Als we
het in deze handleiding bijvoorbeeld hebben over
[INST]-[F1 (SHELL)], druk dan op [INST] en vervolgens op [F1] (in dit geval wordt boven [F1]
“SHELL” afgebeeld).
Instellingen wijzigen
INC/DEC-knoppenVALUE-wiel
[INC] en [DEC] noemen we in deze handleiding
verder [DEC]/[INC]. Samen met het VALUE-wiel
dienen ze om de instellingen van parameters te wijzigen. Deze twee methodes hebben elk hun eigen
voordelen:
12
[DEC]/[INC]
•Met iedere druk op [INC] kiest u een hogere waarde,
met iedere druk op [DEC] een lagere. Dat werkt
vooral handig als u waarden in kleine stappen wilt
wijzigen.
•Ook voor “aan/uit”-parameters zijn deze knoppen
de aangewezen keuze: [INC] betekent “aan” en
DEC/INC betekent “uit”.
Basis Knoppen en display-pagina’s
•Als u [INC] ingedrukt houdt en op DEC/INC drukt,
kiest u in versneld tempo hogere waarden. Door
DEC/INC ingedrukt te houden en op [INC] te drukken kiest u in versneld tempo lagere waarden.
VALUE-wiel
Dit wiel is handig als u grote waardesprongen wilt
maken.
Rechtsboven in het display
Trigger-nummer
Instrumentnaam (of Trigger-naam)
Rand
"Vel"
MIDI-nootnummer
Op pagina’s die instellingen voor iedere pad bevatten
kunt u de gewenste pad selecteren door erop te slaan.
Rechtsboven in het display verschijnt dan het nummer van de trigger-ingang waarmee de geselecteerde
pad is verbonden, de naam van het instrument dat
hieraan is toegewezen, en het MIDI-nootnummer.
De eerste letter (“H” of “R”) geeft aan of het vel (H)
of de rand (R) van de pad is geselecteerd. Het nummer uiterst rechts is het MIDI-nootnummer. Dat
laatste wordt belangrijk wanneer u de TD-10 als een
MIDI-klankmodule (in combinatie met een sequencer e.d.) wilt gebruiken.
“H” of “R” vertellen u ook welke klank u hoort wanneer u op de [PREVIEW]-knop drukt. In het geval u
de klank van het “vel” (head) en de “rand” (rim)
apart kunt editen ziet u linksboven in het display
voor welke van de twee de huidige instellingen gelden.
Pads kiezen op het frontpaneel van
de TD-10
We hebben hierboven gezien hoe u pads kunt selecteren door erop te slaan. Als u geen pads hebt aangesloten, kunt u met de [TRIG SELECT]-knoppen alsnog de pad kiezen waarvoor u parameters wilt wijzigen. In feite kiest u dan niet de pad, maar het triggernummer waarop die pad is aangesloten.
Door op de [1]-knop te drukken kiest u één triggernummer lager dan het geselecteerde, door op “12” te
drukken één triggernummer hoger.
Als u een PD-7, PD-9 of PD-120 pad gebruikt specifieert u met de [RIM]-knop of u instellingen voor het
vel, dan wel voor de rand wilt maken. Licht de RIMindicator op, dan wordt de rand geselecteerd.
Door deze knoppen in combinatie met de [PREVIEW]-knop te gebruiken kunt u alle gewenste edits
doorvoeren zonder dat u pads op de TD-10 hoeft aan
te sluiten.
Opmerking:
scheid tussen de instellingen voor het vel of de rand. Voor
meer details zie blz. 97.
Voor een aantal instrumenten is er geen onder-
Preset Drum Kits
De Drum Kits 1~50 zijn voorgeprogrammeerd. U
behoudt de mogelijkheid om deze fabrieksinstellingen opnieuw te laden, ook wanneer u inmiddels heel
wat instellingen hebt gewijzigd. Die fabrieksinstellingen noemen we de Preset Drum Kits. Zie blz. 98 voor
meer details.
Snel aan de slagSnel aan de slagSnel aan de slag
Over het basisscherm
Naam van het scherm
Naam
van de
Drum kit
Dit is het basisscherm van de TD-10, dat u te zien
krijgt wanneer u op [KIT] drukt.
Naast de naam van de Kit zie u hier ook wordt hier
ook afgebeeld wat de status van de geheugenkaart is,
of de effecten aan of uit staan (zie blz. 42), of de Kit
al dan niet voor Brushes geschikt is (zie blz. 42), enz.
Effect aan/uit
Instellingen voor brushes
13
TD-10 Handleiding
Voordat u aan de slag gaat
3.
In dit hoofdstuk laten we zien welke aansluitingen en
instellingen nodig zijn voor u met de TD-10 muziek
kunt maken. We gaan er van uit dat u de fabrieksin-
3.2 Mixer, versterker enz.
aansluiten
stellingen van de TD-10 nog niet hebt gewijzigd.
Opmerking:
steeds alle instrumenten uitschakelen en het volume in de
minimumstand zetten voordat u aansluitingen maakt.
3.1 TD-10 op het statief monteren
Verbind de statiefhouder (deze wordt geleverd bij de
optionele stand MDS-7U/10) met de TD-10.
Netsnoer
Verbinden
met een
stopcontact
Smal
Breed
Gebruik de bijgeleverde schroeven om de TD-10 te
bevestigen (zie de afbeelding).
Opmerking:
schroeven kunnen de schakelkringen e.d. van de TD-10
beschadigen.
Gebruik enkel de bijgeleverde schroeven. Andere
Bevestig vervolgens de TD-10 op het drumstatief
(MDS-7U/10).
Meer details omtrent het in elkaar zetten van het
drumstatief en het bevestigen van de TD-10 vindt u
in de handleiding voor het drumstatief (MDS-7U/
10).
Verbind de MASTER L(MONO) en R connectors
met de ingangen van uw geluidssysteem of versterker. Wilt u via een hoofdtelefoon afluisteren, verbind
deze dan met de PHONES-uitgang.
Opmerking:
met de respectievelijke L- en R-ingang op uw geluidssysteem
verbind. Anders hoort u instrumenten die u links wilt plaatsen rechts enz.
Opmerking:
we het uitgangssignaal van de hoofdtelefoonuitgang wat
krachtiger gemaakt dan u misschien van een doorsnee electronisch muziekinstrument gewend bent. Houd hier rekening
mee, want lang luisteren op een hoog volume kan uw gehoor
beschadigen.
Opmerking:
zen aan de DIRECT1-, DIRECT2- of DIRECT3-uitgangen.
Om schade en/of storingen te voorkomen moet u
Audio-kabel
RL
Stereo-hoofdtelefoon
Let erop dat u de MASTER L en R connectors
Met de live-drummer in het achterhoofd hebben
Bij levering zijn er geen instrumenten toegewe-
Geluidsinstallatie, enz.
14
Voordat u aan de slag gaat Inschakelen
3.3 Pads en pedalen aansluiten
3.4 Inschakelen
Gebruik de bijgeleverde kabels om uw pads, hi-hat
controlepedaal en Kick Trigger Unit(s) aan te sluiten, zoals in de onderstaande afbeelding is aangegeven. Voor de Kick en de Snare zijn aparte jacks voorzien, Zorg dus dat u de betreffende accessoires op
deze jacks aansluit.
TD-10 achterpaneel
Roland
Roland
1) Draai de [MASTER]- en [PHONES]-regelaar hele-
2) Zet het volume van het aangesloten versterkings-
3) Schakel de TD-10 in met de POWER-schakelaar op
Als u PD-7 of een PD-9 pads gebruikt, zet dan de
polariteitsschakelaar op de achterzijde van de pad in
de stand “– (Roland)”. Bij een KD-7 maakt het niet
uit welke stand u kiest.
Opmerking:
de instrumenten in uw systeem in de hieronder gespecifieerde
volgorde inschakelen. Respecteer deze volgorde, anders riskeert u storingen en/of schade aan luidsprekers en andere
instrumenten.
Eens u alle aansluitingen hebt gemaakt, kunt u
3
1
6
5
maal naar links om het volume in de minimumstand te zetten.
systeem in de minimumstand.
het achterpaneel.
Opmerking:
aangesloten pads. Daarom mag u de pads tijdens de opstartprocedure niet aanraken, want als u dat doet, trekt de TD-10
foute conclusies en kan uw systeem niet naar behoren functioneren. Raak dus niet aan pads of pedalen tot u het volgende
scherm te zien krijgt:
Bij het inschakelen controleert de TD-10 de
Snel aan de slagSnel aan de slagSnel aan de slag
OUTPUTPOLARITY
+- (Roland)
PD-7, PD-9
Als u het summum van expressiviteit uit uw systeem
wilt halen bevelen we het gebruik aan van Roland
pads (PD-5, PD-7, PD-9, PD-100, PD-120) en Kick
Trigger Units (KD-7).
4) Schakel uw versterker of geluidssysteem in.
5) Zet de [GROUP FADERS] in hun maximumpositie
en kies voor de [MASTER]- en [PHONES]-regelaar
de positie die in de onderstaande afbeelding wordt
aangegeven.
15
TD-10 Handleiding
6) Druk herhaaldelijk op [PREVIEW] en kies met
[MASTER] (of [PHONES], als u via hoofdtelefoon
afluistert) het gewenste volume.
U zou nu geluid van de TD-10 moeten horen. Vergeet niet dat het volume van het geluid mee wordt
bepaald door de kracht waarmee u op de [PREVIEW]-knop drukt.
Hoort u geen geluid wanneer u op [PREVIEW]
drukt, controleer dan de volgende punten:
•Als u een hoofdtelefoon gebruikt: hebt u deze aangesloten op de PHONES-uitgang?
•Als u een externe versterker gebruikt: hebt u deze
verbonden met de MASTER OUT-connectors? Zijn
de audiokabels wel verbonden met de ingangen van
de versterker enz.?
•Gebruikt u misschien defecte kabels?
•Hebt u op de externe versterker de juiste ingang
gekozen?
•Staan de [GROUP FADERS] misschien nog in de
minmumstand?
•Hebt u een te laag [PHONES]-volume gekozen?
•Hebt u een te laag [MASTER]-volume gekozen?
Opmerking:
pad u de [PREVIEW]-knop wilt gebruiken.
Met [TRIG SELECT] kunt u kiezen voor welke
Uitschakelen
1) Zet het volume op alle instrumenten (TD-10 en
externe versterking) in de minimumstand.
2) Schakel de versterker, het mengpaneel e.d. uit.
3) Schakel de TD-10 uit.
3.5 Demo beluisteren
De TD-10 bevat een demosong die u een idee geeft
van zijn uitstekende klankkwaliteit en mogelijkheden. De demosong is in feite een medley van 4 korte
songs. Hij wordt weergegeven in een “loop” (lus).
Wilt u één van de vier songs apart beluisteren, ga dan
als volgt te werk:
2
3
1
1) Stel alle [GROUP FADERS] op hetzelfde volume in.
2) Houd [SETUP] ingedrukt en druk op [CHAIN].
3) Kies met [DEC]/[INC] of met het [VALUE]-wiel de
gewenste “sectie” uit de demosong.
De sectie die u hier kiest wordt als eerste weergegeven, waarna het geheel in een lus blijft voortgaan.
4) Druk op [PLAY].
Hiermee start u de weergave. Tijdens de weergave
behouden de [GROUP FADERS] hun normale functie, zodat u de demosong de gewenste geluidsbalans
kunt meegeven (voor meer details omtrent de groepfaders, zie blz. 21).
5) Druk op [STOP] om de weergave te beëindigen.
Hebt u genoeg gehoord van de demo, druk dan op
[EXIT] om terug te keren naar de “DRUM KIT”pagina.
Opmerking:
gebruik van dit materiaal voor niet-persoonlijke doeleinden
vormt een inbreuk op de wet.
Opmerking:
THRU gezonden.
Opmerking:
39~42.
Alle rechten voorbehouden. Ongeoorloofd
De demosong wordt niet naar MIDI OUT/
De demosong maakt gebruik van de Drum Kits
54
16
Voordat u aan de slag gaat Inschakelen
3.6 Pads toewijzen
U moet voor iedere TRIGGER INPUT het type pad
specifiëren dat u ermee verbindt, anders kan de
TD-10 de signalen van de pads niet naar behoren
interpreteren.
Als u werkt met de “V-Basic Kit” of
de “V-Standard Kit”
Voor deze kits heeft de TD-10 de juiste instellingen
reeds aan boord. U hoeft ze dus enkel op te roepen.
12
3
Als u een PD-100 of PD-120 pad gebruikt, kunt u nu
best de spanning van het vel instellen.
Eens u alle instellingen hebt afgerond, kunt u op
[EXIT] drukken om terug te keren naar de “DRUM
KIT”-pagina.
Als u werkt met PD-5, PD-7, PD-9,
PD-100 of PD-120 pads
Maak in dat geval voor elke aangesloten pad de volgende instellingen.
1) Druk op [SETUP], vervolgens op [F1 (TRIG)] en
tenslotte op [F1 (BANK)].
U komt terecht in het volgende scherm:
Hier ziet u welke pads met welke TRIGGER INPUTS
zijn verbonden.
Snel aan de slagSnel aan de slagSnel aan de slag
1) Druk op [SETUP], vervolgens op [F1 (TRIG)] en
tenslotte op [F1 (BANK)].
2) Plaats de cursor met de [CURSOR]-knoppen op het
“BANK”-nummer.
3) Kies met [INC/DEC] of het [VALUE]-wiel de relevante BANK.
V-Basic Kit= BANK 1
V-Standard Kit= BANK 2
DisplayNaam van de pad
PD5PD-5
PD7PD-7
PD9PD-9
10APD-100
12APD-120
KD7KD-7/KD-5
2) Plaats de cursor met de [CURSOR]-knoppen weg
van het “BANK”-nummer.
3) Sla op de pad waarvoor u instellingen wilt maken.
De cursor gaat automatisch naar de waarde voor de
pad waarop u hebt geslagen.
4) Kies met [INC/DEC] of het [VALUE]-wiel de naam
van de pad.
Ziezo, hiermee hebt u alle nodige instellingen
gemaakt. Als u een PD-100 of PD-120 pad gebruikt,
kunt u nu best de spanning van het vel instellen:
Opmerking:
afbeeldingen geven de fabrieksinstellingen aan. Zijn deze
intussen gewijzigd, dan kunt u de Copy-functie (blz. 80)
gebruiken om de originele instellingen opnieuw op te roepen.
Ziezo, hiermee hebt u in één klap alle nodige instellingen voor de V-Basic of V-Standard Kit gemaakt.
De parameterwaarden in de bovenstaande
17
TD-10 Handleiding
Spanning van het vel instellen
Voor de PD-100 en PD-120 pads is het belangrijk dat
u de instellingen van de TD-10 aanpast op de spanning van het vel. Dat gaat als volgt.
12
4
1) Zorg dat Trigger Type (modelnaam van de pad) is
ingesteld op “10A” (PD-100) of op “12A”
(PD-120).
2) Druk op [SETUP], vervolgens op [F1 (TRIG)] en
tenslotte op [F4 (OPTION)].
3) Sla op de PD-100 of PD-120 waarvoor u instellingen wilt maken.
U komt op de bijbehorende display-pagina terecht.
4) Plaats de cursor met de [CURSOR]-knoppen op
“Head Tension Adjustment”.
5) Kies met [INC/DEC] of het [VALUE]-wiel de
gewenste waarde.
“Loose” betekent dat de TD-10 ervan uit gaat dat het
vel los is, terwijl hij bij “Tight” een behoorlijk strakke
velspanning verwacht. Voorlopig houdt u het best bij
de neutrale optie “Normal”.
6) Sla op het vel van de PD-100 of PD-120, ongeveer 3
cm van de spanschroef.
7) Regel met een spansleutel (optie) de spanschroef
bij tot de indicator zich op de positie uit de onderstaande afbeelding bevindt.
Indicator
Als de indicator rechts van het middelpunt staat,
draai dan de spanschroef naar links om het vel losser
te spannen. Staat de indicator links van het middelpunt, draai de spanschroef dan naar rechts om het
vel strakker te spannen.
Opmerking:
springen, zorg dan eerst dat het vel gelijkmatig gespannen
staat en ga dan verder met de bovenstaande procedure.
Opmerking:
spanning vindt u in de handleiding van de PD-100/120.
Blijkt de indicator wild van links naar rechts te
Meer details over het instellen van de juiste vel-
Eens u alle instellingen hebt gemaakt, kunt u herhaaldelijk op [EXIT] drukken om terug te keren naar
de “DRUM KIT”-pagina.
TD-10 aansturen met
contactmicrofoons op een
akoestisch drumstel
In plaats van pads kunt u ook contactmicrofoons
(die u op uw akoestische trommels monteert)
gebruiken om de TD-10 aan te sturen. In dat geval
moet u in eerste instantie het Trigger Type op
“Drum Trigger” instellen. Blijkt dat niet te volstaan
voor een accurate triggering, dan kunt u met de
“geavanceerde” parameters nog één en ander bijregelen. Zie “Geavanceerde parameters voor de trigger-ingangen (ADVNCD)” op blz. 75.
Bevestig eerst de contactmicrofoons (zie blz. 103).
Maak vervolgens voor iedere trigger de volgende
instellingen.
1) Druk op [SETUP], vervolgens op [F1 (TRIG)] en
tenslotte op [F1 (BANK)].
U komt op de volgende display-pagina terecht.
Sla hier
Spanschroef
(3 cm)
De indicator rechtsonder in het display geeft de
afwijking aan.
18
Op deze pagina ziet u een overzicht van de trigger
types die voor iedere TRIGGER INPUT zijn gespecifieerd.
2) Haal de cursor met de [CURSOR]-knoppen weg
van het “BANK”-nummer.
3) Sla op de trommel (of druk het basdrumpedaal in)
waarvoor u instellingen wilt maken.
De cursor komt automatisch op het Trigger-nummer van de aangeslagen trommel terecht.
4) Kies met [INC/DEC] of het [VALUE]-wiel het
gewenste Trigger-type. Kies de volgende opties:
“KIK” voor de basdrum, “SNR” voor de snare drum,
“TOM” voor de toms en “FLR” voor de Floor tom.
5) Druk meerdere keren op [EXIT] om terug te keren
naar de “DRUM KIT”-pagina.
Instellingen controleren
Alle juiste instellingen zouden nu gemaakt moeten
zijn. U kunt dit controleren door op de pads/trommels te slaan en te luisteren of het juiste instrument
weerklinkt. Is dat niet het geval, controleer dan nogmaals of alle instellingen kloppen of zie “Mogelijke
problemen i.v.m. de aansluitingen en instellingen”
op blz. 25.
Voordat u aan de slag gaat Inschakelen
Snel aan de slagSnel aan de slagSnel aan de slag
19
TD-10 Handleiding
Speltechnieken
4.
4.1 Tips voor het bespelen van de
pads
Positiegevoeligheid
Als u een PD-7, PD-9, PD-100 of PD-120 gebruikt
(trigger-ingang 2 of 10), dan kunt u ook klankverschillen bekomen op basis van de plaats waar u het
Rim Shots
vel raakt.
Op de PD-7, PD-9 en PD-120 kunt u met de rand
een tweede klank aansturen, ter aanvulling van de
klank die u met het vel aanstuurt.
Pad
ÂØÒňÎ
ÂØÒňÎ
ÂØÒňÎ
ÂØÒňÎ
Pad
Rand van de pad
Als drummer weet u natuurlijk dat de klankkleur
Normale slag
Rim Shot
afhangt van de plaats waar u het vel raakt. Dat was tot
nu toe één van de expressieve mogelijkheden die
Om een Rim Shot te spelen moet u het vel en de rand
van de pad tegelijk raken. Als u enkel de rand raakt,
wordt er geen signaal uitgestuurd (en hoort u dus
geen geluid). Een goed gespeelde Rim Shot (vel +
rand) stuurt de klank aan die u aan “rim” hebt toegewezen.
Opmerking:
moet u de hierboven beschreven speltechniek hanteren (dus
vel en rand tegelijk aanslaan). Verder moet u er rekening mee
houden dat de Rim-functie van de PD-120 enkel werkt als u
de pad op trigger-ingang 2 (SNARE) aansluit. Wilt u Rimgeluiden voor toms enz., gebruik dan een PD-7 of een PD-9.
Ook als u tijdens het editen de “Rim” wilt kiezen
akoestische drums vóór hadden op hun electroni-
sche collegae. De PD-120 maakt een einde aan deze
voorsprong: als u deze pad gebruikt om een Snare-
klank van de TD-10 aan te sturen, beschikt u over
positie-afhankelijke timbreverschillen die de verge-
lijking met een akoestische Snare kunnen doorstaan.
Spelen met Brushes
De PD-120 en PD-100 pads kunt u ook met Brushes
bespelen. U kunt daarbij alle typische speltechnieken
gebruiken, die ook het overeenkomstige geluid ople-
veren dat u van een akoestische Snare verwacht. De
Afdempen
Deze techniek simuleert het “dempen” van een
akoestisch cymbaal en kan worden toegepast op de
enige voorwaarde is dat u een Drum Kit kiest die
bedoeld is om met Brushes te worden bespeeld. Druk
op [KIT] en kies een Kit waarvoor rechtsonder het
onderstaande symbool is afgebeeld.
PD-7 en PD-9.
Klankverschillen op basis van slagpositie
Sla op een pad waaraan een langzaam uitstervende
klank (zoals een cymbaal) is toegewezen. Zodra u de
rand van de pad vastgrijpt, wordt de weergave van de
klank afgebroken.
20
Opmerking:
len Brushes beschadigen het vel en dreigen zelfs het gaas
waaruit het vel bestaat te doorprikken.
Opmerking:
Brushes te bespelen.
Gebruik enkel Brushes uit nylon/plastic. Meta-
Preset Drum Kit 7 en 37 zijn bedoeld om met
Speltechnieken TD-10 bedienen
HiHat-controlepedaal
De HiHat-functie van de TD-10 werkt op een iets
andere manier dan op een akoestisch drumstel. Hoewel… het enige wat u in de gaten moet houden is dat
u twee dingen nodig hebt: een pad (die dienst doet
als “deksel”) en een pedaal (de FD-7). Met een
HiHat-controlepedaal, zoals de FD-7, en een pad
kunt u de volgende speltechnieken gebruiken:
FD-7
Open HiHat
Gesloten HiHat
Gesloten met
pedaal
Open met
pedaal
Sla op de pad zonder het pedaal in te
drukken.
Sla op de pad terwijl u het pedaal
indrukt.
Trap het pedaal in zonder op de
HiHat-pad te slaan.
Druk op het pedaal en laat het
onmiddellijk opnieuw los om een
“open” hi-hat klank aan te sturen.
Totaalvolume aanpassen
Kies met de [VOLUME CONTROL]-regelaar het
volume voor de MASTER-uitgangen van de TD-10.
Door deze regelaar in wijzerzin te draaien verhoogt u
het volume, door hem in tegenwijzerzin te draaien
verlaagt u het.
[MASTER]
[PHONES]
[MIX IN]
Hiermee regelt u het volume van de
MASTER OUT-aansluitingen.
Hiermee regelt u het volume van de
hoofdtelefoonuitgang.
Hiermee regelt u het volume van MIX
IN. Het signaal van de MIX IN-ingang
wordt naar de MASTER- en PHONESaansluitingen (of enkel naar de
PHONES-aansluiting) gestuurd.
Drum Kit kiezen
Snel aan de slagSnel aan de slagSnel aan de slag
4.2 TD-10 bedienen
Volume aanpassen
Volumebalans bijregelen
Kick Drum, Snare en HiHat hebben hun eigen
[GROUP FADERS] waarmee u hun volume kunt
aanpassen. Toms, cymbalen enz. zijn gegroepeerd
onder de [OTHERS] faders.
Voor het volume van de individuele pads in een Kit
kunt u terecht in het Control Room menu (zie
blz. 54).
2
1
1) Druk op [KIT].
U komt op de volgende pagina terecht:
Elke Drum Kit van de TD-10 is een verzameling
instellingen voor de instrumenten (klanken) die zijn
toegewezen aan elke pad, de akoestiek en microfoons, mixer, effecten en andere parameters.
2) Kies met [INC/DEC] of het [VALUE]-wiel de
gewenste Kit.
21
TD-10 Handleiding
Opmerking:
Kit een stuk eenvoudiger. Druk op de bovenstaande pagina
op [F1 (LIST)]. U komt dan terecht in een pagina met tien
namen van Kits waaruit u de gewenste kunt kiezen. Met
[F1 (PAGE<)] en [F2 (PAGE>)] kunt u respectievelijk naar
de vorige of de volgende pagina gaan. Om een Kit te kiezen
kunt u [DEC]/[INC], het [VALUE]-wiel of de [CURSOR]knoppen gebruiken.
De List -pagina maakt het kiezen van een Drum
Druk op [EXIT] om terug te keren naar de displaypagina van stap 1.
Gevoeligheid van de pads
U kunt de gevoeligheid van de pads aanpassen aan
uw eigen speelstijl.
1) Druk op [SETUP], vervolgens op [F1 (TRIG)] en
tenslotte op [F2 (BASIC)].
U komt op de volgende pagina terecht.
Master-Equalizer
Dit is de Equalizer waarmee u het totaalgeluid (de
MASTER-uitgangen) van de TD-10 kunt bijkleuren.
Daarbij kunt u aparte instellingen maken voor de
hoge-, midden- en lagetonen.
2
3
1
1) Druk op [KIT] en vervolgens [F4 (MAS EQ)].
U komt op de volgende display-pagina terecht:
Trigger-indicator
2) Plaats de cursor met de [CURSOR]-knoppen op
“Sensitivity”.
3) Sla op de pad waarvoor u de gevoeligheid wilt aanpassen.
4) Kies met [INC/DEC] of het [VALUE]-wiel de
gewenste gevoeligheid.
De door de cursor aangeduide numerieke waarde
verandert nu (1~16). Een lage gevoeligheid (lagere
waarden) betekent dat harde slagen nauwelijks een
hoger volume opleveren. Door daarentegen een hoge
gevoeligheid te kiezen bereikt u ook met zachte slagen een luid volume. Over het algemeen verdient het
aanbeveling om de gevoeligheid zo te kiezen dat de
indicator zijn maximumpositie bereikt als u het
hardst slaat.
Opmerking:
bij het instellen van de gevoeligheid van een electronische
Drum Kit. Vooral als u op een laag volume afluistert kunt u
vaak de indruk hebben dat er te weinig dynamiek voorhanden is, en bijgevolg een hogere gevoeligheid kiezen dan eigenlijk nodig is. Probeer daarom steeds op verschillende volumes
af te luisteren (via een versterker of hoofdtelefoon), zodat u
een goed beeld krijgt van de ingestelde dynamiek.
Het weergavevolume speelt een belangrijke rol
2) Kies met [F2]~[F4] of met de [CURSOR]-knoppen
de “GAIN” kolom.
[F2]Lagetonen (LOW)
[F3]Middentonen (MID)
[F4]Hogetonen (HIGH)
Opmerking:
len.
Met [F1] kunt u de Equalizer in- en uitschake-
3) Kies met het [VALUE]-wiel de gewenste versterking of verzwakking en luister hoe het geluid verandert.
Druk op [EXIT] om terug te keren naar de “DRUM
KIT”-pagina.
22
Speltechnieken Uitbreiden
Effect aan/uit
Het geluid van de TD-10 kan voor een groot deel
afhankelijk zijn van de gebruikte effecten, compressors, enz. Om vast te stellen in hoeverre het geluid
door de effecten wordt beïnvloed kunt u ze elk voor
de volledige kit in- en uitschakelen.
1) Druk op [KIT] en vervolgens [F3 (FX SW)].
Op deze pagina dienen de [F1]~[F4] knoppen als
aan/uit-schakelaars. Met [F1] schakelt u bijvoorbeeld Ambience aan/uit.
AMBNCE
(Ambience)
COMP
(Compressor)
EQ
(Equalizer)
EFFECT
(Effect)
Dit effect simuleert de akoestiek van
een ruimte waarin de drums worden
bespeeld.
De compressor haalt volumepieken
uit het signaal, wat het geluid meer
doorzettingsvermogen kan geven en
uw systeem tegen oversturing beveiligt.
Met de Equalizer kunt u de verhouding van de hoge, midden- en lage
tonen bijregelen.
Hiermee voegt u effecten zoals
Reverb en Delay toe.
woord “FOOT SWITCH” en druk op de knop om
naar de overeenkomstige pagina te gaan.
13,4
1) Druk op [TOOLS] en vervolgens op [F4 (HELP)].
2) Kies met [INC/DEC] of het [VALUE]-wiel het
gewenste trefwoord.
3) Druk op [F4 (SELECT)] om meer uitleg over de
functie te lezen.
4) Om naar de pagina met instellingen voor die functie te gaan drukt u op [F4 (GO NOW)].
Druk op [EXIT] om terug te keren naar de “DRUM
KIT”-pagina.
Snel aan de slagSnel aan de slagSnel aan de slag
2
Opmerking:
OFF staan, hoort u geen effecten, ongeacht andere parameterinstellingen. Controleer daarom of de schakelaars wel
actief zijn voordat u effectinstellingen begint te wijzigen.
Opmerking:
apart instellen.
Voor alle duidelijkheid: als deze schakelaars op
Deze schakelaars kunt u voor elke Drum Kit
Druk op [EXIT] om terug te keren naar de “DRUM
KIT”-pagina.
Help-functie
De TD-10 heeft een handige gids aan boord die u van
informatie over de verschillende functies voorziet.
Om op de relevante informatie-pagina terecht te
komen volstaat het dat u een trefwoord invoert. Wilt
u bijvoorbeeld iets weten over een functie waarbij
een voetschakelaar te pas komt, kies dan het tref-
4.3 Uitbreiden
Door middel van Expansion Boards kunt u uw systeem uitbreiden en nieuwe instrumenten en Drum
Kits toevoegen.
Opmerking:
de JV/XP-serie te gebruiken.
Aan de onderkant van de TD-10 vindt u een uitsparing waarin u uitbreidingskaarten kunt installeren.
Dat kunnen enkel kaarten uit de WAVE&SYSTEM
EXPANSION BOARD TDW serie zijn.
1) Schakel de TD-10 uit en verbreek de verbinding
met het lichtnet voordat u een Expansion Board
probeert te installeren.
Het is niet mogelijk om Expansion Boards voor
23
TD-10 Handleiding
2) Verwijder enkel de vier schroeven die hieronder
worden aangegeven en neem de bodemplaat van de
TD-10.
Verwijder deze schroeven
3) Controleer of de plastic houders zich in de posities
bevinden die op de onderstaande afbeelding te zien
zijn. Draai ze, indien nodig, naar de juiste positie.
Expansion Board (uitbreiding)
5) Gebruik de bij de kaart geleverde sleutel om de
houders in de LOCK-positie te draaien, zodat de
kaart goed vast komt te zitten.
LOCK
Ga na het uitvoeren van de bovenstaande stappen
nog eens na of alles goed vast zit.
(Als u de uitbreiding wilt verwijderen moet u de
kaarthouders in de UNLOCK-richting draaien en de
print optillen met de bijgeleverde sleutel. Verwijder
het Expansion Board en breng de bodemplaat
opnieuw aan.)
6) Maak de bodemplaat opnieuw vast met de vier
schroeven die u in stap 2 hebt verwijderd.
Aansluiting
Kaarthouder
4) Zorg dat de gaten in de kaart zich boven de houders
bevinden en steek de connector op de kaart voorzichtig in de aansluiting van de TD-10. Controleer
of de connector goed vastzit en of de drie houders
door de gaten komen.
Opmerking:
netjes van de connectors.
Opmerking:
aan te sluiten. Lukt het niet van de eerste keer, verwijder dan
de print en probeer het nog eens.
Raak niet aan de schakelkringen of aan de pin-
Probeer het Expansion Board nooit met geweld
OPGELET!
In het volgende geval moet u de TD-10 onmiddellijk
uitschakelen en contact opnemen met uw dealer of
de Roland-herstellingsdienst:
•Wanneer voorwerpen (zoals schroeven) zijn gevallen
of er vloeistof werd gemorst in de TD-10.
•Wanneer de TD-10 nat is geworden (bijvoorbeeld
door regen).
•De TD-10 plots “vreemd” begint te doen en niet
meer naar behoren werkt.
Ga nooit zelf in het inwendige van de TD-10 prutsen
– laat dit soort werken over aan een vakman.
Statische electriciteit kan schade aan de interne componenten veroorzaken. Let bij het aanbrengen van
het Expansion Board op de volgende dingen:
•Grijp, voordat u de kaart vastneemt, een metalen
voorwerp (zoals een buis van de waterleiding) beet,
om statische electriciteit te ontladen.
•Neem de kaart enkel bij de rand vast. Raak niet aan
de electrische componenten of connectors.
24
Speltechnieken Mogelijke problemen i.v.m. de aansluitingen en in-
4.4 Mogelijke problemen i.v.m. de
aansluitingen en instellingen
Hieronder zetten we een aantal typische problemen
op een rijtje die de kop kunnen opsteken wanneer u
de TD-10 voor de eerste keer gebruikt.
Opmerking:
voordat u aansluitingen controleert of wijzigt.
Opmerking:
een uitgebreider probleemoverzicht, waar onder andere
wordt ingegaan op problemen bij het editen of bij het gebruik
van akoestische trommels of pads van een ander merk.
Geen geluid
Controleer eerst of alle aansluitingen kloppen (zie
blz. 14 ff.) en ga vervolgens de onderstaande punten
na:
U hoort geen geluid wanneer u [PREVIEW]
indrukt
Controleer of de [GROUP FADERS] wel omhoog
staan.
Vergeet niet alle instrumenten uit te schakelen
Onder “Mogelijke problemen” op blz. 93 vindt u
Pads sturen verkeerde geluiden aan
•Hebt u de pads met de verkeerde TRIGGER INPUTconnectors verbonden?
•Hebt u de pads stevig bevestigd?
Als een pad niet stevig vastzit, is het mogelijk dat hij
meetrilt wanneer u een andere pad aanslaat en daardoor ongewenst een klank aanstuurt.
•Staat er in de buurt van de pads een luidspreker
opgesteld die aan een hoog volume weergeeft?
Probeer positie van de luidspreker of de pad te veranderen.
Als u zachtjes op een pad slaat, hoort u geen geluid
•Hebt u een pad aangeraakt of een pedaal indrukt terwijl de TD-10 nog met zijn opstartroutine bezig was
(vóór de naam van de Kit in het display verscheen)?
Bij het inschakelen controleert de TD-10 welke pads
met welke ingangen zijn verbonden. Als u tijdens
deze procedure pads aanraakt, worden daarbij
onvermijdelijk fouten gemaakt.
U slaat hard op de pads, maar het volume blijft laag
•Hebt u misschien een te laag volume gekozen?
Als u electronische drums op een laag volume beluis-
tert, krijgt u al snel de indruk dat de pads niet gevoelig genoeg zijn. Gaat die indruk niet weg wanneer u
een hoger volume kiest (zie blz. 21), probeer dan de
gevoeligheid aan te passen (zie blz. 22).
Snel aan de slagSnel aan de slagSnel aan de slag
Bij het drukken op [PREVIEW] hoort u iets, maar
tijdens het spelen op de pads niet
Controleer of de trigger-indicator (TRIGGER)
oplicht als u op een pad slaat. Is dat niet het geval,
controleer dan de verbinding tussen de pad en de
TRIGGER INPUT-connector.
U hoort geluid in de hoofdtelefoon maar niet uit de
externe versterker, enz.
Controleer de verbindingen met de externe instrumenten en zorg dat de [MASTER]-regelaar niet in de
minimumstand staat.
Als u een PD-5, PD-7, PD-9, PD-100 of PD-120
gebruikt
Voor deze pads kunt u de verhouding tussen slagkracht en volume aanpassen. Zie blz. 22 voor meer
details.
Als u pads van een ander merk gebruikt
Als u pads van een ander merk gebruikt, die niet naar
behoren functioneren, moet u de instellingen van de
Trigger-parameters aanpassen. Zie “Basisparameters
voor de trigger-ingangen (BASIC)” op blz. 73.
Bepaalde pads klinken te luid of te zacht
•Als u in mono afluistert, mag u enkel de MASTER L
(MONO)-connector verbinden en niets aansluiten
op de R-connector.
•Staan alle [GROUP FADERS]-regelaars in een
geschikte positie?
Stel ze eerst allemaal in op hetzelfde volume en pas
vervolgens de balans aan.
Rim Shots klinken niet
•Gebruikt u een PD-7, PD-9 of PD-120?
Dit zijn de enige pads waarop u Rim Shots kunt spe-
len.
•Gebruik u een mono-kabel om de pad met de TD-10
te verbinden?
25
TD-10 Handleiding
In dat geval stuurt enkel het vel van de pad een klank
aan. Om ook Rim Shots te kunnen spelen moet u de
stereo-kabel gebruiken die bij de PD-7, PD-9 en
PD-120 wordt geleverd.
Rim Shots klinken anders dan verwacht
•Als u op een PD-7 of PD-9 speelt, moet u de rand en
het vel tegelijk aanslaan om een Rim Shot te spelen.
Als u enkel de rand aanslaat, hoort u niets.
•Hebt u de correcte Trigger Types gekozen?
•Als u een PD-120 als Snare gebruikt, controleer dan
de instelling van de “Rim Sensitivity”-parameter (zie
blz. 74).
Volume is te laag wanneer u met Brushes speelt
•De slag van een Brush komt nu eenmaal minder hard
aan dan die van een stok, dus moet u een Drum Kit
gebruiken waarvan de trigger-instellingen gericht
zijn op het gebruik van Brushes. Dergelijke Drum
Kits kunt u herkennen aan het Brush-icoon rechtsonder in de “KIT” display-pagina.
Er wordt geen rekening gehouden met de plaats
waar u slaat
•Kloppen de instellingen voor het Trigger Type?
•Als u een PD-100 of PD-120 gebruikt, hebt u dan de
spanning van het vel correct ingesteld?
•Als u een PD-7 of PD-9 gebruikt, staat de polariteitsschakelaar dan op “– (Roland)”?
•Positiedetectie is enkel mogelijk voor trigger-ingang
2 (SNARE) en 10 (RIDE).
26
De voorgeprogrammeerde Drum Kits Mogelijke problemen i.v.m.
De voorgeprogrammeerde
5.
Drum Kits
5.1 Hoe genereert de TD-10 geluid?
De TD-10 gebruikt een volledig nieuwe methode van klankopwekking, die we Variable Drum Modeling noemen.
De kerngedachte achter deze methode is dat een veel breder en individueler klankspectrum mogelijk wordt, omdat
elk aspect van een drumklank individueel kan worden “gemodelleerd”.
Snel aan de slagSnel aan de slagSnel aan de slag
Instrument
Ketel
Vel
Snaren
Stemming
Demping
Dit zijn de drie hoofdcomponenten voor de opbouw
van de V-Drums-klanken. Om ze gemakkelijk te
kunnen bereiken hebben ze elk hun eigen knop
gekregen: [INST], [STUDIO] en [CONTROL
ROOM]. Deze parametergroepen wijken uiteraard
af van een “traditioneel” electronisch drumstel, maar
ze zijn wel doorzichtig en zorgen dat u voor de realisatie van een bepaald idee onmiddellijk weet waar u
terecht kunt.
1) Instrument (INST)
Dit is uiteraard het drumstel zelf, dus het materiaal
waaruit de ketels en vellen zijn vervaardigd, hun
vorm, enz.
2) Studio (STUDIO)
Het type, de afmetingen en de gebruikte materialen
van de ruimte waar de drums worden bespeeld, de
plaats van de Ambience-microfoons en het type en
Ruimte, Microfoon
Ruimte-akoestiek
Soort ruimte
Microfoonplaatsing
3) “Regie-ruimte” (CONTROL ROOM)
Mix
Mixer
Effect
Compressor
Equalizer
de plaats van de microfoons waarmee de instrumenten worden opgenomen.
Hier wordt de laatste hand gelegd aan het geluid,
door middel van mixer-instellingen zoals volume,
pan, effectniveau, uitgangstoewijzing, EQ, compressie en digitale effecten.
Voordat u zelf klanken begint te maken is het nuttig
dat u even kennismaakt met de Preset Drum Kits. Op
die manier raakt u vertrouwd met de mogelijkheden
van het systeem.
27
TD-10 Handleiding
70’s Rock
Dit is een Rock Drum Kit met een diepe en “vette”
klank. Vetter dan de klank die u tot nu toe kon verwachten van drummodules of samplers – dankzij de
Variable Drum Modeling technologie.
Laten we de instrumentparameters van deze Kit even
van naderbij bekijken. Eén van de parameters die
instaat voor de rijkdom van de klank is “Shell Depth”
(waarmee u de diepte van de ketel aanpast). We kiezen nu voor deze parameter een aantal verschillende
waarden.
53
1
U komt nu terecht in de display-pagina met Snareinstellingen. Op deze pagina kunt u het materiaal en
de diepte van de ketel selecteren.
5) Verplaats de cursor met de [CURSOR]-knoppen
naar “Shell Depth”.
2,6
6) Kies met [INC/DEC] of het [VALUE]-wiel de
gewenste diepte voor de ketel.
Het “vette” rockgeluid waar we het daarstraks over
hadden vraagt natuurlijk om een diepe ketel, vandaar dat in deze Preset een Shell Depth van 8.0” is
gekozen. Laten we daar nu 3.5” van maken.
1) Druk op [KIT] om naar de “DRUM KIT”-pagina te
gaan.
2) Kies met [INC/DEC] of het [VALUE]-wiel kit nummer 36.
3) Druk op [INST], vervolgens op [F2 (EDIT)] en tenslotte op [F1 (SHELL)]:
4) Sla op de pad die u als Snare gebruikt.
Hoort u wat een verschil? De Snare klinkt nu veel
“lichter”. Sla nu eens op een tom-pad en probeer
hiervoor dezelfde modificatie.
Bij akoestische drums hebt u voor dit soort geintjes
een enorm arsenaal ketels nodig. En op traditionele
electronische drumsystemen is dit soort flexibiliteit
al helemaal ondenkbaar. De TD-10 maakt het echter
allemaal mogelijk, en bovendien op een snelle, intuïtieve manier.
Brush Kit
Deze kit kunt u met Brushes bespelen – ook dit is
nieuw voor een electronisch drumsysteem. In vergelijking met stokken is de impact van Brushes op het
vel eerder delicaat – vandaar deze speciaal geprogrammeerde Kit met aangepaste trigger-instellingen.
Ook de “Studio” en “Control Room” instellingen
zijn afgestemd op het klankkarakter van Brushes,
zodat het lijkt dat de Kit vlak vóór u staat, zo realistisch klinkt het. Luister maar eens hoe subtiel de
effecten worden gebruikt: ze dragen wel degelijk hun
steentje bij tot de resonantie en klankkleur van de
28
De voorgeprogrammeerde Drum Kits Electro Kit
drumgeluiden, maar laten daarbij de nuances van
het originele geluid intact.
1) Druk op [KIT].
U komt terecht in de “DRUM KIT” display-pagina.
2) Kies met [INC/DEC] of het [VALUE]-wiel kit nummer 37.
3) Druk op [F3 (FX SW)]:
Boven elk van de knoppen [F1]~[F4] ziet u “ON”
staan, wat erop wijst dat alle effecten zijn ingeschakeld.
4) Druk op [F1] en [F4].
Hiermee schakelt u Ambience en Effect uit.
naal van deze machines echter opnieuw onder de
vingers, en de toepassingen in Dance, Hip-Hop en
Rap zijn legio.
Laten we bij wijze van demonstratie eens experimenteren met de hoeveelheid Pitch Bend (een functie die
de toonhoogte van het geluid doet evolueren in de
tijd), een typisch effect voor electronische drums.
5
2, 6
13
1) Druk op [KIT].
U komt terecht in de “DRUM KIT” display-pagina.
2) Kies met [INC/DEC] of het [VALUE]-wiel kit nummer 38.
Snel aan de slagSnel aan de slagSnel aan de slag
Merkt u hoe het geluid plots een stukje van zijn
“diepte” kwijt is?
Dit bewijst nog maar eens dat delicate geluiden
meestal gebaat zijn met de toevoeging van een beetje
Ambience (een soort galm) en galm. Later in deze
handleiding leert u het karakter van de Ambience en
galm in detail kunt bijregelen, zodat u exact de
akoestische ruimte kunt simuleren die u gedachten
hebt. Zo zou u bijvoorbeeld voor een ruimtelijk
“live”-geluid kunnen kiezen en tegelijkertijd een deel
van de resonantie dempen.
5.2 Electro Kit
Deze Kit reproduceert het electronische drumgeluid
dat populair was begin de jaren ‘80. Vroegere drummodules hadden te weinig parameters om de klankvariaties van zo’n electronische dinosaurus te benaderen. Met de TD-10 hebt u het typische klankarse-
3) Druk op [INST] en vervolgens op [F2 (EDIT)].
U komt terecht op de volgende display-pagina:
4) Sla op de pad die u als tom gebruikt.
U komt terecht op de pagina met tom-instellingen.
5) Plaats de cursor op “Bend”.
6) Kies met [INC/DEC] of het [VALUE]-wiel de
gewenste Pitch Bend-waarde.
29
TD-10 Handleiding
De toonhoogte stijgt aan het begin van de noot en
het effect wordt geleidelijk intenser.
Bend
127
hoeveelheid toonhoogteverandering
0
Tijd
30
Loading...
+ 88 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.